Zorgplan 2
2015-2016
OBS Prinses Wilhelmina Gregoriuslaan 42 4128 SZ Lexmond Nathalie Brocken- Braam Intern begeleider PWS 30-06-2015
1
Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE
2
HOOFDSTUK 1: VISIE ZORGVERBREDING
3
HOOFDSTUK 2: DE ZORGVERBREDINGSTRUCTUUR
5
HOOFDSTUK 3: REGISTRATIE
6
HOOFDSTUK 4: DOSSIERVORMING
8
HOOFDSTUK 5: ONTWIKKELPERSPECTIEF (OPP)
8
HOOFDSTUK 6: MEERBEGAAFDHEID
10
HOOFDSTUK 7: PROTOCOL PROCEDURE VERLENGING SCHOOLJAAR
11
HOOFDSTUK 8: HET SAMENWERKINGSVERBAND
12
HOOFDSTUK 9: GESPREKKEN MET OUDERS EN LEERLINGEN
15
HOOFDSTUK 10: TAAKVERDELING N.A.V. DE ZORGSTRUCTUUR
16
HOOFDSTUK 11: EXTERNE HULPVERLENERS
18
HOOFDSTUK 12: ORTHOTHEEK
21
BIJLAGEN
22
2
Hoofdstuk 1: Visie zorgverbreding 1.1 Algemene Doelstelling Het zorgplan vervult diverse functies. Enerzijds geeft het richting aan activiteiten en ontwikkelingen op bestuursniveau (strategisch beleidsplan), anderzijds is het van belang voor de versterking van de zorg op schoolniveau. Daarnaast heeft ons zorgplan ook de intentie een werkdocument te zijn waarin de kwaliteit, planning en verantwoording van het gevoerde beleid is terug te vinden. Het zorgplan heeft de volgende functies: A. Kwaliteitsdocument Binnen OBS Prinses Wilhelmina werken leerkrachten, directie, intern begeleider en andere betrokkenen aan de centrale opdracht: het inrichten en in stand houden van een zorgstructuur waarbinnen alle leerlingen die zorg krijgen die zij nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen. In dit zorgplan beschrijft OBS Prinses Wilhelmina het beleid dat zij voert ten behoeve van de realisatie van leerlingenzorg die ondersteuning biedt voor elk kind. B. Planningsdocument Vanuit een op ontwikkeling gericht meerjarenperspectief stelt het OBS Prinses Wilhelmina jaarlijks doelstellingen vast om de kwaliteit van het onderwijs en de zorg te continueren en waar mogelijk te verbeteren. Betrokkenen voeren diverse activiteiten uit en resultaten hiervan worden in kaart gebracht. OBS Prinses Wilhelmina toetst de bereikte resultaten aan het strategisch beleid en stelt van hieruit nieuwe doelen voor een komende periode vast. Het cyclisch proces van plannen, uitvoeren, evalueren en toetsing aan het strategisch meerjarenperspectief krijgt zijn neerslag in het zorgplan. Resultaten worden in het jaarverslag weergegeven. Het jaarverslag van het zorgplan 2014-2015 zal worden gepresenteerd in oktober 2015. De bevindingen uit dat jaarverslag vormen nieuwe input voor het opstellen van het zorgplan 2015-2016. C. Verantwoordingsdocument Dit zorgplan heeft een wettelijke basis in de Wet op het Primair Onderwijs van augustus 1998 en is als zodanig een belangrijk document voor de besturen en scholen. De Medezeggenschapsraad van OBS Prinses Wilhelmina stelt jaarlijks met inachtneming van de daartoe in de statuten van de stichting O2A5 vastgelegde procedure, het zorgplan vast. Direct na vaststelling wordt het zorgplan toegezonden aan de inspectie van het basisonderwijs.
Relatie zorgplan met andere documenten Het zorgplan heeft directe raakvlakken met andere documenten, zoals deze op schoolniveau beschikbaar zijn. Als belangrijkste voorbeelden hiervan kunnen het school- en jaarplan en de schoolgids genoemd worden. Het school- en jaarplan is een beleidsdocument waarin we ons onderwijskundig beleid, personeelsbeleid en inrichting van de kwaliteitszorg beschrijven. Het stimuleert de dialoog binnen de schoolorganisatie over de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast legt de school via het schoolplan/jaarplan verantwoording af aan haar omgeving. Door middel van de schoolgids informeert de school haar omgeving over de praktische uitvoering van het beleid. Hierbij is ook aandacht voor de rol van de ouders. Tussen ons zorgplan en het zorgplan van het samenwerkingsverband treedt een duidelijke wisselwerking op. Als zodanig worden deze documenten betrokken bij de monitoring van de (school)ontwikkeling op het gebied van leerlingenzorg. Ook heeft het zorgplan raakvlakken met het zorgplan van het samenwerkingsverband. Al deze documenten zijn terug te vinden op de website van de school.
3
1. De visie van de school Het team van OBS Prinses Wilhelmina streeft in het onderwijs naar een optimale begeleiding van alle kinderen. Dat betekent dat er rekening gehouden wordt met de beperkingen, mogelijkheden en talenten van elk kind. Indien er kinderen zijn die onvoldoende profiteren van het aangeboden onderwijs is het van belang deze kinderen zorg op maat te geven. Deze zorg heeft als doel ondersteuning te bieden zodat het kennisniveau van het kind optimaal wordt aangesproken en het kind daarbij een positief gevoel van welbevinden behoudt en zich sociaal opgenomen blijft voelen in de groep. De groepsleerkracht heeft hierbij een grote rol.
In de visie van OBS Prinses Wilhelmina staan 3 kernwoorden centraal : Maatwerk, Maximale uit jezelf halen en Meer dan leren alleen. MAATWERK Leerlingen ontwikkelen aan de hand van een portfolio en stellen in overleg met de begeleidende leerkracht leerdoelen voor zichzelf. Het ontwikkelen van zelfvertrouwen en authenticiteit zorgt ervoor dat kinderen zelfbewust de wereld tegemoet treden, waarin ze steeds beter leren om te gaan met onzekerheden en lastige situaties kunnen hanteren. De basisvaardigheden als taal en rekenen worden excellent beheerst, maar we zijn zeker ook gericht op vaardigheden als eigenaarschap en verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leerproces, probleem en oplossingsgericht denken, kunnen samenwerken, waarde- en omgevingsbewust leven. MAXIMALE UIT JEZELF HALEN Onze school is een school waar alle kinderen, in een veilige en gezonde omgeving uitgedaagd worden om het beste uit zichzelf te halen. Kinderen kunnen zich daardoor ontwikkelen in een houding van zelfvertrouwen, zelfkennis en positief gedrag. De kinderen worden door professionals gestimuleerd om te groeien, te exploreren, te onderzoeken en te experimenteren. De kinderen worden uitgedaagd om ‘beter te worden dan zichzelf’ door telkens de lat een stukje hoger te leggen. Onze school is gericht op het halen van optimaal leerrendement die gericht op toekomstgerichte vaardigheden die we nodig hebben in ons leven (lifetime skills). MEER DAN LEREN ALLEEN Wij zijn een school zijn die het onderwijs ziet als een sleutel tot economische groei, welzijn en gezondheid. Wij richten ons onderwijs bewust op het creëren van maatschappelijke waarde op langere termijn. Onze school vindt contact met de omgeving van groot belang en betrekt stakeholders bij onze beleidsbepaling.
4
Hoofdstuk 2: De Zorgverbredingstructuur 2.1.
Niveau 1 – Zorg aan leerlingen in de groep
De zorg op dit niveau heeft betrekking op de basisondersteuning van leerlingen binnen de vastgestelde basisgroep en subgroepen van de 1-zorgroute. De leerkracht kan bij haar/ zijn taak ondersteund worden door anderen zoals de intern begeleider.
2.2.
Niveau 2 – Groepsbesprekingen
De groepsbesprekingen op OBS Prinses Wilhelmina vinden 3 keer per jaar plaats (zie jaarschema leerlingenzorg). De intern begeleider stelt de agenda op (zie bijlage 1). De leerkracht bereidt zich met behulp van deze agenda voor op de groepsbespreking. Bij deze groepsbespreking zijn aanwezig: De groepsleerkracht(en), de intern begeleider en incidenteel de directie. Aan het eind van de groepsbespreking wordt bepaald welke leerlingen er op het zorgoverleg worden besproken. De intern begeleider verzorgt de notulen van de groepsbespreking. Zijn er zorgen om een individuele leerling, dan maakt de intern begeleider een aparte afspraak met de leerkracht en wordt er een CLB uitgevoerd (consultatieve leerling begeleiding).
2.3.
Niveau 3 – Zorgoverleg (zorgteam)
Het zorgoverleg overleg vindt plaats om de 3 weken. De intern begeleider verzorgt de agenda. Op dit overleg zijn aanwezig: de intern begeleider, de directie en incidenteel een orthopedagoog. De adviezen over leerlingen of groepen die volgen uit het zorgoverleg worden gedeeld met de desbetreffende leerkracht. De intern begeleider kan met eventuele vragen ook terecht bij collega IBers of ambulant begeleiders van het SWV. Ook kan er een voorziening worden aangevraagd genaamd ‘consult en advisering’. Dit is een eenmalig consult, waarbij de aanvraag voor een ondersteuningsarrangement eventueel voorkomen kan worden.
2.4
Niveau 4- Ondersteuningsteam (OT)
Als er na een CLB zorgen blijven bestaan om een leerling, dan kan deze besproken worden in het OT. De OT bijeenkomsten zijn 5x per jaar ingeroosterd. Bij deze bijeenkomsten zijn de intern begeleider, de brugfunctionaris zorg (Annelien Lakerveld) en de brugfunctionaris onderwijs (Ruud van Rijn) aanwezig. De intern begeleider verzorgt de agenda minstens 2 weken van tevoren. Het OT is voornamelijk een procedure bewaker voor het aanmelden van een ondersteuningsarrangement of een voorziening vanuit het SWV of voor het aanmelden van zorgondersteuning vanuit het sociaal team van de gemeente. Jaarschema leerlingenzorg: maand
groepsbesprekingen
OT
september oktober november
x x
x
december januari februari
x x
maart
x
april mei juni
x x
juli
5
Hoofdstuk 3: Registratie 3.1. Registratie Om de ontwikkeling van een kind goed te kunnen blijven volgen is registratie noodzakelijk. OBS Prinses Wilhelmina gebruikt ‘ParnasSys’, als web-based leerlingvolgsysteem. Hierin is het mogelijk om gegevens gedurende de gehele basisschooltijd te noteren. Naast algemene informatie van het kind worden toetsgegevens, handelingsplannen, groepsplannen en notities bewaard. Daarnaast worden in dossiermappen onderzoeksgegevens (van relevante afgenomen toetsen tot aanvraagformulieren) bewaard. Deze blijven tot 5 jaar na het verlaten van de school in ons archief. De algemene informatie bestaat uit de feitelijke gegevens van het kind (geboortedatum, adres, telefoonnummers, groep, allergie, huisarts enz.) Deze gegevens worden ingevoerd door de administratief medewerker na overleg met de directie. De toetsgegevens worden door de leerkrachten zelf ingevoerd in ‘ParnasSys’. De resultaten van de methode gebonden toetsen volgen meestal na afsluiting van een blok in de methode. De citotoetsen worden tweemaal per jaar klassikaal ingevoerd in ParnasSys. Bij enkele kinderen wordt er wel eens een extra citotoets afgenomen. Deze toets wordt dan individueel ingevoerd in ParnasSys. Een individueel handelingsplan volgt, wanneer een kind in een ondersteuningstraject komt. Dit plan beschrijft het probleem, het doel, de aanpak en welke zorg er is geboden. Elk handelingsplan wordt geëvalueerd. Deze handelingsplannen zijn essentieel om externe hulp in te schakelen, zoals een dyslexie onderzoek of een ondersteuningsarrangement bij het samenwerkingsverband. OBS Prinses Wilhelmina werkt met Handelings Gericht Werken (HGW). Vanuit de HGW cyclus worden groepsplannen gemaakt. Een groepsplan wordt twee keer per jaar gemaakt voor de hele groep voor rekenen, technisch lezen, begrijpend lezen en spelling. Deze groepsplannen worden gemaakt naar aanleiding van een groepsoverzicht (groepskaart), waarin de toetsgegevens, de observatiegegevens, de belemmerende factoren, de stimulerende factoren en de onderwijsbehoeften van de kinderen staan aangegeven. Door middel van dit groepsoverzicht kan er gedifferentieerd worden lesgegeven. In een groepsplan worden leerlingen geclusterd in drie groepen. De instructieonafhankelijke- (plusgroep), de instructiegevoelige(basisgroep) en de instructieafhankelijke leerlingen (zorggroep). Vervolgens staat in het groepsplan aangegeven wat de doelen en de aanpak zijn voor die cluster groepen voor de komende periode. Een half jaar later, na de citotoetsen worden de groepsplannen geëvalueerd en worden er nieuwe groepsplannen gemaakt voor de volgende periode. In ParnasSys staat over het kind belangrijke informatie genoteerd. Zoals gesprekken met ouders, verslagen van of gesprekken met hulpverleningsinstanties, bestanden als dyslexieverklaringen, kindgesprekken, diagnoses, belemmerende- en stimulerende factoren en onderwijsbehoeften. Wanneer het kind naar een andere school gaat, verzorgt de school een onderwijskundig rapport.
3.2.
Toetskalender
Om de ontwikkeling van de kinderen te kunnen volgen, maakt het team, naast de benodigde observaties van de leerkracht, gebruik van diverse toetsen. Gedeeltelijk zijn dit de toetsen die bij de gebruikte methodes horen; de zogeheten ‘methode gebonden toetsen’. Daarnaast maakt de school ook gebruik van landelijk genormeerde toetsen, ontwikkeld door Cito. De resultaten van de kinderen worden hierbij afgezet tegen het ‘landelijk gemiddelde’. Zo ontstaat niet alleen het beeld hoe het kind ervoor staat op het gebied van de cognitieve vaardigheden, maar tevens kunnen wij zien hoe wij presteren ten opzichte van andere scholen. Ook voor de inspectie vormen de scores van deze landelijk genormeerde toetsen een belangrijk meetinstrument.
6
De afname van deze toetsen zijn vastgelegd in een ‘toetskalender’ (zie bijlage 4). De resultaten van elke toets (methode gebonden en niet- methode gebonden) leggen de leerkrachten vast in het leerling volg systeem van ParnasSys.
3.3.
Cito toetsen
OBS Prinses Wilhelmina gebruikt de volgende landelijk genormeerde toetsen: • Taal voor kleuters in groep 1 en 2 • Rekenen voor kleuters voor groep 1 en 2 • Technisch lezen: DMT en AVI • Begrijpend lezen vanaf E3 t/m M8 • Begrijpend luisteren in groep 3, 4, 5, 6 en 7 • Woordenschat in groep 3 t/m 8 • Spelling in groep 3 t/m 8 • Werkwoordspelling in groep 7 en 8 • Cito rekenen groep 5 t/m 8 • Cito studievaardigheden (vanaf 2014-2015) • Cito eindtoets voor groep 8 Voor rekenen, spelling en begrijpend lezen is de school gestart met de vernieuwde Cito toetsen 3.0
3.4.
Toetsprotocollen
Elk jaar wordt er gecontroleerd of er nieuwe versies van Cito toetsen zijn. Indien nodig worden oudere versies vervangen. Alle leerkrachten nemen de citotoetsen zelf af en voeren deze in op ‘ParnasSys’. In verband met passend onderwijs is het mogelijk dat een leerling een citotoets krijgt, die past bij het niveau van het kind. Deze toetsen worden individueel ingevoerd in ‘Parnassys’. Daarbij dient het vinkje ‘telt mee voor de inspectie’ te worden aangeklikt. Als er meerdere kinderen uit een groep een passende toets maken, dan kan het groepsgemiddelde onbetrouwbaar zijn. Dit is terug te zien in de trendtabellen van de school. Leerlingen met dyslexie moeten de citotoets ‘begrijpend lezen’ zelf lezen. Het kind krijgt daarbij wel meer tijd. Bij ernstige dyslexie kan een passende toets afgenomen worden. Daarbij kan de leerkracht de resultaten van de toets begrijpend luisteren erbij vergelijken.
3.5.
Sociaal- emotioneel
OBS Prinses Wilhelmina maak gebruik van ‘Zien’ in ‘ParnasSys’. Zien is een webbased systeem dat de sociaal emotionele ontwikkeling van een kind volgt. De leerkrachten van OBS Prinses Wilhelmina vullen 2 keer per jaar de observatielijsten in per kind. Vervolgens kan de leerkracht bij het groepsoverzicht indicatie uitspraken zien waar de kinderen op uitvallen. De categorieën die aangegeven worden zijn: Betrokkenheid, welbevinden, sociaal initiatief, sociale flexibiliteit, sociale autonomie, impulsbeheersing en inlevingsvermogen. De leerkracht bepaalt vervolgens welke uitval hij aan wil pakken. Dat kan door middel van een groepsplan gedrag of door een individueel handelingsplan gedrag. ‘Zien’ ondersteunt daarbij door toelichting te geven bij de verschillende categorieën en helpt bij het opstellen van een plan. Vanaf april 2014 vullen alle leerlingen van groep 5 t/m 8 ook de leerling vragenlijsten in. In schooljaar 2013-2014 heeft de intern begeleider de cursus ‘Taakspel’ gevolgd. Met ‘Taakspel’ wordt gewenst gedrag gestimuleerd. Daarmee wordt ook de sfeer in de groep verbeterd. Deze methode wordt (nog) niet ingevoerd in de school, omdat er al veel verandertrajecten lopen.
7
Hoofdstuk 4: Dossiervorming 4.1.
Dossiervorming / wat wordt bewaard?
In ParnasSys: Notities van oudergesprekken Notities van gesprekken met externen Onderzoeksverslagen digitaal Groepsplannen Handelingsplannen Notitie belemmerende en stimulerende factoren Notitie onderwijsbehoeften Toets gegevens Voortgangsverslagen dyslexiebehandelingen
leerkracht/ intern begeleider leerkracht/ intern begeleider intern begeleider leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht intern begeleider
In dossierkast: Inschrijfformulieren Papieren onderzoeksverslagen Toetsen met D/E scores Aanmeldingsformulieren SWV/ verslagen Formulieren indicatieaanvragen/ verslagen Dyslexie onderzoekverslagen/ verklaring
administratief medewerker intern begeleider intern begeleider intern begeleider intern begeleider intern begeleider
Hoofdstuk 5: Ontwikkelperspectief (OPP) Als een leerling op een zeker moment niet meer met de leerstof van de groep mee kan doen, maakt de leerkracht in samenwerking met de intern begeleider een OPP voor deze leerling. De keuze hiervoor moet goed onderbouwd zijn en in overleg met de ambulant begeleider en/of het zorgteam genomen worden. In het OPP moet gedocumenteerd staan, dat er een orthopedagoog of ambulant begeleider is geraadpleegd. Vervolgens wordt dit OPP met de ouders besproken. Sinds 01-08-2014 moet er ook voor elke leerling met een ondersteuningsarrangement een OPP gemaakt worden. Dit OPP kan voor 1 of meerdere vakgebieden gelden. De school probeert de leerling zo lang mogelijk bij de groep te houden met behulp van convergente differentiatie, zoals beschreven staat in het groepsplan. Er wordt een OPP gemaakt als een leerling wordt los gekoppeld van de leerstof. Dat kan dus al vanaf groep 1. Je hebt echter 3 toets momenten nodig voor een goede prognose. Maar in het OPP kan wel gestart worden met het aangeven wat de onderwijsbehoeften van het kind zijn en hoe dat aangepakt gaat worden. Voor leerlingen met een indicatie (bv het downsyndroom) kan je in groep 1 of 2 al een OPP maken dat het doel t/m groep 4 beschrijft. Daarna kan eind groep 4 opnieuw een OPP gemaakt worden. OBS Prinses Wilhelmina gebruikt voor het OPP het format van het samenwerkingsverband. In het format staan de volgende zaken beschreven: a. Welke capaciteiten heeft het kind? b. De kind kenmerken. c. De sociaal emotionele context. d. De thuissituatie. e. Schoolcontext (grote van de groep) In het OPP staat ook het uitstroomprofiel (het niveau dat het kind eind groep 8 gaat halen per vakgebied) en een uitstroombestemming (de totale uitstroom, het type voortgezet onderwijs waarvan je verwacht dat het kind naartoe zal gaan), wat het leerrendement is (in DLE, vaardigheidscore en percentages) en wat het leerstofaanbod zal zijn. In het OPP worden halfjaarlijkse tussendoelen bepaald. Twee keer per jaar wordt het OPP geëvalueerd. Het OPP wordt pas bijgesteld na 2 evaluaties en na overleg met de orthopedagoog of schoolbegeleider.
8
Als het OPP is ingevuld, wordt er een plan van aanpak gemaakt, daarin staat beschreven wat het leerstofaanbod is en hoe dat zal worden ingevuld in de groep. Dit plan van aanpak wordt door de groepsleerkracht gemaakt in overleg met de intern begeleider.
9
Hoofdstuk 6: Meerbegaafdheid In 2010-2011 is er een gezamenlijk beleidsplan ontstaan voor 6 scholen binnen O2A5 voor (hoog)begaafden. Deze scholen vinden dat alle leerlingen, dus ook de (hoog)begaafde leerlingen de mogelijkheid moeten hebben om een ononderbroken ontwikkeling door te maken. De voorkeur van de scholen gaat uit naar begeleiding binnen de groep (zie beleidsplan). Inmiddels is door de invoering van passend onderwijs en doordat OBS Prinses Wilhelmina op weg is om een inclusieve school te worden, ervoor gekozen om (hoog) begaafde kinderen te laten versnellen en verdiepen in de vakken, waar zij goed in zijn. Om hiervoor tijd te creëren, kan het rekenen, taal en spelling compact worden aangeboden. Ook staat er op de weektaak van de meerbegaafde leerlingen uitdagend plus-werk. Dit is geen extra werk, maar is een onderdeel van het werk van de week. Sinds januari 2014 is er een plusklas op OBS Prinses Wilhelmina. Deze plusklas wordt geleid door een gediplomeerde hoogbegaafden begeleider (Carola Koreman). Zij werkt een ochtend per week met een aantal meerbegaafde kinderen uit groep 3 t/m 8, aan de diepere denkniveaus. In januari 2015 is de plusgroep uitgebreid. Er zijn 2 groepen geformeerd met leerlingen van OBS Prinses Wilhelmina uit Lexmond en Jps De Wiekslag uit Vianen. De groepen bestaan uit 10 a 12 leerlingen. De directeur en de intern begeleider van deze scholen bepalen, wie er in de plusgroepen komen aan de hand van toetsgegevens, onderzoeksverslagen en behoeften van de plusleerlingen. De groep met leerlingen uit groep 6 t/m 8 gaat 2 uur per week naar de plusklas, de groep met leerlingen uit groep 3 en 4 gaat 1 uur per week naar de plusklas. Een keer per maand is er overleg tussen de directeur, de intern begeleider en een aantal ouders om de inhoud en de regelgeving van de plusklas verder vast te stellen. Een keer per maand is er overleg tussen de hoogbegaafdenbegeleider en de intern begeleider om de leerlingen , de inhoud van de lessen en de doelstellingen per leerling te bespreken. Twee keer per jaar is er een evaluatiemoment. Hierna kan de groepssamenstelling aangepast worden. Twee keer per jaar is er een informatieavond voor ouders. Op 8 januari 2015 is er voor een aantal leerlingen uit groep 3 t/m 8 een introductiebijeenkomst tijdens schooltijd van ‘de digitale leerschool’ (www.dedigitaleleerschool.nl) georganiseerd. Met dit verrijkingsprogramma gaan 12 kinderen, die zijn geselecteerd door de leerkrachten en de IB-er, aan de slag. Om tijd hiervoor te creëren zal het rekenen, taal en spelling compact worden aangeboden. Vanaf januari 2015 gaat de school meedoen met de W4kangoeroe-wedstrijd. Een leuke wiskunderekenwedstrijd waar in Nederland al zo’n 110.000 leerlingen binnen het basis- en voortgezet onderwijs aan meedoen. Elk jaar wordt dit op de 3e donderdag in maart gehouden. Kangoeroe laat leerlingen merken dat rekenen en wiskunde leuk kan zijn. Meedoen is plezier voor iedereen, want je kunt meedoen op je eigen niveau. Iedere leerling, die meedoet krijgt een aandenken en een certificaat.
10
Hoofdstuk 7: Protocol procedure verlenging schooljaar 7.1.
doublure schooljaar
Het kan voorkomen dat een leerling er niet in slaagt mee te komen met de leerstof. Er hoeft dan niet direct sprake te zijn van een leerstoornis. Omstandigheden en/of ontwikkeling kunnen hierbij een rol spelen. Tijdens de groepsbesprekingen en tijdens oudergesprekken worden gedurende het schooljaar de zorgen om een leerling besproken. Deze zorgen worden vervolgens meegenomen naar het zorgteam. Als het zorgteam en de ouders ervan overtuigd zijn dat de leerling baat heeft bij het doubleren van een groep is dat een mogelijkheid. Een andere mogelijkheid is dat een leerling een eigen leerprogramma krijgt (dit kan tijdelijk zijn of definitief blijken). Dit wordt beschreven in een OPP.
7.2.
Overdracht volgende leerkracht
Aan het eind van elk schooljaar voeren alle leerkrachten overdrachtsgesprekken. Daarin worden de onderwijsbehoeften van elk kind en de totale groep besproken. In de notities van ParnasSys staan ook de onderwijsbehoeften, de belemmerende en stimulerende factoren beschreven. Elke leerkracht zorgt ervoor dat deze notities aan het eind van het schooljaar bijgewerkt zijn. De leerkrachten zorgen er ook voor dat er groepsplannen en individuele plannen worden gemaakt voor het volgende schooljaar, zodat er na de zomervakantie direct kan worden gestart met handelingsgericht werken.
7.3.
Overdracht naar nieuwe school
Voor leerlingen die verhuizen of om andere reden naar een andere school gaan binnen het basisonderwijs, vullen de leerkrachten een onderwijskundig rapport (OKR) in. De toetsgegevens worden aan dit OKR toegevoegd en opgestuurd naar de desbetreffende school. Voor de schoolverlaters die van groep 8 naar het voortgezet onderwijs gaan, vult de leerkracht ook een OKR in. Op verzoek van het samenwerkingsverband en de scholen uit het voortgezet onderwijs nemen wij bij alle leerlingen waarvan wij vermoeden dat ze naar VMBO of lager gaan een drempelonderzoek af.
7.4.
Kleuterbouwverlenging
In principe gaan alle leerlingen die eraan toe zijn en voor 1 januari 6 jaar worden, aan het eind van het schooljaar over naar groep 3. Als er zorgen zijn over de ontwikkeling van een kind neemt de leerkracht contact op met ouders om in een zo vroeg mogelijk stadium de zorg met elkaar te delen. Als de zorgen om een leerling blijven bestaan zal dit besproken worden in een groepsbespreking en in het zorgteam. Doubleren is pas een optie als alle partijen (ouders, intern begeleider, orthopedagoog, directie en groepsleerkracht) het erover eens zijn, dat doubleren van groep 2 zin heeft voor dat kind, zowel op cognitief gebied als op sociaal emotioneel gebied.
11
Hoofdstuk 8: Het samenwerkingsverband 8.1.
Het samenwerkingsverband
Vanaf 1 augustus 2014 zijn scholen verplicht een passende plek te bieden aan leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben. Die plek hoeft niet op de school zelf te zijn, maar mag ook op een school in de buurt. Om passend onderwijs te realiseren gaan scholen daarom samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden die onlangs door de overheid zijn vastgelegd. OBS Prinses Wilhelmina is aangesloten bij Expertise Centrum Rotonde (ECR). Expertise Centrum Rotonde is onderdeel van het samenwerkingsverband Driegang. Driegang is verdeeld in drie kamers. Expertise Centrum Rotonde is een van deze kamers en hierin zijn 44 locaties/scholen verenigd. Ieder bestuur, c.q. iedere school binnen Expertise Centrum Rotonde is primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van het eigen onderwijs en heeft daarnaast een medeverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs binnen Expertise Centrum Rotonde als geheel. De rol van Expertise Centrum Rotonde is om de verschillende processen van schoolontwikkeling te ondersteunen en te versterken, voor zover deze liggen op het terrein van de samenwerking.
8.2
Ondersteuning
Als de leerkracht een hulpvraag heeft over een leerling kan het zorgteam adviseren om ondersteuning bij het samenwerkingsverband (Expertise Centrum Rotonde) aan te vragen door middel van een ondersteuningsarrangement. Dit moet dan eerst worden besproken in het OT. Het ECR biedt een aantal ondersteuningsarrangementen: - Taal/ lezen - Rekenen - Gedrag - Inclusief Het betreffende kind is altijd eerst binnen de interne zorgstructuur van de school besproken en begeleid voordat het kind kan worden aangemeld. Er moeten recente handelingsplannen en een CLB worden overgedragen. Doel van de ondersteuning is om de leerkrachten de vaardigheden te geven om te kunnen zorgen voor een optimale ontwikkeling van het kind. Het aanmelden voor een ondersteuningsarrangement gebeurt sinds januari 2013 digitaal in ParnasSys via ‘Kindkans’. Na aanmelding volgt een intake met de ambulant begeleider. Binnen 6 weken na de intake dient er een OPP te worden gemaakt. Naast de aanvraag voor een ondersteuningsarrangement kan er ook een aanvraag gedaan worden voor een voorziening.
8.3
Toelaatbaarheidsverklaring (TLV)
Indien er geen passend onderwijs op de basisscholen gerealiseerd kan worden en de begeleiding van Expertise Centrum Rotonde de handelingsverlegenheid niet kan wegwerken, kan de school een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen via het onderwijsarrangement. De coördinator van het onderwijsarrangement stelt het deskundige rapport op en de coördinator van de kamer dient een verzoek in voor een TLV bij het samenwerkingsverband. Het advies van ECR komt tot stand in een adviesronde waarbij minimaal betrokken zijn: een orthopedagoog of ambulant begeleider van ECR de coördinator van het onderwijsarrangement de coördinator of de adjunct coördinator van ECR. De advies commissie geeft een advies over: een besluit over de toelaatbaarheid tot het speciaal basisonderwijs een besluit over de duur van de TLV Een besluit over toelaatbaarheid speciaal onderwijs betreffende de categorie waarop de toelaatbaarheidsverklaring betrekking heeft onderverdeeld in: SO categorie 1: cluster 4, ZMLK en LZ SO categorie 2: LG SO categorie 3: MG
12
De algemeen coördinator of de adjunct coördinator van ECR verstuurt de aanvraag naar de coördinator van Driegang. Deze geeft de TLV af. Criteria voor aanvraag van een TLV: Leerling heeft het ondersteuningstraject van de kamer doorlopen Er moet een recent OPP aanwezig zijn. Handelingsverlegenheid school of kamer aangeven. Toestemmingsverklaring
8.4
Plaatsing van kinderen met speciale onderwijsbehoeften
OBS Prinses Wilhelmina is een inclusieve school. Het betekent dat alle leerlingen ongeacht hun achtergrond, dezelfde scholen bezoeken, in heterogene groepen functioneren en het curriculum volgen dat is afgestemd op hun mogelijkheden. Leerlingen leren van en met elkaar als ze samen leren en samen worden onderwezen in dezelfde leer- en leefgemeenschappen. Ze ontwikkelen zich zo tot volwaardige burgers met een actieve deelname in de maatschappij. De school gaat al in een vroeg stadium in overleg met ouders en soms ook met instanties (MKD, De Hoogstraat, De peuterspeelzaal e.d.) om te bespreken wat het kind nodig heeft en hoe de school dat zou kunnen bewerkstelligen. Ook het samenwerkingsverband wordt al vroeg ingeschakeld, zodat de ondersteuning gelijk van start kan gaan. De school krijgt een aantal uren onderwijsassistent voor deze leerlingen van het samenwerkingsverband en er komt regelmatig een ambulant begeleider langs. Mocht het onverhoopt toch niet goed gaan op een reguliere basisschool, dan kan er in overleg met ouders, school en het samenwerkingsverband op zoek worden gegaan naar een geschiktere plek.
8.5.
Netwerkbijeenkomsten
5 á 6 keer per jaar worden er in ECR ‘De Rotonde’ netwerkbijeenkomsten georganiseerd voor intern begeleiders, die aangesloten zijn bij het samenwerkingsverband. In deze netwerkbijeenkomsten wordt nieuwe informatie van het samenwerkingsverband en externe hulpverleners gegeven. Ook is er ruimte voor vragen stellen en discussie. Ook zitten alle intern begeleiders in een intervisiegroep. Deze intervisiegroepen komen ongeveer 3 keer per schooljaar bij elkaar.
8.6
Het SOP (schoolondersteuningsprofiel)
In dit profiel geeft de school de mogelijkheden, grenzen en ambities aan in het bieden van aanvullende ondersteuning. Binnen SWV 41-07 is gekozen te werken met Framework, maar wel met een aangepast werkbaar document. Het SOP brengt de eigen schoolsituatie in beeld. Het geeft informatie over leerlingen, het team, het beschikbare budget en formatie, het onderwijs, de zorg, het rendement en de mate van passend onderwijs. Dit profiel is vervolgens een goede basis om een plan op te stellen voor de verdere invoering van passend onderwijs. Dit SOP wordt jaarlijks ingevuld door de directie en de intern begeleider.
8.7.
Passend onderwijs op OBS Prinses Wilhelmina
In schooljaar 2012-2013 heeft de directie van OBS Prinses Wilhelmina aangegeven bij de zorgcoördinator van SWV 41-07, dat de school een inclusieve school wil worden. OBS Prinses Wilhelmina is een openbare school en daarom zijn alle kinderen welkom, ongeacht hun achtergrond of hun handicap. Bovendien heeft de school als slogan: ‘Een school waar we leren van elkaar en met elkaar’. Een school, die passend onderwijs wil bieden aan elk kind. Er is een werkgroep is geformeerd rondom het thema transformatieve scholen. OBS Prinses Wilhelmina wil groeien naar een inclusieve school, die zich richt op de toekomst en de totale leefgemeenschap rondom de school. OBS Prinses Wilhelmina doet sinds september 2011 mee met een pilot om een ’High Performance School’ (HPS) te worden. Door de pilot HPS en het proces om een inclusieve school te worden is de school volop bezig met allerlei veranderingen om het onderwijs te verbeteren. Eén van de dingen die de school wil veranderen is het stap voor stap loslaten van het leerstofjaarklassensysteem.
13
De school wil een flexibel curriculum en wil graag werken met leerlijnen en voor ieder kind een eigen onderwijsontwikkelingsperspectief (OPP)/ portfolio. In alle groepen mogen slimme kinderen al door werken met de leerstof en zijn de leerkrachten zich aan het oriënteren op leerstof voor een groep 9 en 10. De zorgcoördinator van het SWV steunt deze verandering en wil dit de komende jaren mee helpen te begeleiden.
14
Hoofdstuk 9: gesprekken met ouders en leerlingen 9.1.
Gesprekken met ouders
In het reguliere contact met ouders zijn er op OBS Prinses Wilhelmina een aanmeldingsgesprek, de reguliere uitwisselingsgesprekken (10-minutengesprekken) en tussentijdse communicatie. OBS Prinses Wilhelmina werkt met Handelingsgericht werken (HGW). HGW heeft als thema dat de ontwikkeling van een kind altijd plaats vindt in wisselwerking met de omgeving: In interactie met ouders, leerkracht en andere kinderen. Een goede communicatie tussen school en ouders doet het sociaal- emotioneel functioneren, de werkhouding en de schoolprestaties van leerlingen toenemen (Marzano,1 2007). Constructief samenwerken met ouders is dan ook een belangrijk uitgangspunt. Om deze constructieve samenwerking met ouders te verbeteren is in november 2013 is gestart met het voeren van kennismakingsgesprekken met ouders. Hiervoor worden de ouders schriftelijk uitgenodigd. Het doel van het gesprek is om informatie uit te wisselen over het kind, de school- en thuissituatie en hoe het kind de groep ervaart. Een ander doel is het bespreken van de verwachtingen over en weer. Deze kennismakingsgesprekken gaan nu jaarlijks plaatsvinden in het begin van het schooljaar.
9.2.
Gesprekken met kinderen
Samenwerken met leerlingen is een uitgangspunt van HGW. Door gesprekken met de leerlingen te voeren, betrekt de school hen actief bij hun eigen ontwikkeling. Hierdoor leren ze kritisch denken, ervaren ze het leren op school als zinvoller en neemt hun welbevinden toe. De leerkrachten van OBS Prinses Wilhelmina streven ernaar om eens in de zes weken een kindgesprek te voeren. In ‘ParnasSys’, staat een ingevuld format van een kindplan. Tijdens het gesprek geeft het kind zelf aan wat het wil bereiken. Samen met het kind vult de leerkracht dit plan in. Dit plan wordt na zes weken met het kind geëvalueerd. Ouders worden ook betrokken bij dit plan. Deze kindplannen vormen een portfolio van het kind.
9.3.
Gespreksformulieren
In ‘ParnasSys’ staan de meeste formulieren standaard ingesteld. Hierin kunnen gesprekken met externen, ouders en kinderen worden genoteerd.
1
Robert J. Marzano is een spreker, traineren educatieve onderzoeker in de Verenigde Staten. Hij heeft onderwijsonderzoek en theorie over de onderwerpen van gedaan op standaarden gebaseerde beoordeling , cognitie, highyield leerstrategieën en schoolleiderschap.
15
Hoofdstuk 10: Taakverdeling n.a.v. de zorgstructuur 10.1.
De taken van de groepsleerkracht
De belangrijkste taak op OBS Prinses Wilhelmina is weggelegd voor de leerkracht. Deze is de spil van de zorg voor een kind. Hierbij zijn een aantal kwaliteiten nodig om deze zorgtaak te kunnen vervullen. De leerkracht: • geeft de leerlingen voldoende tijd en gelegenheid tot leren. • is op de hoogte van en gebruikt onderwijskundig verantwoorde methoden (de school streeft ernaar om evidence-based methoden in te zetten). • stelt duidelijke doelen. • geeft effectieve instructie en verwerking. • geeft feedback. • voert een goed klassenmanagement. • hanteert het leerlingvolgsysteem. • schept een positief werkklimaat. • hanteert een flexibele klassenorganisatie. • werkt samen met collega’s en vraagt hulp indien nodig. • evalueert regelmatig de vorderingen van de leerlingen. • signaleert een leerling die opvalt in zijn ontwikkeling en/leervorderingen. • kan de juiste toets- en observatie instrumenten kiezen en toepassen. • kan de uitkomsten van deze toets- en observatie instrumenten helder weergeven.
10.2.
De taken van de intern begeleider
Voor de intern begeleider zijn er taken op het gebeid van planmatige aanpak en preventie van problemen, beleidstaken en overlegvormen. De intern begeleider is verantwoordelijk voor de zorgstructuur op school. Op OBS Prinses Wilhelmina ziet de intern begeleider er op toe dat kinderen die extra hulp nodig hebben, deze hulp ook krijgen. De intern begeleider ondersteunt de leerkrachten bij het hulp bieden aan zorgleerlingen. Dit kan zijn op het gebied van leermoeilijkheden en –mogelijkheden, maar ook op het gebied van sociaalemotionele problematiek. Met het leerlingvolgsysteem verzamelen we gegevens over het ontwikkel- en leerproces van de kinderen. De resultaten van de toetsen worden door de intern begeleider besproken met de groepsleerkracht tijdens de groepsbesprekingen. Dit gebeurt drie keer in een schooljaar. Tijdens de groepsbesprekingen wordt bepaald welke leerlingen er besproken gaan worden in het zorgteam overleg. Deze vinden ook drie keer per jaar plaats (zie jaarschema leerlingenzorg). Wanneer een leerling een lagere score behaald heeft en er zijn te weinig gegevens beschikbaar om een goed handelingsplan op te stellen, worden er extra toetsen afgenomen om het probleem goed in beeld te krijgen. Daarnaast zorgt de intern begeleider voor contacten met externen. Overige werkzaamheden van de intern begeleider zijn: • begeleiden van leerkrachten bij het opstellen en uitvoeren van handelingsplannen. • beheren van de orthotheek. • uitvoeren van diagnostisch onderzoek. • verrichten van observaties. • beheer van het leerlingendossier. • volgen van leerlingen aan de hand van het leerlingvolgsysteem van het Cito. • twee keer per jaar een diepteanalyse van de toetsen maken en bespreken met het team. • verzorgen van de uitvoering van de toetskalender; • toetsmaterialen beheren en op voorraad houden; • zorgen voor informatie m.b.t. de toetsprocedure. • beheren van de resultaten van de toetsen. • aanpassen van leerlingendossiers • aanvragen van ondersteuningsarrangementen bij het samenwerkingsverband. • samen met de leerkracht CLB (consultatieve leerling begeleiding) uitvoeren
16
• • • • • • • • • • • • • • • 10.3.
• • • • • • • • • • •
10.4.
samen met de leerkracht gesprekken voeren met externe deskundigen, directies (speciaal onderwijs) en ouders van leerlingen. informeren van de directie vooraf bij een externe hulpvraag/ plaatsing. Overleggen met SO over eventuele terugplaatsing van leerlingen. informeren van de directie over de stand van zaken m.b.t. individuele leerlingen en over de voortgang op basis van de toetsen vermeld op de toetskalender. voorbereiden van groepsbesprekingen en zorgteambesprekingen. zorgen voor toelichting van relevante vakliteratuur en vernieuwingen tijdens teamvergaderingen. vertegenwoordigen van de school in WSNS-verband. op peil houden van individuele diagnostische middelen. op peil houden van remediërende materialen. op peil houden van didactische leer- en hulpmiddelen. op peil houden van achtergrondinformatie algemeen. op peil houden van toegangsmappen voor diverse vakgebieden. beschrijven van zorgverbredingsparagraaf in het schoolplan. na evaluatie, op verzoek van de directie, verstrekken van beleidsadviezen m.b.t. zorgverbreding. Begeleiden van de leerkrachten van groep 5 t/m 8 bij het maken van een persoonlijk ontwikkelperspectief.
De taken van de directie het formuleren van doelstellingen en scheppen van voorwaarden om te komen tot de meest maximale vorm van uitvoering van zorgverbredings-beleidsdoelstellingen het mede opstellen en bewaken van het zorgdocument alle formele taken die voortvloeien uit ministerie-, WSNS- en inspectiebeleid formatieve ruimte scheppen voor zorgverbredingwerkzaamheden het bespreken en evalueren van ontwikkelingen in team en MR maandelijks overleg met de intern begeleiders het evalueren van ontwikkelingen met de intern begeleider het informeren van team en intern begeleider over beleidsontwikkelingen contacten onderhouden met het WSNS-netwerk het ‘vertalen’ van zorgverbredingbeleid naar ouders initiatieven ontwikkelen in verband met voorschoolse educatie in samenwerking met de VVE coördinator.
Remedial teaching
De extra hulp wordt door de eigen groepsleerkracht in de klas aangeboden. Het kan zijn dat een ouder te kennen geeft de diensten van een externe remedial teacher te willen inzetten. Zo lang dit buiten de lestijd gebeurt, is dit de verantwoordelijkheid van de ouder zelf.
17
Hoofdstuk 11: Externe hulpverleners Met een groot aantal instanties wordt nauw samengewerkt op het gebied van ‘onderwijs en zorg op maat’. Zo is er regelmatig overleg met de GGD, logopedist, schoolmaatschappelijk werker, pedagogisch adviseurs (opvoedspreekuur), fysiotherapeut en caesartherapeut. Deze instanties zijn werkzaam in het gebouw van de ‘Brede School’.
11.1.
GGD
De jeugdgezondheidszorg van de GGD heeft een zogenaamd basispakket. Dit houdt in dat: - Alle kinderen in groep 2 en hun ouders een uitnodiging krijgen voor een onderzoek door de jeugdarts en de assistente. - De kinderen in groep 4 worden gemeten en gewogen. - Alle kinderen in groep 7 en hun ouders worden uitgenodigd voor een verpleegkundig onderzoek - Alle 9-jarigen worden gevaccineerd. In groep 2 en 7 krijgen de kinderen een groeiboekje. Dat is een boekje waarin allerlei wetenswaardigheden staan over de groei en ontwikkeling van kinderen van een bepaalde leeftijd.
11.2.
Logopedie
Vanaf september 2013 is er een logopediste werkzaam in het gebouw van OBS Prinses Wilhelmina. Zij houdt zich bezig met de diagnostiek en de behandeling van spraak-, taal-, stem-, gehoorstoornissen en afwijkend mondgedrag. Door een vroege interventie bij problemen met de spraak- en taalontwikkeling kunnen veel problemen op latere leeftijd worden voorkomen. Logopedische begeleiding op jonge leeftijd is erop gericht ouders handvatten te bieden om de spraak- taal ontwikkeling van hun kind te stimuleren. Aanmelden voor logopedie kan bij Desiree Derksen van Logopediepraktijk Vianen. Zij werkt samen met Josien 1 ,5 dag per week op school en de overige dagen op de praktijk in Vianen. www.logopediepraktijkvianen.nl Telefoonnummer: 0347- 320806
11.3.
Schoolmaatschappelijk werk
Basisscholen worden regelmatig geconfronteerd met kinderen met problemen. Problemen die kunnen samenhangen met hun thuissituatie en leefomgeving. Problemen die de kinderen belemmeren bij hun ontwikkeling. Het schoolmaatschappelijk werk is een onderdeel van de zorgstructuur binnen de school. Het schoolmaatschappelijk werk werkt nauw samen met de school. Hierdoor is het mogelijk om vroegtijdig problemen te signaleren en snel hulp te bieden. Schoolmaatschappelijk werk is bedoeld voor kortdurende hulpverlening bij problemen, bijvoorbeeld op het gebied van: - Problemen in de thuissituatie en/of rondom de opvoeding van het kind - Sociale problemen (o.a. moeite in het omgaan met andere kinderen, pesten of gepest worden) - Emotionele problemen (bijvoorbeeld angst of teruggetrokken gedrag) - Opvallend gedrag (bijvoorbeeld agressief gedrag of pesten) - Problemen door ingrijpende gebeurtenissen zoals een echtscheiding of een overlijden.
De schoolmaatschappelijk werker: - Geeft informatie en advies aan ouders en kinderen - Onderzoekt de oorzaken van de problemen - Begeleidt de ouders en/ of het kind - Geeft leerkrachten en intern begeleiders advies - Verwijst kinderen als het nodig is naar relevante hulpverlening De schoolmaatschappelijk werker heeft beroepsgeheim.
18
Vanuit het maatschappelijk werk worden er verschillende trainingen aangeboden:
-
Sociale vaardigheidstraining ( 8-12 jaar) Kind In Echtscheiding Situatie voor kinderen (groep 3 t/m 8) Plezier op school ( kinderen in groep 8) Opvoeden & Zo
Aanmelden bij het School Maatschappelijk Werk is mogelijk via de intern begeleider van de school. Ook is het mogelijk dat ouder(s)/verzorger(s) direct contact opnemen met de school maatschappelijk werker. De schoolmaatschappelijk werker van onze school is: Annelien Lakerveld. Zij heeft haar kantoor in ‘Lingesteyn’ in Leerdam. Zij is bereikbaar via telefoonnummer: 06 20953085. Ook is het mogelijk om een email te sturen naar:
[email protected] De schoolmaatschappelijk werker heeft regelmatig overleg met de intern begeleider van de school en - geeft informatie en advies aan ouders en kinderen - begeleidt de jongere en/of ouders - geeft docenten en interne leerling coördinatoren advies - verwijst de kinderen als het nodig is naar relevante hulpverlening. Ook verzorgt de schoolmaatschappelijk werker ouder- en/of themabijeenkomsten over bijvoorbeeld opvoeden, pesten en seksualiteit, oudercursussen en sociale vaardigheidstrainingen (Deze worden samen met RIVAS Jeugdmaatschappelijk werk georganiseerd).
11.4.
Het opvoedspreekuur
Voor alle vragen over de opvoeding en ontwikkeling van een kind kunnen ouders terecht tijden het opvoedspreekuur van Rivas Zorggroep. Iedere woensdagmorgen van 8.45 tot 12.00 uur vindt het spreekuur plaats in brede school ‘De Bijenkorf’ te Lexmond. Het advies is kosteloos. Ouders kunnen met al hun vragen of voor advies terecht bij de pedagogisch adviseurs Patty de Koster en Ellen Kragten. Zij kunnen advies geven over bijvoorbeeld het slaap- of eetgedrag van het kind of gebruik van drank en drugs van een puber. De pedagogisch adviseur kan tijdens het spreekuur helpen met een passende oplossing voor vragen. Mogelijk is een gesprek voldoende, maar soms zijn meerdere gesprekken nodig. Deze kunnen ook bij ouders thuis plaatsvinden, maar ook een telefonisch consult behoort tot de mogelijkheden. Voor een afspraak of meer informatie kan er contact opgenomen worden via de Rivas Zorglijn 0900-8440 (lokaal tarief) of kijk op www.rivas.nl.
11.5.
Fysiotherapie
De kinderfysiotherapeut streeft naar het stimuleren van de optimale ontwikkeling van het kind, waarbij in al zijn aspecten het bewegend functioneren als ingangs- of aangrijpingspunt genomen wordt. Dit gebeurt spelenderwijs en op een kindvriendelijke manier. Door te bewegen en te spelen ontwikkelen kinderen op een natuurlijke manier hun zintuigen en motoriek. Na de aanmelding zal er een intake plaats vinden om duidelijkheid te krijgen over de hulpvraag. Hierna zal de kinderfysiotherapeut het kind observeren en onderzoeken om een zo compleet mogelijk beeld van de motorische mogelijkheden en het motorisch niveau te krijgen. Er wordt vaak aanvullende informatie ingewonnen bij ouders, school, verwijzer en eventueel andere betrokkenen. De kinderfysiotherapeut houdt bij de observatie rekening met leeftijd, aandoening, ontwikkelingsfase en omgevingsfactoren die het bewegingsgedrag kunnen beïnvloeden. De bevindingen van de observatie en het onderzoek worden met de ouders/verzorgers en eventueel met de verwijzer besproken. Vervolgens wordt in overleg een behandelplan opgesteld waarin de behandeldoelen en evaluatiemomenten worden aangegeven. Over de uitkomst van het onderzoek en het verloop van de eventuele behandeling wordt schriftelijk verslag uitgebracht aan de verwijzer.
19
Een kind kan terecht bij de fysiotherapie met: • achterstand of problemen bij de motorische ontwikkeling • afwijkend looppatroon • sensomotorische problemen • cerebrale parese • ademhalingsproblematiek • jeugdreuma • asymmetrie • voorkeurshouding • schrijfproblemen • sensomotorische problemen • ADHD en pervasieve ontwikkelingsstoornis • orthopedische afwijkingen • sportblessure en blessure preventie • revalidatie na operatie of chemokuur Op vrijdag is er een fysiotherapeut op OBS Prinses Wilhelmina van Fysiotherapiepraktijk Duin- Lobato aanwezig. Telefoonnummer: 0347- 373647
[email protected]
20
Hoofdstuk 12: Orthotheek De orthoteek op OBS Prinses Wilhelmina bestaat uit diverse remediërende materialen en naslagwerken. De intern begeleider beheert deze orthotheek. Deze orthotheek wordt jaarlijks aangevuld. De intern begeleider kan ook gebruik maken van de orthotheek van het samenwerkingsverband. Deze is gevestigd in ‘De Rotonde’ in Gorinchem. Doordat de school met iPads werkt en zich digitaal op de kaart wil zeten, is er vooral vraag naar digitale ondersteuningsmaterialen. Het hele team onder leiding van de ICT coördinator zet zich in om actief op zoek te gaan naar leerzame apps, sites en computerprogramma’s.
21
Bijlagen • • • •
Agenda groepsbespreking Agenda zorgteam Jaarplanning Toetskalender
22
Bijlage 1: Agenda groepsbespreking Agenda Groepsbespreking groep .. Datum: .. Tijd: 13.00- 14.00 Locatie: lokaal groep .. Doel: - Evaluatie van het werken met de groepsplannen tot nu toe (zie als ondersteuning de bespreekpunten en vragen). - Evaluatie groepsoverzicht/ toetsresultaten (groepskaart) - Evaluaties kinderen met individueel handelingsplan. - Aanmelden van leerlingen voor de leerlingenbespreking (zorgoverleg) - Afspraken maken over begeleiding. Vul alleen in wat je wilt bespreken voor jezelf! Bespreekpunten en vragen betreffende De organisatie, sfeer en communicatie
-
Hoe verloopt het klassenmanagement en zelfstandig werken? Hoe verloopt de samenwerking tussen leerlingen onderling en met jou? Hoe verlopen de gesprekken met ouders? Waar ben je tevreden over? Welke twijfels heb je nog?
De leerlingen die extra begeleiding nodig hebben Is het gelukt om de leerlingen te signaleren die:
-
extra begeleiding nodig hebben? meer uitdaging en verdieping nodig hebben?
De leerlingen waarvan je hun onderwijsbehoeften nader wilt bespreken
-
Wat is precies je vraag bij die leerlingen?
-
Welke voorbereiding is daarvoor nodig? Wie zou je bij die bespreking willen uitnodigen en waarom?
Bij welke leerlingen denk je aan nader onderzoek? Bij welke leerlingen denk je aan aanmelding voor een leerlingbespreking of zorgteam en met welke vraag?
De clustering van leerlingen
-
Welke vragen/twijfels heb je ten aanzien van het clusteren? Is deze clustering voor jou haalbaar qua organisatie? Wat zijn jouw ontwikkelpunten en begeleidingsvragen?
Het opstellen van het groepsplan
-
Welke vragen heb je bij de doelen voor de hele groep, de subgroepjes of een individuele leerling?
-
Is duidelijk wanneer, hoe en door wie er geëvalueerd wordt of de doelen bereikt zijn?
Welke vragen heb je over het onderwijsaanbod voor de hele groep, de subgroepjes of een individuele leerling?
23
Het realiseren van het groepsplan. Stel je zelf voor hoe de uitvoering van het groepsplan er in de praktijk uitziet!
-
Hoe maak je de vertaling naar de week- en dagplanning? Waar twijfel je over en wat zijn je vragen? Hoe schat jij in dat de samenwerking met de andere betrokkenen zal verlopen? Wat heb jij nodig aan ondersteuning of begeleiding om je groepsplan uit te voeren?
24
Bijlage 2
Jaarplanning overlegmomenten 2015-2016 Vakantierooster: Herfstvakantie ma 19-10-15 t/m vr 23-10-15 Kerstvakantie ma 21-12-15 t/m vr 01-01-2016 Voorjaarsvakantie ma 22-02-16 t/m vr 26-02-16 Paasvakantie vr 25-03-16 t/m vr 06-05-16 Meivakantie (incl. hemelvaart) ma 02-05-2016 t/m vr 06-05-2016 Pinksteren ma 16-05-2016 Zomervakantie ma 11-07-16 t/m 19-08-16 Groepsbesprekingen (Woensdag 13.00- 14.00): Aanwezig groepsleerkracht en IB-er Groep 1/2: 30-09-15, 03-02-16, 01-06-16 Groep 3/4: 15-10-2015, 11-02-16, 09-06-2016 (donderdag 15.15- 16.15) Groep 5/6: 28-10-15, 17-02-16, 15-06-16 Groep 7/8: 04-11-15, 02-03-16, 22-06-16 OT ( Dinsdag 9.00- 10.00 uur): Aanwezig IBer, brugfunctionaris zorg (Annelien Lakerveld) en brugfunctionaris onderwijs (Ruud van Rijn) 29 september 24 november 19 januari 15 maart 31 mei Zorgoverleg ib – directie: 8 september 29 september 27 okt 17 nov 8 dec 12 jan 2 febr. 1 maart 22 maart 12 april 10 mei 31 mei 21 juni IB-netwerk bijeenkomsten: 7 okt (rol van de IBer)- 18 nov- 20 jan- 13 april- 15 juni
25
Toetskalender 2015-2016 (wijzigingen voorbehouden) Eind oktober/ begin november
Dec.
Eind januari/ begin februari
Mrt.
Apr.
Eind mei/begin juni
1
Zien Obs. schatkist
Rekenen voor kleuters M1 Taal v. kleuters Kleuren/ lichaamsdelen alleen bij zorglln.
Obs. schatkist
Zien
Rekenen voor kleuters E1 Taal v. kleuters Obs. Schatkist
2
Dysl. Prot. Zien Obs. schatkist
Rekenen voor kleuters M2 Taal v. kleuters Kleuren/ lichaamsdelen alleen bij zorglln
Obs. schatkist
Zien
Rekenen voor kleuters E2 Taal v. kleuters Obs. schatkist
3
Herfstsignalering Zien
Spelling M3 (versie 3.0 nieuw) Rekenen M3 Woordenschat M3 DMT /AVI (na kern 6) Begrijpend luisteren
Zien
Spelling E3 (versie 3.0) Rekenen E3 Woordenschat E3 Begrijpend lezen E3 (versie 3.0 nieuw) DMT /AVI (na kern 11) Begrijpend luisteren
4
Zien
Spelling M4 Rekenen M4 (versie 3.0 nieuw) Woordenschat M4 Begrijpend lezen M4 DMT/AVI Begrijpend luisteren M4/E4
Zien
Spelling E4 Rekenen E4 Woordenschat E4 Begrijpend lezen E4 DMT/AVI
5
Zien
Spelling M5 Rekenen M5 Woordenschat M5 Begrijpend lezen M5 DMT/AVI Begrijpend luisteren M5/E5
Zien
Spelling E5 Rekenen E5 Woordenschat E5 DMT/AVI Studievaardigheden (nieuw)
6
Zien
Spelling M6 Rekenen M6 Woordenschat M6 Begrijpend lezen M6 DMT/AVI Begrijpend luisteren M6/E6 (nieuw)
Zien
Spelling E6 Rekenen E6 Woordenschat E6 DMT/AVI
7
Zien
Spelling M7 Rekenen M7 Begrijpend lezen M7 DMT/AVI Woordenschat M7
Zien
Spelling E7 Werkwoordspelling E7 Rekenen E7 DMT/AVI Woordenschat E7
26
8
Zien Drempeltoets
DMT/AVI Spelling M8 Werkwoordspelling M8 Rekenen M8 Begrijpend lezen M8 Woordenschat
Zien Cito eindtoets (april/mei)
27