STUDIE 25 BEROEPSPROFIEL elektromechanica
BEROEPSPROFIEL elektromechanica
sector : metaal-elektriciteit-kunststoffen studiegebied : industriële wetenschappen en technologie opleiding : elektromechanica beroepen : elektromecanicien – productieverantwoordelijke – ontwerpassistent – technisch commercieel afgevaardigde – koel-, verwarming-, klimatisatie- en energietechnicus – medisch instrumentatietechnicus – automatiseringstechnicus – onderhoudstechnicus – officier scheepswerktuigkundige
Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1997/6356/13 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
IN H O U D B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
INHOUD
VOORWOORD
1
1
IDENTIFICATIE
2
1.1
Identificatiegegevens
2
1.2
Opdracht 1.2.1 Opdrachtgever 1.2.2 Doelstellingen
2 2 2
1.3
Procedure 1.3.1 Stuurgroep 1.3.2 Subwerkgroepen
3 3 5
1.4
Methode
7
2
3
ALGEMEEN BEROEPSPROFIEL
8
2.1
Vooronderzoek 2.1.1 Socio-economische structurele ontwikkelingen in de sector 2.1.2 Analyse van de arbeidsmarkt
8 8 8
2.2
Vastlegging van beroepenstructuur in clusters
8
2.3
In kaart brengen van relatie tussen beroepen en opleidingen
8
2.4
Beroepsprofiel
9
2.5
Niveau van het beroep in de sector 2.5.1 Omschrijving van het niveau 2.5.2 Niveau
9 9 9
2.6
Algemeen profiel
9
2.7
Aanbeveling naar leerplan 2.7.1 Inleiding 2.7.2 Algemene doelstelling 2.7.3 Waarden 2.7.4 Basiskennis, inzichten en vaardigheden 2.7.5 Sociale, communicatieve en organisatorische vaardigheden
BEROEPSPROFIEL
10 10 10 10 11 11
12
p r o d uc ti e vo o r b e r eid e r , p r o d uc ti e ve r a n t wo o r d el ij k e en p r o gr a m me u r i nd u s tr ië le a uto mat i ser i n g 3.1
Exacte benaming van het beroep
12
3.2
Globale beschrijving van het beroep 3.2.1 Kernachtige beschrijving 3.2.2 Beschrijving van de beroepscontext
12 12 12
3.3
Vereiste opleiding en beroepservaring
13
IN H O U D B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
4
3.4
Specifieke beschrijving van de beroepsactiviteiten 3.4.1 Typefunctie 3.4.2 Contextgegevens
13 13 14
3.5
De ondersteunende kennis
14
3.6
Beroepshoudingen
15
BEROEPSPROFIEL
16
ont werp a ss i ste nt e n te c hni sc h co mmer ci eel a f ge va ard i gd e
5
4.1
Beroepsprofiel ontwerpassistent 4.1.1 Benaming 4.1.2 Definitie 4.1.3 Beschrijving beroepsactiviteiten 4.1.4 Kennis
16 16 16 16 16
4.2
Beroepsprofiel technisch commercieel afgevaardigde 4.2.1 Benaming 4.2.2 Definitie 4.2.3 Beschrijving 4.2.4 Kennis 4.2.5 Houdingen
16 16 16 16 17 17
BEROEPSPROFIEL
18
ko e lt ec h ni c u s, ver war mi n g s te c h nic u s , kl i ma ti sa tie te c h ni c us, ener gi ete c h ni c us
6
5.1
Exacte benaming van het beroep
18
5.2
Globale beschrijving 5.2.1 Kernachtige beschrijving 5.2.2 Beschrijving in beroepscontext
18 18 19
5.3
Vereiste opleiding en beroepservaring
20
5.4
Specifieke beschrijving van de beroepsactiviteiten 5.4.1 Typefunctie, deelfunctie, taak 5.4.2 Contextgegevens
21 21 24
5.5
De ondersteunende kennis 5.5.1 Algemene kennis 5.5.2 Specifieke kennis
26 26 27
5.6
Beroepshoudingen
28
BEROEPSPROFIEL
29
med i sc he i n str u me nt at iet ec h n ie ker 6.1
Vooronderzoek 6.1.1 Socio-economische ontwikkelingen in de sector 6.1.2 Analyse van de arbeidsmarkt
29 29 29
6.2
Beroepsprofiel 6.2.1 Benaming 6.2.2 Beschrijving van het beroep 6.2.3 Beschrijving van de activiteiten
30 30 30 30
6.3
Ondersteunende kennis 6.3.1 Gemeenschappelijke basiskennis, inzichten en vaardigheden
32 32
IN H O U D B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
6.3.2
7
Algemene beroepsgerichte kennis
32
6.4
Beroepshoudingen
32
6.5
Niveau van het beroep in de sector
33
BEROEPSPROFIEL
34
a u to ma ti ser i n gt ec h n ic u s
8
7.1
Exacte benaming van het beroep
34
7.2
Globale beschrijving van het beroep 7.2.1 Kernachtige beschrijving 7.2.2 Beschrijving van de beroepscontext
34 34 34
7.3
Vereiste opleiding en beroepservaring
34
7.4
Specifieke beschrijving 7.4.1 Typefunctie, deelfunctie, taak 7.4.2 Contextgegevens
35 35 35
7.5
De ondersteunende kennis
36
7.6
Beroepshoudingen 7.6.1 Bepalen van de belangrijkste beroepshoudingen 7.6.2 Selecteren en concretiseren 7.6.3 Controle interne consistentie en verifiëren realistisch karakter
36 36 37 37
BEROEPSPROFIEL
38
o nd e r ho ud s tec h n ie ke r
9
8.1
Exacte benaming van het beroep
38
8.2
Globale beschrijving van het beroep 8.2.1 Kernachtige beschrijving 8.2.2 Beschrijving van de beroepscontext
38 38 38
8.3
Vereiste opleiding en beroepservaring
38
8.4
Specifieke beschrijving 8.4.1 Typefunctie, deelfunctie, taak 8.4.2 Contextgegevens
38 38 39
8.5
De ondersteunende kennis 8.5.1 Gemeenschappelijke basiskennis 8.5.2 Algemene beroepsgerichte kennis 8.5.3 Specifieke beroepsgerichte kennis40
40 40 40
8.6
Beroepshoudingen
41
8.7
Niveau
41
BEROEPSPROFIEL
42
o f f ici er sc he ep s we r kt ui gk u n d i ge 9.1
Benaming van het beroep
42
9.2
Globale beschrijving van het beroep 9.2.1 Kernachtige beschrijving 9.2.2 Beschrijving van de beroepscontext
42 42 42
9.3
Vereiste opleiding en beroepservaring
42
IN H O U D B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
10
9.4
Specifieke beschrijving 9.4.1 Typefunctie, deelfunctie, taak 9.4.2 Contextgegevens
43 43 43
9.5
De ondersteunende kennis
44
9.6
Beroepshoudingen
44
BIBLIOGRAFIE
45
10.1
45 45 46
Gebruikte bronnen 10.1.1 Inventaris enquêtes 10.1.2. Bibliografie
11
MEDEWERKERS
47
12
BIJLAGEN
49
BIJLAGE 1: Vacatures 1995 BIJLAGE 2: Enquête Bedrijf en beroep BIJLAGE 3: Enquête bij de bedrijven EM-onderhoudstechnieken BIJLAGE 4: Enquête in relatie met beroeps- en opleidingsprofielen BIJLAGE 5: Resultaten enquête Katho Departement VHTI BIJLAGE 6: Enquête betreffende ingenieurs en technici in ziekenhuizen
49 50 51 52 53 54
1
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
VOORWOORD
H
et opstellen en uitschrijven van het beroepsprofiel van alle opleidingen van één cyclus in het studiegebied Industriële Wetenschappen en Technologie die leiden tot de graad van gegradueerde in elektromechanica is een bijna onmogelijke taak. Dit omdat deze gediplomeerden in een zo grote verscheidenheid van beroepen inzetbaar zijn. Toch is hier getracht om voor een aantal representatieve beroepen een beroepsprofiel uit te schrijven. Alle hogescholen in Vlaanderen die een opleiding van één cyclus elektromechanica inrichten hebben meegewerkt aan deze studie. De inbreng van externe deskundigen uit bedrijven, beroepsverenigingen en beroepsfederaties, en oud-studenten is essentieel en onontbeerlijk geweest. Wij betuigen dan ook onze oprechte dank aan iedereen die meegewerkt heeft aan het tot stand komen van dit document. Vooral dank aan de voorzitters van de subwerkgroepen voor het geleverde werk.
H. Behaegels voorzitter van de werkgroep
D. Theuns ondervoorzitter
2
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
1
1.1
IDENTIFICATIE
Identificatiegegevens Studiegebied: Basisopleiding: Diploma: Opties:
1.2
Opdracht
1.2.1
Opdrachtgever
Industriële Wetenschappen en Technologie Eén cyclus elektromechanica Gegradueerde in elektromechanica bedrijfsmechanisatie elektromechanica klimatisatie medische instrumentatie meet- en regeltechniek onderhoudstechnieken scheepswerktuigkunde
De Vlaamse Minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken Luc Van Den Bossche heeft op 22 maart 1995 een brief gericht aan de Vlaamse Onderwijsraad waarin hij vraagt dat de Vlor het overleg zou organiseren over de beroepsprofielen, de opleidingsprofielen en de basiscompetenties inzake de opleidingen en opties aan de hogescholen. Op 22 november 1995 wordt de voorzitter van onze werkgroep uitgenodigd op een eerste vergadering met de Vlaamse Onderwijsraad. Op deze vergadering wordt het verloop van de procedure m.b.t. beroeps- en opleidingsprofielen in de hogescholen gepland.
1.2.2
Doelstellingen De doelstelling is het opstellen van het beroepsprofiel van een gegradueerde in elektromechanica. Dit wil zeggen : − omschrijving van de beroepen of beroepenvelden waartoe de opleiding opleidt. − omschrijving van de tewerkstellingssectoren of werkvelden. − omschrijving van de taken die in het beroep worden uitgeoefend. − omschrijving van de kennis, vaardigheden en attitudes vereist om het beroep uit te oefenen. In een latere fase volgt hieruit het opstellen van het opleidingsprofiel en het opstellen van de basiscompetenties waarover een beginnende beroepsbeoefenaar moet beschikken.
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
1.3
Procedure
1.3.1
Stuurgroep
3
De directeurs van alle hogescholen die een opleiding van één cyclus elektromechanica inrichten hebben een brief ontvangen waarin gevraagd wordt iemand af te vaardigen om deel te nemen aan de vergadering voor het opstellen van het beroepsprofiel. Ook Fabrimetal en de vereniging voor technisch gegradueerden werden gevraagd. Er werd een stuurgroep opgericht. De leden van deze vergadering zijn: ♦ De Heer René Adams, adjunct departementshoofd Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen departement Industriële Wetenschappen en Technologie Campus TIB Prins Leopoldstraat 51 2140 Borgerhout tel.: (03) 235 49 25 ♦ De Heer Eddy Aelbrecht, coördinator opleidingen één cyclus campus Mechelen Hogeschool Antwerpen Campus Mechelen Leopoldsstraat 42 2800 Mechelen tel.: (015) 41 22 11 - fax: (015) 41 22 11 ♦ De Heer Hubert Behaegels, adjunct departementshoofd voorzitter De Heer Paul Symons verslaggever Hogeschool voor Wetenschap en Kunst departement Technologie De Nayer instituut J. de Nayerlaan 5 2860 Sint-Katelijne-Waver tel. : (015) 31 69 44 - fax: (015) 31 74 53 ♦ De Heer Jan De Mot, diensthoofd toegepaste wetenschappen Hogere Zeevaartschool Noordkasteel-Oost 6 2030 Antwerpen tel.: (03) 205 64 30 - fax: (03) 225 06 39 ♦ De Heer Ivo Dops Vereniging voor technisch Gegradueerden Dr. Verhaeghestraat 25 8400 Oostende ♦ De Heer Willy Indeherberge, departementshoofd Katholieke Hogeschool Limburg departement Industriële Wetenschappen en Technologie Universitaire Campus, gebouw B 3590 Diepenbeek tel.: (011) 23 07 90 - fax: (011) 23 07 99
4
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
♦ Mevrouw Christine Lannoo adjunct-adviseur opleiding en werkgelegenheid Fabrimetal Vlaanderen Lakenweversstraat 21 1050 Brussel tel.: (02) 510 24 78 - fax: (02) 510 24 45 ♦ De Heer Patrick Matthys, afdelingshoofd Katholieke Hogeschool Sint-Lieven Sint-Annalaan 198 9300 Aalst tel.: (053) 73 92 60 - fax: (053) 73 92 91 ♦ De Heer Herman Meynen Mevrouw Gerda Thibaut Hogeschool Limburg departement industriele wetenschappen en Technologie tel.: (011) 22 13 08 - fax: (011) 23 18 07 Maastrichterstraat 100 3500 Hasselt ♦ De Heer Roger Pype, afdelingscoördinator klima Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen (KATHO) departement VHTI Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk tel.: (056) 21 70 72 - fax: (056) 21 98 67 ♦ De Heer Carl Smeuninx, departementshoofd Hogeschool van de Provincie Antwerpen departement Industriële Wetenschappen en gezondheid Kronenburgstraat 47 2000 Antwerpen tel.: (03) 259 14 00 - fax: (03) 248 52 93 ♦ De Heer Dirk Theuns, departementshoofd ondervoorzitter Hogeschool Gent departement Technologie Campus BME-CTL Voskenslaan 270 9000 Gent tel.: (09) 221 80 11 - fax: (09) 221 68 68 ♦ De Heer Bert Van Hirtum Katholieke Hogeschool Kempen Kleinhoefstraat 4 2440 Geel tel: (014) 58 55 75 - fax: (014) 58 48 59 ♦ De Heer Martin Wylleman Katholieke Hogeschool Brugge Oostende Zeedijk 101 8400 Oostende tel. :(059) 50 89 96 - fax: (059) 70 42 15
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
♦ Opmerkingen 1 Op elke vergadering werd de heer Luc Robijns van de Vlaamse Onderwijsraad uitgenodigd. 2 De vereniging voor technisch gegradueerden heeft niet aan de vergaderingen deelgenomen maar stuurde wel informatie (zie bijlage 1).
1.3.2
Subwerkgroepen Het Besluit van de Vlaamse regering van 19 07 1995, betreffende de omvorming van de opleidingen en opties van de hogescholen van de Vlaamse Gemeenschap bepaalt dat de opleiding van één cyclus elektromechanica zeven opties heeft: − bedrijfsmechanisatie − elektromechanica − klimatisatie − medische instrumentatie − meet- en regeltechniek − onderhoudstechnieken − scheepswerktuigkunde Elk van deze opleidingsopties leiden op naar bepaalde beroepen. Het was dus nuttig subwerkgroepen op te richten die elk een aantal typische beroepen bestudeerden. De volgende subwerkgroepen werden samengesteld: 1 Bedrijfsmechanisatie Voorzitter
Willy Indeherberge, Katholieke Hogeschool Limburg, Diepenbeek Leden
Michel Cardinaels, Katholieke Hogeschool Limburg Etienne De Rauw, KaHo Sint-Lieven Aalst Valère Neys; Katholieke Hogeschool Kempen, Geel Alain Smolders, Karel de Grote-Hogeschool, Antwerpen Martin Wylleman, Katholieke Hogeschool Brugge Oostende 2 Elektromechanica Voorzitter
Dirk Theuns, Hogeschool Gent Leden
Gilbert Cool, Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende Marc Depauw, opleidingscoördinator elektromechanica, Hogeschool Gent André Gabriël, Vynckier Edmond Roman, Hogeschool Gent Patrick Steelandt, Hogeschool Gent, verslaggever Wilfried Wuyts, Katholieke Hogeschool Kempen, Geel 3 Klimatisatie Voorzitter
Roger Pype, Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen Leden
Jimmy Bauwens, De Nayer instituut, Mechelen Gie Beyens, Karel de Grote-Hogeschool, Antwerpen Paul De Schepper, Katholieke Hogeschool Kempen, Geel Wilfried De Smet, Belgische Vereniging voor Koeltechniek Rob Engels, Hogeschool provincie Antwerpen
5
6
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
Marc Herregods-Van de Pontseele, Hogeschool Gent Hans Hoes, Katholieke Hogeschool Kempen, Geel P. Koelet, Schatten nv, Brussel Marc Schreurs, Katholieke Hogeschool Limburg Luc Vantieghem, UBIC nationaal, Brussel Lucien Vantieghem, UBIC regionaal, Kortrijk 4 Medische instrumentatie Voorzitter
Patrick Matthys, KaHo St.-Lieven, Aalst Leden
Robert Belen, Siemens, Brussel Peter Coppens, O.L.V. kliniek, Aalst René Cumps, CN Rood, Zellik De Coster, O.L.V. kliniek Aalst De Neudt, Dräger Ballings, Wemmel Etienne De Rauw, KaHo Sint-Lieven Aalst Wim Vanthournout, KaHo Sint-Lieven, Aalst 5 Meet- en regeltechniek Voorzitter
René Adams, Karel de Grote-Hogeschool, Antwerpen Leden
Patrick Callaert, Agfa-Gevaert Michel Cardinaels, Katholieke Hogeschool Limburg Johan Coudeville, Katholieke Hogeschool Brugge Oostende Maurice De Smedt, UDIAS Kris Devocht, Katholeke Hogeschool Kempen Geel Paul Govaerts, Karel de Grote-Hogeschool, Antwerpen (verslaggever) Marc Jacobs, De Nayer instituut, Mechelen Jo Lemmens, Katholieke Hogeschool Limburg Franc Peeters, Katholieke Hogeschool Kempen, Geel Michel Ruttens, Bayer Rubber Joseph Serneels, V.I.K. (Samson) Roel Spaenhoven, Bayer Antwerpen Jan Van Biervliet KaHo Sint-Lieven, Aalst Norbert Vercautteren, Agfa-Gevaert, Mortsel Kees Verwaard, Cegelec Comsip 6 Onderhoudstechnieken Voorzitter
Carl Smeuninx, Hogeschool van de Provincie Antwerpen Leden
Willy Aerts, Katholieke Hogeschool Limburg Michel Cardinaels, Katholieke Hogeschool Limburg Rik Coppens Hans De Reusel, Van Hool Koningshooikt Jan Doucet, Katholieke Hogeschool Kempen Guido Mertens, KH Kempen Herman Meynen, Hogeschool Limburg Louis Peeters Gerda Thibaut, Hogeschool Limburg Jan Verelst, De Nayer instituut, Mechelen
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
7
7 Scheepswerktuigkunde Voorzitter
Jan De Mot, Hogere Zeevaartschool, Antwerpen Leden
Rita De Clercq, Hogere Zeevaartschool, Antwerpen Willy Schellemans, Hogere Zeevaartschool, Antwerpen Opmerking
Deze subwerkgroep heeft slechts een reeds door de Vlor goedgekeurd document moeten aanpassen.
1.4
Methode Elke subwerkgroep stelde een enquête op. In punt C1.1 worden de gebruikte enquêtes vermeld. Hiermee werden de functies en beroepen van de afgestudeerden van de betrokken hogescholen onderzocht. Ook de bedrijven werden geënquêteerd. De subwerkgroepen hebben ook gebruik gemaakt van interne documenten van de hogescholen en van informatie aangebracht door de bedrijfswereld, beroepsorganisaties, beroepsfederaties en diverse plaatsingsdiensten. De verslagen van de subwerkgroepen werden in een apart dossier aan de Vlaamse Onderwijsraad bezorgd. Hieruit volgden dan de beroepsprofielen zoals verder in dit document opgenomen.
8
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
2 ALGEMEEN BEROEPSPROFIEL VAN DE GEGRADUEERDE IN ELEKTROMECHANICA
2.1
Vooronderzoek
2.1.1
De Socio-economische structurele ontwikkelingen in de sector Dit wordt voor een aantal typische beroepen beschreven in delen B2 tot en met B8.
2.1.2
Analyse van de arbeidsmarkt 2.1.2.1 Gegevens van tewerkstelling in de sector ♦ Huidige tewerkstelling De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding meldt (bijlage 2) dat in 1995 712 werkaanbiedingen ontvangen werden, waarbij het graduaat elektromechanica voorkomt. 397 jobs konden vervuld worden. ♦ Toekomstige tewerkstelling en instroomproblematiek De VDAB stelt ook: “Het aantal ingeschreven werkzoekende gegradueerden elektromechanica lijkt ons aan de lage kant in vergelijking met het aantal jobs, waarvoor zij in aanmerking komen.” Er is dus duidelijk een vraag en tevens een tekort aan gegradueerden in elektromechanica. 2.1.2.2 Gegevens over het beroep De Vlaamse dienst voor arbeidsbemiddeling vermeldt niet minder 85 “beroepen” waarbij het graduaat elektromechanica als mogelijk diploma wordt vermeld (bijlage 2). Het is dus duidelijk dat er zomaar geen beroepsprofiel voor een gegradueerde elektromechanica op te stellen is.
2.2
Vastlegging van de beroepenstructuur en de beroepenclusters Dit wordt voor een aantal typische beroepen beschreven in delen 2 tot en met 8.
2.3
In kaart brengen van relatie tussen beroepen en opleidingen Dit wordt voor een aantal typische beroepen beschreven in delen 2 tot en met 8.
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
2.4
9
Beroepsprofiel Dit wordt voor een aantal typische beroepen beschreven in delen 2 tot en met 8.
2.5
Niveau van het beroep in de sector
2.5.1
Omschrijving van het niveau Het niveau van het beroep wordt door drie factoren bepaald: − graad van verantwoordelijkheid − graad van complexiteit − graad van transfer De niveaus worden als volgt omschreven: ♦ Niveau 1
Kwalificatie, die bedoeld is om betrekkelijk eenvoudig werk uit te voeren en die vrij snel kan verworven worden. ♦ Niveau 2
Kwalificatie, die vooral praktisch werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd binnen de grenzen van de aangeleerde technieken. ♦ Niveau 3
Kwalificatie, die praktisch werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd op basis van een goed onderbouwde theoretische kennis over het werk en/of verantwoordelijkheden omvat zoals leiding en coördinatie. ♦ Niveau 4
Kwalificatie, die kennis en bekwaamheden omvat, die het mogelijk maken op autonome of onafhankelijke manier verantwoordelijkheden te nemen voor planning en/of leiding en/of beheer. ♦ Niveau 5
Kwalificatie, die kennis en bekwaamheden omvat, die het mogelijk maken onafhankelijk een beroepsactiviteit uit te oefenen en de wetenschappelijke achtergronden van het beroep te beheersen.
2.5.2
Niveau De meeste gegradueerden elektromechanica hebben beroepen en functies die zich op niveau 4 van de Europese SEDOC-normering situeren.
2.6
Algemeen profiel van een gegradueerde in elektromechanica De opleiding tot gegradueerde in elektromechanica bereidt de studenten voor op een brede waaier van beroepen die ten dele afhankelijk is van de gevolgde optie. De tewerkstelling is gespreid over alle domeinen: van sectoren met industriële activiteiten tot de tertiaire en non-profit sector. Gegradueerden bekleden hier de meest verscheidene functies. Zoals reeds vermeld, bevat bijlage 2 een overzicht van beroepen waarbij volgens de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding het graduaat elektromechanica wordt vermeld. Concrete profielen worden besproken in de delen B2 tot B8.
10
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
2.7
Aanbeveling naar leerplan: opleidingsprofiel en basiscompetenties graduaat elektromechanica
2.7.1
Inleiding De vereniging voor technisch gegradueerden formuleert het (vooral dan naar het opleidingsprofiel) als volgt (zie bijlage 1) “Het is onze overtuiging dat de opleiding tot gegradueerde moet gestoeld zijn op een degelijke basisopleiding. Een basisopleiding die de gegradueerde in de toekomst in staat moet stellen om de evolutie op technologisch vlak te kunnen volgen. Een basisopleiding waarin naast de technische vakken een niet te onderschatten pakket algemene vakken aan bod komt. Met bijzondere aandacht voor talen. Daar de gegradueerde in het technologisch proces de schakel is die de theorie met de praktijk verbindt dient ook de basisopleiding voldoende aan de praktijk gerelateerd te worden. In zijn laatste jaar zou de gegradueerde een zekere specialisatiegraad moeten verwerven, een specialisatie die werkelijk up-to-date is. Dit zou de startkansen van een gegradueerde vergroten daar hij enerzijds zou beschikken over een degelijke basisopleiding waarbij hij steeds kan terugvallen en anderzijds over een specialisatie die hem in staat moet stellen om direct in te stappen in het bedrijfsleven. Een doorgedreven praktijkstage is hier dan ook een ‘must’.”
2.7.2
Algemene doelstelling De opleiding tot gegradueerde in de elektromechanica stelt zich tot doel een hooggeschoold technicus te vormen die in staat is: − om op korte termijn ingezet te worden voor uitvoeringstaken die een grote deskundigheid vergen en die hij zelfstandig of in teamverband moet kunnen uitvoeren. Hij zal daarbij ingezet kunnen worden voor het ontwerpen, het realiseren, in dienst stellen, het programmeren, het bedienen en onderhouden van complexe installaties die van elektrische, elektromechanische, pneumatische, hydraulische of thermische aard kunnen zijn − om na voldoende ervaring, leiding op te nemen tot op het niveau van middenkader − om bij te dragen tot het verwezenlijken van maatschappelijk welzijn zowel binnen als buiten de onderneming Zijn opleiding dient daartoe: − de nodige technische, technologische en praktische kennis bij te brengen die hem in staat moet stellen om complexe installaties en technieken te begrijpen en toe te passen − de nodige vorming en attitude bij te brengen zodanig dat hij door zelfstudie en/of bijscholing zijn kennis continu kan bijwerken
2.7.3
Waarden De hogeschool wil daarbij gegradueerden vormen − die willen en kunnen opkomen voor zichzelf, voor anderen en voor de organisatie waarbinnen zij werken en leven − die eerlijk, loyaal en nauwgezet zijn − die verantwoordelijkheid willen opnemen
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
2.7.4
11
Basiskennis, inzichten en vaardigheden De gegradueerde krijgt een praktische opleiding, onderbouwd door een brede theoretische achtergrond, waarbij uitdrukkelijk geleerd wordt een verband te leggen tussen theorie en praktijk. De theorie staat ten dienste van de praktijk. Om zijn beroep als gegradueerde uit te kunnen oefenen, dient de gegradueerde basiskennis, inzichten en vaardigheden te verwerven over: − de voornaamste wiskundige, fysische en scheikundige begrippen om ze toe te passen op de technische problemen die door een gegradueerde behandeld moeten worden − informatica en de wijze waarop informatica ertoe kan bijdragen om technische problemen met behulp van computers op te lossen − materialenleer, uitvoerings- en transformatietechnieken − werktuigbouwkundig en elektrisch tekenen m.i.v. de regelgeving op elektrische installaties − pneumatica, hydraulica en toegepaste thermodynamica (pompen, compressoren, ventilatoren, koelmachines) − elektriciteit en elektronica (analoge, digitale en vermogenelektronica) met hun toepassingen − meettechniek, regeltechniek en automatisering − zichzelf en zijn omgeving, om zelfstandig nieuwe informatie te verwerken en om te rapporteren − de manier waarop documentatie op de juiste wijze gebruikt kan worden − technisch taalgebruik in zijn specialisatie voor Engels en Frans − economie, financieel en sociaal bedrijfsbeheer − zorgsystemen (kwaliteitszorg, veiligheid, milieuzorg)
2.7.5
Sociale, communicatieve en organisatorische vaardigheden De gegradueerde moet in staat zijn: − om mee te werken aan de creatie van werkmiddelen en werkomstandigheden die arbeidsvreugde geven, en die niet bedreigend zijn voor de fysische, psychische of morele integriteit van alle betrokkenen − om daar waar teamwerk nodig of gewenst is, mee te werken aan de realisatie van de objectieven van het team en open te staan voor elk initiatief dat de interne of externe relatie van het team kan verbeteren − om door zijn contactvaardigheid alle relevante informatie te verzamelen, te verwerken en ze, indien nodig, in een voor anderen geschikte vorm beschikbaar te stellen − om met voldoende assertiviteit zijn eigen realisaties en ideeën te verantwoorden en te verdedigen
12
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
3 BEROEPSPROFIEL VAN PRODUCTIEVOORBEREIDER, PRODUCTIEVERANTWOORDELIJKE EN PROGRAMMEUR INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
3.1
Exacte benaming van het beroep Productievoorbereider Productieverantwoordelijke Programmeur industriële automatisering (PC's, PLC's, Robots)
3.2
Globale beschrijving van het beroep
3.2.1
Kernachtige beschrijving ♦ Productievoorbereider − werkt mee aan de ontwikkeling van een productiesysteem (hard- en software) − stelt een bewerkingsvolgorde op voor een product − kiest de nodige gereedschappen en bepaalt de technologische gegevens − ontwikkelt producten met behulp van CAD-CAM software ♦ Productieverantwoordelijke − draagt de verantwoordelijkheid voor een productiesysteem (hard- en software) − lost storingen in het productiesysteem op − coördineert de te verdelen taken − bewaakt de kwaliteit van het productiesysteem ♦ Programmeur industriële automatisering (PC's, PLC's. Robots) − maakt een werkvoorbereiding bij het inschakelen in een geautomatiseerd productiesysteem − maakt de keuze in de periferie − programmeert − lost storingen op
3.2.2
Beschrijving van de beroepscontext ♦ Productievoorbereider- Productieverantwoordelijke - Programmeur Kunnen terecht in: de industrie (technische omgeving):
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
− − − − − − −
13
metaalverwerkende industrie non-ferro - recuperatie autonijverheid machinebouw kunststoffenindustrie technisch commercieel vertegenwoordiger onderwijssector
♦ Programmeur Kan ook terecht in de informaticasector
3.3
Vereiste opleiding en beroepservaring ♦ Productievoorbereider- Productieverantwoordelijke - Programmeur Niveau 4
3.4
Specifieke beschrijving van de beroepsactiviteiten
3.4.1
Typefunctie ♦ Productievoorbereider Typefunctie + taken Ontwerper − meewerken aan de ontwikkeling van een productiesysteem (hard- en software) − ontwikkelen van producten met behulp van CAD-CAM software ♦ Werkvoorbereider − opstellen van een bewerkingsvolgorde voor een product − kiezen van de nodige gereedschappen en technologische gegevens bepalen ♦ Productieverantwoordelijke Typefunctie + taken Supervisor, beheerder − verantwoordelijkheid dragen voor een productiesysteem (hard- en software) − coördineren van de te verdelen taken ♦ Onderhoudstechnieker − storingen oplossen in het productiesysteem ♦ Kwaliteitsverantwoordelijke − bewaken van de kwaliteit van het productiesysteem. ♦ Programmeur industriële automatisering Typefunctie + taken Werkvoorbereider − maken van een werkvoorbereiding bij het inschakelen in een geautomatiseerd productiesysteem ♦ Ontwerper − keuzes maken in de periferie ♦ Programmeur − programmeren
14
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
♦ Onderhoudstechnieker − storingen oplossen
3.4.2
Contextgegevens Werkomstandigheden: industriële productieomgeving ♦ Hulpmiddelen − Productievoorbereider: informaticamiddelen − Productieverantwoordelijke: procedures en procesbeschrijvingen − Programmeur: alle mogelijke programmeertoestellen (PC's, PLC's, Robots), computers − Onderhoudstechnieker: analyses ♦ Graad van verantwoordelijkheid − praktisch, zelfstandig werk kunnen uitvoeren − werken in teamverband o.l.v. een ploegbaas − als ploegbaas een ploeg arbeiders kunnen leiden ♦ Verwachte resultaten Productievoorbereider − een ontwerp opstellen − een bewerkingsvolgorde bepalen − een gereedschapskeuze kunnen maken Productieverantwoordelijke − een productiesysteem beheren − een storing in het productiesysteem analyseren en oplossen − de taken van het productiesysteem coördineren − de kwaliteit bewaken Programmeur − een werkvoorbereiding maken − de periferie-elementen kiezen − programmeren − storingen oplossingen
3.5
De ondersteunende kennis ♦ Algemene kennis van − de voornaamste wiskundige, fysische en scheikundige begrippen om ze toe te passen op de technische problemen die door een gegradueerde behan-eld moeten worden − informatica en de wijze waarop informatica ertoe kan bijdragen om technische problemen met behulp van computers op te oplossen − materialenleer, uitvoerings- en transformatietechnieken − werktuigbouwkundig en elektrisch tekenen m.i.v. de regelgeving op elektrische installaties − pneumatica, hydraulica en toegepaste thermodynamica (pompen, compressoren, ventilatoren, koelmachines) − elektriciteit en elektronica (analoge, digitale en vermogenelektronica) met hun toepassingen − meettechniek, regeltechniek en automatisering
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
15
− zichzelf en zijn omgeving, om zelfstandig nieuwe informatie te verwerken en om te rapporteren − de manier waarop documentatie op de juiste wijze gebruikt kan worden − technisch taalgebruik in zijn specialisatie voor Engels en Frans − economie, financieel en sociaal bedrijfsbeheer − zorgsystemen (kwaliteitszorg, veiligheid, milieuzorg) ♦ Specifieke kennis De gegradueerde moet in staat zijn: − om vertrekkend van een conceptueel ontwerp te komen tot een uitvoeringsdossier dat behalve de uitvoeringstekeningen ook de werkvoorbereiding en planning omvat − om moderne technieken als methodisch ontwerpen, CAD/CAM aan te wenden − om de meest aangewezen vormgevingsmethode, materiaalkeuze en kwaliteitscontrole te kiezen, rekening houdend met kostprijs, kwaliteit, onderhouds- en recuperatievereisten, evenals de veiligheid voor de gebruiker en het milieu − om op een verantwoorde wijze apparaten en gereedschappen te selecteren, rekening houdend met hun karakteristieken, kostprijs, veiligheid, gebruikskwaliteit en onderhoudsvereisten − om gebruik te maken van mechanische aandrijvingen en transportmiddelen en om hun dimensionering en regeling te bepalen naar gelang van de vereisten van een economische en veilige uitbating − om op een verantwoorde wijze gebruik te maken van hard- en software voor de programmering van PC's, PLC's en Robots in een industriële automatiseringsomgeving; om een productieproces te beheren, werktaken te coördineren en te verdelen, en de kwaliteit van het proces te bewaken . Hij moet daartoe de nodige specifieke kennis en het nodige inzicht verwerven in onderwerpen als industriële meettechniek, sterkteleer, machine-elementen en constructie, CAD en CAM, technische applicatiesoftware en studiebureau.
3.6
Beroepshoudingen Accuraatheid Flexibiliteit Veiligheids- en milieubewustzijn Zelfstandigheid Zin voor initiatief Contactvaardigheid Assertiviteit
16
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
4 BEROEPSPROFIEL VAN ONTWERPASSISTENT EN TECHNISCH COMMERCIEEL AFGEVAARDIGDE
4.1
Beroepsprofiel van ontwerpassistent
4.1.1
Benaming Ontwerpassistent (medewerker nieuwe producten, automatisatieprocessen, machines)
4.1.2
Definitie (globale beschrijving) Automatiseren, optimaliseren van machines en installaties; ontwerptekenaar.
4.1.3
Beschrijving beroepsactiviteiten − automatiseren van productiemachines en ontwerpen ervan − productielijnen aanpassen aan productiewijzigingen − ontwerpen van machines welke productietijden, kwaliteit en ergonomie verbeteren
4.1.4
Kennis − stevige technische basisopleiding in de moderne technieken
4.2
Beroepsprofiel van technisch commercieel afgevaardigde
4.2.1
Benaming Technisch commercieel afgevaardigde
4.2.2
Definitie (globale beschrijving) − technische assistentie, technisch advies geven − verantwoordelijke "na verkoop" − behandeling technische problemen
4.2.3
Beschrijving beroepsactiviteiten − verantwoordelijke "na verkoop"
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
− − − −
4.2.4
offertes maken mailings technisch verantwoordelijke van kleine KMO's geven van technisch advies
Kennis − brede basiskennis elektriciteit, elektronica, mechanica, informatica − kennis van bedrijfsvoering (beheer, kwaliteit, kostprijs, veiligheid) − sociale en communicatieve vaardigheden (vergadertechniek, verslaggeving, bespreking, presentatie)
4.2.6
Houdingen − zich bijzonder flexibel en creatief kunnen opstellen
17
18
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
5 BEROEPSPROFIEL VAN KOELTECHNICUS, VERWARMINGSTECHNICUS, KLIMATISATIETECHNICUS, ENERGIETECHNICUS
Aanpak (Bijlage 5 van DVO 2)
5.1
Exacte benaming van het beroep Koeltechnicus Verwarmingstechnicus Klimatisatietechnicus Energietechnicus
5.2
Globale beschrijving van het beroep
5.2.1
Kernachtige beschrijving 5.2.1.1 Koeltechnicus De koeltechnicus kan zowel in het domein van de commerciële als de industriële koeling een te realiseren installatie ontwerpen in bedrijf stellen, ontstoren, onderhouden en beheren. Hij is vertrouwd met de fysica van de producten, de te respecteren normen, de goede praktijkcodes en de milieu- en veiligheidseisen in relatie met de koelmedia en -installaties. Hij kan een project volledig zelfstandig van de start- tot de eindfase plannen, schematiseren en realiseren. 5.2.1.2 Verwarmingstechnicus De verwarmingstechnicus is in staat om een totaalproject te leiden. Hij kan zowel de energiebehoeften als de hydraulische-, de elektrische- en de regeltechnische aspecten van een installatie de baas. De normen, de goede praktijkcodes, de verbrandingstechnische- en milieueisen, alsook de economische exploitatie van een installatie behoren tot zijn kennis. 5.2.1.3 Klimatisatietechnicus De klimatisatietechnicus is in staat om een airconditioninginstallatie onder al haar deelaspecten te beheersen d.w.z. ontwerp, realisatie, afregeling, onderhoud, inplanting, economische exploitatie en installatiebeheer. Hij is vertrouwd met de normen, de goede praktrijkcodes, de milieu- en conforteisen en dit zowel in de hygiënische als de industriële klimatisatie. Hij kan een project leiden vanaf de start tot de eindfase. De bouwfysica in relatie met de economische exploitatie-eisen vormt voor deze technici een niet te verwaarlozen aspect. 5.2.1.4 Energietechnicus De gebouwenautomatisering zowel in de woon- als in de industriële branche dringt hoe langer hoe meer door. De energietechnicus is in staat deze technieken te
19
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
volgen en te beheersen zodat de installaties optimaal geëxploiteerd worden. Alle energierecuperatiemethoden en -systemen worden door deze technici op hun haalbaarheid beoordeeld en ingeplant. Ook alle huidige domoticavoorzieningen worden in hun context door deze technici geanalyseerd.
5.2.2
Beschrijving in de beroepscontext 5.2.2.1 Koeltechnicus De koeltechnicus vinden we terug − − − − − − − − − − − − − −
"IN”
“ALS”
Installatiebedrijven Onderhoudsfirma's voor koeling Studiebureau's Importfirma's (koeltechniek) Groothandel Koelhuizen Diepvriesbedrijven Brouwerijen Scholen Veilingen Winkelcentra Tentoonstellingsruimten Bedrijven die koeling nodig hebben Opleidingscentra (vb. VDAB)
− “Offertemaker” − Zelfstandige − Verantwoordelijke technische diensten − Projectleider − Berekenaar ontwerper − Onderhoudschef − Technisch adviseur
FUNCTIE (ENQUETE)
− − − − − − − −
projectleider berekenaar ontwerper storingsanalist meet- en regeltechnicus onderhoudschef werkvoorbereider tekenaar installatietechniek verantwoordelijke technische dienst − technisch commercieel werfleider − lesgever
5.2.2.2 Verwarmingstechnicus De verwarmingstechnicus vinden we terug “IN”
− − − − − − − − − −
Installatiebedrijven Onderhoudsfirma's voor verwarming Studiebureaus voor verwarming Importfiirma's (verwarming) Groothandel Scholen Bedrijven (sanitair) Winkelcentra Tentoonstellingsruimten Bedrijven die verwarming nodig hebben − Opleidingscentra (vb. VDAB)
“ALS”
− "Offertemaker” − Zelfstandige − Verantwoordelijke technische dienst
FUNCTIE (ENQUETE)
− − − − − − − − − − − − −
berekenaar ontwerper onderhoudschef technisch commercieel werkvoorbereider technisch adviseur afregelaar storingsanalist lesgever meet- en regeltechnicus projectleider kwaliteitsverantwoordelijke werfleider tekenaar-opleidingsverantwoordelijke
20
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
5.2.2.3 Klimatisatietechnicus De klimatisatietechnicus vinden we terug “IN”
− Installatiebedrijven − Onderhoudsfirma's voor klimatisatie − Studiebureaus voor klimatisatie − Importfirma's (klimatisatie) − Groothandel − Bedrijven op gebied van isolatie/akoestiek − Scholen − Bedrijven aktief op gebied van regeltechniek − Winkelcentra − Tentoonstellingsruimten − Bedrijven die klimatisatie nodig hebben − Opleidingscentra (vb. VDAB) − bedrijven (elektrotechniek)
“ALS”
− “Offertemaker”
FUNCTIE (ENQUETE)
− − − − − − − − −
projectleider storingsanalist berekenaar ontwerper technisch commercieel afregelaar werfleider onderhoudschef verantwoordelijke technische dienst − technisch adviseur − productieleider − werkvoorbereider
5.2.2.4 Energietechnicus De energietechnicus vinden we terug in “IN”
− − − − − − − − − − −
5.3
Installatiebedrijven Instellingen van openbaar nut Studiebureaus Importfirma's (energierecuperatie) Grote bedrijven Firma's op gebied van gebouwenautomatisering Brouwerijen Firma's op gebied van energierecuperatie Winkelcentra Tentoonstellingsruimten Opleidingscentra (vb. VDAB)
“ALS”
− Energiemanager
FUNCTIE (ENQUETE)
− − − − −
storingsanalist meet-en regeltechnicus onderhoudschef werfleider verantwoordelijke technische dienst
Vereiste opleiding en beroepservaring Koeltechnicus, verwarmingstechnicus, klimatisatietechnicus, energietechnicus: niveau 4
21
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
5.4
Specifieke beschrijving van de beroepsactiviteiten
5.4.1
Typefunctie, deelfunctie, taak 5.4.1.1 Koeltechnicus ♦ Typefunctie 1: afregelaar DEELFUNCTIE
Voorbereiding
In bedrijfstelling
Afregeling
TAKEN
− − − − − − − − − − − − − − − − − − − −
schemastudie meetapparatuur klaar ? meetpunten aanwezig ? installatie compleet ? uitwendig nazicht is de installatie gebeurd ? testen op druk, controle vacumeren, controle vullen van de installatie opstarten lektest nazicht alle elektrische contacten nazicht beveiligingen stand alle kranen operationele test drukken inkoelperiode verbruikt vermogen bekomen temperaturen afregeling
♦ Typefunctie 2: technisch commercieel afgevaardigde DEELFUNCTIE
Aankopen
Verkopen
Offertemaker "Offertist")
TAKEN
− − − − − − − − − − − − − − −
materialenkennis marktprospectie voorraadadministratie stockmanagement onderhandelingsstrategie kwaliteitscontrole (uitgangs-) materialenkennis marktprospectie analyse van de klanteisen technische ondersteuning oplevering en nazorg kritische analyse van de te realiseren installatie mogelijke aflossingen kwaliteit/prijs prijsaanbieding milieu-eisen
22
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
♦ Typefunctie 3: Projectleider DEELFUNCTIE
TAKEN
Werkvoorbereider
− − − − − − − − − −
Berekenaar-ontwerper
analyse van de installatie bestekstudie inplantingsstrategie mediumkeuze celkeuze keuze van de componenten keuze van de leidingen energetische studie installatieschema keuze regeltechniek
Tekenaar installatietechniek
− koeltechnisch schema − elektrisch schema − materialenstaat
Projectleider-coördinator
− − − − − − −
supervisie, prijstoewijzing coördinatie, besluitvorming, werfplanning onderaanneming respect leveringstermijnen oplevering opvolging handleidingen (dossiers)
♦ Typefunctie 4: Productieleider DEELFUNCTIE
TAKEN
Productie-coördinatie
− − − − − − −
materialenkennis productkennis administratieve taken sociale vaardigheden technische analyse coördinatie besluitvorming
♦ Typefunctie 5: Onderhoudschef DEELFUNCTIE
Herstellen van fouten
In bedrijf stellen
Opvolgen werking installatie
TAKEN
− − − − − − − − − − − − − − − − − − −
opsporen van fouten nazicht elektrische opbouw nazicht mechanische opbouw kontrole leidingloop beveilingstoestellen juist ingesteld? regelapparatuur juist ingesteld? elementen op de juiste manier installateren koperen leiding lekvrij kunnen solderen fouten kunnen opsporen met en zonder meetinstrumenten juiste interpretatie maken van meetwaarden testen op druk vacumeren, controle instellen en testen beveilingsapparatuur instellen en testen regelapparatuur opstarten lektest controle van druk en temperatuur vermogen controleren (elektrisch en koelvermogen) uitwendig nazicht zonder meetinstrumenten
23
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
5.4.1.2
Verwarmingstechnicus
♦ Typefunctie : onderhoudschef DEELFUNCTIE
Herstellen van fouten
In bedrijf stellen
Opvolgen installatie
5.4.1.3
TAKEN
− − − − − − − − − − − − − −
nazicht elektrische opbouw nazicht aansluiting thermostaten nazicht aansluiting branderrelais nazicht leidingloop brandstof analyse werking branderrelais - waar gaat hij in storing ? opsporen en herstellen van de fouten controle elektrische aansluitingen controle leidingloop opstarten brander nazicht op milieueisen controle van temperaturen nazicht milieueisen nazicht brandstofverbruik nazicht lekkage
Klimatisatietechnicus
♦ Typefunctie : onderhoudschef DEELFUNCTIE
Herstellen van fouten
In bedrijf stellen
Opvolging werking installatie
TAKEN
− − − − − − − − − − − − − − −
nazicht elektrische opbouw nazicht aansluiting regelaars nameten in- en uitgangen regelaars controle elektrische leidingloop analyse waar de fout optreedt meten en interpreteren van temperaturen en debieten opheffen van de storing controle van de regelapparaten controle van de beveiligingsapparaten opstarten en opvolgen van de werking nameten temperaturen en analyseren nameten vermogens nameten debieten controle elektrische leidingloop met schema veranderingen aanbrengen op schema
♦ Typefunctie 6 : Technisch adviseur DEELFUNCTIE
Studie en documentatie
Informatie
TAKEN
− − − − −
Evaluatie
− − −
studie en opvolging productinformatie aanleggen documentatie opstellen brochure toepassingsgebied situeren ten behoeve van klanten en vakmensen antwoorden formuleren op concrete vragen van klanten en installateurs opvolging van de toepassingen van bedoeld product kritische evaluatie formuleren van verbeteringen
24
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
♦ Typefunctie 7 : technisch-commercieel medewerker DEELFUNCTIE
Offertemaker
Verkopen
Dienst na verkoop
TAKEN
− − − − − − − − −
analyse van de toepassing prijsaanbieding motivatie van de keuze marktprospectie analyse van klanteisen technische ondersteuning oplevering en nazorg evaluatie "klantevredenheid" formuleren en opvolgen van verbeteringen
♦ Typefunctie 8 : opleidingsverantwoordelijke DEELFUNCTIE
Inventaris Planning en voorbereiding
Organisatie
TAKEN
− − − − − −
inventariseren van de opleidingsbehoeften inventariseren van communicatiemogelijkheden opleidingsplanning uitwerken opstellen van cursussen en brochures uitwerken van didactisch materiaal organiseren van cursussen en seminaries (inhoudelijk en praktisch) − aantrekken van voordrachtgevers
♦ Typefunctie 9: opleidingsverantwoordelijke-lesgever DEELFUNCTIE
− − − − −
Leiding geven
− diplomatie om een ploeg te leiden − contactvaardigheid inbouwen − leergierigheid, assertiviteit inbouwen
Organiseren
− Public relations (reklame, pers en media) − orde, netheid en nauwkeurigheid inbouwen, kwaliteitszorg − keuze van de juiste overbrengingsmethoden − handleidingen, dossiers aanleggen. − overbrengen van kennis en vaardigheden − contactwaardigheid inbouwen − leergierig, assertiviteit inbouwen
Communiceren
5.4.2
TAKEN
Voorbereiding
initiële voorbereidingstrijd in de zin van updating schemastudie uitbouwen prospectie van het cliënteel kritische analyse van het onderwerp zelfstudie, zelfevaluatie
Contextgegevens 5.4.2.1 Werkomstandigheden Typefunctie 1: Typefunctie 2: Typefunctie 3: Typefunctie 4: Typefunctie 6, 7: Typefunctie 8:
industriële werkomstandigheden technische lokalen, studiebureaus studiebureaus, werfomstandigheden industriële werkomstandigheden in technische en administratieve lokalen industriële werkomstandigheden technische lokalen, studiebureau's, werfomstandigheden leslokalen, studiebureaus ,auditoria, labo's, externe locaties
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
5.4.2.2 Hulpmiddelen ♦ Typefunctie 1
− werfkledij, bedrijfsvoertuig − meetapparatuur op elektrisch, elektronisch- en lekzoekgebied − gereedschap om montage en herstelwerkzaamheden uit te voeren ♦ Typefunctie 2 en 3
Alle moderne informatiemiddelen (ook CAD/CAM). ♦ Typefunctie 4
Moderne technische en informaticamiddelen. ♦ Typefunctie 6 en 7
− − − −
bedrijfsvoertuig communicatiemiddelen : telefoon, fax, modem documentatie, handboeken, informatica meetapparatuur
♦ Typefunctie 8
− − − − − −
communicatieuitrusting; bord, krijt, projector belichting, akoestiek geluidsinstallatie, projector technische uitrusting voor simulatie moderne informaticamiddelen (PC - PLC - CAD) buitenschoolse activiteiten (studiereizen, pedagogische uitstappen, excursies, studiedagen, symposia, congressen).
5.4.2.3 Graad van verantwoordelijkheid ♦ Typefunctie 1
Praktisch zelfstandig werk kunnen uitvoeren, verregaande eindverantwoordelijkheid ♦ Typefunctie 2 en 3
− teamspirit − zelfstandig kunnen optreden en initiatief nemen − draagt eindverantwoordelijkheid ♦ Typefunctie 4
− − − − − −
eindverantwoordelijkheid motivatie van ondergeschikten inventiviteit en initiatiefnemend zelfstandigheid besluitvaardigheid organisatievermogen
♦ Typefunctie 6 en 7
− zelfstandig kunnen werken met verregaande eindverantwoordelijkheid − initiatief nemen − contacten leggen en onderhouden ♦ Typefunctie 8
− begeleiding van de betrokkenen − kennis overbrengen − aandacht trekken gedurende de volledige uiteenzetting
25
26
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
− − − − −
evaluatie van ontwikkelde lessenreeks, modules en rapportering kennis overbrengen door het uitvoeren van simulaties teamspirit aanbrengen excursies, stages volgen rapportering en evaluatie
5.4.2.4 Verwachte resultaten ♦ Typefunctie 1
− een installatie in optimale bedrijfstoestand afleveren ♦ Typefunctie 2
− een realisatie aanbieden die aan de vooropgestelde eisen beantwoordt met een goede kwaliteit/prijs verhouding ♦ Typefunctie 3
− een "afgewerkte" installatie afleveren volgens de regels van de goede praktijk ♦ Typefunctie 4
− Installatie en/of producten aanbieden die beantwoorden aan gestelde eisen; kwaliteit, prijs, milieu en veiligheid. ♦ Typefunctie 6 en 7
− toepassing van het product correct ondersteunen − bekendheid van het product verbeteren − eventuele kritische opmerkingen inventariseren en doorgeven aan productmakers − correcte opvolging van klachten ♦ Typefunctie 8
− het kunnen overbrengen en weergeven van de overgebrachte kennis − de essentie kunnen onderscheiden van de details − zin voor initiatief − uitwisselen van wetenschappelijke en maatschappelijke kennis
5.5
De ondersteunende kennis
5.5.1
Algemene kennis (idem voor de vier beroepen) − kennis van wiskunde, fysica, chemie dermate dat de door de gegradueerde te behandelen problemen kunnen begrepen en toegepast worden − praktische mechanische kennis (sterkteleer, materialenkennis, gereedschappen, uitvoerings- en transformatietechnieken) zodat bij ontwerpen of toepassingen voldoende mechanische bagage beschikbaar is. − praktische tekenkennis (tekeningen kunnen lezen en elektrische schema's kunnen maken) − elektrotechnische- en elektronische kennis zodat de apparaten uit de branche kunnen begrepen, opgestart en ontstoord worden, inbegrepen de regelwetgeving − informatiekennis (pakketten als hulpmiddel om technische problemen op te lossen, ook CAD/CAM en technische applicatie software) − automatiseringskennis dermate dat alle elementen van een regelkring gekend zijn, met inbegrip van de klassieke en de meer recente automatisering met
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
27
behulp van PC en of PLC, automatisering in correcte situaties − stromingsleer en thermodynamica (basiswetten, begrijpen en toepassen) − talenkennis (Frans, Engels, Duits) zodat technische documentatie te gebruiken valt − zorgsystemen (kwaliteit, milieuzorg, veiligheid, ARAB, VLAREM en AREI) − correct gebruik van technische documentatie (interpretatie) − rapportering (gesproken en geschreven)
5.5.2
Specifieke kennis 5.5.2.1 Koeltechnicus − kennis van alle apparatuur die in koelkringen voorkomt (HCFX, HFK en ammoniak) − totaalontwerp van een installatie kunnen maken (koelcel, koelbalans, componentenkeuze, samenbouw, leidingkeuze, beveiligings- en regelapparatuur, koeltechnisch- en elektrisch schema) met of zonder bestek − een volledig dossier kunnen opmaken, inbegrepen voor- en nazorg − volledige installatietechniek beheersen (alle componenten, testen, vacumeren vullen- opstarten, afregelen) − complete ontstoring kunnen verzorgen − kennis van de technische reglementen, normen en codes − fysica van het product beheersen (condities, inkoelperiode ...) − verantwoorde constructie van koelcellen − installatiebewaking op traditionele- en geavanceerde manier (PLC) − een werf kunnen leiden, opvolgen en de eindoplevering verzorgen − energierecuperatie en koeltechniek − koeltechniek en milieuproblematiek 5.5.2.2 Verwarmingstechnicus − kennis van alle apparatuur die in een verwarmingsinstallatie voorkomt − totaalontwerp van een installatie kunnen maken (warmteverliezen, componentenkeuze, samenbouw, leidingkeuze, beveiligings- regel- en ontluchtingsapparatuur, elektrisch schema), met of zonder bestek − opmaak van een volledig dossier, inbegrepen voor- en nazorg − het beheren van de volledige installatietechniek inbegrepen de inregeling van de verwarmingslichamen − opheffen van storingen − kennis technische reglementen normen en codes − compleet onderhoud van een verwarmingsinstallatie, inbegrepen de AMINALeisen; technische rapportering, bijhouden van een logboek − installatiebewaking op traditionele- en geavanceerde manier (PLC) − een werf kunnen leiden, opvolgen en de eindoplevering verzorgen − energierecuperatie in de verwarmingstechniek − kennis van de fysica van het gebouw (warmte, vocht, geluid) 5.5.2.3 Klimatisatietechnicus − kennis van alle apparatuur die in een luchtbehandelingsinstallatie voorkomt (mechanisch, elektrisch, elektronisch, regeltechniek) − totaalontwerp van een installatie kunnen maken (warm- en koelbilan, componentenkeuze, kanaaltracé en afmetingen, beveiligings- en regelapparatuur, elektrisch schema)
28
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
− een volledig dossier kunnen opmaken, inbegrepen voor- en nazorg met of volgens bestek − complete storingsanalyse − de afregeling van een installatie kunnen doen − compleet onderhoud van de installatie, technische rapportering, bijhouden van een logboek − alle mogelijke systemen kunnen vergelijken en de beste keuze maken − kennis van de technische reglementen, normen en codes − installatiebewaking op traditionele- en geavanceerde manier (PLC) − een werf kunnen leiden, opvolgen en de eindoplevering verzorgen − een meetstaat opmaken − energierecuperatie in de airconditioning − correcte voorwaarden kennen voor mens en product qua temperatuur en vochtgehalte − de fysica van een gebouw kennen (warmte, geluid, isolatie) − milieureglementering in dit kader 5.5.2.4 Energietechnicus − analyse van de onderscheiden energieproductietechnieken − grondige studie van de gebouwenautomatisering (systemen, mogelijkheden, onderlinge vergelijking, besparingssystemen) − analyse van de energieverbruikers in bepaalde systemen − rentabiliteit van geplande investeringen om aan energiebesparing te doen − grondige studie van allerlei vormen van energierecuperatie − domotica in gebouwen, mogelijkheden, investeringen en rentabiliteit − milieu en energie in bedrijven
5.6
Beroepshoudingen (gemeenschappelijk aan de vier beroepen) − orde en netheid, nauwkeurigheid − organisatievermogen. leidinggevende capaciteiten. nodige diplomatie om een ploeg te leiden − contactvaardigheid, zin voor samenwerking, loyauteit en communicatievaardigheid − respect voor veiligheid, milieu en hygiëne − flexibiliteit − verantwoordelijksgevoel − beroepsfierheid, assertiviteit − zelfstandigheid, creativiteit, zin voor initatief − zelfbeheersing en overzicht in moeilijke situaties, stressbestendigheid − leergierigheid, kritische ingesteldheid − doorzettingvermogen − goede relaties met klanten
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
29
6 BEROEPSPROFIEL VAN MEDISCHE INSTRUMETATIETECHNIEKER
6.1
Vooronderzoek
6.1.1
De Socio-economische structurele ontwikkelingen in de sector Medische instrumentatietechniekers vinden werk in verzorgingsinstellingen of in toeleveringsbedrijven van medische apparatuur. In Vlaanderen zijn er meer dan 200 verzorgingsinstellingen (zie bijlage 7: MIT-enquête betreffende ingenieurs en technici in ziekenhuizen, april 1991). Uit deze enquête blijkt verder dat in 1991 28% van de verzorgingsinstellingen beschikken over een eigen Instrumentele Dienst. Deze diensten hebben een gemiddelde bezetting van 3,3 technici. In de overige verzorgingsinstellingen is ofwel het aantal medische instrumenten te beperkt om een instrumentatietechnieker zinvol in te zetten (bv. sommige bejaardentehuizen), ofwel is het onderhoud van de instrumenten een deeltaak van de globale technische dienst . In dit laatste geval doet het ziekenhuis meestal een beroep doen op de diensten van de toeleveringsbedrijven. In de regel is de medische instrumentatiedienst bemand met 1 industrieel ingenieur (diensthoofd) en verder gegradueerden en technici A2. Gezien de toenemende complexiteit van de medische apparaten is het te verwachten dat het aandeel van de technici A2 zal verminderen.
6.1.2
Analyse van de arbeidsmarkt ♦ Huidige tewerkstelling Hoewel geen precieze cijfers gekend zijn, wordt het aantal medische instrumentatietechniekers in Vlaanderen geraamd op ca 600. ♦ Toekomstige tewerkstelling Men is het er in de sector algemeen over eens dat de behoefte aan medische instrumentatietechniekers zal groeien naarmate er steeds technischer en meer gesofistikeerde diagnose- en bewakingsmethoden zullen ontwikkeld worden. Daarnaast is te verwachten dat men steeds hogere eisen zal stellen aan de kwalificatie van het personeel. ♦ Instroomproblematiek. In Vlaanderen zijn de eerste gegradueerden in de medische instrumentatietechnieken afgestudeerd in 1989. Tot dan werd er wel eens een afgestudeerde van het Franstalig Institut Supèrieur de Schaerbeek aangeworven (voornamelijk in tweetalige bedrijven in het Brusselse), maar voor het overige was de sector aangewezen op niet-medisch geschoolde techniekers. Sedert ook in Vlaanderen medische instrumentatietechniekers zijn gaan afstuderen, en naarmate dit aan bekendheid wint in de sector, is men uiteraard de voorkeur gaan geven aan technici die in hun opleiding reeds in contact
30
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
kwamen met bepaalde fysiologische aspecten, en vooral met het veiligheidsaspect van werken met medische apparaten in verbinding met patiënten. Als wij zien dat in het Franstalig landsgedeelte jaarlijks ca dertig gegradueerden in de medische instrumentatietechnieken door de arbeidsmarkt opgenomen worden, dan laat het zich vermoeden dat het huidig aanbod in Vlaanderen (bijna twintig afstuderenden per jaar) kleiner is dan de behoefte.
6.2
Beroepsprofiel
6.2.1
Benaming Medische instrumentatietechnieker
6.2.1
Beschrijving van het beroep Een medische instrumentatietechnieker is in de regel aan het werk in het ziekenhuis, hetzij in dienst van het ziekenhuis zelf, hetzij in dienst van een toeleveringsbedrijf van medische apparatuur. Hier is hij belast met het configureren, indienststellen, in verbinding stellen met informatienetwerken, onderhouden, kalibreren, bedienen van medische apparaten, het toezien op de veiligheid, instructie van gebruikers van medische apparaten.
6.2.3
Beschrijving van de activiteiten 6.2.3.1
Taken
− − − − − − − − − − − − − − − − −
functietoelichting controle op de naleving van veiligheidsvoorschriften opleiding van het medische korps in het gebruik van medische apparatuur diagnose en herstelling in de herstellingswerkplaats dringende interventie voor herstelling van apparatuur in functie. samenwerking bij het bedienen van apparatuur technische ondersteuning van het medisch korps onderhoud en ijken herconfigureren van systemen uitvoeren van veiligheidstests organisatie en inventariseren van apparatuur verzamelen en klasseren van medische documentatie organisatie van de voorraad wisselstukken organisatie van preventief onderhoud samenstellen van materiaalkoffer voor herstelling in buitendienst verkoop van medische apparatuur voorbereiding in de naverkoopdienst: keuze van de volgorde waarin de ziekenhuizen bezocht worden en selectie van het materiaal om mee te nemen − voorstudie − opmaken van offertes 6.2.3.2
Beroepscontext
♦ Contextgegevens In de technische dienst van het ziekenhuis, of eventueel in de afdeling instrumentele dienst, werkt de medische instrumentatietechnieker in een ploeg
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
31
van gemiddeld drie mensen. Een beperkt deel van hun opdracht voeren zij uit in burelen en werkplaats van de afdeling, maar voor het grootste gedeelte van hun opdracht moeten zij zich verplaatsen over de diverse afdelingen van het ziekenhuis waar met medische apparaten gewerkt wordt. In de naverkoopdienst van de toeleveringsbedrijven komen de medische instrumentatietechniekers ‘s morgens naar het bedrijf om hun dagorde op te maken en hun werkkoffer samen te stellen. Daarna gaan zij van het ene ziekenhuis naar het andere hun dagorde afwerken. Daarnaast gebeuren ook herstellingen en het opmaken van prijsoffertes in de werkplaatsen en burelen van de toeleveringsbedrijven. ♦ Organisatie van de arbeid a Organisatievorm In ziekenhuizen werken medische instrumentatietechniekers onder de verantwoordelijkheid van het diensthoofd hetzij van de algemene technische dienst, hetzij van de onderafdeling instrumentele dienst. In toeleveringsbedrijven werken zij onder de verantwoordelijkheid van het hoofd van de naverkoopdienst. In beide werkomgevingen moet de instrumentatietechnieker in staat zijn om zelfstandig de opdrachten die hij krijgt uit te voeren. b Organisatie van de werkplaats De medische instrumentatietechnieker heeft bureelfuncties (organisatie, voorbereiding, voorstudie) waartoe een gewone kantooromgeving volstaat; werkplaatsfuncties (diagnose, herstelling, onderhoud) die in een werkplaats met de gebruikelijke herstellingswerktuigen en diagnoseapparatuur uitgevoerd worden, en veldfuncties. c Organisatie buiten de werkplaats Medische instrumentatietechniekers gaan in het veld om ter plaatse te herstellen, en onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Hierbij is het van het grootste belang dat de regels qua veiligheid en hygiëne gerespecteerd worden. Met de medische apparaten kunnen infecties meeverhuizen tussen de werkplaats en de medische diensten, of tussen de medische diensten onderling. Bij aanpassingen en herstellingen moet men er steeds op letten dat de veiligheid van de patiënt gegarandeerd is. Dikwijls wordt trouwens ook het advies op vlak van veiligheid gevraagd aan medische instrumentaietechniekers.
32
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
6.3
Ondersteunende kennis
6.3.1
Gemeenschappelijke basiskennis, inzichten en vaardigheden Zie inleidend gedeelte.
6.3.2
Algemene beroepsgerichte kennis Chemische en nucleaire grondslag van diagnose- en behandelingsmethoden, fysiologie, reglementering betreffende de veiligheid van medische apparatuur, informatienetwerken en datatransmissie zoals die in ziekenhuizen toegepast wordt, opmeten en verwerken van biomedische signalen. 6.3.2.1 Specifieke kennis en vaardigheden in functie van het beroep Algemene kennis kunnen toepassen op specifieke medische apparaten: diagnose van een defect kunnen stellen, kunnen herstellen, aanpassingen kunnen aanbrengen. 6.3.2.2 Aanbevelingen naar het leerplan Uit de adviezen van vertegenwoordigers uit de sector (werkvergadering van 14 februari 1996) onthouden we het belang van: Een strategie beheersen om doelgericht aan een diagnose van een defect apparaat te kunnen werken, een herstelling volgens de regels van goed vakmanschap kunnen uitvoeren, een goede kennis hebben van PC-hardware, configureren van PC’s, aansluiten op netwerken.
6.4
Beroepshoudingen Belangrijkste beroepshoudingen ♦ Contactbereidheid
Er zijn talrijke contacten tussen de technieker en de medische staf van het ziekenhuis: als operator, als instructeur,… ♦ Doorzettingsvermogen
Medische techniekers werken dikwijls zelfstandig, zonder rechtstreeks toezicht. Zij moeten dan de discipline hebben om in alle omstandigheden door te werken. ♦ Imagobewustzijn
Techniekers in buitendienst dragen het firmaimago ♦ Kritische ingesteldheid
Bij diagnose van defecten: meerdere mogelijkheden in rekening brengen ♦ Leergierigheid
Spontaan technische handleidingen en vakliteratuur instuderen. ♦ Resultaatgerichtheid
De onderhoudstechnieker maakt voortdurend keuzen die de kostprijs en de tijdsduur van de herstelling beïnvloeden. Het is van groot belang dat hij de oplossing kiest die voor de klant het gunstigste is. (klant kan hierbij een andere dienst van dezelfde firma zijn).
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
33
♦ Veiligheids- en milieubewustzijn
De technieker moet zich zeer bewust zijn van de risico’s die patiënten en operatoren lopen (o.m. besmettingsgevaar) als zij met medische toestellen in contact komen. ♦ Zin voor samenwerking
Er zijn talrijke contacten tussen de technieker en de medische staf van het ziekenhuis: als operator, als instructeur,… ♦ Zorgzaamheid
De veiligheid van patiënt en operator van de toestellen hangt in belangrijke mate af van de zorgzaamheid waarmee het onderhoud gebeurt: zorgzame herstellingen (solduren, bevestigingen) en onderhoudsbeurten (reinigen, ontsmetten, ijken)
6.5
Niveau van het beroep in de sector ♦ Niveau 4
Verantwoording Bij de normale uitoefening van zijn beroep krijgt de medische instrumentatietechnieker wel dagelijks een lijst van jobs die moeten uitgevoerd worden, maar voor het overige is hij volledig aan zichzelf overgelaten: hij bepaalt zelf zijn dagorde en de hiertoe nodige planning, en lost elk probleem waar hij voor komt te staan autonoom op. Hij moet bij het nemen van beslissingen vaak complexe en uiteenlopende factoren, zoals kostprijs, continuïteit van diensten, veiligheidsrisico’s e.d. kunnen afwegen. ♦ Bronnen
1 Vergadering met verantwoordelijken uit bedrijven die representatief zijn voor de sector 2 Enquête van de beroepsvereniging voor Medische Instrumentatie Techniekers naar de tewerkstelling in de sector 3 Lectoren uit de opleiding voor medische instrumentatietechnieker, die via stagebegeleiding en projectbegeleiding heel wat ervaring met de sector hebben
34
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
7 BEROEPSPROFIEL VAN AUTOMATISERINGSTECHNICUS
7.1
Exacte benaming van het beroep Automatiseringstechnicus ♦ Sedoc-niveau
Verantwoordelijkheid Complexiteit Transfer Globaal
: : : :
4 4 4 4
7.2
Globale beschrijving van het beroep
7.2.1
Kernachtige beschrijving ♦ De automatiseringstechnicus
− installeert (laat installeren), onderhoudt en herstelt de meet-, regel- en stuurkringen die gebruikt worden om een productieproces te automatiseren. − bepaalt soms de parameters van de instrumentatie die hiervoor werd ingezet. − heeft een belangrijke interactie met de fysica van het geautomatiseerde proces.
7.2.2
Beschrijving van de beroepscontext ♦ De organisatievorm
− bedrijven die geautomatiseerde processen gebruiken om te produceren − bedrijven die automatiseringstechnieken commercialiseren, implementeren of onderhouden. ♦ Milieu en werkomstandigheden
− productieomgeving − technisch ondersteunend − onderhoud
7.3
Vereiste opleiding en beroepservaring − rechtstreeks via een opleiding van niveau 4 − onrechtstreeks vanuit niveau 3 na jaren ervaring
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
7.4
Specifieke beschrijving van de beroepsactiviteiten
7.4.1
Typefunctie, deelfunctie, taak ♦ Typefuncties
1 Diagnose 2 Onderhoud 3 Voorstudie ♦ Deelfuncties
1 Diagnose − In bedrijfname − Analyse − Controle − Communicatie 2 Onderhoud − Herstelling − Kalibratie 3 \/oorstudie − Tekenen en constructie − Configuratie − Werkvoorbereiding − Programmatie − Verkoop ♦ Taken
1 Diagnose Het opsporen van oorzaken van functiestoornissen aan procesautomatisering 2 Onderhoud Het in goede staat brengen en houden van de gebruikte instrumentatie 3 Voorstudie Het uitwerken van een detailontwerp
7.4.2
Contextgegevens ♦ Werkomstandigheden
− industriële processen en machines ♦ Hulpmiddelen
− meetapparaten − handboeken en informatica − veiligheidsuitrusting: procedures en beschermingsmiddelen ♦ Graad van verantwoordelijkheid
− − − −
zelfstandig werken betrekken van andere faciliteiten zoals - externe firma engineering hiërarchie
35
36
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
♦ Verwachte resultaten
− De productieprocessen verlopen volgens de opgezette graad van automatisering − De hersteltijd wordt tot een minimum beperkt, zodat de beschikbaarheid van de procesinstallatie optimaal is; met inachtname van het kostenaspect.
7.5
De ondersteunende kennis ♦ Algemene kennis
− − − −
fysica elektromechanica elektronica digitale technieken
♦ Specifieke kennis
− regeltechnieken − meettechnieken − stuurtechnieken
7.6
Beroepshoudingen
7.6.1
Bepalen van de belangrijkste beroepshoudingen 4
Aandacht voor competentieontplooiing Accuratesse Assertiviteit Beslissingsvermogen Contactbereidheid Diensverlenende ingesteldheid Doorzettingsvermogen Empathie Flexibiliteit Imagobewustzijn Kritische ingesteldheid Leergierigheid Loyauteit Omgaan met stress Organisatievermogen Resultaatgerichtheid Veiligheids- en milieubewustzijn Zelfstandigheid Zin voor esthetiek Zin voor initiatief Zin voor samenwerking
3
2
1
nvt
✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
7.6.2
37
Selecteren en concretiseren van de belangrijkste beroepshoudingen Volgende beroepshoudingen werden overgehouden: − Leergierigheid − Omgaan met stress − Dienstverlenende ingesteldheid De beroepshoudingen kunnen als volgt geconcretiseerd worden in gedragsindicatoren: − werkt met een hoge graad van competentie in technisch complexe omgevingen − kan tijdig andere faculteiten betrekken om het beoogde resultaat te bereiken − kan functioneren onder termijndruk, met inachtname van de veiligheidsprocedures
7.6.3
Controle van de interne consistentie en verifiëren van het realistisch karakter Bij het oplossen van "storingen" wordt het eindresultaat bepaald door de juiste diagnose gevolgd door de juiste concrete acties. Dit kan extreme pieken veroorzaken in de prestaties van de technicus.
38
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
8 BEROEPSPROFIEL VAN ONDERHOUDSTECHNIEKER
8.1
Exacte benaming van het beroep Onderhoudstechnieker.
8.2
Globale beschrijving van het beroep
8.2.1
Kernachtige beschrijving Het uitvoeren van preventief (predictief en periodiek) en accidenteel (curatief en correctief) onderhoud. M.a.w. de organisatie van onderhoud (leidinggevend) en het voorkomen en herstellen van defecten.
8.2.2
Beschrijving van de beroepscontext ♦ De organisatievorm
− bedrijven waar technische installaties voorkomen − bedrijven die onderhoudsdiensten verlenen aan derden ♦ Milieu- en werkomstandigheden
− onderhoudsdienst − productieafdeling − onderhoudsengineering
8.3
Vereiste opleiding en beroepservaring ♦ Onderhoudstechnieker
Uitvoerend: rechtstreeks via een opleiding EM van 1 cyclus optie onderhoudstechnieken Leidinggevend: na een aantal jaren ervaring als uitvoerend onderhoudstechnieker
8.4
Specifieke beschrijving van de beroepsactiviteiten
8.4.1
Typefunctie, deelfunctie, taak 8.4.1.1 Typefunctie Onderhoud 8.4.1.2 Deelfunctie − Curatief onderhoud − Correctief onderhoud
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
− Periodiek onderhoud − Predictief onderhoud 8.4.1.3 Taken ♦ Curatief
− − − − − −
lokaliseren van de fout analyse van de fout demontage herstelling van de fout montage afstellen en opstarten
♦ Correctief
− taken curatief + − technologische verbetering ter voorkoming van de opgetreden fout ♦ Periodiek
− − − − −
inventarisatie van technische installaties opstellen van periodiek onderhouds- en smeerplan plannen van de uitvoering van de onderhoudsactiviteiten uitvoeren en opvolgen van de onderhoudsactiviteiten bijsturen van onderhouds- en smeerplan
♦ Predictief
− − − − − −
opstellen van predictief onderhoudsplan keuze van installatie, meetmethode, meetpunten en grootheden interpretatie van de meetresultaten plannen van de onderhoudsactiviteiten uitvoeren van de onderhoudsactiviteiten bijsturen van predictief onderhoudsplan
♦ Voor deelfuncties 1 t.e.m. 4 gelden daarenboven de volgende taken
− − − − − − −
8.4.2
stockbeheer kosten-batenanalyse beheer technische documentatie beheer machinehistoriek werkvoorbereiding planning opleiding binnen bedrijf
Contextgegevens ♦ Werkomstandigheden
− afhankelijk van de reeds vermelde deelfuncties van werkvloer tot bureel ♦ Hulpmiddelen
− − − − − −
specifiek onderhoudsmaterieel meetapparatuur montage- en demontageapparatuur herstelapparatuur hard- en software veiligheidsvoorzieningen
39
40
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
− technische documentatie ♦ Graad van verantwoordelijkheid
− in relatie met machineoperator − in ploegverband, onder leiding van de onderhoudsverantwoordelijke − als onderhoudsverantwoordelijke, leidinggevend aan onderhoudsgroep en/ of engineering ♦ Verwachte resultaten
− optimale beschikbaarheid van de technische installaties
8.5
De ondersteunende kennis
8.5.1
Gemeenschappelijke basiskennis − fysica − wiskunde − technische talen
8.5.2
Algemene beroepsgerichte kennis − − − − − − −
8.5.3
elektronica mechanica elektriciteit hydropneumatica automatisatie informatica sociale vaardigheden
Specifiek beroepsgerichte kennis ♦ Traditionele kennis
− − − − − −
meetmethode montage- en demontagemethoden veiligheidsprocedures tribologie (wrijvingsleer) planlezen materialenleer
♦ Nieuwe technologie
− diagnosetechnieken − smeermethoden en - middelen
41
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
8.6
Beroepshoudingen 4
Aandacht voor competentie-ontplooiing Accuratesse Assertiviteit Beslissingsvermogen Contactbereidheid Diensverlenende ingesteldheid Doorzettingsvermogen Empathie Flexibiliteit Imagobewustzijn Kritische ingesteldheid Leergierigheid Loyauteit Omgaan met stress Organisatievermogen Resultaatgerichtheid Veiligheids- en milieubewustzijn Zelfstandigheid Zin voor esthetiek Zin voor initiatief Zin voor samenwerking
8.7
Niveau
8.7.1
Omschrijving van het niveau
3
2
1
nvt
✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
♦ Graad van verantwoordelijkheid: niveau 3
na enkele jaren beroepservaring doorgroeiend naar niveau 4 ♦ Graad van complexiteit: niveau 3
na enkele jaren beroepservaring doorgroeiend naar niveau 4 Bovenstaand beroepsprofiel werd opgesteld in de subwerkgroep 'onderhoudstechnieken' ♦ De vaste leden van de vergadering waren
Mevr. Gerda Thibaut, opleidingshoofd EM, Hogeschool Limburg Dhr. Jan Doucet, lector KH Kempen, Dhr. Guido Mertens, lector KH Kempen, Dhr. Jan Verelst, lector De Nayer instituut, Dhr. Willy Aerts, lector KH Limburg Dhr. Carl Smeuninx, departementshoofd IW, Hogeschool van de Provincie Antwerpen ♦ Externe leden
Dhr. Rik Coppens, hoofd onderhoud Van Hool, voorzitter werkgroep onderhoud VIK Dhr. Michel Cardinaels, opleidingsverantwoordelijke EM KH Limburg, Dhr. Herman Meynen, lector Hogeschool Limburg, Dhr. Louis Peeters. Iector Hogeschool Limburg.
42
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
9 BEROEPSPROFIEL VAN OFFICIER SCHEEPSWERKTUIGKUNDIGE
9.1
Benaming van het beroep Officier scheepswerktuigkundige 1e Klasse (hoofdwerktuigkundige) Officier scheepswerktuigkundige 2e Klasse (wachtoverste) Officier scheepswerktuigkundige 3e Klasse (wachtoverste)
9.2
Globale beschrijving van het beroep
9.2.1
Kernachtige beschrijving De officier scheepswerktuigkundige 3e klasse moet in staat zijn tot zelfstandige bewaking van de machinekameruitrusting van elk schip en het nemen van beslissingen in samenspraak met de nautische officier. Hij kan ook hoofdwerktuigkundige worden op schepen met beperkt voortstuwingsvermogen (2500 pk). De officier scheepswerktuigkundige 2e klasse staat de hoofdwerktuigkundige bij in al zijn taken en moet in staat zijn om diens taak volledig over te nemen. Hij kan ook hoofdwerktuigkundige worden op schepen met beperkt voortstuwingsvermogen (7500 pk). De officier scheepswerktuigkundige 1e klasse of hoofdwerktuigkundige draagt de volledige verantwoordelijkheid voor de goede werking van de technische uitrusting aan boord van een schip. Supervisie en beoordeling van de werking van de uitrusting, planning van de werkzaamheden op korte en lange termijn. Overleg over de impact van deze werkzaamheden op de uitbating van het schip met de kapitein en de reder.
9.2.2
Beschrijving van de beroepscontext − Aan boord van schepen van rederijen, baggerbedrijven, sleepdiensten, loodswezen, Regie voor Maritiem Transport,... − Aan de wal: toeleveringsbedrijven voor de scheepvaart, scheepswerven, scheepsherstellingsbedrijven, zeevaartinspectie, klassificatiemaatschappijen,...
9.3
Vereiste opleiding en beroepservaring Om deze functies te kunnen uitoefenen moeten de kandidaten beschikken over een over een overeenstemmend brevet, toegekend door het NATIONAAL MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR, BESTUUR VAN DE MARITIEME ZAKEN EN VAN DE SCHEEPVAART. Overeenkomstig de IMOregels (International Maritime Organisation) kunnen deze brevetten pas toegekend
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
43
worden na de gepaste voorstudie , waarop deze opleiding afgestemd , en na het verwerven van de nodige beroepservaring ("gekwalificeerde vaartijd"). Niveau 4.
9.4
Specifieke beschrijving van de beroepsactiviteiten
9.4.1
Typefunctie, deelfunctie, taken ♦ Typefuncties
− − − − − −
Bediening Herstellingswerkzaamheden Bedrijfsopvolging Diagnosestelling Opvolging van derden Opleiding
♦ Deelfuncties
De bovenvermelde typefuncties maken integraal deel uit van de taken van de officier scheepswerktuigkundige 1e klasse. De taken van de officieren scheepswerktuigdundigen 2e en 3e klasse beperken zich tot de volgende taken: bediening, herstellingswerkzaamheden , diagnosestelling. Indien deze evenwel op kleinere schepen als hoofdwerktuigkundige (zie hoger) fungeren dan behoren al de bovenvermelde typefuncties tot hun taken. ♦ Taken
1 Bediening van de scheepstechnische installatie in al zijn facetten (regelingen bijstellen...) 2 Herstellingswerkzaamheden: Het organiseren en uitvoeren van herstellingswerkzaamheden, aanleggen van voorraden, opmaken en verbeteren van werkkaarten in samenwerking met de andere officieren, handlangers en gelegenheidsmedewerkers. 3 Bedrijfsopvolging: De opvolging van de toestand van het schip en de rapportering hierover naar buiten toe (de scheepsuitbater, technische diensten van de toeleveringsbedrijven,...) 4 Diagnosestelling:
De diagnosestelling van eventuele gebreken en tekortkomingen, zowel bij de ontmanteling als wanneer de installatie in bedrijf is. 5 Opvolging van derden: Opvolging van taken uitgevoerd door onderaanneming, technische controle, kostprijscontrole, onderhandelen . 6 Opleiden van ondergeschikten.
9.4.2
Contextgegevens ♦ Werkomstandigheden
− Scheepstechnische installaties met hun eigen problematiek (hoge temperatuur en vochtigheid, lawaai, onder beweging van het schip) − Verder nog kunnen werken − onder tijdsdruk, 7-dagen-week, lange periodes op zee,...
44
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
♦ Hulpmiddelen
− Meetinstrumenten, handboeken en instructieboeken, werkplaats (lassen, boren, draaien, frezen,....) ♦ Graad van verantwoordelijkheid
− Zelfstandig kunnen werken (tijdens een oceaanovertocht kan geen beroep gedaan worden op externe hulp). ♦ Verwachte resultaten:
− De autonomie van het schip in al zijn aspecten waarborgen.
9.5
De ondersteunende kennis ♦ Algemene kennis
− wiskunde, fysica, scheikunde , sterkteleer, mechanica, technologie, Engels, EHBO... ♦ Specifieke kennis
− scheepstechnische vakken (motoren, stoominstallatie, hulpwerktuigen elektrotechniek, elektronica, automatisatie, werkplaatstechniek, technisch tekenen,...)
9.6
Beroepshoudingen 4
Aandacht voor competentieontplooiing Accuratesse Assertiviteit Beslissingsvermogen Contactbereidheid Diensverlenende ingesteldheid Doorzettingsvermogen Empathie Flexibiliteit Imagobewustzijn Kritische ingesteldheid Leergierigheid Loyauteit Omgaan met stress Organisatievermogen Resultaatgerichtheid Veiligheids- en milieubewustzijn Zelfstandigheid Zin voor esthetiek Zin voor initiatief Zin voor samenwerking
3
2
1
✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
nvt
45
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
10
10.1
BIBLIOGRAFIE
Gebruikte bronnen
10.1.1 Inventaris enquêtes ♦ Subwerkgroep bedrijfsmechanisatie
− enquête bij alle afgestudeerden optie bedrijfsmechanisatie − enquête bij bedrijven ♦ Subwerkgroep elektromechanica
− enquête bij alle afgestudeerden optie elektromechanica − enquête bij bedrijven ♦ Subwerkgroep klimatisatie − enquête HPA Boom (1996)
− − − − − −
enquête KHK Geel (1996) enquête De Nayer Mechelen (1996) enquête Karel de Grote-Hogeschool (1996) enquête KATHO Kortrijk (1996) enquête KATHO Kortrijk (1991) enquête KATHO Kortijk (1991)
24 antwoorden, oud-studenten 34 antwoorden, oud-studenten 9 antwoorden, oud-studenten 6 antwoorden, oud-studenten 84 antwoorden, oud-studenten 21 antwoorden, oud-studenten 25 antwoorden, bedrijven
♦ Subwerkgroep medische instrumentatie
− enquête van de beroepsvereniging medische instrumentatie technieker ♦ Subwerkgroep meet- en regeltechniek
− enquête bij alle afgestudeerden optie meet- en regeltechniek − enquête bij bedrijven ♦ Subwerkgroep onderhoudstechnieken
− enquête bij alle afgestudeerden optie onderhoudstechnieken − enquête bij bedrijven ♦ Subwerkgroep scheepswerktuigkunde
− enquête bij alle afgestudeerden optie scheepswerktuigkunde − enquête bij werkgevers ♦ Als voorbeelden zijn in bijlage 3 tot 7 enkele enquêtes en resultaten opgenomen.
− − − − −
Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7:
Enquête Bedrijf en Beroep optie Onderhoudstechnieken Enquête bij de bedrijven EM - onderhoudstechnieken Enquête subcommissie klimatisatie Resultaten enquête KATHO departement VHTI Enquête betreffende ingenieurs en technici in ziekenhuizen
46
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
10.1.2 Bibliografie DIENST VOOR ONDERWIJSONTWIKKELING, Handleiding voor het schrijven van beroepsprofielen, 1995 KERNKWALIFICATIES Hoger Technisch & Natuurwetenschappelijk Onderwijs, Nederland, maart 1995 VERENIGING VOOR TECHNISCH GEGRADUEERDEN, De technisch gegradueerden in de industrie, Geert denutte, 1992 VLAAMSE DIENST VOOR ARBEIDSBEMIDDELING EN BEROEPS-OPLEIDING, Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen, Studiedienst januari 1995 V.U.M., Gegradueerden, noch vis, noch vlees, september 1992 Veel intern materiaal van hogescholen, bedrijven en beroepsverenigingen
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
11
47
MEDEWERKERS
Het beroepsprofiel werd ontwikkeld door alle Vlaamse Hogescholen die een opleiding van één cyclus elektromechanica inrichten. Fabrimetal, de vereniging van technisch gegradueerden en vertegenwoordigers van beroepsfederaties en het bedrijfsleven hadden hun inbreng. De volgende personen verleenden hun medewerking: ♦ In de stuurgroep
− − − − − − − − − − − − − − − −
René Adams, Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen Eddy Aelbrecht, Hogeschool Antwerpen Hubert Behaegels, De Nayer instituut Jan De Mot, Hogere Zeevaartschool Willy Indeherberge, Katholieke Hogeschool Limburg Christine Lannoo, Fabrimetal Vlaanderen Patrick Matthys, Katholieke Hogeschool Sint-Lieven Herman Meynen, Hogeschool Limburg Roger Pype, Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen Carl Smeuninx, Hogeschool van de Provincie Antwerpen Paul Symons, De Nayer instituut Dirk Theuns, Hogeschool Gent Gerda Thibaut, Hogeschool Limburg Gilbert Van Heerswynghels, Vereniging voor technisch Gegradueerden Bert Van Hirtum, Katholieke Hogeschool Kempen Martin Wylleman, Katholieke Hogeschool Brugge Oostende
♦ Verder in de subwerkgroepen
− − − − − − − − − − − − − − − − − − − − −
René Adams, Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen Willy Aerts, Katholieke Hogeschool Limburg Jimmy Bauwens, De Nayer instituut, Mechelen Robert Belen, Siemens, Brussel Gie Beyens, Karel de Grote-Hogeschool, Antwerpen Patrick Callaert, Agfa-Gevaert Michel Cardinaels, Katholieke Hogeschool Limburg Gilbert Cool, Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende Rik Coppens Peter Coppens, O.L.V. kliniek, Aalst Johan Coudeville, Katholieke Hogeschool Brugge Oostende René Cumps, CN Rood, Zellik Rita De Clercq, Hogere Zeevaartschool, Antwerpen De Coster, O.L.V. kliniek Aalst Jan De Mot, Hogere Zeevaartschool De Neudt, Dräger Ballings, Wemmel Marc Depauw, opleidingscoördinator elektromechanica, Hogeschool Gent Etienne De Rauw, KaHo Sint-Lieven Aalst Hans De Reusel, Van Hool Koningshooikt Paul De Schepper Katholieke Hogeschool Kempen, Geel Maurice De Smedt, UDIAS
48
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
− − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − −
Wilfried De Smet, Belgische Vereniging voor Koeltechniek Kris Devocht, Katholeke Hogeschool Kempen Geel Jan Doucet, Katholieke Hogeschool Kempen Rob Engels, Hogeschool provincie Antwerpen André Gabriël, Vynckier Paul Govaerts, Karel de Grote-Hogeschool, Antwerpen Marc Herregods-Van de Pontseele, Hogeschool Gent Hans Hoes, Katholieke Hogeschool Kempen, Geel Willy Indeherberge, Katholieke Hogeschool Limburg Marc Jacobs, De Nayer instituut, Mechelen P. Koelet, Schatten nv, Brussel Jo Lemmens, Katholieke Hogeschool Limburg Patrick Matthys, Katholieke Hogeschool Sint-Lieven Guido Mertens, KH Kempen Herman Meynen, Hogeschool Limburg Valère Neys; Katholieke Hogeschool Kempen, Geel Franc Peeters, Katholieke Hogeschool Kempen, Geel Louis Peeters Roger Pype, Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen Edmond Roman, Hogeschool Gent Michel Ruttens, Bayer Rubber Willy Schellemans, Hogere Zeevaartschool, Antwerpen Marc Schreurs, Katholieke Hogeschool Limburg Joseph Serneels, V.I.K. (Samson) Carl Smeuninx, Hogeschool van de Provincie Antwerpen Alain Smolders, Karel de Grote-Hogeschool, Antwerpen Roel Spaenhoven, Bayer Antwerpen Patrick Steelandt, Hogeschool Gent, verslaggever Dirk Theuns, Hogeschool Gent Gerda Thibaut, Hogeschool Limburg Jan Van Biervliet KaHo Sint-Lieven, Aalst Wim Vanthournout, KaHo Sint-Lieven, Aalst Luc Vantieghem, UBIC nationaal, Brussel Lucien Vantieghem, UBIC regionaal, Kortrijk Norbert Vercautteren, Agfa-Gevaert, Mortsel Jan Verelst, De Nayer instituut Kees Verwaard, Cegelec Comsip Wilfried Wuyts, Katholieke Hogeschool Kempen, Geel Martin Wylleman, Katholieke Hogeschool Brugge Oostende
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
BIJLAGE 1
Vacatures 1995 waarbij het graduaat elektromechanica als mogelijk diploma wordt vermeld. Een kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.
49
50
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
BIJLAGE 2
Enquête Bedrijf en Beroep, optie Onderhoudstechnieken, graduaat elektromechanica. Een kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
BIJLAGE 3
Enquête bij de bedrijven EM - onderhoudstechnieken. Een kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.
51
52
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
BIJLAGE 4
Enquête in relatie met beroeps- en opleidingsprofielen. Een kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
BIJLAGE 5
Resultaten enquête Katho Departement VHTI. Een kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.
53
54
B E R O E P S P R O F IE L E L E K T R O M E C H A N IC A
BIJLAGE 6
Enquête betreffende ingenieurs en technici in ziekenhuizen. Een kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.