ZORGPLAN 2013-2014 SAMENWERKINGSVERBAND WSNS Unit KAMPEN REGIO 23-05
INHOUDSOPGAVE Inleiding Hoofdstuk 1: Zorgplan: Het kerndocument van het samenwerkingsverband 1.1 1.2 1.3 1.4
Doelen van het zorgplan Procedure zorgplan Functies van het zorgplan Relatie zorgplan met andere documenten
Hoofdstuk 2
:
2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.4 2.5
Deelnemende gemeenten Kengetallen van Regio 23-05 Strategisch beleid Visie Samenhang met andere beleidsterreinen Doelen voor kwaliteitsverbetering van de zorgvoorzieningen Resultaten van het tot nu toe gevoerde beleid Inrichting en organisatie
Hoofdstuk 3
:
3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.4 3.5
Deelnemende besturen Kengetallen van SWV WSNS Kampen e.o. regio 16-05 Strategisch beleid Visie Samenhang met andere beleidsterreinen Doelen voor kwaliteitsverbetering van de zorgvoorzieningen Resultaten van het tot nu toe gevoerde beleid Inrichting en organisatie
Hoofdstuk 4
:
4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.1.6 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Passend onderwijs Visie op passend onderwijs Kernwaarden Uitgangspunten Passend onderwijs in de scholen/Samenwerkingsverband passend onderwijs in regionaal perspectief passend onderwijs en aanvullende voorzieningen De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Zorg in de basisscholen: de taken en functies Scholing Het leerlingvolgsysteem Meerjarenplanning. Terugplaatsing leerling naar de basisschool
Hoofdstuk 5
:
Regio 23-05
SWV WSNS Kampen e.o. regio 16-05.
De zorgstructuur van het samenwerkingsverband
Begroting van het Samenwerkingsverband
INLEIDING De wetgeving passend onderwijs betekent dat er per 1 augustus 2014 geen samenwerkingsverbanden WSNS meer zijn, maar dat het SWV WSNS Kampen e.o. deel uitmaakt van het samenwerkingsverband passend onderwijs 23-05. De bedoeling van het nieuwe samenwerkingsverband is dat er verschillende deelregio’s ontstaan en één van die deelregio’s is het huidige SWV WSNS Kampen. Het zorgplan 2013-2014 is het kerndocument van het SWV WSNS Kampen (16-05). In het zorgplan wordt de visie en het beleid op passend onderwijs en de uitwerking daarvan in concrete activiteiten beschreven. Tevens vindt hierin een verantwoording van de middelen plaats. Dit zorgplan is geen onderwijsinhoudelijk beleidsdocument voor de betrokken scholen. Elke deelnemende school van het Samenwerkingsverband moet echter in het schoolplan aangeven hoe de zorgmiddelen die toegekend zijn vanuit het Samenwerkingsverband ingezet zijn. De afzonderlijke schoolbesturen zijn primair verantwoordelijk om passend onderwijs en zorgplicht te realiseren. Dit zorgplan beschrijft de afspraken tussen de deelnemende besturen en is een instrument om verantwoording af te leggen aan de overheid. Het zorgplan 2013-2014 geeft de gezamenlijke koers aan die de verantwoordelijke schoolbesturen van het huidige Samenwerkingsverband willen volgen in de ontwikkeling van Passend Onderwijs binnen de regio 23-05 per 01-08-2014. Het realiseren van een passende onderwijsplek voor alle kinderen van vier tot twaalf jaar binnen het samenwerkingsverband is en blijft onze ambitie. We nodigen alle betrokkenen bij passend onderwijs in ons deelverband uit deze ambitie samen met ons waar te gaan maken.
HOOFDSTUK 1: ZORGPLAN: HET KERNDOCUMENT VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND 1.1 Doelen van het zorgplan: De doelstellingen van het Samenwerkingsverband kunnen in essentie worden samengevat als het bereiken van een situatie van integrale leerlingenzorg, waarin alle leerlingen die zorg krijgen die ze nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te doorlopen. Om deze situatie te realiseren dienen maatregelen te worden getroffen op verschillende niveaus: • het niveau van de groep, met adaptief onderwijs als centrale opdracht; • het niveau van de school, met de lerende organisatie als centrale opdracht; • het niveau van het samenwerkingsverband, met de meerwaarde van samenwerking als centrale opdracht. In het streven deze doelstellingen te bereiken wordt door het samenwerkingsverband jaarlijks een zorgplan opgesteld. Het zorgplan bevat een visie op het zorgbeleid, een verdeling van de middelen en de verantwoording van de activiteiten. 1.2 Procedure zorgplan: In de procedure voor de totstandkoming van het zorgplan wordt ruim aandacht besteed aan het traject van informatie en medezeggenschap. Daarbij worden de volgende stappen doorlopen: • Door het coördinatieteam wordt een concept zorgplan opgesteld. Dit concept wordt besproken in de maartvergadering van het coördinatieteam. Het (bijgestelde) concept wordt voorgelegd aan en geaccordeerd door het bestuur van het samenwerkingsverband. • In de maand april wordt in een gemeenschappelijke voorlichtingsbijeenkomst voor alle besturen en (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden van het samenwerkingsverband toelichting gegeven op het concept zorgplan van het volgende schooljaar. • De (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden reageren binnen zes weken voorlichtingsbijeenkomst naar de individuele besturen of zij instemmen met het concept zorgplan.
na
de
• In de maand mei vindt bespreking van het concept zorgplan plaats in de algemene vergadering van het samenwerkingsverband. Bij dit overleg worden de reacties van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden door de besturen ingebracht. Ten slotte wordt het zorgplan door de algemene vergadering vastgesteld.
1.3 Functies van het zorgplan: De samenwerkingsverbanden zijn wettelijk verplicht elk schooljaar een zorgplan op te stellen. Het zorgplan heeft een drietal functies: ▪ Kwaliteitsdocument a. het niveau van de leerling en de groep, met adaptief onderwijs als opdracht; b. het niveau van de school, met de lerende organisatie als centrale opdracht; c. het niveau van het samenwerkingsverband, met de meerwaarde van samenwerking en gezamenlijke verantwoordelijkheid als centrale opdracht. In het zorgplan wordt aangegeven hoe de zorgstructuur is ingericht en op welke wijze de beschikbare middelen worden ingezet. ▪ Planningsdocument Vanuit het meerjarenbeleid stelt het SWV WSNS Kampen regio 16-05 korte termijndoelen om de kwaliteit van de zorgvoorzieningen te verbeteren. Dit proces van plannen, implementeren, uitvoeren en evalueren krijgt zijn neerslag in het zorgplan. • Verantwoordingsdocument De eisen die de overheid stelt aan het zorgplan zijn vastgelegd in de WPO (art. 13b). 1.4
De relatie van het zorgplan met andere documenten:
Er moet een relatie zijn tussen het zorgplan van het Samenwerkingsverband en het zorgplan van elke school. Iedere deelnemende school van het Samenwerkingsverband moet in het schoolplan aangeven hoe de zorgmiddelen, die toegekend zijn vanuit het Samenwerkingsverband ingezet zijn. In het schoolplan van elke school zal ook de werkwijze van de desbetreffende school beschreven staan; hoe men de gezamenlijk vastgestelde doelen van het Samenwerkingsverband op de eigen school vorm en inhoud geeft en dus ook hoe de kwaliteit van de school is wat betreft de zorg voor de leerlingen.
HOOFDSTUK 2:
2.1
REGIO 23-05
Deelnemende gemeenten
De volgende gemeenten maken deel uit van regio 23-05: Kampen; Raalte; Olst-Wijhe; Staphorst; Zwarte Waterland; Zwolle; Hattem; Heerde; Oldebroek; Alle 32 besturen in deze gemeenten voor PO en SO zijn via een aansluitingsovereenkomst aangesloten bij de stichting 2305PO. De stichting kent een bestuur en een managementteam (MT) met eventueel een directeur. Het bestuur functioneert als toezichthouder. 2.2
Kengetallen van Regio 23-05
Het Samenwerkingsverband regio 23-05 kent een hoog deelnamepercentage aan Leerlinggebonden Financiering (Rugzakregeling). Ook de deelname aan het speciaal onderwijs is hoger dan het landelijk gemiddelde. Stijging en daling 01-10-2010 versus 01-10-2011: SO totaal: 2010 2011 Landelijk gemiddelde:
533 546 491
LGF-totaal: 529 488 299
+/SO + 13 SO - 55
LGF - 41 LGF -187
Conclusies: ▪In vergelijking met 2010 is het aantal leerlingen in het SO met 13 toegenomen en het aantal LGF-leerlingen is in vergelijking met 2010 met 41 gedaald. ▪Het deelnamepercentage SO in de regio 23-05 Ligt in 2011 met 55 leerlingen nadrukkelijk boven het landelijk gemiddelde, terwijl het aantal LGF-leerlingen ver boven het landelijk gemiddelde ligt (187 leerlingen). Uitgesplitst over de 9 gemeenten ziet het beeld er als volgt uit:
SO % LGF %
Kampen
Raalte
Olst/Wijhe
Staphorst
Zw. waterland
Zwolle
Hattem
Heerde
Oldebroek
Gem. SWV
Gem. NL
2.38 1.68
1.84 1,89
1.43 1.67
0.51 2.04
1.47 0.68
1.84 1.73
1.37 1.71
1.34 1.22
2.19 1.68
1.85 1.65
1.66 1.01
Indien een gemeente zowel op LGF als deelname SO hoger ligt dan het landelijk gemiddelde is de gemeente rood gekleurd, bij op of onder het landelijk gemiddelde is de gemeente groen gekleurd. Oranje is gebruikt indien één van de deelnamepercentages (in ons geval is dat dus LGF) hoger ligt dan het landelijk gemiddelde. Bron: uitreik ministerie van OCW – oktober 2012 Conclusies: ▪Deelnamepercentage SO: In vergelijking met het Landelijk Gemiddelde kent het SWV 23-05 een hoger deelnamepercentage (1.85↔1.66). In de gemeenten Kampen en Oldebroek ligt het deelnamepercentage SO aanmerkelijk hoger dan in de andere 7 gemeenten en tevens hoger dan het landelijk gemiddelde. (Kampen 2.38↔1.66/ Oldebroek 2.19↔1.66). ▪LGF-leerlingen: Er is een fors verschil tussen het landelijk percentage (1.01) en het percentage van het SWV 23-05 (1.65). Dit verschil is ontstaan, doordat in 7 van de 9 deelnemende gemeenten het percentage LGF-leerlingen beduidend hoger ligt dan het landelijk gemiddelde. In de gemeenten Kampen en Oldebroek liggen beide percentages (ver) boven het landelijk gemiddelde. 2.3
Strategisch beleid
De autonomievergroting van schoolbesturen en de deregulering van het overheidsbeleid betekenen voor schoolbesturen en samenwerkingsverbanden niet alleen een grotere beleidsruimte maar ook een grotere verantwoordelijkheid en grotere financiële risico’s. Indien er door onverwachte ontwikkelingen tekorten bij een samenwerkingsverband zouden ontstaan, bijvoorbeeld door plotseling fors toegenomen grensverkeer, dan dienen de aangesloten besturen de tekorten aan te zuiveren. Het bestuur van het samenwerkingsverband stelt zich op het standpunt dat de aangesloten besturen en scholen erop mogen vertrouwen dat een situatie als hierboven geschetst zich nooit zal voordoen en kiest daarom voor
een solide financieel beleid. Het beleid is er dan ook op gericht over een dusdanige financiële buffer te beschikken dat ook omvangrijke tegenvallers kunnen worden opgevangen.
2.3.1
Visie
Vanaf 2005 is het onderwijsveld en de overheid betrokken bij het ondersteuningsbeleid als onderdeel van het verbeteren en versterken van de kwaliteit van het onderwijs. Na beleidsimpulsen van de bewindslieden Van der Hoeve, Dijksma en Van Bijsterveld is er per november 2012 sprake van wetgeving. In meerdere wetten zijn grote aantallen wijzigingen aangebracht. In veel gevallen zo ingrijpend van aard dat van een stelselwijziging sprake is. Eén van die wijzigingen betreft de vorming van samenwerkingsverbanden passend onderwijs (in het vervolg SWV). De wetgever heeft bepaald dat de scholen voor (speciaal) basisonderwijs en de scholen voor speciaal onderwijs gezamenlijk vorm en inhoud moeten geven aan een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen scholen en wel zodanig dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en dat leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Regio 23-05 PO gaat bij het nieuw te vormen samenwerkingsverband (SWV) Passend onderwijs uit van een decentrale aanpak. Hiermee wordt bedoeld dat de schoolbesturen in het SWV graag de eigen bestuurlijke verantwoordelijkheid willen behouden. De schoolbesturen van SWV 23-05 beseffen terdege dat zij zorgplicht krijgen en dus verantwoordelijk worden voor een passende plek voor iedere leerling. Eveneens leeft het besef dat de kwaliteit van het onderwijs en de daarbij horende zorg een zaak van het schoolbestuur is. Er is ook het besef dat een schoolbestuur de doelstellingen van passend onderwijs niet alleen kan realiseren. De decentrale aanpak waarvoor in onze regio is gekozen wordt zichtbaar gemaakt in het opereren in 6 deelregio’s. Deze deelregio’s vallen in hoge mate samen met de huidige samenwerkingsverbanden WSNS. De onderwijsleersituatie van kinderen staat centraal. Passende onderwijsondersteuning wordt dagelijks door vele leerkrachten gerealiseerd. Planmatig werken en opbrengstgericht werken is in het onderwijs van groot belang (eruit halen wat erin zit). Veel kan de leerkracht of de school zelf, maar vaak is er iets extra’s (of soms ook heel veel) nodig. Een vloeiend continuüm van onderwijsondersteuning (met arrangementen in het reguliere en in kwalitatief hoogstaand speciale arrangementen) is een groot goed.
2.3.2
Samenhang met andere beleidsterreinen
De ondersteuning voor leerlingen met een extra zorgbehoefte dient binnen de gemeenten goed afgestemd zijn met de ondersteuning vanuit het bredere (jeugd)zorgdomein; één kind, één gezin, één plan. Dit moet voorkomen dat kinderen met onderwijsoverstijgende problemen voortijdig de school verlaten of maatschappelijk uitvallen. Samenwerking tussen onderwijs en zorg is een vereiste om kinderen te ondersteunen bij het opgroeien en leraren en ouders te ondersteunen bij het opvoeden en onderwijzen. Het succes van passend onderwijs hangt nauw samen met de mate waarin scholen erin slagen tot een vruchtbare samenwerking met gemeenten te komen. De gemeente is immers verantwoordelijk voor de uitvoering van de leerplicht, RMC-functie, Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en op termijn ook het jeugdzorgdomein en de regeling Werken naar vermogen voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Omdat het vaak om dezelfde jongere gaat is, samenwerking tussen onderwijs, zorg en gemeenten van belang. De samenwerking die de afgelopen jaren op veel plaatsen is ontstaan met het speciaal onderwijs en zorgpartners in zorgteams en ZAT’s en de daarvoor benodigde samenwerking met gemeenten bieden hiervoor een goede basis. Wel vragen de veranderende rol van het speciaal onderwijs en de schaalgrootte van de samenwerkingsverbanden om nieuwe afwegingen. Afwegingen die gaan over waar de vaststelling van het ontwikkelingsperspectief, de ondersteuningsbehoeften van leerling-leerkracht-ouders, de behoefte aan opvoeden opgroeiondersteuning, de zorgtoewijzing en de afspraken met gemeenten het meest efficiënt gemaakt kunnen worden. De school- en thuisnabijheid van de plaats waar de beoordeling van de zorgbehoeften en de inzet van zorg georganiseerd worden kunnen daarvoor richtinggevend zijn.
2.3.3
Doelen voor kwaliteitsverbetering van de zorgvoorzieningen
Centrale doelstelling is dat de schoolbesturen samenwerking zoeken en uitgaan van solidariteit als het gaat om een dekkend net van arrangementen voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven. Er geldt daarbij acceptatieplicht t.a.v. kleine schoolbesturen. Een dekkend netwerk van ondersteuningsarrangementen is uiteindelijk een resultaatverplichting van het SWV. Subdoelen: ▪ Het continuüm aan ondersteuningsarrangementen (in het bijzonder als het om de oplossingen in het SO gaat) is overzichtelijk en algemeen toegankelijk.
▪ ▪ ▪
▪ ▪ ▪
2.4
Samenwerkingsrelaties tussen schoolbesturen kunnen in werkunits worden vormgegeven. Bestuurlijke efficiëntie en vermindering van overbodige bureaucratie zijn daarbij leidend. Samenwerking is gericht op het realiseren van de zorgplicht en de aanwezigheid van ondersteuningsarrangementen van voldoende kwaliteit. De schoolbesturen leggen verantwoording af over de besteding van de middelen lichte en zware ondersteuning. Zij zijn zelf financieel verantwoordelijk voor – eventuele – verwijzingen naar het SBO en het SO, met inachtneming van een aantal gezamenlijk af te spreken onderwerpen. Voor een specifieke groep kinderen geldt een solidariteitsfonds. De kwaliteit van de basisondersteuning (dat wat elke school wordt geacht te kennen en te kunnen) wordt vastgesteld op het niveau van het toetsingskader van de inspectie. Schoolbesturen leggen naar elkaar en naar het SWV verantwoording af over de kwaliteit van de basis- en de extra ondersteuning. Toewijzing naar S(B)O voorzieningen en andere vormen van extra ondersteuning moet voor ouders transparant zijn. Toewijzing van extra ondersteuning (inclusief het SO) is de inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheid van het schoolbestuur.
Resultaten van het tot nu toe gevoerde beleid
De besturen in het SWV zijn eind 2011 gestart met een traject van elkaar leren kennen, het met elkaar over een gezamenlijke visie spreken en hebben aan de hand van een plan van aanpak hard gewerkt om zorg te dragen voor een sluitende aanpak in onze regio. Inmiddels is er een werkorganisatie ingericht De regiefunctie ligt bij de werkgroep Bestuur en Organisatie. Er is sprake van een brede vertegenwoordiging. De werkgroep Bestuur en Organisatie heeft een dubbelfunctie: én werkgroep én regiegroep. De overige werkgroepen hebben een uitvoerende taak op specifieke onderdelen. Zij rapporteren en adviseren daarover aan de regiegroep (met een onafhankelijk voorzitter). De werkgroepen bereiden op deelgebieden adviezen voor ten behoeve van de regiegroep, die op basis daarvan concept-besluiten voorbereidt ter bespreking met alle schoolbesturen. Werkwijze regie- en werkgroepen: De regiegroep wordt ondersteund door 4 werkgroepen: 1. Bestuur en Organisatie, 2. Schoolondersteuningsprofiel, 3. Arrangeren, 4. Kengetallen en Financiën. De complexiteit van de onderwerpen maakt het soms noodzakelijk dat aan eenzelfde thema in twee werkgroepen wordt gewerkt, of dat een (half)product eerst nog aan een andere werkgroep wordt voorgelegd voordat het aan de regiegroep wordt aangeboden. 2.5
Inrichting en organisatie
De 31 schoolbesturen hebben de besluitvormende taak. Besluiten worden genomen met consensus. Alle 31 besturen voor PO en SO in onze regio zijn via een aansluitingsovereenkomst aangesloten bij de stichting 23-05 PO. Het bestuur functioneert als toezichthouder, de manager als bestuurder. De manager is verantwoordelijk voor een aantal functies: A. Communicatie en beleidsontwikkeling - het gaat hierbij om de communicatie voor ouders en externe partijen en vooral ook om de informatie over de ondersteuningsstructuur van 23-05. SWV regio 23-05 zal voor deze functie een website hanteren die een duidelijk beeld geeft van de ondersteuningsstructuur. Daarnaast zal er minimaal 1 x per 4 jaar een ondersteuningsplan moeten worden opgesteld (beleidsvoorbereidende functie). B. Beleidsuitvoering: monitoring en financiën - Bij deze functie kan gedacht worden aan de planning en control cyclus, de verantwoording van de inzet van middelen (via de schoolbesturen) en de begroting. Monitoring heeft betrekking op de leerlingenstromen en de kwalitatieve ontwikkelingen, een PDCA cyclus en een P&C cyclus. C. Toewijzingsfunctie - 23-05 kent een centrale commissie voor de zgn. onderinstroom.
Organogram:
Bestuur SWV bestuur= toezicht manager=bestuurder
Communicatie en beleidsontwikkeling
Beleidsuitvoering
Toewijzingsfunctie
Projectbegeleiding: De projectbegeleiding wordt door de regiegroep steeds in fasen uitbesteed aan een extern specialist op dit terrein. Betrokkene is verantwoordelijk voor de inhoudelijke agendering in de 4 werkgroepen en verzorgt de verslaglegging. Tevens ondersteunt en adviseert hij de regiegroep, waaraan hij ook resultaat-verantwoordelijk is. Intranet: Met ingang van het schooljaar 2012-2013 is de werkorganisatie gaan werken met een Intranet voorziening.
Beëindiging werkzaamheden regiegroep: Wanneer er definitieve besluitvorming is geweest over de in- en oprichting van het nieuwe samenwerkingsverband en over het concept-ondersteuningsplan, wordt de regiegroep opgeheven en worden de leden ervan gedechargeerd. Organogram:
Middelen: Vanuit het voormalige veldinitiatief zijn de aan het PO toekomende resterende middelen van dat veldinitiatief opgenomen in de begroting van het implementatieproces nieuw samenwerkingsverband 23-05. Er is een regeling verschenen waarbij de regeling implementatie passend onderwijs (de zogenaamde ‘tientjes regeling’) wordt verlengd. De regiegroep laat de middelen beheren door het onderwijskantoor Meppel. De volgende verdeelsleutel is gehanteerd m.b.t. de tientjesregeling: 1/3 deel van het beschikbaar gestelde budget wordt toegevoegd aan het invoeringsbudget. 2/3 deel wordt uitgekeerd als doeluitkering aan de 31 besturen (naar rato van het aantal leerlingen op 1-102011). Over de besteding van dit 2/3 deel dient verantwoording te worden afgelegd aan de regiegroep. Tijdpad: Per 1 augustus 2014 zal er sprake zijn van een aantal stevige wijzigingen in de WPO en WEC als het gaat om zorgplicht voor het schoolbestuur en de verantwoordelijkheden in een nieuw samenwerkingsverband (in het vervolg SWV) voor gezamenlijke schoolbesturen. Een belangrijke mijlpaal is de vorming van een rechtspersoon die per uiterlijk 1 november 2013 moet zijn gerealiseerd. De volgende mijlpaal is 1 februari 2014, de datum waarop het ondersteuningsplan voor dient te liggen bij de ondersteuningsplanraad. Tot slot moet voor 1 mei 2014 het ondersteuningsplan naar de inspectie worden verzonden.
HOOFDSTUK 3:
3.1
SWV WSNS KAMPEN E.O. REGIO 16-05
Deelnemende besturen
Het SWV WSNS “Kampen” is een stichting. De besturen van de basisscholen die zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband. Zij houden toezicht op het operationeel bestuur van het samenwerkingsverband. De coördinatie van de activiteiten binnen het samenwerkingsverband Unit Kampen is opgedragen aan drie coördinatoren. De deelnemende besturen in het Samenwerkingsverband Kampen e.o. per 1 augustus 2012 zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
3.1.1.
Schoolvereniging IRIS" Vereniging voor Christelijk Onderwijs te Kampen Postbus 1014 8260 BA Kampen. Hervormde Vereniging voor Christelijk Onderwijs IJsselmuiden Plasweg 66 8271 CK IJsselmuiden Bestuur van de stichting PC SO/VSO voor Kampen e.o Postbus 84 8260 AB Kampen Stichting voor primair onderwijs Aves Postbus 33 8300 AA Emmeloord Stichting Openbaar Onderwijs Kampen Troelstrasingel 3 8262 SX Kampen Het bestuur
Het bestuur van het samenwerkingsverband wordt gevormd door vertegenwoordigers van de aangesloten schoolbesturen. Het bestuur bestaat uit maximaal vijf personen. De vertegenwoordiging en de werkwijze van het bestuur zijn vastgelegd in de statuten en het huishoudelijk reglement van de stichting. De leden van het bestuur bepalen in onderling overleg de taakverdeling, tenzij de statuten van het samenwerkingsverband anders bepalen. Binnen het bestuur dient expertise op het gebied van het (primair) onderwijsbeleid, het financieel beleid en het personeelsbeleid aanwezig te zijn. 3.1.2.
Het Coördinatieteam
Het Coördinatieteam geeft, gemandateerd door het bestuur, leiding aan de dagelijkse gang van zaken in het samenwerkingsverband. Het is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, de uitvoering en de voorbereiding van de evaluatie van het zorgbeleid. Het Coördinatieteam (CT) bestaat uit 3 coördinatoren. Voor de werkzaamheden staat elke coördinator 0,348 wtf per week ter beschikking. De benoeming van de coördinatoren geschiedt door het bestuur. De benoeming geschiedt voor een periode van twee jaar met een mogelijkheid tot verlenging.
3.1.3.
Centrale Dienst
In de wet op het primair onderwijs is opgenomen dat de gezamenlijke zorgmiddelen van de basisscholen worden toegekend aan de Centrale Dienst van het samenwerkingsverband. De inzet van die middelen wordt verantwoord in het zorgplan. De Centrale Dienst heeft alle mogelijkheden van verbruik en overdracht die ook een school heeft. Dat alles dient te gebeuren op basis van het vastgestelde zorgplan. De beheersmatige kant en de uitvoering van de taken van de Centrale Dienst zijn ondergebracht bij een extern administratiekantoor.
3.2
Kengetallen van SWV WSNS Kampen regio 16-05
Kennis van kwantitatieve ontwikkelingen, in- en uitstroom van leerlingen in de bij het samenwerkingsverband behorende scholen is een voorwaarde om adequaat zo nodig beleidsmatige bijsturing te realiseren. In het SWV werd met ingang van het cursusjaar 2007-2008 een begin gemaakt met het systematisch verzamelen van kengetallen. Daarnaast stelt het bestuur een aanvullende lijst op van gegevens over de ontwikkelingen rond scholen en leerlingen binnen het samenwerkingsverband. In het jaarverslag worden de relevante gegevens en de opbrengsten van het beleid vermeld. Het bestuur van het samenwerkingsverband kan op basis van de verzamelde gegevens richtinggevende uitspraken doen:
-
toewijzen van minder of juist meer zorgmiddelen naar basisscholen ondersteuning-/professionaliseringstrajecten voor IB-ers en leerkrachten Inrichting van de bovenschoolse zorg
Doorverwijzingen naar Trimaran
onderinstroom grensverkeer Iris OOK HIJ Aves BaO GG SO 2 SO 3 SO 4 verhuizing
2012 3 6 8 6 1 1 2 1
2010 2 7 5 4 2
2009 6 9 6 1
1 1
6 1 35
3.3
2011 5 5 6 5 1 1
2008 8 7 8 5 1 3 1 1 2
1 23
23
22
36
Strategisch beleid
Het strategisch beleidsplan is de basis waarop het zorgbeleid van het SWV Kampen gebouwd is. In dit plan zijn een aantal beleidsuitgangspunten geformuleerd die als vertrekpunt dienen voor activiteiten in de komende jaren. De activiteiten in de komende zorgplannen zullen voort moeten vloeien uit het strategisch beleid, zoals dat in dit plan geformuleerd wordt. Tevens geeft het aan besturen en directies van basisscholen de mogelijkheid verbinding te leggen naar het eigen schoolplan. Aangezien de ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband en ontwikkelingen op schoolniveau in elkaars verlengde moeten liggen is het van belang dat er gezamenlijke uitgangspunten zijn geformuleerd. De visie die in het strategisch beleidsplan neergelegd is, komt voort uit signalen vanuit het veld en landelijke ontwikkelingen. Missie: Binnen het SW Kampen werken leerkrachten, ib-ers, directeuren, bestuurders en andere professionals aan één centrale opdracht: “Het inrichten van een structuur waarbij elke leerling die ondersteuning krijgt die hij/zij nodig heeft om een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen. “ Vanuit deze missie wil het SWV impulsen geven op zorggebied, teneinde de kwaliteit van het onderwijs verder te ontwikkelen. Iedere school is autonoom op het gebied van zorg, maar zoekt samenwerking met anderen binnen het SWV om zich verder te versterken. Deze samenwerking is een middel en geen doel op zichzelf. Daarbij wordt het onderhouden van netwerken als middel gezien deze onderlinge samenwerking te versterken. Doel: Het doel is om de ontwikkelingsmogelijkheden en het welbevinden van (zorg)leerlingen in het basisonderwijs te vergroten. Bijkomend effect hiervan kan zijn het aantal verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs te verminderen. 3.3.1
Visie
Uitgangspunt van ons onderwijs is dat we accepteren dat kinderen verschillen. Het kind dient het uitgangspunt te zijn van ons onderwijs. Door in te gaan op de onderwijsbehoeften van kinderen wordt de noodzaak van gedifferentieerd en flexibel (handelingsgericht) werken duidelijk. We dienen ons onderwijs af te stemmen op de behoeften en mogelijkheden van alle leerlingen. Het kind staat hierbij dus centraal. De groepsleerkracht speelt de centrale rol in de leerlingenzorg. Hij/zij is verantwoordelijk voor de kinderen in de groep. De leerkracht wordt uitgedaagd om aan verschillen tegemoet te komen. Niet door ze op te heffen of te
verkleinen, maar door alle leerlingen onderwijs te geven dat wat vorm, inhoud en planning het best bij hun mogelijkheden en behoeften aansluit. De leerkracht is eigenaar van de problemen/ondersteuningsvragen die zich in dit verband voordoen. Hij/zij vraagt en regisseert de hulp die noodzakelijk is om hieraan tegemoet te komen. Deze opstelling biedt kansen, maar betekent ook verantwoordelijkheid en daarmee onzekerheid. Kindkenmerken gelden niet uitsluitend als alibi voor gebrek aan succes. Aangrijpingspunten voor het tegemoet komen aan ondersteuningsvragen van kinderen zijn de onderwijsleersituatie en het pedagogisch didactisch handelen van de leerkracht, waarbij het legitiem is dat een leerkracht grenzen heeft. Kinderen benaderen vanuit onderwijsbehoeften kan consequenties hebben voor het schoolconcept. Om hierbij tot wel overwogen keuzen te komen is beleidsvorming noodzakelijk. Scholen in ons SWV functioneren relatief autonoom; verschillen tussen kinderen en scholen is uitgangpunt voor de vormgeving van ons onderwijs. We streven naar een optimaal onderwijsaanbod voor alle kinderen, zoveel mogelijk thuisnabij. Binnen ons SWV zijn we samen verantwoordelijk voor die zorg, ook voor een brede voorziening voor het SBO. 3.3.2.
Samenhang met andere beleidsterreinen
Het beleid van het SWV heeft raakvlakken met vele andere beleidsterreinen: lokaal onderwijsbeleid, ontwikkeling Centra voor jeugd een Gezin, jeugdhulpverlening, de ontwikkelingen binnen het VO, Voor en Vroegschoolse Educatie etc. Het SWV streeft naar een integratie van de verschillende ontwikkelingen. Er worden door het SWV initiatieven ontplooid om beleidsontwikkelingen op elkaar af te stemmen. Het streven hierbij is om verantwoordelijkheden daar neer te leggen waar ze thuis horen. Het SWV wil zich niet beperken tot de leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte binnen het onderwijs, maar wil ook op beleidsterreinen die raakvlakken hebben met het Samenwerkingsverband, actief beleid mee helpen ontwikkelen. Bij alle ontwikkelingen die binnen het SWV plaatsvinden en die een relatie met onderwijs hebben, zal beoordeeld worden of en hoe het SWV een actieve dan wel ondersteunende rol kan of moet hebben.
3.3.3
Doelen voor kwaliteitsverbetering van de zorgvoorzieningen
Om inzicht te krijgen in de kwaliteit en de zorgvoorzieningen die er zijn bij de verschillende scholen is het CT een project gestart waarbij enerzijds voorlichting gegeven wordt over passend onderwijs: wat betekent dit voor de leerkracht voor de groep en anderzijds wat is de kwaliteit en de expertise van de leerkrachten, scholen en besturen. Het CT is van mening dat de beelden over passend onderwijs bij de verschillende scholen heel divers zijn. Tussen en in de schoolteams zullen veel verschillen zijn als het gaat om feitelijke kennis en opvattingen over passend onderwijs. In het schooljaar 2012-2013 zijn de volgende acties ondernomen: Nov. 2012 – jan. 2013 project in samenwerking met Henk Keesenberg. Doel: De teams van de verantwoordelijke besturen van de juiste en gelijke informatie te voorzien. De voorlichting wordt in zijn geheel gericht op de leerkracht: m.a.w. de man/vrouw op de werkvloer. Op deze wijze vooroordelen en misvattingen over passend onderwijs die er mogelijk leven binnen schoolteams weg te nemen en de cultuur positief te beïnvloeden (de teams in beweging krijgen). December 2012 Voorlichting door Petra Heegsma voor alle directeuren en ib-ers over het invullen van Q3. Doel: zicht krijgen op het basisprofiel en het ondersteuningsprofiel van alle scholen binnen het SWV. Maart 2013. Alle scholen hebben het Q3 model ingevuld. Het model bestaat uit de volgende onderdelen: − Een korte typering van de school − De kwaliteit van de basisondersteuning − De deskundigheid voor extra ondersteuning waarover de school beschikt − De voorzieningen die de school heeft om leerlingen extra ondersteuning te bieden. De scholen ontvangen een schoolrapportage met daarin een terugkoppeling van de ingevulde gegevens. Het rapport bevat een toelichting op het profiel, geeft een inzicht in de kwaliteit van de basisondersteuning, geeft een beeld van de beschikbare deskundigheid in en om de school en van de (zorg)voorzieningen.
Daarnaast is een aantal kengetallen van de school opgenomen. Deze informatie wordt voor de eigen school teruggekoppeld. Tevens worden de scores van het SWV of het bestuur als geheel teruggekoppeld, zodat de school zich kan vergelijken met het algemene beeld. 20 maart 2013 Presentatie van de uitslagen voor directeuren en ib-ers van het samenwerkingsverband. Doel: het opstellen van een ontwikkelagenda per school. Doel CT: het maken van een passend scholingsaanbod. april- juni 2013 Het profiel en de ontwikkelagenda worden voorgelegd aan de MR van alle scholen en er komt een samenvatting van het schoolondersteuningsprofiel in de schoolgids. Zodra de ontwikkelingen in het SWV 23-05 en in het deelverband Kampen helder en concreet zijn omschreven, zullen nadere beleidsvoornemens worden geformuleerd. Dit Plan van Aanpak zal als bijlage worden toegevoegd bij dit zorgplan
3.4
Resultaten van het tot nu toe gevoerde beleid
Alle scholen hebben de voorlichting van Henk Keesenberg gehad en alle leerkrachten hebben de kijkwijzer ingevuld en beeld gekregen wat passend onderwijs betekent voor de man/vrouw voor de klas. Het basisprofiel en het ondersteuningsprofiel zijn per school in kaart gebracht en naar aanleiding hiervan is er een ontwikkelagenda op schoolniveau opgesteld.
3.5
Inrichting en organisatie
Het bestuur van het SWV wordt gevormd door vertegenwoordigers van de aangesloten schoolbesturen. Het Coördinatieteam is belast met de uitvoerende taken. Het SWV kent vanaf cursusjaar 2013-2014 nog één kennisgroep: Netwerk Intern begeleiding: Taak: de onderwijskwaliteit in het samenwerkingsverband verbeteren door bijeenkomsten die naast het actualiseren van ontwikkelingen op het gebied van zorg en scholing ook ruimte bieden aan intervisie. In het cursusjaar 2013-2014 zal er een heroriëntatie plaatsvinden op de organisatie en inrichting van kennisgroepen.
HOOFDSTUK 4: DE ZORGSTRUCTUUR VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND 4.1
Passend onderwijs
De samenwerkingsverbanden WSNS zijn gestart in 1997 en wettelijk verankerd in de WPO. Vooral de laatste jaren is gewerkt aan aanpassingen en herijkingen van het WSNS-beleid onder de titel “Passend onderwijs”. In november 2009 resulteerde dit in voorlopige voorstellen voor concrete wijzigingen. Op 9 oktober 2012 zijn de wetsvoorstellen passend onderwijs en kwaliteit speciaal en voortgezet speciaal onderwijs ((v)so) door de Eerste Kamer aanvaard. Hiermee is de keuze gemaakt voor een nieuw stelsel voor extra ondersteuning in het onderwijs en voor een betere borging van de kwaliteit van het (v)so. Oorspronkelijk was de planning om passend onderwijs vanaf 1 augustus 2013 in werking te laten treden. Uiteindelijk is ervoor gekozen om één jaar extra de tijd te nemen voor de invoering van passend onderwijs. Dit betekent dat passend onderwijs in werking treedt vanaf 1 augustus 2014. De wet kwaliteit (v)so treedt grotendeels vanaf 1 augustus 2013 in werking. De komende periode wordt benut voor een zorgvuldige en gedegen voorbereiding op de invoering van beide wetten. In het toekomstige stelsel krijgen de nieuwe samenwerkingsverbanden passend onderwijs, waarin het regulier en (voortgezet) speciaal onderwijs met elkaar samenwerken, een sleutelrol. De afgelopen periode zijn deze samenwerkingsverbanden (23-05) in oprichting al aan de slag gegaan met de voorbereiding op de invoering van passend onderwijs. Per 01-08-2014 houdt het samenwerkingsverband WSNS Kampen e.o. op te bestaan en wordt een nieuw samenwerkingsverband Passend onderwijs ingericht. Hier nemen de besturen OOK, IRIS, Hervormde Vereniging voor Christelijk Onderwijs IJsselmuiden, het bestuur van de stichting PC SO/VSO Kampen e.o en Aves aan deel. 4.1.1
Visie op passend onderwijs
Onderwijs en ondersteuning moeten aansluiten op de ontwikkeling van het kind, de mogelijkheden van het personeel en de wensen van de ouders. Kan een school niet aan de wensen van de ouders voldoen dan wordt nagegaan welke school in het nieuwe SWV dit wel kan. De gezamenlijke schoolbesturen hebben hun onderwijsbeleid zo ingericht dat er voor alle leerlingen in die lokale /regionale situatie een passend onderwijsarrangement en een dekkend aanbod van onderwijszorg is. Passende onderwijsondersteuning wordt dagelijks door vele leerkrachten gerealiseerd. Planmatig werken en opbrengstgericht werken is in het onderwijs van groot belang. Veel kan de leerkracht of de school zelf. Voor een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte en/of ingewikkelde onderwijsvragen wordt gestreefd naar een vloeiend continuüm van onderwijsondersteuning (met arrangementen in het reguliere en in kwalitatief hoogstaand speciale arrangementen).
4.1.2
Kernwaarden
Het bestuur karakteriseert de kernwaarden van het SWV met begrippen als solidariteit, openheid, en respect voor ieders autonomie en identiteit. Solidariteit, openheid en respect voor ieders autonomie en identiteit zijn geconcretiseerd in de verworvenheden van het SWV en zijn richtinggevend bij het denken over uitdagingen en kansen. Verworvenheden van het SWV in het kader van solidariteit: -Wij werken samen. -Wij hebben een gedeelde visie op zorg. -Wij willen leren van elkaar. -Wij zorgen ervoor dat alle leerlingen binnen het SWV naar school gaan (zorgplicht).
In het kader van openheid: -Wij bieden ruimte voor eigenheid aan de professionals in de scholen. -Wij zien ouders als partners van de scholen. -Wij kunnen omgaan met verschillen in de opbrengsten van het onderwijs. -Wij evalueren en communiceren de opbrengsten en de resultaten van het onderwijs. -Wij rapporteren jaarlijks over de resultaten en opbrengsten van het onderwijs op het niveau van het SWV en maken daarbij gebruik van de beschikbare jaarverslagen van de aangesloten besturen. -Wij spreken elkaar aan op afspraken aangaande de kwaliteitszorg, rekening houdend met ieders autonomie.
In het kader van kwaliteit: -Wij stellen het werk van de leraar in de groep centraal. -Wij werken aan de kwaliteit van de interne begeleiding in de school. -Wij organiseren de zorg zo dicht mogelijk bij het kind. -Wij zorgen voor een sterke positie van de school in haar omgeving. -Wij hebben een gezamenlijk verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de kinderen en de kwaliteit het onderwijskundig handelen in de scholen (onderwijs zorgprofiel).
4.1.3
Uitgangspunten
1. Zorgplicht voor schoolbesturen Voorheen moesten ouders van een kind dat extra ondersteuning nodig heeft, zelf op zoek gaan naar een passende plek in het onderwijs. Met de invoering van de nieuwe plannen voor passend onderwijs wordt het een taak van de scholen om het kind een zo goed mogelijke plaats aan te bieden (zorgplicht). Dat kan een school zijn van het eigen bestuur, maar ook een school van een ander bestuur (denk aan nabijheid) of een speciale school (voor basisonderwijs). 2. Schaalvergroting samenwerkingsverbanden Om de zorgplicht waar te kunnen maken, moeten scholen met elkaar samenwerken. Om te zorgen voor een passende plek voor alle leerlingen in de regio is er een vaste, geografisch afgebakende, regionale indeling van samenwerkingsverbanden vastgesteld. Het SWV Kampen e.o. is na 01-08-2014 een deelverband van het regionale Samenwerkingsverband 23-05. 3. Nieuwe taken samenwerkingsverbanden De taken van het samenwerkingsverband gaan veranderen: De wijze waarop passend onderwijs kan worden gerealiseerd. De onderwijsondersteuningsprofielen van de scholen die deelnemen aan het samenwerkingsverband maken hier onderdeel van uit. Er worden afspraken gemaakt over de verdeling en besteding van zorgmiddelen. Er worden afspraken gemaakt over de toewijzing van ondersteuning voor leerlingen in het reguliere onderwijs. De procedure voor plaatsing in het sbo en de clusters 3 en 4 van het so. De plaatsing in het so, al dan niet rechtstreeks, vindt plaats via het samenwerkingsverband, zoals nu al geldt voor sbo-leerlingen. De manier waarop ouders worden geïnformeerd over de wijze waarop de zorg voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte is ingericht. 4. Van indicering naar handelingsgerichte zorgtoewijzing De huidige systematiek van indicering op belemmeringen wordt vervangen door een systematiek van handelingsgerichte toewijzing van ondersteuning. De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL), de Regionale Verwijzingscommissie (RVC), de Commissies voor Indicatiestelling speciaal onderwijs (CvI) en de Regionale expertisecentra (voorgezet) speciaal onderwijs (REC) verdwijnen uit de wet. De nieuwe samenwerkingsverbanden Passend onderwijs PO regelen zelf hoe de zorg aan scholen en leerlingen wordt toegewezen.
5. Ruimte en richting in beleid en middelen De nieuwe samenwerkingsverbanden krijgen de ruimte de zorg in te richten naar de eigen maat en visie. De middelen worden verruimd doordat de middelen van de ‘rugzakjes’ en de ambulante begeleiding speciaal onderwijs naar het samenwerkingsverband worden overgeheveld. Over de besteding van de middelen beslist het samenwerkingsverband. Het SWV wordt ook verantwoordelijk voor de plaatsing van leerlingen in het speciaal onderwijs en de terugplaatsing van leerlingen naar het (speciaal) basisonderwijs. Tegelijkertijd wordt aan deze vrijheid richting gegeven langs een aantal lijnen: ▪de eisen die eerder vermeld zijn voor de zorgplicht en het zorgplan; ▪het toezicht van de inspectie op het samenwerkingsverband op indicatoren zoals thuiszitters, leerlingenresultaten en doorstromingsgegevens, bestuurskracht, verdeling zorgmiddelen, zorgkwaliteit scholen, zorgdeskundigheid leraren, signalen die duiden op risico’s; ▪het referentiekader Passend onderwijs; ▪verantwoording van de middelen op schoolniveau en op het niveau van het samenwerkingsverband. 6. Verplichte samenwerking met partners Het samenwerkingsverband moet samenwerken met partners in de regio. Zo moet het zorgplan worden afgestemd met de gemeente en is samenwerking verplicht in de jeugdketen (CJG, GGD etc.). 7. Budgettering, verevening en taakstelling De middelen voor de nieuwe samenwerkingsverbanden worden gebaseerd op een budget voor lichte ondersteuning, gebaseerd op het aantal leerlingen in het basisonderwijs, en een budget voor zware ondersteuning, dat als basis het aantal leerlingen in het basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs heeft.
Tegelijkertijd worden de budgetten verevend. Dat betekent dat alle samenwerkingsverbanden op termijn evenveel budget ontvangen afhankelijk van het aantal (ongewogen) leerlingen. 8. Invoering van 2014 tot 2020 De invoering van Passend onderwijs zal plaats moeten vinden tussen 2014 en 2020. 9. In het schooljaar 2012-2013 is in het samenwerkingsverband een basisprofiel en een ondersteuningsprofiel van iedere school in kaart gebracht en is met behulp van het op maat samengesteld instrument Q3 nagegaan hoe de scholen er wat dit betreft voor staan. Dat heeft diverse ontwikkelpunten opgeleverd op de thema’s zorgteams, interne zorgstructuur en planmatig werken, ouders en de aansluiting met de voorschoolse voorzieningen. Met het formuleren en inventariseren van basiszorg en het opstellen van de inhoud van de ontwikkelagenda’s is de cruciale rol van de leraar nog eens onderstreept. De schoolbesturen hebben hierin een primaire taak; Het samenwerkingsverband (CT) komt op basis van de ontwikkelagenda’s met een scholingsaanbod. 10. Passend onderwijs vraagt helderheid wat betreft de (bestuurlijke) verantwoordelijkheden en de relatie tussen het bestuur van het SWV en de directie. De structuur van ons SWV wordt gekenmerkt door een stichtingsbestuur gekoppeld aan een Coördinatieteam met de daarbij behorende mandaten/delegaties. Ontwikkelingen op het terrein van de ondersteuning in het primair onderwijs vragen samenwerking die niet vrijblijvend is en die verantwoordelijkheden helder belegt. In het cursusjaar 2013-2014 zal het deelverband Kampen formeel vorm krijgen.
4.1.4
Passend onderwijs in de scholen/Samenwerkingsverband
Binnen het Samenwerkingsverband Kampen wordt handelingsgericht gewerkt. De zeven uitgangspunten van het handelingsgericht werken zijn: 1. Onderwijsbehoeften staan centraal 2. Het gaat om afstemming en wisselwerking (systeemdenken) 3. De leerkracht doet ertoe 4. Positieve aspecten zijn van groot belang 5. We werken constructief samen 6. Ons handelen is doelgericht 7. De werkwijze is systematisch en transparant. Belangrijk is dat er preventief ondersteuning wordt geboden aan leerkrachten, zodat zij kunnen aansluiten bij de onderwijsbehoeften van de leerling. In dit stappenplan wordt de route beschreven zoals die binnen het samenwerkingsverband gehanteerd wordt. Voor de dossiervorming is het van groot belang dat alle stappen van de leerlingbegeleiding schriftelijk worden vastgelegd en in een volgsysteem worden bijgehouden. Systematische beoordeling van de doelmatigheid van de geboden hulp is essentieel. Indien de aanpak niet tot de gewenste resultaten leidt, komt het probleem van het kind bij de leerlingbespreking aan de orde en wordt verdere ondersteuning voor diagnose en begeleiding van het kind ingeroepen. De ouders moeten hiertoe toestemming geven. 1. Waarnemen: De leerkracht signaleert dat een leerling specifieke onderwijsbehoeften heeft op didactisch of sociaal-emotioneel gebied. De leerkracht betrekt de ouders bij het begeleidings-/groepsplan voor de komende periode. 2. Begrijpen: In het groepsoverzicht beschrijft de leerkracht de onderwijsbehoeften van de leerling en bespreekt deze in de groepsbespreking met de intern begeleider. Bijv. Deze leerling heeft een leerkracht nodig die…, de leerling heeft instructie nodig die…, etc. 3. Plannen: De leerkracht stelt, eventueel met hulp van de intern begeleider, een groepsplan op met de doelen voor het basisaanbod voor de hele groep. Vervolgens worden leerlingen met gelijke onderwijsbehoeften geclusterd in subgroepen. De leerkracht formuleert voor deze subgroepen: a. Haalbare en concrete doelen voor de komende periode b. Op welke manier de doelen behaald gaan worden, n.a.v. de specifieke onderwijsbehoeften: welke middelen worden ingezet, wie gaat wat doen? c. De evaluatie: hoe worden de doelen aan het einde van de periode geëvalueerd? Zo nodig wordt er i.p.v. een groepsplan een individueel handelingsplan (groep 1 t/m 4) opgesteld, eventueel met een ontwikkelingsperspectief (groep 5 t/m 8). De leerkracht betrekt de ouders bij het begeleidingsplan voor de komende periode. 4. Realiseren: De leerkracht voert het groepsplan of het individuele handelingsplan uit zie bovenstaand). 5. Evalueren / waarnemen: De leerkracht evalueert het groepsplan of het individuele handelingsplan:
Zijn de doelen voor de leerling(en) gehaald? Ga dan alleen verder met de cyclus als er een nieuwe hulpvraag is. (stap 1-5) Zijn de doelen voor de leerling(en) niet gehaald? De leerkracht bespreekt de leerling(en) met de intern begeleider in de leerlingbespreking. (stap 6a) De leerkracht betrekt de ouders bij de resultaten en de hulpvraag voor de leerlingbespreking. 6A. Leerlingbespreking: De leerkracht formuleert een hulpvraag om te bespreken met de intern begeleider. De hulpvraag kan over het waarnemen, begrijpen, plannen of realiseren gaan of een combinatie daarvan. De hulpvraag wordt in de leerlingbespreking ingebracht: Komen de intern begeleider en de leerkracht tot een antwoord op de hulpvraag? Ga dan verder met de cyclus: begrijpen, plannen, realiseren, waarnemen. (stap 2-5). Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de deskundigheid van specialisten binnen de school, zoals een remedial teacher, lees- reken- of gedragsspecialist. Kan de hulpvraag in de leerlingbespreking niet beantwoord worden, wordt de leerling besproken in het MDO (Multi Disciplinair Overleg). De ouders maken deel uit van het MDO. De vormgeving van het MDO zal in het cursusjaar 2013-2014 verder ontwikkeld worden. Indien blijkt, dat de handelingsverlegenheid blijft, worden ouders hierover geïnformeerd en gezamenlijk wordt dan besloten de hulpvraag in te dienen bij het Bovenschools Onderwijs Loket (BOL). 6B. Inschakelen zorg vanuit het samenwerkingsverband: Het aanmeldingsformulier (indiceringsinstrument groene gedeelte) voor het BOL wordt ingediend. Bij het BOL worden de aanvragen geregistreerd en één van de coördinatoren van het SWV doet een intake met de aanvragende partij. De school ontvangt hierover een mail van het BOL. N.a.v. de intake zijn er twee routes: 1.Er volgen acties op schoolniveau. 2.Het dossier wordt ingebracht bij het BOL+. In het BOL+ participeren de leden van het reguliere Bovenschools Onderwijs Loket en een orthopedagoog. Tevens kan desgewenst additionele expertise betrokken worden (afhankelijk van het dossier). In het cursusjaar 2013-2014 zullen het BOL en de PCL in elkaar schuiven tot een BOL+. 7. De uitspraak van het BOL+ (PCL) kan leiden tot: Een onderwijsondersteuningsarrangement bedoeld voor inzet op de huidige school. Een onderwijsondersteuningsarrangement bedoeld voor inzet op een andere school binnen het SWV. Een beschikking voor een (tijdelijke) plaatsing op het speciaal basisonderwijs de Trimaran, via het BOL+ (PCL). Een arrangement voor (tijdelijke)plaatsing op een SO-school binnen de regio voor REC 4 of REC 3 (ZMLschool) via het BOL+ (PCL). Een indicatie voor plaatsing op een school buiten Kampen via het BOL+ (PCL). Plaatsing op een SO-school als het gaat om een REC 4-school buiten de regio, REC 3 LG-LZ, REC 2 of REC 1. 4.1.5
Passend onderwijs in regionaal perspectief
Als gevolg van de wet op Passend Onderwijs heeft een wijziging betreft de vorming van samenwerkingsverbanden passend onderwijs plaats gevonden. De wetgever heeft bepaald dat de scholen voor (speciaal) basisonderwijs en de scholen voor speciaal onderwijs gezamenlijk vorm en inhoud moeten geven aan een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen scholen en wel zodanig dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en dat leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Dit heeft geleid tot een schaalvergroting van 250 WSNS samenwerkingsverbanden naar ca. 75 Samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Het Samenwerkingsverband Kampen e.o. zal deel gaan uitmaken van de regio 23-05 PO. In dit nieuwe Samenwerkingsverband heeft men een keuze gemaakt voor een decentrale aanpak. Hiermee wordt bedoeld dat de schoolbesturen in het SWV graag de eigen bestuurlijke verantwoordelijkheid willen behouden. De schoolbesturen van SWV 23-05 beseffen dat zij zorgplicht krijgen en dus verantwoordelijk worden voor een passende plek voor iedere leerling. Eveneens leeft het besef dat de kwaliteit van het onderwijs en de daarbij horende zorg een zaak van het schoolbestuur is. Er is ook het besef dat een schoolbestuur de doelstellingen van passend onderwijs niet alleen kan realiseren. De decentrale aanpak waarvoor in onze regio is gekozen wordt zichtbaar gemaakt in het opereren in 6 deelregio’s. Deze deelregio’s vallen in hoge mate samen met de huidige samenwerkingsverbanden WSNS. De kerngedachte dat schoolbesturen verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van het onderwijs en dat het beleid van het SWV er op gericht moet zijn deze verantwoordelijkheid zo veel mogelijk te verstevigen heeft tot de volgende uitgangspunten geleid: ▪Het SWV voert een decentraal beleid uit en kent daardoor een minimale overhead.
▪Middelen (zowel de lichte als de zware ondersteuning) van het SWV gaan naar de aangesloten schoolbesturen, waarbij deze ondersteunings- en verwijzingsmiddelen in beginsel worden ingezet voor ondersteuning van het primaire proces. ▪De schoolbesturen leggen verantwoording af over de besteding van de middelen lichte en zware ondersteuning. Zij zijn zelf financieel verantwoordelijk voor – eventuele – verwijzingen naar het SBO en het SO, met inachtneming van een aantal gezamenlijk af te speken onderwerpen. Voor een specifieke groep kinderen geldt een solidariteitsfonds. ▪Centraal uitgangspunt is dat de schoolbesturen samenwerking zoeken en uitgaan van solidariteit als het gaat om een dekkend net van arrangementen voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven. Er geldt daarbij acceptatieplicht t.a.v. kleine schoolbesturen. ▪Een dekkend netwerk van ondersteuningsarrangementen is uiteindelijk een resultaatverplichting van het SWV. ▪Het continuüm aan ondersteuningsarrangementen (in het bijzonder als het om de oplossingen in het SO gaat) is overzichtelijk en algemeen toegankelijk. ▪Samenwerking is gericht op het realiseren van de zorgplicht en de aanwezigheid van ondersteuningsarrangementen van voldoende kwaliteit. ▪De kwaliteit van de basisondersteuning (dat wat elke school wordt geacht te kennen en te kunnen) wordt vastgesteld op het niveau van het toetsingskader van de inspectie. ▪Schoolbesturen leggen naar elkaar en naar het SWV verantwoording af over de kwaliteit van de basis- en de extra ondersteuning. ▪Toewijzing van extra ondersteuning (inclusief het SO) is de inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. ▪Toewijzing naar S(B)O voorzieningen en andere vormen van extra ondersteuning moet voor ouders transparant zijn. 4.1.6
Passend onderwijs en aanvullende voorzieningen
Het netwerk van intern begeleiders: De intern begeleider neemt in WSNS-verband namens de school deel aan een netwerk van interne begeleiders. Dit netwerk heeft een belangrijke plaats in het verband. Het netwerk is een groep van uitvoerders die elkaar helpen en directies en samenwerkingsverband adviseren over inrichting en ontwikkeling van de leerlingenzorg. Binnen het netwerk bestaat de mogelijkheid om collega's te consulteren, waaronder ook collega’s uit het SBO. Gezamenlijk kan scholing worden gevolgd. Samenvattend kan een dergelijk netwerk de volgende functies hebben: a. De verbetering van de leerlingenzorg door intervisie: - uitwisseling van ervaringen, materialen en kennis - uitwisselingsbezoeken bao/bao, bao/sbo en sbo/bao b. Bijdrage aan professionalisering door gezamenlijke scholing (uit het nascholings-budget van de eigen school of uit de middelen van het samenwerkingsverband). c. Versterking van de samenwerking. Hierdoor kan kennis worden gebundeld en een continuüm van zorg worden gerealiseerd. d. Signalering t.b.v. beleidsontwikkeling, o.a. door het geven van adviezen (gevraagd en ongevraagd) aan de directies. Intern begeleiders zijn uitstekend op de hoogte van de praktische uitvoering van de leerlingenzorg; bij de inrichting van de leerlingenzorg worden adviezen vanuit het netwerk nadrukkelijk meegenomen. Voor de plenaire netwerkbijeenkomsten worden 3 dagdelen per schooljaar gepland. De facilitering vindt plaats uit het zorgbudget. Dat wil zeggen, dat het een onderdeel is van de schoolinterne taak en faciliteiten van de IBer. Daarmee zijn de IB-ers ook gehouden aan het bijwonen van netwerkbijeenkomsten. 4.2
De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL)
De PCL heeft tot 01-08-2014 de wettelijk verplichte beoordelingsfunctie ten aanzien van de toelaatbaarheid tot de school voor speciaal basisonderwijs. Het is inmiddels duidelijk, dat de taken en verantwoordelijkheden van de huidige PCL op niveau van het deelverband in het kader van de inrichting van samenwerkingsverband 23-05 per 01-08-2014 worden overgenomen door het BOL+. Conform de afspraken binnen 23-05 zullen gedurende het lopende cursusjaar alle aanvragen voor het CVI (cluster 3 en 4) voortaan via de huidige PCL (straks BOL+) gaan lopen. De huidige PCL is ingesteld door de gezamenlijke bevoegde gezagsorganen van de scholen van het Samenwerkingsverband. In het Reglement van de PCL zijn de taken, de samenstelling, en de procedure besluitvorming en de bekostiging beschreven. Leerlingen die bij de PCL worden aangemeld uit voorschoolse voorzieningen (peuterzalen) kunnen slechts dan worden besproken als de ouders/verzorgers hebben aangegeven bij welke reguliere basisschool hun kind zou zijn aangemeld.
4.3
Zorg in de basisscholen: de taken en functies
De taak van de intern begeleider: In het zorgstructuur van het samenwerkingsverband vervult de intern begeleider een centrale rol. De intern begeleider is verantwoordelijk voor de invulling en uitvoering van het Handelingsgericht werken in de school. De eindverantwoordelijk ligt hiervan bij de directie van de school. Het coördineren van de leerlingenzorg is een taak geworden die er niet "zomaar” bij gedaan kan worden. Het dient een geoormerkte taak te zijn, met daaraan gerelateerde faciliteiten, zichtbaar gemaakt in het taakbeleid en gefaciliteerd vanuit het formatiebudget. Het samenwerkingsverband bekostigt een deel van de inzet van de intern begeleiders volgens het zorgplan. Voor de taak van de intern begeleider wordt een kwalitatief hoogwaardige scholing verwacht en een actuele bijscholing. In het kader van de ontwikkeling naar Passend Onderwijs zal de intern begeleider zich ook bezighouden met coaching van leerkrachten, in het bijzonder bij de begeleiding van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Niveau voor kennis en vaardigheden van de Intern Begeleider: Om als IB-er in het samenwerkingsverband te kunnen functioneren, moet iemand voldoen aan basiseisen wat betreft kennis en vaardigheid: ▪De IB-er heeft een opleiding interne begeleiding afgerond bij een van de erkende nascholingsinstituten; ▪De IB-er heeft actuele kennis van onderwijsontwikkelingen; ▪De IB-er kan een pedagogisch-didactisch onderzoek uitvoeren; ▪De IB-er kan diagnosticeren en analyseren aan de hand van deze onderzoeken; ▪De IB-er kan een Ontwikkelingsperspectief opstellen op het gebied van lezen, taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling, schrijven en werkhouding; ▪De IB-er kan de leerkracht begeleiding bieden bij de uitvoering van een groepsplan; ▪De IB-er kan de leerkracht coachen in de begeleiding van leerlingen met ondersteuningsbehoefte; ▪De IB-er kan gesprekken voeren met leerlingen, collega’s en ouders, met inbegrip van slechtnieuwsgesprekken; Het kan voorkomen dat een school tijdelijk niet over een IB-er met de bovenstaande kwalificaties beschikt. De school zal zich in dat geval middels scholingsaanbod inspannen zo spoedig mogelijk haar IB-er te voorzien van de betreffende kennis en vaardigheden.
De taak van de directie: De directeur is eindverantwoordelijk voor de zorg binnen de school. In dat kader zijn de volgende specifieke taken te onderscheiden: ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
De directeur laat zich informeren door alle bij de zorg betrokken personen. De directeur geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de bij de zorg betrokken personen. De directeur coördineert de ontwikkelingen op het gebied van de zorg. De directeur neemt besluiten m.b.t. zorg De directeur initieert veranderingen en ontwikkelingen, samen met de voor de zorg verantwoordelijke personen. De directeur heeft regulier overleg met de interne begeleiders en andere voor de zorg verantwoordelijke personen binnen de school. De directeur maakt de zorgparagrafen van het schoolplan en de schoolgids. De directeur stimuleert nascholing op het gebied van specifieke leerlingenzorg. De directeur onderhandelt en sluit contracten met externe zorginstanties. De directeur bewaakt het ontwikkelingsproces van de school, rekening houdend met het schoolconcept en het schoolplan. De directeur houdt zich op de hoogte van actuele ontwikkelingen m.b.t. onderwijsinnovaties. De directeur legt verantwoording af aan het bevoegd gezag. De directeur evalueert jaarlijks de zorg i.s.m. de IB’er en het team. In het kader van opbrengstgericht werken wordt er 2 x per cursusjaar een trendanalyse gemaakt. Deze trendanalyse wordt teambreed besproken. N.a.v. de trendanalyse worden er beleidsvoornemens geformuleerd.
4.4 Scholing Het CT stelt naar aanleiding van de ontwikkelagenda’s van de scholen een scholingsaanbod op. Dit aanbod is vraaggestuurd en zal in het cursusjaar 2013-2014 (gedeeltelijk) gefinancierd worden door het Samenwerkingsverband. Het scholingsaanbod zal als bijlage worden toegevoegd aan het zorgplan 2013-2014.
4.5
Het leerlingvolgsysteem (Parnassys)
Een leerling- en onderwijsvolgsysteem (Parnassys) is een concreet hulpmiddel voor het signaleren, registreren en de monitoring van vorderingen van leerlingen op individueel-, groeps- en schoolniveau. Het doel is om - naast het volgen van de ontwikkelingen van de groep, de subgroepen en de individuele leerling - op schoolniveau te kunnen beoordelen of het onderwijs het beoogde effect oplevert. Parnassys heeft een duidelijke meerwaarde bij de versterking van de eigen leerlingenzorg en de wederzijdse afstemming van bovenschoolse en interne leerlingenzorg. De verdere implementatie van Parnassys zal voor de komende jaren een nadrukkelijk speerpunt zijn in de ontwikkeling van het Samenwerkingsverband.
4.6
Meerjarenplanning.
Een meerjarenplanning zal worden opgesteld zodra de beleidsvoornemens zijn geformuleerd. Deze meerjarenplanning zal als bijlage worden toegevoegd aan het zorgplan 2013-2014.
4.7
Terugplaatsing leerling naar de basisschool
Het stimuleren van het terugplaatsen van leerlingen van de speciale basisschool naar de reguliere basisschool is altijd één van de doelstellingen van WSNS geweest en daarmee ook een belangrijke doelstelling van Passend Onderwijs. De SBO-school werkt er hard aan om hun leerlingen weer terug te brengen op niveau van de basisschool. Hierbij gaat het om verschillende ontwikkelingsterreinen: sociaal-emotionele ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling. De SBO-school inventariseert regelmatig welke leerlingen niet meer aan de verwijzingscriteria van de PCL (BOL+) voldoen. De directeur van de SBO-school stelt de ouders en de PCL (BOL+) hiervan op de hoogte. De SBO-school onderzoekt welke basisscholen kunnen voldoen aan de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de betreffende leerling. De SBO-school adviseert de ouders bij de schoolkeuze en de ouders melden hun kind aan. De basisschool stelt in overleg met de SBO-school en de ouders een handelingsplan op. Op basis van het handelingsplan kan, na aanvraag, de PCL (BOL+) een zorgarrangement verlenen voor de extra begeleiding die nodig is vanuit de SBO en voor de extra begeleiding door de basisschool zelf. Voor het realiseren van een succesvolle terugplaatsing is ambulante begeleiding vanuit de SBO-school gewenst. Extra begeleiding binnen de basisschool zelf kan het eerste jaar na de terugplaatsing noodzakelijk zijn. Bij de PCL (BOL+) kan extra formatie worden aangevraagd voor de begeleiding vanuit de SBO-school en voor extra zorg in de basisschool. Na 01-08-2014 zal de procedure m.b.t. terugplaatsing en overige toewijzing van de arrangementen nader vorm krijgen in verband met de invoering van Passend Onderwijs.
HOOFDSTUK 5:
BEGROTING VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND
begroting 2013
Onderwijsbureau Meppel/pj/7-11-2012
Swv WSNS Kampen (16.05) Kalenderjaarbegroting 2013 a. 2000 b. 2010 c. 2097-02 d. 2097-03 e. 2096 f. 2122
2015
2016
2017
660.840,83 32.220,79 53.472,63 21.112,14 4.500,00
669.098,09 32.622,94 26.736,31 21.112,14
673.128,61 32.817,87
674.194,50 32.870,35
678.604,87 33.084,58
21.112,14
21.112,14
21.112,14
772.146,38
749.569,47
727.058,62
728.176,99
732.801,59
Uitgaven Zorgvoorziening Facilitering intern begeleiders Overdracht sbo t.b.v. > 2% ll. Overdracht sbo t.b.v. 2-de teldatum Aanvullende overdracht Trimaran Collegiale consultatie Uitgaand grensverkeer Zorgvoorziening totaal
223.959,58 169.640,26 60.731,34 39.445,85 27.027,20 50.453,94 571.258,16
223.959,58 184.332,87 60.731,34 40.234,76 27.567,74 50.453,94 587.280,23
111.979,79 185.334,90 60.731,34 41.039,46 28.119,10 50.453,94 477.658,52
111.979,79 188.340,11 60.731,34 41.860,25 28.681,48 50.453,94 482.046,90
111.979,79 187.672,38 60.731,34 42.697,45 29.255,11 50.453,94 482.790,00
75.488,68 21.554,50 18.193,92 3.503,41 10.000,00 27.000,00 65.000,00 440,58 1.000,00 222.181,10
76.998,46 21.985,59 18.557,80 3.573,48 10.200,00 56.540,00 65.000,00 449,39 1.000,00 254.304,72
78.538,43 22.425,30 18.928,95 3.644,95 10.404,00 28.670,80
80.109,20 22.873,81 19.307,53 3.717,85 10.612,08 29.244,22
81.711,38 23.331,28 19.693,68 3.792,21 10.824,32 29.829,10
458,38 1.000,00 164.070,81
467,55 1.000,00 167.332,23
476,90 1.000,00 170.658,88
0,00 11.654,21 7.000,00 2.355,00 5.000,00 1.180,00 9.118,01 1.913,62 1.000,00 39.220,83
10.868,97 7.140,00 2.402,10 5.100,00 1.203,60 9.898,78 1.913,62 1.000,00 39.527,07
10.897,33 7.282,80 2.450,14 5.202,00 1.227,67 9.955,68 1.913,62 1.000,00 39.929,24
10.906,02 7.428,46 2.499,14 5.306,04 1.252,23 10.113,97 1.913,62 1.000,00 40.419,48
10.936,79 7.577,03 2.549,13 5.412,16 1.277,27 10.080,17 1.913,62 1.000,00 40.746,17
0,00 0,00 832.660,09 881.112,02 -60.513,71 -131.542,54 -60.513,71 -131.542,54
0,00 681.658,57 45.400,05
0,00 689.798,60 38.378,38
0,00 694.195,04 38.606,54
1. a. b. c. d. e. f.
4260 4260 4260 4260 4298 4258
2. a. b. c. d. e. f. g. h. i.
4212 4210 4214 4215 4263 4240 4242 4870 4990
Organisatie Coördinatieteam PCL Kennisgroepen Secretariaat Externe advisering/ondersteuning Studiekosten/cursusdagen Projecten Reiskosten collegiale consultatie Diversen Organisatie totaal
3. a. b. c. d. e. f. g. h. i.
4212 4891 4450 4210 4970 4990 4260 4260 4990
Materiele kosten Coördinatieteam Centrale dienst/beleidsondersteuning Huisvesting/exploitatie PCL/collegiale consult./kennisgroepen Representatiekosten Mat. Orthotheek Mat. instandhouding sbo >2% Mat. instandhouding sbo (2e teldatum) Diversen/onvoorzien Materiele kosten totaal
4.
2014
Inkomsten Zorgformatie Exploitatiekosten zorgcomponent MI Inkomsten i.v.m. uittreding Inkomend grensverkeer Rentegevend saldo en rente reserves Passend Onderwijs Inkomsten totaal
T.b.v. de reservering Uitgaven totaal Exploitatiesaldo T.l.v. de reservering
Swv Kampen en omgeving (16.05)
pagina 1 van 7
Begroting 2013
Onderwijsbureau Meppel/pj/7-11-2012
Toelichting begroting Centrale Dienst 2013 Inleiding Deze meerjarenbegroting betreft een kalenderjaarbegroting. Alle begrote inkomsten en uitgaven hebben in die zin betrekking op het kalenderjaar. De posten met betrekking tot de personele inkomsten en uitgaven zijn samengesteld op basis van twee schooljaarbegrotingen, namelijk: -
schooljaar 2012/2013: 7/12e deel (januari 2013 tot en met juli 2013);
schooljaar 2013/2014: 5/12e deel (augustus 2013 tot en met december 2013). Ten aanzien van de inkomsten betreft dit de begrotingsposten: a, c, d en f. Ten aanzien van de uitgaven betreft dit de begrotingsposten: 1b, 1c, en 1f. Het ministerie stelt de bedragen voor de personele bekostiging per schooljaar vast; de bedragen voor de materiële bekostiging worden per kalenderjaar vastgesteld. Elke schooljaarbegroting gaat uit van een leerlingenaantal van 1 oktober van het jaar voorafgaand aan de start van het schooljaar (de teldatum). Dit betreft de volgende kengetallen: Teldatum
bao
sbo
totaal
deelnamepercentage
1 oktober 2009
4.502
157
4.659
3,37%
1 oktober 2010
4.548
146
4.704
3,10%
1 oktober 2011
4.513
132
4.645
2,84%
1 oktober 2012
4.470
139
4.609
3,02%
1 oktober 2013
4.518
139
4.657
2,98%
1 oktober 2014
4.518
141
4.659
3,03%
1 oktober 2015
4.534
141
4.675
3,02%
1 oktober 2016
4.550
142
4.692
3,03%
I.v.m. de uitreding van meerdere scholen ontvangt het samenwerkingsverband middelen. Dit betreft: 2012/2013
2013/2014
Vereniging HS voor PCO te Genemuiden (swv De Brug):
€ 26.470,51
€ 13.235,25
Vereniging voor CNS Zalk (swv De Brug):
€
5.294,56
€ 2.647,28
Ned. Ger. Schoolvereniging Kampen-IJsselmuiden (swv De Brug):€
7.361,68
€ 3.680,84
Vereniging School met de Bijbel Kamperzeedijk (swv De Brug):
€
6.845,47
€ 3.422,74
Stichting Catent Zwolle (swv Catent):
€
7.500,41
€ 3.750,20
De overdracht vindt plaats op basis van het schooljaar. Om die reden zijn bovenstaand de bedragen per schooljaar opgenomen (i.v.m. de declaraties). Het bedrag opgenomen bij de inkomsten onder de begrotingspost c, betreft het totale bedrag dat in 2012 zal worden ontvangen (bij 12-maandelijkse betalingen). Inkomsten a.
Zorgformatie: € 660.840,83 (basis: aantal bao-ll. per 1 oktober 2011 en per 1 oktober 2012 x zorgformatie)
b.
Exploitatiekosten zorgplan: € 32.220,79
c.
Inkomsten i.v.m. uittreding: € 53.472,63
(basis: aantal bao-ll. per 1 oktober 2011 en per 1 oktober 2012 x MI) (zie tevens opmerking in de inleiding) d.
Inkomend grensverkeer: € 21.112,14 - schooljaar 2012/2013: 5 x €4.007,11 (zorgformatie) + 5 x € 213,42 (MI) - schooljaar 2013/2014: 5 x €4.007,41 (zorgformatie) + 5 x € 217,67 (MI)
e
Rentegevend saldo + rente reserves: € 4.500,-
Opmerking begrotingspost d: definitieve overdracht na vaststelling van grensverkeer (per 31-7-2013).
Swv Kampen en omgeving (16.05)
pagina 2 van 7
Begroting 2013
Onderwijsbureau Meppel/pj/7-11-2012
Uitgaven 1.
Zorgvoorziening
a.
Facilitering Intern Begeleiders: € 111.979,81 Opm.: beschikbaar zorgbudget, verdeeld over de scholen op basis van de volgende verdeling:
b.
Kalenderjaren: 2013 en 2014
2015
- 0 t/m99 lln.
€ 6.362,48
- 0 t/m 99 lln.
=
€ 3.181,24
- 100 t/m 149 lln. =
€ 8.271,24
- 100 t/m 149 lln. =
€ 4.135,62
- 150 en meer lln. =
€ 10.179,98
- 150 en meer lln. =
€ 5.089,99
=
Naast het feit dat het sbo voor 2% rechtstreeks wordt bekostigd, ontvangt zij van het SWV bekostiging voor alle leerlingen boven de 2 %. = € 169.640,26 - schooljaar 2012/2013: 39 leerlingen x 12,6 fre’s/195 x GPL) - schooljaar 2013/2014: 46 leerlingen x 12.6 fre’s/195 x GPL)
c.
Overdracht sbo t.b.v. 2-de teldatum (1 april) : € 60.731,34 - schooljaar 2012/2013: 11 leerlingen x 21,41 fre’s/195 x GPL) - schooljaar 2013/2014: 6 leerlingen x 21,41 fre’s/195 x GPL)
d.
Aanvullende overdracht Trimaran (02WY): € 39.445,85
e.
Collegiale consultatie: € 27.027,20 (640 uur x € 42,23)
(t.b.v. klassenassistent: wtf = 0,6359) - vanuit Sbo De Trimaran : 320 uur (op basis van declaratie) - Bao/Sbo f.
: 320 uur (op basis van declaratie/nabetaling)
Diversen (uitgaand grensverkeer): € 50.453,94 - schooljaar 2012/2013: 12 x €4.007,11 (zorgformatie) + 12 x € 213,42 (MI) - schooljaar 2013/2014: 12 x €4.007,41 (zorgformatie) + 12 x € 217,67 (MI)
Opmerking begrotingsposten b en c: Voor de invoering van de lumpsum financiering werden de salarissen rechtstreeks betaald door het ministerie van OCW. Om te kunnen bepalen op hoeveel formatie een school recht had, werd deze toegekend in formatierekeneenheden (fre). Een leerkracht LA kostte destijds 179 fre (wtf = 1,0000) en een leerkracht LB: 195 fre. Of een leerkracht nu oud of jong was, kort dan wel lang in het onderwijs werkzaam was, laag dan wel hoog in de schaal, voor de school maakte dat geen verschil. Ook samenwerkingsverbanden kregen de formatie in fre's toegekend, zo ook de formatie voor de zorg, te weten: 12,6 fre zorgformatie en 21,41 fre (zorgformatie + basisformatie). Om deze historie voor een ieder in het samenwerkingsverband duidelijk te houden, is in 2006 besloten om deze relatie zichtbaar te maken in de toelichting op de begroting. Opmerking begrotingspost f.: definitieve overdracht na vaststelling van grensverkeer (per 31-7-2013).
2: Organisatie a.
Coördinatieteam (CT): € 75.488,68
b.
PCL: € 21.554,50
- 3 leden x wtf = 0,3255 (12 uur per week) x GPL DB -> 25.162,90 per lid.
c.
- voorzitter PCL:
€ 12.884,- (incl. 21% BTW/IJsselgroep-mevr. Visscher)
- vergaderlocatie:
€
432,- (incl. 21% BTW/Centraal Nederland)
- administratieve onderst.
€
1.377,- (incl. 21% BTW/Centraal Nederland)
- adviseur Trimaran (02WY)
€
3.375,- (70 u. x € 48,22/max OOP 11-S. van Vilsteren)
- adviseur BAO (12XW):
€
2.956,- (70 u. x € 42,23/max. schaal DA-A. Powlot)
- kopieer-/portikosten:
€
530,-
Kennisgroepen: € 18.193,92 (op declaratiebasis) - Kennisgroep: Het jonge kind (netto 100 uur op jaarbasis): o wtf = 0,1075 x € 3.274 x 12) = € 4.223,46 (uurtarief € 42,23). o € 1020,- materiële kosten. - Kennisgroep: Leerlingenzorg (netto 100 uur op jaarbasis): o wtf = 0,1075 x € 3.274 x 12) = € 4.223,46 (uurtarief € 42,23). o € 1530,- materiële kosten; o Kosten landelijke beroepsvereniging Interne Begeleiders: € 1627,- (29 x € 56,10). - Externe adviseurs kennisgroepen (vanaf 1 januari 2008: 20 uur p.g./per schooljaar)) o € 5.570 (incl. 21% BTW).
Swv Kampen en omgeving (16.05)
pagina 3 van 7
Begroting 2013
d.
Onderwijsbureau Meppel/pj/7-11-2012
Secretariaat: € 3.503,41 - 80 uur x 33,55 X 21% BTW (Centraal Nederland) - € 255: materiaalkosten
e.
Externe advisering/ondersteuning: € 10.000,- (incl. 21% BTW). f. Studiekosten/cursusdagen:
€ 27.000,-
Scholing specialisatie Passend Onderwijs: - 2013:
€ 21.000,-
- 2014:
€ 29.000,-
Inhuur externen:
g.
- studiedag IB-ers:
€ 3.500,-
- 2 avondbijeenkomsten:
€ 2.500,-
Projecten: € 65.000,- Project ‘Invoeringsplan Passend Onderwijs (kalenderjaren 2013 en 2014) - Studie Passend Onderwijs
3.
Materiële kosten
a.
Coördinatie: € 5.000,- (nader in te vullen in samenspraak met het CT)
b.
CD/beleidsondersteuning: € 11.654,21 (incl. 21% BTW) - kosten administratie Centrale Dienst o.b.v. een vaste voet van € 5.142 en € 0,86 per ll. - 4 x per jaar analyse en bespreking resultatenrekening à € 175,- (excl. BTW).
c.
Huisvesting/exploitatie: € 7.000,-
d.
PCL/collegiale consultatie/kennisgroepen: € 2.355,(t.b.v. kopieer en vergaderkosten)
e.
Representatiekosten: € 5.000,-
g.
Materiële instandhouding sbo op basis van de meer dan 2% leerlingen: € 9.118,01 - schooljaar 2012/2013: 39 leerlingen x € 213,42) - schooljaar 2013/2014: 46 leerlingen x € 217,67)
h.
Materiële instandhouding sbo op basis van 2-de teldatum: € 1.913,62 - schooljaar 2012/2013: 11 leerlingen x € 213,42) - schooljaar 2013/2014: 6 leerlingen x € 217,67)
Swv Kampen en omgeving (16.05)
pagina 4 van 7
Begroting 2013
Onderwijsbureau Meppel/pj/7-11-2012
Telgegevens:
Swv WSNS Kampen (16.05) 664236 664236 666589 668941 32756 32756 32872 32988 4518 4518 4534 4550 1-10-13 1-10-14 1-10-15 1-10-16 108 108 105 103 136 138 138 139 214 210 210 208 209 208 201 197 90 90 94 97 65 65 66 67 32 32 32 32 99 99 99 99 221 216 211 207 226 226 228 230 232 229 232 232 145 140 143 143 167 167 167 167 172 176 176 178 321 312 312 308 174 174 176 178 84 85 85 86 91 96 96 99 179 179 185 189 362 362 362 362 205 205 204 204 273 278 281 285 114 114 109 106 236 236 239 241 363 373 383 393
brin.nr 03LJ 04IB 04UL 05HU 05PF 05QA 05QB 05US 06HD 07KA 07NQ 07VA 08WV 12HZ 12QQ 12RW 12XW 13DR 13ER 13KB 13KU 13PP 13TQ 13WZ 29UM
bedrag zorg: leerlingen x 147,02 657179 bedrag MI: (leerlingen )x 7,25 32408 totaal leerlingen 4470 naam plaats 1-10-12 De Zandberg IJsselmuiden 113 Wonderwijs IJsselmuiden 133 Rehoboth-school IJsselmuiden 217 Dr. Schaepmanschool Kampen 217 Basisschool Pr. Juliana s-Heerenbroek 82 Ds. Johan v.d. Wendeschool Kampen 63 De Zaaier Kamperveen 32 Basisschool De Regenboog Wilsum 99 CNS De Groenling IJsselmuiden 226 Ichthusschool Genemuiden 221 Ichthusschool IJsselmuiden 232 Mgr. Zwijsenschool Kampen 144 Eben Haezer IJsselmuiden 167 Engelenbergschool Kampen 169 Dirk van Dykschool Kampen 327 Marnixschool Kampen 169 Het Meerrijk Kampen 82 O.J.S. Het Scala Kampen 84 Koningin Emmaschool Kampen 167 Willem van Oranjeschool Kampen 362 Basisschool Dr. Bouwmanschool Kampen 204 De Morgenster Kampen 265 Basissch. De Wegwijzer Kampen 122 Basissch. De Rehobothschool Kampen 230 Het Stroomdal Kampen 343
Swv Kampen en omgeving (16.05)
pagina 5 van 7
Begroting 2013
Onderwijsbureau Meppel/pj/7-11-2012
Swv WSNS Kampen (16.05)
naam
lln zorgformatie swv voor swv 4609 657179,40
2013 zorg naar aanvullend scholen nr scholen 223959,58 2956,10
scholen ontvangen € 810.588,42
Per maand
3375,40
€ 284.224,47
€ 23.685,37
De Trimaran
139
De Zandberg Wonderwijs Rehoboth-school Dr. Schaepmanschool Basisschool Pr. Juliana Ds. Johan v.d. Wendeschool De Zaaier Basisschool De Regenboog CNS De Groenling Ichthusschool Ichthusschool Mgr. Zwijsenschool Eben Haezer Engelenbergschool Dirk van Dykschool Marnixschool
113 133 217 217 82 63 32 99 226 221 232 144 167
16613,26 19553,66 31903,34 31903,34 12055,64 9262,26 4704,64 14554,98 33226,52 32491,42 34108,64 21170,88 24552,34
8271,25 8271,25 10179,98 10179,98 6362,48 6362,48 6362,48 6362,48 10179,98 10179,98 10179,98 8271,25 10179,98
€ 8.271,25 € 8.271,25 € 10.179,98 € 10.179,98 € 6.362,48 € 6.362,48 € 6.362,48 € 6.362,48 € 10.179,98 € 10.179,98 € 10.179,98 € 8.271,25 € 10.179,98
€ € € € € € € € € € € € €
169 327 169
24846,38 48075,54 24846,38
10179,98 10179,98 10179,98
€ 10.179,98 € 10.179,98 € 10.179,98
€ 848,33 € 848,33 € 848,33
Het Meerrijk O.J.S. 82 12055,64 Het Scala Koningin 84 12349,68 Emmaschool 167 24552,34 362 53221,24 Willem van Oranjeschool Basisschool Dr. Bouwmanschool 204 29992,08 De Morgenster 265 38960,30 Basissch. De Wegwijzer 122 17936,44 Basissch. De Rehobothschool 230 33814,60 Het Stroomdal 343 50427,86 cilitering Interne begeleiding (begroting: uitgaven (1a)
6362,48 6362,48 10179,98 10179,98 10179,98 10179,98 8271,25 10179,98 10179,98
€ 9.318,58 € 6.362,48 € 10.179,98 € 10.179,98 € 10.179,98 € 10.179,98 € 8.271,25 € 10.179,98 € 10.179,98 € 223.959,58
€ € € € € € € € €
Bekostiging Coordinatieteam Naam bestuur Schoolvereniging Iris Openbaar onderwijs Kampen Herv. Schoolver. IJsselmuiden
2956,10
Bestuur ontvangt € 25.162,89 € 25.162,89 € 25.162,89
689,27 689,27 848,33 848,33 530,21 530,21 530,21 530,21 848,33 848,33 848,33 689,27 848,33
776,55 530,21 848,33 848,33 848,33 848,33 689,27 848,33 848,33
Per maand € 2.096,91 € 2.096,91 € 2.096,91
Opmerkingen: 1. Het totaal bedrag per school wordt in 12 maandelijkse termijn door het Onderwijsbureau Meppel afgerekend. 2. De bedragen worden overgedragen naar de besturen, tenzij anders aangegeven.
Swv Kampen en omgeving (16.05)
pagina 6 van 7
Begroting 2013
Onderwijsbureau Meppel/pj/7-11-2012
Swv WSNS Kampen (16.05)
schooljaar 2013/2014
De Trimaran
02WY
Telgegevens/prognose
1-10-2012
1-10-2013
1-10-2014
1-10-2015
1-10-2016
eigen sbo
139
139
141
141
cumi
9
9
9
9
9
2e teldatum
145
145
147
147
148
bao lln eigen swv
4.470
4.518
4.518
4.534
4.550
2% lln bao + sbo
92
93
93
94
94
GPL 62034,27 Omschrijving
GGL 35,67 2013/2014
berekening overdracht op basis van: 2014/2015
2015/2016
2016/2017
142
GPL 2017/2018
basisformatie
358.370,61
358.370,61
363.527,02
363.527,02
366.105,22
zorgformatie (2%)
338.975,95
342.660,47
342.660,47
346.344,99
346.344,99
boaformatie
11.454,52
11.454,52
11.454,52
11.454,52
11.454,52
directietoeslag
33.463,18
33.463,18
33.463,18
33.463,18
33.463,18
budget personeels beleid
88.645,43
88.645,43
89.736,65
89.736,65
90.282,26
aanvullende formatie
-
-
-
-
-
rechtstreekse bekostiging
830.909,69
834.594,21
840.841,84
844.526,36
847.650,17
van Swv WSNS Kampen (16.05) >2% zorgformatie
188.348,45
184.341,04
192.355,86
188.348,45
192.355,86
2e teldatum basisformatie
16.823,69
16.823,69
16.823,69
16.823,69
16.823,69
2e teldatum zorgformatie
24.044,48
24.044,48
24.044,48
24.044,48
24.044,48
materiele bekostiging >2%
10.230,49
10.012,82
10.448,16
10.230,49
10.448,16
1.306,02
1.306,02
1.306,02
1.306,02
1.306,02
39.447,59
39.447,59
39.447,59
39.447,59
39.447,59
3.375,40
3.375,40
283.576,12
279.351,04
287.801,20
283.576,12
287.801,20
1.114.485,81
1.113.945,25
1.128.643,04
1.128.102,48
1.135.451,37
materiele bekostiging 2e teldatum bij: klassenassistent bij: collegiale consultatie bij: deelname PCL (o.b.v. kalenderj.)
-
3.375,40
totaal te ontvangen van swv totaal bekostiging sbo
-
Omschrijving
Berekening bedrag 2013/2014
basisformatie
139 x (1196,35 + 35,67 x 38,74)
zorgformatie (2%)
92 x (1709,83 + 35,67 x 55,36)
boaformatie
(9 - 4) x (1061,36 + 35,67 x 34,47)
directietoeslag
2 keer directietoeslag
budget personeels beleid
11371,76 + (139 x 545,61) + (9 x 159,32)
fac. bestuur/management
139 x 0 + 0 (naar bestuur)
>2% zorgformatie
(139 - 92) x 12,6/195 x 62034,27
2e teldatum basisformatie
(145 - 139) x 8,81/195 x 62034,27
2e teldatum zorgformatie
(145 - 139) x 12,6/195 x 62034,27
materiele bekostiging >2%
(139 - 92) x 217,67
materiele bekostiging 2e teldatum
(145 - 139) x 217,67
Swv Kampen en omgeving (16.05)
-
-
3.375,40
3.375,40
-
-
pagina 7 van 7
26