Sociaal jaarverslag
Algemeen In 2002 is de in voorgaande jaren ingeslagen weg vervolgd om het personeelsbeleid verder toe te snijden op de specifieke kenmerken van de Onderzoekorganisatie knaw. Daarbij is niet zozeer ingezet op de introductie van nieuwe instrumenten en middelen, maar op het invoeren en uitwerken van reeds genomen initiatieven. Voorbeelden daarvan zijn de in de cao-Onderzoekinstellingen (cao-oi) gemaakte afspraken over de persoonlijke ontwikkelingsplannen (pop) en de invoering van de Wet verbetering poortwachter. Ook is verder gewerkt aan een nieuw systeem van functiewaardering. Afspraken zijn gemaakt over de inzet van de decentrale arbeidsvoorwaardengelden voor de opleidingsplannen van de instituten. Een belangrijke stap in het toegankelijk maken van onze arbeidsvoorwaarden is de totstandkoming van de Arbeidsvoorwaardenbundel KNAW. Daarnaast is 2002 ook een jaar van bezinning geweest. In het kader van de evaluatie van de decentralisatie van de arbeidsvoorwaardenvorming is gezamenlijk met de andere partners (nwo en Koninklijke Bibliotheek) in de werkgeversvereniging wvoi geconcludeerd dat voortzetting van die decentrale wijze van werken de voorkeur verdient boven een centrale vaststelling van de arbeidsvoorwaarden door het Rijk. De evaluatie van de arbeidsvoorwaardenvorming uitmondend in een eigen cao, heeft in wvoiverband nog niet tot eindconclusies geleid. Een belangrijke vraag is in hoeverre de door de cao-partners te leveren inspanning voldoende is terug te vinden in onderscheidende arbeidsvoorwaarden ten opzichte van de andere werkgevers in de sector Hoger Onderwijs en Onderzoek. Aansluiting bij de cao-Nederlandse Universiteiten vormt een redelijk alternatief. Ten slotte is 2002 ook een jaar van herbezinning geweest voor de concernafdeling p&o. Interne evaluaties en gesprekken met de instituten over de vraag op welke wijze de dienstverlening op het gebied van personeel en organisatie binnen de Akademie gestalte zou moeten gaan krijgen, hebben geleid tot voorstellen voor aanpassing van de taken en rollen van zowel de centrale personeelsafdeling als de personeelsfuncties bij de instituten. In het komende jaar zullen deze moeten worden uitgewerkt en vervolgens worden ingevoerd. Organisatieontwikkelingen
Topstructuur van de Akademie In het voorjaar van 2002 is een onderzoek gestart naar de topstructuur van de Akademie. Dit leidde in het najaar tot voorstellen van een bestuurswerkgroep voor aanpassingen in de rolverdeling tussen bestuur en directie. Over deze voorstellen wordt begin 2003 besloten.
Bureau Parallel aan het onderzoek naar de topstructuur van de Akademie zijn in 2002 gesprekken gevoerd met instituutsdirecties en –beheerders over de vraag hoe verder te gaan met de personele functie binnen de knaw. Die functie is nu deels centraal, deels decentraal ingevuld. Er bleek behoefte aan verduidelijking van de afbakening van de taken en verantwoordelijkheden tussen het Bureau en de instituten, aan verbeteringen in de dienstverlening en de overlegstructuur en aan meer vrijheid in het afnemen van centrale p&o-diensten. De gesprekken hebben geleid tot een reorganisatievoorstel voor de afdeling p&o waarover naar verwachting in het eerste kwartaal van 2003 wordt besloten.
95
Sociaal jaarverslag
Het onderzoek naar de taken van de afdeling Gebouwbeheer zal in 2003 waarschijnlijk ook tot een organisatieaanpassing leiden.
IOI en NIH Het fusieproces tussen ioi en nih is in 2002 feitelijk tot stilstand gekomen, onder andere omdat de benoeming van een directeur voor de te fuseren instituten niet kon worden gerealiseerd. Eind 2002 heeft het bestuur aan een extern adviseur opdracht gegeven te adviseren over de voorwaarden waaronder deze fusie tot stand kan komen. Naar verwachting zal daarover begin 2003 nader worden besloten.
IISG Om een gefundeerde beslissing te kunnen nemen over de toekomstige ontwikkeling van het iisg heeft een extern adviesbureau de financiële randvoorwaarden daarvan onderzocht. Er is tevens advies uitgebracht over de mogelijke strategische keuzen in het onderzoek en de collectievorming. Aan het einde van het verslagjaar had het bestuur de verschillende opties nog in overweging.
Hubrecht Laboratorium Met de overkomst van de onderzoeksgroep Clevers vanuit het umc van de Universiteit Utrecht werd het personeelsbestand van het Hubrecht Laboratorium met in totaal 25 medewerkers vergroot. In het kader van
Geschiedenis van de Nederlandse wijsbegeerte
Theo H.M. Verbeek
‘NWO is zeer modieus aan het worden’
Descartes en Spinoza. Er zijn mindere goden waar een filosoof zijn oeuvre aan kan wijden. Theo Ver-beek (1945), bijzonder hoogleraar geschiedenis van Nederlandse wijsbegeerte in Utrecht, mag zich dé kenner van de zeventiende-eeuwse wijsbegeerte in ons land noemen. Hij is ook internationaal een van de meest vooraanstaande cartesianen, getuige onder meer de toekenning van de Descartes-Huygensprijs door de Franse regering in het jaar 2000. ‘Het buitenland doet een beroep op mij om de Nederlandse aspecten in het werk van Descartes en Spinoza te belichten’, zo benoemt hij bescheiden zijn wetenschappelijke opdracht. ‘In 1984 kreeg ik het verzoek van een Franse collega om de polemiek van Descartes met Utrechtse theologen in het Frans te publiceren. Sindsdien heeft Descartes mij niet meer
Afdeling Letterkunde
96 Sociaal jaarverslag
losgelaten. Het is een combinatie van toeval en persoonlijke voorkeur die mij tot deskundige op het gebied van het Nederlandse cartesianisme heeft gemaakt.’ Zorgwekkend vindt hij het nieuwe beleid van NWO voor de geesteswetenschappen. Aanvankelijk sponsorde de onderzoeksorganisatie het project ‘Towards a new edition of Descartes’ waarin onder meer Descartes’ correspondentie met zijn navolger en latere criticus Regius wordt uitgegeven en een nieuwe editie van de Latijnse vertaling van de ‘Discours de la méthode’ wordt vervaardigd. Inmiddels is er een andere wind bij de onderzoeksfinancier gaan waaien. ‘Als je geld wilt krijgen, moet je onderzoek nu vernieuwend zijn. Een editie-project voldoet daar in de ogen van NWO niet aan. Bovendien kan ik met de nieuw geformuleerde thema’s niet uit de voeten. NWO is zeer modieus aan het worden. Voor mijn project is het heel treurig en het is internationaal ook niet te verkopen. Ik zit nu tussen twee
vuren. Voor NWO is mijn onderzoek te ‘Frans’ en heeft mijn onderzoek te weinig met de Nederlandse cultuurgeschiedenis te maken, terwijl men in het buitenland erop rekent dat wij onze bijdrage aan het internationale Descartes-onderzoek leveren.’ Zijn publicatiestroom lijdt er voorlopig niet onder. Vorig jaar was het vooral Spinoza die de klok sloeg. In juni kwam een vertaling van het traktaat ‘Over de verbetering van het verstand’ uit. Dit jaar volgde Spinoza’s Theologico-political treatise: Exploring ‘the will of God’ bij de Engelse uitgever Ashgate. Thans werkt hij samen met een aantal postdocs aan een nieuwe editie van de correspondentie van Descartes: ‘Descartes heeft twintig jaar in ons land gewoond en ook veel met Nederlanders gecorrespondeerd. Daar zitten enorm veel toespelingen in op de Nederlandse situatie die door eerdere uitgevers niet gezien zijn en die in veel gevallen een exactere datering mogelijk maken.’
de samenwerking met het icin rond het onderzoekprogramma ‘Ontwikkelingsbiologie van het hart’ is met de komst van de onderzoeksgroep ‘De Windt’ een uitbreiding gerealiseerd van vijf medewerkers.
NIWI In het hoofdstuk Onderzoekorganisatie wordt ingegaan op de ingrijpende beleidsbeslissingen met betrekking tot het niwi.
NIDI Met het bestuur van de stichting Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (nidi) is een convenant gesloten op grond waarvan het nidi per 1 januari 2003 deel gaat uitmaken van de Onderzoekorganisatie knaw. In intensief overleg met het nidi en de medezeggenschap werd de overgang van 58 medewerkers voorbereid. Dankzij de deelname van het nidi aan de cao-oi deden zich geen majeure verschillen in rechtspositie voor.
NIOD/Holocaust Centre In overleg met het Ministerie van vws en de Universiteit van Amsterdam is besloten een centrum voor onderzoek en onderwijs op te richten over holocaust en genocide. Met een basisfinanciering van het ministerie kan het centrum een decennium in stand worden gehouden. Met de universiteit is afgesproken dat het nieuwe centrum wordt gehuisvest bij het niod. De medewerkers komen in dienst van de knaw en verrichten tevens onderwijstaken aan de universiteit. Human Resources Management
Risico-inventarisatie en –evaluatie (RIE) De activiteiten in de instituten zijn dit jaar vooral gericht op voortzetting van de activiteiten uit het Plan van Aanpak 2001. Nieuwe rie’s zijn voorbereid voor ioi, Hubrecht Laboratorium en cbs, die sinds de rie uit 1998 een nieuw pand betrokken. Ook voor nih en iisg waar grote(re) verbouwingen plaatsvonden, zijn nieuwe rie’s voorbereid. De rie’s worden niet uitgevoerd door amg, de eigen Arbo-dienst (inmiddels: Achmea Arbo), maar door ArboNed. Het beleid van de eigen Arbo-dienst wordt zodoende tevens in kaart gebracht en beoordeeld. Ziekteverzuim en bedrijfsmaatschappelijk werk
Ziekteverzuim Het ziekteverzuim bedroeg in 2002 4,43 procent. Dat is inclusief het verzuim langer dan één jaar en exclusief zwangerschapsverlof. Opnieuw betekent dit een daling van het ziekteverzuimcijfer ten opzichte van voorgaande jaren. In 2001 stond het cijfer nog op 4,7 procent. De Arbodienst constateert een toename van het aantal werkgerelateerde problemen, met name van psychische klachten. Het aantal klachten dat aanleiding geeft tot verzuim is, evenals in voorgaande jaren, absoluut gezien erg klein. Meer dan voorheen is de direct-leidinggevende ingeschakeld in het Sociaal Medisch Team (smt). In dit regulier overleg van het instituutsmanagement met de bedrijfsarts, dat is gericht op het optimaliseren van de verzuimbegeleiding, wordt gesproken over de terugkeer van verzuimende medewerkers. In sommige gevallen kon het ziekteverzuim worden teruggedrongen door zorgverlof te verlenen. Of door extra begeleiding van de maatschappelijk werker. Ook blijkt voorlichting over hulp bij psychische klachten en over klachten aan armen en handen, die kunnen wijzen op rsi, een verzuimbeperkende rol te spelen.
97
Sociaal jaarverslag
Ziekteverzuimprocedure In verband met de invoering van de Wet verbetering poortwachter heeft een werkgroep zich vanaf begin 2002 beziggehouden met de gevolgen van de wet voor het ziekteverzuimbeleid en de begeleiding binnen de knaw. De wet, die op 1 april 2002 in werking is getreden, leidt tot een grotere verantwoordelijkheid van zowel de werkgever als de werknemer voor de reïntegratie van de zieke werknemer in het arbeidsproces. Zo moet een zieke werknemer veel strakker worden begeleid. Er moet veel meer dan voorheen worden vastgelegd in dossiers. Werknemer en werkgever moeten afspraken maken over het reïntegratietraject en een casemanager aanwijzen. De trainings- en externe reïntegratiemogelijkheden werden door de werkgroep geïnventariseerd. Voor de Arbo-dienst, de personeelsbeheerders bij de instituten en de centrale p&o-afdeling vergde de invoering van de wet een grote omslag in aanpak. Knelpunt bij de uitvoering vormde opnieuw de traagheid van de uitvoeringsinstantie uwv/uszo. De onderscheidenlijke taken en verantwoordelijkheden werden vastgelegd in een nieuw contract met de Arbo-dienst. De gang van zaken zal in 2003 worden geëvalueerd.
Eenduidige verzuimregistratie Ter uitwerking van de afspraken in het Arbo-convenant dat in 2000 voor de sector Hoger Onderwijs en Onderzoek werd gesloten, is in de cao-oi overeengekomen dat de onderzoekinstellingen het ziekteverzuim vanaf 1 januari 2003 eenduidig volgens de normen uit de Toolkit verzuim-registratie bijhouden. Hierdoor kunnen de effecten van het verzuimbeleid in de verschillende wvoi-instellingen beter met elkaar worden vergeleken.
Werkdruk Om de ontwikkeling van de werkdruk te kunnen volgen, is in de wvoi afgesproken een steekproefsgewijs onderzoek naar de werkdruk te houden. Het werkdrukonderzoek zal met enige regelmaat worden herhaald. Voor de onderlinge vergelijkbaarheid van de situatie bij de verschillende instellingen wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde vbba-vragenlijst. De werkdrukmeting vindt in 2003 plaats.
Bedrijfsongevallen Er heeft zich in 2002 één bedrijfsongeval voorgedaan. De medewerker kreeg bij het bankwerken een stukje kunststofdeksel tegen zijn kaak en oog, met blijvende oogschade als gevolg. Het ongeval is gemeld bij de Arbeidsinspectie
Bedrijfsmaatschappelijk werk Het bedrijfsmaatschappelijk werk wordt verzorgd door het gimd. Vanuit een onafhankelijke positie wordt psychosociale hulp aan de medewerkers verleend. De bedrijfsmaatschappelijk werker adviseert tevens leiding-gevenden over de begeleiding van de medewerkers. Voor alle instituten samen is 24 uur per week beschikbaar. Dit jaar is individuele hulp geboden aan 107 medewerkers. Dat is een stijging van eenderde ten opzichte van de 79 in 2002. De forse stijging komt zowel door een grotere inzet bij reorganisaties – waarvoor tijdelijk vier uur extra per week aan capaciteit beschikbaar is – als door extra gesprekken en begeleiding op de werkplek van medewerkers als gevolg van knelpunten aldaar. Verder is de bedrijfsmaatschappelijk werker door groepen en afdelingen geconsulteerd en nam deze deel aan de smt-overleggen in de instituten. Net als in voorgaande jaren blijken de vragen op het gebied van arbeidsverhoudingen het meest voorkomend. Dit heeft geleid tot extra adviesgesprekken met leidinggevenden. Op enkele instituten heeft de bedrijfsmaatschappelijk werker voorlichting gegeven over de Wet verbetering poortwachter en daarmee samenhangend verzuimbegeleiding aan leidinggevenden.
98 Sociaal jaarverslag
Werkplekonderzoek en RSI Waar nodig verricht de Arbo-dienst onderzoek naar de werkplek. De opzet is dat de Arbo-commissies van de instituten in staat zijn een gemiddelde werkplek goed in te richten. Ontstaan toch klachten, dan wordt vanuit de Arbo-dienst een Arbo-adviseur ingezet om de werkplek te verbeteren. Er is weer voorlichting gegeven over beeldschermwerk en over het voorkomen van rsi.
Onacceptabel gedrag In 2002 is één formele klacht ingediend in het kader van de Klachtenregeling onacceptabel gedrag. Het bestuur volgde het advies van de klachtencommissie op. Enkele malen heeft een medewerker een vertrouwenspersoon benaderd met een probleem, zonder dat dit tot een formele klacht heeft geleid. In sommige instituten zijn informatiebijeenkomsten georganiseerd over onacceptabel gedrag. Deze bijeenkomsten, waar een vertrouwenspersoon, de maatschappelijk werker en de personeelsadviseur hun verschillende taken en rollen toelichtten, werden over het algemeen goed bezocht. Komend jaar wordt het voorlichtingsprogramma gericht op de overige instituten.
Sterrenkunde
Michiel B.M. van der Klis
‘Zwarte gaten zijn heel extreme uitingen van de werkelijkheid’
Met name drie zaken binnen de sterrenkunde spreken tot de verbeelding van mensen, heeft Michiel van der Klis (1953) in de loop der jaren ondervonden. ‘Eén: zwarte gaten. Twee: wat is er voorbij de rand van het heelal en wat was er voor de Big Bang? Drie: ufo’s.’ Over dat laatste wordt de hoogleraar sterrenkunde aan de Universiteit van Amsterdam regelmatig gebeld. ‘Kortgeleden kwamen hier twee mensen uit de Bijlmer langs, die met hun videocamera een ufo hadden gefilmd. Voorzichtig probeerde ik hen uit te leggen dat het de landingslichten van een vliegtuig waren. Ik vind dat je mensen altijd in hun waarde moet laten. Hun houding is namelijk goed: ze kijken naar de hemel, en zijn verbaasd over wat ze daar zien.’ Zelf was Van der Klis vroeger ook niet ongevoelig voor het spectaculaire imago van de astonomie. De eerste maanlandingen tijdens zijn jeugd trokken hem het vak in. En zijn latere
Afdeling Natuurkunde
99
Sociaal jaarverslag
specialisatie in zwarte gaten en neutronensterren had deels te maken met het mysterieuze aura eromheen. ‘Het zijn toch wel heel extreme uitingen van de werkelijkheid.’ Neutronensterren en zwarte gaten, eigenlijk is het een pot nat. Zwarte gaten zijn volledig ingestorte sterren, neutronensterren zijn bijna volledig ingestort. ‘De laatste zijn nog wel waarneembaar, hebben vaak een straal van enige kilometers. Ze draaien razendsnel rond hun as: duizend keer per seconde bijvoorbeeld.’ Honderden artikelen in gerenommeerde wetenschappelijke tijdschriften schreef de sterrenkundige er reeds over. Gebaseerd op waarnemingen vanaf Amerikaanse en Europese satellieten, en opgevangen radiopulsars met de Westerbork Synthese Radio Telescoop. ‘Nog steeds een van de grootste radiotelescopen ter wereld.’
In de sterrenkunde geniet Nederland wereldfaam. ‘Hoe dat komt? Ik denk vanwege de grote namen uit de vorige eeuw: Oort, Pannekoek, Kapteyn, Minnaert. De huidige Nederlandse sterrenkundigen kun je nog steeds in stambomen tot deze groten terugvoeren: leerling van de leerling van...’ Binnen de KNAW wil Van der Klis strijden tegen de voortdurende afbraak van het bèta-onderwijs op de middelbare school. ‘Ieder jaar krijgen we hier buitengewoon intelligente studenten binnen. Maar op school zijn zij sterk tekort gedaan. Ze leren niet meer rekenen, simpele algebrakennis ontbreekt.’ Daarnaast moet de KNAW zich ook sterker verzetten tegen de steeds hogere toegangsdrempels voor wetenschappelijke gasten van buiten de EU. ‘Soms heb ik met veel moeite een topwetenschapper overtuigd om een tijdje hierheen te komen, belandt deze persoon vervolgens in allerlei wachtkamers. Een ongelofelijke bureaucratie. Af en toe schaam ik me rot.’
Opleidingen
Opleidingsbudget In de cao is afgesproken dat jaarlijks door de werkgever wordt gerapporteerd over de middelen die zijn ingezet om de ontwikkeling van medewerkers te stimuleren. Voor het opleidingsbudget werd als streefbedrag 0,8 procent van de totale loonsom overeengekomen. De loonsom bedroeg in 2002 in totaal € 43.852.570. Voor opleidingen werd een bedrag van in totaal € 484.130 ingezet. Het bestede opleidingsbudget bedraagt voor 2002 derhalve 1,1 procent van de totale loonsom.
Doorstroomprogramma OIO’s Om oio’s beter in staat te stellen binnen de termijn van vier jaar te promoveren, besloot de knaw in 2001 tot een opleidingsprogramma voor deze groep met daarin vooral aandacht voor de versterking van hun professionele vaardigheden en de oriëntatie op hun arbeidsmarktpositie. De oio’s namen in 2002 voor het eerst deel aan het programma dat door de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (fom) speciaal voor deze doelgroep is ontwikkeld. Van de 32 oio’s die hiervoor in aanmerking kwamen, namen uiteindelijk 16 personen deel.
Workshops en in company-opleidingen In 2002 zijn twee workshops ‘Solliciteren’ en drie workshops ‘Netwerken’ georganiseerd. In verband met de grote belangstelling voor deze work-
Rechtsfilosofie
Arend Soeteman
‘De politieke discussie over normen en waarden dient zich te beperken tot wat vastgelegd moet worden in de wet’
In de maanden na zijn inauguratie heeft de KNAW al een stevig beroep gedaan op de Amsterdamse rechtsfilosoof prof. dr. Arend Soeteman (1944). Zo werd hij onder meer lid van de commissie ethiek. ‘We inventariseren bijvoorbeeld de mogelijke ethische problemen naar aanleiding van ontwikkelingen in genetische onderzoek. Klonen van mensen is vooralsnog geen reële mogelijkheid, dat heb ik van medecommissielid Galjaard begrepen, maar het gaat dan om kwesties als de genetische screening van de foetus op kansen op borstkanker en Alzheimer.’ Het werk in de commissie ligt in het verlengde van een deel van zijn onderzoek en onderwijs, waarin hij zich onder meer richtte op problemen rond al dan niet gewenste juridische regelingen van ethische vragen. Normen en waarden – voor ze een brandende politieke kwestie werden, had Soeteman ze al centraal
Afdeling Letterkunde
100 Sociaal jaarverslag
gesteld in zijn werk. ‘Mijn vak is de laatste twee jaar meer gaan leven. Je ziet tegenwoordig veel hoofddoekjes in de collegezaal, dus dan mag ik bijvoorbeeld graag een casus over eerwraak presenteren.’ In de media zal hij zich niet zo snel vertonen. ‘De nuances verdwijnen. Dat merkte je bijvoorbeeld bij het gekrakeel over de betekenis van artikel 1 van de grondwet. Veel mensen denken dat daarin staat dat iedere discriminatie verboden is, maar dat is een vergissing. Als ik geen zwarten in mijn huis zou willen is dat volgens geen enkele wet verboden. Überhaupt bespeur ik veel onnauwkeurigheid in het maatschappelijke en politieke debat. In de politiek dient de discussie over normen en waarden zich te beperken tot wat vastgelegd moet worden in de wet. Fatsoen bijvoorbeeld kun je niet vastleggen in een wet.’ Liever analyseert hij wat de relevante overwegingen zijn in ethische discussies zijn, dan zelf stelling te nemen. Zijn mooiste momenten van het afgelopen jaar beleefde hij bij het gesprek over een ‘vrij technische problematiek’, zegt hij, op een klein
congres in Parijs over de filosofische precisering van het normbegrip. ‘Heerlijk was dat, een paar dagen in het gezelschap van een kleine twintig mensen die weten waar ze het over hebben.’ Weten waar je het over hebt – dat mist Soeteman nog wel eens bij de huidige generatie studenten. ‘Er zijn er bij met een schrikbarend niveau. Als ik ze vraag een tekst samen te vatten, schrijven ze her en der een zin over, van geschiedenis weten ze weinig en er klinkt gemopper als ik een Engelse tekst opgeef. Laatst gebruikte ik bij tentamen een tekst van de politiek filosoof McIntyre over de universele rechten van eenhoorns en heksen. Vijftien van de honderdvijftig bleek het woord ‘eenhoorn’ niet te kennen en begon over eekhoorns.’ Het vwo-diploma vindt hij niet meer voldoende als toegangseis voor de universiteit. ‘Dat zou de KNAW aan moeten kaarten. En daarnaast natuurlijk de afbraak van het onderzoek door de bezuinigingen op het hoger onderwijs. De overheid kort nu op de kwaliteit van het leven in de toekomst en slacht de economie op de lange termijn.’
shops, worden ze in 2003 herhaald. Voor medewerkers die belast zijn met het personeelsbeheer werd de wvoi-cursus Rechtspositie herhaald. Ook de belangstelling voor de sinds 2000 aangeboden training Persoonlijke Effectiviteit was groot genoeg om in 2002 een nieuwe reeks te organiseren. Voor diegenen die vaak projecten trekken zonder over leidinggevenden bevoegdheden te beschikken, besteedde de Leergang Sturen in samenwerking aandacht aan het versterken van vaardigheden om draagvlak te creëren in een team met kritische professionals. Ter versterking van de leidinggevende vaardigheden werd in 2002 voor het eerst de Leergang Leidinggevenden georganiseerd. Loopbaanbegeleiding & mobiliteit
Loopbaanbegeleiding In 2002 stonden 106 werknemers ingeschreven bij het Loopbaancentrum. Hieronder waren 94 nieuwe aanmeldingen. Driekwart van de ingeschrevenen had een tijdelijk dienstverband en moest actief nadenken over de toekomst vanwege het aflopen van het dienstverband bij de knaw. 54 procent was werkzaam in een niet-wetenschappelijke functie en 46 procent in een wetenschappelijke functie. Relatief de meeste aanmeldingen kwamen van het niwi, het Meertens Instituut en het niod. Er werden 286 loopbaangesprekken gevoerd door de consulenten van het Loopbaancentrum. Er schreven zich 91 kandidaten uit. Bijna 60 procent vond tijdens de loopbaanbegeleiding een andere baan. Bij meer dan de helft ging het om een baan buiten de knaw. In 15 procent van de gevallen werd de begeleiding afgerond met een helder loopbaanperspectief en/of koos de werknemer voor continuering van de huidige functie. De overige 25 procent begeleidingstrajecten werd afgerond om zeer uiteenlopende redenen, zoals beëindiging van de werkloosheidsuitkering, of langdurige ziekte of afkeuring.
Vacatures De instituten meldden 99 vacatures aan bij het Loopbaancentrum. In 2001 waren dat er 125, een daling dus in 2002 van ruim 25 procent. Over de hele linie zijn minder vacatures aangeboden. Met uitzondering van ioi, niod, nih waar een toename zichtbaar is ten opzichte van 2001. De daling van het aantal vacatures komt overeen met de landelijke trend. Ook bij andere wetenschappelijke instellingen is vanaf 2000 sprake van een daling van het vacatureaanbod. De werving was voor 53,5 procent gericht op niet-wetenschappelijke personeel en voor 46,5 procent op wetenschappelijk personeel. Ruim 42 procent van de functies betreffen de salarisschalen 10 en 11, waaronder veel tijdelijk wetenschappelijk personeel. Elke vacature wordt vergeleken met het profiel van de bij het Loopbaancentrum ingeschreven medewerkers. Er is 53 keer gewezen op interne vacatures. Er zijn 7 interne kandidaten aangenomen op interne vacatures. Van de 99 vacatures werden er 73 op de websites van de knaw en van Academic Transfer (at) geplaatst. Sinds 2002 worden de Engelstalige vacaturemeldingen ook op de internationale website van Academic Transfer geplaatst (www.at.org). Ruim 99 procent van de reflectanten reageerde via deze internationale website. Er waren circa 200 reacties uit India, China, Bangladesh, Afrika, Papoea Nieuw-Guinea en 13 uit Europa waarvan 7 uit Nederland. Vanaf december worden de Engelstalige vacatures door at ook geplaatst op een belangrijke Engelse site. Om de Nederlandse vacatures grotere bekendheid te geven worden die in 2003 ook van de overheid door at op de website gezet (www.werkenbijdeoverheid.nl). Bij de overige 26 vacatures werd geworven via de eigen netwerken van de instituten en het Loopbaancentrum.
101 Sociaal jaarverslag
Bezwaar en beroep In 2002 dienden negen medewerkers tegen een rechtspositiebesluit een bezwaarschrift in. Het ging om uiteenlopende zaken, zoals een personeelsbeoordeling, een ontslag op andere gronden, het uitbetalen van vakantiedagen en een studiekostenvergoeding. In vier zaken bracht de Centrale Commissie van Advies Arbeidsgeschillen (ccaa) advies uit aan het bestuur. In twee gevallen verklaarde het bestuur de bezwaren ongegrond, in één geval kwam het tot een gegrondverklaring en in het andere geval verklaarde het bestuur de bezwaren deels gegrond en deels ongegrond. Twee zaken werden zonder hoorzitting en advisering vereenvoudigd afgedaan, doordat aan de bezwaren tegemoet werd gekomen. Aan het einde van het verslagjaar waren nog drie zaken in behandeling, waaronder één uit 2001. Van de lopende beroepszaken bij de rechtbank werd de knaw in twee zaken in het gelijk gesteld. In één zaak is het beroep ingetrokken, na een schikking in der minne. Arbeidsvoorwaarden en sociale zekerheid
Primaire arbeidsvoorwaarden Op 11 juni 2002 zijn de onderhandelingen afgerond voor een nieuwe cao met een looptijd van 16 maanden, van 1 juni 2002 tot 1 oktober 2003. Er is een algehele loonsverhoging van 3 procent per 1 juni 2002 overeengekomen, een structurele eindejaarsuitkering van 3 procent en een incidentele eindejaarsuitkering van 1 procent met ingang van december 2002. De loonafspraken dragen bij aan de noodzakelijke versterking van de arbeidsmarktpositie van de onderzoekinstellingen. Met name de afspraak van een percentuele eindejaarsuitkering is gunstig voor werknemers in de hogere salarisschalen voor wie de cao relatief minder concurrerend is. Omdat de cao een omslachtige drempel bleek om optimaal gebruik te maken van vakantiewerkers, is afgesproken dat vakantiewerkers voortaan buiten de werkingssfeer van de cao blijven.
Secundaire arbeidsvoorwaarden De cao is aangevuld met een recht op kortdurend zorgverlof voor de verzorging van een zieke naaste en met pleegzorgverlof dat kan worden opgenomen bij opname van het kind in het gezin. Ook is het al bestaande adoptieverlof verruimd. Deze aanpassingen vloeien voort uit de nieuwe Wet arbeid en zorg. Daarnaast is het recht op verlenging van een tijdelijke aanstelling wegens genoten zwangerschaps- en bevallingsverlof geflexibiliseerd en zijn de rechten op bijzonder verlof enigszins versoberd doordat het verlof bij ondertrouw is geschrapt. Op verschillende punten is de avom-regeling vereenvoudigd om de hoge uitvoeringslasten in te perken.
Harmonisatie van regelingen Er werden in de cao-oi in het kader van het wvoi-harmonisatieproject een aantal eenvoudige regels opgenomen over de onderwerpen kinderopvang, verhuiskosten binnen Nederland en vergoeding van pensionkosten. De complexe regelingen bij de verschillende onderzoekinstellingen kwamen daarmee te vervallen.
Reïntegratie gewezen werknemers Binnen de mogelijkheden van de nieuwe Wet SUWI, die vanaf 1 januari geldt, heeft de wvoi besloten de verantwoordelijkheid voor de begeleiding van de moeilijk herplaatsbare werkloze ex-werknemers zelf te dragen en niet bij de Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzekeringen (uwv) te leggen. Een groot aantal activiteiten wordt uitbesteed aan Loyalis Mens en Werk.
102 Sociaal jaarverslag
Studie ziektekostenvergoedingenstelsel Omdat verwacht werd dat binnen een termijn van drie jaar op nationaal niveau een algehele stelselwijziging in de ziektekostenverzekering wordt gerealiseerd, hebben de cao-partners geconcludeerd dat het niet zinvol zou zijn om vooruitlopend daarop een ingrijpende wijziging aan te brengen in het huidige systeem van ziektekostenvergoedingen. De studie van een paritaire wvoi-commissie naar een nieuw stelsel voor de tegemoetkomingen in de ziektekosten is voorlopig stopgezet.
Decentrale arbeidsvoorwaarden Voor bepaalde onderwerpen vindt het arbeidsvoorwaardenoverleg niet binnen de wvoi plaats, maar maakt de knaw afspraken met de werknemersorganisaties in het Lokaal Overleg. In dit overleg komt de besteding van het budget van de decentrale arbeidsvoorwaardengelden aan de orde en voorts de uitvoeringsregelingen over het volume in tijd en/of geld. Voor de jaren 2001 en 2002 was met het Lokaal Overleg overeengekomen dat de werknemer een persoonsgebonden budget van maximaal € 453,78 kon besteden aan het op peil houden of vergroten van zijn kennis en inzetbaarheid. Uitgaven voor bijvoorbeeld vakliteratuur, cursussen of een pc konden met dit budget worden bekostigd. In 2002 maakten circa 700 medewerkers gebruik van dit budget. In 2002 werd besloten het budget ook ter beschikking te stellen aan oio’s die in dienst zijn bij nwo en bij de knaw werken. Ter verbreding van de inzetbaarheid zijn voor de jaren 2001 en 2002 tevens middelen beschikbaar gesteld voor opleiding en ontwikkeling bij de instituten. In 2002 hebben 11 instituten hiervoor een beleidsplan ingediend, die alle zijn goedgekeurd. Het Lokaal Overleg stemde verder in met een wijziging van de Premiespaarregeling in verband met inzet van de eindejaarsuitkering en met een aanpassing rond de vergoedingen bij dienstreizen in de Vergoedingsregeling. De Ondernemingsraad stemde in met een voorstel voor een knaw-brede regeling over de omgang met nevenwerkzaamheden. Sinds begin oktober zijn de cao-oi en alle overige arbeidsvoorwaardenregelingen van de knaw via het intranet voor alle medewerkers te raadplegen via http://info.knaw.nl Vanaf de werkplek kan daardoor direct worden beschikt over de actuele regelingen. Voor de meest intensieve gebruikersgroepen, zoals het management, de personeelsfunctionarissen en de medezeggenschapsorganen wordt een losbladige gedrukte uitgave van dit integrale regelgevingsbestand uitgebracht. Functiewaarderingssysteem In de cao-oi 2001-2002 hebben cao-partijen afgesproken dat er voor de onderzoekinstellingen een eigen functie-indelingssysteem wordt ontwikkeld. Op basis van het oude systeem van ‘beredeneerd vergelijken’, een systeem voor de hele rijksoverheid dat nu door de meeste overheidsinstanties is verlaten en niet meer actueel wordt gehouden, zou een nieuw systeem worden ontwikkeld. Na uitgebreide vergelijkingen is gekozen voor het ontwikkelen van een wvoi-functieniveau matrix. Functiewaardering vindt plaats door de essentie van de functie te vergelijken met het relevante normmateriaal dat gegroepeerd is per salarisschaal. Bij die vergelijking wordt telkens beredeneerd welk normmateriaal het meest op de functie van toepassing is. Het normmateriaal voor de nieuwe matrix is vastgelegd in referentiefuncties met de bijbehorende salarisschaal. Het normmateriaal is met de methode fuwasys gewaardeerd. Het normmateriaal van meer dan 110 functies is ondergebracht in zes functiefamilies: onderzoek, onderzoeksondersteuning, techniek, bibliotheek, documentatie en informatie-
103 Sociaal jaarverslag
voorziening, beleid en beheer en organisatie. Deze zes families en de 18 salarisschalen vormen een functieniveaumatrix. Het ontwerpen van een dergelijke matrix en het ijken aan de bestaande structuur kostte meer tijd dan was ingeschat. De invoeringsdatum van 1 januari 2003 is dan ook met zeker een half jaar vertraagd. Verbetering dienstverlening en samenwerking
Verbetertraject personeelsinformatie en salarisadministratie (PISA) Door Business Risk Services Ernst & Young is in januari 2002 een onderzoek opgestart naar de knelpunten in de gegevensstroom tussen de onderzoeksinstituten en de personeels- en salarisadministratie (pisa). Uit het onderzoek kwam naar voren dat in de hele informatieketen knelpunten optraden. Bijvoorbeeld als gevolg van gebrekkige softwarematige afstemming tussen het personeelsinformatie- en het salarissysteem en door onvoldoende interne controle. Ook bleken de instituten de mutatiegegevens niet op een uniforme wijze aan te leveren, wat de foutkans bij het verwerken van de mutaties verhoogde. Verder werd een achterstand in het aanpassen van de organisatieschema’s geconstateerd. Onder leiding van een extern projectleider is in werkgroepverband, waaraan ook vertegenwoordigers van de instituten deelnamen, gewerkt aan het oplossen van de knelpunten. Medio november 2002 werd het verbetertraject afgerond.
Invoering klantenteams Om de dienstverlening aan de instituten te optimaliseren, vindt de ondersteuning van de instituten vanaf 1 april 2002 via klantenteams plaats. Ieder instituut kan terugvallen op een klantenteam dat bestaat uit twee p&o-adviseurs, een medewerker van de Personeelsinformatie en Salarisadministratie en een medewerker van bureau Arbeidsvoorwaarden. Het koppelen van een vast team van dienstverleners aan een instituut vergemakkelijkt niet alleen de informatie-uitwisseling en advisering, maar vergroot ook de onderlinge betrokkenheid met een efficiëntere samenwerking als gevolg. Een bijkomend voordeel is dat de vervanging van de vaste p&o-adviseur bij ziekte of vakantie soepeler verloopt. Na de evaluatie in december is besloten deze formule in 2003 voort te zetten.
Experiment gecombineerde beheerdersoverleggen Ook met het experiment van gecombineerde beheerdersoverleggen is het afgelopen jaar geprobeerd om de band tussen de concernafdelingen p&o en Financiën en de instituten te verstevigen. Meer overleg en afstemming zijn noodzakelijk voor de beleidsontwikkeling en om de dienstverlening aan instituten te verbeteren. In het najaar werden daartoe drie bijeenkomsten georganiseerd voor alle financiële en personeelsbeheerders binnen de knaw. Elke bijeenkomst had een andere opzet om zodoende te zoeken naar de meest geschikte vorm. Door middel van informatieve presentaties, workshops en groepsdiscussies zijn diverse onderwerpen aan de orde geweest, zoals de informatievoorziening, de rol en positie van de beheerder, het begrotingsproces en het geïntegreerd middelenbeheer. Besloten is de gecombineerde beheerderbijeenkomsten voort te zetten in 2003. Speerpunten 2003 Ook in 2003 zal de aandacht vooral uitgaan naar het realiseren van ingezet beleid en kwaliteitsverbetering ten aanzien van bestaande instrumenten en beleid. De belangrijkste aandachtspunten zijn: de introductie van een nieuw functiewaarderingssysteem, het invoeren van persoonlijke ontwikkelingsplannen en de versterking van leidinggevende capaciteiten Wat betreft de p&o-dienstverlening zal de uitwerking en invoering van de veranderingsvoorstellen op dat gebied de aandacht vragen. Dit zal in nauw overleg met de instituten dienen plaats te vinden.
104 Sociaal jaarverslag
Het Personeel van de KNAW in getallen. Peildatum 31-12-2002 fte
Instituut
Aantal Onbep. Bep. tijd pers. tijd
109,07
114
87
27
16,44
20
10
10
niwi
109,38
123
97
26
chi
20,47
24
15
9
Meertens Instituut
50,22
65
41
24
iisg (incl. neha)
61,67
76
72
4
nias
17,4
26
20
6
cbs
52,77
55
39
16
Hubrecht Lab.
152,71
162
71
91
nih
97,85
108
58
50
ioi
57,41
68
37
31
icin
50,76
51
13
38
nioo
205,62
217
132
85
niod
52,1
56
36
20
kitlv
39,61
48
39
9
1093,48
1213
767
446
Bureau knaw Rathenau Instituut
knaw totaal
105 Sociaal jaarverslag
Schalen Jonger dan 35
35 tot 50 jaar 50 jaar en ouder
M
V
<8 8 t/m 11 > 11 <8 8 t/m 11 > 11 <8 8 t/m 11 > 11 <8 8 t/m 11 > 11 <8 8 t/m 11 > 11 <8 8 t/m 11 > 11 <8 8 t/m 11 > 11 <8 8 t/m 11 > 11 <8 8 t/m 11
3 3 0 0 0 0 5 9 0 0 2 0 5 0 0 1 1 0 1 0 0 4 4 0 11 36
16 5 0 0 4 0 2 5 0 0 3 0 7 10 0 2 0 0 4 0 0 11 2 0 14 26
M
3 13 9 0 3 1 13 23 3 0 6 0 2 6 7 7 11 7 1 1 0 0 7 3 7 17
V
6 19 3 3 5 2 10 12 3 2 2 0 4 6 2 7 9 1 3 3 3 10 3 0 4 12
M
2 8 11 0 0 2 6 13 4 0 2 3 1 4 4 1 7 5 1 3 0 0 3 3 5 6
V
1 9 3 0 0 0 8 6 1 0 1 3 4 3 0 8 9 0 5 1 0 3 2 0 5 2
> 11 <8 8 t/m 11 > 11 <8 8 t/m 11 > 11 <8 8 t/m 11 > 11 <8 8 t/m 11 > 11 <8 8 t/m 11 > 11 <8 8 t/m 11 > 11
1 4 16 0 2 12 1 1 14 0 5 33 0 3 2 0 0 1 0
0 9 14 0 2 8 0 4 9 0 14 22 0 3 2 0 1 4 0
7 4 17 5 1 5 6 0 6 5 7 30 15 4 10 3 6 6 3
2 6 4 2 5 8 0 6 1 0 10 20 4 3 5 2 6 1 1
6 4 5 11 1 4 5 0 0 1 9 24 14 3 5 5 3 3 6
1 4 2 1 4 3 1 2 2 0 8 2 0 1 3 2 3 4 0
<8 8 t/m 11 > 11
45 133 2 180
89 114 0 203
55 161 74 290
85 110 22 217
36 87 83 206
56 49 12 117
Percentage ziekteverzuim 2002 Zwangerschap
Ziekteverzuim Aantal werkn. Bureau cbs chi icin iisg ioi kitlv Meertens Instituut neha nias nih Hubrecht Lab. niod nioo niwi Rathenau Instituut KNAW totaal
114 61 24 47 76 69 57 71 2 26 106 163 56 229 127 20 1246
Inclusief Exclusief MeldingsWAO WAO frequentie 4,20 5,94 3,12 1,53 6,55 9,79 2,41 5,37 6,00 4,31 2,93 2,21 5,56 2,86 6,30 5,20 4,25
4,12 5,39 2,65 1,32 5,96 7,86 2,41 5,37 6,00 4,31 2,51 2,03 5,52 2,86 5,32 5,20 3,89
Inwendige geneeskunde
Cornelis J.M. Melief ‘Sinds twee jaar lijken therapeutische vaccins tegen kanker realiteit te worden’
Een vaccin tegen kanker. Daarover wordt volgens Kees Melief (1943) al lang gesproken. ‘En doorgaans op een nogal sceptische wijze.’ Tot voor kort was dat terecht, geeft de Leidse immunoloog toe. ‘Er zijn in het verleden enkele valse claims geweest, niet van ons overigens.’ Maar sinds twee jaar lijken therapeutische vaccins wel degelijk realiteit te worden, zegt hij. Melief heeft het niet over preventieve vaccins, die bestaan voor sommige vormen van virus-geïnduceerde kanker. Therapeutische vaccins die soelaas kunnen bieden aan mensen die al kanker hebben, zijn echter een veel moeilijker opgave. Het gaat erom zogenaamde killercellen – met een groot tumor-dodend vermogen – door het vaccin op te wekken. Het toedienen van donor-killercellen aan chronische leukemiepatiënten, blijkt in 75 procent
Afdeling Natuurkunde
106 Sociaal jaarverslag
1,27 1,70 1,38 0,52 1,45 1,08 1,26 1,51 1,50 1,94 1,04 0,96 1,13 0,91 1,90 1,87 1,24
0,39 0,59 0,00 0,27 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,51 0,85 0,00 0,55 0,00 0,00 0,00 0,30
van de gevallen tot genezing te leiden. Melief zelf en zijn collega’s hebben een vaccin ontwikkeld dat baarmoederhalskanker bij muizen buitengewoon goed blijkt te kunnen genezen. ‘Als we de muizen tien dagen voordat ze dood zouden gaan, vaccineren, blijken ze het alsnog te redden.’ In Leiden beginnen ze nu met een trial bij patiënten met baarmoederhalskanker. ‘Een mens is geen muis’, erkent Melief. ‘Maar het immuunsysteem van een muis lijkt wel in hoge mate op dat van een mens. Op een paar uitzonderingen na zijn bijna alle moleculaire interacties gelijk.’ In de toekomst zal een aantal vormen van kanker met therapeutische vaccins bestreden kunnen worden, voorspelt de immunoloog. Dat dat inzicht langzaam doorbreekt, blijkt volgens hem onder meer uit de houding van het National Cancer Institute in de Verenigde Staten. Sinds kort investeert dat fors in dit type onderzoek.
Eigenlijk is het zoeken naar therapeutische kankervaccins slechts een uitvloeisel van Meliefs werk. Hij heeft zich de afgelopen decennia vooral gestort op het ophelderen van het immuunsysteem. En op dat gebied is veel vooruitgang geboekt, meent de Leidse arts. Dat hij is uitverkoren tot lid van de Akademie ziet hij dan ook vooral als erkenning van zijn ‘gehele oeuvre’. In de KNAW is hij overigens wel enigszins teleurgesteld. De Akademie is er volgens hem niet in geslaagd de politiek en het publiek te overtuigen van de noodzaak meer geld te stoppen in wetenschappelijk onderzoek. ‘De KNAW moet harder lobbyen. Ik vind het geen goede zaak dat veel leden pas actief worden, wanneer ze gepensioneerd zijn. En dat terwijl de zaak zo belangrijk is. Ik ben ontzettend bang dat het met het wetenschappelijk onderzoek in Nederland net zo zal gaan als met het artsentekort: de overheid gaat pas wat doen als het te laat is.’
Percentage ziekteverzuim 1998-2002 bureau cbs chi icin iisg ioi kitlv Meertens Instituut nias nih niob niod nioo niwi Rathenau knaw totaal
1998
1999
2000
2001
2002
9,2 5,9 2,4 6,1 7,6 4,2 – 5,3 7,6 4,9 2,9 – 4,1 10,o 6,0
6,4 5,0 2,6 5,9 9,1 2,9 – 7,4 7,1 7,6 2,6 7,8 4,7 8,7 6,0
7,0 4,1 2,4 4,4 8,5 3,6 – 5,8 4,6 5,1 1,4 9,4 5,9 5,7 3,5
6,4 5,7 3,4 3,4 7,1 6,9 – 4,3 3,2 3,9 2,1 5,8 3,9 7,4 3,5
4,2 5,94 3,12 1,53 6,55 9,79 2,41 5,37 4,31 2,93 2,21 5,56 2,86 6,3 5,2
5.7
5.9
5.4
4.7
4.25
Milieuzorg
Arbeidsomstandigheden en milieu Risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) De activiteiten in de instituten zijn dit jaar vooral gericht op voortzetting van de activiteiten uit het Plan van Aanpak 2001. Nieuwe rie’s zijn voorbereid voor ioi, Hubrecht Laboratorium en cbs, die sinds de rie uit 1998 een nieuw pand betrokken. Ook voor nih en iisg waar grote(re) verbouwingen plaatsvonden, zijn nieuwe rie’s voorbereid. De rie’s worden niet uitgevoerd door amg, de eigen Arbo-dienst (inmiddels: Achmea Arbo), maar door ArboNed. Het beleid van de eigen Arbo-dienst wordt zodoende in kaart gebracht en beoordeeld. Milieu-audits In de instituten voor de levenswetenschappen is een audit gehouden naar het gebruik van chemische stoffen en de naleving van de wettelijke eisen voor het werken met chemicaliën. De nadruk lag daarbij op het beheerssysteem van de stoffen, zoals correcte administratie, opslag van de stoffen, bekendheid met de risico’s van de stoffen, voorzorgsmaatregelen en het bijhouden van registers bij gebruik van onder andere kankerver-wekkende stoffen. Ook is nagegaan of de milieuvergunningvoorschriften, bijvoorbeeld over de lozing van stoffen, nog extra eisen aan de bedrijfsvoering van de instituten stellen. In sommige instituten blijken de zaken uitstekend op orde, bij enkele andere moet nog een inhaalslag worden gemaakt om het gewenste peil te bereiken. Voor twee instituten werd in overleg met de vergunningverlenende instantie een milieulogboek samengesteld. Daarmee wordt het voor de bedrijfsvoering aanzienlijk makkelijker om na te gaan welke milieueisen door de overheid aan het instituut worden gesteld. Voor een derde instituut zijn de logboeken in voorbereiding.
107 Sociaal jaarverslag
108 Financieel jaarverslag
Financieel jaarverslag
Algemeen De jaarrekening van de knaw is samengesteld uit de financiële jaaroverzichten van de instituten van de knaw inclusief die van het centrale bureau te Amsterdam; tevens zijn via consolidatie opgenomen de jaarrekeningen van de private wetenschappelijke fondsen van de knaw waarvan de administraties separaat worden gevoerd. De financiële positie van de knaw is gezond. Nominaal is het aandeel van ‘eigen vermogen + voorzieningen’ op de balans licht gestegen; het aandeel is in verhouding tot het balanstotaal ultimo 2002 echter gedaald naar 43,2 procent (was 49,3 procent ultimo 2001). Hoofdoorzaak van de sterke stijging van het balanstotaal is de succesvolle verwerving van subsidies en onderzoekscontracten door de instituten van de knaw. De berekende waarde van de nog uit te voeren onderzoekswerkzaamheden uit hoofde van externe subsidies en contracten is ultimo 2002 gestegen tot € 66.000.000 (was ultimo 2001 ruim € 38.000.000). De liquiditeitspositie is goed te noemen hetgeen blijkt uit de verhouding tussen ‘vorderingen + geldmiddelen’ en ‘kortlopende schulden’: 1,2 (ultimo 2002) ten opzichte van 1,4 (ultimo 2001). De daling houdt wederom en logischerwijze verband met de nog te ontvangen bedragen voor nog uit te voeren onderzoek uit hoofde van subsidies en contracten. Resultaat 2002 Het werkelijke resultaat 2002 komt uit op € 630.000 positief. Het begrote resultaat 2002 gaat uit van een bijdrage uit het eigen vermogen; vandaar een negatief begroot exploitatiesaldo van € 3.526.000. De ontwikkelingen binnen de exploitatie waren dus zodanig dat het beroep op het vermogen niet nodig was in 2002. Het verschil tussen de beide resultaten bedraagt ruim € 4.100.000 positief, hetgeen het saldo is van hogere opbrengsten ad € 9.900.000 en hogere lasten ad € 5.600.000. De hogere opbrengsten zijn als volgt te specificeren: a. De lump sum bijdrage van ocenw was € 2.000.000 hoger dan begroot b. De opbrengsten uit door derden gefinancierd onderzoek waren € 5.200.000 hoger dan begroot c. De overige overheidsbijdragen (niet-ocenw) bedroegen € 1.200.000 meer dan begroot d. De overige opbrengsten waren € 1.500.000 hoger dan begroot. De hogere lasten zijn als volgt toe te lichten: e. De personele lasten waren € 3.000.000 hoger dan begroot; € 1.400.000 is toe te schrijven aan loonkostenstijgingen; daarnaast waren de kosten van uitzendkrachten etcetera € 1.600.000 hoger dan begroot. f. De stijging van de overige materiële lasten bedroeg € 2.600.000 ten opzichte van de begroting.
109 Financieel jaarverslag
Investeringen De investeringslasten 2002 zijn opnieuw gestegen, zowel ten opzichte van begroting 2002 als ten opzichte van de realisatie 2001. Het noodzakelijke investeringsniveau voor huisvesting en onderzoeksapparatuur moet echter onverminderd gehandhaafd blijven, terwijl ook voldoende dekking beschikbaar moet zijn voor de bij dat niveau horende exploitatielasten. Fondsen De knaw beheert een privaat vermogen opgebouwd uit giften, legaten en erfstellingen. Dit vermogen is separaat zichtbaar in de balans onder ‘fondsen’. De doelstellingen van de 24 verschillende wetenschappelijke fondsen worden bewaakt door stichtingsbesturen of commissies van advies, welke zijn benoemd door het bestuur van de knaw. Het beheer van dit vermogen wordt binnen door het bestuur vastgestelde kaders uitgevoerd door een aantal professionele vermogensbeheerders. De uitgaven ten gunste van de doelstellingen van de verschillende fondsen bedroegen in 2002 € 1.119.000. De aanhoudende malaise op de beurs heeft in 2002 geleid tot een negatief beleggingsresultaat van circa € 6.159.000.
Stand van de fondsen van de KNAW per 31 december 2002 (bedragen in € x 1.000) Ter Meulen Fonds Stichting J. Gonda Fonds Schure Beyerinck Popping Fonds Van den Houten Fonds Beyerinck Virologie Fonds Van Walree Fonds MacGillavry Fonds Evert Willem Beth Stichting Van der Gaag Stichting Geschiedschrijving knaw Van Leersum Fonds Thorbecke Fonds Hubrecht Fonds Leerstoelen Geesteswetenschappen Van ‘t Hoff Fonds De la Court Prijzen Erasmi Opera Omnia Maartje Draak Fonds Keltische Talen Arend Heyting Stichting Overige Fondsen : vermogen < € 100.000 Totaal
5.042 3.825 1.994 1.830 1.402 1.124 1.023 702 674 489 408 304 285 174 142 123 124 120 84 170 20.039
110 Financieel jaarverslag
Beleidsontwikkelingen Het bestuur van de knaw heeft in het verslagjaar een begin gemaakt met de formulering van een lange termijn vermogensbeleid, daartoe aangezet door de zorgelijke ontwikkelingen binnen de meerjarenbegrotingen (de exploitaties dreigen over enkele jaren structurele tekorten te vertonen), door de behoefte aan een duidelijker meerjarenfinancieringsbeleid voor investeringen (moet zelffinanciering ook in de toekomst de norm blijven, zowel voor huisvesting als voor investeringen in apparatuur?) en door de behoefte de financiële kaders voor de nieuwe Strategienota 2004 en volgende jaren tijdig helder geformuleerd te hebben. De bestuursdiscussies hebben in het verslagjaar nog niet tot definitieve conclusies geleid. Het lange termijn investeringsbeleid heeft een hogere prioriteit gekregen sinds de verantwoordelijkheid voor apparatuur en huisvesting volledig voor rekening komt van de knaw. Het bestuur wil omvang, kwaliteit en continuïteit waarborgen via voldoende dekking voor de exploitatielasten. Dit heeft in 2002 al geleid tot extra afschrijvingslasten; in de meerjarenbegroting worden verdere lastenstijgingen voorzien. Een belangrijk onderdeel binnen het investeringsbeleid zijn de ict-investeringen, een terrein dat in onderzoeksland steeds hogere investeringen vergt. In 2002 zijn onderhandelingen gevoerd tussen het bestuur van de knaw en dat van de Stichting Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (nidi) te Den Haag teneinde te bewerkstelligen dat het nidi per 1 januari 2003 deel gaat uitmaken van de knaw. De onderhandelingen zijn succesvol verlopen. De cijfermatige verwerking zal in het verslagjaar 2003 plaatsvinden. Het balanstotaal van het nidi bedroeg ultimo 2002 € 5.500.000 en het exploitatietotaal over 2002 ruim € 5.100.000. Binnen het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (niod) is eind 2002 het Centrum voor Holocaust- en Genocidestudies van start gegaan; het centrum heeft via het ministerie van vws op jaarbasis voor een periode van tien jaar geld beschikbaar gekregen. niod en de Universiteit van Amsterdam ondersteunen tevens het centrum. De knaw heeft ten behoeve van het centrum een stichting opgericht, welke in 2003 financieel zal worden geconsolideerd in de knaw jaarrekening. In 2002 is overleg afgerond tussen het bestuur van de knaw en dat van nwo over de verplaatsing van het bureau van het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap (knhg) naar het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ing). De financiële afwikkeling van de nieuwe plaatsing zal in 2003 plaatsvinden. Het liquiditeitenbeheer is ultimo 2002 aangepast; de knaw heeft aansluiting gerealiseerd bij het Geïntegreerd Middelenbeheer van het ministerie van Financiën. De betalingsdiensten worden tegen de gebruikelijke vergoedingen afgenomen van de commerciële banken. Het beheer van alle liquide saldi − inclusief de dagelijks opvraagbare − is ondergebracht bij het ministerie van Financiën waar eveneens termijndeposito’s kunnen worden afgesloten. De inzet is een hoger rendement op de aanwezige liquide saldi, uiteraard onder de geldende randvoorwaarde van risicomijdend beleggen. Omdat het aangepaste liquiditeitenbeheer aanzienlijk efficiënter verloopt dan voorheen, leidt dit bij alle onderdelen van de knaworganisatie tot een besparing op de beheerskosten.
111
Financieel jaarverslag
Balans per 31 december 2002 (bedragen in € x 1.000) Activa Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
31.12.2002
31.12.2001
59.135 20.048
56.558 27.325
79.183
83.883
410 58.798 46.805
366 32.865 43.577
106.013
76.808
185.196
160.691
31.12.2002
31.12.2002
70.061 5.032 630
62.657 9.520 2.916
75.723
75.093
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
Totaal activa Passiva Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Saldo exploitatie verslagjaar
Fondsen
20.039
27.317
Voorzieningen
4.296
4.146
Kortlopende schulden
85.138
54.135
185.196
160.691
Totaal passiva
Exploitatierekening 2002 (bedragen in € x 1.000) Jaar 2002
Begroting 2002
Jaar 2001
77.138 21.181 10.805 -7.277
75.139 16.019 6.738 -6.000
74.956 14.222 12.675 -4.620
101.847
91.896
97.233
59.877 5.645 6.968 21.649 14.314 41 -7.277
56.858 5.509 6.868 18.594 13.554 39 -6.000
52.449 6.196 3.954 22.992 13.302 44 -4.620
Totaal der lasten
101.217
95.422
94.317
Exploitatiesaldo
630
-3.526
2.916
Baten Rijksbijdrage ocenw Opbrengst werk voor derden Overige baten Baten fondsen Totaal der baten Lasten Personele lasten Afschrijving materiële lasten Huisvestingslasten Overige materiële lasten Toekenningen aan derden Financiële lasten Lasten fondsen
Bestemming exploitatiesaldo naar algemene reserve nog te bestemmen expl. saldo verslagjaar
Jaar 2002
Jaar 2001
0
2.916
630
0
630
2.916
112 Financieel jaarverslag
Kasstroomoverzicht 2002 (bedragen in € x 1.000) Exploitatieresultaat Afschrijvingen Mutaties voorzieningen
2002
2001
630
2.916
5.645 150
6.196 767 5.795
6.963
Veranderingen in vlottende middelen Vorderingen Voorraden Kortlopende schulden
-25.933 -44 31.003
Kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen materiële vaste activa
5.026
-3.462
11.451
6.417
-8.223
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Leningen Financiële vaste activa
-4.454 -101 1.093
-8.744 -8.223
0 0
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom
-8.744 113 0
0
113
3.228
-2.214
43.577 46.805
45.791 43.577
3.228
-2.214
Mutaties liquide middelen stand per 1 januari stand per 31 december Netto kasstroom
113
Financieel jaarverslag
Baten voor het jaar 2002 per KNAW-organisatie-onderdeel (bedragen in € x1.000)
gwi-instituten chi iisg kitlv nias Meertens Instituut niod niwi * fa * neha * rsc * knhg
lw-instituten cbs icin ioi ncg nih Hubrecht nioo
Overig Rathenau Private Fondsen knaw-bureau
Subtotaal doorstorting aan gelieerde instituten Totaal
Rijksbijdrage ocenw
Werk voor derden
Overige baten
Totaal
1.682 4.311 2.748 2.079 2.597 2.522 5.772 1.516 166 141 282
36 2.254 0 228 256 2.344 2.225 0 0 0 0
38 1.060 448 413 63 663 483 0 0 0 0
1.756 7.625 3.196 2.720 2.916 5.529 8.480 1.516 166 141 282
23.816
7.343
3.168
34.327
2.552 2.070 3.775 133 4.405 4.932 9.716
674 1.827 1.549 0 1.854 3.622 2.664
342 193 252 129 334 129 741
3.568 4.090 5.576 262 6.593 8.683 13.120
27.583
12.190
2.120
41.892
2.285 0 25.559
0 0 1.648
92 -7.277 5.426
2.377 -7.277 32.633
27.844
1.648
-1.759
27.733
79.243
21.181
3.529
103.952
-2.105
0
0
-2.105
77.138
21.181
3.529
101.847
* = aan de knaw gelieerde instituten; de aldaar genoemde bedragen betreffen alleen de door de knaw verstrekte subsidies
Exploitatielasten 2002 per KNAW-functie Onderzoek Geesteswetenschappen en Wetenschappelijke Informatie 38,0% Onderzoek Levenswetenschappen 43,4% Kwaliteitsbeoordeling, w.o. Programma Akademie Onderzoekers 9,2% Internationale Samenwerking 4,1% Wetenschappelijk genootschap 1,1% Advies 1,6% Overige 2,6%
114 Financieel jaarverslag
Communicatie en informatie
Contacten met de media Er zijn in het verslagjaar 22 persberichten door de knaw uitgebracht. Veel aandacht in de media was er voor het advies over de wetenschappelijke visie op de bestrijding van mond- en klauwzeer in januari. Ook het knawadvies Vensters op de wereld over de studie van de zogenoemde ‘Kleine Letteren’ uitgebracht in februari kon op veel publiciteit rekenen. De themabijeenkomst over Internationale migratie in juni werd door tal van journalisten bijgewoond en leidde tot verslagen in Trouw en de Volkskrant en een discussie op de vpro-radio. Vanwege haar advies over het Primatenonderzoek, ontving de knaw veel vragen over het Primatencentrum (bprc) in Rijswijk, waarvoor altijd grote belangstelling is bij de pers. De benoeming van de nieuwe president van de knaw, W.J.M. Levelt, leidde tot een reeks interviews en artikelen in onder andere de Volkskrant, Intermediair, Nederlands Dagblad, Eindhovens Dagblad en De Gelderlander. Andere voor de pers interessante benoemingen waren de nieuwe rector van het nias, Wim Blockmans, in april, de nieuwe directeur van het cbs Pedro Crous, in juni, en het aantreden van Houwink Ten Cate als directeur van het Centrum voor Holocaust en Genocidestudies, in oktober. De overstap van Hans Clevers en zijn onderzoeksgroep naar het Hubrecht Laboratorium kwam ook verschillende keren in de publiciteit. De lobby van de zogenaamde Manifestpartijen (vno-ncw, vsnu, nwo, tno en knaw) leverde veel artikelen op over de kenniseconomie. Media-aandacht was er voor Joost Ritman die de Akademiepenning ontving (mei) en voor de toekenning van de Lorentzmedaille aan de Amerikaanse fysicus Frank Wilczek (augustus); ook de winnaar van de Dow Energieprijs aan Co van Liere (december) mocht op veel belangstelling rekenen. Uiteraard verschenen er veel artikelen in de landelijke en regionale pers en de vakbladen bij de uitreiking van de Heinekenprijzen (september) aan de Amerikaanse biochemicus Roger Tsien, de eveneens Amerikaanse Alzheimeronderzoeker Dennis Selkoe, de Duitse historicus Heinz Schilling, de Amerikaanse milieuwetenschapper Lonnie Thompson en de Nederlandse kunstenaar Aernout Mik. Er verschenen 20 interviews en circa 60 berichten in de nationale bladen, en voor zover valt na te gaan ongeveer 10 à 15 vermeldingen in de internationale vakpers. Projecten Wetenschap en Techniekcommunicatie (WTC)
Organisatie publiciteit Heinekenprijzen De Prins van Oranje reikte op 24 september de Heinekenprijzen uit. De Heinekenlectures werden voor het eerst in de geschiedenis van de Heinekenprijzen verspreid door het land georganiseerd. De Heinekenlectures, uitgesproken door de prijswinnaars, zullen begin 2003 gebundeld verschijnen. De uitgave How to (mis)understand Aernout Mik in twelve steps over de werken van de prijswinnaar van de Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Kunst, is in november van het verslagjaar verschenen. Persberichten over de bekendmaking van de Heinekenprijswinnaars zijn vertaald in het Engels, Spaans, Duits en Frans en verzonden naar elf landen, naar in totaal 2300 internationale (vak)persadressen. In het septembernummer van Akademie Nieuws (oplage 4300) waren interviews te lezen met de vijf prijswinnaars
115 Communicatie en informatie
Jota!/ Werkstuknetwerk De knaw trad op als sponsor en heeft samengewerkt met documentairemaker Jan Vink van Science Productions en Teleac/not bij het inhoudelijk vullen van de televisieserie (seizoen 2002-2003) jota! over wetenschap en onderzoekers. In de in het verslagjaar uitgezonden 15 afleveringen was veel knaw-onderzoek te zien. In de hoop dat het televisieprogramma vooral bekeken werd en wordt door jongeren (leerling studiehuis, vwo) heeft de knaw in samenwerking met De Praktijk en United Knowledge werkstukpakketten laten maken die op de onderzoeksthema’s van de jota!-afleveringen waren gericht. Voor dit project is subsidie aangevraagd (en verkregen) bij de Stichting Weten in het kader van de Adoptierelaties.
Avond Wetenschap en Maatschappij In november vond de derde Avond van Wetenschap en Maatschappij plaats in de Ridderzaal te Den Haag. Ruim honderd prominenten uit bedrijfsleven, kunst, media, politiek en sport bespraken deze avond met ruim honderd Nederlandse wetenschappers de uitdagingen waar wetenschap en maatschappij voor staan. Het thema van dit jaar was ‘Genen, gedrag en gezondheid’. De initiatiefnemers, waaronder de Prins van Oranje, F.W. Huibregtsen en R.S. Reneman, willen meer erkenning van het belang van de wetenschap en wetenschapsbeoefenaren stimuleren een actievere rol in maatschappelijke discussies te spelen. In 2003 zal de Avond voor de vierde keer worden georganiseerd.
Toegepaste wiskunde
Henk A. van der Vorst
‘Het aantal wiskundestudenten daalt nergens zo snel als in Nederland’
Lid worden van de KNAW, het is zeker iets waar iedere wetenschapper van droomt, meent Henk van der Vorst (1944). ‘Want het is een vorm van erkenning door je eigen landgenoten, door andere Nederlandse disciplines wordt je werk voor vol aangezien’, vervolgt de Utrechtse hoogleraar toegepaste wiskunde. ‘Zeker in een klein vakgebied als het mijne moet je het normaal gesproken vooral hebben van buitenlandse erkenning: prijzen, congressen waarvoor je gevraagd wordt.’ Binnen de ‘wat elitaire Akademie’ wil Van der Vorst zich inzetten voor een ‘aardse’ zaak: hoe in vredesnaam de dramatische terugloop bij bètastudies te keren. Zijn eigen vak is misschien wel het hardst getroffen. ‘Het aantal wiskundestudenten in Utrecht is de afgelopen twintig jaar tot een kwart gedaald. Het is een internationale trend, maar nergens gaat het zo snel bergafwaarts als in Nederland.’
Hoe anders was dat in Van der Vorsts eigen studententijd. Toen Utrecht in 1963 de nieuwe opleiding numerieke wiskunde startte – dankzij de opkomst van de computer – was Van der Vorst een van de velen die zich onmiddellijk aanmeldden. De collegezalen bleken te klein. `Voor de computercursus moesten we uitwijken naar het gebouw van de Spaarbank. Daar zaten we ’s avonds met 150 man, allemaal wiskundehardliners.’ Numerieke wiskunde had toen een uitdagend imago, geeft Van der Vorst toe. ‘Maar in feite is het vak nu uitdagender dan toen. Destijds was het een luxevak; erg veel toepassingen waren er nog niet. Nu zijn numeriek wiskundigen doorgedrongen tot allerlei aanpalende vakgebieden, waar we processen reëel kunnen simuleren.’ Zelf houdt Van der Vorst zich nu bijvoorbeeld veel bezig met oceaanmodellen, samen met Henk Dijkstra, een ander nieuw KNAW-lid. Niet-lineaire wiskundige vergelij-
Afdeling Natuurkunde
116 Communicatie en informatie
kingen probeert Van der Vorst zo goed mogelijk lineair te benaderen. ‘Reduced order modelling, een vrij fundamentele vorm van wiskunde. Je moet dat lineair benaderen heel secuur doen, want kleine afwijkingen escaleren bij langetermijnsimulaties.’ Voor goede oceaansimulaties is de huidige computercapaciteit momenteel een struikelblok. ‘Computers zijn te zwak’, zegt Van der Vorst. ‘Daardoor moeten we de oceaan te grofmazig representeren. Wel grappig: in de jaren tachtig dachten we nog dat de, toen veel zwakkere, computers alle rekenproblemen wel aankonden.’ Wetenschappelijk hoogtepunt in 2002 was voor Van der Vorst de voltooiing van zijn boek: Iterative Krylov Methods for Large Linear Systems. ‘Dat gaf me grote voldoening. Ik hoop dat het een wereldwijd standaardwerk wordt, zowel voor studenten als wetenschappers uit verschillende disciplines.’
Wetenschap- en Techniekweek In 2002 was de knaw opnieuw een van de hoofdsponsors van de Wetenschap & Techniekweek. De week georganiseerd door de Stichting Wetenschap en Techniek Nederland (WeTen), is een publieksmanifestatie bedoeld om jong en oud te laten kennismaken met wetenschap en techniek. In oktober 2002 vond de Week voor de zeventiende keer plaats. Het thema was ‘Veiligheid’.
Trippenhuis In september 2002 was het monumentale Trippenhuis, het gebouw van de knaw, op Open Monumentendag voor het publiek te bezichtigen. Honderden bezoekers namen een kijkje in de voormalige slaap- en eetkamers van de familie Trip. Het thema van de Open Monumentendag 2002 was ‘Koopmansgeest’ . In het verslagjaar is de bewegwijzering binnen het Trippenhuis verbeterd. De oude bewegwijzering is vervangen door een moderne variant waarbij de nadruk is komen te liggen op de mogelijkheid om verouderde informatie direct aan te kunnen passen. De instituutsborden zijn moderner, de foto’s van de instituten zijn vernieuwd en de teksten zijn aangepast. Bij iedere wijziging is het mogelijk dit binnen enkele dagen te vervangen, waardoor de bewegwijzering gebruiksvriendelijker is geworden. Website In 2001 is de vernieuwing van de knaw-website gestart die in het voorjaar van 2003 zal worden afgerond. De website van de Akademie was aan een opknapbeurt toe zowel wat informatieaanbod als uiterlijk en techniek betreft. Ook de intranetsite met vooral veel informatie over arbeidsvoorwaarden en financiele regelingen zal worden vernieuwd. Met de website wil de Akademie de activiteiten binnen en van de knaw beter onder de aandacht brengen. Daarnaast heeft de website als breder doel: het vergroten van het maatschappelijk draagvlak voor wetenschappelijk onderzoek in Nederland. De website is zowel Nederlands- als Engelstalig en biedt onder andere overzichten van alle door de knaw uitgebrachte persberichten, adviezen, rapporten en publicaties. Daarnaast biedt de website informatie over de knaw-subsidies en -beurzen voor nationale en internationale onderzoeksactiviteiten en van de wetenschapsprijzen van de knaw of door de knaw toegekend. Ook zijn op de website de activiteiten, kennis en informatie van de instituten van de knaw per vakgebied gebundeld. Aanvraag- en nominatieformulieren voor subsidies, beurzen en prijzen zijn zoveel mogelijk on line geplaatst. Het is mogelijk via de website adviezen en rapporten te bestellen, maar ook direct op het scherm te lezen en eventueel zelf af te drukken. Om het onderhoud van gegevens op de website te stroomlijnen is een eigen content management systeem ontwikkeld. Dit systeem maakt het mogelijk informatie vanuit diverse databases – die door verschillende afdelingen worden beheerd – direct op de website presenteren. Het voordeel van deze opzet is dat de informatie wordt bijgehouden daar waar deze binnenkomt, en dat alles slechts één maal hoeft te worden bijgehouden om op verschillende onderdelen van de website beschikbaar te zijn. Door het werken met databases kent de website bovendien een uitgebreid scala aan zoekmogelijkheden. Hetzelfde content management systeem levert ook het grootste deel van de informatie voor het Jaarboek en het Adresboek van de Akademie.
117
Communicatie en informatie
Documentaire informatievoorziening Akademis, de database met gegevens van personen, leden en commissieleden en aanverwante organisaties, was in het afgelopen jaar volledig operationeel. De module documentregistratie is in gebruik genomen. De koppeling met Word als tekstverwerker functioneert volledig. Het pakket is voor iedere medewerker beschikbaar gesteld en elke gebruiker heeft een instructie gekregen. Opschoning en herordening van het statisch archief vanaf 1945 en het opstellen van bewaartermijnen en selectielijsten worden gecombineerd met het verplicht opstellen van de beheersregels. Jaarlijks wordt hierover gerapporteerd aan de Rijksarchiefinspectie. In 2002 zijn er 5041 inkomende en 4441 uitgaande correspondentie stukken geregistreerd. Op de centrale postkamer zijn 97.659 stukken ter verzending aangeboden. Automatisering (zie ook ICT binnen de KNAW) Een belangrijk doel is om de binnen de knaw beschikbare expertise op tal van (ict-gerelateerde) terreinen in een knaw-breed kennisnetwerk op te nemen, zodat specifieke expertise binnen de knaw optimaal benut kan worden. De bandbreedte van het internetwerk van de knaw-instituten is voor alle instituten op minimaal 2 Mbit gebracht. Er wordt voortdurend bekeken wat de mogelijkheden zijn om meer gebruik te maken van de via Surfnet beschikbare bandbreedte. Vanuit het onderzoek valt een scherp stijgende vraag naar snelle verbindingen te verwachten en als gevolg grote datacollecties die worden omgebouwd in Genomicsprojecten en van de toegenomen behoefte aan hoge resolutiebeelden in de levenswetenschappen. Een en ander leidt tot de wens om deel te nemen aan de Gigaport ontwikkelingen zoals die door Surfnet zijn ingezet. In de geesteswetenschappen staan vooral goede ontsluiting van beschikbare collecties, uitgebreide zoekmogelijkheden en toenemende gebruikersgerichtheid van de systemen centraal. Hierbij geldt dat de ontwikkelende standaarden rond browsertechnologie, het gebruik van ‘open standaarden’ in zowel programma- en database-omgevingen als uitwisselingsprotocollen uitdrukkelijk worden nagestreefd. In het algemeen wordt gestreefd naar een verhoging van ‘ict-awareness’ bij de onderzoeksinstellingen. Het doel hiervan is om de mogelijkheden van ict voor zowel scope als kwaliteit van het onderzoek optimaal te benutten. Mede onder invloed van de mogelijkheden van de vernieuwde datacommunicatiefaciliteiten is er een begin gemaakt met het opzetten van een knaw-breed informatiebeveiligingsbeleid. Dit beleid wordt aan de hand van oplossingen voor praktische vraagstellingen opgezet. De verwachting is dat dit in 2003 tot een aantal actieve gemeenschappelijke systemen voor mailbeveiliging (anti-virus, anti-spam), authenticatie en intrusiedetectie zal leiden.
118 Communicatie en informatie
Uitgeverij Edita In het afgelopen jaar hebben de eerste vier delen van de reeks ‘Geschiedenis van de Wetenschap in Nederland’ het licht gezien. Op een presentatie in het Universiteitsmuseum in Utrecht in september 2002 werden drie titels feestelijk gepresenteerd: The Calvinist Copernicans. The reception of the new astronomy in the Dutch Republic, 1575-1750 van Rienk Vermij, Leerer Raum in Minervas Haus. Experimentelle Naturlehre an der Universität Leiden, 1675-1715 van Gerhardt Wiesenfeldt en Herman Boerhaave (16681738). Calvinist chemist and physician van Rina Knoeff. Het vierde deel, How fluids unmix. Discoveries by the school of Van der Waals and Kamerlingh Onnes van Johanna Levelt Sengers, werd in oktober ten doop gehouden op het symposium ‘Fasenovergangen – de Hollandse School rond 1900’ dat de knaw samen met de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen organiseerde. Met de uitgave van The stained-glass windows in the Sint Janskerk at Gouda II, The works of Dirck and Wouter Crabeth (X. van Eck, C.E. Coebergh-Surie, A.C. Gasten) werd het prestigieuze project over de Goudse Glazen in 2002 uiteindelijk voltooid. Voor het tijdschrift Indagationes Mathematicae werd overeenstemming bereikt met Elsevier over opname van komende jaargangen in Science Direct. Het ligt in de verwachting dat Elsevier ook alle voorafgaande jaargangen digitaal beschikbaar zal willen stellen; daarover zullen in 2003 verdere onderhandelingen gevoerd worden.
Medische oncologie
Elisabeth G.E. de Vries ‘Bij langetermijn klinisch onderzoek kun je nogal wat beren op de weg tegenkomen’
Hogedosis-chemotherapie: heden ten dage is het een regelmatig toegepaste vorm van kankerbehandeling. Maar toen Liesbeth de Vries (1950) begin jaren tachtig hiernaar onderzoek ging doen, stond het nog in de kinderschoenen. ‘Bij hogedosis-chemotherapie worden tumoren die ongevoelig blijken voor een standaarddosering aan een veel hogere dosis blootgesteld in de hoop dat ze alsnog kapot gaan’, legt De Vries uit. Dat is niet zonder gevaren, geeft ze toe. Want die zware chemokuur heeft ook invloed op andere organen. Voordeel is dat de ene cocktail heel andere bijwerkingen heeft dan de andere. De Vries: ‘We kiezen vaak voor een chemobehandeling die vooral toxisch is voor beenmerg. Vroeger haalden we beenmerg er voor de behandeling uit – beenmergtransplantatie – en plaatsten het na de behandeling weer terug. Nu gebeurt
dit door stamcellen met behulp van chemotherapie en een groeifactor uit het beenmerg naar de bloed-baan te sturen en vervolgens de stamcellen uit het bloed te fereren.’ De Vries beleefde vorige jaar een van haar wetenschappelijke finest hours. De resultaten werden bekend van een grote klinische studie. ‘Dat was zeer bevredigend. Helaas mag ik over de uitkomsten niets zeggen, voordat ze (waarschijnlijk) over een paar maanden verschijnen in The New England Journal of Medicine.’ De Vries heeft het over haar gerandomiseerde studie naar het nut van hogedosis-chemotherapie bij patiënten met borstkanker. Al in 1992 startte zij dat onderzoek van de Nederlandse centrumziekenhuizen, samen met collega Rodenhuis van het Nederlands Kanker Instituut. ‘Ik ben ontzettend blij dat dat onderzoek goed is afgelopen, want bij een dergelijk langetermijn klinisch onderzoek kun je nogal wat beren op de weg tegenkomen.’ Die beren waren er wel degelijk.
Afdeling Natuurkunde
119
Communicatie en informatie
Bijvoorbeeld in de vorm van een Zuid-Afrikaanse collega die prachtige resultaten publiceerde over hogedosis-chemotherapie. Fraude, bleek later. ‘Dat werd breed uitgemeten in de media en was natuurlijk niet goed voor ons moreel en imago.’ Amerikaanse collega’s hadden ook tegenslagen. Deelnemende patiënten aan een vergelijkbaar onderzoek wilden via een advocaat afdwingen dat zij de hogedosisbehandeling zouden ondergaan. De Vries bleef die taferelen bespaard. ‘Nederland is in mijn ogen de perfecte plek voor dergelijk onderzoek. Dokters en patiënten zijn vaak bereid mee te werken.’ Vorig jaar werd De Vries KNAW-lid. Collega’s zijn onder de indruk van het feit dat ze een glansrijke carrière gecombineerd heeft met de opvoeding van twee kinderen. ‘Ik heb dat nooit als belastend ervaren’, zegt De Vries daar zelf over. ‘Eerder als iets prachtigs. En ik heb de zorg voor de kinderen altijd evenwichtig verdeeld met mijn echtgenoot.’
Digitale bibliotheek In het verslagjaar is de knaw uitgeverij Edita gestart met een nieuw project op het terrein van de wetenschapsgeschiedenis. Door een externe deskundige is uitgebreid onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor het creëren van een ‘digitale bibliotheek van de wetenschapsgeschiedenis in Nederland’. De bedoeling is een aantal belangrijke teksten van Nederlandse wetenschappers uit de afgelopen eeuwen waarvan geen goede tekstedities beschikbaar zijn, voor onderzoeksdoeleinden op internet te presenteren. De selectie van geschikte teksten zal plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van de knaw redactiecommissie voor de Geschiedenis van de Wetenschap in Nederland. In 2003 wordt begonnen met het bouwen van het systeem en zullen de eerste teksten kunnen worden gedigitaliseerd. Uiteindelijk zullen enkele tientallen teksten via het systeem aangeboden worden. Er zal ook worden verkend in hoeverre het wenselijk is de site uit te bouwen tot een forum voor de bestudering van de wetenschapsgeschiedenis in Nederland, door samenwerking met andere organisaties die soortgelijk materiaal beschikbaar stellen en toevoeging van functionaliteiten voor discussie en commentaar door onderzoekers.
Experimentele natuurkunde
Johannes P. Woerdman
‘NatLab en Bell Labs zijn ontzettend in elkaar gekacheld’
Han Woerdman (1942) is specialist op het gebied van laser. Daar is de Leidse hoogleraar experimentele natuurkunde min of meer bij toeval ingerold, verklaart hij zelf. ‘Na mijn studie belandde ik bij het NatLab van Philips, waar het toen allemaal gebeurde in mijn vakgebied. De laser was net uitgevonden en dus kwam ik in de lasergroep terecht.’ Industriële laboratoria zoals het NatLab en de beroemde Bell Laboratories in de Verenigde Staten waren op het gebied van fundamenteel onderzoek eind jaren zestig het neusje van de zalm. ‘Universiteiten, dat was toen een ingeslapen boel’, herinnert Woerdman zich. Die situatie is nu totaal omgekeerd, vervolgt de fysicus. Vandaar dat hij in 1983 naar de academische wereld vertrok. Het NatLab: er
gebeurt volgens hem vrijwel niets fundamenteel interessants meer. ‘En ook Bell Labs is ontzettend in elkaar gekacheld.’ Woerdman zat nog maar koud in Leiden, of hij ontdekte de zogenaamde ‘optische zuiger’: een techniek om een gas te verplaatsen met hulp van laser. Woerdman legt uit: ‘Wanneer een atoom een foton absorbeert, wordt hij een beetje groter en krijgt meer wrijving met atomen in zijn omgeving. Met behulp van het Doppler-effect kun je ervoor zorgen dat alleen atomen die in één bepaalde richting bewegen, een foton opnemen. Door de extra wrijving in die richting die zo ontstaat, kun je de hele gaswolk zo verplaatsen.’ De quantumoptica – die een bijdrage kan leveren aan de veelbesproken quantumcomputer – heeft Woerdman momenteel in zijn greep. ‘Quantumoptica is maar een klein deelgebied van de optica, maar wel het deelgebied met de grootste uitdagingen.’ Of de
Afdeling Natuurkunde
120 Communicatie en informatie
quantumcomputer er ooit komt, weet Woerdman niet. ‘Eigenlijk vind ik dat irrelevant. Want al komt hij er nooit, de road er naartoe levert sowieso een enorme intellectuele pay-off.’ Tot nog toe hebben Woerdmans inspanningen op het gebied van de quantumoptica vooral bijgedragen aan de ‘ontmaskering’ van vermeende quantumfenomenen. Die bleken namelijk ook met klassieke natuurkunde te beschrijven. ‘Het aantal echte quantumeffecten is tegenwoordig veel kleiner dan we vroeger dachten. Dat heeft grote voordelen, want wat overeind blijft, is dan ook echt quantum.’ Als KNAW-lid zal Woerdman ijveren voor verjonging. ‘Ik vind het ontzettend jammer dat de KNAW-fellowships niet meer bestaan. Daarmee heeft de Akademie uitstraling richting de jonge garde verloren. Voor de afschaffing zijn allerlei politieke argumenten, maar ik vind dat iets vergelijkbaars met de fellowships zo snel mogelijk terug moet komen.’
Bijlagen
Devices: Protein Control of Surface Activity and Permeability’.
Wetenschappelijke voordrachten
25 maart 2002 P.J.G.M. de Wit over ‘Afweer van planten tegen pathogenen: een strijd op levendood’ en 8e Descartes-lezing door B.P Roques over ‘Protection of endogenous opioids and knock-out of drug targets as means to investigate addiction mechanisms’.
Afdelingsvergaderingen Letterkunde 14 januari 2002 Lezing door mw. O. Weijers over ‘Begrip of tegenspraak? Analyse van een middeleeuwse onderzoekmethode’. 11 februari 2002 Lezing door J.B. Opschoor over ‘Economische ontwikkeling en milieuverandering’. Korte voordracht door R.S.P. Beekes over ‘De Herkomst van de Etrusken’. 11 maart 2002 Lezing door J.F. Borghouts over ‘Apopis, de doem van de Oudegyptische schepping’. Korte voordracht door H.J. Adriaanse over ‘De ontkerstening van de godsdienstwijsbegeerte’. 8 april 2002 Lezing door P.A.M. Seuren over ‘De logica van het Denken’. 13 mei 2002 Lezing door A.H. Swart over ‘Internationale strafhoven: verleden, heden en toekomst’. 10 juni 2002 Lezing door B. van Fraassen, buitenlands lid, over ‘Weyl’s paradox and Carnap’s lost world’. 9 september 2002 Lezing door L.M. de Rijk over ‘Wetenschappelijke bewijsvoering in Aristoteles en zijn wijsgerige controverse met Plato’. 14 oktober 2002 Lezing door W.Th.M. Frijhoff over ‘Hoe Nederlands was Nieuw Nederland?’ 11 november 2002 Lezing door P.W. Klein over ‘Het Philips-Kommando’. 9 december 2002 Lezing door S.R. Slings over “Jan Woltjer tegen de school van Cobet. Een evaluatie van ‘Overlevering en Kritiek’ (1886)”. Afdelingsvergaderingen Natuurkunde 28 januari 2002 C.W. Trowbridge, buitenlands lid, over ‘Computational Electromagnetics a tool for science and industry en H.M. Pinedo over Verborgen schatten’. 25 februari 2002 J.L.R. Touret over ‘Het ontstaan van leven op de aarde: waar en wanneer?’ en G.Th. Robillard over ‘Nano-tech
121
Bijlagen
22 april 2002 A.J.B. Zehnder over ‘Sharing genes, a way of evolution?’ en R.D. Gill over ‘The memory loophole in Bell’s theorem: towards a decisive aspect experiment’. 27 mei 2002 Mevrouw J. Vandenberg, correspondent, over ‘Industrial Application of High-Resolution X-Ray Diffraction in the Manufacturing Process of High-Speed Telecom Lasers’ en D. Frenkel over ‘Onwaarschijnlijke gebeurtenissen met grote gevolgen: Simulatie van kristalnucleatie’. 17 juni 2002 Themabijeenkomst van de beide Afdelingen over ‘Internationale migratie uit wetenschappelijk zicht’. Sprekers: R.J.L. Lesthaeghe, Harvard University, Verenigde Staten/Vrije Universiteit Brussel, België, over ‘Replacement Migration: zin en onzin over de demografische effecten van internationale migratie’, G.B.M. Engbersen, Eramus Universiteit Rotterdam, over ‘Sociale cohesie en internationale migratie: over de verwevenheid van illegaliteit en criminaliteit’, P.C. Muysken, Katholieke Universiteit Nijmegen, over ‘Migratie,globalisering, meertaligheid’, J. Salt, University College London, Verenigd Koninkrijk, over ‘International mobility of the highly skilled: brain gains, drains and exchanges’, R.A. Coutinho, directeur gg&gd Amsterdam, over ‘Migratie en mobiliteit in medisch perspectief ’ en J. Hartog, Universiteit van Amsterdam, over ‘Economische aspecten van internationale migratie’. 30 september 2002 H.J. Habing over ‘Bevolkingsonderzoek in de groep van plaatselijke melkwegstelsels (Studies of the populations of Local Group galaxies)’ en N. Bom over ‘30 jaar echo(cardio)grafie’. 28 oktober 2002 J.A.M. Bleeker over ‘Röntgenspectroscopie van astrofysische plasma’s: recente inzichten’ en E. van der Giessen over ‘Breuk op mesoschaal: klein is anders’. 25 november 2002 A. van der Avoird over ‘Waarom is water zo bijzonder?’ en J.W. de Leeuw over ‘Zongedreven klimaatverandering’. 16 december 2002 N. van Breemen over ‘Optimising grain yields reduces ch4 emissions from rice paddy fields’ en H.P. Barendregt over ‘Over het gebruik van de fenomenologie: mathesis en mystiek’.
Fondsen Evert Willem Beth Stichting Doel: bevordering van onderzoek naar en onderwijs in de moderne logica, de wijsbegeerte der exacte wetenschappen, de geschiedenis van de logica, de geschiedenis van de wijsbegeerte der exacte wetenschappen en de wetenschappelijke wijsbegeerte in het algemeen. De Stichting doet dit onder meer door het financieren van een bijzondere leerstoel (E.W. Beth-hoogleraar). Van 30 september tot 4 oktober 2002 werd te Nancy het Internationale Symposium ‘Philosophical Insights into Logic and Mathematics’ gehouden. Deze conferentie werd in samenwerking met de Archives Henri Poincaré van de Universiteit Nancy-2 georganiseerd en gefinancierd. De E.W Beth dissertatieprijzen voor 2001 en 2001 werden toegekend, terwijl voor het E.W. Beth Scholarship een eminente kandidate werd aangetrokken. Het Herfstsymposium ‘Moderne Perspectieven op de Pioniers’ dat in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Wetenschapsfilosofie, de Nederlandse Vereniging voor Logica en Filosofie van de Exacte Wetenschappen – beide gesubsidieerd door de Evert Willem Beth Stichting – en de Stichting Wiener Kreis Archief werd georganiseerd, trok veel belangstelling. Fonds Staatsman Thorbecke De Akademie heeft, dankzij een royale schenking, eind 2000 het Fonds Staatsman Thorbecke in het leven kunnen roepen. Het Fonds heeft tot doel de herinnering aan Johan Rudolf Thorbecke (1798-1872) levend te houden, onder meer de totstandbrenging van een wetenschappelijke biografie. In het verslagjaar heeft de Commissie Fonds Staatsman Thorbecke R.A.M. Aerts bereid gevonden een Thorbeckebiografie te schrijven. Het schrijven van de biografie zal naar verwachting vijf jaar in beslag nemen. Hubrecht Fonds voor het Nederlands Instituut voor Ontwikkelingsbiologie De Stichting Hubrecht Fonds voor het Nederlands Instituut voor het Nederlands Instituut voor Ontwikkelingsbiologie te Utrecht is opgericht in 1991. Het Fonds is een voortzetting van de in 1916 opgerichte Stichting ‘Het Hubrecht Fonds’. Het doel van de stichting is de bevordering van het ontwikkelingsbiologisch onderzoek in Nederland, waarbij de doelstellingen van het Hubrecht Laboratorium/ Nederlands Instituut voor Ontwikkelingsbiologie tot uitgangspunt worden genomen. De jaarlijkse uitgaven ten laste van de inkomsten uit het vermogen van het Hubrecht Fonds worden vooral gebruikt voor het in stand houden van de embryologische collectie van het Hubrecht Laboratorium. Deze collectie bestaat voor een belangrijk deel uit de door de naamgever van het fonds, prof. dr. Hubrecht, bijeengebrachte embryologische preparaten. Ramsay Memorial Fund Doel: het uitzenden voor een of twee jaar naar het Verenigd Koninkrijk van een Nederlandse jonge doctor, doctorandus of ingenieur met hoofdrichting chemie om
122 Bijlagen
daar geavanceerd chemisch onderzoek te verrichten, dat eventueel kan worden benut voor de voltooiing van een dissertatie. De heer P.H.J. Kouwer is in het academisch jaar 2002-2003, voor een tweede termijn, door de Akademie in de gelegenheid gesteld als Ramsay Fellow scheikundig onderzoek te verrichten in Engeland. De heer Kouwer is op 1 oktober 2001 gestart met het onderzoeksproject ‘Self-organising liquid crystalline superdisks’ in de groep van professor J.W. Goodby te Hull, Verenigd Koninkrijk. Schure-Beijerinck-Popping Fonds Het Schure-Beijerinck-Popping Fonds is eind 1999 gevormd door een samenvoeging van het BeijerinckPopping Fonds en het fonds voor uitzending van onderzoekers naar buitenlandse marien-biologische instituten. Gezien het aantal subsidieaanvragen over een breed front van ecologisch onderzoek blijkt het fonds in een behoefte te voorzien. Uit het fonds wordt tevens een bijzondere leerstoel gefinancierd. Deze is begin 2000 voor een eerste periode van vijf jaar gevestigd aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Per 1 februari 2000 is mevrouw E. van Donk (nioo-knaw) door de Stichting Schure-Beijerinck-Popping Fonds bij deze universiteit benoemd tot bijzonder hoogleraar Limnologie. Zij heeft op 18 april 2002 haar oratie gehouden onder de titel ‘Netwerken in het water’. Aantal aanvragen: 37 Aantal gehonoreerde aanvragen: 31 Toegekend bedrag: € 132.900 Stichting Akademieleerstoelen Geesteswetenschappen Het vermogen van het Fonds is gevormd door een bijdrage van de Stichting Praemium Erasmianum en sinds 2002 van de Stichting Dr. Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds. Doel: vestiging van bijzondere leerstoelen op het gebied van de geesteswetenschappen. De Stichting Akademieleerstoelen benoemde per 1 december 2002 M.E.R.G.N. Jansen tot bijzonder hoogleraar Midden-Amerikaanse archeologie en etnohistorie aan de Universiteit Leiden. Per 1 september 2002 eindigde de aanstelling van mw. I.J.F. de Jong als Akademiehoogleraar. In december 2002 heeft de uva laten weten mw. De Jong tot gewoon hoogleraar op persoonlijke titel aan de uva te benoemen. Stichting J. Gonda Fonds Het vermogen van de Stichting is gevormd door de nalatenschap van de sanskritist J. Gonda, in leven lid van de knaw. Doel: bevordering van het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van het Sanskriet en eventueel van andere Indische talen en letterkunden, en van de Indische cultuurgeschiedenis. De Stichting probeert haar doel onder meer te bereiken door het vergoeden van de kosten van publicatie van wetenschappelijke geschriften en heruitgaven van bestaande werken op deze gebieden. De Stichting organiseert jaarlijks de Gonda-lezing. De Stichting J. Gonda Fonds verleende in 2002 subsidie aan negen projecten en publicaties op het gebied van de indologie. Zes indologen uit onder andere India, Nepal en Rusland verbleven dit jaar voor een studieverblijf met een
Gonda Advanced Study Grant aan het iias te Leiden. In november 2002 werd de tiende Gonda-lezing gehouden door Deborah Klimburg-Salter onder de titel Through the prism of history: The art of Kashmir as seen from Tibet. Gonda Fonds Aantal aanvragen: 12 Aantal gehonoreerde aanvragen: 9 Toegekend bedrag: € 204.780 Stichting van den Houtenfonds bij het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek (nih) Het C.H. Van den Houtenfonds is in 1970 ingesteld uit een nalatenschap ter bevordering van het hersenonderzoek, waarbij de doelstellingen van het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek (nih-knaw) als uitgangspunt zijn genomen. Het Van den Houtenfonds subsidieert uitsluitend interne projectaanvragen. Namens de Stichting zijn de volgende bijzonder hoogleraren benoemd: H.B.M. Uylings; leeropdracht: Morfometrie en Ontwikkeling van het Zenuwstelsel, R.M. Buijs; leeropdracht: Neuroendocrinologie, J. Verhaagen; leeropdracht: Moleculaire Biologie van Zenuwweefselregeneratie.In 2002 werden voorts een oio- en een postdocproject gesubsidieerd. Ter Meulen Fonds Het doel van het Ter Meulen Fonds (tmf) is de bevordering van het wetenschappelijk onderzoek dat een bijdrage levert aan de kindergeneeskunde. Het Ter Meulen Fonds stelt daartoe stipendia en subsidies voor werkbezoeken beschikbaar voor academici, die vanuit een Nederlandse werksituatie wetenschappelijk onderzoek willen gaan uitvoeren in het buitenland. Het fonds heeft een breed aandachtsgebied. Zo komen aanvragen op het terrein van de klinische kindergeneeskunde, ontwikkelingsbiologie, moleculaire biologie, microbiologie, farmacie voor subsidie in aanmerking. Begin november 2002 heeft de vierde Ter Meulen Fondslezing plaatsgevonden. De lezing werd gehouden door mw.prof.dr. C. Mummery tijdens de plenaire sessie van het 24e congres van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde te Veldhoven. De titel van de voordracht was: ‘Humane embryonale stamcellen: stand van zaken in de wetenschap en maatschappij’. Aantal aanvragen: 15 stipendia, inclusief verlenging, 16 werkbezoeken. Aantal gehonoreerde aanvragen: 7 stipendia, inclusief verlenging, 9 werkbezoeken. Toegekend bedrag: € 375.100 Van der Gaag Stichting De Van der Gaag Stichting, opgericht in 1988 door wijlen J.M. Verhoog, heeft als doel het bevorderen van hoogwaardig, maatschappelijk relevant wetenschappelijk onderzoek naar biologische, psychologische en sociale determinanten van menselijk gedrag. Het onderzoek dient te worden verricht teneinde de mens in staat te stellen zichzelf en zijn medemens beter te leren kennen en op basis hiervan in intermenselijke relaties beter te functioneren. Ook in 2002 heeft de Van der Gaag Stichting
123 Bijlagen
financiële steun gegeven aan de door de Stichting aan de Universiteit Utrecht gevestigde bijzondere leerstoel op het terrein van de biopsychosociale determinanten van menselijk gedrag. In het kader van het door de Van der Gaag Stichting gesubsidieerde project over rituelen na rampen, uitgevoerd door de Theologische Faculteit van de Universiteit van Tilburg, is in 2002 het project afgerond met het boek Rituelen na rampen. Verkenning van een opkomend repertoire dat in de publicatiereeks Meander van het Liturgisch Instituut te Tilburg, uitgeverij Gooi en Sticht, Kampen, is verschenen. Van Leersumfonds Het Van Leersumfonds verleent steun aan farmaceutisch onderzoek dat betrekking heeft op tropische planten en plantaardige producten, met inbegrip van de cultuur van farmaceutisch belangrijke planten en de bereiding en het onderzoek van in planten voorkomende werkzame bestanddelen; onderzoek over ziekten van de menselijke schedel en het centrale zenuwstelsel en het behandelen van hydrocephalus; het steunen van onderzoek op het gebied van de neurologie, inclusief de neurobiologie, en de radiologie; het bestrijden van de kosten van publicaties (incl. proefschriften) over onderzoek op deze gebieden, die binnen het subsidiejaar verschijnen. Doelgroep: senioronderzoekers (gepromoveerd of met vier jaar onderzoekservaring) en promovendi die vlak voor hun promotie staan. Aanvragen: 27 Gehonoreerde aanvragen: 22 Toegekend bedrag: € 30.100 Van Walree Fonds Het doel van het Van Walree Fonds is de bevordering van het medisch onderzoek, door middel van het subsidiëren van buitenlands congres- en werkbezoeken van promovendi aan het buitenland en van buitenlandse congresbezoeken van medisch studenten. Het verlenen van een tweejaarlijkse geldprijs voor de beste journalistieke prestatie op het gebied van de medische wetenschappen Daarnaast het instellen van een bijzondere leerstoel aan een faculteit Geneeskunde. Eind 2002 is de selectie van de tweejaarlijkse Van Walree Prijs gestart. De zesde Van Walree Prijs wordt begin 2003 toegekend voor de beste journalistieke prestatie op het gebied van de medische wetenschappen. Aantal aanvragen: 34 (congres- en werkbezoek jonge promovendi), 38 (medische studenten) Aantal gehonoreerde aanvragen: 21 (congres- en werkbezoek jonge promovendi), 26 (medische studenten) Toegekend bedrag: € 47.750 Vertaalfonds Het doel van het Vertaalfonds is het financieren van in een tijdschrift of bundel te publiceren vertalingen van een in het Nederlands gestelde wetenschappelijke artikelen van gepromoveerde onderzoekers in het Engels, Frans, Duits, Portugees, Spaans, Italiaans of Russisch; in het Frans of Duits gestelde wetenschappelijke artikelen in het Engels;
in het Engels gestelde wetenschappelijke artikelen in het Frans, Duits, Italiaans, Spaans, Portugees of Russisch. Aanvragen: 27 Gehonoreerde aanvragen: 26 Toegekend bedrag: € 19.340,59
Wetenschapsprijzen M.W. Beijerinck Virologie Fonds Doel van het Beijerinck-Virologie Fonds is het bevorderen van het wetenschappelijk onderzoek in Nederland en daarbuiten op het gebied der virologie in de ruimste zin, dus met inbegrip van de daarop toegepaste biochemie en biofysica. Eind 2002 heeft de selectie van de Beijerinck Premie 2003 plaatsgevonden. In maart 2003 wordt de premie bestaande uit een geldbedrag van € 50.000 uitgereikt tijdens het door het Beijerinck Virologie Fonds gesponsorde Dutch Annual Virology Symposium. De premie is bestemd voor een post-doc onderzoeker die excellent virus-georiënteerd onderzoek heeft verricht aan een Nederlandse universiteit of instelling. Christiaan Huygens Wetenschapsprijs De Christiaan Huygens Wetenschapsprijs is in 1998 ingesteld door de stichting Christiaan Huygens Prijs te Voorburg en wordt jaarlijks toegekend aan een onderzoeker voor een recent verdedigde dissertatie, op afwisselend een van de volgende gebieden: informatie- en communicatietechnologie, actuariaat en econometrie, theoretische en toegepaste natuurkunde en ruimtewetenschappen. De prijs bestaat uit € 10.000 en een bronzen beeld van Christiaan Huygens. De prijs is in 2002 door een Akademiejury toegekend voor een dissertatie op het terrein van de experimentele natuurkunde aan de heer A.I. Yanson. De la Courtprijs Doel is het toekennen van een prijs voor wetenschappelijk onderzoek (een groot oeuvre, levenswerk of uitzonderlijke wetenschappelijke prestatie) dat zonder honorarium is verricht op het gebied van de alfa- en gammawetenschappen. Aan mevrouw D.M. Helmers is op 9 december 2002 de De la Courtprijs 2002 uitgereikt voor haar boek Gescheurde bedden, oplossingen voor gestrande huwelijken. Dow Energieprijs De Dow Energieprijs is een prijs die wordt toegekend aan diegene(n) die zich in Nederland bijzonder verdienstelijk heeft/hebben gemaakt voor de bevordering van duurzame ontwikkeling in de procesindustrie. De prijs wordt gefinancierd door Dow Benelux n.v. te Terneuzen. De Dow Energieprijs (€ 25.000) is dit jaar door de Akademie toegekend aan J. van Liere. Hij krijgt de prijs voor de belangrijke bijdragen die hij heeft geleverd aan de technologie van de elektriciteitsproductie. Dow Energie Dissertatieprijzen Doel: de Dow Dissertatieprijzen (twee prijzen van 2.500 euro) worden jaarlijks toegekend aan twee onderzoekers die elk recentelijk hun promotieonderzoek hebben verricht aan een onderwerp, waarmee duurzame ontwikkeling in
124 Bijlagen
de procesindustrie is of kan worden bevorderd. De prijzen worden gefinancierd door Dow Benelux N.V. in Terneuzen. De Dow Energie Dissertatieprijzen van elk € 2500 zijn dit jaar toegekend aan Marco de Ridder en Javier Pérez Ramírez, respectievelijk gepromoveerd aan de Technische Universiteit Eindhoven en de Technische Universiteit Delft. Dr. ir. De Ridder heeft in zijn dissertatieonderzoek inzichten ontwikkeld die de energieconversie van bepaalde typen brandstofcellen kunnen verbeteren. Dr. Pérez Ramírez (1974) heeft veelbelovende katalysatoren ontwikkeld om N2O, een belangrijk broeikasgas, te elimineren. Heinekenprijzen Dr. H.P. Heinekenprijs voor de Biochemie en de Biofysica De knaw heeft de Dr. H.P. Heinekenprijs voor de Biochemie en Biofysica 2002 ($ 150.000) toegekend aan Professor Roger Y. Tsien, Department of Pharmacology, Department of Chemistry & Biochemistry, University of California, San Diego, Verenigde Staten ‘voor zijn buitengewone en unieke bijdrage aan het ontwikkelen van een reeks van methoden en technieken voor het meten en zichtbaar maken van processen in en tussen cellen’. Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Geneeskunde De knaw heeft de Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Geneeskunde 2002 ($ 150.000) toegekend aan Professor Dennis J. Selkoe, M.D. Harvard Medical School, Boston, MA, Verenigde Staten ‘voor zijn onschatbare inbreng in de ontwikkeling van het moleculaire onderzoek naar hersenziekten, in het bijzonder die van Alzheimer’. Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Historische Wetenschap De Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Historische Wetenschap 2002 ($150.000) is toegekend aan Professor Heinz Schilling, Humboldt-Universität, Berlijn, Duitsland ‘voor zijn uitmuntende interdisciplinaire onderzoek naar de geschiedenis van het vroegmoderne Europa, waarin hij confessionalisering en nationale identiteitsvorming een onderlinge samenhang geeft’. Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Milieuwetenschappen De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen heeft de Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Milieuwetenschappen 2002 ($ 150 000) toegekend aan Professor Lonnie G. Thompson, Byrd Polar Research Center, Ohio State University, Verenigde Staten ‘voor zijn baanbrekend werk in het onderzoek naar ijskernen uit de polaire gebieden en de tropen’. Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Kunst De Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Kunst 2002 (€ 50.000) is toegekend aan Aernout Mik ‘voor zijn consistente oeuvre van video-installaties, waarin hij het medium video gebruikt in combinatie met andere artistieke middelen. Zijn werkwijze heeft een grote invloed gehad op de huidige generatie ‘videokunstenaars’ in Nederland’.
Koninklijke Shellprijs De Koninklijke Shellprijs beloont een wetenschappelijke doorbraak of technologische innovatie op het gebied van duurzame ontwikkeling en energie. Duurzame ontwikkeling houdt in: de omgang met natuurlijke hulpbronnen op een wijze die de welvaart en de kwaliteit van natuur en milieu voor toekomstige generaties niet in de waagschaal stelt. De prijs wordt gefinancierd door Koninklijke/Shell. De Koninklijke Shellprijs (€ 100.000) is uitgereikt aan de hoogleraar J. van den Bergh. Hij is de eerste die economische en ecologische modellen bij elkaar bracht en is zeer kundig op het terrein van de evolutionaire economie, de ruimtelijke economie en milieukunde. Lorentzmedaille De gouden Lorentzmedaille wordt eenmaal in de vier jaar toegekend aan onderzoekers op het gebied der theoretische natuurkunde. Voor het ontvangen ervan zullen niet alleen zij in aanmerking komen die reeds door hun werk een grote invloed op de ontwikkeling van de wetenschap hebben gehad, maar ook zij die zich door een onderzoek in zodanige mate hebben onderscheiden, dat dit van hen verwacht mag worden. De Lorentzmedaille is in 2002 toegekend aan de Amerikaanse fysicus Frank Wilczek, buitenlands lid. De uitreiking van de gouden medaille vond plaats in oktober tijdens een symposium over ‘Zeeman, Lorentz & the electron’ dat door de Universiteit Leiden en de Universiteit van Amsterdam werd georganiseerd ter gelegenheid van het feit dat het in 2002 honderd jaar geleden was dat een Nobelprijs werd toegekend aan de Nederlandse geleerden Zeeman en Lorentz. Redactiecommissies Commissie voor de uitgave van de Geschiedenis der Nederlandse Rechtswetenschap Het derde deel van de Bibliografie der Nederlandse Rechtswetenschap betreffende de hoogleraren in de rechten aan de Universiteit van Franeker, zal in april 2003 zal worden aangeboden aan Douwe de Vries, directeur van Tresoar te Leeuwarden. De Commissie beraadt zich thans over de vraag of, en zo ja welk vervolg aan de werkzaamheden betreffende de Bibliografie gegeven dient te worden. Commissie voor het Corpus van Oud-Babylonische Brieven In het afgelopen jaar is aan verschillende delen van het project gewerkt. Werk is verricht aan Altbabylonische Briefe in Umschrift und Übersetzung 14, brieven in het Louvre (K.R. Veenhof). Veel voorbereidend werk is gedaan ten behoeve van een deel met brieven in het Iraq Museum in Baghdad. Besprekingen zijn gevoerd met W. Sommerfeld van de Universität Marburg, die toestemming heeft om deze brieven uit te geven. Hij zal deze toestemming echter nu overdragen aan het Leidse AbB-project en erop toezien dat F. van Koppen toegang krijgt tot de teksten in Baghdad. De voortgang van het project hangt af van de politieke ontwikkelingen. Voorts zal het AbB-project in zijn geheel op het internet worden gezet. R. Pientka te Marburg zal dit project uitvoeren en het Leidse AbBproject zal assistentie verlenen.
125 Bijlagen
Nederlands Comité voor het Repertorium Fontium Historiae Medii Aevi Het doel van dit comité is het garanderen van de Nederlandse bijdrage aan het internationale Repertorium van historische bronnen van de Middeleeuwen. Het Repertorium wordt samengesteld met de bijdragen van vele Europese landen, ter vervanging van A. Potthast, Bibliotheca Historica Medii Aevi, daterend uit 1896. De coördinatie van het project vindt plaats in het Istituto Storico Italiano per il Medio Evo onder leiding van de nieuwe directeur Massimo Miglio. De Nederlandse bijdrage wordt geleverd door het Comité, dat beslist welke auteurs en teksten moeten worden opgenomen en de kopij voor de artikelen opstelt. In 2002 is deel ix/1-2 verschenen, bevattende de ‘Compendia collectionum’, en, wat de bronnen betreft, de artikelen Petrus-Pluntsch. Commissie voor Zeegeschiedenis De commissie besprak de vorderingen bij de totstandkoming van het manuscript, dat deel xx van de serie Werken zal moeten worden, de studie van Mörzer Bruyns over de invoering van de octant in Nederland in de 18de eeuw. De studie heeft inmiddels de status gekregen van proefschrift. Voorts werd stilgestaan bij opzet en karakter van een gepland volgend deel in de serie Werken, de geschiedenis van de Koninklijke Marine na de Tweede Wereldoorlog, te verschijnen in twee of drie delen in 2006/2007. Voorzitter en secretaris/penningmeester van de commissie verklaarden zich bereid om, in afwijking van hetgeen ter zake staat vermeld in het jaarverslag over 2001, in functie te blijven tot na de verschijning van deel xx van de serie Werken, derhalve tot 1 januari 2004. Een voordracht met betrekking tot hun opvolging zal de Akademie vroeg in 2003 bereiken. Activiteiten 2002 van de Nederlandse commissie tot uitgave van het Corpus Vasorum Antiquorum (CVA) De internationale wetenschappelijke reeks Corpus Vasorum Antiquorum heeft tot doel de publicatie van het aardewerk uit de klassieke oudheid in openbare en privé-verzamelingen. Vooral het gedecoreerde aardewerk uit de Griekse oudheid geeft tal van informatie over het dagelijks leven, de mythologie en de geschiedenis van de oudheid. De Nederlandse commissie tot uitgave van het Corpus Vasorum Antiquorum bestaat uit vertegenwoordigers van de deelnemende musea en specialisten op het vakgebied. De commissie stelt zich ten doel de collecties klassiek aardewerk te publiceren, die zich in Nederlandse collecties bevinden. Totnogtoe zijn acht Nederlandse delen verschenen. Dankzij financiële ondersteuning van de Stichting Utopa werd in 2002 gewerkt aan de publicatie van twee nieuwe delen van het Allard Pierson Museum. Voor vier andere delen wordt momenteel onderzoek verricht en teken- en fotowerk gedaan. Door het beëindigen van de werkzaamheden aan het 5e deel van het Rijksmuseum van Oudheden door de auteur, die zulks op vrijwillige basis deed, stagneert het onderzoek naar de Leidse collectie. Dit vijfde deel is ongeveer voor de helft gereed. In samenspraak met de knaw wordt naar een oplossing gezocht. Hiertoe is in 2002 een bijeenkomst geweest op het bureau van de knaw. In november ontving de commissie het droeve bericht van het overlijden van Mw. H.A.L.E. Byvank-Quarles van Ufford. Mevrouw
Byvanck was sinds de oprichting van de commissie actief bij de realisering van de Nederlandse cva-delen en heeft jarenlang het secretariaat gevoerd. Encyclopaedia of Islam In het verslagjaar verscheen het xi de en laatste deel van de tekst van de Engelse editie. Het Supplement (Deel xii) zal naar verwachting in 2003 persklaar zijn. Deel xiii zal bestaan uit de Indexen (Proper Names, Subjects, Glossary/Terms). In het verslagjaar verscheen tevens de Index of Proper Names to Volumes i-x and to the Supplement Fascicules 1-6. Na sterk aandringen van de uitgever besloot de Redactie in 2001 alsnog een tweetalige Index of Proper Names persklaar te maken. Het Franse gedeelte van deze Index reikt niet verder dan het artikel Türk Odjaghı omdat de tekst niet verder verschenen was. Van de Franse editie verschenen de afleveringen 177-177a (Türk Odjaghı – ‘Umar Khayym). pp.785-896, en 177a – 178 (‘Umar Khayym – al-’Uzza) pp.897-1046. Deze laatste aflevering vormt tevens het einde van Deel x, dat ook in 2002 verscheen. De redactie verwacht dat Deel xi van de Franse editie in 2003 zal kunnen verschijnen. De Indexen, met alleen verwijzingen naar de Franse tekst, zullen naar verwachting in 2005-6 gereed kunnen zijn. Short-Title Catalogue, Netherlands De stcn (Short-Title Catalogue, Netherlands) is de nationale bibliografie tot 1800. Dit onderzoeksbestand staat via www.stcn.nl aan iedereen ter beschikking. In december werd het project ‘Basiscatalogus 18e eeuw’ afgerond. Alle Nederlandse boeken en tijdschriften van voor 1801 uit de Koninklijke Bibliotheek zijn nu in de stcn opgenomen. Bij nwo werd een voorstel ingediend voor opname van de collectie 18e eeuw van de ub Amsterdam, in combinatie met presentatie van digitale afbeeldingen van de titelpagina’s. Er werd goede voortgang gemaakt met het verwerken van de collecties van de ub Utrecht en het Haags Gemeentearchief. Ook werd de belangwekkende verzameling Elzevier-uitgaven van de University of London Library opgenomen. De totale stcn-productie in het jaar 2002 bedroeg 11.767 nieuwe titels en 4.562 met nieuwe exemplaren verrijkte beschrijvingen. De database bevatte op 31 december 120.216 records met circa 233.000 exemplaren. Union Académique Internationale (uai) De Union Académique Internationale coördineert een aantal internationale projecten op het terrein van de geesteswetenschappen. Aan sommige van die projecten wordt in meerdere landen gewerkt, terwijl het ook mogelijk is dat er alleen in één land een redacteur of redactiecommissie aan een project werkt. Voor de na afsluiten van het project Corpus Vitrearium- zes projecten van de uai bestaat een Nederlands Comité en de publicaties van die comités vallen onder de verantwoordelijkheid van de Akademie. Sommige van de projecten zijn ondergebracht bij het Constantijn Huygens Instituut (chi). De Afdeling Letterkunde vormt een uai-Commissie die onder meer als taak heeft het bewaken van de voortgang van de onder de uai ressorterende projecten en het adviseren van het bestuur over in uai-kader te nemen beslissingen. Namens
126 Bijlagen
de Akademie woonde de heer H.A.G. Braakhuis, voorzitter van de uai-commissie de 76e Algemene Vergadering bij van de uai die in juni heeft plaatsgevonden in Brussel, België.
Uitgebrachte achtergrondstudies, commentaren en rapporten KNAW algemeen Bestrijding van mond- en klauwzeer. ‘Stamping out’, of gebruik maken van wetenschappelijk onderzoek. Deltaplan voor het middelbaar onderwijs Open brief aan de kabinetsinformateur. Grenzeloze Wetenschap. Enkele gedachten over onderzoeksopleidingen en de bekostiging van universitair onderzoek. Investeren in kennis Open brief aan de kabinetsformateur van vno-ncw, knaw, nwo, tno en vsnu. Topmasters Betreft het advies van de Werkgroep Topmasters ‘Over de top. Duidelijkheid door differentiatie’ en gaat nader in op dat deel wat gaat over het PhD-traject. Accreditatie van onderzoekersopleidingen Briefadvies aan de minister en de staatssecretaris van ocenw, waarin de knaw voorstellen formuleert voor accreditatie van onderzoeksopleidingen. De toekomst van de bio-informatica in Nederland. Position Paper van knaw en nwo.
Afdeling Letterkunde Vensters op de wereld. De studie van de zogenoemde ‘Kleine Letteren’ in Nederland Rapport van de Adviescommissie Kleine Letteren Adviescommissie Kleine Letteren, Commissie Geesteswetenschappen (cgw).
Afdeling Natuurkunde De werkgroep aarde op school, een jaar verder Raad voor Aarde en Klimaat. The societal impact of applied health research Towards a quality assessment system Raad voor de Medische Wetenschappen, subcommissie Gezondheids(zorg)onderzoek (gzo). Briefadvies aan de ministers van ocenw en vws inzake opleidingsplaatsen voor artsen Raad voor Medische Wetenschappen.
Erkenning onderzoekscholen De Erkenningscommissie Onderzoekscholen (ecos) beslist krachtens het vastgestelde protocol over verzoeken van universiteiten tot erkenning van onderzoekscholen. In het verslagjaar heeft de elfde beoordelingsronde van aanvragen voor erkenning van onderzoekscholen plaatsgevonden. 27 aanvragen werden aan de ecos voorgelegd, waarvan vier voor erkenning en 23 voor vervolgerkenning. Tijdens de beoordelingsprocedure is door twee onderzoekscholen een erkenningsaanvraag teruggetrokken en door één onderzoekschool de vervolgerkenningsaanvraag. De ecos heeft één aanvraag is niet gehonoreerd, de overige onderzoekscholen waarvoor een aanvraag is ingediend, zijn erkend of hererkend. Het totale aantal erkende onderzoekscholen bedroeg per 31 december 2002 103.
De Commissie bestaat uit negen personen, te weten een voorzitter, een vice-voorzitter en zeven andere leden. Deze zeven leden zijn de voorzitters van de zeven subcommissies die de Commissie adviseren bij het beoordelen van de aanvragen. Alle Commissie- en subcommissieleden worden door het bestuur van de knaw benoemd voor een periode van vier jaar en zijn éénmaal hernoembaar. Tijdens de beoordelingsronde 2002 was de samenstelling van de ecos en haar subcommissies als volgt: Erkenningscommissie Onderzoekscholen Voorzitter: J.A. Michon, vice voorzitter: A. Verruijt Subcommissies Subcommissie Geesteswetenschappen (gw) Voorzitter: A. van de Beek Leden: H. Bennis, J.L. van Zanden, W.L. Idema, A.G.B. ter Meulen. Subcommissie Maatschappij- en Gedragswetenschappen (MAG) Voorzitter: D.W.F. Verkade Leden: E. van Avermaet, E.E.C. van Damme, J. van Doorne-Huiskes Subcommissie Exacte Wetenschappen (ew) Voorzitter: E. Drent Leden: H.J. Habing, P.J. Zandbergen, G. van Middelkoop, C.G. Kruse Subcommissie Biologische-, Oceanografische- en Aardwetenschappen (boa) Voorzitter: J.H. Koeman Leden: J. Ridder, S.B.J. Menken, W. van Delden, J.W. de Leeuw Subcommissie Medische Wetenschappen (mw) Voorzitter: S.W.J. Lamberts Leden:, J.A. Knottnerus, C.J.M. Melief, G.B. Snow, A.M. Kruisbeek, B. Löwenberg Subcommissie Technische Wetenschappen (tw) Voorzitter: G.J.F. van Heijst Leden: J.A. Wesselingh, S. Middelhoek, B.M. Spee, G. van Oortmerssen Subcommissie Landbouwwetenschappen (lw) Voorzitter: J.W.M. Osse Leden: S. Bruin, A.H. Eenink, F. de Vree, J.M. van Groenendael Publicaties Akademie Nieuws, Nieuwsbrief over de Akademie en de Akademie-Instituten, vijftiende jaargang, nummer 65-70 Hackeng, T.M., Veenhof, H., Over de grenzen van het weten, Jaarboek 2001 Vereniging van Akademie-onderzoekers. Reneman, R.S., Academies en geleerde genootschappen: onstaan, functie en positie door de eeuwen heen, Jaarrede R.S. Reneman, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, uitgesproken tijdens de Verenigde Vergadering op 13 mei 2002. Levelt, W.J.M., Rede van de nieuwe president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen prof. dr. W.J.M. Levelt bij de aanvaarding van het presidentschap op 13 mei 2002.
127 Bijlagen
Publicaties Afdeling Letterkunde Mededelingen, jaargang 65, nummer 1-9. Lauwaars, R.H., De verdragen van Amsterdam en Nice over de Europese Unie, mln65:1. Ingen, F.J. van, Echo im 17. Jahrhundert, Ein literarischmusikalisches Phänomen in der Frühen Neuzeit, mln65:2. Koopmans, T., Rechter en politiek in de Verenigde Staten mln65:3. Opschoor, J.B., Economische ontwikkeling en milieuverandering, mln65:4. IJzendoorn, M.H. van, Drie Generaties Holocaust?, mln65:5. Weijers, O., Begrip of tegenspraak?, Analyse van een middeleeuwse onderzoekmethode, mln65:6. Nijkamp, P., Groei, kennis en overheid, Een meta-analytische verkenning naar kennisinfrastructuur, mln65:7. Beek, A. van de, Het beloofde land: wie betaalt het cadeau?, Israël tussen de volken van het Midden-Oosten, mln65:8. Seuren, P.A.M., The logic of thinking, mln65:9.
Publicaties Afdeling Natuurkunde Indagationes Mathematiae, New Series, Volume 13, nummer 1-4. Verslag van de gewone vergadering van de Afdeling Natuurkunde, vol.111, nummer 1-9.
Overige Publicaties Eck, x. van, Coebergh-Surie, C.E., Gasten, A.C., The stained-glass windows in the Sint Janskerk at Gouda, II, The works of Dirck and Wouter Crabeth. Knoeff, R., Herman Boerhaave (1668-1738), Calvinist chemist and physician. Nijkamp, P., Cris du coeur. North South Research Cooperation, International Conference, December 3, 2001. Olivelle, P., Food for thought, Dietary rules and social organization in ancient India. Levelt Sengers, J., How fluids unmix, Discoveries by the school of Van der Waals and Kamerlingh Onnes. Vermij, R., The Calvinist Copernicans, The reception of the new astronomy in the Dutch Republic, 1575-1750. Wiesenfeldt, G., Leerer Raum in Minervas Haus, Experimentelle Naturlehre an der Universität Leiden, 1675-1715. Heineken Lectures 2000 Rothman, J.E., SNARE proteins, The basis of cellular membrane fusion and its specifity. Kandel, E.R., Genes, synapses and memory storage. Harremoës, P., Scientific incertitude in environmental analysis and decision making. Vries, J. de, Towards a history that counts. Geelen, G., A good work of art lifts you out of your earthly existence.
Register A Advies Commissie Wetenschap en Ethiek (acwe) 30 Afdeling Letterkunde 14, 15 Afdeling Natuurkunde 14 Akademie-Colloquia 53 Akademiepenning 14, 115 Akademie Commissie voor de Chemie 24 Akademie Raad voor de Wiskunde 24 Algemeen Bestuur 14 allea 50 allea Communication and Information Centre (acic) 50 alma 51 Automatisering 73, 118 Avond van Wetenschap en Maatschappij 116
cos 23 cssts 23 cte 65, 90, 91, 92 cva 126
D
Bestuurscommissie Onderzoekorganisatie 14 Beveiliging knaw infrastructuur 64 Bioethics and health in international context 48 Biologische Raad (br) 27, 28 bnp 7 Bouwzaken 64 br 27, 28
Dagelijks Bestuur 14 Descartes-Huygensprijs 48 De la Courtprijs 124 Dierenexperimentencommissie 32 Digitale Expertise Netwerk knaw (denk) 63 Directie 14, 67, 69, 71, 73, 76, 78, 79, 80, 82, 84, 85, 87, 90, 92 Documentaire informatievoorziening 118 Dow Energieprijs 115, 124 Dow Energie Dissertatieprijzen 124 Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Geneeskunde 2002 16 Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Historische Wetenschap 2002 16 Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Kunst 16 Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Milieuwetenschappen 2002 16 Dr. H.P. Heinekenstichting 16 Dr. H. P. Heinekenprijs voor de Biochemie en Biofysica 16
C
E
B
Call for Proposals 45 cao 54, 95, 97, 98, 100, 102, 103 cao-oi 95 cao-Onderzoekinstellingen (cao-oi) 95 Carolina MacGillavry Fellowships 49 cbb/knaw 27 cbs 1, 58, 59, 62, 64, 80, 81, 82, 84, 97, 105, 106, 107, 114, 115 ceme 65, 90, 91, 92 Centraalbureau voor Schimmelcultures (cbs) 62, 80 Centrale Commissie van Advies Arbeidsgeschillen (ccaa) 102 Centrum voor Kennis- en Informatiemanagement (ckim) 63 cern 29, 50 chi 58, 66, 67, 105, 106, 114, 126 Christiaan Huygens Wetenschapsprijs 124 cl 89, 90, 91, 92 Commissies met een specifieke taak 30 Commissie Beoordeling Kennisprojecten (cbk) 9 Commissie Biotechnologie bij Dieren (cbd) 31 Commissie Dierproeven, Transgenese en Biotechnologie 31 Commissie Geesteswetenschappen 26 Commissie voor de Geschiedenis en de Cultuur van de Joden in Nederland 32 Commissie voor de uitgave van de Geschiedenis der Nederlandse Rechtswetenschap 125 Commissie voor het Corpus van Oud-Babylonische Brieven 125 Commissie voor Zeegeschiedenis 125 Commissie Wetenschap en Kunst 31 Congressubsidies 53 Constantijn Huygens Instituut voor tekstedities en intellectuele geschiedenis 66 Contactcommissie eso 51
128 Register
embc 50, 51 embl 50, 51 embl/embc 50 embo 50, 51 Encyclopaedia of Islam 126 Erkenningscommissie Onderzoekscholen (ecos) 126 eurofore 23 European Science Foundation (esf) 51 Evert Willem Beth Stichting 122
F Fonds Staatsman Thorbecke 122 Fryske Akademy 67
G Genomics-onderzoek 20 Global Change 53
H hdp-Commissie 53 Heinekenprijzen 5, 15, 16, 115, 124 Hendrik Casimir-Karl Ziegler Onderzoeksstipendia 48 Hubrecht Fonds voor het Nederlands Instituut voor Ontwikkelingsbiologie 122 Hubrecht Laboratorium 62, 82, 83, 84 Huisvesting 3, 64
I ices/kis-3 21 icin 58, 62, 64, 65, 83, 84, 97, 105, 106, 114 ict 3, 29, 59, 62, 63, 64, 66, 69, 111, 118 igbp/wcrp 53 iisg 60, 61, 68, 69, 73, 74, 77, 96, 97, 105, 106, 107, 114 InterAcademy Panel 52 Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (iisg) 60
International Council for Science 52 Interuniversitair Cardiologisch Instituut Nederland (icin) 84 Interuniversitair Oogheelkundig Instituut 85 Interuniversitair Oogheelkundig Instituut (ioi) 62, 65, 87, 96 iubmb 27
J Joint Working Committee 45 Jota! 116
nioo\cte 90 nvon 26 nwo 7, 8, 9, 10, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 30, 31, 35, 45, 51, 52, 54, 60, 61, 62, 66, 69, 71, 72, 77, 83, 89, 90, 91, 95, 103, 111, 115, 126
O ocenw , 7, 8, 9, 10, 11, 21, 22, 23, 25, 29, 30, 31, 39, 42, 43, 44, 45, 50, 51, 62, 74, 109, 112, 114, 126 oio’s 100, 103 Open Science Meeting en Rondetafelconferentie 45 Overleg Onderzoekscholen Wiskunde (oow) 24
K Kennisstrategie 2010 7 kitlv 59, 61, 70, 71, 75, 105, 106, 114 Koninklijke Shellprijs 124, 125 Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (kitlv) 59, 61, 70, 71, 75, 105, 106, 114 Kwaliteitszorg instituten 62
P p&o 95 personeels- en salarisadministratie (pisa) 104 prest 23 Publicaties 128
R L Landelijk Orgaan WetenschappelijkeIntegriteit (lowi) 31 lnv 30, 31 Loopbaancentrum 101 Lorentzmedaille 15, 115, 125 lowi 31
Raad voor aarde en klimaat (rak) 27, 28 Raad voor de Technische Wetenschappen (rtw) 29 Raad voor Medische Wetenschappen (rmw) 28 Raad voor Natuur- en Sterrenkunde (rns) 28 Redactiecommissies 3, 125 rns 29 Roosevelt Study Center (rsc) 79, 114
M M.W. Beijerinck Virologie Fonds 124 Meertens Instituut 71 Meertens Instituut Onderzoek en documentatie van Nederlandsetaal en cultuur 71 Mobiliteitsprogramma 45
N ncg 87, 88, 114 Nederlandse commissie tot uitgave van het Corpus Vasorum Antiquorum (cva) 125 Nederlandse Commissie voor Geodesie (ncg) 87 Nederlands Comité voor het Repertorium Fontium Historiae Medii Aevi 125 Nederlands Economisch-Historisch Archief (neha) 73 Nederlands Instituut voor Ecologie (nioo) 90 Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek (nih) – Interuniversitair Oogheelkundig Instituut (ioi) 62 Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (niod) – Centrum voor Holocaust- en Genocidestudies 61 Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Inform 76 Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (nidi) 58, 97 neha 73, 74, 105, 106, 114 Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences 78 nias 38, 58, 65, 75, 78, 79, 105, 106, 114, 115 nibi 26 nidi 58, 97, 111 nih 58, 59, 62, 64, 65, 81, 86, 88, 89, 90, 96, 97, 101, 105, 106, 107, 114, 123 niob 82, 84 niod 59, 61, 64, 74, 75, 97, 101, 105, 106, 111, 114 nioo 59, 64, 65, 81, 90, 91, 92, 105, 106, 114, 122 nioo\ceme 90 nioo\cl 90
129 Register
S Samenwerking met zusteracademies 46 Schure-Beijerinck-Popping Fonds 122 Scientific Programme Indonesia-Netherlands (spin) 44 Short-Title Catalogue, Netherlands (stcn) 126 stb 23 Stichting Akademieleerstoelen Geesteswetenschappen 122 Stichting J. Gonda Fonds 122 Stichting Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (nidi) 111 Stichting van den Houtenfonds bij het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek (nih) 123 Stichting Wetenschap en Techniek Nederland (WeTen) 117 stt 23
T Ter Meulen Fonds 123 tno 7, 23, 31, 52, 115, 126 Toekomst van het wiskunde-onderzoek in Nederland (twon) 24 Trippenhuis 7, 10, 17, 32, 55, 65, 72, 117
U ub 126 Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzekeringen (uwv) 102 Union Académique Internationale (uai) 126 Universiteit van Michigan, Ann Arbor, Verenigde Staten 49 ut 23
V Van der Gaag Stichting 123 Van Leersumfonds 123 Van Walree Fonds 123 vcbg 27, 28 Vensters op de wereld 20 Vertaalfonds 123 vno 7, 115, 126 Voortgezet Onderwijs 11 vsnu 2, 7, 8, 9, 10, 24, 25, 26, 30, 31, 39, 45, 52, 62, 115, 126 vwo 11, 24, 25, 27, 28, 29, 100, 116
W Website knaw 117 Wetenschappelijke Raad voor de Kankerbestrijding 32 Wetenschapsprijzen 3, 124 Wet verbetering poortwachter 98 wotro 45 wvoi 95, 98, 101, 102, 103
Z Ziekteverzuim 97, 98, 106, 107 Zusteracademies 30, 46
130 Register