euzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
Sjors van de Hasselt Rob Veldhoen
Dit werkboek is van:
Voor www.keuzedossier.nl is het controlenummer van onze school:
Mijn gebruikersnaam is:
&
uitgeverij remmers
©
UITGEVERIJ REMMERS
Het digitale materiaal is met een controlenummer, gebruikersnaam en wachtwoord toegankelijk op www.keuzedossier.nl. Deze toegangscodes kunnen worden aangevraagd via
[email protected], met vermelding van het serienummer zoals vermeld op de achterzijde van de omslag van dit werkboek.
Illustraties: Bart Versteeg 1, 43; Luc Vershuuren 4, 13, 15 links, 18, 23, 26, 31, 35, 45, 55; Rainier Isendam 7, 9, 12, 17, 21, 22, 25, 27, 28, 29, 36, 37, 38, 39, 41 linksonder, 47, 49, 51, 52, 54, 55; Otto Vork 10; Wim Roefs 33 links; Peter de Greef 33 rechts; Tineke Dijkstra 41 linksboven; Freek van Arkel 41 rechtsboven; Uitgeverij Remmers 41 rechtsonder.
isbn 978-90-6762-114-4
1e druk 2008
Alle rechten zijn voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16b Auteurswet 1912 jo het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
INHOUD
l l l l
l l l l l l
l l l l l l
l l l l l l
gebruiksaanwijzing digitaal portfolio activeren tabbladen en knoppen persoonsgegevens en opdrachtmeter
4 5 6 7
hoofdstuk 1 LEERROUTES start 10 beroepenboom 11 iets met… 12 welk type ben ik? 13 oriënteren handelingsopdracht 1 14 informatie koppelen 15
hoofdstuk 2 keuzes maken vier mbo-sectoren keuzestijlen wat is mijn keuzestijl? oriënteren handelingsopdracht 2 informatie koppelen
hoofdstuk 3 sterk en zwak leerstijlen studievaardigheden hoe is mijn basisgedrag? advies examenvakken informatie koppelen
l l l l l l
KIEZEN 18 19 20 21 22 23
l l l l l l
OVER MEZELF 26 27 28 29 30 31
l l l l l l
hoofdstuk 4 BEROEPSBEELD beroepseisen 34 interview handelingsopdracht 3 35 solliciteren handelingsopdracht 4 36 competenties 37 stageverslag handelingsopdracht 5 38 informatie koppelen 39
hoofdstuk 5 niveaus in het mbo bbl of bol of havo-4 arbeidsmarkt waarden definitieve persoonscode samen terugkijken
OPLEIDINGEN 42 43 44 45 46 47
hoofdstuk 6 NAAR HET MBO opleidingen met persoonscode 50 definitieve keuze van een opleiding 51 open dag handelingsopdracht 6 52 intake 53 doorstroomsdossier 54 klaar!!! 55
4
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
GEBRUIKSAANWIJZING Het woord keuze komt van kiezen. Een dossier is een verzameling gegevens over één persoon. Die persoon ben jij. De gegevens gaan over jouw keuze voor een vervolgopleiding. Daarom heet dit werkboek keuzedossier.
Dit werkboek bestaat uit zes hoofdstukken. Elk hoofdstuk bestaat uit zes paragrafen. Elke paragraaf begint op een nieuwe bladzijde. Bij elke paragraaf hoort een opdracht.
De meeste opdrachten in dit werkboek zijn persoonlijk. Er zijn ook opdrachten die je samen met een of meer klasgenoten maakt. Een opdracht begint dan bijvoorbeeld met met: ‘Maak deze opdracht samen met een klasgenoot.’
Bij sommige opdrachten wordt gevraagd om je ouders of verzorgers erbij te betrekken. Dan staat dit symbool voor de opdracht:
Bij andere opdrachten moet je de computer gebruiken. Dan staat dit symbool voor de opdracht:
De betekenis van woorden die in dit werkboek schuingedrukt zijn, kun je opzoeken op www.keuzedossier.nl. Daarvoor staat links op het scherm een knop 'Begrippen'.
Een opdracht op de computer kun je maken waar en wanneer je wilt. Je moet wel een internetverbinding hebben. l Je gaat dan naar www.keuzedossier.nl, l je logt in, l je zoekt de opdracht op, l je maakt die en l je slaat de gegevens op in jouw dossier.
Dat dossier op de computer wordt een digitaal portfolio genoemd. Je decaan of mentor kan jouw digitaal portfolio ook inzien en zo op de hoogte blijven van de vorderingen die je maakt. Op de bladzijde hiernaast wordt uitgelegd hoe je jouw digitaal portfo;io kunt activeren.
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
DIGITAAL PORTFOLIO ACTIVEREN Van je decaan of mentor heb je een controlenummer gekregen dat toegang geeft tot www.keuzedossier.nl. Het controlenummer is voor alle leerlingen van je school hetzelfde. Op de allereerste bladzijde van dit werkboek kun je het controlenummer van je school invullen.
l l l
l l l
l
l
Op de achterkant van het omslag van dit werkboek staat een serienummer. Dat serienummer én het controlenummer heb je nodig om je digitaal portfolio te activeren.
Neem er pen en papier bij. Ga naar www.keuzedossier.nl. Klik onder ‘Digitaal portfolio activeren’ op ‘Klik hier’.
Vul het controlenummer van je school in. Vul het serienummer van jouw werkboek in. Klik op ‘Verder. Er verschijnt een nieuw scherm waarop je jouw persoonsgegevens moet invullen. Nadat je alle hebt ingevuld klik je weer op ‘Verder’.
Daarna verschijnt een scherm zoals hiernaast is afgebeeld. Op dit scherm zijn jouw persoonlijke gegevens te zien zoals je gebruiksnaam en je wachtwoord. Deze inlogcodes zijn ook naar je e-mailadres verstuurd. Op de allereerste bladzijde van dit werkboek kun je jouw gebruikersnaam invullen. Onthoud je persoonlijke wachtwoord of beter nog, je noteert het op een veilige plaats.
VANAF NU IS JOUW DIGITAAL PORTFOLIO ACTIEF.
5
6
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
TABBLADEN EN KNOPPEN Wanneer je bent ingelogd krijg je het scherm te zien zoals hiernaast is afgebeeld. Drie onderdelen zijn belangrijk, de: l twee regels met groene tabbladen; l knoppen links op het scherm; l opdrachtmeter.
De verschillende onderdelen van je digitaal portfolio kun je activeren met behulp van de groene tabbladen. Er zijn twee regels met groene tabbladen te zien, zoals hieronder is afgebeeld.
Door op een tabblad te klikken, wordt de inhoud van dat onderdeel geactiveerd. Er verschijnt dan een nieuw scherm. Het aangeklikte tabblad kleurt dan lichter. Zo kun je zien welk onderdeel actief is. Klik altijd op de knop 'Opslaan' onderaan het scherm van een opdracht voor je op iets anders klikt.
Links op het scherm zie je een rij knoppen zoals hiernaast is afgebeeld. Bovenaan onder het kopje 'Home' zit een knop 'Portfolio'. Door op deze knop te klikken kom je terug bij het allereerste scherm. Door te klikken op ‘Uitloggen’ keer je terug naar het scherm van keuzedossier.nl. Daar kun je opnieuw inloggen. Door te klikken op ‘Wachtwoord wijzigen’ kun je jouw wachtwoord veranderen.
Klikken op 'Naslag en Links' geeft de knoppen te zien zoals hiernaast is afgebeeld. l Begrippen l 16 persoonstypen l opendagen.nl l vaktoppers.nl l videoclips l werk.nl De knop 'Begrippen' is toegelicht op bladzijde 4. De andere knoppen kun je gebruiken bij verschillende opdrachten in dit werkboek.
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
PERSOONSGEGEVENS EN OPDRACHTMETER Wanneer je op het tabblad ‘mijn persoonsgegevens’ klikt, krijg je een scherm te zien zoals hiernaast is afgebeeld.
Door op de knop ‘Wijzigen’ te klikken kun je verschillende persoonsgegevens veranderen.
Je krijgt dan een scherm zoals hiernaast is afgebeeld. l Je kunt een foto van jezelf toevoegen door op de knop ‘Bladeren’ te klikken. l Je kunt je klas veranderen door op het pijltje te klikken. l Je kunt de naam van je mentor veranderen door op het pijltje te klikken. Vergeet niet de knop ‘Opslaan’ te gebruiken.
Op het allereerste scherm van je digitaal portfolio is een zogenoemde opdrachtmeter te zien. Hiernaast zie je een afbeelding ervan. In de opdrachtmeter staan alle opdrachten onder elkaar. l Wanneer je een opdracht voor het eerst hebt gedaan wordt het hokje oranje. l Wanneer je decaan of mentor een opdracht als ‘goed’ heeft beoordeeld zie je een vinkje voor de opdracht. l Wanneer je decaan of mentor een opdracht als ‘nog niet goed’ heeft beoordeeld zie je een rood kruisje voor de opdracht. Wanneer je de opdracht opnieuw maakt, verdwijnt het rode kruisje en wordt het hokje weer oranje.
7
1
leerroutes
In dit eerste hoofdstuk ga je aan het werk met algemene informatie over leerroutes. Je weet straks waarom ze er zijn en wat in grote lijnen de mogelijkheden zijn.
10
hoofdstuk 1
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
START Aan het einde van dit derde leerjaar moet je een vakkenpakket kiezen. Met die vakken ga je examen doen in het vierde leerjaar. Anders gezegd: je kiest een aantal vakken die jou de beste kansen geven om voor het vmbo te slagen. Daarom moet dat vakkenpakket goed bij jou passen. Maar ook bij je plannen voor de toekomst. Daar gaat KEUZEDOSSIER je bij helpen.
Met je vmbo-diploma wordt je toegelaten op een mbo-opleiding. In het mbo (middelbaar beroepsonderwijs) zijn de opleidingen verdeeld over dezelfde vier sectoren als in het vmbo. Bij elke mbo-sector horen opleidingen die voorbereiden op een bepaald soort beroepen.
opdracht A Werk samen met een klasgenoot. B Kruis de mbosector aan waar je volgens jullie een opleiding voor de volgende beroepen kunt vinden. visser verkoper stuurman stoffeerder parketlegger secretaresse broodbakker nagelspecialist brandweerman reismedewerker sportinstructeur milieucontroleur verpleegkundige onderwijsassistent dierenartsassistent medewerker manege
techniek bouwen machines informatica
zorg en welzijn zorgen voor andere mensen
economie administratie organiseren handel
landbouw planten dieren milieu
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
hoofdstuk 1
BEROEPENBOOM Binnen een familie komen nogal eens dezelfde beroepen voor. Wat die beroepen inhouden weet je wel. Je hoort erover praten en je hebt het werk misschien zelf ook wel eens gezien. Met een beroepenboom laat je zien welke beroepen in jouw familie voorkomen. Misschien zien de beroepenbomen in jullie klas er heel verschillend uit.
opdracht A Vul bij zoveel mogelijk familieleden hun beroep in.
B Noteer in het rode kader het beroep dat het meest voorkomt.
C Is er een beroep bij dat je wel wat lijkt?
D Verklaar je antwoord.
NEE JA het beroep van:
Dit beroep lijkt me WEL IETS / NIETS omdat:.
11
12
hoofdstuk 1
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
IETS MET … Op dit moment hoef je nog geen beroep of opleiding te kiezen. Want te vroeg kiezen is meestal niet goed. Voorlopig hoef je alleen te onderzoeken welk soort werk je voorkeur heeft. Dat is ook een manier om een opleiding en beroep te kiezen.
Eerst het soort werk, dan de mbo-sector waar je dat soort werk kunt vinden en dan pas een opleiding. Bij de volgende opdracht kies je steeds 'iets met…' Wanneer de opdracht af is, vertelt je mentor welke mbo-sector jij het vaakst hebt gekozen. Verrassing?!
opdracht A Kruis minstens acht keer een woord aan.
B Tel het aantal kruisjes in iedere rij op en noteer dit aantal. C Noteer de uitslag.
Als ik nu zou mogen kiezen, koos ik iets met: sport mode dieren reizen milieu natuur horeca planten uiterlijk kantoor bouwen mensen tekenen reclame voeding rekenen medisch biologie kinderen transport verkopen machines onderwijs veiligheid verzorgen computers construeren paardensport
-sec
mbo elke w elt vert r o t men n of a a c Je de
Het hoogste aantal hoort bij de mbo-sector
or
l ho
to
het r bij
hoo
gst
nta e aa
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
hoofdstuk 1
WELK TYPE BEN IK ? Een beroep dat goed bij je past, zul je ook graag uitoefenen. Maar wat past goed bij jou? Daar kun je achterkomen door een test te maken. Dit wordt het Persoonlijkheids Zelf Onderzoek genoemd, afgekort tot PZO. Het PZO bestaat uit vijf onderzoekjes die verdeeld zijn over de hoofdstukken van dit boek. Met het PZO leer je jezelf beter kennnen. Het zal je helpen bij het kiezen van je vakkenpakket en een opleiding.
bedenker Mensen met veel fantasie en ideeën.
doener Mensen die handig en technisch zijn.
Er zijn vier persoonstypen. Bij elke persoon is één van de vier persoonstypen het meest van toepassing. Maar bij elke persoon is ook iets van de eigenschappen van de andere typen te herkennen. Je bent dus altijd een combinatie van verschillende persoonstypen. Het PZO laat dat zien met een persoonscode. Steeds als je een onderdeel van het PZO hebt gemaakt krijg je een persoonscode.
onderzoeker Mensen die graag iets onderzoeken.
helper Mensen die anderen graag willen helpen.
opdracht A Maak digitaal het PZO-1.
B Noteer hiernaast jouw 1e persoonscode.
Volg de aanwijzingen op de computer.
Volgens het PZO-1 is mijn 1e voorlopige persoonscode:
rt.
C Welke twee persoonstypen zijn het meest van toepassing op jou?
Het meest van toepassing is als eerste de als tweede de
D Herkennen je ouders je in deze twee persoonstypen?
JA / NEE, want:
b doh
13
hoofdstuk 1
14
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
ORIËNTEREN
handelingsopdracht 1
Met je 1e persoonscode kun je al aan het werk. Je gaat opzoeken welke opleidingen er goed bij passen. Je hoeft nog niets te kiezen. Je kijkt alleen welke mbo-opleidingen je allemaal aanspreken. Dat wordt oriënteren genoemd. Na elk PZO weet je weer iets meer van jezelf. En daarna kun je je nog nauwkeuriger oriënteren. Bij opdracht 5 ga je met je eerste persoonscode aan het werk.
opdracht
l l l l l l l l
Ga naar keuzedossier.nl en klik op het tabblad ‘opleidingen’. Klik op het tabblad 'kiezen op PERSOONSCODE'. Geef je persoonscode in. Kies een opleidingsniveau. Klik op 'Toon opleidingen'. Zoek opleidingen die je aanspreken. Maak gebruik van de knop 'aan favorieten toevoegen'. Schrijf van drie opleidingen hieronder de gegevens op.
Drie opleidingen die mij aanspreken zijn de volgende.
1e opleiding mbo-sector TECHNIEK
ZORG EN WELZIJN
ECONOMIE
LANDBOUW
TECHNIEK
ZORG EN WELZIJN
ECONOMIE
LANDBOUW
TECHNIEK
ZORG EN WELZIJN
ECONOMIE
LANDBOUW
2e opleiding mbo-sector
3e opleiding mbo-sector
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
hoofdstuk 1
INFORMATIE KOPPELEN Alle belangrijke informatie over jouw studie- en beroepskeuze verzamel je in je zogenoemde digitaal portfolio. Er zal naar gevraagd worden wanneer je je gaat aanmelden bij een mbo-opleiding. Een aantal gegevens wist je al bij de overgang naar leerjaar drie. Die ga je vergelijken met de gegevens uit dit hoofdstuk. Na elk hoofdstuk werk je jouw overzicht bij.
opdracht Vul de regels hiernaast aan en kruis de juiste mbo-sectoren aan.
Ik volg nu de afdeling
Deze afdeling behoort tot de sector: Volgens opdracht 3 gaat mijn voorkeur uit naar het soort werk in de sector: Met behulp van mijn 1e persoonscode heb ik bij opdracht 5 drie mboopleidingen gevonden die mij aanspreken. Deze drie mbo-opleidingen behoren tot de mbo-sector:
techniek zorg en welzijn economie landbouw
techniek zorg en welzijn economie landbouw
techniek zorg en welzijn economie landbouw
Hierboven is steeds dezelfde sector aangekruist. Hierboven zijn verschillende sectoren aangekruist.
conclusie
Mijn leerroute wijst in de richting van de sector:
TECHNIEK
ZORG EN WELZIJN
ECONOMIE
LANDBOUW
15
samenvatting hoofdstuk 1 In dit hoofdstuk heb je op verschillende manieren onderzocht waarvoor je belangstelling hebt. Je hebt deze gegevens gekoppeld en je hebt kunnen aangegeven in welke richting jouw leerroute wijst.
2
kiezen
Dit hoofdstuk gaat over keuzes maken en de verschillende manieren waarop je dat kunt doen. Je doet een test waaruit jouw voorkeur voor een manier van kiezen volgt.
18
hoofdstuk 2
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
KEUZES MAKEN Kiezen doe je met je gevoel én met je verstand. En onwillekeurig houd je rekening met je omgeving. Dat kan je familie zijn, je school of je vriendenkring. Maar ook tv-programma's en allerlei reclames spelen een rol. Kiezen is niet altijd even gemakkelijk.
Iedereen kiest op een eigen manier. Om een goede keuze te maken moet je van jezelf weten op welke manier jij kiest. Die kennis zal je helpen om een vervolgopleiding te kiezen die jou de meeste kansen geeft.
opdracht A Werk samen met twee klasgenoten. B Vertel elkaar hoe bij de onderwerpen hiernaast in jouw geval de uiteindelijke keuze tot stand is gekomen.
In mijn geval is de keuze van de volgende onderwerpen vooral tot stand gekomen door: hobby school muziek kleding
C Vul daarna met een paar trefwoorden in wat op jou het meest van toepassing is.
mobieltje vriend(in) sportschoenen wel of niet roken mijn kamerinrichting
D Kruis één antwoord aan dat het beste bij je past.
Uit onze bespreking volgt dat ik bij het maken van een keuze: altijd goed nadenk over de voor- en nadelen ervan; vaak de mening van anderen vraag voordat ik kies; het vervelend vind om uiteindelijk maar één ding te kunnen kiezen; ik nooit zo stil sta bij de gevolgen, het overkomt mij gewoon.
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
hoofdstuk 2
VIER MBO - SECTOREN In het mbo zijn er dezelfde vier sectoren als in het vmbo. De mbo-opleidingen zijn verdeeld over vier niveau´s: niveau 1, 2, 3 en 4. Of je op een mboopleiding van een bepaald niveau terecht kunt, hangt af van je vmbo-diploma en je leerweg.
iek
n ch te
Je kunt met een vmbo-diploma-TL ook overstappen naar het havo. Daar zijn geen leerwegen maar profielen. Of je naar het havo kunt overstappen, hangt af van je eindexamenvakken en het gemiddelde van je cijfers. Vraag het aan je decaan.
Opleidingen die te maken hebben met techniek. Het kan gaan over bouwen, schilderen, meten, installeren, maar ook over metaal, elektriciteit, computers of auto's. Ben je graag bezig met technische dingen? Ben je goed in wiskunde? Vind je natuurkunde een leuk vak? Heb je belangstelling voor informatica? Dan passen de opleidingen in deze mbo-sector misschien bij jou.
Opleidingen die iets te maken hebben met het zorgen voor andere mensen. Die mensen kunnen van alle leeftijden zijn: van baby's tot ouderen. Het kunnen ijn z l gezonde of zieke mensen zijn. Het kan gaan over verplegen, maar ook we n e over sport en spel of over haar- voet- of handverzorgen. Help je graag andere rg o mensen? Dan passen de opleidingen in deze mbo-sector misschien bij jou. z Opleidingen die iets te maken hebben met handel. Denk daarbij niet alleen aan inkoop, verkoop en prijzen, maar ook aan de administratie en de organisatie die daarbij hoort. Opleidingen in de horeca, de reclame en het toerisme vallen ook ie m onder economie. Als je het leuk vindt om met dit soort activiteiten bezig te zijn, no o moet je je zeker oriënteren op opleidingen in deze sector. ec Opleidingen die te maken hebben met natuur, dieren, planten en het milieu. Omdat al ons voedsel afkomstig is uit de natuur hoort de productie van voedsel er ook bij. En verder onze leefomgeving, zoals de tuin, het bos en het water. Ben uw o je graag bezig met levende zaken zoals planten en dieren? Zou je best buiten b nd a l willen werken? Dan passen de opleidingen in deze mbo-sector misschien bij jou.
opdracht A Geef de volgorde aan van je voorkeur voor een mbo-sector.
Mijn voorkeur voor een mbo-sector is als volgt. allereerst de sector als tweede sector als derde sector zeker niet de sector
B Licht toe.
Omdat
19
20
hoofdstuk 2
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
KEUZESTIJLEN Je kunt op verschillende manieren kiezen. Dat worden keuzestijlen genoemd. Met elke keuzestijl kun je tot goede keuzes komen. Zolang je maar weet op welke manier jij kiest. Elk van de vier persoonstypen heeft een voorkeur voor een van de volgende vier keuzestijlen.
bedenkers
doeners
onderzoekers
helpers
kiezen vooral toekomstgericht.
kiezen vooral resultaatgericht.
kiezen vooral bedachtzaam.
kiezen vooral gevoelsmatig.
Deze mensen kiezen vooral met hun verstand. Ze denken goed na over alle voordelen en alle nadelen van een keuze.
Deze mensen kiezen vooral op hun gevoel. De juiste keuze is de keuze waar ze tevreden over zijn. Ze voelen zich er goed bij.
Deze mensen willen ervoor zorgen dat ze in de toekomst veel mogelijkheden hebben. Ze staan open voor nieuwe ideeën
Deze mensen willen meteen resultaat zien. Ze zijn helemaal niet bezig met andere mogelijkheden.
opdracht A Welke keuzestijl past bij jou, denk je? B Kruis aan.
C Volgt uit de antwoorden van B dezelfde keuzestijl als bij A?
toekomstgericht
resultaatgericht
bedachtzaam
gevoelsmatig
Als ik een nieuw mobieltje kan kopen, houd ik er rekening mee dat: er alleen dié mogelijkheden opzitten die ik wil gebruiken; er de allernieuwste mogelijkheden opzitten; ik er voorlopig mee verder kan; het er mooi uitziet; het klein en praktisch is; het niet duur is; het tegen een stootje kan; hoor t . oorden w t n a je er met zo’n mobieltje ‘bij hoort’. w bij jou JA NEE, volgens B is dat de keuzestijl.
Je decaa
n of m
l euzestij welke k lt e t r e entor v
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
hoofdstuk 2
WAT IS MIJN KEUZESTIJL ? Ieder persoonstype heeft de voorkeur voor een bepaalde keuzestijl. Het is goed om te weten welke keuzestijl jij meestal gebruikt. Zeker wanneer je een keuze voor een mbo-sector gaat maken. Met het PZO-2 wordt duidelijk welke keuzestijl het best bij jou past. Je weet dan weer iets meer over jezelf. En hoe meer je over je zelf weet, hoe bewuster je belangrijke keuzes maakt. Zo krijgt een keuze meer kans van slagen!
opdracht A Maak digitaal het PZO-2.
Volg de aanwijzingen op de computer.
b doh
B Noteer hiernaast jouw 2e voorlopige persoonscode.
Volgens het PZO-2 is mijn 2e voorlopige persoonscode:
C Noteer de keuzestijl die bij deze uitslag hoort.
Bij mijn 2e voorlopige persoonscode hoort de keuzestijl
D Herken je jezelf in de uitslag van deze test?
Ik herken mezelf WEL/NIET in deze uitslag, omdat
E Herkennen je ouders of verzorgers jou in de uitslag van deze test?
Zij herkennen mij WEL/NIET in deze uitslag, omdat
toekomstgericht resultaatgericht bedachtzaam gevoelsmatig
21
22
hoofdstuk 2
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
ORIËNTEREN
handelingsopdracht 2
Bij elke beroepsopleiding horen vaardigheden die nodig zijn om dat beroep later goed te kunnen uitoefenen. Sommige vaardigheden heb je al van jezelf en ontwikkel je verder tijdens de opleiding. Andere vaardigheden zullen nieuw zijn en moet je aanleren. Bij de volgende test krijg je vierentwintig beroepen te zien. Bij elk beroep worden vaardigheden genoemd. Jij moet aangeven of die vaardigheden je wel of niet aanspreken. Op deze manier ga je je oriënteren op de mbo-sectoren. Je hoeft nog geen opleiding te kiezen. Je gaat alleen onderzoeken hoe de volgorde van jouw voorkeur voor de mbo-sectoren is. Dat wordt oriënteren genoemd.
opdracht A Ga naar keuzedossier.nl en klik op het tabblad 'blz. 22 opdracht 5'. B Neem de uitslag van de test hiernaast over.
Volgens deze test is mijn voorkeur voor de mbo-sectoren als volgt.
TECHNIEK
ZORG EN WELZIJN
ECONOMIE
LANDBOUW
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
hoofdstuk 2
INFORMATIE KOPPELEN helpt je bij het kiezen van een vervolgopleiding, maar de definitieve keuze moet je zelf maken. Een keuze voor een vervolgopleiding en een beroep is eigenlijk een combinatie van kleinere keuzes: l welke mbo-sector past bij mijn belangstelling; l welke mogelijkheden zijn er binnen een mbosector; l welke schoolvakken moet ik gaan kiezen; l welke mbo-opleidingen zijn voor mij mogelijk? KEUZEDOSSIER
Praat je wel eens met je ouders of verzorgers over jou keuze voor een mbo-sector? o NEE
A Vul het schema hieronder in.
o JA
Hebben zij een mening over een mbo-sector die goed bij jou zou passen?
o NEE
Praat met je ouders of verzorgers over je keuze voor een mbo-sector en ga door naar vraag B.
B Welke vervolgopleiding past volgens je ouders of verzorgers het best bij jou?
o JA
Zij denken aan techniek
o JA
Zij denken aan zorg en welzijn
o JA
Zij denken aan economie
o JA
Zij denken aan landbouw
o JA
Sla vraag B over en ga door met vraag C.
opdracht
Met de vorige opdrachten heb je op verschillende manieren je voorkeur voor een mbo-sector onderzocht. Maar weten je ouders of verzorgers ook hoe ver jij bent met kiezen? De volgende opdracht maak je samen met je ouders of verzorgers. Daarbij gebruik je alle informatie die jij tot nu hebt verzameld en die zij hebben gekoppeld. Zo kom je tot een keuze voor een mbo-sector.
Mijn ouders of verzorgers denken dat de volgende mbo-sector het best bij me past.
Ik ben het daar WEL / NIET mee eens, omdat:
C Ga naar keuzedossier.nl en klik op het tabblad 'blz. 23 opdracht 6'.
23
samenvatting hoofdstuk 2 In dit hoofdstuk heb je geleerd dat er vier verschillende keuzestijlen zijn. Je hebt een test gemaakt waaruit blijkt welke keuzestijl jouw voorkeur heeft. Ook ben je samen met je ouders of verzorgers tot de keuze van een mbo-sector gekomen.
3
OVER MEZELF
Dit hoofdstuk gaat over zelfkennis. Je gaat onderzoeken wat jouw basisgedrag is en welke capaciteiten en belangstelling je hebt. Allemaal zaken die je helpen om een passend vakkenpakket te kiezen voor het vierde jaar.
26
hoofdstuk 3
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
STERK EN ZWAK Je herkent iemand aan zijn uiterlijk. Maar wat voor iemand het is, kun je niet aan de buitenkant zien. Daarvoor moet je de eigenschappen van die persoon kennen. Eigenschappen zeggen iets van je karakter. Eigenschappen horen bij iemand, bijvoorbeeld verlegen of spontaan. Elk mens heeft sterke en zwakke eigenschappen. Eigenschappen kun je niet leren. Maar je kunt er wel rekening mee houden.
Ken jij je sterke en zwakke eigenschappen? Het is niet altijd eenvoudig om dat van jezelf te zeggen. Daarom maak je de volgende opdracht eerst samen met een klasgenoot waarvan jij denkt dat die je goed kent. Daarna maak je dezelfde opdracht ook met je ouders of verzorgers. Om een geschikt vakkenpakket voor het vierde jaar te kunnen kiezen is het goed om je sterke en zwakke punten te weten.
opdracht
A Overleg met elkaar en kruis dan pas aan wat volgens jou het best bij je past.
netjes koppig slordig creatief verlegen vriendelijk
B Vraag je ouders of verzorgers hetzelfde te doen.
ongeduldig behulpzaam optimistisch vaak onzeker ondernemend
C Noteer je conclusie in je digitaal portfolio.
gauw afgeleid een doorzetter een vlotte prater
e ne
ja
ne
bee tje
van ouders of verzorgers
e
na overleg met een klasgenoot
bee tje
Ik ben
MENING
ja
Maak deze opdracht samen met een klasgenoot.
MIJN MENING
27
LEERSTIJLEN Er zijn verschillende manieren van leren. De één durft vragen te stellen, de ander leert alles uit het hoofd. Dit worden leerstijlen genoemd. Een leerstijl is 'een manier van leren'. Meestal heeft iemand maar één leerstijl. Je denkt er niet eens bij na. Er is nooit een goede of een foute leerstijl. Iedereen leert op zijn eigen manier. Het kan wél zijn dat je nog niet hebt ontdekt welke manier van leren jou het beste ligt. Er zijn vier soorten leerstijlen.
nadoen
begrijpen
uitproberen
willekeurig
“Ik wil alles wat ik moet weten precies kunnen opnoemen.”
“Ik wil de leerstof begrijpen en er wijzer van worden.”
“Ik wil iets met de leerstof kunnen doen in de praktijk.”
“Ik werk heel hard en toch valt het resultaat tegen”
Je vindt het fijn wanneer de leraren je duidelijk vertellen wat je allemaal wel en wat je niet moet leren voor een proefwerk.
Je kunt goed zelfstandig werken en je stelt gemakkelijk vragen. Het liefst maak je zelf uit hoe je een probleem wilt aanpakken.
Je vindt praktijkopdrachten en stages leuker dan op school zitten. Je wilt theorie het liefst meteen kunnen toepassen.
Je doet van alles door elkaar. De hulp van de leraar vind je wel plezierig. Je werkt graag met anderen samen om te zien hoe zij het doen.
opdracht A Kruis aan in welke leerstijl jij je het meest herkent.
Ik herken me het meest in de leerstijl van:
B Leg je keuze uit.
omdat ik
C Ga naar keuzedossier.nl en klik op het tabblad ‘blz 27 opdracht 2’. D Noteer hiernaast jouw uitslag van de leerstijlentest.
nadoen
begrijpen
toepassen
willekeurig,
Mijn uitslag van de leerstijlentest op keuzedossier.nl is: nadoen
begrijpen
toepassen
willekeurig,
punten
punten
punten
punten
hoofdstuk 3
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
STUDIEVAARDIGHEDEN Naast je sterke en zwakke eigenschappen en je leerstijl spelen ook je studievaardigheden een rol. Vaardigheden zijn dingen waar je handig in bent. Voorbeelden van studievaardigheden zijn: gemakkelijk kunnen lezen, schrijven, luisteren, spreken en inzicht. Misschien kun je niet alles even goed, maar studievaardigheden kun je aanleren of verbeteren. Bij de samenstelling van je vakkenpakket voor het vierde leerjaar moet je ook rekening houden met je studievaardigheden. Er zijn vijf belangrijke studievaardigheden. Bij de volgende opdracht ga je daarmee aan het werk.
Maak deze opdracht samen met twee klasgenoten. Kruis aan. leesvaardigheid
Een uitgebreide handleiding hoef ik maar een keer te lezen. Als ik lees, kan ik hoofd- en bijzaken goed onderscheiden. Als ik een tekst lees, begrijp ik die goed.
schrijfvaardigheid
Mijn aantekeningen worden ook door anderen gebruikt. Voor een opstel heb ik altijd een goed cijfer. Een verhaal kan ik kernachtig op papier samenvatten.
spreekvaardigheid
Bij een spreekbeurt kan ik goed vertellen wat ik weet. Bij een discussie kan ik goed mijn mening uitleggen. Ik vind gemakkelijk de juiste woorden.
luistervaardigheid
Ik kan goed herhalen wat een ander heeft gezegd. Wanneer de leraar iets nieuws uitlegt, let ik goed op. Ik kan me goed concentreren wanneer iemand iets vertelt.
inzicht
Ik kan nieuwe stof aan anderen uitleggen. Ik begrijp hoe je theorie kunt toepassen in de praktijk. Ik kan zelf andere vragen bij de leerstof bedenken.
ga at we l ne e
opdracht
ja
28
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
hoofdstuk 3
HOE IS MIJN BASISGEDRAG ? Niet elke eigenschap is aan de buitenkant van iemand meteen te zien. Bijvoorbeeld of iemand behulpzaam is. Je kunt dat wèl zien, als die persoon even snel helpt opruimen. Dan wordt voor een ander zichtbaar dat die persoon behulpzaam is. Snel even helpen opruimen is een vorm van gedrag. Tein heeft als eigenschap dat hij zich goed aan afspraken houdt. Hij is een nieuwe leerling in vmbo-2. Zijn klasgenoten kennen zijn eigenschappen nog niet. Storm zit naast hem in de klas. Hij moet onverwacht bij zijn mentor komen en mag zijn skatebord niet mee naar binnen nemen. Storm denkt: "Ik vraag Tein om er even op te letten." Tein zegt ja. Als Storm na een half uur terugkomt, past Tein nog steeds op zijn skatebord. Tein heeft zich aan zijn afspraak gehouden.
Voorbeelden van basisgedrag zijn: l aan afspraken houden; l anderen helpen; l optimistisch zijn; l gauw jaloers zijn; l interesse tonen. Bij elk persoonstype hoort een bepaald basisgedrag. Met het PZO-3 ga je onderzoeken welk basisgedrag bij jou hoort.
In dit voorbeeld is 'zich aan afspraken houden' een eigenschap van Tein. Voor Storm is duidelijk geworden dat dit gedrag bij Tein hoort. Dit soort gedrag wordt basisgedrag genoemd.
opdracht A Maak digitaal het PZO-3.
B Noteer hiernaast jouw 3e voorlopige persoonscode. C Noteer hiernaast de trefwoorden die bij jouw basisgedrag horen.
Volg de aanwijzingen op de computer.
Volgens het PZO-3 is mijn 3e voorlopige persoonscode:
b doh
Trefwoorden die bij mijn basisgedrag horen zijn:
29
30
hoofdstuk 3
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
ADVIES EXAMENVAKKEN
opdracht A Kruis het vakje aan volgens de gegevens van de betreffende leraar.
haalbaarheid
Frans Duits geschiedenis aardrijkskunde economie nask1 nask2 biologie wiskunde kunstvak, namelijk
B Ga naar keuzedossier.nl en klik op het tabblad 'blz 30 opdracht 5'.
sectorgebonden vak:
en de
on vo l
do
ijf el tw
de vo l
Verder je mag ook zelf vakken kiezen uit het zogenoemde keuzedeel.
en
Daarnaast heeft elke vmbo-sector in het examenjaar zogenoemde sectorgebonden vakken. Die zijn dus alleen verplicht voor een bepaalde vmbo-sector.
Hieronder geef je aan hoe de leraren denken over de haalbaarheid van een vak in het examenjaar. Als je hier vragen over hebt, stel je die aan de betreffende vakdocent.
do
Voor alle vmbo-leerlingen geldt een zogenoemd gemeenschappelijk deel. Dat zijn de examenvakken die voor iedereen verplicht zijn.
Een examenvak kiezen waarin je zwak bent, is niet zo slim. Vraag daarom advies aan je leraren. Zij kunnen jouw kansen het beste inschatten. Voor de volgende opdracht heb je dus informatie nodig van verschillende leraren. Je decaan of mentor vertelt hoe dat op jouw school wordt geregeld.
go ed
Je gaat volgend jaar examen doen in een aantal examenvakken. Hoe dit precies op jouw school is geregeld vertelt je decaan of mentor.
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
hoofdstuk 3
INFORMATIE KOPPELEN Nu ga je alle informatie die je tot nu verzameld hebt koppelen. Op die manier stel je op een verstandige manier het vakkenpakket voor je eindexamen vast. Natuurlijk doe je dat in overleg met je mentor en je ouders of verzorgers. Het ROC waar je een mbo-opleiding gaat volgen, zal om een zogenoemd doorstroomdossier vragen. De resultaten van de vakken waarmee je jouw vmbo-diploma hebt gehaald, zijn daar een onderdeel van. Ook voor dat doorstroomdossier is de volgende opdracht een hulp.
opdracht A Vul de gegevens hiernaast samen met je ouders of verzorgers in.
Ik kies voor een opleiding in de mbo-sector
TECHNIEK
ZORG EN WELZIJN
ECONOMIE
Ik denk dat ik in die mbo-sector op mijn plaats ben omdat: l
een sterke eigenschap van mij is:
l
mijn leerstijl van daarbij WEL / NIET goed past.
l
een sterke studievaardigheid van mij is:
l
mijn basisgedrag van daarbij goed past.
Ik kies als sectorgebonden vak: B Ga naar keuzedossier.nl, klik op het tabblad ‘vakkenpakket’ en vul je definitieve vakkenpakket in.
De haalbaarheid daarvan is:
Ik kies in het keuzedeel: De haalbaarheid daarvan is:
LANDBOUW
31
samenvatting hoofdstuk 3 In dit hoofdstuk heb je onderzocht welke sterke en welke zwakke eigenschappen je hebt. Je weet welke leerstijl jij het liefst gebruikt en wat je studievaardigheden zijn. Samen met deze gegevens en de kenmerken van jouw basisgedrag heb je jouw vakkenpakket voor het eindexamen vastgesteld.
4
beroepsbeeld
In dit hoofdstuk ga je aan het werk in de praktijk. Onder andere door een beroepsbeoefenaar te interviewen, jouw competenties te ontdekken en een stage te doen.
34
hoofdstuk 4
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
BEROEPSEISEN De ene leerling houdt van verandering, de andere leerling juist van zekerheid. De één neemt snel een besluit, de ander moet er eerst goed over nadenken. Elk mens is verschillend. Daarom past het ene beroep wel bij bepaalde personen en het andere beroep juist niet.
opdracht l l l l
we l
l
t
l
Ga naar keuzedossier.nl en klik op het tabblad 'beroepen'. Klik op het tabblad 'kiezen op PERSOONSCODE'. Geef je persoonscode in en klik op 'Toon beroepen'. Zoek minstens zes beroepen die je aanspreken. Maak gebruik van de knop 'aan favorieten toevoegen'. Noteer van twee beroepen hieronder de beroepseisen. Kruis de beroepseisen aan waarvan jij denkt dat die WEL en NIET haalbaar zijn voor jou. nie
l
De volgende twee beroepen spreken mij het meest aan. haalbaarheid
1e beroep beroepseisen
l
l
l
l
2e beroep beroepseisen
l
l
l
l
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
INTERVIEW
handelingsopdracht 3
Hoe zou het zijn om een beroep in het echt uit te oefenen? Dat kun je te weten komen met een interview. Je gaat dan vragen stellen aan een beroepsbeoefenaar. Die vragen moet je vooraf bedenken, bijvoorbeeld samen met een klasgenoot. Hiernaast worden de onderwerpen genoemd waarover de vragen moeten gaan. Kies één van een van de twee beroepen die je bij opdracht 1 hebt genoemd. Maak een afspraak met iemand die dat beroep uitoefent. Jij stelt de vragen en je klasgenoot schrijft de antwoorden op. Bij het beroep dat je klasgenoot kiest, worden de rollen omgedraaid.
De vragen moeten in ieder geval gaan over de volgende onderwerpen. l naam van het beroep l naam van de beroepsbeoefenaar l waarom deze beroepskeuze l soort werk l leuke kanten van het beroep l minder leuke kanten van het beroep l beroepseisen l welke opleiding l tips voor jou
opdracht A Werk samen met een klasgenoot.
Ik werk samen met: Wij gaan iemand interviewen die het beroep uitoefent van:
B Overleg met elkaar en bedenk samen de vragen die je wilt gaan stellen. Noteer de vragen hiernaast.
C Maak een afspraak met een beroepsoefenaar en hou het interview.
D Verwerk samen de antwoorden in een Worddocument dat je bewaart in het archief van je digitaal portfolio.
hoofdstuk 4
Wij gaan de volgende vragen stellen.
35
36
hoofdstuk 4
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
SOLLICITEREN
handelingsopdracht 4
Hoe de stages bij jou op school worden georganiseerd, vertelt je decaan. Maar vroeg of laat zul je naar een stageplek moeten solliciteren. Of schriftelijk vertellen wie je bent als de school een stageplek voor je heeft geregeld. Een sollicitatiebrief bestaat uit twee gedeelten: 1 de brief zelf; 2 een apart papier met je persoonsgegevens. In de brief schrijf je over de volgende onderwerpen. l Om welke stageplek het gaat. l Hoe je weet dat deze stageplek er is. l Waarom het een aantrekkelijke stageplek lijkt. l Waarom je denkt dat jij er op je plaats zult zijn. Denk daarbij aan je sterke eigenschappen en vaardigheden die goed bij de stageplek passen.
Op een apart papier schrijf je je zogenoemde cv (curriculum vitae). Dat is een lijst met persoonsgegevens. l Je naam, adres, geboortedatum en geboorteplaats. l De sector en de leerweg die je nu volgt. l Je eventuele werkervaring. Op keuzedossier.nl vind je een formulier dat je helpt om een correcte sollicitatiebrief te schrijven. Wanneer je wordt uitgenodigd om kennis te maken, mag jij ook vragen stellen. Bereid je daarop voor. Jouw vragen kunnen gaan over: l werktijden; l werkkleding; l vergoeding; l regels; l verzekering.
opdracht A Bedenk samen met je ouders of verzorgers de vragen die je wilt stellen bij de kennismaking.
B Ga naar keuzedossier.nl, klik op het tabblad ‘blz 36 opdracht 3’ en schrijf een sollicitatiebrief voor je stageplek.
Ik wil bij de kennismaking de volgende vragen stellen.
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
hoofdstuk 4
COMPETENTIES Bij elk beroep horen beroepseisen. Die zijn nodig om dat vak goed te kunnen uitoefenen. Zo'n beroepseis wordt ook wel een competentie genoemd. Dat wil zeggen dat je je kennis, je vaardigheden en je eigenschappen op de juiste manier kunt combineren. Behalve beroepseisen heb je in je werk ook nog andere competenties nodig. Dat zijn de competenties die niet bij één bepaald beroep horen, maar voor werken in het algemeen gelden. Twee voorbeelden zijn: kunnen overleggen en besluiten nemen.
Valdez: "Ik ben aanvaller en sta meestal linksmidden. Ik probeer alle ka nsen om te zett in doelpunten. en Ik moet goed ku nn en overleggen met mijn elftal . Maar ook goed luisteren naar onze coach. We moeten heel go ed met elkaar samenwerken. En ik moet trucjes toepassen om tegenstanders op het verkeerde be en te krijgen. Letterlijk”, lach t Valdez.
Hiernaast staat een voorbeeld van een denkbeeldige voetballer Valdez. Het vertelt over zijn werk. Daarbij noemt hij enkele van zijn competenties in zijn werk. Tijdens je stage zul je ook met dit soort competenties te maken krijgen. Met PZO-4 ga je jouw persoontype onderzoeken aan de hand van dit soort competenties.
opdracht A Onderstreep in het voorbeeld van Valdez drie competenties die ook tijdens een stage kunnen gelden.
B Maak digitaal het PZO-4.
Volg de aanwijzingen op de computer.
b doh
C Noteer hiernaast jouw 4e voorlopige persoonscode.
Volgens het PZO-4 is mijn 4e voorlopige persoonscode:
D Noteer de comptenties die bij jouw persoonscode horen.
Competenties die bij mijn persoonscode horen zijn:
37
38
hoofdstuk 4
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
STAGEVERSLAG
handelingsopdracht 5 Samen met je stagebegeleider en je schoolbegeleider wordt een stageovereenkomst gesloten. Daarin staan belangrijke afspraken over je stage.
Stage doen is spannend! Het wordt een tijd met veel ervaringen die ook allemaal heel verschillend kunnen zijn. Hoe kun je daar in hemelsnaam een verslag van maken? In je digitaal portfolio vind je formulieren en tips die je daarbij helpen.
Je gaat je stageverslag helemaal samenstellen in je digitaal portfolio. Het bestaat uit de volgende onderdelen. l verslag kennismakingsgesprek l dagverslagen l beroepsoriënterende opdracht l beoordeling door de stagebegeleider l eindpresentatie
Twee personen zijn belangrijk bij je stage. Bij hen kun je terecht met vragen. Dat zijn de: l stagebegeleider, de man of vrouw in het bedrijf of de instelling waar je stage loopt. Met deze persoon maak je afspraken op je stage zelf; l schoolbegeleider, de man of vrouw bij jou op school. Deze persoon zorgt voor het contact tussen school en het bedrijf of de instelling.
Met je schoolbegeleider maak je afspraken wanneer je stageverslag klaar moet zijn. Verzamel tijdens je stage materiaal dat je kunt gebruiken bij je eindpresentatie. Denk daarbij aan folders, foto's, plattegronden, bonnen en promotiematerialen van het bedrijf of de instelling.
opdracht A Vul de gegevens hiernaast samen met je ouders of verzorgers in.
Ik ga stage doen bij:
B Ga naar keuzedossier.nl, klik op het tabblad ‘blz 38 opdracht 5’ en maak je stageverslag.
Mijn stage duurt van
Dit is een
bedrijf waar instelling waar
Mijn stagebegeleider is
tot de heer mevrouw
Mijn schoolbegeleider is
de heer mevrouw
Mijn stageverslag moet klaar zijn op: De eindpresentatie van mijn stage is op:
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
hoofdstuk 4
INFORMATIE KOPPELEN Je weet intussen welke beroepseigenschappen wel en welke niet voor jou haalbaar zijn. Met het interview heb je informatie gekregen van een beroepsbeoefenaar zelf. Met het vierde PZO heb je ontdekt welke competenties bij jouw persoonscode horen. Al die informatie ga je nu koppelen aan de ervaringen uit je stage.
opdracht A Vul de gegevens hiernaast verder in of kruis aan.
De volgende beroepseigenschappen zijn voor mij WEL haalbaar.
De volgende beroepseigenschappen zijn voor mij NIET haalbaar.
Het volgende antwoord uit mijn interview is voor mij belangrijk.
Dat is belangrijk, omdat:
De competenties die volgens PZO-4 (blz. 35) bij mij horen zijn:
Volgens deze gegevens kan ik het beste kiezen voor de mbo-sector
TECHNIEK
ZORG EN WELZIJN
ECONOMIE
LANDBOUW
39
samenvatting hoofdstuk 4 In dit hoofdstuk ben je aan het werk geweest met beroepseisen en heb je een beroepsbeoefenaar geïnterviewd. Je hebt een sollicitatiebrief geschreven, je competenties ontdekt en je stageverslag gemaakt. Tenslotte heb je al die informatie gekoppeld om een voorkeur aan te kunnen geven voor een mbosector.
5
opleidingen
In dit hoofdstuk krijg je informatie over mbo-opleidingen en werkgelegenheid. Je ontdekt welke eigenschappen bij jouw persoonstype horen.
42
hoofdstuk 5
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
NIVEAUS IN HET MBO Met elk vmbo-diploma word je toegelaten op een vervolgopleiding in het mbo. Alléén wanneer je de theoretische leerweg hebt gevolgd kun je ook doorstromen naar het vierde leerjaar van het havo. Er zijn heel veel verschillende mbo-opleidingen. De ene opleiding is moeilijker dan de andere. Daarom zijn de opleidingen in het mbo ingedeeld in vier niveaus.
Er is voor iedereen wel een geschikte mboopleiding te vinden. Bovendien kun je het stap voor stap doen. Je kunt altijd doorstromen naar een hoger niveau. Kijk maar eens naar het schema hieronder. Hoe het precies geregeld is op een mbo-opleiding bij jou in de buurt, kan je decaan vertellen.
niveau
toelating
duur
doorstromen naar
1 assistentenopleiding 2 basisberoepsopleiding 3 vakopleiding 4 middenkaderopleiding
zonder diploma met elke leerweg
1 jaar
niveau 2
met vmbo-diploma BBL
2 jaar
niveau 3
met vmbo-diploma TL, GL, KBGL
3 jaar
niveau 4
met vmbo-diploma TL, GL, KBGL
4 jaar
hbo
assistentenopleiding
Na deze opleiding voer je eenvoudig werk uit. Dat zijn vaak dezelfde soort werkzaamheden. Je werkt altijd onder toezicht van een ander. Die ander is ook verantwoordelijk voor jouw werk.
basisberoepsopleiding
Na deze opleiding kun je zelf opdrachten uitvoeren, die meestal hetzelfde zijn. De volgorde van de werkzaamheden is verplicht. Je werkt onder toezicht van een ervaren collega.
vakopleiding
Na deze opleiding kun je zelfstandig werken. Je kunt het werk voor jezelf en je collega's die hetzelfde soort werk doen goed indelen. Je bent verantwoordelijk voor je eigen werk en dat van je collega's.
middenkaderopleiding
Na deze opleiding kun je volledig zelfstandig werken. Je kunt werk voorbereiden, de administratie bijhouden en leiding geven aan anderen, bijvoorbeeld als zelfstandig ondernemer.
opdracht A Ga naar keuzedossier.nl en klik op het tabblad 'opleidingen'.
1 assistentenopleiding 2 basisberoepsopleiding 3 vakopleiding
B Zoek voor elk niveau een opleiding.
4 middenkaderopleiding
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
hoofdstuk 5
BBL OF BOL OF HAVO -4 Behalve een niveau kun je ook een leerweg in het mbo kiezen. Er zijn twee leerwegen. BBL beroepsbegeleidende leerweg Dit wil zeggen dat je 'werkend leert'. Je gaat één dag in de week naar school en de andere vier dagen werk je al. Je ontvangt een loon van het bedrijf of de instelling waar je werkt.
BOL beroepsopleidende leerweg Dit wil zeggen dat je de hele week naar school gaat. Je ontvangt geen loon, want je bent nog nergens in loondienst. Wel ga je in de praktijk een stage doen in het beroep waarvoor je wordt opgeleid.
De BBL is geschikt voor leerlingen die liever praktisch bezig zijn. Dat zijn leerlingen die het vak liever willen leren door in de praktijk te werken. Aan het einde van de BBL heb je meer praktische bagage.
Met de BOL krijg je meer theorie. De BOL is daarom geschikt voor leerlingen die het niet erg vinden om met de neus in de boeken te zitten. Aan het einde van de BOL heb je meer theoretische bagage.
Op een ROC (Regionaal Opleidingscentrum) worden opleidingen gegeven in de sectoren Techniek, Zorg en Welzijn en Economie. Op een AOC (Agrarisch Opleidingscentrum) vind je opleidingen in de sector Landbouw.
HAVO-4 Met een diploma vmbo-TL word je ook toegelaten in het vierde leerjaar van het havo. Je krijgt dan te maken met vier profielen in plaats van vier leerwegen. Een profiel is een combinatie van vakken. Je kunt kiezen uit: l Cultuur & Maatschappij; l Economie & Maatschappij; l Natuur & Gezondheid; l Natuur & Techniek.
Met een bepaald profiel kun je doorstromen naar bepaalde opleidingen in het hbo. Wanneer je erover denkt om in het havo door te leren, moet je dat goed bespreken met je ouders of verzorgers. Vraag aan je decaan welke vakken er in je vmboeindexamenpakket moeten zitten.
opdracht Leg uit aan welke vervolgopleiding je de voorkeur geeft.
Ik geef de voorkeur aan
omdat ik
een BBL-opleiding een BOL-opleiding havo-4
43
44
hoofdstuk 5
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
ARBEIDSMARKT Bedrijven en instellingen vragen voortdurend personeel. En steeds zijn er mensen die zich aanbieden om arbeid te verrichten. Net als op de markt is er dus vraag en aanbod. Daarom wordt er gesproken van de arbeidsmarkt. Wanneer jij klaar bent met je mbo- of hbo-opleiding ga je een baan zoeken op die arbeidsmarkt. Er zijn banen waar veel vraag naar is en weinig aanbod. Maar het gebeurt ook dat er weinig vraag is terwijl het aanbod groot is. De vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt veranderen voortdurend. Een ding is zeker: met een diploma heb je de meeste kans op werk. En mensen die de ontwikkelingen op hun vakgebied volgen en voortdurend bijscholen hebben nog meer kans.
Je kunt aan werk komen door: l een advertentie in de krant; l zoeken op internet; l de bemiddeling van een uitzendbureau; l een stage; l de hulp van familie of vrienden; l een bijbaantje; l een open sollicitatie.
Mensen veranderen nog al eens van baan. Bijvoorbeeld omdat ze afwisseling willen of meer kunnen verdienen. Of meer willen presteren omdat ze een cursus hebben gevolgd. Maar ook omdat het beroep toch niet was wat ze zich er van voorgesteld hadden. Behalve uitzoeken welke beroepsopleiding bij je past, moet je ook rekening houden met de mogelijkheden op de arbeidsmarkt. De arbeidmarkt verandert steeds.
opdracht A Kies wat je voorkeur heeft en kruis aan.
Mijn voorkeur heeft werk in een bedrijf in een grote werkkring waar ik veel geld mee verdien dat ik alleen kan doen met regelmatig werktijden
in een instelling in een kleine werkkring waar ik veel plezier in heb dat ik samen met anderen moet doen wisselende werktijden
B Ga naar keuzedossier.nl. Klik de website werk.nl aan en daarna op ‘kans verkennen’. Zoek van drie beroepen de kans op werk op.
nd bek e on
sle ch t
red eli jk ma tig
go ed
ber oe
p
DE KANS OP WERK IS:
1 aantal vacatures 2 aantal vacatures 3 aantal vacatures
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
hoofdstuk 5
WAARDEN Waarden zijn dingen die je van elkaar normaal vindt. Een voorbeeld is: eerlijk je mening geven. Toch vindt niet iedereen hetzelfde vanzelfsprekend en belangrijk. Andere voorbeelden van waarden zijn: l elkaar laten uitpraten; l niet discrimineren; l samenwerken; l graag willen winnen; l zelf dingen kunnen bepalen.
RESPECT !
Thuis kunnen andere waarden gelden dan op school of in een sportteam. Zo kan op school uitdrukkelijk om jouw mening worden gevraagd. Terwijl je dat thuis misschien niet gewend bent. Over elkaars ervaringen kunnen praten met vrienden is meestal gemakkelijker dan met je ouders of verzorgers.
B Maak digitaal het PZO-5.
C Noteer hiernaast jouw 5e voorlopige persoonscode.
l l l l l l l
rie
sch
tv me
waarden
op
A Zet een vinkje onder: l thuis; l op school; l met vrienden; als je vindt dat de genoemde waarde daar van toepassing is. Laat het vakje open als je vindt dat het niet zo is.
th
uis
oo
l
opdracht
nd
en
Met opdracht 7 onderzoek je welke waarden jij belangrijk vindt.
elkaar laten uitpraten om hulp vragen als je iets niet snapt over sex kunnen praten praten over anderen praten over wat je voelt van binnen elkaar kritiek mogen geven belangstelling hebben voor elkaar
Volg de instructies op de computer.
Volgens het PZO-5 is mijn 5e voorlopige persoonscode:
b doh
45
hoofdstuk 5
46
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
DEFINITIEVE PERSOONSCODE De computer heeft intussen jouw definitieve persoonscode berekend. Daarmee krijg je een plaats in het schema ‘ 16 persoonstypen’. Het voorbeeld van Talisha laat zien wat je uit dat schema kunt afleiden. Hieronder zie je de persoonscode van Talisha. Haar persoonstype is een combinatie 'bedenker' en 'helper'. Want die scores zijn bij haar het hoogst. De scores van 'onderzoeker' en 'doener' zijn bij haar het laagst. Die tellen niet meer mee. De computer berekent een plek in het schema '16 persoonstypen'. Met deze uitslag kan precies uitgelegd worden welke eigenschappen Talisha heeft. Je mentor legt uit hoe het schema in elkaar zit.
b doh
151 31 65 146
opdracht A Ga naar keuzedossier.nl , klik op het tabblad 'PZO', zoek je definitieve persoonscode op en vul die hiernaast in.
B DOH mijn definitieve persoonscode is:
B Kruis de twee hoogste scores aan. C Vul in.
Volgens mijn definitieve persoonscode ben ik allereerst een en op de tweede plaats een
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
hoofdstuk 5
SAMEN TERUGKIJKEN Je hebt veel moeten lezen in dit hoofdstuk. Natuurlijk vraagt het wat tijd om al die dingen te verwerken. Maar dan ben je wel wat wijzer geworden. Dat is niet niks! In de volgende opdracht kun je je ouders of
verzorgers weer eens aan het werk zetten. Zoek een geschikt moment uit om het onderstaande aan hen te vragen. Zorg dat je ouders of verzorgers dit werkboek kunnen inzien. Geef ze de tijd om over hun antwoorden na te denken.
opdracht A Ga naar keuzedossier.nl en klik op het tabblad '16 persoonstypen'. Schrijf hiernaast de eigenschappen over die bij jouw persoonstype horen.
De volgende eigenschappen horen bij mijn persoonstype.
Ik herken mezelf WEL / NIET in deze eigenschappen, omdat:
Stel de volgende vragen aan je ouders of verzorgers.
B Herkennen jullie deze eigenschappen in mij? C Hebben jullie nog vragen aan de decaan of mentor?
JA / NEE, omdat
NEE JA, de volgende:
47
samenvatting hoofdstuk 5 In dit hoofdstuk heb je informatie verzameld over mbo-opleidingen en de arbeidsmarkt. Je hebt gezien welke eigenschappen bij jouw persoonstype horen. Zowel jij als je ouders of verzorgers hebben daarop gereageerd.
naar het mbo
6
In dit laatste hoofdstuk kies je definitief voor een mbo-opleiding. Je gaat de voorbereidingen treffen om op die opleiding te worden aangenomen.
50
hoofdstuk 6
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
OPLEIDINGEN MET PERSOONSCODE Met je definitieve persoonscode kun je heel gericht naar opleidingen gaan zoeken. Op www.keuzedossier.nl vind je alle mbo-opleidingen bij elkaar onder het tabblad 'opleidingen'. Je kunt daar zoeken op persoonscode. Dan worden alle opleidingen genoemd die het best bij jouw persoonstype passen. Maar je kunt ook zoeken op opleidingsniveau en op mbo-sector. Bij opdracht 1 ga je eerst zes opleidingen die je interessant lijken voorselecteren. Uit die zes kies je er tenslotte twee uit.
opdracht
B DOH
A Vul hiernaast je definitieve persoonscode in.
mijn definitieve persoonscode is:
B In welke mbosector ga je opleidingen kiezen?
Ik kies opleidingen in de sector TECHNIEK
ZORG EN WELZIJN
ECONOMIE
LANDBOUW
Kies opleidingen uit één mbo-sector.
3
1 2
4 5 6
o-4
-3
mb o-2
mb
De volgende opleidingen lijken mij interessant.
mb o
C Klik op het tabblad ‘opleidingen’ en zoek naar zes opleidingen die je interessant lijken.
mb
o-1
opleidingsniveau
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
hoofdstuk 6
DEFINITIEVE KEUZE VAN EEN OPLEIDING Uit de voorlopige keuze van zes opleidingen kies je er uiteindeljk twee. Een opleiding die voor jou op de allereerste plaats komt. En een opleiding die je ook heel interessant lijkt, maar op de tweede plaats komt.
opdracht 1e opleiding Dit is een
Het niveau is
BOL-opleiding BBL-opleiding in de sector mbo-1 mbo-2 mbo-3 mbo-4
TECHNIEK
ZORG EN WELZIJN
ECONOMIE
LANDBOUW
assistentenopleiding basisberoepsopleiding vakopleiding middenkaderopleiding
bek en on
sle ch t
red eli jk ma tig
go ed
d
DE KANS OP WERK IS:
De kans op werk na deze opleiding is
2e opleiding Dit is een
Het niveau is
BOL-opleiding BBL-opleiding in de sector mbo-1 mbo-2 mbo-3 mbo-4
TECHNIEK
ZORG EN WELZIJN
ECONOMIE
LANDBOUW
assistentenopleiding basisberoepsopleiding vakopleiding middenkaderopleiding
De kans op werk na deze opleiding is
bek en on
sle ch t
red eli jk ma tig
d
DE KANS OP WERK IS:
go ed
A Ga naar keuzedossier.nl en maak gebruik van het tabblad ‘opleidingen’.
51
52
hoofdstuk 6
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
OPEN DAG
handelingsopdracht 6
Alle ROC's en AOC's houden minstens één keer per jaar een open dag. Ga daar naar toe! Er is van alles te beleven, te horen en te zien. Er wordt altijd wel één of andere demonstratie gegeven. Je krijgt in het echt te zien hoe het gebouw en de mensen die er werken en studeren eruitzien.. Vragen staat vrij en dat willen ze graag op zo'n open dag. De volgende opdracht helpt je voorbereiden. Kies in ieder geval de 1e opleiding die je op bladzijde 51 hebt gekozen.
3
Op keuzedossier.nl kun je via het tabblad ‘opleidingen’ zien welke ROC’s of AOC’s de opleidingen van jouw keuze verzorgen. Hieronder noteer je de gegevens die je vooraf nodig hebt. Op keuzedossier.nl vind je een formulier dat je kunt gebruiken om achteraf een verslag te maken. Misschien kun je samenwerken met een klasgenoot wanneer die dezelfde opleiding wil bezoeken als jij.
opdracht A Vul hiernaast de gegevens in en kruis aan.
Ik kies de opleiding die wordt gegegeven aan: adres
B Ga naar keuzedossier.nl en klik op tabblad ‘blz. 52 opdracht 3’. Volg de aanwijzingen op het scherm.
website
De open dag is op:
Ik ga
alleen. samen met:
Ik ga vragen stellen
over de duur van de opleiding. welke eisen aan mijn vakkenpakket worden gesteld. welke vaardigheden belangrijk zijn. of er eisen zijn waaraan je moet voldoen. hoeveel huiswerk je krijgt. welke extra begeleiding je kunt krijgen. of afgestudeerden snel werk vinden. welke opleidingen een goed alternatief zijn. hoe ik me voor een opleiding kan aanmelden.
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
hoofdstuk 6
INTAKE De meeste ROC's en AOC's willen een kennismakingsgesprek met je. Dat wordt de intake genoemd. Je decaan of mentor kan je vertellen hoe dat is geregeld bij het ROC of AOC waar jij je wilt aanmelden. Tijdens de intake wordt gesproken over de verwachtingen die de opleiding van jou heeft. Maar je mag ook zeggen wat jij van de opleiding verwacht. Na het gesprek moet je het gevoel hebben dat je daar op je plaats bent. Je moet er zin in krijgen.
Je vooropleiding, je motivatie en je houding zijn erg belangrijk of je wel of niet wordt aangenomen. Op basis van de intake wordt je wel of niet tot een opleiding toegelaten. Na de intake hoor je of je in principe geschikt bent voor de opleiding van je keuze. Dan kun je na het behalen van je vmbo-diploma worden ingeschreven. Zo'n intake is natuurlijk spannend. De volgende opdracht helpt je voorbereiden op zo’n intake.
opdracht A Kruis hiernaast de punten aan waarover jij bij de intake iets gaat zeggen.
Bij de intake ga ik mezelf voorstellen door iets te zeggen over mijn: persoonstype; gezinssamenstelling; leerroute in het vmbo; sterke eigenschappen; zwakke eigenschappen; eventuele handicaps; ervaring met werk of stage; vrijetijdsbesteding. Maar ik ga ook vertellen waarom ik: juist deze opleiding wil gaan doen. voor de BBL kies. voor de BOL kies.
B Ga naar keuzedossier.nl, klik op het tabblad ‘blz 53 opdracht 4’ en werk de aangekruiste punten uit.
53
54
hoofdstuk 6
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
DOORSTROOMDOSSIER Een ROC of AOC wil bij de inschrijving verschillende gegevens van jou weten. Die informatie wordt door jou zelf en door je decaan verzameld in een map. Omdat je van het vmbo doorstroomt naar het mbo wordt die map met informatie een doorstroomdossier genoemd.
Jouw doorstroomdossier stel je samen in je digitaal portfolio. Bijna alle gegevens kun je uit de antwoorden halen van de opdrachten uit dit werkboek. Van jouw digitaal doorstroomdossier kan een print worden gemaakt. Je decaan of mentor maakt daarover een afspraak met je.
Het betreffen jouw persoonsgegevens en alle andere gegevens die te maken hebben met jouw schoolloopbaan tot nu. Je decaan of mentor weet hoe het geregeld is voor het ROC of AOC waar jij student wordt.
Het ROC of AOC zal ook nog om kopieën van verschillende officiële papieren vragen. Hieronder worden ze genoemd. Zorg dat je op tijd alles bij elkaar hebt.
opdracht A Vul de datum in wanneer je doorstroomdossier binnen moet zijn.
Mijn doorstroomdossier moet binnen zijn op:
B Kruis aan welke spullen je al verzameld hebt.
Ik heb de volgende spullen al verzameld. een kopie van mijn ID-bewijs een kopie van mijn verblijfsdocument (indien van toepassing) een kopie van mijn diploma een kopie van mijn cijferlijst een uitreksel bevolkingsregister
C Ga naar keuzedossier.nl , klik op het tabblad ‘doorstroomdossier ‘ en volg de aanwijzingen op het scherm.
keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie
KLAAR !!!
Je bent klaar met alle voorbereidingen voor een vervolgopleiding. Jouw toekomst kan beginnen.
veel succes!
hoofdstuk 6
55
samenvatting hoofdstuk 6 In dit laatste hoofdstuk heb je een definitieve keuze voor een vervolgopleiding gemaakt. Je hebt een open dag bezocht, de intake voorbereid en tot slot je doorstroomdossier samengesteld.