2007 NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT 5e vergadering – 12 april 2007, middag Openbare vergadering van de Gemeenteraad, gehouden op donderdag 12 april 2007 te 14.00 uur. Voorzitter: mevrouw mr. A.H. Brouwer-Korf, die voor een gedeelte van de vergadering wordt vervangen door de heer G.P. Isabella, plaatsvervangend raadsvoorzitter. Tegenwoordig zijn de leden: Aydemir, Beerlage, mevr. Bikker, mevr. De Bondt, mevr. Bottse, mevr. Bouazani, mevr. Boudewijns, mevr. Van den Broek, Çavuşoğlu, Van Corler, mevr. Dibi, Van Ditmarsch, Engbers, Essousi, Geldof, Gravesteijn, mevr. Van Iperen, Jansen, Jansen op de Haar, Kleuver, Van der Marel, mevr. Monnink, mevr. Mos, mevr. Mossel, Oldenborg, mevr. Oskam, mevr. Peetoom, Ravesteijn, Rietkerk, Van der Roest, mevr. Van Rooij, mevr. Sarolea, mw. Schell, Schipper, mevr. Schipper, mevr. Schuring, Smid, Taskan, Van den Tooren, Verhoef, Verkaik, mevr. Wigny, mevr. Willemsen en Zwanenberg Tevens zijn aanwezig de wethouders: mevr. Den Besten, Bosch, Van Eijk, Giesberts, Janssen, mevr. Spit en De Weger. Griffier: drs. A.A.H. Smits, griffier. Opening der vergadering. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede dat het lid Taskan met kennisgeving afwezig is. Hierna spreekt zij als volgt: Dames en heren! Ik heet u van harte welkom. Het eerste punt dat aanstonds aan de orde komt, is het afscheid van de gemeentesecretarisalgemeen directeur. Voorts deel ik mede dat ik zojuist, samen met wethouder Janssen, de griffier en de plaatsvervangend voorzitter van de raad, 2965 handtekeningen in ontvangst heb genomen onder de noemer: Red de bieb in Tuinwijk. Er zijn al verschillende actuele moties over dit onderwerp ingediend, terwijl er tevens een verzoek van de fracties van Leefbaar Utrecht en de VVD is binnengekomen tot het houden van een debat daarover. Het dagelijks bestuur van het presidium stelt voor dit verzoek te honoreren. De reden daarvoor is dat anders een aantal moties behandeld moet worden waarover slechts twee minuten wat gezegd mag worden. Het leek ons dat het dan niet echt te volgen is welke kant het debat uitgaat. Vandaar het voorstel van het dagelijks bestuur van het presidium om het verzoek te honoreren tot het mogen houden van een debat inzake de situatie rondom de voorgenomen sluiting van de bibliotheek in Tuinwijk. Stemt u daarmee in? Ik stel vast dat dat het geval is. Ik stel voor om het debat te voeren na het afscheid van de gemeentesecretaris. Degenen die het debat over de bibliotheek willen bijwonen, heb ik gevraagd om de belangstelling ietsje te clusteren; sommigen zijn al in de zaal, maar er zijn meer mensen die het debat willen bijwonen. Ik zal voor het debat de vergadering een ogenblik schorsen om te bekijken hoeveel mensen in de raadzaal plaats kunnen nemen. Na het debat zullen wij dan de agenda vaststellen.
Middagvergadering van 12 april 2007
2
Afscheid van de gemeentesecretaris-algemeen directeur, mevrouw drs. M.J.C. Heeremans. De VOORZITTER: Mevrouw Heeremans, leden van de raad, leden van het college van b. en w., dames en heren! Vandaag, aan het begin van deze raadsvergadering, kondig ik het einde van een tijdperk aan. Namelijk het afscheid van de laatste door u als raad benoemde gemeente-secretaris. Tevens de laatste gemeentesecretaris van Utrecht die haar functie nog heeft uitgeoefend in de situatie van vóór de dualisering. Al was dat maar een maand of twee, ik heb nog meegemaakt dat Marianne Heeremans in de eerste maanden van 2002 als gemeentesecretaris hier naast mij aan de voorzitterstafel zat, zoals zij hier nu nog één keer zit. Marianne Heeremans, een vrouw die ondanks ervaring in het onderwijs, de vakbeweging en het bedrijfsleven bewust had en nu ook weer heeft gekozen voor de publieke zaak. De eerste vrouwelijke gemeentesecretaris van Utrecht. En zoals haar eerste twee maanden hier in Utrecht anders waren, zo waren ook haar laatste twee maanden dat. Toen was Marianne Heeremans namelijk geen gemeentesecretaris alleen meer, maar gemeentesecretaris-algemeen directeur. Waarmee de situatie zoals ik die zelf graag zie, namelijk dat er in het ambtelijk apparaat hier in Utrecht één persoon de baas is, was geformaliseerd. Mevrouw Heeremans, al bij uw aantreden heb ik gezegd dat ik dat het beste model vond (een gemeentesecretaris-algemeen directeur). U was het toen niet met me eens. Toen nog niet. Maar ik wist: Ik krijg wat dat betreft altijd mijn zin. Zo ging het in Zutphen, zo ging het in Amersfoort en zo gaat het nu ook in Utrecht! Twee maanden monistisch gemeentesecretaris, twee maanden gemeentesecretarisalgemeen directeur. Uiteraard was het in de tussenliggende vijf jaar, tussen 7 maart 2002 en 1 maart 2007, dat u uw stempel op de organisatie van de gemeente Utrecht hebt gedrukt. Op die van het heden, maar ook nog op die van de toekomst. Mevrouw Heeremans, u was de afgelopen jaren de stuwende kracht achter Organisatie 2010, met als doel: de gemeente Utrecht beter laten worden in waar ze voor is: betere dienstverlening aan de burgers door middel van bundeling en concentratie, programmatisch werken en gebruik van informatietechnologie. Vernieuwend, ondernemend, met hart voor de stad. U was de afgelopen jaren ook de stuwende kracht achter het streven naar een nieuw stadskantoor in het Stationsgebied. Een stadskantoor dat er ook komt. Wat alleen al belangrijk is, omdat de gemeente Utrecht daarmee te kennen geeft dat er maar één gemeente Utrecht is. En dat de gemeente wil investeren in de kwaliteit van haar mensen, zoals het een goed werkgever betaamt. Een overheid met ambities heeft gekwalificeerde en gemotiveerde ambtenaren nodig. Daarin moet je investeren, en dat wordt in de politiek nog wel eens onderschat. Samen ergerden we ons wild aan flauwe grappen over ambtenaren. U was de afgelopen jaren de stuwende kracht achter het human resource management aan de top van het gemeentelijk apparaat, bij sommigen bekend als de directeurencarrousel. Volgens de meeste betrokkenen, ondanks zekere risico's, een goede, zinvolle en verfrissende gedachte. Evenals de metamorfose van een groot Gemeentelijk Management Team tot een veel kleinere, maar veel effectievere Concerndirectie. U was ook de stuwende kracht achter de omvorming van de secretarie tot de bestuurs- en concerndienst zoals die sinds 1 maart functioneert en zoals die de komende tijd definitief gestalte zal krijgen. En u initieerde ook, bij de gemeente Utrecht, het debat over integriteit. Alle medewerkers van de gemeente zijn daarover op een indringende maar niet opdringerige manier aan het denken gezet. Illustratief voor uw aanpak waren misschien wel de statafels. U had zo uw methoden om inzichtelijk te maken dat de kwaliteit van vergaderen hem niet in de lengte, de duur van de vergadering zit. Er kwamen statafels in uw kamer, een initiatief dat toenmalig wethouder Toon Gispen zo aansprak, dat ook hij statafels liet aanrukken. Ik weet niet of er ooit plannen zijn geweest om dit idee ook in deze gemeenteraad door te voeren. Nu ik er zo over nadenk ...! Die statafels zeggen wel iets over uw stijl, uw aanpak als gemeentesecretaris. Efficiënt. Zakelijk. Koersvast. Doel- en resultaatgericht. Verfrissend. Open. Wars van het eindeloze doorpolderen waarop we hier in Utrecht soms een beetje het patent hadden. Dames en heren! Wij nemen vandaag afscheid van een vrouw die haar mannetje staat. Waaraan ik toevoeg dat ik het als een voorrecht heb ervaren een gemeentesecretaris naast me te hebben op wie ik niet alleen blindelings kon bouwen, maar met wie ik ook veel binnenpretjes kon delen en hartelijk kon lachen.
Middagvergadering van 12 april 2007
3
Een gemeentesecretaris met wie ik 's avonds laat, als workaholics onder elkaar, nog lange telefoongesprekken had. En een gemeentesecretaris met een scherpe pen en rake uitspraken, zoals "Van pakezel tot paradepaard" (de ontwikkeling van de ambtenaren hier), het "Luisteren naar de frieten" (niet altijd alleen maar volgens de regels werken, maar ook op je gehoor en je gevoel afgaan) en de slogan voor 2010 "Slim, slank en slagvaardig". Leden van de raad, leden van het college, dames en heren! Ik begon deze toespraak met de opmerking dat we met het vertrek van Marianne Heeremans hier in Utrecht een tijdperk afsluiten. Ik voeg daaraan toe dat haar periode als gemeentesecretaris niet zozeer de afsluiting van een tijdperk is, als wel een investering in de toekomst. De toekomst van de gemeente Utrecht als een effectieve en betrouwbare organisatie die er voor haar burgers staat. Wat dat betreft, zal het hopelijk nog heel wat jaren duren voor het Heeremans-effect hier in Utrecht zal zijn uitgewerkt. Marianne Heeremans, bedankt voor je tomeloze inzet voor Utrecht. Het ga je goed, persoonlijk en als collega-burgemeester in Heemstede. Bedankt! (Applaus.) (De voorzitter overhandigt mevrouw Heeremans daarop een boeket bloemen en een ets van Jeroen Hermkens.) Mevrouw HEEREMANS: Burgemeester! Op de allereerste plaats: heel veel dank voor de prachtige en lovende woorden die u zojuist tot mij hebt gesproken. Dat was ook een rijke opsomming van activiteiten en, hopelijk, resultaten. Die opsomming ga ik niet overdoen. Ik ga niet Organisatie 2010 herhalen, hoewel ik zo kan opsommen -je kunt er mij 's nachts wakker voor maken- wat daarin allemaal van belang is en waar wij uiteindelijk in 2010 zullen staan. Ik wil graag een paar andere opmerkingen maken. De eerste daarvan is dat ik de eerste gemeentesecretaris hier in Utrecht was in het duale bestel. Ik weet eigenlijk niet of dat nu zo anders is dan daarvoor. Immers, gemeentesecretaris zijn in het monistische tijdperk heb ik niet meegemaakt, ook niet elders, waardoor ik geen echte vergelijking kan maken. Wat ik wel heb geconstateerd, is dat in dit tijdperk de gemeentesecretaris directer gekoppeld is aan de ambtelijke organisatie. Weg van de raad betekent in een bepaald opzicht ook verder weg van de politiek. Ik weet niet helemaal of een directe koppeling aan het ambtelijk apparaat ook betekent: wat verder weg van het perspectief van het college. Dat is aan de raad om te beoordelen. Dat de raad met een eigen griffie beter aan zijn trekken komt, lijkt mij absoluut het geval. Mijn relatie met de griffie en met de griffier is zonder meer uitstekend geweest. Ik vind het echt de moeite waard om dat te vermelden, want dat is niet in iedere gemeente het geval. Voor een heel groot deel is dat ook te danken aan de inspanningen van de griffie en de griffier zelf. Ad Smits, ik ben je daar buitengewoon erkentelijk voor. Nu ik hier sta, wil ik graag nog een boodschap afgeven: ik hoop dat de raad zich realiseert hoeveel druk er op het ambtelijk apparaat en de medewerkers wordt gelegd op het moment dat erover gesproken wordt dat het werk dat hier verzet wordt, eigenlijk wel met minder ambtenaren kan. In dit verband wil ik de heer Geelhoed citeren, een topambtenaar die daar laatst een stuk over heeft geschreven (overigens met in de titel de mening dat Nederland beter bestuurd dan geregeerd wordt, maar dat laat ik nu verder achterwege). Hij zei in ieder geval dat een honderd procent zekere uitvoering, een maximale reductie van risico's en honderd procent handhaving door de politiek wordt geëist van het ambtelijk apparaat. Dat is niet fair als tegelijkertijd vrij ongenuanceerd een beroep wordt gedaan op het uitgangspunt dat meer met minder moet kunnen. De lat wordt dan erg hoog gelegd. Het is ook mijn waarneming dat de politiek om meer vraagt. Als ik alleen al kijk naar het beantwoorden van vragen, dan constateer ik dat dat al een werkzaamheid is waarmee het ambtelijk apparaat flink van de straat wordt gehouden! Niet alleen worden er vaak heel veel vragen gesteld, maar ook wordt om een nogal gedetailleerde beantwoording verzocht. Als de roep is: "Meer activiteiten verrichten met minder ambtenaren", kijk dan heel goed naar wat er minder kan zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de gewenste kwaliteit. Dus roep niet zonder dat er keuzes gemaakt worden om minder, want -en dat is een gevaar dat er in schuilt- dat is vaak ook nog een invitatie voor dure externe krachten. Graag wil ik hier melden dat van 2001 tot 2010 er voor EUR 24 miljoen aan efficiencymaatregelen zijn genomen. Ik verbaas mijzelf er iedere keer nog over als ik dit bedrag noem. Vervolgens wil ik een opmerking maken over de samenwerking met de voorzitter van deze raad, onze en mijn burgemeester. Ik heb deze samenwerking als buitengewoon plezierig ervaren. Ik heb gisteren gemeld, in een andere toespraak, dat wij zo onze eigen manier van omgaan met elkaar hadden. Daarin speelden ook eigenaardigheden een rol, met bijbehorend taalgebruik. Ik heb meerdere malen tegen de burgemeester gezegd, als zij op weg was naar de raad: Annie, doe wat meer oorlogskleuren op!
Middagvergadering van 12 april 2007
4
Daarmee geef ik de raad in ieder geval aan hoe ik erover dacht! Omgekeerd, op momenten dat de burgemeester vond dat ik mij te veel opwond over een en ander, zei zij tegen mij: Marianne, nageltjes in! Deze uitspraken typeren waarschijnlijk onze verhouding het beste. Annie, ik ben je heel dankbaar voor de samenwerking in de afgelopen jaren. Wat neem ik mee in mijn nieuwe functie, waarin ik een andere pet op heb? De plezierige wetenschap dat ik directer te maken zal hebben met de raad, als politiek orgaan dat echt het laatste woord heeft. Ik wens u toe een succesvolle raadsperiode en een heel plezierige samenwerking, waar dat aan de orde is, met onze medewerkers. Het ga u allemaal goed. En nogmaals: heel veel succes. (Applaus.) De VOORZITTER: Dames en heren! Ik schors aanstonds de vergadering. Dan kunt u nog even de scheidend gemeentesecretaris-algemeen directeur de hand geven. Ook kan dan de publieke tribune misschien even wat heringericht worden ten behoeve van de belangstellenden voor het onderwerp dat wij na de schorsing gaan behandelen. Hierna schorst de VOORZITTER de vergadering. Na hervatting der vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde: Debat op verzoek van de fracties van Leefbaar Utrecht en de VVD inzake de situatie rond de voorgenomen sluiting van de bibliotheek in Tuinwijk. Mevrouw PEETOOM (Leefbaar Utrecht): Mevrouw de voorzitter! Ik mag de aftrap geven voor dit ingelaste debat over de bibliotheek in Tuinwijk. Alleen al vanwege het feit dat dit debat gevoerd mag worden, vind ik dit een heuglijke dag. De afgelopen weken is er rond dit onderwerp sprake geweest van veel commotie, vele moties, veel gebel en vele mailtjes heen en weer. Dat is een compliment waard voor alle mensen uit Tuinwijk die zich in toch wel behoorlijk korte tijd zo georganiseerd hebben, dat wij hier vanmiddag een debat voeren over de bibliotheek. Daarbij zijn de kinderen, met toeters en bellen en met borden, nog steeds aanwezig. Kortom, de bibliotheek van Tuinwijk staat weer heel duidelijk op de agenda. Namens de fractie van Leefbaar Utrecht lever ik graag een korte bijdrage aan dit debat, als aftrap voor de verdere discussie die wij hierover gaan voeren. Zoals ik al aangaf, heeft de fractie van Leefbaar Utrecht de afgelopen week ontzettend veel mails en telefoontjes ontvangen van verontruste bewoners van Tuinwijk en de Staatsliedenbuurt. Daarin hebben de bewoners hun verontwaardiging uitgesproken over het voornemen van de gemeente om de bibliotheek aan het Ingenhouszplantsoen te verplaatsen naar het nieuwe wijkservicecentrum aan de Alexander Numankade. Zowel het college als de bewoners zijn met zeer valide argument gekomen voor en tegen de verhuizing. Ik zeg dit alvast, om het uitgangspunt van de fractie van Leefbaar Utrecht duidelijk te maken. Nogmaals: zeer valide argumenten van de bewoners, hartverscheurende en warme aanbevelingen van de kinderen, maar ook het college heeft een aantal zaken op een rijtje gezet waarin valide argumenten zitten. Kortom, het gaat om een meervoudige kwestie. De bibliotheek op de huidige locatie aan de Ingenhouszstraat is te klein, zo is een aantal jaren geleden gesteld. Gelukkig heeft de vorige gemeenteraad in 2002 al besloten om ruim EUR 200.000,00 beschikbaar te stellen voor de uitbreiding en inrichting van de Tuinwijkbibliotheek. Daar is -en dat is toch wel merkwaardig- tot op heden niets mee gebeurd. Wij zullen daar in dit debat nog ruimschoots op terugkomen met data en cijfers, verwacht ik. De fractie van Leefbaar Utrecht wil vanmiddag niet ingaan op alle valide argumenten die voor of tegen iets pleiten wat betreft de bibliotheek in Tuinwijk, noch argumenten van de wethouder, noch argumenten van de bewoners. Voordat wij ingaan op de pro's en contra's van een verhuizing van deze bibliotheek, willen wij eerst met het college praten over de wijze waarop het proces in deze zaak is gevoerd. Is er voldoende naar de bewoners in de wijk Noordoost geluisterd? Wij weten in ieder geval van de mensen die zich nu verzameld hebben in de groep die voor het behoud van de bibliotheek is, dat er niet naar hen geluisterd is. Zij zijn overvallen door de plannen van de gemeente. Ook de wijkraad heeft uitgesproken dat deze nog geen maand de tijd heeft gehad om zijn mening goed en duidelijk neer te zetten via zijn achterban.
Middagvergadering van 12 april 2007
5
Het proces is dus niet verlopen zoals de fractie van Leefbaar Utrecht vindt dat het had moeten verlopen. In een vorig vak heb ik ooit geleerd: alle fouten die je aan het begin van een proces maakt, komen later alleen maar groter terug. Daar zitten wij nu. Reeds in de laatste commissievergadering heeft de fractie van Leefbaar Utrecht het gehad over het feit dat het proces niet goed gevoerd was, iets waar de insprekers toentertijd heel duidelijk aan gerefereerd hebben. Onze fractie heeft er toen voor gepleit om het proces over te doen. Daarbij gaat het ons om de hele wijk Noordoost. Ik weet nog dat de wethouder toen een beetje met angst en beven reageerde met de opmerking: Straks hebben wij de ene helft voor en de andere helft tegen. Dat zou inderdaad zomaar kunnen, maar zo gaat het. Dat is juist wel de methode die de gemeente gebruikt als wij het hebben over bijvoorbeeld het invoeren van betaald parkeren. De helft plus één is voor de wethouder verkeerszaken voldoende om een dergelijke ingrijpende beslissing te nemen. De fractie van Leefbaar Utrecht vraagt zich dan ook af waarom een wijkraadpleging in het geval van de Tuinwijkbibliotheek geen goede manier van bewonersparticipatie zou kunnen betekenen. Als het voor het ene kan (iets dat ook ingrijpend doorwerkt in de wijken en voor mensen), waarom zou het dan voor het andere, de bibliotheek, niet kunnen? Gelet hierop, hebben wij een motie gemaakt waarin wij het college oproepen om op heel korte termijn een brede wijkraadpleging te organiseren in de hele wijk Noordoost en om zich bij de uitslag van de wijkraadpleging neer te leggen (vergelijkbaar met de wijze waarop dat ook gebeurt als het om het parkeren gaat). Alle andere dingen die nu genoemd zijn in brieven en alle argumenten over een bushalte aan de Blauwkapelseweg, een ouderensociëteit of wat dan ook, zijn van latere zorg. In eerste instantie pleit de fractie van Leefbaar Utrecht ervoor om een brede wijkraadpleging in te stellen. De heer VAN DITMARSCH (CDA): Mevrouw de voorzitter! Wat is de visie van de fractie van Leefbaar Utrecht op draagvlakmeting? Mevrouw Peetoom gebruikte het voorbeeld van het parkeren, iets dat de bewoners letterlijk rechtstreeks aangaat. Wij hebben met ons allen besloten (althans in meerderheid) om daarvoor de methode van draagvlakmeting toe te passen. Is de fractie van Leefbaar Utrecht van mening dat bij elke draagvlakmeting het uitgangspunt moet zijn: 50% plus één moet gelden. Mevrouw PEETOOM (Leefbaar Utrecht): De wijkraadpleging die de fractie van Leefbaar Utrecht voorstaat met betrekking tot de bibliotheek Tuinwijk, moet in de hele wijk Noordoost gehouden worden en daarvoor moet gelden: 50% plus één. Het gaat ons dus om een heel simpele meerderheid. De heer VAN DITMARSCH (CDA): Dat was de vraag niet, voorzitter. De vraag van de CDA-fractie is of dat in de visie van de fractie van Leefbaar Utrecht moet gelden voor elk onderwerp. Waar ligt de grens? Wanneer wel en wanneer niet? Dat maakt u niet duidelijk. Mevrouw PEETOOM (Leefbaar Utrecht): Wat ik zei, geldt wat ons betreft niet voor alle onderwerpen. Ik heb het nu over het onderwerp bibliotheek Tuinwijk. Het is voor ons geen principiële zaak dat de 50% plus één altijd over alles uitgerold zou kunnen worden als een blauwe deken. Nee, wij hebben het nu over een simpele vergelijking. Wij zouden die in al haar simpelheid ook willen inzetten voor de bibliotheek Tuinwijk. De VOORZITTER: Dames en heren! Door mevrouw Peetoom is de volgende motie ingediend. "Motie 16. Wie heeft de wijsheid in pacht? De gemeenteraad van de gemeente Utrecht in vergadering bijeen op donderdag 12 april 2007 ter bespreking van de realisatie van het Wijkservicecentrum Oost/Noordoost. Overwegende dat: de bibliotheek van Tuinwijk een beoogd onderdeel is van het nieuwe wijkservicecentrum aan de Alexander Numankade; Er met name in de subwijken Tuinwijk en Staatsliedenbuurt onder de bewoners en de scholen veel weerstand bestaat tegen de verplaatsing van de bibliotheek van het Ingenhouszplantsoen naar de Alexander Numankade; De nieuwe locatie voor bewoners van Wittevrouwen, Voordorp en Tuindorp-Oost veelal dichter bij huis zou komen te liggen; Er vandaag ruim 2000 handtekeningen zijn overhandigd tégen de verplaatsing van de bibliotheek;
Middagvergadering van 12 april 2007
6
De bewoners die voorstander van de verplaatsing zijn zich traditioneel niet laten horen. Voorts overwegende dat: de gemeente bij het invoeren van betaald parkeren eerst een wijkraadpleging uitvoert; Voor het besluit tot invoeren van betaald parkeren een meerderheid van de helft + 1 volstaat; Het al dan niet verplaatsen van de bibliotheek zich zeer goed leent voor een wijkraadpleging, waarbij een meerderheid van de helft + 1 volstaat. Constaterende dat: de gemeenteraad een budget van circa EUR 225.000,00 beschikbaar heeft gesteld voor de verbouwing en de inrichting van de bibliotheek in Tuinwijk, waar tot op heden niets mee is gebeurd; Besluit het college op te dragen om op korte termijn een volwaardige wijkraadpleging te (laten) organiseren, waarbij de bevolking kan kiezen voor of tegen verplaatsing van de bibliotheek van het Ingenhouszplantsoen naar de Alexander Numankade, waarbij het college de uitslag van de democratische meerderheid overneemt en verwerkt in de toekomstplannen voor de beide genoemde locaties. En gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door mevrouw Peetoom. Mevrouw SCHELL (VVD): Mevrouw de voorzitter! Wij spreken nu over de voorgenomen verplaatsing van de bibliotheek Tuinwijk, die veel verzet heeft opgeroepen bij grote groepen bewoners van de wijk Tuinwijk. 2965 handtekeningen van mensen die daar tegen zijn, dat is niet niks. Wij hebben de handtekeningen zojuist mogen ontvangen van een grote groep kinderen en andere betrokkenen, waarvoor dank. Eigenlijk worden wij nu met een discussie geconfronteerd die niet hier gevoerd zou moeten worden. Om opportunistische redenen wordt er een bibliotheek verplaatst om elders in de wijk een pand te vullen. Dat vinden wij een slechte redenering. Dan kan wel honderd keer in het collegeprogramma de wens staan om wijkvoorzieningen te clusteren, onze fractie wil niet dat panden klakkeloos gevuld worden omdat ze nu eenmaal leegstaan. Dan de kosten, waarmee het college schermt in zijn brief van 10 april jl. Daar moeten wij bang van worden! Maar moeten wij als raad dan het probleem van het college oplossen, omdat het verzuimd heeft de buurt te betrekken bij de planvorming en omdat het verzuimd heeft de vergunning voor de verbouwing van de locatie aan het Ingenhouszplantsoen te verlengen? Die vergunning gaat waarschijnlijk zo meteen stilletjes verlopen; het was moeilijk die te verlengen, begrepen wij van de wethouder. Ook de redenering dat de bibliotheek zo meteen meer centraal in de wijk komt te liggen, is bepaald niet het sterkste argument. Utrecht Oost komt er namelijk bekaaid af. Uiteindelijk heeft een groep vrijwilligers de blinde vlek in Oost gevuld door een eigen bibliotheek op te richten, een kleine bibliotheek. Wij willen gewoon terug naar het principe dat er in ieder wijk een bibliotheek komt. Daarom willen wij de bibliotheek in Tuinwijk behouden en het initiatief in Oost verder uitbouwen. De motie die zojuist door de fractie van Leefbaar Utrecht is ingediend, is goed bedoeld. Op zich meen ik dat het goed is om de bewoners er voortaan goed bij te betrekken, maar op dit moment is dat te laat voor de bibliotheek in Tuinwijk. Immers, voordat wij weten wat de uitkomst is van de in de motie aangegeven wijkraadpleging, is m.i. het krediet alweer verspeeld en zijn wij vier maanden verder. Nogmaals: ik denk dat dat te laat is. De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Voorzitter! Zoals ook mevrouw Schell weet, gaan wij als raad over de kredieten, over het geld. Er is een krediet gegeven ten behoeve van de bibliotheek in Tuinwijk, maar daar is niets mee gedaan. Is mevrouw Schell het niet met mij eens dat zolang er niets met dat krediet gedaan is en wij besluiten dat het gewoon blijft staan, het dan ook gewoon blijft staan? Is dat uiteindelijk niet aan ons? Mevrouw SCHELL (VVD): De raad is de baas. Dat klopt, dat ben ik met u eens. Het belangrijkste argument is wellicht toch wel dat een wijkraadpleging wordt gehouden over een bibliotheek die in Tuinwijk staat. Wanneer je de mensen in Tuinwijk vraagt of ze willen dat de bibliotheek er blijft, dan zeggen ze ja (dat hebben wij vandaag kunnen horen). Ga je het vervolgens vragen aan de bewoners aan de oostkant van de wijk, dan zullen die volgens mij heel duidelijk zeggen dat zij de bibliotheek liever aan de Alexander Numankade hebben.
Middagvergadering van 12 april 2007
7
Kortom, wij denken dat de uitkomst van een wijkraadpleging al vaststaat. Daarom zullen wij de motie van de fractie van Leefbaar Utrecht niet steunen. Tot slot ben ik heel benieuwd naar wat de collegefracties vinden van de bibliotheek aan het Ingenhouszplantsoen. Willen zij de bibliotheek daar houden, of willen zij dat die verplaatst wordt naar de Alexander Numankade? En bovenal: Hoe gaan zij dat oplossen? Ik hoor het graag zo meteen. De heer VAN DEN TOOREN (SP): Ik wil eerst even Jan Verkaik van harte welkom heten. Goed dat je er bent. Mevrouw de voorzitter, wethouders, beste raad en, ook welkom, strijdvaardige buurtbewoners! Op 29 maart jl. heeft de commissie Maatschappelijke Ontwikkeling uitvoerig gedebatteerd over de mogelijke verplaatsing van de bibliotheek aan de Ingenhouszstraat in Tuinwijk naar de Alexander Numankade. De SP-fractie heeft toen duidelijk uiteengezet tegen het verhuizen van de bibliotheek van de Ingenhouszstraat naar de Alexander Numankade te zijn. Wij riepen de wethouder op werk te gaan maken van de in 2002 genomen beslissing tot uitbreiding van de bibliotheek en op zoek te gaan naar een andere invulling van de vrijkomende vierkante meters in het beoogde wijkservicecentrum aan de Alexander Numankade. De wethouder gaf geen krimp (men zal zich dat nog herinneren) en kondigde aan de reeds ingeslagen weg te vervolgen. Een weg, die naar zeer grote waarschijnlijkheid zal leiden tot de uiteindelijke verhuizing van de bibliotheek uit Tuinwijk naar de Alexander Numankade. De conclusie die ik toen tijdens de commissievergadering trok en uitsprak, was dat wat mij betreft de beantwoording door de wethouder geen hout sneed en dat er een motie boven de markt hing. We hebben het gemerkt: er hing niet één motie boven de markt, er zijn er meerdere. Twee weken later zijn wij nu, en onze fractie ziet nog steeds geen aanleiding om haar standpunt te herzien. Sterker nog: inmiddels heeft het comité "Red de Bibliotheek in Tuinwijk" niet stilgezeten (ik zie dat de bordjes achter in de zaal nu omhooggaan). Zojuist heeft u, voorzitter -niet getooid in oorlogskleuren!- een aantal handtekeningen in ontvangst mogen nemen. Ik had in mijn aantekeningen eerst staan dat het 2.000 handtekeningen waren; dat was gisteren, maar vervolgens werden het er 2.700 en nu zijn het er bijna 3.000. Deze handtekeningen zijn niet alleen afkomstig uit Tuinwijk. Helemaal niet; zeven van de negen buurten hebben handtekeningen geleverd, dus het is een beetje breder dan alleen Tuinwijk. Ook scholen hebben zich geroerd. Niet allen die hier aanwezig zijn, hebben het gezien, en ook de mensen thuis hebben het niet gezien, maar het hele stadhuisplein heeft vol gestaan met kinderen. Verder hebben wij vanochtend van wijkraad Noordoost een e-mail ontvangen waarmee die de zoveelste duit in het zakje heeft gedaan. En ik citeer de laatste smeekbede van de heer Naethuys, de voorzitter van de wijkraad: "Nogmaals: ik en de wijkraad, inmiddels 2965 burgers, buurtcomités etc. etc. kunnen argumenten blijven aandragen, maar het ligt aan jullie, raad, om die te willen horen." Mijn fractie blijft van mening dat de bibliotheek in Tuinwijk moet blijven. Daartoe dienen wij de langverwachte motie “Behoud bibliotheek Ingenhouszstraat 8” in. Er wordt nu geapplaudisseerd op de publieke tribune. In de commissie gebeurde dat ook, maar toen was het applaus ietsje luider, maar de mensen hebben zojuist hun kruit verschoten op het stadhuisplein. Ik wil nu namens mijn fractie terugkomen op een misverstand dat door de wethouder in het leven is geroepen. Dat misverstand hoorde ik zojuist ook bij de VVD-fractie. Het feit dat de bouwvergunning voor de uitbreiding van de bibliotheek in Tuinwijk op 1 juli a.s. verloopt, behoeft in de afweging die de raadsfracties vandaag maken, geen enkele rol te spelen. Het college zelf heeft de bevoegdheid om de bouwvergunning te verlengen dan wel in te trekken. Dat is mij bij navraag, onder meer bij de dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Utrecht, gebleken. Dit betekent dat een raadsuitspraak vandaag het college kan oproepen om de bouwvergunning gewoon te verlengen. De heer VAN DER MAREL (VVD): Voorzitter! Er is bij de VVD-fractie geen misverstand over het krediet. Dat dat misverstand zou bestaan, proefde ik zojuist ook al uit de interruptie van de heer Oldenborg. In onze bijdrage werd gedoeld op het krediet ten behoeve van de locatie Alexander Numankade, niet op het bouwkrediet ten behoeve van de locatie Ingenhouszstraat. De heer VAN DEN TOOREN (SP): Ik dacht dat u het over het andere krediet had, en ik denk dat ook de fractie van Leefbaar Utrecht dat dacht. Oké, ik ben blij dat dit misverstand dan nu uit de wereld geholpen is. Dat neemt niet weg, voorzitter, dat het krediet dat in 2002 is verleend, niet hoeft te vervallen. Ik heb het dan over het bedrag van EUR 227.000,00.
Middagvergadering van 12 april 2007
8
Mijn fractie betreurt het zeer dat de raadscommissie niet juist is geïnformeerd over de bouwvergunning. Ik heb nog navraag gedaan en heb al tijdens de commissievergadering van 29 maart jl. gevraagd aan de wethouder: Kunnen wij de bouwvergunning niet verlengen? De wethouder liet ons toen achter met de woorden: Dat schijnt waarschijnlijk niet te kunnen; wij berichten u daar nog over terug. Dat is niet gebeurd. Ik ben zelf op onderzoek uitgegaan en wat ik zojuist zei, is het resultaat. In het licht daarvan vraagt onze fractie zich ook af welke waarde wij moeten toekennen aan de informatie die de raad te elfder ure heeft ontvangen van het college. Afgelopen dinsdagmiddag laat (ook de VVD-fractie heeft het daarover gehad) stortte de wethouder een brief over de raad uit met onheilstijdingen en berekeningen die de schade tot EUR 2,3 miljoen lieten oplopen wanneer wij vandaag besluiten om de bibliotheek Tuinwijk niet te verhuizen. Mijn fractie was daar geweldig van onder de indruk (niet dus)! Wij vinden dat gewoon powerplay in optima forma. Eigenlijk vinden wij dat dat gewoon niet kan. Graag krijg ik hierover een antwoord van de wethouder. Ik rond af. De SP-fractie vraagt zich af waarom de bibliotheek in Tuinwijk zou moeten sneuvelen. Een bibliotheek waar jong en oud gebruik van maken, een bibliotheek die bezocht wordt door scholen uit de buurt en uit aangrenzende buurten (wij hebben dat zojuist gemerkt), een bibliotheek waar mensen met diverse achtergronden samenkomen, kortom een bibliotheek die je als stad zou moeten koesteren als voorbeeld van een bewezen succesvolle voorziening voor mensen in de wijk. De VOORZITTER: Dames en heren! Door de heer Van den Tooren is de volgende motie ingediend: "Motie 2007/15. Behoud bibliotheek Ingenhouszstraat 8 De raad van de gemeente Utrecht bijeen op 12 april 2007, Constaterende, dat: er op basis van een raadsbesluit van 11 januari 2007 in het kader van de realisatie van het wijkservicecentrum Noordoost Oost aan de Alexander Numankade onderzocht wordt of verplaatsing van de bibliotheek thans gevestigd aan de Ingenhouszstraat 8 naar de Alexander Numankade tot de mogelijkheden behoort er op basis van een eerder raadsbesluit van 14 november 2002 besloten is tot een uitbreiding van de bibliotheek aan de Ingenhouszstraat 8 er op 30 juni 2005 een reguliere bouwvergunning is verleend voor deze uitbreiding op genoemde locatie deze bouwvergunning in de tussentijd is verlengd tot 1 juli 2007 er tot op heden geen gebruik is gemaakt van de reguliere bouwvergunning het een bevoegdheid van het College is deze bouwvergunning opnieuw te verlengen Overwegende, dat: de bibliotheek op de huidige locatie een succesvolle bibliotheek is de bibliotheek een belangrijke sociale en maatschappelijke functie vervult voor zowel de directe als de indirecte omgeving verplaatsing van de bibliotheek naar de Alexander Numankade een verschraling aan sociaal en maatschappelijk aanbod betekent voor de buurt Besluit het College op te dragen om: de bibliotheek aan de Ingenhouszstraat 8 onder geen beding te laten verhuizen op korte termijn werk te maken van de eerder voorgenomen uitbreidingsplannen zoals besloten door de raad op 14 november 2002 vanuit zijn bevoegdheid alles in het werk te stellen om de benodigde bouwvergunningen te verlengen dan wel op welke andere wijze dan ook niet te laten verlopen in de plannen inzake de realisatie van het wijkservicecentrum aan de Alexander Numankade op zoek te gaan naar een andere invulling van de ruimte die met het aannemen van deze motie vrijvalt En gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heer Van den Tooren. Mevrouw MONNINK (PvdA): Mevrouw de voorzitter! Zojuist zijn u bijna 3.000 handtekeningen aangeboden. Handtekeningen van mensen die de bibliotheek in Tuinwijk op de huidige plek willen houden en tegenstander zijn van verhuizing van de bibliotheek naar de Alexander Numankade.
Middagvergadering van 12 april 2007
9
3.000 handtekeningen! Dat is een hele hoop. Daar moet je wat mee als raad. Het is inmiddels gebleken dat wij dat ook gaan doen. Ik woon zelf in Tuinwijk en merk dagelijks hoe boos mensen zijn over de voorgenomen verhuizing van de bibliotheek. In iedere buurtwinkel is dat bijna dagelijks onderwerp van gesprek en in iedere winkel liggen handtekeningenlijsten. Ik snap die boosheid ook. De bibliotheek in Tuinwijk loopt enorm goed. Die zou uitgebreid worden (mijn collega van de fractie van Leefbaar Utrecht zei het ook al), maar wat gebeurt er? De bibliotheek wordt verplaatst. Al eerder is deze buurt met iets dergelijks geconfronteerd. Een andere sociale voorziening -het badhuis- is namelijk ook gesloten. Buurtbewoners voelen zich niet gehoord, niet serieus genomen, en raken ontmoetingsplekken kwijt. Dat gevoel snapt de PvdA-fractie heel goed. De PvdA-fractie kan kort zijn over de voorgenomen verhuizing van de bibliotheek Tuinwijk. Er zijn daar zaken fout gegaan, en wat fout gaat, moet hersteld worden. Er is niet naar de wensen van de wijk geluisterd, en dat moet alsnog gebeuren. De verhuizing is altijd gepresenteerd als een verplaatsing die positief zou zijn voor de wijk, maar wat vindt de wijk er eigenlijk van? Als wij zo naar de mensen luisteren en als wij het aantal handtekeningen zien, dan lijkt het er volgens ons op dat de mensen willen dat de bibliotheek blijft op de plek waar die nu is. Concreet vinden wij daarom dat het college terug moet gaan naar de wijk. Wij zijn van mening dat gepeild moet worden in de wijk - en daarmee bedoel ik de wijk Noordoost - wat men wil met de bibliotheek. Breng de voorstanders van de verplaatsing van de bibliotheek in beeld, maar ook de tegenstanders en de mensen die het niet uitmaakt. De heer VAN DEN TOOREN (SP): U zei zojuist zelf, mevrouw Monnink, dat 3.000 handtekeningen zijn ingediend tegen de verplaatsing. Ik heb even nagekeken welk resultaat de laatste wijkraadpleging in de wijk Noordoost opleverde. Er is toen EUR 7500,00 verspeeld, met als resultaat dat 883 mensen hadden gerespondeerd van de 33.000 in Noordoost levende mensen. Het comité heeft nu in korte tijd (drie weken; de mensen van het comité hadden daarvoor een tientje gelapt) de mening van 3.000 mensen gekregen. Volgens mij is de mening van de buurt klip en klaar: zeven van de negen buurten staan achter het handhaven van de bibliotheek Tuinwijk op de huidige plaats. Gelet daarop, behoeft voor mij de wijkraadpleging niet meer door te gaan. Mevrouw SCHELL (VVD): Aanvullend hierop, heb ik nog een vraag aan u, mevrouw Monnink. Wat wilt u dat er gebeurt met de bibliotheek Tuinwijk? Wanneer je daarover een wijkraadpleging organiseert, dan ga je twee verschillende meningen tegenover elkaar zetten. Dan speel je twee groepen tegen elkaar uit. U bent volksvertegenwoordiger. Wat wilt u? De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Voorzitter! De heer Van den Tooren gaf aan dat er 3.000 handtekeningen zijn aangeboden tegen de verplaatsing van de bibliotheek Tuinwijk. Dat is heel veel, op 33.000 mensen. Mevrouw Schell zei dat je met een wijkraadpleging misschien groepen tegenover elkaar zet, want stel dat blijkt dat er 3.000 mensen zijn die wel willen dat de bibliotheek verplaatst wordt. Ja, dat kan. Dat kan op precies dezelfde manier als wanneer je de mening van de mensen over het invoeren van betaald parkeren vraagt. De helft kan voor en de helft kan tegen zijn. Wel moet er altijd een beslissing genomen worden. Uiteindelijk ligt de taak om te beslissen bij de raad. Het probleem is echter wel -en dat hebben wij al vaker gemerkt- dat als er een activiteit vanuit de gemeente wordt gemeld waar veel mensen tegen zijn, juist die tegenstanders zich laten horen. Terecht, maar de mensen die voor zijn, nemen aanvankelijk niet het besluit om zich te laten horen. Laat mij de bus in Terwijde als voorbeeld nemen. De voorstanders dachten: Prachtig, het is gelukt. Dat denken zij totdat een ander besluit genomen wordt, omdat er zoveel mensen tegen zijn. Dan staan er opeens misschien wel 6.000 mensen voor de deur, maar dat weet ik niet; het kunnen er ook 1.000 zijn. Waar het om gaat, is dat het volgens onze fractie handiger is om het van tevoren te weten. Mevrouw SCHELL (VVD): Sinds wanneer weten wij zelf niet meer wat wij eigenlijk willen? Sinds wanneer hebben wij voor alle dingen een volksraadpleging nodig? De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Wij hebben niet voor alle dingen een volksraadpleging nodig. Bij de bibliotheek in Tuinwijk gaat het echter primair om een voorziening voor de wijk waarover ik persoonlijk zeg (en dat geldt ook voor mijn andere fractieleden): Uiteindelijk maakt het mij niet wezenlijk uit of de bibliotheek in straat A of straat B staat. In zo'n situatie vind ik het wel heel belangrijk dat de mensen die in de wijk wonen, de bibliotheek krijgen op de plaats waar zij er het meeste behoefte aan hebben.
Middagvergadering van 12 april 2007
10
Mevrouw MONNINK (PvdA): Mevrouw de voorzitter! Eigenlijk heeft de heer Oldenborg geantwoord op de vragen die aan mij waren gesteld. Ik sluit mij aan bij zijn antwoord. Ik ben van mening dat er een fout is gemaakt met betrekking tot de bibliotheek in Tuinwijk. Die fout moet hersteld worden; het college moet daarvoor gewoon terug naar de wijk. Overigens krijg ik ook mails van mensen die juist voorstander zijn van de verplaatsing van de bibliotheek. Ik ben van mening dat wij recht hebben op het totale plaatje, want pas dan kunnen wij beslissen. Een voorziening als een bibliotheek is er voor de wijk. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Voorzitter! Ik wil graag van de PvdA-fractie vernemen hoeveel mailtjes ze gehad heeft van mensen die voor de verplaatsing van de bibliotheek zijn. Mevrouw MONNINK (PvdA): Doet dat er toe, hoeveel mailtjes dat waren? De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Oh, dat doet er heel veel toe natuurlijk. Waren het er meer dan 3.000? Mevrouw MONNINK (PvdA): Nee, maar er is ook geen actie gevoerd door mensen die voorstander van de verplaatsing van de bibliotheek zijn. Bovendien acht ik dat op dit moment niet relevant. Wat ik belangrijk vind, is dat er een goed onderzoek komt naar wat de wijk wil. De heer Van den Tooren zei zojuist dat dat een heel duur onderzoek zou kunnen zijn dat leidt tot weinig respons. De PvdA-fractie wil dat er gekeken wordt naar de wijze waarop het onderzoek gedaan moet worden. Ik wil daarvoor graag een voorstel van het college krijgen, waar de commissie dan naar moet kijken. Wij moeten elkaar natuurlijk kunnen vinden in het onderzoek. Het moet geen valse verwachtingen wekken, maar het moet echt een objectief onderzoek zijn, waarbij de kosten natuurlijk niet uit de klauwen moeten lopen. De heer VAN DEN TOOREN (SP): Voorzitter! Wat ik zo stoer vind van het voorstel van de fractie van Leefbaar Utrecht -een voorstel waar ik totaal niet achter sta, overigens- is dat het wel een bindend onderzoek betreft. Geldt dat ook voor het onderzoek dat de PvdA-fractie wil (en waarvoor wij onze handen niet op elkaar krijgen)? Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Als er één partij altijd voorstander van een referendum is geweest, dan is het D66 wel. Het gaat er hier nu om dat je ook een juiste vraagstelling moet voorleggen aan de mensen. De vraagstelling is nu heel helder geweest, namelijk: Wilt u de bibliotheek in Tuinwijk houden, ja of nee? De mensen hebben daar gewoon, middels 3.000 handtekeningen, op gezegd dat ze niet willen dat de bibliotheek verplaatst wordt. Dat lijkt mij een heel helder verhaal. Nu wordt opgeroepen tot het houden van een referendum of wijkraadpleging die in principe al is gehouden door de wijkraad (waarbij ik mag hopen dat degenen die deze oproep doen, ook voorstander zijn van de participatieve democratie). Welnu, wanneer je eerst een wijkraadpleging houdt en pas daarna bekijkt of de uitslag past in de financiële kaders, dan houd je de mensen een worstje voor. Je zou het andersom moeten doen: eerst de financiële kaders helder hebben en dan zou je in een groter verband kunnen zeggen: Wat zouden de mensen willen en wat hebben wij over voor sociaal vastgoed? In dit geval is een wijkraadpleging een worst voorhouden. De beslissing over de bibliotheek in Tuinwijk is wat ons betreft heel helder. Mevrouw SCHELL (VVD): Ik wil vooral van de PvdA-fractie weten: Wat wilt u nu eigenlijk zelf? Ik vraag dit voordat de gemeente de wijk gaat raadplegen, iets dat veel geld kost. Een argument daartegen is ook dat je twee groepen tegenover elkaar gaat zetten. Vandaar mijn vraag: Wat willen wij als raad nu eigenlijk? De heer RIETKERK (ChristenUnie): Voorzitter! Ik wil graag reageren op de woorden van mevrouw Oskam. Zij zei: De buurt is geraadpleegd; wij weten de mening van de buurt. Inderdaad, maar wij weten niet de mening van de wijk. Dat is een groot verschil. Immers, in de betrokken buurt woont nog niet de helft van de wijk. Wij willen ook graag de mening van de wijk weten. De heer VAN DEN TOOREN (SP): Uit de handtekeningenactie is heel duidelijk gebleken wat de indieners ook hebben verteld, namelijk dat er geënquêteerd is in diverse buurten. Ook daar zijn handtekeningen verzameld.
Middagvergadering van 12 april 2007
11
De VOORZITTER: U heeft dat al gezegd, mijnheer Van den Tooren. Ik verzoek de raad om niet alsmaar in herhaling te vervallen, want dan is het niet goed te volgen. Tenslotte zitten er beneden in de zaal ook nog kinderen te kijken naar dit debat, op de tv. Eén keer iets zeggen. Wij zijn toch intelligent genoeg om het dan te onthouden? De heer VAN DEN TOOREN (SP): Voorzitter! De heer Rietkerk stelde een vraag. Ik ging daar op in. De VOORZITTER: Ja, maar u had dat al gezegd. Ik luister gewoon naar u. Ik hoop altijd dat iedereen dat doet. Het woord is aan mevrouw Monnink. Mevrouw MONNINK (PvdA): Ik heb het idee dat ik in herhaling moet vervallen. De VOORZITTER: Ik nodig u daar niet toe uit! Mevrouw MONNINK (PvdA): Precies. Voorzitter! Mevrouw Oskam vroeg: Waarom gaat u niet akkoord met het resultaat van de raadpleging die al heeft plaatsgevonden? Volgens mij heb ik daar antwoord op gegeven, namelijk dat ik ook wil weten welke mensen voor verplaatsing van de bibliotheek in Tuinwijk zijn. Ik wil het totale plaatje. Mevrouw Schell vroeg mij: Wat wilt u met de bibliotheek? Ik wil dat een wijkvoorziening op een plek zit waar de wijk zich in kan vinden. Dat is wat ik wil. Het maakt mij niet uit of die voorziening dan in straat X of straat Y zit (ook de heer Oldenborg zei dit). Het gaat om een voorziening voor de wijk, dus de wijk moet daar blij mee zijn. Dat is mijn punt. Ik ga verder met mijn betoog. Ik ben van mening dat er op basis van een peiling een nieuw plan moet komen van het college voor de bibliotheek in Tuinwijk. Voor alle duidelijkheid: als de wijk niet wil dat de bibliotheek verplaatst wordt, dan wordt het dus een plan voor behoud en uitbreiding van de bibliotheek op de huidige plek. Daar wil ik heel helder in zijn. Wij hebben hiervoor een motie gemaakt, die wij samen met de fracties van GroenLinks, het CDA en de ChristenUnie indienen. De naam van de motie is: Pas op de plaats in Noordoost. Naast het herstel van de gemaakte fouten, is het ook van wezenlijk belang dat dit in de toekomst niet weer gebeurt. Het college wil de bewoners serieus nemen. Zorg er dan ook voor dat dat goed gebeurt. Er zijn op dit moment diverse plannen voor verhuizing en sluiting van bibliotheken. Een deel van deze plannen kennen wij al als raad, een deel ook niet. Wij willen weten welke plannen er zijn. Er is een bibliothekennota uit 2001, en die moet geactualiseerd worden. Wij willen ook weten welke visie er schuilgaat achter de verhuizing of sluiting van bibliotheken. Daarnaast willen wij, om in de toekomst situaties te voorkomen zoals die zich nu hebben voorgedaan in Tuinwijk, van het college horen hoe de bewoners bij de verhuizing dan wel sluiting van deze bibliotheken betrokken zullen worden, want pas als dat goed gebeurt, kan een voorziening als een bibliotheek succesvol zijn in de stad. Ook hiervoor hebben wij een motie opgesteld, met als titel: Duidelijkheid over bibliotheekbeleid. Ook deze motie is getekend door leden van de fracties van de PvdA, de ChristenUnie, GroenLinks en het CDA. Mevrouw SCHELL (VVD): Voorzitter! Ik wil nog interrumperen naar aanleiding van de vraag van mevrouw Monnink welke visie er achter het sluiten of verplaatsten van bibliotheken schuilgaat. Ik vraag mij dat ook af. De PvdA-fractie en eigenlijk alle andere fracties hebben ingestemd met de verplaatsing van de bibliotheek in Tuinwijk naar de Alexander Numankade. Alleen de VVD-fractie heeft daar niet mee ingestemd. De VOORZITTER: Waarvan akte. Mevrouw MOS (GroenLinks): Voorzitter! Ik wil aantekenen dat de fractie van GroenLinks toen een heel duidelijk voorbehoud heeft gemaakt in haar bijdrage. Mevrouw SCHELL (VVD): U heeft wel voorgestemd. De VOORZITTER: De fractie van GroenLinks krijgt aanstonds nog het woord van mij. Eerst deel ik mede dat mevrouw Monnink de volgende moties heeft ingediend:
Middagvergadering van 12 april 2007
12
"Motie 2007/19. Pas op de plaats in Noordoost De gemeenteraad van Utrecht in vergadering bijeen op donderdag 12 april Constaterende dat: er op basis van een raadsbesluit van 11 januari 2007 in het kader van de realisatie van het wijkservicecentrum Noordoost aan de Alexander Numankade onderzocht wordt of verplaatsing van de bibliotheek thans gevestigd aan de Ingenhouszstraat 8 naar de Alexander Numankade tot de mogelijkheden behoort; Wijkvoorzieningen er zijn voor de mensen uit de wijk; Een (wijk)bibliotheek en een wijkservicecentrum wijkvoorzieningen en ontmoetingsplekken voor de buurt zijn; Overwegende dat: De bibliotheek in Tuinwijk een bijzonder goed lopende bibliotheek is die bezoekers trekt uit de hele wijk Noordoost; in 2005 besloten is de bibliotheek aan het Ingenhouszplantsoen te verbouwen en dat over de nu voorgestelde verplaatsing van de bibliotheek geen raadpleging is gehouden in de wijk Heel veel mensen in Tuinwijk en omliggende buurten, getuige ook de vele handtekeningen, fel gekant zijn tegen het plan van het college de bibliotheek te verhuizen naar de Alexander Numankade Bewoners in deze buurten zich achtergesteld voelen met wederom een verlies van een voorziening aldaar uitbreiding van de bibliotheek op het Ingenhouszplantsoen als nadeel heeft dat dit ten koste gaat van het groen aldaar de vestiging van een wijkservicecentrum inclusief bibliotheek aan de Alexander Numankade voordelen heeft qua combinatie van functies en vergroting van de openingstijden van de bibliotheek. De plek is echter niet goed bereikbaar met openbaar vervoer. Daarbij is niet onderzocht in hoeverre de plek ook goed in de loop ligt voor potentiële gebruikers van de wijken Noordoost en Oost. Is van mening dat: Wijkvoorzieningen pas echt succesvol zullen zijn wanneer ze aansluiten op de behoefte van de wijk Het om bovenstaande reden belangrijk is bij voorgenomen wijzigingen in de sociale voorzieningen in een wijk hier met de wijk over in gesprek te gaan verplaatsing van de bibliotheek uit Tuinwijk, zijnde een goedlopende voorziening, naar de Alexander Numankade pas echt succesvol kan zijn als hiervoor voldoende draagvlak is onder bewoners van de wijk Noordoost Draagt het college op: een pas op de plaats te maken met de voorbereidingen van het wijkservicecentrum aan de Alexander Numankade een draagvlakonderzoek te doen onder bewoners van Noordoost voor verplaatsing van de bibliotheek naar een wijkservicecentrum aan de Alexander Numankade de Raad te laten weten hoe dit onderzoek gestalte zal krijgen op basis van de uitkomsten van het onderzoek een voorstel aan de Raad voor te leggen, waarbij de lijn is dat niet voldoende draagvlak leidt tot geen verplaatsing. " Deze motie is ondertekend door mevrouw Monnink, mevrouw Bottse, mevrouw Bikker en de heer Van Ditmarsch. "Motie 2007/20. Duidelijkheid over bibliotheekbeleid De gemeenteraad in vergadering bijeen op 12 april 2007: Overwegende dat: de geplande verhuizing van de bibliotheek van Tuinwijk naar een andere deel van de wijk Noordoost voor onrust en boosheid in de wijk heeft gezorgd; er in de stad ook andere verhuizingen dan wel sluitingen van bibliotheken gepland staan en onderzocht worden
Middagvergadering van 12 april 2007
13
het de raad onvoldoende bekend is welke bibliotheken dit betreft en welke visie er schuilgaat achter de geplande verhuizingen het huidige bibliotheekbeleid gebaseerd is op de nota uit 1999 er in de afgelopen jaren meer is ingezet op wijkservicecentra en het combineren van publieke voorzieningen Van mening dat: de onrust in Tuinwijk en omgeving over de voorgenomen sluiting van de bibliotheek duidelijk heeft aangetoond dat bewoners vroegtijdig betrokken moeten zijn bij verhuizing dan wel sluiting van sociale voorzieningen; we deze les moeten omzetten in daden Draagt het college op: de nu geldende bibliotheeknota te actualiseren voor 1 juni aan de raad een notitie te presenteren waarin staat welke bibliotheken mogelijkerwijs verplaatst gaan worden, wat de consequenties hiervan zijn en welke visie schuilgaat achter deze verplaatsingen voor 1 juni aan de raad te laten weten hoe de bewoners hierbij betrokken zullen worden." -
Deze motie is ondertekend door mevrouw Monnink, mevrouw Bottse en de heer Rietkerk en Van Ditmarsch. Mevrouw BOTTSE (GroenLinks): Mevrouw de voorzitter! Wij waren zojuist getuigen van een indrukwekkende demonstratie. Van jong tot oud was men hier vanuit de wijk Noordoost aanwezig, op de been om hun bibliotheek te redden, want de handtekeningen die wij hebben ontvangen, komen niet alleen van de bewoners uit Tuinwijk, maar uit heel Noordoost. Bijna 3.000 handtekeningen! Dat zegt iets over de betrokkenheid van de bewoners bij hun wijk en is voor de fractie van GroenLinks een steun in de rug bij de inzet van vandaag. Dan wil ik nu het standpunt van de fractie van GroenLinks inzake de bibliotheek aan het Ingenhouszplantsoen helder neerzetten: zonder draagvlak geen verplaatsing van deze bibliotheek. Dat wil ik toelichten. De bibliotheek Tuinwijk is nu een goedlopend filiaal. De senioren uit Tuinwijk hebben daar een ontmoetingsplaats gevonden, nadat het badhuis was gesloten. De bibliotheek is goed bereikbaar voor scholen en voor bewoners uit andere buurten in de wijk, te voet en met het openbaar vervoer. De fractie van GroenLinks vindt het op z'n minst slordig dat de bewoners niet zijn betrokken in de plannen om de bibliotheek te verplaatsen. De bewoners waren in de veronderstelling dat op enig moment de bibliotheek zou worden uitgebreid, zoals door de raad in 2005 is besloten. Als er dan vervolgens een ander plan op tafel komt, dan is het voor de fractie van GroenLinks logisch dat je met dat plan teruggaat naar de bewoners en dat uitlegt, vooral omdat er in deze specifieke wijk nog meer gevoeligheden liggen met betrekking tot het sluiten van buurtvoorzieningen. Gisteren, op de bijeenkomst over de toekomst van het badhuis, werd de bibliotheek het laatste bolwerk genoemd. Dat is illustratief voor hoe de bewoners zich voelen. De fractie van GroenLinks vindt dat de bibliotheek een belangrijke voorziening is in de wijk. Wij roepen daarom het college op om nu de pas op de plaats te maken en een onderzoek uit te voeren naar het draagvlak in de wijk Noordoost voor de plaats van de bibliotheek. Leidraad moet hierbij zijn dat bij niet voldoende draagvlak er geen sprake is van verplaatsing. Mevrouw VAN DEN BROEK (VVD): Voorzitter! Mevrouw Bottse zegt: Eigenlijk kunnen wij de bibliotheek in Tuinwijk niet nu reeds verplaatsen. Mevrouw BOTTSE (GroenLinks): Ja, de pas op de plaats. Mevrouw VAN DEN BROEK (VVD): De fractie van GroenLinks wil dus de bibliotheek houden op de huidige plek. Zou u bij dat woord dan ook niet de daad voegen en in ieder geval de SP-motie (nr. 15, behoud bibliotheek Ingenhouszstraat 8) steunen? Dan laat u namelijk zien waar u voor staat. Of wilt u liever een onderzoek dat heel veel geld kost, waardoor de bibliotheek straks misschien minder mooi ingevuld kan worden en misschien niet uitgebouwd kan worden? Ook gaat u dan twee wijken tegenover elkaar zetten.
Middagvergadering van 12 april 2007
14
De heer VAN DEN TOOREN (SP): Voorzitter! Mevrouw Bottse zei zojuist dat de bibliotheek in Tuinwijk een heel goed lopend filiaal is. Ik heb altijd geleerd dat als iets goed loopt, je dat zeker niet de nek moet omdraaien. Welnu, met wat mevrouw Bottse opmerkte, bouwt zij de mogelijkheid in dat dit filiaal straks verplaatst wordt. In de commissie had zij daarover een meer uitgesproken opvatting dan nu. Zij maakt nu een terugtrekkende beweging. Mevrouw BOTTSE (GroenLinks): Wat de fractie van GroenLinks in ieder geval belangrijk vindt, is dat alle gebruikers en potentiële gebruikers van de bibliotheek in Tuinwijk gehoord worden. Je kunt niet eerst met de mensen een proces ingaan waarin je zegt dat je de bibliotheek gaat uitbreiden en vervolgens, door voortschrijdend inzicht of valide argumenten (zoals de fractie van Leefbaar Utrecht het noemde), tot ander inzicht komen. Dan moet je daarmee teruggaan. Je moet dan namelijk draagvlak kweken voor de verandering die je wilt doorvoeren in het beleid. Dat vindt de fractie van GroenLinks heel logisch. Mevrouw VAN DEN BROEK (VVD): Het is mij niet duidelijk. Bent u nu voor de bibliotheek in Tuinwijk op de huidige locatie, of wilt u dat echt gaan voorleggen en dus twee buurten tegenover elkaar gaan zetten? De VOORZITTER: Dat heeft mevrouw Bottse toch echt wel beantwoord. Mevrouw VAN DEN BROEK (VVD): Nee, ik vind dat niet. De VVD-fractie constateert duidelijk dat daarin geen keuze wordt gemaakt. De fractie van GroenLinks staat dus gewoon voor niets. De VOORZITTER: Mevrouw Bottse heeft het al gezegd, maar omdat u nu zo aandringt, doet zij dat nog een keer. Mevrouw BOTTSE (GroenLinks): Waar het de fractie van GroenLinks om gaat, is dat de bibliotheek in Tuinwijk bestemd is voor heel Noordoost. Met de mensen in Noordoost zijn afspraken gemaakt. Als je vervolgens van die afspraken wilt afwijken, dan moet je terug naar de bewoners in Noordoost als je daar goede argumenten voor hebt. Die argumenten zijn er ook, maar er zijn ook heel goede argumenten voor de andere mening. De VOORZITTER: Ik zie nu dat de heer Van den Tooren wil interrumperen. Een nieuwe vraag, niet dezelfde. De heer VAN DEN TOOREN (SP): Wel dezelfde vraag, want ik heb daar nog geen antwoord op gekregen. Mijn vraag betreft het feit dat de bibliotheek in Tuinwijk een zeer goed lopende voorziening is. Mevrouw Bottse is het daarmee eens. De bibliotheek loopt uitermate goed, zo goed dat die uitgebreid moet worden. Dat gaat zij mogelijk de nek omdraaien. Dat vind ik doodzonde. Mevrouw BOTTSE (GroenLinks): Daar ben ik het niet geheel mee eens. De bibliotheek is voor de wijk Noordoost. U heeft het nu volgens mij over de mensen in Oost die ook gebruik zullen moeten maken van de bibliotheek. De heer VAN DEN TOOREN (SP): Nee. Mevrouw BOTTSE (GroenLinks): Dan begrijp ik uw vraag niet goed. De heer VAN DEN TOOREN (SP): Ik zeg gewoon dat er een zeer goed lopend... De VOORZITTER: Wij hebben dat nu echt drie keer gehoord. Ik heb daar moeite mee. Er zitten allemaal kinderen naar dit debat te bekijken. Wat denken die nu wel van een raadsvergadering, wanneer drie keer hetzelfde gezegd wordt? De heer VAN DEN TOOREN (SP): Mevrouw Bottse begrijpt mijn vraag niet, en daarom stel ik die voor de derde keer. Een goedlopende voorziening die zelfs moet uitbreiden, wordt potentieel de nek omgedraaid. Vindt zij dat niet doodzonde?
Middagvergadering van 12 april 2007
15
De VOORZITTER: Ik verwacht nu hetzelfde antwoord van mevrouw Bottse, voor de derde keer. Mevrouw BOTTSE (GroenLinks): Wij spreken nu inderdaad over een goedlopende bibliotheek. Wij hebben geen garantie dat die ook goed zal lopen wanneer die gevestigd wordt aan de Alexander Numankade. Dat moet onderzocht worden. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik krijg nu te horen dat de kinderen inmiddels weer naar school zijn. Het duurde te lang. Wat vind ik dat, zo zeg ik in alle eerlijkheid, jammer. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Dat zegt ook iets van ons functioneren. De heer VAN DITMARSCH (CDA): Voorzitter! Ik wilde juist een (hopelijk) goede bijdrage leveren aan dit debat. Ik start daarmee door te stellen dat de bibliotheek waar wij het nu over hebben, van de wijk is. Van de wijken zelfs, niet van de buurt, maar in de buurt. Vanuit die insteek heeft de fractie van het CDA de volgende visie op/lijn voor de kwestie waar wij nu over debatteren. Die insteek wordt niet zo beleefd in Tuinwijk en omgeving, zo constateer ik op grond van een groot aantal argumenten en 3000 handtekeningen die vandaag zijn aangeboden. De CDA-fractie wil niet alleen begrip hebben voor de standpunten van de bewoners, maar wil vooral ook duidelijk zijn en een betrouwbare partner zijn, ja een betrouwbare coalitiepartner. Immers, in ons collegeprogramma hebben wij zelf ons college de opdracht gegeven de wijkbureaus vorm te geven. Als het enigszins mogelijk is, moet dat gebeuren in combinatie met andere gemeentelijke loketten in de wijk. De heer VAN DEN TOOREN (SP): Ook ik ken het collegeprogramma. Ik zie daarin nergens staan dat dergelijke wijkservicecentra ten koste moeten gaan van goedlopende bibliotheken. Als u dat kunt aanwijzen, dan bent u een vent. De heer VAN DITMARSCH (CDA): Ik was dat haast aan het voorlezen. Als u het collegeprogramma er even bij had genomen, dan had u deze vraag niet behoeven te stellen. De combinatie waar ik het over had, betreft de WMO-loketten, de ouder-kindcentra e.d. en -daar gaat het nu om- bibliotheken. Het staat letterlijk in het collegeprogramma, in punt 4 van het eerste hoofdstuk De heer VAN DEN TOOREN (SP): Voorzitter... De heer VAN DITMARSCH (CDA): Al in 2005 was er instemming in onze raad met de vorming van wijkservicecentra in Noordoost en... De heer VAN DEN TOOREN (SP): Voorzitter... De heer VAN DITMARSCH (CDA): ...Vleuten-De Meern. De heer VAN DEN TOOREN (SP): Voorzitter... De VOORZITTER: U krijgt het woord, maar de heer Van Ditmarsch mag wel zijn zin afmaken. Zin voor zin. Dat doen wij echt met elkaar hier, zin voor zin. Niet halverwege een zin er tussendoor rebbelen. Gaat u verder, mijnheer Van Ditmarsch. De heer VAN DITMARSCH (CDA): Ook willen wij een betrouwbare, consistente partner zijn waar het gaat om afspraken uit het verleden. Die zijn hier niet onomkeerbaar, maar ze zijn al ruim in het verleden ingestoken langs de lijn die ik aangaf. Langs die lijn leggen wij de meetlat als het gaat om de beoordeling van de bibliotheekverplaatsing ja of nee. De VOORZITTER: Het woord is nu aan de heer Van den Tooren. De heer VAN DEN TOOREN (SP): Voorzitter! Ik ga even een alinea terug, maar ik maak wel behoorlijk bezwaar tegen deze gang van zaken. Ik interrumpeerde op een punt, maar dat is nu voorbij.
Middagvergadering van 12 april 2007
16
De VOORZITTER: Uitstekend, maar ik laat altijd iedereen een zin afmaken en laat niet halverwege een zin interrumperen. Dat is een soort gouden regel hier. Die pas ik omgekeerd ook toe, als u aan het woord bent. De heer VAN DEN TOOREN (SP): Oké, prima. Mijn opmerking gaat over het vestigen van bibliotheken in wijkservicecentra. Er staat nergens in het collegeprogramma dat dat ten koste moet gaan van bibliotheken die goed lopen. De heer VAN DITMARSCH (CDA): Juist daarover praten wij hier vandaag, maar wel vanuit de visie en gedachte dat het een goede zaak is om meerdere loketten te combineren. Dat staat in het collegeprogramma, en dat is inderdaad niet uw programma. Kennelijk verschillen wij daarover van mening, maar hopelijk gaat u zich in dit debat wat meer scharen achter de gedachte dat de combinatie van loketten een groot voordeel geeft voor de bewoners in wijken. Voorzitter! Juist aan de Alexander Numankade wil het college uitvoering geven aan de opdracht van onder andere de CDA-fractie om de combinatie van loketten vorm te geven. Onmiskenbaar heeft de voorgenomen combinatie een groot aantal voordelen, zowel in financieel opzicht als waarschijnlijk -ik zeg uitdrukkelijk "waarschijnlijk"- qua nieuwe centrale ligging, namelijk 400 m verderop in de wijk Noordoost. Dit laatste kan een voordeel opleveren; dat zullen wij nog bezien. Daar staat tegenover dat vooraf en in het hele proces niet goed tot zelfs zeer slecht gecommuniceerd is met de buurt, met name de wijkraad. Dit geldt voor Tuinwijk des temeer, gegeven de ons allen bekende voorgeschiedenis. Het gaat daarbij om de beleving: er wordt ons weer een sociale voorziening ontnomen. Die beleving is meer dan begrijpelijk. In verband met de afweging die wij als CDA-fractie willen maken met betrekking tot de bibliotheek in Tuinwijk, zijn wij mede initiatiefnemer van motie 19 (pas op de plaats in Noordoost). Voor de balans die wij zoeken in deze afweging, willen wij dat de raad zelf opnieuw een beslissing kan nemen, namelijk of de goedlopende bibliotheek nog beter kan gaan lopen aan de Alexander Numankade. Mevrouw SCHELL (VVD): Ik wil even recapituleren. Aan de ene kant vindt de CDA-fractie dat de raad nu eenmaal heeft gekozen voor de vorming van wijkservicecentra en dat het handig is dat daarin bibliotheken komen. Wat betreft de vraag waarom dat dan de bibliotheek in Tuinwijk moet zijn, geef ik de heer Van den Tooren helemaal gelijk. Immers, waarom zou je een goedlopende bibliotheek ergens weghalen en op een andere plaats neerzetten? Anderzijds zegt de CDA-fractie: Wij vinden het ook heel erg belang-rijk wat de bewoners daarover zeggen, maar wij hebben toch de balans laten doorslaan. Kortom, daar waar er aan de ene kant nog keuze is, gaat de CDA-fractie toch voorbij aan het bewonersbelang. Wat vindt u nu eigenlijk? De heer VAN DITMARSCH (CDA): Ik stel voorop dat wij heel duidelijk willen zijn. Wij zijn voor de totstandkoming van wijkservicecentra, omdat wij dat zo afgesproken hebben en er geheel achter staan. Dat is onze opdracht aan het college. Dat de combinatie van diverse functies, en die combinatie kan per wijkcentrum verschillen, een aantal voordelen heeft, staat voor ons buiten kijf. In dit geval is het de vraag of je moet overgaan tot de verplaatsing van een onmiskenbaar goedlopende bibliotheek voor de hele wijk -dus niet alleen voor Tuinwijk- die ook qua ligging een aantal voordelen heeft, ook ten opzichte van de Staatsliedenbuurt (die wil ik hier uitdrukkelijk noemen). Dat is de vraag. Die willen wij, gezien de hele voorgeschiedenis, goed wegen, opdat de raad een betere afstemming kan realiseren. De raad moet beter kunnen afwegen of de combinatie van de bibliotheek met het wijkservicecentrum aan de Alexander Numankade aantoonbaar grotere voordelen heeft, nog grotere voordelen dan de huidige vestiging aan het Ingenhouszplantsoen. Ben ik daar nu helder in, of niet? Mevrouw SCHELL (VVD): U bent heel helder. Ik heb u zojuist namelijk al horen zeggen dat u uw keuze al gemaakt heeft. U vindt het collegeprogramma en de wijkservicecentra belangrijker dan wat de bewoners zeggen. En dan wilt u toch nog dat er een draagvlakmeting komt. Wat is die dan voor u waard? De heer VAN DITMARSCH (CDA): U luistert heel slecht. Mevrouw MOS (GroenLinks): Ik vraag de VVD-fractie om motie 19 (Pas op de plaats in Noordoost) goed te lezen. Daar staat een heel duidelijke keuze in. In de laatste regel van de motie staat namelijk dat de lijn is: "dat niet voldoende draagvlak leidt tot geen verplaatsing".
Middagvergadering van 12 april 2007
17
Dat is de keuze die in motie 19 gemaakt wordt. Als er geen voldoende draagvlak is, wordt de bibliotheek in Tuinwijk niet verplaatst wat de fractie van GroenLinks betreft, maar ook niet wat de CDA-fractie en de andere ondertekenaars van motie 19 betreft. De heer VAN DITMARSCH (CDA): Ik zal zelf nog even, na mevrouw Mos, de aan mij gestelde vraag beantwoorden! Wij zijn voor de vorming van wijkservicecentra, in diverse combinaties, met name de combinaties die genoemd zijn in het collegeprogramma (dat mag helder zijn). Wanneer de kansen daarvoor zich voordoen en je daarvan afwijkt, dan moet je daar een aantal goede argumenten voor hebben. Die argumenten hebben wij gegeven, namelijk dat er geen tot slechte communicatie was met de buurt Tuinwijk en omgeving, de clubs van ouderen en de scholen. Dat is voor ons de reden om de zaak nog eens goed af te wegen en zelfstandig een eigen oordeel te geven als de draagvlakmeting heeft plaatsgevonden. Wij willen dan mede op basis van de argumenten tot een nieuw oordeel komen. De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Voorzitter! Ik heb een vraag aan de mede-indiener van motie 19. Daarin staat (mevrouw Mos zei dat al) dat er geen verplaatsing van de bibliotheek Tuinwijk moet plaatsvinden bij "niet voldoende draagvlak". Dit vind ik juist zo naar zinnetje, want wat is niet voldoende draagvlak? Is dat 10%, 20%, 30%? Zou het niet veel handiger zijn om gewoon te zeggen: Als er geen meerderheid voor is. Met de term "niet voldoende draagvlak" kan men alle kanten uit. Daar heb ik geen zin in. De heer VAN DITMARSCH (CDA): Dit is een opmerking, niet een vraag. U doet een suggestie, en die neem ik niet tot mij. De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Ik heb een vraag: Geeft u eens aan wat u voldoende draagvlak vindt. Dat heb ik u rechtstreeks gevraagd. De heer VAN DITMARSCH (CDA): Het soort onderwerp dat nu aan de orde is, vergelijkt u met parkeren, en daarvoor geldt: 50% plus één. Dat doen wij niet. Voor voldoende draagvlak moet je een bepaalde bandbreedte hebben, ook qua inhoudelijke en kwalitatieve argumenten, en niet alleen een getal. Dat is nodig om te komen tot een juiste oordeelsvorming, en dat is de eigen verantwoordelijkheid van de raad. Mevrouw VAN DEN BROEK (VVD): Voorzitter! Ik wijs de fractie van GroenLinks op het grote licht dat er zit tussen de opmerking die mevrouw Mos zojuist maakte en deze opmerking van de heer Van Ditmarsch. De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Voorzitter! Wat de heer Van Ditmarsch zojuist zei, betekent (wanneer onze motie, nr. 16, het niet haalt, ervan uitgaande dat die verstrekkender is dan motie 19) dat wij motie 19 zeker niet zullen steunen, want wij hebben geen idee wat daarin bedoeld wordt met het draagvlak. Mevrouw OSKAM (D66): Mevrouw de voorzitter! Het is jammer dat de kinderen inmiddels weg zijn, want als oud-geschiedenislerares wil ik nog iets zeggen over geschiedenislessen die hier het trekken waard zijn. In 1885 is het Verdrag van Berlijn gemaakt. Daarin hadden mensen die heel knap waren, bedacht dat Afrika wel opgesplitst zou kunnen worden in een aantal landen. Dat werd mooi en keurig getekend, en dat werd uiteindelijk het Afrika zoals het er nu uitziet. Als je kijkt naar Utrecht, zie je dit ook een beetje. Daarmee bedoel ik dat het vorige college bedacht heeft om Utrecht op te splitsen in tien wijken. Daar zijn mooie tekeningetjes/plattegrondjes van gemaakt, en zie hier: Noordoost is ontstaan, evenals Oost en de andere wijken. Wat je hieruit kunt leren, is het volgende. Wat wil je bereiken met de sociale voorzieningen in een wijk of een buurt? Wil je bereiken dat die op loopafstand liggen, of wil je bereiken dat ze vooral in de wijk liggen, in een centraal groot wijkservicecentrum? Als je dit laatste wilt, dan moet je daar wel even goed over nadenken. Het huidige beleid is er in ieder geval op gericht dat er grote wijkservicecentra komen -wat dit betreft, is motie 19 (pas op de plaats in Noordoost) misschien overbodig- en geen voorzieningen in de buurt. Is dat wel een verstandige keuze?
Middagvergadering van 12 april 2007
18
Het lijkt niet verstandig. De fractie van D66 heeft al eens als voorbeeld een andere wijk in Utrecht genoemd wat betreft het met de kindertjes naar de bibliotheek wandelen. Ik bedoel de bibliotheek in De Meern voor de kindertjes die uit Haarzuilens komen. Dat is een heel grote afstand. Die is in Tuinwijk wat minder, maar uiteindelijk is het hetzelfde verhaal. Ook de fractie van D66 heeft heel veel mailtjes en telefoontjes gekregen, allemaal van mensen die tegen de verhuizing van de bibliotheek in Tuinwijk zijn (dames en heren van de PvdA-fractie). Ook zijn daartegen 3000 handtekeningen aangeboden. Echt indrukwekkend (ik kan niet anders zeggen), binnen heel korte tijd opgehaald. Dat betekent eigenlijk dat het draagvlak -en daarom behoeft er geen draagvlakmeting meer uitgevoerd te worden- voor de verplaatsing van de bibliotheek niet aanwezig is in de wijk en in de buurten waaruit Noordoost bestaat. Nogmaals: daar is geen draagvlak voor. Helder. Ik weet niet precies hoeveel mensen er wonen in Noordoost, maar 3000 handtekeningen zijn er heel veel, zij het wel minder dan 50% plus één. De fractie van D66 zal dan ook de motie van de SP-fractie (nr. 15, behoud bibliotheek Ingenhouszstraat 8) steunen. Overigens hebben wij wel zorgen over de financiële afwikkeling rondom het archief en het paleis van justitie. Daar zullen wij echt over moeten spreken in een komende vergadering. Als ik kijk naar het hele verhaal over draagvlakmeting e.d., dan kom ik terug op een oud idee van D66 dat ik destijds ingebracht heb in de wijkraad van Vleuten-De Meern. Dat is de gedachte om van tevoren een soort participatiematrix op te stellen. Daarin dient dan opgenomen te worden: wat gebeurt er in een wijk in een bepaald jaar, wat voor plannen zijn er, wil je daar bewoners bij betrekken, zo ja, welke bewoners, en hoe ga je daarmee om. Op deze manier kun je vooraf proberen veel meer betrokkenheid bij de besluitvorming voor elkaar te krijgen. Dat is veel handiger en veel beter dan wat er nu volgens de voorgestelde draagvlakmeting moet gebeuren. Daarbij moet je proberen de hele wijk op te wekken om een mening te geven over het wel of niet verplaatsen van de bibliotheek. Een platformoverleg waarin vooraf een constructieve dialoog plaats kan vinden, lijkt heel wat beter. Ook is dan een discussie in breder verband veel meer mogelijk. Het gaat daarbij om de vraag of je een sociale voorziening/sociaal vastgoed (een bibliotheek, een kinderspeelplaats of wat dan ook) in een buurt of in een wijk wilt hebben. Dat is een heel fundamentele discussie, veel fundamenteler dan de desbetreffende motie van de PvdA-fractie behelst. Het is ook een heel valide discussie. Die heeft te maken met wat wij als gemeente over hebben voor dat soort zaken. Hebben wij veel geld over voor scholen of voor speeltuinen? Nu is het heel erg hapsnap, en dan krijg je het soort problemen dat er nu is rondom de bibliotheek in Tuinwijk. Kortom, wij roepen op tot het voeren van twee discussies: Een discussie over de participatiematrix. Die betreft een agenda met alle ontwikkelingen in een wijk waarbij in de besluitvorming geparticipeerd zou kunnen worden door bewoners, ondernemers, de wijkraad en alle andere organisaties. Een discussie in breder verband - in de raad, neem ik aan, want het gaat om zowel maatschappelijke als stedelijke ontwikkeling - over de vraag of je sociale voorzieningen wilt in de wijk of in de buurt. In het geval van de bibliotheek in Tuinwijk vinden wij het volgende. Effectief bestuur betreft twee zaken: de kwaliteit van de besluitvorming en het draagvlak. Mevrouw BIKKER (ChristenUnie): Voorzitter! Mevrouw Oskam riep zojuist op tot het voeren van twee discussies. Vervolgens bleef er in de raad een oorverdovende stilte, terwijl zij zo'n bevlogen oproep deed. Ik wil haar vragen wanneer zij die discussies agendeert. Dan bereid ik mij daarop voor. Mevrouw OSKAM (D66): Dank u voor deze steun. Wij zullen die discussies snel agenderen. Mevrouw BIKKER (ChristenUnie): Oproepen tot discussies wil ik altijd steunen, maar welke mening wij daarin innemen, is wat anders. Ik verwacht dat de onderwerpen voor de komende commissievergaderingen geagendeerd staan. Mevrouw OSKAM (D66): Prima, geen probleem, want het is op zich al klaar en uitgeprobeerd, dus dat scheelt een stuk. Voorzitter! Wij zijn gewoonweg tegen de verplaatsing van de bibliotheek in Tuinwijk. Wij hopen dat velen uit de Tuinwijk en Noordoost kunnen blijven genieten van deze mooie bibliotheek, wellicht als dependance of anderszins. Wij zullen in ieder geval de door de SP-fractie ingediende motie (15, behoud bibliotheek Ingenhouszstraat 8) steunen.
Middagvergadering van 12 april 2007
19
De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Mevrouw de voorzitter! De jeugd is weg. Ik meen dat het vertrek van de jongeren een symbolisch gebaar is. Ze zijn het wachten beu, ze zijn terug naar school. Wij zijn bezig de jeugd van ons te vervreemden, en dat is een slechte zaak. In Tuinwijk hebben wij als gemeente niet geluisterd. Wij hebben de mensen daar pas in een heel laat stadium iets gevraagd. Wij onderschatten het belang dat een bibliotheek heeft voor de jeugd, voor de scholen, maar ook voor de ouderen, zoals duidelijk geworden is in de commissievergadering. Er wordt nu opgeroepen om een wijkraadpleging te houden over de bibliotheek Tuinwijk, maar daarover hebben zich al 3.000 mensen uitgesproken. Wat willen wij eigenlijk nog meer? Wij moeten er trots op zijn dat de mensen zo gemotiveerd zijn. Wij hebben het gevoel dat de discussie over de bibliotheek in Tuinwijk gevoerd wordt, omdat afgesproken is dat er elders een multifunctionele accommodatie moet komen. Dat is verheven tot een wet van Meden en Perzen. Het is een vorm van starheid. Dat is niet goed. Wij moeten zorgen dat wat goed is, gekoesterd wordt. Wij moeten dat handhaven en door laten groeien. Wanneer wij een wijkraadpleging houden, werkt dat alleen maar vertragend, terwijl de uitslag eigenlijk al bij voorbaat vaststaat. De realisering van een wijkservicecentrum is een goede zaak, laat dat duidelijk zijn. Wij vinden het goed dat delen van de centrale macht naar de wijken toe gaan en dat de ambtenaren dicht bij de burgers zitten. Dat is de toekomst. Het college heeft gezegd dat het de bibliotheek in Tuinwijk wil huisvesten in het wijkservicecentrum, omdat daardoor het draagvlak groter zou worden. In dit geval meen ik echter het volgende. Wij hebben een hoop jonge wethouders met heel creatieve koppen. Laat hen eens gaan nadenken over de vraag welke andere voorzieningen er in het wijkservicecentrum ondergebracht zouden kunnen worden. Dan heeft het college en de kool en de geit gespaard, en dat is toch agrarisch! Wij zijn nu al meer dan een uur aan het praten over het probleem van de bibliotheek in Tuinwijk. Hoewel dat een belangrijke zaak is, is dit toch te gek. Wij hebben toch veel meer problemen dan dit? Eigenlijk is dit slechts een klein probleem. Voor de mensen in Tuinwijk is het wel een groot probleem, maar als ik kijk naar de problemen die de gemeente Utrecht heeft, dan stel ik vast dat er veel grotere problemen zijn. Daar zouden wij eigenlijk over moeten praten, bijvoorbeeld over Leidsche Rijn en de voorzieningen daar. Ik rond mijn bijdrage af door te zeggen: Laat ons alstublieft het goede behouden en koesteren, ook in Tuinwijk, want wie de jeugd heeft, heeft de toekomst (vergeet dat niet, PvdA-fractie). Daarnaast moeten wij de ouderen het recht geven om een eigen bibliotheek te behouden in de toekomst, een bibliotheek waarmee ze vertrouwd zijn. Ik hoop dat wij niet langer praten over de bibliotheek in Tuinwijk, maar dat wij daden gaan verrichten en de bibliotheek gewoon in Tuinwijk behouden. De heer RIETKERK (ChristenUnie): Mevrouw de voorzitter! Pas op de plaats in Noordoost, zo heet motie 19. Die motie willen wij als ChristenUnie-fractie van harte ondersteunen. Ons standpunt in deze zaak is heel duidelijk. De gemeente is nalatig geweest bij de planvorming voor de bibliotheek in Tuinwijk: ze heeft de wijkraad er niet bij betrokken en de buurt er niet in gekend. Kortom, er is niet echt overleg over geweest, en daarom moet de gemeente terug naar de noodzakelijke voorfase. Men zou kunnen zeggen dat de buurt al gesproken heeft (dat is ook zo), maar er is niet mét de buurt gesproken. Bij alle argumenten die ik onder ogen heb gehad -de laatste dagen nog meer nieuwe- van de kant van het college, zijn best sterke argumenten. Die zijn echter niet echt in onderling overleg besproken. Er is ook niet onderhandeld of gezegd: Als wij het zo doen, of zus, hoe zouden wij dan gezamenlijk tot een oplossing kunnen komen? Dat is allemaal niet gebeurd. Wij zijn van mening dat het college dat alsnog moet gaan doen. Het college moet terug naar de onderhandelingsfase, met een open agenda; pas daarna weten wij wat er uitkomt. Dat is de draagvlakmeting. Dat is meer dan wat de fractie van Leefbaar Utrecht wil, namelijk puur een stemming over voor of tegen. Een draagvlakmeting is veel breder. Daarin wordt ook afgetast of er alternatieven zijn en hoe de buurt en de wijk daarop reageren. Wij zeggen dan ook: Terug naar af, er moet opnieuw worden overlegd. Daarna kunnen wij, in juni a.s., een besluit nemen over de bibliotheek in Tuinwijk. De heer VAN DEN TOOREN (SP): Voorzitter! Ik heb nog een vraag aan de heer Rietkerk (poging drie!): Wat is voldoende draagvlak of niet voldoende draagvlak volgens de fractie van de ChristenUnie? De heer RIETKERK (ChristenUnie): Voorzitter! Er is verschil tussen een referendum en een draagvlakmeting. In een referendum stel je de vraag (en dat wil de fractie van Leefbaar Utrecht): Ben je voor of ben je tegen? 50% plus één geeft dan de doorslag, zo stel ik mij dan voor.
Middagvergadering van 12 april 2007
20
Bij een draagvlakmeting gaat het om een samenstel van vragen, zoals: wanneer wij aan de ene kant dit doen en aan de andere kant dat gaan doen. Bijvoorbeeld: Zijn jullie voor een heel mooi wijkcentrum. 60% zegt dan ja, maar 40% zegt daarbij: Maar wij zijn tegen de verplaatsing van de bibliotheek aan de Ingenhouszstraat. Het resultaat is dan dat 60% voor het één en 40% voor het ander is. Je gaat dan afwegen of er voldoende draagvlak is. Daar zit dus ruimte in, en daar willen wij ons op richten. Mevrouw PEETOOM (Leefbaar Utrecht): Dat is nu juist, mijnheer Rietkerk, waar de gebruikers van de bibliotheek in Tuinwijk zo verschrikkelijk bang voor zijn. Zij vrezen dat er zulke gekleurde en suggestieve vragen gesteld zullen gaan worden, dat er geen sprake meer is van een duidelijke vraag over de bibliotheek. Dan kun je alle kanten op en behoef je nu geen uitspraak te doen over wat bedoeld wordt met een meerderheid. Mevrouw MONNINK (PvdA): Ik wil even ingaan op deze opmerking van mevrouw Peetoom door te zeggen: Daarom hebben wij juist aangegeven dat de raad betrokken moet worden bij het draagvlakonderzoek. Dat moet geen zinloos onderzoek zijn waarin allerlei dingen alvast voorgekookt worden. Dat is totaal niet de bedoeling. De raad gaat over het onderzoek en kan daarover beslissen. Mevrouw VAN DEN BROEK (VVD): Voorzitter! De heer Rietkerk sprak zojuist over een open agenda. Een agenda kan open zijn, maar daar kan heel veel in staan. Mag de wethouder volgens de heer Rietkerk naar de wijk om mensen te overtuigen van zijn agenda, namelijk: wij zijn van plan om de bibliotheek aan de Ingenhouszstraat te verhuizen naar de Alexander Numankade, en dat zijn daarvoor onze argumenten. De heer RIETKERK (ChristenUnie): Inderdaad. Ik meen dat er een verschil is met een referendumvraag. Dat is een vraag waarmee je een buurt benadert, terwijl ik mij bij het teruggaan naar de voorfase veel meer voorstel dat het college, dat goede argumenten heeft voor de verhuizing van de bibliotheek, die argumenten breed uiteenzet. Het college kan dan aangeven wat de kosten zijn, wat je ermee wint en wat je ermee verliest (dat weten de bewoners natuurlijk ook). Kortom, ik stel mij voor dat het college het hele pakket bespreekt. Ik zie dat niet als iets eenvoudigs. Omdat een en ander in de eerste fase niet is besproken, is het volgens mij in de tweede fase veel moeilijker om datgene te bewerkstelligen wat eigenlijk aan de orde is. Dat is dat een stukje vertrouwen teruggewonnen moet worden. Uiteindelijk gaat het erom of het college in staat is het vertrouwen van de buurt te winnen, om samen tot een goede oplossing te komen, met een open agenda. Mevrouw VAN DEN BROEK (VVD): Voorzitter! De heer Rietkerk geeft aan dat het college goede argumenten heeft voor de verhuizing van de bibliotheek in Tuinwijk. Is hij het daarover al eens met de wethouder? Wil hij dat de bibliotheek verplaatst wordt? De heer RIETKERK (ChristenUnie): Bij de argumenten reken ik ook het draagvlak, de vraag hoe de verhuizing in de omgeving gesteund wordt. Ik heb nu gehoord dat de verhuizing op veel protest stuit. Stel dat uit het draagvlakonderzoek blijkt dat daar tegenover staat wat de fractie van Leefbaar Utrecht denkt, namelijk dat de andere helft van de wijk wel voor verhuizing van de bibliotheek is. Dan steun ik het voorstel van het college c.q. de verhuizing van de bibliotheek in Tuinwijk. Wanneer daar echter collectief bezwaar tegen bestaat in de wijk, wanneer dat bezwaar niet gecompenseerd wordt doordat men bijvoorbeeld wel voor een wijkservicecentrum is en wanneer men gehoord alle argumenten toch bij het huidige standpunt blijft, dan zullen wij ons houden aan de uitkomst van het draagvlakonderzoek, zoals wij ook duidelijk hebben gezegd in motie 19 (pas op de plaats in Noordoost). De heer VAN DITMARSCH (CDA): Voorzitter! Ik heb een opmerking aan het adres van mevrouw Van den Broek, maar ook een beetje richting de referendumcollega's van de fractie van Leefbaar Utrecht. Bij voldoende draagvlak -en dat bedoelde ook de heer Rietkerk te zeggen- gaat het niet alleen om de aantallen en percentages, maar ook en juist om de kwalitatieve argumenten. Dat geldt temeer voor Tuinwijk, omdat de scholen daar momenteel gebruikmaken van de bibliotheek. Dat luistert met name nauw voor een aantal scholen in Tuinwijk en de Staatsliedenbuurt, die daar onmiskenbaar voordeel van hebben. Het is de vraag of je diezelfde voordelen, ook in leesservicefaciliteiten etc., eveneens kunt bieden aan de Alexander Numankade. Dat zijn kwalitatieve argumenten.
Middagvergadering van 12 april 2007
21
Mevrouw OSKAM (D66): In motie 19 staat dat "niet voldoende draagvlak leidt tot geen verplaatsing" van de bibliotheek in Tuinwijk. Begrijp ik goed dat dit niet het enige is dat telt, zoals de heer Van Ditmarsch nu zegt, maar dat het ook nog een keer gaat om de goede kwaliteit van de argumenten, zeg maar als tegenhanger? Als dit laatste inderdaad het geval is, dan wordt het heel wat. Wat wil de heer Van Ditmarsch nu eigenlijk? Luistert hij naar de buurt? Luistert hij naar de wijk? Op zich steun ik het verhaal van de heer Van den Tooren, die heeft aangegeven dat de handtekeningen tegen de verplaatsing van de bibliotheek verzameld zijn in alle buurten waaruit Noordoost bestaat. Waarom wil de heer Van Ditmarsch dan nu nog een keer extra handtekeningen of extra ja of nee horen en extra argumenten? Mevrouw PEETOOM (Leefbaar Utrecht): Voorzitter! Ik wil reageren op wat de CDA-fractie zojuist zei. Het gaat erom dat je vertrouwen hebt in de mensen in de wijk. Ook de mensen zullen kwalitatief nadenken over wat de verplaatsing van de bibliotheek in Tuinwijk zou kunnen betekenen voor de scholen, die zich nu al gemanifesteerd hebben. Net zo goed als dat wij daar gevoelig voor zijn, zijn ook de mensen in de wijk daar gevoelig voor. Ik vind het bijna betuttelend om niet het vertrouwen in de wijk te hebben dat die kan kiezen om ergens voor of tegen te zijn, op basis van goede informatie en de tijd die men daarvoor krijgt. Ik heb respect voor de afweging die de CDA-fractie kwalitatief noemt, maar ook de mensen in de wijk kunnen die afweging maken. Mevrouw SCHELL (VVD): Voorzitter! Ik heb een vraag aan de heer Rietkerk. Ik hoorde hem een groot aantal vragen stellen toen hij sprak over de doelen die hij beoogt te meten met een draagvlak-onderzoek. De heer Van Ditmarsch noemde, aansluitend daarop, daar nog een aantal doelen bij. Ik vraag mij af wat het onderzoek daarnaar gaat kosten. Dat aspect wordt niet genoemd in motie 19. Volgens deze motie moet de pas op de plaats worden gemaakt in Noordoost, maar volgens mij wordt dit een aardig kostbaar verhaal, een aardig duur onderzoek. Ik ben benieuwd wat dat kost. Mevrouw MOS (GroenLinks): Mevrouw de voorzitter! Ik wil terugkomen op wel of niet voldoende draagvlak en de vraag wat dat precies betekent. Volgens mij is motie 19 daar heel helder over. Daarin vragen wij het college om de raad te laten weten hoe het draagvlakonderzoek gestalte krijgt. De kern van het verhaal is dat bij onvoldoende draagvlak er geen verplaatsing van de bibliotheek in Tuinwijk plaatsvindt. Dat betekent: wanneer de meerderheid van de mensen niet wil dat de bibliotheek verplaatst wordt, dan is er niet voldoende draagvlak. Natuurlijk kan het college bij het onderzoek ook aangeven hoe het allemaal gewogen wordt, maar wij zitten er als raad zelf bij om te bepalen wat wij zien als voldoende draagvlak. Dat moet van tevoren helder zijn, anders krijg je een dubieus verhaal. In het derde punt van het dictum van motie 19 hebben wij juist geprobeerd aan te geven dat wij er als raad zelf bij zijn en zelf een oordeel kunnen geven. De heer VAN DITMARSCH (CDA): Voorzitter! Ik wilde zojuist een vraag stellen maar ik trek die in, omdat deze woorden van mevrouw Mos op dezelfde lijn zitten. Zij heeft een nadere uitleg gegeven over hoe het draagvlakonderzoek gestalte kan krijgen, namelijk door te stellen dat dat aan de raad is. Dat onderzoek behoeft helemaal niet veel geld te kosten en veel tijdverlies op te leveren (want ook daar moet je even naar kijken). Het gaat erom dat je ook als raad je verantwoordelijkheid neemt. Ook dat is vertrouwen, waarop je straks als volksvertegenwoordiger afgerekend wordt. De heer VAN DEN TOOREN (SP): Mevrouw de voorzitter! Ik kom even terug op de woorden van mevrouw Mos. Wat zij voorstelt, komt volgens mij heel dicht in de buurt van het voorstel van de fractie van Leefbaar Utrecht. Daarom stel ik de fractie van GroenLinks voor om de motie van de fractie van Leefbaar Utrecht (nr. 16) te steunen en haar handtekening onder de motie van de coalitie (nr. 19) in te trekken. Mevrouw MOS (GroenLinks): Mijnheer Van den Tooren! U begrijpt natuurlijk wel dat wij dat niet zullen doen. Ik heb geknokt voor de kern van de boodschap van motie 19, die luidt: zonder draagvlak geen verplaatsing van de bibliotheek in Tuinwijk. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Mevrouw Mos zei zojuist: Wij zitten er straks als raad zelf bij. Dat doen wij nu toch ook? Wij kunnen toch ook nu bepalen wat wel of niet voldoende draagvlak is?
Middagvergadering van 12 april 2007
22
Daarvoor behoeft geen extra onderzoek plaats te vinden, want dat is al gedaan door de wijkraad, terwijl er bovendien al acties zijn ondernomen. Kortom, de raad kan nu al bepalen wat wel of niet voldoende draagvlak is. De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Voorzitter! Misschien is het een goed idee wanneer de coalitiefracties schorsing van de vergadering vragen. Ik hoorde de heer Van Ditmarsch zeggen: Voldoende draagvlak is niet alleen maar een kwestie van 50% plus één, maar heeft eveneens te maken met kwaliteit, terwijl de raad ook een eigen verantwoordelijkheid heeft. Mevrouw Mos hoorde ik zeggen: Als een meerderheid de verplaatsing van de bibliotheek in Tuinwijk niet wil, dan wil de meerderheid dat niet. Punt. Ik wil heel graag weten om welke van deze twee uitleggen het nu gaat, voordat wij überhaupt tot besluitvorming komen, want het is mij nu allemaal veel te mistig geworden. Mevrouw MOS (GroenLinks): Voorzitter! Wij gaan geen schorsing aanvragen. Bovendien schorsen wij meestal ten koste van de tijd voor de PvdA-fractie! Tegen mevrouw Oskam wil ik nog het volgende zeggen over de vraag wat voldoende draagvlak is en hoe dat precies gemeten moet worden. Wij kennen de draagvlakmetingen bij de herstructurering en wij kennen de draagvlakmetingen bij het wel of niet invoeren van betaald parkeren. Het gaat thans om een discussie die zeer ingewikkeld is en waarover wij dachten: Het gaat nu om de richting die je aangeeft. Onze richting is: bij onvoldoende draagvlak geen verplaatsing van de bibliotheek in Tuinwijk. Wij willen daar grip op hebben door in de raad terug te laten komen hoe het onderzoek eruit gaat zien, hoe het draagvlak gemeten wordt en welke ijkpunten daarbij gelden. Dan zijn wij er met ons allen bij om dat goed vast te stellen. De heer VAN DITMARSCH (CDA): Mevrouw Mos en de heer Van Ditmarsch, voorzitter, spreken hier exact dezelfde taal, dus de heer Oldenborg behoeft zijn vragen niet uitentreuren te herhalen. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik kan alvast zeggen dat het college behoefte heeft aan schorsing van de vergadering. Als u zelf ook een schorsing wilt, dan kunt u mooi gebruik maken van de tijd van het college! De heer VAN DEN TOOREN (SP): Voorzitter! Ik ga nu niet beginnen over de kosten van een draagvlakonderzoek, maar wel over het tijdpad daarvoor, want dat gaat driekwart jaar duren. Heeft de heer Rietkerk een idee hoe lang dat moet gaan duren in dit geval? De heer RIETKERK (ChristenUnie): Mevrouw de voorzitter! Ik blijf erbij dat de buurt wel gesproken heeft over de bibliotheek in Tuinwijk, maar dat er nog onvoldoende mét de buurt is overlegd op basis van argumenten en allerlei aspecten, maar soms ook met onderhandelen. Dat geheel behoort bij een draagvlakmeting. Ik ben van mening dat voordat er een stemming komt over voor of tegen verplaatsing van de bibliotheek, er nog heel wat argumenten op tafel moeten komen. Intussen moet dan wel het vertrouwen van de buurt teruggewonnen worden, want dat is eigenlijk het hoofdpunt. Dat gaat tijd kosten, maar niet zo gek lang. Naar mijn mening kan dat voor de komende zomer allemaal klaar zijn. En wat de kosten betreft, zeg ik: Wij doen dat hier met elkaar, voor hetzelfde salaris als dat wij nu krijgen. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Mijnheer Rietkerk! Bent u van mening dat wanneer een wijkraadpleging gehouden wordt over de bibliotheek in Tuinwijk, in ieder geval alles open moet blijven? Dat betekent dat de vergunning om de bibliotheek te verbouwen en die tot 1 juli a.s. loopt, ook verlengd moet worden. Ik wijs hierop, zodat het college dit punt kant meenemen in zijn beraad. De VOORZITTER: Ik zie nu dat men wil interrumperen, maar er komt nog een tweede instantie. Aanstonds zal ik de vergadering schorsen, en daarna gaan wij weer fris en monter met het vervolg aan de slag. De heer RIETKERK (ChristenUnie): Voorzitter! Ik ga niet over de vergunning waar de heer Verhoef zojuist over sprak. Ik heb gehoord dat die verlengd kan worden. Zolang er nog geen definitieve beslissing is genomen met betrekking tot de bibliotheek in Tuinwijk, moet die vergunning natuurlijk verlengd worden. Hierna wordt het debat geschorst.
Middagvergadering van 12 april 2007
23
Met het oog op een te verrichten benoeming benoemt de VOORZITTER tot leden van het stembureau de heren Gravesteijn en Zwanenberg en mevrouw Schell. Vervolgens schorst de VOORZITTER de vergadering voor collegeberaad. Na hervatting der vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde: 1.
Voorstel inzake de herbenoeming van een bestuurslid Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht (Jaargang 2007, nr. 72). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten.
2.
Herbenoeming van een bestuurslid van de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht. Uitgebracht zijn 44 stemmen, waarvan 2 in blanco en 42 op mevrouw mr. drs. J.M.A. Vos, zodat deze is benoemd. De voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de verrichte werkzaamheden en ontbindt het. Hierna is aan de orde de voortzetting van:
Voortzetting debat op verzoek van de fracties van Leefbaar Utrecht en de VVD inzake de situatie rond de voorgenomen sluiting van de bibliotheek in Tuinwijk. De heer JANSSEN (wethouder): Mevrouw de voorzitter! De bibliotheek in Tuinwijk en het wijkservicecentrum aan de Alexander Numankade hebben een duidelijke relatie met elkaar. Wij hebben in de commissie al uitgebreid en meer dan één keer gediscussieerd over de verhuizing van deze bibliotheek, die onderdeel moet worden van het wijkservicecentrum, althans als het aan het college ligt. Wij hebben daar -een aantal raadsleden heeft dat ook gezegd- valide argumenten voor. Mevrouw Peetoom zei -en ook dat is terecht- dat er eveneens valide argumenten zijn voor een andere oplossing, een andere variant. Ook wij realiseren ons (dat hebben wij geschreven in onze brief aan de raad) dat wanneer je vlak bij een bibliotheek woont, het vervelend/niet leuk kan zijn wanneer die bibliotheek uit je directe omgeving verdwijnt. De reden waarom wij toch menen dat het verstandig is om de bibliotheek in Tuinwijk te verplaatsen, is dat dit niet een bibliotheek voor de buurt Tuinwijk is, niet van de buurt Tuinwijk, maar voor Utrecht Noordoost en voor Utrecht Oost. De bibliotheek is dus bestemd voor meer dan alleen dat kleine stuk van de stad, maar voor een veel groter deel. Verder menen wij dat de verplaatsing van de bibliotheek in Tuinwijk naar de locatie Alexander Numankade in lijn is met het beleid dat de gemeente al een aantal jaren volgt ten aanzien van wijkservicecentra, namelijk de koppeling van bibliotheken en wijkbureaus. Al in de begroting 2005 -en daar stemde de VVD-fractie toen mee in- stond heel duidelijk in één van de programma's dat wij op zoek zouden gaan naar mogelijkheden om bibliotheken en wijkbureaus te combineren, te beginnen met de bibliotheek en het wijkbureau in Vleuten en de bibliotheek en het wijkbureau in Noordoost/Oost. Dat was het eerste moment waarop daarover open en transparant is gecommuniceerd met de gemeenteraad. Sterker nog: de gemeenteraad zelf, die de begroting vaststelt, heeft daar toen iets over vastgesteld. Vervolgens verscheen er iets over in het collegeprogramma en stond er iets over in de programmabegroting voor 2007. Zo zijn wij uiteindelijk gekomen met het verhaal voor de Alexander Numankade. Daar zouden niet alleen het wijkbureau en de bibliotheek gecombineerd kunnen worden, maar ook Het Utrechts Archief, een WMO-loket en Cumulus Welzijn. De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): U heeft gelijk dat er in 2005 gesproken is over combinatie van functies. Dat klopt; meerderen hebben het daarover gehad en wij hebben het over meer plekken gehad. Echter, wij hebben al in een eerder stadium geld vrijgemaakt voor de uitbreiding van de bibliotheek in Tuinwijk.
Middagvergadering van 12 april 2007
24
Op het moment dat de combinatie van functies aan de orde was, werd nog niet gesproken over de vraag of de bibliotheek zou moeten verdwijnen dan wel of er een verandering zou moeten plaatsvinden waardoor er andere functies bij zouden kunnen. Dat lag allemaal nog open. Kortom, het is niet zo dat wij bij de behandeling van de begroting voor 2005 al ingestemd zouden hebben met het voorstel om de bibliotheek in Tuinwijk maar ergens anders neer te zetten. Nee, wij hebben toen alleen gezegd: Bekijk of je functies kunt combineren, want dat zou handig zijn. Nu wekt u naar mijn gevoel een beetje de indruk alsof wij toen al het idee hadden: Dat wordt dan een verplaatsing. Nee, dat lag op dat moment nog helemaal open. Er komt in ieder geval wel een combinatie van functies. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Ik heb gesproken over het verhaal van het wijkservicecentrum in Vleuten. Daar is de bibliotheek bijgekomen. Er is daar juist voor gepleit om in de buurten -want De Meern is een buurt van wijk 10, van de wijk Vleuten-De Meern- een aparte bibliotheek te houden. Daar zijn twee bibliotheken, en niet een grote centrale bibliotheek voor, zoals in het onderhavige geval, zelfs twee wijken (dus niet voor twee buurten, maar voor twee wijken). Wat dit betreft, klopt de analogie niet helemaal. Het college zal echt moeten kijken naar de buurt en naar de wijk en wat dat inhoudt. De heer JANSSEN (wethouder): Ik had het niet over een analogie, voorzitter. Nee, ik schetste wat in de begroting 2005 stond over de combinatie van functies. Ik ben het helemaal met de heer Oldenborg eens dat toen niet in de begroting stond: Wij gaan dat en dat op die plek doen. Dat wisten wij op dat moment nog niet. Ik heb geprobeerd kort te schetsen welke stappen wij hebben gezet en op grond waarvan wij hebben gemeend dat wij bezig waren met het vormgeven van beleid. Ik ben ervan overtuigd dat wij dat aan het doen zijn; het beleid krijgt een uitwerking, en daarvoor is door ons gedacht aan de locatie Alexander Numankade. Ik kom nu bij de opmerkingen die de raad gemaakt heeft over het draagvlak voor de verplaatsing van de bibliotheek in Tuinwijk, de vraag of dat wel of niet een gewenste ontwikkeling is en hoe wij daar mee om moeten gaan op het moment waar wij nu zijn aanbeland. Voor wat betreft het proces voorafgaande aan dit moment, verwijs ik naar wat ik in de commissie daarover heb gezegd. Volgens mij hebben wij daar in de commissie een aantal keren uitgebreid over van gedachten gewisseld, zodat ik daarnaar kan verwijzen. Het gaat nu om: Hoe verder? Daarover is een aantal moties ingediend en heeft de raad het volgende gezegd: Een deel van de raad zegt: Het is ons duidelijk, want het feit dat er zoveel handtekeningen zijn ingediend tegen de verplaatsing van de bibliotheek, is zo'n duidelijk signaal dat wat ons betreft de bibliotheek moet blijven. Een ander deel van de raad stelt: Ga in het gebied waarvoor de bibliotheek bedoeld is, na wat allen van de verhuizing vinden. Dan gaat het om niet alleen de mensen die nu per handtekening hebben gezegd dat ze tegen de verhuizing zijn, maar ook anderen. Daarbij is gevraagd om ervoor te zorgen dat wij een goed beeld krijgen van de gedachten die daarover bestaan in de hele wijk. Het college kan zich in algemene zin daarin vinden. Aanstonds, bij de behandeling van de ingediende moties, zal ik iets nader ingaan op de manier waarop wij dat voor ons zien. Dan hoor ik wel van de raad of dat een weg is die wij kunnen bewandelen. Na mijn verhaal over de redenen waarom wij het pad van de vorming van wijkservicecentra op zijn gegaan, zal duidelijk zijn dat wij motie 15 (behoud bibliotheek Ingenhouszstraat 8) ontraden. Wij menen dat het verstandiger is om te handelen zoals ik zal aangeven bij de bespreking van motie 19 (pas op de plaats in Noordoost). Ik ga nu eerst in op deze motie. Het college heeft zich namelijk gebogen over de vraag welke motie verstrekkender is, motie 16 (wie heeft de wijsheid in pacht?) of motie 19. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat dat motie 19 is. De reden daarvoor is dat het college daarin wordt opgedragen "een draagvlakonderzoek te doen onder bewoners van Noordoost voor verplaatsing van de bibliotheek naar een wijkservicecentrum aan de Alexander Numankade", terwijl bovendien in de overwegingen en constateringen van deze motie het een en ander wordt gezegd over een wijkservicecentrum inclusief bibliotheek en de bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Wij zijn van mening dat wanneer wij het in motie 19 bedoelde draagvlakonderzoek gaan doen, wij niet sec moeten bekijken waar men de bibliotheek wil, hier of daar, of de vraag moeten stellen of de bibliotheek mag verhuizen ja of nee. Wij moeten ook kunnen peilen/meten onder bewoners wat zij vinden van de gedachte om een wijkservicecentrum te realiseren op de locatie Alexander Numankade en om daarin de bibliotheek onder te brengen. Dit gaat wat verder dan wat in motie 16 gevraagd wordt, want volgens die motie moet heel sec de vraag worden gesteld: ja of nee.
Middagvergadering van 12 april 2007
25
Mevrouw OSKAM (D66): U sprak zojuist over het nagaan van wat men wil, een wijkservicecentrum hier of een bibliotheek daar. Wat bedoelt u met "wat men wil"? Gaat u dan een open vraag stellen aan bewoners? De heer JANSSEN (wethouder): Voorzitter! Wij hebben natuurlijk wel een gemeentelijk beleid en een collegeprogramma (ook de heer Van Ditmarsch wees daarop). Wij hebben als gemeente, gehoord de meerderheid van de gemeenteraad (die ook het collegeprogramma heeft geaccordeerd), beleid dat is gericht op het vormgeven aan wijkservicecentra. Overigens ga ik zo meteen in op de vorm waarin wij het onderzoek terugbrengen in de commissie. Wat mij betreft, leggen wij bij de bewoners wel de vraag neer welke verwachtingen zij hebben van een wijkservicecentrum voor de wijken Oost en Noordoost. Wat vinden de mensen van de bereikbaarheid, hoe kan de bibliotheek een onderdeel zijn van het wijkservicecentrum etc.? Ik vind het lastig om nu precies aan te geven hoe wij het onderzoek willen gaan doen, want daar moet goed over nagedacht worden. Het is belangrijk dat wanneer je een dergelijk onderzoek doet, je daadwerkelijk een representatief beeld krijgt en dat degenen die erbij betrokken behoren te worden en willen worden, daar ook bij betrokken kunnen zijn. Mijn voorstel aan de raad is dat wij als college een notitie naar de commissie sturen over hoe wij het onderzoek denken te kunnen inrichten. Wij kunnen dat snel doen; over grofweg een maand, verwacht ik, kunnen wij daarover een voorstel presenteren. Alle fracties hebben gezegd dat wij daar snel voortgang mee moeten maken. Dat zal dan wel betekenen (ik heb de agenda's van de commissie- en raadsvergaderingen niet in mijn hoofd) dat wij de raad vragen om vervolgens ook te bekijken hoe wij nog voor de komende zomer over het onderzoeksvoorstel na kunnen denken. Dan kunnen wij namelijk daadwerkelijk het onderzoek/de peiling in de komende maanden gaan verrichten. Daarvoor komt de raad dan nog in de commissie aan zet, om te oordelen over het onderzoek. In de notitie daarover zullen wij ook ingaan op wat wij verstaan onder draagvlak en hoe wij denken dat te gaan wegen als de uitslag van het onderzoek er is. Dan kan de raad uiteindelijk aangeven wat de weg is die wij moeten volgen. Mevrouw MOS (GroenLinks): Mevrouw de voorzitter! Ik dank de wethouder voor deze toezegging, maar die leidt bij mij tot de volgende twee vragen: 1. Gaat het college een onderzoek doen naar het draagvlak voor het wijkservicecentrum, of gaat het kijken naar het draagvlak voor de bibliotheek? Het lijkt mij dat heel helder moet zijn -daar vragen wij ook om in motie 19 (pas op de plaats in Noordoost)- dat het gaat om een draagvlakonderzoek onder bewoners van Noordoost voor de verplaatsing van de bibliotheek in Tuinwijk. Wanneer in dat onderzoek wordt meegenomen of het wijkservicecentrum wel op de goede plek komt en of het goed bereikbaar is, dan vind ik dat prima, maar ik vind het belangrijk dat de kern van de vraag is of de bibliotheek wel of niet verplaatst moet worden. 2. Het tweede dat ik graag helder wil hebben, is op welke bewoners het draagvlakonderzoek betrekking gaat hebben. Denkt het college dan aan Noordoost, of denkt het aan Noordoost en Oost? Mevrouw MONNINK (PvdA): Ik heb vrijwel dezelfde vragen als mevrouw Mos zojuist heeft gesteld. Het is inderdaad belangrijk om te weten waar wij het over hebben. Het gaat ook om de plek van het wijkservicecentrum. Verder vraag ik of wanneer de bibliotheek in Tuinwijk straks zou gaan verhuizen naar de Alexander Numankade, dat ook kan betekenen dat er bijvoorbeeld geen wijkservicecentrum bijkomt. Ik wil daar wel graag helderheid over. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Voorzitter! Is de wethouder bereid om in het te verrichten onderzoek ook te betrekken welke voorzieningen er eventueel in plaats van de bibliotheek in het wijkservicecentrum zouden kunnen komen? De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Voorzitter! Los van het feit dat ik mij aansluit bij de vragen die mevrouw Mos zojuist stelde, merk ik op dat ik de wethouder zojuist het woord "draagvlak" hoorde noemen op een manier die neerkomt op: Dat gaan wij dan wegen; de vraag is hoe wij dat gaan wegen en interpreteren. Ik wil graag -misschien kan de wethouder dat toezeggen- gewoon vasthouden aan het stellen van een vraag in de vorm die mevrouw Mos zojuist formuleerde. Ik meen dat dat het minimale is dat het college zou moeten doen; het college mag van mij van alles vragen, als die vraag maar helder is.
Middagvergadering van 12 april 2007
26
Daarbij wil ik heel graag horen dat voor het college draagvlak 51% betekent, en niet zo'n vage formulering als: Dan gaan wij dat wegen. Dan weet ik het wel weer, want dan komen wij ergens uit waar ik waarschijnlijk niet gelukkiger van word. Als de wethouder zou willen uitspreken wat ik vroeg, dan zijn wij misschien een stuk verder. De heer JANSSEN (wethouder): Voorzitter! Tegen mevrouw Mos zeg ik dat in het te verrichten onderzoek inderdaad de vraag wordt meegenomen of de bibliotheek in Tuinwijk moet blijven waar die is of verplaatst moet worden naar het wijkservicecentrum. Ik zeg daar echter nadrukkelijk bij dat wij het onderzoek breder willen richten dan alleen op de bibliotheek. Maar nogmaals, die vraag wordt gesteld, en daar komt dan een antwoord op van de mensen. De heer Oldenborg zei vervolgens: Als de door mevrouw Mos genoemde vraag maar in het onderzoek wordt meegenomen en als de uitslag van het onderzoek daarop wordt beoordeeld, dan mag het college van mij al het andere ook vragen. Daarop antwoord ik dat wij dan teruggaan naar hetgeen gesteld wordt in de motie van de fractie van Leefbaar Utrecht (nr. 16, wie heeft de wijsheid in pacht?), want dan behoeven wij alleen die ene vraag te stellen. Dat is wat de heer Oldenborg eigenlijk zegt, namelijk dat die motie uitgevoerd zou moeten worden. De reden waarom wij dat niet willen doen, is -en dat is inmiddels gemeentelijk beleid- dat wij waarde hechten aan wijkservicecentra en dat wij daarom graag willen peilen of er behoefte is aan een wijkservicecentrum en hoe men die behoefte voelt in combinatie met een bibliotheek. Daarom kan ik nu nog niet zeggen of een uitslag van 50% plus één betekent dat de bibliotheek verplaatst wordt, terwijl een uitslag van 50% min één betekent dat de bibliotheek niet verplaatst wordt. Stel dat de uitslag als volgt is: 49% is voor verplaatsing van de bibliotheek, 51% is voor behoud op de huidige locatie en 100% zegt de realisering van een wijkservicecentrum een goed idee te vinden. Ik ben van mening dat deze uitslag dan gewogen moet worden. De heer Oldenborg wil nu een keiharde grens aangeven, maar dat willen wij niet. Volgens mij heb ik ook de fracties die motie 19 hebben ingediend, horen zeggen dat de uitslag uiteindelijk gewogen moet worden. Daarbij heb ik ook heel goed gehoord dat een substantieel deel van de inwoners zal moeten zeggen: Ja, wij zijn voor de verhuizing van de bibliotheek. Als maar weinig inwoners daarvoor zijn, dan gaat de verhuizing niet door, zo heb ik goed begrepen van de raad. Mevrouw MONNINK (PvdA): Het wijkservicecentrum wordt in dit antwoord heel erg gekoppeld aan de bibliotheek. Ik krijg het idee dat er zonder bibliotheek geen wijkservicecentrum gaat komen. Is dat inderdaad zo? De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Voorzitter! Ik snap het dilemma waar het college zich voor gesteld ziet. Het college wil in feite de combinatie van een wijkservicecentrum met een bibliotheek. Dat is helder, want anders had het college dat niet voorgesteld. Het soort vragen dat het college nu wil stellen, komt neer op het volgende. Houdt u van rundvlees? Wanneer 90% van de mensen daar ja op zegt, dan is het altijd nog mogelijk dat 50% van de mensen geen biefstuk wil. Wanneer je dan het voorstel hebt gedaan om biefstuk te geven, dan mag je daarvoor niet het argument gebruiken dat mensen van rundvlees houden. Hiermee heb ik aangegeven waarom het college de verschillende vragen niet door elkaar moet halen. Het gaat nu over het verplaatsen van de bibliotheek in Tuinwijk. Het college wil nog veel meer, maar het moet de verschillende vragen niet door elkaar willen halen, want dan maak het de zaak onduidelijk voor de mensen. Mevrouw MOS (GroenLinks): Voorzitter! Voor een vegetariër is dit natuurlijk een wat lastig voorbeeld van de heer Oldenborg! De fractie van GroenLinks vindt eigenlijk dat het college iets te ruim met de zaak omgaat. Volgens het dictum van motie 19 moet er een draagvlakonderzoek gedaan worden naar de verplaatsing van de bibliotheek in Tuinwijk naar het wijkservicecentrum aan de Alexander Numankade. Het kan niet zo zijn dat straks de meerderheid tegen deze verplaatsing is en dat de bibliotheek dan toch, omdat men een wijkservicecentrum belangrijk vindt, verplaatst wordt naar het wijkservicecentrum. Ik ben van mening dat het college een helder antwoord moet geven op de vraag hoe het draagvlakonderzoek naar de verplaatsing van de bibliotheek naar het wijkservicecentrum eruit gaat zien. Mevrouw SCHELL (VVD): Mevrouw de voorzitter! Ik heb de volgende vragen aan de wethouder. Op zich vind ik het niet zo verrassend dat het college besluit om motie 19/het voorgestelde onderzoek over te nemen, want dat had ik wel verwacht (het cynisme mag duidelijk hoorbaar zijn in deze opmerking!).
Middagvergadering van 12 april 2007
27
Kennelijk wordt het in die motie genoemde onderzoek heel uitgebreid. De heer Rietkerk gaf al aan: Ik wil dit weten en ik wil dat weten. De heer Van Ditmarsch zei hetzelfde. De heer Rietkerk verweet het college eigenlijk ook een stuk nalatigheid door erop te wijzen dat het college dit niet eerder heeft onderzocht. Geeft het college de heer Rietkerk daar eigenlijk gelijk in? Aangezien het draagvlakonderzoek een erg uitgebreid onderzoek gaat worden, wil ik toch wel weten wat daar de financiële consequenties van zijn. Daarbij denk ik ook aan de financiële consequenties van de vertraging van de ontwikkeling van de locatie aan de Alexander Numankade, want daarvan zal sprake zijn wanneer het onderzoek over de zomer heen getrokken wordt. De VOORZITTER: Ik heb de wethouder horen zeggen dat het onderzoek voor de komende zomer uitgevoerd moet worden. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Mevrouw de voorzitter! Ik krijg steeds meer het gevoel dat het lijkt alsof er hier ergens een verborgen agenda rond zweeft. Verder heb ik duidelijk aan de wethouder gevraagd -en daar heb ik geen antwoord op gekregen- of hij bereid is om in het te verrichten onderzoek mee te nemen of in plaats van de bibliotheek andere voorzieningen ondergebracht kunnen worden in het wijkservicecentrum. Daardoor is het niet meer nodig om de bibliotheek daarheen te verplaatsen. De VOORZITTER: De wethouder was nog niet klaar met de beantwoording. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Tot slot wil ik opmerken dat wij al twee uur bezig zijn met het debat over de bibliotheek in Tuinwijk. Ik ben van mening dat zulke zaken in de commissie besproken moeten worden, niet in een raadsvergadering. Het is onzin om hier zo lang over te vergaderen in een volle zaal. De VOORZITTER: Toch geef ik nu het woord aan mevrouw Oskam! Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! In de commissie Stedelijke Ontwikkeling hebben wij heel veel vragen gesteld over de financiering van onder andere de verplaatsing van de bibliotheek naar het wijkservicecentrum (wethouder Giesberts heeft daar toen op geantwoord). Wanneer je allerlei zaken gaat vermengen dan -en dat is plastisch omschreven door de fractie van Leefbaar Utrecht- wordt het heel ongelijk. Dan heb je bijvoorbeeld ook te maken met de Hamburgerstraat. Wanneer je bekijkt hoe je wilt omgaan met de onderhavige problematiek, vraagstelling en discussie, dan zou je twee dingen kunnen doen: Of je zegt: Oké, wij verplaatsen de bibliotheek in Tuinwijk niet. Of het college kan zeggen: Wij nemen alles terug en gaan proberen om vooraf allerlei zaken te bespreken, maar dan wel met de financiële kaders erbij. Anders houd je - en dat blijf ik zeggen - de mensen een worst voor, iets dat je niet kunt waarmaken. De heer JANSSEN (wethouder): Mevrouw de voorzitter! Als wethouder van financiën zeg ik: Natuurlijk moeten ook de financiële kaders duidelijk gecommuniceerd worden. Ook ik vind het namelijk onverantwoord om mensen worsten voor te houden, dingen waarvan je van tevoren al weet dat ze niet haalbaar zijn. Dat zal het college ook niet doen. De heer Verhoef sprak over dubbele agenda's. Die opmerking treft mij wat, want ik heb helemaal geen dubbele agenda. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Ik had het over een verborgen agenda. De heer JANSSEN (wethouder): Ook geen verborgen agenda. Verder kreeg ik zoveel interrupties, dat ik uw vraag over het onderbrengen van andere functies in het wijkservicecentrum gewoon over het hoofd heb gezien. Voorzitter! Op dit moment -en dat hebben wij ook in onze brief gecommuniceerd- zien wij geen andere gegadigden die een goede aanvulling zouden kunnen zijn op het wijkservicecentrum. Wij menen nog steeds dat het verstandig is om de bibliotheek onder te brengen in het wijkservicecentrum.
Middagvergadering van 12 april 2007
28
Op het moment dat blijkt uit de peiling die de raad graag wenst (en waar wij als college graag mee aan de slag gaan) dat het verplaatsen van de bibliotheek in Tuinwijk niet meer aan de orde is, zullen wij moeten bekijken wat wij vervolgens wel kunnen doen met de ruimte aan de Alexander Numankade. Daar zullen wij dan mee terugkomen bij de raad. De reden waarom wij zeggen dat de bibliotheek daar een goede functie is, is het beleid dat gericht is op het combineren van bibliotheken met wijkbureaus. Dat gebeurt ook op andere plekken in de stad, bijvoorbeeld in Overvecht, want daar zijn inmiddels de balies van de bibliotheek en het wijkbureau gecombineerd. Verder is er op de locatie aan de Alexander Numankade ook een archief gevestigd. Een archief en een bibliotheek zijn twee voorzieningen die logischerwijs best bij elkaar passen. Dit alles heeft ervoor gezorgd dat wij op een gegeven moment het voorstel hebben gedaan met betrekking tot de bibliotheek in Tuinwijk. Overigens is het voorbereidingskrediet al gepresenteerd aan de gemeenteraad. Ook toen stond in de dekking al opgenomen: EUR 225.000,00 verbouwingskrediet ten behoeve van de bibliotheek in Tuinwijk. Dat bedrag zou niet in Tuinwijk, maar aan de Alexander Numankade worden ingezet. Wij zijn daar altijd transparant over geweest. De VVD-fractie stelde een vraag over hoe het proces tot nu toe is verlopen. Daar ben ik de beantwoording bijna mee begonnen en wij hebben het daar in de commissie uitgebreid over gehad. Wat dit onderwerp aangaat, verwijs ik dan ook graag naar de discussie die in de commissie is gevoerd. Voorts sprak de VVD-fractie over een uitgebreid draagvlakonderzoek en vroeg hoe lang dat gaat duren en wat het gaat kosten. Wat ons betreft, doen wij het draagvlakonderzoek nog voor de komende zomer. Dat vereist dat wij snel -en dat gaan wij doen- iets leveren aan de raad. Met name richting mevrouw Mos zeg ik toe (want die vroeg hoe wij het draagvlak precies gaan onderzoeken) dat wij met een gedegen verhaal naar de commissie zullen komen waarin wij aangeven hoe wij denken het onderzoek te doen. Daar kan de commissie dan over spreken en op reageren (wat dat betreft, geef ik de heer Verhoef gelijk, want anders krijgen wij hier een discussie die heel ingewikkeld wordt). Als de commissie dat gedaan heeft, weten wij met elkaar hoe wij het draagvlakonderzoek vorm kunnen geven. Vervolgens gaan wij het onderzoek met enige spoed uitvoeren. Wat mij betreft, moet dat nog voor de komende zomervakantie tot resultaten leiden. Mevrouw SCHELL (VVD): Sorry, wethouder, u kunt mij van een lack of memory betichten, maar ik weet werkelijk niet meer wat u in de commissie heeft gezegd. Misschien kunt u dat hier nog een keer noemen. Mevrouw MOS (GroenLinks): Voorzitter! Ik wil graag nog wat van de wethouder weten. Ik vind het prima dat het verhaal over het draagvlakonderzoek naar de commissie komt. Dat is heel goed, maar ik vind het toch wel belangrijk om nu te weten wat de hoofdvraag wordt. Wat mij betreft, luidt die als volgt: Kan de bibliotheek in Tuinwijk verplaatst worden naar het wijkservicecentrum, ja of nee? Als blijkt dat een (ruime) meerderheid tegen verplaatsing van de bibliotheek is en er nog steeds een grote meerderheid is voor een wijkservicecentrum, dan meen ik toch dat de bibliotheek niet verplaatst moet worden. De heer JANSSEN (wethouder): Ongeveer tien minuten geleden heb ik daar volgens mij heel duidelijk op geantwoord. De vraag die u wenst, wordt gesteld in het draagvlakonderzoek. Het is mij en het college volstrekt helder dat wanneer een duidelijke meerderheid tegen het verplaatsen van de bibliotheek is, dat ook niet zal gebeuren. Ik heb echter ook aangegeven waarom het college het belangrijk vindt om de zaak iets breder te bekijken dan alleen de bibliotheek, namelijk omdat ook fracties... Mevrouw MOS (GroenLinks): Ik snap het. De heer JANSSEN (wethouder): ...die motie 19 (pas op de plaats in Noordoost) hebben ondertekend, hebben gezegd: Er zit ook een ander verhaal achter. Overigens wil ik over deze motie nog het volgende opmerken. Het lijkt ons goed -sterker nog: wij willen dat graag zo lezen- dat het draagvlakonderzoek gedaan wordt onder bewoners van Noordoost, maar ook in die delen van Oost waarvoor de bibliotheek bedoeld is. Wij spreken nu over een bibliotheekvestiging die weliswaar in Tuinwijk staat, maar die bedoeld is voor de wijken Oost en Noordoost (ik zie nu dat mevrouw Mos heel hard nee schudt). De indieners van motie 19 zeggen zelf in hun eigen overwegingen -en ik neem aan dat wij de overwegingen mee mogen nemen in de manier waarop wij het draagvlakonderzoek opzetten- dat het gaat om potentiële gebruikers van de wijken Noordoost en Oost.
Middagvergadering van 12 april 2007
29
Mevrouw MOS (GroenLinks): Voorzitter! Dat wil ik even corrigeren, want dat gaat over het wijkservicecentrum. Verder gaan in motie 19 alle overwegingen die betrekking hebben op de bibliotheek, over de wijk Noordoost. De VOORZITTER: Ik geef het woord aan de wethouder; u krijgt allen nog de gelegenheid om in de tweede instantie het woord te voeren. De heer JANSSEN (wethouder): Voorzitter! Ik ben mijn bijdrage begonnen met te zeggen: De bibliotheek in Tuinwijk is niet voor Tuinwijk. Nee, de bibliotheek is óók voor Tuinwijk, maar die is altijd bedoeld geweest voor de wijken Oost en Noordoost. Mevrouw MOS (GroenLinks): Voorzitter! Dat moet ik corrigeren. In het bibliothekenplan dat wij hebben vastgesteld, staat heel duidelijk dat de wijk Oost geen bibliotheek heeft en dat daarvoor een oplossing moet worden gezocht. Het geldende beleid is dat elke wijk een bibliotheek zal krijgen. De bibliotheek in Noordoost is voor Noordoost. Daarom moet, wanneer die bibliotheek verplaatst wordt, daarover gesproken worden met Noordoost, en niet met Oost. De heer JANSSEN (wethouder): Voorzitter! De VVD-fractie vroeg zojuist wat ik in de commissie heb gezegd. Daar heb ik, onder andere over het op een laat moment betrekken van de wijkraad, gezegd: Dat had anders gemoeten (lees dat nog eens terug, zo zeg ik tegen de VVD-fractie). Ook heb ik gezegd: Excuses daarvoor, maar het is gebeurd. Dat pleit mij niet vrij, maar het is wel gebeurd, zij het pas op een heel laat moment. Ik hoop dat ik hiermee antwoord heb gegeven op de vraag of ik nalatig ben geweest of niet. Verder heeft de VVD-fractie nog vragen gesteld over de kosten van het draagvlakonderzoek. In de notitie over hoe wij het onderzoek gaan doen, zullen wij schetsen welke kosten daarmee gemoeid zijn. Dan motie 16 (wie heeft de wijsheid in pacht?). Wij ontraden deze motie. Ons lijkt motie 19 -met de uitleg die ik daaraan gegeven heb- verstandiger. Vervolgens motie 20 (duidelijkheid over bibliotheekbeleid). Daarin wordt een drietal dingen aan het college gevraagd. Dit betreft onder andere de vraag welke bibliotheken in de toekomst nog verplaatst worden. In de motie wordt gevraagd om een notitie daarover. Ik zal de raad hierover meer informatie verstrekken op schrift, maar ik zeg nu alvast dat het gaat om de volgende zaken: Samenvoeging van de bibliotheken in Oog in Al en Lombok. Daar is al over besloten en er is de afgelopen jaren met regelmaat over gesproken met bewoners enz. Verder gaat het om de verplaatsing van de bibliotheek in Parkwijk naar de straks nieuwe bibliotheek in Leidsche Rijn Centrum. Dat is nu een tijdelijke bibliotheek, die ook altijd als tijdelijke voorziening is bedoeld. De bibliotheek in Vleuten. Die zal uiteindelijk ondergebracht worden in het wijkservicecentrum in het voormalige gemeentehuis. En het gaat om de nieuwe centrale bibliotheek in het Stationsgebied. In motie 20 worden wij gevraagd de raad te laten weten hoe de bewoners betrokken zullen worden bij de bibliotheekverplaatsingen. Het gaat daarbij eigenlijk in alle gevallen over al genomen besluiten, met uitzondering misschien van de nieuwe centrale bibliotheek, want daarover komen wij natuurlijk nog uitgebreid te spreken, ook hier in de raad. Voor het overige is in het verleden al veel gesproken over de samenvoeging van de bibliotheken in Lombok en Oog in Al, terwijl de bibliotheek in Parkwijk van het begin af aan als tijdelijke voorziening bedoeld is geweest totdat Leidsche Rijn Centrum wordt opgeleverd. Wij zeggen toe dat wij op het moment dat de verhuizing van deze vestigingen dichterbij komt, ervoor zullen zorgen dat er breed en duidelijk wordt gecommuniceerd en geïnformeerd over dat wat dan aanstaande is. Ook zullen wij hier en met mensen in de stad - want zo zal het wel gaan met een groot project in het Stationsgebied - spreken over de nieuwe centrale bibliotheek. In motie 20 wordt voorts gevraagd om een actualisatie van de bibliotheeknota. Sinds 1999 is de structuur wat veranderd wat betreft de wijze waarop de gemeente werkt. Dat geldt ook voor de dienst Bibliotheek. Wij werken inmiddels volgens het principe van managementcontracten met diensten op afstand (Centraal Museum, Stadsschouwburg en Bibliotheek). In de commissie Bestuur en Veiligheid (dacht ik) is inmiddels gesproken over het principe van de managementcontracten. Wat de bibliotheken betreft, hebben wij in relatie tot zo'n contract gezegd: De raad zal altijd een besluit nemen over de tarieven (in dit verband kan ik melden dat al een voorstel onderweg is naar de raad over een paar tariefwijzigingen).
Middagvergadering van 12 april 2007
30
Voor de rest heeft de commissie ingestemd, zo heb ik begrepen van collega Giesberts, met de gedachte dat de verdere uitwerking van de contracten een zaak is van het college. Ik zeg toe dat de raad ter informatie het managementcontract zal krijgen dat er is met de dienst Bibliotheek (daarin wordt iets gezegd over servicenormen en afstanden tot de filialen). Daaraan zullen wij een notitie toevoegen waarin wij schetsen wat het huisvestingsbeleid voor de bibliotheken is, want daar gaat het volgens mij vooral om in het eerste punt van het dictum van motie 20. Het is echter niet mijn bedoeling om weer een dikke nieuwe beleidsnota over de bibliotheken te produceren, want wij willen vooral graag dingen doen zonder dat daar dikke boekwerken voor nodig zijn. Met inachtneming van de kanttekeningen die ik nu heb geplaatst, kunnen wij motie 20 overnemen. Overigens meen ik dat ik op dit moment al heb verwoord wat in de punten 2 en 3 van het dictum wordt gevraagd, maar wij zullen dat nog schriftelijk bevestigen. De heer VAN DEN TOOREN (SP): Voorzitter! Ik heb opmerkingen gemaakt over de vergunning die zou verlopen voor de verbouwing van de bibliotheek in Tuinwijk. Volgens mij kan dat niet; volgens mij kan het college die zelf verlengen. Daar wil ik graag nog een antwoord op krijgen. De heer JANSSEN (wethouder): Wij als college zijn inderdaad bevoegd om dat te doen. Wij zullen natuurlijk zo verstandig zijn om dingen niet onmogelijk te maken door vergunningen te laten verlopen enz. De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Voorzitter! Onze fractie verdeelt vanmiddag de taken. Daarom voer ik nu in de tweede instantie het woord in dit debat. Doen wij allemaal wat. Er ligt een motie op tafel van de SP-fractie (nr. 15), die op dit moment de beslissing wil nemen over de bibliotheek in Tuinwijk. En er liggen twee moties -één van de fractie van Leefbaar Utrecht (nr. 16) en één van de coalitie (nr. 19)- die op het oog erg veel op elkaar lijken. Zojuist hebben wij in de discussie tussen mevrouw Mos en de wethouder gehoord dat er nog wel het een en ander glad te strijken valt en dat er nogal wat onduidelijkheden zouden kunnen zijn. Het college zegt: Eigenlijk gaat de motie van de coalitie verder dan die van de fractie van Leefbaar Utrecht. Daar wil ik niet over discussiëren of strijden. Wij willen één ding, en in welke motie dat tot uiting komt, zal ons eigenlijk worst zijn. Wij willen dat er een draagvlakonderzoek gehouden wordt in heel Noordoost -luister goed: niet in Oost, maar in Noordoostdat betrekking heeft op de bibliotheek die er nu is aan de Ingenhouszstraat en het voorstel dat er ligt voor een combinatie van functies op de locatie Alexander Numankade. De vraag die in dat onderzoek gesteld moet worden, luidt: Bent u ervoor dat de bibliotheek verhuist naar de Alexander Numankade, naar het gebouw met de combinatie van functies, of bent u daar tegen? Wat het college verder nog vraagt in het draagvlakonderzoek, vind ik allemaal prachtig en dat moet het college helemaal zelf weten, maar het gaat om die vraag. Ik gaf zojuist al een misschien wat plastisch voorbeeld van hoe je met vragen kunt klooien. Welnu, ik vind het schitterend wanneer het college een onderzoek gaat doen, maar dan wil ik graag vooraf de vragen zien die gesteld worden. Zeker gehoord de discussie die vanmiddag is gevoerd, lijkt mij dat geen overbodige luxe. De wethouder zei dat het krediet dat de raad ooit gegeven heeft voor de verbouwing van de bibliotheek in Tuinwijk, is opgenomen in het hele verhaal rond de Alexander Numankade. Ik heb het stuk daarover erbij gepakt, maar dat kan ik daarin niet vinden. Misschien kan de wethouder dat voor mij opzoeken, want het staat er niet in. In het stuk worden vier dekkingsbronnen genoemd (ik zal die nu niet noemen, want het is een geheim stuk). In de punten 1.a t/m 4.c wordt echter niet het krediet genoemd dat de raad destijds heeft gegeven voor de verbouwing van de bibliotheek aan de Ingenhouszstraat. Misschien kan de wethouder zelf nog eens naar de informatie kijken, want wat ik zei, betekent dat het krediet er nog is. Het is niet al ingezet. Dat is geruststellend, want dat houdt in dat wanneer de bibliotheek aan de Ingenhouszstraat gevestigd blijft en wanneer die verbouwd moet worden, er in ieder geval nog ergens een pot met geld is die daarvoor bestemd is. Conclusie: er valt met ons altijd zaken te doen als er vanuit de coalitie een motie komt waarin duidelijk staat dat 51% voldoende draagvlak is en wanneer aan heel Noordoost de vraag voorgelegd wordt: Moet de bibliotheek in Tuinwijk blijven waar die is of moet die verhuizen naar de Alexander Numankade? Anders handhaven wij gewoon onze eigen motie.
Middagvergadering van 12 april 2007
31
Mevrouw VAN DEN BROEK (VVD): Voorzitter! Wat ligt er eigenlijk voor? Feitelijk hebben wij als stad de ambitie om in iedere wijk een bibliotheek te hebben. Nu wordt volgens een voorstel van het college de bibliotheek van Noordoost opeens ook de bibliotheek van Oost, terwijl er ergens in Oost een klein initiatief is van vrijwilligers die de leemte in Oost proberen op te vullen. De VVD-fractie wil weer als ambitie op tafel krijgen: iedere wijk verdient een bibliotheek. Gelukkig erkent het college dat het nalatig is geweest wat betreft het vertellen aan de inwoners van de stad dat de gemeente van plan is een bibliotheek te verhuizen. Nu wil het college dan met een open agenda gaan praten met alle betrokken bewoners, om te vragen wat zij ervan vinden. Dat klinkt allemaal heel erg positief, maar waar komt het uiteindelijk op neer? Dat de ene wijk wordt geconfronteerd met het sluiten van een bibliotheek en dat de andere wijk misschien een bibliotheek krijgt. Dat kun je op die manier toch niet voorleggen aan de mensen? Dat is geen taak die je bij de bewoners neer moet leggen. Nee, die taak ligt hier op tafel. Hier maak je de besluiten, hier zie je wat de visie is en hier beslis je uiteindelijk. Natuurlijk kun je aan de bewoners vertellen waarom je een bepaalde keuze maakt, maar om de keuze op die manier voor te leggen aan inwoners van deze stad, is een farce. Dat is het zeker wanneer dat gebeurt met de argumenten die het college voorhoudt. De VVD-fractie is heel duidelijk, want die zegt: Laat de bibliotheek in Tuinwijk open. De heer VAN DEN TOOREN (SP): Voorzitter! Mooi dat het kan: de liberalen en de socialen samen! Wij zijn samen voor het behoud van de bibliotheek in Tuinwijk, dat is duidelijk. Dit debat verandert daar niets aan. Wij zijn daarin inmiddels tweeënhalf uur verder, en daarom zal ik mijn bijdrage heel kort houden. Wij handhaven onze motie (nr. 15, behoud bibliotheek Ingenhouszstraat 8). Wij stemmen niet mee met het voorstel om een draagvlakonderzoek daarnaar te verrichten, welk draagvlakonderzoek dan ook. Dat is namelijk al gebeurd en wij hebben dat hier op tafel liggen. Mevrouw MONNINK (PvdA): Voorzitter! Wij zijn blij met de toezegging van het college dat er een draagvlakonderzoek zal plaatsvinden met betrekking tot de bibliotheek in Tuinwijk. Wel wil ik daarbij een aantal kanttekeningen maken. Wat ons betreft, gaat het absoluut om een draagvlakonderzoek in de wijk Noordoost; de wijk Oost moet daar niet bij betrokken worden. Bovendien behoeft het geen uitgebreid onderzoek te worden met allerlei mitsen en maren. Wij zijn van mening dat de bewoners recht hebben op duidelijke informatie. Wat zijn de opties? Die zijn wat ons betreft: de bibliotheek in Tuinwijk verplaatsen naar de locatie Alexander Numankade en de bibliotheek behouden aan de Ingenhouszstraat. Als op dit moment onduidelijk is of het wijkservicecentrum aan de Alexander Numankade komt, dan moet dat ook niet worden meegenomen in het onderzoek, want dat vinden wij oneerlijk. De mensen moeten weten waarvoor ze kunnen kiezen; dat moet onomstreden zijn. De realisering van het wijkservicecentrum zal volgens ons niet afhankelijk gemaakt moeten worden van de bibliotheek. Wij hebben gehoord dat er geen andere gegadigden zijn voor een combinatie met het wijkservicecentrum. Ik wil graag weten of daar naar gekeken is en wat de mogelijkheden (zouden kunnen) zijn. Zoals ik zei, moet er straks een heldere vraag voorgelegd worden met betrekking tot de bibliotheek in Tuinwijk, namelijk: de bibliotheek verhuizen, ja of nee. Wanneer 51% voor verhuizing is, dan moet de bibliotheek wat ons betreft ook verhuisd worden en wordt er op basis daarvan een plan gemaakt. Als de meerderheid daar op tegen is, dan wordt het plan daaraan aangepast. Ik hoop dat de fractie van Leefbaar Utrecht mee kan gaan met onze motie hierover (nr. 19, pas op de plaats in Noordoost). De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Als u de motie in die zin aanpast, dan kan ik daar heel goed mee leven. Mevrouw MONNINK (PvdA): Voorzitter! Het college heeft aangegeven dat het motie 20 (duidelijkheid over bibliotheekbeleid) wil overnemen. De VOORZITTER: Nee, dat niet. De wethouder heeft, maar u was toen in gesprek, dat niet zo toegezegd. De reden daarvoor is dat eerder is besloten om niet meer met bibliotheeknota's te werken maar met managementcontracten. Mevrouw MONNINK (PvdA): Oké, dan heb ik het blijkbaar verkeerd begrepen. Wij zijn in ieder geval blij met de notitie die het college heeft toegezegd over de bibliotheken. Wel willen wij helder weten of daarin ook het communicatietraject mee wordt genomen. Het is voor ons namelijk erg belangrijk om te weten hoe de communicatie eruitziet en wanneer welke stappen daarin worden gezet.
Middagvergadering van 12 april 2007
32
De VOORZITTER: De wethouder heeft aangegeven (u was toen in gesprek, maar hij zal het nog een keer aangeven) hoe het met de bewoners is kortgesloten. Hij zal dat ook keurig opschrijven. Mevrouw MONNINK (PvdA): Maar ik wil dat ook graag terugzien in de notitie die er aan komt. Er komt namelijk een notitie over de bibliotheken, zo heb ik begrepen. De VOORZITTER: Goed, maar ik wilde toch even zeggen wat de wethouder heeft aangegeven toen u niet oplette. Mevrouw BOTTSE (GroenLinks): Mevrouw de voorzitter! Onze boodschap is helder: zonder voldoende draagvlak geen verhuizing van de bibliotheek in Tuinwijk. Ik dank de wethouder voor de beantwoording. Wij hebben goed gehoord wat hij heeft gezegd, namelijk dat bij onvoldoende draagvlak voor verplaatsing, de bibliotheek aan het Ingenhouszplantsoen blijft. Wat de fractie van GroenLinks betreft, moet het uitgangspunt van het draagvlakonderzoek zijn het wel of niet verplaatsen van de bibliotheek naar het wijkservicecentrum. Leidraad daarbij dient te zijn dat als de meerderheid c.q. 51% tegen de verplaatsing is, de bibliotheek op de huidige locatie blijft. De fractie van GroenLinks wil nog wel benadrukken dat in het bibliothekenplan expliciet staat dat de bibliotheek in Tuinwijk voor Noordoost is en dat voor Oost een andere oplossing wordt bedacht. De afspraken over de uitbreiding van de bibliotheek in Tuinwijk zijn destijds gemaakt met de bewoners van Noordoost. Naar die bewoners moeten wij dan ook terug. De heer VAN DITMARSCH (CDA): Voorzitter! Wij zijn ingenomen met de antwoorden van het college. Dat geldt ook voor de verduidelijking die wij in deze raad hebben aangebracht als het gaat om het draagvlakonderzoek, namelijk: alleen in de wijk Noordoost. Over de exacte invulling van het onderzoek waar sommigen al een voorschot op wilden nemen- praten wij graag zo snel mogelijk met de wethouder in een commissievergadering. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! De helderheid waar zojuist over gesproken werd, is er volgens mij helemaal nog niet: De coalitiefracties zeggen dat er alleen een draagvlakmeting komt in Noordoost, maar dat heeft de wethouder nog niet toegezegd. Maar goed, dat horen wij dan nog wel. Voorts is helemaal nog niet duidelijk welk percentage voldoende is als het gaat om het draagvlak. De één zegt 50% plus één, de ander zegt dat niet. En moet dat wel of niet verbonden worden met een wijkservicecentrum, in verband met het archief? Kortom, volgens mij is er nog genoeg onduidelijk. Wat wel duidelijk is, is dat er tegenstand bestaat tegen de verplaatsing van de bibliotheek in Tuinwijk. Daarom handhaven wij ons standpunt en zullen wij voor de motie van de SP-fractie stemmen (nr. 15, behoud bibliotheek Ingenhouszstraat 8). Voorts hebben wij nog een vraag aan de wethouder. Hij gaf aan dat het op te stellen voorstel inzake de draagvlakmeting inclusief de financiering is. Kunnen wij dan nog tegen de draagvlakmeting stemmen? Uiteindelijk zijn wij als raad budgethouder. Dan het verhaal van de fractie van Leefbaar Utrecht over -en dat is heel zorgelijk- de financiering van het archief. De fractie van D66 wil daar aanstaande dinsdag heel graag over spreken. Immers, als het waar is wat de fractie van Leefbaar Utrecht heeft gezegd, namelijk dat het betrokken bedrag niet staat in het geheime stuk over de financiering, dan hebben wij een probleem, een groot probleem. Dan heeft de wethouder namelijk op dit moment de raad niet helemaal goed voorgelicht. Overigens hoop ik dat de wethouder iets anders gaat zeggen. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Mevrouw de voorzitter! Ik vind het treurig dat wij tweeënhalf uur moeten praten over de bibliotheek in Tuinwijk, maar het is wel een belangrijke zaak. Mevrouw MOS (GroenLinks): Dan is het toch een goed idee? De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Tja, nee. Voorzitter! Er komt een wijkraadpleging. Dat is een raadpleging van mensen boven de 18, tenzij ik mij vergis. Waar blijft de jeugd dan? De jeugd is één van de grootste groepen cliënten, maar die komt niet aan het woord. Misschien kan de wethouder daar wat anders voor verzinnen.
Middagvergadering van 12 april 2007
33
Overigens gaat het draagvlakonderzoek tienduizenden euro's kosten. Dat geld hadden wij graag ergens anders ingestoken. Tot slot doe ik nog een suggestie. De wethouder zei: Wij denken dat de bibliotheek goed gehuisvest zal zijn in het wijkservicecentrum. Misschien moet de wethouder niet denken, maar gewoon zijn creativiteit naar boven laten borrelen. Er zou bijvoorbeeld een gezondheidscentrum gevestigd kunnen zijn. Ook zijn er ondernemers die daar wel interesse in hebben. Misschien zijn er wel ondernemers die zo veel cliënten trekken, dat het een enorm succes gaat worden, veel meer misschien nog dan de combinatie met de bibliotheek. De heer RIETKERK (ChristenUnie): Voorzitter! Wij zijn tevreden met de reactie van de wethouder, maar wij hebben nog wel vragen over hoe een en ander wordt ingevuld. Ik meen, met de heer Van Ditmarsch, dat wij dat inderdaad rustig moeten afwachten tot wij de voorstellen daarvoor in de commissie krijgen. Mevrouw MONNINK (PvdA): Een punt van orde, voorzitter. Ik ben zojuist vergeten een aangepaste versie van motie 19 (pas op de plaats in Noordoost) in te dienen. Dat doe ik nu alsnog. De VOORZITTER: Dames en heren! Mevrouw Monnink heeft een aangepaste versie van motie 19 ingediend. Ik stel vast dat deze motie als volgt gewijzigd is: aan het laatste punt van het dictum zijn, achter het woord "verplaatsing", de woorden "te weten 51%" toegevoegd. Door deze wijziging luidt het laatste punt van het dictum van motie 19 als volgt: "op basis van de uitkomsten van het onderzoek een voorstel aan de Raad voor te leggen, waarbij de lijn is dat niet voldoende draagvlak leidt tot geen verplaatsing, te weten 51%." Verder constateer ik dat de gewijzigde motie 19 ook ondertekend is door de heer Oldenborg. Naar aanleiding daarvan vraag ik de fractie van Leefbaar Utrecht of motie 16 (wie heeft de wijsheid in pacht?) wordt ingetrokken. Mevrouw PEETOOM (Leefbaar Utrecht): Ja, voorzitter. De VOORZITTER: Dames en heren! Dan stel ik vast dat motie 16 is ingetrokken. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Wordt in de gewijzigde versie van motie 19 met 51% bedoeld: 50% plus één? De VOORZITTER: Dat is een heel slimme, mevrouw Oskam. Die vraag kan de zaak wel verhelderen, vind ik. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Voorzitter! Begrijp ik goed dat het onderzoek in Oost nu ook geschrapt is uit motie 19? De VOORZITTER: Nee, want dat stond niet in de motie, mijnheer Verhoef. Daarom is dat er ook niet uit geschrapt. Het had wel toegevoegd kunnen worden, maar dat is niet gebeurd. Hierna schorst de VOORZITTER de vergadering voor collegeberaad. Na hervatting der vergadering verleent de VOORZITTER het woord aan wethouder Janssen. De heer JANSSEN (wethouder): Mevrouw de voorzitter! Wij betreuren het als college dat de raad heeft aangegeven dat het draagvlakonderzoek met betrekking tot de bibliotheek in Tuinwijk zo versmald (althans vanuit ons oogpunt) moet worden uitgevoerd. De raad zegt immers: Het onderzoek moet heel smal zijn, gericht op één aspect, en dat ook nog alleen in Noordoost. De raad heeft daarbij ook gezegd dat het onderzoek vooral niet in Oost gedaan moet worden, omdat dat een ander verhaal is. Wij zijn van mening dat ook Oost, in ieder geval een deel van Oost, de vraag over de bibliotheek in Tuinwijk voorgelegd moet krijgen. Ook menen wij -maar wij hebben natuurlijk goed gehoord wat de raad zegt- dat het voor de raad waardevolle informatie zou zijn wanneer die kennis zou hebben van de resultaten van een onderzoek daar. Kortom, het mag duidelijk zijn dat wat de raad heeft aangegeven, niet onze keus is.
Middagvergadering van 12 april 2007
34
Tegelijkertijd stel ik vast dat nu motie 19 (pas op de plaats in Noordoost) is aangepast, ook de fractie van Leefbaar Utrecht deze motie steunt. Naar alle waarschijnlijkheid (want dat zal straks bij de stemming moeten blijken) zal de raad motie 19 nu aannemen. Dat betekent dat wij de raad vervolgens een opzet zullen presenteren voor het te verrichten draagvlakonderzoek. In dat onderzoek zullen wij, wat de bibliotheek in Tuinwijk aangaat, gewoon helder de vraag voorleggen: Kiest u voor die plek of voor die plek? Ik zeg dit tegen onder anderen mevrouw Mos, die heeft gezegd dat het om die vraag gaat. Wij zullen zien wat het resultaat daarvan is. Mevrouw Oskam maakte in de tweede instantie een opmerking over de financiering. Ik heb in de eerste instantie toegezegd dat wanneer wij ons voorstel over de opzet van het draagvlakonderzoek naar de commissie brengen, wij daarbij zullen aangeven wat het onderzoek ongeveer gaat kosten. Het zal niet helemaal gratis zijn, maar op dit moment heb ik nog geen idee van het bedrag dat ermee gemoeid is. De commissie krijgt daar van mij gewoon de informatie over. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Mijn vraag was of op het moment dat wij dat bedrag te horen krijgen, wij daar nog tegen kunnen stemmen. De heer JANSSEN (wethouder): De opzet voor het draagvlakonderzoek komt naar de commissie. Volgens mij kunt u daar op dat moment, zowel inhoudelijk als op andere vlakken, alles van vinden als raad, als fractie en als commissie. Voorzitter! Tegen de heer Oldenborg zeg ik dat het door hem genoemde verbouwingskrediet er nog is. Dat is volstrekt helder. Overigens had hij gelijk toen hij aangaf dat het om een geheim stuk gaat en dat het te ver voert om de discussie daarover hier nu te voeren. Het belangrijkste is volgens mij dat het krediet er nog is. Echter, indien de bibliotheek in Tuinwijk verplaatst wordt, dan zal het huisvestingsbudget voor de bibliotheek meegaan naar het wijkservicecentrum aan de Alexander Numankade. Kortom, het verbouwingskrediet waar de heer Oldenborg het over had, is natuurlijk nog niet uitgegeven. Het enige dat de raad heeft gedaan, is het voorbereidingskrediet vrijgeven ten behoeve van de voorbereiding van de ontwikkeling. Dat ligt dus, spreekwoordelijk, op de plank. Mevrouw Monnink stelde een vraag over de notitie over de bibliotheken. De raad krijgt inderdaad de informatie op schrift die ik gaf over vestigingen die worden samengevoegd, vestigingen die in de toekomst gaan verhuizen etc. etc. Daarbij komt dan ook de notitie waarin staat wat het huisvestingsbeleid ten aanzien van de bibliotheken is. Voorts krijgt de raad het managementcontract met de dienst Bibliotheek. Kortom, de raad krijgt een aparte notitie over hoe wij denken over de huisvesting van de bibliotheken verspreid over de stad. De VOORZITTER: Mevrouw Monnink! Handhaaft u motie 20 (duidelijkheid over bibliotheekbeleid)? Mevrouw MONNINK (PvdA): Ik heb daarover nog een vraag. Ik heb namelijk ook verzocht om het communicatietraject. Wordt dat ook in de notitie opgenomen waar de wethouder zojuist over sprak? Dat behoeft voor mij niet een heel dikke notitie te worden, maar ik vind het wel belangrijk om te weten hoe de bewoners erbij betrokken worden. De heer JANSSEN (wethouder): Dan wil ik graag van u horen wat u bedoelt met: erbij betrokken worden. Ik wijs erop dat de samenvoeging van de bibliotheken in Oog in Al en Lombok een genomen besluit is, waar ook over gesproken is. De tijdelijkheid van de bibliotheek in Parkwijk is vanaf de opening van die vestiging bekend geweest. Wij kunnen wel heel goed informeren en communiceren wanneer het moment van verhuizing naar de definitieve vestiging dichterbij komt, maar als u met "erbij betrokken worden" bedoelt dat wij opnieuw de discussie moeten aangaan over het wel of niet verhuizen of samenvoegen van de bibliotheken, dan moet ik die verwachting een beetje temperen. Mevrouw MONNINK (PvdA): Waar het mij om gaat, is dat niet herhaald wordt wat wij nu hebben gezien in Tuinwijk. Ik heb begrepen dat er ook plannen zijn voor verhuizing van de bibliotheken in Overvecht en op Kanaleneiland. Die plannen staan nog in de kinderschoenen. Waar het mij om gaat, is: wees helder over hoe het traject eruitziet. De heer JANSSEN (wethouder): Ja, dat zullen wij doen. Overigens wil ik, nu de bibliotheken in Overvecht en op Kanaleneiland zijn genoemd, nog een opmerking maken. Wij blijven natuurlijk het gemeentelijke beleidsspoor volgen van bekijken waar wij wijkservicecentra kunnen realiseren.
Middagvergadering van 12 april 2007
35
Daar zullen wij de raad over blijven informeren, maar ook de bewoners, waarbij wij ervoor zullen zorgen dat ze op een goede manier betrokken zijn. Het kan op enig moment zo zijn -maar daar heb ik nu geen concreet zicht op- dat wij op Kanaleneiland iets kunnen gaan doen, of in Overvecht. Daarvoor moeten zich dan wel gelegenheden voordoen. Die heb ik op dit moment nog niet concreet voor ogen. De VOORZITTER: Mevrouw Monnink! Ik vraag u opnieuw of u motie 20 handhaaft? Mevrouw MONNINK (PvdA): Wij trekken de motie in, voorzitter. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik stel vast dat motie 20 is ingetrokken. Dan zou ik nu willen overgaan tot de besluitvorming. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Voorzitter! Ik heb in de tweede instantie nog een paar vragen gesteld aan de wethouder, maar waarschijnlijk zijn die hem ontgaan. De heer JANSSEN (wethouder): Nee, die zijn mij niet ontgaan. U had een vraag ook al gesteld in de eerste instantie of in een interruptie, namelijk of er geen andere functies (dan een bibliotheek) toegevoegd zouden kunnen worden aan het wijkservicecentrum. Ik heb daarover gezegd: Alles op zijn tijd. Wanneer de raad de motie (nr. 19) aanneemt waarin gesteld wordt dat wij het draagvlak moeten onderzoeken in Noordoost, dan gaan wij dat ook doen. Wanneer uit die peiling blijkt dat de bibliotheek in Tuinwijk niet verplaatst moet worden, dan zullen wij ons buigen over de vraag welke consequenties dat heeft voor de locatie Alexander Numankade en een eventuele invulling met andere functies. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Ik adviseer u dan om een tweesporenbeleid te volgen en dat nu alvast te gaan onderzoeken, want de bibliotheek wordt toch niet verplaatst! Verder heb ik nog een vraag gesteld over het betrekken van jongeren beneden 18 jaar. De VOORZITTER: Die vraag herinner ik mij goed. U zei dat wanneer er een draagvlakmeting plaatsvindt, die geldt voor mensen vanaf 18 jaar. Is dat zo, was uw vraag. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Inderdaad. De heer JANSSEN (wethouder): Wanneer wij een referendumachtige peiling houden, dan betekent dat dat wij kiesgerechtigden iets vragen. In dit geval gaat het echter ook om bijvoorbeeld de scholen en het al dan niet bereikbaar zijn van de bibliotheek voor de scholen. Gelet daarop, kan ik mij voorstellen dat wij ook proberen om de mening van anderen dan alleen kiesgerechtigden te krijgen. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Fantastisch. De heer JANSSEN (wethouder): Wij zullen daarop terugkomen als wij de commissie voorleggen wie wij denken te benaderen met de te stellen vraag. De VOORZITTER: Wij komen daar dus op terug. Wij moeten ook nog even bekijken wat wij allemaal in onze verordeningen hebben staan ter zake. De griffier herinnerde mij er zojuist bijvoorbeeld aan dat voor burgerinitiatieven een lagere leeftijd geldt. Maar goed, dat zoeken wij allemaal keurig uit en krijgt u aangeleverd. Aan de orde komt de afhandeling van motie 2007/15 (behoud bibliotheek Ingenhouszstraat 8). Deze motie wordt bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de VVD, D66 en Burger en Gemeenschap hebben voorgestemd. Aan de orde komt de afhandeling van motie 2007/19 (pas op de plaats in Noordoost; gewijzigd). Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Wij zullen weliswaar voor deze motie stemmen, maar wij vinden die een beetje een zwaktebod. Wij zullen het toch doen.
Middagvergadering van 12 april 2007
36
De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Ik vind het weggegooid geld, maar het is beter dan niets! De VOORZITTER: Mijnheer Van den Tooren! Wat heeft u hier nog aan toe te voegen?! De heer VAN DEN TOOREN (SP): Wij vinden de motie een zwaktebod en weggegooid geld. Dan stemmen wij niet voor. Wij stemmen tegen. Motie 19 wordt hierna bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD en de SP hebben tegengestemd. Vervolgens sluit de voorzitter het debat inzake de situatie rond de voorgenomen sluiting van de bibliotheek in Tuinwijk. De VOORZITTER: Dames en heren! Het enige dat wij vanmiddag nog kunnen doen, is de inventarisatie en het vaststellen van de agenda. Eerst stel ik echter aan de orde: Notulen van de openbare vergaderingen van 8 februari 2007. De heer ENGBERS (PvdA): Voorzitter! Bij dezen wil ik graag mijn excuses aanbieden aan de heer Taskan. Ik meen namelijk dat ik de vorige keer in mijn bewoordingen een beetje ruw geweest ben. Daarvoor mijn excuses. over?
De VOORZITTER: Om het te kunnen begrijpen, mijnheer Engbers, vraag ik u: Waar ging het
De heer ENGBERS (PvdA): Het ging over de afvalstoffenheffing, in de vorige raadsvergadering (ik neem hiermee alvast een voorschot op de notulen van die vergadering). In de discussie daarover heb ik de heer Taskan toegesproken in bewoordingen die niet in dit huis thuishoren. De VOORZITTER: Het is correct dat u daarvoor uw excuses aanbiedt. Dat wordt gewaardeerd, merk ik aan de reacties. Jammer dat de heer Taskan nu niet aanwezig is in de vergadering, maar uw woorden zullen worden overgebracht aan hem. Hierna worden z.h.o. de notulen conform vastgesteld. Lijst van mededelingen (Jaargang 2007, nr. 48). Wordt z.h.o. voor kennisgeving aangenomen. Agenda vaststellen en inventarisatie. De VOORZITTER: Dames en heren! Wij moeten nog twee actuele moties behandelen die zijn ingediend over niet-geagendeerde onderwerpen, namelijk: motie 2007/17 van mevrouw Van Rooij, mede namens de fracties van de VVD en de SP, met als titel: De Gladiolenjacht mag niet verloren gaan; motie 2007/18 van mevrouw Dibi, met als titel: Wachten op pardon. Deze moties zullen aan het eind van de avondvergadering aan de orde gesteld worden. In het dagelijks bestuur van het presidium is uitgebreid gesproken over de vragen die zijn ingediend ten behoeve van het mondelinge vragenuurtje. Daarbij is op voorhand gezegd dat wij dit onderwerp willen agenderen voor de eerstvolgende vergadering van het voltallige presidium. Waarom? Omdat de inleidingen op de vragen opvallend lang zijn bij drie van de vier ingediende sets vragen. Daarbij is ook bekeken of er niet heel snel een commissievergadering plaatsvindt. De griffier heeft contact opgenomen met de indieners van de vragen. Het gaat hierbij om de volgende vragen.
Middagvergadering van 12 april 2007
37
Op de eerste plaats de vragen van de heer Eggermont inzake het landelijk principeakkoord van de brandweer. Wij kennen de inleidende tekst en wij gaan ervan uit dat hij zijn vragen kort, in een paar zinnen, inleidt. De vragen blijven natuurlijk gewoon de vragen. Ik neem aan dat het zo zal gaan. Vervolgens de vragen van de heer Van der Marel en mevrouw Oskam inzake de vervuilde grachten bij winkelcentrum Parkwijk. Deze vragen zijn door het dagelijks bestuur van het presidium akkoord bevonden, en ik neem aan dat de raad dat overneemt. Ik stel vast dat dat inderdaad het geval is. Dat betekent dat deze vragen gesteld kunnen worden zoals ze zijn ingediend. Dan de vragen van de heer Schipper, mede gesteld namens de fractie van GroenLinks, inzake de renovatie van de flats aan de PEN-dreven. Hierover heeft het dagelijks bestuur van het presidium gezegd: Op 17 april a.s. is er een commissievergadering, en daar kunnen deze vragen gesteld worden. Ik snap dat de indieners daar niet blij mee zullen zijn, maar ik heb begrepen dat ze daar inmiddels wel mee akkoord zijn gegaan. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Daar zijn wij niet mee akkoord gegaan. Wij vinden de renovatie van de flats aan de PEN-dreven een zeer actueel onderwerp, waarover eerder ook al schriftelijke vragen zijn gesteld. Het college heeft daarop het vertrouwen uitgesproken dat de zaak goed zou komen, maar ons is gebleken dat het niet goed komt. Nogmaals: deze zaak is hartstikke actueel; elke dag verlies met ingrijpen, is schadelijk voor de mensen die het aangaat. De VOORZITTER: Ik neem aan dat mevrouw Mos hetzelfde vindt. Mevrouw MOS (GroenLinks): Inderdaad. Daarbij komt dat een mondelinge vraag in de raad van een andere orde is dan een vraag in de commissie. Immers, in de raad kun je ook interrumperen en heb je een tweede termijn. De VOORZITTER: Interrumperen is niet mogelijk tijdens het vragenuurtje. Wel kunnen aanvullende vragen worden gesteld. Mevrouw MOS (GroenLinks): Je kunt hier in ieder geval doorvragen, en dat kan in een commissievergadering in principe niet tijdens de rondvraag. Dat was voor ons de reden om het onderwerp hier te agenderen. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik stel voor om hier nu niet een kwartier over te gaan heen-enweren en om het stellen van de vragen over de PEN-dreven toe te staan, maar dan wel zonder de lange toelichting met de plaatjes. Ik stel vast dat u hiermee instemt. Nogmaals: in de eerstvolgende vergadering van het voltallige presidium zullen wij meer principieel praten over hoe wij voortaan omgaan met het stellen van mondelinge vragen. De vierde set vragen is ingediend door mevrouw Oskam, mede namens de VVD-fractie, en betreft de kosten voor DESTO door de vertraging van de oplevering van de velden in Terwijde. Tegen haar is gezegd: Het is de taak van de raad om ofwel van tevoren kaders te stellen ofwel achteraf te beoordelen. Gelet daarop, meent het dagelijks bestuur van het presidium dat dit onderwerp zich nu niet leent voor het stellen van mondelinge vragen daarover. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Het is logisch dat wij daar een ander idee over hebben, maar wij leggen ons neer bij de mening van het dagelijks bestuur van het presidium. Overigens neem ik aan dat de wethouders Bosch en Janssen de vragen en de inleidende tekst goed gelezen hebben en dat zij vanavond om 18.00 uur zullen handelen overeenkomstig de geest van die tekst en de vragen. De VOORZITTER: Dat zij de vragen goed gelezen hebben, kan ik u zeker toezeggen. Achteraf beoordeelt u wat de uitkomst is. Dames en heren! Ik stel vast dat de vragen inzake de kosten voor DESTO door de vertraging van de oplevering van de velden in Terwijde zijn afgevoerd. De agenda wordt daarop z.h.o. vastgesteld.
Middagvergadering van 12 april 2007
38
Bekrachtiging geheimhouding bijlagen. Verzocht wordt op grond van artikel 25, derde lid van de Gemeentewet de geheimhouding te bekrachtigen van de geheime bijlagen behorende bij het raadsvoorstel Jaargang 2007, nr. 52. Wordt z.h.o. overeenkomstig het verzoek van burgemeester en wethouders besloten. Lijst van ingekomen stukken: 1.
Een de 28e februari 2007 ingekomen brief van de VNG te Den Haag, inzake de tussentijdse vacatures in vaste beleidscommissies en College voor Arbeidszaken. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening.
2.
Een de 28e februari 2007 ingekomen brief van mevrouw B.M. Mulder te Rotterdam, inzake het voltrekken van een homohuwelijk. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening.
3.
Een de 2e maart 2007 ingekomen brief van J. Verdonk, alhier, waarin bezwaar wordt gemaakt tegen het raadsbesluit van 11 januari 2007 tot het nemen voorbereidingsbesluiten, categorie C m.n. 24Oktoberplein (Jaargang 2007, nr. 4). Medegedeeld wordt dat deze brief in handen is gesteld van de Bezwaarschriften-commissie, om advies.
4.
Een de 5e maart 2007 ingekomen afschrift van een door de heer C. van Oosten, alhier, aan wethouder De Weger gerichte brief inzake de vertraging van nieuw te nemen besluit op bezwaar illegale verbreding Europalaan. Besloten wordt dit afschrift voor kennisgeving aan te nemen.
5.
Een de 6e maart 2007 ingekomen afschrift van een door de voorzitter van bewonerscomité Klein & Fijn Groenewegterrein, alhier, aan wethouder Bosch gerichte brief inzake de herstructurering Groeneweg-midden. Besloten wordt dit afschrift voor kennisgeving aan te nemen.
6.
Een de 6e maart 2007 ingekomen afschrift van een door de wijkraad Oost, alhier, aan de Dienst Wijken gerichte brief inzake de mogelijkheid van inspreken. Besloten wordt deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
7.
Een de 7e maart 2007 ingekomen zienswijzen van de dames H. Kroon en H. van Bloemendaal, alhier, inzake het ontwerpbestemmingsplan Rivierenwijk. Besloten wordt deze zienswijzen te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel.
8.
Een de 12e maart 2007 ingekomen zienswijze van R.C. Six, alhier, inzake het ontwerpbestemmingsplan Rivierenwijk. Besloten wordt deze zienswijzen te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel.
Middagvergadering van 12 april 2007 9.
39
Een de 12e maart 2007 ingekomen zienswijzen van E. Harms en A. de Jong, alhier, inzake het ontwerpbestemmingsplan Rivierenwijk. Besloten wordt deze zienswijzen te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel.
10.
Een de 12e maart 2007 ingekomen zienswijze van P.A. Vierbergen, alhier, inzake het ontwerpbestemmingsplan Rivierenwijk. Besloten wordt deze zienswijzen te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel.
11.
Een de 13e maart 2007 ingekomen brief van Platform Detailhandel Nederland te Leidschendam, inzake het verbod op geprepareerde voorwerpen en jammers. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening, met informatie aan de commissie Bestuur en Veiligheid.
12.
Een de 14e maart 2007 ingekomen brief van Stichting Ambulante Fiom te Den Bosch, inzake de subsidiekorting aan Fiom Utrecht. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening.
13.
Een de 15e maart 2007 ingekomen brief van de Commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht, alhier, waarbij wordt aangeboden een afschrift van het Koninklijk Besluit van 7 maart 2007 inzake het eervolle ontslag van mevrouw mr. A.H. Brouwer-Korf als burgemeester van de gemeente Utrecht. Besloten wordt deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
14.
Een de 16e maart 2007 ingekomen brief van Wilde Dieren de Tent Uit te Almere, inzake de afgekeurde brancheregels van het welzijn van circusdieren. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening, met informatie aan de commissie Verkeer en Beheer.
15.
Een de 21e maart 2007 ingekomen zienswijze van de heer Alberda, alhier, inzake het ontwerpbestemmingsplan Rivierenwijk. Besloten wordt deze zienswijzen te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel.
16.
Een de 21e maart 2007 ingekomen zienswijzen van R. Lubbers en M.A.J. Kriek, alhier, inzake het ontwerpbestemmingsplan Rivierenwijk. Besloten wordt deze zienswijzen te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel.
17.
Een de 21e maart 2007 ingekomen brief van mevrouw E.A. Rapis-Honstein, alhier, inzake de overlast van duiven. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening.
18.
Een de 26e maart 2007 ingekomen mail van de heer B. Duismann, alhier, inzake de afschaffing van de bestaande velvergunning. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening.
Middagvergadering van 12 april 2007 19.
40
Een de 23e maart 2007 ingekomen brief van de familie A. Hoogendoorn, alhier, inzake de afschaffing van de bestaande velvergunning). Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening.
20.
Een de 23e maart 2007 ingekomen brief van de Politie Utrecht, alhier, waarbij wordt aangeboden de nieuwe klachtenregeling Politie Utrecht 2006. Besloten wordt deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
21.
Een de 26e maart 2007 ingekomen mail van de gemeente Drimmelen te Made, waarbij wordt aangeboden een door de gemeenteraad in de raadsvergadering van 1 maart 2007 een aangenomen motie over deregulering en financiën. Besloten wordt deze mail voor kennisgeving aan te nemen.
22.
Een de 26e maart 2007 ingekomen brief van de gemeente Utrechtse Heuvelrug te Doorn, waarbij wordt aangeboden een door de gemeenteraad in de raadsvergadering van 1 februari 2007 een aangenomen motie over lokaal maatwerk in de huisvestingsverordening. Besloten wordt deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
23.
Een de 26e maart 2007 ingekomen brief van de VNG te Den Haag, inzake het VNG project LOGIN: lokale gezondheidsimpuls. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening.
Middagvergadering van 12 april 2007
41
De VOORZITTER stelt aan de orde: 3.
Een de 22e oktober 2006 ingekomen brief van de heer C. van Oosten, alhier, namens mevrouw B.M. van Plateringen, waarin bezwaar wordt gemaakt tegen het uitblijven van een besluit op het planschadeverzoek van mevrouw Van Plateringen, met advies van de Bezwaarschriftencommissie (Jaargang 2007, nr. 49). Mevrouw SCHURING (GroenLinks): Een stemverklaring, voorzitter. Wij kunnen het advies van de Bezwaarschriftencommissie volgen, omdat het juridisch gewoon niet mogelijk is om het bezwaarschrift ontvankelijk te verklaren. Wel willen wij hier gezegd hebben dat wij als fractie van GroenLinks volharden in de mening dat in dit geval geen recht is gedaan aan de eerlijkheid. Op ons rust nog steeds de verplichting om te bekijken of minnelijk gekomen kan worden tot een goede schadevergoeding voor mevrouw Van Plateringen. De heer SCHIPPER (SP): Bij deze stemverklaring van de fractie van GroenLinks kan de SPfractie zich van harte aansluiten. Hierna wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
4.
Voorstel tot het in voorbereiding nemen van (diverse herzieningen van) bestemmingsplannen, categorie C (Jaargang 2007, nr. 50). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten.
5.
Voorstel inzake de herontwikkeling Laan van Puntenburg 2A (Jaargang 2007, nr. 52). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten.
6.
Voorstel tot delegatie van de bevoegdheid ex artikel 19, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan het college van burgemeester en wethouders (Jaargang 2007, nr. 53). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten.
7.
Een de 24e augustus 2005 ingekomen verzoek van mevrouw E.M. Bakker, alhier, om toekenning van schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met waardevermindering van haar woning Eykmanlaan 68, met advies van de Schadebeoordelingscommissie (Jaargang 2007, nr. 54). De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Wat ik ga zeggen over dit punt, kunt u opvatten als een stemverklaring. De reden waarom wij aanvankelijk alle adviezen inzake planschade hebben geagendeerd als bespreekstukken, was dat wij vragen hadden over de systematiek van toekenning. De discussie daarover is wat ons betreft niet uit de wereld, maar leent zich meer voor de commissie. Met de nu geadviseerde planschadevergoedingen hebben wij geen moeite. Vandaar dat het wat ons betreft A-punten zijn. Hierna wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
8.
Een de 30e augustus 2005 ingekomen verzoek van heer A.T.H. van Panhuys, alhier, om toekenning van schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met waardevermindering van zijn woning Gazellestraat 116, met advies van de Schadebeoordelingscommissie (Jaargang 2007, nr. 55). Wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
Middagvergadering van 12 april 2007 9.
42
Een de 30e augustus 2005 ingekomen verzoek van heer F.A. Faase, alhier, om toekenning van schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met waardevermindering van zijn woning Opaalweg 43, met advies van de Schadebeoordelingscommissie (Jaargang 2007, nr. 56). De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Een soort stemverklaring, voorzitter. Het is ons opgevallen dat bepaalde huisnummers niet vermeld zijn op de agenda. Wij willen in de commissie graag een keer praten over de vraag of de betrokken personen ook benaderd worden. Immers, degenen die goed... De VOORZITTER: Uw vraag is duidelijk. U komt daar in de commissie op terug. Nu kan de wethouder zich alvast voorbereiden op het antwoord op uw vraag. Hierna wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
10.
Een de 30e augustus 2005 ingekomen verzoek van heer F.T.H. in den Eng, alhier, om toekenning van schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met waardevermindering van zijn woning Opaalweg 47, met advies van de Schadebeoordelingscommissie (Jaargang 2007, nr. 57). Wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
11.
Een de 30e augustus 2005 ingekomen verzoek van heer E.S. Pool, alhier, om toekenning van schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met waardevermindering van zijn woning Opaalweg 49, met advies van de Schadebeoordelingscommissie (Jaargang 2007, nr. 58). Wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
12.
Een de 30e augustus 2005 ingekomen verzoek van mevrouw J.A. van Zoelen-Terlingen, alhier, om toekenning van schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met waardevermindering van haar woning Opaalweg 51, met advies van de Schadebeoordelingscommissie (Jaargang 2007, nr. 59). Wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
13.
Een drietal de 31e augustus 2005 ingekomen verzoeken van de heer R.A.P. van Ulden, mevrouw M.I. van Ulden en de heer J. Jeronimus, alhier, om toekenning van schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met waardevermindering van hun woning Opaalweg 53, met advies van de Schadebeoordelingscommissie (Jaargang 2007, nr. 60). Wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
14.
Een de 29e augustus 2005 ingekomen verzoek van de heer W.F. Neerings, alhier, om toekenning van schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met waardevermindering van zijn woning Opaalweg 57, met advies van de Schadebeoordelingscommissie (Jaargang 2007, nr. 61). Wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
15.
Een de 30e augustus 2005 ingekomen verzoek van mevrouw R. Best-Schreur, alhier, om toekenning van schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met waardevermindering van haar woning Opaalweg 61, met advies van de Schadebeoordelingscommissie (Jaargang 2007, nr. 62). Wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
Middagvergadering van 12 april 2007 16.
43
Een de 30e augustus 2005 ingekomen verzoek van de heer R.M.L. Offermans, alhier, om toekenning van schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met waardevermindering van zijn woning Opaalweg 63, met advies van de Schadebeoordelingscommissie (Jaargang 2007, nr. 63). Wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
17.
Een de 1e september 2005 ingekomen verzoek van mevrouw K.S.E. van Trigt, alhier, om toekenning van schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met waardevermindering van haar woning Opaalweg 65, met advies van de Schadebeoordelingscommissie (Jaargang 2007, nr. 64). Wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
18.
Een de 31e augustus 2005 ingekomen verzoek van mevrouw F.H. Hesselink, alhier, om toekenning van schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met waardevermindering van haar woning Opaalweg 83, met advies van de Schadebeoordelingscommissie Jaargang 2007, nr. 65). Wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
19.
Een de 31e augustus 2005 ingekomen verzoek van de heer R.A.J. Hermans en mevrouw G.H. Hermans-Hesselink, alhier, om toekenning van schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met waardevermindering van hun woning Prof. Ritzema Boslaan 90, met advies van de Schadebeoordelingscommissie (Jaargang 2007, nr. 66). Wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
20.
Een de 30e augustus 2005 ingekomen verzoek van de heer H. Sankersing, alhier, om toekenning van schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met waardevermindering van zijn woning Turkooislaan 186, met advies van de Schadebeoordelingscommissie (Jaargang 2007, nr. 67). Wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
21.
Een de 24e november 2004 ingekomen verzoek van mevrouw P.J.R. van Rooijen-Baas, alhier, om toekenning van schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met waardevermindering van haar woning Wilhelminalaan 13a, met advies van de Schadebeoordelingscommissie (Jaargang 2007, nr. 68). Wordt z.h.o. overeenkomstig het advies besloten.
22.
Voorstel tot vaststelling van een Verordening tot wijziging van de Verordening Recht van Initiatief in verband met de verhoging van de leefbaarheidsbudgetten 2007 (Jaargang 2007, nr. 70). De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Voorzitter! Een stemverklaring. De fractie van Leefbaar Utrecht heeft geen enkel bezwaar tegen het verhogen van de leefbaarheidsbudgetten, maar is het niet eens met de verhoging van de maximumbijdrage uit het Recht van Initiatief van EUR 30.000,00 naar EUR 50.000,00 (ook in de commissie hebben wij dat gezegd). Wij vinden het jammer dat van de leefbaarheidsbudgetten, die wij zoveel mogelijk vrije budgetten willen laten zijn, in feite een bedrag van EUR 20.000,00 onder regelgeving wordt gebracht. Dat bedrag had ook vrij gehouden kunnen worden. Wat ons betreft, had het bedrag van EUR 30.000,00 gelijk mogen blijven. Wij vragen de aantekening dat wij tegen dit punt zijn. Hierna wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten.
Middagvergadering van 12 april 2007
44
De leden van de fractie van Leefbaar Utrecht verkrijgen op hun verzoek aantekening in de notulen, dat zij zich met de genomen beslissing niet hebben verenigd. Hierna sluit de voorzitter, wegens het vergevorderde uur, de vergadering, onder mededeling dat de beraadslaging zal worden voortgezet in de aangekondigde vergadering die te 20.00 uur zal aanvangen.
INHOUD: Opening van de vergadering
Pag. 1
Afscheid vertrekkend gemeentesecretaris-alg. directeur, mw. drs. M.J.C. Heeremans.
Pag. 2
Debat inzake situatie rond voorgenomen sluiting bibliotheek in Tuinwijk.
Pag. 4
1.
Herbenoeming bestuurslid Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht (Jrg.’07, nr. 72).
Pag. 23
2.
Benoeming
Pag. 23
Notulen openbare vergaderingen van 8 februari 2007.
Pag. 36
Lijst van mededelingen (Jrg.’07, nr. 48)
Pag. 36
Agenda vaststellen en inventarisatie.
Pag. 36
Bekrachtiging geheimhouding
Pag. 38
Lijst van ingekomen stukken.
Pag. 38
AAN DE ORDE: 3.
Advies Bezwaarschriftencie op bezwaar hr. Van Oosten, namens mw. Van Plateringen, tegen uitblijven besluit op planschadeverzoek mw. Van Plateringen (Jrg.’07, nr. 49)
Pag. 41
4.
Voorstel tot in voorbereiding nemen van (diverse herzieningen van) best.plannen, categorie C (Jrg.’07, nr. 50).
Pag. 41
5.
Herontwikkeling Laan van Puntenburg 2A (Jrg.’07, nr. 52).
Pag. 41
6.
Delegatie bevoegdheid ex art. 19, 1e lid WRO aan b. en w. (Jrg.’07, nr. 53).
Pag. 41
7.
Advies Schadebeoordelingscie op verzoek mw. Bakker, om toekenning schadevergoeding ex art. 49 WRO i.v.m. waardevermindering woning Eykmanlaan 68 (Jrg.’07, nr. 54).
Pag. 41
8.
Idem hr. Van Panhuys, om toekenning schadevergoeding ex art. 49 WRO i.v.m. waardevermindering woning Gazellestraat 116 (Jrg.’07, nr. 55).
Pag. 41
9.
Idem hr. Faase, alhier, om toekenning schadevergoeding ex art. 49 WRO i.v.m. waardevermindering woning Opaalweg 43 (Jrg.’07, nr. 56).
Pag. 42
10.
Idem hr. In den Eng, om toekenning schadevergoeding ex art. 49 WRO i.v.m. waardevermindering woning Opaalweg 47 (Jrg.’07, nr. 57).
Pag. 42
Middagvergadering van 12 april 2007
45
11.
Idem hr. Pool, om toekenning schadevergoeding ex art. 49 WRO i.v.m. waardevermindering woning Opaalweg 49 (Jrg.’07, nr. 58).
Pag. 42
12.
Idem mw. Van Zoelen-Terlingen, om toekenning schadevergoeding ex art. 49 WRO i.v.m. waardevermindering woning Opaalweg 51 (Jrg.’07, nr. 59).
Pag. 42
13.
Idem fam. Van Ulden en hr. Jeronimus, om toekenning schadevergoeding ex art. 49 WRO i.v.m. waardevermindering woning Opaalweg 53 (Jrg.’07, nr. 60).
Pag. 42
14.
Idem hr. Neerings, om toekenning schadevergoeding ex art. 49 WRO i.v.m. waardevermindering woning Opaalweg 57 (Jrg.’07, nr. 61).
Pag. 42
15.
Idem mw. Best-Schreur, om toekenning schadevergoeding ex art. 49 WRO i.v.m. met waardevermindering woning Opaalweg 61 (Jrg.’07, nr. 62).
Pag. 42
16.
Idem hr. Offermans, om toekenning schadevergoeding ex art. 49 WRO i.v.m. waardevermindering woning Opaalweg 63 (Jrg.’07, nr. 63).
Pag. 43
17.
Idem mw. Van Trigt, om toekenning schadevergoeding ex art. 49 WRO i.v.m. waardevermindering woning Opaalweg 65 (Jrg.’07, nr. 64).
Pag. 43
18.
Idem mw. Hesselink, om toekenning schadevergoeding ex art. 49 WRO i.v.m. waardevermindering woning Opaalweg 83 (Jrg.’07, nr. 65).
Pag. 43
19.
Idem fam. Hermans-Hesselink, om toekenning schadevergoeding ex art. 49 WRO i.v.m. waardevermindering woning Prof. Ritzema Boslaan 90 (Jrg.’07, nr. 66).
Pag. 43
20.
Idem hr. Sankersing, om toekenning schadevergoeding ex art. 49 WRO i.v.m. waardevermindering woning Turkooislaan 186 (Jrg.’07, nr. 67).
Pag. 43
21.
Idem mw. Van Rooijen-Baas, om toekenning schadevergoeding ex art. 49 WRO i.v.m. waardevermindering woning Wilhelminalaan 13a (Jrg.’07, nr. 68).
Pag. 43
22.
Vastst. Verord. tot wijz. Verord. Recht van Initiatief i.v.m. verhoging leefbaarheidsbudgetten (Jrg.’07, nr. 70).
Pag. 43