Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics Verkort Jaarverslag 2009 Inleiding 2009 is voor de Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics (hierna Pensioenfonds SABIC-IP) weer een bijzonder jaar geweest. Het hele jaar waren in de media verschillende pensioenonderwerpen te zien en te lezen. Als eerste de financiële crisis en de gevolgen die dit heeft voor de pensioenfondsen. Daarnaast bijvoorbeeld ook de AOWdiscussie en de rapporten van verschillende commissies (Frijns, Goudswaard, Don) die in het leven waren geroepen naar aanleiding van de financiële crisis. De ontwikkelingen in de wereld en in Nederland hebben ook Pensioenfonds SABIC-IP niet onberoerd gelaten. Pensioenfonds SABIC-IP heeft bij de toezichthouder De Nederlandsche Bank (hierna DNB) een herstelplan moeten indienen. Dit moet als het aanwezige vermogen niet meer toereikend is om alle opgebouwde rechten met voldoende zekerheid te kunnen uitbetalen. Dit wordt gemeten via de zogeheten dekkingsgraad. De dekkingsgraad geeft de verhouding aan tussen de (huidige en toekomstige) pensioenverplichtingen (= hoeveel pensioenen er in de toekomst moet worden uitbetaald) en het geld dat het fonds heeft om deze pensioenverplichtingen te kunnen betalen. De dekkingsgraad kan veranderen door talrijke invloeden, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van het beleggingsresultaat, verzekeringstechnische ontwikkelingen en de ontwikkeling van de rente. Het aanwezige vermogen moet niet alleen de toekomstige pensioenen kunnen uitbetalen, maar moet ook buffers hebben om de uitbetaling zeker te stellen. Voor Pensioenfonds SABIC-IP is dit 27%. Het vereiste vermogen moet dus 127% van de opgebouwde pensioenen zijn. Als het lager is, is een herstelplan verplicht. Als het onder de 105% komt is een korte termijn herstelplan verplicht waarbij het pensioenfonds binnen 5 jaar weer minimaal op 105% zit, gevolgd door een lange termijn herstelplan waarbij het pensioenfonds weer minimaal het vereiste vermogen heeft (127%). Over het gevoerde beleid en de behaalde resultaten kunt u uitvoerig in het jaarverslag lezen, maar in deze verkorte versie van het jaarverslag gaan we in op de belangrijkste punten. Dit verkorte jaarverslag bevat geen informatie over Gesave en Geflex. Herstelplan Het jaar 2009 stond met name in het teken van het herstelplan. De dekkingsgraad van Pensioenfonds SABIC-IP was in de loop van december 2008 tot onder de 100% gedaald. Het bestuur heeft de onderdekking, zoals wettelijk verplicht, aan DNB gemeld. Ook heeft het bestuur vóór 1 april 2009 een herstelplan ingediend. DNB heeft dit herstelplan goedgekeurd. De belangrijkste kenmerken van het herstelplan zijn: • • • • •
Voor het kortetermijnherstel wordt een periode van vijf jaar gehanteerd. Het bestuur heeft besloten het rendementspercentage in 2009 op 0% te stellen. Bovendien is voor de daar opvolgende jaren een rendement gehanteerd dat gemiddeld 0,5% lager is dan het maximum dat door DNB is toegestaan. De werkgever heeft, in overeenstemming met gemaakte afspraken, een herstelbijdrage aan het pensioenfonds betaald van € 7,8 miljoen. Er is in 2009 geen toeslag verleend aan de gewezen deelnemers en de pensioengerechtigden omdat het aanwezige vermogen minder was dan 105%. Het bestuur kan later besluiten de gemiste toeslag weer in te halen. Het beleggingsbeleid gedurende de herstelperiode is zodanig dat er geen sprake is van toename van het fondsrisico.
Het herstelplan zorgt er voor, dat de dekkingsgraad eind 2013 tenminste 105% bedraagt, waardoor het herstel op korte termijn is gerealiseerd en dat de dekkingsgraad aan het eind van 2023 boven de vereiste dekkingsgraad ligt, waardoor ook het herstel op lange termijn is gerealiseerd. Waardeoverdrachten Vanaf januari 2009 zijn door de te lage dekkingsgraad geen nieuwe in- en uitgaande waardeoverdrachten meer in behandeling genomen. Waardeoverdrachten moeten worden uitgesteld zodra één van de bij de overdracht betrokken fondsen een dekkingsgraad van minder dan 100% heeft. Deelnemers en de betrokken pensioenuitvoerders zijn over het uitstellen van waardeoverdrachten geïnformeerd. Nog gedurende het jaar 2009 kwam de dekkingsgraad weer boven de 100% te liggen. Vanaf dat moment heeft het pensioenfonds weer meegewerkt aan waardeoverdrachten. Realisatie van het herstel In 2009 heeft de dekkingsgraad zich positiever ontwikkeld dan was berekend in het herstelplan. Onderstaand overzicht geeft dit weer: Dekkingsgraad volgens het herstelplan Dekkingsgraad per 31 december 2008 Dekkingsgraad per 31 december 2009
Verwacht Werkelijk 99,1%* 100,0%
99,2% 111,3%
* het verschil per 31 december 2008 wordt veroorzaakt, doordat het herstelplan een aanvangsdekkingsgraad hanteert van 99,1% per 31 december 2008, terwijl later bij de definitieve jaarrekening 2008 de dekkingsgraad per 31 december 2008 is vastgesteld op 99,2%.
Het kortetermijnherstelplan is vanaf december 2009 niet langer van toepassing, omdat de dekkingsgraad op dat moment langer dan drie kwartaaleinden boven de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist vermogen (105%) ligt. Met ingang van 1 januari 2010 geldt daarom het lange termijn herstelplan. In 2010 is de voorgeschreven jaarlijkse evaluatie van het herstelplan door het bestuur uitgevoerd. Het bestuur stelde daarbij vast dat de feitelijke ontwikkeling van het herstelplan vier jaar voorliep op de verwachting. Deze evaluatie heeft niet geleid tot bijstelling van de oorspronkelijke uitgangspunten van het herstelplan. Op grond van de huidige situatie voorziet het herstelplan in herstel binnen de daarvoor geldende termijnen. Voor de verkorte versie van het herstelplan verwijzen we naar de website www.pensioenfondssabic-ip.nl. Beleggingen In de eerste maanden van 2009 zette de grote onzekerheid op de financiële markten, waarmee 2008 eindigde, door. Het nieuws rond financiële instellingen bleef slecht, evenals berichten over economische groei en groei van de werkloosheid. Toch veranderde de stemming op de beurzen volledig vanaf maart. Regeringen en centrale banken hadden veel maatregelen genomen om de economie te beschermen en de financiële markten weer normaal te laten functioneren. Deze maatregelen bleken effectief en steeds meer werd verwacht dat het dieptepunt van de crisis voorbij was. Verschillende beleggingscategorieën lieten waardestijgingen zien en het economische nieuws werd in de loop van het jaar positiever. De inflatieverwachtingen bleven ondertussen beperkt, mede doordat het economisch herstel nog pril was en door de langzaam stijgende werkloosheid. Met ingang van het derde kwartaal 2008 besloot de beleggingscommissie van Pensioenfonds SABIC-IP om binnenkomende gelden in kas te houden, in plaats van ze te beleggen. Dit is gedaan tot juni. Hierna zijn de liquide middelen weer belegd. Hierdoor zijn beursverliezen van oktober 2008 tot april 2009 voorkomen.
Het belegd vermogen (inclusief liquide middelen) is in 2009 gestegen van € 530 miljoen naar € 626 miljoen. Het rendement voor de gehele portefeuille in 2009 kwam uit op 12,4% (2008: -19,8%). Het rendement op aandelen was 27,8% versus de benchmark van 31,8%. Het resultaat op vastrentende waarden bedroeg 5,8% (benchmark van 8,2%). Het rendement op vastgoedbeleggingen bedraagt over 2009 –14,5%. Werkelijke assetmix per 31 december 2009:
4%
3%
49%
Aandelen Vastrentende waarden Vastgoedbeleggingen Liquide middelen
44%
Het percentage aandelen is opgelopen tot 49% in 2009 (38% in 2008), vanwege koersstijgingen en nieuwe beleggingen. In 2009 is een deel van de liquiditeiten (52 miljoen) additioneel belegd in aandelen. Het percentage obligaties is gezakt naar 44% in 2009 (50% in 2008). Het percentage vastgoedbeleggingen zakte van 5% in 2008 naar 4% in 2009. De liquiditeiten zijn door de nieuwe beleggingen afgenomen naar 3% in 2009 (7% in 2008). Het saldo liquiditeiten is in 2009 verdeeld over drie Nederlandse bankinstellingen om het risico te spreiden. Gestegen levensverwachting Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft een hogere toename van de levensverwachting geconstateerd. Het Actuarieel Genootschap zal naar aanleiding daarvan waarschijnlijk medio 2010 met een herziene prognosetafel komen. Het pensioenfonds moet hiermee echter nu al rekening houden. Dit heeft geleid tot een extra voorziening van 3,5% wat de dekkingsgraad met 3,9% heeft verlaagd. Zodra de nieuwe AG-prognosetafels bekend zijn, zal er een nader onderzoek worden getart naar de gevolgen van de gestegen levensverwachting. Ontwikkeling dekkingsgraad Onderstaande tabel geeft het verloop van de dekkingsgraad over de laatste vier jaar weer. Ter illustratie is daarbij ook het behaalde beleggingsrendement vermeld:
Dekkingsgraad Beleggingsrendement
2009 111,3% 12,4%
2008 99,2% -19,8%
2007 151,4% 7,6%
Toeslagverlening Het bestuur heeft in februari 2010 met terugwerkende kracht per 1 januari 2010 besloten de premievrije rechten (aanspraak die u heeft opgebouwd) van gewezen deelnemers (slapers) en de ingegane uitkeringen (pensioenen) te verhogen met 0,38% omdat aan de gestelde voorwaarden werd voldaan.
2006 134,1% 11,0%
De toeslagverlening aan actieve deelnemers is onvoorwaardelijk en zal volgens de ontwikkeling van de CBS-CAO-lonen bij de werkgever worden aangepast. Per 1 januari 2010 is op de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers een toeslag verleend van 2,2%. Inhaaltoeslag Het bestuur had in 2008 besloten de ingegane pensioenen en de opgebouwde aanspraken van gewezen deelnemers per 1 januari 2009 niet aan te passen aan de consumentenprijsindex. Omdat de dekkingsgraad van het pensioenfonds per 31 december 2009 ruim hoger was dan verondersteld in het herstelplan, heeft het bestuur in januari 2010 besloten om per 1 januari 2010 op de premievrije rechten van gewezen deelnemers en de ingegane uitkeringen van de pensioengerechtigden een inhaaltoeslag toe te passen van 3,06%. Dit was het percentage dat in 2009 niet werd toegekend vanwege de financiële situatie. Afkoop klein pensioen De deelnemers die vóór 1 januari 2007 uit dienst zijn getreden en die een pensioenaanspraak onder de wettelijke afkoopgrens hebben, zijn aangeschreven met een aanbod om hun pensioenaanspraken af te kopen. Van de 266 aangeschreven deelnemers hebben 112 hun pensioen afgekocht. Communicatie In 2009 hebben de deelnemers van het pensioenfonds drie reguliere nummers van de PensioenPraat ontvangen. De verschillende brochures zijn geactualiseerd aan de ontwikkelingen van het jaar 2009. Ook is aan de brieven de toeslagenmatrixtekst toegevoegd. Vanaf 1 januari 2009 zijn pensioenfondsen namelijk verplicht in de communicatie-uitingen over de (voorwaardelijke) toeslagverlening voorgeschreven teksten vanuit de Autoriteit Financiële Markten (AFM) te gebruiken. Goed Pensioenfondsbestuur Goed Pensioenfondsbestuur is het integer en transparant handelen door het bestuur, het geven van rekenschap en het afleggen van verantwoording aan het Verantwoordingsorgaan over het gevoerde beleid. Het bestuur is zich bewust van zijn verantwoordelijkheid voor het goed besturen van het pensioenfonds en zal alles doen wat nodig is voor het handhaven van het vertrouwen in het pensioenfonds en de pensioensector. Ontwikkelingen op dit terrein worden nauwlettend gevolgd. Voor de inrichting van het interne toezicht heeft het bestuur gekozen voor een visitatiecommissie. De eerstvolgende visitatie zal uiterlijk in 2012 plaatsvinden door een nieuw te benoemen commissie. Het pensioenfonds heeft een verantwoordingsorgaan. Het Verantwoordingsorgaan beoordeelt het door het bestuur gevoerde beleid, de gemaakte beleidskeuzes en de naleving van de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur, met als uitgangspunt de vraag of het bestuur op een evenwichtige wijze met de belangen van alle belanghebbenden rekening heeft gehouden bij het bepalen van het beleid. Het Verantwoordingsorgaan wordt “bemenst” door vertegenwoordigers van de werknemers, de werkgever en de pensioengerechtigden. Afwikkeling uittreding van de GE-ondernemingen Inzake de afwikkeling van de uittreding uit Pensioenfonds SABIC-IP van de Nederlandse GE-ondernemingen die niet aan SABIC verkocht waren, speelden nog 2 zaken. Nagenoeg alle deelnemers van deze GE-ondernemingen hadden al in 2008 de waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken overgedragen naar het nieuwe pensioenfonds van de Nederlandse GE-ondernemingen. Voor een beperkt aantal werknemers van GE, die in het buitenland werkzaam zijn voor GE, is dit nog niet geregeld. Dit zal naar verwachting in 2010 afgerond kunnen worden.
Daarnaast speelde nog de afhandeling van uittreding van Momentive Performance Materials Silicones BV (Momentive) als aangesloten onderneming bij het pensioenfonds. Aangezien partijen niet tot overeenstemming konden komen, zijn zij overeengekomen een arbitrage te laten verrichten. De uitkomst daarvan is dat - Momentive over 2008 nog premie (inclusief rente) was verschuldigd, Momentive heeft inmiddels deze vordering voldaan; - De werknemers van Momentive krijgen per1 januari 2009 de status van gewezen deelnemer; - Eind december 2009 zijn de premievrije polissen aan de betreffende werknemers verstrekt. - De vordering uit hoofde van de herstelpremie 2009 is volgens de arbitragecommissie niet verschuldigd door Momentive. Inmiddels heeft SABIC IP deze vordering overgenomen en betaald.
Kerncijfers Hieronder vindt u een overzicht van de kerncijfers. Bedragen x € 1.000 Aantal aangeslotenen (per einde van het jaar) Deelnemers, actief en voortgezet * Gewezen deelnemers * Pensioengerechtigden Totaal aantal aangeslotenen
2009
2008
2007
2006
2005 **
1.442 2.847 813 5.102
1.539 2.989 723 5.251
1.575 3.946 665 6.186
2.734 2.754 584 6.072
2.662 2.651 474 5.787
26.441 7.800 34.241
38.878 38.878
30.610 30.610
33.594 4.400 37.994
43.655 43.655
Uitkeringen
14.243
12.013
10.073
7.851
6.331
Eigen vermogen
63.715
-4.552
230.903
156.972
82.856
563.883
545.576
449.385
459.702
419.959
10.641 1.638 576.162
10.753 1.085 557.4141
15.020 2.222 466.627
15.472 878 476.052
15.221 26.057 461.237
631.959 68.543 12,4 %
529.758 -127.564 -19,8 %
692.338 47.673 7,6 %
616.719 56.941 11,0 %
501.738 71.989 18,1 %
10.641
10.753
15.020
15.472
15.221
111,3 %
99,2 %
151,4 %
134,1 %
120,4 %
Bijdragen van werkgevers Regulier Additionele stortingen
(Overige) Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers Overige voorzieningen
Beleggingen Beleggingen voor risico pensioenfonds Beleggingsopbrengsten Rendement o.b.v total return Beleggingen voor risico deelnemers Dekkingsgraad ***
*
De grote afname bij actieven en toename bij gewezen deelnemers in 2007 ten opzichte van 2006 wordt veroorzaakt door de beëindiging van de aangesloten GEondernemingen per 1 september 2007. Aangezien ultimo 2007 nog geen formele uittreding van GE-ondernemingen had plaatsgevonden, zijn de actieve GEwerknemers, in overleg met DNB en met het bestuur van Stichting GE Pension NL
1 Ondanks de sterke daling van het aantal deelnemers in 2008 ten opzichte van 2007 zijn de (overige) technische voorzieningen significant gestegen. Deze stijging wordt veroorzaakt door de daling van de rentetermijnstructuur waarmee de verplichtingen worden berekend.
2007, per 1 september 2007 als ‘gewezen deelnemers’ opgenomen in het pensioenfonds. De grote afname van de gewezen deelnemers in 2008 ten opzichte van 2007 is het gevolg van het formaliseren van de uittreding van de GE-ondernemingen in 2008. De verdere afname van 2009 t.o.v. 2008 wordt grotendeels veroorzaakt door de afsplitsing van Momentive. ** De cijfers 2005 zijn in 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden (een andere rubricering in verband met overgang van pensioenvermogenmethode naar fondsvermogenmethode). *** De berekening van de dekkingsgraad is gelijk aan het eigen vermogen plus de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds, waarbij de overige technische voorzieningen buiten beschouwing worden gelaten, gedeeld door de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds.