Strategisch Beleidsplan 2011-2015 Openbaar Primair Onderwijs Noordenveld
Inhoud
1. Inleiding ............................................................................................................................................... 3 2.1 Kwaliteitsbeleid ............................................................................................................................. 4 2.2 Onderwijs en ontwikkeling............................................................................................................ 4 2.3 Personeelsbeleid ........................................................................................................................... 4 2.4 Financieel beleid............................................................................................................................ 4 2.5 Huisvestingsbeleid......................................................................................................................... 4 3. Ontwikkelingen en omgeving.............................................................................................................. 6 3.1 Externe ontwikkelingen................................................................................................................. 6 3.2 Interne ontwikkelingen ................................................................................................................. 6 3.3 Externe in interne belanghebbenden............................................................................................ 7 3.3.1 Interne belanghebbenden...................................................................................................... 7 3.3.2 Externe belanghebbenden ..................................................................................................... 7 3.4 SWOT‐analyse................................................................................................................................ 8 4. Strategische kaders ............................................................................................................................. 9 4.1 Missie en visie................................................................................................................................ 9 4.2 Samenwerking ............................................................................................................................. 10 4.2.1 Samenwerking binnen de gemeente ................................................................................... 10 4.2.2 Samenwerking bij opvang .................................................................................................... 11 4.2.3 Samenwerking in de regio ................................................................................................... 12 4.2.4 Overige partners................................................................................................................... 13 5. Doelstellingen beleid 2011‐2014....................................................................................................... 14 5.1 Kwaliteitsbeleid ........................................................................................................................... 14 5.2 Onderwijs en ontwikkeling.......................................................................................................... 15 5.3 Personeelsbeleid ......................................................................................................................... 17 5.4 Financieel beleid.......................................................................................................................... 18 5.5 Huisvestingsbeleid....................................................................................................................... 19 6. Samenvatting..................................................................................................................................... 20 Bijlage 1. Analyse onderzoek financiële positie ................................................................................... 21 Bijlage 2. Evaluatie beleidsplan 2008‐2011........................................................................................... 23
2
1. Inleiding
In het voorwoord van het vorige beleidsplan schreven we over de voortdurende verandering van de samenleving. Wat dat betreft is er niet zoveel veranderd. Ook de opdracht die wij hebben om ervoor te zorgen dat de leerlingen goed kunnen functioneren in deze steeds veranderende samenleving, is dezelfde gebleven. Het resultaat van het ingezette kwaliteitsbeleid uit de afgelopen periode begint z’n vruchten af te werpen. De onderwijs opbrengsten op de basisvaardigheden over de gehele linie zijn toegenomen. De verwachting is dat binnenkort alle scholen zijn opgenomen in het basisarrangement van de onderwijsinspectie. Deze positieve ontwikkeling is toe te schrijven aan de inzet van het personeel van de scholen. Inmiddels zijn de omstandigheden waaronder we onze opdracht moeten vervullen echter wezenlijk anders dan vijf jaar geleden. • Vijf jaar geleden was de krimp van de bevolking nog nauwelijks een item waarmee rekening gehouden moest worden. • Bezuinigingen door de lokale en centrale overheid bepalen op dit moment de beleidsagenda. De financiële problemen van beide overheden hebben z’n weerslag op het onderwijs. • Passend onderwijs, ingevoerd per 1 augustus 2012, zal een grote wissel trekken op de organisatie, zeker onder de aangekondigde verslechterende randvoorwaarden. Concreet betekent dit dat er fors bezuinigd moet worden en dat er met minder mensen dezelfde tot betere onderwijsprestaties geleverd moeten worden. We merken dat de druk bij het personeel door deze veranderende omstandigheden en de effecten die dit heeft op de dagelijkse praktijk, aan het toenemen is. Als organisatie zullen we daarom alle zeilen bij moeten zetten om onze centrale opdracht waar kunnen maken. In dit beleidsplan geven we de analyse, de voorwaarden, de ontwikkelingen en de beleidskeuzes weer die er voor moeten zorgen dat ieder kind het beste onderwijs krijgt, nu en in de toekomst.
Roden, mei 2011 Johan Boelman, Albert Eising
3
2. Terugblik strategisch beleid 2007-2011 Het strategisch beleid van de jaren 2008-2011 heeft zich voornamelijk gericht op het verbeteren van de onderwijskwaliteit. In deze periode telde Openbaar Primair Onderwijs Noordenveld twee scholen met een aangepast toezicht arrangement. Het beleid is erop gericht deze scholen onder het basistoezicht van de onderwijsinspectie te krijgen. Zoals het nu lijkt worden alle scholen door de onderwijsinspectie in 2011 in het basisarrangement geplaatst. 2.1 Kwaliteitsbeleid In het voorgaande strategisch beleidsplan is de aandacht van het kwaliteitsbeleid naar de borging van de kwaliteit gegaan. Dit wordt bewerkstelligd door de planning en control binnen de organisatie strakker neer te zetten. De documenten zijn doorontwikkeld en er is gezorgd voor meer samenhang tussen de documenten. OPON heeft daarbij gebruik gemaakt van de door OSG ontwikkelde kwaliteitsmethode ‘Kwaliteit in Beweging’, waarbij resultaatgericht gewerkt wordt. Er zijn nog een aantal doelstellingen die in de periode van 2008-2011 niet (volledig) zijn afgerond en welke nog uitgevoerd dienen te worden, namelijk: - Opstellen strategisch beleidplan 2011-2015; - Opstellen schoolplan 2011-2015. 2.2 Onderwijs en ontwikkeling De doelstellingen op het gebied van onderwijs en ontwikkelingen beslaan verschillende terreinen. Er is veel aandacht geweest voor de invoering van passend onderwijs, aansluiting tussen voorschoolse educatie, primair onderwijs en voortgezet onderwijs, beleid tussenschoolse en buitenschoolse opvang en de profilering van OPON in de markt. Bijna alle doelstellingen zijn behaald, echter het actualiseren van een meerjaren vervangingsplan voor de hardware moet nog plaatsvinden. 2.3 Personeelsbeleid Het personeelsbeleid is in deze periode beschreven in een nieuw personeelsbeleidsplan. De focus op het gebied van personeelsbeleid lag met name op de samenstelling van het personeelsbestand. Er is gekeken naar de opbouw van het personeelsbestand op basis van ratio deeltijd - voltijd, leeftijdsopbouw en verhouding mannen en vrouwen. Daarnaast is het taakbeleid en het competentiemanagement verder ontwikkeld en is de gesprekkencyclus aangepast aan deze ontwikkelingen. Verder zijn de eerste stappen van de invoering van de functiemix genomen. In de komende periode zal meer aandacht besteed worden aan de functiewaardering in verband met de functiemix en deskundigheidsbevordering. 2.4 Financieel beleid De financiële situatie van OPON is redelijk solide en stabiel. De cyclus van planning en beheersing is uitgebouwd op bestuursniveau en schoolniveau. Daarnaast is het beleid inzake reserves nader vastgesteld en zijn de kaders bepaald voor de financiële kengetallen op basis van de risico inventarisatie. Voor nadere informatie over de financiële positie van OPON t.o.v. vergelijkbare besturen, zie bijlage 1 en de voorgaande jaarrekeningen. 2.5 Huisvestingsbeleid In de afgelopen jaren zijn veel scholen verbouwd of uitgebreid om ze aan het hedendaagse onderwijs aan te passen. Daarnaast zijn op de meeste scholen maatregelen getroffen ter verbetering van het binnenklimaat. De gemeente Noordenveld heeft hiervoor extra middelen ontvangen van OC&W. Naast verbouw en uitbreiding van veel scholen zijn er 4 scholen vervangen voor volledige nieuwbouw. Ook voor de komende jaren staan er nog een aantal projecten op stapel. In de gemeente Noordenveld zijn meerjarige afspraken gemaakt met de schoolbesturen op het terrein van onderwijshuisvesting. E.e.a. is vastgelegd in het Integraal Huisvestingsplan (IHP).
4
Hierdoor is het voor de gemeente als lokaal bestuur inzichtelijk hoeveel geld de komende jaren nodig is voor goede huisvesting van het onderwijs. In 2009 is het IHP geactualiseerd aan de gemeentelijke en regionale ontwikkelingen. De gemeente Noordenveld als lokaal bestuur is verantwoordelijk voor het onderwijshuisvestingsbeleid en ontvangt hiervoor rechtstreeks de huisvestingsmiddelen van het Rijk. De gemeente Noordenveld besteedt meer dan gemiddeld aan onderwijshuisvesting. Onderstaande tabel geeft hiervoor nadere informatie. Inkomsten / uitgaven onderwijshuisvesting gemeente Noordenveld Bedragen x 1000
2006
2007
2008
2009
Inkomsten onderwijshuisvesting gem.fonds
1676
1729
1842
1966
Totale uitgave
1770
2062
2512
2524
Verschil inkomsten totale uitgave
-99
-333
-670
-558
Verhouding uitgaven inkomsten
105,6
119,2
136,4
Gemiddelde verhouding inkomsten uitgaven 2006/2009
128,4 122,4%
Bron: www.hoegulismijngemeente.nl
De middelen die binnenkomen voor de groepsafhankelijke programma’s van eisen worden overgemaakt naar de gemeente Noordenveld. In ruil voor deze middelen worden diensten geleverd aan het openbaar primair onderwijs. Het gaat hierbij om de volgende onderdelen: 1. Onderhoud en onderhoudsplanning. 2. Energie en water. 3. Publiekrechtelijke heffingen. Ad 1. Het gebouwonderhoud en tuinonderhoud wordt uitgevoerd door medewerkers van de gemeente Noordenveld volgens een jaarlijks te actualiseren meerjarenplanning. Voor dagelijks klein onderhoud wordt aan de school jaarlijks 10% van het budget voor gebouwonderhoud toegekend onder de noemer “Klein directiebudget”. Schoonmaak wordt uitgevoerd door een extern schoonmaakbedrijf die ook andere gebouwen van de gemeente schoonmaakt. Aan het budget voor schoonmaak wordt vanuit het budget onderwijsleerpakket jaarlijks een bedrag per school voor schoonmaakmiddelen toegevoegd. Ad 2 en 3. De nota’s voor energie, water en publiekrechtelijke heffingen worden uit het overgemaakte budget betaald door de gemeente Noordenveld. Op alle drie de onderdelen worden geen meer/minderkosten verrekend bij onder/overschrijding van het budget. Uitgangspunt is om te komen tot een budgettair neutrale inzet van middelen.
5
3. Ontwikkelingen en omgeving 3.1 Externe ontwikkelingen Op landelijk en gemeentelijk niveau worden regelmatig beslissingen genomen die van grote invloed zijn op de afzonderlijke besturen. Deze besluiten betreffen verschillende beleidsterreinen, zoals onderwijs, personeel, financiën, huisvesting en organisatie. De volgende externe ontwikkeling zijn van invloed op OPON: • Vanaf 1 augustus 2012 geldt de zorgplicht en zijn alle scholen in Nederland verplicht om passend onderwijs te bieden. Ondertussen heeft het nieuwe kabinet besloten een bezuiniging van 300 miljoen op passend onderwijs door te voeren. Daarnaast komen er extra middelen voor deskundigheidsbevordering; • Eind april is door het ministerie van OC&W het Referentiekader taal en rekenen aangenomen; • Het Aktieplan Leerkracht is per 1 januari 2009 ingevoerd en is bedoeld om het beroep leerkracht aantrekkelijker te maken. Dit wordt bewerkstelligd door o.a. betere salariëring, meer carrièreperspectief en door functiedifferentiatie (functiemix) aan te bieden; • Bezuinigingen vanuit het ministerie op de subsidie Bestuur en Management, de groeiregeling en leerling gebonden financiering voor het SBO; • Bezuinigingen vanuit de gemeente door het wegvallen van de vergoeding voor schoolbegeleiding, verlaging van de rentevergoeding voor de financiële vaste activa en afschaffing van de gemeentelijke bijdrage voor de meerkosten op het terrein van groepsafhankelijke materiële kosten; • Een dalend leerlingaantal in het voedingsgebied van OPON; • Drentse schoolbesturen, gemeenten en de provincie hebben samen met staatssecretaris Sharon Dijksma van onderwijs een handtekening gezet onder het kwaliteitsakkoord Basisonderwijs Drenthe. Een belangrijk instrument hiervan is de Drentse Onderwijsmonitor. 3.2 Interne ontwikkelingen Naast de externe ontwikkelingen en gemaakte beleidskeuzes, zijn er de volgende interne ontwikkelingen bij OPO Noordenveld te noemen: • Op basis van een tijdpad voor 2010-2011 wordt invulling gegeven aan de invoering van de functiemix. Per 1 augustus 2010 is de eerste tranche van de functiemix (8%) ingevuld; • De ontwikkelingen op het terrein van passend onderwijs in de regio worden geïnitieerd en geregisseerd door de algemene directie en worden vorm gegeven i.s.m. het Samenwerkingsverband Leek-Noordenveld. Door de nieuwe plannen rond de invoering van passend onderwijs zijn er op dit moment veel onduidelijkheden. Zo is de regio-indeling voor de invulling van passend onderwijs en welke gevolgen dit gaat hebben voor toekomstig beleid, bij de samenstelling van dit beleidsplan nog niet bekend; • Binnen de eigen gemeente werkt OPON actief mee aan de uitvoering van de Gemeentelijke Lokale Educatieve Agenda; • Met alle scholen is een V(erbreding) T(echniek) B(asisonderwijs) netwerk opgericht. Wetenschap & techniek is per 1 augustus 2010 in het curriculum opgenomen. Overwogen wordt om in de komende jaren deel te gaan nemen aan het project “Talentenkracht”. Daarnaast zal het project “Bedrijfsbezoeken” verder worden uitgebouwd i.s.m. het lokale bedrijfsleven; • Alle scholen werken gericht aan verhogen van de onderwijsopbrengsten op basis van dataanalyse en het opstellen van verbeterplannen. In dit kader werkt iedere school m.i.v. 1 augustus 2010 met een geïntegreerd jaarverslag/jaarplan in de vorm van het nieuwe schooljaarplan; • Vijf basisscholen nemen deel aan 2 jarige taal/lees- en/of reken verbetertraject. Voor deze scholen is een projectsubsidie beschikbaar van € 12.000,- per school; • ICT toepassingen worden steeds meer gebruikt bij het realiseren van onderwijs doelen;
6
•
• •
Er ligt een beleidsrijke meerjarenbegroting met een negatief meerjarenperspectief door een dalend leerlingenaantal. De formatie zal moeten krimpen, maar doordat er extra geïnvesteerd is in formatie om de onderwijskwaliteit te verhogen, zal deze formatie niet direct drastisch naar beneden worden gehaald. Hierdoor wordt er in de komende jaren een negatief exploitatieresultaat voorzien en wordt er naar gestreefd om het exploitatieresultaat binnen een aantal jaren weer op nihil te krijgen. Met deze maatregel wordt de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd; Binnen de gemeente Noordenveld wordt, evenals in de overige Drentse gemeenten, deelgenomen aan de zogenaamde Drentse onderwijsmonitor; Per 1 april 2010 is er nog 1 zwakke basisschool binnen het bestuur. OPON verwacht dat medio 2011 alle scholen in het basisarrangement zijn opgenomen.
3.3 Externe in interne belanghebbenden Alle organisaties, zo ook onderwijsinstellingen, bestaan en opereren binnen een bepaalde omgeving. Deze omgeving beïnvloedt de organisatie, maar andersom beïnvloedt de organisatie op haar beurt de omgeving ook. Met andere woorden, er zijn verschillende belanghebbenden binnen de omgeving van de organisatie die beïnvloed worden door de activiteiten die zij uitvoert. Binnen het onderwijs zijn er een aantal belanghebbenden te benoemen die voor iedere onderwijsinstelling aanwezig zijn. Deze belanghebbenden kunnen worden onderverdeeld in interne en externe belanghebbenden. Voor beide is het van belang dat zij geïnformeerd worden over wat de huidige activiteiten en toekomstplannen zijn van de onderwijsinstelling, zodat zij kunnen inschatten wat voor invloed deze activiteiten en plannen mogelijk op hen en op de instelling kunnen hebben. Belanghebbenden hoeven niet per se als individuen te worden benaderd. Zij kunnen zich ook gezamenlijk opstellen in een belanghebbend orgaan zoals bijvoorbeeld een MR. Hieronder zullen deze twee groepen verder worden belicht, waarbij ook nader zal worden ingegaan op hoe met deze groepen wordt gecommuniceerd en hoe de verantwoording naar hen vanuit de onderwijsinstelling plaatsvindt. 3.3.1 Interne belanghebbenden Onder interne belanghebbenden worden verstaan de belanghebbenden binnen de organisatie die beïnvloed worden door datgene wat de organisatie doet. Binnen onderwijsinstellingen kunnen de volgende belanghebbenden worden onderscheiden: • Personeel interne horizontale verantwoording • Leerlingen interne horizontale verantwoording • Personeelsgeleding MR (PMR) interne horizontale verantwoording • Bestuur interne verticale verantwoording Met de interne belanghebbenden wordt hoofdzakelijk gecommuniceerd door middel van bijeenkomsten (werkoverleg, vergaderingen), nieuwsbrieven, website, (school)jaarplannen en een schoolgids. Tevens wordt het personeel op de hoogte gehouden van ontwikkelingen via het Management Informatie Systeem. De verantwoording tegenover instanties als de GMR en het bestuur vindt hoofdzakelijk plaats door middel van vergaderingen, (tussentijdse) rapportages en jaarverslagen. 3.3.2 Externe belanghebbenden Externe belanghebbenden zijn personen of partijen van buiten de onderwijsinstellingen die direct of indirect worden beïnvloed door de activiteiten van de instelling of die anderzijds belang hebben bij de prestaties die de onderwijsinstelling levert. De belangrijkste externe belanghebbenden zijn: • Ouders/verzorgers van leerlingen externe horizontale verantwoording • MR & GMR externe horizontale verantwoording • Samenwerkingspartners externe horizontale verantwoording • Ministerie van OCW externe verticale verantwoording • CFI/DUO externe verticale verantwoording
7
De communicatie met en verantwoording naar de externe belanghebbenden wordt voornamelijk gedaan door middel van officiële documenten zoals jaarverslagen, jaarplannen en nieuwsbrieven. De kanalen waar via gecommuniceerd wordt, variëren van de websites van bestuur en van de school, tot schoolgidsen en papieren versies van het jaarverslag. Tevens vindt de verantwoording naar belanghebbenden organen zoals de (G)MR plaats via vergaderingen, (tussentijdse) rapportages en jaarverslagen, net zoals dit het geval is bij de interne belanghebbenden. 3.4 SWOT-analyse In deze SWOT-analyse worden de kansen en bedreigingen (externe invloeden) en sterktes en zwaktes (interne ontwikkelingen) benoemd. Kansen: • Meer aandacht voor opbrengstgericht werken. Op dit moment wordt binnen OPO Noordenveld gewerkt middels “Kwaliteit in beweging’; • Taal en rekenonderwijs staat hoog op de agenda en er wordt extra geld voor vrijgemaakt; • Invoering van referentieniveaus; • Betere uitbouw van de positieve naam van het openbaar onderwijs in Noordenveld. Bedreigingen: • Dalend leerlingaantal in Noordelijke provincies en in gemeente Noordenveld; • Zuigkracht van omliggende gebieden als bijvoorbeeld Assen; • Bezuinigingen door lokale en centrale overheid; • Bezuinigingen vanuit het ministerie voor alle besturen en specifiek op het speciaal (basis)onderwijs. Sterktes: • Veel vertrouwen in de organisatie bij bestuur, werknemers, ouders en overige belanghebbenden; • Onderwijs wordt op maat aangeboden; • Goed werkende kwaliteitscyclus op de scholen; • ICT verder implementeren in het onderwijs; • Verdere uitbouw van samenwerking tussen scholen; • Mobiliteitsmogelijkheden voor het personeel; • Goede scholingsmogelijkheden; • Juiste cultuur om daadkrachtig in te spelen op de ontwikkelingen; • In huisvesting is de laatste jaren veel in geïnvesteerd; • Financieel gezonde organisatie. Zwaktes: • Nog te weinig ketengericht (VVE-PO-VO); • Kwaliteit van het onderwijs is voldoende, maar er zijn nog veel mogelijkheden voor verbetering; • Te weinig klantgericht denken; • Gevoelde werkdruk; • Een relatief ‘oud’ personeelsbestand, waarbij de verhouding mannen/vrouwen niet optimaal is.
8
4. Strategische kaders 4.1 Missie en visie De missie is kort samen te vatten in:
OPON streeft naar “Het Beste Onderwijs Voor Ieder Kind” Dit willen wij bereiken door:
Goede onderwijskwaliteit; Gemotiveerd en tevreden personeel; Scholen die zich profileren; Een transparante organisatie te zijn; Ouders als belangrijke partners te zien.
Deze missie betekent concreet, dat OPON een organisatie wil zijn: •
• •
•
• • • • • • • • • • •
Waar de kinderen zich maximaal kunnen ontwikkelen en zowel op cognitief, als op emotioneel gebied goed worden toegerust, zodat ze zich als zelfbewuste volwassene een plaats kunnen verwerven in de samenleving; Waar elke school toegerust is om adequaat met leerlingen om te gaan die speciale zorg nodig hebben; Waar de scholen in de volle breedte voldoen aan de kerndoelen van het basisonderwijs. De basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal, rekenen/wiskunde) vormen duidelijk de kern van het onderwijs. Het taal/leesonderwijs komt daarbij op de eerste plaats; Waar de opbrengsten bij de basisvaardigheden tijdens en aan het eind van de basisschool op een niveau passend bij de schoolpopulatie zijn. We streven naar bovengemiddelde opbrengsten; Waar een goed kwaliteitszorgsysteem zowel bovenschools als op de scholen functioneert, waardoor de kwaliteit gewaarborgd is; Met veilige verzorgde scholen en schoolomgevingen; Waar op de scholen de kwaliteit van lesgeven, zoals omschreven in het toezichtkader van de onderwijsinspectie, op een hoog peil is; Waar de toepassing van informatietechnologie en het gebruik van computers verweven is in de dagelijkse onderwijspraktijk; Waar scholen zich bewust zijn van hun eigen sterke kanten en zich daarmee profileren; Waar scholen een grote mate van autonomie hebben; Waar elke medewerker voortdurend werkt aan persoonlijke groei en vakmanschap; Waar de medezeggenschapsstructuur goed functioneert; Die samenwerkt met andere instellingen; Die financieel transparant en gezond is; Waar de uitgangspunten van het openbaar onderwijs de leidraad vormen van het handelen om normen en waarden als respect, tolerantie en waardering - ongeacht godsdienst of levensbeschouwing - te bewaken en te borgen.
Met de presentatie van het jaarverslag wordt het beleid jaarlijks geëvalueerd en wordt de basis gelegd voor toekomstig beleid. Door middel van het jaarverslag wordt niet alleen verantwoording aan OCW afgelegd maar ook aan ouders, personeelsleden en andere belanghebbenden.
9
4.2 Samenwerking Intern werken de scholen van OPO Noordenveld samen op het terrein van zorg (werkgroep intern begeleiders), ict (werkgroep ict coördinatoren) wetenschap & techniek (werkgroep techniek coördinatoren), kwaliteitszorg (werkgroep kwaliteitszorg directeuren), kunst en cutuur (icc werkgroep) en management (directieoverleg). Daarnaast zijn er samenwerkingsvormen op basis van schoolgrootte (kleine scholen overleg), op basis van schoolprofiel (Dalton) en op basis van veranderingsonderwerpen (bijvoorbeeld reken verbetertrajecten). Landelijk zien we het concept Brede School een grote opgang maken. Binnen dit concept worden onderwijs, welzijn en zorgvoorzieningen in onderlinge samenhang aangeboden aan kinderen en ouders waardoor kansen en ontwikkelingen worden vergroot. De gemeente Noordenveld heeft in het verleden bij het opzetten van het Integraal Huisvesting Plan Onderwijs, niet de keuze gemaakt om brede scholen te bouwen waarin de verschillende samenwerkingspartners gezamenlijk gehuisvest worden. Er is nadrukkelijk gekozen om onderwijshuisvesting voor onderwijs te bouwen. Het concept Brede School, waarbij verschillende partners samenwerken, aan de brede ontwikkeling van kinderen van 0 – 12 jaar, is echter wel uitgangspunt van beleid. De algemene directie kiest bij de ontwikkeling van de Brede School in Noordenveld voor een pragmatische benadering wat betreft de samenwerking tussen de verschillende partijen. Om optimaal samen te kunnen werken hoeft een Brede School niet in één gebouw gehuisvest te zijn. Afzonderlijke huisvesting in elkaars directe nabijheid kan ook een uitstekende samenwerking opleveren. Inmiddels zien we op lokaal niveau (in de kleinere kernen) ontwikkelingen die kunnen leiden tot de vorming van multifunctionele accommodaties. 4.2.1 Samenwerking binnen de gemeente De algemene directie zet zich zeer nadrukkelijk in om het openbaar onderwijs als één belangengroep neer te zetten binnen het bestuurlijk overleg in de gemeente Noordenveld. Vanuit dit overleg worden belangrijke adviezen gegeven betreffende het lokaal onderwijsbeleid. Onderwerpen van beleid en bespreking binnen deze lokale educatieve agenda zijn: • CJG. Onderwijs participeert in het gemeentelijk jeugdbeleid en werkt mee aan de invulling van het centrum voor jeugd en gezin. Samenwerkingspartners hierbij zijn: Gemeente Noordenveld, GGD Drenthe, Icare, Noordermaat, Politie, Kids Casa, WIN en Bureau Jeugdzorg Drenthe; • Voor- en vroegschoolse educatie VVE is een speerpunt binnen de lokale educatieve agenda in Noordenveld. Er zijn goede(blijvende) resultaten bereikt op het terrein van samenwerking tussen peuterspeelzalen en onderwijs. Alle partijen zijn bereid zich in te zetten om het beleid verder uit te bouwen. In de komende jaren wordt nadrukkelijk ingezet op doorlopende leeren zorglijnen. Onderdeel hierbij is het aanbieden van scholing aan leidsters van peuterspeelzalen en kinderopvang en leerkrachten onderbouw van het basisonderwijs; • Preventie De scholen maken gebruik van het aanbod van diverse aanbieders op het terrein van thema’s als: Vuurwerk, Alcohol en drugs, Overlast. Partners hierin zijn o.a. de politie, de jeugdgezondheidszorg en het bureau HALT; • Leesbevordering De scholen nemen deel aan leesbevordering projecten van de bibliotheek; • Uitvoering jeugdgezondheidszorg De jeugdgezondheidszorg en de logopedische zorg op alle scholen wordt uitgevoerd door de GGD afdeling jeugdgezondheidszorg. Bij de logopedische zorg wordt nadrukkelijk ingezet op vroeg signalering van taal en/of spraakproblemen bij kinderen;
10
•
•
•
•
Cultuurmenu Alle scholen nemen deel aan het kunst- en cultuurmenu. Het aanbod wordt uitgevoerd door het Instituut Kunst en Cultuur Drenthe en het Instituut voor Creatieve Ontwikkeling i.s.m. andere organisaties op het terrein van kunst, cultuur en erfgoed. De gemeente Noordenveld en de provincie Drenthe zijn naast de scholen medefinancier van dit aanbod; Natuur en Milieueducatie Alle scholen nemen deel aan een gezamenlijk natuur- en milieueducatieplan, ondersteund door de medewerkers van het Consulentschap Natuur- en Milieu Educatie. De gemeente Noordenveld financiert de activiteiten in samenwerking met de basisscholen; Schoolmaatschappelijk werk. De gemeente Noordenveld heeft de Stichting Noordermaat financieel in staat gesteld om 38 uur per week (1 fte) schoolmaatschappelijk werk beschikbaar te stellen voor het basis en speciaal basisonderwijs. Vanuit een viertal basisstations wordt de ondersteuning geboden aan alle scholen; Sportstimulering en inzet combinatiefunctionarissen Door gebruik te maken van een landelijke subsidie, maakt de gemeente Noordenveld het mogelijk om tot 2012 combinatiefunctionarissen aan te stellen. Binnen het openbaar onderwijs Noordenveld zijn 3 combinatie functionarissen aangesteld die zich bezig houden met het organiseren van sportieve en culturele activiteiten voor jongeren in samenwerking met scholen, sportverenigingen, culturele verenigingen en andere maatschappelijke instellingen. Naast Openbaar Primair Onderwijs Noordenveld, zijn de Stichting Welzijn in Noordenveld (WiN) en het ICO, Centrum voor Kunst en Cultuur, de werkgevers van de combinatiefunctionarissen;
4.2.2 Samenwerking bij opvang Tussenschoolse opvang. Per 1 augustus 2006 is het schoolbestuur verantwoordelijk voor de tussenschoolse opvang. Ouders blijven binnen de nieuwe situatie verantwoordelijk voor de bekostiging van de overblijfregeling. Samen met alle betrokkenen is invulling gegeven aan deze verantwoordelijkheid. E.e.a. is vastgelegd in een protocol TSO. Hierin zijn o.a. afspraken gemaakt over: Scholing en professionalisering, eisen aan de administratie, verantwoording over de financiën, vergoeding voor overblijven, vergoeding voor de vrijwilligers. Op een tweetal scholen wordt TSO aangeboden door een commerciële partner. Buitenschoolse Opvang Buitenschoolse opvang is volgens het makelaarsmodel uitbesteed aan drie lokale partijen die werkzaam zijn op het terrein van kinderopvang, te weten: Kids Casa (Roden, Nieuw-Roden, Roderwolde, Peize, Altena, Norg, Veenhuizen, Een) De Kluts (Roden, Nieuw-Roden, Roderesch, Westervelde) Villa kakelbont (Peize) Een en ander is beschreven in een samenwerkingsovereenkomst. Jaarlijks wordt de inhoud van de overeenkomst geëvalueerd en eventueel aangepast aan de uitkomst van de evaluatie. Continue rooster De Elsakker is bij de start van schooljaar 2010-2011 gestart met een zogenaamd continurooster. In het kort komt het er bij het continurooster op neer, dat de kinderen op school overblijven samen met de leerkracht. De school heeft er voor gekozen om de lessen ’s middags om 12.45 uur te laten beginnen en te eindigen om 14.45 uur. Bijna alle kinderen blijven op school over, ook de kinderen die dicht in de buurt van school wonen. Voorschools en naschools wordt opvang op een aantal dagen in school aangeboden door De Kluts te Nieuw-Roden. De ervaringen die op OBS de Elsakker worden opgedaan, kunnen de basis zijn voor plannen die andere scholen hebben met het thema “andere schooltijden”.
11
SBO ’t Hoge Holt werkt daarnaast al vele jaren met een continue rooster. Dit i.v.m. de wijde omtrek waaruit de leerlingen afkomstig zijn. Dagarrangementen Op OBS ’t Palet wordt dit schooljaar geëxperimenteerd met dagarrangementen. Naschools worden activiteiten aangeboden in samenwerking met Kids Casa, WIN, het ICO en andere lokale aanbieders. Van de ervaringen van ’t Palet kunnen andere scholen gebruik maken bij het opzetten van soortgelijke initiatieven. Combinatiefunctionarissen
In Noordenveld zijn combinatiefunctionarissen werkzaam op het terrein van stimulering van jongeren om deel te nemen aan sportieve en culturele activiteiten. Met de aanstelling van combinatiefunctionarissen wil de gemeente het sport- en cultuuraanbod voor jongeren uitbreiden en sportverenigingen versterken. De combinatiefunctionarissen hebben drie werkterreinen: school, sport en cultuur. De combinatiefunctionaris School, Sport en Bewegen organiseert sportieve activiteiten na schooltijd, voor leerlingen van het basis en voortgezet onderwijs. Daarnaast werkt deze combinatiefunctionaris als vakleerkracht binnen het openbaar onderwijs. De combinatiefunctionaris Cultuur geeft lessen kunst en cultuur aan de leerlingen van het basis en voortgezet onderwijs in Noordenveld. Tijdens uitvoering van de activiteiten werken de combinatiefunctionarissen nauw samen met elkaar en met sportverenigingen, culturele organisaties, kinderopvang, welzijnsorganisaties en buurtverenigingen. De coördinatie van het geheel is in handen van WIN. 4.2.3 Samenwerking in de regio Samenwerkingsverband Leek-Noordenveld De openbare basisscholen participeren in het samenwerkingsverband Noordenveld-Westerkwartier in het kader van Weer Samen Naar School. De uitgangspunten van handelen op het terrein van zorgbreedte van de openbare basisscholen, staan beschreven in het Zorgplan van het samenwerkingsverband dat vierjaarlijks wordt vastgesteld. Kernpunten vanuit het samenwerkingsverband zijn o.a.: • Scholen ontwikkelen zich richting passend onderwijs; • Vergroting van de vakbekwaamheid van leerkrachten; • De continue ontwikkeling van het zorgprofiel per school; • Inrichting van een zorgteam per school; • Verdere uitbouw van SBO ’t Hoge Holt tot expertisecentrum voor de regio. Regionaal overleg Passend Onderwijs Op initiatief van OPO Noordenveld hebben de volgende partijen een intentieverklaring ondertekend om passend onderwijs in de regio Noordenveld – Westerkwartier nader in te vullen: • Openbaar Primair Onderwijs Noordenveld; • Stichting Westerwijs (Openbaar primair onderwijs in de gemeenten Leek, Marum, Grootegast); • Penta Primair (Christelijk primair onderwijs in de gemeenten Leek, Marum, Grootegast, Zuidhorn en Noordenveld); • De Kring (Christelijke basisschool te Niebert); • Stichting Openbaar Onderwijs Zuidhorn (Openbaar primair onderwijs in de gemeente Zuidhorn); • COG Drenthe (Christelijk primair onderijs in Noord- en Midden Drenthe); • Onderwijsgroep Noord (Voortgezet onderwijs in Noordenveld-Westerkwartier); • REC’s 2, 3 en 4.
12
Speerpunten van beleid binnen het ROPO zijn de volgende zaken: • Opzetten van een onderwijs zorgarrangement op alle PO en VO scholen op basis van het model basiszorg, breedtezorg en dieptezorg (beschreven in een actueel zorgprofiel); • Vaststellen van een ontwikkelingsperspectief voor alle zorgleerlingen; • Scholing van personeel; • Aansluiting PO-VO; • Intensieve samenwerking met de partners in Noordenveld en Westerkwartier op het terrein van onderwijs en zorg. De ontwikkelingen op het terrein van passend onderwijs in de regio worden geïnitieerd en geregisseerd door de algemene directie en worden vorm gegeven i.s.m. het Samenwerkingsverband Leek-Noordenveld. Door de nieuwe plannen rond de invoering van passend onderwijs zijn er op dit moment veel onduidelijkheden. Zo is de regio-indeling voor de invulling van passend onderwijs en welke gevolgen dit gaat hebben voor toekomstig beleid, bij de samenstelling van dit beleidsplan nog niet bekend; Opleiden in school Om toekomstig personeel een goede leer- werkplek te kunnen bieden wordt en nauw samengewerkt met de ROC’s en de Hogescholen die werkzaam zijn in de regio. Met de ROC’s van het Drenthe college en het Noorderpoortcollege zijn er met name afspraken rond opleidingsplaatsen voor klasse/onderwijsassistenten en sport en bewegen. Met Stenden Hogeschool en de Hanzehogeschool gaat het met name op opleidingsplaatsen/stageplaatsen voor leerkrachten. De samenwerking met de Hanzehogeschool is beschreven in een convenant. Binnen dit convenant functioneert een leerkracht van OPO Noordenveld als bovenschoolse Opleider in School. Hij coördineert, begeleidt en beoordeelt de stages van de studenten van de Hanzehogeschool. Door deze werkwijze is er een goede samenwerking ontstaan tussen de Hanzehogeschool en de basisscholen. 4.2.4 Overige partners De algemene directie vertegenwoordigt het openbaar primair onderwijs Noordenveld in: • De lokale educatieve agenda van de gemeente Noordenveld; • Samenwerkingsverband 4.04 Noordenveld – Westerwijs; • Adviesraad Hanzehogeschool Groningen; • Regionaal overleg Passend Onderwijs Noordenveld – Westerkwartier; • Regionaal overleg samenwerkingsverbanden in Drenthe; • Bijeenkomsten VOS/ABB; • Bijeenkomsten van de PO Raad; • Prisma Drenthe; • Regiegroep Drentse Onderwijsmonitor; • Kwaliteitsteam Centrum Jeugd en Gezin.
13
5. Doelstellingen beleid 2011-2014
5.1 Kwaliteitsbeleid Het geven van kwalitatief goed onderwijs is het primaire proces van OPO Noordenveld. Het is de basis waarop iedere ontwikkeling in de organisatie kan bouwen. Het onderwijs van de scholen is hoogwaardig. De ingezette beleidslijn wordt voortgezet en waar nodig verbeterd. Opbrengstgericht werken en verdere versterking van de zorg zijn hierbij de speerpunten. De opbrengsten bij de basisvaardigheden tijdens en aan het eind van de basisschool zijn op een niveau passend bij de schoolpopulatie, waarbij gestreefd wordt naar bovengemiddelde opbrengsten. Op bestuursniveau staat het meerjarig beleid beschreven in het beleidsplan. Per schooljaar wordt e.e.a. uitgewerkt in een jaarplan. Op schoolniveau is het schoolplan de basis voor het meerjarig beleid. Per schooljaar wordt het beleid uitgewerkt in een schooljaarplan op basis van het model “Kwaliteit in beweging” Doelstellingen: • Door middel van het schooljaarplan wordt de kwaliteitsverbetering aangestuurd; • Het schoolplan en het schooljaarplan zijn openbaar en worden ter inzage aangeboden; • Alle scholen bevinden zich binnen het basistoezicht van de onderwijsinspectie; • In 2015 scoort 50% van de scholen boven de bovengrens van de onderwijsinspectie op de basisvaardigheden rekenen, taal en spelling; • In 2015 worden minimaal twee scholen aangemerkt als excellente school; • De tevredenheid enquêtes bij ouders leveren op een 10 puntschaal, minimaal een 7 op; • Interne samenwerking (binnen de organisatie) en externe samenwerking (buiten de organisatie) dient gericht te zijn op kwaliteitsverbetering; • Indien mogelijk wordt aangesloten bij landelijke (verbeter)projecten op het terrein van kwaliteitsverbetering; • OPON wil optimaal profiteren van de mogelijkheden van de Drentse onderwijsmonitor en het Drentse kwaliteitsakkoord om de eigen kwaliteit te verbeteren.
14
5.2 Onderwijs en ontwikkeling OPON is een organisatie waar kinderen zich maximaal kunnen ontwikkelen en zowel op cognitief, als op emotioneel gebied goed worden toegerust, zodat ze zich als zelfbewuste volwassene een plaats kunnen verwerven in de samenleving. De kern van het onderwijs zijn de basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen/wiskunde) waarbij het taal/leesonderwijs op de eerste plaats komt. De ontwikkeling van een kind begint echter niet bij 4 jaar, maar vanaf de geboorte. De laatste jaren is voor deze ontwikkeling in de eerste vier levensjaren, met name door taalachterstanden, meer aandacht gekomen en zijn er een aantal maatregelen doorgevoerd die de ontwikkeling van deze kinderen beter in kaart brengt. De inspectie zal niet alleen meer toezicht houden op de onderwijsinstellingen, maar tevens op de peuterspeelzalen. Voor alle 0 tot 18-jarigen zijn centra voor jeugd en gezin opgericht. Daarnaast zijn er referentieniveaus ingesteld om de doorlopende leerlijn in kaart te brengen, waarbij staat beschreven wat de kinderen op bepaalde momenten in hun schoolloopbaan moeten kunnen en kennen op het gebied van taal en rekenen. Het doel hiervan is om de taal- en rekenopbrengsten te vergroten. OPON stelt het kind centraal en werkt hiervoor samen met andere partners om de doorlopende leerlijn van 0 tot 14 jaar te optimaliseren. Doelstellingen: • Alle scholen werken structureel samen met peuterspeelzalen, kinderopvang en voortgezet onderwijs om een ononderbroken schoolloopbaan te garanderen; • De (landelijk) vastgestelde referentieniveaus zijn maatgevend voor de onderwijsresultaten; • Scholen die extra middelen ontvangen voor onderwijsverbetering (b.v. VVE middelen, achterstandsmiddelen) zetten deze middelen geoormerkt in; • OPON wil onderzoeken of deelgenomen kan worden aan een pilot onderwijs aan 3 jarigen; • Van alle leerlingen die het advies voor het voortgezet onderwijs hebben overgenomen, moet 80% overeen komen met de stroming waaraan de desbetreffende leerling op veertienjarige leeftijd nog deelneemt.
Passend onderwijs Passend onderwijs staat voor maatwerk in het onderwijs. Voor elk kind en iedere jongere, onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Per 1 augustus 2012 is de wetgeving rond de invoering van passend onderwijs afgerond en ligt de zorgplicht bij de schoolbesturen. Hiervoor is samenwerking tussen regulier en speciaal onderwijs verplicht. Iedere school moet een onderwijs zorgprofiel hebben en naast inzicht in de ondersteuning voor ieder kind moet er ook inzicht komen in de ondersteuning van de leerkracht. De middelen volgen daarbij de leerling, waarbij de schoolbesturen de reguliere middelen inzetten op de basiszorg. De samenwerkingsverbanden kennen de LGF middelen, het schooldeel en AB+ middelen toe voor invulling van de breedtezorg en de dieptezorg. Door middel van handelingsgericht indiceren wordt de zorgzwaarte bepaald binnen het samenwerkingsverband. Doelstellingen: • De scholen hebben per 1 augustus 2012 een vastgesteld zorgprofiel; • Aan alle leerlingen wordt passend onderwijs aangeboden eventueel met inschakeling van expertise van buitenaf. Uitgangspunt bij het aanbod is handelingsgericht diagnosticeren; • Handelingsgericht werken is het uitgangspunt; • OPON streeft naar een passend aanbod voor ondersteuning en begeleiding van hoogbegaafde leerlingen; • Alle scholen bieden een veilige leeromgeving; • Personeel moet deelnemen aan scholing om de benodigde expertise voor het aanbieden van passend onderwijs te verwerven.
15
Pr en imago De scholen van OPON staan goed aangeschreven. Ongeveer 80% van de kinderen binnen de gemeente volgt onderwijs op een openbare basisschool. Om dit niveau minimaal te behouden of verder uit te bouwen wordt actief beleid gevoerd. Doelstellingen: • De scholen zijn nadrukkelijk aanwezig in het dorp of wijk en houden minimaal één keer per • jaar Open Huis. • Imagoverbetering wordt bewust en actief nagestreefd; • De kernwaarden van openbaar onderwijs worden actief uitgedragen; • De communicatie door de personeelsleden moet respectvol zijn; • Oudertevredenheid wordt periodiek gemeten en klachten worden correct afgehandeld; • Klantgericht denken dient nadrukkelijker zichtbaar te worden in de organisatie; • De samenwerking met ketenpartners wordt verder uitgediept en moet in eerste instantie gericht zijn op versterking van het onderwijsaanbod; • Contact met lokale en regionale media wordt bewuster gezocht; • De mogelijkheden van “andere schooltijden” worden nader uitgezocht; • Actieve medezeggenschap binnen MR en GMR is gewaarborgd; • Op elke school wordt levensbeschouwelijk onderwijs naar behoefte aangeboden. ICT De uitbouw van ICT als geïntegreerd onderdeel van het onderwijs moet optimaal benut worden. Met name taal- leesonderwijs, rekenonderwijs, zaakvakonderwijs en zorgverbreding moeten optimaal kunnen profiteren van verdere inzet van ICT. Mediawijsheid zal de komende jaren het sleutelwoord worden op het terrein van ict. De scholen van OPON werken op ict gebied samen binnen een bovenschools ict netwerk en maken deel uit van het Kennisnet ambassadeursnetwerk. Doelstellingen: • Verdere implementatie van digitale schoolborden. Op dit moment zijn alle groepen 3 t/m 8 voorzien van digitale schoolborden. Onderdeel van de implementatie betekent ook scholing van leerkrachten. In eigen beheer zal hiervoor scholing worden aangeboden; • Er wordt een vervangingsplan hardware opgesteld; • De komende jaren zullen de internetverbindingen erg onder druk komen te staan i.v.m. verdere groei op het terrein van ict toepassingen. Er wordt nader onderzocht of de scholen op glasvezel aangesloten kunnen worden. Hiervoor zal aansluiting gezocht worden met meerdere partijen (gemeente, bedrijfsleven, andere schoolbesturen) i.v.m. krachtenbundeling naar de commerciële aanbieders; • De invoering van Parnassys als geautomatiseerd administratie systeem moet op alle personeelsniveaus gerealiseerd worden; • De website van OPON wordt de komende jaren interactiever en zal belangrijker worden voor de communicatie met alle partners (personeel, ouders, relaties);
16
5.3 Personeelsbeleid OPO Noordenveld wil een goede werkgever zijn waarbij de menselijke maat van groot belang is. Het personeelsbeleid is beschreven in een actueel personeelsbeleidsplan en voldoet aan de eisen. OPO Noordenveld heeft gekozen voor het werkgelegenheidsbeleid, waarbij de werkgelegenheid voor 2 jaar gegarandeerd wordt. In verband hiermee wordt gekozen voor een ruimere formatie in de jaren 2009 tot en met 2014. Er is sprake van een dalend leerlingaantal en de formatie zal in verhouding tot de leerling daling moeten inkrimpen. Echter op het moment dat dit krampachtig wordt ingevoerd, dan zal dit van negatieve invloed zijn op de kwaliteit van het onderwijs. Er is in de afgelopen jaren hard gewerkt om een aantal zwakke scholen onder basistoezicht van de onderwijsinspectie te krijgen en met name op deze scholen is enige nazorg wenselijk voor de kwaliteit. Daarnaast wordt gestreefd naar een evenwichtig personeelsbestand met een evenredige leeftijdsopbouw. Op basis van het personeelsbeleid van OPO Noordenveld en de invoering van aktieplan leerkracht is veel aandacht vereist voor de professionalisering van het personeelsbestand. Elke medewerker moet voortdurend aan persoonlijke groei en vakmanschap werken. De kwaliteit van lesgeven moet, zoals omschreven in het toezichtkader van de onderwijsinspectie, op een hoog peil zijn. Het strategisch beleid richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van het personeel, het stimuleren van kennisontwikkeling en het aantrekken van ambitieus en goed personeel. Doelstellingen: • In 2015 is 46% van het personeelsbestand benoemd in een LB-functie en 14% van het speciaal basisonderwijs in een LC-functie. Uitgangspunt hierbij is het vastgestelde functieboek en de bijbehorende functie eisen; • Competentiemanagement wordt verder uitgebouwd in de organisatie; • Beoordelingsgesprekken worden aan de gesprekkencyclus toegevoegd in schooljaar 20112012; • De overplaatsingsregeling wordt tweejaarlijks geëvalueerd; • Leeftijdsbewust personeelsbeleid wordt ingezet op specifieke doelgroepen; • Voor iedere school wordt jaarlijks een breed veiligheidsplan vastgesteld; • Het mobiliteitsbeleid wordt verder uitgebouwd, mede als onderdeel van het overplaatsingsbeleid; • De tevredenheids onderzoeken onder het personeel moeten op een 10 puntsschaal minimaal een 7 opleveren; • Personeel werkt structureel aan de eigen ontwikkeling om de kwaliteit van het onderwijs op voldoende niveau te houden; • De groepsgrootte zal door een krimpend leerlingenaantal en het effect van de bezuinigingen toenemen. Deze ontwikkeling wordt de komende jaren kritisch gevolgd; • Er wordt gestuurd op de samenstelling van het personeelsbestand, verhouding deeltijd – voltijd, leeftijdsopbouw, aantal mannen etc. Bij het opstellen van het (meerjaren)formatieplan wordt de samenstelling van het personeelsbestand op deze punten beïnvloed als voorrangsbenoemingen zich daar niet tegen verzetten; • Het gemiddelde ziekteverzuim ligt onder het landelijk gemiddelde; • Instroom van nieuw personeel wordt nauwgezet gevolgd, o.a. via opleiden in de school en de invallerspool; • Overwogen wordt of in de planperiode een personeelsgids ontwikkeld wordt.
17
5.4 Financieel beleid OPO Noordenveld heeft een transparante, gezonde financiële situatie, waarbij gekeken wordt naar de lange termijn, zodat de kwaliteit van het onderwijs geoptimaliseerd en gegarandeerd wordt. Een financieel gezonde situatie ontstaat in eerste instantie vanuit goed beheer, waarbij een duidelijk planning en control binnen alle lagen van de organisatie is. Door de invoering van het project Kwaliteit in Beweging worden de verbindingen tussen de verschillende lagen en de strategisch doelstellingen in de verschillende documenten scherper neergezet. Daarnaast hoort bij een gezonde financiële situatie een sluitende (meerjaren)begroting. In de voorgaande jaren zijn er een aantal ontwikkelingen geweest die van grote invloed zijn op de financiële situatie van OPO Noordenveld. Er is sprake van een dalend leerlingaantal in de Gemeente Noordenveld, er zijn verschillende bezuinigingen doorgevoerd op landelijk en gemeentelijk niveau en er zijn vragen vanuit de commissie DON gesteld over de financiële positie. De vragen vanuit commissie DON zijn gesteld in verband met de hoge reservepositie in relatie tot de zwakke school binnen OPO Noordenveld. Deze reservepositie is echter noodzakelijk om de daling van het aantal leerlingen en de doorgevoerde bezuinigingen op te kunnen vangen. In de komende vier jaren zal ongeveer 1 miljoen vanuit de reserves beschikbaar worden gesteld om deze ontwikkelingen op te vangen. Daarnaast is er het streven om de kwaliteit te verbeteren tot boven het niveau van de inspectienorm. Doelstellingen: • In de jaren 2010 tot en met 2014 wordt een investering van 1 miljoen in de kwaliteit van het onderwijs en het personeelsbestand gedaan; • Vanaf 2015 een sluitende (meerjaren)begroting door gebruik te maken van de mogelijkheden van natuurlijk verloop; • Formatie die wordt ingezet om knelpunten binnen de organisatie op te lossen zal tijdelijk zijn, zodat er een flexibele schil ontstaat; • Vanaf 2015 is een weerstandvermogen en kapitalisatiefactor gerealiseerd passend bij het risicoprofiel van de organisatie; • De planning en control cyclus middels kwartaalrapportages zal verder verfijnd worden om de financiële doelstellingen te bereiken; • De kosten van de uitwerking van dit beleidsplan worden inzichtelijk gemaakt in de verschillende begrotingen; • Er wordt nader onderzocht welke efficiencyvoordelen er behaald kunnen worden door centrale inkoop en mantelcontracten;
18
5.5 Huisvestingsbeleid Schoolgebouwen bepalen in hoge mate het gezicht van OPON. Daarnaast is er groot verband tussen de kwaliteit van het onderwijs en de kwaliteit van de huisvestingssituatie van de scholen. De Gemeente Noordenveld kent een Integraal Huisvestingsplan. Op het huisvestingsoverzicht is de Meester de Vriesschool geplaatst voor nieuwbouw per 1 augustus 2012. De gemeente Noordenveld heeft de afgelopen jaren sterk geïnvesteerd in onderwijshuisvesting Doelstellingen: • Iedere school ziet er aantrekkelijk uit; • De tweejaarlijkse toetsing op het terrein van hygiëne en veiligheid dient op alle onderdelen positief zijn; • Alle gebouwen zijn opgenomen in een meerjaren onderhoudsplan; • Schoonmaak van alle gebouwen moet voldoende zijn; • De buitenterreinen worden jaarlijks (intern en extern) gecontroleerd. Risicovolle situaties dienen direct opgelost te worden; • Het onderwijskundig concept dient uitgangspunt te zijn bij verbouwingen en nieuwbouw; • Alle scholen worden nader onderzocht op aanwezigheid van asbest. Indien noodzakelijk worden passende maatregelen getroffen. • Duurzaam bouwen, met aandacht voor een laag energieverbruik en een laag onderhoudsniveau is uitgangspunt bij verbouwing en nieuwbouw.
19
6. Samenvatting Het geven van kwalitatief goed onderwijs is het primaire proces van OPO Noordenveld. Het is de basis waarop iedere ontwikkeling in de organisatie kan bouwen. Het onderwijs van de scholen is hoogwaardig. De ingezette beleidslijn wordt voortgezet en waar nodig verbeterd. Opbrengstgericht werken en verdere versterking van de zorg zijn hierbij de speerpunten. De opbrengsten bij de basisvaardigheden tijdens en aan het eind van de basisschool zijn op een niveau passend bij de schoolpopulatie, waarbij gestreefd wordt naar bovengemiddelde opbrengsten. OPON is een organisatie waar kinderen zich maximaal kunnen ontwikkelen en zowel op cognitief, als op emotioneel gebied goed worden toegerust, zodat ze zich als zelfbewuste volwassene een plaats kunnen verwerven in de samenleving. De kern van het onderwijs zijn de basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen/wiskunde) waarbij het taal/leesonderwijs op de eerste plaats komt. OPON stelt het kind centraal en werkt hiervoor samen met andere partners om de doorlopende leerlijn van 0 tot 14 jaar te optimaliseren. Per 1 augustus 2012 is de wetgeving rond de invoering van passend onderwijs afgerond en ligt de zorgplicht bij de schoolbesturen. Hiervoor is samenwerking tussen regulier en speciaal onderwijs verplicht. Iedere school moet een onderwijs zorgprofiel hebben en naast inzicht in de ondersteuning voor ieder kind moet er ook inzicht komen in de ondersteuning van de leerkracht. De scholen van OPON staan goed aangeschreven. Ongeveer 80% van de kinderen binnen de gemeente volgt onderwijs op een openbare basisschool. Om dit niveau minimaal te behouden of verder uit te bouwen wordt actief beleid gevoerd, waarbij scholen zich klantgericht opstellen. Naast kwaliteit van het onderwijs is de kwaliteit van de huisvestingssituatie van de scholen een belangrijk aspect. De uitbouw van ICT als geïntegreerd onderdeel van het onderwijs moet optimaal benut worden. Met name taal- leesonderwijs, rekenonderwijs, zaakvakonderwijs en zorgverbreding moeten optimaal kunnen profiteren van verdere inzet van ICT. OPO Noordenveld wil een goede werkgever zijn waarbij de menselijke maat van groot belang is. OPO Noordenveld heeft gekozen voor het werkgelegenheidsbeleid, waarbij de werkgelegenheid voor het personeel voor 2 jaar gegarandeerd wordt. In verband hiermee wordt gekozen voor een ruimere formatie in de jaren 2009 tot en met 2014. Er is sprake van een dalend leerlingaantal en de formatie zal in verhouding tot de leerling daling moeten inkrimpen. Daarnaast wordt gestreefd naar een evenwichtig personeelsbestand met een evenredige leeftijdsopbouw. Op basis van het personeelsbeleid van OPO Noordenveld en de invoering van aktieplan leerkracht is veel aandacht vereist voor de professionalisering van het personeelsbestand. Elke medewerker moet voortdurend aan persoonlijke groei en vakmanschap werken. De kwaliteit van lesgeven moet, zoals omschreven in het toezichtkader van de onderwijsinspectie, op een hoog peil zijn. OPO Noordenveld heeft een transparante, gezonde financiële situatie, waarbij gekeken wordt naar de lange termijn, zodat de kwaliteit van het onderwijs geoptimaliseerd en gegarandeerd wordt. Een financieel gezonde situatie ontstaat in eerste instantie vanuit goed beheer, waarbij een duidelijk planning en control binnen alle lagen van de organisatie is. Bij een gezonde financiële situatie hoort een sluitende (meerjaren)begroting met een goede reservepositie. Deze reservepositie is echter noodzakelijk om de daling van het aantal leerlingen en de doorgevoerde bezuinigingen op te kunnen vangen. In de komende vier jaren zal ongeveer 1 miljoen vanuit de reserves beschikbaar worden gesteld om deze ontwikkelingen op te vangen. Daarnaast is er het streven om de kwaliteit te verbeteren tot boven het niveau van de inspectienorm Door de invoering van het project Kwaliteit in Beweging worden de verbindingen tussen de verschillende lagen en de strategisch doelstellingen in de verschillende documenten scherper neergezet.
20
Bijlage 1. Analyse onderzoek financiële positie Naar aanleiding van de ontwikkelingen in het onderwijsveld met betrekking tot de invoering van de lumpsum, de stroom verzelfstandigingen en de bezuinigingen vanuit het ministerie en overige overheden, is het administratie en adviesbureau OSG een onderzoek gestart naar de financiële positie van de schoolbesturen uit de noordelijke provincies. Uit het onderzoek is gebleken dat het totale exploitatieresultaat van de gezamenlijk besturen de afgelopen jaren sterk is teruggelopen. Voor het teruglopende resultaat zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. Ten eerste is het totaal aantal leerlingen gedaald, maar desondanks is de personele inzet licht gestegen. De stijging van de personele inzet valt te verklaren door de toegenomen investering in onderwijskwaliteit. Daarnaast lijken de personele lasten weg te lopen bij de personele baten (baten- en lasten-GPL). Ondanks de stijging van de personele lasten is er een verschuiving zichtbaar van de personele lasten naar de materiële lasten. Het blijkt dat voornamelijk op het groepsafhankelijke deel (huisvesting) de bekostiging achterloopt op de stijging van de lasten. Tevens lopen op het onderdeel Administratie, Beheer en Bestuur de lasten weg bij de baten. Dit laat zich met name verklaren door de verzelfstandiging van een aantal besturen. De gevolgen van de ontwikkelingen zijn terug te zien in de ontwikkeling van de financiële positie van de besturen. Het weerstandsvermogen is met ca. 24% afgenomen. Voor Openbaar Primair Onderwijs Noordenveld (OPON) zijn bovenstaande ontwikkelingen tevens van invloed geweest op de financiële positie van OPON. In de volgende analyse is een vergelijking van OPON ten opzichte van vergelijkbare besturen gemaakt. Ontwikkeling leerlingaantal Bij OPON is in de jaren 2007 en 2008 nog sprake geweest van een lichte stijging van het aantal leerlingen, terwijl de daling bij vergelijkbare besturen al vanaf 2007 is ingezet. Op korte termijn verwacht OPON nog een verdere daling van het aantal leerlingen.
Ontwikkeling exploitatieresultaat per leerling Het exploitatieresultaat van OPON is in vergelijking met overige besturen sterker gedaald. Dit wordt veroorzaakt doordat met name de personele lasten in verhouding tot de totale baten meer gestegen zijn. Het groepsafhankelijke deel van de materiële lasten blijft stabiel door een doorbetalingsregeling van de gemeente Noordenveld.
21
De personele lasten zijn gestegen, waardoor de formatie is gestegen en de groepsgrootte is gedaald. De groepsgrootte is momenteel iets hoger dan bij vergelijkbare besturen.
Ontwikkeling materiële lasten Door de doorbetalingsregeling met de gemeente Noordenveld blijven de groepsafhankelijke lasten onder het gemiddelde van de vergelijkbare besturen. Er is wel een stijging van de leerling afhankelijke lasten zichtbaar. Terwijl de leerling afhankelijke lasten van OPON in de jaren 2006 tot en met 2008 onder het gemiddelde zaten, is daar vanaf 2009 verandering in gekomen. Ontwikkeling Gemiddelde Personeels Last (GPL) De Gemiddelde Personeelslast van OPON is nagenoeg gelijk aan de GPL van vergelijkbare besturen, terwijl het personeelsbestand van OPON relatief ouder is.
Ontwikkeling kengetallen Het weerstandsvermogen is door het teruglopen van de exploitatieresultaten gedaald, maar nog steeds hoger dan de daling van het gemiddelde weerstandsvermogen van vergelijkbare besturen.
De kapitalisatiefactor is net als het weerstandvermogen gedaald.
22
Bijlage 2. Evaluatie beleidsplan 2008-2011
6.1 Kwaliteitsbeleid Doelstelling
Gerealiseerd
1. Het kwaliteitsbeleid n.a.v. het gewijzigd onderwijstoezicht van de onderwijsinspectie wordt verder ontwikkeld en vastgesteld.
• • •
2. Het jaarplan en het jaarverslag worden uitgebouwd tot documenten voor planmatige schoolontwikkeling.
• • • • • •
3. In 2011 moeten alle scholen in het basisarrangement van de onderwijsinspectie zijn opgenomen.
• •
Het schooljaarplan is ontwikkeld en wordt op alle scholen toegepast Iedere school voert het kwaliteitsbeleid uit volgens de opgestelde planning in het schooljaarplan. Een externe audit op het terrein van kwaliteitszorg wordt gebruikt bij scholen met risico’s op het terrein van inspectietoezicht. De algemene directie heeft een kwaliteitsbewakende rol op basis van het ontwikkelde schooljaarplan. Alle scholen hebben een schooljaarplan opgesteld op basis van het ontwikkelde format. De inhoud van het schooljaarplan is o.a. onderwerp van de voortgangsgesprekken tussen de algemene directie en de directie. Collegiale consultatie van directeuren is ingezet bij de totstandkoming van het schooljaarplan Alle scholen gebruiken de meetgegevens van onderwijsopbrengsten om de onderwijsopbrengsten op het terrein van taal, lezen en rekenen verder te analyseren en te optimaliseren. In 2010-2011wordt een uniform leerling administratiesysteem ingevoerd om de meetgegevens gemakkelijker uit te kunnen wisselen (voor inspectie, onderwijsmonitor, bestuur) OBS Altena is inmiddels weer opgenomen in het basisarrangement. OBS Steenbergen is beoordeeld als zwak. In september 2011 wordt de school opnieuw beoordeeld door de inspectie. Ondertussen wordt het vastgestelde verbeterplan uitgevoerd.
Nog uit te voeren in 2010-2011
1. Het jaarplan en het jaarverslag worden samengevoegd tot 1 document voor planmatige schoolontwikkeling. (schooljaarplan)
•
Het schooljaarplan wordt op basis van het format doorontwikkeld voor 2011-2012
2. Invoeren uniform leerling administratiepakket/management informatiesysteem
•
In 2010-2011 wordt een uniform leerling administratiesysteem ingevoerd om de meetgegevens gemakkelijker uit te kunnen wisselen (voor inspectie, onderwijsmonitor, bestuur) Invoeringsplan opzetten Scholing voor invoering opzetten en uitvoeren Tijdens de invoeringsfase Winsas/Ipsas blijven gebruiken. Operationeel voor uitwisseling met BRON per 1 oktober 2011.
• • •
3. Opstellen bestuursbeleidsplan 2011-2015
• •
Concept bespreken in januari 2011 in DO en GMR Vaststellen in februari 2011
4. Opstellen schoolplan 2011-2015
• • •
Schoolplan opstellen op basis van te ontwikkelen format door de werkgroep Kwaliteitsbeleid Werkwijze voor opzetten schoolplan = werkwijze schooljaarplan Schoolplan vaststellen in juli 2011
23
6.2 Onderwijs en ontwikkeling Doelstelling
Gerealiseerd
1. Ontwikkelingen op het terrein van passend onderwijs worden geïnitieerd en geregisseerd door de AD en worden vorm gegeven i.s.m. het SWV Noordenveld Westerwijs.
• •
OPON heeft het initiatief genomen voor het opzetten van het regionaal overleg passend onderwijs Westerkwartier-Noordenveld. (ROPO) De vastgestelde beleidsagenda wordt uitgevoerd. Speerpunten van beleid zijn: Inventarisatie naar niveau van zorg/opstellen van zorgprofielen, ouderbetrokkenheid, scholing, po-vo.
2. Samenwerking tussen scholen onderling en tussen scholen en overige instellingen, moet gericht zijn op verbetering van de kwaliteit van het onderwijsaanbod.
•
Huidige samenwerking tussen scholen onderling en tussen scholen en overige instellingen is verder geïntensiveerd en uitgebouwd op de volgende terreinen: Samenwerking op het terrein van ICT (ict werkgroep) Samenwerking op het terrein van zorg (werkgroep intern begeleiders) Samenwerking op het terrein van VTB (lokaal VTB netwerk) Samenwerking op het terrein van het vakgebied lichamelijke opvoeding (werkgroep vakleerkrachten) Samenwerking in een jaarlijkse Onderwijsdag (werkgroep onderwijsdag) Scholen werken verder samen met instellingen op het terrein van kunst en cultuur als b.v. ICO en K&C, met diverse instellingen op het terrein van jeugd en opvoeding, peuterspeelzalen, organisaties voor BSO, scholen voor voortgezet onderwijs, maatschappelijk werk etc.
3. Het ICT beleid op de scholen wordt uitgebouwd op basis van het opgesteld school ict beleidsplan.
•
4. Burgerschap en integratie worden opgenomen in het onderwijsaanbod van de scholen.
•
Implementatie van ict beleid op schoolniveau. Er is aangesloten bij het Kennisnet ambassadeursprogramma. Efficiënt beheer wordt door een extern beheerder op alle scholen uitgevoerd. Digitale schoolborden zijn op alle scholen ingevoerd. Personeel is geschoold in gebruik van digitale schoolborden. Er is meerjaren vervangingsplan voor de hardware op bovenschools niveau opgesteld op basis van de algemene leermiddelen inventarisatie opgesteld door BCN Is opgenomen in het schoolplan.
5. Het beleid voor Tussen Schoolse Opvang wordt uitgevoerd en geëvalueerd.
•
Jaarlijkse evaluatie in mei.
6. De inhoud van het convenant Buitenschoolse Opvang wordt jaarlijks geëvalueerd en eventueel aangepast.
•
Jaarlijkse evaluatie in mei.
• • • •
7. Het vakgebied techniek wordt ingevoerd op de scholen.
•
Wetenschap & Techniek moet in het schoolplan zijn opgenomen per 1 augustus 2010.
8. Evaluatie levensbeschouwelijk vormingsonderwijs in relatie tot de uitgangspunten van het openbaar onderwijs.
•
De organisatie, uitvoering van de lessen (+ financiering) door de Stichting GVO en HVO is succesvol verlopen.
24
Doelstelling
Gerealiseerd
9. OPON wil actief meewerken aan de invulling van het Jeugdpunt Centrum voor Jeugd en Gezin in Noordenveld.
•
De Algemene directie is vertegenwoordigd in de verschillende overlegstructuren.
10. Samenwerking tussen instellingen op het terrein van VVE en het basisonderwijs wordt gestimuleerd en de afspraken worden vastgelegd.
•
Er is uitvoering gegeven aan de gemaakte afspraken.
11. Na afsluiting van de pilot PO-VO worden de afspraken vastgelegd gelden voor alle scholen.
•
POVO activiteiten zijn ondergebracht binnen het netwerk Passend Onderwijs
12. Het deelnamepercentage aan het openbaar primair onderwijs wordt gestabiliseerd of vergroot.
•
Scholen werken gericht aan verbetering van hun kwaliteit o.a. door het uitvoeren van tevredenheidsonderzoeken onder ouders, leerlingen en personeel. (Onderdeel van het schooljaarplan.) Het streven is om de uitslag van de metingen te verhogen. Scholen zijn zich bewust van hun schoolconcept. Door de algemene directie is de afgelopen jaren gestuurd in het aannamebeleid van de scholen. Hierdoor levert het leerlingenstromen beleid op dit moment geen problemen op t.a.v. de schoolkeuzevrijheid van de ouders. D.w.z. ouders kunnen hun leerlingen geplaatst krijgen op de school van keuze.
• • •
13. Het leerlingenstromen beleid geldend voor Roden/Nieuw-Roden wordt tijdens de planperiode geëvalueerd. 14. De herkenbaarheid van OPON als aanbieder van openbaar onderwijs wordt verder uitgebouwd. (Folder, website, logo) 15. Het didactisch handelen van leerkrachten krijgt meer actief aandacht bij het op peil houden en verbeteren van leeropbrengsten en i.v.m. de veranderende rol m.b.t. leren leren.
• • •
In schooljaar 2009-2010 heeft OPON een nieuwe website opgezet. Veel scholen hebben de afgelopen jaren gericht aan de verbetering van de eigen website gewerkt. De informatie in de schoolgids wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van bovenschoolse afspraken.
•
Het didactisch handelen van de leerkrachten is onderwerp van de ontwikkelgesprekken tussen AD en directeur van de school. Er wordt jaarlijks scholing aangeboden om het didactisch handelen te verbeteren.
•
Het actualiseren van een meerjaren vervangingsplan voor de hardware.
Nog uit te voeren in 2010-2011 Het ICT beleid op de scholen wordt uitgebouwd op basis van het opgestelde school ict beleidsplan.
25
6.3 Personeelsbeleid Doelstelling
Gerealiseerd
1. Het ingezette mobiliteitsbeleid wordt verder uitgebouwd.
• •
Gerichte mobiliteit is onderdeel bij de samenstelling van het jaarlijkse formatieplan. De mogelijkheden voor het volgen van stage zijn uitgebreid.
2. Leeftijdsbewust personeelsbeleid wordt in de komende planperiode verder uitgebouwd met in ieder geval specifiek beleid voor senioren en startende leerkrachten.
• •
Het beleid voor startende leerkrachten is geformuleerd en wordt ingezet In 2008-2009 is het beleid voor senioren opgezet. In 2009-2010 is een begin gemaakt met de uitvoering van het senioren beleid.
3. Professionalisering van de directeuren en leerkrachten heeft prioriteit.
•
Er wordt uitvoering gegeven aan het geformuleerde scholingsbeleid. (zie PBP)
4. Er wordt naar gestreefd om gedurende de komende planperiode 20% meer vrouwen in het management aan te stellen.
•
Bij de invulling van management vacatures is uitvoering gegeven aan dit beleid.
5. Naar aanleiding van de uitgevoerd RI&E wordt een plan van aanpak opgesteld en worden de knelpunten zo mogelijk opgelost.
•
Uitvoering van dit plan van aanpak.
6. Er wordt gestuurd op de samenstelling van het personeelsbestand op basis van de ontwikkelingen. (verhouding deeltijd - voltijd / leeftijdsopbouw / aantal mannen.
•
Bij het opstelen van het nieuwe (meerjaren)formatieplan wordt rekening gehouden met de samenstelling van het personeelsbestand als voorrangsbenoemingen zich daar niet tegen verzetten. Er si een overplaatsingsregeling vastgesteld.
•
7. Het taakbeleid wordt verder uitgebouwd op basis van schoolspecifieke omstandigheden.
•
De basis van het taakbeleid staat in het PBP. In de bestuursnieuwsbrief komt dit onderwerp regelmatig aan de orde.
8. Competentiemanagement vanuit de wet BIO en het werken aan de eigen ontwikkeling d.m.v een POP heeft prioriteit in de komende planperiode. De verdere uitbouw van de gesprekken- cyclus vindt plaats.
• • • •
Passende scholing wordt aangeboden aan directeuren De opgestelde planning gesprekkencyclus wordt hierbij gevolgd Met alle personeelsleden worden ontwikkelingsgesprekken gehouden. In 2009 is scholing voor directeuren aangeboden op het terrein van het uitvoeren van de gesprekkencyclus.
9. Invoering functiewaardering en functiemix per 1 augustus 2010.
•
De opgestelde planning fuwa wordt hierbij gevolgd.
•
Aan het eind van de planperiode werkt minimaal 60% van het personeel aan z’n eigen ontwikkeling op basis van een POP. Onderzoek naar de mogelijkheden van automatisering van de bekwaamheidsdossiers.
Nog uit te voeren in 2010-2011 Competentiemanagement vanuit de wet BIO en het werken aan de eigen ontwikkeling d.m.v een POP heeft prioriteit in de komende planperiode. De verdere uitbouw van de gesprekkencyclus vindt plaats.
26
•
6.4 Financieel beleid Doelstelling
Gerealiseerd
1. Het beleid inzake reserves wordt nader vastgesteld door het schoolbestuur. 2. De cyclus van planning en beheersing wordt verder uitgebouwd op bestuursniveau en schoolniveau.
•
Vastgesteld door het bestuur in 2008.
•
De cyclus van meerjarenbegroting – begroting – kwartaalrapportages – jaarrekening is de afgelopen jaren verfijnd. Directeuren hebben scholing gevolgd op het terrein van maken van begrotingen en het werken met infonet. Administratieve krachten hebben scholing gevolgd op het terrein van codering, kostenplaatsen en infonet Uitgevoerd in schooljaar 2008-2009.
• • •
3. Op basis van een uit te voeren risico inventarisatie worden de financiële kaders bepaald voor weerstandsvermogen, solvabiliteit, liquiditeit en werkkapitaal.
27