Vergadering raadscommissie NOTULEN
RAADSCOMMISSIE REGIONAAL BELEID EN ECONOMIE Plaats Voorzit(s)ter
Provinciehuis, Leuven CHRIS KINDEKENS
Datum Aanvangsuur
21 januari 2014 10.30 uur
Aanwezig
CHRIS KINDEKENS, voorzitter HILDE VAN OVERSTRAETEN, ondervoorzitter KARIN JIROFLEE, gedeputeerde AN HERMANS, voorzitster van de provincieraad INEZ DE CONINCK LUC DE BRAEKELEER LUCIA DEWOLFS LENA GHYSELS HILDE KASPERS MARTINE LEMONNIER MARIE-CLAIRE LOOZEN JAAK PIJPEN TIE ROEFS MARC SLUYS WILLY SMOUT SOPHIE STONES-WILMES CHRIS TAES GEERTRUI VAN ROMPUY-WINDELS LIEVE VANLINTHOUT MARC WIJNANTS DIEDERIK DUNON JAN LAEREMANS LINDA VAN DEN EEDE SONIA VAN LAERE JAN CRETEN, stafmedewerker werk ERSV JO DISCART, stafmedewerker economie ERSV FAMKE SOENEN, stafmedewerker werk ERSV GUDRUN DENHAEN, diensthoofd economie ROEL CASTEELS, dienst economie, secretaris.
Verontschuldigd
WILLY SMOUT TOM DEHAENE, gedeputeerde JULIEN DEKEYSER, gedeputeerde LUC ROBIJNS, gedeputeerde MONIQUE SWINNEN, gedeputeerde WALTER ZELDERLOO, gedeputeerde LODEWIJK DE WITTE, provinciegouverneur MARC COLLIER, provinciegriffier.
Agendapunten
1. Goedkeuring van het verslag van de vorige vergadering
Chris Kindekens heet iedereen welkom op de eerste vergadering van de raadscommissie in het nieuwe jaar. Zij staat ook even stil bij het overlijden van het NVA-provincieraadslid Rita Malfroy, en maakt haar innige deelneming over aan familie, vrienden en de fractie. Het verslag van de vergadering van 19 november 2013 wordt goedgekeurd.
2. Toelichting voortgang en concretisering van de streekpacten aan de hand van de actiefiches Ook Karin Jiroflée uit haar medeleven met de familie, vrienden en de fractie van het overleden provincieraadslid. Karin Jiroflée leidt het agendapunt in. De RESOC’s, lokale besturen, provincie, werknemers- en werkgeversorganisaties hebben twee streekpacten opgemaakt, voor Leuven en Halle-Vilvoorde. Er is hard en participatief aan gewerkt door alle deelnemers, met veel enthousiasme zowel vanuit lokale besturen als vanuit de organisaties. De twee streekpacten liggen nu ter goedkeuring voor op de provincieraad. De drie grote luiken van de streekpacten zijn een goedwerkende arbeidsmarkt, evenwichtige economische ontwikkeling en voorwaardenscheppend beleid. Op maat van de provincie en met de specifieke noden en uitdagingen. In de streekpacten worden concrete streekdossiers opgelijst en zijn prioriteiten vastgelegd. Voor elk streekdossier zal een trekker aangeduid worden. Er wordt benadrukt dat het de bedoeling is om concrete realisaties neer te zetten en zichtbare vooruitgang te boeken. Als voorzitster van de RESOC’s heeft Karin Jiroflée hierop gehamerd. Zij zal deze commissie op de hoogte houden van de vooruitgang van de prioritaire streekdossiers die geselecteerd zijn. De voortgang en concretisering van de streekpacten worden toegelicht door Famke Soenen, Jan Creten en Jo Discart. De streekpacten in hun algemeenheid zijn in een eerdere vergadering al inhoudelijk toegelicht. Deze vergadering wordt er ingegaan op de prioritaire streekdossiers in elk van de 3 grote luiken van de streekpacten. Een afdruk van de presentatie is uitgedeeld op de vergadering. De digitale versie van de presentatie wordt per e-mail meegestuurd met het verslag en op deze manier bezorgd aan alle leden van de raadscommissie. Sophie Stone-Wilmes vraagt welke concrete gevolgen de goedkeuring van de streekpacten heeft voor het gemeentebestuur en de administratie. Karin Jiroflée antwoordt dat er geen directe gevolgen zijn. Met de goedkeuring van de streekpacten geeft een gemeente aan dat zij akkoord is met de doelstellingen en de lijnen die worden uitgezet. Op de RESOC vergaderingen wordt later afgesproken wie wat concreet wil opnemen, ook de gemeenten kunnen hier dan een rol en een engagement opnemen. Sophie Stone-Wilmes vraagt wat de deadline voor de goedkeuring is. Jan Creten zegt zo snel als mogelijk, men hoopt in februari of maart te kunnen afsluiten. Men beseft dat de meeste gemeenten nu druk bezig zijn met de meerjarenplanning. Sophie Stone-Wilmes vraagt naar het taalbeleid op de werkvloer, wat dit in de praktijk inhoudt. Jan Creten antwoordt dat er middelen voorzien worden voor opleidingen op de werkvloer, op maat van het bedrijf. Dit gebeurt via de VDAB. Ook wil men de taalopleiding stimuleren via de individuele beroepsopleiding (IBO), deze individuele opleiding kan 3 tot 6 maanden duren. Ook taalstages kunnen nuttig zijn. Jan Laeremans vraagt of er voor deze grotere geplande inspanning inzake taalbeleid ook de nodige extra middelen voorzien worden, anders vindt hij dit weinig zinvol. Jan Creten antwoordt dat het de keuze is van o.a. de VDAB om daar bijkomend in te investeren. De problematiek in de regio Halle-
Vilvoorde wordt vaak onderschat door de Vlaamse overheid, waardoor er hiervoor niet voldoende middelen worden toegewezen aan de regio. Het is belangrijk hiervoor aandacht en bijkomende middelen te vragen. Dit hangt ook samen met de erkenning van Halle-Vilvoorde als centrumstad. Aanvullend kunnen ook partners middelen vrijmaken. Jan Laeremans vraagt of er al bedragen vastgelegd zijn. Karin Jiroflée antwoordt dat deze op dit moment niet vastgelegd zijn, dit is een planningsfase. Bij RESOC zit ook VDAB aan tafel, hierrond moeten nog verdere afspraken gemaakt worden. Daarnaast is er de samenwerking met het Huis van het Nederlands en CVO volwassenenonderwijs. Tot slot is niet uitgesloten dat de provincie hier middelen voor uittrekt. Jan Creten vult aan dat ook projectmiddelen mogelijk zijn, bijvoorbeeld via het provinciaal subsidiereglement sociale economie. Als er een consensus is over de doelstellingen en prioriteiten kan op dergelijke projectmogelijkheden gericht ingediend worden. Karin Jiroflée beaamt dit, ook bij het subsidiereglement innovatieve onderwijsprojecten zijn taalgerichte projecten mogelijk. Het bepalen van een focus en het eens geraken over de doelstellingen en prioriteiten is een belangrijke realisatie van de streekpacten. Van daaruit kan financiering gezocht worden. Martine Lemonnier zegt dat dit inderdaad een én-én-verhaal is, waarbij iedereen zijn steentje bijdraagt. Ook bedrijven kunnen hieraan meewerken, zo zet bijvoorbeeld Colruyt sterk in op taalinitiatieven. Zij wenst het RESOC proficiat voor het geleverde werk en het bundelen van al deze initiatieven. De betrokkenheid van de gemeenten zit goed, dit heeft veel weerklank gekregen en de juiste accenten zijn gelegd. Het is belangrijk om een gedragen visie als regio te hebben, o.a. over de centrumfunctie van de rand rond Brussel. Luc Debraekeleer merkt op dat de erkenning van de centrumfunctie van Halle-Vilvoorde al heel lang op de agenda staat. Hij vraagt of dit een politieke beslissing is of dat hier objectieve parameters voor bestaan, of een combinatie van beide. Neemt RESOC hierin het voortouw? Karin Jiroflée antwoordt dat de erkenning als centrumstad op basis van aantal parameters gebeurt, bijvoorbeeld bevolking. De volgende regering kan de parameters echter aanpassen. Het is belangrijk de Vlaamse regering hiervan te overtuigen. Vanuit de provincie kan men hiervoor lobbyen, voor de verkiezingen bij de partijen, na de verkiezingen bij de nieuwe Vlaamse Regering. Het is belangrijk hierop in te zetten vanuit het RESOC, alle betrokken gemeentebesturen en de provincie. Ook partners zoals VDAB en Kind en Gezin kunnen een rol spelen m.b.t. thema’s zoals arbeidsmarkt en kinderopvang. Sonia Van Laere geeft aan dat ook collega’s een belangrijke rol kunnen spelen bij het aansporen en aanleren van het Nederlands bij anderstalige medewerkers. Dit door consequent Nederlands op de werkvloer te spreken, hen als het ware in een taalbad onder te dompelen. Als werkgever kan men dergelijk gedrag stimuleren. Karin Jiroflée zegt dat dit zeker een zinvolle suggestie is. Het Huis van het Nederlands vestigt ook de aandacht op het spreken van correct nederlands op de werkvloer, en geen dialect. Dit maakt het gemakkelijker voor anderstaligen om de taal te leren. Jan Creten beaamt dat de gehele werkcontext belangrijk is. Terwijl het vroeger het Huis van het Nederlands was dat bedrijven aanspoorde hierrond te werken, zal dit in de toekomst opgenomen worden door het Agentschap Integratie en Inburgering en vzw de Rand. Marie-Claire Loozen merkt op dat de focus van Feed-Food-Health in het begin lag op ‘functionele voeding’ maar dat dit te beperkt was en al snel verbreed is naar ‘gezonde voeding voor mens en dier’. Inez De Coninck vraagt of er concrete acties lopen m.b.t. ‘S31 Uitwerken pilootprojecten rond duurzame energie (jobs)’. Karin Jiroflée antwoordt dat gedeputeerde Luc Robijns hiermee bezig is. Inez De Coninck vraagt of de stations m.b.t. ‘S69 Moderniseren en verfraaien van kleinere stations en randinfrastructuur’ al gekend zijn. Jo Discart antwoordt dat er een lijst opgemaakt is van stations die in aanmerking zouden komen. Als aandachtspunt kwam naar voor dat de randfaciliteiten rond de stations onvoldoende waren, zoals parking voor fiets en auto, en openbaar vervoer. Hier moet meer aandacht naar toe gaan. Jan Laeremans vraagt of RESOC enige impact heeft op ‘S70 Ondersteunen GEN en moderniseren van station Vilvoorde’. Karin Jiroflée antwoordt dat de stad Vilvoorde en Hans Bonte hier een grote impact kunnen hebben. Stad Vilvoorde maakt deel uit van het RESOC, waar die prioriteit in overleg is vastgelegd. De meerwaarde van RESOC en de streekpacten is net dat zo aangegeven wordt dat dit een belangrijk dossier is voor de hele regio, gedragen door de verschillende partners. Jan Laeremans vraagt meer uitleg over actie ‘S47 Verdichten van Cargovil – Verbrande Brug’. Jo Discart antwoordt dat hier wordt ingezet op de verdichting, het beter benutten van onbenutte
bedrijventerreinen. Deze actie werd aangegeven door de POM Vlaams-Brabant. Karin Jiroflée antwoordt dat dit dan ook één van de acties kan zijn die de POM opneemt, en waar iedereen achter staat. Sophie Stone-Wilmes mist het probleem van kinderopvang in het streekpact van Halle-Vilvoorde. Zij voorziet dat het tekort aan kinderopvang sterk zal toenemen ten gevolge van het nieuw decreet dat taalvoorwaarden oplegt. Daarnaast vraagt zij aandacht voor de praktische impact op het terrein van acties rond het terugdringen van sluipverkeer zoals voorzien in ‘S68 Projecten ter bestrijding van sluipverkeer en het verhogen van de verkeersleefbaarheid’. Soms zijn er effecten zoals meer file op de grote assen en een negatieve impact op de lokale handelaars. Karin Jiroflée antwoordt dat het gebrek aan kinderopvang minder naar voor gekomen is in de gesprekken met de gemeenten in HalleVilvoorde. Vandaar dat daar minder de nadruk op ligt in het streekpact. In Leuven kwam dit wel sterk naar voor en daar is dit dan ook opgenomen in het streekpact. Jo Discart antwoordt dat het bestrijden van sluipverkeer gekoppeld moet worden aan betere doorstroming op hoofdwegen. Het opzet is wel het sluipverkeer te verminderen en het verkeer naar de hoofdwegen te loodsen. Chris Taes vindt het een sterk document, waarbij duidelijk naar voor komt dat er veel overleg en studiewerk aan vooraf gegaan is. Hij vraag wat er gaat gebeuren met opmerkingen die de gemeentebesturen formuleren bij de goedkeuring. Ook merkt hij op dat de luchthavenregio zich niet beperkt tot de regio Halle-Vilvoorde. Karin Jiroflée antwoordt dat de streekpacten in de huidige vorm ter goedkeuring aan de provincieraad zullen voorgelegd worden, zoals dit ook in de gemeenten gebeurd is of zal gebeuren. De opmerkingen zullen meegenomen worden in de implementatiefase. Zij geeft Chris Taes 100% gelijk dat de effecten van de luchthaven qua mobiliteit en bedrijvigheid niet beperkt zijn tot de regio Halle-Vilvoorde. Dit komt niet als specifiek punt aan bod in het streekpact van Leuven, maar komt wel tot uiting in de concrete streekdossiers rond mobiliteit en bedrijvigheid. Luc Debraekeleer vraagt of Haviland ‘S74 Aanpakken van de parkingproblematiek in de rand rond Brussel’ gaat opnemen. Karin Jiroflée antwoordt dat de vraag vanuit de gemeenten gekomen is om hierrond samen te zitten. Dit zou door Haviland kunnen opgenomen worden, de vraag hiervoor is gesteld. Jo Discart vult aan dat Haviland dit wou bekijken. Sophie Stone-Wilmes vraagt of het probleem van de kinderopvang nog toegevoegd kan worden aan het streekpact van Halle-Vilvoorde. Karin Jiroflée stelt voor om het streekpact voor te leggen aan de provincieraad zoals het ook goedgekeurd is door de gemeenten en partners. De opmerkingen kunnen meegenomen worden in de implementatie. Martine Lemonnier zegt dat het probleem van onvoldoende aanbod in de kinderopvang zich stelt in de regio, maar dat de problematiek rond het taalbeleid nog een andere kwestie is. Bij het nieuwe decreet zijn overgangsmaatregelen en extra middelen voorzien. Sophie Stone-Wilmes zegt dat dit decreet toch als gevolg zal hebben dat er minder plaatsen beschikbaar zullen zijn. Deze namiddag zal op de provincieraad de motie m.b.t. het nieuwe decreet kinderopvang besproken worden. 3. Raadsvoorstel: ‘Goedkeuring van de streekpacten 2013-2018 opgesteld door het RESOC Leuven en door het RESOC Halle-Vilvoorde’; Gedeputeerde Karin Jiroflée licht het raadsvoorstel toe. Advies: De raadscommissie Regionaal beleid en economie adviseert het Goedkeuring van de streekpacten 2013-2018 opgesteld door het RESOC Leuven en door het RESOC Halle-Vilvoorde’ positief.
4. Varia en rondvraag Marc Sluys vraagt om de planning van de vergaderingen voor het hele jaar mee te geven. De raadscommissie regionaal beleid en economie is gepland op volgende momenten: - 25/2 om 10u30 - 18/3 om 10u30 - 29/4 om 10u30 - 20/5 om 10u30 (Raad van bestuur POM, met aansluitend raadscommissie) - 9/9 om 11u - 21/10 om 11u - 18/11 om 9u30 (Raad van bestuur POM, met aansluitend raadscommissie, op locatie in het Luchthavenhuis in Zaventem) Einduur van de vergadering: 12.10 uur
De secretaris,
De voorzitster,
Roel Casteels
Chris Kindekens