Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)
Dit jaarverslag is een uitgave van Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Postbus 40069, 7300 AZ Apeldoorn telefoon: 088 0084 084 datum 23 juni 2015
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
2
Voorwoord Het bestuur van de Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS) geeft in dit jaarverslag inzage in de werkzaamheden, het beleid en de pensioenontwikkelingen gedurende het jaar 2014. Het bestuur verstrekt duidelijkheid over de financiële positie en resultaten van het pensioenfonds. Dit jaarverslag is opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen voor de jaarverslaggeving. Het afgelopen jaar stond voor veel fondsen nog steeds in het teken van de economische situatie. Ook ons fonds heeft de afgelopen jaren last gehad van de financiële crisis, maar gelukkig heeft dit niet tot problemen geleid in 2014. Het eerder uitgestippelde premiepad kan nog steeds worden gevolgd en het fonds heeft geen verlaging van de pensioenen hoeven aan te kondigen. Begin 2014 heeft het bestuur in afstemming met de deelnemersraad kunnen besluiten om een toeslag toe te kennen van 1%. Eind 2014 is eveneens besloten om in 2015 een toeslag van 1% toe te kennen aan alle deelnemers en gepensioneerden van het fonds. Per 1 januari 2014 trad de Code Pensioenfondsen in werking. De Code heeft tot doel de verhoudingen binnen pensioenfondsen transparanter te maken en bij te dragen aan het versterken van een goed pensioenfondsbestuur. Het bestuur committeert zich aan de Code Pensioenfondsen. De Wet versterking bestuur pensioenfondsen is een integrale herziening van de governance en medezeggenschap bij pensioenfondsen. Per 1 juli 2014 gelden er conform deze wet nieuwe bestuursmodellen. Het bestuur heeft eind 2013 gekozen voor het paritaire bestuursmodel. Het nieuwe paritaire model lijkt op de vorige bestuursvorm. Naar aanleiding van de keuze voor het paritaire bestuursmodel zijn door het bestuur diverse besluiten genomen, waaronder de gewenste samenstelling van het bestuur, verantwoordingsorgaan en instelling van een permanente Raad van Toezicht. De toekomst van het fonds blijft een heel belangrijk item voor het bestuur. Het aantal deelnemers in het fonds is gering en er moeten steeds meer kosten worden gemaakt om als bestuur ‘in control’ te blijven. Enkele jaren geleden constateerde het bestuur dat ook andere bedrijfstakpensioenfondsen met dit probleem worstelden en werd een start gemaakt met het onderzoeken van mogelijkheden voor een bestendige toekomst. In 2011 en 2012 hebben gesprekken met diverse partijen plaatsgevonden. De financiële positie van veel pensioenfondsen en de wijzigingen in de pensioenregelingen bemoeilijkten gesprekken over een mogelijke fusie. In 2013 heeft het bestuur een werkgroep Toekomst geformeerd met daarin een aantal bestuursleden en de adviserend actuaris. De werkgroep heeft de verschillende opties uitgebreid onderzocht en ook met verschillende pensioenfondsen gesproken. Bij iedere bestuursvergadering is het voltallige bestuur bijgepraat over de vorderingen van de werkgroep. Ook in 2014 is de werkgroep Toekomst actief geweest en heeft de toekomst mogelijkheden verder verkend. Zodra er een definitief besluit is genomen, zullen de betrokkenen geïnformeerd worden via de website en (nieuws)brieven. In hoofdstuk 1 van dit jaarverslag leest u meer over de organisatie van het pensioenfonds en de kerncijfers over 2014 en de daaraan voorafgaande jaren. De daaropvolgende hoofdstukken bevatten het verslag van het bestuur, het financieel beleid, het beleggingsbeleid en de uitvoering van de pensioenregeling. In hoofdstuk 5 en 6 kunt u het verslag, oordeel en advies van het verantwoordingsorgaan en de Raad van Toezicht lezen, alsmede de reacties van het bestuur daarop. In hoofdstuk 7 komt de jaarrekening aan bod. In hoofdstuk 8 zijn de verklaringen van de accountant en de waarmerkend actuaris opgenomen. Het jaarverslag wordt afgesloten met bijlage 1 Volumeveranderingen, bijlage 2 Nevenfuncties van de bestuursleden en bijlage 3 Naleving normen uit de Code Pensioenfondsen .
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
3
Graag bedanken wij iedereen die in het verslagjaar heeft bijgedragen aan het goed functioneren van het pensioenfonds. Eindhoven 23 juni 2015, namens het bestuur,
M.H.J.M. Crijnen
G.W. Hompe
Voorzitter
Plaatsvervangend voorzitter
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
4
Inhoud 1
Het fonds
8
1.1
Inleiding
8
1.2
Over het fonds
8
1.2.1
Naam en vestigingsplaats
8
1.2.2
Missie
8
1.2.3
Visie
8
1.2.4
Strategie
8
1.2.5
Doelstelling
8
1.2.6
Aangesloten werkgevers
9
1.2.7
Benoemende organisaties
9
1.2.8
Externe partijen
9
1.3
De leden
10
1.3.1
Samenstelling en taak
10
1.3.2
Vergaderdata
10
1.4
Het bestuur
10
1.4.1
Samenstelling en taak
10
1.4.2
Vergaderdata
11
1.5
Het verantwoordingsorgaan
11
1.5.1
Samenstelling en vergaderdata
11
1.5.2
Vergaderdata
11
De Raad van Toezicht
12
1.6 1.6.1
Samenstelling
12
1.7
Uitbesteding
12
1.8
Meerjarenoverzicht kengetallen
13
1.9
Meerjarenoverzicht financiële gegevens
14
2
Verslag van het bestuur
15
2.1
Ontwikkelingen financiële positie
15
2.2
Toekomst fonds
15
2.3
Goed pensioenfondsbestuur
16
2.3.1
Code Pensioenfondsen
16
2.3.2
Wet versterking bestuur pensioenfondsen
16
2.3.3
Keuze nieuw bestuursmodel
17
2.3.4
Implementatie paritair bestuursmodel
17
2.3.5
Geschiktheid
17
2.3.6
Zelfevaluatie
18
2.3.7
Naleving gedragscode
18
2.3.8
Intern toezicht: Raad van Toezicht
18
2.3.9
Verantwoordingsorgaan
18
2.3.10
Transparantiedocument
19
2.3.11
Klachten en geschillen
19
2.3.12
Maatschappelijk verantwoord beleggen
19
2.3.13
Risicobeheer
19
2.3.14
Uitbesteding
20
2.3.15
Wet- en regelgeving
20
2.3.16
Kennisdeling en advisering bij Klantenraad en de Raad van Advies
20
2.4
Communicatie
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
20 5
2.4.1
Wat heeft het fonds aan communicatie gedaan?
20
2.4.2
Nieuwe Wet Pensioencommunicatie vanaf 1 juli 2015
21
2.5
Toezichthouder AFM en DNB
22
2.5.1
Autoriteit Financiële Markten (AFM)
22
2.5.2
De Nederlandsche Bank (DNB)
22
2.6
Externe ontwikkelingen
23
2.6.1
Verhoging van de AOW-leeftijd in stappen
23
2.6.2
Verhoging van de pensioenrichtleeftijd van 65 jaar naar 67 jaar
23
2.6.3
Verlaging opbouwpercentage
23
2.7
Nieuwe financiële opzet pensioenfondsen
23
2.7.1
Definitieve inhoud nieuw FTK
23
2.7.2
Ultimate Forward Rate
24
2.8
Europa
24
2.8.1
Lidstaten akkoord met nieuwe IORP richtlijn
24
2.8.2
Financial Transaction Tax (FTT)
24
3
Financieel beleid
25
3.1
Inleiding
25
3.2
Premiebeleid
25
3.3
Toeslagenbeleid
25
3.4
Kosten uitvoering pensioenbeheer
26
3.5
Pensioenvermogen en voorzieningen
27
3.5.1 3.6
Samenvatting van de financiële positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar 2014
27
Actuariële analyse
28
3.6.1
Analyse resultaat
28
3.6.2
Actuariële analyse
28
3.6.3
Uitkomsten van de solvabiliteitstoets
29
Oordeel van de waarmerkend actuaris over de financiële positie
29
3.6.4 3.7
Beleggingsbeleid
30
3.7.1
Terugblik economie en financiële markten
30
3.7.2
Verantwoord Beleggen
35
3.7.3
Vooruitblik
36
3.7.4
Beheerkosten van het fonds
37
3.7.5
Z-score
38
3.7.6
Risicoparagraaf
38
4
Uitvoering van de pensioenregeling
41
4.1
Inleiding
41
4.2
De pensioenregeling
41
4.3
Wijzigingen statuten en reglementen
43
4.3.1
Statuten
43
4.3.2
Pensioenreglementen
43
4.3.3
Uitvoeringsreglement
43
4.3.4
Reglement excedentregeling
43
5
Verantwoordingsorgaan
44
5.1
Verslag van het verantwoordingsorgaan
44
5.1.1
Algemeen
44
5.1.2
Verslag 2014
44
5.1.3
Bevindingen
45
5.1.4
Oordeel
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
46 6
5.1.5
Aanbevelingen
46
5.2
Reactie bestuur
46
6
Raad van Toezicht
47
6.1
Verslag van de Raad van Toezicht
47
6.1.1
Opdracht en werkwijze Raad van Toezicht
47
6.1.2
Opvolging aanbevelingen visitatiecommissie 2013
47
6.1.3
Ondersteuning vanuit het fonds
48
6.1.4
Communicatie
48
6.1.5
Evenwichtige belangenafweging
48
6.1.6
Toekomst fonds
48
6.1.7
Risicobeheersing
49
6.1.8
Code pensioenfondsen
49
6.1.9
Jaarverslag
49
6.1.10
Lijst van stukken verzonden aan de Raad van Toezicht
50
6.2
Reactie bestuur
50
7
Jaarrekening
51
8
Bijlagen
99
8.1
Bijlage: 1 Volumeveranderingen
99
8.2
Bijlage 2: Nevenfuncties bestuursleden 2014
101
8.3
Bijlage 3: Naleving normen Code Pensioenfondsen
102
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
7
1 Het fonds 1.1 Inleiding De Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (verder: het fonds) heeft verschillende organen, zoals het bestuur, het verantwoordingsorgaan en de Raad van Toezicht. Daarnaast is een aantal externe partijen bij het fonds betrokken. In dit hoofdstuk stelt het fonds de bestuursorganen en externe partijen aan u voor. Allereerst volgen de missie, visie, doelstelling, strategie en een aantal algemene gegevens van het fonds. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met meerjarenoverzichten met diverse kengetallen.
1.2 Over het fonds 1.2.1
Naam en vestigingsplaats
De Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven is opgericht op 11 januari 1933 en statutair gevestigd in Eindhoven. Het kantooradres van het fonds is Rijnzathe 10, 3454 PV De Meern. Het postadres is Postbus 40079, 7300 AZ Apeldoorn. Het fonds is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Brabant onder nummer 40235301. De laatste statutenwijziging vond plaats op 1 juli 2014. Het fonds is aangesloten bij de Pensioenfederatie.
1.2.2
Missie
De missie van het fonds is het tot uitvoering brengen van de pensioenregeling zoals overeengekomen tussen de sociale partners. Het fonds voorziet hierin door te zorgen voor een betrouwbaar, solide en betaalbaar pensioen, vooraf door het bestuur getoetst op financiële haalbaarheid en in overeenstemming met wet- en regelgeving.
1.2.3
Visie
Het fonds is zich bewust van de ontwikkelingen in de sector en de ontwikkelingen in het Nederlandse Pensioenlandschap. Gezien de geringe omvang van de sector in combinatie met de ontwikkelingen in wet -en regelgeving en de daarmee gemoeide kosten om als bestuur in control te blijven, is het bestuur van mening dat een bestendige toekomst gewaarborgd is door aansluiting te zoeken bij een groter geheel. Het fonds is de mogelijkheden daartoe aan het verkennen in haar zoektocht naar een geschikte partner.
1.2.4
Strategie
Het bestuur volgt een tweesporenbeleid. Enerzijds richt het bestuur zich op haar voornemen een geschikte partner te vinden om mee samen te gaan. Anderzijds wordt beleid bepaald en besluiten genomen uitgaande van een continuering van het fonds.
1.2.5
Doelstelling
Doelstelling van het fonds is het verlenen van pensioenen aan deelnemers, gewezen deelnemers en hun nabestaanden met inachtneming van de statuten en reglementen. Het fonds probeert dit doel te bereiken door premies te innen bij de aangesloten ondernemingen. De gelden worden belegd en beheerd en het fonds doet daaruit uitkeringen bij ouderdom, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
8
1.2.6
Aangesloten werkgevers
In het jaar 2014 waren de volgende werkgevers aangesloten bij het pensioenfonds: •
Agio Sigarenfabrieken N.V. in Duizel
•
HTL-DHT in Eindhoven (vrijwillige aansluiting)
•
Scandinavian Tobacco Group Eersel B.V. in Eersel
•
Scandinavian Tobacco Groep Nederland B.V. in Eersel
•
Scandinavian Tobacco Group Tobacco Services BV in Tubbergen
•
Ritmeester Cigars in ’s-Hertogenbosch
•
Sigarenfabriek B.G. van ’t Veen B.V. in Grafhorst
•
VCT B.V. in Cruquius
•
Sigarenfabriek Hovens VOF in Tegelen
•
Hoogeboom’s Sigarenfabriek B.V. in Badhoevedorp
•
Pronk Import B.V. in Diemen
•
Sigarenfabriek “De Olifant” B.V. in Kampen
1.2.7
Benoemende organisaties
De volgende organisaties dragen leden voor in het bestuur en het verantwoordingsorgaan: 1.
Nederlandse Vereniging voor de Sigarenindustrie (NVS) Postbus 4076 5004 JB Tilburg telefoonnummer: (013) 594 41 25 website: www.sigaar.nl
2.
De Unie Postbus 400 4100 AK Culemborg telefoonnummer: (0345) 85 18 51 website: www.unie.nl
3.
FNV Bondgenoten Postbus 9208 3506 GE Utrecht telefoonnummer (0900) 9690 website: www.fnv.nl
4.
CNV Vakmensen Postbus 2550 3500 GM Utrecht telefoonnummer: (0900) 77 00 770 website: www.cnvvakmensen.nl
Per 1 januari 2015 is FNV Bondgenoten opgegaan in de FNV
1.2.8
Externe partijen
Het fonds werkt samen met de volgende externe partijen. Uitvoeringsorganisatie
Pensioenbeheer Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Vermogensbeheer Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. Vastgoedbeheer Syntrus Achmea Real Estate & Finance B.V. Adviserend actuaris De heer H.J.W. van Gemert AAG (Towers Watson B.V.) Waarmerkend actuaris De heer drs. M.B.H. Ceelaert AAG (Towers Watson B.V.) Accountant De heer M.C. Spierings RA (Ernst & Young Accountants LLP) Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
9
Adviseur Vermogensbeheer Mevrouw M.M. Verheul (ICC Verheul) Compliance officer De heer G.J. Mersch AA (Groenewegen, Haket, Ammerlaan Accountants)
1.3 De leden 1.3.1
Samenstelling en taak
Leden van de vereniging zijn: •
de Nederlandse Vereniging voor de Sigarenindustrie, gevestigd in Tilburg;
•
FNV Bondgenoten, gevestigd in Utrecht;
•
CNV Vakmensen, gevestigd in Utrecht;
•
De Unie, gevestigd in Culemborg.
De leden van het bestuur die gemandateerd zijn door de leden van het fonds vormen samen de ledenvergadering. De ledenvergadering heeft onder meer tot taak (wijzigingen in) de statuten, reglementen, balans, rekening van baten en lasten en het jaarverslag goed te keuren en vast te stellen.
1.3.2
Vergaderdata
De leden hebben in 2014 negen keer vergaderd. De vergaderingen vonden plaats op 13 februari, 13 maart, 11 april, 19 mei, 16 juni, 4 september, 16 oktober, 27 november en 11 december.
1.4 Het bestuur 1.4.1
Samenstelling en taak
Het paritaire bestuur was op 31 december 2014 als volgt samengesteld: Leden werkgevers
Benoemd tot
Plaatsvervanger
Organisatie
De heer ir. M.H.J.M. Crijnen
1 januari 2015
Mevrouw mr. C. Dassen-
NVS
(voorzitter) De heer C.N.J.M. de Gooijer
Soons 1 januari 2015
MBA De heer drs. R.A.J. Kaspers
Mevrouw mr. C. Dassen-
NVS
Soons 1 januari 2015
RA
Mevrouw mr. C. Dassen-
NVS
Soons
Leden werknemers
Benoemd tot
Plaatsvervanger
Organisatie
De heer mr. G.W. Hompe
1 januari 2015
FNV Bondgenoten
1 januari 2015
De Unie
1 juli 2018
CNV Vakmensen
(plaatsvervangend voorzitter) De heer mr. P.M.A.J. Verheggen De heer G.H. Koudys
In 2014 was de heer Crijnen voorzitter van het fonds. De heer Hompe was plaatsvervangend voorzitter. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
10
De samenstelling van het bestuur is in 2014 gewijzigd. CNV Vakmensen heeft de heer Koudys voorgedragen als bestuurslid namens pensioengerechtigden. De heer Koudys is vanaf 2013 bestuurslid van het fonds namens CNV Vakmensen. Vanaf 1 juli 2014 vertegenwoordigt de heer Koudys de pensioengerechtigden in het fonds. Het bestuur is belast met de leiding, het algemene beleid en het beheer van het fonds.
1.4.2
Vergaderdata
Het bestuur heeft in 2014 negen keer vergaderd. De vergaderingen vonden plaats op 13 februari, 13 maart, 11 april, 19 mei, 16 juni, 4 september, 16 oktober, 27 november en 11 december.
1.5 Het verantwoordingsorgaan 1.5.1
Samenstelling en vergaderdata
Het verantwoordingsorgaan is op 1 juli 2014 ingesteld door samenvoeging van de deelnemersraad en het oude verantwoordingsorgaan. Het nieuwe verantwoordingsorgaan bestaat statutair uit acht leden, drie leden namens deelnemers, vier leden namens gepensioneerden en één lid namens de werkgevers. De deelnemers en pensioengerechtigden zijn op basis van onderlinge getalsverhoudingen evenredig vertegenwoordigd. De leden zijn benoemd door de onder 1.2.7 genoemde organisaties. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Het verantwoordingsorgaan is bevoegd het bestuur te adviseren overeenkomstig het bepaalde in de Pensioenwet. Dit is nader uitgewerkt in het reglement van het verantwoordingsorgaan. Het verantwoordingsorgaan legt haar oordeel minimaal één keer per jaar schriftelijk vast. Dit oordeel en de reactie van het bestuur daarop worden gepubliceerd in het jaarverslag. Het verantwoordingsorgaan was op 31 december 2014 als volgt samengesteld: Leden deelnemers
Benoemd tot
Organisatie
De heer H.G. Craens
1 januari 2018
De Unie
De heer J.A.M. van Gool
1 januari 2018
De Unie
De heer A.L.M. Geerts
1 januari 2018
FNV Bondgenoten
Leden gepensioneerden
Benoemd tot
Organisatie
De heer J. Sterkenburg
1 januari 2018
CNV Vakmensen
De heer A.A.H.W. Wijnen
1 januari 2018
De Unie
De heer J. Daams
1 januari 2018
FNV Bondgenoten
De heer J.G.P. Castelijns
1 januari 2018
De Unie (in overleg met de andere werknemersorganisaties)
Leden werkgevers
Benoemd tot
Organisatie
De heer drs. A.P.M. Mens RA RC
1 januari 2018
NVS
1.5.2
Vergaderdata
Het verantwoordingsorgaan vergaderde in 2014 vier keer, te weten op 25 maart (oude deelnemersraad met oud verantwoordingsorgaan en voorzitters van het bestuur), 10 juni (oude deelnemersraad met oud verantwoordingsorgaan en voorzitters van het bestuur), 7 oktober en 4 december. In maart is de Wet versterking bestuur pensioenfondsen behandeld en in december is de beëindiging van het Pluspensioen behandeld.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
11
1.6 De Raad van Toezicht 1.6.1
Samenstelling
Jaarlijks wordt het functioneren van het fonds en dat van het bestuur kritisch bezien door onafhankelijke deskundigen. De bevindingen van de Raad van Toezicht zijn opgenomen in het jaarverslag. De Raad van Toezicht is op 1 juli 2014 geïnstalleerd en bestaat uit de volgende leden:
Leden Raad van Toezicht
De heer J.H.M. van de Vall De heer mr. R.P. Manning CPL De heer drs. A. Doorduijn De heer Van de Vall is voor 2014 benoemd tot voorzitter
1.7 Uitbesteding Het bestuur heeft de uitvoering van het pensioenbeheer en het vermogens- en vastgoedbeheer uitbesteed aan Syntrus Achmea. Het bestuur heeft Syntrus Achmea gemandateerd voor de hieraan verbonden werkzaamheden. Syntrus Achmea bestaat uit drie rechtspersonen: •
Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V.
•
Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V.
•
Syntrus Achmea Real Estate & Finance B.V.
Het fonds en Syntrus Achmea hebben hun afspraken over uitbesteding vastgelegd in een Mantelovereenkomst met onderliggende contracten met elke rechtspersoon. Nadere afspraken over de kwaliteit van de dienstverlening zijn vastgelegd in aparte dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s) voor pensioenbeheer, vermogensbeheer en vastgoedbeheer. Alle overeenkomsten bieden de mogelijkheid om de bestaande dienstverlening tussentijds aan te passen of nieuwe diensten toe te voegen. Het bestuur en de uitvoerders leggen eventuele nieuwe afspraken altijd contractueel vast. Het bestuur bespreekt de DVO-afspraken ieder kwartaal met de pensioenuitvoerder aan de hand van een kwartaalrapportage waarin wordt weergegeven welke afspraken behaald zijn en welke niet. Als afspraken niet gehaald zijn, wordt door de uitvoerder aangegeven waarom niet en welke aanpassingen zijn gedaan om de afspraak in het vervolg wel te kunnen halen.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
12
1.8 Meerjarenoverzicht kengetallen 2014
2013
2012
2011
2010
12
13
13
13
13
675
678
691
672
643
83
90
101
106
123
Aantallen Werkgevers ultimo • Actieve deelnemers • Arbeidsongeschikte deelnemers Deelnemers ultimo - totaal Gewezen deelnemers
758
768
792
778
766
4.218
4.676
5.155
6.097
7.086
2.024
1.745
1.539
1.553
1.587
(slapers) Gepensioneerden Gepensioneerden Ouderdomspensioen
1.477
1.189
983
982
980
Partnerpensioen
539
552
552
567
600
Wezenpensioen
8
4
4
4
7
Doorsneepremie
17,5%
17,0%
16,5%
16,0%
13,50%
Opbouwpercentage per
1,75%
1,75%
1,75%
1,75%
1,75%
Premie en opbouwpercentage
dienstjaar Toeslag op pensioen en
Per 1-1-2015
Per 1-1-2014
Per 1-1-2013
Per 1-1-2012
Per 1-1-2011
pensioenaanspraken Actieven
1,00%
1,00%
1,00%
0,00%
0,00%
Gewezen deelnemers en
1,00%
1,00%
1,00%
0,00%
0,00%
gepensioneerden
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
13
1.9
Meerjarenoverzicht financiële gegevens
(Bedragen x EUR 1.000) 2014
2013
2012
2011
2010
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
206.412
172.734
174.929
157.152
144.306
Vermogenssituatie en solvabiliteit Pensioenvermogen (totaal activa -/- schulden)1 Reserves
39.431
33.019
31.125
24.498
27.424
166.981
139.715
143.804
132.654
116.882
Aanwezige dekkingsgraad
123,6
123,6%
121,6%
118,5%
123,5%
Vereiste dekkingsgraad
111%
111,7%
111,7%
114,3%
114,3%
Resultaat
6.412
1.894
6.627
-2.926
2.722
35.154
808
19.787
15.063
16.552
20,9%
0,8%
13,2%
11,1%
13,0%
8,0%
5,1%
11,4%
-1,3%
12,0%
7,0%
4,5%
11,2%
11,3%
12,0%
0,44
0,24
-0,20
0,01
-0,16
Feitelijke premie
2.183
2.403
2.432
2.300
1.808
Kostendekkende premie
3.854
4.005
4.193
3.459
2.957
Gedempte premie
2.282
2.305
2.418
1.999
1.862
Uitkeringen
4.625
4.608
4.462
3.875
3.846
938
822
801
785
827
58.806
52.175
55.039
48.474
57.386
Vastrentende waarden
106.904
92.064
83.911
66.245
56.982
Vastgoedbeleggingen
17.597
16.894
17.825
17.776
18.077
Derivaten
13.082
10.250
20.457
28.174
6.732
Derivaten - schulden
-22.302
-12.275
-13.158
-8.496
-168
Overige beleggingen
9.305
14.921
10.973
5.879
5.995
205.694
174.029
175.047
158.052
145.004
Technische voorzieningen
2
Beleggingsperformance 3
Beleggingsopbrengsten Fondsrendement (incl. hedges)
Gemiddeld rendement op beleggingen (exclusief hedges) Benchmark Z-score Pensioenuitvoering 4
Pensioenuitvoeringskosten Beleggingsportefeuille5 Aandelen
Totaal belegd vermogen
1
Exclusief vermogen voor rekening en risico deelnemers tot 2013, in 2014 is de regeling voor risico deelnemer beëindigt en is het vermogen opgenomen in
het vermogen voor risico fonds 2
Exclusief voorziening voor rekening en risico deelnemers tot 2013, in 2014 is de regeling voor risico deelnemer beëindigt en is voorziening opgenomen in de
voorziening voor risico fonds 3
Inclusief resultaat beleggingen voor rekening en risico deelnemers
4
Inclusief premie voor rekening en risico deelnemers
5
Inclusief beleggingen voor rekening en risico deelnemers
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
14
2 Verslag van het bestuur 2.1 Ontwikkelingen financiële positie Dekkingsgraad De dekkingsgraad is, kort gezegd, de verhouding tussen het vermogen van een pensioenfonds en de verplichtingen van een pensioenfonds op korte en langere termijn. De dekkingsgraad geeft aan hoeveel euro’s het pensioenfonds in kas heeft tegenover de contante waarde van elke euro die het (straks) moet uitkeren. De Pensioenwet stelt regels voor het geval de dekkingsgraad van een pensioenfonds onvoldoende is. Pensioenfondsen zijn verplicht “geen dekking van waarden” of een “reservetekort” direct te melden bij De Nederlandsche Bank (DNB). Het fonds heeft een onderdekking als de dekkingsgraad lager is dan 104,2%, en een reservetekort als de dekkingsgraad lager is dan 111%. In 2014 is er, evenals in de voorafgaande jaren, bij het fonds geen sprake geweest van een tekort of onderdekking. Ontwikkeling dekkingsgraad 2014 Op 31 december 2013 bedroeg de dekkingsgraad van het fonds 123,6%. Het fonds heeft het jaar afgesloten met een dekkingsgraad van 123,6%. Gedurende het jaar fluctueerde de dekkingsgraad tussen 123,6% en 128,1%. Toeslagverlening In januari 2014 heeft het bestuur van het fonds het besluit genomen om de pensioenen per 1 januari 2014 met 1% te verhogen. Het bestuur heeft na een positief advies van de deelnemersraad besloten om een toeslag toe te kennen omdat de financiële situatie van het fonds voldoende was. In november 2014 heeft het bestuur na een positief advies van het verantwoordingsorgaan eveneens besloten om per 1 januari 2015 een toeslag van 1% toe te kennen. Het toeslagbeleid van het pensioenfonds komt overeen met variant B uit de toeslagenmatrix. Dit betekent dat er geen doelgericht toeslagenbeleid is en dat het bestuur jaarlijks besluit of een toeslag kan worden verleend en hoe hoog die toeslag is, rekening houdend met de financiële positie van het fonds. Er is geen ambitie om jaarlijks toeslagen te geven op pensioenrechten en pensioenaanspraken. Er is evenmin een maatstaf waaraan de toeslagen gekoppeld zijn. Voor de financiering van de toeslagen wordt geen premie betaald en er wordt geen reserve aangehouden om in de toekomst toeslagen te kunnen toekennen. Bij de feitelijke toekenning van toeslagen beoordeelt het bestuur naast de financiële positie van het fonds ook de verwachte toekomstige ontwikkelingen in deze financiële positie en de risico’s die daarmee gepaard gaan.
2.2 Toekomst fonds Meer en meer is de afgelopen jaren duidelijk geworden dat enerzijds het aantal werknemers en daarmee het aantal premiebetalers relatief klein is. Anderzijds moeten er meer kosten worden gemaakt om aan de wetgeving te voldoen: er moet meer worden geadministreerd, gecommuniceerd en verantwoord. Hiervoor moet, mede gezien de geringe omvang van de sector, het bestuur meer externe deskundigen en adviseurs inschakelen om als bestuur ‘in control’ te zijn. In juni 2014 heeft er een gesprek met De Nederlandsche Bank plaatsgevonden over de toekomst van het fonds. De Nederlandse Bank is tijdens dit gesprek geïnformeerd over de mogelijkheden die het fonds aan het verkennen is. Enkele jaren geleden constateerde het bestuur dat ook andere bedrijfstakpensioenfondsen met dit probleem worstelen en werd een start gemaakt met het inventariseren van ideeën en mogelijkheden voor een bestendige toekomst. In 2013 heeft het bestuur besloten om een werkgroep Toekomst te vormen met daarin een aantal bestuursleden en de adviserend actuaris. Ook in 2014 is de werkgroep actief geweest. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
15
De werkgroep heeft drie alternatieven onderzocht: 1.
geheel of gedeeltelijk onderbrengen in een verzekerde regeling
2.
een samenwerking/fusie met meerdere kleine fondsen
3.
een fusie met een groot fonds
Er zijn door de werkgroep gesprekken gevoerd met mogelijke partijen. Iedere bestuursvergadering heeft de werkgroep de uitkomsten van haar onderzoek gepresenteerd en met het bestuur besproken met welke opties of partijen verder moest worden gegaan. Het bestuur heeft de voorkeur uitgesproken voor een fusie met een groot bedrijfstakpensioenfonds en heeft inmiddels een aantal gesprekken gevoerd. Zodra het bestuur een definitief besluit heeft genomen zullen alle betrokkenen geïnformeerd worden over de vervolgstappen en de gevolgen voor iedereen.
2.3 Goed pensioenfondsbestuur Per 1 januari 2014 trad de Code Pensioenfondsen in werking. De Code Pensioenfondsen is ontwikkeld door de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid (STAR) in het kader van de Wet Versterking bestuur pensioenfondsen. De Code komt in de plaats van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur uit 2005. Per 1 juli 2014 is de Code ook verankerd in de Pensioenwet.
2.3.1
Code Pensioenfondsen
De Code heeft tot doel de verhoudingen binnen het pensioenfonds transparanter te maken en bij te dragen aan het versterken van een goed pensioenfondsbestuur. De code gaat in op het besturen van een pensioenfonds, het intern toezicht daarop en over het afleggen van verantwoording over wat het pensioenfonds doet, wat een pensioenfonds gepland en gerealiseerd heeft. De Code is gebaseerd op het pas toe of leg uit-beginsel. Het volledig volgen van alle normen uit de Code is dus niet verplicht. Wel wordt ieder fonds geacht aan te kunnen geven waarom ze bepaalde keuzes heeft gemaakt. Het bestuur van VNPS committeert zich aan de Code Pensioenfondsen. In 2014 heeft het bestuur elke bestuursvergadering stilgestaan bij de principes van de Code Pensioenfondsen en de naleving hiervan. Door middel van een implementatieplan heeft het bestuur inzicht verkregen, acties belegd en vervolgens ten uitvoer gebracht om aan de principes van de Code pensioenfondsen te voldoen. Bijlage 3 gaat in op het toepassen, dan wel motiveren van de normen uit de Code pensioenfondsen.
2.3.2
Wet versterking bestuur pensioenfondsen
De Wet versterking bestuur pensioenfondsen is een integrale herziening van de governance en medezeggenschap bij pensioenfondsen. De wet moet leiden tot verbetering van de kwaliteit van het pensioenfondsbestuur. De wet is van kracht vanaf 7 augustus 2013. Per 1 juli 2014 gelden ook nieuwe bestuursmodellen. Een pensioenfonds kon kiezen uit vijf bestuursmodellen. 1.
Paritair bestuursmodel;
2.
Paritair gemengd bestuursmodel;
3.
Omgekeerd gemengd bestuursmodel;
4.
Onafhankelijk gemengd bestuursmodel;
5.
Onafhankelijk bestuursmodel.
De paritaire modellen (model 1, 2 en 3) kennen een verantwoordingsorgaan (VO), waarin de deelnemers en pensioengerechtigden naar evenredigheid zijn vertegenwoordigd. Naar keuze kan ook de werkgever worden vertegenwoordigd in het verantwoordingsorgaan. De onafhankelijke modellen (model 4 en 5) kennen een belanghebbendenorgaan (BO), waarin de drie geledingen zijn vertegenwoordigd. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
16
2.3.3
Keuze nieuw bestuursmodel
Het bestuur heeft eind 2013 gekozen voor het paritaire bestuursmodel. Het nieuwe paritaire model lijkt op de vorige bestuursvorm; een bestuursvorm die, naar mening van het bestuur, zijn waarde heeft bewezen. In het paritaire model hebben de bestuursleden binding met de achterban. Het bestuur is van mening dat de betrokkenheid van werkgevers en werknemers in de branche bij de arbeidsvoorwaarde pensioen het meest en het best gewaarborgd wordt door het paritaire bestuursmodel. Vanaf 1 juli 2014 neemt een bestuurslid namens pensioengerechtigden zitting in het bestuur. Het bestuur heeft gekozen om hiervoor verkiezingen te houden onder alle pensioengerechtigden. Vanuit de pensioengerechtigden heeft niemand zichzelf voorgedragen voor de bestuurszetel. CNV Vakmensen heeft vervolgens de heer Koudys voorgedragen als bestuurslid namens pensioengerechtigden. Hij was vanaf 2013 benoemd namens de vakbond als bestuurslid in het fonds. CNV vakmensen heeft relatief gezien veel gepensioneerde leden in de sigarenbranche. Daarom is het bestuur van mening dat hij een goede vertegenwoordiger van deze doelgroep is in het bestuur. Ook de gepensioneerde leden van het verantwoordingsorgaan delen deze mening.
2.3.4
Implementatie paritair bestuursmodel
Naar aanleiding van de keuze voor het paritaire bestuursmodel zijn door het bestuur diverse besluiten genomen, waaronder de gewenste samenstelling van het bestuur, verantwoordingsorgaan en permanente Raad van Toezicht, invulling van zetels, bevoegdheden en verkiezingen. Volgens een gestructureerd implementatieplan zijn in 2014 profielschetsen opgesteld voor bestuur, verantwoordingsorgaan en de Raad van Toezicht. Er zijn reglementen vastgesteld voor het verantwoordingsorgaan en de Raad van Toezicht. Ook zijn de leden van het verantwoordingsorgaan en de Raad van Toezicht benoemd.
2.3.5
Geschiktheid
De deskundigheid van individuele bestuursleden en het bestuur als geheel heeft de afgelopen jaren bijzondere aandacht binnen de pensioensector. Halverwege 2012 werd de “Beleidsregel geschiktheid 2012” van kracht. Deze beleidsregel omschrijft de eisen waaraan onder meer bestuurders van pensioenfondsen moeten voldoen om door DNB geschikt te worden bevonden voor een bestuursfunctie. Zo moeten bestuurders vanaf de eerste dag geschikt zijn. Ook binnen het bestuur van het fonds is er aandacht voor deskundigheid. Het deskundigheidsbeleid van het fonds is erop gericht om de vereiste deskundigheden en competenties van het bestuur te laten aansluiten bij wat nodig is voor het goed besturen van het fonds. De deskundigheden en competenties waarover het bestuur dient te beschikken worden bepaald aan de hand van het profiel van het fonds. De complexiteit van het fonds heeft zijn weerslag op de eisen die aan het bestuur worden gesteld. Het bestuur heeft die complexiteit en de daarbij behorende eisen neergelegd in een algemeen bestuursprofiel. Dit algemene bestuursprofiel wordt gebruikt bij het opstellen van een functieprofiel van individuele bestuursleden. De door de werkgevers- en werknemersverenigingen voorgedragen kandidaten voor een bestuursfunctie worden getoetst aan dit functieprofiel. Het bestuur is zich bewust van de veranderende eisen die de Pensioenwet stelt aan deskundigheid en geschiktheid. Het bestuur onderschrijft de aanbevelingen uit het Plan van Aanpak Deskundigheidsbevordering (“PvAD”). Sinds 2001 heeft het bestuur een deskundigheidsplan. In 2014 heeft het bestuur het deskundigheidsplan omgevormd tot een Geschiktheidsplan.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
17
2.3.6
Zelfevaluatie
Doel van een zelfevaluatie is de kwaliteit van het bestuur in stand te houden en/of te verbeteren. De zelfevaluatie door het bestuur vond plaats op 27 november 2014. Tijdens de zelfevaluatie heeft het bestuur gesproken over een constructieve onderlinge samenwerking voor het komende jaar.
2.3.7
Naleving gedragscode
Het pensioenfonds heeft een gedragscode die wordt nageleefd door de leden van het bestuur, het verantwoordingsorgaan en de Raad van Toezicht. Doel van deze gedragscode is het stellen van regels en richtlijnen om belangenconflicten tussen het fonds en betrokkenen in privé te voorkomen. Daarnaast regelt de gedragscode hoe bestuursleden moeten omgaan met vertrouwelijke informatie van het fonds. De gedragscode bevordert de transparantie en zorgt ervoor dat alle betrokkenen, ook voor hun eigen bescherming, duidelijk weten wat wel en niet geoorloofd is. Elk bestuurslid verklaart schriftelijk de gedragscode te zullen naleven. Jaarlijks ondertekenen de bestuursleden de gedragscode. De compliance werkzaamheden worden sinds het najaar van 2012 uitgevoerd door Groenwegen, Haket en Ammerlaan Accountants. De compliance officer beoordeelt de correcte naleving van de gedragscode jaarlijks en rapporteert zijn bevindingen aan het bestuur. In het rapport van de compliance officer over het jaar 2013 zijn geen bijzonderheden gemeld. Het rapport over het jaar 2014 moet nog worden opgesteld.
2.3.8
Intern toezicht: Raad van Toezicht
Het intern toezicht is vormgegeven via een permanente Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht bestaat uit drie onafhankelijke, deskundige personen. De Raad van Toezicht heeft als taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in het fonds. De leden zijn op geen enkele wijze, anders dan uit hoofde van de Raad van Toezicht, betrokken bij het functioneren van het pensioenfonds. Het bestuur benoemt de leden van de Raad van Toezicht na bindende voordracht van het verantwoordingsorgaan. De leden van de Raad van Toezicht dienen te beschikken over meerjarige bestuurlijke ervaring en dienen in staat te zijn het functioneren van het bestuur te beoordelen. De leden van de Raad van Toezicht die aan deze criteria voldoen en zijn benoemd voor ons fonds zijn de heer Doorduyn, de heer Manning en de heer Van de Vall. De verdere taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht zijn gespecificeerd in het reglement Raad van Toezicht. In hoofdstuk 6 zijn het oordeel en verslag van de Raad van Toezicht over 2014 opgenomen. Tevens is in dat hoofdstuk de reactie van het bestuur opgenomen.
2.3.9
Verantwoordingsorgaan
Vanaf 1 juli 2014 is de deelnemersraad opgeheven en samengevoegd met het oude verantwoordingsorgaan tot een nieuw verantwoordingsorgaan. Het nieuwe verantwoordingsorgaan kent drie geledingen: vertegenwoordigers van deelnemers (3 leden), pensioengerechtigden (4 leden) en werkgevers (1 lid). In het verantwoordingsorgaan zijn de deelnemers en de pensioengerechtigden evenredig op basis van onderlinge getalsverhoudingen vertegenwoordigd. De leden die de deelnemers en de pensioengerechtigden vertegenwoordigen, worden benoemd en ontslagen door de werknemersverenigingen. Het lid van het verantwoordingsorgaan dat de werkgevers vertegenwoordigt, wordt benoemd en ontslagen door de werkgeversvereniging. De leden van het verantwoordingsorgaan worden benoemd voor een zittingsduur van vier jaar en treden af volgens een door henzelf vastgesteld schema. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Daarnaast heeft het verantwoordingsorgaan adviesrecht over een aantal voorgenomen bestuursbesluiten zoals opgenomen in het reglement van het verantwoordingsorgaan.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
18
In hoofdstuk 5 zijn het oordeel en verslag van het verantwoordingsorgaan over 2014 opgenomen. Tevens is in dat hoofdstuk de reactie van het bestuur opgenomen.
2.3.10 Transparantiedocument Het bestuur heeft een transparantiedocument opgesteld waarin de gemaakte keuzes en het beleid voor goed pensioenfondsbestuur zijn vastgelegd. In 2014 is het transparantiedocument aangepast naar aanleiding van de Code Pensioenfondsen. In het Nederlandse pensioenstelsel staan collectiviteit en solidariteit centraal en de handhaving van deze waarden vraagt om transparantie: het bestuur dient verantwoording af te leggen over haar doen en laten. Daarbij hoort een goed intern toezicht op het functioneren van het bestuur. Met het transparantiedocument geeft het bestuur alle belanghebbenden op een heldere wijze inzicht in het beleid en de uitvoering daarvan en hoe het bestuur invulling geeft aan begrippen zoals goed fondsbestuur, verantwoording en intern toezicht. Het transparantiedocument is te vinden op de website van ons fonds: www.pensioenfondssigaren.nl.
2.3.11 Klachten en geschillen Het fonds beschikt over een klachten – en geschillenregeling. Beiden vastgelegd in het reglement van het fonds. Een deelnemer, gewezen deelnemer, andere aanspraakgerechtigde of pensioengerechtigde heeft het recht een klacht in te dienen dan wel een geschil aanhangig te maken. Volgens de in het reglement opgenomen procedure zal de klacht of het geschil worden behandeld. In 2014 heeft het fonds 22 klachten van deelnemers ontvangen. Alle klachten hebben betrekking gehad op de individuele afwikkeling van een mutatie. Alle klachten zijn afgehandeld en de betrokken deelnemers zijn geïnformeerd. Het bestuur is elk kwartaal via de DVO-rapportage door de uitvoerder geïnformeerd over de inhoud, afhandeling en doorlooptijd van de klachten. 2 klachten zijn buiten de overeengekomen DVO termijn afgehandeld. In 2014 zijn geen geschillen aanhangig gemaakt bij het fonds.
2.3.12 Maatschappelijk verantwoord beleggen Het fonds geeft door middel van verantwoord beleggen blijk van haar maatschappelijke betrokkenheid. Sinds 2008 geeft het fonds invulling aan het verantwoord beleggen beleid. Als uitgangspunt hanteert het fonds de principes van het Global Compact van de Verenigde Naties. Deze principes zijn gerelateerd aan mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anti corruptie. Het verantwoord beleggen beleid bestaat uit het uitsluiten van controversiële wapens, engagement, corporate governance en stemmen op aandeelhoudersvergaderingen. Aan het verantwoord beleggen beleid wordt aandacht besteed in hoofdstuk 3.7.2.
2.3.13 Risicobeheer Pensioenfondsbesturen moeten voldoen aan alle wet- en regelgeving en in-control zijn over alle risico’s die zich voordoen. De Pensioenwet verplicht het bestuur tot het treffen van maatregelen voor een integere en beheerste bedrijfsvoering. Deze verplichting gaat verder dan de maatregelen die het bestuur heeft getroffen op het gebied van compliance en de gedragscode die het fonds heeft. Het gaat om een risicobeleid, waarbij integriteitrisico’s en ook andere risico’s in kaart worden gebracht. DNB volgt het risicomanagement van fondsen nauwgezet. Voor DNB geldt dat het bestuur van een pensioenfonds uiteindelijk altijd verantwoordelijk is. Deze verantwoordelijkheid kan het fonds niet uitbesteden. Daarbij is integraal risicomanagement meer dan een proces alleen. Het omvat ook een continue beoordeling en daar waar nodig bijsturing. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
19
Integraal risicomanagement is niet statisch. Het moet worden aangepast aan de veranderende omstandigheden. Dat vraagt van het fondsbestuur risicobewustzijn, gezond verstand, kennis en een voortdurende kritische houding. Aan het risicobeheer wordt aandacht besteed in paragraaf 3.7.6.
2.3.14 Uitbesteding Het fonds heeft delen van haar bedrijfsprocessen uitbesteed aan andere partijen. Aan uitbesteding is voor het fonds een aantal risico’s verbonden. Het bestuur heeft daarom beleid vastgesteld met betrekking tot de beheersing van risico’s die samenhangen met uitbesteding van (delen van) bedrijfsprocessen. Het bestuur is en blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de beheersing van het door het fonds te voeren beleid, ook voor het gedeelte van de werkzaamheden dat is uitbesteed. Het uitbestedingsbeleid van het fonds is in overeenstemming met de “Beleidsregel Uitbesteding” van De Nederlandsche Bank.
2.3.15 Wet- en regelgeving Het bestuur ziet toe op de naleving van wet- en regelgeving door het fonds. Het bestuur heeft geen overtredingen van weten regelgeving geconstateerd
2.3.16 Kennisdeling en advisering bij Klantenraad en de Raad van Advies De uitvoeringsorganisatie van het fonds, Syntrus Achmea Pensioenbeheer heeft een Klantenraad. Het fonds heeft twee zetels in de Klantenraad. De leden van de Klantenraad kiezen uit hun midden een Raad van Advies, die ook in 2014 gevraagd en ongevraagd de directie van de uitvoeringsorganisatie adviseerde. De Klantenraad is in het verslagjaar twee keer bijeen gekomen. Het belangrijkste doel van de Raad van Advies is om gezamenlijk na te denken over belangrijke thema’s in de pensioenwereld en de impact daarvan op de uitvoering. Daarnaast is de Klantenraad een platform om lopende en gewenste ontwikkelingen rondom de dienstverlening en innovaties van de uitvoeringsorganisatie te toetsen. In het verslagjaar sprak de klantenraad met de directie van Syntrus Achmea onder andere uitgebreid over het Klanttevredenheidsonderzoek 2014 en over belangrijke ontwikkelingen binnen de pensioenwereld, zoals het Algemeen Pensioenfonds en de afschaffing van de BTW-koepelvrijstelling. De directie van Syntrus Achmea heeft in 2014 met de Raad van Advies gesproken over een nieuwe opzet van de Klantenraad in 2015.
2.4 Communicatie Communicatie naar de deelnemers en aangesloten werkgevers is een belangrijk onderwerp voor ons fonds. In het communicatiejaarplan vertaalt het fonds de uitgangspunten van het communicatiebeleid in concrete communicatiestrategie en praktische communicatiemiddelen. Het bestuur maakt voor de communicatie gebruik van een website waarop nieuwsberichten worden geplaatst en maandelijks de dekkingsgraad wordt gepubliceerd. Daarnaast is er een nieuwsbrief voor deelnemers waarin onder andere aandacht wordt besteed aan de financiële positie van het fonds. Voor werkgevers is er een digitale nieuwsbrief waarin de voor hen relevante onderwerpen aan bod komen.
2.4.1
Wat heeft het fonds aan communicatie gedaan?
De speerpunten voor 2014 waren : •
Actualiteiten: communicatie over de financiële situatie en het nieuwe pensioencontract,
•
Communicatie rondom het UPO.
•
Communicatie rondom de toekomst van VNPS.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
20
Het onderwerp pensioen kreeg ook in 2014 in de media veel aandacht vanwege de aankomende wijzigingen in de Pensioenwet. Deze informatie publiceerde het fonds onder andere via de website, de schriftelijke nieuwsbrieven aan deelnemers en pensioengerechtigden. Werkgevers ontvingen twee digitale nieuwsbrieven om hen daarmee te ondersteunen in hun informerende rol richting de werknemers. Nieuwsbrief “Uw Pensioen” In maart en september 2014 hebben deelnemers en gepensioneerden van het fonds een nieuwsbrief ontvangen. Hierin werd onder meer aandacht besteed aan: de toekomstplannen van het fonds, reglementswijzigingen, de premie in 2014, verhoging van pensioenen met 1%, het pensioenoverzicht en de financiële situatie, veranderingen in het bestuur en andere organen door de Wet versterking bestuur pensioenfondsen en het nFTK. E-mailnieuwsbrief voor werkgevers In september 2014 hebben de werkgevers twee e-mailnieuwsbrieven van het fonds ontvangen. Hierin werd onder meer aandacht besteed aan: de mogelijke fusieplannen, reglementswijzigingen en het vernieuwde bestuursmodel. Eén nieuwsbrief was geheel gewijd aan de pensioen3daagse, een event georganiseerd door het platform Wijzer in geldzaken en gericht op de bewustwording van pensioenen zowel bij werkgevers als werknemers. Uniform Pensioenoverzicht (UPO) Rondom het UPO communiceerde VNPS in verschillende vormen. Via artikelen op de website en in de nieuwsbrief (van september) zijn de deelnemers geïnformeerd over het UPO. Het UPO is dit jaar twee maal verzonden, nadat in de eerste UPO’s spijtig genoeg een foutief bedrag stond. Binnen twee weken zijn de nieuwe juiste UPO’s verzonden. Naast de standaard communicatie is een aantal deelnemers ook geïnformeerd over een verlaging van hun arbeidsongeschiktheidspensioen. Dit had te maken met een te hoge pensioengrondslag , die helaas ten onrechte voor een bepaalde groep deelnemers werd gehanteerd. Website van het fonds In 2014 zijn verschillende nieuwsberichten op de website van het fonds geplaatst, zoals de maandelijkse dekkingsgraad, de verhoging van de pensioenen en de vooraankondigingen van de nieuwsbrieven. In 2014 werd de website van het fonds 3.510 maal bezocht. Dit aantal komt overeen met het aantal bezoeken in 2013 (3.469). In de eerste acht maanden waren er gemiddeld tussen de 150 en 190 bezoekers per maand. Vanaf september schoot het aantal bezoekers omhoog naar respectievelijk 225, 231, 350 en 315. De pagina’s Financiële situatie en pensioenoverzicht (via banner Mijn Pensioenoverzicht) worden het meest bezocht. Dit is waarschijnlijk een gevolg van de nieuwsbrief van september, waarin aandacht werd besteed aan het pensioenoverzicht en de financiële situatie.
2.4.2
Nieuwe Wet Pensioencommunicatie vanaf 1 juli 2015
Vanaf 1 juli 2015 wordt de nieuwe Wet Pensioencommunicatie van kracht. Naast de invoering van het nieuwe financiële toetsingskader wil het kabinet ook nieuwe regels voor pensioencommunicatie laten gelden. Het doel van de nieuwe wetgeving is deelnemers meer inzicht te geven in hun pensioensituatie en hen daarmee handelingsperspectief bieden. Het huidige wetsvoorstel biedt meer ruimte voor digitale communicatie. De communicatie zal via drie kanalen lopen, met elk informatie van andere aard. Ten eerste komt er het Pensioen 1-2-3. Deze bevat algemene informatie over de pensioenregeling in drie lagen. Ten tweede komt het UPO. Deze bevat persoonlijke informatie over het bij één uitvoerder opgebouwde pensioen. Tot slot is er het pensioenregister (www.pensioenregister.nl), waarin een totaaloverzicht wordt gegeven van het te bereiken pensioen, zowel AOW als aanvullend pensioen.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
21
2.5 Toezichthouder AFM en DNB Sinds de invoering van de Wet op het financieel toezicht staat het fonds onder toezicht van DNB en van AFM. DNB is belast met het prudentieel toezicht en AFM met het gedragstoezicht. Het prudentieel toezicht richt zich op de financiële soliditeit van financiële ondernemingen en draagt bij aan de stabiliteit van de financiële sector. Het door de AFM uitgeoefende gedragstoezicht richt zich op ordelijke en transparante marktprocessen, zuivere verhoudingen tussen marktpartijen en zorgvuldige behandeling van cliënten van financiële ondernemingen.
2.5.1
Autoriteit Financiële Markten (AFM)
De AFM is als toezichthouder belast met het bevorderen van een zorgvuldige financiële dienstverlening aan consumenten, waaronder het bewaken van de informatie die pensioenfondsen verschaffen ten aanzien van juistheid en begrijpelijkheid. In 2014 heeft de AFM geen specifieke onderzoeken naar de communicatie van ons fonds uitgevoerd. Wel heeft de AFM in 2014 een marktbreed onderzoek naar uitkeringsinformatie bij pensioenfondsen uitgevoerd. De aanbevelingen naar aanleiding van dit onderzoek heeft de AFM met ons fonds gedeeld om zo het fonds in staat te stellen het belang van de deelnemers nog centraler te stellen.
2.5.2
De Nederlandsche Bank (DNB)
DNB is als toezichthouder belast met het prudentieel toezicht. Dit toezicht richt zich op de financiële stevigheid van financiële ondernemingen. Doel is bij te dragen aan de stabiliteit van de financiële sector. Het fonds legt structureel alle wijzigingen in statuten, reglementen, de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) en de jaarstukken aan DNB voor. Ook voorgenomen benoemingen van (plaatsvervangende) bestuursleden worden vooraf getoetst door DNB. Contact met DNB In 2014 zijn geen dwangsommen of boetes opgelegd aan het fonds. Ook heeft DNB geen aanwijzingen gegeven, geen bewindvoerder aangesteld of bevoegdheidsuitoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming. Van DNB heeft het fonds in 2014 verschillende brieven ontvangen inzake op dat moment actuele thema’s voor pensioenfondsen. Er heeft geen correspondentie plaatsgehad die anders is dan gebruikelijk, met uitzondering van het onderwerp ‘toekomst fonds’. Het bestuur heeft in juni 2014 een gesprek gehad met DNB om de toekomstplannen nader toe te lichten. Themaonderzoek belangenverstrengeling In de periode juni tot september 2014 heeft DNB bij alle pensioenfondsen onderzoek gedaan om de risico’s van belangenverstrengeling in kaart te brengen. Het onderzoek heeft plaatsgevonden aan de hand van een digitaal self assessment. Met de invoering van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen acht DNB de kans aanzienlijk dat er een toename en wisseling van personen optreedt die direct of indirect invloed kunnen uitoefenen op de besluitvorming van het fonds. De uitkomsten van het onderzoek worden anoniem gedeeld met de sector en afhankelijk van de bevindingen zal DNB vervolgacties of projecten opstarten. Themaonderzoek evenwichtige premievaststelling voor 2015 In augustus 2014 deed DNB onderzoek naar evenwichtige belangenafweging bij het besluit tot vaststelling pensioenpremie 2015. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden bij alle pensioenfondsen met actieve opbouw van aanspraken. Met dit onderzoek beoogde DNB de premieverlaging in het kader van de Wet “Verlaging maximum opbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen” te waarborgen. DNB verwacht dat pensioenfondsen bij hun besluitvorming verschillende belangen evenwichtig afwegen. DNB acht het daarbij passend om vooruitlopend op de wettelijke bepaling vanaf 1 januari 2015 het verantwoordingsorgaan in de gelegenheid te stellen om adviesrecht uit te brengen. Indien de feitelijke pensioenpremie niet in gelijke mate met de pensioenopbouw wordt verlaagd, verwacht DNB dat het fonds motiveert waarom daartoe is besloten en hoe dit besluit past in een evenwichtige Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
22
belangenafweging. Het fonds werd hiertoe verzocht twee vragenlijsten in te vullen. DNB verwacht de algemene uitkomst begin 2015 bekend te maken.
2.6 Externe ontwikkelingen 2.6.1
Verhoging van de AOW-leeftijd in stappen
De AOW-leeftijd gaat in stappen omhoog naar 67 jaar. Dit is in wetgeving vastgelegd. Een versnelling van de verhoging van de AOW-leeftijd tot 67 jaar in 2021 is de gecombineerde uitkomst van afspraken uit het Herfstakkoord en het Regeerakkoord van oktober 2012. Eerder was besloten de AOW-leeftijd in 2023 naar 67 jaar te brengen. In november 2014 is het wetsvoorstel voor versnelde verhoging van de AOW-leeftijd bij de Tweede Kamer ingediend .
2.6.2
Verhoging van de pensioenrichtleeftijd van 65 jaar naar 67 jaar
Per 1 januari 2014 is de wettelijke pensioenrichtleeftijd verhoogd naar 67 jaar. Daarna wordt de pensioenrichtleeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Verdere verhoging van de pensioenrichtleeftijd gaat met stappen van één jaar. De komende jaren ligt de fiscale pensioenrichtleeftijd hoger dan de AOW-leeftijd. Het fonds heeft besloten om de pensioenrichtleeftijd nog niet aan te passen, omdat de huidige wet nog de fiscale ruimte biedt om in 2014 de pensioenleeftijd van 65 aan te houden.
2.6.3
Verlaging opbouwpercentage
De Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd verlaagde per 1 januari 2014 de maximale opbouwpercentages met 0,1%. Voor middelloonregelingen geldt een maximaal opbouwpercentage van 2,15% en voor eindloonregelingen van 1,9%. De opbouwpercentages gingen met ingang van 1 januari 2015 nog verder omlaag. Vanaf 2015 wordt het fiscaal maximale opbouwpercentage voor middelloonregelingen 1,875% en voor eindloonregelingen 1,657%. Het opbouwpercentage van ons fonds is 1,75% (middelloonregeling). De bovengrens tot waar pensioenopbouw fiscaal ondersteund wordt is €100.000. Voor ons fonds geldt echter een bovengrens van € 97.289. Deze afgeleide bovengrens compenseert de fiscale bovenmatigheid op andere fronten.
2.7 Nieuwe financiële opzet pensioenfondsen 2.7.1
Definitieve inhoud nieuw FTK
Vanaf 1 januari 2015 is het nieuwe financieel toetsingskader (nFTK) voor pensioenfondsen van kracht. Het nFTK is bedoeld om nominale pensioenen te beschermen. De “beleidsdekkingsgraad” is de belangrijkste maatstaf voor de financiële gezondheid van een pensioenfonds. De beleidsdekkingsgraad is de dekkingsgraad op basis van de afgelopen twaalf maanden. Als de beleidsdekkingsgraad op kwartaalbasis lager is dan de vereiste dekkingsgraad, moet het fonds een herstelplan maken. De eisen aan het vereist eigen vermogen in het nFTK zijn strenger, omdat fondsen met de vorige financiële eisen de wettelijke zekerheidsmaat niet meer haalden. Ook de regels voor indexatie zijn strenger dan in het vorige financieel toetsingskader. Bij het nFTK hoort een haalbaarheidstoets. Deze toets geeft inzicht in de gevolgen van de financiële opzet van de pensioenregeling en de daarbij gekozen risicohouding.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
23
2.7.2
Ultimate Forward Rate
De Ultimate Forward Rate (UFR) is een rente die gebruikt wordt omdat er geen adequate marktrentes zijn voor zeer lange looptijden. De UFR wordt niet gedefinieerd als vaste rente, maar is te koppelen aan een voortschrijdend gemiddelde marktrente (forward rente). In Europa is er een akkoord bereikt over de manier waarop de UFR voor verzekeraars bepaald wordt. Het is nog niet duidelijk wanneer deze UFR voor het eerst wordt gepubliceerd. De Eerste Kamer vroeg of fondsen vooralsnog de UFR van 2014 kunnen blijven gebruiken. DNB ging daar op verzoek van staatssecretaris Klijnsma mee akkoord.
2.8 Europa 2.8.1
Lidstaten akkoord met nieuwe IORP richtlijn
Op 4 december stuurde staatssecretaris Klijnsma een brief aan de Tweede Kamer over de nieuwe Europese pensioenrichtlijn (IORP-richtlijn). Doel van deze richtlijn is te komen tot een Europese interne markt voor pensioenen. Het eerdere voorstel van de Europese Commissie van maart 2014 is grondig aangepast. Daardoor kan Nederland zijn eigen pensioenbeleid blijven bepalen. Ook de regels voor communicatie zijn nu globaler. Op 9 december gaf de Tweede Kamer het kabinet groen licht om in te stemmen met het gewijzigde voorstel. Op 10 december gingen de EU-lidstaten akkoord met het voorstel voor de herziening van de Europese richtlijn. De volgende stap is dat de richtlijn naar het Europees Parlement gaat.
2.8.2
Financial Transaction Tax (FTT)
De Europese Commissie wil een financiële transactiebelasting (FTT) om de financiële sector te dwingen bij te dragen aan het herstel van de crisis. Nederland doet hier vooralsnog niet aan mee. Een groep van 11 landen heeft ervoor gekozen om via de weg van “enhanced cooperation” een FTT in te voeren. Ze willen uiterlijk per 1 januari 2016 een FTT te hebben. Nederland heeft zich niet bij de groep van deze 11 landen aangesloten, omdat Nederland wil dat pensioenfondsen vrijgesteld zijn van de FTT. Verder vindt Nederland het belangrijk dat er geen disproportionele samenloop is met de huidige bankbelasting en dat de inkomsten terugvloeien naar de lidstaten.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
24
3 Financieel beleid 3.1 Inleiding Zoals in paragraaf 1.2.5 reeds werd beschreven stelt het fonds zich ten doel pensioenen te verlenen aan deelnemers, gewezen deelnemers en hun nabestaanden, met inachtneming van de statuten en reglementen. Het is dus belangrijk dat het pensioenfonds voldoende middelen heeft om (toekomstige) uitkeringen te kunnen betalen. Het bestuur gebruikt hiervoor de volgende beleidsinstrumenten; ♦
premiebeleid,
♦
toeslagenbeleid,
♦
beleggingsbeleid en
♦
de pensioenregeling.
In dit hoofdstuk komen de eerste drie instrumenten aan de orde. Na het premie- en toeslagenbeleid geeft het bestuur inzicht in het vermogen en de voorzieningen. Na de actuariële analyse volgt een uitleg over het beleggingsbeleid. De pensioenregeling komt aan bod in hoofdstuk 4.
3.2 Premiebeleid De financiering van de pensioenregeling geschiedt door betaling van een premie zoals omschreven in het uitvoeringsreglement tussen het fonds en de werkgevers. De verschuldigde premie is bepaald in overleg tussen de sociale partners en is door het bestuur – gehoord de actuaris van het fonds – getoetst op adequaatheid en kostendekkendheid. De jaarlijks verschuldigde premie, uitgedrukt als een percentage van de pensioengrondslagsom, dient door de werkgevers betaald te worden. Op basis van de CAO afspraken wordt de helft van de premie ingehouden op het loon van de deelnemer. Een wijziging van de verschuldigde premie wordt, evenals een wijziging in de premiekorting, doorgevoerd met ingang van 1 januari. Er geldt geen bijstortingsverplichting voor de werkgevers. De jaarlijks verschuldigde premie is in de CAO vastgesteld op: 2012: 16,5%; 2013: 17,0%; 2014: 17,5%; 2015: 18,0%.
3.3 Toeslagenbeleid Het toeslagbeleid van het pensioenfonds komt overeen met variant B uit de toeslagenmatrix. Dit betekent dat er geen doelgericht toeslagenbeleid is en dat het bestuur jaarlijks besluit of een toeslag kan worden verleend, rekening houdend met de financiële positie van het fonds en zo ja, hoe hoog die toeslag is. Er is geen ambitie om jaarlijks toeslagen te geven op pensioenrechten en pensioenaanspraken en er is geen maatstaf waaraan de toeslagen gekoppeld zijn. Voor de financiering van de toeslagen wordt geen premie betaald en er wordt geen reserve aangehouden om in de toekomst toeslagen te kunnen toekennen.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
25
Bij de feitelijke toekenning van toeslagen kijkt het bestuur naast de financiële positie van het fonds ook naar de verwachte toekomstige ontwikkelingen in de financiële positie en de risico’s die daarmee gepaard gaan. Het bestuur van het fonds is bevoegd om bij de toekenning van toeslagen onderscheid te maken tussen verschillende soorten pensioenaanspraken en pensioenrechten, voor zover dat onderscheid wettelijk is toegestaan. Eventuele toeslagverlening vindt altijd plaats per 1 januari van enig jaar en wordt verleend op de pensioenaanspraken en pensioenrechten per 31 december van het voorlaatste kalenderjaar, met inbegrip van eerder verleende toeslagen. Als het fonds een toeslag heeft verleend, maakt de toeslag deel uit van de pensioenaanspraak of het pensioenrecht. In alle persoonlijke uitingen richting deelnemers, slapers en gepensioneerden wordt het toeslagenbeleid toegelicht. Het bestuur behoudt zich het recht voor om het toeslagenbeleid aan te passen. Toekomstige wijzigingen zijn verbindend voor alle (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en andere aanspraakgerechtigden. Begin 2014 heeft het bestuur besloten om de pensioenen per 1 januari 2014 met 1% te verhogen. Eind 2014 heeft het bestuur besloten om de pensioenen per 1 januari 2015 wederom met 1% te verhogen. In beide gevallen is de verhoging toegekend aan actieve deelnemers, inactieve deelnemers en gepensioneerden.
3.4 Kosten uitvoering pensioenbeheer Het bestuur maakt voor de uitvoering van de regeling diverse kosten. De kosten van pensioenbeheer (x 1.000) bedragen voor 2014 € 938 (2013 € 822). Omgerekend (in hele euro’s) is deze € 337,17 per deelnemer en gepensioneerde (2013: € 327,10). De uitvoeringskosten kunnen aan de volgende betrokkenen worden toegerekend (x €1.000): 213 Kosten deelnemer en gepensioneerde Werkgeverskosten 35 Kosten bestuur en financieel beheer 690 Hieronder volgt een korte toelichting bij deze kosten. Kosten deelnemer en gepensioneerde De kosten van de deelnemers en gepensioneerden hebben betrekking op alle werkzaamheden die in de pensioenadministratie moeten worden verricht om de aanspraken juist te administreren en de deelnemer volledig te informeren. Denk hierbij aan de pensioentoekenningen, betalen uitkeringen, verwerken waardeoverdrachten, afkoop, helpdesk, communicatie met deelnemers/gepensioneerden. Werkgeverskosten De werkgeverskosten hebben betrekking op de activiteiten die voortvloeien uit de contacten met de werkgever. Het gaat om kosten voor de aanlevering en verwerking van de werknemergegevens, de aanmaak van premienota’s en de premieincasso, helpdesk werkgevers, communicatie met werkgevers. . Kosten bestuur en financieel beheer De kosten van bestuur en financieel beheer hebben betrekking op kosten verbonden aan het besturen van het fonds, het secretariaat van het bestuur, de toezichthouders en de adviseurs. Deze kosten kunnen als volgt worden gespecificeerd (x €1.000): Bestuursondersteuning en secretariaat Advieskosten Kosten bestuursorganen Accountantskosten Overig
365 164 109 39 13
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
26
3.5 Pensioenvermogen en voorzieningen 3.5.1 Samenvatting van de financiële positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar 2014 Bedragen x 1.000 euro
Stand per 1 januari
Pensioen-
Technische
Dekkingsgraad
vermogen
voorzieningen
%
EUR
EUR
172.734
139.715
123,6
35.145
532
24,6
2.268
2.693
-0,7
-4.625
-4.614
0,8
Wijziging marktrente
-
27.717
-20,5
Toeslagen
-
3.109
-2,7
890
-2.171
-1,5
206.412
166.981
123,6
Beleggingsresultaten Premiebijdragen Uitkeringen
Overige
Stand per 31 december
In deze samenvatting zijn het vermogen en de voorziening van de vrijwillige PlusPensioenregeling alsmede derivaten met een negatieve waarde niet meegenomen. Dekkingsgraad De dekkingsgraad wordt bepaald door de som van de technische voorzieningen, het stichtingskapitaal en de reserves te delen door de technische voorzieningen. Het bestuur stelt vast dat de actuele dekkingsgraad boven het conform de voorschriften in de ABTN vastgelegde vereist vermogen van 111,7% ligt en dat dus geen maatregelen uit hoofde van een dekkings- of reservetekort noodzakelijk zijn. De dekkingsgraad ultimo jaar (op basis van de jaarrekening) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
Dekkingsgraad ultimo
2014
2013
2012
2011
2010
123,6%
123,6%
121,6%
118,5%
123,5%
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
27
3.6 Actuariële analyse 3.6.1
Analyse resultaat
Het saldo van baten en lasten over de afgelopen jaren kan als volgt worden geanalyseerd: Bedragen x 1.000 euro
2014
2013
2012
2011
2010
EUR
EUR
Premieresultaat
-1.223
-1.408
-1.348
-787
-1.060
Interestresultaat
6.661
4.736
8.422
-3.502
5.023
Overig resultaat
974
-1.434
-447
1.363
-1.241
6.412
1.894
6.627
-2.926
2.722
Saldo van baten en lasten
3.6.2
Actuariële analyse
De actuariële analyse van het saldo van baten en lasten kan als volgt worden weergegeven: 2014
2013
EUR
EUR
Premieresultaat
-1.222
-1.408
Interestresultaat
6.661
4.736
3
-34
3.252
388
-118
14
-11
-45
-3.109
-1.407
Overig resultaat Resultaat op waardeoverdrachten (saldo overdacht van rechten) Resultaat op kanssystemen (overige wijzigingen) Resultaat op kosten Resultaat op uitkeringen Indexering en overige toeslagen Wijziging overige actuariële uitgangspunten
-
Overige incidentele mutaties
808
-372
Andere oorzaken
148
22
973
-1.434
6.412
1.894
Totaal saldo van baten en lasten
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
28
3.6.3
Uitkomsten van de solvabiliteitstoets
De vermogenspositie van het fonds kan worden gekarakteriseerd als een toereikende solvabiliteit. Voor de berekening van het vereiste eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van het standaardmodel van DNB.
3.6.4
Oordeel van de waarmerkend actuaris over de financiële positie
Het oordeel van de waarmerkend actuaris is opgenomen in hoofdstuk 7, onder de overige gegevens.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
29
3.7 Beleggingsbeleid 3.7.1
Terugblik economie en financiële markten
Gemengd beeld In 2014 werden de verschillen tussen regio’s en landen duidelijk zichtbaar. De economische groei in de opkomende markten zwakte af ten opzichte van een jaar eerder maar nog steeds was er sprake van circa 4,4% groei. In de Verenigde Staten versnelde de economische groei na een zwak eerste kwartaal. Over de hele linie was verbetering waar te nemen en de Amerikaanse economie groeide naar verwachting met 2,2%. De inflatie in de Verenigde Staten schommelde grofweg tussen de 1,5% en 2,0% gedurende het jaar. De macro-economische situatie in de eurozone was daarentegen minder rooskleurig. De economische groei voor de gezamenlijke muntunie bedroeg een magere 0,8% in 2014. Ook binnen de eurozone blijven de verschillen groot. De Duitse economie groeide met circa 1,4% terwijl in Italië sprake was van een recessie. Door de haperende economie zijn ook de inflatiecijfers verder gedaald. Het headline inflatiecijfer in de eurozone is in de loop van het jaar tot circa 0% gedaald. Door de magere economische groei en de aanhoudende daling van de inflatiecijfers in de eurozone, heeft de Europese Centrale Bank (ECB) additionele maatregelen genomen. De beleidsrente is in twee stappen verlaagd naar 0,05% en de depositorente is verlaagd tot -0,2%. Daarnaast zijn nieuwe liquiditeitsverschaffende maatregelen genomen, de zogenaamde Targeted Longer-Term Refinancing Operations (TLTRO’s). Ook lanceerde de ECB nieuwe opkoopprogramma’s van gedekte obligaties (covered bonds) en obligaties met onderpand (asset backed securities). De Bank of Japan verruimde het monetaire beleid ook door het bestaande opkoopprogramma uit te breiden. De Amerikaanse centrale bank (Fed) bouwde het opkoopprogramma van staatsobligaties en hypotheekgerelateerde obligaties juist af gedurende 2014. Naast de macro-economische ontwikkelingen speelden diverse geopolitieke gebeurtenissen een belangrijke rol. De onrust in Oekraïne leidde tot spanningen tussen Rusland en het Westen, met economische sancties tot gevolg. Positief jaar De totaalrendementen in 2014 waren voor de meeste beleggingscategorieën positief. Alleen het rendement op grondstoffen was negatief door de sterke daling van de olieprijs. De andere beleggingscategorieën lieten behoorlijke plussen zien. Gedurende het jaar was de volatiliteit laag. Alleen in het vierde kwartaal nam de onrust toe en was sprake van oplopende volatiliteit. Net als voorgaande jaren was het monetaire beleid een dominante factor op de financiële markten. De renteniveaus in de eurozone daalden gedurende het jaar naar nieuwe, historisch lage niveaus mede door toedoen van de ECB. Ook de valutabewegingen werden sterk gedreven door de acties van centrale banken. De forse daling van de olieprijs en de westerse sancties zetten Russische activa fors onder druk. De totaalrendementen op staatsobligaties van zowel de kernlanden als de niet-kernlanden in de eurozone bedroegen meer dan 10% in 2014. De renteniveaus daalden gedurende het jaar naar nieuwe, historisch lage niveaus. De lage economische groei, de dalende inflatiecijfers en de nieuwe maatregelen van de ECB waren hier de oorzaak van. De Duitse 10-jaarsrente daalde van 1,9% eind 2013 naar 0,5% eind 2014. Dit is het laagste niveau ooit. Ook de kapitaalmarktrentes in Italië en Spanje daalden fors. De Italiaanse 10-jaarsrente daalde van 4,1% eind 2013 naar 1,9% eind 2014 en de Spaanse 10jaarsrente daalde van 4,2% naar 1,6% gedurende 2014. Inflatiegerelateerde obligaties profiteerden van de daling van de reële rente. Ook op de risicovollere, vastrentende categorieën werd een positief rendement behaald. Investment Grade Credits profiteerden van een daling van zowel de risicovrije rente als van de risico-opslag. De beleggingscategorie Global High Yield bleef wel wat achter bij de andere vastrentende categorieën. In de tweede helft van 2014 liep de risico-opslag gestaag op. Dit kwam mede door de forse daling van de olieprijs waardoor de risico-opslagen voor energiebedrijven in de High Yield markt opliepen. Schuldpapier uit opkomende markten in zowel harde (EMD HC) als lokale valuta (EMD LC) steeg in waarde. EMD HC profiteerde van de daling van de Amerikaanse kapitaalmarktrente terwijl de risico-opslag licht opliep. Ondanks het fors negatieve rendement op Russische staatsobligaties werd een positief rendement behaald op Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
30
EMD LC. Door de gemiddeld genomen hogere effectieve rendementen en de relatief zwakke euro resulteerde een totaalrendement van meer dan 7%. De beleggingscategorie aandelen liet voor het derde achtereenvolgende jaar een positief totaalrendement zien. Het aanhoudende ruime monetaire beleid en de positieve economische ontwikkelingen in de Verenigde Staten waren de belangrijkste oorzaken hiervan. Vooral Amerikaanse aandelen profiteerden van deze ontwikkelingen en lieten hoge rendementen zien. Aandelen uit opkomende landen en Europa bleven in lokale valuta per saldo achter bij de andere regio’s maar sloten het jaar toch in de plus af. Door de zwakke euro bedroeg het totaalrendement van aandelen uit opkomende landen in euro’s gemeten meer dan 11%. De Japanse aandelenmarkt herstelde in de tweede helft van 2014 mede door de verruimende maatregelen van de Bank of Japan (BoJ). De beleggingscategorie grondstoffen was de negatieve uitschieter in 2014. Deze categorie had te lijden onder de sterke daling van de olieprijs waardoor een fors negatief rendement resulteerde. In de tweede helft van 2014 halveerde de olieprijs nagenoeg. De gematigde vraagontwikkeling ten gevolge van de Chinese groeivertraging en de stijgende aanbodcapaciteit vanwege de schalierevolutie in de Verenigde Staten, zijn de belangrijkste oorzaken. Daarnaast besloot de OPEC in november om de olieproductie niet terug te schroeven. Toch deden niet alle grondstoffen het slecht. Zo waren er ook positieve rendementen te vinden binnen de subcategorieën agricultuur en metalen. De uiteenlopende bewegingen van economische groei en monetair beleid, leidden tot grote valutabewegingen. In het middelpunt van het valutageweld stond de Amerikaanse dollar. Deze munt steeg in waarde ten opzichte van de andere grote valuta’s. Per saldo daalde de euro met circa 11% ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Ook binnen de opkomende marktenvaluta’s waren enkele opvallende bewegingen. De Russische roebel ging behoorlijk onderuit ten opzichte van de Amerikaanse dollar en de euro. Een gevolg van de, door westerse sancties verergerde, kapitaalvlucht uit Rusland. Gevoerd beleid Het bepalen van het strategisch beleggingsbeleid begint bij het uitvoeren van een ALM-studie waarin de doelstelling en ambitie van het pensioenfonds worden gekoppeld aan de risicohouding. De investment beliefs worden hierbij als randvoorwaarden gehanteerd. In de ALM-studie wordt uiteraard rekening gehouden met de actuele wet- en regelgeving. Het pensioenfonds heeft in 2014 geen nieuwe ALM-studie laten uitvoeren, vanwege het voornemen om per 1-1-2015 te fuseren en het eigen fonds op te heffen. De voorgenomen fusie zal echter niet per 1-1-2015 gaan plaatsvinden, maar waarschijnlijk per 1-1-2016. Hierdoor krijgt het pensioenfonds alsnog te maken met de invoering van het nFTK. In januari 2015 heeft het pensioenfonds daarom enkele analyses laten uitvoeren om te onderzoeken of het nFTK dwingt tot bepaalde beleidswijzigingen. Er is geen reden om de huidige strategische allocatie niet te handhaven. Het pensioenfonds zal in januari 2015 wel een nieuwe verkorte portefeuilleconstructie uitvoeren om te toetsen of er geen onevenwichtigheden zijn als het gaat om risico versus rendement. Portefeuillewaarde De waarde van de portefeuille en de verdeling van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën aan het einde van het jaar ten opzichte van de situatie aan het begin van het jaar wordt weergegeven in onderstaande tabel:
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
31
Bedragen x € 1.000.000 Aandelen Vastrentende waarden + Liability Overlay Alternatieve beleggingen (grondstoffen) Vastgoed
2014 Bedrag 58,8
Percentage 30,5%
Normportefeuille 24%
2013 Bedrag 52,1
Percentage 29,6%
106,9
55,5%
53%
92,1
52,3%
9,3
4,8%
6%
14,9
8,4%
17,6
9,2%
15%
16,8
9,5%
1%
0,3
0,2%
100%
176,2
100,0%
Liquide middelen Totaal
192,6
100,0
Waarde valuta afdekking
35,3
10,1
Totaal inclusief portefeuilles ter afdekking valutarisico
227,9
186,3
Rendementen Onderstaande tabel geeft de performance weer uitgesplitst naar de verschillende categorieën waarin door het pensioenfonds wordt belegd.
Aandelen Vastrentende waarden (excl. LOF) Alternatieve beleggingen Vastgoed Liquide middelen Totaal Inclusief rente- en valutahedge
2014 Portefeuille 15,78% 9,19% -33,63
2014 Benchmark 15,17% 8,75% -33,80%
0,20% 22,13%
0,10% 21,12%
20,85%
Afdekking renterisico Het renterisico is een groot risico in de pensioenbalans. Het pensioenfonds beheerst dit risico door te beleggen in Vastrentende Waarden en het Liability Overlay Fund (LOF). Gedurende heel 2014 is 90% van het renterisico van de Technische Voorziening afgedekt op basis van de UFR rentecurve. Bij aanvang van 2014 was de 30-jaars swaprente 2,73%. Gedurende het jaar daalde deze met 1,27% tot 1,46% per eind van het jaar. Het hoogste niveau van deze rente werd met 2,78% op 9 januari 2014 bereikt en het laagste niveau van 1,46% per ultimo 2014. Daarmee heeft de 30-jaars swaprente gedurende 2014 een continue daling vertoond. Hierdoor is de waarde van de renteswaps en vastrentende waarde portefeuille fors gestegen. De 3-maands gemiddelde 30-jaars swaprente nam gedurende 2014 af van 2,69% naar 1,73%. De daling van de rekenrente heeft geleid tot een stijging van de Technische Voorziening. Doordat de swaprente ook is gedaald, steeg hierdoor de waarde van renteafdekking. Echter was de stijging van de Technische Voorziening minder groot. Door het hoge afdekkingspercentage van het renterisico, had de daling van de swaprente een positieve invloed op de ontwikkeling van de dekkingsgraad. Valutahedge Het pensioenfonds belegt in verschillende beleggingen die in buitenlandse valuta genoteerd zijn. De belangrijkste buitenlandse valuta waarin belegd wordt, zijn: de Amerikaanse dollar, het Britste pond, de Japanse yen en de Zwitserse franc. Het valutarisico van deze valuta wordt voor een aantal beleggingscategorieën voor 75% afgedekt naar de euro. Voor de beleggingscategorieën Global High Yield en Obligaties in opkomende landen in harde valuta wordt het valutarisico volledig afgedekt. In het valuta afdekkingsbeleid heeft zich gedurende 2014 geen verandering voorgedaan.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
32
Gedurende 2014 werden de afgedekte buitenlandse valuta gemiddeld genomen sterker ten opzichte van de euro. De bijdrage van de valuta afdekking aan het resultaat van de portefeuille was negatief. De ontwikkeling van dit resultaat werd vooral gedreven door de ontwikkeling van de grootste buitenlandse valuta positie: de Amerikaanse dollar. Vastrentende waarden Het doel van het vastrentende waarden mandaat is om een veilige basis te bieden binnen de beleggingsportefeuille en hiermee aan de nominale verplichtingen van het fonds te kunnen voldoen. De renteniveaus in de eurozone daalden in 2014 tot historische dieptepunten. Ook de rendementsverschillen tussen periferie en core-landen namen af. De macro-economische omgeving was teleurstellend: na aanvankelijk hoopgevende groeicijfers in het eerste halfjaar nam het momentum aan het eind van het jaar weer duidelijk af. Op het gebied van de sanering van de overheidsfinanciën werd slechts beperkte vooruitgang geboekt. De rendementsverschillen tussen periferie en core-landen namen verder af. De rentedaling is vooral toe te schrijven aan de gestaag dalende inflatie en inflatieverwachtingen. Ondanks twee verlagingen van de beleidsrentes van de ECB en verdere stimuleringsprogramma's, bestaande uit het verstrekken van goedkope 4-jaarsleningen aan banken en het aankopen van "covered bonds" en "asset-backed securities" raakte de inflatie in de eurozone steeds verder verwijderd van de door de ECB nagestreefde "close to, but below, 2%". Verdere maatregelen, onder meer bestaande uit het opkopen van staatsleningen, worden daarmee steeds waarschijnlijker. De rentedaling zorgde voor een hoog rendement op staatsleningen. De overweging van perifere landen zorgde voor een outperformance. High Yield De beleggingscategorie Global High Yield liet een licht positief rendement zien in 2014 en bleef wat achter bij de andere vastrentende categorieën door de gestegen risico-opslag. Deze categorie heeft het voorgaande jaren erg goed gedaan en was daardoor behoorlijk duur geworden en dus gevoelig voor tegenvallend nieuws. Dit kwam uiteindelijk vooral uit de hoek van de oliegerelateerde bedrijven binnen High Yield. Emerging Markets Debt De laatste weken van 2014 eindigden als de meest volatiele voor EM Debt door de val in de olieprijzen wat de stress in de beleggingscategorie deed toenemen. De turbulentie aan het eind van het jaar woog zwaar op het volledige jaarrendement. Schuldpapier uit opkomende markten in zowel harde als lokale valuta steeg in 2014 in waarde. Een kentering na de negatieve rendementen die vorig jaar werden behaald. Staatsobligaties in lokale valuta profiteerden per saldo van de waardedaling van de euro. Maar ook binnen de opkomende marktenvaluta’s waren enkele opvallende bewegingen waarneembaar. De Russische roebel daalde flink ten opzichte van de Amerikaanse dollar en de euro. Dit werd veroorzaakt door de kapitaalvlucht uit Rusland die mede veroorzaakt werd door de westerse sancties. Per saldo heeft de vastrentende waarden portefeuille met een rendement van 9,19% versus een benchmarkrendement van 8,74% een outperformance van 0,45% behaald. Voor 2015 wordt een zeer bescheiden herstel verwacht, waardoor de rendementen op vastrentende waarden bescheiden zullen blijven. Aandelen 2014 was een jaar met twee gezichten. Het jaar begon zoals 2013 eindigde met een positieve kijk van de markt op de economie. De beurzen stegen verder en nieuwe records werden gebroken. Het laatste kwartaal van 2014 nam de volatiliteit flink toe en zagen we flinke bewegingen in de olie- en commodityprijzen (meest dalingen), valuta (daling van de euro) en de beurzen. Dit onder invloed van tegenvallende macrocijfers in Europa en China. De economie in de VS lijkt zich wel goed te houden. Per saldo steeg de Europese beurs met zo’n 7% en de Amerikaanse beurs met 28,5% in euro’s. Het verschil in performance wordt deels verklaard door de dalende euro. Opkomende markten stegen met 19%.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
33
Hoewel de beurzen in de breedte stegen, was er sprake van duidelijke voorkeuren binnen de verschillende markten. Dit kwam tot uitdrukking in het soort aandelen dat werd gekocht. Defensieve aandelen van bedrijven met stabiele en voorspelbare winstgroei, deden het beter dan meer cyclische aandelen. De sectoren gezondheidszorg en nutsbedrijven deden het daarom het best. Minder goed presteerden de cyclische sectoren: basismaterialen, industrie en energie. De factoren “Kwaliteit” (stabiele winsten, weinig schuld) en “Momentum” (positieve koerstrend en positieve winsttrend) deden het beter dan de factor “Waarde” (lage waardering). De verschillen in de factorperformance werden ook behoorlijk beïnvloed door de verschillen in sectorperformances. Hiervoor gecorrigeerd deden alle factoren het behoorlijk goed. Portefeuilles die inspeelden op aandelen met een lage volatiliteit, de Low Vol strategieën, deden het ook goed. In zowel de Verenigde Staten als in Europa werd een rendement behaald dat boven de benchmark bleef. De factoren worden in het mandaat gecorrigeerd voor de correlatie met de andere factoren en voor sector- en landeneffecten. In Europa lieten de stijlen “Kwaliteit” en “Momentum” een zeer sterke performance zien. De stijl “Waarde” deed het gecorrigeerd voor sectoren en landen redelijk. In de Verenigde Staten bleef “Kwaliteit” achter en deden “Waarde” en “Momentum” (alles gecorrigeerd voor sectoreffecten en correlatie met de andere factoren) het goed. Het rendement van de aandelenportefeuille was in 2014 15,78%. De benchmark was 15,17%. De portefeuille bleef hiermee 0,61% boven de benchmark. Alternatieve beleggingen Grondstoffen Beleggingen in grondstoffen (commodities) zijn investeringen in natuurlijke materialen die gebruikt worden in productieprocessen (olie en metalen bijvoorbeeld). De markt van grondstofbeleggingen liet in 2014, net zoals in 2013, een wisselend beeld zien. Macro economische ontwikkelingen en geopolitieke onrust hebben het rendement bepaald in 2014. De eerste helft van het jaar werd gekenmerkt door tegenvallende economische cijfers (China) en geopolitieke onrust (Oekraïne). Grondstoffen werden voornamelijk gedreven door afnemende economische groei in China, waardoor vooral de prijs van koper daalde. De prijs van nikkel steeg juist door de geopolitieke onrust in Oekraïne. De tweede helft van 2014 werd gekenmerkt door de energiesector. De prijs van olie daalde sterk door tegenvallende economische verwachtingen en toegenomen productie van olie, door onder andere schalieolie. Samen met de olieprijs daalde ook de overige grondstoffen in de energiesector zoals benzine en diesel. De grondstoffen portefeuille daalde in 2014 (in Euro’s). Deze categorie liet afgelopen beleggingswaarde een negatieve performance van ruim 34% zien. De actieve strategie zorgde ervoor dat het rendement 0,17% minder daalde dan de benchmark. Vastgoed De Nederlandse vastgoedmarkt liet in 2014 herstel zien ten opzichte van de zwakke voorgaande jaren. Opvallend was de interesse van buitenlandse beleggers in de Nederlandse vastgoedmarkt. Zowel in de sectoren woningen, winkels als kantoren werden grote portefeuille aankopen door buitenlandse beleggers gedaan. Dit droeg bij aan het herstel van de Nederlandse vastgoedmarkt. Hieronder wordt aangeven wat in 2014 de situatie per sector was: •
Woningen: de koopwoningenmarkt liet in 2014 een sterk herstel zien. Er werden veel meer woningen verkocht dan in voorgaande jaren. Ook de waarde van koopwoningen steeg, vooral in de Randstad. De koopwoningenmarkt werd ondersteund door overheidsmaatregelen zoals aanpassingen in het schenkingsrecht. Hierdoor werd het voor veel mensen aantrekkelijk om in 2014 een huis te kopen. Het effect hiervan op de waardeontwikkeling in de huurwoningenmarkt was beperkt. De huren lieten in 2014 een stijging zien. Dit kwam onder andere doordat de huurverhoging in het gereguleerde segment inkomensafhankelijk is. De waarde van huurwoningen bleef nagenoeg onveranderd. De bezettingsgraad van huurwoningen is hoog.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
34
•
Winkels: Ook in 2014 zet de tweedeling in de winkelmarkt door. De waarde van winkels op A-locaties is relatief stabiel. Op B en C-locaties dalen de huren van winkelruimte en staat ook de waarde van de winkels onder druk. Ook de leegstand neemt in dit segment toe. De impact van internetverkopen is vooralsnog beperkt. Hoewel dit in sommige segmenten binnen de winkelmarkt wel merkbaar is, zoals voor elektronische verkoop.
•
Kantoren: Ook in de kantorensector is er sprake van een tweedeling. De structurele overcapaciteit zorgt voor aanhoudende druk op de kantorenmarkt. Daarnaast zijn er ook segmenten in de markt waar weinig leegstand is en de waarden van kantoren stijgen. Een voorbeeld hiervan is de Zuid-as in Amsterdam.
De portefeuille presteerde met 7,26% beter dan de ROZ/IPD benchmark (4,37%).
3.7.2
Verantwoord Beleggen
Verantwoord beleggen en corporate governance Het pensioenfonds vindt het belangrijk invulling te geven aan verantwoord beleggen. Het pensioenfonds belegt in de beleggingspools van Syntrus Achmea Vermogensbeheer waarop het verantwoord beleggen beleid wordt toegepast. Als uitgangspunt worden de principes van de Global Compact van de Verenigde Naties gehanteerd. Deze tien principes zijn gerelateerd aan de mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anti-corruptie en vinden hun oorsprong in internationaal breed geaccepteerde verdragen zoals de Universele Verklaring inzake de Rechten van de Mens en de conventies van de International Labour Organisation. Het verantwoord belegen beleid bestaat uit de volgende onderdelen: - Uitsluiten van controversiële wapens Het gaat hier om bedrijven die kernwapens, biologische wapens, chemische wapens, anti persoonsmijnen of clusterbommen produceren. Naast de aandelenpools en de vastrentende waarden pool wordt sinds 2012 het uitsluitingsbeleid ook toegepast op de Syntrus Achmea Global High Yield Pool en de Syntrus Achmea Geldmarkt Fonds. Per 1 januari 2013 is het wettelijk verboden om in ondernemingen te beleggen die clusterbommen produceren. Voor het pensioenfonds heeft de wettelijke bepaling geen impact aangezien de beleggingspools clusterbommen expliciet uitsluit van haar beleggingen. - Uitsluiten van landen In de vastrentende waarden pool wordt onder andere belegd in staatsobligaties. Ten aanzien van landen is in 2013 tijdens de jaarvergadering het landenbeleid geaccordeerd door de participanten. Dit betekent dat een aantal landen is uitgesloten van beleggingen. Het betreft landen waartegen de Europese Unie en/of de Verenigde Naties sancties hebben afgekondigd. De sanctie maatregelen zijn op gelegd naar aanleiding van schendingen van het internationale recht of mensenrechten. - Engagement, aangaan van dialoog met ondernemingen Het doel van engagement is om ondernemingen waarin door het fonds is belegd aan te sporen tot beter gedrag en om aandeelhouderswaarde te creëren. In 2014 zijn er namens de participanten in de aandelen pools van Syntrus Achmea Vermogensbeheer 105 unieke engagement casussen behandeld. Het ging hierbij om 79 unieke ondernemingen. Het aantal casussen ligt hoger dan het aantal ondernemingen omdat ondernemingen onderdeel kunnen zijn van meerdere engagement thema’s. Er zijn in 2014 nieuwe engagement casussen gestart rond de engagementthema’s Sociale kwesties in de landbouwketen en Kwaliteit en nominatie van ondernemingsbestuur. Het engagementthema ESG-Investeringsrisico’s onconventionele energiebronnen is in 2014 afgerond. - Corporate governance en stemmen op aandeelhoudersvergaderingen Syntrus Achmea Vermogensbeheer stemde voor de Aandelenpool Europa in 2014 op 299 vergaderingen. In totaal passeerden 4.988 agendapunten de revue. In 2014 werd in ongeveer 9% van alle agendapunten tegen het management gestemd. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
35
Syntrus Achmea Vermogensbeheer stemde voor de Aandelenpool Amerika in 2014 op 376 vergaderingen. In totaal passeerden 4.680 agendapunten de revue. In 2014 werd in bijna 8% van alle agendapunten tegen het management gestemd. Op de website van Syntrus Achmea wordt uitgebreid gerapporteerd over het verantwoord beleggen beleid, het uitsluitingsbeleid en het stembeleid.
3.7.3
Vooruitblik
Voor 2015 is de verwachting dat de wereldwijde, economische groei aantrekt maar de verschillen tussen de regio’s en landen blijven groot. Het “momentum” in de Amerikaanse economie is gunstig. We verwachten dat de Amerikaanse economische expansie doorzet. De situatie in de eurozone blijft problematisch. De verschillen tussen de landen zijn groot en structurele maatregelen worden maar beperkt doorgevoerd. De economische groei is laag en blijft kwetsbaar. Voor 2015 zijn wel een paar lichtpuntjes waar te nemen. De depreciatie van de euro, de gedaalde olieprijs, het herstel van de kredietverlening en nieuwe maatregelen van de ECB zijn positieve factoren voor de economie in de eurozone. In de opkomende landen is het macro-economisch beeld gemengd. De Chinese economie koelt gestaag af terwijl Rusland grote hinder ondervindt van de westerse sancties en de daling van de olieprijs. Wereldwijd is er sprake van een lage inflatieomgeving. De deflationaire krachten blijven per saldo sterk. De voornaamste oorzaken hiervan zijn: de pogingen tot schuldafbouw en de daardoor haperende vraag, de overcapaciteit op de arbeidsmarkt (vooral in de eurozone), waardoor de loongroei gematigd blijft, en de fors gedaalde olieprijs. Hierdoor zal de headline inflatie onder de doelstelling van de centrale banken in de ontwikkelde markten blijven. De situatie in de eurozone is het meest precair. Dit betekent dat in 2015 het monetair beleid naar verwachting ruim zal blijven en dat nieuwe maatregelen genomen zullen worden. Maar ook hier zal divergentie optreden tussen de verschillende regio’s en landen. De Fed bereidt zich voor om de beleidsrente te verhogen in 2015. Maar gezien de gematigde inflatie en de zwakke groeiomgeving in de andere ontwikkelde markten, zal ze terughoudend zijn met het snel en fors verhogen van de beleidsrente. Een eerste rentestap wordt pas op zijn vroegst medio 2015 verwacht. De ECB en de Bank of Japan daarentegen zullen de beleidsrente voorlopig niet verhogen. Sterker nog, beide centrale banken hebben recent nog additionele maatregelen getroffen om het monetaire beleid verder te verruimen en zullen dit ingezette beleid in 2015 continueren. De beleggingsomgeving zal in 2015 worden gekenmerkt door divergentie in het nog steeds ruime monetaire beleid en de historisch lage renteniveaus. De verwachte rendementen voor de middellange termijn zijn zeer gematigd. De renteniveaus zijn een stuk lager dan vorig jaar waardoor we voor obligaties lagere rendementen verwachten. Echter, op korte termijn verwachten we niet dat de renteniveaus sterk zullen oplopen. De lage economische groei en inflatie in de eurozone, gecombineerd met het verruimende monetaire beleid van de ECB, zal de rentetarieven laag houden. De voorkeur gaat nog steeds uit naar aandelen ondanks dat de verwachte renteverhoging van de Fed kan leiden tot oplopende volatiliteit. Voor de middellange termijn zijn vooral aandelen uit opkomende markten aantrekkelijk vanwege de lage waardering. Belangrijkste risico’s zijn: de (geo)politieke ontwikkelingen, de situatie in de eurozone (o.a. deflatiegevaar en Griekse verkiezingen), beleidsfouten van autoriteiten en een groter dan verwachte groeivertraging in China. Vanwege de lage effectieve renteniveaus en de sterke stijging van aandelen in 2013, zijn de rendementsverwachtingen voor de komende jaren gematigd. Waarderingstechnisch gaat de voorkeur nog wel steeds uit naar aandelen ten opzichte van obligaties. De renteniveaus voor zowel staatsobligaties van kernlanden als bedrijfsobligaties zijn laag waardoor lage absolute rendementen worden verwacht. Vanuit waarderingsperspectief zijn beleggingen uit opkomende landen aantrekkelijker dan beleggingen in ontwikkelde landen. Wel zijn de risico’s bij de opkomende landen op korte termijn nog groot.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
36
3.7.4
Beheerkosten van het fonds
In april 2011 bracht de Autoriteit Financiële Markten (AFM) het rapport “Kosten pensioenfondsen verdienen meer aandacht” uit. Hierin wordt gepleit voor een helder en transparant inzicht in de kosten die pensioenfondsen maken. In dit rapport is onder andere aandacht gevraagd voor de kosten op het gebied van vermogensbeheer. De Pensioenfederatie heeft dit in november 2011 concreet gemaakt in de vorm van ‘aanbevelingen over het afleggen van verantwoording over de kosten’. In dit jaarverslag zijn deze aanbevelingen gevolgd. De gemaakte kosten, zoals hieronder opgenomen, worden ook aan de toezichthouder (DNB) gerapporteerd. De kosten van fiduciair management en vermogensbeheer zijn te onderscheiden naar de volgende kosten componenten: Kosten per beleggingscategorie
Beheerkosten
Performance
Transactiekosten
totaal
gerelateerde kosten Vastgoed
116
-
-
116
Aandelen
106
64
2
172
Vastrentende waarden
183
20
59
262
55
-
2
57
-
-
-
-
460
84
63
607
-
-
27
27
460
84
90
634
241
376
617
39
-
39
280
376
656
Commodoties Overige beleggingen Totaal kosten toe te wijzen aan categorieën exclusief overlay Kosten overlay beleggingen Totaal kosten toe te wijzen aan categorieën inclusief overlay Overige vermogensbeheerkosten Kosten fiduciar beheer Bewaarloon Totaal overige vermogensbeheerkosten Totaal kosten vermogensbeheer
1.290
De kosten van bewaarloon zijn de kosten van het in bewaar geven van effecten bij de custodian en de kosten voor het aanhouden van bankrekeningen. Overige kosten zijn de kosten die zijn gemaakt voor het verantwoord beleggen beleid. Hieronder vallen: corporate governance, screening en uitsluiting van posities op basis van dit beleid. De transactiekosten zijn de kosten die gemaakt worden om de effectentransactie tot stand te brengen en uit te voeren. Deze kosten zijn veelal op basis van een schatting tot stand gekomen, omdat er bijvoorbeeld bij transacties in de categorie vastrentende waarden niet separaat kosten in rekening worden gebracht. Deze uiten zich in het verschil tussen de bied- en laat-spread. Daarnaast is het bij participatie in beleggingsfondsen niet exact te bepalen welke kosten er zijn gemaakt. Daarvoor is een schatting gemaakt van de ‘turn-over’ in de portefeuille en op basis van gemiddelde transactiekosten in de markt zijn vervolgens de transactiekosten bij benadering bepaald. De totale kosten over 2014 bedragen €1.290. Uitgedrukt in een percentage van het gemiddeld belegd vermogen bedragen de kosten 0,680%. De geschatte transactiekosten als percentage van het gemiddeld belegd vermogen bedragen: 0,047%.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
37
De kosten in voorgaande tabel omvatten naast de kosten, zoals gerapporteerd in de jaarrekening dus ook een uitsplitsing van ‘onzichtbare kosten’ voor beheer van onderliggende beleggingsfondsen. Hiervan zijn de kosten verwerkt in het beleggingsrendement en de schatting van kosten van de individuele transacties. In de jaarrekening worden alleen (directe) kosten getoond die het fonds op factuurbasis betaalt aan de tegenpartijen, waardoor deze cijfers niet aansluiten. Het doel van deze tabel is om extra inzicht te verschaffen in lijn met het rapport van de AFM en de Pensioenfederatie.
3.7.5
Z-score
Op basis van artikel 5 lid 1a Vrijstellingsregeling Wet bedrijfspensioenfondsen moet vrijstelling worden verleend als uit de performancetoets blijkt dat het feitelijk behaalde beleggingsrendement van het bedrijfspensioenfonds in negatieve zin afwijkt van het rendement van de door het fonds vastgestelde normportefeuille. Volgens de vrijstellingsregeling zal de performancetoets worden toegepast over de periode 2010 tot en met 2014. Indien de uitkomst van de performancetoets lager uitvalt dan 0, kan een werkgever binnen het verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfonds een verzoek indienen tot vrijstelling van deelname. Over 2014 is een Z-score behaald van 0,44%. De performancetoets over de periode 2010 tot en met 2014 bedraagt 0,15% (0,15 + 1,28 = 1,43) positief. Daarmee blijft de performancetoets ruimschoots boven het vereiste minimum.
3.7.6
Risicoparagraaf
Het Financieel Toetsingskader (“FTK”) voor pensioenfondsen is een onderdeel van de Pensioenwet. De regelgeving van het FTK werkt de economische risico´s voor pensioenfondsen verbonden aan onder meer aandelen, valuta’s en rente uit. Het vertaalt deze naar vereiste reserveposities en dekkingsgraden. Hiermee worden pensioenfondsen gedwongen te overwegen welk totaal risiconiveau ze kunnen of willen accepteren. Het pensioenfonds zet, binnen de kaders van het geformuleerde risicobeleid, in op maximalisatie van het rendement op het vermogen. De belangrijkste risico’s zijn: Marktrisico Verschillende risico’s kunnen elkaar versterken of werken juist diversificerend. Om die reden wordt het risico van marktwaardebewegingen op totaalniveau getoetst. Beheersmaatregelen: • Gewenste risico’s worden meegenomen in een ALM studie. Het betreft de risico’s waarbij gekozen wordt op basis van risico/rendement verwachtingen. Dit geldt niet voor ‘ongewenste’ risico’s. Tot die laatste categorie behoren het liquiditeitsrisico, het concentratierisico en het tegenpartijrisico. •
Bij Sturen op Risico wordt op basis van het dekkingsgraadrisico en tracking error beoordeeld of het risico van het fonds binnen de bandbreedtes beweegt.
Renterisico Een pensioenfonds loopt renterisico doordat de waarde van de verplichtingen van het fonds anders op renteveranderingen reageert dan de waarde van de beleggingen. Beheersmaatregelen: • Het renterisico wordt voor het grootste deel afgedekt.
Inflatierisico Een pensioenfonds loopt inflatierisico doordat de waarde van de geïndexeerde pensioentoezeggingen anders op inflatieveranderingen reageert dan de waarde van de beleggingen. Het (gedeeltelijk) streven naar een reëel pensioen geeft een risico dat de verandering van de pensioenvoorzieningen als gevolg van inflatie niet gecompenseerd worden door een waardeverandering van de beleggingen. Beheersmaatregelen: • De indexatie-ambitie wordt in de ALM getoetst. •
De kans op indexatie wordt inzichtelijk gemaakt in de risicorapportage
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
38
Valutarisico De waarde van beleggingen kan veranderen door schommelingen in de wisselkoersen ten opzichte van de euro. Beheersmaatregelen: • Op basis van het risicoprofiel wordt het valutarisico (gedeeltelijk) afgedekt
Aandelenrisico Het risico op een daling van de marktwaarde van aandelen en zakelijke waarden. Beheersmaatregelen: • In de ALM wordt de gewenste allocatie naar aandelen en zakelijke waarden bepaald aan de hand van het risicoprofiel. •
In de portefeuille constructie wordt het gewenste aandelenrisico omgezet in een feitelijke portefeuille.
•
Door middel van de risicorapportage wordt het aandelenrisico inzichtelijk gemaakt en waar nodig bijgestuurd.
Kredietrisico Het risico dat een verlies optreedt als een kredietnemer zijn afgesproken betalingen niet nakomt of dat de kredietwaardigheid van een kredietnemer afneemt. Beheersmaatregelen • In de portefeuille constructie wordt op basis van risicomaten een allocatie naar vastrentende waarden bepaald. •
Binnen de beleggingsportefeuilles worden limieten opgenomen op kredietwaardigheidsratings van beleggingen in instrumenten, landen en/of sectoren.
Liquiditeitsrisico Het risico dat een fonds niet op korte termijn aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Beheersmaatregelen • Liquiditeitsrisico wordt bewaakt met behulp van stress tests. Deze geven inzicht in de mate waarin de portefeuille over voldoende liquiditeit beschikt om marktschokken op te vangen. Indien het pensioenfonds niet slaagt voor de stress test volgt advies naar klant.
Concentratierisico Door gebrekkige spreiding kan concentratierisico ontstaan waarbij verliezen optreden doordat een te grote gevoeligheid bestaat naar één regio, sector of marktpartij. Beheersmaatregelen • Concentraties worden periodiek weergegeven in de risicorapportage. Op basis van analyses wordt beoordeeld of deze acceptabel zijn of dat deze teruggebracht moeten worden.
Tegenpartijrisico Bij het aangaan van transacties met externe partijen (o.a. derivatenposities en het gebruik van securities lending) wordt exposure opgebouwd bij tegenpartijen. Een faillissement van een tegenpartij kan tot verliezen leiden. Beheersmaatregelen • Bij het aangaan van nieuwe derivatentransacties wordt de tegenpartij getoetst op kredietwaardigheid, bestaande exposure en aan de hand van de gehanteerde watchlist. •
Iedere tegenpartij mag – afhankelijk van de kredietwaardigheid – slechts een bepaald percentage van het totaal uitmaken.
•
De kwaliteit van het onderpand wordt vooraf vastgelegd en voortdurend gemonitord.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
39
Actief risico Met actief risico wordt bedoeld de mate waarin de daadwerkelijke performance afwijkt van de strategische benchmark Beheersmaatregelen • Voor actief beheerde mandaten worden limieten op maximale tracking error gehanteerd. Daarmee wordt de afwijking ten opzichte van de benchmark gelimiteerd.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
40
4 Uitvoering van de pensioenregeling 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling van het fonds. Daarnaast komen de wijzigingen in reglementen die in 2014 zijn doorgevoerd, aan de orde.
4.2 De pensioenregeling Karakter De regeling is een uitkeringsovereenkomst. Op basis van de regeling wordt een uitkering van bepaalde hoogte toegekend. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van salaris en diensttijd. Het langlevenrisico en het beleggingsrisico liggen bij het fonds. Pensioensysteem Het pensioensysteem is een middelloonregeling. De pensioenuitkering is gebaseerd op het salaris dat door de deelnemer gemiddeld verdiend werd/wordt in de sigarenindustrie. Toetredingsleeftijd Een werknemer die in dienst is bij een werkgever die is aangesloten bij het fonds neemt verplicht deel aan de pensioenregeling. De deelname gaat in op de eerste dag van de maand waarin de werknemer 21 jaar wordt. Uitgezonderd hierop zijn werknemers die een boven-CAO-salaris ontvangen. Hierbij geldt dat als een deelnemer die een salaris onder het maximum van de CAO ontving, op enig moment een salaris boven het maximum van de CAO gaat ontvangen, hij deelnemer blijft aan het fonds voor het maximale salaris volgens de CAO (Maximaal pensioengevend loon 2014: € 59.603). Pensioenleeftijd De normale pensioenleeftijd is 65 jaar; het is mogelijk de ingangsdatum van het pensioen te vervroegen tot op zijn vroegst 60 jaar. Het uitstellen van de pensioenleeftijd tot uiterlijk 70 jaar is vanaf 2013 ook mogelijk. Zowel bij vervroegen als bij uitstellen vindt een actuariële herrekening van de pensioenaanspraken plaats. Pensioengrondslag Over de pensioengrondslag wordt pensioen opgebouwd. De pensioengrondslag wordt vastgesteld door het pensioengevend loon te verminderen met de franchise. Het pensioengevend loon is het per 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar vastgestelde bruto jaarloon verhoogd met de eindejaarsuitkering, de persoonlijke toeslag, de ploegentoeslag en de vuilwerktoeslag. Het maximaal pensioengevend loon bedroeg in 2014 € 59.603. De franchise wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld aan de hand van de ontwikkeling van de lonen in de sigarenindustrie. In 2014 bedroeg de franchise € 17.301. Opbouwpercentage ouderdomspensioen Elk jaar wordt 1,75% van de pensioengrondslag opgebouwd aan ouderdomspensioen.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
41
Partnerpensioen Voor eventuele partners wordt een partnerpensioen opgebouwd. Het partnerpensioen bedraagt 70% van het te behalen ouderdomspensioen. Voor werknemers jonger dan 21 jaar geldt dat het partnerpensioen verzekerd is. Wezenpensioen Het wezenpensioen bedraagt 14% van het te behalen ouderdomspensioen en wordt uitgekeerd tot 18 jaar (of tot 27 jaar voor studerende kinderen). Als beide ouders zijn overleden, wordt het wezenpensioen verdubbeld. Herschikken De pensioenregeling kent een aantal mogelijkheden tot het herschikken van pensioenaanspraken: •
De deelnemer kan bij beëindiging van de deelneming en bij pensionering een deel van zijn ouderdomspensioen uitruilen in extra partnerpensioen.
•
De deelnemer kan bij pensionering zijn partnerpensioen geheel of gedeeltelijk omruilen in extra ouderdomspensioen.
•
De deelnemer kan, alleen bij vervroeging van zijn pensioen, gedeeltelijk van zijn pensioen gebruik maken.
Premie Voor 2014 is de verschuldigde premie door het bestuur vastgesteld op 17,5% van de pensioengrondslag. Werkgevers houden op grond van de CAO-afspraken maximaal 50% van de premie in op het brutoloon van de werknemer. Premievrijstelling Als een deelnemer een uitkering krachtens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) dan wel krachtens de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ontvangt, kan de pensioenopbouw premievrij worden voortgezet. Naar rato van de arbeidsongeschiktheid wordt een deel van de premie dan betaald door het fonds: •
100% als er sprake is van arbeidsongeschiktheid van 65% of meer;
•
50% als er sprake is van arbeidsongeschiktheid van 45% tot 65%;
•
25% als er sprake is van arbeidsongeschiktheid van 35% tot 45%;
•
25% als er sprake is van een WAO-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid van 25% tot 35%.
Vrijwillige voortzetting van de deelneming Deelnemers hebben de mogelijkheid om bij beëindiging van de deelneming voor het 65e jaar de deelneming onder bepaalde voorwaarden voor eigen rekening tegen de doorsneepremie voort te zetten. Afkoop kleine pensioenen Met ingang van 1 januari 2007 is in het pensioenreglement opgenomen dat kleine pensioenen worden afgekocht. Kleine pensioenen zijn pensioenuitkeringen van minder dan € 458,06 op jaarbasis (bedrag 2014). Het fonds mag deze pensioenen afkopen binnen zes maanden nadat de deelneming twee jaar is geëindigd. De gewezen deelnemer kan daartegen geen bezwaar maken. Voor deelnemingen die zijn geëindigd vóór 1 januari 2007 gelden andere wettelijke regels. Een pensioenfonds mag dan besluiten tot afkoop, maar de gewezen deelnemer kan hiertegen wel bezwaar maken. PlusPensioenregeling Naast de pensioenregeling van het fonds konden deelnemers op vrijwillige basis premies inleggen voor extra pensioen: de PlusPensioenregeling (voorheen Pensioenspaarregeling). Deze regeling had het karakter van een premieovereenkomst. De hoogte van de maximale premie was afhankelijk van de leeftijd van de deelnemer. De ingelegde premies werden door de werkgever ingehouden op het salaris en afgedragen aan het fonds. Het fonds belegde de premies. De pensioensaldi werden jaarlijks achteraf verhoogd (of, in geval van een negatief rendement, verlaagd) met het fondsrendement. Bij pensionering werden de premie plus het behaalde rendement omgezet in extra pensioen. De kosten voor de deelnemer aan het PlusPensioenfonds waren 8% van de inleg plus 0,5% van het beleggingsresultaat.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
42
Per 1 november 2014 is de PlusPensioenregeling beëindigd. De opgebouwde kapitalen in de PlusPensioenregeling zijn omgezet in pensioenaanspraken in de basisregeling. Vrijwillige deelname aan basisregeling en excedentregeling Sinds 1 januari 2011 is er voor aangesloten werkgevers de mogelijkheid om gebruik te maken van een excedentregeling voor deelnemers aan de basisregeling die een hoger pensioengevend salaris hebben dan het maximaal pensioengevend loon in de basisregeling. Nemen de betreffende deelnemers niet verplicht deel aan de basisregeling dan dient de aangesloten werkgever, om mee te kunnen doen aan de excedentregeling, voor deze deelnemers op vrijwillige basis deel te nemen aan de basisregeling.
4.3 Wijzigingen statuten en reglementen 4.3.1
Statuten
De statuten zijn op 1 juli 2014 gewijzigd in het kader van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen.
4.3.2
Pensioenreglementen
Het bestuur heeft in 2014 besloten de volgende wijzigingen in het pensioenreglement door te voeren:
• • •
aanpassing in verband met convenant arbeidsongeschikten aanpassing indexatie pensioengrondslag bij premievrije voortzetting aanpassing in verband met vervallen van het doorwerkvereiste voor (gewezen) deelnemers geboren voor 1 januari 1950
• 4.3.3
wijziging reglement van het verantwoordingsorgaan
Uitvoeringsreglement
Het uitvoeringsreglement is in 2014 niet gewijzigd.
4.3.4
Reglement excedentregeling
Het reglement voor de excedentregeling is in 2014 niet gewijzigd.
Eindhoven, 23 juni 2015
M.H.J.M. Crijnen
G.W. Hompe
Voorzitter
Plaatsvervangend voorzitter
G.H. Koudys
C.N.J.M. de Gooijer
P.M.A.J. Verheggen
R.A.J. Kaspers
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
43
5 Verantwoordingsorgaan 5.1 Verslag van het verantwoordingsorgaan
5.1.1
Algemeen
Het verantwoordingsorgaan is op 1 juli 2014 ingesteld door samenvoeging van de deelnemersraad en het oude verantwoordingsorgaan. Op basis van de Code Pensioenfondsen heeft het bestuur de samenstelling en werkwijze van het verantwoordingsorgaan in een reglement vastgelegd. Er zijn afspraken gemaakt over welke informatie het verantwoordingsorgaan ontvangt , de frequentie van het overleg met het bestuur en de te behandelen onderwerpen. Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Het verantwoordingsorgaan legt zijn oordeel ten minste één maal per jaar vast. Dit oordeel wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop, opgenomen in het jaarverslag over het jaar waar het oordeel betrekking op heeft. Het verantwoordingsorgaan heeft een adviesrecht ten aanzien van: -
het beleid inzake beloningen;
-
de vorm en inrichting van het intern toezicht;
-
het vaststellen en wijzigen van een interne klachten – en geschillenprocedure;
-
het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid;
-
het wijzigen van het reglement van het verantwoordingsorgaan;
-
het vaststellen en wijzigen van het toeslagbeleid, dan wel het verlenen van toeslagen
-
vermindering van de verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten;
-
gehele of gedeeltelijke overdracht van de verplichtingen van het fonds of de overname van verplichtingen door het fonds;
-
liquidatie, fusie of splitsing van het fonds;
-
het sluiten, wijzigen of beëindigen van een uitvoeringsreglement;
-
het omzetten van het pensioenfonds in een andere rechtsvorm;
-
de samenstelling van de feitelijke premie en de hoogte van de premiecomponenten.
5.1.2
Verslag 2014
In 2014 heeft het verantwoordingsorgaan vier keer vergaderd, waarvan twee keer in de oude samenstelling van oude deelnemersraad, oud verantwoordingsorgaan en de voorzitters van bestuur. In deze vergaderingen werd gesproken over het jaarverslag 2013 en onderwerpen die op de bestuursagenda stonden, waaronder de Wet versterking bestuur en de toekomstvisie van het fonds. Ter kennisname zijn de notulen van de bestuursvergadering aan het verantwoordingsorgaan verstrekt.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
44
5.1.3
Bevindingen
Het verantwoordingsorgaan heeft in het kader van haar taakuitoefening kennis genomen van het jaarverslag 2014, de notulen van de bestuursvergaderingen, de reglementen en de ABTN 2014. Het verantwoordingsorgaan heeft op grond van de gesprekken met het bestuur en de beoordeelde documentatie kennis genomen van het jaarverslag 2014, de reglementen en de ABTN 2014. Het verantwoordingsorgaan heeft de volgende bevindingen: Financiële positie van het fonds Het fonds is financieel gezond. Er is geen sprake geweest van een tekort of onderdekking Er is begin januari besloten tot een toeslag van 1,0% voor alle deelnemers en gepensioneerden. Eind 2014 is eveneens besloten tot een toeslag verlening van 1,0% per 1 januari 2015. Het verantwoordingsorgaan heeft een positief advies gegeven ten aanzien van het voorgenomen besluit om per 1 januari 2015 op alle pensioenaanspraken (actieven, slapers en gepensioneerden) een toeslag te verlenen van 1%. Het verantwoordingsorgaan is van mening dat door het bestuur de juiste keuzes zijn gemaakt op gebied van beleggingsbeleid. Goed pensioenfondsbestuur Het bestuur heeft in 2014 haar best gedaan om zorgvuldig en transparant te besturen. Het bestuur heeft regelmatig overleg gevoerd met alle fondsorganen en heeft voldoende aandacht besteed aan haar eigen deskundigheid. Communicatie In 2014 is in voldoende mate met de deelnemers, gepensioneerden, slapers en werkgevers gecommuniceerd door middel van een nieuwsbrief en actuele informatie op de website. Het verantwoordingsorgaan heeft een positief advies gegeven ten aanzien van het voorgenomen besluit tot vaststelling van het communicatiejaarplan 2015. Wetgeving en reglementen Het bestuur heeft zich voor zover het verantwoordingsorgaan dit kan beoordelen op een correcte wijze aan de geldende wet- en regelgeving, de reglementen en de statuten van het fonds gehouden. Premiebeleid Het premiebeleid is in 2014 uitgevoerd conform de afspraken daaromtrent van en met Cao-partijen. Toeslagenbeleid Het fonds streeft er niet naar om een zekere vooraf gedefinieerde index te volgen. Wel streeft het fonds naar een waardevast pensioen. Gezien de financiële positie van het fonds is besloten om per 1 januari 2014 en per 1 januari 2015 toeslagen toe te kennen. Toekomst fonds Het verantwoordingsorgaan ziet de noodzaak om stappen te ondernemen voor de toekomst van het fonds. De organisaties en de kosten moeten door een beperkte groep deelnemers worden opgebracht. Het bestuur is met plannen voor de toekomst bezig. Het verantwoordingsorgaan blijft graag nauw betrokken bij deze plannen en de keuzes die het bestuur maakt en wil zich actief inzetten en meedenken als de situatie daarom vraagt. Pensioenreglement van het verantwoordingsorgaan Op basis van de Code Pensioenfondsen heeft het bestuur de samenstelling en werkwijze van het verantwoordingsorgaan in een reglement vastgelegd. Het verantwoordingsorgaan heeft een positief advies ten aanzien van het voorgenomen besluit tot wijziging van het pensioenreglement van het verantwoordingsorgaan per 1 januari 2015.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
45
5.1.4
Oordeel
Op grond van het voorgaande komt het verantwoordingsorgaan tot het volgende oordeel: Het verantwoordingsorgaan van de Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven is van oordeel dat: •
het bestuur afdoende informatie aan het verantwoordingsorgaan heeft verstrekt om zich een oordeel te vormen;
•
het handelen van het bestuur in 2014 in overeenstemming is geweest met de statuten en reglementen;
•
het bestuur in 2014 een consistent beleid heeft gevoerd, waarbij de belangen van alle betrokkenen afgewogen en geborgd zijn.
5.1.5
Aanbevelingen
Op grond van de bevindingen en het oordeel heeft het verantwoordingsorgaan de volgende aanbevelingen aan het bestuur: •
De waarmerkend actuaris en de accountant doen in hun rapport enkele aanbevelingen. Aanbevolen wordt dat deze door het bestuur opgepakt worden.
•
Het verantwoordingsorgaan vraagt om voldoende en tijdig meegenomen te worden in de diverse beleidskeuzes die het bestuur maakt.
Eindhoven, 23 juni 2015 Verantwoordingsorgaan Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven,
A.A.H.W. Wijnen, voorzitter H.G. Craens, plaatsvervangend voorzitter
5.2 Reactie bestuur Het bestuur spreekt allereerst zijn dank uit aan het verantwoordingsorgaan voor de bevindingen, het oordeel en de aanbevelingen. Het bestuur constateert dat het verantwoordingsorgaan op professionele wijze het beleid van het bestuur heeft beoordeeld. Het bestuur is tevreden met het oordeel van het verantwoordingsorgaan. Het bestuur neemt de aanbevelingen over en gaat daarmee aan de slag.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
46
6 Raad van Toezicht 6.1 Verslag van de Raad van Toezicht 6.1.1
Opdracht en werkwijze Raad van Toezicht
Met de Wet versterking bestuur pensioenfondsen zijn besturen van bedrijfstakpensioen-fondsen verplicht vanaf 1 juli 2014 een raad van toezicht in te stellen. In artikel 104 Pensioenwet zijn de samenstelling en de taken van de raad vastgelegd. De raad moet toezicht houden op het beleid van het bestuur en op de algemene zaken in het pensioenfonds. Met name de onderwerpen adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging behoren tot de aandachtsgebieden van de raad. Daarnaast staat hij het bestuur met raad ter zijde. Na toetsing op geschiktheid en betrouwbaarheid heeft De Nederlandsche Bank (DNB) in juni 2014 ingestemd met de voorgenomen benoeming van de afzonderlijke leden van de Raad van Toezicht (RvT). Hierdoor kon hij 1 juli 2014 starten met het vervullen van zijn taak. De raad heeft gedurende de periode 1 juli 2014 tot einde van het verslagjaar op de volgende data gesproken met het bestuur dan wel met een afvaardiging hiervan: •
4 september 2014
•
11 december 2014
•
26 februari 2015
In het gesprek van 4 september 2014 heeft het bestuur de situatie van het fonds geschetst. Gezien de bestuursdoelen collectieve waardeoverdracht en liquidatie per 1 januari 2015 heeft de raad van toezicht met het bestuur afgesproken de tweede helft van 2014 aan deze onderwerpen speciale aandacht te besteden. Kijkend naar de situatie van het fonds met de te verwachten beperkte levensduur en het feit dat twee van de drie leden van de visitatiecommissie 2013 deel uitmaken van de raad, heeft de raad doen besluiten geen individuele gesprekken met bestuursleden, actuaris, accountant en bestuursadviseur te plannen. De Raad heeft bij het toezicht wet- en regelgeving, Code Pensioenfondsen en het Reglement Raad van Toezicht in acht genomen.
6.1.2
Opvolging aanbevelingen visitatiecommissie 2013
In het meest recente Visitatierapport (2013) werd melding gemaakt van de wenselijkheid de beleggingscategorie commodities expliciet in de ABTN te laten opnemen. Aan dit advies is gevolg gegeven; niettemin blijft het voor de RvT de vraag, wat de meerwaarde resp. risico's zijn van deze beleggingscategorie voor een klein fonds. Het begrip commodities omvat een groot aantal mogelijke beleggingen en de RvT acht het wenselijk de praktische invulling van deze beleggingscategorie nauwkeurig te monitoren en te onderbouwen. Uit de notulen blijkt dat het bestuur inmiddels extra aandacht aan deze beleggingscategorie geeft. De beleggingen in deze categorie worden uitgevoerd via een externe partij (derivaten). De invulling van het derivatenbeleid, met als meest belangrijke de afdekking van rente- en valutarisico, is inmiddels vastgelegd in de ABTN 2014. Bij het huidige renteniveau is het aan te bevelen vooral de omvang van de renteafdekking periodiek te evalueren. Overigens wordt in de management samenvatting van de certificerend actuaris deze beschrijving in de ABTN als summier gekwalificeerd. Een ander aandachtspunt in het Visitatierapport 2013 was het selectie- en monitoring beleid van vermogensbeheerders. Aan dit onderwerp is nu eveneens een paragraaf in de ABTN gewijd. De uitvoering van deze onderdelen is opgedragen aan SPM (Syntrus Achmea Strategisch Pensioen Management). Omdat het feitelijk vermogensbeheer in de huidige situatie grotendeels wordt uitgevoerd door andere onderdelen van de Syntrus Achmea organisatie (resp. SA Vermogensbeheer en - Vastgoed) vereist
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
47
dit aspect de aandacht van het bestuur. Dit ondanks het feit dat binnen de organisatie van Syntrus Achmea het bestaan van "Chinese Walls" ongetwijfeld juridisch sluitend zal zijn vastgelegd. Uit de notulen blijkt overigens dat ook DNB er belang aan hecht dat het fonds eigen processen heeft ten aanzien van de managerselectie en daarin zich niet uitsluitend baseert op de fiduciair manager.
6.1.3
Ondersteuning vanuit het fonds
Het fonds is de laatste periode geconfronteerd met veel personele wisselingen vanuit Syntrus Achmea. Begin 2015 nog heeft Syntrus Achmea de fondsmanager vervangen. In een gesprek met de heer Dingemans, binnen Syntrus Achmea verantwoordelijk voor Accountmanagement, Marketing en Communicatie, heeft het bestuur laten weten dit zeer ongelukkig te vinden. Als gevolg hiervan heeft Syntrus Achmea besloten de aankomende tijd de vertrekkende fondsmanager op de achtergrond beschikbaar te houden voor het fonds.
6.1.4
Communicatie
De sigarenindustrie is een relatief kleine branche met een beperkt aantal bedrijven en een beperkt aantal werknemers. Daardoor wordt veel informatie door de bedrijven verstrekt aan de werknemers c.q. deelnemers in het pensioenfonds. De communicatie vanuit het fonds aan de deelnemers voldoet aan alle gewenste criteria van het door het bestuur vastgestelde communicatiebeleid. De raad van toezicht heeft hiervan kennis kunnen nemen.
6.1.5
Evenwichtige belangenafweging
De raad heeft het bestuur verzocht besluiten en standpunten, onder andere m.b.t. een evenwichtige belangenbehartiging, (beter) gemotiveerd vast te leggen in de verslagen van bestuursvergaderingen. Het bestuur heeft het verzoek ter harte genomen. Verder is in de paragraaf over de toekomst fonds aandacht besteed aan het onderwerp evenwichtige belangenafweging.
6.1.6
Toekomst fonds
In het jaarverslag 2013 meldt het bestuur "Meer en meer is de afgelopen jaren duidelijk geworden dat enerzijds het aantal werknemers en daarmee het aantal premiebetalers relatief klein is. Anderzijds moeten er meer kosten worden gemaakt om aan de wetgeving te voldoen: er moet meer worden geadministreerd, gecommuniceerd en verantwoord. Hiervoor moet, mede gezien de geringe omvang van de sector, het bestuur meer externe deskundigen en adviseurs inschakelen om als bestuur in control te zijn. Ook De Nederlandsche Bank kijkt naar ons fonds en heeft eind 2013 een uitnodiging gestuurd om begin 2014 deel te nemen aan een seminar voor de 60 meest kwetsbare pensioenfondsen". Voorafgaand aan het aantreden van de raad heeft VNPS op 2 juni 2014 een presentatie bij DNB gehouden over de toekomst van het pensioenfonds. De hierin geformuleerde criteria collectief pensioen, verstevigen draagvlak, passende kwaliteit regeling en passende kosten, pensioenzekerheid, goede pensioenservice en herkenbaarheid zijn verder niet gekwantificeerd. Het bestuur heeft een aantal opties onderzocht: aansluiten bij groot BPF, samengaan van meerdere kleine BPF'en en collectief contract met verzekeraar. Voor het aansluiten bij een groot BPF zijn nadere criteria gedefinieerd: enigszins verwant (qua sector/ bedrijfstak), vermogen> € 1 mld, niet te afwijkend qua regeling (of flexibel/ modulair), niet insolvabel (DG> 105% ). In hoeverre de hierboven vermelde criteria nog van belang zijn en dus door het bestuur zorgvuldig zijn afgewogen is niet duidelijk. Er zou explicieter aangegeven moeten worden of ze nog wel en eventueel waarom ze niet zouden gelden. De raad heeft in het gesprek van 4 september geadviseerd om vooruitlopend op een collectieve waardeoverdracht en liquidatie van het fonds de mogelijkheden van verkoop van het vastgoed te onderzoeken. Door de verkoop van de Heezerweg in april 2015 en al eerder de Bilderdijk bezit VNPS op het moment van dit verslag nog slechts 99 woningen. De raad heeft het bestuur ter overweging gegeven een plan van aanpak voor de collectieve waardeoverdracht en de liquidatie van het fonds op te stellen zodat onder andere de te nemen besluiten, genomen besluiten met motivatie kan worden vastgelegd en
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
48
het tijdspad gedurende het traject kan worden gemonitored. Een dergelijk document kan tevens in de toekomst als verantwoordingsdocument voor het bestuur richting deelnemers dienen. Ten tijde van de vorige Visitatie en ook nu nog is de toekomst van het fonds een belangrijk gespreksonderwerp voor het bestuur. Gezien de beperkte grootte van het fonds, de daardoor relatief hoge kosten en de beleidsinzet van DNB om het aantal kleine fondsen te reduceren, zoekt het bestuur actief naar samenwerking met een ander fonds. Daarbij is de aanvankelijke streefdatum voor opheffing van het zelfstandige fonds, namelijk 1 januari 2015, inmiddels onhaalbaar gebleken. Nadat een aantal opties is bestudeerd, ligt nu de focus op een mogelijk samengaan van het fonds met het Pensioenfonds voor de Grafische bedrijven (PGB). De gekozen uitgangspunten van het fonds lijken bij deze samenwerking het best te realiseren. Vooral het feit dat in deze optie de eigen regeling grotendeels behouden kan blijven wordt van groot belang geacht. Overigens moet een groot aantal aspecten verder worden uitgewerkt. Over al deze ontwikkelingen wordt contact onderhouden met DNB. De raad vertrouwt er op, dat het belangrijke aspect van de evenwichtige belangenafweging de voortdurende aandacht van het bestuur houdt. Een notitie, waarin opgenomen de uitgangspunten voor samenwerking met een fusiepartij, die ook door het verantwoordingsorgaan onderschreven wordt, kan duidelijk richting geven en het gezamenlijk optreden van bestuur en verantwoordingsorgaan bevorderen.
6.1.7
Risicobeheersing
Uit de maandelijkse vermogensbeheer risicorapportage blijkt dat enkele risicogrenzen nog niet zijn bepaald. Hoewel eind 2014 is aangegeven dat de komende tijd voorstellen worden gedaan om deze maatstaven in te vullen heeft de raad de indruk dat hierin weinig vorderingen geboekt worden. De raad heeft begrip dat de prioriteit van het bestuur ligt bij de toekomst van het fonds (lees: collectieve waardeoverdracht naar een andere pensioenuitvoerder) maar acht, juist nu de tijdshorizon van het fonds beperkt is, focus op de risico's rondom het naderende liquidatieproces van belang. De raad acht het dan ook verstandig dat het bestuur het Integraal Risico Management beleid verder uitwerkt zodat invulling wordt gegeven aan alle risico's.
6.1.8
Code pensioenfondsen
Op de website heeft VNPS het document "Pension Fund Governance Transparantiedocument" gepubliceerd. In dit document legt het bestuur aan deelnemers de gekozen principes voor goed pensioenfondsbestuur uit en onderschrijft zij de Code Pensioenfondsen. In het geval het bestuur besluit om af te wijken van de normen uit de Code geeft zij in het jaarverslag uitleg waarom hiertoe besloten is. De raad is verheugd met de wijze waarop het bestuur met haar deelnemers communiceert over de naleving van deze normen.
6.1.9
Jaarverslag
Transparantie van inzicht in de kosten van vermogensbeheer en van de kosten van de uitvoering is in de laatste jaren een steeds belangrijker onderwerp geworden. In algemene zin voldoet de rapportage hierover op dit moment. Op enkele kleinere punten kan nog een verdieping plaatshebben, zoals ook de accountant aangeeft. Als bij de sterftegrondslagen "de bepaalde partner" als basis geldt, dan moeten de gegevens hierover nog verder gecompleteerd worden. Evenals een goede onderbouwing van de voorziening niet opgevraagde pensioenen moeten deze twee zaken 100% duidelijk zijn bij een due diligence onderzoek met een fusiepartij. De RvT heeft het concept jaarverslag, versie 12 mei 2015, besproken en de definitieve versie van 23 juni 2015 goedgekeurd. De raad heeft kennis genomen van de analyse die door het bestuur is gedaan met betrekking tot het voldoen aan de normen van de Code Pensioenfondsen en geconstateerd dat in dit jaarverslag over de naleving ervan is gerapporteerd.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
49
6.1.10 Lijst van stukken verzonden aan de Raad van Toezicht Verstrekt in 2014 vanaf 1 juli 2014: •
Definitieve ABTN 2014.
•
Definitief Jaarverslag 2013, inclusief accountantsverslag en actuarieel rapport.
•
Getekende notulen van bestuur 2012: 27 september en 15 november.
•
Getekende notulen van bestuur 2013: 7 maart, 6 juni, 25 juni, 26 september, 21 november en 17 december.
•
Getekende notulen van bestuur 2014: 13 februari, 13 maart en 11 november
•
Definitieve notulen van bestuur: 19 mei 2014
•
Getekende notulen deelnemersraad 2012: 11 oktober en 6 december
•
Conceptnotulen deelnemersraad 2013: 11 april, 11 juni, 8 oktober en 3 december
•
Getekende notulen verantwoordingsorgaan 2012: 11 oktober en 6 december
•
Conceptnotulen verantwoordingsorgaan 2013: 11 april, 11 juni en 8 oktober
•
Conceptnotulen deelnemersraad en verantwoordingsorgaan 2014: 25 maart en 10 juni
Verstrekt in 2015: •
Vergaderplanning 2015
•
Vergaderstukken bestuursvergadering 15 januari 2015
•
Vergaderstukken bestuursvergadering 26 februari 2015
•
Vergaderstukken bestuursvergadering 9 april 2015
•
Overzicht taken en bevoegdheden RvT
•
Beloningsbeleid 2015
•
Functieprofiel bestuurslid algemeen
•
Functieprofiel lid Raad van Toezicht
•
Gedragscode
•
Presentatie beheersing financiële risico's
Raad van toezicht, 23 juni 2015
Jacques van de Vall (voorzitter) Aad Doorduyn Robert Manning
6.2 Reactie bestuur Het bestuur bedankt de Raad van Toezicht voor het verslag en de aanbevelingen, alsmede het gevoerde toezicht in 2014. Het bestuur neemt de aanbevelingen in het verslag van de Raad van Toezicht over.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
50
7 Jaarrekening In dit hoofdstuk presenteert het bestuur van de Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante bedrijven statutair gevestigd te Eindhoven de jaarrekening over boekjaar 2014 eindigend op 31 december 2014. In de overige gegevens volgen de verklaringen van de certificerend actuaris en van de accountant van het pensioenfonds. De in dit hoofdstuk vermelde bedragen zijn in duizenden euro’s, tenzij anders is aangegeven.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
51
1 BALANS PER 31 DECEMBER (na voorgestelde bestemming van het saldo van baten en lasten) (x € 1.000) 2014
2013
ACTIVA
Beleggingen voor risico fonds
(1)
Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Af: Beleggingen voor risico deelnemers
17.597 58.806 106.904 35.384 9.305 -
16.894 52.175 92.064 10.250 14.921 -1.770 227.996
184.534
Beleggingen voor risico deelnemers
(2)
-
1.770
Vorderingen en overlopende activa
(3)
778
458
Overige activa
(4)
227
317
229.001
187.079
PASSIVA
Stichtingskapitaal en reserves
(5)
Solvabiliteitsreserve Beleidsreserve
17.717 21.714
16.393 16.626 39.431
33.019
Technische voorzieningen
(6)
166.981
139.715
Voorziening pensioenverplichtingen risico deelnemers
(7)
-
1.770
Overige schulden en overlopende passiva
(8)
22.589
12.575
229.001
187.079
2014
Dekkingsgraad op basis van FTK (in%) Nominaal
2013
123,6
123,6
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 52
2
STAAT VAN BATEN EN LASTEN
(x € 1.000) 2014
BATEN Premiebijdragen risico pensioenfonds (van werkgevers en werknemers)
2013
(9)
2.183
2.254
Premiebijdragen voor risico deelnemers
(10)
85
149
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
(11)
34.896
794
Beleggingsresultaten risico deelnemers
(12)
249
14
Overige baten
(13)
154
23
37.567
3.234
LASTEN Pensioenuitkeringen
(14)
4.625
4.608
Pensioenuitvoeringskosten
(15)
938
822
Mutatie technische voorzieningen
(16)
Pensioenopbouw Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Wijziging marktrente Wijziging overige actuariële uitgangspunten Indexering en overige toeslagen Overige wijzigingen
2.693 532
2.920 514
-4.721
-4.657
-93 27.717 1.238 3.109 -3.209
177 -4.435 1.407 -15 27.266
-4.089
(17)
-1.770
141
Saldo overdrachten van rechten risico (18) pensioenfonds
90
-143
(19)
6
1
31.155
1.340
6.412
1.894
Mutatie pensioenverplichtingen voor risico deelnemers
Overige lasten
Saldo van baten en lasten
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 53
2014
2013
Bestemming van het saldo van baten en lasten Beleidsreserve Solvabiliteitsreserve
5.088 1.324
2.336 -442 6.412
1.894
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 54
3
KASSTROOMOVERZICHT
(x € 1.000) Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. 2014
2013
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premiebijdragen risico fonds Ontvangen premiebijdragen voor risico deelnemers Ontvangen waardeoverdrachten risico pensioenfonds Betaalde pensioenuitkeringen Betaalde pensioenuitvoeringskosten Diverse baten en lasten
2.018 85
2.252 149
-90 -4.617 -961 -5
1.042 -4.553 -741 22 -3.570
-1.829
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Ontvangen inzake verkopen beleggingen Betaald inzake aankopen beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Overige mutaties inzake beleggingen Betaalde kosten van vermogensbeheer
372.238 -368.883 976 -131 -720
Mutatie liquide middelen
370.305 -368.351 1.038 -612 -554 3.480
1.826
-90
-3
Samenstelling geldmiddelen 2014
2013
Liquide middelen per 1 januari
317
320
Mutatie liquide middelen
-90
-3
Liquide middelen per 31 december
227
317
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 55
4
ALGEMENE TOELICHTING
Inleiding Het doel van het pensioenfonds is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden. Het pensioenfonds geeft invulling aan de uitvoering van de in de branche verplicht gestelde pensioenregeling.
Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving in het bijzonder Richtlijn 610. De bedragen opgenomen in de jaarrekening zijn vermeld in duizenden euro's, tenzij anders is aangegeven. Het bestuur heeft op 23 juni 2015 de jaarrekening opgemaakt.
Schattingswijzigingen De actuariële grondslagen en/of methoden worden periodiek beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor zowel de gehele bevolking als specifiek voor de populatie van het pensioenfonds. Vanaf boekjaar 2014 is de grondslag voor overlevingskansen gebaseerd op de Prognosetafel AG2014 zoals gepubliceerd door het Actuarieel Genootschap (AG). De algemene sterftekansen die volgen uit de tafel worden voor het pensioenfonds gecorrigeerd in verband met ervaringssterfte. Dit heeft geleid tot een verlaging van de voorziening pensioenverplichting van € 0,7 miljoen. De aanvullende verhoging is bepaald per 31 december 2014. Dit resultaat is via de Staat van Baten en Lasten als "Wijzigingen overige actuariële uitgangspunten" in het verslagjaar verantwoord.
ALGEMENE GRONDSLAGEN Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Verantwoording van baten en lasten Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post "nog af te wikkelen transacties". Deze post kan zowel een actief als een passief zijn.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 56
Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief transactiekosten, provisies, valutakoersverschillen e.d., worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro's tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta's worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Alle valutakoersverschillen zijn verwerkt in de staat van baten en lasten. 31-12-2014
AUD CHF DKK GBP HKD JPY NOK NZD SEK SGD USD
1,48 1,20 7,45 0,78 9,38 145,08 9,07 1,55 9,47 1,60 1,21
31-12-2013
1,54 1,23 7,46 0,83 10,68 144,83 8,36 1,67 8,85 1,74 1,38
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 57
SPECIFIEKE GRONDSLAGEN Beleggingen Algemeen De beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde, slechts indien de reële waarde van een beleggingen niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. Overlopende activa en passiva alsmede liquiditeiten vermogensbeheer worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Het verschil tussen reële waarde en nominale waarde is bij deze activa en passiva in het algemeen gering. Participaties in beleggingspools en -instellingen die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor die onderliggende beleggingen (look-through benadering). Bij gemengde beleggingsfondsen wordt aangesloten bij de hoofdcategorie, bepaald op basis van reële waarde. Beleggingen voor risico pensioenfonds en voor risico deelnemers worden op dezelfde wijze gewaardeerd. Financiële instrumenten worden gebruikt ter afdekking van beleggingsrisico's en het realiseren van het vastgelegde beleggingsbeleid. De derivatenposities zijn opgenomen als een afzonderlijke beleggingscategorie. Derivaten die deel uitmaken van een beleggingsfonds zijn opgenomen in de beleggingscategorie waarin dit beleggingsfonds is gerubriceerd. Reële waarde De beleggingen van het pensioenfonds worden gewaardeerd tegen de reële waarde per balansdatum. Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het pensioenfonds kan gebruik worden gemaakt van genoteerde marktprijzen. Derivaten worden gewaardeerd door gebruik te maken van netto contante waardeberekeningen. Bepaalde instrumenten, zoals participaties in beleggingsfondsen worden gewaardeerd door gebruik te maken van de intrinsieke waarde. Het is gebruikelijk en mogelijk om de reële waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Slechts indien de reële waarde van een beleggingen niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. Voor financiële instrumenten zoals beleggingsvorderingen en -schulden geldt dat de boekwaarde de reële waarde benadert als gevolg van het korte termijn karakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de reële waarde. Vastgoedbeleggingen Beleggingen in direct vastgoed worden gewaardeerd tegen de reële waarde. De reële waarde wordt gebaseerd op taxatiewaarde. De taxaties worden verricht door onafhankelijke deskundigen. Indien daartoe aanleiding is, wordt bij de waardering rekening gehouden met de feitelijke verhuursituatie en/of renovatieactiviteiten. Resultaten door wijziging in reële waarde worden in de staat van baten en lasten verantwoord. Beursgenoteerde vastgoedfondsen worden gewaardeerd tegen de reële waarde, zijnde de beurskoers per balansdatum. Niet-beursgenoteerde beleggingen in vastgoedfondsen worden gewaardeerd op het aandeel in de reële waarde van de onderliggende beleggingen. Indien de waarderingsgrondslagen van vastgoedfondsen afwijken, wordt de waardering zo mogelijk aangepast aan de waarderingsgrondslagen van het pensioenfonds. Onroerend goed in ontwikkeling wordt gewaardeerd op basis van gedane uitgaven, inclusief bouwrente, waarbij wordt getoetst of die uitgaven tot waardewijzigingen leiden. Na oplevering worden (her)ontwikkelde objecten naar reële waarde gewaardeerd. Aandelen Aandelen, waaronder tevens converteerbare obligaties zijn begrepen, worden gewaardeerd tegen reële waarde. Van beurs genoteerde aandelen is dit de beurswaarde. Voor niet beurs genoteerde participaties in aandelenfondsen is dit de intrinsieke waarde, die de reële waarde van de onderliggende beleggingen representeert.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 58
Vastrentende waarden Vastrentende waarden worden gewaardeerd tegen reële waarde inclusief opgelopen rente. Van beurs genoteerde vastrentende waarden is dit de beurswaarde per balansdatum. Voor niet beurs genoteerde participaties in vastrentende waardenfondsen is dit de intrinsieke waarde, die de reële waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Derivaten Derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Derivaatcontracten met een negatieve waarde worden in de balans onder de overige schulden en overlopende passiva verantwoord. Overige beleggingen Overige beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde. De waardering hiervan geschiedt tegen de intrinsieke waarde, die de reële waarde van de onderliggende beleggingen representeert. De overige beleggingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Vorderingen en overlopende activa Vorderingen en overlopende activa worden bij de eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na de eerste verwerking worden vorderingen gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten) onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid. Overige activa Onder meer worden hieronder de liquide middelen opgenomen voor zover dit banktegoeden betreft welke onmiddellijk opeisbaar zijn. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. Stichtingskapitaal en reserves Algemeen Stichtingskapitaal en reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds en risico deelnemers en overige technische voorzieningen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen. In de toelichting wordt opgenomen het krachtens de Pensioenwet minimaal vereiste eigen vermogen volgens de in het Besluit Financieel ToetsingsKader (FTK) voorgeschreven berekeningsmethodiek als het surplusvermogen. Beleidsreserve De Beleidsreserve bevat het resterende gedeelte van het eigen vermogen van het pensioenfonds en kan gebruikt worden voor het verlenen van toeslagen. De beleidsreserve wordt gevoed door het resultaat nadat de solvabiliteitsreserve op het juiste niveau is gebracht. Dit betekent dat de beleidsreserve ook negatief kan zijn.
Solvabiliteitsreserve De Solvabiliteitsreserve is bedoeld om alle risico's, zoals vastgelegd in de Regeling Pensioenwet onder vaststelling vereist eigen vermogen, op te kunnen vangen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 59
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds De voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds wordt gewaardeerd op reële waarde. De reële waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (toeslag)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. Vanaf 2012 betreft dit de rentetermijnstructuur op basis van een driemaandsgemiddelde met toepassing van de Ultimate Forward Rate. Het hanteren van de UFR houdt in dat voor ver in de toekomst liggende verplichtingen (20 jaar tot 60 jaar) een aangepaste rentecurve (ultimo 2014 hogere rente) wordt gehanteerd. Voor verplichtingen korter dan 20 jaar geldt de rentetermijnstructuur op basis van een driemaandsgemiddelde. Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of op de opgebouwde pensioenaanspraken toeslagverlening kan worden toegepast. Alle per balansdatum bestaande toeslagbesluiten (ook voor toeslagbesluiten na balansdatum voor zover sprake is van ex ante condities) zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van de toekomstige opbouw waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen per 31 december 2014: Overlevingstafels Prognosetafels AG2014 waarbij de sterftekansen niet zijn vermenigvuldigd met een leeftijdsafhankelijke factor die zijn gebaseerd op de ervaringssterfte van het pensioenfonds. Partnerfrequentie Voor de berekening van de technische voorzieningen voor nog niet ingegane partnerpensioenen wordt een partnerfrequentie gehanteerd volgens de sterftetafel GBM/V 1985-1990, met uitzondering van de leeftijden 60 tot en met 65. Voor deze leeftijden wordt 100% gehanteerd. Voor de pensioentrekkenden wordt uitgegaan van het bepaalde partnersysteem (feitelijke burgerlijke staat). Leeftijdsverschil man-vrouw Voor partnerpensioen is aangenomen dat de partner 3 jaar jonger is dan de verzekerde man en 3 jaar ouder dan de verzekerde vrouw. Voorziening voor uitgesteld wezenpensioen De lasten van nog niet ingegaan wezenpensioen zijn gesteld op 5% van de lasten van het nog niet ingegaan partnerpensioen tot 65 jaar; bij de vaststelling van de lasten van ingegaan wezenpensioen wordt verondersteld dat het pensioen moet worden uitgekeerd tot de 18-jarige leeftijd, waarbij geen rekening wordt gehouden met sterftekansen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 60
Voorziening voor toekomstige excassokosten Kostenopslag ter grootte van 5% van de technische voorziening in verband met toekomstige administratie- en excassokosten. Voorziening voor toekomstige pensioenopbouw arbeidsongeschikten Bij de bepaling van de pensioenopbouw voor arbeidsongeschikte deelnemers is geen rekening gehouden met een revalidatiekans. IBNR Een voorziening voor het risico van premievrijstelling van zieke deelnemers die in de WIA terecht kunnen komen, wordt berekend door de invaliditeitsopslag uit de premie van de afgelopen twee jaar te nemen. Onvindbaren Voor ouderdomspensioen vanaf 65 jaar dat nog niet is ingegaan omdat de deelnemer onvindbaar is of niet reageert wordt een stelpost opgenomen. De stelpost wordt vastgesteld als de contante waarde op 65 jaar van de aan deze stelpost toegerekende pensioenaanspraken. Door uit te gaan van de contante waarde op 65 jaar wordt rekening gehouden met het feit dat deelnemers bij alsnog aanmelden recht hebben op alle pensioenuitkeringenvanaf de pensioengerechtigde leeftijd (65 jaar). Vanaf boekjaar 2009 worden de aan de stelpost toe te rekenen pensioenaanspraken op levenslang ouderdomspensioen en latent partnerpensioen gelijk gesteld aan de pensioenaanspraken van het voorgaande jaar in deze stelpost plus 5% van de vrijval uit pensionering van actieve en premievrije deelnemers gedurende het jaar minus de gedurende het jaar en na de reglementaire pensioenleeftijd opgevraagde uitkeringen. Het gekozen percentage is gebaseerd op ervaringscijfers uit de voorgaande 8 jaar. Door de gekozen methodiek is geen sprake van oprenting van de voorziening of een risicopremie. Wel vormt de wijziging van de rentetermijnstructuur en de wijziging van het prognosejaar van de overlevingstafel onderdeel van het verloop van de voorziening. De totale voorziening voor niet ingegaan pensioen zal nooit negatief worden.
Voorziening voor risico deelnemers De waardering van de voorzieningen voor risico van deelnemers wordt bepaald door de waardering van de tegenover deze voorzieningen aangehouden beleggingen. Overige schulden en overlopende passiva Overige schulden en overlopende passiva worden bij de eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na de eerste verwerking worden schulden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten). Dekkingsgraad De (nominale) dekkingsgraad van het pensioenfonds wordt berekend door op balansdatum het balanstotaal minus de kortlopende schulden en Voorziening pensioenverplichtingen risico deelnemers, te delen op de technische voorzieningen zoals opgenomen in de balans.
GRONDSLAGEN VOOR DE RESULTAATBEPALING Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorzieningen pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 61
Premiebijdragen van (werkgevers en werknemers) Onder premiebijdragen van werkgevers en werknemers wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen onder aftrek van kortingen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. De premiebaten in het boekjaar zijn gebaseerd op de voorlopige loonsomopgaven van de werkgevers, tenzij definitieve loonsomopgaven al zijn verwerkt in dat boekjaar.
Beleggingsresultaten (In)directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen en valutaresultaten. In de jaarrekening wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waarde-veranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als indirecte beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Aankoopkosten zijn verwerkt in de reële waarde van de beleggingen. Verkoopkosten worden verantwoord als onderdeel van de gerealiseerde herwaarderingen. Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en -lasten, dividenden, huuropbrengsten en soortgelijke opbrengsten. Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaarstelling. Kosten van vermogensbeheer Onder kosten van vermogensbeheer worden de externe en de daaraan toegerekende interne kosten verstaan. Exploitatiekosten van onroerende zaken in exploitatie zijn in de kosten van vermogensbeheer opgenomen.
Verrekening van kosten Met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten zijn verrekend de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten, provisies, valutaverschillen e.d. Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn berekend op actuariële grondslagen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Pensioenuitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Mutatie technische voorzieningen voor risico pensioenfonds Pensioenopbouw De pensioenopbouw is de contante waarde van de pensioenaanspraken die toegekend zijn in het boekjaar.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 62
Rentetoevoeging technische voorziening De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de nominale marktrente op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. De interesttoevoeging wordt tegen de rekenrente primo boekjaar berekend over de beginstand en de mutaties gedurende het jaar.
Onttrekking uit technische voorziening voor pensioenuitkeringen Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de technische voorziening. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen in de verslagperiode.
Mutatie technische voorziening voor pensioenuitvoeringskosten Jaarlijks wordt 5% van de pensioenopbouw en de inkomende waardeoverdrachten toegevoegd aan de technische voorziening ten behoeve van de pensioenuitvoeringskosten. Daarnaast valt 5% van de uitkeringen, afkopen en uitgaande waardeoverdrachten vrij uit de technische voorziening ten behoeve van pensioenuitvoeringskosten (excassokosten).
Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de actuele waarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente.
Saldo overdrachten van rechten De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen. Overige baten De overige baten en lasten worden opgenomen voor de aan het verslagjaar toe te rekenen bedragen. Overige lasten De overige baten en lasten worden opgenomen voor de aan het verslagjaar toe te rekenen bedragen.
GRONDSLAGEN KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is opgesteld overeenkomstig de directe methode. Alle ontvangsten en uitgaven worden hierbij als zodanig gepresenteerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 63
5
TOELICHTING OP DE BALANS
(x € 1.000)
ACTIVA 1. Beleggingen voor risico fonds Verloopoverzicht per beleggingscategorie Vastgoed beleggingen
Aandelen
Vastrentende waarden
Derivaten
Overige beleggingen
Totaal
Stand per 1 januari 2014 Aankopen Verkopen Overige mutaties Waardemutaties
16.894 5 93 605
52.175 1.307 -2.700 8.024
92.064 73.647 -74.657 -15.980 31.830
-2.025 277.026 -271.941 15.702 -5.680
14.921 16.898 -22.940 316 110
174.029 368.883 -372.238 131 34.889
Stand per 31 december 2014
17.597
58.806
106.904
13.082
9.305
205.694
Bij: Derivaten met een negatieve waarde
22.302 227.996
Vastgoed beleggingen
Aandelen
Vastrentende waarden
Derivaten
Overige beleggingen
Totaal
Stand per 1 januari 2013 Aankopen Verkopen Overige mutaties Waardemutaties
17.825 27 -300 194 -852
55.039 5 -10.301 7.432
83.911 51.925 -45.361 9.357 -7.768
7.299 298.113 -300.294 -9.177 2.034
10.973 18.281 -14.049 238 -522
175.047 368.351 -370.305 612 324
Stand per 31 december 2013
16.894
52.175
92.064
-2.025
14.921
174.029
Bij: Derivaten met een negatieve waarde Af: Beleggingen voor risico deelnemers
12.275 -1.770 184.534
De beleggingen voor risico deelnemers worden na rato bepaald over alle beleggingscategoriën, eind 2014 is dit niet meer van toepassing door het beëindigen van de vrijwillige aanvullende pensioenregeling (PlusPensioen). Derivaten met een negatieve waarde zijn verantwoord onder de overige schulden en overlopende passiva. Onderpand met betrekking tot derivaten Binnen de beleggingsportefeuille wordt gebruik gemaakt van derivaten, er is sprake van collateral management. Ultimo 2014 bedraagt het het saldo van de ontvangen en betaalde collateral € 13.413 (2013: € 1.534). Het ontvangen onderpand staat niet ter vrije beschikking van het fonds.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 64
Reële waarde Afgezien van de beleggingsvorderingen en -schulden zijn de beleggingen van het pensioenfonds gewaardeerd tegen reële waarde per balansdatum. Het is over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de reële waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de reële waarde. De vastgoedbeleggingen in de beleggingsportefeuille zijn gewaardeerd op basis van onafhankelijke taxaties. De derivaten en een deel van de vastrentende waarden in de beleggingsportefeuille zijn gewaardeerd door middel van een contante waarde berekening. De aandelen, een deel van de vastrentende waarden en een deel van de overige beleggingen in de beleggingsportefeuille zijn gewaardeerd op basis van de intrinsieke waarde. Het resterende deel van de overige beleggingen is gewaardeerd volgens andere methode en technieken. Op basis van de boekwaarde kan het volgende onderscheid worden gemaakt:
Op basis van de wijziging in de Richtlijn 290 inzake de toelichting op gehanteerde waarderingsystematiek is onderstaande tabel opgenomen. Genoteerde marktprijzen
Onafhankelijke taxaties
Contante Waarde Berekening
Intrinsieke waarde methode
Andere methode
Totaal
Per 31 december 2014 Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
-
17.420 -
-
58.806
177 -
17.597 58.806
-
-
12.135 13.183 -
94.758 9.023
11 -101 282
106.904 13.082 9.305
Totaal
-
17.420
25.318
162.587
369
205.694
Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
-
16.810 -
-
52.175
84 -
16.894 52.175
-
-
11.350 10.066 -
80.702 4.695
12 184 10.226
92.064 10.250 14.921
Totaal
-
16.810
21.416
137.572
10.506
186.304
Per 31 december 2013
Schatting van reële waarde Vastgoed Zoals bij de grondslagen staat vermeld is de waarde gebaseerd op de taxatiewaarde. De eerste waardering is verkrijgingsprijs inclusief transactiekosten. Deze taxaties worden verricht door verscheidene externe erkende taxateurs. Iedere externe taxateur hanteert, binnen de algemene richtlijnen zoals binnen de branche gelden, eigen uitgangspunten. De richtlijnen binnen de branche geven aan dat voor de waardebepaling in dit geval moet worden uitgegaan van de verkoopwaarde van een object met als doelstelling om met het object huurinkomsten te genereren. Als basis wordt hiervoor een contante waardeberekening gebruikt van de toekomstige kasstromen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 65
Aandelen Beleggingen in niet-beursgenoteerde beleggingsinstellingen worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde, zoals door de fondsbeheerder gepubliceerd. Vastrentende waarden Het deel van de vastrentende waarden waarvan de reële waarde op basis van schatting wordt vastgesteld, betreft leningen op schuldbekentenis en hypotheken. De berekeningsgrondslag staat vermeld in de algemene toelichting op de grondslagen. Derivaten Bij de schatting van de reële waarde van derivaten wordt uitgegaan van verwachte toekomstige kasstromen. Overige beleggingen Het deel van de overige beleggingen dat niet op basis van intrinsieke waarde is gewaardeerd, betreft beleggingen in commodities. Voor niet-beursgenoteerde contracten is de waardering gebaseerd op beschikbare marktinformatie als input voor de gehanteerde waarderingsmodellen.
Vastgoedbeleggingen 31-12-2014
31-12-2013
Specificatie vastgoed beleggingen naar soort: Direct vastgoed
17.597
16.894
In 2014 is 88% (2013: 97%) van het directe vastgoed getaxeerd door onafhankelijke, beëdigde taxateurs. 12% (2013: 3%) is intern getaxeerd. Aandelen De aandelen kunnen als volgt worden gespecificeerd: Specificatie naar soort: Aandelenbeleggingsfondsen
58.806
52.175
106.904
92.064
Vastrentende waarden Specificatie vastrentende waarden naar soort: Obligatiebeleggingsfondsen Specificatie vastrentende waarden naar soort: 31-12-2014 Directe vastrentende waardenbeleggingen Leningen op schuldbekentenissen Hypotheken Obligatiebeleggingsfondsen Beleggingsdebiteuren
31-12-2013
320 39 106.534 11
In % 0,3 99,7 -
394 41 91.617 12
In % 0,4 99,6 -
106.904
100,0
92.064
100,0
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 66
Derivaten 31-12-2014
31-12-2013
Specificatie derivaten naar soort: Renteswaps Valuta Liquide middelen
13.659 -476 -101
-2.327 118 184
13.082
-2.025
Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te bevinden. Het pensioenfonds gebruikt derivaten voornamelijk om het valutarisico en het renterisico af te dekken. Eén van de belangrijkste risico's bij derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met te goeder naam en faam bekend staande partijen. Bovendien geldt dat zoveel mogelijk wordt gewerkt met onderpand. Gebruik wordt gemaakt van onder meer de volgende instrumenten: • Interest rate swaps (Renteswaps): dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan het pensioenfonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden. • Futures; dit zijn standaard beursgenoteerde instrumenten waarmee snel posities kunnen worden gewijzigd. Futures worden gebruikt voor het tactische beleggingsbeleid. Tactisch beleggingsbeleid is slechts zeer beperkt mogelijk binnen de grenzen van het strategische beleggingsbeleid. • Forwards (Valutatermijncontracten): dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico's afgedekt.
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2014: Type contract
Interest rate swaps Futures Forward
Contractomvang
82.430.929 299.711 24.179.301
Activa
Passiva
35.384 -
21.825 477
35.384
22.302
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 67
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2013: Type contract
Interest rate swaps Futures Forward Liquide middelen
Contractomvang
82.812.601 -699.393 27.422.723 -
Activa
Passiva
9.917 149 184
12.244 31 -
10.250
12.275
31-12-2014
31-12-2013
Overige beleggingen Commodities Beleggingsfondsen (geldmarktfondsen) Liquide middelen
9.023 282
10.207 4.695 19
9.305
14.921
-
1.770
2. Beleggingen voor risico deelnemers Overige beleggingen 2014
Stand per 1 januari Stortingen Onttrekking in verband met kosten Onttrekking in verband met inkoop pensioenrechten voor risico fonds Beleggingsresultaten risico deelnemers Correcties Stand per 31 december
2013
1.770 85 -14 -2.106 249 16
1.629 149 -21 14 -1
-
1.770
De beleggingen voor risico deelnemers zijn eind 2014 niet meer van toepassing door het beëindigen van de vrijwillige aanvullende pensioenregeling (PlusPensioen).
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 68
31-12-2014
31-12-2013
3. Vorderingen en overlopende activa Vordering op werkgevers Overige vorderingen Nog te factureren premie Uitkeringen
203 168 394 13
390 39 16 13
778
458
Bij de waardering van vorderingen wordt rekening gehouden met het risico van oninbaarheid door hiervoor een voorziening in aftrek te brengen op het saldo van de uitstaande vorderingen. Voor gelijksoortige posten met gelijksoortige risico's wordt gezamenlijk een schatting gemaakt van verliezen en risico's op balansdatum. Deze systematiek om de voorziening vast te stellen wordt gerekend tot de statische methode. Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Specificatie vorderingen Werkgevers Voorziening dubieuze debiteuren
206 -3
390 -
203
390
In 2014 is een bedrag van € 3 toegevoegd aan de voorziening (2013: onttrekking € 19). Er werd een bedrag van € 0 aan premies over voorgaande jaren als onvindbaar afgeschreven (2013: € 0).
4. Overige activa Rabobank ING Bank N.V.
23 204
70 247
227
317
Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn. Bankrekeningen die beheerd worden door de vermogensbeheerder zijn onder de overige beleggingen opgenomen. Er zijn geen kredietfaciliteiten van toepassing.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 69
PASSIVA 5. Eigen vermogen Mutatieoverzicht eigen vermogen Solvabiliteits reserve
Beleidsreserve
Totaal
Stand per 1 januari 2014 Uit bestemming saldo van baten en lasten
16.393 1.324
16.626 5.088
33.019 6.412
Stand per 31 december 2014
17.717
21.714
39.431
Solvabiliteits reserve
Beleidsreserve
Totaal
Stand per 1 januari 2013 Uit bestemming saldo van baten en lasten
16.835 -442
14.290 2.336
31.125 1.894
Stand per 31 december 2013
16.393
16.626
33.019
Algemeen Stichtingskapitaal en reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds en risico deelnemers en overige technische voorzieningen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen. In de toelichting wordt opgenomen het krachtens de Pensioenwet minimaal vereiste eigen vermogen volgens de in het Besluit Financieel ToetsingsKader (FTK) voorgeschreven berekeningsmethodiek als het surplusvermogen. Solvabiliteitsreserve De Solvabiliteitsreserve is bedoeld om alle risico's, zoals vastgelegd in de Regeling Pensioenwet onder vaststelling vereist eigen vermogen, op te kunnen vangen. Beleidsreserve De Beleidsreserve bevat het resterende gedeelte van het eigen vermogen van het pensioenfonds en kan gebruikt worden voor het verlenen van toeslagen. De beleidsreserve wordt gevoed door het resultaat nadat de solvabiliteitsreserve op het juiste niveau is gebracht. Dit betekent dat de beleidsreserve ook negatief kan zijn.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 70
31-12-2014
31-12-2013 In %
In %
Solvabiliteit Aanwezig vermogen Af: technische voorziening
206.412 166.981
123,6 100,0
172.734 139.715
123,6 100,0
Eigen vermogen Af: vereist eigen vermogen
39.431 17.717
23,6 10,6
33.019 16.393
23,6 11,7
Vrij vermogen
21.714
13,0
16.626
11,9
6.846
4,1
5.816
4,2
Minimaal vereist eigen vermogen Dekkingsgraad
123,6
123,6
Voor het bepalen van het vereist eigen vermogen (de solvabiliteitstoets) maakt het pensioenfonds gebruik van het standaardmodel. Het bestuur acht het gebruik van het standaardmodel passend voor de risico's van het pensioenfonds. De uitkomsten van de solvabiliteitstoets zijn opgenomen onder toelichting Risicobeheer. Als het eigen vermogen lager is dan het minimale vereiste eigen vermogen bevindt het pensioenfonds zich in een situatie van dekkingstekort. Indien het eigen vermogen lager is dan het vereiste eigen vermogen, maar wel tenminste gelijk is aan het minimale vereiste eigen vermogen, bevindt het pensioenfonds zich in een situatie van reservetekort. De solvabiliteit van het pensioenfonds is toereikend. Er is geen sprake van een reservetekort als van een dekkingstekort. Voor de berekening van het vereist eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van het standaard model van DNB.
6. Technische voorzieningen 31-12-2014
31-12-2013
Specificatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Basisregeling Premievrijstelling / IBNR
164.920 2.061
137.863 1.852
166.981
139.715
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 71
Mutatieoverzicht technische voorzieningen 2014
2013
Stand per 1 januari Pensioenopbouw Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Wijziging marktrente Wijziging overige actuariële uitgangspunten Indexering en overige toeslagen Overige wijzigingen
139.715 2.693 532 -4.721 -93 27.717 1.238 3.109 -3.209
143.804 2.920 514 -4.657 177 -4.435 1.407 -15
Stand per 31 december
166.981
139.715
Voor een toelichting op de verschillende posten wordt verwezen naar de toelichting op de verschillende posten uit de staat van baten lasten.
Specificatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds: Actieve deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden Overigen Netto pensioenverplichtingen Toekomstige kosten uitvoering pensioenregeling
48.309 40.372 67.383 2.977
41.196 30.976 57.779 3.111
159.041 7.940
133.062 6.653
166.981
139.715
Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter.
Korte beschrijving van de pensioenregeling De pensioenregeling kan worden gekenmerkt als een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Jaarlijks wordt een aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 1,75% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. De pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend loon verminderd met de franchise. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld. Tevens bestaat er recht op nabestaanden- en wezenpensioen. Deelname aan de regeling is verplicht vanaf de leeftijd van 21 jaar (vóór 1 januari 2008: 25 jaar). Toeslagverlening Er is geen uitgewerkt plan om de pensioenen in de toekomst te verhogen. Jaarlijks beoordeelt het bestuur of de pensioenen verhoogd kunnen worden. Of en in hoeverre de pensioenen inderdaad worden verhoogd, hangt af van hoe het fonds er financieel voorstaat. Het is dus niet zeker óf de pensioenen in de toekomst worden verhoogd en ook niet met hoeveel. Voor verhoging is geen geld apart gezet. Dit komt overeen met variant B van de toeslagenmatrix. Het bestuur heeft besloten om per 1 januari 2015 de pensioenen te verhogen met 1%. Het gaat om de pensioenuitkeringen en om de opgebouwde pensioenen van deelnemers en gewezen deelnemers van het fonds.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 72
2014
2013
7. Voorziening pensioenverplichtingen risico deelnemers Stand per 1 januari Stortingen Beleggingsresultaten risicodeelnemers Onttrekking in verband met inkoop pensioenrechten Onttrekking in verband met kosten Correcties
1.770 85 249 -2.106 -14 16
1.629 149 14 -21 -1
-
1.770
Stand per 31 december
De voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers zijn eind 2014 niet meer van toepassing door het beëindigen van de vrijwillige aanvullende pensioenregeling (PlusPensioen).
31-12-2014
31-12-2013
8. Overige schulden en overlopende passiva Belastingen en premies sociale verzekeringen Derivaten met negatieve waarde Overige schulden
96 22.302 191
88 12.275 212
22.589
12.575
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Risicobeheer en derivaten Solvabiliteitsrisico Het pensioenfonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico's. De belangrijkste doelstelling van het pensioenfonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de reële waarde van de pensioenverplichtingen. Het belangrijkste risico voor het pensioenfonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het pensioenfonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het pensioenfonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het pensioenfonds de premie voor de onderneming en deelnemers moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele toeslag van opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het pensioenfonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 73
31-12-2014
31-12-2013
Het surplus/tekort op FTK-grondslagen is als volgt: Duration van de technische voorziening Buffers: S1 Renterisico S2 Risico zakelijke waarden S3 Valutarisico S4 Grondstoffenrisico S5 Kredietrisico S6 Verzekeringstechnisch risico S7 Liquiditeitsrisico S8 Concentratierisico S9 Operationeel risico Diversificatie effect Totaal S (vereiste buffers) Vereist vermogen (artikel 132 Pensioenwet) Aanwezig vermogen (totaal activa - schulden) Surplus/Surplus
166.981
139.715
2.692 15.037 2.679 2.771 2.045 4.584 -12.091
3.345 12.812 5.091 2.810 1.718 3.711 -13.094
17.717
16.393
184.698 206.412
156.108 172.734
21.714
16.626
Het pensioenfonds heeft ter afdekking van risico's derivatencontracten afgesloten (middels de participatie in het Liability Overlay Fund). Hiermee is bij het bepalen van de vereiste buffers rekening gehouden. Bij de berekening van de buffers past het fonds het standaard model van DNB toe. Voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de beoogde asset mix, zoals opgenomen in de beleggingsrichtlijnen van het fonds.
Beleid en risicobeheer Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico's. Deze beleidsinstrumenten betreffen: - beleggingsbeleid - premiebeleid - herverzekeringsbeleid - toeslagbeleid. De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruikgemaakt van ALMstudies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario's. De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in jaarlijks door het bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn gericht op het beheersen van de volgende belangrijkste (beleggings)risico's. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van derivaten.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 74
Marktrisico's (S1 - S4) Het marktrisico omvat het renterisico, het prijs(koers)risico en het valutarisico. Marktrisico omvat de mogelijkheden voor winst of verlies en door een verandering van marktfactoren. Marktfactoren kunnen bijvoorbeeld marktprijzen zijn van aandelen, grondstoffen, vastgoed en private equity (prijsrisico), maar ook valutakoersen (valutarisico) of rentes (renterisico). De strategie van het pensioenfonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Het marktrisico wordt op dagelijkse basis beheerst in overeenstemming met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De overallmarktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur. De mate waarin de beleggingsportefeuille van het pensioenfonds gevoelig is voor het prijs- en renterisico is in de volgende alinea weergegeven, vervolgens worden de risico's die het pensioenfonds loopt nader toegelicht. Renterisico (S1) Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen wijzigen als gevolg van veranderingen in de marktrente. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration geeft aan hoeveel procent bij benadering de reële waarde van een belegging of verplichting verandert bij een parallelle verschuiving van de rentecurve. Een hoge duration geeft een hoge gevoeligheid voor veranderingen in de rente weer. 31-12-2014 Balanswaarde
Duration van de vastrentende waarden (voor derivaten) Totaal beleggingen Duration van de technische voorziening
106.904 205.694 166.981
31-12-2013
Duration
4,1 12,5 16,9
Balanswaarde
92.064 174.029 139.715
Duration
5,6 13,8 15,7
Op balansdatum is de duration van de beleggingen aanzienlijk korter dan de duration van de verplichtingen. Er is derhalve sprake van een zogenaamde "duration-mismatch". Dit betekent dat bij een rentestijging de waarde van beleggingen minder snel daalt dan de waarde verplichtingen (bij toepassing van de reële marktrentestructuur) daalt, de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een rentedaling zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. Afdekkinqsportefeuille: Liability Overlay Fund, vastrentende waarden (lnvestment grade euro en hypotheken). Het beleid van het pensioenfonds is gericht op het verkleinen van de "duration-mismatch". Dit wordt gerealiseerd door het kopen van meer langlopende obligaties in plaats van aandelen (aandelen hebben per definitie een duration van nul), binnen de portefeuille kortlopende obligaties vervangen door langlopende obligaties of door middel van renteswaps of swaptions. Bij een renteswap wordt een vaste lange rente geruild tegen een variabele korte rente. Het pensioenfonds ontvangt in dit geval een lange rente, vergelijkbaar met de kasstroom van een langlopende obligatie en betaalt daarvoor een variabele korte rente (bijvoorbeeld Euribor). Hierdoor wordt de "duration-mismatch" verkleind, maar het pensioenfonds wordt wel afhankelijk van de ontwikkeling van de korte rente die het pensioenfonds aan de tegenpartij betaalt. Met een swaption kan het pensioenfonds tijdelijk het risico van een verdere rentedaling afdekken. Hiervoor betaalt het pensioenfonds een premie. Bij het afsluiten van een swap of een swaption kunnen dus mismatchrisico's worden afgedekt en worden nieuwe risico's geïntroduceerd die gepaard gaan met dit soort instrumenten (zoals liquiditeit, tegenpartij en juridisch risico).
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 75
De samenstelling van de vastrentende waarden naar looptijd is als volgt: 31-12-2014
31-12-2013 in %
Resterende looptijd < 1 jaar Resterende looptijd > 1 en < 5 jaar Resterende looptijd > 5 jaar
in %
25.841 30.417 50.646
24,2 28,4 47,4
26.212 23.404 42.448
28,5 25,4 46,1
106.904
100,0
92.064
100,0
Prijsrisico Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijsrisico wordt gemitigeerd door diversificatie. 31-12-2014
31-12-2013 In %
In %
Specificatie vastgoed beleggingen naar aard: Winkels Woningen Beleggingsdebiteuren Liquide middelen Beleggingscrediteuren
500 16.920 185 48 -56
2,8 96,2 1,0 0,3 -0,3
465 16.345 227 113 -256
2,8 96,8 1,2 0,7 -/-1,5
17.597
100,0
16.894
100,0
17.420 185 48 -56
98,9 1,1 0,3 -0,3
16.810 227 113 -256
99,5 1,3 0,7 -/-1,5
17.597
100,0
16.894
100,0
13.038 14.462 12.526 15.796 2.984
22,2 24,5 21,3 26,9 5,1
11.997 14.071 11.232 12.909 1.966
23,0 27,0 21,5 24,7 3,8
58.806
100,0
52.175
100,0
Specificatie vastgoed beleggingen naar regio: Europa Beleggingsdebiteuren Liquide middelen Beleggingscrediteuren
Specificatie aandelen naar sector: Financiële instellingen (w.o. banken en verzekeraars) Nijverheid en industrie Handel Overige dienstverlening Diversen
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 76
31-12-2014
31-12-2013 In %
In %
Specificatie aandelen naar regio: Europa Noord-Amerika Asia Pacific Emerging markets
18.857 19.825 7.717 12.407
32,1 33,7 13,1 21,1
18.817 16.567 6.946 9.845
36,1 31,7 13,3 18,9
58.806
100,0
52.175
100,0
Valutarisico (S3) Het totaalbedrag van de gehele beleggingsportefeuille dat buiten de euro wordt belegd bedraagt ultimo 2014 circa € 60.181 (2013: € 53.397). Van dit bedrag is 40% (2012: 51%) afgedekt naar de euro. De vreemde valuta exposure van de beleggingscategorieën Global High Yield en Emerging Market Debt wordt binnen het fonds voor 100% afgedekt naar Euro´s. De valuta exposure naar de Amerikaanse Dollar, de Britse Pond, de Japanse Yen en de Zwitserse Frank van de overige beleggingen buiten vastrentende waarden in de portefeuille worden passief voor ca. 75% afgedekt op totaal portefeuilleniveau. De vreemde valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven: Positie voor afdekking
EUR CHF GBP JPY USD Overige Beleggingsdebiteuren Liquide middelen Beleggingscrediteuren
Valutaderivaten
Nettopositie na afdekking Ultimo 2014
Nettopositie na afdekking Ultimo 2013
145.144 2.416 5.787 4.055 25.005 22.918 196 1.259 -1.086
-2.001 -4.607 -3.046 -15.012 -
145.144 415 1.180 1.009 9.993 22.918 196 1.259 -1.086
120.514 649 1.227 1.111 8.607 14.319 239 316 -256
205.694
-24.666
181.028
146.726
Kredietrisico (S5) Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het pensioenfonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het pensioenfonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito's worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het pensioenfonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het pensioenfonds financiële verliezen lijdt.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 77
Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het pensioenfonds; het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij hypothecaire geldleningen en het uitlenen van effecten; het hanteren van prudente verstrekkingnormen bij hypothecaire geld-leningen. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het pensioenfonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied. Met betrekking tot OTC-derivaten wordt door het pensioenfonds enkel gewerkt met tegenpartijen waarmee ISDA/CSA-overeenkomsten zijn afgesloten zodat posities van het pensioenfonds adequaat worden afgedekt door onderpand. Er wordt gebruik gemaakt van dagelijkse waarderingen. 31-12-2014
31-12-2013 In %
In %
Specificatie vastrentende waarden naar sector: Nederlandse overheidsinstellingen Buitenlandse overheidsinstellingen Financiële instellingen Handels- en industriele instellingen Andere instellingen Beleggingsdebiteuren
21.019 43.667 28.104 6.369 7.735 10
19,7 40,8 26,3 6,0 7,2 -
21.925 32.338 24.298 4.381 9.110 12
23,8 35,1 26,4 4,8 9,9 -
106.904
100,0
92.064
100,0
102.434 4.460 10
95,8 4,2 -
87.194 4.858 12
94,7 5,3 -
106.904
100,0
92.064
100,0
Specificatie vastrentende waarden naar regio: Mature markets Emerging markets Beleggingsdebiteuren
Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven: 31-12-2014
31-12-2013 In %
AAA AA A BBB BB B Lager dan B Geen rating Beleggingsdebiteuren
In %
26.914 26.220 7.969 16.185 3.059 2.856 1.389 22.302 10
25,2 24,5 7,5 15,1 2,9 2,7 1,3 20,8 -
12.465 23.256 7.513 13.090 2.364 2.618 1.095 29.651 12
13,5 25,3 8,2 14,2 2,6 2,8 1,2 32,2 -
106.904
100,0
92.064
100,0
De post 'not rated' bestaat ultimo 2014 en 2013 hoofdzakelijk uit posities binnen de diverse beleggingspools waarin het fonds belegd.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 78
Verzekeringtechnische risico (S6) Langlevenrisico Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de technische voorziening. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door toepassing van Prognosetafel AG 2014 met adequate correcties voor ervaringssterfte is het langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Overlijdensrisico Het overlijdensrisico betekent dat het pensioenfonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor door het pensioenfonds geen voorzieningen zijn getroffen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Arbeidsongeschiktheidsrisico Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het pensioenfonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit en het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen (schadereserve). Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Het beleid van het pensioenfonds is om het overlijden- en arbeidsongeschiktheidsrisico niet te herverzekeren. Toeslagrisico Het bestuur van het pensioenfonds heeft de ambitie om het pensioen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente, rendement, looninflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de toeslagtoezegging voorwaardelijk is. Het beleid en de ambitie inzake toeslagverlening is weergegeven in de toelichting van de post 'Indexering en overige toeslagen'. Liquiditeitsrisico (S7) Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen. Hierdoor kan het pensioenfonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico wordt beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Er wordt eveneens rekening gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Inzake het liquiditeitsrisico wordt vermeld dat het pensioenfonds in haar beleggingsportefeuille over voldoende obligaties beschikt die onmiddellijk zonder waardeverlies te gelde kunnen worden gemaakt om eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 79
Concentratierisico (S8) Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen, moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden gesommeerd. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt. Concentratierisico is gemeten naar concentratie van een land of bij een tegenpartij. Dit betreft per 31 december 2014 de volgende posten: 31-12-2014
Vastrentende Waarden Pool Liability Overlay Fund VNPS - Direct Real Estate Aandelen Europa Pool BlackRock MSCI Emerging Markets Free B BlackRock Equity Index Fund B Hypotheek Vastgoed VNPS Geld Markt Fonds Aandelen Noord Amerika Pool Stone Harbor Emerging Markets Local Curr Debt Fd BlackRock MSCI Europe Index Fund B Interpolis Pensioenen Global High Yield Pool Pictet - Global Emerging Debt BlackRock MSCI Equity Index Fund B - Japan
52.647 39.378 17.420 13.153 12.407 11.966 11.776 9.023 7.954 6.529 5.617 5.453 4.511 -
31-12-2013
41.356 22.265 16.810 13.113 9.845 10.021 10.914 4.695 6.647 5.033 5.613 5.545 4.175 3.709
In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico's kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio's, economische sectoren of tegenpartijen. Een portefeuille van beleggingen die sterk sectorgebonden is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico. Bij de bepaling van het vereist vermogen past het pensioenfonds het standaardmodel van de DNB toe. In dat model wordt het concentratierisico vooralsnog op nihil gesteld. Op grond hiervan heeft het bestuur geconcludeerd dat er geen sprake is van concentratie in de activa of verplichtingen en dat er daarom geen buffer voor concentratierisico wordt aangehouden. Overige niet-financiële risico's Operationeel risico (S9) Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico's worden door het pensioenfonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit geautomatiseerde systemen, enzovoorts. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert waardoor beleggingen van het pensioenfonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het pensioenfonds niet beheersbaar.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 80
Verbonden partijen Identiteit van verbonden partijen Transacties met bestuurders Inzake de beloning van bestuurders wordt verwezen naar 15 Pensioenuitvoeringskosten. Er zijn geen leningen verstrekt aan, noch is er sprake van vorderingen op, (voormalige) bestuurders. De bestuurders nemen geen deel aan de pensioenregeling van het pensioenfonds. Overige transacties met verbonden partijen Er zijn geen overige transacties met verbonden partijen.
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Langlopende contractuele verplichtingen Het fonds heeft een uitbestedingsovereenkomst afgesloten met Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V., Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. en Syntrus Achmea Vastgoed B.V. Dit contract is ingegaan op 1 januari 2011 en loopt voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van 12 maanden. Met het bestuur zijn afspraken gemaakt over de vergoedingensystematiek. Deze systematiek bestaat zowel uit vaste als uit variabele componenten. De jaarlijks te betalen vergoeding voor het vermogensbeheer wordt berekend op basis van een percentage (staffel) over het gemiddeld daadwerkelijk belegd vermogen. De vergoeding over het gemiddeld daadwerkelijk belegd vermogen in aandelen is daarmee gebaseerd op 0,23 tot 0,33%, de vergoeding over het gemiddeld daadwerkelijk belegd vermogen in vastrentende waarden is daarmee gebaseerd op 0,10 tot 0,20%. De jaarlijks te betalen vergoeding voor financieel management en advies bedragen jaarlijkse 0,75% over het belegd vermogen. Voor het vastgoedbeheer bedraagt de jaarlijks te betalen vergoeding 0,5% van het gemiddeld daadwerkelijk belegd vermogen in vastgoed.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 81
6
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
(x € 1.000) 2014
2013
9. Premiebijdragen risico pensioenfonds (van werkgevers en werknemers) Werkgevers- en werknemersgedeelte FVP-koopsommen Excedent Vrijwillige voortzetting
1.990 13 99 81
2.120 113 21
2.183
2.254
De totale bijdrage van werkgever en werknemers bedraagt 17,5% (2013: 17,0%) van de loonsom. De kostendekkende, gedempte en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt:
Kostendekkende premie Gedempte premie Feitelijke premie
3.854 2.282 2.183
4.005 2.305 2.254
De kostendekkende premie is gebaseerd op de marktrente (nominale rentetermijnstructuur van 31 december 2014 gepubliceerd door DNB). Het bestuur heeft de gedempte premie vastgesteld op 5,5% rekenrente. De feitelijke premie is in 2014 lager / hoger dan de gedempte premie. De samenstelling van de kostendekkende premie is als volgt: Kosten pensioenopbouw Pensioenuitvoeringskosten Solvabiliteitsopslag
2.817 707 330
3.054 594 357
3.854
4.005
1.516 589 177
1.520 608 177
2.282
2.305
De samenstelling van de gedempte premie is als volgt: Kosten pensioenopbouw Pensioenuitvoeringskosten Solvabiliteitsopslag
De kosten pensioenopbouw betreffen de kosten van de jaarinkoop van de pensioenaanspraken inclusief de kosten voor premievrijstelling voor nieuwe arbeidsongeschiktheidsgevallen. De toeslagverlening is voorwaardelijk en daarom geen onderdeel van de kosten pensioenopbouw. De pensioenuitvoeringskosten volgen uit de staat van baten en lasten. De solvabiliteitsopslag 2014 wordt berekend door het percentage vereist vermogen per 31 december 2013 te vermenigvuldigen met de kosten pensioenopbouw. Er is wel sprake van premiekortingen. De verschillen tussen de kostendekkende premie, de feitelijke premie en de gedempte kostendekkende premie zijn het gevolg van vergelijkingen tussen kostendekkende premies op 5,5% de kostendekkende premie en de feitelijk ontvangen premie. De reglementaire premie bedroeg in 2014 17,5% van de pensioengrondslag. Deze premie is niet kostendekkend indien het beleggingsrendement zich structureel onder de 5,5% bevindt. Uit bovenstaande tabel blijkt dat deze premie in 2014 niet kostendekkend was. De premie voor 2014 is vastgesteld op 17,5% van de pensioengrondslag, terwijl het rendement waarop de gedempt kostendekkende premie wordt vastgesteld is verlaagd tot 5,5%.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 82
2014
2013
10. Premiebijdragen voor risico deelnemers Periodieke premies
85
149
Het fonds kent een vrijwillige aanvullende pensioenregeling (PlusPensioen). De deelnemer kan hieraan deelnemen voor een aanvullend pensioen. De deelnemer kan bijdragen storten voor zover de deelnemer hiervoor 'fiscale ruimte' heeft. De bijdragen zijn geheel voor rekening van de deelnemer. Gezien de beperkte fiscale ruimte is besloten de regeling per november 2014 te beëindigen. 11. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten 2014
Vastgoed beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
Kosten van vermogensbeheer 2014
Totaal 2014
597 7 378 -6
605 8.024 31.837 -5.680 103
-144 -117 -297 -25 -137
1.058 7.914 31.918 -5.705 -40
976
34.889
-720
35.145
Directe beleggingsopbrengsten 2013
Vastgoed beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
Indirecte beleggingsopbrengsten 2014
Indirecte beleggingsopbrengsten 2013
Kosten van vermogensbeheer 2013
Totaal 2013
674 5 359 -
-852 7.432 -7.768 2.034 -522
-122 -194 -188 -4 -46
-300 7.243 -7.597 2.030 -568
1.038
324
-554
808
Af: Resultaat voor rekening en risico deelnemers
-14 794
De kosten van vermogensbeheer bedragen in 2014 € 720 (2013: € 554). De kosten van vermogensbeheer bestaan uit kosten van exploitatie vastgoed ad € 144 (2013: € 122) en overige kosten van vermogensbeheer ad € 576 (2013: € 432). Transactiekosten zijn onderdeel van de aan- en verkooptransacties van beleggingen. Deze zijn eveneens onderdeel van de indirecte beleggingsopbrengsten en bedragen over 2014 € 90 (2013: € 137). 2014
2013
12. Beleggingsresultaten risico deelnemers Resultaat voor rekening en risico deelnemers
249
14
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 83
2014
2013
13. Overige baten Interest Impero
154
6 17
154
23
Uit controles op aanspraakberekeningen naar aanleiding van de conversie naar MAIA (het Impero onderzoek) zijn enkele bevindingen gebleken. Tot 1 januari 2015 is € 153.521 te veel uitgekeerd aan pensioengerechtigden. De schadepost wordt in 2015 vergoed door de pensioenuitvoerder. 14. Pensioenuitkeringen Ouderdomspensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Afkopen
3.454 890 7 274
3.324 863 8 413
4.625
4.608
De post afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan € 458,06 (2013: € 451,22) per jaar overeenkomstig de Pensioenwet (artikel 66). 15. Pensioenuitvoeringskosten Administratiekostenvergoeding Bestuurskosten Accountantskosten Controle- en advieskosten (excl. accountantskosten) Contributies en bijdragen
609 109 39 164 17
623 64 36 83 16
938
822
Honoraria accountant Accountant 2014 Controle van de jaarrekening Andere niet-controle diensten
2013 Controle van de jaarrekening
Overig netwerk
Totaal
37 2
-
37 2
39
-
39
36
-
36
Deze werkzaamheden zijn zowel in 2014 als 2013 uitgevoerd door Ernst & Young Accountants LLP. Personeelsleden Bij het fonds zijn geen werknemers in dienst. De pensioenuitvoering is volledig uitbesteed aan Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 84
Bezoldiging bestuurders De transacties met bestuurders hebben betrekking op de vergoedingen voor de werkzaamheden verband houdende met de bestuurs- en commissievergaderingen. De vergoedingen bestaan uit vacatiegeld, vergoeding van reis- en verblijfkosten, overige kosten bestuur en overige bestuurskosten 2014: € 109 (2013: € 64). Afgezien hiervan zijn geen bezoldigingen toegekend. 2014
2013
16. Mutatie technische voorzieningen Pensioenopbouw Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Wijziging marktrente Wijziging overige actuariële uitgangspunten Indexering en overige toeslagen Overige wijzigingen
2.693 532 -4.721 -93 27.717 1.238 3.109 -3.209
2.920 514 -4.657 177 -4.435 1.407 -15
27.266
-4.089
Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Verder is hierin begrepen het effect van de individuele salarisontwikkeling. Toeslagen In de staat van baten en lasten is de last uit hoofde van indexering en overige toeslagen welke aan het verslagjaar moet worden toegerekend verantwoord. Als de middelen van het pensioenfonds het toelaten, streeft het bestuur ernaar de pensioenen van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan de stijging van het indexcijfer van de cao-lonen van de detailhandelsbranches die onder het pensioenfonds vallen, exclusief bijzondere beloningen. Dit indexcijfer stelt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) speciaal voor het pensioenfonds vast (CBS-indexcijfer van de CAO-lonen in de detailhandel). Het bestuur streeft ernaar de opgebouwde pensioenen van gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen jaarlijks aan te passen aan de stijging van de CBS-consumentenprijsindex "afgeleid". Dit betekent dat de index niet beïnvloed wordt door belasting- en accijnseffecten. De toeslagen voor de gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen mogen daarbij niet hoger zijn dan de toeslag voor de actieve deelnemers. Het bestuur beoordeelt jaarlijks of de financiële middelen van het pensioenfonds toereikend zijn om de opgebouwde pensioenaanspraken en de ingegane pensioenen te verhogen. Er bestaat geen recht op toeslagverlening en er is dus geen zekerheid of en in hoeverre het pensioenfonds in de toekomst een toeslag kan verlenen. Het pensioenfonds reserveert namelijk geen gelden voor toekomstige toeslagen. Over 2014 heeft er een toeslag verlening plaatsgevonden van 1%. Eind 2014 heeft het bestuur van het fonds het besluit genomen om de pensioenen per 1 januari 2015 met 1% te verhogen. Het bestuur heeft met instemming van de deelnemersraad besloten om een toeslag toe te kennen omdat de financiële situatie van het fonds voldoende was en er de laatste jaren geen mogelijkheid was om een toeslag toe te kennen. De toeslagverlening is in de jaarrekening 2014 opgenomen in de voorziening.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 85
Rentetoevoeging De voorziening pensioenverplichtingen is in het boekjaar opgerent met 0,379% (2013: 0,351%). Dit is de éénjaarsrente uit de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur per 31 december 2013. Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten In de voorziening pensioenverplichtingen zijn de actuarieel verwachte uitkeringen opgenomen gedurende het boekjaar. Onder deze post is de verwachte vrijval uit de voorziening pensioenverplichtingen uit hoofde van het doen van uitkeringen verantwoord. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de actuele waarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. Wijziging overige actuariële uitgangspunten Vanaf ultimo boekjaar 2014 is de grondslag voor overlevingskansen gebaseerd op de Prognosetafel AG2014 van het Actuarieel Genootschap (AG). Als gevolg van de invoering van de nieuwe AG-Prognosetafel is in het verslagjaar 2014 een bate verantwoord van € 0,7 miljoen. In 2014 is de vrijwillige aanvullende pensioenregeling (PlusPensioen) beëindigd. Hiervoor is in 2014 pensioenrechten ingekocht voor risico fonds. Voor de mutatie in verband met de inkoop uit het Pluspensioen is een last verantwoord van € 1,91 miljoen verantwoord. Overige wijzigingen 2014 Resultaat op kanssystemen: Resultaat op sterfte Resultaat op arbeidsongeschiktheid Resultaat op mutaties Conversieverschil
2013
-176 -106 -2.927 -
-343 -150 106 372
-3.209
-15
De post “conversieverschil” wordt veroorzaakt door resultaten die verband houden met de migratie van het pensioenfonds naar een nieuwe pensioenadministratiesysteem. Dit resultaat wordt komt voort uit verandering van enkele aannames bij het administreren van de deelnemers, waarbij in het nieuwe pensioenadministratiesysteem een nauwkeurigere aanname gemaakt kan worden. 17. Mutatie pensioenverplichtingen voor risico deelnemers Stortingen Onttrekking in verband met kosten Onttrekking in verband met inkoop pensioenrechten voor risico fonds Beleggingsresultaat risico deelnemers Correcties
85 -14 -2.106 249 16
149 -21 14 -1
-1.770
141
5 -95
142 1
-90
143
18. Saldo overdrachten van rechten risico pensioenfonds Inkomende waardeoverdrachten Uitgaande waardeoverdrachten
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 86
Dit betreft de ontvangst van of betaling aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra dienstjaren. De toevoeging aan de technische voorziening uit hoofde van de overgenomen pensioenverplichtingen bedraagt 4 (2013: 179). Het resultaat op de overgenomen pensioenverplichtingen bedraagt in 2014 1 (2013: -37). De afname van de technische voorziening uit hoofde van de overgedragen pensioenverplichtingen bedraagt 97 (2013: 2). Het resultaat op de overgedragen pensioenverplichtingen bedraagt in 2014 2 (2013: 3). Wijziging technische voorziening inzake overdracht van rechten: Toevoeging aan de technische voorzieningen 4 179 Onttrekking aan de technische voorzieningen -97 -2 Het resultaat op de waardeoverdrachten is als volgt: - de overgenomen pensioenverplichting - de overgedragen pensioenverplichting
1 2 2014
-37 3 2013
19. Overige lasten Dotatie voorziening dubieuze debiteuren Andere lasten
5 1
1
6
1
Belastingen De activiteiten van het pensioenfonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 87
Vaststelling van de jaarrekening door het bestuur Het bestuur van Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) heeft de jaarrekening 2014 vastgesteld in de vergadering van 23 juni 2015.
M.H.J.M. Crijnen Voorzitter
G.W. Hompe Plaatsvervangend voorzitter
G.H. Koudys
C.N.J.M. de Gooijer
P.M.A.J. Verheggen
R.A.J. Kaspers
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 88
OVERIGE GEGEVENS
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 89
OVERIGE GEGEVENS 1
Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum
Nieuwe financieel toetsingskader Met ingang van 1 januari 2015 is het nieuwe financieel toetsingskader (hierna nFTK) ingegaan. Vanaf 2015 gelden andere eisen omtrent de waardering van de verplichtingen en de bepaling van de dekkingsgraad. Hieronder wordt aangegeven wat de impact is van de wijzigingen op het pensioenfonds per 31 december 2014. Waardering technische voorzieningen Voor de waardering van de technische voorziening wordt gebruik gemaakt van de actuele risicovrije rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB. Deze rentetermijnstructuur wordt gebaseerd op actuele marktrentes voor looptijden tot 20 jaar en groeit daarna richting een Ultimate Forward Rate (UFR). De UFR bedraagt 4,2%. De driemaandsmiddeling van de rente wordt niet meer toegepast vanaf 1 januari 2015. De impact van het niet meer toepassen van de driemaandsmiddeling op de technische voorziening van het pensioenfonds bedraagt 6.977 per eind december 2014, de technische voorziening stijgt hiermee van 166.981 naar 173.958. De dekkingsgraad daalt hierdoor van 123,6% naar 118,7%. Dekkingsgraad en beleidsdekkingsgraad De actuele dekkingsgraad wordt in 2015 berekend door de waarde van het vermogen te delen door de waarde van de technische voorziening. Aangezien de technische voorziening gewaardeerd wordt op basis van de actuele rentetermijnstructuur kan de dekkingsgraad sterk fluctueren met de dagkoersen op de financiële markten. Daarom wordt naast de actuele dekkingsgraad een meer stabiele dekkingsgraad geïntroduceerd, de beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad voor het pensioenfonds is het voortschrijdend gemiddelde van de laatste twaalf maanden van de actuele dekkingsgraad. In de middeling worden de aan DNB gerapporteerde dekkingsgraden meegenomen. De beleidsdekkingsgraad bedraagt 124,3% per eind december 2014. Vereiste dekkingsgraad (VDG) De rekenregels voor de vereiste dekkingsgraad worden aangepast. Deze wijziging is al in 2011 aangekondigd in het document "Uitwerking herziening berekeningssystematiek vereist eigen vermogen" van juni 2011. Naast de wijzigingen uit dit document in de rekenregels geldt dat ook voor de VDG de nieuwe UFR van toepassing is. Omdat alle dekkingsgraden die ten grondslag liggen aan de beleidsdekkingsgraad gebaseerd zijn op een rente met driemaandsmiddeling is het ook toegestaan om de VDG per 1 januari 2015 te berekenen o.b.v. een rente met diemaandsmiddeling. De VDG wijzigt door de gewijzigde rekenregels en nieuwe UFR (zonder driemaandsmiddeling) van 111,1% naar 115,3%. Financiële positie De financiële positie van het pensioenfonds wordt bepaald aan de hand van de beleidsdekkingsgraad en de vereiste dekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad moet ten minste het niveau hebben van de vereiste dekkingsgraad. Als de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds onder de vereiste dekkingsgraad ligt, is er sprake van een tekortsituatie en maakt het pensioenfonds een herstelplan.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 90
2
Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten
Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het fonds. De bestemming is uitgewerkt in de ABTN: • De Solvabiliteitsreserve is bedoeld om alle risico’s, zoals vastgelegd in de Regeling Pensioenwet onder vaststelling vereist eigen vermogen, op te kunnen vangen. • De beleidsreserve wordt gevoed door het resultaat nadat de solvabiliteitsreserve op het juiste niveau is gebracht. Het voorstel resultaatbestemming 2014 is opgenomen in de paragraaf van de staat van baten en lasten in de jaarrekening.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS) 91
3
Actuariële verklaring
Opdracht Door Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven te Eindhoven is aan Towers Watson Netherlands B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2014. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeel van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: •
heb ik onder meer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het
vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld; en •
heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds.
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. Mijn oordeel is gebaseerd op het Financieel Toetsingskader zoals dat op balansdatum van toepassing was. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De vermogenspositie van Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven is naar mijn mening goed. Daarbij is in aanmerking genomen dat enigerlei intentie tot het verlenen van toeslagen ontbreekt. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
92
Het oordeel is gebaseerd op het Financieel Toetsingskader zoals dat tot en met 31 december 2014 van kracht was. Voor de volledigheid merk ik op dat, op basis van gegevens die door het pensioenfonds zijn aangeleverd en door mij op plausibiliteit gecontroleerd, onder het nieuwe Financieel Toetsingskader de beleidsdekkingsgraad per 1 januari 2015 hoger is dan de vereiste dekkingsgraad.
Eindhoven, 23 juni 2015
drs. M.B.H. Ceelaert AAG verbonden aan Towers Watson Netherlands B.V
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
93
4
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Verklaring over de jaarrekening 2014 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2014van Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven te Eindhoven gecontroleerd. Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijvenop31 december 2014en van het resultaat over 2014, in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). De jaarrekening bestaat uit: 1. de balans per 31 december 2014; 2. de staat van baten en lasten over 2014; en 3. de toelichting met een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening. Wij zijn onafhankelijk van Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven(hierna: “het fonds”),zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags-en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Materialiteit Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Op basis van onze professionele oordeelsvorming hebben wij de materialiteit voor de jaarrekening als geheel bepaald op €2,1 miljoen. De materialiteit is gebaseerd op 1 procent van het pensioenvermogen, zijnde het totaal van de pensioenverplichtingen en de reserves. Dit betreft het vermogen dat de basis vormt voor de berekening van de dekkingsgraad. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn. Wij zijn met het bestuur overeengekomen dat wij aan het bestuur tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven €100 duizend rapporteren alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn. De kernpunten van onze controle In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens onze controle van de jaarrekening. De kernpunten van onze controle hebben wij met het bestuur gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alles wat is besproken.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
94
Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot deze kernpunten bepaald in het kader van de jaarrekeningcontrole als geheel. Onze bevindingen ten aanzien van de individuele kernpunten moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen over deze kernpunten. Waardering en toelichting van niet-(beurs)genoteerdebeleggingen De beleggingen zijn een significante post op de balans van het fonds. Alle beleggingen dienen krachtens de Pensioenwet te worden gewaardeerd op marktwaarde. Voor een deel van de beleggingen is deze marktwaarde te verifiëren aan transacties die tot stand zijn gekomen op de financiële markten (marktprijzen), maar er zijn ook beleggingen die worden gewaardeerd op basis van onafhankelijke taxaties, netto contante waarde berekeningen of een andere geschikte methode, waaronder de intrinsieke waarde per participatie voor posities in niet-(beurs)genoteerde fondsen. De waarderingsonzekerheid neemt toe bij (onafhankelijke) taxaties, netto contante waarde berekeningen en andere geschikte methoden, en hangt samen met de beschikbaarheid en toepasbaarheid van marktgegevens. Bij het fonds betreffen dit met name de posities niet-(beurs)genoteerde fondsen, waarvan de waarde wordt ontleend aan de meest recente rapportages van de fondsmanagers. In onze risico-inschatting houden wij rekening met het feit dat de onderliggende beleggingen in de niet-(beurs)genoteerde fondsen veelal genoteerde marktprijzen als basis van de waardering kennen hetgeen de schattingsonzekerheid verlaagt. Het fonds heeft de waarderingsgrondslagen voor de beleggingen beschreven vanaf pagina 58 en een nadere toelichting opgenomen in toelichting 5. Uit deze toelichting blijkt dat per 31 december 2014 € 206 miljoen is belegd in niet(beurs)genoteerde fondsen. Dit betreft 100% van de totale beleggingen. Wij hebben de gehanteerde waarderingsgrondslagen beoordeeld en controlewerkzaamheden uitgevoerd op de waardering van de beleggingen per 31 december 2014. Voor de posities in niet-(beurs)genoteerde fondsen hebben wij de monitoring procedures van de uitvoeringsorganisatie onderzocht en door middel van een deelwaarneming de aansluiting vastgesteld met gecontroleerde jaarverslagen 2014 van de betreffende fondsen. Waardering van en toelichting ten aanzien van de technische voorzieningen De technische voorzieningen waaronder de voorziening pensioenverplichtingen betreffen een significante post in de balans van het fonds. De technische voorzieningen dienen krachtens de Pensioenwet te worden gewaardeerd op marktwaarde. De waardering is gevoelig voor de gehanteerde (actuariële) veronderstellingen en schattingselementen. Hier ligt een aantal belangrijke conventies aan ten grondslag namelijk dat voor de waardering uitgegaan wordt van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur alsmede de meeste recente informatie (tafels) omtrent de levensverwachting, zoals gepubliceerd door het Actuarieel Genootschap (AG) Deze tafels worden gecorrigeerd voor de ingeschatte ervaringssterfte bij het fonds, zijnde de fonds-specifieke ervaringssterfte. Deze veronderstellingen hebben tezamen met de hoogte van de kostenopslag, waaraan eveneens schattingen ten grondslag liggen, bijzondere aandacht gehad in onze controle. Het fonds heeft de waarderingsgrondslagen voor de voorziening pensioenverplichtingen beschreven op pagina 60 en een nadere toelichting opgenomen in toelichting 6. Uit de toelichting op pagina 6 blijkt tevens dat een schattingswijziging heeft plaatsgevonden door toepassing van de in 2014 verschenen herziene prognosetafels, op basis waarvan de technische voorziening met € 0,7 miljoen is afgenomen. De fonds-specifieke ervaringssterfte en de kostenopslag zijn niet gewijzigd. Bij de controle hebben wij gebruik gemaakt van de werkzaamheden van de certificerend actuaris van het fonds. De certificerend actuaris onderzoekt onder meer de toereikendheid van de technische voorzieningen en de naleving van een aantal specifieke wettelijke bepalingen. De certificerend actuaris heeft daarbij gebruikgemaakt van de door ons in het kader van de jaarrekeningcontrole onderzochte basisgegevens. Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel bij de jaarrekening hebben wij met de certificerend actuaris onze planning, werkzaamheden en verwachtingen afgestemd voor de controle. De rolverdeling en afspraken zijn vastgelegd en aan elkaar bevestigd. Daarnaast hebben wij met de certificerend actuaris de uitkomsten van de uitgevoerde werkzaamheden afgestemd. Tevens hebben wij onderling gegevens uitgewisseld met betrekking tot de uitgevoerde werkzaamheden en de uitkomsten daarvan. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
95
Wij hebben de gehanteerde waarderingsgrondslagen beoordeeld en controlewerkzaamheden uitgevoerd op de waardering van de voorziening pensioenverplichtingen per 31december 2014. Daartoe hebben wij ons een beeld gevormd van de redelijkheid van de aannames en schattingen van het bestuur met betrekking tot de gekozen actuariële grondslagen alsmede de uitkomsten van het actuariële grondslagenonderzoek en de gehanteerde waarderingsgrondslagen besproken met de certificerend actuaris. Hierbij hebben wij met inachtneming van het oordeel van de certificerend actuaris gelet op de besluitvorming van het bestuur, de recentheid van beschikbaar grondslagenonderzoek, de toetsing op de onderbouwing van de daarin opgenomen veronderstellingen, de uitkomsten van beschikbare tussentijdse evaluaties, de uitkomsten van de actuariële analyse over meerdere jaren en de aanwezigheid van een consistente gedragslijn. Daarnaast hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd om de gehanteerde basisgegevens te toetsen, De basisgegevens zijn geregistreerd in de deelnemersadministratie van de pensioenuitvoerder. Wij hebben de gehanteerde basisgegevens gecontroleerd, waaronder: • •
het evalueren van de juiste werking van de interne beheersmaatregelen bij de pensioenuitvoerder; het verrichten van aansluitwerkzaamheden met de pensioenadministratie en het beoordelen van het verloop en de uitkomsten van de actuariële analyse.
Uitbesteding van kernactiviteiten aan de vermogensbeheerder en pensioenuitvoeringsorganisatie Het fonds heeft de pensioenuitvoering en het vermogensbeheer uitbesteed aan derde partijen. Het bestuur blijft conform wetgeving eindverantwoordelijk voor de gehele dienstverleningsketen. De financiële informatie die ontvangen wordt van deze partijen is opgenomen in de jaarrekening van het fonds. Het fonds heeft dit toegelicht in de risicoparagraaf op pagina 81 van de van de jaarrekening. Voor zover relevant voor onze controle van de jaarrekening, hebben wij de juiste werking van interne beheersmaatregelen bij de uitvoeringsorganisatie(s) beoordeeld op basis van de ontvangen ISAE 3402 of soortgelijke rapportages. Verder hebben wij gegevensgerichte werkzaamheden uitgevoerd zoals cijferanalyses en deelwaarnemingen gericht op de uitkomsten van de relevante financiële informatiestromen. Verantwoordelijkheden van het bestuur, raad van toezicht en de ledenvergadering voor de jaarrekening Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening en voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of het fonds in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om het fonds te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of het fondshaar activiteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. De raad van toezicht is verantwoordelijk voor de goedkeuring van een voorgenomen bestuursbesluit tot vaststelling van het jaarverslag en de jaarrekening. De ledenvergadering heeft tot taak in laatste instantie het jaarverslag, de balans en de rekening van lasten en baten in hun geheel goed te keuren en vast te stellen. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
96
Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle fouten en fraude ontdekken. Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit: •
•
• •
• •
het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van het fonds; het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan; het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of het fondshaar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat het fondshaar continuïteit niet langer kan handhaven; het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.
Wij communiceren met het bestuur onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. Wij bevestigen aan het bestuur dat wij de relevante ethische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met het bestuur over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen. Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening op basis van alle zaken die wij met het bestuur hebben besproken. Wij beschrijven deze kernpunten in onze controleverklaring, tenzij dit is verboden door wet-of regelgeving of in buitengewoon zeldzame omstandigheden wanneer het niet vermelden in het belang van het maatschappelijk verkeer is.
Verklaring betreffende overige door wet-of regelgeving gestelde vereisten Verklaring betreffende het jaarverslag en de overige gegevens Wij vermelden op basis van de wettelijke verplichtingen onder Titel 9 Boek 2 BW (betreffende onze verantwoordelijkheid om te rapporteren over het jaarverslag en de overige gegevens): •
•
dat wij geen tekortkomingen hebben geconstateerd naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de door Titel 9 Boek 2 BW vereiste overige gegevens zijn toegevoegd; dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
97
Benoeming Wij zijn door het bestuur benoemd als accountant van het fonds. Ondergetekende treedt op als externe accountant sinds de controle van het boekjaar 2013. Den Haag, 23 juni 2015 Ernst & Young Accountants LLP
w.g. M.C. SpieringsRA
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
98
8 Bijlagen 8.1 Bijlage: 1 Volumeveranderingen Mutatieoverzicht
Deelnemers
Gewezen
Arbeidsongeschikt
Gepensioneerden
Totaal
Stand per 1 januari 2014
678
4.676
90
1.745
7.189
Toetreding / hertoetreding Pensionering Arbeidsongeschiktheid Revalidering Overlijden Toekenning nabestaandenpensioen Premievrij gemaakt door uitdienst Waardeoverdracht Afkoop emigratie / klein pensioen Beëindiging wezenpensioen Overige oorzaken
77 -12 -3 0 0
-4 -476 0 0 -17
0 -5 3 0 -1
0 493 0 0 -115
73 0 0 0 -133
0
0
0
69
69
-59 0
59 -3
0 0
0 0
0 -3
0 0 -6
-17 0 0
0 0 -4
-170 0 2
-187 0 -8
Stand per 31 december 2014
675
4.218
83
2.024
7.000
Individuele waardeoverdracht Bedragen x 1.000 euro
2014
Uitgaande overdrachten (aantallen) Uitgaande overdrachten
€
Inkomende overdrachten (aantallen) Inkomende overdrachten
2013 3 7
€
2 €
1
2012 3 4
€
6 €
156
2011 0 -
€
8 €
99
2010 8 10
13 €
5 €
120
78 15
€
89
Pensioenopbouw tijdens werkloosheid Deelnemers die werkloos zijn geworden komen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor een bijdrage voor de voortzetting van de opbouw van hun pensioenaanspraken. Deze bijdrage wordt verstrekt door de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP). Voor het onderstaande aantal personen is in het jaar een (of meer) bijdrage(n) ontvangen. 2014 Opbouw tijdens WW
2013 -
2012 -
2011 15
2010 15
39
Pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid Voor deelnemers die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn geworden wordt de pensioenopbouw vanaf de eerste WAO-dag of WIAdag (gedeeltelijk) zonder verdere premiebetaling voortgezet.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
99
Bedragen x 1.000 euro
2014
Opbouw tijdens WAO/WIA (aantallen) Opbouw tijdens WAO/WIA
2013 83
€
17
2012 90
€
17
2011 101
€
21
2010 106
€
123
22
€
29
Vrijwillige voortzetting van de deelneming Deelnemers hebben de mogelijkheid om bij beëindiging van de deelneming voor 65 jaar de deelneming voor eigen rekening tegen de normale premie voort te zetten. Sinds 2001 is wettelijk bepaald dat een vrijwillige voortzetting maximaal drie jaren mag duren. Bedragen x 1.000 euro
2014
2013
Vrijwillige voortzetting (aantallen) Vrijwillige voortzetting
2012 6
€
€
21
2011 6
€
21
2010 5
€
-
15
€
-
Deelnemers PlusPensioenregeling Vanaf 1 januari 2003 tot 1 november 2014 was de PlusPensioenregeling (voorheen pensioenspaarregeling) in de sigarenindustrie van kracht. Met deze regeling van het fonds konden de deelnemers van de aangesloten werkgevers, aanvullend spraken en voor een aanvulling op het reguliere ouderdoms- en partnerpensioen bij het fonds of een eerdere ingangsdatum van het ouderdomspensioen. Bedragen x 1.000 euro
2014
Aantal deelnemers Aantal deelnemers die in het jaar inlegden Totale inleg1
1
€
2013
2012
2011
2010
0
217
212
201
207
98
125
134
118
112
84
€
149
€
142
€
147
€
135
Acht procent van de inleg komt ter dekking van de kosten toe aan het fonds
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
100
8.2 Bijlage 2: Nevenfuncties bestuursleden 2014 De heer G.W. Hompe •
Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten
De heer M.H.J.M. Crijnen •
Voorzitter Nederlandse Vereniging voor de Sigarenindustrie
•
Algemeen secretaris European Cigar Manufacturers Association
De heer C.N.J.M. de Gooijer •
Groepsdirecteur HRM Agio Cigars
•
Bestuurslid Tabaserv
•
Voorzitter Eindhovensche Fabrikanten Kring Sectie HR Directeuren
De heer P.M.A.J. Verheggen •
Belangen Behartiger Collectief, sector Industrie & Handel, De Unie, Culemborg
•
Bestuurslid Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Betonproductenindustrie
•
Bestuurslid Stichting CAO Fonds Graanbe- en verwerkende bedrijven
•
Voorzitter Beroepscommissie van de examens ROC De Leijgraaf Brabant NO
De heer R.A.J. Kaspers •
Financieel manager STG Eersel bv
•
Bestuurder STG Nederland bv
•
Bestuurder STG Bethlehem Sales B.V.
De heer G.H. Koudys •
Bestuurslid BPF Landbouw
•
Bestuurslid BPF Groente en Fruitverwerkende Industrie
•
Voorzitter BPF Molenaars
Mevrouw C. Dassen-Soons •
Adviseur Nederlandse Vereniging voor de Sigarenindustrie
•
Secretaris Federatie Nederlandse Lederwaren- en Schoenfabrikanten
•
Secretaris Federatie Nederlandse Lederfabrikanten
•
Bestuurslid Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie
•
Secretaris Vereniging van Groothandelaren, Importeurs, Exporteurs en Agenten in Schoeisel (Vimagro)
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
101
8.3 Bijlage 3: Naleving normen Code Pensioenfondsen Norm 1 tot 16: Taken en werkwijze bestuur en intern toezicht De taken en werkwijze van bestuur en intern toezicht zijn vastgelegd in de diverse fondsdocumenten zoals de overeenkomsten Pensioenbeheer en Vermogensbeheer, de reglementen, de ABTN en het geschiktheidsplan. Het fonds heeft geen beleidsplan dat periodiek getoetst wordt. Gezien de toekomst van het fonds wordt dit niet meer opgesteld maar is gekozen de missie, visie en strategie duidelijk te verwoorden in het jaarverslag. Norm 17 tot 22: Verantwoording afleggen Het bestuur legt verantwoording af door inzicht te geven in beleid, besluitvormingsprocedures en de realisatie van het beleid. Daarnaast gaat het bestuur de dialoog aan met het verantwoordingsorgaan. Norm 23 tot 24: Integraal risicomanagement Het bestuur bevordert en borgt een cultuur waarin risicobewustzijn vanzelfsprekend is door regelmatig kennis te nemen van de beleggingsrapportages en hierop te acteren indien actie vereist is. Norm 25 tot 26: Communicatie en transparantie Het bestuur zorgt voor een adequaat communicatiebeleid door het opstellen van een communicatiejaarplan en zich hier aan te committeren. De ingezette communicatiemiddelen zijn nog niet periodiek getoetst, dit kan elke drie jaar, maar gezien de toekomst van het fonds wordt bekeken of deze toets nog uitgevoerd gaat worden. Norm 27 tot 29: Verantwoord beleggen Het bestuur legt zijn overwegingen omtrent verantwoord beleggen vast en zorgt voor beschikbaarheid voor belanghebbende. Norm 30 tot 39: Uitvoering, uitbesteding en kosten Het bestuur zorgt dat het zicht heeft op de keten van uitbesteding door te zorgen voor een heldere en expliciete taak- en rolverdeling tussen bestuur en uitvoeringsorganen en zorgt daarbij voor een adequate sturings- en controlemechanisme. Norm 40 tot 44: Klachten en geschillen; onregelmatigheden Het bestuur zorgt voor een adequate interne klachten- en geschillenprocedure en rapporteert in het jaarverslag over de afhandeling van klachten. Het bestuur zorgt ervoor dat alle betrokkenen bij het fonds de mogelijkheid hebben te rapporteren over onregelmatigheden binnen het fonds als bij partijen aan wie taken worden uitbesteed. Ten grondslag hieraan ligt de klokkenluidersregeling van het fonds. Norm 45 tot 47: Benoeming, ontslag en schorsing Benoeming en ontslag van bestuur, verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht zijn vastgelegd in statuten en reglementen. Functieprofielen zijn getoetst aan het vereiste vanuit de Code. Norm 48 tot 71: Geschiktheid, termijnen en diversiteit In het geschiktheidsplan van het fonds wordt aandacht besteed aan de geschiktheid, complementariteit en continuïteit binnen het bestuur. De geschiktheid van elk individueel bestuurslid wordt getoetst bij aantreden en gedurende het bestuurslidmaatschap. Het eigen functioneren is voor het bestuur een continu aandachtspunt. Het bestuur evalueert daartoe in elk geval jaarlijks het functioneren van het bestuur als geheel en van de individuele bestuursleden. Eén keer in de twee jaar betrekt het bestuur hierbij een derde partij. Het bestuur heeft besloten met betrekking tot r de diversiteit binnen het bestuur en de organen af te wijken van de Code pensioenfondsen vanwege de toekomstplannen. Het bestuur bestaat uit zes mannelijke bestuursleden allemaal boven 40 jaar. Er is echter wel een vrouwelijke plaatsvervanger / toehoorder. Voor vermogensbeheer heeft het bestuur een vrouwelijke adviseur. Zij zijn vrijwel alle bestuursvergaderingen aanwezig. De leden van het verantwoordingsorgaan zijn allemaal mannen. Het bestuur heeft besloten om niet in de laatste jaren als zelfstandig pensioenfonds de samenstelling van het bestuur en verantwoordingsorgaan te wijzigen. De continuïteit, kennis en ervaring binnen het fonds prefereert bij het bestuur boven de diversiteit. Norm 71 tot 76: Integer handelen Het bestuur, het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht handelen integer. Bij het in functie treden ondertekenen zij de gedragscode van het pensioenfonds. Ook ondertekenen ze jaarlijks een verklaring over het naleven van de gedragsregels. Op het niet naleven van de gedragscode staan sancties. Norm 77 tot 81: Beloningsbeleid
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
102
Het pensioenfonds voert een beheerst en duurzaam beloningsbeleid. De beloning staat in redelijke verhouding tot de gedragen verantwoordelijkheid, de aan de functie gestelde eisen en tijdsbeslag. Het beloningsbeleid van het fonds is openbaar gemaakt. Norm 82 tot 83: Compliance Het bestuur is op de hoogte van de wet- en regelgeving en de gevolgen daarvan voor het pensioenfonds. Het bestuur bewaakt tevens dat het pensioenfonds de wet- en regelgeving en interne regels naleeft (compliant is).
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie (VNPS)
103