Faculteit der letteren Career Service Letteren Studiejaar 2015-2016 September 2015
Stageminor | Handleiding voor student en docent
Maak werk van je studie
Evelyne Vos-Fruit Cécile Reulen
Inhoudsogave De plaats van de minoren in de bacheloropleidingen......................................................................... 2 Waarom een stageminor? ...................................................................................................................... 2 Waar lopen studenten stage? ................................................................................................................ 3 Wat voor werk doen stagiairs? .............................................................................................................. 4 Een stage vinden ..................................................................................................................................... 4 Wat is een geschikte stageplaats?........................................................................................................ 5 Inschrijving voor de stageminor ............................................................................................................. 5 Goedkeuring van een stage ................................................................................................................... 5 Begeleiding van een stage ..................................................................................................................... 6 Stageverslag en beoordeling van een stage ....................................................................................... 6 Registratie van je cijfer ............................................................................................................................ 7 Bijlage 1:.................................................................................................................................................... 8 Stageverslag: omvang, inhoud en indeling .......................................................................................... 8 Bijlage 2:.................................................................................................................................................... 9 Beoordeling stagiair ................................................................................................................................. 9
Stageminor | Handleiding voor student en docent, 2015-2016
1
De plaats van de minoren in de bacheloropleidingen Voor alle studenten die per 2011 of daarna zijn begonnen aan een bacheloropleiding binnen de Faculteit der Letteren of de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen (FTR) is de bacheloropleiding als volgt ingericht: iedere bacheloropleiding omvat 180 ECTS credits (ec); waarvan er 120 ec worden besteed aan de major vakken, 45 ec aan drie minoren (van elk 15 ec) en 15 ec aan een core curriculum Geesteswetenschappen (GW). Een minor is een samenhangend pakket van 15 ec, waarbij 1ec staat voor 28 uur studie. Stageminor De stageminor is bedoeld voor letterenstudenten die zich in het kader van hun opleiding nadrukkelijk willen oriënteren op de arbeidsmarkt. Deze minor biedt een grondige oriëntatie op je toekomst. Je leert kennismaken met het werkveld en je kunt alvast testen of wat je voor ogen hebt ook werkelijk iets voor je is.
Waarom een stageminor? Er zijn verschillende redenen om voor de stageminor te kiezen. 1. Je opleiding in de praktijk De stage biedt een prachtige kans om kennis te maken met het praktische veld waarop de wetenschappelijke theorie en het onderzoek van jouw opleiding betrekking heeft. Het doel van een stage is jou gelegenheid te geven om inzichten en/of vaardigheden toe te passen in de beroepspraktijk. Je kunt in een stage kennis maken met en deelnemen aan de beroepspraktijk. Een stage geeft je een unieke mogelijkheid om binnen te komen in organisaties waar je anders niet zo snel terecht zou komen. Je kunt belangrijke ervaringen op doen die voor de rest van je studie en je latere beroep van grote waarde kunnen zijn. De beroepspraktijk van de diverse letterenopleidingen is gevariëerd en een stage kan dan ook uiteenlopende invullingen krijgen. Je kunt stage lopen bij bedrijven, overheidsinstellingen, een nonprofitorganisatie, een politieke partij, een wetenschappelijk instituut…. 2. Studeren < > Werken Uit onderzoek onder alumni blijkt telkens weer dat er tussen veel letterenopleidingen en het beroepsleven een kloof bestaat, die pas duidelijk wordt als afgestudeerden gaan deelnemen aan het arbeidsproces. De stageminor wil bijdragen aan een soepelere overgang van opleiding naar je eerste baan. Je krijgt namelijk een uitgebreide blik op het werken in een organisatie, binnen een bepaald vakgebied. Het werken in (interdisciplinaire) teams, onder tijdsdruk en met het oog op budgetten en targets werken is vaak een eye-opener voor onze studenten. Stageminor | Handleiding voor student en docent, 2015-2016
2
3. Springplank naar de toekomst Een stage blijkt vaak het opstapje naar de eerste baan. Voor je CV een mooie aanvulling om te kunnen laten zien dat je je competenties niet alleen binnen de muren van de universiteit hebt ontwikkeld, maar ook weet te benutten in een professionele, beroepsmatige setting. Een stage werkt in die zin als één van de manieren om te bouwen aan je toekomst: je krijgt de gelegenheid te laten zien hoe jouw kennis en vaardigheden tot uitdrukking komen op de “werkvloer”, en na afloop van je stage heb je al aantoonbare ervaring in een studiegerelateerde baan. Werkgevers zien een stage tijdens de opleiding steeds meer als een must voor de eerste functie na afstuderen. 4. Wat kan ik eigenlijk? Letterenstudenten hebben over het algemeen onvoldoende zicht op hun professionele identiteit en kwaliteiten. Studenten die een stage hebben gedaan, en zich gedurende een aantal maanden hebben bewogen binnen een organisatie, hebben een beter beeld gekregen van wat zij (met hun opleiding) kunnen. Ze solliciteren daardoor gerichter en weten zich met meer zelfvertrouwen te presenteren. Bovendien, en dat is een belangrijke factor, is er al sprake van een professioneel netwerk, gerelateerd aan de inhoud van de opleiding, waarvan je gebruik kunt maken op zoek naar je eerste baan.
Waar lopen studenten stage? Letterenstudenten lopen stage in uiteenlopende branches en sectoren zoals industrie, onderwijs, bankwezen, overheid op lokaal, provinciaal en landelijk niveau, zakelijke dienstverlening, ideële organisaties, zorgsector, detailhandel... Een paar voorbeelden: bureau voor training en advies, verzekeringsmaatschappij, vertaalbureau, academisch ziekenhuis, school voor voortgezet onderwijs, kamer van koophandel, filmarchief, luchthaven, distributeur van computers en randapparatuur, sportvereniging, voedingsmiddelenproducent, museum, provincie, electronicaconcern, instelling voor ambulante gezondheidszorg, mensenrechtenorganisatie, bouwbedrijf, tv-programma, Stageminor | Handleiding voor student en docent, 2015-2016
3
filmfestival.
Wat voor werk doen stagiairs? Werkzaamheden van studenten Nederlands, Communicatie- en Informatiewetenschappen, moderne vreemde talen en regiostudies liggen vaak op het terrein van taal en communicatie. Te denken valt aan tekst- en beeldproductie voor verschillende doelen, doelgroepen en media; redactioneel werk, vertalen, voorlichten en onderhouden van contacten met klantgroepen; onderzoek naar de kwaliteit van de interne en externe communicatie van organisaties, ontwikkeling en uitvoering van communicatie-, voorlichtings- en promotieplannen, ontwikkeling en soms geven van communicatie- en taaltrainingen, het schrijven van exportplannen. Studenten Geschiedenis, Kunstgeschiedenis, ACW en GLTC kunnen onderzoek verrichten voor musea, archieven, wetenschappelijke instituten en bedrijven, maar vinden ook vaak hun weg naar meer journalistieke stages bij radio, tv en gedrukte media of krijgen te maken met beleid, programmering, organisatie en promotie van kunst- en cultuur. Studenten Taalwetenschap kunnen observeren en assisteren bij de behandeling van mensen met spraakstoornissen of auditief gehandicapten of assisteren bij onderzoek op het gebied van spraakherkenning.
Een stage vinden In principe zijn er twee mogelijkheden om aan een stage te komen: kijken naar wat er wordt aangeboden en/of zelf actief op zoek gaan. Afgaan op het aanbod Het stagebureau van de faculteit beheert een database met vacante stageplaatsen voor alle opleidingen. Ook docenten worden regelmatig getipt als er een stage te vergeven valt. Vacante stages worden op verschillende manieren bekendgemaakt. Via de stagevacaturebank op de website www.ru.nl/csl. Op deze site staan ook links naar andere stagebanken. Via www.facebook.com/CareerServiceLetteren Via Twitter @ CS_letteren Op de (digitale)prikborden van de opleidingen. Vaak kan de student direct reageren op deze vacatures, soms moet hij eerst contact zoeken met een docent. Via Integrand en AIESEC, studentenorganisaties die bemiddelen bij stages. Zelf op zoek gaan Als je niet afhankelijk wilt zijn van wat wordt aangeboden en een duidelijk beeld hebt van het soort organisaties waar je stage wilt lopen, ga je zelf op zoek. Open solliciteren blijkt dan een succesvolle aanpak te zijn. Neem met de stagecoördinatoren contact op als je aan je zoektocht begint; we beschikken over een breed netwerk en vele contacten. We kunnen je helpen met je zoekstrategie en je adviseren bij het schrijven van sollicitatiebrieven, CV’s en het aanmaken van digitale profielen. Stageminor | Handleiding voor student en docent, 2015-2016
4
Wat is een geschikte stageplaats? Uiteindelijk beslist de examencommissie van de opleiding of een stage voldoet aan de eisen (zie volgende paragraaf. Je voorkomt teleursteling door je al tijdens het zoeken af te vragen of je voldoende gelegenheid krijgt kennis en vaardigheden, in de opleiding of daarbuiten verkregen, toe te passen en uit te breiden. De stage moet een aantoonbare bijdrage leveren aan de eindtermen van de bacheloropleiding van de student. Deze worden in de regel in de studiegids beschreven. Bovendien moeten de werkzaamheden redelijkerwijs binnen 420 uren zijn uit te voeren. Daar zit ook het schrijven van je stageverslag in, en eventuele extra opdrachten die jouw opleiding je geeft bij een stage. Daarnaast dragen een eigen werkplek en een goede begeleiding ter plekke bij aan het leereffect van een stage. Let op! Sommige opleidingen stellen specifiekere eisen aan doelen en werkzaamheden tijdens de stage. De student wordt geacht hiervan op de hoogte te zijn.
Inschrijving voor de stageminor Studenten kunnen zich via Osiris (via portal.ru.nl) voor de stageminor inschrijven, code LET-LEM01-15 stage Buiten inschrijvingsperiode: via STIP het Studenten Informatiepunt, kamer E7.02, www.ru.nl/stip
Goedkeuring van een stage Als je een geschikte stageplaats hebt gevonden en je bent in principe aangenomen op die plaats, vraag je goedkeuring aan bij je opleiding. Dat doe je op de volgende manier: 1. Studenten vullen het goedkeuringsformulier in en versturen dit. www.ru.nl/csl/bachelorstages/stageminor/aanvraag-goedkeuring 2. Na controle door de stagecoördinator wordt de aanvraag digitaal doorgeleid naar de examencommissie van de opleiding die binnen twee weken een beslissing neemt en een begeleidend docent aanwijst. Opleidingen kunnen besluiten om de bevoegdheid van de examencommissie te delegeren naar één of meer stagecontactpersonen. Door afwezigheid van docenten, vakanties en collegevrije perioden is het niet altijd mogelijk de aanvraag binnen deze termijn af te handelen. 3. Studenten krijgen per post bericht van de goedkeuring en de begeleiding van hun stage. Studenten ontvangen per post een stagecontract van de faculteit in drievoud. Deze exemplaren moeten door de studenten ter ondertekening worden voorgelegd voordat zij met hun stage beginnen. De ondertekende exemplaren moeten worden geretourneerd naar het Studenten Informatiepunt, kamer E7.02. 4. Studenten mogen pas met hun stage beginnen nadat deze is goedgekeurd door de opleiding en een contract is getekend. Om juridische redenen geldt de regel: geen stage zonder deugdelijk contract. Studenten wordt nadrukkelijk afgeraden een contract met een bedrijf of instelling te ondertekenen voordat hun stage is goedgekeurd. Stageminor | Handleiding voor student en docent, 2015-2016
5
Begeleiding van een stage De stagiair, de stagebiedende organisatie en de opleiding zijn samen verantwoordelijk voor een goed verloop van de stage. De opleiding ziet erop toe dat de geformuleerde leerdoelen worden gerealiseerd. Van de stagebiedende instantie wordt verwacht dat deze de voorwaarden schept voor een goede uitvoering van de stagewerkzaamheden. Het succes van de stage is uiteraard voor het grootste deel van jouw inzet afhankelijk! De gezamenlijke verantwoordelijkheid komt tot uitdrukking in de ‘dubbele’ begeleiding van de stagiair, die vooral gewenst is omdat het grootste deel van jouw werk zich aan de directe waarneming van de opleiding onttrekt. Voor de begeleiding van een stage heeft een docent 10 uur beschikbaar. Daarin zijn minstens drie contactmomenten voorzien: in het begin, om de beoogde leerdoelen en werkzaamheden te bespreken; halverwege, om de voortgang en eventuele problemen te bespreken; aan het slot, om de stage te evalueren en te komen tot een beoordeling. Gebleken is dat stagebiedende organisaties contact met de opleiding erg op prijs stellen. Omdat de beschikbare begeleidingstijd beperkt is, kan het contact bij het begin van een stage vaak beperkt blijven tot een telefoontje of een e-mail. Aan het eind, wanneer de stage beoordeeld wordt en ook van de organisatie inbreng verwacht wordt, is een gezamenlijk gesprek - als afstand en reistijd dat toelaten - een goede afsluiting van de stage en biedt de mogelijkheid afspraken te maken over een eventuele volgende stageplaats.
Stageverslag en beoordeling van een stage Iedere stagiair rondt de stage af met een stageverslag. In bijlage 1 staat informatie over de inhoud, opzet en omvang van het verslag. Het verslag dient binnen 14 dagen na afloop van de stage te worden ingeleverd bij de begeleidend docent. Het verslag geeft een zakelijk beeld van het verloop van de stage en de uitvoering van de werkzaamheden. Het dient wat betreft inhoud, tekstopbouw, stijl, spelling en vormgeving van een niveau te zijn dat past bij een aankomend academicus. Bij de beoordeling speelt het stageverslag een belangrijke rol. Van de student wordt immers verwacht dat hij een goed beeld schetst van de stagebiedende organisatie, van de wijze waarop hij de afgesproken taken heeft uitgevoerd en van de mate waarin hij zijn leerdoelen heeft bereikt. Voor de docent dient het verslag - in combinatie met de schriftelijke beoordeling van de begeleider op de stageplek5 - als middel om te kunnen beoordelen of de doelstelling van de stage is gerealiseerd en voldoende heeft bijgedragen aan het bereiken van één of meer eindtermen van de bacheloropleiding. De docent baseert zijn oordeel op de beoordeling van het stageverslag en bespreekt dit met de stagiair. Is de kwaliteit van dit verslag volgens de docent onvoldoende, dan zal de stagiair (delen van) zijn verslag moeten herschrijven.
Stageminor | Handleiding voor student en docent, 2015-2016
6
Registratie van je cijfer Conform de Onderwijs- en Examenregeling van de faculteit beoordeelt de begeleidend docent de stage met een cijfer, waarbij het cijfer 6.0 geldt als de laagste voldoende.
De docent geeft het cijfer door aan het secretariaat van CSL, via Career Service Letteren,
[email protected] Na registratie van je cijfer in Osiris ontvang je bevestiging van het resultaat per e-mail. Studenten moeten vier exemplaren van hun stageverslag drukken: één voor de organisatie, één voor de docent, één voor zichzelf. Het vierde exemplaar moet worden ingeleverd het secretariaat CSL, kamer E7.01, dat alle stageverslagen archiveert en ter inzage legt voor geïnteresseerde studenten. Stageverslagen worden alleen ter inzage gelegd als de organisatie èn de stagiair daarmee hebben ingestemd. Career Service Letteren / kamer E7.25 / www.ru.nl/csl Stagecoördinator: Evelyne Vos-Fruit
[email protected] Aanwezig: dinsdag en woensdag Spreekuur: dinsdag en woensdag 10.00-12.00 uur voor het spreekuur online intekenen Voor loopbaanadvies of CV check: Cécile Reulen
[email protected] Aanwezig: maandag en donderdag Spreekuur: donderdag 10.00-12.00 uur voor het spreekuur online intekenen Secretariaat Career Service Letteren: Contact: 024-361 28 51 Kamer E 7.01 -
[email protected] maandag t/m vrijdag 9:00 - 12:00 uur Informatie en documentatie (zoals o.a. stageverslagen) kun je vinden in de kast tegenover kamer E 7.01 Postadres: Secretariaat Career Service Letteren kamer E 7.01 Postbus 9103, 6500 HD Nijmegen Bezoekadres: Erasmusplein 1, 6525 HT Nijmegen kamer E7.01
Stageminor | Handleiding voor student en docent, 2015-2016
7
Bijlage 1: Stageverslag: omvang, inhoud en indeling Het stageverslag telt minimaal 10 en maximaal 20 pagina’s (exclusief bijlagen). In de regel kent het de volgende onderdelen: Omslag Titelpagina Titel van het verslag Naam van de stagiair Naam van de stagebiedende organisatie en evt. afdeling Stageperiode Namen van begeleidend docent en begeleider op de stageplek Voorwoord Inhoudsopgave met paginanummering Inleiding Waar heeft de student stage gelopen? In welke periode heeft de student stage gelopen? Omschrijving opdracht Leerdoelen Begeleiders Opzet verslag Beschrijving van de stagebiedende organisatie en evt. afdeling Doel Kernactiviteiten Sector Omvang Uitvoering van de stagewerkzaamheden Beschrijving van de werkzaamheden Beschrijving en verantwoording aanpak Hebben zich problemen voorgedaan en hoe zijn die aangepakt? Welke resultaten hebben de werkzaamheden opgeleverd? Evaluatie Zijn de vooraf geformuleerde leerdoelen gerealiseerd? Welke kennis en vaardigheden uit de studie konden worden benut? Welke nieuwe kennis en vaardigheden heeft de stage opgeleverd? Wat is de belangrijkste persoonlijke winst van de stage geweest? Hoe was de begeleiding vanuit de stagebiedende organisatie? En van de docent? Gebruikte literatuur Bijlagen (bijvoorbeeld vervaardige producten in de vorm van rapportages, artikelen, plannen e.d.) Bij een stage waarin een onderzoek wordt uitgevoerd, bestaat het stageverslag uit een onderzoeksrapport plus een evaluatieve terugblik. Alleen een onderzoeksverslag is dus niet voldoende.
Stageminor | Handleiding voor student en docent, 2015-2016
8
Bijlage 2: Beoordeling stagiair Na overleg met stagiair aan het eind van de stage in te vullen door de begeleider van de stagebiedende organisatie. Naam stagiair(e) : Naam begeleider : Organisatie : Afdeling/Onderdeel : Stageperiode : Opdracht : Beoordeelde aspecten 1. Kennis a. Theoretisch inzicht b. Praktisch inzicht c. Toepassing van kennis 2. Houding a. Tegenover begeleider b. Tegenover collega’s c. Tonen van initiatief d. Inzet e. Zelfstandigheid f. Vermogen tot samenwerken 3. Praktisch werk a. Kwaliteit b. Tempo c. Accuratesse d. Creativiteit 4. Communicatieve vaardigheid a. Mondeling b. Schriftelijk 5. Kwaliteit rapportage/verslag 6. Persoonlijke ontwikkeling 7. Eindoordeel
Goed
Voldoende
Matig
Onvoldoende
Cijfer dat u toe zou kennen aan deze stagiair: Stageminor | Handleiding voor student en docent, 2015-2016
9