STUDIE 69 BEROEPSPROFIEL fotograaf
BEROEPSPROFIEL fotograaf (m/v) A
sector
: beeldende, muzische en dramatische kunst
studiegebied : audiovisuele en beeldende kunst opleiding : beeldende kunst opties : fotografie (1ste en 2de cyclus)
B
sector
: audiovisuele productie
studiegebied : industriële wetenschappen & technologie opleiding : audiovisuele techniek optie : fotografie (één cyclus)
Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/8 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
I N H O U D
1
IDENTIFICATIE
1
1.1 1.2
1 1 1 1 1 1
1.3 1.4
2
3
4
5
BEROEPSPROFIEL
2
2.1
2 2 3
Vooronderzoek 2.1.1 Socio-economische ontwikkeling in de sector 2.1.2 Gegevens van tewerkstelling in de sector
VASTLEGGING VAN DE BEROEPENSTRUCTUUR EN DE BEROEPENCLUSTERS
7
3.1 3.2
7 7
Beschrijving van het beroep van fotograaf/beeldend kunstenaar Opdrachten liggen onder meer op het vlak van
IN KAART BRENGEN VAN RELATIE BEROEPEN EN OPLEIDINGEN
8
HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL
9
5.1 5.2 5.3
Benaming Beschrijving van het beroep Beschrijving van de activiteiten 5.3.1 Taken 5.3.2 Beroepscontext Ondersteunende kennis 5.4.1 Gemeenschappelijke basiskennis 5.4.2 Algemeen beroepsgerichte kennis 5.4.3 Specifiek beroepsgerichte kennis 5.4.4 Aanbeveling naar leerplan Beroepshoudingen 5.5.1 Beroepshoudingen 5.5.2 Beroepsdrempels
9 9 9 9 11 11 11 11 12 12 12 12 13
NIVEAU VAN HET BEROEP IN DE SECTOR
14
6.1 6.2 6.3
14 14 14
5.4
5.5
6
Identificatiegegevens Opdracht 1.2.1 Opdrachtgever 1.2.2 Doelstelling Procedure Methode
Omschrijving van het niveau Criteria Niveaubepaling
INHOUD BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
7
8
9
CONTROLE INTERNE CONSISTENTIE EN NAZICHT REALISTISCH KARAKTER
15
BIBLIOGRAFIE
16
8.1 8.2
16 16 16 16
Vraag naar de opleiding Gebruikte bronnen 8.2.1 Inventaris beroepsprofielen 8.2.2 Bibliografie
MEDEWERKERS
BIJLAGEN Bijlage 1: Artikel “Fotograat moet fotograferen” Bijlage 2: Nieuwsbrief NVB
17 18 18 19
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
1
1.1
1
IDENTIFICATIE
Identificatiegegevens Sector:
audiovisuele productie; fotografie: 1 cyclus beeldende, muzische en dramatische vorming: 2 cycli Beroep: fotograaf Beroepsprofiel: fotograaf
1.2
Opdracht
1.2.1
Opdrachtgever VLOR (Vlaamse Onderwijsraad)
1.2.2
Doelstellingen Het opstellen van een beroepsprofiel (BP) om van hieruit een opleidingsprofiel (OP) af te leiden.
1.3
Procedure Uitgaan van BP zoals opgesteld door Gijsels/Devijver/Heyndrickx, na consult van de NVB (Nationale Vereniging van Beroepsfotografen). Om de representativiteit te verhogen zal dit profiel worden voorgelegd aan een aantal experten uit de beroepspraktijk: − Pool Andries (Museum Fotografie) − Marc Callebaut (Kodak) Patrick Cambien (Agfa-Gevaert) − Erik Eelbode (red. De Morgen / Amarant) − Robert Feyens (fotograaf) − Piet Germeys (NEWS) − Ann Kumps (fotograaf) − Vital Kuypers (fotograaf) − Luc Peeters (NVB) − SOFAM − Marc Steculorum (galerij, adres via Museum Fotografie) − Johan Van de Cappelle (Fuji) − Roger Van der Stockt − Bart Van Leuven (fotograaf) − Hans Vos − Christoph Ruys: (tijdschrift ‘Obskuur’) − Johan Van Becelaere (publiciteitsfotograaf)
1.4
Methode Volgens handleiding BP (DVO/VLOR)
2
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
2
BEROEPSPROFIEL
2.1
Vooronderzoek
2.1.1
Socio-economische structurele ontwikkeling in de sector 2.1.1.1 Macro-economische situering van de sector Het betreft hier een zeer gediversifieerd landschap waar tot nu toe weinig studies over bestaan. We kunnen vanuit onze ervaring stellen dat er een uitgebreide markt is, dat er enkele duizenden mensen in tewerk gesteld zijn en dat de verdiensten zeer uiteenlopend kunnen zijn. Ook afgestudeerden met een opleiding elektronica, chemie of informatica worden tewerkgesteld in welbepaalde delen van de sector. De specialismen en niveaus zijn zo uiteenlopend dat hier moeilijk algemene of algemeen geldende uitspraken kunnen worden gedaan. 2.1.1.2 Beschrijving van de ontwikkelingen in de sector ♦ Socio-economische factoren (afzetmarkt en arbeidsmarkt) Fotografen en fotohandelaars
1992 1994
Vlaanderen 2104 NL 2717
Brussel 614 FR 1829
Wallonië 961
Het Rijk 3679 Totaal 4546
De detailhandel en traditionele fotostudio vormt een belangrijk aandeel in de arbeidsmarkt. Hiernaast is er werkgelegenheid voor creatieve fotografen, is er nood aan fotografen in grotere bedrijven en overheidsinstellingen (commercieel, technisch, realisatie van fotografische beelden). De concrete invulling is zeer uiteenlopend: de hierboven opgenomen cijfers betreffen voornamelijk de detailhandel, verder zijn er: creatieve aspecten, reclame, illustratie, pre-press, nieuwe media, fotografie ten dienste van grote bedrijven, musea, ministeries, parastatalen. De hierboven genoemde aantallen betreffen alleen de kleinhandel. Het aangehaalde cijfermateriaal is mits voorbehoud aanvaardbaar. De behoefte aan fotografen die de ingesteldheid bezitten van de beeldend kunstenaars (een beeldende kunstenaar concipieert, ontwerpt en er wordt gesteld dat hij kritisch omgaat met het medium fotografie) is reëel. Buiten zijn kennis van vaktechnische toepassingen moet hij een eigen fotografische visie ontplooien. Hij is de geschikte persoon die ook kan participeren in de multimediaproducties of zich profileren in de onderwijsof culturele sector.
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
3
♦ Technologische factoren Nieuwe technieken, zowel op gebied van vernieuwingen in de traditionele sector (bv. minilabs) als specifieke vernieuwingen (digitale beeldmanipulatie, multimedia, enz ...) leiden er toe dat er nieuwe banen ontstaan. Hiervoor is een gedegen technische basis en aanpassing van de opleidingen/bijscholing nodig. De technische kennis van de fotograaf moet bijdragen tot de ondersteuning en de vernieuwing van de creatieve expressie. De hogeschool zal de technische inzichten geregeld moeten bijsturen. De werkgroep wijst hier ook op het belang van bijscholing voor de fotograaf die kan aangeboden via voortgezette opleiding. ♦ Politiek-maatschappelijke factoren Dit is een terrein dat nog heel wat studie vraagt. In het kader van de belangen van de sector, de bescherming en een algehele kwaliteitsverhoging van het beroep van fotograaf had de Beroepsvereniging op 6 februari '97, op het Kabinet een onderhoud met Minister van KMO, Karel Pinxten. Zij vroegen: − de actualisering van de vestigingswet − het optrekken van de beheers- en beroepskennis voor de toetreding en uitoefening van het beroep van fotograaf − de concrete naleving van de vestigingswet − de middelen om een systematisch kwaliteitsbeleid op te zetten door middel van integrale kwaliteitszorg − de mogelijkheid om een stage in te voeren − de opname van de persfotografen in de vestigingswet − de verzekering dat het fotograferen en de diensten in verband met fotografie (opname & afwerking) voorbehouden worden aan fotografen De Minister had begrip voor deze problematiek en engageerde zich om maatregelen in overweging te nemen en door te voeren. De Beroepsvereniging blijft dit opvolgen en evalueren. ♦ Structuur van de bedrijven Er zijn vooral kleine bedrijven met 1 of 2 werknemers (zelfstandige fotografen). Daarnaast is er een groep met een 5-tal werknemers-fotografen (bv. studio’s voor reclamefotografie, persorganen). Zoals reeds gezegd is het moeilijk gegevens te vinden over het aantal fotografen in grotere bedrijven of overheidsinstellingen.
2.1.2
Analyse van de arbeidsmarkt 2.1.2.1 Gegevens van tewerkstelling in de sector ♦ Huidige tewerkstelling Ik verwijs naar de hierboven genoemde getallen: 2717 zelfstandige fotografen (in Vlaanderen, telling 1994) + de (nog) niet in kaart gebrachte fotografen (bedrijven, ministeries, parastatalen, enz ...). We kunnen hier een voorzichtige schatting van ongeveer 2.000 eenheden vooropstellen. Het beroep situeert zich ook in de beeldende expressie, in een confrontatie met opdrachtgevers; het omvat een uitvoerende technische functie of een participeren in de multimedia sector.
4
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
♦ Toekomstige tewerkstelling Het traditionele veld wordt uitgebreid onder invloed van nieuwe technieken, de convergentie van verschillende beeldproducerende takken en het te verwachten steeds meer toenemend belang van de audiovisuele sector. Omwille van hun bekwaamheid adequaat te kunnen omgaan met beelden die geënt zijn op de realiteit, zijn de zowel technisch als esthetisch gevormde fotografen goed geplaatst om ‘Beeldeducatie’ in toepassing te brengen (en dit zowel in het onderwijs als in een algemeen ruim kader). De taak van de fotograaf is één facet in het geheel van de audiovisuele en multimediale sector. ♦ Instroomproblematiek Het traditionele beroep bestaat nog, hiernaast groeit er een waaier van mogelijkheden. Wat betreft de verhouding vraag werknemers/aanbod werknemers kan men stellen dat dit een aan de conjunctuur gerelateerd gegeven vormt en dat dit momenteel niet zeer gunstig ligt. Door de convergentie van taken en opdrachten (bv. Multimedia) is er een te verwachten groeiende vraag naar flexibele fotografen. Hierbij verwijzen wij naar een studie van Caroline Pauwels (deze studie is vooral gericht op de massamedia, maar we kunnen zeker een vergelijking maken naar de fotografische sector): “de Europese audiovisuele markt behoort met een reële groei van 6 % tot de snelst groeiende in de wereld.” Verder wordt uitvoerig aangetoond dat het beleid terzake nog voor heel wat verbeteringen vatbaar is. In de beschrijving van het beroep moet erop gewezen worden dat de fotografie geen neutraal medium, geen loutere techniek is, maar integendeel een zeer beladen entiteit, met een eigen betekenislogica, een immense maatschappelijke werkzaamheid. ♦ Sectoronderzoek In samenwerking met het VIZO bereidt de Beroepsvereniging momenteel een sectorstudie over de vakfotografie en de fotohandel uit en werkt deze verder uit. Dit onderzoek zal rond zijn in het najaar. 2.1.2.2 Gegevens over het beroep ♦ Classificatie van het beroep in de sector Het beroep situeert zich in de audiovisuele sector en beeldende kunst. Wij verstaan hieronder alle fotografische creaties en realisaties (met inbegrip van de nieuwe multimedia). ♦ Beroepenveld Er is een uitgebreid gamma van verschillende fotografische specialisaties, gaande van polyvalente fotografie (kleinhandel, pasfoto’s, reportages) over technische realisaties tot fotografie dienstig aan alle mogelijke socioculturele doeleinden en in de beeldende kunst. ♦ Beschrijving van het beroep/werkvelden Er is een grote verscheidenheid aan invullingen van het fotografische beroep. Een realisator van foto’s moet in staat zijn een fotografische opdracht uit te voeren, meestal in dienst van een opdrachtgever. Eenzelfde fotograaf kan actief zijn in verschillende werkvelden.
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
5
Hier volgt een overzicht: − algemene fotografie (polyvalent fotograaf) − portretfotografie − reclamefotografie − setfotografie − foodfotografie − persfotografie − sportfotografie − theaterfotografie − fotografie binnen de criminalistiek (= documenteren rond criminologie) − modefotografie − natuurfotografie − industriële fotografie / architectuurfotografie − fotolaboratorium / reprografie − het beroep kan uitmonden in dat van video-operator − bewerking digitale beelden − medische fotografie − finishingfotografie / kwaliteitscontrole − handelsvertegenwoordiging fotografische producten en diensten − Desk Top Publishing en Pre-press − beoefenaar audiovisuele en beeldende kunst − fotohandel (verkoop, advies, dienstverlening en klantenservice) Dit is een niet-exhaustieve lijst. 2.1.2.3 Gegevens over de functies verbonden aan het beroep ♦ Functies Een adequaat opgeleide fotograaf beantwoordt aan bestaande noden in de maatschappij. ♦ Beschrijving van de functies Een fotograaf is verantwoordelijk voor de realisatie van fotografische producties (creatie, technische verwerking en verkoop) zoals gevraagd door de opdrachtgever (individu, bedrijf, industrie, overheid). De fotograaf werkt alleen of in teamverband, afhankelijk van de specificiteit van de opdracht. Een goede artistieke creatie is van groot belang. De fotograaf zal op een professionele manier visueel vorm geven aan een boodschap of een idee. Deze boodschap kan ontstaan vanuit de zuiver persoonlijke visie van de artiest. Zij kan ook het resultaat zijn van de confrontatie met opdrachtgevers en industrie. Alle leden van de werkgroep gaan akkoord dat de rol van de fotograaf in de beeldeducatie zeer belangrijk is.
6
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
2.1.2.4 Relateren van de functies aan het beroep Een fotograaf moet een fotografisch beeld creëren een fotografische opdracht uitvoeren Ontwikkelen afwerken en presenteren creëren van digitale beelden bewerken van digitale beelden onderhandelen / verkopen zijn bedrijf leiden zelfstandig optreden in de maatschappij functioneren
Gerelateerde functies creatieve functie uitvoerende functie verwerkende functie uitvoerende / creatieve functie creatieve functie uitvoerende functie commerciële functie bedrijfseconomische vaardigheid oordeels- en beslissingsvaardigheid sociale functie
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
7
3 VASTLEGGING VAN DE BEROEPENSTRUCTUUR EN DE BEROEPENCLUSTERS
3.1
Beschrijving van het beroep van fotograaf/beeldend kunstenaar Een fotograaf geeft op vakkundige wijze visueel/fotografisch vorm aan een boodschap of een idee. Hiertoe moet hij: − een fotografisch beeld dat uniek is en kwalitatief goed is kunnen maken, afwerken en verkopen − onder de meest verscheiden omstandigheden, alleen of in teamverband, een fotografische opdracht kunnen uitvoeren, binnen een bepaalde tijdsspanne en volgens de instructies van de opdrachtgever of op eigen initiatief. − achterliggende dimensies (sociaal, cultureel, politiek, maatschappelijk, economisch) visueel kunnen weergeven − kunnen samenwerken met opdrachtgever, model, stylist, art director, enz ...
3.2
Opdrachten liggen onder meer op het vlak van − fotograferen van: mensen, kleine en grote objecten, situaties, landschappen zowel in de studio als op locatie − creatief omgaan met licht (sfeer scheppen) − beelden manipuleren (o.a. bewerken van het perspectief) − ontwikkelen en afwerken − reproducties maken − presenteren − retoucheren, zowel manueel als digitaal − aanmaken van foto’s met nieuwe technologieën − een beeldend kunstenaar gebruikt het medium fotografie voor het realiseren van een artistieke creatie − systematisch onderzoek naar en overbrengen van de beeldtaal (Niet-exhaustieve lijst)
8
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
4
IN KAART BRENGEN VAN DE RELATIE BEROEPEN EN OPLEIDINGEN
De hogescholen spelen duidelijk in op de concrete vragen vanuit de beroeps- en/of artistieke wereld. Deze polyvalente opleidingen willen tegemoet komen aan de grote hoeveelheid specialisaties door in de studie uit te gaan van een gedegen basiskennis zodat een flexibele verdere uitbouw mogelijk wordt. Zij trachten te beantwoorden aan de maatschappelijke behoeften, hun programma’s hierop af te stellen en contacten te onderhouden met de professionele wereld. Dit resulteert in een hoge vorm van maatschappelijke relevantie. Meer en meer wordt duidelijk, niet in het minst door de toenemende beeldcultuur, de snelle evolutie en de opkomst en het succes van de nieuwe technologieën, dat een driejarige opleiding niet meer kan volstaan. Er is een zeer sterke vraag bij de studenten een stageperiode na de studies toe te voegen.
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
9
5 HET EIGENLIJKE BEROEPSPROFIEL
5.1
Benaming De naam “fotograaf” verwijst naar een brede waaier van specifieke beroepen: algemeen fotograaf (polyvalent fotograaf), portretfotograaf, reclamefotograaf, setfotograaf, foodfotograaf, persfotograaf, modefotograaf, industrieel fotograaf, architectuurfotograaf, wetenschappelijk fotograaf, foto-archivaris, fotorestaurateur en conservator, fotolaborant, reprograaf, bewerker digitale beelden, medisch fotograaf, finishingfotograaf, kwaliteitscontroleur, handelsvertegenwoordiger fotografische producten en diensten, beeldend kunstenaar. De algemene benaming kent zoveel implementaties als er maatschappelijke noden bestaan. Een zelfde fotograaf kan actief zijn in verschillende werkvelden.
5.2
Beschrijving van het beroep De fotograaf heeft een zelfstandige persoonlijkheid. Hij is kritisch en creatief en volgt de evolutie. Hij is dikwijls werkzaam als zelfstandige en moet goed alleen kunnen functioneren. Anderzijds zijn er specialiteiten waar hij goed moet kunnen samenwerken in teamverband of ten dienste moet kunnen staan van de opdrachtgever. Hij staat niet los van de maatschappij maar heeft er op een intelligente en sensitieve manier voeling mee. De fotografie is een verschijnsel met veel facetten. Aan de ene kant is het een sociale techniek geconstrueerd rond informatie. Fotografie is hier in de breedste zin ‘documentair’. Aan de andere kant kan fotografie natuurlijk ook als een techniek, als een louter plastisch ‘middel’ beschouwd worden. Iets dat door iedereen, dus in projecten van plastische kunstenaars kan gebruikt worden. Het merkwaardige is nu dat er zich vanuit en binnen de informatieve cultuur van de fotografie een esthetische potentialiteit ontwikkelt. En dat en geen andere - is de eigenlijke geschiedenis van de fotografie sinds 150 jaar.
5.3
Beschrijving van de activiteiten De fotograaf realiseert fotografische opdrachten. Hij leeft zich in in de denkwereld van de opdrachtgever. Daarenboven laat hij zijn persoonlijke creativiteit aan bod komen, afhankelijk van de specifieke opdracht of in de problematiek van de kunstenaar.
5.3.1
Taken 5.3.1.1 Taakgebieden (typefunctie(s)) De fotograaf moet kunnen ontwerpen, uitvoeren en de uitvoering opvolgen en bijsturen, ofwel in opdracht ofwel zelfstandig.
10
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
5.3.1.2 Aanverwante taakgebieden Aanverwante gebieden treft men aan in de reclame, drukkerij- en uitgeverswereld. Ook in de kunst, de cultuur en het onderwijs. Ook in de nieuwe media ziet men meer en meer convergentie van verschillende audiovisuele taken. 5.3.1.3 Specifieke beschrijving van de taakgebieden (typefunctie(s)), in takenclusters (deelfuncties) en taken (hieruit worden in het derde en laatste stadium de ‘vakken’ gedistilleerd) Taakgebied Maatschappijkritisch denken
Takenclusters Onderzoeken
Voorbereiden
Analyseren Communiceren Analyseren
Ontwerpen
Onderzoeken
Informeren
Budgetteren
Scheppen Informeren Beheren
Produceren
Organiseren Plannen
Realiseren
Visualiseren Regisseren Realiseren Verwerken
Evalueren
Oordelen Verbeteren
Beheren
Factureren Boekhouden Inventariseren
Taken − hij informeert zich − hij analyseert het mens- en wereldbeeld − hij onderhandelt met de opdrachtgever − hij analyseert de opdracht − hij formuleert de doelstellingen − hij concretiseert de opdracht − hij onderzoekt verschillende opname mogelijkheden − hij selecteert onderwerpen in verband met boodschap, context enz. − hij neemt inlichtingen en verwerkt deze tot bruikbare informatie − hij maakt een ontwerp of voorstudie − hij vraagt prijzen op − hij maakt prijsopgave, rekening houdend met alle facetten van de prijsberekening − hij berekent supplementen − hij regelt de nodige afspraken − hij plant de opname in tijd, ruimte en middelen − hij zoekt naar oplossingen binnen het budget − hij brengt alle elementen samen voor het maken van de opname volgens ontwerp − hij zorgt voor decor, modellen, enz. − hij bepaalt de sfeer in functie van de opdracht − hij maakt de opname met het juiste opnamemateriaal − hij zorgt voor de ontwikkeling van het opnamemateriaal − hij zorgt voor de fotografische prints − hij zorgt voor de digitale uitput − hij zorgt voor retouche (digitaal of niet) − hij zorgt voor digitale bewerking − hij controleert samen met de opdrachtgever de gemaakte beelden − hij brengt de nodige verbeteringen aan of hermaakt de opname − hij maakt factuur − hij houdt de boekhouding bij − hij inventariseert alle gegevens over de opdracht
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
5.3.2
11
Beroepscontext 5.3.2.1 Contextgegevens a Werkomstandigheden studio, laboratorium, afwerkingsruimte, computerlokaal, kantoor, op locatie b Hulpmiddelen diverse technische hulpmiddelen: camera, verlichtingsinstallatie, verwerkingsapparatuur, computer, ... c Vereiste resultaten adequate invulling van opdrachten of uitvoering van eigen visie 5.3.2.2 Organisatie van de arbeid a organisatievorm: afhankelijk van de opdracht/doelstelling b organisatie in de werkplaats (kan ook in de natuur) • grondstoffen: fotomateriaal, chemie • gebruik van de hulpmiddelen: apparatuur • beschrijving van de werkvloer: studio, laboratorium, kantoor, commerciële ruimten
c organisatieregels buiten de werkplaats • • • •
milieu veiligheid gezondheid en hygiëne deontologie
5.4
Ondersteunende kennis
5.4.1
Gemeenschappelijke basiskennis Een algemene vorming met accenten naar technische en esthetische kennis is gewenst. Taal- en sociale vaardigheden zijn nodig. Ook van belang zijn artistieke en humane wetenschappen, maatschappijkennis, sociologie, psychologie, filosofie, kunsthistorisch inzicht, semiotiek.
5.4.2
Algemene beroepsgerichte kennis − grondige kennis van de optische beeldvorming; kennis betreffende de verschillende objectieven, voorzetlenzen en filters en alles wat ermee verband houdt: brandpunt, sluiters, diafragma, belichtingstijd en lichtmeetmethodes − kennis van de fotochemische en elektronische opnametechnieken: ontwikkeling en afwerking van negatief en positief en de manipulatie van elektronisch materiaal; retouche, reproductie, keuze van de gevoelige materialen en de daarbij horende techniek; bijbehorigheden en alle apparaten voor de behandeling van zwart-witfilm, kleurenfilm en andere beelddragers − kennis van fotografische scheikunde, van de scheikundige producten die gebruikt worden in de foto- en cinematografische onderneming; kennis van de samenstelling van de baden en ontwikkelingsprocédés, fixeren en bewerken van de negatieven en positieven in zwart-wit en kleur − kennis van elementaire fysica − kennis van de opbouw en verwerking van elektronische en andere beelddragers − noties van milieubeheer − commerciële en bedrijfseconomische kennis: • financieel inzicht en beheer: kostprijsberekening en prijsbepaling
12
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
• • • • • •
boekhouding, BTW en facturatie klantenbeleid en omgaan met klanten bedrijfsbeheer inkoopbeleid marketing noties van vestigingsformaliteiten en handelspraktijken documenten- en databeheersing
− kunsthistorisch inzicht − semiotiek
5.4.3
Specifiek beroepsgerichte kennis ♦ Traditionele kennis − kennis van het marktaanbod − kennis van eigenschappen, toepassingen en gebruik van fotografisch en elektronisch materiaal en apparatuur − gebruik van camera’s: van kleinbeeld tot technische camera − beheersen van het licht en kunnen werken met diverse lichtbronnen (zowel natuurlijk licht als kunstlicht: flits, halogeenlicht, ... ) − noties van druk- en verwerkingstechnieken (pre-press) − kundigheden op het vlak van foto-afwerking − kennis van de gevoelige materialen en hun gebruik in de foto- en cinematografische onderneming, zowel voor zwart-wit als in kleur en andere beelddragers − kennis van de sensitometrie − kennis van de colorimetrie − kennis van de foto-, cinematografische en andere beelddragende artikelen voor de detailhandel, van alle apparaten en alle bijhorigheden, het gebruik ervan, het laden en ontladen en het verrichten van eenvoudige herstellingen − geïntegreerde kennis van de beeldcompositie ♦ Nieuwe technologie − kunnen werken met digitale apparatuur
5.4.4
Aanbeveling naar leerplan Het programma van de technische hogescholen voldoet over het algemeen aan de verwachtingen. Er is wel vraag naar meer uitgebreide kennis van bedrijfsbeheer en voortgezette opleidingen.
5.5
Beroepshoudingen
5.5.1
Beroepshoudingen − capaciteiten eigen aan het zelfstandig beroep: • • • • • • •
doorzettingsvermogen flexibiliteit resultaatgerichtheid verantwoordelijkheidszin zelfstandigheid zelfvertrouwen zin voor initiatief
− commercieel inzicht − creativiteit − kwaliteitsbewustzijn
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
− − − − −
5.5.2
zin voor esthetiek zelfstandigheid sociale vaardigheden orde, netheid, nauwkeurigheid en stiptheid meertaligheid
Beroepsdrempels Zware handicaps, blindheid.
13
14
6
6.1
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
NIVEAU VAN HET BEROEP IN DE SECTOR
Omschrijving van het niveau De opleidingen in Vlaanderen zouden best afgestemd worden op de Europese niveaus: niveau 5 en 4. (zie bijlagen)
6.2
Criteria Er zijn verschillende criteria: − verantwoordelijkheid − complexiteit − transfer (nieuw gebied exploreren)
6.3
Niveaubepaling Verantwoordelijkheid: − niveau 5: leiding geven, argumentatie, beheersen van de wetenschappelijke achtergronden van het beroep − niveau 4: op een autonome of onafhankelijke manier verantwoordelijkheid nemen voor planning, leiding en beheer De uitvoering van de taken van de fotograaf zijn complex: hij past nieuwe procedures toe en zoekt naar nieuwe ideeën. Hij is ook in staat nieuwe gebieden te exploreren.
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
7 CONTROLE INTERNE CONSISTENTIE EN VERIFICATIE REALISTISCH KARAKTER
Dit document wordt getoetst aan de mening van experten (zie p. 1). Zij worden gecontacteerd en geconsulteerd door de heer Willy Vermorgen van de VLOR.
15
16
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
8
8.1
BIBLIOGRAFIE
Vraag naar de opleiding Uit een studie van het NVB blijkt dat een groot aantal fotografen redelijk tevreden is over hun opleiding en vraagt om verdere bijscholing.
8.2
Gebruikte bronnen
8.2.1
Inventaris beroepsprofielen Is gesteund op ervaring, verklaringen, contacten met mensen uit de beroepswereld.
8.2.2
Bibliografie Gegevens NVB / SERV / Marktselect ♦ BURGELMAN J.C., BILTEREYST D. en PAUWELS C. Audiovisuele Media in Vlaanderen. VUBPress Brussel. 1994. 262 p. ♦ Nieuwsbrief Nationale Vereniging voor Beroepsfotografen/februari 1997 (6 p.) ♦ WILSSENS (M.-A.). Fotograaf moet fotograferen; Het Laatste Nieuws (20-11-1996).
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
9
17
MEDEWERKERS
♦ Hugo Bal (Sint-Lukas, Brussel) ♦ Jan Carlier (Academie Antwerpen, Hogeschool Limburg) ♦ Jan Devijver (W&K, NARAFI) ♦ André Gijsels (Karel de Grote Hogeschool) ♦ Erik Heyndrickx (Hogeschool voor Wetenschap en Kunst, NARAFI) ♦ Nikki Huts (secretaris Nationale Vereniging voor Beroepsfotografen) ♦ Luc Peeters (voorzitter Nationale Vereniging voor Beroepsfotografen) ♦ Carl Uytterhaegen (Hogeschool Gent) ♦ Patrick Van Hoof (fotograaf)
18
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
BIJLAGE 1
Artikel “Fotograaf moet fotograferen”. Een kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.
BEROEPSPROFIEL FOTOGRAAF
19
BIJLAGE 2
Nieuwsbrief NVB. Een kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.