verslag Intervisie EMK Regio Limburg datum 25-10-2013 lokaal Regiohuis Hasselt refertenummers aanwezig Leen Colemont (De Wiekslag) – Marc Broeders (Don Bosco Genk) – Jef Lemmens (Huize SintVincentius) – Gina Baerts (MDT) – Gert Houben (Jongerenwerking Pieter Simenon) – Lucienne Janssen (CBJ Tongeren) – Lies Rondags (SDJ Tongeren) – Mevr. H. Bormans (jeugdrechter JRB Tongeren) –Luc Brummans (CBJ Hasselt) – Kris Claes (Yar Vlaanderen) – Bernard Aertgeerts (Administratief Team Limburg) – Christel Palmans (Team Toewijzing) - Kim Craeynest (AJW) – Bram Antheunis (AJW) - Evi Marquet (MDT) – Wendy Op ’t Roodt (Team preventie) – Karl Henrickx (CBJ Tongeren) – verontschuldigd Gert Cools (Huize Sint-Augustinus) – Mevr. L. Bex (jeugdrechter JRB Hasselt) – Mevr. E. Raskin (JRB Tongeren) - Eric Berx (regioverantwoordelijke Limburg) 1. Goedkeuring vorig verslag Het verslag van de vorige intervisiegroep d.d. 31-05-2013 wordt goedgekeurd.
2. Eerste terugkoppeling bilaterale gesprekken Registratie van contexturen: De cijfers van het eerste kwartaal duiden aan dat 70% van de organisaties het streefcijfer van face to face contacten niet haalt. De overige 30% haalt dit wel de of zit boven het streefcijfer. Op de 2 reflectiedag zullen de redenen voor het niet halen van de de norm aan bod komen. De cijfergegevens van het 3 kwartaal gaan waarschijnlijk een vertekend beeld geven omwille van de grote vakantie. Voor een correct beeld van de registratie weer te de geven moeten we het 4 kwartaal afwachten. Op welke manier de registratie van contexturen zal gebeuren in 2014 wordt op de reflectienamiddag besproken. De benutting van de module verblijf ligt op 65 à 70%. Enkele organisaties liggen lager dan 50% maar dit betreft voornamelijk CANO-voorzieningen en contextgerichte organisaties. Dagbegeleiding in groep heeft een percentage van 60% benutting. De bezetting voor de module ondersteunende begeleiding zijn vergelijkbaar met de cijfers voor het experimenteel modulair kader. Organisaties die een klassiek aanbod doen (groepswerking) halen een benutting van 80%, andere (meer creatieve) vormen van dagbegeleiding in groep (koppeling aan residentie) halen een benutting van 40%. We kunnen stellen dat dagbegeleiding in groep op verschillende manieren wordt ingezet. Zo is er de klassieke werking waar het aanbod DBG in groep even groot is als het aanbod contextbegeleiding. Er zijn organisaties die een minder groot aanbod DBG in groep aanbieden dan het aanbod contextbegeleiding om doorstroming te creëren naar contextbegeleiding. Een derde optie is enkele modules DBG in groep verspreid inzetten met een koppeling aan verblijf. Er loopt momenteel een experiment om dagbegeleiding in groep aan verblijf te koppelen. Hoe DBG in groep Rond deze module zal er in de loop van 2014 een inhoudelijk evaluatietraject worden opgezet.
Koning Albert II-laan 35, bus 32, 1030 Brussel T 02 553 33 01 F 02 553 34 19 www.jongerenwelzijn.be
p1
De bezetting van de organisaties ligt in het algemeen hoog, de uitzonderingen hebben vaak te maken met ombouw of uitbreiding van de organisatie. Verder merken we op dat er talloze verschillende registratiesystemen worden gebruikt. Ook de interpretatie van wat er geregistreerd wordt is voor vele organisaties anders. We geven alvast mee dat de registratie en dus ook de registratie inzake contextcontacten intern herbekeken wordt (i.k.v. instap EMK 2014). Het Excel formulier waarop het modulaire kwartaal moeten worden ingevuld zal wel hetzelfde blijven. Typemodule ondersteunende begeleiding: Ook in deze module zien we veel verschil in het gebruik bij proeftuinen, canovoorzieningen diensten die ondersteunende begeleiding aanbieden. Wat wordt er aangeboden? Hoe kunnen jongeren gebruik maken van dit aanbod? Is het aanbod intern of extern? Al deze zaken worden uitgeklaard tegen 2014. CANO: er is een vraag vanuit de cano-voorzieningen om samen te zitten voor overleg omdat het EMK de flexibiliteit van de werking verhinderd. Zo zijn er problemen met 18-jarige jongeren waar bij cb of verblijf de begeleiding stopt formeel volgens de regelgeving. Er zijn ook problemen met het kinder- en zakgeld, opmaak van beschikkingen, het moeilijk afstemmen van interne en externe regie. De flexibiliteit wordt verminderd bijvoorbeeld wanneer een jongere cb krijgt maar nood heeft aan verblijf. Deze schakeling zou vlot moeten kunnen maar hiervoor is administratie nodig voor de opmaak van een nieuwe beschikking (werd voorheen niet altijd gedaan). Wat als de verwijzer niet akkoord is? Deze discussie werd al gevoerd voor het EMK maar wordt nu scherper gesteld. Wat zijn de autonome graden van de organisatie zonder verwijzers of jeugdrechters te passeren? Bepaalde modules mogen niet onderuit gehaald worden qua bezetting. Vroeger werd er meer op caseniveau bekeken wat er nodig is en er was meer interne regievoering. Volgens de verwijzers hoeft er niets aan de beschikking te veranderen. De jeugdrechters willen wel op de hoogte zijn wanneer er iets veranderd in het aanbod van modules. Wanneer een jongere bijvoorbeeld in crisis gaat willen ze hiervan op de hoogte zijn. Kan het een oplossing zijn om voor canovoorzieningen crisisverblijf standaard aan het module aanbod te koppelen? Dit moet volgens de jeugdrechter per jongere bekeken worden en niet standaard aangeboden worden. Vzw De Wiekslag is voorstander om crisisverblijf voor alle organisaties standaard aan te bieden. Jeugdrechters willen op de hoogte zijn wanneer een jongere in crisis gaat, dit moet zuiver en snel gecommuniceerd worden. JW bekijkt dit voorstel op juridisch en organisatorisch vlak. Intensieve kortdurende thuisbegeleiding: Het gevaar blijft dat jongeren instromen via IKT, als opstapje naar reguliere thuisbegeleiding. Hoe kunnen we de methodiek IKT zo correct mogelijk indiceren en de methodiek zo correct mogelijk hanteren? Er is geen grote wachtlijst IKT in Limburg, de verleiding is dan ook groot om jongeren via IKT te laten instromen en nadien door te schakelen naar reguliere contextbegeleiding.
Koning Albert II-laan 35, bus 32, 1030 Brussel T 02 553 33 01 F 02 553 34 19 www.jongerenwelzijn.be
p2
Sommige organisaties vragen zich af of deze opdeling (kortdurend-regulier) nog wel relevant is daar de reguliere cb ook na 6 maanden afgesloten kan worden en er evenzeer methodisch gewerkt wordt. De VUB onderzoekt momenteel de specificiteit van kortdurende thuisbegeleiding. De afspraak is dat de verhoudingen benoemd zijn en organisaties hiervoor erkend worden. Zolang de onderzoeksresultaten van dit onderzoek niet gekend zijn blijft de huidige profilering bestaan. Het is mogelijk dat er op termijn voor een andere aanpak gekozen zal worden maar het belangrijk dat het nu zuiver wordt gehouden. Loskoppelen module verblijf: Hoe moet er omgegaan worden met verblijf en contexttrajecten wanneer de module verblijf wegvalt? Het blijft moeilijk voor organisaties om aan te geven wanneer verblijf niet langer nodig is. Ook verwijzers laten de module verblijf liever niet vallen uit schrik dat er later in het traject toch verblijf of een crisisverblijfplaats nodig is. Toch blijkt dat bij trajecten die langdurig de combinatie van de modules contextbegeleiding en verblijf hanteren er vaak volledig in de context wordt gewerkt en verblijf eigenlijk niet meer nodig is. CWB: we zien niet direct verschuivingen in het landschap maar er heerst wel een gevoel dat er residentieel minder plaatsen komen open te staan. Wanneer er plaats vrijkomt en het duurt even voor die kan worden ingevuld dan wordt de plaats soms teruggetrokken voor een naadloze schakel uit te voeren. Kan een organisatie plaatsen terugtrekken? De tijd tussen het vrijgeven van een plaats en de invulling ervan door een andere jongere duurt vaak lang. Het blijft een moeilijke inschatting voor organisaties of verblijf al dan niet nog nodig zal zijn. CWB: er zijn geen grote wachtlijsten, enkel de wachtlijst voor CBAW is lang. JR Tongeren: dit heeft ook te maken met de vakantieperiode. Er zullen periodes zijn waar de wachtlijsten voor de andere modules wel langer is. Het CWB kan de vraag stellen aan organisaties om de wachtenden jongeren op CBAW in de module CB te laten instromen. Deze flexibiliteit is mogelijk. Sommige organisaties vragen zich af waarom Limburg korte wachtlijsten heeft. Waar ligt dit aan? Terwijl de wachtlijst voor bijkomende erkenning vaak uitgeput is. Is het mogelijk hiervan een analyse te maken? Volgens de verwijzers heeft de indicatiestelling een lange en grote weg afgelegd. De jongeren komen terecht waar ze terecht moeten komen. Wanneer je hier een analyse van wil maken moet je analyseren over de hele sector BJB. Er zijn wel wachtlijsten voor intercap, MPI’s en toch is er geen uitstroom voor bijkomende erkenning. JW polst of er ook in de andere regio’s lage wachtlijsten zijn voor bijkomende erkenning. Het doel van het EMK was meer zicht te krijgen op de flexibele trajecten. Volgens vzw De Wiekslag hangt dit af van de schaalgrootte van de organisatie en het aantal bedden waarover je beschikt. Volgens de verwijzers zijn er succesverhalen van EMK-trajecten maar er zijn ook een aantal dossiers waar er niet geschakeld kon worden. Omdat het in een aantal situaties niet mogelijk was om terug te schakelen naar verblijf. De nadruk moet blijven liggen op een goede communicatie (overleg in driehoek). Het is uitzonderlijk dat de schakels in een traject mooi op elkaar aansluiten. Het is vaak moeilijk om iedereen rond de tafel te krijgen voor overleg.
Koning Albert II-laan 35, bus 32, 1030 Brussel T 02 553 33 01 F 02 553 34 19 www.jongerenwelzijn.be
p3
Instroom broers en zussen: Wat met de naadloze instroom van broers en zussen van een minderjarige? Het EMK verandert hier niets aan t.o.v de vroegere reguliere werking. Het dossier staat op naam van één jongere uit het gezin. Is het in sommige casussen nodig dat ook de broers en zussen een dossier krijgen? Het voordeel aan het EMK is dat broers en zussen een prior krijgen maar structureel kunnen broers en zussen niet naadloos meeschakelen. Aanbod 0-3-jarigen Opvallend is dat veel organisaties een erkenning hebben voor jongeren van 0-18 jaar maar enkel opnemen vanaf 2,5 à 3 jaar. De oorzaken hiervoor zijn de beperkte verblijfsmogelijkheden, hechtingsproblematieken, veiligheid, personeel, baby’s in verticale leefgroepen… Veel organisaties zijn fysiek of organisatorisch niet in staat jongere kinderen op te nemen. In heel Vlaanderen zijn er maar enkele organisaties die kleine kinderen opnemen m.n. vzw Voorspools-Sleeghers te Antwerpen (De Haven, De 2 Gezusters, De Nieuwe Toren, Hof Ter Heide) en vzw Jongerenzorg Zuid-West-Vlaanderen te Kortrijk. Vzw Minor-Ndako neemt wel vaak kinderen van 2 en 2,5 jaar op. In sommige gevallen zelfs kinderen van 1 jaar. Bij de modulering IJH gaat de erkenning bij de organisaties staan en zal de ITP de leeftijd hanteren als uitgangspunt. Ofwel zullen organisaties hun erkenning moeten wijzigen, ofwel toch kinderen van 0-3 jaar opnemen. CWB: de 0-3 jarigen in Limburg komen automatisch terecht in CKG’s daar zij een medisch model hebben en sterker inzetten op de context. Ook hun samenwerking met pleegzorg is beter uitgewerkt. Er rijzen hierrond wel nog vragen zoals of er voldoende capaciteit is? Of we de samenwerking met pleegzorg dienen te versterken, is er afbouw van de CKG’s, heeft dit impact op onze organisaties?,.. We moeten het hele plaatje bekijken, de problematiek rond jonge kinderen is ruimer dan het regionale beleid. In Oost- en West-Vlaanderen is er bijvoorbeeld een overbezetting van de CKG’s. Kinderbijslag en zakgeld: Hierrond zijn nog veel vragen en is er afstemming nodig. Het probleem met kinderbijslag en zakgeld is niet eigen aan het EMK. Maar daar er meer in de context wordt gewerkt komen er meer vragen inzake kinderbijslag en zakgeld. Sommige ouders blijken zelfs de kinderen in residentieel verblijf te laten zitten omdat dit financieel voordeliger is. In sommige regio’s is het niet duidelijk hoe time out en crisis op de beschikking moeten staan wat ook gevolgen heeft voor de kinderbijslag. Verdere aanvullingen inzake de bilaterale gesprekken: Regioafbakening: wanneer we meer intensief en contextgerichter moeten werken moet de regioafbakening beperkt worden. We willen ten alle kosten vermijden dat er blinde vlekken gecreëerd worden. Dit overleg moet ruimer gevoerd worden dan de BJB ook onderlinge afstemming tussen organisaties is noodzakelijk.
Koning Albert II-laan 35, bus 32, 1030 Brussel T 02 553 33 01 F 02 553 34 19 www.jongerenwelzijn.be
p4
Flexibiliteit EMK staat haaks op bv. de arbeidsinspectie. Hoe moeten begeleidingen een traject volgen als dit niet overeenstemt met de arbeidsinspectie. Vzw Jongerenwerking Pieter Simenon: De verslaggeving van het overleg tussen vakbonden en overheid (zonder werkgevers) is niet transparant. Sommige zaken leiden tot polarisatie. Jw: ook de vakbonden zitten met vragen en zouden liever een vakbond délégué het intervisie overleg laten bijwonen. De intervisie voor de vakbond dient als spreekbuis voor de werknemers. De verslagen hiervan zijn binnenkort te raadplegen op de website van jongerenwelzijn. 3. Bevraging EMK ervaringen verwijzende instanties Naar het einde toe van het experiment zullen ook de verwijzende instanties bevraagd worden rond hun ervaringen en bevindingen van het EMK. Het kan tevens interessant zijn voor de verwijzers om op regioniveau een aantal zaken formeler en meer overkoepelend terug te koppelen. 4. Mogelijkheden/knelpunten rond schakelen in de praktijk (toewijzing, regie, naadloosheid traject/begeleider,…) CBJ Tongeren: Het is oefenen in elke casus hoe we onze weg moeten vinden met het EMK maar we geraken er elke keer uit. Administratief team: Het invoeren van de maatregelen in Domino moet een aantal gecorrigeerd worden door het administratief team. MDT: Communicatie blijft belangrijk en is casusgebonden Yar: na het formaliseren van wat er in de beschikking moet komen en het kunnen combineren van modules loopt alles goed nu. De manier waarop beschikkingen worden opgesteld in Antwerpen is nog een probleem. De CBAW loopt gesmeerd. SDJ Tongeren: Communicatie blijft belangrijk. Bv. er wordt samen met de MJ CBAW opgezet waarvan de consulent niet op de hoogte is. De JR moet nog worden ingelicht en de beschikking moet nog worden opgemaakt. Het tijdig inlichten van de consulent welk traject men wil belopen is belangrijk. CBJ Tongeren: Ook wij willen de communicatie aankaarten. Bv. rond bureaunotulen die voorgesteld moeten worden om een beslissing te nemen. Er wordt dan contact opgenomen met de organisatie en vaak wordt het uitgeklaard maar het is sterk casusgebonden en hangt af van wie het traject begeleidt. Huize Sint-Vincentius: De schakelingen worden zorgvuldig bekeken. We zijn nog in transitie maar proberen het consequent te bekijken.
Koning Albert II-laan 35, bus 32, 1030 Brussel T 02 553 33 01 F 02 553 34 19 www.jongerenwelzijn.be
p5
Don Bosco Genk: Het is een constant zoeken maar we moeten hierin groeien. Het schakelen gebeurt voornamelijk vanuit de module Verblijf naar Contextbegeleiding. Het afkoppelen van verblijf is wisselend. Vaak door redenen die bij punt 2 ‘loskoppelen verblijf’ werden aangehaald. Voor het EMK werkte de organisatie meer gezinsvervangend. Vzw De Wiekslag: heeft een voorstel om de term EMK weg te laten in beschikkingen opdat deze niet uitgelegd dienen te worden aan cliënten of personeel. JR Tongeren: de afgesproken formulering moet worden aangehouden zodat dit uniform is. JW: er geen uniforme formulering. Het voorstel werd goedgekeurd en aangehouden door de meeste jeugdrechters maar is niet dwingend. De terminologie heeft zijn tijd nodig en moet nog ingeburgerd geraken.
5. Datum en thema volgend overleg De volgende intervisiegroep vindt plaats op vrijdag 20 december 2013 om 13u30 in het regiohuis te Hasselt. 6. Varia: Eén van de thema’s is de nieuwe groep organisaties die in het EMK instappen in 2014. Behouden we de intervisiegroep of worden de punten rond EMK/IJH behandeld op een arrondissementeel overleg? De intervisiegroep denkt hierover na tegen het volgende overleg. Volgend jaar is er ook een ondersteuningsaanbod vanuit de koepels. Er wordt uitgeklaard welke budgetten hiervoor vrijgemaakt worden en welke thema’s aan bod zullen komen. De reflectienamiddag op 25/11/2013 is voor alle organisaties (zowel EMK als niet- of bijna EMK’ers). Er zal een vooruitblik gegeven worden op 2014 rond o.a. registratie, contextbegeleiding,… De provincie organiseert jaarlijks een dialoogdag voor organisaties, het werkveld en de verwijzers. De jaar zijn de thema’s: vernieuwingen (EMK), vermaatschappelijking van de zorg, initiatieven vrijwilligerswerk, andere initiatieven met intersectorale samenwerkingen (IMFC). Er wordt verder uitgeklaard wie welke thema’s zal behandelen (bijdrage JW).
Koning Albert II-laan 35, bus 32, 1030 Brussel T 02 553 33 01 F 02 553 34 19 www.jongerenwelzijn.be
p6