UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK:
NEDERLANDS
NIVEAU:
MAVO D
EXAMEN:
2001-I
Deze uitwerking wordt ook opgenomen in de Examenbundel Onderwijspers 2002 - 2003. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. ThiemeMeulenhoff is een educatieve uitgeverij waarin alle fondsen van de voormalige uitgeverijen Meulenhoff Educatief, SMD Educatieve Uitgevers en uitgeverij Thieme zijn samengevoegd. De uitgaven die ThiemeMeulenhoff ontwikkelt, richten zich op het totale onderwijsveld: basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs & volwasseneneducatie en hoger onderwijs. www.thiememeulenhoff.nl © ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2001 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
TEKST 1: SMAKELIJKE INSECTEN 1p
1
Men beschouwt … primitieve gewoonte (regels 35-36). Deze zin is een uitwerking van de zin ervoor. In de FAO overheerst de westerse manier van denken en daarin passen geen eetbare insecten: men beschouwt (in de FAO) het eten van insecten als een primitieve gewoonte.
2p
2
Zin 1: Van Huis … niet meer (regels 38-39). Zin 2: Van Huis … het wereldvoedselprobleem (regels 44-47). In Afrika schaamt men zich voor het eten van insecten (zie regels 36-37). Maar Van Huis laat zich daardoor niet uit het veld slaan (regel 38). Daaruit blijkt zijn inzet. Die inzet blijkt ook uit de eerste zin van alinea 7. Van Huis en een paar van zijn collega’s worden daar hardnekkige roependen in de woestijn genoemd.
1p
3A
alinea 2 Na de inleidende eerste alinea begint met alinea 2 het deel over de nationale verschillen. Eerst wordt gesteld dat het al dan niet eten van insecten afhankelijk is van de cultuur. Daarna vertelt de schrijfster over de verschillen in het eten van insecten tussen Japan, Thailand, zuidelijk Afrika, Mexico en Colombia.
1p
4A
alinea 3 Zie regels 21-22.
1p
5C
alinea 7 Zie regels 44-47.
1p
6A
alinea … opsomming Alinea 7 gaat over de hoge voedingswaarde van insecten. In alinea 8 behandelt de schrijfster nog een gunstige kant (regel 55) van het eten van insecten: voor het verkrijgen van insectenvlees in minder voer nodig dan voor rund- of kippenvlees. De hoge voedingswaarde en de betrekkelijk geringe hoeveelheid voer die insecten nodig hebben, vormen een opsomming van gunstige factoren.
2p
7
Voordeel 1: De voedingswaarde is hoog. Voordeel 2: De omzetting van voedsel in vlees is gunstig. Zie regels 45 en 55-56.
1p
8A
alinea 2 In alinea 2 worden insecten meer dan in de andere alinea’s als iets smakelijks beschreven: als een lekkernij (regel 12), als iets waar Japanners dol op zijn (regel 13), als niet te versmaden (regel 14), als een delicatesse (regel 15), als iets waarmee Mexicanen graag hun taco’s vullen (regel 15) en als iets dat Colombianen in de bioscoop eten (regel 16).
1p
9C
informeren … wereldvoedselprobleem Eetbare insecten kunnen worden gebruikt om het wereldvoedselprobleem op te lossen. Dat is het inzicht waar Van Huis en een paar van zijn collega’s aandacht voor proberen te krijgen (zie regels 44-47). De schrijfster informeert de lezer over deze mogelijkheid: ze bespreekt het eten van insecten in het algemeen (alinea’s 1-6), het standpunt van Van Huis (alinea’s 78) en voorwaarden waaraan moet worden voldaan (alinea’s 9-10).
1p
10 D 1 … 3 De bespreking van de waardering van insecten in verschillende culturen is een weergave van feiten. Daarnaast geeft de schrijfster de mening weer van Van Huis en sommige van zijn collega’s. Als ze zegt: hun boodschap (…) is beslist niet onzinnig (regels 49-50) en het wordt hoog tijd de productie en consumptie van insecten in ruime, maar goede banen te leiden (regels 70-71), geeft ze haar eigen mening.
1p
11 B Als … wereldvoedselprobleem De slotalinea geeft goed weer waar het in deze tekst om gaat. Vat je deze alinea samen, dan heb je de hoofdgedachte.
TEKST 2: VERLEGEN 1p
12 B Zij … bespreekt Het artikel gaat over verlegenheid. In de eerste alinea laat de schrijfster iemand aan het woord over haar verlegen moeder. Daarmee geeft ze een voorbeeld dat duidelijk maakt waar het artikel over gaat.
1p
13 B individueel - algemeen Alinea 1 gaat over de moeder van Marion de Wit: een individueel geval van verlegenheid. Alinea 2 gaat over verlegen mensen (regel 17) in het algemeen.
2p
14
De kern van een goed antwoord: Marion kreeg van huis uit geen sociale vaardigheden mee. Zie regels 26-31. Let op het maximumaantal woorden: 15.
1p
15 A Kenmerken … verlegenheid Onzekerheid, minderwaardigheidsgevoel, geen contact durven leggen, niet willen opvallen, blozen: allemaal kenmerken van verlegenheid.
1p
16
Verlegenheid brengt … een isolement (regels 26-27). Door hun verlegenheid komen mensen in een isolement. Het isolement is het gevolg van de verlegenheid.
1p
17 D Verklaringen … verlegenheid Zie regels 45-46 (Verlegenheid kan zijn oorsprong hebben …), regels 52-55 (verlegen of mensenschuw worden als gevolg van …) en regels 57-59 (Verlegenheid komt voort uit …).
1p
18 B Gevolgen … verlegenheid Zie regels 67-71 (Doordat ze zo met zichzelf bezig zijn …), regels 75-77 (Daardoor lijkt het …) en regels 79-80 (daardoor veroorzaakt verlegenheid …).
1p
19 A een … probleem Helemaal over gaat het nooit, maar je kunt wel leren om met verlegenheid om te gaan, luidt de eerste zin van alinea 7 (regels 81-82). Vervolgens lees je hoe Juliette Berkhout dat doet. Haar voorbeeld laat een mogelijke oplossing van het probleem zien.
1p
20 C 1 … 4 Het artikel behandelt een ernstig probleem; de schrijfster doet geen pogingen de lezer te amuseren. Wel spoort ze met de laatste alinea verlegen lezers aan op andere mensen af te stappen. Ze geeft informatie over verlegenheid: over kenmerken (alinea 2), gevolgen (alinea’s 3 en 6) en oorzaken (alinea’s 4-5). En met het voorbeeld van Juliette Berkhout overtuigt ze de lezer ervan dat je met verlegenheid kunt leren omgaan.
1p
21 B Verlegenheid … gaan Verlegenheid is een lastige eigenschap (zie alinea’s 1-2), waardoor mensen in een sociaal isolement kunnen raken (zie alinea’s 3 en 6), maar je kunt leren ermee om te gaan (zie alinea 7).
TEKST 3: EEN MINI KOMT DRIE KEER UIT 1p
22 A alleen 1 De afbeelding van drie kuikens die uit een ei komen, is niet meer dan een woordspeling met de kop 1 Mini komt 3 keer uit. Je hebt de afbeelding niet nodig om de tekst te kunnen begrijpen en hij voegt inhoudelijk niets toe aan de tekst. Het is een soort raadseltje om de aandacht te trekken.
1p
23 D Nee … krantenlezers De tekst spoort de lezers van Het Parool, Trouw en de Volkskrant aan tot het plaatsen van een Mini advertentie.
1p
24 D het … verspreidingsgebied De nadruk wordt door de kop en de eerste alinea gegeven aan het grote verspreidingsgebied: een Mini-advertentie staat in drie kranten tegelijk, met bij elkaar maar liefst 1,2 miljoen (…) lezers.
TEKST 4: PRATEN OVER EMOTIES ALS JE DOOF GEBOREN BENT 1p
25 D het … maken Het artikel informeert over de moeilijkheden die doof geboren kinderen in hun puberteit kunnen krijgen, doordat zij zich niet goed kunnen uitdrukken over hun emoties. In de eerste alinea stelt de schrijfster dit onderwerp aan de orde.
1p
26 B alinea 3 Nadat de schrijfster in alinea 1 heeft duidelijk gemaakt wat haar onderwerp is, geeft ze in alinea 2 een voorbeeld van een bepaald gezin dat met die moeilijkheden kampt. In alinea 3 komen de algemene kenmerken aan de orde, wanneer Kachman het heeft over veel ouders (regel 32) en communicatie die vaak beperkt is (regel 34).
1p
27 B alinea 8 Zie regels 79-81.
1p
28
Volgens William … de puberteit (regels 28-32). In de eerste zin van alinea 3 vat Kachman de oorzaak van de moeilijkheden samen. Wat hij daarna zegt is hier een toelichting op.
1p
29 B hebben … maken Zie regels 32-34, 45-48 en 63-64.
1p
30 C alleen … 3 Uitspraak 1 is niet juist: zie regels 40-41. Dat het ouders vaak niet lukt over ongrijpbare dingen als gevoelens te praten, komt doordat hun gebarentaal dikwijls niet zo goed is als ze denken. Uitspraak 2 is juist: zie regels 49-53. Uitspraak 3 is ook juist: zie regels 40-41.
1p
31 C Dove … omgaan Zie regels 54-59.
1p
32 A Alinea … opsomming Alinea 6 gaat over de afstand die tussen ouders en niet-horende pubers kan ontstaan (zie regels 62-63). Alinea 7 gaat erover dat de puberteitsproblemen van dove kinderen vaak op wat latere leeftijd ontstaan. Een opsomming van twee verschillende gegevens over de problemen van dove pubers.
1p
33 B Het … kind Zie regels 83-85.
1p
34 D Alinea … 8 In alinea 8 lees je dat het instituut van Kachman probeert te helpen wanneer er conflicten zijn als een doof kind het huis uit gaat (regels 79-81). In alinea 9 vertelt Van Gent over hulpverlening aan dove kinderen met emotionele problemen. Zo geeft alinea 9 een aanvulling op de informatie over mogelijke hulp.
1p
35 B Kachman … kinderen In de alinea’s 3 en 4 vertelt Kachman over problemen die bij dove kinderen kunnen ontstaan in de puberteit doordat de ouders de gebarentaal vaak gebrekkig beheersen. In alinea 5 vertelt Van Gent dat dove kinderen minder makkelijk leren hoe relaties in elkaar zitten, met als gevolg het ontstaan van problemen in de puberteit. De verklaringen van Kachman en Van Gent verschillen van elkaar, maar spreken elkaar niet tegen. Ze vullen elkaar dus aan. Hetzelfde geldt voor de alinea’s 6 en 7: Kachman waarschuwt voor de afstand die tussen ouders en niet-horende pubers kan ontstaan (regels 62-63); Van Gent wijst er daarnaast op dat de puberteitsproblemen (…) dikwijls op wat latere leeftijd ontstaan (…) en langer voortduren (regels 70-73).
1p
36 D Veel … mensen Het artikel gaat over puberteitsproblemen van doof geboren kinderen (zie regels 1-3). Die problemen ontstaan door moeilijkheden in de communicatie. Ze hebben niet geleerd hun gevoelens uit te drukken (zie regels 3-48), ze hebben vaak minder kennis opgedaan over relaties (alinea 5), de gebrekkige beheersing van de gebarentaal door de ouders kan een pijnlijk gevoel van miskenning bij dove pubers veroorzaken (alinea 6) en ouders weten vaak te weinig van de dovencultuur (alinea 8).
1p
37 D Een … verschijnsel Het artikel informeert over de kenmerken en oorzaken van de bijzondere moeilijkheden in de puberteit van doof geboren kinderen.
TEKST 5: HET GEVAAR NA DE VECHTFILM In je samenvatting moeten de volgende informatie-elementen voorkomen:
1p
38
2p
39
1p
40
2p
41
3p
42
43
Het onderwerp van Huesmanns onderzoek Het verband tussen kijken naar tv-geweld en agressiviteit in het gewone leven. of Het verband tussen kijken naar tv-geweld in de jeugd en agressiviteit in de volwassenheid. of Kijken naar tv-geweld in de jeugd en de reactie daarop bij jeugdigen en volwassenen. Het bijzondere van Huesmanns onderzoek Dr. Huesmann onderzoekt het agressieve gedrag 1. direct na het televisiekijken en 2. na 15 jaar / in de volwassenheid. Huesmanns algemene conclusie Er is een opvallende samenhang tussen als kind veel kijken naar gewelddadige televisie en agressief gedrag op volwassen leeftijd. Twee bezwaren van Groebel tegen Huesmanns onderzoek 1. Verband leggen tussen agressiviteit en tv-kijken is te simpel / een kip-of-eiprobleem. 2. Agressiviteit wordt veroorzaakt door een samenspel van factoren / Kijken naar tvgeweld leidt alleen tot agressiviteit in een bepaalde emotionele of economische sfeer. Huesmanns reactie op de geuite kritiek 1. Er is geen zekerheid over een oorzakelijk verband tussen agressiviteit en kijken naar tv-geweld. 2. Er is alleen een vergroot risico op agressiviteit in de volwassenheid als in de jeugd veel naar tv-geweld wordt gekeken. Je samenvatting mag niet meer dan 125 woorden tellen. In de opdracht staat dat je in je samenvatting alleen aandacht moet besteden aan de genoemde vijf onderdelen. Let daarop, want je overschrijdt hier snel het maximumaantal woorden. Zowel informatie-element 38 als 39, het onderwerp en het bijzondere van Huesmanns onderzoek, haal je uit alinea 2. Het bijzondere is dat Huesmann het agressieve gedrag in twee ver uit elkaar liggende perioden onderzoekt: in de jeugd en vijftien jaar later, ofwel in de volwassenheid. Dat moet duidelijk in je samenvatting staan. Het is bijvoorbeeld minder goed als je alleen hebt: ‘Huesmann onderzoekt het agressieve gedrag op twee momenten’. Het tekstgedeelte van de alinea’s 3-6 beschrijft de opzet van het onderzoek en de uitkomst ervan. Dit hele gedeelte moet je niet samenvatten. Informatie-element 40, Huesmanns conclusie, vind je in alinea 8. Informatie-element 41 betreft de twee bezwaren die Groebel heeft tegen Huesmanns onderzoek. Het eerste bezwaar vind je in alinea 9, het tweede in alinea 10. Ten slotte vind je Huesmanns reactie op deze bezwaren, informatie-element 42, in alinea 11. Zijn reactie bestaat uit twee onderdelen: er is geen zekerheid, en er is alleen een vergroot risico. Die twee punten moet je allebei in je samenvatting noemen.
Misschien is deze tekst niet moeilijk of ingewikkeld, maar je komt in een samenvatting ervan toch gauw over de 125 woorden. Formuleer daarom zo bondig mogelijk: laat alles weg wat je maar even kunt missen. Twee voorbeelden. Informatie-element 39 kun je zo onder woorden brengen: ‘Het bijzondere van zijn onderzoek in vergelijking met soortgelijk onderzoek van anderen, is dat hij het agressieve gedrag in twee ver uiteenliggende perioden onderzocht.’ Maar je kunt het ook zo zeggen: ‘Het bijzondere is dat hij het gedrag in twee uiteenliggende perioden onderzocht.’ De eerste formulering telt 24 woorden, de tweede maar 12. Informatie-element 40 kun je zo formuleren: ‘Uit de gegevens die dit heeft opgeleverd, concludeert Huesmann dat er een opvallende samenhang is tussen als kind veel kijken naar gewelddadige televisie en agressief gedrag op volwassen leeftijd.’ Maar het kan ook zo: ‘Huesmann constateert een opvallende samenhang tussen als kind veel gewelddadige televisie zien en agressief gedrag op volwassen leeftijd.’ De eerste zin telt 29 woorden, de tweede maar 18. Een goede samenvatting begint met de titel. Een voorbeeld van een goede samenvatting: Het gevaar na de vechtfilm Dr. Huesmann heeft het verband onderzocht tussen kijken naar tv-geweld in de jeugd en agressiviteit in de volwassenheid. Het bijzondere is dat hij het gedrag in twee uiteenliggende perioden onderzocht: direct na het televisiekijken en vijftien jaar later. Huesmann constateert een opvallende samenhang tussen als kind veel gewelddadige televisie zien en agressief gedrag op volwassen leeftijd. Maar dr. Groebel vindt het verband tussen agressiviteit en tv-kijken een kip-of-eiprobleem. Bovendien meent hij dat kijken naar tv-geweld alleen tot agressiviteit leidt in een bepaalde emotionele of economische sfeer. Huesmanns reactie op deze kritiek: er is geen zekerheid over een oorzakelijk verband tussen agressiviteit en kijken naar tv-geweld. Maar kinderen die veel naar tv-geweld kijken, blijken wel een vergroot risico te lopen agressieve volwassenen te worden.