GEEN HEKSEN WERK HOE MAAK JE OPENBARE RUIMTE VAN BEWONERS?
Uitgave: gemeente Soest Tekst: Dini Teunis Fotografie: Hans Niezen Vormgeving: Lisette Appeldorn Alle informatie uit dit boekje mag - met uitzondering van de foto’s en illustraties - vrijelijk onder geïnteresseerden worden gedeeld. Wilt u meer weten? Achter in dit boekje vindt u de contactgegevens van alle bij dit project betrokken medewerkers.
Dit is het verhaal van Buitenplaats Een project in en van de gemeente Soest. Een project dat dankzij een subsidie van het provinciaal fonds Stedelijk Bouwen & Wonen kon worden uitgevoerd.
Openbare ruimte
Ruimte van een overheid, die door iedereen gebruikt kan worden. Ruimte van iedereen en dus… ruimte van niemand in het bijzonder. Niemandsland. Maar bepalend voor de sfeer, de mogelijkheden en het welzijn van bewoners. Voor de waarde en waardering van een buurt of dorp of stad.
Voorwoord Samen met bewoners. Dat is toch wel wat Buitenplaats het beste beschrijft. Alles wat we hebben gedaan, was samen met bewoners. Of het nu het bomenplan was, de campagne tegen hondenpoep of het ontwerp voor de inrichting van het gebied, allen waren ze het product van samenwerking. Dat maakt het in mijn ogen zo mooi en geslaagd. Vanuit het besef dat de openbare ruimte in het middengebied van Smitsveen voor veel bewoners hun achtertuin is, hebben we bewoners de kans gegeven om die tuin zelf in te richten. En die kans hebben ze gegrepen. Peroonlijk denk ik dat we van het gebied één van de mooiste plekjes van Soest hebben gemaakt en dat de kinderen uit deze buurt de meest geweldige speelmogelijkheden hebben gekregen. Wat het voor mij ook nog heel mooi maakt is dat we de inrichting voor een groot deel hebben weten te realiseren met hout dat vrijkwam door de bomenkap. Een duurzame en kwalitatieve impuls voor dit gebied en voor de bewoners. Soest, januari 2015 Jannelies van Berkel, wethouder openbare ruimte van de gemeente Soest. 1
Kerngroep Buitenplaats, van links naar rechts boven: Mattijs de Jongh, projectleider (beleidsadviseur Wonen gemeente Soest); Dini Teunis, methodiek en uitvoerder (Dien!);onder: Karen Groenendijk, leefbaarheids- en communicatieadviseur (gemeente Soest); Henja Altena, adviseur leefomgeving (Portaal).
2
1. Inleiding Openbare ruimte is ruimte van niemand in het bijzonder. Hoe creëer je vanuit bewoners meer betrokkenheid bij ‘hun’ openbare ruimte? Hoe bewerkstellig je dat bewoners zich verantwoordelijk voor die ruimte voelen en hun verantwoording nemen? Hoe creëer je een openbare ruimte die bijdraagt aan het welzijn van bewoners? De meeste gemeentes hebben inmiddels stukjes openbare ruimte in beheer van bewonersgroepen gegeven. De ervaringen smaken naar meer. Vooral nu bezuinigingen noodzaken tot soberheid. Als bewoners met betrekking tot inrichting en beheer van de openbare ruimte een grotere rol zouden spelen, kan de kwaliteit van de openbare ruimte gewaarborgd blijven en zelfs toenemen. Een kwalitatief sterke openbare ruimte: • verhoogt de economische waarde van buurten; • vergemakkelijkt het sociale verkeer; • vergroot de ontwikkelingskansen van kinderen; • draagt bij aan de geestelijke en lichamelijke gezondheid van gebruikers van die ruimte; • versterkt de participatiebereidheid en -mogelijkheden van bewoners. De inrichting van de openbare ruimte bepaalt voor een groot deel de veiligheid, de sfeer, de verkeersroutes, de onderlinge samenhang én de (ontmoeting-, speel-, ontspanning- én participatie)mogelijkheden van bewoners. Reden voor de gemeente Soest om in de nazomer van 2013 het project Buitenplaats op te starten. Een project om in co-creatie met bewoners de openbare ruimte in een gedeelte van een wijk anders in te richten.
Dit boekje is van dát project een verslag. Want het project Buitenplaats heeft geleid tot een aantal veranderingen én verbeteringen: • De buurt is anders ingericht; • De openbare ruimte wordt anders gebruikt; • Een deel van de openbare ruimte wordt nu beheerd door bewoners; • Méér bewoners zijn betrokken bij elkaar en hun buurt; • De sfeer in de buurt is aanmerkelijk verbeterd; • Meer bewoners zijn bereid iets voor hun buurt te doen; • En binnen de gemeente is meer ervaring en meer motivatie om dingen anders aan te pakken: integraler, pragmatischer, sneller én duurzamer. Deze veranderingen zijn overigens niet alleen aan het project Buitenplaats toe te schrijven. Diverse organisaties en bewoners zijn al jaren actief in deze wijk. Bovendien zijn niet al deze veranderingen uitgekristalliseerd én zijn ze kwetsbaar. Concreet meetbaar zijn ze evenmin. Maar op de bereikte veranderingen zijn we apetrots én zuinig. En onze kennis en ervaring delen we graag. Veel leesplezier! Mattijs de Jongh, Karen Groenendijk, Henja Altena en Dini Teunis.
3
Inhoud Voorwoord blz 1 1. Inleiding
blz 2
2. De buurt
blz 6
- Smitsveen-Midden - openbare ruimte - openbaar en ongebruikt - woonwijk - multicultureel
3. Het proces
blz 10
- positioneren - nieuwsgierig maken - symbolen - ideeën zaaien - binnenkomen - verleiden - traffic genereren
4
blz 16
blz 20
- zien en erkennen - tempo - omdraaien - korte klappen - bomenplan - respons - resultaat
6. Zichtbaar zijn en levend houden
- opgave - afdalen - interne aftrap - externe aftrap - creatieve communicatie - persoonlijkheid - duidelijkheid - Taal der Verbeelding
4. De wijk in
5. Ruimte bieden en omdraaien - kader scheppen
blz 26
- buitenfototentoonstelling - boomsculpturen - hondenpoep - gamification - zichtbaar blijven - momentjes maken - herwaarderen - leef! - op naar betrokkenheid - mislukt - hobbels - positiviteit - wachten - herinrichten
7. De herinrichting
blz 34
8. Meer weten?
blz 36
Project Buitenplaats Projectnaam
Buitenplaats
Doelgroep
Bewoners van de flats aan de Varenstraat en de Smitsweg in de wijk Smitsveen van Soest (472 hh).
Doel
Het creëren en het al dan niet gedeeltelijk (laten) uitvoeren van een plan, waardoor de kwaliteit van het dagelijks leven van de omwonenden én de openbare ruimte wordt versterkt.
Missie
Samen met bewoners op zoek gaan naar een nieuwe, duurzame en beheersbare invulling van de openbare ruimte op genoemde locatie, zodat: 1. Bewoners tijdens dat zoekproces ervaren dat: • ze gezien en gehoord worden; • participeren iets oplevert. 2. De openbare ruimte tussen de flats: • meer van de bewoners wordt • het woongenot vergroot; • de sociale cohesie en veiligheid versterkt; • een grotere rol kan en gaat spelen in het dagelijks leven van de omwonenden; • de omwonenden uitnodigt een actieve rol in te nemen.
Oppervlakte gebied
7,5 ha
Looptijd
1 jaar
Budget
148.500 Provincie Utrecht (Stedelijk Bouwen & Wonen) + 40.000 gemeente Soest (budget Spelen)
5
6
2. De buurt Wie vanuit de lucht naar Soest kijkt, ziet een uitgestrekt dorp in een prachtige groene omgeving. Een dorp dat grenst aan de polder, de Utrechtse Heuvelrug, het Gooi en de Randstad. Het van oorsprong agrarische Soest heeft echter ook een rijke industriële geschiedenis: reden waarom een deel van de wijk Smitsveen een bijna grootstedelijke uitstraling heeft.
Smitsveen-Midden Smitsveen-Midden kenmerkt zich door een multiculturele bevolking én door hoogbouw. In het midden van Smitsveen staan alleen maar flats. Twee complexen van drie verdiepingen en zes grote, haaks op elkaar staande flatgebouwen van zeven verdiepingen hoog. Het zijn huurflats van woningcorporatie Portaal. Sociale woningbouw flats, die in het begin van de jaren zeventig zijn gebouwd en waarvan lang onduidelijk is geweest of ze nu wel of niet gesloopt of gerenoveerd zouden worden: pas vlak voor de start van Buitenplaats is het besluit gevallen dat sloop van de flats volledig van de baan is. In verband met de herstructureringsplannen had de Provincie subsidie beschikbaar. Op verzoek van de gemeente Soest is deze subsidie gedeeltelijk beschikbaar gesteld om in co-creatie met de flatbewoners hun omgeving anders in te richten.
Openbare ruimte De directe omgeving van de bewoners, de openbare ruimte tussen de flats, kon in 2012 wel een opknapbeurt gebruiken. Overigens niet omdat het er verwaarloosd uitzag. Het groen tussen de flats lag er mooi bij. Ruime, goed te beheren grasvelden met daarin verstopte bloembollen en veel grote, hoge bomen. Sober ingericht, maar ruimtelijk en overzichtelijk.
Geen onderbeplanting. Zo was in het gebied alles en iedereen goed zichtbaar. Een beetje saai was het misschien wel. Op maar twee locaties waren perken: tussen het trottoir en de achtergevel van de flats aan de zijde van de Varenstraat stonden rozenstruiken en aan de kant van de Veenbesstraat was een verwilderde wilde bloemen- en kruidencirkel. Verder telde het gebied drie officiële speelplekken; twee daarvan waren vanwege het veranderde speelbeleid en bezuinigingen echter nagenoeg toestelloos. Naast de nagenoeg lege speelplekken zorgde ook zwerfvuil voor een armoedig en met slecht weer zelfs troosteloos beeld. Uitnodigende prullenbakken - door buurtkinderen vrolijk en kleurrijk beschilderd - hadden duidelijk niet het gewenste effect. Ook moest je kijken waar je liep. Voor je ‘t wist trapte je in de hondenpoep... Maar wat in 2012 in het midden van Smitsveen misschien nog wel het meest in het oog sprong is dat de openbare ruimte door de bewoners niet of nauwelijks werd gebruikt.
Openbaar en ongebruikt Het in het gebied gelegen basketbalveld lag er steevast verlaten bij. Ook op de bankjes zag je zelden iemand zitten. Behalve dan op de picknickbank in het hondenuitlaatterrein: die werd zoveel gebruikt dat het wel een huiskamer leek. Op de tafel had men zelfs een bloemetje gezet. De ruimte tussen de flats werd eigenlijk alleen maar gebruikt om honden uit te laten en om via de kortste weg naar een andere flat, de school, het sportveld of het winkelcentrum te
7
8
gaan. Zonde! Want juist als je in een flat woont is het heerlijk om een groene ruimte in je buurt te hebben. En juist in een buurt waar relatief veel kinderen met overgewicht kampen, is het belangrijk om buiten te spelen en veel te bewegen. Bovendien: vooral in een buurt waar sociale cohesie ontbreekt, geeft de openbare ruimte prachtige mogelijkheden voor ontmoeting, contact en wederzijdse inspiratie!
Woonwijk De flats in Smitsveen-Midden bieden woonruimte aan 472 huishoudens: in totaal wonen er bijna 1.100 mensen. In vergelijking met Soest als geheel wonen er in Smitsveen veel alleenstaanden, eenoudergezinnen en allochtonen. Relatief gezien zitten veel mensen in de bijstand: 7.8 % van alle Smitsveners ‘geniet’ een bijstandsuitkering, terwijl dit percentage voor heel Soest maar 2.7% bedraagt. Ook het aantal Smitsveners in de schuldhulpverlening is hoog. De flats van Smitsveen-Midden zijn aantrekkelijke flats voor starters en huishoudens met lage inkomens. Veel bewoners geven aan het in hun eigen flat prima naar hun zin te hebben. Met de buurt bemoeit men zich niet of nauwelijks. De entrees, de liften en de galerijen zien er ondanks inspanningen van Portaal vervuild en troosteloos uit. Voor de meeste bewoners houdt de verantwoordelijkheid voor een fijne, schone leefomgeving op bij hun voordeur. Daar buiten is ‘niemandsland’. Zodra je op je galerij komt, ruik je onbekende geuren van eten uit andere landen en hoor je de klanken van niet begrepen talen.
Multicultureel Alleen al in Smitsveen-Midden wonen 51 verschillende nationaliteiten. Ze leven nagenoeg langs elkaar heen. Een nieuw soort verzuiling. Compleet met (voor)oordelen, onbegrip, angst en onbekendheid. Toch wordt het multiculturele karakter van Smitsveen ook gezien als een kracht van de wijk. “Omdat hier zoveel verschillende mensen wonen kun je in deze wijk helemaal jezelf zijn”, verwoordt een Nederlandse bewoner. Er is ook wel nieuwsgierigheid naar elkaar. Maar hoe leg je contact met iemand die anders ruikt, praat en doet? Wat haal je in huis als je dáár aan begint? Vragen die in de openbare ruimte niet gelden: juist daarom is de openbare ruimte voor bewoners de meest ideale ruimte om andere bewoners te ontmoeten en te leren kennen. De openbare ruimte is de meest geschikte ruimte om in een buurt te werken aan meer sociale cohesie: altijd beschikbaar, gratis te gebruiken, multifunctioneel én… zelfs in letterlijke zin voor iedereen toegankelijk.
9
10
3. Het proces Als je wilt dat de openbare ruimte een functie voor bewoners kan vervullen, moet je weten welke functies bewoners die openbare ruimte graag toebedelen. Maar hoe kom je met bewoners in een buurt als Smitsveen-Midden in dialoog? Hoe betrek je bewoners bij het nadenken over de openbare ruimte?
Opgave In een buurt als Smitsveen-Midden is dat niet eenvoudig. Zowel de gemeente, welzijnsstichting Balans, woningcorporatie Portaal, het WijkBewonersTeam en BewonersVereniging Veenkruiden zuchten regelmatig omdat ze maar zo weinig echt goed van de grond krijgen. Bewoners reageren niet of nauwelijks op uitnodigingen of oproepen. Activiteiten en vergaderingen worden matig bezocht. Op schrift verstuurde boodschappen lijken per definitie niet over te komen; mondeling verspreide boodschappen moeizaam. Het lijkt soms wel of maar weinig bewoners van Smitsveen-Midden een agenda bijhouden en hun post goed lezen. Zelfs het woord ‘gratis’ heeft hier geen extra wervingskracht meer. “De mensen hier geloven er niet meer in”, vertelt een bewoner die vanaf de oplevering in zijn flat woont. “De gemeente en Portaal doen toch wat ze zelf willen. Ook in dit nieuwe project geloof ik niet. Ik geloof best wel dat jíj het goed bedoelt, maar je zal zien dat er niets van terechtkomt. Er zijn ons zo vaak gouden bergen beloofd, maar uiteindelijk wordt er alleen maar vergaderd en vergaderd en vergaderd en vergaderd en verandert er niets.”
Afdalen Om zoveel mogelijk bewoners te bereiken én bij het proces te betrekken moest Buitenplaats veel meer doen dan de bewoners informeren en uitnodigen mee te doen. Buitenplaats moest vertrouwen wekken. Niet boven de bewoners blijven hangen, maar tussen de bewoners gaan staan. Goed luisteren naar wat speelde.
En gebruik maken van alle mogelijkheden die zich voordoen om bewoners te laten ervaren dat participeren zinvol en leuk is.
Intern Buitenplaats was voor de gemeente Soest een voorbeeldproject om zaken integraler aan te pakken; niet je eigen werkwijze en werkterrein centraal stellen, maar het gezamenlijke gedragen doel. Het project startte dan ook met een interne aftrap: alle betrokken medewerkers - disciplines van verschillende afdelingen - werden hiervoor uitgenodigd. Doel: het generen van betrokkenheid, het informeren van alle collega’s én de gelegenheid geven tot het stellen van vragen. Die vragen waren er. “Vanuit de bewoners is er geen vraag naar dit project. Dit is aanbodgericht, terwijl een van onze kernwaarden vraaggericht werken is. Hoe zit dat?” En: “Hoe is het mogelijk dat de voorbereidingen en de uitvoering van een herinrichtingsproject wordt voorbereid zonder dat medewerkers van onze afdeling daar een rol in hebben gehad?”. Of: “Hoe verhoudt dit project zich tot de acties om samen met onze partners gericht te werken aan verbetering en versterking van deze wijk?”. Niet alle collega’s zaten te juichen bij het verhaal van Buitenplaats. Dit project was ook moeilijker te plaatsen. Buitenplaats had een heel ander karakter dan andere gemeentelijke projecten. Het had een sociaal én fysiek karakter en het einddoel was allesbehalve concreet, want bewoners waren voor de invulling daarvan leidend. Ook intern moesten er hobbels genomen worden.
11
12
Extern
Persoonlijkheid
Extern moesten er geen hobbels, maar bergen genomen worden. Want absolute voorwaarde tot co-creatie is contact leggen met de doelgroep en juist dát is in een wijk als Smitsveen uiterst moeilijk. Mond-tot-mondreclame werkt het best. Voor de externe aftrap werd dan ook iedereen uitgenodigd die in de wijk een rol speelt. Iedereen met veel contacten in de wijk én iedereen die mogelijkerwijs iets zou kunnen hebben met openbare ruimte. Naast de vaste partners van de gemeente Soest, de politie, Portaal, welzijnsstichting Balans, Welzin en het WijkBewonersTeam kregen ook in Smitsveen actieve sleutelfiguren vanuit kerken/moskeeën, scholen, Vluchtelingenwerk, de atletiekvereniging, de IVN en kunstenaars een uitnodiging.
Persoonlijk contact. Dát werkt in een wijk als Smitsveen het best. Maar persoonlijk contact kenmerkt zich door mondelinge communicatie én mondelinge communicatie met bijna 500 heel verschillende huishoudens is ondoenlijk. Daarom: • zorgde het project voor herkenbaarheid: een eigen logo, een eigen (huis)stijl, een eigen ‘portal’ en zoveel mogelijk zichtbaarheid in de buurt. • ging het project van start met een brede externe aftrap, zodat zoveel mogelijk ‘sleutelfiguren’ over Buitenplaats konden en zouden vertellen. • had het project een eigen website, eentje die door het gebruik van veel beeldtaal en een eenvoudige, overzichtelijke structuur ook toegankelijk was voor bezoekers met maar weinig kennis van geschreven Nederlandse taal én die uitnodigde tot reacties. • zorgde het project op de website voor leuke en publiekstrekkende informatie (foto’s en filmpjes van bewoners). • was de communicatie vooral gericht op beleving van de openbare ruimte. Alleen vanuit een beleving ontstaat immers bewustzijn en alleen vanuit een bewustzijn kunnen eigen denkbeelden en meningen ontstaan. De vraag ‘Wat wilt u?’ is bij aanvang van een écht participatieproject een zinloze vraag, die maar al te vaak tot zinloze antwoorden leidt.
Zo’n 40% gaf aan de uitnodiging gehoor en luisterde aandachtig. Een mooi project, was een veel gehoorde reactie. Interessant. Maar ook: Hoe gaan jullie dat in vredesnaam doen? Hoe bereik je díe bewoners, die niet kunnen lezen en geen Nederlands verstaan? Hoe krijg je het vertrouwen van bewoners? Hoe krijg je antwoord op de vraag wat iemand buiten wil? Zegt die vraag mensen wel wat? Zijn er bewoners met de ervaring dat dat wat jij wilt ergens toedoet? Hoe vind je antwoord op een voor jou heel vreemde vraag: de vraag naar wat JIJ wilt...
Creatieve communicatie In elk mens leeft het - soms ondergesneeuwde of sluimerende - verlangen om van toegevoegde waarde te zijn. In het project is dan ook een cruciale rol weggelegd voor creatieve communicatie. Communicatie die niet alleen informeert en uitnodigt tot een dialoog, maar óók - en misschien soms wel meer - een appel doet op het verlangen iets te betekenen.
Buitenplaats had een eigen gezicht, een eigen website, eigen stijl en eigen taal. Een sprekende taal. De taal van ontmoeting, herkenning en filmpjes en foto’s. Een taal die leidt tot een communitybeleving. En die beleving maakt nieuwe energie vrij: enthousiasme. Aanstekelijk enthousiasme.
13
14
Duidelijkheid Werkwijzen en ook doelstellingen van gemeentes en andere grote instanties zijn voor veel mensen compleet onbegrijpelijk, zeker voor mensen die de Nederlandse taal niet goed lezen of begrijpen. Buitenplaats is bovendien een vaag project: er is geen concreet ingevuld doel. Daarnaast zal het proces van ‘dat vage project’ ook niet makkelijk herkend worden: het is een nieuw ‘vaag iets’ in de wijk, dat ook nog een beroep doet op ‘vage’ en vaak nauwelijks ontwikkelde vaardigheden als brainstormen, fantaseren en onder woorden kunnen brengen van wat jíj wilt of wenst. Maar ook in een vaag project is het noodzakelijk om begrijpelijk te communiceren. En dát vereist begrijpelijk bezig zijn én toepassing van een universele taal die door iedereen begrepen en gesproken wordt: de Taal der Verbeelding.
De Taal der Verbeelding De taal van de verbeelding appelleert aan herkenning en is opgebouwd uit foto’s, tekeningen, beelden, kleuren, filmpjes, symbolieken, teksten, verhalen, rituelen, gedichten, liedjes, klanken en sferen. Bij aanvang van het project werd deze taal vooral ingezet om: • de beleving van een ‘leuke community’ mogelijk te maken en te versterken; • bewoners te attenderen op het bestaan van de openbare ruimte. Pas als je je immers bewust bent van het bestaan van de openbare ruimte, kun je hem ervaren als een ruimte die je kunt en mag gebruiken. En pas dan kun je op ideeën komen wat voor dingen jij nu graag in die openbare zou willen zien of die jij daar graag zou willen doen.
15
16
4. De wijk in In de herfstvakantie van 2012 gaat Buitenplaats voor het eerst de wijk in. Datum en tijdstip is ruim van te voren bekend gemaakt aan alle sleutelfiguren van de wijk; een week tevoren is huis aan huis een fris en vrolijk ogende uitnodiging bezorgd en in de entree van alle flats hangen posters. Er is gratis pompoensoep voor iedereen en kunstenaars uit de wijk verzorgen rond een feestelijk partytent gratis workshops voor wie daar maar aan mee wil doen.
Positioneren Een dag voor het eerste Buitenplaats’feest’ zijn de grenzen van het werkgebied aangegeven. Heel Smitsveen-Midden wordt begrensd door op de trottoirband geschilderde oranje stippen. En alhoewel deze actie niet helemaal succesvol was (acrylverf blijkt niet op elke betonnen ondergrond even makkelijk weg te regenen): hij wekte in de buurt wel belangstelling en leidde tot heel wat gesprekken en - zoals de volgende dag zou blijken - tot geaccepteerde uitnodigingen om naar ‘het feest’ te komen.
Symbolen In de opstartfase van het project was de pompoen - als symbool van groei- en toverkracht - hét symbool van Buitenplaats. Alle bezoekers van het feest werden onthaald met pompoensoep: wie er van at kreeg vanzelf de beschikking over de kracht om ideeën te laten groeien en het buiten om te toveren.
Ideeën zaaien In de feesttent, onder het genot van de soep, werden de eerste ideeën geboren. Lang niet allemaal realistisch, maar dat deed er in deze fase van het project absoluut niet toe. De context waarin de ideeën werden opgehaald sloot uit dat er verwachtingen werden gewekt die vervolgens niet konden worden waargemaakt. Elk idee werd dan ook met een watervaste viltstift op een kartonnen bordje geschreven en midden in het gras geplaatst. Zo ontstond een tuintje vol ideeën, waar bijna geen voorbijganger zo maar aan voorbij liep.
Nieuwsgierig maken Toch werd het feest vooral bezocht door zich niet altijd even voorbeeldig gedragende kinderen. Maar bij de bijna 50 volwassenen die het feest bezochten, was wel belangstelling gewekt en bij het onbekende aantal bewoners dat in de ochtend voor het feest naar buiten keek eveneens nieuwsgierigheid. Al was het alleen maar omdat de hele buitenruimte plotseling bezaaid was met eetbare pompoenen…
17
18
Binnenkomen Dat die bordjes nog voor het avondeten grotendeels door kinderen werden vertrapt is niet belangrijk. Dat alle pompoenen voor het vallen van de avond waren ‘weggeroofd’ evenmin. Dát was juist de bedoeling. Op de eerste dag dat Buitenplaats in de buurt naar voren trad, werd in menig huisgezin pompoensoep geserveerd. Nu beschikte iedereen over de kracht om het buiten om te toveren…
Verleiden Tijdens dat eerste Buitenplaatsfeest deed ook de Buitenplaatskast zijn intrede. Iedereen die dat wilde kon in een soort poppenkast plaatsnemen om daar voor het oog van een filmcamera zijn of haar verhaal te doen over ‘buiten’. Het leverde tal van korte filmpjes op, waarin bewoners vertelden wat zij buiten doen, missen, mooi/leuk of juist vreselijk irritant of lelijk vinden.
Traffic genereren Al die filmpjes leverden talloze bezoekers van de website op. Meer dan 250 hits per filmpje per dag was zeker geen uitzondering. En dat voor bewoners van een wijk, waarmee het moeilijk contact leggen is. Bewoners waarvan vaak verondersteld wordt dat ze geen of hooguit een verouderde computer in huis hebben. Die veronderstelling kán heel goed waar zijn, maar ook in een wijk als Smitsveen hebben heel veel bewoners een smartphone: wie het ontwerp van zijn website daarop afstelt kan een aantrekkelijke landingsplaats zijn voor op het web surfende Smitsveners.
19
20
5. Ruimte bieden en omdraaien Iedereen snapt dat je voor het krijgen van een goed en werkbaar idee eerst lekker moet kunnen fantaseren. De meeste mensen, zelfs kinderen, snappen ook heel goed het verschil tussen fantasie en werkelijkheid. En zeker in een buurt als Smitsveen, waar veel huishoudens moeten rondkomen van het minimum is er begrip voor beperkte budgetten.
Kader scheppen Van meet af aan heeft Buitenplaats gecommuniceerd dat de gemeente ongeveer 100.000 euro beschikbaar had om het buiten aantrekkelijker te maken voor bewoners. Zo’n bedrag is ruim genoeg om de fantasie op hol te brengen en tegelijkertijd voldoende begrensd om realistisch te blijven. Er is geen bewoner die geen begrip heeft voor het feit dat aan de inrichting van openbare ruimte andere en veel duurdere eisen worden gesteld dan aan de inrichting van een privétuin. Alhoewel de hoogte van bedragen vaak wel tot verbazing, afkeer en onbegrip leidt! Maar in de eerste fase van een (co) creatie(f)proces is het essentieel ruimte te bieden aan ideeën. Moet je mét bewoners ‘brainen’. Eerst in individuele gesprekken, later pas in groepsverband.
Zien en erkennen Brainen met bewoners betekent vrijelijk associëren op wat bewoners aangeven en elke associatie onderzoeken op gedeeldheid en herkenning. Want elke associatie die herkend wordt, voedt een aanvankelijk vaag idee of gevoel. En wie zich gesterkt voelt in zijn of haar ideeën of gevoelens, voelt zich erkend en gezien en krijgt vanzelf zin om die vage ideeën meer vorm te geven.
Tempo In het proces is het van wezenlijk belang om ideeën te laten rijpen en nog meer ideeën te laten ontstaan. Tegelijkertijd moet er vaart in het proces blijven: Buitenplaats moest blijven leven onder bewoners én bewoners direct iets opleveren. Je moet dus snel concrete en zichtbare resultaten boeken, korte klappen kunnen maken en tegelijkertijd bewust de tijd nemen om ideeën te laten rijpen en ontstaan. In de eerste fase van Buitenplaats is geen enkel idee van bewoners getoetst op haalbaarheid en wenselijkheid: elk idee mocht er wezen en geen bewoner die dacht dat zijn of haar idee ook echt gerealiseerd zou worden. Daarvoor waren de ideeën te pril of te vaag of te onwaarschijnlijk om gerealiseerd te kunnen worden. Maar geen bewoner die daar gefrustreerd van raakte of er ongeduldig van werd en zijn of haar interesse in Buitenplaats verloor, omdat - terwijl ideeën konden rijpen en ontstaan - Buitenplaats ondertussen zorgde dat er dingen bleven gebeuren, waardoor het project levend bleef. In deze fase van het project ontwikkelde Buitenplaats activiteiten die voortkwamen uit deze drie werkdoelen: • de wens én noodzaak om met bewoners contact te krijgen (zonder contact is immers geen co-creatie mogelijk) en dat contact te voeden; • de wens én noodzaak om aan bewoners te laten zien/ merken dat het werkelijk zin heeft om je in te spannen voor iets wat jij graag wilt bereiken (zonder inspanning is namelijk geen participatie mogelijk); • de wens én noodzaak om bewoners bewust te maken van het bestaan van de openbare ruimte als ruimte die er ook voor jezelf is (zonder bewustzijn ontstaan er immers geen ideeën).
21
22
Omdraaien Zo lastig en moeizaam het soms is om vanuit vage ideeën tot concrete acties te komen, zo makkelijk is het om van bewoners te horen wat ze níet goed vinden. De twee grootste ergernissen van bewoners – de licht wegnemende bomen én de hondenpoep - gebruikte Buitenplaats dan ook om het contact met bewoners te voeden, de actiebereidheid te vergroten en nog meer bewoners aan het denken te zetten over wat zij graag wél met die openbare ruimte zouden willen doen.
De kunst van het laten ontstaan Terwijl ideeën over buiten in alle rust en vrijheid konden ontstaan en rijpen, bewerkstelligde Buitenplaats duidelijk waarneembare veranderingen in de openbare ruimte. Veranderingen, waardoor bewoners zich meer en meer bewust werden van de mogelijkheden van die openbare ruimte én veranderingen, die ‘enkel’ werden gevoed door frustraties die door (het gebruik van) de openbare ruimte werden veroorzaakt. Dat laatste is namelijk veel makkelijker om vorm te geven. Om frustraties en klachten van bewoners goed te horen en te begrijpen, hoef je nooit zoveel te doen. Oordeelloos luisteren is dan voldoende. Al heel snel werd duidelijk dat veel bewoners zich rot ergerden aan de vele hoge bomen in de openbare ruimte en aan de hoeveelheid hondenpoep die er lag. De ergernis over de hondenpoep werd direct door iedereen begrepen. Om de ergernis over de bomen te kunnen begrijpen moest je je kunnen verplaatsen in de positie van bewoners. Eén bezoek bij een bewoner thuis was genoeg om te begrijpen waarom die bomen voor zoveel klachten zorgden. Die mooie, hoge bomen stonden vlakbij de flats. Zelfs op klaarlichte dag moest het licht aan.
Als het waaide kreeg je de neiging om je vast te houden aan de tafel. De voor het raam heen en weer bewegende takken maakten je bijna zeeziek, speelden met je gevoel van evenwicht en veroorzaakten gevoelens van desoriëntatie. Voor de van groen houdende grondploeg van Buitenplaats was het al snel duidelijk: die bomen moeten om. Licht voor de bewoners!
Korte klappen Juist die bomen, waarover zoveel mensen klaagden, waren voor Buitenplaats een zegen. Hier konden we korte klappen mee maken. Vertrouwen mee winnen. Laten zien dat we oog en oor hebben voor de beleving van bewoners. Bewoners laten ervaren dat het écht zin heeft om te gaan staan voor wat jij vindt. naar ze luisteren. Zelfs als dat mocht leiden tot de kap van zo’n prachtige, volgroeide boom. Op het tweede Buitenplaatsfeest - het winterfeest in de kerstvakantie - werden de eerste twee bomen ritueel gekapt; een boomkunstenaar bewerkte met zijn motorzaag één afgetopte stam tot een kunstwerk en toverde hij de andere boom om in een zitbank. Maar het allerbelangrijkste: tijdens het winterfeest werd er een begin gemaakt met het ‘bomenplan’. Vanaf dát moment konden gedurende bijna vier weken alle bewoners aangeven welke boom ze graag wel of juist absoluut niet gekapt wilden zien. Huis aan huis werd een bomen’krant’ verspreid en aan iedereen op het feest werd zo’n bomenkrant uitgedeeld.
23
24
Bomenplan
Respons
In die bomenkrant stond naast informatie over de procedure ook een kaart van de wijk waarop alle 286 (!) bomen in de buurt waren getekend. In vijf verschillende kleuren werden de boomikoontjes afgebeeld: • Twee bomen waren met blauw aangegeven: dit waren de twee bomen die tijdens het winterfeest werden gekapt. • Zes bomen waren rood gekleurd: ook buiten waren die bomen duidelijk herkenbaar. Ze waren omwikkeld met het bekende rood-wit gestreepte afzetlint. Voor deze zieke bomen was namelijk al een kapvergunning aangevraagd en afgegeven. Zij zouden zeker worden gekapt. • Er waren ook zes bomen met geel ingekleurd. Ook deze bomen waren buiten makkelijk te herkennen. Een breed gouden lint sierde hun stam. Dit waren bomen die zó mooi en bijzonder waren dat ze alleen vanwege hun nog te jonge leeftijd geen ‘monumentale boom’ genoemd mochten worden. Deze bomen werden door de gemeente Soest zó waardevol gevonden dat ze niet gekapt mochten worden. Zelfs niet als heel veel bewoners daarom zouden vragen. • Alle andere 274 bomen werden met groen aangegeven. Donkergroen voor de bomen die sterk en gezond waren; lichtgroen voor de bomen die van mindere kwaliteit waren.
Gedurende de hele maand januari konden bewoners hun bomenformulier inleveren. 48 formulieren werden ingeleverd. Via de website en e-mail kwamen 34 reacties binnen. En mondeling gaven 52 bewoners hun reactie door. Tijdens een reeds in de bomen’krant’ aangekondigde bewonersavond op 27 februari zou de gemeente een voorstel presenteren. Een voorstel dat voortkwam uit door bewoners geuite wensen. Een plan dat gemaakt is door bewoners én groendeskundigen van de gemeente Soest.
In de eerste twee weken van januari werden drie bomenwandelingen en twee bomenspreekuren georganiseerd. Druk bezocht werden die niet. Maar in de buurt werd flink over de bomen gepraat. En een aantal tot die tijd niet in de buurt actieve bewoners grepen hun kans en gingen langs buren om méér formulieren te vergaren waarop werd aangegeven dat bewoners ‘die en die bomen’ gekapt wilden zien.
Tijdens een voor Smitsveense begrippen druk bezochte bewonersavond werd het plan gepresenteerd én met lof ontvangen. “Ze luisteren echt naar ons”, reageerde een bewoner bijna verbaasd. In de zaal heerste een sfeer, die zich langzaam maar zeker over de hele buurt verspreidde. Het heeft echt zin om te zeggen wat je vindt. Buiten gaan er echt dingen veranderen nu. Misschien is dit wel leuk.. Of dit… Of dat. Steeds meer bewoners keken met andere ogen naar hun buitenruimte. De pompoensoep deed zijn werk.
Resultaat De resultaten van de 1e grote bewonersavond: • een door bewoners gedragen bomenplan; • eerste gezamenlijke brainstorm over wat men buiten graag zou veranderen; • vellen met ideeën en stickers; • een ontwerpgroep van bewoners; • enthousiasme; • veranderde relatie tussen gemeente en bewoners.
25
26
6. Zichtbaar zijn en levend houden Grote ergernis nummer 1 - de licht wegnemende bomen - werd als eerste aangepakt. Eind februari werd een kapvergunning aangevraagd voor 57 grote, hoge bomen. Mits de vergunning werd afgeven, zouden ze direct na de broedtijd gekapt gaan worden. Wat een verandering.
Buitenfototentoonstelling Om de positieve sfeer in de buurt te blijven voeden en het project voor bewoners levend te houden werd in de buitenruimte een foto-tentoonstelling gemaakt. Levensgrote portretten van bewoners, die één zin over de buitenruimte zeiden. Een toelichting op die zin viel te lezen in Zaai-goed: een op de website te vinden e-book. Een boekje vol interviews met bewoners, die iets over hun gevoelens met buiten zijn vertellen. Herinneringen, wensen, ideeën en frustraties. Verhalen en beelden die prikkelen om met andere ogen om je heen te kijken. Het boekje werd 213 keer gedownload.
Boomsculpturen Tegelijkertijd werden de bomen waarvoor een kapvergunning was afgegeven gekapt. Twee daarvan nam boomkunstenaar Jaap Hielema onder handen. Op de hoek van de Veenbesstraat en de Smitsweg veranderde hij een prunus tot een levensgrote ‘Hollandse’ bos tulpen. En van een grote moeraseik bij een van de entrees van het gebied, maakte hij een prachtige totempaal. Een totempaal, waarin hij het ontwerp verwerkte van kinderen van de in het gebied liggende basisschool. Onder begeleiding van hun leerkrachten hadden alle kinderen uit de bovenbouw een ontwerp gemaakt. Wethouder Harry Witte én boomkunstenaar Jaap Hielema kozen gezamenlijk het winnende ontwerp. Aan het eind van de week prijkte de 10-jarige winnares Merwe apetrots op een foto in de Soester
Courant. Naast haar de kunstenaar en op de achtergrond: een pracht van een totempaal.
Hondenpoep Grote ergernis nummer 2 - de hondenpoep - werd in maart/ april gebruikt om het project onder bewoners levend te houden én direct te werken aan een verbetering van de openbare ruimte. Een eerder succesvol gebleken, door Dien! ontwikkelde campagne, werd ingezet. De bouwstenen van deze campagne: • honden zien als een kwaliteit van de wijk (sociale controle, lichaamsbeweging, ontmoeting); • baasjes aanspreken op hun liefde voor de hond; • helder beleid, begrijpelijk vertaald in duidelijke informatie op meerdere lagen/in verschillende uitingen; • zicht- en herkenbaarheid van de campagne; • inzet van Boa’s: controle en handhaving.
Gamification Na een mailing aan iedere hondenbezitter in en rondom het werkgebied en een aansprekende bebording in het gebied werd ‘de HondendrollenControleClub’ opgericht met de kids van de basisschool. Elk kind dat lid was, kreeg een voorraadje feestelijke cocktailprikkers mee naar huis en gedurende drie woensdagmiddagen werden de drollen geteld en voorzien van zo’n feestelijke prikker. Nadat je eerst schokkend veel gekleurde prikkers zag, nam het aantal drollen al snel zienderogen af. Uiteindelijk bleef er zo’n 10% liggen: te veel om buiten lekker te kunnen spelen of picknicken. Bij de afronding van de campagne kondigde de gemeente Soest dan ook een nieuwe maatregel aan: zodra de herinrichting een feit was, werd het hele terrein verboden gebied voor honden.
27
28
Zichtbaar zijn en blijven De buitenfototentoonstelling, de met goud versierde ‘monumentale’ bomen, de spreuken op bomen, de kleurige drollenprikkers, de feestelijke persmomenten én de tijdens Buitenplaats in de wijk bekend geworden gezichten van Dini, boomkunstenaar Jaap Hielema en fotograaf/filmer Hans Niezen maakten het project continue zichtbaar. Ook Cees van der Veer en Jan Veldhuizen, de twee ‘huismeesters’ * van Portaal, hielpen het project continue leven. Zij spraken bewoners aan, verwezen bewoners naar Dini of de site, gaven ideeën door en riepen bewoners op om deze kans te grijpen.
Momentjes maken Zowel de opening van de buitenfototentoonstelling, de start en afsluiting van de hondenpoepcampagne én de ‘onthulling’ van de totempaal werden feestelijk gebeurtenissen, die voor ‘leven’ in de buurt zorgden en de nodige pers naar het gebied lokten. Belangstelling die veel bewoners maar wát leuk vonden.
Herwaarderen De momentjes en de belangstelling van de pers droeg eraan bij dat mensen met andere ogen naar dit deel van Smitsveen gingen kijken. Niet alleen door de mensen die er wonen. Ook door de mensen die vanwege vermeende problemen en negatieve verhalen niet graag of niet vaak in Smitsveen kwamen. Nu gebeurde daar wat. Iets interessants. Iets moois. Iets bijzonders. Met regelmaat zagen bewoners van het gebied ‘toeristen’ door hun buurt wandelen. De buurt werd iets om trots op te zijn. Pas nu was de tijd rijp om bij de bewoners ook concrete ideeën voor de buitenruimte op te halen.
29
30
Leef! Bomen die omgetoverd worden tot een kunstwerk, toeristen, feestelijke cocktailprikkers in het gras, speciale borden voor hondenbaasjes langs de paden én levensgrote foto’s van bewoners aan lantaarnpalen…. Hoewel de échte herinrichting nog moest beginnen, waren er buiten constant veranderingen zichtbaar. Buitenplaats leefde.
Op naar betrokkenheid Langzaam maar zeker voltrok zich ook een andere verandering in de wijk: bewoners kwamen met ideeën, zagen zichzelf in de openbare ruimte dingen doen, kregen zin om er buiten iets moois van te maken, wilden daar best aan meewerken, over nadenken of naar kijken. In het proces om co-creatie met bewoners mogelijk te maken, waren de eerste fasen nagenoeg doorlopen. Nu bevond zich het proces op de laag van betrokkenheid en stapten de eerste bewoners over naar de laag van verantwoordelijkheid: zij gaven zich op om samen met Debby van den Herik, de gemeentelijke ontwerpster van openbare ruimte, een vlekkenplan, een schetsontwerp en een presentatie voor alle buurtbewoners te maken.
Mislukt Een poging om ook een kinderontwerpgroep te vormen faalde al na de eerste bijeenkomst. Belangstelling was er volop, maar niet vanwege het thema. De kinderen wilden kleien, limonade drinken, keten, kletsen, ravotten, tekenen en spelletjes doen. De ‘maquette’ die gemaakt zou worden, kwam niet verder dan een klomp platgeslagen klei.
31
32
Hobbels
Positiviteit
Ook de ambities voor de volwassen ontwerpgroep moesten worden bijgesteld: niemand wilde de plannen zelf presenteren. “Ik zie mezelf dat niet doen.” “Dan blijft men naar mij wijzen.” “Ik vind het eng om voor een groep te staan.” Eigenlijk hadden deze bewoners meer gecoacht moeten worden om over hun eigen drempel heen te kunnen stappen. Dat is ook wel even overwogen, maar coachen kost veel tijd en energie en dat steken in een groep die maar een eenmalig karakter heeft, levert te weinig rendement.
De huis aan huis verstuurde uitnodiging; de ‘schokkende’ posters aan de lantaarnpalen; de talloze gesprekjes en mailtjes met bewoners leidden niet tot extra veel bezoekers van die zo belangrijke Grote Bewonersvergadering. Maar toch was er een soort van ‘hoera’-stemming in de zaal. iets van ‘dat hebben we mooi voor elkaar gekregen!’ De boel zou buiten worden opgeknapt.
Het was dan ook Debby die op de Tweede Grote Bewonersavond de presentatie deed. Een schetsontwerp gebaseerd op door bewoners aangegeven uitgangspunten en wensen. De ontwerpgroep was trots én tevreden. De overige aanwezige bewoners enthousiast. Maar het merendeel van de bewoners schitterde deze avond door afwezigheid. “Oh, was dat gisteren?”. “Ik heb het je nu toch laten weten, waarom moet ik dan ook nog komen?” “Ik heb toch al een formulier ingevuld!” “Ik was te moe.” “Ik had geen zin.” “Ik kon niet.”
Wachten Opgeslagen achter bouwhekken lagen tussen de flats de stammen van de gekapte bomen te wachten op hergebruik: als bruggetje, springstam, kunstwerk, versiering, windscherm, spelaanleiding, zitbank, picknicktafel of wigwam zouden ze terugkomen.
Herinrichten Op het door het WijkBewonersTeam georganiseerde zomerfeest in de wijk stond het Buitenplaatsteam met een kraam vol informatie over wat allemaal na de zomervakantie zou gebeuren. De veranderingen stonden vast. De rol van Dini was zo goed als uitgespeeld en de afdeling Realisatie van de gemeente draaide nog net geen overuren om alle werkzaamheden goed voor te bereiden, offertes aan te vragen en opdrachten te verstrekken. De opzichter van het Serviceteam zocht nu reeds contact met de inspectie voor de spelaanleidingen die we vanuit de gekapte bomen wilden laten maken.
33
34
7. De herinrichting In september 2013 kwam de eerste graafmachine het gebied in. Hoewel ook voor de zomervakantie wijkbreed over de plannen was gecommuniceerd, werd een paar dagen voor de uitvoering een krant verspreid met beeldende informatie over wat er zou veranderen. In éen week tijd werden er wadi’s in natuurlijke vormen uitgegraven en speelse, kleine verhogingen aangebracht. De rest van het zand werd afgevoerd. Langzaam maar zeker veranderde de ruimte tussen de flats tot een soort park. Ontstond er meer ruimte om te spelen. Meer avontuur. Meer plekken om in je eentje of juist met anderen te zitten. Kwam er en hondenroute met twee losloopgebieden aan de buitenrand van het gebied. Werden er vlinderlokkende wilde bloemen en grassen gezaaid. Plantte men lagere struiken voor nog meer vogels. Creëerde men ruimte voor het zelf verbouwen van groente en kruiden. Het midden van Smitsveen onderging een metamorfose. Ook omdat Portaal de flats aan de Varenstraat in andere kleuren schilderde en het WijkBewonersTeam op het Smitsplein een social sofa liet plaatsen.
Moestuin Een groep van 20 bewoners heeft inmiddels een moestuin aangelegd en de grond voor die tuinen in eigen beheer. Deze eerste buurt(moes)tuin van Soest is een deelproject van Buitenkans, een nieuw project van de gemeente Soest om bewoners in twee aandachtswijken in hun eigen kracht te doen geloven en vanuit die kracht iets moois voor de wijk te betekenen.
35
8. Meer weten? Grondploeg (kernteam) Buitenplaats:
Betrokkenen
projectleider Buitenplaats Mattijs de Jongh gemeente Soest, afd. Ruimte 035 - 609 3467
[email protected]
speelbeleid Marlein Smith gemeente Soest, afd. Ruimte 035 - 609 34 21
[email protected]
methodiek / uitvoering Dini Teunis Dien! Communicatie 06 - 52 477 917
[email protected]
ontwerpster openbare ruimte Debby van den Herik gemeente Soest, afd. Realisatie 035 - 609 36 76
[email protected]
communicatieadviseur Karen Groenendijk gemeente Soest, afd. Bedrijfsvoering 035 - 609 34 55
[email protected]
toezichthouder openbare ruimte Gerard Wallet gemeente Soest, afd. Realisatie 035 - 609 35 35
[email protected]
adviseur leefomgeving Henja Altena Portaal 06 - 53 739 928
[email protected]
bomendeskundige Luc Noordman gemeente Soest, afd. Realisatie 035 - 609 36 73
[email protected] keuring speeltoestellen / Serviceteam Sam Drost gemeente Soest, afd. Realisatie 06 - 51 284 821
[email protected]
36
manager wijkbeheer Hans Smit gemeente Soest, afd. Realisatie 035 - 609 36 48
[email protected]
hondenbeleid Marlein Smith gemeente Soest, afd. Ruimte 035 - 609 34 21
[email protected] hondenpoepcampagne Dini Teunis Dien! Communicatie 06 - 52 477 917
[email protected]
Voor meer informatie over vervolgproject Buitenkans:
regievoering: Anouk van Aarsen gemeente Soest, afd. Samenleving 035 - 609 38 15
[email protected] leefbaarheidsadviseur/communicatie: Leonie van der Horn gemeente Soest, afd.Bedrijfsvoering 035 - 609 32 74
[email protected] stimuleringsfonds bewonersinitiatieven: Carrien Eenhoorn gemeente Soest, afd. Samenleving 035 - 609 34 83
[email protected] invoering ‘Eigen kracht methodiek’ binnen maatschappelijk werk Elma Hamaker gemente Soest, afd.Samenleving 035 - 609 35 17
[email protected] moestuin Dini Teunis Dien! Communicatie 06 - 52 477 917
[email protected]
37
1