Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad d.d. 21 februari 2012 Aanwezig: dhr. J.E. Bogaers, mw. A.S. van Kuijen-Cornelis, dhr. W.A. Reitsma (secretaris), mw. A.J. B. Luiten (plv. voorzitter), dhr. J. Uittenbogaard, mw. Y.Bink-Winterkamp, dhr. S.H. Visser, de heer E.W.H. de Kievit, de heer C. Dekker , mevr. C. Warmerdam Afwezig m.k.: dhr. J.J. Ramekers (voorzitter) Als gasten aanwezig: de heer P. Buijsman. Mw. B. de Leeuw, mw. T. van Stein (afvaardiging Fonteynenburg), mevrouw A. Jansen en mevr. B. Lock (projectleider resp. ass. projectleider Decentralisatie Jeugdzorg gemeente Zoetermeer0 Op publiek tribune: vertegenwoordiger VG Haaglanden, NVBS-Haaglanden, Wmo-platform Den Haag en raadslid Agenda: 1. Opening en vaststelling agenda 2. Presentatie Fonteynenburg 3. Gedachtewisseling over participatie in het kader van de decentralisatie jeugdzorg 4. Verslag van de vergadering van 10 januari 2012 5. Procedure en werkafspraken advisering alternatief voorstel raadsleden eigen bijdrage Wmo 6. Gedachtewisseling over deelname jeugdomnibusenquête 7. Mededelingen 8. Ingekomen stukken 9. Rondvraag en sluiting. 1. Opening en vaststelling agenda Welkom en vaststelling agenda. Bijzonder welkom voor de afvaardiging van Fonteynenburg en de gemeentelijke projectleiding decentralisatie jeugdzorg. . De voorzitter is ziek. Mevrouw Luiten vervangt hem 2. Presentatie Fonteynenburg De heer Buijsman geeft een presentatie over het doel, de missie en de activiteiten van de instelling Fonteynenburg. Mw. De Leeuw is een klant van Fonteynenburg en wil toelichting hoe zij de begeleiding ervaart. Mevr. Van Stein is een begeleidster. De ppt-presentatie is als bijlage in het verslag opgenomen. Belangrijke punten: • Het gaat om kwetsbare mensen, allen 18 jaar of ouder, die begeleiding nodig hebben. Het kan gaan om mensen met ggz-problematiek, verslaving, justitiële achtergrond. • Fonteynenburg bedient een andere doelgroep dan bv. de Compaan die zich vooral richt op mensen met (ook) een verstandelijk handicap. Gezinsvervangende tehuizen zijn vergelijkbaar met de woonbegeleiding die Fonteynenburg kent. • Veranderingen AWBZ: van een nood een deugd maken. Verwachte voordelen: er kunnen schotten worden afgebroken. Wijkgericht werken. In een individueel begeleidingsplan kunnen dan meer zaken worden geregeld dan nu alleen op basis van de AWBZ-begeleiding. Bij een indicatie gaat het om een inzet van begeleiding die strak is geregeld. Zaken die buiten de indicatie vallen gebeuren dan niet terwijl ze wel nodig zouden zijn.
Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 21 februari 2012 1
Mevrouw De Leeuw geeft aan een beetje zenuwachtig te zijn om voor zo’n grote groep te spreken. Zij doet dat voor de eerste keer. Zij heeft de begeleiding en ondersteuning nodig om zaken op orde te houden. Is er geen begeleiding dan blijkt de orde die re nu is, snel te ontsporen. Wat houdt de begeleiding in? Begeleiding en ondersteuning bij veel alledaagse dingen (bijv. bij koken, toezien medicatie). Maar ook een luisterend oor, 24 uur per dag (als dat nodig is), helpt angsten te overwinnen of te neutraliseren. Het draagt eraan bij dat haar leven over de hele linie stabieler verloopt en dat er minder opnames nodig zijn. Zij ervaart de begeleiding als een echte steun. Mevrouw Luiten dankt haar voor haar openhartige verhaal dat zij heeft verteld voor de Wmoraad. Van belang is ook vast te stellen dat voor mensen met een zorgmijdend gedrag dagactiviteiten als prettig worden ervaren en tegelijkertijd bijdragen aan minder tijdelijke opnames in een inrichting. Wat zou de gemeente in het kader van de Wmo moeten overnemen? Fonteynenburg hoopt daarover met de gemeente een overeenkomst te kunnen afsluiten. Er is veel mogelijk. De samenwerking met resto Van Harte kan helpen het netwerk rond cliënten te verstevigen. In de thuisbegeleiding kan F. veel betekenen. En verder kan Fonteynenburg. diagnostisch werk, indicatiestelling en zorgcoördinatie voor ook de eigen cliënten verzorgen. De indicatiestelling zou zo pragmatische mogelijk moeten worden ingericht. Geen bureaucratie zoals bij het CIZ als er voor ’t eerst een indicatie nodig is. Wij kennen de klant, zijn deskundig en kunnen belangrijk bijdragen aan bv. herindicaties zonder dat er aparte onderzoeken door weer anderen worden gedaan. De meeste klanten hebben langdurig de geboden zorg nodig. Fonteynenburg werkt ook samen met Reakt zowel in Zoetermeer als daarbuiten. In andere gemeenten werkt F. samen met Reakt bij dagbestedingsactiviteiten. In Zoetermeer kan Reakt door bezuinigingen niet meer dezelfde activiteiten ontplooien dan voorheen. De inloop wordt in tijd teruggebracht. Dat raakt direct ook klanten van F. Daarnaast is het arbeidsprogramma ingewerkt. De bereidheid tot samenwerking met de welzijnsorganisaties in Zoetermeer is er. Met Stichting Mooi is er nog geen samenwerking. Met het gemeentelijk participatiecentrum wordt nog niet samengewerkt. De begeleidingsactiviteiten van Fonteynenburg vinden ook plaats in het kader van een behandelplan (GGZ, Brijder, Parnassia, enz.) De bezoekfrequentie door de begeleider wordt in overleg met de klant bepaald. Tot slot wordt een film vertoond over de woonvorm de Beukenhof in Rijswijk. Een wooneenheid van 14 personen met ggz- en./of verslavingsproblematiek waarbij ambulante begeleiding wordt geboden. Voor de klanten is deze woonvorm een basis om weer verder te gaan. Mevr. Luiten dankt de afvaardiging van Fonteynenburg, in het bijzonder ook mevrouw De Leeuw voor haar toelichting op haar ervaringen met de begeleiding door Fonteynenburg en de beantwoording van de vragen. Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 21 februari 2012 2
3. Gedachtewisseling over participatie in het kader van de decentralisatie jeugdzorg Mevrouw A. Jansen, projectleider decentralisatie jeugdzorg en mevr. B. Lock , assistent projectleider zijn aanwezig om met de Wmo-raad van gedachten te wisselen over hoe ouders en Wmo-raad bij het decentralisatieproces betrokken kunnen worden. Bij het decentralisatie speelt ook de participatievraag. Hoe betrekken wij ouders, jongeren, instellingen en ook de Wmo-raad bij dit ingewikkelde proces? Wmo-raden zijn bestaande organen die een rol kunnen spelen. Ook kent Zoetermeer de jongerenambassadeurs. In een filmpje dat wordt getoond, worden vooral de sociale media gepromoot om jeugd en jongeren te betrekken bij dit proces. Ook waar het gaat om de hulpverlening zelf door de inzet van online advisering en hulpverlening. De participatie via de sociale media is directer en appelleert meer aan de manier waarop jongeren zich veel uiten. Het plan is dan ook om moderne middelen in te zetten bij de jeugdzorg. Waarom decentralisatie? Jeugdzorg komt naar de gemeenten. Alles in één keer. Ingangsdatum 1/1/2015. Gemeenten krijgen nieuwe bevoegdheden maar krijgen ook met nieuwe voor hen onbekende casuïstiek te maken. Het kabinet heeft voor de decentralisatie gekozen omdat diagnose en indicatiestelling niet goed genoeg werken, het speelveld deels te vol is (heel veel instellingen), er voorzieningen missen (pedagogische huisarts bv.) en de jeugdzorg tendeert naar de inzet van steeds meer en duurdere specialistische zorg hetgeen bij ongewijzigd beleid op den duur onbetaalbaar zal worden. De jeugdzorg moet laagdrempeliger, eenvoudiger (minder specialistische hulp inzetten) en ook sneller hulp kunnen bieden. Handelingsgericht indiceren is geïntroduceerd om de snelheid te bevorderen. Met hulp beginnen en achteraf indiceren. Op de werkvloer is daarover al in hoge mate consensus en zijn er al samenwerkingsinitiatieven. De gemeente wil voor de zomer een Startnotitie over de decentralisatie in de gemeenteraad behandelen. Daaromheen wil de gemeente participatie van ouders, jongeren en ook Wmo-raad bevorderen en mogelijk maken. Het is een lastige problematiek. Heeft de Wmo-raad ideeën over hoe de gemeente ouders meer en beter kan betrekken? Eén van de aanleidingen voor de decentralisatie is ook het open eind karakter van de jeugdzorgregeling. Het onderbrengen onder de compensatieplicht van de Wmo verandert daar eigenlijk niets aan. Dat oogt ook een open eind te zijn. Hoe houden wij het voorzieningenpakket op orde als de middelen minder worden? Het Wmo-denken zet wel een andere ontwikkeling in. De school kan een belangrijk platform zijn voor participatie. Daaromheen zou je meer kunnen organiseren. Je kunt de ouderpanels die er ook al voor het CJG zijn uitbreiden met de medezeggenschapsraden die op de scholen zijn. Formeer een denktank met professionals, ouders en jongeren. Professionals hebben hun netwerken en zijn eenvoudig te benaderen. Voor jongeren en ouders kunnen panels worden georganiseerd. Meerpunt vormt (ook) een goede basis om ouders te betrekken. Wie gaat e.e.a. organiseren? Hoe ziet de Wmo-raad zichzelf in dit veld opereren? Een optie is om de Wmo-raad te zien als één van de groepen die meedenken over het beleid. . Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 21 februari 2012 3
Waarop is de participatievraag gericht? Op de transitie (bestuurlijk) of op de transformatie (veranderingen in hulpverlening inhoudelijk)? Dat is belangrijk voor alle mogelijke participanten om te weten. Het gaat om beide aspecten. Een ander idee is om een brede denktank te vormen met een doorsnee van ouders, verenigingen, professionals, ouderverenigingen, etc. Hoe past de Wmo-raad hierin? De verbinding met de Wmo-raad zit ‘m vooral in het streven om integraal te werken, om preventie en zorg met elkaar vervlechten waarbij preventie meer een Wmo-zaak is en de professionele inzet tot dusver een AWBZ-zaak. De Wmo moet daarin een plek krijgen. Het uitgangspunt één gezin, één plan is niet zo eenvoudig in een participatieopzet te vertalen. Belangrijk is om de gezinsstructuur in het oog te blijven houden Er is al een netwerk voor de CJG. Waar schiet de huidige situatie tekort? Waar schiet het huidige participatiemodel te kort? Waar zijn wij (i.c. de gemeente) naar op zoek? Gemeente: de stem van de jeugdigen kan beter. Cliëntenparticipatie bij de instellingen is er maar is wat mager nog. Het gaat niet zozeer om tekorten te slechten. Eerder om het opnieuw vormgeven van de participatie. Een geheel ander idee is om ondernemers bij dit proces te betrekken. Een teveel aan kennis kan ook blokkeren, kan blinden vlekken geven. Benader de RVOZ en nodig hen uit tot meedenken. V.w.b. de jongeren zijn de sociale media een kansrijke instrumenten om jongeren te informeren en te betrekken. Ook (sport)verenigingen zijn belangrijke platforms. Hoe wil de Wmo-raad betrokken worden?. Er is de reguliere adviestaak. Ook zijn er inspraakbijeenkomsten Verder kan de Wmo-raad meedoen aan bv. een brede denktank van professionals en geïnteresseerde ouders. Het is bij de jeugdzorg van belang om ook minder institutioneel te denken en te handelen. Hoe bereik je de jongeren om wie het allemaal gaat. Het gaat om een kwetsbare groep die nu of in de toekomst in de jeugdzorg zit. Sociale media gebruiken. Andere vormen uitproberen bv. je op scholen presenteren en via de school jongeren uitnodigen om mee te denken. Vind je dan ook die kwetsbare jongeren? Deze laatste groep zul je vooral via de hulpverlening moeten benaderen. Je zult hun een kleinere setting moeten aanbieden dan Meerpunt nu is. Meerpunt is nu ambtelijk ingericht. Een werkgroep gelieerd aan Meerpunt met (ook) jongeren is een optie. Hoe gaat het met de samenwerking met Pijnacker-Nootdorp? Dit staat in de kinderschoenen. In Haaglanden-verband staat een samenwerkingsstructuur op stapel. Er is een stuurgroep met wethouders. Daaronder hangt een werkgroep met alle projectleiders. De verwachting is dat er schaalvoordelen zijn te behalen. De leden beschikken over een stand van zaken-stuk van de gemeente Den Haag. Men vindt dat informatief. Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 21 februari 2012 4
Is het de bedoeling van de gemeente om ook innovatief beleid te stimuleren? En wat gaat de gemeente het doen met de specialistische zorg die voor gemeenten nog goeddeels onbekend terrein is. Daar zit ook veel deskundigheid om te benutten. In de Startnotitie zal daaraan aandacht worden gegeven. De Startnotitie zal tijdig aan de Wmo-raad worden toegezonden. Mevrouw Luiten dankt de gemeenteambtenaren voor hun toelichting op het decentralisatie proces en de vragen waarover met de Wmo-raad is gesproken. Zij ziet de Startnotitie graag tegemoet. 4. Verslag van de vergadering van de Wmo-raad van 10 januari 2012 Het verslag is akkoord. Afsprakenlijst: Afspraken 5/7/2011 -6, 13-12-2011-4 en 10-1-2012-2 zijn afgewikkeld of vervallen. N.a.v.: • Het secretariaat zal via datumprikker een datum voor de deskundigheidsbevordering regelen • Deelname aan NL.Doet op zaterdag 17 maart a.s. van 13 tot 16.30 uur. Mevrouw Bink heeft inschrijfformulier reeds toegezonden. De heren Bogaers, De Kievit en Uittenbogaard kunnen niet. • Er is nog geen uitnodiging voor een overleg met wethouder Van Leeuwen. 5.
Procedure voorstel behandeling adviesaanvraag over alternatief eigen bijdrage Wmo van TTWG
Van de griffie is kortgeleden een adviesaanvraag over dit voorstel ontvangen. Zij verwacht medio maart een reactie. Voorgesteld wordt in week 10 of 11 een extra vergadering uit te schrijven en daarvoor ook de doelgroepenorganisaties uit te nodigen. Mevrouw M. van der Meer, één van de initiatiefneemsters van dit alternatieve voorstel, geeft de Wmo-raad in overweging om naar behoefte in eerste instantie een technische bespreking te beleggen met leden van de Wmo-raad en andere organisaties. Zij is bereid om het voorstel technisch toe te lichten. Aldus wordt besloten. Mevrouw van Kuijen en de heer Dekker zullen deze technische bespreking bijwonen. ZVRZ, OSO, PGZ zullen ook worden uitgenodigd. Daarna zal de Wmo-raad het advies plenair bespreken. Er wordt de voorkeur aan gegeven om de organisaties uit te nodigen schriftelijk te reageren op het voorstel. ête 6. Vraag over deelname aan Jeugdomnibusenquête De volgende onderwerpen worden voorgedragen: a. maatschappelijke stages. Bevordert de deelname aan maatschappelijke stages het vrijwilligerswerk bij jongeren? Gaan zij anders, positiever over vrijwilligerswerk denken en gaan zij ook vrijwilligerswerk doen? Daarover is al informatie beschikbaar bij het VIP. b. hoe denken jongeren over de bijdrage van de jongerenwerkers in Zoetermeer? c. Kennen zij de Wmo-raad?
Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 21 februari 2012 5
d.
hoeveel kinderen/jongeren moeten thuis mantelzorg taken verrichten omdat ouder(s) dat niet of minder zelfredzaam zijn door ziekte of beperking? Er circuleert een cijfer dat 10% van de jongeren mantelzorgtaken moet verrichten. Hoe ligt dat in Zoetermeer? En hoe beleeft het hele gezin het feit dat kinderen taken moeten doen die normaal bij volwassen ouder(s) liggen?
7. •
Mededelingen Burgeravonden over de AWBZ-begeleiding en de middag voor de professionals waren over het algemeen geslaagd. De vraag is wat de gemeente van de geleverde input meeneemt en opneemt in het beleidsplan. De bijeenkomst in de Haagse Hogeschool over het thema dementie in het ziekenhuis was informatief. De conclusie is dat een betere opvang in het ziekenhuis met de partner in de directe nabijheid veel onnodige onrust en angsten kan voorkomen. Op 24/1 organiseerde Zorgbelang in Lederdorp een bijeenkomst over de participatie van jongeren en ouders bij de decentralisatie. Er is een plan uitgewerkt om instellingen en cliëntenraden van instellingen te benaderen en te mobiliseren om mee te denken over de decentralisatie, de gevolgen daarvan en de voorwaarden waaraan deze zou moeten voldoen. Het doel is om de ervaringen van cliënten en hun ouders/belangenbehartigers bij de gemeente te krijgen.
•
•
8. Inkomen stukken • Besloten wordt om als Wmo-raad geen actie te ondernemen t.a.v. de oproep van Zembla om ervaringen met het aangepast vervoer en het leerlingenvervoer naar voren te brengen. • N.a.v. de beantwoording van het verzoek van een burger om ondersteuning bij het indienen van een bezwaar ontstaat er een discussie over de vraag of de Wmo-raad hier iets mee moet doen. De Wmo-raad is geen klachteninstantie. De secretaris geeft aan dat de Wmo-raad niet zelf met deze vraag iets moet doen maar moet verwijzen. Maar naar wie dan? Mogelijk is hier een hiaat dat van invloed is op het beroep dat burgers op de rechtsbescherming kunnen doen. Het gaat nu om een vraag. Komen er meer van dit soort vragen dan is er aanleiding om als Wmo-raad deze vraag op de agenda te zetten. Afgesproken wordt om de inkomende individuele brieven/mails te bewaren en desbetreffende personen voorlopig te verwijzen naar enkele instanties die ondersteuning zouden kunnen bieden. 9. • • • •
Rondvraag en sluiting Mw. Bink stuurt de mail over NL.DOET door naar mw. Warmerdam De heer De Kievit zit begin april in het buitenland en is 3/4 verhinderd. Op verzoek van de heer Visser zal volgende vergadering de aanpak met Dropbox worden geëvalueerd Zorgbelang organiseert een studiemiddag over De Kanteling. Mevr. Warmerdam geeft aan daar heen te gaan.
Actiepuntenlijst na vergadering dinsdag 21 februari 2012 Datum Actiepunt Wie opvoering 14. 15/2/2011 Regelen cursus snellezen met secretaris Tympaan 1.
08/11/11
Aantal toezeggingen wethouder
Datum gereed Via datumprikker regelen
Wethouder Speel
Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 21 februari 2012 6
5.
13/12/11
1..
10/01/12
Regelen contact met Piëzo
voorzitter
Overleg met verantw. beleidsmedewerker over Toegankelijkheidsprijs 2012 10/01/2012 Meedoen aan actie NL. DOET op 17 maart 10/01/2012 Overleg met gemeente over werkafspraken
mw. Warmerdam, neemt contact op
1.
21/2/2012
Gemeente
2.
21/2/2012
3.
21/2/2012
4.
21/2/2012
5.
21/2/2012
6.
21/2/2012
3. 4.
de adviesaanvraag over de Startnotitie decentralisatie Jeugdzorg komt tijdig naar de Wmoraad Via datumprikker wordt een datum geselecteerd voor snellezen Technische bespreking alternatief voorstel eigen bijdrage Wmo Suggesties voor jeugdomnibusenquête worden uitgewerkt en aan O&S doorgegeven Verzamelen verzoeken/vragen over ondersteuning bij klachten en bezwaren Evaluatie experiment met Dropbox
Allen Voorzitter, secr.
secretaris Mw. Van Kuijen, 28/2 dhr. Dekker, secretaris Secretaris
Allen
Allen
Wmo-raad 3/4
Volgende vergadering Wmo-raad: dinsdag 3 april 2012 om 20.00 uur in vooralsnog het bedrijfsrestaurant van het stadhuis van Zoetermeer, ingang Frankrijklaan 6
Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 21 februari 2012 7