INHOUDSOPGAVE
Toelichting op het jaarverslag
3
Raad van Toezicht
4
Voorwoord
5
Organisatie
6
Onderwijs & Kwaliteitszorg
8
Personeel & Organisatie
10
Huisvesting & Facilitair
11
Informatie- en communicatietechnologie
15
Marketing & Communicatie
16
Planning & Control
17
Jaarrekening
23
Bijlagen
59
2
Toelichting op het jaarverslag
3
Raad van Toezicht Wij bieden u hierbij het jaarverslag van 2012 aan van Onderwijsgroep Noord. De jaarrekening is vastgesteld door het College van Bestuur en gecontroleerd door KPMG Accountants N.V. Na vaststelling door het College van Bestuur en advies van de auditcommissie hebben wij op grond van de controleverklaring het besluit van het College van Bestuur goedgekeurd. Begin 2012 bestond de Raad van Toezicht uit vier personen. In 2012 werd de Raad van Toezicht uitgebreid met een nieuw lid dat zich inmiddels om persoonlijke redenen weer heeft teruggetrokken. Met inachtneming van het van toepassing zijnde voordrachtsrecht van de vier medezeggenschapspartijen binnen Onderwijsgroep Noord is de procedure om in de vacature te voorzien, gestart. In 2012 heeft de Raad van Toezicht vier keer in formele zin en drie keer in informele zin (op vestigingen) vergaderd. In informele zin heeft de Raad van Toezicht in aanwezigheid van het College van Bestuur drie keer met directeuren en vertegenwoordigers van de medezeggenschapsorganen gesproken. Doel van deze gesprekken is ‘enige voeling’ te hebben met het binnenste van de organisatie. De auditcommissie is in aanwezigheid van het College van Bestuur twee keer bijeen geweest. De belangrijkste onderwerpen waren de jaarrekening 2011, de begroting 2013 en de ontwikkelingen van de financiële situatie. Het blijft van belang om alert in te spelen op maatschappelijke en politiek gestuurde ontwikkelingen in het onderwijsveld. Omdat Onderwijsgroep Noord een complexe organisatie is met vier stichtingen, twee cao’s en een aantal interne uitdagingen, vraagt dit grote creativiteit en scherpe beleidskeuzes. Hierover zijn de Raad van Toezicht en het College van Bestuur intensief in gesprek geweest. Door hard te zijn op de inhoud, maar zacht op de relatie hebben de gesprekken in een prettig en constructief overlegklimaat plaatsgevonden. De kwaliteit van het onderwijs had een prominente plek op de agenda van het College van Bestuur. Over de wijze waarop de kwaliteit binnen Onderwijsgroep Noord wordt vormgegeven heeft de Raad van Toezicht zich uitvoerig laten informeren. De Raad heeft kennisgenomen van het feit dat van de ongeveer 150 onderwijssoorten op de 24 vestigingen er drie zwak zijn en heeft hierover periodiek overleg met het College van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft zich geëvalueerd aan de hand van een daarvoor bestemd instrument. Het betrof een eerste evaluatie van de gezamenlijke Raad van Toezicht en het College van Bestuur over de Raad van Toezicht als geheel. Bij de volgende evaluatie gaat het om de evaluatie van individuele leden van de Raad van Toezicht. Ook heeft de (remuneratiecommissie van de) Raad van Toezicht, in haar rol als werkgever van het College van Bestuur, in het najaar HRM-gesprekken gevoerd met de leden van het College van Bestuur. Daarnaast heeft de remuneratiecommissie met het College van Bestuur gesproken over de taakverdeling binnen het College van Bestuur. De taakverdeling is efficiënter geworden en daardoor zijn verantwoordelijkheden duidelijker belegd. Groningen, 21 juni 2013 Namens de Raad van Toezicht, Erik Kuik, voorzitter.
4
VOORWOORD Ons jaarverslag van 2011 sloten wij af met het vertrouwen dat onze gebundelde kracht, capaciteit, creativiteit en visie binnen onze onderwijsinstelling het in 2012 mogelijk maakt om de ambities van onze leerlingen te realiseren. Dat vertrouwen hebben wij onverminderd, ook al moesten we - en dat is in 2012 niet anders dan in 2011- onze ambities met minder middelen realiseren. En dat stelde nog hogere eisen aan ons allen. Gering geïndexeerde bekostiging vanuit het Rijk en stijgende sociale lasten en pensioenpremies hebben we kunnen opvangen. Hoogwaardig onderwijs organiseren en verzorgen is wat onze collega’s onverkort en succesvol uitvoerden. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk. Het resultaat van hun inspanningen is dat van de vele onderwijssoorten op de vestigingen er slechts heel weinig de kwalificatie zwak dragen. Ondanks het feit dat de demografische krimp her en der voelbaar en zichtbaar wordt, bleven wij van de gevolgen daarvan in 2012 verschoond. Dat neemt niet weg dat wij ons blijven inspannen op de verdere verbetering van de positionering van onze vestigingen. Onderwijsgroep Noord is een organisatie met vele onderwijssoorten. In het verslag van 2011 spraken wij over de invoering van de netwerkorganisatie door middel waarvan onze directeuren meer en meer participeren in de totstandkoming van het beleid binnen het geheel van Onderwijsgroep Noord. Daarnaast wordt de besturingsfilosofie herijkt. Immers, omdat de organisatie Onderwijsgroep Noord omvangrijk en complex is, moet de vraag ‘hoe en wat willen wij zijn als onderwijsinstelling’ opnieuw worden beantwoord. Juist als de uitdagingen om te excelleren groot zijn en de marktomstandigheden niet meewerken, wordt een beroep gedaan op het ondernemerschap en de expertise van onze scholen. Met de gebundelde kracht van de stichtingen binnen Onderwijsgroep Noord zien wij nog steeds heel veel nieuwe kansen voor onze organisatie. Onderwijsgroep Noord is, als we de goede onderwijsresultaten bezien, met het Dollard College, AOC Terra en rsg de Borgen een beeldbepalende onderwijsorganisatie in de noordelijke regio van Nederland. Wij kijken terug op een spannend jaar waarin onderwijskundig, financieel en organisatorisch veel is gepresteerd. Het resultaat van enig jaar is natuurlijk geen eindresultaat, ook het volgende jaar zal niet minder uitdagend zijn. Wij verheugen ons erop ook de uitdaging in 2013 weer tot een goed einde te brengen. Groningen, 21 juni 2013 Roel Schilt
en
Astrid Berendsen
Voorzitter College van Bestuur
Lid College van Bestuur
5
ORGANISATIE Onderwijsgroep Noord is een bestuurlijke samenwerking van AOC Terra, het Dollard College en rsg de Borgen. AOC Terra biedt opleidingen op het gebied van groen, voeding, dier, natuur & milieu in het Praktijkonderwijs, LWOO, VMBO, MBO en cursusonderwijs. Het Dollard College en rsg de Borgen zijn brede scholengemeenschappen voor Praktijkonderwijs, LWOO, VMBO, HAVO, Atheneum, Gymnasium en Technasium. AOC Terra en het Dollard College nemen samen met het Noorderpoort deel in de Campus Winschoten. Naast het bijbrengen van brede vaardigheden kenmerkt dit onderwijs zich evenzeer door de zorg voor een goede doorstroom. Bovenal streeft Onderwijsgroep Noord naar een zorgzame en veilige omgeving waarin persoonlijk talent tot ontwikkeling komt. Binnen Onderwijsgroep Noord werken zo’n 1400 medewerkers op 24 vestigingen in Groningen, Friesland en Drenthe. Het College van Bestuur en het bestuursbureau zijn gevestigd in de stad Groningen. Door middel van een personele unie bestaan de Colleges van Bestuur van Onderwijsgroep Noord, AOC Terra, het Dollard College en rsg de Borgen uit dezelfde personen. Onderwijsgroep Noord levert beleidsvoorbereidende en ondersteunende diensten aan alle hierboven genoemde instellingen en ondernemingen.
Naast de managementteams per stichting is er een breed managementteam, dat bestaat uit het College van Bestuur, directeuren en coördinerend bestuursadviseurs en wordt voorgezeten door het College van Bestuur. Dit brede managementteam komt een paar keer per jaar bijeen voor stichting overstijgende zaken. Daarnaast zijn er netwerkgroepen ingesteld – bestaande uit directeuren en bestuursadviseurs - op overkoepelende en strategische beleidsthema’s. Governance Bestuurlijke autonomie gaat hand in hand met verantwoording afleggen en toezicht houden. Instellingen moeten daarom voldoen aan de eisen van goed bestuur, intern toezicht en verantwoording. Het interne toezicht wordt bij Onderwijsgroep Noord uitgeoefend door de Raad van Toezicht. Naarmate de instellingen hun ‘corporate governance’ beter in orde 6
hebben, kan het toezicht vanuit de rijksoverheid worden beperkt, zonder ooit geheel te verdwijnen. Er moet sprake zijn van een goede balans tussen intern toezicht, bestuur, verantwoording en extern toezicht. In de statuten van Onderwijsgroep Noord is rekening gehouden met de bepalingen van de ‘Governance Code BVE‘. In verband hiermee zijn tevens reglementen opgesteld voor de Raad van Toezicht en het College van Bestuur. Deze reglementen zijn door de Raad van Toezicht vastgesteld. Daarnaast is een regeling voor het omgaan met een vermoeden van een misstand (klokkenluiderregeling) vastgesteld.
7
ONDERWIJS & KWALITEITSZORG In 2012 hebben wij een vervolg gegeven aan het kwaliteitszorgproject van heel Onderwijsgroep Noord. De belangrijkste doelen van het project in 2012 waren het verder ontwikkelen en invoeren van de kwaliteitsaspecten, het verder ontwikkelen van het managementinformatiesysteem, het ondersteunen van de scholen bij hun deelname aan Schoolkompas en het houden van audits. Handboek kwaliteitszorg en kwaliteitsaspecten Het handboek kwaliteitszorg begint steeds meer vorm en inhoud te krijgen. De meeste kwaliteitsaspecten in het handboek zijn inmiddels uitgewerkt in procedurebeschrijvingen, instrumenten en normen. Dit is samen met de kwaliteitscoördinatoren van de vestigingen gedaan. De beoogde communicatie over en beschikbaarstelling van het handboek en de kwaliteitsaspecten is onder andere gerealiseerd door plaatsing op de portal van Onderwijsgroep Noord. Het beschikbaar hebben van de uitgeschreven kwaliteitsaspecten is natuurlijk nog geen garantie dat ze actief worden uitgevoerd in de praktijk van onze scholen. Om dat te bereiken hebben we, ook in 2012, actief de kwaliteitsaspecten op de relevante momenten onder de aandacht gebracht van de vestigingen en hun directeuren. De kwaliteitszorgcoördinatoren op de vestigingen vervullen hierin een belangrijke rol. Op deze wijze hebben we de cultuur van het werken en borgen van kwaliteitszorg ook in het afgelopen jaar weer versterkt. In 2012 was er vanuit de scholen de specifieke vraag naar instrumenten om de rendementen in het voortgezet onderwijs te kunnen bekijken en berekenen conform de werkwijze van de inspectie. Dat is nodig voor een goede PDCA-cyclus (plan-do-check-act) ten aanzien van de rendementen in het onderwijs. Daarvoor is een workshop rendementen gegeven aan kwaliteitscoördinatoren en directeuren. Daarnaast heeft de afdeling Deelnemersadministratie een excel-overzicht ontwikkeld. Met dit overzicht kan van jaar tot jaar gevolgd worden hoe de schoolloopbaan van een leerling eruit ziet, met overgang, zittenblijven en op- en afstroom naar een ander niveau. Zo kan geanalyseerd worden waar de sterke en zwakke punten in de school zitten en kunnen bijvoorbeeld verbanden worden gelegd met het instroomadvies van de basisschool. Dit overzicht zal jaarlijks na de teldatum van 1 oktober gemaakt worden en is nu onderdeel van het kwaliteitszorgsysteem. Managementinformatiesysteem De behoefte om te sturen op betrouwbare en makkelijk toegankelijke informatie groeit; bovengenoemd schoolloopbaanoverzicht is daar een voorbeeld van. In de jaarlijkse kaderbrief van het College van Bestuur is gesteld dat het managementinformatiesysteem van Onderwijsgroep Noord verder moet worden uitgebouwd om beter te kunnen sturen op, onder andere, de onderwijskundige rendementen. Wij hebben eind 2012 de mogelijkheden verkend van managementinformatiesystemen op basis van de leerlingadministratiepakketten SOM (voor het Dollard College en rsg de Borgen) en Magister (voor AOC Terra). In 2013 hopen wij over de invoering van nieuwe deelsystemen een besluit te nemen. Wij streven één samenhangend managementinformatiesysteem na, waarin financiële, personele en onderwijsgerichte indicatoren worden opgenomen. De doorontwikkeling van de managementinformatiesystemen gericht op het onderwijs sluiten aan bij de ontwikkelingen op het gebied van opbrengstgericht werken. Schoolkompas Schoolkompas (www.schoolkompas.nl) helpt leerlingen van groep 8 en hun ouders bij het maken van de belangrijke keuze voor een school voor voortgezet onderwijs. Schoolkompas biedt de mogelijkheid een drietal vestigingen van verschillende scholen te vergelijken op 16 onderwerpen, waaronder tevredenheid leerlingen en ouders, veiligheid, medezeggenschap, groepsgrootte, leerwinst, examenresultaten en oordeel inspectie. Het merendeel van deze gegevens wordt vanuit de website Vensters voor Verantwoording gegenereerd. 8
Vestigingen hebben de mogelijkheid deze informatie van detaillering en toelichting te voorzien. In november 2012 werd Schoolkompas landelijk gelanceerd. Alle scholen voor voortgezet onderwijs van Onderwijsgroep Noord hebben hun schoolkompas eind december ingevuld, ruim voor de open dagen van januari 2013. Audits Voor de zomervakantie 2012 is het handboek audits voortgezet onderwijs opgeleverd; dit instrument is klaar. Alle scholen voor voortgezet onderwijs van Onderwijsgroep Noord, inclusief het praktijkonderwijs, hebben inmiddels een audit gehad en aan een audit bij een collega-vestiging meegedaan. In 2012 is ook de auditsystematiek voor mbo-audits ontwikkeld, in samenwerking met de 4Groen-partners (AOC de Groene Welle, Nordwin en AOC Oost). Er zijn pilot-audits gehouden bij twee mbo-vestigingen van AOC Terra. In de eerste helft van 2013 vinden er audits plaats bij de andere mbo-vestigingen. Bij iedere mbo-audit wordt de verplichte externe auditor geleverd door één van de 4Groen-partners. De audits maken deel uit van de kwaliteitszorgcyclus van Onderwijsgroep Noord waarbij elke vestiging tenminste één keer in de vier jaar wordt geaudit; de uitkomsten worden onder meer in de vestigingsjaarplannen meegenomen.
9
PERSONEEL & ORGANISATIE Professionalisering In het strategisch beleidsplan 2010-2014 wordt aangegeven hoe wij als goed werkgever willen functioneren. Professionaliteit van onze medewerkers en een professioneel functionerend bestuursbureau staat daarbij hoog in ons vaandel. Om die professionaliteit blijvend te garanderen, is onder meer de Onderwijsgroep Noord academie opgericht. Daarnaast zijn we constant in gesprek over hoe de dienstverlening optimaal aansluit bij de verschillende vestigingen. Met het oog op deze gewenste professionaliteit is binnen Onderwijsgroep Noord is een netwerkgroep professionalisering actief. De netwerkgroep formuleert de visie van Onderwijsgroep Noord op professionalisering. Kernbegrippen en uitgangspunten met betrekking tot professionalisering zijn: 1. wij zijn een onderwijsorganisatie: voor ons staat het leren centraal. Het leren in onze organisatie vindt plaats in parallelle processen: van College van Bestuur tot aan onze leerlingen toe (al zijn er uiteraard verschillen). Professionaliseren is daarmee van essentieel belang voor iedere medewerker binnen Onderwijsgroep Noord; 2. het is onze overtuiging en ons uitgangspunt dat alle organismen (mensen én organisaties) een blijvende intrinsieke wens in zich dragen om zich te ontwikkelen en te groeien; 3. wij willen in onze organisatie ruimte bieden voor diversiteit in het leren en ontwikkelen van medewerkers (zoals we dat ook voor leerlingen willen bieden). Onderwijsgroep Noord biedt daarvoor kansen én geeft daarbij de ontwikkelrichting aan; 4. wij zetten in op de professionalisering van alle medewerkers in onze organisatie om bij hen (en via hen bij onze leerlingen) ‘eruit te halen wat erin zit’. We willen bij iedereen het aanwezige potentieel maximaal realiseren; 5. wij zien professionalisering als een proces waarin we soms individueel-, soms samen-, mét elkaar- en ván elkaar leren; 6. we gaan ervan uit dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen leerproces. Gezondheidsmanagement Gezondheidsmanagement is een strategisch thema binnen Onderwijsgroep Noord. Verzuim is voor elke werkgever een belangrijke factor, zowel de persoonlijke kant van het verhaal als de financiële. Het ziekteverzuimpercentage is daarbij een belangrijk meetinstrument. Het streefpercentage van maximaal 5% is gehaald. Ziekteverzuimpercentage
2011
2012
ZV 1% ZV 2% ZMF
2,53 2,53 1,06
3,64 3,64 0,92
Bij de ziekteverzuimgegevens onderscheidden we een aantal categorieën: - ZV1%: ziekteverzuimpercentage 1. Het aantal gewogen kalenderdagen ziekteverlof van het reguliere personeel, gedeeld door de gemiddelde personeelssterkte en gedeeld door het aantal kalenderdagen van de rapportageperiode, maal 100% - ZV2%: ziekteverzuimpercentage 2. Idem als ZV1%, exclusief ziektegevallen die langer dan een jaar geduurd hebben. - ZMF: ziekmeldingsfrequentie. Aantal ziektegevallen in de rapportage per 100 personeelsleden Het ziekteverzuim van Onderwijsgroep Noord is in 2012 licht gestegen ten opzichte van 2011. De coördinerend bestuursadviseurs zetten adequate interventies in om het ziekteverzuimpercentage daar waar mogelijk terug te dringen en/of te voorkomen. In 2012 is
10
op verzoek van het College van Bestuur, een plan van aanpak geschreven om het ziekteverzuim terug te dringen. In het plan van aanpak is geformuleerd hoe om te gaan met: - Ziekmeldingen - Sociaal medisch overleg - Beïnvloedbaar verzuim - Vervanging - Inzet middelen preventieve interventies Het plan van aanpak Onderwijsgroep Noord is onderdeel van een nieuwe notitie ziekteverzuim Onderwijsgroep Noord-breed. Duurzame inzetbaarheid Het duurzaam borgen van de kwaliteit van onderwijs en onderwijzend en ondersteunend personeel is een belangrijk actiepunt. Duurzame inzetbaarheid richt zich op een goede balans tussen verschillende factoren. Hierbij kan gedacht worden aan een goed werkklimaat, ruimte voor professionele autonomie een stijl van leidinggeven die ondersteunend en stimulerend werkt. Op verschillende manieren is hier afgelopen jaar aandacht aan besteed, door onder meer individuele ondersteuning en acties, leren en opleidingsinitiatieven. Voor de komende jaren zal ingezet worden op een samenhangend beleid rondom dit thema.
11
HUISVESTING & FACILITAIR Arbo & Veiligheidsbeleid Als school willen we leerlingen en medewerkers een veilige omgeving bieden, zowel vanuit sociaal als fysiek oogpunt. Veiligheid is voor ons onder andere een voorwaarde voor persoonlijke groei. Daarom hebben we in 2011 de basis gelegd in de notitie arbo- & veiligheidsbeleid Onderwijsgroep Noord om de veiligheid en veiligheidsbewustzijn binnen onze instellingen te vergroten. In aansluiting op de notitie hebben de vestigingen in 2012 de uitgangspunten vertaald naar de eigen specifieke situatie en vastgelegd in hun schoolveiligheidsplan. Zo verantwoordt de vestiging jaarlijks hoe zij haar schoolveiligheid organiseert, evalueert, verbetert en borgt. Vanaf augustus 2012 is voor alle scholen de incidentenregistratie een wettelijke verplichting. Trends uit deze registratie kunnen het jaar daarop in het schoolveiligheidsplan worden gebruikt om bijstellingen te doen. Het merendeel van de vestigingen had voor de wettelijke verplichting een incidentenregistratie op papier. In 2013 zal worden onderzocht of dit eenvoudig kan worden gedigitaliseerd. Crisismanagement Door een tragische gebeurtenis op één van onze vestigingen eind 2012 staat als onderdeel van sociale veiligheid het onderwerp pesten extra in de belangstelling. Het College van Bestuur heeft opdracht gegeven tot een onafhankelijk onderzoek: waren er signalen in relatie tot pesten en zo ja, wat heeft de school hiermee gedaan? Hoewel alle zaken rondom deze gebeurtenis goed zijn verlopen, is er behoefte aan meer beleid op het gebied van crisismanagement. De afdelingen Marketing & Communicatie en Huisvesting & Facilitair nemen hiertoe het voortouw. Schoolveiligheidsplan Om de scholen op weg te helpen met het schrijven van het schoolveiligheidsplan is voor één van hen een volledig uitgewerkt schoolveiligheidsplan gemaakt. De scholen hebben dit als voorbeeld kunnen gebruiken. Naast borging in het schoolveiligheidsplan is schoolveiligheid toegevoegd als gespreksonderwerp in het periodieke voortgangsgesprek tussen College van Bestuur en directeur. Schoolveiligheid maakt ook onderdeel uit van het inspectiekader dat zowel door inspectie als ons periodiek wordt geaudit. Inmiddels hebben bij AOC Terra zes van de elf vestigingen een schoolveiligheidsplan, bij het Dollard College vier van de acht en bij rsg de Borgen twee van de vijf. Doelstelling is dat begin 2013 elke vestiging een schoolveiligheidsplan heeft. Inkoop In 2012 heeft de afdeling Huisvesting & Facilitair onderzoek gedaan naar de toegevoegde waarde van collectieve inkoop. Reden van dit onderzoek was de belangstelling van het managementteam naar de opbrengsten van de inkoopverbeterslag in 2005. Bij het onderzoek zijn de belangrijkste inkoopverantwoordelijken betrokken, waaronder het College van Bestuur, leden van het managementteam, stafmedewerkers en bestellers. Het onderzoek heeft zich gericht op het inkoopbeleid, inkoopproces, draagvlak onder betrokkenen bij collectieve inkoop en de feitelijk gerealiseerde besparingen. De voornaamste conclusies en aanbevelingen zijn: - collectieve inkoop heeft bij AOC Terra en Dollard College geleid tot een structurele jaarlijkse besparing op directe kosten van ongeveer € 1 miljoen; - er is nog winst te behalen op indirecte kosten door onder andere het aantal leveranciers en facturen te verminderen;
12
-
-
-
op een aantal segmenten die nog niet collectief worden ingekocht, kunnen extra besparingen worden gerealiseerd, waaronder de segmenten afvalinzameling, kleine inventaris en groot onderhoud; door meer multidisciplinair in te kopen, ontstaat er meer begrip en draagvlak voor bepaalde inkoopkeuzes. Concreet betekent dit dat in nauw overleg met de vestigingen en afdelingen van het bestuursbureau een aanbesteding wordt voorbereid en uitgevoerd; per inkoopsegment moet vooraf een communicatiestrategie worden bepaald. Effectieve communicatie leidt tot meer draagvlak; herschrijven van het inkoopbeleid en dit opnieuw onder de aandacht brengen. Gebleken is dat veelal door directiewisselingen het inkoopbeleid uit beeld raakt; langlopende leveranciersrelatie (partner in business) leidt veelal tot extra besparing, omdat men beter op elkaar is ingespeeld; per inkoopsegment moeten prestatie indicatoren worden vastgesteld zodat er een instrumentarium ontstaat om de voortgang te bewaken. Hierdoor ontstaan doelstellingen en worden resultaten inzichtelijk.
In 2013 zal de afdeling Huisvesting & Facilitair de conclusies en aanbevelingen ter hand nemen en integreren in het inkoopbeleid en -proces. Vanuit het convenant duurzaam inkopen blijft de doelstelling in beeld om in 2015 100% duurzaam in te kopen. Om dit te realiseren, wordt bij elk nieuw aanbestedingstraject deze doelstelling als specifiek aandachtspunt opgenomen. Leveranciers dienen aan te geven hoe zij een bijdrage kunnen leveren aan de duurzaamheidsdoelstelling. Zo hebben we met onze leverancier voor kantoorartikelen de afspraak gemaakt om te meten hoeveel eco-artikelen er worden besteld en wordt het aantal leveringen gereduceerd door een bestelling pas uit te leveren tot het moment waarop de vastgestelde drempelwaarde is bereikt. Het aantal logistieke handelingen en bewegingen neemt hierdoor af waardoor co²-uitstoot wordt verminderd. De leverancier speelt hierin een actieve rol. Huisvesting AOC Terra Het jaar 2012 stond voor een belangrijk deel in het teken van het financieel herstel van de organisatie. Er was sprake van een investeringsstop en het budget voor groot onderhoud van de gebouwen is meer dan gehalveerd. Gezien de staat waarin de gebouwen verkeren was dit verantwoord. Ook de nieuwbouw voor de VMBO-Groen school in Eelde is uitgesteld tot 2013. De leerlingen zijn inmiddels wel onder gebracht in een tijdelijke huisvesting op het terrein van de school. In Assen zijn als gevolg van de groei van de school zeven lokalen bijgeplaatst. Deze worden gehuurd voor een periode van vijf jaar. In Meppel bleek door de explosieve groei van de school, mede als gevolg van de invoering van het Groene Lyceum, ook een uitbreiding noodzakelijk. Deze is gevonden in het gebouw van het Groene Land, een voormalig kantoorgebouw van Achmea. Door een verbouwing was een leegstaande verdieping eenvoudig in te delen in zes lokalen. Daarnaast zijn een aantal kantoren en de kantine in gebruik genomen. Voor verdere groei van de school is in het representatieve gebouw nog ruimte. rsg de Borgen Door een subsidie van 1,2 miljoen van de gemeente Grootegast heeft de vestiging Woldborg van rsg de Borgen vervangende huisvesting gekregen voor de oude noodlokalen bij de school. Van AOC Terra zijn een aantal units gekocht uit Winsum waar een overcapaciteit aan ruimte was op de locatie Onderdendamsterweg. Aan de school zijn vijf lokalen gebouwd, kantoren en sanitaire ruimten. De verbinding tussen het oude en nieuwe gedeelte is tevens een uitloop voor de kantine. Verder is de school gerenoveerd en zijn energiebesparende maatregelen getroffen. 13
Dollard College Van wege de slechte staat van het G-gebouw aan het Hommesplein in Winschoten is deze in 2012 gesloopt.
14
INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE Het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ict) in het onderwijs is sterk in opmars. Dat wordt veroorzaakt door de combinatie van een aantal factoren. Naast de algemene tendens van de toename van het gebruik van ict in de maatschappij neemt de belangstelling voor ict in het onderwijs toe. Denk daarbij aan het gebruik van digiborden en het werken in een elektronische leeromgeving (ELO). Ook het toenemende gebruik van social media door leerlingen met smartphones, het gebruik van tablets en de mogelijkheden van de digitale infrastructuur op school (wifi) spelen een belangrijke rol. Om te zorgen dat de instellingen binnen Onderwijsgroep Noord zich kunnen concentreren op het onderwijs, worden de ict-voorzieningen centraal beheerd door het ict-team van Onderwijsgroep Noord in Groningen. Ontwikkeling en Beleid Interessante uitdagingen als de ontwikkeling van één laptop of tablet per leerling, ‘Bring your own device’ en het zoveel mogelijk gebruik van ‘webbased’ programmatuur vragen om beleid, visie en leiderschap. Hiervoor is een netwerkoverleg onderwijs en ict opgericht. In dit netwerkoverleg participeren onderwijsdirecteuren en ict-adviseurs om het beleid voor te bereiden. Het netwerk onderwijs en ict heeft in 2012 een visie opgesteld, waar het onderwijs de verdere ict-ontwikkeling op kan baseren. Om de ict-ontwikkeling zo goed mogelijk vorm te geven wordt het ‘4-in-balans-model’ van Kennisnet gehanteerd. Hiermee willen we de toepassing van ICT in het onderwijs optimaliseren. In 2012 is de voorbereiding gestart voor de overgang naar het besturingssysteem Windows7. Dat betekent voor de programmatuur een migratie naar Windows7. Voor een deel van de programma’s wordt gekeken of er ook overgeschakeld kan worden naar een ‘webbased’ variant. In 2012 is door middel van een ‘pilotproject’ ervaring opgedaan met het gebruik van iPads. Deze pilot wordt begin 2013 geëvalueerd. Tegelijk heeft de economische crisis ook consequenties voor de ict-ontwikkeling. Zo kan de portalomgeving onvoldoende ontwikkeld worden en zijn enkele ict-investeringen uitgesteld. Infrastructuur De digitale infrastructuur wordt steeds intensiever gebruikt. Het glasvezelnetwerk en de koppeling met internet vraagt steeds meer bandbreedte, mede door het gebruik van smartphones en tablets via het wifinetwerk. Eind 2012 is een contract gesloten voor een nieuw glasvezelnetwerk met gigabitverbindingen. Dat biedt ruim voldoende capaciteit voor de komende jaren. Elektronische leeromgeving In 2012 zijn het Dollard College, AOC Terra en rsg de Borgen overgegaan naar een nieuwe elektronische leeromgeving (ELO). Bij AOC Terra is de nieuwe ELO geïntegreerd in het leerlingenadministratiesysteem Magister. Bij het Dollard College is het pakket Brainbox vervangen door itslearning. Ook rsg de Borgen werkt met het pakket itslearning.
15
MARKETING & COMMUNICATIE Identiteit De onderwijsinstellingen die samen Onderwijsgroep Noord vormen, hebben alle drie een sterke ideologie en een heldere visie op onderwijs. In 2012 hebben de onderwijsinstellingen in het kader van een (her)positionering afzonderlijk gekeken naar hun identiteit. Waar geloven ze in, hoe kijken ze naar de wereld, wat willen ze betekenen voor wie, waarin zij ze de beste, hoe willen ze werken en wanneer maken ze die beloften waar. Vervolgens is gekeken of hieruit een gezamenlijke Onderwijsgroep Noord identiteit kan worden geformuleerd. Dit is de eerste stap binnen de ontwikkeling naar meer samenhang tussen de onderwijsinstellingen en vormt ook de basis voor de besturingsfilosofie. Relatiemanagement De afdeling Marketing & Communicatie heeft samen met de netwerkgroep relatiemanagement in 2011 een zogenaamde 0-meting van het relatiemanagement gehouden onder het College van Bestuur, directeuren en bestuursadviseurs. Dit heeft in 2012 geresulteerd in een concreet overzicht van het netwerk van Onderwijsgroep Noord in al haar geledingen. ‘Wie doet het met wie’. Vervolgens is er een analyse gemaakt: welke gewenste relaties ontbreken, onderhouden de juiste personen de contacten enz. De tweede opdracht voor de netwerkgroep bleek in de praktijk moeilijk: een scholingsvoorstel maken op het gebied van relatiemanagement. Netwerken is een attitude, die de een wel en de ander niet van nature heeft. Dit betekent dat er individuele scholing / scholing op maat gegeven moet worden. Als alternatief is een inspiratiesessie met een netwerker georganiseerd tijdens een breed managementteam. Aanbesteding Dit jaar is gestart met een Europese aanbesteding voor communicatiestrategie, mediaplanning en –inkoop en vormgeving. Wij zoeken naar één partner die het totaalpakket moet kunnen bieden: strategisch advies, art (vormgeving, fotografie, video), copy, online, mediaplanning en –inkoop. Hiervoor hebben acht bureaus ingeschreven. De commissie, bestaande uit drie marketing en communicatiemedewerkers en een vestigingsdirecteur hebben de inschrijvingen beoordeeld. Op basis van de score gaan vier bureaus door naar de pitch in februari 2013. Eind maart 2013 moet de opdracht zijn gegund. Portal Via de portal kan de interne communicatie worden verbeterd. Uiteraard binnen de vestigingen, maar ook vanuit het College van Bestuur en het bestuursbureau naar de medewerkers op de vestigingen. Onderwijsgroep Noord zet de portalomgeving steeds meer in voor de informatievoorziening naar medewerkers en leerlingen, ouders/verzorgers. Door de noodzakelijke bezuinigingen is het niet mogelijk om alle wensen vanuit de vestigingen en de afdelingen van het bestuursbureau te honoreren. Wel is in 2012 is een start gemaakt met de ontwikkeling van twee functionaliteiten: teamsites en een ‘wie is wie’ applicatie. Via teamsites is het mogelijk om met collega’s van verschillende vestigingen en instellingen samen te werken. Ook is er veel aandacht besteed aan het beheer, zowel technisch als inhoudelijk. De portalbeheerders van de vestigingen en afdelingen zijn geschoold, met name op het gebied van plaatsen van informatie.
16
PLANNING & CONTROL JAARREKENING Resultaat Consolidatie Onderwijsgroep Noord heeft deelnemingen in de Stichting AOC Terra, Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen. Resultaat Onderwijsgroep Noord heeft het jaar 2012 afgesloten met een positief resultaat van € 1,1 miljoen (2011: negatief € 3,7 miljoen). Het resultaat is als volgt verdeeld:
Onttrekking/Toevoeging aan de Algemene Reserve Toevoeging aan de Bestemmingsfondsen (publiek) Onttrekking aan de Bestemmingsfondsen (privaat) Onttrekking aan de Herwaarderingsreserve Exploitatieresultaat
2012
2011
1.089.291 11.951 -19.421 -3.560 ─────── 1.078.261
- 3.508.564 - 146.708 0 0 ─────── - 3.655.272
Bij alle vier de instellingen was voor 2012 een verlies begroot. Alleen bij AOC Terra is het jaar 2012 met een negatief resultaat afgesloten. Dit negatieve resultaat is echter gunstiger dan begroot. Geconsolideerd De totale baten zijn € 6,7 miljoen hoger dan in 2011. Deze toename van de baten is het gevolg van een toename van de rijksbijdragen met € 5,3 miljoen, een toename van de overige overheidsbijdragen en –subsidies van € 0,9 miljoen, een toename van de overige baten van € 0,7 miljoen en een daling van de baten werk in opdracht van derden met € 0,2 miljoen. De personeelslasten zijn ten opzichte van 2011 gestegen met € 1,1 miljoen. De stijging wordt veroorzaakt door een toename van het aantal personeelsleden en een stijging van de sociale lasten en de pensioenpremies. Er is slechts in geringe mate sprake van inhuur van uitzendpersoneel, maar wel in toenemende mate van het inhuren van externe dienstverleners. Daarvan heeft een deel betrekking op de vervanging wegens ziekte. De stijging van de afschrijvingslasten ten opzichte van 2011 met bijna € 0,2 miljoen betreft de afschrijving op gebouwen als gevolg van nieuwbouw en verbouw bij AOC Terra. De huisvestingslasten zijn ten opzichte van 2011 gestegen met € 0,6 miljoen. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere kosten voor onderhoud. De kosten van de verbouw en uitbreiding van de vestiging Woldborg in Grootegast zijn hier verantwoord. Er staat echter een bijdrage van de Gemeente Grootegast tegenover. In de jaarrekening zijn de afzonderlijke posten toegelicht. Enkelvoudig Als we het resultaat van de deelnemingen buiten beschouwing laten dan is sprake van een positief resultaat van € 11.951 bij een begroting 2012 met een negatief resultaat van € 68.000. De baten zijn € 59.000 lager dan begroot. Daarbij zijn de opbrengsten uit de dienstverlening lager, maar daar tegen over staan hogere opbrengsten voor detachering en inzet op projecten en een eenmalige subsidie van de Provincie Groningen. 17
De personeelslasten zijn € 176.000 hoger dan begroot. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de stijging van de premies sociale lasten. De afschrijvingslasten zijn lager dan begroot als gevolg van het uitstellen van investeringen. De huisvestigingslasten zijn iets lager dan begroot. Dit komt door alleen het noodzakelijke onderhoud uit te laten voeren. De overige lasten zijn € 148.000 lager dan begroot als gevolg van lagere kosten voor licenties en dataverbindingen, PR activiteiten, vergaderkosten en personeelsvoorzieningen. De rentebaten komen iets hoger uit dan begroot en de rentelasten zijn conform begroting. Financiële kengetallen Op basis van de jaarrekening kunnen de volgende financiële kengetallen worden berekend:
Solvabiliteit Liquiditeit Rentabiliteit
2012
2011
0,58 0,77 1,17
0,56 0,62 - 3,96
De solvabiliteit (verhouding eigen vermogen/totaal vermogen) is iets gestegen in 2012 als gevolg van het positieve resultaat over 2012 dat ten gunste van het eigen vermogen is gebracht. Als ondergrens voor de solvabiliteit wordt de signaleringsgrens van 0,20 van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (Commissie DON) gehanteerd. Het eigen vermogen is voldoende groot om bij te sturen in het geval van veranderende omstandigheden die een nadelige invloed hebben op de exploitatie. De liquiditeit (vlottende activa/vlottende passiva) is gestegen ten opzichte van 2011 en ligt boven de, door de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (Commissie DON) gehanteerde, onderste signaleringsgrens van 0,5. Zowel de vlottende activa, voornamelijk de liquide middelen, als de vlottende passiva, door het positieve resultaat van 2012, zijn gestegen ten opzicht van 2011. De stijging van de vlottende activa is echter groter dan de stijging van de vlottende passiva. De liquiditeit kan als voldoende worden beschouwd voor de normale bedrijfsvoering maar biedt, bij een negatieve exploitatie, geen ruimte voor de uitvoering van grote investeringen. De rentabiliteit (resultaat gewone bedrijfsvoering / totale baten uit gewone bedrijfsvoering x100) is, als gevolg van het positieve resultaat van 2012, gestegen ten opzichte van 2011 en ligt tussen de, door de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (Commissie DON) gehanteerde, signaleringsgrenzen van 0 en 0,5. Begroting 2012 (enkelvoudig) De begroting 2012 heeft in het teken gestaan van bezuinigingen en ombuigingen. De oorspronkelijke begroting was sluitend, maar het College van Bestuur heeft besloten om de begroting met 4% te korten om een bijdrage te leveren aan de bezuinigingen bij de drie onderwijsinstellingen. Uiteindelijk is deze korting over 2012 11% geworden. Deze korting heeft geresulteerd in het uitstellen van investeringen, bezuinigingen op de materiële lasten en, ondanks een toename van het aantal leerlingen en daarmee van de hoeveelheid werk, inkrimping van de formatie.
18
Begroting 2013 (enkelvoudig) (x € 1.000)
Begroot 2013
Baten Overige baten Som der baten
6.383
Lasten Personele lasten Afschrijvingslasten Huisvestingslasten Overige lasten Som der lasten
4.431 564 229 1.039
Begroot 2012
6.458 6.383
Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Resultaat
6.458
4.466 754 224 955 6.263
6.399
120 -120
59 -127
0
-68
Voor 2013 is gestart met een nieuwe begrotingssystematiek. Hiermee beoogt het College van Bestuur het verbeteren van de beheersing van de organisatie en de afzonderlijke organisatieonderdelen, door het beleid en de financiën, meer dan nu het geval is, met elkaar te verbinden. De begrotingssystematiek wordt daarmee, meer dan voorheen, een strategisch instrument en gelet op de ontwikkeling van de organisatie is het noodzakelijk om deze duidelijk te positioneren. Daarbij wordt de verantwoordelijkheid voor budgetten zo laag mogelijk in de organisatie belegd. Lasten worden zoveel mogelijk aan de afdelingen toegerekend. Door meer lasten op een lager budgetniveau toe te rekenen, ontstaat een grotere transparantie en een grotere invloed en eigenaarschap van de budgethouder op de vestigingsexploitatie. De begrotingscyclus van plannen maken, begroten, uitvoeren, rapporteren en verantwoorden is gestart met de begrotingsbrief. In de begrotingsbrief staan de financiële kaders, de omgevingsfactoren en de financiële effecten daarvan, alsmede de vastgestelde strategische thema’s die vertaald worden naar budgetten. Voor nieuw beleid zijn in de begroting 2013 geen middelen beschikbaar want, evenals 2012, stond ook de begroting 2013 in het teken van de bezuinigingen. De begroting voor 2013 is sluitend waarbij de korting van 4% op de bijdrage voor de dienstverlening ook voor 2013 gehandhaafd blijft. De begroting is besproken in de vergadering van de Raad van Toezicht van december 2012. De Raad van Toezicht heeft het begrote resultaat goedgekeurd maar wil de, in de begroting opgenomen, taakstellingen uitgewerkt en geconcretiseerd hebben. De Raad van Toezicht wil daarmee meer zekerheden dat deze bezuinigingen realistisch zijn, gedragen worden en daadwerkelijk gehaald kunnen worden. Deze uitwerking leidt tot een bijgestelde begroting die in juni 2013 ter goedkeuring aan de Raad van Toezicht wordt voorgelegd. Risicoanalyse Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de interne risicobeheersing van Onderwijsgroep Noord. Deze risicobeheersing is bedoeld om het risico dat de doelstellingen 19
van de organisatie niet worden gerealiseerd, te beperken. Het is niet bedoeld om dit risico geheel uit te sluiten. Een systeem voor beheersing van risico’s kan redelijke, maar geen absolute bescherming bieden. Het belangrijkste risico is de daling van het aantal leerlingen. Het College van Bestuur en het management streven naar een teruggang die kleiner is dan de demografische ontwikkelingen in de regio, met andere woorden voor vergroting van het marktaandeel. Het streven is het leerlingenaantal de komende vier jaar zo dicht mogelijk bij het niveau van 2011 te houden. Het aantal leerlingen is in het schooljaar 2012-2013 gestegen en ook voor 20132014 wordt een toename van het aantal leerlingen verwacht. Uiteindelijk zal ook Onderwijsgroep Noord te maken krijgen met de demografische ontwikkelingen en daarmee met een daling van het aantal leerlingen. Dit risico is beheersbaar voor zover het de materiële lasten betreft. Met betrekking tot de huisvesting en de formatie is de kostenstructuur minder flexibel. Het risico van een lagere bekostiging als gevolg van bezuinigingen bij de overheid is opnieuw groter geworden. Deze bezuinigingen, in combinatie met de toenemende vraag om innovatie en vernieuwing, de toenemende vraag om verantwoordingen vanuit de overheid en de complexiteit van de wet- en regelgeving, hebben grote gevolgen voor de organisatie en dus ook voor de medewerkers. Om dit risico te beperken, wordt uitgegaan in de begrotingen en de budgetten van de nullijn in de bekostiging en wordt met een indexering geen rekening gehouden. Enige jaren geleden is een inventarisatie en analyse van de belangrijkste risico’s uitgevoerd. Dit voldoet niet meer en is te statisch om goed in te kunnen spelen op de steeds weer veranderende omgeving waarin we ons bevinden. Om deze reden is het nu niet mogelijk om het minimale weerstandvermogen, benodigd om risico’s te kunnen opvangen, te bepalen. Om beter zicht te krijgen en te houden op de risico’s en de gevolgen voor de organisatie wordt gewerkt aan een meer systematische en dynamische aanpak van het risico management. Voor 2013 heeft het College van Bestuur middelen vrijgemaakt om daartoe een eerste aanzet te geven. Treasury Het treasurybeleid maakt onderdeel uit van het financiële beleid van de Stichting Onderwijsgroep Noord en de daaraan verbonden instellingen en is op de hele groep van toepassing. Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16 september 2009, met kenmerk FEZ/CC-2009/150185, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen (Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010) en het Treasurystatuut Onderwijsgroep Noord van 10 oktober 2011. Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van alle benodigde respectievelijk overtollige liquide middelen wordt gehandeld in overeenstemming met de in deze regeling gestelde verplichtingen. De algemene doelstellingen van het treasurybeleid luiden: - het beheren van financiële geldstromen op de korte termijn met als doel op het juiste moment over de juiste hoeveelheid liquide middelen in rekening-courant te kunnen beschikken, zonder dat er sprake is van een overschot of tekort aan liquide middelen in rekening-courant. Essentieel voor het bereiken van deze doelstelling is een korte termijn liquiditeitsplanning. De korte termijn liquiditeitsplanning wordt gepland vanaf één week tot één jaar vooruit; Bij het uitzetten van overtollige gelden mogen transacties worden afgesloten met de volgende geldnemers:
20
financiële instellingen of door financiële instellingen uitgegeven papier met minimaal een A-rating, afgegeven door tenminste twee erkende rating agency’s, voor beleggings- en beleningsvormen voor een periode tot en met drie maanden. Financiële instellingen of door financiële instellingen uitgegeven papier met minimaal een AA-minus rating, afgegeven door tenminste twee erkende rating agency’s, voor beleggings- en beleningsvormen voor een periode van meer dan drie maanden. Bij het voeren van het treasurybeleid zijn de volgende treasury instrumenten toegestaan: Rekening courant Spaarrekeningen Deposito's - de solvabiliteit (verhouding Eigen Vermogen / Totaal Vermogen) dient minimaal het door de overheid voorgeschreven percentage te zijn (31-12-2012: 20%); - het minimaliseren van de kosten van leningen (kostenminimalisatie) in relatie tot de gelden kapitaalmarktrente het optimaliseren van het rendement van de overtollige liquide middelen binnen de kaders van het treasurystatuut (rentemaximalisatie); - het beheersen en bewaken van financiële risico's die aan de financiële posities en geldstromen van de instelling zijn verbonden (risicominimalisatie); Het aantrekken van alle voor de instelling benodigde middelen dient plaats te vinden op basis van een actuele prognose van de financieringsbehoefte en een actuele rentevisie. Bij het aantrekken van langlopende geldleningen worden offertes gevraagd bij minimaal twee partijen. Bovenstaande is een samenvatting en geen limitatieve opsomming. Uit oogpunt van interne controle is bij het uitzetten van overtollige liquide middelen op deposito’s sprake van functiescheiding tussen de front office en back office. In 2011 is het treasurystatuut geactualiseerd en vastgesteld door het College van Bestuur. In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid uiteengezet en wordt een beschrijving gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treasuryfunctie van de instelling. Het treasurystatuut heeft tot doel sturing te geven aan de treasuryfunctie en risico's te beperken. De Treasury-commissie rapporteert twee keer per jaar aan het College van Bestuur. De rentevergoeding op spaarrekeningen is nog steeds hoger dan op fixed-deposits, waar rente op basis van Euribor wordt berekend. De tijdelijk overtollige liquide middelen zijn daarom in 2012 weer weggezet op spaarrekeningen. De rente op de spaarrekeningen is in 2012 met 0,3% gedaald ten opzichte van ultimo 2011. Ondanks deze daling van het rentepercentage zijn de rentebaten (enkelvoudig) hoger dan begroot. Voor zowel de fixeddeposits als de spaarrekeningen geldt dat er geen risico wordt gelopen over de hoofdsom. De rating van de huisbankier is afgenomen in 2012, maar voldoet voor wat betreft de korte termijn nog wel aan de ratingeisen in artikel 3.3 van de ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’. Voor uitgezet geld langer dan drie maanden is dit niet meer het geval. Onderwijsgroep Noord heeft overtollige liquide middelen op een spaarrekening staan, waarbij het hele bedrag dagelijks opvraagbaar is. De liquiditeitspositie van het Onderwijsgroep Noord (enkelvoudig) is gestegen van € 294.514 per ultimo 2011 naar € 843.890 per ultimo 2012. Financiële instrumenten Algemeen Onderwijsgroep Noord maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die Onderwijsgroep Noord blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. Onderwijsgroep Noord handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft 21
procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan Onderwijsgroep Noord verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt. Renterisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Onderwijsgroep Noord heeft derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. AOC Terra heeft bij de ABN AMRO Bank een langlopende schuld van 16,2 miljoen euro met een variabele rente die afhankelijk is van de 1-maands Euribor. Om het renterisico te beperken is voor 16,2 miljoen euroeen renteswaps afgesloten met een initiële onderliggende waarde van 16,2 miljoen euro die gedurende de looptijd minder wordt., waardoor AOC Terra over de totale lening een vast rentepercentage betaaltd. De hoofdsom van de langlopende schuld was aanvankelijk 16,2 miljoen euro maar is ultimo 2012 10,1 miljoen euro. Lening 20-jarige roll-over lening ad € 16,2 miljoen Stand van de lening per 31 december 2012 is € 10,1 miljoen De einddatum van de lening is 2 november 2025 Rente op basis van 1-maands Euribor met een opslag van 0,55 Swap 15-jarige rente swap ad € 16,2 miljoen Stand van de swap per 31 december 2011 is € 10,7 miljoen De einddatum van de swap is 1 november 2020 Vaste rente van 3,9% Het verschil tussen de lening en de swap is ontstaan door een extra aflossing op de lening in 2010. De hedge-relatie is voor een deel ineffectief als gevolg van de over-hedging die hierdoor is ontstaan. De negatieve waarde van deze ineffectiviteit wordt meegenomen als last in de exploitatie. Liquiditeitsrisico Onderwijsgroep Noord bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor Onderwijsgroep Noord steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. 22
Jaarrekening
23
Jaarrekening Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerde balans per 31 december 2012 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2012 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2012 Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening Toelichting behorende tot de geconsolideerde balans Niet in de balans opgenomen verplichtingen en vorderingen Toelichting behorende tot de geconsolideerde staat van baten en lasten Enkelvoudige jaarrekening Enkelvoudige balans per 31 december 2012 Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2012 Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de enkelvoudige jaarrekening Toelichting behorende tot de enkelvoudige balans Toelichting behorende tot de enkelvoudige staat van baten en lasten Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Bestemming van het exploitatiesaldo Gebeurtenissen na balansdatum Verbonden partijen
24
Geconsolideerde jaarrekening
25
Geconsolideerde balans per 31 december 2012 (na resultaatbestemming) 31-12-2012 €
1.2
Vaste activa Materiële vaste activa
59.422.184
Totaal vaste activa
1.4 1.5 1.7
2.1 2.2 2.3 2.4
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
31-12-2011 €
61.628.255 59.422.184
1.092.434 2.514.105 8.384.320
61.628.255
977.535 2.515.724 6.824.077
Totaal vlottende activa
11.990.859
10.317.336
Totaal activa
71.413.043
71.945.591
Eigen Vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
41.289.407 2.963.967 11.599.059 15.560.610
40.211.146 2.578.934 12.594.038 16.561.473
Totaal passiva
71.413.043
71.945.591
26
Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2012
2012 € 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
89.705.843 2.177.952 119.296 1.415.126 5.494.372
Totaal baten
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
84.423.282 1.217.664 124.281 1.583.769 4.825.219 98.912.589
69.704.644 5.988.147 7.462.947 14.116.865
Totaal lasten
Saldo baten en lasten 5
2011 €
Financiële baten en lasten Netto resultaat
27
92.174.215
68.624.902 5.803.100 6.841.830 14.102.320 97.272.603
95.372.152
1.639.986
-3.197.937
-561.725
-457.335
1.078.261
-3.655.272
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2012
2012 €
2011 €
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten Aanpassingen voor: - afschrijvingen - vrijval uit investeringssubsidies - mutaties voorzieningen
1.639.986
5.988.147 -1.052.095 385.033
-3.197.937
5.803.100 -1.047.614 -160.590 5.321.085
Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - schulden
-114.899 25.463 -1.136.401
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
-23.400 957.930 -1.681.282 -1.225.837
-746.752
5.735.234
650.207
189.556 -639.587
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
4.594.896
225.980 -681.242 -450.031
-455.262
5.285.203
194.945
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Mutatie wegens correctie Eigen Vermogen
-3.510.913 780.932 0
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-4.669.811 30.790 -27.571 -2.729.981
-4.666.592
-2.729.981
-4.666.592
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende schulden
-994.979
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
Mutatie liquide middelen
28
-992.922 -994.979
-992.922
-994.979
-992.922
1.560.243
-5.464.569
Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening Algemeen Rechtspersoon en voornaamste activiteiten Onderwijsgroep Noord is een stichting en is gevestigd aan de Hereweg 101 te Groningen. Onderwijsgroep Noord levert beleidsvoorbereidende en ondersteunende diensten aan de onderwijsinstellingen die deel uitmaken van de groep. Deze onderwijsinstellingen zijn AOC Terra (een Agrarisch Opleidingscentrum), Dollard College en rsg de Borgen (onderwijsinstellingen voor Voortgezet Onderwijs). Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en in overeenstemming met RJ640 'Organisaties zonder winststreven'. Het resultaat over het boekjaar 2012 is reeds in de balans verwerkt conform het voorstel. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Fiscale eenheid Stichting Onderwijsgroep Noord vormt een fiscale eenheid voor de omzetbelasting met Stichting AOC Terra, Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen. Grondslagen van waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Algemeen De cijfers over 2011 zijn geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met 2012 mogelijk te maken. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten waar mogelijk en voor zover niet anders vermeld. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de handelsgoederen zijn overgedragen aan de koper. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de stichting. Alle financiële informatie is afgerond op hele euro's. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Stelselwijzigingen Teneinde een reëler beeld te verkrijgen van de financiële ratio’s zijn met ingang van het verslagjaar 2012 de vooruit ontvangen investeringssubsidies opgenomen bij de materiële vaste activa in plaats van bij de kortlopende schulden. De vergelijkende cijfers van 2011 zijn overeenkomstig aangepast. De invloed van deze wijziging in de waarderingsgrondslag op het vermogen en het resultaat is nihil. Consolidatie De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van de organisatie en haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend dan wel waarover de centrale leiding bestaat. Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin de organisatie een meerderheidsbelang heeft, of waarin op een andere wijze een beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Bij de bepaling of beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend, worden financiële instrumenten die potentiële stemrechten bevatten en direct kunnen worden uitgeoefend.
29
Onderwijsgroep Noord heeft deelnemingen in de Stichting AOC Terra, Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen. De in de consolidatie betrokken jaarcijfers van Stichting AOC Terra, Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen zijn opgesteld in overeenstemming met RJ660 'Onderwijsinstellingen'. Het hanteren van deze grondslagen heeft geen gevolgen voor de waardering van de balans en de staat van baten en lasten. Nieuw verworven deelnemingen worden in de consolidatie betrokken vanaf het tijdstip waarop beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip van beëindiging van deze invloed. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd, evenals de binnen de groep gemaakte winsten. De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd, waarbij het minderheidsbelang van derden afzonderlijk tot uitdrukking is gebracht. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen, langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen, waaronder derivaten. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Deze derivaten worden door de instelling niet gesepareerd van het basiscontract en derhalve in overeenstemming met het basiscontract verwerkt. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde-veranderingen in de staat van baten en lasten maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Vorderingen Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor vorderingen. Geldmiddelen De geldmiddelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen. Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) De eerste waardering voor afgeleide financiële instrumenten is de reële waarde. Na eerste waardering worden afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij hedge accounting onder het kostprijshedgemodel wordt toegepast. AOC Terra maakt gebruik van renteswaps om de renterisico’s af te dekken die voortvloeien uit de afgesloten leningen. Doordat kostprijs hedge accounting wordt toegepast en het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van een toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte toekomstige transactie leidt tot verantwoording in de winst-en-verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies in de winst-enverliesrekening verwerkt. Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, dient de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst-en-verliesrekening was verwerkt, als overlopende post in de balans opgenomen te worden, totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening. Indien afgeleide instrumenten niet langer voldoen aan de voorwaarden voor hedge accounting, maar het financiële instrument niet wordt verkocht, wordt ook de hedge accounting beëindigd. Dan dient het financiële instrument tegen kostprijs of lagere marktwaarde te worden verwerkt. AOC Terra documenteert de hedgerelaties in hedgedocumentatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedgerelaties door vast te stellen dat er geen sprake is van overhedges. Een verlies als gevolg van een overhedge wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Materiële vaste activa De materiële activa worden opgenomen voor de verkrijgings- of vervaardigingsprijs c.q. taxatiewaarde bij herwaardering verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Activeren vindt plaats voor investeringen met een verkrijgings- of vervaardigingsprijs vanaf € 500. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op terreinen en op materiële vaste activa in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. Deze levensduur wordt voor de onderscheiden activa gesteld op: Gebouwen 30 jaar Semi-permanente gebouwen en verbouwingen/renovatie 10 jaar Apparatuur, machines en installaties 4-10 jaar Schoolmeubilair 15 jaar Kantoormeubilair 10 jaar Hard- en software 3 jaar Voor een deel van de in gebruik zijnde gebouwen berust het economisch eigendom bij de gemeenten. Deze gebouwen zijn om deze reden niet geactiveerd. Investeringssubsidies welke betrekking hebben op de materiële vaste activa worden, met ingang van verslagjaar 2012, in mindering gebracht op de materiële vaste activa (vooruitontvangen investeringssubsidies). De vergelijkende cijfers van 2011 zijn overeenkomstig aangepast.
30
Voorraden De voorraden betreffen de lesboeken die aan de leerlingen worden verhuurd en zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten, zoals invoerrechten, transportkosten en andere kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de verwerving van voorraden. Handelskortingen, rabatten en soortgelijke (te) ontvangen vergoedingen met betrekking tot de inkoop worden in mindering gebracht op de verkrijgingsprijs. Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardeverminderingen. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Vorderingen De vorderingen zijn opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. (nominale waarde is oude term en mag niet meer bij de vorderingen genoemd worden). De vorderingen op het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen betreffen vorderingen met betrekking tot de periode van declaratiebekostiging. Deze vorderingen worden verrekend indien AOC Terra, Dollard College of rsg de Borgen ophouden te bestaan. Dit betreft een in de praktijk niet invorderbare vordering, tenzij op een moment daadwerkelijk de school wordt opgeheven. Om die reden is in 2007 besloten de vordering op de ministeries af te boeken en op te nemen als een niet in de balans opgenomen activa. Voor een deel van de vorderingen op leerlingen en deelnemers is sprake van onzekerheid over de inbaarheid vanwege het vrijwillige karakter. Daarvoor is op balansdatum een voorziening wegens oninbaarheid gevormd. Eigen vermogen Omdat het vermogen van Onderwijsgroep Noord indirect ontstaat uit de publieke middelen van de drie onderwijsinstellingen binnen de groep, heeft het College van Bestuur van Onderwijsgroep Noord en de drie onderwijsinstellingen gemeend hiervoor een bestemmingsfonds publieke onderwijsgelden te moeten instellen waarmee zichtbaar wordt gemaakt dat dit vermogen niet aan de publieke middelen wordt onttrokken. Voorzieningen De personele voorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden en voorziening ambtsjubilea. De voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen. Bij het berekenen van de contante waarde wordt een rentepercentage van 1,539% gehanteerd. Dit is het tarief van de 10-jaars kapitaalmarktrente voor Nederland per ultimo 2012. De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening. Er is geen sprake van een onderhoudsvoorziening. De kosten van periodiek onderhoud worden als periodelasten genomen in de exploitatie. Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, waarbij een verschil tussen de geamortiseerde kostprijs en het aflossingsbedrag op basis van de effectieve-rentemethode in de winst- en verliesrekening wordt opgenomen over de looptijd van de leningen. Indien er geen sprake is van agio of disagio of transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde van de schuld. Bij vervroegde aflossingen wordt de in rekening gebrachte boeterente verwerkt in de winst- en verliesrekening als financiële baten en lasten. Voor nagenoeg alle overige langlopende leningen zijn zakelijke zekerheidstellingen verstrekt. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden. De kortlopende schulden zijn, tenzij anders is aangegeven, opeisbaar binnen één jaar. Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Resultaatbepaling In de staat van baten en lasten worden verantwoord, met inachtneming van de eerder genoemde waarderingsgrondslagen, de baten en lasten welke aan het boekjaar toegerekend moeten worden. Lasten worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Dit met uitzondering van de bijdragen van leerlingen en cursisten, welke worden verantwoord in het jaar waarin het schooljaar, respectievelijk de cursus, een aanvang neemt. Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Personeelslasten Onder personeelslasten is begrepen de in het boekjaar verschuldigde salarissen, sociale lasten, pensioenpremies, inleenkrachten en overige personeelskosten verminderd met de ontvangen uitkeringen van sociale fondsen.
31
Tot 2012 werd onder de pensioenpremies de totaal verschuldigde afdracht verantwoord. Met ingang van het verslagjaar 2012 wordt hier uitsluitend het werkgeversaandeel in de pensioenpremies verantwoord. Dit leidt in de presentatie tot een verschuiving van de 'Pensioenpremies' naar 'Bruto lonen en salarissen'. De vergelijkende cijfers over 2011 zijn dienovereenkomst aangepast. Pensioenen Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
32
Toelichting behorende tot de geconsolideerde balans
1.2
Materiële vaste activa
Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
1 januari 2012
afschrijvingen
1 januari 2012
2012
2012
2012
31 december 2012
afschrijvingen
31 december 2012
en waarde-
en waarde-
verminderingen
verminderingen
1 januari 2012
€ 1.2.1 1.2.2 1.2.4
1.2.5
1.2.6
Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur In uitvoering en vooruitbetalingen Niet aan het proces dienstbare materiële vaste activa
€
31 december 2012
€
€
€
€
€
€
€
87.876.373
20.824.079
67.052.294
2.899.018
461.282
3.026.436
90.144.556
23.680.962
66.463.594
30.153.365
18.481.694
11.671.671
2.945.932
319.650
2.961.711
30.851.185
19.514.942
11.336.243
2.851.812
0
2.851.812
675.851
2.878.370
0
649.292
0
649.292
519.447
0
519.447
0
0
0
519.447
0
519.447
Materiële vaste activa
121.400.997
39.305.773
82.095.224
6.520.801
3.659.302
5.988.147
122.164.480
43.195.904
78.968.576
Vooruitontvangen investeringssubsidies
20.466.969
0
20.466.969
131.518
0
1.052.095
19.546.392
0
19.546.392
100.934.028
39.305.773
61.628.255
6.389.283
3.659.302
4.936.052
102.618.088
43.195.904
59.422.184
Materiële vaste activa
Het bedrag aan investeringen bij 1.2.1 Gebouwen en terreinen en 1.2.2 Inventaris en apparatuur omvat tevens de bij 1.2.4. In uitvoering en vooruitbetalingen vermelde desinvesteringen. Voor de gebouwen gaat het daarbij om een bedrag van € 2.518.900 en voor de inventaris om een bedrag van € 359.470. De materiële vaste activa is ten opzichte van 2011 afgenomen met een bedrag van € 2,2 miljoen. In 2012 is voor een netto bedrag van € 6,4 miljoen geïnvesteerd in terreinen, gebouwen en inventaris. De desinvesteringen bedroegen € 3,7 miljoen en de totale afschrijvingslast bedroeg € 6,0 miljoen. Investeringen in gebouwen vonden plaats bij de vestigingen in Groningen, Assen, Eelde, Oldekerk,Winsum en Winschoten. Investeringen in terreinen heeft niet plaatsgevonden. Investeringen in inventaris vonden bij alle vestigingen plaats. Hiervan heeft het overgrote deel betrekking op machines en ICT-apparatuur. Voor het overige is sprake van diverse kleinere investeringen in school- en kantoormeubilair, audio-apparatuur en transportmiddelen. Met ingang van het verslagjaar 2012 zijn de vooruitontvangen investeringssubsidies opgenomen bij de materiële vaste activa in plaats van bij de kortlopende schulden. De vergelijkende cijfers van 2011 zijn overeenkomstig aangepast. De vrijval van de vooruitontvangen investeringssubsidies is verantwoord onder de rijksbijdragen en de overige overheidsbijdragen en -subsidies. 1.4
Voorraden
1.4.1
Gebruiksgoederen
1.092.434
977.535
Voorraden
1.092.434
977.535
1.4.1.1 1.4.1.3
2012 €
Stand per 1 januari Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen Af: Waardevermindering Gebruiksgoederen
2011 €
977.535 547.712 432.813
954.135 428.422 405.022 1.092.434
977.535
In 2012 is voor een bedrag van € 0,5 miljoen aan lesboeken aangeschaft. Dit is meer dan in 2011 omdat vanaf schooljaar 2012-2013 een groot aantal werkboeken als huurboek worden gebruikt. Deze boeken worden gedurende het schooljaar aan de leerlingen in bruikleen gegeven. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Deze afwaardering was in 2012 € 0,4 miljoen.
1.5
Vorderingen
1.5.1 1.5.2 1.5.5 1.5.6 1.5.7 1.5.8 1.5.9
Debiteuren OCW/EZ Studenten / deelnemers / cursisten Overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
2012 €
Vorderingen
33
2011 € 804.586 290.511 906.538 118.325 426.798 281.958 314.611
1.456.779 0 1.000.820 137.367 0 170.619 249.861
2.514.105
2.515.724
1.5.7.2
1.5.8.1
1.5.9.1 1.5.9.2 1.5.9.3
Overige Overige vorderingen
426.798
Vooruitbetaalde kosten Overlopende activa
281.958
0 426.798
Stand per 1 januari Onttrekking Dotatie Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
0 170.619
281.958
170.619
249.861 46.400 111.150 314.611
125.711 141.724 265.874 249.861
De vorderingen zijn ten opzichte van 2011 nagenoeg gelijk gebleven. Op individuele posten zijn wel wijzigingen. De afname van het debiteurensaldo is het gevolg van de afwikkeling van de bouw van de Campus Winschoten. De vordering op het Ministerie van Economische Zaken betreft de korrektie op de Rijksbijdrage 2012 die pas in 2013 bekend is geworden. De overige vorderingen hebben betrekking op de nabetaling van de BTW over de jaren 2007 tot en met 2011. De belastingdienst in Noord-Nederland heeft zich enige tijd geleden op het standpunt gesteld dat bij de toepassing van de pro-rata regeling de rijksbijdragen buiten de berekening gelaten mogen worden. Inmiddels heeft de belastingdienst een ander standpunt ingenomen maar over de jaren 2007 tot en met 2011 bestaat nog de mogelijkheid om BTW terug te vragen op grond van het afwijkende standpunt van de belastingendienst Noord-Nederland. Een verzoek hiertoe is ingediend bij de belastingdienst en dat verzoek is gehonoreerd. De omvang van de voorziening voor oninbaarheid is ten opzichte van 2011 toegenomen. Dit wordt veroorzaakt door de opname van een voorziening voor de oninbaarheid van de vrijwillige ouderbijdrage in 2012. 1.7
Liquide middelen
1.7.1 1.7.2
Kasmiddelen Tegoeden op bankrekeningen
13.375 8.370.945
15.818 6.808.259
Liquide middelen
8.384.320
6.824.077
2.1
2012 €
Eigen vermogen
Saldo
Resultaat
Overige mutaties
Stand per
1 januari 2012
2012
2012
31 december 2012
€
€
€ 2.1.1 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6
2.1.3
2.1.4
2.1.5
2011 €
€
€
Algemene Reserve Bestemmingsreserve (privaat) Bestemmingsfonds (publiek) Bestemmingsfonds (privaat) Herwaarderingsreserve
37.637.454 1.098.131 1.260.458 205.455 9.648
1.089.291 0 11.951 -19.421 -3.560
0 0 0 0 0
38.726.745 1.098.131 1.272.409 186.034 6.088
Eigen vermogen
40.211.146
1.078.261
0
41.289.407
0 0
0 0
Stichtingskapitaal Bestemmingsreserve AOC Terra Bestemmingsreserve (privaat)
45 1.098.086
Bestemmingsfonds Publieke onderwijsgelden Bestemmingsfonds (publiek)
1.260.458
45 1.098.086
1.098.131
1.098.131 11.951
0
1.272.409
1.260.458
Bestemmingsfonds Mediatheek Bestemmingsfonds Dr. Bosfonds Bestemmingsfonds (privaat)
128.755 76.700
1.272.409 -19.421 0
0 0
109.334 76.700
205.455
186.034
Het vermogen van Onderwijsgroep Noord is indirect ontstaan uit de publieke middelen van de drie onderwijsinstellingen binnen de groep. Om die reden heeft het College van Bestuur van Onderwijsgroep Noord en de drie onderwijsinstellingen gemeend hiervoor een bestemmingsfonds publieke onderwijsgelden te moeten instellen. Hiermee wordt zichtbaar gemaakt dat dit vermogen niet aan de publieke middelen wordt onttrokken. Omdat consolidatie plaats vindt op basis van overwegende zeggenschap en niet op basis van kapitaalbelang, wijkt het enkelvoudig vermogen af van het geconsolideerd vermogen.
2.2
2.2.1
€
Voorzieningen
Stand per
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
Stand per
Kortlopende
Langlopende
1 januari 2012
2012
2012
2012
31 december 2012
deel < 1 jaar
deel > 1 jaar
€
€
€
€
€
€
€
Personeelsvoorzieningen
2.578.934
1.448.529
1.023.609
39.887
2.963.967
843.446
2.120.521
Voorzieningen
2.578.934
1.448.529
1.023.609
39.887
2.963.967
843.446
2.120.521
34
De personeelsvoorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden en een voorziening ambtsjubilea. De Voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen. De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening.
2.3
Langlopende schulden
Stand per
Aangegane
Aflossingen
Stand per
Looptijd
Looptijd
Rente
1 januari 2012
leningen 2012
2012
31 december 2012
> 1 jaar
> 5 jaar
voet
€
€
€
€
€
€
%
1 2
10.126.162 2.370.000 12.496.162
0 0 0
844.616 120.000 964.616
9.281.546 2.250.000 11.531.546
9.281.546 2.250.000 11.531.546
5.903.082 1.770.000 7.673.082
variabel 5,350
2.3.3
ABN-AMRO Bank N.V. ABN-AMRO Bank N.V. Kredietinstellingen Gemeente Leek Overige langlopende schulden
3
97.876 97.876
0 0
30.363 30.363
67.513 67.513
67.513 67.513
0 0
7,270
2.3.5
12.594.038
0
994.979
11.599.059
11.599.059
7.673.082
Langlopende schulden
Lening 1 is een lening op roll-over basis van € 16.200.000 met een looptijd van 20 jaren. Per 1 november 2005 is van deze lening een bedrag van € 13.200.000 opgenomen en per 1 december 2009 het restant van € 3.000.000. De rente is gebaseerd op één-maands euribor vermeerderd met een opslag van 0,55% en wordt berekend over het opgenomen bedrag. Het renterisico voor lening 1 is middels een rente-swap afgedekt vanaf 1 november 2005 tot 2 november 2020 op het niveau van 3,90%. Met betrekking tot lening 1 zijn de volgende zakelijke zekerheidstellingen verstrekt: . Eerste recht van hypotheek op alle onroerende zaken in eigendom bij het AOC Terra. . Eerste pandrecht op alle zaken, waardepapieren en effecten die de financier, of een derde voor haar uit welken hoofde ook, van of voor het AOC Terra onder zich heeft of krijgt, aandelen in verzameldepots als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer die de financier onder haar beheer heeft of krijgt, en alle bestaande en toekomstige vorderingen van het AOC Terra op de financier uit welke hoofde ook. . Een negatieve verklaring met belofte betreffende de activa van het AOC Terra welke niet zonder voorafgaande en uitdrukkelijke toestemming van de financier geheel of gedeeltelijk mogen worden vervreemd, ten behoeve van derden belast, noch het aangaan van een verbintenis jegens derden tot vervreemden of belasten. Voor lening 2 zijn de volgende zekerheden verstrekt: . Recht van eerste hypotheek voor de hoofdsom, vermeerderd met 40% voor rente en kosten, op het recht van opstal c.q. erfpacht; . Verstrekking tot zekerheid van het pandrecht op de huidige en toekomstige vorderingen, voor zover het toekomstige vorderingen betreft bij voorbaat, op de kredietgever aan de kredietgever. Lening 3 betreft een annuïtenlening van de Gemeente Leek met een looptijd van 20 jaar. Hiervoor zijn geen zekerheden verstrekt. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. AOC Terra heeft bij de ABN AMRO Bank een langlopende schuld van 16,2 miljoen euro met een variabele rente die afhankelijk is van de 1-maands Euribor. Om het renterisico te beperken is voor 16,2 miljoen euro een renteswaps afgesloten met een initiële onderliggende waarde van 16,2 miljoen euro die gedurende de looptijd minder wordt., waardoor AOC Terra over de totale lening een vast rentepercentage betaaltd. De hoofdsom van de langlopende schuld was aanvankelijk 16,2 miljoen euro maar is ultimo 2012 10,1 miljoen euro.
2.4
Kortlopende schulden
2.4.1 2.4.3 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10
Kredietinstellingen Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
2012 €
Kortlopende schulden 2.4.7.1 2.4.7.2 2.4.7.3
2.4.9.2
Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen
2011 € 964.616 2.146.573 3.143.572 979.327 30.363 8.296.159
964.616 1.933.454 2.909.757 891.058 28.306 9.834.282
15.560.610
16.561.473
2.374.453 12.497 756.622
2.307.519 -3.004 605.242 3.143.572
Overige Overige kortlopende schulden
30.363
28.306 30.363
35
2.909.757
28.306
2.4.10.2
2.4.10.4 2.4.10.5 2.4.10.6 2.4.10.7 2.4.10.8
Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI geoormerkt Terug te betalen subsidies OCW/EZ geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI niet-geoormerkt Vooruitontvangen termijnen Vakantiegeld en -dagen Accountants- en administratiekosten Rente Overige Overlopende passiva
2.411.222 1.457.200 152.423 168.036 2.534.118 76.329 103.638 1.393.193
5.226.558 1.450.218 243.507 184.804 2.396.029 27.547 77.479 228.140 8.296.159
9.834.282
De kortlopende schulden zijn € 1,0 miljoen lager dan ultimo 2011. Het bedrag van de overlopende passiva is lager dan in 2011 en daarnaast zijn de bedragen voor Crediteuren, Belastingen en premies sociale verzekeringen hoger dan in 2011. De hoogte van de crediteuren is afhankelijk van het moment van factureren en betalen en kan dus per jaar fluctueren. De toename van de Belastingen en premies sociale verzekeringen is het gevolg van hogere premiepercentages. Door besteding van de vooruitontvangen subsidies OCW/EZ is deze met € 2,9 miljoen gedaald. Daarnaast is de reservering voor vakantiegeld en -dagen gestegen, evenals de overige overlopende passiva. In de overige overlopende passiva is de toename het gevolg van opgenomen verplichtingen met betrekking tot proejctsubsidies waarvan de bestedingstermijn inmiddels is verstreken. Met ingang van het verslagjaar 2012 zijn de vooruitontvangen investeringssubsidies opgenomen bij de materiële vaste activa. De vergelijkende cijfers van 2011 zijn overeenkomstig aangepast. Financiële instrumenten Algemeen Onderwijsgroep Noord maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die Onderwijsgroep Noord blootstellen aan markten/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. Onderwijsgroep Noord handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan Onderwijsgroep Noord verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt. Renterisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Onderwijsgroep Noord heeft derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. AOC Terra heeft bij de ABN AMRO Bank een langlopende schuld van 16,2 miljoen euro met een variabele rente die afhankelijk is van de 1-maands Euribor. Om het renterisico te beperken is een renteswap afgesloten met een initiële onderliggende waarde van 16,2 miljoen euro die gedurende de looptijd minder wordt., waardoor AOC Terra over de totale lening een vast rentepercentage betaald. De hoofdsom van de langlopende schuld was aanvankelijk 16,2 miljoen euro maar is ultimo 2012 10,1 miljoen euro. AOC Terra maakt gebruik van renteswaps om de renterisico’s af te dekken die voortvloeien uit de afgesloten leningen. Doordat kostprijs hedge accounting wordt toegepast en het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van een toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte toekomstige transactie leidt tot verantwoording in de winst-en-verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, dient de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst-en-verliesrekening was verwerkt, als overlopende post in de balans opgenomen te worden, totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst-enverliesrekening. Indien afgeleide instrumenten niet langer voldoen aan de voorwaarden voor hedge accounting, maar het financiële instrument niet wordt verkocht, wordt ook de hedge accounting beëindigd. Dan dient het financiële instrument tegen kostprijs of lagere marktwaarde te worden verwerkt. AOC Terra documenteert de hedgerelaties in hedgedocumentatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedgerelaties door vast te stellen dat er geen sprake is van overhedges. Een verlies als gevolg van een overhedge wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de winst-enverliesrekening verwerkt. Lening 20-jarige roll-over lening ad € 16,20 miljoen Stand van de lening per 31 december 2012 is € 10,1 miljoen De einddatum van de lening is 2 november 2025 Rente op basis van 1-maands Euribor met een opslag van 0,55 Swap 15-jarige rente swap ad € 16,20 miljoen Stand van de swap per 31 december 2011 is € 10,7 miljoen De actuele waarde van de swap bedraagt per 31-12-2011 € 1,48 miljoen negatief De actuele waarde van de swap bedraagt per 31-12-2012 € 1,84 miljoen negatief De einddatum van de swap is 1 november 2020 Vaste rente van 3,9% Het verschil tussen de lening en de swap is ontstaan door een extra aflossing op de lening in 2010. De hedge-relatie is voor een deel ineffectief als gevolg van de over-hedging die hierdoor is ontstaan. De negatieve waarde van deze ineffectiviteit wordt meegenomen als last in de exploitatie. Liquiditeitsrisico Onderwijsgroep Noord bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor Onderwijsgroep Noord steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, vorderingen, liquide liquide middelen middelen en en kortlopende kortlopende schulden, schulden, benadert de boekwaarde ervan.
36
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Huren Het jaarbedrag van met derden aangegane erfpacht-, huur- en leaseverplichtingen bedraagt € 867.000. De huurverplichtingen hebben een looptijd van één tot achtentwintig jaar. Investeringsverplichtingen Terzake van reeds verstrekte opdrachten ultimo 2012 belopen de geldelijke verplichtingen € 201.000. Hiervan heeft € 60.000 betrekking op terreinen en gebouwen en € 141.000 betrekking op inventaris en apparatuur. Voor de investeringen in de verbouw en uitbreiding van de Woldborg bij rsg de Borgen heeft de Gemeente Grootegast, vanuit haar verplichting ten aanzien van de onderwijshuisvesting, een subsidie van € 1.200.000 beschikbaar gesteld. AOC Terra heeft een perceel grond in Meppel verkocht aan een projectontwikkelaar. De verkoopprijs, alsmede de datum van feitelijke levering, zijn afhankelijk van de planologische mogelijkheden en de beschikbaarheid van een bouwvergunning voor de betreffende projectontwikkelaar. Overige verplichtingen Naast huur en investeringsverplichtingen is sprake van contractuele verplichtingen naar derden voor leveringen en diensten. Het betreft hier onder andere energie, schoonmaak, verzekeringen, schoolboeken en kantoorartikelen. Deze contracten zijn Europees aanbesteed voor zover de omvang van deze contracten de geldende grensbedragen te boven gaan. Garanties Stichting AOC Terra heeft een verplichting jegens het Waarborgfonds BVE waarbij sprake is van een latente claim van 2% van de jaarlijkse rijksbijdrage. In het geval het Waarborgfonds BVE niet aan haar verplichtingen kan voldoen, kan de Stichting AOC Terra worden aangesproken tot het maximum van deze claim. Hoofdelijke aansprakelijkheid Statutair is bepaald dat Stichting Onderwijsgroep Noord hoofdelijk aansprakelijk is voor schulden, nu en in de toekomst, van Stichting AOC Terra, Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen. Vordering op het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie AOC Terra heeft een vordering van € 178.056 op het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wegens in mei 1992 betaald vakantiegeld over de maanden juni en juli 1991 en de in 1996 betaalde IZK/IBIZA april tot en met december 1995. Deze maanden behoorden nog tot de periode van declaratiebekostiging. Het ministerie zal deze vorderingen verrekenen indien AOC Terra ophoudt te bestaan. Vordering op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Stichting Dollard College heeft een vordering van € 1.568.673 op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het betreft de personeelskosten over het jaar 2005 welke, door de invoering van de kalenderjaarbekostiging, niet is ontvangen. Het Ministerie zal deze vordering verrekenen indien de Stichting Dollard College ophoudt te bestaan. Stichting rsg de Borgen heeft een vordering van € 1.018.605 op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het betreft de personeelskosten over het jaar 2005 die, door de invoering van de kalenderjaarbekostiging, niet is ontvangen. Het ministerie zal deze vordering verrekenen wanneer Stichting rsg de Borgen ophoudt te bestaan. Kredietfaciliteit AOC Terra heeft de beschikking over een krediet in rekening -courant bij de bank tot een bedrag van € 453.780. Van deze kredietfaciliteit was ultimo 2012 geen gebruik gemaakt. De hiervoor verstrekte zekerheden zijn vermeld bij de toelichting behorende bij de balans onder de langlopende schulden (lening 2).
37
Toelichting behorende tot de geconsolideerde staat van baten en lasten
3.1
Rijksbijdragen
2012 €
3.1.1 3.1.2
Rijksbijdrage OCW/EZ Overige subsidies OCW/EZ Rijksbijdragen
3.1.1.1 3.1.1.2
OCW EZ Rijksbijdrage OCW/EZ
37.957.956 43.509.526
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies Overige subsidies OCW
175.260 1.424.854 169.997
3.1.2.1.2 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.2 Niet-geoormerkte subsidies 3.1.2.3.2 Toerekening investeringssubsidies Overige subsidies EZ
5.175.678 1.080.167 212.405
2011 €
81.467.482 8.238.361 89.705.843
78.871.304 5.551.978 84.423.282 37.293.493 41.577.811
81.467.482
78.871.304 95.404 1.600.153 182.225
1.770.111
1.877.782 2.248.586 1.227.916 197.694
6.468.250
3.674.196
De rijksbijdragen zijn ten opzichte van 2011 gestegen met € 5,3 miljoen. De normatieve rijksbijdrage is gestegen met € 2,6 miljoen als gevolg van verhoging van de bekostiging en een stijging van het aantal leerlingen. De overige subsidies zijn gestegen met € 2,7 miljoen. Hierbij zijn de geoormerkte subsidies € 2,8 miljoen hoger dan in 2011. Dit is voornamelijk ontstaan door besteding subsidies voor Innovatiebox en Stagebox, die vorig jaar niet zijn ingezet. De niet-geoormerkte subsidies zijn met ongeveer € 0,1 miljoen gedaald.
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1 3.2.2
Gemeentelijke bijdragen en subsidies Overige overheidsbijdragen
1.983.808 194.144
955.945 261.719
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
2.177.952
1.217.664
3.2.1.2
2012 €
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
2011 €
1.983.808
955.945 1.983.808
955.945
De gemeentelijke bijdragen en subsidies zijn ten opzichte van 2011 gestegen als gevolg van de verbouw en uitbreiding van de Woldborg. Hier staan echter de kosten van de verbouw en uitbreiding tegenover. De overige overheidsbijdragen zijn iets gedaald ten opzichte van 2011. Het gaat hierbij enerzijds om vrijval van de investeringssubsidie van de Provincie Groningen in de Campus Winschoten en anderzijds om projectsubsidie van het Europees Sociaal Fonds ten behoeve van de Esborg.
3.3
College-, cursus-, les- en examengelden
3.3.2
Cursusgelden sector BE
2012 €
2011 €
119.296
College-, cursus-, les- en examengelden
124.281 119.296
38
124.281
Als gevolg van een daling van het aantal BBL-leerlingen per 1 oktober 2012 ten opzichte van 1 oktober 2011 dalen de ontvangen cursusgelden eveneens. De ontvangen cursusgelden worden afgedragen aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen.
3.4
Baten werk in opdracht van derden
3.4.1 3.4.3
Contractonderwijs Overige baten werk in opdracht van derden
1.262.620 152.506
1.402.434 181.335
Baten in opdracht van derden
1.415.126
1.583.769
3.4.3.3
2012 €
Overige baten in opdracht van derden Overige baten in opdracht van derden
3.5
Overige baten
3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.5 3.5.6
Verhuur Detachering personeel Schenking Ouderbijdragen Overige
2011 €
152.506
181.335 152.506
2012 €
181.335
2011 €
200.894 859.510 30.979 1.914.686 2.488.303
211.711 1.111.378 37.443 1.890.483 1.574.204
Overige baten
5.494.372
4.825.219
De overige baten zijn gedaald met € 0,6 miljoen ten opzichte van 2011. De opbrengsten uit detachering van personeel is bijna € 0,3 miljoen lager dan 2011. In 2011 was sprake van een ontvangst van het Samenwerkingsverband. Deze is nu verantwoord onder de overige baten. Tevens is onder de overige baten de teruggave van Omzetbelasting over de jaren 2007 tot en met 2011 verantwoord.
4.1
Personele lasten
4.1.1 4.1.2 4.1.3
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen
63.850.752 6.182.974 329.082
61.968.885 6.916.485 260.468
Personeelslasten
69.704.644
68.624.902
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
Bruto lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
2012 €
2011 €
50.015.261 6.525.419 7.310.072
49.313.487 5.992.986 6.662.412 63.850.752
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overige Overige personele lasten
1.408.642 3.772.658 1.001.674
675.959 5.167.491 1.073.035 6.182.974
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
2012
College van Bestuur Directie en (onderwijs)ondersteunend- en beheerspersoneel Onderwijsgevend personeel Totaal
39
61.968.885
6.916.485 2011
2,0 245,4 792,4
2,0 251,2 767,3
1039,8
1020,5
De personeelslasten zijn ten opzichte van 2011 toegenomen met bijna € 1,1 miljoen. De lonen en salarissen van het personeel met een aanstelling zijn gestegen met € 1,9 miljoen. De stijging wordt veroorzaakt door het in dienst nemen van medewerkers die voorheen als uitzendkracht of door middel van payrolling werkzaam waren. Ook is sprake van een stijging van de sociale lasten en de pensioenpremies. Tot 2012 werd onder de pensioenpremies de totaal verschuldigde afdracht verantwoord. Met ingang van het verslagjaar 2012 wordt hier uitsluitend het werkgeversaandeel in de pensioenpremies verantwoord. Dit leidt in de presentatie tot een verschuiving van de 'Pensioenpremies' naar 'Bruto lonen en salarissen'. De vergelijkende cijfers over 2011 zijn dienovereenkomst aangepast. De dotaties aan de personele voorzieningen zijn € 0,7 miljoen hoger dan in 2011. Dit wordt veroorzaakt door een hogere dotatie aan de voorziening voor wachtgeldverplichtingen. In 2012 was een extra dotatie noodzakelijk in verband met nieuwe wachtgeldverplichtingen en een stijging van de verplichtingen met betrekking tot de collectieve (landelijke) wachtgelden. In de 'Dotaties personele voorzieningen' is tevens vrijval van één van de voorzieningen meegenomen. Het hier vermelde bedrag betreft de saldering van een dotatie van € 1.448.529 en een vrijval van € 39.887. De kosten van personeel niet in loondienst zijn met bijna € 1,4 miljoen afgenomen ten opzichte van 2011. Dit is het gevolg van het omzetten van payroll- en uitzendcontracten in een dienstverband en een afname van het aantal ingehuurde ZZP-ers en externe dienstverleners. De uitkeringen uit sociale fondsen zijn iets hoger dan in 2011. Hier staan echter ook lasten voor vervanging tegenover.
4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
2012 €
2011 €
5.988.147
5.803.100
Afschrijvingen
5.988.147
5.803.100
De stijging van de afschrijvingslasten ten opzichte van 2011 met bijna € 0,2 miljoen betreft de afschrijving op gebouwen als gevolg van nieuwbouw en verbouw bij AOC Terra.
4.3
Huisvestingslasten 2012 €
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen
2011 €
675.921 127.115 2.504.533 1.721.554 1.616.537 817.287
595.907 130.106 1.914.001 1.764.154 1.627.257 810.405
Huisvestingslasten
7.462.947
6.841.830
De huisvestingslasten zijn ten opzichte van 2011 gestegen met € 0,6 miljoen. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere kosten voor onderhoud. De kosten van de verbouw en uitbreiding van de vestiging Woldborg in Grootegast zijn hier verantwoord. Er staat echter een bijdrage van de Gemeente Grootegast tegenover.
4.4
Overige lasten
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
2012 € 5.028.384 8.662.254 111.136 315.091
Overige lasten
5.799.397 7.761.316 265.874 275.733 14.116.865
40
2011 €
14.102.320
In zijn totaliteit zijn de overige lasten ten opzichte van 2011 nagenoeg gelijk gebleven. De kosten van administratie en beheer en de dotatie overige voorzieningen zijn lager en de kosten van inventaris, apparatuur en leermiddelen en de overige kosten zijn hoger. De vestigingen zijn terughoudend geweest met de besteding van het vestigingsbudget, wat heeft geleid tot lagere kosten voor Administratie- en beheerslasten. De kosten van inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn gestegen door de opname van aangegane verplichtingen ten aanzien van de Innovatiebox subsidies. en als gevolg van de toename van het aantal ingeschreven leerlingen vallen ook de kosten voor leermiddelen hoger uit. De bekostiging voor deze leermiddelen volgt pas in 2013. De dotatie overige voorzieningen betreft de dotatie aan de voorziening wegens oninbaarheid debiteuren. Deze dotatie is lager dan in 2011 en iets hoger dan begroot. In 2011 was een hogere dotatie noodzakelijk in verband met het toegenomen risico van oninbaarheid in combinatie met een stijging van de kosten die voor het invorderen gemaakt moeten worden. De dotatie in 2012 betreft een aanvulling op de voorziening op basis van de niet inbaar geachte vrijwillige ouderbijdragen.
Accountant
4.4.1.1 4.4.1.2 4.4.1.3 4.4.1.4
2012 €
KPMG Accountants N.V. Honorarium controle jaarrekening en bekostiging Honorarium overige controles Honorarium fiscale adviezen Honorarium overige dienstverlening Accountantslasten
5
Financiële baten en lasten
5.1 5.5 5.6
Rentebaten Rentelasten Ineffectiviteit derivaten
2011 €
65.117 8.918 0 595
61.242 0 0 26.275 74.630
2012 €
2011 €
213.400 -669.055 -106.070
Financiële baten en lasten
87.517
222.151 -679.486 0 -561.725
De rentebaten zijn lager dan in 2011. Dit is het gevolg een daling van de voorraad liquide middelen en lagere rentetarieven. De daling wordt voor een deel gecompenseerd door de ontvangen rentevergoeding van € 36.000 in verband met de nabetaling van BTW over de jaren 2007 tot en met 2011. De rentelasten zijn lager dan in 2011. Dit als gevolg van aflossingen op de leningen, maar daarnaast is sprake van extra rente lasten door de verplichting tot het betalen van de wettelijke rente bovenop een ontslagvergoeding aan een voormalig medewerker. Deze verplichting komt voort uit een vonnis van de Hoge Raad der Nederlanden en de verschuldigde rente betreft de periode februari 2007 tot en met heden. Tevens was er sprake van een naheffing wegens premie WAO/WGA. Als gevolg van een fout bij de Belastingdienst is in 2008 teveel premie WAO/WGA terugontvangen. Deze premie is alsnog verschuldigd en daarover is tevens heffingsrente verschuldigd. AOC Terra heeft in 2005 gekozen om het risico van een rentestijging af te dekken door middel van een renteswap. Het verschil tussen de lening en de swap is ontstaan door een extra aflossing op de lening in 2010. De hedge-relatie is voor een deel ineffectief als gevolg van de over-hedging die hierdoor is ontstaan. De negatieve waarde van deze ineffectiviteit wordt meegenomen als last in de exploitatie.
41
-457.335
42
Enkelvoudige jaarrekening
43
Enkelvoudige balans per 31 december 2012 (na resultaatbestemming) 31-12-2012 €
1.2
Vaste activa Materiële vaste activa
3.930.001
Totaal vaste activa
1.5 1.7
2.1 2.2 2.3 2.4
Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen
31-12-2011 €
4.374.997 3.930.001
514.263 843.890
4.374.997
79.790 294.514
Totaal vlottende activa
1.358.153
374.304
Totaal activa
5.288.154
4.749.301
Eigen Vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
1.272.409 278.322 2.250.000 1.487.423
1.260.458 420.459 2.370.000 698.384
Totaal passiva
5.288.154
4.749.301
44
Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2012
2012 € 3 3.2 3.4 3.5
Baten Overige overheidsbijdragen en -subsidies Baten werk in opdracht van derden Overige baten
40.223 6.156.355 202.708
Totaal baten
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
Netto resultaat
Begroting 2012 €
2011 €
0 6.414.000 44.000 6.399.286
4.643.555 614.715 201.127 807.190
0 6.469.000 137.721 6.458.000
4.466.000 754.000 224.000 955.000
6.606.721
4.889.721 704.784 237.018 791.184
6.266.587
6.399.000
6.622.707
132.699
59.000
-15.986
-120.748
-127.000
-130.722
11.951
-68.000
-146.708
45
Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de enkelvoudige jaarrekening De grondslagen bij de enkelvoudige jaarrekening, voor zover deze van toepassing zijn, wijken niet af van de grondslagen zoals deze staan aangegeven bij de geconsolideerde jaarrekening. Voor de grondslagen van de enkelvoudige jaarrekening verwijzen wij u naar de grondslagen bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening.
46
Toelichting behorende tot de enkelvoudige balans
1.2
Materiële vaste activa
Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
1 januari 2012
afschrijvingen
1 januari 2012
2012
2012
2012
31 december 2012
afschrijvingen
31 december 2012
en waarde-
en waarde-
verminderingen
verminderingen
1 januari 2012
€ 1.2.1 1.2.2
Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur
€
31 december 2012
€
€
€
€
€
€
€
3.472.000
347.200
3.124.800
0
0
115.733
3.472.000
462.933
3.009.067
2.932.411
1.682.214
1.250.197
400.194
230.475
498.982
2.414.605
1.493.671
920.934
Materiële vaste activa
6.404.411
2.029.414
4.374.997
400.194
230.475
614.715
5.886.605
1.956.604
3.930.001
Materiële vaste activa
6.404.411
2.029.414
4.374.997
400.194
230.475
614.715
5.886.605
1.956.604
3.930.001
In 2012 is voor bedrag van € 0,40 miljoen geïnvesteerd in inventaris en apparatuur. Het gaat hier alleen om investeringen in ICT-apparatuur. De desinvesteringen bedroegen 0,23 miljoen. De afschrijvingen bedroegen € 0,61 miljoen, zodat sprake is van een daling van de boekwaarde met € 0,44 miljoen. Er zijn in 2012 geen investeringen in gebouwen en terreinen geweest.
1.5
Vorderingen
1.5.1 1.5.3 1.5.6 1.5.7 1.5.8
Debiteuren Groepsmaatschappijen Overige overheden Belastingen en premies Overlopende activa Vorderingen
1.5.7.2
Overige Overige vorderingen
1.5.8.1
2012 €
2011 € 41.029 0 8.045 426.798 38.391 514.263
7.366 32.594 0 0 39.830 79.790
426.798
0 426.798
Vooruitbetaalde kosten Overlopende activa
38.391
0 39.830
38.391
39.830
De vorderingen zijn ten opzichte van 2011 met € 0,4 miljoen gestegen. Deze stijging wordt veroorzaakt door een vordering op de belastingdienst in verband met een verzoek om teruggaaf van Omzetbelasting over de periode 2007 tot en met 2011. De post Overige betreft de nabetaling van de BTW over de jaren 2007 tot en met 2011. De belastingdienst in Noord-Nederland heeft zich enige tijd geleden op het standpunt gesteld dat bij de toepassing van de pro-rata regeling de rijksbijdragen buiten de berekening gelaten mogen worden. Inmiddels heeft de belastingdienst een ander standpunt ingenomen maar over de jaren 2007 tot en met 2011 bestaat nog de mogelijkheid om BTW terug te vragen op grond van het afwijkende standpunt van de belastingendienst Noord-Nederland. Een verzoek hiertoe is ingediend bij de belastingdienst en dat verzoek is gehonoreerd. Voor de hele groep gaat het om een netto-vordering van bijna € 427.000.
1.7
Liquide middelen
2012 €
2011 €
1.7.1 1.7.2
Kasmiddelen Tegoeden op bankrekeningen
224 843.666
193 294.321
Liquide middelen
843.890
294.514
2.1
Eigen vermogen
Saldo
Resultaat
Overige mutaties
Stand per
1 januari 2012
2012
2012
31 december 2012
€
€
€ 2.1.4
2.1.4
€
€
€
Bestemmingsfonds (publiek)
1.260.458
11.951
0
1.272.409
Eigen vermogen
1.260.458
11.951
0
1.272.409
11.951
0
Bestemmingsfonds Publieke onderwijsgelden Bestemmingsfonds (publiek)
1.260.458 1.260.458
47
1.272.409 1.272.409
Het vermogen van Onderwijsgroep Noord is indirect ontstaan uit de publieke middelen van de drie onderwijsinstellingen binnen de groep. Om die reden heeft het College Bestuur Onderwijsgroep Noord enen deniet drieop onderwijsinstellingen gemeend een bestemmingsfonds Consolidatie vindt plaatsvan op basis vanvan overwegende zeggenschap basis van kapitaalbelang. Omhiervoor die reden wijkt het enkelvoudig vermogen af van het geconsolideerd vermogen.
2.2
2.2.1
Voorzieningen
Stand per
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
Stand per
Kortlopende
Langlopende
1 januari 2012
2012
2012
2012
31 december 2012
deel < 1 jaar
deel > 1 jaar
€
€
€
€
€
€
€
Personeelsvoorzieningen
420.459
14.075
132.036
24.176
278.322
65.565
212.757
Voorzieningen
420.459
14.075
132.036
24.176
278.322
65.565
212.757
De personeelsvoorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden en een voorziening ambtsjubilea. De Voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen. De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening.
2.3
2.3.3
Langlopende schulden
Stand per
Aangegane
Aflossingen
Stand per
Looptijd
Looptijd
Rente
1 januari 2012
leningen 2012
2012
31 december 2012
> 1 jaar
> 5 jaar
voet
€
€
€
€
€
€
%
ABN-AMRO Bank N.V. Kredietinstellingen
2.370.000 2.370.000
0 0
120.000 120.000
2.250.000 2.250.000
2.250.000 2.250.000
1.770.000 1.770.000
Langlopende schulden
2.370.000
0
120.000
2.250.000
2.250.000
1.770.000
Het betreft een hypothecaire lening voor het pand Hereweg 101 te Groningen. Voor deze lening zijn de volgende zekerheden verstrekt: Recht van eerste hypotheek voor de hoofdsom, vermeerderd met 40% voor rente en kosten, op het recht van opstal c.q. erfpacht; Verstrekking tot zekerheid van het pandrecht op de huidige en toekomstige vorderingen, voor zover het toekomstige vorderingen betreft bij voorbaat, op de kredietgever aan de kredietgever. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden.
2.4
Kortlopende schulden
2.4.1 2.4.3 2.4.5 2.4.7 2.4.8 2.4.10
Kredietinstellingen Crediteuren Schulden aan groepsmaatschappijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen Overlopende passiva Kortlopende schulden
2.4.7.1 2.4.7.2 2.4.7.3
Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen
2012 €
2011 € 120.000 206.245 678.489 210.917 61.836 209.936 1.487.423
169.716 0 41.201
120.000 152.382 0 200.781 55.920 169.301 698.384 163.740 3.430 33.611
210.917
2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 2.4.10.7 Rente Overlopende passiva
134.933 42.600 32.403
200.781
133.896 1.361 34.044 209.936
169.301
De kortlopende schulden zijn bijna € 0,8 miljoen hoger dan ultimo 2011. De post schulden aan groepsmaatschappijen bevat de nabetaling van de BTW over de jaren 2007 tot en met 2011 waarvoor door Onderwijsgroep Noord een verzoek is ingediend en waarvan het bedrag als vordering op de belastingdienst onder de vorderingen is opgenomen en de afrekening van de dienstverlening over 2012. Daarnaast zijn de bedragen van de crediteuren en de overlopende passiva hoger dan ultimo 2011.
48
5,350
Toelichting behorende tot de enkelvoudige staat van baten en lasten
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
2012 €
Begroting 2012 €
2011 €
3.2.2
Overige overheidsbijdragen
40.223
0
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
40.223
0
0
Het betreft hier een subsidie van de Provincie Groningen; 'Krimpen met perspectief'.
3.4
Baten werk in opdracht van derden
3.4.3
Overige baten werk in opdracht van derden
2012 €
Begroting 2012 €
6.156.355
Baten in opdracht van derden
6.414.000 6.156.355
2011 € 6.469.000
6.414.000
6.469.000
De opbrengsten voor de dienstverlening zijn € 0,3 miljoen lager dan in 2011 en ook ongeveer € 0,3 miljoen lager dan begroot. Het College van Bestuur heeft besloten om een korting toe te passen op de bijdrage voor de dienstverlening aan Onderwijsgroep Noord. De bijdrage van 6,75% wordt berekend over baten van de drie onderwijsinstellingen.
3.5
Overige baten
3.5.2 3.5.6
Detachering personeel Overige
2012 €
Begroting 2012 €
116.412 86.296
Overige baten
43.000 1.000 202.708
2011 € 110.863 26.858
44.000
137.721
De opbrengsten uit detachering van personeel is hoger dan in 2011 en hoger dan begroot. Er zijn in 2012 meer medewerkers ingezet op projecten en waarvoor de bestede uren in rekening gebracht konden worden. Ook zijn medewerkers van Onderwijsgroep Noord gedetacheerd bij vestigingen van AOC Terra en Dollard College. De overige baten betreft de boekwinst bij de verkoop van afgeschreven inventaris.
4.1
Personele lasten
4.1.1 4.1.2 4.1.3
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen
3.793.886 863.191 13.522
3.776.000 713.000 23.000
3.499.603 1.410.208 20.090
Personeelslasten
4.643.555
4.466.000
4.889.721
4.1.1.1 Bruto lonen en salarissen 4.1.1.2 Sociale lasten 4.1.1.3 Pensioenpremies Lonen en salarissen 4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 4.1.2.3 Overige Overige personele lasten
2012 €
Begroting 2012 €
3.018.037 341.125 434.724
2.839.000 307.000 630.000 3.793.886
-10.101 784.097 89.195
49
2.824.056 298.811 376.736 3.776.000
128.000 490.000 95.000 863.191
2011 €
3.499.603 136.587 1.166.697 106.924
713.000
1.410.208
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
2012
2011
College van Bestuur Ondersteunend- en beheerspersoneel
2,0 59,0
2,0 53,9
Totaal
61,0
55,9
De personeelslasten zijn gedaald ten opzichte van 2011 met ruim € 0,2 miljoen. De personeelslasten zijn echter bijna € 0,2 miljoen hoger dan begroot. De lonen en salarissen zijn gestegen door het in dienst nemen van medewerkers die voorheen als uitzendkracht of door middel van payrolling werkzaam waren. Daarnaast is sprake geweest van invulling van enkele vacatures en zijn de sociale lasten en pensioenlasten gestegen. De stijging ten opzichte van de begroting wordt o.a. veroorzaakt door de stijging van de premies sociale lasten. Tot 2012 werd onder de pensioenpremies de totaal verschuldigde afdracht verantwoord. Met ingang van het verslagjaar 2012 wordt hier uitsluitend het werkgeversaandeel in de pensioenpremies verantwoord. Dit leidt in de presentatie tot een verschuiving van de 'Pensioenpremies' naar 'Bruto lonen en salarissen'. De vergelijkende cijfers over 2011 zijn dienovereenkomst aangepast. De dotaties aan de personele voorzieningen zijn lager dan in 2011 en ook lager dan begroot. Uitgaande van de huidige wachtgeldverplichtingen bleek de omvang van de voorziening de contante waarde van deze verplichtingen te boven te gaan. In 2012 zijn geen nieuwe verplichtingen aangegaan. In de 'Dotaties personele voorzieningen' is tevens vrijval van één van de voorzieningen meegenomen. Het hier vermelde bedrag betreft de saldering van een dotatie van € 14.075 en een vrijval van € 24.176. De kosten voor personeel niet in loondienst zijn lager dan in 2011, maar vallen hoger uit dan begroot. Er is slechts in geringe mate sprake van inhuur van uitzendpersoneel maar wel in toenemende mate van het inhuren van externe dienstverleners. Daarvan heeft een deel betrekking op de vervanging wegens ziekte. De uitkeringen uit sociale fondsen zijn iets lager, zowel ten opzichte van 2011 als ten opzichte van de begroting maar hier staan ook lagere lasten voor vervanging van personeel tegenover. Het personeelsbestand per 31 december betreft uitsluitend medewerkers met een dienstverband. De toename van het aantal fte's wordt veroorzaakt door het omzetten van payroll- en uitzendcontracten in een dienstverband bij Onderwijsgroep Noord en door de invulling van vacatures. Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders De Raad van Toezicht heeft in 2010 besloten om een combinatie van de beloningsleidraad BVE en de beloningsleidraad VO te hanteren en de hoogte van de bezoldiging van de leden van het College van Bestuur en Raad van Toezicht daarop te baseren. De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht bedraagt € 7.800 per jaar. De voorzitter ontvangt een jaarlijkse bezoldiging van € 11.700. Daarnaast ontvangen de leden van de Raad van Toezicht die participeren in de auditcommissie of de remuneratiecommissie een aanvullende bezolding van € 1.950.
50
4.2
Afschrijvingen
2012 €
Begroting 2012 €
4.2.2
Materiële vaste activa
614.715
Afschrijvingen
2011 €
754.000 614.715
704.784 754.000
704.784
De afschrijvingslasten zijn gedaald ten opzichte van 2011 en lager dan begroot als gevolg van het uitstellen van investeringen.
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen
2012 €
Begroting 2012 €
45.000 5.447 28.052 51.796 46.748 24.084
Huisvestingslasten
2011 €
45.000 5.000 40.000 58.000 45.000 31.000 201.127
45.000 5.071 57.124 55.792 45.994 28.037 224.000
237.018
De huisvestingslasten zijn lager dan in 2011 en zijn ook lager dan begroot. In 2011 is sprake van eenmalige kosten betreffende onderhoud aan de parkeerplaats. Daarnaast is in 2012 alleen noodzakelijk onderhoud uitgevoerd.
4.4
Overige lasten 2012 €
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
Begroting 2012 €
609.295 141.595 0 56.300
Overige lasten
902.000 53.000 0 0 807.190
2011 € 695.661 95.523 0 0
955.000
791.184
De overige lasten zijn iets hoger dan in 2011, maar lager dan begroot. De kosten van administratie en beheer zijn gedaald als gevolg van lagere kosten voor PR activiteiten, representatie, vergaderkosten, personeelsvoorziening, kosten juridische ondersteuning en kosten van scholing en hoger kosten voor informaticavoorziening, kopieerkosten en telecommunicatiekosten. De lagere kosten ten opzichte van de begroting zijn het gevolg van lagere kosten voor informaticavoorzieningen, PR activiteiten en vergaderkosten. De kosten van inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn iets gestegen en ook hoger dan begroot. De stijging wordt veroorzaakt door vervanging van de nog niet geheel afgeschreven servercapaciteit. De post Overige betreft de nabetaling van de BTW over de jaren 2007 tot en met 2011. De belastingdienst in NoordNederland heeft zich enige tijd geleden op het standpunt gesteld dat bij de toepassing van de pro-rata regeling de rijksbijdragen buiten de berekening gelaten mogen worden. Inmiddels heeft de belastingdienst een ander standpunt ingenomen maar over de jaren 2007 tot en met 2011 bestaat nog de mogelijkheid om BTW terug te vragen op grond van het afwijkende standpunt van de belastingendienst Noord-Nederland. Een verzoek hiertoe is ingediend bij de belastingdienst en dat verzoek is gehonoreerd. Voor de hele groep gaat het om een netto-vordering van bijna € 427.000 maar voor Onderwijsgroep Noord om een naheffing van € 56.000.
Accountant
4.4.1.1 4.4.1.2 4.4.1.3 4.4.1.4
KPMG Accountants N.V. Honorarium controle jaarrekening Honorarium overige controles Honorarium fiscale adviezen Honorarium overige dienstverlening Accountantslasten
2012 €
2011 €
6.248 0 0 595
7.816 0 0 26.275 6.843
51
34.091
5
Financiële baten en lasten
5.1 5.2 5.3
Rentebaten Resultaat deelnemingen Waardeveranderingen financiële vaste activa en beleggingen Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten Rentelasten
5.4 5.5
2012 €
Begroting 2012 €
2011 €
10.607 0
4.000 0
6.769 0
0
0
0
0 -131.355
0 -131.000
0 -137.491
Financiële baten en lasten
-120.748
-127.000
De rentebaten zijn hoger dan in 2011 en ook hoger dan begroot. Er is weliswaar sprake van lagere rentetarieven, maar door een hoger saldo van overtollige liquide middelen is sprake van hogere rentebaten. De rentelasten zijn lager dan in 2011 als gevolg van aflossingen op de lening.
52
-130.722
Overige gegevens
53
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting Onderwijsgroep Noord Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2012 van Stichting Onderwijsgroep Noord te Groningen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2012 en de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag beide in overeenstemming met Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties zonder winststreven’. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Onderwijsgroep Noord per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties zonder winststreven’. Verklaring betreffende het jaarverslag Op basis van artikel 393 lid 5 en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties zonder winststreven’ is opgesteld. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Zwolle,21 juni 2013 KPMG Accountants N.V. G.J. Kamerling RA
54
Bestemming van het exploitatiesaldo
Het exploitatiesaldo van Stichting Onderwijsgroep Noord is, conform het besluit van het College van Bestuur, van 2 april 2013 verdeeld zoals onderstaand is weergegeven. Deze verdeling is reeds in de balans per 31 december 2012 verwerkt. 2012 € Dotatie aan de Bestemmingsfondsen (publiek)
55
2011 €
11.951
-146.708
11.951
-146.708
Gebeurtenissen na balansdatum In verband met de nieuwbouw van de vestiging VMBO Eelde is er in februari 2013 een extra financiering afgesloten bij de ING Bank. Het gaat hierbij om een ING Stand-by Roll Over voor een bedrag van maximaal € 7.500.000 met een looptijd tot uiterlijk 31 december 2014. Tijdens deze periode kunnen, op basis van de vordering van de bouw, de benodigde bedragen worden opgenomen. Aan het einde van de looptijd worden er afspraken gemaakt over de voortzetting van de financiering en worden er ook afspraken gemaakt met betrekking tot de aflossing. Als zekerheid is een eerste hypotheek van € 7.500.000 op het onbelaste onroerend goed van de stichtingen gegeven.
56
Verbonden Partijen
Naam
Juridische
Statutaire
Code
Eigen
Resultaat
Art. 2:403
vorm 2012
zetel
activiteiten
Vermogen
jaar 2012
BW
Deelname
Consolidatie
€
Ja/Nee
%
Ja/Nee
nee nee nee
0 0 0
ja ja ja
31-12-2012 €
Stichting AOC Terra Stichting Dollard College Stichting rsg de Borgen
stichting stichting stichting
Groningen Groningen Groningen
4 4 4
32.817.087 4.869.385 2.330.526
-134.987 568.610 632.687
Naam
Onschrijving doelstelling
Samenstelling Bestuur en directie
Stichting AOC Terra Stichting Dollard College Stichting rsg de Borgen
Onderwijs Onderwijs Onderwijs
R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur) R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur) R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur)
Stichting AOC Terra, Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen maken deel uit van Onderwijsgroep Noord. Deze zijn verbonden op grond van overwegende zeggenschap en niet op basis van kapitaalbelang.
57
58
Bijlagen
59
INSTELLINGSGEGEVENS
Naam instelling: Bezoekadres: Postadres: Postcode/Plaats: Telefoon: Fax: E-mail: Internet-site: Handelsregister: Contactpersoon: Telefoon: Fax: E-mail:
Onderwijsgroep Noord Hereweg 101 Postbus 17 9700 AA Groningen 050-529 29 29 050-529 29 28
[email protected] www.onderwijsgroepnoord.nl 02077745 H. Zwiep, controller 050-529 29 87 050-529 29 28
[email protected]
College van Bestuur dhr. R. Schilt mw. A. Berendsen MBA
Winsum, voorzitter Bunne
Raad van Toezicht dhr. F. Kuik mw. C.Y.D van Orden dhr. F. Migchelbrink dhr. H. Holman
Yde, voorzitter Groningen Roden Steenbergen
OR Theo Meijer (Voorzitter) Philip Meijer (Secretaris) Berthan Slijkhuis Gerard Jans Arjen Plantinga
60
(Neven)functies van bestuurders en toezichthouders per 31 december 2012 College van Bestuur R. Schilt, Winsum, voorzitter voorzitter College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord voorzitter College van Bestuur Stichting Dollard College voorzitter College van Bestuur Stichting rsg de Borgen voorzitter College van Bestuur Stichting AOC Terra voorzitter Aequor te Ede bestuurslid Vereniging AOC raad, brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs A.A. Berendsen, Bunne, lid lid College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord lid College van Bestuur Stichting Dollard College lid College van Bestuur Stichting rsg de Borgen lid College van Bestuur Stichting AOC Terra lid Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs lid Bestuursadviesraad van de Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs vicevoorzitter Raad van Toezicht Bevolkingsonderzoek Noord
Raad van Toezicht F. Kuik, Yde, voorzitter lid Raad van Bestuur Stichting Zorggroep Alliade lid Raad van Bestuur Stichting Zorgcentra Moerborch lid Raad van Bestuur Werkstichting Driever's Dale voorzitter Stichting Maaltijdservice Tjongerborch voorzitter Stichting Venturafriesland voorzitter Stichting Friesland Bedrijven secretaris Stichting ‘Baan Plus’ (Stichting voor trajectbegeleiding arbeidsintegratie gehandicapten) lid bestuur Stichting ‘De Compaen’ lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra lid G-Beraad Stichting Dienstverlening Gezondheidszorg De Open Ankh lid Directiewerkgroep ’62 Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland lid Adviescommissie voor Arbeidszaken Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland arbiter Scheidsgerecht Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisdirecteuren mw. C.Y.D van Orden, Groningen, lid Beleidsmedewerker stafbureau P&O Stichting Hanzehogeschool Groningen Onderzoeker/lid kenniskring Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving Lid werkveldadviescommissie lectoraat Duurzaam HRM Gastdocent part time MBA, International Business School lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra lid NVP (Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement en Organisatieontwikkeling) lid Groepsoudercommissie Praedinius Gymnasium Eigenaar/trainer Zen.nl Groningen H. Holman, Steenbergen, lid Voorzitter European Dairy Farmers Nederland Vice-voorzitter European Dairy Farmers Europa lid klankbordgroep Animal Science Group lid bestuur Waterschap Noorderzijlvest voorzitter voetbalvereniging Oranje Nassau Roden, Roden lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra F. Migchelbrink, Roden, lid lid RvC Teijin Aramid B.V., Arnhem lid Raad van Advies Alwaysbemobilecompany, Veenendaal voorzitter Stichting KwamUtegen, Bilthoven lid Raad van Commissarissen Sportstad Heerenveen, Heerenveen lid bestuurs Noorderlicht, Roden lid RvA Fooq b.v. Heerenveen lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra lid Raad van Commissie LabNoord Groningen
61
62