Plusklassen Dynamiek scholengroep Aanleiding: De afgelopen jaren hebben verschillende werkgroepen zich bezig gehouden met een goed aanbod voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong binnen de Dynamiek scholen. We stellen vast dat er nog hoogbegaafde leerlingen zijn die we geen aanbod op maat kunnen bieden. In het lopende schooljaar hebben we enkele kinderen van onze stichting helaas moeten verwijzen naar scholen buiten onze stichting, omdat die scholen wel, of beter in kunnen spelen op de behoeften van deze doelgroep. Omdat Dynamiek scholengroep onderwijs voor alle kinderen zo thuisnabij mogelijk wil aanbieden, vinden we dat Dynamiek nu een inhaalslag op dit gebied moet maken. We hebben er daarom voor gekozen om naast de (goede) ontwikkelingen die op onze scholen aan de gang zijn op dit gebied, extra plusklassen te realiseren. Dit gebeurt dan per cluster waarbij we de pilot van cluster blauw als uitgangspunt nemen. We verwijzen hier dan ook graag naar bijlage 1. Doelstelling: In de komende drie schooljaren realiseren de clusters aanbod in een plusklas voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. De kartrekkers van de clusters zijn hiervoor verantwoordelijk. We benoemen een gekwalificeerde collega voor een WTF van 0,2. Deze collega gaat een dagdeel per week de plusklas in het cluster draaien en in het tweede dagdeel ondersteunt hij/zij de leerkrachten van deze kinderen bij het onderwijsaanbod voor de rest van de week. Evaluatie: Over 3 jaar evalueren we: Is het aanbod in de scholen zodanig dat er overal tegemoet gekomen kan worden aan de onderwijsbehoeften van de doelgroep? Is het kunnen functioneren in een peergroep, een dagdeel per week, een aanvulling bij de persoonlijke ontwikkeling van bepaalde kinderen? Financiering: De kosten worden betaald uit de ondersteuningsmiddelen. Het gaat hierbij om een WTF van 0,200 Functie-eisen: Leerkracht LB met specialisatie hoogbegaafdheid (aandachtsfunctionaris hoogbegaafdheid) De leerkracht die de plusklas begeleidt moet beschikken over kennis en vaardigheden die passen bij de doelgroep en de vaardigheden en kennis hebben van een LB-leerkracht. Gezien de bijkomende taak als begeleider van teams en leerkrachten wordt van deze leerkracht een grote flexibiliteit en mate van zelfsturing gevraagd. De werkdagen dat hij/zij ingezet wordt voor deze bijkomende taak kunnen verschillen en is op basis van onderling overleg. Kennis: Opleiding met betrekking tot hoogbegaafdheid afgerond hebben of ermee bezig zijn Kennis van coachen van leerkrachten en teams Vaardigheden: Ervaring met het werken met kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of met kinderen die hoogbegaafd zijn Ervaring hebben in het voeren van kindgesprekken Om kunnen gaan met weerstand Flexibel inzetbaar zijn Het kunnen coachen van teams en/of leerkrachten Taken van de aandachtsfunctionaris:
December 2015
Begeleiden plusklas( 1 dagdeel) Overige werkzaamheden (1 dagdeel) Voorbereiden plusklas Opstellen van een begeleidingsplan, dit bespreken met leerkrachten en ouders Voeren van oudergesprekken (1x per jaar) Registreren van observaties Informatieavond houden aan het begin van het schooljaar Begeleiden en coachen van leerkrachten en teams in de (school) ontwikkeling wat betreft hoogbegaafdheid. Voorzitter karrtekkersgroep van het cluster Bijlage Plusklas cluster groen Doelgroep van de plusklas is een groep leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong uit het cluster groen. Locatie is op een school met centrale ligging voor het gehele cluster. De maximale grootte van de plusklas is 15 leerlingen uit de groepen 6 en 7. De leerlingen uit groep 8 wordt op het Dendroncollege een masterclass geboden. De leerlingen uit de groepen 1 t/m 5 zullen zoveel mogelijk ondersteuning op de school ontvangen. (zie schoolbeleidsplan) Degene die de plusklas begeleidt is de aandachtsfunctionaris hoogbegaafdheid. Kinderen uit de plusklas stromen in principe door naar de masterclass. De start van deze plusklas zal zijn na de herfstvakantie van 2016
Doel: Het doel van de plusklas is om te voorzien in een onderwijsbehoefte van kinderen op school, waarbij kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong in staat gesteld worden om op gezette tijden met andere kinderen te werken aan een stukje didactische uitdaging.. Leren samenwerken , ontwikkelen van sociaal-emotionele vaardigheden, het ontmoeten en leren met en van kinderen die ook een ontwikkelingsvoorsprong hebben en leren werken vanuit autonomie aan een gezamenlijk project zijn uitgangspunten.
Inhoud: Onderwerpen in de plusklas worden aangeboden vanuit interesse van kinderen, dan wel sluiten ze aan op de onderwerpen uit de klas of worden aangeboden door de aandachtsfunctionaris. Kinderen leren leren, leren denken en leren voor het leven vanuit de principes van de 21st centuryskills. De taxonomy van Bloom (http://talentstimuleren.nl/thema/stimulerend-signaleren/rijkeleeractiviteiten/bloom) en het TASC-model (http://speleon.nl/wpcontent/uploads/2013/10/Werken_met_het_TASC-model.pdf) zijn de theoretische modellen die hieraan ten grondslag liggen. De plusklas wordt gebruikt als aanzet en verrijking van het onderwijspakket, waarbij de opdrachten in de klas worden afgemaakt, zodat de planning van deze kinderen een gedifferentieerde inhoud krijgt.We werken met thema’s waarin kinderen werken aan een persoonlijk doel.
Toelatingscriteria: Hierbij maken we onderscheid in de harde en zachte criteria. De zachte criteria ondersteunen de onderbouwing tot een besluit. Daarnaast moet de leerling een aantal gedragskenmerken laten zien. Als de school sterke aanwijzingen heeft dat de leerling het gewenste gedrag niet laat zien omdat er op
December 2015
school niet voldoende uitdaging kan worden geboden, kan de leerling toch geplaatst worden. De gedragskenmerken moeten dan wel duidelijk zichtbaar worden tijdens de proefplaatsing. Harde criteria:
De school moet ondanks eigen inspanningen handelingsverlegen zijn met deze leerling Begrijpend lezen en rekenen moeten drie maal een I+ gescoord zijn. Leerlingen uit groep 4 kunnen nog niet drie maal getoetst zijn met begrijpend lezen en rekenen. Voor hen geldt dat de één toets begrijpend lezen en twee toetsen rekenen I+ moeten zijn. Bij twijfel wordt de NSCCT afgenomen (deze toetst de zachte criteria) De leerling vertoont geen ernstig gedragsproblemen Een intelligentieonderzoek is niet noodzakelijk, maar wordt (mits korter dan twee jaar geleden afgenomen) meegenomen in de toelating. Een leerling met een IQ hoger als 130 wordt toegelaten, wat niet betekent dat kinderen met een lager IQ niet toegelaten worden.
Zachte criteria: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
creatief denken, anders denken, anders tot oplossingen komen instructieonafhankelijke leerwijze/gemakkelijk kunnen leren goed kunnen leggen van (causale) verbanden problemen eenvoudig kunnen analyseren grote denksprongen maken voorkeur voor abstractie perfectionisme snelle/vroege ontwikkeling uitblinken op meerdere gebieden
Uitleg zachte criteria (overgenomen uit DHH): 1. creatief denken, anders denken, anders tot oplossingen komen: In opdrachten laten (hoog)begaafde leerlingen vaak zien dat ze originele ideeën en/of oplossingen hebben. Zij maken onverwachte zijsprongen en hebben een grote verbeeldingskracht. 2. instructieonafhankelijke leerwijze/gemakkelijk kunnen leren: (Hoog)begaafde leerlingen hebben over het algemeen een zeer goed geheugen en kunnen hierdoor goed informatie onthouden en verwerken. Zij begrijpen nieuwe leerstof dan ook aanzienlijk sneller dan de gemiddelde leerlingen en zijn daardoor sneller klaar met opdrachten en huiswerk. Hierdoor hebben zij vaak een leertempo dat beduidende hoger is dan het tempo van een gemiddelde leerling. 3. goed kunnen leggen van (causale) verbanden: (Hoog)begaafde leerlingen kunnen gemakkelijke (causale) verbanden leggen en hebben hierover een goed overzicht. Ze hebben de neiging zaken op een ongebruikelijke manier te combineren. 4. problemen eenvoudig kunnen analyseren: (Hoog)begaafde leerlingen zijn snelle probleemanalyseerders. Zij kunnen snel vaststellen wat de aard van het probleem is. Daarnaast zijn (hoog)begaafde leerlingen vaak vindingrijk, zij ontwikkelen vaak hun eigen oplossingsmethoden. Dit kan echter problemen opleveren als zij een bepaalde verkeerde oplossingsmethode moeilijk weer los kunnen laten. 5. grote denksprongen maken: Een (hoog)begaafde leerling maakt grote denksprongen/leerstappen en houdt daarom tijd over voor andere onderdelen van het programma. 6. voorkeur voor abstractie: (Hoog)begaafde leerlingen kunnen goed abstract denken. Zij generaliseren gemakkelijker dan hun andere klasgenoten en hebben een goed overzicht van
December 2015
de kennisgehelen. Ze hebben geen behoefte aan concretisering van de lesstof door het gebruik van voorbeelden. 7. perfectionisme: (Hoog)begaafde leerlingen zijn perfectionistisch aangelegd. Zij houden niet van half werk en stellen hoge eisen aan zichzelf. 8. vroege/snelle ontwikkeling: (Hoog)begaafde leerlingen zijn vroegrijp en worden gekenmerkt door een ontwikkelingsvoorsprong. Zij kunnen meestal op vroege leeftijd al lezen, praten, schrijven en hebben een vroege ontwikkeling van getalbegrip. Hierdoor kunnen ze zich gemakkelijk leerstof uit hogere leerjaren eigen maken. Ook stellen zij op jonge leeftijd al levensbeschouwelijke vragen en denken zij al vroeg na over de zin van het leven. 9. uitblinken op meerdere gebieden: Een bijzondere begaafdheid kan tot uitdrukking komen in motorische, sociale artistieke intellectuele vaardigheden. Vaak treden deze begaafdheidsvormen gecombineerd op en blinken (hoog)begaafde leerlingen uit in meerdere gebieden, zoals bijvoorbeeld in taal en wiskunde. (Hoog)begaafde leerlingen hebben op taalgebied een grote woordenschat en vertonen een zeer goed en adequaat woordgebruik. Gedragskenmerken: De leerlingen moeten in de groep, op school, de volgende gedragskenmerken laten zien: 1. 2. 3. 4. 5.
motivatie doorzettingsvermogen zelfstandig werken concentratie leergierig/nieuwsgierig
Uitleg gedragskenmerken: De leerlingen moeten in de groep, op school, een aantal gedragskenmerken laten zien. Als de school sterke aanwijzingen heeft dat de leerling het gewenste gedrag niet laat zien omdat er in de groep niet voldoende uitdaging wordt geboden kan de leerling toch geplaatst worden. De gedragskenmerken moeten duidelijk zichtbaar worden tijdens de proefplaatsing. 1. Motivatie: Het kind moet gemotiveerd zijn om aan plusactiviteiten deel te nemen. Om hierover een duidelijk beeld te krijgen is een kindgesprek noodzakelijk. 2. Doorzettingsvermogen: De leerling wil vanuit een intrinsieke motivatie doorgaan met een taak en geeft niet op bij tegenslag. Hij kan langdurig geboeid zijn en houdt niet op voor hij iets voor elkaar heeft. 3. Zelfstandig werken: De leerling kan zonder veel hulp van de leerkracht , individueel of in een groep aan een opdracht werken. (Hoog)begaafde leerlingen willen vaak liever niet geholpen worden, ze geven de voorkeur aan zelfstandig werken. Ze nemen snel de leiding en willen dingen vaak op hun eigen wijze doen. Dit kan problemen opleveren bij het samenwerken. 4. Concentratie: (hoog)begaafde leerlingen kennen een hoge mate van concentratie en hebben daarbij een langere aandachtspanne dan de gemiddelde leerlingen. Dit is echter afhankelijk van de taak waarmee ze bezig zijn. Bij verminderde interesse neemt de concentratie af. 5. Leergierig/nieuwsgierig: De leerling wil veel weten, leren. De leerling wil weten hoe iets zit en vraagt door. Bij (hoog)begaafde leerlingen is leren vaak geen kwestie van kunnen maar van willen. Als een onderwerp de leerling interesseert dan pluist hij het onderwerp vaak tot de bodem uit. Maar het tegenovergestelde geldt ook; Als een (hoog)begaafde leerling geen interesse heeft voor een bepaald onderwerp, dan kan hij moeilijk de motivatie opbrengen om zich hierin te verdiepen.
December 2015
Procedure plusklas signaleren De leerling wordt besproken in de groepsbespreking door de groepsleerkracht en de intern begeleider. Ook kunnen ouders aangeven dat ze het wenselijk vinden dat de school de procedure plusklas voor hun kind start. De ouders worden geïnformeerd door de intern begeleider over de stappen die school gaat ondernemen.
diagnostiseren De school verzamelt gegevens (DHH en observaties) en doet indien noodzakelijk aanvullende onderzoeken, gesprekken of observaties. Ouders worden hierin betrokken. In een gesprek met de aandachtfunctionaris hoogbegaafdheid, de intern begeleider, de groepsleerkracht worden de criteria afgewogen. Het gesprek zal hierbij uit twee gedeeltes bestaan. Bij het eerste gedeelte van het gesprek zijn de ouders niet aanwezig. Als ouders en school niet tot overeenstemming kunnen komen beslist de school. De aandachtfunctionaris en de intern begeleider nemen het besluit over de plaatsing. plaatsing De leerling wordt geplaatst voor een proefperiode van ongeveer 8 schoolweken (afhankelijk van vakantieperiodes). Na de proefplaatsing is er een gesprek met ouders, de aandachtfunctionaris hoogbegaafdheid, de intern begeleider en de groepsleerkracht. De aandachtsfunctionaris hoogbegaafdheid heeft vooraf met de leerling een gesprek gehad. De plaatsing in de plusgroep moet een aantoonbare meerwaarde hebben voor de ontwikkeling van het kind. Bij het evaluatiegesprek worden de criteria voor de plusklas, het LOVS, het verslag van het kindgesprek en de observaties van de leerkracht, aandachtfunctionaris hoogbegaafdheid en ouders gebruikt. De plaatsing van de leerling is in principe definitief maar kan door veranderde omstandigheden bij de leerling of school worden herzien. Het is niet vanzelfsprekend dat een leerling die in de bovenschoolse plusgroep zit ook in de schoolse plusgroep komt (of andersom). Er zal steeds naar de kansen en belemmering van het individuele kind gekeken moeten worden.
Leerkracht LB met specialisatie hoogbegaafdheid (aandachtsfunctionaris hoogbegaafdheid) De leerkracht die de plusklas begeleidt moet beschikken over kennis en vaardigheden die passen bij de doelgroep en de vaardigheden en kennis hebben van een LB-leerkracht. Kennis: Opleiding specialist hoogbegaafdheid afgerond hebben of ermee bezig zijn Vaardigheden: -
Ervaring met het werken met kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of met kinderen die hoogbegaafd zijn Ervaring hebben in het voeren van kindgesprekken Om kunnen gaan met weerstand Flexibel inzetbaar zijn
December 2015
Taken van de aandachtsfunctionaris: Begeleiden plusklas( 1 dagdeel) -
Overige werkzaamheden (1 dagdeel) Voorbereiden plusklas Opstellen van een begeleidingsplan, dit bespreken met leerkrachten en ouders Registreren van observaties Selectie en plaatsing van leerlingen
Begeleidingsplan Als voor een definitieve plaatsing wordt besloten maakt de aandachtfunctionaris hoogbegaafdheid samen met het kind een begeleidingsplan met behulp van DHH. Het begeleidingsplan wordt besproken met het kind, de ouders en de groepsleerkracht. De intern begeleider ontvangt het besproken plan ter informatie. Tweemaal per jaar (gelijk aan 1-zorgroute) wordt het plan bijgesteld en geëvalueerd met het kind door de aandachtfunctionaris hoogbegaafdheid. Hierover is een gesprek groepsleerkracht en de ouders.
Financiering De financiering wordt gedaan vanuit de ondersteuningsgelden.. De aandachtsfunctionaris maakt deel uit van het ondersteuningsteam.
Wachtlijst Mochten er meer dan 15 leerlingen aangemeld worden, dan zullen er leerlingen op de wachtlijst geplaatst worden. Dit gebeurt in overleg met alle betrokkenen.
December 2015