2015 NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT 13e vergadering – 30 juni 2015 Openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op dinsdag 30 juni 2015 te 19.15 uur. Voorzitter: de heer mr. J.H.C. van Zanen, burgemeester; de heer mr. R.W. Rollingswier en de heer A. van Schie, gedurende enkele gedeelten van de vergadering. Aanwezig zijn de leden: Baş, De Boer, Bollen, Bos, Bouazani, Brussaard, Buunk, Van Corler, Dibi, Eggermont, Van Esch, Ferket, Fokke, Gilissen, Haage, Işik, Kleuver, Knip, Koelmans, Koning, Meijer, Menke, Metaal-Froon, Van Ooijen, Oostveen, Paardekooper, Podt, Post, Rajkowski, De Regt, Rollingswier, Te Ronde, Roodenburg, Scally, Van Schie, Schipper, Scholten, Sienot, Tielen, Uringa, De Vries, Van Waveren, Weistra, Wijlhuizen en Zwanenberg. Tevens zijn aanwezig de wethouders: Everhardt, Geldof, Van Hooijdonk, Jansen, Jongerius en Kreijkamp. Griffier: de heer drs. A.A.H. Smits, griffier. Opening van de vergadering. De voorzitter opent de vergadering en stelt aan de orde de voortzetting van de behandeling van: 1.
Voorstel inzake de Jaarstukken 2014 (Jaargang 2015, nr. 75).
2.
Voorjaarsnota 2015, incl. eerste bestuursrapportage (Jaargang 2015, nr. 80).
3.
Voorstel inzake Resultaatbestemming 2014 (Jaargang 2015, nr. 60).
4.
Voorstel inzake Nota Lokale heffingen 2015-2018 (Jaargang 2015, nr. 61).
5.
Voorstel inzake Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2016-2018 (Jaargang 2015, nr. 62).
6.
Voorstel inzake het Meerjarenprogramma Stedelijke Ontwikkeling 2015 wijk Negen (Leidsche Rijn) en Tien (Vleuten-De Meern) (Jaargang 2015, nr. 63).
7.
Voorstel inzake het Meerjarenperspectief Stedelijke Ontwikkeling 2015, onderdeel wijk 1 t/m 8 (Jaargang 2015, nr. 64).
Avondvergadering van 30 juni 2015 8.
2
Voorstel inzake het Meerjarenprogramma Stedelijke Ontwikkeling 2015, onderdeel Stationsgebied (Jaargang 2015, nr. 65).
9.
Voorstel inzake het Meerjarenperspectief Utrechts Vastgoed 2015 (Jaargang 2015, nr. 66).
10.
Voorstel inzake het Meerjarenperspectief Bereikbaarheid 2015 (Jaargang 2015, nr. 67).
11.
Voorstel inzake Nota Onderhoud Kapitaalgoederen Openbare Ruimte (Jaargang 2015, nr. 68). De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik dank de leden van de raad voor hun bijdrage in de eerste termijn. Ik zal namens het college de aftrap doen op de portefeuilles Financiën, Economie en Onderwijs. Ik zal ook moties en amendementen bespreken die zijn voorzien van forse financiële componenten. Ik zal beginnen met het beantwoorden van de vragen die mij zijn gesteld inzake de portefeuille Financiën. De heer Bos noemt de ingevoerde vennootschapsbelastingplicht, een van de delen van de Voorjaarsnota 2015 waarin wij een behoedzaamheidsreserve hebben opgenomen. Wij hebben geschat € 750.000,-- jaarlijks te moeten opnemen vanwege een wet die in de Eerste Kamer is aangenomen. De heer Bos heeft die genoemd. Ik reageer meteen op motie 66. De gemeente Utrecht zal zich uiteraard houden aan de wet- en regelgeving. Wij volgen op dit dossier de landelijke ontwikkelingen goed, met name ter zake van de invoering van deze wet, samen met de VNG, IPO, het ministerie van Financiën en de belastingdienst. Het probleem is op dit moment dat nog niet alle helderheid kan worden verschaft over de vraag hoe de implementatie en de interpretatie van de wet er zullen uitzien. Wij maken ons zorgen over de invoering van deze wet. Het zal een hoop gedoe worden. Volgens mij deelt de heer Bos deze zorgen. Ook staatssecretaris Wiebes heeft hierover zijn zorgen uitgesproken tegenover de wethouders van de G4. De wet zal pas worden toegepast met ingang van de fiscale aangifte van 2016. Die moeten wij pas doen in 2017. De heer Bos vraagt het college om een aantal dingen te doen. Het zal die inderdaad doen. Ik verwacht echter niet de raad de gegevens daarover vóór de behandeling van de programmabegroting 2016 te kunnen presenteren. Als de heer Bos het punt "dit voorafgaand aan de behandeling programmabegroting 2016 aan de raad te presenteren;" vervangt door: zo snel mogelijk aan de raad te presenteren, kunnen wij motie 66 overnemen. De heer Gilissen vraagt naar het zero-based begroten, ook bij andere partijen dan de gemeente of organisaties die van ons subsidies of een opdracht krijgen. Wij hebben in de Voorjaarsnota 2015 aangegeven dat wij zero-based begroten zullen inzetten bij nieuwe beleidsvorming, bij het herijken van beleidsdoelen en als wij als het ware ergens opnieuw beginnen. Er zijn daarvan voorbeelden in het nieuwe volksgezondheidsbeleid. Wethouder Everhardt zal binnenkort het armoedebeleid presenteren. Daartoe hebben wij de zero-based methodiek toegepast. Wij vinden het vanzelfsprekend dat organisaties die de uitvoering van het beleid doen dat zero-based doen. Wij willen die in het nieuwe beleid meenemen en vragen of men dat van onderop wil opbouwen. Wij nemen dat integraal mee. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Ik dank de wethouder voor de toezegging. Wat betekent die concreet? Wanneer zullen de beleidsdomeinen en subsidiënten worden aangehaakt aan het instrument zero-based begroten?
Avondvergadering van 30 juni 2015
3
De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Dat is niet te zeggen. Wij hebben er niet voor gekozen om alle organisatieonderdelen zero-based te laten begroten. Wij hebben gezegd dat wij bij nieuw beleid, als vanaf nul wordt nagedacht over hoe wij dat zullen vormgeven, starten met de zero-based systematiek. Wij hebben de afgelopen jaren per programma en per organisatieonderdeel bekeken wat wij waarop kunnen besparen. Daarop kregen wij onbevredigende antwoorden. Vaak werd over zaken gezegd dat die vastliggen of dat de raad daarover een besluit heeft genomen. Dan kunnen wij daarop de zero-based systematiek niet toepassen. Daarom willen wij dat juist bij nieuw beleid doen. Als wij dat in alle programma's overal hebben gedaan, zijn wij een heel eind. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! In mijn inbreng heb ik expliciet gewezen op subsidieaanvragen. Ik vraag mij af wat de wethouder bedoelt. Als er vanaf 2016 nieuwe subsidieaanvragen komen, kan ik mij heel goed voorstellen dat de gemeente wil dat de subsidieaanvragen ook volgens het concept van zerobased begroten verlopen, dus vanaf nul zijn opgebouwd en dat niet wordt meegewogen wat de afgelopen jaren het geval was. Dat hoor ik niet uit het antwoord van de wethouder. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Dat hangt helemaal af van wat de uitvraag is waarop de reactie komt. Als bijvoorbeeld het cultuurconvenant speelt, dan wordt door de gemeente aangegeven wat de voorwaarden zijn waaraan moet worden voldaan. Dan wordt daarop gereageerd. Dan verwachten wij dat zero-based zal worden gebruikt, maar dan op het moment dat nieuw beleid moet worden gemaakt. Wij verwachten niet dat dit jaarlijks opnieuw zal starten. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Ik vraag mij af wat de wethouder precies toezegt. Het lijkt mij zeer onwenselijk als wij bij partijen, die een subsidie-, inkoop of aanbestedingsrelatie met de gemeente hebben, bepalen hoe de begroting wordt opgebouwd. Het lijkt mij echt onwenselijk om dat als criterium op te nemen. Ik zou daarmee toch enigszins terughoudend zijn. Ik vind dat die organisaties en instituties een eigen verantwoordelijkheid dragen. Ik hoop in elk geval dat de wethouder de organisaties dit soort eisen niet zal opleggen. De heer MEIJER (D66): Voorzitter! De motie van de VVD-fractie gaat niet over het opleggen van een begrotingssystematiek, maar over het uitdragen van de uitgangspunten van het zero-based begroten. Wat ons betreft, gaat het om het opbouwen van de subsidieaanvraag of de offerte als daarmee een inkooprelatie is gemoeid waarin duidelijk de relatie wordt gelegd tussen de uitvoering van de wettelijke taak, de activiteiten die daartoe worden ontplooid en de maatschappelijke doelen die worden nagestreefd. Het is niet het plat uitrollen van een systematiek, maar het uitdragen van de uitgangspunten. Daarop heb ik een toezegging van de wethouder gehoord. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! De wethouder constateert dat nog geen motie is ingediend. Hij kan daarop nog niet reageren. De motie zal misschien nog komen. Van amendement 37 wordt dekking vrijgespeeld. Inhoudelijk zal de burgemeester daarop reageren. De dekking wordt in twee amendementen gebruikt, 41 en 49. Dat is een waarschuwing aan de raad; die zal er vast één eerder behandelen dan de andere. Het kan dan niet zo zijn dat ze allebei worden aangenomen. De heer Gilissen heeft amendement 49 ingediend. Door de dekking wordt € 99.000,-vrijgespeeld. De gederfde inkomsten van de boete worden nu geraamd op rond de € 120.000,-- Dat is er dichtbij, maar eigenlijk ook niet. Het college moet deze overweging erbij betrekken.
Avondvergadering van 30 juni 2015
4
Wethouder Jansen gaat in op de inhoud van amendement 42 en op de constatering inzake het krachtwijkenbudget. Ik moet de dekking ontraden, want daarvoor wordt een meevaller in de meicirculaire 2016 genoemd. Die is er, maar wij zien ook een forse tegenvaller in 2017: een meevaller van € 2,2 miljoen min € 2,4 miljoen. De dekking kan worden uitgelegd als lenen van de toekomst. Wij zullen dat ontraden vanwege de opdracht die wij via de meicirculaire hebben gekregen. De externe inhuur wordt een aantal keren gebruikt als dekking in amendement 43, maar wordt ook gebruikt in amendement 39. Wethouder Geldof zal aangeven wat het beleid van het college is inzake het verminderen van de externe inhuur. Als wethouder Financiën moet ik ervoor waarschuwen dat een verlaging van de externe inhuur niet direct inboekbaar geld is. Ik heb de afgelopen vier jaar de portefeuille Personeel mogen hebben. Wij hebben een aantal keren een verlaging gezien. Ik heb toen in deze zaal moeten uitleggen dat wij dat geld niet zomaar kunnen inboeken. Een verlaging van de inhuur kan een verhoging van de formatie op bepaalde onderdelen zijn of voor geld voor tijdelijke projecten. Bij een projectenstop daalt de inhuur, maar wordt geen geld verdiend. Daarom ontraden wij amendement 39, zeker op het punt dat stelt om het financiële beeld in één voorjaarsnota met € 3 miljoen te wijzigen. Wij vinden dat onverstandig. Het ontraden op financiële gronden geldt ook voor amendement 43. Amendement 44 is ingediend door mevrouw Metaal. Die dekt haar amendement met € 500.000,-dat in de bestuursrapportage als verwachte meevaller wordt genoemd in het programma Volksgezondheid. Het college heeft aangegeven, gezien de tegenvaller in de meicirculaire, het zeer onverstandig te vinden om het geld in te zetten, gezien de tegenvaller die wij op ons af zien komen. Een bestuursrapportage is natuurlijk een inschatting. Die is niet definitief. Volgens de financiële systematiek komt dit bij de integrale afweging via de Verantwoording straks netjes in de Voorjaarsnota 2016 terug. Hetzelfde geldt voor de vraag van de heer Gilissen aan de burgemeester. Middelen die in 2015 vanuit het BRU vrijvallen, zullen wij volgens de financiële systematiek laten meewegen bij de integrale afweging in 2016. Dan is het aan het college om daarvoor voorstellen te doen. De PvdA-fractie vraagt naar initiatieven van burgers inzake de verkeerstuin. Er zijn twee bijeenkomsten met het wijkbureau geweest. Het derde is gepland voor morgen. Wij zijn nog steeds in gesprek om te bekijken waar de gemeente kan faciliteren om iets met de verkeerstuin te doen. Mevrouw BOUAZANI (PvdA): Voorzitter! Ik had gedacht dat de wethouder iets zou voorstellen. Wat zal het genoemde gesprek opleveren voor de buurtbewoners die met de initiatieven bezig zijn? Komt er iemand die hen zal steunen? Zij hebben aangegeven behoefte te hebben aan een procesbegeleider om de initiatieven uit te werken. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik ben nu overvraagd. Ik weet daarvan de details niet. Ik weet dat morgen gesprekken zijn gepland. Ik denk niet dat ik daar zelf bij zal zijn vanwege verplichtingen elders. Ik zal vragen om de terugkoppeling. Ik zal bekijken wat het college hiervoor kan betekenen. In het debat over de verkeerstuin heb ik hetzelfde aangegeven. De educatieve functie stopt per 1 januari a.s., maar als er initiatieven zijn, moeten wij vanuit verschillende onderdelen van de gemeente bekijken wat wij daaraan kunnen doen. Motie 71 en amendement 46 gaan over de cultuurcampus Vleuterweide. Beide constateren dat de cultuurcampus zich genoodzaakt ziet om te sluiten of dreigt te worden gesloten. Zo duidelijk hebben de signalen mij niet bereikt. Ik ben daarin zeer geïnteresseerd. De heer Bos vraagt om te onderzoeken hoe de functie van cultuureducatie in wijk 19 kan worden behouden. Ik ben daartoe niet bereid, want er is een beleidskader Cultuureducatie voor alle wijken. Dat is door de raad vastgesteld. De scholen staan daarin centraal. Scholen kunnen culturele ondernemers vragen hoe ze op de schoolplannen kunnen reageren. Wij doen dat in alle wijken en in alle scholen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
5
Daarnaast is er stedelijk een programma voor amateurkunsteducatie met een aantal activiteiten in Leidsche Rijn. Wij vinden de cultuurcampus in Vleuterweide een belangrijke locatie. Het gaat om een gebouw. Wij richten ons op de programmering. De partijen die activiteiten kunnen en willen ontplooien, kunnen ook gebruikmaken van het Cultuurconvenant. Ik heb geen signalen ontvangen dat er sprake is van een voornemen om de Cultuurcampus te sluiten. Overigens is het een gemeentelijk pand. Mevrouw METAAL-FROON (CDA): Voorzitter! Ik heb het niet over het sluiten van de campus zelf, maar van de activiteiten die er plaatsvinden. Wij begrijpen dat het UCK er weg wil. De cultuurcampus en de Leidsche Rijn Connectie hebben tegenover de raad hun zorgen geuit dat zij ter plekke hun bezigheden niet kunnen voortzetten. Als dat niet klopt, hoor ik dat graag. Dan ben ik daarover verheugd. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! UCK heeft mij niet gezegd te willen stoppen. Het heeft mij gezegd Leidsche Rijn van groot belang te vinden. Het komt binnenkort bij mij erop terug hoe het ervoor staat. Ik heb inzake de transitie de toezegging gedaan dat wij na het eerste jaar een evaluatie zullen doen. Ik dan die toezegging herhalen. Ik heb dit signaal hier niet op deze manier dermate fors gehoord. Ik ben als het zo is er zeer op tegen. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Wij hebben die signalen wél gekregen. Wat blijft van de cultuurcampus over als het UCK er weggaat? De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik vind het op deze manier een ingewikkeld debat worden. Ik heb de signalen niet gekregen. Ik heb van het UCK gehoord dat het er wil blijven. Volgens mij moet ik met het UCK gaan praten. Meer kan ik er niet over zeggen. Ik vind vragen over "als UCK weg is" niet aan de orde. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Misschien kunnen wij een procesafspraak maken. Het wordt voor ons inderdaad wat ingewikkeld om een amendement aan te nemen waarover de wethouder zegt niet te weten dat het nodig is. Wij moeten dit echter vóór de behandeling van de begroting duidelijk hebben. De wethouder moet het gesprek aangaan, inventariseren hoe concreet de signalen zijn die bij de raad zijn aangekomen en als actie nodig is van welke orde die moet zijn. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik denk dat de heer Bos mij een e-mailbericht heeft gestuurd. Volgens mij stelt de heer Van Waveren een goede vraag. Ik zal wat hij vraagt toezeggen. Ik ben zeer benieuwd. Ik ga misschien vanavond nog bellen. De heer ROODENBURG (D66): Voorzitter! Heeft dat consequenties voor de moties en amendementen? De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Dat is wat ik probeer te zeggen. Ik vind het raar om een amendement in te dienen als nog dermate veel onduidelijk is. Ik denk dat ik het amendement zal intrekken. Dat zal ik op het daartoe geëigende moment doen. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Mevrouw Haage heeft gevraagd naar het parcours van de Tour de France. Wethouder Jansen heeft daarover in de commissievergadering wat gezegd. Ik heb daarover een toezegging gedaan in mijn antwoord op de vraag van mevrouw Bouazani. Wij zullen samen met partijen in de stad bekijken wat mogelijk is.
Avondvergadering van 30 juni 2015
6
Natuurlijk is verkeersveiligheid belangrijk, maar die moet in de infrastructuur kunnen worden ingepast. Wethouder Jansen heeft twee dagen geleden hetzelfde gezegd. Wij moeten deze zaak ook financieel bekijken. De duiding die ik eraan geef, is interessant. Ik weet alleen niet of het kan. Ik heb toegezegd dat wij dat zullen bekijken. De Tour de France schijnt er aan te komen. Het college heeft vanmorgen besloten om een hitteprotocol vast te stellen, inclusief alle partijen die daarbij een rol kunnen spelen, van het KNMI tot Vitens, maar ook anderen. Het komt er kort gezegd op neer dat wij extra watervoorzieningen zullen realiseren. Wij zullen nog meer bezoekers en stadsbewoners adviseren hoe men met de hitte moet omgaan. Er worden de dagen dat de Tour hier is extra schaduwplekken gecreëerd. Deze informatie staat uitgebreid op de websites van de Tour de France en de gemeente. Het protocol is vol in werking. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! De PvdA-fractie stelt een belangrijke vraag over pagina 37 van de Voorjaarsnota 2015. Het Rijk verplicht ons om inzichtelijk te maken hoe het college omgaat met het nieuwe verdeelmodel en de Klijnsma-korting. De rijksoverheid heeft een vangnet ingebouwd. Wil men daarop een beroep doen, moet men inzichtelijk maken wat men dat jaar doet. Wij hebben dat gedaan. Dat is het staande beleid waaraan de raad zijn goedkeuring heeft gegeven. Echter, wij moeten de raad ook duidelijk maken welke andere mogelijkheden zijn. Dat betekent niet dat het college daarvoor heeft gekozen, maar het voldoet daarmee aan zijn wettelijke verplichtingen. Dat is het punt dat wordt gemaakt over pagina 37 van de Voorjaarsnota 2015. De raad kan daarover zijn eigen oordeel vormen, zodat het college het kabinet kan meedelen hoe het omgaat met de vraagstukken die op ons afkomen naar aanleiding van het verdeelmodel. Zo moet de raad dat duiden. Wij hebben dat de raad inzichtelijk gemaakt zodat die dat kan waarderen. Volgens mij hebben de PvdA-fractie en anderen daarover duidelijke uitspraken gedaan. Als men hierover een motie heeft, kan men die indienen. Dan zal ik die nogmaals bekijken. Wij hebben dan in elk geval een uitspraak van de raad. Of dat een uitspraak van de meerderheid van de raad is, zullen wij later zien. De heer ROODENBURG (D66): Voorzitter! Is dit het moment of komen er nog andere momenten om zo'n motie in te dienen? Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Er komen altijd andere momenten waaraan wij duiding kunnen geven. Dit is het moment waarop het college inzichtelijk moet maken welke mogelijkheden er in de toekomst zijn om opnieuw een beroep op het vangnet te doen. Het college wil dat, omdat het niet nog meer miljoenen wil mislopen. Daarnaast zijn wij nog hard bezig met onze lobby. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Ik begrijp de redenen waarom de paragraaf in de bijlage is opgenomen, maar het heeft in de stad voor onrust gezorgd. Vindt de wethouder niet, net als de GroenLinks-fractie, dat het daarom handig is dat de raad erover nu een uitspraak doet? Wethouder EVERHARDT (wethouder): Ja, en dat is er de reden van dat ik de raad uitnodig om daarover een motie in te dienen. Ik begrijp de onrust, maar als het college deze paragraaf niet had opgenomen, dan was nog meer onrust ontstaan, want dan hadden wij geen beroep kunnen doen op het vangnet. Dan waren wij dankzij de Klijnsma-korting nog veel meer in een min-verhaal terechtgekomen. De SP-fractie noemde het toegankelijk maken van het armoedebeleid. Wij zullen daarvoor zorgen. De herziene versie van de nota over het armoedebeleid komt naar de raad toe. Hetzelfde geldt voor het collectieve ziektekostenverhaal. Er is een motie ingediend over de effectiviteit. Die zal ik straks duiden.
Avondvergadering van 30 juni 2015
7
Wij willen al deze punten goed uitzoeken. Wij houden de koers aan om dat vóór het zomerreces naar de raad sturen. Het kan zijn dat wij hiervoor de eerste collegevergadering van na de zomer gebruiken. Een derde punt dat de SP-fractie naar voren heeft gebracht, is het terugdraaien van boetes inzake een uitspraak van de rechter over fraude. Het is bekend dat direct na deze uitspraak wij het beleid hebben stilgelegd. Wij hebben het systeem ingericht conform de uitspraak van de rechter. Er is vanzelfsprekend contact geweest met het ministerie over de vraag hoe wij hiermee moeten omgaan. Morgen wordt hierover in de Tweede Kamer een algemeen overleg gevoerd. Wij wachten het resultaat ervan af alvorens te bekijken wat de volgende stap is die wij zullen zetten. Willen wij onherroepelijke uitspraken van rechters terugdraaien, dan moeten die allemaal individueel worden getoetst. Daarmee is veel geld en tijd gemoeid. Laten wij het algemeen overleg van morgen afwachten. De ChristenUnie-fractie heeft iets over bezuinigingen op het armoedebeleid gezegd. Wij hebben een taakstelling op de uitvoeringskosten van het beleid. Via het plan dat na de zomer naar de raad komt, zal inzichtelijk worden gemaakt hoe op de uitvoeringskosten kan worden bespaard. De Student & Starter-fractie vraagt naar de discrepantie tussen de stijging van de jeugdwerkloosheid en de achterblijvende aantallen aanvragen voor bijstandsuitkeringen door jeugdigen. Ik kan toezeggen dat ik inzichtelijk zal maken welke verklarende factoren daarvoor kunnen worden aangewezen. Ik denk dat dit vraagstuk landelijk zal zijn bekeken. Wij moeten de discussie daarover voeren als ik dit probleem inzichtelijk heb gemaakt. De heer POST (PvdA): Voorzitter! In de commissievergadering hebben wij gesproken over het armoedebeleid. De wethouder vindt dat wij het college moeten vertrouwen en dat de bezuiniging gaat over apparaatskosten. Dat dacht hij de vorige keer ook. Wij hebben moeten vaststellen dat een bezuiniging van € 1 miljoen niet lukt. Wij spreken nu over € 150.000,--, maar de systematiek is hetzelfde. Hij vraagt de raad om in te stemmen met de bezuiniging van € 150.000,--, terwijl de raad het inhoudelijke plan daaronder pas na de zomer krijgt. Dat is een beetje gekke volgorde. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Nee. Ik ben het ook niet eens met de analyse van de heer Post dat de bezuiniging niet inzichtelijk is geweest. Als verantwoordelijk lid van het college heb ik direct inzichtelijk gemaakt wat wel en niet mogelijk is geweest om € 1 miljoen op dit vraagstuk te besparen. Wij hebben een voorstel gedaan. De collectieve ziektekostenverzekering wordt door het Rijk niet doorgezet, maar wij hebben wél geld gekregen om dat erbij te betrekken. De raad heeft daarover de duidelijke uitspraak gedaan dat dit een onbegaanbare weg is. Het college heeft via het coalitieakkoord de opdracht meegekregen om een vereenvoudiging door te voeren en om op de uitvoeringskosten daarvan € 150.000,-- te besparen. Dat is wel degelijk mogelijk. De stukken daarover komen naar de raad toe. De heer POST (PvdA): Voorzitter! Wij hebben inderdaad een notitie gekregen waarin diverse scenario's staan, maar wij hebben geen voorstel gekregen over wat het college wil. De koninklijke weg is dat de raad eerst een inhoudelijk voorstel krijgt over wat met het armoedebeleid zal gebeuren. Dat had er al moeten zijn. Dat ben ik met de heer Van Ooijen en anderen eens. Dat voorstel had moeten worden begroot. Dat is de koninklijke weg die het college moet bewandelen. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Het is heel simpel. De taakstelling is opgelegd om op de uitvoeringskosten te besparen. Het college heeft dat geduid. Zowel in de commissie als in de raad is gesproken over het vernieuwende armoedebeleid. De raad weet dat het college van plan is om het voorstel naar de raad te sturen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
8
De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Ik heb drie concrete voorbeelden genoemd. Ik wil niet per se casuïstiek inbrengen. Durft de wethouder de garantie te geven dat het soort voorbeelden dat ik heb genoemd gewoon blijven bestaan zoals die tot nog toe hebben bestaan? Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! De heer Van Ooijen heeft voorbeelden gegeven van Stichting Leergeld en het project van Pax over bijstand bij schuldhulpverlening door vrijwilligers. Dat zijn zaken die niet als uitvoeringskosten zijn aangemerkt. Die blijven voor het armoedebeleid behouden. Een voorstel over inhoudelijke keuzes in het armoedebeleid komen naar de raad toe. Dat heb ik toegezegd. Er is wel sprake van een vereenvoudiging. Ik zal geen voorbeelden met naam en toenaam geven. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Dit soort curieuze antwoorden maakt mij bevreesd. Er wordt alsnog een inhoudelijke afweging gemaakt die misschien samenhangt met een financiële afweging. Ik wil de garantie hebben dat niet wordt bezuinigd op ambtenaren die werken aan subsidierelaties zodat organisaties daarvan de dupe zijn. Geeft de wethouder de garantie dat hij staat voor de organisaties en dat die ten minste op hetzelfde niveau kunnen doorgaan? Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! De heer Van Ooijen vraagt een garantie over de taakstelling op de uitvoeringskosten. Die garantie geef ik. Vervolgens geeft hij voorbeelden over specifieke stichtingen die voor het armoedebeleid goed werk doen. Het college draagt de verantwoordelijkheid om te bekijken hoe wij het vernieuwende armoedebeleid inrichten. Het is nu niet het moment om over specifieke instellingen, verenigingen en stichtingen, die goed werk doen, te zeggen of die doorgaan of niet, maar het geld dat ze voor hun werk krijgen, zal ook in het nieuwe armoedebeleid worden besteed. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Dan moet ik constateren dat het een wazig verhaal wordt. Wij zullen niet duidelijk kunnen zien of daadwerkelijk op apparaatskosten wordt bezuinigd. Het wordt ingewikkeld om te kunnen bekijken wat precies is weggehaald en of dat apparaatskosten zijn of toch inhoudelijke keuzewijzigingen vanwege het feit dat het armoedebeleid op een andere manier wordt ingericht. Het wordt een enorme wirwar. Daardoor ontstaat mist zodat wij niet kunnen zien of daadwerkelijk op apparaatskosten wordt bezuinigd. Dat moet ik helaas constateren. Dat doe ik met enige treurnis. Mevrouw TIELEN (VVD): Voorzitter! Ik wil proberen om de heer Van Ooijen een beetje helderheid te geven. Na de zomer zullen wij hierover spreken. Volgens mij moeten wij niet op detailniveau spreken over potjes geld, middelen en instrumenten. Wij hebben een motie ingediend over de vraag waarop het armoedebestrijdingsbeleid is gericht. Wanneer is dat succesvol? Als wij daarover een afspraak kunnen maken, kunnen wij vervolgens bekijken hoe het geld wordt ingezet. Dan hoeven wij hier niet te spreken over allerlei dingen waarvan wij niet weten hoe die eruitzien. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Het is een beetje moeizaam om over allerlei dingen die wij nog niet hebben gezien te speculeren. Ik kan mij voorstellen dat wij, de ChristenUnie-fractie gehoord hebbende, bij de wethouder de vraag neerleggen of bij het plan inzichtelijk kan worden gemaakt waar de bezuiniging op de apparaatskosten is geland en wat aan armoedegeld wordt besteed, los van de keuzes die daarin worden gemaakt.
Avondvergadering van 30 juni 2015
9
Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Die toezegging heb ik al gedaan. Dat wordt volstrekt inzichtelijk gemaakt. Men kan dat prima volgen. De raad zal geen enkel mistig verhaal worden gepresenteerd. Daarin is de opdracht die de raad het college heeft meegegeven volstrekt helder. Ik zal de raad overtuigen. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Ik wil de wethouder bedanken voor de toezegging. Ik ben benieuwd op welke termijn ik de informatie tegemoet kan zien. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Ik zal dat zo snel mogelijk doen. Ik probeer dat bij de programmabegroting na te sturen. Het wordt geen onderdeel van de programmabegroting, maar het zal in ieder geval komen. De SP-fractie noemde de werkdruk. Er is een belangwekkende lijst aangeleverd. Ik heb die bekeken. Bij "Buurtteam Jeugd en gezin" staan niet veel onderwerpen die direct te herleiden zijn, maar bijvoorbeeld jongeren die radicaliseren en het overnemen van taken van safeteams is niet echt aan de orde. Zij hebben een rol als in een gezin problemen zijn met radicalisering en veiligheid, maar er is een hele schil omheen die verantwoordelijkheden overnemen. Wij hebben op de uitbreiding zo snel mogelijk een plus gezet. Die vindt nu plaats. Ik heb de signalen gekregen - ik ga om de anderhalve maand met de buurtteams om de tafel - dat op dit moment de werkdruk goed behapbaar is. Mevrouw KOELMANS (SP): Voorzitter! Ik vraag mij af met wie de wethouder om de tafel gaat, met de buurtteamondernemers, de managers, of met de werknemers. Ik krijg van medewerkers veel signalen dat zij een behoorlijk grote werkdruk ervaren. Ik begrijp dat zij niet verantwoordelijk zijn voor taken die safeteams doen. Zij hebben daarin echter wél een rol. Zij hebben derhalve een rol in 50 verschillende taken en dingen. Ergens een rol in hebben, is niet hetzelfde als volledig verantwoordelijk zijn, maar is wél zwaar. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Ik heb gegevens over het feit dat het buurtteam Jeugd en Gezin niet in al die rollen die zijn beschreven een rol heeft. De gesprekken die ik voer, zijn met de buurtteams zelf. Ik ga in de wijken op zoek. Ik ben begonnen in januari jl. De verhuisdozen stonden nog klaar. Om de anderhalve maand bezoek ik een ander buurtteam. Mevrouw KOELMANS (SP): Voorzitter! Ik bedoel dingen waarover de raad heeft gezegd dat de buurtteams die moeten doen. In commissievergadering zijn toezeggingen gedaan over de vraag wat de taken voor de buurtteams zijn. Het zijn dingen die wij het afgelopen jaar zelf hebben verzameld. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Ik ontken niet dat ik die thema's herken, maar in het buurtteam Jeugd en Gezin zijn niet alle taken geland. Ik wil dat inclusief de uitbreiding die net is geweest de werkdruk in het buurtteam acceptabel is. Mevrouw DIBI (PvdA): Voorzitter! Tussen praktijk en papier is vaak een groot gat. Ik wil het pleidooi van mevrouw Koelmans erg steunen. Ook wij krijgen die signalen binnen. Diverse teams in Utrecht melden dat zij vanwege de werkdruk tegen de overspannenheid aan zitten. Dat is wel degelijk de realiteit. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Omdat ik de werkbezoeken zelf heb afgelegd, wist ik inderdaad dat de werkdruk voor het buurtteam Jeugd en Gezin de eerste maanden enorm opliep. Daarom heb ik voorgesteld om het beleid zo snel mogelijk uit te breiden. Dat vindt nu feitelijk plaats.
Avondvergadering van 30 juni 2015
10
Ik wil niet zeggen dat het erg rustig is. Dat ben ik ook met de sprekers eens. Ik zit er echter bovenop. Dat is er de reden van waarom ik heb voorgesteldom het beleid zo snel mogelijk uit te breiden. De D66-fractie noemde de 500 g handelsvoorraad cannabis. Amsterdam wil in Den Haag graag hetzelfde punt maken. Wij zullen dit in Den Haag bespreekbaar maken. Gevraagd is hoe wij inzichtelijk maken hoe het beleid inzake de speeltuinen de komende tijd zal gaan. Wij zullen in september a.s. het proces starten om dat inderdaad goed te monitoren. Ik zal de raad daarvan op de hoogte houden. Ik heb over het Stationsgebied geen vragen gehoord. Dat is een novum. De VOORZITTER: Anders zijn wij volgende week zo vroeg klaar. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Wie weet. Amendement 45 en motie 76 gaan over hetzelfde deel van het Stationsgebied. Ik heb met wethouder Van Hooidonk overlegd. Op dit moment leggen wij de laatste hand aan de definitieve inrichting. Dat zal na de zomer echt functioneren. In de commissievergadering heb ik gezegd dat wij dat goed zullen volgen en zullen bekijken hoe de fiets- en loopstromen zich ontwikkelen. Hetzelfde wordt in motie 76 gevraagd. Wij hebben meer tijd nodig om in de nieuwe stromen inzicht te krijgen en te geven. Dat komt in de programmabegroting niet meer aan de orde, want die is al bijna klaar om aan de raad te worden verstuurd. Wij moeten ook bekijken hoe de stromen naar Rijnsweerd en het Science Park zullen lopen. Wij moeten het vraagstuk breder zien dan de zaken die in motie 76 worden genoemd. Het fijnmazige netwerk lijkt op dit gedeelte goed geborgd. Wij zullen dat monitoren. Wij zullen de raad daarin inzicht geven. Dan pas komt de vraag aan de orde of en onder welke omstandigheden er eventuele nieuwe wegen en bruggen moeten worden aangelegd. Dat doe ik in nauw overleg met mijn collega Verkeer. Daarmee ontraad ik amendement 45, maar motie 76 kan ik overnemen. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Ik dank de wethouder voor het overnemen van motie 76. Ik ben echter benieuwd welke tijdsaanduiding de wethouder aan motie 76 kan koppelen. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Dat begrijp ik. In september zullen de stromen echt plaatsvinden. Wij hebben een aantal maanden nodig. Het zal waarschijnlijk vóór de kerst zijn voordat wij de raad een onderbouwde duiding kunnen toesturen. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! In motie 76 lezen wij de vraag om de route naar de Vredenburgknoop te ontlasten, dat wordt eigenlijk een noordelijke doorfietsroute. Wij zien echter dat hetzelfde geld gebruikt lijkt te worden via amendement 47 van de D66-fractie voor de tunnel. Wij zien ze het liefst allebei, maar wordt hetzelfde geld niet twee keer ingezet? Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Het college wil sowieso het ontlasten van de Vredenburgknoop via de noordelijke route bestuderen. Dat is in de planning opgenomen. De gegevens daarover zullen de raad aan het einde van het jaar worden toegestuurd. De heer FOKKE (D66): Voorzitter! Twee dingen die een beetje op elkaar lijken, worden aan elkaar geknoopt. Dat is volgens mij niet terecht. Een doorfietsroute om de noordelijke binnenstad heen is een manier om dit probleem te benaderen, maar zeker niet de enige. Volgens mij bijten die elkaar helemaal niet, sterker nog, volgens mij vullen ze elkaar aan. Ik zie de indiener van motie 76 knikken. Dat doet mij deugd.
Avondvergadering van 30 juni 2015
11
Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Het is mooi dat de heren Fokke en Van Ooijen het met elkaar eens zijn, maar ik wil graag van het college horen of het geld dat wordt weggehaald voor amendement 47 van de D66-fractie niet hetzelfde geld is dat nodig is voor motie 76 van de heer Van Ooijen. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Wij vinden het belangrijk om werk met werk te maken. Wij willen de enorme bouwput in het centrum zo snel mogelijk afgerond zien. Wij willen een functionerende en uitgebreide infrastructuur hebben. Wij weten hoe druk aan fietsers de stad is en dat die alleen maar drukker wordt. De terughoudendheid van de wethouder om dit aan te pakken, verbaast ons. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Dat is de uitleg die de heer Van Waveren er zelf aan geeft. Wij leggen op dit moment een infrastructuur neer waarover goed is nagedacht. Wij willen die eerst testen in de praktijk en zien hoe dat loopt. De opgave voor een noordelijke route is ons bekend, maar wij hebben eerst de gegevens nodig over hoe die zal functioneren. Aan het einde van het jaar krijgt de raad daarin inzicht. De duiding van de financiën, ook in het licht van het andere amendement, zal wethouder Van Hooijdonk dadelijk bij haar betoog betrekken. Wij ontraden amendement 38 inzake Werk en Inkomen. Wij hebben geen specifiek doelgroepenbeleid. Wij willen dat ook niet volgen. Amendement 40 is het resultaat van een discussie in de commissievergadering. Men weet dat ik in de commissievergadering heb toegezegd dat ik inzicht zal geven in de G4-vergelijking waarin wij het laagste werkloosheidscijfer hebben. Ik heb in de commissievergadering goed gehoord dat men graag de vergelijking wil maken met alle andere gemeenten. Wij hebben in de commissievergadering gesproken over de gemeenteatlas. Wij zullen in de programmabegroting invulling geven aan hetgeen amendement 40 beoogt. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Wij vinden het goed om inzicht te hebben, maar ik vraag mij af of het risico is van elke keer te laten zien op welke plek wij op het lijstje staan dat niet erg zal worden gestuurd op korte termijn uitstroom in plaats van op opleiding, een baan en de laagste werkloosheid over vier jaar, inmiddels over 2,5 jaar. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Hoor ik mevrouw De Boer zeggen dat zij spijt heeft van de ambitie die haar coalitie al anderhalf jaar van de daken schreeuwt? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Nee, juist niet, maar de ambitie is juist op een bepaald moment neergezet om te voorkomen dat wij elke keer op korte termijn mensen laten uitstromen naar uitzendbaantjes terwijl men ze op langere termijn misschien een meer duurzame arbeidsrelatie kan bieden. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Dit vind ik een erg gratuite opmerking van de GroenLinksfractie: wél een ambitie uitspreken met betrekking tot de eigen mensen in de stad, maar als men die vastpint, gaat ze op haar rug liggen met de pootjes omhoog en zegt dat wij dat nu niet moeten doen. Wat wil de GroenLinks-fractie dan? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Ik wil dat mevrouw Haage beter naar mij luistert. Dat heb ik helemaal niet gezegd. Ik heb gezegd dat ik nog steeds sterk achter de ambitie sta en daar heel hard aan wil werken. Ik vind het helemaal niet erg dat wij tussentijds bekijken hoe het ermee voorstaat.
Avondvergadering van 30 juni 2015
12
Ik wil de wethouder wél vragen of hij wil voorkomen dat het gevolg ervan is dat wij heel erg op de lijn van de korte termijn uitstroom gaan zitten. Dat zou ik heel vervelend vinden, omdat wij juist voorstander zijn van duurzame banen. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Als al die torenhoge ambities de inzet zijn van de GroenLinks-fractie, zullen wij dan met de duurzaamheidsambities hetzelfde doen? De moties rollen over elkaar heen om zo snel mogelijk de daken vol zonnepanelen te leggen. Of zeggen wij daarover ook dat de ambities pas voor 2020 of 2030 zijn en dat wij niet tussentijds alleen impulsmaatregelen moeten nemen? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De zonnepanelen liggen er over een halfjaar nog steeds. Ik vind de vergelijking volledig mank gaan. Als de heer Van Waveren kan aangeven wat het risico is van het op korte termijn zonnepanelen neerleggen, dan wil ik daarover best nadenken. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Omdat de techniek snel voortschrijdt, zijn er over een aantal jaren misschien veel efficiëntere zonnepanelen, maar dan is het niet rendabel om de investering nog een keer te doen. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Die opvatting kan ik uit eigen ervaring bestrijden, want ik heb zowel oude zonnepanelen die nog steeds veel opleveren als nieuwe die misschien iets meer opleveren. De oude zijn nog steeds de investering waard. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Amendement 43 gaat over het openhouden van de speeltuinen. De financiële kant van de zaak heeft men al gehoord. Wij hebben in de stad nog twintig speeltuinen over. Wij hebben per jaar € 100.000,-- om die goed te begeleiden. Het is een voorstel waar ik namens het college achtersta. Ik ontraad amendement 43. Motie 72 is op zichzelf een charmant voorstel. De termijn die wordt gesteld boven de drie jaar - de raad heeft dat punt kort bediscussieerd - is voor mij echt een breekpunt. Wij zijn met onze Social Impact Bond op zoek naar externe financiers om op een kortere termijn met schuldenproblematiek aan de slag te gaan. Als ik de raad het voorstel presenteer, leest men misschien de kern ervan. Dan kan men zeggen dat het college goed naar de indieners van de motie heeft geluisterd. Ik ontraad motie 72 wél. Motie 73 laat ik aan de raad. In de commissievergadering hebben wij erover gesproken. Het voorstel komt naar de raad. Het kabinet staat er zeer voor open om gemeenten te ontvangen die hiervoor voorstellen hebben, niet in de laatste plaats Utrecht. Wij trekken hiermee gezamenlijk op met andere gemeenten. Ik houd de raad daarvan vanzelfsprekend op de hoogte. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De wethouder laat het oordeel over motie 73 over aan de raad. Dat is mooi, maar ik wil hem vragen of hij met de punten die wij in de motie noemen uit de voeten kan. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Ja. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Is de motie dan niet overbodig? Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! De raad spreekt uit hoe mij de opdracht wordt meegegeven. Ik kan mij goed in de motie vinden. Ik herken veel zaken die ik in het experiment wil leggen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
13
Mevrouw TIELEN (VVD): Voorzitter! Iets aan de raad laten, is interessant, maar de wethouder heeft zelf het initiatief gelanceerd om hiermee aan de slag te gaan. Ik mag verwachten dat de wethouder een visie en een idee heeft over hoe hij dat wil invullen. Ik heb daarover schriftelijke vragen gesteld. Ik hoor daarop graag de antwoorden. Ik vind de terminologie het belangrijkste. In de commissievergadering hebben wij daarover een korte strijd gevoerd. In de motie zit gelukkig wat beweging. Er is geen sprake meer van "basisinkomen" maar van "bijstand als basisinkomen". Ik hoorde mevrouw De Boer in haar bijdrage vanmiddag een andere term gebruiken. Zal de wethouder dit experiment "bijstand als basisinkomen" of "het experiment basisinkomen" noemen? Ik vind het daarom belangrijk - de wethouder heeft in de commissievergadering gezegd dat het alleen om woorden gaat - omdat wij wél moeten weten waarover wij het willen hebben. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! De wethouder wil weten wat werkt. Dat is de titel die hij aan dit idee heeft geplakt. Wij kunnen de commissievergadering overdoen, maar het is een feit dat in dit experiment de bijstand wordt meegenomen. 50 mensen krijgen bijstand en kunnen daarmee vervolgens hun eigen stappen zetten. Ons staat een speciaal mensbeeld voor ogen waarin ik vertrouwen heb. Als daaraan het woord "basisinkomen" wordt gekoppeld, is daarmee niets mis. Het college kan zich helemaal vinden in motie 80. De motie beoogt om bij het raadsvoorstel Armoedebestrijding beter passende effectindicatoren te benoemen, die inzicht geven in de daadwerkelijke effectiviteit, efficiëntie en eenvoud van het Utrechtse armoedebestrijdingsbeleid. Ik moet de motie goed bekijken. Ik zal de raad na de zomer een stuk toesturen. Wij moeten bekijken hoe wij dat snel in de programmabegroting kunnen opnemen. Die kent echter haar eigen dynamiek en zal kort na de zomervakantie aan de orde komen. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Hoe waarborgt de wethouder dat wij met nieuwe indicatoren ook zicht hebben op hoe de armoede de afgelopen jaren is ontwikkeld? Als wij nieuwe indicatoren hebben, weten wij niet of het beter of slechter is gegaan. Hoe waarborgt de wethouder dat punt? Wethouder EVERHARDT (wethouder): Dat klopt. Dat is één van de redenen waarom ik de zomermaanden nodig heb om dit goed te borgen. Wij willen inderdaad het effect meten van de nieuwe inzet, maar ook de langere tijdslijn niet zomaar in de mottenballen zetten. Ik moet terzake zorgvuldig handelen. De heer ROODENBURG (D66): Voorzitter! Ik heb nog niet duidelijk gehoord of de wethouder motie 80 kan overnemen. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Ik zal motie 80 overnemen. Mevrouw PODT (D66): Voorzitter! Wij gingen snel door het speeltuinwerk heen. Wij hebben een vraag gesteld over het monitoren en of het mogelijk is om de monitoring expliciet mee te nemen bij de plannen die in 2016 naar de raad komen. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! Ik heb die vraag beantwoord. Ik zal dat doen. In september maken wij een plan van aanpak. Dat komt mee.
(De heer Van Zanen draagt het voorzitterschap van de vergadering over aan de heer Van Schie.)
Avondvergadering van 30 juni 2015
14
Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Ik begin mijn beantwoording met een reactie op een aantal moties en amendementen die zijn gerelateerd aan lucht. De ChristenUnie-fractie heeft motie 78 ingediend over de WHO-advieswaarde. Dat is een sympathieke motie. Volgens mij is de motie in de geest van het coalitieakkoord geformuleerd. Wij zeggen daarin letterlijk dat wij streven naar zo gezond mogelijke lucht. In motie 78 staat de opdracht aan het college: "In haar beleid te streven om ieder jaar lagere waarden te realiseren voor fijnstof waarbij gekeken wordt naar de WHO-norm als richtsnoer;". De waarden zijn het gevolg van weersomstandigheden. Daarom kan zich fluctuatie voordoen. Er is een relatief klein deel dat de gemeente kan beïnvloeden. Ik heb dat al vaker gezegd. Terecht wordt het lobbyen in Den Haag en Europa genoemd. Dat doe ik graag. Ik doe dat al in de G4 richting Den Haag en als voorzitter van Eurocities mag ik dat ook in Europa doen. Motie 78 is sympathiek en is opgesteld in de geest van het coalitieakkoord. Voorzien van deze kanttekening is het oordeel erover aan de raad. In relatie tot luchtkwaliteit werden scooters genoemd. De heer Fokke heeft amendement 48 opgesteld. Dat amendement lijkt meer op een motie. Ik doe de oproep om amendement 48 om te zetten in een motie. Dan wil ik de geest ervan - voorzien van enkele kanttekeningen - overnemen. Het is bijzonder dat een amendement van de heer Fokke spreekt over het feit dat wij hinderlijk gestalde fietsen ruimen. Ik doe dat juist niet, omdat de heer Fokke mij altijd vraagt om dat niet te doen. Ik vind het derhalve wonderlijk dat hij dit zelf opschrijft. De heer FOKKE (D66): Voorzitter! Dit is uitlokking. Het zou lullig zijn om er niet op in te gaan. Ik vraag mij af of de wethouder werkelijk stelt dat in Utrecht geen hinderlijk gestalde fietsen worden geruimd en dat alle 10.000 fietsen die in Utrecht worden geruimd gevaarlijk zijn gestald. Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): De lijn die wij hanteren, is dat wij werkelijk alleen gevaarlijk gestalde fietsen ruimen. Dat is echter wél een glijdende schaal. Fietsen kunnen zijn gestald op plekken waardoor ladende of lossende vrachtwagens worden gedwongen om op het fietspad te gaan staan en fietsers de rijbaan voor auto's moeten nemen. Die cascade van oorzaak en gevolg hebben mensen vaak niet door, maar de indirect gevaarlijk gestalde fietsen, die de cascade in gang zetten, worden toch geruimd. Wij kunnen er een heel debat over voeren, maar of fietsen gevaarlijk zijn gestald of niet is in dergelijke gevallen niet altijd zichtbaar. Mensen die hun fiets op een ribbelstrook voor blinden zetten, zullen zich niet altijd bewust zijn van het feit dat dit voor blinde voetgangers gevaarlijk is. Ik zal niet garanderen dat een gevaarlijk gestalde fiets er nooit tussendoor glipt, maar ik kan u wél vertellen dat dit in het mooie witte gebouw bij het station één van de meest geciteerde opdrachten van de raad is. De heer FOKKE (D66): Voorzitter! Dank daarvoor. Eigenlijk zegt de wethouder dat amendement 48 ook een motie kan zijn. Wij hechten eraan om netjes aan te geven waar de dekking vandaan komt. Ik zal amendement 48 aanpassen. Dan wordt dat een motie. Ik maak van het besluit "spreek uit dat". De motie dien ik in de tweede termijn in. Dan kan de wethouder die nog even bekijken. Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Ik zal die motie met liefde overnemen. Ik wil nog een paar inhoudelijke opmerkingen maken. Ik heb in de commissievergadering al gezegd dat wij nog geen beleid hebben voor het stallen van scooters. Dat is een omissie. Daar moeten wij aan werken. De vraag wanneer een scooter al dan niet fout is gestald, is moeilijk te beantwoorden. De heer Roodenburg noemde gelijke behandeling. Er is dan sprake van gelijke behandeling. Dat kan, want wettelijk kunnen wij fietsen en scooters niet ongelijk behandelen. Dat betekent dat wij gevaarlijk gestalde scooters handhaven en geen titel hebben voor hinderlijk gestalde scooters.
Avondvergadering van 30 juni 2015
15
De heer EGGERMONT (SP): Voorzitter! Wat is precies de duiding van de dekking van de motie? Ik neem aan dat wij bij de handhaving van fout geparkeerde fietsen niet zomaar allerlei fietsen weghalen. Wat vindt de wethouder ervan dat voor deze handhaving zomaar € 100.000,-- wordt weggehaald? De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik stel dezelfde vraag. Ik vraag ook waar dat geld naartoe gaat. Hoeveel fout geparkeerde scooters zijn er in de stad? Hoe vaak krijgt de wethouder meldingen over fout geparkeerde scooters waaraan omdat het niet mag niets wordt gedaan? Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Om op de laatste opmerking in te gaan: dat weet ik nog niet. Wij handhaven er nog niet op. Dat is nog een zoektocht. Het is goed om de vraag te beantwoorden over de financiële betekenis hiervan. Het parkeren van scooters maakt deel uit van de parkeerexploitatie. Het is een soort virtuele oormerking. Wij hebben voor dit soort dingen niet allerlei schotten. Dat is der reden waarom het geen amendement kan zijn. Wij kunnen geen beslispunt aanpassen. Het wordt een onderdeel van de parkeerexploitatie met het streven om de kosten zoveel mogelijk te verhalen op de veroorzakers. Wij willen ervoor zorgen dat wij in de parkeerexploitatie geld vrijmaken om op scooters te handhaven. Zo interpreteer ik de motie. Ik geloof dat ik de heer Fokke zie knikken. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Inzake het handhaven van parkeren is de redenering vaak dat weinig wordt gehandhaafd op fout geparkeerde automobielen als die in wijken en buurten staan waar geen betaald parkeren is. Hoe zullen wij dat in dit geval aanpakken? Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Ik begrijp de vraag van de heer Buunk niet. Zoekt hij een weg om een totaal ander onderwerp aan te snijden? De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Nee, ik bedoel dat scooters niet betalen voor hun parkeerplekje. Daarom is er geen dekking voor de handhaving. Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Scooters zijn vergelijkbaar met auto's zodat er sprake is van een soort wegsleepregeling. Arbotechnisch kunnen wij dat niet door de fietsenverwijderaars laten doen. De scooters worden naar een ander plekje gebracht. Scooters hebben een kenteken. Wij kunnen op zoek gaan naar de eigenaar. De eigenaar kunnen wij de rekening geven. Het volgende scooteronderwerp gaat over de uitbreiding van de milieuzone, motie 75. Die grijpt in op de evaluatie van de milieuzone, net als een motie 88 van de PvdD-fractie over de Euro 3 diesel. In het coalitieakkoord is een mooie formule opgenomen dat wij elk jaar op basis van een evaluatie de reikwijdte van de milieuzone beoordelen en opnieuw overwegen. Ik constateer dat ik twee expliciete opdrachten heb meegekregen, namelijk om scooters en Euro 3 diesel te bekijken. Ik kan de moties 75 en 88 overnemen en die bij de evaluatie betrekken. De heer POST (PvdA): Voorzitter! Kan inzake Euro 3 diesel de ambtelijke capaciteit op een goede manier worden ingezet? Volgens mij is dat uitvoerig onderzocht. Er is een ruimtevoorstel 2013 waarin Euro 3 diesel is opgenomen, inclusief onderbouwing. De meerderheid van de raad vond Euro 3 diesel een stapje te ver gaan. Wat de PvdD-fractie vraagt, is er al. Volgens mij hoeft dat niet te worden onderzocht.
Avondvergadering van 30 juni 2015
16
Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Dat was een beetje voor mijn tijd. Volgens mij heeft de heer Post gelijk, maar desalniettemin is afgesproken dat wij elk jaar opnieuw evalueren en een ei zullen leggen over de reikwijdte. Dat kunnen wij elk jaar opnieuw doen. Dat past prima bij de evaluatie. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Ook de PvdD-fractie was er nog niet in 2013. Die discussie hebben wij niet meegemaakt. Wij willen die bij de evaluatie graag opnieuw voeren. Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! De PvdD-fractie heeft motie 89 over de verlenging van de sloopregeling inzake elektrisch rijden ingediend. De G4 is met het ministerie van Infrastructuur en Milieu actief in gesprek over luchtkwaliteit. Motie 89 is eigenlijk een opdracht om te lobbyen. Ik zal die in de lobby meenemen. Ik vind het overschakelen op elektrisch rijden belangrijk ter verkrijging van gezondere lucht. De heer FOKKE (D66): Voorzitter! De D66-fractie deelt de doelstelling voor het elektrisch rijden, maar vraagt zich af of het subsidiëren van elektrische auto's daartoe de beste manier is. Het is zonde als dure subsidie wordt gegeven en de auto's vervolgens naar Duitsland worden verkocht. Is het niet beter om in te zetten op infrastructuur, net zoals wij hebben gedaan door in Utrecht in te zetten op extra laadpalen? Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Volgens mij moeten om elektrisch rijden te laten doorbreken verschillende dingen worden gedaan. De infrastructuur is inderdaad belangrijk. Ingeschat wordt dat tot 2018 laadpalen nog niet rendabel zijn. Het is wél de bedoeling dat die rendabel worden en dat dan de rol van de overheid is uitgespeeld. Daarmee zijn wij nog even zoet. Een tweede analyse betreft de prijs. Voor de mensen moet elektrisch rijden financieel een betere deal zijn dan rijden met een verbrandingsmotor. Dat is nog niet op alle terreinen zo. In de fiscaliteit gaat het ook nog niet de goede kant op. De derde belangrijke factor is de actieradius. Als wij de drie genoemde dingen goed hebben geregeld, zal elektrisch rijden doorbreken. De actieradius is aan de markt. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Ik wil nog even reageren op de woorden van de heer Fokke. Ik begrijp van de wethouder dat in G4-verband wordt gesproken en bij het Rijk wordt gelobbyd. Op dit moment zijn er sloop- en subsidieregelingen voor elektrische auto's, zowel in Amsterdam als in Rotterdam. Laten wij bekijken hoe dit daar is gegaan en die kennis meenemen bij het lobbyen bij het Rijk. In de genoemde steden zijn succesvolle projecten geweest.
(De heer Van Schie draagt het voorzitterschap van de vergadering over aan de heer Van Zanen.) Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Inzake het fietsen wil ik de Herenroute van de heer Roodenburg noemen. Hij vroeg mij nogmaals om een toezegging. Al het goede komt in tweeën. Hier komt de toezegging voor de tweede keer. Misschien kan ik zijn onzekerheid wegnemen. Ik doe dat graag. Wij zullen aan die route werken en bekijken of wij de herkenbaarheid beter kunnen maken. Amendement 47 gaat over de fietstunnel bij de 2e Daalsedijk. De heer Fokke en het college willen hetzelfde. Wij hebben als zoekopdracht opgeschreven in het Meerjaren Perspectief Bereikbaarheid dat wij bij de 2e Daalsedijk tunneltjes willen zien. Die zijn nog niet gefinancierd, maar overeengekomen is dat wij op zoek gaan naar geld. Ik wil amendement 47 ontraden omdat het om twee redenen nog niet rijp is. Wij denken dat er kans is dat wij de tunneltjes kunnen dekken uit niet-Utrechtse stedelijke middelen. Ik zeg niet dat dit gegarandeerd is. Ik zeg ook niet dat het gebeurt. Ik zeg alleen dat wij daartoe een kans zien. Ik vind het zonde om die kans te missen door net iets te vroeg eigen middelen vrij te maken.
Avondvergadering van 30 juni 2015
17
De heer Roodenburg zei hetzelfde. Als dat het geval is, zou hij gekke Henkie zijn. De tweede reden is dat als wij de schuif doen volgens amendement 47 - de fietsroute om de noord - wij er wél de gemeentelijke cofinanciering naartoe kunnen schuiven, maar niet de andere helft van de financiering, met als gevolg dat wij € 1,7 miljoen mislopen. Dat vind ik een beetje zonde. Dat is geld dat mevrouw Uringa ergens anders in wil stoppen. De heer FOKKE (D66): Voorzitter! Wij hebben met de FES-middelen een enorme herprogrammering gezien. Nu ligt er opnieuw een voor. Met deze middelen wordt continu geschoven. Wij zijn er helemaal niet tegen als wij zoveel mogelijk geld ergens anders vandaan halen. Daarvoor hebben wij niets dan hulde. De reden dat wij amendement 42 toch hebben ingediend, is omdat wij denken dat de kans dat het lukt groter wordt als de gemeente proactief zelf iets ter tafel brengt. Het beste voorbeeld zijn de doorfietsroutes. Daarvoor is op een soortgelijke manier door de raad geld beschikbaar gesteld. Het is het college gelukt om op die manier voor de doorfietsroutes veel extra cofinanciering te krijgen. Als er een signaal van de raad is dat het belangrijk is dat die daarvoor eigen geld uittrekt, gaat het beter. Anders is het alsof wij zeggen het samen te doen, maar zij eerst. Dat is een zwakker verhaal. Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Ik kan alleen herhalen wat ik zojuist heb gezegd. Wij zien kansen om het zonder cofinanciering te doen. Ik vind het dan echter zonde om dat geld kwijt te zijn, helemaal als wij ook de multiplier mislopen. Wij willen hetzelfde, dus daar zit het hem niet in. Wij werken aan het mogelijk maken van de tunneltjes. Daarover is door de raad een motie aangenomen. Dat heeft wethouder Jansen duidelijk aangegeven. Wij willen de tunneltjes echt. Ik zeg niet dat het lukt, in ieder geval dat het helemaal zonder gemeentelijke middelen lukt. Ik denk dat het ons zal lukken. Ik vind het echter zonde om die kans mis te lopen. Ik kan er niets anders van maken. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De wethouder is vrij stellig in de kansen die zij ziet. Ik wil in elk geval de D66-fractie vragen of het niet beter is om deze zaak over te hevelen naar de begroting en om dan te bekijken of wij het geld moeten verschuiven of niet. De heer FOKKE (D66): Voorzitter! Ten eerste ligt bij de behandeling van de begroting het Meerjaren Perspectief Bereikbaarheid niet voor. Men zou dat dan direct een jaar naar voren moeten schuiven, maar stel dat het college hiervoor volledige cofinanciering kan krijgen, dan valt het bedrag vrij. Op tal van vlakken in het Meerjaren Perspectief Bereikbaarheid gebeurt hetzelfde. Dit is ook een manier voor de raad om te zeggen dit belangrijk te vinden. Dat heeft de raad inzake de tunnels bij de behandeling van het plan voor de 2e Daalsedijk voltallig uitgesproken. Dit is het moment om dat te doen. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Ik begrijp de heer Fokke niet meer. Ik hoor de wethouder zeggen dat zij de € 1,7 miljoen nodig heeft omdat zij anders cofinanciering voor de doorfietsroute misloopt. De heer Fokke wil het bedrag doorschuiven om cofinanciering binnen te halen. Hij raakt echter met het doorschuiven de cofinanciering voor een ander fietsproject kwijt. Het is een kwestie van keuzes maken of de wethouder vertrouwen dat zij het geld voor de tunnels zal binnenhalen. Is dat voor de heer Fokke geen optie? De heer EGGERMONT (SP): Voorzitter! Wat vindt de wethouder van de fracties die zowel amendement 47 als motie 76 hebben ondertekend? Volgens ons bijten deze documenten elkaar.
Avondvergadering van 30 juni 2015
18
Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! De vraag van de heer Eggermont is alleen aan mij gericht. Ik kan alleen zeggen dat wij voor de opdracht van mevrouw Uringa in ieder geval geen andere middelen hebben dan die uit de doorfietsroute om de noord. De heer Eggermont heeft in die zin gelijk. Over het station bij het Science Park is geen motie ingediend, maar is mij gevraagd wat ik daarvan vind. Het is steun voor het beleid. Er vindt op dit moment een OV-MIRT-verkenning plaats naar oplossingen voor het knelpunt tussen het Science Park en Utrecht Centraal. In het coalitieakkoord van de provincie wordt een rijtje van vijf oplossingen genoemd. Het station staat daarbij. Men kan zien dat dit allemaal mogelijke uitkomsten van de MIRT-verkenning zijn. Ik ben benieuwd naar de uitkomsten ervan. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Kan de wethouder aangeven op welk tracé zij bij de verkenning inzet? Het is leuk dat daar een station wordt gebouwd, maar er is geen spoorlijn. Welke spoorlijn zal zij aanleggen? Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! De heer Buunk interpreteert mijn woorden zeer vrij. Ik doe helemaal niets. Dat mag duidelijk zijn. In de MIRT-verkenning worden de spoorlijnen bekeken. Ik neem aan dat ook verschillende tracés worden bekeken. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het tracé een interessante noot vind om te kraken. In de commissievergadering heb ik hetzelfde gezegd. De heer POST (PvdA): Voorzitter! In een MIRT-verkenning gaat het ook altijd over de prioriteiten die men stelt. Is de wethouder het met ons eens dat dit op de korte termijn veel meer moet zijn gericht op de tram en de bus in plaats van op nog aan te leggen treinrails? Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Ik word nu een beetje gedwongen om vooruit te lopen op de uitkomsten van de MIRT-verkenning. Ik ga ervan uit dat wij dat kwaliteitsvol doen. Het is een coproductie van gemeente, provincie en het Rijk. Wij moeten gezamenlijk besluiten wat de meest optimale oplossing is. Dat gaat over vervoerswaarden, kosten en kwaliteit van de leefomgeving. Dat zijn allemaal factoren die daarbij een rol spelen. Dus zonder dat er een rapport onder ligt, denk ik inderdaad dat een spoorlijn meer kost, misschien een factor 10 meer, dan meer regionale oplossingen. Ik denk dat het realiseren van een spoorlijn 10 á 15 jaar duurt, terwijl de termijn waarop wij problemen krijgen korter is dan in deze motie. Volgens het MIRT-onderzoek is dat al in de jaren twintig het geval. Als men de normale doorlooptijd van een groot station bekijkt, dan is het eerder 2040. Dan zou het station op het Science Park er aan de late kant zijn. Ik loop echter vooruit op een rapport waarvan ik ervan uitga dat het een kwaliteitsvol antwoord geeft. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Ik vind het antwoord van de wethouder heel goed, maar ook het signaal voor de raad mag duidelijk zijn. Wat is een reële boodschap om mee op pad te gaan? Er wordt gevraagd of de gemeente Utrecht vol kan inzetten op een station op De Uithof. Daar loopt geen spoorlijn naartoe. Ik heb het in de commissievergadering een spookstation genoemd. Het is een leuk pleidooi. Ik hoor de wethouder in feite zeggen dat het veel reëler is om te werken aan de verbetering van de verbinding met het OV richting De Uithof met goede HOV-busverbindingen naar Zeist en station Bilthoven. Dat is het pad dat is ingeslagen. Dat hoor ik de wethouder zeggen. Is dat zo? Ontraadt zij niet het verzoek om hard te trekken aan een station bij De Uithof? Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Nu gaat de heer Buunk van alles uit de kast halen. Wat ik zeg, is dat een OV-MIRT-verkenning loopt. Er zijn verschillende varianten in beeld. Wij hebben die wel eens gezamenlijk opgeschreven in het OBV-MIRT-onderzoek.
Avondvergadering van 30 juni 2015
19
Ze worden opgesomd in het coalitieakkoord van de provincie. Ik zal nu nog geen van deze opties aan- of afraden. Ik heb mijn boerenverstand een beetje blootgegeven. Zo moet men mij maar verstaan. Nu is de auto aan de orde. De heer Buunk zal daarmee blij zijn. Misschien wordt hij toch minder blij, want ik zal reageren op motie 87 van de PvdD-fractie. Daarin wordt geopperd dat inzake auto's de doelstelling van 40% naar 15% mag. In mijn wereldbeeld is dat een sympathieke motie. Ook ik kan dromen van een stad waarin het autoverkeer meer dan halveert. In het dagelijkse leven mag ik niet al te veel dromen. Ik moet zien wat reëel is. 15% is niet reëel. In vijf jaar het autovolume meer dan halveren, zal niet lukken. Ik kan inzake motie 87 niet positief adviseren. De Student & Starter-fractie heeft iets aangekondigd over een autovrij Janskerkhof in relatie tot de brug waarover wij in de commissievergadering hebben gesproken naar aanleiding van de heer Bos en het Wolvenplein. Ik gok erop dat er allerlei opvattingen zijn over een autovrij Janskerkhof. Laat ik het maar heel zakelijk houden. Volgens het huidige beleid kunnen wij dat op twee manieren bereiken: enerzijds door het afkopen van de parkeerplaatsen vanwege de opbrengsten. Ook mevrouw De Boer heeft daarover iets gezegd. Wij gebruiken altijd de stelregel dat parkeerplaatsen € 30.000,-- per plek kosten. Men heeft nog geen idee over een financiering. Die hebben wij niet zomaar. Anderzijds kunnen wij compenseren in de buurt, in hetzelfde rayon. Wij denken dat dit nu in hetzelfde rayon niet kan. Als men een Wolvenpleinbrug aanlegt, dan komt dat nog niet binnen het rayon, maar wel binnen handbereik. Dan zouden wij gezamenlijk kunnen vinden dat als de brug er is wij de plekken in de parkeergarage meetellen. Op dit moment vind ik dit idee nog niet rijp om mee door te gaan. Als wij dat allemaal willen, moeten wij daaraan gezamenlijk werken. Er is nog geen motie over ingediend, maar als die komt, moet ik die ontraden. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Toegezegd is om de plannen van de brug af te stoffen. Ik wil vragen om een combinatie daarvan: ook de plannen voor het autovrij maken van het Janskerkhof afstoffen. Ik wil beide aan de raad voorleggen, zodat die een mooie integrale afweging kan maken. De brug kan het autovrij maken van het Janskerkhof zijn. Is de wethouder daartoe bereid? Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Ik hoor al dat ik een hoop moet afstoffen. Ik weet niet of dat de enige nuttige bestemming is. Dat is mijn voorstel. In de commissievergadering heb ik gezegd de plannen af te stoffen. Wij komen daarop bij de raad terug in de tweede helft van dit jaar. Dat kan over het Janskerkhof gaan. Het kan ook over de Voorstraat gaan. Het kan over het noordoostelijke stukje van de binnenstad gaan. De gevangenis krijgt een andere functie. Daarmee moeten wij misschien ook iets doen. Laten wij afspreken om er iets omheen te schrijven. Dan weet de raad wat hij al dan niet kan doen. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Als de wethouder wil toezeggen dat het Janskerkhof erbij wordt meegenomen, dan heb ik voldoende toezegging om de motie niet te hoeven indienen. Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Ik beloof dat als de heer Menke de zoekfunctie gebruikt, hij op het woord "Janskerkhof" een hit heeft. De VOORZITTER: Dat is nogal een toezegging. Het zijn zeer oude plannen, want ik weet er nog van. De heer EGGERMONT (SP): Voorzitter! Ik heb van het afstoffen begrepen dat wij dat goed zullen bekijken. Ik kan mij herinneren dat het maar 150 m omlopen scheelt.
Avondvergadering van 30 juni 2015
20
Wij moeten wél de kosten voor de brug bekijken. Die waren destijds € 750.000,--. Inmiddels zal dat wel € 1 miljoen zijn. Wij moeten afwegen of wij dat voor de anderhalve minuut lopen voldoende vinden. Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! De heer Eggermont levert een bruggetje naar mijn volgende onderwerp: versobering. Het was dubbel raak. Ik wil over de versoberingsmotie, motie 63, vragen of ik die sober mag interpreteren, helemaal in de geest van de bedoeling van de motie. Mevrouw De Boer gaf al de hint dat wij dit niet bij alle projecten doen, maar alleen bij de grote projecten. Ik zie de heer Eggermont instemmend knikken. Grote projecten zijn in de gemeente Utrecht gedefinieerd als "alles boven de € 5 miljoen". Wij zullen niet voor elk project verschillende IVPE's maken. Als er sprake is van scenario's, dan lijkt het alsof wij een aantal boekjes naast elkaar leggen. Dat lijkt mij wat betreft de voorbereidingskosten geen sobere uitvoering. Wij geven bij het IPVE een beeld van de achtergrond van de keuzes. Daarmee krijgt de raad inzicht in de keuzes die zijn gemaakt en welke consequenties die hebben. Als ik motie 63 zo mag interpreteren, kan ik ermee leven. De heer EGGERMONT (SP): Voorzitter! Wel iets minder sober. Het gaat ons om het volgende. Neem bijvoorbeeld de 't Goylaan. Ik zou graag willen weten hoe het er uitziet als de raad vaststelt dat het geen € 6 miljoen maar € 5 miljoen is. Vinden wij dat uiteindelijk acceptabel? Heeft de raad daar dan een beeld van? Ik wil graag dat dit soort keuzes, ook qua geld, enigszins inzichtelijk worden gemaakt zodat wij er greep op kunnen houden. Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Volgens mij vat de heer Eggermont in feite goed samen wat ik heb gezegd. Hij wil dat die keuzes enigszins inzichtelijk worden gemaakt en wil weten hoe die samenhangen met de kosten. Dat is wat ik voorstel. Met wat wij uiteindelijk in het IPVE opschrijven, laten wij zien wat de keuzes betekenen, ook financieel. De D66-fractie heeft iets gezegd over de duurzaamheidslening over een onderwerp dat een amendement is geweest van de heer Bos. Als wethouder mag ik niet zomaar aan geld komen dat is gereserveerd voor een amendement. Ik mag dat niet via het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten besteden aan duurzaamheidsleningen voor particulieren. Wij zien daarvan dat die onvoldoende wordt gebruikt - misschien worden die onvoldoende gevonden - maar de mensen die de lening wél vinden, komen vaak niet door de krediettoets heen. Misschien is een duurzaamheidslening niet voor mensen de grootste noodzaak. Wij bekijken op dit moment heel concreet of wij Nul op de Meterrenovaties beter mogelijk kunnen maken. Dat is een relatief nieuw concept waarmee banken moeite hebben. Die vinden het eng om daarvoor volledige hypotheken te geven. Het geld zou dan worden ingezet als een soort garantie, waardoor banken over de streep worden getrokken. Die mogelijkheid bekijken wij nu. Als ik de heer Roodenburg goed heb verstaan, heeft hij gezegd dat wij het nog een jaar moeten proberen, of in ieder geval nog in 2015. Dat zou dit element kunnen zijn. Als wij moeten constateren dat dit doodloopt, ontstaat een nieuwe situatie, ook wat betreft het energieplan. Dan kunnen raad en college samen beoordelen wat voor deze middelen de beste bestemming is. De heer SIENOT (D66): Voorzitter! Wij moeten ervoor zorgen dat in 2015 een fiks hoger aantal duurzaamheidsleningen wordt afgesloten. Wij moeten laten zien dat de regeling wordt aangepast. Ik ben nog steeds benieuwd wat de wethouder daar echt voor zal doen. In dit tempo doen wij er 151 jaar over om het geplande budget op te maken. Hoe kunnen wij dat sneller doen? Als dat niet lukt, moet het college de raad in 2016 een voorstel doen over de manier waarop de middelen kunnen worden bestemd in het programma voor Utrechtse energie. Ik ben daar heel benieuwd naar.
Avondvergadering van 30 juni 2015
21
Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! De heer Sienot vat wat ik heb gezegd op zichzelf goed samen, behalve dan dat ik zeg dat wij niet doorgaan met de regeling zoals die nu is. Wij zien dat die niet best functioneert. Wij moeten bekijken hoe wij in de geest van de middelen de varianten kiezen die noodzakelijk zijn om dingen van de grond te krijgen. Een en-en-benadering. De heer SIENOT (D66): Voorzitter! Is die ruimte er echt? Het amendement van de heer Bos van destijds ging heel erg over huurders. Het beoogde om die ruimte te geven om verbeteringen aan te brengen. Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Er komt een stem uit de raad - de geestelijke vader van het genoemde amendement - en die vindt het goed. Dat is belangrijk. De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! Als het een meevaller oplevert, is dat er dan een die volgens dezelfde systematiek bij een volgende voorjaarsnota wordt ingezet of zal de wethouder die in het programma zelf besteden? Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Volgens mij gaat de raad daarover. In ieder geval roept de D66-fractie mij op om er een duurzame bestemming voor te vinden. Tot nog toe is het in overleg met de raad steeds zo gegaan. Het geld is dankzij het amendement van de heer Bos altijd belegd geweest. Als wij er een nieuwe bestemming voor krijgen … het zal afhangen van de situatie op dat moment. De PvdD-fractie heeft motie 86 over Rijnenburg ingediend. In motie 86 wordt teruggegrepen op een motie uit 2011. Motie 86 stelt dat de motie uit 2011 niet is uitgevoerd. Die motie is echter wél uitgevoerd. Die motie riep op om projectontwikkelaars in Rijnenburg windenergie van harte aan te bevelen. Dat is gebeurd. Die zijn bij elkaar geroepen om windenergie mogelijk te maken, maar zij hebben een andere keuze gemaakt. Blijkbaar vonden zij windenergie niet passen bij hun wensen. Rijnenburg is geen grond van de gemeente. Wij kunnen de mensen niet dwingen om er windmolens neer te zetten. Als in Rijnenburg initiatiefvoorstellen voor windenergie worden gedaan, zullen wij die welwillend behandelen. Het is wijs om in het licht van het energieplan met de raad te bespreken in hoeverre de gemeente proactief aan de slag gaat. Daarin kunnen wij samen een nieuwe lijn vinden. Ik ontraad motie 86. De VVD-fractie heeft in relatie tot het energieplan een vraag gesteld over de indicatoren. Misschien dat dit een meer relevante vraag wordt als de raad dat op zijn merites beoordeelt. Ik stel voor om deze vraag aan te houden tot de raad en het college erover spreken. Dit onderwerp heeft geen doorwerking in de Voorjaarsnota 2015. De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! Als dat plan er komt, kan het college dan inzichtelijk maken welke indicatoren wij daaraan kunnen ontlenen? Ik vraag het college om een beetje voorwerk te doen zodat wij er vlot over kunnen praten als het ter tafel komt. Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Het college heeft allerlei voorwerk gedaan. Deze week kan de raad het plan tegemoet zien. Ik vind het een beetje ingewikkeld om daarop vooruit te lopen. Wij zullen het opsturen. Daarna zullen wij het debat aangaan. Ik hoor graag of de raad dat voldoende vindt. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Ik dank de raad voor een aantal vragen en moties.
Avondvergadering van 30 juni 2015
22
Mevrouw Haage heeft motie 62 ingediend over anoniem solliciteren bij de gemeente Utrecht. In de commissievergadering heb ik aangegeven dat diversiteit voor het gemeentelijke apparaat een belangrijk aandachtspunt is. De afgelopen periode zijn wij een organisatie met krimp geweest. Dat heeft de instroom beperkt gehouden. Ik heb gevraagd of anoniem solliciteren een middel is dat wij moeten inzetten. Ik zie dat de raad dat graag wil. Ik kan daarin meegaan. Het is in elk geval een ondersteuning van het beleid. De doelstellingen van motie 62 zijn dezelfde als die van het college. Ik kan motie 62 overnemen. Mevrouw Haage heeft ook amendement 39 ingediend. Dat gaat over externe inhuur. Wethouder Kreijkamp heeft daarover al iets aangegeven. Externe inhuur is geen budgetoverschrijding in de zin van dat meer wordt uitgegeven dan is begroot, maar geeft aan waaraan geld is uitgegeven. In amendement 39 staat: "De doelstelling op externe inhuur in 2016 en de jaren erna te verlagen met een bedrag van € 3 miljoen". Ik heb op 5 juni jl. de raad een brief gestuurd waarin ik heb aangegeven hoe ik met externe inhuur wil omgaan. Ik wil die goed bekijken om bij de programmabegroting 2016 erop terug te komen om de doelstellingen aan te geven, maar ook om het onderscheid tussen de verschillende categorieën te verduidelijken. In Utrecht wordt zo'n beetje alles bij elkaar opgeteld. Andere gemeenten gaan er anders mee om. Ik wil in elk geval inzichtelijk maken hoe wij de inhuur beheersen. Wij willen bezien of wij waar sprake is van structurele externe inhuur gewoon mensen in dienst kunnen hebben. Wij hebben daarvoor een aantal instrumenten ingezet. Ik heb die in de commissievergadering allemaal toegelicht. Ik zal dat niet herhalen. Ik moet amendement 39 ontraden. In dat amendement staat ook: "En het financiële beeld in één voorjaarsnota (p. 12) met dit bedrag te wijzigen", maar dat kan dus niet. Mevrouw DIBI (PvdA): Voorzitter! Wij zijn van de brief op de hoogte, maar wij moeten iets vinden van externe inhuur en dat doen wij. In het dictum van amendement 39 staat of het college bereid is om terug te koppelen naar de zodat de raad kan bijsturen. Kan de wethouder dat toezeggen, los van amendement 39? De raad wil dat graag controleren. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Ik heb al gezegd dat ik het oude team erop heb gezet om de verschillende categorieën in beeld te brengen en aan te geven hoe daarmee wordt omgegaan. Men kan de brief zien als een aanduiding dat ik de raad de informatie geef hoe ik ermee omga. In de programmabegroting zal ik een doelstelling presenteren en aangeven hoe wij die willen beheersen. Wij zullen daarop in bestuursrapportages terugkomen. Ik moet amendement 39 helaas ontraden. Mevrouw Haage heeft ook een vraag gesteld over hardlooproutes. Op de Tour de France is wethouder Kreijkamp al ingegaan. Ik zal die bekijken. In de programmabegroting zal ik erop terugkomen. De verkeersregels zijn ingewikkeld. Ik wil zeker bekijken of wij een aantal hardloop- of wandelroutes kunnen indiceren. Er is al Het Lint. Dat indiceert zichzelf. Wij kunnen ook andere plekken bekijken. Ik kom hierop bij de behandeling van de programmabegroting terug. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Het is heel fijn dat de wethouder dit wil bekijken. Ik heb hem afgelopen zondag zien kijken. Ik riep heel hard "Hallo!". Hij herkende mij niet. Ik had een geel shirt aan, net als de andere 13.000 mensen. De VOORZITTER: Heerlijk dat u hem wél herkende. Mevrouw HAAGE (PvdA): Ik herkende hem, want hij keek heel goed. Het is fijn dat deze wethouder zo goed kan kijken naar hardlooproutes en andere sportroutes. Samen sporten is heel leuk.
Avondvergadering van 30 juni 2015
23
De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Ik zal de luisteraars een betoog over waarnemen besparen. Als ik aan het verkeer deelneem, bekijk ik vaak bewegingen van verkeersdeelnemers. Mijn naam lijkt vanuit de verte op Hé! Ik heb geleerd om daar … De VOORZITTER: Ik stel voor dat u uw betoog voortzet. De heer GELDOF (wethouder): De heer Schipper noemde het Klantcontactcentrum. Daarover is in de commissievergadering uitgebreid gesproken. Ik heb toegezegd dat ik mij in het college hard maak en er bij de behandeling van de begroting 2016 op terugkom. De motie ging indertijd uit van 70% vast en 30% flexibel. De VVD-fractie heeft over de percentages vragen gesteld. Ik zal die goed bekijken. Ik kom daarop terug. Bij de behandeling van de begroting zal men hierover een voorstel zien, conform de toezegging die ik in de commissievergadering heb gedaan. De heer Van Waveren heeft gewezen op het achterstallige onderhoud, in het bijzonder op de vorstschade. Hij vraagt of ik kan toezeggen of alle vorstschade binnen een halfjaar kan worden hersteld. In de commissievergadering heb ik gezegd dat er verschillende soorten vorstschade zijn. Vorstschade kan de functionaliteit van een weg ernstig beperken. Als het zover is, krijgt de weg automatisch een hoge prioriteit. Wij doen er alles aan om vorstschade zo snel mogelijk te herstellen. Als het schade is die de functionaliteit van wegen beperkt, komt die hoog op de prioriteitenladder te staan, maar toezeggen dat wij alle vorstschade in een halfjaar kunnen repareren kan niet, omdat ik dan keuzes moet maken ten koste van ander groot noodzakelijk onderhoud waar een grotere functiebeperking vanuit gaat. In de nota Kapitaalgoederen wordt toegelicht hoe deze prioritering werkt, maar ik zeg in ieder geval toe dat wij er alles aan doen om de schade zo snel mogelijk herstellen. Dat zal in de praktijk betekenen dat forse vorstschade vanzelfsprekend heel snel wordt hersteld. Ik hoop hiermee de vragenstellers tegemoet te komen. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik noemde vorstschade als voorbeeld, maar het was mij specifiek te doen om functiebeperkingen waardoor snelheidsbeperkingen zijn opgevoerd. Is de wethouder het met mij eens dat in principe de plekken waar wij tijdelijke maatregelen moeten treffen sowieso binnen een halfjaar aan de orde zijn? De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Als men in mijn hart kijkt, ziet men dat ik een halfjaar lang vind. Wij werken met beperkte middelen. Wij maken een totaalafweging van waar de meeste impact vanuit gaat als de schade niet wordt hersteld. Wij bekijken ook of schade die niet wordt hersteld later nog meer schade veroorzaakt. Wij moeten met het geld verstandig omgaan. Wij moeten ook de gemiddelde functiebeperking zo laag mogelijk houden. Daarvoor zetten wij ons hard in. Dat betekent dat wegen met forse schade waar beperkingen gelden hoog op de prioriteitenlijst staan. Wij kunnen nooit voor een weg of een ander kapitaalgoed zeggen dat die automatisch binnen een halfjaar aan de beurt is. Dat wij er alles aan te doen, kan ik van harte toezeggen. Men noemde Leidsche Rijn Centrum en in het bijzonder de culturele voorziening aldaar. Wij zijn op dit moment met initiatiefnemers in gesprek over de wijze waarop een culturele voorzieningen en culturele evenementen kunnen worden gerealiseerd die bijdragen aan een aantrekkelijk en bruisend winkelcentrum. Dat is een belangrijke doelstelling. Naar verwachting kunnen wij in het najaar een voorstel naar de raad brengen over de vraag welk concept voor uitwerking en realisatie in aanmerking komt en welke partijen daarvoor in beeld zijn. Dat is wat ik hierover op dit moment kan aangeven. Men stelde ook vragen over het kantorenprogramma in Leidsche Rijn. De afgelopen jaren hebben wij sterk gestuurd op de vermindering van de risico's van het omvangrijke kantoorprogramma.
Avondvergadering van 30 juni 2015
24
In het Meerjaren Perspectief Stedelijke Ontwikkeling voor de wijken 9 en 10 van dit jaar is te zien dat wij dat risico hebben verkleind, ook door het programma kleiner te maken. Wij zullen dat elke keer bij het Meerjaren Perspectief Stedelijke Ontwikkeling voor de wijken 9 en 10 in beeld brengen en verkleinen waar dat kan. Het kantorenprogramma dat in Leidsche Rijn tot 2030 is gepland, komt volgens de provinciale structuurvisie Kantoren overeen met de gegevens uit het provinciale kantorenonderzoek, maar dat wordt de komende maanden herzien en geactualiseerd. Wij houden de vinger aan de pols. Waar wij kunnen, zullen wij de risico's verminderen. Wij zullen bekijken of wij een andere programmering gestalte kunnen geven. Dat is echter op sommige plekken lastig, omdat het wat dichter bij snelwegen is waardoor er geluidseisen bijkomen. Wij houden het in de gaten en in de Peilstok grondexploitaties rapporteren wij over de effecten ende mogelijkheden om het kantoorprogramma te vervangen. De heer ROODENBURG (D66): Voorzitter! Ik hoor nu een ander verhaal dan in de commissievergadering. Volgens mij heb ik van wethouder Geldof de toezegging gekregen - ik zal de notulen erop nalezen - dat in de nieuwe ruimtelijke strategie en de financiële doorrekening daarvan bij de Voorjaarsnota 2016 het kantorenprogramma in Leidsche Rijn wordt bekeken en dat wordt aangegeven hoeveel het kost als daar wordt overgeschakeld op woningen. Dan weten wij wat de risico's zijn en wat wij daarvoor financieel moeten meenemen. Die toezegging vind ik mooier dan de toezegging die de wethouder zojuist deed. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Wat ik in de commissievergadering heb toegezegd, staat vanzelfsprekend ook: de toezegging dat wij dat zullen rapporteren. De heer Van Waveren vraagt of wij het minimaliseren van de risico's van het kantorenprogramma bekijken. Wij hebben van de afgelopen jaren een projectie van het kantorenprogramma. Die bekijken wij. Wij bekijken ook of wij het programma op een passend moment kleiner kunnen maken. Volgend jaar, bij de presentatie van het Meerjaren Programma Stedelijke Ontwikkeling, krijgt de raad daarin al het mogelijke inzicht. Dat heb ik in de commissievergadering toegezegd. De heer ROODENBURG (D66): Voorzitter! De CDA-fractie heeft vragen gesteld over het Meerjaren Programma Stedelijke Ontwikkeling. Mijn vraag was eerder. De nieuwe ruimtelijke strategie komt in november a.s. Dan komen de scenario's aan de orde en eventueel bij de Voorjaarsnota de risico's en het geld. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Dat klopt. De toezegging staat. Ik doe de Voorjaarsnota en het Meerjaren Programma Stedelijke Ontwikkeling erbij, zodat de raad ook daar inzicht in heeft. De heer Van Waveren heeft een vraag gesteld over GFT-containers in Leidsche Rijn. In het verleden dachten wij dat in Leidsche Rijn restafval en GFT in aparte containers zou inzamelen, maar in de laagbouw wordt GFT elke week via minicontainers huis-aan-huis opgehaald. Dat is het omgekeerd inzamelen. Wij zamelen dan meer GFT in dan vroeger met de containers, sterker nog, de containers waren vaak dermate vervuild met ander afval dat het allemaal als restafval moest worden afgevoerd. Een aantal containers dat overbleef, hebben wij kunnen inzetten voor restafval, papier, karton of plastic. Er zijn ook oude en afgeschreven containers. Die zullen wij niet langer gebruiken. Wij zullen die dichtlassen en ervoor zorgen dat die netjes worden bestraat zodat het lijkt dat alsof er geen containers zijn. Wij zullen in die gebieden geen aparte GFT-containers handhaven, want dat gaat met veel stank gepaard. Wij halen het GFT-afval elke week huis-aan-huis op.
Avondvergadering van 30 juni 2015
25
De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik vind de GFT-containers jammer, want juist de dienstverlening is belangrijk. Kan de wethouder aangeven wat het bezwaar is om die te laten staan? Kan de wethouder in elk geval toezeggen dat geen glas, papier en plasticcontainers uit het straatbeeld zullen verdwijnen? Ik meen signalen opgevangen te hebben dat die worden weggehaald. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Er wordt goed bekeken waar welke containers moeten zijn. Of geen enkele container uit het straatbeeld verdwijnt, heb ik nu niet paraat. Wij bekijken heel goed wat waar nodig is. Wij zorgen ervoor dat bij winkelcentra containers zijn. Wij halen huis-aan-huis GFT op. Het restafval moet in de containers terechtkomen. Wij halen ook papier, karton en plastic huis-aan-huis op. Dat is onze inzet. De heer SIENOT (D66): Voorzitter! Er zijn de afgelopen jaren veel plasticcontainers bijgekomen. Begrijp ik het goed dat wij die nu weer weghalen? Dat is kapitaalvernietiging. Juist de service moet centraal staan. Wat begrijp ik niet? De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! In het verleden waren er containers voor restafval en voor GFT. Wij rollen nu het nieuwe inzamelen uit. Wij zullen GFT, plastic, papier en karton huis-aan-huis ophalen. Restafval gaat in de restafvalcontainer. Wij zorgen ervoor dat bij winkelcentra grondstofcentra zijn. Containers die wij goed kunnen gebruiken, zullen wij inzetten. Er is in Leidsche Rijn een aantal containers dat technisch op is. Wij kunnen die niet langer gebruiken. De heer Roodenburg heeft motie 65 ingediend, "Begrijpelijke overheidsinformatie voor iedereen!" Die motie is uit mijn hart gegrepen. Ik kan die van harte overnemen. Wij werken er hard aan. Soms schrijven wij een architect of aannemer een brief. Die kan soms technisch zijn. Die is dan meer vakgerelateerd. Wij werken er hard aan om brieven en wijkberichten begrijpelijker te maken. Dat dit niet in één keer kan, moet men begrijpen. Wij zijn daarvoor mensen aan het scholen. Wij willen dat het helder is wat in de hoofden van mensen opkomt als wij dingen opschrijven. Af en toe passeert dat ook mijn staf. Wij proberen dat principe van boven naar beneden de organisatie in te krijgen. Mevrouw BAŞ (D66): Voorzitter! Ik zat te wachten tot de wethouder zou zeggen "van boven naar beneden". Dat is juist wat wij niet willen. Wij willen ook dat ambtenaren elkaar hierop onderling aanspreken. Volgens mij hoeft er geen extra programma op te worden gezet. Ik ben echter wél tevreden met de toezegging. De wethouder zal hierop toezien en zal er zorg voor dragen. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Van boven naar beneden bedoel ik vooral de voorbeeldfunctie. Mevrouw Baş heeft echter gelijk. Soms zijn er teksten die in de organisatie rondgaan als voorbeeld van hoe het anders kan. De heer Roodenburg heeft een vraag gesteld over tarieven voor één of meer personen. In de commissievergadering heb ik dat toegezegd. Dit jaar zijn de tarieven verlaagd. Vorig jaar zijn die ook verlaagd. Voor volgend jaar denken wij aan een verhoging met hetzelfde percentage als de inflatie. Wij hebben nu geen ruimte om de tarieven te verlagen om het verschil groter te maken, maar in de commissievergadering heb ik toegezegd dat zodra de ruimte er is wij ervoor zorgen dat het verschil tussen een- of meerpersoonshuishoudens groter is. Hetzelfde heb ik in de commissievergadering gezegd. Ik kan die toezegging herhalen. De heer Bos heeft een aantal moties ingediend. Motie 68 gaat over het opdoeken van Bureau 19 als dat kan. In de commissievergadering heb ik aangegeven dat deze motie wat prematuur is. Wij zullen in de eerste helft van 2016 een evaluatie doen. Bij de Voorjaarsnota 2016 kan ik daarover duidelijkheid geven.
Avondvergadering van 30 juni 2015
26
Daarmee zullen wij in beeld brengen hoe wij daarmee willen verdergaan en hoe wij dat in de organisatie willen vormgeven. Ik zie in motie 68 beslispunt 4 staan: "aansluitend, de beslissing wel of niet doorgaan aan de raad te laten". Ik wil daarbij opmerken dat de raad een kaderstellende en controlerende rol heeft en dat het college de organisatie vormgeeft. Ook om die reden moet ik motie 68 ontraden. Wij hebben echter de dingen in gang gezet om de evaluatie te doen. Dat was een pilot. Wij hebben de raad daarover per brief bericht. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Wij vragen de wethouder om echt inzichtelijk te maken wat de meerkosten zijn en wat het zou besparen als het door de ambtelijke organisatie kan worden opgelost. De wethouder is iemand die graag bespaart. Dat lijkt mij van motie 68 een goed punt. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik zie iemand gebaren die graag meer spreektijd wil. Hij krijgt die echter niet. Hij kan gebaren wat hij wil. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Het probleem doet zich voor dat degene die zwaait dezelfde voornaam heeft als ik. Ik denk dan dat u mij bedoelt. Dat geeft niet. Mevrouw De Boer heeft gelijk, maar als wij de evaluatie doen, bekijken wij hoe wij dat toen hebben georganiseerd, hoe wij dat anders willen doen en wat de financiële consequenties daarvan zijn. Werk dat nu wordt gedaan, moet ook dan worden gedaan. Wij zullen dat punt zeker bij de evaluatie meenemen. De heer Bos heeft motie 69 "Optimaliseren of Grexit" ingediend. Dat is een sympathieke motie en is grotendeels een ondersteuning van het beleid. Er zijn ook grondexploitaties die bij de vaststelling door de raad ooit een negatief saldo als financieel kader hebben meegekregen. Wij kennen ruimtelijke en programmatische kaders waarbinnen de grondexploitaties moeten worden uitgevoerd. Binnen de kaders proberen wij mogelijkheden voor optimalisatie te benutten. Er staat ook een punt bij dat de indiener motie 69 voorafgaand aan de behandeling van de programmabegroting 2016 uitgevoerd wil zien. Bij de Voorjaarsnota 2016 zal opnieuw het Meerjaren Programma Stedelijke Ontwikkeling van de wijken 1 t/m 8 aan de orde zijn. Met die interpretatie en binnen de ruimtelijke en programmatische kaders kan ik motie 69 overnemen. Waar het kan, zullen wij grondexploitaties afsluiten. Wij moeten echter rekening houden met mogelijke consequenties van de Wet op de vennootschapsbelasting. Als men een negatieve grondexploitatie afsluit en later toch een ontwikkeling doet, kan men daarmee een probleem krijgen. Al die dingen houden wij goed in ons achterhoofd. De heer Bos heeft motie 70 ingediend, "De Utrechtse ambtenaar uit de lappenmand". In motie 70 dringt de heer Bos aan op onderzoek om het ziekteverzuim terug te dringen. Wij zullen dat zeker bekijken. Wij hebben het nodige in beeld waardoor de redenen van het ziekteverzuim ontstaan. Wij hebben veel mensen die al re-integreren op het moment dat zij ziek zijn. Zij tellen dan nog wel als ziek. De motie wil in kaart brengen wat de gemeente bespaart als het ziekteverzuim daalt. De heer Bos noemt een landelijk gemiddelde van 3%. Wij vergelijken ons met vergelijkbare organisaties. Daarvoor geldt een norm van ongeveer 6%. In de brief die ik heb gestuurd, heb ik aangegeven wat wij aan externe inhuur hebben vanwege vervanging bij verzuim. Bij de Voorjaarsnota 2016 zullen wij de raad daarover informeren.
(De heer Van Zanen draagt het voorzitterschap van de vergadering over aan de heer Rollingswier.) Mevrouw RAJKOWSKI (VVD): Voorzitter! Ik begrijp dat de organisatie hiermee al bezig is en dat ook de wethouder ermee bezig is. Sommige afdelingen hebben een ziekteverzuim van 13%. Dat is erg hoog. Wat zullen de wethouder en het college extra doen om het ziekteverzuim omlaag te brengen?
Avondvergadering van 30 juni 2015
27
De heer GELDOF (wethouder): Bij de afdeling die mevrouw Rajkowski bedoelt, zitten wij er bovenop. Wij bekijken de oorzaken en wat wij kunnen doen om eventuele oorzaken weg te nemen. Wij willen tegelijkertijd mensen laten re-integreren hetzij in hun eigen functie, hetzij elders bij de gemeente. Dat zijn allemaal vormen van aanpak die wij kennen. In de voortgangsgesprekken met leidinggevenden is ziekteverzuim een standaardonderwerp. De monitoring zit er stevig op. Uiteraard wordt op afdelingen waar veel ziekteverzuim is, moeten wij extra inspanningen doen om ervoor te zorgen dat wij dat naar beneden krijgen. Mevrouw De Boer noemde de stichting Vergroot de hoop. Die stichting richt zich op het inzamelen van taxussnoeisel om medicijnen tegen kanker te maken. Wij hebben met deze stichting contact opgenomen. Het blijkt dat dit jaar aanmelden niet mogelijk is, maar volgend jaar wel. Wij gaan er in ieder geval mee aan de slag. Wij zullen communiceren. Ik heb begrepen dat de stichting heggen van meer dan 40 meter graag zelf wil komen snoeien. Er is taxussnoeisel.nl. Ik zal ervoor zorgen dat wij ergens op onze inzamelstations een inzamelpunt hebben, bijvoorbeeld aan de Tractieweg. De mensen kunnen hun snoeisel daar komen brengen. De heer Van Ooijen vraagt of wij een extra website willen maken voor digitaal minder vaardige mensen. Het hebben van twee websites is lastig. Dat kan nooit een doel op zichzelf zijn. Wij streven naar één simpele website. In de commissievergadering heb ik aangegeven dat ik de raad in september een brief zal schrijven over de vraag waar wij mee bezig zijn en wat wij hebben gedaan. Op de website verandert een aantal dingen. Ik zal dat goed inzichtelijk maken. Wij streven ook naar het vereenvoudigen van teksten naar B1 niveau. De D66-fractie heeft daarover een motie ingediend. Wij willen ook filmpjes en grote knoppen toevoegen, al die dingen die een website gemakkelijker bedienbaar maken. Echter, een tweede website erbij maken, is lastig, ook omdat die extra moet worden beheerd en omdat daarvoor aparte teksten moeten worden gemaakt. Wij proberen de website zo goed mogelijk bruikbaar te maken voor iedereen, dus ook voor mensen die digitaal minder vaardig zijn. De heer Menke vraagt of wij plannen herzien. In de commissievergadering heb ik dat toegezegd. Ik neem zijn aandacht voor communicatie zeker mee. Het college heeft die aandacht zeker. Ik zal dit het college nogmaals onder de aandacht brengen. Mevrouw Van Esch heeft een aantal moties ingediend. De laatste twee punten van het dictum van motie 84 behelzen mijn portefeuille. Ik zal het weggooien van eten nogmaals onder de aandacht brengen. Ik wil echter één punt teruggeven. Als raadsleden zich voor bijeenkomsten hebben opgegeven, maar niet gaan, moeten zij ervoor zorgen dat men dat weet. Dan kan men voor minder mensen eten bestellen. Ook een tip is dat als voor vijf mensen eten wordt besteld soms voor tien mensen eten wordt gebracht. Portionering is van belang. Ik zal ervoor bij de catering aandacht vragen. Helaas verzet regelgeving zich streng tegen het eten dat overblijft mee te geven aan medewerkers van het Stadhuis of om daarvoor een regeling te treffen. Voedsel dat een tijd heeft gestaan, mag men niet opnieuw verstrekken om te voorkomen dat men ziek wordt van eten dat bedorven is. Dat maakt het lastig om in te gaan op motie 84. Het aanpassen van de catering zodat zo weinig mogelijk eten wordt weggegooid en er voldoende gevarieerd plantaardig aanbod aanwezig is, kan ik toezeggen. Wethouder Jansen gaat nog in op de andere punten van motie 84 inzake licht en verwarming. Mevrouw Van Esch heeft ook motie 85 ingediend. Daarin wordt gevraagd om bij catering tijdens raadsvergaderingen, presidium, het Zomerbuffet en richting de fracties standaard vegetarisch eten te serveren. Het past mij om te zeggen dat dit punt de raad en de griffie regardeert. Ook de wens om biologisch(e) vlees, vis en gevogelte als dieetwens op te geven, laat ik aan de raad. Ik ben daar zelf heel benieuwd naar. Inzake motie 90 kan ik zeggen dat wij een tijdelijke subsidieregeling voor stadslandbouw hebben gehad. Die is bij het beantwoorden van technische vragen toegelicht.
Avondvergadering van 30 juni 2015
28
Het was een tijdelijke subsidieregeling met tijdelijk geld. De subsidies zijn uitgekeerd. Die hebben het nodige aan resultaat gehad voor mensen die ermee aan de slag zijn gegaan. De gemeente neemt een positieve houding aan als mensen initiatieven hebben. Wij bekijken hoe wij die kunnen helpen, maar het is niet zo dat wij daartoe een aparte subsidieregeling gestalte geven. In de overwegingen van deze motie wordt melding gemaakt van een bedrag van € 926.000,-- dat over is, maar dat geld is over de jaargrens gegaan. Dat is geld van een project dat loopt, maar waarvoor nog dingen moeten gebeuren. Een jaargrens kennen wij ook bij bestedings- en dekkingsvoorstellen. Dan is dat jaar € 800.000,-- minder subsidie binnengekomen. Ook dat is voor later. Er is een restant van € 100.000,--. Dat is vrijgemaakt voor de saneringskosten van de tuin van Oud-Amelisweerd. De PvdD-fractie heeft ook motie 91 ingediend, "natuurvriendelijke oevers verdienen prioriteit". In de commissievergadering heb ik aangegeven dat de doelstelling staat, maar het moment in de tijd is medeafhankelijk van de prioriteitsstelling voor groot onderhoud en de vraag waaraan wij het geld eerst moeten uitgeven, ook in verband met verdere kosten die wij kunnen krijgen als wij dingen nalaten. De raad heeft vorige week de nota Gemeentelijke watertaken aangenomen. Wij bekijken goed waar wij iets aan het onderhoud van oeverconstructies moeten doen. Het is een doelstelling die staat, maar de tijd kan ik niet voorspellen. Ik kan daaraan geen prioriteit geven, want dan kies ik tegen andere dingen.
(De heer Rollingswier draagt het voorzitterschap van de vergadering over aan de heer Van Zanen.) De heer SIENOT (D66): Voorzitter! Misschien heb ik iets gemist, maar ik heb niet gehoord waarom het ons niet lukt om de geplande doelstelling voor de natuurvriendelijke oevers te halen. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Ik gaf dat zojuist aan. Wij hebben die doelstelling ooit geformuleerd. Die staat. De tijd waarin wij de doelstelling halen, is echter afhankelijk van het stellen van prioriteiten van het groot onderhoud. Dan concurreert de doelstelling met andere zaken - wegen en parken - waaraan ook onderhoud moet worden gepleegd. Als wij dat nalaten, kan dat meer schade veroorzaken of het onderhoud heeft een grote prioriteit omdat de functiebeperking groot is. In de nota Gemeentelijke watertaken staat dat als wij onderhoud op een andere manier moeten doen, zoals bij beschoeiingen, wij moeten bekijken of wij ook aan deze doelstelling kunnen werken. Dan is het meer een kwestie van werk met werk maken. Mevrouw PAARDEKOOPER (GroenLinks): Voorzitter! Ik begrijp dat een groot deel van de doelstelling op dit gebied, het aanleggen van natuurvriendelijke oevers, bij het hoogheemraadschap berust. Als de wethouder dat kan bevestigen, is het misschien een goed idee dat de wethouder met het hoogheemraadschap in gesprek gaat om ervoor te zorgen dat daarmee vaart wordt gemaakt. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Als het hoogheemraadschap de klus heeft om een oever te doen, dan is dat aan het hoogheemraadschap. Ik zal echter zeker met het hoogheemraadschap in contact treden om te bekijken of er mogelijkheden zijn. Wij doen een aantal dingen samen met het hoogheemraadschap. Het maaibeleid is daarvan een voorbeeld. Ik zal er met het hoogheemraadschap over spreken. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Ik ga gezwind met het behandelen van een amendement en vier moties. Daarna zal ik een aantal vragen beantwoorden. De heer Işik heeft amendement 42 ingediend. Dat amendement vraagt om het terugdraaien van de onttrekking reserve krachtwijken.
Avondvergadering van 30 juni 2015
29
Dat amendement is al ontraden op grond van de dekking door de wethouder Financiën. Ik denk dat amendement 42 inhoudelijk berust op een misverstand. De € 1,53 miljoen is volledig gebruikt voor de krachtwijken Overvecht, Noordwest en Zuidwest. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Mijn fractie heeft inderdaad gezien dat in de bestedings- en dekkingsvoorstellen een andere tekst staat dan in de Voorjaarsnota 2015. Ik wil dat bij dezen vastgepind zien. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Volgens mij is deze vraag al in de commissievergadering gesteld. Ik heb toen dit antwoord gegeven. Ik dacht dat het misverstand allang uit de wereld was. Motie 64, "Behoud de smeerolie voor stedelijke herontwikkeling", is ingediend door de heer Schipper. De motie vraagt om uiterlijk ten tijde van de Voorjaarsnota 2016 de raad een concreet financieel voorstel te doen om de reserve Stedelijke herontwikkeling structureel op peil te houden. In de Voorjaarsnota 2015 is het voornemen opgenomen om in 2016 een voorstel te doen om een voeding te regelen voor deze belangrijke reserve. De hoogte van deze voeding hangt af van de nieuwe ruimtelijke strategie die wij de raad in de loop van het jaar presenteren. Het gaat om substantieel geld. De afgelopen jaren hebben wij tussen de € 10 miljoen en € 13 miljoen aan deze tak van sport uitgegeven. Dat zal een uitdaging worden. Het tweede punt vraagt om op korte termijn met de provincie om de tafel te gaan. Ik heb de eerste afspraak staan op 15 juli a.s. Ik beschouw motie 64 als ondersteuning van het beleid. Motie 67, "Corporaties aanschrijven bij slecht onderhouden panden" van de heer Bos moet ik ontraden. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! Wordt motie 64 overgenomen? De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Ik heb geleerd dat "ondersteuning van het beleid" betekent dat het college de motie overneemt. De VOORZITTER: Zegt u vooral "overnemen", want dat is helder. Elke keer hebben wij een leerpuntje. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Motie "Corporaties aanschrijven bij slecht onderhouden panden" moet ik ontraden, vooral vanwege de toonzetting. De heer Bos suggereert dat het bij de corporaties in Utrecht een beestenbende is. Ik heb nagetrokken hoe vaak dat voorkomt. De heer Bos zelf geeft geen voorbeelden van corporatiewoningen die het afgelopen jaar slecht zijn onderhouden. Ik nodig hem van ganser harte uit om met casussen te komen. VTH krijgt ongeveer 80 meldingen per jaar, waarvan ongeveer een kwart tot een vijfde corporatiewoningen zijn. Het aantal corporatiehuurwoningen is ongeveer drie keer zo groot als het aantal particuliere huurwoningen. Bij particuliere huurwoningen komen per jaar ongeveer twaalf tot vijftien meldingen voor. Dat zijn de verhoudingen. Op de plaatsen waarover het afgelopen jaar meldingen zijn gedaan, is men gaan kijken. Dat heeft geleid tot minnelijke schikkingen, dus tot acties van de huisbazen, ongeacht het feit of de klachten particuliere huiseigenaren of woningbouwverenigingen betreffen. Ik ontraad de motie. Motie 74, "Kansen grijpen bij bundeling Utrechts vastgoed", doet mij goed.
Avondvergadering van 30 juni 2015
30
De eerste ondertekenaar, de heer Weistra, heeft veel tijd gestoken in het bekijken van de vraag hoe wij de monitoring en de aansturing kunnen verbeteren. In de commissievergadering hebben wij daarover ook al gesproken. Ik bejegen motie 74 positief. Ik laat het oordeel over aan de raad. Motie 82, "rode kaart voor krakers R.U.C." zal deels door de burgemeester worden beantwoord, namelijk het ontruimingsdeel. Het voetbalveld zal bij de aanvang van de nieuwe competitie beschikbaar zijn voor voetbal. Dat lijkt mij een erg fijne ontwikkeling. Het UVO probeert altijd om privaatrechtelijke schade de verhalen op de veroorzaker. Wij maken altijd een afweging of de investering die wij doen, in de vorm van dure advocaten, opweegt tegen de winst die wij kunnen behalen. Die toets zetten wij er altijd op. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Volgens mij is al redelijk scherp in beeld wat de totale vervangingskosten van de kantine zijn. Kan de wethouder aangeven of het in dit geval de moeite waard is om deze mensen te vervolgen en de schade in rekening te brengen? De VVD-fractie wil in elk geval wél dat zij een rekening krijgen voor de schade die zij hebben toegebracht. Kan de wethouder dat toezeggen? De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Het beleid is altijd om te proberen de schade te verhalen, maar nogmaals, wij wegen wél af wat het kost en wat het kan opbrengen. Ik neem aan dat ook de heer Gilissen niet wil dat wij belastinggeld uitgeven om niets op te halen. Die kans is in dit geval niet nihil. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Zegt de wethouder daarmee feitelijk dat dit altijd al gebeurt en dat motie 82 overbodig is? De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Nee, ik vind motie 82 voor een deel een ondersteuning van het beleid van de wethouder Sport. Het eindoordeel laat ik over aan de burgemeester. Er moet nog een deel van motie 82 worden becommentarieerd. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Ik krijg geen antwoord op mijn vraag. Krijgen deze mensen gewoon een rekening voor de veroorzaakte schade? De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Als wij denken de kosten van de schade te kunnen incasseren, dan zullen wij dat zeker doen. Ik heb dat geloof ik al drie keer gezegd. Ik vraag mij af welk licht er zit tussen mijn antwoord en wat de heer Gilissen niet kan volgen. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Waar het de VVD-fractie om gaat, is dat los van het feit of wij het geld daadwerkelijk krijgen, wij vinden dat de mensen zelf een rekening moeten krijgen waarop staat hoeveel schade zij hebben veroorzaakt en wat zij worden geacht aan UVO terug te betalen. Krijgen zij een rekening voor het vergoeden van de schade? De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Dat zullen wij proberen te doen als wij die rekening ergens kunnen bezorgen. Dat is niet altijd zeker zoals de heer Gilissen weet. Mevrouw Van Esch heeft motie 84 "Een betere wereld begint bij jezelf" ingediend. Zij wil graag dat wij investeren in het verduurzamen van het Stadhuis. Het college wil hetzelfde. Wij zijn inmiddels een jaar bezig om dat te regelen. Het is bekend dat het gebouw een monument is. Wij moeten daarmee een beetje voorzichtig omgaan. Ik heb goed nieuws. Het UVO verwacht in 2016 het dak te onderhouden. Dat kan worden gecombineerd met het isoleren van de kap. Ook de gevel kan worden geïsoleerd, althans, in de ramen kan dubbel glas komen, eventueel in combinatie met ventilatievoorzieningen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
31
Wat nodig is, is niet helemaal duidelijk. Ook zaken als een automatische regeling van de verlichting en verwarming kunnen dan worden aangepast. Ik denk dat wij een flinke stap in de goede richting zetten. Op het terrein van wonen en ruimtelijke ordening hebben de fracties van VVD en Student & Starter aangedrongen op meer tempo in de woningbouw. Ik heb in 2014 gezegd dat de ambitie van het college is om het opleveren van woningen met 15% op te voeren. Ik denk dat wij dat aantal zullen halen, sterker nog, ik denk dat wij dat zullen overtreffen. Dan hebben wij een aardige stap gezet. Ik denk dat wij de komende jaren de productie zullen opvoeren tot boven de 3.000 woningen per jaar. Dat is een aanzienlijke groei. De heer Menke vraagt naar woningen voor studenten en starters. Er zijn veel ontwikkelingen gaande in de omgeving van Nijenoord, Oudenoord, Troelstralaan, Rotsoord, ziekenhuislocatie Oudenrijn en dan vergeet ik nog de 2.500 eenheden van de campus op de locatie van het SOL-gebouw. Daarvoor moet nog een SPvE worden opgesteld. Er zijn veel woningen in de pijplijn. De heer Schipper heeft een vraag gesteld over de huurtoeslag. Hij vraagt zich af waarom in Utrecht van de huurtoeslag niet veel gebruik wordt gemaakt. Dat is eerlijk gezegd ook mij niet helemaal duidelijk. Wij zoeken naar een verklaring. Het gebruik van de huurtoeslag in Utrecht is lager dan het landelijk gemiddelde. Een verklaring daarvoor kan zijn dat hier het percentage jongeren relatief hoog is. Jongeren hebben vanwege hun lage inkomen een kleinere kans om veel huur te moeten betalen. Dat kan een reden zijn dat zij geen huurtoeslag aanvragen. Als mensen naar de gemeente komen, bijvoorbeeld voor het aanvragen van bijzondere bijstand, woonkostentoeslag of schuldhulpverlening, wordt altijd bekeken of zij huurtoeslag kunnen krijgen. Wij kunnen niet alle mensen met een laag inkomen aanschrijven. Daarvoor krijgen wij van de belastingdienst geen gegevens. Bovendien is het verkrijgen van huurtoeslag primair een taak van het Rijk en secundair van de corporaties. De CDA-fractie zegt dat veel bouwplannen in de stad zijn gestagneerd. Men noemde als voorbeeld het Hart van De Meern en de logistieke strook bij het winkelcentrum Overvecht. Wij hebben net het SPvE van Noord en Zuid vastgesteld. Ik constateer dat dit is vlot getrokken, ook met steun van de CDA-fractie, dank daarvoor. Over de logistieke strook in Overvecht hoop ik de raad in het najaar een SPvE voor te leggen. Beide zijn uit het slop gehaald. De Student & Starter-fractie heeft gevraagd om een visie Daken. Hij stelt dat een groot deel van Utrecht kaal en verwaarloosd is. Ik wil de heer Menke uitnodigen om een luchtfoto van de binnenstad van Utrecht te bekijken. Dat is het dichtst bebouwde deel van de stad. Hij zal vanuit de lucht opmerkelijk veel groen zien. Het is echter zo dat wij, dat zal ook in het kader van de nieuwe ruimtelijke strategie worden bekeken, het centrum proberen te verdichten, maar tegelijkertijd ook te vergroenen. Wij willen ervoor zorgen dat de kwaliteit van de routes aangenamer wordt. Wij denken dat het gebruik van daken daarbij ook een rol kan spelen, net als het gebruik van gevels. Op dit moment wordt standaard bij alle plannen die langskomen bekeken of wij iets met het dak kunnen doen. Binnenkort wordt een plan gepresenteerd voor Nijenoord. Dat is een transformatieplan waar hetzelfde gebeurt. Wij bekijken de daken wél. Ik wil de heer Menke vragen om dat lean en mean te doen en om daarvan geen dikke verhalen te maken. Ik vraag hem om het punt mee te nemen in het nieuwe beleid. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Ik ben nog geen dikke stukken aan het schrijven. Ik heb de wethouder gevraagd om een visie op daken. De wethouder zegt dat onderwerp vaak mee te nemen. Ik ben erg benieuwd op basis van welk beleid dat is. Dat mis ik op dit moment. Ik hoor het college spreken over allemaal lossen stukjes, maar wat is de integrale visie? Als de wethouder zegt iets mee te nemen in de ruimtelijke strategie en bekijkt hoe hij met de daken omgaat, dan is dat een eind in de goede richting.
Avondvergadering van 30 juni 2015
32
De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Het lijkt mij een inkoppertje te zijn dat het college zegt dat het dubbel grondgebruik bijdraagt aan de doelstelling om de stad te verdichten en om tegelijkertijd de kwaliteit van het gebruik van de ruimte te verbeteren. Dat is het algemene uitgangspunt. Dat wordt in de nieuwe ruimtelijke strategie nader uitgewerkt. De projecten die langskomen, worden op dit punt onder de loep genomen om te bekijken wat wij met de daken kunnen doen. Zonnepanelen? Daktuinen? Groene daken? Mij is een aantal vragen op het gebied van vastgoed gesteld. Mevrouw Haage heeft inzake het pand op de Stadhuisbrug gezegd Broese voor de stad te willen behouden. De raad heeft op 5 maart jl. unaniem het raadsvoorstel Procesuitgifte vastgoed vastgesteld. Daarin is vastgelegd dat als een pand in het gemeentelijke of ruimtelijke programma geen maatschappelijke bestemming meer heeft wij het moeten verkopen. Dat wil niet zeggen dat daarmee Broese uit het pand weg is. Wij hebben de huur opgezegd, maar tegelijkertijd bekijken wij of een goede overgangsregeling mogelijk is. Wij sluiten niet uit dat de nieuwe eigenaar een goede huurder interessant vindt om het pand te exploiteren. De mogelijkheden zijn in studie. Dat hangt ook af van de keuze van de bibliotheek om te vertrekken. Die keuze is gemaakt. Wij gaan ervan uit dat de huisvesting van Broese daarmee definitief in helder water is terechtgekomen. Het uitgangspunt van het college is dat het Broese voor de stad een belangrijk bedrijf vindt. Wij willen Broese graag op een prominente locatie behouden. De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! In de motie die bij de behandeling van de begroting is aangenomen, hebben wij met betrekking tot de bibliotheek aangegeven dat wij, nu er helderheid is over de bibliotheek, graag willen starten met het uitgeven van het pand. Wanneer plant de wethouder dat te doen? De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Geeft u mij daar even de tijd voor. Wij hebben één dag geleden bekendgemaakt dat de bibliotheek in zee wil gaan met de eigenaar van het postkantoor. Wij zullen dat op zo kort mogelijke termijn doen. Dat heeft ook te maken met de afspraken die wij met Broese hopen te maken. Als portefeuillehouder vastgoed heb ik altijd haast om een pand dat leegkomt - wij verwachten dat het komt pas leegkomt in de loop van 2017 - zo snel mogelijk te gelde te maken. Als dat de onderliggende vraag is, zijn wij het samen helemaal eens. De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! Ik kan mij voorstellen dat wij die tijd gebruiken om de bestemming zo ruim mogelijk te maken zodat ook de optimalisatieopdracht voor de wethouder optimaal tot haar recht komt. De heer JANSEN (wethouder): Dat klopt, dat is een standaardonderdeel van de procedure. Die is bekend, neem ik aan. Wij bekijken die zorgvuldig vanuit het oogpunt van de monumentale waarde van het gebouw en de omgeving. Wij gaan niet altijd voor de hoogste opbrengst, maar voor de hoogste opbrengst binnen acceptabele maatschappelijke kaders. Dat wil de heer van Schie ongetwijfeld ook. De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! Als ik een prioriteit mag aangeven, vind ik een hoge opbrengst heel erg belangrijk. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Ik schat in dat daarover in de raad heel verschillend wordt gedacht. Het complex Oud-Tivoli willen wij graag herontwikkeld zien als monumentaal kloostercomplex. Daar maken wij dus geen nieuwbouwhotel van, al zal dat op die locatie misschien meer opbrengen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
33
De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! Het pand had een commerciële functie. Het is gebouwd voor V&D en ligt midden in het centrum. Wij dringen voor het pand aan op een centrumfunctie. Wij zullen daarover ongetwijfeld nader spreken als de wethouder nu geen harde toezegging doet. De heer JANSEN (wethouder): Als de heer Van Schie hengelt naar het antwoord op de vraag of er eventueel een winkelbestemming aan kan worden gegeven, dan kan ik zeggen dat die optie zeker zal worden onderzocht. De heer Bos heeft gevraagd naar de pandenlijst MPUV. Hij verkondigt de stelling dat die lijst rammelt, dat daarop panden van verschillende categorieën staan en dat er verkochte panden op staan die daar niet thuishoren. Zijn samenvatting is dat UVO de eigen richtlijn niet volgt. In de commissievergadering heb ik het aanbod gedaan dat de heer Bos ons een lijstje geeft van panden waarvan hij zegt dat het niet correct is dat die op de pandenlijst MPVU staan. Niet alleen hij krijgt dan antwoord, maar de hele raad. Dan kan de raad controleren of de uitgangspunten worden nageleefd. Het aanbod staat nog steeds. Als de heer Bos dat doet, krijgt hij keurig antwoord, net als het overige deel van de raad. De fracties van GroenLinks en PvdD hebben gevraagd hoe het er met de Green Deal voorstaat. Het streven is dat in het najaar bij de algemene maatregel van bestuur Crisis- en herstelwet de bepaling meelift die wij nodig hebben om de Green Deal in Utrecht te kunnen uitvoeren. Het is bekend dat daarvoor wetgeving nodig is. Wij zijn afhankelijk van het feit of het kabinet en de Eerste en Tweede Kamer meewerken aan de algemene maatregel van bestuur. Wij zijn uiteraard vol vertrouwen. Mevrouw Van Esch vraagt hoe het er met het bezoek van de wethouder aan de tuincentra in het kader van dierenwelzijn voorstaat. Er zijn in Utrecht vier tuincentra van twee eigenaren. In het reces zal ik van elk van deze eigenaren een tuincentrum bezoeken. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De wethouder zegt dat voor de Green Deal landelijke regelgeving is. Dat klopt, hoewel bij mijn weten een algemene maatregel van bestuur niet door zowel de Eerste als de Tweede Kamer hoeft. Kan de wethouder los daarvan aangeven dat hij eind dit jaar of begin volgend jaar de raad een uitwerking presenteert over hoe wij dat in Utrecht vormgeven en welk effect dat heeft, bijvoorbeeld op de biodiversiteit vergeleken met de huidige situatie? De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Er is regelgeving nodig. Een algemene maatregel van bestuur heeft voorrang. Dat betekent dat die zowel de Eerste als de Tweede Kamer moet worden voorgelegd. Die kunnen daarover een debat voeren. Daarover gaan wij niet. Wij zullen daarop moeten wachten. Dat kan leiden tot wijzigingen en vertragingen. Ik zou liever vandaag dan morgen met de Green Deal willen beginnen. U ook, zo te horen. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Ik dank de wethouder dat hij al tijdens het komende reces naar de tuincentra gaat. Wij zijn daar erg blij om. Wij zijn heel benieuwd wanneer hij de raad daarover zal terugkoppelen. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Dat zal ik daarna doen. Ik schat in dat dit aan het einde van het reces zal zijn. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De wethouder pint zich nu niet vast op een moment omdat het afhankelijk is van het landelijke bestuur, maar als het zover is, zal hij de raad op zo kort mogelijke termijn een voorstel doen. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Dat is een zeer goede samenvatting.
Avondvergadering van 30 juni 2015
34
Mevrouw Van Esch heeft ook een vraag gesteld over de Dierenbescherming. Zij vraagt hoe het is gesteld met het raamcontract met de Dierenbescherming. De uitvraag is gedaan. Dat betekent dat de Dierenbescherming bezig is met het maken van een aanbieding. Er is ten minste één inschrijver en die is heel positief. Er zijn twee vragen gesteld over sport. De Student & Starter-fractie vraagt of er geen convenant kan komen met de universiteit en de hogeschool over samenwerking op het gebied van sport. In de commissiebrief die ik op 4 juni jl. heb gestuurd, staat deze mogelijkheid. Dat is ook onze inzet. Alleen, it takes two to tango. Wij willen daarover graag met de universiteit en de hogeschool een afspraak maken. Als die dat ook willen, komen wij tot een mooi convenant. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Ik ben benieuwd of de wethouder al kan aangeven wanneer ongeveer de eerste rapportage Dierenwelzijn naar de raad komt. Bij de vaststelling van de Dierenwelzijnsnota heeft de wethouder dat toegezegd. Wij hebben in de commissievergadering erom gevraagd. De wethouder zei toen dat wij erg vroeg waren. Dat begrijpen wij. De nota Dierenwelzijn is er nog niet zo lang. Wij zijn toch benieuwd of de wethouder kan inschatten wanneer eerste rapportage Dierenwelzijn komt. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Bij mijn weten heeft de raad die rapportage al. Die zou een bijlage zijn bij het jaarverslag. Dat kan om technische redenen niet. De rapportage is vervolgens als een aparte commissiebrief gestuurd. Volgens mij heb ik die getekend. Ik veronderstel dat de raad die heeft gekregen. Als die door een technische omissie niet bij de raad is terechtgekomen, dan moet dat alsnog gebeuren, maar ik weet niet anders dan dat die al enkele weken geleden naar de raad is gestuurd. De fracties van PvdA en CDA hebben gevraagd of het college meer prioriteit kan geven aan initiatieven voor sporten en bewegen in de openbare ruimte. Ook wethouder Geldof heeft daarover iets gezegd. Vanuit mijn ruimtelijke portefeuille zijn er veel projecten waarvan dit een integraal onderdeel is. Bij de portefeuille Infrastructuur wordt altijd bekeken of wij kunnen meeliften en dat fietsen, skaten en wandelen kunnen worden bevorderd. Enkele voorbeelden zijn het Kruisvaartterrein. Dat is een stepping stone in het Ringpark Dichterswijk. De Daalsebuurt levert een mooi circuit op, net als de Merwede Kanaalzone, het rondje Kanaleneiland, de herontwikkeling Belastingkantoorlocatie, het fietspad achterom langs het spoor, de oostelijke oever van de Vaartsche Rijn en de Groene Kop Eykmanlaan. Wij proberen dit soort zaken bijna altijd mee te nemen. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Meenemen is heel leuk, maar mijn fractie heeft gevraagd om het zichtbaar maken, zodat als men naar de patatzaak gaat en ziet dat de hardlooproute is aangegeven men eraan wordt herinnerd dat het goed is als men ook zelf weer eens een rondje loopt. Duidelijker kan ik het niet zeggen. Ik heb een leuk lijstje gekregen, maar zie niet dat in de stad de routes zijn aangegeven. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Ik denk dat dit een herhaling van zetten is. Volgens mij hebben wij in de commissievergadering gezegd dat dit een leuk idee is. Ik heb gezegd dat dit idee bij dit soort routes kan worden bekeken. De verkeersveiligheid is een belangrijk aspect. Ik was sceptisch over het idee om het parcours van de Tour op te nemen. Daar komt men vrij veel stoplichten tegen. Wij moeten veilig gedrag bevorderen. Het is echter een goede zaak dat wordt geprobeerd om mensen op een duidelijke manier te verleiden om een circuitje te skaten, te fietsen of te wandelen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
35
Er lopen gesprekken met de universiteit en de hogeschool om ook in het Science Park zoiets te maken. Er zijn veel mogelijkheden, maar het begint ermee dat eerst het circuit moet worden gemaakt. Pas daarna kunnen wij iets doen aan de herkenbaarheid. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! De wethouder zegt al dat er sprake is van een herhaling van zetten. Ik constateer dat in de commissievergadering dit al eerder is gezegd. Wij vragen de wethouder of er een schepje bovenop kan. Dan gaat het niet alleen over de routes, maar ook over de apparaten en de toestellen die in de openbare ruimte staan. Daarover hoor ik de wethouder niets zeggen. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Dat vind ik een beetje flauw. De projecten die ik heb genoemd, zijn ongeveer alle ruimtelijke ontwikkelingen van het afgelopen jaar. Als de CDA-fractie toestellen wil neerzetten - dat kan in het kader van de portefeuille Stadsbeheer best worden bekeken dan moet dat uiteraard gebeuren in overleg met de mensen uit de wijk. De specifieke inrichting moet in overleg met de wijk gebeuren. Ik sta er uiteraard heel positief tegenover, maar vanuit de portefeuille Ruimte ligt het voor de hand om ervoor te zorgen dat de routes aantrekkelijk zijn. Ik constateer dat dit goed gaat. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik constateer dat de wethouder zegt waarom dingen niet kunnen, waarom zijn collega erover gaat en dat hij spreekt als wethouder Ruimte. Ik zou echter graag zien dat de wethouder Sport zegt dat dit geweldig is en ermee aan de slag gaat. Ik zal hierop in de tweede termijn terugkomen. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Ik voel een beetje mee met de wethouder. Ik wil de fracties die deze vragen stellen zeggen dat het mogelijk is om via het initiatievenfonds initiatieven in te dienen ook voor toestellen in de openbare ruimte. De routes voor langzaam verkeer waaraan hard wordt gewerkt, onder andere met de nieuwe actieplannen Voetganger en Fiets, hebben allerlei mogelijkheden om rondes te maken. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Als de heer Van Waveren de notulen van deze vergadering leest, kan hij zien dat ik niet heb gezegd dat ik iets niet wil. Dat is zijn eigen interpretatie. Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Ik zal per portefeuille ingaan op de vragen, amendementen en moties, eerst Cultuur en vervolgens Meedoen naar vermogen, Diversiteit, Participatie en Amsterdamsestraatweg. De PvdA-fractie heeft gevraagd of voor extra exploitatiesubsidie eerst de raad wordt geraadpleegd. Ja, dat is de bedoeling, want het is een reserve. Dat betekent dat de raad daarover het besluit moet nemen. De VVD-fractie heeft een vraag gesteld over een voorstel voor nieuwe toetreders en in hoeverre die kunnen worden gesteund. Ik vind het belangrijk dat de indieners van een aanvraag voor het nieuwe cultuurconvenant, zoals verantwoordelijke culturele ondernemers, aan de slag gaan, leiding nemen over het eigen proces en op zoek gaan naar mogelijkheden om zich beter te presenteren. Binnen het programma Cultuur zijn er mogelijkheden waar scholing en training kunnen plaatsvinden. Als op die manier de kwaliteit van de prestatie omhoog gaat, dan lijkt dat mij een goed voorstel.
Avondvergadering van 30 juni 2015
36
De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! Wij vinden het ook fijn als de mogelijkheid bestaat voor culturele initiatieven om niet een hele aanvraag in te dienen, maar om ook door middel van een pitch de commissie duidelijk te maken dat die kan vertellen wat haar plan is. Culturele makers zijn vaak heel goed in presenteren, maar niet in schrijven. Kan de wethouder dat onderschrijven? Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Ik kan onderschrijven dat het niet alleen schriftelijk is, maar ook met een pitch - ik kan mij dat goed voorstellen - en dat zij zich kunnen scholen om overtuigend over te kunnen komen. Wij organiseren ook netwerkbijeenkomsten. Die werden via de intervisiecommissie aangegeven. Wij willen graag stimuleren dat ondernemers leren hoe zij hun plan nóg beter naar voren kunnen brengen. Inzake Meedoen naar vermogen is een aantal vragen gesteld. Wij zijn met de decentralisaties van start gegaan. Dat is een grote uitdaging. Wij leren daar elke dag van. De decentralisatie op zichzelf gaat goed. Wij leren de zaken steeds beter op te pakken. De Student & Starter-fractie vraagt of bij de buurtteams een spreekuur voor studenten kan komen. Dat heb ik tenminste begrepen. Wij zullen dat niet doen. De buurtteams bieden generalistische steun. Die geldt voor alle Utrechters, dus ook voor studenten. Ik wil echter wél contact leggen met de instellingen voor hoger onderwijs, de universiteit en de hogeschool. Het is belangrijk om daarmee goede afspraken te maken over hoe wij de studenten steun kunnen geven. De instellingen hebben zelf decanen, mentoren en psychologen voor studenten. Ik wil met hen inzake de buurtteams afspraken maken. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Ik ben blij om dat van de wethouder te horen, maar vorig jaar heeft zij hetzelfde toegezegd. Daarvan hebben wij helemaal geen resultaten gezien. Van de decanen zelf horen wij niet precies wat de buurtteams doen. Om ervoor te zorgen dat er wél iets gebeurt, stel ik voor om letterlijk op fysieke locaties van de instellingen voor hoger onderwijs, waar 30.000 studenten samenkomen, af en toe een laagdrempelig inloopuurtje te hebben. De studenten zijn niet opgenomen in de netwerken waar de buurtteams normaal gesproken komen. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik begrijp wat de heer Menke bedoelt, maar weet hij hoe de instellingen eruitzien? Alleen al de hogeschool is gevestigd op acht plekken. Er is geen plek waar 30.000 studenten langskomen. Ik begrijp dat de heer Menke dat contact wenst. Ook ik vind dat het nodig is. Ik weet echter ook, van het buurtteam Oost, dat veel studenten al door buurtteams worden begeleid. Ik begrijp dat de heer Menke een stap vooruit wil zetten. Dat zegt de wethouder toe, maar wat wil de heer Menke nog meer? De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Ik wil dat de toezegging goed wordt uitgevoerd. Ik zie nog steeds grote tekorten. Ik zie daar graag actie op. Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! De buurtteams zijn nog maar net van start gegaan. Die zetten zich in en worden gevonden, ook door studenten. Nu is het moment aangebroken om contact te leggen met de hogescholen en de universiteit. Ik zal daar echter geen aparte spreekuren houden. Wij zullen ervoor zorgen dat deze instellingen weten waar de buurtteams zijn, zodat ook de studenten er gebruik van kunnen maken. De SP-fractie heeft een vraag gesteld over de werkdruk. Wethouder Everhardt heeft die vraag beantwoord met betrekking tot het buurtteam Jeugd. Wij zien ook bij het buurtteam Sociaal dat de mensen de buurtteams goed weten te vinden. Wij hebben gezien dat het per buurtteam verschilt hoe druk het is. De buurtteammanager speelt daarop heel flexibel in.
Avondvergadering van 30 juni 2015
37
Dat betekent dat wordt bekeken waar de druk minder kan. Wij hebben ook de cijfers over het ziekteverzuim gekregen. Die zijn laag. Wij zien nog geen overmatige werkdruk, ook niet dat die onacceptabel is. Ik ga regelmatig met de buurtteams om de tafel, één keer in zes weken. Ik ga daarnaast regelmatig bij de buurtteams op bezoek. Ik was onlangs in Kanaleneiland en Ondiep. Wij houden het ziekteverzuim in de gaten. Ik heb nog niet gehoord dat ziekteverzuim een probleem is. Verscheidene fracties hebben vragen gesteld over de digitalisering. Wij hebben de raad daarover op 26 mei jl. een brief gestuurd. Daarin staat wat het college zal doen. Wij zullen projecten opzetten die zijn gericht op het versteken van digitale vaardigheden. Wij zullen ook de publieksdienstverlening van de gemeente verbeteren. Wij zullen voor digitalisering in de stad breed aandacht vragen, ook bij particuliere bedrijven die de dienstverlening doen. Die maken gebruik van digitale instrumenten. Ik wil laten onderzoeken in hoeverre daarvoor subsidies mogelijk zijn in het kader van de ESF, ook ná 2015. Mevrouw BAŞ (D66): Voorzitter! Ik dank de wethouder voor deze toezegging, maar die hebben wij in de commissievergadering al gekregen. De wethouder heeft in de commissievergadering letterlijk toegezegd dat zij voor 2015 zou bekijken of hiervoor gelden van het Europees Integratie Fonds (EIF) beschikbaar zijn. Ik neem aan dat die toezegging toch al staat. Daarbovenop houden verscheidene fracties een motie achter de hand waarin het college wordt opgeroepen om bij de Voorjaarsnota 2016 de raad een integraal plan te presenteren waarin wordt aangegeven waar inzake digitale vaardigheden de leemtes zijn, om die in kaart te brengen en om daaraan een bedrag te koppelen, mocht dat nodig zijn. Dat hoor ik de wethouder niet toezeggen. Kan de wethouder haar toezegging concretiseren? Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Ik begrijp dat een motie wordt ingediend waarin een aantal vragen staat. Ik ben benieuwd naar de motie. Ik zal bekijken wat die inhoudt. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! In de eerste termijn heb ik een debatje gevoerd met de heer Roodenburg. Gevraagd werd of wij dit moeten onderzoeken, of kunnen wij allang constateren dat dit een zeer grote opgave is waarvoor een veel grotere inzet nodig is om significatie stappen te kunnen zetten? Hoe denkt de wethouder daarover? Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Eind mei jl. hebben wij daarover een brief gestuurd. Die is niet geagendeerd voor een commissievergadering. Ook wij zien dat het een grote opgave is. Wij hebben aangegeven wat wij doen. Ik denk dat wij geen tijd hebben om het debat uit de commissievergadering over te doen. Mevrouw DIBI (PvdA): Voorzitter! Het is mijn bedoeling helemaal niet, ook niet van de medeindieners van de genoemde motie, om de commissievergadering over te doen. Ik heb echter wél behoefte aan meer duidelijkheid. De wethouder heeft inderdaad, zoals mevrouw Baş heeft gezegd in de commissievergadering, een toezegging gedaan. De motie die zal worden ingediend, gaat over volgend jaar. Er zal een gat vallen - dat is in de commissievergadering besproken - omdat een aantal zeer belangrijke projecten in Utrecht zullen aflopen die gaan over digitalisering en mensen die analfabeet zijn. Daarvan heeft de wethouder in de commissievergadering gezegd te bekijken wat het probleem is en of dat kan worden opgelost. Ik wil graag van de wethouder horen dat dit op korte termijn zal gebeuren. Anders hebben wij echt een probleem. Dan hebben wij voor niets de motie ingediend waaruit blijkt dat 30% van de inwoners van Utrecht digibeet is.
Avondvergadering van 30 juni 2015
38
Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! In de commissievergadering heb ik aangegeven dat men van plan is om projecten op te zetten. Die zijn vermeld in de brief van 26 mei jl. In de commissievergadering is daarop niet teruggekomen. Ik wacht de motie af. Ik kan dan zien hoe wij ermee verdergaan. Motie 79 gaat over eenzaamheid bij ouderen. Ik onderschrijf de intentie van de motie. Ik constateer echter dat het dictum zich focust op de middelen die wij voor de sociale basis in het kader van de Wmo beschikbaar stellen. Eenzaamheid is een vrij breed thema en raakt niet alleen de portefeuille Zorg, maar ook de portefeuilles Welzijn, Volksgezondheid en Sport alsmede de sociaal makelaars. Ik ben bezig met een stedelijk plan Ouderen. De raad zal dat binnenkort krijgen. Als motie 79 mij oproept om te stimuleren dat er initiatieven zijn om de eenzaamheid te bestrijden, kan ik toezeggen dat ik daarop zal ingaan. Ik zie dat het een breed thema is waarvoor wij ons graag inzetten. Met deze kanttekening kan ik motie 79 overnemen. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! De kanttekening haalt ongeveer de hele motie omver. Het idee van motie 79 is om concreet neer te zetten wat er in de stad gebeurt, hoe wij dat kunnen versterken en hoe wij dat onderling tussen de verschillende afdelingen kunnen verbinden. De wethouder heeft gelijk dat eenzaamheid met verscheidene portefeuilles heeft te maken, maar het is tegelijkertijd noodzakelijk dat het probleem ergens landt zodat het kan worden aangepakt. Ik zou graag een iets steviger inzet van de wethouder willen zien. Ik geloof dat de wethouder toezegt dat als initiatieven worden genomen die te zullen bekijken. Dat lijkt mij niet meer dan logisch. Heeft de wethouder een steviger inzet te bieden? Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Voor het college geldt sowieso dat eenzaamheid een belangrijk thema is. Wij doen daarvoor verscheidene dingen. Daarbij zijn verschillende organisaties betrokken. Als vanwege aanvullende subsidie in de stad initiatieven worden genomen om eenzaamheid te bestrijden, dan zal ik die zeker honoreren als die aan de voorwaarden voldoen. Ik vind dat een belangrijk thema. Ik denk niet dat wij inzake eenzaamheid een totaalplan zullen maken. Dat is een te breed verhaal. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Volgens mij vraagt motie 79 heel sterk om te bekijken wat in de stad gebeurt en om verbindingen te leggen. Er moet niet worden gewacht tot initiatieven worden genomen en om daar welwillend tegenover te staan, maar juist om alles met elkaar te verbinden. Als ik het goed begrijp, zegt de wethouder dat niet te willen doen, maar als de raad dat wél wil, moet motie 79 worden aangenomen. Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Er zijn veel thema's waarvoor ik een plan kan maken. Ik vind eenzaamheid een belangrijk onderwerp om mee aan de slag te gaan, maar dan vraag ik om motie 79 in stemming te brengen. De PvdA-fractie heeft een vraag gesteld over het gemeentelijke diversiteitsbeleid. De PvdA-fractie vraagt om een apart plan van het college ten behoeve van het diversiteitsbeleid en het antidiscriminatiebeleid. Ons doel is om een inclusief beleid te maken dat geldt voor alle programma's en beleidsterreinen. Wij nemen op een aantal onderdelen extra actie. De afgelopen tijd is radicalisering en in het bijzonder de preventie daarvan actueel geworden. Volgende week ontvangt de raad daartoe een uitgewerkt plan "Utrecht zijn we samen". Hetzelfde geldt voor de regenboogagenda. Bij beide plannen is artikel 1 betrokken. Het college streeft naar inclusief beleid. Dat doet het meeste recht aan de divers samengestelde stad.
Avondvergadering van 30 juni 2015
39
Mevrouw DIBI (PvdA): Voorzitter! Ik neem aan dat de wethouder op dit punt klaar is met de beantwoording. Wij blijven dit toch erg jammer vinden. De wethouder zegt dat het college dit heel belangrijk vindt. Dat is fijn, maar waar kunnen wij de maatregelen en de acties terugvinden? De wethouder zegt dat er sprake is van inclusief beleid. Ja, er zijn Agenda 22 en LHBT. Die lopen in Utrecht redelijk goed. Dat wordt allemaal goed opgepakt. Als men echter een doelgroep zoals de allochtonen en het fenomeen discriminatie bekijkt, doet Utrecht alleen haar wettelijke plicht. Die houdt in dat een voorziening wordt gecreëerd waar mensen klachten kunnen indienen, het antidiscriminatiebureau. Verder niets. De wethouder wijst op het plan Radicalisering, maar discriminatie maakt daarvan maar een klein onderdeel uit. Ik zie in de onderdelen die de wethouder noemt niet terug dat door het college actie wordt ondernomen om discriminatie tegen te gaan. Kan de wethouder dat specificeren? Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Volgende week is in de collegevergadering het plan "Utrecht zijn we samen" aan de orde. Dat is een breed plan. In dat licht worden allerlei acties ondernomen waar de raad mij niet naar vraagt. Ik kom daarop volgende week terug. Mevrouw DIBI (PvdA): "Utrecht zijn we samen" is een heel uitgebreid antiradicaliseringsplan. Alleen een klein deel ervan richt zich op discriminatie. Is de wethouder het met mij eens dat dit niet genoeg is? Er moet veel meer gebeuren als men ziet wat er allemaal aan de hand is met discriminatie en allochtonen. Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Het college houdt zich op alle beleidsterreinen bezig met het diversiteitsbeleid. Dat is collegebreed neergelegd. In het plan "Utrecht zijn we samen" zullen wij veel terugzien van wat mevrouw Dibi vraagt. Wij willen voorkomen dat mensen radicaliseren. Daarbij horen preventieve plannen. Ik zal u die volgende week toesturen. Met betrekking tot het samenvoegen van de cliëntenraden zijn twee amendementen ingediend, 41 en 44. Ik vind het lopende proces rond de bundeling goed. De instellingen zijn er goed bij betrokken. Die hebben erover nagedacht en hebben een plan gemaakt. Ik wil de volgende stappen zetten. Ik begrijp heel goed dat bij een aantal instellingen twijfels leven over hoe een en ander zal uitpakken. Ik zal daaraan aandacht besteden. Ik zal erover communiceren en met partijen die zich niet genoeg bij het proces betrokken voelen het gesprek aangaan. Ik wil geen stap terugzetten. Ik wil doorgaan. Ik wil de mensen stimuleren om het verhaal af te maken. Daarvoor heeft men de komende zes maanden de tijd. Ik ontraad derhalve beide amendementen. De D66-fractie heeft gevraagd in hoeverre het aantal handtekeningen dat voor het burgerinitiatief nodig is omlaag kan. Het college wil dat belemmeringen om te participeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Eén van de mogelijkheden daartoe is om het aantal benodigde handtekeningen omlaag te brengen. De afgelopen jaren zijn niet veel burgerinitiatieven genomen. Sinds 2010 is het maar één keer gebeurd. Ik begrijp de wens om de drempel omlaag te brengen. Ik zie graag dat men er een motie aan koppelt en die in stemming brengt. Daarmee wordt de opdracht aan het college duidelijk. De ChristenUnie-fractie heeft aangegeven dat wij bij de stadsgesprekken duidelijker moeten maken wat de financiële kaders zijn als wij het stadsgesprek voeren. Wij hoeven dat niet toe te zeggen. De raad heeft twee weken geleden de tussenstand van de stadsgesprekken ontvangen. Daarin wordt het onderwerp zeer nadrukkelijk aangegeven als leerpunt. Om daarover een toezegging te doen, is derhalve overbodig. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Ik wil vragen of de wethouder erkent dat zij een fout heeft gemaakt omdat zij niet eerlijk is geweest over de bezuinigingen op het armoedebeleid en de sociaal makelaars.
Avondvergadering van 30 juni 2015
40
Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Bedoelt de heer Van Ooijen het stadsgesprek over het armoedebeleid? Dat moet ik aan wethouder Everhardt vragen, want dat weet ik niet. De VOORZITTER: Dames en heren! Wij komen in de tweede termijn op deze vraag terug. Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Over de Amsterdamsestraatweg is motie 77 ingediend. Daarin doet de ChristenUnie-fractie een aantal constateringen. Ik herken die niet helemaal. De feiten zijn net iets anders. De uitgave van de middelen die beschikbaar zijn voor 2015 lopen nog door tot 2016. Wij geven wat langzamer uit dan werd verwacht. Voor 2016 en 2017 hebben wij nog een bescheiden bedrag over van het krachtwijkenprogramma. Daarmee kunnen wij de ontwikkelingen op gang houden. In het jaarplan 2016 zullen wij een doorkijk maken waarin aan de orde komt welke middelen wij voor de tweede fase nodig hebben. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Ik wil daarover graag duidelijkheid hebben. In de ontwikkelstrategie staat echt iets anders. Daarin staat dat vanaf 2016 opnieuw middelen moeten worden gezocht en dat € 1,7 miljoen nodig is. Als de wethouder mij met een brief kan geruststellen en aangeeft wat precies de financiële kaders zijn waarin de ontwikkeling zich bevindt, dan graag. Dat wil ik in elk geval vóór de behandeling van de begroting hebben. Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Als de heer Van Ooijen de woorden die ik net uitsprak op papier wil hebben, dan kan dat, maar die staan ook in het verslag. In feite is motie 77 overbodig. De heer KLEUVER (D66): Voorzitter! Wij kunnen motie 77 waarschijnlijk om technische redenen niet steunen, maar ik ben het van harte eens met de oproep van de ChristenUnie-fractie. Het is onduidelijk hoe het verder gaat. De fase 2 moet worden gefinancierd. De middelen zijn nog niet gevonden. De hele raad heeft zijn zorgen erover uitgesproken of de middelen er komen. Komen de middelen er of niet? Anders staat het plan op losse schroeven. Dan wordt het tijd dat wij eerlijke informatie verschaffen. Anders komt van de integrale aanpak niets terecht. Wij kunnen dan de boeven niet vangen en de flankerende maatregelen niet nemen. Wat overblijft, zijn camera's en gebiedsaanwijzingen. Daarvan wordt de D66-fractie niet blij. Als dat is wat overblijft, is het verschrikkelijk: geen financiering voor de tweede fase, de boeven kunnen niet worden gevangen en er zijn maar twee maatregelen om de boel een beetje te onderdrukken. Wij zijn dan niet goed bezig. De VOORZITTER: Neutraal. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik constateer dat de D66-fractie sinds de commissievergadering nieuwe woorden heeft geleerd, bijvoorbeeld "boeven vangen". Dat waarderen wij. Wij zijn het er helemaal mee eens dat de inzet integraal moet worden doorgezet. Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Wij hebben nog middelen voor 2016 en 2017. Wij zijn op zoek naar middelen voor de tweede fase. Echter, des te duidelijker het verhaal is, hoe preciezer wij kunnen aangeven welke middelen wij nodig hebben. De ontwikkelingen aan de Amsterdamsestraatweg staan absoluut niet stil. Er worden stappen gezet. Mevrouw RAJKOWSKI (VVD): Voorzitter! Waarschijnlijk ligt het aan mij, maar ik begrijp het nog steeds niet helemaal. Er zijn middelen voor 2016 en 2017, maar toch moeten voor de tweede fase nog middelen worden gevonden.
Avondvergadering van 30 juni 2015
41
Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! De middelen die nu beschikbaar zijn, zijn middelen in het kader van de krachtwijkenaanpak. Volgens mij spreekt de raad daarover volgende week dinsdag in de commissievergadering. Er zijn ook middelen voor de Amsterdamsestraatweg mee gemoeid. Dat zal niet het volledige bedrag zijn dat nodig is en zeker niet voor de tweede fase, maar wij hebben dan wél meer tijd om goed in beeld te krijgen wat wij voor de tweede fase nodig hebben. Mevrouw RAJKOWSKI (VVD): Voorzitter! Kan de wethouder aangeven wanneer zij de raad een voorstel doet over het overige deel van het geld? Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Begin 2016. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik heb een vraag gesteld over de Wmo en de versterking voor de hulpmiddelen. Ik heb gevraagd om de toezegging dat de wethouder, die pas na de zomer met een overzicht komt, nog kan bijsturen op de verstrekkingen van het lopende jaar. Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Van de verstrekking van de individuele hulpmiddelen maken wij altijd een berap-overzicht. Die krijgt de raad.
(De heer Van Zanen draagt het voorzitterschap van de vergadering over aan de heer Rollingswier.) De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! De heer Gilissen heeft motie 81 ingediend. Ik ben vergeten die te becommentariëren. Motie 81 zie ik als steun voor het beleid. De motie vraagt om meer pilots met zelfbeheer bij sporthallen, zwembaden, maatschappelijk vastgoed en culturele instellingen. Wij gaan ervan uit dat de indieners bedoelen dat wij dat doen als de gebruikers van de gebouwen er zin in hebben en niet als die daar geen zin in hebben. Met deze kanttekening erbij kan ik de motie overnemen. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Zoals ik motie 81 heb gelezen, worden twee dingen gevraagd. Het zelfbeheer is ook volgens ons steun voor het beleid, maar ook wordt in de motie gevraagd om de zwembaden te privatiseren, dus om die in particuliere handen te brengen. Ik ben benieuwd hoe de wethouder daarover denkt. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Ik sluit mij aan bij de vraag van mevrouw De Boer. Zo is de motie bedoeld, namelijk als stip op de horizon om op termijn na te gaan hoe tot het verzelfstandigen van delen van de vastgoedportefeuille kan worden overgegaan, in het bijzonder aan huidige gebruikers, maar misschien ook aan gebruikers die een culturele vastgoedportefeuille of een sportaccommodatie willen vormen. De heer JANSEN (wethouder): Ik sluit dat niet uit. Ik constateer dat de culturele instellingen die zijn genoemd, TivoliVredenburg en de Stadsschouwburg, de afgelopen jaren hebben gezegd blij te zijn dat de Utrechtse vastgoedorganisatie hun werk uit handen neemt. Er zijn geen tekenen dat zij aan dat werk behoefte hebben. Als er partijen zijn die de exploitatie van het zwembad willen overnemen en daarvoor een degelijk plan hebben, is dat uitstekend. Ik denk dat wij daarbij de gebruiker centraal moeten stellen. Wij moeten de succesvolle pilots die er zijn geweest, gebruiken om andere gebruikers te laten zien hoe het kan.
Avondvergadering van 30 juni 2015
42
De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Ik ken de wethouder inmiddels goed genoeg. Hij zegt te wachten op mededelingen over wat de gebruikers willen. Motie 81 vraagt de wethouder om actief te onderzoeken hoe de vervolgstappen tot stand komen. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Daar is de wethouder toch mee bezig? Zie de pilot sporthallen en de zwembaden. Ik heb in de commissievergadering uitgebreid gesproken over terreinen waarop wij initiatieven nemen. De voorbeelden die in de overwegingen van motie 81 worden genoemd, zoals TivoliVredenburg en de Stadsschouwburg, herken ik niet. Die partijen hebben bij mij absoluut geen interesse getoond om dat te doen. Als dat verandert, hoor ik dat graag. De heer VAN ZANEN (burgemeester): Voorzitter! Amendement 37 gaat over de bijdrage aan de regionale samenwerking. Mevrouw Haage heeft die namens veel collega's ingediend. Het college is het met amendement 37 zeer eens en is zeer bereid om de opdrachten te vervullen. Hoe worden de bedragen opgebouwd? Hoe worden die verdeeld? Wat is de inhoudelijke onderbouwing? Wij zullen inzichtelijk maken welke kosten zijn gemoeid met de directe inzet van mensen van de gemeentelijke organisatie. Men heeft de voorstellen in de Voorjaarsnota 2015 gezien. Die zijn niet gebaseerd op niets, maar op ervaring en verwachting. Ik ben samen met een collega langs tien gemeenteraden geweest. Ook toen al waren mevrouw Rajkowski, de heer Wijlhuizen en mevrouw Haage heel helder. Overigens geldt hetzelfde voor andere gemeenteraden. De verwachting is dat de voorstellen die over de bijdrage zijn gedaan bij alle gemeenteraden tot een enkele bijstelling kunnen leiden. Het college is het eens met het besluit. Wij zullen het doen. Wij houden het bedrag op € 2,50 per inwoner. Wij voldoen daarmee aan de opdracht, maar ik doe een ernstig beroep op de raad. In amendement 37 staat iets opvallends. Het kan een schrijffout zijn. Uitgegaan wordt van het peiljaar 2016. Als men dat doet, moet men eerlijk zeggen wat men eigenlijk wil. Doorzichtig, op inhoud gebouwd vanuit de positie van Utrecht, de regio is belangrijk, wij maken het inzichtelijk, het wordt goed, het wordt licht, maar laat ons dan ook aan het werk gaan en maak dat niet onmogelijk. Als men peiljaar 2016 ziet in het licht van de ontwikkeling die wij voorstaan, dan maakt men de bedragen zeer laag. Ik doe voor dat onderdeel een dringend beroep op de raad. Amendement 37 is prachtig, maar peiljaar 2016 doet de middelen heel snel opdrogen. Ik weet niet of men dat wil. Ik hoor dat graag in de tweede termijn. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! De indieners van amendement 37 zijn overeengekomen om in het besluit achter "per inwoner" een punt te zetten en om het overige deel van de zin te schrappen. De heer VAN ZANEN (burgemeester): Fantastisch. Mevrouw HAAGE (PvdA): Dan is de burgemeester geholpen en wij ook. De heer VAN ZANEN (burgemeester): Voorzitter! Ik wil amendement 37 graag namens het college aanbevelen. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik heb een technische vraag. Moet ik een subamendement indienen of mag door de genoemde passage een streepje worden gezet? De VOORZITTER: Een nieuw amendement kan ook.
Avondvergadering van 30 juni 2015
43
De heer VAN ZANEN (burgemeester): Voorzitter! De heer Gilissen heeft motie 83 ingediend. Wij zijn het zeer met deze motie eens. Eerlijk gezegd staan dezelfde punten in het manifest uit een van de gemeenten van buiten het BRU. De heer Verschuure heeft daarop gewezen. Ik vind het zeer noodzakelijk dat wij hieraan werken. Dat moet, want anders zal de bijdrage uit amendement 37 onterecht zijn. Wij gaan hiermee graag aan de slag. Wij stellen voor om het zo zuinig mogelijk te doen. De heer MEIJER (D66): Voorzitter! Neemt de burgemeester motie 83 over? De heer VAN ZANEN (burgemeester): Graag. Mevrouw De Boer heeft het college vanmiddag het verzoek gedaan of het kan onderzoeken of het de positie kan verruimen van sekswerkers en de mogelijkheden om het werk legaal en veilig te doen. Ook de heer De Vries heeft daarover vragen gesteld. Ik heb de heer De Vries toegezegd - ik kon hem niet overtuigen - dit in het college te bespreken. Het college is het eens met de opvatting die ik naar voren heb gebracht. Ik herhaal wat de heer De Vries heeft gezegd. Dat is nodig, omdat het college dat zeer met hem eens is: "De sector verdient het genormaliseerd te worden." Dat heeft mevrouw De Boer vanmiddag niet gezegd. Wij zullen niet alleen vandaag, maar ook morgen het taboe moeten doorbreken. Wij moeten blijven werken aan het verbeteren van de positie van de sekswerkers. Dat is het college zeer met de heer De Vries en mevrouw De Boer eens. Echter, met de ambitie en de klus die wij ons hebben voorgenomen en de inzet die daarbij wordt gepleegd, ziet het college geen heil in het doen van nader onderzoek. Landelijk worden op het terrein van de positieverbetering van de sector allerlei onderzoeken uitgevoerd. Wij dragen bij aan het landelijke prostitutieprogramma, net als aan alle andere onderzoeken ter zake. In G4-verband wordt rond de positie van de sector steeds ook door Utrecht meegesproken. Ik herhaal dat ik het op dit moment niet mooier kan maken. Ik zie geen heil en geen voordeel in het opnieuw onderzoeken van dingen. Wij hebben overigens nog een klus te doen. De heer Menke heeft gevraagd of wij over subjectieve veiligheid nog eens de diepte in kunnen gaan. Kunnen wij die analyseren? Ik heb daarop een toezegging gedaan. Daarover komt waarschijnlijk morgen een brief. Wij zullen bekijken of wij daarin een verdieping kunnen aanbrengen. Ik zeg graag toe dat ik aan de voorkant zal organiseren dat iedereen weet welke methode ten grondslag ligt aan de uitslagen straks zodat als er een uitslag komt iedereen precies weet waarop hij of zij kan reageren. De heer Gilissen heeft motie 82 ingediend. Motie 82 gaat over RUC. De motie kent drie opdrachten. Op de eerste opdracht is wethouder Jansen ingegaan. Hetzelfde geldt voor de derde opdracht. Met de tweede opdracht heb ik zijdelings via de driehoek te maken. Er zou een OM-ontruiming plaatsvinden. Dat loopt anders, maar het loopt wél goed af. Er zal op zeer korte termijn een einde komen aan het kraken. Wij hebben al het mogelijke gedaan. Men kan motie 82 zien als steun voor het beleid of als bijna overbodig. Er komt hierover morgen in de richting van de raad een uitvoerige brief. Ik weet niet wat ik over motie 82 moet adviseren. Wij hebben bijna voldaan aan de opdrachten. Misschien is motie 82 overbodig of bijna overbodig. De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! Ik constateer dat wethouder Jansen bijna alle punten heeft overgenomen. De burgemeester zegt dat op zeer korte termijn zal worden ontruimd. De VVD-fractie beschouwt derhalve motie 82 als overgenomen. De heer VAN ZANEN (burgemeester): Dat heb ik niet gezegd. Wij hebben alles gedaan dat nodig is. Er is sprake van een OM-ontruiming. Er komt zeer binnenkort een ontknoping. Dat hoeft geen ontruiming te zijn. Het effect is dat er ruimte komt om de dingen te doen die de heer Van Schie, wethouder Jansen en ik noodzakelijk vinden.
Avondvergadering van 30 juni 2015
44
De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! Ik begrijp dat de gebruikers vertrekken en dat de opstallen conform bestemming in gebruik kunnen worden gegeven dan wel kunnen worden gesloopt. Dat is waar het ons om is te doen. De heer VAN ZANEN (burgemeester): Helder. Amendement 49, "schaf rijbewijsboete af", is zeer sympathiek. Men heeft er verscheidene keren om gevraagd. Als portefeuillehouder moet ik streng zijn. Dat was ik vroeger trouwens ook. Men heeft een dekking aangedragen van € 99.000,--. Ik moet er rekening mee houden - het verschilt per jaar, het kan nog beroerder - dat de kosten € 119.000,-- zijn. Ik heb een gat van € 20.000,--. Als ik niet moeilijk doe, moet ik dat binnen publiekszaken oplossen. Dat vind ik het niet waard. Anders had ik het zelf voorgesteld. Ik ontraad derhalve het voorstel. Ik weet dat ik streng ben. Ik zal het geld niet zoeken. Hierna wordt de vergadering geschorst.
(De heer Rollingswier draagt het voorzitterschap van de vergadering over aan de heer Van Zanen.) De VOORZITTER heropent de vergadering en spreekt als volgt: Dames en heren! Ik stel voor dat wij dezelfde volgorde van sprekers als vanmiddag hanteren, hoewel de zoon van de heer Schipper inmiddels is gehuldigd. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Hier staat een tevreden oppositiefractie, maar zoals dat in de oppositie hoort, heeft men een boodschappenlijstje. Daar staan echter heel wat bedankjes op. Wij vinden het heel fijn dat een raadsbesluit zal worden genomen inzake TivoliVredenburg, zodat de raad dat goed kan bekijken. Wij wensen TivoliVredenburg vooral veel ondernemerschap toe. Ik dank het college voor de beantwoording van de vragen over de Verkeerstuin. Wij zullen beoordelen wat de omwonenden er samen met de gemeente van bakken. Ik dank het college ook voor de beantwoording van de U10 en het democratische werken. Zoals ik al heb aangekondigd, wordt motie A37 gewijzigd. Ik heb de handtekeningen onder het gewijzigde amendement laten staan. Wij hebben de ondertekenaars een bericht gestuurd. Ik dien het gewijzigde amendement nu in. "Amendement 37 gewijzigd. Bijdrage regionale samenwerking. De gemeenteraad van Utrecht, in vergadering bijeen op dinsdag 30 juni 2015, ter bespreking van de Voorjaarsnota 2015 (agendapunt 6); Constaterende dat:
-
In de Voorjaarsnota een bijdrage van € 0,30 per inwoner wordt voorgesteld voor de samenwerking op het gebied van verkeer en vervoer, een bijdrage van € 1,50 per inwoner voor de overige regionale samenwerking in U 10-verband en een bijdrage van € 1,00 per inwoner voor de Economie Board Utrecht (EBU);
-
De kosten voor nieuwe lichte vormen van regionale samenwerking blijkens de toelichting op het programma bewoners en bestuur oploopt tot € 2,80 per inwoner;
-
De huidige regiobijdrage aan het BRU € 3,10 per inwoner bedraagt;
Overwegende dat:
-
Regionale samenwerking nuttig is en het redelijk is dat de deelnemende gemeenten hier financieel aan bijdragen;
Avondvergadering van 30 juni 2015
-
45
De wettelijke taken op het gebied van verkeer en vervoer met ingang van 1 januari 2015 zijn overgaan van het Bestuur Regio Utrecht (BRU) naar de provincie;
-
Nieuwe vormen van samenwerking 'licht en flexibel' moeten zijn;
-
De gemeenten ook door het inzetten van menskracht bijdragen aan regionale samenwerking; De samenhang tussen de thema's in de regionale samenwerking moeten worden versterkt en onnodige versnippering moet worden tegengegaan;
Besluit:
-
De totale bijdrage voor regionale samenwerking (U 10 algemeen, verkeer en vervoer en EBU) vast te stellen op € 2,50 per inwoner;
Draagt het college op:
-
Bij het raadsvoorstel U10 uit te werken hoe dit bedrag onder de diverse vormen van samenwerking wordt verdeeld en wat de inhoudelijke onderbouwing daarvan is;
-
Daarbij ook inzichtelijk te maken welke kosten zijn gemoeid met de directe inzet van menskracht vanuit de gemeentelijke organisatie
En gaat over tot de orde van de dag." Het gewijzigde amendement 37 is ondertekend door de heer Gilissen, de heer Van Ooijen, mevrouw Paardekooper, de heer Meijer, de heer Van Waveren en de heer Post. Wij handhaven amendement 38. Wij zijn blij dat de motie 68 over anoniem solliciteren door wethouder Geldof is overgenomen. Wij zijn benieuwd hoe dat zal werken. Wij denken dat bij veel ouderen, jongeren en allochtonen er behoefte is om aan de bak te komen, ook bij de gemeente Utrecht. Wij zijn teleurgesteld over het maken van werk van diversiteitsbeleid en discriminatiebeleid. Collega Dibi verwoordde dat prachtig. Ik heb daaraan niet veel meer toe te voegen. Wij zien graag dat het college onderscheid maakt tussen plannen over diversiteit en anti-discriminatie en plannen over radicalisering. Daarom dienen wij de volgende motie in. "Motie 92. Maak werk van diversiteitsbeleid en discriminatiebeleid. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 30 juni 2015 in Utrecht ter behandeling van de Voorjaarsnota 2015, Constaterende dat:
-
Het college geen diversiteitsbeleid en (anti) discriminatiebeleid heeft;
-
Utrecht als enige stad van de G4 geen lokaal discriminatie beleid heeft; Deze twee onderwerpen 'ondergesneeuwd' zijn in al het andere beleid.
Overwegende dat:
-
Diversiteit en discriminatie belangrijke onderwerpen zijn voor de stad Utrecht en haar bewoners;
-
Diversiteitbeleid grote meerwaarde heeft voor de stad, haar bewoners en gemeentelijke organisatie;
-
Anti discriminatiebeleid, zeker in deze tijd een gedegen en concrete aanpak nodig heeft.
Draagt het college op:
-
Een diversiteitsplan en (anti) discriminatieplan op te stellen met daarin concrete doelstellingen geformuleerd;
-
Dit in samenwerking te doen met artikel 1 Midden Nederland;
Avondvergadering van 30 juni 2015
-
46
Deze plannen naar de raad te sturen.
En gaat over tot orde van de dag." Motie 92 is ondertekend door mevrouw Van Esch en mevrouw Dibi. De volgende motie gaat over de juridische aanpak van discriminatie. Ik ben vergeten de burgemeester te interrumperen. Daarom dien ik deze motie in. "Motie 93. Juridische aanpak discriminatie. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen ter bespreking van de Voorjaarsnota 2015 op 30 juni 2015, Constaterende dat,
-
Het totaal aantal klachten over discriminatie in Nederland met 64% is gestegen in 2014;
-
De meldingsbereidheid van discriminatie laag is; Van organisaties als COC en Art 1 Midden Nederland bekend is dat mensen die aangifte doen soms bij de politiebalie worden weggestuurd en dat het OM geen haast maakt met op de plank liggende aangiften;
Overwegende dat,
-
De huidige gang van zaken bij een juridische aanpak ervoor zorgt dat de slachtoffers geen genoegdoening krijgen, er weinig aangiften tot een veroordeling leiden en de aangiftebereidheid daalt;
-
Deze negatieve spiraal van de juridische aanpak van discriminatie doorbroken moet worden;
-
Bij discriminatie in de woonomgeving bemiddeling de situatie beter ten goede keert dan een rechtszaak;
Roept het college op:
-
Buurtbemiddeling in te zetten bij discriminatiezaken in de woonomgeving,
-
Met de politie afspraak te maken aangiften van discriminatie altijd op te nemen, Met het OM afspraken te maken over betere juridische ondersteuning voor slachtoffers van discriminatie,
En gaat over tot de orde van de dag." Motie 93 is ondertekend door mevrouw Metaal, mevrouw Podt, de heer De Vries, mevrouw Van Esch en mijzelf. Motie 93 dreigt het te halen. Daarmee is de helft van het actieplan gerealiseerd. Het is mooi om dat te memoreren. Wij zijn verbolgen over de inhuur. Wij handhaven amendement 39 om de inhuur omlaag te brengen. Soms houdt de oppositie zich niet aan de plannen van de coalitie. Wij blijven even lekker eigenwijs. De inhuur moet gewoon omlaag. Wij zijn wél blij dat de motie die wij achter de hand hebben waarmee de raad daarop beter kan sturen ruimhartig is overgenomen. Wij kijken er naar uit. De wethouder heeft gevraagd of men een motie wil indienen over de versoberingen bij de bijstand. Bij dezen doen wij dat. Wij willen de versoberingen bij de bijstand niet. "Motie 94. Schrappen uitwerken versoberingen bijstand. De gemeenteraad van Utrecht, in vergadering bijeen op 30 juni 2015, ter bespreking van de Voorjaarsnota 2015 (agendapunt 6),
Avondvergadering van 30 juni 2015
47
Constaterende dat:
-
In paragraaf 4.3. van de Voorjaarsnota (p.37) maatregelen worden genoemd voor het geval het nieuwe verdeelmodel bijstand niet goed uitpakt voor Utrecht;
-
Het college hierbij denkt aan 'versobering en strengere regels', zoals het minder/niet toepassen van maatwerk bij het opleggen van sancties, het verder uitbreiden van de zoektermijn naar kwetsbare groepen die nu worden ontzien en het verlagen van bijstandsnormen;
-
Het college deze maatregelen in 2015 al wil uitwerken, 'zodat we op alle scenario's voorbereid zijn';
Overwegende dat:
-
De genoemde maatregelen uit sociaal oogpunt onacceptabel zijn;
-
Sommige maatregelen, zoals het verlagen van de bijstandsnormen en een zoektermijn voor 27-plussers, blijkens de antwoorden van het college op de feitelijke vragen (vragen 318 en 319) wettelijk niet eens mogelijk zijn;
-
Bij tegenvallende uitkomsten van het nieuwe verdeelmodel de hele gemeentebegroting in ogenschouw genomen moet worden en niet alleen het programma werk en inkomen;
Spreekt uit dat:
-
Het treffen van de genoemde maatregelen een onbegaanbare weg is; Ook de uitwerking ervan daarmee niet zinvol is;
en gaat over tot de orde van de dag." Motie 94 is ondertekend door de heer Rollingswier, mevrouw Koelmans, mevrouw De Boer, de heer Van Ooijen en de heer Post. Mijn mailbox zegt iets anders over de bundeling van de advies- en cliëntenraden dan de wethouder. Het proces gaat helemaal niet lekker. Bijna de voltallige oppositie heeft de koppen bij elkaar gestoken en de dekking veranderd. Wij willen niet dat het proces vertraagt, daar hebben wij helemaal niet om gevraagd, wij willen dat de raden samenwerken. Die willen dat zelf ook. Wij moeten echter niet het kind met het badwater weggooien. Dat moeten wij zorgvuldig doen. De VOORZITTER: Dames en heren! U begrijpt wat mevrouw Haage bedoelt. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Het is 23.01 uur. Dan ga ik altijd rare dingen zeggen. Sorry. Wij gooien geen kinderen weg. Juist niet. Er is een fonds Decentralisaties. Daar zit € 20 miljoen in. Daar kan misschien best een deel uit, € 250.000,-- bijvoorbeeld, in elk geval het bedrag dat nodig is. Wij dienen daarover het volgende amendement in. "Amendement 50. Laat bundeling inspraak niet belemmeren. De gemeenteraad van Utrecht, in vergadering bijeen op dinsdag 30 juni 2015, Constaterende dat:
-
Het college met een bundeling van advies- en cliëntenraden 'een verbetering en waarborging van cliëntenbelangen en efficiënter vormgeven van integrale beleidsadvisering' beoogt;
-
In het bundelingsproces een groot aantal, heel verschillende, maatschappelijke organisaties en organen wordt betrokken, variërend van advies- en cliëntenraden tot belangenorganisaties;
Avondvergadering van 30 juni 2015
-
48
De contouren van een nieuw model van samenwerking gereed zijn, maar dat de uitwerking op zeer veel aspecten nog moet plaatsvinden;
-
De bundeling gepaard gaat met een structurele bezuiniging van € 250.000,-;
Overwegende dat:
-
We Utrecht samen maken; Een aantal van de betrokken organisaties, zoals de ACO, Saluti, Cliëntenraad Wmo en U-2B Heard, recent nog eens nadrukkelijk hun zorgen heeft geuit en heeft aangegeven dat er meer tijd nodig is om tot daadwerkelijke krachtenbundeling te komen waarmee cliëntenbelangen goed worden gediend;
-
Het bundelingsproces onder de huidige tijdsdruk de aandacht van betrokken organisaties naar binnen trekt, terwijl juist nu een blik naar buiten en oog voor hoe de vele veranderingen in de praktijk voor cliënten uitpakken van het grootste belang is;
-
De constructieve houding van betrokken organisaties onder druk komt te staan, van de door het college beoogde 'co-creatie' op deze manier geen sprake meer is en de waarde van de bundeling mogelijk teniet wordt gedaan;
-
Zorgvuldige uitwerking van het beoogde participatiemodel ernstig bemoeilijkt wordt doordat vanwege de bezuiniging de ontmanteling van een aantal organisaties op korte termijn al haar beslag krijgt;
-
De inbreng van diverse, vaak kwetsbare bevolkingsgroepen hierdoor verloren dreigt te gaan;
Verzoekt het college:
-
Meer tijd te nemen om in daadwerkelijke co-creatie met de betrokken organisaties een nieuw, gedragen participatiemodel te ontwikkelen;
-
De invoering hiervan met een aantal maanden uit te stellen, zodat de uitwerking zorgvuldig kan plaatsvinden;
Besluit:
-
De taakstelling van € 250.000 euro voor alleen 2016 te annuleren en dit te dekken uit het Fonds Decentralisaties
En gaat over tot de orde van de dag." Amendement 50 is ondertekend door de heer Van Ooijen, mevrouw Metaal, mevrouw Van Esch en mijzelf. Wij trekken amendement 41 in. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat amendement 41 is ingetrokken. Amendement 50 komt daarvoor in de plaats. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Wij trekken ook amendement 42 in. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat amendement 42 is ingetrokken. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Van veel fracties hebben wij gehoord dat zij zich zorgen maken over de speeltuinen, zoals de fracties van D66 en GroenLinks. Volgens de VVD-fractie maken alleen de meisjes zich zorgen over de speeltuinen. Ik wil de raad oproepen om amendement 43 te steunen. Wethouder Geldof was erg enthousiast over ons plan over het hardlopen en wandelen. Wij beschouwen de motie derhalve als overgenomen, al hoeven wij die niet meer in te dienen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
49
Wij zijn niet tevreden over de beantwoording van onze vragen inzake digivaardigheid. Samen met de D66-fractie zullen wij daarover dadelijk een motie indienen. Wij steunen die van harte. Op hetgeen is gezegd over de Tour de France reageerde het Business Peloton Utrecht op Twitter razend enthousiast. Wij zien het voorstel graag tegemoet. Wij zijn blij met de toezegging over het klantcontactcentrum dat maximaal 30% flexwerkers worden ingezet. Wij zien het voorstel daarover bij de behandeling van de begroting graag tegemoet. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Ik dank het college voor de beantwoording op de vragen. Die heeft bij ons tot de volgende overwegingen en heroverwegingen geleid. Over de onterecht opgelegde boetes bij de bijstand kan ik mij enerzijds voorstellen dat de wethouder het algemeen overleg van morgen wil afwachten. Anderzijds vinden wij niet dat uit de beantwoording een bereidheid of urgentie naar voren komt om de gemaakte fout hoe dan ook recht te trekken. Het gaat om flinke bedragen voor de mensen die daardoor zijn getroffen. Ik zal derhalve de volgende motie indienen. "Motie 95. Onterechte boetes bijstand: Potje breken, potje betalen. De gemeenteraad van Utrecht, in vergadering bijeen op 30 april 2015, ter bespreking van de voorjaarsnota 2015 c.a., Overwegende dat:
-
Onder de Fraudewet hoge boetes zijn opgelegd aan aanvragers of ontvangers van een bijstandsuitkering, zonder daarbij rekening te houden met ernst en verwijtbaarheid van de overtreding;
-
Als gevolg van uitspraken van de Ombudsman en de Centrale Raad van Beroep de Fraudewet is aangepast in die zin dat ernst en verwijtbaarheid wel degelijk moeten worden meegewogen;
Constaterende dat:
-
Wethouders van 14 Nederlandse gemeentes de sinds 2013 onder de Fraudewet opgelegde boetes gaan herbeoordelen en zo nodig terugbetalen;
-
Deze wethouders gezamenlijk de oproep doen aan het kabinet om de financiële gevolgen van deze actie voor de rekening te nemen;
Van mening dat:
-
Burgers niet de dupe moge zijn van door de overheid gemaakte fouten;
Verzoekt het college:
-
Zich aan te sluiten bij de oproep van 14 gemeentes aan minister Asscher om de ten onrechte onder de fraudewet opgelegde boetes voor zijn rekening te nemen;
-
Evenals deze 14 gemeentes de in Utrecht opgelegde boetes onder de fraudewet opnieuw te beoordelen en de raad op de kortst mogelijke termijn over de uitkomsten en financiële impact hiervan te informeren;
En gaat over tot de orde van de dag." Motie 95 is ondertekend door de heer Post en mijzelf. Deze motie kent de clausule dat wij best bereid zijn om het Algemeen Overleg af te wachten. Wij dienen motie 95 in, maar houden die aan totdat de wethouder de uitkomsten van het Algemeen Overleg kan melden. De VOORZITTER: Dames en heren! Dit is een historisch kort moment, want de motie is meteen aangehouden.
Avondvergadering van 30 juni 2015
50
De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Wij hebben vragen gesteld over de collectieve aanvullende verzekering. Na de beantwoording door de wethouder keken wij elkaar aan en vroegen ons af wat hij heeft toegezegd. Als ik zijn woorden vrij vertaal, dan is men in onderhandeling en zal de raad heel binnenkort het resultaat horen. Klopt dat? Ik neem aan dat dit klopt. Wij zullen op dit moment geen motie indienen, maar ik hoor onze veronderstelling graag bevestigd. Ik begrijp dat deze kwestie volgende week door het college wordt besproken of anders in de eerste collegevergadering na het reces. Ik kan daarmee leven, maar hoor dat graag nog even. Twee wethouders zeggen dat de werkdruk van de buurtteams acceptabel is. Het is duidelijk dat de wethouders daarvan een andere indruk hebben dan wij. Wij schieten op dit moment niet op. Ik denk dat ons punt duidelijk is. Er zijn grenzen aan wat wij aan de kapstok van de buurtteams kunnen hangen. Men kan ervan op aan dat wij er bovenop zitten en er zo nodig op terugkomen. Dit is ook een oproep aan de raad. Het kan zijn dat men taken uitbreidt, maar daaraan hangt een prijskaartje. Dat moeten wij ons realiseren. Het kostte enige moeite, maar het leek erop dat de wethouder ongeveer op één lijn zit met wat de ondertekenaars van motie 63 aangeven inzake de versobering van de infrastructurele projecten. Wij willen echter motie 63 wél in stemming brengen. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Het is voor mij belangrijk om te weten of de SP-fractie de interpretatie overneemt die de wethouder heeft gegeven, namelijk dat het vooral om de grote projecten gaat. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Wij zullen niets doen met fietspaden en dergelijke. Daar kan ik mee leven. De heer Eggermont stelde wethouder Van Hooijdonk de vraag of amendement 47 en motie 76 elkaar qua dekking bijten. Gezien de beantwoording van de wethouder lijkt dat zo. Het lijkt ons derhalve onverstandig om de schuif van amendement 47 te maken omdat men dan ergens anders gaten schiet. Ik wil de wethouder bedanken voor het herhalen van de toezegging dat hij zich in het college hard zal maken om tot uitvoering van de eerder aangenomen motie te komen. Dat is mooi, maar ook logisch, omdat het uitvoering is van door de raad vastgelegd beleid. De heer Bos heeft een motie ingediend over het aanschrijven van corporaties. Hij kan daarover zelf niets meer zeggen wegens gebrek aan spreektijd. Wethouder Jansen zegt dat het aanschrijven van corporaties niet nodig is. Alle meldingen van de afgelopen tijd zijn opgepakt en in der minne geschikt. Dat is mooi, maar mijn ervaring is dat het soms lang duurt voordat er wat gebeurt. Ik weet niet hoeveel vragen ik sinds mijn aantreden in 2006 heb gesteld, maar dat zijn er talloos veel. Gezien de beantwoording van het college heb ik op dit moment geen reden om actief in te zetten op aanschrijving en oplegging van dwangsommen, zoals in motie 67 wordt voorgesteld. Ik neem aan dat als het nodig is de wethouder het instrument uit het vet haalt. Het tweede punt van motie 67 gaat over de afspraken met de corporaties over onderhoud. Dat lijkt mij bij uitstek iets voor de herijking van de prestatieafspraken. Ik heb gezien de discussie over de woonvisie geen reden om aan te nemen dat dit niet zal gebeuren. Wethouder Geldof heeft vragen beantwoord over het ziekteverzuim bij de gemeente. Tussen de afdelingen zijn grote verschillen. Wij zijn benieuwd op welke afdelingen het ziekteverzuim het grootst is, maar willen ook graag kennisnemen van het plan om het ziekteverzuim terug te dringen waar dat echt boven het gemiddelde is. Wij stellen voor om vooral de arbeidsomstandigheden te bekijken. Wij dienen daarover geen motie in, maar wij kregen graag van de wethouder de gevraagde verduidelijking.
Avondvergadering van 30 juni 2015
51
Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De SP-fractie vraagt om een concreet plan voor het ziekteverzuim bij de gemeente. Wil de SP-fractie dat plan in de raad bespreken? De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Ik vraag niet om zaken als ik daarover niet wil spreken. Mevrouw De Boer vraagt of de wethouder de raad het plan zal presenteren. Dat is een goede aanvulling, mevrouw De Boer. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Amendement 44 gaat over de cliëntenraden. Ik trek dat in. Wij hebben het nieuwe gezamenlijke voorstel over hetzelfde onderwerp meeondertekend dat door mevrouw Haage is ingediend. Amendement 46 gaat over de cultuurcampus. Wij zijn blij met de toezegging van de wethouder om daarmee aan de slag te gaan. Wij hopen dat hij met positief nieuws naar de raad terugkomt. Wij zien geen reden om amendement 46 in stemming te brengen. Wij trekken dat in. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat de amendementen 44 en 46 zijn ingetrokken. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Op een aantal punten vinden wij de toezegging van het college nog niet voldoende, bijvoorbeeld over het kantorenprogramma in Leidsche Rijn. Wij dienen derhalve de volgende motie in. "Motie 96. Verminder actief de risico's van kantorenprogramma Leidsche Rijn. De gemeenteraad van Utrecht, in vergadering bijeen op 30 juni 2015 ter bespreking van de Voorjaarsnota 2015 - Meerjarenprogramma Stedelijke Ontwikkeling 2015 wijk Negen en Tien, Constaterende dat:
-
Qua marktontwikkelingen het negatieve sentiment in de kantorenmarkt blijft aanhouden; Het totale risico voor de grondexploitatie van het niet doorgaan van het kantorenprogramma (222.041 m2) in Leidsche Rijn na 2030 op dit moment 108 miljoen euro bedraagt;
-
Voor 2035 en 2036 nog steeds 50.000 m2 aan kantorenprogramma in Leidsche Rijn gereserveerd staat.
Overwegende dat:
-
Uit onderzoek van de Provincie Utrecht ('Utrechtse provinciale kantorenmarkt in balans', 2012) blijkt dat er teveel kantorenmeters staan gepland in Leidsche Rijn en de Provincie daarom streeft naar vermindering van de kantorenprogramma's;
-
In Leidsche Rijn ten opzichte van de programmering in 201 4 20.800 m2 van de periode 2015-2018 is verschoven naar de periode na 2035;
-
De kantooropbrengsten in de periode 2037-2039 middels een reservering op nihil zijn gesteld (67.000 m2 met een NCW van 21.1 miljoen euro).
Roept het college op: 1.
Om toekomstige meevallers in de GREX Leidsche Rijn te gebruiken voor het verminderen van het kantorenprogramma in Leidsche Rijn en het daarmee samenhangende risico c.q. door dit kantorenprogramma zoveel mogelijk om te zetten naar woningbouw;
2.
De onder 1 genoemde ambitie in volgende jaren nadrukkelijk mee te nemen bij het MPSO wijk 9 & 10.
En gaat over tot de orde van de dag."
Avondvergadering van 30 juni 2015
52
Motie 96 is ondertekend door mevrouw Uringa, de heer Bos en de heer Brussaard. Ik heb een motie opgesteld over de ondergrondse afvalcontainers. Wij vinden het verhaal van de wethouder niet overtuigend. Wij dienen die motie nu in. "Motie 97. Geen drempels voor afvalverzameling. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 30 juni 2015, ter bespreking van de voorjaarsnota 2015, Constaterende dat: 1.
Utrecht hard werkt aan de invoering van omgekeerd inzamelen;
2.
Hiermee afval steeds meer gescheiden wordt opgehaald;
3.
Vanwege deze manier van werken de ondergrondse afvalcontainers dreigen te worden weggehaald;
4.
Hiermee de afstand tussen burger en afvalinzamelpunt sterk vergroot wordt;
Overwegende dat: 1.
Het van belang is om burgers het scheiden en kwijtraken van afval zo makkelijk mogelijk te maken;
2.
Bewoners klagen over het afsluiten van ondergrondse containers, met name in Leidsche Rijn;
3.
Het geen probleem is omgekeerd inzamelen en afvalcontainers naast elkaar te laten bestaan;
Verzoekt het College: 1.
De bestaande ondergrondse afvalcontainers niet op te heffen bij de invoering van omgekeerd inzamelen;"
Motie 97 is ondertekend door mijzelf. Ik volg het voorbeeld van de heer Schipper. Ik houd de motie meteen aan tot volgende week donderdag, als wij over de Grondstoffennota spreken. Dat geeft mij tijd om mij voor te bereiden. Ik hoop dat de wethouder mij wil helpen om de discussie daarover voor te bereiden. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik stel vast dat motie 97 wordt aangehouden. De heren Schipper en Van Waveren moeten hun aangehouden moties wél weer levend maken. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Dat zal ik volgende week donderdag doen. Ik heb gevraagd naar de vorstschade. De wethouder zei dat als men hem in zijn hart keek hij daarop wil inzetten. Ik hoop dat de wethouder zijn hart laat spreken als de vraag zich voordoet. Wij zullen de motie niet indienen. Er is uitgebreid gesproken over taal- en computervaardigheden. Er is nogal een groot verschil van inzicht tussen de CDA-fractie en de andere fracties. Die zullen volgens mij straks ook moties indienen. Zij vinden dat allerlei stappen nodig zijn om uit te zoeken wat allemaal nodig is en om te bedenken hoe wij ermee verder gaan. Voor de CDA-fractie is de problematiek helder. Wethouder Jongerius noemde de brief. Wij constateren een grote mismatch tussen de conclusies uit het onderzoek en de acties in de brief. Dat mag steviger. Ik dien de motie bij dezen in. "Motie 98. Verbeter Taal- en computervaardigheden. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 30 juni 2015, ter bespreking van de Voorjaarsnota 2015, Constaterende dat;
Avondvergadering van 30 juni 2015 1.
53
30% van de Utrechters over onvoldoende vaardigheden beschikt om volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving, bijvoorbeeld omdat ze de Nederlandse taal onvoldoende beheersen of digitale vaardigheden missen;
2.
De gemeente - en andere instanties - steeds hogere eisen stellen aan de (digitale) vaardigheden van bewoners;
3.
De bestaande instrumenten maar een zeer beperkt deel van de doelgroep bereiken;
4.
De bestaande instrumenten veelal onvoldoende intensief zijn om resultaat te hebben;
5.
De gemeente sinds dit jaar de middelen voor (re)integratie vrijelijk kan besteden omdat deze niet meer geoormerkt in het gemeentefonds zitten;
6.
De effectiviteit van de bestaande re-integratietrajecten op grond van lokaal en landelijk onderzoek maar zeer beperkt blijkt;
Overwegende dat; 1.
Het in het belang van inwoners én gemeente is om iedereen mee te laten doen in de samenleving;
Verzoekt het College; 1.
Bij de begroting voorstellen te doen om de verbetering van taal- en computervaardigheden van onze inwoners - waar nodig - sterk te verbeteren;
2.
Daartoe afspraken te maken met maatschappelijke en commerciële partijen;
3.
Dekking te vinden door te snijden in het programma Werk&lnkomen, op het onderdeel reintegratie;"
Motie 98 is ondertekend door mijzelf. Ik had zojuist met wethouder Jansen een korte discussie over sporten en bewegen in de openbare ruimte. Dit raakt verschillende beleidsterreinen. Wij vinden dat er een schepje bovenop kan. In de commissievergadering is door verschillende fracties aandacht gevraagd. Er zijn voorstellen gedaan. Het kan echt beter. Wij zien voor de gemeente structurele voordelen omdat minder accommodaties nodig zijn en wachtlijsten kunnen worden beperkt. Wij dienen hierover de volgende motie in. "Motie 99. Sporten en bewegen in de openbare ruimte. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 30 juni 2015, ter bespreking van de Voorjaarsnota 2015, Constaterende dat: 1.
Utrechters veel sporten en bewegen, ook in de openbare ruimte;
2.
In Utrecht fietsen, hardlopen en wandelen populair zijn;
3.
Er voor sporten als voetbal, tennis en hockey wachtlijsten zijn;
4.
Het college in beperkte mate al maatregelen neemt in de openbare ruimte;
Overwegende dat: 1.
Velden en gebouwen voor sport veel geld kosten;
2.
Met het aangeven van hardloop- en wandelroutes sport en bewegen gestimuleerd worden;
3.
Investeringen in de openbare ruimte vaak slimmer kunnen worden uitgevoerd, zodat zonder (veel) meerkosten sporten en bewegen ondersteund wordt;
4.
In de commissie daarvoor verschillende suggesties zijn gedaan, zoals het aanbrengen van een grotere diversiteit aan toestellen (bijvoorbeeld rugbygoals en fitnessapparaten) en het aanleggen van aaneengesloten routes;
Verzoekt het College:
Avondvergadering van 30 juni 2015 1.
54
Extra inspanningen te plegen om sporten en bewegen in de openbare ruimte aantrekkelijk en mogelijk te maken;
2.
Deze in de verschillende programma's, zoals Openbare Ruimte, Bereikbaarheid en bij bouwplannen actief in te brengen;
3.
Binnen de huidige kaders werk te maken van het markeren van hardloop- en wandelroutes in de openbare ruimte, te denken valt aan bijvoorbeeld de Singellooproute;
4.
De raad voor het eind van 2015 te informeren op de wijze waarop dit geborgd wordt."
Motie 99 is ondertekend door mevrouw Bouazani, de heer Menke, mevrouw Scholten, de heer Van Ooijen en mevrouw Metaal. De heer ROODENBURG (D66): Voorzitter! Wij hielden een motie achter de hand over de handelsvoorraad. Die is ruimhartig toegezegd en overgenomen. Wij hoeven die niet in te dienen. Het is een spookmotie. Motie 65 is wél ingediend. Die is door wethouder Geldof uit het hart toegezegd. Wij zullen die intrekken. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 65 is ingetrokken. De heer ROODENBURG (D66): Voorzitter! Wethouder Van Hooijdonk zal amendement 47 regelen. Die heeft geen geld nodig. Mocht dat wél zo zijn, dan willen wij dat geld best voor haar regelen. Op dit moment is dat niet nodig, dus trekken wij amendement 47 in. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat amendement 47 is ingetrokken. De heer ROODENBURG (D66): Voorzitter! Amendement 48 trekken wij in. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat amendement 48 is ingetrokken. De heer ROODENBURG (D66): Voorzitter! In de plaats van amendement 48 moest een motie komen. Die dienen wij hierbij in. "Motie 100. Handhaving hinderlijk en gevaarlijk gestalde scooters. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op dinsdag 30 juni 2015 ter behandeling van het Meerjarenperspectief Bereikbaarheid CONSTATERENDE DAT
-
Hinderlijk en gevaarlijk gestalde fietsen worden geruimd Fout geparkeerde auto's kunnen rekenen op een boete en in bepaalde gevallen kunnen worden weggesleept.
-
Er niet wordt gehandhaafd op fout geparkeerde scooters, mede vanwege de kosten van het wegslepen/tillen van de brommers.
OVERWEGENDE DAT
-
Fout gestalde scooters wandelroutes blokkeren en de toegankelijkheid van de stad niet ten goede komen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
-
55
Het onrechtvaardig is dat bromfietsers ongestraft hun brommer kunnen stallen terwijl fietsers en automobilisten kunnen rekenen op een boete en/of een weggesleept voertuig.
SPREEK UIT
-
Dat er gehandhaafd dient te worden op hinderlijk en gevaarlijk gestalde scooters.
-
De kosten voor wegslepen te verhalen op de eigenaar Voor de overige handhavingskosten 0,1 mio euro structureel te reserveren uit het budget handhaving fietsparkeren.
En gaat over tot de orde van de dag." Motie 100 is ondertekend door de heer Weistra, mevrouw Van Esch en de heer Fokke. Voorzitter! Wij dienen voorts een motie in over inclusief beleid taal- en digitale vaardigheden. Wij hebben het antwoord van de wethouder gehoord. Dat was redelijk conform de brief die wij al hebben gezien. Daarom dienen wij de volgende motie in. Wij zijn benieuwd naar het verschil met de motie van de heer Van Waveren, maar dat zullen wij later bekijken. "Motie 101. Inclusief beleid taal- en digitale vaardigheden. De gemeenteraad van Utrecht bijeen op 30 juni 2015 ter bespreking van de Voorjaarsnota 2015; Constaterende dat:
-
Onderzoek n.a.v. motie M46/2014 'Utrechters Digivaardig?' uitwijst dat 30% van de Utrechtse inwoners de taal- en digitale vaardigheden mist om toegang te krijgen tot voor hen essentiële informatie en dienstverlening;
-
De effecten, voor met name meer kwetsbare mensen als laaggeletterden, (migranten) ouderen en mensen met een licht verstandelijke beperking steeds meer op de voorgrond treden;
-
Deze problematiek vaak een samenhang is van factoren die meerdere leefgebieden van mensen raakt en kan leiden tot problemen op het vlak van zelfredzaamheid, schulden, werkeloosheid, gezondheidsproblemen en andere zorgvragen;
-
Inmiddels een netwerk is ontstaan waarin lokale organisaties samenwerken om een Utrechtse leeromgeving te creëren die moet leiden tot een samenhangend aanbod van trainingen in taalen digitale vaardigheden;
-
Daarmee een aanzet is gegeven voor een efficiënte uitvoeringsstructuur waarin ook toenemende mate 'toeleiders' als het UWV, de Belastingdienst, de buurtteamorganisaties en het Nibud betrokken zijn;
-
Deze samenwerking te zeer afhankelijk is van tijdelijke projectsubsidies en externe fondsen met specifieke subsidievoorwaarden en administratieve eisen;
-
De Raadsbrief van 26 mei 2015 geen duidelijkheid geeft over de wijze waarop de eigen rol en verantwoordelijkheid van de gemeente ingevuld zal worden en welk budget hiervoor beschikbaar is;
Overwegende dat:
-
Het beheersen van taal- en digitale vaardigheden de basis vormt om naar vermogen mee te kunnen doen aan de samenleving (sociale inclusie);
-
Dit nieuwe vraagstuk binnen de gemeente vele beleidsterreinen en portefeuilles raakt en vraagt om een integrale domeinoverstijgende meerjarige aanpak;
-
De gemeente een faciliterende en coöperatieve rol kan innemen door voorwaarden te scheppen voor een samenhangend aanbod en budget;
Avondvergadering van 30 juni 2015
56
Draagt het College op: 1.
Binnen de programmaonderdelen onderwijs, bibliotheek en volwasseneducatie, welzijn en zorg, werk en inkomen en publieksdienstverlening expliciet aandacht te besteden aan de digitale- en taalvaardigheden van Utrechters door; a.
het vergroten van taal- en digitale basisvaardigheden van Utrechters integraal onderdeel uit te laten maken van de inzet binnen deze programma's;
b.
als gemeente een actieve en verbindende rol te spelen in het toegankelijk en bereikbaar houden van de digitale dienstverlening van de gemeente zelf en relevante partners;
2.
Bij de voorjaarsnota 2016 te rapporteren over bovengenoemde inzet en aan te geven of, en zo ja op welke wijze, een (structurele) verruiming van het budget voor digitale vaardigheidstraining binnen de genoemde programmaonderdelen benodigd is;
En gaat over tot de orde van de dag." Motie 101 is ondertekend door mevrouw Dibi, de heer Van Ooijen, mevrouw Scally, mevrouw Rajkowski, mevrouw Van Esch en mevrouw Baş. Onze volgende motie luidt als volgt. "Motie 102. Maak burgerinitiatief makkelijker. Constaterende dat
-
Inwoners van Utrecht 250,1000 of 2500 handtekeningen nodig hebben om een onderwerp op buurt-, wijk of stedelijk niveau op de agenda van de gemeenteraad te krijgen (het burgerinitiatief)
-
Inwoners van Amsterdam en Rotterdam respectievelijk 200 of 250 handtekeningen nodig hebben voor een burgerinitiatief, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt naar buurt-, wijkof stedelijk niveau
Overwegende dat
-
Het gemeentebestuur de ambitie heeft om samen met inwoners de stad te maken
-
De mogelijkheid voor inwoners om een onderwerp op de agenda van de gemeenteraad te zetten daarvoor één van de instrumenten is
-
De drempel daarvoor behoorlijk nu hoog is
Draagt het college op
-
Een nieuwe verordening burgerinitiatief op te stellen
-
Daarin te kiezen voor 250 handtekeningen voor plannen op buurt-, wijk en stedelijk niveau
Deze in 2015 ter besluitvorming voor te leggen aan de gemeenteraad
En gaat over tot de orde van de dag" Motie 102 is ondertekend door de heer Menke, mevrouw Van Esch, mevrouw Koelmans, mevrouw Metaal, mevrouw Rajkowski en mevrouw Scholten. Motie 64 is een door wethouder Jansen overgenomen motie. Daarover hebben wij intern een behoorlijke discussie gevoerd. Wij vragen ons af hoe die financieel-technisch in elkaar steekt. Misschien kan het college daarop een toelichting geven. Wij dienen voorts de volgende motie in. "Motie 103.
Avondvergadering van 30 juni 2015
57
Intercitystation Utrecht Science Park. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op dinsdag 30 juni 2015 ter behandeling van het Meerjarenperspectief Bereikbaarheid CONSTATERENDE DAT
-
Utrecht Science Park de grootste werklocatie van Nederland is zonder treinstation.
-
Utrecht de grootste stad van Nederland is met slechts één intercitystation.
OVERWEGENDE DAT
-
Er een MIRT onderzoek 'Regio in Beweging' is gestart, dat zich concentreert op zowel de as OVT-USP als de capaciteitsproblemen op de OVT.
-
Volgens dat onderzoek naar verwachting in 2030 de capaciteit van de Uithoflijn wordt bereikt [1].
-
Vertramming van de binnenstadsas op middellange termijn een oplossing kan gaan bieden voor de as OVT-USP.
-
Dat volgens het MIRT Onderzoek 'Regio in Beweging' er in 2020 - ondanks de nieuwe OV terminal - capaciteitsproblemen ontstaan op Utrecht Centraal [2] en dus op termijn verder gekeken moet worden naar verdergaande mogelijkheden om de OVT te ontlasten.
-
Een tweede intercitystation Utrecht Centraal kan ontlasten, wat positieve gevolgen heeft voor de robuustheid van het landelijke treinverkeer.
VOORTS OVERWEGENDE DAT
-
In het provinciaal coalitieakkoord 'In Verbinding' een onderzoek naar station Utrecht Science Park is opgenomen.
-
De Universiteit Utrecht, het UMC Utrecht en de Hogeschool Utrecht zich positief hebben uitgelaten over plannen voor een treinstation op de Uithof.
-
Dat een intercitystation op Utrecht Science Park een zeer wenselijke ontwikkeling kan zijn om Utrecht en haar regio duurzaam bereikbaar te houden;
SPREEKT UIT
-
Dat een intercitystation op Utrecht Science Park onderzocht moet worden als mogelijkheid om Utrecht Centraal te ontlasten.
EN DRAAGT HET COLLEGE OP
-
Zich samen met rijk en regio in te zetten om deze verkenning mogelijk te maken.
En gaat over tot de orde van de dag." Motie 103 is ondertekend door de heer Menke, de heer Weistra, mevrouw Van Esch, de heer Bos en de heer Fokke. Wij hebben een toezegging gevraagd over de duurzame lening. De wethouder heeft gezegd dat zij binnen de mogelijkheden van de lening bezig is om daar een slag in te maken en om duurzame stappen te zetten. Wij vinden dat een heel goed verhaal. Wethouder, ga zo door en rapporteer eind van het jaar hoe het ermee voorstaat. Wij beslissen dan wat wij ermee doen. Wij wachten nog even af. Wij dienen de motie daarover niet in. Amendement 49 heeft ten opzichte van amendement 37 een verschil qua dekking, al is dat klein, € 21.000,--. Wij willen weten hoe de VVD-fractie daarmee omgaat. Die zal erop terugkomen. De VOORZITTER: Dames en heren! Het spijt mij zeer, maar de Stadsbelang Utrecht-fractie heeft geen spreektijd meer.
Avondvergadering van 30 juni 2015
58
De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Ik heb een voorstel van orde. Ik ben zojuist vergeten om iets te zeggen over motie 64. Ik wil die intrekken omdat die door de wethouder is overgenomen. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 64 is ingetrokken. Ik vrees dat de Stadsbelang Utrecht-fractie het met stemverklaringen zal moeten doen. Ik gun de heer Bos meer dan u denkt en weet. Als ik hem het spreken toesta, moet ik dat iedereen toestaan. Ik constateer dat de moties 68 en 70 zijn ingetrokken en dat motie 104 is ingediend. "Motie 104. De Utrechtse ambtenaar uit de lappenmand De gemeenteraad van Utrecht, in vergadering bijeen op dinsdag 30 juni 2015, ter bespreking van de Jaarcijfers 2014 en de Voorjaarsnota 2015, Constaterende dat;
-
het ziekteverzuim onder Utrechtse ambtenaren 6,7% bedraagt terwijl het gemiddelde ziekteverzuim in Nederland op 3,9 % ligt;
-
dit de gemeente 1.469.000 euro per jaar aan inhuur externen kost;
Overwegende dat;
-
een daling van het percentage van ziekteverzuim bijdraagt aan een efficiëntere overheid;
-
re-integratie inspanningen van publieke werkgevers onderdoen aan die van private
de inhuur van externen erdoor wordt verlaagd; werkgevers;
-
overige kosten van re-integratie niet helder zijn;
Draagt het college op;
-
een onderzoek te doen op maatregelen die ervoor gaan zorgen dat het ziekteverzuim onder ambtenaren in lijn komt met het gemiddelde ziekteverzuim in Nederland bij vergelijkbare organisaties
-
in kaart te brengen wat de gemeente bespaart als het ziekteverzuim daalt naar dit landelijke gemiddelde;
-
de raad over de uitkomsten van het onderzoek te informeren voor de behandeling van de voorjaarsnota 2016;
En gaat over tot de orde van de dag." Motie 104 is ondertekend door de heer Bos. Motie 68 wordt vervangen door motie 105. "Motie 105. Bureau Negen Tien, opdoeken als het kan. De gemeenteraad van Utrecht, in vergadering bijeen op 30 juni 2015, ter bespreking van de voorjaarsnota 2015, Constaterende dat:
-
Bureau NegenTien is het aanspreekpunt voor alle fysiek-ruimtelijke opgaven in de wijken Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern. De gebiedssturing van REO en de projectsturing van Projectbureau Leidsche Rijn zijn hiermee gecombineerd in één organisatie;
-
Bureau NegenTien een pilot is welke begin 2016 wordt geëvalueerd;
Overwegende dat;
Avondvergadering van 30 juni 2015
59
-
projectsturing ook vanuit het stedelijke projectmanagementbureau kan worden vormgegeven;
-
gebiedssturing reeds vanuit het REO wordt vormgegeven;
-
Hiermee een besparing kan worden gerealiseerd;
deze vanuit de stedelijke organisatie ook, gecombineerd kan worden vormgegeven;
Draagt het college op;
-
bij de evaluatie te bezien of- en in hoeverre dezelfde dienstverlening kan worden aangeboden door de stedelijke organisaties;
-
bij de evaluatie te bezien welke besparing hiermee kan worden gerealiseerd de uitkomsten voor de behandeling van de voorjaarsnota 2016 aan de raad te presenteren;
En gaat over tot de orde van de dag," Motie 105 is ondertekend door de heer Bos. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De Bos begon zijn verhaal met te zeggen dat hij een cultuurbarbaar is, maar hij is in ieder geval een verdienstelijke mimespeler. Wij zijn blij met de toezegging van de wethouder om aan te sluiten bij de actie Vergroot de hoop en om werk te maken van het inzamelen van taxusafval. Wij zijn zeer verheugd dat het Stadhuis vanaf 2016 energiezuiniger wordt. Wij zijn blij dat de wethouder staat te trappelen van ongeduld om met de Green Deal aan de slag te gaan. Wij zijn zelf echter nog ongeduldiger. Wij vinden het vervelend dat wij daaraan geen concrete datum kunnen plakken. Wij zullen de landelijke regelgeving in de gaten houden. Wij wachten op het plan dat de wethouder zal presenteren. De burgemeester zegt dat hij het inzake prostitutie inhoudelijk met ons eens is, zeker wat betreft de verbetering van de positie van de sekswerkers. Wij zijn blij om dat te horen. De burgemeester geeft ook aan dat hij op dit moment geen mogelijkheden ziet voor een onderzoek naar de uitbreiding van mogelijkheden voor prostitutie. Wij kunnen onze motie indienen en meteen aanhouden. Dat is in deze vergadering een novum, maar wij doen dat niet. Wij zullen er echter zeker op terugkomen als dat nodig is. Wij gaan ervan uit dat als de zaken rond het Zandpad zijn uitgekristalliseerd wij daarover opnieuw zullen spreken. Het is voor ons niet duidelijk of motie 63 is overgenomen. Dezelfde onduidelijkheid heerst kennelijk bij de indieners ervan. Wij vinden het belangrijk om versobering te beperken tot grote projecten. Wij kunnen uit de voeten met de interpretatie die de wethouder eraan heeft gegeven. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Motie 76 is bijna helemaal door de wethouder overgenomen, maar wij dienen een nieuwe versie in. Daarin staat de aanpassing die de wethouder heeft voorgesteld. Wij trekken motie 76 in en daarvoor in de plaats komt de volgende motie. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 76 is ingetrokken. "Motie 106. Doorstromend fietsverkeer op het Paardenveld. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 30 juni 2015, ter bespreking van de Voorjaarsnota 2015. Constaterende dat
-
Tussen Vleutenseweg en Paardenveld een gat zit in het fietsnet voor fietsers die vanuit de nieuwe doorfietsroute Cremerstraat via het Paardenveld naar het centrum gaan;
Avondvergadering van 30 juni 2015
-
60
De verbinding tussen Paardenveld en de Waterstraat verdwijnt waardoor fietsers gedwongen worden via Vredenbrug te rijden;
-
De verkeersintensiteit in het stationsgebied en met name rond Vredenburg al hoog is (25.000 per dag) en naar verwachting zal toenemen door stimulerende fietsmaatregelen;
-
Het college inspanningen verricht een fijnmazig fietsnetwerk te realiseren en alternatieve fietsroutes te stimuleren buiten de drukke fietsknooppunten zoals Vredenburg om (Actieplan Fiets 2015);
-
Reële alternatieven hiervoor niet in beeld zijn gebracht; De laatste, bekende verkeerstellingen voor fietsers aan deze zijde van het stationsgebied afkomstig zijn uit respectievelijk 2010 en 2012 en nieuwere tellingen (2014) nog niet gepubliceerd zijn.
Overwegende dat
-
de gemeente Utrecht bij de herinrichting van het stationsgebied de kans heeft het fijnmazige fietsnetwerk uit te breiden;
-
een goede fiets- en voetgangersverbinding tussen het Paardenveld en de binnenstad van toegevoegde waarde is voor de stad;
-
indien het inpassen van een goede verbinding gelijktijdig kan plaatsvinden met andere werkzaamheden in het stationsgebied, hiermee kostenefficiëntie wordt gerealiseerd en bovendien extra hinder voorkomen;
Draagt het college op
-
reële alternatieven uit te werken voor een goede fietsverbinding vanuit de Amsterdamsestraatweg en Daalsetunnel richting Wijk C en verder, anders dan de huidige route via Vredenburg;
-
hierin te betrekken de laatste verkeerstellingen uit 2014;
-
alswel te betrekken stakeholders zoals ondernemers ASW en Fietsersbond; de raad over de alternatieve oplossingen te informeren voor 1 januari 2016."
Motie 106 is ondertekend door de heer Fokke, de heer Menke, de heer Post en mevrouw Uringa. Ik handhaaf motie 79 over eenzaamheid. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Wij hebben motie 77 ingediend over de Amsterdamsestraatweg. Die trek ik in. Ik dien een nieuwe versie in, omdat er onduidelijkheid is over de financiering. De motie is nu ook ondertekend door de fracties van D66 en VVD. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik stel vast dat motie 77 is ingetrokken. De nieuwe motie krijgt nummer 107. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): De motie luidt als volgt. "Motie 107. Amsterdamsestraatweg vraagt lange adem. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 30 juni 2015 in Utrecht ter behandeling van de Voorjaarsnota 2015, CONSTATERENDE DAT:
Avondvergadering van 30 juni 2015
-
61
De financiering van de huidige 'Ontwikkelstrategie Amsterdamsestraatweg' eind 2015 afloopt (zie pagina 12-15 van het beleidsplan)
-
Er gezocht is naar Europese subsidiegelden voor een voortzetting van de Ontwikkelstrategie vanaf 2016.
-
Er voorlopig geen duidelijkheid is over de financiering van de Ontwikkelstrategie vanaf 2016 (2e fase).
OVERWEGENDE DAT:
-
De burgemeester meermaals heeft geconstateerd dat de aanpak van de Amsterdamsestraatweg om 'een lange adem' vraagt.
-
De Ontwikkelstrategie net op stoom begint te komen en de 2e fase hard nodig is voor verdere verbeteringen van het leef- woon en werkklimaat aan de Amsterdamsestraatweg.
-
In de vastgestelde Ontwikkelstrategie is aangegeven dat op basis van voorlopige indicatoren een bedrag van 1,7 miljoen euro nodig is.
ROEPT HET COLLEGE OP:
-
Voor de programmabegroting 2016 duidelijkheid te geven over de financiering van de 'Ontwikkelstrategie Amsterdamsestraatweg' voor de periode vanaf 2016 (2e fase)."
Motie 107 is ondertekend door mevrouw Haage, mevrouw Metaal, de heer Kleuver, mevrouw Rajkowski en mijzelf. Ik dien nog één motie in met als titel Transparante Overheid, juist bij stadsgesprekken. Ik houd deze motie aan. Ik denk dat de wethouder zich aan deze spelregel houdt, maar mochten wij een stadsgesprek tegenkomen waar deze spelregel niet wordt gehanteerd, dan dienen wij de motie meteen in. "Motie 108. Transparante overheid, juist bij stadsgesprekken. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 30 juni 2015 in Utrecht ter behandeling van de Voorjaarsnota 2015, CONSTATERENDE DAT:
-
Ruim 3.000 inwoners de afgelopen tijd hebben meegedacht en -gepraat over belangrijke onderwerpen tijdens de verschillende Stadsgesprekken,
-
Er voor veel van deze onderwerpen van tevoren financiële kaders zijn bepaald, Deze financiële kaders tijdens de afgelopen Stadsgesprekken niet altijd duidelijk zijn gecommuniceerd,
OVERWEGENDE DAT:
-
Het college zelf aangeeft dat 'verwachtingenmanagement, verwachtingenmanagement en verwachtingenmanagement de belangrijkste drie voorwaarden zijn die bepalen of deelnemers tevreden zijn over de uitkomsten van een Stadsgesprek',
-
Communicatie over financiële kaders, zeker in het geval van bezuinigingen, een belangrijk onderdeel vormt van verwachtingenmanagement,
DRAAGT HET COLLEGE OP:
-
Bij toekomstige stadsgesprekken niet alleen een helder beleidskader te schetsen, maar daarbij ook helder aan te geven zijn wat de financiële kaders zijn van het voorstel.
En gaat over tot de orde van de dag."
Avondvergadering van 30 juni 2015
62
De VOORZITTER: Dames en heren! Dit is de derde motie vandaag die in de vergadering een spectaculair kort leven leidt. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Wij vinden helaas dat de wethouder zich over de website van de gemeente te marginaal opstelt. 80% van de Utrechters beheerst niveau B1. 20% niet. Een website die gemakkelijker toegankelijk is, is noodzakelijk. Wij dienen daartoe de volgende motie in. "Motie 109. Website voor alle Utrechters. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 30 juni 2015 in Utrecht ter behandeling van de Voorjaarsnota 2015, CONSTATERENDE DAT:
-
De digitale dienstverlening van de gemeente in 2014 is toegenomen, maar de tevredenheid is afgenomen,
-
Ca. 30 procent van alle Utrechters op dit moment niet goed in staat is gebruik te maken van de meer complexere digitale dienstverlening van de gemeente,
OVERWEGENDE DAT:
-
Door de decentralisaties het belang van toegankelijkheid nóg verder is toegenomen, Het college heeft aangegeven een toegankelijke website van groot belang te vinden, maar een grote toegankelijkheidsslag nog achterwege blijft,
-
Er prachtige voorbeelden van toegankelijke dienstverlening zijn, in de vorm van een makkelijke versie van de website, met eenvoudige taal, filmpjes en pictogrammen, grote letters en gesproken teksten (bijvoorbeeld www.svb.nl, www.prago.nl),
DRAAGT HET COLLEGE OP:
-
In navolging van andere organisaties naast de reguliere website een 'makkelijke versie' van de gemeentelijke website te realiseren, met eenvoudige taal, filmpjes en pictogrammen, grote letters en gesproken teksten,
-
Op korte termijn over de voortgang hiervan te rapporteren aan de gemeenteraad,
En gaat over tot de orde van de dag." Motie 109 is ondertekend door mijzelf. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Ik wil het college danken voor de heldere en duidelijke beantwoording in de eerste termijn. Wij zijn blij met de toezegging van de wethouder dat zero-based begroten langzaamaan wordt uitgerold. Wij hebben begrip voor de fasering. Ik heb daarvoor een motie achter de hand, maar die lijkt mij niet nodig te zijn. Wij zullen het proces de komende jaren met belangstelling volgen. Motie 80 gaat over effectindicatoren. Ik heb het college goed gehoord. Wij zullen motie 80 intrekken. Die is qua intentie overgenomen. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 80 is ingetrokken. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Motie 81 gaat over het toekomstperspectief van het vastgoed. Wij stellen voor om motie 81 te handhaven en in stemming te brengen. Wij willen de wethouder bij zijn ambitie bijstaan. Het is goed als de raad zich uitspreekt over de stip op de horizon die wij nastreven.
Avondvergadering van 30 juni 2015
63
Ik ken genoeg partijen in de stad die over de verzelfstandiging eerst wat terughoudend waren en nu de beschikking krijgen over het eigen vastgoed, maar achteraf is dat erg prettig. Het feit dat men zelf het beheer heeft over een gebouw heeft zeer goede punten. Die stip op de horizon zetten wij graag voort. Op motie 82 hebben twee collegeleden gereageerd, wethouder Jansen en de burgemeester. Er is gediscussieerd over de vraag of motie 82 is overgenomen of niet. De VVD-fractie is in elk geval blij dat de krakers weggaan en dat met ingang van het nieuwe seizoen de velden weer kunnen worden gebruikt. Ik wil graag van het college de toezegging krijgen dat wij worden geïnformeerd over de schadeafhandeling. Wij hebben daarover in de eerste termijn een interruptiedebatje gevoerd. Graag kregen wij de toezegging dat wij achteraf te horen krijgen over hoe het precies bij RUC is gegaan. Dan overwegen wij nog even of wij de motie daadwerkelijk in stemming brengen. Motie 83 behelst het democratische gehalte of de verankering van regionale samenwerking. Ook daarover heb ik van het college mooie woorden gehoord. Omarmen, mooi doen. Wij gaan ermee aan de slag. Motie 83 is volledig overgenomen. Tegelijkertijd denk ik dat het goed is als de raad zich hierover uitspreekt, ook richting raadsleden in de regio. Ik zie de burgemeester knikken. Wij stellen voor om ook die motie in stemming te brengen. Er zijn twee toezeggingen gedaan waar ik blij mee ben. Er zal inzake cultuur ruimte zijn voor nieuwe toetreders. Wij hebben begrepen dat de wethouder daar werk van zal maken dat ook jongeren en creatievelingen een mooie bijdrage kunnen leveren aan het culturele klimaat in de stad. Ik heb iets gevraagd over het energieplan en de criteria. Ik begrijp dat de raad het energieplan snel zal krijgen. Het lijkt ons goed om daarover na de zomer verder te spreken. Ik dacht dat dit een unicum was, maar al het goede komt in drieën: ik zal een motie indienen en die meteen weer intrekken. Wij hebben over het Klantcontactcentrum een debatje gevoerd. Het college heeft een reactie gegeven. Wij willen niet worden vastgepind op de percentages van 70% vast en 30% flex. Het is een signaal van hoe de raad daarover lijkt te denken. "Motie 110. Verhouding vast-flex bij het KCC loslaten. De gemeenteraad van Utrecht in vergadering bijeen op 30 juni 2015 ter bespreking van het voorstel inzake de Voorjaarsnota 2015 en de Eerste Bestuursrapportage 2015, Constaterende dat:
-
in juni 2013 motie 42 'Maximaal 30% uitzendwerk bij het Klantcontactcentrum' is aangenomen; het Klantcontactcentrum op dit moment uit 55% vaste formatie en 45% uitzendkrachten bestaat;
-
de extra kosten van het vasthouden aan deze verhouding structureel €160.000,- zullen bedragen, doordat personele kosten voor vaste formatie (€ 42,- per uur) hoger zijn dan de inhuur van uitzendkrachten (€ 19,- per uur);
Overwegende dat:
-
bij het Klantcontactcentrum een balans tussen efficiëntie en kwaliteit voorop staat en een personele mix van vaste formatie en flexkrachten deze balans ten goede komt;
-
het vasthouden aan uit de lucht gegrepen percentages niet alleen ondoordacht, maar ook duur is;
Draagt het college op:
-
om het streven naar een vast en statisch percentage (70% vast en 30% flex) van een gemixt personeelsbestand bij het Klantcontactcentrum los te laten en bij het personeelsbeleid van het Klantcontactcentrum de balans tussen efficiëntie en kwaliteit voorop te laten staan;
En gaat over tot de orde van de dag."
Avondvergadering van 30 juni 2015
64
Motie 110 is ondertekend door mevrouw Scholten, mevrouw Metaal, de heer Bos en mijzelf. De VOORZITTER: Ik stel vast dat ook motie 110 meteen na indiening is aangehouden. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Ik dank de wethouder voor de beantwoording van de vragen over de middelen van de VRU die wellicht zullen vrijkomen. Wij zullen bij de integrale afweging, begin 2016, erop terugkomen. Wij vinden dat het geld inderdaad moet worden ingezet voor de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit en voor de gebiedsgerichte aanpak, bijvoorbeeld op de Amsterdamsestraatweg. Wordt vervolgd. Ik wil graag nog een reactie van het college horen op amendement 49. Wij hebben bekeken wat is begroot en wat is gerealiseerd. Het patroon viel te ontdekken dat het aantal uitgedeelde boetes voor verloren rijbewijzen ongelofelijk fluctueert. Het gaat ons te ver om op basis van één uitschieter het bedrag meteen vast te pinnen omdat de jaren ervoor laten zien dat men met € 100.000,-- als dekking rond kan komen. Ziet het college binnen de fluctuaties van het aantal rijbewijsboetes en het programma een oplossing om de dekking rond te krijgen? Ik handhaaf amendement 49. Ik kijk uit naar de reactie van het college. Wij zullen met stemverklaringen reageren op de andere amendementen en moties. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Volgens mij gaat de fietsenstalling bijna dicht. Ik ben eerlijk gezegd een beetje verbaasd en teleurgesteld dat een wethouder van GroenLinks het verder autovrij maken van het prachtige plein wil terugbrengen tot een voetnoot. Daarvan verwachtte ik echt meer. De raad heeft zich in 2010 daarover duidelijk uitgesproken. Er is een eerste stap gezet. Nu zijn er ontwikkelingen gaande om het Janskerkhof autovrij te maken. Dat lijkt mij een prachtig plan. Ik wil de parel van de binnenstad oppoetsen en weer laten schijnen. Daarom dien ik de volgende motie in. "Motie 111. Voortzetting plan Janskerkhof autovrij. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen in vergadering op 30 juni 2015 Constaterende dat:
-
In 2010 de motie Janskerkhof autovrij (2010 M14) van de ChristenUnie is aangenomen; Van het plan van aanpak herinrichting Janskerkhof alleen de eerste fase is uitgevoerd; Op dat moment geen alternatief voor de overige parkeerplaatsen op het Janskerkhof kon worden gevonden.
Overwegende dat:
-
De wethouder de toezegging heeft gedaan aan Stadsbelang om te onderzoeken of een brug bij Wolvenplein naar de Grifthoekgarage nu wel mogelijk is;
-
De brug al is opgenomen in het bestemmingsplan van de binnenstad; De restcapaciteit in de parkeergarage Grifthoek bij het realiseren van die brug voor ontwikkelingen in de binnenstad kan worden gebruikt.
Draagt het college op:
-
Fase 2 van het plan van aanpak herinrichting Janskerkhof uit te voeren om Janskerkhof helemaal autovrij te maken om zo op het Janskerkhof een ontmoetingsplaats te maken voor inwoners en bezoekers.
En gaat over tot de orde van de dag."
Avondvergadering van 30 juni 2015
65
Motie 111 is ondertekend door mevrouw Uringa, mevrouw Van Esch, de heer Post, de heer Bos en mijzelf. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Ik ben benieuwd of de Student & Starter-fractie inmiddels heeft bedacht waar het geld vandaan moet komen. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Ik denk dat een hele hoop te halen valt via de Grifthoekgarage. Die is sterk onderbenut. Het is waar dat het tarief daar nu iets lager ligt, maar ik neem aan als daar een brug kan worden gerealiseerd de aantrekkelijkheid van de garage dermate toeneemt dat het plein daarmee volledig kan worden gedekt. Mocht dat niet het geval zijn, dan hoop ik dat het college ruimte vindt, zeker omdat de raad hiertoe al eerder heeft opgeroepen, ook de GroenLinks-fractie. Toen was het plan ook ongedekt. De SP-fractie heeft een betoog gehouden over de taken van de buurtteams en dat wij die niet moeten uitbreiden. Ik kan mij daarin vinden. Mijn betoog over de buurtteams gaat niet over een verdere taakuitbreiding, maar over het beter bereiken van de doelgroep. Vorig jaar heb ik de wethouder al om een toezegging gevraagd. Daarmee lijkt te weinig te zijn gedaan. Daarom wil ik nu een concreter plan zien. Ik hoor bezwaren tegen het opleggen van het spreekuur. Ik wil graag dat de wethouder in gesprek gaat met de onderwijsinstellingen en een concreet handelingsplan maakt waaraan concrete actie wordt verbonden. Als dat niet bespreekbaar is, wil ik iets anders zien waarin ik mij kan vinden. Ik dien daartoe de volgende motie in. "Motie 112. Spreekuur buurtteam bij onderwijsinstellingen. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen in vergadering op 30 juni 2015 Constaterende dat:
-
Studenten een relatief lastig te bereiken doelgroep zijn voor de buurtteams;
-
Er een speciaal buurtteam bestaat voor het mbo en dit jeugdteam mbo in een behoefte voorziet
Zij gelijk aan elke andere inwoner van Utrecht soms ondersteuning nodig hebben; De buurtteams en hoger onderwijsinstellingen elkaar op dit moment niet goed weten te vinden; door leerlingen laagdrempelig op de onderwijsinstelling zelf bij de buurtteams terecht te laten kunnen.
Overwegende dat:
-
Studenten op de fysieke locaties van de hoger onderwijs instellingen efficiënt en gemakkelijk bereikt kunnen worden.
Draagt het college op:
-
De mogelijkheid te onderzoeken om het buurtteam op hoger onderwijsinstellingen een spreekuur te laten houden.
En gaat over tot de orde van de dag." Motie 112 is ondertekend door de heer Van Ooijen, mevrouw Baş en mijzelf. Mevrouw KOELMANS (SP): Voorzitter! Welke signalen zijn bij de Student & Starter-fractie bekend over het niet kunnen vinden van de buurtteams door de studenten? Buurtteams zijn in alle wijken. Studenten wonen in wijken.
Avondvergadering van 30 juni 2015
66
De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Studenten zijn een afwijkende doelgroep. Zij zijn allemaal net verhuisd. Zij hebben vaak net het ouderlijk huis verlaten. Zij wonen voor het eerst op zichzelf. Veel studenten hebben geen huisarts. Zij zijn net in een nieuwe omgeving gepoot. Het is belangrijk dat er zo laagdrempelig mogelijk toegang is tot de hulp die men nodig heeft, mocht men daaraan behoefte hebben. Wij krijgen signalen dat tussen de onderwijsinstellingen te weinig onderling contact is. Men heeft moeite om dingen te vinden. Daarom wil ik dat daaraan concrete actie wordt verbonden. De wethouder lijkt inzake de daken een beetje op onze lijn te zitten, maar toch willen wij hem scherper zien. Wij horen van andere fracties dat ze geen dubbel beleid wensen. Ook wij willen dat niet. Daarom stel ik voor om dit uit te werken in een nieuwe ruimtelijke strategie en om daar de integrale afwegingen te maken wat de opties zijn en wat met daken allemaal kan worden gedaan. Ik dien daarover deze motie in. "Motie 113. Een leefbare stad zoekt 't hoger op. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen in vergadering op 29 juni 2015 Constaterende dat
-
Utrecht van bovenaf voornamelijk grijs en kil is; De bevolkingsdichtheid van Utrecht steeds groter is en hierdoor de leefbaarheid onder druk komt te staan;
-
Er verschillende losse subsidies en regelingen bestaan voor Utrechtse daken; Voor de ambitie 'Klimaatneutrale stad in 2030' meer duurzaamheidsmaatregelen op de Utrechtse daken noodzakelijk zijn;
-
Utrecht geen visie op het gebruik van daken heeft;
Overwegende dat
-
Gezien de grote hoeveelheid van onbenutte daken in Utrecht een wereld te winnen is voor deze nu nog ongebruikte ruimte;
-
Een integrale visie op daken wat betreft duurzame energieopwekking, waterberging, woningisolatie, luchtkwaliteit, groenvoorzieningen én recreatie een positieve bijdrage levert aan verdere doorontwikkeling van een leefbare stad;
Draagt het college op om
-
Een onderzoek te doen naar de kansen en kanttekeningen van het gebruik van Utrechtse daken en dit uit te werken in de Nieuwe Ruimtelijke Strategie Utrecht;
-
Hierin te komen tot een integrale afweging wat betreft het gebruik van daken, in ieder geval op het gebied van duurzame energieopwekking, waterberging, woningisolatie, luchtkwaliteit, groenvoorziening én recreatie;
En gaat over tot de orde van de dag." Motie 113 is ondertekend door mevrouw Van Esch, mevrouw Uringa en mijzelf. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! De PvdD-fractie wil dat men vanavond nog op de fiets naar huis kan gaan. Wij zullen er snel doorheen gaan. Wij danken de wethouder voor de toezegging over motie 84. Wij kunnen die intrekken. Wij roepen iedereen op om in de periode voordat de UVO begint met het verduurzamen van het Stadhuis eraan te denken dat als men daar weggaat eerst het licht en de verwarming uit te doen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
67
Wij brengen motie 85 in stemming. Dat zal niemand verbazen. Wij roepen de D66-fractie op om hun eigen Eerste Kamerlid au sérieux te nemen en om motie 85 te bekijken. De wethouder zegt dat voor de motie uit 2011 projectontwikkelaars geen animo hebben getoond. Wij zijn vier jaar verder. Wij zijn benieuwd of de motie in een energieplan staat. Misschien kan de wethouder een tipje van de sluier oplichten. Wij denken dat de motie opnieuw kan worden bekeken. Wij vragen de wethouder om hierop te reageren. Ook inzake motie 87 vragen wij om een korte reactie van de wethouder. De wethouder geeft aan de motie sympathiek te vinden. Zij denkt echter dat wat motie 87 beoogt niet te realiseren is. Het dictum kent twee punten. Eén daarvan gaat over het streven om in 2020 in Utrecht het aantal verplaatsingen per fiets en OV te verhogen tot 40% fiets en 27% OV. Wij vragen tevens wat volgens de wethouder zelf in 2020 haalbaar is. Wij zijn daar erg benieuwd naar. De moties 88 en 89 zijn overgenomen door het college. Die kunnen worden ingetrokken. Ook motie 90 trekken wij in. Wij blijven graag op de hoogte van de initiatieven op het gebied van de stadslandbouw. De wethouder gaf aan dat mogelijkheden daartoe blijven bestaan. Er is een prachtige website over stadslandbouw. Wij zijn benieuwd of de wethouder kan reageren op de vraag of de website blijft bestaan en of ook de initiatieven kunnen blijven. Kunnen wij op de hoogte worden gehouden van de mogelijkheden die er zijn voor het nemen van initiatieven? Wij kunnen ook motie 91 intrekken. De wethouder heeft ons daarover voldoende toezeggingen gedaan. De doelstelling van het college om natuurvriendelijke oevers te realiseren, blijft bestaan. Wij zullen dit punt zeer goed in de gaten houden. Wij willen graag een terugkoppeling ontvangen van het overleg van de gemeente met het waterschap over natuurvriendelijke oevers. Wanneer wordt de 4 km natuurvriendelijke oever gerealiseerd die er eigenlijk al in 2014 had moeten zijn? Wij houden dat project in de gaten. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat de moties 84, 88, 89, 90 en 91 zijn ingetrokken. De voorzitter schorst daarop de vergadering. Na heropening van de vergadering verleent de voorzitter het woord aan de heer Gilissen. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Utrecht is de fietsstad van Nederland, wat zeg ik, van de wereld. Wij vinden het een beetje knullig dat wij op een dag als vandaag, die wij al maandenlang zien aankomen, om 24.00 uur naar beneden moeten om onze fietsen op te halen. Wij vinden het fijn dat dit vanavond de laatste keer is dat dit gebeurt en dat wij de volgende keer met de vergadering kunnen doorgaan. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Heeft de heer Gilissen daar dekking voor? Dat kost extra uren. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De GroenLinks-fractie wil graag rekening houden met de werktijden van de mensen die de fietsenstalling bemensen. Wij vinden het geen probleem. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Ik kan mij vinden in de opvatting van mevrouw De Boer.
Avondvergadering van 30 juni 2015
68
De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Oud wethouder Janssen heeft mij ooit verteld dat de sleutel van de wethouderskamer ook werkt voor de fietsenstalling. Ik kan de raad vanavond helpen. Ik ga in op de dekking van een aantal amendementen, maar wil nog even terugkomen op een overgenomen ingetrokken motie. Ook die is misschien een novum. Ik doel op motie 64 over het behoud van smeerolie voor stedelijke herontwikkeling. In het eerste punt daarvan staat een aantal financiële zaken. Ik wil mede namens wethouder Jansen en het college aangeven dat ook wij motie 64 hebben gelezen, maar dat wij nu voorstellen doen over de nieuwe ruimtelijke strategie. Wij erkennen de in motie 64 geschetste problematiek. Wij kunnen echter niet toezeggen dat wij daarvoor structureel, tot in lengte van jaren, een bepaald bedrag in stand houden. Dan zou motie 64 fors ongedekt zijn. Wethouder Jansen heeft vooral over het tweede punt van motie 64 wat aangegeven, namelijk dat wij in samenwerking met partners middelen zoeken. Wij hebben gisteren met betrekking tot de bibliotheek gezien hoe de provincie vanuit zo'n fonds kan meedenken om een binnenstedelijke herontwikkeling mogelijk te maken. De VOORZITTER: Dames en heren! Wij zullen het volgende novum beleven. Iemand zal reageren op een motie die weliswaar is ingediend en overgenomen, maar ook is ingetrokken. De wethouder heeft daarover iets gezegd, maar nu zal ook de heer Schipper dat doen. De heer SCHIPPER (SP): Ja, het wordt hoe langer hoe verwarrender. Ik wil van het college horen dat wij het fonds flink gevuld moeten houden. Die intentie heb ik wel degelijk bij het college gehoord. Dat het niet op een paar euro kan worden afgetikt, begrijp ik ook, maar met elke euro die wordt uitgegeven, verdienen wij meer terug. Ik geloof graag dat het college ermee aan de slag gaat. Dus hoef ik motie 64 niet in stemming te brengen. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Dat is in lijn met de beantwoording van wethouder Jansen in de eerste termijn. De burgemeester heeft iets gezegd over amendement 49. Ook ik ben daarmee een beetje aan het puzzelen. Ik begrijp het dilemma. De begroting 2014 gaf aan dat € 99.000,-- aan boetes is opgehaald. Het resultaat was iets hoger qua aantal uitgekeerde boetes en daarmee opgehaald geld. Wij zien dat het aantal boetes sterk fluctueert. Het totale bedrag is niet vast te pinnen, het is geen € 99.000,--, maar ook geen € 119.000,--. Ik denk dat het werkelijke bedrag daar ergens tussenin is. Ik ga ervan uit dat amendement 37 het haalt. Het inwoneraantal is daarin weggestreept. Als de stad groeit, wordt de noodzaak voorkómen dat wij dekking moeten vinden omdat de dekking in het voorstel van het college hoger zou zijn geweest. Ik kan over amendement 49 aangeven dat het bedrag niet scherp op de € 119.000,-- ligt, maar daar vlakbij. Wij zijn het met de burgermeester eens dat wij dat moeten oplossen. De heer Brussaard heeft motie 96 ingediend. Motie 96 is in tegenspraak met de financiële spelregels. Toekomstige meevallers worden ingezet voor mogelijke toekomstige tegenvallers. Afgesproken is dat daar een integraal afwegingsmoment is. Ook bij de eerste overweging heeft de Provincie Utrecht aangegeven in Leidsche Rijn te veel vierkante meters kantoren te zien staan. De heer Brussaard weet ook dat in de Provinciale Staten een thematische structuurvisie is vastgesteld. De gedeputeerden hebben besloten om opnieuw een onderzoek te doen. De heer Van Waveren heeft motie 98 ingediend. De heer Van Waveren wil een dekking vinden door te snijden in het programma Werk en Inkomen op het onderdeel re-integratie. De raad heeft echter de kadernota Participatie en Inkomen vastgesteld.
Avondvergadering van 30 juni 2015
69
Als motie 98 wordt aangenomen, moet deze kadernota worden aangepast. Het college wordt geacht zich aan de kaders te houden. Om die reden ontraad ik motie 98. Motie 111 is ingediend door de heer Menke. Ik heb in die motie gezocht naar de dekking. Misschien komt die nog. Wethouder EVERHARDT (wethouder): Voorzitter! De SP-fractie heeft een vraag gesteld over de collectieve ziektekostenverzekering. Dat wordt een onderdeel van het armoedebeleid en komt kort ná de zomer naar de raad. In de tweede termijn zijn onder andere ingediend de moties 94 en 106. Het is duidelijk dat motie 94 is uitgelokt. De raad moet daarover zelf oordelen. Motie 106 is een aanpassing van motie 76 die eerder is besproken. In motie 106 is sprake van de datum 1 januari 2016. In herken mij daarin. Wij leggen wel degelijk iets neer dat recht doet aan het fijnmazige netwerk. Wij willen graag onderzoeken hoe dat zal functioneren. Wij kunnen ons niet vinden in de constateringen en overwegingen van de motie die daarop betrekking hebben. Wij zullen het onderzoek echter doen. Dat zal vóór 1 januari 2016 klaar zijn. Met deze interpretatie kan ik motie 106 overnemen, maar als de indieners de motie liever in stemming brengen, moet ik die vanwege de overwegingen ontraden. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Wij zien motie 106 graag in stemming gebracht. De VOORZITTER: Akkoord. Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Motie 63 gaat over de versobering. De SPfractie zei iets "ongeveer" te hebben gehoord. De GroenLinks-fractie stelde vragen over de interpretatie. Ik kan motie 63 overnemen als ik die sober mag interpreteren. Dat betekent dat die gaat over projecten vanaf € 5 miljoen. Wij zullen geen aparte IPVE's maken, maar wél inzicht geven in de keuzes en de financiële consequenties. Amendement 47 is ingetrokken. Daarbij werd gezegd dat ik dat wel even zou regelen. Ik denk dat men in het verslag kan teruglezen dat ik dat zó niet heb gezegd. Ik heb gezegd kansen te zien, maar geen garantie. Bij het volgende MBP zullen wij laten zien hoe ver wij zijn gekomen. Amendement 48, over de handhaving van de scooters, is motie 100 geworden. Als ik motie 100 mag interpreteren zodat de uitspraak gaat over dezelfde behandeling als van fietsen, dan kan ik die overnemen. Gevraagd is of wij kunnen rapporteren over de duurzaamheidslening. Wij zullen dat vanzelfsprekend doen. Motie 103 gaat over het Utrecht Science Park. De uitspraak en de opdracht lijken mij ondersteuning van het beleid te zijn. Bij een MIRT-verkenning gebeurt dat. Motie 111 gaat over het autovrij maken van het Janskerkhof. Hier staat een realistische idealist. Ik wil alles mogelijk maken, maar dat moet wél kunnen. Ik heb de heer Menke gezegd dat er verschillende routes zijn, maar links- of rechtsom komt daar de vraag naar middelen bij kijken. Inclusief brug en een compensatie in de garage kost het opheffen van parkeerplekken op het Janskerhof € 30.000,-- per stuk. Motie 111 is niet voorzien van een dekking. Ik kan daarmee niet uit de voeten. De PvdD-fractie heeft iets gezegd over motie 86 over windenergie in polder Rijnenburg. Ik heb het gevoel dat het beeld niet correct is. Het is niet zo dat wij daarover alleen in 2011 naar aanleiding van de genoemde motie hebben gesproken. Wij zijn continu met de projectontwikkelaars in gesprek. Dat loopt ook nu door. Als daar welwillendheid is, zijn wij er als de kippen bij.
Avondvergadering van 30 juni 2015
70
Motie 87 gaat over de doelstellingen op het gebied van mobiliteit. In de onderhavige voorjaarsnota staan de doelstellingen zoals ze er staan. Ik zie geen aanleiding om die te veranderen. Ik kan mij voorstellen dat het goed is als wij in het kader van het volgende verkeersplan daarover opnieuw in gesprek gaan. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Ik heb gevraagd of de wethouder kan ingaan op het energieplan. Kan zij een tipje van de sluier oplichten? Wij hebben gehoord dat het plan er morgenochtend is. Mevrouw VAN HOOIJDONK (wethouder): Voorzitter! Zo lang kan mevrouw Van Esch haar geduld nog wel bewaren. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Ik zal ingaan op de dingen die nog aan de orde zijn gesteld. Dingen die ik al eerder heb ontraden, zal ik niet nogmaals ontraden, ook al zijn die in stand gebleven. De heer Schipper vraagt wat het concrete plan voor het ziekteverzuim is. De heer Bos heeft daarover een aangepaste motie ingediend, motie 104. Ik zeg toe dat ik de raad een brief stuur. Wij hebben bij sommige afdelingen een vraagstuk inzake ziekteverzuim. Ik heb de raad een brief gestuurd waarin een overzicht staat van waar het ziekteverzuim beperkt is. Men kan daarop echter ook zien waar het ziekteverzuim hoger is. Wij zitten er bovenop. De raad krijgt de brief in september. De heer Bos vraagt in motie 104 of wij een onderzoek willen doen. Ik zal in de brief aangeven wat wij er allemaal aan doen. Tegen de achtergrond van die opmerkingen kan ik motie 104 overnemen. Ik zal geen apart onderzoek doen. Ik laat zien wat wij er aan doen. De raad kan de brief betrekken bij de behandeling van de begroting. De heer Van Waveren heeft motie 96 over het kantoorprogramma ingediend. Wethouder Kreijkamp heeft aangegeven dat het tegen de financiële spelregels is om de activiteit te verminderen waar mogelijk financiële risico's zijn. Men heeft dat gezien in het Meerjaren Programma Stedelijke Ontwikkeling voor de wijken 9 en 10. Ik moet motie 96 ontraden. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik heb voordat ik motie 96 indiende in mijn bijdrage gezegd dat wij voorstellen om deze nieuwe spelregel te introduceren. Deze lijn van verdedigen slaagt volgens mij niet, los van het feit dat het college andere keuzes kan maken. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Het voorstel van de CDA-fractie is in elk geval tegen de vigerende financiële spelregels. Het college ontraadt het invoeren van een spelregel als deze. Wij maken bij de voorjaarsnota altijd een integrale afweging. Men heeft gezien waartoe die dit jaar heeft geleid: een duidelijke risicovermindering. De heer Bos heeft ter vervanging van motie 68 motie 105 ingediend over het opdoeken van Bureau 19. Hij heeft het vierde punt geschrapt. Ik kan motie 105 overnemen, want die is een ondersteuning van het beleid. De heer Van Ooijen heeft motie 109 ingediend. Ik heb al aangegeven dat wij in Utrecht één website voor alle Utrechters willen hebben. De punten die de heer van Ooijen noemt, nemen wij mee. De website is continu in verbouwing. Wat de heer Van Ooijen vraagt, is een aparte website. Die zal met extra kosten gepaard gaan, dus hoogstens suboptimaal zijn. In motie 109 wordt daarenboven geen dekking vermeld. Ik moet motie 109 ontraden.
Avondvergadering van 30 juni 2015
71
Mevrouw KOELMANS (SP): Voorzitter! Misschien is het mogelijk dat een onderzoek wordt gedaan of een verslag wordt gemaakt over de vraag hoeveel het kost om zo'n website te bouwen. Dan heeft de raad daarin inzicht. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! In de commissievergadering heb ik toegezegd om de raad over de website een brief te sturen. Dat zal ik in september a.s. doen. Daarin staat wat wij van plan zijn. Mocht men daarover andere gedachten hebben, dan horen wij dat wel. Ik zal nu geen onderzoek naar een aparte website doen. Wij willen één website voor alle Utrechters hebben. Wij passen die aan. Goede suggesties over simpele taal nemen wij uiteraard mee. De VVD-fractie heeft motie 110 ingediend. Die motie is aangehouden. Wij zullen die bij de behandeling van de begroting terugzien. Mevrouw Van Esch heeft over stadslandbouw gevraagd hoe de raad op de hoogte blijft van de mogelijkheden. Ik zeg toe dat ik daarvan een kort overzicht maak. Stel dat iemand iets wil doen. Waar kan hij dan terecht voor advies en andere zaken? Motie 91 is ingetrokken. Daarin werd gevraagd om een terugkoppeling van de gesprekken van de gemeente met de waterschappen. Ook die motie zeg ik toe. Ik kan er geen precieze termijn bij noemen. Ik zal er echter zeker over rapporteren. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! De heer Schipper heeft naar aanleiding van motie 67 van de Stadsbelang Utrecht-fractie over het aanschrijvingsbeleid gevraagd of aanschrijving steeds de bottomline is. Hij vroeg of ik bereid ben om dat instrument in extreme gevallen toe te passen. Het antwoord daarop is "ja". De heer Schipper vraagt ook of ik afspraken zal maken over het onderhoud door corporaties in het kader van de prestatieafspraken. Het antwoord is "ja". Men heeft de uitvraag gezien. De heer Gilissen heeft gevraagd of wij bereid zijn om de raad te berichten over het verhalen van schade op de krakers van de RUC-kantine. Wij zijn daartoe bereid. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Met deze toezegging kunnen wij motie 82 intrekken. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 82 is ingetrokken. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Mevrouw Metaal heeft motie 99 ingediend. Motie 99 bevat vier verzoeken aan het college: 1. extra inspanningen plegen om sporten en bewegen in de openbare ruimte aantrekkelijk en mogelijk te maken, het antwoord is "ja", wij doen dat al. 2. Deze in de verschillende programma's, zoals Openbare Ruimte, Bereikbaarheid en bij bouwplannen actief in te brengen. "Ja", ook dat gebeurt op dit moment al. 3. Binnen de huidige kaders werk te maken van het markeren van hardloop- en wandelroutes in de openbare ruimte, te denken valt aan bijvoorbeeld de Singellooproute. Als dat laatstgenoemde voorbeeld uit de motie wordt gehaald - die is het minst geschikt - dan valt te zeggen dat wij ook dat al doen, "ja" dus. 4. De raad voor het eind van 2015 te informeren op de wijze waarop dit wordt geborgd. "Ja", daartoe zijn wij bereid, per commissiebrief. Ik zie motie 99 als ondersteuning voor het beleid. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Ik heb een punt van orde. Ik heb zojuist mijn mailbox bekeken. Wethouder Jansen geeft aan dat een brief over het dierenwelzijn is gestuurd, maar die is niet in mijn mailbox terechtgekomen. Kan de wethouder dat nog even checken?
Avondvergadering van 30 juni 2015
72
De VOORZITTER: Zeker. Dit is geen punt van orde, maar de boodschap is toch begrepen. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Als motie 99 ondersteuning van het beleid is en dat betekent dat wethouder Jansen die overneemt met uitzondering van de Singellooproute, dan kunnen wij motie 99 intrekken. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 99 is ingetrokken. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Ik hoorde tijdens de schorsing dat "overnemen" een erg monistische manier van reageren is. Ik zei "ondersteuning van het beleid" omdat de CDA-fractie misschien niet houdt van "overnemen". De Student & Starter-fractie heeft motie 113 ingediend. Daarin worden allerlei suggesties gedaan ten behoeve van het gebruiken van de daken. Ik mis daarbij nog parkeren en sport. Die zijn in Utrecht al toegepast. Ook motie 113 zie ik als ondersteuning van het beleid. Ik kan die overnemen. Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Mevrouw Haage heeft amendement 50 ingediend. Dat gaat over het bundelingsproces. Ik ken het verschijnsel dat de e-mailbox volloopt met allerlei vragen van instellingen. Die e-mailberichten bereiken ook mij. Ik weet dat dit gevoelig ligt. Men is daarover aan het lobbyen. Ik wil u echter wijzen op het advies dat wij van de vrijwilligersraad kregen. Die adviseert ons juist om het tempo erin te houden en om de cliëntenorganisaties met elkaar te verbinden. Dat is precies wat ik wil doen. Ik ontraad amendement 50. De heer Van Ooijen heeft motie 79 ingediend. Deze motie wordt meteen na het indienen aangehouden. Eenzaamheid is een probleem waaraan wij goed aandacht moeten besteden. Dat doe ik vanuit mijn portefeuille Zorg ook. Het probleem ligt breed. Ook voor collega's die zich bezighouden met het sociale domein is het belangrijk om allerlei zaken te steunen waarmee de mensen worden geactiveerd. Ik wil dat ook zo doen. Ik kan de raad een overzicht geven van zaken waarmee wij de eenzaamheid bestrijden. Wij kunnen die gezamenlijk bekijken om te zien of dat is wat ons voor ogen staat. Als er gaten zijn, kan ik die aanvullen. Ik wil deze zaken in beeld brengen. Als de indieners dat willen en geen uitgebreid plan van aanpak verwachten, kan ik mij daarin vinden. De PvdA-fractie heeft motie 92 ingediend over het anti-discriminatieplan. Ooit heeft in de gemeente een specifiek plan bestaan dat was gericht op diversiteit. Dat plan is erop gericht geweest om dat onderdeel te laten worden van het beleid van de gemeente om daarvan een inclusief beleid te maken. Wij zijn dat nu aan het doen. De wethouders voelen zich op hun terrein verantwoordelijk om met diversiteit aan de slag te gaan. Ik wil niet terug naar de situatie dat wij een nieuw diversiteitsplan maken. Dat zou niet logisch zijn. Ik heb al gezegd dat de raad volgende week het plan "Utrecht zijn we samen" krijgt. Dat gaat echt over anti-discriminatiemaatregelen. Ik stel voor om motie 92 aan te houden tot het plan is verschenen. Mijn advies is om motie 92 nog niet in stemming te brengen, maar om aan de hand van het plan te bekijken of wij aan alle wensen van de raad voldoen. Motie 102 gaat over burgerinitiatieven. Het is goed voor de participatie om ook daarmee aan de slag te gaan. Ik adviseer hierover positief. Ik wil echter wél dat de motie in stemming wordt gebracht. Daarmee vraagt men het college om een verordening voor te bereiden. Wij zijn van plan om voor de Amsterdamsestraatweg een jaarplan te maken. Wij doen dat elk jaar. Wij hebben vorig jaar hetzelfde gedaan. Dat is toen niet in de commissievergadering ter discussie geweest. Als men mij vraagt om dat ten behoeve van de begroting 2016 te doen, dan vraagt men mij dat anderhalve maand eerder gereed te hebben dan aanvankelijk de bedoeling was.
Avondvergadering van 30 juni 2015
73
Ik was eigenlijk van plan dat de raad in november a.s. te presenteren. Ik zal mij daarvoor inzetten. Als het lukt, zullen wij dat doen. Dan kan ik motie 107 overnemen. De heer KLEUVER (D66): Voorzitter! Ik begrijp het niet. Er is geen financiering voor fase 2, maar nu hoor ik de wethouder zeggen met een uitwerking te komen. De vraag is of er nu wel of niet geld is voor fase 2. Daar hangt het vanaf. Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Misschien moet ik het duidelijker uitleggen. Er is nog geen geld voor fase 2, maar er is wél geld voor 2016 en 2017. Er blijkt geld over te zijn uit 2015. Dat zal niet volledig worden benut. Wij kunnen dat in 2016 gebruiken. Er is ook nog geld uit de krachtwijkenaanpak, zoals wethouder Jansen zojuist aangaf. Dat zal ook worden gebruikt voor de Amsterdamsestraatweg. Dat wordt gespreid over de jaren 2016 en 2017. Er zijn middelen om de ontwikkelstrategie door te zetten. Voor de 2e fase gaan wij op zoek. Ik zal in het plan voor 2016 aangeven hoe wij dat doen. De heer KLEUVER (D66): Voorzitter! Dat betekent volgens mij dat de fase te traag wordt uitgevoerd. Dat kan een keer gebeuren, maar dan is er geen geld voor fase 2, dus wordt fase 1 te traag uitgevoerd. Dan is wat mij betreft wat de wethouder zegt niet genoeg en moet de motie toch in stemming worden gebracht. De heer DE VRIES (wethouder): Voorzitter! Klopt het dat de wethouder zegt dat zij het plan ongeveer in november a.s. zal presenteren zodat wij nog ruim op tijd zijn voor de slotbehandeling van de begroting in het najaar? Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Ik zal het plan in november a.s. presenteren. Ik dacht dat de begrotingsbehandeling iets eerder zou zijn. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Dan is het niet op tijd klaar voor de behandeling van de begroting, want die is begin november. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Ik ben benieuwd naar de vorm van het plan. Is het een raadsvoorstel of is het alleen een commissiebrief en een voornemen? Dan wil ik het graag eerst in de commissievergadering behandeld zien voordat erover wordt besloten. Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Ik krijg het plan in de vorm van een brief. Die heeft de raad de vorige keer ook gekregen. Dat is voor 2015 niet door de commissie geagendeerd. Er stond iets in over de financiering en de benutting ervan. Motie 112 gaat over een spreekuur bij instellingen voor hoger onderwijs. Ik heb al eerder gezegd dat ik geen doelgroepenbeleid wil zien. De buurtteams zijn breed inzetbaar. Ik zal wél met het hoger onderwijs in contact treden om te bespreken hoe studenten de buurtteams kunnen vinden. Ik zal echter geen spreekuur voor studenten organiseren. Ik ontraad motie 112. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Ik heb een punt van orde, heel praktisch. Ik heb de moties 112 en 113 niet gekregen. De VOORZITTER: Zijn die niet per e-mail ingekomen?
Avondvergadering van 30 juni 2015
74
U krijgt deze moties dadelijk. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Ik wil even terugkomen op motie 79. Deze motie gaat over wat allemaal wordt gedaan om eenzaamheid tegen te gaan. Wij hebben nog niet gehoord wanneer wij daarover van de wethouder iets kunnen verwachten. Kunnen wij de informatie krijgen vóór de commissiebehandelingen ten behoeve van de programmabegroting? Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Dat moet lukken. Mevrouw BAŞ (D66): Voorzitter! Misschien heb ik zitten slapen, dat zou op dit tijdstip best kunnen, maar ik vraag mij af of wij een reactie op motie 101 hebben gekregen. Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Wij kunnen motie 101 gewoon overnemen. Ik was er misschien dermate enthousiast over dat ik die over het hoofd heb gezien. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Ik ben benieuwd of de wethouder van plan is om het buurtteam Jeugd voor de MBO te schrappen. Ziet de wethouder dat ook als doelgroepenbeleid? Men richt zich niet specifiek op een doelgroep, maar men benadert de doelgroep als men op die plek gaat zitten. Men hoeft de inhoud niet te wijzigen, maar alleen de benaderingswijze. Ik ben heel benieuwd hoe de wethouder daarover denkt. Mevrouw JONGERIUS (wethouder): Voorzitter! Wat betreft het buurtteam Jeugd hebben wij een andere aanpak. Het buurtteam Jeugd maakt deel uit van de portefeuille van wethouder Everhardt. Ik zie voor volwassenen toch een andere aanpak dan voor de jeugd. Ik denk niet dat wethouder Everhardt van plan is om het buurtteam Jeugd op te heffen. De heer VAN ZANEN (burgemeester): Voorzitter! Ik blijf hier zitten. De heer Rollingswier kan op zijn plaats blijven. Ik zal alleen iets zeggen over motie 93, de juridische aanpak discriminatie. Ik stel voor om die motie van harte over te nemen. Ik heb er ook in de commissievergadering iets over gezegd. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik trek motie 93 in. De heer VAN ZANEN (burgemeester): Voorzitter! Ik heb met het oog op de driehoek liever dat motie 93 in stemming wordt gebracht. Mevrouw HAAGE (PvdA): Dan verzoek ik om motie 93 in stemming te brengen. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik zal de woorden uitspreken waarop u sinds vanmiddag 13.00 uur hebt zitten wachten. Ik stel voor om te beginnen met de besluitvorming. Wij beginnen met de Jaarstukken 2014. Wij vervolgen met alles dat samenvalt met de Voorjaarsnota 2015: eerst de amendementen, dan de jaarstukken en ten slotte de moties. Er zijn moties en amendementen op de voorstellen inzake het Meerjarenperspectief Utrechts Vastgoed 2015 en het Meerjarenperspectief Bereikbaarheid 2015. Ik zal dat allemaal uitleggen. Aan de orde is de stemming over het voorstel inzake de Jaarstukken 2014 (Jaargang 2015, nr. 75).
Avondvergadering van 30 juni 2015
75
De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Wij zijn niet blij met de keuzes die het afgelopen jaar zijn gemaakt. De Jaarstukken zijn echter daarvan een goede feitelijke weergave. De accountant heeft hetzelfde geconstateerd. Wij kunnen ermee instemmen. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Wij sluiten ons aan bij de stemverklaring van de CDAfractie. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Er wordt over de jaarstukken gezegd dat die een getrouwe weergave zijn. Wij hebben op- en aanmerkingen met betrekking tot het doorschuiven, maar ja. Het is wat het is. Wij kunnen ermee instemmen. Het voorstel wordt daarop bij handopsteken met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over het gewijzigde amendement 37 (Bijdrage regionale samenwerking). Het gewijzigde amendement 37 wordt bij handopsteken met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over amendement 38 (Toevoegen indicator werkloosheidspercentage nietwesterse Utrechters). De heer ROLLINGSWIER (D66): Voorzitter! De D66-fractie zal tegen amendement 38 stemmen. Dat betekent niet dat wij niet vinden dat werkloosheid onder allochtonen een enorm probleem is. Wij lopen daar niet voor weg. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Hetzelfde geldt voor ons. Wij denken dat dit niet de beste manier is om iets aan discriminatie te doen. Wij hebben ook problemen met de vraag hoe dat inzichtelijk kan worden gemaakt gezien de registratie die niet altijd hier wordt opgedaan. Mevrouw TIELEN (VVD): Voorzitter! De VVD-fractie kan zich aansluiten bij de stemverklaringen van de fracties van D66 en GroenLinks. Ze zal tegenstemmen. Mevrouw KOELMANS (SP): Voorzitter! Idem. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Ik kan veel verzinnen over hoe wij effectindicatoren inrichten. Ik vind het onzin. Wij doen dat niet. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Ik kan mij bij de voorgaande sprekers aansluiten. Hierna wordt amendement 38 bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de PvdA-fractie ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, ChristenUnie, Student & Starter, PvdD, CDA, D66, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over amendement 39 (Externe inhuur is geen honingpot).
Avondvergadering van 30 juni 2015
76
Amendement 39 wordt bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van PvdA en PvdD ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, ChristenUnie, Student & Starter, CDA, D66, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over amendement 40 (toevoegen indicator werkloosheidspercentage). De VOORZITTER: Dames en heren! Is amendement 40 overgenomen? Mevrouw HAAGE (PvdA): Ja, maar dat moet nog in stemming worden gebracht. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Wij plaatsen hierbij de nodige kanttekeningen. Wij hebben dat in de commissievergadering duidelijk gemaakt. Het is een ambitie van het college. Wij vinden dat wij dat moeten kunnen controleren. Daarom zullen wij ermee instemmen. Amendement 40 wordt daarop bij handopsteken met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over amendement 43 (Hou de speeltuinen open!). Mevrouw PODT (D66): Voorzitter! Wij zijn blij met de toezegging van de wethouder over de monitoring die in de plannen wordt opgenomen. Wij moeten niet vooruitlopen op de mogelijke problemen. Wij stemmen niet in met amendement 43, maar blijven de monitoring kritisch volgen. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Wij kunnen ons aansluiten bij de stemverklaring van de D66-fractie. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Ik heb wel vaker de indruk dat de bezuinigingen die in het coalitieakkoord worden afgesproken in de praktijk toch iets anders uitpakken. Daarom stemmen wij in met amendement 43. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Wij kunnen met het eerste punt van het amendement instemmen, maar wij begrijpen niet waarom die uit de verlaging van de externe inhuur komt. Als men een andere dekking had voorgesteld, dan hadden wij er wellicht mee ingestemd. Amendement 43 wordt hierna bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van ChristenUnie, PvdA en PvdD ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Student & Starter, CDA, D66, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over Amendement 49 (Schaf rijbewijsboete af). Mevrouw RAJKOWSKI (VVD): Voorzitter! De VVD-fractie is hiermee al jaren bezig. Wij vinden de boete onrechtvaardig. Wij zijn blij dat die wordt afgeschaft. Amendement 49 wordt hierna bij handopsteken met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over Amendement 50 (Laat bundeling inspraak niet belemmeren).
Avondvergadering van 30 juni 2015
77
Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Wij vinden wél dat de wethouder in gesprek moet gaan. Volgens ons doet zij dat al. Wij zouden graag zien dat als er specifieke problemen zijn de wethouder naar de raad terugkomt. Dit generiek doorschuiven voor alle cliëntenondersteuning gaat ons te ver. Wij zullen tegenstemmen. Mevrouw KOELMANS (SP): Voorzitter! Daarbij kan de SP-fractie zich aansluiten. Mevrouw SCHOLTEN (D66): Voorzitter! Ook de D66-fractie kan zich daarbij aansluiten. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! De voorgaande drie sprekers hebben kennelijk het amendement niet gelezen. Er wordt niets doorgeschoven. Wij geven alleen meer ruimte. De PvdA-fractie stemt vóór amendement 50 om iets meer ruimte te geven. Kijk naar je mailbox, zou ik zeggen. Mevrouw TIELEN (VVD): Voorzitter! De VVD-fractie vindt dat de ontwikkelingen op dit moment goed zijn. Als wij altijd onze mailbox als belangrijkste argument moeten gebruiken, dan zou het er in deze stad heel raar uitzien. Wij zullen tegenstemmen. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Het is een principiële nood om de eigen tegenkracht te organiseren. Dat lijkt nu heel erg in het gedrang te komen. Daarom stemmen wij vóór dit amendement. Hierna wordt amendement 50 bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van ChristenUnie, CDA, PvdA en PvdD ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Student & Starter, D66, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over de Voorjaarsnota 2015, incl. eerste bestuursrapportage (Jaargang 2015, nr. 80). De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Er is genoeg gezegd. Dit zijn niet onze keuzes. Wij hadden graag een aantal punten willen bijstellen. Wij hopen dat het college bij de begroting nog stappen zet. Zo niet, zullen wij daarover met eigen voorstellen komen. Wij stemmen tegen. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ook voor de PvdA-fractie geldt dat ze graag op een aantal punten een socialer gezicht had willen zien. Wij stemmen tegen deze voorjaarsnota. Wie weet komt er in de tijd tot aan de behandeling van de begroting licht. Dan zien wij graag de nieuwe voorstellen tegemoet. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! De PvdD-fractie kan zich aansluiten bij de zojuist gegeven stemverklaringen. Wij hadden graag een ambitieuzere voorjaarsnota willen zien. Wij stemmen daarom tegen. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! In de commissievergaderingen hebben wij duidelijk gemaakt dat wij graag extra accenten hadden willen zien en minder waar dat volgens ons niet nodig was. Dat is meer dan voldoende aanleiding om tegen de voorjaarsnota te stemmen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
78
Hierna wordt de Voorjaarsnota 2015 bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van GroenLinks, Student & Starter, VVD, SP en D66 ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van PvdA, CDA, PvdD, Stadsbelang Utrecht en ChristenUnie ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 62 (Anoniem solliciteren bij de gemeente Utrecht). Motie 62 wordt bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdD, PvdA, CDA, GroenLinks, D66, SP en VVD ervoor hebben gestemd en de leden van de Stadsbelang Utrecht-fractie ertegen De VOORZITTER: Dames en heren! De stemming over motie 63 komt bij de stemming over het voorstel voor het Meerjarenperspectief Bereikbaarheid 2015 aan de orde. Aan de orde is de stemming over motie 66 (Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen). De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Het laatste punt van motie 66: "dit voorafgaand aan de behandeling programmabegroting 2016 aan de raad te presenteren" wijzigen wij in: zo snel mogelijk aan de raad presenteren. Dat heeft de wethouder aangegeven. Wij trekken motie 66 in. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 66 is ingetrokken. Aan de orde is de stemming over motie 67 (Corporaties aanschrijven bij slecht onderhouden panden). De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Onze realiteit is een volledig andere dan die van het college. Het is logisch dat de klachten niet bekend zijn. Artikel 26 lid 1 geeft aan dat de gemeente handhavend moet optreden, maar dat gebeurt niet. Bouwen en wonen stuurt mensen met klachten weg. Dan komen de klachten ook niet bij de corporaties terecht. Wij brengen motie 67 gewoon in stemming. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! De PvdA-fractie zal tegen motie 67 stemmen. Wij achten de beantwoording van de wethouder voldoende. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Ik sluit mij aan bij de heer Işik. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Wij zullen tegen deze motie stemmen, vooral vanwege het tweede punt van het dictum. Wij zijn het daarmee gewoon niet eens. Wat betreft het eerste punt sluit ik mij aan bij de woorden van de SP-fractie in de tweede termijn. Hierna wordt motie 67 bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van PvdD en Stadsbelang Utrecht ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdA, CDA, GroenLinks, D66, SP en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 69 (Optimaliseren of Grexit). De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Motie 69 is overgenomen. Dat heb ik goed gehoord. Als dat niet zo is, dan wil ik dat graag nu horen. Als de motie is overgenomen, trek ik die in.
Avondvergadering van 30 juni 2015
79
De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Ik heb daarbij het nodige aangegeven. De VOORZITTER: Dat geldt voor meer moties. De heer GELDOF (wethouder): In de motie staat iets over de programmabegroting. Ik heb daar "Voorjaarsnota" bij gezet. De VOORZITTER: Dat is de fairness. Het wordt overnemen, maar altijd in een context. Als de context de wethouder niet bevalt, dan kan hij het alsnog allemaal doen. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! De context bevalt mij. De VOORZITTER: Dames en heren! Dan constateer ik dat motie 69 is ingetrokken. Aan de orde is de stemming over motie 71 (Laat onze kinderen geen cultuurbarbaren worden). De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! De verklaring van de wethouder geeft ons het vertrouwen dat het UCK behouden blijft voor Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern. Op grond van dat gegeven trek ik motie 71 in. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 71 is ingetrokken. Aan de orde is de stemming over motie 72 (Schuldenreductie mogelijk maken). De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Motie 72 wordt ontraden, maar het antwoord was duidelijk. Wij trekken motie 72 in. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 72 is ingetrokken. Aan de orde is motie 73 (Goede start voor Utrechtse experiment met bijstand als basisinkomen). Mevrouw KOELMANS (SP): Voorzitter! Met de aantekening dat dit een experiment zonder voorwaarden met de bijstand is en geen experiment met een basisinkomen, zijn wij voor de motie. De heer POST (PvdA): Voorzitter! De PvdA-fractie is zelf volop in discussie over dit belangwekkende onderwerp. Dat hoort zo in onze debatpartij. Wij vinden dit experiment en de omlijsting ervan door motie 73 prima. Wij zullen motie 73 steunen. Mevrouw TIELEN (VVD): Voorzitter! De VVD-fractie is blij dat er woorden in staan als "bijstand als basisinkomen" en "activering", maar wij zullen toch tegen deze motie stemmen. Wij wachten de schriftelijke vragen en het raadsvoorstel af. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Een experiment om mensen een tijd lang een inkomen te geven zonder daaraan eisen te stellen … volgens mij loopt dat experiment en dat is de gemeenteraad.
Avondvergadering van 30 juni 2015
80
Wij krijgen vier jaar lang een vergoeding zonder dat daaraan eisen worden gesteld. Een extra experiment lijkt ons wat overdreven. Wij stemmen er niet mee in. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Wij vinden de politieke weg van deze motie tamelijk dramatisch. Voor dit soort voorgekookte plannetjes dat daarna via een motie wordt ingediend, heb ik weinig goede woorden over. Wij stemmen tegen deze motie. Hierna wordt motie 73 bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van PvdA, PvdD, Student & Starter, GroenLinks, D66 en SP ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van ChristenUnie, VVD, CDA en Stadsbelang Utrecht ertegen. De VOORZITTER: Dames en heren! De stemming over motie 74 komt bij de stemming over het voorstel voor het Meerjarenperspectief Utrechts Vastgoed 2015 aan de orde. Aan de orde is de stemming over motie 75 (Onderzoek uitbreiding milieuzone naar brommers en scooters). Motie 75 wordt bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van GroenLinks, PvdD, Student & Starter, ChristenUnie en D66 ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van CDA, PvdA, SP, VVD, Stadsbelang Utrecht ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 78 ('Geen vuiltje aan de lucht begint met WHO-advieswaarde'). De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Wij hebben niet veel op met torenhoge ambities waarmee men vooraf al weet die niet te kunnen waarmaken. Wij hebben liever gewoon faire ambities en dat men laat zien hoe men die realiseert. Men moet helder zijn. Motie 78 lijkt ons juist een vuiltje aan de lucht te zijn. De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! Wij sluiten ons aan bij de stemverklaring van de CDA-fractie. Hierna wordt motie 78 bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van PvdA, Student & Starter, PvdD, ChristenUnie, GroenLinks, SP, Stadsbelang Utrecht en D66 ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van CDA en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 79 (Stadsbrede inzet eenzaamheid). De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Ik heb de toezegging van de wethouder genoteerd dat zij in beeld breng wat op dit moment tegen eenzaamheid gebeurt. Toch handhaaf ik motie 79. Wij willen meer dan alleen in beeld brengen. Wij willen actie in de tent. Het lijkt mij erg noodzakelijk om hiermee aan de slag te gaan. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Ook wij hebben de toezegging gehoord. Wij hebben de wethouder horen zeggen dat als er blinde vlekken zijn, zij samen met de raad bekijkt wat wij daaraan moeten doen. Voor ons is deze toezegging voldoende. Wij halen onze handtekening onder de motie vandaan. Wij zullen tegenstemmen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
81
Mevrouw BAŞ (D66): Voorzitter! Wij hebben onder motie 79 geen handtekening gezet, maar wij vinden die wél sympathiek. Echter, de wethouder en haar toezeggingen gehoord hebbende en de mededeling dat er aanvullende subsidie is, maakt dat de D66-fractie zal tegenstemmen. Mevrouw DIBI (PvdA): Voorzitter! Eenzaamheid is in deze maatschappij een enorm probleem. Het is goed dat de ChristenUnie-fractie daarvoor aandacht vraagt. Wij zullen de motie steunen. Mevrouw TIELEN (VVD): Voorzitter! Van een plan van aanpak worden mensen niet minder eenzaam. Volgens mij heeft de wethouder heel duidelijk gezegd in kaart te brengen waarmee de gemeente al bezig is. Wij zullen tegen de motie stemmen. Mevrouw KOELMANS (SP): Voorzitter! Dat vindt de SP-fractie iets te mager. Wij willen toch voorstemmen. Hierna wordt motie 79 bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van ChristenUnie, PvdD, PvdA, CDA en SP ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, D66, VVD, Stadsbelang Utrecht en Student & Starter ertegen. De VOORZITTER: Dames en heren! De stemming over motie 81 komt bij de stemming over het voorstel voor het Meerjarenperspectief Utrechts Vastgoed 2015 aan de orde. Aan de orde is motie 83 (Democratische verankering nieuwe vormen van regionale samenwerking). Motie 83 wordt bij handopsteken met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is motie 85 (Dieetwens vlees en vis). De heer SIENOT (D66): Voorzitter! Dit voorstel gaat over het zetten van een nieuwe standaard. Wat ons betreft, is de nieuwe standaard vega én vlees of vis. Hoewel wij deze omdenker van de PvdD-fractie creatief vinden en de aanleiding zeker goed begrijpen, zullen wij daarom niet met dit voorstel instemmen. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Wij vinden dit meer een voorstel voor het presidium dan voor de raad. Daarom zullen wij tegenstemmen. Hierna wordt motie 85 bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van PvdA, GroenLinks, PvdD en ChristenUnie ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van CDA, D66, SP, Stadsbelang Utrecht, Student & Starter en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 86 (start met wind- en zonne-energie in polder Rijnenburg). Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Wij hebben de wethouder goed gehoord. Het lijkt ons wel zo netjes om te wachten op het energieplan alvorens deze motie aan te nemen, dus zullen wij tegenstemmen. De heer EGGERMONT (SP): Voorzitter! Als mede-indiener van motie 18 uit 2011 kan ik mij aansluiten bij de stemverklaring van de GroenLinks-fractie.
Avondvergadering van 30 juni 2015
82
De heer SIENOT (D66): Voorzitter! Ik sluit mij aan bij de stemverklaring van de SP-fractie. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Als indiener van motie 18 uit 2011 voel ik mij sowieso al een beetje vereerd dat die vanavond wordt aangehaald, weliswaar met de droevige reden dat nog steeds stappen moeten worden gezet. Wij hebben het gevoel dat de ambitie van het toenmalige, het vorige en het huidige college om daarvan werk te maken ontbrak en ontbreekt. Daarom steunen wij de motie. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! Wij moeten niet alleen rekening houden met vleermuizen, maar ook met de omwonenden van het gebied. Wij zullen met de motie instemmen. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! De PvdD-fractie zal uiteraard met de motie instemmen. Wij vinden de beantwoording van de wethouder niet voldoende om de motie te kunnen intrekken. Wij vinden het erg jammer dat wij vanavond moeten praten over dit feit terwijl later nog een energieplan moet worden gepresenteerd. Dat hadden wij liever eerder gezien. Dan was deze motie misschien niet nodig geweest. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Het is de hoogste tijd om op dit punt tempo te maken. Wij hadden graag gewacht op het energieplan zoals de wethouder heeft aangegeven, maar dat is hem waarschijnlijk eerder gegund dan de gemeenteraad. Hierna wordt motie 86 bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van PvdD, ChristenUnie, CDA, Student & Starter, Stadsbelang Utrecht en PvdA ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, D66, SP en VVD ertegen. Aan de orde is motie 87 (Verlaging doelstelling 40% verkeersbewegingen auto). De heer POST (PvdA): Voorzitter! Mijn fractie zal tegen deze motie stemmen. Wij vinden het heel goed om ambitieus te zijn. Dat zijn wij ook in het geval van het ontmoedigen van autoverkeer. Wij vinden dat een indicator nog enigszins een relatie moet hebben met haalbaarheid en werkelijkheid. Dat heeft deze volgens ons onvoldoende. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Ook de GroenLinks-fractie is idealistisch, maar ook realistisch. Wij zullen tegen de motie stemmen. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Het zou mooi zijn als het realisme had toegeslagen voordat wij zojuist over de Wao-motie stemden. Mijn stemverklaring voor die motie blijft staan. Ik sluit mij aan bij de collega's die vinden dat het realistisch moet gebeuren. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! De ChristenUnie-fractie sluit zich aan bij de stemverklaring van de fracties van PvdA en GroenLinks. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Ik pleit altijd voor duurzaamheid op het gebied van duurzame doelstellingen. Ik kan mij helemaal vinden in de gedachte achter deze motie, maar ik moet tegenstemmen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
83
Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Het is altijd interessant om te horen dat mensen roepen om in 2020 realistisch te zijn. Het college heeft verscheidene doelstellingen voor 2020 die nog verre van gerealiseerd zijn. Wat ons betreft, brengen wij de motie in stemming. Wij staan nog steeds achter deze motie. Wij hadden graag gezien dat de wethouder kon aangeven wat zij realistisch vindt. Dat heeft zij niet gedaan. Hierna wordt motie 87 bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat het lid van de PvdD-fractie ervoor heeft gestemd en de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, GroenLinks, CDA, PvdA, D66, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 92 (Maak werk van diversiteitsbeleid en discriminatiebeleid). Mevrouw PODT (D66): Voorzitter! Ook de D66-fractie vindt het bestrijden van discriminatie belangrijk. Het is goed dat wij daarover vanavond hebben gesproken. Wij hebben ook andere steden bekeken die zo'n beleid hebben. Wij hebben daar niets gezien dat wij niet al doen. Wij zien veel mogelijkheden om te concretiseren. Dat zien wij in het plan van aanpak graag tegemoet. Wij stemmen tegen. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De GroenLinks-fractie vindt het jammer dat motie 92 niet een week is aangehouden. De wethouder heeft gezegd dat dan een plan wordt gepresenteerd waarin een aantal concrete maatregelen inzake discriminatie staan. Wij zien verder liever dat het bestrijden van discriminatie in de programma's zelf aanwezig is. Wij zullen tegen de motie stemmen. Mevrouw TIELEN (VVD): Voorzitter! De VVD-fractie sluit zich volmondig aan bij de stemverklaring van de GroenLinks-fractie. Mevrouw DIBI (PvdA): Voorzitter! Het radicaliseringsplan is geen antidiscriminatieplan. Andere steden hebben wel degelijk een lokaal antidiscriminatiebeleid. Het is erg jammer en voor het college een gemiste kans dat de coalitie niet meestemt. Wij stemmen voor. Het is onze eigen motie. Hierna wordt motie 92 bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van PvdA en PvdD ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, GroenLinks, CDA, D66, Stadsbelang Utrecht, SP en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 93 (Juridische aanpak discriminatie). Motie 93 wordt bij handopsteken met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over motie 94 (Schrappen uitwerken versoberingen bijstand). Mevrouw TIELEN (VVD): Voorzitter! De VVD-fractie vindt het jammer dat de ruimte die het college vraagt nu al af te sluiten. Een tip is om hiermee wat te experimenteren. De VVD-fractie zal tegen de motie stemmen. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Tielen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
84
Hierna wordt motie 94 bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdD, PvdA, GroenLinks, D66, SP en Stadsbelang Utrecht ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van VVD en CDA ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 96 (Verminder actief de risico's van kantorenprogramma Leidsche Rijn). De heer ROODENBURG (D66): Voorzitter! Toezeggingen in de commissievergadering en toezeggingen in de raad. Hartstikke mooi. Nieuwe ruimtelijke strategie. Scenario's, kantoren, wonen. Niet via een motie nieuwe spelregels introduceren. Wij zullen dus tegenstemmen. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Het is vooral de provincie die een slag moet maken. Dat heeft ook de wethouder gezegd. Verder is het tegen de financiële spelregels. Wij stemmen tegen. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Ik kan mij aansluiten bij de opmerkingen van de collega's van D66 en SP. De VVD-fractie zal tegen de motie stemmen. Mevrouw BOUAZANI (PvdA): Voorzitter! Wij hebben de wethouder duidelijk horen aangeven dat hij nog terugkomt op het terugbrengen van de kantoorruimte. Dat is waar de PvdA-fractie voor staat. Het is ons nog onduidelijk hoe toekomstige meevallers en de grondexploitatie Leidsche Rijn daarvoor in te zetten. Daarom zullen wij tegen de motie stemmen. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! De PvdD-fractie vindt het een goed idee om het kantoorprogramma Leidsche Rijn goed onder de loep te nemen en om eventueel kantoorruimte te verminderen. Wij zien alleen niet in dat die ruimte meteen voor woningbouw moet worden gebruikt. Daarom stemmen wij tegen. Hierna wordt motie 96 bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties CDA, ChristenUnie en Stadsbelang Utrecht ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van Student & Starter, PvdD, PvdA, GroenLinks, D66, SP en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 98 (Verbeter Taal- en computervaardigheden). Mevrouw BAŞ (D66): Voorzitter! Hoewel wij het eens kunnen zijn met de CDA-fractie over de overweging en sommige constateringen, heeft het college over deze motie gezegd dat de dekking niet kan. Daarbij komt het feit dat de wethouder goed heeft aangegeven dat binnen de verschillende programmaonderdelen op dit gebied activiteiten worden uitgevoerd. De motie van de D66-fractie en andere fracties die straks aan de orde komt, stelt juist dat aan de orde. Dit is meteen een stemverklaring voor die motie. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Wij hebben grote problemen met de dekking. Wij willen juist dat het geld voor re-integratie van het programma Werk en Inkomen feitelijk daarop wordt ingezet om bijstandsgerechtigden te stimuleren. Daarom zullen wij tegenstemmen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
85
Mevrouw DIBI (PvdA): Voorzitter! Wij vinden deze motie van de CDA-fractie inhoudelijk erg goed. Wij staan daar achter. De dekking vinden wij absoluut niet wenselijk. Die gaat ten koste van de reintegratiegelden. Dat willen wij niet. Wij stemmen tegen. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Gemakshalve kan ik mij aansluiten bij de stemverklaring van mevrouw Dibi. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Wat is er toch aan de hand met de dekkingsvoorstellen van de CDA-fractie de afgelopen tijd? Wij stemmen tegen. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Volgens mij kan men dit prima dekken. Het is alleen de vraag of men dat moet willen. Het is volgens ons niet goed om de ene kwetsbare groep in te ruilen voor de andere. Daarom stemmen wij tegen. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik ben blij dat in ieder geval de wethouder duidelijk heeft geduid dat het een politieke keuze is. Wij leggen die graag voor. De vraag hoe daarmee om te gaan, is aan de raad. Hierna wordt motie 98 bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de CDA-fractie ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdD, PvdA, GroenLinks, D66, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 100 (Handhaving hinderlijk en gevaarlijk gestalde scooters). De heer FOKKE (D66): Voorzitter! Motie 100. Wat een mooi rond getal. Wij zouden die daarom bijna in stemming brengen, alleen, de motie is door het college overgenomen, zodat het niet nodig is. Wij trekken de motie in. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 100 is ingetrokken. Aan de orde is de stemming over motie 101 (inclusief beleid taal- en digitale vaardigheden). De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Het is jammer dat onze motie het niet heeft gehaald. Dan maar de lange weg van nog een keer puzzelen, uitzoeken en later constateren dat het misschien verstandig was. Wij zullen met deze motie instemmen. Hierna wordt motie 101 bij handopsteken met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is motie 102 (Maak burgerinitiatief makkelijker). De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! De ChristenUnie-fractie zal tegen deze motie stemmen. Laten wij eerst de burgerinitiatieven die er zijn geweest en die een duidelijke uitslag hebben gehad au sérieux nemen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
86
Mevrouw DIBI (PvdA): Voorzitter! De PvdA-fractie denkt dat als men de drempel verlaagt er niet plotseling veel mensen komen. Er komen wel mensen, maar die zijn mondig. Wij willen juist dat er mensen komen die niet mondig zijn. Wij geloven niet erg in dit concept. Wij stemmen tegen. Hierna wordt motie 102 bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van Student & Starter, PvdD, GroenLinks, CDA, D66, SP en VVD ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van PvdA, Stadsbelang Utrecht en ChristenUnie ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 103 (Intercitystation Utrecht Science Park). De heer FOKKE (D66): Voorzitter! Regeren is vooruitzien. Deze motie biedt een mogelijke oplossing voor een probleem dat opdoemt. Daarom stemmen wij voor. De heer POST (PvdA): Voorzitter! Wij willen de wethouder wel de ruimte geven die zij zelf neemt om met verstand om te gaan met dit verlangen, waar wij op zichzelf helemaal niet tegen zijn. Wij vinden echter dat voor de komende tijd prioriteit moet worden gegeven aan tram en bus. Nu de motie in stemming komt, zullen wij die niet steunen. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Wij hebben goed geluisterd naar de wethouder. Wij hebben besloten om onze handtekening van de motie af te halen. De heer EGGERMONT (SP): Voorzitter! Wij zijn erg voor het ontwikkelen van verdere knooppunten buiten Utrecht Centraal. Wij zien op dit moment niet in hoe op korte termijn bij het Science Park een intercitystation kan worden gerealiseerd. Wij denken dat hiervoor wellicht andere knooppunten meer in aanmerking komen. Wij stemmen daarom tegen de motie. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Dit is een verzoek voor de bouw van een spookstation. Wij zijn daartegen. Wij zullen tegenstemmen. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Het is merkwaardig hoe de woorden van de wethouder tot allerlei verschillende interpretaties leiden. Ook wij zijn een voorstander van voorrang voor tram en bus. Niettemin zullen wij voor deze motie stemmen om te laten bekijken of op langere termijn een station de toekomstige verkeersstromen kan helpen. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Ik wil mij graag aansluiten bij de stemverklaring van de GroenLinks-fractie. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! De ChristenUnie-fractie sluit zich aan bij de stemverklaring van de GroenLinks-fractie. Hierna wordt motie 103 bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdD, GroenLinks en D66 ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van CDA, PvdA, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 104 (De Utrechtse ambtenaar uit de lappenmand).
Avondvergadering van 30 juni 2015
87
De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Deze motie is overgenomen. Wij trekken die in. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 104 is ingetrokken. Aan de orde is de stemming over motie 105 (Bureau Negen Tien, opdoeken als het kan). De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Deze motie is overgenomen. Wij trekken die in. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat motie 105 is ingetrokken. Aan de orde is de stemming over motie 106 (Doorstromend fietsverkeer op het Paardenveld). Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Wij hebben net als het college moeite met een aantal overwegingen, maar het gaat ons in dit geval om het dictum. Wij zullen voor deze motie stemmen. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ook op dit dossier waren wij liever wat doortastender geweest. Wij hadden daartoe een voorstel. Dat heeft het niet gehaald. Wij steunen dit voorstel als tweede keus. De heer FOKKE (D66): Voorzitter! Het college heeft gezegd voortvarend bezig te gaan om funding te regelen. Die kan mooi aansluiten op deze route. Daar kan men heel mooi doorfietsen. Wij stemmen voor. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Het college heeft aangekondigd hiermee aan de slag te zijn gegaan. Wij vinden de motie niet nodig. Wij zullen tegenstemmen. Hierna wordt motie 106 bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdD, PvdA, GroenLinks, CDA, D66 en SP ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van VVD en Stadsbelang Utrecht ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 107 (Amsterdamsestraatweg vraagt lange adem). De heer KLEUVER (D66): Voorzitter! Bij de eerdere versie van deze motie hebben wij gezegd dat wij zouden tegenstemmen omdat de motie technisch niet kon. Bij deze herziene versie heeft de heer Van Ooijen de tekst gewijzigd. Daarmee is het technisch om voor te stemmen. De wethouder zou aan het eind van het jaar kunnen besluiten om de duidelijkheid te geven waarom wordt gevraagd, maar geen geld te hebben gevonden. Wij hopen echter nadrukkelijk dat dit niet de uitkomst is. Wij stemmen voor. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Het is een bijna jaarlijks terugkomend fenomeen dat de tweede fase in de lucht blijft hangen. Wij vinden dat er eindelijk duidelijkheid moet komen. Wij zullen voorstemmen. Mevrouw RAJKOWSKI (VVD): Voorzitter! De bewoners van de Amsterdamsestraatweg ervaren veel overlast. Daarom zullen wij voorstemmen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
88
Mevrouw METAAL-FROON (CDA): Voorzitter! Na alle debatten die wij het afgelopen jaar over de Amsterdamsestraatweg hebben gevoerd, zou het erg zonde zijn als dit geen doorgang vindt. Wij stemmen van harte voor het verkrijgen van duidelijkheid en budget daarbij. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik sluit mij aan bij de stemverklaring van de CDA-fractie. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! De uitleg van de wethouder heeft bij ons het verlangen naar duidelijkheid versterkt. De financiering blijkt er heel anders uit te zien. Wij stemmen voor duidelijkheid en hopelijk voor budget. Motie 107 wordt hierna bij handopsteken met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over motie 109 (Website voor alle Utrechters). Mevrouw SCHOLTEN (D66): Voorzitter! Wij zijn blij met de toezegging van de wethouder, inclusief de toezegging in de commissievergadering dat hij alle daar gedane suggesties zal meenemen. Dat was ook de suggestie van de ChristenUnie-fractie. Daarom stemmen wij tegen deze motie en wachten de brief af. Mevrouw RAJKOWSKI (VVD): Idem dito. Mevrouw METAAL-FROON (CDA): Voorzitter! Wij vinden het doel sympathiek, maar in de commissievergadering is dermate veel toegezegd dat ook wij tegen de motie stemmen. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Er zijn prachtige voorbeelden voor een simpele versie van de website. Wij stemmen uiteraard voor. Motie 109 wordt hierna bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van PvdA en ChristenUnie ervoor hebben gestemd en leden van de fracties van PvdD, Student & Starter, GroenLinks, CDA, D66, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 111 (Voortzetting plan Janskerkhof autovrij). De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Wij zullen onze handtekening onder deze motie weghalen in verband met de dekking. De heer FOKKE (D66): Voorzitter! Parkeerplaatsen weghalen is supermooi, maar erg duur. Helaas heeft motie 111 geen dekking, dus moeten wij tegenstemmen. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Net als de D66-fractie wordt de GroenLinks-fractie in het algemeen enthousiast als parkeerplaatsen van de straat verdwijnen. Wij complimenteren de heer Menke met deze motie, maar wij constateren dat niet aan de randvoorwaarden wordt voldaan en dat nog allerlei andere dingen gebeuren, zoals de brug bij het Wolvenplein. Daarom stemmen wij op dit moment tegen de motie, maar wij willen wél op korte termijn hierover in een breder perspectief nadenken.
Avondvergadering van 30 juni 2015
89
De heer POST (PvdA): Voorzitter! Ik wil iedereen er nog even aan herinneren dat al in 2010 een motie is aangenomen die ook uitging van het uiteindelijk volledig autovrij maken van het Janskerkhof. Deze motie poetst dat verlangen opnieuw een beetje op. Wij zien geen reden om er nu tegen te stemmen. Hierna wordt motie 111 bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdD en PvdA ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, CDA, D66, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 112 (Spreekuur buurtteam bij onderwijsinstellingen). Motie 112 wordt bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van D66, ChristenUnie, Student & Starter en PvdD ervoor hebben gestemd en leden van de fracties van PvdA, GroenLinks, CDA, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 113 (Een leefbare stad zoekt 't hoger op). De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Volgens mij liep de heer Menke met zijn hoofd in de wolken toe hij dit verhaal schreef. Ik vind het een warrig verhaal. Wij zullen tegenstemmen. Hierna wordt motie 113 bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van GroenLinks, Student & Starter, PvdD en ChristenUnie ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van CDA, PvdA, D66, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over het voorstel inzake Resultaatbestemming 2014 (Jaargang 2015, nr. 60). De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! De CDA-fractie zou andere keuzes hebben gemaakt, maar grosso modo kunnen wij het voorstel steunen. Wij stemmen voor. Hierna wordt het voorstel bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdD, PvdA, GroenLinks, CDA, D66, SP en VVD ervoor hebben gestemd en de leden van de Stadsbelang Utrecht-fractie ertegen. Aan de orde is de stemming over het voorstel inzake Nota Lokale heffingen 2015-2018 (Jaargang 2015, nr. 61). De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Wij stemmen tegen. Ik verwijs kortheidshalve naar mijn bijdrage in de commissievergadering. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! De PvdD-fractie stemt tegen. Wij maken andere keuzes. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Wij kunnen met dit voorstel instemmen. Hierna wordt het voorstel bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdA, GroenLinks, D66, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van CDA en PvdD ertegen."
Avondvergadering van 30 juni 2015
90
Aan de orde is de stemming over het voorstel inzake Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2016-2018 (Jaargang 2015, nr. 62). Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! De PvdA-fractie is erover verbaasd dat wij over het weerstandsvermogen de G4 wél volgen, maar over discriminatie niet. Ik verwijs naar mijn inbreng in de commissievergadering over financiën. Wij stemmen tegen. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Wij vinden de nota prima. Wij zullen die steunen. Wij benadrukken echter het belang van een goede uitvoering en implementatie in de organisatie. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Een meer solide weerstandsvermogen is voor de ChristenUnie-fractie uitstekend. Wij hadden echter graag een zwaarder accent gezien op de sociale risico's in de nieuwe decentralisaties. Wij stemmen met het voorstel in. De heer MEIJER (D66): Voorzitter! Wij vinden dit een zeer goede ontwikkeling voor wat betreft de professionaliteit op het gebied van het risicomanagement. Wij zullen met het voorstel instemmen. Hierna wordt het voorstel bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdD, GroenLinks, CDA, D66, SP en VVD ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van PvdA en Stadsbelang Utrecht ertegen. Aan de orde is de stemming over het voorstel inzake het Meerjarenprogramma Stedelijke Ontwikkeling 2015 wijk Negen (Leidsche Rijn) en Tien (Vleuten-De Meern) (Jaargang 2015, nr. 63). De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Wij zullen met het voorstel instemmen. Natuurlijk houden wij in het vervolg goed in de gaten hoe het kantorenprogramma zich ontwikkelt. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! De PvdD-fractie heeft in de commissievergadering duidelijk aangegeven een andere visie te hebben op stedelijke ontwikkeling. Wij stemmen daarom tegen. Hierna wordt het voorstel bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdA, GroenLinks, CDA, D66, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ervoor hebben gestemd en het lid van de PvdD-fractie ertegen. Aan de orde is de stemming over het voorstel inzake het Meerjarenperspectief Stedelijke Ontwikkeling 2015, onderdeel wijk 1 t/m 8 (Jaargang 2015, nr. 64). Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Mijn stemverklaring komt overeen met de stemverklaring die ik bij het voorgaande punt heb afgelegd. Wij stemmen tegen. Hierna wordt het voorstel bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdA, GroenLinks, CDA, D66, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ervoor hebben gestemd en het lid van de PvdD-fractie ertegen. Aan de orde is de stemming over het Voorstel inzake het Meerjarenprogramma Stedelijke Ontwikkeling 2015, onderdeel Stationsgebied (Jaargang 2015, nr. 65).
Avondvergadering van 30 juni 2015
91
De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! De afgelopen jaren hebben wij het Meerjaren Perspectief Stationsgebied altijd gesteund. Wij zullen dat ook nu doen. Er is sprake van een zeer summiere aanloop naar fase 2. Er is door de wethouder nog een heleboel werk te verzetten om op dit onderdeel ook volgend jaar de steun van de CDA-fractie te hebben. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Wij vallen in herhaling. Wij stemmen tegen om de reden die nu wel bekend is. Hierna wordt het voorstel bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdA, GroenLinks, CDA, D66, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ervoor hebben gestemd en het lid van de PvdD-fractie ertegen. Aan de orde is de stemming over het voorstel inzake het Meerjarenperspectief Utrechts Vastgoed 2015 (Jaargang 2015, nr. 66). De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! De heer Bos heeft een aantal opmerkingen gemaakt over de lijst van panden bij deze nota. Wij kunnen ons niet bij zijn bewoordingen, maar wel bij de inhoud daarvan aansluiten. Het zou mooi zijn als volgend jaar de doelen van de panden wat meer accuraat worden weergegeven. Wij stemmen in met het voorstel. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! Op basis van de jaarstukken 2014 constateert mijn fractie dat het college zijn taakstelling voor het vastgoed voor 2014 niet heeft gehaald. Daarnaast vinden wij de bezettingsgraad aan de magere kant. Ondanks deze twee punten heeft het college beterschap beloofd. Daarom zullen wij met het voorstel instemmen. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Het is fijn dat ik nogmaals kan aangeven dat de pandenlijst echt een rommeltje is. Als wij dit voorstel accepteren, maken wij onszelf ongeloofwaardig. Wij zullen er niet mee instemmen. De heer ROODENBURG (D66): Voorzitter! Ik heb de wethouder beluisterd. Hij zegt dat hij op elk moment bereid is om de pandenlijst aan te passen. Ik heb met de heer Bos overlegd. Misschien moeten wij daarvoor binnenkort gaan zitten. Ik nodig ook de heer Buunk uit om de lijst nog eens goed te bekijken. Wij zullen dat gewoon doen. Wij zullen met het voorstel instemmen. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Het lijkt wel een debat te worden. Wij zullen graag bij dat overleg aanwezig zijn. Wij zullen echter met het voorstel instemmen. Hierna wordt het voorstel bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdD, PvdA, GroenLinks, CDA, D66, SP en VVD ervoor hebben gestemd en de leden van de Stadsbelang Utrecht-fractie ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 74 (Kansen grijpen bij bundeling Utrechts Vastgoed). Motie 74 wordt bij handopsteken met algemene stemmen aangenomen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
92
Aan de orde is de stemming over motie 81 (Toekomstperspectief vastgoed in handen van gebruikers). De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Volgens mij zit het college erg op één lijn met de indieners van motie 81. Wij hebben de indruk dat de motie overbodig is. Wij zullen die niet steunen. Mevrouw BOUAZANI (PvdA): Voorzitter! De PvdA is zelf de aanstichter geweest van het zelfbeheer van sporthallen. De PvdA-fractie is alleen tegen het verzelfstandigen van sportaccommodaties en zwembaden. Daarom stemmen wij tegen de motie. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Zoals ik al eerder heb aangegeven, geldt wat de PvdAfractie aangeeft ook voor de GroenLinks-fractie. Ook wij zullen motie 81 niet steunen. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Hetzelfde geldt voor de PvdD-fractie. Daarom stemmen wij tegen de motie. Hierna wordt motie 81 bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van ChristenUnie, CDA, VVD, D66 en Stadsbelang Utrecht ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van Student & Starter, PvdD, PvdA, GroenLinks en SP ertegen. Aan de orde is de stemming over amendement 45 (Brug Amsterdamsestraatweg-Paardenveld). De heer POST (PvdA): Voorzitter! Wij zullen tegen dit amendement stemmen. Wij hebben echter met de motie van de ChristenUnie-fractie ingestemd. Die laat iets meer ruimte voor de precieze oplossing. Het doel erachter steunen wij wél. Wij vinden de motie net wat beter. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Hoewel een dergelijke brug een goede oplossing kan zijn voor de bereikbaarheid van het centrum vanuit het noorden van Utrecht, geven wij de voorkeur aan motie 76. Wij zullen tegenstemmen. Hierna wordt amendement 45 bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de CDA-fractie ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdD, PvdA, GroenLinks, D66, SP, Stadsbelang Utrecht en VVD ertegen. Aan de orde is de stemming over het voorstel inzake het Meerjarenperspectief Bereikbaarheid 2015 (Jaargang 2015, nr. 67). De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Wij stemmen al een aantal jaren tegen het Meerjaren Perspectief Bereikbaarheid. Die traditie zetten wij graag voort. De keuzes zijn niet de onze. De heer POST (PvdA): Voorzitter! De PvdA-fractie vindt het jammer dat het college vrij rigoureus een einde lijkt te maken aan de P+R voorzieningen die wij later nog wel eens hard nodig kunnen hebben. Daarnaast maken wij een aantekening bij het tweede beslispunt over maatregelen Utrecht West. In de commissievergadering hebben wij gezegd dat dit geld is bestemd voor de wijken waar het drukker wordt door het niet aanleggen van de Spoorlaan, in het bijzonder Zuilen en Overvecht. Voor het overige kunnen wij de meeste keuzes die in dit voorstel worden gemaakt wél steunen. Alles afwegende, zullen wij inclusief de genoemde aantekening met het voorstel instemmen.
Avondvergadering van 30 juni 2015
93
Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! De PvdD-fractie kan er nog net geen traditie van maken. Wij stemmen echter wél tegen het voorstel. Het zou zomaar kunnen dat ook wij daarvan een traditie maken. De heer FOKKE (D66): Voorzitter! Het schrappen van P+R's, extra geld voor de fiets en meer geld voor kwaliteit maken allemaal deel uit van een rijke traditie. Dit is een lijn die al een aantal jaren geleden is ingezet. Daarom zullen wij ook dit jaar er opnieuw mee instemmen. Het voorstel wordt hierna bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van ChristenUnie, Student & Starter, PvdA, GroenLinks, VVD, D66 en SP ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van Stadsbelang Utrecht, PvdD en CDA ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 63 (Versoberingsopgave bereikbaarheidsinvesteringen). Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Wij kunnen zoals gezegd leven met de interpretatie van de wethouder. Met die interpretatie zullen wij de motie steunen. Hierna wordt motie 63 bij handopsteken met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over het voorstel inzake Nota Onderhoud Kapitaalgoederen Openbare Ruimte (Jaargang 2015, nr. 68). De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Wij willen graag voor dit voorstel meer budget hebben, maar de nota geeft het budget dat ervoor beschikbaar is. Als er een wethouder is die in het licht van dit voorstel bij het doen van toezeggingen zijn hart laat spreken, dan is dat heel mooi. Wij zullen met het voorstel instemmen. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! Ondanks de belofte van de wethouder dat het onderhoud van de openbare ruimte in de herstructureringsgebieden en de winkelcentra zal worden verbeterd, is dat niet gebeurd. Wij krijgen daarover nog steeds klachten. Ik hoop dat deze opmerking voor de wethouder voldoende signaal is om daadwerkelijk aan het werk te gaan. Wij zullen met het voorstel instemmen. Hierna wordt het voorstel bij handopsteken met algemene stemmen aangenomen. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik complimenteer iedereen die voor en achter de schermen heeft bijgedragen aan de voorbereiding en de besluitvorming rond al deze stukken. Geweldig bedankt! Bedankt voor uw inzet. Ik feliciteer de raad met de plezierige wijze waarop wij vandaag in een drukke tijd lang hebben vergaderd. Ik wens u en Utrecht toe dat wij volgende week nog weer nét iets trotser zijn op onze stad dan wij al eeuwenlang zijn. Wel thuis. Beneden in de trouwzaal kunt u nog iets gebruiken. Hierna sluit de voorzitter, aangezien niets meer aan de orde is, de vergadering.
Avondvergadering van 30 juni 2015
94
INHOUD Opening van de vergadering door de voorzitter
Pag. 1
AAN DE ORDE: 1.
Voorstel inzake de Jaarstukken 2014 (Jaargang 2015, nr. 75)
Pag.
1
2.
Voorjaarsnota 2015, incl. eerste bestuursrapportage (Jaargang 2015, nr. 80)
Pag.
1
3.
Voorstel inzake Resultaatbestemming 2014 (Jaargang 2015, nr. 60)
Pag.
1
4.
Voorstel inzake Nota Lokale heffingen 2015-2018 (Jaargang 2015, nr. 61)
Pag.
1
5.
Voorstel inzake Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2016-2018
Pag.
1
Pag.
1
Pag.
1
Pag.
2
Pag.
2
Pag.
2
Pag.
2
(Jaargang 2015, nr. 62) 6.
Voorstel inzake het Meerjarenprogramma Stedelijke Ontwikkeling 2015 wijk Negen (Leidsche Rijn) en Tien (Vleuten-De Meern) (Jaargang 2015, nr. 63)
7.
Voorstel inzake het Meerjarenperspectief Stedelijke Ontwikkeling 2015, onderdeel wijk 1 t/m 8 (Jaargang 2015, nr. 64)
8.
Voorstel inzake het Meerjarenprogramma Stedelijke Ontwikkeling 2015, onderdeel Stationsgebied (Jaargang 2015, nr. 65)
9.
Voorstel inzake het Meerjarenperspectief Utrechts Vastgoed 2015 (Jaargang 2015, nr. 66)
10.
Voorstel inzake het Meerjarenperspectief Bereikbaarheid 2015 (Jaargang 2015, nr. 67)
11.
Voorstel inzake Nota Onderhoud Kapitaalgoederen Openbare Ruimte (Jaargang 2015, nr. 68)