euzedossier handleiding voor de mentor gymnasium profielkeuze bij de 1e druk, 2012 isbn 978-90-6762-124-3 versie 27.11.14
Sjors van de Hasselt Rob Veldhoen Martin van Essen
&
uitgeverij remmers
© uitgeverij remmers
1e druk 2012, 3e oplage 2014 Alle rechten zijn voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16b Auteurswet 1912 jo het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
Uitgeverij Remmers Nieuwe Bosscheweg 91 5017 JL Tilburg telefoon 013 535 11 72 e-mail
[email protected] website www.uitgeverijremmers.nl www.keuzedossier.nl
inhoud voorwoord
blz. 5
hoofdstuk 1 inleiding en functies titel eigentijds uitgangspunten omvang lessen organisatie computerlokaal samenwerken instructie decaan beeldschermresolutie noodzakelijkheid computerlokaal functies in het mentoraccount
6 6 6 6 6 6 7 7 7 7 8 9
hoofdstuk 2 digitaal portfolio van de leerling uniek serienummer controlenummer gebruikersnaam wachtwoord inloggen als leerling navigatie Portfolio Naslag en Links Web opleidingen
16 16 16 16 16 16 17 17 18 18
hoofdstuk 3 Persoonlijkheids Zelf Onderzoek inleiding doel testonderdelen wijze van afname PZO-advies best passend persoonstype overzicht PZO persoonscode profieladvies onverwachte PZO-uitslag
20 20 20 20 21 21 21 21 21 23 23
hoofdstuk 4 gebruiksaanwijzingen werkboek bladzijden 10, 111, 12 en 13 bladzijden 14, 15, 16 en 17 bladzijden 18, 19 en 20 bladzijden 21, 22 en 23 bladzijden 24, 25 en 26 bladzijden 27, 28, 29, 30, 31 en 32 bladzijden 33, 34, 35, 36 en 37 bladzijden 38, 39, 40, 41 en 42 bladzijden 43, 44, 45, 46 en 47
24 25 28 31 34 37 40 43 49 53
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
5
voorwoord Gefeliciteerd! Uw school heeft een eigentijdse methode ingevoerd. Want behalve met het gebruikelijk werkboek gaan u en uw leerlingen óók aan het werk met de computer en eventueel hun smartphone of tablet. De methode keuzedossier zet de digitale mogelijkheden van de computer en het internet op die plaatsen in waar een boek tekort kan schieten. Maar vooral wanneer er juist extra en nieuwe mogelijkheden geboden worden. Op deze manier hoeft u zelf minder te organiseren en kunt u meer aandacht schenken aan de inhoudelijke begeleiding. Innemen, sjouwen en controleren van stapels werkboeken is verleden tijd. U kunt op elke plek waar u de beschikking hebt over internet het werk van uw leerlingen inzien. Omwille van de uniformiteit wordt in deze handleiding de mannelijke vorm gebruikt. Schroom niet om in uw eigen exemplaar van het werkboek aantekeningen te maken die u ten dienste kunnen staan tijdens de les. Noteer daar ook eventuele, in uw ogen of die van uw leerlingen, fouten of tekortkomingen. De auteurs blijven daarvan graag op de hoogte en de uitgever zal u met plezier een extra exemplaar van het werkboek toesturen. Tenslotte kan alleen met de hulp van de directe gebruikers een passend leermiddel worden ontwikkeld. De auteurs en uitgever wensen u en uw leerlingen veel plezier bij het gebruik van de methode keuzedossier.
Tilburg, november 2014
6
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
hoofdstuk
1
inleiding en functies titel
eigentijds
Het woord ‘keuze’ komt van ‘kiezen’. Een dossier bestaat uit een verzameling gegevens die betrekking heeft op één zaak of één persoon. Die persoon is de leerling en de zaak betreft zijn profielkeuze. Daarom draagt deze methode de naam keuzedossier.
Zonder onbescheiden te willen zijn, menen de auteurs een eigentijdse methode te hebben ontwikkeld. Eigentijds omdat: l de leerstof in het werkboek is gedidactiseerd volgens een structuur met doorlopende leerlijnen; l gebruik wordt gemaakt van verschillende digitale mogelijkheden; l onafhankelijk van tijd en plaats met de methode kan worden gewerkt; l een balans is gezocht in contacturen enerzijds en zelfstandig werken anderzijds.
uitgangspunten l l l
l
l
l l l l l
omvang lessen
keuzedossier gaat uit van: de verschillen in persoonstypen volgens de typologie van C.G. Jung; leerlingen die gebruik maken van digitale faciliteiten; het gegeven dat de school die de methode gebruikt het kiezen van een profiel een structurele plaats heeft gegeven in de leerlingbegeleiding; de wenselijkheid van contacturen tijdens het keuzeproces onder begeleiding van een mentor; de overtuiging dat leerlingen in het derde leerjaar over voldoende verantwoordelijkheid beschikken om ook onafhankelijk van tijd en plaats zelfstandig te werken; samenwerking en interactie met medeleerlingen; betrokkenheid van ouders of verzorgers; de wenselijkheid dat een zorgvuldig keuzeproces enige tijd duurt; een didactiek waarbij van algemeen naar specifiek wordt gewerkt; een digitaal portfolio dat door de decaan of mentor kan worden geraadpleegd als een leerlingvolgsysteem.
Het werkboek bestaat uit 47 bladzijden. Elke bladzijde bevat een afgerond stukje leerstof en sluit af met een opdracht. De studielast is per bladzijde verschillend en wordt bij benadering aangegeven in hoofdstuk 4 van deze handleiding vanaf bladzijde 25. Het aantal minimaal benodigde lessen bedraagt tien. Zowel de studielast als het minimaal aantal benodigde lessen is een inschatting, omdat deze gymnasiumversie in schooljaar 2012-2013 voor het eerst gebruikt wordt. Auteurs en uitgever blijven graag op de hoogte van uw praktijkervaringen.
organisatie
Bij sommige opdrachten wordt gevraagd om de ouders of verzorgers erbij te betrekken. Dan staat het symbool zoals hiernaast afgebeeld voor de opdracht.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
computerlokaal
7
Regelmatig moeten opdrachten op de computer worden gemaakt. Dan staat het symbool zoals hiernaast afgebeeld voor de opdracht. Zo'n opdracht kan de leerling maken waar en wanneer hij wil, zolang er een internetverbinding beschikbaar is. Lang niet alle lessen dienen noodzakelijk in het computerlokaal gegeven te worden. Op bladzijde 8 van deze handleiding en onder de knop ‘Handleidingen’ in het decaan- of in het mentoraccount is een overzicht opgenomen onder de titel ‘computerlokaal noodzakelijk voor profielkeuze’. In dit overzicht wordt het minimum en het maximum aantal lessen genoemd waarbij internet gebruikt wordt.
samenwerken
instructie decaan
beeldschermresolutie
De betekenis van woorden die in het werkboek schuingedrukt zijn, kunnen worden opgezocht op keuzedossier.nl. Daarvoor staat links op het scherm onder 'Naslag en Links' een knop 'Begrippen'. De meeste opdrachten in het werkboek zijn persoonlijk. Er zijn ook opdrachten die samen met een of meer klasgenoten gemaakt moeten worden.
Onder de knop ‘Handleidingen’ in het decaan- of in het mentoraccount kan de decaan een aparte ‘instructie bij het decaanaccount’ downloaden.
Om optimaal plezier van keuzedossier.nl te hebben, wordt een hoge beeldschermresolutie geadviseerd, bijvoorbeeld: 1024 x 768. Zeker wanneer met de bestaande instellingen gedeelten van het beeld buiten het beeldscherm vallen en alleen met behulp van de scrollbalken in beeld komen. Men vindt deze instelling onder 'Start' op elk beeldscherm. l l l l l
Klik op ‘Start’ onderaan op het beeldscherm. Zoek naar 'Configuratiescherm' en klik daarop. Zoek naar het pictogram 'Beeldscherm' en klik daarop. Kies in het menu dat dan verschijnt op het tabblad 'Instellingen'. Linksonder kan de hoogte van de beeldschermresolutie worden ingesteld.
8
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
noodzakelijkheid computerlokaal ongeveer vijf lessen
Vijf lessen in het computerlokaal is ongeveer het minimum. Het betreft l bladzijde 5: gedeelte van een lesuur l bladzijde 20: een lesuur l bladzijde 33, 34, 35, 36 en 37: een lesuur l bladzijde 39, 40 en 41: ongeveer twee lesuren
blz. 5 werkboek
Gebruik van het computerlokaal is zeer aan te bevelen bij de allereerste les waarin de leerlingen met behulp van bladzijde 5 hun portfolio's activeren. Deze activiteit vergt geen volledig lesuur. Wij adviseren om de resterende tijd te starten met bladzijde 10 tot en met 13.
blz. 33 t/m 37
Het verdient de voorkeur om bladzijde 33 tot en met 37 in het computerlokaal te behandelen. Deze bladzijden kunnen in één les worden behandeld.
blz. 38 t/m 42
Het verdient de voorkeur om bladzijde 38 tot en met 42 in het computerlokaal te behandelen. Deze bladzijden kunnen in twee lessen worden behandeld.
opdrachten via internet smartboard
Bij de opdrachten op de hieronder vermelde bladzijden in het werkboek wordt het gebruik van internet gevraagd. Echter, de betreffende (deel)opdracht kan ook als huiswerk worden opgegeven zodat het gebruik van het computerlokaal niet noodzakelijk is. Een smartboard met internetverbinding volstaat meestal. l l l l l l l l l l
5 PZO’s
bladzijde 22 bladzijde 26 bladzijde 27 bladzijde 29 bladzijde 30 bladzijde 35 bladzijde 36 bladzijde 39 bladzijde 45 bladzijde 46
opdracht 11E opdracht 15F opdracht 16 opdracht 18B opdracht 19C opdracht 24 opdracht 25B opdracht 27 opdracht 32 opdracht 33
De bladzijden waarop de vijf PZO’s worden behandeld worden hieronder niet genoemd, omdat de vijf PZO's zonder problemen buiten de les kunnen worden gemaakt. Het is zelfs aan te bevelen om de leerling individueel de vragen te laten beantwoorden. Wel dient het betreffende PZO tijdens de les te worden ingeleid, zodat de context voor het maken van het betreffende PZO besproken is.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
9
functies in het mentoraccount Alle functies in het mentoraccount worden geactiveerd door de knoppen die zich links op het scherm bevinden. Er zijn zes rubrieken, met daaronder opnieuw knoppen voor de verschillende functies. Nadat is ingelogd, opent het mentoraccount standaard met het scherm zoals hieronder is afgebeeld, waarbij het ‘Overzicht leerlingen’ is geactiveerd. Wanneer geen enkele leerling het unieke serienummer van zijn werkboek heeft geactiveerd, is het ‘Overzicht leerlingen’ nog leeg.
In deze handleiding voor de mentor zijn de rubrieken als trefwoord groen en zijn de functies als trefwoorden blauw. De zes rubrieken zijn:
l l l l l l
Home
Home Documenten/berichten Overzicht leerlingen Naslag en Links Web opleidingen 16 persoonstypen
Wanneer een van de zes rubrieken wordt geactiveerd, wordt die knop oranje en rolt een menu uit met de verschillende functies die tot die rubriek behoren. Bijvoorbeeld de rubriek ‘Home’ zoals hiernaast is afgebeeld.
Handleidingen
Onder de knop ‘Handleidingen’ treft u verschillende documenten aan die u kunt raadplegen of downloaden. Bijvoorbeeld deze handleiding, een planning of een introductiebrief aan de ouders.
Mijn gegevens wijzigen
Via de knop ‘Mijn gegevens wijzigen’ kunt u zelf uw persoonsgegevens aanpassen.
Wachtwoord wijzigen Disclaimer Uitloggen E-mail leerlingen
Via de knop ‘Wachtwoord wijzigen’ kunt u zelf uw wachtwoord veranderen. Onder de knop ‘Disclaimer’ wordt de aansprakelijkheid van de uitgeverij vermeld. Verlaat het programma bij voorkeur via de knop ‘Uitloggen’. Het is mogelijk om rechtstreeks vanuit uw mentoraccount een of meer leerlingen een e-mail te sturen, al dan niet met een of meer bijlagen. Dat kan een Word-, pdf- of Excelbestand zijn. Wanneer een leerling zich niet bij u als mentor heeft aangemeld, komt deze leerling niet in uw ‘Overzicht leerlingen’ voor en kan er geen e-mail verzonden worden. Wanneer een leerling zich wel bij u als mentor heeft aangemeld, verschijnt het scherm zoals afgebeeld op de volgende bladzijde, zodra u de knop ‘E-mail leerling(en)’ activeert.
10
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
vervolg E-mail leerlingen
l l
l
l
l
l l l
Documenten/berichten
Klik (dubbel) > om de lijst met uw leerlingen te activeren. Klik op de naam van een leerling en klik vervolgens op de knop ‘Toevoegen’. Door de knop ‘Wissen’ te activeren, wordt de naam van de leerling weer verwijderd. Wanneer u een Word-, pdf- of Excelbestand wilt toevoegen, zoekt u het betreffende bestand op door de knop ‘Select’ te activeren. Daarna activeert u de knop ‘Toevoegen’. Door de knop ‘Wissen’ te activeren, wordt het geselecteerde bestand weer verwijderd. Naast ‘Onderwerp’ kunt u een naam aan uw bericht geven. In het grote kader noteert u uw bericht. Activeer tot slot de knop ‘Verzenden’.
Wanneer de knop ‘Documenten/berichten’ wordt geactiveerd, rolt een menu uit met de volgende functies: l Rapporten versturen l Archief uploaden Met de functie ‘Rapporten versturen’ is het mogelijk om bepaalde gegevens uit een leerlingportfolio als e-mail te versturen naar bijvoorbeeld een collega-mentor of de beheerder van Magister. Het betreft de volgende rapporten. l stageverslag uit: vmbo loopbaanoriëntatie l Definitief overzicht uit: osb-TL, osb-GL, osb-BB/KB, profielkeuze l Doorstroomdossier uit: vmbo loopbaanoriëntatie l l PZO-uitslag uit: profielkeuze, vmbo loopbaanoriëntatie, lob in de tweede fase l Uitstroomdossier uit: lob in de tweede fase
Archief uploaden
Als mentor kunt u vanuit uw mentoraccount bij een of meer leerlingen rechtstreeks een Word-, pdf- en Excelbestand uploaden. Dat kan bijvoorbeeld een eigen opdracht zijn. l
Klik onder ‘Documenten/berichten’ op ‘Archief uploaden’. Er verschijnt een scherm zoals hiernaast is afgebeeld.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
11
vervolg Archief uploaden
l
l
Door het menu ‘ALLE LEERLINGEN’ uit te rollen, is het mogelijk om een of meer leerlingen te selecteren. Klik daarna op ‘Toevoegen’.
Klik daarna op ‘Select’. Er zal een schermpje verschijnen met de mappen van de computer waarop u aan het werk bent. Maak daar uw keuze uit: l een Word-bestand; l een pdf-bestand; l een Excel-bestand; en vul een bestandsnaam in, links van de knop ‘Opslaan’. De volgende melding zal verschijnen: ‘Het bestand 'uw gekozen bestandsnaam' is opgeslagen in het archief van de leerling(en)’. Wanneer een leerling zijn portfolio opent, zal de melding verschijnen zoals hiernaast is afgebeeld. Pas wanneer de leerling het bestand een keer heeft geopend, zal de melding niet meer verschijnen. Let op! Het is daarna niet mogelijk om het geopende bestand rechtstreeks te bewerken. Echter, op het scherm van de leerling wordt uitgelegd hoe dat wel kan gebeuren. Daarna kan het bestand door de decaan of mentor worden ingezien en eventueel beoordeeld.
12
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
Overzicht leerlingen
Onder de knop ‘Overzicht leerlingen’ worden de versies van keuzedossier genoemd waarmee uw leerlingen werken en die u als mentor begeleidt. Uw mentoraccount opent standaard met ‘Overzicht leerlingen’. Dit scherm is hieronder afgebeeld.
Alleen wanneer een leerling zich bij u als mentor heeft aangemeld, komt zijn naam in het 'Overzicht leerlingen' voor. Mocht een leerling zich bij een andere mentor hebben aangemeld of van mentor veranderen, dan moet de leerling dit zelf corrigeren via het tabblad ‘mijn persoonsgevens’. l Klik op ‘Gymnasium’ wanneer het scherm geen leerlingen toont. opdracht inzien
opdracht beoordelen
Van elke leerling kunt u de opdrachten inzien en beoordelen indien dat van toepassing is. De vierkantjes naast de naam van de leerling corresponderen met de opdrachten die erboven genoemd worden. Voor de betekenis van de symbolen in de vierkantjes wordt hier verwezen naar bladzijde 18 van deze handleiding voor de mentor. Ga als volgt te werk om een opdracht te beoordelen. Klik op het vierkantje onder de opdracht die u wilt inzien of beoordelen. Let op: opdracht ‘blz. 46 opdracht 33’ kan alleen beoordeeld worden wanneer de leerling de opdracht definitief heeft gemaakt en het vierkantje daarom groen is geworden. Er zal een nieuw scherm verschijnen met de betreffende opdracht. l Lees en beoordeel de opdracht en l klik daarna op de knop ‘Beoordelen’ direct boven de opdracht. Er verschijnt een scherm zoals hieronder is afgebeeld. l
In het kader kunt u uw opmerkingen noteren. l Activeer daarna de knop ‘Nee’ of ‘Ja’. De beoordeling staat standaard op ‘Nee’. l Klik vervolgens op de knop ‘Opslaan’. Het systeem keert vanzelf terug naar het ‘Overzicht leerlingen’, waar u de volgende opdracht of een opdracht van een andere leerling kunt beoordelen. overzicht opdrachten afdrukken
l
Klikken op de knop ‘Overzicht opdrachten afdrukken’ stelt een pdf samen met het hierboven afgebeelde scherm.
gebruikersnamen
l
Klikken op de knop ‘Gebruikersnamen afdrukken’ geeft een lijst van alle leerlingen met hun klascodes, e-mailadressen en gebruikersnamen.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
13
Klikken op ‘Naslag en Links’ geeft alle knoppen te zien die bij de verschillende versies van keuzedossier in het portfolio van de leerling voorkomen. l
Naslag en Links l
Begrippen Het betreft een begrippenlijst van de woorden die in het werkboek schuingedrukt zijn. Doorstroomrechten Het betreft de eisen die de hbo- en wo-opleidingen stellen aan de profielen van havo-, vwo- en gymnasiumleerlingen.
De overige knoppen worden bij verschillende opdrachten van verschillende versies van keuzedossier geraadpleegd.
Web opleidingen
Onder de knop ‘Web opleidingen’ bevinden zich vier links naar de websites van alle vervolgopleidingen in Nederland. Deze knoppen staan ook in het portfolio van de leerling. De knoppen verbinden de leerlingen direct door met een website die geraadpleegd moet worden bij een bepaalde opdracht. Het betreft: l WO universiteiten en ander wetenschappelijk onderwijs l HBO hogescholen l MBO AOC’s en ROC’s l Overig defensie en politie
16 persoonstypen
Onder de knop bevinden zich beknopte beschrijvingen van de 16 persoonstypen, zoals de methode keuzedossier die op basis van de typologie van C.G. Jung persoonstypen onderscheidt. Op basis van deze 16 persoonstypen zijn vijf testen ontwikkeld die steeds een ander aspect van de persoon van de leerling onderzoeken. Deze vijf testen worden het Persoonlijkheids Zelf Onderzoek genoemd, kortweg PZO. Het PZO wordt aangeboden in de volgende versies. l loopbaanoriëntatie vmbo l profielkeuze havo/vwo l profielkeuze gymnasium l lob in de tweede fase
PZO
Voor een uitgebreide toelichting op de 16 persoonstypen wordt hier verwezen naar hoofdstuk 3 vanaf bladzijde 20 van deze ‘handleiding voor de mentor’. Wanneer een van de vier knoppen onder ‘16 persoonstypen’ wordt geactiveerd, verschijnt een scherm zoals op de volgende bladzijde is afgebeeld.
14
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
vervolg PZO
Door op een van de zestien cijfers te klikken, verschijnt naast het schema een beknopte beschrijving van het betreffende persoonstype. Hieronder een voorbeeld van persoonstype 13 onder de knop ‘profielkeuze’.
algemeen
Onder de knop ‘algemeen’ worden kernachtige beschrijvingen van de zestien persoonstypen gegeven ter informatie van decaan en mentor. Deze beschrijvingen worden niet in het portfolio van de leerling gepresenteerd.
vmbo-mbo
Onder de knop ‘vmbo-mbo’ worden beschrijvingen gepresenteerd ten behoeve van de vmbo-leerlingen. Deze beschrijvingen worden ook in het portfolio van de leerling gepresenteerd.
profielkeuze
Onder de knop ‘profielkeuze’ worden beschrijvingen gepresenteerd ten behoeve van de havo/vwo-leerlingen. Naast een beschrijving wordt ook het volgende genoemd: enkele passende beroepen; enkele passende vaardigheden; enkele passende profielen. Deze beschrijvingen worden ook in het portfolio van de leerling gepresenteerd.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
LOB tweede fase
15
Onder de knop ‘lob tweede fase’ worden beschrijvingen gepresenteerd ten behoeve van de leerlingen in de bovenbouw van havo, vwo en gymnasium. Naast een beschrijving wordt ook het volgende genoemd: passende vervolgopleidingen voor hbo; wo. Deze beschrijvingen worden ook in het portfolio van de leerling gepresenteerd.
16
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
hoofdstuk
2
digitaal portfolio van de leerling Naast het werkboek maakt de leerling gebruik van een zogenoemd digitaal portfolio. Dit wordt geopend en gearchiveerd via de site www.keuzedossier.nl. uniek serienummer
controlenummer
gebruikersnaam wachtwoord
Achter op het werkboek van de leerling staat een uniek serienummer. Met behulp van dit serienummer en het controlenummer van de school activeert de leerling zijn digitaal portfolio. Elke school krijgt van de uitgeverij een uniek controlenummer toegekend. Het controlenummer is voor alle leerlingen, de decaan en mentoren van een school hetzelfde. Zodra de decaan van een school een mentoraccount aanmaakt, ontvangt de betreffende mentor een e-mail met: l het controlenummer van de school; l een gebruikersnaam; l een wachtwoord. Op bladzijde 5 van het werkboek worden aan de leerling instructies gegeven om het serienummer te activeren. Pas daarna komt de leerling voor in het ‘Overzicht leerlingen’ in uw mentoraccount. Tijdens de activeringsprocedure van het serienummer wordt de leerling zijn gebruikersnaam toegekend en kan hij zelf een wachtwoord kiezen. De leerlingen kunnen het controlenummer en de gebruiksnaam noteren op de allereerste bladzijde van het werkboek. Het verdient aanbeveling het persoonlijk wachtwoord op een veilige plaats te noteren.
inloggen als leerling
Het is raadzaam om als mentor het serienummer op de achterkant van uw gebruikersexemplaar ook te activeren, alsof u een leerling bent. Bij deze activeringsprocedure (bladzijde 5 van het werkboek) moet u zichzelf als mentor kiezen. Let op: als 'leerling' krijgt u een andere gebruikersnaam en wachtwoord dan als mentor. Daarna kunt u alle opdrachten een keer als ‘leerling’ doorlopen om voorbereid te zijn op vragen en opmerkingen van de leerlingen. Wanneer de leerling inlogt met zijn
controlenummer, gebruikersnaam en l wachtwoord, verschijnt een scherm zoals hiernaast op bladzijde 17 is afgebeeld. l l
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
navigatie
17
De verschillende onderdelen van het digitaal portfolio worden geactiveerd met behulp van zogenoemde tabbladen, zoals te zien in de afbeelding hierboven. Er zijn twee regels met tabbladen: 1 PORTFOLIO, PZO, beroepen, opleidingen, mijn persoonsgegevens, Archief; 2 zeven tabbladen voor zeven opdrachten. Door op een tabblad in de bovenste regel te klikken, wordt de inhoud van dat onderdeel geactiveerd. Er verschijnt een nieuw scherm. Het aangeklikte tabblad kleurt lichter, zodat te zien is welk onderdeel actief is. Bijvoorbeeld zoals hieronder afgebeeld: PZO en vervolgens PZO-1. Klikken op een van de tabbladen in de tweede regel activeert de betreffende opdracht. Ook dit tabblad zal dan lichter kleuren. .
Portfolio
portfolio
disclaimer uitloggen wachtwoord e-mail je mentor e-mail je decaan
Links op het scherm bevindt zich een rij knoppen die onafhankelijk van de tabbladen kunnen worden geactiveerd. Bovenaan onder 'Home' bevindt zich de knop 'Portfolio'. l Door op de knop 'Portfolio' te klikken keert de leerling terug naar het allereerste scherm (afbeelding op deze bladzijde bovenaan). Klikken op het groene tabblad ‘Portfolio’ heeft hetzelfde effect. l Onder de knop ‘Disclaimer’ wordt de aansprakelijkheid van de uitgeverij vermeld. l Door te klikken op ‘Uitloggen’ keert de leerling terug naar het allereerste scherm en kan hij desgewenst opnieuw inloggen. l Door te klikken op ‘Wachtwoord wijzigen’ kan de leerling zijn wachtwoord veranderen. l De leerling kan rechtstreeks vanuit zijn portfolio een e-mail aan u als mentor of aan zijn decaan versturen. De knoppen op het onderliggende scherm functioneren hetzelfde als in uw mentoraccount (zie bladzijde 10).
18
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
Naslag en Links
Web opleidingen
Klikken op 'Naslag en Links' geeft de volgende knoppen te zien. l Begrippen Het betreft een begrippenlijst van de woorden die in het werkboek schuingedrukt zijn. l Doorstroomrechten Het betreft de eisen die de hbo- en wo-opleidingen stellen aan de profielen van havo-, vwo- en gymnasiumleerlingen. l 16 persoonstypen Zie bladzijde 13 en 14. In het portfolio van de leerling worden alleen de beschrijvingen gepresenteerd in relatie tot de profielkeuze. l videoclips Dit is een link naar ‘scholieren.tv’, met een groot aantal filmpjes over allerlei verschillende beroepen.
Onder de knop ‘Web opleidingen’ bevinden zich vier links naar de websites van alle vervolgopleidingen in Nederland. Deze knoppen staan ook in het portfolio van de leerling. De knoppen verbinden de leerlingen direct door met een website die geraadpleegd moet worden bij een bepaalde opdracht. Het betreft: l WO universiteiten en ander wetenschappelijk onderwijs l HBO hogescholen l Overig defensie en politie
Nadat een leerling is ingelogd, krijgt hij een scherm te zien zoals bovenaan op bladzijde 17 van deze handleiding is afgebeeld. Op dit scherm is rechts een zogenoemde opdrachtmeter te zien zoals hiernaast is afgebeeld. De opdrachtmeter toont in een oogopslag wat de stand van zaken is: l welke opdrachten nog niet zijn uitgevoerd: het vierkantje is wit; l welke opdrachten zijn uitgevoerd en nog niet beoordeeld door de mentor: het vierkantje is oranje; l of de leerling opdracht 33 op blz. 46 definitief gemaakt heeft en wacht op beoordeling: het vierkantje is groen. l welke opdrachten door de mentor zijn beoordeeld en goed bevonden: ✔ er staat een vinkje over het vierkantje; l welke opdrachten door de mentor zijn beoordeeld en nog onvoldoende zijn: er staat een rood kruis in plaats van een vierkantje. ✘ Naast de vierkantjes wordt het te behalen aantal punten aangegeven. Alleen de decaan kan via zijn decaanaccount de opdrachtmeter inrichten. l
l
Alleen de mentor kan via zijn account een opdracht van een leerling inzien en beoordelen. De decaan kan de opdracht wel inzien, maar niet beoordelen. Wanneer de leerling een negatief beoordeelde opdracht opnieuw heeft gemaakt, verdwijnt het rode kruis en wordt het vierkantje voor de opdracht weer oranje.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
19
20
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
hoofdstuk
3
Persoonlijkheids Zelf Onderzoek inleiding
Het Persoonlijkheids Zelf Onderzoek wordt in het vervolg van deze handleiding voor de mentor kortweg PZO genoemd. Het PZO is gebaseerd op de typologie van Carl Gustav Jung*. Jung was een Zwitserse psychiater die na jarenlange praktijkervaring mensen qua eigenschappen indeelde in vier algemene persoonstypen. Zodoende onderscheidde hij de onderstaande persoonstypen. De blauwe benamingen zijn van Jung, de rode benamingen worden in keuzedossier gebruikt.
intuïtief type bedenker gewaarwordingstype doener denktype onderzoeker voeltype helper
Dit type is overwegend theoretisch, artistiek, fantasievol, beschouwend en ruimdenkend ingesteld. Dit type is overwegend praktisch, uitvoerend, concreet, technisch en fysiek ingesteld. Dit type is overwegend rationeel, gestructureerd, organisatorisch, cijfermatig en objectief ingesteld. Dit type is overwegend gevoelsmatig, zorgzaam, empatisch, teamgericht en subjectief ingesteld. De eerste twee en de laatste twee persoonstypen werden door Jung als tegenstelling gezien. Deze twee tegenstellingen zijn schematisch weergegeven* in de linker afbeelding hiernaast. Op deze manier ontstaan er vier gebieden. Elk gebied is steeds een combinatie van twee persoonstypen. keuzedossier heeft elk gebied onderverdeeld in vier secties waardoor een genuanceerder beeld van de eigenschappen van een bepaalde combinatie van persoonstypen gegeven kan worden (rechter afbeelding).
doel
Het PZO bestaat uit vijf verschillende onderzoekjes of testonderdelen, die samen de genoemde persoonscode opleveren. Als alle vijf de PZO’s zijn gemaakt, worden de vier algemene persoonstypen uitgesplitst in zestien persoonstypen. Op die manier ontstaat een meer genuanceerd beeld van de eigenschappen van een bepaald persoonstype. Het doel van het PZO is erop gericht om bij de leerling één van deze zestien persoonstypen als ‘best passend’ te kunnen benoemen.
*
Meer informatie hierover in ‘Het principe van de quaterniteit als algemeen denkraam’, gebaseerd op de ideeën van C.G. Jung, Kees Razenberg en Antal van den Bosch, uitgeverij Damon, Best, ISBN 90.5573.023.8.
Het PZO stelt vast in welke mate elk persoonstype een rol speelt in het gedrag en de eigenschappen van de leerling. Dit wordt aangegeven met een zogenoemde persoonscode. Het persoonstype met de hoogste score wordt verondersteld het 'best passend' te zijn bij de leerling.
testonderdelen
Wat voor een persoon ben ik? Wat is mijn basisgedrag? Hoe maak ik keuzes? Welke werkzaamheden vind ik interessant? Wat vind ik belangrijk in een beroep?
opdracht 5 opdracht 8 opdracht 12 opdracht 17 opdracht 21
21
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
wijze van afname
PZO-advies
best passend persoonstype
Het PZO is alleen digitaal beschikbaar via www.keuzedossier.nl. Dit betekent dat de leerlingen onafhankelijk van tijd en plaats de vijf PZO’s kan maken. Na het uitvoeren van een test wordt de uitslag bewaard in het digitaal portfolio. Dit portfolio kan ook door de decaan of mentor worden geraadpleegd.
Het PZO-advies is drieledig: 1 advies over het best passend persoonstype; 2 advies over het best passend profiel; 3 advies over mogelijk passende opleidingen en beroepen.
Elk testonderdeel uit het PZO meet de aanwezigheid van één van de vier algemene persoonstypen. Na elk testonderdeel ontstaat er een score per persoonstype. Deze score wordt gevisualiseerd met behulp van een grafiek en een schema. In het schema wordt de score weergegeven met een rode punt. Hieronder een voorbeeld. Op deze manier kan de leerling na elk afzonderlijk testonderdeel zien waar zijn score terechtkomt.
B D O H
overzicht PZO
PERSOONSCODE
staat voor staat voor staat voor staat voor
bedenker doener onderzoeker helper
Nadat alle vijf de PZO's zijn gemaakt wordt onder het tabblad 'overzicht PZO' een grafiek en een schema getoond. De grafiek laat zien hoe de vijf scores zich per persoonstype tot elkaar verhouden. In het schema wordt met rode punten aangegeven in welk(e) gebied(en) die vijf scores liggen. De groene punt geeft aan waar het gemiddelde van de vijf scores ligt.
Aansluitend kan de leerling vaststellen welke sectie of welke twee secties het best bij hem aansluiten. Op bovenstaand scherm wordt daarom gevraagd op het tabblad PERSOONSCODE te klikken. Er zal een scherm met een instructie verschijnen zoals op de volgende bladzijde is afgebeeld. Daarbij wordt gevraagd op ‘Verder’ te klikken.
22
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
l
l
l
Na klikken op 'Verder' verschijnt een scherm waarin de leerling wordt gevraagd uit zes stellingen er drie te kiezen. Afhankelijk van de aangeklikte stellingen kan een tweede scherm met drie stellingen verschijnen, waarvan er twee moeten worden aangeklikt. Na klikken op ‘Verder’ verschijnt het scherm met de met de uitslag van het PZO zoals hieronder afgebeeld.
Op dit scherm wordt het volgende aangegeven. l Het schema van de 16 persoonstypen, waarin één of twee secties rood zijn gemarkeerd. l Naar welke sectie(s) de persoonscode verwijst. l Welke twee persoonstypen het meest dominant zijn. Een leerling die gedurende het PZO-onderzoek een consistent beeld laat zien, krijgt één sectie. Een leerling die een wat minder eenduidig beeld laat zien krijgt twee secties. Deze laatste leerling gaat zich daarmee ook iets breder oriënteren. Beide secties liggen altijd in hetzelfde gebied. Deze gegevens blijven bewaard en zichtbaar totdat de knop ‘opnieuw PERSOONSCODE samenstellen’ wordt geactiveerd. 16 persoonstypen
Door middel van een beschrijving onder de knop ‘Naslag en Links/16 persoonstypen’ krijgt de leerling een toelichting op het persoonstype dat in de betreffende sectie(s) valt. Naast een beschrijving van het persoonstype worden ook passende beroepen, passende vaardigheden en passende profielen met eventueel aanvullende vakken genoemd. De leerling kan de beroepen opzoeken via een van de tabbladen in zijn digitaal portfolio. Hij kan deze zoekacties gericht uitvoeren, omdat hij kan selecteren op persoonstype. Alleen beroepen die aansluiten bij dat persoonstype worden getoond.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
23
De knop ‘16 persoonstypen’ komt ook voor in het decaan- en mentoraccount. Hier worden vier specifieke beschrijvingen van de persoonstypen gegeven: l een algemene beschrijving; l een beschrijving met betrekking tot VMBO-MBO-leerlingen; l een beschrijving met betrekking tot de PROFIELKEUZE; l een beschrijving met betrekking tot LOB tweede fase.
profieladvies
Het PZO geeft bij elk van de 16 persoonstypen aan welk(e) profiel(en) passend zijn en geeft tips hoe een profiel ingericht kan worden. Een leerling die twee secties als advies heeft gekregen moet zich dan ook oriënteren met behulp van beide profieladviezen. Dat kan tot gevolg hebben dat het ‘best passende’ profiel dient te worden aangevuld met één of enkele vakken uit een ander profiel. Het PZO-advies heeft nadrukkelijk niet de intentie om een definitief profieladvies te geven. Rapportcijfers en adviezen van vakdocenten zijn meestal doorslaggevend. Het PZO-advies kan wel interessante extra informatie opleveren die een leerling helpt bij het beargumenteren van de keuze voor een profiel. Het schema hiernaast staat op bladzijde 61 van het werkboek. Er worden verbanden gelegd tussen de vier profielen en de zestien persoonstypen. Bij elke persoonscode wordt aangegeven welk profiel of welke combinatie van profielen goed aansluit bij een persoonscode. Als een persoonscode bijvoorbeeld helemaal linksboven in het schema valt, adviseert het PZO een C&M-profiel. Wanneer een persoonscode in het middengebied uitkomt, zijn in principe alle profielen mogelijk. Los van dit PZO-advies moeten bij de definitieve keuze altijd de rapportcijfers, de adviezen van de vakdocenten en het advies van de decaan worden betrokken. Stel dat een leerling na het invullen van het PZO sectie 2 rood gemarkeerd ziet staan. Het PZO-advies luidt dan: een combinatie van het C&M- en het E&M-profiel is het ‘best passend’. Kiest deze leerling C&M dan kan hij er baat bij hebben een of enkele vakken uit het E&M-profiel op te nemen, als profielkeuzevak of als vak in het vrije deel. Zodoende ontstaat een ruimere keuze die aansluit bij de eigenschappen van de leerling.
onverwachte PZO-uitslag
Handel als volgt wanneer de leerling zich niet herkent in de PZO-uitslag. l Benadruk dat de uitslag een direct resultaat is van de antwoorden die de leerling zelf heeft gegeven. l Vertel dat niet alles in de beschrijving in zijn geheel van toepassing hoeft te zijn op de leerling, het gaat om de grote lijnen. De uitslag geeft daarom altijd zinvolle informatie over de leerling. l Inventariseer samen met de leerling wat in de beschrijving wel wordt herkend en wat niet of minder. l Vraag of de leerling zich goed heeft kunnen concentreren. l Vraag of de leerling de vragen doorgaans lastig vond, laat hem voorbeelden noemen en reageer vanuit uw eigen mensenkennis. l Laat dan de leerling het betreffende onderdeel opnieuw invullen. De uitslagen worden automatisch aangepast en kunnen resulteren in een (iets) andere uitslag. l
Schakel altijd de decaan in als een leerling om wat voor reden dan ook niet uit de voeten kan met het PZO-advies.
24
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
hoofdstuk
4
gebruiksaanwijzingen werkboek Dit hoofdstuk van deze handleiding is bedoeld voor de mentor die de leerlingen gaat begeleiden bij het gebruik van het werkboek en het digitaal portfolio. Daarom wordt de mentor vanaf nu in deze handleiding persoonlijk aangesproken. Op de volgende bladzijden treft u per bladzijde uit het werkboek: l aanwijzingen; l suggesties; l een tijdsindicatie; l antwoordmodellen. Van elke groep bladzijden wordt allereerst in grote lijnen het karakter aangegeven. Dit gebeurt aan de hand van de volgende aandachtspunten. l thema l inhoud l doelstellingen l leerdoelen l omvang in tijd De blauwe trefwoorden links van de tekst helpen u snel uw weg te vinden. Een groene lijn geeft aan, dat een volgende bladzijde uit het werkboek volgt. Het minimaal aantal benodigde lessen is een inschatting. Auteurs en uitgever blijven graag op de hoogte van uw praktijkervaringen.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
25
bladzijde 10, 11, 12 en 13 profielen thema Het thema van deze bladzijden is: de vier profielen. Er wordt slechts algemene informatie gegeven, zodat de leerling zich alleen hoeft te richten op het globale karakter van de vier profielen. Op bladzijde 44 volgen details over de vier profielen.
inhoud l l l l
uitstroom en instroom opdracht 1 iets met… opdracht 2 vier profielen opdracht 3 nieuwe vakken in het gemeenschappelijk deel
doelstellingen l
l
l l
De leerling: leert hoe hij een profiel moet kiezen dat de beste kansen voor zijn toekomst geeft; begrijpt de relatie tussen de uitstroom van het voortgezet onderwijs en de instroom in het wetenschappelijk en hoger onderwijs; weet hoe de vier profielen globaal zijn opgebouwd; maakt kennis met nieuwe vakken in de bovenbouw.
leerdoelen l
l l
Het is de bedoeling dat de leerling: op basis van het karakter van het vervolgonderwijs kan aangeven of hij kiest voor wo of hbo; de opbouw van een profiel kent; weet welke nieuwe vakken zijn school in de bovenbouw aanbiedt.
omvang in tijd Bladzijde 10, 11, 12 en 13 kunnen in één lesuur worden behandeld. Attendeer de leerlinge op opdracht 3C en geeft die op als huiswerk.
26
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
Via uw mentoraccount kunt u zien welke leerling het serienummer van zijn werkboek heeft geactiveerd. Bladzijde 5 van het werkboek geeft informatie over het activeren het serienummer en daarmee het openen van van het digitaal portfolio. Als ze voor de eerste keer inloggen op keuzedossier.nl hebben de leerlingen de volgende gegevens nodig. 1 Het controlenummer van uw school; de decaan kent dit controlenummer. 2 Het unieke serienummer dat op de achterkant van het omslag van ieder werkboek staat. Het is raadzaam om als mentor het serienummer op de achterkant van uw gebruikersexemplaar ook te activeren, alsof u een leerling bent. Zie bladzijde 16. blz. 10
Op deze bladzijde wordt uitgelegd waarom de vier profielen in het leven zijn geroepen. Kort gezegd komt dit neer op het volgende. De kandidaten hebben bij de instroom voldoende voorkennis en een bepaalde studiehouding, zodat er een reeële kans van slagen is in het betreffende onderwijstype. Hier wordt ingegaan op de studiehouding die op respectievelijk het mbo, hbo en wo van toepassing is. Dit gebeurt aan de hand van negen trefwoorden zoals die bij opdracht 1A worden genoemd. Wijs de leerlingen erop dat een trefwoord maar één keer genoemd kan worden bij een van de drie onderwijstypen.
blz. 11
Op deze bladzijde geeft de leerling indirect én vrijblijvend aan waarnaar zijn belangstelling uitgaat. Deze, nog zeer ruime, keuze kan in de richting van een of meer profielen wijzen. N&G C&M
N&T
E&M
De trefwoorden verwijzen naar de volgende profielen. N&G
C&M
N&T
E&M
sport milieu natuur medisch verzorgen aarde en klimaat dieren of planten scheikunde of biologie
talen vrijetijd schrijven onderwijs derde wereld theater en film kunst of ontwerpen filosofie of geschiedenis
verkeer bouwen machines delfstoffen ruimtevaart natuurkunde automatisering duidelijke afspraken
ict cijfers handel politiek reclame transport organiseren orde en veiligheid
blz. 12
C&M en E&M N&G en N&T
zijn de twee zogenoemde maatschappijprofielen. zijn de twee zogenoemde natuurprofielen.
Overleg met de decaan welke toelichting bij deze bladzijde op zijn plaats is. Dit is afhankelijk van de situatie op uw school.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
27
Ga niet in op details, zoals welke vakken onder het gemeenschappelijk deel vallen of welke de profielvakken, profielkeuzevakken en vakken in het vrije deel kunnen zijn. Dit komt aan de orde op bladzijde 44 en in dit stadium van het keuzeproces moet de leerling zich zo weinig mogelijk hoeven aantrekken van de (on)mogelijkheden van de verschillende vakken. Geef de leerlingen opdracht 3C mee als huiswerk. Aan het begin van de volgende les kunt u er nog even op terugkomen.
blz. 13
De drie hier genoemde vakken zullen nieuw zijn voor de leerlingen wanneer ze in de bovenbouw komen. Daarom worden ze kort behandeld, in tegenstelling tot alle andere vakken die in de bovenbouw kunnen voorkomen en het vervolg zijn van vakken uit de onderbouw. Geef een kernachtige samenvatting van de leerstof die op bladzijde 10, 11, 12 en 13 aan de orde kwam. Je weet nu waarom er vier profielen zijn waarin je examen kunt doen. Je hebt geleerd hoe een profiel is opgebouwd en dat er nieuwe vakken in de tweede fase zijn.
huiswerk
l l l
Digitaal portfolio activeren indien dit nog niet is gebeurd. Opdracht 2 maken indien daarvoor tijdens de les geen gelegenheid was. Opdracht 3C met ouders of verzorgers bespreken.
28
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
bladzijde 14, 15, 16 en 17 persoonstypen thema
inhoud
De leerling maakt kennis met het indelen van mensen in algemene typen. In keuzedossier wordt de typologie van C.G. Jung gehanteerd, die bestaat uit vier persoonstypen. De leerling ontdekt wat de verschillen zijn tussen deze persoonstypen. Het PZO (Persoonlijkheids Zelf Onderzoek) wordt geïntroduceerd en de leerling ontdekt na het doen van het PZO-1 welk persoonstype voorlopig het meest op hem van toepassing is. l l l l
doelstellingen l
l l
l l
leerdoelen l l l
omvang in tijd
anderen indelen naar typen vier persoonstypen Persoonlijkheids Zelf Onderzoek de persoonscode in beeld
(PZO-1)
opdracht 4 opdracht 5 opdracht 6
De leerling: ziet in dat het indelen van mensen in typen vanzelfsprekend en als het ware een automatisme is; maakt kennis met de typologie-indeling van C.G. Jung; weet wat de rol is van het PZO in keuzedossier en weet dat dit bestaat uit vijf onderdelen; doet PZO-1 en krijgt hiervan de uitslag; begrijpt hoe de rode punt in de grafiek zijn PZO-uitslag weergeeft. Het is de bedoeling dat de leerling: bij de vier persoonstypen globaal de verschillen kent; kan motiveren in welke persoonstypen hij zich herkent; met behulp van PZO-1 meer inzicht krijgt in zijn algemene karakter.
Bladzijde 14, 15 16 en 17 kunnen in één lesuur worden behandeld.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
blz. 14
29
Controleer het huiswerk bij het vorige hoofdstuk. Zie voor antwoorden bij opdracht 2 bladzijde 20 van deze handleiding. Introduceer het verschijnsel dat mensen van nature geneigd zijn om anderen in te delen in een bepaald ‘vakje’. Denk aan vakjes als jong, oud, blank, donker, rijk, arm, lelijk, knap. Laat leerlingen zelf enkele vakjes opnoemen. Geef kort aan dat zo’n indeling ook nadelig kan uitwerken, maar benadruk vooral het positieve; het geeft een bepaalde ordening voor jezelf. Leg aan de hand van het schema op bladzijde 14 van het werkboek kort uit dat de bedenker in zijn gedrag en houding vaak tegenovergesteld is aan de doener en dat de onderzoeker weer tegenovergesteld is aan de helper. Nuanceer meteen dat het in deze methode niet van groot belang is om deze tegenstellingen te onthouden. Laat de leerlingen telkens even de aspecten van één persoonstype tegelijk lezen en noem klassikaal enkele voorbeelden van beroepen van dit soort typen, bijvoorbeeld onderstaande. bedenker doener onderzoeker helper
denk aan: denk aan: denk aan: denk aan:
filosoof, schrijver van een roman autotechnicus, marinier manager, systeembeheerder leraar basisonderwijs, psycholoog
blz. 15 Zorg bij het invullen van opdracht 4 dat de leerlingen rustig en geconcentreerd bezig kunnen zijn. Laat ze kruisjes zetten voor de aspecten die zij bij zichzelf vinden passen. Laat ze dit doen bij álle vier de persoonstypen.
blz. 16
Het PZO loopt als een rode lijn door de methode keuzedossier. Leg uit dat het onderzoek bestaat uit vijf onderdelen, die elk een ander thema hebben. De leerling krijgt na elk onderdeel een uitslag. Deze gang van zaken is onderaan op bladzijde 16 in het werkboek gevisualiseerd. Leg uit dat de leerlingen niet te lang over een antwoord moeten nadenken. Het eerste antwoord waaraan gedacht wordt, is meestal bij dit soort onderzoeken het beste. Benadruk dat er geen goede of slechte antwoorden zijn! Bij de uitslag van elk PZO-onderdeel laat de computer een staafdiagram zien zoals hiernaast is afgebeeld. De leerling ziet in één oogopslag welk persoonstype bij hem op de eerste plaats komt, welk op de tweede, de derde en de vierde plaats. Bij elke PZO-uitslag wordt daarbij aangegeven in welk gebied de uitslag valt en wordt de leerling gevraagd dit in zijn werkboek te noteren. Daarnaast wordt elke PZO-uitslag weergegeven in een schema zoals hiernaast is afgebeeld. De rode punten geven aan in welk(e) gebied(en) de uitslag(en) is (zijn) gevallen. De groene punt geeft het gemiddelde van de vijf rode punten aan. Als de groene punt dicht bij het midden ligt, betekent dit dat de leerling van alle vier de persoonstypen iets in zich heeft. Hoe verder de groene punt van het midden af ligt, des te sterker heeft leerling zich uitgesproken voor één of twee persoonstype(n). Zie voor meer informatie over het PZO hoofdstuk 3 van deze handleiding. Geef aan dat de éne uitslag niet slechter of beter is dan de andere.
30
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
blz. 16 vervolg
Houd als richtlijn voor PZO-1 een maximale duur aan van 15 minuten. Het is zinvol dat u voorafgaande aan de les het PZO-1 zelf ook een keer doorneemt. Zo bent u op de hoogte van de inhoud van de vragen en van de verschillende schermen die de leerling moet doorlopen. Geef een korte samenvatting van les 1 en 2 van hoofdstuk 2 aan de hand van de tekst op blz. 24 van het werkboek. Geef daarbij aan dat keuzedossier van algemeen naar ‘op maat’ werkt. De leerling krijgt gaandeweg de methode een steeds scherper beeld van zijn persoonlijkheid, interesses en competenties. Geef een kernachtige samenvatting van de leerstof die op bladzijde 14, 15, 16 en 17 aan de orde kwam.
31
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
bladzijde 18, 19 en 20 eigenschappen thema
Op bladzijde 18, 19 en 20 gaat de leerling globaal inventariseren welke eigenschappen hij heeft. Er wordt ingegaan op de positieve eigenschappen van de leerling, maar zijdelings wordt ook aangegeven dat sommige eigenschappen belemmerend en nadelig kunnen werken.
inhoud
De begrippen basisgedrag en competentie worden geïntroduceerd. De leerling maakt PZO-2 en krijgt hiervan een uitslag. In PZO-2 worden vragen worden vragen gesteld in termen van concreet, zichtbaar gedrag. l l l
doelstellingen l
l l l l l
leerdoelen l
l
l l
belemmeringen en valkuilen basisgedrag (PZO-2) competenties
opdracht 7 opdracht 8 opdracht 9
De leerling: ziet in dat hij open en eerlijk naar zichzelf moet kijken om een goed zelfbeeld te krijgen; krijgt of bevestigt een algemeen beeld van zijn eigenschappen; ziet het verband tussen persoonstypen en bepaalde eigenschappen; wordt zich bewust van zijn belemmeringen en valkuilen; doet PZO-2 en krijgt hiervan de uitslag; weet wat competenties zijn en waarvoor ze worden gebruikt. Het is de bedoeling dat de leerling: kan aangeven dat welke van de genoemde belemmeringen een beroep op academisch niveau onmogelijk maken; kan aangeven welke valkuilen bij een bepaald persoonstype voorspelbaar zijn; met behulp van PZO-2 meer inzicht krijgt in zijn basisgedrag; zich bewust wordt van het gedrag van de vier persoonstypen tijdens een discussie.
omvang in tijd Bladzijde 18, 19 en 20 kunnen in één lesuur worden behandeld. In tegenstelling tot PZO-1 wordt aanbevolen om PZO-2 tot en met 5 voortaan als huiswerk mee te geven. De uitslagen kunnen dan in de volgende les kort worden nabesproken. Ook kan de leerling dan geconcentreerd het onderzoek invullen, thuis, of in het computerlokaal op de school.
32
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
blz. 18
Introduceer de thema’s die in dit hoofdstuk aan bod zullen komen. Zie voor deze thema’s de inhoud zoals aangegeven op de vorige bladzijde. Op deze bladzijde leert de leerling de relatie zien tussen een belemmerende eigenschap en de onmogelijkheid om bepaalde beroepen uit te oefenen. De verbanden lijken logisch, maar niet iedere leerling houdt rekening met eigen belemmeringen in de later te maken beroepskeuze. Precies weten welke eigenschappen je hebt, is iets wat je in de loop van je leven leert. In de leeftijd van uw leerlingen is kennis over persoonlijke eigenschappen nog twijfelend, laat staan het reflecteren op zichzelf. Gebruik als metafoor een spiegel. Benadruk dat het niet gaat om het kijken naar je lichaam, maar om het kijken naar je eigenschappen van binnen. Het gaat hier om karaktereigenschappen, niet om uiterlijkheden. Leg uit wat een eigenschap is en geef enkele voorbeelden. De begrippenlijst geeft de omschrijving: zegt iets over wat voor iemand je bent, over je persoonlijkheid, je karakter of over je persoonstype; bijvoorbeeld verlegen of sportief; een eigenschap is in aanleg bij iemand aanwezig. Leg uit wat een belemmering is en geef enkele voorbeelden. De begrippenlijst geeft de omschrijving: hetzelfde als beperking; eigenschappen die een rem kunnen zijn bij het uitoefenen van een studie of een beroep; bijvoorbeeld door allergie, hoogtevrees, migraine of faalangst. Leg uit dat als je een goede eigenschap erg overdrijft, je niet bereikt wat je wilt bereiken. Geef als voorbeeld een voetballer die door zijn enthousiasme constant aan de bal is en anderen uit het team niet betrekt bij het spel. Zo manifesteert zich zijn valkuil, want er ontstaat kritiek op hem en zijn inzet wordt niet gewaardeerd, terwijl de eigenschap enhousiasme op zichzelf natuurlijk heel positief is.
blz. 19
Geef een korte inleiding op de term basisgedrag. Vertel dat de leerlingen PZO-2 moeten maken in hun eigen tijd en dat dat gebeurd moet zijn vóór aanvang van de volgende les. Geef aan dat de uitslag van PZO-2 er anders uit kan zien dan die van PZO-1. Het is zinvol dat u voorafgaande aan de les het PZO-2 zelf al hebt doorgenomen. Zo bent u op de hoogte van de inhoud van de testitems en van de verschillende schermen die de leerling moet doorlopen. Wanneer u en de leerlingen tijdens de les de beschikking hebben over internet zal dat de les ten goede komen. In dat geval kunnen de belemmeringen en de beroepen bij opdracht 7 meteen worden opgezocht.. Achter ‘snel praten’ kunnen meerdere en verschillende eigenschappen zitten. Het doel van opdracht 8A is dat de leerling zich realiseert verschillende eigenschappen de reden van eenzelfde soort gedrag kunnen zijn. De meest waarschijnlijke eigenschappen van iemand die snel praat kunnen zijn: l enthousiast; l gespannen; l ongeduldig.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
blz. 20
33
Bereid de leerlingen erop voor dat ze in de toekomst vaak met competenties te maken gaan krijgen. De begrippenlijst geeft bij competentie de omschrijving: wanneer je een vaardigheid of eigenschap op de juiste manier kunt gebruiken in een bepaalde situatie, dan wordt dat een competentie genoemd; bijvoorbeeld in een beroep of een opleiding; het kan nauwkeurig omschreven gedrag zijn dat je als leerling of beroepsbeoefenaar moet kunnen laten zien; zo zijn er hbo-competenties waaraan je moet voldoen bij je propedeuse; met beroepseigenschap wordt hetzelfde bedoeld als een competentie. Bij opdracht 9 werken de leerlingen in achttallen. Het is van geen belang welke persoonstypen in een groepje worden vertegenwoordigd. Wel is de verscheidenheid aan benodigde deskundigheid (lees: beroepen) van invloed op het beoogde leereffect van opdracht 9. Het leerdoel van opdracht 9 is: het verwerven van inzicht over het verloop van een discussie gerelateerd aan de vier persoonstypen.
34
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
bladzijde 21, 22 en 23 kiezen thema
inhoud
Op de bladzijden 21, 22 en 23 komt het thema ‘kiezen’ aan bod. De leerling maakt kennis met vier verschillende keuzestijlen en leert verbanden te zien met de vier persoonstypen. De leerling maakt PZO-3 en krijgt hiervan de uitslag. l l l
doelstellingen l l
l
l
leerdoelen l
l l
l
omvang in tijd
een keuzemenu vier keuzestijlen persoonstypen en keuzestijlen
opdracht 10 opdracht 11 opdracht 12
De leerling: staat stil bij zijn manier van keuzes maken; weet wat keuzestijlen zijn en ziet verschillen tussen de vier keuzestijlen; begrijpt welk persoonstype logischerwijs voor welke keuzestijl zal kiezen; maakt PZO-3 en krijgt hiervan de uitslag. Het is de bedoeling dat de leerling: spelenderwijs probeert te ontdekken welk menu één bepaald persoonstype zal kiezen en waarom; nadenkt welke keuzestijl het beste bij hem past; aangeeft met welke zaken hij rekening gaat houden bij de profielkeuze; met behulp van PZO-3 meer inzicht krijgt in zijn keuzestijl.
U kunt bladzijde 21, 22 en 23 in één les behandelen. Na PZO-3 wordt nog duidelijker welke richting de profielkeuze uit kan gaan
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
blz. 21
35
Opdracht 10 vraagt om een duidelijke uitleg voordat de leerlingen daadwerkelijk aan het werk gaan. De bedoeling van deze opdracht is, dat er nagedacht wordt over mogelijke keuzeargumenten die een bepaald persoonstype kan hanteren. Bij de opdracht wordt onderzocht welk persoonstype de voorkeur heeft voor een bepaald menu. Er zijn vier persoonstypen en vier menu’s. Elk persoonstype moet kiezen welk van de vier menu’s hij gaat bereiden voor een groep vrienden. Bijvoorbeeld de onderzoeker, die in keuzes vaak rekening houdt met de prijs, kan de voorkeur hebben voor een menu dat het goedkoopst is. De doener, die nogal nuchter en praktisch is, zou kunnen kiezen voor een menu dat het gemakkelijkst klaar te maken is. De klas wordt opgedeeld in vier groepen. Elke groep is samengesteld uit leerlingen met dezelfde persoonstypen. Anders gezegd: zorg er voor dat in een groepje de persoonstypen steeds binnen één bepaald kwadrant vallen. Laat elk groepje even rustig de menu’s en de prijslijst in zich opnemen. Daarna vult ieder groepje bij 10A in welk persoonstype het moet vertegenwoordigen. Laat vervolgens de leerlingen de beschrijving van dit persoonstype nog eens doorlezen op bladzijde 14 van het werkboek. Aansluitend gaan ze met elkaar brainstormen over het mogelijke menu dat de voorkeur zou kunnen hebben van ‘hun’ persoonstype. Geef aan dat ze ook rekening moeten houden met de prijs van het menu. De ingrediënten staan al per menu genoemd en elk menu heeft een titel. De auteurs van keuzedossier hebben bij elk menu een persoonstype in gedachten gehad bij het schrijven van deze opdracht. Het is echter goed mogelijk dat een groepje andere zinvolle argumenten ontwikkelt die ook steekhoudend zijn. Noem na afloop onderstaande antwoorden, maar geef aan dat dit mogelijke antwoorden zijn. Zeg dat het op zich al goed is dat leerlingen hebben nagedacht over mogelijke keuzeargumenten per persoonstype. l Menu 1 ‘ons lievelingseten’ zou gekozen kunnen worden door vooral de helper, omdat de titel al aangeeft dat er naar een gemeenschappelijke wens en smaak gezocht wordt. Deze houdt veel rekening met de wensen en smaak van de anderen en zal iedereen tevreden proberen te stellen. l Menu 2 ‘voor ieder wat wils’ biedt de mogelijkheid om individueel te kunnen kiezen. Vooral de bedenker zou verheugd kunnen zijn met deze ruime mogelijkheden. Dit is het duurste menu, maar de prijs staat bij de bedenker op de laatste plaats. Dat iedereen zijn smaak kan terugvinden, is voor een bedenker veel belangrijker. l Menu 3 ‘niet duur wel lekker’ zal aantrekkelijk gevonden worden door vooral de onderzoeker. Dit gerecht zal niet duur worden, omdat een onderzoeker een hekel heeft aan overvloed. Zo wordt er ook gekozen voor gewone knoflook in plaats van speciale, omdat ‘gewoon goed genoeg is’. Terwijl een helper het afgaan op de goedkoopste prijs maar onromantisch zal vinden, vindt een onderzoeker het onnodig om iets voor te schotelen wat zeker iedereen lekker zal vinden. l Menu 4 ‘gemakkelijk klaar’ is erg praktisch en gemakkelijk te bereiden. Je stopt het gerecht in de magnetron en klaar is kees. Het kost niet veel tijd, want vooral de doener heeft doorgaans weinig geduld. Volgens een helper zou dit menu te kort door de bocht zijn en hij zal zijn weldadige voorstelling van het etentje in duigen zien vallen. Een doener vindt het gourmetten al gauw veel te ingewikkeld.
36
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
blz. 22
Neem klassikaal de tekst van de vier keuzestijlen door. Reflecteer eventueel kort op de inhoud door op het bord trefwoorden te noteren die u de leerlingen laat noemen. Opdracht 11B maakt de link naar de profielkeuze. Leerlingen wordt gevraagd aan te geven welke aspecten voor hen een belangrijke rol spelen bij de keuze van een profiel. Ook hier vallen verbanden op met de persoonstypen. Geef aan welk persoonstype bij welke items hoort zoals hierna vermeld.
l l l l
De items in de eerste kolom tweede kolom derde kolom vierde kolom B
D
O
hebben relatie met de bedenker. hebben relatie met de doener. hebben relatie met de onderzoeker. hebben relatie met de helper. H
Laat de leerlingen de letters BDOH in de vierkantjes noteren.
blz. 23
Neem klassikaal de tekst. Ze vormt het referentiekader voor het maken van het PZO-3 en opdracht 12E en 12D.
huiswerk
Vertel de leerlingen dat bladzijde 23 met PZO-3 als huiswerk gemaakt moet worden. Het is raadzaam dat u voorafgaande aan de les PZO-3 zelf ook maakt.
37
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
bladzijde 24, 25 en 25 studiehouding thema
inhoud
De studiehouding in leerjaar drie wordt in relatie gebracht met een geschikte manier van leren in de tweede fase. De leerling gaat op zoek naar de noodzakelijke veranderingen in zijn manier van leren. l l l
doelstellingen l l
l
l
leerdoelen l
l
l
l
omvang in tijd
de tweede fase studievaardigheden studievaardigheden en profielen
opdracht 24 opdracht 25 opdracht 26
De leerling: krijgt inzicht in zijn studieaanpak; realiseert zich dat de manier van studeren in de tweede fase in toenemende mate zal verschillen met die van de onderbouw; wordt zich bewust dat studeren in de tweede fase iets anders is dan leren in de onderbouw; kan een uitspraak te doen over zijn sterke en zwakke studievaardigheden in relatie tot de tweede fase. Het is de bedoeling dat de leerling: zelf kan aangeven op welke manier hij een van de zwakkere onderdelen van zijn studieaanpak kan verbeteren; zich een beeld vormt van de haalbaarheid van de verschillende vakken in de tweede fase; ondervindt wat samenwerken, zelfstandig een opdracht uitvoeren en met anderen daarop reflecteren voor hem kan betekenen; aangeeft in welke mate hij beschikt over de acht genoemde studievaardigheden.
De leerstof van bladzijde 23, 24 en 25 vraagt misschien om behandeld te worden in twee lessen. Zeker wanneer u de tweede les besteedt aan het bespreken van de vragen en antwoorden van opdracht 13.
38
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
blz. 24
huiswerk
Met deze opdracht kan het mes aan twee kanten snijden. Allereerst ondervindt de leerling wat het voor hem kan betekenen om te moeten samenwerken, vragen te formuleren, zelfstandig een afgesproken opdracht uit te voeren en na afloop op het geheel met anderen te reflecteren. Tegelijkertijd kunnen vragen beantwoord worden die de leerlingen hebben over de tweede fase. Het spreekt voor zich dat opdracht 13 niet in deze les zelf kan worden uitgevoerd. Dit zou teveel tijd vergen. Het betreft respectievelijk: een interview uitvoeren, samen de antwoorden bespreken en het meest opvallende antwoord noteren. Beperk u daarom in deze les tot opdracht 13A en laat opdracht 13B en 13C als huiswerk uitvoeren. Wanneer u twee lessen kunt besteden aan bladzijde 24, controleer dan vooraf of alle leerlingen de opdracht hebben uitgevoerd en bespreek de antwoorden. Laat de leerlingen bij elkaar gaan zitten in dezelfde groepjes als bij opdracht 4A in de vorige les. Plaats de leerlingen die verzuimd hebben het interview uit te voeren als toehoorder bij een groepje leerlingen die dat wel hebben gedaan. U kunt de leerlingen voor een zinvolle bespreking onderstaande suggesties meegeven. l Neem er pen en papier bij om aantekeningen te maken tijdens de bespreking. l Behandel vraag voor vraag. l Lees op toerbeurt de antwoorden op vraag 1 aan elkaar voor. l Probeer daarna voor vraag 1 samen een conclusie te formuleren. l Doe hetzelfde met vraag 2 en vraag 3. l Noteer tenslotte het meest opvallende antwoord individueel in het werkboek. Tijdens de bespreking krijgt u ongetwijfeld een indruk van de gegeven antwoorden en de manier van samenwerken. Bepaal welke zaken u zinvol acht om klassikaal te bespreken. Maak daarbij een onderscheid in zaken die de gehanteerde onderwijsvorm (samenwerken, interviewen en overleggen) betreffen en zaken die de tweede fase inhoudelijk betreffen. Benadruk dat de opdracht vooral was bedoeld om te ervaren welke soort studievaardigheden in de tweede fase van de leerlingen gevraagd zullen worden. Op bladzijde 25 van het werkboek worden zeven belangrijke studievaardigheden besproken.
blz. 25
Veel leerlingen worden zich pas in de loop van het vierde jaar bewust dat de tweede fase een andere manier van studeren vereist dan de onderbouw. Meestal manifesteert zich dat pas onomkeerbaar bij het eerste rapport in het vierde leerjaar. Deze bladzijde is bedoeld om dit bewustzijn op gang te brengen. Dat kan hier gebeuren aan de hand van zeven belangrijke studievaardigheden. Per genoemde studievaardigheid worden steeds drie zaken genoemd waaraan de betreffende studievaardigheid min of meer is af te meten. Opdracht 14 beperkt zich tot het inventariseren van de mate van beheersing. Bij opdracht 15 zullen deze gegevens verwerkt worden.Vraag de leerlingen om de antwoorden bij opdracht 14 te bespreken met hun ouders of verzorgers alvorens zij hun digitaal portfolio (opdracht 15F) bijwerken.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
blz. 26
39
Bij opdracht 15 wordt gevraagd een top 3 samen te stellen van studievaardigheden die al worden beheerst en studievaardigheden die nog zwak zijn. Dit gebeurt aan de hand van de antwoorden bij opdracht 14. Opdracht 15B en 15C vragen om aandacht en zorgvuldigheid. In feite geven de antwoorden impliciet aan welk soort profiel op basis van de studievaardigheden meer of minder geschikt zal zijn. Om tot overwogen antwoorden te komen kunt u de leerlingen helpen door even bij elk van de zeven genoemde studievaardigheden stil te staan. Noteer de zeven op bladzijde 25 genoemde studievaardigheden naast elkaar op het bord en laat de leerlingen per studievaardigheid aangeven welk schoolvak in het bijzonder om de betreffende studievaardigheid vraagt. Ga meningsverschillen vooral niet uit de weg. Een gedachtenwisseling levert waarschijnlijk meer duidelijkheid op. Wanneer de leerlingen bij opdracht 15E u om advies vragen, kunt u niet veel anders doen dan putten uit eigen ervaring. Mocht u vermoeden dat advies van een deskundige beter is, schroom dan niet daarover bijvoorbeeld uw collega van het betreffende vak aan te spreken.
huiswerk
l
l
Opdracht 14 samen met ouders of verzorgers maken, als dit nog niet is gebeurd. Opdracht 15F: digitaal portfolio bijwerken.
40
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
bladzijde 27, 28, 29, 30, 31 en 32 beroepsbeeld thema
Op deze bladzijden wordt een eenvoudige inventarisatie gemaakt van het beroepsbeeld dat de leerling op dit moment heeft. Als leidraad worden drie aspecten gehanteerd: l werkzaamheden; l werkomstandigheden; l waarden.
inhoud
Van al deze aspecten worden voorbeelden genoemd en geeft de leerling aan, welke hij in zijn toekomstige beroep zou willen terugzien. De leerling maakt PZO-4 en PZO-5 en heeft daarmee, samen met de eerdere PZOonderdelen, de gegevens geleverd waarop het PZO-advies gebaseerd wordt. l l l l l l
doelstellingen l l
l
l
leerdoelen l
l
l
l
l
beroepen bekeken van drie kanten werkzaamheden werkomstandigheden waarden veranderingen tijdens een loopbaan waarden in omgeving en beroep
opdracht 16 opdracht 17 opdracht 18 opdracht 19 opdracht 20 opdracht 21
De leerling: ziet in dat hij zijn beroepsbeeld ook kan betrekken bij de profielkeuze; kan onderscheid maken tussen werkzaamheden, werkomstandigheden en waarden; gaat na welke werkzaamheden, werkomstandigheden en waarden hij graag terug wil zien in een toekomstig beroep; maakt PZO-4 en PZO-5 en krijgt hiervan de uitslagen. Het is de bedoeling dat de leerling: van het beroep ‘stedenbouwkundige’ kan aangeven welke werkzaamheden, werkomstandigheden en waarden hiervoor kunnen gelden; aangeeft welke werkzaamheden, werkomstandigheden en waarden zijn voorkeur hebben bij de toekomstige keuze voor een beroep; met behulp van PZO-4 meer inzicht krijgt in zijn interesses voor bepaalde werkzaamheden; met behulp van PZO-5 meer inzicht krijgt in waarden die hij belangrijk vindt; een korte tekst schrijft over zijn verwachtingen van een toekomstig beroep.
Op bladzijde 28, 29 en 30 wordt gekeken naar drie aspecten van het beroepsbeeld. Als rode draad wordt gebruik gemaakt van voorbeelden over Antonio, een denkbeeldige profvoetballer. Op de bladzijden die de drie aspecten behandelen vertelt Antonio iets over zijn beroep, toegespitst op het aspect dat aandacht krijgt.
omvang in tijd
De leerststof op bladzijde 27 tot en met 32 kan in principe in één les worden behandeld.
41
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
blz. 27
Laat de leerlingen de tekst doorlezen en bedenk samen met de leerlingen nog enkele voorbeelden. Plaats de leerlingen in groepjes van vier en laat ze samen overleggen over opdracht 2A. Opdracht 2B maken de leerlingen individueel.
mogelijke antwoorden opdracht 16B
Het werk van conciërge kan bestaan uit: werkzaamheden l l l
l l l l
ontwerpen schetsen wet- en regelgeving bestuderen vergaderen overleggen leiding geven reizen
werkomstandigheden l
l l l
vooral binnen werken, maar ook buiten op locatie lange werktijden auto, trein, vliegtuig gevaarlijk
waarden l l l
l l l
zelfstandigheid samenwerken compromissen sluiten historisch besef veiligheid toekomstvisie
blz. 28
Laat de leerlingen de tekst lezen. Vul het rijtje met werkzaamheden aan met een paar voorbeelden die u de leerlingen vraagt te noemen. Noteer de voorbeelden op het bord. Laat leerlingen daarna individueel opdracht 17A en 17B maken.
huiswerk
Opdracht 17 C (PZO-4), 17D, 17E en 17F geeft u aan het einde van de les op als huiswerk.
blz. 29
Laat de leerlingen de tekst en het tweede voorbeeld van Antonio doorlezen. Vul het rijtje met werkomstandigheden aan met een paar voorbeelden die u de leerlingen vraagt te noemen. Noteer deze voorbeelden op het bord. Laat de leerlingen daarna individueel opdracht 18A en 18C maken.
huiswerk
Opdracht 18B geeft u aan het einde van de les op als huiswerk. Hierbij moeten leerlingen op keuzedossier.nl onder ‘beroepen’ de beschrijvingen opzoeken van de drie genoemde beroepen. Vraag om per beroep minimaal twee werkomstandigheden te noteren.
blz. 30
Laat de leerlingen de tekst en het derde voorbeeld van Antonio doorlezen. Vul het rijtje met waarden aan met een paar voorbeelden die u de leerlingen vraagt te noemen. Noteer deze voorbeelden op het bord. Laat de leerlingen daarna individueel opdracht 19A en 19B maken.
huiswerk
Opdracht 19C geeft u aan het einde van de les op als huiswerk. Hierbij moeten de leerlingen eerst de tekst onder de foto op bladzijde 30 doorlezen. Vervolgens schrijft de leerling zelf een tekst van minimaal 10 regels waarin hij, vergelijkbaar met het voorbeeld, iets vertelt over zijn algemene verwachtingen over zijn toekomstig beroep. Het is daarbij niet de bedoeling om een specifiek beroep te beschrijven. Het gaat alleen om aspecten die de leerling graag terug zou willen zien in een beroep. In feite is dit een antwoord op de vraag: 'Wat verwacht ik van een toekomstig beroep in het algemeen?' Deze tekst moet worden opgenomen in het digitaal portfolio (opdracht 19C). Vraag de leerlingen deze tekst de volgende les op papier mee te nemen.
42
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
blz. 30 vervolg
De begrippen 'waarden' en 'normen' hebben een verschillende betekenis, maar worden vaak ten onrechte als elkaars synoniem gebruikt. Op deze bladzijde gaat het alleen om waarden. De begrippenlijst van keuzedossier.nl geeft als omschrijving voor waarden: gewoonten en verwachtingen die mensen van elkaar hebben en die ze vanzelfsprekend vinden; het zijn zaken die voor ieder een andere gevoelswaarde kunnen hebben; bijvoorbeeld de armoede in de wereld of de manier waarop je met mensen omgaat. Waarden zijn niet concreet en hangen samen met gevoelens. Normen zijn veel concreter dan waarden. Normen zijn concrete richtlijnen voor het handelen in een bepaalde situatie, zeg maar gedragsregels, zoals wetten. Leg uit dat in het ene beroep andere waarden kunnen gelden dan in een ander beroep. Zo zal het maken van grove grappen niet bij elke beroepsgroep op prijs worden gesteld. Laat de leerlingen zelf voorbeelden noemen. Beperk u daarbij tot de wereld van beroepen. Laat leerlingen individueel opdracht 19A en 19B maken. Geef opdracht 19C op als huiswerk. Benadruk dat de verwachtingen van het toekomstige beroep vooral in termen van werkzaamheden, werkomstandigheden en waarden moet gebeuren.
blz. 31
De wereld van werk is voortdurend in beweging door de maatschappelijke ontwikkelingen en economische veranderingen. Namen van beroepen veranderen, beroepen verdwijnen of worden inhoudelijk aangepast. Dit is een natuurlijk verloop. Veel leerlingen van deze leeftijd denken misschien dat ze moeten kiezen voor de rest van hun leven. Het begrip loopbaan wordt in zo’n geval als een statisch verschijnsel gezien. De dynamische eigenschap van een tegenwoordige loopbaan kan bij de leerlingen spanningen oproepen. Die leerlingen zullen zeggen: ‘Hoe kan ik nu al kiezen voor de rest van mijn leven?’ Dat is een legitieme en wezenlijke vraag. U als mentor kunt en moet hierbij aangeven dat je niet kiest voor de rest van je leven. Je kiest datgene wat op dat moment het beste bij je past en voor een bepaalde periode uit je leven. De wereld van werk is altijd in beweging, daarom wordt van een werknemende hetzelfde gevraagd. Deze bladzijde wil inzicht geven in dit soort veranderingen. Bij opdracht 20 gaat de leerling een beroepsbeoefenaar ondervragen waarvan het beroep in hetzelfde gebied van de vier persoonstypen valt als zijn eigen voorlopige persoonscode. Daarbij formuleert de leerling zelf enkele vragen in welke mate werkzaamheden, werkomstandigheden en waarden in de loop van de loopbaan zijn veranderd. Het bijschrift onder de rechterafbeelding op bladzijde 31 van het werkboek is in morsetekens. Er staat: telegrafist. Bespreek de antwoorden klassikaal, beperk u tot enkele veel voorkomende veranderingen en enkele opvallende veranderingen.
blz. 32
huiswerk
Laat leerlingen opdracht 21 individueel en als huiswerk maken. Het is raadzaam dat u voorafgaande aan de volgende les zelf ook PZO-5 maakt.
43
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
Bladzijde 33, 34, 35, 36 en 37 pzo-advies thema
Alle PZO-uitslagen zijn nu bekend en kunnen worden verfijnd tot een persoonscode.
inhoud
Ter nuancering worden de vier persoonstypen opgesplitst in zestien specifiekere persoonstypen, die elk een naam en een kernachtige omschrijving hebben. Met behulp van dit specifieke persoonstype kan de leerling zich gericht oriënteren op passende opleidingen en beroepen. l l l l l
doelstellingen l l
l
l
l
l
leerdoelen l
l l
l
l
l
persoonscode van vier naar zestien persoonstypen persoonstypen en profielen mogelijkheden combineren samen kijken naar de mogelijkheden
opdracht 22 opdracht 23 opdracht 24 opdracht 25 opdracht 26
De leerling: kent zijn persoonscode; begrijpt hoe zijn persoonscode verwijst naar één of twee van de zestien persoonstypen; is goed bekend met de beschrijving van zijn persoonstype(n) en heeft kennis genomen van de andere persoonstypen; begrijpt welk profiel of welke profielen theoretisch gezien het best past of passen bij zijn specifieke persoonstype; begrijpt aan de hand van een voorbeeld hoe een profielkeuze met behulp van de PZO-uitslag vorm kan krijgen; realiseert zich dat naast de PZO-uitslag ook actuele rapportcijfers, adviezen van docenten en het advies van de decaan meegewogen moeten worden om tot een verantwoorde profielkeuze te komen. Het is de bedoeling dat de leerling: weet wat zijn persoonscode is en welk persoonstype bij hem als eerste en als tweede van toepassing is; weet welk(e) persoonstype(n) bij hem passen; zich een mening vormt in hoeverre hij deze uitslag bij hem vindt passen; weet welk profiel of welke profielen volgens de PZO-uitslag bij zijn persoonstype(n) past of passen; inziet welke eventuele combinaties er met andere profielen te maken zijn; zijn ouders of verzorgers een aantal vragen voorlegt over hun mening over de PZO-uitslag.
omvang in tijd Gezien de hoeveelheid huiswerk bij bladzijde 33 tot en met 37 en de belangrijke inhoud ervan, wordt aanbevolen de leerstof te verdelen over twee lessen. Het is van belang dat de leerstof beklijft bij de leerling, aangezien hiermee op de nog resterende bladzijden verder gewerkt zal worden.
44
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
les 1
De eerste les 1 betreft bladzijde 33 en 34 en vindt bij voorkeur plaats in het computerlokaal, aangezien de leerlingen hun persoonscode laten uitrekenen door de computer.
huiswerk
Deze les start met het huiswerk van opdracht 18B en opdracht 19C.
opdracht 18B
Bij PZO-4 worden bij de volgende tien beroepen steeds vier vaardigheden genoemd. l architect l veehouder l autohandelaar l computertechnicus l chirurg l grafisch ontwerper l meester-kok l psycholoog l hotelmanager l verpleegkundige
opdracht 18A
Vraag of leerlingen bij elk van de tien beroepen uit PZO-4 alle vier de vaardigheden konden plaatsen bij dat beroep. Behandel eventueel een van de beroepen uit PZO-4. Laat leerlingen bij elk beroep een aantal werkomstandigheden noemen en noteer deze op het bord.
l
l l l l
journalist afwisselend binnen en buiten veel zitten rumoerige omgeving grote werkdruk onregelmatige werktijden
l l
l
l
dierenarts vieze handen krijgen emotioneel zwaar werk afwisselend binnen en buiten zware lichamelijke inspanning
l
l
l l
l
beroepsofficier KL werken onder gevaarlijke omstandigheden fysiek zeer zwaar werk vaak buiten werken werken in sterk wisselende weersomstandigheden hoge werk- en prestatiedruk
opdracht 19C
Voor bepaalde leerlingen kan dit een moeilijke opdracht zijn. Vraag welke (twee) leerlingen hun toekomstverwachting durven voor te lezen en laat anderen daar kort op reageren. Geef complimenten aan de leerlingen die hun verwachtingen hebben geformuleerd in termen van gewenste werkzaamheden, werkomstandigheden en waarden.
blz. 33
Introduceer bladzijde 33 door te vertellen dat op deze bladzijden alle vijf de PZO-uitslagen gaan resulteren in een persoonscode. Neem de vierde alinea op bladzijde 16 van het werkboek erbij. Vertel dat de computer met behulp van de vijf PZO-uitslagen heeft berekend waar het gemiddelde ligt. Dit wordt weergegeven met de groene punt in het schema zoals afgebeeld linksboven op blz. 33 van heet werkboek. Met een zesde PZO-onderzoekje (opdracht 22A) wordt bepaald welk(e) persoonstype(n) het beste aansluit(en) bij de leerling.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
45
In het schema rechts op bladzijde 33 van het werkboek is het schema te zien zoals hiernaast is afgebeeld. Nu is elk kwadrant opnieuw verdeeld in vier vakjes, met ieder een eigen nummer in dezelfde kleur. l Zo zijn de nummers 1, 2, 3 en 4 blauw gekleurd en staan in het kwadrant helper-bedenker. l Zo zijn de nummers 5, 6, 7 en 8 groen gekleurd en staan in het kwadrant bedenker-onderzoeker. l Zo zijn de nummers 9, 10, 11 en 12 rood gekleurd en staan in het kwadrant doener-helper. l Zo zijn de nummers 13, 14, 15 en 16 oranje gekleurd en staan in het kwadrant onderzoeker-doener. Bij opdracht 22A beantwoordt de leerling enkele stellingen. Aansluitend krijgt hij te zien welke twee van de vier algemene persoonstypen het beste bij hem passen. Daarnaast wordt in het schema, zoals hieronder afgebeeld, aangegeven welke sectie(s) naar zijn persoonscode verwijst (verwijzen). Die sectie(s) is (zijn) dan rood gekleurd. Dit wordt toegelicht op blz. 22 van deze handleiding.
blz. 34
l
l
Laat de leerlingen individueel hun digitaal portfolio openen en opdracht 22 maken. Controleer of iedereen opdracht 22C op bladzijde 33 in het werkboek heeft ingevuld.
In het digitaal portfolio worden uitgebreidere beschrijvingen gegeven van de zestien verschillende persoonstypen. Daarvoor moet onder de knop ‘Naslag en Links’ de knop ‘16 persoonstypen’ worden aangeklikt. Er verschijnt een scherm zoals in de afbeelding op de volgende bladzijde bovenaan. De beschrijvingen zijn als volgt samengesteld. Van elk persoonstype: de naam; l de soort (bedenker, onderzoeker, doener, helper); l het kenmerkende gedrag; l passende beroepen; l passende vervolgopleidingen; l passende profielen. l
De leerlingen moeten bij opdracht 23 van deze functie gebruikmaken.
46
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
blz.34 vervolg
l
Laat de leerlingen bij opdracht 23 in eerste instantie alleen de beschrijving van hun eigen persoonstype doorlezen. l Wijs de leerlingen erop dat een aangrenzend persoonstype ook relevante informatie kan geven. Het schema is een leidraad en mag nooit dwingend worden gebruikt.
les 2
De tweede les betreft bladzijde 35, 36 en 37. Er wordt verder gewerkt met de PZO-uitslag in relatie tot de zestien persoonstypen. Les 2 vindt bij voorkeur plaats in het computerlokaal, maar een smartboard in een gewoon lokaal kan volstaan. Er wordt uitgelegd welke profielen theoretisch goed kunnen passen bij elk persoonstype. Er moet naar gestreefd worden dat de leerlingen op
1 C&M
2 vooral eventueel
3 C&M
C&M E&M
5 vooral eventueel
4 vooral eventueel
C&M E&M
9
10
N&G
N&G
6
C&M C&M of E&M E&M
7
8
E&M
E&M
13
14
vooral eventueel
E&M C&M
vooral eventueel
E&M N&T
11
12
15
16
N&G of N&T
N&G of N&T
N&T
N&T
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
47
bladzijde 39 en 40 tevreden en gemotiveerd kunnen gaan zoeken naar passende opleidingen en beroepen. Na les 2 moet iedere leerling weten welk(e) persoonstype(n) bij hem past (passen).
blz. 35
Op bladzijde 35 van het werkboek is een schema afgebeeld zoals op de bladzijde hiernaast. Daarin wordt bij elk persoonstype aangegeven welk profiel, of welke combinaties van profielen, goed aansluiten bij dat persoonstype. Nogmaals: dit model is een indicatie, geen vanzelfsprekendheid! Bespreek stapsgewijs de volgende punten. l
Er bestaat een relatie tussen enerzijds de karaktereigenschappen van een persoon en anderzijds de interesse die hij ontwikkelt voor een bepaalde beroepsrichting. Iemand die gevoelig en zorgzaam is ingesteld (de helper) zal eerder kiezen voor een baan waarin hij die kwaliteiten volledig kan benutten en waar collega’s werken die ook zorgzaam zijn, bijvoorbeeld in de medische sector.
l
Bij elk persoonstype staan één of meerdere profielen genoemd. Leg dit uit aan de hand van de volgende (of soortgelijke) voorbeelden:
l
l
Bij persoonstype 1 (creatief persoonstype) wordt het C&M-profiel genoemd . Leg uit dat als een leerling uitdrukkelijk bij persoonstype 1 uitkomt, het voor de hand ligt dat hij later iets met die eigenschappen wil doen. Als deze leerling voor het C&Mprofiel kiest, kiest hij voor schoolvakken die hem goed voorbereiden op een vervolgopleiding in de richting van kunst en cultuur in de breedste zin van het woord.
l
Bij persoonstype 2 (communicatief uitvoerend persoonstype) worden twee profielen genoemd: één heeft de voorkeur en de ander zou eventueel als alternatief gekozen kunnen worden. Leg uit dat het cultuurprofiel bij deze leerling het beste aansluit, omdat in dit profiel de meeste schoolvakken zitten die aansluiten bij opleidingen in de communicatieve beroepssector. Echter, een economieprofiel wordt door keuzedossier als eventueel alternatief genoemd, omdat een economieprofiel óók kan aansluiten. Dit is het geval als er bijvoorbeeld een extra vreemde taal in wordt gekozen zodat dit profiel beter aansluit op de communicatieve beroepssector.
l
Bij persoonstype 11 (actief en milieugericht persoonstype) worden ook twee profielen genoemd. Hierbij wordt echter geen voorkeur aangegeven omdat beide profielen in evengrote mate aansluiten bij het karakter van de leerling en de beroepssectoren die bij hem voor de hand liggen.
Wijs de leerlingen er nadrukkelijk op dat dit model slechts een indicatie is en geen vanzelfsprekendheid! Er wordt slechts aangegeven welk profiel qua karakter het beste aansluit bij het persoonstype van de leerling. Dit is dus een theoretische benadering! In de praktijk moeten ook de adviezen van de vakdocenten en de cijfers voor de schoolvakken een zwaarwegende, zo niet doorslaggevende factor zijn.
48
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
l
Wijs de leerlingen er ook op dat het kan voorkomen dat keuzedossier een ander profiel adviseert dan de leerling verwacht had. Dit is niet erg! Wellicht heeft deze leerling nog niet eerder stilgestaan bij het geadviseerde profiel. Ook kan het zijn dat deze leerling eerst een tijdje nodig heeft om het één en ander te laten bezinken en om verder onderzoek te doen. Het is wel aan te raden om hierbij de hulp van de decaan in te schakelen.
Laat de leerlingen individueel opdracht 24 invullen.
blz. 36
Neem samen met de leerlingen de tekst en het voorbeeld van bladzijde 36 door. Licht toe dat het keuzeproces niet ophoudt bij het kiezen van een profiel alleen. Binnen het profiel zelf moeten er ook keuzes gemaakt worden, namelijk de keuze voor profielkeuzevakken en voor vakken in het vrije deel. Het kan voorkomen dat een leerling twijfelt tussen twee profielen, bijvoorbeeld het C&M- en het E&M-profiel. Leg uit dat deze leerling kan kiezen voor bijvoorbeeld het C&M-profiel en binnen dit profiel de mogelijkheid heeft om te kiezen voor een vak dat óók in het E&M-profiel voorkomt. Dit gebeurt dan in de vorm van een profielkeuzevak of een vak in het vrije deel. Zo kiest die leerling voor C&M maar maakt feitelijk een combinatie tussen C&M en E&M. Maak de leerlingen erop attent dat het soms ook veiliger is om niet te kiezen voor het profiel dat op het eerste gezicht wellicht het beste past. Dit kan spelen als een vak uit een profiel niet haalbaar geacht wordt. Als een leerling bijvoorbeeld voor E&M wil kiezen, maar als wiskunde A toch wel een groot risico is, kan deze leerling er wellicht beter aan doen om te kiezen voor C&M met economie erin. Hierbij is het raadzaam om de decaan in te schakelen die samen met de leerling naar de mogelijkheden kan kijken. l l
huiswerk
l
Laat de leerlingen individueel opdracht 25 maken. Licht bij opdracht 25C toe, dat de leerling hier nog geen rekening hoeft te houden met de mogelijkheden die er binnen de school gelden voor het kiezen van vakken binnen een profiel. De leerling mag hier nog vrijuit kiezen. Later zal onderzocht worden of zo’n profiel daadwerkelijk is samen te stellen.
Samen met de ouders of verzorgers opdracht 26 maken.
49
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
bladzijde 38, 39, 40, 41 en 42 opleidingen thema
inhoud
Deze bladzijden gaan over verschillende soorten onderwijs en opleidingen. De leerling gaat op twee manieren naar opleidingen zoeken die interessant lijken. Tot slot wordt alle informatie verzameld om tot een laatste voorlopige profielkeuze te komen. l l l l l
doelstellingen l
l
l l l
leerdoelen l l l
l
l
omvang in tijd
wo- en hbo-opleidingen zoeken naar opleidingen opleidingen via beroepen toelatingseisen informatie verzamelen
opdracht 27 opdracht 28 opdracht 29 opdracht 30
De leerling: krijgt informatie over vervolgopleidingen wat betreft: doelgroep, duur van de opleiding, verhouding theorie - praktijk, mate van zelfstandigheid; gaat met behulp van zijn persoonscode gericht op zoek naar geschikte vervolgopleidingen; gaat via beroepen gericht op zoek naar geschikte vervolgopleidingen; maakt kennis met de doorstroomrechten; gaat alle verkregen informatie koppelen om tot een laatste voorlopige profielkeuze te komen. Het is de bedoeling dat de leerling: aangeeft welke weg hij ná de derde klas wil gaan volgen; een voorkeur voor drie vervolgopleidingen uitspreekt; via de voorkeur voor drie mogelijke beroepen de bijbehorende vervolgopleiding selecteert; voor de geselecteerde opleidingen de eventuele doorstroomrechten opzoekt; tot een laatste voorlopige profielkeuze komt.
Deze bladzijden kunnen in één les worden behandeld.
50
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze50
blz. 38
De informatie op bladzijde 38 betreft zeer algemene verschillen tussen een wo- en een hbo-opleiding. Wanneer de leerlingen tijdens de les de beschikking hebben over keuzedossier.nl kunt u verwijzen naar de vele sites van dit soort vervolgopleidingen. Daar vinden de leerlingen uitgebreid informatie over de punten die onderaan op bladzijde 38 zijn samengevat. De links naar alle wo- en hbo-opleidingen staan onder de knop ‘Web opleidingen’.
blz.39
Hoewel de wereld van de beroepen voor de meeste leerlingen nog ver weg zal zijn, komen op bladzijde 39 en 40 toch mogelijke vervolgopleidingen aan de orde. Wijs uw leerlingen erop dat hun keuze voor een profiel consequenties heeft voor het al dan niet kunnen starten op een bepaalde vervolgopleiding. Daarom is een aandachtige oriëntatie op vervolgopleidingen op deze bladzijden op zijn plaats. Om opdracht 27 te kunnen maken is het gebruik van keuzedossier.nl onontbeerlijk! De mogelijkheid bestaat dat het computerprogramma een lange lijst met passende vervolgopleidingen samenstelt. Adviseer uw leerlingen in zo'n geval om in eerste instantie dié vervolgopleidingen aan te klikken waarnaar hun directe belangstelling op het eerste gezicht uitgaat. Laat ze in tweede instantie de vervolgopleidingen aanklikken waarvan ze geen vermoeden hebben van de inhoud.
Maak de leerlingen uitdrukkelijk attent op het gebruik van de mogelijkheid om gelezen opleidingen die interessant lijken op te slaan als favoriet onder het tabblad ‘Archief’. Op elk scherm van een opleiding is daarvoor de knop ‘aan favorieten toevoegen’ te vinden. Uit deze voorselectie kan de leerling dan gerichter een keuze van drie opleidingen maken zoals gevraagd wordt bij opdracht 27C.
blz. 40
Om opdracht 28 te kunnen maken is het gebruik van keuzedossier.nl onontbeerlijk! Wijs ook hier de leerlingen nadrukkelijk op het gebruik van de knop ‘aan favorieten toevoegen’ en het tabblad ‘Archief’. Op elk scherm van een beroep is daarvoor de knop ‘aan favorieten toevoegen’ te vinden.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
51
Op keuzedossier.nl wordt geen rechtstreekse link geboden tussen een beroep en een passende opleiding omdat tal van beroepen mogelijk zijn met heel verschillende opleidingen op wo- of hbo-niveau. De leerling zal bij opdracht 28 zelf op zoek moeten gaan naar een mogelijke opleiding bij de drie beroepen die hij als interessant heeft geselecteerd. Dit kan door gebruik te maken van de knop ‘kiezen op BEROEPENSECTOR’ onder het tablad ‘opleidingen’. Op elk scherm van een beroep wordt aangegeven tot welke beroepensector dat beroep behoort en wat het opleidingsniveau is. Het is raadzaam dat u opdracht 27 en opdracht 28 zelf ook eens maakt, om te ervaren met welke schermen en gegevens uw leerlingen worden geconfronteerd.
blz. 41
Om opdracht 29 te kunnen maken is het gebruik van keuzedossier.nl onontbeerlijk! Op keuzedossier.nl kan via de knop 'Naslag en Links' een functie worden geopend waar de doorstroomrechten van alle door de overheid bekostigde opleidingen worden vermeld. Het is mogelijk dat de gegevens zijn vermeld onder voorbehoud van goedkeuring door de Minister van OC&W. In geval van twijfel is het verstandig om de website van de betreffende opleiding te raadplegen.
52
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
blz. 42
Hier worden alle vorige uitspraken over een mogelijke profielkeuze met elkaar gekoppeld. Benadruk dat het een keuze is: 1e op dit moment; 2e met déze gegevens. Onderaan bij opdracht 30 kan de leerling aangeven of hij het op prijs stelt een gesprek te hebben met met de decaan. Het gaat om die leerlingen die twijfelen en onmogelijk kunnen kiezen. Probeer zo'n gesprek zo spoedig mogelijk voor die leerlingen te regelen.
huiswerk
Indien geen gebruik gemaakt kan worden van het computerlokaal geeft u het volgende huiswerk op: l l l
maken van opdracht 27; maken van opdracht 28; maken van opdracht 29.
53
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
bladzijde 43, 44, 45, 46 en 47 profielkeuze thema
inhoud
Een gedetailleerde opsomming en toelichting van profielvakken, profielkeuzevakken en vakken in het vrije deel. Tenslotte wordt het definitieve profiel gekozen. l l l l l
doelstellingen l l l
leerdoelen l
l
l
omvang in tijd
Grieks of latijn of beide? examenvakken verzamelen, koppelen en afwegen definitieve profielkeuze evaluatie
opdracht 31 opdracht 32 opdracht 33 opdracht 34
De leerling: krijgt een overzicht van alle mogelijke vakken in een bepaald profiel; krijgt inzicht in de keuzes die op zijn school gemaakt kunnen worden; komt met behulp van alle verzamelde informatie tot een definitieve keuze voor een profiel. Het is de bedoeling dat de leerling: zijn werkboek en digitaal portfolio afsluit met een definitieve keuze voor een profiel; bladzijde 46 zelf ondertekent en dat zijn ouders en verzorgers ook laat doen. zijn keuzeproces met behulp van keuzedossier evalueert
De bladzijden 43, 44, 45, 46 en 47 kunnen in één les worden behandeld.
54
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
Controleer het eventuele huiswerk van opdracht 27, 28 en 29. Zonder deze gegevens kunnen de leerlingen de laatste opdrachten maken en geen definitieve keuze voor een profiel maken.
blz. 44
Het moet hier uitdrukkelijk worden vermeld: de gegevens in keuzedossier zijn de algemeen geldende voor elke school in Nederland. Uw school kan in details op sommige onderdelen afwijken. Bespreek dit met de decaan alvorens u met de leerlingen met deze en de volgende bladzijden aan het werk gaat. Op bladzijde 44 treft de leerling een schema aan van de opbouw van de vier profielen met hun vakken. Ongetwijfeld zijn er voor uw school ook zulke overzichten gemaakt. Het is raadzaam om het schema zoals weergegeven op bladzijde 44 zorgvuldig te vergelijken met de schema's zoals die op uw eigen school in omloop zijn. U zult dan beter voorbereid zijn op vragen die de leerlingen ongetwijfeld gaan stellen. Bespreek met de leerlingen de verschillen van de vier profielen door aandacht te schenken aan de: l verplichte profielvakken; l profielkeuzevakken; l vakken in het vrije deel. Leg uit dat een bepaald vak nooit dubbel kan voorkomen bij een van drie hierboven genoemde delen van een profiel. De wet schrijft voor hoeveel tijd een leerling minimaal moet besteden aan de studie in de tweede fase. Daaronder vallen alle lessen en alle activiteiten die de leerling aan school besteedt. Deze tijd wordt studielast genoemd. De school maakt een keuze hoe die studielast is verdeeld over de verschillende leerjaren én hoeveel tijd de leerling doorbrengt in contact met een docent. De totale studielast is voor alle scholen in Nederland hetzelfde. l De totale studielast voor havo 4 en 5 is 3200 uur. l De totale studielast voor vwo 4, 5 en 6 is 4800 uur. Leg uit dat, afhankelijk van wat uw school aanbiedt, in het vrije deel elk ander vak gekozen kan worden. Er zijn enkele algemeen geldende uitzonderingen, maar ook uw school kan uitzonderingen of verbijzonderingen gemaakt hebben. Informeer u hierover zorgvuldig bij de decaan.
blz. 45
Hier komen álle gegevens die de leerling heeft verzameld bij elkaar en worden op elkaar betrokken. Zie erop toe dat opdracht 32 met de nodige aandacht en tijd wordt gemaakt. U kunt bijvoorbeeld elke regel even kort toelichten en dan vragen om de juiste vakjes aan te kruisen. Inventariseer welke leerlingen niet tot een keuze kunnen komen en advies willen vragen aan de decaan. Probeer zo spoedig mogelijk een gesprek te regelen voor de betreffende leerling(en). Benadruk de noodzaak van opdracht 32B. Alleen met deze gegevens kan de decaan een goed advies geven aan de leerling.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze
55
blz. 46
Op bladzijde 46 wordt de definitieve profielkeuze vastgelegd en bekrachtigd met handtekeningen van de leerling en een van zijn ouders of verzorgers. Dat kan in dit werkboek maar het kan ook op een print die gemaakt kan worden vanuit het digitaal portfolio.
huiswerk
l l
In het digitaal portfolio opdracht 32 maken. In het digitaal portfolio opdracht 33 maken.
56
handleiding voor de mentor bij keuzedossier gymnasium profielkeuze