-ConceptVerslag van de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden op woensdag 25 november 2009 in de Raadzaal van het Stadhuis van de gemeente Den Haag (opening 20.30 uur). Voorzitter: mr. drs. G.A.A. Verkerk Secretaris: drs. A. Harkes Van de openbare spreekrechtbijeenkomst wordt geen gebruikgemaakt. Aanwezig zijn de leden: Delft B.J.J. Bennebroek, J.J. Keuvelaar, mr. drs. G.A.A. Verkerk. Den Haag K. Baart, mw. M. Bolle, mw. S. Cohen-Jehoram, M.F.C. Fehres, R. Guernaoui, Drs. K.P. Klein RO, mw. S. Mulder, W.A. Minderhout, W.J. Pijl, F. Poppe, drs. M. Smits, ir. M.J.J. Santbergen, M.D. Rietveld, G.A. Verspuij, mw. H.M.M. Vos, mw. L. Zandstra. Leidschendam-Voorburg A.B. Brussaard, mr. M.A. Houtzager, M.H.P. Jansen, H. Knoester. Pijnacker-Nootdorp Drs. F.H. Buddenberg, mw. M.P.J. de Veld-van Hassel. Rijswijk W.A. Mateman, A. Passenier. Wassenaar N.J. Alkemade, drs. J. Th. Hoekema, drs. M. Rahusen.
Westland Drs. A.W. Meijer, J.G.M. Witkamp, F.C. Rijneveen.
Zoetermeer Ir. B. Emmens, R.T.J.D. Janssen, J.M. Lobel, mw. E.G.M. Plantinga-Roest. Bericht van verhindering is ontvangen van de leden: Delft G.H. Kroon, P.F. Kuiper, drs. R. Vuijk. Den Haag S. Dekker, drs. G. Ph. Huffnagel, H.P.M. Kool, mw. drs. M. Propstra, drs. P.W.M. Smit. Leidschendam-Voorburg Mw. drs J.J. Bouw. Midden-Delfland mr. C. van der Kamp. Pijnacker-Nootdorp Mw. drs. F.B. Horn. Rijswijk A.J. van der Meij, mw. G.W. van der Wel-Markerink. Westland J. van der Tak. Zoetermeer Mw. H. Sahin.
2
De agenda van de openbare vergadering luidt als volgt: 1.
Opening en mededelingen
2.
A. Verslag van de spreekrechtbijeenkomst van het algemeen bestuur van 23 september 2009 B. Verslag van de vergadering van het algemeen bestuur van 23 september 2009
3.
Ingekomen stukken (ABV 28)
4.
Wijziging Verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 (ABV 29)
5.
Wijziging Verordening op het regionaal fonds bereikbaarheidsoffensief Haaglanden 2001 (ABV 30)
6.
Wijziging Huisvestingsverordening stadsgewest Haaglanden 2005 (ABV 31)
7.
Subsidieverordening Jeugdzorg Stadsgewest Haaglanden 2010 (ABV 32)
8.
Tweede MARAP 2009 (ABV 33)
9.
Groenbeleidsplan, Uitvoeringsprogramma en Fonds Groen Haaglanden (ABV 34)
10.
Delegatie ontslagbevoegdheid (ABV 35)
1.
Opening en mededelingen
De VOORZITTER: Ik open de vergadering. Ik stel u voor om bondig te vergaderen, want er zijn andere politieke activiteiten die ook zeer belangrijk zijn. Misschien kunnen wij het heel kort en zakelijk doen vandaag. Eventuele hoofdelijke stemmingen beginnen bij nr. 24, de heer Knoester. De VOORZITTER: Met het oog op de schriftelijke stemming in deze vergadering benoem ik tot leden van het stembureau de heer Brussaard, mevrouw De Veld (tevens voorzitter) en de heer Janssen. Ik deel u mee dat van de zijde van de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg is gemeld dat de heer Rozenberg is afgetreden als lid van het AB en dat de heer Jansen is benoemd als zijn opvolger. Mijnheer Jansen, van harte welkom. Ik hoop dat u nog een mooie tijd hebt de komende vier maanden. Er zijn wel wat aardige besluiten te nemen.
3
Vanwege de benoeming van de heer Jansen wordt een extra agendapunt voor de vergadering opgenomen als agendapunt 4: de verkiezing van een nieuw lid voor de adviescommissie VVEZ. De nummering van de agendapunten schuift daardoor op. 2.
A. Verslag van de spreekrechtbijeenkomst van het algemeen bestuur van 23 september 2009 B. Verslag van de vergadering van het algemeen bestuur van 23 september 2009
Deze verslagen worden ongewijzigd vastgesteld. 3.
Ingekomen stukken (ABV 28)
1.
Brief van Deloitte Accountants B.V. d.d. 4 november 2009 betreffende 'opdrachtbevestiging controle jaarrekening 2009 en controle diverse specifieke subsidieverantwoordingen'.
Voorstel: kennisnemen van deze brief. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. De heer RAHUSEN: Voorzitter. Wij hebben gezien dat de brief van Deloitte niet is getekend door Haaglanden. Is deze opdrachtbevestiging ook getekend door Haaglanden, ongewijzigd zoals zij nu voorligt? De heer MATEMAN (DB): Voorzitter. Deze bevoegdheid is aan het AB. De heer RAHUSEN: Dus de bevoegdheid is aan ons? Maar u vraagt het ons niet; u agendeert het als ingezonden brief. Mijn vraag is of er wijzigingen zijn opgetreden of zullen optreden in die opdrachtbevestiging. Of wordt of is die getekend zoals ze voorligt? De VOORZITTER: Dat is niet het geval. De hele zaak volgt een normale procedure.
4
De heer RAHUSEN: Kunnen wij dan nog vernemen, niet vanavond maar in een aparte toelichting, wat er gewijzigd is? De VOORZITTER: Er is niets gewijzigd. U bent weer helemaal tevredengesteld. 4.
Verkiezing van een nieuw lid voor de adviescommissie VVEZ
De VOORZITTER: U treft de naam van de kandidaat op het stembiljet aan. De stemprocedure kan aanvangen en u kunt uw stem uitbrengen. Ik stel voor dat wij doorvergaderen, terwijl het stembureau zijn werk doet. Ik constateer dat het AB daarmee instemt. De behandeling van dit agendapunt wordt geschorst. 5.
Wijziging Verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 (ABV 29)
Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen. 6.
Wijziging Verordening op het regionaal fonds bereikbaarheidsoffensief Haaglanden 2001 (ABV 30)
Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen. De VOORZITTER: Met dank aan de heer Hoekema voor het stand-by staan. 7.
Wijziging Huisvestingsverordening stadsgewest Haaglanden 2005 (ABV 31)
Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen. 8.
Subsidieverordening Jeugdzorg Stadsgewest Haaglanden 2010 (ABV 32)
Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
5
De VOORZITTER: Mevrouw De Veld wil het woord voeren over agendapunt 9, Tweede Marap 2009, maar zij is nu hard aan het tellen. Ik stel voor dit agendapunt te verschuiven naar het eind van de agenda en constateer dat het AB daarmee instemt. 10.
Groenbeleidsplan, Uitvoeringsprogramma en Fonds Groen Haaglanden (ABV 34)
De beraadslaging wordt geopend. De heer KEUVELAAR: Voorzitter. Het Groenbeleidsplan zit wat de gemeente Delft betreft goed in elkaar. Wij zijn dan ook voorstander van het beleidsplan zoals het er ligt. Alleen hebben wij het vandaag niet alleen over het Groenbeleidsplan, maar onder andere ook over het groenfonds. Kijken wij naar het groenfonds, dan ontstaan er bij de gemeente Delft wat meer en wat andere problemen. Die zitten met name daarin dat Delft wat het regionale groen betreft een voorloperpositie heeft gehad. Dat heeft erin geresulteerd dat wij de afgelopen jaren al stevig hebben geïnvesteerd in het regionale groen buiten onze gemeentegrenzen. Structureel doen wij dat in de Delftse Hout, dat voor een heel groot gedeelte ook wordt gebruikt door mensen uit bijvoorbeeld Ypenburg. Het gaat over een bedrag van €745.000 per jaar, omgerekend €7,75 per inwoner. Incidenteel doen wij dat onder andere door een storting van €7,5 mln. in het groenfonds MiddenDelfland. Ter vergelijking, andere partners daarin storten onder de €100.000 en dat geldt zelfs voor de gemeente Midden-Delfland. Verder storten wij €130.000 in het groenfonds Biesland. Dat klinkt als een klein bedrag, maar wij hebben het nog steeds over bedragen boven de €1 per inwoner. Als wij dit allemaal bij elkaar optellen met de voorgestelde regeling voor het groenfonds, is er toch een beetje het gevoel dat Delft op dit moment wordt gestraft voor het voorloperschap in het regionaal groen. Wij moeten evenveel bijdragen, terwijl wij de afgelopen jaren bijzonder veel bijgedragen hebben. Dat is voor de gemeente Delft dan ook reden geweest om te komen met een amendement op het Groenbeleidsplan, waarin wij voorstellen in te stemmen met het raamwerk verordening voor het groenfonds Haaglanden en de financiële bijdrage, waarbij gemeenten die op andere wijze al meer hebben bijgedragen aan de groenvoorzieningen buiten de gemeentegrens dan de voorgestelde €1 per inwoner per jaar, worden verschoond van deze heffing.
6
Natuurlijk begrijpen wij dat daardoor de totale vulling van het groenfonds zal dalen. Wij verzoeken het DB dan ook te zoeken naar een oplossing die met name zal liggen in een rood-voor-groenregeling en in externe fondsen, zoals de vervangend portefeuillehouder in RGVM heeft betoogd. Daar zit veel meer geld in dan in die ene euro die wij nu met elkaar moeten opbrengen. Dat zijn waarschijnlijk veel effectievere manieren om het fonds te vullen. De VOORZITTER: Door de heer Keuvelaar, daartoe gesteund door de leden Verkerk en Bennebroek, wordt het volgende amendement (A) voorgesteld: 'Het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden, in vergadering bijeen op 25 november 2009, constaterende dat een aantal gemeenten al onevenredig bijdraagt aan regionale groenvoorzieningen (Zo draagt de gemeente Delft al incidenteel €7.458.000 bij aan het groenfonds Midden-Delfland en €130.000 aan Biesland, plus structureel €745.000 per jaar aan de Delftse Hout, met eveneens een regionale functie); overwegende dat het de voorkeur verdient die gemeenten, die al onevenredig bijdragen aan groenvoorzieningen buiten haar gemeentegrens, te ontzien; overwegende dat het de voorkeur heeft een alternatieve vulling van het Groenfonds te zoeken via externe fondsen en het belasten van bouwen in het groen; besluit het conceptbesluit onder punt 2 te wijzigen in de volgende tekst: In te stemmen met het Raamwerk Verordening Fonds Groen Haaglanden en de voorgestelde financiële bijdrage per 2011, waarbij gemeenten, die op andere wijze reeds bijdragen aan groenvoorzieningen buiten haar gemeentegrens en nu al meer bijdragen dan de voorgestelde €1 per inwoner per jaar, worden verschoond van deze heffing, en gaat over tot de orde van de dag.' Dit amendement maakt onderwerp van de verdere beraadslaging uit.
7
De heer MINDERHOUT: Voorzitter. Ook vanuit Den Haag is er niets dan lof over het Groenbeleidsplan en het daaraan verbonden uitvoeringsprogramma. Wij hebben wel vraagtekens bij het feit dat uit het voorstel om het fonds te financieren twee belangrijke bronnen zijn verdwenen. Wij hebben dit aan de orde gesteld tijdens de commissievergadering. Tot onze verbazing was daar een lid van het DB dat deze kritische opmerkingen warm omarmde en eigenlijk ook de hoofdelijke omslag van €1 ter discussie stelde. Dat verbaasde ons een beetje, omdat het voorstel van het DB het doet voorkomen alsof iedereen het hier volledig mee eens is en dat geen discussie heeft plaatsgevonden. Dat vind ik wat jammer. Eigenlijk vind ik dat het gewest dit niet moet toedekken. Er zijn gewoon uiteenlopende inzichten en uiteenlopende belangen. Wij hebben net het pleidooi van Delft gehoord dat zij al veel uitgeven en dat het dan wat lastig is om deel te nemen aan dit fonds. Ik vind dat het gewest moet besluiten om hiermee te beginnen. Wij willen allemaal dat dit gaat gebeuren en het lijkt ons dat wij een besluit kunnen nemen over die ene euro voor dit jaar. Maar Den Haag mist toch die twee andere financieringsbronnen. Rood-voorgroenregelingen hebben namelijk als groot voordeel dat ze niet alleen geld in het laatje brengen, maar ook nog eens een ordenende werking hebben. Het wordt dan duurder om in het groen te investeren. En als je dat dan toch doet, kun je daaruit weer compenserende maatregelen financieren. Uiteraard is er de mogelijkheid van het aanboren van gelden van andere overheden en mogelijke andere bronnen. Om dat te bewerkstelligen hebben wij een motie opgesteld. De VOORZITTER: Door de heer Minderhout, daartoe gesteund door de leden Zandstra en Baart, wordt de volgende motie (1) ingediend: 'Het AB Haaglanden in vergadering bijeen d.d. 25 november 2009, constateert: - dat er binnen het AB consensus - zelfs grote waardering - bestaat voor het Groenbeleidsplan en het daaraan verbonden Uitvoeringsprogramma; - dat deze consensus met betrekking tot de financiering van het Fonds Groen Haaglanden ontbreekt; - dat aanvankelijk het voorstel was om dit fonds te voeden met subsidies van andere overheden en met opbrengsten op basis van het 'Rood-voor-Groen principe', waarbij
8
een deel van de opbrengsten dat wordt verdiend bij het bouwen in het groen, wordt gebruikt om via een storting in het Groenfonds nieuw groen te ontwikkelen; overwegende: - dat het van groot belang is dat het Groenbeleidsplan, inclusief Groenfonds, snel van start kan gaan; - dat de hoofdelijke omslag van €1 per Haaglander garant staat voor deze snelle start; - dat een gradueel stijgende hoofdelijke omslag per Haaglander echter niet de meest wenselijke vorm van financiering is; van mening: - dat met name het 'Rood-voor-Groen principe' naast een financieringsinstrument ook een belangrijk ordenend instrument is omdat het bouwen in het groen afremt en bouwen in het stedelijk daardoor een gelijkwaardigere positie geeft; - het gezien de grote verstedelijkingsopgave waarvoor Haaglanden zich gesteld ziet voor de hand ligt om ten bate van een hoogwaardige groenvoorziening fondsen van hogere overheden aan te trekken; roept het DB op om: - te komen met een voorstel om op basis van het 'Rood-voor-Groen principe' de financiering van het Groenfonds te realiseren vanaf 2011; - in 2010 voor 1 jaar te starten op basis van een hoofdelijke bijdrage van €1 per bewoner van Haaglanden; - concrete activiteiten te ondernemen om fondsen van andere overheden ten bate van het Groenfonds te werven; - en hieromtrent het AB binnen een halfjaar te rapporteren, opdat besluitvorming over de toekomstige financiering van het Groenfonds vanaf 2011 kan plaatsvinden in het najaar van 2010 en gaat over tot de orde van de dag.' Deze motie maakt onderwerp van de verdere beraadslaging uit. De heer RIJNEVEEN: Voorzitter. Binnen de gemeenteraad van Westland zijn evenveel voor- als tegenstanders op dit onderwerp. Aan mij de schone taak om de standpunten
9
van de voorstanders voor het voetlicht te brengen. Ons uitgangspunt is ruimtelijke kwaliteit, een regio met kwalitatief hoogwaarde groenstructuren, regionale projecten die uitstralen dat Haaglanden niet alleen ambities heeft op het gebied van de economie en de huisvesting, maar ook ambities heeft op het gebied van groen als ruimtelijke kwaliteit en dit alles binnen de uitgangspunten van het RSP. Wij zijn van mening dat door een groenfonds Haaglanden en een Groenbeleidsplan er meerwaarde ontstaat richting andere overheden en andere partners. Wel houden wij de groene vingers aan de pols en willen wij de aantekening maken dat er over twee jaar een evaluatie wordt gehouden om te onderzoeken of er een gezond regionaal rendement is ontstaan. Daarbij is de relevante vraag of dit fonds Haaglanden heeft gebracht waarvoor het is bedoeld. Wij snappen de argumenten van de andere geluiden binnen Westland, maar om uitdrukking te geven aan de verdeeldheid binnen de raad zullen wij ook hier verdeeld stemmen. Mevrouw DE VELD-VAN HASSEL: Voorzitter. Allereerst dank dat een deel van de zienswijze van onze gemeente is opgenomen in het nieuwe voorstel. Wij willen graag nog de aandacht vragen voor twee punten. De gemeente Pijnacker-Nootdorp is een van de gemeenten die hebben gevraagd om ook het beheer en onderhoud te betrekken bij het Groenbeleidsplan. U stelt terecht dat de provincie Zuid-Holland een nota Visie Beheer op korte termijn vaststelt. Het eindrapport Verkenning visie beheer groene ruimte is reeds voorgelegd aan GS en zal, als het goed is, in het voorjaar door PS worden vastgesteld. Een conclusie in het rapport is om het stadsgewest te betrekken bij beheer en onderhoud. Aangezien wij het groenfonds in de gemeente gaan vaststellen bij de begroting in 2010, zoals wij nu begrijpen, vragen wij de mogelijke consequenties mee te nemen in de realisatie van het projectenboek voor het groenfonds. Een tweede punt is dat wij begrijpen dat in 2010 iedere raad afzonderlijk een besluit dient te nemen voor die €1 per inwoner. Toch blijft onduidelijk hoe in de toekomst de bijdrage dient te worden en wie hiervoor betaalt. De andere gemeenten hebben hier ook al aan gerefereerd. Het zou toch wenselijk zijn dat, voordat wij het besluit nemen, in ieder geval duidelijk is wat de consequenties zijn voor de toekomst van die €1 tegenover de €3,50 die destijds is voorgesteld.
10
De heer VAN DER MEIJ: Voorzitter. Ik wil namens de gemeente Rijswijk aangeven dat er volledige steun is voor zowel het Groenbeleidsplan als het groenfonds. Sterker nog, gisteravond hebben wij nog een raadsbrede commissievergadering gehad waarin ik melding maakte van de bezwaren van Delft. Daar trof ik toch enige teleurstelling: er is al zo weinig geld voor het regionaal groen; als wij niet eens onze regionale pet op kunnen zetten, zijn wij weer een aantal jaren achterop. De heer KEUVELAAR: Ik moet vanuit Delft toch bezwaar maken tegen het idee dat wij geen regionale pet opzetten. Het probleem is juist dat wij onze regionale pet, zo blijkt nu, wellicht te vroeg hebben opgezet en dat vrij stevig hebben gedaan. Daardoor overheerst het gevoel in Delft dat wij daar nu voor gestraft worden. Dat is iets anders dan geen regionale pet op kunnen zetten. De heer VAN DER MEIJ: Het gebeurt elke gemeente wel eens dat je, als je een keer het voortouw neemt in een traject, inderdaad vroeg bent en daardoor meer betaalt dan anderen. Dat gebeurt ons allemaal wel een keer. Daar moet je op een gegeven moment overheen stappen. Het is maar de vraag of het amendement dat Delft hier inbrengt wel getuigt van een regionale visie vanuit Delft, zeker omdat u helemaal verschoond wilt zijn van een bijdrage in het groenfonds. Dat vind ik heel raar, omdat u stelt dat het Groenbeleidsplan uw steun wel kan hebben. Dan denk ik: waar staat u nu? Ik ben heel benieuwd naar de reactie van het DB, want ook ik was toch enigszins verrast door de geluiden uit het DB in de commissievergadering RGVM. De heer HOUTZAGER (DB): Voorzitter, dames en heren. Dank voor de brede steun aan zowel het Groenbeleidsplan als het uitvoeringsprogramma. Ik denk dat het Haaglanden waardig is dat wij laten zien dat wij deze regio integraal besturen en dat wij - ik heb dat in de rondes langs de gemeenten ook genoemd - in het belang van ons vestigingsklimaat, in het belang van onze inwoners dat zij op een adequate manier kunnen recreëren, in het belang van onze boeren en tuinders dat de schaarse groene gebieden rond onze steden versterkt worden, vandaag dit besluit kunnen nemen. Dit besluit komt voort uit het Regionaal Structuurplan, dat u een jaar geleden hebt vastgesteld en deze voorstellen komen voort uit een motie die u breed hebt aangenomen bij de vaststelling van het Regionaal Structuurplan, waarin u het DB hebt opgeroepen om te komen met een voorstel voor een groenfonds. Het DB heeft dat
11
proces ingezet. Wij hebben een brede consultatie gevoerd over deze plannen en wij zijn blij dat wij die vandaag mogen afronden met brede steun van uw AB, als het gaat om het groen. Het gaat niet om nota's; het gaat om uitvoeren, het gaat om de spade in de grond. Wij zien als regio dat de provinciale overheid en de rijksoverheid toch kijken naar regio's en zeggen: wat doen die regio's eigenlijk zelf, dan kunnen wij er ook iets tegenover zetten. Dat hebben wij gezien bij de Rotterdamse regio en dat zien wij ook bij Holland Rijnland. Vanavond kan Haaglanden hopelijk ook zeggen: wij hebben een groenfonds gevormd. Het is weliswaar een eerste start, maar wij kunnen dit uitbouwen en dan kunnen wij echt gemeenschappelijk investeren in het groen. Wat het DB betreft, moeten wij niet terug naar een discussie: wij doen als gemeente al zo veel in het groen. Ik vond het ook treffend dat de vertegenwoordiger van de gemeente Den Haag in het bestuurlijk overleg zei: als wij optellen wat wij investeren in de duinen, dan hoeven wij nog jaren niet te betalen. Laten wij vandaag ambitie tonen buiten datgene wat wijzelf als gemeenten investeren in het groen door te zeggen: dit is een bijdrage aan onderlinge solidariteit. Laten wij die stap zetten door dit fonds in het leven te roepen en te vullen. Wij beginnen bescheiden en wij kunnen stapje voor stapje onze doelstellingen verder verruimen. Ik wil ingaan op de motie die door de gemeente Den Haag is ingediend over de roodvoor-groenregelingen. Ik zou de motie graag zo opvatten dat wij gaan onderzoeken wat dit betekent. Wij zetten vandaag de eerste stap en het DB neemt de motie onder de arm mee. Laten wij het komend jaar onderzoeken of er ook vanuit die kant mogelijkheden zijn. Ik onderschrijf ten zeerste uw redenering dat de vervuiler betaalt, als ik het grofweg zo mag zeggen. De redenering spreekt ons aan, maar geef die aan ons mee om in het komend jaar met u te bediscussiëren in welke vorm dat moet plaatsvinden en hoe wij dat verder kunnen doorvoeren. Naar aanleiding van het amendement van Delft. Laten wij niet in een discussie terechtkomen waarin alle gemeenten langskomen en zeggen dat zij korting willen omdat zij al zo veel doen. Laten wij ook gezien het bedrag zeggen: deze solidariteit nemen wij onderling. Om die reden ontraadt het DB dit amendement. De gemeente Westland heeft in haar bijdrage gevraagd om een evaluatie na twee jaar. Ik zeg die graag toe. Het lijkt mij goed dat wij na twee jaar kijken waar wij staan en hoe wij verder gaan. Het is altijd goed om naar een horizon te kijken: hoe werkt het nu, moeten wij het beleid bijstellen of kunnen wij verder?
12
Concluderend wil ik u namens het AB oproepen om deze voorstellen te steunen, zodat wij aan de slag kunnen gaan. Mevrouw DE VELD-VAN HASSEL: Ik had ook nog een vraag gesteld, met name over het beheer. De heer HOUTZAGER (DB): Dat is ook door Delft op tafel gelegd: er wordt al veel geld in beheer gestopt. Beheer is een ingewikkelde kwestie. Wij hebben met de provincie te maken en met de verschillende beheersvormen die wij kennen. Ik zou dat echt als een aparte ambitie willen beschouwen. Binnen GS houden drie gedeputeerden zich bezig met beheer, ieder op hun eigen wijze en is men al twee jaar aan het discussiëren om er überhaupt chocola van te maken. Laten wij die discussie daarom separaat aangaan. Wij onderkennen dat investeren de eerste stap is en beheren de tweede stap. Ook daarvoor zullen wij tot een gemeenschappelijke noemer moeten komen. Maar het vergt nog veel tijd om dat goed uit te zoeken en om te kijken of wij dat aan elkaar kunnen knopen. De VOORZITTER: Ik constateer dat er behoefte is aan een tweede termijn. De heer KEUVELAAR: Voorzitter. Terugkomend op wat er zojuist is gewisseld en gezegd, denk ik dat het niet alleen van belang is de getallen in het juiste perspectief te zien. De bedragen die wij al ingezet hebben, komen overeen met een bijdrage voor 76 jaar aan dit groenfonds. Maar het gaat ons met name om de omslagmethode waarvoor nu wordt gekozen. In het oorspronkelijke voorstel zaten twee andere middelen; mijn collega uit Den Haag maakte er al opmerkingen over. Die vinden wij veel effectiever. Daarin vinden wij de solidariteit op een andere, veel betere manier terug, namelijk via de rood-voor-groenregeling en via het zoeken naar externe bronnen. Wij zijn heel blij met de toezegging die de heer Houtzager zojuist heeft gedaan om te kijken naar zo'n rood-voor-groenregeling. Wij zijn ook blij met de toezegging over een evaluatie na twee jaar. Maar u zult begrijpen dat wij het amendement handhaven. Wij vinden het van groot belang dat er goed wordt gekeken naar een andere omslagmethode dan de methode die nu is gekozen. Uitsluitend een omslag per inwoner is naar onze mening niet een goede methode.
13
De heer RAHUSEN: Voorzitter. Ik zou graag aan de spreker van Den Haag willen vragen of hij zijn motie wil intrekken. Er is een duidelijke toezegging vanuit het DB gedaan om dat te onderzoeken en daarop terug te komen. Ik denk dat je pas over iets kunt stemmen en beslissen, als je weet waar het over gaat. Die toezegging ligt er en dat zou toch voldoende moeten zijn. De VOORZITTER: Het valt mij op dat de portefeuillehouder dat niet heeft gevraagd. De heer Minderhout mag straks antwoorden. De heer KNOESTER: Voorzitter. In de eerste termijn hebben wij niets gezegd. Dat betekent dat wij het helemaal eens zijn met het voorstel van het DB. Ik ga nog even in op het amendement en de motie. Natuurlijk is het te begrijpen dat diverse gemeenten al hebben geïnvesteerd en op deze manier hun inbreng hebben, maar je moet een keer ergens beginnen. Ik denk dan ook dat het goed is dat wij hier het plan en de financiering ervan aanvaarden. Daarmee kom ik bij de motie. De financiering is heel belangrijk: je kunt wel mooie plannen hebben, maar er moet ook iets betaald worden. De zekerheid van de financiering zit in de hoofdelijke omslag; die geeft de zekerheid van een bepaald bedrag per jaar. Rood voor groen is heel mooi. Ik denk dat de toezegging van de portefeuillehouder wat dat betreft voldoende is. Je weet niet zeker hoeveel het opbrengt en ook van geldstromen van derden, externe financiering, weet je niet hoeveel het opbrengt. Wij moeten toch de stap zetten om iets te doen en dus is het goed om in ieder geval te starten met de hoofdelijke omslag. Mocht later blijken dat er andere geldstromen zijn, dan kunnen wij dat bedrag altijd nog aanpassen. Daarom zullen wij ook tegen de motie stemmen. Mevrouw DE VELD-VAN HASSEL: Voorzitter. Wij zitten erin zoals de spreker van Wassenaar het heeft verwoord. Wij roepen ook op om het op deze manier te doen. Het zou het DB sieren, als voor de begroting duidelijk wordt wat het betekent. Er is te allen tijde gezegd dat die €1 nooit genoeg zou zijn, dat wij moeten doorgroeien naar die €3,50. In de commissie is gevraagd hoe dat zal gebeuren. De VOORZITTER: Mijnheer Minderhout, er is u een vraag gesteld.
14
De heer MINDERHOUT: Voorzitter. Die zal ik in mijn termijn meenemen en dan komt het antwoord vanzelf. Wij zijn heel tevreden met het antwoord van de portefeuillehouder, ook met inachtneming van het amendement van de gemeente Delft, die sowieso principiële bezwaren tegen deze financiering heeft. Die hebben wij niet. Wij vinden het wat onhandig om het amendement van Delft te steunen, want dat zou de poort openzetten voor een interregionale winst- en verliesrekening wie de afgelopen jaren het meest in het groen heeft gedaan. Dat lijkt mij niet zo handig. Met andere woorden, wij willen vol enthousiasme de eerste tranche van het groenfonds steunen met een opslag van €1 per bewoner. Maar wij willen niet dat dit automatisch leidt tot voeding van dit fonds met een hoofdelijke omslag. Wij willen ook de progressie die in het voorstel zit niet automatisch overnemen. Met andere woorden, wij zijn tevreden met het antwoord van de portefeuillehouder dat de mogelijkheden van rood-voor-groenregelingen en het aanboren van derde geldstromen worden onderzocht. Maar dat wil niet zeggen dat wij onze motie intrekken, want wij willen dat het AB kenbaar maakt aan het DB dat wij over een jaar nog een keer over de financiering willen praten, hopelijk met een uitgebreider voorstel dan de simpele 'poll tax' die nu wordt geheven. Mevrouw DE VELD-VAN HASSEL: Mag ik aan de spreker van Den Haag vragen waarom men niet bedrijventerreinen heeft opgenomen, zoals destijds in het voorstel van het DB stond? De heer MINDERHOUT: Dat is ook een rood-voor-groenregeling. Ik heb niet alle mogelijkheden voor rood voor groen op een rijtje gezet, maar dat hoort er zeker bij. De heer HOUTZAGER (DB): Voorzitter. Mij rest alleen nog in te gaan op de motie van Den Haag, die gehandhaafd wordt. Ik vraag de indieners om de tweede bullet te schrappen, want die roept echt verwarring op en draagt niet bij aan het voorstel dat zij doen. De heer Minderhout zegt: wij willen naar rood voor groen. Wij stellen sowieso voor om het groenfonds pas vanaf 1 januari 2011 te voeden. Ik vind de motie prima en heb die zo opgevat dat wij komen met ideeën om een additionele voeding voor het fonds te realiseren. Dat zou wat mij betreft prima kunnen door middel van de roodvoor-groenregeling. Dat wil ik graag onderzoeken, zoals ik net al heb toegezegd.
15
De heer MINDERHOUT: 'Additioneel' kan trouwens ook 'in de plaats van' zijn, als u met goede ideeën komt. Die creativiteit laat ik graag aan het DB. Maar ik denk dat er zeer veel steun voor zou zijn, als u ook andere vormen van financiering zou kunnen vinden dan de hoofdelijke omslag. Als wij bij de tweede bullet '2010' wijzigen in '2011', gaat u dan wel akkoord? De heer HOUTZAGER (DB): Daar gaan wij zeker mee akkoord. De heer KNOESTER: Als ik het goed begrijp, betekent die tweede bullet dat het voor een jaar is. Ook als je er 2011 van maakt, is het voor een jaar. Begrijp ik het goed dat het DB daarmee akkoord gaat? De heer HOUTZAGER (DB): Ja. De VOORZITTER: Nee, niks daarvan! Wij beginnen toch in 2011? De heer HOUTZAGER (DB): Wij starten met een hoofdelijke bijdrage van €1 vanaf 2011. De heer KNOESTER: Dan moeten wij de motie goed begrijpen. Ik begrijp uit de tweede bullet dat het €1 voor een jaar is en dat daarna externe financiering en rood voor groen het fonds moeten voeden, dus een jaar hoofdelijke omslag. Begrijp ik dat goed? De heer MINDERHOUT: Daarom vragen wij het DB om een nieuw voorstel waarin onder andere die twee elementen zwaar zullen meetellen. Dat kan additioneel zijn, maar het kan eventueel ook in plaats van komen. Die discussie voeren wij dan opnieuw. De heer KEUVELAAR: Voor de helderheid en wellicht ook voor het draagvlak voor de motie: ik begrijp van de heer Houtzager dat er over een jaar toch een nieuw voorstel komt. Daarmee wordt de tweede bullet eigenlijk overbodig. Als die tweede bullet er niet in staat met €1 per inwoner, is voor ons de reden om tegen te stemmen weggevallen en kunnen wij de motie ten volle steunen. Als u een overbodig stuk eruit schroeft, steunen wij de motie graag.
16
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. De heer MINDERHOUT: Voorzitter. In overleg hebben wij besloten om bullet 2 in te trekken om voor een jaar te starten met €1. Dat hoeft er niet zo expliciet bij. Den Haag is voor structurele vulling van het fonds en wij zijn heel blij met de toezegging van de portefeuillehouder dat hij naar additionele middelen gaat zoeken. In dier voege handhaven wij deze motie. Wij zien die als een steun in de rug van en misschien zelfs een zet in de goede richting voor het DB. De VOORZITTER: Motie 1 is in die zin gewijzigd dat het tweede dictum is vervallen. De heer KEUVELAAR: Voorzitter. Wij kunnen de motie steunen, nu de €1 per inwoner niet meer erin staat. Ik verzoek het DB om het Groenbeleidsplan los van het groenfonds in stemming te brengen. Dan kunnen wij namelijk het Groenbeleidsplan steunen, waarvoor unaniem steun is. Als ik om mij heen kijk, zullen wij de enige tegenstemmer zijn bij de stemming over het groenfonds. Volgens mij is het voor het draagvlak voor het Groenbeleidsplan beter, als die twee gescheiden in stemming komen. De VOORZITTER: Dan moeten wij eerst een halfuur papier schuiven en teksten verbouwen. Kunt u niet gewoon een stemverklaring geven op dit punt? Volgens mij is dat duidelijk genoeg en bespaart het een hoop tijd. De heer KEUVELAAR: Er hoeft niks geschoven te worden, want er staan twee beslispunten in het voorstel. De VOORZITTER: Dan gaan wij er apart over stemmen. Zijn wij klaar met de beraadslaging of wil de portefeuillehouder nog een laatste woord? De heer HOUTZAGER (DB): Nee, voorzitter. Ik ben blij met deze uitkomst, dus het is prima zo. De beraadslaging wordt gesloten.
17
In stemming komt de gewijzigde motie 1. De VOORZITTER: Zijn er stemverklaringen? De heer WITKAMP: Dat ik geacht word tegen te stemmen. De gewijzigde motie wordt bij handopsteken aangenomen. De VOORZITTER: Ik constateer dat het lid Witkamp tegen de gewijzigde motie heeft gestemd. In stemming komt amendement A. De VOORZITTER: Zijn er stemverklaringen? De heer WITKAMP: Jawel, dat ik geacht word tegen te stemmen. Het amendement wordt bij handopsteken verworpen. De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de Delftse delegatie voor dit amendement hebben gestemd. In stemming komt besluit I van het voorstel. De VOORZITTER: Zijn er stemverklaringen? De heer WITKAMP: Ja, dat ik geacht word tegen te stemmen. De VOORZITTER: Daar bent u ook tegen? Het wordt wel een politiek hoogtepunt zo langzamerhand. Het voorstel wordt bij handopsteken aangenomen. De VOORZITTER: Ik constateer dat het lid Witkamp tegen dit voorstel heeft gestemd.
18
In stemming komt besluit II van het voorstel. De VOORZITTER: Zijn er stemverklaringen? De heer WITKAMP: Ja, dat ik geacht word tegen te stemmen. Het voorstel wordt bij handopsteken aangenomen. De VOORZITTER: Ik constateer dat de leden Keuvelaar, Bennebroek en Witkamp tegen dit voorstel hebben gestemd. Dames en heren, wij hebben het Groenbeleidsplan vastgesteld en hiermee is een einde gekomen aan veel werk en veel commitment van de regio. Ik wil u van harte daarmee feliciteren en ook de portefeuillehouder, de heer Houtzager, die dit voortreffelijk heeft gedaan en onze regio heeft voorzien van een mooi groenbeleid waaraan wij veel plezier kunnen beleven. Dank u wel en veel succes met de uitvoering. 4.
Verkiezing van een nieuw lid voor de adviescommissie VVEZ
De VOORZITTER: Wij komen bij het stembureau. Mevrouw De Veld, hebt u de uitslag van de stemming? Mevrouw DE VELD-VAN HASSEL: Voorzitter. Er hebben 35 mensen deelgenomen aan de stemming. Er zijn 35 geldig uitgebrachte stemmen, die allemaal zijn uitgebracht op de heer Jansen. De VOORZITTER: Mijnheer Jansen, u zit erin. Gefeliciteerd. 11.
Delegatie ontslagbevoegdheid (ABV 35)
Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen. 9.
Tweede MARAP 2009 (ABV 33)
De beraadslaging wordt geopend.
19
Mevrouw DE VELD-VAN HASSEL: Voorzitter. Er waren twee vragen van onze gemeente. De post personeelslasten bij het programma Bestuur wordt met 50% verhoogd. Dat is een forse verhoging. De uitleg is dat dit verband houdt bovenformatieven. Waarom zijn er zo veel bovenformatieven? Het gaat om een bedrag van €320.000. Daarnaast zijn er inkomsten, omdat zij deels elders te werk worden gesteld. Echter, dit is maar voor €219.000; resteert een verhoging van de raming van €100.000. Wat is de verklaring hiervoor? Bij het programma Openbaar vervoer is de verhoging van de kostenraming uitbestede werkzaamheden €1,9 mln. De verhoging van de inkomsten bij dit programma is €735.000. Daar zit een discrepantie tussen. In de tekst wordt geen uitleg gegeven. Kunt u dit toelichten? De VOORZITTER: Uw vragen hebben een nogal technisch karakter. Misschien is het handig ter voorbereiding van het AB, als u dat in voorkomende gevallen van tevoren aanreikt. Dan kunnen wij dat tijdig opzoeken. Het is nu een beetje improviseren. Maar goed, dat is voor de volgende keer. Dat betekent dat de heer Mateman 30 seconden extra heeft gehad om het antwoord te zoeken. Wij gaan nu kijken of hij het antwoord weet. De heer MATEMAN (DB): Voorzitter. De eerste vraag van mevrouw De Veld heeft betrekking op de personeelslasten. In euro's gemeten lijken die met 50% te zijn verhoogd. Hier verbergt zich helemaal geen beleid achter. Dit is gebeurd op basis van nieuwe voorschriften hoe wij personeelslasten moeten onderbrengen. Er zit geen beleid achter; het is een andere wijze van groepering van de cijfers. Terwijl ik werd bijgepraat over dit ludieke antwoord, heb ik de vraag van mevrouw De Veld over de €100.000 niet verstaan. Maar ik hoor nu dat dit ook met de bovenformatieven te maken heeft. Dat moet dan ook het antwoord zijn. Ik kom bij haar laatste vraag over het openbaar vervoer en de uitbestede werkzaamheden. Dat heeft te maken met de post die wij opvangen via de BDUregeling. De werkzaamheden op dit onderdeel zijn hoger geweest dan wij dachten bij het opstellen van de begroting. De VOORZITTER: Mevrouw De Veld, geeft dit nog aanleiding tot een reactie?
20
Mevrouw DE VELD-VAN HASSEL: Nee, voorzitter. Wij zullen technische vragen de volgende keer aanleveren. Ik heb nog wel een vraag. Als je voorzitter van het stembureau bent, is het niet prettig als onderwerpen op dat moment worden behandeld, zeker omdat er op dit moment nog geen regeling is voor plaatsvervangers en je hier alleen zit voor de gemeente. De VOORZITTER: Ik heb gezien dat u goed hebt kunnen volgen wat de spreker heeft gezegd. Dat was voor u geen nieuws. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel wordt zonder stemming aangenomen. De VOORZITTER: Ik sluit de vergadering. Dank u, wel thuis en veel sterkte met de andere vergaderingen. Sluiting 21.25 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden d.d. De secretaris,
De voorzitter,
21