pgb
STICHTING PENSIOENFONDS VOOR DE GRAFISCHE BEDRIJVEN
pgb
Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven
2008
Jaarverslag 56e boekjaar
ZWAANSVLIET 3 1081 AP AMSTERDAM TELEFOON (020) 5 418 418 FAX (020) 6 442 911 INTERNET WWW.GBF.NL
Inhoud
KARAKTERISTIEKEN VAN HET PENSIOENFONDS VOOR DE GRAFISCHE BEDRIJVEN 5
Profiel
7
Kerncijfers
VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN 9
Bevindingen
9
Reactie van het bestuur
VERSLAG VAN HET BESTUUR 11
Hoofdlijnen
13
Goed pensioenfondsbestuur
17
Financieel beleid
19
Beleggingsbeleid
21
Pensioenbeheer
32
Beleggingen
38
Actuariële analyse
39
Risico en beheersing
42
Toekomstverkenning: herstelbeleid
JAARREKENING 47
Balans per 31 december 2008
48
Staat van baten en lasten over 2008
49
Samenvatting van de actuariële analyse
49
Bestemming van het saldo van baten en lasten
50
Kasstroomoverzicht over 2008
51
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2008
OVERIGE GEGEVENS 87
Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten
87
Gebeurtenissen na balansdatum
88
Verklaring van de accountant
89
Verklaring van de actuaris
90
BIJLAGE I:
96
BIJLAGE II:
Toelichting op de pensieonregeling Samenstelling bestuur PGB, deelenmersraad, verantwoordingsorgaan en commissies
100
BIJLAGE III:
Wijzigingen in verplichtstelling, statuten en reglementen
pgb Jaarverslag 2008
pag. 3
pgb Jaarverslag 2008
pag. 4
Karakteristieken van het PGB
Profiel
Vanuit haar missie zijn kernwaarden geformuleerd waaraan
Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven, statu-
door het pensioenfonds en haar uitvoeringsorganisatie
tair gevestigd te Amsterdam, is opgericht op 22 mei 1953.
invulling wordt gegeven. Die waarden zijn:
De laatste statutenwijziging was op 11 september 2008. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41198535. Het fonds is een bedrijfstakpensioenfonds en is aangesloten bij de pensioenkoepelorganisatie Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB). Het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB) verzorgt sinds 1953 de pensioenregeling voor werknemers en oud-werknemers die werken of gewerkt hebben in de grafimediabranche. Het PGB-pensioen is een aanvulling op de wettelijke basisvoorzieningen voor ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen in Nederland. Het bedrijfstakpensioenfonds is opgericht om werknemers en hun gezinnen te verzekeren van een goed pensioen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd of bij overlijden van de deelnemer.
Betrouwbaar en betrokken PGB wil voor de branches waar zij voor werkt een betrouwbare partner zijn. De betrouwbaarheid vertaalt zich in solide vermogensbeheer, een door de jaren heen betaalbaar en waardevast pensioen en een accurate administratie met oog voor service en gemak voor werkgever en deelnemer. Resultaatgericht Het bedrijfstakpensioenfonds levert zonder winstoogmerk een compleet pensioenpakket tegen een zo laag mogelijke premie in combinatie met een verantwoord risico- en serviceniveau. Bij de uitvoering van het pensioen- en vermogensbeheer ligt de focus op het verslaan van relevante benchmarks. Voor het pensioenbeheer zijn dat de kosten per deelnemer en de klanttevredenheid. Voor het vermogensbeheer is dat de (structurele) outperformance van het beleggingsrendement onder verantwoorde risicos ten opzichte van de vooraf vastgestelde normportefeuille.
PGB biedt grafimedia verwante ondernemingen en branches mogelijkheden voor vrijwillige deelname. In 2007 is in overleg met cao-partijen de werkingssfeer met het uitgeverijbedrijf uitgebreid. Naast ondernemingen in de grafimedia kunnen nu ook uitgeverijen deelnemen aan PGB. In de grafimedia is de uitvoering gebaseerd op een verplichtgestelde brancheregeling. Bij het uitgeverijbedrijf vindt de uitvoering van pensioen op ondernemingsniveau plaats op basis van vrijwilligheid.
Flexibel De productlijn van PGB sluit goed aan bij de branches waar zij voor werkt en bij de ontwikkelingen in de samenleving. De systemen en processen bij haar uitvoeringsorganisatie worden zo ingericht dat flexibel kan worden ingespeeld op gedifferentieerde behoeften van werkgevers en werknemers. Ook de pensioeninformatie wordt op het juiste moment, begrijpelijk en op de persoonlijke situatie toegesneden aangeboden.
Missie pensioenfonds PGB wil voor de branches en ondernemingen in de mediasector waarvoor zij werkt het loket zijn voor pensioen. Werkgevers en werknemers kunnen rekenen op een solide en duurzaam beheer van het vermogen en een effectieve, efficiënte en flexibele uitvoering van de pensioenadministratie. Het fonds stuurt in de uitvoering op betrokkenheid, transparantie, professionaliteit en resultaatgerichtheid waarbij de persoonlijke band met belanghebbenden wordt versterkt, administratief gemak wordt bevorderd en relevante bench-
Transparant PGB wil naar haar belanghebbenden transparant opereren door de verstrekking van optimaal bruikbare informatie. Deze mag niet strijdig zijn met de belangen van werkgevers, deelnemers of vigerende wetgeving. Het gaat hier om enerzijds de communicatie vanuit het fonds ter verantwoording van haar beleid en bestuur en anderzijds om de communicatie naar de markt aangaande de ontwikkeling van het pensioen en de persoonlijke pensioensituatie.
marks worden verslagen.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 5
Karakteristieken van het PGB
Evenwichtige solidariteit en duurzaamheid Het pensioenfonds wil in haar beleid op een evenwichtige manier rekening houden met de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, van jongere en oudere deelnemers en van werknemers en werkgevers. Daarnaast wil het fonds in het beleggingsbeleid bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van milieu en samenleving.
overleg met de Deelnemersraad vindt dat de financiële middelen het toelaten, jaarlijks verhoogd. Dat wil zeggen dat deze worden aangepast in de mate waarin de prijzen in Nederland stijgen. PGB heeft het financiële beleid van het fonds zo ingericht dat een dekkingsgraad bereikt zou kunnen worden, waarop naar verwachting volledige toeslagverlening (= indexatie) mogelijk is. Besluitvorming over het verlenen van toeslag vindt onder meer plaats aan de hand van
Uitvoering pensioenregeling
een richtlijn, waarin van tevoren met elkaar afgesproken
Voor de uitvoering van de pensioenregeling heeft PGB een
spelregels zijn opgenomen. Het bestuur heeft de
overeenkomst gesloten met de Grafische Bedrijfsfondsen
bevoegdheid om af te wijken van het advies van de richtlijn.
(GBF). De belangrijkste werkzaamheden die de uitvoeringsorganisatie voor het fonds verricht zijn de pensioenadmini-
Financieel beleid
stratie, de communicatie, het vermogensbeheer en de
De richtlijn maakt onderdeel uit van een integraal beleids-
beleids- en bestuursondersteuning. In een Service Level
kader. Het premie-, toeslag- en beleggingsbeleid hangen
Agreement zijn afspraken gemaakt over het niveau van
daarin nauw samen met de ontwikkeling van de dekkings-
dienstverlening.
graad. Werkgevers en deelnemers krijgen daardoor goed zicht op mogelijke ontwikkelingen met betrekking tot de pre-
Kenmerken pensioenregeling
miestelling en/of de toeslagverlening.
Belangrijke elementen van de pensioenregeling zijn: Strategie
Solidariteit en geen winstoogmerk Bij het PGB wordt bij deelname geen rekening gehouden met (gezondheids)risicos van het individu. Iedereen die aan de pensioenregeling deelneemt, man of vrouw, ziek of gezond, oud of jong, meer of minder verdienend, is verzekerd en betaalt hetzelfde percentage aan pensioenpremie. Het risico wordt op deze wijze gespreid en gezamenlijk gedeeld. Het fonds heeft geen winstoogmerk. Daardoor komen de beleggingsopbrengsten onder aftrek van kosten geheel ten goede aan de deelnemers.
De grafimediasector is aan sterke veranderingen onderhevig. De sector krimpt als gevolg van technologische ontwikkelingen en heeft sterk te maken met voorwaartse en achterwaarste integratie van bedrijfsactiviteiten. Verder is de dynamiek in de omgeving van pensioenfondsen sterk toegenomen. De Pensioenwet heeft geleid tot een toename van het toezicht en een strakkere regulering van zowel het financiële beleid als de informatieverplichtingen. Daarnaast worden ook steeds hogere eisen gesteld aan goed pensioenfondsbestuur en aan de wijze waarop toezicht
Uitkeringsovereenkomst op basis van flexibele middelloonregeling De uiteindelijk te bereiken (levenslange) pensioenuitkering is gebaseerd op het tijdens de loopbaan gemiddeld verdiende brutoloon. Het PGB-pensioen is flexibel. Het fonds biedt werkgevers en deelnemers binnen fiscaal toegestane grenzen verschillende mogelijkheden om het pensioen aan te vullen. Ook bij de uitbetaling van het pensioen kan worden gekozen uit meerdere varianten, waaronder vanaf 2010 vervroegde pensionering. Voorwaardelijke toeslagregeling De opgebouwde pensioenaanspraken van deelnemers en gewezen deelnemers en de ingegane uitkeringen van pensioengerechtigden worden, als het bestuur van het fonds na
pgb Jaarverslag 2008
pag. 6
wordt gehouden en verantwoording wordt afgelegd. Om de onderscheidende prijs/kwaliteitverhouding voor belanghebbenden minimaal te kunnen continueren en een kwalitatief adequate invulling te kunnen geven aan goed pensioenfondsbestuur, wordt schaalgrootte steeds belangrijker. PGB wil daarom in overleg met sociale partners en in samenwerking met de ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen binnen de mediasector komen tot één overkoepelend pensioenfonds.
Kerncijfers
Aan het einde van resp. over de jaren 2004 t/m 2008
Aantal werkgevers Aangesloten werkgevers Aantal verzekerden Premiebetalende verzekerden Verzekerden met toerekening wegens arbeidsongeschiktheid Premievrij verzekerden Totaal Aantal pensioenen Ingegane ouderdomspensioenen Ingegane partnerpensioenen Ingegane wezenpensioenen Totaal
2008
2007
2006
2005
2004
2.622
2.663
2.690
2.765
2.810
40.186
38.983
41.234
44.208
41.914
5.120 189.107
5.449 190.142
5.512 191.255
5.845 196.423
6.210 196.193
234.413
234.574
238.001
246.476
244.317
23.757 12.753 607
22.259 12.473 624
21.736 12.305 659
21.064 12.237 677
19.063 11.522 581
37.117
35.356
34.700
33.978
31.166
Pensioenuitvoering Premieloon (pensioengrondslag) Premiebijdragen Pensioenuitvoeringskosten Uitkeringen
871 172 8 276
815 153 6 247
810 138 6 230
850 145 5 221
804 125 6 188
Beleggingen Balanswaarde beleggingen1 Totale beleggingsopbrengsten Totaal rendement in %2 Z-score Performancetoets3
8.208 1.776 20,7 1,02 1,31
9.703 269 5,5 0,09 1,77
9.451 590 8,5 0,19 1,68
8.980 1.206 15,9 0,69 1,60
7.241 521 7,7 0,12 1,07
Vermogenssituatie en solvabiliteit Vrije reserve Vereiste reserve Reservetekort Reserve algemene risico's Beleggingsreserve Voorziening pensioenverplichtingen Rekenrente in % Marktrente in % Aanwezige dekkingsgraad FTK in %4 Vereiste dekkingsgraad FTK in %
1.440 1.171 269 8.480 3,55 97 114
2.030 1.152 6.577 4,85 148 118
831 1.896 6.767 4,0 4,26 137 118
251 286 1.609 6.813 3,75 3,70 123 118
Verhoging ingegane pensioenen en aanspraken per 1 januari in % Indexatie actieven5 2,09 Indexatie inactieven5 2,09
1,50 1,50
1,00 1,00
74 223 1.191 5.868 4,0
2,04 2,04
N.B.: alle bedragen van de kerncijfers zijn afgerond op miljoenen euros. De percentages zijn berekend op basis van de niet afgeronde bedragen.
1. Inclusief derivaten 170 (v.j. 317) die onder de passiva worden verantwoord en - vanaf 2006 - inclusief vooraankopen, voorverkopen en liquide middelen die zijn aangewend ten behoeve van beleggingen. 2. Vanaf 2006 exclusief intrest rate swaps. Inclusief intrest rate swaps is het totale rendement in 2008: 17,8%, in 2007: 3,0% en in 2006: 6,2% 3. In verband met de nieuwe verplichtgestelde berekeningswijze in 2007 is deze waarde met terugwerkende kracht per 2006 met 1,28 verhoogd, t.b.v. de vergelijkbaarheid. 4. De dekkingsgraad van 2006 is aangepast van 138,2% (gebaseerd op geschatte cijfers) naar 136,6%. 5. Het bestuur heeft besloten per 1-1-2009 geen toeslag te verlenen.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 7
pgb Jaarverslag 2008
pag. 8
Verslag van het Verantwoordingsorgaan
Het Verantwoordingsorgaan van de Stichting Pensioenfonds
Reactie van het bestuur
Grafische Bedrijven is ruim een jaar geleden ingesteld.
Het bestuur heeft met instemming kennis genomen van het
Het algemeen bestuur heeft zich in de bestuursvergadering
beleidsoordeel van het Verantwoordingsorgaan en onder-
van 25 juni 2009 ten opzichte van het Verantwoordingsor-
schrijft het belang van het inschakelen van een externe
gaan over zijn beleid in 2008 verantwoord. Met name de
deskundige om het pensioen- en beleggingsbeleid nog een
beleidskeuzes ten tijde van de kredietcrisis stonden centraal.
keer te toetsen.
In de vergadering zijn vele onderwerpen aan de orde geweest. Het betreft hier o.a. het niet rebalancen van aandelen in de loop van het tweede halfjaar; het verhogen van de mate van rente-afdekking; het stop zetten van het uitlenen van aandelen en het verscherpen van het toezicht op het tegenpartijrisico; het verfijnen van de methodiek voor duration matching; het intensiveren van de communicatie met de uitvoerder en de beleggingscommissie en het op dagbasis volgen van de ontwikkeling van de dekkingsgraad. Eerder heeft het bestuur het concept herstelplan voor het pensioenfonds met het Verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad besproken. Op basis van deze bespreking is het concept herstelplan voorgelegd aan De Nederlandsche Bank. Op basis van de ter beschikking staande documenten en de discussie in de bestuursvergadering heeft het Verantwoordingsorgaan een positief oordeel over het handelen van het bestuur. Gezien de sterk veranderde economische wereld waarin het pensioenfonds opereert wil het Verantwoordingsorgaan graag, in goed overleg met het bestuur en de Deelnemersraad en met behulp van een externe deskundige, nog een keer toetsen of het thans voorliggende pensioen- en beleggingsbeleid voor de toekomst het meest geëigende beleid voor het pensioenfonds is. Het Verantwoordingsorgaan heeft geconstateerd dat in de afgelopen maanden bij alle betrokkenen een grote behoefte bestond aan goede informatie en communicatie over de positie van het pensioenfonds. Het bestuur heeft hierop met publicaties, webteksten, presentaties in het land en relatiebladen adequaat gereageerd. Amsterdam, 25 juni 2009 Het Verantwoordingsorgaan
pgb Jaarverslag 2008
pag. 9
pgb Jaarverslag 2008
pag. 10
Verslag van het bestuur
Met het jaarverslag 2008 legt het bestuur van het Pensioen-
en DNB op aangedrongen om voor pensioenfondsen tijd en
fonds voor de Grafische Bedrijven (PGB) aan belanghebben-
ruimte voor herstel te creëren. Zo kan mogelijk worden
den verantwoording af over het gevoerde beleid. Daarnaast
voorkomen dat fondsen tot ingrijpende maatregelen moeten
wordt op een aantal voor het fonds belangrijke terreinen een
overgaan als het verlagen van de pensioenen.
vooruitblik gegeven. De jaarrekening is door KPMG Accountants N.V. gecontroleerd en van een goedkeurende
Financiële positie PGB en ontwikkeling pensioen
verklaring voorzien. De accountantsverklaring is opgenomen
Het pensioenvermogen nam in 2008 door de beleggingsre-
op pagina 95.
sultaten (een rendement van 17,8%) af van 9.759 miljoen naar 8.211 miljoen ( 1.548 miljoen). De voorziening voor
HOOFDLIJNEN
de pensioenverplichtingen liep als gevolg van de dalende marktrente op van 6.577 miljoen naar 8.480 miljoen. Als
Algemeen beeld
de rente daalt, worden de toekomstige pensioenen duurder.
Voor pensioenfondsen was 2008 één van de zwaarste jaren
Er moet dan meer geld voor opzij worden gezet. Als gevolg
uit hun bestaan. De kredietcrisis heeft in alle hevigheid zijn
van deze ontwikkelingen daalde de dekkingsgraad van
sporen achtergelaten. De meeste pensioenfondsen in Neder-
148% naar 97%.
land hebben hun reserves in nog geen jaar tijd zien verdampen. Ook PGB heeft zich niet aan de gevolgen van de finan-
PGB ziet zichzelf als langetermijnbelegger en houdt daarom
ciële crisis kunnen onttrekken. Als gevolg van de combinatie
ook vast aan een aandelenportefeuille. Het fonds accepteert
van een dalende rente en afname van het fondsvermogen is
dat het daardoor misschien op nog lagere niveaus terecht
de financiële positie van het fonds hard geraakt. De dek-
kan komen. In 2008 zijn wel maatregelen genomen om de
kingsgraad, dat is de verhouding tussen het vermogen en
financiële positie te verbeteren. Zo is besloten om per 1-1-
de verplichtingen, daalde van 148% eind 2007 naar 97%
2009 geen verhoging van de pensioenuitkeringen en de
eind 2008. Daarmee is het fonds vanuit een gezonde ver-
opgebouwde aanspraken te laten plaatsvinden en de basis-
mogenspositie terechtgekomen in een situatie van
premie voor deelname aan de pensioenregeling te verhogen
onderdekking.
van 17% naar 19,5%. Om minder kwetsbaar te worden voor schommelingen van de aandelenkoersen is PGB in de loop
Pensioenfondsen zijn wettelijk verplicht om reserves aan te
van 2008 gestart met het verminderen van haar aandelen-
houden. Boven de 100% een reserve van ongeveer 5% voor
bezit en het verwerven en uitbreiden van deelnemingen in
algemene risicos en daarnaast een buffer om schommelin-
infrastructuur en water- en energievoorziening. De beleggin-
gen in de beleggingen op te kunnen vangen. De minimale
gen in aandelen worden afgebouwd van 43% naar 35%. Het
dekkingsgraad voor PGB zou in het verslagjaar ongeveer
renterisico, voortkomend uit het verschil in duration tussen
120% moeten zijn. Onder die grens moet een herstelplan
de beleggingen en de verplichtingen, is verder afgedekt van
worden opgesteld. Daarin wordt aangegeven hoe het fonds
50% naar ongeveer 75% en het beleid om vreemde valuta
denkt weer op het vereiste niveau te komen. Binnen 3 jaar
volledig af te dekken wordt gecontinueerd. Het fonds
boven de 105% en binnen 15 jaar boven de 120%. Inmid-
beschikt zo over een beleggingsportefeuille waarin enerzijds
dels heeft het fonds haar herstelplan voor de verplicht-
meer zekerheid is ingebouwd, maar waarin anderzijds ook
gestelde datum van 1 april 2009 ingediend bij De Neder-
voldoende opwaarts potentieel aanwezig blijft om te kunnen
landsche Bank (DNB).
profiteren van zich herstellende markten.
De economische vooruitzichten zijn somber. Herstel laat, zo
Pensioenwet en communicatie
is de algemene verwachting, nog minimaal één tot twee jaar
De nieuwe communicatievereisten op basis van de Pen-
op zich wachten; een verdere verslechtering is evenzeer
sioenwet zijn door het fonds integraal ingevoerd. Naast het
denkbaar. In 2009 zouden de dekkingsgraden daardoor nog
uniforme pensioenoverzicht (UPO) dat al in 2007 werd ver-
wel wat verder omlaag kunnen gaan. Vooral een dalende
stuurd, zijn in het verslagjaar het communicatiebeleid en de
rente om de economie te stimuleren kan fondsen parten
communicatieplanning nader geconcretiseerd.
gaan spelen. De pensioenkoepels hebben er bij de overheid
Verder zijn de informatieverplichtingen bij deelname aan het
pgb Jaarverslag 2008
pag. 11
Verslag van het bestuur
fonds, bij beëindiging hiervan en bij de toekenning van pen-
willige basis voor hun pensioen bij PGB terecht kunnen.
sioen ingevoerd. Ook is nagegaan of de verstrekte informatie
Inmiddels kozen meerdere uitgevers voor aansluiting bij
overkwam. Het opgerichte klantenpanel heeft de pensioen-
PGB. In de loop van 2007 koos Boom Uitgevers al voor
communicatie beoordeeld op begrijpelijkheid en er is markt-
opheffing van het pensioenfonds en aansluiting bij PGB. In
onderzoek uitgevoerd. Onder deelnemers, pensioengerech-
2008 volgden Noordhoff Uitgevers, SDU Uitgevers en het
tigden en werkgevers is navraag gedaan naar de waardering
Financieel Dagblad. Ook meerdere kleinere uitgeverijen
voor de communicatie en het effect daarvan. De resultaten
brachten hun regeling bij PGB onder. Ook Wifac, een mid-
liggen in lijn met de beoogde doelen van het fonds.
delgrote toeleverancier voor grafimediabedrijven, koos ervoor om met ingang van 2009 aan te sluiten bij PGB.
Ontwikkeling pensioenregeling In het verslagjaar is besloten met ingang van 1 januari 2010
Het aantal deelnemers steeg mede daardoor met ongeveer
nieuwe uitbetalingsvarianten toe te voegen aan de reeds
5%. Bij PGB neemt inmiddels ongeveer 15% van de
bestaande keuzemogelijkheden. Naast standaardpensioen,
werknemers op vrijwillige basis deel.
uitruilpensioen, getrapt pensioen en gelijk overlevingspensioen worden vervroegd/uitstel pensioen, deeltijdpensioen
In het verslagjaar heeft het fonds een beoordelingskader
en tijdelijk ouderdomspensioen (TOP) geïntroduceerd. Deel-
ontwikkeld voor nieuwe vrijwillige toetreders. Het kader is
nemers kunnen hierbij zelf het moment waarop zij stoppen
erop gericht om nieuwe toetreders op basis van dezelfde
met werken bepalen. Dat moment kan liggen tussen 55 en
uitgangspunten te kunnen laten deelnemen. PGB is met ver-
70 jaar; spilleeftijd blijft 65 jaar. Omdat pensioengerechtigden
schillende fondsen en ondernemingen over de uitvoering van
voor hun 65e jaar nog niet kunnen beschikken over AOW
de pensioenregeling in gesprek. De ontwikkeling van de
kan reglementair een gedeelte van het levenslange pensioen
financiële positie is mede bepalend voor de mate waarin het
worden ingezet voor een TOP vanaf een gewenste datum
fonds succesvol met acquisities kan zijn.
tot het 65e jaar. Tegelijkertijd met de invoering van vervroegd pensioen wordt ook de mogelijkheid geboden om dat in
Bedrijfsvoering
deeltijd te doen.
De uitvoeringskosten voor de pensioenadministratie bij de Grafische Bedrijfsfondsen (GBF) komen in het verslagjaar uit
Met ingang van 2008 is de minimum leeftijd voor deelname
op 94 per deelnemer per jaar. In 2007 bedroegen de
aan de pensioenregeling van 21 jaar komen te vervallen.
kosten 79 per deelnemer. De totale pensioenbeheers-
Voor de werknemers die jonger zijn, betekent dit dat zij
kosten stegen in het verslagjaar van bijna 6,3 naar 7,6
vanaf 1 januari 2008 pensioen opbouwen en premie betalen.
miljoen. De stijging van de kosten wordt veroorzaakt door de
Verder is besloten om in lijn met het advies van de Vereni-
invoering van de nieuwe communicatieverplichtingen, de
ging van Bedrijfstakpensioenfondsen het inlooprisico voor
verzwaring van de Pension Fund Governance-structuur en
arbeidsongeschiktheid te verzekeren. Wanneer ieder fonds
extra investeringen voor ICT. Verder is geïnvesteerd in com-
het inlooprisico dekt kan een re-integrerende deelnemer
pliance en risicomanagement in lijn met de verhoogde eisen
geen rechten meer mislopen. Het uitlooprisico voor arbeids-
van de toezichthouders.
ongeschiktheid is daarmee voor het fonds komen te vervallen.
PGB vergeleek in 2008 haar prestaties met die van andere pensioenfondsen door te participeren in de CEM-benchmark
Ontwikkeling klanten
(Cost Effectiveness Measurement). CEM analyseert de
PGB, van oudsher actief voor de grafische markt, wil in
kosten die fondsen maken voor pensioenbeheer en brengt
overleg met sociale partners en in samenwerking met
de service die bestuurders, werkgevers en deelnemers
ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen in de keten
wordt geboden in kaart. De gemiddelde kostprijs van de
de mogelijkheden onderzoeken om uiteindelijk te komen tot
peergroup van pensioenfondsen bedroeg in 2007 119.
één overkoepelend pensioenfonds voor de mediasector. Als
De servicescore voor PGB lag iets boven de gemiddelde
eerste stap is, in overleg met de werkgevers- en werkne-
servicescore: 69 om 67. PGB berekent voor haar
mersorganisaties, overeengekomen dat uitgevers op vrij-
belanghebbenden dus relatief lage kosten bij een meer dan
pgb Jaarverslag 2008
pag. 12
Verslag van het bestuur
gemiddeld serviceniveau.
gingen en Risicomanagement. De commissie is belast met het beleggen van de beschikbare middelen, het beheer van
Met betrekking tot het vermogensbeheer streeft het bestuur
het vermogen op basis van het door het bestuur vast-
naar een structurele outperformance ten opzichte van de
gestelde beleggingsbeleid en risicomanagement. De Com-
gekozen benchmark. PGB scoorde 20,7% bij een bench-
missie komt ten minste zes keer per jaar in een reguliere ver-
mark van 19,0%. De outperformance is in tegenstelling tot
gadering bijeen.
de vier voorgaande jaren niet gerealiseerd omdat door de kredietcrisis bedrijfsleningen het zeer slecht hebben gedaan
Verantwoordingsorgaan
ten opzichte van staatsleningen. Het fonds was voor een
Over het gevoerde beleid en de naleving van de principes
aanzienlijk deel van de portefeuille belegd in deze bedrijfs-
van goed pensioenfondsbestuur wordt door het bestuur ver-
leningen, terwijl de benchmark uit staatsleningen bestaat.
antwoording afgelegd aan het Verantwoordingsorgaan. In dit
De kosten voor het vermogensbeheer zijn 21 miljoen (v.j.
orgaan zijn de deelnemers, de gepensioneerden en de
21 miljoen).
werkgevers vertegenwoordigd. Het Verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het hande-
Tot slot
len van het bestuur, over het gevoerde beleid en over de
Het bestuur bedankt de Deelnemersraad, het Verantwoor-
beleidskeuzes voor de toekomst. De leden worden voorge-
dingsorgaan en de Commissie voor Beleggingen en Risico-
dragen door werknemers-, werkgevers- en ouderenorgani-
management voor de waardevolle inbreng in 2008. Veel
saties uit de branche. Het Verantwoordingsorgaan is in het
waardering is er ook voor directie, medewerkers en Onder-
verslagjaar ingesteld naast de al bestaande Deelnemersraad
nemingsraad van de uitvoeringsorganisatie die voor de
waarmee het bestuur in het kader van medezeggenschap
uitdaging stonden om op een efficiënte wijze de juiste accen-
overlegt. Bestuur en Verantwoordingsorgaan hebben in
ten te blijven leggen in een sterk veranderende omgeving.
2008 tweemaal overlegd.
GOED PENSIOENFONDSBESTUUR
Vanaf 2009 worden er jaarlijks minimaal twee reguliere vergaderingen van de Deelnemersraad en het Verantwoordings-
De Pensioenwet eist van pensioenfondsen dat zij aantonen
orgaan gepland, waarvoor ook het dagelijks bestuur en de
dat het bestuur bij hen in goede handen is. Er zijn principes
directie van de uitvoeringsorganisatie worden uitgenodigd.
opgesteld voor verantwoording en toezicht, zorgvuldig pen-
De samenstelling van het orgaan, de agenda voor de ver-
sioenbestuur en tenslotte openheid en communicatie. Pen-
gadering met het bestuur en de notulen van de vergadering
sioenfondsen worden geacht antwoord te geven op de
worden via de website van het fonds gepubliceerd.
vraag op welke manier zij het eigen functioneren denken te verbeteren. In het pensioendomein wordt dan gesproken
Visitatiecommissie
over Pension Fund Governance (PFG).
Naast het Verantwoordingsorgaan heeft PGB voor instelling van een zogenaamde Visitatiecommissie gekozen als vorm
PGB werkt volgens een model waarin een kernbestuur van
van extra toezicht op de bedrijfsvoering. Onafhankelijke pen-
vier leden belast is met de dagelijkse gang van zaken. Daar-
sioendeskundigen houden in deze Visitatiecommissie
naast is er een algemeen bestuur (acht leden) dat meer op
toezicht op het functioneren van het bestuur. De commissie
afstand staat. Het algemeen bestuur komt in de praktijk ten
beoordeelt met ingang van 2009 vooralsnog één keer per
minste zes keer per jaar in vergadering bijeen. Bij deze ver-
jaar de beleids- en bestuursprocedures, de aansturing van
gaderingen is de directie van de uitvoeringsorganisatie aan-
het pensioenfonds en de keuzes in het hanteren van de
wezig. Het dagelijks bestuur komt één keer per drie weken
risicos op langere termijn. De opdrachtformulering en de
bijeen om de lopende zaken te bespreken.
samenstelling van de Visitatiecommissie staan voor de eerste helft 2009 op de agenda. In de tweede helft van dat
Commissie voor Beleggingen en Risicomanagement
jaar wordt een start gemaakt met het functioneren van deze
Op het gebied van beleggingen en risicomanagement laat
commissie.
het bestuur zich adviseren door de Commissie voor Beleg-
pgb Jaarverslag 2008
pag. 13
Verslag van het bestuur
Klachten
Deskundigheidsbevordering
Het pensioenfonds hecht veel waarde aan een correcte
De Pensioenwet verplicht het bestuur om als collectief over
behandeling van de werkgevers en deelnemers. Naast de al
de vereiste deskundigheid te beschikken. De beleidsaan-
bestaande geschillenregeling is met ingang van 1 januari
dachtsgebieden van het fonds zijn geclusterd (pensioen-
2008 een klachtenregeling ingericht. Een klacht betreft de
beleid, beleggingen, bedrijfsvoering en communicatie) en op
manier waarop werkgevers en deelnemers door de uitvoer-
basis van kennis en ervaring tussen de bestuurders
ingsorganisatie zijn behandeld. Een geschil heeft betrekking
verdeeld. De deskundigheidseisen voor bestuurders zijn
op de manier waarop de pensioenregeling is toegepast. Met
aangescherpt en er is een procedure voor de evaluatie van
klachten over de dienstverlening kan men zich in eerste
het functioneren van de bestuursleden. Per aandachtsge-
instantie wenden tot de directie van de uitvoeringsorgani-
bied dienen er minimaal twee bestuurders te zijn die
satie GBF. Wanneer men het niet eens is met de gekozen
beschikken over twee jaar ervaring in het besturen van een
oplossing, kunnen klachten worden voorgelegd aan de
organisatie in relatie tot het aandachtsgebied.
Klachtencommissie PGB. In de klachtencommissie zitten
Het bestuur stelt jaarlijks een opleidingsplan vast, waarin
twee leden van het bestuur van het pensioenfonds: een
wordt aangegeven op welke onderdelen de deskundigheid
werknemersbestuurslid en een werkgeversbestuurslid. De
via cursussen, seminars en workshops op peil wordt
commissie neemt binnen twee maanden na ontvangst van
gehouden. De deskundigheid wordt jaarlijks getoetst. Voor
de klacht een bindende beslissing.
de evaluatie van de deskundigheid en het functioneren wordt gebruik gemaakt van een onafhankelijk online onder-
Organisatie
zoek. De uitkomsten worden besproken in de bestuursver-
De organisatie van en het speelveld rond PGB ziet er
gaderingen en daar waar nodig worden beheersmaatregelen
schematisch als volgt uit:
genomen om de kwaliteit van het bestuur te versterken. Compliance PGB hecht veel waarde aan de naleving van wet- en regelgeving. Professionaliteit, betrouwbaarheid en transparantie zijn voor het fonds belangrijke kernwaarden. Daarom ziet het fonds ook toe op de naleving van de relevante wet- en regelgeving. Mede naar aanleiding van de door de DNB aan de uitvoeringsorganisatie opgelegde bestuurlijke boete voor communicatie is het toezicht op naleving geïntensiveerd. PGB staat onder toezicht van DNB en AFM. Het financieel toezicht vanuit DNB richt zich op de financiële soliditeit van het fonds en de stabiliteit van de sector. Het gedragstoezicht door de AFM richt zich op transparante communicatie en de
Toelichting: Het bestuur van het pensioenfonds pleegt overleg met de directie van de uitvoeringsorganisatie, Commissie voor Beleggingen en risicomanagement, Verantwoordingsorgaan, Visitatiecommissie en Deelnemersraad. Het pensioenfonds staat onder financieel toezicht van De Nederlandsche Bank. De Autoriteit Financiële Markten houdt toezicht op de communicatie-uitingen. Het klantenpanel toetst en adviseert over de begrijpelijkheid van de pensioencommunicatie. Voor meer informatie over de organisatie zie bijlage II.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 14
marktverhoudingen tussen pensioenuitvoerders. Met DNB wordt periodiek overlegd over alle wijzigingen in statuten, reglementen, ABTN en nieuw beleid op basis van uitkomsten van ALM- en continuïteitsanalyses. Eind 2008 is daar de maandelijkse communicatie over de dekkingsgraad en het reserve- en dekkingstekort bijgekomen. Op verzoek wordt aan DNB en AFM algemene informatie verstrekt in de vorm van enquêtes, bijvoorbeeld in het kader van PFG.
Verslag van het bestuur
Gedragscode
houding van de dienstverlening. De serviceniveaus zijn vast-
PGB heeft voor de aan het fonds verbonden personen
gelegd in een Service Level Agreement. De uitvoerings-
(leden van het bestuur en adviseurs van de Commissie voor
organisatie geeft op kwartaalbasis inzicht in de behaalde
Beleggingen en risicomanagement) een gedragscode
resultaten.
opgesteld. In 2008 is de code aangepast. De gedragscode
De huidige uitbestedingsovereenkomst is aangegaan tot
is gebaseerd op de modelgedragscode die door de pen-
2010. Het fonds heeft de intentie om gedurende de
sioenkoepels is opgesteld. Doel van de gedragscode is het
resterende looptijd van het contract te werken aan de con-
stellen van regels en richtlijnen voor verbonden personen ter
touren voor een meerjarenovereenkomst.
voorkoming van belangenconflicten en ter voorkoming van misbruik van vertrouwelijke informatie voor privédoeleinden.
Bestuursvergaderingen
De bestuurders, medewerkers van de uitvoeringsorganisatie
Het bestuur van het fonds heeft het afgelopen jaar regulier
en adviseurs verklaren schriftelijk de gedragscode na te
zeven maal vergaderd. De belangrijkste onderwerpen waren,
zullen leven.
naast de reguliere beleidscyclus, de gevolgen van de kredietcrisis voor het fonds, de continuïteitsanalyse en het
Toezichthouder
toeslagbeleid. In het kader van de reguliere beleidscyclus
Tussen pensioenfonds en de toezichthouder vindt op regu-
heeft het bestuur onder meer vergaderd over: de jaarreke-
liere basis overleg plaats; zo ook met PGB. Daarin worden
ning, de ABTN, het communicatieplan, maatschappelijk ver-
de actuele ontwikkelingen bij het pensioenfonds besproken.
antwoord ondernemen, de overeenkomst met de uitvoer-
Gezien de ontwikkelingen op financiële markten en de
ingsinstelling, de uitkomsten van de risicoanalyse ten
impact daarvan op de pensioensector heeft DNB in de loop
aanzien van de operationele risicos en de adviezen van de
van het jaar in toenemende mate aandacht besteed aan de
beleggingscommissie, in het bijzonder het beleggingsplan en
ontwikkeling van de dekkingsgraad. Pensioenfondsen dien-
de normportefeuille. Daarnaast hebben tussentijds extra ver-
den daar in de 2e helft van 2008 maandelijks over te rap-
gaderingen plaatsgevonden in verband met de financiële
porteren. Tevens is in de 2e helft van het jaar een vertegen-
positie van het fonds en is er overleg geweest met het
woordiging van DNB op bezoek geweest en heeft toen in
bestuur van de uitvoeringsorganisatie.
het kader van bovengenoemd regulier overleg met enige bestuursleden gesproken over de genoemde ontwikkelin-
Verantwoord beleggen
gen, de financiële opzet, het beleggings- en risicobeleid en
Maatschappelijk verantwoord beleggen (MVB) is beleggen
een evaluatie van een in 2007 gehouden onderzoek. Afwik-
op grond van financiële, sociale, governance en milieuover-
keling van de daarin geconstateerde bevindingen vindt naar
wegingen. PGB streeft naar een zo hoog en zo stabiel
tevredenheid plaats, er doen zich geen serieuze zaken voor.
mogelijk rendement maar niet ten koste van alles. Het fonds gaat er vanuit dat financieel en maatschappelijk rendement
Uitbestedingsovereenkomst
op lange termijn samengaan. Daardoor kan ook in de
Het bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de
toekomst een goed en betaalbaar pensioen worden ver-
pensioenregeling zoals vastgelegd in de statuten en regle-
zorgd. Dat pensioen kan dan genoten worden in een leef-
menten en het beleid dienaangaande.
bare wereld.
De administratie en communicatie, het vermogensbeheer en
PGB heeft eind 2007 de invulling van haar maatschappelijke
de beleids- en bestuursondersteuning ten behoeve van de
verantwoordelijkheid aangescherpt en in 2008 geëf-
uitvoering van de pensioenregeling heeft het fonds conform
fectueerd. Zij streeft ernaar om met een specialistisch
de eisen van de PW ondergebracht bij een uitvoeringsorga-
netwerk van partners een zo optimaal mogelijk rendement
nisatie. Voor PGB is de Grafische Bedrijfsfondsen (GBF) de
op het gebied van MVB te creëren. Het beleid wordt over
uitvoerder. Bij de uitbesteding van de diensten zijn de taken
zoveel mogelijk beleggingscategorieën uitgewerkt. Bij de
en verantwoordelijkheden van de uitvoeringsorganisatie vast-
selectie van beleggingsfondsen genieten beleggers die
gelegd in een uitbestedingsovereenkomst. In de overeen-
maatschappelijk verantwoord beleggen praktiseren, de
komst zijn afspraken gemaakt over de prijs/kwaliteitsver-
voorkeur.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 15
Verslag van het bestuur
PGB heeft het MVB-beleid langs de volgende sporen uit-
gieën voor optimale energiebenutting of energiebesparing en
gezet:
beleggingen met een sterke maatschappelijke focus zoals investeringen in ouderenwoningen of microfinanciering. Het
Uitsluitingsbeleid
fonds deed in 2008 een eerste investering van 25 miljoen
Het fonds beoordeelt ieder kwartaal haar beleggingsporte-
in een fonds dat beleggers de mogelijkheid biedt om risico-
feuille vanuit het perspectief van maatschappelijk verantwoord
dragend kapitaal te investeren in duurzame energiepro-
beleggen. In dat kader worden de tien Global Compact Prin-
jecten. Duurzame energie is een belangrijke groeimarkt om
ciples van de Verenigde Naties (VN) actief gehanteerd en
aan de stijgende energievraag te voldoen, waarbij financieel
wordt er niet belegd in bedrijven die zich bezighouden met de
en maatschappelijk rendement samengaan.
productie van en handel in controversiële wapens. De principes van de VN hebben betrekking op de naleving van
Stemmen
internationaal erkende mensenrechten, de ondersteuning van
Er is een Nederlandse code voor corporate governance (CG)
arbeidsstandaarden, de aandacht voor het milieu en de
opgesteld. In deze code zijn kwaliteitseisen geformuleerd
bestrijding van corruptie. Bij de controversiële wapens gaat
voor deugdelijk ondernemingsbestuur. Onderdeel van de
het om oorlogsmaterieel dat wordt gebruikt om veel slacht-
code is onder andere ook dat pensioenfondsen gebruik-
offers te maken zoals anti-persoonsmijnen, clusterbommen
maken van hun rechten als aandeelhouder en dat ze daar-
en chemische en biologische wapens.
van verslag doen. Voor uitvoering van het corporate governance beleid heeft PGB aansluiting gezocht bij verschillende
De beleggingsportefeuille wordt nagelopen op grond van
belangenbehartigers.
deze uitgangspunten. Het fonds maakt daarbij gebruik van de diensten van Dutch Sustainability Research (DSR). Op kwartaalbasis krijgt PGB een lijst van bedrijven die uitgesloten worden van belegging. Bedrijven die niet voldoen aan de gestelde criteria worden geweerd uit de portefeuille. Externe managers moeten zich ook aan deze lijst houden. MSCI krijgt deze zwarte lijst ook en levert de aangepaste
Eumedion PGB is betrokken bij Eumedion dat de belangen van institutionele beleggers op het gebied van CG behartigt. Eumedion wil bijdragen aan de ontwikkeling van een goede corporate governance en de naleving van de afgesproken codes bevorderen.
indices aan externe managers, zodat hun prestaties tegen een juiste benchmark kunnen worden afgezet. Het beleid van uitsluiting is in het laatste kwartaal van 2008 ingevoerd. Best-in-class Ondernemingen die goed scoren op duurzaamheidscriteria zullen naar verwachting op de langere termijn beter presteren dan ondernemingen die dat niet doen. Daarom heeft PGB in september 2008 60 miljoen ondergebracht bij vermogensbeheerder Threadneedle voor een speciaal wereld-
Stemgedrag PGB heeft voor het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen stembeleid en richtlijnen opgesteld. Er zijn twee manieren van stemmen tijdens aandeelhoudersvergaderingen. Op de eerste plaats door persoonlijke deelname aan de vergadering. Op de tweede plaats door bij volmacht de stem uit te laten brengen. PGB belegt wereldwijd. Het bijwonen van alle vergaderingen van aandeelhouders is gezien de omvang van de beleggingsorganisatie onmogelijk.
wijd aandelenmandaat. Daar vormt de analyse van en controle op de manier waarop bedrijven worden geleid, inclusief maatschappelijk en ethisch beleid, een essentieel onderdeel van de besluitvorming. Bedrijven die op deze punten goed scoren worden in de portefeuille opgenomen en bedrijven met een slechte score worden gemeden. Duurzaamheidsinvesteringen Duurzaamheidsinvesteringen zijn themabeleggingen zoals groene beleggingen in wind- en zonne-energie, technolo-
pgb Jaarverslag 2008
pag. 16
Stemgedrag Nederland In 2008 zijn door het fonds aandeelhoudersvergaderingen bezocht van Nederlandse bedrijven. Wanneer PGB in Nederland niet zelf deelneemt aan een aandeelhoudersvergadering, wordt een volmacht gegeven aan een andere institutionele belegger met wie wordt samengewerkt. In overleg wordt het stembeleid bepaald. PGB heeft in 2008 op 15 aandeelhoudersvergaderingen zelf (5) of via volmacht (10) gestemd.
Verslag van het bestuur
Stemgedrag Europa Voor het stemmen in de vergaderingen van aandeelhouders van Europese bedrijven maakt PGB gebruik van de diensten van RiskMetrics/ISS. Dit gebeurt volgens een standaard stembeleid dat door RiskMetrics is opgesteld op basis van de belangen van institutionele beleggers. PGB heeft in 2008 via een volmacht op 541 aandeelhoudersvergaderingen van Europese bedrijven gestemd.
beleid als de informatieverplichtingen. Daarnaast worden ook hoge eisen gesteld aan goed pensioenfondsbestuur en de wijze waarop toezicht wordt gehouden en verantwoording wordt afgelegd. De kosten voor de pensioenuitvoering lopen daardoor op. Dit effect wordt versterkt door de krimpende branche. Om de onderscheidende prijs/kwaliteitsverhouding voor deelnemers en werkgevers minimaal te kunnen continueren
Engagement In specifieke gevallen kan PGB de dialoog aangaan met ondernemingen. PGB heeft hiervoor ook aansluiting gezocht bij stichting Het Governance Platform. Het Platform vertegenwoordigt pensioenfondsen bij hun streven om ondernemingen de principes van goed bestuur te laten naleven. Via het Platform laat PGB samen met andere deelnemers zijn stem horen in een directe dialoog met Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. Bij niet-beursgenoteerde bedrijven, waar Private Equity vaak in belegt en zelf onderdeel van is, ontstaat meer behoefte aan transparantie. PGB heeft in 2008 via Het Governance Platform de dialoog gezocht met negen Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. In 2009 zal dit worden uitgebreid met Europese bedrijven.
en een kwalitatief adequate invulling te kunnen geven aan goed pensioenfondsbestuur, wordt schaalgrootte steeds belangrijker. De optimale omvang van een pensioenfonds lag in 2007 rond de 100.000 deelnemers (bron: CEM benchmarkonderzoek 2008) en zal naar verwachting jaarlijks met 10% oplopen. Het aantal actieve deelnemers en pensioengerechtigden bij PGB komt ultimo 2008 uit op 82.500. Om in het pensioendomein met vermogensbeheer te kunnen overleven is volgens pensioenexperts naar verwachting op termijn minimaal een schaal nodig van 20 tot 25 miljard. PGB wil in het kader van verdere verbreding van haar draagvlak, in overleg met sociale partners en in samenwerking met ondernemings- en bedrijfstakfondsen, uiteindelijk komen tot één overkoepelend pensioenfonds voor de mediasector. Het fonds beweegt zich binnen de mediasector
Als praten niet meer helpt, kan tot slot over worden gegaan
momenteel op twee deelmarkten: het grafimediabedrijf en
tot een juridische procedure. In de Verenigde Staten zijn dit
het uitgeverijbedrijf. Op de grafimediamarkt is de uitvoering
bijvoorbeeld de class actions en SEC-procedures, in
gebaseerd op een verplichtgestelde pensioenregeling. In het
Europa bestaan vergelijkbare juridische procedures. Waar
uitgeverijbedrijf vindt de uitvoering op ondernemingsniveau
PGB in het bezit is van de betreffende aandelen worden
plaats op basis van vrijwilligheid.
claims ingediend om het haar toekomende deel van de te verdelen gelden ontvangen.
FINANCIEEL BELEID
Strategische oriëntatie en acquisities
In 2007 werd in het jaarverslag de verwachting uitgesproken
De grafimediasector is aan sterke verandering onderhevig.
dat de crisis tot een groeivertraging van de economie zal lei-
De sector krimpt niet alleen, zij verandert ook sterk onder
den waarbij een systeemrisico niet werd uitgesloten. Nu, een
invloed van technologische ontwikkelingen. Als gevolg daar-
jaar verder, is duidelijk geworden welke impact de crisis
van vindt er in de bedrijfskolom voorwaartse én achter-
heeft op de reële economie en de financiële positie van pen-
waartse integratie van bedrijfsactiviteiten plaats. Deze
sioenfondsen. Ook PGB is als gevolg van de combinatie van
ontwikkelingen brengen met zich mee dat er een steeds
een dalende rente en afname van het fondsvermogen in
sterker accent op ICT komt te liggen in de bedrijfsactiviteiten
haar financiële positie hard geraakt.
van de bij PGB aangesloten bedrijven hetgeen leidt tot een geringere personele bezetting.
Het pensioenvermogen nam in 2008 door de beleggingsresultaten (een rendement van 17,8%) af met 1.548
De Pensioenwet heeft geleid tot een toename van het
miljoen van 9.759 miljoen naar 8.211 miljoen. De
toezicht en een strakkere regulering van zowel het financieel
voorziening voor de pensioenverplichtingen liep als gevolg
pgb Jaarverslag 2008
pag. 17
Verslag van het bestuur
van de dalende marktrente op van 6.577 miljoen naar
iedere drie jaar geëvalueerd. Het premie-, toeslag- en beleg-
8.480 miljoen. Door deze ontwikkelingen daalde de
gingsbeleid van PGB wordt nu zo ingezet dat de
dekkingsgraad van 148% naar 97%.
streefdekkingsgraad van 150% die voor toeslagverlening nodig is binnen 15 jaar bereikt zou kunnen worden.
Daarmee is het fonds vanuit een solide en gezonde vermogenspositie terechtgekomen in een situatie van onder-
Voor de inrichting van het financieel beleid van het pensioen-
dekking. De waarde van de beleggingen is dan kleiner dan
fonds wordt gebruik gemaakt van een integrale beleids-
de waarde van de pensioenverplichtingen. De omzetting van
staffel. Het premie-, toeslag- en beleggingsbeleid van het
de voorwaardelijke backservice-aanspraken (0,20% per
fonds hangen daarin samen met de ontwikkeling van de
grafisch dienstjaar voor 2006) in onvoorwaardelijke
dekkingsgraad. Het bestuur kan, als de omstandigheden
aanspraken voor het geboortejaar 1949, zijn hierin verwerkt.
daar aanleiding toe geven, in positieve of negatieve zin
In 2008 bedraagt de vereiste dekkingsgraad op markt-
afwijken. Met het advies van de beleidsstaffel kan door het
waarde voor het fonds 114%.
bestuur adequaat worden ingespeeld op de als gevolg van het nieuwe Financiële Toetsingskader gewijzigde
Financieel Toetsingskader discontering tegen de rentetermijnstructuur van DNB (bedragen in miljoenen euro’s) Ultimo 2008
Ultimo 2007
Totaal vermogen
8.211
9.759
Pensioenverplichtingen
8.480
6.577
268
3.182
97%
148%
114%
118%
Reserves
Dekkingsgraad Vereiste dekkingsgraad
omstandigheden. Werkgevers en deelnemers krijgen op grond van de staffel bovendien meer zicht op de mogelijke ontwikkelingen met betrekking tot de premiestelling en/of toeslagverlening. Toeslagverlening De toeslag op aanspraken en uitkeringen wordt bij PGB voorwaardelijk verstrekt. Er is geen recht op een toeslag en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst toeslagen zullen worden verleend. Er is geen geld voor gereserveerd of extra premie voor gevraagd. Toeslagen worden betaald uit de extra beleggingsopbrengsten. Dat brengt met zich mee
Saldo van baten en lasten over de afgelopen jaren kan als
dat de pensioenaanspraken en uitkeringen alleen dan kun-
volgt worden geanalyseerd:
nen worden aangepast als het bestuur, na overleg met de Deelnemersraad, vindt dat de financiële middelen van het 2008
2007
2006
fonds daarvoor toereikend zijn. De ambitie van het fonds is de (ingegane) pensioenen aan te passen aan de prijsontwik-
Premieresultaat Interestresultaat
Overig resultaat
75
37
19
3.567
440
500
41
103
62
keling in Nederland en daarmee dus waardevast te houden. Voor het antwoord op de vraag of er voldoende middelen beschikbaar zijn om een toeslag te verlenen en in welke
− 3.451
580
581
mate, toetst het bestuur jaarlijks de dekkingsgraad aan de afgesproken Richtlijn premie en toeslagverlening. Al naar gelang de omstandigheden kan het bestuur hiervan afwijken. Het bestuur besloot eind 2007, na een positief
Dekkingsgraad en financieel beleid
advies van de deelnemersraad, om de tot en met 2007
Sociale partners in de grafimediasector hebben de ambitie
opgebouwde pensioenaanspraken en ingegane uitkeringen
om een pensioenregeling te verzorgen waarbij toeslagverle-
met ingang van 1 januari 2008 te verhogen met 1%. Daar-
ning op basis van de (geschoonde) prijsindex mogelijk is.
naast is besloten om een inhaalindexatie te verlenen van
Aan de hand van een ALM-studie worden de beleidsuit-
1,09%. De dekkingsgraad bevond zich op het moment van
gangspunten voor het financieel beleid geformuleerd en
de besluitvorming tussen de 140 en 150%.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 18
Verslag van het bestuur
Vanaf de tweede helft van 2008 is de dekkingsgraad in een
Premiebeleid
sterk neergaande spiraal terechtgekomen. Met name in het
Het bestuur bepaalt jaarlijks de kostendekkende premie voor
laatste kwartaal was sprake van een sterke daling.
deelname aan de basispensioenregeling van PGB. Om premiefluctuaties te dempen wordt de kostendekkende premie
Dekkingsgraad
gebaseerd op een inschatting van het op lange termijn verwachte beleggingsrendement. De Richtlijn besluitvorming toeslagverlening en premie wordt eens in de drie jaar, mede aan de hand van een nieuwe ALM-studie, geëvalueerd. Eind 2008, begin 2009 is weer het moment voor toetsing. De financiële positie ultimo 2008 wordt daarbij als uitgangspunt genomen.
Naar aanleiding van de verslechterde financiële positie van
De premie voor 2008 voor deelname aan de basispensioen-
het fonds heeft het bestuur bij haar besluitvorming voor
premie was ten opzichte van 2007 verlaagd van 17,5% naar
toeslagverlening over de tot en met 31 december 2008
17% waarvan 6,50% voor de werknemer. De daling hield
opgebouwde pensioenaanspraken en ingegane pensioenen,
verband met de hoogte van de dekkingsgraad van het fonds
besloten om per 1 januari 2009 af te wijken van de Richtlijn.
op het moment dat de premie voor 2008 werd vastgesteld. Conform het advies van de Richtlijn werd besloten de pre-
Bij de besluitvorming over de toeslagverlening wordt nor-
mie te verlagen.
maal gesproken de gemiddeld gewogen dekkingsgraad over de maanden juli, augustus en september als referentie
Ultimo 2008 is besloten om gezien de financiële positie van
genomen. De gemiddelde dekkingsgraad over deze periode
het fonds de basispremie in 2009 conform het advies van
kwam uit op 129%. De Richtlijn stelt bij die dekkingsgraad
de Richtlijn te verhogen van 17% naar 19,5%. Het werkne-
gedeeltelijke toeslagverlening voor. Echter, de dekkingsgraad
mersdeel stijgt van 6,50% naar 7,75% en de werkgevers-
van het pensioenfonds is, zoals de grafiek laat zien, na sep-
premie van 10,5% naar 11,75%. De premies worden berek-
tember sterk gedaald. Eind november bedroeg de dekkings-
end over de pensioengrondslag, het loon minus de fran-
graad 96,3%. Door de pensioenen te verhogen zou de
chise.
financiële positie verder verslechteren. Het bestuur heeft daarom na een positief advies van de Deelnemersraad in
BELEGGINGSBELEID
december besloten om de toeslag niet te verlenen. Op basis van een ALM-studie, die om de drie jaar door het Het fonds heeft de laatste 5 jaar de volgende toeslagen ver-
fonds wordt uitgevoerd, is voor het vermogensbeheer een
leend:
strategie uitgezet en een beleggingsmix bepaald, voorzien van bandbreedten voor tactisch beleid. Het gaat hierbij om
datum
verstrekte toeslag
niet verstrekte toeslag
inhaaltoeslag
de verdeling tussen vastrentende waarden, aandelen, vastgoed en alternatieve beleggingen en de mate waarin van deze vastgestelde verdeling kan worden afgeweken.
01-01-2009
3,00%
Daarnaast is in het strategisch beleid opgenomen om valu-
01-01-2008
1,00%
1,09%
tarisico af te dekken en tevens via het afsluiten van
01-01-2007
1,50%
0,30
renteswaps het renterisico, voortkomend uit het verschil in
01-01-2006
1,00
0,55
rentegevoeligheid van de beleggingen en verplichtingen,
01-01-2005
1,09
voor een deel af te dekken.
Toelichting:
PGB heeft ervoor gekozen om voor het grootste deel van
Het totaal van de niet verstrekte toeslagen is daarmee gekomen
haar wereldwijde aandelenportefeuille (circa 90%) te werken
op 3,85% (0,55% + 0,30% + 3,00%).
met externe vermogensbeheerders. De inschatting is dat
pgb Jaarverslag 2008
pag. 19
Verslag van het bestuur
alleen gekwalificeerde en gespecialiseerde beheerders in staat zijn om op langere termijn op specifieke markten extra
In het beleggingsplan 2009 is de verdeling over de verschillende categorieën in procenten als volgt:
rendement te realiseren. De beheerders hebben hiertoe verschillende mandaten gekregen. De GBF concentreert zich
Mix normportefeuille 2009
Mix normportefeuille 2008
op het strategisch en tactisch aandelenbeleid en het selecteren en monitoren van de externe vermogensbe-
Vastrentende waarden
45
40
heerders. Daarnaast wordt een Europese aandelenporte-
Aandelen
35
43
feuille (circa 10%) intern beheerd.
Vastgoed
10
8
Alternatieve beleggingen
10
9
De activiteiten voor de beleggingsadministratie zijn uitbesteed aan de gespecialiseerde effectenbank KasBank. De GBF heeft toegang tot de systemen van de KasBank. Zodoende kan zij haar portfoliomanagement, inclusief perfor-
Extra zekerheid is ook gecreëerd door het renterisico,
mancemeting, riskmanagement, order- en cashmanage-
voortkomend uit het verschil in duration tussen de beleg-
ment, analyse en rapportage uitvoeren.
gingen en de verplichtingen, af te dekken en de valuata afdekking te continueren.
Beleggingsplan en normportefeuille Jaarlijks wordt een beleggingsplan opgesteld waarin het te
Continuïteitsanalyse
voeren tactische beleid, binnen het voornoemde strategisch
Naast de solvabiliteitstoets, waarbij wordt beoordeeld of
beleid, voor het komend jaar wordt geformuleerd op basis
pensioenfondsen beschikken over het minimum vereiste ver-
van de rendementsverwachtingen en risicoinschattingen. In
mogen, hanteert de toezichthouder De Nederlandsche Bank
het beleggingsplan 2008 was het vermogen over de ver-
(DNB) ook een continuïteitstoets. Bij de continuïteitsanalyse
schillende categorieën in procenten als volgt verdeeld:
worden de verschillende beleidsinstrumenten die het fonds ter beschikking staan beoordeeld op effectiviteit. Op basis
Mix normportefeuille 2008
Portefeuille ultimo 2007
van de uitkomsten wordt een beeld verkregen van de verwachtingen en risicos van het beleid. Er wordt gebruik gemaakt van een stochastisch ALM-model met een horizon
Vastrentende waarden
40
44
Aandelen
43
45
Vastgoed
8
8
Alternatieve beleggingen
9
3
van 15 jaar. De invoerwaarden voor het uitvoeren van de studie sluiten aan op het beleidskader waarin de samenhang tussen premiehoogte, beleggingsmix en mogelijke toeslagverlening is vastgelegd. Deze toets is vooral bedoeld om inzicht te krijgen in de financiële opzet van het fonds.
Onder invloed van de kredietcrisis is het beleggingsbeleid in
In 2008/2009 zijn twee continuïteitsanalyses uitgevoerd en
de loop van 2008 bijgesteld. PGB heeft gestuurd op reduc-
gerapporteerd aan de toezichthouder DNB.
tie van het risico en op behoud van de dekkingsgraad. Om minder kwetsbaar te worden voor schommelingen van de
In de eerste analyse die medio 2008 werd uitgevoerd op
aandelenkoersen was het fonds in de loop van 2008 gestart
basis van de gegevens van 31 december 2007 en een
met het verminderen van haar aandelenbezit en het verwer-
dekkingsgraad van 148%, kwam het pensioenresultaat
ven en uitbreiden van deelnemingen in infrastructuur en
inclusief de voorwaardelijke toeslagverlening op basis van de
water en energievoorzieningen. De beleggingen in aande-
prijsindex bij een gelijkmatige ontwikkeling van de economie
len zijn afgebouwd van 43% naar 35%. Het fonds ziet zich
uit op circa 95% van de ambitie. De ambitie is een pen-
als langetermijnbelegger en wil daarom weliswaar zekerheid
sioenresultaat inclusief volledige toeslagverlening op basis
en stabiliteit in de portefeuille inbouwen maar ook zorgen
van de prijsindex.
voor voldoende opwaarts potentieel om te kunnen profiteren van zich herstellende markten.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 20
Verslag van het bestuur
In de tweede analyse op basis van de bestandgegevens van
Tijdelijk Ouderdomspensioen (TOP)
31 december 2008 en een dekkingsgraad van 97%, is
Omdat pensioengerechtigden voor het 65e jaar nog niet
opnieuw gekeken naar de kans op realisatie. Het pensioen-
kunnen beschikken over de AOW wordt reglementair vanaf
resultaat inclusief voorwaardelijke toeslagverlening kwam
2010 de mogelijkheid geboden om een gedeelte van het
toen uit op 45% van de ambitie.
levenslange ouderdomspensioen in te zetten voor TOP-pensioen. De deelnemer kan maximaal twee keer het AOW-
Het bestuur zal op basis van deze analyses en de ALM-
bedrag voor een gehuwde inzetten voor het tijdelijk ouder-
studie in de eerste helft van 2009 de effectiviteit van de
domspensioen.
huidige beleidsstaffel evalueren en daar waar nodig haar
Tegelijkertijd geldt als restrictie dat maximaal 50% van het
instrumentarium aanpassen. De resultaten van de uitgevoer-
oorspronkelijke pensioenrecht voor vervroeging en/of TOP-
de analyses zijn ook gebruikt voor het kortetermijnherstelplan
pensioen mag worden gebruikt.
dat het fonds voor 1 april 2009 heeft ingediend bij DNB. Uitstel/deeltijd In de toekomstparagraaf wordt verder stilgestaan bij de
De pensioengerechtigde kan het pensioen ook geheel of
resultaten van de analyses en het herstelplan.
gedeeltelijk uitstellen. Uitstel van de pensioendatum is alleen mogelijk indien en voor zover de dienstbetrekking blijft
PENSIOENBEHEER
bestaan. Een werknemer kan alleen in overleg met de werkgever de pensioendatum tot uiterlijk het 70e jaar uit-
ONTWIKKELING PENSIOENREGELING
stellen. Door uitstel wordt het pensioen op basis van de vastgestelde uitstelfactoren verhoogd. Als de 100%-grens
Flexibilisering pensioen
wordt bereikt, dient het ouderdomspensioen in te gaan maar
In het verslagjaar heeft het bestuur besloten met ingang van
kan de pensioengerechtigde daarnaast wel blijven werken.
1 januari 2010 nieuwe uitbetalingsvarianten toe te voegen aan de bestaande keuzemogelijkheden. Naast het stan-
Entreeleeftijd vervallen
daardpensioen, uitruil pensioen, getrapt pensioen en gelijk
Met ingang van 2008 is de minimum leeftijd voor deelname
overlevingspensioen worden vervroegd/uitstel pensioen, een
aan de pensioenregeling van 21 jaar komen te vervallen.
tijdelijk ouderdomspensioen (TOP-pensioen) en deeltijdpen-
Voor de werknemers die jonger zijn, betekent dit dat zij
sioen geïntroduceerd. Deelnemers die op grond van hun
vanaf 1 januari 2008 pensioen opbouwen en premie betalen.
leeftijd niet meer gebruik kunnen maken van de VUT-regeling worden zo in de gelegenheid gesteld om desgewenst eerder
Inlooprisico bij arbeidsongeschiktheid
dan met 65 jaar te stoppen met werken.
PGB heeft in lijn met het advies van de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen besloten het inlooprisico bij
Vervroegd pensioen
arbeidsongeschiktheid met ingang van 2009 te verzekeren
Bij vervroegd pensioen kunnen deelnemers zelf de pen-
en het uitlooprisico te laten vervallen. De gedachte achter
sioendatum bepalen. Dat moment kan liggen tussen 55 en
het advies is dat als alle fondsen het inlooprisico dekken, de
70 jaar. De spilleeftijd blijft 65 jaar. De mogelijke overheids-
re-integrerende deelnemer geen opbouw kan mislopen. De
maatregelen met betrekking tot verhoging van de AOW-
verzekering wordt overgenomen door het nieuwe fonds.
leeftijd worden afgewacht. Bij vervroeging van de pensioen-
PGB blijft bij vertrek van de arbeidsongeschikte deelnemer
datum mist de deelnemer niet alleen de opbouw tot het
de pensioenopbouw verzorgen naar de mate van arbeids-
65ste levensjaar. Ook wordt de uitkering herrekend op basis
geschiktheid. Als de mate van arbeidsongeschiktheid na
van actuariële vervroegingsfactoren. Eerder stoppen met
beëindiging van de deelname afneemt, neemt ook de pre-
werken kan ook in deeltijd. De deelnemer blijft dan in overleg
mievrije opbouw bij PGB af. Neemt de mate van arbeids-
met de werkgever gedeeltelijk in loondienst en blijft op grond
ongeschiktheid na beëindiging van de deelname toe, dan
daarvan pensioen opbouwen en gaat voor een deel met
blijft de premievrije opbouw bij PGB onveranderd. Het
pensioen. Het fonds verwacht dat veel oudere werknemers
nieuwe fonds neemt dan dat recht op premievrije opbouw
van deze laatste optie gebruik zullen gaan maken.
onder het inlooprisico over.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 21
Verslag van het bestuur
Pensioensparen
2005. Voor parttimers wordt uitgegaan van het gemiddelde
Bij pensioensparen worden met de premie of eenmalige
parttime percentage over dezelfde periode. Met de opbouw
koopsom geen pensioenaanspraken ingekocht maar wordt
over de achterliggende diensttijd wordt zoveel extra pen-
de inleg gestort in het Pensioenfonds PGB. Bij pensionering
sioen opgebouwd alsof gedurende de gehele grafimedia-
wordt het dan opgebouwde kapitaal bij PGB omgezet naar
diensttijd is deelgenomen aan de vernieuwde pensioen-
pensioenaanspraken. De deelnemer loopt door deelname in
regeling. De extra opbouw kan desgewenst worden ingezet
het pensioenfonds geen extra risico ten opzichte van alle
om in de toekomst geheel of gedeeltelijk eerder te kunnen
andere pensioendeelnemers. Hij participeert in het beleg-
stoppen met werken.
gingsbeleid en de beleggingsresultaten zoals die gelden voor het gehele fonds. Bij pensioensparen heeft de deelnemer
Het beleid van het pensioenfonds is erop gericht om per jaar
een inleggarantie. De inleggarantie wordt gegeven als het
te beoordelen of er middelen vrijgemaakt kunnen worden
oudste saldo minimaal 5 jaar heeft uitgestaan. Bij pensioner-
voor het toekennen van extra aanspraken over het verleden.
ing of overlijden voor pensionering wordt minimaal de som
Als gevolg daarvan zijn in 2008 de voorwaardelijke aan-
van alle stortingen uitgekeerd. Op het rendement worden
spraken van deelnemers die geboren zijn in 1948 onvoor-
uitsluitend administratiekosten in mindering gebracht. Het
waardelijk toegekend. De voorwaardelijke aanspraken van
rendement wordt door het bestuur jaarlijks vastgesteld en
deelnemers die geboren zijn in 1949 zijn met ingang van
gebaseerd op het totaal rendement van het pensioenfonds
1 januari 2009 onvoorwaardelijk toegekend.
PGB (inclusief interest rate swaps) met een kostenafslag van 1%. Deelnemers kunnen desgewenst tussentijds switchen
Afschaffing FVP-bijdrageregeling
van pensioensparen naar pensioeninkopen. Het premie-
Wie zonder werk komt te zitten of gedwongen wordt om
volume voor 52 deelnemers bedraagt in 2008 0,30
minder te gaan werken, ontvangt mogelijk een WW-uitkering
miljoen. Over 2008 bedroeg het rendement 18,8%, zijnde
via het UWV. De uitkering is in eerste instantie aan het loon
het PGB-rendement inclusief de interest rate swaps
gerelateerd. Wie op de eerste dag van de werkloosheid 40
(−17,8%) onder aftrek van 1% kosten.
jaar of ouder is, heeft voor de duur van de loongerelateerde uitkering recht op een voortzetting van de pensioenopbouw
Omzetting voorwaardelijke in onvoorwaardelijke aanspraken
die wordt betaald door de Stichting Financiering Voortzetting
Met ingang van 1 januari 2006 is in de pensioenregeling de
Pensioenverzekering (FVP).
opbouw verhoogd. Het percentage waarmee het pensioen jaarlijks wordt opgebouwd is in de basisregeling van 1,55
Voor wie jonger is dan 40, betaalt het FVP geen pensioen-
naar 1,75 gegaan. Daarnaast ontvangen deelnemers over
premie. Wel zijn de nabestaanden, zolang de deelnemer een
hun achterliggende grafische dienstjaren vanaf hun 22e jaar
loongerelateerde WW-uitkering geniet, bij overlijden verze-
tot 1 januari 2006 voorwaardelijk extra opbouw: per dienst-
kerd voor een volledig partnerpensioen (70% van het opge-
jaar 0,20%. De voorwaarden voor toekenning van de extra
bouwde ouderdomspensioen). Deze dekking komt voor
pensioenaanspraken zijn:
rekening van het pensioenfonds.
■
de werknemer is op het moment van pensionering of op
De FVP-bijdrageregeling zal per 1 januari 2011 naar
het moment van toekenning PGB-deelnemer, werkzaam
verwachting worden stopgezet. De financiering van het part-
in de grafimedia, en was dat ook op 31 december 2005
nerpensioen komt in geval van werkloosheid met een WW-
en 1 januari 2006;
uitkering voor de volledige populatie bij het ASF te liggen.
■
het pensioenfonds beschikt over voldoende financiële middelen om de aanspraken te zijner tijd toe te kennen.
Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN)
Als dat niet het geval is, dan blijven de al toegekende
De PW verplicht pensioenfondsen een actuariële en bedrijfs-
aanspraken behouden.
technische nota (ABTN) op te stellen. De Nederlandsche Bank (DNB) kan op basis van deze ABTN tot een oordeel
De voorwaardelijke extra pensioenopbouw wordt berekend
komen over de manier waarop invulling gegeven wordt aan
over de gemiddelde pensioengrondslag van 2003, 2004 en
de wettelijke vereisten. De ABTN bevat verder een verklaring
pgb Jaarverslag 2008
pag. 22
Verslag van het bestuur
inzake de beleggingsbeginselen en een beschrijving van de
Uitgangspositie voor communicatie
sturingsmiddelen. De laatste nota dateert van 28 april 2008.
Het fonds zet momenteel een evenwichtige mix van massaen persoonlijke communicatiemiddelen in. Het fonds streeft
Communicatie met deelnemer en werkgever
ernaar om, rekening houdend met de behoefte aan per-
De Pensioenwet vraagt van pensioenfondsen dat zij het
soonlijk contact, de elektronische informatie-uitwisseling via
communicatiebeleid met belanghebbenden met ingang van
website, worksites en e-mail te optimaliseren. PGB kan zo
2008 expliciet formuleren. Jaarlijks moet een communi-
een accurate administratie koppelen aan een effectieve geïn-
catieplan worden opgesteld dat inzage geeft in de
dividualiseerde communicatie en haar informatiekosten
voorgenomen communicatieactiviteiten. Het gaat de wet-
beperken.
gever erom dat systematisch en planmatig aandacht wordt besteed aan de governance waartoe informatieverstrekking
Naar aanleiding van vergelijkende analyses is duidelijk dat
over beleid, bestuur en organisatie (corporate communicatie)
het fonds meer informatieservices levert dan wat de wet-
wordt gerekend en dat het pensioenbewustzijn van deelne-
gever aan eisen heeft geformuleerd. Relatief veel aandacht
mers wordt verhoogd (marktcommunicatie).
wordt besteed aan marktcommunicatie naar bestaande klanten over de pensioenregeling, de administratievoering,
PGB heeft voor 2008 een communicatieplan opgesteld met
de keuzeprocessen en actuele pensioenontwikkelingen. Voor
een uitvoeringsprogramma. Het programma bevat een
2008 waren in het communicatieplan een drietal strategische
kalender met daarin opgenomen alle bestaande en
aandachtsvelden benoemd: (1) compliance, (2) verantwoord
voorgenomen activiteiten.
beleggen en transparantie en (3) corporate communicatie.
Communicatie wordt opgevat als een proces waarbij de
Aandachtsveld compliance Aan de communicatiemiddelen zijn in het verslagjaar naast het uniforme pensioenoverzicht de overige verplichte overzichten toegevoegd. De begrijpelijkheid van de pensioencommunicatie dient te worden getoetst; via kwantitatief (marktonderzoek) en kwalitatief onderzoek (klantenpanel). PGB streeft er verder naar om haar communicatie op het gewenste taalniveau van B1 te krijgen.
pensioenuitvoerder deelnemers en werkgevers, aan de hand van vooraf vastgestelde doelen, informeert en begeleidt bij keuzeprocessen. Het fonds hanteert de volgende communicatiedoelstellingen: ■
het juist, tijdig en begrijpelijk (op B1-niveau) informeren van deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden over hun opgebouwde
■
■
aanspraken, te bereiken aanspraken, pensioenrechten en
Ook de verantwoording over het financiële beleid en
de voorwaardelijke toeslagverlening;
daarbinnen over het beleggingsbeleid, het bestuur, de
het tijdig informeren van belanghebbenden over actuele
organisatie en de verantwoording kregen in 2008 extra aan-
pensioenontwikkelingen en de rechten en plichten die
dacht. Via website en relatiebladen naar werkgevers en
voortvloeien uit deelname aan de pensioenregeling;
deelnemers is hier uitgebreid op ingegaan. Tenslotte is de
het in staat stellen van belanghebbenden om een afge-
communicatie gemonitord vanuit het perspectief van de
wogen financiële beslissing te maken uit het beschikbare
taakafbakening met verzekeraars.
aanbod van mogelijkheden; ■
het bevorderen van een goede relatie tussen het fonds en haar belanghebbenden met het oog op het in het fonds gestelde vertrouwen;
■
het verhogen van de naamsbekendheid van het fonds in grafimedia gelieerde branches en het positioneren van PGB als pensioenfonds voor de (grafi)media en uitgeverij om het draagvlak verder te verbreden.
Aandachtsveld verantwoord beleggen en transparantie PGB heeft haar beleid inzake maatschappelijk verantwoord beleggen in 2008 aangescherpt. De communicatie speelt met name een rol bij de verantwoording van het beleid. Daarvoor zijn als middelen de website, jaarverslagen en relatiebladen ingezet. Ook de informatievoorziening over beleid, bestuur en organisatie heeft in 2008 extra aandacht gekregen.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 23
Verslag van het bestuur
Aandachtsveld corporate communicatie De scheiding tussen beleid en uitvoering leidt ertoe dat de communicatie van het fonds niet langer onder de huisstijl van de uitvoeringsorganisatie kon worden gepubliceerd. In 2008 zijn daarom het uniforme pensioenoverzicht, de pensioenoverzichten, het jaarverslag en de brochures op naam van PGB uitgebracht. De GBF verzorgt de correspondentie voor het fonds op haar eigen briefpapier waarop is aangegeven dat zij de uitvoeringsorganisatie voor PGB is. Communicatie over toeslagverlening Speciale aandacht is er voor communicatie over de toeslagverlening. Ieder pensioenfonds moet de toeslagregeling duidelijk vastleggen en uitleggen aan belanghebbenden. Er wordt een keurmerk (het toeslaglabel) ontwikkeld waardoor deelnemers beter zicht krijgen op de toeslagprestaties en toeslagverwachting van fondsen. Pensioenfondsen kunnen kiezen of zij dit label met ingang van 2009 invoeren of dat zij invoering van het label uitstellen en een modelbrief naar belanghebbenden versturen. Over de voortgang in de communicatieactiviteiten is ieder kwartaal gerapporteerd. In 2008 zijn de activiteiten vrijwel conform planning uitgevoerd. Toetsen van communicatie De AFM toetst de communicatie van pensioenfondsen. Ieder fonds moet beschikken over een communicatieplan met een overzicht van de ingezette middelen. In het plan dienen tevens meetbare doelen te zijn opgenomen waarbij het fonds jaarlijks nagaat of de doelen zijn bereikt en de informatie is overgekomen.
PGB is PW proof PGB voldoet aan de formele communicatievereisten van de Pensioenwet. Het beschikt over een plan waarin een uitvoeringsprogramma en een communicatiemonitor zijn opgenomen. In de monitor zijn meetbare doelen opgenomen. Het fonds heeft ook onderzocht of de verstrekte informatie overkwam. Het in 2008 opgerichte klantenpanel heeft de pensioencommunicatie op begrijpelijkheid beoordeeld en er is onderzoek onder deelnemers, pensioengerechtigden en werkgevers uitgevoerd waarbij onder meer navraag is gedaan naar de waardering voor en het effect van de communicatie. Over de gehele linie liggen de resultaten van de communicatie in lijn met de beoogde doelen van het fonds. Mede
pgb Jaarverslag 2008
pag. 24
naar aanleiding van de opmerkingen van het klantenpanel en de resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek zal de communicatie op onderdelen worden aangescherpt.
Klantenpanel De begrijpelijkheid van de pensioencommunicatie wordt kwalitatief getoetst via het PGB klantenpanel. In 2008 is daarmee een start gemaakt. Het doel van het klantenpanel is om als pensioenfonds zicht te krijgen op de kwaliteit van de communicatie. Door meer rekening te houden met het taalniveau en de vorm van de boodschap kan de begrijpelijkheid van de pensioencommunicatie worden vergroot. Twee geledingen Het klantenpanel bij PGB bestaat uit een geleding voor werknemers en een geleding voor (aanstaande) pensioengerechtigden. Het panel voor werknemers bestaat uit 15 leden, het panel voor pensioengerechtigden uit 10 leden. Bij de samenstelling is gestreefd naar een evenwichtige samenstelling qua geslacht, leeftijd, functie en klantengroepen. Het panel komt minimaal eenmaal per jaar bijeen. Tussentijds kan het panel schriftelijk of per e-mail worden benaderd om de communicatie van het pensioenfonds te beoordelen. Verslag bijeenkomsten De algemene indruk van het klantenpanel over de communicatie is positief. PGB is er volgens het panel veel aan gelegen om deelnemers in staat te stellen bij entree en pensioneren over hun pensioen te laten nadenken. Het pensioenfonds heeft naar aanleiding van de bijeenkomsten een duidelijker beeld gekregen waar het goed scoort en waar zij haar communicatie kan verbeteren. Klanttevredenheidsonderzoek De monitoring en evaluatie van de dienstverlening en communicatie aan de hand van een klanttevredenheidsonderzoek vindt jaarlijks plaats. Er is eind 2008 onderzoek gestart onder werkgevers, deelnemers en pensioengerechtigden. Bij werkgevers wordt de relatie met het pensioenfonds en de uitvoeringsorganisatie beoordeeld. Aan de orde komen de waardering voor de pensioenregeling (regeling, prijsniveau, transparantie en MVB) en de waardering van de mutatieverwerking, de jaaropgave, de premienota, de buitendienst, de service en de correspondentie en communicatie. Het onderzoek loopt door in 2009.
Verslag van het bestuur
Imago pensioenfonds onder werkgevers (communicatiemonitor 2008) Imago pensioenfonds
gemiddeld rapportcijfer
Bij de deelnemers en pensioengerechtigden is transactiegericht onderzoek uitgevoerd. In het laatste kwartaal van kleine werkgevers
grote werkgevers
2008 zijn vragenlijsten verzonden naar deelnemers en pensioengerechtigden die recent een pensioendienst hadden afgenomen. Onderzocht is de waardering voor het verloop
waardering pensioenregeling
7,6
7,8
7,6
waardering transparantie
7,1
7,3
7,0
waardering prijsniveau
7,1
7,3
7,0
aanscherpen verantwoord beleggen
17%
25%
12%
van de pensioenprocessen, het imago van het pensioenfonds en de waardering voor de dienstverlening. Uit de tussenrapportage zijn de volgende resultaten beschikbaar: Imago pensioenfonds onder deelnemers (communicatiemonitor 2008) Imago pensioenfonds
Toelichting: Werkgevers zijn tevreden met de pensioenregeling van PGB. De waardering voor de transparantie en het prijsniveau ligt iets lager maar blijft boven de drempelwaarde voor ontevredenheid, lager dan gemiddeld een 7. Kleine(re) werkgevers, dat zijn werkgevers met minder dan 25 medewerkers in dienst, scoren iets boven het gemiddelde van de grote(re) werkgevers. Waardering dienstverlening pensioenfonds onder werkgevers (communicatiemonitor 2008) Waardering dienstverlening
jonger dan 65
65 jaar of ouder
waardering pensioenregeling
7,3
8,2
mate van transparantie
7,3
7,9
17%
11%
aanscherpen mvb
Toelichting: In de vragenlijst van eind 2008 is geïnformeerd naar het oordeel van klanten over de pensioenregeling, de mate van transparantie die zij ervaren en het beleid van het fonds inzake maatschappelijk verantwoord beleggen. Er is een uitsplitsing gemaakt naar deelnemers en pensioengerechtigden. Deelnemers zijn ‘kritischer’ dan pensioengerechtigden, maar de drempelwaarde voor ontevredenheid, lager dan gemiddeld een 7, wordt niet overschreden. Op de vraag of PGB haar maatschappelijke verantwoordelijkheid moet aanscherpen in het beleggingsbeleid, ook als dit kostenverhogend werkt, antwoordt 15% bevestigend. Bij deelnemers is dit 17% en bij pensioengerechtigden is dit 11%. Ongeveer 2/3 van de respondenten gaf aan dat niet te kunnen beoordelen. De overigen (circa 20%) zijn content met het bestaande beleid of vinden dat het wel iets minder mag.
gemiddeld rapportcijfer
kleine werkgevers
grote werkgevers
dienstverlening naar werkgevers
7,6
7,7
7,5
dienstverlening naar medewerkers
7,5
7,6
7,5
mutatieverwerking
7,6
7,6
7,6
jaaropgave
7,4
7,2
7,5
premienota
7,3
7,1
7,4
buitendienst
7,6
7,6
7,7
De tabel op de volgende pagina laat zien hoe deelnemers
website/worksite
7,6
7,7
7,6
de dienstverlening van het fonds ervaren na het afnemen
brochures/relatieblad
7,5
7,6
7,5
van een pensioendienst. Onderzocht is de startcommuni-
Handboek Administratievoering
7,3
7,1
7,4
catie, de UPO, de communicatie bij vertrek, de informatie over vrijwillige verzekeringen, informatie over waardeoverdracht en de communicatie bij en na de pensioentoekenning. Tevens is geïnformeerd naar een waardering voor lees-
Toelichting: In het onderzoek onder werkgevers is ook de waardering voor de dienstverlening onderzocht. De waardering voor de mutatieverwerking, de jaaropgaveverwerking, de premie-inning en -nota, de activiteiten van de buitendienst en de pensioencommunicatie ligt rond het gemiddelde van 7,5. De gemiddelde waardering voor de service van het fonds bij werknemers ligt ook rond de 7,5.
baarheid.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 25
Verslag van het bestuur
Waardering begrijpelijkheid communicatie bij pensioentransacties onder deelnemers en pensioengerechtigden (communicatiemonitor 2008)
Beoordeeld proces
begrijpelijkheid correspondentie
pensioen ontvangen
begrijpelijkheid brochures
begrijpelijkheid website
gebruiksgemak worksite
gebruiksnut worksite
begrijpelijkheid GBF-Nieuws
dienstverlening fonds
8,0
7,9
7,8
7,7
7,7
7,9
8,2
7,3
7,2
6,6
7,1
7,1
7,0
bij einde deelname
7,4
7,4
7,4
7,2
7,3
7,4
7,6
na aanvulling
7,6
7,5
7,5
7,4
7,4
7,4
7,6
bij UPO
7,6
7,5
7,4
7,7
7,5
7,6
7,5
bij waardeoverdracht
7,4
7,2
7,4
7,4
7,3
7,4
7,3
gemiddelde tevredenheid
7,6
7,5
7,5
7,4
7,4
7,5
7,5
bij entree
Toelichting: In het onderzoek is de dienstverlening in het proces onderzocht en de begrijpelijkheid van de correspondentie, brochures, website, worksite en het relatieblad GBF-Nieuws. De waardering voor de dienstverlening is in de laatste kolom weergegeven. Pensioengerechtigden waarderen de dienstverlening van het fonds voor, bij en na pensionering met een 8,2. De waardering van deelnemers varieert tussen de 7,0 en 7,6, afhankelijk van het proces. De laagste waardering ontvangt het fonds van nieuwe instromers. De begrijpelijkheid van de pensioencommunicatie ligt gemiddeld op het gewenste niveau van 7,5. Minder scoort het welkomstpakket bij entree en de informatieverstrekking bij een waardeoverdracht. Jongere nieuwe deelnemers die de beveiligde worksite voor het eerst gebruiken vinden het gebruiksgemak voor verbetering vatbaar.
De waardering voor de dienstverlening, onderverdeeld naar de bereikbaarheid van de uitvoeringsorganisatie, de klantgerichtheid, de deskundigheid, e-mailverwerking en de kwaliteit van de communicatiemedia is in onderstaande tabel weergegeven. Waardering serviceniveau onder deelnemers en pensioengerechtigden (communicatiemonitor 2008) Waardering service
deelnemers
pensioengerechtigden
telefonische bereikbaarheid
7,6
7,9
deskundigheid medewerkers
7,7
8,0
nakomen afspraken
7,6
8,0
snelheid afhandeling informatieverzoeken
7,3
8,0
klantvriendelijkheid medewerkers
8,0
8,3
verwerking e-mails
7,2
7,9
kwaliteit brochures
7,4
8,0
kwaliteit website
7,4
7,9
kwaliteit worksite
7,4
7,7
kwaliteit GBF- Nieuws
7,4
8,0
algemene dienstverlening
7,4
8,2
Toelichting waardering serviceniveau: Pensioengerechtigden waarderen de dienstverlening van het fonds gemiddeld hoger dan deelnemers. De waardering van pensioengerechtigden voor de verschillende dienstverleningsaspecten kent een geringe spreiding rond het gemiddelde van een 8. Gemeten is de klanttevredenheid in de eerste maanden na pensioneren. De waardering van de dienstverleningsaspecten door actieve deelnemers ligt gemiddeld op een iets lager niveau: rond de 7,5. Gemeten is de tevredenheid na het afnemen van een pensioendienst.
Pensioencommunicatie Via de relatiebladen GBF-Direct voor werkgevers, GBFNieuws voor deelnemers en de website worden deelnemers en werkgevers op de hoogte gebracht van relevante ontwikkelingen op pensioengebied. In 2008 is daar als extra communicatiekanaal de elektronische nieuwsbrief aan toegevoegd. In de eerste editie werd onder meer ingegaan op de gevolgen van de financiële crisis voor PGB. GBF-e-Nieuws en GBF-e-Direct verschijnen 4 x per jaar. Via www.mijngbf.nl kunnen werkgevers en deelnemers zich voor de nieuwsbrief aanmelden. Het fonds heeft in het verslagjaar naast haar reguliere financiële jaarverslag ook een Engelse samenvatting en een pop-
pgb Jaarverslag 2008
pag. 26
ulaire Nederlandstalige samenvatting uitgebracht.
Verslag van het bestuur
Gebruik website/worksite De website en worksite zijn onderscheidend in de markt. PGB communiceert via een open website transparant over beleid, bestuur, organisatie bij het pensioenfonds, de pensioenregeling en de ontwikkelingen daarbinnen. De actualiteit speelt daarbij een belangrijke rol. Uitgangspunt is dat alle beschikbare algemene informatie zoveel als mogelijk via de open site tijdig wordt gepubliceerd. Via een beveiligde worksite zijn persoonlijke pensioengegevens en bedrijfsgegevens beschikbaar. Zo beschikken deelnemers in de worksite over: ■
een digitaal pensioenoverzicht;
■
een overzicht van het opgebouwd ouderdomspensioen;
■
overzicht van het te bereiken ouderdomspensioen;
■
overzicht van het te bereiken pensioen inclusief AOW en de reglementaire keuzemogelijkheden;
■
kwaliteitstoets ouderdomspensioen en partnerpensioen;
■
berekening fiscale bijspaarmogelijkheden;
■
overzicht opgebouwd partnerpensioen;
■
overzicht partnerpensioen bij overlijden;
■
overzicht partnerpensioen bij overlijden inclusief Anw of AOW;
■
een bruto-netto module gekoppeld aan een grafische presentatie.
In 2009/2010 wordt een module opgeleverd voor verdere flexibilisering van pensioen (deeltijd pensioen, vervroegd pensioen, tijdelijk ouderdomspensioen voor compensatie AOW en uitstel pensioen). Werkgevers of hun administratiekantoren kunnen via de worksite: ■
bedrijfs- en werknemersgegevens online raadplegen, downloaden en printen;
■
bedrijfsgegevens aanpassen;
■
werknemers aan- en afmelden;
■
de deelname aan het pensioenfonds regelen;
■
de jaaropgave verzorgen.
De algemene website kent circa 600 bezoekers per dag en de Reken Zelf-modules circa 150. Het aantal gebruikers van de beveiligde worksite (www.mijngbf.nl) komt in 2008 uit op gemiddeld 282 per dag waarvan ongeveer 75% deelnemer
is en 25% werkgever. Het aantal deelnemers dat een account heeft aangemaakt voor mijngbf bedraagt eind 2008 ruim 26.000.
Pensioeninformatiedagen Deelnemers van PGB worden in het jaar voorafgaand aan hun pensioneren samen met hun eventuele partner uitgenodigd voor het bijwonen van een pensioeninformatiedag. Op die dag wordt actuele informatie verstrekt over grafimedia- en wettelijke regelingen die specifiek bedoeld zijn voor mensen die 65 jaar worden. In 2008 hebben 1.153 (v.j. 1.065) deelnemers/partners een voorlichtingsdag bijgewoond. Pensioenworkshops Voor werkgevers en hun P&O-medewerkers organiseert PGB met enige regelmaat een korte pensioencursus. Deelnemers aan de workshop krijgen zo meer inzicht in pensioenen in het algemeen en in de regelingen bij PGB in het bijzonder. De overheid is er veel aan gelegen om het pensioenbewustzijn bij deelnemers te versterken. Daarvoor is in de Pensioenwet ook een aantal nieuwe eisen gesteld, aan de pensioenuitvoerder maar ook aan de werkgever. PGB probeert met een afgewogen mix van elektronisch gepersonaliseerde communicatie, schriftelijke communicatie en daar waar nodig mondelinge toelichting of presentatie de kennis van deelnemers op het gewenste niveau te brengen. In 2008 is bovendien gestart met een pilot van pensioenspreekuren voor deelnemers bij werkgevers. Ook voor de werkgever en P&O-medewerkers is het raadzaam zich op hoofdlijnen in de pensioenmaterie te verdiepen. Vaak is de werkgever of de afdeling P&O het eerste aanspreekpunt van de werknemer met pensioenvragen. In dat kader organiseert PGB regelmatig pensioencursussen. Pensioenregister Het landelijk Pensioenregister zal volgens planning vanaf januari 2011 operationeel zijn. Pensioenfondsen zorgen voor een bestand met de op het laatste UPO gebaseerde gegevens van alle (gewezen) deelnemers. Dit bestand moet op ieder uur van de dag online beschikbaar zijn. Eventuele inhoudelijke restricties en voorwaardelijkheden moeten worden getoond. Een en ander stelt eisen aan de beschikbaarheid van NAW-gegevens, verwerking van echtscheidingen, afkoop van kleine pensioenen e.d. PGB volgt de ontwikkelingen bij het Register op de voet door middel van
pgb Jaarverslag 2008
pag. 27
Verslag van het bestuur
deelname aan de implementatiewerkgroep en zorgt dat de
service valt de beleids- en bestuursondersteuning, het
noodzakelijke voorbereidingen door de fondsen tijdig zijn
aanbieden van online transacties, de pensioencommuni-
getroffen.
catie, de persoonlijke voorlichting, de service naar werkgevers, de klantenservice, de pensioenramingen, de
Ontwikkeling serviceniveau
begeleiding bij het keuzeproces en de uitbetalingen. PGB
De uitvoering van de pensioenregeling is uitbesteed aan de
scoort 69 punten op een schaal die loopt tot maximaal
SAS 70 (typeII)-gecertificeerde Grafische Bedrijfsfondsen
100. Het gemiddelde van de vergelijkbare pensioenfond-
(GBF) op basis van een Service Level Agreement (SLA).
sen ligt op 67 punten. De verwachting is dat PGB door
PGB streeft voor aangesloten werkgevers en deelnemers
de introductie van een aantal nieuwe services (klanten-
naar ten minste een marktconforme levering van pensioen.
panel, marktonderzoek, e-nieuwsbrieven, Engelse
Om beter zicht te krijgen op de prestaties van haar uitvoer-
samenvatting jaarverslag, populaire samenvatting jaarver-
ingsorganisatie besloot het fonds mee te doen met het
slag, informatie over beleid, bestuur en organisatie, pen-
CEM-benchmarkonderzoek 2008 over 2007. CEM vergelijkt
sioenworkshops e.d.) in 2008 haar relatieve servicescore
de prestaties van pensioenfondsen wereldwijd. Het bedrijf
zal verbeteren.
analyseert de kosten die fondsen maken voor pensioenbeheer, brengt de service die bestuurders, werkgevers en deel-
Klachten en geschillen
nemers wordt geboden in kaart en houdt daarbij rekening
De kwaliteit van de dienstverlening kan ook worden afgeleid
met het transactievolume en de complexiteit van de pen-
uit het aantal klachten dat in ontvangst wordt genomen. Een
sioenregelingen. In totaal deden er vanuit Nederland vijftien
klacht gaat over de manier waarop de deelnemer of de
pensioenfondsen aan het onderzoek mee. Daarvan waren
werkgever door de uitvoeringsorganisatie is behandeld. In
acht vergelijkbaar met PGB.
2008 werden 16 klachten in ontvangst genomen. Er zijn geen klachten voorgelegd aan de Klachtencommissie.
De kosten en de geleverde service bij PGB zijn afgezet
Met klachten over de toepassing van de pensioenregeling
tegen die van die acht andere vergelijkbare Nederlandse
kunnen deelnemers en gepensioneerden zich in eerste
fondsen. Op grond van het rapport kunnen de volgende
instantie wenden tot de administratie van het pensioenfonds.
conclusies getrokken worden:
Wanneer men het niet eens is met de voorgestelde oplossing, bestaat de mogelijkheid om het geschil voor te leggen
■
Lage kosten In de groep van pensioenfondsen waar PGB mee vergeleken is, varieert het aantal deelnemers sterk. Tot de deelnemers worden gerekend de actieve werknemers die door premiebetaling aan de pensioenregeling deelnemen en de pensioenontvangers. Het kleinste fonds heeft 26.000 deelnemers en het grootste fonds 500.000. Gemiddelde grootte lag op 206.000. De prijs per deelnemer varieert van 78 tot 199. PGB had in 2007 ongeveer 80.000 deelnemers. Ondanks het schaalnadeel is de kostprijs per deelnemer bij PGB laag te noemen. PGB zit met 79 per deelnemer ruim onder de gemiddelde prijs: 119 van vergelijkbare pensioenfondsen en 163 van alle onderzochte Nederlandse fondsen.
aan het dagelijks bestuur. Wanneer men zich ook in de beslissing van het dagelijks bestuur niet kan vinden, staat de weg open tot de onafhankelijke Commissie van Bezwaar. In 2008 werd één beroepsschrift bij de onafhankelijke Commissie van Bezwaar ingediend; dat werd niet ontvankelijk verklaard. Het bestuur ziet het beperkte aantal klachten en beroepsschriften ook als een graadmeter voor de kwaliteit van de uitvoering van de pensioenregeling. PENSIOENADMINISTRATIE Algemeen In de administratie van het pensioenfonds heeft in het ver-
■
Meer dan gemiddelde service De service die het fonds bestuurders, werkgevers en deelnemers biedt, ligt boven het gemiddelde van pensioenfondsen waar PGB mee wordt vergeleken. Onder
pgb Jaarverslag 2008
pag. 28
slagjaar een aantal wijzigingen plaatsgevonden mede als gevolg van de Pensioenwet. De wetgever onderscheidt drie typen pensioenregelingen: uitkeringsovereenkomsten, kapitaalovereenkomsten en premieovereenkomsten. De pen-
Verslag van het bestuur
sioenregeling die PGB biedt is een zgn. uitkeringsover-
Toeslagverlening
eenkomst. Er worden door de werkgever pensioenaan-
De toeslagverlening op pensioenaanspraken en pensioen-
spraken of uitkeringen aan werknemers toegezegd. Voor de
rechten wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur van het
grafimedia is op bedrijfstakniveau een uitvoeringsovereen-
fonds na overleg met de deelnemersraad. De toeslagverle-
komst opgesteld waarin inhoud gegeven wordt aan de pen-
ning vindt voorwaardelijk plaats conform D1 van de wettelijk
sioenovereenkomst en de onderbrengingsplicht ervan.
voorgeschreven toeslagenmatrix (financiering uit overrendement). PGB streeft ernaar om de pensioenaanspraken en
In 2008 is het voorgeschreven uniforme pensioenoverzicht
pensioenuitkeringen waardevast te houden. Het fonds heeft
(UPO) voor actieve deelnemers verstrekt. Dit gebeurde overi-
de ambitie om de pensioenen jaarlijks aan te passen aan de
gens ook al in 2007. Ook de overige verplichte pensioen-
consumentenprijsindex (cpi-afgeleid) zoals die wordt vast-
overzichten bij de start en einde van de deelname en bij
gesteld door het CBS. De pensioenaanspraken en de pen-
pensioneringen en life events zijn ingevoerd. In 2009 zullen
sioenrechten zijn per 1 januari 2008 met 2,09% (1 januari
actieve deelnemers opnieuw een UPO ontvangen, rekening
2007: 1,50%) verhoogd.
houdend met de gewijzigde voorschriften. PGB streeft ernaar om de pensioenoverzichten digitaal aan te bieden.
Werkgevers
Om het gebruiksgemak voor deelnemers te vergroten wordt
In het verslagjaar nam het aantal aangesloten werkgevers
een digitaal archief opgezet van waaruit persoonlijke pen-
met 1,5% af. De afname van de werkgelegenheid houdt ver-
sioencalculaties eenvoudig gemaakt kunnen worden.
band met de economische situatie in de bedrijfstak.
In de administratie is verder nieuw de keuzemogelijkheid om
Aan het einde van 2008 stonden 2.622 (v.j. 2.663) werk-
een deel van het ouderdomspensioen uit te ruilen voor ver-
gevers ingeschreven.
hoging van het partnerpensioen. De uitruilfactoren die
De verdeling van het aantal werkgevers aan het einde van
daaraan ten grondslag liggen, zijn opgenomen in het pen-
het jaar naar de verschillende sectoren van de grafimedia-
sioenreglement. De factoren worden periodiek geactu-
branche is aangegeven in het hiernavolgende overzicht.
aliseerd. Sectoren
2008
2007
2.208
2.263
202
210
2.410
2.473
55
56
157
134
2.622
2.663
Kenmerken regeling In het verslagjaar zijn geen wijzigingen in de basispensioen-
Grafische bedrijven
regeling aangebracht. De kenmerken van de regeling zijn als
Zeefdrukbedrijven
volgt: Grafimedia cao Pensioensysteem
Middelloon
Pensioenleeftijd Pensioengevend salaris
65 jaar Brutoloon gemaximeerd op 46.381
Franchise
13.234
Pensioengrondslag
Brutoloon minus franchise
Vakantietoeslag
Wordt meegenomen in het brutoloon
Opbouwpercentage vast salaris
1,75%
Opbouwpercentage ploegentoeslag
Niet van toepassing
Nabestaandenpensioen
35% van het ouderdomspensioen
Eigen bijdrage
6,5% van de totale premie
Reprografische bedrijven Aan het grafisch bedrijf verwante bedrijven die uitsluitend op vrijwillige basis deelnemen
De toename in de deelname van verwante bedrijven van 134 naar 157 wordt veroorzaakt door de uitbreiding van de werkingssfeer van het fonds voor het uitgeverijbedrijf. In het verslagjaar kozen meerdere uitgevers voor aansluiting bij PGB. Deelnemers
In 2008 zijn de uitkomsten van de continuïteitstoets door het
De in het verslag vermelde aantallen deelnemers ultimo
fonds gerapporteerd aan de toezichthouder DNB.
2008 zijn gebaseerd op voorlopige cijfers. Het totale aantal
pgb Jaarverslag 2008
pag. 29
Verslag van het bestuur
actieve deelnemers, inclusief de deelnemers met volledige of
klantenkring met onder andere Misset, SDU, FD en Noord-
gedeeltelijke toerekening wegens arbeidsongeschiktheid,
hoff. Het totale brutoloon waarover, onder aftrek van de fran-
steeg met 2,0% (v.j. een daling van 5,0%) van 44.432 naar
chise, naar verwachting premie in rekening zal worden
45.306. De stijging van het aantal deelnemers als gevolg van
gebracht bedraagt 1.398 miljoen (v.j. definitief 1.344
nieuwe aansluitingen en het loslaten van de entreeleeftijd
miljoen). Het premieloon bedraagt over 2008 871 miljoen
overtreft de daling van het deelnemers in de grafimedia-
(v.j. 815 miljoen).
sector. De totale premie bedroeg 17% (v.j. 17,5%) van de pensioenOnderverdeeld naar de verschillende categorieën zijn de
grondslag, zijnde het brutoloon minus de franchise. Het pre-
aantallen deelnemers ultimo 2008:
mieloon bedraagt over 2008 871 miljoen (v.j. 815 miljoen). Het werknemersdeel bedroeg 6,5% (v.j. 6,75%) van de pen-
Groep
2008
2007
40.186
38.983
5.120
5.449
45.306
44.432
189.107
190.142
59.457
55.220
293.870
289.794
sioengrondslag. De werkgeverslast, na aftrek van de werknemersbijdrage, inzake de pensioenregeling bedroeg
Premiebetalende deelnemers Deelnemers met toerekening wegens arbeidsongeschiktheid
gemiddeld 10,5% van de pensioengrondslag (v.j. 10,75%). Uitkeringen In 2008 werd voor een bedrag van 276 miljoen (v.j. 247
Actieve deelnemers Premievrije deelnemers Pensioengerechtigde deelnemers *
miljoen) uitgekeerd. Ten opzichte van 2007 betekent dit een stijging van 11,8% (v.j. een stijging van 7,4%). De stijging doet zich met name voor bij de ouderdomspensioenen en partnerpensioenen. De ouderdomspensioenen stijgen met
Totaal
11,4% (v.j. 7,3%) en de partnerpensioenen met 8,2% (v.j. 5,2%). Deze stijging wordt veroorzaakt door de toename van
* Het aantal pensioengerechtigde deelnemers is hoger dan het aantal ingegane pensioenen zoals vermeld in de kerncijfers en de paragraaf Ontwikkeling van de pensioenen als gevolg van het feit dat een aantal pensioengerechtigden hun pensioen nog niet heeft aangevraagd. Het betreft hier circa 22.340 deelnemers waarvan het fonds nog niet op de hoogte is van de woon- of verblijfplaats. Hiermee is een geringe omvang van de voorziening pensioenverplichtingen gemoeid. Met behulp van de Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen wordt bij de Sociale Verzekeringsbank getracht om de woon- of verblijfplaats te achterhalen.
het aantal gepensioneerden en de gemiddeld hogere opbouw van het pensioen van de nieuwe pensioengerechtigden. Van het aantal gepensioneerden is 15% vrouw (v.j. 15%). In 2008 werd uitgekeerd: Uitkeringen
2008
2007
Ouderdomspensioenen
196
176
Vrijstellingen
Partnerpensioenen
66
61
Aan het einde van 2008 hadden in totaal 11 (v.j. 18)
Wezenpensioenen
1
1
ondernemingen met 178 (v.j. 391) werknemers vrijstelling
Premierestitutie/afkoopsommen
2
2
van de verplichte deelneming wegens een andere pensioen-
Vervroegd pensioen
11
7
276
247
voorziening. Voor 302 (v.j. 337) werknemers gold een individuele vrijstelling. Verder waren 7 (v.j. 7) werknemers vrijgesteld op grond van gemoedsbezwaren tegen elke vorm
Ten laste van de rekening van baten en lasten
van een verzekering. Actief beleid voor uitbetaling pensioen Loon- en premievaststelling
Het PGB voert een actief beleid om de pensioenen te kun-
In het verslagjaar is in totaal 172 miljoen (v.j. 153 miljoen)
nen uitbetalen aan pensioengerechtigden. Door een koppel-
aan premies, koopsommen etc. in rekening gebracht. De
ing met de Gemeentelijke Basisadministratie worden de
stijging wordt veroorzaakt door uitbreiding van de
adresgegevens van deelnemers actueel gehouden. Deelne-
pgb Jaarverslag 2008
pag. 30
Verslag van het bestuur
mers waarvan het adres bekend is worden een half jaar voor
ties op basis van het persoonlijk opgebouwde pensioen in
de ingangsdatum door het pensioenfonds benaderd.
beeld gebracht. Bovendien kan voor persoonlijk maatwerk gebruik gemaakt worden van een internetapplicatie. Ter
Bij het ontbreken van de juiste gegevens omtrent woon- of
voorbereiding van het keuzeproces worden ook pensioenin-
verblijfplaats gaat het vaak om deelnemers die geruime tijd
formatiedagen georganiseerd.
geleden aan de pensioenregeling hebben deelgenomen of zijn geëmigreerd. Met behulp van de Vereniging Bedrijfs2008
2007
Standaard pensioen
31%
32%
Ontwikkeling van de pensioenen
Gelijk overlevingspensioen
16%
18%
In 2008 zijn 2.519 (v.j. 1.797) ouderdomspensioenen
Getrapt pensioen
29%
28%
toegekend. Het totale aantal pensioenontvangers stijgt van
Extra ouderdomspensioen
24%
22%
takpensioenfondsen wordt via de Sociale Verzekeringsbank
Pensioenverdeling naar soort
dan getracht deze gegevens te achterhalen.
35.356 tot 37.117, een toename van 5,0%.
Flexibel pensioen Iedere actieve deelnemer is tot zijn 65e jaar verzekerd voor partnerpensioen. Bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd kan eenmalig worden gekozen om het partnerpensioen uit te ruilen voor extra ouderdomspensioen. Naast de mogelijkheid het partnerpensioen uit te ruilen, kunnen verzekerden kiezen voor een getrapt pensioen of een gelijk overlevingspensioen. Om een verantwoorde keuze te kunnen maken wordt veel aandacht besteed aan de communicatie. Deelnemers ontvangen onder meer een persoonlijk pensioenoverzicht. Daarin worden alle relevante keuzeop-
Overzicht aantallen ingegane pensioenen
Stand per 31-12-2007 Toekenningen
Beëindigingen Stand per 31-12-2008 Stand per 31-12-2008 in % van stand per 31-12-2007
Ouderdomspensioen
Partnerpensioen
Wezenpensioen
Totaal
22.259
12.473
624
35.356
2.519
856
84
3.459
24.778
13.329
708
38.815
1.021
576
101
1.698
23.757
12.753
607
37.117
106,7%
102,2%
97,3%
105,0%
pgb Jaarverslag 2008
pag. 31
Verslag van het bestuur
Blijft de consument somber of gaat men over tot de orde
BELEGGINGEN
van de dag. De onderstaande grafiek toont de economische Algemeen
groei en omvat de laatste taxaties. Mondiaal zijn de
De kredietcrisis die zich in 2007 aandiende, is breder en
economische groeiverwachtingen voor 2009 regelmatig
dieper van omvang dan aanvankelijk werd verwacht. Beleg-
neerwaarts aangepast. De verwachtingen voor 2010 laten
gers, bedrijven, consumenten en overheden zijn zodanig
een positieve ontwikkeling zien.
geraakt dat de reële economie zwaar is aangetast. Er is inmiddels sprake van een wereldwijde recessie.
Economische groei
De oorsprong van de huidige economische problemen ligt in de beginjaren van dit millennium. De voormalige voorzitter van de Amerikaanse Centrale Bank Alan Greenspan verlaagde als antwoord op het uiteenspatten van de IT-luchtbel de rentetarieven naar het onwaarschijnlijk lage niveau van 1%. Op dat niveau zijn de tarieven te lang blijven staan. Er werd goedkoop geld geleend om via beleggingen een beter rendement te realiseren. Niet alleen individuele consumenten maar vooral ook financiële instituten zorgden voor economische groei door het op grote schaal lenen c.q. het krediet verschaffen. Met het oplopen van de inflatie ontstonden echter problemen. Als gevolg van de hogere inflatie stortte de waarde van veel beleggingen als een kaartenhuis in elkaar. De huizenmarkt in Amerika werd zwaar geraakt en vervolgens sloegen de problemen verder over naar de finan-
Opkomende landen groeien zoals gewoonlijk sneller dan
ciële sector. Hierdoor is uiteindelijk de kredietcrisis ontstaan.
ontwikkelde economieën. De maak- en service-industrie in China en India heeft nu echter te maken met een Westerse
Regelmatig duiken vergelijkingen op met de depressie in de
consument die de hand op de knip houdt. Deze vraaguitval
jaren dertig. De economische omstandigheden zijn echter
wordt deels opgevangen door de binnenlandse groei-
niet vergelijkbaar. Ontegenzeggelijk is er sprake van een
dynamiek. De stimuleringsplannen in deze landen hebben
diepe, wereldwijde recessie. Er is veel schade aangericht in
weer een positieve invloed op de wereldeconomie.
de reële economie. Maar de huidige onderliggende dynamiek en de verdere ontwikkeling van de opkomende landen zullen er naar verwachting voor zorgen dat de wereldeconomie binnen overzienbare tijd het groeipad weer zal gaan volgen. Ook de opkomende landen krijgen nu klappen. Ze zijn echter op het toneel verschenen om er te blijven. De landen hebben een relatief jonge bevolking die sterk gemotiveerd is om bij te dragen aan de welvaartsgroei. PGB ziet daarin een goede basis voor herstel. Ook de opstelling van de overheden is hoopgevend. Er wordt alert ingegrepen. Het financiële systeem en de financiële instellingen worden gesteund, er worden maatregelen genomen om de geldmarkt weer in beweging te krijgen en de werkgelegenheid wordt daar waar mogelijk gestimuleerd. De onzekerheid over de toekomst leidt bij de consument echter nog tot grote terughoudendheid bij het doen van bestedingen. De vraag is hoe de situatie over zes tot negen maanden is.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 32
Vooruitzichten Wereldwijd zien overheden de ernst van de situatie in en proberen met alle macht een vangnet onder het financiële systeem te spannen om een crisis als in de jaren dertig te voorkomen. Verder zien we dat de overheden nog een stap verder gaan door de reële economie te ondersteunen waar dat kan. Instrumenten in dat kader zijn belastingverlaging en investeren in bijvoorbeeld infrastructuur. Deze investeringen zijn op termijn toch nodig en kunnen qua planning naar voren gehaald worden. Ook de Centrale Banken kunnen bijdragen door de officiële rentetarieven voor het komende jaar zo laag mogelijk vast te stellen. Al was het maar om de winstgevendheid van de banken een herstelkans te geven en de banken te dwingen geld uit te zetten bij andere partijen dan de Centrale Bank zelf. Voor 2009 wordt een verdere verlaging van de inflatie voorzien dankzij de lagere grond-
Verslag van het bestuur
stofprijzen. De inflatie hoeft dus geen belemmering meer te
De bedrijfsobligatiemarkten hebben in het verslagjaar zwaar
zijn om de rentetarieven laag te houden. De verlaagde
geleden onder de kredietcrisis. Het vastrentende resultaat
tarieven zullen echter wel weer tijdig moeten worden ver-
was in het boekjaar voor staatsleningen positief, voor be-
hoogd naar meer realistische niveaus om een herhaling van
drijfsobligaties sterk negatief. In tijden van crisis vervullen
problemen te voorkomen.
staatsobligaties de rol van vluchthaven. Dat betekent dat de waardering van staatsobligaties overtrokken kan zijn van-
De periode na deze diepe crisis wordt interessant. De
wege tijdelijke extra vraag. Toch zijn er diverse fundamentele
uitkomsten van het herinrichtingsproces van de financiële
ondersteunende factoren die erop wijzen dat staatsleningen
sector en de rol van de overheid/toezichthouder hierbij,
door een laag effectief renteniveau hoog geprijsd kunnen
zullen doorwerken in de komende decennia. De vraag is ook
blijven. De officiële rente dient verlaagd te worden c.q. kan
hoe tijdelijk het aandeelhouderschap van de staat bij de
laag blijven. Dit wordt gelegitimeerd door de afnemende
banken zal zijn.
inflatie en economische teruggang. Om de economische groei weer op gang te krijgen en de huidige risicoafkeer aan
Beleggingsmarkten
te pakken is het wel noodzakelijk dat er een steile curve wordt gecreëerd, waarbij lang geld hoger rendeert dan kort
Vastrentende markten Bij de vastrentende waarden ondergingen staatsobligaties van de ontwikkelde landen door de dalende rente een waardestijging. Daartegenover stond echter een grotere waardedaling van de bedrijfsobligaties. Als gevolg van de kredietcrisis was er een vlucht naar veilig staatspapier en verdween de liquiditeit in bedrijfsobligaties grotendeels, wat tot gevolg had dat de koersen extreem daalden. De kapitaalmarktrente ging in de eurozone per saldo omlaag. Aanvankelijk overheerste de inflatievrees met als gevolg een stijging van de kapitaalmarktrente. Daarna verdween de vrees door de economische perikelen en daalde de kapitaalmarktrente zeer snel. In de Verenigde Staten en Japan zette de reeds in 2007 ingezette daling zich voort in 2008.
geld. Hierdoor wordt sparen, het beleggen in kort geld, ontmoedigd en risico nemen, beleggen in lang geld, meer gestimuleerd. Uiteindelijk draait het erom dat de risicovrije voet van kapitaal lager wordt en laag blijft. Door een lagere rente wordt de kredietverlening weer op gang gebracht. Banken zullen ook gestimuleerd of aangemaand moeten worden de lagere rentetarieven door te geven aan bedrijven en consumenten. Dan wordt het immers weer verantwoord voor zowel kredietverstrekkers als kredietnemers om samen zaken te doen. Bedrijfsobligaties zijn door de kredietcrisis in zwaar weer terechtgekomen. Continueert de kredietcrisis dan lijkt er inmiddels al veel slecht nieuws ingeprijsd te zijn. De steunoperaties van de monetaire autoriteiten en overheden geven
Kapitaalmarktrente Eurozone 2001 - 2008 (%)
bedrijfsleningen voorlopig weer wat lucht. Met name bij kortlopende obligaties is er een sterk effect dat de koers van de obligatie, naarmate de aflossing van de hoofdsom nadert, naar 100% getrokken wordt, mits de debiteur niet bankroet gaat. Het hoge effectieve rendement geeft daarbij een stootkussen tegen de volatiliteit van de marktprijs. Het renteverschil tussen bedrijfsobligaties en staatsobligaties heeft historisch hoge niveaus bereikt. Bij bedrijfsobligaties met een hoge kredietwaardigheid is dit een uiting van gebrek aan liquiditeit op de markten. Bij bedrijfsobligaties met een lagere kredietwaardigheid komt dit ook door het grotere risico van het verlagen van de zogenaamde rating of een mogelijk faillissement.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 33
Verslag van het bestuur
Aandelenmarkten Door de kredietcrisis zijn alle aandelenbeurzen in het verslagjaar fors omlaag gegaan en de resultaten op de aandelenbeleggingen waren dan ook zeer slecht. De daling op de belangrijkste beurzen lag tussen de 30% en ruim 50%. Aanvankelijk leek het nog goed te gaan maar toen de kredietcrisis zich begon te verdiepen werd vanaf het tweede kwartaal een ongekende daling ingezet. De financiële sector werd het hardst geraakt. De zeer sterke daling is te begrijpen bij het zien van de dalende winsten, zo niet stijgende verliezen en de vooruitzichten. De recessie lijkt inmiddels te zijn ingeprijsd met lage koers/winstverhoudingen. Deze recessie gaat eens over en dan zullen de aandelenbeurzen hun weg omhoog weer vinden. De DNB heeft voor ALM-input een langetermijnverwachting van 7,5% voor aandelen in de ontwikkelde landen en 8% voor de opkomende markten. Het fonds heeft door de economische problemen het belang in aandelen in haar normportefeuille voor 2009 wel verlaagd van 43% naar 35%. Hierbij blijft het streven van het fonds om externe managers te kiezen die extra rendement toevoegen, zodanig dat de karakteristieken van de aandelenportefeuille overeenkomen met de benchmark.
hier meer last van dan niet-beursgenoteerde vanwege de toegenomen volatiliteit. De totaalrendementen zullen naar verwachting voor woningen positief blijven, met uitzondering van het topsegment. Winkels kennen door het afnemend consumentenvertrouwen een minder hoog rendement. De verwachte waardedaling voor winkels zal, naar verwachting ook over een looptijd van twee jaar, rond de 10% zijn. Voor kantoren wordt uitgegaan van een verdere waardedaling van 10-15% over de komende twee jaar, bovenop de waardedalingen van 5-10% die reeds hebben plaatsgevonden op gedane transacties. Fondsen met weinig vreemd vermogen bieden nu goede mogelijkheden voor de toekomst.
Alternatieve markten Infrastructuur De inframarkt houdt zich goed staande maar de mogelijkheden worden wel minder. Mogelijk krijgt de sector door de economische malaise nu een extra impuls, waardoor veel overheidsplannen, in vooral infrastructuur, naar voren worden gehaald. Voorts is de opkomst te zien van infra- en landbouwgrondfondsen die zonder geleend geld werken. Grondstoffen
Koersverloop aandelenmarkten 2001 - 2008
Het resultaat op commodities, grondstoffen, was in het verslagjaar sterk negatief. Na een forse stijging in het eerste deel van het verslagjaar daalden de grondstofprijzen als gevolg van de economische crisis daarna in korte tijd zeer scherp. In grondstoffen wordt belegd vanwege diversificatie van de activa door het vroegtijdig opvangen van geopolitieke risicos en inflatie. Gezien de forse stijging van de grondstoffenprijzen in de eerste helft van 2008 werkte diversificatie naar commodities heel goed. Echter, in de tweede helft van 2008 werd de correlatie met andere zakelijke waarden juist positief. In feite daalden de koersen van alle zakelijke waarden, inclusief die van commodities.
Vastgoedmarkten Onroerend goed heeft in het boekjaar per saldo negatief gepresteerd. De vastgoedparticipaties en het directe vastgoed zorgden nog voor een licht positief resultaat, de beursgenoteerde vastgoedfondsen ondergingen echter een aanzienlijke waardedaling. In het algemeen geldt dat de vastgoedmarkten in Europa er nog relatief rustig bij liggen, hoewel er een duidelijk opwaartse druk op de aanvangsrendementen is. Beursgenoteerde vastgoedfondsen hebben
pgb Jaarverslag 2008
pag. 34
Historische cijferreeksen laten zien dat commodities over de lange termijn een extra rendement genereren van ruim anderhalf procent ten opzichte van obligaties. De korte termijn vooruitzichten voor commodities zijn thans te onzeker voor een onderbouwde voorspelling. De langetermijnvooruitzichten lijken gunstig als blijkt dat de kredietcrisis en huidige terugval van de grondstoffenprijzen de noodzakelijke vervangingsinvesteringen in de mijnbouw en agrarische sector ontmoedigen.
Verslag van het bestuur
Hedge Funds
Beleggingsonderdeel
De hedge fund industrie heeft in 2008 het slechtste jaar in haar bestaan moeten ervaren. Het gemiddelde rendement
strategische allocatie %
feitelijke allocatie per 31-12-2008
bandbreedte
%
€ x mln
%
39
43,5
3.165
35 - 65
20 - 80
was eenvoudig na te bootsen geweest via een belegging van 50% in aandelen en 50% in obligaties. De hedge fund
Vastrentende waarden
industrie staat aan de vooravond van een grote herstructurering. Het succes is voor velen over. De muziek is gestopt
waarvan:
en alleen de allerbeste hedge funds zullen een plaats
Staat
62
30,6
969
behouden. Duidelijke jarenlange trends, zoals die ontstonden
Bedrijven
58,8
1.860
na het barsten van de internetbel, zijn stuk voor stuk door-
Inflatie gerelateerd
2
2,0
64
0- 6
broken in de voorbije 18 maanden. De tijd is voorbij dat er
Opkomende markten
8
4,1
129
0 - 12
makkelijk extra rendement kon worden behaald. Het gaat nu
High yield
8
6,0
192
0 - 12
om echt vakmanschap en dat is uiterst schaars. Het gevolg
Geldmarkt
20
− 1,5
− 49
0 - 40
Aandelen
43
36,4
2.652
33 - 53
30
30,4
807
21 - 39
7
6,6
175
5- 9 24 - 46
is dat honderden hedge funds op dit moment verdwijnen en de verwachting van industriespecialisten is dat dit oploopt tot duizenden. Voor de goede orde: er zijn ongeveer 8.500 hedge funds in de wereld. Het leeglopen van de hedge fund
waarvan:
bel zorgt voor extra veel volatiliteit op de beurzen. Vanuit
Europa ex VK
het oogpunt van continuïteit, stabiliteit en een goed rende-
Verenigd Koninkrijk
ment is het van belang dat PGB de juiste hedge fund man-
Noord-Amerika
35
35,1
930
agers blijft weten te vinden.
Japan
10
7,9
208
7 - 13
5
5,2
139
3- 7
13
14,8
393
9 - 17
Pacific ex Japan
Asset mix 2008
Opkomende landen
Jaarlijks wordt, voorafgaand aan het nieuwe beleggingsjaar, de voor dat jaar te hanteren strategische asset mix vast-
Onroerende zaken
8
10,4
757
5 - 15
gelegd in het beleggingsplan en door het bestuur vast-
Green Investments/Infra
4
4,4
319
0- 6
gesteld. Tevens geldt dit voor de bandbreedtes daarom-
Commodities
3
2,5
183
0- 6
heen, waarbinnen tactisch beleid kan worden gevoerd.
Hedge funds
2
2,5
182
0- 4
Liquiditeiten
1
0,3
Totaal beleggingsportefeuille 100
100
23 − 5 - 10
De strategische beleggingsmix, realisatie en bandbreedtes voor 2008 zijn voor de hoofd- en subonderdelen als volgt
7.281
100
samengevat: De strategische allocatie kende in 2008 een verloop en de aangegeven allocatie is die per ultimo 2008. Het relatief grote verschil bij de vastrentende waarden en aandelen tussen de feitelijke en de strategische allocatie wordt verklaard doordat er in de laatste weken van het boekjaar een omvorming heeft plaatsgevonden in de portefeuille naar de nieuwe strategische allocatie per 1 januari 2009. Het percentage vastrentende waarden is met het oog op risicoreductie onder invloed van de kredietcrisis hierin omhooggebracht naar 44% en het aandelenpercentage omlaag naar 36%.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 35
Verslag van het bestuur
Bij de vastrentende waarden heeft hierbij tevens een her-
De voornaamste benchmarks voor de hoofd- en subon-
schikking van portefeuilles plaatsgevonden, waarbij de be-
derdelen van de beleggingsportefeuille zijn voor 2008 naar
drijfsleningen in een aparte portefeuille zijn opgenomen.
bron als volgt vastgesteld:
De bovenvermelde onderverdeling en bedragen betreffen
Vastrentende waarden
- Bloomberg/Effas, onderverdeeld
Aandelen
- MSCI onderverdeeld per regio/
meegenomen, in tegenstelling tot de jaarrekening.
Onroerende zaken
- GPR en ROZ, onderverdeeld per
De totale beleggingen van het fonds zoals opgenomen in de
Commodities
- S&P GSCI, onderverdeeld per
Overige
- Product of rentetarief gerelateerd
per regio/land
alleen de portefeuille waarvan de performance wordt vergeleken met die van de normportefeuille. Hierin zijn de
land
tactische derivaten in de diverse beleggingsonderdelen
investeringstype producttype
kerncijfers bestaan naast de beleggingsportefeuille ook nog uit de matching portefeuille waarmee de afdekking van het renterisico plaatsvindt en de currency overlay portefeuille
Voor 2008 zijn alle benchmarks 100% afgedekt naar EUR, in
waarmee het valutarisco wordt afgedekt.
overeenstemming met het strategische beleid tot 100% afdekking van de vreemde valuta in de eigen portefeuille. Totaal beleggingsportefeuille
7.281
Matching portefeuille
683
Rendement
Currency overlay portefeuille
167
PGB heeft in 2008 ook geleden onder de zeer ongunstige
77
marktomstandigheden en de daardoor veroorzaakte zeer
Diverse posten
grote daling van de aandelenbeurzen wereldwijd. Zoals in Totaal beleggingen, zie kerncijfers
8.208
het overzicht op de volgende bladzijde is te zien, heeft het fonds in het jaar 2008 een totaalrendement binnen de beleggingsportefeuille behaald van 20,7% tegen 5,5% in 2007.
In de jaarrekening wordt vanaf 1 januari 2007 een andere
Dit rendement was 1,7% lager dan de normportefeuille die
manier van vastlegging gevolgd met betrekking tot de
een totaalrendement te zien gaf van 19,0% (v.j. 5,3%). De
derivaten. Indien een derivaat een negatieve waarde heeft,
belangrijkste factoren voor deze underperformance was de
wordt deze als schuld op de balans verantwoord. Dit is als
achterblijvende performance bij vastrentende waarden, alter-
volgt in de jaarrekening opgenomen:
natieve beleggingen en het vastgoed. De aandelen lieten in het verslagjaar een outperformance zien.
Totaal beleggingen, zoals opgenomen in de jaarrekening Negatieve derivaten verantwoord als overige schulden op de balans
De vastrentende waarden hebben in 2008 een totaalrende8.378
ment geboekt van 1,0% tegen vorig jaar 2,0%. De normportefeuille rendeerde 6,2% zodat er een underperformance
170
werd behaald van 7,2%. De overweging van bedrijfsleningen pakte zeer slecht uit door de economische crisis. Door het
Totaal beleggingen, zoals opgenomen in de jaarrekening
opdrogen van de liquiditeit van deze leningen daalden de 8.208
koersen tot ongekend lage niveaus. De directe couponrente op deze leningen is wel veel hoger en indien zich een herstel aandient kan dit een zeer positief effect hebben.
Benchmarks In het beleggingsplan worden de voor dat jaar gehanteerde benchmarks vastgelegd en door het bestuur vastgesteld.
De aandelen hebben met een totaalrendement van 39,0%
Tegen deze benchmarks worden de eigen prestaties geme-
zeer slecht gepresteerd en ook veel lager dan in 2007 (6,9%).
ten. Voor alle in voorgaande tabel vermelde subonderdelen
De normportefeuille gaf een rendement te zien van 40,1%,
is een benchmark bepaald.
waardoor er toch nog een outperformance was van 1,1%.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 36
Verslag van het bestuur
De onroerende zaken gaven een totaalrendement te zien
Performancetoets / Z-score
van 9,3%. Het negatieve resultaat werd voornamelijk
In het kader van het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000 wordt
veroorzaakt door de beursgenoteerde vastgoedaandelen.
vanaf 1998 het behaalde rendement van het fonds
De normportefeuille rendeerde 9,0%. De underperformance
vergeleken met het rendement van de jaarlijks vooraf vast-
werd bewerkstelligd door de niet-beursgenoteerde vast-
gestelde normportefeuille, uitmondend in een jaarlijkse
goedaandelen.
score, de zogenaamde Z-score. De Z-score over 2008 bedroeg 1,02 (v.j. + 0,09). De score was negatief omdat
De alternatieve beleggingen bestonden in 2008 uit com-
het rendement van de eigen beleggingsportefeuille met
modities, green investments/infrastructuur en hedge funds.
20,7% lager was dan dat van de normportefeuille met
De resultaten die hiermee werden behaald, met tussen
19,0%. De beleggingskosten, inclusief de kosten van het
haakjes die van de normportefeuille, zijn respectievelijk
externe management bij de aandelen, waren iets hoger dan
64,3% (43,7%), 3,4% (3,5%) en 9,2% (4,8%).
de normkosten, wat eveneens een licht negatief effect had. Bij de wettelijk voorgeschreven jaarlijkse performancetoets
Het totaalrendement inclusief de portefeuilles ter afdekking
dient het gemiddelde van deze Z-scores over de laatste vijf
van het renterisico en het valutarisico bedroeg -17,8%. In
jaar ieder jaar getoetst te worden. Indien dit gemiddelde
tegenstelling tot vorig jaar (2,5% negatief) was de invloed
negatief is heeft het fonds volgens de wet onvoldoende
van deze twee portefeuilles op het totaalrendement in dit
gepresteerd.
verslagjaar 2,9 positief. Door wetswijziging is de ondergrens gewijzigd van 1,28 In onderstaande tabel wordt het totaalrendement over 2008
tot 0 door bij de berekeningsuitkomst 1,28 op te tellen.
gerapporteerd. Tevens zijn de rendementen van de onder-
De performancetoets 2009 over de jaren 2004 tot en met
liggende rubrieken weergegeven, evenals de overeenkom-
2008 komt uit op een score voor het fonds van + 1,31
stige rendementen over 2007.
(v.j. + 1,77), wat ruim positief is.
Rendementen 2008
In procenten
Beleggingsonderdeel
Totaal rendement 2008
2007
2,0
Vastrentende waarden
1,0
Aandelen
39,0
6,9
Onroerende zaken
9,3
10,2
Commodities
64,3
47,2
Green Investments/infra
3,4
―
Hedge funds
9,2
Liquiditeiten
0,1
―
14,4
Totaal beleggingsportefeuille
20,7
5,5
Totaal normportefeuille
19,0
5,3
Totaal fonds incl. afdekking rente/valutarisico
17,8
3,0
pgb Jaarverslag 2008
pag. 37
Verslag van het bestuur
Actuariële analyse De actuariële analyse van het saldo van baten en lasten kan als volgt worden weergegeven:
2008
2007
Premieresultaat
Premiebijdragen
184
Pensioenopbouw
107
164
126
Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitvoeringskosten Pensioenuitvoeringskosten
6
8
5
75
6 37
Interestresultaat
Beleggingsresultaten
1.777
Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen
320
289
130
1.470
590
3.567
440
Indexering en overige toeslagen Wijziging marktrente
269
Overig resultaat
Resultaat op waardeoverdrachten (saldo-overdracht van rechten) Resultaat op kanssystemen (overige wijzigingen)
4
31
1 23
Wijziging overige actuariële uitgangspunten
3
Overige baten
96
78
Wijziging herverzekeringsdeel technische voorzieningen
―
28
―
41
103
3.451
580
Overige lasten
Totaal saldo van baten en lasten
Het pensioenfonds hanteert voor haar premiestelling een
Uitkomsten van de solvabiliteitstoets
gedempte rekenrente van 4,25%. Op basis van deze reken-
Financieel Toetsingskader Het financieel toezicht is gebaseerd op een going concerngedachte. Een pensioenfonds dient daarbij te streven naar een evenwicht. Er is sprake van een evenwichtige financiële situatie wanneer de kans dat het fonds over minder middelen beschikt dan de waarde van de onvoorwaardelijke verplichtingen, zich slechts één keer in de 40 jaar voordoet.
rente is de kostendekkende premie vastgesteld op 16%. Indien wordt uitgegaan van een rentestand van 4,85% bedraagt de kostendekkende premie 13,6%. De toeslagverlening dient gefinancierd te worden uit het beleggingsresultaat. Gezien de slechte beleggingsresultaten is besloten om geen indexering toe te zeggen.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 38
Verslag van het bestuur
Deelnemers hebben dan een zekerheid van 97,5% dat het
mate van waarschijnlijkheid dat het pensioenfonds zal kun-
fonds aan zijn verplichtingen kan voldoen. Het vereiste eigen
nen voldoen aan de verplichtingen, aangegaan tot balansda-
vermogen van een pensioenfonds is het vermogen dat hoort
tum, in aanmerking nemend het streven inzake toeslagen,
bij deze evenwichtssituatie.
zoals aan verzekerden meegedeeld en de in wet- en regelgeving opgenomen criteria.
De financiële positie van een pensioenfonds wordt weergegeven in de dekkingsgraad. De dekkingsgraad geeft
Daarnaast zijn de maatregelen, genomen tot herstel van de
de verhouding weer tussen het totale vermogen van het
financiële positie en vastgelegd in het herstelplan van 26
pensioenfonds en haar voorziening pensioenverplichtingen.
maart 2009, betrokken in het oordeel van de actuaris. Vol-
Bij een dekkingsgraad van 100% is het pensioenvermogen
gens dit herstelplan zal het pensioenfonds binnen de daar-
gelijk aan de voorziening pensioenverplichtingen. Er zijn dan
toe vereiste termijnen voldoen aan de gestelde normen ten
geen reserves. Omdat beleggingsrendementen echter van
aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen en vereist
jaar tot jaar sterk kunnen fluctueren, zullen er in het licht van
eigen vermogen.
de zekerheidsmaat van 97,5%, reserves moeten worden aangehouden. Voor PGB betekent dit dat de dekkingsgraad
RISICO EN BEHEERSING
van het fonds, gezien de huidige samenstelling van de beleggingen, voor de onvoorwaardelijke aanspraken
Algemeen
ongeveer 114% zal moeten bedragen.
Het beheersen van risicos is altijd al een belangrijk aandachtspunt van het bestuur PGB geweest. Door de toene-
Solvabiliteit
mende dynamiek en complexiteit van zowel interne als
Als een fonds niet over het vereiste eigen vermogen beschikt
externe ontwikkelingen is het belang van risicomanagement
is er sprake van een dekkingstekort of een reservetekort.
toegenomen. Voorbeelden van deze ontwikkelingen zijn
Van een dekkingstekort is sprake als de dekkingsgraad van
toenemende wet- en regelgeving, complexere bedrijfs-
het fonds gelijk of lager is dan 105% ten opzichte van het
processen en beleggingsproducten evenals het toegenomen
minimaal vereiste vermogen. Van een reservetekort is sprake
extern toezicht. Als uitvloeisel hiervan heeft de uitvoerings-
wanneer de dekkingsgraad zakt onder de 114%. Met een
organisatie GBF in 2008 de afdeling Riskmanagement &
dekkingsgraad van 97% (ultimo 2008) heeft PGB een
Compliance opgezet, zodat een betere invulling kan worden
dekkingstekort en voldoet dan ook niet aan de gestelde
gegeven aan risicomanagement vanuit een integraal per-
solvabiliteitseis.
spectief.
Oordeel van de externe actuaris over de financiële positie Met inachtneming van het navolgende is de actuaris van oordeel dat naar zijn overtuiging is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een dekkingstekort. De omvang van dit dekkingstekort is zodanig dat de technische voorzieningen van het pensioenfonds op de balansdatum niet volledig door waarden zijn gedekt. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven is naar de mening van de actuaris onvoldoende vanwege het dekkingstekort. Daarbij is bepalend de
De gevolgen van de financieel economische crisis hebben aangetoond dat goede risicobeheersing voor pensioenfondsen een absolute must is. Het managen van de risicos en de financiële positie van het pensioenfonds heeft het afgelopen jaar veel aandacht gekregen. Als gevolg van de negatieve ontwikkelingen door de crisis is de financiële positie van PGB verslechterd. De dekkingsgraad is gedaald van 148% naar 97%. De afwegingen in de mate waarin aanpassingen in de beleggingscategorieën als gevolg van de crisis zijn doorgevoerd zijn vooral in het licht van het middellange en langetermijnperspectief geplaatst. Vooral door het actief managen van de renterisicos is de daling van de dekkingsgraad beperkter uitgevallen dan zonder die actieve opstelling het geval zou zijn geweest.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 39
Verslag van het bestuur
In de jaarrekening is een afzonderlijk hoofdstuk opgenomen
De kernprocessen van het pensioenfonds zijn vastgelegd. In
voor risicobeheer en derivaten. Daar treft u een gedetail-
zogenaamde riskcontrolmatrices zijn rekening houdend
leerde cijfermatige toelichting aan op de specifieke risicos.
met de doelstellingen van de COSO-perspectieven strategie, operationeel, rapportage en compliance de risicos en de
ERM COSO
genomen beheersmaatregelen van die processen geïdenti-
De inrichting van het risicomanagement bij PGB is
ficeerd. Voor de beheersing van de risicos wordt gebruik
gebaseerd op het zogenaamde ERM COSO-raamwerk. Dit
gemaakt van het three lines of defence model. De verant-
zogenaamde Enterprise Risk Management raamwerk is
woordelijkheid voor het beheersen van de risicos ligt bij
afkomstig van The Committee of Sponsoring Organizations
degenen die ook verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van
of the Treadway Commission. Dit comité heeft het initiatief
de processen. De afdeling Riskmanagement & Compliance
genomen om te komen tot een algemeen kader voor risico-
coördineert, faciliteert en houdt toezicht op voortgang en
management. ERM COSO wordt wereldwijd gezien als een
naleving hiervan. De Interne Accountantsdienst toetst de
van de belangrijkste raamwerken voor de inrichting van inte-
effectieve werking van de beheersmaatregelen door middel
graal risicomanagement. ERM COSO is bij PGB een continu
van testwerkzaamheden en operational audits. Op basis van
proces dat, geïnitieerd door het bestuur van PGB en de
bevindingen worden eventueel verbeteracties doorgevoerd.
directie van de uitvoeringsorganisatie GBF, tot stand wordt gebracht door alle lagen van de organisatie. Het oogmerk daarbij is om een redelijke mate van zekerheid te verschaffen dat de risicos die samenhangen met het bereiken van de doelstellingen op een goede wijze worden beheerst. De dimensies van het ERM COSO raamwerk worden in de
ENTITY - LEVEL
DIVISION
N CTIEVE PERSPE ST OP RA ER RE CO TE AT P O GI MP I R O C TI N LIA NG S NC E ment Environ Internal g e Settin Objectiv on entificati Event Id essment Risk Ass
SUBSIDIARY BUSINESS UNIT
ELEMENTEN
volgende kubus weergegeven.
onse Risk Resp s Activitie Control ication ommun tion & C Informa ng Monitori NIVEAU
Riskassesments en voorlichting In het kader van risicomanagement zijn in het verslagjaar verschillende riskassesments en voorlichtingsbijeenkomsten gehouden voor bestuursorganen alsmede binnen de uitvoeringsorganisatie. Naast de verbetering van het beheersinstrumentarium leveren deze bijeenkomsten een belangrijke bijdrage in de bewustwording van het belang van een goed risicomanagement. Het feitelijke gedrag van mensen is immers een belangrijke peiler onder een goede risicobeheersing. In 2009 zal op de ingeslagen weg worden voortgegaan en zullen op basis van de riskassesments verbeterplannen worden opgezet. Risicogebieden De Financiële Instellingen Risico Methode (FIRM) van De Nederlandsche Bank (DNB) wordt als referentiekader gebruikt voor de identificatie van risicos evenals voor het vaststellen van de mate waarin deze risicos worden beheerst. DNB hanteert FIRM als instrument bij haar op risico gebaseerde toezicht op financiële instellingen. Door FIRM, dat eveneens is gebaseerd op het ERM COSO raamwerk, te gebruiken als referentiekader wordt geborgd dat alle typen risicos van het ERM COSO raamwerk zijn opgenomen en dat de mate van beheersing met een objectief normenkader kan worden beoordeeld. Binnen FIRM zijn zowel financiële als niet-financiële risicos opgenomen.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 40
Verslag van het bestuur
Onderstaand worden de belangrijkste risicos toegelicht.
normweging aangegeven evenals de bandbreedtes die naar inzicht van de (externe) vermogensbeheerder benut kunnen
Strategische risicos De belangrijkste strategische doelstelling van het fonds is het op zowel de korte als de lange termijn kunnen garanderen van de nominale pensioenaanspraken en ingegane uitkeringen, evenals het in staat zijn om de toeslagambitie mogelijk te maken uit het beleggingsrendement en de daaruit voortvloeiende reserves. In verband hiermee wordt op basis van een Asset Liability Management (ALM)-studie de onderlinge samenhang van de beleggingen en de verplichtingen bestudeerd en gestuurd. Op basis van het ALMmodel wordt het financieel beleid geformuleerd. Dit beleid bestaat uit het beleggings-, premie- en toeslagbeleid. Een ander belangrijk strategisch issue is de schaalgrootte van het pensioenfonds. Gegeven de personeelskrimp in de grafimediabedrijfstak alsmede de wens om een goede prijs/kwaliteitverhouding te kunnen consolideren wil het fonds haar draagvlak vergroten. Om verzekeringstechnisch nadeel voor de bestaande populatie te voorkomen zijn door het bestuur toetredingsvoorwaarden geformuleerd.
worden. Dit resulteert erin dat de gehele portefeuille in principe een lager risico heeft dan voorheen het geval was. Door met name de wereldwijde daling van de aandelenkoersen is dit in 2008 niet tot uitdrukking gekomen. De in 2007 ingezette spreiding over meerdere beleggingscategorieën ten koste van vooral vastrentende waarden, en binnen vastrentende waarden vooral staatsobligaties, heeft in dat specifieke jaar niet goed uitgepakt. De belangrijkste beleggingsrisicos zijn het markt-, prijs-, valuta- en kredietrisico. Het markt-, prijs-, en kredietrisico wordt zoveel mogelijk beheerst door diversificatie over verschillende beleggingscategorieën, individuele fondsen, regios en sectoren, door het hanteren van beleggingsrichtlijnen waarin o.a. gewerkt wordt met limieten, ratings, tracking errors en beperkingen ten aanzien van individuele posities en transacties almede door risicoafdekking middels derivaten (valutatermijncontracten, opties en futures). Het valutarisico wordt op totaalniveau afgedekt. Over- en onderweging van valutas kunnen al naar gelang de tactische visie binnen
Renterisico Het fonds is gevoelig voor wijzigingen in de marktrente omdat de duration, de gewogen gemiddelde looptijd in jaren, van de beleggingen en de verplichtingen niet gelijk zijn. Bij de bepaling van het beleggingsbeleid weegt het bestuur zorgvuldig de voordelen en nadelen van het meer of minder afstemmen van de duration van de beleggingen op de duration van de verplichtingen af. Concreet is in de loop van 2008 het duration verschil tussen de beleggingen en de verplichtingen verder verkleind, waarmee ingespeeld werd op een mogelijke rentedaling. Een indicatie voor de renteontwikkeling in 2008 is de volgende: de zogenaamde 30-jaars swaprente daalde in 2008 van 5% op 25 juli 2008, naar 2,74% op 3 december 2008 om het jaar te eindigen op 3,57%. De daling van de rente is er mede de oorzaak van dat de dekkingsgraad in 2008 is gedaald, maar deze daling is minder groot dan wanneer het genoemde duration verschil niet zou zijn verkleind. Beleggingsrisicos Door het nieuwe beleggingsbeleid, dat mede ingegeven is door de nieuwe Pensioenwet, is sprake van een grotere spreiding over de verschillende beleggingscategorieën en regios. Per beleggingscategorie is een strategische
specifieke portefeuilles in beperkte mate worden ingenomen om alpha te genereren. Voorts is met ingang van 2008 de vastrentende portefeuille opgedeeld in een matching - en een return portefeuille. De matching portefeuille heeft als primaire doel om de beleggingen beter te kunnen matchen met pensioenverplichtingen. De return portefeuille heeft primair als doel om met de opbrengst de kosten van de rente- en inflatiedekking uit de matching portefeuille te financieren. Het secundaire doel is om extra rendement te behalen waarmee de pensioenpremie op een aanvaardbaar niveau te houden is en de actuariële risicos worden gefinancierd. Gezien de financieel-economische situatie is voor 2009 het besluit genomen om het percentage dat belegd wordt in aandelen te verlagen van 43% in 2008 tot 35% in 2009.
Actuariële risicos Ultimo 2008 zijn onze voorzieningen gebaseerd op de sterftetafel GBM/V 2000-2005 met een opslag van 4% om de gevolgen van de prognosetafel AG 2005-2050 te ondervangen. Hierdoor is het langlevenrisico voor het fonds sterk gereduceerd. Daarnaast wordt een kostenvoorziening van
pgb Jaarverslag 2008
pag. 41
Verslag van het bestuur
2% aangehouden om te voorzien in de uitvoeringskosten indien er geen premiestroom meer is. Overige relevante actuariële risicos zijn het overlijdens- en het arbeidsongeschiktheidsrisico. Gezien het grote aantal levens (dat is het aantal verzekerden en gepensioneerden) achten wij het niet noodzakelijk om een herverzekeringsconstructie aan te gaan voor het overlijdensrisico- en het arbeidsongeschiktheidsrisico. Dit laatste betreft overigens uitsluitend het premievrijstellingsrisico.
Operationele risicos De uitvoering van de pensioenregeling is uitbesteed aan de uitvoeringsorganisatie GBF. Met de GBF is een service level agreement (SLA) overeengekomen. In de SLA zijn de normen voor de dienstverlening opgenomen. De werkelijke uitkomsten worden per kwartaal aan het bestuur gerapporteerd.
Compliance risicos Onder compliance risicos worden zowel de juridische risicos als de integriteitsrisicos begrepen. Voor onze organisatie is het vanzelfsprekend en noodzakelijk dat de wet- en regelgeving op een juiste wijze wordt nageleefd. De laatste jaren is er een groei in omvang en complexiteit van de interne en externe wet- en regelgeving. Als gevolg hiervan is besloten om in 2008 een afzonderlijke compliance officer bij de uitvoeringsorganisatie GBF aan te stellen. Deze functionaris stelt centrale kaders en houdt toezicht op de naleving van de relevante wet- en regelgeving. Een belangrijke sturende bijdrage in de feitelijke uitvoering van de naleving wordt geleverd vanuit de afdeling Beleidsen Bestuursondersteuning van de GBF waar specialisten op het gebied van pensioen- en vermogensbeheerwetgeving actief zijn.
Daarnaast werd het afgelopen jaar door de uitvoeringsor-
Ter bevordering van het integer handelen van bestuurs- en
ganisatie GBF de SAS70 type II certificering gerealiseerd.
commissieleden van PGB geldt een gedragscode. Voor de
Met een SAS70 (Statement on Auditing Standard no. 70)
medewerkers van de GBF geldt een vrijwel identieke
verklaring kan een uitvoeringsorganisatie aantonen dat zij de
gedragscode. In het verslagjaar is de gedragscode aan-
operationele risicos van haar dienstverlening goed beheerst.
gepast aan de laatste modelcode van de koepelorganisaties
Er zijn twee typen verklaringen. Een type I-verklaring houdt
van pensioenfondsen. In het kader van de nieuwe gedrags-
in dat de beheersmaatregelen en de beheersstructuur in
code zijn door de compliance officer voorlichtingsbijeenkom-
opzet aanwezig en adequaat zijn. Een type II-verklaring, met
sten voor het voltallige personeel van de GBF georgani-
een geldigheid van maximaal 1 jaar, geeft aan dat de
seerd. Het toezicht op de naleving van deze gedragscodes
accountant heeft vastgesteld dat de beheersdoelstellingen
wordt door de compliance officer uitgevoerd. Voor directie-
ook daadwerkelijk worden bereikt. Onder de scope van de
en bestuursleden fungeert een externe compliance officer.
verklaring vallen de processen die te maken hebben met beleggingen, bestuursondersteuning en pensioenbeheer. In
TOEKOMSTVERKENNING: HERSTELBELEID
verband met het toenemende belang van informatietechnologie voor de uitvoering van de pensioenregeling wordt in
Het bestuur heeft naar aanleiding van haar financiële positie
het rapport afzonderlijk aandacht besteed aan de general
een herstelplan opgesteld en na overleg met het Verant-
ICT controls. De realisatie betekent een belangrijke stap in
woordingsorgaan en na een positief advies van de Deel-
de professionalisering van de organisatie en de aantoonbare
nemersraad, ingediend bij de toezichthouder DNB. In het
beheersing van de operationele risicos. De aanbevelingen
herstelplan is aangegeven welke maatregelen het fonds wil
van de interne en externe accountant voor aanvullende ver-
nemen om het eigen vermogen weer op peil te brengen.
beteringen worden opgevolgd om het beheersinstrumen-
Voor PGB zijn de hoofdpunten:
tarium verder te verbeteren.
■
meer zekerheid en stabiliteit in het beleggingsbeleid
■
na de aanpassing van eind 2008 geen verdere premie-
Vanaf 2009 dient de uitvoeringsorganisatie jaarlijks een SAS70 type II-rapport op te leveren.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 42
verhoging ■
geen toeslag tot het fonds uit herstel is
■
aanvullende maatregelen als herstel ook na 2012 uitblijft
Verslag van het bestuur
De set van maatregelen is naar verwachting voldoende om
mers aantast en het rendement van werkgevers onder druk
op tijd te herstellen. Jaarlijks zal het fonds beoordelen of zij
zet. De premie is met ingang van 2009 verhoogd van 17%
op basis van de actuele dekkingsgraad en de verwachte
naar 19,5%.
herstelcapaciteit over de resterende herstelperiode tot en met 2013 boven de circa 105% kan uitkomen. Als dat niet het geval mocht zijn, zullen op basis van de mogelijkheden die er op dat moment zijn, aanvullende maatregelen worden genomen waarbij het verlagen van aanspraken en uitkeringen niet bij voorbaat is uitgesloten. In deze toekomstparagraaf worden de hoofdlijnen van het herstelplan toegelicht. Beleidsinstrumenten bij tekort Een pensioenfonds dat te maken heeft met een financieel tekort kan verschillende maatregelen nemen om dat tekort
Toeslagverlening De toeslagen worden bij PGB betaald uit de beleggingsopbrengsten. Het niet verlenen van een toeslag levert geen directe bijdrage aan herstel maar zorgt wel dat de dekkingsgraad niet verder terugloopt. Het bestuur wil de toeslagverlening pas hervatten als de dekkingsgraad het niveau heeft bereikt van 120%. Bij beslissingen over toeslagverlening blijft het bestuur het advies van de Richtlijn Besluitvorming Toeslagverlening gebruiken. Deze richtlijn is onlangs geëvalueerd en na een positief advies van de deelnemersraad aangepast.
weg te werken. Naast de beleggingsmaatregelen, een premieverhoging en het achterwege laten of verminderen van
In onderstaande tabel is de aangepaste richtlijn die met
de toeslagverlening zou de pensioenregeling nog kunnen
ingang van 2009 van toepassing is, weergegeven.
worden versoberd of de pensioenen worden gekort. In de uitgevoerde continuïteitsanalyses is de herstelcapaciteit van
Bij een dekkingsgraad van:
kan de volgende toeslag worden verleend:
vanaf 150%
100% prijsinflatie zonder maximum + inhaaltoeslag + grafimedia loonindex
van 140% tot 150%
100% prijsinflatie zonder maximum
van 130% tot 140%
100% prijsinflatie met maximum van 4%
van 120% tot 130%
gedeeltelijke prijsinflatie over een maximum van 4%
van 105% tot 120%
geen toeslag
de maatregelen met het oog op de te nemen maatregelen voor het herstelplan geanalyseerd. Over de inhoud van de pensioenregeling kan het pensioenfonds geen beslissing nemen. Daar gaan de werknemers- en werkgeversorganisaties over. Ook een eventuele verhoging van de AOWleeftijd en de gevolgen daarvan voor het PGB-pensioen is een zaak van de overheid en sociale partners. Deze elementen zijn dan ook buiten beschouwing gelaten.
Beleggingsmaatregelen PGB heeft in de loop van 2008 meer zekerheid en stabiliteit in haar beleggingsbeleid aangebracht maar met voldoende opwaarts potentieel om te kunnen profiteren van zich herstellende markten. Het autonome herstelpotentieel van beleggingsmaatregelen is echter beperkt. Het rendement is afhankelijk van de ontwikkelingen van de economie. Premie-instrument De effectiviteit van een premieverhoging is afhankelijk van de verhouding tussen de premieomvang enerzijds en de voorziening pensioenverplichtingen anderzijds. PGB is een relatief rijp fonds. Er gaat meer aan uitkeringen uit, dan er aan premie inkomt. Met een premieverhoging van 1% (bijvoorbeeld van 19,5% naar 20,5%) zou per jaar een verhoging van 0,10% dekkingsgraad kunnen worden gekocht. Naast de beperkte effectiviteit heeft het instrument als nadeel dat de lastenverzwaring de koopkracht van deelne-
Toelichting: De streefdekkingsgraad van PGB is 150%. Ligt de dekkingsgraad van het fonds op of onder de 120%, dan adviseert de richtlijn de pensioenen niet te verhogen. Vanaf 120% tot 130% zou gedeeltelijke verhoging van de pensioenen mogelijk zijn en vanaf 130% volledige aanpassing met een maximum van 4,00%. Als de prijzen in een jaar met 2,00% stijgen, geeft de richtlijn bij een dekkingsgraad van 125% aan dat het pensioen met 50% x 2,00% = 1,00% zou kunnen stijgen. Bedraagt de dekkingsgraad bijvoorbeeld 121% dan zou 10% x 2,00% = 0,20% aan verhoging gegeven kunnen worden. Wanneer de dekkingsgraad het niveau van 140% heeft bereikt, kan het bestuur besluiten tot volledige toeslagverlening waarbij het maximum wordt losgelaten. Indien de dekkingsgraad minimaal 12 maanden achtereen boven de 150% uitkomt, adviseert de richtlijn tot het inhalen van in het verleden gemiste verhogingen en/of tot aanpassing van het pensioen op basis van de cao-loonstijging. Om voor inhaaltoeslag in aanmerking te komen moet de deelnemer of de pensioengerechtigde zowel op het moment dat de toeslag niet werd verleend als op het moment van
pgb Jaarverslag 2008
pag. 43
Verslag van het bestuur
inhalen bij het fonds ingeschreven zijn. De achterstand die als eerste is ontstaan, wordt ook als eerste weer ingehaald. Het recht op inhaaltoeslag vervalt als het pensioen wordt meegenomen naar een nieuwe pensioenuitvoerder.
het past binnen de herstelcapaciteit van het fonds. Maatgevend is of de herstelcapaciteit toereikend is om binnen de toegestane tijd de minimum vereiste dekkingsgraad van circa 105% te bereiken.
Verlagen van pensioenrechten en aanspraken Het verlagen van pensioen is het direct korten van de opgebouwde aanspraken van deelnemers en gewezen deelnemers en het direct korten van de pensioenuitkeringen. Deze maatregel is vooral voor pensioenontvangers zeer ingrijpend en zal dan ook alleen in uiterste nood worden ingezet. Artikel 33 van het Pensioenreglement geeft het bestuur in uitzonderlijke situaties de bevoegdheid om de waarde van de opgebouwde aanspraken en pensioenuitkeringen te verlagen als dat nodig is om het financieel evenwicht te herstellen. Het instrument is effectief. Bij een korting hoeft het fonds minder uit te keren en minder te reserveren voor latere uitkeringen. Wanneer de pensioenen voor iedereen zouden worden verlaagd, kan met een korting van 1% een verhoging van de dekkingsgraad gekocht worden van ongeveer 1%. Herstelplan PGB: voorgestelde maatregelen Het bestuur is na overleg met het Verantwoordingsorgaan
5. Jaarlijks zal het pensioenfonds beoordelen of zij op basis van de actuele dekkingsgraad en de verwachte herstelcapaciteit over de resterende herstelperiode boven de minimaal vereiste dekkingsgraad van circa 105% kan uitkomen. Als dat niet het geval mocht zijn dan zullen op basis van de mogelijkheden die er op dat moment zijn, aanvullende maatregelen worden genomen. Aanpassen van pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen is in dat geval niet op voorhand uitgesloten.
Continuïteitsanalyse Er is een continuïteitsanalyse uitgevoerd die de ontwikkeling van de dekkingsgraad laat zien waarbij rekening is gehouden met de voorgenomen maatregelen. Het verwachte herstel is in de onderstaande grafiek schematisch weergegeven. Daarbij is uitgegaan van een beleggingsrendement dat oploopt van 6,6% in jaar 1 tot 8,2% in jaar 5. In de grafiek is het verwachte kortetermijnherstel voor de eerste 5 jaar uitgezet.
en na een positief advies van de Deelnemersraad in haar Herstelplan 2009 - 2014 tot de volgende set van maat-
Ontwikkeling dekkingsgraad PGB 2009 - 2014
regelen gekomen: 1. In de beleggingsportefeuille wordt meer zekerheid en stabiliteit ingebouwd. Daarvoor wordt het percentage dat wordt belegd in aandelen afgebouwd en het percentage dat wordt belegd in alternatieve beleggingen uitgebreid. Op termijn streeft het fonds naar een beleggingsmix waarbij het vermogen voor 1/3 in aandelen zit, voor 1/3 in vastrentende waarden en 1/3 in vastgoed en alternatieve beleggingen. 2. De pensioenpremie is met ingang van 1 januari 2009 verhoogd van 17% naar 19,5%. Van verdere verhoging wordt afgezien omdat het niet substantieel bijdraagt aan het herstel op korte termijn. 3. De pensioentoeslag blijft achterwege tot het moment dat het fonds uit herstel is en er een dekkingsgraad is bereikt van 120% of hoger. Voor besluitvorming over de toeslagverlening gebruikt het fonds het advies van de (aangepaste) Richtlijn. 4. Het voorwaardelijk extra pensioen van deelnemers die daarvoor in aanmerking komen, wordt jaarlijks per geboortejaar (vanaf 1950) onvoorwaardelijk gemaakt als
pgb Jaarverslag 2008
pag. 44
Toelichting: Op basis van de gewijzigde beleggingsmix waarbij gekozen is voor meer zekerheid, een vaste premie van 19,5%, het niet verlenen van de toeslag zolang het fonds niet uit herstel is, zijn berekeningen
Verslag van het bestuur
uitgevoerd. Die berekeningen laten zien dat PGB met de huidige maatregelen na 5 jaar zou kunnen uitkomen op een dekkingsgraad van ongeveer 111% (en na 15 jaar, niet zichtbaar in de grafiek op ongeveer 146%). Zowel het kortetermijnherstel als het langetermijnherstel zouden, als het uitgezette scenario zich voordoet, binnen de randvoorwaarden van DNB vallen. Er hoeven in dat geval geen aanvullende maatregelen genomen te worden. Deze verwachte ontwikkeling is in de grafiek als een blauwe opgaande lijn weergegeven. DNB vraagt van pensioenfondsen ook dat zij aangeven welke maatregelen zullen worden genomen in het geval het verwachte herstel uitblijft en het minimaal vereiste eigen vermogen (MVEV) niet tijdig wordt gehaald. Het bestuur stelt zich op het standpunt dat aanvullende maatregelen op dit moment niet noodzakelijk zijn. Als de financiële positie van het fonds achterblijft bij het uitgezette pad in het herstelplan zullen op basis van de mogelijkheden die er op dat moment zijn, aanvullende maatregelen worden genomen.
Toelichting: De blauwe lijn geeft het gemiddelde verwachte pensioenresultaat weer voor de komende 15 jaar op basis van de bestandsgegevens van eind 2007. De kans dat PGB de pensioenen van deelnemers en pensioengerechtigden waardevast zou kunnen houden, komt uit op ongeveer 95%. De oranje lijn geeft het gemiddelde pensioenresultaat voor de komende 15 jaar op basis van de bestandsgegevens van eind 2008 weer. De kans dat PGB de pensioenen waardevast zou kunnen houden, komt daarbij uit op ongeveer 87%. De toezichthouder heeft aangegeven vóór 1 juli 2009 te laten weten of PGB haar plan ook daadwerkelijk zo kan gaan uitvoeren. Amsterdam, 18 juni 2009 Bestuur van de Stichting Pensioenfonds voor de Grafische
Uit de continuïteitsanalyse blijkt verder dat de gemiddelde
Bedrijven
kans op realisatie van de ambitie van het pensioenfonds, een waardevast pensioen, in vergelijking met de eerder uitgevoerde analyse in 2008 lager uitvalt. In 2008 bedroeg die gemiddelde kans over 15 jaar 95%. In 2009, op basis van de bestandsgegevens van eind 2008 en rekening houdend
Voorzitters: drs. R. Degenhardt F. de Haan
Secretarissen: L.J. Hoogenboom R. Leloux
met de genomen maatregelen in het herstelplan, 45%. In onderstaande grafiek is de kansontwikkeling van beide analyses weergegeven.
Gemiddelde verwachte pensioenresultaat op basis van bestandsgegevens 2007 en 2008
pgb Jaarverslag 2008
pag. 45
pgb Jaarverslag 2008
pag. 46
Jaarrekening 2008
In miljoenen euro’s
Balans per 31 december 2008 Toelichting*
2008
2007
Activa
Beleggingen voor risico pensioenfonds
8.374
10.015
Beleggingen voor risico deelnemers
4
4
5
Totaal beleggingen
3
8.378
10.020
Vorderingen en overlopende activa
5
51
50
Overige activa
6
9
40
8.438
10.110
Passiva
Stichtingskapitaal en reserves
7
269
3.182
Technische voorzieningen
8
8.480
6.577
Voorzieningen voor risico deelnemers
9
4
5
Overige schulden en overlopende passiva
10
223
346
8.438
10.110
97
148
Dekkingsgraad (in %)
* Toelichting behorende tot de jaarrekening 2008 Vanaf pagina 51 worden verschillende onderwerpen toegelicht. Het nummer verwijst naar dat onderwerp.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 47
Jaarrekening 2008
In miljoenen euro’s
Staat van baten en lasten over 2008 Toelichting*
2008
2007
Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers)
11
172
153
Premiebijdragen risico deelnemers
12
5
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
13
1.776
269
Beleggingsresultaten risico deelnemers
14
Overige baten
15
Baten
1
108
34
1.497
461
Lasten
Pensioenopbouw
16
107
126
Indexering en overige toeslagen
17
130
Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen
18
320
289
Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitkeringen
19
20
Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitvoeringskosten
276
245
6
5
Wijziging marktrente
21.1
1.470
590
Wijziging overige actuariële uitgangspunten
21.2
Overige wijzigingen in de voorziening pensioenverplichtingen
21.3
288
23
315
3
Totale wijziging voorziening pensioenverplichtingen
21
1.903
Pensioenuitkeringen
22
276
247
Pensioenuitvoeringskosten
23
8
6
Saldo-overdrachten van rechten
24
Wijziging voorziening voor risico deelnemers
−
233
1
5
1
Garantieregeling Pensioensparen
1.954 Saldo van baten en lasten
3.451
* Toelichting behorende tot de jaarrekening 2008 Vanaf pagina 51 worden verschillende onderwerpen toegelicht. Het nummer verwijst naar dat onderwerp.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 48
62
119 580
Jaarrekening 2008
In miljoenen euro’s
Samenvatting van de actuariële analyse 2008 Premieresultaat Interestresultaat
Overig resultaat
2007
75
37
3.567
440
41
103
3.451
580
In miljoenen euro’s
Bestemming van het saldo van baten en lasten
Wettelijke en statutaire reserves Bestemmingsreserves
2008
2007
19
744
Overige reserves
3.470
1.324
Totaal toegevoegd aan stichtingskapitaal en reserves
3.451
580
In miljoenen euro’s
Kasstroomoverzicht over 2008 2008
2007
178
174
Kasstroom uit pensioenactiviteiten
Ontvangen premies Ontvangen waardeoverdrachten
117
104
Betaalde pensioenuitkeringen
276
246
Betaalde waardeoverdrachten
12
17
Betaalde pensioenuitvoeringskosten
8
6
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten
1
9
12.665
11.048
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Verkopen en aflossingen van beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten
174
321
Aankopen beleggingen
12.993
11.210
Betaalde kosten van vermogensbeheer
26
5
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
180
154
Netto kasstroom uit beleggingsactiviteiten
181
163
86
6
95
169
Koers- en omrekeningsverschillen Mutatie liquide middelen
pgb Jaarverslag 2008
pag. 49
Jaarrekening 2008
TOELICHTING BEHORENDE TOT DE JAARREKENING 2008
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen wor-
1. Inleiding
den opgenomen in de periode waarin de schatting wordt
Het doel van Stichting Pensioenfonds Grafische Bedrijven,
herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolg-
statutair gevestigd te Amsterdam (hierna het fonds) is het
en heeft, of in de periode van herziening en toekomstige
nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan
perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de
gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom
verslagperiode als toekomstige perioden.
en overlijden. Het fonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling voor de in de grafimediabranche ver-
Opname van een actief of een verplichting
plicht aangesloten werkgevers.
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen
Het bestuur heeft op 25 juni 2009 de jaarrekening opge-
naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een ver-
maakt.
plichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met
2. Grondslagen
een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag 2.1 Grondslagen voor financiële verslaglegging
daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
De Jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9
Baten worden in de rekening van baten en lasten opgeno-
Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de
men wanneer een vermeerdering van het economisch
Jaarverslaggeving (RJ 610).
potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaats-
Alle bedragen zijn vermeld in miljoenen euros.
gevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermin-
Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaar-
dering van het economisch potentieel, samenhangend met
deerd op actuele waarde. Overige activa en passiva worden
een vermindering van een actief of een vermeerdering van
gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij anders vermeld.
een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang
Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar
betrouwbaar kan worden vastgesteld.
waarop deze betrekking hebben. Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle Schattingen en veronderstellingen
toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg
De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met
alle risicos met betrekking tot een actief of een verplichting
Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en
aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de ver-
schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn
plichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden
op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde
activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen
waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten.
vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de
De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn
voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige eco-
gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende
nomische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling
andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk
van de waarde.
worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en ver-
Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handels-
plichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen
datum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan
blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van
sprake zijn van een post nog af te wikkelen transacties.
deze schattingen.
Deze post kan zowel een actief als een passief zijn.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 50
Jaarrekening 2008
Securities lending
Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen
Bij Securities lending worden bepaalde effecten voor een
Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde
korte periode uitgeleend aan andere marktpartijen. Beleggin-
en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen.
gen die in het kader van een securities lending contract wor-
Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valuta-
den uitgeleend, blijven deel uitmaken van de balans en wor-
koersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de
den gewaardeerd conform de grondslag voor waardering en
rekening van baten en lasten opgenomen.
resultaatbepaling zoals die geldt voor beleggingen. Als onderpand ontvangen geldmiddelen worden opgenomen
Bepaling vereiste reserve
onder beleggingen. Als onderpand ontvangen geldmiddelen
De vereiste reserve wordt bepaald volgens de in het FTK
die zijn herbelegd, worden opgenomen onder beleggingen.
gehanteerde normen voor beleggingsrisicos en verzeke-
Uit securities lending voortvloeiende baten en lasten worden
ringstechnische risicos.
volgens het toerekenbeginsel over de looptijd van de desbetreffende transacties verantwoord en in de rentebaten of
Vreemde valuta
-lasten verwerkt.
Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euros tegen de koers per balansdatum. Deze
Bij aanvang van 2008 nam het fonds deel aan een securties
waardering is onderdeel van de waardering tegen reële
lending programma. Dit programma is na het derde kwartaal
waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in
in belangrijke mate gestopt en ultimo 2008 geheel.
vreemde valutas worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum (zie volgende pagina). Valutaresultaten
Saldering van een actief en een verplichting
voortvloeiend uit beleggingen zijn opgenomen in resultaat
Een financieel actief en een financiële verplichting worden
beleggingen.
gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om
Overig
het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te
Voor zover niet anders is aangegeven worden baten en las-
wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op
ten opgenomen in het resultaat van het jaar waarop zij
deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgeno-
betrekking hebben.
men financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 51
Jaarrekening 2008
Vreemde valuta per euro Valuta
31 dec. 2008
gemiddelde 2008
31 dec. 2007
gemiddelde 2007
31 dec. 2006
Australische dollar (AUD)
1,9938
1,8295
1,6652
1,6691
1,6730
Canadese dollar (CAD)
1,716
1,580
1,4430
1,4888
1,5345
Zwitserse frank (CHF)
1,47955
1,5674
1,65525
1,6325
1,6097
Tjechische kroon (CZK)
26,845
26,567
26,2890
27,0570
27,5250
Deens kroon (DKK)
7,4433
7,4499
7,4565
7,4555
7,4545
Britse pond (GBP)
0,9669
0,8507
0,7345
0,7041
0,6738
Hong Kong dollar (HKD)
10,7732
11,0867
11,4002
10,8278
10,2554
Indonesische rupiah (IDR)
15.151,55
14.441,93
13.732,30
12.795,79
11.859,28
Indiase rupee (INR)
67,7232
73,0913
78,4595
68,4115
58,3634
Japanse yen (JPY)
126,0080
144,6705
163,3329
160,2283
157,1237
Maleisische ringgit (MYR)
4,8096
4,822
4,8350
4,7436
4,6522
Noorse kroon (NOK)
9,7333
8,8360
7,9388
8,0746
8,2104
Nieuw-Zeelandse dollar (NZD)
2,3786
2,1393
1,8999
1,885
1,8702
Filippijnse peso (PHP)
66,0968
63,2215
60,3461
62,4867
64,6271
Poolse zloty (PLN)
4,1188
3,8572
3,5957
3,7125
3,8293
Zweedse kroon (SEK)
10,9925
10,2210
9,4495
9,2365
9,0235
Singapore dollars (SGD)
2,0028
2,0537
2,1046
2,0639
2,0232
Turkse nieuwe lire (TRL)
2,1456
1,9297
1,7139
1,7909
1,8679
Amerikaanse dollar (USD)
1,3901
1,4261
1,4621
1,3904
1,3187
Zuid-Afrikaanse rand (ZAR)
12,851
11,422
9,992
9,6448
9,2975
2.2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva
gehouden met de feitelijke verhuursituatie en/of renovatieactiviteiten. Resultaten door wijziging in reële waarde worden in
Beleggingen
de staat van baten en lasten verantwoord.
Algemeen In overeenstemming met de Pensioenwet worden beleggingen gewaardeerd op actuele waarde. Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. Beleggingen voor risico pensioenfonds en voor risico deelnemers worden op dezelfde wijze gewaardeerd. Vastgoedbeleggingen Beleggingen in direct vastgoed worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, zijnde de reële waarde per balansdatum, gebaseerd op door onafhankelijke taxateurs verrichte taxaties. De taxaties vinden elke 3 jaar plaats. In de tussenliggende 2 jaren worden door voornoemde taxateurs deze taxatiewaarden getoetst aan de marktontwikkelingen en worden deze taxatiewaarden eventueel aangepast. Indien daartoe aanleiding is, wordt bij de waardering rekening
pgb Jaarverslag 2008
pag. 52
Beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers. Niet-beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, welke is bepaald op de netto vermogenswaarde volgens opgave van de fondsbeheerder.
Aandelen Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers. Niet-beursgenoteerde aandelen en participaties in beleggingsfondsen zijn gewaardeerd tegen de actuele waarde, welke is bepaald op de netto vermogenswaarde volgens opgave van de fondsbeheerder.
Jaarrekening 2008
Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoersen plus de lopende rente. Participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoersen. Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen niet-beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte toekomstige netto kasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende markt-
Technische voorzieningen
Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening voor pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente.
rente en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico en/of oninbaarheid) en de looptijd of anders conform opgave
Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen
van de fondsbeheerder.
is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren
Derivaten Derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Valutatermijncontracten worden afgesloten met als doel het afdekken van het valutarisico dan wel het valutarisico in overeenstemming te brengen met de normportefeuille. De beleggingsstrategie is om het valutarisico voor 100% af te dekken. Tactisch kan hiervan worden afgeweken. Interest rate swaps worden afgesloten om de duration gap te verkleinen. De hieruit voortvloeiende resultaten worden onder beleggingsopbrengst van derivaten verantwoord.
verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten (ook voor indexatiebesluiten na balansdatum voor zover sprake is van ex ante condities) zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van premies waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeids¬ongeschiktheid. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondsla-
Overige beleggingen Deze worden gewaardeerd op beurswaarde ultimo boekjaar. Indien er geen beursnotering is wordt deze bepaald op basis van waarderingen van de uitgevende partijen.
gen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen:
Beleggingen voor risico deelnemers De grondslagen voor de waardering van de beleggingen voor risico deelnemers zijn gelijk aan die voor de beleggingen die voor rekening van het fonds worden aangehouden.
■
(maandelijks) gepubliceerd door DNB, rekening houdend met de looptijd van de uitkeringen. ■
Vorderingen en overlopende activa Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht.
Marktrente: gebaseerd op de rentetermijnstructuur zoals
Financieringssysteem van koopsommen voor de jaarlijkse opbouw door middel van doorsnee premies.
■
Overlevingstafels: AG overlevingstafels 2000-2005 met een opslag van 4% met een leeftijdsterugstelling van één jaar.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 53
Jaarrekening 2008
■
De indexering van pensioenaanspraken gebeurt, alleen
0,2% per dienstjaar van de in 1949 geboren deelnemers
indien de middelen dit toelaten en het bestuur daartoe
toe te kennen.
een besluit neemt, op basis van de Consumentenprijsin-
De standaard uitkering vindt plaats vanaf het moment
dex alle huishoudens, zoals deze wordt vastgesteld door
van het bereiken van de 65-jarige leeftijd.
het CBS. ■
Voorzieningen voor risico van deelnemers De waardering van de voorzieningen voor risico van deelnemers wordt bepaald door de waardering van de tegenover deze voorzieningen aangehouden beleggingen. De deelnemer belegt voor eigen rekening en risico, maar heeft een inleggarantie. De garantie bedraagt ultimo 2008 1 en komt ten laste van het fonds en wordt verantwoord onder overige schulden en overlopende passiva.
Onbepaalde partnersysteem. Voor partnerpensioen is aangenomen dat de partner 3 jaar jonger is dan de verzekerde man en 3 jaar ouder dan de verzekerde vrouw. Voor alle actieve verzekerden is een nabestaandenpensioen verzekerd, welke voor de helft op risicobasis is verzekerd. Kostenopslag ter grootte van 2% van de voorziening voor pensioenverplichtingen in verband met toekomstige administratie- en excassokosten.
■
Financiering van de op te bouwen aanspraken tot de pensioendatum van verzekerden die langer dan 3 jaar
2.3 Grondslagen voor het kasstroomoverzicht
arbeidsongeschikt zijn. Bij de bepaling van de pensioen-
Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode
opbouw voor arbeidsongeschikte deelnemers is geen
opgesteld. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook
rekening gehouden met een revalidatiekans. In 2008 is
als zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt
besloten om de voorwaardelijke backservicerechten ad
gemaakt tussen kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
3. Beleggingen Vastgoedbeleggingen
Stand per 1 januari 2007
740
Aankopen/verstrekkingen Verkopen/aflossingen
Aandelen
4.222
394
422
Vastrentende waarden
4.383
3.783
3.759
Derivaten
Overige beleggingen
4
6.976
Totaal
154
9.503
118
11.271
191
11.037
6.665 36
212
2
279
154
43
Overige mutaties
23
63
Herwaardering
28
1
Stand per 31 december 2007
763
4.310
4.451
297
199
10.020
Aankopen/verstrekkingen
293
2.931
11.139
89
185
14.637
3.358
10.001
138
13.542
157
77
1.903
104
834
Verkopen/aflossingen
45
Overige mutaties
35
Herwaardering
130
Stand per 31 december 2008
pgb Jaarverslag 2008
pag. 54
846
40
1.828
1.071
9
462
2.852
3.770
553
357
336
53
8.378
Jaarrekening 2008
alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum
Actuele waarde
benadert de actuele waarde. Schattingen en oordelen Zoals vermeld in de toelichting zijn de beleggingen van het
Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het
fonds nagenoeg allemaal gewaardeerd tegen actuele
fonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen.
waarde per balansdatum en is het over het algemeen moge-
Echter, bepaalde financiële instrumenten, zoals bijvoorbeeld
lijk en gebruikelijk om de actuele waarde binnen een aan-
over the counter derivaten zijn gewaardeerd door middel
vaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor
van gebruikmaking van waarderingsmodellen en -technie-
sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggings-
ken, inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van
vorderingen en −schulden, geldt dat de boekwaarde de
vergelijkbare instrumenten. Op basis van de boekwaarde
actuele waarde benadert als gevolg van het kortetermijnka-
kan het volgende onderscheid worden gemaakt:
rakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van
Toelichting *
(Directe en afgeleide) Markt-noteringen
Waarderingsmodellen en -technieken
Totaal
Per 31 december 2008 Vastgoedbeleggingen
3.1
697
149
846
Aandelen
3.2
2.852
2.852
Vastrentende waarden
3.3
3.770
3.770
Derivaten
3.4
354
199
553
Overige beleggingen
3.5
357
357
8.030
348
8.378
Per 31 december 2007 Vastgoedbeleggingen
608
155
763
Aandelen
4.310
4.310
Vastrentende waarden
4.451
4.451
31
266
297
199
199
9.599
421
10.020
Derivaten Overige beleggingen
* Toelichting behorende tot de jaarrekening 2008 Vanaf pagina 56 worden verschillende onderwerpen toegelicht. Het nummer verwijst naar dat onderwerp.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 55
Jaarrekening 2008
Schattingen van de actuele waarde zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, rentecurve, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en kunnen derhalve niet met precisie worden vastgesteld. Schatting van reële waarde De belangrijkste gehanteerde methoden en veronderstellingen voor het schatten van de reële waarde van financiële instrumenten zijn de market to market en de netto contante waarde methode en eventuele opgaven van derden.
In miljoenen euro’s
3.1 Vastgoedbeleggingen
31 december 2008
31 december 2007
Direct vastgoed
149
155
Indirect vastgoed (participaties in beleggingsfondsen)
698
574
847
729
Nog te ontvangen
1
Liquide middelen
34
2
846
763
Nog te betalen
Stand per 31 december
Het direct vastgoed is uitsluitend getaxeerd door onafhankelijke, beëdigde taxateurs. De vastgoedportefeuille is niet volledig in Nederland belegd. Objecten in het boekjaar verkocht maar met levering in het volgende boekjaar zijn niet als verkoop in het boekjaar verantwoord. In de portefeuille is een kantoorgebouw opgenomen ter waarde van 6, welke verhuurd is aan de uitvoeringsorganisatie GBF.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 56
Jaarrekening 2008
In miljoenen euro’s
3.2 Aandelen
31 december 2008
31 december 2007
1.950
3.080
Aandelen mature markets Aandelen emerging markets
1
18
Aandelenbeleggingsfondsen
847
1.198
2.798
4.296
Nog te ontvangen
65
5
Liquide middelen
52
84
Nog te betalen
Stand per 31 december
63
2.852
75 4.310
In miljoenen euro’s
3.3 Vastrentende waarden
31 december 2008
31 december 2007
Obligaties
5.434
4.413
Leningen op schuldbekentenis
105
122
Depositos
100
99
89
101
274
120
6.002
4.855
336
144
Inflation linked bonds Obligatiebeleggingsfondsen
Nog te ontvangen Liquide middelen
18
Nog te betalen
2.550
Stand per 31 december
42
3.770
590 4.451
Onder leningen op schuldbekentenis is ultimo 2008 een lening van 26 (v.j. 38) aan premiebijdragende onderneming PCM begrepen. Per balansdatum is voor een bedrag van 2.403 (v.j. 583) aan obligaties onder repo transacties verkocht. De terugkoop periode loopt van 6 februari 2009 tot 20 oktober 2009. De terugkoopverplichting is opgenomen onder nog te betalen 2008. Hiervoor zijn voor 66 aan zekerheden ontvangen.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 57
Jaarrekening 2008
In miljoenen euro’s
3.4 Derivaten
31 december 2008
31 december 2007
314
266
3
220
13
31
550
297
3
553
297
Valutaderivaten Aandelenderivaten Rentederivaten Overige derivaten
Liquide middelen Stand per 31 december
Per balansdatum zijn in het kader van derivaten door het fonds zekerheden ontvangen ter waarde van 523 (v.j. 167).
In miljoenen euro’s
3.5 Overige beleggingen
31 december 2008
31 december 2007
Commodities
101
195
Hedgefondsen
175
81
4
357
199
Liquide middelen Stand per 31 december
In miljoenen euro’s
4. Beleggingen voor risico deelnemers
31 december 2008
31 december 2007
Stand per 1 januari
5
Inleg en stortingen
5
Uitkeringen en onttrekkingen
1
4
5
Beleggingsresultaten risico deelnemers Stand per 31 december
pgb Jaarverslag 2008
pag. 58
Jaarrekening 2008
In miljoenen euro’s
5. Vorderingen en overlopende activa
Toelichting Premie
5.1
Beleggingsdebiteuren
31 december 2008
31 december 2007
39
27
2
5
Overige vorderingen
10
18
Stand per 31 december
51
50
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
In miljoenen euro’s
5.1 Beleggingsdebiteuren
31 december 2008
31 december 2007
3
Overige
2
2
Stand per 31 december
2
5
Te vorderen dividendbelasting
In miljoenen euro’s
6. Overige activa
31 december 2008
31 december 2007
Liquide middelen
9
40
Stand per 31 december
9
40
Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen, die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn. Hierin zijn niet begrepen de middelen ten behoeve van het doen van beleggingen.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 59
Jaarrekening 2008
In miljoenen euro’s
7. Stichtingskapitaal en reserves
Vereiste reserve Stand per 1 jan. 2007
Vrije reserve
1.896
Totaal
831
2.727
Cumulatief effect Stelselwijziging
Uit bestemming saldo van baten en lasten Stand per 31 dec. 2007 Uit bestemming saldo van baten en lasten Stand per 31 dec. 2008
125
125
744
1.324
580
1.152
2.030
3.182
19
3.470
3.451
1.171
1.440
269
In de vrije reserve is 1.143 als stichtingskapitaal opgenomen. Overeenkomstig artikel 390 Titel 9 BW 2 bedraagt per 31 december 2008 het saldo van de herwaarderingsreserve 32. Dit is een wettelijke reserve herwaardering op beleggingen die zijn gewaardeerd tegen marktwaarde en waarvoor geen frequente marktnotering beschikbaar is. Als gevolg van een combinatie van een dalende rente en een afname van het fondsvermogen is de dekkingsgraad onder het wettelijk vereiste minimumniveau van 105% uitgekomen. De dekkingsgraad bedroeg eind 2008 97%. Het PGBbestuur heeft naar aanleiding van haar financiële positie een herstelplan opgesteld en het na een positief advies van de deelnemersraad, ingediend bij de toezichthouder.
In miljoenen euro’s
Vereiste reserve
31 december 2008
31 december 2007
Minimaal vereist eigen vermogen (105%)
394
329
Vereist eigen vermogen
777
823
1.171
1.152
Totaal
pgb Jaarverslag 2008
pag. 60
Jaarrekening 2008
HERSTELPLAN
Herstelkracht op korte termijn en korting Uit het herstelplan blijkt herstelkracht. Bij het totstandkomen
Het kortetermijn- en langetermijnherstelplan is besproken
van het herstelplan is voldaan aan de wettelijke eisen en was
met het Verantwoordingsorgaan en voorgelegd aan de deel-
evenwichtige belangenbehartiging het uitgangspunt.
nemersraad, die hierover advies heeft uitgebracht aan het bestuur. In de vergadering van 26 maart 2009 heeft het
De herstelkracht is voldoende om na 5 jaar (op 31 decem-
bestuur de inhoud vastgesteld. Het herstelplan is vervolgens
ber 2013) een dekkingsgraad te bereiken die tenminste
ingediend bij DNB. Uiterlijk 1 juli 2009 zal het herstelplan
gelijk is aan 104,6%, zijnde de som van het minimaal vereist
door DNB zijn getoetst.
eigen vermogen (MVEV) en de pensioenverplichtingen.
Belangrijkste uitgangspunten van het herstelplan
De verwachte feitelijke dekkingsgraad wordt geschat op
Het fonds maakt gebruik van de eenmalige mogelijkheid die
111,4%.
de Minister heeft geboden om binnen 5 jaar (in plaats van 3 jaar; dus uiterlijk 31 december 2013) het minimaal vereist
Herstelkracht op lange termijn
eigen vermogen te bereiken. Bij het opstellen van het her-
De gemiddeld verwachte dekkingsgraad na 15 jaar bedraagt
stelplan heeft het bestuur zich laten ondersteunen door de
146%.
uitvoeringsorganisatie en is het voorgenomen beleggingsbeleid afgestemd met de beleggingscommissie. Met de sector
Premie
is overleg gevoerd over de bijdrage. Het herstelplan is opge-
De premie is vastgesteld op 19,5%.
steld met inachtneming van de uitgangspunten zoals die door DNB zijn voorgeschreven. Nadrukkelijk merken wij op dat inherent aan de modelmatige aanpak ook het herstelplan een benadering van de werkelijkheid is. Dit betekent dat de werkelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad in positieve of negatieve zin kan afwijken van het verwachte herstelpad, waardoor de financiële positie van het fonds zich sneller of langzamer kan herstellen dan voorzien. De belangrijkste uitkomsten zijn: ■
in de vijfjaarsperiode 2009-2013 zal er geen sprake zijn van toeslagverlening. ■ de premie zal worden verhoogd naar een vast niveau van 19,5%. ■ het beleggingsbeleid wordt aangepast; er wordt overgegaan naar een vaste assetmix van ca. 1/3 aandelen, 1/3 vast-rentende waarden en 1/3 alternatives. ■ Het beleidskader is aangepast.
Beleggingen ■ De beleggingsmix is gelijkmatig verdeeld over de categorieën zakelijk, vastrentend en alternatives. ■ Er is geen teruggang voorzien naar de risicovollere strategische mix ■ Het beleid ten aanzien van maatschappelijk verantwoord beleggen wordt voortgezet ■ De berekening van het gemiddeld rendement is gebaseerd op de volgende parameters: vastrentend: 2,5% aandelen: 4,5% vastgoed: 7% Toeslagverlening Het fonds heeft een indexatieambitie van 100% CPI. Naar verwachting wordt over 15 jaar deze ambitie voor 45% gehaald.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 61
Jaarrekening 2008
In miljoenen euro’s
8. Technische voorzieningen
31 december 2008
31 december 2007
8.480
6.577
8.480
6.577
Stand 1 januari
6.577
6.767
Stelselwijziging
125
6.577
6.892
107
126
130
Voorziening voor pensioenverplichtingen
Het mutatieoverzicht voor de voorziening voor pensioenverplichtingen is als volgt:
Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging
320
Onttrekking voor pensioenuitkeringen
Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
Wijziging marktrente Wijziging actuariële uitgangspunten Saldo van inkomende en uitgaande waardeoverdrachten Overige wijzigingen
6
5
1.470
590
245
3
229
63
59
Stand 31 december
289
276
86
8.480
6.577
Actieve deelnemers
3.253
2.399
Pensioengerechtigden
3.114
2.659
Gewezen deelnemers
2.113
1.519
Netto pensioenverplichtingen inclusief toekomstige kosten uitvoering pensioenregeling
8.480
6.577
Ultimo boekjaar bedraagt de gemiddeld gewogen discontovoet 3,55% en primo boekjaar was dit 4,85%. Voor een toelichting op de verschillende posten wordt verwezen naar de toelichting op de verschillende posten uit de staat van baten en lasten. De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld:
pgb Jaarverslag 2008
pag. 62
Jaarrekening 2008
De methode voor de berekening van de pensioenverplichtin-
graad. De indexatie is bij een dekkingsgraad tot 150% maxi-
gen is zodanig toegepast dat er geen sprake is van een
maal gelijk aan de stijging van de consumentenprijsindex alle
financieringsachterstand.
huishoudens, zoals vastgesteld door het CBS. Bij een dek-
Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het
kingsgraad vanaf 150% is deze gelijk aan de grafimedialoon-
algemeen een langlopend karakter.
index. De pensioenrechten en pensioenaanspraken zijn per 1 januari 2008 met 2,09%, geïndexeerd (inclusief 1,09%
Korte beschrijving van de pensioenregeling
inhaalindexatie). Er is geen recht op toekomstige indexaties.
De pensioenregeling kan worden gekenmerkt als een voor-
Het is niet zeker of en in hoeverre, op basis van de begin
waardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een pen-
2009 goedgekeurde aanpassingen in de beleidsstaffel, in de
sioenleeftijd van 65 jaar. Jaarlijks wordt een aanspraak op
toekomst wordt geïndexeerd. Het fonds heeft geen geld
ouderdomspensioen opgebouwd van 1,75% van de in dat
gereserveerd voor toekomstige indexaties. Indexatie wordt
jaar geldende pensioengrondslag. De pensioengrondslag is
uit de beleggingsopbrengsten gefinancierd.
gelijk aan 12,96 maandsalarissen onder aftrek van een franchise. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld. Tevens
Het bestuur heeft in de vergadering van 18 december 2008
bestaat er recht op nabestaanden- en wezenpensioen. Aan
besloten om de pensioenaanspraken per 1 januari 2009 niet
deelname aan de regeling is geen leeftijdsgrens gebonden.
te indexeren.
Jaarlijks beslist het bestuur van het fonds over de mate waarin de opgebouwde aanspraken worden geïndexeerd.
Inhaalindexaties
Overeenkomstig artikel 10 van de Pensioenwet kwalificeert
Onder bepaalde omstandigheden kunnen inhaalindexaties
de pensioenregeling als een uitkeringsovereenkomst.
worden toegekend. Inhaalindexaties zijn indexaties die worden toegezegd, voor zover in het verleden niet voor 100% is
Toeslagverlening
geïndexeerd. Om inhaalindexaties te kunnen toekennen is
Het toeslagbeleid kan als volgt worden verwoord:
een hoge dekkingsgraad vereist. Zie ook de beleidsstaffel op
De indexatie (toeslag) van pensioenrechten en pensioenaan-
pagina 51. Het bestuur van het fonds heeft toegezegd om
spraken wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur van het
elk jaar een specificatie te geven van het verschil tussen de
fonds. Er bestaat een ambitie om jaarlijks de pensioenrech-
volledige en de werkelijk toegekende indexatie. Voor de pre-
ten en pensioenaanspraken aan te passen. De indexatie in
mievrije deelnemers en de gepensioneerden is deze specifi-
een jaar is voorwaardelijk en is afhankelijk van een vastge-
catie in de volgende tabel opgenomen.
stelde matrix gebaseerd op de hoogte van de dekkingsVerstrekte indexaties
datum
verstrekte toeslag
niet verstrekte toeslag
inhaal toeslag
01-01-2009
3,00%
01-01-2008
1,00%
1,09%
01-01-2007
1,50%
0,30%
01-01-2006
1,00%
0,55%
01-01-2005
1,09%
pgb Jaarverslag 2008
pag. 63
Jaarrekening 2008
In miljoenen euro’s
9. Voorziening voor risico deelnemers 31 december 2008
31 december 2007
5
1
5
4
5
Stand 1 januari Wijziging voorziening voor risico deelnemers inzake pensioensparen Stand per 31 december
In miljoenen euro’s
10. Overige schulden en overlopende passiva Toelichting
31 december 2008
31 december 2007
Derivaten
10.1
170
317
Beleggingscrediteuren
10.2
33
17
5
5
3
Belastingen en premies sociale verzekeringen Waardeoverdrachten Garantieregeling pensioensparen Overige schulden Stand 31 december
1 14
4
223
346
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
In miljoenen euro’s
10.1 Derivaten
Valutaderivaten Aandelenderivaten
31 december 2008
31 december 2007
115
9
5
Rentederivaten
29
307
Overige derivaten
1
153
313
16
4
1
170
317
Liquide middelen Nog te betalen Stand 31 december
Per balansdatum zijn in het kader van derivaten door het fonds zekerheden gesteld ter waarde van 12 (v.j. 201).
pgb Jaarverslag 2008
pag. 64
Jaarrekening 2008
In miljoenen euro’s
10.2 Beleggingscrediteuren
31 december 2008
31 december 2007
Nog te betalen c.q. vooruit ontvangen
33
15
Overige
2
33
17
RISICOBEHEER EN DERIVATEN
beschikbare risicobudget. Binnen deze risicobegrenzing en voor de hieruit voortvloeiende toegestane percentages kun-
Beleid en risicobeheer
nen min of meer illiquide en alternatieve beleggingen voor
Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten
meer diversificatie en rendement zorgen.
ten behoeve van het beheersen van de risicos. Deze
Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik
beleidsinstrumenten betreffen: ■ beleggingsbeleid ■ premiebeleid ■ indexatiebeleid ■ de pensioenregeling
gemaakt van derivaten. De alternatieve beleggingen van het fonds bestaan in het verslagjaar uit commodities, infrastructuur en hedge funds. In de portefeuille is hiervoor 9% ingeruimd. Onder andere door het innemen van deze posities wordt een grotere spreiding en een beter rendement/risicoprofiel van de totale portefeuille bereikt.
De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten
Inzake premie, indexatie- en beleggingsbeleid werd in 2008
ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markt-
de volgende beleidsstaffel gehanteerd:
en. Daarbij wordt onder meer gebruikgemaakt van ALM-studies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenarios. De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in het jaarlijks door het bestuur vast te stellen beleggingsplan als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. Het beleggingsplan geeft normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn gericht, samen met de beleggingsrichtlijnen, op het beheersen van de hierna volgende belangrijkste (beleggings)risicos. Het beleggingsplan geeft percentages, met bandbreedtes, voor de verschillende beleggingsonderdelen. Hierbij is rekening gehouden met het bij de heersende dekkingsgraad
pgb Jaarverslag 2008
pag. 65
Jaarrekening 2008
Beleidsstaffel inzake premie, indexatie- en beleggingsbeleid 2008
Bij een dekkingsgraad van:
Kan de premie als volgt vastgesteld worden:
vanaf 150%
17,00%
van 140% tot 150%
17,00%
Kan er als volgt een toeslag worden verleend:
Kan de beleggingsmix er als volgt uitzien:
Is het risico dat bij beleggingen gehanteerd mag worden:
100% grafimedialoon-
51% aandelen
hoger
index + inhaaltoeslag
12,5% onroerende zaken
100% prijsinflatie
51% aandelen 12,5% onroerende zaken
van 130% tot 140%
17,50%
80% prijsinflatie
40% aandelen 12,5% onroerende zaken
van 115% tot 130%
18,00%
40% prijsinflatie
31% aandelen 12,5% onroerende zaken
van 105% tot 115%
19,50%
0%
22% aandelen 11% onroerende zaken
lager
Toelichting: Het premie-, indexatie- en beleggingsbeleid van het fonds hangt nauw samen met de ontwikkeling van de dekkingsgraad. Met deze richtlijn kan door het bestuur goed worden ingespeeld op de, als gevolg van het FTK, gewijzigde omstandigheden. Werkgevers en deelnemers krijgen op grond van de richtlijn bovendien meer zicht op de mogelijke ontwikkelingen met betrekking tot de premiestelling en/of indexatie. Het bestuur besluit afhankelijk van de beschikbare middelen.
In 2009 is deze beleidsstaffel op basis van een nieuwe ALMstudie gewijzigd. Het beleidskader ziet er nu als volgt uit:
Bij een dekkingsgraad van:
kan de volgende toeslag worden verleend:
Boven 150% dekkingsgraad:
volledige prijsindexatie en inhaalindexatie*
Boven 140% dekkingsgraad:
volledige prijsindexatie zonder maximum
Van 130% tot 140% dekkingsgraad:
volledige prijsindexatie met een maximum van 4%
Van 120% tot 130% dekkingsgraad:
pro-rata prijsindexatie met een maximum van 4%
Tot 120% dekkingsgraad:
geen indexatie
* Als alle inhaalindexatie is verstrekt kan overwogen worden een premiekorting toe te passen.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 66
Jaarrekening 2008
Bij het premie- en beleggingsbeleid wordt niet meer gewerkt
Grafiek ontwikkeling dekkingsgraad van maand tot maand:
met een beleidsstaffel. In principe wordt gewerkt met een vaste kostendekkende premie. Bij het beleggingsbeleid
Ontwikkeling dekkingsgraad PGB 2008
wordt uitgegaan van een principe verdeling van 1/3 zakelijke waarden, 1/3 vastrentende waarden en 1/3 overige beleggingen (vastgoed, infrastructuur, hedge funds en commodities). Solvabiliteitsrisico Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risicos. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het belangrijkste risico voor het fonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over
De dekkingsgraad is zo sterk gedaald door enerzijds de
voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplich-
forse daling van de beurskoersen als gevolg van de krediet-
tingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van
crisis en anderzijds de daling van de rente waardoor de con-
algemeen geldende normen zoals deze door de toezicht-
tante waarde van de verplichtingen toenam.
houder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het fonds de premie moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele indexatie van opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen moet verminderen. Dekkingsgraad De aanwezige dekkingsgraad heeft zich als volgt ontwikkeld: Dekkingsgraad
Dekkingsgraad per 1 januari Dekkingsgraad per 31 december
2008
2007
148,40% 96,90%
136,60% 148,40%
pgb Jaarverslag 2008
pag. 67
Jaarrekening 2008
Opstelling FTK voorziening Het tekort/surplus op FTK-grondslagen is als volgt: 31 december 2008
31 december 2007
8.480
6.577
S1 Renterisico
330
299
S2 Risico zakelijke waarden
942
957
Voorziening pensioenverplichtingen (FTK-waardering)
(a)
Buffers:
S3 Valutarisico
57
S4 Grondstoffenrisico
30
46
S5 Kredietrisico S6 Verzekeringstechnisch risico Diversificatie-effect
Totaal S (vereiste buffers) Vereist eigen vermogen (art. 132 Pensioenwet)
69
31
238
185
495
366
(b)
1.171
1.152
(a+b)
9.651
7.729
8.211
9.759
1.440
2.030
Aanwezig vermogen (totaal activa schulden = pensioenvermogen) Tekort resp. surplus
Het pensioenfonds heeft ter afdekking van risicos bepaalde
Prijsrisico
derivatencontracten afgesloten. Hiermee is bij het bepalen
Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ont-
van de vereiste buffers op de volgende wijze rekening
wikkeling van marktprijzen dat veroorzaakt wordt door fac-
gehouden: De positie per ultimo 2008 in rentederivaten is
toren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitge-
gebruikt om de totale netto positie wat betreft het renterisico
vende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggin-
te berekenen. Bij de berekening van de buffers past het
gen worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waar-
pensioenfonds de standaardmethode toe. Voor de samen-
dewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten
stelling van de beleggingen 2008 wordt uitgegaan van de
worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandig-
actuele asset mix (2007: strategische asset mix in de even-
heden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijs-
wichtssituatie).
risico kan worden gemitigeerd door diversificatie. In aanvulling hierop kan het prijsrisico worden gehedged door het
Marktrisico
gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten),
Marktrisico omvat de kans op verlies of winst op de waarde
zoals opties en futures.
van de beleggingen en omvat het prijs(koers)risico, valutarisico en het renterisico. De strategie van het fonds met betrekking tot het marktrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen en wordt op dagelijkse basis op hoofdlijnen beheerst door respectievelijk diversificatie, 100% strategische afdekking van het valutarisico en in belangrijke mate het afdekken van het renterisico, in overeenstemming met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De overall-marktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 68
Jaarrekening 2008
De segmentatie van vastgoed naar sectoren is als volgt: Sector
31 december 2008
31 december 2007
%
%
Kantoren
60
7
61
8
Winkels
69
8
73
10
Woningen Participaties in vastgoedmaatschappijen
Nog te ontvangen
2
21
3
83
574
79
847
100,00
729
100,00
1
Liquide middelen Nog te betalen
19 699
Balanswaarde
34
2
846
763
De segmentatie van vastgoed naar regio is als volgt: Regio
Europa ex UK
31 december 2008
31 december 2007
%
%
755
89
619
85
UK
39
5
51
7
North America
28
3
16
2
6
1
12
2
19
2
31
4
847
100
729
100
Japan Pacific ex Japan
Nog te ontvangen
1
Liquide middelen
34
2
846
763
Nog te betalen Balanswaarde
pgb Jaarverslag 2008
pag. 69
Jaarrekening 2008
De aandelenportefeuille kan als volgt worden toegelicht: Sector
31 december 2008
31 december 2007
Overheidsinstellingen Financiële instellingen Handel en industriële bedrijven
330
591
1.205
1.992
Serviceorganisaties
377
504
Andere instellingen
886
1.209
2.798
4.296
54
14
2.852
4.310
31 december 2008
31 december 2007
Overige vorderingen en schulden
Regio
% Europa ex UK
1.097
UK
%
43
1.461
34
179
6
301
7
1.199
40
1.907
44
Japan
206
7
413
10
Pacific ex Japan
117
4
210
5
4
2.798
100
4.296
100
North America
Emerging markets
Nog te ontvangen
65
5
Liquide middelen
52
84
Nog te betalen
Balanswaarde
pgb Jaarverslag 2008
63 2.852
pag. 70
75 4.310
Jaarrekening 2008
Valutarisico
Het strategisch beleid van het fonds is om alle vreemde
Valutarisico is het risico dat de waarde van een belegging
valutaposities af te dekken, waarbij een tactische beleids-
wijzigt als gevolg van veranderingen in valutakoersen.
ruimte aanwezig is van 10% van de totale portefeuille-
Met het beleggen in vreemde valuta wordt een valutarisico
waarde. Per ultimo jaar was voor 99,7% (v.j. 98 %) afgedekt
genomen daar de verplichtingen in euro luiden. Het totaalbe-
naar de euro.
drag dat buiten de euro wordt belegd bedraagt ultimo jaar circa 42% (v.j. 57%) van de beleggingsportefeuille. De
Per einde boekjaar is de waarde van de uitstaande valutater-
belangrijkste vreemde valuta daarin zijn in procenten: USD
mijncontracten 199 (v.j. 266). Het valutarisico wordt in
68%, JPY 10% en GBP 7% (v.j. USD 60%, JPY 11% en
onderstaande tabel weergegeven.
GBP 9%). De beleggingen in vreemde valuta (exclusief voorbeleggingen en liquide middelen) kunnen per categorie als volgt worden gespecificeerd:
31 december 2008 Vastgoedbeleggingen
31 december 2007
128
113
Aandelen
2.186
3.312
Vastrentende waarden
1.097
2.087
135
222
3.546
5.734
Overige
De valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten (exclusief voorbeleggingen en liquide middelen) is als volgt weer te geven:
Voor
Euro (EUR)
31 december 2008 Valuta Netto positie derivaten (na)
6.575
3.748
31 dec. 2007 Netto positie (na)
10.323
9.605
Britse pond (GBP)
258
301
43
Japanse yen (JPY)
358
398
40
2.502
100
92
348
180
354
199
10.320
10.060
Amerikaanse dollar (USD) Overige
2.402 528 10.121
21
12
Een restrisico betreft de categorie overige valuta; deze valuta betreffen valuta in opkomende markten en/of hebben een positieve correlatie met de USD.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 71
Jaarrekening 2008
Renterisico Het renterisico is impliciet het risico dat het saldo van de waarden van de beleggingsportefeuille in vastrentende waarden en van de pensioenverplichtingen verandert als gevolg van veranderingen in de marktrente. Hieruit volgt het expliciete renterisico op de dekkingsgraad, voortkomend uit de duration mismatch tussen de beleggingsportefeuille en de pensioenverplichtingen. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration is de (met de contante waarde van de kasstromen) gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren.
balanswaarde in miljoenen euro’s
31 december 2008
31 december 2007
Duration van de vastrentende waarden (voor derivaten)
6.002
8,0
6,2
Duration van de vastrentende waarden (na derivaten)
6.398
15,6
13,4
Duration van de (nominale) pensioenverplichtingen
8.480
16,7
14,9
Op de balansdatum is de duration van de beleggingen lager
een lange rente, vergelijkbaar met de kasstroom van een
dan de duration van de nominale verplichtingen. Er is der-
langlopende obligatie en betaalt daarvoor een variabele
halve sprake van een zekere vorm van duration-mismatch.
korte rente (bijvoorbeeld 3-maands Euribor). Hierdoor wordt
Dit betekent dat bij een rentestijging de waarde van beleg-
de duration-mismatch verkleind, maar het fonds wordt wel
gingen minder snel daalt dan de waarde van de verplicht-
afhankelijk van de ontwikkeling van de korte rente die het
ingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur),
pensioenfonds aan de tegenpartij betaalt. Met een swaption
waardoor de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een rentedaling
kan het pensioenfonds tijdelijk het risico van een rentedaling
zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan
afdekken. Hiervoor betaalt het fonds een premie. Daar staat
de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkings-
tegenover dat bij een rentestijging de waarde van de swap-
graad daalt.
tion 0 kan worden, maar niet negatief. Bij repotransacties is er sprake van gedekt lenen, waarbij zoals bij renteswaps een
Het fonds voert een actief beleid ten aanzien van de dura-
vaste rente (over de effecten) ontvangen wordt en een varia-
tion-mismatch. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het
bele financieringsrente betaald wordt. Bij het afsluiten van
kopen van meer langlopende obligaties in plaats van aande-
een swap, swaption en repo kunnen dus mismatchrisicos
len (verondersteld wordt dat aandelen een duration van nul
worden afgedekt en worden nieuwe risicos geïntroduceerd
hebben), binnen de portefeuille kortlopende obligaties ver-
die gepaard gaan met dit soort instrumenten (zoals liquidi-
vangen door langlopende obligaties of door middel van het
teit-, tegenpartij- en juridisch risico). Deze risicos worden
toepassen van renteswaps, swaptions of repos. Bij een ren-
onder meer afgedekt door het stellen van collateral en het
teswap wordt een vaste lange rente geruild tegen een varia-
afsluiten van contracten.
bele korte rente. Het pensioenfonds ontvangt in dit geval
pgb Jaarverslag 2008
pag. 72
Jaarrekening 2008
De samenstelling van de vastrentende waarden naar looptijd is als volgt:
Looptijd
31 december 2008
31 december 2007
%
%
Resterende looptijd < 1 jaar
1.032
17
1.192
24
Resterende looptijd 1 < > 5 jaar
1.304
22
1.201
25
Resterende looptijd > 5 jaar
3.666
61
2.462
51
6.002
100,00
4.855
100,00
Overige vorderingen en schulden
2.232
3.770
404 4.451
De rentepositie van de vastrentende waarden voor en na afdekking met renteswaps is als volgt weer te geven:
voor
Euro (EUR) Overige vorderingen en schulden
6.002
rente swaps
netto positie 31-12-2007 (na)
2.148
1.557
3.854
2.232 3.770
netto positie 31-12-2008 (na)
2.232
3.854
84
404 1.153
Kredietrisico
Beheersing vindt plaats door diversificatie, het stellen van
Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het
transactie- en positielimieten voor tegenpartijen, het stellen
fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van
van limieten voor de kredietbeoordeling van de portefeuilles
tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen
en tegenpartijen, het vragen van extra zekerheden zoals
heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen
onderpand en het hanteren van prudente verstrekkingsnor-
die obligatieleningen uitgeven, banken waar depositos wor-
men. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het
den geplaatst, marktpartijen waarmee over the counter
fonds enkel belegd in markten waar een voldoende
(OTC)-derivatenposities worden aangegaan.
betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onder-
Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kre-
zoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied. Met betrek-
dietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het
king tot niet-beursgenoteerde beleggingen, met name OTC-
risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aange-
derivaten, wordt door het fonds enkel gewerkt met tegen-
gaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten
partijen waarmee ISDA/CSA-overeenkomsten zijn afgesloten
waardoor het fonds financiële verliezen lijdt.
zodat posities van het fonds adequaat worden afgedekt door onderpand.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 73
Jaarrekening 2008
In de onderstaande tabel wordt de verdeling van de vastrentende beleggingen naar sector weergegeven:
Sector
31 december 2008
31 december 2007
Overheidsinstellingen
3.704
2.154
Financiële instellingen
1.326
2.032
235
259
Serviceorganisaties
67
147
Andere instellingen
670
263
6.002
4.855
Handel en industriële bedrijven
Overige vorderingen en schulden
2.232
404
3.770
4.451
31 december 2008
31 december 2007
5.627
4.155
87
92
Andere emerging markets
170
276
Overige
118
332
6.002
4.855
De verdeling naar regio is weergegeven in onderstaande tabel:
Regio Mature markets BRIC landen (belangrijkste emerging markets)
Overige vorderingen en schulden
2.232 3.770
pgb Jaarverslag 2008
pag. 74
404 4.451
Jaarrekening 2008
Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven:
31 december 2008
31 december 2007
% AAA AA A
%
2.950
49
1.839
38
644
11
793
16
1.276
21
1.233
25
BBB
491
8
532
11
BB
104
2
135
3
B
294
5
142
3
Geen rating, of lager dan B
243
4
181
4
6.002
100
4.855
100
404
4.451
100
Totaal Overige vorderingen en schulden
2.232 3.770
100
De lagere ratings betreffen voornamelijk de high yield en
inkomsten zoals premies. Inzake het liquiditeitsrisico kan
emerging markets portefeuilles, waarvan de normportefeuil-
worden gemeld dat de som van de volgende onderdelen het
les 16% uitmaken van de totale vastrentende portefeuille.
liquiditeitsrisico afdekt: ■ Ultimo 2008 zijn er voldoende beleggingen die onmiddellijk, zonder direct waardeverlies te leiden, te gelde kunnen worden gemaakt om een eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren. ■ De inkomende premies in het boekjaar. ■ Aflossingen en rente op vastrentende waarden, dividenden, huur. ■ Het saldo aan liquide middelen.
Het overzicht is voorts exclusief de kredietderivaten, welke per saldo gedeeltelijk bescherming bieden aan de onderliggende credits in de portefeuille. Inzake concentratie van risicos kan worden gemeld dat ultimo 2008 sprake is van beleggingen in een individuele tegenpartij groter dan 2%. Zie ook in de paragraaf met betrekking tot concentratierisico. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of
Verzekeringtechnische risico’s (actuariële risico’s)
niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet
De belangrijkste actuariële risicos zijn de risicos van langle-
in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet
ven, overlijden en arbeidsongeschiktheid.
aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risico-
Het langlevenrisico is het belangrijkste verzekeringstechni-
componenten vooral de langere termijn betreffen (solvabili-
sche risico. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers lan-
teit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan
ger blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de
worden beheerst door in het strategische en tactische
bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Als
beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de
gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermo-
liquiditeitsposities. Er moet eveneens rekening worden
gen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door
gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere
toepassing van AG-overlevingstafels 2000-2005 met ade-
pgb Jaarverslag 2008
pag. 75
Jaarrekening 2008
quate correcties voor ervaringssterfte is het langlevenrisico
In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden
nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de
als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt.
pensioenverplichtingen.
Concentratierisicos kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regios, economische sectoren of
Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van
tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sector-
overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toeken-
gebonden is, kan door deze sectorconcentratie een ver-
nen waarvoor door het fonds geen voorzieningen zijn getrof-
hoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector wor-
fen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Door
den aangehouden is sprake van een cumulatief concentra-
de methode en soort grondslagen is hiermee in de grondsla-
tierisico.
gen voldoende rekening gehouden. Overigens beperken concentratierisicos zich niet uitsluitend Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het
tot de beleggingen.
fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit en het toekennen van een arbeidsongeschikt-
Operationeel risico
heidspensioen (schadereserve). Voor dit risico wordt jaar-
Operationeel risico is het risico van een onjuiste afhandeling
lijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tus-
van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het
sen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt
verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke
via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de
risicos worden door het fonds beheerst door het stellen van
risicopremie worden periodiek herzien.
hoge kwaliteitseisen aan de uitvoeringsorganisatie GBF. Het niveau van de dienstverlening is vastgelegd in een zoge-
Indexatierisico (actuariële risico’s)
naamde SLA (Service Level Agreement). Op basis van perio-
Het bestuur van het fonds heeft de ambitie om de pensioe-
dieke rapportages wordt de kwaliteit van de dienstverlening
nen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gereali-
door het bestuur getoetst.
seerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente, rendement, looninflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opge-
Aanvullend toont GBF met een SAS 70 (Statement on Audi-
merkt dat de indexatietoezegging voorwaardelijk is.
ting Standard no. 70)-verklaring aan dat zij de operationele
De zogenaamde reële dekkingsgraad geeft zicht op de mate
risicos van de uitvoering van de pensioenregeling op een
waarin kan worden geïndexeerd (ook wel aangeduid als de
adequate wijze beheerst. Er zijn 2 typen verklaringen. Een
indexatieruimte). Voor het bepalen van de reële dekkings-
type I-verklaring houdt in dat de beheersmaatregelen en de
graad worden onvoorwaardelijke nominale pensioenver-
beheersstructuur in opzet en bestaan aanwezig en adequaat
plichtingen verdisconteerd tegen een reële, in plaats van de
zijn. Een type II-verklaring, met een geldigheid van maximaal
nominale rentetermijnstructuur. Gegeven de huidige finan-
1 jaar, geeft aan dat de accountant heeft vastgesteld dat
ciële situatie is in dit jaarverslag alleen de nominale dek-
door de beheersmaatregelen de beheersdoelstellingen ook
kingsgraad vermeld.
daadwerkelijk worden bereikt. In oktober 2008 heeft GBF de SAS 70 type II-verklaring ontvangen over de periode 1 okto-
Concentratierisico
ber 2007 tot en met 30 juni 2008. Hieruit blijkt in welke mate
Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentra-
de GBF haar beheersdoelstellingen heeft gerealiseerd. Onder
tierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moe-
de scope van de verklaring vallen de processen inzake
ten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde
beleggingen, bestuursondersteuning en pensioenbeheer.
debiteur worden gesommeerd. Als grote post wordt aange-
Vanaf 2009 zal deze verklaring jaarlijks gevraagd worden.
merkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt. Per 31 december 2008 is hier sprake van bij de
Systeemrisico
staatsobligaties in achtereenvolgens Spanje (4,6%), Italië
Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële
(6,6%), Frankrijk (12,6%) en Nederland (4,9%).*
systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor sommige beleggingen niet langer
*
Bij de bepaling van de grote posten is rekening gehouden met de aankoop van staatsobligaties in het kader van renterisico-reductieprogramma.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 76
verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde
Jaarrekening 2008
kunnen verliezen. Dit risico heeft zich het afgelopen jaar gemanifesteerd. Net als voor andere marktpartijen is dit risico voor het fonds moeilijk beheersbaar. Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt tevens gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt, dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te bevinden. Het fonds gebruikt derivaten hoofdzakelijk om de hiervoor vermelde vormen van marktrisico zo veel mogelijk af te dekken. Een van de belangrijkste risicos bij derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met te goeder naam en faam bekend staande partijen. Bovendien geldt dat zoveel mogelijk wordt gewerkt met onderpand. Gebruik kan worden gemaakt van onder meer de volgende instrumenten: Futures: dit zijn standaard beursgenoteerde instrumenten waarmee snel posities kunnen worden gewijzigd. Futures worden gebruikt voor het tactische beleggingsbeleid. Tactisch beleggingsbeleid is slechts zeer beperkt mogelijk binnen de grenzen van het strategische beleggingsbeleid. Valutatermijncontracten: dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisicos afgedekt. Swaps: dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan het fonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 77
Jaarrekening 2008
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2008:
Type contract
Expiratiedatum
Onderliggend
Contractomvang
Actuele waarde activa
Actuele waarde passiva
in miljoenen euros
in miljoenen euros
in miljoenen euros
Futures
2009
Obligaties
770
Forward
2009
AUD
97
4
1
2009
CAD
26
11
8
2009
CHF
105
1
5
2009
CZK
1
2009
GBP
330
69
31
2009
HKD
31
5
2009
JPY
474
22
7
2009
NOK
15
2
2009
SEK
47
4
1
2009
SGD
15
1
2009
TRL
2
2009
USD
2.611
195
62
2009
ZAR
20
Geschreven opties
2009
Swaps Euro
1.300
5
Intrest rate swaps
2016 t/m 2026
Euro
1.200
47
2035 t/m 2038
Euro
2.174
152
10
2057
Euro
40
14
2010 t/m 2012
JPY
310
5
2012
USD
129
16
2036
USD
1
2009
Equity
58
3
Equity swaps Equity swaps Credit default swaps
2018
Equity
90
9
t/m 2017
Obligaties USD
144
13
550
153
Nog te ontvangen
3
Liquide middelen
16
Nog te betalen
1
553
170
pgb Jaarverslag 2008
pag. 78
Jaarrekening 2008
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2007:
Type contract
Futures Forward
Gekochte opties Geschreven opties
Intrest rate swaps
Equity swaps
Expiratiedatum
Onderliggend
Contractomvang
Actuele waarde activa
Actuele waarde passiva
in miljoenen euros
in miljoenen euros
in miljoenen euros
2008
Commodities
33
2008
Obligaties
287
2008
AUD
156
5
2008
CAD
43
1
2008
CHF
172
1
2008
CZK
4
2008
GBP
518
41
2008
HKD
74
3
2008
JPY
660
5
2008
MYR
1
2008
NOK
57
2008
SEK
227
6
2008
SGD
29
2008
TRL
20
1
2008
USD
3.520
204
2008
ZAR
36
1
2008
Aandelenindex
1
15
2008
Swaps Euro
360
7
2008
Commodities
7
4
2008
Swaps USD
170
2008
Forward USD
93
1
2012 t/m 2026
Euro
750
49
2027 t/m 2057
Euro
2.050
2008 t/m 2012
JPY
276
3
2022
USD
178
1
2023 t/m 2036
USD
44
4
266
2018
Obligaties Euro
90
5
Credit default swaps
t/m 2012
Obligaties USD
239
5
Credit default swaps
t/m 2016
Obligaties Euro
720
8
297
313
4
297
317
Liquide middelen
Intrest rate swaps
pgb Jaarverslag 2008
pag. 79
Jaarrekening 2008
Per balansdatum zijn in het kader van derivaten door het
Overnameverplichtingen
fonds zekerheden ontvangen voor een bedrag van 523 (v.j.
Per balansdatum heeft PGB de verplichting tot het overne-
167).
men van de Stichting Pensioenfonds Wifac. De Stichting Pensioenfonds Wifac zal worden geliquideerd en alle activa
Het fonds heeft in 2008 deelgenomen aan een security len-
en passiva zullen aan PGB worden overgedragen. Op basis
ding program. Het laatste contract is per 31 december
van de voorlopige jaarrekening van de Stichting Pensioen-
2008 beëindigd. Het fonds heeft voor het tijdelijk uitlenen
fonds Wifac per 31 december bedraagt de over te dragen
van effecten een bedrag ontvangen van 3,9 (v.j. 4).
waarde 35 miljoen. Hiervan is begin 2009 ruim 34 miljoen ontvangen. Het restant zal na de afronding van de liquidatie worden afgewikkeld. De pensioenverplichtingen op
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
basis van PGB grondslagen bedragen 38 miljoen. Ter Investeringsverplichtingen
overbrugging van het verschil in dekkingsgraad wordt door
Vooruitlopend op verwachte inkomende kasstromen bestaan
PGB aan Wifac Holding een lening van 1 miljoen verstrekt
er per balansdatum de volgende investerings- en stortings-
met een looptijd van 10 jaar.
verplichtingen (zogenaamde voorbeleggingen): Verbonden partijen
Vastgoed Infrastructuur
31-12-2008
31-12-2007
85
89
141
226
89
Deze verplichtingen zullen naar verwachting in het volgende
Identiteit van verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen de verbonden partijen: tussen het fonds, de aangesloten ondernemingen en hun bestuurders. Transacties met bestuurders De beloning van bestuurders is conform de vergoedingsregeling. Er zijn geen leningen verstrekt aan, noch is er sprake van vorderingen op (voormalige) bestuurders.
boekjaar nagenoeg geheel worden afgewikkeld.
Overige transacties met verbonden partijen Inzake de uitvoeringsovereenkomst tussen pensioenfonds en werkgever met betrekking tot de financiering van de aanspraken en de uitvoering van de pensioenregeling dienen beiden zorg te dragen voor de verplichtingen die voortvloeien uit de grafimedia-cao en het Pensioenreglement. De uitvoeringsorganisatie GBF verricht haar werkzaamheden in een kantoorgebouw, welke in huur is van PGB. Het kantoorgebouw is op 31 december 2008 gewaardeerd op 6 tegen een jaarlijkse huurprijs van 509.000 (2009).
pgb Jaarverslag 2008
pag. 80
Jaarrekening 2008
In miljoenen euro’s
Toelichting op de staat van baten en lasten
11. Premiebijdragen (van werkgever en werknemers)
Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de premie te dempen. Dit gebeurt door een rente te hante-
2008
2007
ren van 4,25%. Per jaar zal de werkelijke rente hiervan afwijken.
Werkgeversgedeelte
108
97
Werknemersgedeelte
64
56
De op te geven Kostendekkende premie (KDP), conform art. 130 Pensioenwet, fluctueert ook met de rente.
172
153
De vastgestelde KDP op basis van 4,25% bedraagt 16% van de pensioengrondslag (PG). Rekening houdend met een De totale bijdrage van werkgever en werknemers bedraagt
rente van 3,55% ultimo 2008 (rente waarop de VPV bere-
17,0% (v.j. 17,5%) van de pensioengrondslag. De kosten-
kend is), komt de KDP op 18,8%. Ten opzichte van de
dekkende, gedempte en feitelijke premie volgens artikel 130
beginstand 2008, met een rente van 4,85%, komt de KDP
van de Pensioenwet zijn als volgt:
op 13,6%. Het effect van demping dient over een langere periode (art. 2008
2007
Kostendekkende premie
139
101
Feitelijke premie
172
153
Gedempte premie
162
153
128 PW) zodanig prudent te zijn dat (ten minste) de aangroei van de VPV voor pensioeninkoop gefinancierd is met de KDPs in die periode. 12. Premiebijdragen risico deelnemers In 2007 is het product pensioensparen geïntroduceerd. Bij dit product belegt de deelnemer in het totale belegde ver-
De verschillen tussen de kostendekkende premie, de feite-
mogen van PGB en krijgt een vergoeding op basis van het
lijke premie en de gedempte premie zijn het gevolg van een
door PGB behaalde beleggingsrendement waarna 1% in
gehanteerde veiligheidsmarge.
mindering wordt gebracht ter dekking van kosten. Daar
PGB hanteert een systeem voor vaststelling van de jaarlijkse
slechts in het totale vermogen kan worden belegd zijn de
inkoop van pensioen waarbij pas in het volgende boekjaar
bepalingen t.a.v. zorgplicht niet van toepassing. Het totale
vastgesteld kan worden wat de werkelijke bedragen zijn.
belegde vermogen voor rekening van de deelnemers is nog
Met andere woorden, in het boekjaar werkt PGB met een
zeer beperkt. Het saldo is grotendeels in 2007 ingelegd. Het
schatting.
ingelegde saldo in 2008 is gering.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 81
Jaarrekening 2008
13. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds De 16 fee voor de externe managers aandelen was in jaarrekening 2007 opgenomen onder de post directe beleggingsopbrengsten aandelen en is in de jaarrekening 2008 onder kosten vermogensbeheer verantwoord. De vergelijkende cijfers 2007 van de posten directe beleggingsopbrengsten aandelen en kosten van vermogensbeheer zijn beide met 16 aangepast.
2008
Directe beleggingsopbrengsten
Indirecte beleggingsopbrengsten
Kosten van vermogensbeheer
Totaal
Vastgoedbeleggingen
34
146
2
114
Aandelen
96
1.818
16
1.738
210
197
1
91
2
Vastrentende waarden Derivaten
Overige beleggingen
2007
8 1
18
333
2.088
Directe beleggingsopbrengsten
Indirecte beleggingsopbrengsten
12 81
17
21
1.776
Kosten van vermogensbeheer
Totaal
Vastgoedbeleggingen
30
28
1
Aandelen
88
1
18
271
1
1
154
1
152
5
50
55
21
269
Vastrentende waarden
206
Derivaten
Overige beleggingen
328
14. Beleggingsresultaten risico deelnemers De vergoeding over het spaarsaldo is per definitie gelijk aan de beleggingsperformance van PGB onder aftrek van 1% kosten.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 82
38
57 71
66
Jaarrekening 2008
dexatie en vervolgens naar indexatie op basis van de loonin-
15. Overige baten
dex en eventueel premiekorting. Ook deze indexering heeft 2008
2007
FVP bijdragen
8
8
18. Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen
Vrijwillige premies (ANW hiaat)
4
3
De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 3,55% (v.j.
Compensatie dekkingsgraad i.v.m. waardeovername
96
14
Andere baten
9
108
34
een voorwaardelijk karakter.
4,85%), zijnde de gewogen rentes uit de rentetermijnstructuur volgens DNB. 19. Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitkeringen Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf
16. Pensioenopbouw
actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pen-
Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel bere-
sioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname
kende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op
van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten
de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslag-
behoeve van de financiering van de uitkeerbare pensioenen
jaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en
van de verslagperiode.
nabestaandenpensioen. Verder is hierin begrepen het effect van de individuele salarisontwikkeling.
20. Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitvoeringskosten
17. Indexering en overige toeslagen
Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder
De ambitie voor toeslagverlening is om pensioenrechten en
excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opge-
pensioenaanspraken jaarlijks aan te passen aan de procen-
nomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder
tuele stijging van de geschoonde prijsindex, zoals vastge-
dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het
steld door het CBS. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in
bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de
hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden
kosten van de verslagperiode.
aangepast. 21. Wijziging voorziening pensioenverplichtingen Met ingang van 1 januari 2009 heeft er geen indexatie van (vorig boekjaar 1,00%) plaatsgevonden. In 2008 heeft voor
21.1 Wijziging marktrente
de deelnemers PGB en PCM een inhaalindexatie (jaar 2004)
Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de
van 1,09% respectievelijk 0,6% plaatsgevonden gegeven de
technische voorzieningen herrekend door toepassing van de
stand per 31 december 2007.
actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering
De voorwaardelijke toeslagverlening wordt gefinancierd uit
van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het
overrendementen. De premie bevat dus geen opslag voor
hoofd wijziging marktrente.
toeslagverlening. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige toeslagen.
21.2 Wijziging overige actuariële uitgangspunten Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden
Verder is in de Beleidsstaffel als uitgangspunt gehanteerd
beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de bereke-
dat bij een dekkingsgraad tussen de ondergrens (dekkings-
ning van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen.
graad van 105%) en de streefgrens (dekkingsgraad van
Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actua-
140%) getracht wordt gedeeltelijke toeslagverlening te reali-
riële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking
seren.
van veronderstellingen ten aanzien sterfte, langleven en arbeidsongeschiktheid, met werkelijke waarnemingen zowel
Bij een dekkingsgraad van meer dan 150% zal in eerste
voor de gehele bevolking als voor de populatie van het
instantie gekeken worden naar nog openstaande inhaalin-
fonds.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 83
Jaarrekening 2008
De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening
23. Pensioenuitvoeringskosten
voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen
2008
2007
8
6
8
6
door het bestuur van het fonds. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat
Administratiekostenvergoeding
de actuariële uitgangspunten worden herzien. 21.3 Overige wijzigingen in de voorziening voor pensioenverplichtingen
Overeenkomstig artikel 96 van de Pensioenwet wordt vermeld dat het pensioenfonds in het afgelopen jaar geen 2008
2007
Sterfte
9
19
Arbeidsongeschiktheid
2
Resultaat op kanssystemen:
Mutaties Overdracht van rechten Overig
24. Saldo-overdracht van rechten 5 1
229
Inkomende waardeoverdrachten
28
Uitgaande waardeoverdrachten
288
23
2008
2007
196
176
66
61
Wezenpensioen
1
1
Premierestitutie/ afkoopsommen
2
2
11
7
276
247
Nabestaandenpensioen (partnerpensioen)
Vervroegd pensioen
2008
20
22. Pensioenuitkeringen
Ouderdomspensioen
dwangsommen en boetes zijn opgelegd.
2007
249
16
80
18
Kasstroom (A)
233
62
Toevoeging aan de voorziening voor pensioenverplichtingen
244
70
Onttrekking aan de voorziening voor pensioenverplichtingen Mutatie voorziening pensioenverplichtingen (B) Resultaat overdracht van rechten (A-B)
15
229
4
7
63
1
Waardeoverdracht betreft de ontvangst van of overdracht aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe werkgever van de contante waarde
De indexatie van de uitkeringen per 1 januari 2008 zoals
van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot
vastgesteld door het bestuur bedraagt 2,09% (v.j. 1,5%).
de ontslagdatum zijn opgebouwd.
De post Afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan 417,74 (v.j. 400) per jaar.
De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra aanspraken op pensioen.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 84
Jaarrekening 2008
Honoraria accountant
KPMG Accountants N.V. 2008
Overig KPMG netwerk 2008
Totaal KPMG 2008
in duizenden euros
in duizenden euros
in duizenden euros
Controle van de jaarrekening
25
25
Overige controleopdrachten
23
23
Belastingadvies Andere niet-controlediensten Totaal
48
Personeelsleden De werkzaamheden worden verricht door werknemers die in dienst zijn bij de uitvoeringsorganisatie GBF. Bezoldiging bestuurders De bezoldiging voor de bestuurders tezamen bedraagt 79.000 (v.j. 39.000). Belastingen De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.
Vastgesteld in de op 18 juni 2009 gehouden vergadering van het bestuur.
Voorzitters: drs. R Degenhardt F. de Haan
pgb Jaarverslag 2008
Secretarissen: L.J. Hoogenboom R. Leloux
pag. 85
26
26
26
74
Voorwoord
pgb Jaarverslag 2008
pag. 86
Overige gegevens
Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het fonds. Het saldo is toegevoegd (onttrokken) aan de balanspost Stichtingskapitaal en reserves. Gebeurtenissen na balansdatum Op 31 maart 2009 heeft PGB een korte- en langetermijnherstelplan ingediend bij DNB. Inmiddels is een reactie van de DNB ontvangen op de ingediende herstelplannen. Op 22 juni 2009 zal hierover overleg met de DNB plaatsvinden.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 87
Verklaring van de accountant
Aan: het bestuur van Stichting Pensioenfonds van de Grafis-
van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen
che Bedrijven
en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de con-
Verklaring betreffende de jaarrekening
trolewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden
Wij hebben de jaarrekening 2008 van Stichting Pensioen-
adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te
fonds van de Grafische Bedrijven te Amsterdam, bestaande
geven over de effectiviteit van het interne beheersingssys-
uit de balans per 31 december 2008 en de staat van baten
teem van de stichting. Tevens omvat een controle onder
en lasten over 2008 met de toelichting gecontroleerd.
meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van
Verantwoordelijkheid van het bestuur
de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de
Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het
stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het alge-
opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het
hele beeld van de jaarrekening.
resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-
Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder
informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons
meer het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een
oordeel.
intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en
Oordeel
resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld
belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en
van de grootte en de samenstelling van het vermogen van
toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële
Stichting Pensioenfonds van de Grafische Bedrijven per 31
verslaggeving en het maken van schattingen die onder de
december 2008 en van het resultaat over 2008 in overeen-
gegeven omstandigheden redelijk zijn.
stemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over
voorschriften van regelgevende instanties
de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben
Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel
onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands
2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor
recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan
zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaar-
de voor ons geldende gedragsnorinen en zijn wij gehouden
rekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaar-
Rotterdam, 18 juni 2009
rekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter
KPMG ACCOUNTANTS N.V.
verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de
A.J.H. Reijns RA
toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken
pgb Jaarverslag 2008
pag. 88
Verklaring van de actuaris
Opdracht
binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en
Door Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven te
gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke
Amsterdam is aan Watson Wyatt B.V. de opdracht verleend
grondslag voor mijn oordeel.
tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2008.
Oordeel Met inachtneming van het voorafgaande en het navolgende
Gegevens
verklaar ik dat naar mijn overtuiging is voldaan aan de artike-
De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn ver-
len 126 tot en met 140 van de Pensioenwet, met uitzonder-
strekt door en tot stand gekomen onder de verantwoorde-
ing van de artikelen 131, 132 en 133. De technische
lijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de
voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven bereken-
toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van
ingregels en uitgangspunten, toereikend vastgesteld. Het
de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële
eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansda-
gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In
tum lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen.
overeenstemming met de richtlijn Samenwerking tussen
Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balans-
accountant en actuaris ter zake van de controle van verant-
datum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen.
woordingen van verzekeringsinstellingen heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn be-
Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de
vindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de
verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een
volledigheid van de administratieve basisgegevens en de
dekkingstekort. De omvang van dit dekkingstekort is
overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van
zodanig dat de technische voorzieningen van het pensioen-
belang zijn.
fonds op de balansdatum niet volledig door waarden zijn gedekt.
Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is
De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds voor de
voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pen-
Grafische Bedrijven is naar mijn mening onvoldoende van-
sioenwet.
wege het dekkingstekort. Daarbij is bepalend de mate van waarschijnlijkheid dat het pensioenfonds zal kunnen voldoen
De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basis-
aan de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, in aan-
gegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien
merking nemend het streven inzake toeslagen, zoals aan
hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt
verzekerden meegedeeld en de in wet- en regelgeving
voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard.
opgenomen criteria.
Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht:
Daarnaast zijn de maatregelen, genomen tot herstel van de
- heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzien-
financiële positie en vastgelegd in het herstelplan van 26
ingen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist
maart 2009, betrokken in mijn oordeel. Volgens dit her-
eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en
stelplan zal het pensioenfonds binnen de daartoe vereiste
- heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds.
termijnen voldoen aan de gestelde normen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen en vereist eigen vermogen.
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen
Amstelveen, 18 juni 2009
onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het
B. den Hartog AAG
pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplicht-
verbonden aan Watson Wyatt B.V.
ingen zal kunnen nakomen. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de
pgb Jaarverslag 2008
pag. 89
Bijlage I
TOELICHTING OP DE PENSIOENREGELING
Maximum salaris * Als maximum salaris wordt het maximumloon ingevolge de
Algemeen
Coördinatiewet Sociale Verzekeringen gehanteerd. Dit loon
In het kort geven wij hier de belangrijkste kenmerken weer
bedroeg in 2008 46.382.
van de per 1 januari 1993 ingevoerde pensioenregeling (deze is met ingang van 2006 gewijzigd naar aanleiding van
Keuzemogelijkheden
cao-afspraken):
De pensioenregeling kent bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd verschillende keuzemogelijkheden. De deelnemer kan
Franchise
het partnerpensioen uitruilen voor extra ouderdomspen-
Over het eerste deel van het salaris wordt geen pensioen
sioen. Of (vanaf 2008) omgekeerd een deel van het ouder-
opgebouwd en ook geen pensioenpremie geheven. De
domspensioen voor extra partnerpensioen. De deelnemer
AOW wordt geacht voor dat eerste salarisdeel in de pen-
kan kiezen voor een getrapt pensioen, met 2 of 3 trappen
sioenbehoefte te voorzien. De franchise bedroeg in 2008
van minimaal 5 jaar, waarbij de laagste uitkering minimaal
13.234 per jaar. Jaarlijks wordt de franchise volgens een
75% bedraagt van de hoogste uitkering. De deelnemer kan
vaste methode aangepast.
kiezen voor gelijk overlevingspensioen, waarbij het pensioen van de deelnemer of de partner bij overlijden gelijk wordt
Partnerpensioen
getrokken. Vanaf 2010 biedt het fonds deelnemers de
Hieronder wordt niet alleen verstaan het weduwen- en
mogelijkheid om eerder dan met 65 jaar te stoppen met
weduwnaarspensioen, maar ook zij het onder bepaalde
werken. Deze keuzemogelijkheid wordt vervroegd pensioen
voorwaarden het pensioen dat toekomt aan de partner
genoemd.
van een ongehuwde verzekerde; dit geldt ook als er sprake is van een partner van hetzelfde geslacht. Het partnerpen-
Pensioenopbouw tijdens ouderschapsverlof
sioen bedraagt 70% van het verzekerde ouderdomspen-
Gedurende de periode van het wettelijk ouderschapsverlof
sioen. Vanaf 1 januari 2006 bedraagt het meeverzekerde
vindt ten laste van het pensioenfonds een aanvulling plaats
partnerpensioen 35%, met behoud van het al opgebouwde
van de pensioenrechten van de werknemer tot 100%. Het
pensioen. Voor actief verzekerden is er naast het opge-
gebruikmaken van de mogelijkheid van ouderschapsverlof
bouwde partnerpensioen tot pensionering 35% op risicoba-
heeft daardoor geen nadelige gevolgen voor de pensioenop-
sis verzekerd.
bouw.
Opbouwpercentage
Pensioenopbouw tijdens ziekte en arbeidsongeschiktheid
Het opbouwpercentage bedraagt standaard 1,75% van de
De pensioenopbouw loopt in de eerste twee jaar bij ziekte
voor het betreffende jaar vastgestelde pensioengrondslag.
voor 100% door met de gebruikelijke premieverdeling tussen werkgever en werknemer. In het geval van arbeidson-
Indexering
geschiktheid heeft de deelnemer onder bepaalde voorwaar-
Bij voldoende beschikbare middelen wordt jaarlijks geïndex-
den recht op premievrije opbouw van pensioen. De premie-
eerd volgens een vaste methode. De indexering van inge-
vrije opbouw is begrensd op maximaal 70% en staat in ver-
gane en premievrije pensioenen gebeurt op basis van de
houding tot het percentage arbeidsongeschiktheid.
geschoonde consumentenprijsindex alle huishoudens, zoals
De berekening van de pensioenopbouw wordt hierna aan de
deze wordt vastgesteld door het CBS.
hand van een voorbeeld toegelicht.
Premie De reglementaire premie bedraagt 17% van de pensioengrondslag. Hiervan komt 6,5% voor rekening van de werknemer. * Een werknemer die het maximum pensioengevend salaris of meer verdient, krijgt pensioenopbouw over het maximum salaris minus de franchise. In 2008 is dat dus € 46.382 – € 13.234 = € 33.148.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 90
Bijlage I
Pensioenopbouw In het volgende voorbeeld wordt bezien wat de pensioen-
Op basis van de genoemde uitgangspunten bedraagt de pensioenopbouw in de huidige collectieve basisregeling:
uitkomsten zijn indien een werknemer aan de grafische pensioenregeling deelneemt. Om het voorbeeld overzichtelijk te houden wordt uitgegaan van de volgende veronderstellin-
14 dienstjaren x 1,75% x ( 17.500 minus 13.234) = 1.045,17
gen:
10 dienstjaren x 1,75% x ( 20.000 minus 13.234) = 1.184,05
■
Er is geen algemene loon- of prijsstijging, dus PGB
10 dienstjaren x 1,75% x ( 22.500 minus 13.234) = 1.621,55
indexeert niet en de PGB-franchise ad 13.234 wijzigt
10 dienstjaren x 1,75% x ( 25.000 minus 13.234) = 2.059,05
niet. ■
Uitgegaan wordt van een gehuwde dan wel samenwonende verzekerde, die in 2008 op zijn 21e jaar in dienst is
Totaal te bereiken ouderdomspensioen op pensioendatum
5.909,82
getreden en tot zijn pensionering in dienst blijft. ■
■
Er wordt van uitgegaan dat bij pensionering niet gekozen
Inclusief de gehuwden-AOW (in 2008 16.920) bedraagt
wordt voor een toeslag op het ouderdomspensioen in ruil
het totale bruto pensioeninkomen na pensionering 23.102;
voor het laten vervallen van het partnerpensioen.
dit is 91,3% van het laatste verdiende brutoloon.
Rekeninghoudend met de salarisontwikkeling van betrokkene (als gevolg van promotie, er is immers geen
Wanneer rekening gehouden wordt met de AOW voor
algemene loonstijging in dit voorbeeld) is een opbouw uit-
alleenstaanden (in 2008 12.461) komt het pensioen-
gewerkt voor een gemiddelde werknemer. Er is van uitge-
inkomen uit op 18.371 ofwel 73,5% van het laatst verdi-
gaan dat de salarisverhogingen op de 35e, 45e en 55e
ende brutoloon. Kiest de alleenstaande deelnemer bij pen-
verjaardag plaatsvinden.
sionering voor uitruil van partnerpensioen (in 2008 20% van het partnerpensioen) dan bedraagt het bruto pen-
Jaar
Leeftijd
Salaris
Franchise
2008
21 jaar
17.500
13.234
2022
35 jaar
20.000
13.234
2032
45 jaar
22.500
13.234
2042
55 jaar
25.000
13.234
sioeninkomen 19.553, zijnde 78,2% van het laatste brutoloon.
Pensioenopbouw van vóór 1 januari 1993 Pensioenaanspraken opgebouwd op grond van de oude pensioenregeling (gezellenkas en kas voor chefs en administratief personeel) worden opgeteld bij de rechten op basis van de nieuwe regeling. Bij het toepassen van de indexeringen wordt geen onderscheid gemaakt tussen oude en nieuwe rechten.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 91
Bijlage I
VERKLARING VAN EEN AANTAL BEGRIPPEN
Vrije reserve Het ter vrije besteding van het bestuur blijvende gedeelte van de middelen, dat uitgaat boven de verplichtingen en de
Pensioenregeling
voorzieningen. Premiebetalende verzekerden Deelnemers aan de pensioenregeling voor en/of door wie
Contante waarde
premie wordt betaald.
De huidige waarde van lopende en toekomstige uitkeringen, rekening houdend met een bepaalde renteopbrengst en
Verzekerden met toerekening wegens arbeidsongeschiktheid
sterftekansen.
Arbeidsongeschikte deelnemers voor wie de pensioenopbouw gedeeltelijk ten laste van het fonds wordt voortgezet.
Rekenrente De bij de berekeningen gehanteerde rentevoet op basis van
Actief verzekerden
de rentetermijnstructuur van 31-12-2008.
Het totaal van de premiebetalende verzekerden en verzekerden met toerekening wegens arbeidsongeschiktheid.
Franchise De franchise is het gedeelte van het salaris waarover geen
Premievrij verzekerden
premie betaald wordt en waarover ook geen pensioen-
Gewezen deelnemers met aanspraken, de zogenaamde
rechten opgebouwd worden. De franchise wordt jaarlijks
slapers.
door het bestuur vastgesteld en was voor 2008 13.234.
Pensioengerechtigde verzekerden
Overlevingstafels
Verzekerden of nabestaanden aan wie een ouderdoms- of
Tabellen, aangevende hoeveel mannen resp. vrouwen uit-
nabestaandenpensioen wordt uitgekeerd (d.w.z. ingegane
gaande van een bepaald aantal nul-jarigen de leeftijd van
pensioenen) en gewezen deelnemers die inmiddels pen-
1,2,3, enz. jaar zullen bereiken; door het Centraal Bureau
sioengerechtigd zijn maar het pensioen nog niet hebben
voor de Statistiek berekend uit gegevens die aan dat bureau
aangevraagd.
door de bevolkingsregisters in Nederland zijn verstrekt. Deze tabellen worden gebruikt bij de berekening van de voorzien-
Verzekerden met een pensioenuitkering (ingegane pensioenen)
ing pensioenverplichtingen. De navolgende overlevingstafels
Verzekerden of nabestaanden aan wie een uitkering wordt
worden gehanteerd:
betaald.
voor mannen, de tafel GBM 2000 2005 met één jaar leeftijdsverlaging;
Voorziening pensioenverplichtingen De contante waarde van de reeds ontstane en gefinancierde
voor vrouwen, de tafel GBV 2000 2005 met één jaar leeftijdsverlaging.
pensioenverplichtingen uit hoofde van pensioenaanspraken. Beleggingen Dekkingsgraad Verhouding tussen het aanwezige pensioenvermogen en de
ABTN
contante waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken,
Actuariële en bedrijfstechnische nota. In deze, door de wet
uitgedrukt in een percentage.
verplichtgestelde, nota worden naast de actuariële aspecten van de reglementaire pensioenen ook de hoofdlijnen van het
Reservetekort
interne beheersingssysteem en de opzet van de administra-
Tekort dat ontstaat als de middelen ontoereikend zijn om
tieve organisatie en interne controle beschreven.
naast de voorziening pensioenverplichtingen en de reserve voor algemene risicos, ook nog de vereiste reserve beleggingsrisicos, de reserve voorgenomen pensioenaanpassing en eventuele andere reserves te dekken.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 92
Bijlage I
ALM
Delta
Asset liability management. Een methode om modelmatig
In het geval van futures geeft de delta het renterisico weer.
de samenstelling van de strategische beleggingsportefeuille
Bij optiecontracten is de delta gelijk aan de onderliggende
te bepalen, rekening houdend met de pensioenverplicht-
waarde.
ingen. Derivaten Asset Mix
Van effecten afgeleide beleggingsproducten, zoals futures,
Verhouding tussen de onderscheiden beleggingscategorieën
swaps, total return swaps.
in de beleggingsportefeuille. Exposure Benchmark
Marktwaarde van een asset of in het geval van derivaten de
Representatieve herbeleggingsindex waartegen de prestaties
waarde van de onderliggende asset.
van een beleggingsportefeuille worden afgezet. Forwards CDO
Klassieke termijncontracten. Deze bepalen dat de lever-
Collateralized Debt Obligations
ancier op een overeengekomen tijdstip de afgesproken hoeveelheid van een welomschreven soort goederen levert
Collateral
aan de afnemer. Die betaalt daarvoor dan een afgesproken
Onderpand. Manier om het kredietrisico op tegenpartijen uit
prijs, ongeacht de marktprijs die op het tijdstip van de lever-
hoofde van Over-The-Counter derivatentransacties te
ing (of van de betaling) zou gelden voor de goederen in
beperken. Het risico is dat de tegenpartij op afloopdatum
kwestie.
niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. Het collateral reduceert dit risico doordat er gedurende de looptijd van de
FTK
transactie onderpand in de vorm van kasgeld wordt gestort
Financieel toetsingskader. Methodiek voor toetsing van de
ter dekking van de marktwaarde van de transacties.
financiële opzet en toestand van pensioenfondsen en verzekeraars door De Nederlandsche Bank.
Commodities Bulkproducten waarvan de prijs in hoge mate door de
Future
actuele vraag en aanbod wordt bepaald, zoals olie, graan en
Op de beurs verhandeld termijncontract met verplichte lever-
metalen.
ing van onderliggende waarden/goederen in de toekomst tegen een vooraf vastgestelde prijs. De onderliggende
Corporate pricing power
waarde kan een obligatie zijn of een aandelenindex, een
De mate waarin bedrijven hun productprijs kunnen bepalen.
geldmarktrente of een commodity. Futures stellen een belegger in staat beleggingsrisicos af te dekken.
Cross currency swap Een overeenkomst om rentestromen in verschillende valuta
Hedgefondsen
te ruilen zonder uitwisseling van de hoofdsommen zelf.
Beleggingsfondsen die op basis van een vastgelegde strategie proberen een positief rendement te behalen onafhankelijk
Dekkingsgraad
van het marktrendement. Het zijn vaak fondsen met een
De dekkingsgraad is de verhouding tussen de netto activa
besloten karakter die met geleend geld opereren en gebruik
en de voorziening pensioenverplichtingen, uitgedrukt in een
maken van afgeleide producten (derivaten).
percentage. Dit verhoudingsgetal geeft aan in hoeverre op lange termijn de pensioenverplichtingen kunnen worden
IAS
nagekomen. De netto activa zijn het saldo van het belegd
International Accounting Standards
vermogen, de andere activa en de schulden en voorzieningen.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 93
Bijlage I
Inflation linked obligaties
Outperformance/Underperformance
Obligaties waarvan de hoofdsom en de rentebetalingen wor-
Er is sprake van een out- of underperformance als het gere-
den geïndexeerd met de inflatie van een bepaald land.
aliseerde rendement van een portefeuille hoger, respectievelijk lager is dan het rendement van de benchmark. Bij
Initial margin
een negatief rendement is sprake van outperformance als
Het dekkingsbedrag dat voor een futurepositie moet worden
het rendement van de benchmark nog negatiever is. Zie
aangehouden bij het openen van een positie.
ook: Performance attributie.
IFRS
Overlaymanagement
International Financial Reporting Standards
De activiteit waarbij gelijktijdig posities worden ingenomen in verschillende liquide financiële markten (Aandelen, Vas-
Intrest Rate Swap
trentende waarden, Valuta en Commodities).
Overeenkomst om rentestromen in dezelfde valuta te ruilen zonder uitwisseling van de hoofdsommen zelf.
Over-the-counter (OTC) Over-the-counter contracten zijn contracten die buiten de
Marginverplichting
beurs verhandeld worden.
De marginverplichting is een waarborgsom die wordt voorgeschreven door de beursautoriteit en die dient als
Peer group
zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen die
Referentiegroep met vergelijkbare/gelijkwaardige activiteiten
voortvloeien uit derivatenposities.
of producten.
Mismatch
Performance attributie
Het niet risicovrij aansluiten van de beleggingsportefeuille op
Onder performance attributie wordt verstaan het toewijzen
de verplichtingen.
van de berekende performance naar individuele beleggingsbeslissingen. De bijdragen van de verschillende beleggings-
Modified duration
beslissingen en/of marktfactoren aan de performance kun-
Maatstaf voor de koersgevoeligheid van een obligatie. Als
nen worden weergegeven als additieve of multiplicatieve
het effectief rendement van de obligatie met 1 procentpunt
effecten. Bij een additieve attributie kunnen de verschillende
stijgt, dan daalt de koers van de obligatielening ongeveer
effecten binnen een meetperiode worden opgeteld tot de
met de modified duration als percentage.
totale performance. In het geval van een multiplicatieve attributie zijn de effecten samengesteld (gelinkt).
Net Asset Value/Netto vermogenswaarde De waarderingsmethode waarbij een deelneming wordt
Private equity
gewaardeerd op basis van de waarde van de onderliggende
Beleggingen in niet ter beurze genoteerde ondernemingen.
activa en verplichtingen volgens de grondslagen van de deelnemende rechtspersoon (i.c. de reële waarde van de
Renteswap
activa en verplichtingen).
Een renteswap of Interest Rate Swap (IRS) is een afspraak tussen twee partijen om gedurende een bepaalde periode
Normportefeuille
(variërend van 1 tot 30 jaar) rentebetalingen over een
De vooraf gedefinieerde samenstelling van de beleg-
bepaalde hoofdsom uit te wisselen.
gingsportefeuille met bijbehorende benchmarks, waaraan de behaalde beleggingsresultaten achteraf worden getoetst.
Rentetermijnstructuur De rentetermijnstructuur is een grafiek die het verband
Notional amount
weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging
Onderliggende hoofdsom van derivaten.
enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 94
Bijlage I
Securities lending Het voor een bepaalde periode uitlenen van effecten, waarbij een leenvergoeding wordt ontvangen. Gelijktijdig wordt overeengekomen dat de effecten aan het einde van de looptijd aan de uitlener worden geretourneerd. De uitlener blijft economisch gerechtigde en houdt dus ook het risico dat aan de effecten is verbonden. Spread Het rendementsverschil tussen twee vermogenstitels. Spread producten Vastrentende waarden die doorgaans een verwacht rendement hoger dan het rendement op staatsobligaties hebben. Dit ter beloning van gelopen ondernemingsrisico. Swaption Een optie op een IRS (Intrest Rate Swap) Total return berekening Berekening van het rendement waarbij zowel veranderingen in marktwaarde als (directe) inkomsten zoals couponrente, dividenden en huren betrokken worden. Het betreft gerealiseerde en ongerealiseerde resultaten. Total Return Swap Ruil van het rendement op een vastgestelde referentiewaarde tegen een variabele korte rente gedurende een vastgestelde looptijd. Tracking error Risicomaatstaf die aangeeft in welke mate het rendement in percentages kan afwijken van het benchmarkrendement, gegeven een betrouwbaarheidsinterval. Valutaswap Uitwisseling van rentebedragen en hoofdsommen in verschillende valuta tegen een vooraf overeengekomen verhouding tussen de valuta.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 95
Bijlage II
SAMENSTELLING BESTUUR PGB, DEELNEMERSRAAD,
De samenstelling van het bestuur is per ultimo 2008 als
VERANTWOORDINGSORGAAN EN COMMISSIES
volgt:
Implementatie PFG
Naam
Functie*
Aanwijzende organisatie**
T.W. van den Broek
lid
FNV KIEM
ultimo 2010
drs. L. Coenradie RA
lid
KVGO
ultimo 2009
drs. R. Degenhardt
voorzitter
KVGO
ultimo 2010
F. de Haan
voorzitter
FNV KIEM
ultimo 2010
L.J. Hoogenboom
secretaris
KVGO
ultimo 2010
In verband met de implementatie van de principes voor
Aftreden volgens rooster
goed pensioenfondsbestuur (PFG) zijn per 1 januari 2008 onder andere de personele unies tussen het bestuur en de directie van het pensioenfonds (opdrachtgever) en van de uitvoeringsorganisatie Grafische Bedrijfsfondsen verbroken. Per genoemde datum is ook de bestuursgrootte teruggebracht van zestien naar acht leden. Verder is er geen afzonderlijke directie meer aan het fonds verbonden. Bestuur
R. Leloux
secretaris
CNV Media
ultimo 2010
W.F. Nak
lid
KVGO
ultimo 2011
M.M. Visch
lid
NVJ
ultimo 2010
Het bestuur is paritair samengesteld. De ene helft van de bestuursleden (werkgeversleden) wordt benoemd door de werkgeversorganisatie, de andere helft (werknemersleden) wordt benoemd door de werknemersorganisaties. De bestuursleden worden volgens een rooster van aftreden voor drie jaar aangewezen en zijn telkens nadien terstond herbenoembaar.
*
De heer Degenhardt is fungerend voorzitter in 2009, de heer De Haan fungerend voorzitter in 2008. De heer Hoogenboom is fungerend secretaris in 2008, de heer Leloux fungerend secretaris in 2009. ** werkgeversorganisatie: Koninklijk Verbond voor Grafische Ondernemingen (KVGO); werknemersorganisaties: FNV Kunsten Informatie en Media (FNV KIEM), CNV Media, Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ).
Met het terugbrengen van de bestuursgrootte traden de
Dagelijks bestuur
heren Poel (aangewezen door KVGO), Bergmans en
Voorzitters en secretarissen vormen het dagelijks bestuur en
Pietersma (aangewezen door FNV KIEM) terug. Tijdens het
zijn belast met het bepalen van het dagelijks beleid.
verslagjaar hebben zich verder geen wijzigingen in de
Het bestuur heeft diverse bevoegdheden gedelegeerd aan
samenstelling van het (dagelijks) bestuur voorgedaan. Wij
het dagelijks bestuur. Deze bevoegdheden zijn statutair en in
danken de afgetreden bestuursleden voor de wijze waarop
een delegatiebesluit vastgelegd.
zij hun functie vervuld hebben, in het bijzonder de heren
Het dagelijks bestuur komt in beginsel één keer per drie
Poel en Pietersma als voorzitters van werkgevers-, resp.
weken bijeen om de lopende zaken te bespreken.
werknemerszijde van het bestuur. Commissie voor Beleggingen en risicomanagement Aan het bestuur zijn alle belangrijke beleidsbeslissingen
Het bestuur wordt voor wat betreft het beleggingsbeleid en
voorbehouden, waaronder de vaststelling van beleggings-
risicomanagement ondersteund door de Commissie voor
plan, jaarverslag en premie- en toeslagbeleid.
Beleggingen en risicomanagement.
Het bestuur heeft een dagelijks bestuur, een Commissie
Tot 1 januari 2008 bestond de Commissie uit de vier leden
voor Beleggingen en risicomanagement, een Klachtencom-
van het dagelijks bestuur. De Commissie bestaat per 1 janu-
missie en een Commissie van Bezwaar ingesteld. Een aantal
ari 2008 uit vier door het bestuur gekozen bestuursleden
bevoegdheden heeft het bestuur aan genoemde colleges
(waarvan ten minste één lid van werkgeverszijde en één van
gedelegeerd. Het bestuur komt in de praktijk ten minste zes
werknemerszijde). Drie door het bestuur gekozen externe
keer per jaar in vergadering bijeen.
adviseurs ondersteunen de Commissie, maar maken daar formeel geen deel van uit; in die situatie is per 1 januari 2008 geen wijziging aangebracht.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 96
Bijlage II
Na de gewijzigde samenstelling op 1 januari 2008 hebben
Deelnemersraad
zich tijdens het verslagjaar geen wijzigingen in de samen-
Per 1 januari 2008 is de grootte van de raad teruggebracht
stelling van de Commissie voorgedaan.
van twintig naar tien leden. De actieven en pensioengerechtigden zijn in de raad evenredig op basis van onder-
Leden en adviseurs worden volgens een rooster van aftre-
linge getalsverhoudingen vertegenwoordigd.
den voor drie jaar aangewezen. De Commissie wordt bijge-
De leden worden volgens een rooster van aftreden voor drie
staan door de uitvoeringsorganisatie, die een adviserende rol
jaar aangewezen en zijn telkens nadien terstond herbe-
vervult.
noembaar.
De Commissie neemt besluiten met betrekking tot het
Met het terugbrengen van het aantal leden tot tien per 1 jan-
beleggen van de beschikbare middelen, het beheer van het
uari 2008 traden per die datum de heren Van den Belt,
belegd vermogen en het risicomanagement van het fonds,
Boleij, Derks, Dirx, Eller, Haselaar, Hoendervangers, Kuit en
met uitzondering van de volgende basisdocumenten:
De Nijs terug. Verder is tijdens het verslagjaar de vacature,
beleggingsplan, normportefeuille, Richtlijnen voor de beleg-
ontstaan door het terugtreden van de heer Leonhart, vervuld
gingen en ALM/continuïteitsanalyse. Deze basisdocu-
door de heer Bergmans, daartoe aangewezen namens FNV
menten behoren tot de beslissingsbevoegdheid van het
KIEM. Wij danken de teruggetreden leden voor de wijze
bestuur. Evenmin vindt besluitvorming door de Commissie
waarop zij hun functie vervuld hebben.
plaats van die zaken die door het bestuur aan de uitvoer-
De raad oefent een aantal bevoegdheden uit als
ingsorganisatie zijn gedelegeerd middels Richtlijnen voor de
medezeggenschapsorgaan. Zo heeft de deelnemersraad
Beleggingen. Deze delegatie betreft met name operationele
een advies-, beroeps- en informatierecht. Deze bevoegdhe-
en tactische beleggingsbeslissingen. De Commissie komt
den zijn vastgelegd in een afzonderlijk reglement.
ten minste zes keer per jaar in een vergadering bijeen.
Jaarlijks worden er ten minste twee vergaderingen van de raad gehouden, waarvoor ook het dagelijks bestuur en de
De samenstelling van de Commissie is per ultimo 2008 als
uitvoeringsorganisatie worden uitgenodigd.
volgt: De samenstelling van de deelnemersraad is per ultimo 2008 als volgt: Naam
Functie
Aanwijzende organisatie
Aftreden volgens rooster
Naam
Groep
Aanwijzende Aftreden organisatie* volgens rooster
drs. R. Degenhardt
voorzitter
KVGO
ultimo 2010
L.J. Hoogenboom
lid
KVGO
ultimo 2010
A.F.A.H. Bergmans
gepension. FNV KIEM
medio 2011
R. Leloux
lid
CNV Media
ultimo 2009
W. Dubbeling (voorzitter) werknemer FNV KIEM
ultimo 2010
W.F. Nak
plv. voorz.
KVGO
ultimo 2011
C.P.M. van der Eerden
werknemer Unie
ultimo 2010
L.H.M.J. Gelissen
gepension. CSO
ultimo 2010
Adviseurs van de commissie zijn:
aftreden volgens rooster
J. Harlaar
gepension. CNV Media ultimo 2010
drs. M.J.M. Jochems
1 november 2010
F.J. Hoefnagels
werknemer FNV KIEM
drs. J.L.M.J. Klijnen
22 maart 2010
H. Jansen (plv. voorzitter) werknemer FNV KIEM
ultimo 2010
J.H. Ubas
15 februari 2010
J.A. Kolijn
gepension. FNV KIEM
ultimo 2010
P. Verhorst
werknemer CNV Media ultimo 2010
vacature
werknemer NVJ
*
ultimo 2010
―
Werknemersorganisatie: Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening (Unie). Ouderenorganisatie: Coördinatieorgaan voor Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO). Overige toelichting werknemersorganisaties: zie onder bestuur.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 97
Bijlage II
Verantwoordingsorgaan
Naam
Groep
Aanwijzende Aftreden organisatie volgens rooster
mogelijk gezamenlijk met de deelnemersraad opgetrokken.
L. van den Berg
werkgever
KVGO
Het verantwoordingsorgaan telt 18 leden en kent een tripar-
A.F.A.H. Bergmans
gepension. FNV KIEM
medio 2011
tiete verdeling: 1/3 actieve deelnemers, 1/3 gepensioneer-
R.M. Dirx
gepension. FNV KIEM
ultimo 2010
den en 1/3 werkgevers.
W. Dubbeling (voorzitter) werknemer FNV KIEM
ultimo 2010
De leden worden volgens een rooster van aftreden voor 3
drs. L. Dijkema
werkgever
ultimo 2011
jaar aangewezen en zijn telkens nadien terstond herbe-
C.P.M. van der Eerden
werknemer Unie
ultimo 2010
noembaar.
A. Emmink
werkgever
ultimo 2009
Tijdens het verslagjaar is de vacature ontstaan door het
L.H.M.J. Gelissen
gepension. CSO
terugtreden van de heer Leonhart vervuld door de heer
J. Harlaar
gepension. CNV Media ultimo 2010
Bergmans, daartoe aangewezen namens FNV KIEM. Voor
F.J. Hoefnagels
werknemer FNV KIEM
ultimo 2010
het overige hebben zich tijdens het verslagjaar geen wijzigin-
H. Jansen (plv. voorzitter) werknemer FNV KIEM
ultimo 2010
gen in de samenstelling van het verantwoordingsorgaan
mevrouw K. Kamp
werkgever
ultimo 2009
voorgedaan.
J.A. Kolijn
gepension. FNV KIEM
Wij danken de heer Leonhart voor de wijze waarop hij zijn
M.J. Kuit
gepension. FNV KIEM
ultimo 2010
functie in het verantwoordingsorgaan heeft vervuld.
P.G. Kwak
werkgever
ultimo 2010
Dit college heeft als taak een oordeel te geven over het han-
P. Verhorst
werknemer CNV Media ultimo 2010
delen van het bestuur, het door het bestuur uitgevoerde
R. Warnar
werkgever
beleid en beleidskeuzes voor de toekomst. Daartoe heeft
vacature
werknemer NVJ
Sinds 1 januari 2008 kent het fonds een verantwoordingsorgaan. In praktische en vergadertechnische zin wordt zoveel
KVGO KVGO
KVGO
KVGO KVGO
ultimo 2011
ultimo 2010
ultimo 2010
ultimo 2010
het verantwoordingsorgaan een recht op informatie en overleg, een adviesrecht en enquêterecht. Jaarlijks worden er ten minste twee reguliere vergaderingen van het verantwoordingsorgaan gehouden, waarvoor ook
Intern toezicht
het dagelijks bestuur en de uitvoeringsorganisatie worden
Om het functioneren van het bestuur te beoordelen is een
uitgenodigd.
visitatiecommissie ingesteld, bestaande uit drie onafhankelijke deskundigen. Deze deskundigen worden door het
De samenstelling van het verantwoordingsorgaan is per
bestuur voor een periode van drie jaar benoemd.
ultimo 2008 als volgt:
De visitatiecommissie heeft ten minste tot taak het beoordelen van: beleids- en bestuursprocedures, bestuursprocessen en de checks en balances binnen het fonds; de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd; de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risicos op de langere termijn. Naast recht op alle benodigde informatie om hun functie te kunnen uitoefenen, heeft de commissie recht op overleg met bestuur, externe accountant, interne accountant en externe actuaris. Vooralsnog zal er vanaf 2009 een jaarlijkse visitatie plaatsvinden. Taakopdracht en bemensing zullen medio 2009 worden ingevuld. Klachtencommissie Er is een klachtencommissie geformeerd bestaande uit twee bestuursleden, waarvan één van werkgeverszijde en één van werknemerszijde.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 98
Bijlage II
Deze commissie neemt besluiten over schriftelijke bezwaren
Secretariaat van de Commissie:
van belanghebbenden tegen de wijze waarop de klantenbe-
Advocatenkantoor Kennedy Van der Laan, mw. mr. E. M.
handeling heeft plaatsgevonden. De bevoegdheden van de
Kuijken, Postbus 58188, 1040 HD Amsterdam
commissie en de procedure voor het indienen van een klacht zijn vastgelegd in een afzonderlijk reglement. Tijdens
Actuaris
het verslagjaar zijn geen klachten bij de Commissie inge-
Certificerend: B. den Hartog AAG van Watson Wyatt B.V.
diend.
Adviserend: Mercer HRC
De samenstelling van de Klachtencommissie is per ultimo
Accountant
2008 als volgt:
A.H. Reijns RA van KMPG Accountants N.V.
Naam
Functie
Aanwijzende organisatie
T.W. van den Broek fungerend voorzitter in 2008
FNV KIEM
W.F. Nak
KVGO
fungerend voorzitter in 2009
Medisch adviseur E. Sarlui Uitvoeringsorganisatie Het bestuur heeft de uitvoering van het pensioen- en vermogensbeheer en de bestuursondersteuning gedelegeerd aan een uitvoeringsorganisatie, de Grafische Bedrijfsfondsen (GBF). In het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet ver-
Commissie van Bezwaar Het fonds kent een onafhankelijke Commissie van Bezwaar.
plichte beroepspensioenregeling is vastgelegd dat het pen-
Verzekerden die het niet eens zijn met een beslissing van het
sioenfonds verantwoordelijk is voor de vaststelling van het
dagelijks bestuur kunnen zich tot die commissie wenden. De
beleid met betrekking tot de beheersing van risicos die
bevoegdheden van de commissie en de procedure voor het
samenhangen met de uitbesteding van bedrijfsprocessen.
indienen van een bezwaar zijn geregeld in een afzonderlijk
Om dit nader vorm te geven is tussen GBF en PGB een
reglement.
uitbestedingsovereenkomst met een Service Level Agree-
Tijdens het verslagjaar werd de vacature voor de voorzitter
erder gecertificeerd voor SAS 70 II. Over de naleving van de
ment (SLA) afgesloten. Tevens is de GBF als pensioenuitvovan werkgeverszijde, ontstaan door het terugtreden van de
SLA wordt door de GBF elk kwartaal aan het bestuur
heer Hommel, vervuld door de heer Wals.
verantwoording afgelegd door middel van rapportage.
Wij danken de heer Hommel voor de wijze waarop hij zijn
De GBF heeft op haar beurt een aantal werkzaamheden
functie als voorzitter heeft uitgeoefend.
uitbesteed aan externe deskundigen. Ook bij de uitbeste-
In het verslagjaar is één bezwaar bij de Commissie inge-
ding door de GBF van een deel van het belegd vermogen
diend. De Commissie heeft het fonds daarbij in het gelijk
van PGB aan externe vermogensbeheerders resp. de uitbesteding van de beleggingsadministratie van PGB aan
gesteld.
de KasBank worden de uitbestedingsrichtlijnen in acht De samenstelling van de Commissie van Bezwaar is per
genomen.
ultimo 2008 als volgt:
Kantoor Naam
Functie
Aanwijzende organisatie
Zwaansvliet 3, 1081 AP Amsterdam Postbus 7855, 1008 CA Amsterdam
mr. J.S. Dienske
lid
KVGO
R.E. van Kesteren
fungerend voorzitter in 2009
CNV Media
J. Spaargaren
lid
FNV KIEM
B. Wals
fungerend voorzitter in 2008
KVGO
Telefoon: (020) 5418418 Fax: (020) 6442911 Internet: www.gbf.nl
pgb Jaarverslag 2008
pag. 99
Bijlage III
WIJZIGINGEN IN VERPLICHTSTELLING, STATUTEN EN REGLEMENTEN Verplichtstellingsbeschikking De verplichtstelling werd onder andere gewijzigd voor het
Pensioenreglement De wachttijd van 1 jaar voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid is vervallen. Conform het advies van de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen is het in- en uitlooprisico gewijzigd.
onderdeel grafisch bedrijf waarbij tot het diepdrukbedrijf ook tampondrukkerijen worden gerekend. Dit betreft een ver-
Verder zijn in het Pensioenreglement, in verband met de
duidelijking.
mogelijkheid om (vanaf 2010) de pensioeningangsdatum te
Verder vond een wijziging plaats in verband met het ver-
vervroegen of uit te stellen, een aantal wijzigingen aange-
vallen van de toetredingsleeftijd van 21 jaar met ingang van
bracht. De belangrijkste zijn:
1 januari 2008.
■
Statuten
■
uitstel is mogelijk tot uiterlijk de 70-jarige leeftijd;
Opgenomen is de mogelijkheid dat het dagelijks bestuur
■
bij uitstel van de pensioendatum vindt geen verdere pen-
vervroeging vanaf 55 jaar is mogelijk voor zover de dienstbetrekking wordt beëindigd;
geen gebruik zal maken van de aan haar gedelegeerde bevoegdheid tot wijziging van statuten en/of reglementen. In
sioenopbouw plaats; ■
een dergelijk geval beslist dan het bestuur.
een deelnemer met premievrije pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid kan voor het premievrije deel geen gebruik maken van pensioenvervroeging;
Pensioen- en Uitvoeringsreglement
■
naast vervroeging kan een deel van het opgebouwde
In deze reglementen zijn de volgende wijzigingen aange-
ouderdomspensioen worden gebruikt voor een tijdelijk
bracht:
ouderdomspensioen waarmee de periode tot 65 jaar,
■
wanneer zou worden overgegaan tot wijziging in de pen-
waarin geen AOW wordt ontvangen, kan worden over-
sioenaanspraken en rechten in de uitzonderlijke situ-
brugd;
aties, waarbij de inzet van sturingsmiddelen ontoereikend
■
het terugbrengen van het aantal perioden voor getrapt
is om aan het minimum vereiste vermogen te voldoen,
pensioen naar twee waarbij de eerste periode minimaal
wordt eveneens de toezichthouder (DNB) daarover geïn-
vijf jaar duurt.
formeerd. ■
■
tevens is de hierbij van toepassing zijnde hersteltermijn,
Voorts zijn in het Pensioenreglement de beperkingen op de
conform de Pensioenwet, verlengd van één naar drie
mogelijkheden van flexibele pensionering aangepast. Bij de
jaar;
diverse mogelijkheden voor flexibele pensionering wordt een
de beperkingen op de flexibele keuzemogelijkheden zijn
bepaalde volgorde in de keuzemogelijkheden aangehouden.
conform de Pensioenwet aangepast. Het uitruilen van
Het pensioen dat op 65 jaar resteert, nadat gebruik is
partnerpensioen in een hoger ouderdomspensioen is
gemaakt van de mogelijkheid van vervroeging, bedraagt
mogelijk in alle gevallen waarin een periodieke uitkering
minimaal 50% van de oorspronkelijke pensioenaanspraak.
wordt verstrekt; ■
de door de Pensioenwet geboden mogelijkheid tot vrijwillige voortzetting voor maximaal 10 jaar is geschrapt, aangezien deze mogelijkheid fiscaal niet wordt ondersteund;
■
het begrip fondsrendement bij pensioensparen is verduidelijkt. Met fondsrendement wordt bedoeld het rendement inclusief de interest rate swaps.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 100
Uitvoeringsreglement De procedure voor de aanlevering van de jaargegevens is aangescherpt. De deelnemers en/of de ondernemingsraad zullen sneller in het proces worden betrokken en het fonds zal eerder een boete opleggen en eerder ambtshalve gaan afrekenen.
Bijlage III
Reglement Deelnemersraad Het lidmaatschap van de Deelnemersraad is uitgebreid van gepensioneerden tot pensioengerechtigden. Daardoor is het mogelijk dat iemand met een nabestaandenpensioen ook deel uit kan maken van de raad. Reglement voor vrijstelling van verplichte deelneming en premiebetaling Als gevolg van aanpassingen in de wetgeving met betrekking tot vrijstelling van verplichte deelname in een bedrijfstakpensioenfonds zijn de volgende wijzigingen in het reglement doorgevoerd: ■
het opnemen van maximale termijnen voor de verschillende stappen die, bij een verzoek tot vrijstelling door een werkgever aan een bedrijfstakpensioenfonds, doorlopen moeten worden;
■
bij de uitkomst van de performancetoets wordt een getal van 1,28 opgeteld. Op deze wijze wordt een systematiek gerealiseerd, waarbij een uitkomst van lager dan 0 dus een negatief getal betekent dat een bedrijfstakpensioenfonds zakt voor de performancetoets en een uitkomst van 0 of hoger dus een positief getal dat een bedrijfstakpensioenfonds voor deze toets slaagt;
■
de verplichting van het bestuur om vooraf, bij de vaststelling van de normportefeuille, aan te geven welk beleid ten aanzien van rebalancing van de normportefeuille wordt gevolgd;
■
de mogelijkheid om de normportefeuille in de loop van een kalenderjaar aan te passen is uitgebreid van één naar twee keer per kalenderjaar;
■
in een aantal gevallen kan worden volstaan met een zgn. kwalitatieve toets.
Reglement Visitatiecommissie De Visitatiecommissie heeft de mogelijkheid gekregen tot overleg met de interne accountant.
pgb Jaarverslag 2008
pag. 101
PGB JAARVERSLAG 2008
PGB POSTBUS 7855, 1008 CA AMSTERDAM ZWAANSVLIET 3, TELEFOON 020 - 5418418 WWW.GBF.NL