Verslag VVE kenniskringbijeenkomst regio Midden-Nederland donderdag 14 april 2016, 9.30-13.00 uur, Utrecht
Aanmelding en opkomst Van de in totaal 50 gemeenten van deze kring, hadden zich voor de bijeenkomst van 14 april 2016 in totaal 32 gemeenten aangemeld. Op de dag zelf kwamen er uiteindelijk in totaal 29 gemeenten opdagen. In zijn geheel is de opkomst voor deze bijeenkomst normaal (tussen de 35%-60%). Algemene sfeer tijdens bijeenkomst De bijeenkomst is goed ontvangen door de 29 VVE-beleidsambtenaren. De deelnemers hebben praktijken met elkaar kunnen delen op de thema’s ‘ouderbetrokkenheid’ en ‘opbrengstgericht werken’. Deze thema’s werden besproken onder begeleiding van twee experts, door respectievelijk Anne Luc van der Vegt (Oberon) en Heleen Versteegen (Sardes). De presentaties en overige informatie worden in de mailing van donderdag 28 april 2016 aangeboden aan alle VVEbeleidsambtenaren regio Midden-Nederland. Hieronder volgt een beknopt verslag van de bijeenkomst en aanvullende informatie. Introductie en mededelingen Door kenniskringleider Marco Zuidam (Oberon). Ondersteuningsaanbod gemeenten Het VVE-ondersteuningsaanbod aan de niet-G37 gemeenten wordt dit jaar gecontinueerd door het consortium1. Het consortium biedt ondersteuning door middel van het organiseren van kenniskringen, het delen van informatie via de website www.VVEschakelklassenzomerscholen.nl en het aanbieden van ondersteuning op maat. Subkringen VVE De opvang van grote aantallen asielzoekers/statushouders stelt gemeenten ook op het terrein van VVE-voorschoolse educatie voor nieuwe vragen waarvoor niet direct pasklare oplossingen beschikbaar zijn. Voorbeelden zijn:
Wat is de gemeentelijke verantwoordelijkheid t.o.v. het bestrijden van onderwijsachterstanden van peuters van asielzoekers en statushouders; met name het voorschoolse deel? Hoe organiseer je VVE voor asielzoekers en statushouders: verspreid over voorzieningen of centraal; binnen of buiten het AZC?
In het ondersteuningstraject dat het Ministerie van OCW sinds 2014 mogelijk maakt, is dit jaar ruimte geboden om hierin te ondersteunen. We hebben bij verschillende gemeente gepolst waar behoefte aan is. Eén van de wensen die daarbij naar voren kwam, was kennisdeling met andere gemeenten en een landelijke kennisbron (website o.i.d.) van mogelijke aanpakken. De ondersteuners van Oberon, Sardes en CED-Groep willen gemeenten concreet ondersteunen door hen zelf in kleinere bijeenkomsten bij elkaar te brengen en naar oplossingen te laten zoeken. Kenmerk en doel is dat
1
Het consortium bestaat uit VVE-experts van Oberon, Sardes en CED-groep.
2
deelnemers van en met elkaar leren om gezamenlijk kennis op te bouwen rond bovengenoemd vraagstuk, waarbij gebruik wordt gemaakt van de verschillende expertises van de deelnemers. Hiervoor worden landelijk circa 8 tot 10 zogenaamde subkringen ingericht. Deze subkringen worden vanuit de zes bestaande regionale kenniskringen opgebouwd. In de bijlage van de mail (bijlage 4; Toelichting subkringen voor ambtenaren VVE) vindt u de flyer met meer informatie over de subkringen. OAB-beleid actueel Op 20 januari 2016 heeft OCW een kamerbrief (zie website OCW) verstuurd waarin twee opties worden besproken voor de bekostigingssystematiek OAB vanaf 2017. De eerste optie is het nogmaals verlengen van de huidige bekostiging op basis van de schoolgewichten 2009. In dit geval zullen de gemeenten hetzelfde budget ontvangen als voorgaande jaren minus de ramingsbijstelling (een kleine drie procent minder budget). De tweede optie is het actualiseren van de verdeling van de middelen door gebruik te maken van de schoolgewichten 2013 (t-4). In optie twee sluit de verdeling van de middelen beter aan bij de huidige problematiek in gemeenten. Op 11 april 2016 is er een brief gestuurd (bijlage 5; kamerbrief over de verdeling van middelen voor GOAB in 2017) naar de Tweede Kamer over de verdeling van middelen voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid voor 2017. In deze brief staat dat de huidige verdeling van middelen met nog een jaar wordt verlengd. Daarbij zal wel de eerste fase van de ramingsbijstelling plaatsvinden, wat inhoudt dat er in 2017 over het gehele rijksbudget een bijstelling van € 10 mln. zal plaatsvinden. Voor de individuele gemeenten betekent dit dat er in 2017 een bijstelling van 2,8% plaatsvindt ten opzichte van het budget van 2016. Tevens staat in de brief vermeld dat de middelen die de G86 hebben ontvangen voor het scholen van hun pedagogisch medewerkers in het taalniveau 3F, worden overgeheveld naar de overige (kleinste) gemeenten. Op donderdag 14 april vond er een AO plaats in de Tweede Kamer. De grootste discussie ging over de ramingsbijstelling van € 10 mln. in 2017 op het GOAB-budget. De staatssecretaris liet weten dat deze € 10 mln. alleen al te rechtvaardigen is vanwege de daling van het aantal kinderen. Sinds 2009 zijn het aantal leerlingen in het basisonderwijs gedaald met circa 7%. In deze periode heeft er geen bijstelling plaatsgevonden, sterker, het budget is gestegen. De bijstelling van 2,8% valt ruim binnen de marge van 7% leerling daling. Daarbij zal zeer waarschijnlijk ook bij de nieuwe indicator het opleidingsniveau van de ouders een belangrijke factor blijven. Er lijkt wel een Kamermeerderheid te zijn die de ramingsbijstelling, in ieder geval in 2017, ongedaan wilt maken. De staatssecretaris heeft gewezen op het budgetrecht van de Kamer en om de noodzaak van een dekkingsvoorstel. Verder waren er enkele partijen voorstander van het actualiseren van de GOAB-middelen. De Kamer wil in dit kader een Kamerbrief met de cijfers over de ontwikkeling van schoolgewichten over de jaren. Het CDA wil daarbij inzicht hebben in de besluitvorming van de VNG over de keuze om het actualiseren niet te steunen. Dit zal aan de VNG worden gevraagd.
3
Er wordt een VAO ingepland, waar de partijen moties kunnen indienen. Dan zal ook definitief duidelijk zijn hoe het GOAB-budget voor 2017 wordt verdeeld. De staat van het onderwijs De staat van het onderwijs is natuurlijk ook aan de orde geweest. De staatssecretaris heeft aangegeven dat het achterstandenbeleid goed werkt om achterstanden van kinderen gedurende de basisschool te verminderen. De problematiek van de staat van het onderwijs zit in iets anders: de overgangen in het stelsel. OAB kader 2018 In 2018 komt een nieuw kader en een nieuwe bekostigingssystematiek. Het nieuwe kader komt in het eerste kwartaal van 2017 naar buiten toe. Het CBS onderzoekt de invloed van verschillende indicatoren, zoals opleidingsniveau van ouders, land van herkomst, verblijfsduur in Nederland en buurtkenmerken. Het meest logische om te doen is het kader dat je nu hebt te verlengen tot en met 2017. Sommige gemeenten gaan nu al uit van een bijstelling na 2017 en stemmen hun beleid daar nu al op af. PRE-COOL PRE-COOL komt in juni 2016 naar buiten met de resultaten. Hierin worden de effecten van VVE besproken en gekeken naar wat VVE op wetenschappelijke basis nu precies oplevert in Nederland. Website: www.pre-cool.nl. Onderzoekskader VVE inspectie Begin dit jaar is een concept onderzoekskader VVE via internetconsultatie voorgelegd. Hierop kon gereageerd worden tot februari. De inspectie moet nog reageren op de vragen die gesteld zijn naar aanleiding van de internetconsultatie. Hierover hoopt het consortium nog voor de zomervakantie meer informatie over te kunnen delen. Revisie VVE NRO-advies toekomst OAB na 2015. In het kort:
De knip die in 2006 is gemaakt leidt tot veel problematiek. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de voorschool en scholen voor de vroegschool. Door deze knip loopt de doorgaande lijn niet en worden afstemmingsproblemen ervaren in de financiën. De onderzoekers pleiten ervoor dat de knip tegen het licht gehouden gaat worden. Nieuwe systematiek: het onderwijs meer vrijheid te geven, budgettair gezien, om zelf te kunnen investeren in het juiste onderwijs, kansen creëren, etc. Onderwijsverslag inspectie: er dreigt een tweedeling te ontstaan in het onderwijs die we proberen te bestrijden. De sociaaleconomische status (SES) lijkt steeds meer bepalend te worden in de ongelijkheid in het onderwijs, terwijl het OAB juist daarvoor ingezet wordt. Dit punt zal onderdeel gaan uitmaken van de toekomstige discussies. Opmerking deelnemer: Hoger opgeleide ouders nemen vaak geen genoegen met een lager onderwijsadvies. Deze groep ouders heeft vaak een irreële verwachting van hun kind en het niveau dat zij moeten volgen.
4
Nieuwkomers en asielzoekers Status: de VNG en OCW zijn samen aan het verkennen hoe ze dit thema het beste kunnen insteken. Er wordt nu gewerkt aan een bestuursakkoord met het Rijk. Het consortium zal dit jaar specifieke ondersteuning aanbieden op dit gebied, maar wel uitsluitend met betrekking tot VVE. Ondersteuning met betrekking tot kinderen boven de 4 jaar wordt door andere partijen geboden, waaronder door de PO-Raad. Opmerkingen gemeenten m.b.t. nieuwkomers/asielzoekers en de subgroepen VVE:
Woudrichem: wij beperken ons tot de ondersteuning op het gebied van taal/spraak, de rest moet opgelost worden met andere middelen; bijvoorbeeld via het CJG. Drimmelen: wij hebben zes kleine dorpjes waarover de nieuwkomers gezinnen zijn verspreid. Dit wordt decentraal aangepakt. De subgroep VVE moet niet een omgeving worden die te veel bezig is met leren; vooral als er al goede voorbeelden uit de praktijk aanwezig zijn. o Reactie: Sardes heeft een inventarisatiesessie gehouden hierover. Er komt een verslag met voorbeelden van 30 locaties waar al opvang voor peuters wordt gedaan voor asielpeuters. Soest: OCW heeft aangegeven dat voor 4-plussers het onderwijs bij hen middelen kan aanvragen. Echter, 9 van de 10 keer is er toch nog extra financiële ondersteuning nodig vanuit de gemeente, want het gaat vaak toch om kleine bedragen. De Ronde Venen: wij hebben LOWAN gebeld om inzicht te krijgen wat scholen per kind krijgen. Marieke Postma vertelde dat de staatsecretaris het plan heeft om 9 duizend extra per kind te gaan bijdragen, maar later werd door media verwezen naar af- of uitstel hiervan. Wat mogen gemeenten van het onderwijs verwachten? Wat krijgen ze per kind? Wijk bij Duurstede: De vraagstukken worden steeds duidelijker en OCW erkent dat bovenstaand vraagstuk reëel is. OCW maakt momenteel een ronde door het land om te kijken wat er speelt bij de gemeenten.
Doelgroepdefinitie Vaak worden door gemeenten knelpunten ervaren met betrekking tot de doelgroepdefinitie. Het voorschoolse wordt namelijk gedaan door de gemeenten en het vroegschoolse door de scholen. Daarbij geven gemeenten aan het monitoren van de toeleiding lastig te vinden en om goede afspraken te maken over overdracht en de doorgaande lijn. Reacties gemeenten m.b.t. doelgroepdefinitie:
De Ronde Venen: Wij hebben de definitie breder getrokken in samenspraak met de scholen. Samen met de scholen hebben we om de tafel gezeten om de voor- en vroegschoolse doelgroepdefinitie vast te stellen. Hier zit namelijk vaak het probleem, omdat er twee verschillende definities naast elkaar worden gebruikt. Het onderwijs in onze gemeente vindt het fijn dat de gemeente de regie heeft, maar dat verschilt natuurlijk per praktijk. Niet alle scholen zijn daar even happig op. Giessenlanden: Wij hebben de resultaatafspraken net achter de rug. Daarbij hebben we de volgende vragen gesteld: Wie zijn precies de doelgroepkinderen? Wie waren de doelgroepkinderen toen ze binnen kwamen, en hoe loopt dat vervolgens verder?
5
De Bilt: Bij ons zijn alle scholen vroegscholen en wordt er één doelgroepdefinitie aangehouden. Docenten weten echter niet altijd goed wie de gewichtenleerlingen zijn.
Reacties gemeenten m.b.t. doorgaande lijn:
De Ronde Venen: De overdrachtsformulieren worden bij ons niet direct aan het begin van het jaar gelezen. Pas na een paar weken gaan wordt gekeken of de informatie uit de overdracht overeenkomt met de eigen bevindingen. Op deze manier wordt er meer met een neutrale blik naar het kind gekeken voordat het direct een VVE-stempel krijgt bij de overdracht. Soest: Wij vergoeden de onderwijstijd met 50 euro per warme overdracht, zodat dit ook daadwerkelijk met aandacht gebeurt. Op jaarbasis is dit qua kosten goed te overzien.
Is een doelgroepdefinitie voor altijd of is het nodig een herindicatie te doen bij de overdracht? Zo ja, wie gaat dit herindiceren?
Tiel: Er zullen niet veel kinderen zijn die na 1,5 jaar aanbod al zonder het VVE-aanbod kunnen, dus het betreft vaak maar een kleine groep. Drimmelen: Op voorspraak van een pedagogisch medewerker (pm’er) kan een herindicatie door het JGZ uitgevoerd worden. Wijk bij Duurstede: Als een herindicatie ertoe leidt dat een kind ineens geen VVE meer nodig heeft kan dit leiden tot een discussie met de ouders, het kostenplaatje wordt dan ineens anders. Overigens heeft de pm’er wel meer zicht op eventuele achterstanden dan het JGZ die het kind maar een kort moment voor zicht heeft.
6
Verslag regionale VVE-kring Zuid, 07-04-2016. Aanmelding en opkomst Van de in totaal 54 gemeenten van deze kring waren er uiteindelijk in totaal 21 medewerkers van 20 gemeenten aanwezig. Ad. 1 Welkom en voorstellen - Vanuit OCW was Dave Meelker [
[email protected]]aanwezig. Edith de Meester moest helaas afzeggen vanwege een hersenschudding. Elvrie Croes (
[email protected]) was aanwezig
Ad. 2 Mededelingen - Deze waren vorige week al verstuurd, korte toelichting op een paar punten.
Ad. 3 OAB budgetten - N.a.v. VNG Enquête over welk van onderstaande voorstellen mbt de OAB-budgetten 2017 de voorkeur heeft: Actualisering zonder de bezuinigingstaakstelling voor 2017 van 10 miljoen (met voor- of nadeel voor individuele gemeenten) Niet actualisering, de bezuinigingstaakstelling van 10 miljoen blijft overeind (elke gemeente gaat er 2,8% op achteruit). Een aantal aanwezigen meldde dat zij deze enquête niet gezien hebben. De enquête schijnt naar de wethouder gestuurd te zijn en de beantwoordingtermijn was kort. Dave meldde dat de VNG uiteindelijk op het 2e voorstel is gaan zitten nav de enquête. Voor de gemeente in deze kring betekent dit een achteruitgang. Op basis van het 1e voorstel zouden zij er wel op vooruit zijn gegaan. Volgende week 14 april is er een AO over de verdeling OAB-budgetten. De grotere gemeentes laten zich altijd goed horen naar de politiek en VNG. En helaas wordt daar vaak naar geluisterd. Het is verstandig om als kleine gemeente ook de VNG en de politiek te informeren. Anja reageert namens de kenniskring naar de VNG. Van Riek Klaessen kwam het volgende: een verzoek van Elly Dekker v d VNG of de gemeenten die reageren naar kamercommissie een cc aan Elly (
[email protected]) willen mailen ivm rol VNG om namens alle gemeenten te adviseren. Riek heeft gemaild naar de kamercommissie over OAB en heeft reacties gehad v Michel Rog CDA , Dave Meelker OCW, Tjitske Siderius SP. Een positief en bemoedigend resultaat. Wellicht kan er ook met een aantal gemeente gereageerd worden.
7
Ad.4. Presentatie Boxtels Model - Zie de bijgevoegde PP. Een mooi voorbeeld van hoe een gemeente op geheel eigen wijze VVE vorm geeft. Dit is ook een model dat door meerdere gemeentes uitgevoerd zou kunnen worden, ipv door een enkele gemeente. Het vraagt immers financiële en personele inzet. Mochten er nog vragen zijn, dan kan contact opgenomen worden met Conny van Aarle[
[email protected]] Ad 5. Ondersteuning voor bestrijden taalachterstand bij asielzoekers/statushouders 2-4 jarigen. - Peiling Stand van zaken door Sardes. 391 gemeentes zijn benaderd en 283 gemeentes hebben gereageerd. Dit zijn in grote lijnen de eerste uitkomsten: 1) De niet-statushouders Ongeveer 25% (68 gemeentes) heeft een azc, daarvan heeft 605 een aanbod voor 2-4 jarigen, waarvan weer 60% bij een AZC. ER wordt uitgevoerd door professionals 60% en vrijwilligers 40%. Bij 50% van de gemeentes valt een dergelijk kind onder de doelgroep VVE Betrokkenheid van de gemeentes: 70% NIET 35% van deze kinderen krijgt een VVE aanbod Aanbod plaatsen: 80% van de gemeente geeft aan voldoende plaats te hebben Knelpunten: o.a. financiën en deskundigheid 2) Statushouders 66% (177 gemeentes) hebben te maken met ingeschreven peuters van statushouders In 153 gemeentes is er opvang 11 gemeentes geven aan dat deze kinderen niet tot de doelgroep VVE behoren ( zou kunnen als de ouders een hogere opleiding hebben en/of de kinderen al zo lang in Nederland wonen, dat ze Nederlands taalvaardig zijn) Knelpunten: financiën en deskundigheid Zomerscholen/schakelklassen: mee dan 50% geeft aan knelpunten te hebben mbt financiën, accommodaties, toestroom Reacties nav deze peiling: een aantal gemeentes gaf aan, naast een schriftelijke vragenlijst ook een telefonisch onderzoek gehad te hebben. Of alleen een telefonisch onderzoek. Het leek er op dat de vragensteller zelf het verschil niet altijd wist tussen niet-statushouders en statushouders. -
-
Subkringen: zie de bijlage. De bedoeling is om naast de kenniskring een of meerdere subkringen op te richten die zich bezighouden met de (regionale) vraagstukken mbt de opvang van peuters zowel niet-statushouders als statushouders. Er komt geen extra budget en dat vraagt om creatieve oplossingen! Het gaat om kennisdeling – good practices worden op de website: VVEschakelklassenzomerscholen.nl geplaatst. Geïnteresseerden kunnen zich opgeven bij Oberon of bij mij. Korte introductie van Elvrie Croes en het werk vanuit de Vliegende Brigade Nieuwkomers van de PO-raad en LOWAN. Zij zijn in te roepen door scholen/scholbesturen en gemeentes waar onderwijs moet worden geregeld. Zij gaan aan de slag met een breed spectrum van vragen: inhoudelijk, facilitair, maar ook over draagvalk creëren in een gemeente. Verdere informatie kan worden opgevraagd bij Elvrie.
8
Te doen: - Reacties naar de Kamercommissie/politiek en VNG m.b.t. de verdeling OAB-budgetten - Welke vragen zouden door de subkring opgelost moeten worden? (wordt volgende keer op terug gekomen) - Aanmelden voor de subkring
9
Verslag Regionale VVE-kring Noord Bijeenkomst 22 april 2016 in het gemeentehuis in Hoogeveen Aanmelding en opkomst Van de in totaal 53 gemeenten van deze kring, hadden zich voor de bijeenkomst van 22 april 2016 in totaal 36 gemeenten aangemeld. Op de dag zelf waren er uiteindelijk ook 36 vertegenwoordigd. Een enkele afmelding werd vervangen met een aanwezige die zich niet aangemeld had. In zijn geheel is de opkomst goed (Er zijn gemeenten zoals de Waddeneilanden die nooit deelnemen). Nog steeds ontvang ik mails van gemeenten die vragen n.a.v. een contact met een buurgemeente om op de maillijst van de Kenniskring opgenomen te worden (zie bijgaand overzicht van mutaties gemeenten). Algemene sfeer tijdens bijeenkomst De sfeer tijdens de bijeenkomst was zonder meer goed. Er is inmiddels een cultuur van ‘halen en brengen’ ontstaan waardoor een actieve inbreng wordt geleverd. Vanwege de stabiele samenstelling van een zgn. ‘harde kern’ neemt ook de onderlinge informatieuitwisseling via de mail toe. Thema’s die aan bod kwamen, zijn: VVE voor azc-peuters: good practice Miek Hehenkamp van de gemeente T-diel heeft samen met de manager van Kinderopvang ‘Kinderwoud’ een inspirerende bijdrage geleverd waarin geschetst werd hoe een peuteropvang is gerealiseerd bij het azc in Burgum. Aangegeven is hoe met beperkte middelen toch een peuteropvang functioneert die voorziet in een duidelijke behoefte. Voor de opstart werden aanvankelijk algemeen gemeentelijke middelen vrijgemaakt. Inmiddels worden VVE-gelden ingezet. Ingegaan werd o.a. de vraag hoe om te gaan met een peuteropvang en de ouders als je weet dat een groot deel van de kinderen uiteindelijk niet in Nederland zal blijven. Dit praktijkvoorbeeld toont aan dat kinderen vaak vele jaren in Nederland blijven en peuteropvang dus een betekenisvolle bijdrage aan de ontwikkeling van jonge kinderen kan leveren, waar de kinderen ook naar toe gaan. Verder vond ik het boeiend om te horen hoe met de diversiteit in talen wordt omgegaan. In de peuteropvang bij het azc wordt consequent Nederlands gesproken en verder met ‘handen en voeten’ gecommuniceerd. Aandachtspunt blijkt de inzet van de leidsters. Niet alle leidsters zijn geschikt om deze doelgroep om te gaan (taalprobleem, complexiteit van achtergronden van kinderen en om kunnen gaan met de mobiliteit van peuters). Verder moet er in de praktijk veel water bij de wijn gedaan worden om aan VVEnormen te voldoen. De peuters verblijven vaak voor korte tijd in een peutergroep. Met de Onderwijsinspectie worden hierover gesprekken gevoerd waarbij de aanpak van ‘leg uit of voer uit’ wordt gerespecteerd door de Inspectie volgens de gemeente T-diel. Op de vraag uit de groep waarom is gekozen voor een aparte opvang bij het azc en niet voor integratie binnen de bestaande groepen kwam een verrassend praktisch antwoord. Het azc is gehuisvest buiten het dorp en ouders beschikken niet over de mobiliteit (fiets of auto) om kinderen er naar toe te brengen.
Deelsessies In een tweetal deelsessies zijn de volgende onderwerpen besproken:
10
Taalniveau 3F voor ‘overige’ gemeenten Om te voldoen aan de eis ‘Taalniveau 3F’ worden ‘overige’ gemeenten vanaf 2017 gefaciliteerd. Voor deze deelsessie bleek een dusdanige belangstelling dat enkele andere onderwerpen (Toeleiding en zicht op bereik en doorgaande lijn) zijn verplaatst naar de bijeenkomst in juni a.s. De gemeenten hebben elkaar voorzien van praktische tips bij de aanpak, gewezen op valkuilen en het belang van pre-toetsen benadrukt. Verder werden ervaringen gedeeld omtrent het omgaan met deelnemers die het 3F-niveau niet blijken te halen. Ouderbetrokkenheid In deze deelsessie hebben de deelnemers elkaar tips gegeven om de ouderpopulatie VVE beter in beeld te krijgen. Nagegaan is hoe gemeenten ouders kunnen stimuleren. In hoeverre de eerder gestelde vraag van één van de gemeenten, nl. mogen van ouders tegenprestaties gevraagd worden?, is beantwoord, is mij niet helemaal duidelijk. Wel een interessante vraag overigens.
Actuele ontwikkelingen oab-middelen In vogelvlucht zijn hier de volgende ontwikkelingen geschetst: - OCW-brief november 2015: verdeelsleutel, handhaving specifieke uitkering, herverdeling van middelen en afwijzing door de Kamer; - OCW-brief januari 2016: geen overheveling van gewichtengelden naar de samenwerkingsverbanden, onderzoek naar alternatieve indicator (CBS); - OCW-brief april 2016: 2017 overgangsjaar met handhaving peildatum 2009 en 2018 beoogde invoering nieuw oab-beleid, aanpassing Besluit Basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie: 3F geldt voor alle oab-gemeenten; - AO Kamer: wil ramingsbijstelling (agv krimp en opleidingsniveau) van tafel en moet zelf dekking zoeken (€10 mln in 2016).
Adviezen en onderzoek Bespreking: - CBS-cijfers: achterstandsleerlingen tussen 2011 en 2015 - SER-advies ‘Gelijk goed van start’ - PRE-COOL onderzoek (longitudinaal, rond de zomer) - Vernieuwing toezichtskader Onderwijsinspectie.
Nieuwkomers: azc-peuters/statushouders In dit onderdeel heb ik de resultaten van de peiling door Sardes in maart 2016 gepresenteerd. Vervolgens is gesproken over de opzet van subkringen die bedoeld zijn als zelfonderzoekende subkringen. Afgesproken is belangstelling door te geven aan leider Kenniskring.
Tenslotte kwam een vraag naar voren die door alle deelnemers werd ondersteund. Deze vraag betreft de a.s. Meicirculaire waar middelen toegevoegd zullen worden aan het Gemeentefonds voor peuteropvang voor peuters wiens ouders geen beroep kunnen doen op de Toeslagenwet. De deelnemers willen graag een overzicht van wanneer welke middelen worden toegevoegd (liefst op gemeentelijk niveau) dan wel uit het Gemeentefonds worden gehaald (OKE-uitkering). Voor veel beleidsmedewerkers VVE is het lastig onderhandelen met de collega’s financiën als de middelen niet
11
geoormerkt zijn. Ik heb toegezegd deze vraag in het Consortium te bespreken en met alle betrokkenen na te gaan wat we kunnen betekenen. Voor de volgende bijeenkomst in juni zal in ieder geval op de agenda staan: Toeleiding en zicht op bereik; Doorgaande lijn in plattelandsgebieden; Subkring azc-peuters; Actuele beleidsontwikkelingen (waarschijnlijk ook ‘krimp’ omdat in de Noordelijke provincies momenteel procesbegeleiders aan de slag zijn gegaan conform subsidieregeling).
12