PensioenPraat Uitgave van Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics
Nr. 34 • September 2008
Verkort jaarverslag 2007: een jaar vol uitdagingen
Stand van zaken over de overgang naar SABIC (3)
Wijziging Geflex en Gesave
Even voorstellen: Rick Lisapaly • PensioenPraat 1
Nr. 34 - SEPTEMBER 2008
Secretariaat bestuur Postbus 117 4600 AC Bergen op Zoom Administratie TKP Postbus 501 9700 AM Groningen Pensioen helpdesk Roelof de Wal, Jakob Pronk Tel. (050) 582 79 66
[email protected] www.tkppensioen.nl Redactie Jan Aerts, Debbie Hameetman, Sjoerd Hoogterp, Lau de Smet, Aimée van der Merk (TKP) Vormgeving Kreateam Communicatie bv, Wouw
PensioenPraat is bestemd voor alle actieve en niet-actieve belanghebbenden van het pensioenfonds. Aan de inhoud van dit blad kunnen geen rechten worden ontleend. Bepalend is het pensioenreglement.
ENGLISH VERSION PENSIOENPRAAT You can find the English version of the articles in this PensioenPraat on the English part of the website: www.pensioenfondssabic-ip.nl under ‘Publications’.
Wijziging van de uitvoering van de Geflexen de Gesave-regeling door nieuwe wetgeving Een groot aantal deelnemers van het pensioenfonds neemt deel aan de individuele pensioenspaarregelingen Geflex of Gesave. Het pensioenfonds heeft deze twee regelingen ondergebracht bij Delta Lloyd Bank. Zowel de Geflex-regeling als de Gesave-regeling moet voldoen aan de bepalingen uit de Pensioenwet. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) houdt strikt toezicht op de naleving van deze bepalingen in de Pensioenwet. Zorgplicht Per begin 2008 is de Pensioenwet op een aantal punten aangepast. Dit heeft direct gevolgen voor uw Geflex- en Gesaveregeling. De belangrijkste wijzigingen hebben te maken met de zogeheten Zorgplicht, die het bestuur van het pensioenfonds dient uit te voeren. De Zorgplicht houdt in dat het beleggingsrisico dient af te nemen naarmate de deelnemer dichter bij de pensioenleeftijd komt. Zoals gezegd het pensioenfonds dient daar strikt toezicht op te houden. De Zorgplicht is in de Pensioenwet opgenomen omdat deze wet als uitgangspunt heeft dat geld veilig moet worden belegd voor pensioen. Als de deelnemer de vrijheid heeft om zelf te beleggen, zoals in de Geflex- en Gesave-regelingen, dan brengt dat een extra risico met zich mee. Volgens de wetgever zullen de meeste deelnemers minder deskundig zijn op beleggingsgebied dan professionele beleggers van pensioenfondsen. Maak uw stem kenbaar Momenteel voldoen de Geflex- en de Gesave-regeling niet meer volledig aan de Zorgplichteisen van de Pensioenwet. Om te voldoen aan de Pensioenwet gaat het pensioenfonds de onderstaande drie mogelijkheden aan de deelnemers voor-
• PensioenPraat 2
leggen waaruit een keuze moet worden gemaakt: 1 De Geflex- en Gesaveregelingen worden beëindigd. De spaarsaldi worden omgezet in pensioenrechten binnen ons pensioenfonds; 2 De Geflex- en Gesave-regelingen worden ingebracht in een beleggingsfonds, waarin u geen invloed meer kunt uitoefenen op de wijze waarop belegd wordt. Dit wordt een ‘Life Cycle fonds’ genoemd (niet te verwarren met de Levensloopregeling); 3 U behoudt uw vrijheid om de Geflexen Gesave-saldi te beleggen op een wijze die u het beste lijkt. Er moet in dat geval een klantrisicoprofiel van u worden opgesteld en u krijgt jaarlijks beleggingsadvies. Dit wordt ‘Vrij beleggen’ genoemd. Binnenkort ontvangt u van ons pensioenfonds een brief waarin deze drie mogelijkheden verder worden uitgelegd, zodat u een weloverwogen keuze kunt maken.
Overeenstemming bereikt over de uitvoering van een collectieve waardeoverdracht
Stand van zaken over de overgang naar SABIC (3) In de vorige PensioenPraat heeft u kunnen lezen dat de aansluiting van alle GE-ondernemingen bij Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics (hierna: SABIC PF) met terugwerkende kracht op 1 september 2007 is beëindigd. Deze beëindiging betekent dat de medewerkers van de GE-ondernemingen met ingang van 1 september 2007 pensioen opbouwen in het door GE nieuw opgerichte pensioenfonds met de naam: Stichting GE Pension NL 2007 (hierna GE PF). Collectieve waardeoverdracht Het SABIC PF en GE PF hebben samen met de GE-ondernemingen onlangs overeenstemming bereikt over de uitvoering van een zogenaamde collectieve waardeoverdracht. Hierbij worden de opgebouwde pensioenrechten van alle Nederlandse medewerkers van de GE-ondernemingen bij het SABIC PF naar het GE PF geregeld. Bij deze collectieve waardeoverdracht worden de opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers bij SABIC PF die op 1 september 2007 actief in dienst waren bij een GE-onderneming overgedragen naar het GE PF.
pensioenrechten overgedragen naar GE Pension NL 2007.
Door de waardeoverdracht verandert de hoogte van de pensioenaanspraken van deze deelnemers niet. Deze overdracht zorgt ervoor dat alle pensioenaanspraken worden ondergebracht bij één fonds in plaats van twee fondsen. De deelnemers die op 1 september 2007 actief in dienst waren bij een GE-onderneming, zijn medio augustus reeds schriftelijk geïnformeerd door TKP namens beide pensioenfondsen over de collectieve waardeoverdracht.
Enquête: rapportcijfer 7,2 voor pensioenuitvoerder TKP
Indien deelnemers bezwaar hebben tegen de waardeoverdracht kunnen zij dit binnen 6 weken schriftelijk kenbaar maken aan TKP, wat inhoudt dat hun pensioenrechten dan achterblijven bij SABIC PF. Na de termijn van 6 weken ontvangen alle GE-deelnemers een bevestiging van hun keuze en worden, in geval geen bezwaar is aangetekend, hun
Werknemers die op 1 september 2007 in dienst waren bij GE en daarna bij SABIC-IP in dienst zijn getreden hebben, gezien hun complexere pensioensituatie, een aparte brief ontvangen waarin de collectieve waardeoverdracht wordt toegelicht.
Van de pensioenfonds deelnemers is 78% tevreden tot zeer tevreden over de dienstverlening van TKP, zo blijkt uit een in de tweede helft van januari gehouden klanttevredenheidsonderzoek. Met een ruime 7,2 als ‘overall’ rapportcijfer, scoort de pensioenuitvoerder een mooi cijfer. Opvallend is dat de gepensioneerden TKP met een 7.5 hoger waarderen dan de werknemers die TKP afgerond een 7,2 geven. Begin dit jaar nam een representatieve groep van 262 deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden van SABIC-IP deel aan een telefonische enquête, uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau. De geënquêteerden werd
gevraagd hun mening te geven over onderwerpen als de telefonische bereikbaarheid, de dienstverlening en de betrouwbaarheid van TKP. Lees verder op pagina 4
• PensioenPraat 3
Vervolg van pagina 3
De telefonische bereikbaarheid van TKP wordt hoog gewaardeerd: 86% van de ondervraagden geeft aan hier (zeer) tevreden over te zijn. Van de SABIC-IP’ers geeft 80% aan (zeer) tevreden te zijn over de deskundigheid bij TKP. Over de klantvriendelijke opstelling van TKP is 85% (zeer) tevreden. De betrouwbaarheid, gedefinieerd als het nakomen van afspraken en het herstellen van fouten,
wordt door 88% van de deelnemers als (zeer) positief beoordeeld. De deelnemers van SABIC-IP geven over dit aspect van de dienstverlening echter ook kritische signalen af. Met name over de snelheid waarmee fouten worden hersteld en over de tijdige beantwoording van schriftelijke vragen.
zoek hebben deelgenomen. Zijn reactie op de uitkomsten van de enquête: “In algemene zin zijn we natuurlijk tevreden met het beeld dat uit het onderzoek naar voren komt. Met de genoemde aandachtspunten zullen we zeker ons voordeel doen.” Met het bestuur zullen hierover nadere afspraken worden gemaakt.
Frans de Beaufort, algemeen directeur van TKP, spreekt een woord van dank uit aan alle deelnemers die aan het onder-
Even voorstellen: nieuw bestuurslid Rick Lisapaly Ik ben Rick Lisapaly, 43 jaar, en ben in 1988 begonnen bij GE Plastics in Bergen op Zoom, waar ik ook woon met mijn vrouw en 2 kinderen. In de afgelopen 20 jaar heb ik diverse functies bekleed binnen de Finance afdeling, waaronder controllership, manufacturing finance, financial planning and analysis. Op dit moment maak ik deel uit van de COE (Center of Excellence) organisatie waar ik werkzaam ben als project leader voor financial systems. Met de overgang van GE naar SABIC-IP moest een flink aantal GE-systemen zowel operationeel als financieel, worden vervangen en verder worden gestandaardiseerd op een Global basis. Een grote uitdaging voor onze Business. De afgelopen jaren is er veel veranderd in pensioenland, wat voor mij aanleiding is geweest om me meer in deze materie te verdiepen. Dan kom je er pas achter dat je er toch flink wat tijd aan moet spenderen om er het fijne van te begrijpen. Met het uittreden van GE afgelopen jaar kwamen er een aantal bestuursfuncties
• PensioenPraat 4
vrij en werd er gezocht naar kandidaten die deze vacatures wilden invullen. Ik heb met een aantal bestuursleden van het pensioenfonds gesproken over de inhoud van de functie en de tijd die je erin moet steken. Je moet er rekening mee houden dat dit iets is wat je naast je werkzaamheden op vrijwillige basis gaat doen. Naar aanleiding van deze gesprekken heb ik me kandidaat gesteld en ben vervolgens via verkiezingen gekozen. Binnen het bestuur ben ik verantwoordelijk voor de administratieve organisatie en interne controles (AO/IC) wat goed past bij mijn achtergrond. Ik zit nog in een learning curve want nu ga je pas goed zien wat de werkzaamheden van een pensioenfonds inhouden. En ervaar je dat er flink wat wetten zijn en regelgeving is
waar we ons aan moeten houden, dat is toch geen kost waar je dagelijks mee omgaat. Al met al een extra en nieuwe uitdaging die ik met veel plezier aanga. Op deze manier wil ik mijn bijdrage leveren aan het belang van de deelnemers van ons Pensioenfonds.
Samenstelling deelnemersraad
Uitslag referendum
Voorzitter Huib van den Durpel, Sabic-IP, ADC II, 2e etage
[email protected], 0164-29-2245
Als gevolg van de verkoop van GE Plastics én de invoering van de Pensioenwet per 1 januari 2007, moesten de statuten en reglementen van het pensioenfonds worden aangepast. De actieve deelnemers konden hun mening kenbaar maken. Hiervoor zijn op 18 maart van dit jaar de nieuwe reglementen en statuten in twee referenda aan de deelnemers voorgelegd. De stembiljetten moesten op 7 april 2008 binnen zijn.
Vice-voorzitter Gerrit op den Dries, SABIC-IP, BPA II Secretariaat Carla Ligtenberg-Noordhuizen, contractor carla.ligtenberg-noordhuizen @sabic-ip.com, 0167-564307 Waarnemend secretaris Jan van Es, gepensioneerde Overige deelnemers Peter van Tilburg, SP Mfg BoZ Shift B - EU Ed Schlarmann, uitkerende Jan Jansen, gepensioneerde 2 vacatures
Samenstelling verantwoordingsorgaan Willem Grin Joop Tillema Peter Broers Huib van den Durpel Bernard Klazema Jan van Es Het verantwoordingsorgaan bestaat uit vertegenwoordigers namens de werkgever, de werknemers en de gepensioneerden. Het orgaan beoordeelt het door het bestuur gevoerde beleid, de gemaakte beleidskeuzes en de naleving van de principes van Goed Pensioenfonds Bestuur.
Uitslag referendum reglementen De uitslag van het referendum over de reglementen is als volgt: • 1409 actieve deelnemers zijn aangeschreven • 289 deelnemers hebben hun stem uitgebracht • 3 stembiljetten zijn ongeldig verklaard • 8 stemmen waren blanco • 4 deelnemers zijn niet akkoord met de voorgestelde reglementswijziging • 274 deelnemers zijn akkoord met de voorgestelde reglementswijziging • De niet uitgebrachte stemmen worden statutair als akkoordstemmen aangemerkt
• 1409 deelnemers zijn aangeschreven • 289 deelnemers hebben hun stem uitgebracht • 3 stembiljetten zijn ongeldig verklaard • 1 stem was blanco • 5 deelnemers zijn niet akkoord met de voorgestelde statutenwijziging • 280 deelnemers zijn akkoord met de voorgestelde statutenwijziging Met deze (over)grote meerderheid aan akkoord-stemmers zijn de reglementsen statutenwijzigingen doorgevoerd. De nieuwe reglementen en de statuten staan op de website van het pensioenfonds www.pensioenfondssabic-ip.nl.
Uitslag referendum statuten De uitslag van het referendum over de statuten is als volgt:
www.pensioenkijker.nl De website www.pensioenkijker.nl is een onafhankelijke, niet commerciële informatiebron. Er staat een groot aantal organisaties achter. Zij doen dit, omdat ze vinden dat ‘de Nederlander’ meer moet nadenken over zijn pensioen.
• PensioenPraat 5
Het bestuur heeft in het voorjaar van 2008 een Asset Liability Management-studie (ALM) uitgevoerd. In een ALM-studie wordt onderzocht, aan de hand van een rekenkundig model en uitgaande van bepaalde vooronderstellingen, wat de te verwachten vermogens- en pensioenverplichtingen van het fonds zullen zijn en of het aannemelijk is dat het fonds steeds aan die verplichtingen kan voldoen.
Resultaten ALM-studie houden pensioenfondsbestuur scherp Factoren die grote invloed hebben op het pensioenvermogen zijn de premiebetalingen en het beleggingsbeleid. Zo wordt in de studie onder andere gekeken naar het beleggingsbeleid van het pensioenfonds en wordt onderzocht of een ander beleggingsbeleid tot betere resultaten kan leiden. Door een realistische schatting te maken van de economische ontwikkelingen en risico’s worden allerlei zaken onderzocht. Bijvoorbeeld wat het effect is van een hoger of lager percentage aandelen op de verwachte premie, op de verwachte indexatie, en op de ontwikkeling van de dekkingsgraad en de kans op onderdekking. De dekkingsgraad is de verhouding tussen de bezittingen en de verplichtingen van het fonds. Als het fonds bijvoorbeeld 130 aan bezittingen heeft en de verplichtingen zijn 100, dan is de dekkingsgraad 130. Hoe hoger de dekkingsgraad hoe beter, want naarmate de dekkingsgraad hoger is zal het fonds met meer zekerheid steeds
in staat zijn aan de pensioenverplichtingen te voldoen. De Nederlandsche Bank ziet erop toe dat de pensioenfondsen voldoende dekkingsgraad hebben. Uitgangspunten ALM-studie Om een ALM-studie goed uit te voeren worden uitgangspunten opgesteld: • de pensioenregeling, het financieringsen het indexatiebeleid volgens de beschrijving ervan in de Actuariële & Bedrijfstechnische Nota (ABTN; dat is een document opgesteld door het bestuur waarin uitgebreid en in detail de werking van het pensioenfonds wordt beschreven); • twee economische scenario’s zijn opgesteld door het bestuur. Een scenario waarbij de 10-jaarsrente oploopt tot 5% op lange termijn, en een scenario waarbij de 10-jaarsrente oploopt tot maximaal 4,5% op lange termijn; • de strategische beleggingsportefeuille
41%
47%
5%
7%
■ Vastrentende waarden (obligaties) ■ Onroerend goed ■ Private Equity ■ Aandelen 1. strategische beleggingsportefeuille ultimo 2007
waarvan is uitgegaan ultimo 2007 (zie afbeelding 1); • de actuele dekkingsgraad ultimo 2007 (circa 156%); • het vereist eigen vermogen volgens de standaard methode van De Nederlandsche Bank (132%). Resultaten van het onderzoek Uit de ALM-studie is een aantal resultaten naar voren gekomen: 1 De ALM-studie toont aan dat, op basis van de huidige financiële positie (per 31 december 2007), de huidige strategische beleggingsportefeuille en de gemaakte vooronderstellingen, het fonds voldoet aan de lange termijn doelstellingen: • De gemiddelde dekkingsgraad blijft de komende 15 jaar boven de door de toezichthouder vereiste dekkingsgraad; • Gemiddeld worden de opgebouwde aanspraken van gewezen deelnemers Lees verder op pagina 7
• PensioenPraat 6
Financiële positie voldoet aan doelstellingen Naast de ALM-studie heeft het bestuur begin 2008 onder haar verantwoordelijkheid ook een continuïteitsanalyse laten uitvoeren voor de toezichthouder, De Nederlandsche Bank. De doelstelling van de continuïteitsanalyse is om inzicht te geven in de (financiële) ontwikkeling en de sturingskracht van de bestaande beleidsinstrumenten van het fonds. Voorbeelden van beleidsinstrumenten zijn het beleggings-, het premie- en het indexatiebeleid. Met een continuïteitsanalyse wordt verduidelijkt of de financiële risico’s voor een pensioenfonds zich op lange termijn binnen aanvaardbare grenzen bevinden. De toezichthouder geeft hierbij kaders aan waarbinnen de analyse moet worden uitgevoerd. Op deze manier kan een pensioenfonds, op basis van de huidige beleidsinstrumenten, in een vroeg stadium zien of zij aan de verplichtingen en aan de eisen aan het eigen vermogen zal kunnen voldoen. Conclusies De continuïteitsanalyse heeft aangetoond dat de financiële positie van het fonds (per 31 december 2007) voldoet aan de lange termijn doelstellingen: • de gemiddelde dekkingsgraad blijft gedurende de horizon van de komende 15 jaar ruim boven de dekkingsgraad, overeenkomend met het vereist eigen vermogen; • de gemiddelde verwachte indexatie van de gewezen deelnemers en gepensioneerden is ongeveer 100% van de consumentenprijsindex; • de gemiddelde netto premie voor de pensioenregeling is redelijk stabiel in de loop der tijd. Met deze conclusies kan het bestuur met een redelijk vertrouwen verder naar de toekomst.
Vervolg van pagina 6
en de ingegane pensioenen van gepensioneerden met 100% van de consumentenprijsindex (van het CBS) geïndexeerd. Deze indexatie is voorwaardelijk. De opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers worden onvoorwaardelijk geïndexeerd (CBS-loonindex). • De gemiddelde netto premie voor de werkgever is redelijk stabiel. 2 De huidige strategische beleggingsportefeuille blijkt te voldoen. Wel blijkt uit de studie dat bij een hoger percentage aandelen of andere zakelijke waarden de risico’s aanzienlijk toenemen. 3 Door de invoering van het Nieuwe Financieel Toetsingskader (een andere waarderingsmethode van de pensioenverplichtingen dan in het verleden; onderdeel van de nieuwe Pensioenwet, die op 1 januari 2007 is ingegaan) wordt de voorziening pensioenverplichtingen gewaardeerd door contant making op basis van de actuele marktrente in plaats van een vaste rekenrente van 4%. Een gevolg hiervan is dat de dekkingsgraad van het pensioenfonds behoorlijk gevoelig is voor schommelingen van de marktrente. De verklaring hiervoor is dat de rentegevoeligheid van de voorziening pensioenverplichtingen beduidend
groter is dan de rentegevoeligheid van de beleggingen. De beleggingen bestaan immers voor een groot deel uit aandelen die niet rentegevoelig zijn, maar die wel gevoelig zijn voor het sentiment op de aandelenmarkt. Voor een ander deel bestaan de beleggingen uit obligaties, waarvan de gemiddelde looptijd aanzienlijk korter is dan de gemiddelde looptijd van de pensioenverplichtingen. Door de looptijd van de obligaties te verlengen kan het renterisico worden verkleind. Uit de ALM-studie volgt dat een gedeeltelijk afdekken van dit renterisico’s het meest effectief is. Hiermee wordt bedoeld dat door toepassing van bepaalde financiële instrumenten effectief de looptijd van de beleggingen meer in overeenstemming wordt gebracht met de looptijd van de verplichtingen van het fonds. 4 In de ALM-studie is ook het valuta- en inflatierisico in kaart gebracht. Ten slotte De resultaten van de ALM-studie zijn door het bestuur en de beleggingscommissie besproken en dit heeft er toe geleid dat de voorbereidingen worden getroffen om het renterisico op termijn te verminderen met behulp van genoemde financiële instrumenten.
PensioenPraten vindt u op www.pensioenfondssabic-ip.nl Wilt u nog eens een PensioenPraat opnieuw lezen of bent u op zoek naar een bepaald artikel? Op de website van het pensioenfonds vindt u de PensioenPraten van de afgelopen jaren terug. Ook staat daar een overzicht van de belangrijkste artikelen die in PensioenPraat hebben gestaan. Neemt u gerust een kijkje op www.pensioenfondssabic-ip.nl, onder de kop ‘Publicaties’.
• PensioenPraat 7
Verkort jaarverslag 2007: een jaar vol uitdagingen Heldere communicatie aan belanghebbenden, vooral aan u als deelnemer, vinden wij als bestuur van het pensioenfonds van groot belang. Daarom is het voor iedere belangstellende mogelijk om het jaarverslag en deze verkorte versie daarvan te lezen. U vindt beide verslagen terug op de website van het pensioenfonds www.pensioenfondssabic-ip.nl onder de kop Publicaties.
Inleiding In 2007 is de financiële positie van het pensioenfonds sterk verbeterd. De voornaamste oorzaak hiervan is de stijging van de marktrente en het goede rendement op de beleggingen. De verhouding tussen het pensioenvermogen van het fonds en de pensioenverplichtingen, ook wel de dekkingsgraad genoemd, is in 2007 gestegen van 134,1% naar 151,4%. Verkoop GE Plastics Per 1 september 2007 is het bedrijfsonderdeel GE Plastics door General Electric verkocht aan SABIC. General Electric heeft besloten om de pensioenovereenkomst van de aangesloten GE-ondernemingen te beëindigen en onder te brengen in een nieuw pensioenfonds, Stichting GE Pension NL 2007. De naam van Stichting GE-Pensioenfonds is per 1 september 2007 veranderd in Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Beide pensioenfondsen waren begin 2008 nog in overleg over een collectieve waardeoverdracht van de aanspraken van de deelnemers van de aangesloten GE-ondernemingen. Beleggingen Het jaar 2007 was een goed beleggingsjaar. Het pensioenfonds heeft een rendement op haar beleggingen behaald van 7,6% (2006: 11,0%).
van het pensioenfonds op de korte en de lange termijn. Met behulp van deze gegevens bepaalt het bestuur de beleggingsportefeuille.
3% 4%
38%
■ Aandelen ■ Vastrentende waarden ■ Onroerend goed ■ Liquide middelen Beleggingsportefeuille per 31 december 2007
Verhouding tussen vermogen en verplichtingen: de dekkingsgraad Het verloop van de verhouding tussen het belegd vermogen en de pensioenverplichtingen, de dekkingsgraad, over de afgelopen vijf jaar is hieronder weergegeven. Ook wordt daarbij het behaalde beleggingsrendement vermeld:
2007 Dekkingsgraad (rekenrente 4%)
N.v.t.
Dekkingsgraad (marktwaarde)
151,4%
Beleggingsrendement Het beleggingsbeleid is erop gericht om een zo hoog mogelijk rendement te behalen en de risico’s die met het beleggen verbonden zijn binnen de perken te houden. Het bestuur laat periodiek een Asset Liability Management studie (ALM) uitvoeren. De belangrijkste doelstelling van het uitvoeren van een ALM studie is om inzicht te verkrijgen in de ontwikkeling van de financiële positie en de risico’s • PensioenPraat 8
55%
7,6%
Tot en met 2006 werd de dekkingsgraad gebaseerd op pensioenverplichtingen berekend tegen een vaste rekenrente van 4%. Met ingang van 2007 moeten de pensioenverplichtingen worden berekend tegen de marktwaarde. Indexatie De opgebouwde aanspraken van actieve
deelnemers worden jaarlijks onvoorwaardelijk geïndexeerd op basis van de CBSloonindex. De opgebouwde pensioenaanspraken van actieve deelnemers zijn per 1 januari 2008 verhoogd met 2,07%. De ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken van gewezen deelnemers worden geïndexeerd op basis van de consumentenprijsindex. Deze indexatie is voorwaardelijk, afhankelijk van de middelen van het fonds. Doordat de indexatie voorwaardelijk is, is er geen recht op indexatie. De vermogenspositie van het fonds bood het bestuur de mogelijkheid om eind 2007 de premievrije rechten van gewezen deelnemers en de ingegane uitkeringen per 1 januari 2008 te indexeren met de ‘Consumentenprijsindex alle huishoudens’. De hoogte van deze indexatie was 1,32%. Nieuwe Pensioenwet en Financieel Toetsingskader De ontwikkelingen op het terrein van pensioenen gaan onverminderd door. Op 1 januari 2007 is de Pensioenwet als
2006
2005
2004
2003
134,1% 119,7% 109,8%
107,5%
140,3% 120,4%
-
-
11,0 %
6,2 %
7,6%
18,1 %
vervanger van de Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) in werking getreden. Dit was nodig omdat er sinds de invoering van de PSW (1952) veel ontwikkelingen op pensioenterrein zijn geweest. De fondsdocumenten, zoals de pensioenreglementen en de statuten, zijn aangeLees verder op pagina 9
Vervolg van pagina 8
past aan de bepalingen van de Pensioenwet. Daarnaast is de communicatie met de deelnemers aangepast aan de eisen van de Pensioenwet. Met ingang van 1 januari 2007 is het fonds overgegaan op het Financieel Toetsingskader (FTK). De doelstelling van het FTK is om de pensioentoezegging van deelnemers in een pensioenfonds te beschermen. De financiële opzet van een pensioenfonds moet transparant zijn en de pensioenverplichtingen moeten een realistisch beeld geven. Verder dient een helder inzicht te worden verkregen van de risico’s die het pensioenfonds loopt. Het FTK vereist eigen verantwoordelijkheid en vormt een toetsingsinstrument waarmee pensioenfondsen hun bedrijfsvoering en risicobeheer verantwoord kunnen invullen. Het pensioenfonds
houdt bij haar beleid rekening met het FTK. Dit heeft onder meer tot gevolg dat de voorziening pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op marktwaarde. Het gevolg hiervan is dat deze verplichtingen gevoelig worden voor veranderingen van de marktrente. Daarnaast schrijft het FTK voor dat bij het vaststellen van de voorziening pensioenverplichtingen en de premie rekening moet worden gehouden met de voorzienbare sterftetrend. Dit heeft ertoe geleid dat het pensioenfonds per 1 januari 2007 een nieuwe overlevingstafel hanteert voor de waardering van de verplichtingen. Goed Pensioenfonds Bestuur Goed Pensioenfonds Bestuur behelst het integer en transparant handelen door het bestuur, het geven van rekenschap en het afleggen van verantwoording over het
uitgeoefende toezicht. De principes van Goed Pensioenfonds Bestuur zijn in de Pensioenwet verankerd. 2007 heeft in het teken gestaan van de invoering van Goed Pensioenfonds Bestuur. Het bestuur heeft per 1 januari 2008 het verantwoordingsorgaan ingesteld. Dit orgaan, bestaande uit vertegenwoordigers namens de werkgever, de werknemers en de gepensioneerden, beoordeelt het door het bestuur gevoerde beleid, de gemaakte beleidskeuzes en de naleving van de principes van Goed Pensioenfonds Bestuur. In het jaarverslag is het (positieve) oordeel van het verantwoordingsorgaan opgenomen. Voor de inrichting van het intern toezicht heeft het bestuur gekozen voor de instelling van een visitatiecommissie.
Kerncijfers Bedragen x w 1.000
2005 **
2004 **
2003 **
2007
2006
1.575 3.946 665 _______ 6.186
2.734 2.754 584 _______ 6.072
2.662 2.651 474 _______ 5.787
2.385 2.548 417 _______ 5.350
2.265 2.616 367 _______ 5.248
30.610 _______
33.594 4.400 _______ 37.994
43.655 _______ 43.655
34.829 _______ 34.829
29.403 _______ 29.403
10.073
7.851
6.331
5.142
4.262
Eigen vermogen Voorziening pensioenverplichtingen
230.903 466.627
156.972 476.052
82.856 461.237
34.745 398.074
24.977 362.695
Beleggingen voor risico pensioenfonds Beleggingsopbrengsten
692.338 47.673
616.719 56.941
501.738 71.989
392.805 23.850
328.704 20.916
7,6%
11,0 %
18,1 %
6,2 %
7,6 %
Beleggingen voor risico deelnemers
15.020
15.472
15.221
13.469
13.057
Dekkingsgraad ***
151,4%
134,1 %
120,4 %
109,8 %
107,5 %
Aantal verzekerden (per einde van het jaar) Deelnemers, actief en voortgezet* Gewezen deelnemers* Pensioengerechtigden Totaal aantal verzekerden Bijdragen van werkgevers Regulier Additionele stortingen
Uitkeringen
Rendement o.b.v. total return
* De grote afname bij de actieven (en toename bij slapers) wordt veroorzaakt door de beëindiging van de aangesloten GE-ondernemingen. ** De cijfers 2003 tot en met 2005 zijn in 2006 aangepast (een andere rubricering in verband met overgang van pensioenvermogenmethode naar fondsvermogenmethode) voor vergelijkingsdoeleinden. *** De berekening van de dekkingsgraad is gelijk aan het eigen vermogen plus de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds waarbij de overige technische voorzieningen buiten beschouwing worden gelaten, gedeeld door de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds.
• PensioenPraat 9
Wat zijn rekenfactoren? Rekenfactoren zijn cijfers en tabellen opgesteld door de actuaris van het pensioenfonds die de administratie van het fonds gebruikt om het pensioen opnieuw uit te rekenen als de deelnemer besluit af te wijken van het standaard pensioen.
Wijzigingen in rekenfactoren of flexibiliseringspercentages Omdat deze rekenfactoren voor een groot deel betrekking hebben op te maken keuzes door de deelnemer is het van belang tijdig voor pensionering of vertrek bij het bedrijf hiervan kennis te nemen. Op die manier kan de deelnemer invloed uitoefenen op de ingang en hoogte van zijn pensioen. Keuzemogelijkheden deelnemer Zo moet de deelnemer met een partner bij pensionering een deel van het ouderdomspensioen omruilen in een nabestaandenpensioen. Ook kan de pensioendatum naar voren gehaald (vervroegen) of uitgesteld worden (verlaten). Verder kan gekozen worden een lager nabestaandenpensioen te kiezen of zelfs van het nabestaandenpensioen af te zien, hiervoor is wel schriftelijke toestemming van de partner nodig. Aan deze verschillende mogelijkheden, hangen verschillende percentages en tabellen die door de actuaris zijn berekend en door het bestuur goedgekeurd. Dit worden de flexibiliseringpercentages genoemd. Deze flexibiliseringpercentages zijn per 1 januari 2008 vernieuwd en opgenomen in bijlage 2 van het pensioenreglement.
• PensioenPraat 10
Meer uitleg over deze rekenfactoren kunt u lezen in Pensioenpraat 24, hoewel de daar gebruikte cijfers en tabellen inmiddels zijn aangepast. U vindt PensioenPraat digitaal op www.pensioenfondssabic-ip.nl, onder de kop ‘Publicaties’. Periodieke aanpassing van de percentages De flexibiliseringpercentages worden elke vijf jaar door de actuaris aangepast en door het bestuur goedgekeurd. De redenen hiervoor zijn ondermeer de verandering van de overlevingstafel en de bestandsamenstelling. De overlevingstafel bevat gegevens over hoe oud men inschat dat mensen gaan worden. Immers, als mensen ouder worden zal dat er de oorzaak van zijn dat, bij vroeger met pensioen gaan, de factor voor de pensioenaanpassing verandert. Bij de bestandsamenstelling wordt bijvoorbeeld gekeken naar hoeveel mannen en vrouwen er deelnemer zijn. Want vrouwen leven gemiddeld langer dan mannen. Ook hier moet het pensioenfonds rekening mee houden. Het bestuur heeft besloten om de inruilpercentages en de vervroegings- en uitstel-
factoren per 1 juli 2008 voor een periode van vijf jaar aan te passen aan de nieuwe overlevingstafel en de actuele bestandsamenstelling. In de nieuwe overlevingstafel, die door De Nederlandsche Bank aan de pensioenfondsen is voorgeschreven, wordt rekening gehouden met de sterftetrend. De sterftetrend geeft aan dat het de verwachting is dat zowel mannen als vrouwen in de toekomst langer blijven leven. Gesave Als u deelnemer bent aan de Gesaveregeling krijgt u bij de omzetting van uw gespaarde geld naar een uitkering, te maken met inkoop- en afkoopfactoren. Met deze factoren wordt uw uiteindelijke extra pensioen boven het standaard bedrijfspensioen berekend. Per 1 juli 2008 zijn de inkoopfactoren van Gesave en de afkoopfactoren klein pensioen aangepast aan de nieuwe overlevingstafel en bestandsamenstelling. Deze factoren zijn ook opgenomen in bijlage 2 van het pensioenreglement. Tevens is besloten dat deze factoren voortaan jaarlijks door het bestuur worden vastgesteld op basis van de actuele marktrente.
Veelgebruikte termen in ‘pensioenland’ In de artikelen over de ALM-studie en de continuïteitsanalyse worden termen gebruikt die veel in ‘pensioenland’ voorkomen. Om u een beetje wegwijs te maken hieronder een beschrijving van de betekenis van de gebruikte termen. ABTN staat voor Actuariële en Bedrijfstechnische nota en geeft de criteria aan op basis waarvan het (financieel) beleid van een pensioenfonds wordt gevoerd. Het opstellen van een ABTN is een verplichting die voortvloeit uit de Pensioenwet (Pw). De ABTN heeft de bedoeling het actuariële en bedrijfstechnische beleid transparant te maken en heeft de hoedanigheid van een bedrijfsplan dat het functioneren inzichtelijk maakt. De ABTN is voor De Nederlandsche Bank een informatiebron bij de uitoefening van het toezicht.
Dekkingsgraad: de dekkingsgraad van een pensioenfonds is een indicator voor de vermogenspositie. Hierbij wordt de markt waarde van de beleggingen gedeeld door de contante waarde van de verplichtingen. Uitgebreide toelichting: Bij een dekkingsgraad van 100% heeft een pensioenfonds net genoeg vermogen om de verplichtingen na te komen. Een pensioenfonds dient tenminste een dekkingsgraad aan te houden van 105%. Dit is de minimaal vereiste dekkingsgraad. Is de dekking beneden de 105% dan is er sprake van
Om van een ongestoorde oude dag te kunnen genieten is het belangrijk dat de dekkingsgraad hoog genoeg is
De Nederlandsche Bank houdt ook toezicht op de pensioenfondsen in ons land
onderdekking. Komt een fonds beneden de 105% dan moet het een korte termijn herstelplan indienen bij De Nederlandsche Bank, dat moet aangeven hoe het fonds binnen een periode van maximaal 3 jaar terug zal zijn op het niveau van de minimaal vereiste dekkingsgraad. Boven de 105% beschikt het fonds over buffers. Echter, de wetgever en De Nederlandsche Bank stellen aan de pensioenfondsen hogere eisen, om het risico te beperken dat een pensioenfonds ooit onder de minimaal vereiste dekkingsgraad komt. Daarom dient een pensioenfonds toe te werken naar een vereiste dekkingsgraad. De vereiste dekkingsgraad is de dekkingsgraad waarbij het statistisch niet vaker dan eens in de veertig jaar voorkomt dat een fonds onder de minimaal vereiste dekkingsgraad van 105% komt. Door de bank genomen is de vereiste dekkingsgraad in de orde van grootte van 130%. Komt een fonds onder de vereiste dekkingsgraad dan is het verplicht bij De Nederlandse Bank een lange termijn herstelplan in te dienen, dat in een periode van 15 jaar tot herstel naar de vereiste dekkingsgraad moet leiden. Ook de vereiste dekkingsgraad is eigenlijk niet goed genoeg. Een pensioenfonds dient ook in staat te zijn de pensioenen te indexeren. Daarom moet een fonds streven naar een zogeheten gewenste Lees verder op pagina 12
• PensioenPraat 11
Vervolg van pagina 11
dekkingsgraad. Een gewenste dekkingsgraad is een dekkingsgraad waarbij een fonds waarschijnlijk tot in lengte van dagen de pensioenen kan beschermen tegen de waardeontwikkeling van het geld. Om op dit niveau te komen moet een fonds een dekkingsgraad hebben van ongeveer 150 tot 160%. Een pensioenfonds dat nog niet is de gewenste dekkingsgraad heeft en wel graag indexatie van de ingegane pensioenen uitvoert mag geen premiekortingen verlenen aan of premieterugbetalingen doen aan de sponsor, dat wil zeggen het moederbedrijf. Vereist eigen vermogen: het vereist eigen vermogen is de omvang van het eigen vermogen (de bezittingen van het fonds minus de schulden) waarover een pensioenfonds ten minste moet beschikken. Als een fonds niet over dit vermogen beschikt, moet het een lange termijn herstelplan indienen bij De Nederlandsche Bank.
Pensioenfonds informeert over gevolg prijsstijging Pensioenfondsen en verzekeraars moeten vanaf 1 janauari volgend jaar via een zogeheten indexatielabel informatie gaan geven over de gevolgen van de gestegen prijzen op de pensioenen. Werknemers en gepensioneerden kunnen dan zien of hun pensioen in de toekomst zijn koopkracht behoudt.
Ombudsman Pensioenen Als u een probleem heeft met uw pensioen en er binnen uw pensioenfonds geen voor u acceptabele oplossing kan worden bereikt, kunt u dit voorleggen aan de Ombudsman Pensioenen. Kijk eerst op www.ombudsmanpensioenen.nl Het postadres is: Ombudsman Pensioenen Postbus 93560, 2009 AN Den Haag Telefoon (070) 333 89 65 Fax (070) 333 89 00
Bestuur van het pensioenfonds Olaf Tant - voorzitter Jan Aerts - secretaris Jos van Gisbergen
Dat blijkt uit een ministeriële regeling die minister Piet Hein Donner van Sociale Zaken vrijdag heeft gepubliceerd. Het indexatielabel laat aan de hand van muntjes zien in welke mate de pensioenen in de eerstvolgende 15 jaar naar verwachting meegroeien met de prijzen.
Aan de GEdeelnemers Als deelnemer aan het Pensioenfonds GE Pension NL 2007, is dit de laatste PensioenPraat die u ontvangt. Als u op de hoogte wilt blijven vindt u op de website www.pensioenfondssabic-ip.nl de toekomstige uitgaven van PensioenPraat.
Pensioen helpdesk Correspondentieadres TKP Postbus 501, 9700 AM Groningen Bezoekadres TKP Stationsplein 9, 9726 AE Groningen
Frederik Grever Debbie Hameetman Rick Lisapaly Lau de Smet
Contactpersonen TKP (pensioendesk) Roelof de Wal en Jakob Pronk
Jurgen Stockbroekx Directie Sjoerd Hoogterp
Telefoon pensioendesk TKP (nieuw!) (050) 582 79 66 E-mailadres pensioendesk TKP
[email protected]
Administratief assistent Carla Ligtenberg
• PensioenPraat 12
Internetadres TKP www. tkppensioen.nl
Helpdesk Delta Lloyd (Geflex/Gesave) Informatie over beleggingsbeleid: (020) 597 61 00 Informatie over uw saldo: (020) 597 63 00