2015 NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT 10e vergadering – 25 juni 2015 middag Openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op donderdag 25 juni 2015 te 14.00 uur. Voorzitter: de heer mr. J.H.C. van Zanen, burgemeester; de heer A. van Schie, plaatsvervangend voorzitter, gedurende enige momenten in de vergadering. Tegenwoordig zijn de leden: Baş, De Boer, Bollen, Bos, Brussaard, Buunk, Van Corler, Dibi, Eggermont, Van Esch, Ferket, Fokke, Gilissen, Haage, Isabella, Işik, Kleuver, Knip, Koning, Koelmans, Meijer, Menke, Metaal-Froon, Van Ooijen, Oostveen, Paardekooper, Podt, Rajkowski, De Regt, Rollingswier, Te Ronde, Roodenburg, Scally, Van Schie, Schipper, Scholten, Sienot, Tielen, Uringa, De Vries, Van Waveren, Weistra, Wijlhuizen en Zwanenberg. Tevens zijn aanwezig de wethouders Everhardt, Geldof, Van Hooijdonk, Jansen, Jongerius en Kreijkamp. Griffier: de heer drs. A.A.H. Smits.
Opening van de vergadering. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik open de vergadering. Van harte welkom, ook de mensen op de publieke tribune en de mensen thuis die meekijken en meeluisteren. We beginnen met de beëdiging van een nieuw lid van de D66-fractie. De heer Te Ronde legt in handen van de voorzitter de in de Gemeentewet voorgeschreven belofte af. De voorzitter schorst daarop de vergadering, teneinde de aanwezigen in de gelegenheid te stellen de heer Te Ronde te feliciteren. Na hervatting van de vergadering stelt de voorzitter aan de orde: Agenda vaststellen en inventarisatie. De VOORZITTER: Dames en heren! Laat ik beginnen de heer Zwanenberg en Ivo en Janet van harte te feliciteren met de geboorte van dochter Kate. Ik zag in de coulissen dat er iets heel kleurrijks aankomt, zoals we u, mijnheer Zwanenberg, de jonge vader, kennen.
(Applaus.)
Middagvergadering van 25 juni 2015
2
De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Dank u wel voorzitter! U kijkt naar een heel trotse papa. Er zal zo een kleine traktatie langskomen. De VOORZITTER: Dames en heren! Op verzoek van de PvdD-fractie wordt voorgesteld de B-status van het voorstel inzake Perspectief Toerisme 2020 (Jaargang 2015, nr. 57) te wijzigen in een A-status en dat agendapunt af te doen met stemverklaringen. Ik constateer dat u hiermee akkoord gaat. De heer Zwanenberg heeft een punt van orde over het voorstel inzake de herontwikkeling De Gaard en omgeving (Jaargang 2015, nr. 54). De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Voorzitter! De GroenLinks-fractie stelt voor om dit voorstel van de agenda te halen, omdat wij het niet rijp achten voor behandeling in de raad. De heer ROODENBURG (D66): Voorzitter! Wij zijn heel blij dat er na zeven jaar eindelijk iets ligt. We hebben er al heel lang en twee keer in de commissie over gesproken, dus wij zijn van mening dat het vanavond moet worden besproken. Mevrouw TIELEN (VVD): Voorzitter! Zoals u weet, is een van de VVD-slogans: niet doorschuiven, maar aanpakken. Ik wil dit agendapunt graag vandaag bespreken. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Driewerf eens met de vorige spreker. De heer SCHIPPER (SP): Voor een keer is de slogan van de VVD ook de onze. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! Ik sluit me aan bij de opmerking van de D66-fractie: de tijd er naartoe is ruim genoeg geweest. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Ik kan me voorstellen waarom de heer Zwanenberg om uitstel vraagt. We kunnen het bespreken, maar we zullen melden dat het plan niet goed genoeg is. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voor deze ene keer sluit de PvdD-fractie zich bij de CDA-fractie aan. We kunnen het voorstel bespreken, maar we vinden het plan niet rijp. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik stel vast dat het ordevoorstel niet de steun van de meerderheid van de raad heeft. We zullen het voorstel inzake De Gaard bespreken. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik denk niet dat het voorstel inzake de Toekomstvisie centrum fase 2 Stationsgebied (Jaargang 2015, nr. 47) vanavond nog aan de orde komt, maar de fracties van de PvdA en het CDA verzoeken u dit agendapunt twee weken door te schuiven. Dat is de minimale termijn om er nog iets aan te kunnen knutselen. De VOORZITTER: Ik denk dat de werkelijkheid u gelijk gaat geven. Anders kunnen we er vanavond alsnog over spreken. De gewijzigde agenda wordt z.h.o. vastgesteld. Notulen van de openbare vergaderingen van 12 mei 2015.
Middagvergadering van 25 juni 2015
3
Deze notulen worden z.h.o. overeenkomstig vastgesteld. Bekrachtiging geheimhouding. Op voorstel van de voorzitter wordt op grond van artikel 25, derde lid van de Gemeentewet, de geheimhouding bekrachtigd van de geheime bijlagen behorende bij de voorstellen 54 en 56. Ingekomen stukken. 1.
Een ingekomen brief d.d. 29 mei 2015, van de Provincie Utrecht, alhier, over de beslissing op bezwaar afwijzing aanvraag vaststelling inpassingsplan windpark Lage Weide, gemeente Utrecht (15.005833). Besloten wordt deze brief in handen te stellen van burgemeester en wethouder, ter afdoening.
2.
Een ingekomen brief d.d. 3 juni 2015, van de VCOC, te De Meern, over de integrale centrumvisie stadsbrede visie in relatie tot de visie Stationsgebied fase 2 (15.006037). Besloten wordt deze brief in handen te stellen van burgemeester en wethouder, ter afdoening en in afschrift te zenden naar de commissie Stad en Ruimte.
3.
Een ingekomen brief d.d. 4 juni 2015, van J.K en W.S., alhier over de uitstel behandeling evaluatie woningomzetting en- splitsing in RIA 2 juni 2015 (15.001215). Besloten wordt deze brief in handen te stellen van de Procedurecommissie, ter afdoening.
4.
Een ingekomen brief d.d. 25 mei 2015, van T.B, H.H., J.d.S., M.O, E.V en R.R., alhier, over het voorstel van Centrummangement t.a.v. de 2e fase Stationsgebied (15.001244). Besloten wordt deze brief in handen te stellen van burgemeester en wethouder, ter afdoening, en in afschrift te zenden naar de commissie Stad en Ruimte.
5.
Een ingekomen brief d.d. 4 juni 2015 van Deloitte, alhier, over de Fractiekosten 2011 en 2012 (15.001242). Besloten wordt deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
6.
Een ingekomen brief d.d. 15 jun1 2015, van L.W. V., te Wijk bij Duurstede, over de Jaarrekening 2014 van de gemeente Utrecht ( 15.006543). Besloten wordt deze brief in handen te stellen van burgemeester en wethouder, ter afdoening.
7.
Een ingekomen brief d.d. 13 juni 2015, van C.v.O, alhier, over betalingsverzoek dwangsom (15.001267).
Middagvergadering van 25 juni 2015
4
Besloten wordt deze brief in handen te stellen van burgemeester en wethouder, ter afdoening. 8.
Een ingekomen brief d.d. 12 juni 2015, van het Bestuur Regio Utrecht, alhier, over de ontwerp Jaarstukken 2014 (15.001272). Besloten wordt deze brief in handen te stellen van burgemeester en wethouder, om advies.
9.
Een ingekomen brief d.d. 16 juni 2015, van de Winkeliersvereniging winkelcentrum Terwijde, alhier, over het voornemen van de gemeente voor het toestaan van een Jumbo Foodmarkt in Leidsche Rijn Centrum. Besloten wordt deze brief in handen te stellen van burgemeester en wethouder, ter afdoening.
1.
Voorstel inzake opdrachtbevestiging Controlewerkzaamheden 2015 van de externe accountant (Jaargang 2015, nr. 44). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten.
2.
Voorstel inzake zienswijze ontwerpbegroting 2016 GGD regio Utrecht (Jaargang 2015, nr. 45). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten.
3.
Voorstel tot vaststelling bestemmingsplan De Woerd, De Meern Noord (Jaargang 2015, nr. 46). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten.
4.
Voorstel inzake Perspectief Toerisme 2020 (Jaargang 2015, nr. 57). Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! De PvdD-fractie heeft tijdens de commissiebehandeling om een toezegging gevraagd over het opnemen van een hoofdstuk duurzaamheidbeleid. Wij zien graag de inzet van de gemeente op dit punt helder in het Perspectief Toerisme 2020. Uit het antwoord van de wethouder bleek dat hij het voldoende vindt dat er in het perspectief over duurzaamheid wordt gesproken en hij het dus niet nodig vindt om daarover een hoofdstuk op te nemen. Wij vinden dit een groot gemis in dit perspectief en stemmen daarom tegen. We hopen uiteraard dat in de uitwerking verder over duurzaamheid zal worden gesproken en zullen er zeker opnieuw naar kijken. De heer WEISTRA (GroenLinks): Voorzitter! Ook volgens de GroenLinks-fractie worden de kansen
voor verduurzaming van het toerisme onvoldoende gegrepen in dit perspectief. Maar met de toezegging van de wethouder om in het najaar met een gedegen uitwerking te komen, kunnen we toch instemmen. Wat ons betreft is het glas half vol. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! We vinden dit een mooi plan ter versterking van de toerisme leasure in de stad, om al het moois dat onze stad te bieden heeft, te delen met de wereld, niet alleen tijdens de Tour de France, maar ook de jaren daarna. We vinden dit een prachtige ambitie als het gaat om meer banen. Dus de VVD-fractie is volmondig voor.
Middagvergadering van 25 juni 2015
5
Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! Het raadsvoorstel over toerisme staat vol met ambities en draagt bij aan het creëren van meer werk. Wij zijn blij met de toezegging dat de wethouder, samen met het college, op zoek gaat naar meer plekken voor touringcars. We zien de verdere uitwerking van de samenwerking tussen Toerisme Utrecht en de Stichting Cultuurpromotie tegemoet. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! In de commissie heb ik al gezegd dat we blij zijn dat de twee organisaties die zich met dit onderwerp bezighouden beter worden geïntegreerd. Dat is mooi. Voor de rest bedruipt het voorstel vooral zichzelf. Dat vinden wij ook mooi, daarom stemmen wij voor. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Prachtig dat dit college, deze wethouder, zo enthousiast aan de gang is gegaan met stadspromotie en toerisme. Veel lof hiervoor. Dat heeft Utrecht nodig. Het is goed dat dit zo goed als raadsbreed, behoudens door de GroenLinks-fractie op deelonderwerpen, wordt onderkend. Daarom is het goed dat deze portefeuille bij een verstandige wethouder is neergelegd, want toerisme heeft een impuls nodig in plaats van kaalslag en bezuiniging, en in plaats van de schraalhanskeukenmeesterstrategie van het vorige college. Daarom stemmen wij in. Mevrouw HAAGE (PvdA): De PvdA-fractie sluit zich aan bij de stemverklaring van de heer Schipper: meer banen, een mooi plan, wij stemmen voor. Hierna wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten. Het lid van de fracties van de PvdD verkrijgt op haar verzoek aantekening in de notulen dat zij zich met de genomen beslissing niet heeft verenigd. Vragenuurtje/actuele moties. 1.
Vragen over onverzekerde daklozen patiënten. Mevrouw PODT (D66): Voorzitter! Afgelopen weekend berichtte het programma Nieuwsuur over de
enorme toename aan onverzekerden, in het bijzonder dakloze patiënten. Straatdokters zien steeds meer onverzekerde patiënten op het spreekuur. Ze hebben onderzoek, behandeling of medicijnen nodig, maar kunnen die niet zelf betalen en ziekenhuizen behandelen alleen bij acute of levensbedreigende situaties. Het Ministerie van Volksgezondheid zegt daarop dat gemeenten en zorgverzekeraars een systeem zouden moeten inrichten, zodat mensen de zorg krijgen die ze nodig hebben, en ze zegt dat ze samen met partijen een plan van aanpak gaat maken. Naar aanleiding daarvan hebben wij, de fracties van D66, GroenLinks, VVD, SP, PvdA, CDA, ChristenUnie, Student & Starter en de PvdD de volgende vragen: 1. Is er een stijging in het aantal onverzekerde dakloze personen in Utrecht? 2. Wat betekent dit op dit moment voor de medische zorg aan daklozen en voor Utrechtse aanbieders van zorg aan daklozen? 3. In hoeverre is er al multidisciplinair overleg tussen de betrokken partijen? 4. Is de wethouder bereid de regie op dit dossier te nemen om in samenwerking met Utrechtse aanbieders te komen tot een oplossing die deze groep voorziet van adequate zorg, zolang er geen landelijk plan van aanpak is, en de raad hiervan op de hoogte te houden? En zo nee, waarom niet? Eventueel heb ik een motie achter de hand, maar we gaan natuurlijk uit van de goede zin van de wethouder.
Middagvergadering van 25 juni 2015
6
De heer EVERHARDT (wethouder): Mijnheer de voorzitter! Ik beantwoord de vragen mede namens mijn collega van Welzijn, mevrouw Jongerius, die wegens goede persoonlijke omstandigheden vanmiddag niet aanwezig is. Van harte gefeliciteerd overigens. Er is in Utrecht geen substantiële stijging van onverzekerde daklozen. De aantallen door het jaar heen kunnen wel iets fluctueren, ook in onze stad. De gemeente Utrecht heeft sinds 1998 afspraken met reguliere huisartsen over de zorg voor daken thuislozen, buiten de spreekuren van de zogenaamde straatdokters om; dit betekent zowel overdag als 's nachts. Tot nu toe lukt het, de mensen van de noodzakelijke zorg te voorzien in samenwerking met de gemeente, huisartsen en ziekenhuizen. Er bestaan diverse multidisciplinaire overlegvormen, zoals het Leefgebied Zorg onder leiding van een arts van volksgezondheid met alle ketenpartijen. Zoals u uit de antwoorden kunt opmerken, zit de gemeente er op dit moment bovenop. De huidige werkwijze voldoet. Mochten er signalen komen dat dit verandert, dan zullen wij natuurlijk direct de betrokken partijen aan de tafel zetten. Mevrouw PODT (D66): Voorzitter! Ik heb overlegd met het Catharijnehuis. Daar gaf men aan dat het probleem niet altijd alleen in de zorgketen zit, maar met name ook bij Werk en Inkomen, omdat het Catharijnehuis vaak te maken heeft met mensen die niet ingeschreven staan in de basisadministratie; dat heet grijshuurders. Daarom is het moeilijk om deze mensen te verzekeren. Wordt dit probleem bij dat ketenoverleg betrokken, of gebeurt dit nog niet? De heer EVERHARDT (wethouder): Werk en Inkomen is erbij betrokken, maar dat kan altijd een tandje scherper. Dat is het signaal wat nu weer wordt gegeven. Ik ben toevallig de wethouder Werk en Inkomen. Samen met collega Jongerius zal ik daarop sturing geven. Door de goede afspraken die we al decennialang hebben, is er in deze stad in ieder geval goede en adequate zorg voor de onverzekerden aanwezig. Mevrouw PODT (D66): Voorzitter! We zullen de motie niet indienen. 5.
Voorstel tot vaststelling van de Havenverordening ter facilitering van initiatieven verhuurboten (Jaargang 2015, nr. 48). De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! Wat is het toch heerlijk weer om lekker in een bootje door de grachten te varen op een dag als vandaag, als de zon schijnt en iedereen kan genieten van al het moois dat onze stad te bieden heeft. Daarom zijn we blij met de nieuwe havenverordening, omdat deze de mogelijkheden voor de waterrecreatie verruimt, duidelijkheid schept op een aantal nu onduidelijke punten en ondernemers meer ruimte biedt. Toch zijn we nog niet klaar met het waterbeleid, want we merken dat er problemen zijn met de elektrische verhuurbootjes, initiatieven die geen ruimte krijgen en het systeem van beprijzing dat volgens ons een tikkeltje eerlijker kan. Ik complimenteer de wethouder met de notitie, maar stuur hem toch op pad. Omdat we vandaag heel veel agendapunten te bespreken hebben, dien ik al in de eerste termijn een motie in met de vraag aan het college om samen met de relevante stakeholders te komen tot een vernieuwd langetermijnkader voor het commerciële, particuliere en sportief/recreatieve gebruik. Dat nieuwe kader zou een aantal van de problemen die er nu zijn rondom sturing op grond van duurzaamheid en op grond van marktwerking oplossen. Dat kunt u allemaal lezen in de constateringen en overwegingen. De motie luidt als volgt.
Middagvergadering van 25 juni 2015
7
"Motie 54. Koersvast op weg naar een eerlijk en duurzaam waterbeleid. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 25 juni 2015 ter bespreking van de havenverordening ter facilitering van initiatieven verhuurboten, constaterende dat -
de Utrechtse grachten, singels en werven en het gebruik daarvan belangrijk zijn voor toerisme en recreatie;
-
de open- en gesloten rondvaart voor onbeperkte tijd vergund zijn;
-
er onenigheid is over de status van fluisterverhuurboten;
-
er weinig flexibiliteit is in de markt;
-
er een deels vervuild botenbestand is, zonder prikkel tot verduurzaming;
-
er weinig mogelijkheden zijn om handhavend op te treden jegens overlast veroorzakende waterrecreanten,
overwegende dat -
het recreatief gebruik van het unieke Utrechtse binnenwater beter benut kan worden als er marktprikkels zijn en er ruimte is voor nieuwe toetreders;
-
er uitbreiding van het binnenwaterareaal plaatsvindt met het reconstrueren van de Catharijnesingel en de Leidsche Rijn;
-
deze uitbreiding en het herstel van de kades, kluis- en walmuren in de Utrechtse singels en grachten met veel publieke middelen plaatsvindt;
-
de meeste commerciële en particuliere gebruikers van het binnenwater nauwelijks bijdragen aan het onderhoud of aan deze verbeteringen, terwijl ze wel primaire gebruikers zijn en ook door het gebruik schades veroorzaken;
-
waterrecreatie een verrijking is voor de stad en er bij bewoners veel belangstelling is om hier actief gebruik van te maken, terwijl de mogelijkheden (te) beperkt zijn;
-
verduurzaming van het vaartuigenbestand gebaat is bij een vergunningenstelsel dat schone aandrijving als een van de uitgangspunten hanteert;
-
ligplaats- en exploitatievergunning nu niet optimaal inzetbaar zijn voor beprijzen, handhaving of verduurzaming van het bestand van vaartuigen,
draagt het college op, -
samen met relevante stakeholders te komen tot een vernieuwd langetermijnkader voor het commercieel, particulier en sportief recreatief gebruik van het Utrechts binnenwater,
en gaat over tot de orde van de dag." De motie is ondertekend door de heer Sienot, mevrouw Paardekooper en mijzelf. De heer SIENOT (D66): Voorzitter! Mooi dat de wethouder twee belangrijke knelpunten in de havenverordening heeft opgelost. Daarvoor mijn complimenten. Utrechters en toeristen kunnen blijven opstappen bij de gondelier aan de Gaardbrug. Dat is fantastisch, de gondelier wordt nu zelfs in zijn eentje een compleet eigen categorie: rondvaartboten tot twaalf personen aangedreven door spierkracht; heel slim bedacht van de wethouder. Wij zijn ook blij dat de belangrijkste problemen voor de roeivereniging zijn opgelost, maar vragen ons wel af wanneer de ligplaats bij de Socratesbrug definitief wordt opgeheven; graag een antwoord van de wethouder.
Middagvergadering van 25 juni 2015
8
Uiteraard zijn wij als duurzame partij heel blij met het emissievrij varen. Als je een milieuzone op de weg invoert, kan schoon vervoer op het water natuurlijk niet achterblijven. Stel je voor, voldoe je als automobilist netjes aan de milieuzone, zit je op een terras alsnog in de rookpluimen van vieze boten die voorbijvaren. Dat lijkt ons ongewenst. Belangrijke quick fixes zijn nog steeds in deze havenverordening niet gefikst. Één springt eruit. De trammelant rond de concessieverlening aan de fluisterboten gaat maar door. Kan de wethouder met de betrokken partijen snel zorgen voor een oplossing? Wij vinden het aanmeerverbod aan de Oudegracht te rigoureus. Is het mogelijk om op sommige plaatsen toch te werken met een aanmeertijd van een uur, of sowieso het aanmeren toe te staan? Een pasgetrouwd stel dat op de gracht een rondvaart maakt, kan dan even aanmeren om een foto te laten maken. Dit voorbeeld sprak zeer tot mijn verbeelding, want ik ben vandaag zestien jaar getrouwd. In het verlengde hiervan zien we ook graag dat boten die langs de Oudegracht stilliggen om mensen op- en af te laten stappen daarvoor een half uur in plaats van een kwartier de tijd krijgen. Ondernemers spreken deze behoefte sterk uit. Kan de wethouder dit punt meenemen bij de bepaling van het beleidskader voor de lange termijn, waarover de heer Van Schie al heeft gesproken? Eventuele problemen die deze regels oplossen, moeten we toch ook anders kunnen tackelen. Bij D66 zeggen we dan: daar komen we samen met de stad wel uit. In het beleidskader voor de lange termijn zien we graag ruimte voor meer ligplaatsen en het beter benutten van bestaande ligplaatsen. Zo brengen we de grote vraag hiernaar beter in balans met het aanbod. Ook daar zouden we samen met de stad uit moeten kunnen komen. Kortom, goed dat er inderdaad quick fixes zijn doorgevoerd, maar varen in Utrecht kan nog beter. Dit is een eerste stap en we hopen dat de zojuist door de VVD-fractie ingediende motie zal bijdragen aan een beter commercieel, particulier en sportief gebruik van de Utrechtse binnenwateren. De heer IŞIK (PvdA): Mijnheer de voorzitter! Ik ben het in eerste instantie eens met de vragen van de D66-fractie over de roeivereniging en de aanmeertijden. Die zal ik verder niet meer aan de orde stellen. Ik zal twee concrete zaken aan de orde stellen. We hebben in de gesprekken vernomen dat er boten zijn aangeschaft voor handhaving en toezicht, maar dat er binnen het personeel niemand bevoegd is om de handhaving op de wateren uit te voeren. Ik hoor graag van de wethouder of het klopt dat er geen bevoegd personeel is om mensen te verbaliseren als er sprake is van een overtreding. Uit de gesprekken met ondernemers blijkt dat ze graag de boten willen verduurzamen. Ze hebben nu boten met dieselmotoren en willen die vervangen door elektrische motoren. Is het college bereid hiervoor faciliteiten aan te bieden? Ik heb deze vraag aan de wethouder Duurzaamheid voorgelegd en ik vraag van de wethouder die over de wateren gaat hierop ook een reactie. Op basis van de beantwoording zullen we waarschijnlijk instemmen met het voorstel. Mevrouw PAARDEKOOPER (GroenLinks): Voorzitter! Ik kan het korter maken dan mijn voorgangers. Voor de GroenLinks-fractie is de gewijzigde havenverordening een stap in de goede richting. Deze biedt ruimte voor initiatieven op het water, zoals stand up paddling, en dat was wat we wilden. Bovendien stelt de verordening eisen aan het energievrij zijn van vaartuigen. Het zou heel fijn zijn als je minder kans loopt om onder gestoven te worden door dieseldampen van voorbijgaande vaartuigen, als je toevallig je biodynamische hapje eet aan de Werfkring. Ook zijn de onderwerpen als gondelier en roeivereniging geregeld, zodat ze tenminste niet meer in elkaars vaarwater komen. We zijn daarnaast blij dat de wethouder gaat werken aan een gewijzigd beleidskader op de langere termijn, want we willen eisen kunnen stellen op het gebied van verduurzaming van het huidige botenbestand. Dat kan nu niet en
Middagvergadering van 25 juni 2015
9
vervuilende boten gaan lang mee. We zien de brief over het nieuwe beleidskader rond de jaarwisseling graag tegemoet. Er blijven nog twee vragen over. Nu er sprake is van een uitbreiding van de binnenwateren met de Catharijnesingel en Leidsche Rijn zou er weer ruimte kunnen zijn voor Utrechters met eigen bootjes. Wil de wethouder daaraan werken? We kunnen ons geheel aansluiten bij de opmerkingen van de D66-fractie over het aanmeerverbod. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Mijn inbreng is in lijn met wat al is ingebracht. Ik hoor een zeer convergente spreektekst ontstaan. Het proces had beter gekund. De betrokken groepen hadden meer meegenomen moeten worden. Dat zijn er nogal veel, want het water wordt veel gebruikt. Ik vraag hier in het vervolg meer aandacht voor. Ik heb net de motie gezien die is ingediend; ik had haar graag eerder gezien. Ik kan me er helemaal bij aansluiten. Ik denk dat het goed is om op de lange termijn te bekijken hoe het water zo efficiënt mogelijk kan worden gebruikt door alle actoren. Ik ben blij dat er in de tussentijd goed overleg is geweest met de roeivereniging, dat dit productief is geweest en er goede resultaten zijn geboekt; dank daarvoor. Ik zie uit naar het langetermijnkader. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Dank aan de raad voor de vragen en de blijdschap dat een aantal zaken in de havenverordening naar genoegen wordt aangepast, zoals enkele fracties hebben gemeld. De heer Van Schie heeft een motie ingediend. Die is in de commissiebehandeling al aan de orde geweest. Bepaalde zaken kunnen we nu regelen, maar de zaken die in de motie worden genoemd – dit heb ik tijdens de commissiebehandeling al gezegd – worden op de langere termijn bekeken en met de stakeholders besproken. Dan gaat het over vergunningen voor bepaalde en onbepaalde tijd, maar ook over de vraag of we nieuwe eisen kunnen introduceren. Dit zal enige tijd vergen. Ik heb dat beleidskader toegezegd. Deze motie kan ik van harte overnemen, want ze steunt wat ik daarover heb gezegd. De heer Sienot heeft opgemerkt dat een belangrijk knelpunt, de gondelier, een eigen categorie is geworden. Uiteraard moet deze gondelier bij de Gaardbrug aan de Oudegracht kunnen aanmeren. Dit wordt geregeld met de roeivereniging. De heer Sienot heeft gevraagd wanneer de ligplaats bij de Socratesbrug definitief wordt opgeheven. We streven ernaar dat dit jaar nog te doen; dan weet hij dat alvast. De heer Sienot heeft bovendien een vraag gesteld over de huidige concessiehouders. Daarmee is een gesprek gevoerd. Een van de concessiehouders heeft een kort geding aangespannen. Wij staan open voor overleg en zullen dat verder voeren waar dat kan. Met de raad zijn wij uiteraard van oordeel dat er zo snel mogelijk helderheid moet zijn, zodat er geen gedoe meer is; wij zullen ons daarvoor inzetten. De heer Sienot heeft tevens gesproken over het aanmeerverbod aan de Oudegracht. Hij stelt voor dit verbod te verzachten voor bijvoorbeeld een pasgetrouwd stel dat er foto's wil laten maken. Maar dat aanmeerverbod heeft een bedoeling. De Oudegracht is namelijk een doorvaarroute van de Kromme Rijn naar de Vecht. Wij moeten er daarom voor zorgen dat dit een doorvaarroute is in die zin dat boten elkaar kunnen passeren. Op een gegeven moment kan het heel druk worden. Ik stel voor dat we in het beleidskader dat ik zojuist heb toegezegd in het kader van de motie van de heer Van Schie meeneem wat ik daaraan kan doen. Het is mogelijk dat ik daarvoor bepaalde plaatsen moet kiezen, omdat de Oudegracht op sommige plaatsen verstopt als er een boot aanmeert. Dat is niet de bedoeling. De heer Sienot heeft bovendien voorgesteld toe te staan dat men een half uur aanmeert in plaats van een kwartier bij de op- en afstapplaatsen. Maar dat kwartier heeft een reden. Zeker als het zo mooi weer is als vandaag in drukke periode, wordt er heel veel gebruik gemaakt van die plek. Als een boot er
Middagvergadering van 25 juni 2015
10
een half uur stilligt, kan dit filevorming veroorzaken bij boten die er achter varen. Ik zal in het beleidskader dat ik zal maken nader bekijken wat daaraan is te doen, maar verlenging van de aanmeertijd leidt tot problemen. In het beleidskader zal ik nader beredeneerd opnemen hoeveel aanmeertijd mogelijk is. We moeten er namelijk ook voor zorgen dat er meer gebruik mogelijk is. Een half uur is een heel lange tijd voor al die boten die er aan willen meren. De heer Işik sprak over het feit dat geen van de personeelsleden bevoegd zou zijn voor handhaving op het water. De havenmeester is bevoegd en er zijn medewerkers bevoegd. Ik zal er intern nog even navraag naar doen, want VTH heeft er nu geen prioriteit liggen. Het doet wel controles, maar deelt geen boetes uit. Ik neem dit mee om te bekijken of ik de handhaving kan aanscherpen, omdat het natuurlijk van belang is dat er kan worden gehandhaafd waar duidelijk voorschriften worden overtreden, als het druk is op het water. De raad heeft in de brief kunnen lezen dat de suggestie die in de commissie is gedaan over het plakken van stickers op boten om makkelijker te herkennen waarvan ze zijn, is meegenomen. De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! Relevant daarbij is goede afspraken te maken met andere betrokken overheden, zoals Rijkswaterstaat en HDSR, want die hebben natuurlijk ook een controlerende functie. Die functie kan misschien gezamenlijk worden opgepakt. Zo kunnen we beter waarborgen dat de veiligheid op het water op alle aspecten in orde is. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Een goede suggestie. Het klopt natuurlijk dat onze wateren soms verschillende beheerders hebben, althans, dat er bij verschillende overheden een beheertaak ligt. Ik zal daarmee zeker in overleg treden en dit meenemen in het beleidskader voor een integrale benadering van het beheer. Mevrouw Paardekooper heeft geconstateerd dat stand up paddling met de nieuwe havenverordening mogelijk wordt. Met haar vindt het college dat je aan de gracht moet kunnen zitten en dan zo min mogelijk andere dingen mee moet krijgen, zoals dieseldampen. Ze heeft gevraagd of er aandacht kan worden besteed aan ligplaatsen voor kleine bootjes. Ik zal daaraan aandacht besteden in het beleidskader. De gemeente Utrecht heeft een aantal ligplaatsen, maar heeft ook een beperkte ruimte; er is sprake van schaarste. De heer SIENOT (D66): Voorzitter! Is de wethouder het met ons eens dat de groei van de wateren in Utrecht – binnenkort gaan de singels open – ruimte geeft voor meer ligplaatsen? De heer GELDOF (wethouder): Dat zal zeker een aantal ligplaatsen extra kunnen opleveren, maar ik wil goed kijken waar en hoe ze kunnen worden gerealiseerd, omdat er ook oevers zijn die een ecologische functie hebben. Ligplaatsen concurreren met die functie, maar ik neem dit punt mee. Het is natuurlijk van belang dat de vele functies die ons water heeft daarmee gediend kunnen worden. De heer Menke heeft geconstateerd dat we met de roeivereniging hebben overlegd. We zullen de op- en afstapplaatsen aan de Veilinghaven niet aanwijzen voor meervoudig gebruik; die blijven aangewezen voor passagiersschepen. Daar wordt op dit moment nauwelijks gebruik van gemaakt. De heer IŞIK (PvdA): Mijnheer de voorzitter! Dank voor de beantwoording, maar de wethouder heeft een vraag gemist, namelijk de vraag over de oplaadpunten in het kader van de omzetting van dieselboten naar elektrische boten in het kader van de duurzaamheid.
Middagvergadering van 25 juni 2015
11
De heer GELDOF (wethouder): Daarin heef de heer Işik gelijk. In het beleidskader dat ik zal maken, zal ik ook dit punt meenemen. Als mensen boten huren die oplaadbaar zijn, moeten ze natuurlijk ergens kunnen aanleggen, maar ik moet bekijken waar oplaatpunten kunnen worden gerealiseerd. De heer IŞIK (PvdA): Mijnheer de voorzitter! Het gaat om de ondernemers die boten hebben met dieselmotoren die willen verduurzamen; het gaat dus om de ondernemers. Als de wethouder die faciliteiten mogelijk zal maken, vind ik dat prima. De heer GELDOF (wethouder): Ondernemers die willen verduurzamen vinden bij ons zeker een gewillig oor. Als ze iets nodig hebben, zullen we zeker bekijken wat we met en voor ze kunnen doen en tegelijkertijd wat ze zelf kunnen doen, want dat is een van de dingen die "Utrecht maken we samen" inhouden. De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! Dank voor de beantwoording door de wethouder en voor het overnemen van de motie. Die trekken we in onder dankzegging. Ook bedanken we de wethouder voor de inspanning om met de roeivereniging tot een goed vergelijk te komen. We hopen dat het de komende tijd gaat lukken, met alle bewegingen die plaatsvinden op en rond het Merwedekanaal, voldoende ruimte te bieden aan de roeisport in Utrecht. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik stel vast dat motie 54 is ingetrokken. Aan de orde is de stemming over het voorstel. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik heb in de commissie al gezegd dat wij blij zijn met de lijn van de discussie en de toezeggingen en aanpassingen van de wethouder. Daarmee kunnen we het voorstel steunen. We zijn blij dat de motie is overgenomen en dat de brede groep coalitiepartijen inzet op nieuw beleid, ondanks dat dit was afgeschaft, want dat is hier hard nodig. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! Dank aan de wethouder voor de beantwoording van de gestelde vragen. We zullen instemmen met de verordening. We hebben een toevoeging voor de motie; we willen dat er ook rekening wordt gehouden met duurzaamheid. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): De PvdD-fractie kan instemmen met het voorstel. We hebben in de commissie al gezegd dat we op dit moment tevreden zijn met de duurzaamheiddoelstelling die in deze verordening zit. We zullen zeer goed in de gaten houden of die duurzaamheideisen en duurzaamheiddoelstellingen in de havenverordening daadwerkelijk tot uitwerking komen in het beleid. Mevrouw URINGA (ChristenUnie): Voorzitter! Ook de ChristenUnie-fractie kan instemmen met dit voorstel. Ons prangende punt zat bij de roeivereniging en wij danken de wethouder dat hij binnen een korte termijn een gesprek heeft gevoerd en het Merwedekanaal in ieder geval voorlopig voor de roeiers toegankelijk blijft. Hierna wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten. 6.
Voorstel inzake het Plan Gemeentelijke watertaken Utrecht (Jaargang 2015 nr. 49).
Middagvergadering van 25 juni 2015
12
Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! De PvdD-fractie is blij dat dit geactualiseerde waterplan het rioolplan, zoals dit plan in de volksmond heet - er ligt en dat de nadruk op veiligheid en milieu is gelegd. Wel vinden wij dat dit plan ambitieuzer kan en moet. Daarom hebben wij nog een paar voorstellen om dit plan te verbeteren. Dit hebben we al gemeld bij de commissiebehandeling, maar we hopen nu een toezegging van de wethouder te krijgen op een aantal van onze voorstellen en hebben daarvoor een aantal moties achter de hand. Eerst over dieren. We hebben hiervoor in het verleden al aandacht gevraagd en gaan daar vanmiddag, uiteraard, nog even op door. De PvdD-fractie heeft namelijk graag inzicht waar in de stad Utrecht dieren grote hinder ondervinden van rioolputten. Die hinder wordt voornamelijk veroorzaakt door rioolputten, waarin soms amfibieën, zoals kikkers en padden, vallen die daar verdrinken. We weten dat er een paar plekken zijn in Utrecht waar tijdens de paddentrek al rekening wordt gehouden met die dieren, bijvoorbeeld in Lunetten, maar echt een totaalbeeld van de hele stad, dus een stadsbreed onderzoek, is hier nog nooit uitgevoerd. RAVON, de kennisorganisatie voor reptielen, amfibieën en vissen is hiervoor de beste partner. Zij heeft de kennis en kunde en kan zo'n onderzoek uitvoeren. Ze heeft bovendien aangegeven dit te kunnen doen. Daarom horen we graag van de wethouder de toezegging dat hij RAVON een onderzoeksopdracht zal geven om de probleemlocaties in de gehele gemeente Utrecht te onderzoeken en dit onderzoek af te ronden tijdens de nieuwe paddentrek, die weer start in februari 2016. Het is het handigst om zo'n onderzoek uit te voeren tijdens de paddentrek of net daarvoor, want anders is het lastig uit te zoeken waar die locaties zich precies bevinden. De heer SIENOT (D66): Mijnheer de voorzitter! Wij vragen ons over de motie betreffende RAVON af in hoeverre we de club voor blauwe boskabouters vragen hoe het toch is met de blauwe boskabouters en hoe het nu verder moet met de blauwe boskabouters. Laat ze vooral welig tieren. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): De heer Sienot heeft dus het gevoel dat RAVON geen onafhankelijk organisatie is die een goed deskundig onderzoek zou kunnen uitvoeren? Is dat de vraag? Dan is het goed om te kijken wat RAVON precies doet en welke onderzoeken ze uitvoert. RAVON is namelijk een organisatie die met deskundige mensen werkt, die uiteraard niet zeggen dat er ergens padden zitten waar ze niet zijn. Het is voor RAVON helemaal niet logisch om op die manier te werk te gaan. De heer VAN SCHIE (VVD): Voorzitter! Wat belet RAVON op dit moment om dat onderzoek uit te voeren? Krijgt ze tegenwerking van de gemeente? Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Budget. De heer VAN SCHIE (VVD): Begrijp ik goed dat mevrouw Van Esch vraagt om geld van de wethouder? Wil ze specificeren hoeveel geld en welke dekking daarbij hoort? Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Daar was ik nog niet aan toegekomen, maar bedankt dat de heer Van Schie daarop alvast mocht inhaken. Ik heb gezegd dat ik in eerste instantie om een toezegging vraag. Er wordt nu al druk ingegaan op de motie die ik helemaal nog niet heb ingediend, maar dat even terzijde. We hebben navraag gedaan en RAVON heeft gezegd dat zo'n onderzoek door de hele stad ongeveer € 10.000,00 gaat kosten. In de motie staat dat de financiering gemakkelijk uit het budget van het Plan gemeentelijke watertaken is te halen. Daarin staat ruim € 1 miljoen voor het vergroenen van de stad. Wij denken dat er in dat bedrag € 10.000,00 is te vinden om padden en kikkers te helpen niet te verdrinken in rioolputten. Wij denken dat dit prima past binnen het budget voor groen.
Middagvergadering van 25 juni 2015
13
Het tweede punt dat ik aankaart, is dat bij het riool wordt gesproken over het relatief schone hemelwater dat nu direct in het riool verdwijnt. We begrijpen dat overal twee systemen aanleggen te veel tijd en geld kost. We zien dit uiteraard graag, maar de PvdD-fractie heeft hiervoor geen budget gevonden, waar waarschijnlijk de heer Van Schie van de VVD-fractie om zal vragen. Maar bij nieuwbouwprojecten lijkt ons dit een goede mogelijkheid te liggen. Het hemelwater kan gescheiden worden opgevangen van het riool, zodat dit energie, zuiver drinkwater en geld kan schelen. Mensen kunnen hiermee bijvoorbeeld hun ramen wassen, hun toilet doorspoelen en hun planten bewateren in de tuin of op hun balkon. Daarom hoor ik graag de toezegging van de wethouder dat hij bij nieuwbouw de projectontwikkelaars zal stimuleren maatregelen te treffen om regenwater op te vangen, in plaats van dit goede water weg te laten lopen, zodat het uiteindelijk in het riool terechtkomt. Mevrouw PAARDEKOOPER (GroenLinks): Voorzitter! Is mevrouw Van Esch ervan op de hoogte dat bij nieuwbouwprojecten standaard twee rioleringen worden aangelegd, namelijk een voor het huishoudelijk afvalwater en een voor het hemelwater? Op die manier wordt het hemelwater standaard op de natuurlijke wijze afgevoerd. Ik vraag me af of mevrouw Van Esch dit verwart met grijs water. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Dank u wel voor die toevoeging. We hebben op het punt waar mevrouw Paardekooper op doelt vanochtend navraag gedaan en we hebben van de ambtelijke ondersteuning te horen gekregen dat er bij nieuwbouw twee rioolsystemen worden aangelegd. Daarmee wordt het regenwater alsnog naar de zuiveringsinstallatie afgevoerd en dat is wat we niet willen. Wij willen dat mensen het regenwater meteen kunnen gebruiken. Hier gaat het specifiek om het opvangen van het hemelwater door bijvoorbeeld het plaatsen van een regenton. Het gaat erom, het regenwater niet weg te laten lopen maar het daadwerkelijk te gebruiken in de huizen. De heer SIENOT (D66): Gaan we mensen regentonnen voorschrijven in hun tuinen? Wat moet ik me er precies bij voorstellen? Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Ik zeg niet eisen, maar stimuleren is een goed idee. Er zijn al mooie projecten over bekend. De heer SIENOT (D66): Heeft mevrouw Van Esch misschien een voorbeeld hoe stimulering eruit zou kunnen zien? Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Ik kan de heer Sienot een artikel opsturen over een heel mooi project dat in Amsterdam loopt. Daarbij zijn burgers zeer nauw betrokken en worden wijken volledig op die manier ingericht. Ik heb het helaas niet bij me. We houden een motie achter de hand over de stimuleringsmaatregelen en regentonnen voor het geval de wethouder geen toezegging doet, maar we hopen natuurlijk dat hij dat wel doet. Bij de commissiebehandeling zijn we al ingegaan op het vergroenen van de stad om ons te weren tegen klimaatveranderingen en het hemelwater beter te kunnen afvoeren. Dit kan onder andere door meer groene daken aan te leggen en door het vergroenen van de stad op straatniveau. Tijdens de commissiebehandeling heeft de wethouder gezegd dat er een subsidiepot is voor die groene daken; dat klopt. Maar wij missen deze informatie in het rioolplan. Vorig jaar, tijdens de behandeling van de voorjaarsnota, werd onze motie, motie 80, aangenomen om de subsidie hiervoor beter bekendheid te geven onder de inwoners van Utrecht. Wij vragen ons in eerste instantie af hoe het met de uitvoering van die motie gaat.
Middagvergadering van 25 juni 2015
14
Ik zal tevens een amendement indienen om die groene daken toe te voegen aan het rioolplan. Op bladzijde 6 van het rioolplan wordt namelijk uitleg gegeven over een andere motie, motie "Van de goot in de sloot". Deze motie wordt in het rioolplan verder uitgewerkt. Het onderwerp groene daken staat wel in deze motie, maar komt niet in het rioolplan terug. We vragen groene daken op te nemen in het rioolplan, want wij vinden de stimuleringspot, de subsidie voor groene daken en groene daken zeer relevante onderdelen van het rioolplan. Daarom dien ik bij dezen een amendement in. "Amendement 30. Meer groene daken. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 25 juni 2015, ter bespreking van het Plan Gemeentelijke Watertaken Utrecht 2016-2019, constaterende dat: -
in het Plan Gemeentelijke Watertaken op pagina 6 en 7 staat dat er invulling wordt gegeven aan Motie 118 uit 2014;
-
in het Plan Gemeentelijke Watertaken echter niets staat over het deel van het dictum van deze motie over groene daken;
-
Utrecht in de zomer van 2014 werd getroffen door heftige regenbuien, waarop 602 meldingen binnenkwamen gerelateerd aan wateroverlast en riolering;
-
het KNMI stelt dat extreme neerslagbuien als gevolg van klimaatverandering de komende jaren zullen toenemen;
-
het dus belangrijk is om de gemeente Utrecht beter voor te bereiden op de toename van neerslag;
-
in de Amsterdamse wijk Betondorp 400 schuren zijn voorzien van een groen dak om regenwater op te vangen en daar een initiatief is gestart om ook bewoners over te halen preventieve maatregelen te nemen (zoals een regenton op het balkon of in de tuin);
overwegende dat -
er sprake is van toenemende verstening in Nederlandse steden, onder meer doordat particuliere tuinen in toenemende mate worden bestraat;
-
tegels en stenen geen regenwater kunnen opvangen en derhalve een groter beslag leggen op het kolken- en rioleringsstelsel;
-
tijdens de behandeling van de Voorjaarsnota 2014 motie 80 van de Partij voor de Dieren is aangenomen teneinde bewoners te stimuleren meer groene gevels, daken en tuinen aan te leggen;
-
de gemeente Utrecht op haar website bewoners informatie geeft over het aanleggen van groene daken en gevels en het aanvragen van subsidie hiervoor[1].
besluit een beslispunt 7 toe te voegen: Het budget wordt niet alleen ingezet voor het ontvlechten van afvalwater en hemelwatersystemen, maar ook voor het vervangen van niet-functionele verharding door groen en/of oppervlaktewater. Tevens creëren we meer capaciteit voor groene daken op gemeentelijke gebouwen en stimuleren we inwoners van Utrecht groene daken te installeren, en gaat over tot de orde van de dag." Het amendement is ondertekend door mijzelf. Voorzitter! Nog een laatste kort punt, ingaand op de drie plaatjes die op blz. 31 van het rioolplan staan. Daarin staat de kwaliteit van water weergegeven: een basiskwaliteit, een goede en een slechte kwaliteit. Gelukkig wordt de slechte kwaliteit vrij snel terzijde geschoven. De ambitie van het college is dat
Middagvergadering van 25 juni 2015
15
er minimaal een basiskwaliteit moet zijn. De PvdD-fractie vindt die basiskwaliteit van het water als minimum onvoldoende. Het college zou daadwerkelijk naar een goede kwaliteit moeten streven. Er wordt bij de basiskwaliteit een klein schattig visje, dat toch eigenlijk een zielig visje is, weergegeven met een klein plantje en nog steeds zo'n vies blikje dat er honderden jaren over zal doen om in het water af te breken. We vragen aan de wethouder waarom het college niet streeft naar een goede waterkwaliteit en waarom de ambitie niet hoger wordt gelegd om het niveau van het prachtige derde plaatje met een eendje, meerdere vissen, prachtige planten en helemaal geen afval in het water te bereiken. Waarom streven we niet naar die kwaliteit, in plaats van de basiskwaliteit? Mevrouw PAARDEKOOPER (GroenLinks): Voorzitter! Vandaag hebben we het op diverse manieren over water in Utrecht. We hebben er plezier van en soms last. We varen erop, we zwemmen erin, we kijken er graag naar, maar als het ons huis binnenstroomt, is dat minder leuk. De Nota watertaken is een mooi integraal verhaal geworden waarin de motie "Van de goot in de sloot" overal terugkomt. Dat zien we graag. Ik heb nog twee punten waarop ik verder in zal gaan. In Utrecht streven we ernaar om regenwater zo snel mogelijk af te voeren op natuurlijke wijze dus in de bodem of in waterlopen. Logisch, want hoe meer we dat kunnen doen, hoe beter ons rioolsysteem is bestand tegen klimaatverandering. De grote pieken in regenbuien die het KNMI voorziet, kunnen we zo beter opvangen. Maar in tuinen is tegenwoordig de trend precies andersom, namelijk juist zo veel mogelijk vol leggen met stenen. In Groningen is dit onderzocht en daar zorgde de groei van versteende achtertuinen met 8% tot een toename van de regenwaterafvoer naar het riool met 3,4%. Dit lijkt weinig, maar bij een echte hoosbui is dat veel. Daarom dien ik mede namens de fracties van D66, de ChristenUnie, PvdA en PvdD de volgende motie in. "Motie 55. Slimme Tuinen, Droge Voeten. De gemeenteraad, bijeen op 25 juni 2015 ter bespreking van de nota Gemeentelijke watertaken, gehoord de beraadslaging, overwegende dat
bewoners in toenemende mate hun tuin betegelen, wat bijdraagt aan de verstening van de stad;
de gemeente verwacht dat bewoners hun perceel zo inrichten dat zoveel mogelijk neerslag op het perceel wordt verwerkt en er geen neerslag wordt afgewenteld richting de buren;
bewoners de vrijheid hebben om te genieten van hun tuin zoals zij dat wensen, maar de gemeente vervelende verrassingen wil voorkomen: voor hen en voor hun buren;
we volgens de klimaatscenario's van het KNMI rekening moeten houden met meer extreme buien;
overtollig hemelwater kan leiden tot waterschade aan woningen, en/of tot overmatige piekbelasting bij rioleringen, waardoor deze kunnen overstromen en zorgen voor overlast aan huizen of op straat;
de piekbelasting van riolen wordt versterkt door verstening, zoals een onderzoek in Groningen liet zien: hierbij zorgde een groei van versteende achtertuinen met 8% tot een toename van regenwaterafvoer naar het riool met 3,4%;
de algemene lijn in de Nota watertaken is om regenwater in de publieke ruimte zo veel mogelijk natuurlijk af te voeren en daar ook maatregelen toe te nemen, zoals afkoppelen, aanleg van regenwaterinfiltratiesystemen zoals wadi's etc.;
naar schatting 40% van de stadsoppervlakte in handen is van particulieren: ook zij kunnen dus bijdragen aan het bouwen van een klimaatbestendige stad;
Middagvergadering van 25 juni 2015
16
nieuwe technieken (rekenmodellen, nauwkeurige hoogtekaarten) en de invoering van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) modellering van waterstroming en -berging op het maaiveld binnen bereik brengt, wat zicht geeft op de verstening in de gemeente Utrecht, zowel op particulier als openbaar terrein;
de inzichten die we met deze nieuwe methoden verkrijgen benut kunnen worden om problematisch versteende delen van Utrecht in kaart te brengen, ook voor particulier terrein, zodat bewoners in deze gebieden gericht benaderd kunnen worden met een bewustwordingscampagne,
verzoekt het college,
de modellering van waterstroming en –berging op het maaiveld binnen een jaar in praktijk te brengen, zodat inzicht wordt verkregen in (problematisch) versteende gebieden in Utrecht;
deze kennis te benutten om bewoners te benaderen met een bewustwordingscampagne over verstening van de tuin, de mogelijke gevolgen van wateroverlast en manieren om hier iets tegen te doen, en in deze bewustwordingscampagne ook bewoners van nieuwbouwprojecten mee te nemen."
De motie is ondertekend door de heer Sienot, mevrouw Uringa, mevrouw Van Esch, de heer Işik en mijzelf. Voorzitter! Gisteren waren we als gemeenteraadsleden te gast in de Zeeheldenbuurt. Die buurt is met de Leidsekade een van de buurten waar men frequent last heeft van wateroverlast. Daarom is de wethouder nu bezig de problematiek te analyseren. Bewoners hebben gezegd dat ze wel degelijk zelf maatregelen willen nemen. Maar ze melden ook dat het kan voorkomen dat ze van drie deskundigen drie verschillende adviezen krijgen, als ze daarover advies vragen. Dan weten ze nog niet wat ze moeten doen. Ik zal alvast een voorschotje nemen op de discussie die we in het najaar zullen voeren. Ik neem aan dat er uit de analyse een gezamenlijk plan komt om wateroverlast tegen te gaan. Wordt dat plan gezamenlijk met bewoners en ander actoren gemaakt, waaronder kennispartners op dit gebied in de regio? Er lijken namelijk mogelijkheden te zijn om deze wijken als proefproject op te nemen voor een innovatieve aanpak van dergelijke problemen. Wil de wethouder in ieder geval aansturen op de mogelijkheid voor bewoners om onafhankelijk en deskundig advies te krijgen op basis van de genoemde analyse, zodat ze tenminste zeker weten welke maatregelen ze kunnen nemen en welke maatregelen effectief zijn? Ik hoor graag een toezegging van de wethouder. Wij hebben een motie achter de hand, die wij eventueel zullen indienen. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! In hoofdlijnen kunnen we ons aansluiten bij de opmerkingen van de GroenLinks-fractie. Ik zal verder ingaan op de zorgplicht van de overheid. In het raadsvoorstel meldt het college dat het een wettelijke zorgplicht heeft. Die zorgplicht houdt het volgende in: de gemeente moet zorgen voor de inzameling van het stedelijk afvalwater dat vrijkomt binnen het grondgebied van de gemeentelijke percelen, en dat afvoeren via het rioolsysteem. We hebben gemerkt dat dit in bepaalde delen van Utrecht niet voldoende en niet goed gebeurt. Mijn collega van de GroenLinks-fractie heeft al de Leidsekade in de Zeeheldenbuurt genoemd. Er wordt erkend dat er een probleem is, gebaseerd op een taxatie van de waarde van de woningen. Die waarde is naar beneden bijgesteld. We vragen ons af wanneer de gemaakte inventarisaties van de Leidsekade en de JP Coenenstraat naar de raad komen en of het college bereid is oplossingsgerichte maatregelen te treffen. De heer SIENOT (D66): Voorzitter! Met dit plan stabiliseren we de kosten voor de rioolheffing, terwijl de uitdagingen voor het riool als gevolg van de klimaatverandering groeien.
Middagvergadering van 25 juni 2015
17
Wij vinden dat een knappe prestatie, want volgens een onderzoek van de VNG verwacht juist 80% van de Nederlandse gemeenten dat de rioolheffing moet worden verhoogd als gevolg van de klimaatverandering. Het is ook goed dat we streven naar een klimaatbestendige stad, maar in onze stad zijn de mensen nu al bang voor de regen. Hieraan is al twee keer gerefereerd. We moeten echt voorkomen dat bij heftige buien het huis kan veranderen in een open riool, zoals aan de Leidsekade. We weten dat de wethouder in gesprek is, maar we drukken hem op het hart om hier echt voort mee te maken. Ook de bewoners van de Zeeheldenbuurt willen graag een oplossing voor hun wateroverlast. Er werd al even gerefereerd aan "de raad in de wijk" van gisteren. Het punt is dat de bewoners heel duidelijk te kennen geven dat ze willen weten welke maatregelen ze kunnen treffen, zodat ze echt effect sorteren. Het gaat al gauw om veel geld wat ze moeten investeren. Daarom willen ze natuurlijk wel dat die investering helpt en niet dat ze nog steeds met spanning in hun lijf op vakantie gaan. Bewoners betegelen hun tuinen graag. Ik benadruk dat we dit prima vinden. Maar dit kan er ook toe leiden dat het water niet weg kan bij een extreme bui. En volgens het KNMI kunnen we die veel meer verwachten. Wij pleiten daarom voor slimme tuinen, een tuin zoals de bewoner wil, maar waarbij hij ook droge voeten houdt bij extreme regenval. De gemeente is al van plan om met nieuwe technieken de waterstroming en -berging te modelleren. Dit brengt problematische verstening in beeld. Wij roepen het college op om voort te maken met het maken van deze modellen, want als we problematische versteende gebieden in beeld hebben, kunnen we heel snel bepaalde gebieden gericht benaderen met een duidelijke bewustwordingscampagne. Ten slotte vragen wij de wethouder om samen met schoolbesturen te kijken hoe het hergebruik van regenwater op scholen kan worden bevorderd: jong geleerd is ten slotte oud gedaan. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik heb tijdens de commissiebehandeling mijn complimenten gegeven voor de nota. Het is een degelijk stuk en we vinden het belangrijk dat op de kosten wordt gelet, want riolering en watertaken vormen een kostbare investering. Ik heb voor één punt aandacht gevraagd en ik ben niet helemaal tevreden met de toezegging van de wethouder. Dat gaat over het zwemwater in onze stad. Er is een aantal plekken waar mensen graag het water in gaan. Ik weet dat de voorzitter van deze raad daar een van is. We willen het graag mogelijk maken dat dit veilig en gezond kan. Daarom vraag ik een toezegging van de wethouder om voor de begroting in beeld te brengen hoe het is gesteld met de waterkwaliteit, de waterveiligheid en de toegankelijkheid van de meest populaire zwemplekken in de stad, knelpunten en oplossingen in beeld te brengen en ons daarover voor de begroting te informeren, zodat de raad daarop kan sturen. De heer EGGERMONT (SP): Voorzitter! Wat ons betreft is de gemeente Utrecht goed op weg rond de watertaken. We kunnen dit goed zien, omdat we vanaf komend jaar geld kunnen kwijtspelen, extra kunnen aflossen op eerder gemaakte kapitaallasten en we het rioolrecht niet hoeven te verhogen. Voor ons is het lastiger om het voornemen in het raadsvoorstel uit te leggen om het tarief voor het grootverbruik te verlagen, terwijl het tarief voor de eigenaren gelijk wordt gehouden. Dit heeft te maken met de kostenverdelingssystematiek. Wij vinden het apart dat we de investeringslasten verdelen tussen grootverbruik en eigenaren, maar dat we dit met de kapitaallasten niet doen. Wij zijn dan ook blij met de commissiebrief van afgelopen maandag 22 juni, waarin de wethouder schrijft de mogelijkheid te hebben om onderzoek te doen naar de huidige kostenverdelingssystematiek. Wij vragen de wethouder dit onderzoek daadwerkelijk te doen en niet alleen te stellen dat er een mogelijkheid is tot een onderzoek.
Middagvergadering van 25 juni 2015
18
Wij vragen de wethouder ook om met dit onderzoek naar de raad te komen voor de voorjaarsnota van volgend jaar, het liefst vervat in een apart voorstel, zodat we er fatsoenlijk over kunnen praten en er niet over hoeven te praten tijdens de behandeling van de voorjaarsnota, want dan is het al ingewikkeld genoeg om allerlei zaken uit elkaar te houden. Ten slotte vragen wij de wethouder te praten met de wethouder voor het Stationsgebied over de verstening van dat gebied. Het lijkt ons namelijk goed als de gemeente het goede voorbeeld geeft. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Dank aan de raad voor het stellen van de vragen. Mevrouw Van Esch heeft gevraagd of wij een onderzoek willen laten doen door RAVON. Bij eerdere gelegenheden toen dit onderwerp aan de orde kwam heb ik gezegd dat RAVON indertijd heeft gekeken naar de paddentrek en dat we in de betreffende rioolpunten uittreedplaatsen hebben gemaakt. Ze vraagt me nu een onderzoeksopdracht uit te zetten. Dat is het college niet van plan. Om te beginnen gaat het om de vraag voor welk doel we geld kunnen uitgeven uit de rioolheffing. Ik heb toen al gezegd dat de paddentrek eerder apart beleid is. Bovendien hebben we indertijd al actie ondernomen, dus dat wil ik niet in tweede instantie weer doen. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Het klopt niet dat er stadsbreed in Utrecht is gekeken waar paddentrek voorkomt. Het gaat bovendien niet alleen om de paddentrek, maar ook om andere amfibieën die in rioolpunten terechtkomen. Dat onderzoek is niet uitgevoerd. Er is wel een aantal proeven uitgevoerd in de stad Utrecht waarbij naar mogelijkheden voor de paddentrek is gekeken, maar dat is nog nooit stadsbreed gebeurd. De heer GELDOF (wethouder): Er is gekeken waar paddentrek voorkomt. Op een paar plekken vond die plaats en daar is actie ondernomen. Daar wil het college het op dit moment bij laten. Hemelwater wordt bij nieuwbouw apart ingezameld en geloosd op oppervlaktewater. Dat hemelwater gaat niet naar de zuivering. Regentonnen stimuleren zou meer in samenspraak moeten gebeuren met degenen die woningen afnemen en zelf een regenton willen plaatsen in hun tuin; dat ligt dus meer op het vlak van de burgers zelf. Voor groene daken verwijs ik mevrouw Van Esch naar een brief die het college in maart heeft gestuurd over de stand van zaken van die subsidieregeling. We hebben hierover technische vragen beantwoord bij de voorjaarsnota. Deze regeling bedraagt in totaal € 400.000,00. Daarvan is inmiddels € 165.000,00 uitgegeven bij 77 aanvragen. De groene daken zitten niet in dit plan, omdat ze binnen een ander programma vallen. Maar de regeling is er nog steeds en mensen kunnen daarvan gebruikmaken, want het budget is daarvoor nog toereikend. Mevrouw Van Esch heeft ook gevraagd naar welke basiskwaliteit van het water we streven. In de nota kan ze lezen dat we ambities hebben om waar mogelijk de waterkwaliteit te verbeteren, maar dat we ons tegelijkertijd realiseren dat het water onze stad binnenstroomt en dat we op die chemische kwaliteit geen invloed hebben. Wij investeren daar waar we de meeste meerwaarde kunnen bereiken. Het amendement "meer groene daken" vraagt een beslispunt toe te voegen. We hebben indertijd met toestemming van de raad de Subsidieregeling groene daken ingevoerd; dat budget is nog niet uitgeput. In het amendement staat dat we met de gelden voor de afkoppeling groene daken moeten stimuleren. Ik denk dat het verstandig is om het te laten bij wat in het voorstel staat, omdat er budget is voor afkoppeling en vergroening – dat hebben we zo in onze watertaken meegenomen – en een subsidieregeling voor groene daken.
Middagvergadering van 25 juni 2015
19
De heer SIENOT (D66): Voorzitter! Kan de wethouder bevestigen dat het budget voor afkoppelen effectiever is voor het beter verwerken van water dan groene daken? De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Dat is een vraag op detailniveau. Dat lijkt me wel, maar dit kan ik niet als gevalideerd feit bevestigen. We hebben voor een aantal hectare budget om af te koppelen. We kijken waar we kunnen vergroenen, want dat is ook een vorm van het verwerken van hemelwater. We zetten daar budget in waar we het meeste effect kunnen bereiken. Voor groene daken hebben we een aparte subsidieregeling, dus dat lijkt mij de beste aanpak, want daarmee volgen we meer sporen; zo hebben we dit gestalte gegeven. Dan kom ik bij de motie 55 "Slimme tuinen, droge voeten". Aan de gevraagde modellering van waterstroming en -berging op het maaiveld wordt gewerkt. Dit staat ook in de nota. We kijken waar de waterstromen lopen en waar de hittestress zit, want dat is natuurlijk ook een belangrijk punt. Tevens wordt in de motie gevraagd deze kennis te benutten om bewoners te benaderen met een bewustwordingscampagne. Daarbij is het woord "gericht" doorgestreept. Als we de modellering in beeld hebben en we zien ergens gebieden waar daadwerkelijk problemen zijn met de waterafvoer en de hittestress, kunnen we bekijken waar we het meeste effect sorteren door op mensen af te stappen, folders uit te reiken of een bijeenkomst te organiseren. Als ik de motie zo mag interpreteren, kan ik haar van harte overnemen. De heer SIENOT (D66): Er zit ook een timing bij; we hebben geprobeerd de motie SMART te formuleren. De heer GELDOF (wethouder): We zijn met de nodige modelleringszaken bezig. Mij staat bij dat de modellering aan het eind van het jaar in beeld is. We moeten bekijken wanneer ik de raad daarover kan informeren. Ik denk dat ik begin volgend jaar de raad kan informeren aan de hand van de vraag wat we met de modellering kunnen doen en dat met de raad bespreken. Zo geformuleerd, is deze toezegging SMART ingevuld. Mevrouw PAARDEKOOPER (GroenLinks): Er stond inderdaad "binnen een jaar", dus dat lijkt mij voldoende. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Er is gesproken over de Zeeheldenbuurt en Lombok, waar mensen problemen hebben omdat bij heel heftige regenval water terugstroomt. De heer Işik sprak daarbij over zorgplicht en de erkenning dat er een probleem is. Dat er een probleem is, is natuurlijk helder. Maar de mensen hebben zelf ook een zorgplicht in die zin dat hun huis aan het bouwbesluit moet voldoen. We zijn met de bewoners in gesprek en lopen een heel traject met ze om te bekijken wat er gedaan kan worden. Ik kan van harte toezeggen dat de mensen toegang kunnen krijgen tot onafhankelijk advies, mochten ze daaraan behoefte hebben. Ik begrijp dat als mensen zelf in hun woning willen investeren, ze willen weten wat ze moeten doen. Als ze dan drie verschillende adviezen krijgen, wordt dat een probleem. We zullen er zeker voor zorgen dat er toegang is tot onafhankelijk advies van mensen die echt van wanten weten. Mevrouw PAARDEKOOPER (GroenLinks): Voorzitter! Ik ben heel blij met die toezegging, want ik denk dat die heel nodig is. In de motie wordt ook gevraagd om een plan te maken om de wateroverlast in de wijken tegen te gaan, samen met de bewoners – daar ga ik van uit – en in samenwerking met kennispartners op dit gebied. Kan de wethouder dat toezeggen?
Middagvergadering van 25 juni 2015
20
De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! We zijn met de bewoners in gesprek en we hebben een internetenquête uitgezet om te bekijken waar de problemen zitten. We zijn samen met de bewoners bezig met het inmeten van de vloerniveaus, het bepalen van de niveaus en de bodemopbouw van tuinen en het analyseren van de resultaten. Ik verwacht dat ik de raad en de bewoners in het najaar kan informeren over de besluitvorming, het vervolg en de oplossingsrichtingen. Mevrouw PAARDEKOOPER (GroenLinks): Voorzitter! De kennispartners zien mogelijkheden om er een mooi proefproject van te maken. Met andere woorden, worden de kennispartners hierbij betrokken? De heer GELDOF (wethouder): We betrekken er mensen en onderzoeksinstituten bij die er verstand van hebben. Het antwoord is ja, als mevrouw Paardekooper dat onder kennispartners verstaat. Mensen en instituties kunnen vele kennispartners hebben, maar dit is de bedoeling. De heer Işik heeft gevraagd wanneer de inventarisatie naar de raad komt. Ik heb al gezegd dat dit in het najaar is. De heer Sienot heeft gevraagd om voort te maken. Daar ben ik zojuist op ingegaan; we doen dat zeker. De heer IŞIK (PvdA): Ik hoorde de wethouder zeggen dat de geïnventariseerde gegevens in het najaar naar de raad komen. Ik hoop dat daarbij ook de oplossing staat. Kan de wethouder dat toezeggen? De heer GELDOF (wethouder): We zijn aan het inventariseren en goed aan het bekijken waar de problemen aan liggen en wat er mogelijk is. We zullen goed moeten bekijken wat er kan en dat met de bewoners moeten bespreken, want het gaat om de vragen waar welke oplossing ligt, op wiens pad welke oplossing ligt, wat de gemeente kan doen, maar ook wat de bewoners zelf moeten doen. We zullen in ieder geval ingaan op wat de oplossingsrichtingen moeten zijn. Er is gesproken over de rol van de scholen. Ik heb een collega die onderwijs in zijn portefeuille heeft. Scholen hebben heel veel taken en ik vind het van belang dat scholen zelf kijken hoe ze hun curriculum invullen met thema's als duurzaamheid en hergebruik. Soms willen scholen daar iets mee doen. De gemeente heeft de nodige deskundigheid in huis als scholen informatie willen hebben over de technische voorzieningen om regenwater op te vangen. Die is uiteraard beschikbaar, mocht een school daaraan behoefte hebben. De heer Van Waveren heeft gesproken over het zwemwater in onze stad, de waterveiligheid en de waterkwaliteit en heeft gevraagd of ik voor de begrotingsbehandeling de raad daarover kan informeren. Er zijn een paar locaties waar mensen af en toe gaan zwemmen, maar waar af en toe ook een bordje hangt met een negatief zwemadvies. Ik ben bereid de raad te informeren over de gegevens die we hebben over de waterkwaliteit. Ik heb bij de commissiebehandeling al gezegd dat aan het begin van het seizoen waarin mensen mogelijk de neiging hebben om in het water te duiken of erin te lopen, Stadswerken bekijkt of er geen obstakels liggen op de bodem. Dit mag niet gezien worden als een uitnodiging om te gaan zwemmen. Ik zal de raad ook hierover voor de begrotingsbehandeling informeren, evenals over de kweken die we hebben gemaakt om de waterkwaliteit te meten en te bekijken of het water bacteriologisch is belast. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik heb tevens gevraagd naar de aanvullende maatregelen die mogelijk zijn en de kosten die daaraan zijn verbonden. Daarom vind ik het relevant om die informatie bij de begrotingsbehandeling te hebben. Als de wethouder dat ook kan toezeggen, ben ik helemaal tevreden.
Middagvergadering van 25 juni 2015
21
De heer GELDOF (wethouder): Daar zal ik zeker in algemene termen iets van kunnen zeggen, maar voor specifieke locaties kan dit lastig zijn. Bij riooloverstorten kan geen zwemwater worden gemaakt, want als die bij heftige regenval in werking treden, komen er dingen in het water waarin men gemiddeld gesproken niet wil zwemmen en ook niet zou moeten willen zwemmen. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Dan vraag ik de wethouder om creatief om te gaan met het versturen van informatie. Als de riooloverstorten in gebruik zijn, kan hij bijvoorbeeld een mannetje sturen om de mensen te waarschuwen. Volgens mij werkt dat vrij afschrikwekkend. Laat de wethouder creatief denken! Wij zullen de brief bekijken voor de begroting. De heer GELDOF (wethouder): Creatief wil ik graag zijn, maar ik moet wel binnen de wettelijke kaders blijven. De provincie is ook toezichthouder en regelgever. Soms is het water niet van de gemeente. Zo is het water bij de Munt van Rijkswaterstaat. Creativiteit is mooi, maar ik moet ook rekening houden met wat wij gewoon moeten doen. Binnen die kaders zal ik bekijken wat ik kan doen. De heer Eggermont heeft gevraagd naar de kostenverdeling. We gaan kijken naar een andere kostenverdeling; ik heb dat in een brief aan de raad toegelicht. Ik kan toezeggen voor de voorjaarsnota volgend jaar de raad over de kostenverdeling, de kapitaalslasten en dergelijke te informeren, zodat de raad die apart kan bespreken, zoals de heer Eggermont wenst. Dit zal dan niet worden vervat in een raadsvoorstel, maar de mogelijke richtingen zullen worden opgesomd, of de richting waarin het college denkt, zodat die kunnen worden meegenomen bij de voorjaarsnota. Ik zal zeker met mijn collega Stationsgebied spreken, maar de raad weet dat de nodige eisen gelden bij nieuwbouw en bouwprojecten. De klimaatbestendigheid wordt meegenomen bij die ontwikkelingen, maar ik zal mijn collega er zeker nog een keer op wijzen. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Ik dien de twee moties in die de PvdD-fractie in eerste instantie achter de hand heeft gehouden. "Motie 56. Onderzoek dieren in riolen. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 25 juni 2015, ter bespreking van het Plan Gemeentelijke watertaken Utrecht 2016-2019, constaterende dat -
naar schattingen van RAVON - kennisorganisatie voor reptielen, amfibieën en vissen - in heel Nederland 1 tot 3 miljoen kleine dieren, zoals kikkers, padden, salamanders en jonge eendjes, na een val in een straatkolk verdrinken of verhongeren wegens te grove gleuven en gaten in putdeksels of afsluitroosters en een gebrek aan ontsnappingsmogelijkheden in de straatkolken;
-
in Utrecht naar schatting duizenden dieren per jaar in de straatkolken terechtkomen;
-
er voor 2016-2019 een Plan Gemeentelijke watertaken wordt gepresenteerd waarin het college aangeeft dat zij zorg draagt voor een veilige openbare ruimte;
-
deze wens voor een veilige openbare ruimte ook wordt geuit voor wilde dieren, namelijk in de Kaderbrief Dierenwelzijn;
-
er door de gemeente in 2015, in het kader van de doelstelling een goed functionerend rioolstelsel te realiseren, geëxperimenteerd is met het gebruik van uittreedplaatsen ('trapjes‘ van geribbeld materiaal);
Middagvergadering van 25 juni 2015 -
22
volgens onderzoek van RAVON zeer goede resultaten behaald worden met het gebruik van uittreedtrapjes in straatkolken,
-
overwegende dat
-
op dit moment slechts 20 van de 70.000 straatkolken voorzien zijn van uittreedmogelijkheden voor dieren;
-
volgens onderzoek van RAVON verdrinkingen eenvoudig voorkomen kunnen worden door de plaatsing van een uittreedtrapje in straatkolken;
-
uit ditzelfde onderzoek is gebleken dat plaatsen van diervriendelijke putdeksels en afsluitroosters op sommige plaatsen problemen kan opleveren met de afwatering en daarom op die plaatsen het installeren van uittreedtrapjes beter is;
-
RAVON heeft aangegeven dat ze onderzoek in de gemeente Utrecht kan uitvoeren naar het aantal dieren dat in rioolputten terechtkomt en er zelfstandig niet meer uit kan komen; de kosten hiervan zijn rond de 10.000 euro;
-
verzoekt het college,
-
RAVON uiterlijk tijdens de komende paddentrek (deze vindt plaats tussen februari en april) een onderzoek uit te laten voeren naar de noodzaak van het installeren van uittreedtrapjes;
-
dit onderzoek te financieren uit het budget voor het Plan Gemeentelijke watertaken Utrecht.
en gaat over tot de orde van de dag." De motie is ondertekend door mijzelf. "Motie 57. Gooi schoon regenwater niet met het badwater weg. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 25 juni 2015, ter bespreking van het Plan Gemeentelijke watertaken Utrecht 2016-2019, constaterende dat
in het Plan Gemeentelijke watertaken op pagina 6 staat dat het budget onder andere wordt ingezet voor het ontvlechten van afvalwater en hemelwatersystemen;
er dus bij bestaande bouw al stimulerende maatregelen worden genomen om regenwater en afvalwater te ontkoppelen;
op pagina 36 van het Plan Gemeentelijke watertaken staat dat er 965 kilometer hemelwaterriolering in gebruik is, waarvan 629 kilometer gecombineerd is met afvalwater;
het aantal regenbuien volgens het KNMI de komende jaren zal toenemen;
hierdoor de mogelijkheid groter wordt dit schone water te gebruiken voor maatregelen als het doorspoelen van toiletten, het wassen van ramen en het bewateren van planten in tuinen en op balkons;
de gemiddelde consument ongeveer 150 liter zuiver drinkwater per dag gebruikt en men hiervan tot 75% kan besparen door regenwater op te vangen.
overwegende dat:
er door zoveel mogelijk regenwater te gebruiken er minder grondwater gewonnen hoeft te worden, wat uitdroging van de grond tegengaat;
er geen zuivering en transport van grondwater hoeft plaats te vinden, waardoor energie wordt bespaard;
de riolering wordt ontlast door het apart opvangen van regenwater, waardoor er minder vervuild water op het oppervlaktewater wordt gestort,
verzoekt het college:
Middagvergadering van 25 juni 2015
23
projectontwikkelaars bij nieuwbouw van woningen te stimuleren maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat regenwater apart wordt opgevangen en niet direct verdwijnt in de grond."
en gaat over tot de orde van de dag." De motie is ondertekend mevrouw Uringa en mijzelf. De heer SIENOT (D66): Waar laten we de zonnepanelen als we kiezen voor allemaal groene daken op gemeentedaken? Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Ik begrijp dat de vraag aan de wethouder en aan mij is gesteld. Volgens mij zijn er heel veel daken waar nog helemaal niks ligt en er zijn daken waar zonnepanelen een minder goede keuze zijn, omdat de ligging of de hoek van het dak niet goed is. Er zijn nog heel veel opties in Utrecht die we nog allemaal van harte kunnen benutten! Daarop schorst de voorzitter de vergadering. Na heropening van de vergadering verleent de voorzitter het woord aan de heer Geldof. De heer GELDOF (wethouder): Voorzitter! Dank aan de indieners van de moties. Motie 56 vraagt een onderzoek uit te zetten naar de komende paddentrek. Ik ben er al op ingegaan, ik ontraad deze motie. Ik vraag me af of de financiering überhaupt uit de heffing mag worden gehaald, omdat onderzoek naar de paddentrek een beleidsmatig aandachtspunt is. De heffing is bedoeld voor specifieke doelen, in dit geval in het kader van de watertaken. Motie 57 vraagt projectontwikkelaars bij nieuwbouw van woningen te stimuleren maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat regenwater apart wordt opgevangen. Dat lijkt me typisch een taak voor ontwikkelaars die dit zelf willen of voor toekomstige bewoners die hiervoor voorzieningen willen hebben. Ze kunnen er heel goed zelf voor zorgen. Deze motie ontraad ik, want dit is geen taak van de gemeente. Aan de orde is de stemming over amendement 30 (Meer groene daken). Mevrouw PAARDEKOOPER (GroenLinks): Voorzitter! In de slag om het dak geeft de GroenLinksfractie de voorkeur op het stevig inzetten op zonnepanelen. De uitspraak van de rechter onlangs inzake Urgenda geeft daar alle aanleiding toe. Bovendien zijn er voor waterinfiltratie ook andere manieren te vinden. Het zou wel fijn zijn als de mogelijkheid om groene daken te financieren wat meer onder de aandacht wordt gebracht. Voor de inzet op mos op gemeentedaken verwijs ik naar de motie "Mos op het dak" die als het goed is al stevig in uitvoering is. De GroenLinks-fractie zal niet voorstemmen. Amendement 30 wordt hierna bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van ChristenUnie en PvdD ervoor hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van D66, VVD, SP, Stadsbelang Utrecht, GroenLinks, PvdA, Student & Starter en CDA ertegen. Aan de orde is de stemming over het voorstel. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Volgens mij zijn er weinig punten waarover de PvdD-fractie en deze wethouder het vandaag eens zijn. Er zit een aantal goede punten in het waterplan, maar we vinden het lang niet ver genoeg gaan en we kunnen dan ook niet anders dan tegenstemmen.
Middagvergadering van 25 juni 2015
24
Hierna wordt het voorstel bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de aanwezige leden van de fracties van D66, VVD, SP, Stadsbelang Utrecht, GroenLinks, PvdA, CDA, ChristenUnie en Student & Starter ervoor hebben gestemd en het lid van de fractie van de PvdD ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 55 (Slimme tuinen droge voeten). De VOORZITTER: Dames en heren! Motie 55 "Slimme tuinen droge voeten" is overgenomen. Mevrouw PAARDEKOOPER (GroenLinks): Voorzitter! De indieners trekken de motie in. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik stel vast dat motie 55 is ingetrokken. Aan de orde is de stemming over motie 56 (Onderzoek dieren in riolen). Mevrouw PAARDEKOOPER (GroenLinks): Voorzitter! In een eerdere discussie hierover met de wethouder hebben we begrepen dat er in samenwerking met het MAGIE-overleg, het overleg van milieuorganisaties, wordt gekeken waar amfibieën voorkomen en waar de uittreedtrapjes geplaatst dienen te worden. Dat lijkt ons voldoende, dus we zullen niet voor deze motie stemmen, ook al omdat we het niet fijn vinden als er in het dictum staat wie het onderzoek moet uitvoeren. De heer SIENOT (D66): We sluiten ons aan bij de stemverklaring van de GroenLinks-fractie. Hierna wordt motie 56 verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van de PvdD en Stadsbelang Utrecht ervoor hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van D66, SP, VVD, GroenLinks, PvdA, CDA, Student & Starter en ChristenUnie ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 57 (Gooi schoon regenwater niet met het badwater weg). Mevrouw PAARDEKOOPER (GroenLinks): Voorzitter! Wat ons betreft hinkt deze motie op twee gedachten. De overwegingen gaan in de richting van een grijswatersysteem. Dat is een redelijk veel omvattende opdracht, maar op zich vinden we dat wel positief. In het dictum gaat de motie veel meer in de richting van het subsidiëren van regentonnen. Dat gaat ons iets te ver; die discussie hebben we al een keer gevoerd. Wat grijswater betreft, vindt PvdD-fractie ons aan haar zijde, maar deze motie is te verwarrend voor ons om er voor te stemmen; we zullen tegenstemmen. Hierna wordt motie 57 bij handopsteken verworpen, waarbij de voorzitter constateert dat de aanwezige leden van de fracties van de ChristenUnie, Student & Starter, PvdD, PvdA, en Stadsbelang Utrecht ervoor hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, VVD, SP, GroenLinks en CDA ertegen.
(Burgemeester van Zanen draagt daarop het voorzitterschap van de vergadering over aan de heer Van Schie.) 7.
Voorstel inzake de Regionale Huisvestingsverordening Utrecht 2015 (Jaargang 2015, nr. 53).
Middagvergadering van 25 juni 2015
25
De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! De vrije woningmarkt is een regionale woningmarkt. Mensen zoeken in de hele regio Utrecht naar een plekje waar ze graag willen wonen en kopen of huren dan een woning. Dat betekent dat we ook voor het gereguleerde woningbestand – de bijzondere woningen die bedoeld zijn voor mensen met een laag inkomen die niet zelf in een woning kunnen voorzien – de set van spelregels moeten harmoniseren voor de hele regio. Het is om die reden dat de VVD-fractie een regionale Huisvestingsverordening kan steunen. Het is belangrijk dat de mensen met de laagste inkomens op die manier volgens dezelfde spelregels aan een passende huurwoning kunnen komen. Maar met deze verordening is er een heel uitgebreid bouwwerk van regels opgetuigd; het is een systeem. De VVD houdt als liberale partij niet zo van systemen waarin mensen gevangen raken. Ik zal een voorbeeld noemen. Er is een schijnwerkelijkheid van een gigantische wachtlijst die als een soort zwaard van Damocles boven het woningbestand van de woningcorporaties hangt. Een schijnwerkelijkheid, omdat op die wachtlijst heel veel ingeschrevenen staan die helemaal niet op zoek zijn naar een woning. Een belangrijk deel van hen komt helemaal niet in aanmerking voor een gesubsidieerde huurwoning. Dat vinden wij een raar systeem. Wij vragen de wethouder dan ook om een aanpassing daarvan bij gelegenheid van een volgende verandering van deze verordening en om te onderzoeken of dit anders kan worden georganiseerd, anders kan worden geregeld, zodat alleen actief woningzoekenden op de wachtlijst staan en mensen die helemaal niet in aanmerking komen voor een gesubsidieerde huurwoning daar ook niet op kunnen wachten. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Voorzitter! Zonder de discussie uit de commissie over te willen of proberen te doen het volgende. De heer Buunk heeft in de commissie over een inkomenstoets gesproken voor mensen, voordat ze op de wachtlijst mogen komen. Het inkomen zou daarna nog een keer getoetst moeten worden. De wethouder heeft erop gereageerd dat het heel veel geld zou kosten en hij heeft gevraagd hoe de heer Buunk dit wilde aanpakken en wat zijn oplossing is voor zzp'ers of mensen die bijna met pensioen gaan. Ik richt me vooral op de zzp'ers, die een wisselend inkomen hebben en die soms te veel verdienen, maar wel op zo'n lijst thuishoren, omdat ze er vaak onder zitten. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Als zzp'ers niet op zoek zijn naar een woning, horen ze niet op een wachtlijst thuis. Als het probleem zit in wisselende inkomens, kan dit prima worden geregeld met een driejaarlijks gemiddelde van inkomens. Daarvoor zijn keurige technische oplossingen mogelijk. Het kost nu geld, en het hele systeem van de wachtlijsten wordt inderdaad gedekt door het inschrijvingsgeld van € 10,00 per ingeschrevene. Maar het is een valse werkelijkheid, een drogreden om daarvoor het systeem in stand houden. Dat vinden wij niet van deze tijd. Het zou een opdracht moeten zijn aan de woningcorporaties om deze overheadkosten te beperken en met efficiencymaatregelen het wegvallen van inkomsten te dekken. Ons verzoek aan de wethouder is om dit te onderzoeken. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Dat is op zich mooi, want de heer Buunk geeft antwoord op de vraag die ik in de commissie stelde, maar nu niet. Toen heb ik namelijk gezegd dat het systeem zichzelf bekostigt door de mensen die zijn ingeschreven, maar nu vroeg ik iets anders. Ik neem aan dat de heer Buunk telkens wil toetsen of mensen wel op die wachtlijst mogen staan. Dat gaat geld kosten. Zo'n toets is arbeidsintensiever dan de wijze waarop we het nu aanpakken. Hoe denkt de heer Buunk dat te gaan bekostigen? Ik ga ervan uit dat de VVD-fractie hier geen ongedekte cheque neerlegt. De heer SCHIPPER (SP): Heeft de VVD-fractie gecheckt bij de corporaties hoe zij hier tegenover staan en of zij inderdaad kansen zien om de inkomenstoets eventueel met efficiencywinst te bekostigen?
Middagvergadering van 25 juni 2015
26
En voor welk probleem is dit een oplossing? Van mensen die op de wachtlijst staan en niet reageren, hebben we toch geen last? De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Om met het laatste te beginnen, daar hebben we wel last van. Het is een schijnwerkelijkheid met een wachtlijst van woningzoekenden die er helemaal niet zijn. Mensen bouwen toch punten op, alsof het een "Douwe Egberts"-cadeauwinkel is. Daar is de wachtlijst en daar is dit bijzondere woningbestand helemaal niet voor bedoeld. Wij vinden het echt bizar dat mensen die een koopwoning hebben of mensen die een woning huren bij een particuliere verhuurder, op deze wachtlijst staan, alsof ze ook nog behoefte zouden hebben aan een gesubsidieerde huurwoning. Dat vinden wij echt niet van deze tijd, niet netjes. Ik heb al iets gezegd over het kostenaspect. Wij vinden dat dit allemaal behoort tot de overheadkosten van het hele stelsel van corporatiewoningen. De corporaties moeten in staat zijn die overhead te beperken. Ze moeten efficiënter gaan werken. Daaraan hebben ze nog een flinke opgave en daar hoort dit wat ons betreft bij. Voorzitter! Ik sluit af. Wij denken dat er een eerlijker woningtoewijzing ontstaat, als dit wordt aangepakt. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Ik krijg graag antwoorden op mijn vragen. Ik heb gevraagd aan de heer Buunk of hij bij de corporaties heeft nagevraagd of zij kans zien om dit te gaan doen. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Ik vraag de wethouder om met de corporaties en met zijn regionale collega's te kijken hoe dit kan worden geregeld en hoe dit overdreven systeem kan worden ingeperkt. Er wij vragen hem met klem bij de volgende wijziging van de verordening daartoe voorstellen in te dienen. Er is dus nog alle tijd om dit in overleg met de corporaties netjes af te spreken. Voorzitter! Ik sluit af, wij denken dat er een eerlijker systeem van woningtoewijzing ontstaat voor de mensen met een laag inkomen waarvoor de gesubsidieerde huurwoningen zijn bedoeld, als dit wordt doorgevoerd. We hadden dit graag met een amendement gedaan, maar de wethouder heeft ons in de commissie met klem opgedragen geen amendementen in te dienen op deze verordening. Dat zit ons dwars, dat kunt u zich voorstellen. Wij vinden dat de raad zijn eigen bevoegdheid moet kunnen uitoefenen als het gaat om het vaststellen of amenderen van verordeningen. Wij verzoeken de wethouder dan ook met klem er in een volgende ronde in te voorzien dat die ruimte voor gemeenteraden er is in het bestuurlijk overleg, en dat we hier zonder last of ruggespraak ons werk kunnen doen. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! De PvdA-fractie is het eens met de laatste opmerking van de VVDfractie. Er moet altijd bevoegdheid of ruimte zijn voor de raad om een en ander hier tijdens de raadsvergadering aan te passen. We vragen bij de volgende actualisatie van de Huisvestingsverordening de mogelijkheid te bieden om een en ander te verbeteren. De PvdA-fractie is blij dat er een regionale Huisvestingsverordening is, omdat zij van mening is dat het huisvestingsvraagstuk niet alleen een zaak is voor Utrecht, maar voor de gehele regio. Sociale huurwoningen zijn schaars. We hopen dat het college met de geactualiseerde Huisvestingsverordening die schaarste kan beschermen en woningen die leeg komen op een juiste manier kan toewijzen. Wij stellen alsnog twee zaken aan de orde: de woonfraude en het aantal weigeringen. Helaas komt in deze stad woonfraude voor. In artikel 5.2 kunnen we lezen dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn tot het opleggen van een bestuurlijke boete. Dit kan betekenen dat de hoofdhuurders zich de eerste drie jaar niet meer kunnen inschrijven als woningzoekenden. Is deze oplossing voldoende of denkt de wethouder dat er nog een scherpere aanpak noodzakelijk kan zijn?
Middagvergadering van 25 juni 2015
27
Corporaties klagen terecht dat vaak aangeboden woningen worden geweigerd. Daardoor ontstaat leegstand. Wij lezen hierover bijna niets in de verordening. Mijn vraag is welk plan van aanpak het college heeft om dit probleem aan te pakken, zodat dit punt kan worden meegenomen bij de volgende actualisatie van de Huisvestingsverordening. De heer KONING (D66): Voorzitter! We hebben in de commissie uitgebreid gesproken over de Huisvestingsverordening. Die is uitonderhandeld met vijftien gemeenten in de regio. Er ligt een voorstel waar de D66-fractie zich in kan vinden. Ze spreekt haar waardering uit voor de wethouder, voor het werk dat hij en de gemeentelijke adviseurs hierin hebben gestoken. Deze Huisvestingsverordening zal slechts enkele maanden van kracht zijn, omdat er spoedig een nieuwe herziening zal moeten volgen vanwege gewijzigde wetgeving, onder meer over tijdelijke contracten. Daarom is het goed dat er met de huidige verordening niet heel veel wordt gewijzigd ten opzichte van de vandaag nog geldende Huisvestingsverordening. Maar vandaag spreken we ook over de lokale beleidsregels, over de invulling van de lokale aanvullende eisen aan het woonbeleid. Eigenlijk is het alleen met die lokale beleidsregels mogelijk om maatwerk te bieden voor de situatie in onze gemeente. De D66-fractie wil de beschikbaarheid van sociale huurwoningen verbeteren. Wij zijn aardig op weg in deze gemeente, onder meer door het creëren van extra investeringsruimte voor corporaties door hun de mogelijkheid te bieden om meer van hun voorraad te vernieuwen, zoals deze raad onlangs heeft besloten, zodat er meer nieuwe woningen kunnen komen die beter aansluiten op de wensen van deze tijd. Maar de D66-fractie maakt ook ander keuzen dan sommige fracties in deze raad. Ik spreek over het percentage verlotingen van sociale huurwoningen. Het college stelt voor om in de beleidsregels het maximale percentage daarvoor te stellen op 10, terwijl de Huisvestingsverordening de mogelijkheid biedt om een maximumpercentage van 20 te hanteren. Met een motie, die mede wordt ingediend door de fracties van VVD, CDA, Student & Starter en Stadsbelang Utrecht, verzoekt de D66-fractie om het percentage naar 20 te brengen, zodat corporaties zelf kunnen bepalen welke rol verloting van woningen krijgt in het toewijzingsbeleid. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! Waarom luistert de D66-fractie niet naar de geluiden van de corporaties? Ze hebben duidelijk gezegd dat zij geen voorstander zijn van de verhoging van dit percentage. Zij zijn deskundig op dit gebied. De heer KONING (D66): Voorzitter! Er is tegelijkertijd door de corporaties ook een positieve evaluatie gegeven over het verlotingsbeleid. Bovendien, wij willen de mogelijkheid bieden om met een hoger lotingspercentage te werken dan de huidige 10. Het kan best zo zijn dat de corporaties op 12% of 13% uitkomen en dat een ideale basis vinden voor hun toewijzingsbeleid en in overleg met het college tot die slotsom komen. Dat is prima. Wij vinden het belangrijk dat er niet wordt afgeweken van de afspraken in de Huisvestingsverordening. Wij vinden het belangrijk om aan die lijn vast te houden, ook in de lokale beleidsregels. De heer IŞIK (PvdA): Het is ook belangrijk om te luisteren naar de stakeholders die een bepaalde zeggenschap moeten hebben. Ik vind het jammer dat verruiming van het percentage betekent dat de kansen voor bepaalde doelgroepen afnemen. Degenen met een urgentie moeten nu wachten totdat ze een woning aangeboden krijgen, omdat woningen die leeg komen voor verloting beschikbaar worden gesteld en niet voor de statushouders of de mensen met een urgentie.
Middagvergadering van 25 juni 2015
28
De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Ik hoor de heer Işik pleiten dat de heer Koning beter moet luisteren naar de corporaties. Ik roep in herinnering dat de heer Işik ook niet luisterde toen de corporaties zeiden dat ze meer dure corporatiewoningen wilden verkopen. De heer KONING (D66): Dank voor deze opmerking, want die zet het debat in een perspectief. Het gaat er ook om dat we kansen bieden aan mensen die op dit moment misschien niet makkelijk aan een sociale huurwoning kunnen komen, omdat ze nog niet zo lang op die wachtlijst staan, maar wel in de situatie zitten dat ze acuut een woning nodig hebben, bijvoorbeeld na een scheiding als ze nog nooit op een wachtlijst hebben gestaan. Dan zouden net zo veel recht moeten hebben op een sociale huurwoning. Daarvoor vinden wij het lotingsinstrument een uitstekend instrument. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! Die argumentatie is voor mij niet van toepassing, omdat dat juist het argument is geweest om het beleid in te voeren om 10% van de woningen via loting te verdelen onder de mensen die acuut een woning nodig hebben. Deze verruiming is overbodig. De VOORZITTER: Ik denk dat u het niet eens gaat worden. De heer KONING (D66): Ik ben er ook bang voor. We dienen deze motie in, omdat we ervan overtuigd zijn dat niemand beter dan corporaties zelf weten hoe het toewijzingsbeleid het beste kan worden vormgegeven. En we doen dit, omdat er door de corporaties een positieve evaluatie is gemaakt over de toewijzing van woningen door verloting. We doen dit, omdat dit de mogelijkheid biedt om een onnodige regel af te schaffen. We doen dit, omdat het regionale huisvestingsbeleid zo een betere, uniforme samenhang krijgt. En, ten slotte, we doen dit omdat dit de nieuwkomers op de woningmarkt een meer faire kans biedt op het vinden van een woning dan op dit moment het geval is. Onze motie luidt als volgt. "Motie 58. Verdubbel aandeel toewijzing door verloting. De gemeenteraad van Utrecht, in vergadering bijeen 25 juni 2015, ter bespreking van de Huisvestingsverordening, constaterende dat -
verloting van een deel van de sociale huurwoningen in Utrecht ervoor zorgt dat de kansen van nieuwkomers op de woningmarkt toenemen;
-
corporaties in Utrecht aangeven dat het huidige percentage van woningverlotingen van ca. 10% momenteel toereikend is,
overwegende dat -
juist mensen die starten in hun wooncarrière veel moeite hebben met het vinden van passende en betaalbare woonruimte;
-
op basis van inschrijfduur doorstromers in het algemeen meer kansen hebben dan starters, omdat zij doorgaans langer staan ingeschreven;
-
starters vaak niet gerekend hebben op de noodzaak om ingeschreven te staan voor een sociale huurwoning om überhaupt een passende woning te kunnen vinden in een stad als Utrecht;
-
corporaties beter dan wie ook zicht hebben op een fair en doelmatig woningtoewijzingsysteem waarbij zij maximaal vrijheid moeten hebben om gebruik te maken van het instrument verloting;
Middagvergadering van 25 juni 2015 -
29
het zo kan zijn dat 10% toewijzing door verloting momenteel toereikend is, maar dat het wenselijk is dat corporaties de mogelijkheid hebben om meer woningen door middel van verloting toe te wijzen;
-
er conform de voorgestelde lokale beleidsregels woonbeleid slechts maximaal 10% van de vrijkomende woningen in een jaar mag worden verloot, terwijl er in de regionale Huisvestingsverordening een maximaal percentage van 20% is vastgelegd;
-
het voor de samenhang van het regionale huisvestingsbeleid wenselijk is om lokaal zo min mogelijk van de regionale afspraken af te wijken,
roept het college op, -
om in de Beleidsregels Lokaal Woonbeleid de volgende wijziging door te voeren: "Er mag maximaal 20% van het vrijkomende aanbod in een jaar worden verloot" (i.p.v. 10%)."
De motie is ondertekend door de heren Bos, Buunk, Brussaard, Menke en mijzelf. Voorzitter! Tijdens de commissievergadering heeft de D66-fractie de suggestie gedaan om de doorschuifregeling van woningen uit te breiden en die niet alleen mogelijk te maken voor sociale huurders ouder dan 54 jaar, conform de beleidsregels zoals ze vandaag voorliggen. Hiervoor hebben we geen voorstel, maar we horen graag van de wethouder of hij bereid is te kijken of de doorschuifregeling voor een grotere groep huurders kan worden uitgebreid. Want niet alleen 55-plussers kunnen soms toe met een kleinere woning, ook jongere huurders komen soms in een situatie dat ze prima toe kunnen met een kleinere woning, bijvoorbeeld na een scheiding of wanneer hun kinderen het huis uit gaan. Kortom, zou de wethouder daar naar willen kijken en willen rapporteren of het verstandig is de doorschuifregeling beschikbaar te stellen voor een grotere groep? De Huisvestingsverordening, de VVD-fractie zei het ook al, is een nogal groot systeem geworden, een flink pakket aan pagina's. Graag wil de D66-fractie, net als de VVD-fractie, de wethouder meegeven om bij een volgende herziening te proberen tot een eenvoudiger en te amenderen verordening te komen. De VOORZITTER: Ik vind dat u het woord "scheiding" wel heel vaak hebt gebruikt op de huwelijksdag van de heer Sienot, maar het zij u vergeven. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Een regionale Huisvestingsverordening heeft tot doel om op een rechtvaardige en evenwichtige manier schaarse sociale huurwoningen te verdelen. De fractie van Student & Starter denkt dat de verdeelwijze nog een stuk beter kan dan in de huidige verordening omschreven staat. Dit verdeelmodel is voornamelijk gegrond op een systeem van anciënniteit. Wil je in een sociale huurwoning wonen, prima, maar dan moet je wel eerst jarenlang ingeschreven staan. Hierdoor lijkt een inschrijving bij Woningnet meer op een verzekering op een betaalbare woning die pas uitkeert na heel lange tijd, dan op een manier om woningen te verdelen aan mensen die ze nu nodig hebben. Zo zijn sociale huurwoningen niet beschikbaar voor mensen die nog maar net in de stad wonen. Het is goed om op zoek te gaan naar manieren om de verdeelsystematiek te verbeteren. De motie ingediend door de VVD-fractie is een goede eerste aanzet om te kijken hoe we de lijst van mensen die wachten iets inzichtelijker en duidelijker kunnen maken; we zullen die dan ook steunen. Daarnaast zijn wij er natuurlijk voorstander van om de mogelijkheid die voor loting wordt geboden in Utrecht te verbreden. Dit hebben we bij de commissiebehandeling al gezegd en daarom zijn we medeondertekenaar van de motie die mijn collega de heer Koning heeft ingediend. Maar, de fractie van Student & Starter wil meer vooruitgang: een systeem van gewogen loting voor een groot deel van de vrijkomende woningen op de sociale huurmarkt.
Middagvergadering van 25 juni 2015
30
Want op die manier kunnen we tal van factoren meenemen in de verdeling en maakt iedereen tenminste een kans om in aanmerking te komen voor een woning. Op die manier zijn we af van het anciënniteitsysteem, terwijl we leeftijd nog wel als factor mee kunnen nemen, en kan er veel meer maatwerk worden geboden voor zowel woningzoekenden als de verhurende partijen. Zo maakt iedereen die er recht op heeft tenminste een kans op een sociale huurwoning en niet alleen de mensen die al ruim 10 jaar ingeschreven staan in Utrecht. Dit lijkt me echt een must, zeker voor een dynamische stad als Utrecht. In een land waarin steeds meer beweging komt en mensen steeds meer nieuwe steden opzoeken, is het oude systeem hopeloos verouderd. Daarnaast kan met een gewogen loting een veel efficiëntere benutting van woningen worden gerealiseerd. De corporaties kunnen daarmee immers precies kijken welk type mensen in welk type woning ze willen plaatsen en vice versa. Er treden dan graduele verschuivingen op, in plaats van de harde verdeling die we kennen in de huidige verordening. Ik vraag de wethouder om in aanloop naar een nieuwe wijziging te onderzoeken op welke wijze gewogen loting in Utrecht kan worden toegepast en dit aan de raad terug te koppelen, door de raad een nieuwe wijziging voor te leggen. Ik sluit me aan bij alle verzoeken om bij een nieuwe wijziging van de verordening, de raad de mogelijkheid te bieden fatsoenlijk democratisch invloed uit te oefenen, zodat de raad niet hoeft te wachten tot de volgende wijziging van de verordening. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Dank aan de raad voor zijn constructieve inbreng in eerste termijn. De heer Buunk heeft terecht geconstateerd dat er sprake is van een regionale woningmarkt. Woningzoekenden kennen geen gemeentegrenzen. Ik kom in Nieuwegein en IJsselstein voortdurend oudUtrechters tegen en in Leidsche Rijn en de rest van de stad ook mensen die vroeger in de randgemeenten woonden. Er is een intensieve uitwisseling tussen gemeenten in onze regio en het is heel erg verstandig dat wij, juist om de woningzoekenden te dienen, met elkaar samenwerken om de woningtoewijzingen op dezelfde manier te regelen. Vroeger gebeurde dit in de context van het Bestuur Regio Utrecht in de vorm van een gemeenschappelijke regeling. Het BRU bestaat binnenkort niet meer, dus tegenwoordig moeten we dat allemaal apart doen. Dit betekent dat iedere gemeenteraad een identieke verordening moet vaststellen, want als hij dit niet doet, zijn er verschillen en bestaat die regionale woningmarkt niet meer, of bestaat die niet meer volledig. Daarmee heb ik gereageerd op degenen die zeggen dat het ondemocratisch is. Technisch gezien mag de raad de verordening amenderen, maar de facto legt hij daarmee een hek om Utrecht heen, omdat de regels hier dan anders zijn dan in andere gemeenten. Ik vind het juist heel knap dat het mijn vijftien collega's in al die andere gemeenten is gelukt hun gemeenteraad ervan te overtuigen dat dit voorstel heel goed is voor de woningzoekenden. Ik ga ervan uit dat de raad dat in zijn hart ook onderschrijft. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! De wethouder heeft ons in de commissiebehandeling toegevoegd dat wij niet geacht worden deze verordening te amenderen. Dat zit diverse fracties in deze raad dwars. Zo hoort het niet te gaan. We zouden ook kunnen amenderen met het oog op de regionale belangen en met de regionale woningzoekenden in het achterhoofd en niet alleen maar met de belangen van de stad Utrecht in het achterhoofd. Die mogelijkheid moet er de volgende keer daadwerkelijk zijn. Ik vind dat de wethouder met zijn collega-bestuurders moet overleggen hoe de goedkeuring en de procesgang door de gemeenteraden zo kan worden georganiseerd dat dit mogelijk is.
Middagvergadering van 25 juni 2015
31
De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Ik denk dat de heer Buunk volkomen gelijk heeft dat het heel belangrijk is om in een vroegtijdig stadium met de collega's te praten over de wijze waarop we dit kunnen doen. Maar ik moet constateren dat de raad geen gebruik heeft gemaakt van de eerste gelegenheid ik hem heb geboden in september 2014 om met ideeën te komen die aan de voorkant van het planproces ingebracht konden worden. Dit onderwerp is destijds niet als commissiestuk geagendeerd. De heer Buunk was aanwezig bij een brainstormavond in november; een aantal van zijn collega's ook. In een later stadium heeft hij dit wel gedaan. Ik ben er sterk voor dat de Utrechtse raad actief is in het voortraject om te proberen zijn wensen in te brengen bij onze collega's. En ik ben ervan overtuigd dat een aantal zaken die de heer Buunk hier heeft genoemd, de lengte van de wachtlijsten dus het aantal mensen op de wachtlijsten, zeker ook over de gemeentegrenzen heen speelt. Dat is prima, maar uiteindelijk is het wel zo dat de neuzen aan het eind van de rit geacht worden dezelfde kant op te staan. Technisch mag de raad de verordening amenderen, maar inhoudelijk is dit uitermate onverstandig, want daarmee ondermijnt hij zijn eigen principe van de regionale woningmarkt. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Ik maak hier ernstig bezwaar tegen. Met de uitleg die de wethouder hier geeft aan het dilemma dat wij op tafel leggen, gaat het echt niet de goede kant op. Technisch amenderen, neem me niet kwalijk. Dit is een politieke arena en dit is een politiek onderwerp waarover we hier vaak op het scherpst van de snede het debat voeren. De wethouder moet er met zijn collega-wethouders gewoon voor zorgen dat de procesgang door al die gemeenteraden zodanig wordt ingericht dat in al die gemeenteraden een goed politiek debat mogelijk is over een conceptverordening als die klaar is. Dan kunnen ze eventuele amendementen die her en der door de raden op tafel zijn gelegd alsnog mondeling bespreken om te bekijken hoe die ingevoegd kunnen worden. Mocht dit een probleem opleveren, dan kunnen we dat altijd weer terug horen. Maar zo moet de procesgang zijn. En ik ben ervan overtuigd dat de griffiers van de gemeenteraden van harte bereid zijn met de bestuurders mee te denken om daarvoor een fatsoenlijke procedure te bedenken. Dat is tot op heden nog nooit gebeurd, terwijl ik weet dat de griffiers in het verleden – ik kijk naar de heer Smits – regelmatig hebben aangeboden om het zo te doen. Het zou verstandig zijn als de wethouder en zijn collega's daarvan gebruikmaken. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Ik denk dat de zestien gemeenten die deze verordening hebben vastgesteld of dat vandaag gaan doen, veel tijd hebben geïnvesteerd in het voortraject. September vorig jaar is tien maanden geleden. Dit betekent dat er tien maanden zijn uitgetrokken om dat overleg waarop de heer Buunk zoveel prijs stelt vorm te geven. Dit heeft geleid tot een aantal aanpassingen. Volgens mij is de heer Buunk er twee keer bij geweest. Het kan zijn dat een aantal ideeën er pas in een later stadium is bijgekomen. De moties en de ideeën voor moties die ik hoor, zijn pas de laatste commissievergadering opgekomen. Ze waren eerder niet aan de orde. Ik stel voor om op tijd met ideeën te komen. Dan kunnen we die meenemen bij de eerstkomende update. Daartoe ben ik absoluut bereid en mijn collega's in de regio ook. Hiermee kom ik op het eerste inhoudelijke punten van de heer Buunk. Hij zegt dat er een enorme schijnwerkelijkheid is met een enorme wachtlijst; daar moeten we volgens hem van af. Het is waar dat de wachtlijst veel langer is dan het aantal mensen dat actief zoekt. In de monitor die de raad ieder jaar krijgt en die we in september zullen bespreken staat het aantal actief zoekenden; dat is het hoofdpunt waarop we sturen. De periode waarin mensen zoeken voordat ze een woning vinden is een betere indicator voor het aantal mensen dat echt actief op zoek is. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Voor mij zit er ambiguïteit in.
Middagvergadering van 25 juni 2015
32
De wethouder gaat voorbij aan het feit dat mensen heel goed weten dat ze pas na een jaar of vijf een kans hebben als ze reageren op een aanbod. Daarom reageren ze vaak de eerste vijf jaar niet. Maar deze mensen zijn wel heel hard op zoek naar een woning. Hoe denkt de wethouder daarover? De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Als de raad meer informatie wil krijgen over de periode tussen het moment van inschrijving tot het beginnen met zoeken, kan de raad die krijgen, maar er zijn mensen die vandaag inschrijven en vandaag beginnen met zoeken. Kortom, dat ligt heel divers. Het hangt er vooral van af welk type woning ze willen hebben. Als ze een buitengewoon gewenste woning willen hebben, een eengezinswoning met een grote tuin, weten ze dat ze daarvoor lang ingeschreven moeten staan. Willen ze meeloten, dan kunnen ze vandaag inschrijven en morgen meedoen met de loting. Sommige leden hebben gezegd dat loten heel veel zal opleveren voor jongeren, de starters op de woningmarkt die nu een relatief lange wachttijd hebben. De wachttijden voor jongeren op de woningmarkt, doorstromers en senioren – de drie groepen die gemonitord worden – zijn ongeveer gelijk, omdat daarop wordt gestuurd in het systeem. De aanpassingen van vorig jaar hebben er juist toe geleid dat de wachttijden voor senioren, die relatief kort waren, flink zijn gestegen tot het gemiddelde en dat de wachttijden voor de starters op de woningmarkt gedaald zijn tot het gemiddelde. Op dit moment zijn de wachttijden voor alle categorieën ongeveer gelijk. De heer Buunk vindt dat de wachtlijsten moeten worden opgeschoond en dat mensen die een te hoog inkomen hebben er überhaupt niet op mogen staan. Hij is hierin consistent, want dit heeft hij in de commissie ook al bepleit. Ik wijs er allereerst op dat de kosten van de inschrijving, € 10,00 per jaar, kostendekkend zijn. Met andere woorden, iedereen die zich inschrijft, betaalt daarvoor. En als ze verwachten dat ze er aan het eind van de rit niet doorheen komen, betalen ze niet. Dit lijkt me iets wat de meeste mensen zullen snappen als calculerende burger. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! De kosten van de inschrijving mogen kostendekkend zijn, maar het is niet rechtvaardig. Er staan mensen op de wachtlijst voor dat tientje die helemaal geen recht hebben op een woning van een corporatie. Die is immers bedoeld voor mensen met een laag inkomen. Dat is de wethouder toch wel met ons eens? De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Dit is een volledige herhaling van het commissiedebat. Pas op het moment dat de woning wordt toegewezen, kunnen we vaststellen of iemand aan het criterium voldoet. De heer Buunk noemde als suggestie dat mensen met een koopwoning niet zouden mogen inschrijven. Er zijn mensen met een koopwoning die er vanaf moeten, omdat ze die koopwoning niet meer kunnen betalen. Mensen met een particuliere huurwoning zouden niet mogen inschrijven. Er zijn heel veel mensen die een particuliere huurwoning huren die ze volgens Nibud-normen niet kunnen betalen. Ze moeten een goedkopere huurwoning krijgen, anders gaan ze op de fles. Kortom, volgens mij zijn het allemaal vrij onhanteerbare criteria. Wat hanteerbaar is, en zo gebeurt het ook, is dat de inkomenstoets wordt gedaan op het moment dat iemand een woning krijgt toegewezen. Als hij dan een te hoog inkomen heeft, valt hij door de mand en krijgt hij die woning niet. Dit is de goedkoopste regeling; anderen hebben daarop gewezen. De inkomenstoets kost namelijk een paar tientjes. Als we die ieder jaar moeten laten doen, maakt dat het systeem veel duurder. De heer Işik heeft gevraagd of de bestuurlijke boete op woonfraude voldoende is, of dat er nog andere instrumentaria nodig zijn. Op dit moment wordt ook de beëindiging van de huurovereenkomst ingezet. Dat gebeurt in de situatie dat een fraudeur voor de keuze wordt gesteld: of de huur wordt civielrechtelijk teruggevorderd, of hij zegt zelf de huur op. Daar wordt door veel fraudeurs gebruik van gemaakt. Deze combinatie van instrumenten lijkt ons voldoende.
Middagvergadering van 25 juni 2015
33
Hoe kunnen we het aantal weigeringen verminderen? Een aantal corporaties is hier al een hele tijd naar op zoek. Weigeren betekent namelijk dat de leegstand van de woning langer duurt en dat willen we niet. Het aantal weigeringen kan verminderen door betere informatie op Woningnet; dit is een heel belangrijk punt. In een aantal gevallen worden kijkdagen georganiseerd, zodat mensen kunnen bekijken hoe de woning eruitziet; dat helpt ook. Voor het minst populaire deel van de woningen wordt verloten toegepast. Ook dat blijkt in de praktijk een effectief middel te zijn. De heer Koning heeft erop gewezen dat er naast de Huisvestingsverordening ook lokaal maatwerk kan worden toegepast. Dit is een suggestie in de richting van de raad, omdat dit meer mogelijkheden aan de raad biedt om te sturen op hoe we in Utrecht de huisvesting regelen binnen de kaders die de Huisvestingsverordening ons stelt. Hij suggereert concreet om meer woningen te verloten. Een aantal jaren geleden hebben we de corporaties al de mogelijkheid geboden om woningen te verloten; dat doen ze ook. Ongeveer 10% van de woningen wordt verloot. Dat vinden zij voldoende. Ik ben het met de heer Koning eens dat het niet nodig is om dit in de lokale beleidsregel op te nemen, want hij spreekt over het bieden van de mogelijkheid. Als ze zelf zeggen dat ze aan 10% of 12% voldoende hebben, is dat prima, maar 20% is ook prima. Ik heb de motie nog niet gezien, maar als hij dat met zijn motie wil bereiken, betekent dit wat mij betreft ondersteuning van het beleid en kan ik die motie overnemen. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! In de motie staat heel duidelijk dat het om ongeveer 20% gaat en niet om 11% of 12%. Het antwoord van de wethouder verbaast mij. De corporaties hebben namelijk gezegd: niet doen, deze verhoging is niet wenselijk. Toch neemt de wethouder de motie over. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Mij is altijd geleerd niet te repareren wat niet kapot is. We hebben genoeg aan 10%. Er is veel druk op de wachtlijst vanuit andere doelgroepen en mensen die gewoon urgent zijn. Met het uitbreiden van de mogelijkheid wordt het paard achter de wagen gespannen. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Volgens mij staat in het dictum "mag". Dit betekent dat corporaties een hoger percentage kunnen toepassen, als ze dat willen. De corporaties hebben gezegd dat ze op dit moment aan 10% voldoende hebben. Dan kun je twee dingen doen: je kunt de corporaties niet het vertrouwen schenken, of wel. Als ze er gebruik van willen maken, kunnen ze dat gewoon doen. Kortom, in dat opzicht vind ik dat de heer Koning een punt heeft en blijf ik bij mijn oordeel over deze potentiële motie. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! En wij ook. De heer JANSEN (wethouder): Ik probeer natuurlijk mijn eigen achterban ook te overtuigen, maar dat blijft heel lastig. De heer Schipper heeft gelijk dat de verdeling tussen het aantal urgente woningzoekenden, de verdeling tussen het aantal woningen dat middels een voorrangsregeling wordt aangewezen en de rest, per gemeente verschilt. Utrecht heeft een urgentiepercentage van meer dan 35. Dit betekent dat meer dan een derde van de woningen bij urgenten terechtkomt, met inbegrip van asielzoekers, maar ook stadvernieuwingsurgenten en medisch urgenten. Er is een aantal categorieën. Het gaat dus om heel veel woningen die niet kunnen worden verloot. We hebben in de Huisvestingsverordening gemeenschappelijk vastgelegd dat we gelijkvloerse woningen bij voorrang toewijzen aan 65-plussers. Die kunnen ook niet worden verloot. Bij elkaar is het een flink percentage. Kortom, het is niet mogelijk om alle woningen te verloten. Per saldo houd ik vast aan mijn oordeel over de potentiële motie van de heer Koning.
Middagvergadering van 25 juni 2015
34
De heer Koning heeft gevraagd of er geen uitbreiding moet komen van de doorschuifregeling, de verhuisregeling voor oudere mensen die een grote woning achterlaten. Het is zeker zo dat er ook andere groepen zijn waarbij het interessant is om te kijken of ze verleid kunnen worden om te gaan verhuizen. We hebben op dit moment één betaalde verhuisadviseur. Het aantal personen dat in de doelgroep zit, is ongeveer 5000. Dat is een vrij grote kluif, zelfs als die verhuisadviseur wordt bijgestaan door een aantal vrijwilligers. Ik pleit ervoor om te starten met de meest kansrijke doelgroep. Over een jaar bekijken we hoe veel we zijn opgeschoten ten opzichte van 2014. Eind dit jaar beginnen we ermee. Dan kunnen we bekijken of we de doelgroep zullen uitbreiden. Een tweede punt dat de omstandigheid sterk zal veranderen is het criterium passendheid dat per 1 januari wordt ingevoerd. Dat betekent dat het gat tussen de huidige huur en de nieuwe huur veel kleiner wordt. Dat zal het makkelijker maken voor iedereen, dus ook jongere mensen, om door te stromen. Dit lijkt mij een relevant punt. De heer Menke is voorstander van een gewogen loting. Ik heb erop gewezen dat de wachttijden op dit moment min of meer gelijk zijn voor starters en doorstromers. Ik stel voor dat we bij de bespreking van de Woningnet-rapportage in september – tegelijkertijd worden dan de afspraken in het kader van "bouwen aan de stad" besproken – bekijken of de raad nog wensen heeft die bij de volgende herzieningsronde voor de Huisvestingsverordening kunnen worden meegenomen. Dat lijkt mee een tijdig moment om daarover door te praten. Voorzitter! Ik hoop dat ik hiermee alle vragen heb beantwoord. De VOORZITTER: Ik heb nog een vraag staan van de D66-fractie om een dunnere Huisvestingsverordening. De heer JANSEN (wethouder): Ook dat is een herhaalde vraag; dus die leeft wel. Het is mij opgevallen dat het lettertype van de Huisvestingsverordening vrij groot is, zodat senioren die ook goed kunnen lezen. Ik vind dat een sterk punt. Ook vind ik de toelichting in vergelijking met de vorige kwalitatief veel beter geworden. Het is waar, dit is niet de dunste Huisvestingsverordening van Nederland, maar ze is goed leesbaar en dat lijkt me ook wat waard. Als de heer Koning concreet kan aangeven welke passages bondiger kunnen worden geformuleerd, houd ik mij aanbevolen. Als het simpeler kan, wie is daar dan op tegen. De VOORZITTER: Als dat maar geen amendement wordt, want dat kunnen we niet hebben. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Dank aan de wethouder voor zijn beantwoording. Ik heb respect voor zijn inspanningen in de regio om tot een nieuwe verordening te komen. De D66-fractie gaf daar terecht haar complimenten voor en ik kan mij daarbij aansluiten. Maar ik constateer in deze raadsbehandeling dat er een groot gapend democratisch gat zit tussen de opvattingen van de VVD-fractie over hoe in de regio moet worden samengewerkt en de opvattingen van deze wethouder. Wij willen daarover graag bij gelegenheid van de voorjaarsnota ons nader uitspreken en zullen dit doen richting de burgemeester, die voorzitter is van het U-teamproces. We vinden dat daarin nadrukkelijker een duidelijke koers moet worden gevaren. Hoe het nu gaat, bevalt ons totaal niet. Waar het gaat om de reactie van de wethouder op de door mij gevraagde wijzigingen in de systematiek van de wachtlijst, heeft de wethouder een aantal plezierige opmerkingen gemaakt, maar die bevallen me toch niet helemaal. Samen met de fracties van D66, Stadsbelang Utrecht, ChristenUnie en CDA dienen wij een motie in waarin we die vraag nader formuleren. "Motie 59.
Middagvergadering van 25 juni 2015
35
Wachtlijst voor echte woningzoekenden. De gemeenteraad bijeen op 25 maart 2015 ter bespreking van de regionale Huisvestingsverordening, constaterende dat -
de wachtlijst van woningzoekenden naar waarschijnlijkheid veel mensen omvat die geen acute behoefte aan een (andere) woning hebben;
-
het aantal actief woningzoekenden (die daadwerkelijk reageren op woningaanbod) veel beperkter is dan de wachtlijst doet vermoeden;
-
mensen op de wachtlijst kunnen staan die vanwege hun inkomensniveau niet tot de doelgroep behoren van de woningcorporaties;
-
woningzoekenden veelvuldig aangeboden huurwoningen weigeren, zonder dat hier een sanctie aan verbonden is, waardoor woningen onnodig lang leegstaan,
overwegende dat -
het belangrijk is dat het gereguleerde woningbestand ter beschikking staat aan actief woningzoekenden die een laag inkomen hebben;
-
de wachtlijst niet bedoeld is om rechten op te bouwen voor de toekomst, zonder dat duidelijk is dat ingeschrevenen vanwege een laag inkomen recht hebben op een huurwoning uit het gereguleerde woningbestand;
-
het niet de bedoeling is dat de (blijvende) inschrijving van niet-actief woningzoekenden benut wordt voor de dekking van deze overheadkosten van het Woningnet-systeem voor de toewijzing van huurwoningen uit het gereguleerde woningbestand;
-
het systeem financieel gedragen moet kunnen worden door de aangesloten woningcorporaties die daarvoor hun overhead moeten beperken,
roept het college op, -
in regionaal verband te onderzoeken op welke manier de wachtlijst kan worden beperkt tot actief woningzoekenden en tot woningzoekenden die daadwerkelijk in aanmerking komen voor een huurwoning in het gereguleerde woningbestand;
-
bij de volgende herziening van de regionale Huisvestingsverordening wijzigingen door te voeren die het onnodig (blijvend) ingeschreven staan van niet-actief woningzoekenden op de wachtlijst aanzienlijk verminderen;
-
de kosten van Woningnet te beperken en het wegvallen van inkomsten van onnodig ingeschreven woningzoekenden te dekken uit efficiencymaatregelen bij woningcorporaties.
De motie is ondertekend door de heren Bos, Brussaard, Koning, mevrouw Uringa en mijzelf. Daarop schorst de voorzitter de vergadering. Na heropening van de vergadering verleent de voorzitter het woord aan de heer Jansen. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! De heer Buunk heeft in tweede termijn gezegd dat de wijze waarop de besluitvorming in U-teamverband gaat, de VVD-fractie niet bevalt en dat dit in een bredere context zou moeten gebeuren. Het college wil er alles aan doen om de betrokkenheid van de raad aan de voorkant zo groot mogelijk te maken. Mijn indruk is dat we dat in dit geval ook hebben geprobeerd, maar het kan altijd beter. Op motie 58 van de heer Koning c.s. over de mogelijkheid om 20% van de woningen te verloten heb ik al in eerste termijn gereageerd. Dat oordeel is niet veranderd, het college neemt die motie over.
Middagvergadering van 25 juni 2015
36
Op motie 59 die het college oproept in regionaal verband te onderzoeken op welke manier de wachtlijst kan worden beperkt tot actief woningzoekenden en tot woningzoekenden die daadwerkelijk in aanmerking komen voor een huurwoning in het gereguleerde woningbestand, heb ik in eerste termijn gereageerd. Die lijkt mij niet te operationaliseren en daarnaast is de manier waarop dit zou moeten gebeuren, erg duur. Inhoudelijk is het college hiervan geen voorstander, maar als er een raadsmeerderheid is, zal het college de motie uitvoeren en inbrengen in U16-verband. Aan de orde is de stemming over het voorstel. Het voorstel wordt bij handopsteken met algemene stemmen aangenomen. Aan de orde is de stemming over motie 58 (Verdubbel aandeel toewijzing door verloten). De VOORZITTER: Dames en heren! Deze motie is overgenomen door het college. De heer KONING (D66): Voorzitter! Na ampel overleg hebben we besloten de motie in stemming te laten brengen, zodat er besluitvorming over kan plaatsvinden. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! In mijn reactie heb ik gezegd dat de PvdA-fractie geen voorstander is van deze motie. We zullen niet voorstemmen, maar tegenstemmen. Mevrouw URINGA (ChristenUnie): Voorzitter! Hoewel de ChristenUnie-fractie aanvankelijk geen groot voorstander was van deze motie, zijn we overtuigd door het pleidooi van de heer Koning en zullen we toch instemmen. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Voorzitter! De GroenLinks-fractie vindt deze motie niet wenselijk. De corporaties hebben gemeld dat ze dit niet willen doen en ik neem aan ook niet zullen doen. Wat dat betreft is de motie een wassen neus. Met deze motie zullen wij niet instemmen. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! De CDA-fractie vindt het wel belangrijk dat er ruimte wordt gegeven aan de corporaties en dat we de regionale Huisvestingsverordening in overeenstemming brengen met de beleidsregels en van 10% naar 20% gaan. Wij steunen deze motie. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! De PvdD-fractie kan zich aansluiten bij de stemverklaring van de GroenLinks-fractie. De heer KONING (D66): De D66-fractie is ontzettend blij dat het eindelijk mogelijk wordt om tot maximaal 20% van de woningen in Utrecht toe te wijzen door middel van loting. Wij denken dat dit een grote stap vooruit is. Wij zijn blij dat het college deze motie overneemt en we zullen natuurlijk voorstemmen. Hierna wordt motie 58 bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van de D66, VVD, Stadsbelang Utrecht, CDA, ChristenUnie en Student & Starter ervoor hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van PvdD, PvdA, SP en GroenLinks en ertegen. Aan de orde is de stemming over motie 59 (Wachtlijst voor echte woningzoekenden).
Middagvergadering van 25 juni 2015
37
De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Voorzitter! De VVD-fractie heeft deze motie ingediend en sprak daarbij over de schijnwerkelijkheid van de wachtlijst. Wij vinden deze motie een schijnoplossing voor een niet bestaand probleem. Bovendien is de notie onbetaalbaar en vindt de GroenLinks-fractie die onwenselijk. Wij zullen niet instemmen. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! Ik sluit mij aan bij de toelichting van de heer Zwanenberg en de beantwoording door de wethouder. Wij zullen tegenstemmen. Mevrouw URINGA (ChristenUnie): Voor de ChristenUnie-fractie is het onwenselijk dat de wachtlijst wordt gebruikt als een soort van sociale zekerheid. Volgens mij hebben we daarvoor andere instrumenten en daarom stemmen wij voor deze motie. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! De PvdD-fractie kan zich opnieuw aansluiten bij de stemverklaring van de GroenLinks-fractie. Wij stemmen dus tegen. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Wij sluiten ons aan bij de stemverklaring van de ChristenUnie-fractie, dus wij stemmen voor. Hierna wordt motie 59 bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de leden van de fracties van de D66, VVD, Stadsbelang Utrecht, CDA, ChristenUnie en Student & Starter ervoor hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van PvdD, PvdA, SP en GroenLinks en ertegen. 8.
Voorstel inzake de herontwikkeling De Gaard en omgeving (Jaargang 2015 nr. 54). De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Utrecht gaat groeien naar 400.00 inwoners. Daarvoor hebben we goede voorzieningen nodig en winkels. Vanuit dit perspectief handelt de Utrechtse gemeente, het Utrechts college. Er zijn in het verleden kaders gesteld op grond waarvan we ontwikkeling mogelijk maken of actief op ontwikkeling inzetten. Vanuit deze kaders zijn nieuwe ontwikkelingen zoals Winkelcentrum Terwijde en Winkelcentrum Leidsche Rijn Centrum mogelijk gemaakt. Vanuit deze kaders zetten het vorige en huidige college in op uitbreiding van Winkelcentrum Kanaleneiland, Grootwinkelcentrum Overvecht en op uitbreiding van De Gaard en Leidsche Rijn Centrum. Het credo van Utrecht is: bouwen voor de toekomstige behoefte in plaats van bouwen voor de aanwezige behoefte. Het koopgedrag van consumenten is aan het veranderen. 22% van de Nederlandse consumentenbestedingen loopt via internet. Meer en meer consumenten kopen dagelijks een beetje in plaats van wekelijks een volle kar. Mede onder invloed van deze veranderingen hebben de laatste tijd heel veel non-food en winkeliers met foodbedrijven het loodje gelegd of zijn in grote problemen geraakt; niet alleen de kleintjes, maar ook grote jongens, zelfs ketens. Het gevolg is leegstand en verschraling van het winkelaanbod. Supermarkten springen in de gaten die andere winkeliers laten vallen en kiezen de laatste tijd veelal voor verbreding en verdieping van het aanbod, verbreding van het supermarktaanbod met vers brood, kwaliteitsvlees, prima groente, een gedestilleerd drankaanbod, sigaren en sigaretten, kranten, boeken, medicijnen, afhaalpunten voor post en pakketten, stomerij en ook non-food: de Jumbo's en AH XL's. Hiervoor zijn veel goedkope vierkante meters nodig.
Middagvergadering van 25 juni 2015
38
We zien in de markt dat beleggers en ontwikkelaars niet uitbreiden of aarzelen en de invulling van de behoefte aan supermarktketens in de bestaande voorraad zoeken; ik noem Overvecht en Kanaleneiland. Ook zien wij beleggers en ontwikkelaars juist vol inzetten op nieuwe vierkante meters; ik noem De Gaard. Het gaat hierbij veelal om winkelcentra met potentie, winkelcentra met trekkracht. Het gaat hier om winkelcentra die na uitbreiding ertoe bijdragen dat koopstromen structureel worden omgebogen; ik noem Winkelcentrum De Gaard. Daar ligt voor ons het dilemma. Want welke effect heeft uitbreiding van De Gaard op de koopstromen en de omzet van andere winkelcentra? En wat betekent dit voor de winkeliers, niet alleen in De Gaard, maar ook in andere winkelcentra? Het Strabo-rapport geeft ons een indicatie die er niet om liegt, maar ook niet volledige duidelijkheid biedt. Het effect van een uitbreiding van De Gaard zal voor winkels op het Willem van Noortplein en in de Boventuinen een omzetverlies betekenen van € 15.000,00 per week, en dat is veel geld, heel veel geld. Het effect op winkels in de omliggende winkelcentra, zoals Winkelcentrum Overvecht, is onduidelijk, stelt het rapport. De vraag is of, en in hoeverre een dergelijke ontwikkeling wenselijk is en of we het winkellandschap waarbinnen het nu al moeilijk is te overleven niet te grote schade berokkenen, of dat we de economische vitaliteit van andere winkelcentra hierdoor ondermijnen. Op grond van dit gegeven kan de fractie van Stadsbelang Utrecht, hoezeer zij het de ondernemers in De Gaard ook gunt, niet instemmen met de uitbreiding. Wat mijn fractie betreft moet Utrecht zich herbezinnen op de winkelstrategie, herbezinnen op het Ontwikkelingskader Detailhandel, moet Utrecht komen tot een visie die hout snijdt, een winkelvoorraad die ademt, inzetten op groei waar het kan en krimp waar het moet en stoppen met rücksichtslos handelen vanuit verouderde kaders. Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! Ik heb een vraag aan de fractie van Stadsbelang Utrecht vanuit mijn pure nieuwsgierigheid: gaat zij nu tegen elk plan waar detailhandel in zit stemmen, omdat het Ontwikkelingskader Detailhandel dat toegezegd is nog niet naar de raad is verstuurd? De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Er is helemaal geen Ontwikkelingskader Detailhandel toegezegd, dan wel naar de raad gestuurd. Wij gaan een expertmeeting organiseren waarin we meerdere mensen gaan horen. In principe gaan wij tegen De Gaard stemmen, niet omdat wij tegen meer vierkante meter zijn op De Gaard, maar omdat de effecten daarvan onduidelijk zijn op het Utrechtse winkellandschap. Mevrouw TIELEN (VVD): Misschien in het verlengde daarvan, is de heer Bos voornemens om alle ondernemers die zelf het risico willen nemen omdat ze juist wel geloven in een toekomstige stijging van de vraag aan detailhandel, een strobreed in de weg te leggen? De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Als ze beginnen met het vullen van de gaten die in andere winkelcentra aanwezig zijn, zal ik ze geen strobreed in de weg leggen. Ik denk dat daar prima kansen te vinden zijn. Als we stoppen met bouwen voor toekomstige groei van het inwonersaantal en de toekomstige groei van de behoefte en eerst ervoor zorgen dat we winkelcentra met leegstand vullen, verbeteren en mooier maken, denk ik dat we op de goede weg zijn. Mevrouw TIELEN (VVD): De heer Bos vindt dat de mensen dan maar de hele stad door moeten fietsen om bij een ander winkelcentrum waar toevallig nog wat vierkante meters liggen hun boodschappen te doen, in plaats van gewoon aan de overkant van de straat.
Middagvergadering van 25 juni 2015
39
De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Nee dat vind ik niet, dat is uw constatering. Ik zei, en stoppen met rücksichtslos handelen vanuit verouderde kaders, bouwen vanuit aanwezige behoefte in plaats van toekomstige behoefte, want dan maak je geen fouten. Dit college ontbreekt het aan visie en dat is wat de fractie van Stadsbelang Utrecht de wethouder en dit college kwalijk neemt. Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! Veel mensen hebben betrokkenheid getoond bij het plan om Winkelcentrum De Gaard uit te breiden. Ze tonen betrokkenheid, omdat zij een mooi winkelcentrum willen waar bewoners uit de wijk Noordoost hun boodschappen kunnen doen en ondernemers kunnen ondernemen. Mijn fractie laat niet onvermeld dan ondernemers in de rij staan om hun intrek te nemen in het winkelcentrum. De mensen tonen betrokkenheid, omdat ze plezierig willen wonen in een groene wijk. Veel mensen hebben hun hoofd gebogen over het plan, misschien niet eens gebogen, maar ook wel gebroken over dit plan. Dit stelt de gemeenteraad voor uitdagingen: de pas op de plaats waar mijn fractie om heeft gevraagd, het werkbezoek van de gemeenteraad, het opnieuw met bewoners in gesprek gaan in de Jeruzalemkerk – veel raadsleden hebben het winkelcentrum daarbij nog eens extra bezocht – en de nieuwe aanpassingen van het plan. Blijkbaar was die pas op de plaats nodig en heeft die geleid tot resultaat. Mijn fractie was duidelijk, het plan moest wat de D66-fractie betreft kleiner. Deze uitbreiding heeft een grote impact op de openbare ruimte. Zeker aan de kant van de hoek met de Eykmanlaan en de Kapteynlaan is het groen vrijwel weg. Mijn fractie is helder, het winkelcentrum moet kleiner dan nu in het raadsvoorstel en in het plan van de ontwikkelaar staat. Niets ten nadele van de bewoners en de klankbordgroep die achter het plan staan, alle bewoners in Noordoost die recht hebben op een mooi winkelcentrum en vooral niets ten nadele van de ondernemers die staan te trappelen om aan de slag te gaan. De heer IŞIK (PvdA): Mijnheer de voorzitter! Ik ben de D66-fractie erkentelijk dat ze continu hetzelfde standpunt herhaalt: het moet kleiner, het moet kleiner. Hoeveel vierkante meter moet het plan kleiner worden volgens de D66-fractie? Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! Als u me toestaat, kom ik daarop. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Mevrouw Ferket spreekt over het aantal ondernemers dat er recht op heeft, omdat dit winkelcentrum een fantastische toekomst biedt. Maar wat betekent dit voor de zittende ondernemers in de omliggende winkelcentra die al zoveel pijn hebben, die het water tot aan de lippen staat? Die gaat zij benadelen door in te stemmen met de uitbreiding van De Gaard. Wat gunt ze die mensen? Faillissement? Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! Zoals uit onderzoek blijkt, is er heel veel marktruimte om hier een winkelcentrum te creëren met nog meer winkels voor ondernemers. Ik ben niet zo bang voor die leegstand waar de fractie van Stadsbelang Utrecht over spreekt. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Reageert u dan eens op die € 15.000,00 per week die de ondernemers aan het Willem van Noortplein en de Boventuinen mis gaan lopen. Hoe ziet u dat? Is dat marktruimte benutten?
Middagvergadering van 25 juni 2015
40
De VOORZITTER: Ik heb er zelf geen visie op, maar als u mevrouw Ferket bedoelt, zij heeft er wellicht wel een visie op. Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! Ik herken niet dat deze ondernemers zoveel schade zullen lijden van het winkelcentrum. Laat de fractie van Stadsbelang Utrecht kijken waar de marktruimte zit voor dit plan. Er komt een toenemend aantal bewoners in de wijk. Ik ben er niet zo bang voor. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Mevrouw Ferket herkent dit niet, maar spreken we dezelfde taal? Bedoelt ze het Strabo-rapport waarin staat dat die twee locaties met € 15.000,00 per week minder omzet te maken hebben? Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! Ik ken dat rapport, maar dat is weer een aantal jaren oud. We hebben nieuwe staatjes gekregen en vergelijkingen met andere winkelcentra in de stad. Ik herken niet wat de fractie van Stadsbelang Utrecht hierover zegt. Volgens mij staan ondernemers te trappelen. Ik ken een aantal ondernemers die al jaren wachten om hun intrek te nemen. Ze willen dit graag doen in Winkelcentrum De Gaard. Voorzitter! Wij willen graag naar een verkleining met 500 m². Echter aan een verkleining hangt een prijskaartje; dat is wel duidelijk geworden. We hebben begrepen dat planoptimalisatie door bijvoorbeeld het toevoegen van woningen aan het plan geen optie is. Een dekking vindt mijn fractie belangrijk. Maar we hebben geen ander project kunnen vinden dat we dan niet meer zouden uitvoeren. Met verschillende fracties zijn we tot overeenstemming gekomen, omdat die fracties bereid waren te zoeken naar een haalbare oplossing: een verkleining van 200 m² waarvoor we een financiële dekking hebben gevonden. Wij willen er samen uitkomen. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! De D66-fractie wil 500 m² kleiner. Waarom geeft ze niet de opdracht aan het college om te onderzoeken of dit kan, samen met projectontwikkelaar en te kijken waar er ruimte is? Op de raadsinformatieavond heb ik aan een projectontwikkelaar gevraagd of er ruimte was, en het antwoord was ja. Dus laten we de wethouder de opdracht geven om te onderzoeken of het mogelijk is het plan met 500 m² te verkleinen en een dekking te vinden, in plaats van met een voorstel te komen om het plan maar met 200 m² te verkleinen. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Hoor ik mevrouw Ferket goed dat zij medestanders heeft gevonden die met haar een aanzienlijke verlaging willen realiseren van 200 m², de grootte van een patatzaak of een kippenboer? Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! Ik ben nog nooit in een patatzaak van 200 m² geweest maar misschien kunnen de heer Bos en ik daaraan een keer een bezoekje brengen. Tegen de PvdA-fractie zeg ik dat wij een kleiner plan willen en daartoe een voorstel doen – mijn fractie met de steun van een aantal andere fracties – een voorstel dat het meest haalbaar is met een financiële dekking. En als dat dan 200 m² is, dan is dat 200 m². De verkleining van 200 m² zou aan de kant van de Valetonlaan kunnen worden gerealiseerd. Die 200 m² is misschien niet de ideale oplossing volgens de D66-fractie, maar wel de meest haalbare. Voorzitter, als u mij toestaat, dien ik een amendement in. "Amendement 31. Een kleiner plan.
Middagvergadering van 25 juni 2015
41
De gemeenteraad van Utrecht in vergadering bijeen op 25 juni 2015, ter behandeling van het raadsvoorstel Herontwikkeling De Gaard en omgeving (strekt ter vervanging). constaterende dat -
de uitbreiding van Winkelcentrum De Gaard leidt tot een grote impact op de ruimtelijke kwaliteit en beleving van omwonenden om in een groene wijk te wonen;
-
in de Visie Eykmanlaan geschetst wordt dat het gebied Eykmanlaan het karakter moet hebben van een stadsentree met allure waarin de kwaliteit voor groen zal worden verbeterd,
overwegende dat -
door een verkleining met 200 m² bvo (=bruto vloer oppervlak) de gevel aan de zijde Valetonlaan met ca. 3,5 meter kan worden teruggelegd, waardoor de Valetonlaan op ca. 8 meter van Valetonflat wordt gelegd, volledige compensatie van het oppervlak van de waterkom kan plaatsvinden, meer groen kan worden aangebracht en eventueel na inpassing van water/groen het trottoir kan worden verbreed,
besluit aan beslispunt 1 van het raadsvoorstel toe te voegen: -
de uitbreidingsruimte in het gecorrigeerde Stedenbouwkundig Programma van Eisen wordt met ruim 200 m² bvo verlaagd ten behoeve van een verkleining aan de zijde Valetonlaan, waarmee de uitbreidingsruimte wordt gemaximeerd op 3864 m² bvo, en de oorspronkelijke passage over verlaging naar 4064 m² bvo te schrappen;
-
financiële dekking wordt gevonden door de aanwending van het voor De Gaard gereserveerde budget uit de reserve Stedelijke Herontwikkeling (MPSO),
-
en gaat over tot orde van de dag."
Dit amendement is ondertekend door mevrouw Uringa en mijzelf. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Ik heb net als de heer Işik geluisterd naar mevrouw Ferket. Zij zegt dat 500 m² verkleining van de uitbreiding de meest gewenste oplossing is voor de D66-fractie, maar dat ze de dekking niet heeft kunnen vinden en daarom gaat voor 200 m², want die dekking heeft de wethouder al gegeven. Ik heb samen met mevrouw Ferket gezocht naar een dekking. En ik heb een dekking gevonden, alleen vond mevrouw Ferket die niet aantrekkelijk genoeg. Dan moet ze gewoon durven zeggen: bewoners, de dekking voor die 500 m² verkleining gaan we gewoon niet betalen, want we gaan het met 200 m² afdoen. Trek ik hiermee een terechte conclusie? De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Misschien voor de helderheid van het debat: ik ben benieuwd naar de dekking van de CDA-fractie, want anders praat het zo lastig. De VOORZITTER: De heer Brussaard heeft ook nog een eigen termijn. Mevrouw FERKET (D66): Ik ben ook benieuwd naar die dekking van de CDA-fractie, want dat is helemaal geen dekking. We kunnen wel een interessant debat gaan voeren en de bijdrage van de CDAfractie komt weliswaar nog, maar misschien wil de heer Brussaard hierop reageren. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Ik wil er best op reageren. Mevrouw Ferket weet het best. Optie 1 is beter onderhandelen, optie 2 is meer woningen – ik accepteer het niet zomaar dat de wethouder zegt dat meer woningen niet mogelijk zijn, hij moet dat eerst onderzoeken en erover praten met de ontwikkelaar – optie 3 is Reserve Stedelijke Herontwikkeling en optie 4 is de meevallers uit de meicirculaire – daar wil mevrouw Ferket niet aankomen.
Middagvergadering van 25 juni 2015
42
De heer SCHIPPER (SP): Meevallers uit de meicirculaire? Ik vraag een toelichting. De heer BRUSSAARD (CDA): Er was een tekort van € 1,7 miljoen voor Tivoli/Vredenburg geraamd. Dat tekort valt mee, dat is € 1,2 miljoen, dus daar hebben we nog wat centjes over. De heer SCHIPPER (SP): Waarvan het college terecht zegt: dat is geen speelkwartiergeld, want er is nog een dik tekort op Tivoli/Vredenburg. Het lijkt me geen goed idee om dat geld nu te gaan verbranden. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Dat probeer ik dus duidelijk te maken. D66 en de andere coalitiepartijen vinden het blijkbaar niet belangrijk genoeg om die verkleining toe te passen. Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! Ik bestrijd dat mijn fractie, en wellicht ook andere fracties, dit onderwerp niet belangrijk genoeg vinden. De gemeente heeft een overeenkomst gesloten met een prijs en daar kan ze niet zomaar onderuit. We hebben begrepen dat de planoptimalisatie door het toevoegen van woningen geen oplossing biedt. Dat is dus geen dekking, zoals de CDA-fractie zegt. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Nu zegt mevrouw Ferket iets wat bezijden de waarheid is. Ze zegt dat de gemeente niet onder die overeenkomst uit kan komen. Maar hebben we die overeenkomst goed gelezen? In die overeenkomst staat dat die is gesloten onder voorbehoud van goedkeuring door de raad. De raad heeft nog geen goedkeuring gegeven, dus wat ons betreft trekken we die goedkeuring gewoon in en is er geen overeenkomst. De heer IŞIK (PvdA): Daar ben ik het mee eens. In de intentieovereenkomst staat de ontsnappingsmogelijkheid van de bestuurlijke besluitvorming. Zolang er geen bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden, kunnen we tegen de ontwikkelaar zeggen: het spijt ons zeer, maar het feest gaat niet door. Mevrouw FERKET (D66): De overeenkomst is gesloten. Als we daar onderuit willen, zitten er consequenties aan vast. Mijn fractie maakt een keuze, afgewogen en constructief, en komt met een compromis. Ik ben zeer benieuwd naar de oplossingsrichtingen van de andere fracties. Voorzitter! De verbeteringen in de openbare ruimte zijn verbeteringen ten opzichte van het vorige plan, zoals de aanpassing aan de Valetonlaan, de parkeerplaats bij de Lamerisflat, het water en het groen. Toch vindt mijn fractie het groen nog een aandachtspunt. Wordt het nu snippergroen, of hoogwaardig groen? Ik hoor graag een toelichting van de wethouder. Mijn fractie ziet hiervoor graag meer aandacht. Dan de gevel aan de kant van de hoek Eykmanlaan en Kapteynlaan. Zou hier een groene gevel kunnen komen? Aangezien het gereserveerde budget uit te reserve voor stedelijke herontwikkeling nodig is voor de gewenste verkleining van De Gaard, mag ook van de ontwikkelaar een inspanning worden gevraagd. Daarom dien ik hierover in eerste termijn een amendement in. "Amendement 32. Kwalitatief meer groen en aandacht voor duurzaamheid. De gemeenteraad van Utrecht in vergadering bijeen op 25 juni 2015, ter behandeling van het raadsvoorstel Herontwikkeling De Gaard en omgeving (strekt ter vervanging), constaterende dat -
het inpassen van kwalitatief groen te wensen overlaat in het SPvE;
Middagvergadering van 25 juni 2015 -
43
in de Visie Eykmanlaan geschetst wordt dat het gebied Eykmanlaan het karakter moet hebben van een stadsentree met allure waarin de kwaliteit van het groen zal worden verbeterd,
overwegende dat -
het gereserveerde budget uit de Reserve Stedelijke Herontwikkeling (MPSO) benodigd is voor de gewenste verkleining van De Gaard en ook van de ontwikkelaar een inspanning gevraagd mag worden om te investeren in kwalitatief groen.
besluit aan de verbetervoorstellen toe te voegen, -
het aanbrengen van een groene gevel aan de kant van de Eykmanlaan en Kapteynlaan;
-
het plaatsen van zonnepanelen op het dak van het winkelcentrum,
en gaat ver tot orde van de dag." Het amendement is ondertekend door mevrouw Uringa, de heren Schipper, Zwanenberg, Menke, Işik en mijzelf. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Een vraag aan mevrouw Ferket. Waar gaat ze dit van betalen? Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! Als u goed hebt geluisterd, is het voorstel van mijn fractie om een amendement voor te leggen waarbij we geld uit de reserves gaan besteden. De gemeente legt nu geld bij. De ontwikkelaar kan ook geld bijleggen en we hebben begrepen dat de ontwikkelaar hiertoe bereid is. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Waarom kan er wel onderhandeld worden met de ontwikkelaar over zonnepanelen en niet over verkleining? Mevrouw FERKET (D66): Ik kan me zo voorstellen dat daar een iets ander prijskaartje aan hangt. Hoewel de ruimtelijke inpassingen zijn verbeterd, blijven parkeren en het onderwerp verkeer een issue. Het college stelt voor betaald parkeren in te voeren, terwijl uit de draagvlakmeting geen draagvlak blijkt. Ik heb begrepen dat een aantal andere fracties hierop terugkomt. Mijn fractie zal zich aansluiten bij de fracties die voorstellen om het betaald parkeren aan de noordzijde van de Kapteynlaan op de parkeerplaats te schrappen. Voorzitter! Ik sluit af. Ik ben onder de indruk van ieders betrokkenheid om tot een mooi, toekomst bestendig winkelcentrum te komen. Laten we doorgaan met de gesprekken met bewoners over een definitief ontwerp. Het vertellen waarom keuzes worden gemaakt, is niet voldoende, het gaat om de dialoog, om te laten merken dat bewoners en ondernemers gehoord worden, dat we keuzes maken. Er liggen nog opgaven in het plan, zoals op de thema's parkeren en verkeer. Volgens mij is een aantal bewoners aan het tekenen geslagen. Laten we de ondernemers, bewoners, zowel de directe als de bewoners uit de hele wijk, erbij betrekken. Mevrouw TIELEN (VVD): Voorzitter! Tot een jaar of zes geleden ging ik een keer of vijf in de week boodschappen doen in De Gaard. De supermarkt in mijn eigen buurt was veel te klein en een klein stukje fietsen verderop was het assortiment groter. Ik was blij toen mijn eigen supermarkt werd uitgebreid, want toen hoefde ik niet meer naar het gedateerde winkelcentrum met die veel te drukke Albert Heijn. Af en toe kom ik er nog wel eens en kronkel me dan tussen de winkelwagentjes door. Het winkelcentrum is gedateerd en uit zijn voegen gebarsten, en niemand, maar dan ook niemand wil dat het blijft zoals het is.
Middagvergadering van 25 juni 2015
44
Dus zijn er een jaar of acht geleden door deze gemeenteraad kaders en spelregels afgesproken, is er een uitvoerig participatietraject met bewoners uit de verschillende straten en buurten geweest, is het de hartstochtelijke wens van de ondernemers en winkeliers om ermee aan de slag te gaan, is er risicobereidheid van investeerders en willen we graag dat deze overheid betrouwbaar is en afspraken kan maken om alle tijd, moeite, geld en energie die door veel mensen in dit traject is gestoken, tot resultaten te laten komen. Maar er is verdeeldheid en mijn mailbox laat dat zien. De VVD-fractie ziet die verdeeldheid en vraagt zich af waar de beleving vandaan is gekomen dat de belangen zo verschillend zijn en mijlen ver uit elkaar lijken te liggen. Jammer, want "De Nieuwe Gaard maken we samen" zou zo'n fijn motto zijn geweest, zeker omdat iedereen een nieuwe De Gaard wil. Ik vind het zelf op zijn minst lastig uit te leggen dat deze raad wel roept over ruimte voor particulier initiatief en tegelijkertijd roept dat ondernemers en winkeliers die de verantwoordelijkheid en het risico willen nemen om daaraan invulling te geven voor onder andere het algemeen belang, moeten inleveren op hun belangen. De VVD-fractie vindt dat er genoeg gepraat, geluisterd, onderhandeld en aangepast is. Het aangepaste voorstel is voor ons voldoende. Het inpandig laden en lossen, de afstand tussen de flat en de straat op de Valetonlaan, de inpassing van het groen, de verkeersplannen, al die zaken zijn wat ons betreft voldoende aangepast en toegelicht. Wij begrijpen ook dat de omvang een probleem is en kunnen daarom meedenken over een oplossing. Maar er is één ding, en ik heb dit in beide commissievergaderingen uitgebreid laten weten en het zal de raad niet verbazen, maar de VVD-fractie vindt het plan voor betaald parkeer niet zo passend bij de afspraken die wij in deze stad hebben gemaakt. We dienen daarom graag een amendement in, samen met de fracties van D66, SP, CDA, ChristenUnie en de PvdA om daarvoor een andere oplossing te vinden. "Amendement 33. Geen betaald parkeren zonder draagvlak. De gemeenteraad van Utrecht in vergadering bijeen op 25 juni 2015, ter behandeling van het raadsvoorstel Herontwikkeling De Gaard en omgeving (strekt ter vervanging), constaterende dat -
in het coalitieakkoord is afgesproken dat draagvlakmetingen bepalend zijn voor het al dan niet invoeren van betaald parkeren en dit ook in de procedure is toegevoegd;
-
bij de draagvlakmeting in het deel van de wijk Tuindorp-Oost ten noorden van de Kapteynlaan een meerderheid van de respondenten zich heeft uitgesproken tegen de invoering van betaald parkeren in dit gebied;
-
het parkeerterrein Kapteynlaan/Lamerislaan onderdeel vormt van het gebied waarvoor de draagvlakmeting is uitgevoerd;
-
in het wijkbericht over de uitslag van de draagvlakmeting is aangegeven dat er in 2016 geen nieuwe peiling zal worden uitgevoerd;
besluit, -
beslispunt 5 van het raadsvoorstel te schrappen, waardoor wordt afgezien van het invoeren van betaald parkeren voor het parkeerterrein Kapteynlaan/Lamerislaan (ten noorden Kapteynlaan)."
Dit amendement is ondertekend door de mevrouw Ferket, de heren Işik, Brussaard, Schipper, mevrouw Uringa en mijzelf. Voorzitter! De VVD-fractie vindt dat we op dit dossier terug moeten naar de toekomst, iets waar sommige fracties in deze raad veel zin in hebben. Ik zou daarom willen zeggen, uiteraard tegen niemand in het bijzonder: nu vooruit, laten we gewoon voorstemmen.
Middagvergadering van 25 juni 2015
45
De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! De PvdA-fractie wil als eerste duidelijk gezegd hebben dat ze voorstander is van modernisering en verbetering van Winkelcentrum De Gaard. Daarover mag geen twijfel bestaan. Vanaf deze plek spreken wij onze waardering uit voor de bewoners, ondernemers en iedereen die betrokken is bij de totstandkoming van dit plan. Dit plan kent een lange geschiedenis. Recentelijk hebben wij twee raadsinformatieavonden en twee commissiebehandelingen gehad. Toch ligt er geen plan dat door de meerderheid in deze raad wordt gedragen. Het is teleurstellend dat het college tijdens de tafelgesprekken in de wijk niet eens het aantal vierkante meters, wat een probleem is, aan de orde heeft gesteld. Juist bewoners wilden praten over het aantal vierkante meters en niet alleen maar over het parkeren, het verkeer et cetera. Ik begrijp nog steeds niet dat het college willens en wetens het betaald parkeren doorzet, terwijl er een raadsbeslissing ligt dat het betaald parkeren pas kan worden ingevoerd als er in de wijk draagvlak is. Daarom heeft de PvdA-fractie het amendement van de VVD-fractie gesteund. Ik vraag de wethouder waarom hij handelt in strijd met de procedure die we hier raadsbreed hebben afgesproken. Ik heb hier graag een antwoord op. Tijdens de laatste commissiebehandeling van deze zaak zijn vier varianten aan de orde geweest: ten eerste het huidige voorstel van het college steunen, ten tweede het bruto vloeroppervlak verminderen met 200 m² – waarvoor de D66-fractie nu met een voorstel komt – ten derde het aantal bvo verminderen met 500 m² en ten vierde het afwijzen van het project. Niemand, ook de PvdA niet, is erbij gebaat om het project uit te stellen. Diep vanuit mijn hart geef ik een opdracht aan het college en dat is de volgende: ga praten met de projectontwikkelaar. Als antwoord op ons verzoek tijdens de raadsinformatieavond, te kijken of er ruimte is voor onderhandelingen zei de projectontwikkelaar: ja, er is ruimte. Daarom stel ik voor om het college terug te sturen naar de tekentafel en de ontwikkelaar, die bereid is om te kijken met hoeveel vierkante meter het plan kan worden verminderd. Mijn collega's zullen zeggen: heb je daarvoor een dekking? Laten we eerst die mogelijkheid onderzoeken, laten we serieus met elkaar gaan kijken met hoeveel vierkante meter het plan kan worden verminderd. De D66-fractie heeft gezegd: met 200 m². Volgens mij is dat een kleine correctie op een slecht plan. Wie zou dat niet kunnen steunen? Het is beter dan niets. Afhankelijk van het antwoord van de wethouder kan ik dat voorstel misschien ook steunen. Uiteindelijk wil mijn fractie een gedragen voorstel dat de meerderheid verdient in deze raad. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! De ultieme oplossing van de heer Işik vandaag is te gaan onderzoeken wat al onderzocht is. De financiële kaders die onder dit voorstel liggen, zijn toch al helder? Die gaan we toch niet om wat voor reden dan ook opnieuw onderzoeken? De VOORZITTER: We hebben hierover al een debat gevoerd en hoeven er niet uitgebreid over te spreken. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! Ik wil er toch antwoord op geven. Wanneer spreken we over een onderzoek? Dat is als het aantal vierkante meters tijdens de gesprekken met de bewoners niet op tafel ligt. Misschien kan de discussie over het aantal vierkante meters leiden tot het overtuigen van de bewoners. De bewoners hebben gezegd dat er met hen nooit over het aantal vierkante meters is gesproken. Mijn fractie vindt dat een duidelijk gemiste kans tijdens dat geweldige gesprek in de kerk; ik was erbij.
Middagvergadering van 25 juni 2015
46
Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! De PvdA-fractie zegt dat ze geen uitstel wil, toch vraagt ze een onderzoek. Dat begrijp ik niet. Wat is de oplossing van de PvdA-fractie? Ze maakt het voorstel van de D66-fractie af, dat mag, maar wat is dan haar oplossing? De heer IŞIK (PvdA): Mijnheer de voorzitter! Het college heeft altijd gezegd dat het een uitspraak van de gemeenteraad wil. Ik zou hebben gewild dat de D66-fractie zou zeggen: ga even in gesprek met de ontwikkelaar en de bewoners, bespreek het aantal vierkante meters en kom daarmee terug. Dat is niet gebeurd. D66 is regelmatig benaderd door dezelfde bewoners met wie wij hebben gesproken. Ze zeiden dat ze een inhoudelijk gesprek over het plan wilden, niet over de gevolgen van het plan. De inhoudelijke bespreking met de bewoners is onzes inziens nooit gevoerd. Excuses mijnheer de voorzitter, maar ik noem dat onderzoek. Deze zaak hoeft niet maandenlang met elkaar te worden besproken. Het enige wat de wethouder moet doen, is samen met de stakeholders om de tafel gaan zitten en een serieus inhoudelijk gesprek voeren over het aantal vierkante meters. Dan ben ik oprecht benieuwd wat de uitkomst wordt die we hier met elkaar kunnen delen. Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! Op een gegeven moment moeten we de verantwoordelijkheid nemen. We hebben met elkaar gesproken. De heer Işik vindt iets anders van de sessie die we in de kerk hebben gehouden. Blijkbaar vindt hij die niet goed genoeg. Wat gaat de PvdA-fractie doen? Zij spreekt steeds over terugsturen en terugsturen; ik begrijp dat niet. De heer IŞIK (PvdA): Mijnheer de voorzitter! Kan de D66-fractie mij dan overtuigen van het feit dat er wel duidelijk sprake is geweest van een inhoudelijke discussie over het aantal vierkante meters met de bewoners en de ontwikkelaar? En weet ze wat de uitkomst daarvan is? Nee. Het college heeft continu gezegd dat het een uitspraak van de raad wil hebben. De VOORZITTER: Daar zijn we nu mee bezig, vervolgt u uw betoog. De heer IŞIK (PvdA): Mijnheer de voorzitter! Mijn wens is dat de mogelijkheden echt worden onderzocht en dat er een inhoudelijke discussie plaatsvindt over het aantal vierkante meters. Die inhoudelijke discussie moet niet alleen tussen de projectontwikkelaar en de gemeente plaatsvinden, maar moet ook met de bewoners en de direct belanghebbenden worden gevoerd. Dit is wat de PvdA-fractie op dit moment wil zeggen. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Voorzitter! Over de modernisering van De Gaard hebben we de afgelopen maanden tweemaal in de commissie gesproken en beide keren was er geen meerderheid voor het SPvE, het stedenbouwkundig programma van eisen, zoals dat nu voorligt. En toch staat het vandaag op de agenda, de wethouder heeft het naar de raad gestuurd. Dat is in mijn herinnering nooit eerder gebeurd sinds ik sinds 2006 in deze raad kwam. Ik hoop dit niet nog een keer mee te maken, want de wethouder speelt hoog spel. We zien nu dat sommige partijen tegen heug en meug met een compromisvoorstel komen, terwijl wij vinden dat de wethouder dit zelf moet oplossen. Er zit veel frustratie bij dit onderwerp. Er zit frustratie bij omwonenden, of ze nu voor of tegen zijn. Er zit frustratie bij de ondernemers, de mensen die in de klankbordgroep zaten en de wijkraad en ik kan me voorstellen dat er ook frustratie zit bij de ambtenaren, maar er zit ook frustratie bij ons.
Middagvergadering van 25 juni 2015
47
De GroenLinks-fractie is voor modernisering en uitbreiding van Winkelcentrum De Gaard, met daarin ruimte voor een mix van grote en kleine winkels, een duurzaam winkelcentrum met ruimte voor ontmoeting en meer ruimte voor groen. Het is geenszins ons doel, noch onze wens geweest, op geen enkel moment, om dit plan te laten sneven voor de finish. Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! Waarom vroeg de GroenLinks-fractie dan om uitstel? Wat heeft de GroenLinks-fractie nog meer nodig? Dit plan duurt al zeven jaar. Wat is haar oplossing? De heer SCHIPPER (SP): Waarom heeft GroenLinks een dag voor de eerste commissiebehandeling in de krant laten optekenen dat ze tegen dit plan is? De heer ZWANENBERG (GroenLinks): De heer Schipper weet volgens mij heel goed dat je altijd moet kijken hoe je wordt geciteerd in de krant. Hij kan beter naar mij luisteren, de directe lijn en niet naar de krant; niks ten nadele van de meneer van de krant op de publieke tribune natuurlijk: een leuk bloesje. We hebben om uitstel gevraagd, omdat wij vinden dat het voorstel op dit moment niet naar de raad had mogen komen. We hebben nog nooit meegemaakt dat de wethouder zijn voorstel toch door laat gaan naar de raad, als er op dat moment geen meerderheid in de commissie is. Wij vinden dat de verantwoordelijkheid bij de wethouder ligt om hier te komen met een gedegen plan en met een dekking. Mevrouw Ferket heeft gevraagd of we geen verantwoordelijkheid willen nemen. Wij vinden dat ze bij de wethouder moet zijn voor die verantwoordelijkheid. Wij vinden het prima dat zij uiteindelijk, ondanks dat ze anders wil, tegen heug en meug gaat denken dat het niet anders kan en een beetje met het mes op de keel zegt: "we gaan voor minder, 200 m², terwijl we eigenlijk voor 500 m² willen gaan." De GroenLinksfractie wil die verantwoordelijkheid niet nemen. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! Ik hoor een heel belangrijke opmerking, dat er in de commissie geen meerderheid is. We hebben dat allemaal kunnen constateren. Maar de wethouder heeft toch willens en wetens het voorstel naar de raad gestuurd. Hoe beoordeelt de heer Zwanenberg dat? De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Het is altijd fijn om te horen dat ik heel zinnige dingen zeg. Ik heb net uitgebreid gezegd wat ik daarvan vind. We hopen dit niet nog een keertje mee te maken en we hebben dit nooit eerder meegemaakt. Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! De GroenLinks-fractie legt de verantwoordelijkheid bij de wethouder neer, maar toch zie ik hier geen fractie die verantwoordelijkheid neemt. De GroenLinks-fractie had de afgelopen maanden kunnen meedenken. We zitten hier nu. Twee weken uitstel maakt niet uit. Van ons wordt verwacht dat wij een keuze maken. Daarmee kunnen we het niet iedereen naar de zin maken, maar het is onze taak om een keuze te maken. De VOORZITTER: Dat had u ook in tweede termijn kunnen zeggen. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Ik begrijp dat ik het de D66-fractie misschien niet naar de zin maak. Maar u had ook mee kunnen denken? Kan mevrouw Ferket zich nader verklaren. Omdat zij voor 200 m² gaat heeft zij meegedacht en ik niet? Natuurlijk hebben wij gezocht naar een dekking, maar in de commissie zijn we ook duidelijk geweest. De woorden van mevrouw Ferket waren: de wethouder laat het voorstel nu doorgaan, terwijl het niet is aangepast en eigenlijk zou dat moeten. Dit staat zo in de notulen.
Middagvergadering van 25 juni 2015
48
Wij hebben toen gezegd dat er een oplossing moet komen van de wethouder voor een dekking, als een meerderheid van de commissie dat zegt. Ik kan dat nog een keer zeggen, maar raadsleden praten al veel te veel. Dus ik zal proberen hier een punt te zetten. Volgens mij waren wij altijd helder, er zit geen woord Spaans bij dat we dit plan te groot vinden. Wij vinden dat het een te grote claim legt op de openbare ruimte. Daarbij heeft de ontwikkelaar aangegeven te kunnen leven met de verkleining van 500 m². De heer SCHIPPER (SP): Heeft de GroenLinks-fractie altijd aangegeven dit plan te groot te vinden? Er staat mij toch echt bij dat het in de startnotitie en daarna duidelijk was wat de uitbreidingsruimte was. Nu is die minder en zegt de GroenLinks-fractie: "wij zijn hier altijd tegen geweest." Hou toch op. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Wellicht komen we nu in een semantische discussie terecht. Wij zijn altijd tegen de uitwerking van dit plan geweest. In maart waren we dat en in juni waren we dat ook. We begrijpen dat de SP-fractie nu een andere mening is toegedaan. Dat mag, maar wij hebben altijd gezegd dat we de uitwerking die we hebben gezien niet goed vinden. Mevrouw URINGA (ChristenUnie): Voorzitter! De CDA-fractie heeft zojuist een dekkingsvoorstel gedaan en een voorschotje genomen op haar inbreng. Wat vindt de GroenLinks-fractie van de dekking? De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Dat heb ik al tegen de heer Brussaard gezegd. Van een aantal voorstellen denken wij dat ze geen goede dekking opleveren. We hebben natuurlijk ook naar de herprogrammering gekeken van de middelen en we hebben er ambtelijk navraag naar gedaan om te zien of een aantal kansrijk was. Daar zien we de dekking niet in. Woningen zouden we eventueel wel wenselijk vinden. Maar we willen niet dat een amendement vrij breed is geformuleerd en niet een duidelijke dekking heeft, terwijl we er in gedachte wel achter staan. Dit kan namelijk betekenen dat er ergens een dekking wordt gehaald, bijvoorbeeld ten koste van de renovatie van het Jongeriuskantoor, waar wij niet achter staan. Wij vinden dat er een andere dekking moet komen. De ontwikkelaar heeft gezegd dat hij kon leven met 500 m² minder, ik heb dit al een paar keer gezegd. Op zich hebben wij ons enigszins pragmatisch daarop gericht, want van ons had het nog wel wat meer minder gemogen. Maar we wilden ons richten op die verkleining van 500 m², omdat die recht doet aan een aantal bezwaren die in de buurt leeft en ook recht doet aan de Visie Eykmanlaan die in deze raad is aangenomen – zeg ik tegen een aantal fracties – die stelt dat de Eykmanlaan vergroend zou worden met brede groenstroken en ruimte voor bomenrijen. Die verkleining doet ook recht aan de opgave van de startnotitie De Gaard, waarin bijvoorbeeld wordt gesproken over levendige plinten naar alle zijden, en specifiek de Eykmanlaan wordt genoemd. En het doet recht aan de aansluiting op de bestaande ruimtelijke structuur en bovendien ook recht – dat vinden wij misschien nog wel belangrijker – aan hoe GroenLinks aankijkt tegen duurzame stedelijke ontwikkeling. Met het huidige plan wordt de openbare ruimte opgeslokt, verdwijnen brede bermen en staan veel bomen straks in het asfalt op de parkeerplaats. De Eykmanlaan wordt inderdaad versmald, maar hij wordt niet groener, noch wordt deze aantrekkelijker. Dan heb ik het nog niet eens gehad over de bijkomende verkeersproblematiek en het fietsparkeren. Kortom, wat ons betreft is dit plan niet groen en niet toekomstbestendig. Ik eindig met een klein compliment over de duurzaamheidsambities, want al zien we de plannen an sich niet zitten, we zijn natuurlijk wel blij dat er gekeken wordt naar een duurzaam gebouw. Maar het mag natuurlijk altijd duurzamer. Daarom steunen we het amendement ingediend door de D66-fractie over een groene gevel en zonnepanelen, waarvan we vooral de eerste bullet van harte aanbevelen.
Middagvergadering van 25 juni 2015
49
Daar staat namelijk: "het inpassen van kwalitatief groen laat op dit moment te wensen over in dit SPvE." Dat is precies wat de GroenLinks fractie ook vindt. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Over de uitbreiding van De Gaard kan de PvdD-fractie kort zijn. We blijven bij de visie die we al diverse keren onder de aandacht hebben gebracht in de commissie. Het huidige plan voor de uitbreiding van De Gaard zorgt voor problemen, gaat ten koste van groen en heeft een grote aanzuigende werking op autoverkeer, wat uiteindelijk resulteert in verslechtering van de doorstroming en dus de luchtkwaliteit. We zullen dus vasthouden en vast blijven houden aan onze idealen en niet voor de huidige plannen stemmen. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! We hebben zojuist al een beschouwing gekregen over de geschiedenis, dus die zal ik achterwege laten in verband met de tijd. In de eerste commissievergadering heeft de CDA-fractie kritiek geuit op de punten verkeerontwikkeling, het verloren gaan van groen, de grootte van het winkelcentrum in relatie tot de buurt, de gevolgen van de uitbreiding voor winkelcentra in de buurt zoals Overvecht en bewonersparticipatie. De wethouder heeft de plannen toen teruggenomen en heeft in de tussentijd sessies laten organiseren in de Jeruzalemkerk. Deze sessies werden druk bezocht. Hieruit, en uit de input die we als raadsleden kregen, bleek de grote behoefte van buurtbewoners om in gesprek te gaan over de plannen. Ik heb het in de commissie al gezegd, maar de conclusie van de CDA-fractie luidt dat de participatie onvoldoende is geslaagd, alle geclaimde prijzen voor participatie en het werk van de klankbordgroep ten spijt. Na de eerste commissievergadering en bewonersavond kregen we een gewijzigd plan voorgeschoteld met inderdaad enkele verbeteringen. Maar de wethouder is één belangrijk ding vergeten, of hij heeft dat in ieder geval niet gedaan. Als hij goed zou hebben geluisterd naar de commissie – de heer Zwanenberg heeft dit al gezegd – zou hij hebben gehoord dat veel fracties de grootte van de uitbreiding zien als de bron van de negatieve aspecten van het plan. Ik herhaal het nog een keer – dit hebben andere fracties ook al gedaan – niemand, dus ook de CDA-fractie niet, is tegen uitbreiding van het winkelcentrum. En niemand is tegen renovatie. Het huidige winkelcentrum is verouderd en heeft een flinke opknapbeurt nodig. Maar ook bij het aangepaste plan dat nu voorligt, is de wethouder weggebleven bij het aanpassen van de grootte van de uitbreiding. Er is wat geschoven met groen en grijs, maar de zwarte buitenlijnen van de kleurplaat staan nog fier overeind. Zelfs na een commissievergadering waarin een grote meerderheid van de fracties weer meldde niet met de grootte van de uitbreiding te kunnen leven, heeft de wethouder het plan naar de raad gebracht. Beter luisteren van de wethouder naar de commissie en meer regie op het dossier hadden tijd en frustraties van bewoners, ondernemers, de wethouder zelf en de raadsleden kunnen schelen. Nu ligt er een onvoldragen plan waarvan de meerderheid in de raad vindt dat het kleiner moet worden, maar waar de wethouder over zegt: zoekt u de dekking en succes ermee. De CDA-fractie vindt dit de wereld op zijn kop, zeker omdat er eerst stevig onderhandeld mag worden met de ontwikkelaar, voordat we toekomen aan een eventuele dekking. De ontwikkelaar wil iets, namelijk uitbreiding van het winkelcentrum, en heeft iets nodig, namelijk de grond, een bestemmingsplan en een SPvE. De raad zegt tegen de wethouder: het plan is te groot. Volgens mij is dit een prima onderhandelingspositie om terug te gaan. Hij heeft dan gehoor gegeven aan zijn inspanningsverplichting – dit is net al genoemd – en hij kan met droge ogen zeggen dat die akelige raad er niet aan wil. Nogmaals, een prima onderhandelingspositie. En als de ontwikkelaar te veel financiële noten op zijn zang heeft, kan de wethouder rustig blijven zitten en zo min mogelijk doen.
Middagvergadering van 25 juni 2015
50
Ik heb het al gezegd, qua proces verdient dit plan geen schoonheidsprijs. Ik noemde al de bewoners die zich niet gehoord voelen door achtereenvolgens de klankbordgroep, de ontwikkelaar en de gemeente. Onduidelijke en ongelukkige communicatie over de exacte uitbreiding – de schijn werd namelijk gewekt dat de uitbreiding kleiner zou worden, maar dit bleek uiteindelijk toch niet zo te zijn – zo struikelt het plan of het proces wel naar de finish. Ook op de inhoud is en blijft het plan voor de CDA-fractie onvoldragen. Ik noem drie punten. Ten eerste betaald parkeren. In het coalitieakkoord is afgesproken dat betaald parkeren pas zal worden ingevoerd, nadat uit een draagvlakmeting blijkt dat daar behoefte aan is. Het college heeft dit geprobeerd in de buurt. Het resultaat is dat de buurt tegen is. En nu komt het, wat blijkt dan uit het eerste bouwplan dat de raad haalt? Het college zet een streep door deze afspraak uit het coalitieakkoord en de resultaten van de draagvlakmeting, en stelt voor om toch betaald parkeren in te voeren, zonder draagvlakmeting. Reden: anders komt het niet uit met het aantal parkeerplekken. Ook hier is in de voorbereiding iets misgegaan. Er is blijkbaar gegokt op het gegeven dat de buurt wel positief zou zijn over betaald parkeren in de draagvlakmeting. Dat is niet gebeurd. Maar respecteer dan wel de uitslag van de draagvlakmeting en kom met een andere oplossing. Wij zijn blij dat er nu een amendement ligt en daarom zullen we voor dit amendement van mevrouw Tielen stemmen. Ten tweede, de zichtlijnen worden versmald, er wordt niet gehandeld in lijn met de Visie Eykmanlaan, er verdwijnen bomen en wat er voor in de plaats komt, is nu niet bepaald een kwaliteitsverbetering. In de commissie is door de CDA-fractie het groen bij de parkeerplaats genoemd. De manier waarop oude en vitale bomen worden gerooid en kleine groene sprietjes op de parkeerplaats worden teruggezet, is voor de kwaliteit van het plan niet goed. De buitenkant van het winkelcentrum vormt hier een dode gevel. Ook hiervoor hebben we aandacht gevraagd en ook hier zijn verbeteringen mogelijk. Ten derde, de gevolgen voor de omliggende winkelcentra. Niet staat ter discussie dat ook een uitgebreid Winkelcentrum De Gaard goed bezocht zal worden. De kans op leegstand op deze locatie is klein. Op het Veemarktterrein komen er immers nieuwe woningen bij en Noordoost heeft al te weinig winkelruimte. Maar tijdens de vorige commissiebehandeling heeft de CDA-fractie aandacht gevraagd voor de omliggende winkelcentra die nu profiteren van het gegeven dat Noordoost te weinig vierkante meters heeft aan winkelruimte. Bijvoorbeeld Winkelcentrum Overvecht, dat nu al met leegstand kampt. De gevolgen van een veel groter De Gaard zullen daar worden gevoeld. Kortom, na Leidsche Rijn Centrum heeft het college bij De Gaard opnieuw geen enkel idee wat het gevolg is van een nieuwbouwplan voor bestaande winkelcentra in de omgeving. Er wordt alleen gekeken naar de gevolgen voor de wijk Noordoost, en dat is voor de CDA-fractie veel te eng. Procesmatig en inhoudelijk is het plan onvoldragen. En dan heb ik het nog niet eens over het ontbreken van een integrale ruimtelijke visie op Tuindorp Oost. Er zijn diverse projecten aan de gang: bij de Kapteynlaan, de groene kop van Tuindorp Oost en natuurlijk De Gaard zelf. Deze drie projecten hebben invloed op elkaar, bijvoorbeeld op het vlak van parkeren en verkeer. Wie bewaakt de samenhang van deze projecten? We hoorden voorbeelden van de ene projectleider dat er in het plan voor de Lamerislaan wordt geknepen, terwijl een ander zegt dat er een procesvoorstel ligt en een derde zegt dat zulke plannen helemaal niet bestaan. Graag een reactie van de wethouder. Voorzitter! Ik kan kort zijn, zoals het plan er nu ligt, kan de CDA-fractie niet instemmen. Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! Ik ben benieuwd naar de oplossing van de CDA-fractie. De CDA-fractie denkt hier nu gemakkelijk weg te komen en het plan 500 m² kleiner te kunnen maken. Daarbij zegt de CDA-fractie: wethouder, ga maar terug naar de onderhandelingstafel.
Middagvergadering van 25 juni 2015
51
Ik ben heel benieuwd naar het antwoord van de wethouder daarop, maar heeft de CDA-fractie niet gedacht dat als dit mogelijk zou zijn, die ruimte gegeven zou zijn? Vervolgens vraagt de CDA-fractie om aan de planoptimalisatie woningen toe te voegen. Dat schijnt ook niet te kunnen. Vervolgens vraagt de CDA-fractie om bij de meicirculaire het geld wat we op de plank hebben liggen in te zetten, terwijl we daarin een opgave hebben van € 10 miljoen. Dat geld hebben we niet. Van de vier punten die de CDAfractie heeft genoemd, blijft alleen de reserve over, maar daar gaat zij het niet meer redden. Ik hoor graag een reactie van de CDA-fractie. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Volgens mij val ik in herhaling. Ik heb vier punten genoemd. Mevrouw Ferket begon over de meicirculaire. We hebben van het college een brief ontvangen over de meicirculaire. Ik heb een dekking genoemd van € 500.000,00. Dat is een prima dekking. We hebben voorgesteld om de volgende volgorde te hanteren: eerst beter onderhandelen, dan meer woningen – daarvan zegt mevrouw Ferket dat ze niet weet of dit mogelijk is – vervolgens komen we toe aan nummer drie en als er dan nog ruimte nodig is, gaan we naar nummer vier. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Ik weet niet wat de CDA-fractie op dit moment beoogt, maar als de CDA-fractie er zo van overtuigd is dat er 500 m² minder moet worden gebouwd, had ze met een amendement moet komen. Wat de CDA-fractie nu doet, is niet instemmen met het voorstel. Ze heeft dekking gevonden. Ze had een amendement kunnen indienen ter beoordeling van de raad. Waarom doet de CDA-fractie niks? Waarom trekt ze niet gewoon haar keutel in en zegt ze: nee, we stemmen niet in? De VOORZITTER: Dit is nog maar de eerste termijn, er kan nog een tweede termijn komen. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Ik kan daarover kort zijn. Ik heb gezocht naar een dekking, die heb ik gevonden, alleen heb ik daarvoor geen meerderheid gekregen. Daarom heeft het niet zo heel veel zin om een amendement in te dienen. De heer SCHIPPER (SP): Nu begrijp ik het toch echt niet meer, want volgens mij zei de heer Brussaard op het eind van zijn betoog dat hij hoe dan ook tegen is, omdat er geen samenhangende visie ligt en nog een aantal andere redenen. Deze luchtballon loopt wel erg snel leeg. Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! Ik wil het heel helder hebben. Ik spreek mijn waardering uit voor de CDA-fractie dat ze heeft geprobeerd een dekking te vinden, maar drie van de vier genoemde punten zijn geen dekking, maar zijn het dekken van een tekort met een tekort. De wethouder heeft gezegd dat dit geen oplossing is. Ik vraag aan de CDA-fractie te zeggen dat ze geen dekking heeft gevonden. De heer BRUSSAARD (CDA): Mijnheer de voorzitter! De dekking is er zeker, alleen niet de dekking die mevrouw Ferket fijn vindt, omdat de wethouder Financiën heeft gezegd dat we daar niet aan mogen komen. Volgens mij gaat de raad daarover en bepaalt die wat zijn dekking is. Ik heb een dekking gevonden, alleen wil mevrouw Ferket daar niet aan. Mijn conclusie is dat mevrouw Ferket er geen zin in heeft en de bewoners blijkbaar niet belangrijk genoeg vindt.
Middagvergadering van 25 juni 2015
52
De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Ik vind dit uitermate vreemd. De heer Brussaard trekt een grote broek aan, maar legt het amendement niet op tafel. Het had hem gesierd als hij dit wel had gedaan, absoluut. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Ik heb zojuist gezegd dat er een dekking is gevonden door de CDA-fractie en dat ik heb gezocht naar een meerderheid. Die meerderheid is er dus niet, daarom heeft die dekking niet zoveel zin en zijn we gewoon tegen het voorstel. De VOORZITTER: Niet te veel herhalen, dit was de eerste termijn van de CDA-fractie. Maar ik zie dat de heer Schipper haar niet zo gemakkelijk laat wegkomen. De heer SCHIPPER (SP): We zitten toch in de raad om een debat te voeren. Misschien had de heer Brussaard ons zomaar kunnen overtuigen met een solide dekking. Ik acht het onwaarschijnlijk, maar ik laat me graag overtuigen. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! Ik vind dat gemakkelijk van de heer Schipper. Als de wethouder de inhoudelijke discussie had gevoerd over het aantal vierkante meters, samen met de bewoners en de projectontwikkelaar, dan had hij kunnen zeggen met hoeveel vierkante meter het plan verkleind zou kunnen worden en met hoeveel niet. Die inhoudelijke discussie is niet gevoerd. Het is makkelijker om het balletje bij de CDA-fractie te leggen om met een dekking te komen. De wethouder moet in eerste instantie gewoon het debat voeren en gaan onderhandelen, dan zien we wel wat de uitkomsten daarvan zijn. De VOORZITTER: We krijgen straks de wethouder nog aan het woord, dan kunt u het hem zelf vragen. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! De bal bij de CDA-fractie leggen, is gemakkelijk. De bal ligt volgens mij in eerste instantie bij het college. Het college schuift die bal door naar de CDA-fractie. Wij hebben onze plicht gedaan, zeg ik ook tegen de heer Bos en mevrouw Ferket, en we hebben gezocht naar een dekking. Alleen heb ik daarvoor geen meerderheid gevonden. Maar wij hebben in ieder geval gezocht en dat kunt u van het college niet zeggen. Mevrouw URINGA (ChristenUnie): Voorzitter! Ik voel bereidheid bij fracties om alsnog naar het voorstel van de heer Brussaard te kijken. Ik heb het nog niet gezien, dus misschien behoor ik tot de meerderheid die daar nog niet naar heeft kunnen kijken. Is de heer Brussaard bereid om in tweede termijn alsnog zijn voorstel in te dienen? De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Daar zal ik even over nadenken. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Participatie van bewoners bij een ontwikkeling als deze is erg belangrijk. Wij zijn groot voorstander van het zorgvuldig afwegen van alle verschillende belangen. En ook in dit geval is dat gebeurd. Aan het begin van de planontwikkeling zijn er voor De Gaard ontwikkelkaders besproken en vastgesteld door de raad, inclusief het participatieproces. De raad luistert om de ideeën van de bewoners van de stad zoveel mogelijk tot hun recht te laten komen. Er moet echter ook zekerheid zijn voor omwonenden in dit grote gebied, ondernemers, de hele stad, over Winkelcentrum De Gaard dat past in deze tijd, en dat zie ik in dit proces niet terug, integendeel.
Middagvergadering van 25 juni 2015
53
Dat nieuwe De Gaard wordt gewenst door een heel grote groep. Als we kijken naar het groeiende omzetgebied in Noordoost, past een groot winkelcentrum daar heel goed bij in een wijk met voldoende voorzieningen en groen. Maar dit debat laat de bouw van het nieuwe De Gaard aan een dun draadje hangen. Volgens de fractie van Student & Starter moet na jarenlang uitstel nu maar eens gebouwd worden. In de anderhalf jaar tijd die ik nu in de raad zit, heb ik al veel te vaak moeten meemaken dat participatietrajecten steeds maar over en over moeten worden gedaan en projecten eindeloos worden uitgesteld. Participatie is goed, maar moet wel strak worden afgekaderd, want er blijven altijd belanghebbende die niet volledig tevreden zullen zijn met de uitkomst van zo'n traject. En ja, een gecoördineerde emailactie is moeilijk te negeren, maar het is onze taak om belangenafwegingen zuiver en consistent te houden. De kaders zijn in dit geval al lange tijd geleden vastgesteld. Dat was het moment van participatie. Het proces dat we de afgelopen maanden achter ons hebben met het steeds maar weer opnieuw uitstellen van besluitvorming en het in twijfel trekken van reeds vastgestelde kaders, bevalt ons niet. Voor een stad die sterk in ontwikkeling is, moeten we voor dit soort zaken zeer oppassen. Uit de signalen die ons bereiken, blijkt dat ontwikkelaars dit bepaald niet kunnen waarderen en daarom liever hun heil zoeken in andere steden. Dat lijkt ons geen gewenste ontwikkeling, willen we in Utrecht een beetje kunnen doorbijten. Wij willen dat de ontwikkeling van het nieuwe De Gaard nu eindelijk doorgang vindt. Het voorstel is wat ons betreft prima, maar ik wacht het antwoord van de wethouder af op de ingediende moties en amendementen, om te kunnen aanvoelen wat de beste wijze zal zijn om het voorstel aangenomen te krijgen. De heer IŞIK (PvdA): Mijnheer de voorzitter! Hoe kan de heer Menke instemmen met een voorstel als met de bewoners niet is gediscussieerd over het aantal vierkante meters? Ik kan me voorstellen dat de heer Menke zegt dat participatie grenzen moet kennen; daar ben ik het mee eens. Maar tijdens de participatie moet wel een inhoudelijke discussie worden gevoerd over het plan. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Die discussie is volgens mij zeven jaar geleden gevoerd, laten we die niet opnieuw voeren. Mevrouw URINGA (ChristenUnie): Voorzitter! Slag om De Gaard. Laat ik beginnen met te zeggen dat de ChristenUnie-fractie overtuigd is van de vernieuwing en uitbreiding van De Gaard als wenselijke en noodzakelijke ontwikkeling. De argumenten hiervoor hebben we uitgebreid behandeld in de commissievergadering. Dat er uitgebreid is gesproken over dit onderwerp, heeft in ieder geval geleid tot enkele verschuivingen en aanpassingen, wat we er ook van mogen vinden, in ieder geval tot een gewijzigd voorstel. Bij de entree zijn op verzoek van de ChristenUnie-fractie extra opstelplaatsen voor rouw- en trouwauto's ingetekend voor de Jeruzalemkerk. Daartoe kan een consultatie leiden; dank aan de wethouder. Voor de ChristenUnie-fractie blijven nog enkele bezwaarlijke punten over. Het eerste is de omvang van het nieuwe De Gaard. We hebben vorig jaar bij Raad in de Wijk goed geluisterd naar de omwonenden, want toen maakten we ook al een rondje langs het oude winkelcentrum. Iedereen die daarbij aanwezig was, gaf duidelijk aan dat er iets moest gebeuren. Toen wisten we nog niet wat uiteindelijk het voorstel zou zijn wat we vandaag bespreken, maar duidelijk was dat modernisering nodig was.
Middagvergadering van 25 juni 2015
54
Wij zijn er ook voor dat er minder vierkante meters komen en daarom heb ik zojuist tegen de heer Brussaard gezegd dat we er serieus naar willen kijken als er een voorstel zou liggen voor meer vierkante meters minder, want we hebben de bewoners goed gehoord en gelezen wat ze geschreven hebben. Op dit moment ligt er één voorstel, en dat is het voorstel van de D66-fractie. We zullen daarmee instemmen als compromis. Het tweede punt gaat over parkeren. Mevrouw Tielen heeft daarover een amendement ingediend: "Geen betaald parkeren zonder draagvlak." Ook dat past bij de afspraken die we hier eerder in de raad hebben gemaakt, dus dat zullen we steunen. Tot slot, want daarover heeft de D66-fractie een amendement ingediend, iets over de reservering die niet kan worden besteed aan een kwalitatieve impuls door het winkelcentrum te verkleinen. Dit betekent dat daarmee een minder duurzame groene impuls kan worden gegeven. Daarom steunen wij het tweede amendement over het toevoegen van een groene gevel aan de zijde van de Eykmanlaan en Kapteynlaan en het toevoegen van zonnepanelen, als een goede verbetersuggestie. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Volgens mij bestaat er niet zoiets als een socialistisch winkelcentrum, een liberaal winkelcentrum, een GroenLinks winkelcentrum, maar bestaat er misschien wel zoiets als een democratisch winkelcentrum. 80% van de wijk Noordoost ziet de uitbreiding en vernieuwing van De Gaard zitten in de vorm die nu voorligt. De wijkraad is voor, de winkeliers zijn voor en de klankbordgroep is voor. De VOORZITTER: De heer Brussaard mist het christendemocratisch winkelcentrum, denk ik. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Gelukkig zijn die er niet en zijn er ook geen socialistische winkelcentra. Mijn vraag is: hoe komt de heer Schipper aan die 80%, waar heeft hij die vandaan? De heer SCHIPPER (SP): Er zijn in de loop van de tijd diverse peilingen in de wijk gehouden waaruit dit percentage naar voren komt. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! De heer Schipper bedoelt waarschijnlijk een peiling van Top Vastgoed, de eigenaar van het winkelcentrum. De heer IŞIK (PvdA): En hoe zijn de vragen gesteld? Bent u voor uitbreiding van zoveel vierkante meter, of niet? De heer SCHIPPER (SP): Het gaat niet alleen om dit onderzoek, ook uit eerdere peilingen in de wijk en de uitkomst van de gesprekken met de klankbordgroep en de wijkraad haal ik dit percentage. Grosso modo ziet men het winkelcentrum zitten in uitgebreide vorm. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Waarom noemt de heer Schipper specifiek die 80%? Laat hij zich graag voor het karretje spannen van een projectontwikkelaar? Waar is hij nou mee bezig? De VOORZITTER: Zo kennen we de heer Schipper allemaal! De heer SCHIPPER (SP): Zal ik zeggen hoe wij ertegenaan kijken? De wijkraad is voor, de winkeliers zijn voor, de klankbordgroep is voor en 100% van de raad was voor in 2008.
Middagvergadering van 25 juni 2015
55
De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! De heer Bos gaat er niet op in, maar ik zou wel graag willen weten waar die 80% vandaan komt. Ik heb er zojuist om gevraagd en krijg geen antwoord. De heer Schipper noemt allerlei onderzoeken, maar 80% is een heel specifiek percentage. Ik wil weten waar hij dat precies vandaan heeft. De heer SCHIPPER (SP): Als ik de stukken lees en alles wat eronder ligt, kom ik tot deze conclusie. Voorzitter! De samenwerkingsovereenkomst dateert uit 2012. Dat is door een vorig college vastgesteld. In 2014 is een nieuw college hiermee verder gegaan. De SP-fractie is goed voor de handtekening die ze onder het coalitieakkoord heeft gezet: geen haakse bochten en gewoon consistent beleid met wat eerder is afgesproken met de vastgoedontwikkelaar en met de buurt. Ik heb dan ook geen begrip voor de fracties die nu de verantwoordelijkheid uit hun handen laten vallen en die haar al die zeven jaar hebben gedragen. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Voorzitter! Ik val een klein beetje van mijn stoel. Volgens mij ligt het primaat altijd bij de raad. Begrijp ik nu goed dat de heer Schipper zegt dat de SP-fractie, omdat de SP in het college zit, voor dit plan zal stemmen? De VOORZITTER: Dan zou ik ook bijna van mijn zetel vallen. De heer SCHIPPER (SP): Het primaat ligt bij de raad, maar de heer Zwanenberg weet net zo goed als ik dat wij in het coalitieakkoord hebben afgesproken dat we geen haakse bochten maken. Als we op dit moment dit plan, waaraan zeven jaar is gesleuteld, waarover het vorige college in 2012 een vaststellingsovereenkomst heeft gesloten… de heer Zwanenberg moet nu niet doen alsof dit een nieuw plan is, want dat is het niet. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Ik kijk heel blanco, terwijl de heer Schipper volgens mij heel boos is. Ik begrijp die haakse bocht van de heer Schipper niet. Ik weet wel dat de heer Schipper in het verleden nooit moeite had om tegen uitbreidingsplannen van winkelcentra te stemmen, zoals bij het Groeneweg-middenterrein. Volgens mij hebben we met dit college over een aantal zaken afspraken gemaakt. Voor het overige hebben we gezegd dat we het primaat bij de raad laten, de grote wens van D66 en GroenLinks, en we per onderwerp over bepaalde dingen zullen besluiten. Ik zou de woede niet op de fractie van GroenLinks richten, maar constructief inzetten. Mevrouw FERKET (D66): Voorzitter! Het primaat bij de raad leggen betekent ook constructief met oplossingen komen. Volgens mij is dat wat de heer Schipper hier doet. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Dan moet ik natuurlijk weer reageren. Ik vind het zo fascinerend dat de D66-fractie een grote verkleining wilde en nu onder druk wordt gezet, omdat dit onderwerp nu toch in de raad wordt behandeld. Zij gaat door de bocht en noemt dat constructief zoeken naar een oplossing. Dat vind ik een haakse bocht. De heer SCHIPPER (SP): De heer Zwanenberg haalt heel oude koeien uit de sloot. Als hij straks tijdens de schorsing even met de heer Wijlhuizen praat, kan hij vragen wanneer de heer Wijlhuizen met het Winkelcentrum Groeneweg bezig was. Dat was namelijk in 2005 en toen waren we het vanaf het begin niet eens met de uitbreiding; wel even de feiten op een rij.
Middagvergadering van 25 juni 2015
56
Voorzitter! Als fractie erf je iets als je in het college gaat zitten. Bijna iedere fractie hier in de zaal heeft die ervaring een keer gehad, ook mijn fractie in 2008. Dan gaat het niet aan om aan het eind van de rit te zeggen: "ah ah, dat gaan we niet doen". De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Geinig, dit is toch een andere houding van de SP-fractie. Vroeger was die fractie tegen heel veel bouwplannen als er maar één boze burger was. Of anders orkestreerde de SP wel de boze burgers. Het punt is dat de heer Schipper vergeet dat hij winkelt in het beleid. Er ligt een Visie Eykmanlaan die hier strijdig aan is. Hij verwijst telkens terug. Ik begrijp dat op zich wel en dat kan ook wel, maar dit klopt dan toch ook niet? Hoe ziet hij dit voorstel ten opzichte van de Visie Eykmanlaan? Mevrouw TIELEN (VVD): Ik roep iedereen op om met elkaar een normaal constructief debat te voeren. Het jij-bakken en de u-bochten werken volgens mij niet. Ik heb in mijn betoog gezegd dat volgens mij iedereen wil dat er iets gebeurt. Laat we met elkaar bekijken hoe we dat doen en niet persoonlijk worden in het debat. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Dat vind ik ook. De Visie Eykmanlaan en dit plan: het plan bevindt zich binnen de kaders die we ooit hebben afgesproken, en zelfs ruim daarbinnen. Het aangepaste raadsvoorstel kan dan ook de steun van mijn fractie wegdragen, behalve het betaald parkeren, dat is gebleken uit onze handtekening onder het amendement. Dat is namelijk in rechtstreekse tegenspraak met ons eigen beleid. Er ligt ook een amendement om 200 m² af te halen van de uitbreiding bij de Valetonlaan. Dat is niet gratis en we kunnen het geld maar één keer uitgeven. Mijn fractie ziet voordelen in dit voorstel, namelijk meer ruimte bij de Valetonflat. Gebrek aan ruimte daar heeft mijn fractie in eerste instantie bij de eerste commissiebehandeling als bezwaar aangevoerd. We zien dat er volledige compensatie is van water als we het plan met 200 m² verkleinen en we zien dat er vrijwel geen noodzaak is tot extra parkeerplaatsen, een stuk of twee, als gevolg van het wegvallen van betaald parkeren; dat amendement heeft een dikke vette meerderheid. We zien uit naar de beantwoording van het college, maar we neigen ernaar om aan dat amendement steun te geven. Uiteraard zijn we voor de extra vergroening en verduurzaming in de vorm van een groene gevel aan de Eykmanlaan en de zonnepanelen op de daken, als daarvoor ruimte is. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! Volgens mij was de heer Schipper ook bij de tafelgesprekken in de kerk. Daar hebben heel veel bewoners hun ongenoegen geuit over het feit dat niet werd gesproken over het aantal vierkante meters. Hoe beoordeelt de heer Schipper dit ongenoegen? De heer SCHIPPER (SP): Dan hebben ze lange tijd niet opgelet. We horen van alle kanten dat er de afgelopen zeven jaar heel veel is gepraat over het winkelcentrum. Ik heb in de eerste en in de tweede commissiebehandeling gezegd dat wij kunnen leven met deze uitbreiding, omdat die binnen de kaders ligt met wat met de PvdA-wethouders, de wethouders van de heer Işik, is afgesproken. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! Natuurlijk hebben mijn wethouders met de heer Schipper of andere collega's in de raad die visie vastgesteld. Maar ik stel de heer Schipper een zeer concrete vraag. Ik herhaal die vraag: hoe beoordeelt de SP-fractie dat er nooit met de bewoners over het aantal vierkante meters is gesproken, gediscussieerd?
Middagvergadering van 25 juni 2015
57
De heer SCHIPPER (SP): Ik denk dat dit niet waar is. De VOORZITTER: Mijnheer Işik, u hebt dit vier keer aan alle fracties gevraagd en daarop antwoord gekregen. Het is nu wel duidelijk wat u van dit punt vindt. De heer IŞIK (PvdA): Het is niet juist dat dit niet waar is. Ik kan aan de hand van reacties, e-mails, laten zien dat het wel waar is. De VOORZITTER: Waarvan akte. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Het is van het grootste belang dat we vanavond een besluit nemen, want een planproces van zeven jaar is natuurlijk belachelijk lang. De wijk wacht erop, de winkeliers wachten erop en de ontwikkelaar richt de openbare ruimte opnieuw in, iets wat vele malen duurder zou zijn als we dat zelf zouden moeten doen; dat geef ik de raad ook maar even mee. Het winkelcentrum is aan een facelift toe. En mijn fractie kan dus goed leven met het democratisch winkelcentrum, wat het nu uiteindelijk is. We roepen de raad op om vandaag dat besluit te nemen. De VOORZITTER: Dames en heren! Dit was de eerste termijn van de raad. Ik kijk even met u naar de klok, want de behandeltijd die we voor nu hadden vastgesteld, is inmiddels verstreken. Ik vermoed dat als wij wethouder Jansen aan het woord laten, we niet voor 18.00uur zijn met de eerste termijn. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Ik zal mijn uiterste best doen. De VOORZITTER: Mijn opmerking heeft niet betrekking op wethouder Jansen, maar op het feit dat ik verwacht dat u allen een interruptie wilt plaatsen om het debat te kunnen voeren. Ik leg aan de raad de vraag voor of we nu de eerste termijn afmaken voor de dinerpauze, of dat we nu de pauze inlassen. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! De VVD-fractie wil graag de eerste termijn van de kant van het college afronden voor het diner: doorgaan dus De heer ROODENBURG (D66): Voorzitter! Ik zit een beetje met de tijd. We hebben een bepaalde planning gemaakt en ik weet wat er achteraan op de agenda staat. Volgens mij was er een fractie die heeft gevraagd of we dat nog zouden kunnen behandelen. Mijn vraag is alleen maar: gaan we dan eerder beginnen en hoe zit het met de planning aan het eind van de vergadering op donderdagavond 9 juli? De VOORZITTER: Dat maakt voor nu niet zo veel uit. U hebt de spreektijd die u hebt en als die op is, is die op. Die past binnen de behandeltijd. De heer SCHIPPER (SP): Misschien is het handig de wethouder te vragen welke indicatieve beantwoordingstijd hij nodig heeft. De heer JANSEN (wethouder): Exclusief interrupties tien minuten tot een kwartier, maximaal. De VOORZITTER: Dan bent u er zelf bij.
Middagvergadering van 25 juni 2015
58
Mevrouw HAAGE (PvdA): We kunnen ook nu stoppen en een halfuur eerder beginnen, dus om 19.30 uur. De VOORZITTER: Dat is niet het voorstel wat ik heb voorgelegd. Ik maak eerst het rondje af. De heer Gilissen heeft gezegd dat de VVD-fractie door wil gaan. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Wat mij betreft stoppen we nu en gaan we eten. Dan kan ik nog even naar mijn amendement kijken. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Ik vermoed zomaar dat mijn fractie na de eerste termijn van de wethouder behoefte heeft aan een schorsing. In die zin zou het handig zijn nu door te gaan, want dan hebben we daarvoor het diner. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Ik ga liever nu door met de eerste termijn van de wethouder. Mevrouw URINGA (ChristenUnie): Voor de ChristenUnie-fractie geldt hetzelfde. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Er begint een Gast van de Raad om zeven uur waar raadsleden naartoe gaan. We hebben dus geen enkele mogelijkheid om eerder te beginnen dan acht uur. Van zeven uur tot acht uur zitten we met mensen die we zelf hebben uitgenodigd. Wat mij betreft stoppen we nu en heeft iedereen nog eventjes de tijd om te kunnen eten. De heer ROODENBURG (D66): Voorzitter! Nu even doorgaan en gewoon om acht uur beginnen. De VOORZITTER: Ik constateer dat er een meerderheid is om nu de eerste termijn af te maken. Ik stel voor om dat heel gezwind te doen. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Deze wethouder is 61 jaar oud en heeft zijn beste tijd gehad, althans, ik geloof in vooruitgang en met mijn geloof daarin denk ik dat de jeugd de toekomst heeft. Daarom ben ik aangenaam verrast dat de heer Menke namens de fractie van Student & Starter naar mijn mening de spijker op zijn kop heeft geslagen door erop te wijzen dat we moeten proberen aan de ene kant serieus te luisteren naar de mensen in onze stad – Utrecht maken we samen – maar aan de andere kant niet voortdurend te denken dat er nog weer een optimalisatie mogelijk is en nog weer een. Het plan is er een schoolvoorbeeld van dat we op die manier zeven jaar hebben kapotgeslagen. En aan het eind van de rit weet niemand meer wat we aan het begin van de rit hebben afgesproken. Wat hebben we aan het begin van de rit afgesproken? Daar heeft de heer Menke ook op gewezen: heel heldere kaders. Mijn sociaaldemocratische voorganger de heer Bosch heeft klip en klaar vastgesteld wat het kader was en daar heeft de raad toen raadsbreed, inclusief de toenmalige woordvoerders de heren Zwanenberg en Schipper van gezegd: dat is het. We zouden kunnen leren dat we misschien in dat stadium nog wat actiever zouden moeten zijn om iedereen duidelijk te maken wat die kaders betekenen. Dat lijkt mij een zeer goede les. Ik hoop dat we in deze collegeperiode daarop bij nieuwe plannen een voorschot hebben genomen. Maar we moeten natuurlijk onze eigen kaders serieus nemen. Een aantal woordvoerders heeft gezegd dat hun de uitwerking niet bevalt. Nee, dit is niet de uitwerking waar een aantal mensen om vijf voor twaalf op terugkomt. De grootte van het winkelcentrum is een van de principes waar we mee beginnen. Hoe zijn de kaders?
Middagvergadering van 25 juni 2015
59
Daar bouwen we vervolgens op verder en aan het eind van de rit komen we bij de uitwerking. De uitwerking past gewoon – dit heeft een aantal mensen al gezegd – niet een beetje, maar ruimschoots binnen de kaders. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! Ik luister verbaasd naar de wethouder. Hij zegt dat we onze eigen kaders serieus moeten nemen. Daar ben ik het mee eens. Dan zou ik zeggen dat bij het invoeren van betaald parkeren de eigen kaders ook serieus moeten worden genomen. Waarom gebeurt dat niet? De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Ik vind het ook curieus dat het niet om de uitwerking gaat, maar om de kaders die we hebben meegegeven. De wethouder zegt eigenlijk dat we ooit in 2007 iets hebben afgesproken en dat we daar niet meer over hoeven te praten, omdat dit het dus is. Maar volgens mij zijn we ook gekozen als raadslid om onze visie te geven op een plan dat is uitgewerkt en hier voorligt. Dat is precies wat we hebben gedaan, dus ik ben het niet eens met de wethouder. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Het principe is dat de raad eerst de kaders vaststelt. Dat kan een startnotitie zijn of een SPvE. Het bestemmingsplan is de verdere uitwerking van het SPvE. Daarom is het uitgangspunt wat we volgens mij altijd hebben gedeeld, dat iedere uitwerking blijft binnen de kaders die oorspronkelijk zijn vastgesteld. Dat is een elementair beginsel van behoorlijk bestuur. Dat is niet alleen van belang voor onszelf, maar ook voor de mensen waarmee we werken: bewoners, maar ook ondernemers, mensen met wie we afspraken hebben gemaakt en die er inmiddels ook zeven jaar mee bezig zijn en er heel veel tijd en geld in hebben gestoken. Het lijkt me een beginsel van fatsoenlijk bestuur dat we ons daaraan houden en blijven houden, of we nu in de coalitie of oppositie zitten. De heer ZWANENBERG (GroenLinks): Dan ben ik benieuwd hoe de wethouder er tegenaan kijkt dat heel veel zaken uit te Visie Eykmanlaan hier terzijde worden geschoven. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Dat vraagt de wethouder zich af. Ik denk dat de Visie Eykmanlaan in hoge mate wordt gerealiseerd. Groen en water worden door deze raad heel belangrijk gevonden. Aan de kop van de Eykmanlaan komt er bijvoorbeeld 6000 m² waterberging bij. Dit gebied behoort overigens tot de groenste gebieden van Utrecht, gelukkig. Er zijn schitterende volkstuinen in het gebied en daar komt de kop van de Eykmanlaan bij. Dat is heel waardevol, daar moeten we zuinig op zijn en daar zijn we ook zuinig op. Ik vraag me af waar de analyse vandaan komt dat we ons niet aan de Visie Eykmanlaan zouden houden, want die wordt juist in hoge mate nagestreefd. We hebben een heftige periode achter de rug. We hebben drie maanden genomen voor een extra ronde om met bewoners, omwonenden en andere geïnteresseerden het plan nog wat verder te optimaliseren. Terecht is geconstateerd dat daarbij niet het oppervlakte van het gebied heel fundamenteel aan de orde is gesteld. Er is wel naar gekeken wat de technische mogelijkheden zijn om het oppervlakte iets terug te brengen; dat is maximaal 500 m². Dit is door de ontwikkelaar zelf aangegeven. Er is ook berekend wat dit kost, want dat moet uiteraard worden betaald. De manier waarop dit betaald moet worden, is vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst met de ontwikkelaar. Die is transparant, de raad heeft daarvoor in blauw de rekensom gezien en volgens mij klopt die rekensom. Die drie maanden hebben opgeleverd dat het plan in een aantal opzichten beter is geworden. Dit hebben we teruggehoord op de twee raadsinformatieavonden. Ook de geharnaste tegenstanders die het plan als zodanig niet goed vinden, vinden dat ze een aantal verbeteringen hebben bereikt in de afgelopen maanden. Dat lijkt mij een vooruitgang.
Middagvergadering van 25 juni 2015
60
Het lijkt me een grote vooruitgang dat nu heel Utrecht weet waar De Gaard ligt. Dit lijkt me goed voor de toekomstige en bestaande ondernemers in dat winkelcentrum. Per saldo zijn de afgelopen drie maanden een goede investering geweest. Op dat punt mogen we af en toe onze zegeningen tellen. Voorzitter! Ik ga kort de thema's langs die zijn aangevoerd door de verschillende fracties. De heer Bos, maar daarna ook de CDA-fractie, heeft twijfels geuit over het economisch draagvlak en de visie van het college over de uitbreiding van de winkelvoorraad. Hij zei dat we Overvecht en Kanaleneiland gaan uitbreiden. Ik herken dat niet. We hebben onlangs in Kanaleneiland de afspraak met de eigenaar aangepast. Winkelcentrum Kanaleneiland wordt helemaal niet uitgebreid, maar gemoderniseerd. Het blijft grosso modo hetzelfde. Dat is veel minder dan we in het verleden gedacht hadden. Bij Winkelcentrum Overvecht heb ik als raadslid meegemaakt dat er 16.000 m² uitbreiding stond gepland; dat is ook van de baan. De VOORZITTER: Ik wijs de heer Bos en de wethouder erop dat we deze discussie uitgebreid hebben gevoerd in de commissie. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Ik zeg maar één ding tegen de wethouder: leest u Ontwikkelingskader Detailhandel 2012. Dat staat nog steeds, want de wethouder handelt vanuit dat kader. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Ik geef antwoord op de feitelijke stellingen van de heer Bos over Kanaleneiland en Overvecht; die kloppen gewoon niet, althans, volgens mijn informatie. De heer Bos heeft ook gezegd dat er een enorme stijging is van internetverkoop naar 22%. In de commissie heb ik dat even nagetrokken via de afdeling Economische Zaken. Op dit moment is er sprake van 7% internetverkoop en specifiek voor de dagelijkse inkopen 1%. De VOORZITTER: Dit is uitgebreid in de commissie behandeld. Ik vraag de wethouder om alle zaken die uitgebreid in de commissie zijn besproken niet opnieuw op te rakelen, want dan wordt het 19:30 uur voordat we klaar zijn met deze sessie. De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Noordoost is de wijk met de laagste hoeveelheid vierkante meters winkeloppervlak per inwoner. Er is sprake van een groot tekort en er komen 2500 inwoners bij op het Veemarktterrein, op het gebied van Careyn en een aantal kleinere locaties. Alleen al die uitbreiding met 2500 inwoners rechtvaardigt de uitbreiding van het winkelcentrum. Kortom, ik bestrijd de stelling van de heer Bos dat er sprake is van een overdadige uitbreiding op deze plek die ten koste gaat van andere gebieden. Als de raad instemt met Winkelcentrum Overvecht – daar ga ik van uit – gaan we op de NPDstrook, pal tegen het winkelcentrum aan, binnenkort honderden woningen bijbouwen. Dat is een vergroting van het voedingsgebied van Winkelcentrum Overvecht. Kortom, we bouwen niet alleen in dit gebied, we bouwen gelukkig in de hele stad, want Utrecht groeit naar 400.000 inwoners en meer inwoners betekent dat we af en toe ergens vierkante meters winkelruimte moeten bijbouwen. Mevrouw Ferket van D66 heeft opgemerkt dat er veel belangstelling is vanuit de ondernemers, zittende en nieuwe, voor het huren van ruimte in De vernieuwde Gaard. Ik wijs erop dat dit niet alleen voor winkels is, maar ook voor horeca en ondersteunende dienstverlening. Kortom, het palet aan activiteiten in het winkelcentrum wordt completer. Ze heeft ook gezegd dat het plan kleiner moet. Dit is ook door de direct omwonenden bij herhaling naar voren gebracht. Het dilemma is natuurlijk dat dit geld kost, omdat er al afspraken zijn gemaakt.
Middagvergadering van 25 juni 2015
61
Het is ons gelukt om voor 200 m² verkleining dekking te vinden. Dat is niet gelukt voor 500 m² – mijn collega's en ik hebben daar heel hard naar gezocht – omdat een greep in de Reserve Stedelijke Ontwikkeling geen valide dekking is, zeg ik met name tegen de heer Brussaard. Als we daar gebruik van maken, moeten we aanwijzen welk project we daarvoor schrappen. Dat wordt heel moeilijk, want de hele reserve heeft een bestemming, grotendeels gekoppeld aan contractueel aangegane verplichtingen. Dit zijn projecten die doorgaan. Enkele projecten zijn niet gekoppeld aan contractueel aangegane verplichtingen, bijvoorbeeld het rondje Zuidwest, waarover mevrouw Haage de vorige keer zo enthousiast was: het fietsen en wandelen rondom de wijk Zuidwest. Daarvoor is € 250.000,00 opgenomen. Dat bedrag is al lang met de buurt afgestemd. Kortom, als de CDA-fractie vindt dat er uit die reserve moet worden geput, moet ze zeggen welk project daarvoor moet worden geschrapt; dan zou dat een reële dekking kunnen zijn. De heer BRUSSAARD (CDA): Voorzitter! Dat is niet wat ik gezegd heb, maar de wethouder verleid me bijna om te gaan praten over bedragen; dat zal ik niet doen. Ik kom er in het amendement dat ik misschien ga indienen op terug. De heer JANSEN (wethouder): Dan raad ik de heer Brussaard zeer aan man en paard te noemen en met concrete projecten te komen. De meicirculaire werd door hem als voorbeeld genoemd. Daar zit echter een tegenvaller in van € 10 miljoen ten gevolge van het "trap af"-effect van het gemeentefonds. Daar staan kleine meevallertjes tegenover van Tivoli/Vredenburg. De VOORZITTER: We gaan nu geen algemene beschouwing houden, dat komt volgende week bij de voorjaarsnota. De heer IŞIK (PvdA): Voorzitter! De wethouder heeft geconstateerd dat zijn voorstel bij de eerste en tweede commissiebehandeling geen draagvlak had en niet op steun kon rekenen van de meerderheid. Waarom heeft de wethouder dit plan toch willens en wetens aan de raad voorgelegd? De heer JANSEN (wethouder): Voorzitter! Omdat deze wethouder denkt dat de mensen in en rond het winkelcentrum na drie maanden het recht hebben om een besluit van de raad te horen. Ik geloof graag dat dit een moeilijk besluit is, dat hebben we ook wel gemerkt. Maar er is een moment waarop we moeten constateren dat we alles hebben gedaan om het plan te optimaliseren. Ik ben ervan overtuigd dat dit het geval is. Op dat moment moeten we onze verantwoordelijkheid nemen en het besluit nemen. Planoptimalisatie met extra woningen is niet mogelijk. In het verleden is onderzocht of het mogelijk is om bovenop het winkelcentrum extra woningen toe te voegen. Overigens gebeurt dit in beperkte mate, maar meer woningen levert het grote probleem op dat er dan extra parkeerplaatsen nodig zijn en dat daarvoor in het plan geen plaats is. Er is wel sprake van dubbel grondgebruik met het opgetilde parkeerdek op het dak van een deel van het winkelcentrum. Een tweede reden is dat we daarmee meer de hoogte in bouwen, waardoor er een probleem ontstaat voor de bestaande woningen die er vlakbij staan, in de zin van inkijk en daglichttoetreding. Overigens levert dit financieel weinig op, maar dit is wel onderzocht. Mevrouw Ferket heeft een amendement ingediend om een groene gevel aan de Eykmanlaan en zonnepanelen op de daken toe te voegen. Ik kan hier geen plaatjes laten zien, maar in het voorstel zitten al sedumdaken, een daktuin en dubbel grondgebruik met parkeren op het dak. Het is de eerste keer in Utrecht dat deze combinatie wordt gemaakt. Ik vind dit een mooi staaltje van dubbel grondgebruik en vergroening. Het is mogelijk om het plan nog verder te verbeteren.
Middagvergadering van 25 juni 2015
62
Ik zie het amendement ingediend door de fractie van D66 en andere fracties als een verbetering van het voorstel met het toevoegen van de groene gevel en zonnepanelen op de twee hoogste daken. We hebben dit bij de ontwikkelaar gecheckt en hij is bereid om de kosten voor zijn rekening te nemen in de bestaande begroting. De hamvraag is waarom we hebben voorgesteld om betaald parkeren in te voeren op dat plein. Ik ben het met iedereen eens dat de kaders duidelijk zijn. De woordvoerders hebben allemaal bij de gesprekken met de bewoners gezeten. Het signaal dat iedere keer uit de wijk is gekomen, is meer groen en minder parkeerplaatsen. Het uitvoeren van het amendement betekent: minder groen, meer parkeerplaatsen. We hebben moeten afwegen wat het meeste recht doet aan de wensen uit de buurt. Mijn inschatting is dat het voorstel recht doet aan de verhoudingen tijdens de bewonersavonden. Als de raad van mening is dat het principe zwaarder weegt, dan heb ik daar uiteraard vrede mee. Mevrouw Tielen heeft gevraagd waar de verdeeldheid vandaan komt. Ik weet niet of ze dit retorisch vroeg, maar ik geef er toch maar antwoord op. Ik denk dat de lange doorlooptijd van dit project daaraan heeft bijgedragen. Hoe langer het duurt, hoe moeilijker het wordt om mensen bij de les te houden. Bovendien komen er nieuwe mensen bij en gaan oude mensen weg. Mijn streven is om de doorlooptijd van projecten te halveren en misschien zelfs meer dan te halveren. Dat lijkt mij enorm bijdragen aan het draagvlak in de stad. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Is het ook niet zo dat het feit dat ING uiteindelijk zijn bezit heeft verkocht – het winkelcentrum was niet van Nevo Vastgoed B.V. – een groot ontwikkelingvertragend effect heeft gehad in het verleden? De heer JANSEN (wethouder): Ja, dat geef ik de heer Bos toe. Ook de economische crisis heeft niet bijgedragen aan een korte doorlooptijd, maar als ik terugkijk hebben we zelf ook een klein beetje op dat punt last gehad van de wens om steeds maar te optimaliseren. De VVD-fractie heeft een amendement ingediend over niet-betaald parkeren. Daarover heb ik hiervoor al iets gezegd. De heer Işik is voorstander van het moderniseren van het winkelcentrum. Ik constateer dat we hierover zeven jaar hebben gepraat en dat het college ermee wil beginnen; daarom, ben ik met het voorstel naar de raad gekomen. Over betaald parkeren heb ik al iets gezegd. Als hij er anders over denkt dan in het voorstel staat, respecteert het college dat. Het is heel opmerkelijk dat de heer Işik heeft gezegd dat we het besluit niet verder moeten uitstellen, maar het besluit zou dan moeten zijn: ga terug naar de tekentafel. Dat vind ik een contradictio in terminis en kan ik niet goed thuisbrengen. Wat de consequenties van verkleining zijn, heb ik aangegeven in de blauwe brief, dus de raad weet precies wat het kost om er 300 m² af te halen. Ik constateer met onder meer mevrouw Ferket dat het dit college niet is gelukt, en tot nu toe ook de raad niet, om dat geld te vinden. De heer Zwanenberg heeft opgemerkt dat over dit voorstel twee keer is gesproken in de commissie en dat er nog steeds geen draagvlak is. Misschien kan ik hem wat milder stemmen door te constateren dat het draagvlak is toegenomen tijdens de behandeling. Iedereen was tijdens de tweede raadsinformatieavond positief over de vooruitgang die is geboekt. Alleen bij de principiële vraag of er überhaupt oppervlakte bij moet komen en hoeveel waren de tegenstellingen nog aanwezig. Er moet volgens hem een gedegen plan liggen met een dekking. Er ligt een gedegen plan met een dekking en de raad kan daarop amenderen. Daar moet dan ook een gedegen dekking bij zitten. Er is gewerkt binnen de kaders die in de startnotitie staat. Nogmaals, de heer Zwanenberg was zelf woordvoerder van de GroenLinks-fractie op dit punt. Het totaal was 4800 m² voor winkels, opslag, horeca en dienstverlening, en het is 4000 m² geworden. We zitten er dus 800 m² onder.
Middagvergadering van 25 juni 2015
63
Ik denk dat de heer Zwanenberg zijn best heeft gedaan om een vermindering van het oppervlak met 500 m² gedekt te krijgen en dat hij ook heeft moeten constateren dat er geen opties zijn die niet weer andere nadelen hebben. Kortom, dat wordt heel lastig. Over de Eykmanlaan heb ik gesproken. De GroenLinks-fractie steunt het amendement van de fractie van D66 over de vergroening en de zonnepanelen. Het college is daarover ook positief. Volgens de heer Brussaard van de CDA-fractie is de participatie niet geslaagd. Maar het project is zelfs een keer voorgedragen voor een participatieprijs, dus het kan verkeren. Als de heer Brussaard ernaar verwijst dat het lang heeft geduurd, zijn we het met elkaar eens. Nogmaals, ik zal er alles aan doen om dit in de toekomst anders te doen. Daarbij reken ik op de medewerking van de CDA-fractie, want zij hecht er zo te zien zeer aan. De grote uitbreiding zou de bron zijn van alle negatieve effecten. Als dit zo is, zou dat in 2008 een interessante discussie hebben opgeleverd. Na zeven jaar lijkt het mij lastig dit een onvoldragen plan te noemen. De heer Brussaard overweegt een amendement in te dienen. Opnieuw onderhandelen lijkt mij eerlijk gezegd geen dekking opleveren. Het college heeft het afgelopen jaar al een aantal optimalisatieslagen gehaald die ervoor hebben gezorgd dat er meer dekking is gevonden, zodat we nu een voorstel voorleggen dat per saldo financieel klopt. De groene gevel en de zonnepanelen zijn er zelfs aan toegevoegd. Betreffende de Reserve Stedelijke Ontwikkeling heb ik gezegd hoe de vlag erbij hangt, ook wat betreft de meicirculaire en de meevallers van Tivoli/Vredenburg. Als de heer Brussaard de dekking in deze hoek zoekt, rammelt die. De heer Menke concludeerde na zijn inleiding dat dit een prima voorstel is. Ik waardeer het dat hij dit vindt. Ik ben het met mevrouw Uringa van de ChristenUnie-fractie eens dat de slag om De Gaard lang heeft geduurd. Ook zij vindt verbetering hard nodig. 200 m² eraf is een stap in de goede richting, evenals de groene gevel. De 80% die de heer Schipper heeft genoemd, komt volgens mij uit de eerste draagvlakmeting die is gedaan en 2008 of 2009. Om het percentage precies te noemen, dat was 82 in de hele wijk. Het grappige is dat de latere draagvlakpeilingen in 2014 en recent bij de enquête in het winkelcentrum ongeveer dat percentage hebben opgeleverd. Ik heb tijdens de tweede commissiebehandeling overigens aangeboden om een vierde draagvlakmeting te laten doen, door de gemeente betaald, voor de raadsbehandeling om het draagvlak nog een keer extra vast te stellen. Maar daarvoor was in de commissie geen belangstelling. Om die reden heb ik die centen in de achterzak gehouden. De SP-fractie steunt het amendement inzake de 200 m² en kiest voor de locatie Valetonlaan om dit te realiseren. De heer SCHIPPER (SP): Ik heb gezegd dat we dit overwegen en dat ik uitzag naar de beantwoording van het college. De heer JANSEN (wethouder): Dan hoop ik dat hij hierdoor mild wordt gestemd. De SP-fractie heeft het amendement over de zonnepanelen en het groene dak medeondertekend. De beraadslaging wordt geschorst. Daarop sluit de voorzitter de vergadering, onder mededeling dat de beraadslaging zal worden voortgezet in de aangekondigde vergadering die te 20.00 uur zal aanvangen.
Middagvergadering van 25 juni 2015
64
INHOUD: Opening van de vergadering
Pag.
Agenda vaststellen en inventarisatie
Pag.
1
Notulen van de openbare vergaderingen van 12 mei 2015
Pag.
2.
Bekrachtiging geheimhouding
Pag.
2
Ingekomen stukken
Pag.
2
Pag.
3
Pag.
3
Pag.
3
Voorstel inzake Perspectief Toerisme 2020 (Jaargang 2015, nr. 57)
Pag.
3
Vragenuurtje/actuele moties
Pag.
4
initiatieven verhuurboten (Jaargang 2015, nr. 48)
Pag.
5
6.
Voorstel inzake het Plan Gemeentelijke watertaken Utrecht (Jaargang 2015 nr. 49)
Pag.
9
7.
Voorstel inzake de Regionale Huisvestingsverordening Utrecht 2015
AAN DE ORDE: 1.
Voorstel inzake opdrachtbevestiging Controlewerkzaamheden 2015 van de externe accountant (Jaargang 2015, nr. 44)
2.
Voorstel inzake zienswijze ontwerpbegroting 2016 GGD regio Utrecht (Jaargang 2015, nr. 45)
3.
Voorstel tot vaststelling bestemmingsplan De Woerd, De Meern Noord (Jaargang 2015, nr. 46)
4.
5.
8.
Voorstel tot vaststelling van de Havenverordening ter facilitering van
(Jaargang 2015, nr. 53)
Pag. 20
Voorstel inzake de herontwikkeling De Gaard en omgeving (Jaargang 2015 nr. 54)
Pag. 30
1