vereniging nederlands pensioenfonds voor de sigarenindustrie en aanverwante bedrijven
Jaarverslag 2008
Jaarverslag 2008 Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)
Voorwoord
Voor u ligt het jaarverslag 2008 van de Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (hierna te noemen ‘het fonds’). In dit jaarverslag presenteren wij als eerste de kerncijfers over 2008 en de vier voorafgaande jaren. In hoofdstuk 2 leest u meer over de statutaire doelstelling en de statutaire colleges. De daaropvolgende hoofdstukken bevatten het verslag van het bestuur, de visitatiecommissie, het verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad alsmede de reacties van het bestuur daarop. In hoofdstuk 8 komt de jaarrekening aan bod. Het jaarverslag wordt afgesloten met de verklaringen van de accountant en de waar merkend actuaris. In de tweede helft van 2008 zijn de dekkingsgraden van pensioenfondsen flink onder druk komen te staan door de effecten van de wereldwijde kredietcrisis. Maar in 2008 speelde er meer dan de kredietcrisis: nieuwe wetgeving werd van kracht of kreeg nadere invulling. Zo zorgde de Veegwet ervoor dat de puntjes op de i werden gezet in de Pensioenwet. Vanaf 1 januari 2008 gelden voor pensioenfondsen daarnaast nieuwe regels voor communicatie. Tot slot werd in 2008 opnieuw flink gediscussieerd over de houdbaar heid van het Nederlandse pensioenstelsel: vergrijzing, slecht presterende beurzen, financiële risico’s en internationale boekhoudregels vormden de ingrediënten. Een veelbewogen jaar, waarover wij hierbij verslag uitbrengen. Ook voor het fonds was 2008 een slecht beleggingsjaar, wat geleid heeft tot een beleggingsrendement van -19,3%. Door het afdekken van de dalende rente in 2008 kwam het totale fondsrendement op -7,8% uit. Als gevolg hiervan verslechterde de financiële positie; de dekkingsgraad daalde van 165% naar 116%. Deze dekkingsgraad was voldoende om de opgebouwde rechten en de uitkeringen volledig te indexeren per 1 januari 2009. Helaas is het fonds per 1 april 2009 in een situatie van reservetekort beland, waarbij het aanwezige vermogen onder het vereist eigen vermogen gedaald. Het bestuur dient in principe een langetermijnherstelplan op te stellen. Het bestuur ziet op het moment van schrijven positieve economische ontwikkelingen, waardoor het aanwezige vermogen voorzichtig toeneemt. Indien deze ontwikkeling voortzet, zou een herstelplan niet opgesteld hoeven te worden. Best, 24 juni 2009 Bestuur Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)
G.W. Hompe
M.H.J.M. Crijnen
Werknemersvoorzitter
Werkgeversvoorzitter
01
Inhoud
Voorwoord
01
Verslag van het verantwoordingsorgaan
5.1
Algemeen
5.2
Verslag 2008
5.3
Bevindingen
5.4
Oordeel
5.5
Aanbevelingen
1
Jaarverslag
1.1
Kerncijfers
2
Algemene gegevens
2.1
Karakteristieken van het pensioenfonds
2.2
Organisatie
6
Verslag van de deelnemersraad
2.3
Aangesloten werkgevers
6.1
Algemeen
2.4
Adressen werkgeversvertegenwoordiging,
6.2
Verslag 2008
vakorganisaties en ouderenorganisatie
6.3
Bevindingen ten aanzien van het jaarverslag en de
2.5
05
5
09
Relevante nevenfuncties bestuursleden
61
69
jaarrekening 2008 6.4
Advies
3
Verslag van het bestuur
3.1
Goed pensioenfondsbestuur (Pension Fund
19 7
Reacties bestuur
Governance)
7.1
Reactie bestuur op de bevindingen van de
3.2
Bestuurs- en ledenvergaderingen
3.3
Externe ontwikkelingen
3.4
Uitvoering van de pensioenregeling
3.5
Ontwikkelingen ten aanzien van (gewezen) deelnemers
3.6
75
visitatiecommissie 7.2
Reactie bestuur op de bevindingen van het verantwoordingsorgaan
7.3
Reactie bestuur op het advies van de deelnemersraad
Vermogensbeheer
8
Jaarrekening
3.7
Financiële paragraaf
8.1
Balans per 31 december 2008
3.8
Actuariële paragraaf
8.2
Staat van baten en lasten
3.9
Risicoparagraaf
8.3
Samenvatting van de actuariële analyse
8.4
Bestemming van het saldo van baten en lasten
en pensioengerechtigden
4
Verslag van de visitatiecommissie
8.5
Kasstroomoverzicht
4.1
Algemeen
55
8.6
Algemene toelichting op de jaarrekening
4.2
Algemeen oordeel
8.7
Toelichting op de balans
4.3
Belangrijkste bevindingen
8.8
Toelichting op de staat van baten en lasten
4.4
Belangrijkste aanbevelingen
4.5
Verslag nabespreking visitatierapport met bestuur
9
Overige gegevens
9.1
Statutaire regeling omtrent de bestemming
van het saldo van baten en lasten
9.2
Gebeurtenissen na balansdatum
9.3
Actuariële verklaring
9.4
Accountantsverklaring
81
131
1 Jaarverslag 1.1
Kerncijfers
1.1
Kerncijfers
Meerjarenoverzichten
Aantallen en percentages 2008
2007
2006
2005
2004
Aangesloten werkgevers
13
12
12
14
9
Deelnemers
860
841
820
932
1.058
• Actieve deelnemers
709
679
641
740
849
• Arbeidsongeschikte deelnemers
151
162
179
192
209
Gewezen deelnemers (slapers)
8.682
9.337
9.930
10.473
11.118
Gepensioneerden
1.665
1.681
1.736
1.740
1.791
• Ouderdomspensioen
984
1.003
1.034
1.015
1.045
• Partnerpensioen (vrouw)
627
633
658
689
710
• Partnerpensioen (man)
44
40
37
29
28
• Wezenpensioen
10
5
7
7
8
Feitelijke premie
10,5%
10,0%
9,5%
9,0%
8,5%
In voorziening verwerkte toeslag op
Toeslag per
Toeslag per
Toeslag per
Toeslag per
Toeslag per
pensioenen pensioenaanspraken
1 januari 2009
1 januari 2008
1 januari 2007
1 januari 2006
1 januari 2005
06
Deelnemers
3,00%
2,65%
1,25%
1,00%
0,00%
Gepensioneerden en slapers
3,00%
1,00%
1,80%
1,60%
0,60%
Financiële gegevens (bedragen x € 1.000)12 2008
2007
2006
2005
2004
Pensioenuitvoering Feitelijke premie1
1.335
1.402
1.684
1.506
1.229
Gedempte premie
2.038
1.733
2.593
-
-
Kostendekkende premie
2.360
2.223
3.335
-
-
Uitkeringen
3.151
3.016
2.761
2.693
2.564
Pensioenuitvoeringskosten
831
742
712
552
551
Pensioenvermogen
116.872
129.947
132.939
126.441
107.295
Voorziening pensioenverplichtingen
101.178
78.270
81.938
76.631
71.056
Vermogenssituatie en solvabiliteit
Aanwezige FTK-dekkingsgraad
116 %
165 %
159 %
145 %
144 %
Vereiste FTK-dekkingsgraad
112 %
123 %
125 %
125 %
128 %
Beleggingsperformance Resultaat beleggingen2
-10.575
499
8.565
15.400
7.248
Fondsrendement (incl. hedge)
-7,8 %
0,4 %
7,0 %
14,8 %
7,5 %
Beleggingsrendement (excl. hedge)
-19,3 %
2,5 %
7,0 %
14,8 %
7,5 %
Benchmark
-18,0 %
2,7 %
7,5 %
14,5 %
7,7 %
Z-score
-0,62
-0,08
-0,29
0,21
-0,09
Beleggingsportefeuille Vastgoedbeleggingen
17.853
17.643
16.371
15.147
14.518
Aandelen
33.552
54.460
57.938
52.675
44.574
Vastrentende waarden
49.912
54.485
55.895
45.772
44.019
Derivaten
10.502
-484
-
-
-
Overige beleggingen
5.008
3.564
1.617
8
8
Reserves
15.694
51.677
51.001
44.032
35.966
Resultaat
-35.983
789
7.318
8.476
4.237
Overig
1 Inclusief premie voor rekening en risico deelnemers 2 Inclusief resultaat beleggingen voor rekening en risico deelnemers
07
Toelichting op de financiële gegevens
Beleggingen
Algemeen
Het fonds haalde in 2008 een totaalrendement van -19,3% (de benchmark – 18,0% ). Dit resulteerde in een z-score van
Alle bedragen in de overzichten zijn vermeld in duizenden euro’s.
-0,62.
De per jaar opgenomen cijfers zijn niet in alle gevallen volledig
De beleggingsresultaten omvatten mede het resultaat op de
vergelijkbaar. Het in de Pensioenwet opgenomen Financiële
renteafdekking via renteswaps. Een daling van de rente heeft een
Toetsingskader Pensioenfondsen stelt namelijk sinds 2006
positief effect op de indirecte beleggingsopbrengsten, maar
nieuwe eisen aan de vaststelling van jaarcijfers.
anderzijds een negatief effect op de waardering van de voor ziening pensioenverplichtingen. De afdekking van het renterisico op de voorziening pensioenverplichtingen is geen doelstelling uit
Voorziening pensioenverplichtingen
hoofde van vermogensbeheer. Het resultaateffect daarvan op de beleggingsopbrengsten telt daarom niet mee in de berekening
De voorziening pensioenverplichtingen is in de cijfers over 2004
van het gemiddelde rendement op beleggingen. Er bestaat dus
en 2005 gebaseerd op een rekenrente van 4% of de marktrente
geen directe samenhang tussen de opgenomen beleggings
(indien deze lager is dan 4%) en overlevingstafels GBM/GBV
resultaten en het percentage van het gemiddelde rendement op
1995-2000. Sinds 2006 gaat het fonds uit van de nominale
beleggingen.
rentetermijnstructuur, vastgesteld door De Nederlandse Bank, en van generatietafels ‘AG prognosetafels 2005-2050’. Ditzelfde geldt voor de berekening van de aanwezige en vereiste dekkings
Resultaat en reserves
graad. Deze gaat onder meer uit van een kostenopslag van 2%. De verplichtingen aan deelnemers, gepensioneerden en gewezen
Het resultaat over het verslagjaar bedroeg € 35.983 negatief. Het
deelnemers, inclusief deelnemers aan de PlusPensioenregeling,
bestuur heeft besloten dit resultaat als volgt te bestemmen:
namen in het verslagjaar toe. Zij stegen met € 22.800 tot een
•• een bedrag van € 6.252 is onttrokken aan de bestemmings
totaalbedrag van € 102.123.
reserve beleggingen; •• een bedrag van € 2.348 is onttrokken aan de bestemmings reserve indexatie;
Dekkingsgraad
•• een bedrag van € 27.383 is onttrokken aan de overige reserve.
De dekkingsgraad is een goede graadmeter voor de financiële
De omvang van de reserves was aan het einde van 2008 als volgt:
positie van een pensioenfonds. Volgens het Financiële
•• bestemmingsreserve beleggingen
€ 12.209
Toetsingskader is de dekkingsgraad gelijk aan het pensioen
•• bestemmingsreserve indexatie
€
420
vermogen gedeeld door de ‘technische voorziening’.
•• overige reserve
€
3.065
De dekkingsgraad van het fonds kwam daarmee aan het eind van 2008 uit op 116%.
08
2 Algemene gegevens 2.1
Karakteristieken van het pensioenfonds
2.2
Organisatie
2.3
Aangesloten werkgevers
2.4
Adressen werkgeversvertegenwoordiging, vakorganisaties en ouderenorganisatie
2.5
Relevante nevenfuncties bestuursleden
2.1 Karakteristieken van het pensioenfonds
Profiel De naam van de vereniging is: Vereniging Nederlands Pensioen fonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven. De vereniging is opgericht op 11 januari 1933 en statutair gevestigd in Eindhoven. Feitelijk houdt zij kantoor in De Meern (gemeente Utrecht). De laatste statutenwijziging was op 10 januari 2008. De vereniging is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 40235301. Het fonds is een bedrijfstakpensioenfonds en is aangesloten bij de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen.
Doelstelling Het doel van het fonds is om nu en in de toekomst uitkeringen te verstrekken aan gepensioneerden en nabestaanden bij ouder dom, arbeidsongeschiktheid en overlijden. Om dit doel te realise ren int het fonds premies bij de aangesloten ondernemingen in overeenstemming met de statuten en het pensioenreglement. De verkregen middelen worden beheerd en belegd.
10
2.2
Organisatie
Bestuur Het bestuur is paritair samengesteld en bestaat uit acht leden. Voor ieder bestuurslid kan een plaatsvervangend bestuurslid worden aangesteld. De helft van de bestuursleden wordt benoemd door de algemene ledenvergadering uit een bindende voordracht van de werkgeversorganisatie, de Nederlandse Vereniging voor de Sigarenindustrie. De andere helft wordt benoemd uit een bindende voordracht van de volgende werknemersorganisaties: •• FNV Bondgenoten: twee leden; •• CNV Bedrijvenbond: één lid; •• De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening: één lid. Samenstelling bestuur per 31 december 2008 Naam
Functie
M.H.J.M. Crijnen
werkgeversvoorzitter
W.J.I. Vinken
Vertegenwoordiging
Einde zittingsduur
werkgevers
1 januari 2011
werkgevers
1 januari 2011
C.N.J.M. de Gooijer
werkgevers
1 januari 2011
A.M.P. de Jong
werkgevers
1 januari 2011
G.W. Hompe
werknemers (FNV Bondgenoten)
1 januari 2011
J.C. Dwarswaard
werknemersvoorzitter
werknemers (De Unie)
1 januari 2011
R. Zwijnenburg
werknemers (CNV Bedrijvenbond)
1 januari 2011
werknemers (FNV Bondgenoten)
1 januari 2011
L.F.A.M. Jansen
Vacature plaatsvervanger
werknemers (FNV Bondgenoten)
1 januari 2011
C.A. van Loon
plaatsvervanger
werknemers (De Unie)
1 januari 2011
De heer G.W. Hompe is per 1 januari 2008 benoemd tot bestuurslid namens de werknemers. Op die datum zijn de heer R. van der Wal en mevrouw A.M. Ouwehand teruggetreden. De heer R.J. Zwijnenburg was al plaatsvervangend bestuurslid en is per 1 augustus 2008 benoemd tot bestuurslid namens werknemers. Ook de heer M.H.J.M. Crijnen was al plaatsvervangend bestuurslid. Hij is per 1 oktober 2008 benoemd tot bestuurslid namens werkgevers als vervanger van de terugtredende heer J.G. Bulk. De werkgevers- en de werknemersvoorzitter wisselen onderling per periode van twee kalenderjaren als voorzitter en plaatsvervan gend voorzitter van het bestuur. De heer Hompe fungeerde het gehele verslagjaar als voorzitter. De heer Bulk was tot 1 oktober 2008 plaatsvervangend voorzitter. Hij werd opgevolgd door de heer Crijnen. Het bestuur is belast met de leiding, het algemene beleid en het beheer van het fonds. Het bestuur en beide voorzitters samen mogen het fonds vertegenwoordigen, tenzij de statuten of het pensioenreglement dit anders regelen. Beide voorzitters samen bepalen het dagelijkse beleid van het fonds.
11
Leden en ledenvergaderingen
Deelnemersraad
Leden van het fonds zijn:
De deelnemersraad adviseert het bestuur gevraagd en onge
•• de Nederlandse Vereniging voor de Sigarenindustrie,
vraagd over zaken die het fonds aangaan. In ieder geval adviseert
gevestigd in Tilburg;
de raad over voorgenomen besluiten tot statuten- en reglements
•• FNV Bondgenoten, gevestigd in Utrecht;
wijziging, vaststelling van het jaarverslag en de actuariële en
•• CNV Bedrijvenbond, gevestigd in Utrecht;
bedrijfstechnische nota (ABTN), het toeslagenbeleid en de jaar
•• De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening,
lijkse besluiten daarover.
gevestigd in Culemborg. Naast het adviesrecht heeft de deelnemersraad in bepaalde De leden van het bestuur die gemandateerd zijn door de leden
omstandigheden het recht om beroep bij de rechtbank in te
vormen samen de ledenvergadering. De ledenvergadering heeft
dienen. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als het bestuur een advies
onder meer tot taak de statuten, reglementen, balans, rekening
van de deelnemersraad niet opvolgt.
van baten en lasten en het jaarverslag goed te keuren en vast te stellen.
De deelnemersraad bestaat uit vier gepensioneerden en drie werknemers. Elk half jaar vindt een algemene vergadering plaats. Hierbij zijn de beide bestuursvoorzitters aanwezig. De adminis trateur van het fonds, Interpolis Pensioenbeheer B.V., verzorgt ook voor de deelnemersraad het secretariaat.
12
Samenstelling deelnemersraad per 31 december 2008 Leden
Werknemer/gepensioneerde
Organisatie
J.C.M. Dankers (voorzitter)
gepensioneerde
De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening
J.N.J. van de Klundert
gepensioneerde
De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening
A.A.H.W. Wijnen
werknemer
De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening
N.P.C.G. Smulders
gepensioneerde
CSO
M.J.J. van der Wiel
werknemer
FNV Bondgenoten
J.J.C. Wijnen
werknemer
FNV Bondgenoten
P.C.M. Verspeek
werknemer
FNV Bondgenoten
Plaatsvervanger
Werknemer/gepensioneerde
Organisatie
T.G.F. Bekx
werknemer
FNV Bondgenoten
(plaatsvervangend voorzitter)
Alle leden en plaatsvervangers zijn benoemd (of herbenoemd) voor de periode 1 januari 2008 tot 1 januari 2011. Per 1 januari 2008 zijn de heren J. de Wit en F.J. van Dijk teruggetreden als lid. Zij werden namens de werknemers opgevolgd door de heren T.G.F. Bekx en J.J.C. Wijnen. De heer J.C.M. Dankers zal als voorzitter van de deelnemersraad aanblijven tot 1 januari 2010. Plaatsvervangend voorzitter is de heer P.C.M. Verspeek.
Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan is op 1 januari 2008 ingesteld. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, het door het bestuur uitgevoerde beleid en de beleidskeuzes voor de toekomst. Het verantwoor dingsorgaan legt zijn oordeel minimaal één keer per jaar schriftelijk vast. Dit oordeel en de reactie van het bestuur daarop worden gepubliceerd in het jaarverslag. Samenstelling verantwoordingsorgaan per 31 december 2008 Leden
Functie
Namens
P.C.M. Verspeek
Voorzitter
Werknemers
A.P.M. Mens
Plaatsvervangend voorzitter
Werkgevers
J.C.M. Dankers
13
Gepensioneerden
Intern toezicht
Externe partijen
Het bestuur organiseert een transparant intern toezicht.
Uitvoeringsorganisatie
Tenminste een keer in de drie jaar wordt het functioneren van het
Interpolis Pensioenbeheer B.V., De Meern
fonds en dat van het bestuur kritisch bezien.
(handelsnaam Syntrus Achmea Pensioenbeheer)
In 2007 heeft het bestuur besloten hiervoor een visitatiecommis
Vermogensbeheerder
sie in te stellen. Deze commissie bestaat uit minimaal drie onaf
Interpolis Vermogensbeheer B.V., De Meern
hankelijke deskundigen. Het bestuur heeft de stichting Het
(handelsnaam Syntrus Achmea Vermogensbeheer)
VAK-VC opdracht gegeven om het functioneren van het fonds en zijn bestuur over 2008 te beoordelen. De bevindingen van de
Vastgoedbeheerder
visitatiecommissie en de reacties van het bestuur en het verant
Achmea Vastgoed B.V., De Meern
woordingsorgaan daarop zijn opgenomen in het jaarverslag.
(handelsnaam Syntrus Achmea Vastgoed) Adviserend actuaris
Adviescommissie bezwaarschriften vrijstellingsbesluiten
dhr. A.J.M. Jansen AAG (Watson Wyatt B.V.), Rotterdam Accountant
In 2004 is de Adviescommissie bezwaarschriften vrijstellingsbe
dhr. W.J. Thuss RA (Ernst & Young Accountants LLP), Den Haag
sluiten ingesteld. De commissie adviseert het bestuur in bezwaar schriftprocedures tegen vrijstellingsbeslissingen (waaronder
Waarmerkend actuaris
gemoedsbezwaren). De adviescommissie bestaat uit een voorzit
dhr. H.J.W. van Gemert AAG (Watson Wyatt B.V.), Eindhoven
ter en twee leden. De voorzitter is onafhankelijk: hij maakt geen deel uit van het bestuur en legt geen verantwoordelijkheid af aan
Compliance Officer
het bestuur.
mevr. M. van der Werff (Ernst & Young Advisory), Amsterdam
In 2008 zijn geen vrijstellingsbesluiten genomen of bezwaar schriften ontvangen. De adviescommissie heeft in 2008 dan ook niet bij elkaar hoeven komen. Samenstelling per 31 december 2008 Leden L.H. Blom (voorzitter)
Interpolis Pensioenen B.V.
G.W. Hompe
Bestuur
E.L.M. de Bruijn
Interpolis Pensioenen B.V.
14
2.3 Aangesloten werkgevers
•• Agio Sigarenfabrieken N.V. in Duizel •• Deli-HTL B.V. Tabak Maatschappij in Eindhoven (vrijwillige aansluiting) •• Swedish Match Cigars B.V. in Valkenswaard •• Swedish Match Benelux Sales B.V. in Valkenswaard (bedrijf in 2008 gestart en bij het fonds aangesloten) •• Henri Wintermans Cigars B.V. in Eersel •• Ritmeester Cigars in ’s-Hertogenbosch •• Tobacco Service Holland B.V. in Tubbergen •• Sigarenfabriek B.G. van ’t Veen B.V. in Grafhorst •• VCT B.V. in Cruquius •• Sigarenfabriek Hovens VOF in Tegelen •• Hoogeboom’s Sigarenfabriek B.V. in Badhoevedorp •• Pronk Import B.V. in Diemen •• Sigarenfabriek “De Olifant” B.V. in Kampen
15
2.4
Adressen werkgevers vertegenwoordiging, vakorganisaties en ouderenorganisatie
Nederlandse Vereniging voor de Sigarenindustrie (NVS) Postbus 4076 5004 JB Tilburg (013) 594 41 25 www.sigaar.nl De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening Postbus 400 4100 AK Culemborg (0345) 85 18 51 www.deunie.nl FNV Bondgenoten Postbus 9208 3506 GE Utrecht (0900) 9690 www.fnvbondgenoten.nl CNV BedrijvenBond Postbus 2550 3500 GM Utrecht (0900) 77 00 770 www.cnvbedrijvenbond.nl Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO) Postbus 222 3500 AE Utrecht (030) 276 99 85 www.ouderenorganisaties.nl
16
2.5 Relevante nevenfuncties bestuursleden
De heer G.W. Hompe
Mevrouw L.F.A.M. Jansen
•• (geen)
•• Bestuurslid Bedrijfstakpensioenfonds Kalkzandsteenindustrie
De heer M.H.J.M. Crijnen
•• Bestuurslid Bedrijfstakpensioenfonds Suikerverwerkende
(in liquidatie) •• Voorzitter Nederlandse Vereniging voor de Sigarenindustrie •• Algemeen secretaris European Cigar Manufacturers Association.
Industrie •• Bestuurslid en lid beleggingscommissie Bedrijfstakpensioen fonds Suikerwerk- en Chocoladeverwerkende Industrie •• Bestuurslid Bedrijfstakpensioenfonds Beroepsvervoer over de
De heer W.J.I. Vinken •• Bestuurder ST Cigar Group Holding B.V.
Weg •• Bestuurslid en lid beleggingscommissie Stichting
•• Bestuurder Henri Wintermans Cigars B.V.
Bedrijfstakpensioenfonds Groothandel in Vlakglas, de
•• Bestuurder Henri Wintermans Cigars Belgium N.V.
Groothandel in Verf, het Glasbewerkings- en het
•• Bestuurder Henri Wintermans Cigars Benelux N.V.
Glazeniersbedrijf •• Plaatsvervangend bestuurslid Algemeen Pensioenfonds KLM
De heer C.N.J.M. de Gooijer •• Bestuurslid Eindhovense Fabrikanten Kring sectie personeels verantwoordelijken •• Bestuurslid Tabaserv
De heer C. A. van Loon •• Lid Regionaal Sociaal Economisch Beraad West Brabant •• Lid Regionaal Arbeidsmarktplatform •• Lid Raad van Toezicht Woningstichting Soomland
De heer J.C. Dwarswaard •• Bestuurslid Bedrijfstakpensioenfonds Architectenbureaus •• Bestuurslid Bedrijfstakpensioenfonds Particuliere beveiliging •• Bestuurslid Bedrijfstakpensioenfonds Banden- en Wielenbranche •• Bestuurslid Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars (SBZ) •• Bestuurslid Bedrijfstakpensioenfonds Kunststof- en RubberIndustrie De heer A.M.P. de Jong •• Secretaris contactgroep Buitenland II De heer R. Zwijnenburg •• Bestuurslid Molenaarspensioenfonds
17
•• Bestuurslid VUT-fonds voor de Groenten- en Fruitverwerkende Industrie
3 Verslag van het bestuur 3.1
Goed pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance)
3.2
Bestuurs- en ledenvergaderingen
3.3
Externe ontwikkelingen
3.4
Uitvoering van de pensioenregeling
3.5
Ontwikkelingen ten aanzien van (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden
3.6
Vermogensbeheer
3.7
Financiële paragraaf
3.8
Actuariële paragraaf
3.9
Risicoparagraaf
3.1
Goed pensioen fondsbestuur (Pension Fund Governance)
Het bestuur vindt het van groot belang om het fonds goed te
de principes in 2007 en 2008 zouden invoeren. De meeste
besturen. In de afgelopen jaren zijn steeds meer richtlijnen en
beslissingen over hoe de principes ingevuld worden zijn dan ook
regels opgesteld om te zorgen dat het fonds zijn taken daad
in 2007 genomen. Het jaar 2008 stond ook in het teken van de
werkelijk goed uitvoert. Zo publiceerde de Stichting van de
praktische invoering van de principes.
Arbeid (STAR) in 2005 de “Principes voor goed pensioen fondsbestuur”. Deze principes bieden kaders voor zorgvuldig bestuur, intern toezicht, verantwoording, deskundigheid, open
3.1.1 Transparantiedocument
heid en communicatie. Maar ook andere regels spelen een rol: zo is de Code Tabaksblat van belang voor het beleggingsbeleid.
Het bestuur van het fonds heeft begin 2008 een transparantiedo
Sinds 2007 zijn de Principes voor goed Pensioenfondsbestuur
cument vastgesteld. In het Nederlandse pensioenstelsel staan col
van de STAR verankerd in de Pensioenwet. De bedoeling van de
lectiviteit en solidariteit centraal en de handhaving van deze
principes is dat een pensioenfondsbestuur weet waarvoor het
waarden vraagt om transparantie: het bestuur dient verantwoor
verantwoordelijk is en ook hoe het verantwoording aflegt.
ding af te leggen over zijn doen en laten. Daarbij hoort een goed intern toezicht op het functioneren van het bestuur.
De STAR pleitte ervoor dat alle pensioenfondsen de principes
Met het transparantiedocument probeert het bestuur alle belang
uiterlijk 1 januari 2008 zouden invoeren. De Pensioenwet
hebbenden op een heldere wijze inzicht te geven in het beleid en
noemde hiervoor echter geen duidelijke termijn.
de uitvoering daarvan. En ook hoe het invulling geeft aan begrip
De Nederlandsche Bank ging ervan uit dat de pensioenfondsen
pen zoals goed bestuur, verantwoording en intern toezicht. Het transparantiedocument is te vinden op de website van het fonds, www.pensioenfondssigaren.nl.
3.1.2 Intern toezicht en verantwoordingsorgaan Visitatiecommissie In 2007 heeft het bestuur besloten om een visitatiecommissie in te stellen als intern toezichthouder. De taken van deze commissie zijn vastgelegd in een reglement. De commissie bestaat uit drie onafhankelijke, deskundige leden, die minimaal een keer per drie jaar het functioneren van het fonds en zijn bestuur kritisch zullen bezien. De visitatiecommissie beoordeelt in ieder geval de volgende zaken: •• beleids- en bestuursprocedures, bestuursprocessen en de checks and balances binnen het fonds; •• de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd;
20
•• de wijze waarop het bestuur omgaat met risico’s op de langere
3.1.3 Deskundigheidsbevordering
termijn. Het bestuur is zich bewust van de eisen van deskundigheid in de Begin 2009 heeft het bestuur aan de stichting Het VAK-VC
Pensioenwet en de eisen aan de vormgeving die de “Principes
opdracht gegeven om dit interne toezicht te verzorgen en het
voor goed pensioenfondsbestuur” stellen. Het bestuur onder
functioneren van (het bestuur van) het fonds over 2008 te
schrijft ook de aanbevelingen van de drie pensioenkoepels VB,
bezien.
Opf en UvB. De koepels presenteerden deze aanbevelingen in
De bevindingen van de visitatiecommissie zijn te lezen in hoofd
april 2007 in het Plan van Aanpak Deskundigheidsbevordering
stuk 4 van dit jaarverslag. In de hoofdstukken 5 en 7 zijn de reac
(“PvAD”).
ties hierop van het verantwoordingsorgaan en het bestuur
In 2001 heeft het bestuur al het initiatief genomen voor een des
opgenomen.
kundigheidsplan. Dit plan is in 2008 vernieuwd op basis van de aanbevelingen van de pensioenkoepels. In het deskundigheids plan formuleert het fonds op welke wijze het de deskundigheid
Verantwoordingsorgaan
van het bestuur wil bevorderen en op peil houden. Het plan beschrijft onder meer:
Het bestuur heeft in 2007 besloten een apart verantwoordings orgaan in te stellen. Dit orgaan bestaat uit drie leden: werkne mers, werkgevers en gepensioneerden leveren ieder één vertegenwoordiger. De leden zijn met ingang van 1 januari 2008 benoemd. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, het door het bestuur uitgevoerde beleid en de beleidskeuzes voor de toe komst. Het verantwoordingsorgaan legt zijn oordeel ten minste één keer per jaar schriftelijk vast. Dit oordeel en de reactie van het bestuur daarop worden gepubliceerd in het jaarverslag.
•• welke personen zijn belast met specifieke beleidsbepalende taken; •• welke eisen aan de deskundigheid van de leden en plaats vervangende leden worden gesteld; •• in hoeverre het bestuur en de afzonderlijke bestuursleden aan die eisen voldoen; •• welke opleidingsplannen het bestuur heeft om het gewenste deskundigheidsniveau te verkrijgen en behouden; •• op welke wijze het fonds het deskundigheidsniveau en functioneren van zowel het bestuur als de afzonderlijke bestuursleden toetst en evalueert;
In 2008 heeft het verantwoordingsorgaan voor het eerst het han
•• hoe het deskundigheidsplan kan worden onderhouden.
delen van het bestuur in het voorafgaande jaar beoordeeld. In een aparte brief zijn aanbevelingen gedaan. Het bestuur heeft deze
In 2008 hebben de bestuursleden opleidingen gevolgd over
aanbevelingen besproken en aan het verantwoordingsorgaan
onder meer het Financieel Toetsingskader, continuïteitsanalyses,
gerapporteerd wat het met deze aanbevelingen heeft gedaan of
vermogensbeheer en beleggingsrichtlijnen. Daarnaast volgden zij
nog gaat doen. In hoofdstuk 5 zijn het oordeel en verslag van het
een opleiding ‘Pensioenwet & communicatie’. Hierin kwamen
verantwoordingsorgaan over 2008 opgenomen. In hoofdstuk 7 is
onder andere het toeslagenlabel, de voorwaardelijkheidsverkla
de reactie hierop van het bestuur opgenomen.
ring en het communiceren van reglementswijzigingen aan de orde.
21
Eind 2008 zijn alle bestuursleden en hun plaatsvervangers door
Het bestuur en de compliance officer hebben gezamenlijk een
een externe organisatie getoetst op hun individuele deskundig
Compliance Program opgesteld, waarin de taken, bevoegdheden
heid. De resultaten van deze toets zijn begin 2009 bekend
en procedures zijn vastgelegd. In het najaar is het Compliance
geworden. Zij worden meegenomen in een nieuw opleidingsplan
Program aangepast aan de nieuwe eisen van de Wet op het
om de deskundigheid van het bestuur nog verder te bevorderen.
financieel toezicht en de Pensioenwet. De compliance officer heeft in de zomer een rapport uitgebracht
3.1.4 Gedragscode en compliance
naar aanleiding van een door de bestuursleden ingevulde vragen lijst over naleving van de gedragscode in 2007. De compliance
Gedragscode
officer concludeerde dat er geen zaken naar voren zijn gekomen waaruit blijkt dat er in strijd is gehandeld met de gedragscode.
Sinds 2001 heeft het bestuur een gedragscode. Doel van deze gedragscode is het stellen van regels en richtlijnen voor bestuurs leden. Deze regels moeten belangenconflicten tussen het fonds
Toezicht bij vermogensbeheer
en betrokkenen in privé voorkomen. Daarnaast regelen zij hoe betrokkenen moeten omgaan met vertrouwelijke informatie van
De Wet op het financieel toezicht, die op 1 januari 2007 in wer
het fonds. De gedragscode bevordert de transparantie van het
king trad, stelt ook eisen aan pensioenfondsen voor het handelen
fonds en zorgt ervoor dat alle betrokkenen, ook voor hun eigen
op beurzen en financiële markten. Een pensioenfonds moet voor
bescherming, duidelijk weten wat wel en wat niet geoorloofd is.
komen dat koersgevoelige informatie bekend wordt buiten het
Elk bestuurslid heeft schriftelijk verklaard de gedragscode te zul
pensioenfonds. De compliance officer let op de naleving van deze
len naleven. In april 2008 heeft het bestuur de gedragscode ver
regels.
nieuwd, om deze in overeenstemming te brengen met de Wet op
Als een pensioenfonds jaarlijks een minimum aantal effecten
het financieel toezicht en de Pensioenwet.
transacties uitvoert of bestuurders over voorwetenschap kunnen beschikken, zijn gedragsregels van toepassing op privétransacties
Het bestuur van het fonds kan zogeheten insiders aanwijzen. Dit
door bestuursleden of medewerkers. Dit geldt alleen als het
zijn personen die door hun functie of positie bij het fonds regel
pensioenfonds invloed kan uitoefenen op de individuele
matig kunnen beschikken over (koers)gevoelige informatie of
transacties.
mogelijk invloed hebben op beleggingstransacties. Op dit
Aangezien het fonds het vermogensbeheer volledig heeft
moment zijn er geen insiders aangewezen bij het fonds.
uitbesteed, zijn deze gedragsregels niet van toepassing.
Compliance officer
3.1.5 Communicatie
Het bestuur heeft een compliance officer aangesteld die verant
Communicatie is een belangrijk thema in de Pensioenwet:
woordelijk is voor het bewaken van de correcte naleving van de
elk pensioenfonds dient een adequaat communicatiebeleid te
gedragscode door alle betrokkenen. Als compliance officer treedt
hebben. Dit communicatiebeleid moet erop gericht zijn de doel
op mevrouw drs. M. van der Werff van Ernst & Young Advisory.
groepen op begrijpelijke en effectieve wijze voor te lichten over
22
de pensioenresultaten, het wel en wee van het pensioenfonds en relevante veranderingen. In 2007 heeft het bestuur het beleid in
Toeslagverlening: voorwaardelijkheidsverklaring & toeslagenlabel
een communicatiebeleidsplan voor 2008-2010 vastgelegd. Onderdeel van dit beleidsplan is het opstellen van een jaarplan.
Voor het behoud van koopkracht moeten pensioenen stijgen als de prijzen stijgen. Dat heet indexatie of toeslag. Pensioenen
In de Pensioenwet zijn de eisen die worden gesteld aan de com
kunnen alleen stijgen als er genoeg geld is. Pensioenuitvoerders
municatie van het pensioenfonds aangescherpt. Dit geldt voor
(pensioenfondsen en verzekeraars) moeten duidelijk maken of zij
communicatie naar actieve deelnemers, slapers, pensioen
voldoende financiële middelen hebben om een toeslag te
gerechtigden en ex-partners van deelnemers en slapers.
verlenen.
De strengere eisen gelden sinds 1 januari 2008 en hebben vorm gekregen in de zogenoemde gebeurteniscommunicatie.
Sinds 1 januari 2007 dienen de gewekte verwachtingen, de
Hieronder vallen met name de volgende communicatie-uitingen:
financiering en het realiseren van voorwaardelijke toeslagen een
•• welkomstbericht (startbrief);
consistent geheel te vormen. Een pensioenfonds mag toeslagen
•• beëindigingbericht (stopbrief);
alleen voorwaardelijk toekennen als het in de pensioen- en uit
•• scheidingsbericht, en;
voeringsovereenkomst, het pensioenreglement en alle andere
•• uniform pensioenoverzicht (UPO).
informatieverstrekking een voorwaardelijkheidsverklaring
In april 2008 is het fonds gestart met het verzenden van
opneemt. In deze verklaring wordt het toeslagenbeleid verder
welkomstberichten aan nieuwe deelnemers volgens de strengere
uitgelegd: de ambities van het pensioenfonds, de financiering van
eisen. In oktober 2008 hebben alle deelnemers hun pensioen
de toeslagen en welke toeslagen de laatste drie jaar zijn toege
overzicht (UPO) 2008 ontvangen. Vanaf maart 2009 gaat het
kend. De toeslagenmatrix van DNB met voorgeschreven teksten
fonds de vernieuwde beëindigingsberichten verzenden. Als laat
is per 1 januari 2008 verplicht gesteld.
ste, halverwege 2009, volgen de nieuwe scheidingsberichten. Het bestuur heeft al in 2007 aan toezichthouder AFM te kennen gegeven dat de voorgeschreven teksten onvoldoende duidelijk
Brochure
waren. Deelnemers en gepensioneerden zullen moeite hebben de teksten te begrijpen. Medio 2008 heeft de AFM aangepaste
De brochures “Uw pensioenregeling” en “VNPS Pluspensioen
teksten voor de voorwaardelijkheidsverklaring voorgeschreven.
regeling” zijn in 2008 herschreven in duidelijke en begrijpelijke
Het bestuur is nog steeds van mening dat deze teksten beter
bewoordingen. Hiermee voldoen zij aan de eisen die de
zouden kunnen. De nieuwe teksten zijn met ingang van 1 januari
Pensioenwet stelt. De brochures zijn in oktober 2008 aan alle
2009 opgenomen in de uitingen van het fonds, maar aan de AFM
werkgevers en deelnemers verstuurd en op de website van het
is verzocht om verduidelijkingen toe te staan.
fonds gepubliceerd. Voor duidelijke communicatie over het toeslagenbeleid voerde de Pensioenwet naast de voorwaardelijkheidsverklaring een toe slagenlabel in. Ook het toeslagenlabel helpt om het beleid van een pensioenfonds begrijpelijker te maken: het bestaat uit een plaatje en een uitleg. Het label vermeldt de toeslag die een
23
pensioenfonds verwacht bij een gemiddelde prijsstijging van 2%.
Pensioenplanner
Voor deze verwachting heeft het label een normaal scenario en een slechtweerscenario. Hiermee wordt vooral duidelijk gemaakt
In oktober 2008 heeft het bestuur besloten een pensioenplanner
dat het verhogen van pensioenen niet vanzelfsprekend is.
te introduceren. De pensioenplanner is een rekenprogramma op
Het was de bedoeling dat pensioenfondsen het toeslagenlabel
de website van het fonds waarmee de deelnemer zelf zijn
vanaf 1 januari 2008 gingen gebruiken. Halverwege 2007 bleek
pensioenmogelijkheden kan berekenen. Hij kan onder andere
echter al dat dit niet haalbaar zou zijn. Minister Donner van
berekenen wat de consequenties zijn van uitruilen en het
Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het label eind augustus
vervroegen van het ouderdomspensioen. De pensioenplanner
2008 definitief vastgesteld. Pensioenfondsen zouden per 1 janu
start medio 2009. Deelnemers worden op diverse wijzen op de
ari 2009 starten met het gebruik van het label. In verband met de
pensioenplanner geattendeerd, onder andere via mailings en
financiële crisis en de gedaalde dekkingsgraden van de pensioen
bijeenkomsten bij werkgevers.
fondsen heeft de AFM inmiddels aangegeven dat het toeslagen label in 2009 niet gebruikt hoeft te worden. Het pensioenfonds moet wel op een andere wijze helderheid en duidelijkheid geven
Beeldgebruik
over de indexatieverwachtingen. Het fonds heeft in april 2009 besloten het toeslagenlabel in 2009
In het najaar van 2008 heeft het bestuur gesproken over de aan
niet te gebruiken en medio 2009 de deelnemers schriftelijk te
passing van beelden en foto’s in de communicatie-uitingen van
informeren over de indexatieverwachting.
het fonds. Het gebruik van nieuwe foto’s en beelden zal de huis stijl van het fonds meer identiteit geven en dus herkenbaarder maken. De nieuwe foto’s en beelden worden in 2009 geïntrodu
Toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM)
ceerd.
De AFM is een relatief nieuwe toezichthouder voor pensioen fondsen en concentreert zich in het toezicht op de communicatie
3.1.6 Onafhankelijkheid bestuur
bij pensioenfondsen. De AFM heeft eind 2007 een zogenaamde “self assessment” aan alle pensioenfondsen verstuurd. Hierin
Het bestuur stelt zich bij het uitoefenen van zijn bestuurstaak
verzocht de AFM de fondsen informatie te geven over de wijze
onafhankelijk op. Het zorgt ervoor dat het fonds uitsluitend
waarop communicatie aan deelnemers, gewezen deelnemers en
handelt ten behoeve van alle belanghebbenden van het fonds.
gepensioneerden plaatsvindt.
Het bestuur weegt deze belangen op een zorgvuldige en even
In mei 2008 koppelde de AFM de resultaten terug aan het fonds.
wichtige wijze tegen elkaar af en maakt dit inzichtelijk. De
Het fonds behaalde een score van 78 op een schaal van 1 tot 100.
belanghebbenden zijn de deelnemers, de gewezen deelnemers,
Het gemiddelde van alle bedrijfstakpensioenfondsen was 72. De
de pensioengerechtigden en de aangesloten werkgevers. Het
AFM merkte wel op dat verbetering mogelijk is. Op 8 december
bestuur neemt in dit kader een overzicht van de relevante neven
2008 heeft de AFM een nieuwe self assessment aan de pensioen
functies op in het jaarverslag (zie paragraaf 2.5).
fondsen verstuurd. Het fonds behaalde hierbij een verbeterde score van 86.
24
3.1.7 Naleving wet- en regelgeving
3.1.9 Uitbesteding pensioenuitvoering
Het bestuur is niet bekend met overtredingen van wet- en regel
De uitvoeringsorganisatie, Interpolis Pensioenen, verzorgt de
geving door het fonds.
uitvoering van de pensioenadministratie, bestuursondersteuning, vermogensbeheer en vastgoedbeheer. Interpolis Pensioenen bestaat feitelijk uit drie rechtspersonen:
3.1.8 Toezichthouders
•• Interpolis Pensioenbeheer B.V. (handelsnaam: Syntrus Achmea Pensioenbeheer);
Sinds de invoering van de Wet op het financieel toezicht staat het fonds onder toezicht van DNB en de AFM. DNB is belast met het prudentieel toezicht en de AFM met het gedragstoezicht. Het prudentieel toezicht richt zich op de financiële soliditeit van
•• Interpolis Pensioenen Vermogensbeheer B.V. (handelsnaam: Syntrus Achmea Vermogensbeheer); •• Achmea Vastgoed B.V. (handelsnaam: Syntrus Achmea Vastgoed).
financiële ondernemingen en draagt bij aan de stabiliteit van de
Het bestuur heeft Syntrus Achmea gemandateerd voor de hieraan
financiële sector. Het door de AFM uitgeoefende gedragstoezicht
verbonden werkzaamheden. Het fonds en Syntrus Achmea
richt zich op ordelijke en transparante marktprocessen, zuivere
hebben hun afspraken vastgelegd in een beheerovereenkomst.
verhoudingen tussen marktpartijen en zorgvuldige behandeling
Bij deze vierpartijenovereenkomst zijn het fonds en de drie werk
van cliënten van financiële ondernemingen.
maatschappijen van Syntrus Achmea partij.
Het fonds legt structureel alle wijzigingen in statuten, reglemen ten, ABTN en jaarstukken aan DNB voor. DNB toetst benoemin
Afspraken over de kwaliteit van de dienstverlening zijn vast
gen van (plaatsvervangende) bestuursleden vooraf. Daarnaast
gelegd in aparte dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s) voor
verstrekt het fonds regelmatig algemene informatie in de vorm
pensioenbeheer, vermogensbeheer en vastgoedbeheer. Alle
van enquêtes aan DNB en AFM, bijvoorbeeld in het kader van
overeenkomsten bieden de mogelijkheid om de bestaande dienst
Pension Fund Governance.
verlening tussentijds aan te passen of nieuwe diensten toe te
Sinds 2006 voert het bestuur intensief overleg met DNB over het
voegen. Het bestuur en de uitvoerder leggen eventuele nieuwe
toeslagenbeleid, het premiebeleid en de premiekorting. Eind
afspraken altijd contractueel vast.
2007 besloot het bestuur een nieuwe continuïteitsanalyse te
Syntrus Achmea heeft in het verslagjaar elk kwartaal gerappor
laten uitvoeren, die zou moeten aantonen dat het beleid van het
teerd over de DVO-afspraken, met name over de behandeling van
bestuur volstaat voor de toekomst. De uitkomsten van de
klachten. Syntrus Achmea Vermogensbeheer heeft een jaar
continuïteitsanalyse zijn in maart aan DNB toegezonden, in juni
rapportage over 2007 opgeleverd.
volgde de aangepaste ABTN. Naar aanleiding hiervan verzocht DNB in juli om overleg met het bestuur. Dit overleg heeft eind september plaatsgevonden. In de laatste maanden van 2008 heeft het bestuur met DNB gesproken over de vormgeving en vastlegging van het premie beleid, toeslagenbeleid en de randvoorwaarden daarvan (zie paragraaf 3.2.3).
25
3.2
Bestuurs- en ledenvergaderingen
3.2.1 Vergaderingen
Toetredingsleeftijd
Het bestuur heeft in het verslagjaar zes keer vergaderd. De verga
De Pensioenwet schrijft voor dat de toetredingsleeftijd uiterlijk
deringen werden gehouden op 14 februari, 3 april, 5 juni,
21 jaar dient te zijn, of een latere leeftijd op moment van
24 juni, 9 oktober en 4 december. De ledenvergadering vonden
indiensttreding. Het bestuur heeft besloten de toetredingsleeftijd
op dezelfde data plaats.
per 1 januari 2008 te verlagen van 25 naar 21 jaar. De verplichtstelling en het pensioenreglement zijn hieraan aan
De agenda’s van het bestuur en de ledenvergadering zagen er in
gepast.
principe hetzelfde uit, waarbij de leden formeel het laatste woord hadden over vaststelling van (wijzigingen in) de statuten en de reglementen en de vaststelling van het jaarverslag.
Wijziging pensioenreglement Het per 1 januari 2008 geldende pensioenreglement regelt de
3.2.2 Gevolgen Pensioenwet
relatie tussen het fonds en de deelnemers. Het bepaalt welke aanspraken en verplichtingen de deelnemers aan de pensioen
De nieuwe Pensioenwet had in 2007 en 2008 veel invloed op het
regeling hebben.
fonds. De pensioenregeling, de administratie en de verslagleg
Het nieuwe reglement bevat onder meer een keuzerecht bij het
ging zijn aan de nieuwe eisen aangepast.
ouderdomspensioen. Deelnemers kunnen dit geheel of gedeelte lijk omzetten in partnerpensioenop de pensioneringsdatum of bij het eindigen van de deelneming. Het bestuur heeft besloten dit keuzerecht in te voeren per 1 januari 2008 en het niet te beperken tot pensioenaanspraken die zijn opgebouwd na inwerkingtreding van de Pensioenwet. De keuze wordt standaard aangeboden bij beëindiging van de deelneming en in het laatste jaar voor ingang van het ouderdomspensioen. Daarnaast zijn verschillende informatieverplichtingen in het pensioenreglement opgenomen: •• Het fonds stuurt de nieuwe deelnemer binnen drie maanden na aanvang van de deelneming (uiterlijk drie maanden na het bereiken van de toetredingsleeftijd) een startbrief. Hierin staat onder andere informatie over de basispensioenregeling en de toeslagverlening; •• Het fonds informeert de deelnemer binnen drie maanden na een wijziging van het pensioenreglement die ertoe leidt dat de verplichte informatie in de startbrief wijzigt.
26
•• Het fonds informeert gewezen deelnemers, gewezen partners
Afkoop kleine pensioenen
en pensioengerechtigden binnen drie maanden na een wijzi ging van het toeslagbeleid over die wijziging; •• Op verzoek verstrekt het fonds het pensioenreglement, het
De Pensioenwet bepaalt dat pensioenfondsen kleine pensioenen van gewezen deelnemers mogen afkopen. Kleine pensioenen zijn
jaarverslag, de jaarrekening, de uitvoeringsovereenkomst,
pensioenuitkeringen van minder dan € 406,44 op jaarbasis
informatie over beleggingen, de verklaring van beleggings
(bedrag 2008). Het fonds mag deze pensioenen afkopen twee
beginselen, het korte- of langetermijnherstelplan, informatie
jaar nadat de deelneming is geëindigd. De gewezen deelnemer
over de hoogte van de dekkingsgraad, informatie over een
kan daartegen geen bezwaar maken. Met ingang van 1 januari
aanwijzing door de toezichthouder en over de aanstelling van
2008 is in het Pensioenreglement opgenomen dat kleine
een bewindvoerder.
pensioenen worden afgekocht. Voor deelnemingen die zijn geëindigd vóór 1 januari 2007
Uitvoeringsreglement
(datum van invoering van de Pensioenwet) gelden andere wette lijke regels. Een pensioenfonds mag dan besluiten tot afkoop,
Het bestuur heeft in december 2007 een uitvoeringsreglement
maar de gewezen deelnemer kan hiertegen bezwaar maken.
vastgesteld dat per 1 januari 2008 in werking trad.
Halverwege 2007 heeft het bestuur voorlopig besloten om
Dit reglement, dat de afspraken tussen de werkgever en de
gewezen deelnemers met een pensioentot € 100 in de komende
pensioenuitvoerder regelt, beschrijft onder meer:
vijf á negen jaar een afkoopaanbod te doen. De groep met een
•• de wijze waarop het fonds de verschuldigde premie vaststelt;
opgebouwd pensioentussen de € 100 en de afkoopgrens krijgt
•• de wijze waarop en de termijnen waarin de verschuldigde
bij pensionering een afkoopaanbod.
premie moet worden voldaan; •• de informatie die de werkgever aan de pensioenuitvoerder moet verstrekken; •• de procedures die gelden bij het niet-nakomen van premiebetalingsverplichtingen door de werkgever; •• de uitgangspunten en procedures die gelden bij de besluit-
In 2008 zijn de discussies over afkoop bij alle pensioenfondsen door een tweetal zaken in een ander licht komen te staan. Allereerst zijn de vakbonden, waaronder FNV Bondgenoten, een discussie gestart over de wenselijkheid van afkoop van kleine pensioenen. De FNV doelde daarbij vooral op gevallen waarin
vorming over vermogenstekorten, vermogensoverschotten
een gewezen deelnemer meerdere kleine pensioenen heeft die
en winstdeling;
net onder de afkoopgrens vallen. Bij afkoop zou dit betekenen dat
•• de mogelijkheid om premiekorting te verlenen;
die persoon in totaal een redelijk pensioenheeft opgebouwd,
•• de voorwaarden en procedures voor vrijstelling van verplichte
maar door afkoop uiteindelijk weinig of geen pensioenoverhoudt
deelname aan het fonds.
na zijn 65ste. Daarnaast is door de kredietcrisis bij een groot aan tal pensioenfondsen een situatie van onderdekking ontstaan. In zo’n situatie kan het voor een pensioenfonds ongunstig zijn om kleine pensioenen af te kopen. Ook om die reden kan een pensioenfonds besluiten oude slapende pensioenen vooralsnog niet af te kopen.
27
Eind 2008 heeft het bestuur besloten om alle gewezen deel
In dezelfde periode liep de uitvoering van een consistentietoets
nemers met bestaande, vóór 1 januari 2007 opgebouwde rechten
aan de hand waarvan moet worden beoordeeld of een pensioen
tot € 100 in 2009 een afkoopaanbod te doen.
fonds voldoet aan de consistentie-eis bij voorwaardelijke toeslag verlening. Bij voorwaardelijke toeslagverlening moeten de gewekte verwachtingen, de financiering en het realiseren van
3.2.3 Premie- en toeslagenbeleid
voorwaardelijke toeslagen een consistent geheel vormen. Uitgangspunt is dat de bij de deelnemers gewekte verwachtingen
In 2005 heeft het fonds een nieuwe ALM-studie uitgevoerd,
in voldoende mate waargemaakt moeten kunnen worden. De
waarbij rekening is gehouden met het Financieel Toetsingskader
Minister van SZW vond onvoldoende duidelijk hoe de pensioen
(FTK). Deze studie is in 2006 afgerond en uitvoerig behandeld.
fondsen de consistentie-eis concreet invulling wilden geven.
Op basis hiervan heeft het bestuur een nieuwe financiële opzet
Daarom is medio 2008 de consistentietoets ingevoerd.
van het premiebeleid, toeslagenbeleid, beleggingsbeleid en de
Een pensioenfonds voert de consistentietoets minimaal eens
pensioenregeling gemaakt. Begin 2007 is op basis van die
per drie jaar samen met de continuïteitsanalyse uit. Van een
nieuwe financiële opzet een vernieuwde ABTN vastgesteld.
‘consistent geheel’ is sprake als op basis van de continuïteits analyse:
Over de nieuwe financiële opzet heeft het fonds in 2007 regel
a. het pensioenfonds, uitgaande van het vereiste eigen
matig overleg gevoerd met DNB. Aan het eind van het jaar bleek
vermogen over een periode van 15 jaar, een toeslagverlening
dat DNB een uitgebreide continuïteitsanalyse nodig vond om aan
verwacht, die in voldoende mate aansluit bij de toeslag
te tonen dat de premiekorting gerechtvaardigd is.
ambitie, en;
Begin 2008 is de continuïteitsanalyse door Watson Wyatt B.V.
b. het pensioenfonds, uitgaande van het minimaal vereiste eigen
uitgevoerd. Het bestuur concludeerde dat de analyse onder
vermogen, verwacht dat het herstelvermogen van het fonds
andere aantoonde dat:
voldoende is om de dekkingsgraad binnen een periode van
•• de kansen op dekkings- en reservetekort klein waren en binnen de gangbare normen lagen; •• de verwachte toeslagverlening rond de 90% van de toeslagam bitie lag; •• de premiekorting verantwoord was.
15 jaar op het vereiste eigen vermogen te brengen. In opdracht van het bestuur heeft Watson Wyatt de consistentie toets eind november 2008 uitgevoerd. Uit de toets is gebleken dat het herstelvermogen van het fonds, in de huidige financiële opzet, onvoldoende is.
De uitkomsten van de continuïteitsanalyse zijn in maart 2008 aan DNB toegezonden en in juni volgde de aangepaste ABTN. Naar
Het bestuur heeft op basis van deze uitkomst in december een
aanleiding hiervan verzocht DNB in juli om een overleg met het
voorlopig besluit genomen ten aanzien van het toeslagen- en
bestuur. Dit overleg heeft eind september plaatsgevonden.
premiebeleid voor 2009: door het verhogen van de dekkings
DNB concludeerde na dit overleg dat aanpassing van het premie-
graad-grens voor het verlenen van toeslagen is het verlenen van
en toeslagenbeleid niet nodig was. Wel moest het beleid en de
een premiekorting in 2009 opnieuw mogelijk.
ambitie beter en helderder vastgelegd worden in de reglementen
Begin 2009 is hierover overleg gevoerd met DNB. De toezicht
en de ABTN. De belangrijkste conclusie was dat het innen van
houder heeft geen goedkeuring over dit beleid voor 2009
een kostendekkende premie het uitgangspunt moet zijn.
uitgesproken, maar laat dit afhangen van een nieuwe financiële opzet voor 2010 en verder.
28
Het jaar 2009 zal gebruikt worden om de aanpassingen door te
Dekkingsgraad
rekenen en overleg te voeren met cao-partners. Per 1 januari 2010 hoopt het bestuur een nieuwe financiële opzet te kunnen
De dekkingsgraad is, kort gezegd, de verhouding tussen het
invoeren.
vermogen van een pensioenfonds en de verplichtingen van een pensioenfonds op korte en langere termijn. De dekkingsgraad geeft aan hoeveel euro’s het pensioenfonds in kas heeft tegen
3.2.4 Kredietcrisis en de gevolgen daarvan
over de contante waarde van elke euro die het (straks) moet uitkeren.
Dekkingsgraad van het fonds fors gedaald Er zijn twee effecten die de dekkingsgraad in 2008 sterk hebben Door de kredietcrisis zijn niet alleen de aandelenbeurzen, maar
doen dalen. Ten eerste is het vermogen van het fonds afgenomen
ook de lange rentes fors gedaald. Het fonds is hiervoor niet
door de dalende beurskoersen. Beleggen op de beurs is voor het
immuun gebleken. Dit vertaalde zich in een forse daling van de
fonds – in ieder geval voor een deel van het vermogen – nood
dekkingsgraad aan het einde van 2008 tot 116%. Aan het einde
zakelijk: het fonds behaalt anders op langere termijn onvol
van 2007 was de dekkingsgraad nog 165%. Ondanks de daling
doende rendement. Een tweede factor betreft de verplichtingen
was er ultimo 2008 geen reservetekort en heeft het fonds per
van het fonds: deze zijn gestegen door de dalende marktrente.
1 januari 2009 volledige toeslagen verleend over de opge
Hoe werkt dit precies? Een pensioenfonds gaat de verplichting
bouwde en ingegane pensioenen.
aan om later bij pensionering een uitkering te doen. Voor een uitkering over 40 jaar hoeft een pensioenfonds nu niet het hele bedrag in kas te hebben. Het kan immers nog over een lange periode rendement halen. Hoe hoog het rendement de komende 40 jaar zal zijn is nog onduidelijk. En toch moet het fonds een schatting maken. Daarvoor gebruikt het de langetermijnrente. Mede als gevolg van de kredietcrisis is die rente in het verslagjaar flink gedaald. Daardoor rekent het fonds op een lager rendement en moet het nu meer geld in kas hebben om straks dezelfde uit kering te kunnen doen. De Pensioenwet stelt regels voor het geval de dekkingsgraad van een pensioenfonds onvoldoende is. Pensioenfondsen zijn ver plicht een “onderdekking” of “reservetekort” direct te melden bij De Nederlandsche Bank (DNB). Het fonds heeft een onder dekking als de dekkingsgraad lager is dan 105%, en een reserve tekort als de dekkingsgraad lager is dan het vereist eigen vermogen (per 31 december 2008 112%). In 2008 heeft het fonds op geen enkel moment een reservetekort gehad, dus ook geen onderdekking.
29
Opschorten waardeoverdracht bij dekkingsgraad onder 100%
Reservetekort op 1 april 2009 Uit de dekkingsgraden die ultimo het 1e kwartaal van 2009 aan
Als een werknemer van baan verandert mag hij zijn pensioen
DNB zijn opgeleverd, is gebleken dat bij het fonds een reserve
overdragen naar zijn nieuwe pensioenfonds. Dit heet waarde
tekort is ontstaan. Een reservetekort houdt in dat de dekkings
overdracht. Als de dekkingsgraad van een pensioenfonds lager is
graad lager is dan het vereist eigen vermogen. De gerapporteerde
dan 100% mag een pensioenfonds waardeoverdrachten echter
dekkingsgraad bedraagt 112,2% bij een vereiste dekkingsgraad
niet uitvoeren. Het moet deze volgens de Pensioenwet
van 114,6%.
“opschorten”. Deze verplichting geldt voor inkomende en
Het bestuur moet uiterlijk 29 augustus 2009 een langetermijn
uitgaande waardeoverdrachten, en ongeacht de fase waarin de
herstelplan indienen bij DNB, tenzij op het moment van vast
waardeoverdracht zich bevindt. Dus ook als de offerte is uitge
stellen van het herstelplan geen sprake meer is van een tekort.
bracht en geaccepteerd. Ondanks het feit dat het fonds zelf nog
In die situatie dient het fonds met behulp van een continuïteits
over een ruim voldoende dekkingsgraad beschikt, kon het waar
analyse aan te tonen dat het fonds naar verwachting structureel
deoverdrachten aan het eind van 2008 vaak niet uitvoeren. In
boven de vereiste dekkingsgraad uitkomt. In het langetermijn
veel gevallen had het ontvangende of overdragende pensioen
herstelplan worden onder andere opgenomen de concrete maat
fonds namelijk een te lage dekkingsgraad om te mogen mee
regelen waardoor het eigen vermogen van het fonds binnen
werken aan waardeoverdrachten.
15 jaar weer voldoet aan de wettelijke vereisten.
De overheid werkt aan een Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) met nieuwe bepalingen over het opschorten en herleven van waardeoverdrachten. Pas in juli 2009 zal het inhoudelijk beleid bekend worden gemaakt. Het lijkt er op dat het in de toekomstige regeling eerder wordt toegestaan om ontvangen aanvragen voor waardeoverdrachten nog af te ronden als de dekkingsgraad onder de 100% zakt. Ook zal de regelgeving waarschijnlijk ingaan op de mogelijkheid een nieuwe over drachtsdatum te kiezen om de effecten van bijvoorbeeld een afstempeling ook op deze pensioenopbouw van toepassing te laten zijn. Vooralsnog blijft bij herleving van waardeoverdrachten de bestaande overdrachtsdatum van toepassing.
30
3.3
Externe ontwikkelingen
3.3.1 Pensioenregister van start
3.3.2 F VP-bijdrageregeling verlengd tot 1 januari 2011
In de Pensioenwet is bepaald dat er een landelijk pensioen register komt. Op 7 mei 2008 is de Stichting Pensioenregister
De Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering
opgericht, een samenwerkingsverband van de pensioenkoepels,
(FVP) helpt werklozen van 40 jaar en ouder pensioenop te
verzekeraars en Sociale Verzekeringsbank. De stichting gaat de
bouwen. FVP heeft in december 2008 bekendgemaakt dat de
ontwikkeling van het Pensioenregister begeleiden. De kosten
FVP-regeling een jaar langer zal blijven bestaan. De regeling
worden gedragen door de pensioensector zelf. Het is de bedoe
loopt nu door tot 1 januari 2011. Werknemers die vóór 2011 in
ling dat het register per 1 januari 2011 van start gaat. Het register
de WW terechtkomen kunnen nog een FVP-bijdrage aanvragen.
gaat alle Nederlandse pensioenregelingen via internet toeganke
Werknemers die daarna WW-gerechtigd worden niet meer.
lijk maken. Iedereen tussen de 15 en 65 jaar met een burger servicenummer en een DigiD kan straks inloggen en een overzicht opvragen van zijn eigen pensioenregelingen en AOW-
3.3.3 Europese ontwikkelingen
rechten. Zo kan iedere Nederlander straks duidelijk zien hoe hoog zijn totale oudedagsvoorziening is, bij welk fonds het
De Algemene PensioenInstelling
pensioenis opgebouwd en waar hij terecht kan voor meer informatie.
Het idee voor de introductie van een nieuw pensioenvehikel naast pensioenfondsen en verzekeraars ligt al enkele jaren in de broed machine. Met de introductie van de Algemene PensioenInstelling (API) zou Nederland een nieuw financieel exportproduct rijk zijn. Iedereen lijkt het er over eens te zijn dat Nederlandse pensioen kennis buiten de landsgrenzen ook succesvol ingezet kan worden. Toch loopt de invoering van de API minder voorspoedig dan ver wacht. Er is gedurende het proces gekozen voor een gefaseerde introductie. De eerste stap is de zogenaamde Premie Pensioen Instelling (PPI). Dit vehikel mag alleen zuivere premieregelingen uitvoeren. Deze regelingen kenmerken zich door het ontbreken van enig verzekeringstechnisch risico. Dus het vehikel voorziet niet in verzekering van levenslang pensioen, nabestaanden pensioenof arbeidsongeschiktheidspensioen. In de PPI wordt het pensioenvermogen opgebouwd en op profes sionele wijze belegd. Via de PPI zou het vermogen alleen in één keer uitgekeerd kunnen worden. Als het opgebouwde vermogen na de pensioengerechtigde leeftijd maandelijks moet worden uit gekeerd, dient het vermogen eerst te worden overgedragen aan een erkende verzekeraar. De PPI lijkt voor Nederlandse pensioenenregelingen niet interessant, maar trekt vooral aan
31
dacht uit Zuid en Oost Europa. Begin 2009 zal het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer worden aangeboden door minister Bos.
Europese richtlijn waardeoverdracht (Portability richtlijn)
De volgende fase is de volwaardige Algemene Pensioen Instelling. De API mag zogenaamde Defined Benefit regelingen
Op Europees niveau wordt onderhandeld over een richtlijn voor
uitvoeren, zoals we die in Nederland veel kennen. Deze moet ook
internationale waardeoverdracht. Om de arbeidsmobiliteit in
concurrerend kunnen zijn ten opzichte van buitenlandse
Europa te vergroten zou het makkelijker moeten worden om
pensioeninstellingen. De ruimte die de Europese pensioen
pensioenover te dragen tussen lidstaten. De onderhandelingen
richtlijn biedt moet optimaal benut worden. De eisen in aanvul
over de nieuwe richtlijn blijken een langdurig en moeizaam pro
ling op de richtlijn dienen zoveel mogelijk beperkt te blijven.
ces. Nederland was het begin 2007 niet eens met de tekst voor
Voor een API gelden beperktere eisen ten opzichte van de
het eerste concept van de zogenaamde portability richtlijn. De
Pensioenwet. Een ruimere productafbakening is een belangrijke
Europese Commissie heeft op 9 oktober 2007 een herzien richt
eigenschap van de API. Ook de mogelijkheid om meerdere rege
lijnvoorstel gepresenteerd. Over de nieuwe tekst is in 2008 geen
lingen met gescheiden vermogens uit te voeren (volgens de
overeenstemming bereikt. Vanwege de stagnatie in het besluit
Pensioenwet moet een pensioenfonds één financieel geheel zijn)
vormingsproces opperen sommigen ervoor om de conceptricht
is een voordeel van het nieuwe vehikel. Eind 2009 zou de wet
lijn volledig in de ban te doen en opnieuw te beginnen. Toch zijn
geving voor de API gereed moeten zijn. Haast is geboden omdat
alle lidstaten het erover eens dat de richtlijn er zo snel mogelijk
Luxemburg, Ierland en België al veel verder zijn met hun grens
moet komen.
overschrijdende dienstenaanbod. De gevolgen van grensoverschrijdende pensioenontwikkelingen zijn nog moeilijk in te schatten. In eerste instantie zullen vooral multinationals gebaat zijn met de creatie van één pensioenvehikel voor al hun werknemers in diverse lidstaten. Omdat pensioen fondsen over te grenzen kijken, zullen de toezichthouders ook nauwer gaan samenwerken. De Europese koepel CEIOPS, Comitee of European Insurance and Occupational Pensions, zal daarom ook meer macht en middelen krijgen om toe te zien op de grensoverschrijdende activiteiten. Ook moet hiermee worden voorkomen dat de Europese pensioenrichtlijn wordt misbruikt om aan het lokale toezicht te ontkomen.
32
3.4
Uitvoering van de pensioenregeling
3.4.1 Kenmerken pensioenregeling
PlusPensioenregeling
De pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst in de vorm
Naast de pensioenregeling van het fonds kunnen deelnemers met
van een middelloonregeling. De pensioenuitkering is gebaseerd
ingang van 1 januari 2003 premies inleggen voor extra pensioen:
op het gemiddelde salaris dat verdiend werd in de sigaren
de PlusPensioenregeling (voorheen Pensioenspaarregeling).
industrie. Met ingang van 1 januari 2008 is de toetredingsleeftijd
Deze regeling heeft het karakter van een premieovereenkomst.
21 jaar.
De ingelegde premies worden belegd en volgen het fonds
Deelname aan de regeling is voor werknemers in de sigaren
rendement. In 2008 is hier voor het eerst verlies op geleden.
industrie verplicht. Uitzondering hierop zijn werknemers die een
Eind 2008 maakten 224 werknemers gebruik van deze regeling.
salaris ontvangen dat boven de cao-schalen ligt. Het opbouwpercentage was in 2008 1,75% van de pensioen grondslag en de franchise bedroeg € 15.048.
3.4.2 Toeslagenbeleid
Voor eventuele nabestaanden is een partnerpensioenof wezenpensioen verzekerd. Het partnerpensioenbedraagt 70%
Het bestuur streefde er in 2008 naar om de opgebouwde
van het ouderdomspensioen. Het wezenpensioenbedraagt 14%
pensioenaanspraken van de deelnemers jaarlijks aan te passen op
van het ouderdomspensioenen wordt uitgekeerd tot 18 jaar.
basis van de ontwikkeling van de lonen in de van toepassing
Kinderen die recht hebben op een studiefinanciering ontvangen
zijnde CAO voor de Sigarenindustrie en de pensioenrechten van
tot hun 27ste jaar wezenpensioen. Als beide ouders overleden
de gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen aan de hand
zijn bedraagt het wezenpensioen28%.
van het CBS-consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens. Voor
De deelnemer kan op de pensioendatum het recht van zijn totale
deze voorwaardelijke toeslagen is de Indexatie bestemmingsre
partnerpensioen omruilen in extra ouderdomspensioen.
serve gevormd. Dit beleid komt overeen met variant D4 van de
De deelnemer kan bij vervroeging van zijn pensioen ook beslui
toeslagenmatrix.
ten vooralsnog slechts gedééltelijk van zijn pensioengebruik te
Het bestuur hanteert als leidraad de volgende indexatiestaffel:
maken.
•• bij een dekkingsgraad lager dan 105%: geen toeslag
Voor de pensioenregling moest in 2008 premie worden betaald
•• bij een dekkingsgraad hoger dan 105%: volledige toeslag,
over de pensioengrondslag (salaris minus franchise). Werkgevers
zolang de Indexatie bestemmingsreserve positief is
en werknemers betalen reglementair ieder 50% van de premie.
Het toeslagenbeleid kent de mogelijkheid van inhaalindexatie tot
Er geldt een (gedeeltelijke) premievrijstelling in geval van een
maximaal 5 jaar terug om deelnemers te compenseren voor
(gedeeltelijke) WAO- of WIA-uitkering.
enkele jaren mindere beleggingsopbrengsten of een scherpe daling van de nominale rentetermijnstructuur. Uit de continuïteitsanalyse van februari 2008 blijkt dat de toe komstige toeslagverlening naar verwachting ruim 95% van de maatstaf zal zijn. Deze verwachting zal ook in het toeslagenlabel worden meegenomen. Met ingang van 1 januari 2009 is het toeslagbeleid gewijzigd. (zie paragraaf 3.2.3.)
33
3.4.3 Premiebeleid Het fonds financiert de pensioenregeling met een doorsnee premie. Begin 2007 hebben cao-partijen in overleg met het bestuur een nieuw premiebeleid vastgesteld. De pensioenpremie stijgt jaarlijks met 0,5% tot de (gedempte) kostendekkende premie van 16% (berekening uit 2006) is bereikt. Op basis hiervan is de premie voor 2008 vastgesteld op 10,5%. Het fonds toetst periodiek of de niet-kostendekkende premie tot een verantwoorde financiële positie blijft leiden. DNB heeft in 2008 aangegeven dat momenteel niet voldaan wordt aan de randvoorwaarden om premiekorting te verlenen. Het beleid moet in 2009 op dit punt dus worden aangepast.
34
3.5
Ontwikkelingen ten aanzien van (gewezen) deelnemers en pensioen gerechtigden
Mutatieoverzicht boekjaar deelnemers
gewezen deel
arbeids
gepensio-
nemers
ongeschikte
neerden
totaal
deelnemers Stand per 1 januari 2008
679
9.337
162
1.681
11.859
Toetreding / hertoetreding
128
-26
-
-
102
Pensionering
-10
-667
-10
540
-147
Arbeidsongeschiktheid
-1
-1
2
-
-
Revalidering
-
-
-
-
-
Overlijden
-1
-44
-3
-113
-161
Premievrij gemaakt door uitdienst
-91
91
-
-
-
Waardeoverdracht
-
-15
-
-
-15
Afkoop emigratie / klein pensioen
-
-
-
-424
-424
Beëindiging wezenpensioen
-
-
-
-1
-1
Overige oorzaken
5
7
-
-18
-6
Stand per 31 december 2008
709
8.682
151
1.665
11.207
Bedragen x € 1.000
2008
2007
2006
2005
2004
Ouderdomspensioen
2.159
2.033
1.866
1.746
1.681
Partnerpensioen
838
746
642
625
600
Uitgekeerde bedragen
35
Prepensioen
-
-
13
-
-
Wezenpensioen
9
5
6
7
4
Afkoop emigratie
-
-
-
-
-
Afkoop bij ingang uitkering
145
232
234
315
278
Totaal
3.151
3.016
2.761
2.693
2.564
Aanspraken gepensioneerden ultimo boekjaar Bedragen x € 1.000
2008
2007
2006
2005
2004
Ouderdomspensioen Mannen
1.771
1.586
1.554
1.498
1.449
Vrouwen
450
400
374
298
257
Partnerpensioen (vrouw)
664
600
584
571
550
Partnerpensioen (man)
75
68
57
49
47
Wezenpensioen
7
5
6
6
6
Totaal
2.967
2.658
2.575
2.422
2.309
2008
2007
2006
2005
2004
Mannen
663
682
718
746
785
Vrouwen
321
321
316
269
260
Partnerpensioen (vrouw)
627
633
658
689
710
Partnerpensioen (man)
44
40
37
29
28
Wezenpensioen
10
5
7
7
8
Totaal
1.665
1.681
1.736
1.740
1.791
Aantallen pensioenen in uitkering ultimo boekjaar
Ouderdomspensioen
36
Individuele waardeoverdracht aantal
overdrachtswaarde (bedragen x € 1.000)
2005 Uitgaande overdrachten
16
Inkomende overdrachten
9
€ 119 €
92
2006 Uitgaande overdrachten
13
€ 167
Inkomende overdrachten
2
€ 5.455
Uitgaande overdrachten
24
€ 168
Inkomende overdrachten
4
2007 €
54
2008 Uitgaande overdrachten
15
€ 145
Inkomende overdrachten
13
€ 143
Bij de inkomende overdrachten in 2006 zijn de waardeoverdrachten (€ 5.438) uit het voormalige Prepensioenfonds van de sigaren industrie (VPS) inbegrepen.
Pensioenopbouw tijdens werkloosheid Deelnemers die werkloos zijn geworden komen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor een bijdrage voor de voortzetting van de opbouw van hun pensioenaanspraken. Deze bijdrage wordt verstrekt door de Stichting FVP. Voor het onderstaande aantal personen is in het jaar een (of meer) bijdrage(n) ontvangen. Opbouw tijdens WW
37
Jaar
aantal
2005
13
2006
26
2007
25
2008
32
Vrijwillige voortzetting van de deelneming Deelnemers hebben de mogelijkheid om bij beëindiging van de deelneming voor 65-jarige leeftijd de deelneming voor eigen rekening tegen de normale premie voort te zetten. Sinds 2001 is wettelijk bepaald dat een vrijwillige voortzetting maximaal drie jaren mag duren. Vrijwillige voortzetting Jaar
aantal
premie
2005
2
€ 1.472
2006
1
€
993
2007
-
€
-
2008
-
€
-
Pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid Voor deelnemers die arbeidsongeschikt zijn geworden wordt de pensioenopbouw vanaf de eerste WAO-dag of WIA-dag zonder verdere premiebetaling voortgezet. Opbouw tijdens WAO/WIA Jaar
aantal
opbouw
2005
192
€ 27
2006
179
€ 25
2007
162
€ 30
2008
151
€ 34
(bedragen x € 1.000)
38
Deelnemers PlusPensioenregeling Met ingang van 1 januari 2003 is de PlusPensioenregeling (voorheen pensioenspaarregeling) in de sigarenindustrie van kracht. Met deze regeling van het fonds kunnen de aangesloten werkgevers een aantrekkelijker arbeidsvoorwaardenpakket aanbieden. Werknemers krijgen meer keuzemogelijkheden in hun oudedagsvoorzieningen. Deelnemers kunnen kiezen voor een aanvulling op het reguliere ouderdoms- en partnerpensioenbij het fonds of een eerdere ingangsdatum van het ouderdomspensioen.3 aantal deelnemers
aantal deelnemers die
totale inleg3
in het jaar inlegden
(x € 1.000)
31 december 2006
260
168
€ 177
31 december 2007
262
153
€ 129
31 december 2008
223
141
€ 148
3 Acht procent van de inleg komt ter dekking van de kosten toe aan het fonds
39
3.6
Vermogensbeheer
3.6.1 Terugblik wereldeconomie
Overheden en centrale banken probeerden de crisis te bezweren
De financiële sector in grote problemen Nu faillissementen bij banken dreigden, vervulden de centrale Het hele jaar 2008 stond in het teken van de wereldwijde finan
banken hun functie van “lender of last resort”. Overheden traden
ciële crisis. De situatie bij veel financiële instellingen verslech
actief op en nationaliseerden financiële instellingen, zoals
terde in een kort tijdsbestek en het systeem schudde op haar
American International Group en Fortis. Wereldwijd namen
grondvesten. Er kwam een einde aan het zelfstandig voortbestaan
overheden en centrale banken daarnaast diverse andere maat
van een fors aantal financiële instellingen, met als dieptepunt het
regelen, waaronder het Troubled Assets Relief Program
faillissement van Lehman Brothers. Daarnaast deden veel instel
(“TARP”). Er werd een plan gelanceerd om de balansen van
lingen een beroep op de centrale banken of overheden voor
financiële instellingen via kapitaalinjecties te versterken en zo de
financiële ondersteuning. De totale verwachte verliezen voor
kredietverlening weer op gang te helpen. Veel centrale banken,
financiële instellingen zijn gedurende 2008 continu naar boven
waaronder de Europese Centrale Bank, verlaagden de rente.
bijgesteld en wereldwijd opgelopen tot meer dan USD 1 biljoen.
Zo werd de korte beleidsrente in de VS tot bijna 0% verlaagd.
De terughoudendheid van banken om geld uit te lenen belem
De Federal Reserve kondigde aan beleggingen te gaan opkopen
mert de economische groei wereldwijd.
(onder meer hypotheekgerelateerde producten en staats obligaties). Deze en andere maatregelen hadden tot doel een implosie van het financiële systeem te voorkomen.
Diverse landen in recessie Het uitbreken van een kredietcrisis werd vorig jaar als een van de
Paniek beheerste de financiële markten
risico’s gezien. Daarnaast werd wereldwijd een afkoeling van de economische groei verwacht. Dit bleek in de eerste helft van
Ondanks alle steunmaatregelen bleef er sprake van een algehele
2008 ook het geval te zijn. Optimisten wezen op stabiliserende
aversie tegen het nemen van risico’s op de financiële markten.
factoren die een recessie zouden kunnen voorkomen, zoals de
Vrijwel alle risicovolle beleggingscategorieën hadden in 2008 last
gezonde financiële positie van het bedrijfsleven en de fiscale
van negatieve rendementen. Na het faillissement van Lehman
stimulansen die waren aangekondigd. Maar de kredietcrisis
Brothers werd gevreesd voor een ineenstorting van het financiële
kwam er toch. Vooral het faillissement van Lehman Brothers
systeem en ontstond wereldwijd paniek. De beweeglijkheid van
bleek grote gevolgen te hebben. De kredietmarkten bevroren als
de markten (“volatiliteit”) steeg gedurende het jaar tot extreme
gevolg van de vertrouwenscrisis en de wereldeconomie kwam tot
hoogte, maar herstelde aan het eind van het jaar weer enigszins
stilstand. De Verenigde Staten zijn nu officieel in recessie, net als
van de recordniveaus.
diverse Europese landen en Japan. Opmerkelijk was de grote snelheid waarmee de gebeurtenissen elkaar in 2008 opvolgden en de heftigheid waarmee financiële markten reageerden.
40
3.6.2 Gevoerd beleid Portefeuillewaarde De waarde van de portefeuille en de verdeling van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën aan het einde van het jaar 2008 ten opzichte van 2007 wordt weergegeven in onderstaande tabel: 2008
Bedragen in miljoenen euro’s bedrag
percentage
2007 bedrag
percentage
Aandelen
32,6
36,6%
54,4
45,8%
Vastrentende waarden
32,7
36,7%
45,4
38,2%
Alternatieve beleggingen
1,5
1,7%
0,1
0,1%
Direct vastgoed
17,8
19,9%
17,0
14,3%
Liquide middelen
4,5
5,1%
1,9
1,6%
Totaal
89,1
100,0%
118,8
100,0%
Totaal incl. waarde hedges
115,9
128,6
Aansluiting met de jaarrekening In bovenstaande tabel wordt een voor vermogensbeheer gebruikelijke rubricering gehanteerd die echter afwijkt van die in de jaarreke ning. De aansluiting is als volgt: •• de post Alternatieve beleggingen bestaat uit de beleggingen in private equity en commodities. In de jaarrekening worden deze geru briceerd onder Overige beleggingen en Aandelen; •• de post Liquide middelen bestaat uit banksaldi en beleggingen in een geldmarktfonds, deze laatste is in de jaarrekening terug te vin den onder Overige beleggingen; •• overige schulden die niet in beheer zijn bij vermogensbeheer zijn niet in bovenstaande opstelling begrepen; •• de beleggingen volgens bovenstaand overzicht zijn inclusief de beleggingen voor rekening en risico van deelnemers; en •• de post waarde hedges bestaat, naast de waarde van de valuatahedge, uit het totaal van renteproducten (zoals het Liability Overlay Fund) die ten behoeve van de rentehedge worden aangehouden. In de jaarrekening worden de onderliggende posities van deze hedge gerubriceerd onder derivaten en overige schulden.
41
Performance Onderstaande tabel geeft de performance weer uitgesplitst naar de verschillende categorieën waarin door het pensioenfonds wordt belegd. portefeuille 2008
benchmark 2008
Aandelen
-38,9%
-39,0%
Vastrentende waarden
-0,2%
2,2%
Alternatieve beleggingen
-44,4%
-19,2%
Direct vastgoed
4,1%
3,3%
Liquide middelen
0,1%
3,9%
Totaal
-19,3%
-18,0%
Totaal incl. resultaat hedge
-7,8%
- 6,8%
Tactische asset allocatie
jaar respectievelijk 45%, 36% en 26% lager af ten opzichte van
Het fonds voert een tactisch asset allocatie beleid (“TAA-
2007 (gemeten in euro’s). De aandelenmarkt in de regio Pacific
beleid”). De beleggingsportefeuille van het fonds omvatte aan
ex Japan en de opkomende landen lieten een nog negatiever ren
het begin van het jaar een beperkte overweging op aandelen ten
dement zien van respectievelijk 50% en 51%. Als gevolg hiervan
koste van obligaties. Na de daling van de aandelenmarkten in
daalde het percentage van aandelen in het totale vermogen van
2007 leken aandelen ondanks de minder gunstige economische
het fonds sterk. Alle bedrijfssectoren sloten het jaar af met een
vooruitzichten beter gewaardeerd dan obligaties. De financiële
negatief resultaat, met name de financiële en cyclische sectoren.
crisis zette echter onverwacht hard door en had een zware impact op de financiële markten. Eind augustus werd besloten een groot
De aandelenportefeuille kende uiteindelijk een sterk negatief
deel van het surplus aan aandelen af te bouwen. De reden hier
rendement, wat licht hoger was dan het benchmarkrendement.
voor was enerzijds de relatief aantrekkelijke waardering en de
Belangrijkste reden voor deze outperformance was het selectieve
aangekondigde maatregelen om de crisis en stagnerende econo
beleid in momentum- en dure groeiaandelen en de voorkeur voor
mie te lijf te gaan. Anderzijds werd gevreesd voor de risico’s van
kwaliteitsbedrijven met sterke balansen en hoge marges.
gedwongen verkopen (“deleveraging”). De overweging op aan delen werd tot het eind van het jaar gehandhaafd. Per saldo had
Vastrentende waarden
het gevoerde beleid een behoorlijk negatieve invloed op het
De financiële markten kenmerkten zich in 2008 door een grote
resultaat.
mate van angst en onzekerheid. Dit leidde tot een sterke stijging van volatiliteit. Per saldo stegen de koersen van staatsleningen in
Aandelen
zowel de Eurozone als de Verenigde Staten. Dit werd voorname
Voor de aandelenmarkten was 2008 een zeer slecht jaar. De
lijk veroorzaakt door lagere inflatieverwachtingen. Daarnaast
Europese, Amerikaanse en Japanse aandelenmarkten sloten het
zagen beleggers staatsleningen als veilige belegging.
42
De markt voor bedrijfsobligaties had het in 2008 heel moeilijk.
De Goldman Sachs Commodity Index liet in de eerste helft van
Onder invloed van de kredietcrisis liepen de risicopremies van
2008 een uitstekend rendement zien, maar moest dit in de
bedrijfsobligaties op tot niet eerder vertoonde niveaus. Deze
tweede helft al weer prijsgeven. Uiteindelijk sloot deze index
risicopremies zijn de opslagen die bedrijven moeten betalen
bijna 50% lager, gemeten in Amerikaanse dollars. Gedurende de
bovenop de rente voor staatsleningen. De financiële sector werd
eerste helft van het jaar bereikte de olieprijs een voorlopig hoog
het zwaarst geraakt.
tepunt. Een vat ruwe olie kostte begin juli bijna USD 150, maar
De positie in bedrijfsobligaties en met name die in de financiële
eindigde uiteindelijk op een prijs van USD 50. De grondstofpor
sector hadden een sterk negatief effect op de waarde van de
tefeuille behaalde met een semi-actieve commoditystrategie een
portefeuille. De resultaten op staatsobligaties konden dit onvol
sterk negatief rendement, ook was spraken van een geringe
doende compenseren.
underperformance ten opzichte van de gehanteerde benchmark.
De beleggingen in obligaties met een hoog risico lieten in 2008
Het fonds heeft strategisch tot doel de beleggingscategorie ‘alter
een sterk negatief rendement zien. Het resultaat op deze beleg
natives’ in te vullen door belegging in 3 deelgebieden, te weten
gingen was beter dan het benchmarkrendement. Dit positieve
private equity, commodities en infrastructuur. Gedurende het jaar
relatieve rendement werd veroorzaakt door onder meer onder
bleek een goede invulling van de sub-categorieen private equity
wegingen in slecht presterende sectoren als de automobielsector
en infrastructuur door de ontwikkelingen op de financiële mark
en de huizenbouw.
ten echter veel lastiger dan vooraf ingeschat. Dit had tot gevolg dat de categorie alternatives nagenoeg geheel werd ingevuld via
De beleggingen in obligaties van opkomende landen lieten in
belegging in commodities, een beleggingscategorie die relatief
2008 eveneens een sterk negatief rendement zien. Het resultaat
zwaar werd getroffen gedurende het jaar. Het resultaat van de
op deze beleggingen was aanzienlijk slechter dan het benchmar
gehele alternatives-benchmark was veel minder negatief omdat
krendement. Dit negatieve relatieve rendement werd veroorzaakt
deze voor een veel beperkter deel wordt bepaald door de nega
door onder meer onderwegingen in obligaties van landen welke
tieve resultaten van de categorie commodities.
gekoppeld zijn aan de US Treasury markt. Direct vastgoed Alternatieve beleggingen
Deze portefeuille bestaat uit Nederlands onroerend goed in de
Het gebrek aan financiering voor transacties in private equity, dat
sectoren winkels en woningen. De sectoren bedrijfsruimten en
al eind 2007 zichtbaar werd, heeft geleid tot een daling van
kantoren ontbreekt in de portefeuille.
transacties in 2008. De negatieve rendementen in de aandelen markt hadden ook effect op de markt voor private equity. Bij de
Ook in de Nederlandse vastgoedsector veroorzaakte de krediet
waarderingsmethode van beleggingen in private equity wordt
crisis oplopende risico-opslagen en het beperkt verstrekken van
namelijk gebruik gemaakt van gegevens van vergelijkbare beurs
financiering voor vastgoed. Het aantrekken van vreemd vermo
genoteerde ondernemingen. Vooral op grote transacties werden
gen werd daardoor steeds moeilijker en duurder. Kopers met
dan ook afschrijvingen gedaan. Naast een beperkt private equity
vreemd vermogen trokken zich hierdoor uit de markt terug. Ook
belang dat reeds enige in de portefeuille zit is de private equity
partijen met eigen vermogen werden terughoudender: soms vrij
portefeuille nog in opbouw.
willig, soms onvrijwillig. Door dalende aandelenkoersen werden pensioenfondsen namelijk geconfronteerd met te hoge wegingen
43
vastgoed in hun portefeuilles. Anderen hielden bewust hun kruit
men en ´overig´ 2,1%. Daarmee was de portefeuille overwogen
droog en lieten zich niet verleiden door de gunstigere aankoop
naar de woningsector. Doordat de objecten in de woningsector
condities. Het was dan ook onvermijdelijk dat de vraag naar
van het fonds een bijna vergelijkbaar resultaat hebben laten zien
beleggingsvastgoed gedurende het jaar zou teruglopen. Het
als de ROZ/IPD index ´alle objecten´, had dit geen groot effect
inzakken van de vraag en het aankoopvolume leidde tot een
op het rendement. De goede resultaten binnen de winkelsector
daling van de prijs van vastgoed en dus van de waarde. Hierdoor
droegen bij aan een outperformance. Per saldo rendeerde de
liep het bruto-aanvangsrendement (“BAR”) in 2008 op. BAR is
portefeuille met 4,1% beter dan de benchmark (3,3%).
de verhouding tussen brutohuurinkomsten vóór afschrijvingen en eigenaarslasten, als percentage van de totale aankoopprijs vrij op
Hedgeportefeuilles
naam.
Het fonds participeert in het Liability Overlay Fonds voor het beperken van het effect van rentebewegingen op de dekkings
In de hoogconjunctuur van 2007 waren de huren voor winkels,
graad. De forse rentedaling leidde tot een sterke waardestijging
kantoren en bedrijfsruimten flink gestegen. Dat werkte door in
van de rentehedge portefeuille die de waardestijging van de
de waarderingen van het vastgoed in het eerste en tweede
verplichtingen als gevolg van de rentedaling voor een aanzienlijk
kwartaal van 2008. Uit een analyse van taxatieresultaten blijkt dat
deel compenseerde. Hierdoor werd het negatieve effect van de
de door beleggers vereiste rendementen in de Nederlandse vast
rentedaling op de dekkingsgraad van het fonds sterk beperkt.
goedmarkt al in het eerste kwartaal opliepen. Deze bescheiden aanpassing werd echter meer dan gecompenseerd door een
Het valutarisico op de belangrijkste vreemde valuta wordt voor
stijging van de huurverwachtingen. Dit leidde tot opwaarderin
75% afgedekt. Deze hedge droeg gedurende 2008 negatief bij
gen. In het derde kwartaal van 2008 veranderde het beeld abrupt
aan het rendement van het fonds.
door de enorme stijging van de aanvangsrendementen in alle vastgoedsectoren. Die omstandigheid had meer effect dan de gestegen huurgroeiverwachtingen. Alle sectoren lieten in het
3.6.3 Verantwoord Beleggen
derde en vierde kwartaal dan ook afwaarderingen zien. Het fonds belegt uitsluitend in aandelenbeleggingsfondsen en/of Volgens de eerste voorlopige cijfers zijn kantoren in heel 2008
-pools. Een gedeelte van de aandelenportefeuille wordt belegd in
gemiddeld 4,75% in waarde gedaald en woningen 0,5%.
door Syntrus Achmea Vermogensbeheer beheerde aandelen
De gemiddelde waarde van winkelpanden is gelijk gebleven.
pools, die een maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid
Opvallend is dat de onderlinge verschillen bij het oplopen van de
voeren. Als uitgangspunt hanteren deze pools de principes van de
aanvangsrendementen groter worden, afhankelijk van de
Global Compact van de Verenigde Naties. Deze tien principes zijn
kwaliteit van locatie, object en huurcontract.
gerelateerd aan de mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anticorruptie. Zij vinden hun oorsprong in internationaal breed
De sectorwegingen van de direct vastgoed portefeuille bedroe
geaccepteerde verdragen zoals de Universele Verklaring voor de
gen 94,7% woningen en 5,3% winkels. Dit is gebaseerd op het
Rechten van de Mens en de conventies van de International
gemiddelde van de wegingen van 1 januari 2008 en 31 december
Labour Organisation. Het beleid voor verantwoord beleggen
2008. Ter vergelijking: de weging van de benchmark was 45,6%
binnen deze pools wordt uitgevoerd door Syntrus Achmea
woningen, 29,7% winkels, 20,2% kantoren, 2,4% bedrijfsrui
Vermogensbeheer en bestaat uit de volgende onderdelen:
44
1. Uitsluiten van controversiële wapens
3.6.4 Vooruitzichten 2009
Controversiële wapen zijn wapens die onevenredig veel leed en slachtoffers veroorzaken, geen onderscheid maken tussen burger
Macro-economische vooruitzichten
en militaire doelen en na afloop van het conflict nog slachtoffers kunnen veroorzaken. Het betreft de volgende categorieën:
Gezien de huidige situatie in de financiële sector is de verwach
•• Nucleaire wapens
ting dat de economische neergang meerdere kwartalen zal aan
•• Biologische wapens
houden. In de tweede helft van 2008 werd duidelijk dat ook de
•• Chemische wapens
reële economie fors geraakt is door de financiële crisis. In bijna
•• Anti personeelsmijnen
de hele westerse wereld kromp het bruto binnenlands product.
•• Clusterbommen
Opvallend is de snelheid en heftigheid waarmee de economische
De aandelenpools van Syntrus Achmea sluiten producenten van
activiteit terugliep. De grote vraag is in hoeverre de bodem is
deze wapens uit van hun beleggingen.
bereikt en hoe lang de recessie gaat duren. Vooralsnog zijn er weinig signalen die duiden op een snelle omslag. Maar er is een
2. Engagement en aangaan van dialoog met ondernemingen
aantal lichtpuntjes. Zo lijken diverse macro-economische indica
Engagement, het aangaan van de dialoog met ondernemingen
toren, zoals de inkoopmanagerindex, te stabiliseren. Cruciaal is in
heeft tot doel een positieve gedragverandering te bewerkstelli
hoeverre en wanneer de genomen maatregelen van overheden en
gen bij ondertekeningen waarin belegd wordt. Daarnaast is het
centrale banken een positief effect hebben op de wereldwijde
doel van engagement om aandeelhouderswaarde te creëren. De
economie. Daartegenover staat een langdurig proces van schuld
dialoog wordt gevoerd aan de hand van thema onderzoeken die
herstructurering welke plaats moet vinden. Per saldo is de ver
gerelateerd zijn aan onderwerpen van de Global Compact.
wachting dat de wereldwijde economie pas op zijn vroegst in de tweede helft van 2009 aantrekt maar dat het herstel zeer beperkt
3. Corporate governance en stemmen op aandeelhouders
zal zijn.
vergaderingen Een andere manier om ondernemingen te beïnvloeden is door gebruik te maken van aandeelhoudersrechten. Syntrus Achmea
Financiële markten
maakt voor de aandelenpools actief gebruik van het stemrecht. Omdat de aandelenpools een internationale portefeuille hebben
Per saldo lijkt al veel slecht nieuws in de aandelenkoersen
is niet mogelijk om zelf alle aandeelhoudersvergaderingen te
verwerkt te zijn. Maar de huidige situatie, een wereldwijde
bezoeken. Daarom wordt vaak gebruik gemaakt van stemmen op
financiële crisis en een forse economische teruggang, is in deze
afstand, het zogenoemde proxy voting.
mate nagenoeg niet eerder voorgekomen. Op basis van diverse waarderingsmaatstaven lijken aandelen aantrekkelijk gewaar
Voor verdere informatie over dit onderwerp wordt verwezen naar
deerd, zeker ten opzichte van staatsobligaties. Maar een aantrek
de website van het fonds: www.pensioenfondssigaren.nl of
kelijke waardering is echter geen garantie voor stijgende koersen
www.syntrusachmea.nl/vermogensbeheer.
op korte termijn. Zeker gezien alle onzekerheden welke nu nog boven de markt hangen. De teruggang in de economie heeft ervoor gezorgd dat de angst voor inflatie sterk is afgenomen. Naar verwachting zal inflatie ook geen issue zijn in 2009. Op
45
korte termijn is deflatie een meer waarschijnlijke optie aangezien
3.6.5 Z-score
de financiële crisis en economische neergang een deflatoir effect hebben, wat positief is voor staatsobligaties. De grote vraag is in
Op 24 april 1998 is de ‘Vrijstellingsregeling Wet
hoeverre het grotere aanbod van staatsobligaties in 2009
Bedrijfspensioenfondsen’ officieel in werking getreden. Deze
opwaartse druk op de rente geeft. Bedrijfsobligaties zijn zeer
regeling is uitgevaardigd door het Ministerie van Sociale Zaken
aantrekkelijk gewaardeerd. De risico-opslag is momenteel verge
en Werkgelegenheid en heeft als belangrijkste doel ondernemin
lijkbaar met de risico-opslag die werd gehanteerd tijdens de
gen vrijstelling te verlenen van de verplichtstelling van deelname
depressie gedurende de jaren dertig.
aan een bedrijfstakpensioenfonds indien de beleggingsperfor mance van het fonds ontoereikend is. Op basis van artikel 5 lid 1a Vrijstellingsregeling moet vrijstelling worden verleend als uit de
Risico’s voor 2009
performancetoets blijkt dat het feitelijk behaalde beleggingsren dement van het bedrijfspensioenfonds in negatieve zin afwijkt
Er hangen nog veel onzekerheden boven de financiële markten.
van het rendement van de door het fonds vastgestelde normpor
Momenteel wordt een relatief zware recessie verwacht, maar de
tefeuille. Volgens de vrijstellingsregeling zal de performancetoets
situatie kan nog steeds verder verslechteren. Met name de fra
worden toegepast over de periode 2004 tot en met 2008. Indien
giele staat van het financiële systeem waardoor de kredietverle
de uitkomst van de performancetoets lager valt dan 0, kan een
ning ernstig gehinderd wordt, is een groot probleem. Ondanks de
werkgever vanaf 1 januari 2009 een verzoek indienen tot vrijstel
vele maatregelen welke door overheden en centrale banken zijn
ling van deelname.
genomen, zijn nog maar zeer beperkt verbeteringen zichtbaar.
Over 2008 is een z-score behaald van -0,62. De performance
Ook zijn de huizenprijzen in de VS nog steeds niet gestabiliseerd.
toets over de periode 2004 tot en met 2008 bedraagt 0,9.
Daarnaast is een langdurig deflatiescenario, vergelijkbaar met
Daarmee blijft de performancetoets ruimschoots boven het
Japan in de jaren 90, een risico.
vereiste minimum.
46
3.7
Financiële paragraaf
3.7.1 Samenvatting van de financiële positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar Bedragen x € 1.000
pensioenvermogen
technische
dekkingsgraad
voorzieningen EUR
EUR
Stand per 1 januari 2008
131.000
79.323
165,1 %
Beleggingsresultaten
-10.575
-
-13,3 %
Premiebijdragen
1.335
2.360
-2,8 %
Uitkeringen
-3.151
-3.145
2,0 %
Overige
-792
23.586
-35,7 %
Stand per 31 december 2008
117.817
102.123
115,4%
In deze samenvatting is het vermogen en de voorziening van de vrijwillige PlusPensioenregeling meegenomen.
3.7.2 Dekkingsgraad De dekkingsgraad ultimo jaar (op basis van de jaarrekening) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
Aanwezige FTK-dekkingsgraad
2008
2007
2006
2005
2004
115%
166%
159%
145%
144%
Hierbij is het vermogen en de voorziening van de PlusPensioenregeling meegenomen.
47
3.7.3 Toeslagbeleid 2008 Het bestuur beslist jaarlijks of en in hoeverre de ingegane pensioenen en de opgebouwde pensioenaanspraken verhoogd worden door middel van het verlenen van een toeslag. Er worden alleen toeslagen verleend zolang de indexatie bestemmingsreserve positief is én zolang het vermogen minimaal gelijk is aan het minimum vereiste eigen vermogen. Het bestuur hanteert als maatstaf voor het toekennen van toeslagen de consumentenprijsindex voor niet actieve deelnemers en CAO loonindex voor actieve deelnemers. Het ambitieniveau (d.w.z. streeft het bestuur naar volledige indexatie?) was in 2008 onderwerp van discussie. Het bestuur volgt met dit beleid categorie D4 zoals beschreven in de toeslagenmatrix. Dat betekent dat er geen recht is op toekomstige indexaties en dat de indexatie een voorwaardelijk recht is. Het bestuur kan echter jaarlijks besluiten om af te wijken van de door haar gevolgde lijn. Er is geld gereserveerd voor indexatie door middel van de indexatie bestemmingsreserve.
3.7.4 Analyse resultaat Het saldo van baten en lasten over de afgelopen jaren kan als volgt worden geanalyseerd: Bedragen x € 1.000
2008
2007
2006
2005
2004
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
Premieresultaat
-874
-648
-1.051
-
-
Interestresultaat
-31.906
4.088
8.584
9.101
4.590
Overig resultaat
-3.203
-2.651
-215
-625
-353
-35.983
789
7.318
8.476
4.237
De vergelijkende cijfers 2006 zijn gecorrigeerd voor het effect van de per 1 januari 2007 doorgevoerde stelselwijziging.
48
3.8
Actuariële paragraaf
3.8.1 Actuariële analyse De actuariële analyse van het saldo van baten en lasten kan als volgt worden weergegeven: 2008
2007
EUR
EUR
Premiebijdragen
1.335
1.402
Pensioenopbouw
-1.305
-1.233
Inkoop PlusPensioenregeling
-131
-129
Onttrekking PlusPensioenregeling tbv kosten
-17
-
voor pensioenuitvoeringskosten
75
54
Pensioenuitvoeringskosten
-831
-742
-874
-688
Beleggingsresultaten
-10.502
499
Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen
-3.587
-3.378
Wijziging marktrente
-17.817
6.967
-31.906
4.088
Bedragen x € 1.000 Premieresultaat
Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen
Interestresultaat
Overig resultaat Resultaat op waardeoverdrachten (saldo overdacht van rechten)
-41
23
Resultaat op kanssystemen (overige wijzigingen)
-849
-1.714
Resultaat op uitkeringen
-6
175
Indexering en overige toeslagen
-2.348
-1.296
Wijziging overige actuariële uitgangspunten
-
-
Overige baten
53
32
Overige lasten
-12
129
-3.203
-2.651
-35.983
789
Totaal saldo van baten en lasten
49
3.8.2 Uitkomsten van de solvabiliteitstoets De vermogenspositie van het fonds kan worden gekarakteriseerd als een toereikende solvabiliteit. Voor de berekening van het ver eiste eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van het standaard model van DNB.
3.8.3 Oordeel van de externe actuaris over de financiële positie De vermogenspositie van Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven is naar mening van de externe actuaris voldoende, mede gelet op moge lijkheden tot het realiseren van de beoogde toeslagen. Daarbij is bepalend de mate van waarschijnlijkheid dat het pensioenfonds zal kunnen voldoen aan de verplichtingen, aangegaan tot balans datum, in aanmerking nemend het streven inzake toeslagen, zoals aan verzekerden meegedeeld en de in wet- en regelgeving opge nomen criteria. Eindhoven, 24 juni 2008
Drs. H.J.W. van Gemert AAG Verbonden aan Watson Wyatt B.V.
50
3.9
Risicoparagraaf
3.9.1 Risicobeheersingsbeleid
3.9.2 Beleggingsrisico’s
Het bestuur heeft zijn beleid verwoord in de ABTN. Algemene
Het Financieel Toetsingskader (“FTK”) voor pensioenfondsen is
leidraad voor het uitvoeren van zijn beheertaken is risicomijdend
een onderdeel van de Pensioenwet. De regelgeving van het FTK
operationeel management.
werkt de economische risico´s voor pensioenfondsen verbonden
De belangrijkste risico’s voor het fonds zijn:
aan onder meer aandelen, valuta’s en rente uit. Het vertaalt deze
•• beleggingsrisico’s, inclusief het renterisico en
naar vereiste reserveposities en dekkingsgraden. Hiermee
•• actuariële risico’s
worden pensioenfondsen gedwongen te overwegen welk totaal risiconiveau ze kunnen of willen accepteren.
Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico’s. Deze beleids
Het fonds zet, binnen de kaders van het geformuleerde risico
instrumenten betreffen:
beleid, in op maximalisatie van het rendement op het vermogen.
•• het beleggingsbeleid,
Bij de analyses en afwegingen wordt het fonds geadviseerd door
•• het premiebeleid en
Syntrus Achmea Vermogensbeheer.
•• het toeslagenbeleid. De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na
De uitkomsten van de ALM-analyse vinden hun weerslag in jaar
uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelin
lijks door het bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als basis
gen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij
voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen
wordt onder meer gebruikgemaakt van ALM-studies. Een ALM-
geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het
studie is een analyse van de structuur van de pensioen
beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn gericht op het
verplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de
beheersen van de volgende belangrijkste (beleggings)risico’s:
ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s.
Renterisico Renterisico is het risico dat een rentebeweging de financiële situ atie van een pensioenfonds negatief beïnvloedt. Dit risico bestaat doordat beleggingen en verplichtingen niet in dezelfde mate gevoelig zijn voor rentebewegingen. Het renterisico neemt af naarmate de looptijd van de beleggingen meer overeenkomt met de looptijd van de verplichtingen. In 2008 heeft het fonds haar afdekkingsstrategie gebaseerd op het aanhouden van participaties in het Liability Overlay Fund (LOF) voortgezet. Doel van deelname aan dit beleggingsfonds is gericht op het beperken van het renterisico over de pensioen verplichtingen. Dit beleggingsfonds belegt in staatsobligaties en swaps, waardoor participaties hierin een hoge rentegevoeligheid
51
kennen (een factor 3 hoger dan langlopende obligaties). De
Aandelen- en onroerend goed risico
benodigde middelen voor de aankoop van participaties in het LOF worden vrijgemaakt uit de vastrentende waarden portefeuille.
Dit is voornamelijk het koersrisico van beleggingen in de verschil
Het verkleinen van het renterisico leidt tot een lagere vereiste
lende onroerend goed- en aandelenmarkten. Door dit risico te
dekkingsgraad voor het fonds, dan het geval zou zijn geweest
lopen wordt op de lange termijn naar verwachting een extra
zonder beperking van het renterisico.
rendement gehaald dat het fonds gebruikt om aan haar doel stellingen te voldoen. Dit risico wordt beheerst doordat in de
In het jaar 2008 is de rente aanzienlijk gedaald. Nu de verplich
uitvoering wordt gezorgd voor een goede selectie van aandelen
tingen van het fonds tegen een lagere rente contant zijn gemaakt,
en spreiding over regio’s en sectoren.
is de waarde van de verplichtingen sterk toegenomen. Dit heeft geleid tot een sterk negatief effect op de dekkingsgraad. De afdekkingstrategie heeft echter geleid tot een flink positief resul taat, waardoor het negatieve effect van de rentedaling voor een groot deel werd beperkt.
Inflatierisico Inflatierisico is het risico dat inflatie de waarde van de beleggin gen aantast in termen van koopkracht. Op grond van de eerder uitgevoerde asset liability management-studie (“ALM”) heeft het fonds besloten om voorlopig niet tot het verder afdekken van het inflatierisico over te gaan, buiten de dekking voor het inflatieri sico dat de vastgoed portefeuille reeds biedt.
Valutarisico Valutarisico is het risico dat wisselkoersschommelingen de waarde van een belegging beïnvloeden. Dit risico is voor het fonds beperkt, aangezien het grootste gedeelte van de beleg gingsportefeuille bestaat uit in euro’s genoteerde waarden. Het resterende risico naar de Amerikaanse Dollar, Britse Pond, Japanse Yen en Zwitserse Frank wordt voor 75% afgedekt.
52
Tegenpartij-/kredietrisico
Operationele risico’s
Dit is het risico dat de tegenpartij niet (meer) aan zijn verplichtin
Het fonds beheerst operationele risico’s zoveel mogelijk door
gen kan voldoen, bijvoorbeeld door liquiditeits- of solvabiliteits
eisen te stellen aan haar dienstverleners. Daarbij kan worden
problemen. Om dit risico te beheersen worden de tegenpartijen
gedacht aan regels voor procuratie, functiescheiding, ‘chinese
nauwgezet geselecteerd. Daarnaast worden transacties over
walls’, enzovoort.
meerdere aanbieders gespreid en wordt in sommige gevallen onderpand geëist.
3.9.3 Actuariële risico’s Liquiditeitsrisico
Door toepassing van AG-prognosetafel 2005-2050 met adequate correcties voor ervaringssterfte, wordt gereserveerd voor een in
Liquiditeitsrisico is het risico dat een belegging niet tijdig tegen
de toekomst verwachte verbetering van de overlevingskansen.
een redelijke prijs kan worden geliquideerd. Ook dit risico wordt
Overige relevante actuariële risico’s zijn het overlijdensrisico
beheerst doordat de vermogensbeheerder de beleggingsporte
(kortleven risico) en het arbeidsongeschiktheidsrisico.
feuille op zo een manier opzet dat het naar verwachting aan de liquiditeitsbehoefte van het fonds kan voldoen. Daarom is bij voorbeeld een groot deel van de portefeuille belegd in effecten die worden verhandeld op openbare, gereguleerde, markten. Ook zijn eisen gesteld aan de minimale marktkapitalisatie van effecten.
53
Het pensioenfonds heeft geen herverzekering afgesloten.
4 Verslag van de visitatiecommissie 4.1
Algemeen
4.2
Algemeen oordeel
4.3
Belangrijkste bevindingen
4.4
Belangrijkste aanbevelingen
4.5
Verslag nabespreking visitatierapport met bestuur
4.1
Het bestuur draagt zorg voor de organisatie van een transparant intern toezicht. Het intern toezicht heeft betrekking op het ten minste eens per drie jaar kritisch bezien van het functioneren van (het bestuur van) het fonds door onafhankelijke deskundigen. Het bestuur heeft in 2007 besloten hiervoor een visitatiecommis sie in te stellen die bestaat uit ten minste drie onafhankelijke deskundigen. Begin 2009 heeft het bestuur aan de stichting Het Vak-Visistatiecommissie (het Vak-VC) de opdracht gegeven om het functioneren van (het bestuur van) het fonds te bezien. In overleg met het bestuur heeft het Vak-VC de visitatiecommissie samengesteld uit de heren A.G. de Meij, A. Doorduyn en J.H. de Jong. De bevindingen van de visitatiecommissie alsmede de reactie van het bestuur en het verantwoordingsorgaan worden opgenomen in het jaarverslag. De visitatie van het pensioenfonds door het Vak-VC is verlopen volgens een vaste procedure. Daarbij heeft na benoeming van de visitatiecommissie door het bestuur, eerst een documentenonder zoek plaatsgevonden. In aanvulling op het documentenonderzoek heeft de visitatie commissie gesprekken gevoerd met een delegatie van het bestuur van het pensioenfonds, de fondsmanager, de fondssecretaris, de adviserend actuaris, de vermogensbeheerder, een delegatie van de deelnemersraad en een delegatie van het verantwoordings orgaan.
56
Algemeen
4.2
Algemeen oordeel
De indruk van de visitatiecommissie is in overwegende mate positief. Op basis van de documentatie en de gevoerde gesprek ken is de visitatiecommissie van mening dat het bestuur van het pensioenfonds de zaken uitstekend heeft geregeld. Zowel qua eigen functioneren als het monitoren en sturen van de uitbestede werkzaamheden heeft het bestuur blijk gegeven van grote deskundigheid en betrokkenheid bij het reilen en zeilen van het pensioenfonds. Ook het afleggen van verantwoording en de beheersing van de risico’s zowel in het verleden als richting toekomst heeft bij de visitatiecommissie een prima indruk achter gelaten.
57
4.3
•• Vraagpunt van de visitatiecommissie is de garantie met betrek king tot de continuïteit van aanwezige kennis bij de gekozen collectieve aan- en aftredingsprocedure. •• De visitatiecommissie heeft op basis van de notulen van de bestuursvergaderingen duidelijk kunnen vaststellen dat de procedure met betrekking tot het beleidsvormingsproces voldoende waarborgen bevat om de rol van de sociale partners voldoende onafhankelijk van het bestuur te laten zijn. •• Naar het oordeel van de visitatiecommissie zijn er binnen het bestuur voldoende maatregelen genomen om de risico’s te beheersen en adequaat te behandelen. •• Gezien de te volgen procedure bij de vaststelling van het beleg gingsplan door een uitgebreide behandeling in het bestuur en de daarop volgende (kwartaal)rapportages is de visitatiecom missie van mening dat dit voldoende waarborgen biedt voor het Maatschappelijk verantwoord beleggen. •• De gevolgde procedure door middel van de jaarlijkse opstelling van de prestatiedoelen met betrekking tot de uitbesteding van werkzaamheden, de kwartaalsgewijze behandeling van de rea lisatie van de doelen en de regelmatig terugkerende discussies met betrekking tot kosten/baten verhouding uibesteding geeft de visitatiecommissie de overtuiging dat het bestuur ‘in control’ is met betrekking tot de uitbestede werkzaamheden en een hele duidelijke scheiding tussen uitvoering en beleid op het netvlies heeft. •• Het is de visitatiecommissie opgevallen dat er een sterk integri teitsbesef leeft bij het pensioenfonds. •• De samenwerking met de deelnemersraad en het verantwoor dingsorgaan is uitstekend te noemen. Alle partijen houden elkaar naar het oordeel van de visitatiecommissie voldoende scherp.
58
Belangrijkste bevindingen
4.4
1. Draag als bestuur zorg voor een adequate overdracht dan wel borging van kennis en kunde binnen het gekozen collectieve aan- en aftredingsmodel. In tijden als de kredietcrisis lijkt een frequentere rapportage aan het bestuur aan te bevelen. 2. In 2009 een besluit nemen over het premiebeleid met in acht neming van de belangrijke rol van cao-partijen. 3. Zorgen voor goedkeuring door DNB van dit premiebeleid. 4. Het geformuleerde beleggingsbeleid en de gevolgen daarvan, dienen richting de deelnemers op basis van actualiteit op de website beter verantwoord te worden. 5. Pas met betrekking tot de communicatie richting deelnemers de website regelmatig en tijdig aan op basis van de actualiteit en vermijd moeilijk leesbare uitingen. 6. Naar het oordeel van de visitatiecommissie dienen de teksten in de verschillende documenten en overeenkomsten met betrek king tot de uitbesteding van werkzaamheden beter op elkaar afgestemd te worden. 7. Door inzage van accountantsrapport en compliance rapport bij de uitvoeringsorganisatie controleren of gedragscode en insi derregeling correct worden toegepast. 8. Draag er zorg voor dat de adviezen en aanbevelingen van de deelnemersraad dan wel het verantwoordingsorgaan in het jaarverslag worden opgenomen. 9. Draag er tevens zorg voor dat de inhoud van statuten, ABTN, startbrief, reglementen deelnemersraad en verantwoordingsor gaan, jaarverslag en transparantiedocument één op één lopen.
59
Belangrijkste aanbevelingen
4.5 Verslag nabespreking visitatierapport met bestuur
Op 4 juni 2009 heeft de visitatiecommissie de bespreekversie van het visitatierapport besproken met een delegatie van het bestuur, te weten: 1. de bestuursleden: dhr. G.W. Hompe (werknemersvoorzitter), dhr. M.H.J.M. Crijnen (werkgeversvoorzitter), dhr. W.J.I. Vinken, dhr. C.N.J.M. de Gooijer, dhr. R.J. Zwijnenburg, dhr. C.A. van Loon (plaatsvervanger), mevr. C. Dassen (plaatsvervanger). 2. de adviserend actuaris: dhr. A.J.M. Jansen (Watson Wyatt) 3. de administrateur Syntrus Achmea: dhr. E.L.M. de Bruijn (Pensioenbeheer), dhr. W.R. Kronemeijer (Pensioenbeheer). Tijdens deze nabespreking zijn de volgende punten naar voren gekomen: 1. Vanuit de visitatiecommissie wordt het bestuur gecomplimenteerd met de uitstekende wijze waarop zij het fonds bestuurt en ‘in control’ is. 2. Bij de aanbeveling nummer 3 geeft het bestuur aan dat er na de zomervakantie 2009 een afspraak gepland staat met DNB. 3. Met betrekking tot aanbeveling 8 geeft het bestuur aan dat in 2008 deelnemersraad en verantwoordingsorgaan voor de eerste maal als zodanig functioneerden en samen met het bestuur gekeken hebben naar de wijze van opnemen bevindingen en aanbevelingen in het jaarverslag. In goed onderling overleg is gekozen voor de nu gehanteerde werkwijze. Het bestuur geeft aan de aanbevelingen ter harte te nemen, dankt de Visitatiecommissie voor de rapportage en zal zich intern beraden over eventuele vervolgacties. Juni 2009
A.G. de Meij (voorzitter) A. Doorduyn J.H. de Jong
60
5 Verslag van het verantwoordings- orgaan 5.1
Algemeen
5.2
Verslag 2008
5.3
Bevindingen
5.4
Oordeel
5.5
Aanbevelingen
5.1
Algemeen
Het verantwoordingsorgaan van het fonds is op 1 januari 2008
Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te
ingesteld. Op basis van de Principes voor goed pensioenfonds
geven over het handelen van het bestuur, over het door het
bestuur (Pension Fund Governance) van de Stichting van de
bestuur uitgevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de
Arbeid (STAR) heeft het bestuur de werkwijze van het verant
toekomst. Het verantwoordingsorgaan legt zijn oordeel ten
woordingsorgaan in een reglement vastgelegd. Er zijn afspraken
minste één maal per jaar schriftelijk vast. Dit oordeel wordt,
gemaakt over welke informatie het verantwoordingsorgaan
samen met de reactie van het bestuur daarop, opgenomen in het
ontvangt, de frequentie van het overleg met het bestuur en de te
jaarverslag waar het oordeel betrekking op heeft.
behandelen onderwerpen. Het verantwoordingsorgaan heeft een adviesrecht ten aanzien Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordings
van:
orgaan over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd.
•• het vaststellen en wijzigen van de vergoedingsregeling voor
Tevens legt het bestuur verantwoording af over de naleving van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur zoals vastgesteld door de STAR op 16 december 2005.
bestuursleden; •• het wijzigen van het beleid ten aanzien van het verantwoor dingsorgaan; •• de vorm, inrichting en samenstelling van het interne toezicht; •• het vaststellen en wijzigen van een interne klachten- en geschillenprocedure; •• het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid.
62
5.2
Verslag 2008
Voor het verantwoordingsorgaan was 2008 het eerste jaar.
Eind juni was de eerste overlegvergadering met het bestuur over
Ten behoeve van de beoordeling van het door het bestuur
de beoordeling van het jaarverslag 2007. De bevindingen en de
gevoerde beleid in 2007 heeft het verantwoordingsorgaan in
positieve beoordeling zijn met het bestuur besproken. Tevens is
mei de notulen van de bestuursvergaderingen uit 2007, het jaar
hierbij afgesproken dat ook tussentijds de notulen en overige
verslag 2006, de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN)
relevante stukken het verantwoordingsorgaan zullen worden
2007 en de reglementen van 2007 ontvangen.
toegezonden. Naar aanleiding van de beoordeling heeft het verantwoordings
In juni was de allereerste vergadering van het verantwoordings
orgaan medio september een brief met aanbevelingen aan het
orgaan. Daarin is besloten over:
bestuur toegezonden.
•• Het kiezen van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter; •• De beoordeling van het jaarverslag 2007; en
Begin november is de tweede vergadering van het verantwoor
•• Het vaststellen van het verslag van het verantwoordingsorgaan
dingsorgaan gehouden, waarbij de bestuursnotulen van het
2007.
eerste halfjaar van 2008, de nieuwe ABTN 2008 en de reacties
Tevens is besloten om in principe viermaal per jaar te vergaderen
van het bestuur op de aanbevelingen zijn besproken. Deze
en tweemaal per jaar een opleiding te volgen.
stukken gaven het verantwoordingsorgaan geen aanleiding voor overleg met het bestuur, de waarmerkend actuaris of de accountant.
63
5.3
Het verantwoordingsorgaan heeft in het kader van haar taakuit oefening in 2009 kennis genomen van het jaarverslag en de jaar
Bevindingen
Goed pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance)
rekening 2008, de notulen van de bestuursvergaderingen, de reglementen 2008, de ABTN 2008 en de bevindingen van de
Het bestuur heeft in 2008 voldoende gewerkt aan de principes
visitatiecommissie.
voor goed pensioenfondsbestuur, mede gezien de grootte van het
Het verantwoordingsorgaan heeft het rapport van de visitatie
pensioenfonds. De visitatiecommissie is ingesteld vóór de behan
commissie bestudeerd en is van mening dat het een degelijk, des
deling van het jaarverslag 2008, conform de aanbeveling van het
kundig rapport is. Uit het rapport blijkt dat het bestuur de zaken
verantwoordingsorgaan van vorig jaar. Het bestuur heeft in 2008
goed heeft geregeld. Daarnaast geven de visiteurs de nodige aan
voldoende aandacht besteed aan haar eigen deskundigheid. De
bevelingen. Het verantwoordingsorgaan vindt het rapport toege
meeste communicatie-uitingen zijn aangepast aan de strengere
voegde waarde geven voor het fonds in zijn totaliteit en voor het
eisen uit de Pensioenwet.
oordeel van het verantwoordingsorgaan in het bijzonder.
De aanbeveling van vorig jaar om de goede financiële positie te
Het verantwoordingsorgaan heeft geen gebruik gemaakt van haar
communiceren met deelnemers en gepensioneerden is ingehaald
recht op overleg met de visitatiecommissie, de externe actuaris en
door de kredietcrisis. De nieuwsbrief van mei 2009 zag er goed
de externe accountant.
uit en verdient een vervolg te krijgen.
Het verantwoordingsorgaan heeft de volgende bevindingen:
Wetgeving en reglementen Financiële positie van het fonds
Het bestuur houdt zich op een correcte wijze aan de geldende wet- en regelgeving, de reglementen en de statuten van het
De financiële positie van het fonds is in 2008 behoorlijk achteruit
fonds.
gegaan, als gevolg van de algehele economische achteruitgang. Het resultaat en het rendement zijn beiden fors negatief. Het ver antwoordingsorgaan stelt vast dat het besluit van het bestuur in
Premie- en toeslagenbeleid
2007 om het risico van een dalende rente af te dekken in 2008 een positief effect heeft gehad.
Het premiebeleid is in 2008 uitgevoerd conform de afspraken
De dekkingsgraad van het fonds is fors gedaald. Het verantwoor
daaromtrent van en met Cao-partijen. Het bestuur heeft begin
dingsorgaan heeft geconstateerd dat het bestuur in 2008 en
2008 een continuïteitsanalyse laten uitvoeren waarmee aange
begin 2009 veel aandacht heeft besteed aan enerzijds de rappor
toond werd dat het premie- en toeslagenbeleid verantwoord was.
tages over de financiële positie en de dekkingsgraad en ander
Eind 2008 is het toeslagenbeleid enigszins gewijzigd als gevolg
zijds alle zeilen bij heeft gezet om tot zorgvuldige besluitvorming
van aangescherpte regelgeving van de overheid. Op basis van het
te komen om de financiële positie niet verder achteruit te laten
gewijzigde beleid heeft het bestuur besloten om toeslagen per
gaan.
1 januari 2009 toe te kennen. Het premie- en toeslagenbeleid is nog niet goedgekeurd door De Nederlandsche Bank (DNB). Het verantwoordingsorgaan is van mening dat het bestuur deson danks op zorgvuldige wijze tot de wijziging van het toeslagenbe
64
leid is gekomen en de toeslagen heeft verleend. Het verant-
Toekomst fonds
woordingsorgaan heeft er vertrouwen in dat het bestuur medio 2009 instemming van DNB kan verkrijgen voor een nieuw
Vorig jaar gaf het verantwoordingsorgaan de aanbeveling om, in
premie- en toeslagenbeleid.
overleg met alle belanghebbenden, serieus na te denken over de
Het verantwoordingsorgaan constateert dat haar aanbeveling van
toekomst van het fonds, gezien de beperkte omvang van het
vorig jaar om niet af te wachten, maar om actief in overleg te tre
fonds en dan met name het beperkt aantal actieve deelnemers.
den met DNB om tot een goedgekeurd premiebeleid te komen,
Het verantwoordingsorgaan is door het bestuur geïnformeerd
door het bestuur is opgepakt.
over de instelling van een bestuurlijke werkgroep, die nadenkt over de toekomst van het fonds. In de besprekingen met de admi nistrateur over een nieuw contract vanaf 2010 is dit een van de
Beleggingsbeleid (inclusief Corporate Governance en Verantwoord Beleggen) De aanbeveling van vorig jaar om met de vermogensbeheerder te overleggen over mogelijkheden om het beleggingsresultaat te optimaliseren heeft het bestuur in 2008 goed opgepakt. Het bestuur is veelvuldig geïnformeerd over het beleggingsbeleid en is daarmee naar de mening van het verantwoordingsorgaan vol doende in control. Dat blijkt ook uit de kritische houding richting de vermogensbeheerder. Het Verantwoord Beleggingsbeleid is begin van het jaar geïmplementeerd.
Risicobeleid In 2008 is het renterisico verder afgedekt, wat in 2008 zeer goed heeft uitgewerkt. De overige risico’s heeft het bestuur goed in beeld.
65
belangrijkste onderwerpen.
5.4
Op grond van het voorgaande komt het verantwoordingsorgaan tot het volgende oordeel. Het verantwoordingsorgaan van de Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven is van oordeel dat: •• het bestuur afdoende informatie aan het verantwoordings orgaan heeft verstrekt om zich een oordeel te vormen; •• het handelen van het bestuur in 2008 in overeenstemming is geweest met de statuten en reglementen; •• het bestuur in 2008 een consistent beleid heeft gevoerd, waarbij de belangen van alle betrokkenen afgewogen en geborgd zijn •• het bestuur logische beleidskeuzes voor de toekomst heeft gemaakt.
66
Oordeel
5.5
Het verantwoordingsorgaan doet de volgende aanbevelingen aan het bestuur: •• Voor alle betrokkenen is het van belang om enerzijds zorg vuldig, maar anderzijds ook zo snel als mogelijk tot een nieuwe financiële opzet te komen voor het fonds. Hiertoe dient het bestuur het initiatief te nemen en te overleggen met cao- partijen en DNB. •• De visitatiecommissie doet in haar rapportage meerdere aan bevelingen. Deze aanbevelingen dienen door het bestuur geanalyseerd te worden, waarbij of besloten wordt om acties in gang te zetten of gemotiveerd besloten wordt om niets met de aanbevelingen te doen. •• Ook de aanbevelingen van de waarmerkend actuaris naar aanleiding van het boekjaar 2008 dienen door het bestuur opgepakt te worden. •• Zeker nu de financiële situatie van het fonds als gevolg van de algehele economische situatie achteruit is gegaan en onder druk staat, is goede en regelmatige communicatie met deel nemers en gepensioneerden van belang. Aanbevolen wordt om meer aandacht te besteden aan algemene communicatie via bijvoorbeeld nieuwsbrieven en de website. •• Het bestuur dient verder te gaan met te bepalen wat de toe komstmogelijkheden voor het fonds zijn. Eindhoven, 15 juni 2009 Verantwoordingsorgaan Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)
P.C.M. Verspeek A.P.M. Mens J.C.M. Dankers
67
Aanbevelingen
6 Verslag van de deelnemersraad 6.1
Algemeen
6.2
Verslag 2008
6.3
Bevindingen ten aanzien van het jaarverslag en de jaarrekening 2008
6.4
Advies
6.1
De deelnemersraad bestaat uit vier gepensioneerden en drie werknemers. Zij adviseert het bestuur desgevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden die het fonds betreffen. De deelnemersraad adviseert in ieder geval over elk voorgenomen besluit van het bestuur tot bijvoorbeeld statuten- en reglementswijzigingen, vaststelling jaarverslag, vaststelling Actuariële en bedrijfstech nische nota (ABTN), het toeslagbeleid en het verlenen van de jaarlijkse toeslagen. Naast het adviesrecht heeft de deelnemersraad in bepaalde omstandigheden beroepsrecht, bijvoorbeeld wanneer het bestuur een advies van de deelnemersraad niet opvolgt. De administrateur van het fonds, Interpolis Pensioenbeheer B.V., verzorgt tevens het secretariaat van de deelnemersraad. De deelnemersraad vergadert tweemaal per jaar in algemene vergadering, waarbij de beide bestuursvoorzitters aanwezig zijn.
70
Algemeen
6.2
De deelnemersraad heeft in 2008 viermaal vergaderd, te weten op 10 april, 16 juni, 6 november en 11 december. Bij de vergade ringen van 10 april en 11 december waren de beide bestuurs voorzitters aanwezig. De deelnemersraad heeft het bestuur geadviseerd met betrekking tot de volgende onderwerpen: •• wijzigingen in de reglementen, alsmede de vaststelling van het nieuwe uitvoeringsreglement; •• de nieuwe ABTN; •• het jaarverslag 2007; •• de toeslagen per 1 januari 2009; •• de premie, franchise en het maximum pensioengevend salaris voor 2009. In alle gevallen is de deelnemersraad overgegaan tot het geven van een positief advies aan het bestuur. Naast de advisering heeft de deelnemersraad zich over diverse actuele onderwerpen laten informeren. De deelnemersraad heeft in 2008 haar deskundigheid op peil gehouden door het volgen van opleidingen over de ABTN en de jaarrekening van een pensioenfonds en over de Pensioenwet & communicatie (onder andere toeslagenlabel, voorwaardelijk heidsverklaring, communiceren reglementswijzigingen).
71
Verslag 2008
6.3 Bevindingen ten aanzien van het jaarverslag en de jaarrekening 2008 De deelnemersraad heeft de volgende bevindingen: •• Het jaarverslag geeft een volledig en correct beeld over het pensioenfonds in 2008. •• Het resultaat over 2008 is behoorlijk negatief als gevolg van de verslechterde economische situatie. Het bestuur heeft door middel van haar beleggingsbeleid maatregelen genomen om het verlies te beperken en is hierin naar de mening van de deel nemersraad in geslaagd.
72
6.4
Conform artikel 12 van de statuten van het fonds adviseert de deelnemersraad positief aan het bestuur ten aanzien van de vaststelling van het jaarverslag 2008. Aanvullend is de deelnemersraad van mening dat het bestuur in 2008 het pensioenfonds op goede wijze heeft geleid en beheerd. De deelnemersraad adviseert het beleid te continueren. Geadviseerd wordt de ontwikkelingen in de financiële wereld nauwgezet te blijven volgen en daarop te anticiperen. Eindhoven, 15 juni 2009 Deelnemersraad Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)
J.C.M. Dankers, voorzitter
73
Advies
7 Reacties bestuur 7.1
Reactie bestuur op de bevindingen van de visitatiecommissie
7.2
Reactie bestuur op de bevindingen van het verantwoordingsorgaan
7.3
Reactie bestuur op het advies van de deelnemersraad
7.1
Reactie bestuur op de bevindingen van de visitatiecommissie
De leden van de visitatiecommissie hebben in korte tijd een grondige analyse weten te maken van het functioneren van (het bestuur van) het fonds. Het bestuur is zeer tevreden over het positieve oordeel. De bevindingen en aanbevelingen zijn helder uiteengezet. Het bestuur kan hier direct mee aan de slag.
76
7.2
Reactie bestuur op de bevindingen van het verantwoordingsorgaan
Het bestuur constateert dat het verantwoordingsorgaan op professionele wijze het beleid van het bestuur onder de loep heeft genomen. De bevindingen en aanbevelingen van het verantwoordingsorgaan zijn van grote waarde voor het bestuur en het fonds. Het bestuur is tevreden met het oordeel van het verantwoordingsorgaan. Het bestuur neemt de aanbevelingen over en gaat daar mee aan de slag.
77
7.3
Reactie bestuur op het advies van de deelnemersraad
Het bestuur bedankt de deelnemersraad voor de advisering en het goede overleg in 2008. Het bestuur besluit het advies van de deelnemersraad om het jaarverslag en de jaarrekening vast te stellen, over te nemen.
78
79
8 Jaarrekening 8.1
Balans per 31 december 2008
8.2
Staat van baten en lasten
8.3
Samenvatting van de actuariële analyse
8.4
Bestemming van het saldo van baten en lasten
8.5
Kasstroomoverzicht
8.6
Algemene toelichting op de jaarrekening
8.7
Toelichting op de balans
8.8
Toelichting op de staat van baten en lasten
8.1
Balans per 31 december 2008
(na voorgestelde bestemming saldo baten en lasten) 2008
2007
toelichting
EUR
EUR
Beleggingen voor rekening en risico fonds
8.7.1
117.573
129.362
Beleggingen voor rekening en risico deelnemers
8.7.2
945
1.053
Vorderingen en overlopende activa
8.7.3
534
1.072
Overige activa
8.7.4
571
1.480
119.623
132.967
8.7.5
15.694
51.677
8.7.6
101.178
78.270
8.7.7
945
1.053
-
6
1.806
1.961
119.623
132.967
116%
165%
Bedragen x € 1.000 Activa
Passiva Stichtingskapitaal en reserves Voorziening pensioenverplichtingen voor rekening en risico fonds Voorziening pensioenverplichtingen voor rekening en risico deelnemers Overige voorzieningen Overige schulden en overlopende passiva
Dekkingsgraad op basis van FTK (in %)
82
8.7.8
8.2 Staat van baten en lasten
2008
2007
toelichting
EUR
EUR
Premiebijdragen voor rekening en risico fonds
8.8.1
1.204
1.291
Premiebijdragen voor rekening en risico deelnemers
8.8.2
131
111
Beleggingsresultaten voor rekening en risico fonds
8.8.3
-10.502
475
Beleggingsresultaten voor rekening en risico deelnemers
8.8.4
-73
24
Overige baten
8.8.5
52
32
-9.188
1.933
1.305
1.233
Bedragen x € 1.000 Baten
Lasten Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen
8.8.6
2.348
1.296
Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen
8.8.7
3.587
3.378
-3.145
-3.191
-58
-54
3.151
3.016
Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitkeringen Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor pensioen uitvoeringskosten Pensioenuitkeringen
8.8.8
Pensioenuitvoeringskosten
8.8.9
Wijziging marktrente
831
742
17.817
-6.967
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
8.8.14
39
-137
Overige wijzigingen in de voorziening pensioenverplichtingen
8.8.13
907
1.714
Saldo overdracht van rechten
8.8.14
2
114
Overige lasten
8.8.15
11
-
26.795
1.144
-35.983
789
Saldo van baten en lasten
83
8.3
Samenvatting van de actuariële analyse
Bedragen x € 1.000
84
2008
2007
EUR
EUR
Premieresultaat
-874
-648
Interestresultaat
-31.906
4.088
Overig resultaat
-3.203
-2.651
Saldo van baten en lasten
-35.983
789
8.4 Bestemming van het saldo van baten en lasten
2008
2007
EUR
EUR
Bestemmingsreserves
-8.600
1.933
Overige reserves
-27.383
-1.144
Saldo van baten en lasten
-35.983
789
Bedragen x € 1.000
85
8.5
Kasstroomoverzicht
Bedragen x € 1.000
2008
2007
EUR
EUR
828
2.270
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Ontvangen waardeoverdrachten
132
44
Betaalde pensioenuitkeringen
-3.149
-3.026
Betaalde waardeoverdrachten
-150
-164
Betaalde pensioenuitvoeringskosten
-831
-742
Overige baten
52
25
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten
-3.118
-1.593
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
86
Verkopen en aflossingen van beleggingen
215.262
125.473
Ontvangen directe beleggingsopbrengsten
2.038
3.005
Aankopen beleggingen
-217.539
-123.065
Betaalde kosten van vermogensbeheer
-260
-556
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
-499
4.857
Stand liquide middelen per 1 januari
5.591
2.327
Mutatie liquide middelen
-3.617
3.264
Stand liquide middelen per 31 december
1.974
5.591
8.6 Algemene toelichting op de jaarrekening
8.6.1 Inleiding
Beleggingen en voorziening pensioenverplichtingen voor rekening en risico deelnemers
Het doel van Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven, statutair gevestigd te
Sinds 1 april 2003 kent het fonds een PlusPensioenregeling (tot
Eindhoven (hierna “het fonds”) is het nu en in de toekomst ver
1 april 2008: Pensioenspaarregeling) waarbij deelnemers premie
strekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden
inleggen voor extra pensioen. De beleggingen en voorziening
ter zake van ouderdom en overlijden. Om dit doel te realiseren
pensioenverplichtingen voor risico deelnemers waren tot en met
worden in overeenstemming met de statuten en het pensioen
het verslagjaar 2007 niet afzonderlijk te herleiden uit de jaar
reglement premies geïnd bij de aangesloten ondernemingen en
verslaggeving. Vanaf dit verslagjaar zijn de beleggingen en
worden de verkregen middelen beheerd en belegd.
voorzieningen pensioenverplichtingen verbijzonderd naar het deel voor rekening en risico deelnemers en het deel voor rekening en risico van het fonds. De vergelijkende cijfers zijn
8.6.2 Overeenstemmingverklaring
hierbij aangepast.
De Jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wette lijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in de Pensioenwet en
8.6.4 Grondslagen voor de waardering
Titel 9 Boek 2 BW, met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.
Algemeen
Het bestuur heeft op 24 juni 2009 de jaarrekening opgemaakt.
Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op actuele waarde.
8.6.3 Presentatie
Voor de overige activa en passiva geldt, tenzij in de specifieke grondslagen hieronder anders is aangegeven, dat deze zijn
Algemeen
gewaardeerd tegen nominale waarde. Deze boekwaarde bena dert de actuele waarde als gevolg van het korte termijnkarakter
Alle bedragen zijn vermeld in duizenden euro’s, tenzij anders is
van deze vorderingen en schulden.
aangegeven. De gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaat bepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.
Presentatiewijziging Alle bedragen zijn vermeld in duizenden euro’s, tenzij anders is aangegeven.
87
Schattingen en veronderstellingen
Opname van een actief of een verplichting
De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waar
Boek 2 BW en de Pensioenwet vereist dat het bestuur oordelen
schijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het
vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed
pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouw
zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde
baar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans
waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten.
opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling
De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn
daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de
gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere
omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastge
factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden
steld.
beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet
Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen
op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daad
wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel,
werkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen.
samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waar
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden
van de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten
voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden
worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch
opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien,
potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief
indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in
of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevon
de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de
den, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toe komstige perioden.
Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekom stige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met
Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW
betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn
vereiste inzicht noodzakelijk geacht wordt, is de aard van deze
overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in
oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronder
de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen
stellingen opgenomen nader toegelicht in de toelichting bij de
niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet
jaarrekening.
meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post “nog af te wikkelen transacties”. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn.
88
Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de inten tie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta’s worden omgere kend tegen de koers per transactiedatum.
89
31 december
gemiddelde
31 december
gemiddelde
31 december
2008
2008
2007
2007
2006
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
GBP
0,966
0,850
0,734
0,704
0,674
JPY
126,008
144,670
163,333
160,228
157,124
USD
1,390
1,426
1,462
1,390
1,319
AUD
1,993
1,829
1,665
1,669
1,673
CAD
1,716
1,579
1,443
1,489
1,535
SEK
10,993
10,221
9,450
9,237
9,024
CHF
1,480
1,567
1,655
1,632
1,610
NOK
9,733
8,836
7,939
8,075
8,210
DKK
7,443
7,450
7,457
7,456
7,455
Beleggingen voor risico fonds
Aandelen Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde
Algemeen
beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op actuele waarde.
In overeenstemming met de Pensioenwet worden beleggingen
De actuele waarde is de beursnotering per balansdatum.
gewaardeerd op actuele waarde. Participaties in beleggingspools en -instellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort
De actuele waarde van niet beursgenoteerde participaties is
beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de
bepaald op basis van de laatst bekende intrinsieke waarde. Dit is
grondslagen voor die onderliggende beleggingen (look-through
het aandeel in het zichtbare eigen vermogen.
benadering). Private Equity wordt gewaardeerd tegen reële waarde. De reële Vorderingen en schulden uit beleggingen welke samenhangen
waarde betekent in deze zin, de geschatte marktwaarde, die
met een specifieke beleggingscategorie worden onder beleg
wordt bepaald op basis van internationale richtlijnen binnen de
gingsdebiteuren dan wel -crediteuren opgenomen in de betref
sector.
fende beleggingscategorie. Vastrentende waarden Vastgoedbeleggingen
Obligaties en obligatiebeleggingsfondsen
Direct vastgoed
Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beurs
Beleggingen in direct vastgoed worden gewaardeerd tegen de
genoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op markt
actuele waarde, zijnde de reële waarde per balansdatum, geba
waarde. De marktwaarde is de per balansdatum geldende
seerd op door onafhankelijke deskundigen verrichte taxaties.
beurskoers.
Indien daartoe aanleiding is, wordt bij de waardering rekening gehouden met de feitelijke verhuursituatie en/of renovatie
Leningen op schuldbekentenis en hypotheken
activiteiten.
Leningen worden gewaardeerd tegen reële waarde. Deze waarde wordt bepaald door de te ontvangen kasstromen (rente, aflossin
Indirect vastgoed
gen en verwachte boeterente bij vervroegde aflossingen) contant
Beursgenoteerde vastgoedfondsen worden gewaardeerd tegen
te maken op basis van geldende marktrente, waarin opgenomen
de actuele waarde, zijnde de beurskoers per balansdatum. Niet-
een opslag voor debiteurenrisico en liquiditeitsrisico.
beursgenoteerde beleggingen in vastgoedfondsen worden gewaardeerd op het aandeel in de actuele waarde van de onder
Deposito’s en kortlopende vorderingen op banken
liggende beleggingen. Indien de waarderingsgrondslagen van
Deposito’s worden gewaardeerd op nominale waarde vermeer
vastgoedfondsen afwijken, wordt de waardering zo mogelijk aan
derd met de sinds moment van ontstaan opgelopen rente.
gepast aan de waarderingsgrondslagen van het pensioenfonds.
Geldmarktbeleggingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde de contante waarde van de toekomstige kas stromen (rente en aflossing). Posities in rekening courantsaldi worden tegen nominale waarde gewaardeerd.
90
Derivaten
transacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggings
Derivaten worden gewaardeerd op reële waarde, zijnde de
transacties worden gepresenteerd onder de beleggingen.
marktwaarde van het contract. Voor beursgenoteerde contracten is dit de beurskoers per balansdatum. Voor niet beursgenoteerde contracten is de waardering gebaseerd op beschikbare markt
Stichtingskapitaal en reserves
informatie als input voor gehanteerde waarderingsmodellen. Algemeen Creditposities in derivaten worden separaat verantwoord onder
Stichtingskapitaal en reserves worden bepaald door het bedrag
de overige schulden.
dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorziening pensioenverplichtingen voor
Overige beleggingen
risico van het pensioenfonds en overige technische voorzienin
Hedge funds
gen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in
Hedge fondsen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde
de balans zijn opgenomen.
van de onderliggende beleggingen van het betreffende fonds. De statutaire reserves en de overige wettelijke reserves die het Commodities
fonds conform artikel 2:389 en artikel 2:390 BW vormt, blijken
Beleggingen in commodities zijn veelal niet-beursgenoteerde
op grond van artikel 2:373 lid 1 BW afzonderlijk uit de toelich
derivatencontracten. Voor niet-beursgenoteerde contracten is de
ting bij balans.
waardering gebaseerd op beschikbare marktinformatie als input voor de gehanteerde waarderingsmodellen.
Bestemmingsreserve beleggingen De bestemmingsreserve beleggingen is bedoeld om koers
Beleggingsfondsen
dalingen in de beleggingsportefeuille op te kunnen vangen.
Beleggingsfondsen zijn gewaardeerd op marktwaarde. De markt
De bestemmingsreserve beleggingen is gelijk aan het vereist
waarde is de per balansdatum geldende beurskoers.
vermogen. Bestemmingsreserve indexatie
Vorderingen en overlopende activa
De bestemmingsreserve indexatie heeft tot doel om toekomstige indexaties te kunnen financieren. De bestemmingsreserve
Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid in
indexatie is gemaximeerd op 10% van de voorziening pensioen
mindering gebracht.
verplichtingen en wordt gevoed door de jaarlijkse overrende menten en verminderd met de inkoopsom van de toegekende toeslagen.
Overige activa Overige reserve Hieronder worden de liquide middelen opgenomen voor zover
De overige reserve is bedoeld om alle niet-beleggingsrisico’s op
dit banktegoeden betreft welke onmiddellijk opeisbaar zijn. Zij
te vangen. Dit betreffen onder andere operationele risico’s, infla
worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggings
tierisico en actuariële risico’s. Tevens dient deze reserve voor het
91
verbeteren van de pensioenregeling in de toekomst. De overige
De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actua
reserve wordt gevoed door het resultaat nadat overige bestem
riële grondslagen en veronderstellingen per 31 december 2008:
mingsreserves op het juiste niveau zijn gebracht.
•• Rekenrente: gebaseerd op de nominale rentetermijnstructuur zoals maandelijks gepubliceerd door DNB. De bij de duration van de verplichtingen van het pensioenfonds behorende rente
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds
uit de nominale rentetermijnstructuur bedraagt 3,98% (2007: 4,86 %).
Voorziening pensioenverplichtingen
•• Generatietafels 2005-2050, waarbij de sterftekansen zijn ver
De voorziening voor pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd
menigvuldigd met factor. Deze vermenigvuldiging is nodig om
op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt
de sterftekansen van de generatietafel, welke zijn gebaseerd op
bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting
de bevolkingssterfte, aan te passen aan de verzekeringssterfte
van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balans
van het fonds. De factor is gelijk aan de ervaringssterfte, die
datum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen.
Watson Wyatt B.V. gemiddeld heeft vastgesteld voor alle
Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde
bedrijfstakpensioenfondsen. Deze faktor wordt 2-jaarlijks
nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeg
geëvalueerd. Voor de toekomstige sterfte wordt aan het begin
gingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking
van het jaar als vertrekpunt het prognosejaar 2005-2010 en
van de rentetermijnstructuur.
aan het eind van het jaar het prognosejaar 2006-2011 gebruikt. •• Voor de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen
Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is
voor nog niet ingegane partnerpensioenen wordt een partner
uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioen
frequentie gehanteerd van 100 % voor mannen en vrouwen tot
reglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verwor
65 jaar Vanaf leeftijd 65 neemt de gehuwdheid af met de
ven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de
sterfteverwachting van de medeverzekerde partner.
opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten (ook voor indexatie besluiten na balansdatum voor zover sprake is van ex ante condities) zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen.
•• Voor partnerpensioenis aangenomen dat de partner 3 jaar jonger is dan de verzekerde man en 3 jaar ouder dan de verze kerde vrouw. •• Kostenopslag ter grootte van 2% van de voorziening voor pensioenverplichtingen in verband toekomstige administratieen excassokosten.
Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden
•• Bij de bepaling van de (toekomstige) pensioenopbouw voor
met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op
arbeidsongeschikte deelnemers is niet uitgegaan van een
basis van de contante waarde van premies waarvoor vrijstelling is
revalidatiekans.
verleend wegens arbeidsongeschiktheid. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in over levingskansen.
92
8.6.5 Grondslagen voor de resultaatbepaling
Premiebijdragen risico fonds
Algemeen
Onder premiebijdragen van werkgevers en werknemers wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen
Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop
bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen onder
deze betrekking hebben.
aftrek van kortingen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorzieningen
Beleggingsresultaten risico fonds
pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat.
(In)directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en ongerealiseerde waardewijzigingen en valuta resultaten. In de jaarrekening wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbreng sten in de staat van baten en lasten opgenomen. Aankoopkosten worden opgenomen in de kostprijs en als gevolg van de periodieke herwaardering ten laste van het resultaat gebracht. Verkoopkosten worden verantwoord als onderdeel van de gerealiseerde herwaarderingen. Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en -lasten, dividenden, huuropbrengsten en soortgelijke opbrengsten. Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaar stelling.
93
Kosten van vermogensbeheer Onder kosten van vermogensbeheer worden zowel de externe als
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitvoeringskosten
de daaraan toegerekende interne kosten verstaan. Afschrijvingen en andere exploitatiekosten van onroerende zaken in exploitatie
Jaarlijks valt een percentage van de uitkeringen vrij uit de voor
zijn in de kosten van vermogensbeheer opgenomen.
ziening pensioenverplichtingen ten behoeve van pensioen uitvoeringskosten (excassokosten). Daarnaast wordt een
Verrekening van kosten
percentage van de pensioenopbouw en de inkomende waarde
De kosten uit hoofde van beheervergoeding alsmede transactie
overdrachten toegevoegd aan de technische voorziening ten
kosten gerelateerd aan beleggingen zijn in mindering gebracht op
behoeve van pensioenuitvoeringskosten.
de directe en indirecte beleggingsopbrengsten.
Pensioenuitkeringen Pensioenopbouw De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde De pensioenopbouw is de contante waarde van de pensioen
bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn bere
aanspraken die toegekend zijn in het boekjaar.
kend op actuariële grondslagen en toegerekend aan het verslag jaar waarop zij betrekking hebben. De pensioenuitkeringen zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de
Wijziging marktrente
nominale marktrente op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. De interesttoevoeging wordt tegen de
Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de techni
rekenrente primo berekend over de beginstand en de mutaties
sche voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele
gedurende het jaar.
rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente.
Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitkeringen 8.6.6 Grondslagen kasstroomoverzicht Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioen
Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld.
verplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de
Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als zodanig
voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de
worden gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen
financiering van de pensioenen in de verslagperiode.
kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten en beleg gingsactiviteiten.
94
8.7
Toelichting op de balans
8.7.1 Beleggingen voor rekening en risico fonds Ultimo 2008
vastgoed-
aandelen
vast
derivaten
totaal
gingen
waarden
gingen
overige beleg
rentende
beleg EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
beleggingscategorie
17.246
33.376
49.167
12.078
4.352
116.219
Beleggingsdebiteuren
14
176
748
26
-
964
Belegde gelden in betreffende
Liquide middelen
621
-
-
89
693
1.403
Beleggingscrediteuren
-28
-
-3
-
-37
-68
Stand per 31 december 2008
17.853
33.552
49.912
12.193
5.008
118.518
Af: Beleggingen risico deelnemers
-945
Stand per 31 december 2008
117.573
Ultimo 2007
vastgoed-
aandelen
vast
derivaten
gingen
waarden
gingen
totaal
beleg
rentende
beleg
overige
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
17.036
54.284
53.455
263
8
125.046
Beleggingsdebiteuren
11
176
1.030
-
66
1.283
Liquide middelen
621
-
-
-
3.490
4.111
Beleggingscrediteuren
-25
-
-
-
-
-25
Stand per 31 december 2007
17.643
54.460
54.485
263
3.564
130.415
Belegde waarden in betreffende beleggingscategorie
95
Af: Beleggingen risico deelnemers
-1.053
Stand per 31 december 2007
129.362
Verloopoverzicht van belegde waarden per beleggingscategorie4 vastgoed-
aandelen
vast
derivaten4
rentende
beleg EUR
EUR
EUR
totaal
beleg
waarden
gingen
overige gingen
EUR
EUR
EUR
Stand per 1 januari 2008
17.036
54.284
53.455
263
8
125.046
Aankopen / verstrekkingen
-
25.964
72.129
101.667
13.417
213.177
Verkopen / aflossingen
-
-25.439
-76.972
-101.707
-11.144
-215.262
Overige mutaties
89
-90
-
944
3.120
4.063
Gerealiseerde herwaardering
-
-3.886
70
40
44
-3.732
Ongerealiseerde herwaardering
121
-17.457
485
10.871
-1.093
-7.073
Stand per 31 december 2008
17.246
33.376
49.167
12.078
4.352
116.219
vastgoed-
aandelen
vast
derivaten
overige
totaal
beleg
rentende
beleg
gingen
waarden
gingen
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
Stand per 1 januari 2007
16.024
57.701
54.424
-
8
128.157
Aankopen / verstrekkingen
-
24.030
99.035
-
-
123.065
Verkopen / aflossingen
-
-27.021
-96.195
-
-
-123.216
Overige mutaties
-
-
-2.637
263
-
-2.374
Herwaardering
1.012
-426
-1.172
-
-
-586
Stand per 31 december 2007
17.036
54.284
54.355
263
8
125.046
4 De hieronder opgenomen waarden betreffen belegde gelden in derivaten welke onder de activa zijn opgenomen onder de ‘beleggingen voor risico pensioenfonds’, met daarop in mindering gebracht de derivaten welke onder de passiva als onderdeel van de ‘overige schulden’ zijn opgenomen.
96
Actuele waarde Schattingen en oordelen Zoals vermeld in de toelichting zijn de beleggingen van het fonds nagenoeg allemaal gewaardeerd tegen actuele waarde per balansda tum en is het over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de actuele waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggingsvorderingen en -schulden, geldt dat de boekwaarde de actuele waarde benadert als gevolg van het korte termijn karakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de actuele waarde. Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het fonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen. Echter, bepaalde financiële instrumenten zijn gewaardeerd door middel van gebruikmaking van waarderingsmodellen en -technieken, inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten. Op basis van de boekwaarde kan het volgende onderscheid worden gemaakt:5 marktnoteringen
waarderingsmodellen
(direct en afgeleid)
en -technieken
totaal
EUR
EUR
EUR
Vastgoedbeleggingen
-
17.246
17.246
Aandelen
33.376
-
33.376
Vastrentende waarden
47.773
1.394
49.167
Derivaten
-
12.078
12.078
Overige beleggingen
2.948
1.404
4.352
84.097
32.122
116.219
Vastgoedbeleggingen
-
17.0365
17.036
Aandelen
54.284
-
54.284
Vastrentende waarden
52.544
911
53.455
Derivaten
-
263
263
Overige beleggingen
-
8
8
106.828
18.218
125.046
Per 31 december 2008
Per 31 december 2007
5 Vastgoedbeleggingen werden in de jaarrekening 2007 als marktnoteringen gepresenteerd. Naar huidig inzicht worden ze – ook voor 2007 – als “waarderingsmodellen en –technieken” gepresenteerd.
97
Schattingen van de actuele waarde zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en kunnen derhalve niet met precisie worden vastgesteld. Schatting van reële waarde Bij de schatting van de actuele waarde wordt gebruik gemaakt van verwachte, toekomstige kasstromen. De kasstromen uit hoofde van rentederivaten worden contant gemaakt aan de hand van de zerocoupon swapcurve. Gehanteerde rentevoeten voor de bepaling van de reële waarde Op balansdatum zijn de volgende rentevoeten gehanteerd:
Vastrentende waarden
2008
2007
%
%
3,47
4,81
2008
2007
Belegde waarden in vastgoed
Direct vastgoed
EUR
EUR
17.246
17.036
17.246
17.036
De kostprijs van de belegde waarden in vastgoed bedraagt ultimo 2008 € 7.786 (2007: € 7.786). 65% (2007: 69%) van het direct vastgoed is getaxeerd door onafhankelijke, beëdigde taxateurs, 35% (2007: 31%) is intern getaxeerd. In de vastgoedportefeuille zijn geen kantoorpanden opgenomen; er worden derhalve geen kantoorpanden aan aangesloten werkgevers verhuurd. De directe vastgoedportefeuille is volledig in Nederland belegd. Het pensioenfonds heeft het economisch en juridisch eigen dom van het vastgoed.
98
Belegde waarden in aandelen 2008
2007
EUR
EUR
Zelfstandig beursgenoteerde aandelen
12.152
-
Aandelenbeleggingsfondsen
21.224
Aandelen mature markets
54.284 33.376
54.284
De kostprijs van de belegde waarden in aandelen bedraagt ultimo 2008 € 48.114 (2007: € 23.604).
Belegde waarden in vastrentende waarden 2008 EUR
EUR
Obligaties
18.031
48.733
Credit funds
12.661
-
Leningen op schuldbekentenis
-
800
Hypotheken
1.445
111
Deposito’s
3.812
2.626
Inflation linked bonds
353
1.185
Obligatiebeleggingsfondsen
5.849
-
Kortlopende vorderingen op banken
7.016
-
49.167
53.455
De kostprijs van de belegde waarden in vastrentende waarden bedraagt ultimo 2008 € 48.636 (2007: € 43.138).
99
2007
Belegde waarden in derivaten 2008
2007
EUR
EUR
Valutaderivaten
1.427
-
Rentederivaten
10.651
263
Stand per 31 december
12.078
263
De kostprijs van de belegde waarden in derivaten bedraagt ultimo 2008 € - (2007: € -6.600). In verband met de derivatenposities zijn zekerheden ontvangen ter waarde van € 11.277.
Belegde waarden in overige beleggingen 2008
2007
EUR
EUR
Commodities (grondstoffen, edele metalen)
1.395
-
Beleggingsfondsen
2.949
-
Kunst
8
8
Stand per 31 december
4.352
8
De kostprijs van de belegde waarden in overige beleggingen bedraagt ultimo 2008 € 5.445 (2007: € 8).
100
Beleggingsdebiteuren 2008
2007
EUR
EUR
• dividendbelasting
176
176
• interest
749
1.030
• huur
12
11
Overige
27
66
Stand per 31 december
964
1.283
2008
2007
EUR
EUR
11
-
Te vorderen bedragen uit hoofde van:
Beleggingscrediteuren
Schulden uit collateral management Te betalen bedragen uit hoofde van:
101
• huurpenningen
1
-
• overige
56
25
Stand per 31 december
68
25
8.7.2 Beleggingen voor rekening en risico deelnemers Het verloop van de Beleggingen voor rekening en risico deelnemers is als volgt: 2008
2007
EUR
EUR
Stand per 1 januari
1.053
967
Toevoeging premie
131
111
Rendement
-73
24
Onttrekking wegens beëindiging deelname
-166
-49
Stand per 31 december
945
1.053
2008
2007
EUR
EUR
Vordering op werkgevers
173
124
Nog te factureren premie
137
327
8.7.3 Vorderingen en overlopende activa Specificatie vorderingen en overlopende activa
FVP-premie
187
597
Waardeoverdrachten
22
11
Overige vorderingen
15
13
Stand per 31 december
534
1.072
Bij de waardering van vorderingen wordt rekening gehouden met het risico van oninbaarheid door hiervoor een voorziening in aftrek te brengen op het saldo van de uitstaande vorderingen. Voor gelijksoortige posten met gelijksoortige risico’s wordt gezamenlijk een schatting gemaakt van verliezen en risico’s op balansdatum. Deze systematiek om de voorziening vast te stellen wordt gerekend tot de statische methode. Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
102
Nadere specificatie ‘Vorderingen op werkgevers’ 2008
2007
EUR
EUR
oninbaarheid
181
124
Voorziening dubieuze debiteuren
-8
0
Stand per 31 december
173
124
Vorderingen op werkgevers exclusief voorziening voor
In 2008 is een bedrag van € 8 toegevoegd aan de voorziening (2007: € 0). Er werd een bedrag van € 0 aan premies over voorgaande jaren als oninbaar afgeschreven (2007: € 0). Het verloop van de voorziening dubieuze debiteuren is als volgt: 2008
2007
EUR
EUR
Stand per 1 januari
-
-
Dotatie
8
-
Stand per 31 december
8
-
2008
2007
EUR
EUR
Liquide middelen
571
1.480
Stand per 31 december
571
1.480
8.7.4 Overige activa
De overlopende activa bestaan overwegend uit liquide middelen. Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen, die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn. Er zijn geen kredietfaciliteiten van toepassing.
103
8.7.5 Stichtingskapitaal en reserves Mutatieoverzicht eigen vermogen stichtings-
bestemmings-
bestem
overige
kapitaal
reserve
mings-
reserve
beleggingen
totaal
reserve indexatie
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
Stand per 31 december 2007
-
18.461
2.768
30.448
51.677
Uit bestemming saldo van baten en lasten
-
-6.252
-2.348
-27.383
-35.983
Stand per 31 december 2008
-
12.209
420
3.065
15.694
totaal
Stand per 31 december 2006
stichtings-
bestemmings
bestem
bestem
overige
kapitaal
reserve toe
mings-
mings-
reserve
komstige
reserve
reserve
premietekorten beleggingen
indexatie
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
-
4.654
19.296
-
27.051
51.001
-
-
-
-
-113
-113
Cumulatief effect stelselwijziging 1 januari 2007 Uit bestemming saldo van baten en lasten
-
-
-835
2.768
-1.144
789
Overige mutaties
-
-4.654
-
-
4.654
-
Stand per 31 december 2007
-
-
18.461
2.768
30.448
51.677
De bestemmingsreserve beleggingen per 31 december 2008 is, evenals per jaareinde 2007, hoger dan het wettelijk minimum van de herwaarderingsreserve. Op grond daarvan is besloten geen afzonderlijke herwaarderingsreserve te vormen.
104
Solvabiliteit 31 december 2008 EUR
31 december 2007
%
EUR
%
Aanwezig vermogen
116.872
115,5
129.947
161,3
Af: technische voorziening op FTK-waardering
-101.178
-100,0
-80.572
-100,0
Af: minimaal vereist eigen vermogen
-5.059
-5,0
-4.029
-5,0
Dekkingspositie
10.635
10,5
45.346
56,3
eigen vermogen)
7.150
7,1
14.432
17,9
Reservepositie
3.485
3,4
30.914
38,4
Af: vereist eigen vermogen (excl. minimaal vereist
Als het eigen vermogen lager is dan het minimale vereiste eigen vermogen bevindt het fonds zich in een situatie van dekkingstekort. Indien het eigen vermogen lager is dan het vereiste eigen vermogen, maar wel ten minste gelijk is aan het minimale vereiste eigen vermogen, bevindt het fonds zich in een situatie van reservetekort. De vermogenspositie van het pensioenfonds kan worden gekarakteriseerd als toereikende solvabiliteit. Voor de berekening van het vereist eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van het standaard model van DNB.
105
8.7.6 Voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds Specificatie voorziening pensioenverplichtingen naar aard 2008
2007
EUR
EUR
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds
101.178
78.270
Stand per 31 december
101.178
78.270
2008
2007
EUR
EUR
79.323
81.938
Mutatieoverzicht voorziening pensioenverplichtingen
Stand per 1 januari (inclusief deel voor rekening en risico deelnemers) Effect stelselwijziging
-
113
Pensioenopbouw
1.305
1.233
Indexering en overige toeslagen
2.348
1.296
Rentetoevoegingen
3.587
3.378
Onttrekking voor pensioenuitkeringen
-3.145
-3.191
Mutatie voor pensioenuitvoeringskosten
-58
-54
Wijziging marktrente
17.817
-6.967
Wijziging actuariële uitgangspunten
-
-
Saldo uit hoofde van overdracht van rechten
39
-137
Overige wijzigingen
907
1.714
Stand per 31 december
102.123
79.323
Af: voorziening voor rekening en risico deelnemers
-945
-1.053
101.178
78.270
Bovenstaande mutaties betreffen niet alleen de mutaties van de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds, maar tevens de mutaties van de voorziening pensioenverplichtingen voor rekening en risico van deelnemers. De voorziening pensioen verplichtingen voor rekening en risico van deelnemers wordt verder in paragraaf 8.7.7 toegelicht.
106
Voor een toelichting op de verschillende posten wordt verwezen naar de toelichting op de verschillende posten uit de staat van baten lasten.
Specificatie voorziening pensioenverplichtingen naar categorieën deelnemers 2008 aantal
EUR
deelnemers
2007 aantal
EUR
deelnemers
Actieve deelnemers
860
36.091
841
27.667
Pensioengerechtigden
1.665
34.305
1.681
27.589
Gewezen deelnemers
8.682
29.726
9.337
22.512
Netto pensioenverplichtingen
11.207
100.122
11.859
77.768
Toekomstige kosten uitvoering pensioenregeling
2.001
1.555
Stand per 31 december
102.123
79.323
Af: voorziening voor rekening en risico deelnemers
-945
-1.053
101.178
78.270
Stand per 31 december excl. pensioen verplichtingen voor rekening en risico deelnemers
De methode voor de berekening van de pensioenverplichtingen is zodanig toegepast dat er geen sprake is van een financieringsachter stand. Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter. Korte beschrijving van de pensioenregeling De pensioenregeling kan worden gekenmerkt als een middelloonregeling met een standaard pensioenleeftijd van 65 jaar. Jaarlijks wordt een aanspraak op ouderdomspensioenopgebouwd van 1,75% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. De pensioen grondslag is gelijk aan het pensioengevend loon onder aftrek van een franchise. Tevens bestaat er recht op partner- en wezenpensioen. Deelname aan de regeling is verplicht vanaf de leeftijd van 21 jaar (vóór 01-01-2008: 25 jaar), dan wel vanaf de datum van indienst treding bij een werkgever in de bedrijfstak.
107
Toeslagverlening Het bestuur beslist jaarlijks of en in hoeverre de ingegane pensioenen en de opgebouwde pensioenaanspraken verhoogd worden door middel van het verlenen van een toeslag. Er worden alleen toeslagen verleend zolang de indexatie bestemmingsreserve positief is én zolang het vermogen minimaal gelijk is aan het minimum vereiste eigen vermogen. Het bestuur streeft daarbij naar de consumentenprijsindex voor niet actieve deelnemers en CAO loonindex voor actieve deelnemers. Het bestuur volgt met dit beleid categorie D4 zoals beschreven in de toeslagenmatrix. Dat betekent dat er geen recht is op toekomstige indexaties en dat de indexatie een voorwaardelijk recht is. Het bestuur kan echter jaarlijks besluiten om af te wijken van de door haar gevolgde lijn. Er is geld gereserveerd voor indexatie door middel van de indexatie bestemmingsreserve. Inhaalindexaties Het toeslagbeleid kent de mogelijkheid van een inhaalindexatie tot maximaal 5 jaar terug. In het boekjaar zijn geen inhaalindexaties toegekend.
8.7.7 Voorziening pensioenverplichtingen voor rekening en risico deelnemers
Stand per 31 december
2008
2007
EUR
EUR
945
1.053
Het verloop van de Voorziening pensioenverplichtingen voor rekening en risico deelnemers is als volgt:
108
2008
2007
EUR
EUR
Stand per 1 januari
1.053
967
Toevoeging premie
131
111
Rendement
-73
24
Onttrekking wegens beëindiging deelname
-166
-49
Stand per 31 december
945
1.053
8.7.8 Overige schulden en overlopende passiva Specificatie overige schulden en overlopende passiva 2008
2007
EUR
EUR
Uitkeringen
2
-
Derivaten
1.691
747
Belastingen en premies sociale verzekeringen
57
54
Waardeoverdrachten
-
5
Overige schulden
56
1.155
1.806
1.961
2008
2007
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Nadere specificatie ‘Derivaten’
109
EUR
EUR
Rentederivaten
1.691
747
Stand per 31 december
1.691
747
8.7.9 Risicobeheer en derivaten Solvabiliteitsrisico Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het belangrijkste risico voor het fonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het fonds de premie voor de onderneming en deelnemers moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele indexatie van opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen.
110
Het surplus/tekort op FTK-grondslagen is als volgt: 31 december 2008 EUR
EUR
31 december 2007 EUR
EUR
Voorziening pensioenverplichtingen (FTK- waardering)
101.178
79.323
Buffers S1 Renterisico
1.307
6.596
S2 Risico zakelijke waarden
10.685
13.245
S3 Valutarisico
998
5.387
S4 Grondstoffenrisico
403
-
S5 Kredietrisico
2.926
406
S6 Verzekeringstechnisch risico
3.081
2.307
S7 Liquiditeitsrisico
-
-
S8 Concentratierisico
-
-
S9 Operationeel risico
-
-
Diversificatie-effect
-7.191
-9.480
Totaal S (vereiste buffers)
12.209
18.461
Vereist eigen vermogen (artikel 132 Pensioenwet)
113.387
97.784
Aanwezig vermogen (totaal activa – schulden)
116.872
131.000
Surplus
3.485
33.216
Het pensioenfonds heeft ter afdekking van risico’s derivatencontracten afgesloten. Hiermee is bij het bepalen van de vereiste buffers op de volgende wijze rekening gehouden: Bij de berekening van de buffers past het fonds het standaard model van DNB toe. Voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de feitelijke asset mix.
111
Marktrisico
schokken op de aandelenbeurs, aangezien dit risico ook niet volledig is afgedekt. Specifiek bij deze gevoeligheidsanalyse
Marktrisico omvat de mogelijkheden voor winst of verlies en
geldt de opmerking dat ten aanzien hiervan geen accountants
door een verandering van marktfactoren. Marktfactoren kunnen
controle heeft plaatsgevonden.
bijvoorbeeld marktprijzen zijn van aandelen, grondstoffen, vastgoed en private equity (prijsrisico), maar ook valutakoersen
Prijsrisico
(valutarisico) of rentes (renterisico).
Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikke ling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gere
De strategie van het fonds met betrekking tot het beleggings
lateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of
risico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Het
generieke factoren. Omdat nagenoeg alle beleggingen worden
marktrisico wordt op dagelijkse basis beheerst in overeenstem
gewaardeerd tegen actuele waarde waarbij waardewijzigingen
ming met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De overall
onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt,
marktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur.
zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijsrisico wordt gemitigeerd door
De mate waarin de beleggingsportefeuille van het fonds gevoelig
diversificatie. In aanvulling hierop wordt het prijsrisico gehedged
is voor het prijs- en renterisico is in de volgende alinea weergege
middels het gebruik van afgeleide financiële instrumenten
ven, vervolgens worden de risico’s die het fonds loopt worden
(derivaten), zoals opties en futures.
nader toegelicht. Gevoeligheidsanalyse In onderstaande tabel wordt de gevoeligheid van de dekkings graad getoond voor waardeveranderingen van de aandelenbeleg gingen en voor verschuivingen van de rente. In het midden van de tabel staat de huidige dekkingsgraad van 116%. ∆ aandelenkoersen
∆ rente
-1.00%
-30%
-15%
0%
15%
30%
103%
108%
112%
117%
122%
-0.50%
104%
109%
114%
119%
124%
0.00%
104%
110%
116%
121%
126%
0.50%
106%
111%
117%
123%
129%
1.00%
107%
113%
119%
126%
132%
Ondanks dat het renterisico nagenoeg geheel is afgedekt, zullen plotselinge schokken in de rente toch beperkt invloed kunnen hebben op de dekkingsgraad. Dit geldt uiteraard ook voor
112
De segmentatie van vastgoed naar sectoren is als volgt: 31 december 2008
31 december 2007
EUR
%
EUR
%
Kantoren
-
0%
-
0%
Winkels
940
5%
865
5%
Woningen
16.306
95%
16.171
95 %
17.246
100%
17.036
100 %
De segmentatie van vastgoed naar regio is als volgt: 2008 Nederland
2007
EUR
%
EUR
%
17.246
100%
17.036
100 %
17.246
100%
17.036
100 %
De segmentatie van de aandelenportefeuille naar sectoren is als volgt: 31 december 2008
31 december 2007
EUR
%
EUR
%
Beleggingsinstelling
21.224
64%
25.642
48 %
Transport en opslag
-
-
219
0%
1.975
6%
6.672
12 %
Nijverheid en industrie
3.260
10%
16.396
30 %
Handel
2.442
7%
984
2%
Overige dienstverlening
3.638
11%
4.275
8%
Diversen
837
2%
96
0%
33.376
100%
54.284
100 %
Financiële instellingen (waaronder banken en verzekeraars)
113
De segmentatie van de aandelenportefeuille naar regio is als volgt: 31 december 2008 EUR
%
31 december 2007 EUR
%
Nederland
555
2%
12.055
22 %
Buitenland binnen EU
7.077
21%
21.562
40 %
Buitenland buiten EU
25.744
77%
20.667
38 %
33.376
100%
54.284
100 %
Het fonds heeft er niet voor gekozen om het prijsrisico middels derivaten (gedeeltelijk) af te dekken. Valutarisico Het totaalbedrag van de gehele beleggingsportefeuille dat buiten de euro wordt belegd bedraagt ultimo 2008 circa € 30.245. Van dit bedrag is € 25.134 afgedekt naar de euro. Het strategische beleid van het fonds is om alle valutaposities af te dekken, waarbij tijdelijke tactische beleidsruimte aanwezig is tot 70%. Per einde boekjaar is de waarde van de uitstaande valutatermijncontracten € 252. Het valutarisico wordt in onderstaande tabel weergegeven. 31 december 2008
31 december 2007
EUR vóór
114
EUR
EUR
EUR
valuta
nettopositie
nettopositie
derivaten
(na)
(na)
EUR
86.834
-24.882
111.716
89.639
GBP
2.908
2.282
626
7.405
USD
19.283
19.143
140
24.658
CHF
-
-
-
2.280
SEK
-
-
-
605
NOK
-
-
-
100
DKK
-
-
-
359
JPY
3.045
2.922
123
-
Overige
5.009
787
4.222
-
117.079
252
116.827
125.046
Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen wijzigen als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration geeft aan hoeveel procent bij benadering de marktwaarde van een belegging of verplichting verandert bij een parallelle verschuiving van de rentecurve. Een hoge duration geeft een hoge gevoeligheid voor veranderingen in de rente weer. waarde balanspost 31 december 2008
duration 31 december 2008
31 december 2007
EUR Duration van de vastrentende waarden
49.167
5,42
5,45
Duration van de pensioenverplichtingen
102.123
16,00
14,40
Op balansdatum is de duration van de beleggingen aanzienlijk korter dan de duration van de verplichtingen. Er is derhalve sprake van een zogenaamde “duration-mismatch”. Dit betekent dat bij een rentestijging de waarde van beleggingen minder snel daalt dan de waarde van de verplichtingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur) daalt, de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een rente daling zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt.
115
Het beleid van het fonds is gericht op het verkleinen van de “duration-mismatch”. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het kopen van meer langlopende obligaties in plaats van aandelen (aandelen hebben per definitie een duration van nul), binnen de portefeuille kort lopende obligaties vervangen door langlopende obligaties of door middel van renteswaps of swaptions. Bij een renteswap wordt een vaste lange rente geruild tegen een variabele korte rente. Het fonds ontvangt in dit geval een lange rente, vergelijkbaar met de kas stroom van een langlopende obligatie en betaalt daarvoor een variabele korte rente (bijvoorbeeld Euribor). Hierdoor wordt de “duration-mismatch” verkleind, maar het fonds wordt wel afhankelijk van de ontwikkeling van de korte rente die het fonds aan de tegenpartij betaalt. Met een swaption kan het fonds tijdelijk het risico van een verdere rentedaling afdekken. Hiervoor betaalt het fonds een premie. Bij het afsluiten van een swap of een swaption kunnen dus mismatchrisico’s worden afgedekt en worden nieuwe risico’s geïntroduceerd die gepaard gaan met dit soort instrumenten (zoals liquiditeit, tegenpartij en juridisch risico). De samenstelling van de vastrentende waarden naar looptijd is als volgt: 31 december 2008
31 december 2007
EUR
%
EUR
%
Resterende looptijd < 1 jaar
13.745
28
4.383
8
Resterende looptijd 1-5 jaar
18.019
37
26.062
49
Resterende looptijd > 5 jaar
17.403
35
23.010
43
49.167
100
53.455
100
Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito’s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Over beursgenoteerde derivaten wordt geen kredietrisico gelopen. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het fonds financiële verliezen lijdt. Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds; het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij hypothecaire geldleningen en het uitlenen van effecten; het hanteren van prudente verstrekkingnormen bij hypothecaire geldleningen. Ter afdek king van het settlementrisico wordt door het fonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlement systeem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied.
116
Met betrekking tot niet-beursgenoteerde beleggingen, met name OTC-derivaten, wordt door het fonds enkel gewerkt met tegenpar tijen waarmee ISDA/CSA-overeenkomsten zijn afgesloten zodat posities van het fonds adequaat worden afgedekt door onderpand. In de onderstaande tabel wordt de verdeling van de vastrentende waarden naar sector weergegeven: 2008
2007
EUR
EUR
Nederlandse overheidsinstellingen
5.371
4.868
Buitenlandse overheidsinstellingen
14.406
28.869
Financiële instellingen
20.537
15.937
Andere instellingen
8.853
3.781
49.167
53.455
De verdeling van vastrentende waarden naar regio is weergegeven in onderstaande tabel: 2008
2007
EUR
EUR
Mature markets
46.845
53.455
Emerging markets
2.322
-
49.167
53.455
Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille wordt het volgende overzicht gegeven: 31 december 2008 EUR
%
EUR
%
20.035
40
30.597
57
AA
6.831
14
10.866
20
A
3.741
8
4.935
9
BBB
263
1
864
2
AAA
117
31 december 2007
Overig
-
0
6.193
12
Not Rated
18.297
37
-
-
49.167
100
53.455
100
Liquiditeitsrisico
Indexatierisico
Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of
Het bestuur van het fonds heeft de ambitie om het pensioente
niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in
indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is
liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan
afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente, rendement, loon
zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocompo
inflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de
nenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het
indexatietoezegging voorwaardelijk is.
hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende
Het beleid en de ambitie inzake indexatie en toeslagverlening is
ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Er moet even
weergegeven in de alinea ‘Toeslagverlening’ onder de paragraaf
eens rekening worden gehouden met de directe beleggingsop
inzake de toelichting op de balanspost ‘Voorziening pensioen
brengsten en andere inkomsten zoals premies. Inzake het
verplichtingen risico fonds’.
liquiditeitsrisico kan worden vermeld dat het fonds in haar beleg gingsportefeuille over voldoende obligaties beschikt die onmid dellijk zonder waardeverlies te gelde kunnen worden gemaakt
Concentratierisico
om eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te finan cieren.
Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentratie risico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur
Verzekeringtechnische, actuariële risico’s
worden gesommeerd. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal of welke meer dan 5% van
Langlevenrisico
de beleggingscategorie waartoe de belegging behoort, uitmaakt.
Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voor
Dit betreft per 31 december 2008 de volgende posten:
ziening pensioenverplichtingen. Als gevolg hiervan volstaat de EUR
opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door toepassing van AG-prognosetafel
Duitsland
5.889
2005-2050 met adequate correcties voor ervaringssterfte is het
Frankrijk
1.684
Griekenland
1.370
Italie
3.726
Nederland
3.875
Oostenrijk
211
Spanje
510
langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Overlijdensrisico Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van over lijden mogelijk een partnerpensioenmoet toekennen waarvoor door het fonds geen voorzieningen zijn getroffen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen.
118
17.265
In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een
Specifieke financiële instrumenten (derivaten)
adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de
Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt tevens
portefeuille in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen.
gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt,
Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden is, kan
dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend
door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien
is binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuille
aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van
structuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische
een cumulatief concentratierisico.
effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te bevinden.
Overige niet-financiële risico’s
Het fonds gebruikt derivaten hoofdzakelijk om de hiervoor ver melde vormen van marktrisico zo veel mogelijk af te dekken. Een
Operationeel risico
van de belangrijkste risico’s bij derivaten is het kredietrisico. Dit is
Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van
het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen
transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren
kunnen voldoen. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties
gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s
aan te gaan met te goeder naam en faam bekend staande partijen.
worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge
Bovendien geldt dat zoveel mogelijk wordt gewerkt met onder
kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken
pand.
zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit geautomatiseerde systemen, enzovoorts. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar.
119
Gebruik kan worden gemaakt van onder meer de volgende instrumenten: •• Futures: dit zijn standaard beursgenoteerde instrumenten waarmee snel posities kunnen worden gewijzigd. Futures worden gebruikt voor het tactische beleggingsbeleid. Tactisch beleggingsbeleid is slechts zeer beperkt mogelijk binnen de grenzen van het strate gische beleggingsbeleid. •• Putopties op aandelen: dit betreft al dan niet beursgenoteerde opties waarmee het fonds het neerwaartse koersrisico van de aan delenportefeuille kan beperken. Voor deze opties wordt bij de verwerving een premie betaald die onder meer afhankelijk is van het actuele koersniveau van de onderliggende index, de looptijd van de opties en de uitoefenprijs van de opties. •• Valutatermijncontracten: dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico’s afgedekt. •• Swaps: dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan het fonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden. •• Een forward is een termijncontract tussen twee partijen met als doel de rentekosten of opbrengsten voor een in de toekomst liggende periode vast te leggen. Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2008: Type contract
contractomvang
actuele waarde activa
actuele waarde passiva
EUR
EUR
EUR
Forward
25.135
1.427
-1.679
Interest rate swaps
62.546
10.651
-
87.861
12.078
-1.679
actuele waarde activa
actuele waarde
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2007: Type contract
contractomvang
passiva EUR
120
EUR
EUR
Interest rate
263
747
swaps
-
-
263
747
8.7.10 N iet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Voorwaardelijke verplichtingen Ultimo boekjaar lopen er geen juridische procedures
Langlopende contractuele verplichtingen
aangespannen tegen het fonds.
Het fonds heeft een uitbestedingsovereenkomst afgesloten met Interpolis Pensioenbeheer B.V., Interpolis Pensioenen
Identiteit van verbonden partijen
Vermogensbeheer B.V. en Achmea Vastgoed B.V. ( tot 1 juli 2007 Interpolis Vastgoed B.V.), welke loopt tot en met
Er zijn geen partijen die als verbonden partij te kwalificeren zijn.
31 december 2009. Met het bestuur zijn afspraken gemaakt over de vergoedingensystematiek. Deze systematiek bestaat zowel uit vaste als variabele componenten.
Transacties met bestuurders
Voor het vermogensbeheer bedraagt de jaarlijks te betalen
Leden van het bestuur, de deelnemersraad en het verantwoor
vergoeding voor 2005 tot en met 2009 0,2% van het gemiddeld
dingsorgaan ontvangen enkel een vergoeding voor vergaderingen
daadwerkelijk belegd vermogen in aandelen, 0,1% van het
en de bijbehorende reiskosten. De vergoeding bedroeg in 2008
gemiddeld daadwerkelijk belegd vermogen in vastrentende
€ 382,00 per vergadering/dagdeel.
waarden en 0,1% van het gemiddeld daadwerkelijk belegd vermogen in liquiditeiten.
Er zijn leningen verstrekt aan noch is er sprake van vorderingen op (voormalige) bestuurders.
Voor de deelname aan het Interpolis Pensioenen Liability Overlay Fonds (ten behoeve van het afdekken van het renterisico) worden jaarlijkse beheerkosten betaald ter grootte van 0,10% over het belegd vermogen. Voor het vastgoedbeheer bedraagt de jaarlijks te betalen vergoeding voor 2005 tot en met 2009 0,5% van het gemiddeld daadwerkelijk belegd vermogen in vastgoed.
121
8.8
Toelichting op de staat van baten en lasten
8.8.1 Premiebijdragen voor rekening en risico fonds
Werkgevers- en werknemersgedeelte
2008
2007
EUR
EUR
1.204
1.291
1.204
1.291
De totale bijdrage van werkgever en werknemers bedraagt 10,5 % (2007: 10,0%) van de loonsom. Het fonds factureert alleen aan aangesloten werkgevers. De werkgevers verhalen een deel van de premie op de werknemers. Dit betreft 5,25% (2007: 5,0%) van de pensioengrondslag. De kostendekkende, gedempte en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt: 2008
2007
EUR
EUR
Kostendekkende premie
2.360
2.223
Feitelijke premie
1.204
1.291
Gedempte premie
2.038
1.733
De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate verantwoord. De samenstelling van de kostendekkende premie is als volgt: 2008 Kosten pensioenopbouw
2007
EUR
EUR
1.305
1.233
Pensioenuitvoeringskosten
831
742
Solvabiliteitsopslag
299
302
voor pensioenuitvoeringskosten
-75
-54
Kostendekkende premie
2.360
2.223
Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen
Er is derhalve sprake van premietekort.
122
8.8.2 Premiebijdragen rekening en risico deelnemers6
Premiebijdragen rekening en risico deelnemers6
2008
2007
EUR
EUR
131
111
131
111
6 Onder aftrek van kosten
123
8.8.3 Beleggingsresultaten rekening en risico fonds 2008
directe
indirecte
kosten van
beleggings
beleggings-
vermogens
opbrengsten
opbrengsten
beheer
EUR
EUR
EUR
totaal
EUR
Vastgoedbeleggingen
559
121
283
396
Aandelen
26
-21.343
11
-21.328
Vastrentende waarden
1.435
555
-
1.990
Derivaten
-
10.911
-
10.911
Overige beleggingen
18
-2.597
-34
-2.544
2.038
-12.353
260
-10.575
Af: Resultaat voor rekening en risico deelnemers
73 -10.502
2007
Vastgoedbeleggingen
totaal
indirecte
kosten van
beleggings
beleggings-
vermogens
opbrengsten
opbrengsten
beheer
EUR
EUR
EUR
EUR
768
1.003
393
1.378
directe
Aandelen
166
779
82
863
Vastrentende waarden
2.030
-3.756
80
-1.806
Derivaten
-
-
Overige beleggingen
41
23
-
64
-
3.005
-1.951
555
499
Af: Resultaat voor rekening en risico deelnemers
-24 475
124
8.8.4 Beleggingsresultaten rekening en risico deelnemers
Beleggingsresultaten rekening en risico deelnemers
2008
2007
EUR
EUR
-73
24
-73
24
2008
2007
EUR
EUR
52
32
52
32
8.8.5 Overige baten
Andere baten
De andere baten betreffen met name ontvangen bankrente.
8.8.6 Indexering en overige toeslagen Het beleid en de ambitie inzake indexatie en toeslagverlening is weergegeven in de alinea ‘Toeslagverlening’ onder de paragraaf inzake de toelichting op de balanspost ‘Voorziening pensioenverplichtingen risico fonds’. In de staat van baten en lasten is de last uit hoofde van indexering en overige toeslagen welke aan het verslagjaar moet worden toegerekend verantwoord.
8.8.7 Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 4,696% (2007: 4,066 %), zijnde € 3.587 (2007: € 3.378). Het rentepercentage is afgeleid van de eenjaarsrente uit de rentetermijnstructuur per 31 december 2007 zoals gepubliceerd op de website van DNB.
125
8.8.8 Pensioenuitkeringen 2008
2007
EUR
EUR
Ouderdomspensioen
2.159
2.033
Partnerpensioen
701
746
Wezenpensioen
6
5
Afkopen
285
232
3.151
3.016
De post Afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan € 406,44 (2007: € 400,00) per jaar (de afkoopgrens) overeen komstig de Pensioenwet (artikel 66).
8.8.9 Pensioenuitvoeringskosten 2008
2007
EUR
EUR
Bestuurskosten
45
40
Administratiekostenvergoeding
624
593
Controle- en advieskosten (excl. accountantskosten)
112
47
Accountantskosten
40
49
Contributies en bijdragen
10
12
Overig
-
1
831
742
Overeenkomstig artikel 96 van de Pensioenwet wordt vermeld dat het fonds in het afgelopen jaar geen dwangsommen en boetes zijn opgelegd.
126
De accountantskosten, zoals hiervoor opgenomen als onderdeel van de pensioenuitvoeringskosten, kunnen als volgt worden gespecifi ceerd: 2008
2007
EUR
EUR
Controle van de jaarrekening
36
48
Andere controle opdrachten
4
-
Andere niet-controle diensten
-
1
40
49
8.8.10 Aantal personeelsleden Bij het fonds zijn geen werknemers in dienst. De pensioenuitvoering is volledig uitbesteed aan Syntrus Achmea Pensioenbeheer.
8.8.11 Bezoldiging bestuurders De transacties met bestuurders hebben betrekking op de vergoedingen voor de werkzaamheden verband houdende met de bestuursen commissievergaderingen. De vergoedingen (totaal 2008: € 45, 2007: € 40) bestaan uit vacatiegeld en een vergoeding van reis- en verblijfkosten en overige bestuurskosten. Afgezien hiervan zijn geen bezoldigingen toegekend.
8.8.12 Wijziging overige actuariële uitgangspunten De actuariële grondslagen en/of methoden worden periodiek beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waar nemingen voor zowel de gehele bevolking als specifiek voor de populatie van het fonds.
127
8.8.13 Overige wijzigingen in de voorziening voor pensioenverplichtingen 2008
2007
EUR
EUR
-209
-187
Resultaat op kanssystemen Sterfte Arbeidsongeschiktheid
135
221
Mutaties
786
1.394
Overige technische grondslagen
195
286
Totaal resultaat op kanssystemen
907
1.714
2008
2007
EUR
EUR
Inkomende waardeoverdrachten
-143
-54
Uitgaande waardeoverdrachten
145
168
Subtotaal
2
114
134
44
verplichtingen
-95
-181
Subtotaal
39
-137
Saldo overdracht van rechten
41
-23
8.8.14 Saldo overdracht van rechten
Saldo overdracht van rechten
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Toevoeging aan de voorziening pensioen verplichtingen Onttrekking aan de voorziening pensioen
Een inkomende waardeoverdracht betreft de ontvangst van het pensioenfonds of de pensioenverzekeraar van de vorige werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. Een uitgaande
128
waardeoverdracht betreft de overdracht aan het pensioenfonds of de pensioenverzekeraar van de nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra pensioenaanspraken.
8.8.15 Overige lasten 2008
2007
EUR
EUR
Dotatie voorziening dubieuze debiteuren
8
-
Andere lasten
3
-
11
-
8.8.16 Belastingen De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.
8.8.17 Vaststelling van de jaarrekening door het bestuur Het bestuur van de Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS) heeft de jaarrekening 2008 vastgesteld in de vergadering van 24 juni 2009. Best, 24 juni 2009
G.W. Hompe
M.H.J.M. Crijnen
Werknemersvoorzitter
Werkgeversvoorzitter
129
9 Overige gegevens 9.1
Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten
9.2
Gebeurtenissen na balansdatum
9.3
Actuariële verklaring
9.4
Accountantsverklaring
9.1 Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het fonds. De bestemming is nader uitgewerkt in de ABTN. Het voorstel resul taatbestemming 2008 is opgenomen in de paragraaf van de staat van baten en lasten in de jaarrekening.
132
9.2
Gebeurtenissen na balansdatum
Reservetekort op 1 april 2009 Uit de dekkingsgraden die ultimo het 1e kwartaal 2009 aan DNB zijn opgeleverd, is gebleken dat bij het fonds een reservetekort is ontstaan. Een reservetekort houdt in dat de dekkingsgraad lager is dan het vereist eigen vermogen. De gerapporteerde dekkings graad bedraagt 112,2% bij een vereiste dekkingsgraad van 114,6%. Het bestuur moet uiterlijk 29 augustus 2009 een langetermijn herstelplan indienen bij DNB, tenzij op het moment van vaststel len van het herstelplan geen sprake meer is van een tekort. In die situatie dient het fonds met behulp van een continuïteitsanalyse aan te tonen dat het fonds naar verwachting structureel boven de vereiste dekkingsgraad uitkomt. In het langetermijnherstelplan worden onder andere opgenomen de concrete maatregelen waar door het eigen vermogen van het fonds binnen 15 jaar weer vol doet aan de wettelijke vereisten.
133
9.3
Actuariële verklaring
Opdracht
Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: •• heb ik onder meer onderzocht of de technische voorzieningen,
Door Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de
het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen
Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven te Eindhoven is aan
vermogen toereikend zijn vastgesteld, en
Watson Wyatt B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het
•• heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds.
boekjaar 2008. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuist
Gegevens
heden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds
De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt
de tot balansdatum aangegane verplichtingen zal kunnen nako
door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van
men. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan
het Bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de
zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel
fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie
Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar
heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag
mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volle digheid van de administratieve basisgegevens en de overige uit gangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn.
Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basis gegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard.
134
Oordeel Met inachtneming van het voorafgaande en het navolgende ver klaar ik dat naar mijn overtuiging is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uit gangspunten, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit. De vermogenspositie van Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven is naar mijn mening voldoende, mede gelet op mogelijkheden tot het realise ren van de beoogde toeslagen. Daarbij is bepalend de mate van waarschijnlijkheid dat het pensioenfonds zal kunnen voldoen aan de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, in aanmerking nemend het streven inzake toeslagen, zoals aan verzekerden meegedeeld en de in wet- en regelgeving opgenomen criteria. Eindhoven, 24 juni 2009
drs. H.J.W. van Gemert AAG verbonden aan Watson Wyatt B.V.
135
9.4
Accountantsverklaring
Aan: Het bestuur van Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor
Verantwoordelijkheid van de accountant
de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze con trole verricht in overeenstemming met Nederlands recht.
Accountantsverklaring
Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle
Verklaring betreffende de jaarrekening
zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2008 van
van materieel belang bevat.
Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven te Eindhoven bestaande uit de balans
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrij
per 31 december 2008 en de staat van baten en lasten over 2008
ging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtin
met de toelichting gecontroleerd.
gen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeels
Verantwoordelijkheid van het bestuur
vorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoorde
Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opma
ling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als
ken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat
gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de
getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het
accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw
bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2
weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat
BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwer
relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verant
pen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssys
woorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden
teem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de
die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die
jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen
niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van
afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten
het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat
bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen
een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid
voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die
van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en
onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stich ting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informa tie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
136
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanver wante Bedrijven per 31 december 2008 en van het resultaat over 2008 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Den Haag, 24 juni 2009
Ernst & Young Accountants LLP w.g. W.J. Thuss RA
137
138
Administrateur Interpolis Pensioenbeheer B.V. Postbus 254, 2700 AG Zoetermeer Telefoon 0900 465 65 65 (€ 0,05 p/m)
73774 082009
Internet www.pensioenfondssigaren.nl