ECONOMISCHE BELEIDSVISIE 2008-2015
Ambtelijk opdrachtgever: Bestuurlijk opdrachtgever: Projectleider: Datum: Vaststelling Raad:
F. Herrman College van B&W C. Quik 30 januari 2008 6 maart 2008
Ontstaansgeschiedenis De kern Oudewater is aan het begin van de 10e eeuw ontstaan op een zandafzetting in de meanderbocht bij de uitmonding van de Lange Linschoten in de Hollandsche IJssel. Langs het water zijn handel en bedrijvigheid tot ontwikkeling gekomen. In het begin van de 14e eeuw heeft de stad zich ontwikkeld tot een handels- en scheepvaartcentrum van bescheiden formaat. Vanaf 1826 werd de stad Oudewater eigenaar van de vestingwerken, onder voorwaarden dat deze binnen een bepaalde tijd gesloopt zouden worden. In de 2e helft van de 19e eeuw is men begonnen met het afbreken van de poorten en wallen en het dempen van grachten. Op de terreinen van de vroegere vesting zijn vervolgens industrie, parken, een tweetal begraafplaatsen en woningbouw gerealiseerd.
2
Inhoudsopgave 6 ONTSTAANSGESCHIEDENIS .......................................................................... 2
6.1 6.2 6.3 6.4
INHOUDSOPGAVE ............................................................................................. 3 1
INLEIDING ................................................................................................. 4 ACHTERGROND ........................................................................................ 4 DOEL VAN DE VISIE .................................................................................. 4 PROCES EN AANPAK .................................................................................. 4 LEESWIJZER ............................................................................................. 5 BEGRIPPENLIJST ...................................................................................... 6
7
2
SAMENVATTING ....................................................................................... 8
8
3
UITGANGSPUNTEN................................................................................ 11
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
3.1 3.2 4
5
9
ALGEMEEN ............................................................................................. 18 DE ECONOMIE VAN DE KLEINE KERNEN .................................................... 20 CONCLUSIES .......................................................................................... 21
5.1 5.2 5.3 5.4
INLEIDING ............................................................................................. 43 HUIDIGE SITUATIE ................................................................................. 43 SWOT-ANALYSE .................................................................................... 46 VERBETERPUNTEN VOOR HET LANDELIJKE GEBIED.................................... 47
TOEKOMSTVISIE .................................................................................... 51 9.1 9.2
10
TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN................................................. 22
INLEIDING ............................................................................................. 36 HUIDIGE SITUATIE ................................................................................. 36 SWOT-ANALYSE .................................................................................... 38 VERBETERPUNTEN VOOR TAPPERSHEUL ................................................... 39
LANDELIJK GEBIED OUDEWATER.................................................... 43 8.1 8.2 8.3 8.4
RIJKS- EN PROVINCIAAL BELEID .............................................................. 11 GEMEENTELIJK BELEID ........................................................................... 15
INLEIDING ............................................................................................. 27 HUIDIGE SITUATIE ................................................................................. 27 SWOT-ANALYSE .................................................................................... 30 VERBETERPUNTEN VOOR DE STAD OUDEWATER ....................................... 31
BEDRIJVENTERREIN TAPPERSHEUL............................................... 36 7.1 7.2 7.3 7.4
HUIDIGE SITUATIE ............................................................................... 18 4.1 4.2 4.3
DE STAD OUDEWATER ......................................................................... 27
INLEIDING ............................................................................................. 51 OUDEWATER IN 2015 ............................................................................ 51 UITVOERINGSPROGRAMMA.......................................................... 54
10.1 INLEIDING ............................................................................................. 54 10.2 SPEERPUNTEN ECONOMISCH BELEID ........................................................ 54 10.3 BESCHRIJVING VAN DE ACTIEPUNTEN ...................................................... 54 LITERATUURLIJST ................................................................................................ 61 FIGUREN ............................................................................................................. 62
ECONOMISCHE VERANDERINGEN ............................................................. 22 DEMOGRAFISCHE VERANDERINGEN ......................................................... 23 DE TOEKOMSTIGE BEHOEFTE AAN BEDRIJVEN EN KANTORENTERREINEN .... 25 CONCLUSIES .......................................................................................... 26
3
1
Inleiding
1.1
Achtergrond
Naast deze hoofddoelen zijn nog een aantal subdoelen benoemd: • Een beperkte groei van de werkgelegenheid in Oudewater met minimaal het landelijke gemiddelde van 0,4% per jaar (CPB). • Het verbeteren van de informatievoorziening en bereikbaarheid van de gemeente Oudewater voor ondernemers. • Het versterken van de detailhandelstructuur en het toerisme.
In 2005 heeft de gemeente Oudewater, gezamenlijk met de ondernemersverenigingen, studenten van de universiteit van Utrecht, LTO en de Kamer van Koophandel, gewerkt aan een Nota “werken en mobiliteit”. Deze nota werd opgesteld als deeluitwerking van de structuurvisie 2005. Uiteindelijk is deze nota nooit afgerond en vastgesteld. Het nu voorliggende stuk, de economische beleidsvisie 2008-2015, is gebaseerd op de gegevens die in 2005 tot stand gekomen zijn. Deze economische visie gaat echter verder waar de Nota “werken en mobiliteit” ophielt. Daarnaast zijn een aantal gegevens verouderd of zijn projecten al uitgevoerd, waardoor aanpassingen van de stukken uit 2005 noodzakelijk zijn. Tevens is rekening gehouden met de haalbaarheid van het uitvoeringsprogramma.
In de samenvatting en het uitvoeringsprogramma wordt antwoord gegeven hoe deze doelen worden verwezenlijkt. Wanneer naar de scenario’s uit de stukken van 2005 wordt gekeken, kan de uitkomst van deze visie het meest vergeleken worden met het scenario 2, “eigen kwaliteiten ontwikkelen” en scenario 3, “Oudewater in de lift”. Betrokkenen gaven toen de voorkeur aan scenario 3. In bijlage 2 is een overzicht van de toen opgestelde scenario’s bijgevoegd.
1.3
Het draagvlak bij de ondernemersverenigingen verdient extra aandacht. In de totstandkoming van deze economische beleidsvisie is geprobeerd de ondernemers opnieuw te betrekken en tegemoet te komen, zodat er veel draagvlak ontstaat voor deze nieuwe economische beleidsvisie.
1.2
Proces en aanpak
Voor de totstandkoming van deze economische beleidsvisie is gewerkt met een projectplan. In dit projectplan is vooraf aan het college van burgemeester en wethouders aangegeven op welke manier het proces is ingericht en voor welke aanpak gekozen is. Voor het opstellen van deze economische beleidsvisie is een gemeentelijk projectteam samengesteld: • Floris Herrman (RO) • Linda Nieuwenhuizen (Recreatie en Toerisme) • Christiaan Quik (RO/ EZ) • Medewerker communicatie
Doel van de visie
In deze visie hebben we een tweetal hoofddoelen: • Het scheppen van randvoorwaarden zodat de economische concurrentiepositie van Oudewater versterkt. • Een aantrekkelijk ondernemersklimaat met een goede bereikbaarheid en geschikte bedrijfsruimte.
4
Naast het projectteam wordt er gebruik gemaakt van een zogenaamde klankbordgroep: • LTO (Land- en Tuinbouworganisatie) • BVO (Bedrijvenvereniging Oudewater) • NOVO (Nieuwe Ondernemersvereniging Oudewater) • KvK Midden-Nederland (Kamer van Koophandel) • TCPO (Toeristisch cultureel platform Oudewater) en de VVV Het Groene Hart.
economie in Oudewater beschreven. In het vijfde hoofdstuk is aandacht voor de te verwachten toekomstige economische ontwikkelingen. Hierna is gekozen om de economische beleidsvisie gebiedsgericht op te zetten. Hier is gekozen voor drie gebieden: • De stad Oudewater • Bedrijventerrein Tappersheul • Landelijk gebied Oudewater Nadat de huidige situatie beschreven is, brengen we per gebied de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen in beeld. De hoofdstukken sluiten af met een opsomming van verbeterpunten. In het hoofdstuk 9 zijn vervolgens alle gegevens uit de economische visie met elkaar verweven; de toekomstvisie. Dit leidt tot een visie op de gehele gemeente en een visie toegespitst op de gekozen gebieden. Aan deze toekomstvisie is een uitvoeringsprogramma gekoppeld. Hierin is een aantal haalbare actiepunten voorgesteld. Tevens staan, wanneer bekend, de benodigde budgetten genoemd.
Deze partijen zijn actief betrokken bij de totstandkoming van deze economische beleidsvisie. Voordat verder invulling is gegeven aan deze visie heeft de gemeente aan de BVO en NOVO een reactie gevraagd welke onderwerpen in ieder geval in de economische beleidsvisie aandacht verdienen. Dit vormde samen met de gegevens uit 2005 de basis voor een concept economische beleidsvisie. Deze is vervolgens na toezending besproken met de ondernemers. Parallel aan deze avond heeft een presentatie plaatsgevonden in het forum Ruimte. Hierin is aan het forum gevraagd of zij inhoudelijk nog aanvullingen hebben op opzet van de visie. Vervolgens zijn de reacties van het forum, de klankbordgroep en het collegebesluit voor het 1e concept verwerkt in een definitieve economische beleidsvisie. Deze is op 29 januari 2008 aangeboden aan het college. In de raad van donderdag 6 maart 2008 is deze beleidsvisie vervolgens behandeld.
1.4
Leeswijzer
In het tweede hoofdstuk vindt u eerst een samenvatting van de gehele visie. Ook is een beknopt overzicht van het voorgestelde uitvoeringsprogramma in de samenvatting opgenomen. De hoofdstukken 3 tot en met 5 leggen de basis voor de visie. In het derde hoofdstuk worden de uitgangspunten voor de visie benoemd. In het vierde hoofdstuk is de huidige situatie van de
5
1.5
Distributie planologisch onderzoek – Een DPO brengt in beeld of er voor uitbreiding van de detailhandel in een winkelgebied nog marktruimte is. Tevens kan worden onderzocht of er sprake is van marktverzadiging of overbewinkeling in het gebied.
Begrippenlijst
SWOT-analyse – Analyse van strength, weaknesses, oppurtunities and threats, oftewel sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen.
Forum (fora) - Het forum vervangt de commissievergaderingen. In een forum spreken raads- en forumleden, collegeleden, burgers en ambtenaren op voet van gelijkheid met elkaar over de zaken die op de agenda voor de raad komen. Er worden in het forum geen besluiten genomen. Het gaat puur om het uitwisselen van informatie. De enige beslissing die de leden in het forum nemen, gaat over de behandeling van het onderwerp in de raad. Wordt het op de raadsagenda een hamerstuk of een bespreekstuk? Of is het onderwerp door gebrek aan informatie nog niet rijp voor behandeling in de raad? In dat laatste geval gaat het stuk terug naar de organisatie.
Bedrijfsverzamelgebouw – Een gebouw waar verschillende bedrijven met een beperkte oppervlakte gehuisvest worden. Economische Beleidsvisie - Plan betreffende het te voeren (toekomstige) beleid van de gemeente Oudewater. Bestemmingsplan - Gemeentelijk plan met voorschriften, betreffende de bestemming van een bepaald terrein. Bestuursprogramma – Programma beschrijft de doelen van het zittende college van burgemeester en wethouders voor de bestuursperiode van maximaal 4 jaar.
KvK – Kamer van koophandel, komt op voor de algemene belangen van ondernemers.
BVO – Bedrijvenvereniging Oudewater, komt op voor de belangen van de ondernemers in de gemeente Oudewater.
LTO - Organisatie voor collectieve belangenbehartiging, individuele dienstverlening en groepsgerichte activiteiten voor agrarische ondernemers.
Detailhandelstructuur – Samenstelling van het aanbod van detailhandel in een gebied.
NOVO – Nieuwe ondernemersvereniging Oudewater, komt op voor de belangen van de ondernemers in de gemeente Oudewater, voornamelijk voor de detaillisten.
Demografisch - statistische beschrijving van sociale en politieke verschijnselen in of kenmerken van volkeren.
Ondernemersloket ondernemers.
Deregulering – Het verminderen en vereenvoudigen van het aantal wetten en regels.
–
Een
fysiek
of
digitaal
loket
voor
Parkmanagement –de structuur waarin de publieke en private belangen worden samengebracht in een parkmanagement organisatie.
Detailhandel - Handel die direct aan de consumenten levert.
6
Pendelstromen - Verkeerstromen tussen twee willekeurige locaties. Revitaliseren – Het verbeteren van de bedrijventerreinen door duurzame investeringen.
kwaliteit
van
Structuurvisie – Een visie op de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Struinen en vorsen – Stichting die zich inzet voor het promoten van kleinschalige recreatieve activiteiten in het gebied tussen de Hollandse IJssel, de Oude Rijn, de Lange Lindschoten en de Gouwe. Het wil hierbij de waardering en bewustwording voor het agrarische cultuurlandschap vergroten en zo het gebied op een duurzame manier vermarkten. Streekplan - integraal plan voor de ontwikkeling van de gemeenten binnen de provincie. Winning en Nijverheid – Hieronder vallen de activiteiten de winning van delfstoffen, industrie, openbare voorzieningsbedrijven en bouwnijverheid (CBS definitie). Woonvisie – Een gemeentelijke visie op de ontwikkelingen op de Oudewaterse woningmarkt.
toekomstige
7
2
•
Samenvatting
In het derde hoofdstuk is uitgebreid stil gestaan bij het bestaande beleid dat de kaders aangeeft voor deze visie. Provinciaal beleid dat relevant is; o.a. het streekplan en het ontwerp van de economische beleidsvisie. Daarnaast is natuurlijk stil gestaan bij gemeentelijk beleid, waaronder het bestuursprogramma, een aantal bestemmingsplannen, de woonvisie, het kampeerbeleid en het Marketingplan Lopikerwaard 2006-2010.
• • •
In het vierde hoofdstuk is vervolgens de huidige economische situatie beschreven. Conclusies die uit dit hoofdstuk kunnen worden getrokken: • Oudewater heeft vergeleken met de provincie erg veel bedrijven in de landbouw, de handel- en de bouwsector. • De laatste jaren heeft de werkgelegenheid geen groei doorgemaakt. • Het aantal bedrijfsvestigingen in Oudewater is de laatste jaren toegenomen tot bijna 800 bedrijven. • De werkloosheid van Oudewater ligt ruim onder het gemiddelde in de provincie Utrecht. • Maar liefst 60% van de 3278 arbeidsplaatsen worden ingevuld door de inwoners van Oudewater zelf. • De kleine kernen Snelrewaard, Hekendorp en Papekop hebben nauwelijks voorzieningen en zijn aangewezen op de grotere gemeenten in de omgeving.
•
•
Oudewater versterkt zijn aandeel in de sector “winning en nijverheid”1, terwijl deze sector landelijk gezien geen groei doormaakt. Als gevolg van de toenemende verkopen op internet neemt de concurrentie voor de detailhandel die niet-dagelijkse goederen verkopen toe. Door de vergrijzing in Oudewater groeit de zorgsector verder. Het aandeel jongere huishoudens zal afnemen. Om te kunnen voldoen aan de lokale vraag naar arbeidskrachten in de toekomst, is het van belang jongeren te binden aan de stad en ook opstartmogelijkheden te geven in de vorm van betaalbare woonruimte. De economie is in de toekomst kennisintensiever. Door de internationalisering wordt werk steeds meer verplaatst naar het buitenland. I.v.m. de kwaliteit van producten d.m.v. nieuwe productietechnologie komt weer meer productiewerk naar eigen land. Op de korte en middellange termijn bestaat een grote uitbreidingsbehoefte voor kantoor- en bedrijfsruimten. Intensiever en multifunctioneel ruimtegebruik kunnen dit probleem maar voor een deel oplossen.
In de hoofdstukken 6, 7 en 8 worden de stad Oudewater, Tappersheul en het landelijke gebied geanalyseerd door middel van een SWOT-analyse (Sterktes/ zwaktes, kansen en bedreigingen). Vervolgens zijn een aantal verbeterpunten benoemd. Voor de stad Oudewater zijn dit: • Zorgen voor een aantal nieuwe “trekkers” in de binnenstad. • Verbeteren van de looproute o.a. door de binnenstad gedeeltelijk autovrij te maken.
In het vijfde hoofdstuk zijn de toekomstige ontwikkelingen in kaart gebracht. Conclusies die uit dit hoofdstuk getrokken zijn: • Door een afname van het aantal agrarische bedrijven en verbreding van de bedrijfsvoering wordt de diversiteit van gebruiksfuncties in het landelijke gebied vergroot.
1
CBS definitie, hieronder vallen de activiteiten, de winning van delfstoffen, industrie, openbare voorzieningsbedrijven en bouwnijverheid.
8
• • • • •
openbare ruimte is de looproute langs de winkels van hogere kwaliteit. Door middel van gratis plattegronden en een grote kaart op de markt is het voor bezoekers makkelijker geworden de winkels te vinden. Ook is in het centrum van Oudewater het autoverkeer teruggedrongen en rond de markt is een voetgangerszone geïntroduceerd. Hiernaast zijn meer fietsenrekken geplaatst, zodat de klanten makkelijker hun fietsen kunnen stallen.”
Afstemmen van de winkeltijden. Verbeteren van de marketing van Oudewater. Meer evenementen organiseren en watertoerisme stimuleren. Verder uitvoering geven aan het marketingplan Lopikerwaard 2006-2010. Het water meer bij de stad betrekken.
Voor Tappersheul kwamen de volgende verbeteringspunten naar voren: • Meer oppervlakte voor bedrijven. • Invoeren van parkmanagement. • Multifunctioneel ruimtegebruik wanneer mogelijk. • Verbeteren van de beeldkwaliteit. • Revitaliseren van het bedrijventerrein. • Ontwikkelen van een snackbar/ lunchroom.
Bij deze visie is tenslotte in hoofdstuk 10 een uitvoeringsprogramma opgesteld. Voor de uitvoering van de economische beleidsvisie is gekozen voor een viertal speerpunten: 1 2 3
Tenslotte zijn in hoofdstuk 8 verbeteringspunten voor het landelijke gebied benoemd: • Plattelandstoerisme stimuleren. • Schaalvergroting agrarische bedrijven faciliteren. • Beperkingen milieuwetgeving verminderen. • Milieuvriendelijke energieproductie agrariërs. • Inpassen van de wateropgave. • Agrarische nevenfuncties faciliteren
4
Verbeteren van de serviceverlening aan ondernemers. Versterken van de detailhandel en het toerisme in de Binnenstad. Verbeteren van de kwaliteit van het bedrijventerrein Tappersheul. Zorgen voor voldoende oppervlakte voor de bedrijven van Oudewater.
Om deze speerpunten te verwezenlijken zijn 19 actiepunten benoemd: Algemeen 1. Oprichten van een ondernemersloket. 2. Betrokkenheid van de politiek en gemeente vergroten. 3. Pleiten voor meer oppervlakte voor bedrijven. 4. Faciliteren van een bedrijfsverzamelgebouw. 5. Deregulering voor ondernemers. 6. Voortgangsrapportage economische zaken. 7. Evaluatie van het uitvoeringsprogramma economische beleidsvisie.
In hoofdstuk 9 wordt dan een kijkje in de toekomst genomen. Dit hoofdstuk geeft de ambities weer van Oudewater. Het hoofdstuk is een beschouwing waarin ideeën staan die Oudewater voor een toekomstige sterke economische ontwikkeling kan gebruiken. Een passage uit deze visie:
“Oudewater heeft in 2015 een bruisend centrum met voldoende voorzieningen. Dit komt voornamelijk doordat de binnenstad een kwalitatieve impuls heeft gehad. Door een andere inrichting van de 9
De stad Oudewater 8. Openingstijden centrum 9. Distributie planologisch onderzoek 10. Opzetten promotieorganisatie Oudewater 11. Looproutes en bereikbaarheid 12. Acquisitie winkels Oudewater 13. Passantenhaven Westerwal Tappersheul 14. Bestemmingsplan Tappersheul. 15. Parkmanagement bedrijventerrein Tappersheul 16. Revitaliseren/ visie ontwikkelen voor Tappersheul Landelijk gebied 17. Vrijkomende agrarische bebouwing. 18. Milieuvriendelijke energieproductie stimuleren. 19. Uitvoeren projecten “Struinen en vorsen”.
10
3
Uitgangspunten
3.1
Rijks- en provinciaal beleid
Het behouden en versterken van het samenhangende en onderscheidende van deze centra. • Dagelijks koopgedrag (gemakscentra) Het creëren van een evenwichtig en op de behoefte afgestemd aanbod. • Doelgericht koopgedrag (grootschalige detailhandel concentraties). Tevens wil de provincie de stedelijke vrijetijdsvoorzieningen liefst in de stedelijke centra clusteren.
Beleidsnotitie economische agenda2 Het ministerie van economische zaken heeft in navolging op de Nota Ruimte een economische agenda opgesteld voor Nederland. De notitie bevat drie hoofddoelen: • de administratieve lastendruk voor ondernemers verlagen • zorgen voor een goedwerkende arbeidsmarkt en • zorgen voor een concurrerend fiscaal klimaat. Daarnaast wil het kabinet de regionale economie versterken, door regionale knelpunten op te lossen die van nationaal belang zijn. Tevens legt het Rijk een grote verantwoording bij de provincie en de Gemeente (decentraal wat kan, centraal wat moet) en is een duidelijke focus van bestuurlijke synergie noodzakelijk. In de regio Utrecht stelt het rijk prioriteiten bij de bereikbaarheid en herstructurering van verouderde bedrijventerreinen.
Bedrijventerrein De provincie Utrecht vindt het belangrijk dat er ruimte is voor de eigen groei en voor nieuwe bedrijven met een duidelijke meerwaarde voor de regio (kennisintensieve bedrijven, ICT, Life science en dienstverlening). Er wordt slechts ruimte geboden voor de groei en verplaatsing van de gevestigde bedrijven en voor nieuwe bedrijven met duidelijke toegevoegde waarde voor de provinciale economie. Grootschalige industriële en logistieke ondernemingen worden daar nadrukkelijk niet toe gerekend. Tevens stuurt de provincie aan op zorgvuldig ruimtegebruik op bestaande bedrijventerreinen. Voor kleine gemeenten die weinig groeimogelijkheden hebben, kan een regionaal bedrijventerrein een oplossing zijn. Wanneer dit niet mogelijk is, zoekt de provincie gezamenlijk met de gemeente een oplossing op maat. Het ruimtebeslag van nieuwe bedrijventerreinen moet zoveel mogelijk worden getemperd. In het integrale locatiebeleid streeft de provincie naar maatwerk. Naast de bereikbaarheid zijn economische mogelijkheden, kwaliteit van de leefomgeving en ruimtelijke kwaliteit belangrijke criteria voor het toedelen van ruimte aan bedrijven. Hierbinnen geeft de provincie extra aandacht aan onderwerpen als intensief ruimtegebruik, functiemenging, milieukwaliteit en veiligheid. Het locatiebeleid wordt daarmee eerder een vestigingsbeleid. Door te werken met zogenaamde bereikbaarheidsprofielen voor bedrijven
Provinciaal Streekplan3
Stedelijk gebied Stedelijke uitbreiding is pas aan de orde indien herstructurering en revitalisering van het bestaand stedelijk gebied en vervolgens inbreiding en intensivering ontoereikend zijn om in de ruimtevraag te voorzien. De provincie wil de detailhandel verder stimuleren en maakt hierin het onderscheid in: • Recreatief koopgedrag (recreatieve centra)
2 3
Beleidsnotitie “Economische agenda”, ministerie van economische zaken. Streekplan 2006-2020, provincie Utrecht.
11
wil de provincie via maatwerk de bedrijven op de juiste plek krijgen. Tenslotte spreekt de provincie nog over groene werklandschappen. Dit zijn kleinschalige hoogwaardige werklocaties in het landelijke gebied waaraan de voorwaarde gekoppeld is dat de ecologische en landschappelijke waarden worden versterkt.
kleine recreatieen natuurgebieden en ecologische verbindingszones. Het gebied is voornamelijk bestemd voor de agrarische bedrijfsvoering. Hierbij behoort agrarisch natuurbeheer tot de mogelijkheden. Tevens wordt gezocht om het recreatief medegebruik te versterken door kleinschalige recreatieve voorzieningen toe te staan.
Landelijk gebied De provincie heeft in het streekplan een aantal landelijke gebiedstypen onderscheiden. Deze gebieden hebben elk hun eigen karakter. Dit karakter is gekoppeld aan de mogelijkheden die er voor economische activiteiten zijn. Aangezien deze typering de kaders aangeven van ruimtelijk economische mogelijkheden, wordt deze indeling hieronder kort beschreven: •
•
Landelijk gebied 1: Hoofdfunctie stedelijk uitloopgebied Landelijk gebied 1 grenst aan het stedelijke gebied en heeft een stedelijke invloed door een afwisseling van recreatieterreinen, recreatief groen, fiets- en wandelpaden, begraafplaatsen, volkstuinencomplexen, maneges, sportvelden, agrarisch gebruik, incidenteel tuinbouw en kleine natuurgebieden en ecologische verbindingszones. Het gebied is dan ook zoekgebied voor het versterken van recreatieve en toeristische voorzieningen die gebonden zijn aan de ligging nabij het stedelijke gebied. Tevens is ruimte voor nieuwe landgoederen. De uitbreiding en nieuwe vestiging van agrarische bedrijven is beperkt.
•
Landelijk gebied 3; verweving van functies Afwisselend en landschappelijk waardevol gebied met verweving van landbouw, natuur, dag- en verblijfsrecreatie, landgoederen en bestaande zeer extensieve woonmilieus. De diverse functies worden dan ook naar locatiespecifieke kenmerken gestimuleerd.
•
Landelijk gebied 4; hoofdfunctie natuur Bestaande natuurgebieden en gebieden die in de komende periode als nieuwe natuur zullen worden ingericht, beide vaak met recreatief medegebruik.
Al deze vier gebiedstypen komen ook voor in Oudewater: • Landelijk gebiedstype 1 is gelegen ten noorden van de wijk Klein Hekendorp en tussen het bedrijventerrein Tappersheul en de woonwijken Brede Dijk/ Noort Syde I. Ook de sportvelden ten zuidoosten van de stad zijn als dit type aangemerkt. • Landelijk gebiedstype 2: Dit gebiedstype bevat het overgrote deel van het landelijke gebied in Oudewater. • Landelijk gebiedstype 3: Dit gebiedstype komt voor in een smalle strook langs de Hollandsche IJssel. • Landelijk gebiedstype 4: Dit gebiedstype komt slechts beperkt voor, verspreid over het landelijke gebied.
Landelijk gebied 2; hoofdfunctie agrarisch Agrarische gebieden met zowel grondgebonden als nietgrondgebonden landbouw; veel gebieden met grondgebonden landbouw hebben landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische waarden en worden gekenmerkt door recreatief medegebruik; binnen deze zone bevinden zich ook
Op de volgende pagina is een kaartje toegevoegd waarop de verschillende landelijke gebiedstypen opgenomen zijn.
12
Ontwerp economisch beleidsplan provincie Utrecht4 De hoofdlijnen van het economische beleid van de provincie Utrecht zijn onderverdeeld in vier hoofdthema’s: •
Vernieuwen met kennis en creativiteit De provincie wil de ontwikkeling van kennisintensieve en creatieve economie bevorderen door kennis en creativiteit meer te benutten, en door innovatie bij bedrijven te stimuleren en te zorgen voor een duurzame economische ontwikkeling.
•
Ruimtelijke economisch beleid De provincie wil de kwaliteit van het vestigingmilieu verder verbeteren en voldoende diversiteit aan vestigingsmilieus bieden die aansluit op de diverse wensen van bedrijven. Hierbij stellen ze de volgende prioriteiten: o Onderlinge bereikbaarheid van de economische centra in de Randstad, o.a. door optimale benutting van infrastructuur en ontvlechting van verkeersstromen. o Herstructurering van bedrijventerreinen, verbeterde ontsluiting van bedrijventerreinen. o Concentratie van kantoorlocaties op centraal gelegen knooppunten. o Meer differentiatie en selectiviteit in kantoorlocatie. o Inzetten op gedifferentieerde woonmilieus.
•
Meer en anders ondernemen De provincie wil nieuwe bedrijven aantrekken en bestaande bedrijven binden die passen bij het economische profiel van de provincie Utrecht. De meest kansrijke sectoren zijn de ICt (waaaronder gaming), de zakelijke dienstverlening, het zakelijke toerisme, de medische sector en life sciences.
4
Kansen benutten, krachten bundelen, ontwerp economisch beleidsplan, 20072011, provincie Utrecht, maart 2007.
Figuur 1: Landelijke gebiedstypen Oudewater
13
•
Om de doelen van het actieplan te bereiken is er een actieprogramma opgesteld rond 7 thema's: • Een aangenaam verblijf - meer en betere overnachtingen. • Altijd wat te beleven - bezoeken aan bezienswaardigheden en evenementen bevorderen. • Trefpunt Utrecht - Utrecht als bestemming voor zakelijk toerisme. • De groene Randstad - recreatieve groengebieden dicht bij de stad uitbreiden. • De paden op - toegang tot het landelijke gebied vergroten door routestructuren aan te leggen. • Gastvrij onthaal op het platteland - plattelandstoerisme bevorderen. • Slagvaardige prestaties - professionalisering in uitvoering.
Arbeidsmarktbeleid De provincie wil een betere afstemming van onderwijs op de regionale arbeidsmarkt en een betere benutting van het arbeidspotentieel in het kwantitatieve en kwalitatieve opzicht.
De provincie koppelt aan deze beleidsvisie een actieprogramma en denkt hierbij aan de programma’s cultuur en economie, science park, taskforce innovatie, breedbandimpuls provincie Utrecht, herstructurering bedrijventerreinen, programma duurzame bedrijventerreinen, opstellen provinciale kantorenvisie, MVO energiebesparing en duurzame energie, milieuhinderlijke bedrijven, acquisitie kennisintensieve bedrijven, stimuleren kansrijke sectoren en evenementenbeleid. Deze worden alle tussen 2007 en 2011 tot uitvoering gebracht. Aan deze projecten zijn subsidiebedragen gekoppeld.
Slagvaardig samen werken aan kwaliteit en duurzaamheid, statenperiode 2007-2011 De provincie Utrecht heeft in een coalitieakkoord de ambities benoemd. Kernbegrippen zijn: slagvaardig samen werken, kwaliteit en duurzaamheid. In het coalitieakkoord worden voor de economie de volgende ambities benoemd: • Goede instellingen en bedrijven houden en aantrekken. • Samen met betrokken gemeenten stimuleren van het ondernemerschap bij kunstenaars en innovatie en creativiteit bij ondernemers in zogenaamde creatieve broedplaatsen. • Zorgen voor een goede bereikbaarheid voor bedrijven. • Extra investeren in het herstructureren van bedrijventerreinen. • Het stimuleren van de aanwezigheid en toegankelijkheid van toeristisch-recreatieve locaties. • Voldoende ruimte voor werken aan huis voor zzp-ers (zelfstandigen zonder personeel).
‘Uit en thuis in Utrecht’, actieplan toerisme Provincie Utrecht. De provincie stimuleert recreatie en toerisme in onze provincie met themagericht beleid. Met het actieplan "Uit en thuis in Utrecht" wordt de provincie Utrecht meer op de kaart gezet. Het actieplan loopt nog tot en met 2008. Het actieplan bevat concrete, meetbare doelen. Tot 2012 wil de provincie het volgende bereiken ten opzichte van 2004: • 25% meer vakanties en overnachtingen in de provincie. • Groei van het binnenlandse marktaandeel van 3% naar 5%. • 500 miljoen euro meer toeristische bestedingen. • Groei dagtochten binnen de provinciegrenzen met 7 miljoen in 2012. • 98% van de bevolking onderneemt minimaal eenmaal per jaar een dagtocht. • 90% van de Utrechtse bevolking is tevreden over het aanbod.
14
3.2
Spoorbaan/ Diemerbroek overwogen bedrijventerrein te ontwikkelen.
Gemeentelijk beleid
Structuurvisie Oudewater 2005-20205 In de structuurvisie is het streven opgenomen om het huidige voorzieningenniveau op peil te houden. Dit wil men bereiken door meer woningen te bouwen door inbreiding en op termijn (na 2020) door ten noorden van de wijk Klein Hekendorp een bouwlocatie te ontwikkelen in samenhang met een veenweidegebied. Een andere locatie waar op termijn woningbouw kan worden gerealiseerd is ten oosten van de kern Snelrewaard. De gemeente heeft de ambitie uitgesproken om te zorgen dat de bestaande scholen kunnen blijven bestaan.
Behouden en versterken van de economische positie van Oudewater met gemengde en gevarieerde milieus.
•
De economische structuur moet worden versterkt en de kwetsbaarheid over een bepaald aantal sectoren dient te worden verminderd.
•
De behoefte aan bedrijfsterreinen wordt primair gerealiseerd door een betere benutting van de in het huidige streekplan vastgestelde industriebestemmingen, door herstructurering en waar mogelijk uitplaatsing van transportbedrijven.
•
•
Streven naar een beperkte vorm van functiemenging in de wijken Hoenkoop, Klein Hekendorp en Brede Dijk, door kleinschalige bedrijfmatige functies toe te staan.
•
Bedrijven die overlast veroorzaken verplaatsen naar een bedrijventerrein.
voor
omwonenden
Bestemmingsplan Landelijk gebied Hekendorp en Papekop6 Op 16 augustus 2007 is het bestemmingsplan voor het landelijke gebied rond Hekendorp en Papekop in werking getreden. In dit bestemmingsplan is rekening gehouden met de nieuwe ruimtelijke dynamiek. De belangrijkste functie voor dit gebied blijft de agrarische sector. Het bestemmingsplan probeert hiermee rekening
De gemeente Oudewater stuurt aan op de ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein bij Woerden. Mocht dit bedrijventerrein geen doorgang vinden dan wordt in de zone
6 5
kleinschalig
De gemeente wil zorg dragen voor het behoud van de agrarische bedrijven. Daarnaast zet de gemeente in op landschapversterking, het in stand houden van samenhangende landschapstructuren en het beschermen van landschapselementen. Bovendien wil de gemeente meer nevenfuncties toe staan, voornamelijk op recreatief gebied. Ook wil de gemeente kleinschalige dagrecreatie en recreatieve functies in het kader van de openluchtrecreatie bevorderen. Hierbij kan gedacht worden aan de aanleg van fietspaden en het uitbreiden van de verblijfsaccommodaties. Tevens wil de gemeente de bevaarbaarheid van de Hollandsche IJssel verbeteren en het aantal ligplaatsen voor de recreatievaart in de binnenstad vergroten. Tenslotte is aandacht voor het gebruik van de monumentale panden en wordt het horeca-aanbod gestimuleerd.
In de structuurvisie zijn een aantal doelstellingen geformuleerd voor de economie in Oudewater: •
een
Bestemmingsplan “Landelijk gebied Hekendorp en Papekop”, gemeente Oudewater, 2007.
Structuurvisie Oudewater, Gemeente Oudewater, mei 2005.
15
te houden. Zo is geprobeerd de huidige agrarische bedrijven voldoende vrijheid te geven voor eventuele uitbreiding. Aangezien verspreide bebouwing onwenselijk is vanwege de landschappelijke openheid van het gebied, worden deze mogelijkheden voornamelijk geboden binnen bouwvlakken die rond de bestaande bebouwing aangewezen zijn. Binnen de agrarische sector is ook steeds meer behoefte aan agrarische nevenfuncties. Het bestemmingsplan probeert aan deze behoefte tegemoet te komen door kleinschalige ontwikkelingen toe te staan. In de recreatieve sector kan hierbij gedacht worden aan een bed & breakfast, paardenstalling en verhuur van fietsen. Ook bij een woonbestemming was de gemeente voornemens kleinschalige ontwikkelingen toe te staan. Helaas is hieraan goedkeuring onthouden, waardoor deze ontwikkelingen vooralsnog niet mogelijk zijn. De gemeente is op dit moment nog in beroep tegen dit besluit.
Bedrijven die overlast veroorzaken voor omwonenden probeert de gemeente te verplaatsen naar een bedrijventerrein.
Bestuursprogramma Oudewater 2006-2010 In het bestuurprogramma “Voor een zorgzame en sociale samenleving en een betrouwbaar en ondernemend bestuur in Oudewater” wordt voor het economische beleid als eerste een economische beleidsvisie opgesteld. Op basis van deze beleidsvisie zullen de komende raadsperiode concrete voorstellen worden gedaan voor het verbeteren van het ondernemersklimaat in Oudewater. Het inrichten van een zgn. “ondernemersloket” en het verminderen of versoepelen van regels krijgen in ieder geval de aandacht. Het bedrijventerrein Tappersheul is toe aan een revitalisatie. Een planmatige aanpak daarvan met inspraak van het bedrijfsleven is noodzaak. Het college is bereid om in overleg met de betrokken ondernemers invulling te geven aan de (ruimtelijke) randvoorwaarden, zoals het aanpassen van de bouwhoogte. Een intensiever gebruik wordt dan mogelijk. Voor de financiering kan gedacht worden aan rijks- en provinciale subsidies, maar ook een nieuw op te richten ondernemersfonds.
De bedrijven die in het vigerende bestemmingsplan gedurende langere tijd in het landelijke gebied zijn gevestigd en waarvoor geen actief saneringsbeleid wordt gevoerd zijn positief bestemd. Voor deze bedrijven moet een bepaalde mate van uitbreiding mogelijk zijn. Hierbij dient wel rekening te worden gehouden met de onmiddellijke omgeving. Nieuwe vestiging van niet-agrarische bedrijven dient plaats te vinden op een bedrijventerrein en worden in het landelijke gebied in principe niet toegestaan, ook omdat de meeste smalle wegen weinig extra verkeer kunnen verwerken.
Overige doelen die benoemd zijn: • Met kracht nastreven van een regionaal bedrijventerrein bij Woerden. • Het scheppen van randvoorwaarden voor de realisatie van een bedrijfsverzamelgebouw. • Voldoende uitbreidingsmogelijkheden bieden aan agrarische ondernemingen. • Bevorderen van het aantal arbeidsplaatsen voor mensen met een handicap (WSW) en mensen die zijn aangewezen op een uitkering als gevolg van de WWB bij het lokale bedrijfsleven.
Bestemmingsplannen Kern en Binnenstad De gemeente kiest in deze bestemmingsplannen om de detailhandel, dienstverlening en de horeca te blijven concentreren in het centrum. Tevens is een beperkte uitbreiding van detailhandel en horecavestigingen mogelijk gemaakt. Daarnaast bestaan er binnen het bestemmingsplan meer mogelijkheden om bedrijfsmatige activiteiten en beroepen aan huis uit te oefenen. 16
Woonvisie Oudewater 2007
toerist langer in het gebied vast te houden. In de nota wordt een negental nieuwe producten omschreven die de komende jaren uitgevoerd kunnen worden. Dit zijn: keten nieuwe verblijfsaccommodaties, nationale manifestatie met het thema heksen, routestructuren, recreatieve transferia, waterrecreatie, bezoekerscentra, plattelandsontwikkeling, zakelijke markt en professionalisering, coördinatie en marketing.
In de woonconsumentenenquête uit 2006 van Companen zijn de plus en minpunten van woonlocaties in Oudewater onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt als grootste pluspunt de nabijheid van de voorzieningen genoemd te worden (92%). Ook de zorg- en onderwijsvoorzieningen worden veel als pluspunten genoemd. Het openbaar vervoer wordt als een minpunt gezien. Naast de woonconsumentenenquête is duidelijk in beeld gebracht welke woningbouwopgave Oudewater heeft. Voornamelijk is er een tekort in het goedkope segment (tot €200.000) voor starters op de woningmarkt. Daarnaast is er een tekort aan appartementen met lift en aan seniorenwoningen. Oudewater moet dus bouwen voor starters en senioren.
Kampeerbeleid In de raad van december 2007 is het gemeentelijke kampeerbeleid vastgesteld. De Wet op de openluchtrecreatie (WOR) is namelijk met ingang van 1 november 2005 ingetrokken en vervallen. De nieuwe kampeernota is gebaseerd op bestaande instrumenten zoals het bestemmingsplan en de APV (Algemene plaatselijke verordening). Oudewater heeft er onder andere voor gekozen de beleidsregels voor kamperen bij de boer te verruimen. Ook zijn bepalingen opgenomen om een wildgroei te voorkomen.
Toeristisch marketingplan Lopikerwaard 2006-2010 Op 6 juli 2006 heeft de raad het toeristische marketingplan Lopikerwaard vastgesteld. In de Lopikerwaard is de afgelopen periode een groot aantal recreatieve fiets-, wandel- en kanoroutes gerealiseerd. Tevens zijn er een vijftal parkeerterreinen aangewezen die als startpunt dienen voor de diverse routes. De regio beschikt nu over een basisniveau aan recreatieve routestructuren. De recreatieve infrastructuur voor de groene toerist is aanwezig. De volgende stap die gezet moet worden is het beter ‘op de kaart’ zetten van het gebied. De drie gemeenten in de Lopikerwaard hebben daarom een Marketing- Promotie en Communicatieplan op laten stellen.
Het kampeerbeleid is niet een op zichzelf staand beleid, maar vormt een onderdeel van het toeristisch-recreatieve en economische beleid.
Het Marketingplan is bedoeld om de richting aan te geven waarlangs de drie samenwerkende gemeenten hun recreatief- en toeristische beleid verder willen ontwikkelen/vermarkten. Uit het plan blijkt dat onze regio voldoende potentie heeft om te kunnen uitgroeien tot een aantrekkelijke omgeving voor de toerist. Het ontbreekt echter aan een aantal producten die noodzakelijk zijn om de regio nog meer bekendheid te geven en om de bezoekende
17
Werkgelegenheid
4
Huidige situatie
4.1
Algemeen
Oudewater heeft vergeleken met de provincie Utrecht erg veel bedrijven in de landbouw, de handel- en de bouwsector. In de zakelijke sector en de zorgsector is beduidend minder werkgelegenheid dan gemiddeld in de provincie Utrecht het geval is (zie figuur 1).
In deze paragraaf is aandacht voor de huidige bedrijfsmatige activiteiten die binnen Oudewater plaats vinden. Er is kort aandacht voor de bedrijven, de werkgelegenheid, de werkloosheid en de pendelstromen. De meeste onderzoeksinformatie is afkomstig van het Provinciaal arbeidsplaatsen register 2006 (PAR).
30,00% 25,00%
Bedrijven Oudewater
20,00%
Het aantal bedrijfsvestigingen in Oudewater laat de laatste jaren een stijging zien. In 2006 heeft Oudewater 797 vestigingen terwijl in 2001 dit er nog 708 waren. Voornamelijk het aantal vestigingen in de bouwnijverheid en de zakelijke diensten zijn toegenomen. Ook is een lichte stijging te zien van het aantal vestigingen van milieu, cultuur en recreatie. De overige sectoren hebben ongeveer een gelijke hoeveelheid vestigingen. In de sector landbouw is vanaf het jaar 2004 een lichte daling te zien.
PROVINCIE UTRECHT
15,00%
OUDEWATER
10,00% 5,00%
overig
zorg
overheid
onderwijs
zakelijk
financieel
horeca
transport
handel
bouw
nijverheid
landbouw
0,00%
Vestigingen Sector
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2001-2006
Landbouw, jacht en bosbouw Industrie Bouwnijverheid Reparatie en handel Horeca Transport en communicatie Financiele instellingen Zakelijke diensten Openbaar bestuur, overheid Onderwijs Gezondheids-, welzijnszorg Milieu, cultuur, recreatie, overig TOTAAL
176 37 90 163 24 24 15 97 1 12 22 47 708
171 37 96 158 24 26 14 106 1 12 23 45 713
171 35 99 169 24 25 12 118 1 14 20 48 736
174 37 106 174 24 25 12 120 1 13 23 53 762
169 38 111 177 26 26 12 128 1 14 26 59 787
168 40 118 171 27 23 12 138 1 16 24 59 797
-8 3 28 8 3 -1 -3 41 0 4 2 12 89
Figuur 1: Werkgelegenheid in Oudewater vergeleken met het gemiddelde van de provincie, bron: PAR 2006.
Landbouw en veeteelt zijn de belangrijkste economische activiteiten in het buitengebied, waarbij de nadruk ligt op graasdierbedrijven (97% van het totaal aan landbouw/ veeteelt). Oudewater kent één bedrijventerrein, het bedrijventerrein Tappersheul. Dit terrein biedt plaats aan hoofdzakelijk regionaal georiënteerde ondernemingen. Ruim 20% van alle werkgelegenheid in Oudewater bevindt zich op het bedrijventerrein van Oudewater, Tappersheul. Dit terwijl slechts 9% van het totale aantal bedrijven in Oudewater op dit bedrijventerrein gevestigd is.
Figuur 2: Ontwikkelingen aantal bedrijfsvestigingen naar sector, bron: PAR 2001-2006.
18
Werkloosheid
Oudewater telt op 1 april 2006 3278 arbeidsplaatsen. Het aanbod is vanaf 2001 met ongeveer 200 banen toegenomen. De laatste jaren heeft het aanbod van werkgelegenheid geen groei doorgemaakt. De werkgelegenheid blijft schommelen tussen de 3200 en 3400 banen (zie figuur 2).
De werkloosheid in Oudewater is laag. Tussen 2003 en 2006 komt de werkloosheid niet boven de 2,5% uit. Het gemiddelde werkloosheidspercentage in Utrecht ligt in deze periode ongeveer op 5,0%. De meeste werklozen zijn mensen met een middelbare beroepsopleiding of diploma van het voortgezet onderwijs. Hogere opgeleiden zijn nauwelijks werkloos. In Oudewater zijn er vergeleken met het gemiddelde minder werklozen met alleen basisonderwijs. Het werkloosheidpercentage van mensen die in het bezit is van een VMBO, MBO/HAVO/VWO ligt hoger(zie figuur 5).
3.400 3.350
3.250 3.200 3.150
2003
2004
2005
2006
Jaar
Figuur 3: Ontwikkeling aantal banen Oudewater, bron: PAR 2001-2006
De grootste werkgevers van Oudewater zijn BOGRO bv en Lunenburg Vlees BV met tussen de 100 en 200 werknemers. Transportbedrijf de Bruyn en Hekema elektrotechniek BV hebben tussen 50 en 100 werknemers in dienst. Ook een tweetal instanties staan in de top 6 van werkgevers die meer dan 50 werknemers hebben. Dit zijn de gemeente Oudewater en het verzorgingshuis de Wulverhorst. 1 2 3 4 5 6
Instantie/ Bedrijf Bogro BV Lunenburg Vlees BV Gemeente Oudewater De Wulverhorst Transportbedrijf G de Bruyn BV Hekema Elektrotechniek B.V.
werkzaamheden Instal. van centrale verwarmings- en luchtbehandelingsapp. Grth. in vlees en vleeswaren Algemeen overheidsbestuur Verzorgingshuizen Goederenvervoer over de weg (excl. verhuisvervoer) Ov. gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw n.e.g.
Onbekend
2002
WO/ master
2001
HBO/ Bachelor
3.000
40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% MBO/ HAVO/ VWO
3.050
Vmbo
3.100
Basis
Verdeling werkloosheid over opleidingsniveau (%)
Aantal banen
3.300
Opleidingsniveau
aantal banen 100-199 100-199 50-99 50-99 50-99 50-99
Provincie Utrecht
Gemeente Oudewater
Figuur 5: Aandeel werkloosheid naar opleiding, CWI
Figuur 4: Werkgevers in Oudewater met meer dan 50 banen, PAR 2006.
19
Pendelstromen
4.2
Oudewater kent een beperkte ingaande pendel. Van de totaal 3278 banen die Oudewater telt, wordt maar liefst 60% ingevuld door inwoners uit de gemeente zelf. Dit is een zeer hoog bindingspercentage. De inkomende pendel komt voor het overgrote deel uit de provincie Utrecht en de provincie Zuid-Holland en dan voornamelijk uit de directe omgeving van Oudewater. Tien procent van de inkomende pendel komt uit de aangrenzende gemeenten Lopik, Montfoort en Woerden. In de provincie Zuid-Holland is deze regiobinding iets minder groot, maar komt alsnog de helft van de pendel uit de regiogemeentes. De overige pendel komt voornamelijk uit de provincies Gelderland en Noord Brabant.
De gemeente Oudewater heeft een aantal kleine kernen; Snelrewaard, Papekop en Hekendorp. Al deze kernen hebben geen dagelijkse voorzieningen. De inwoners zijn daarom aangewezen op grotere kernen in de omgeving. Snelrewaard is vastgegroeid aan de stad Oudewater. Hierdoor heeft deze kern zelf geen eigen dorpskern met voorzieningen en zijn inwoners voor de dagelijkse boodschappen aangewezen op Oudewater. In Papekop zit een café restaurant en partycentrum, waar ook een Oranjevereniging en biljartvereniging in gehuisvest zijn. Hiernaast bevinden zich in Papekop voornamelijk veeteeltbedrijven, transportbedrijven en kleine bouwondernemingen. In de Kern Hekendorp is een café/ cafetaria gevestigd en is een vestiging van een hotel mogelijk. Daarnaast bevinden zich nog een aantal kleinere bedrijfjes, waaronder een smederij en een autogarage. Ook heeft Hekendorp een basisschool.
12% 13%
60%
15%
Oudewater
Provincie Utrecht
Provincie Zuid-Holland
Overig
Figuur 6: Inkomende pendel Oudewater, bron PAR 2006.
20
De economie van de kleine kernen
4.3
Conclusies
•
Oudewater heeft vergeleken met de provincie veel werkgelegenheid in de landbouw, de handel- en de bouwsector.
•
De laatste jaren heeft het aanbod van werkgelegenheid geen groei doorgemaakt.
•
Het aantal bedrijfsvestigingen in Oudewater is de laatste jaren toegenomen tot bijna 800 bedrijven.
•
De werkloosheid van Oudewater ligt ruim onder het gemiddelde in de provincie Utrecht.
•
Maar liefst 60% van de 3278 arbeidsplaatsen worden ingevuld door de inwoners van Oudewater zelf.
•
De kleine kernen Snelrewaard, Hekendorp en Papekop hebben nauwelijks voorzieningen en zijn aangewezen op de grotere gemeenten in de omgeving.
21
5
Aantal vestigingen naar activiteit (abs.) Landbouw, Winning en bosbouw en visserij nijverheid 1995 200 95 2000 185 135 2005 170 150
Toekomstige ontwikkelingen
In dit hoofdstuk wordt stil gestaan bij toekomstige ontwikkelingen die van invloed zullen zijn op de economie van Oudewater. In de eerste paragraaf wordt stil gestaan bij ontwikkelingen zoals schaalvergroting, internationalisering en kennisintensivering. De tweede paragraaf gaat over de invloed die demografische ontwikkelingen op de lokale economie kunnen hebben. Vervolgens is de vraag naar bedrijventerreinen in beeld gebracht. De paragraaf wordt afgesloten met de conclusies.
5.1
De vrijkomende agrarische bedrijven worden voor andere functies gebruikt. Naast de woonfunctie komt er steeds meer vraag naar kleinschalige zorgvoorzieningen. Bovendien nemen agrarische bedrijven steeds vaker nevenfuncties in hun bedrijfsvoering op. Hierbij kan gedacht worden aan een bed & breakfast of een opslag voor goederen (bijvoorbeeld caravans). Hiervoor is of wordt in de nieuwe bestemmingsplannen extra ruimte geboden.
In deze paragraaf zijn een aantal te verwachten economische ontwikkelingen opgesomd.
Schaalvergroting landbouw
Schaalgrootte detailhandel
De laatste tien jaar neemt het aantal landbouwbedrijven in de gemeente Oudewater verder af. Wel is een lichte stijging te zien van bedrijven in de (niet) commerciële dienstverlening en winning en nijverheid(zie onderstaande tabellen). De daling van het aantal landbouwbedrijven gaat gepaard met schaalvergroting.
Commerciele dienstverlening 42 43,4 44,4
Niet commerciele dienstverlening TOTAAL 50 595 65 685 80 725
Figuur 7: Ontwikkeling in het aantal agrarische bedrijven in Oudewater (CBS, statline)
Economische veranderingen
Aantal vestigingen naar activiteit (%) Landbouw, Winning en bosbouw en visserij nijverheid 1995 33,5 15,8 2000 27,2 19,7 2005 23,6 21
Commerciele dienstverlening 250 295 320
Ook in de detailhandel is schaalvergroting van belang. Immers, door groot in te kopen is het mogelijk goedkoper in te kopen. Hierdoor hebben we in de loop van de tijd de hoofdwinkelstraten zien veranderen naar straten met precies dezelfde winkelketens. De inkoopstraten in de (grote) steden zijn hierdoor vaak op elkaar gaan lijken. In Oudewater is dit nog niet het geval. Er zijn nog veel zelfstandige ondernemers te vinden. De vestiging van een drietal landelijke drogisterijketens vormt hierop een uitzondering. De aanwezigheid van zelfstandige ondernemers komt waarschijnlijk omdat de historische panden in de binnenstad weinig vloeroppervlakte hebben en daardoor te klein voor vestiging van winkelketens. Grote winkelpanden in de binnenstad zijn schaars. Door de hoge onroerend goed prijzen wordt het economisch steeds moeilijker om de detailhandel in stand te houden en kan er een druk ontstaan om winkels in woonhuizen om te zetten.
Niet commerciele dienstverlening 8,6 9,8 11
22
Toename van Handel
Internet
In het overzicht is een stijging te zien van het aantal bedrijven in de categorie “winning en nijverheid”. Opmerkelijk is dat de stijging van deze categorie veel sterker is dan de groei van de dienstverlenende categorieën. Landelijk gezien is het juist de dienstverlenende sector die sterk groeit. Mocht er voldoende ruimte zijn binnen Oudewater voor bedrijvigheid, is er een grote kans dat ook in de toekomst de categorie “winning en nijverheid” verder toeneemt, evenals een lichte stijging van het aantal dienstverlenende bedrijven.
Als gevolg van de technologische ontwikkelingen en de verplaatsing van arbeidsintensief werk naar het buitenland is er binnen de Nederlandse economie sprake van een toenemende kennisintensivering van producten en diensten. Het is dus belangrijk dat bedrijven de juiste nieuwe technologieën toepassen in hun productieprocessen. De aanwezigheid van goed geschoold personeel wordt voor de vestiging van bedrijven ook belangrijker. Tevens dient het onderwijs goed op de vraag uit het bedrijfsleven aan te sluiten.
Internet neemt een steeds sterkere positie in bij het aanbieden van diensten en de verkoop van consumptieartikelen. Vorig jaar hebben naar schatting ongeveer 4 miljoen mensen iets gekocht via internet. Hoewel nog maar circa 2% van de huidige detailhandelsomzet via internet wordt gekocht, is het belang voor sommige diensten veel groter. Ongeveer de helft van de reizen in Nederland wordt via het internet geboekt en er zijn schattingen dat dit zal oplopen naar 80%. Daarnaast wordt internet steeds vaker gebruikt voor de handel in tweedehandse goederen. Inmiddels wordt op deze manier meer dan één miljard euro omgezet. Om een voorbeeld te geven; vorig jaar werden minstens 750.000 gebruikte auto’s via het internet aangeboden. Internet zal in de toekomst invloed gaan hebben op de gevestigde detailhandel in Oudewater en dan voornamelijk op winkels die nietdagelijkse goederen verkopen. Door je als winkel te onderscheiden in service en kwaliteit is de kans om te overleven groter. Tevens zal het belangrijker worden om je als stad te onderscheiden van andere steden door bijvoorbeeld te zorgen voor meerdere winkels in een bepaald segment.
Internationalisering en globalisering
5.2
Bedrijven opereren, mede door de ontwikkeling van de telecommunicatie en informatica, in toenemende mate op mondiaal niveau en zijn minder gebonden aan plaats en regio. Dit kan in de toekomst betekenen dat een aantal bedrijven Oudewater gaan verlaten. Door de internationalisering wordt ook steeds meer gesproken over de identiteit van steden en het onderscheiden van bijvoorbeeld Oudewater t.o.v. andere steden in de omgeving. Voorlopig is dit voornamelijk nog een marketingstrategie om bijvoorbeeld meer toeristen te trekken, maar dit kan in de toekomst een ruimere betekenis krijgen.
In deze paragraaf zijn een aantal demografische ontwikkelingen beschreven. De bevolkingsprognose en de gegevens van CBS vormen de basis.
Kennisintensivering
Demografische veranderingen
Bevolkingsontwikkeling Nederland De Nederlandse bevolking groeit nog licht tot 2035. Dit is voornamelijk te danken aan een positief migratiesaldo. Het geboortesaldo ligt namelijk onder het sterftesaldo. Tevens is tot 2025 een duidelijke afname te zien van het aantal jonge
23
huishoudens (15- 39 jaar). In 2025 maakt deze groep nog totaal 30% van de Nederlandse bevolking uit. De grootste wijzigingen zijn echter te vinden in de groep 65+. Hierin is een forse stijging te zien. De vergrijzinggolf wordt versterkt door de babyboomers van na de 2e wereldoorlog die rond 2010 de 65 jaar bereiken. Ruim een kwart van de bevolking is in 2025 ouder dan 65 jaar.
echter in de toekomst beperkt zijn, aangezien ouderen ook steeds mobieler worden. De vraag naar zorg neemt door de vergrijzing wel toe, waardoor er meer diensten en producten zullen worden gekocht. De komende tijd zal deze economische sector dan ook verder groeien.
De ontwikkeling op de arbeidsmarkt Door de vergrijzing neemt de Nederlandse beroepsbevolking vanaf 2011 structureel af. Wanneer de economie aantrekt kan eerst nog de “stille reserve” (werklozen, ouderen, vrouwen) worden aangewend. Over 5 - 10 jaar begint dan een lichte daling van het aanbod van arbeidskrachten, om vervolgens na 2020 sterker te dalen. De arbeidsmarkt verschuift dan van een vraaggestuurde markt naar een aanbodgerichte markt. De eerste tendensen van deze daling zijn in sommige sectoren al zichtbaar. In een aanbodgerichte markt worden niet-materiële factoren sterker meegewogen. Tevens is de verwachting dat in een krappe arbeidsmarkt steeds meer laaggeschoold werk wordt afgestoten naar lage lonen landen. Niet alleen laaggeschoold werk wordt uitbesteed in het buitenland. Ook wordt een steeds groter deel aan hooggeschoold werk aan andere landen uitbesteed. Dit overwegend voor kostenbesparingen en mogelijk gemaakt door de huidige communicatiemiddelen.
Bevolkingsontwikkeling Oudewater Het CBS verwacht voor Oudewater tot 2025 een iets sterkere afname van het aantal jongeren. Aangezien het aantal jonge huishoudens nu al beduidend lager ligt dan het gemiddelde, daalt het aandeel jonge huishoudens in Oudewater onder de 24%. De bevolkingsprognose 2025 van Oudewater laat daarentegen een ander beeld zien. Het aantal jongeren in Oudewater blijft volgens de bevolkingsprognose namelijk gelijk op ongeveer 1300 jongeren voor zowel 2005 als 2025. Aangezien het aandeel jongere huishoudens volgens het CBS afneemt, kunnen we hieruit voorzichtig concluderen dat de jongeren die in 2025 in Oudewater wonen, vaak nog thuis wonen bij hun ouders. Het aandeel dat zelfstandig een woning in Oudewater bewoont neemt dus af. De daling van het aandeel gezinnen is vrijwel gelijk aan het landelijke gemiddelde en daalt ongeveer met 3%. De groep oudere huishoudens in Oudewater stijgt sterker dan het landelijke gemiddelde en stijgt in 2025 tot ruim een derde van alle huishoudens.
Naast een krimp tekent zich ook een (verdere) vergrijzing van het arbeidsaanbod af; tussen nu en 2025 zal het aandeel 55-65 jarigen in de potentiële beroepsbevolking met bijna 25% stijgen.
Gevolgen bevolkingsontwikkelingen Uit onderzoek van het CPB naar de werkgelegenheid loopt de gemiddelde landelijke werkgelegenheidsgroei uiteen van minus 0,3% tot plus 0,7% per jaar in de periode 2002-2020. Na 2020 vertoont de werkgelegenheidsgroei in alle scenario’s een daling. De verschillen in regionale patronen van ontwikkeling tussen de scenario’s zijn gering. Dit heeft weer te maken met de afname van
Maar welke gevolgen hebben deze voorspellingen nu op de toekomstige bedrijvigheid in Oudewater. Veranderingen in demografie zullen allereerst invloed hebben op de detailhandel van de stad. De vergrijzing kan een positief effect hebben op de bestedingen bij de lokale detailhandel. Ouderen en “welgestelden” kopen vaker dicht bij hun huis in. De invloed zal 24
bestaande bedrijven vloeit voort uit bedrijfsgroei/ productie- en werkgelegenheidsgroei. In Oudewater is in april 2006 een inventarisatie gehouden naar de te verwachten oppervlakte die benodigd is voor de huidige ondernemingen. Uit dit onderzoek blijkt dat de vraag naar bedrijfsterreinen vele malen hoger is dan het aanbod. Tot 2012 geven de ondernemingen aan 20 hectare nodig te hebben. Een groot aandeel van deze ruimteclaim is afkomstig van de opslag en transportbedrijven. De totale vraag uit dit onderzoek moet overigens nog wel genuanceerd worden. Een deel van de bedrijven laat namelijk ook bedrijfsruimte binnen Oudewater achter. Tevens garanderen deze cijfers ook niet dat de bedrijven daadwerkelijk gaan verhuizen, wanneer er meer ruimte te vergeven is. Het staat echter wel vast dat Oudewater een duidelijke uitbreidingsbehoefte heeft op de korte en middellange termijn. Gezien de schaarste van ruimte dient in de toekomst ook goed gekeken te worden naar multifunctioneel en intensiever ruimtegebruik bij bedrijven.
de beroepsbevolking als gevolg van de vergrijzing. In alle vier de scenario’s is een duidelijke afname te zien in de werkgelegenheid in de landbouw en de nijverheid. Groei is voornamelijk te vinden in de dienstverlening en de quartaire sector en in mindere mate in de logistiek. Bovendien kan uitgegaan worden dat de arbeidsmarkt verder internationaliseert. Dat betekent dat steeds meer Nederlanders in het buitenland werken, maar ook steeds meer buitenlandse arbeiders in Nederland komen werken. Nu de grenzen binnen de EU open zijn, is bijvoorbeeld al een groot aantal Polen in Nederland aan het werk.
5.3 De toekomstige behoefte aan bedrijven en kantorenterreinen In een onderzoek van het Centraal Planbureau uit 2005 (De vraag naar ruimte voor economische activiteit tot 2040) is de verwachting uitgesproken dat de landelijke bedrijventerreinvoorraad de komende 15 jaar nog toeneemt met een oppervlakte tussen de 6 en de 19 duizend hectare. Na 2020 is er duidelijk een stagnatie te zien. In de meeste scenario’s ontstaat zelfs een negatieve vraag naar bedrijventerreinen. De vraag naar kantorenterreinen laat een soortgelijk patroon zien. De toename is echter iets lager met in totaal tussen de 5 en 15 duizend hectare. Na 2020 stagneert de vraag naar de kantoorterreinen ook. De vraag naar deze ruimte bestaat zowel voor nieuwe bedrijven als voor bestaande bedrijven. Bestaande bedrijven hebben meestal bedrijfseconomische of milieutechnische redenen om te verplaatsen naar een nieuw terrein. Ze kunnen vaak op de bestaande locatie niet verder uit de voeten, waardoor het bedrijf de activiteiten wil verplaatsen naar een moderne en beter geoutilleerde ruimte. Slechts 10% van de toekomstige vraag naar bedrijventerreinen van
25
5.4
Intensiever en multifunctioneel ruimtegebruik kunnen dit probleem maar voor een deel oplossen.
Conclusies
•
Door een afname van het aantal agrarische bedrijven en verbreding van de bedrijfsvoering wordt de diversiteit van gebruiksfuncties in het landelijke gebied vergroot.
•
Oudewater versterkt zijn aandeel in de sector “winning en nijverheid”7, terwijl deze sector landelijk gezien geen groei doormaakt.
•
O.a. door de toenemende verkoop op internet wordt de concurrentie voor de detailhandel die niet-dagelijkse goederen verkopen groter.
•
Door de vergrijzing in Oudewater groeit de zorgsector verder.
•
Het aandeel jongere huishoudens zal afnemen. Om te kunnen voldoen aan de lokale vraag naar arbeidskrachten in de toekomst, is het van belang jongeren te binden aan de stad en ook opstartmogelijkheden te geven in de vorm van betaalbare woonruimte.
•
De economie is in de toekomst kennisintensiever. Door de internationalisering wordt werk steeds meer verplaatst naar het buitenland.
•
Op de korte en middellange termijn bestaat een lokale grote uitbreidingsbehoefte voor kantoor en bedrijfsruimten.
•
7
CBS definitie, hieronder valt de winning van delfstoffen, industrie, openbare voorzieningsbedrijven en bouwnijverheid.
26
Hoge onroerendgoedprijzen zijn een bedreiging voor de detailhandel.
6.2
6
De stad Oudewater
6.1
Inleiding
Huidige situatie
Oudewater heeft een sfeervol en historisch centrum. In het centrum zijn vele monumenten te vinden. De belangrijkste economische activiteiten die in de binnenstad gevestigd zijn, zijn de detailhandel, de horeca en de bezienswaardigheden. De detailhandel is geconcentreerd in de straten rond de markt. De winkels die hier zitten zijn voornamelijk gericht op de dagelijkse boodschappen. Zo zit er een groenteboer, een slager, drogisterijen, bakkers, en een natuurvoedingswinkel. Deze winkels worden afgewisseld door een aantal kledingwinkels, een juwelier, uitzendbureaus, een binnenhuisarchitect, kappers, een elektronicawinkel en een bank. Dus niet een winkelstraat met alle bekende winkelketens, maar een binnenstad waar veel zelfstandige ondernemingen actief zijn.
In dit hoofdstuk zijn de huidige economische activiteiten in de stad Oudewater geanalyseerd. Daarbij zijn de sterktes en zwaktes van de stad Oudewater benoemd. Vervolgens wordt een doorkijk naar de toekomst gemaakt en de kansen en bedreigingen in kaart gebracht. Vanuit deze SWOT-analyse (Strength/ Weaknesses/ Oppurtinities/ Threats) worden uiteindelijk de verbeterpunten benoemd die noodzakelijk zijn voor een economisch sterker Oudewater.
Figuur 9: Leeuweringenstraat, winkels.
Wel is een kleine afname van het aantal winkels te zien. Aan de markt is de meeste horeca gevestigd. Zo zitten er twee café/ restaurants die ook een terras hebben op de markt. Een snackbar en een ijsverkoper ontbreken niet. Al met al een redelijk en gevarieerd aanbod aan winkels voor een kleine gemeente. Het
Figuur 8: Markt van Oudewater
27
producten willen verkopen. Naast de warenmarkt is op andere dagen op de markt één standplaats verhuurd voor een viskraam of een kaasboer. Dit zijn echter niet de enige activiteiten die op de markt plaatsvinden. Gedurende de zomermaanden vinden er ook een aantal grote evenementen plaats; het heksenfestijn, de herfstfair en de kerstfair. Op deze activiteiten komen veel bezoekers af. De havendag, de custom bike show en de open monumenten dag zijn nieuwe groeiende evenementen. De supermarkten zijn gevestigd aan de rand van de binnenstad. Vroeger was er wel een supermarkt in de binnenstad, maar door voornamelijk te weinig parkeerplaatsen is deze verplaatst. Te weinig parkeerplaatsen in de binnenstad is overigens een punt van aandacht. Dit geldt overigens in alle historische binnensteden. Voordeel van de kleine schaal van Oudewater is wel dat de binnenstad ook goed bereikbaar is per fiets en de meeste mensen uit Oudewater zelf ook op de fiets boodschappen komen doen. Naast de detailhandel, horeca en het toerisme zijn er in de binnenstad ook een aantal kantoren gevestigd. In het grootste gedeelte van de panden in de binnenstad wordt nog steeds gewoond. De woningprijzen in Oudewater zijn hoog. De gemiddelde woningprijs in Oudewater was in 2006 272.000 euro. Hiermee is Oudewater een van de duurste gemeenten van de provincie Utrecht.
ontbreekt echter wel aan een echte trekker in het winkelgebied. Dit wordt waarschijnlijk mede veroorzaakt door de schaalgrootte van de gebouwen. Deze hebben namelijk allemaal een beperkte oppervlakte. Overdag is het centrum levendig, voornamelijk in de zomermaanden. In deze maanden is het extra druk door het toerisme. De historische binnenstad van Oudewater trekt namelijk 50.000 tot 100.000 toeristen per jaar. Hiervan komt 60% uit het buitenland. Niet alleen de heksenwaag (15.000 bezoekers per jaar) maar ook het touwmuseum trekken veel bezoekers (touwmuseum had in 2007 7120 bezoekers terwijl dit er in 2005 nog 3950 waren). Daarnaast kunnen toeristen ook het oude stadhuis bezoeken of de St. Michaelskerktoren beklimmen. Een deel van de bezoekers heeft Oudewater te danken aan de pleziervaart op de Hollandsche IJssel. Oudewater heeft veel aanlegplaatsen voor boten. Het watertoerisme heeft echter nog meer mogelijkheden voor de stad Oudewater. Oudewater is nog steeds van het water afgekeerd. Dit terwijl Oudewater juist is ontstaan door zijn ligging aan de Hollandsche IJssel. Niet alleen het watertoerisme trekt bezoekers naar de stad. Doordat vele recreatieve wandel- en fietsroutes door Oudewater lopen, komen bezoekers, voornamelijk op de fiets, ook in Oudewater. Bezoekers die in de binnenstad van Oudewater willen overnachten, kunnen terecht in hotel Abrona, dat in totaal 24 kamers telt. Elke woensdagmiddag wordt op en rond de markt een warenmarkt gehouden. Hier zijn diverse producten te koop met de nadruk op de dagelijkse boodschappen. Een enquête onder de bezoekers van de warenmarkt laat zien dat 80% van de bezoekers uit Oudewater zelf komt. Snelrewaard, Papekop en Haastrecht zijn goed voor nog eens 10% van de bezoekers. De overige 10% komt uit andere plaatsen in de regio. De weekmarkt is voor een kern als Oudewater vrij groot. Bovendien loopt de markt erg goed. Er bestaat nog steeds een lange wachtlijst van ondernemers die ook op deze markt
In de woonwijken rondom de binnenstad zijn twee supermarkten gevestigd. Tevens bevinden zich hier ook een tweetal grote zorgcomplexen (de Wulverhorst en de Schuylenburcht). Ook zijn een aantal bedrijven gevestigd. Deze hebben zich voornamelijk geconcentreerd in de buurt van de Goudse straatweg (N228). Denk hierbij aan twee autobedrijven en de fietsenhandel. Voor de stad Oudewater is geregeld dat binnen de woonbestemming meer mogelijkheden zijn voor een aan huis 28
gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. Hiervoor zijn wel een aantal voorschriften gekoppeld. Bij een aan huisgebonden beroep is het minimale oppervlakte bijvoorbeeld 40 m2 en mag de activiteit geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de omgeving.
29
6.3
SWOT-analyse
Kansen • Het aantrekken van een of twee trekkers (winkels) • Inrichten van een logische looproute voor consumenten in de binnenstad. • Autovrij maken van de binnenstad. • Winkels tegelijk open • Meer evenementen met een bovenregionaal karakter • Verbeteren recreatieve voorzieningen • Meer promotie voor de stad Oudewater (identiteit) • Aanleggen van een passantenhaven • Stad meer naar het water keren • Lang parkeren naast stadskantoor voor werknemers binnenstad • Zorgeconomie • Watertoerisme • Specialiseren van de detailhandel in bepaalde segmenten
Deze paragraaf verbindt de analyse van de huidige situatie met de mogelijkheden en beperkingen in de toekomst. De onderstaande opsomming van sterktes en zwaktes kan gezien worden als een samenvatting van de vorige paragraaf. Bij de kansen en bedreigingen wordt gekeken naar de toekomst. Vanuit de kansen en bedreigingen is in de volgende paragraaf aandacht voor een vertaling in verbeterpunten. Sterktes • Historisch karakter van het centrum • Toeristisch aantrekkelijk (Heksenwaag en Touwmuseum) • Compactheid van de winkels in de binnenstad • De aanwezigheid van een actieve ondernemersvereniging (NOVO) • Warenmarkt op woensdag • Jaarlijkse evenementen (proeven in Oudewater, Heksenfestijn) • Verkeer in de winkelstraten • Samenwerking toeristisch recreatieve ondernemers.
Bedreigingen • Autovrij maken van de binnenstad • Concurrentie van winkels in omliggende kernen • Concurrentie van supermarkten • Kosten van huisvesting voor bedrijven in de binnenstad • Aantal ligplaatsen Hollandsche IJssel
Zwaktes • Openingstijden zijn te divers. • Parkeergelegenheid bij de binnenstad is schaars. • Oudewater onderscheidt zich te weinig t.o.v. andere omliggende kernen. • Te weinig echte “trekkers” in de binnenstad. • Kleinschalige en dure winkelpanden. • Verkeer in de winkelstraten. • Beperkt draagvlak voor non-food winkels • Te weinig busparkeerplaatsen
30
6.4
Verbeterpunten voor de stad Oudewater
Algemeen dagblad, vrijdag 04 mei 2007
Hema trekt het Groene Hart in
In deze paragraaf zijn een aantal onderwerpen belicht die in de toekomst verbeterd kunnen worden.
Door PETER VAN DEN BELT GROENE HART - De Hema is een offensief begonnen in het Groene Hart. Steeds meer relatief kleine kernen krijgen een eigen Hemavestiging. Een Hema in grote plaatsen als Gouda, Alphen en Woerden wordt als vanzelfsprekend gezien, maar ook in veel kleinere kernen maakt het warenhuis tegenwoordig zijn opwachting. Waddinxveen en Bodegraven hebben inmiddels al een Hema, maar nu krijgen ook Nieuwkoop, Boskoop (open begin september) en Schoonhoven een filiaal van de Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam. Een vestiging in Bergambacht heeft op dit moment minder prioriteit, laat een woordvoerster weten. Er worden wel gesprekken gevoerd over een filiaal in winkelcentrum Bloemendaal in Gouda. ,,Zolang er niets officieel is kunnen wij dan ook niets bevestigen’’, aldus de woordvoerster. “Woonkernen worden groter, maar het klopt dat we vroeger alleen naar de centra van grote steden keken.’’, zegt woordvoerster Judy op het Veld. ,,Maar mensen trekken tegenwoordig weg uit de stad en gaan op een andere plek wonen waar ze ook voorzieningen willen’’ Hema heeft ongeveer driehonderd winkels in Nederland. Pakweg 160 zijn eigen vestigingen en 140 zogeheten franchisezaken. Over het algemeen hebben de eigen winkels een groter winkeloppervlak en de kleinere franchisezaken bieden in de meeste gevallen een beperkt assortiment aan. Waar een Hema komt gaat volgens Op het Veld altijd in overleg met het hoofdkantoor. Henk de Bas uit is zo’n franchisenemer uit de regio. Na de zaak in Waddinxveen opent hij binnenkort een Hema in Boskoop. Hij heeft ook nog gekeken naar Moordrecht om een Hema te beginnen, maar dat plan heeft het niet gehaald.
Trekkers in de binnenstad De gemeente kan proberen een aantal voorwaarden te scheppen, die de concurrentiepositie van de binnenstad versterkt. Voor de binnenstad zou het goed zijn nog een aantal “trekkers” te krijgen. Echter, door de schaalgrootte van Oudewater en de beperkte vloeroppervlakte van de winkelpanden is dit ook in de toekomst lastig te realiseren. Een ontwikkeling die interessant is om te volgen is dat sommige winkelformules zich nu ook richten op de kleinere kernen. Een goed voorbeeld hiervan is de vestiging van HEMA’s in Waddinxveen en Boskoop. Hoewel dit grotere kernen zijn dan Oudewater, werd in het krantenartikel vermeld dat de ondergrens van het vestigen van een HEMA ongeveer 8.000 inwoners is. Belangrijk is wel dat deze trekker een aanvulling moet zijn op het huidige winkelarsenaal.
31
Peperstraat en Leeuweringenstraat voor gemotoriseerd verkeer. Alleen afsluiten is niet voldoende. Er zal dan ook nagedacht moeten worden over de bereikbaarheid van het centrum van de stad. Oftewel, zijn er voldoende parkeergelegenheden op loopafstand, moeten er extra fietsenrekken worden geplaatst? Ook dient hierbij nagedacht te worden over een aantal busparkeerplaatsen.
Is hij niet bang dat al de Hema’s elkaars klanten afsnoepen. ,,Twintig procent van de klanten in Waddinxveen komt uit Boskoop. Ik denk dus dat er een behoorlijke markt is. De plaats staat al lang op de nominatie van de Hema, dus als ik er geen winkel zou openen, kan de Hema het zelf doen. Er was een mooi pand in de aanbieding en die kans wilde ik niet laten lopen.’’ Volgens hem kijkt de Hema tegenwoordig naar alle plaatsen met meer dan achtduizend inwoners. ,,Ze zagen dat winkels als Blokker en Kruidvat zich verspreiden en dat willen ze toen ook.’’ Wat meespeelt is volgens De Bas dat de Hema in handen is gekomen van Amerikaanse investeerders die willen bezuinigen op personeelskosten. ,,Hema is een sociaal bedrijf. In plaats van mensen te ontslaan, openen ze nieuwe winkels zodat ze personeel kunnen herplaatsen. Schoonhoven wordt bijvoorbeeld een eigen zaak en ik heb het idee dat dat ook gebeurt met de Hema in winkelcentrum Bloemendaal.’’
Winkeltijden De gemeente kan een gesprek initiëren waarin winkeliers met elkaar kunnen afstemmen welke dag ze in de week gesloten zijn. Dit beaamt de Kamer van Koophandel op haar website: “De drukte in een winkel kan afhangen van de drukte bij de buren. Een goede afstemming van openingstijden is daarom van belang”. Op dit moment zijn de winkeliers op maandag of op dinsdag een dag gesloten. Doordat deze dagen niet alle winkels open zijn, komen er op deze dagen minder consumenten naar de stad en zullen bijvoorbeeld eerder naar een van de supermarkten gaan. Wanneer voor het winkelende publiek duidelijk is dat alle winkels op één dag dicht zijn of alle dagen open, zullen consumenten eerder voor een boodschap naar de stad gaan, aangezien hij of zij alle producten kan kopen die de hij op dat moment wil kopen. Tevens verdienen de tijden van de lunchpauzes afstemming en zou er eventueel over kunnen worden nagedacht om bij wijze van proef winkels tot 19.00 uur open te houden. Mensen die laat uit hun werk komen, komen dan wellicht nog boodschappen doen in het centrum. Voorwaarde is wel dat ook gemakkelijke en of kant en klaarmaaltijden worden aangeboden en dat de kwaliteit van de etenswaren hoger is dan in de supermarkten wordt aangeboden.
Figuur 10: HEMA trekt Groene hart in
Looproute en bereikbaarheid Wat ook kan bijdragen aan een verbetering van het centrum is het verbeteren van de looproute voor de consument langs de winkels. Essentieel bij een goede looproute is dat de winkels niet te ver van elkaar vandaan liggen en de consument duidelijke oriëntatiepunten heeft en duidelijk is waar de winkels gevestigd zijn en wat ze verkopen. Een kaart met alle winkels in de binnenstad kan hierbij helpen. Daarnaast dient er naar de inrichting van de openbare ruimte te worden gekeken. Hierbij is het essentieel dat de gemeente met bewoners en winkeliers uit de binnenstad goed nadenkt over het eventueel gedeeltelijk autovrij maken van de binnenstad. Hierbij kan gedacht worden aan het afsluiten van de Havenstraat,
Marketing van Oudewater Oudewater kan het toerisme verder stimuleren. Op dit moment is er nog maar een beperkte marketing van de stad. De ondernemersvereniging NOVO zou in samenspraak met de TCPO en 32
de gemeente kunnen proberen een betere marketing voor de binnenstad op te zetten. Hierin kan samenwerking gezocht worden met de steden Gouda en Schoonhoven op het gebied van toerisme of gekeken worden naar een samenwerking met Delft en Alkmaar8. Ook kan gedacht worden in het Groene Hart perspectief.
afgestemd aanbod op toeristisch cultureel gebied. Hierin kwam naar voren dat meer gedaan kon worden met het thema heksen. Ideeën die toen bedacht zijn waren o.a. het ontwikkelen van heksenactiviteiten, bijvoorbeeld op de Walpurgisnacht.9 In een aantal reacties van de TCPO op deze beleidsvisie is duidelijk kenbaar gemaakt dat het thema heksen eigenlijk niet goed bij de stad Oudewater aansluit. Touw is eigenlijk een onderwerp dat beter bij de stad Oudewater past. Oudewater is vroeger immers rijk geworden door het maken van touw en nog steeds wordt er touw gemaakt. Net buiten de kern van Oudewater op de Hekendorperweg 36 ligt nog steeds een touwfabriek waar touw gemaakt wordt op touwbanen die vroeger ook al gebruikt werden. Dit is het oudste familiebedrijf van Nederland, G. van der Lee BV. Huidige productie is voornamelijk bestemd voor boten. Wellicht kan de productie in samenhang met het touwmuseum ook gebruikt worden om meer bezoekers naar Oudewater te trekken. Daarnaast kan een jaarlijks evenement georganiseerd worden rondom het oeroude spel touw trekken.
Evenementen Het aantal evenementen per jaar kan uitgebreid worden. Op dit moment zijn er weliswaar een aantal evenementen, er is echter meer mogelijk. Wellicht kan de gemeente helpen bij het opzetten van nieuwe evenementen in het centrum en het zoeken van sponsoren. Er kan ook gedacht worden aan het organiseren van een expositie of het organiseren van educatieve activiteiten. Het is echter van belang na te gaan welke identiteit Oudewater wil uitdragen, voordat een keuze wordt gemaakt in nieuwe evenementen.
Watertoerisme Oudewater ligt op dit moment met zijn rug naar het water gekeerd. Dit terwijl Oudewater juist ontstaan is door de ligging aan het water. Eerste impulsen om meer met het water te doen, zijn er inmiddels al. Voorbeelden hiervan zijn de havendagen en een nieuwe botenverhuur. Een traditionele trekschuit wordt op dit moment in ere hersteld. Het water biedt echter meer mogelijkheden. Zo zou de verhuur van kano’s meer toeristen kunnen trekken. Bovendien kan het aantal ligplaatsen uitgebreid worden door een nieuwe passantenhaven aan te leggen.
9
Historisch gezien is Walpurgisnacht afgeleid van Beltane, een Keltisch voorjaarsfeest. Op dit feest werd het begin van de lente gevierd met vreugdevuren. Veel rituelen leven voort in verschillende mei-rituelen. In Duitsland gaat de betekenis van de viering dieper. Het boek Faust van dichter en schrijver Johann Wolfgang von Goethe bevat vele citaten en verwijzingen naar onder andere de Walpurgisnacht. Sinds dit boek wordt de Walpurgisnacht tot op de dag van vandaag, nog elk jaar actief gevierd in Duitsland. Het feest is vernoemd naar de heilige Walburgis. Ze werd non in het klooster van Heidenheim. Op 1 mei 779 is ze heilig verklaard. Zij is voor de katholieken op 25 februari de dagheilige en voor de protestanten op 1 mei, bron: Wikipedia.
Ideeën TCPO In een brainstorm van de TCPO uit 2004 is veel nagedacht op welke manier Oudewater kan komen tot een aantrekkelijker en beter 8
Oudewater had een historische stedenband met deze steden.
33
gemeente invloed heeft op de zorgeconomie is met het faciliteren van deze voorzieningen, voornamelijk in ruimte. Dit is geregeld in de bestemmingsplannen van de gemeente Oudewater. Tevens wordt rekening gehouden met de groeiende vraag naar zorg en appartementen in het woningbouwprogramma van Oudewater uit 2007. Op dit moment lopen verscheidene projecten om het zorgaanbod te verbeteren een aan te passen aan de eisen van de huidige tijd. Dit heeft voornamelijk te maken met uitbreiding van de bestaande zorgcomplexen, de Wulverhorst en de Schuylenburcht.
De leden van de TCPO kwamen daarnaast nog met de volgende ideeën/opmerkingen: • Vieren dat Oudewater 750 jaar stadrechten heeft. Dit zal gebeuren in 2015. Hieraan kunnen dan ook activiteiten gekoppeld worden. • Nieuwe inwoners gratis entreebewijzen geven voor de heksenwaag en het touwmuseum. • Verbeteren van de recreatieve functie voor kinderen. • Een openbaar toilet in de binnenstad.
Marketingplan Lopikerwaard 2006-2010 ICT breedband
In het marketingplan Lopikerwaard zijn voor de gemeenten Montfoort, Lopik en Oudewater een aantal concrete projecten benoemt die moeten bijdragen aan een verdere ontwikkeling van de recreatie en het toerisme. De projecten die benoemd zijn: • Keten nieuwe verblijfsaccommodaties Creëren van nieuwe en spannende verblijfsaccommodaties. • Nationale Heksenmanifestatie • Routestructuren Creëren nieuwe fietsenroutes en vaarroutes. • Recreatieve transferia Rustplaatsen met bankjes en eventueel een toilet. • Waterrecreatie Verbeteren infrastructuur en watersportevenement. • Bezoekerscentra • Plattelandsontwikkeling Slapen, werken en eten bij de boer. • Zakelijke markt • Professionalisering, coördinatie en marketing
Glasvezel is de voorwaarde voor echt breedband: 100 Mb en meer. Breedband vergroot de efficiency, levert tijdwinst op stimuleert innovatie en brengt in veel gevallen kostenbesparingen met zich mee. Daarmee heeft breedband een belangrijke maatschappelijke én economische meerwaarde. Een voorbeeld ter illustratie is teleconsultatie. Hierbij voeren medische specialisten vanuit verschillende ziekenhuizen in de provincie Utrecht live patiëntenoverleg, via een beveiligde breedbandverbinding. En dat bespaart veel reistijd. Breedband is een uitdaging voor iedereen, dus ook voor de gemeente Oudewater. De provincie Utrecht start hiervoor projecten op. De gemeente Oudewater kan hier wellicht op aansluiten.
Dienstensector Oudewater heeft nog maar een beperkt aantal bedrijven in de dienstensector. Vandaar dat het interessant is ook aandacht te besteden aan nieuwe dienstverlenende bedrijven. Oudewater heeft echter geen uitbreidingsmogelijkheden, waardoor zich niet direct nieuwe kansen voordoen om meer diensten aan te trekken. Wel kan de gemeente zich proberen flexibel op te stellen voor vestiging van diensten in de stad Oudewater. Bij een nieuwe ontwikkeling dient dan wel een structurele verbetering voor het parkeren worden
Zorgeconomie In de toekomst zal de zorg zich verder ontwikkelen. Marktwerking staat in deze sector voorop. De gemeente heeft slechts een bescheiden rol in deze ontwikkelingen. De enige manier waarop de 34
gezocht. Naast het parkeren op eigen terrein, dient de gemeente in de inrichting van de openbare ruimte de mogelijkheden te benutten die kunnen bijdragen aan het vermeerderen van het aantal parkeerplaatsen.
35
7.2
7
Bedrijventerrein Tappersheul
7.1
Inleiding
Huidige situatie
Veel bedrijven die op andere locaties binnen de gemeente gevestigd waren, zijn uiteindelijk naar het bedrijventerrein verhuisd. Op dit moment zijn er ongeveer 90 bedrijven gevestigd. De bedrijven voeren zeer diverse activiteiten uit. Wat opvalt, is de grote hoeveelheid autobedrijven (10) en bouwbedrijven (10). Bovendien zijn er redelijk veel machinefabrieken, groothandels, transportbedrijven en antiek en kringloopwinkels gevestigd. Hiertussen zit een aantal kleinere adviesbureaus, voornamelijk gericht op techniek. Grote bedrijven op het bedrijventerrein zijn Lunenburg vlees BV, Jan van Dam transport BV en Van den Hadelkamp BV die containers verhuurt en sloopwerkzaamheden uitvoert. Bij deze bedrijven werken ook de meeste mensen. Op het bedrijventerrein is in principe geen detailhandel toegestaan. Aangezien de ruimte in Oudewater voor bedrijven beperkt is, is er geen sprake van leegstand. In de huidige situatie is zelfs een groot tekort aan bedrijventerrein voor Oudewater, waardoor ook de grondprijzen steeds verder oplopen. Bij een aantal bedrijven zijn bedrijfswoningen gebouwd. Deze objecten zijn vrijwel de enige beperkingen die gelden m.b.t. de milieuwetgeving. Dit betekent dat er op het bedrijventerrein dan ook een aantal bedrijven gevestigd zijn die zich in de milieucategorieën 3 en 4 bevinden. Doordat het bedrijventerrein niet meerdere functies heeft, is het werkgebied voornamelijk overdag druk, terwijl het er ’s avonds rustig is.
Het bedrijventerrein van Oudewater, Tappersheul, ligt ten noordoosten van de kern. Het bedrijventerrein telt in totaal ongeveer 90 bedrijven met een grote diversiteit. De totale netto bedrijfsoppervlakte bedraagt circa 24 hectare. Het eerste deel van ongeveer 20 hectare is vanaf 1992 uitgegeven. Vanaf 1999 is nog een tweede deel van ongeveer 4 hectare uitgegeven. Tappersheul wordt ontsloten door de Tuurluur richting de A12 en via de N228 richting Gouda en Utrecht. In dit hoofdstuk wordt allereerst de huidige situatie van het bedrijventerrein geanalyseerd. Nadat de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen voor Tappersheul benoemd zijn, kijken we naar de verbeteringen voor de toekomst.
Bij de entrees van het bedrijventerrein zijn slagbomen en camera’s neergezet, dit om criminaliteit tegen te gaan. ‘s Avonds is een van de entrees open. De auto’s die ’s avonds het bedrijventerrein oprijden moeten eerst voor de slagboom gaan staan. Na registratie van het kenteken, gaan de slagbomen open. De veiligheidsmaatregel is een initiatief geweest van de BVO (bedrijvenvereniging Oudewater). De meeste ondernemingen die op
Figuur 11: Wilgenweg, Tappersheul.
36
het terrein gevestigd zijn, zijn bij deze ondernemersvereniging aangesloten. Tussen de BVO en de gemeente Oudewater vindt regelmatig overleg plaats, waarin verbeteringen besproken worden. Op dit moment wordt voornamelijk gesproken over de openbare ruimte. Daarbij moet aandacht zijn voor het foutief parkeren van vrachtwagens, het plaatsen van prullenbakken en voldoende parkeervakken voor auto’s. Bovendien is veel lokale aandacht voor het aanleggen van het regionale bedrijventerrein en het revitaliseren van het bedrijventerrein. Ondanks de gerenommeerde bedrijven die op het terrein gevestigd zijn, is de uitstraling en daarmee de beeldkwaliteit niet hoog. Zeker de entree van het bedrijventerrein is geen visitekaartje.
Figuur 12: Entree Tappersheul
37
7.3
• • •
SWOT-analyse
Deze paragraaf verbindt de analyse van de huidige situatie met de mogelijkheden en beperkingen in de toekomst. De onderstaande opsomming van sterktes en zwaktes kan gezien worden als een samenvatting van de vorige paragraaf. Bij de kansen en bedreigingen wordt gekeken naar de toekomst. Vanuit de kansen en bedreigingen is in de volgende paragraaf aandacht voor een vertaling in verbeterpunten.
• • •
Invoeren van parkmanagement. Regionaal bedrijventerrein in Woerden. Een bedrijfsverzamelgebouw, ook voor startende ondernemingen. Broodjeszaak/ snackbar mogelijk maken waar werknemers in de lunchpauze eten kunnen halen. Verbeteren van de uitstraling van het gebied aan de hand van een beeldkwaliteitplan, waaronder ook de entree. Revitalisering van het bedrijventerrein.
Bedreigingen • Tekort aan gronden waardoor ruimte schaars is en de grondprijzen hoog zijn. • Bereikbaarheid neemt af door de toename van files op de A12 en de toenemende drukte op de provinciale wegen. • Bedrijven hebben een beperkt toekomstperspectief, omdat ze niet verder kunnen uitbreiden.
Sterktes • De ligging ten noorden van Oudewater, met directe ontsluiting op de A12. • Weinig leegstand van bedrijfsgebouwen. • Goede beveiliging d.m.v. slagbomen en camera’s. • De aanwezigheid van een actieve ondernemersvereniging (BVO). • Beperkte menging van functies. Zwaktes • Geen ruimte meer voor nieuwe bedrijvigheid. • Parkeerproblemen op de openbare ruimte. • Parkeren van vrachtwagens niet behorende bij de bedrijven op Tappersheul. • Inrichting openbare ruimte • Uitstraling (entree) bedrijventerrein • Beperkte menging van functies • Hoge grondprijzen Kansen • Meer ruimte bieden aan gevestigde bedrijven in het nieuwe bestemmingsplan, zodat ruimte beter benut wordt.
38
Parkmanagement
7.4
Verbeterpunten voor Tappersheul
De duurzame ontwikkeling van een bedrijventerrein is een continu cyclisch proces. Om deze continue kwaliteitsverbetering te verkrijgen en deze ook op lange termijn te faciliteren is een beheerorganisatie, parkmanagement, nodig. Parkmanagement behelst de structuur waarin de publieke en private belangen worden samengebracht in een parkmanagement organisatie. Hierin worden de strategische beslissingen genomen, eventueel ondersteund door een aantal werkgroepen. Het doel van parkmanagement is de kwaliteit van een bedrijventerrein op lange termijn te continueren, door gezamenlijk te werken aan vernieuwing, verbetering, kostenbeheersing en natuurlijk ondernemersgemak. Parkmanagement is een middel om de kwaliteit van een terrein af te stemmen op de wensen van betrokken bedrijven, ontwikkelaars en overheden op het gebied van openbare en private ruimte.
Schaarse ruimte Voor het bedrijventerrein zijn een aantal verbeterpunten te bedenken. Het belangrijkste probleem dat aangepakt dient te worden is het tekort aan ruimte voor bedrijven, zeker nu het niet te verwachten is dat het regionale bedrijventerrein in Woerden op korte termijn ontwikkeld wordt. Dit betekent dat er een oplossing moet worden gezocht voor de ruimtevraag van Oudewaterse gevestigde ondernemingen op de korte en middellange termijn. Een deel van dit probleem kan wellicht opgelost worden op het eigen terrein, door in een nieuw bestemmingsplan meer uitbreidingsruimte te geven voor de huidige gevestigde bedrijven op eigen terrein. Dit kan voornamelijk gezocht worden in het intensiever bebouwen van de oppervlakte en het toestaan van hogere bebouwing. Een andere oplossing kan zijn om een aantal bedrijven welke zeer veel ruimte in beslag nemen te verplaatsen. Hierbij kan gedacht worden aan de transportbedrijven. De vrijkomende gronden kunnen dan weer benut worden door andere, meer regionaal gebonden bedrijven. Tevens kan ook gedacht worden aan de aanleg van een nieuwe autoboulevard. Er zitten ruim 10 autobedrijven op het bedrijventerrein en elders in de gemeente zitten nog enkele autobedrijven. Door deze bij elkaar te brengen, kunnen de bedrijven elkaar versterken. Door grotere keuzemogelijkheden kan het aantal klanten toenemen. De kanttekening die hierbij wel gemaakt moet worden of autobedrijven deze schaalvoordelen nog nodig hebben. Steeds meer klanten oriënteren zich bij de aankoop van een auto namelijk eerst op internet, om daarna gericht een autodealer te bezoeken.
Taken die binnen het parkmanagement vallen zijn o.a.: • Verzamelen en afwikkelen van klachten die bedrijven hebben m.b.t. beheer en onderhoud van de openbare ruimte op de bedrijventerreinen. • verhogen van de veiligheid. • verhogen van de kwaliteit van het beheer van de openbare ruimte. • zorg dragen voor beheer en onderhoud van bewegwijzering. • Het begeleiden en organiseren van collectieve inkooptrajecten. • het verbeteren van de communicatie tussen bedrijven onderling en de gemeente. Immateriële voordelen om mee te doen aan parkmanagement voor bedrijven, zijn benoemd in de provinciale handleiding “duurzame ontwikkeling bedrijventerreinen”. Hierin zijn benoemd: • Een directe invloed op de kwaliteit van de omgeving • Kwaliteit is op termijn gegarandeerd 39
• •
Netwerkvorming en goede samenwerking met collega’s en Een beter imago en een betere samenwerking met de gemeente.
Bedrijven- en terreinorganisatie • Overkoepelende bedrijvenorganisatie heeft rol in agenderen parkmanagement, maar doet in projectuitvoering een stap terug. • Terreinorganisatie is actief betrokken bij het opzetten van een parkmanagement organisatie. • Terreinorganisatie heeft veel leden en een deel van de leden is actief • Bestuur van een terreinorganisatie wordt actief ondersteund door een (professioneel) parkmanager.
Ook zijn er een aantal materiele voordelen benoemd: • de waarde van het onroerende goed • kostenbesparing bij verbetering van bedrijfsprocessen en • kostenvoordelen door samenwerking bij uitbesteding secundaire activiteiten. De provincie heeft in juni 2007 in het rapport Parkmanagement onderzocht wat de resultaten van de gegeven subsidie hebben opgeleverd. Tevens zijn de ervaringen weergegeven en worden een aantal aanbevelingen gedaan. Hierbij zijn een aantal succesfactoren van parkmanagement benoemd voor de gemeente en de bedrijvenen terreinenorganisatie:
Het lijkt voor Tappersheul mogelijk om deze succesfactoren te benutten en parkmanagement en dus de kwaliteit van Tappersheul, gezamenlijk met de ondernemers, in een gezamenlijke terreinorganisatie, naar het gewenste niveau te brengen.
Gemeente • De gemeente heeft heldere ambities en SMART10 doelstellingen voor parkmanagement op bestaande terreinen. • De gemeente is actief betrokken bij het opzetten van parkmanagement. De gemeente speelt afwisselend de rol van trekker en procesbewaker of soms beide. 10
Voordeel bij het opzetten van parkmanagement is dat de provincie deze initiatieven stimuleert en subsidie beschikbaar stelt. Deze subsidie is er omdat parkmanagement op bestaande bedrijventerreinen moeilijk op gang komt en de financiering en continuïteit niet vanzelfsprekend is.
Revitaliseren bedrijventerrein Parkmanagement is voornamelijk in een beheerfase van belang. Wanneer de gemeente het bedrijventerrein verder wil revitaliseren en opwaarderen, is meer nodig. Revitaliseren wordt tegenwoordig overigens duurzame ontwikkeling genoemd. Hierbij kan gedacht worden aan een aantal aspecten (zie figuur 8)11.
De letters van SMART staan voor: • Specifiek; De doelstelling moet eenduidig zijn . • Meetbaar; Onder welke (meetbare/observeerbare) voorwaarden of vorm is het doel bereikt . • Acceptabel; Gaat de doelgroep en/of management deze doelstelling accepteren. • Realistisch; De doelstelling moet haalbaar zijn. • Tijdgebonden; Wanneer (in de tijd) moet het doel bereikt zijn.
11
40
Handleiding duurzame bedrijventerreinen, september 2005, Provincie Utrecht.
economie inrichten van het terrein efficient ruimtegebruik transport van goederen collectieve faciliteiten: ondernemers collectieve faciliteiten: productie
milieu energie water afval en grondstoffen duurzaam bouwen en inrichten transport van personen
sociale samenhang leefomgeving externe veiligheid arbeid en zorgtaken arbeidsmarkt en scholing collectieve faciliteiten: beheer
Figuur 13: overzicht duurzame ontwikkelingen bedrijventerreinen
Voordat met de duurzame ontwikkeling wordt gestart is het noodzakelijk het draagvlak te onderzoeken bij de ondernemers. Daarna is het noodzakelijk een goede inventarisatie te houden welke wensen de ondernemers hebben. Dit kan gedaan worden aan de hand van een bedrijvenenquête. Nadat hieruit een keuze is gemaakt, kan de haalbaarheid onderzocht worden, waarbij rekening moet worden gehouden met verschillende aspecten. Denk aan maatschappelijke, juridische en economische haalbaarheid. Na deze analyse kan een plan worden opgesteld, waarin concrete projecten worden benoemd voor het duurzaam ontwikkelen van Tappersheul.
Figuur 14: Entree van Tappersheul
Beeldkwaliteit Bedrijfsverzamelgebouw
Ook al is het oudste gedeelte van het bedrijventerrein nog geen 15 jaar oud, de uitstraling van het gebied is niet van een hoge kwaliteit. Op onderstaande foto is de entree van het bedrijventerrein te zien. Door middel van het opstellen van een beeldkwaliteitplan is de kwaliteit in de toekomst te verbeteren. Naast de bebouwing zelf, is het ook van belang om te kijken naar een verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte. De provincie heeft subsidiemogelijkheden voor de verbetering en herstructurering van bedrijventerreinen beschikbaar. Daarbij geldt wel dat zowel gemeente als ondernemers nog een flinke investering moeten doen.
Op dit moment is er voor startende ondernemingen weinig ruimte. Hiervoor is al een geruime tijd een idee om een bedrijfsverzamelgebouw te ontwikkelen. Hiervoor gaat de gemeente, gezamenlijk met de ondernemersverenigingen in Oudewater onderzoeken welke vorm deze bedrijfsruimten moeten hebben. De BVO kan gegevens aanleveren dat er daadwerkelijk veel vraag is naar een bedrijfsverzamelgebouw, hierdoor hoeft de gemeente niet extra onderzoek te doen.
Eetgelegenheid Ondanks de vele mensen die op Tappersheul werken, ontbreekt tot op dit moment een eetgelegenheid of lunchcafé, waar mensen in de lunchpauze eten kunnen kopen. Door een deel van de openbare ruimte anders in te richten en ruimte te maken voor een kleine eetgelegenheid, kan dit een kwaliteit toevoegen aan het gebied.
41
Multifunctioneel ruimtegebruik Op dit moment wordt Tappersheul voornamelijk gebruikt voor bedrijven. Hierdoor is het in de avonduren erg rustig. Door andere functies op het bedrijventerrein toe te staan, kan de ruimte effectiever benut worden. Wanneer er echter meer ontspanning en vermaak op het bedrijventerrein wordt gevestigd, kan dit de huidige bedrijven ook belemmeren in hun bedrijfsvoering. Dit voornamelijk door de strenge milieuwetgeving die diverse afstanden stelt voor bepaalde typen bedrijven. Wij willen onderzoeken of vestiging van andere functies in een bepaalde deel van Tappersheul tot de mogelijkheden behoort. Hierbij moet ook zeker rekening worden gehouden met de veiligheid. Tevens wil de gemeente de nieuwe vestiging van woningen op het bedrijventerrein beperken, zodat bedrijven door aanwezige bedrijfswoningen niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt i.v.m. de geldende milieucontouren rondom woningen.
42
8.2
8
Huidige situatie
Landelijk gebied Oudewater Agrarische bedrijven
8.1
Het totale areaal aan cultuurgrond in de gemeente Oudewater bedraagt 3.190 hectare. In 2002 werd hiervan 2.985 hectare gebruikt als grasland. De graasdierhouderij (koeien, schapen) is voor wat betreft het grondgebruik de belangrijkste sector in het landelijke gebied. De grondgebonden veehouderij speelt van oudsher een grote rol bij de instandhouding van de bijzondere natuur- en landschapswaarde van het gebied. Op bescheiden schaal wordt ruwvoeder geteelt. In 2001 was dit 155 hectare. Naast de graasdierbedrijven, kalvermesterijen en vleeskuikenbedrijven komt ook op beperkte schaal intensieve veehouderij en tuinbouw voor. In 2001 was er 3 hectare tuinbouw op open grond en 1 hectare onder glas. De tuinbouw bevindt zich op de buitendijkse gronden langs de IJssel.
Inleiding
De voornamelijk agrarische functies in het landelijke gebied zijn nog steeds van groot belang voor een sterke economie van Oudewater. Diverse ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder de afname van het aantal agrariërs, vraagt om ruimte te geven aan nieuwe economische activiteiten in het buitengebied. In dit hoofdstuk staan we stil bij de economische ontwikkelingen op het platteland. De SWOT-analyse geeft een kort overzicht van de huidige sterke en zwakke punten van de economie in het landelijke gebied. De kansen en bedreigingen maken een doorkijk naar de toekomst. Deze kansen en bedreigingen zijn vervolgens uitgewerkt in een visie voor het landelijke gebied in de toekomst.
In de afgelopen jaren is het aantal agrarische bedrijven afgenomen en is ook sprake van schaalvergroting. In onderstaand overzicht12 is de bedrijfsomvang van Oudewater vergeleken met de regio en de provinciale gemiddelden.
Oudewater Regio Provincie
tot 32 NGE 39 37 39
32-50 NGE 7 12 12
50-70 NGE 15 13 12
70-150> NGE 36 34 31
> 150 NGE 3 4 6
Figuur 16: Aantal NGE in Oudewater vergeleken met de regio en de provincie
Figuur 15: Landelijk gebied, Zuid Linschoterzandweg
12
Bron: CBS 2002. Onderzoek uit bestemmingsplan “landelijk gebied Hekendorp en Papekop”, RBOI, 2006.
43
De verdeling van agrarische bedrijven naar productieomvang is uitgedrukt in de NGE (Nederlandse Grootte Eenheid).13 Hierin zijn zowel de hoofdberoepbedrijven als nevenberoep bedrijven meegenomen. Over het algemeen worden bedrijven van ongeveer 70 NGE als levensvatbaar gezien. In Oudewater is dit voor een kleine 40% van de bedrijven het geval. De bedrijven met minder dan 32 NGE hebben minder toekomstperspectief. Dit is toch al snel een derde van het totaal in Oudewater. Wanneer naar de bedrijfsoppervlakte gekeken wordt is bijna de helft van de bedrijven in Oudewater kleiner dan 15 hectare en in totaal driekwart van de bedrijven kleiner dan 30 hectare14. In de regio en provincie zijn deze verdelingen vrijwel gelijk. Voor een volwaardig rundveebedrijf wordt tussen de 20 en 30 hectare aangehouden. Dat betekent dat een verdere schaalvergroting voor een deel van de bedrijven noodzakelijk is, zeker wanneer ook rekening wordt gehouden met een duurzaam voortbestaan, een verdere extensivering en duurzaam agrarisch natuurbeheer. De helft van de agrariërs heeft in een agrarische enquête15 aangeven een opvolger voor het bedrijf te hebben. De huidige agrariër heeft een gemiddelde leeftijd van ongeveer 54 jaar, de opvolging heeft een gemiddelde leeftijd van 28 jaar.
agrarische ontwikkelingsmogelijkheden geboden, afgezien van eventuele belemmeringen die voortvloeien uit de milieuwetgeving. De meeste agrariërs houden zich voornamelijk bezig met agrarische activiteiten. Langzamerhand hebben steeds meer agrariërs ook nevenfuncties. Agrarisch natuurbeheer wordt al door ongeveer de helft van de agrariërs uitgevoerd. Hierbij moet men denken aan slootkant- en weidevogelbeheer. Incidenteel worden ook kleine landschapselementen onderhouden. Ook andere nevenfuncties nemen de laatste jaren in aantal toe. Hierbij kan gedacht worden aan opslag/ verhuur van ruimte, verkoop van streekgebonden producten en verblijfsrecreatie, maar ook aan landbouw aanverwante bedrijfsactiviteiten en recreatieve functies zijn mogelijkheden. Het bestemmingsplan “landelijk gebied Hekendorp en Papekop” biedt deze mogelijkheden voor niet-agrarische nevenfunctie. In het nieuwe bestemmingsplan Landelijk gebied Oudewater zal dit ook mogelijk worden gemaakt. De voorbereidingsprocedure voor dit bestemmingsplan is inmiddels begonnen.
Niet-agrarische bedrijven in het landelijke gebied In het bestemmingsplan “landelijk gebied Hekendorp en Papekop” staat beleid opgenomen voor niet agrarische bedrijven in het buitengebied. Dit is recent vastgesteld door de gemeenteraad. In het bestemmingsplan staat geschreven dat het toekennen van een nieuw bouwvlak t.b.v. niet-agrarische bedrijven, inclusief horeca, in het landelijke gebied niet gewenst is vanwege het restrictieve beleid van de overheden, de aantasting van de openheid en het ontbreken van binding met het landelijke gebied. Wel kan bij vertrek van een niet-agrarisch bedrijf, uiteraard met inachtneming van de milieuregelgeving, eenzelfde soort bedrijf zich vestigen. De bedrijven die al gedurende lange tijd in het plangebied gevestigd zijn en waarvoor geen actief saneringsbeleid wordt gevoerd, worden positief bestemd. Aan de bestaande bedrijven in het gebied
Ruimtelijke mogelijkheden agrariërs Aangezien agrarische bedrijven van groot belang zijn voor het behoud van de kwaliteiten van het landelijke gebied, is het ruimtelijke beleid erop gericht om de agrarische bedrijven zoveel mogelijk te behouden. In de eerste plaats worden hiertoe passende 13
Hiermee wordt de bruto toegevoegde waarde van het agrarische bedrijf weergegeven in plaats van met sbe (standaardbedrijfseenheden). 1 NGE komt overeen met 2,8 sbe. 14 Bron: CBS 2002. Onderzoek uit bestemmingsplan “landelijk gebied Hekendorp en Papekop”, RBOI, 2006. 15 Agrarische enquête, t.b.v. bestemmingsplan “Landelijk gebied Hekendorp en Papekop”, RBOI 2006.
44
dient enig ontwikkelingsperspectief geboden te worden. Een bepaalde mate van uitbreiding moet mogelijk zijn, waarbij goed gelet moet worden op de extra hinder die dit oplevert voor de onmiddellijke omgeving. Dit dient wel binnen het gegeven oppervlakte binnen het bouwvlak te worden gerealiseerd. Ook in het nieuwe bestemmingsplan “landelijke gebied Oudewater” zullen deze bepalingen opgenomen worden.
45
8.3
• • • •
SWOT-analyse
Deze paragraaf verbindt de analyse van de huidige situatie met de mogelijkheden en beperkingen in de toekomst. De onderstaande opsomming van sterktes en zwaktes kan gezien worden als een samenvatting van de vorige paragraaf. Bij de kansen en bedreigingen wordt gekeken naar de toekomst. Vanuit de kansen en bedreigingen is in de volgende paragraaf aandacht voor een vertaling in verbeterpunten.
Bedreigingen • Afname van het aantal agrariërs • Milieuwetgeving • Europese regelgeving • Meer oppervlaktewater en verbeteren waterafvoer • Wonen in het buitengebied • Dierenziektes • Beperking ruimtelijke mogelijkheden provincie
Sterktes • Openheid en aantrekkelijkheid van het landschap • Sterke agrarische economische structuur • Nieuwe economische functies die passen binnen het ruimtelijke beleid. Zwaktes • Bereikbaarheid beperkt door smalle wegen • Wateroverlast • Conflicten t.a.v. milieuwetgeving • Minder levensvatbare agrarische bedrijven bedrijfsgrootte.
Kleinschalige zorgvoorzieningen Meer oppervlaktewater en verbeteren waterafvoer Wonen in het buitengebied Golfbaan
i.v.m.
Kansen • Plattelandstoerisme • Vrijkomende agrarische bebouwing • Agrarische nevenfuncties • Schaalvergroting • Groene werklocaties • Streekproducten • Agrarisch natuurbeheer • Energieproductie
46
•
8.4
Het uitdragen van een gemeenschappelijk marketingconcept voor de streek. • Het verwerven van subsidies voor het uitwerken van routestructuren en knooppunten en om deze te onderhouden. Het gezamenlijk tot leven wekken van de streek op een passende manier.
Verbeterpunten voor het landelijke gebied
Plattelandstoerisme De vraag naar plattelandstoerisme stijgt. Steeds meer agrarische ondernemingen beginnen dan ook een toeristische activiteit. Hierbij kan gedacht worden aan het aanbieden van overnachtingen, zoals een bed and breakfast en minicamping. Maar ook het aanbieden van activiteiten, zoals poldersporten, wandelen en een theetuin behoren tot deze ontwikkelingen. Voor een vitale economie is het goed deze activiteiten in beperkte omvang toe te staan in het buitengebied. Dit is al geregeld voor het landelijk gebeid rond Hekendorp en Papekop. Het andere deel van het landelijke gebied, volgt in het nieuwe bestemmingsplan landelijk gebied Oudewater waaraan eind 2007 begonnen is. Agrariërs kunnen zich voor kleine recreatieve activiteiten in de Lopiker- en Linschoterwaard aansluiten bij het project “Struinen en Vorsen”. Het project heeft tot doel om de waardering en bewustwording voor het agrarische cultuurlandschap te vergroten, om zo het gebied op een duurzame manier te vermarkten.
Schaalvergroting In de agrarische sector is een duidelijke schaalvergroting te zien in de bedrijfsvoering. Bedrijven die blijven bestaan dienen uit te breiden. Hiervoor moeten mogelijkheden voor worden gecreëerd. Naast uitbreiding van de opstallen, moet ook de oppervlakte van de gronden groter zijn. Wellicht kan de gemeente een rol vervullen bij bedrijven die willen uitbreiden door een databank te gaan beheren met gegevens over agrariërs die gaan stoppen en waar agrarische landbouwgrond beschikbaar komt. Daarnaast kan het handig zijn om te weten welke agrariërs in de toekomst van plan zijn uit te breiden. Hiermee kan dan in ruimtelijke ontwikkelingen meer rekening gehouden worden. De gemeente dient de komst van grote zogenaamde “fabrieken”, bijvoorbeeld grootschalige kuikenmesterijen, tegen te gaan. Deze hebben een grote impact op de omgeving en op het wegennet. Daarnaast is het de vraag of dit nog een agrarisch bedrijf genoemd moet worden, dan wel als industrie moet worden gekenmerkt.
Beperkingen milieuwetgeving verminderen Het aantal agrarische bedrijven neemt zoals eerder gezegd verder af. Hierdoor komen agrarische panden leeg te staan, die daardoor vaak gebruikt worden voor wonen. Deze bestemmingswijziging “botst” vaak met het naastliggende agrarisch bedrijven. Dit heeft voornamelijk te maken met de milieuwetgeving. Bij deze nieuwe ontwikkeling is het zaak om de gevestigde agrarische ondernemingen te beschermen. Dit is ook het uitgangspunt van de
Figuur 17: De boerderij, natuurcamping in Snelrewaard
Dit wordt gedaan door: • Het opzetten van gezamenlijke promotionele activiteiten.
47
werking hebben, tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 100 m²;
bestemmingsplannen voor het landelijke gebied. Inmiddels is het mogelijk om m.b.v. een beleid voor geurhinder te zorgen dat de milieucontouren kunnen worden verkleind. Op dit moment is de milieudienst in Woerden met een pilot bezig. Nadat de uitkomsten hiervan bekend zijn, is het verstandig, zeker ook voor de economische vitaliteit van het buitengebied ook geurbeleid voor Oudewater te ontwikkelen.
Tevens is het de bedoeling om met een vrijstelling van het college van burgemeester en wethouders (binnenplanse vrijstelling) de volgende functies mogelijk te maken: • veearts/hoefsmederij tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 200 m²; • ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 100 m²; • agrarische loonbedrijven tot en met categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 500 m²; • overige bedrijven in categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten tot een bedrijfs-vloeroppervlak van niet meer dan 100 m²; • kleinschalig kamperen met dien verstande dat maximaal 15 kampeermiddelen, geen staca-ravans zijnde, tot een oppervlak van niet meer dan 100 m² en het gebruik van de gronden tot niet meer dan 2.500 m²; • kampeerboerderij tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 200 m²; • kinderboerderij tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 100 m² en het gebruik van de gronden tot niet meer dan 1.500 m²; • kleinschalige horeca gelegenheid tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 100 m² en het gebruik van de gronden tot niet meer dan 500 m²; • sociale nevenfunctie of zorgboerderij (resocialisatie, therapie, gehandicapten, kinderop-vang) tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 200 m²;
Vrijkomende agrarische bebouwing De gemeente Oudewater wil bij een beëindiging van een agrarisch bedrijf inzetten op meer mogelijkheden voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten die gerelateerd zijn aan het gebied en ondergeschikt zijn aan de woonbestemming. De gemeente heeft in een recent vastgesteld bestemmingsplan “landelijk gebied Hekendorp en Papekop” al benoemd aan welke activiteiten gedacht kan worden. Doordat geen sloopverplichting is opgenomen in de regeling, heeft de provincie Utrecht aan deze regeling haar goedkeuring onthouden. Vandaar dat de gemeente in beroep is gegaan bij de Raad van State. Tot die tijd is onderstaand beleid nog niet van toepassing. De economische mogelijkheden waren als volgt geformuleerd: • kanoen roeibootof fietsenverhuur tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 100 m²; • bed & breakfast en toeristisch recreatieve verblijfseenheden tot een vloeroppervlak van niet meer dan 200 m²; • aan huisgebonden beroepen tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 50 m²; • paardenstalling/paardenpension tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 100 m² en het gebruik van de gronden daarvoor tot niet meer dan 1.200 m²; • opslag en stalling van niet-agrarische goederen, mits het opslag en stalling van de goede-ren geen verkeersaantrekkende
48
•
Water
museum/tentoonstellingsruimte tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 200 m² en het gebruik van de gronden tot niet meer dan 500 m²; • dierenpension, hondenfokkerij, kennel tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 100 m²; • hoveniersbedrijf, behorende tot de categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 100 m²; Met dien verstande dat: • voor de bedoelde functies geen nieuwe gebouwen gebouwd mogen worden en bestaande gebouwen niet mogen worden uitgebreid. • de niet-agrarische nevenfunctie onder a, b, c, d, e, f en k niet zijn toegestaan op gronden gelegen aan Hogebrug 19 en 21;
Vanwege voornamelijk de klimaatsverandering dient meer ruimte te worden ingeruimd voor water. Zowel oppervlaktewater als de afvoercapaciteit moet vergroot worden. Dit heeft een grote impact op het landschap, maar kan ook de agrariërs in hun bedrijfsvoering beperken. De wateropgave kan niet ontkend worden. Er dient dan ook naar een oplossing te worden gezocht waarbij de wateropgave de agrariërs zo min mogelijk beperkt in hun bedrijfsvoering. Een discussie hierover zal plaatsen vinden bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan landelijk gebied Oudewater, waarvoor de voorbereidingen in december 2007 gestart zijn.
Agrarisch natuurbeheer Ongeveer de helft van de agrariërs is al bekend met natuurbeheer, dit onder meer vanwege subsidies. Ook in de toekomst zal vanuit de overheid en de agrariër meer worden ingezet op natuurontwikkeling. Hierbij stuurt de gemeente Oudewater voornamelijk aan op agrarisch natuurbeheer. Nieuwe natuur tast al snel de openheid van het landschap aan en belemmert de agrarische bedrijfsvoering te veel. Hierin wordt het provinciale beleid gevolgd zoals vermeld in het streekplan. Op de foto is een voorbeeld te zien van een natuurvriendelijke oever.
Naast deze mogelijkheden is het goed wanneer de gemeente Oudewater gaat bezien of er planologisch ook meer mogelijkheden moeten worden geboden voor het behouden van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen.
Groene werklocaties De provincie geeft in haar streekplan ruimte voor het ontwikkelen van groene werklandschappen. Beperking hiervan is dat dit alleen in de landelijke gebiedstypen 1 en 3 mogelijk is. Het gaat hierbij om kleinschalige kantoorfuncties in het buitengebied. Daarbij kan sprake zijn van het aanpassen van bestaande bebouwing of eventuele nieuwbouw. Als voorwaarde wordt door de provincie gesteld dat er een investering in groen tegenover moet staan. In Oudewater gaat dit slechts om een beperkt gebied, grofweg een smalle strook langs de Hollandsche IJssel en aan de stadsrand van Oudewater (zie ook kaartje op pagina 58).
Energie en andere innovatie Voornamelijk op de website van LTO staat dat de agrarische sector in de toekomst meer zou kunnen bijdragen aan energieproductie. Agrarische energieproductie verkleint de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en kan een bijdrage leveren aan de reductie van de uitstoot van broeikasgassen. Bij Co-vergisting bijvoorbeeld wordt 49
steeds hogere eisen aan het welzijn van dieren in de veehouderij. Ondernemers die investeren in dierenwelzijn kunnen rekenen op financiële steun van de overheid, bijvoorbeeld met de fiscale regelingen Vamil en Mia. De aanpassingen in de huisvesting of bedrijfsvoering moeten wel worden ondersteund door de markt of door passende stimuleringsmaatregelen.
elektriciteit en gas gewonnen uit mest, reststromen en energiegewassen. Warmtekrachtkoppelingen (WKK) zetten aardgas om in elektriciteit en warmte én zijn daarmee veel efficiënter dan aardgasgestookte energiecentrales. Ze kunnen in de toekomst ook draaien op groen gas, gewonnen uit biomassa (zie foto). De manier waarop boeren energie produceren is fundamenteel anders dan we tot nog toe gewend zijn: kleinschalig, lokaal en decentraal. Toch kunnen WKK’s, windenergie en co-vergisting concurreren met gangbare, grootschalige energieopwekking.
Golfbaan De vraag of een golfbaan een postieve ontwikkeling voor Oudewater kan zijn, dient onderzocht te worden. Deze sport wordt steeds populairder en de vraag is of de gemeente Oudewater een ontwikkeling van een golfbaan ziet zitten.
Innovatieve ondernemers verdienen een consistente en stimulerende begeleiding vanuit gemeente en milieudienst. Te denken valt aan financiële ondersteuning voor dit soort technieken. Helaas is bij de provincie nog geen subsidie mogelijk. De gemeente kan bij de hogere overheden en de milieudienst aandacht vragen voor deze nieuwe energiebronnen. Tevens dient ook de gemeente Oudewater energiebesparing te stimuleren. Het kabinet wil namelijk twee procent energiebesparing per jaar bereiken tot 2020. Ook het beperken van de CO2 uitstoot is in de toekomst van belang. In de veehouderij (verantwoordelijk voor vijf procent van de totale Nederlandse uitstoot van broeikasgassen, voornamelijk methaan en lachgas) zal veel creativiteit vereist zijn om een verlaging tot stand te brengen. Maar door verbetering van het mest- en mineralenmanagement, de huisvesting en de samenstelling van het veevoer kunnen ook deze sectoren een belangrijke bijdrage leveren. Naast de innovaties op het gebied van energieopwekking en reductie van de milieuvervuiling, kan ook gedacht worden aan innovatie op het gebied van dierenwelzijn. Consumenten stellen
Een golfbaan past op dit moment niet binnen het landelijke en provinciale beleid. Mochten mogelijkheden van een golfbaan verder onderzocht moeten worden, dan dienen in ieder geval de volgende onderzoeksvragen te worden beantwoord: • In hoeverre levert de realisatie van een golfbaan een bijdrage aan de economische vitaliteit van Oudewater? • In hoeverre is een golfbaan in te passen in het open landschap? • Hoeveel vraag is er naar golfbanen? Is het aanbod al voldoende? • Worden in de regio niet al andere initiatieven genomen om een golfbaan te realiseren?
50
9
Toekomstvisie
of versoepeld kunnen worden. Hierdoor is het indienen van een aanvraag eenvoudiger geworden.
9.1
Inleiding
9.2.2 Binnenstad Oudewater heeft in 2015 een bruisend centrum met voldoende voorzieningen. Het centrum is versterkt door het aantrekken van een tweetal “trekkers”. Dit kon worden gerealiseerd door een aantal kleinere winkelpanden bij elkaar te voegen. Daarnaast heeft de stad een kwalitatieve impuls gehad. Door een andere inrichting van de openbare ruimte is de looproute langs de winkels van hogere kwaliteit. Ook is in het centrum van Oudewater het autoverkeer teruggedrongen en rond de markt een voetgangerszone geïntroduceerd. Hiernaast zijn meer fietsenrekken geplaatst, zodat de klanten makkelijker hun fietsen kunnen stallen. Ook is een oplossing gevonden van extra parkeerplaatsen aan de rand van het centrum. De winkels die dagelijks verse producten verkopen hebben door hun kwaliteit hun positie in Oudewater behouden en zelfs versterkt door ’s avonds langer open te zijn en allen op dezelfde dag gesloten te zijn. Er zijn vele nieuwe specialistische winkels gevestigd in Oudewater, die een (boven)regionale aantrekkingskracht hebben. Voornamelijk de kleinschaligheid en het hoge kwaliteitsniveau hebben het aantal winkels licht doen toenemen. De binnenstad is beter bereikbaar doordat op de plaats van de voormalige busremise een parkeergarage is gebouwd. Door voldoende parkeerplaatsen kon het aantal evenementen in de binnenstad ook uitbreiden. In het zomerseizoen is er één keer in de week een themabraderie rond de markt met verschillende activiteiten. Hier komen veel toeristen op af, mede omdat het tijdstip van dit evenement aansluit op de Goudse kaasmarkt. De organisatie ligt in handen van een organisatiebureau, dat gesteund wordt door ondernemers en de gemeente. Financiering van de activiteiten is voornamelijk vanuit verschillende sponsoren.
In het woordenboek staat een visie beschreven als “de wijze waarop men zaken beoordeelt, beschouwt => beschouwing, kijk, zienswijze”. In dit hoofdstuk wordt alle informatie van de vorige hoofdstukken verwerkt in een “kijkje in de toekomst” voor de gemeente Oudewater in het jaar 2015. Deze visie geeft de ambities weer die Oudewater heeft. Niet meer, niet minder. Dit betekent niet dat dit toekomstbeeld in 2015 ook in alle gevallen bereikt is en dat alle voorgestelde ideeën daadwerkelijk moeten worden uitgevoerd. Het kan het beste gezien worden als een beschouwing waarin ideeën staan die Oudewater voor een sterke economische ontwikkeling in de toekomst kan gaan gebruiken (inspiratie). Een concreet uitvoeringsprogramma is terug te vinden in hoofdstuk 10. Hierover zullen nadere voorstellen worden gedaan aan het college van B&W en de gemeenteraad van Oudewater. 9.2
Oudewater in 2015
9.2.1 Oudewater algemeen De serviceverlening van de gemeente Oudewater voor ondernemers is verbeterd. Ondernemers hebben nu een duidelijk aanspreekpunt, doordat een ondernemersloket is ingericht. Dit is zowel fysiek als digitaal opgezet. De beleidsmedewerker economische zaken bemant het fysieke loket en zet eventueel vragen integraal uit binnen de organisatie. Het is ook mogelijk d.m.v. een digitaal formulier een vraag te stellen. De gemeente probeert deze vragen dan zo snel mogelijk te beantwoorden. Om de administratieve lastendruk van de ondernemers te verminderen heeft de gemeente onderzocht welke regels afgeschaft
51
terrein op te knappen. Tevens is meer aandacht besteed aan de openbare ruimte. De problematiek rondom het parkeren van vrachtwagens en auto’s op de wegen is opgelost door goede controle, er zijn prullenbakken geplaatst en het onderhoud van de groenstroken is verbeterd. Tevens heeft zich een lunchroom gevestigd in een nieuwe locatie die hiervoor aangewezen was in de groenstrook. Het aantal bedrijfswoningen is verder gedaald. Uiteindelijk is ook een bedrijfsverzamelgebouw gebouwd. Dit echter niet op het bedrijventerrein Tappersheul, maar op de J.J. Vierbergenweg. Het verzamelgebouw is gericht op de creatieve sector.
Ook het toerisme op het water is toegenomen. Het is nu mogelijk kano’s te huren en te varen over het riviertje de Linschoten en de Hollandsche IJssel. Tevens kunnen fluisterbootjes gehuurd worden, om over de wateren rond Oudewater te varen.
9.2.4 Landelijk gebied Oudewater Agrarische bedrijven zijn in grootte verder toegenomen en in aantal afgenomen. Het agrarische natuurbeheer is verder ontwikkeld, waardoor ongeveer 70% van de boeren natuur beheert naast hun agrarische bedrijfsvoering. In het landelijke gebied zijn tevens gebieden aangewezen voor de wateropgave. Bij de aanleg van extra oppervlaktewater is geprobeerd om de agrariërs zo min mogelijk te beperken in de bedrijfsvoering. Het karakter van het landschap is hierdoor wel blauwer geworden. Niet alleen meer water leidt tot een verandering in het landelijke gebied. Ook een groter scala aan nieuwe economische activiteiten zijn in het landelijke gebied gevestigd. Een van de aspecten is het dat plattelandstoerisme is toegenomen. Naast de campings die er al waren, zijn er in het landelijke gebied nog een aantal overnachtingsmogelijkheden bij gekomen in de vorm van bed & breakfast. De verkoop van streekgebonden producten is ook toegenomen. Op de warenmarkt van Oudewater, staat inmiddels standaard een kraam die streekgebonden producten verkoopt zoals kaas, jam en heksen.
Afbeelding 1: Fluisterboot in een gracht van Gouda
Het aantal aanlegplaatsen is toegenomen door de aanleg van een jachthaven aan de Hollandsche IJssel.
9.2.3 Tappersheul De gemeente heeft gezorgd voor een herschikking van vrijkomende grond van de vertrekkende transportbedrijven, waardoor het ten dele gelukt is om ruimte voor de lokale bedrijven te realiseren. Voornamelijk de autobedrijven uit de stad zijn hier gevestigd, waardoor een autoboulevard is ontstaan. Doordat een aantal transportbedrijven verhuisd zijn, is op het bedrijventerrein ruimte ontstaan voor uitbreiding van bestaande bedrijven en vestiging van nieuwe bedrijven. Hierdoor is de bestaande werkgelegenheid behouden gebleven. Oudewater heeft bovendien zijn sterke positie in de handel en de nijverheid weten te behouden en deels zelfs uitgebreid. Ook de beeldkwaliteit van het gebied is verbeterd. Dit voornamelijk doordat gemeente en BVO het parkmanagement verder hebben ontwikkeld. Zo zijn er maatregelen genomen om de entree van het
In het landelijke gebied zijn een aantal kleinschalige zorgboerderijen ontstaan. Hier vinden dagactiviteiten plaats voor 52
mensen met een verstandelijke beperking of zijn boerderijen omgebouwd tot kleinschalige zorgcomplexen voor hulpbehoevende ouderen.
53
10
Uitvoeringsprogramma 10.3 Beschrijving van de actiepunten
10.1 Inleiding In deze paragraaf is een aantal actiepunten benoemd. Deze zijn actiepunten richtinggevend voor de verdere uitwerking van het economische beleid. Bij de vaststelling van dit uitvoeringsprogramma is rekening gehouden met mogelijke subsidies en beperkte financiële middelen voor de gemeente Oudewater. Daar waar eventueel een subsidie van de provincie Utrecht verkregen kan worden, is dit vermeld. Een belangrijke opmerking hierbij is dat alle subsidies slechts een deel van de kosten vergoeden. De overige 50% van de kosten dienen door de gemeente en of ondernemers zelf te worden opgebracht.
In deze paragraaf zijn de actiepunten benoemd die de speerpunten van het economische beleid kunnen vertalen in concrete actiepunten. Hierbij is gekozen voor de geografische indeling die ook in het rapport is aangehouden. Nadat een aantal actiepunten benoemd zijn die niet direct gekoppeld zijn aan een bepaalde locatie (algemeen) is weer aandacht voor de gebieden “De stad Oudewater”, bedrijventerrein Tappersheul en het landelijke gebied van Oudewater. Welke actiepunten in één jaar daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden, kan teruggelezen worden in het sectorplan.
10.2 Speerpunten economisch beleid ALGEMEEN Voor de uitvoering van de economische beleidsvisie is gekozen voor een viertal speerpunten:
1
Oprichten van een ondernemersloket
Betrokken partijen: NOVO, BVO, Kamer van Koophandel en LTO Noord. Kosten: € 0,Financiering: geen financiering noodzakelijk. Start actiepunt: 2008
1. Verbeteren van de serviceverlening aan ondernemers. 2. Versterken van de detailhandel en het toerisme in de Binnenstad. 3. Verbeteren van de kwaliteit van het bedrijventerrein Tappersheul. 4. Zorgen voor voldoende oppervlakte voor de bedrijven van Oudewater.
De gemeente Oudewater moet in de toekomst beter bereikbaar zijn voor ondernemers. Dit kan door het inrichten van een ondernemersloket, alwaar ondernemers terecht kunnen met hun vragen. Fysiek kan dit loket gekoppeld worden aan de bestaande balie Bouwen en Wonen. Bij meer ingewikkelde vragen kan een afspraak worden gemaakt met de economische beleidsadviseur, zodat voldoende tijd is om de plannen met de ondernemer door te spreken en te bezien welke mogelijkheden er zijn. Naast een fysiek loket, is het ook van belang dat de website meer toegankelijk is. Door meer en betere informatie op de website te
Deze speerpunten zijn in paragraaf 10.3 doorvertaald in een aantal uitvoerbare actiepunten.
54
wanneer het regionale bedrijventerrein in Woerden pas op de langere termijn ontwikkeld wordt. Oudewater moet zich sterk maken voor een uitbreiding van het regionale bedrijventerrein op de korte en middellange termijn. Wanneer deze ruimte namelijk niet aangeboden wordt, zal de lokale economie deels wegtrekken en neemt de werkgelegenheid van Oudewater af. Zowel ambtelijk als bestuurlijk dient deze problematiek en wens kenbaar gemaakt te worden bij de provincie.
plaatsen, kunnen ondernemers eerder informatie vinden die voor hen van belang is. Het uiteindelijke resultaat van het ondernemersloket wordt geëvalueerd met de verschillende ondernemersverenigingen.
2
Betrokkenheid politiek en gemeente vergroten
Betrokken partijen: Gemeente, NOVO, BVO, Marktcommissie, Kamer van Koophandel en LTO Noord. Kosten: € 0,Financiering: geen financiering noodzakelijk. Start actiepunt: 2008
4
Betrokken partijen: Gemeente Kosten: Pm. Financiering: Gemeente Mogelijke start actiepunt: nog onduidelijk
Niet alleen de ambtelijke organisatie verdient aandacht. Ook het contact tussen de lokale politiek, gemeente en de Oudewaterse ondernemingen kan beter. Middels een aantal bedrijfsbezoeken per jaar door het college en de beleidsmedewerker economische zaken komt het college en de ambtelijke organisatie meer te weten komen over wat er leeft onder de ondernemers. Niet alleen door deze werkbezoeken, maar ook door regelmatig overleg te hebben met de ondernemersverenigingen NOVO, BVO, Kamer van Koophandel en de LTO-Noord. Daarnaast kan eens per jaar gedacht worden aan een gezamenlijk overleg met alle belangenorganisaties.
3
Faciliteren van een bedrijfsverzamelgebouw
Voordat begonnen wordt met het faciliteren van een bedrijfsverzamelgebouw, moet vast staan dat hier voldoende vraag naar is. Uit een gesprek met de BVO bleek dat deze vraag bevestigend beantwoord. Nadat daadwerkelijk is aangetoond dat de ontwikkeling noodzakelijk is, kan de gemeente op zoek gaan naar een geschikte locatie. Dit zal een moeilijke opgave zijn, aangezien Oudewater op dit moment eigenlijk geen gronden bezit waar bedrijven zich zonder meer kunnen vestigen.
Pleiten voor meer ruimte voor bedrijven
Betrokken partijen: Gemeente Kosten: € 0,Financiering: geen financiering noodzakelijk. Start actiepunt: 2008
De gemeente Oudewater dient zijn lobby te versterken om meer ruimte voor de Oudewaterse ondernemingen te krijgen. Zeker
55
6
Voortgangsrapportage economische zaken
Betrokken partijen: Gemeente Kosten: € 0,Financiering: geen financiering noodzakelijk. Mogelijke start actiepunt: 2008
Elk jaar zal een voortgangsrapportage worden aangeboden aan de raad. Hierin wordt een overzicht gegeven van de activiteiten die ten aanzien van het economisch beleid in dat jaar zijn uitgevoerd.
7
Figuur 18: Bedrijfsverzamelgebouw, ontworpen door GvL, Harderwijk.
5
Evaluatie uitvoeringsprogramma economische beleidsvisie
Betrokken partijen: Gemeente Kosten: € 0,Financiering: geen financiering noodzakelijk. Mogelijke start actiepunt: 2011
Deregulering voor ondernemers
Betrokken partijen: Gemeente, adviesbureau, ondernemers en de Kamer van Koophandel. Kosten: ongeveer €32.000,-, waarvan €10.000,- voor de gemeente. Financiering: Gemeente Start actiepunt: 2008.
In deze evaluatie wordt bezien welke doelen gehaald zijn en welke onderdelen niet of slechts ten dele uitgevoerd zijn. Tevens zijn de redenen en eventuele verbeteringen vermeld om in de toekomst tot een beter resultaat te komen. Ook dienen dan nieuwe actiepunten benoemd te worden voor na 2010.
Het Ministerie van economische zaken had in 2007 een stimuleringsbijdrage, waarbij gemeenten worden doorgelicht op regelgeving. Door een analyse kan de gemeente bezien welke regelgeving afgeschaft of eventueel versoepeld kan worden. Doordat een groot deel van de onderzoekskosten gesubsidieerd worden door het ministerie, zijn de kosten die voor rekening komen van de gemeente ongeveer €9.000,-. Ook kan de regelgeving voor de burger worden doorgelicht. Dit actiepunt kan in 2008 plaats vinden, mits de aangevraagde stimuleringsbijdrage ook wordt verstrekt.
56
De stad Oudewater
8
Openingstijden centrum
9
Betrokken partijen: Gemeente, Kamer van Koophandel, Bedrijfschap detailhandel. Kosten: € 0,Financiering: geen financiering noodzakelijk. Mogelijke Start actiepunt: nog onduidelijk.
Distributie planologisch onderzoek
Betrokken partijen: Gemeente Kosten: Pm. Financiering: Gemeente Mogelijke start actiepunt: nog onduidelijk
Om bepaalde ontwikkelingen in het centrum bespreekbaar te maken, is het goed wanneer een zogenaamde distributie planologisch onderzoek wordt gehouden. Interessante onderzoeksvragen die hierin in ieder geval een plaats kunnen krijgen zijn: • Wat vinden bewoners van het verder afsluiten van de binnenstad voor autoverkeer? • Welke voorzieningen worden gemist in de binnenstad? • Wat vinden mensen van de openingstijden van de winkels? • Zijn er voldoende fietsenrekken? • Wat vinden ondernemers van de binnenstad?
Samen met de NOVO wil de gemeente in overleg met de ondernemers in de binnenstad een verdere afstemming van de openingstijden bewerkstelligen. Om dit actiepunt te laten slagen is een grote bereidheid noodzakelijk van de ondernemers. Het bedrijfschap Detailhandel of de Kamer van Koophandel kan wellicht bij het opzetten van deze overleggen een rol spelen.
Naar aanleiding van dit onderzoek is het mogelijk om vervolgens een detailhandelvisie op te stellen, waarin de maatregelen staan die de detailhandel in de binnenstad een verdere impuls kan geven. Hieraan zijn wel extra kosten verbonden. Het zou goed zijn dit onderzoek met enige regelmaat, bijvoorbeeld één maal per vier jaar, uit te voeren.
Figuur 19: IKEA, een voorbeeld van duidelijke en ruime openingstijden.
57
10
Opzetten promotieorganisatie Oudewater
12
Acquisitie winkels Oudewater
Betrokken partijen: Gemeente, TCPO en NOVO. Kosten: Pm. Financiering: Diverse partijen. Mogelijke start actiepunt: nog onduidelijk
Betrokken partijen: Gemeente Kosten: Pm. Financiering: Pm. Mogelijke start actiepunt: nog onduidelijk
Doel van het opzetten van een promotieorganisatie is om meer bezoekers te trekken naar Oudewater en de samenwerking van de partijen op toeristisch recreatief gebied te versterken. De nieuwe organisatie moet ondersteund worden vanuit de VVV en TCPO. Naast de nodige promotie kan gedacht worden aan het organiseren van een aantal nieuwe evenementen. Voor eventuele activiteiten wordt actief gezocht naar sponsoren, zodat de kosten hiervan grotendeels gedekt kunnen worden. Ook kan subsidie aangevraagd worden bij de provincie Utrecht.
Om daadwerkelijk actief te zoeken naar eventuele trekkers voor de binnenstad, kan Oudewater aan acquisitie doen. Hieraan zit echter wel een prijskaartje, omdat een bureau nodig is dat direct contact heeft met startende ondernemers. Acquisitie kan soelaas bieden om het winkelaanbod in het centrum te versterken en op gelijk niveau te houden.
11
Looproutes en bereikbaarheid
Betrokken partijen: Gemeente, NOVO. Kosten: Pm. Financiering: Gemeente Mogelijke start actiepunt: nog onduidelijk
De gemeente kan, in samenspraak met de NOVO, bezien op welke manier de toegankelijkheid en de looproutes in het centrum kunnen worden verbeterd. Daarbij dient de discussie over het autoverkeer in de binnenstad ook mee te worden gewogen. Figuur 20: HEMA, een trekker voor de binnenstad?
58
13
15
Passantenhaven Westerwal
Parkmanagement bedrijventerrein Tappersheul
Betrokken partijen: Gemeente Kosten: Pm. Financiering: Pm. Mogelijke start actiepunt: nog onduidelijk
Betrokken partijen: Gemeente en BVO. Kosten: Pm. Financiering: Pm. Mogelijke start actiepunt: 2008
De gemeente Oudewater zet in op de realisatie van een passantenhaven bij de herontwikkeling van de locatie Westerwal. Dit kan ook een oplossing zijn voor boten uit Oudewater, die momenteel een ligplaats hebben op de Hollandsche IJssel en die Rijkswaterstaat in de toekomst niet meer wil toestaan.
Om parkmanagement op te starten wordt het stappenplan die de provincie heeft beschreven in de handleiding duurzame ontwikkeling bedrijventerreinen gebruikt. Hierin worden volgende stappen gevolgd: 1. Bewust worden van de meerwaarde van parkmanagement 2. Wensen en eisen inventariseren 3. Een pakket van maatregelen samenstellen 4. Een organisatorische en een financiële opzet maken 5. De fysieke consequenties vaststellen 6. De (facilitaire) organisatie opbouwen 7. Aanbieders en afnemers contracteren 8. Exploiteren en optimaliseren
TAPPERSHEUL 14
Bestemmingsplan Tappersheul
Betrokken partijen: Gemeente, BVO, KvK Midden-Nederland Kosten: € 16.000,Financiering: Gemeente, al gefinancierd. Start actiepunt: 2008
Vanuit het parkmanagement kan vervolgens gewerkt gaan worden aan de revitalisering van het bedrijventerrein.
In het najaar van 2007 start de gemeente aan een nieuw bestemmingsplan voor Tappersheul. Gezamenlijk met de ondernemers wordt nagedacht hoe de ruimte efficiënter gebruikt kan worden en welke veranderingen ten opzichte van het bestaande plan wenselijk zijn. Het ontwikkelen van dit bestemmingsplan kan gezien worden als een actiepunt dat vooruitloopt op het actiepunt revitalisering Tappersheul.
16
Revitalisering bedrijventerrein Tappersheul
Betrokken partijen: Gemeente, BVO, KvK Midden-Nederland, Provincie Kosten: Financiering: Diverse partijen Mogelijke start actiepunt: na 2008
Nadat een inventarisatie gehouden is en duidelijk is welk ambitieniveau de gemeente gezamenlijk met de ondernemers heeft vastgesteld, wordt een concrete invulling gegeven aan de revitalisatie van het bedrijventerrein. Hierna kunnen dan diverse actiepunten uitgevoerd worden. Op dit moment wordt al gedacht
59
aan het verbeteren van de voorzieningen op het bedrijventerrein voor de werknemers en het verbeteren van de beeldkwaliteit van het gebied met als uitgangspunt een beeldkwaliteitplan.
nieuwe methoden om uit de landbouw energie op te wekken. Op deze informatieavond wordt een inschrijflijst neergelegd. Geïnteresseerden kunnen dan hun gegevens invullen, waarna een afspraak wordt gemaakt over de mogelijkheden op het agrarische bedrijf. Voor het stimuleren van de uiteindelijke uitvoering van energieopwekking probeert de gemeente een subsidie te verkrijgen van bijvoorbeeld de provincie Utrecht. Het is nu nog lastig in te schatten welke kosten dit actiepunt met zich mee brengt.
Dit actiepunt wordt gestart wanneer het parkmanagement enigszins vorm gekregen heeft en de inhoud van het bestemmingsplan voor Tappersheul bekend is.
LANDELIJK GEBIED
19
17
Betrokken partijen: Gemeenten Oudewater, Lopik en Montfoort Kosten: zie marketingplan. Financiering: Gemeente, al gefinancierd. Start actiepunt: 2008
Vrijkomende agrarische bebouwing
Betrokken partijen: Gemeente, LTO Noord Kosten: Pm. Financiering: Gemeente Start actiepunt: 2008
Dit actiepunt heeft tot doel om de waardering en bewustwording voor het agrarische cultuurlandschap te vergroten, om zo het gebied op een duurzame manier te vermarkten. Dit wordt gedaan door: • Het opzetten van gezamenlijke promotionele activiteiten • Het uitdragen van een gemeenschappelijk marketingconcept voor de streek • Het verwerven van subsidies voor het uitwerken van routestructuren en knooppunten en om deze te onderhouden. • Het gezamenlijk tot leven wekken van de streek op een passende manier. De gemeente geeft voor dit actiepunt op dit moment al subsidie. Budget is hiervoor beschikbaar gesteld in het marketingplan groene driehoek 2006-2010.
De provincie Utrecht heeft goedkeuring onthouden van een regeling voor vrijkomende agrarische bedrijven (W*) in het bestemmingsplan “landelijk gebied Hekendorp en Papekop”. De gemeente zal met kracht nastreven om ook zonder de sloop van opstallen de gebruiksfunctie van een perceel te mogen wijzigen. Dit als geen nieuwbouw plaats vindt. Het beroep hiervoor dient in maart 2008. Bij nieuwbouw is 50% sloop overigens wel verplicht.
18
Struinen en vorsen
Energieproductie
Betrokken partijen: Gemeente, Milieudienst, LTO Noord Kosten: Pm. Financiering: Gemeente Mogelijke start actiepunt: na 2008
Om agrariërs meer in kennis te stellen van de mogelijkheden van energieopwekking wordt een informatiebijeenkomst georganiseerd. Hierbij wordt een bedrijf uitgenodigd die veel kennis heeft van
60
Literatuurlijst • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Beleidsnotitie economische agenda, ministerie van economische zaken, 2006. Gemeentelijk accountmanagement, leidraad, ministerie van economische zaken, mei 2005. Gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers, ministerie van economische zaken, april 2006. Kansen benutten! krachten bundelen!, ontwerp economisch beleidsplan 2007-2011, provincie Utrecht. Structuurvisie Oudewater, mei 2005. Handleiding, duurzame ontwikkeling bedrijventerreinen, “uw bedrijventerreinen als visitekaartje”, provincie Utrecht. Marketingplan Lopikerwaard 2006-2010, gemeente Lopik, Montfoort en Oudewater, maart 2006. Nota “werken en mobiliteit”, gemeente Oudewater, 2005 Eindrapportage parkmanagement doorgelicht, provincie Utrecht, juni 2007. Kerngegevens 2006-2007, provincie Utrecht, januari 2007. Een tien voor plattelandstoerisme, ministerie van LNV, januari 2007. PAR, statistische gegevens van de provincie Utrecht Statistische gegevens van het CBS. Uit en thuis in Utrecht, actieplan toerisme, provincie Utrecht. Bestemmingsplan “landelijk gebied Hekendorp en Papekop”, gemeente Oudewater, 2007. Bestemmingsplannen “Binnenstad” en “Kern”, gemeente Oudewater, 2007. Woonvisie Oudewater, gemeente Oudewater, 2007. Bestuursprogramma 2006-2010, gemeente Oudewater, 2006. Kampeerbeleid, gemeente Oudewater, 2007.
Figuren FIGUUR 1: LANDELIJKE GEBIEDSTYPEN OUDEWATER................................................. 13 FIGUUR 2: ONTWIKKELINGEN AANTAL BEDRIJFSVESTIGINGEN NAAR SECTOR, BRON: PAR 2001-2006. .......................................................................................... 18 FIGUUR 3: ONTWIKKELING AANTAL BANEN OUDEWATER, BRON: PAR 2001-2006 ... 19 FIGUUR 4: WERKGEVERS IN OUDEWATER MET MEER DAN 50 BANEN, PAR 2006. ..... 19 FIGUUR 5: AANDEEL WERKLOOSHEID NAAR OPLEIDING, CWI ................................... 19 FIGUUR 6: INKOMENDE PENDEL OUDEWATER, BRON PAR 2006. .............................. 20 FIGUUR 7: ONTWIKKELING IN HET AANTAL AGRARISCHE BEDRIJVEN IN OUDEWATER (CBS, STATLINE)............................................................................................ 22 FIGUUR 8: MARKT VAN OUDEWATER........................................................................ 27 FIGUUR 9: LEEUWERINGENSTRAAT, WINKELS. .......................................................... 27 FIGUUR 10: HEMA TREKT GROENE HART IN ............................................................ 32 FIGUUR 11: WILGENWEG, TAPPERSHEUL. ................................................................ 36 FIGUUR 12: ENTREE TAPPERSHEUL.......................................................................... 37 FIGUUR 13: OVERZICHT DUURZAME ONTWIKKELINGEN BEDRIJVENTERREINEN ............ 41 FIGUUR 14: ENTREE VAN TAPPERSHEUL................................................................... 41 FIGUUR 15: LANDELIJK GEBIED, ZUID LINSCHOTERZANDWEG ................................... 43 FIGUUR 16: AANTAL NGE IN OUDEWATER VERGELEKEN MET DE REGIO EN DE PROVINCIE ...................................................................................................... 43
FIGUUR 17: DE BOERDERIJ, NATUURCAMPING IN SNELREWAARD .............................. 47 FIGUUR 18: BEDRIJFSVERZAMELGEBOUW, ONTWORPEN DOOR GVL, HARDERWIJK..... 56 FIGUUR 19: IKEA, EEN VOORBEELD VAN DUIDELIJKE EN RUIME OPENINGSTIJDEN. .... 57 FIGUUR 20: HEMA, EEN TREKKER VOOR DE BINNENSTAD? ....................................... 58
62
BIJLAGE 1 SCENARIO’S
63
64