euzedossier Handleiding voor de mentor bij Loopbaan Oriëntatie Begeleiding in de onderbouw van het vmbo. BasisBeroeps- en KaderBeroepsgerichte leerweg versie september 2015
Linda Baselier (auteur) Rob Veldhoen (auteur) Sjors van de Hasselt (redactie)
&
uitgeverij remmers
© uitgeverij remmers
1e druk 2015 Alle rechten zijn voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16b Auteurswet 1912 jo het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp.. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
Uitgeverij Remmers Nieuwe Bosscheweg 91 5017 JL Tilburg telefoon 013 535 11 72 e-mail
[email protected] website www.uitgeverijremmers.nl www.keuzedossier.nl
inhoud voorwoord hoofdstuk 1
blz.
5 inleiding en functies titel doelstellingen doelgroep opbouw lessen mentor en vakdocent werkvormen ouders of verzorgers digitale opdrachten instellingen beeldscherm voorbeeld planning (23 lessen) voorbeeld planning (16 lessen) functies in het mentoraccount
6 6 6 6 6 7 7 7 7 8 10 12
digitaal portfolio van de leerling uniek serienummer controlenummer gebruikersnaam wachtwoord inloggen als leerling navigatie portfolio wachtwoord disclaimer e-mail je mentor / e-mail je decaan uitloggen Naslag en Links
18 18 18 18 18 19 19 19 19 19 19 20
hoofdstuk 3
vernieuwing vmbo
22
hoofdstuk 4
gebruiksaanwijzingen werkboek belang van het keuzeproces les 1 serienummer activeren hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 hoofdstuk 5 hoofdstuk 6 hoofdstuk 7 hoofdstuk 8
27 28 29 34 38 43 47 52 57 63
bijlagen brief aan de ouders of verzorgers loopbaanreflectiegesprek doorstroommogelijkheden vmbo - mbo
69 70 72
hoofdstuk 2
hoofdstuk 5
4
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
5
voorwoord Gefeliciteerd! Uw school heeft een eigentijdse methode ingevoerd. Want behalve met een gebruikelijk werkboek kunnen u en uw leerlingen óók aan het werk gaan met de computer. De methode keuzedossier zet de digitale mogelijkheden van de computer en het internet op die plaatsen in waar een boek tekort kan schieten. Maar vooral wanneer er juist extra en nieuwe mogelijkheden geboden worden. U als mentor kunt op elke plek waar u de beschikking hebt over internet het werk van uw leerlingen inzien. Deze methode kan, indien gewenst, al ingezet worden in leerjaar 1. Daarbij zijn de thema's ‘kiezen’ en ‘jezelf leren kennen’ nog niet gekoppeld aan de LOB-competenties zoals ontwikkeld door Marinka Kuijper. Genoemde thema's zijn een voorbereiding op LOB in leerjaar 2 en ondersteunen de start in het voortgezet onderwijs. Daarna staan de LOB-competenties wel centraal en worden uw leerlingen voorbereid op de vernieuwing in de bovenbouw van het vmbo. Omwille van de uniformiteit wordt in deze docentenhandleiding de mannelijke vorm gebruikt. Schroom niet om in uw eigen exemplaar van het werkboek aantekeningen te maken die u ten dienste kunnen staan tijdens de les. Noteer daar ook eventuele, in uw ogen of die van uw leerlingen, fouten of tekortkomingen. De auteurs blijven daarvan graag op de hoogte en de uitgever zal u met plezier een extra exemplaar van het werkboek toesturen. Tenslotte kan alleen met de hulp van de directe gebruikers een passend leermiddel worden ontwikkeld. De auteurs en uitgever wensen u en uw leerlingen veel plezier bij het gebruik van de methode keuzedossier.
Tilburg, september 2015 Linda Baselier, auteur Rob Veldhoen, auteur Sjors van de Hasselt, redactie Fer Remmers, uitgever
6
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
hoofdstuk
1
inleiding en functies titel
Het woord ‘keuze’ komt van ‘kiezen’. Een dossier is een verzameling gegevens die betrekking heeft op één zaak of één persoon. Die persoon is de leerling en de zaak betreft zijn oriëntatie op studie en beroep. Daarom draagt deze methode de naam keuzedossier.
doelstellingen
Belangrijkste doel is dat de leerlingen gemotiveerd en geïnformeerd raken, zodat ze steeds meer zelfstandig en bewust hun keuzes kunnen maken, nu en later in hun loopbaan. De leerling l neemt tijd om stil te staan bij de verschillende keuzemogelijkheden; l staat stil bij het begrip 'kiezen' en maakt kennis met de stappen in een keuzeproces; l begrijpt de invloeden van buitenaf; l staat stil bij interesses en eigenschappen van hemzelf; l besteedt aandacht aan beroepen en maakt kennis met de tien vmboprofielen; l staat stil bij zijn interesse en capaciteiten voor de vier sectoren; l ziet deze keuze als een begin van zijn loopbaan, kent de mogelijke vervolgkeuzes en de factoren die daarbij een rol spelen; l werkt aan de ontwikkeling van zijn LOB-competenties.
doelgroep
Zowel leerlingen die de basisberoepsgerichte leerweg als leerlingen die de kader-, de gemengde of de theoretisch gerichte leerweg volgen, gaan in leerjaar twee een aantal belangrijke keuzes maken op het gebied van LOB. Zij zullen moeten kiezen voor een profiel, twee profielvakken en een beroepsgericht profielvak. Daarvoor is het nodig dat de leerlingen leren wat er bij een dergelijk keuze meespeelt en hoe ze zelf sturing kunnen geven aan hun (studie)loopbaan.
opbouw lessen
In hoofdstuk 1 en 2 maakt de leerling kennis met het proces van jezelf leren kennen. Deze hoofdstukken zijn nog niet gekoppeld aan de LOB-competenties In hoofdstuk 3 staat kwaliteitenreflectie centraal en is gericht op de vraag 'Wat kan ik en hoe weet ik dat?' In hoofdstuk 4 en 5 staat werkexploratie centraal en is gericht op de vraag ‘Waar ben ik op mijn plek?’ In hoofdstuk 6 en 7 staat motievenreflectie centraal en is gericht op de vraag 'Waar ga en sta ik voor?' In hoofdstuk 8 staat loopbaansturing centraal en is gericht op de vraag 'Hoe bereik ik mijn doel?'
mentor en vakdocent
Er is van uitgegaan dat de hoofdstukken behandeld worden tijdens contacturen door de mentor. De rol van mentor is die van coach, iemand die handelt in interactie met de mogelijkheden, wensen en ervaringen van de leerling en met hen in dialoog gaat. De decaan draagt in alle gevallen zorg voor de coördinatie van de uitvoering van keuzedossier. Ook zal hij of zij als coach, inspirator en
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
7
procesbewaker moeten optreden. Een gezamenlijke bijeenkomst van het betreffende team is noodzakelijk om duidelijke afspraken te maken en alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. De decaan of mentor is verantwoordelijk voor het individuele keuzeproces. De ouders of verzorgers worden gestimuleerd mee te denken met hun kinderen. Dit kan gebeuren met een introductiebrief over keuzedossier en de vermelding dat in de methode bij sommige opdrachten expliciet om hun medewerking wordt gevraagd. Een concept voor een brief aan de ouders of verzorgers treft u aan op bladzijde 69 van deze docentenhandleiding. U kunt de tekst ook downloaden vanuit uw mentoraccount en aan uw wensen aanpassen.
werkvormen
In het werkboek is gebruikgemaakt van motiverende teksten met vaak mogelijkheden tot een activerende en reflecterende didactiek. De leerlingen kunnen samenwerken, onderzoek doen, hun standpunt verwoorden, hun ouders of verzorgers raadplegen, een relatie leggen met studie en beroep of beoordelingscriteria hanteren.
ouders of verzorgers
Bij sommige opdrachten wordt gevraagd om de ouders of verzorgers erbij te betrekken. Dan staat het symbool zoals hiernaast afgebeeld voor de opdracht.
digitale opdrachten
Op verschillende momenten stuurt het werkboek de digitale opdrachten aan. Dan staat het symbool zoals hiernaast afgebeeld voor de opdracht.
instellingen beeldscherm
Om optimaal plezier van keuzedossier.nl te hebben, wordt een hoge beeldschermresolutie geadviseerd, bijvoorbeeld: 1024 x 768. Zeker wanneer met de bestaande instellingen gedeelten van het beeld buiten het beeldscherm vallen en alleen met behulp van de scrolbalken in beeld komen. Men vindt deze instelling onder 'Start' op elk beeldscherm. l l l l l
Klik op ‘Start’ onderaan op het beeldscherm. Zoek naar 'Configuratiescherm' en klik daarop. Zoek naar het pictogram 'Beeldscherm' en klik daarop. Kies in het menu dat dan verschijnt het tabblad 'Instellingen'. Linksonder kan de hoogte van de beeldschermresolutie worden ingesteld.
8
voorbeeld planning
verdeling over circa 22 lessen
Afhankelijk van het niveau van de leerlingen en de beschikbare tijd kan de leerstof in circa 22 of 16 lessen worden verwerkt. Op deze bladzijden wordt een verdeling over circa 22 lessen gegeven. l U kunt ervoor kiezen om het portfolio eerst in het werkboek, tijdens de les, te laten invullen. Op een ander moment, zodra internet ter beschikking is, vult de leerling het portfolio digitaal in, bijvoorbeeld thuis of op school. l U kunt ervoor kiezen om het portfolio pas de allerlaatste les digitaal te laten invullen. In het schema hieronder wordt het gebruik van internet aangegeven met het symbool . Het gebruik van internet tijdens de les is noodzakelijk. De beschikking over een smartboard met internet kan meestal volstaan. Het gebruik van internet tijdens de les is geen absolute voorwaarde. De betreffende activiteit kan ook op een later moment, thuis of op school, plaatsvinden. Op bladzijde 10 en 11 wordt een verdeling over 16 lessen gegeven.
les
leerjaar 1
11
hoofdstuk
1
12
13
14
2
leerjaar 2
15
16
3
blz.
leerstof
14-5 16 17
serienummer activeren tabbladen en knoppen LOB-competent
10 11 12
op ontdekkingstocht portfolio Kiezen, wanneer doe je dat?
13 14 15 16
Kiezen, maar hoe? Wie heb ik nodig? de juiste keuze In hoofdstuk 1 heb ik geleerd:
18 19 20
Waar heb ik plezier in? Waarom heb ik ergens plezier in? Wat voor iemand ben ik?
21 22 23 24
Wat vind ik waardevol? Geef jezelf een cijfer. Puzzel je mee? In hoofdstuk 2 heb ik geleerd:
26 27
Dat ben ik. Hier ben ik goed in.
28
opmerkingen
l
portfolio activeren
l
portfolio invullen
l
test maken
l
test maken
l
test maken
kwaliteitenspel
l
spel voorbereiden en portfolio invullen
29 30 31
complimenten geven Wat je wilt, moet je ook kunnen. Wat kan ik en hoe weet ik dat?
l l
portfolio invullen competentiemeter bekijken
34 35
geschoold of ongeschoold status
l
beroepen opzoeken
17
18
19
4
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
les
hoofdstuk
blz.
leerstof
110
111
4 vervolg
36 37
Voor wat hoort wat. Wie is mijn idool?
5
38 39
Rollen-Test Waar ben ik op mijn plek?
l l
test maken en beroepen opzoeken competentiemeter bekijken
42 43 44
soort werk beroepseigenschappen uniformberoepen
l
beroepen opzoeken
l
beroepen opzoeken
45 46 47
Wat zou ik willen? Zou ik dat kunnen? Waar ben ik op mijn plek?
l
l
test maken beroepen opzoeken competentiemeter bekijken
50 51 52
profielrichtingen en profielen kenmerken profielrichtingen werkzaamheden
l
portfolio invullen
115
53
Profiel-Richting-Test
l
test maken
116
54 55
belangrijke vakken in een sector Waar ga en sta ik voor?
l
competentiemeter bekijken
58 59
Durf te dromen! profielen
118
60
Profiel-Interesse-Test
l
test maken
119
61 62 63
eerste interessante profiel tweede interessante profiel Waar ga en sta ik voor?
l
profielen opzoeken profielen opzoeken competentiemeter bekijken
66 67
vakken in klas 3 en 4 Wat kan ik goed?
121
68 69
informatie verzamelen profielinformatie verzamelen
122
70 71
alle informatie koppelen Hoe bereik ik mijn doel?
112
113
leerjaar 2
114
117
120
6
7
8
opmerkingen
l
l l
l l
portfolio met definitieve keuzes invullen competentiemeter bekijken
9
10
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
verdeling over circa 16 lessen
Afhankelijk van het niveau van de leerlingen en de beschikbare tijd kan de leerstof in circa 22 of 16 lessen worden verwerkt. Op deze bladzijden wordt een verdeling over circa 16 lessen gegeven. l U kunt ervoor kiezen om het portfolio eerst in het werkboek, tijdens de les, te laten invullen. Op een ander moment, zodra internet ter beschikking is, vult de leerling het portfolio digitaal in, bijvoorbeeld thuis of op school. l U kunt ervoor kiezen om het portfolio pas de allerlaatste les digitaal te laten invullen. In het schema hieronder wordt het gebruik van internet aangegeven met het symbool
.
Het gebruik van internet tijdens de les is noodzakelijk. De beschikking over een smartboard met internet kan meestal volstaan. Het gebruik van internet tijdens de les is geen absolute voorwaarde. De betreffende activiteit kan ook op een later moment, thuis of op school, plaatsvinden. Op bladzijde 8 en 9 wordt een verdeling over 22 lessen gegeven.
les
leerjaar 1
11
hoofdstuk
1
12
13
2
leerjaar 2
14
15
3
16
17
4
blz.
leerstof
14 16 17
serienummer activeren tabbladen en knoppen LOB-competent
10 11 12 13 14 15 16
op ontdekkingstocht portfolio Kiezen, wanneer doe je dat? Kiezen, maar hoe? Wie heb ik nodig? de juiste keuze In hoofdstuk 1 heb ik geleerd:
18 19 20
Waar heb ik plezier in? Waarom heb ik ergens plezier in? Wat voor iemand ben ik?
21 22 23 24
Wat vind ik waardevol? Geef jezelf een cijfer. Puzzel je mee? In hoofdstuk 2 heb ik geleerd:
26 27 28
Dat ben ik. Hier ben ik goed in. kwaliteitenspel
29 30 31
complimenten geven Wat je wilt, moet je ook kunnen. Wat kan ik en hoe weet ik dat?
34 35 36
geschoold of ongeschoold status Voor wat hoort wat.
opmerkingen
l
portfolio activeren
l
portfolio invullen
l
test maken
l
test maken
l
test maken
l
spel voorbereiden en portfolio invullen
l
portfolio invullen
l
competentiemeter bekijken
l
beroepen opzoeken
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
les
hoofdstuk
blz.
leerstof
37 38 39
Wie is mijn idool? Rollen-Test Waar ben ik op mijn plek?
42 43 44
11
opmerkingen
4 vervolg 18
19
5
110
leerjaar 2
111
6
112
113
7
114
115
116
8
l
test maken competentiemeter bekijken
soort werk beroepseigenschappen uniformberoepen
l
beroepen opzoeken
l
beroepen opzoeken
45 46 47
Wat zou ik willen? Zou ik dat kunnen? Waar ben ik op mijn plek?
l
l
test maken beroepen opzoeken competentiemeter bekijken
50 51 52
profielrichtingen en profielen kenmerken profielrichtingen werkzaamheden
l
portfolio invullen
53 54 55
Profiel-Richting-Test belangrijke vakken in een sector Waar ga en sta ik voor?
l
test maken
l
competentiemeter bekijken
58 59 60
Durf te dromen! profielen Profiel-Interesse-Test
l
test maken
61 62 63
eerste interessante profiel tweede interessante profiel Waar ga en sta ik voor?
l
profielen opzoeken profielen opzoeken competentiemeter bekijken
66 67 68
vakken in klas 3 en 4 Wat kan ik goed? informatie verzamelen
69 70 71
profielinformatie verzamelen alle informatie koppelen Hoe bereik ik mijn doel?
l
l
l l
l l
portfolio met definitieve keuzes invullen competentiemeter bekijken
12
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
functies in het mentoraccount Alle functies in het mentoraccount worden geactiveerd door de knoppen die zich links op het scherm bevinden. Er zijn zes rubrieken, met daaronder opnieuw knoppen voor de verschillende functies. Nadat is ingelogd, opent het mentoraccount standaard met het scherm zoals hieronder is afgebeeld, waarbij het ‘Overzicht leerlingen’ is geactiveerd. Wanneer geen enkele leerling het unieke serienummer van zijn werkboek heeft geactiveerd, is het ‘Overzicht leerlingen’ nog leeg.
In deze handleiding voor de mentor zijn de rubrieken als trefwoord groen en zijn de functies als trefwoord blauw. De zes rubrieken zijn:
l l l l l l
Home
Home Documenten/berichten Overzicht leerlingen Naslag en Links Web opleidingen 16 persoonstypen
Wanneer een van de zes rubrieken wordt geactiveerd, wordt die knop oranje en rolt een menu uit met de verschillende functies die tot die rubriek behoren. Bijvoorbeeld de rubriek ‘Home’ zoals hiernaast is afgebeeld.
Handleidingen
Onder de knop ‘Handleidingen’ treft u verschillende documenten aan die u kunt raadplegen of downloaden. Bijvoorbeeld deze handleiding, een planning of een introductiebrief aan de ouders.
Mijn gegevens wijzigen
Via de knop ‘Mijn gegevens wijzigen’ kunt u zelf uw persoonsgegevens aanpassen.
Wachtwoord wijzigen Disclaimer Uitloggen E-mail leerlingen
Via de knop ‘Wachtwoord wijzigen’ kunt u zelf uw wachtwoord veranderen. Onder de knop ‘Disclaimer’ wordt de aansprakelijkheid van de uitgeverij vermeld. Verlaat het programma bij voorkeur via de knop ‘Uitloggen’. Het is mogelijk om rechtstreeks vanuit uw mentoraccount een of meer leerlingen een e-mail te sturen, al dan niet met een of meer bijlagen. Dat kan een Word-, pdf- of Excelbestand zijn. Wanneer een leerling zich niet bij u als mentor heeft aangemeld, komt deze leerling niet voor in uw ‘Overzicht leerlingen’ en kan er geen e-mail verzonden worden. Wanneer een leerling zich wel bij u als mentor heeft aangemeld, verschijnt het scherm zoals afgebeeld op de volgende bladzijde, zodra u de knop ‘E-mail leerling(en)’ activeert.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
13
vervolg E-mail leerlingen
l l
l
l
l
l l l
Documenten/berichten
Klik (dubbel) > om de lijst met uw leerlingen te activeren. Klik op de naam van een leerling en klik vervolgens op de knop ‘Toevoegen’. Door de knop ‘Wissen’ te activeren, wordt de naam van de leerling weer verwijderd. Wanneer u een Word-, pdf- of Excel-bestand wilt toevoegen, zoekt u het betreffende bestand op door de knop ‘Select’ te activeren. Daarna activeert u de knop ‘Toevoegen’. Door de knop ‘Wissen’ te activeren, wordt het geselecteerde bestand weer verwijderd. Naast ‘Onderwerp’ kunt u een naam aan uw bericht geven. In het grote kader noteert u uw bericht. Activeer tot slot de knop ‘Verzenden’.
Wanneer de knop ‘Documenten/berichten’ wordt geactiveerd, rolt een menu uit met de volgende functies: l Rapporten versturen l Archief uploaden Met de functie ‘Rapporten versturen’ is het mogelijk om bepaalde gegevens uit een leerlingportfolio als e-mail te versturen naar bijvoorbeeld een collega-mentor of de beheerder van Magister. Het betreft de volgende rapporten. l stageverslag uit: vmbo loopbaanoriëntatie l Definitief overzicht uit: osb-TL, osb-GL, osb-BB/KB, profielkeuze l Doorstroomdossier uit: vmbo loopbaanoriëntatie l l PZO-uitslag uit: profielkeuze, vmbo loopbaanoriëntatie, lob in de tweede fase l Uitstroomdossier uit: lob in de tweede fase
Archief uploaden
Als mentor kunt u vanuit uw mentoraccount bij een of meer leerlingen rechtstreeks een Word-, pdf- en Excel-bestand uploaden. Dat kan bijvoorbeeld een eigen opdracht zijn. l
Klik onder ‘Documenten/berichten’ op ‘Archief uploaden’. Er verschijnt een scherm zoals hiernaast is afgebeeld.
14
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
vervolg Archief uploaden
l
l
Door het menu ‘ALLE LEERLINGEN’ uit te rollen, is het mogelijk om een of meer leerlingen te selecteren. Klik daarna op ‘Toevoegen’.
Klik daarna op ‘Select’. Er zal een schermpje verschijnen met de mappen van de computer waarop u aan het werk bent. Maak daar uw keuze uit: l een Word-bestand; l een pdf-bestand; l een Excel-bestand; en vul een bestandsnaam in, links van de knop ‘Opslaan’. De volgende melding zal verschijnen: ‘Het bestand 'uw gekozen bestandsnaam' is opgeslagen in het archief van de leerling(en)’. Wanneer een leerling zijn portfolio opent, zal de melding verschijnen zoals hiernaast is afgebeeld. Pas wanneer de leerling het bestand een keer heeft geopend, zal de melding niet meer verschijnen. Let op! Het is daarna niet mogelijk om het geopende bestand rechtstreeks te bewerken. Echter, op het scherm van de leerling wordt uitgelegd hoe dat wel kan gebeuren. Daarna kan het bestand door de decaan of mentor worden ingezien en eventueel beoordeeld.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
Overzicht leerlingen
15
Onder de knop ‘Overzicht leerlingen’ worden de versies van keuzedossier genoemd waarmee uw leerlingen werken en de leerlingen die u als mentor begeleidt. Uw mentoraccount opent standaard met ‘Overzicht leerlingen’. Dit scherm is hieronder afgebeeld.
Alleen wanneer een leerling zich bij u als mentor heeft aangemeld, komt zijn naam in het 'Overzicht leerlingen' voor. Mocht een leerling zich bij een andere mentor hebben aangemeld of van mentor veranderen, dan moet de leerling dit zelf corrigeren via het tabblad ‘mijn persoonsgevens’. l Klik op ‘LOB vmbo BB/KB’ wanneer het scherm geen leerlingen toont. opdracht inzien
opdracht beoordelen
Van elke leerling kunt u de opdrachten inzien en beoordelen, indien dat van toepassing is. De vierkantjes naast de naam van de leerling corresponderen met de opdrachten die erboven genoemd worden. Voor de betekenis van de symbolen in de vierkantjes wordt hier verwezen naar bladzijde 20 van deze handleiding. Ga als volgt te werk om een opdracht te beoordelen. Klik op het vierkantje onder de opdracht die u wilt inzien of beoordelen. Er zal een nieuw scherm verschijnen met de betreffende opdracht. l Lees en beoordeel de opdracht en l klik daarna op de knop ‘Beoordelen’ direct boven de opdracht. Er verschijnt een scherm zoals hieronder is afgebeeld. l
In het kader kunt u uw opmerkingen noteren. l Activeer daarna de knop ‘Nee’ of ‘Ja’. De beoordeling staat standaard op ‘Nee’. l Klik vervolgens op de knop ‘Opslaan’. Het systeem toont nu vanzelf de volgende leerling. Wanneer deze leerling die opdracht nog niet heeft gemaakt, moet u onderaan op het scherm de knop ‘Volgende leerling’ activeren. l Nadat de laatste leerling van de lijst is beoordeeld keert het systeem terug naar het ‘Overzicht leerlingen’.
overzicht opdrachten afdrukken
l
Als u klikt op de knop ‘Overzicht opdrachten afdrukken’ wordt een pdf samengesteld met het hierboven afgebeelde scherm.
gegevens leerlingen
l
Als u klikt op de knop ‘Gegevens leerlingen’ ziet u een lijst van alle leerlingen met hun klascodes, e-mailadressen, gebruikersnamen en serienummers.
16
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
Naslag en Links
Als u klikt op ‘Naslag en Links’ ziet u alle knoppen die bij de verschillende versies van keuzedossier in het portfolio van de leerling voorkomen. l
l
Begrippen Het betreft een begrippenlijst van de woorden die in het werkboek schuingedrukt zijn. Doorstroomrechten Het betreft de eisen die de hbo- en de wo-opleidingen stellen aan de profielen van havo-, vwo- en gymnasiumleerlingen.
De overige knoppen worden bij verschillende opdrachten van verschillende versies van keuzedossier geraadpleegd.
Web opleidingen
Onder de knop ‘Web opleidingen’ bevinden zich vier links naar de websites van alle vervolgopleidingen in Nederland. Deze knoppen staan ook in het portfolio van de leerling. De knoppen verbinden de leerlingen direct door met een website die geraadpleegd moet worden bij een bepaalde opdracht. Het betreft: l WO universiteiten en ander wetenschappelijk onderwijs l HBO hogescholen l MBO AOC’s en ROC’s l Overig defensie en politie
16 persoonstypen
Onder de knop ‘16 persoonstypen’bevinden zich beknopte beschrijvingen van de 16 persoonstypen, zoals de methode keuzedossier die op basis van de typologie van C.G. Jung onderscheidt. Op basis van deze 16 persoonstypen: zijn alle opdrachten in het werkboek samengesteld; l zijn vijf testen ontwikkeld die steeds een ander aspect van de persoon van de leerling onderzoeken. l
PZO
Deze vijf testen worden het Persoonlijkheids Zelf Onderzoek genoemd, kortweg PZO. Het PZO wordt aangeboden in de volgende versies. l loopbaanoriëntatie vmbo in de bovenbouw l profielkeuze havo/vwo l profielkeuze gymnasium l lob in de tweede fase Wanneer een van de vier knoppen onder ‘16 persoonstypen’ wordt geactiveerd, verschijnt een scherm zoals op de volgende bladzijde is afgebeeld.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
17
vervolg PZO
Door op een van de zestien cijfers te klikken, verschijnt naast het schema een beknopte beschrijving van het betreffende persoonstype. Hieronder een voorbeeld van persoonstype 13 onder de knop ‘profielkeuze’.
algemeen
Onder de knop ‘algemeen’ worden kernachtige beschrijvingen van de zestien persoonstypen gegeven ter informatie van decaan en mentor. Deze beschrijvingen worden niet in het portfolio van de leerling gepresenteerd.
vmbo-mbo
Onder de knop ‘vmbo-mbo’ worden beschrijvingen gepresenteerd ten behoeve van de vmbo-leerlingen. Deze beschrijvingen worden ook in het portfolio van de leerling gepresenteerd.
havo/vwo gymnasium
Onder de knoppen ‘havo/vwo’ en ‘gymnasium’ worden beschrijvingen gepresenteerd ten behoeve van de havo/vwo- en gymnasiumleerlingen. Naast een beschrijving wordt ook het volgende genoemd: enkele passende beroepen; enkele passende vaardigheden; enkele passende profielen. Deze beschrijvingen worden ook in het portfolio van de leerling gepresenteerd.
LOB tweede fase
Onder de knop ‘lob tweede fase’ worden beschrijvingen gepresenteerd ten behoeve van de leerlingen in de bovenbouw van havo, vwo en gymnasium. Naast een beschrijving wordt ook het volgende genoemd: passende vervolgopleidingen voor hbo; wo. Deze beschrijvingen worden ook in het portfolio van de leerling gepresenteerd.
18
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
hoofdstuk
2
digitaal portfolio van de leerling Naast het werkboek maakt de leerling gebruik van een zogenoemd digitaal portfolio. Dit wordt geopend en gearchiveerd via de site www.keuzedossier.nl. uniek serienummer
l
l
l
controlenummer
gebruikersnaam wachtwoord
Achter op het werkboek van de leerling staat een uniek serienummer. Met behulp van dit serienummer en het controlenummer van de school activeert de leerling zijn digitaal portfolio. Een serienummer begint altijd met twee cijfers, die het schooljaar aangeven waarin het serienummer geactiveerd kan worden, bijvoorbeeld 15 van schooljaar 2015-16. Een serienummer kan alleen geactiveerd worden in het schooljaar dat wordt aangegeven door de eerste twee cijfers. In genoemd voorbeeld is dat uitsluitend van augustus 2015 tot juli 2016. De serienummers (lees: portfolio’s) van de versie ‘LOB in de onderbouw vmbo BB/KB’ zijn twee achtereenvolgende schooljaren actief.
Elke school krijgt van de uitgeverij een uniek controlenummer toegekend. Het controlenummer is voor alle leerlingen, de decaan en mentoren van een school hetzelfde. Zodra de decaan van een school een mentoraccount aanmaakt, ontvangt de betreffende mentor een e-mail met: l het controlenummer van de school; l een gebruikersnaam; l een wachtwoord. Op bladzijde 4 en 5 van het werkboek worden aan de leerling instructies gegeven om het serienummer te activeren. Pas daarna komt de leerling voor in het ‘Overzicht leerlingen’ in uw mentoraccount. Tijdens de activeringsprocedure van het serienummer wordt aan de leerling zijn gebruikersnaam toegekend en kan hij zelf een wachtwoord kiezen. De leerlingen kunnen het controlenummer en de gebruikersnaam noteren op de allereerste bladzijde van het werkboek.
inloggen als leerling
Het is raadzaam om als mentor het serienummer op de achterkant van uw gebruikersexemplaar te activeren, alsof u een leerling bent. Bij deze activeringsprocedure (bladzijde 4 en 5 van het werkboek) moet u zichzelf als mentor kiezen. Let op: als 'leerling' krijgt u een andere gebruikersnaam en wachtwoord dan als mentor. Daarna kunt u alle opdrachten een keer als ‘leerling’ doorlopen om voorbereid te zijn op vragen en opmerkingen van de leerlingen. controlenummer, gebruikersnaam en l wachtwoord, verschijnt een scherm zoals hiernaast op bladzijde 19 is afgebeeld. Wanneer de leerling inlogt met zijn
l l
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
navigatie
19
De verschillende onderdelen van het digitaal portfolio worden geactiveerd met behulp van zogenoemde tabbladen, zoals te zien in de afbeelding hierboven. Er zijn twee soorten tabbladen: 1 algemene tabbladen op de bovenste regel; 2 daaronder veertien tabbladen voor veertien opdrachten. Deze tabbladen staan ook onder elkaar rechts op het scherm. Door op een tabblad in de bovenste regel te klikken, wordt de inhoud van dat onderdeel geactiveerd. Er verschijnt een nieuw scherm. Het aangeklikte tabblad kleurt lichter, zodat te zien is welk onderdeel actief is. Bijvoorbeeld zoals hieronder afgebeeld: beroepen. Klikken op een van de tabbladen met een opdracht, zowel bovenin als rechts in de kolom, activeert de betreffende opdracht. Ook dit tabblad zal dan lichter kleuren.
Portfolio
portfolio
wachtwoord disclaimer e-mail je mentor e-mail je decaan
uitloggen
Links op het scherm bevindt zich een rij knoppen die onafhankelijk van de tabbladen kunnen worden geactiveerd. Bovenaan onder 'Home' bevindt zich de knop 'Portfolio'. l Door op de knop 'Portfolio' te klikken keert de leerling terug naar het allereerste scherm (afbeelding op deze bladzijde bovenaan). Klikken op het groene tabblad ‘Portfolio’ heeft hetzelfde effect. l Door te klikken op ‘Wachtwoord wijzigen’ kan de leerling zijn wachtwoord veranderen. l Onder de knop ‘Disclaimer’ wordt de aansprakelijkheid van de uitgeverij vermeld. l De leerling kan rechtstreeks vanuit zijn portfolio een e-mail aan u als mentor of aan zijn decaan versturen. De knoppen op het onderliggende scherm functioneren hetzelfde als in uw mentoraccount (zie bladzijde 13). l Door te klikken op ‘Uitloggen’ keert de leerling terug naar het beginscherm van www.keuzedossier.nl.
20
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
Naslag en Links
Klikken op 'Naslag en Links' geeft de volgende knoppen te zien. l Begrippen Het betreft een begrippenlijst van de woorden die in het werkboek schuingedrukt zijn. l beroepen-filmpjes Dit is een link naar ‘ROC.nl’, met een groot aantal filmpjes over allerlei verschillende beroepen.
Nadat een leerling is ingelogd, krijgt hij een scherm te zien zoals bovenaan op bladzijde 19 van deze handleiding is afgebeeld. Op dit scherm is rechts een kolom met de veertien digitale opdrachten te zien zoals hiernaast is afgebeeld. Deze kolom toont in een oogopslag wat de stand van zaken is: l welke opdrachten nog niet zijn uitgevoerd: het vierkantje is wit; l welke opdrachten zijn uitgevoerd en nog niet beoordeeld door de mentor: het vierkantje is oranje; l welke opdrachten door de mentor zijn beoordeeld en goed bevonden: ✔ er staat een vinkje over het vierkantje; l welke opdrachten door de mentor zijn beoordeeld en nog onvoldoende zijn: er staat een rood kruis in plaats van een vierkantje. ✘ Een groen vierkantje is voor de versie ‘LOB onderbouw vmbo BB/KB’ niet van toepassing. l
l
Alleen de mentor kan via zijn account een opdracht van een leerling inzien en beoordelen. De decaan kan de opdracht wel inzien, maar niet beoordelen. Wanneer de leerling een negatief beoordeelde opdracht opnieuw heeft gemaakt, verdwijnt het rode kruis en wordt het vierkantje voor de opdracht weer oranje.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
21
22
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
hoofdstuk
3
vernieuwing vmbo arbeidsmarkt
loopbaancomptenties
De arbeidsmarkt is continu in beweging. De werknemer van nu wordt verondersteld voortdurend loopbaankeuzes te maken en flexibel in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Het is belangrijk dat deze vaardigheid zo vroeg mogelijk wordt aangeleerd. Binnen het voortgezet onderwijs krijgt Loopbaan-Oriëntatie en Begeleiding (LOB) daarom een prominente rol. De leerling gaat voortdurend werken aan zijn zogenoemde loopbaancompetenties. In keuzedossier worden dit LOB-competenties genoemd. LOB-competenties zijn vaardigheden die de leerling inzet bij nieuwe loopbaanervaringen en het maken van loopbaankeuzes. In de LOB-scan van de VO-raad (2006) onderscheiden Frans Meijers en Marinka Kuijpers op basis van onderzoek onder werknemers vijf loopbaancompetenties. Uit dit onderzoek blijkt dat deze loopbaancompetenties van belang zijn om al werkend en lerend zelfsturing aan te brengen in de loopbaan. l l l l l
LOB is een proces.
kwaliteitenreflectie motievenreflectie werkexploratie loopbaansturing netwerken
Wat kan ik en hoe weet ik dat? Waar ga en sta ik voor? Waar ben ik op mijn plek? Hoe bereik ik mijn doel? Wie kan mij daarbij helpen?
De groene stippellijn in de afbeelding hierboven wil aangeven dat LOB een proces is waarbij de vijf LOB-competenties elkaar voortdurend beïnvloeden en samen een leerproces vormen. Dit leerproces van onderzoeken, vragen en reflecteren moet als een rode draad door het onderwijs lopen. Structurele aandacht voor LOB zal het studiesucces en de studiemotivatie van de leerling verhogen en maakt dat de leerling optimaal wordt voorbereid om zelfstandig loopbaankeuzes te maken. keuzedossier besteedt zowel in de onderbouw als in de bovenbouw structureel aandacht aan de vijf LOB-competenties. Aan het einde van de tweede leerjaar volgt de eerste belangrijke loopbaankeuze: het kiezen van een profiel. Er kan gekozen worden uit tien profielen.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
tien profielen
beroepsoriënterend beroepsgericht
EO HBR G ZW BWI PIE M&T MVI MaT D&P
23
economie en ondernemen horeca, bakkerij en recreatie groen zorg en welzijn bouwen, wonen en interieur produceren, installeren en energie mobiliteit en transport media, vormgeving en ICT maritiem en techniek dienstverlening en producten
D&P is een beroepsoriënterend profiel, de andere negen profielen zijn beroepsgericht. De overheid heeft binnen een wettelijk kader vastgelegd waaraan profielen en LOB moeten voldoen, maar scholen kiezen zelf welke profielen en keuzevakken ze aanbieden en hoe LOB binnen de school wordt vormgegeven.
BB en KB
Elke leerling in de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerwegen kiest een van de tien profielen als basis en vult het profiel vervolgens aan met twee algemene profielvakken en vier keuzevakken waarin hij zijn kennis kan verbreden of verdiepen.
GL
Een leerling in de gemengde leerweg kiest naast zijn profiel twee algemene profielvakken, twee keuzevakken en een algemeen vormend vak.
TL
De vernieuwing geldt niet voor TL-leerlingen. De bestaande vier sectoren (techniek, zorg en welzijn, economie, landbouw) worden vanaf 1 augustus 2015 profielen genoemd.
bovenbouw
Iedere leerling in de bovenbouw volgt een gemeenschappelijk deel dat voor iedereen hetzelfde is, een profieldeel en een vrij deel waarin de keuzevakken gekozen worden.
mentor als coach
Met de ‘vernieuwing-vmbo’ gaan leerlingen steeds meer zelf hun LOBproces sturen. Daardoor verandert uw rol van mentor in die van coach, iemand die handelt in interactie met de ervaringen, wensen en mogelijkheden van de leerling. Het gaat er vooral om dat u, als een coach vanaf de zijlijn, aanmoedigt en aanwijzingen geeft. U laat de leerlingen zelf nadenken hoe ze zaken kunnen aanpakken of veranderen en met wie ze hierover in gesprek kunnen gaan. Hiermee ontwikkelen ze eigen initiatieven in hun loopbaanproces en kunnen ze op termijn een realistisch, passend en haalbaar toekomstbeeld in de wereld van werk voor zichzelf vormen. Op deze manier zal de leerling uitgedaagd worden om zelf op zoek te gaan naar zijn passie, wensen, mogelijkheden en onmogelijkheden om zijn toekomst vorm te geven. Hieronder volgt voor elke LOB-competentie een toelichting. In de bijlage op bladzijde 71 van deze handleiding treft u ondersteuning aan bij een zogenoemd loopbaanreflectiegesprek.
kwaliteitenreflectie
Wat kan ik en hoe weet ik dat? Bij kwaliteitenreflectie gaat de leerling zijn talenten onderzoeken en ontdekken welke sterke kwaliteiten bij hem passen, maar ook graag verder zou willen ontwikkelen. De leerlingen weet van zichzelf wat zijn
24
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
sterke en minder sterke kwaliteiten zijn. In dit proces is het belangrijk dat de leerling zijn kwaliteiten gaat ontdekken, herkennen en erkennen, waardoor hij kan inschatten welke kwaliteiten hij graag verder wil ontwikkelen. Dit kan hij doen door het uitvoeen van verschillende opdrachten en met het kwaliteitenspel, maar ook door ervaringen op te doen tijdens stage, sporten, hobby’s of andere schoolse en buitenschoolse situaties. Het is van belang dat de leerling wordt uitgedaagd om zichzelf positief te richten op loopbaanervaringen en uiteindelijk zijn talenten in verband te brengen met de wereld van werk en zijn toekomstige studie- en werkloopbaan.
motievenreflectie
Waar ga en sta ik voor? Bij motievenreflectie gaat de leerlingen onderzoeken wat hem boeit, waar hij voor wil gaan en waarom dat belangrijk voor hem is. Persoonlijke (werk)waarde en wensen staan centraal binnen deze competenties. Op het moment dat de leerling steeds beter weet welke beroepsrichtingen hem aanspreken en wat voor soort werkomgeving bij hem past kan hij zichzelf de vraag stellen: ‘wat past dan echt bij mij en wat wil ik daarin bereiken’? Door het creëren van een arbeidsidentiteit en te ontdekken op wat voor manier je voor jezelf en voor anderen van betekenis wilt zijn in wat voor soort werkomgeving kan de leerling steeds bewuster sturing geven aan zijn loopbaan. Hierin is het van belang dat de leerling met anderen over zijn toekomst kan praten en zijn wensen en ambities kan bespreken. Daarnaast zal de leerling zelf situaties moeten gaan ontdekken waarin hij merkt welke waarden voor hem belangrijk zijn en welke hij in zijn toekomstige werkplek terug wil zien.
werkexploratie
Waar ben ik op mijn plek? Bij werkexploratie gaan de leerlingen de wereld van werk en het begrip arbeid onderzoeken en ervaren. Door leerlingen kennis te laten maken met verschillende beroepen, maar ook met werksituaties in bijvoorbeeld de vorm van een stage, kan hij voor zichzelf een beeld krijgen van de inhoud van verschillende beroepen en welke beroepscompetenties daarvoor nodig zijn. Op deze manier weet hij welke beroepscompetenties hij zou willen ontwikkelen en is het van belang dat hij leert om deze in verband te brengen met zijn kwaliteiten en motieven. Hierbij is het ook van belang dat in dit proces niet alleen beroepsinhoudelijke aspecten aan bod komen, maar ook onderwerpen zoals werk- en organisatiecultuur evenals de ontwikkelingen in het werkveld. Zodoende kunnen leerlingen zich de vraag stellen: ‘wat is realistisch en haalbaar’. Op deze manier kan de leerling steeds beter een realistisch en passend beroepsbeeld ontwikkelen en zijn loopbaankeuzes daarop aanpassen.
loopbaansturing
Hoe bereik ik mijn doel? Bij loopbaansturing gaat het erom dat de leerling gaat nadenken op wat voor manier hij zijn doel kan bereiken en ervoor kan zorgen dat hij het beste uit zichzelf haalt bij het maken van een belangrijke loopbaankeuze. Loopbaansturing is toekomstgericht en door de ontwikkeling van voorgaande competenties weet de leerling steeds beter welke kant hij op wil en kan hij zijn keuzes daarop baseren. Bij het nemen van een belangrijke keuze is het van belang dat de leerling stilstaat bij wat hij over zichzelf te weten is gekomen. Of dit voldoende is of dat er nog iets gedaan moet worden en welke vervolgstappen eventueel nog nodig zijn om zijn doel te bereiken. Het doel binnen de studieloopbaan van leerlingen is het beroepsdoel en de opleiding is het middel om dat te bereiken. Het is de kunst dat de leerling gaat inzien welk beroepsdoel ervoor zorgt dat hij het beste uit zichzelf kan halen en wat er nog voor nodig is om dat te bereiken.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
netwerken
25
Wie kan mij daarbij helpen? Bij netwerken gaat het erom dat de leerling leert om zijn netwerk in te zetten. Zodoende kan hij bepalen wie hem het best kan helpen om zijn doel te bereiken en te worden wie hij wil zijn. Netwerkontwikkeling is gericht op het opbouwen, gebruiken en onderhouden van een netwerk. De leerling gaat onderzoeken wie hem bij welke vragen of onderwerpen kan helpen, hoe hij iemand kan benaderen, wat hij van diegene kan vragen en hoe hij dit contact kan onderhouden. In de loopbaan van jongeren zal het netwerk in eerste instantie klein zijn en gericht op contacten binnen school en familie. Als ze op jonge leeftijd het nut leren inzien van het inzetten van een netwerk, zal dit netwerk zich op latere leeftijd steeds meer gaan verbreden. Het laat ook zien dat leerlingen zelfvertrouwen krijgen en zelfredzaam zijn omdat ze goed kunnen inschatten op welke gebieden ze hulp in willen schakelen om hun doel te bereiken.
26
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
hoofdstuk
4
gebruiksaanwijzingen werkboek inleiding
Dit hoofdstuk van deze docentenhandleiding is bedoeld voor de mentor die de leerlingen gaat begeleiden bij het gebruik van het werkboek en het digitaal portfolio. Daarom wordt de mentor vanaf nu in deze docentenhandleiding persoonlijk aangesproken. Op de volgende bladzijden treft u per hoofdstuk uit het werkboek: l inhoud; l toelichting; l aanpak.
omvang lessen
Het werkboek bestaat uit acht hoofdstukken, waarvan hoofdstuk 1 en 2 in het eerste leerjaar behandeld kunnen worden. Elk hoofdstuk bestaat uit zes paragrafen. Elke paragraaf begint op een nieuwe bladzijde en sluit af met een opdracht. De methode geeft stof voor ongeveer 20 lessen, maar kan in de basisberoepsgerichte leerweg misschien meer tijd kosten. Het hangt van de visie van uw school af, hoeveel tijd er aan LOB kan worden besteed. De hoofdstukken 1 t/m 5 en de hoofdstukken 7 en 8 kunnen in principe elk in 2 á 3 lesuren worden behandeld. Totaal betekent dat 14 tot 21 lesuren. Daarnaast moeten de leerlingen tijd besteden aan het portfolio en de digitale opdrachten. Dit laatste kan op school, maar ook thuis, gebeuren. Ook kunt u ervoor kiezen om bepaalde opdrachten thuis te laten maken en ze vervolgens in de klas te behandelen.
werkvormen
De leerstof is zo samengesteld dat er op elke bladzijde na een korte introductietekst een opdracht met meerdere onderdelen volgt. Vanwege het eenvoudige en heldere taalgebruik kan de leerling veel opdrachten zelfstandig uitvoeren. Desondanks zal een uitleg door u als docent verhelderend werken. Na zo’n uitleg kunt u een werkvorm kiezen die voor uw groep het meest geschikt is. Er kan klassikaal gewerkt worden, maar ook in groepjes van twee of drie leerlingen. Soms is het aan te bevelen individueel te laten werken om de eigen mening van de leerling te bevorderen. U kunt iedere les wisselen met werkvormen en organisatievormen, waardoor de motivatie van de leerling gewaarborgd blijft. Ondanks het streven van de auteurs naar eenvoudig taalgebruik, zal het taalniveau van de leerlingen grote invloed hebben op de vrijheid waarmee ze met de opdrachten kunnen omgaan. Een geschikte manier is, om de leerlingen de stukjes tekst te laten lezen en ze daarna de bijbehorende opdracht te laten maken. Als dat is gebeurd, kunt u de tekst nog even kort toelichten en aan enkele leerlingen vragen wat zij hebben geantwoord. Door toelichting te vragen of de reactie van andere leerlingen te peilen, kunt u verdieping aanbrengen of discussies ontlokken. Bij sommige opdrachten wordt de
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
27
medewerking van de ouders of verzorgers gevraagd. Andere opdrachten moeten de leerling thuis maken of voorbereiden. In de volgende les kunt u daar op terugkomen.
ouderparticipatie
Het is gemakkelijk voor ouders of verzorgers om hun zoon of dochter de vrije hand te geven bij de keuze van een profiel. "Ze moeten het toch zelf doen", is een veelgehoorde opmerking. Toch wil keuzedossier door middel van ouderparticipatie de ouders of verzorgers betrekken bij de keuze van een profiel en bijbehorende profiel- en keuzevakken.. De invloeden van buitenaf zijn groot. De betrokkenheid van de ouders of verzorgers is van belang voor de leerling. Hij moet voelen dat hij er niet alleen voor staat. Tijdens een oudergesprek kunnen uit het portfolio veel gegevens worden gehaald om bij het gesprek te gebruiken. Wanneer de medewerking van de ouders of verzorgers wordt gevraagd, staat het symbool zoals hiernaast afgebeeld voor de opdracht in het werkboek.
huiswerk
Een aantal opdrachten, zoals die met de ouderparticipatie, zal thuis gemaakt moeten worden. Wanneer dat het geval is, staat duidelijk vermeld in de methode. Verder kan het aantal beschikbare uren invloed hebben op het wel of geen huiswerk meegeven. U kunt dat als docent zelf bepalen. Een leerling die een les gemist heeft, kan uiteraard thuis de stof inhalen.
belang van het keuzeproces toelichting
aanpak
Bladzijde 4 tot en met 7 vormen een introductie om te leren hoe de methode werkt en hoe de leerling met het digitale deel van de methode kan werken. Het digitale deel van het portfolio wordt geactiveerd op keuzedossier.nl. Het is van wezenlijk belang dat de leerling vanaf het begin het belang van het keuzeproces begrijpt. Motivatie is hier belangrijker dan kennis. In een klassengesprek kan aan de leerlingen gevraagd worden wat ze vinden van LoopbaanOrientatieBegeleiding, wat dit voor hen betekent en hoe zij hun toekomst zien. De reacties zullen uiteraard uiteenlopen. Vat de reacties samen. Probeer de leerlingen te motiveren en weerstanden weg te nemen. Vraag aan leerlingen die denken het al precies te weten, wat ze willen gaan doen, hoe ze aan die keuze gekomen zijn en waarom ze denken dat het een goede keuze is. Wijs op het belang van een goede onderbouwing van elke keuze en het hebben van alternatieven. Leg uit dat het werken met keuzedossier en vooral het portfolio hen daarbij helpt.
omvang les
Bladzijde 4 tot en met 7 kunnen in één les in het computerlokaal worden uitgevoerd. Op de volgende bladzijde treft u aanwijzingen voor deze inleidende les aan.
28
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
les 1 serienummer activeren Voorafgaand aan de werkelijke lessen maakt u de leerlingen wegwijs op www. keuzedossier.nl. Besteed één lesuur aan het activeren van het digitaal portfolio en het toelichten van de verschillende schermen. Neem als voorbereiding op deze les eerst zelf bladzijde 4 tot en met 7 van het werkboek door. De leerlingen hebben de volgende gegevens nodig. 1 Het controlenummer van uw school; de decaan kent dit controlenummer. 2 Het unieke serienummer dat op de achterkant van het omslag van ieder werkboek staat. l l
l l
blz. 5
l
blz. 6
l
blz. 7
l
Vraag de leerlingen er pen en papier bij te nemen. Wijs uitdrukkelijk het serienummer aan op de achterkant van het omslag van het werkboek. De letters in het serienummer zijn hoofdletters. De gebruikersnaam wordt door de computer samengesteld. Het wachtwoord kan de leerling zelf kiezen. Een wachtwoord mag niet langer zijn dan acht tekens. Vraag het wachtwoord even te noteren. Alleen met een bestaand e-mailadres krijgt de leerling zijn inlogcodes per e-mail toegezonden. Het wachtwoord kan gewijzigd worden via de knop ‘Wachtwoord wijzigen’ links op het scherm, nadat de leerling is ingelogd. Via het tabblad ‘mijn persoonsgegevens’ en daarna de knop ‘Wijzigen’ kan de leerling een foto van zichzelf toevoegen.
Op bladzijde 18 van deze handleiding heeft u kunnen lezen op welke manier u uw eigen account kunt openen. Via dit mentoraccount kunt u zien welke leerling zijn digitaal portfolio heeft geactiveerd. Wanneer een leerling niet in uw ‘Overzicht leerlingen’ voorkomt, betekent dit het volgende. 1 De leerling heeft zijn portfolio nog niet geactiveerd. 2 De leerling heeft tijdens de activeringsperiode de naam van een andere mentor geactiveerd. In geval van 2 moet de leerling dit zelf corrigeren. Dit gebeurt via het tabblad ‘mijn persoonsgegevens’ en vervolgens de knop ‘Wijzigen’. Zorg ervoor dat de leerlingen aan het begin van de volgende les hun digitaal portfolio hebben geactiveerd. Bepaal zelf welke functies van het digitaal portfolio u toelicht tijdens deze inleidende les. Besteed in ieder geval aandacht aan de volgende onderdelen. l inloggen via www.keuzedossier.nl l uitloggen l wachtwoord wijzigen l tabblad ‘mijn persoonsgegevens’ l tabblad ‘beroepen’ l tabblad ‘opleidingen’ l tabblad ‘archief’
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
hoofdstuk 1 toelichting
29
kiezen
De leerling wordt zich in dit hoofdstuk bewust wat kiezen eigenlijk is. Kiezen is in dit hoofdstuk nog niet gekoppeld aan een van de vijf LOBcompetenties. De leerlingen maken aan de hand van de opdrachten kennis met het proces van 'jezelf leren kennen'. Door de overstap die de leerling gemaakt heeft van de basisschool naar het voortgezet onderwijs gaat er een wereld aan mogelijkheden open. Kiezen kun je leren en om bewust te kiezen, moet je jezelf leren kennen. Daarbij is bij het bewust kiezen zelfvertrouwen belangrijk. De leerling gaat onderzoeken wanneer er keuzes gemaakt worden en wie daarbij allemaal van invloed kunnen zijn. Kiezen is nadenken en voor sommige leerlingen erg lastig. De leerling wordt zich ervan bewust wie hij nodig heeft bij belangrijke keuzes. Tenslotte wordt het de leerling duidelijk wanneer hij de juiste juiste keuze heeft gemaakt en hoe hij dit heeft aangepakt. De ouders of verzorgers worden er in dit hoofdstuk direct bij betrokken. Hierdoor komt er een externe dialoog op gang die van groot belang is bij LOB. Ouders zijn in het keuzeproces grote beïnvloeders die op een objectieve en positieve manier bij het proces moeten worden betrokken.
inhoud
l l l l l l l
omvang in tijd
op ontdekkingstocht portfolio kiezen wanneer doe je dat? Kiezen, maar hoe? wie heb ik nodig? de juiste keuze in hoofdstuk 1 heb ik geleerd:
opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 opdracht 5 opdracht 6
Dit hoofdstuk kan in één lesuur of in twee lesuren worden behandeld. Dit is afhankelijk van de (digitale) opdracht 2 op bladzijde 11 van het werkboek, die over persoonsgegevens gaat. De leerling heeft hiervoor internet nodig. Geef opdracht 4 op bladzijde 13 van het werkboek op als huiswerk. U kunt deze opdracht toelichten wanneer de leerlingen klaar zijn met de digitale opdracht 2 op bladzijde 11 van het werkboek. l
l
Behandel in de eerste les opdracht 1 tot en met 3 en geef uitleg over de digitale opdracht 4. Behandel in de tweede les opdracht 4 t/m 6.
30
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
§1 5 min.
toelichting
blz. 10
op ontdekkingstocht
Bij deze opdracht 1 ligt de nadruk op de overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs. Dit is het startpunt van de ontdekkingstocht en het gaan maken van belangrijke keuzes. Er zijn geen goed of foute antwoorden. Neem de informatietekst in het werkboek met de leerlingen door. U kunt daarna in een klassengesprek aan leerlingen vragen hoe ze de overstap hebben ervaren. Probeer te benadrukken dat iedereen mogelijkheden heeft en dat je kunt leren kiezen.
5 min. (1A t/m 1C)
opdracht 1A
Bij deze opdracht wordt er een duidelijke aanzet gegeven met betrekking tot het thema kiezen. De leerling geeft aan op wat voor manier hij gekozen heeft voor de nieuwe school. Het wordt ook duidelijk bij welke leerlingen de ouders betrokken zijn geweest in dit keuzeproces.
opdracht 1B
Deze opdracht geeft een goede indicatie van leerlingen die minder zelfvertrouwen hebben en moeite hebben met kiezen.
opdracht 1C
Hier wordt duidelijk of de leerling het belangrijk vindt om met mensen te praten over de toekomst en om belangrijke keuzes te maken.. De leerling mag hier meerdere antwoorden aankruisen. Meerdere antwoorden laten zien, dat de leerling serieus met deze keuze is omgegaan.
§2 15 min.
toelichting
blz. 11
portfolio
Verhelder de informatietekst, in het bijzonder het woord ‘portfolio’, in een klassengesprek. Opdracht 2 gaat over verschillende persoonsgegevens en geeft meer inzicht in wie de leerling is en wat hij leuk vindt. Het gaat in feite over ‘jezelf leren kennen’. Het is mogelijk om de gegevens bij deze opdracht direct digitaal in te voeren. Wanneer er geen internet voorhanden is, geef opdracht 2 dan mee als huiswerk.
§3 5 min.
toelichting
blz. 12
Kiezen, wanneer doe je dat?
Het kiezen voor een opleiding of beroep is belangrijk voor de rest van je leven. Een verkeerde keuze kan vervelende gevolgen hebben. Bij opdracht 3 wordt de leerling zich ervan bewust dat je iedere dag keuzes maakt waar je al dan niet bij stil staat, en dat sommige keuzes belangrijker zijn dan andere keuzes. Kiezen is persoonlijk en iedereen doet dit op zijn eigen manier. Kiezen betekent ook dat je andere dingen niet kiest. Veel leerlingen vinden dit aspect lastig in het keuzeproces en gaan daardoor twijfelen of de keuze uitstellen.
5 min.
opdracht 3A t/m 3D
l l
5 min.
opdracht 3E
l
Lees de informatietekst klassikaal. Geef indien nodig extra uitleg. Laat de leerlingen opdracht 3A t/m 3D maken.
Na het maken van opdracht 3 kunt u de antwoorden centraal bespreken. Probeer goed door te vragen waarom de leerling kiezen juist gemakkelijk of moeilijk vindt. Door dit klassikaal te bespreken geeft dit herkenning, maar ook de mogelijkheid tot positieve beïnvloeding.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
§4 5 min.
toelichting
blz. 13
31
Kiezen, maar hoe?
Lees de informatietekst samen met de leerlingen. Hierin wordt duidelijk dat je in sommige gevallen met je gevoel kiest en in andere gevallen met je verstand. Bij zeer belangrijke keuzes is het van belang dat je zowel met je verstand als met je gevoel kiest. Ook opdracht 4 staat nog los van het kiezen van een opleiding of beroep, maar geeft de leerling wel inzicht in hoe hij kiest. Na opdracht 4 kan in een klassengesprek duidelijk worden dat je in sommige situaties anders kiest, vooral bij zeer belangrijke keuzes. Laat de leerlingen hun uitslag toelichten en vraag naar concrete voorbeelden uit het dagelijks leven.
5 min.
opdracht 4A
Er zijn verschillende manieren van kiezen. Door de leerlingen opdracht 4A te laten maken, komen ze erachter welke manier van kiezen op dit moment bij ze past. Opdracht 4 is gebaseerd op de typologie van Carl Gustav Jung. Jung, een Zwitserse psychiater, onderscheidde vier persoonstypen. De groene benamingen zijn van Jung, de rode benamingen worden in keuzedossier gebruikt.
10 min.
intuïtief type bedenker gewaarwordingstype doener denktype onderzoeker voeltype helper
Dit type is overwegend theoretisch, artistiek, fantasievol, beschouwend en ruimdenkend ingesteld. Dit type is overwegend praktisch, uitvoerend, concreet, technisch en fysiek ingesteld. Dit type is overwegend rationeel, gestructureerd, organisatorisch, cijfermatig en objectief ingesteld. Dit type is overwegend gevoelsmatig, zorgzaam, empatisch, teamgericht en subjectief ingesteld.
Het onderzoekje bij opdracht 4 is een eerste, zeer algemene persoonstypering, die gaandeweg de methode keuzedossier steeds verder verfijnd wordt. Uiteindelijk resulteert deze typering in leerjaar 4 in 16 persoonstypen. Meer informatie treft u aan in uw mentoraccount onder de knop ‘16 persoonstypen’ links op het scherm. opdracht 4B
De uitslag van opdracht 4 is altijd een combinatie van twee persoonstypen. Hieronder treft u de beschrijvingen aan van de zes mogelijke combinaties zoals de leerling die bij zijn uitslag gepresenteerd krijgt.
kiezen op de manier van een bedenker en een onderzoeker
Een goede keuze maken kost jou veel tijd. Jij wilt er telkens goed over nadenken. Welke keuzemogelijkheden zijn er allemaal? Hoe zou het zijn als ik voor het éne zou kiezen, of juist voor het andere? Je gebruikt hierbij veel je fantasie. Je vindt veel leuk maar je kunt maar voor één ding tegelijk kiezen. Het liefst zou je van alles een beetje kiezen. Neem daarom ruim de tijd. Dat is helemaal niet erg.
kiezen op de manier van een onderzoeker en een doener
Een keuze maken is een kwestie van plussen en minnen. Je schrijft op, wat de voordelen en de nadelen zijn van een keuze. Welke keuzemogelijkheden vallen dan af en welke zijn interessant om verder uit te zoeken? Voor jou is het maken van een keuze eigenlijk een soort onderzoekje. Daarbij gebruik je vooral je gezond verstand. Uiteindelijk rolt er één duidelijke keuze uit. Als je de keuze gemaakt hebt, blijf je erbij. Niemand brengt jou er meer vanaf.
32
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
kiezen op de manier van een doener en een helper
Jij bent niet iemand die veel tijd besteedt aan keuzes maken. Jij maakt liever snel een keuze zodat je weer verder kunt gaan. Je luistert vooral naar je gevoel. Voel je dat je naar links moet, dan ga je naar links. En als blijkt dat je beter naar rechts had kunnen gaan, ga je alsnog naar rechts. Je maakt keuzes waar je nú iets aan hebt. En later zie je wel weer verder. Daarom vind je het vaak lastig om belangrijke keuzes voor de toekomst te maken.
kiezen op de manier van een helper en bedenker
Bij het maken van een keuze luister je vooral naar je gevoel. Ook vraag je vaak de mening van anderen. Keuzes maken vind je soms een beetje eng, omdat je niet weet wat de anderen ervan zullen vinden. Je wilt het iedereen naar de zin maken. Voor jou is het belangrijk dat je telkens goed nagaat wat jijzelf wilt. Niet wat anderen willen. Een keuze moet voor jou goed voelen. Als een keuze jou gelukkig maakt is het een juiste keuze.
kiezen op de manier van een bedenker en doener
Het maken van een keuze duurt bij jou soms lang, maar het kan ook heel snel gaan. De ene keer neem je alle tijd en gebruik je je fantasie om tot een origineel idee of oplossing te komen. De andere keer weet je al meteen wat voor keuze je moet maken en ga je ermee aan de slag. Omdat jouw aanpak nogal verschillend kan zijn, zijn anderen soms verrast over de manier waarop jouw keuzes tot stand kunnen komen.
kiezen op de manier van een helper en onderzoeker
Bij het maken van een keuze zijn er mensen die vooral naar hun gevoel luisteren en er zijn mensen die vooral naar hun verstand luisteren. Jij kunt het allebei. Een keuze maken is daarom wel eens lastig, want volg je je gevoel of je verstand? Zowel met het gevoel als met het verstand kan iemand tot een goede keuze komen. Maar bij sommige keuzes is het belangrijk om zeker ook je verstand te gebruiken. Maak daarom niet te snel een keuze en overleg met anderen als je twijfelt.
opdracht 4C huiswerk
De ouders of verzorgers van de leerling worden bij deze opdracht betrokken. De opdracht kan worden meegegeven als huiswerk.
§5 toelichting 5 min.
blz. 14
Wie heb ik nodig?
Bij belangrijke keuzes is het goed om je keuze te bespreken met anderen. Hiervoor moet je weten wie je hierbij wilt betrekken. Welke persoon is voor jou belangrijk en hoe kan die persoon jou helpen in jouw keuzeproces? De leerlingen moeten zich hierbij terdege realiseren dat andere mensen je kunnen adviseren, maar dat je altijd zelf de keuze moet maken. Vanzelfsprekend wordt hier uitgegaan van een positieve invloed. Een negatieve invloed kan immers leiden tot een verkeerde keuze.
opdracht 5A
Leerlingen zetten een kruisje bij de personen met een positieve invloed. Een idool kan ook een positieve invloed hebben, zowel in de directe als indirecte omgeving.
opdracht 5B
Hier moet de leerling een voorbeeld geven van een positieve invloed. U kunt dit laten toelichten door de volgende vraag te stellen. ‘Bij welke keuze heeft deze persoon jou geholpen?’
opdracht 5C
Bij deze opdracht geeft de leerling aan op wat voor manier hij graag advies zou willen krijgen. Hierbij is het van belang dat de leerling weet waarom hij die mogelijkheid kiest. Daarom eindigt elke mogelijkheid met: 'omdat...'. Als je weet waar je zwakke kanten liggen, kun je juist op dat gebied advies vragen.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
33
Let op bij leerlingen die de laatste optie (‘Ik heb niemand nodig. Ik doe het alleen, omdat...’) aankruisen. Probeer bij deze leerlingen erachter te komen wat de echte reden is van dit antwoord.
§6 10 min.
toelichting
blz. 15
de juiste keuze
Bij een juiste keuze heb je weloverwogen onderzoek gedaan. Bij opdracht 6 gaan leerlingen een juiste keuze omschrijven aan de hand van de zogenoemde STAR-methode. Hierdoor komt de leerling tot meer zelfinzicht. Daarnaast kan deze opdracht het zelfvertrouwen van de leerling vergroten. Bij de STAR-methode zijn de eerste twee vragen het meest belangrijk. Hiermee leert de leerling een omschrijving te geven van de rol die hij speelde in een bepaalde situatie. Deze methode zorgt ervoor dat leerlingen concreet een situatie kunnen omschrijven. S T A R
van van van van
situatie taak aanpak resultaat
Wat was de situatie? Wat was de taak die je moest verrichten? Wat was je aanpak? Wat was het resultaat?
Leerlingen hebben vaak moeite met het argumenteren van het ‘waarom’ van een antwoord. Met de STAR-methode krijgen zij inzicht in hoe ze bepaalde zaken aangepakt hebben en of ze deze positief hebben afgerond. 10 min.
De leerling kiest zelf welke keuze hij zal omschrijven. Er worden zes eventuele onderwerpen gesuggereerd. Breid het lijstje gerust uit.
opdracht 6
samenvatting hoofdstuk 1 toelichting
huiswerk
blz. 16
Op deze bladzijde staat in het kort wat de leerling in dit hoofdstuk heeft geleerd. Geef eventueel opdracht 2 van bladzijde 19 als huiswerk voor de volgende les.
34
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
hoofdstuk 2 toelichting
over mezelf
In hoofdstuk 2 staat het zelfconcept van de leerling centraal. Er wordt daarom stilgestaan bij het zelfbeeld van de leerling. De leerling komt erachter dat iedereen anders is en om verschillende redenen andere dingen graag doet of een andere mening heeft. Met behulp van een persoonlijkheidsonderzoekje kan de leerling zich herkennen in één van de 4 persoonstypen die gebaseerd zijn op de typologie van Jung. Leerlingen kijken ook kritisch naar hun studiehouding en dat deze in relatie staat tot goede resultaten. Vervolgens gaan de leerlingen puzzelen en komen tot de ontdekking dat 'kiezen is jezelf leren kennen'.
inhoud
l l l l l l l
omvang in tijd
waar heb ik plezier in? waarom heb ik ergens plezier in? wat voor iemand ben ik? wat vind ik waardevol? geef jezelf een cijfer puzzel je mee? in hoofdstuk 2 heb ik geleerd:
opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 opdracht 5 opdracht 6
Dit hoofdstuk kan in één of in twee lesuren worden behandeld. Dit is afhankelijk van de digitale opdracht 2. Opdracht 3 is een huiswerkopdracht en moet samen met de ouders/verzorgers ingevuld worden.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
§1 blz. 18
35
Waar heb ik plezier in?
5 min.
toelichting
Als een leerling ergens plezier in heeft, dan is hij meestal ook opgewekt omdat het energie geeft. Door stil te staan bij activiteiten uit het dagelijks leven die de leerling fijn vindt om te doen, zal meer inzicht in het zelfbeeld worden verkregen. Op een later tijdstip kan de koppeling gelegd worden tussen 'wat vind ik fijn om te doen' en 'welke keuze wil ik maken voor mijn toekomst?' Het geeft u als mentor meer inzicht in het persoonstype van de leerling.
5 min.
opdracht 1A
laat de leerlingen bij deze opdracht aankruisen welke activiteit ze wel en niet leuk vinden om te doen. Het gaat hier voornamelijk om wel of geen plezier erin hebben.
5 min.
opdracht 1B
Na het invullen van de lijst moet de leerling een top 2 van activiteiten maken en beargumenteren waarom deze activiteiten plezierig zijn. Door de leerling te laten reflecteren wordt het zelfbeeld duidelijker. Laat leerlingen daarna ook aan elkaar vertellen waarom ze iets leuk vinden om te doen en of ze daar meer energie van krijgen.
§2 5 min.
toelichting
blz. 19
huiswerk
15 tot 20 min.
opdracht 2A
Waarom heb ik ergens plezier in?
In opdracht 1 hebben de leerlingen onderzocht welke activiteiten ze plezierig vinden om te doen. Bij opdracht 2 gaat de leerling ontdekken waarom hij ergens plezier in heeft en wordt de koppeling gelegd met de interessegebieden en de vier persoonstypen zoals die al op bladzijde 13 van het werkboek aan de orde kwamen. Geef deze opdracht als huiswerk indien er te weinig tijd is of wanneer de leerlingen tijdens de les niet de beschikking over internet hebben. Bij deze (digitale) opdracht gaat de leerling een rangorde aanbrengen in de acht interessegebieden en de vier persoonstypen. Dit gebeurt door vierentwintig maal aan te geven in welke mate de leerling zichzelf herkent in het betreffende type dat omschreven wordt. Het is aan te bevelen dat u, voorafgaande aan hoofdstuk 2, deze digitale opdracht zelf ook maakt. U zult zien dat, nadat de opdracht is uitgevoerd en opnieuw tabblad ‘blz. 19 opdracht 2’ wordt geactiveerd, de eerdere uitslag kan worden geraadpleegd. Wanneer de knop ‘Opnieuw beginnen’ wordt geactiveerd, wordt de eerdere uitslag gewist en kan de vorige uitslag niet meer geraadpleegd worden.
§3 toelichting blz. 20 opdracht 3A en 3B huiswerk
Wat voor iemand ben ik?
Opdracht 3 is een huiswerkopdracht omdat deze opdracht samen met de ouders of verzorgers gemaakt moet worden. Leg vooraf uit op welke manier de kruisjes gezet moeten worden en dat de kruisjes per rij opgeteld moeten worden. Zo krijgt u vier getallen naast elkaar. Het cijfer in de eerste kolom geeft de score voor 'bedenker' aan, de tweede voor de 'doener', daarna de 'onderzoeker' en tenslotte de 'helper'. bedenker
doener
onderzoeker
helper
36
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
Laat de leerlingen op de lijntjes noteren welke twee persoonstypen de hoogse score hebben. Slechts zeer zelden valt iemand uitgesproken onder één van de vier persoonstypen. In deze versie van keuzedossier wordt daarom gebruikt gemaakt van de twee persoonstypen met de hoogste score. 5 min.
opdracht 3C
Laat de leerlingen de uitslag van de test noteren.
§4 blz. 21
Wat vind ik waardevol?
5 min.
toelichting
Jezelf leren kennen is ook onderzoeken wat de leerling belangrijk vindt in zijn leven. Wat vindt hij belangrijk en waarom vindt hij dat.
10 min. (4A t/m 4D)
opdracht 4A
Indien mogelijk wordt er gewerkt in groepjes van twee of drie leerlingen, zodat de leerlingen dan het waarom van hun antwoorden aan elkaar kunnen vertellen.
opdracht 4B
Laat de leerlingen los van de lijst nog twee onderwerpen bedenken die zij samen wel en niet waardevol vinden. Op deze manier moeten de leerlngen samenwerken en respect hebben voor elkaars mening.
opdracht 4C
Laat de leerlingen aankruisen of de onderwerpen die ze waardevol vinden belangrijk zijn voor nu, later of nu én later en laat ze ook invullen waarom ze dat vinden.
opdracht 4D
Zie erop toe dat de leerlingen het antwoord persoonlijk geven. Anders gezegd: de leerling noteert voor zichzelf de belangrijkste waarden en waarom hij dat vindt.
§5 5 min.
toelichting
blz. 22
Geef jezelf een cijfer.
In dit onderzoekje komen de leerlingen erachter hoe hun studiehouding is als ze zichzelf vergelijken met andere leerlingen. Een goede studiehouding en goede resultaten hebben alles te maken met de volgende belangrijke factoren: l zelfvertrouwen hebben; l gemotiveerd zijn; l kunnen doorzetten bij tegenslag; l goed kunnen concentreren; l leren van fouten. De leerlingen kunnen elkaar met deze gegevens stimuleren. Dat is natuurlijk afhankelijk van de groep. U zult dat van tevoren moeten inschatten. Het is de bedoeling dat de goede werkers merken dat ze goed zitten en dat de twijfelaars het idee krijgen dat er nog het nodige te doen valt. Het is wel van belang om rekening te houden met de groep leerlingen die minder zelfvertrouwen heeft.
10 min.
opdracht 5 huiswerk
Laat de leerlingen de test individueel maken. Dit is een digitale opdracht die u ook kunt meegeven als huiswerk.
§6 5 min.
toelichting
blz. 23
Puzzel je mee?
Lees de informatietekst samen met de leerlingen. In deze opdracht ligt de nadruk op 'jezelf leren kennen is de basis voor weloverwogen en bewuste keuzes in de toekomst'.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
10 min. (6A en 6B)
37
opdracht 6A
Leg de oplossingsmethode van dit soort puzzels uit. Rond elk blauw vakje staan steeds acht letters. Eén van die acht letters komt daarbij tweemaal voor. Die letter moet in het blauwe vakje worden ingevuld. Als voorbeeld is in het 4e vakje van rechts in de boventste rij de letter Z al ingevuld.
opdracht 6B
De gevonden letters worden achter elkaar, van links naar rechts en van boven naar onder, ingevuld in de hokjes naast opdracht 6B. K I J L K
I S E E E
E Z E N Z E L F R E N N N E N
Om dit hoofdstuk af te sluiten kunt u in een klassengesprek bespreken waarom het belangrijk is om jezelf te kennen. Vraag ook wie zichzelf al een beetje kent en laat de leerling vertellen welke ontdekking hij gedaan heeft.
samenvatting hoofdstuk 2 toelichting
blz. 24
Op deze bladzijde staat in het kort wat de leerling in dit hoofdstuk heeft geleerd. Eventueel kunt u bepaalde onderwerpen met hen doornemen ter voorbereiding op hoofdstuk 3 'mijn talenten'. Hierin gaan ze zichzelf nog beter leren kennen en gaan ze aan de slag met de LOB-competentie kwaliteitenreflectie.
38
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
hoofdstuk 3 toelichting
mijn talenten
Een keuzeproces kan teruggebracht worden tot vijf centrale vragen die elk een vertaling zijn van de respectievelijke LOB-compentie (blz. 22). 1 kwaliteitenreflectie Wat kan ik en hoe weet ik dat? 2 motievenreflectie Waar ga en sta ik voor? 3 werkexploratie Waar ben ik op mijn plek 4 loopbaansturing Hoe bereik ik mijn doel? 5 netwerken Wie kan mij helpen? In dit hoofdstuk wordt op een positieve manier gewerkt aan een antwoord op de vraag ‘Wat kan ik en hoe weet ik dat?’ De leerling gaat op zoek naar zijn talenten. Direct aan het begin van het hoofdstuk geeft de leerling aan waar hij het meest nieuwsgierig naar is. Op de laatste bladzijde van het hoofdstuk worden conclusies getrokken en vervolgactiviteiten gepland. Zo komt ook de LOB-competentie netwerken aan bod. Deze acties worden zichtbaar gemaakt in de zogenoemde competentiemeter onder het tabblad ‘LOB-competent’. De basis van een gedegen studie- en beroepskeuze is de bewustwording van sterke en minder sterke vaardigheden. Het ontdekken, herkennen en benoemen van talenten is een levenslang proces. Bij kwaliteitenreflectie ligt de focus ligt op de positieve kant van loopbaanontwikkeling. Waar ben ik goed in, in welke situatie herken ik dit en ging dit goed? Zo kan de leerling zijn kwaliteit herkennen, versterken en in andere situaties gaan toepassen. Ook positieve feedback van klasgenoten en ouders/verzorgers zorgen ervoor dat de leerling zich steeds bewuster wordt van zijn kwaliteiten. Door de verschillende opdrachten staan de leerlingen stil bij verschillende persoonlijke eigenschappen. Het kwaliteitenspel (bladzijde 28) zorgt ervoor dat leerlingen hun persoonlijke eigenschappen herkennen en een naam kunnen geven. Tenslotte gaan leerlingen complimenten geven aan zichzelf (bladzijde 29). Het gaat uiteindelijk om ‘mijn kwaliteiten’, en het geven van complimenten vergroot het zelfvertrouwen. Om de zelfreflectie te vergroten worden de ouders of verzorgers bij deze opdracht betrokken. In dit hoodstuk staan leerlingen ook stil bij de vraag 'Wat je wilt, moet je ook kunnen'. Keuzes maken heeft alles te maken met de haalbaarheid en hoe realistisch deze doelen zijn voor nu en in de toekomst.
inhoud
l l l l l l
omvang in tijd
dat ben ik hier ben ik goed in kwaliteitenspel complimenten geven wat je wilt, moet je ook kunnen. wat kan ik en hoe weet ik dat?
opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 opdracht 5 opdracht 6
Dit hoofdstuk vraagt zeker twee of drie lesuren, omdat het kwaliteitenspel van paragraaf 4 zo’n 40 minuten in beslag zal nemen. l l l
Behandel in de eerste les bladzijde 26 en 27. Behandel in de tweede les bladzijde 28. Behandel in de derde les bladzijde 29, 30 en 31.
39
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
§1 5 min.
toelichting
blz. 26
10 min.
antwoord
opdracht 1
Dat ben ik.
Om de leerlingen op speelse wijze duidelijk te maken wat eigenschappen zijn, kunnen ze de woordzoeker oplossen. De oplossing kan bij antwoord 1B worden opgeschreven en vervolgens kunnen ze bij 1C eigenschappen van zichzelf noteren. E I G E N S C H A P P E N Als de tijd het toelaat kan in een klassengesprekje geraden worden bij wie een bepaalde eigenschap hoort. Ook is het mogelijk om er een complimentenspel van te maken door iemand in de kring een positieve eigenschap te laten opnoemen van zijn buurman.
§2
Laat de leerlingen alle kenmerken individueel aankruisen en daarna de vier belangrijkste kenmerken aangeven in de meest rechtse (rode) cirkeltjes, die met de rode pijl worden aangeduid.
r
o
e p l e
h
e d n o
o
e
n
r
e
z
r
k
e
e
r
k
e
r
De twintig kenmerken die op bladzijde 27 en 29 van het werkboek worden genoemd, zijn verdeeld over de vier rollen (persoonstypen) die op bladzijde 38 van het werkboek worden genoemd (en op bladzijde 29 van deze handleiding). In het overzicht hieronder wordt de verdeling over de vier rollen (persoonstypen) aangegeven.
n
opdracht 2A en 2B
e
5 min.
Lees samen met de leerlingen de informatietekst. Vraag of ze dit herkennen. Stel bijvoorbeeld de volgende vragen. l Hoe kiezen jullie? l Heb je wel eens een verkeerde keuze gemaakt?
d
blz. 27
e
toelichting
b
5 min.
Hier ben ik goed in.
d
blz. 22
Ik kan goed luisteren. Ik kan goed uitleggen. Ik kan goed fantaseren. Ik kan goed bemiddelen. Ik kan goed samenwerken. Ik kan goed alleen werken. Ik kan iets precies uitzoeken. Ik kan goed met geld omgaan. Ik kan goed met cijfers werken. Ik kan ordelijk en netjes werken. Ik kan anderen goed overtuigen. Ik kan me aan afspraken houden. Ik kan goed een planning maken. Ik kan goed snel besluiten nemen. Ik kan goed oplossingen bedenken. Ik kan duidelijk mijn mening geven. Ik kan goed met mijn handen werken. Ik kan goed met veranderingen omgaan. Ik kan goed doorzetten om iets af te maken. Ik kan gemakkelijk een vriendschap sluiten. Op bladzijde 28 van het werkboek wordt met behulp van deze twintig kwaliteiten een kwaliteitenspel gespeeld.
40
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
kwaliteitenspel
§3 40 min.
toelichting
blz. 28
Deze paragraaf zal al snel 40 minuten in beslag nemen. Bereid u daarom goed voor, zodat u doelgericht instructie kunt geven. Dit kwaliteitenspel wordt gespeeld: 1 in groepjes van drie of vier leerlingen; 2 met twintig kwaliteitenkaarten; 3 voor elke speler drie of vier blanco naamkaartjes; 4 voor elke speler een overzichtskaart; 5 twintig fiches. ad 2
Op elke kaart staat een kwaliteit vermeld.
ad 4
Op deze overzichtskaart staan de twintig kwaliteiten onder elkaar zoals op bladzijde 28 van het werkboek.
Onder de knop 'handleidingen' in uw mentoraccount treft u de verschillende benodigdheden aan die gebruikt gaan worden. Het is raadzaam om alle benodigdheden van tevoren gereed te maken en de spelregels hieronder en op de bladzijde hiernaast goed door te nemen. De bedoeling van het 'kwaliteitenspel' is, dat de leerling geconfronteerd wordt met de mening van enkele klasgenoten over zijn kwaliteiten. voorafgaande aan het eigenlijke spel
l l l
l
l
l
spelregels
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Verdeel de leerlingen in groepjes van 3 of 4 spelers. Laat de spelers een spelleider kiezen. Elk groepje beschikt over: l twintig kwaliteitenkaarten; l fiches. Elke speler beschikt over: l 3 of 4 blanco naamkaartjes; l een overzichtskaart. Elke speler noteert op de blanco naamkaartjes de namen van de andere spelers. Elke speler heeft bladzijde 27 van zijn werkboek, onleesbaar voor de andere spelers, bij de hand. De twintig kwaliteitenkaarten worden door de spelleider geschud en omgekeerd op een stapeltje in het midden op tafel gelegd. Elke speler heeft de ingevulde naamkaartjes omgekeerd voor zich op tafel liggen. De spelleider neemt telkens de bovenste kwaliteitenkaart van het stapeltje en leest de betreffende kwaliteit voor. Alle spelers, ook de spelleider, proberen in te schatten welke andere spelers die kwaliteit op bladzijde 27 in hun werkboek hebben aangekruist. Zij geven dit aan door het (de) betreffende naamkaartje(s) om te keren. Wanneer de betreffende kwaliteit op geen van de spelers van toepassing is, wordt er geen naamkaartje omgedraaid. Om de beurt vertelt elke speler waarom hij denkt dat de genoemde speler op het naamkaartje deze kwaliteit heeft; tenslotte is dit het doel van het spel. Om de beurt vertelt elke speler welke speler de juiste inschatting gemaakt heeft. Elke speler die een juiste inschatting heeft gemaakt, krijgt van de spelleider een fiche. Elke speler kruist de kwaliteit aan die volgens een andere speler op hem van toepassing is op zijn overzichtskaart. Het spel gaat door tot alle twintig kwaliteitenkaarten op zijn.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
l
l
Na afloop van het spel maken de leerlingen individueel opdracht 3 op bladzijde 28 van het werkboek.
opdracht 3C huiswerk
Laat de leerlingen als huiswerk hun digitaal portfolio bijwerken. Nadat u deze opdracht 3C via uw mentoraccount positief met JA heeft beoordeeld krijgt de leerling 10 punten toegekend voor de LOBcompetentie kwaliteitenreflectie. Dit wordt zichtbaar gemaakt in zijn competentiemeter onder het tabblad ‘LOB-competent’ zoals hieronder afgebeeld.
§4 5 min.
complimenten geven
toelichting blz. 29 opdracht 4A
Bij opdracht 4A gaan leerlingen complimenten geven aan zichzelf. Door alle opdrachten hebben leerlingen meer zicht gekregen op hun persoonlijke kwaliteiten, vaardigheden en eigenschappen. Het werkt stimulerend door leerlingen positief naar zichzelf te laten kijken en het vergroot het zelfvertrouwen.
opdracht 4B
Om de zelfreflectie te vergroten worden ouders bij deze opdracht betrokken.
§5 5 min.
De kwaliteitenkaarten die op geen enkele speler van toepassing blijken te zijn, worden op een apart stapeltje gelegd. De speler die de meeste fiches heeft ontvangen is de winnaar, omdat die het best de kwaliteiten van de anderen heeft kunnen inschatten.
opdracht 3A en 3B
competentiemeter 10 punten
41
toelichting
blz. 30
Wat je wilt, moet je ook kunnen.
Regelmatig komt het voor dat leerlingen er in leerjaar 3 pas achter komen dat een allergie of een aandoening belemmerend werkt in de gekozen sector. Door de leerlingen hierop te attenderen, beoordelen ze zelf of deze aspecten voor hen van belang zijn. Als u de eerste vier regels van de informatietekst voorleest en verduidelijkt met enkele voorbeelden, zal het voor de leerling duidelijk worden dat ze beter nu rekening kunnen houden met beperkingen, dan dat ze er later achter komen dat hun keuze niet de juiste is.
5 min.
opdracht 5A
Laat de leerling aankruisen welke van de twee stellingen het meest op hem van toepassing is.
opdracht 5B
Ouders worden bij deze opdracht betrokken omdat zij meestal kritischer naar de situatie kunnen kijken en kunnen inschatten welke eventuele
42
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
beperkingen samenhangen met de toekomst van hun zoon of dochter. opdracht 5C huiswerk
De relevante gegevens worden als huiswerk genoteerd in het portfolio. Nadat u deze opdracht via uw mentoraccount positief met JA heeft beoordeeld, krijgt de leerling 10 punten toegekend voor de LOBcompetentie kwaliteitenreflectie. Dit wordt zichtbaar gemaakt in zijn competentiemeter onder het tabblad ‘LOB-competent’, zoals hieronder afgebeeld.
competentiemeter 10 punten
§6 toelichting
blz. 31
Wat kan ik en hoe weet ik dat?
In dit hoofdstuk stond de LOB-competentie kwaliteitenreflectie centraal. De leerling heeft nagedacht over waar hij goed in is en welke kwaliteiten daarbij horen, hoe anderen hem zien, maar ook dat je soms rekening moet houden met beperkingen. Lees samen de informatietekst en bespreek de begrippen competentie en reflectie en benadruk waarom het zo belangrijk is dat je leert om naar jezelf te kijken.
5 min.
opdracht 6A en 6B
Hier geeft de leerling nogmaals aan waar hij het meest nieuwsgierig naar was aan het begin van dit hoofdstuk. Laat een aantal leerlingen klassikaal vertellen wat ze over zichzelf te weten zijn gekomen en wat dat voor hen betekent, en of ze hiermee tevreden zijn en waarom ze dat vinden.
5 min.
opdracht 6C
Sommige leerlingen zullen nog niet tevreden zijn met wat ze te weten zijn gekomen. Deze leerlingen kunnen aangeven waarover ze nog meer over zichzelf te weten willen komen. U kunt deze opdracht ook als aanknopingspunt gebruiken om klassikaal te bespreken welke kwaliteiten in wat voor soort werksituaties goed zouden kunnen passen. Als de leerling zijn vervolgactie heeft bepaald is het van belang dat de leerling nadenkt wie hem daarbij zou kunnen helpen om dat verder te onderzoeken.
5 min.
opdracht 6D
competentiemeter
In opdracht 6D staat de LOB-competentie netwerken centraal en leert de leerling om zijn netwerk in te zetten. Zijn netwerk is natuurlijk nog beperkt. Probeer hem daarom te activeren om verder te denken dan ouders, vriend(in) en mentor. Het herkennen en benoemen van kwaliteiten van anderen staat daarbij centraal. Voor de LOB-competentie netwerken worden niet eerder punten toegekend dan bij de allerlaatste opdracht: opdracht 5 op bladzijde 70 van het werkboek. Bij de beoordeling van deze opdracht wordt u gevraagd ‘Blijkt uit het werkboek dat de leerling zijn ouders/verzorgers heeft betrokken bij zijn keuzeproces?’ Neem daarom goede nota van het antwoord op opdracht 6D.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
hoofdstuk 4 toelichting
43
wereld van werk
Voor de meeste leerlingen zal ‘de wereld van werk’ nog onbekend terrein zijn. De vraag ‘Waarom werken mensen?’ is nog niet echt actueel. Toch vraagt Loopbaan-Oriëntatie-Begeleiding om hierbij stil te staan. De LOBcompetentie werkexploratie is in dit hoodstuk het uitgangspunt waarbij de vraag 'Waar ben ik op mijn plek' centraal staat. Door kennis te maken met de wereld van werk, komt de leerling erachter op wat voor manier hij eventueel later wil gaan werken en in wat voor soort werkomgeving hij zich prettig voelt. Door te ontdekken wat de wereld van werk te bieden heeft, geeft de leerling sturing aan zijn eigen loopbaan. In zijn loopbaanproces is dit op dit moment nog minimaal, maar door hem nu al te laten nadenken over de wereld van werk maakt de leerling een start met de ontwikkeling van zijn eigen loopbaanproces. De leerling gaat nadenken over wat voor manier hij een rol wil gaan spelen in de wereld van werk, waar hij op zijn best kan zijn en zichzelf verder kan ontwikkelen. Hierbij is het van belang dat hij concrete beelden gaat ontwikkelen van verschillende werksituaties en aan de hand van ervaringen kan reflecteren of dat soort werk en een bepaalde rol bij hem zou kunnen passen. Hierbij is het ook van belang dat de leerling nadenkt over wat hij heeft ontdekt over zijn kwaliteiten en waar hij deze goed zou kunnen toepassen. U als mentor hebt in dit proces een belangrijke taak. Het gaat er vooral om dat u, als een coach vanaf de zijlijn, aanmoedigt en aanwijzingen geeft. Het gaat erom dat u de leerlingen zelf laat nadenken hoe ze zaken kunnen aanpakken of veranderen. Hiermee ontwikkelen ze eigen initiatieven in hun loopbaanproces en kunnen ze op termijn een realistisch, passend en haalbaar toekomstbeeld in de wereld van werk voor zichzelf vormen. Met behulp van de opdrachten in dit hoofdstuk wordt de leerling zich bewust van de verschillende aspecten die in de wereld van werk belangrijk zijn. Er is aandacht voor de verschillende niveau's van werk en dat alle niveau's nodig zijn in de maatschappij. Verder maken ze kennis met verschillende salarisniveau's en staan ze stil bij wat ze bewonderen aan hun idool en wat ze willen bereiken. Als afsluiting van dit hoofdstuk kunnen de leerlingen voorzichtig aangeven welke rol ze willen vervullen in de wereld van werk. Hiermee geven ze aan op wat voor manier ze van betekenis willen zijn op de arbeidsmarkt.
inhoud
l l l l l l
omvang in tijd
geschoold of ongeschoold status voor wat hoort wat. wie is mijn idool? rollen-test Waar ben ik op mijn plek?
Dit hoofdstuk vraagt om twee of drie lesuren. l l l
Behandel in de eerste les bladzijde 34 en 35. Behandel in de tweede les bladzijde 36 en 37. Behandel in de derde les bladzijde 38 en 39.
opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 opdracht 5 opdracht 6
44
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
§1 5 min.
toelichting
blz. 34
geschoold of ongeschoold
De informatietekst is duidelijk: met een diploma op zak heb je veel meer kansen op de arbeidsmarkt. U zult leerlingen grif horen vertellen dat iemand een prachtig baantje heeft en nooit ergens voor heeft geleerd. In de huidige tijd is dat vrijwel niet meer mogelijk. Diploma’s tellen, vooral als je wat ouder wordt. Wel is het goed om duidelijk te maken dat elk beroep nuttig is, ongeacht het niveau. Iedereen in de werkende maatschappij kan iets betekenen voor een ander en voor zichzelf.
GE
5 min.
antwoord opdracht 1A
agent leraar kapper inpakker timmerman kantinehulp wegenwacht schoonmaker vuilnisophaler brievenbesteller
§2 5 min.
toelichting
5 min
opdracht 2
blz. 36
toelichting
✔ ✔ ✔
LD ON
G
C ES
HO
OL
D
✔
✔
✔
✔
✔ ✔ ✔
status
De informatietekst vraagt meteen om een gesprek. Laat de leerlingen hun idee over status aangeven. Dat kan gaan over status in hun huidige leven, maar u kunt het ook sturen in de richting van toekomstige beroepen. Op keuzedossier.nl kunnen alle genoemde beroepen worden geraadpleegd. Laat opdracht 2 eerst in groepjes met elkaar doorspreken en vraag de leerlingen daarna om individueel hun eigen mening te noteren.
§3 5 min.
SC
O HO
blz. 37
Voor wat hoort wat.
In deze paragraaf leert de leerling dat voor vrijwel alle beroepen een aanvangsniveau bestaat. Niet alleen de competenties komen aan bod, er is ook aandacht voor het salaris. Het zal voor veel leerlingen vreemd zijn te zien om welke bedragen het gaat. In deze advertenties worden voor de duidelijkheid nettobedragen genoemd. U kunt de leerlingen in dit stadium al een aanwijzing geven over het niveau dat ze aan zullen kunnen op een ROC of AOC: l Basisleerlingen naar niveau 2 in een verwante sector; l Kader-, Gemengde- en Theoretische leerlingen naar niveau 3 of 4.
10 min.
antwoord opdracht 3A, 3B en 3C
antwoord opdracht 3A en 3B
De antwoorden kunnen gezamenlijk worden nagekeken. Vraag welke beroepen de leerlingen leuk vonden of juist S niet. Het is een aanleiding om dieper over U I A R LA een bepaald beroep na te NIVE denken. A S politieagent heftruckchauffeur systeembeheerder administratief medewerker chef-kok leidster peuterspeelzaal
4 2 3-4 2 4 3-4
€1600 €1400 €1250 €1300 €2000 €1300
-
€2500 €2000 €1600 €1450 €2500 €1600
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
§4 toelichting
45
Wie is mijn idool?
blz. 37
10 min.
Het benoemen van een idool kan een leerling meer zelfinzicht geven. Vaak kijkt een leerling tegen iemand op, omdat deze persoon iets heeft bereikt wat die leerling belangrijk vindt of zelf zou willen bereiken. Een idool hoeft niet per se een beroemd persoon zijn. Het kan juist ook iemand zijn die heel dicht bij de leerling staat. Bij de uitwerking van de opdracht gaat het erom dat de leerling erachter komt of er bepaalde eigenschappen aanwezig zijn die hij zelf ook in de toekomst wil ontwikkelen of gebruiken. opdracht 4
10 min.
Lees samen het voorbeeld. Daarna vertelt de leerling over zijn idool aan de hand van de vier vragen in de paarse kaders op bladzijde 38. l Wie is jouw idool? l Wat heeft jouw idool bereikt? l Wat is speciaal aan jouw idool? l Zou je hetzelfde willen bereiken?
§5 toelichting
blz. 38
Rollen-Test
Iedereen heeft van nature de behoefte om in zijn werk een rol te vervullen die goed bij hem past en waarin hij kan uitblinken. Voor leerlingen in de klas is dat net zo. Vooral tijdens groepsopdrachten is goed te zien welke rol een leerling kiest. In de wereld van werk zie je dat elk beroep een bepaalde rol vraagt van de beroepsbeoefenaar. Tijdens het oriënteren op beroepen is het belangrijk dat de leerling een verband leert leggen tussen zijn voorkeursrol en de rol die een beroep van hem zal vragen. De Rollen-Test sluit aan bij de LOB-competentie werkexploratie. Het doel van de Rollen-Test is vaststellen naar welke rol de voorkeur uitgaat en een handvat bieden bij oriëntatie op passende beroepen.
bedenker doener onderzoeker helper
Er worden vier rollen onderscheiden. kan goed brainstormen, is fantasierijk en houdt van verandering kan snel besluiten nemen, is praktijkgericht en houdt van duidelijkheid kan goed ordenen, stelt kritische vragen en houdt van onderzoeken kan goed luisteren, is sociaal en behulpzaam en bewaakt de goede sfeer Je bent nooit alléén een bedenker of alléén een helper. Je leert gaandeweg van rol switchen als de situatie daarom vraagt. Wel is het zo dat de ene rol je meer ligt dan de andere. De Rollen-Test wordt gemaakt in het digitaal portfolio. De leerling krijgt 28 stellingen voorgelegd. Bij elke stelling geeft hij aan of hij zich hierin wél of niet herkent. Een antwoord is nooit goed of fout. De uitslag wordt gepresenteerd met de cijfers 1, 2, 3 en 4 onder de afbeeldingen. De uitslag wordt ook in woorden gepresenteerd. Onder het tabblad ‘Beroepen’ kan de leerling ‘Kiezen op rol’ en ontdekken welke beroepen bij zijn voorkeursrol passen. De Rollen-Test is gebaseerd op de typologie van Carl Gustav Jung. In de bovenbouwversies van keuzedossier is deze typologie bij een vijftal testen leidend en wordt verder genuanceerd naar 16 persoonstypen.
competentiemeter
Na het maken van deze test worden automatisch 10 punten toegekend voor werkexploratie. De competentiemeter onder het tablad ‘LOBcompetent’ laat dit meteen zien.
46
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
§6 toelichting
blz. 39
5 min.
Waar ben ik op mijn plek?
In dit hoofdstuk stond de LOB-competentie werkexploratie centraal. De leerling heeft nagedacht over verschillende onderwerpen die te maken hebben met de wereld van werk en belangrijk zijn om een persoonlijk beeld te gaan vormen. Lees samen de informatietekst en bespreek het begrip exploratie. Leg vooral de nadruk op het feit dat het belangrijk is om te onderzoeken wat voor soort werk en werkomgeving bij je past en waar je je prettig voelt. Kortom: waar ben jij op je plek?
5 min.
opdracht 6A en 6B
Hier geeft de leerling nogmaals aan waar hij het meest nieuwsgierig naar was aan het begin van dit hoofdstuk. Laat een aantal leerlingen vertellen wat ze over zichzelf te weten zijn gekomen en wat dat voor hen betekent, en of ze hiermee tevreden zijn en waarom ze dat vinden.
5 min.
opdracht 6C
Sommige leerlingen zullen nog niet tevreden zijn met wat ze te weten zijn gekomen. Deze leerlingen kunnen aangeven wat ze nog meer over zichzelf te weten willen komen. U kunt deze opdracht ook als aanknopingspunt gebruiken om klassikaal te bespreken welke rollen bij welke beroepen horen of bij bepaalde werkomgevingen. U kunt dan ook aan een aantal leerlingen vragen wat voor soort rol bij het beroep van hun ouders/verzorgers zou kunnen passen en waarom ze dat vinden.
5 min.
opdracht 6D
Als de leerling zijn vervolgactie heeft bepaald, is het van belang dat de leerling nadenkt wie hem daarbij zou kunnen helpen om dat verder te onderzoeken. In opracht 6D staat het LOB-competentie netwerken centraal en leert de leerling om zijn netwerk in te zetten. Dat netwerk is natuurlijk nog beperkt. Probeer hem daarom te activeren om verder te denken dan ouders, vriend(in) en mentor.
competentiemeter
Voor het maken van de Rollen-Test worden automatisch 10 punten toegekend voor werkexploratie. De competentiemeter onder het tablad ‘LOB-competent’ laat dit meteen zien.
Voor de LOB-competentie netwerken worden niet eerder punten toegekend dan bij de allerlaatste opdracht: opdracht 5 op bladzijde 70 van het werkboek. Bij de beoordeling van deze opdracht wordt u gevraagd ‘Blijkt uit het werkboek dat de leerling zijn ouders/verzorgers heeft betrokken bij zijn keuzeproces?’ Neem daarom goede nota van het antwoord op opdracht 6D.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
hoofdstuk 5 toelichting
47
beroepen in beeld
In dit hoofdstuk gaan de leerlingen verder aan het werk met de LOBcompentie werkexploratie en staat de vraag 'waar ben ik op mijn plek' opnieuw centraal. In het vorige hoofdstuk hebben de leerlingen kennis gemaakt met de wereld van werk. In dit hoofdstuk komen verschillende soorten van beroepen aan de orde. Er bestaan ontelbaar veel beroepen. Onder het tabblad BEROEPEN zijn er zo’n 1100 omschreven. Leerlingen weten vaak niet waar ze moeten beginnen met zoeken. Daarom maken zij in dit hoofdstuk eerst kennis met verschillende soorten werkzaamheden en wat ze leuk lijkt om te doen. De leerlingen moeten leren zich af te vragen of de beroepseigenschappen aansluiten bij hun persoonlijke kwaliteiten en voorkeuren. Bij het bespreken van de opdrachten kunt u daar steeds weer op terugkomen en de leerlingen laten reflecteren op wat ze tot nu toe over zichzelf te weten zijn gekomen in relatie tot wat ze leuk vinden om te doen. Door consequent leerlingen terug te laten kijken op wat ze van zichzelf te weten zijn gekomen en te bespreken wat dit voor hen betekent en wat voor vervolgacties daaruit komen, ondersteunt u uw leerlingen bij hun loopbaanproces en zelfsturing.
inhoud
l l l l l l
omvang in tijd
soort werk beroepseigenschappen uniformberoepen wat zou ik willen? zou ik dat kunnen? waar ben ik op mijn plek?
opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 opdracht 5 opdracht 6
Dit hoofdstuk vraagt twee of drie lesuren. Het hangt ervan af of de leerlingen bij opdracht 4 en 5 de beschikking hebben over internet. l l l
Behandel in de eerste les bladzijde 42, 43 en 44. Behandel in de tweede les bladzijde 45, 46 en 47. Paragraaf 5 'Wat zou ik willen?' kan als huiswerk gemaakt worden.
48
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
§1 5 min.
toelichting
blz. 42
soort werk
De leerlingen leren in deze les op welke manier zij met de computer informatie kunnen verzamelen over beroepen. Nadat ze de afbeeldingen hebben vergeleken met de in te vullen beroepen, gaan ze op keuzedossier.nl aan de slag. Kan dat op dit moment even niet, laat de leerlingen deze oefening dan thuis maken, bij een medeleerling of in de mediatheek. Als ze de vragen hebben ingevuld kunnen ze zich de rest van de tijd oriënteren op andere beroepen. Stimuleer de leerlingen om meerdere beroepen op te zoeken en te bekijken. Als afsluiting kunt u de antwoorden doornemen.
5 min.
antwoord opdracht 1A
Dit is een: landbouwer.
Dit is een: slager.
Dit is een: tandartsassistent.
Dit is een: sportfotograaf.
§2 5 min.
toelichting
blz. 43
beroepseigenschappen
Het woord competentie zal voor veel leerlingen onbekend zijn. In de informatietekst worden twee schuingedrukte begrippen genoemd waarvan de betekenissen elkaar overlappen. De begrippenlijst op keuzedossier.nl geeft de volgende definities. competentie
wanneer je een vaardigheid of eigenschap op de juiste manier kunt gebruiken in een bepaalde situatie, dan wordt dat een competentie genoemd
beroepseigenschap
een eigenschap of vaardigheid die nodig is om een bepaald beroep goed te kunnen uitoefenen; bijvoorbeeld: een goed ruimtelijk inzicht hebben of kunnen samenwerken
Het doel van de informatietekst en de opdracht is tweeledig. Enerzijds de leerling leren competenties te herkennen. Anderzijds de leerling bewust laten worden dat het verstandig is om te onderzoeken of hij aanleg heeft voor bepaalde competenties. 10 min.
opdracht 2
Om misverstanden te voorkomen kan het handig zijn om met de leerlingen eerst de beroepen te benoemen die op de foto’s getoond worden. Uiteraard kunnen de foto's en de daarbij getoonde gereedschappen aanleiding geven om er een soortgelijk beroep in te zien. Laat daarom de leerlingen samenwerken en bespreek de antwoorden met de leerlingen. Ter informatie zijn op de volgende bladzijde bij de foto’s de namen van de
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
antwoord opdracht 2
getoonde beroepen vermeld. De beroepen zijn opgenomen in de applicatie onder het tabblad 'BEROEPEN' op keuzedossier.nl.
landmeetkundige kan nauwkeurig meten
acquisiteur kan goed luisteren
badjuffrouw kan EHBO toepassen
autotechnicus kan technische problemen oplossen
gids in museum kan goed uitleggen
meesterkok kan schoon werken
§3 5 min.
49
toelichting
uniformberoepen
blz. 44 Leg uit wat met uniformberoepen bedoeld wordt. U zult merken dat het dragen van een uniform al snel als een statussymbool wordt gezien. In feite betreft het de uitstraling van overwicht en gezag. Uniformberoepen worden vaak gezien als een beroepsgroep met specifieke en zware competenties, zowel geestelijk als lichamelijk. Geef duidelijk aan dat je echt geschikt moet zijn voor een uniformberoep.
10 min.
opdracht 3A, 3B en 3C Opdracht 3 kan zowel individueel als in groepjes gemaakt worden.
5 min.
opdracht 4D
Hier moet de leerling noteren of hij wel eens nagedacht heeft om te kiezen voor een uniformberoep. Het kan voor u als mentor aanleiding zijn voor een persoonlijk reflecterend gesprek of een uniformberoep passend is.
§4 5 min.
toelichting
15 min.
Wat zou ik willen?
blz. 45 In deze paragraaf worden de acht interessegebieden ‘Iets met...’ gecombineerd met de eerdere informatie en kennis over competenties.
opdracht 4 Bij deze (digitale) opdracht gaat de leerling een rangorde aanbrengen in de acht interessegebieden. Dit gebeurt door vierentwintig maal aan te geven in welke mate de eisen van een bepaald beroep hem aanspreken. Het is aan te bevelen dat u, voorafgaande aan hoofdstuk 5, deze digitale opdracht zelf ook maakt. U zult zien dat, nadat de opdracht is uitgevoerd en opnieuw tabblad ‘blz. 45 opdracht 4’ wordt geactiveerd, de eerdere uitslag kan worden geraadpleegd. Wanneer de knop ‘Opnieuw beginnen’ wordt geactiveerd, wordt de eerdere uitslag gewist en kan niet meer geraadpleegd worden. antwoord opdracht 4A
Zie erop toe dat de leerlingen de uitslag van deze test noteren in hun werkboek.
huiswerk
Geef deze opdracht als huiswerk indien er te weinig tijd is of wanneer de leerlingen tijdens de les niet de beschikking over keuzedossier.nl hebben.
50
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
competentiemeter
Voor het maken van opdracht 4 worden automatisch 10 punten toegekend voor werkexploratie. De competentiemeter onder het tablad ‘LOB-competent’ laat dit meteen zien.
§5 toelichting
blz. 46
Zou ik dat kunnen?
In deze paragraaf gaan de leerlingen aan het werk met de uitslag van de test uit paragraaf 5. Controleer daarom eerst of deze test door alle leerlingen is gemaakt, eventueel als huiswerk.
5 min.
opdracht 5A
De twee hoogste scores bij de groepen ‘Iets met...’ worden genoteerd.
10 min.
opdracht 5B
De leerling wordt gevraagd om minstens zes beroepen die hem wel wat lijken te bewaren onder het tabblad ‘Archief’ op keuzedossier.nl. De werking van het tabblad ‘Archief’ werd al eerder toegelicht op bladzijde 13 van deze handleiding. Het is aan te bevelen dat u zo’n bewaaractie zelf een keer uitvoert in uw eigen leerlingaccount.
5 min.
opdracht 5C
Onder het tabblad ‘BEROEPEN’ wordt kortweg van ‘eisen’ gesproken in plaats van beroepseigenschappen. Door het overschrijven realiseert de leerling zich beter de betreffende beroepseigenschappen dan door lezen. Bij het samenstellen van de digitale opdracht is uitdrukkelijk gekozen voor allerlei beroepen van uiteenlopende opleidingsniveau’s, omdat het bij deze opdracht niet gaat om capaciteiten. Er wordt juist gekeken naar beroepseigenschappen, belangstelling en zelfreflectie. Kiest een leerling vaak voor beroepen op een hoger niveau, dan kunt u hierover in gesprek gaan met de leerling. Studiehouding, motivatie en zelfinzicht zijn daarbij van groot belang.
5 min.
De leerling stelt de vraag of bepaalde beroepseigenschappen wel of niet bij hem passen. Deze opdracht is van groot belang voor de zelfreflectie. Er moet concreet worden aangegeven waarom de eigenschap wel of niet past. Geef de leerlingen eventueel het advies om terug te kijken naar 'Hier ben ik goed in.' op bladzijde 27 van het werkboek.
opdracht 5D
§6 toelichting
blz. 47
Waar ben ik op mijn plek?
In dit hoofdstuk staat net als in hoofdstuk 4 de LOB-competentie werkexploratie centraal. De leerling heeft kennis gemaakt met verschillende beroepen en nagedacht over welke beroepseigenschappen hem aanspreken en bij hem kunnen passen. Hierbij is het van belang dat u doorvraagt bij uw leerlingen waarom ze vinden dat bepaalde beroepseigenschappen passend zijn. Het gaat er juist om dat ze niet alleen weten of iets past, maar ook waarom dat zo is en dat ze
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
51
verbindingen kunnen maken met wat ze tot nu toe over zichzelf te weten zijn gekomen. Op deze manier kunnen ze steeds beter antwoord geven op de vraag 'waar ben ik op mijn plek? 5 min.
opdracht 6A en 6B
Hier geeft de leerling nogmaals aan waar hij het meest nieuwsgierig naar was aan het begin van dit hoofdstuk. Laat een aantal leerlingen vertellen wat ze over zichzelf te weten zijn gekomen en wat dat voor hen betekent en of ze hiermee tevreden zijn en waarom ze dat vinden.
5 min.
opdracht 5C
Sommige leerlingen zullen nog niet tevreden zijn met wat ze te weten zijn gekomen. Deze leerlingen kunnen aangeven waarover ze nog meer over zichzelf te weten willen komen. U kunt deze opdracht ook als aanknopingspunt gebruiken om klassikaal te bespreken welke beroepseigenschappen bij welke beroepen horen. U kunt dan ook aan een aantal leerlingen vragen of hun rol bij de twee beroepen past die ze hebben gekozen.
5 min.
opdracht 5D
Als de leerling zijn vervolgactie heeft bepaald, is het van belang dat de leerling nadenkt wie hem daarbij zou kunnen helpen om dat verder te onderzoeken. In deze opdracht staat de LOB-competentie netwerken centraal en leert de leerling om hun netwerk in te zetten. Zijn netwerk zal nog beperkt zijn. Probeer hem daarom te activeren om verder te denken dan ouders, vriend(in) en mentor.
competentiemeter
Voor de LOB-competentie netwerken worden niet eerder punten toegekend dan bij de allerlaatste opdracht: opdracht 5 op bladzijde 70 van het werkboek. Bij de beoordeling van deze opdracht wordt u gevraagd ‘Blijkt uit het werkboek dat de leerling zijn ouders/verzorgers heeft betrokken bij zijn keuzeproces?’ Neem daarom goede nota van het antwoord op opdracht 6D. Voor het maken van opdracht 4 zijn automatisch 10 punten toegekend voor werkexploratie. De competentiemeter onder het tablad ‘LOBcompetent’ laat dit meteen zien. Zie de afbeelding hiernaast op bladzijde 50.
52
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
hoofdstuk 6 toelichting
profielrichtingen
In dit hoofdstuk gaan de leerlingen aan de slag met de LOB-competentie motievenreflectie en staat de vraag 'waar ga en sta ik voor?' centraal. Hierbij is het van belang dat de leerling gaat onderzoeken waar ze voor willen gaan in hun leven en waar ze moeite voor willen doen om dat te bereiken. Ook persoonlijke waarden en normen maken onderdeel uit van deze LOB-competentie en zijn belangrijk om mee te nemen in het bespreken van de opdrachten. De leerlingen krijgen inzicht in de structuur van de vier profielrichtingen en bijbehorende 10 profielen. Ook wordt er duidelijk gemaakt welke kenmerken iedere profielrichting heeft en wat voor soort werk iemand in een bepaalde profielrichting doet. Daarnaast wordt geoefend met het rubriceren van een aantal beroepen dat vooral voor een vmbo-leerling relevant kan zijn en wordt duidelijk welke profielrichting uw leerling het meeste aanspreekt. Afsluitend komen de (examen)vakken van de vmboprofielen aan bod.
inhoud
l l l l l l
profielrichtingen en profielen kenmerken profielrichtingen werkzaamheden profiel-richting-test belangrijke vakken in een profiel waar ga en sta ik voor?
opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 opdracht 5 opdracht 6
Dit hoofdstuk vraagt twee lesuren.
omvang in tijd l l
Behandel in de eerste les bladzijde 50, 51 en 52. Behandel in de tweede les bladzijde 53, 54 en 55.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
§1 toelichting
5 min.
blz. 50
W
Beroepsgericht betekent dat de leerling lessen krijgt in taken voor beroepen van dezelfde soort. Beroepsoriënterend betekent dat de leerling lessen krijgt die geschikt zijn voor taken die in verschillende beroepen kunnen voorkomen. De leerling kan zich zo breder oriënteren.
U
IE
BO
M O
Laat de leerlingen door de hokjes aan te kruisen aangeven wat keuzemogelijkheden op uw school zijn. Het kiezen voor een profiel aan het einde van leerjaar 2 is voor leerlingen een belangrijke keuze, omdat ze daarmee al richting geven aan hun uiteindelijk examenpakket.
LA
N
D
N O
ZO
EC
RG
N
IE
EN
K
W
EL
ZI
JN
l
CH
profielrichtingen en profielen
In deze paragraaf kan de leerling met behulp van het schema zien, wat er in het Nederlandse onderwijs voor mogelijkheden zijn. De informatietekst geeft aan dat leerlingen kiezen voor een beroepsgericht of een beroepsoriënterend profiel. l
TE
53
Lees klassikaal de informatietekst, leg het verschil tussen een beroepsgericht en beroepsoriënterend profieluit en geef extra uitleg over de keuze die leerlingen moeten maken aan het einde van leerjaar 2. Op bladzijde XX van deze handleiding treft u een schema aan met alle doorstroommogelijkheden vanuit de vier leerwegen in het vmbo. 5 min.
opdracht 1
Nadat u heeft uitgelegd welke keuze leerlingen moeten maken en wat het belang is van oriëntatie op profielrichtingen en profielen, maken de leerlingen opdracht 1. Kruis samen met de leerlingen aan welke profielen bij u op school gekozen kunnen worden. Als een leerling een speciale keuze heeft die niet op uw school voorkomt, zal de leerling zich verder moeten informeren bij de decaan. Vraag na het invullen van het schema aan enkele leerlingen waar op dit moment hun voorkeur naar uitgaat.
§2 blz. 51
kenmerken profielrichtingen
5 min.
toelichting
Om uiteindelijk te kunnen kiezen voor een passend profiel, is het van belang dat de leerling zich gaat verdiepen in de verschillende kenmerken van de profielrichtingen. De opdracht stuurt de leerling nog niet in een bepaalde richting. Lees samen met de leerlingen de informatietekst.
5 min.
opdracht 2A
Sommige kenmerken horen bij meerdere profielrichtingen. Dit laat zien dat je bij het kiezen van een sector rekening moet houden met meerdere factoren. Daarnaast zijn ook meerdere antwoorden mogelijk. Laat de leerlingen, individueel of in tweetallen, de opdracht maken en bespreek na het invullen de antwoorden klassikaal.
3 min.
opdracht 2B
Laat de leerlingen de kenmerken aankruisen die ze aanspreken. Het gaat hierbij alleen om belangstelling.
5 min.
opdracht 2C
Laat de leerlingen individueel de opdracht invullen en laat een aantal leerlingen hun keuze toelichten. Vraag gericht door waarom ze het wel of niet verwacht hadden.
5 min.
opdracht 2D
De leerling noteert zijn voorkeur voor één van de vier profielrichtingen in zijn digitaal portfolio. Nadat u deze opdracht 2D via uw mentoraccount
54
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
positief met JA hebt beoordeeld, krijgt de leerling 10 punten toegekend voor de LOB-competentie motievenreflectie. Dit wordt zichtbaar gemaakt in zijn competentiemeter onder het tabblad ‘LOB-competent’ zoals hieronder afgebeeld.
5 min.
toelichting
blz. 52
§3
werkzaamheden
Om een goed beeld te krijgen van de profielrichtingen en profielen, geven de leerlingen met pijlen aan welke werkzaamheden bij een bepaalde profielrichting horen. Neem de antwoorden met de leerlingen door.
5 min.
antwoord opdracht 3
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
§4 5 min.
toelichting
blz. 53
55
Profiel-Richting-Test
Voor leerlingen kan het lastig zijn om een goed beeld te krijgen van de inhoud van de tien profielen en hun overeenkomsten en verschillen. Om leerlingen stapsgewijs kennis te laten maken met de profielen onderscheid keuzedossier eerst vier brede profielrichtingen. Welk(e) profiel(en) onder welke profielrichting past is te zien in het schema op bladzijde 50 van het werkboek. Het doel van de Rollen-Test is vaststellen naar welke profielrichting de voorkeur uitgaat. Er zijn vier profielrichtingen: de economische richting l de groene richting l de zorg en welzijnrichting l de technische richting l
De Profiel-Richting-Test zet deze vier profielrichtingen op volgorde van voorkeur. De leerling ziet welk profiel of welke profielen aansluiten bij die voorkeur. 15 min.
De Profiel-Richting-Test wordt ingevuld in het digitaal portfolio. De leerling krijgt telkens vier competenties voorgelegd, elke ondersteund met een foto. Hij mag één of twee competenties aanklikken die hem aanspreken. De leerling hoeft de competentie niet nu al te beheersen, het gaat puur om de interesse ervoor. De test resulteert in een uitslag waarbij de symbolen van de vier profielrichtingen worden gecombineerd met een staafdiagram, de volgorde van de voorkeur en de uitslag in woorden. Hiernaast is een voorbeeld te zien. De items van de Profiel-Richting-Test zijn gebaseerd op de competenties die in het kerndeel van de conceptexamenprogramma’s zijn beschreven. Het gaat om algemene kennis en vaardigheden die gelden voor alle onder een profielrichting vallende profielen. Hiermee is gewaarborgd dat de items een realistisch beeld geven van de inhoud van een profielrichting. Na het maken van de Profiel-Richting-Test worden automatisch 10 punten toegekend voor motievenreflectie. De competentiemeter onder het tablad ‘LOB-competent’ laat dit meteen zien.
competentiemeter
56
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
§5 5 min.
toelichting
blz. 54
5 min.
Niet op iedere school is de situatie hetzelfde. Vraag daarom aan de decaan welke vakken bij u op school belangrijk zijn voor een bepaald profiel. U kunt dan de leerlingen voorafgaande aan de opdracht vertellen welke vakken onderaan het lijstje nog moeten worden toegevoegd. Laat deze opdracht klassikaal onder uw leiding vak voor vak invullen. Maak tegelijkertijd een overzicht op het bord. De leerling moet zich een helder beeld kunnen vormen van de belangrijkste vakken in een profiel. Hij kan daarmee meteen gaan nadenken of hij zich daar prettig bij voelt en wat eventueel een juiste keuze kan zijn.
opdracht 6
§6
toelichting
belangrijke vakken in een profiel
blz. 55
Waar ga en sta ik voor?
In dit hoofdstuk stond de LOB-competentie motievenreflectie centraal. De leerling heeft kennis gemaakt met de vier profielrichtingen en 10 profielen. De leerling heeft onderzocht welk soort werk daarbij hoort en of hij dat later zou willen doen. Ook is de leerling te weten gekomen welke profielrichting zijn voorkeur heeft. Bij motievenreflectie is het belangrijk dat de leerling van zichzelf komt te weten wat hij wil en waar hij moeite voor wil doen en dat hij weet wat voor soort werk bij hem past en waarom dat zo belangrijk voor hem is. Hierbij is het weer van belang dat u de koppeling legt tussen wat de leerlingen al eerder over zichzelf te weten zijn gekomen in relatie tot de ontdekking die ze hebben gedaan in dit hoofdstuk. Stap voor stap zal steeds duidelijker worden welke richting het op gaat en welke mogelijke keuzes uw leerlingen gaan maken.
5 min.
opdracht 6A en 6B
Hier geeft de leerling nogmaals aan waar hij het meest nieuwsgierig naar was aan het begin van dit hoofdstuk. Laat een aantal leerlingen klassikaal vertellen wat ze over zichzelf te weten zijn gekomen en wat dat voor hen betekent, en of ze hiermee tevreden zijn en waarom ze dat vinden.
5 min.
opdracht 6C
Sommige leerlingen zullen nog niet tevreden zijn met wat ze te weten zijn gekomen. Deze leerlingen kunnen aangeven wat ze nog meer over zichzelf te weten willen komen. U kunt deze opdracht ook als aanknopingspunt gebruiken om klassikaal te bespreken welke kwaliteiten belangrijk zijn binnen de verschillende profielrichtingen.
5 min.
opdracht 6D
Als de leerling zijn vervolgactie heeft bepaald, is het van belang dat de leerling nadenkt wie hem daarbij zou kunnen helpen om dat verder te onderzoeken. In deze opdracht staat de LOB-competentie netwerken centraal. Voor deze LOB-competentie worden niet eerder punten toegekend dan bij de allerlaatste opdracht: opdracht 5 op bladzijde 70 van het werkboek. Neem daarom goede nota van het antwoord op opdracht 6D.
competentiemeter
huiswerk
Als huiswerk kunt u eventueel voor de volgende les opdracht 1 (ProfielInteresse-Test) van hoofdstuk 7 op bladzijde 60 opgeven. Het is aan te raden om als mentor ook een keer de Profiel-Interesse-Test te maken. Zodoende bent u bij het inzien en de bespreking van de uitslagen nauwkeurig op de hoogte van de vragen die gesteld werden.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
hoofdstuk 7 toelichting
57
profielen
In dit hoofdstuk gaan de leerlingen verder met de LOB-competentie motievenreflectie. In het vorige hoofdstuk hebben de leerlingen kennis gemaakt met de vier profielrichtingen en in dit hoofdstuk gaan ze zich verder verdiepen in de 10 profielen waaruit ze kunnen kiezen. Allereerst gaat de leerling, los van alle wettelijke kaders, fantaseren over datgene wat hij zou willen bereiken en wat zijn droomberoep is. Op deze manier wordt de leerling gestimuleerd om buiten de kaders te denken en vanuit zijn innerlijke drijfveren. Hierna onderzoekt de leerling inhoudelijk de verschillende profielen en maakt de Profiel-Interesse-Test. Deze test geeft een indicatie voor de mate van voorkeur voor de verschillende profielen. De test geeft ook aanleiding om met de leerling in gesprek te gaan over de vraag 'waar wil ik moeite voor doen en waar wil ik voor gaan?' Daarnaast gaat de leerling verschillende profielen onderzoeken. Tenslotte spreekt hij zijn voorkeur voor twee profielen uit.
inhoud
l l l l l l
omvang in tijd
durf te dromen! profielen profiel-interesse-test eerste interessante afdeling tweede interessante afdeling waar ga en sta ik voor?
opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 opdracht 5 opdracht 6
Dit hoofdstuk vraagt twee of drie lesuren. Het hangt ervan af of de leerlingen de beschikking hebben over internet l
l
Behandel in de eerste les bladzijde 58, 59 en eventueel opdracht 60 wanneer u de beschikking heeft over een computerlokaal. Indien u geen beschikking heeft over een computer, geef opdracht 2c en 3 dan mee als huiswerk. Behandel in de tweede les bladzijde 61, 62 en 63, afhankelijk of u gebruik kunt maken van een computerlokaal.
58
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
§1 toelichting
blz. 58
Durf te dromen!
Alle remmen losgooien en buiten de kaders denken staat centraal in deze paragraaf. U kunt uzelf weer als uitgangspunt nemen. Wat was vroeger uw droomberoep? Vertel dit aan de leerlingen en leg uit wat hiervan is uitgekomen. Na het lezen van de informatietekst is het van belang om te benadrukken dat dromen ook werkelijkheid kunnen worden. Daarvoor moet je je droomberoep kritisch onderzoeken op wat wel en niet realiseerbaar is. Enthousiasme en motivatie zijn zeer bepalende factoren bij het wel of niet bereiken van een doel.
15 min.
opdracht 1A en 1B
Het droomberoep hoeft niet per se haalbaar te zijn. Het gaat bij deze opdracht alleen om interesse. Nadat de leerlingen hun droomberoep genoteerd hebben, lichten ze dat toe aan de hand van de vier punten die onder opdracht 1B genoemd worden. Het punt ‘Vertel wat je wilt bereiken.’ zorgt ervoor dat de leerling gaat nadenken over hoe en op wat voor manier hij later van betekenis wil zijn. Tot slot bedenkt de leerling wie hem kan helpen onderzoeken of zijn droomberoep realiseerbaar is. Denk daarbij aan bepaalde eigenschappen of vaardigheden die verder ontwikkeld kunnen worden door een hobby, bijbaantjes, vrijwilligerswerk of vooropleiding.
§2 toelichting
5 min.
opdracht 1A
5 min.
opdracht 1B
5 min.
opdracht 1C
blz. 59
profielen
Op deze bladzijde worden de 10 profielen genoemd die door het Ministerie worden bekostigd. Elke school is vrij te bepalen welke profielen worden aangeboden. Informeer voorafgaande aan de les bij de decaan welke profielen dat bij u op school zijn. Kruis ze aan in uw eigen werkboek. Laat de leerlingen in het schema aankruisen naar welke profielen ze nieuwsgierig zijn. Het is niet erg als de leerling nog onbekend is met de inhoud van een profiel. Het gaat hier om hun eerste nieuwsgierigheid. Laat de leerlingen aankruisen welke profielen bij u op school worden aangeboden. Indien een profiel, waar de belangstelling naar uitgaat niet bij u op school wordt aangeboden dan kunt u die leerling doorverwijzen naar de decaan. laat de leerlingen minstens twee profielen aankruisen die ze verder willen onderzoeken op keuzedossier.nl. Hierbij staan de volgende vier vragen centraal. l Welke beroepen kun je later kiezen? l Wat ga je leren? l Wat moet je kunnen? (Welke beroepseigenschappen spelen een rol?) l Welke vakken zijn belangrijk in leerjaar 3 en leerjaar 4? De 10 profielen worden toegelicht op keuzedossier.nl onder het tabblad PROFIELEN. Het is raadzaam dat u dit tabblad ook een keer opent zodat u op de hoogte bent van de informatie die wordt gegeven en de mogelijkheden die er zijn om door te klikken.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
59
Als voorbeeld wordt hieronder het scherm afgebeeld dat verschijnt door op ‘economie en ondernemen’ te klikken. De informatie die over een afdeling wordt gegeven is bij alle tien de profielen op dezelfde manier opgebouwd: l een kernachtige omschrijving wat je op de betreffende afdeling leert; l modulen; l profielvakken; l beroepseigenschappen die zijn vereist; l beroepen; door op een beroep te klikken verschijnt er meer informatie. l mogelijke werkvelden.
60
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
§3 toelichting
blz. 60
Profiel-Interesse-Test
Aan het eind van het tweede leerjaar kiest de leerling een beroepsgericht of een beroepsoriënterend profiel. De Profiel-Interesse-Test helpt hierbij. Het doel is om vast te stellen naar welke profielen de meeste voorkeur uitgaat.
tien profielen
Er zijn negen beroepsgerichte profielen. • EO economie en ondernemen • HBR horeca, bakkerij en recreatie • G groen • ZW zorg en welzijn • BWI bouwen, wonen en interieur • PIE produceren, installeren en energie • MoT mobiliteit en transport • MVI media, vormgeving en ICT • MaT maritiem en techniek Er is één beroepsoriënterend profiel. • D&P dienstverlening en producten De Profiel-Interesse-Test stelt de mate van voorkeur vast voor elk van deze tien profielen. De school zal echter niet alle profielen aanbieden. Daarom zal de leerling zich met hulp van de mentor, moeten laten leiden door de hoogst scorende profielen die op school worden aangeboden. De leerling kan in een later stadium het profiel verder op maat inrichten door het kiezen van keuzevakken.
25 min.
De leerling krijgt telkens negen competenties voorgelegd, elke ondersteund met een foto. Hij selecteert de vier competenties die hem het meest aanspreken. In het volgende scherm wordt gevraagd deze vier competenties op volgorde van voorkeur te plaatsen. De leerling doorloopt een aantal van deze stappen. De test resulteert in een staafdiagram die de mate van voorkeur voor elk profiel weergeeft. Door met de cursor over een kolom te bewegen wordt de score getoond. De uitslag wordt ook in woorden gepresenteerd. De items van de Profiel-Interesse-Test zijn gebaseerd op de competenties die in het moduledeel van de conceptexamenprogramma’s zijn beschreven. Het gaat om specifieke beroepsgerichte competenties, die gelden voor elk afzonderlijk profiel. Hiermee is gewaarborgd dat de items een realistisch beeld geven van de inhoud van een profiel. Na het maken van de Profiel-Interesse-Test worden automatisch 10 punten toegekend voor motievenreflectie. De competentiemeter onder het tablad ‘LOB-competent’ laat dit meteen zien.
competentiemeter
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
eerste interessante profiel
§5
tweede interessante profiel
5 min.
toelichting
10 min.
opdracht 4A en 5A
Laat de leerlingen de twee meest interessante profielen in het werkboek noteren. Laat ze ook aangeven of deze profielen bij u op school aangeboden wordt.
10 min.
opdracht 4B en 5B
Hier maakt de leerling gebruik van het tabblad PROFIELEN. Hier kan hij de gevraagde gegevens opzoeken en deze noteren in het werkboek. Hij hoeft zich niet te beperken tot de beroepen die daar direct genoemd worden, maar ook verder zoeken via het tabblad BEROEPEN.
5 min.
blz. 62 blz. 63
§4
61
opdracht 4C en 5C
Afsluitend geeft de leerling zijn voorkeur aan voor twee profielen die hem op dit moment het meest aanspreken. Dit zijn niet noodzakelijkerwijs de twee profielen met de hoogste score na het maken van de Profiel-Interesse-Test. De keuze moet onafhankelijk zijn van de mogelijkheden tot profielkeuze op uw school.
Vervolgens wordt er om de mening van de ouders/verzorgers gevraagd. Hierdoor komt er een belangrijk gesprek op gang als voorbereiding op de keuze voor een profiel. Nadat u de opdracht 4c en 5c via uw mentoraccount positief met JA hebt beoordeeld, krijgt de leerling 10 punten toegekend voor de LOBcompetentie motievenreflectie. Dit wordt zichtbaar gemaakt in zijn competentiemeter onder het tabblad ‘LOB-competent’ zoals hieronder afgebeeld.
§6 5 min.
toelichting
blz. 64
Waar ga en sta ik voor?
In dit hoofdstuk is de leerling weer aan het werk geweest met de LOBcompetentie motievenreflectie. De leerling heeft onderzoek gedaan naar en zichzelf verdiept in de 10 profielen. De leerling heeft onderzocht welke profielen hem aanspreken door middel van de Profiel-Interesse-Test. Vervolgens is de leerling te weten gekomen welke beroepen en beroepseigenschappen hem binnen deze profielen aanspreken zodat hij deze ontdekking samen met zijn ouders kan bespreken. Hierdoor leert de leerling zichzelf steeds beter kennen, maar kan hij ook steeds beter vertellen waar hij voor wil gaan en waarom. Uw rol als mentor is uw leerlingen steeds te blijven stimuleren om over hun ontdekkingen maar ook hun twijfels te blijven praten met anderen. Op deze manier blijft de leerling reflecteren en leert hij zijn ontdekkingen te verwoorden en om te zetten naar de wensen voor zijn toekomst.
62
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
5 min.
opdracht 6A en 6B
Hier geeft de leerling nogmaals aan waar hij het meest nieuwsgierig naar was aan het begin van dit hoofdstuk. Laat een aantal leerlingen vertellen wat ze over zichzelf te weten zijn gekomen en wat dat voor hen betekent, en of ze hiermee tevreden zijn en waarom ze dat vinden.
5 min.
opdracht 6C
Sommige leerlingen zullen nog niet tevreden zijn met wat ze te weten zijn gekomen. Deze leerlingen kunnen aangeven wat ze nog meer over zichzelf te weten willen komen. U kunt deze opdracht ook als aanknopingspunt gebruiken om klassikaal te bespreken dat je studiemotivatie en je studiesucces verbetert als je weet waar je voor wilt gaan. In dat geval weet je ook waar je jezelf voor zal moeten inzetten.
5 min.
opdracht 6D
Als de leerling zijn vervolgactie heeft bepaald, is het van belang dat hij nadenkt wie hem zou kunnen helpen om verder te zoeken. In deze opdracht staat de LOB-competentie netwerken centraal. Voor deze LOBcompetentie worden niet eerder punten toegekend dan bij de allerlaatste opdracht: opdracht 5 op bladzijde 70 van het werkboek. Neem daarom goede nota van het antwoord op opdracht 6D.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
hoofdstuk 8
63
koppelen
toelichting
In dit laatste hoofdstuk is de LOB-competentie loopbaansturing het uitgangspunt en staat de vraag 'hoe bereik ik mijn doel' centraal. De leerlingen gaan alle informatie uit voorgaande hoofdstukken verzamelen en aan elkaar koppelen om met behulp daarvan een keuze te maken voor l een profiel, l twee profielvakken en l een beroepsgericht profielvak.
inhoud
De LOB-competentie loopbaansturing is is toekomstgericht. Het is van belang dat u de leerlingen stimuleert om na te denken met welk profiel ze op korte termijn, maar ook in de toekomst, het beste uit zichzelf kunnen halen en zichzelf optimaal in kunnen ontwikkelen. Zelfreflectie is in deze eindfase een zeer belangrijk onderdeel van het keuzeproces. Door alle LOB-competenties aan bod te laten komen en leerlingen hierbij te coachen, ontwikkelt de leerling zijn LOBcompetenties. Zodoende weet hij steeds beter wat bij hem past en waarom. U als mentor kunt de leerling stimuleren: l om zelf conclusies te bedenken, l door hem uit te dagen als bepaalde zaken nog niet helder zijn. l met de vraag: 'Wat kun je zelf doen om hier een antwoord te krijgen?', l met de vraag: ‘Wie kan jou hierbij helpen?', l met de vraag: 'Hoe kun je ervaren of dit bij jou past?'
l l l l l l
omvang in tijd
vakken in klas 3 en 4 wat kan ik goed? informatie verzamelen profielformatie verzamelen alle informatie koppelen hoe bereik ik mijn doel?
opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 opdracht 5 opdracht 6
Dit hoofdstuk vraagt twee of drie lesuren. l
l
l
Behandel in de eerste les blz. 66 en 67, waarbij opdracht 2 opgegeven kan worden als huiswerk. Behandel in de tweede les bladzijde 68 en 69. U kunt aan de decaan vragen aanwezig te zijn bij de lessen. Hij kan specifieke vragen van de leerlingen direct beantwoorden. Behandel in de derde les bladzijde 70 en 71.
64
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
§1 10 min.
toelichting
blz. 66
vakken in klas 3 en 4
Het schema vraagt om een zorgvuldige uitleg. De onderste drie kaders geven de leerwegen aan. De pijlen naar de vier groene kaders erboven geven de doorstroommogelijkheden aan naar mbo niveau 1, 2, 3 en 4. Voor uw leerlingen met een diploma basisberoepsgerichte leerweg is de doorstroom naar mbo niveau 2 direct mogelijk. Voor de kaderberoepsgerichte leerweg is doorstroom naar mbo niveau 3 direct mogelijk. In sommige gevallen is mbo niveau 4 voor goede leerlingen direct mogelijk. Op bladzijde 72 van deze handleiding treft u een schema aan met alle doorstroommogelijkheden vanuit de vier leerwegen in het vmbo.
5 min.
opdracht 1
Lees klassikaal de informatietekst en benadruk welke keuze er in welk jaar gemaakt wordt. Informeer u vooraf goed over de mogelijkheden en afspraken bij u op school. Nodig de decaan eventueel uit om specifieke vragen van de leerlingen te beantwoorden.
5 min. Laat de leerlingen de vakken noteren waarin ze op dit moment examen willen doen. Geef hierbij aan dat ze een keuze moeten maken op basis van alle informatie die ze over zichzelf te weten zijn gekomen.
§2 blz. 67
Wat kan ik goed?
5 min.
toelichting
Hier moet uitdrukkelijk worden opgemerkt dat de leerling bij opdracht 2 zelf zijn capaciteiten en belangstelling aangeeft. De mening van de betreffende vakdocent kan daarom afwijken van die van de leerlingen. Opdracht 2 is bedoeld als zelfreflectie. Wanneer u grote verschillen opmerkt tussen capaciteiten en belangstelling, dan is het raadzaam hierover met de leerling in gesprek te gaan.
10 min.
opdracht 2A en 2B
De opdracht is opbouwend van aard. Eerst geeft de leerling zijn capaciteiten aan, daarna zijn belangstelling en tenslotte geven de ouders of verzorgers aan of ze vinden dat hun zoon of dochter in de betreffende vakken sterk of minder sterk is. Het motiveert de leerlingen en houdt de ouders of verzorgers betrokken bij het keuzeproces.
5 min.
opdracht 2C en 2D
Tot slot geeft de leerling aan in welke vakken hij sterk is en in welke twee vakken minder sterk. U kunt de zelfreflectie bevorderen door aan een aantal leerlingen te vragen of deze vakken overeenkomen met de vakken bij opdracht 1.
§3 5 min.
toelichting
10 min.
opdracht 3
blz. 68
informatie verzamelen
Bij opdracht 3 wordt de belangrijkste sectorinformatie verzameld die nodig is om een doordachte keuze te kunnen maken voor een profiel, profielvakken en beroepsgericht profielvak. Hier verzamelt de leerling alle belangrijke informatie uit de verschillende hoofdstukken. In de paarse kolom is steeds aangegeven op welke bladzijde van het werkboek hij het antwoord kan terugvinden.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
§4
5 min.
65
profielinformatie verzamelen
toelichting blz. 69
Van twee profielen in het vmbo gaan de leerlingen alle gegevens verzamelen en invullen.
opdracht 4
De leerlingen noteren welke twee profielen ze willen kiezen. Ze geven aan of deze profielen wel of niet op uw school wordt aangeboden.
20 min.
Het gaat erom dat de leerling aangeeft wat hij het liefst zou willen kiezen. Daarna kan eventueel een gesprek plaatsvinden, als blijkt dat het profiel van zijn keuze niet op uw school wordt aangeboden. In dit gesprek is van belang dat er wordt besproken wat de leerling wil bereiken binnen dit profiel, wat het effect is op zijn loopbaan bij een andere profielkeuze en wat voor hem de toekomstmogelijkheden zijn. Bij het profiel dat zijn allereerste voorkeur heeft, geeft de leerling ook aan welke twee beroepen hem op dit moment bij dit profiel aanspreken. Bij deze keuze voor een profiel kijkt de leerling terug naar: l beroepseigenschappen bladzijde 61; l de mogelijke beperkingen bladzijde 30; l een eventueel belemmerend schoolvak bladzijde 67.
§5 5 min.
toelichting
blz. 70
opdracht 5A en 5B
huiswerk
15 min.
20 min.
opdracht 5B
alle informatie koppelen
Dit hoofdstuk sluit af met een paragraaf over de definitieve keuzes. Inmiddels zijn de leerlingen op de hoogte van de specifieke situatie bij u op school wat betreft de profielkeuze. Het is van groot belang dat u uw leerlingen hierover zorgvuldig inlicht, want een verkeerde keuze kan verstrekkende gevolgen hebben bij de doorstroom naar het mbo. Nu alle gegevens bekend zijn, kan er gekoppeld worden. Bij deze opdracht kiest de leerling voor een profiel en twee profielvakken en geeft aan welk beroepgericht profielvak hij gaat volgen. Deze opdracht kunt u meegeven als huiswerk, zodat ze deze gegevens samen met hun ouders of verzorgers kunnen invullen en laten ondertekenen. Bij deze opdracht noteert de leerling zijn keuzes in zijn digitaal portfolio. zijn uiteindelijke profielkeuze l of het betreffende profiel wel of niet wordt aangeboden l twee belangrijke kwaliteiten l zijn belangstelling voor ‘Iets met...’ l het beroepsgericht profielvak l twee profielvakken l waarom zijn ouders/verzorgers het wel of niet eens zijn met de gemaakte keuzes l
definitief overzicht printen
Wanneer uw school ervoor kiest om dit definitieve overzicht door de ouders of verzorgers te laten onderteken, dan zijn er twee manieren om het definitief overzicht te printen.
1
Via uw mentoraccount of via het decaanaccount. Het is dan mogelijk om het definitief overzicht van alle leerlingen in een keer te printen of een selectie van een of meer leerlingen te maken. l Activeer links op het scherm ‘Documenten/berichten’. l Activeer vervolgens ‘Rapporten versturen’. l Vul de gevraagde gegevens in.
66
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
2
Via het digitaal portfolio van de leerling door de knop ‘Afdrukken’ te activeren.
10 min.
§6 toelichting
Hoe bereik ik mijn doel?
blz. 71 In dit hoofdstuk komt alles samen en gaat de leerling nadenken over hoe hij zijn doel kan bereiken en welke keuze hij in zijn loopbaanproces wil maken. Hij werkt aan de LOB-competentie loopbaansturing. Op dit moment betreft de keuze in zijn loopbaanproces die van een profiel en bijbehorende vakken. Zoals al eerder werd aangegeven kunnen keuzes die niet bewust zijn gemaakt verstrekkende gevolgen hebben voor de toekomst van de leerling. Het is dus van groot belang, hoe jong de leerlingen ook zijn, dat nu al bewust wordt omgegaan met loopbaankeuzes natuurlijk is toekomst van een 'werkend leven' nog heel ver weg en moeilijk voor te stellen. Daarom is uw rol als coachende mentor onmisbaar in dit proces. Blijf de leerling stimuleren en motiveren om zelf zijn conclusies te trekken en stappen te bedenken om te gaan ondervinden, te ervaren en te bespreken wat dit voor hem betekent. Op deze manier zal de leerling uitgedaagd worden om zelf op zoek te gaan naar zijn passie, wensen, mogelijkheden en onmogelijkheden om zijn toekomst vorm te geven.
opdracht 6A en 6B Hier geeft de leerling nogmaals aan waar hij het meest nieuwsgierig naar was aan het begin van dit hoofdstuk. Laat een aantal leerlingen vertellen wat ze over zichzelf te weten zijn gekomen en wat dat voor hen betekent, en of ze hiermee tevreden zijn en waarom ze dat vinden.
5 min.
opdracht 6C 5 min.
Sommige leerlingen zullen nog niet tevreden zijn met wat ze te weten zijn gekomen. Deze leerlingen kunnen aangeven wat ze nog meer over zichzelf te weten willen komen. U kunt deze opdracht ook als aanknopingspunt gebruiken om leerlingen te laten vertellen over hun keuze en andere leerlingen hierop te laten reageren. Of het beeld dat ze van zichzelf hebben klopt, maar ook of ze eventueel nog tips hebben bij twijfels of onzekerheden.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
5 min.
opdracht 6D
67
Als de leerling zijn vervolgactie heeft bepaald, is het van belang dat hij nadenkt wie hem daarbij zou kunnen helpen om dat verder te onderzoeken. In de opdracht 6D staat de LOB-competentie netwerken centraal.
competentiemeter
Nadat u de opdracht 6E via uw mentoraccount positief met JA hebt beoordeeld, krijgt de leerling 10 punten toegekend voor de LOBcompetentie loopbaansturing. Dit wordt zichtbaar gemaakt in zijn competentiemeter onder het tabblad ‘LOB-competent’ zoals hieronder afgebeeld.
competentiemeter
Voor de LOB-competentie netwerken worden nu definitief punten toegekend. Bij de beoordeling van opdracht 5 op ‘blz. 70 wordt u gevraagd ‘Blijkt uit het werkboek dat de leerling zijn ouders/verzorgers heeft betrokken bij zijn keuzeproces?’ Neem goede nota van de antwoorden bij opdracht 6D op de bladzijden 31, 39, 47, 55, 63 en 71 van het werkboek. Wanneer de schuingedrukte vraag hierboven 2x met JA hebt beoordeeld, zal in de competentiemeter een score van 20 punten zichtbaar worden voor de LOB-competentie netwerken. Zie de afbeelding hieronder.
Met het afsluiten van dit hoofdstuk is de competentiemeter voor dit schooljaar compleet en is uw leerling competenter in het sturen van zijn eigen loopbaan.
68
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
hoofdstuk
5
bijlagen De volgende bladzijden kunt u kopiëren om in uw lessen te gebruiken. U kunt ze ook downloaden vanuit uw mentoraccount via de knop ‘Handleidingen’.
blz. 69 van deze handleiding
brief aan de ouders of verzorgers De tekst kunt u gebruiken als model voor een brief aan de ouders of verzorgers. Hiermee brengt u hen op de hoogte van het gebruik van de methode keuzedossier door middel van een werkboek en een website, en vraagt u hen hieraan mee te werken. Dezelfde brief treft u ook aan als Word-document in uw mentoraccount (knop ‘Handleidingen’), zodat u de tekst kunt aanpassen aan uw specifieke situatie en wensen.
blz. 70 van deze handleiding
loopbaanrelectiegesprek U treft hier ondersteuning aan bij de zogenoemde loopbaanreflectiegesprekken. Er wordt uitgelegd wat een loopbaanreflectiegesprek is, wat de uitgangspunten zijn en wat het doel ervan is.
blz. 72 van deze handleiding
doorstroommogelijkheden vmbo - mbo Het schema laat de mogelijkheden zien zoals de overheid die faciliteert. Elke school kent zijn eigen (on)mogelijkheden. Laat u door de decaan informeren hoe de doorstroommogelijkheden bij u op school zijn geregeld alvorens u met de leerlingen daarover in gesprek gaat.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
bijlage
69
brief aan de ouders of verzorgers
De tekst van deze brief is ook te vinden als Word-document in het decaanaccount of mentoraccount via de knop Home/Handleidingen. U kunt dat bestand downloaden en deze brief aanpassen aan uw wensen.
Geachte ouders of verzorgers, Uw dochter of zoon gaat zich zich in de onderbouw van het vmbo bezighouden met de keuze van een profiel, profielvakken en een beroepsgericht profielvak. Geen onbelangrijke keuze, want deze keuze maakt de weg vrij naar een vervolgopleiding die het best past bij het karakter van uw kind. Om deze belangrijke keuze zo goed mogelijk te begeleiden, zal de methode keuzedossier worden gebruikt. Deze methode bestaat uit een werkboek en een zogenoemd digitaal portfolio. Dit digitaal portfolio wordt ingericht op de website van de methode www.keuzedossier.nl. Het gebruik van internet is daarbij noodzakelijk. Uw zoon of dochter kan daarom ook buiten de lessen en buiten de school aan de opdrachten werken. Wij vragen u daarvoor thuis de gelegenheid te geven en afspraken te maken. De toegang tot het digitaal portfolio is alleen mogelijk met een persoonlijke gebruikersnaam en een wachtwoord. Uw zoon of dochter kent deze codes. De school acht de betrokkenheid van u als ouder of verzorger van groot belang. Daarom komt in de methode een aantal opdrachten voor waarbij uw medewerking wordt gevraagd. Wij verzoeken u vriendelijk daaraan gehoor te geven. Hiervoor danken wij u bij voorbaat. Met vriendelijke groeten,
70
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
bijlage doel
uitgangspunten
loopbaanreflectiegesprek
Doel van een loopbaanreflectie gesprek is, om aan de hand van persoonlijke ontdekkingen, gebeurtenissen en ervaringen, leerlingen steeds meer inzicht in zichzelf te laten krijgen waardoor ze LOBcompetenter worden. Bij loopbaanreflectiegesprekken is persoonlijke ontdekking of concrete ervaring het uitgangspunt. Door leerlingen te laten benoemen wat ze over zichzelf hebben ontdekt, wat dit voor hem betekent, welke conclusies zij hieruit kunnen trekken en welke vervolgstappen nodig zijn, stimuleer je ze om actief en zelfsturend met hun loopbaan aan de slag te gaan. De nadruk in een loopbaanreflectiegesprek ligt op de positieve kant van loopbaanontwikkeling. Leerlingen worden gestimuleerd om na te denken over hun sterke kwaliteiten, persoonlijke motieven en waarden en hun toekomstbeeld in de wereld van werk. Alles wat de leerling over zichzelf leert in verschillende schoolse en buitenschoolse situaties, zorgt ervoor dat hij zichzelf steeds beter leert kennen. Tijdens een loopbaanreflectiegesprek wordt de leerling uitgedaagd om zijn LOB-competenties te ontwikkelen en belangrijke conclusies met betrekking tot zijn (studie)loopbaan te trekken. U als coach helpt om verbanden te leggen tussen wat ze over zichzelf te weten komen en wat dit betekent voor hun loopbaan. U helpt ze vooral bij het maken van belangrijke keuzes in dit proces. In een loopbaanreflectiegesprek is altijd sprake van reflecteren (terugkijken) en activeren (vooruitkijken). Loopbaanreflectiegesprekken zijn dan ook hele andere gesprekken dan voortgangsgesprekken.
in samenspraak
Hieronder vindt u tips om in gesprek te gaan met uw leerling en ze LOBcompetenter te maken. In een loopbaanreflectiegesprek kunnen een of meer LOB-competenties aan bod komen. Bepaal voorafgaand aan het gesprek altijd in samenspraak met de leerling wat het doel van het gesprek is. Wat wil de leerling over zichzelf te weten komen, wat wil de leerling in het gesprek bespreken en wanneer is het gesprek zinvol geweest? Achterliggend uitgangspunt voor het gesprek is altijd: hoe haalt de leerling het beste uit zichzelf en hoe kan ik de leerling in dit proces ondersteunen, stimuleren en motiveren?
algemene tips l l l l l
l l l
l l
Neem de tijd voor een persoonlijk gesprek. Stel de leerling op zijn gemak en geef hem persoonlijke aandacht. Luister actief en stel vragen. De leerling staat centraal en is ‘aan zet’ . Ben positief en laat de leerling benoemen wat goed gaat zodat zijn zelfvertrouwen groter wordt. Activeer de zelfstandigheid van de leerling. Praat niet tégen de leerling, maar zorg voor een goede dialoog. Motiveer en activeer de leerling zodat hij zelf conclusies trekt en vervolgstappen formuleert. Stel open vragen en geef geen oordeel. Gebruik een concrete ervaring als start van het gesprek.
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
71
voorbeeldvragen per LOB-competentie kwaliteitenreflectie
l l l l l l l l l l l
motievenreflectie
l l l l l l l
werkexploratie
l
l l l l l l
l l l
loopbaansturing
l l l l l l l l l
netwerken
l l l l l l l
afronding gesprek
Waar ben je goed in? In welke dingen ben je volgens anderen goed? Welke kwaliteiten horen bij jou en hoe weet jij dit? Welke kwaliteiten zou je later in je werk willen gebruiken? Uit welke ervaring blijkt dat deze kwaliteit bij jou hoort? Hoe zou je deze kwaliteit verder ontwikkelen? In welke situaties zou je dit kunnen oefenen? Wie kun je vragen om hierover mee te denken? Krijg je wel eens complimenten en zo ja, van wie? Met welke beperkingen moet jij eventueel rekening houden? Hoe kun je deze belemmering positief veranderen? Waar wil je echt moeite voor doen? Wat is jouw toekomstambitie? Wat wil je uit jezelf halen? Wat spreekt je aan en wat zou je willen? Met wie heb je hierover al gepraat? Waar wil je je bed voor uitkomen? Wat vind je belangrijk in jouw leven? Heb je een beeld van de verschillen soorten beroepen en werkzaamheden? Heb je een beeld van welke beroepscompetenties er zijn? Welke beroepscompetenties spreken jou aan? Welke beroepscompetenties zou je willen ontwikkelen? Op wat voor soort werkplek voel je je thuis? Op wat voor manier wil je iets voor anderen betekenen? Wat voor soort werkervaring heb je al en wat vond je daar leuk en minder leuk aan? Wat soort werk en werkomgeving past bij jou? Hoe weet je dit? Welke conclusies kon je hieruit trekken? Hoe kom je er achter wat voor soort werk nog meer bij jou past? Wat heb je (nog) nodig om je doel te bereiken? Welke keuzemogelijkheden heb je? Hoe zou je dit willen bereiken? Wat is een eerste stap die je zou kunnen zetten? Wat zou je morgen al kunnen gaan doen? Hoe maak je keuzes? Leg eens uit hoe je tot deze keuze bent gekomen? Wat past het beste bij je en waarom? Hoe plan je je vervolgstappen? Met wie heb je over LOB gepraat? Naar wie ga je toe als je vragen hebt over LOB? Wie kun je direct benaderen? Ken je iemand die veel over LOB weet? Op wat voor manier zou je contact kunnen leggen? Wat zou je dan aan diegene kunnen vragen? Op wat voor manier zou je iets voor die ander terug kunnen doen?
Bespreek bij de afronding van het gesprek altijd hoe de leerling het gesprek heeft ervaren en wat hij eraan heeft gehad. Daarna kan bepaald worden welke vervolgacties de leerling gaat ondernemen en wat hij in een volgend gesprek wil bespreken.
72
handleiding voor de mentor bij keuzedossier lob in het vmbo bb/kb
bijlage
doorstroommogelijkeden vmbo - mbo werken
havo-5 niveau 4 havo-4 niveau 3 niveau 2
niveau 1
theoretische leerweg
gemengde leerweg
kaderberoeps-gerichte leerweg
basisberoeps-gerichte leerweg
praktijkschool
leerwegondersteunend onderwijs vmbo mbo
= het blauwe gedeelte = het groene gedeelte = mogelijke duur van de opleiding
blauwe pijlen paarse pijlen
= doorstroommogelijkheden van vmbo naar mbo = doorstroommogelijkheid van vmbo-TL naar havo-4 naar niveau4
l
niveau 1
Na deze entreeopleiding (een half tot één jaar) kan de beroepsbeoefenaar eenvoudig werk uitvoeren. Dat zijn vaak dezelfde soort werkzaamheden. Er wordt altijd gewerkt onder toezicht van een verantwoordelijke met een hoger opleidingsniveau.
l
niveau 2
Na deze basisberoepsopleiding (circa twee jaar) kan de beroepsbeoefenaar zelfstandig opdrachten uitvoeren die meestal hetzelfde zijn en in dezelfde volgorde worden uitgevoerd. Er wordt gewerkt onder toezicht van een ervaren collega.
l
niveau 3
Na deze vakopleiding (circa twee tot drie jaar) kan de beroepsbeoefenaar zelfstandig werken. Hij kan het werk, voor zichzelf en voor zijn collega's die hetzelfde soort werk doen, goed indelen. Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen werk en dat van zijn collega's.
l
niveau 4
Na de middenkaderopleiding (circa drie tot vier jaar) kan de beroepsbeoefenaar volledig zelfstandig werken. Hij kan het werk voorbereiden, de administratie bijhouden en leiding geven aan anderen, bijvoorbeeld als zelfstandig ondernemer. Een leerling kan na een opleiding op niveau 4 doorstromen naar het hoger beroepsonderwijs.
Behalve een niveau kan er ook een leerweg in het mbo worden gekozen. Er zijn twee leerwegen. BBL beroepsbegeleidende leerweg De student gaat één dag in de week naar school en voert op de andere vier dagen betaald werk uit.
BOL beroepsopleidende leerweg De student gaat de hele week naar school, doet stage in het beroep waarvoor hij wordt opgeleid, maar ontvangt geen loon.
De BBL is geschikt voor leerlingen die liever praktisch bezig zijn en het vak liever in de praktijk leren.
De BOL is geschikt voor leerlingen die aan het einde van hun opleiding meer theoretische bagage willen hebben.
De mbo-opleidingen worden op een ROC (Regionaal Opleidingscentrum) gegeven in de sectoren Techniek, Zorg en Welzijn, en Economie, en op een AOC (Agrarisch Opleidingscentrum) in de sector Landbouw. Met een diploma vmbo-TL wordt de leerling toegelaten in het vierde leerjaar van het havo. Een school kan hieraan bepaalde voorwaarden stellen. De leerling krijgt dan te maken met vier havo-profielen.