Criteria Plusklassen Samenwerkingsverband WSNS Kop van Noord-Holland Er is sprake van hoogbegaafdheid, blijkens uit: o Een totale intelligentie gelijk of hoger dan 130 N.B.: bij een intelligentieonderzoek wordt normaliter een betrouwbaarheidsinterval van 95% gehanteerd (dit is een marge rondom de uitslag van 5% naar boven en 5% naar beneden). De bovenste grens van het 95% betrouwbaarheidsinterval dient 130 of hoger te zijn. Het kan dus zo zijn dat het totaal IQ niet 130 of hoger is, maar het 95% betrouwbaarheidsinterval deze uitslag wel omvat. Hiermee wordt aan het criterium voldaan. N.B. 2: Er zal geen slagboomdiagnostiek worden gepraktiseerd. De diagnosticus kan beredeneerd afwijken van dit criterium, wanneer de andere onderzoeksgegevens voldoende ‘bewijs’ voor hoogbegaafdheid en lijdensdruk en/of handelingsverlegenheid opleveren. o
Voldoende leer- en persoonlijkheidseigenschappen kenmerkend voor hoogbegaafdheid, zoals: snel van begrip, in staat grote denkstappen te nemen, zeer goed geheugen, sterke taalvaardigheden, creatief denkvermogen, etc.
Daarnaast is er sprake van lijdensdruk, wat zich kan uiten in onderpresteren, het verliezen van motivatie om te leren, verveling, onzekerheid (over eigen kunnen), en de behoefte aan ontmoeting van ontwikkelingsgelijken. De school heeft aantoonbaar noodzakelijke interventies toegepast, maar is desondanks onvoldoende in staat om aan te sluiten bij de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. Er is, met andere woorden, sprake van handelingsverlegenheid. Onder noodzakelijke interventies wordt verstaan het doorlopen van een procedure voor signalering en diagnosticering met behulp van een erkend protocol (SIDI 3 of Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid; DHH) en het afstemmen van het onderwijs door middel van bijvoorbeeld compacten, verrijken, coachende begeleiding, en/of vervroegd doorstromen. N.B.: in de overgangsperiode van 2 jaar (dus in de schooljaren 2012-2013 en 2013-2014) wordt dit criterium minder zwaarwegend meegeteld / soepeler beoordeeld. Scholen kunnen in deze jaren een leerling ook aanmelden indien zij bijvoorbeeld nog niet beschikken over een erkend protocol voor signalering en diagnosticering. De Plusklas is er voor leerlingenleerlingen van groep 5 tot en met 8. Toevoeging: in bijzondere gevallen voor leerlingen vanaf halverwege groep 4. Voorwaarde is wel dat leerlingen kunnen lezen en schrijven. Er wordt verondersteld dat leerlingen in principe tot en met groep 4 nog voldoende op de eigen school kunnen worden begeleid. Daarbij wordt door het hanteren van deze grenzen voorkomen dat de verschillen in leeftijd en ontwikkeling van de leerlingen te ver uiteen liggen.
1
Toevoeging op criteria: Leerlingen met een stoornis volgens de DSM IV worden op voorhand niet uitgesloten, vanwege de mogelijkheid van misdiagnoses (gedrag voortkomend uit (lijdensdruk ten gevolge van) hoogbegaafdheid is ten onrechte toegeschreven aan een stoornis) en het gegeven dat juist deze leerlingen zeer gebaat kunnen zijn bij deze voorziening. Ernstig externaliserend probleemgedrag, waarbij de leerling een gevaar voor zichzelf en zijn/haar omgeving is, vormt echter een contra-indicatie. Tijdens een proefperiode wordt geobserveerd of het gedrag van de leerling met een DSM IV diagnose toelaatbaar is en/of sterk verbeterd dankzij deelname aan de Plusklas. Deelname aan de Plusklas is niet vrijblijvend. Ouders en school moeten de voorwaarden voor deelname en de werkwijze van de Plusklas (deze wordt verderop in dit document beschreven) onderschrijven. De leerling moet gemotiveerd zijn om actief mee te doen aan de activiteiten in de Plusklas. Deelname gaat voor andere activiteiten op de eigen school. Dit betekent dat de leerling altijd aanwezig is, tenzij verhinderd door ziekte of calamiteiten. De leerling heeft een time-out kaart die hij naar eigen keuze tweemaal per jaar kan inzetten op momenten dat hij toch liever deelneemt aan (bijzondere) activiteiten op de eigen school.
2
Criteria Plusvoorziening (huidige Leonardogroepen) Samenwerkingsverband WSNS Kop van Noord-Holland Er is sprake van hoogbegaafdheid, blijkens uit: o Een totale intelligentie gelijk of hoger dan 130 N.B. de intelligentie wordt beoordeeld in het licht van de andere onderzoeksgegevens (informatie van school en ouders). Er zal geen slagboomdiagnostiek worden gepraktiseerd. Met andere woorden: een leerling met een totaal IQ van bijvoorbeeld 127, maar voldoende leer- en persoonlijkheidseigenschappen van hoogbegaafdheid en lijdensdruk en waarbij school handelingsverlegenheid ervaart, kan ook in aanmerking komen voor plaatsing in de Plusvoorziening. o
Voldoende leer- en persoonlijkheidseigenschappen kenmerkend voor hoogbegaafdheid, zoals: snel van begrip, in staat grote denkstappen te nemen, zeer goed geheugen, sterke taalvaardigheden, creatief denkvermogen, etc.
Daarnaast is er in ernstige mate sprake van lijdensdruk, wat zich kan uiten in de volgende problemen (vaak ook thuis): ongelukkig zijn, depressiviteit, niet naar school willen, boosheid, huilen, buikpijn, hoofdpijn, slaapproblemen. Daarbij kan er ook sprake zijn van een gebrek aan sociale aansluiting en als gevolg hiervan eenzaamheid en sterke behoefte aan de ontmoeting van ontwikkelingsgelijken. De school heeft aantoonbaar noodzakelijke interventies toegepast, maar is desondanks onvoldoende in staat om aan te sluiten bij de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. Als gevolg van bijvoorbeeld een zeer grote didactische voorsprong (een leerling is reeds één keer vervroegd doorgestroomd, maar ervaart wederom geen uitdaging in het leerstofaanbod) en/of sterk onderpresteren en aangeboden uitdagingen niet (meer) aangaan, is er sprake ernstige handelingsverlegenheid. Onder noodzakelijke interventies verstaan wij het doorlopen van een procedure voor signalering en diagnosticering met behulp van een erkend protocol (SIDI 3 of Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid; DHH) en het afstemmen van het onderwijs door middel van compacten, verrijken, coachende begeleiding en/of vervroegd doorstromen. N.B.: in de overgangsperiode van 2 jaar (dus in de schooljaren 2012-2013 en 2013-2014) wordt dit criterium minder zwaarwegend meegeteld / soepeler beoordeeld. Scholen kunnen in deze jaren een leerling ook aanmelden indien zij bijvoorbeeld nog niet beschikken over een erkend protocol voor signalering en diagnosticering. De huidige Leonardogroepen staan open voor leerlingen vanaf groep 4 niveau. Eis is dat zij moeten kunnen lezen. Vanaf heden kunnen in bijzondere gevallen ook leerlingen uit groep 3 worden toegelaten, mits zij kunnen lezen en de school minimaal een half jaar extra interventies heeft uitgevoerd. Toelating van kleuters is niet wenselijk. Aangezien hun ontwikkeling zich nog sprongsgewijs voltrekt, is het moeilijk vast te stellen of een kind in zijn latere leven in staat zal zijn prestaties op hoogbegaafd niveau te leveren. Met andere woorden: het onderscheid tussen hoogbegaafdheid en een tijdelijke ontwikkelingsvoorsprong is soms moeilijk te maken. Daarbij biedt juist het kleuteronderwijs veel ruimte en mogelijkheid om in te spelen op de onderwijsbehoeften van de jonge leerlingenmet een
3
ontwikkelingsvoorsprong. Handelingsverlegenheid zal in dit stadium dan ook veel minder (moeten) voorkomen.
Toevoeging op criteria: Leerlingen met een stoornis volgens de DSM IV worden op voorhand niet uitgesloten, vanwege de mogelijkheid van misdiagnoses (= gedrag voortkomend uit (lijdensdruk ten gevolge van) hoogbegaafdheid is ten onrechte toegeschreven aan een stoornis) en het gegeven dat juist deze leerlingenzeer gebaat kunnen zijn bij deze voorziening. Gezien de ambitie van het samenwerkingsverband (Dekkend Onderwijsaanbod) is dit de meest geschikte, misschien wel enige plek waar deze leerlingen terecht kunnen en op hun plek zijn! Ernstig externaliserend probleemgedrag, waarbij de leerling een gevaar voor zichzelf en zijn/haar omgeving vormt, vormt echter een contra-indicatie (dan lijkt een school gespecialiseerd in gedragsproblemen geïndiceerd). Tijdens een proefperiode wordt geobserveerd of het gedrag van de leerling met een DSM IV diagnose toelaatbaar is, dan wel sterk verbetert dankzij deelname aan de Plusvoorziening.
4
Aanmeldingsprocedure o o
o
o
De basisschool is verantwoordelijk voor aanmelding van een leerling bij de PCL en levert hiertoe een leerling-dossier aan. Dit dossier bevat de volgende documenten: o Aanmeldingsformulier bespreking PCL t.b.v. Plusklas / Plusvoorziening o Verslag van psychodiagnostisch begaafdheidsonderzoek (niet ouder dan 2 jaar). o Plan van aanpak, handelingsplan o.i.d. o Uitdraai van protocol signalering & diagnosticering (SIDI 3 of DHH; in de overgangsperiode niet strikt noodzakelijk). Komt een leerling in aanmerking voor de Plusklas / Plusvoorziening, dan worden de ouders en de basisschool hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Hetzelfde geldt wanneer de PCL een verzoek tot plaatsing niet honoreert. Indien een leerling een periode aan de Plusklas heeft deelgenomen, maar ondanks deze voorziening nog steeds lijdensdruk ervaart (en school handelingsverlegenheid) of wanneer deze lijdensdruk toeneemt, kan de leerling worden aangemeld voor de Plusvoorziening (Leonardogroepen). Hiertoe wordt een aangepast (verkort) aanmeldingsformulier ontwikkeld.
5