Sociaal Jaarverslag Personeelszaken

Sociaal Jaarverslag Personeelszaken

2014

Voorwoord CSG De Waard brengt jaarlijks een sociaal jaarverslag uit over de personele ontwikkelingen binnen de stichting. Het verslag is bedoeld om belanghebbenden op de hoogte te brengen van deze ontwikkelingen. Een kort overzicht wordt gegeven van de diverse activiteiten die op de afdeling Personeelszaken zijn ondernomen in de afgelopen rapportageperiode. Verder worden diverse gegevens vergeleken met cijfers van voorgaande jaren. Waar mogelijk worden de cijfers ook vergeleken met de landelijke cijfers. Indien van toepassing en waar mogelijk wordt er op grond van de gegevens nieuw beleid geformuleerd voor het aankomende cursusjaar. Zo blijven wij actueel en reageren we op trends en signalen. In hoofdstuk 7 worden de beleidsuitspraken nog een keer op een rijtje gezet. Wij vertrouwen erop dat dit sociaal jaarverslag een goed beeld geeft van de ontwikkelingen in het kalenderjaar 2014. Met vriendelijke groet, namens afdeling Personeelszaken R. Notenboom Directeur Personeelszaken

Christelijke Scholengroep De Waard

2

Inhoudsopgave Sociaal Jaarverslag 2014 1.

Inleiding .......................................................................................................................4

2.

Organisatie ...................................................................................................................6 Beleidsplannen ..................................................................................................................... 6 Dag van de Leraar ................................................................................................................ 6 Nascholing ........................................................................................................................... 6

3.

Mobiliteit ......................................................................................................................8 Uitdiensttreding .................................................................................................................... 8 Indiensttredingen ................................................................................................................. 8 Overplaatsingen ................................................................................................................... 8

4.

Bezetting in schema .....................................................................................................9 Arbeidsplaatsen .................................................................................................................... 9 Personele kengetallen .......................................................................................................... 10 Opleiden in de school ........................................................................................................... 12

5.

Arbeidsomstandigheden .............................................................................................13 Ziekteverzuim ...................................................................................................................... 13 Sociaal medisch team/bedrijfsarts ......................................................................................... 15 Gesprekkencyclus ................................................................................................................ 16 Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) .............................................................................. 17 Bedrijfshulpverlening (BHV) .................................................................................................. 18

6.

Arbeidsvoorwaarden ..................................................................................................19 Verlof.................................................................................................................................. 19 Functiemix .......................................................................................................................... 20

7.

Beleidsuitspraken .......................................................................................................21


3

1. Inleiding Dit verslag wordt voor het eerst opgesteld over een kalenderjaar waardoor de periode van verslaglegging gelijk loopt met het financieel jaarverslag. Bij het kijken naar de vergelijkende cijfers is het handig dit even in ogenschouw te nemen. Het werken met Profit van AFAS voor de salarisverwerking wordt door de organisatie als efficiënt ervaren. Sinds 1 januari 2013 (de start van dit project) wordt ook het verzuim in deze applicatie geregistreerd en beheerd. Gebeurtenissen als een jaarovergang, bijzondere loonsverhoging en gewijzigde BAPO registratie zijn in eigen beheer goed verlopen. Voor 2015 wordt de invoering van een Web oplossing verwacht, waarmee de invoering van gegevens door directeuren en medewerkers online kan worden gedaan en de administratieve last kan worden verlicht. Voor de borging van het gebruik van de juiste wet- en regelgeving blijven we incidenteel gebruik maken van een externe salarisadministrateur. De invoering van de Vervangingsmanager is door alle betrokkenen ervaren als een succes. Schooldirecteuren zijn ontlast van de taak vervangers te zoeken op onmogelijke tijdstippen en de medewerkers van de afdeling Personeelszaken regelen centraal de inzet van vervangers. Door te letten op welke vervanger past in welke groep en school ging de kwaliteit van de inzet omhoog. In de lente zijn de jaarlijkse formatieplannen in overleg met de schooldirecteuren opgesteld. Doorgaande lijn hierin is het in evenwicht houden van de inkomsten en de uitgaven. Door te werken met prognoses van leerlingenaantal per 1 oktober van het aankomende jaar, en niet met het vastgestelde leerlingenaantal van het afgelopen jaar, streven we ernaar pas te houden met de reële krimp in het leerlingenaantal. Als onderdeel van de formatieplannen is ook weer een interne mobiliteitsronde georganiseerd. Hierin is bijzondere aandacht besteed aan het meegeven van een positief imago aan mobiliteit, als een verandering die voor medewerker én school een vitaliserend effect kan hebben. In aanloop naar de opstelling van de formatieplannen, zijn gesprekken gevoerd met medewerkers die bereid waren hun onderwijs carrière te beëindigen. Het resultaat van deze gesprekken was dat verschillende oudere werknemers in overleg zijn gestopt en voor het schooljaar 2014-2015 ook verschillende jonge leerkrachten in een tijdelijk dienstverband konden worden benoemd. Bijgevolg zijn er dan ook geen gedwongen ontslagen gevallen en geen mensen in het RDDF geplaatst. In de zomer van 2014 werd de nieuwe CAO PO 2014 bekend gemaakt waarin een aantal thema’s een nieuwe impuls krijgen. Deze thema’s zijn: professionalisering, duurzame inzetbaarheid en werkverdeling. In december is een begin gemaakt met het informeren van medewerkers, de medezeggenschap en de schooldirecteuren over hun rol in de implementatie van deze CAO. In 2015 worden betrokkenen verder geïnformeerd en zorgt de bovenschoolse organisatie voor de nodige voorbereiding en uitvoering. Gaandeweg het schooljaar is de aandacht uitgegaan naar het begeleiden van minder tot niet functionerende medewerkers naar ander werk. Ook zijn op managementniveau zieke werknemers begeleid en hebben schooldirecteuren het nodige gevraagde en ongevraagde advies ontvangen. De Wet Werk en Zekerheid die per 1 juli 2015 ingaat, vormt voor de oplossing van vervanging bij CSG De Waard een bedreiging. Hierin wordt geregeld dat elk inzetmoment van een vervanger wordt gezien als 1 contract en er bij het 4e contract een vast dienstverband moet worden aangeboden. De sociale partners nemen dit als hoofdonderhandelingspunt mee voor de nieuwe CAO 2015, zodat we hopelijk niet gehouden worden aan deze wet. De verwachting is nog steeds dat er tot 2020 door pensioen en ander natuurlijk verloop een tekort gaat ontstaan van 17 arbeidsplaatsen (eerdere raming 65). De eerdere bijstelling was het gevolg van het verhogen van de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd en van een sterkere daling in leerlingenaantal dan eerder geraamd. Deze situatie blijkt de afgelopen twee jaar meer stabiel.


4

Daarom wordt beleid om een goede instroom aan leraren in opleiding en invallers te waarborgen gecontinueerd. Mocht een tekort onverhoopt ontstaan, dan heeft CSG De Waard binding gemaakt met en begeleiding geboden aan jong en kwalitatief hoogwaardig personeel, dat op dat moment hopelijk kiest voor CSG De Waard als werkgever.


5

2. Organisatie In het kalenderjaar 2014 vallen 17 scholen onder het bevoegd gezag van CSG De Waard. Beleidsplannen In het kalenderjaar 2014 is het beleidsplan ‘Begeleiding invalleerkrachten’ vastgesteld. Ook is het beleidsplan ‘Professionalisering’ en ‘Opleiden in de School’ gewijzigd en vastgesteld. Bovenstaande plannen zijn besproken in het directieberaad en ter instemming voorgelegd aan de GMR. Vervolgens zijn ze door het CvB vastgesteld. Dag van de Leraar en Kerstattentie Op de Dag van de Leraar (6 oktober 2014) kregen alle medewerkers een persoonlijke mail van de voorzitter van het College van Bestuur met een bedankje voor hun inzet het afgelopen jaar. Tevens werd in deze maand een bedrag uitgekeerd van € 200,- bruto per fulltime dienstverband. In het kader van het 150 jaar christelijk onderwijs in de Hoeksche Waard werd ter viering voor alle medewerkers een stichtingsdag georganiseerd met inspirerende sprekers en een lunch. Ook ontvingen medewerkers een speciale Tinteling kerstattentie ter besteding via de cadeau website. Nascholing In het schooljaar 2014 werd voor het eerst het Kennisplein opgericht. Na een uitvoerige behoeftepeiling door de Coördinator Opleiden in de School/Beeldcoach Y. van der Beek, is een uitgebreid aanbod opgezet ter raadpleging en inschrijving via een webpagina. Grote animo was er met 103 deelnemers voor de thema bijeenkomsten van Harry Janssens over omgaan met bijzonder gedrag bij kinderen. Ook het leren communiceren met kinderen van Martine Delphos en de gesprekstechnieken om toe te passen bij ouders van Hans Scheltema namen gretig aftrek. Respectievelijk 22 en 17 deelnemers. Een middag om je te bekwamen in signaleren en omgaan met dyscalculie stond ook op het programma en trok 20 deelnemers. Zo was er voor ieder wat nuttigs en is besloten om na een succesvolle start het Kennisplein in het komende jaar voort te zetten. Alle deelnemers waren verplicht een presentielijst in te vullen en hebben een passend deelnamecertificaat ontvangen. Voor begeleiders van leraren in opleiding op de scholen is verder wederom bovenschools een cursus Coaching en Begeleiding gegeven door de eigen Coördinator Opleiden in de School. In de netwerkbijeenkomsten van directeuren, schoolopleiders, ICT-ers, IB-ers en Fakkeldragers wordt ook regelmatig scholing ontvangen en gegeven. Men kan hierbij denken aan: de Hoeksche Waardse plaatsingswijzer, inzet van Chrome books in het onderwijs, het schrijven van een nieuw Schoolplan en het bediscussiëren van het IGDI Model (Interactief, Gedifferentieerd, Directe Instructie-model). Tot slot zijn er op alle scholen op grond van het nascholingsplan diverse cursussen georganiseerd ter ondersteuning van de personeelsleden in het kader van de schoolontwikkeling. In het jaarverslag van de diverse scholen wordt door de directeuren hierover verantwoording afgelegd. Aanvullend is er gefinancierd door het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Hoeksche Waard een gezamenlijk onderwijsaanbod, waarvan ook onze IB-ers en leerkrachten gebruik kunnen maken. In het kader van de leerlingenzorg (Passend Onderwijs) zijn landelijk alle scholen verplicht gesteld een zogenaamd Schoolondersteuningsprofiel (SOP) te schrijven. De gebieden die hieruit volgden voor verdere ontwikkeling waren in het Kennisplein opgenomen.


6

Beleidsuitspraak: In schooljaar 2015-2016 zal het Kennisplein worden voorgezet. In navolging van de CAO 2014 zal zoveel mogelijk individuele professionalisering in teamverband worden uitgevoerd. Een nauwkeurige behoeftebepaling wordt daartoe voortgezet.


7

3.

Mobiliteit In dit hoofdstuk wordt het geheel aan personele bewegingen in kaart gebracht. Daarbij valt te denken aan ‘indiensttredingen’, ‘uitdiensttredingen’ en ‘vrijwillige/verplichte overplaatsingen’. Mobiliteit (aantal personen) 30 26 25

22

20

18 2011-2012

15 15

13 11

10

2012-2013 2014

10 5 5

2

0 in dienst

uit dienst

overplaatsing

Uitdiensttreding In het kalenderjaar 2014 zijn 15 medewerkers uit dienst gegaan. Hiervan waren er 3 mannen en 12 vrouwen. Deze 15 medewerkers hadden de volgende functies: Leerkracht (10), directeur (1), onderwijsassistent (1), administratief medewerker (1), conciërge (1) en adjunct directeur (1).

Reden uit dienst FPU Eigen verzoek Ontslag kantonrechter Keuzepensioen Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid Overlijden Totaal

2011-2012 2012-2013 4 1 11 9 0 2 6 3 1 3 0 0 22 18

2014 1 2 3 9 0 0 15

Indiensttredingen In het schooljaar 2014 zijn 2 medewerkers (1 vrouw en 1 man) in dienst gekomen. Deze 2 medewerkers hebben de volgende functies ingevuld: - Directeur (1) - Leraar Basisonderwijs LB met taak Intern Begeleider (1) Overplaatsingen Van een overplaatsing is sprake als standplaats en/of functiewijziging binnen de stichting plaatsvindt. In het kalenderjaar 2014 zijn 18 medewerkers van standplaats veranderd, 2 medewerkers zijn van functie gewijzigd, 4 medewerkers zijn benoemd tot leerkracht LB en 2 medewerkers zijn benoemd tot leerkracht LC. Christelijke Scholengroep De Waard

8

4. Bezetting in schema Arbeidsplaatsen In onderstaand overzicht hebben we nog te maken met een gebrek aan onderlinge vergelijkbaarheid tussen en verenigbaarheid van het uitgaande en inkomende computersysteem. In de kolommen 2012-2013 is het alleen mogelijk de gegevens van januari 2013 tot en met juli 2013 weer te geven. Desondanks laat het overzicht zien dat het aantal arbeidsplaatsen langzaam daalt in overeenstemming met het dalende leerlingenaantal.

2011-2012 230 360

Arbeidsplaatsen Gemiddeld aantal medewerkers

2012-2013 (=jan-jul 2013) 228 350

2014 221 336

In bovenstaand overzicht is weergegeven het gemiddeld aantal medewerkers en arbeidsplaatsen. In het schooljaar 2014 zijn 15 medewerkers uit dienst gegaan en 2 medewerkers in dienst gekomen. Dit betekent een terugloop van 13 medewerkers (absoluut aantal).

Aantal arbeidsplaatsen (fte) per school (gemiddeld)

2011-2012 De Wegwijzer De Schelp De Vliet De Molenwiek De Weerklank De Regenboog ZB De Bouwsteen De Regenboog HN De Weele Het Spui De Bron Sabina van Egmond De Kriekenhof Keuchenius De Hoeksteen Willem Alexander De Ark Bestuurskantoor Totaal


6 15 7 7 6 12 22 9 10 10 16 22 11 9 14 18 26 10 230

2012-2013 2014 (=jan-jul 2013) 6 14 7 7 6 11 21 10 9 8 16 22 11 9 13 17 29 11 228

6 12 8 8 7 10 21 10 9 8 15 21 9 8 12 16 28 11 221

9

Aantal arbeidsplaatsen (fte) per school in grafiek 35 30 25 20 15 10 5 0

Bestuurskantoor

De Ark

De Hoeksteen

Willem Alexander

Keuchenius

2012-2013 De Kriekenhof

Sabina van…

De Bron

Het Spui

De Weele

De Regenboog HN

De Bouwsteen

De Regenboog ZB

De Weerklank

De Molenwiek

De Vliet

De Schelp

De Wegwijzer

2011-2012

2014

Personele kengetallen

Verhouding mannen en vrouwen

2011-2012 2012-2013

(=jan-jul 2013) 2014

Man 52 (14%)

Vrouw 308 (86%)

48 (14%) 46 (14%)

301 (86%) 290 (86%)

totaal 360 350 336

Het landelijk gemiddelde voor het schooljaar 2013 bedraagt 17% mannen en 83% vrouwen. CSG De Waard heeft 3% minder mannen in dienst dan het landelijk gemiddelde en 3% meer vrouwen in dienst dan het landelijk gemiddelde. In het vorig kalenderjaar was deze verhouding gelijk aan dit jaar.

Aantal medewerkers verdeeld naar geslacht en leeftijd in het kalenderjaar 2014

< 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 t/m 64 jaar > 65 jaar

mannen vrouwen totaal 8 0 8 45 3 42 63 6 57 105 8 97 113 28 85 2 1 1

De gemiddelde leeftijd binnen CSG De Waard was in 2012 46,3 jaar en van januari t/m juli 2013 47,2 en in 2014 47,93 jaar. Landelijk lag dit gemiddelde voor 2013 op 43,8 jaar. De gemiddelde leeftijd binnen de stichting is in kalenderjaar 2014 met 0,73 % gestegen. Het landelijk gemiddelde bleef wederom gelijk. Door de krimp en het gebrek aan middelen is er een minimum aan jonge instroom en intussen wordt het bestaande personeelsbestand ouder. In schooljaar 2014-2015 is een aantal oudere werknemers vertrokken en een aantal jonge leerkrachten tijdelijk benoemd wat zou moeten leiden tot een lagere gemiddelde leeftijd.


10

Aantal medewerkers naar geslacht en leeftijd in grafiek 113

120 105 97

100

85 80 57

60

63

mannen

42 45

vrouwen

40

totaal

28

20

8 8

8

6

3

0

1 1 2

0 < 24 jaar

25 t/m 34 jaar

35 t/m 44 jaar

45 t/m 54 jaar

55 t/m 64 jaar

> 65 jaar

Beleidsuitspraak: CSG de Waard voert actief beleid om waar mogelijk jong personeel te benoemen. Dit beleid is geformuleerd in het bestuursformatieplan. Voor schooljaar 2014-2015 is dit ook gerealiseerd.

Medewerkers verdeeld naar voltijd en deeltijd Jan-jul 2013 mannen vrouwen totaal

voltijd 29 (8%) 44 (13%) 73 (21%)

2014 mannen vrouwen totaal

deeltijd 19 (5%) 258 (74%) 277 (79%)

300

voltijd 28 (8%) 35 (10%) 64 (19%)

deeltijd 18 (5%) 255 (76%) 273 (81%)

273 255

250 200 aantal mannen 150

aantal vrouwen totaal

100 63 50

28

35 18

0 voltijd

deeltijd

Het landelijk percentage voor deeltijd lag in 2013 op 59% en bij CSG De Waard in 2014 op 81%. Dit is nagenoeg gelijk aan de periode januari t/m juni 2013 (79%). Gepensioneerden en oudere werknemers die stoppen, werkten vaak fulltime en door een minimum aan instroom bevat het bestaande personeelsbestand gaandeweg verhoudingsgewijs meer parttimers.


11

Beleidsuitspraak: Wanneer mogelijk wordt actief beleid gevoerd om de eventuele vacatures door fulltimers te laten vervullen. Met de inzet van tijdelijk personeel in 2014-2015 is hier ook gedeeltelijk aan tegemoet gekomen. Opleiden in de school In het kalenderjaar 2014 heeft CSG De Waard in totaal 31 pabo-studenten begeleid. 8 Pabo-studenten zijn gestopt. Van de Pabo-studenten van de afgelopen jaren binnen de stichting staan er 15 op de invallerslijst. De schommelingen per semester hebben te maken met o.a. februari instromers en tussentijdse aanmeldingen.

14

13 12

12

12 11 10 10 10

10

9

9

9 8 8

8

1e halfjaar 2011/2012

6 6

6

5


6


5 4

4

4 3

4


4 3

3

1e halfjaar 2014 2e halfjaar 2014

2 0 1e jaars

2e jaars


3e jaars

4e jaars

12

5.

Arbeidsomstandigheden In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de arbeidsomstandigheden binnen CSG De Waard. Ziekteverzuim

Ziekteverzuimpercentage In 2014 zien we een lichte daling van het totale ziekteverzuim. Voor het onderwijzend personeel is het ziekteverzuimpercentage 8,01% (daling van 0,03%) en voor het onderwijsondersteunend personeel is het ziekteverzuimpercentage 5,09% (daling van 4,64%). Het totale ziekteverzuim komt daarmee op 7,73%. Het ziekteverzuimpercentage van het onderwijsondersteunend personeel is sterk gedaald en houdt nu ongeveer pas met het landelijk gemiddelde. Enkele langdurig zieken zijn weer beter of uit dienst. Bij het onderwijzend personeel is het percentage nagenoeg gelijk. Bij de directie zijn enkele mensen getroffen door ernstige ziekte wat resulteert in een hoog verzuimpercentage.

CSG De Waard Directie CSG De Waard OP Landelijk OP CSG De Waard OOP Landelijk OOP Totaal CSG De Waard

2011

2012

6,2% 6,8% 9,2% 7,7% 6,8%

7,6% 6,9% 6,9% 7,3% 7,5%

2013 5,9% 8,0% 6,6% 9,7% 6,9% 7,87%

2014 11,4% 8,0% 5,09% 7,73%

ziekteverzuimpercentage 8,0% 7,9% 7,9% 7,8% 7,7% 7,7% 7,6% 7,5% 7,5% 7,4% 7,3% 2012


2013

2014

13

9,46

10,00

8,71

9,00

9,16

9,13

8,91

8,84

8,67

8,25

8,11

8,06

7,94

7,87

2,05

5,29

4,32

4,21

3,96

8,00 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00

4,20

0,00

5,02

3,24

3,94

2,78

2,42

1,93

2013 - 01 2013 - 02 2013 - 03 2013 - 04 2013 - 05 2013 - 06 2013 - 07 2013 - 08 2013 - 09 2013 - 10 2013 - 11 2013 - 12

Periode

9,00

8,49

Year-to-date

8,39 7,73

8,00

7,33

7,16

7,10

7,08

6,96

7,05

7,22

2,55

2,58

2,91

2,05

0,97

4,21

3,11

7,45

7,73

7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0,00

5,70

4,52

3,18

3,87

3,53

2014 - 01 2014 - 02 2014 - 03 2014 - 04 2014 - 05 2014 - 06 2014 - 07 2014 - 08 2014 - 09 2014 - 10 2014 - 11 2014 - 12

Periode

Year-to-date

Verzuimpercentages per maand in 2013 afgezet tegen 2014.


14

Ziekteverzuimpercentage per leeftijdscategorie

0 - 24 jaar 25 - 34 jaar 35 - 44 jaar 45 - 54 jaar 55 - 64 jaar vanaf 65 jaar Totaal

mannen 0,0% 16,1% 0,7% 7,8% 9,1% 0,0% 8,4%

2012 2013 2014 vrouwen totaal mannen Vrouwen totaal mannen Vrouwen totaal 2,3% 2,2% 0,0% 3,5% 3,4% 0,0% 3,2% 3,2% 6,8% 7,8% 26,4% 10,4% 11,9% 4,5% 5,0% 5,0% 2,1% 1,9% 0,5% 3,8% 3,5% 0,5% 2,4% 2,1% 9,2% 9,0% 4,5% 3,1% 3,2% 25,9% 7,1% 9,0% 9,2% 9,2% 8,7% 12,3% 11,2% 10,9% 10,9% 10,9% 0,0% 0,0% 57,6% 20,1% 31,4% 10,6% 18,46% 14,9% 7,2% 7,5% 9,4% 7,5% 7,9% 8,4% 6,97% 7,7%

Trendmatig is te zien bij CSG De Waard dat het percentage zieke werknemers in de jongere leeftijd (tot en met 44 jaar) afneemt. De stichting probeert deze zieken door gerichte interventies zoveel mogelijk naar een duurzaam herstel te begeleiden. In de categorie vanaf 45 jaar zijn enkele medewerkers getroffen door ernstige ziekte wat leidt tot een verhoogd verzuimpercentage. In de categorie 65+ is de gestegen pensioengerechtigde leeftijd direct merkbaar. Het blijkt lastig op deze leeftijd de leerkrachttaak duurzaam vol te houden. Langdurige uitval is bij CSG De Waard soms gerelateerd aan psychische overbelasting. Een gesubsidieerd traject om dit te verbeteren is helaas niet meer aanwezig. Wel wordt gericht op advies van de bedrijfsarts een multidisciplinair traject aangeboden ten bate van een duurzaam herstel. In 2014 is het ziekteverzuim op schoolniveau per medewerker verder gevolgd. Daarbij heeft de directeur van de school een grote rol door het voeren van verzuimgesprekken. Het is bij CSG De Waard beleid dat zieke medewerkers binnen het ziekteverzuim passende arbeid verrichten. Hierbij is het advies van de bedrijfsarts leidend. Na 3 dagen ziekte wordt een zieke medewerker gebeld. Tussen de vier en zes weken vindt naast het verplichte plan van aanpak een gesprek met de directeur Personeelszaken plaats. Beleidsuitspraak: In 2015 wordt verder gegaan met het ingezette ziekteverzuimbeleid. Daarnaast zal in navolging van de CAO 2014 een programma ter vergroting van werkplezier en vermindering van de (ervaren werkdruk) worden uitgevoerd. Beleidsuitspraak: In 2015 wordt per school verder gecoached op het verhogen van de verzuimdrempel. Hoewel het zaak is de ziekmeldingsfrequentie te blijven verlagen, ligt de prioriteit op dit moment meer bij het voorkomen van langdurig verzuim, omdat dit meer kosten met zich meebrengt, een langdurige belasting vormt voor de leidinggevende en vaak een blijvend effect heeft op de medewerker zelf. Beleidsuitspraak: Hoewel het ziekteverzuim bij CSG De Waard iets boven het landelijk gemiddelde uitkomt, is de verhouding tussen de betaalde premie Vervangingsfonds en de declaraties positief. Dit heeft geleid tot een zogenaamde bonus uitkering en spoort ons verder aan tot het optimaal benutten van onze aansluiting bij het Vervangingsfonds. Sociaal medisch team/bedrijfsarts Ook in het kalenderjaar 2014 hield de bedrijfsarts spreekuur op de locatie van het bestuurskantoor. Na elk spreekuur is er overleg gevoerd tussen de bedrijfsarts en de directeur Personeelszaken. In het kader van de Wet verbetering Poortwachter werden met langdurig zieke werknemers reintegratie activiteiten uitgevoerd, zowel op schoolniveau als op bestuursniveau. Er zijn drie interventietrajecten ingezet om deze medewerkers te ondersteunen in hun terugkeer naar het arbeidsproces. Ook is in één geval een externe arbeidsdeskundige ingeschakeld. Christelijke Scholengroep De Waard

15

Door deze gesprekken zijn twee medewerkers begeleid vanuit ziekte naar arbeid bij een andere werkgever. CSG De Waard laat zich elke zes maanden door de regiomedewerkster van het Vervangingsfonds adviseren met betrekking tot het ziekteverzuimbeleid. Beleidsuitspraak: In 2015 wordt in het sociaal medisch team per langdurig zieke medewerker het overleg gecontinueerd over de fijne lijn tussen ziekte en ongeschiktheid. Per medewerker wordt door de directeur Personeelszaken een plan opgesteld (naast alle wettelijke trajecten binnen de Wet Poortwachter) met de juiste stappen voor werkgever en werknemer om te komen tot verantwoorde werkhervatting of vertrek. Gesprekkencyclus In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in het aantal gevoerde gesprekken op grond van het beleidsplan ‘Gesprekkencyclus’.

Gesprekkencyclus

Met hoeveel medewerkers is een gesprek gevoerd? De Wegwijzer De Schelp De Vliet De Molenwiek De Weerklank De Regenboog ZB De Bouwsteen De Regenboog HN De Weele Het Spui De Bron Sabina van Egmond De Kriekenhof Keuchenius De Hoeksteen Willem Alexander De Ark

3 7 1 7 8 10 30 12 0 1 18 30 9 12 19 16 11

Percentage gevoerde gesprekken 38% 47% 12% 88% 90% 90% 88% 100% 0% 8% 90% 80% 90% 100% 100% 85% 25%

Hoeveel POP's zijn er beoordelingsgesprek aanwezig i.h.k.v. vaste (percentage) aanstelling 38% 0 80% 0 0% 0 88% 0 90% 0 90% 0 73% 8 100% 0 100% 0 100% 0 100% 2 80% 0 100% 0 100% 0 100% 0 90% 0 100% 3

Uit de getallen blijkt dat het voor sommige directeuren niet eenvoudig is alle aspecten van de cyclus uit te voeren. Wellicht zijn sommige onderdelen te hoogdrempelig of is er meer ondersteuning nodig. Bij De Wegwijzer en De Vliet zijn de directeuren door ziekte langdurig afwezig geweest. De Weele en Het Spui verkeren in een fusie en de directeur van De Ark heeft veel extra werkzaamheden i.v.m. de invoering Passend Onderwijs gehad. Met individuele directeuren dient de uitvoering van de cyclus beter te worden opgevolgd door de directeur Personeelszaken. Via de beoordelingsgesprekken van de directeuren met hun eigen leidinggevende wordt de gesprekkencyclus ook aan de orde gesteld. Beleidsuitspraak: In 2015-2016 wordt de efficiency van de gesprekkencyclus geëvalueerd en de cyclus gereviseerd. In het kader van de CAO PO wordt hernieuwde aandacht gevraagd voor het voeren van gesprekken door directeuren met medewerkers. Ook dienen de onderwerpen professionalisering en bekwaamheid verder te worden ingebed in de cyclus.


16

Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) 2014 was het derde jaar van de uitvoering RI&E in eigen beheer. Met het programma Arbomeester van het Vervangingsfonds wordt elk jaar een aantal schoollocaties gescreend. De twee preventiemedewerkers die de RI&E uitvoeren hebben daarvoor een rooster opgesteld. In het voorjaar van 2014 is wederom (na 2012) onder alle medewerkers een QuickScan uitgezet met betrekking tot het welzijn van het personeel. Van belang om te melden is dat in 2012 een landelijk gemiddelde werd gebruikt als ankerpunt. Naar aanleiding van de ruwe scores in de scan, kon je als school positief of negatief afwijken van dit gemiddelde. In 2014 werkt men met een anker van een door deskundigen vastgestelde norm. Hier kun je dan ook weer positief of negatief van afwijken als school. Eerlijkheid gebied te zeggen dat dit vertrekpunt tussen de twee vergeleken jaren nogal verschilt. De vergelijking wordt in de verslag wel doorgezet, maar dit verschil dient wel in ogenschouw te worden genomen. Uit de Quickscan van 2012 kwamen drie onderwerpen naar voren die aandacht behoefden. In 2014 kwam ook de vraagstelling niet altijd overeen met die van 2012, maar zijn toch de drie onderwerpen gevolgd op voortgang. Personeelsleden ervoeren in 2012 dat ze onvoldoende gelegenheid kregen om scholing en opleiding te volgen. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde was de opgetelde score van alle scholen toen -9,4 en in de Quickscan van 2014 plus 4. Voorheen was er een aantal jaren een beperkt budget. Nu is een duidelijke verbetering zichtbaar, waartoe de inrichting van het Kennisplein heeft bijgedragen. Personeelsleden ervoeren het functioneringsgesprek als onvoldoende zinvol. De score in 2012 was min 8,4 en in 2014 plus 1,25. De vraagstelling is echter wel aangepast naar de ervaring van de gesprekken in het kader van de gesprekkencyclus en dus niet alleen het functioneringsgesprek. Hoewel de zin ervan dus lijkt te zijn verbeterd is de score niet helemaal vergelijkbaar. Elders in dit verslag wordt al aangegeven dat de cyclus wederom extra aandacht krijgt. Personeelsleden voelden zich in 2012 bij de uitoefening van hun werk in sterke mate belast door het beslag dat wordt gelegd door het werk op de vrije tijd. Ook deze vraag is in 2014 aangepast en wel naar de mate van beslag door het werk op de tijd buiten de overeengekomen les en taakuren. De opgetelde score van 2012 is toen helaas verkeerd geïnterpreteerd, omdat min 7,4 eigenlijk veel beter was dan het landelijk gemiddelde, maar in 2014 is de opgetelde waarde 22,8 en dus een reden voor actie. Zoals elders vermeld in het verslag zal structureel meer aandacht worden gemaakt voor werkbeleving. Beleidsuitspraak: Hernieuwde aandacht zal worden besteed aan het voeren van gesprekken tussen schooldirecteur en medewerker. Hierop wordt in 2015 gerichte professionalisering ingezet, ook in navolging van de CAO 2014.


17

Bedrijfshulpverlening (BHV) In het kader van de bedrijfshulpverlening is binnen de stichting afgesproken dat er in elk schoolgebouw minimaal 2 BHV’ers beschikbaar zijn, zodat bij ziekte in principe altijd vervanging aanwezig is. Medewerkers die hiervoor zijn aangesteld volgen één keer in de twee jaar een herhalingscursus. Aan het eind van het schooljaar 2014 heeft de stichting 58 BHV’ers verdeeld over alle scholen. Dit aantal lijkt hoog, maar omdat CSG De Waard veel parttime medewerkers in dienst heeft, blijft het aantal geschoolde medewerkers hoger dan het absolute aantal van 2 BHV’ers per school.

Overzicht BHV’ers 20112012

Wegwijzer Schelp Vliet Molenwiek Weerklank Regenboog ZB Bouwsteen Regenboog HN Weele Spui Bron Sabina (3 locaties) Kriekenhof Keuchenius Hoeksteen (2 locaties) Willem Alexander (2 locaties) Ark (2 locaties) Bestuurskantoor Totaal


20122013 2014

3 4 2 3 2 3 2 3 3 2 3 6 2 2 4

3 4 2 3 3 3 2 3 4 2 3 6 3 2 4

2 4 3 3 2 3 2 3 4 2 4 6 3 2 4

4 5 2 55

4 6 2 59

3 6 2 58

18

6. Arbeidsvoorwaarden Verlof

Ouderschapsverlof De regeling ouderschapsverlof houdt in dat een medewerker 415 uur betaald ouderschapsverlof kan opnemen gebaseerd op een fulltime dienstverband. In het kalenderjaar 2014 maakten 19 medewerkers gebruik van de ouderschapsverlofregeling (17 vrouwen en 2 mannen).

Aantal medewerkers met ouderschapsverlof 19 (5,6%)

20 18

17 (4,6%)

16 14 11(3,1%)

12 10

Aantal medewerkers met ouderschapsverlof

8 6 4 2 0 2011-2012

2012-2013

2014

Het deelnamepercentage is toegenomen ten opzichte van vorig schooljaar en daarmee is het financiële risico ook verhoogd. Wellicht is het beëindigen van het fiscale voordeel op ouderschapsverlof per 2015 van invloed geweest op de verhoogde deelname. Beleidsuitspraak: In de begroting wordt elk jaar rekening gehouden met een gebruik van ouderschapsverlof gebaseerd op de vorige jaren. Het is nooit te voorspellen wat het werkelijk gebruik van ouderschapsverlof zal zijn, vandaar dat een gemiddelde last over de vorige jaren wordt opgenomen in de begroting voor een volgend jaar.

Zwangerschaps- en bevallingsverlof In het kalenderjaar 2014 hebben 15 medewerkers zwangerschaps- en bevallingsverlof genoten. Sinds 1 augustus 2012 is vervanging voor zwangerschap niet meer verhaalbaar op het Vervangingsfonds en wordt de LUMP SUM daarentegen door het ministerie van OC&W ook niet meer gekort ten bedrage van WAZO uitkering van het UWV. Dit betekent dat vervanging voor zwangerschap door CSG De Waard zelf wordt bekostigd met de middelen die direct worden ontvangen van het UWV. Zolang de loonkosten van de vervangers lager zijn dan het UWV (dag)loon van de zwangeren, levert dit een financieel voordeel op. In 2014 zit tussen de baten van het UWV en de betaalde verloven nagenoeg geen verschil. Beleidsuitspraak: Op vervanging voor zwangerschap worden zoveel mogelijk jonge leerkrachten ingezet.

Duurzame inzetbaarheid – bijzonder budget oudere medewerker (voorheen BAPO) Binnen de stichting kunnen medewerkers vanaf 57 jaar gebruik maken van deze regeling. Voorheen was deze leeftijd 52 jaar. De regeling is ervoor bedoeld oudere medewerkers duurzaam te kunnen inzetten.


19

Aantal medewerkers met BAPO 70

68

68 65

66 64 62

Aantal medewerkers met BAPO

59

60 58 56 54 2011-2012

2012-2013

2014

Het deelnemersaantal aan de regeling duurzame inzetbaarheid voor oudere medewerkers is in 2014 gestegen. Binnen de veroudering van het personeelsbestand is het aantal aanspraken op dit recht verhoogd. De nieuwe regeling van de CAO PO 2014 is op 1 oktober 2014 ingegaan en zal waarschijnlijk leiden tot een lager deelnamepercentage, vanwege de hogere eigen bijdrage en de verhoogde instapleeftijd. Beleidsuitspraak: In de personeelsbegroting zijn voorzieningen getroffen om de werkgeverslasten met betrekking tot de regeling te kunnen bekostigen. Bovendien wordt vanaf de formatieplannen 2013-2014 dit verlof ingevuld met bestaande formatie (geen uitbreidingen van benoeming voor invulling van deze uren).

Functiemix Vanaf schooljaar 2013-2014 zijn kandidaten door CSG De Waard direct benaderd voor de functiemix om zo het gestelde streefpercentage en het landelijk behaalde percentage zo dicht mogelijk te benaderen. Eerder niet LB-proof bevonden kandidaten werden ook opnieuw gevraagd naar hun vorderingen. Na de beoordelingsronde werden vacatures op de scholen ingericht waarop gesolliciteerd kon worden en een benoeming volgde. De peildatum voor de eindmeting was 1 oktober 2014. Voor het schooljaar 2013-2014 was de vereiste realisatie fte in de functiemix 40% van het totale leerkrachtpopulatie. Evenals voorheen is dit percentage niet bereikt. Er blijft een gebrek aan animo om gebruik te maken van deze mogelijkheid om meer nuance aan te brengen in de onderwijsloopbaan. In 2014 is er in werkelijkheid 21,2 FTE gerealiseerd, 3 FTE meer dan het jaar daarvoor. In maart toont het overzicht van OC&W dit als 11,8% van het totaal aantal FTE in plaats van de benodigde 40%. De verwachting is dat wanneer de oktoberinformatie zichtbaar zal worden, het CSG De Waard percentage nog iets hoger zal zijn. Uit het landelijk gemiddelde blijkt dat niemand het streefpercentage van 40% heeft gehaald. Op basis van de oktobertelling is onderstaand overzicht opgesteld (tenzij anders vermeld): In %

BO (LB) SBO (LC)

COA streefpercentage 2012

Landelijk gehaald 2012

De Waard 2012


Landelijk gehaald 2013

De Waard 2013


Landelijk gehaald 2014 (mrt)

De Waard 2014 (mrt)

26,0

17,8

11,7

34,0

21,4

11,8

40,0

21,6

11,8

8,0

8,4

12,1

11,0

10,2

21,9

14,0

10,0

22,1


20

Beleidsuitspraken



In schooljaar 2015-2016 zal het Kennisplein worden voorgezet. In navolging van de CAO 2014 zal zoveel mogelijk individuele professionalisering in teamverband worden uitgevoerd. Een nauwkeurige behoeftebepaling wordt daartoe voortgezet.



CSG de Waard voert actief beleid om waar mogelijk jong personeel te benoemen. Dit beleid is geformuleerd in het bestuursformatieplan. Voor schooljaar 2014-2105 is dit ook gerealiseerd.



Wanneer mogelijk wordt actief beleid gevoerd om de eventuele vacatures door fulltimers te laten vervullen. Met de inzet van tijdelijk personeel in 2014-2015 is hier ook gedeeltelijk aan tegemoet gekomen.



In 2015 wordt verder gegaan met het ingezette ziekteverzuimbeleid. Daarnaast zal in navolging van de CAO 2014 een programma ter vergroting van werkplezier en vermindering van de (ervaren werkdruk) worden uitgevoerd.



In 2015 wordt per school verder gecoached op het verhogen van de verzuimdrempel. Hoewel het zaak is de ziekmeldingsfrequentie te blijven verlagen, ligt de prioriteit op dit moment meer bij het voorkomen van langdurig verzuim, omdat dit meer kosten met zich meebrengt, een langdurige belasting vormt voor de leidinggevende en vaak een blijvend effect heeft op de medewerker zelf.



Beleidsuitspraak: Hoewel het ziekteverzuim bij CSG De Waard iets boven het landelijk gemiddelde uitkomt, is de verhouding tussen de betaalde premie Vervangingsfonds en de declaraties positief. Dit heeft geleid tot een zogenaamde bonus uitkering en spoort ons verder aan tot het optimaal benutten van onze aansluiting bij het Vervangingsfonds.



In 2015 wordt in het sociaal medisch team per langdurig zieke medewerker het overleg gecontinueerd over de fijne lijn tussen ziekte en ongeschiktheid. Per medewerker wordt door de directeur Personeelszaken een plan opgesteld (naast alle wettelijke trajecten binnen de Wet Poortwachter) met de juiste stappen voor werkgever en werknemer om te komen tot verantwoorde werkhervatting of vertrek.



In 2015-2016 wordt de efficiency van de gesprekkencyclus geëvalueerd en de cyclus gereviseerd. In het kader van de CAO PO wordt hernieuwde aandacht gevraagd voor het voeren van gesprekken door directeuren met medewerkers. Ook dienen de onderwerpen professionalisering en bekwaamheid verder te worden ingebed in de cyclus.



Hernieuwde aandacht zal worden besteed aan het voeren van gesprekken tussen schooldirecteur en medewerker. Hierop wordt in 2015 gerichte professionalisering ingezet, ook in navolging van de CAO 2014.



In de begroting wordt elk jaar rekening gehouden met een gebruik van ouderschapsverlof gebaseerd op de vorige jaren. Het is nooit te voorspellen wat werkelijk gebruik van ouderschapsverlof zal zijn, vandaar dat een gemiddelde last over de vorige jaren wordt opgenomen in de begroting voor een volgend jaar.



Op vervanging voor zwangerschap worden zoveel mogelijk jonge leerkrachten ingezet.



In de personeelsbegroting zijn voorzieningen getroffen om de werkgeverslasten met betrekking tot de regeling te kunnen bekostigen. Bovendien wordt vanaf de formatieplannen 2013-2014 dit verlof ingevuld met bestaande formatie (geen uitbreidingen van benoeming voor invulling van deze uren).


21

Sociaal Jaarverslag Personeelszaken

Recommend Documents