QRVA 51 109
QRVA 51 109
CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
————
————
Questions et réponses écrites
Schriftelijke vragen en antwoorden
BELGISCHE KAMER VAN
20 - 2 - 2006
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20282
cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit Vlaams Belang VLD
: : : : : : : : : :
Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams E´cologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Belang Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)
DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV : PLEN : COM :
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail :
[email protected]
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
CRIV :
2005
2006
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20283
SOMMAIRE
INHOUD
II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 20287 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Page/Blz. 20305
Page Blz. Premier ministre
—
Eerste minister
Vice-première ministre et ministre de la Justice
20305 Vice-eerste minister en minister van Justitie
Vice-premier ministre et ministre des Finances
20316 Vice-eerste minister en minister van Financie¨n
Vice-première ministre Vice-eerste minister et ministre du Budget et de la Protection de la consommation 20334 en minister van Begroting en Consumentenzaken Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
20336 Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
Ministre des Affaires étrangères
20343 Minister van Buitenlandse Zaken
Ministre de la Défense Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
20347 Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, 20350 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
20352 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
—
Ministre de la Coopération au développement
Minister van Middenstand en Landbouw
20364 Minister van Ontwikkelingssamenwerking
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
—
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Ministre de la Mobilité
20365 Minister van Mobiliteit
Ministre de l’Environnement et des Pensions
20370 Minister van Leefmilieu en Pensioenen
Ministre de l’Emploi 20373 Minister van Werk ´ Secrétaire d’Etat à la Modernisation des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n et à la Lutte contre la fraude fiscale, en de Strijd tegen de fiscale fraude, adjoint au ministre des Finances — toegevoegd aan de minister van Financie¨n Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, adjoint au Premier ministre — toegevoegd aan de Eerste minister Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, Staatssecretaris voor Europese Zaken, adjoint au ministre des Affaires étrangères — toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la en Sociale Economie, toegevoegd aan consommation — de minister van Begroting en Consumentenzaken Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handiadjointe au ministre des Affaires sociales cap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken et de la Santé publique — en Volksgezondheid Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenconsommation 20377 zaken
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20285
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Page/Blz. 20385
Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre des Affaires étrangères Ministre de la Défense Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
— Eerste minister 20385 Vice-eerste minister en minister van Justitie 20400 Vice-eerste minister en minister van Financie¨n Vice-eerste minister — en minister van Begroting en Consumentenzaken 20412 Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken — Minister van Buitenlandse Zaken 20413 Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, 20416 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de la Coopération au développement Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions Ministre de l’Emploi Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation
20422 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 20428 Minister van Middenstand en Landbouw — Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke — Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen 20430 Minister van Mobiliteit 20432 Minister van Leefmilieu en Pensioenen — Minister van Werk Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n — Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, — toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Europese Zaken, 20439 toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes
—
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
—
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
—
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
—
Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden
Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
Page/Blz. 20443
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20287
I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 20- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 8- 3-2004
22 25 66 203
5510173-
4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004
229 260 272 283 289
9- 6-2004 5- 7-2004 26- 8-2004 26- 8-2004 9- 9-2004 24- 9-2004 1-10-2004 26-10-2004 10-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 3-12-2004 3-12-2004 22-12-2004 13- 1-2005 18- 1-2005 19- 1-2005 31- 1-2005 15- 2-2005 16- 2-2005 21- 2-2005
291 306 338 339 342 369 383 416 435 441 448 455 461 462 489 497 505 508 518 532 533 535
Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Guy D’haeseleer François-Xavier de Donnea Filip De Man Walter Muls Mw. Nahima Lanjri Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Mme Marie Nagy Stijn Bex Stijn Bex Roel Deseyn Claude Marinower Alfons Borginon Dylan Casaer Francis Van den Eynde Alfons Borginon Gerolf Annemans Claude Marinower Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Luk Van Biesen Guido Tastenhoye Mw. Alexandra Colen Jo Vandeurzen Claude Marinower Filip De Man
232 233 1091 4254 4878 5457 5614 5969 6112 6114 6599 7181 7182 7511 7879 8085 8652 8885 9279 9282 9286 9479 9480 9955 10550 10554 10556 11083 11585 11717 11718
Date Datum 232428112391016161623297-
Question no Vraag nr.
2-2005 2-2005 2-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 4-2005
540 543 545 549 551 556 563 578 581 587 589 590 608 612 617
7- 4-2005 19- 4-2005 21- 4-2005
620 634 638
25- 4-2005 28- 4-2005
641 647
9101010101013-
5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005
667 674 675 676 677 678 684
172325252631199-
5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005
685 687 691 692 693 696 701 705 706
Auteur Roel Deseyn Gerolf Annemans Claude Marinower Bert Schoofs Bert Schoofs Walter Muls Gerolf Annemans Alfons Borginon Guy Hove Gerolf Annemans Stijn Bex Stijn Bex Alfons Borginon Servais Verherstraeten Mw. Frieda Van Themsche Bart Laeremans Mw. Annelies Storms Mw. Frieda Van Themsche Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Jan Mortelmans Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Dylan Casaer David Geerts Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Mme Zoé Genot Guido De Padt Guido De Padt Claude Marinower Stijn Bex Jo Vandeurzen Servais Verherstraeten Jan Mortelmans Jan Mortelmans
Page Blz. 11722 12035 12035 12038 12039 12042 12222 12228 12410 12412 12412 12413 12422 12871 13157 13158 13315 13605 13606 13909 14132 14133 14134 14135 14135 14136 14142 14143 14409 14413 14413 14641 14643 14648 15155 15155
* Liste cloˆturée le 17 février 2006 * Lijst afgesloten op 17 februari 2006
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20288
Date Datum 9999922-
6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005
Question no Vraag nr. 707 708 709 710 712 723
232728441114141826262628282828295115-
6-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 8-2005 8-2005 9-2005
724 729 731 736 738 742 746 747 749 754 755 756 759 761 762 763 765 768 770 772
88162222222628-
9-2005 9-2005 9-2005 9-2005 9-2005 9-2005 9-2005 9-2005
774 777 782 790 792 794 799 802
20-10-2005 21-10-2005 24-10-2005 25-10-2005 25-10-2005 13- 9-2004 10-11-2005 10-11-2005 14-11-2005 21-11-2005
811 812 819 822 823 827 830 832 833 838
Auteur Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guido De Padt Mme Corinne De Permentier Jean-Marc Nollet Geert Lambert Guy Hove Filip De Man Dylan Casaer Mw. Hilde Vautmans Walter Muls Walter Muls Filip De Man Bart Laeremans Roel Deseyn Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Francis Van den Eynde Roel Deseyn Daniel Bacquelaine Mw. Sabien LahayeBattheu Filip De Man Guido De Padt Roel Deseyn Claude Marinower Claude Marinower Claude Marinower Mw. Annelies Storms Mw. Marleen Govaerts Guy D’haeseleer Mw. Hilde Vautmans Claude Marinower Mw. Hilde Vautmans Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Alfons Borginon Guy D’haeseleer Stijn Bex Mme Annick Saudoyer
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
15156 15156 15157 15157 15158
21-11-2005
839
15412 15627 15630 15632 15634 15636 15869 15873 15873 15874 16960 16961 16962 16964 16965 16966 16966 16969 16970 16972 16974 17308 17309 17311 17657 17658 17659 17661 17662 18138 18138 18143 18145 18146 18379 18591 18592 18593 18784 2005
23-11-2005 24-11-2005 24-11-2005 25-11-2005 29-11-2005 1-12-2005
844 846 847 848 854 860
7-12-2005 8-12-2005 8- 9-2005 13-12-2005 4- 1-2006 4- 1-2006 9- 1-2006 9- 1-2006 9- 1-2006 9- 1-2006 10- 1-2006
863 865 870 871 879 880 881 882 883 885 886
1112121212121212131316171818-
887 888 889 891 892 893 894 895 898 899 900 901 903 904
1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006
Auteur Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Trees Pieters Mw. Martine Taelman Stijn Bex Eric Libert Willy Cortois Mw. Sabien LahayeBattheu Dylan Casaer Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Guido De Padt Mw. Hilde Vautmans Mw. Hilde Vautmans Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Roel Deseyn Bart Laeremans Hendrik Bogaert Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Mw. Martine Taelman Bart Laeremans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Koen Bultinck
Page Blz. 18785 18788 19029 19030 19031 19033 19035 19038 19040 19041 19041 19885 19886 20107 20108 20108 20109 20109 20110 20305 20306 20306 20307 20308 20309 20310 20310 20311 20312 20313 20313 20315
Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 30- 9-2003 9-10-2003 6-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 2006
45 54 81 97 104
Geert Lambert Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters
689 947 1694 1714 1725
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006 Date Datum
Question no Vraag nr.
20-11-2003 20-11-2003 24-11-2003 8- 1-2004 12- 1-2004 26- 1-2004 3- 2-2004 23- 2-2004 22- 3-2004 22- 3-2004 28- 4-2004 30- 4-2004 5- 5-2004 12- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 2- 6-2004 23- 6-2004 12- 7-2004 27- 7-2004 23- 9-2004 5-10-2004 5-10-2004 6-10-2004 7-10-2004 19-10-2004 26-10-2004 2-12-2004 9-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 11- 1-2005 18- 1-2005 27- 1-2005
150 152 158 206 208 236 254 274 318 320 357 366 367 387 397 398 407 421 434 449 487 496 497 499 503 512 518 549 556 560 561 563 589 603 625
313133161724223-
629 631 636 638 645 648 662 673 674 676
1-2005 1-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 3-2005 3-2005 3-2005
20289
Auteur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Willy Cortois Mw. Trees Pieters Pieter De Crem Alfons Borginon Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Guido De Padt Geert Versnick Mw. Trees Pieters Bart Tommelein Melchior Wathelet Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Melchior Wathelet Mme Zoé Genot Geert Lambert Carl Devlies Gerolf Annemans Guido De Padt Dirk Van der Maelen Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Jean-Marc Nollet Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
1941 1944 1950 2784 2787 3225 3656 3923 4576 4577 5334 5470 5471 5624 5977 5979 6134 6442 6753 7190 7879 8093 8095 8096 8234 8446 8656 9487 9668 9670 9671 9957 10441 10565
7- 3-2005
681
11087 11087 11088 11391 11391 11725 11728 12046 12051 12052 12230 2005
781014151717222911121414202227282249101718262730303131133367814151516291-
3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 7-2005
2006
682 686 692 697 700 701 702 705 711 723 725 731 732 746 751 757 761 762 767 779 782 788 793 794 802 805 807 808 811 812 814 816 817 818 819 828 833 838 842 845 847 866 871
Auteur Ludo Van Campenhout Mw. Trees Pieters Alfons Borginon Guido De Padt Hagen Goyvaerts Dylan Casaer Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Nathalie Muylle Jean-Marc Nollet Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Pierre Lano Staf Neel Mw. Trees Pieters Hendrik Bogaert Pieter De Crem Mw. Yolande Avontroodt Melchior Wathelet Hagen Goyvaerts Mw. Annelies Storms Mw. Trees Pieters Francis Van den Eynde Jef Van den Bergh Jean-Marc Nollet Carl Devlies Carl Devlies Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Nathalie Muylle Hagen Goyvaerts Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mme Zoé Genot Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters
Page Blz. 12232 12234 12239 12426 12430 12434 12434 12436 12439 12876 13166 13167 13319 13320 13327 13613 13619 13917 13918 13918 14147 14150 14155 14158 14159 14649 14651 14653 14654 14657 14658 14660 14885 14887 14888 14889 14894 14900 15163 15165 15167 15414 15647 15649
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20290
Date Datum
Question no Vraag nr.
6- 7-2005
877
27- 7-2005 27- 7-2005 27- 7-2005 2- 8-2005 2- 8-2005 5- 8-2005 16- 8-2005 26- 8-2005 5- 9-2005 7- 9-2005 7- 7-2005 22- 9-2005 22- 9-2005 28- 9-2005 28- 9-2005 4-10-2005
890 891 893 898 899 901 903 905 910 913 923 925 926 938 939 944
5-10-2005 6-10-2005
947 949
19-10-2005 21-10-2005 24-10-2005 26- 7-2005 25-10-2005 25-10-2005 3-11-2005 3-11-2005 8-11-2005 10-11-2005 10-11-2005 10-11-2005 10-11-2005 10-11-2005 14-11-2005 17-11-2005 17-11-2005 18-11-2005 21-11-2005 21-11-2005 22-11-2005 22-11-2005 22-11-2005 23-11-2005
951 957 961 962 963 966 967 969 972 974 975 976 977 978 979 980 981 984 988 989 994 995 1001 1003
Auteur Mw. Annemie Turtelboom Carl Devlies Dirk Van der Maelen Jef Van den Bergh Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies David Geerts Dirk Van der Maelen Jo Vandeurzen Servais Verherstraeten Mw. Nathalie Muylle Dirk Van der Maelen Jean-Jacques Viseur Hendrik Bogaert Jo Vandeurzen Mw. Frieda Van Themsche Gerolf Annemans Mw. Marleen Govaerts Robert Denis Mme Zoé Genot Mme Muriel Gerkens Roel Deseyn Mme Muriel Gerkens Servais Verherstraeten Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Hendrik Daems Alfons Borginon Mw. Karin Jiroflée Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Guy D’haeseleer Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Dirk Claes Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Guido De Padt Mme Dominique Tilmans Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 15656 16977 16978 16979 16984 16985 16987 16990 16991 16995 16998 17320 17666 17667 17676 17676 17680 17681 17895 18149 18152 18155 18156 18157 18159 18380 18382 18384 18595 18595 18596 18598 18599 18599 18788 18789 18792 18794 18795 18800 18801 18804 18806 2005
Date Datum
Question no Vraag nr.
24-11-2005 24-11-2005 24-11-2005 24-11-2005
1004 1005 1006 1007
24-11-2005 24-11-2005 24-11-2005 25-11-2005 25-11-2005 25-11-2005 25-11-2005 25-11-2005
1008 1010 1011 1012 1013 1014 1016 1018
28-11-2005 30-11-2005 7-12-2005 8-12-2005 8-12-2005 9-12-2005 9-12-2005 12-12-2005 14-12-2005 14-12-2005 14-12-2005 15-12-2005 15-12-2005 19-12-2005 19-12-2005 21-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 9- 1-2006 9- 1-2006 9- 1-2006 9- 1-2006 10- 1-2006 10- 1-2006 10- 1-2006 10- 1-2006 10- 1-2006 10- 1-2006 10- 1-2006 11- 1-2006 11- 1-2006 11- 1-2006 12- 1-2006
1019 1023 1026 1027 1028 1029 1031 1033 1034 1035 1037 1038 1039 1042 1043 1047 1048 1049 1051 1052 1053 1054 1055 1056 1057 1058 1059 1060 1062 1064 1065 1068 1069
2006
Auteur Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mw. Marleen Govaerts Joseph Arens Mw. Trees Pieters Stijn Bex Hagen Goyvaerts Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Turtelboom Melchior Wathelet Servais Verherstraeten Mw. Trees Pieters Robert Denis Mw. Trees Pieters Joseph Arens Mw. Maggie De Block Jean-Marc Nollet Mw. Annelies Storms Mme Muriel Gerkens Jean-Marc Nollet Guido De Padt Hagen Goyvaerts Koen Bultinck Olivier Chastel Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Koen Bultinck Mw. Trees Pieters Guido Tastenhoye Dylan Casaer Dylan Casaer Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Jean-Marc Nollet Carl Devlies Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Jacques Chabot
Page Blz. 19043 19045 19045 19046 19046 19048 19049 19051 19052 19053 19055 19055 19055 19056 19057 19059 19060 19061 19062 19064 19065 19067 19067 19555 19556 19557 19558 19561 19562 19562 20111 20112 20112 20114 20114 20115 20116 20117 20117 20118 20119 20120 20121 20121 20316
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006 Date Datum 1212131313131313131313131316161617171718181818-
1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006
20291
Question no Vraag nr. 1071 1073 1074 1075 1076 1077 1078 1079 1080 1081 1082 1083 1084 1085 1087 1088 1089 1090 1092 1093 1094 1095 1096
Auteur Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Geert Lambert Gerolf Annemans Gerolf Annemans Pieter De Crem Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Carl Devlies Koen Bultinck Gerolf Annemans Gerolf Annemans Bert Schoofs Carl Devlies Carl Devlies Hendrik Bogaert Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
20316 20318 20318 20319 20319 20320 20321 20322 20322 20323 20323 20324 20325 20325 20327 20327 20328 20329 20329 20330 20331 20331 20333
4-11-2005
75
9- 1-2006
77
Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation Vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken Budget — Begroting
15-10-2004 9-11-2004 10-11-2004 20- 1-2005 1- 2-2005 14- 4-2005 10- 5-2005 10- 5-2005 26- 5-2005 8- 6-2005 12- 7-2005 28- 7-2005 20-10-2005
31 34 36 42 46 54 60 61 62 63 68 71 74
Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Koen T’Sijen Guido De Padt Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Mw. Simonne Creyf Stijn Bex Geert Lambert Olivier Maingain Guy D’haeseleer
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
8450 8898 8898 10832 11093 13328 14160 14161 14662 14902 15882 16999 18160 2005
Auteur
Page Blz.
Mw. Annemie Turtelboom 18385 Guido Tastenhoye 20122
Protection de la consommation — Consumentenzaken
28- 9-2005 10-11-2005 17-11-2005 8-12-2005 21-12-2005 9- 1-2006 11- 1-2006 12- 1-2006 18- 1-2006
17 158 159 163 167 168 170 171 172
Mme Marie Nagy Guy D’haeseleer Roel Deseyn Mw. Dalila Douifi Mw. Magda De Meyer Guy D’haeseleer Bart Tommelein Roel Deseyn Roel Deseyn
17682 18600 18807 19068 19563 20123 20123 20334 20335
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 13- 1-2005
481
241016177-
1-2005 3-2005 3-2005 3-2005 4-2005
496 545 552 556 573
1421222818313113132024-
4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005
582 595 598 605 625 636 637 649 651 657 668
4- 7-2005
677
12262628-
7-2005 7-2005 7-2005 7-2005
2006
687 702 703 708
Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Mark Verhaegen Guido De Padt Stijn Bex Mw. Frieda Van Themsche Mw. Nancy Caslo Koen T’Sijen Staf Neel Mw. Martine Taelman Roel Deseyn Roel Deseyn Mw. Inga Verhaert Guido De Padt Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Marleen Govaerts Geert Lambert Geert Lambert Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt
10577 10839 12459 12462 12464 13176 13339 13628 13629 13924 14185 14687 14688 15179 15180 15420 15672 15679 15892 17010 17011 17012
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20292
Date Datum
Question no Vraag nr.
9- 8-2005 24- 8-2005 8- 9-2005 8- 9-2005 8- 9-2005 13- 9-2005 16- 9-2005 20- 9-2005 20- 9-2005 20- 9-2005 21- 9-2005 27- 9-2005 20-10-2005 27-10-2005 29- 6-2005 3-11-2005 4-11-2005 4-11-2005 14-11-2005 17-11-2005
713 714 723 725 726 728 729 733 734 735 737 739 751 756 757 758 760 762 769 776
30- 9-2005 17-11-2005 24-11-2005 24-11-2005 25-11-2005 25-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 29-11-2005 29-11-2005 2-12-2005 2-12-2005
778 779 794 795 796 797 798 799 800 802 804 805 806 808 812 814 815
2-12-2005 6-12-2005 9-12-2005 12-12-2005 12-12-2005 13-12-2005 14-12-2005 15-12-2005
816 818 820 821 822 823 824 825
Auteur Ortwin Depoortere Bart Laeremans Guido De Padt Guido De Padt Francis Van den Eynde Mw. Annelies Storms Roel Deseyn Roel Deseyn Mw. Nancy Caslo Jean-Marc Nollet Jef Van den Bergh Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Bert Schoofs Dylan Casaer Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Guido De Padt Francis Van den Eynde Staf Neel Guido De Padt Philippe Collard Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Stijn Bex Patrick Moriau Patrick Moriau Patrick Moriau Mw. Nancy Caslo Guido De Padt Mark Verhaegen Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Gerolf Annemans Melchior Wathelet Mw. Greet Van Gool Filip De Man Mw. Ingrid Meeus Filip De Man Guido De Padt
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
17013 17014 17327 17328 17329 17331 17333 17335 17336 17336 17337 17691 18164 18166 18386 18387 18388 18389 18603
19-12-2005 19-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 23-12-2005 27-12-2005 27-12-2005 27-12-2005 29-12-2005 9- 1-2006 9- 1-2006 9- 1-2006 10- 1-2006
826 827 830 831 832 834 835 836 837 839 845 846 848 850
1010101111111111111212131313171717-
851 852 853 854 855 856 857 858 859 860 861 862 863 864 865 867 868
18810 18606 18810 19069 19070 19070 19072 19072 19073 19073 19074 19075 19076 19077 19078 19080 19081 19082 19083 19084 19085 19086 19087 19088 19089 19565 2005
1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006
17- 1-2006 18- 1-2006
869 870
Auteur Stijn Bex Guido De Padt Carl Devlies Guido De Padt Mw. Nancy Caslo Melchior Wathelet Mw. Nancy Caslo Mw. Nancy Caslo Ortwin Depoortere Hagen Goyvaerts Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Guido De Padt Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guido De Padt Guido De Padt Gerolf Annemans Jean-Claude Maene Mw. Ingrid Meeus Gerolf Annemans Gerolf Annemans Mme Alisson De Clercq Mme Alisson De Clercq Mme Jacqueline Galant
Page Blz. 19566 19567 19570 19571 19571 19573 19574 19575 19575 19886 20124 20125 20125 20126 20127 20128 20129 20130 20130 20131 20131 20132 20132 20336 20337 20337 20338 20339 20339 20340 20340 20341 20342
Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 761722114-
1-2004 2-2004 2-2004 3-2004 4-2004 7-2004
2006
51 59 61 70 71 102
Mme Marie Nagy Mme Zoé Genot Pieter De Crem Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Karel Pinxten
2582 3641 3804 4563 4881 6766
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006 Date Datum
Question no Vraag nr.
29- 7-2004 12-10-2004 18-10-2004 9-11-2004 16-11-2004 10-12-2004 14-12-2004 17-12-2004 21-12-2004 31- 1-2005 18- 2-2005 21- 4-2005 22- 4-2005 24- 5-2005 31- 5-2005 6- 6-2005 6- 6-2005 7- 6-2005 8- 6-2005 27- 6-2005 12- 7-2005 12- 7-2005 26- 7-2005 27- 7-2005 27- 7-2005 29- 7-2005 7- 9-2005 8- 9-2005 20- 9-2005 20- 9-2005 4-10-2005 20-10-2005 25-10-2005 4-11-2005 4-11-2005
109 121 123 127 130 141 142 144 145 170 183 217 218 230 232 236 237 238 241 245 252 253 257 258 259 260 261 262 263 264 265 266 267 268 269
4-11-2005 10-11-2005 16-11-2005 17-11-2005 24-11-2005 25-11-2005 25-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005
270 271 272 273 274 275 276 277 278 279
20293
Auteur Karel Pinxten Luk Van Biesen Mw. Greet Van Gool Patrick Moriau Dirk Van der Maelen Francis Van den Eynde Gerolf Annemans Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Mw. Alexandra Colen Pieter De Crem Mw. Annelies Storms Pieter De Crem Miguel Chevalier Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Stijn Bex Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Jean-Marc Delizée Mw. Inga Verhaert Mw. Inga Verhaert Mme Muriel Gerkens Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Mme Marie Nagy Gerolf Annemans Mw. Inga Verhaert Guy D’haeseleer Servais Verherstraeten Melchior Wathelet Mw. Annemie Turtelboom Mw. Inga Verhaert Guy D’haeseleer Servais Verherstraeten Mw. Inga Verhaert Stijn Bex Willy Cortois Mme Muriel Gerkens Dirk Van der Maelen Stijn Bex Jean-Claude Maene
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
7228 8248 8461 8917 9115 9683 9684 9969 9969 11102 11751 13631 13632 14430 14691 14918 14918 14919 14920 15682 15900 15901 17017 17017 17018 17019 17021 17338 17339 17339 17695 18167 18168 18390
28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 30-11-2005 1-12-2005 13-12-2005 20-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 27-12-2005 28-12-2005 28-12-2005 28-12-2005 28-12-2005 29-12-2005 29-12-2005 4- 1-2006 4- 1-2006 4- 1-2006 4- 1-2006 4- 1-2006 4- 1-2006 4- 1-2006 4- 1-2006 4- 1-2006 4- 1-2006 4- 1-2006 5- 1-2006 5- 1-2006 5- 1-2006 5- 1-2006 5- 1-2006 5- 1-2006 5- 1-2006 9- 1-2006 9- 1-2006 10- 1-2006
280 281 282 283 284 285 286 287 288 289 290 291 292 293 294 295 296 297 298 299 300 301 302 303 304 305 306 307 308 309 310 311 312 313 314 315 316 317
18392 18392 18606 18607 18815 19090 19091 19091 19092 19093 19094 2005
1313161718-
1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006
2006
318 319 320 321 322
Auteur Mw. Inga Verhaert Geert Lambert Mw. Nathalie Muylle Mw. Maya Detiège Bart Tommelein Dirk Van der Maelen Walter Muls Staf Neel Koen T’Sijen Mme Zoé Genot Dirk Van der Maelen Willy Cortois Miguel Chevalier Guido Tastenhoye Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Mw. Hilde Vautmans Francis Van den Eynde Walter Muls Mw. Nathalie Muylle Mw. Nathalie Muylle Mw. Nathalie Muylle Mw. Nathalie Muylle Mw. Nathalie Muylle Mw. Nahima Lanjri Francis Van den Eynde Eric Libert Mme Josée Lejeune Joseph Arens Philippe Monfils Joseph Arens Guido Tastenhoye Dirk Van der Maelen Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Mw. Annemie Turtelboom Guido Tastenhoye Miguel Chevalier Roel Deseyn Gerolf Annemans Hagen Goyvaerts
Page Blz. 19095 19097 19099 19100 19101 19102 19103 19577 19577 19578 19579 19579 19580 19581 19582 19583 19887 19888 19888 19889 19890 19890 19891 19891 19892 19892 19893 19893 20132 20133 20134 20135 20136 20137 20137 20137 20137 20138 20343 20343 20344 20345 20345
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20294
Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 28-11-2003 16-12-2003 17- 1-2005 8- 3-2005 8- 3-2005 4- 5-2005
36 45 168 191 192 226
8- 6-2005 8- 6-2005 18- 7-2005 26- 7-2005 25-10-2005 10-11-2005 29-11-2005 20-12-2005 22-12-2005 12- 1-2006
238 240 255 256 282 291 309 319 324 330
13- 1-2006 16- 1-2006 18- 1-2006
331 332 333
Karel Pinxten Luc Sevenhans Eric Massin Luc Sevenhans Luc Sevenhans François-Xavier de Donnea Luc Sevenhans Stijn Bex David Geerts David Geerts Servais Verherstraeten Guy D’haeseleer Luc Sevenhans Luc Sevenhans Luc Sevenhans Mw. Sabien LahayeBattheu Gerolf Annemans Mw. Ingrid Meeus Mw. Inga Verhaert
2091 2359 10590 12252 12253 14189 14921 14923 15903 17022 18170 18608 19104 19586 19588 20347 20347 20348 20349
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
167 197 224 239 243 271 288 299 312
26- 7-2005 28- 7-2005
320 326
Roel Deseyn Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Dirk Claes Roel Deseyn Roel Deseyn Mw. Trees Pieters Stijn Bex Mw. Yolande Avontroodt Marc Verwilghen Olivier Maingain
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Question no Vraag nr.
5- 8-2005 8- 8-2005 1- 9-2005 16- 9-2005 16- 9-2005 16- 9-2005 16- 9-2005 19- 9-2005 19- 9-2005 22- 9-2005 6-10-2005 6-10-2005 6-10-2005 19-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 21-10-2005 21-10-2005 24-10-2005 24-10-2005 24-10-2005 25-10-2005 4-11-2005
328 330 332 338 339 340 341 342 343 347 349 350 351 352 353 354 358 360 361 362 363 367 371
29-11-2005 2-12-2005 11- 1-2006 11- 1-2006 12- 1-2006
383 385 394 395 396
Auteur Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Ortwin Depoortere Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Ortwin Depoortere Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Yvan Mayeur Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Roel Deseyn Mw. Annemie Turtelboom Philippe Monfils Gerolf Annemans Roel Deseyn Roel Deseyn Guido De Padt
Page Blz. 17029 17029 17031 17341 17342 17343 17343 17344 17345 17695 17895 17897 17897 18173 18173 18174 18179 18179 18180 18181 18182 18184 18397 19107 19109 20140 20141 20350
E´nergie — Energie
25-10-2005 4-11-2005
E´conomie — Economie
3-11-2004 28-12-2004 7- 2-2005 25- 2-2005 8- 3-2005 27- 4-2005 25- 5-2005 1- 6-2005 24- 6-2005
Date Datum
8921 10155 11403 12067 12253 13642 14432 14696 15688 17025 17028 2005
153 154
Servais Verherstraeten 18189 Mw. Annemie Turtelboom 18400
Commerce extérieur — Buitenlandse Handel
29-12-2004 31- 1-2005 1- 2-2005 28- 4-2005 6- 6-2005 8- 6-2005 15- 6-2005 29- 7-2005 2006
37 42 43 51 56 57 58 61
Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Koen T’Sijen Mme Muriel Gerkens Ortwin Depoortere Stijn Bex Mw. Greta D’hondt Mme Muriel Gerkens
10157 11108 11109 13644 14927 14927 15184 17032
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006 Date Datum
Question no Vraag nr.
20-10-2005 25-10-2005 4-11-2005
62 63 64
10-11-2005
65
20295
Auteur Guy D’haeseleer Servais Verherstraeten Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer
Page Blz. 18189 18190
83 84 87 100
24- 5-2004 11- 6-2004 9- 9-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 4-10-2004
109 122 148 151 153 159 162 167
6-10-2004
170
8-10-2004 13-10-2004 13-10-2004 19-10-2004 30-11-2004 7-12-2004 7-12-2004 9-12-2004
173 174 175 182 206 208 210 212
9-12-2004 10-12-2004 17-12-2004 29-12-2004 24- 1-2005 28- 2-2005
214 221 226 238 248 260
2- 3-2005 22- 3-2005 24- 3-2005
262 275 277
241821261013-
3-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005
279 296 299 302 314 316
253 601 602 778 1523
6202329-
6-2005 6-2005 6-2005 6-2005
320 328 329 334
2005
2006
18400 18610
33 49 52 55 56 59 60 61 63 64 69 75 81 83 84
10-11-2005 22-11-2005 5-12-2005
85 87 89
20-12-2005 20-12-2005 21-12-2005 17- 1-2006 18- 1-2006
90 91 92 93 94
Guy D’haeseleer Koen T’Sijen Mw. Simonne Creyf Mw. Simonne Creyf Bart Laeremans Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Staf Neel Geert Lambert Stijn Bex Mw. Simonne Creyf Guy D’haeseleer Servais Verherstraeten Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Ortwin Depoortere Mme Véronique Ghenne Stijn Bex Stijn Bex Stijn Bex Gerolf Annemans Gerolf Annemans
8928 11111 12070 12472 13012 13355 13356 13356 13645 13646 14929 17034 18191 18192 18401 18611 18823 19113 19593 19594 19596 20351 20351
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken
21- 8-2003 22- 9-2003 23- 9-2003 6-10-2003 3-11-2003
14 19 20 25 41
Jan Mortelmans Staf Neel Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Guy D’haeseleer
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
33416-
Question no Vraag nr.
3-2004 3-2004 3-2004 4-2004
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid
10-11-2004 1- 2-2005 25- 2-2005 21- 3-2005 31- 3-2005 14- 4-2005 14- 4-2005 14- 4-2005 22- 4-2005 26- 4-2005 8- 6-2005 28- 7-2005 20-10-2005 25-10-2005 4-11-2005
Date Datum
Auteur Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Luk Van Biesen Luk Van Biesen Willy Cortois Mw. Maggie De Block Bart Laeremans Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Hendrik Daems Patrick De Groote Mw. Hilde Vautmans Jo Vandeurzen Mw. Annemie Turtelboom Geert Lambert Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Gerolf Annemans Mw. Yolande Avontroodt Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Guy D’haeseleer David Geerts Geert Lambert Jo Vandeurzen Mw. Annemie Turtelboom Luc Goutry Mme Marie Nagy Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters
Page Blz. 4111 4114 4282 5077 5983 6324 7526 7529 7718 7721 7723 8135 8137 8252 8253 8253 8469 9519 9521 9522 9695 9697 9700 9973 10161 10851 12073 12075 17977 12886 12888 13359 13647 13649 14197 14198 14930 15428 15692 15696
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20296
Date Datum 5271629311321-
7-2005 7-2005 8-2005 8-2005 8-2005 9-2005 9-2005
22- 9-2005 23- 9-2005 4-10-2005 21-10-2005 24-10-2005 25-10-2005 10-11-2005 4-11-2005
Question no Vraag nr. 335 344 348 349 350 353 355 356 357 358 362 363 365 368 369
10-11-2005 14-11-2005
371 373
14-11-2005
375
21-11-2005 22-11-2005 22-11-2005 22-11-2005
378 379 380 381
22-11-2005
382
23-11-2005
384
25-11-2005
386
30-11-2005 1-12-2005 5-12-2005 5-12-2005 7-12-2005 14-12-2005 14-12-2005 19-12-2005 22-12-2005 29-12-2005
389 391 392 393 395 398 399 400 404 405
18- 1-2006 18- 1-2006
406 407
Auteur Mw. Greet Van Gool Jo Vandeurzen Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Guido De Padt Mw. Yolande Avontroodt Luk Van Biesen Mw. Maggie De Block Mw. Ingrid Meeus Gerolf Annemans Koen T’Sijen Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Greet Van Gool Koen Bultinck Benoıˆt Drèze Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Daniel Bacquelaine Roel Deseyn Guy D’haeseleer Guido De Padt Mw. Greet Van Gool Mw. Annemie Turtelboom Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Annemie Turtelboom
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
15697 17038 17041 17042 17043 17349
18- 1-2006
408
17351 17699 17700 17701 18193 18194 18196 18612 18613 18614 18616 18618 18827 18828 18829 18829 18830 18831 19114 19115 19116 19117 19118 19119 19121 19122 19597 19600 19601
2005
Mw. Trees Pieters
20353
Santé publique — Volksgezondheid
14- 8-2003 18- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 29-10-2003 16- 3-2004 6- 5-2004 9- 6-2004
11 12 14 44 66 141 179 223
24- 6-2004
234
9- 7-2004 26- 7-2004 26- 7-2004 4- 8-2004 13- 8-2004 2- 9-2004 8- 9-2004 9- 9-2004 10- 9-2004 21- 9-2004 1-10-2004 4-10-2004 4-10-2004 6-10-2004
243 246 247 260 265 269 277 278 279 287 295 297 298 299
20-10-2004 22-10-2004 25-10-2004
310 312 316
26-10-2004 27-10-2004 28-10-2004 29-10-2004 23-11-2004 23-11-2004 29-11-2004 10-12-2004
318 321 324 326 336 338 345 361
15-12-2004
362
17-12-2004 10- 1-2005
364 372
20352 20353
Auteur
Page Blz.
2006
Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Guido De Padt Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Willy Cortois Willy Cortois Koen Bultinck Koen Bultinck Jo Vandeurzen Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Jo Vandeurzen Bart Laeremans Guido De Padt Mw. Maggie De Block Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Mw. Magda De Meyer Mark Verhaegen Mw. Frieda Van Themsche Mw. Annemie Roppe Mme Jacqueline Galant Jean-Marc Nollet Koen Bultinck Guido De Padt Mme Annick Saudoyer Luc Goutry Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Mme Zoé Genot
254 255 256 1123 2099 4438 5626 6153 6652 6772 7239 7240 7249 7251 7429 7435 7529 7531 7727 8140 8142 8143 8143 8478 8677 8680 8681 8684 8934 8936 9316 9317 9524 9704 9705 9978 10451
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006 Date Datum
Question no Vraag nr.
1418202024114-
1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 2-2005 4-2005
376 377 381 382 385 393 445
262728239-
4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005
454 456 459 462 463 467
10- 5-2005 11- 5-2005
469 473
31- 5-2005
479
6- 6-2005 6- 6-2005
483 484
272745191926-
6-2005 6-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005
26- 7-2005
497 500 504 506 515 516 522 524
28- 7-2005 8- 8-2005
527 530
22- 8-2005 22- 8-2005 24- 8-2005
533 534 535
29- 8-2005 1- 9-2005 5- 9-2005 13- 9-2005 22- 9-2005 7-10-2005 7-10-2005 7-10-2005
20297
537 540 541 546 549 558 560 561
Auteur Mw. Annelies Storms Hagen Goyvaerts Stijn Bex Gerolf Annemans Gerolf Annemans Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Geert Lambert Guido De Padt Mme Jacqueline Galant Koen Bultinck Mw. Annelies Storms Mme Dominique Tilmans Mw. Annelies Storms Mw. Yolande Avontroodt Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mw. Katrien Schryvers Koen Bultinck Mw. Maggie De Block Mw. Magda De Meyer Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Mw. Inga Verhaert Mw. Marleen Govaerts Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Marleen Govaerts Jo Vandeurzen Mw. Nathalie Muylle Mw. Hilde Vautmans Luk Van Biesen Alain Courtois Mw. Magda De Meyer Mw. Magda De Meyer Mw. Magda De Meyer
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
10600 10601 10853 10853 10855 11116
20-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 25-10-2005 3-11-2005
563 564 565 567 568 570 572
10-11-2005 10-11-2005
575 576
10-11-2005 10-11-2005 14-11-2005 14-11-2005 17-11-2005 22-11-2005 25-11-2005 25-11-2005 25-11-2005 25-11-2005 25-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005
577 578 579 580 582 584 586 587 588 589 591 592 594 595 596 597
17-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005
598 599 600 601
30-11-2005 1-12-2005 5-12-2005
602 603 605
13366 13654 13655 13940 13943 13943 14201 14203 14206 14703 14935 14936 15700 15701 15703 15705 15917 15917 17045 17046 17047 17050 17051 17052 17053 17054 17056 17056 17352 17702 17901 17902 17903 2005
9-12-2005 13-12-2005
607 608
14-12-2005 14-12-2005 14-12-2005 20-12-2005 21-12-2005 21-12-2005 22-12-2005
609 610 611 612 613 614 615
2006
Auteur Mw. Magda De Meyer Mw. Magda De Meyer Koen Bultinck Mw. Magda De Meyer Guy D’haeseleer Servais Verherstraeten Mw. Yolande Avontroodt Mme Zoé Genot Mw. Yolande Avontroodt Mw. Annelies Storms Guy D’haeseleer Jan Mortelmans Jan Mortelmans Koen Bultinck Benoıˆt Drèze Ortwin Depoortere Mw. Hilde Dierickx Koen Bultinck Mw. Maggie De Block Bert Schoofs Daniel Bacquelaine Geert Lambert Daniel Bacquelaine Mw. Hilde Dierickx Mw. Yolande Avontroodt Koen T’Sijen Mw. Hilde Dierickx Koen Bultinck Mw. Yolande Avontroodt Mw. Nancy Caslo Filip De Man Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Mw. Liesbeth Van der Auwera Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Mw. Magda De Meyer Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Stijn Bex
Page Blz. 18197 18197 18198 18619 18199 18200 18404 18621 18621 18622 18624 18624 18625 18832 18833 19124 19125 19125 19126 19128 19128 19129 19130 19131 19132 19133 19133 19134 19134 19135 19135 19137 19137 19138 19139 19139 19140 19601 19602 19603 19603
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20298
Date Datum
Question no Vraag nr.
22-12-2005 22-12-2005 23-12-2005 23-12-2005 27-12-2005 28-12-2005
616 617 618 619 620 621
5- 1-2006 5- 1-2006 5- 1-2006 14-12-2005 11- 1-2006
622 623 624 626 628
11121212121213131717-
1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006
629 630 631 632 633 634 635 636 637 638
17181818-
1-2006 1-2006 1-2006 1-2006
639 640 641 642
18- 1-2006 18- 1-2006
643 644
Auteur Bert Schoofs Koen Bultinck Koen Bultinck Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Mme Zoé Genot Patrick Cocriamont Koen Bultinck Bert Schoofs Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Mw. Nathalie Muylle Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Nathalie Muylle Mw. Nathalie Muylle Mw. Nathalie Muylle Daniel Bacquelaine Mw. Magda De Meyer Mw. Yolande Avontroodt Mw. Hilde Claes Mw. Magda De Meyer Mw. Magda De Meyer Mw. Yolande Avontroodt Mw. Nathalie Muylle Mw. Magda De Meyer
Page Blz. 19604 19605 19605 19606 19607 19607 20142 20143 20143 20144 20144 20145 20354 20355 20355 20356 20356 20357 20357 20358 20359 20360 20361 20362 20362 20363 20364
Ministre de la Coopération au Développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 17-12-2004 1- 2-2005 4- 7-2005 11- 1-2006 17- 1-2006
49 62 91 110 111
Gerolf Annemans Koen T’Sijen Filip De Man Mw. Nathalie Muylle Gerolf Annemans
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
9987 11126 15712 20145 20364 2005
Question no Vraag nr.
Date Datum
Auteur
Page Blz.
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken
2-12-2005 4- 1-2006 11- 1-2006
173 179 180
Mme Marie Nagy 19144 Mw. Maggie De Block 19894 Guido De Padt 20146
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie
22- 9-2003 31- 3-2004 23- 6-2004 3-11-2004 9-12-2004 20- 1-2005 3- 2-2005 23- 2-2005 1- 3-2005 8- 3-2005
7 37 54 69 77 87 96 100 101 102
26- 4-2005 7- 6-2005 14- 7-2005 16- 8-2005 20- 9-2005 20- 9-2005 25-10-2005 4-11-2005 14-11-2005 8- 9-2005 25-11-2005
113 128 136 143 147 148 153 155 160 162 165
1-12-2005 8-12-2005 22-12-2005
166 169 172
Francis Van den Eynde Mw. Annelies Storms Mw. Martine Taelman Guy D’haeseleer Geert Lambert Mme Zoé Genot Jean-Marc Nollet David Geerts Mw. Nancy Caslo Mw. Annemie Turtelboom Ortwin Depoortere Mw. Hilde Dierickx Mw. Greet Van Gool David Geerts Olivier Maingain Olivier Maingain Servais Verherstraeten Mw. Hilde Dierickx Koen T’Sijen Filip De Man Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Ingrid Meeus Mw. Nahima Lanjri Mw. Nancy Caslo
621 4736 6456 8944 9716 10861 11426 11770 12078 12264 13670 14949 15928 17073 17356 17356 18208 18409 18628 18631 19146 19147 19149 19609
Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid
25-10-2005 2006
50
Servais Verherstraeten 18210
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006 Date Datum
Question no Vraag nr.
10-11-2005
52
20299
Auteur Guy D’haeseleer
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
18632
13- 6-2005
305
Gelijke Kansen — E´galité des chances
26- 9-2005 29- 9-2005 20-10-2005 1-12-2005
73 74 75 81
2-12-2005
82
2-12-2005
83
2-12-2005
84
8-12-2005 13-12-2005
85 86
14-12-2005 20-12-2005
87 88
Mw. Annelies Storms Mw. Hilde Vautmans Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Francis Van den Eynde Mme Corinne De Permentier Guy D’haeseleer Francis Van den Eynde
17707 17707 18210 19151 19152 19153 19153 19154 19155 19155 19610
Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 1-10-2004 25-10-2004
151 164
29-11-2004 28-12-2004 29-12-2004 28- 1-2005 1- 2-2005 1- 2-2005 11- 4-2005 12- 4-2005
182 198 201 216 220 221 242 246
1422283306891010-
4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005
250 259 266 276 293 294 296 297 302 303
Bart Laeremans Mw. Frieda Van Themsche Roel Deseyn Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guido De Padt Geert Versnick Koen T’Sijen Guido De Padt Ludo Van Campenhout Dylan Casaer Hendrik Bogaert Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mme Muriel Gerkens André Frédéric Stijn Bex Guido De Padt Francis Van den Eynde Patrick De Groote
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
8155 8692 9548 10165 10166 11132 11135 11136 13194 13198 13382 13677 13950 13954 14714 14955 14956 15192 15195 15195 2005
12- 7-2005 15- 7-2005 26- 7-2005
323 326 330
1- 8-2005 29- 7-2005
338 339
9- 8-2005 22- 8-2005 22- 8-2005 30- 8-2005 2- 9-2005 5- 9-2005 8- 9-2005 9- 9-2005 13- 9-2005 23- 9-2005 26- 9-2005 26- 9-2005 26- 9-2005 3-10-2005
341 342 345 346 348 349 352 353 356 362 363 364 365 369
4-10-2005 6-10-2005 7-10-2005 19-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 20-10-2005
370 372 373 374 376 377 379
20-10-2005
380
20-10-2005
382
21-10-2005 24-10-2005 25-10-2005 25-10-2005 25-10-2005 3-11-2005 4-11-2005 14-11-2005 14-11-2005 17-11-2005 18-11-2005
383 385 386 387 390 391 393 396 397 398 399
2006
Auteur Ludo Van Campenhout Roel Deseyn Francis Van den Eynde Ludo Van Campenhout Francis Van den Eynde Mw. Frieda Van Themsche Ortwin Depoortere Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Mw. Hilde Dierickx Servais Verherstraeten Melchior Wathelet Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Simonne Creyf Melchior Wathelet Guido De Padt Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Guido De Padt Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Francis Van den Eynde Filip De Man Luc Sevenhans Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Sabien LahayeBattheu Mme Véronique Ghenne Jan Mortelmans David Geerts Guido De Padt Francis Van den Eynde Guido De Padt Dylan Casaer Jean-Marc Nollet Bart Tommelein Dylan Casaer Dylan Casaer Dirk Claes
Page Blz. 15198 16817 15935 17077 17082 17083 17084 17085 17088 17088 17089 17090 17356 17357 17360 17708 17709 17710 17710 17712 17712 17906 17907 18212 18214 18214 18216 18216 18218 18219 18219 18220 18221 18411 18412 18413 18633 18634 18838 18839
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20300
Date Datum
Question no Vraag nr.
21-11-2005 22-11-2005 2-12-2005 12-12-2005
400 402 405 407
14-12-2005 15-12-2005 16-12-2005 19-12-2005
408 410 411 412
19-12-2005
413
19-12-2005
414
22-12-2005 5- 1-2006
415 416
9121313-
417 418 419 420
1-2006 1-2006 1-2006 1-2006
16- 1-2006
421
16- 1-2006
422
18- 1-2006
423
Auteur Ortwin Depoortere Dylan Casaer Jean-Marc Nollet Mw. Annemie Turtelboom Mw. Greet Van Gool Guido De Padt Koen T’Sijen Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Frieda Van Themsche Mw. Sabien LahayeBattheu Roel Deseyn François-Xavier de Donnea Guido Tastenhoye Guido De Padt Jef Van den Bergh Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Gerolf Annemans
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
18840 18841 19158
13- 1-2006 16- 1-2006
142 143
19161 19162 19611 19611 19613 19613 19614 19615 20147 20148 20365 20366 20366 20367 20368 20369
Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en Pensioenen Environnement — Leefmilieu
25-10-2005 10-11-2005 5-12-2005 16- 1-2006
78 80 85 88
Servais Verherstraeten Guy D’haeseleer Mark Verhaegen Mw. Yolande Avontroodt
18223 18635 19163 20370
9-12-2004 5-12-2005 14-12-2005 13- 7-2004
65 137 140 141
Mme Zoé Genot 9729 Mw. Greet Van Gool 19169 Guy D’haeseleer 19171 Carl Devlies 20371
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Hendrik Bogaert Gerolf Annemans
20372 20372
Ministre de l’Emploi Minister van Werk 24- 5-2004 24- 5-2004 13- 7-2004 17- 9-2004 5-10-2004 6-10-2004 25-10-2004
89 90 109 127 138 142 167
15-12-2004
199
13- 1-2005 2- 2-2005 10- 3-2005
215 237 253
16162231312732323626-
3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005
257 258 266 272 274 306 311 322 323 331 338
1- 9-2005
340
5- 9-2005
341
8- 9-2005 15- 9-2005 27- 9-2005
342 344 348
28- 9-2005
Pensions — Pensioenen
Auteur
Page Blz.
28- 9-2005 20-10-2005 20-10-2005
2006
351 352 357 359
Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Mme Marie Nagy Bart Laeremans Ortwin Depoortere Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Melchior Wathelet Hagen Goyvaerts Jean-Marc Nollet Olivier Maingain Mme Muriel Gerkens Mme Yolande Avondroodt Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Greet Van Gool Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom
5975 5976 6776 7730 8149 8153 8687 9708 10602 11123 12487 12489 12490 12495 13017 13019 14705 14939 15706 15707 15710 17058 17060 17061 17368 17370 17715 17717 17718 18226 18227
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006 Date Datum
Question no Vraag nr.
21-10-2005 25-10-2005 4-11-2005 4-11-2005 14-11-2005 17-11-2005
362 364 369 370 378 381
18-11-2005
382
18-11-2005 18-11-2005 22-11-2005
383 384 388
28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 29-11-2005 5-12-2005 8-12-2005 9-12-2005
396 398 400 401 403 404 405
14-12-2005 14-12-2005 19-12-2005 19-12-2005 20-12-2005 20-12-2005 29-12-2005
407 409 410 411 412 413 414
29-12-2005
415
29-12-2005
416
4- 1-2006
417
499999999999-
418 420 421 422 423 424 425 427 428 429 430 431
1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006
20301
Auteur Koen T’Sijen Philippe De Coene Bart Laeremans Mw. Maggie De Block Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Maggie De Block Mw. Marleen Govaerts Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mme Zoé Genot Roel Deseyn François-Xavier de Donnea Mme Muriel Gerkens Guy D’haeseleer Mw. Greet Van Gool Koen Bultinck Mw. Hilde Vautmans Mw. Greet Van Gool Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Martine Taelman Mw. Martine Taelman Mw. Maggie De Block Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
18229 18230 18418 18418 18638
10- 1-2006 10- 1-2006
432 433
18845
12121218-
1-2006 1-2006 1-2006 1-2006
18845
19178 19180 19181 19616 20255 19618 19619 19619 19620 19621 19896 19896 20148 20149 20149 20150 20150 20150 20151 20151 20152 20152 20153 2005
Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Benoıˆt Drèze Mw. Maggie De Block Mw. Dalila Douifi Mw. Trees Pieters
20154 20154 20373 20374 20375 20376
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
18846 18847 18849 19174 19175 19175 19176 19177 19177
434 435 436 438
Auteur
Page Blz.
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n 7- 9-2004 4- 7-2005 10-11-2005 21-11-2005 22-11-2005 23-11-2005 24-11-2005 25-11-2005 7-12-2005 8-12-2005 21-12-2005
15 48 51 52 53 54 55 56 57 58 59
Mme Muriel Gerkens Pieter De Crem Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Nathalie Muylle
7437 17720 18639 18850 18851 18852 19182 19184 19185 19188 19622
Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken Développement durable — Duurzame Ontwikkeling
2282929-
4-2005 6-2005 7-2005 7-2005
34 41 47 48
Staf Neel Stijn Bex Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens
13685 14960 17095 17097
E´conomie sociale — Sociale Economie
22- 4-2005 2006
47
Staf Neel
13687
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20302
Date Datum
Question no Vraag nr.
5- 9-2005
55
Auteur Mw. Sabien LahayeBattheu
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
17098
31- 1-2005 31- 1-2005
419 420
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 12- 4-2005 19- 4-2005 19- 4-2005
49 53 54
Mme Zoé Genot Mw. Karin Jiroflée Mw. Karin Jiroflée
13199 13388 13389
Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken 1- 7-2004 6- 9-2004 17- 9-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 5-10-2004 15-10-2004 5-11-2004 8-11-2004 10-11-2004 24-11-2004 6-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 15-12-2004 29-12-2004 3- 1-2005 10- 1-2005 13- 1-2005 19- 1-2005 20- 1-2005 28- 1-2005
244 282 286 291 292 305 319 341 343 350 362 373 375 376 379 389 390 392 400 409 412 417
Filip De Man Mme Muriel Gerkens Mme Marie Nagy Mme Annick Saudoyer Willy Cortois Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens Koen T’Sijen Patrick De Groote Jean-Marc Nollet François Bellot Mw. Ingrid Meeus Mme Zoé Genot Geert Lambert Carl Devlies Mme Muriel Gerkens Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Jean-Marc Nollet
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
6624 7414 7702 7881 7881 8110 8451 8901 8903 8908 9296 9498 9674 9675 9678 10150 10315 10443 10570 10574 10833 11094 2005
1918222225289910141621241418182122261010101126273181314232945-
2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005
423 429 443 444 448 450 451 462 466 467 472 473 483 487 499 507 509 515 516 519 528 529 530 541 555 556 565 595 603 606 608 615 618 621
6- 7-2005 26- 7-2005 26- 7-2005
623 639 641
26- 7-2005 26- 7-2005 27- 7-2005 2006
642 643 647
Auteur Mw. Maggie De Block Mme Dominique Tilmans Koen T’Sijen Staf Neel Mw. Hilde Vautmans Guido De Padt Mme Zoé Genot Roel Deseyn Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Luk Van Biesen Guido De Padt Roel Deseyn Guy D’haeseleer Mme Marie Nagy Jef Van den Bergh Guido De Padt Roel Deseyn Roel Deseyn Bart Laeremans Mw. Annemie Roppe Geert Lambert Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Jan Mortelmans Bart Laeremans Jef Van den Bergh Roel Deseyn Jean-Marc Nollet Stijn Bex Mw. Inga Verhaert Geert Lambert Olivier Maingain Roel Deseyn Mme Muriel Gerkens Ludo Van Campenhout Mme Muriel Gerkens Luc Goutry Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Olivier Maingain
Page Blz. 11095 11096 11098 11397 11740 11741 11745 12053 12055 12243 12245 12443 12447 12448 12453 12879 13329 13332 13334 13623 13624 13627 14165 14165 14166 14173 14664 14664 14671 14910 15173 15175 15658 15661 15663 15665 15666 17002 17003 17004 17004 17006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006 Date Datum
Question no Vraag nr.
28- 7-2005 22- 8-2005 22- 8-2005 7- 9-2005 8- 9-2005 8- 9-2005 8- 9-2005 14- 9-2005 15- 9-2005 15- 9-2005 19- 9-2005 19- 9-2005 21- 9-2005 21- 9-2005 23- 9-2005 23- 9-2005 26- 9-2005 30- 9-2005 4-10-2005 6-10-2005 7-10-2005 19-10-2005 19-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 24-10-2005 24-10-2005 25-10-2005 25-10-2005 25-10-2005 25-10-2005 25-10-2005 4-11-2005
650 654 656 658 659 660 661 666 668 669 671 672 675 676 681 682 684 688 692 694 697 700 701 702 703 704 706 707 712 714 715 716 717 718 719 720
4-11-2005 4-11-2005 4-11-2005 4-11-2005 7-11-2005 8-11-2005 8-11-2005 8-11-2005 10-11-2005
721 722 723 724 725 726 727 728 729
20303
Auteur Olivier Maingain Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Dirk Claes Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Francis Van den Eynde Roel Deseyn Roel Deseyn Jef Van den Bergh Roel Deseyn Guido De Padt Jan Mortelmans Mw. Annelies Storms Roel Deseyn Roel Deseyn Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Jean-Marc Nollet Mw. Hilde Vautmans Jan Mortelmans Patrick De Groote Guy D’haeseleer Bart Laeremans Mw. Dalila Douifi Hagen Goyvaerts Jean-Marc Nollet Roel Deseyn Hagen Goyvaerts Mme Marie Nagy Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Patrick De Groote Bart Laeremans Bart Laeremans Geert Lambert Patrick De Groote Geert Lambert Geert Lambert Guy D’haeseleer
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
17007 17007 17008 17009 17371 17372 17373 17377 17379 17379 17380 17380 17382 17383 17721 17722 17724 17727 17730 17909 17910 18233 18234 18234 18235 18235 18236 18237 18240 18241 18242 18243 18244 18245 18640
14-11-2005 14-11-2005 17-11-2005 17-11-2005 18-11-2005 21-11-2005 21-11-2005 21-11-2005 21-11-2005 21-11-2005 21-11-2005 21-11-2005 22-11-2005 22-11-2005 22-11-2005 22-11-2005 23-11-2005 23-11-2005 23-11-2005 23-11-2005 24-11-2005 24-11-2005 24-11-2005 24-11-2005 24-11-2005 24-11-2005 25-11-2005 25-11-2005 25-11-2005 28-11-2005 2-12-2005 2-12-2005 2-12-2005 7-12-2005 8-12-2005 8-12-2005 29- 7-2005 14-12-2005 15-12-2005 19-12-2005 20-12-2005 20-12-2005 20-12-2005 21-12-2005 21-12-2005 21-12-2005
731 733 734 736 737 738 739 740 741 742 743 744 745 748 749 750 751 752 753 754 755 756 757 758 759 760 762 763 764 765 767 768 769 770 771 774 775 776 778 779 780 781 783 784 785 786
18420 18421 18421 18422 18422 18423 18423 18641 18642 18643 2005
2006
Auteur Guy D’haeseleer Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Patrick De Groote Hagen Goyvaerts Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Stijn Bex Olivier Chastel Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Bart Laeremans Dirk Claes Francis Van den Eynde Staf Neel Mme Marie Nagy Mw. Ingrid Meeus Jef Van den Bergh Roel Deseyn Jef Van den Bergh Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Bert Schoofs Bert Schoofs Roel Deseyn Mw. Hilde Dierickx Mme Muriel Gerkens Bart Tommelein Mw. Ingrid Meeus Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Mw. Magda De Meyer Hagen Goyvaerts Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Luc Sevenhans Guido De Padt Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Stijn Bex Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Luc Goutry
Page Blz. 18643 18644 18853 18854 18855 18855 18856 18856 18857 18858 18859 18859 18860 18862 18863 18863 18864 18865 18866 18867 19192 19193 19193 19194 19194 19195 19195 19196 19197 19197 19199 19199 19200 19200 19201 19203 19203 19205 19625 19626 19627 19628 19630 19631 19632 19632
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20304
Date Datum
Question no Vraag nr.
21-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 22-12-2005
787 788 789 790 791 792 793 794 795 796
23-12-2005 23-12-2005 23-12-2005 23-12-2005 23-12-2005 23-12-2005 27-12-2005 28-12-2005 4- 1-2006 5- 1-2006
797 798 799 800 801 802 803 804 805 806
Auteur Roel Deseyn Roel Deseyn Mme Zoé Genot Mme Colette Burgeon Jef Van den Bergh Roel Deseyn Roel Deseyn Dylan Casaer Francis Van den Eynde Mw. Marleen Govaerts Francis Van den Eynde Mw. Nancy Caslo Guido De Padt Guido De Padt Geert Lambert Roel Deseyn Mw. Dalila Douifi Francis Van den Eynde Guido De Padt Francis Van den Eynde
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
19634 19635 19636 19636 19637 19638 19639 19640 19640
5- 1-2006 9- 1-2006
807 808
19641 19641 19642 19642 19643 19643 19644 19645 19646 19897 20155
2005
910101010101111121212131313181818-
1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006
2006
809 810 811 812 813 814 815 816 817 818 819 821 822 823 824 825 826
Auteur Francis Van den Eynde Mw. Marleen Govaerts Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mw. Marleen Govaerts Roel Deseyn Roel Deseyn Guido De Padt Roel Deseyn Mme Zoé Genot Jef Van den Bergh Guido De Padt Patrick De Groote Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Hagen Goyvaerts Mw. Trees Pieters Stijn Bex
Page Blz. 20156 20156 20156 20157 20158 20158 20159 20160 20161 20162 20377 20378 20379 20380 20381 20381 20382 20382 20384
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20305
(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eerste minister en minister van Justitie
DO 2005200606856
DO 2005200606856
Question no 888 de M. Roel Deseyn du 12 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 888 van de heer Roel Deseyn van 12 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Test d’un système mouchard sur le réseau ADSL de Belgacom.
Test met een verklikkingssysteem op het netwerk van Belgacom.
En 2004, les différents services de police ont organisé conjointement un projet-pilote visant à intercepter des télécommunications sur le réseau ADSL de Belgacom.
In 2004 werd er een intrapolitietest gedaan op het ADSL-netwerk van Belgacom om telecommunicatieverkeer te onderscheppen.
1. Pourriez-vous me fournir des précisions quant à la portée et à l’étendue de ce projet ?
1. Kan u meer toelichting geven bij de precieze inhoud en omvang van het project ?
2. a) Au cours de quelle période le test a-t-il été effectué ?
2. a) Wanneer heeft het project gelopen ?
b) Combien de personnes et quels opérateurs étaient concernés par ce projet ?
b) Hoeveel mensen en welke operatoren waren erbij betrokken ?
3. Quels en ont été les résultats ?
3. Wat waren de resultaten van het project ?
4. Quel budget a été affecté à ce projet ?
4. Welk budget werd besteed an het project ?
5. Quelle technique d’interception a été utilisée ?
5. Welke techniek werd gebruikt voor de onderschepping ?
6. Quels éléments du projet-pilote envisagez-vous de mettre en œuvre lors de la mise en place définitive de la chambre d’écoute ?
6. Welke elementen uit het proefproject overweegt u te gebruiken in de definitieve omvorming van de tapkamer ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20306
DO 2005200606857
DO 2005200606857
Question no 889 de M. Bart Laeremans du 12 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 889 van de heer Bart Laeremans van 12 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Prisons. — Proportion d’étrangers et de personnes de nationalité belge. — Nombre de cellules.
Gevangenissen. — Aantal buitenlanders en aantal personen met Belgische nationaliteit. — Aantal cellen.
1. Pourriez-vous, par analogie avec votre réponse à ma question écrite no 198 du 3 mars 2004 (Questions et réponses, Chambre, 2003-2004, no 27, p. 4130), m’indiquer combien d’étrangers et de personnes de nationalité belge séjournaient en prison en date du 1er janvier 2006 et ventiler votre réponse par établissement ?
1. Kan u naar het voorbeeld van schriftelijke vraag nr. 198 van 3 maart 2004 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 27, blz. 4130) voor 1 januari 2006 per gevangenis het aantal buitenlanders en het aantal personen met Belgische nationaliteit meedelen ?
2. En outre, afin de déterminer quels sont les établissements les plus sévèrement touchés par la surpopulation, pourriez-vous préciser la capacité cellulaire totale de chaque établissement en regard du nombre total de détenus y séjournant en date du 1er janvier 2006 ?
2. Kan u tevens de totale celcapaciteit meedelen per gevangenis versus het totaal aantal gevangenen dat daar op 1 januari 2006 vertoefde, zodat duidelijk is in welke gevangenissen de overbevolking het meest prangend is ?
DO 2005200606867
DO 2005200606867
Question no 891 de M. Hendrik Bogaert du 12 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 891 van de heer Hendrik Bogaert van 12 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Tableau des créances des sociétés anonymes faillies.
Tabel van de schuldvorderingen van gefailleerde naamloze vennootschappen.
L’article 71 de la loi du 8 aouˆt 1997 sur les faillites dispose qu’« il est tenu au greffe, sous la responsabilité du greffier, pour chaque faillite, un tableau divisé en colonnes et contenant, pour chaque créance déclarée, les énonciations suivantes ... ».
Artikel 71 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 bepaalt dat « ter griffie en onder de verantwoordelijkheid van de griffier, voor elk faillissement een in kolommen verdeelde tabel wordt opgemaakt die voor elke aangegeven schuldvorderingen de volgende vermeldingen, bevat ... ».
Après vérification, il apparaıˆt que les greffes des différents tribunaux de commerce interprètent différemment cette manière de travailler.
Bij navraag blijkt dat de griffies van de diverse rechtbanken van koophandel het systeem van werken anders interpreteren.
A) Dans certains arrondissements, le curateur peut emporter et consulter les créances en son bureau et il doit les rapporter au greffe au plus tard à la date de cloˆture du procès-verbal.
A) In sommige arrondissementen mag de curator de schuldvorderingen meenemen naar zijn kantoor, daar inzien, en hij bezorgt ze terug ter griffie uiterlijk op datum van sluiting van het proces-verbaal.
B) Dans d’autres arrondissements, le curateur peut emporter, consulter et également conserver les créances en son bureau. La raison en est que le nombre trop important de faillites ne permettrait pas de conserver toutes ces déclarations au greffe.
B) In andere arrondissementen mag de curator de schuldvorderingen meenemen naar zijn kantoor, daar inzien en daar ook bewaren. Reden daarvan is dat het aantal faillissementen te groot is opdat al deze aangiftes ter griffie zouden kunnen worden bewaard.
C) Dans d’autres arrondissements encore, il est interdit au curateur d’emporter les créances originales qui parviennent au greffe. Celles-ci doivent rester au
C) In nog andere arrondissementen is het de curator verboden de originele schuldvorderingen die ter griffie binnenkomen mee te nemen en moeten deze ter griffie
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20307
greffe et le curateur est tenu de les consulter sur place, ce qui signifie que ce dernier est obligé de recopier toutes les créances (en précisant les montants réclamés, leur composition, le privilège invoqué, etc.) ou d’en faire réaliser une copie par le greffe contre paiement de 0,75 euro la page.
blijven en daar worden ingekeken door de curator. Dat betekent dus dat de curator alle schuldvorderingen moet afschrijven (met specificatie van de gevorderde bedragen, de samenstelling ervan, het ingeroepen voorrecht enzovoort) hetzij laten kopie¨ren door de griffie, dit laatste tegen betaling van 0,75 euro per bladzijde.
Là ou` le curateur bénéficie effectivement de la collaboration du greffe, celle-ci est insuffisante pour pouvoir procéder aux vérifications sur la base de ce seul tableau. Le curateur se voit dès lors obligé de prendre des notes au greffe concernant les montants des créances, la nature et la date des pièces à conviction annexées, etc.
Waar de curator uiteraard medewerking krijgt van de griffie, is dit onvoldoende om op basis van die tabel enkel nazicht te kunnen doen. De curator is dan ook verplicht talrijke nota’s te nemen ter griffie nopens de samenstelling van de bedragen van de schuldvorderingen, aard en datum van de bewijsstukken die bijgevoegd worden, enzovoort.
Les curateurs passent parfois des heures à prendre de telles « notes » au greffe du tribunal de commerce.
Soms zitten de curatoren urenlang in de griffie van de rechtbank van koophandel dergelijke « notities » te nemen.
La vérification des créances implique que le curateur compare les déclarations de créances aux données qu’il retrouve dans la comptabilité du failli.
Het nazien van de schuldvorderingen houdt in dat de curator de aangiftes van schuldvorderingen toetst aan de gegevens die hij terugvindt in de boekhouding van de gefailleerde.
Il est impossible pour le curateur de procéder à cette vérification au greffe du tribunal du commerce, car il doit être en possession, pour une telle vérification, de différents éléments de la comptabilité et de documents du failli.
Dit nazicht kan de curator niet doen ter griffie van de rechtbank van koophandel, want voor een dergelijk nazicht dient de curator allerlei delen van de boekhouding en bescheiden van de gefailleerde bij zich te hebben.
Ne pensez-vous pas qu’il conviendrait de mettre un terme à ces situations archaı¨ques ?
Meent u ook niet dat aan die archaı¨sche toestanden een einde moet gemaakt worden ?
DO 2005200606870
DO 2005200606870
Question no 892 de M. Roel Deseyn du 12 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 892 van de heer Roel Deseyn van 12 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Multiplication des sites web à caractère extrémiste et illégal. ` l’heure actuelle, seize millions de pages web sur A l’internet comportent un contenu à caractère extrémiste ou illégal. Il s’agit de sites qui propagent la haine, fournissent des instructions pour la fabrication d’armes ou d’explosifs, recrutent des zélateurs pour la perpétration d’assassinats, d’incendies et d’actions suicide. Selon la société de sécurité ISS, le nombre de ces sites augmente chaque année d’un tiers. Rien qu’en Belgique, cette société a dénombré 1 000 à 3 000 sites à caractère extrémiste ou illégal.
Oprukken van extremistische en illegale websites.
1. Comment a évolué le nombre de sites web à caractère extrémiste ou illégal au cours des trois dernières années ?
1. Hoe evolueerde het aantal websites met extremistische of illegale inhoud over de jongste drie jaar ?
2. Quelles mesures avez-vous déjà prises ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Op dit moment staan er zestien miljoen webpagina’s op het internet met extremistische of illegale dingen erin : sites die haat propageren, instructies leveren voor het maken van wapens of explosieven, zeloten rekruteren voor moorden, brandstichtingen en zelfmoordacties. Jaarlijks groeit dat aantal sites met eenderde aan, zegt het beveiligingsbedrijf ISS. Alleen al in Belgie¨ telde het bedrijf 1 000 tot 3 000 sites met extremistische of illegale inhoud.
2. Wel maatregelen heeft u reeds genomen ? 2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20308
3. Quelles mesures supplémentaires envisagez-vous de prendre ?
3. Welke bijkomende maatregelen overweegt u te nemen ?
4. Quelles dispositions légales précisent-elles si le contenu est à considérer comme extrémiste ou illégal ?
4. Welke wettelijke bepalingen bepalen of de inhoud is te beschouwen als extremistisch of illegaal ?
5. a) Des sites web politiques belges ont-ils été signalés comme comportant un contenu à caractère extrémiste ou illégal en 2005 ?
5. a) Werden er Belgische politieke websites met extremistische of illegale inhoud gesignaleerd in 2005 ?
b) Dans l’affirmative, de combien de cas s’agit-il et quelles mesures ont été prises ?
b) Zo ja, om hoeveel gevallen gaat het en hoe werd hiertegen opgetreden ?
DO 2005200606871
DO 2005200606871
Question no 893 de M. Guido De Padt du 12 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 893 van de heer Guido De Padt van 12 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Federal Computer Crime Unit. — Informations présumées illicites sur l’internet.
Federale Computer Crime Unit. — Ongeoorloofde veronderstelde informatie op internet.
En 1999, le vice-premier ministre et ministre des Télécommunications, la ministre de la Justice et ISPA Belgium ont signé un protocole de coopération visant à combattre la diffusion d’informations illicites sur l’internet, en particulier celles à caractère pédopornographique.
In 1999 werd tussen de vice-eerste ministe en minister van Telecommunicatie, de minister van Justitie en ISPA Belgium een samenwerkingsprotocol ondertekend. De bedoeling was de aanwezigheid van ongeoorloofde informatie, in het bijzonder van kinderpornografische aard, op het internet te bestrijden.
Le Point de contact central judiciaire géré par la Federal Computer Crime Unit (FCCU) centralise les informations présumées illicites diffusées sur l’internet, à savoir notamment les informations à caractère raciste et pédopornographique ou celles concernant les jeux de hasard.
Het centraal gerechtelijk meldpunt dat door de Federale Computer Crime Unit (FCCU) wordt beheerd is een meldpunt voor ongeoorloofde veronderstelde informatie op internet zoals racisme, kansspelen of kinderpornografie.
En 1988, un département du ministère américain de la Défense a créé aux E´tats-Unis le centre de coordination CERT de l’université Carnegie Mellon afin de rassembler des informations sur les virus les plus récents, les intrusions et les défaillances des systèmes de sécurité. Une telle initiative ne semble pas encore exister au niveau européen.
In 1988 werd in de Verenigde Staten het coo¨rdinatiecentrum CERT van de Carnegie Mellon universiteit opgericht door een afdeling van het Amerikaanse ministerie van Defensie. Het verzamelt informatie over de meest recente virussen, inbraken en gaten in de beveiliging. Op Europees vlak lijkt iets gelijkaardigs nog niet te bestaan.
1. Combien de notifications (et à quel sujet) la Federal Computer Crime Unit a-t-elle reçues en 2004 et en 2005 et combien d’entre elles étaient-elles « pertinentes » ?
1. Hoeveel meldingen (en waarover) ontving het Federale Computer Crime Unit in de jaren 2004 en 2005 en hoeveel daarvan waren « bruikbaar » ?
2. a) Combien de procès-verbaux la FCCU a-t-elle dressés en 2004 et en 2005 ?
2. a) Hoeveel processen-verbaal werden er in 2004 en 2005 door het FCCU opgesteld ?
b) De quels délits s’agissait-il ?
b) Om welke misdrijven ging het ?
3. a) Des initiatives européennes ont-elles déjà été prises pour rassembler de telles informations présumées illicites diffusées sur l’internet ?
3. a) Zijn er reeds Europese initiatieven genomen om dergelijke « ongeoorloofde veronderstelde informatie op internet » te verzamelen ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20309
b) Dans l’affirmative, en quoi consistent-elles concrètement et la Belgique y est-elle associée ?
b) Zo ja, wat houden die concreet in en is Belgie¨ daarin betrokken ?
c) Dans la négative, la Belgique ne pourrait-elle pas jouer un roˆle précurseur dans ce domaine ?
c) Zo neen, is het niet mogelijk dat Belgie¨ hierin een voortrekkersrol gaat spelen ?
DO 2005200606872
DO 2005200606872
Question no 894 de M. Guido De Padt du 12 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 894 van de heer Guido De Padt van 12 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Réseaux informatiques. — Notifications d’intrusion dans des serveurs.
Computernetwerken. — Meldingen van inbraak in servers.
Un site web est exposé à plusieurs dangers sur l’internet. Ainsi, il peut arriver que des pirates informatiques s’introduisent de manière frauduleuse dans un réseau informatique ou que des travailleurs abusent de leurs droits d’accès ou mots de passe. Les entreprises doivent dès lors installer des techniques de sécurisation.
Een website op het internet staat aan meerdere gevaren bloot. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat hackers op frauduleuze wijze het computernetwerk binnendringen of dat werknemers hun toegangsrechten of wachtwoorden misbruiken. Bedrijven dienen dan ook beveiligingstechnieken te installeren.
Lorsque vos données sont consultées sur un site web par des tiers qui ne disposent pas d’un accès valable, il est possible de déposer plainte, soit auprès de la police fédérale ou locale ou` un procès-verbal sera dressé, après quoi le parquet s’adressera à la Computer Crime Unit territorialement compétente, soit auprès du point de contact central judiciaire.
Wanneer uw gegevens op de website worden bezocht door iemand die er geen geldige toegang toe heeft, is het mogelijk om een klacht in te dienen. Dit kan ofwel bij de federale of lokale politie waar een proces-verbaal wordt opgesteld en waarna het parket zich tot de territoriaal bevoegde Computer Crime Unit richt ofwel het centraal gerechtelijk contactpunt.
1. Combien de notifications les différentes Computer Crime Units territorialement compétentes ont-elles reçues en 2003, en 2004 et en 2005 à propos :
1. Hoeveel meldingen van inbraak in de servers werden er in de jaren 2003, 2004 en 2005 bij de verschillende territoriaal bevoegde Computer Crime Units gemeld van :
a) d’une intrusion dans un serveur sans modification de données;
a) inbraak in de server zonder het wijzigen van gegevens;
b) d’une intrusion dans un serveur avec modification de données;
b) inbraak in de server en gegevens op de site gewijzigd;
c) du blocage ou de l’endommagement d’un serveur ?
c) iemand die de toegang tot de server heeft geblokkeerd of er schade heeft aan toegebracht ?
2. Dans combien de ces notifications d’intrusion :
2. In hoeveel gevallen van die meldingen van inbraak :
a) a-t-on identifié le ou les pirate(s) informatique(s);
a) werd(en) de hacker(s) achterhaald;
b) le pirate informatique et le gestionnaire du serveur sont-ils parvenus à un arrangement eu égard à la faible gravité de l’affaire ?
b) kwam het tot een regeling tussen de hacker en de persoon die de server beheert omdat de zaak niet zo ernstig was ?
c) l’affaire a t-elle été portée devant le juge et le procès rendu public;
c) kwam de zaak voor de rechter en was het proces openbaar;
d) l’affaire a t-elle été portée devant le juge mais la publicité a présenté un danger pour l’ordre public ou la moralité ?
d) kwam de zaak voor de rechter maar leverde de « openbaarheid een gevaar voor de goede orde of de goede zeden » ?
e) une condamnation effective a-t-elle été prononcée ?
e) kwam het tot een effectieve veroordeling ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20310
3. a) Des campagnes de sensibilisation ont-elles déjà été organisées dans le passé à propos de l’existence des Computer Crime Units territorialement compétentes et de l’importance de déclarer de telles intrusions ? b) Dans l’affirmative, quand et quelle en était exactement la teneur ? c) Dans la négative, de telles actions sont-elles prévues dans un proche avenir ?
3. a) Zijn er in het verleden reeds sensibiliseringscampagnes geweest omtrent het bestaan van de territoriaal bevoegde Computer Crime Units en het belang van het aangeven van deze inbraken ?
DO 2005200606058
DO 2005200606058
Question no 895 de Mme Martine Taelman du 12 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Divorces pour faute. — Divorces pour cause de séparation de fait depuis deux ans. — Pension alimentaire. Dans son état actuel, la législation prévoit, outre le divorce par consentement mutuel qui requiert un accord complet entre les deux ex-conjoints, le divorce pour cause de séparation de fait depuis deux ans et le divorce pour faute. Dans ces deux cas, la partie « coupable » peut être condamnée à verser une pension alimentaire pendant une période souvent indéterminée. Lors du divorce pour cause de séparation de fait, la partie qui demande le divorce est réputée être « coupable », sauf preuve du contraire. Dans ce cas, la condamnation au versement d’une pension alimentaire peut être illimitée non seulement dans le temps, mais aussi au niveau du montant. Autrement dit, la pension alimentaire peut s’élever à plus d’un tiers des revenus.
Vraag nr. 895 van mevrouw Martine Taelman van 12 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Echtscheidingen op basis van fout. — Echtscheidingen op basis van twee jaar feitelijke scheiding. — Onderhoudsgeld. In de huidige stand van de wetgeving zijn er, naast de echtscheiding door onderlinge toestemming, waar een volledig akkoord tussen de ex-partners is vereist, nog de echtscheiding op basis van twee jaar feitelijke scheiding en de echtscheiding op basis van fout. In beide situaties kan de « schuldige » partij worden veroordeeld tot betaling van een onderhoudsgeld, vaak onbeperkt in de tijd. Bij echtscheiding op grond van feitelijke scheiding wordt geacht de « schuldige » partij te zijn : diegene die de echtscheiding aanvraagt, behalve bij bewijs van het tegendeel. In dit geval is de veroordeling tot betaling van een onderhoudsgeld niet enkel mogelijkerwijze onbeperkt in de tijd, maar daarenboven onbegrensd. De onderhoudsuitkering kan met andere woorden meer dan eenderde van het inkomen bedragen. 1. Heeft u jaarcijfers over hoeveel personen er na « echtscheiding op basis van fout » veroordeeld worden om aan de ex-partner onderhoudsgeld te betalen, uitgesplitst per ressort ? 2. Heeft u jaarcijfers over hoeveel personen er na « echtscheiding op basis van twee jaar feitelijke scheiding » veroordeeld worden om aan de ex-partner onderhoudsgeld te betalen, uitgesplitst per ressort ?
1. Disposez-vous de statistiques annuelles, ventilées par ressort, relatives au nombre de personnes condamnées à verser une pension alimentaire à leur exconjoint après un « divorce pour faute » ? 2. Disposez-vous de statistiques annuelles, ventilées par ressort, relatives au nombre de personnes condamnées à verser une pension alimentaire à leur exconjoint après un « divorce pour cause de séparation de fait depuis deux ans » ?
b) Zo ja, wanneer en wat hielden die precies in ? c) Zo neen, zijn er in de nabije toekomst dergelijke acties gepland ?
DO 2005200606894
DO 2005200606894
Question no 898 de M. Bart Laeremans du 13 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Nouveau phénomène criminel. — Utilisation de la méthode dite à frapper. Un nouveau phénomène criminel a fait son apparition aux Pays-Bas il y a environ un an. Il s’agit plus
Vraag nr. 898 van de heer Bart Laeremans van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Nieuw criminaliteitsfenomeen. — Gebruik van de klopsleutel. In Nederland bestaat ongeveer sinds een jaar een nieuw criminaliteitsfenomeen, met name het gebruik
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20311
particulièrement de la méthode dite à frapper, une technique de cambriolage en fait relativement simple, qui consiste à introduire une clé à frapper dans le cylindre de la serrure et ensuite à frapper la clé, une sorte de passe-partout, avec un petit marteau. Ce procédé permet de forcer la quasi-totalité des serrures, mêmes des serrures de sécurité.
van de klopsleutel. Het gaat om een vrij eenvoudige techniek, waarbij men een soort loper-sleutel hanteert waarmee men na enkele slagen met een hamer zowat ieder slot (zelfs beveiligde sloten) kan openen.
La méthode est plus amplement décrite sur le site web www.toool.nl/bumpkey-alert.wmv. Or, ce nouveau phénomène soulève plusieurs problèmes. Ainsi, il semblerait que les compagnies d’assurances refusent, en l’absence de traces d’effraction, d’indemniser les sinistrés.
Meer informatie hierover kan gevonden worden op de website : www.tool.nl/bumpkey-alert.wmv. E´én van de problemen die door dit nieuw fenomeen rijzen, is dat de verzekeraars zouden weigeren de vergoeding van de schade te dekken bij gebrek aan braaksporen.
1. Ce phénomène est-il également connu chez nous et plus particulièrement dans quelles régions ?
1. Is het fenomeen ook bij ons gekend en in welke streken komt het geregeld voor ?
2. Avez-vous connaissance d’éventuelles stratégies mises en place pour contrer ce phénomène aux PaysBas ?
2. Heeft u weet van mogelijke contrastrategiee¨n die hieromtrent in Nederland zijn uitgewerkt ?
3. Est-il exact que les vols commis à l’aide de cette méthode ne donnent pas lieu à une indemnisation par l’assurance, ou ce type de vol peut-il être qualifié de vol avec effraction au moyen de fausses clés ?
3. Klopt het dat diefstallen die op deze wijze zijn gebeurd geen aanleiding geven tot terugbetaling vanwege de verzekering of kan men dit catalogeren als een inbraak met valse sleutels ?
DO 2005200606903
DO 2005200606903
Question no 899 de M. Gerolf Annemans du 13 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 899 van de heer Gerolf Annemans van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
SPF Justice à Bruxelles. — Direction générale Exécution des peines et mesures. — Deux catégories de membres de personnel bénéficiant de rémunérations différentes pour les mêmes taˆches.
FOD Justitie te Brussel. — Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen. — Twee categoriee¨n personeelsleden met verschillende wedde voor zelfde taken.
Lors d’une enquête de la Cour des comptes, il a été observé que la direction générale Exécution des peines et mesures du SPF Justice à Bruxelles occupe environ 70 personnes qui bénéficient du statut pécuniaire attaché aux établissements pénitentiaires qui est plus favorable que celui appliqué aux autres catégories de personnel. Il en résulte qu’au sein de cette direction générale, deux catégories de personnel, affectées pour la grande majorité aux mêmes taˆches administratives, perçoivent des rémunérations différentes. La Cour observe en outre que le personnel qui bénéficie du régime pécuniaire préférentiel prévu pour les établissements pénitentiaires n’est pas employé aux fonctions pour lesquelles ce régime a été fixé.
Na onderzoek van het Rekenhof werd vastgesteld dat bij het directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen van de OFD Justitie te Brussel ongeveer 70 personeelsleden genieten van het geldelijk statuut uitgewerkt voor het personeel van de strafinrichtingen, dat gunstiger is dan het statuut dat geldt voor het overige personeel. Dit heeft als gevolg dat binnen het directoraat-generaal twee categoriee¨n personeelsleden een verschillende wedde ontvangen terwijl ze doorgaans belast zijn met dezelfde administratieve taken. Het Rekenhof merkt bovendien op dat het personeel dat geniet van de gunstige weddenregeling verbonden aan de strafinrichtingen niet tewerkgesteld is in de betrekkingen waarvoor die regeling werd uitgewerkt.
1. Avez-vous déjà pris des mesures afin de résoudre ce problème ?
1. Heeft u reeds maatregelen genomen om dit probleem op te lossen ?
2. Dans l’affirmative, lesquelles ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2. Zo ja, welke maatregelen ? 2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20312
DO 2005200606916
DO 2005200606916
Question no 900 de M. Gerolf Annemans du 16 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 900 van de heer Gerolf Annemans van 16 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Réalisation du projet Phénix.
Realisatie van het Phenixproject.
L’informatisation de la Justice, amorcée par le projet Mammouth au début des années 80, s’est poursuivie par le lancement du projet Phénix. Ce projet devait doter à long terme le pouvoir judiciaire d’un système informatique uniforme et cohérent. Deux appels d’offre généraux avaient été lancés, d’une part, pour l’analyse et le développement du nouveau système informatique et, d’autre part, pour l’achat du matériel informatique et des logiciels nécessaires.
De informatisering van Justitie, die in begin van de jaren tachtig begon met het Mammoetproject, ging in 2001 verder met de lancering van het Phenixproject. Dat project moest de rechterlijke macht een uniform en coherent informaticasysteem bezorgen binnen een langetermijnvisie. Er werden twee algemene offerteaanvragen uitgeschreven : één voor het analyseren en ontwikkelen van het nieuwe informaticasysteem en vervolgens één voor het aankopen van de nodige hardware en software.
Un appel d’offre général pour l’analyse et le développement du nouveau système informatique a été lancé en 2001. Il comprenait quatre phases. Le marché a été attribué fin 2001 pour un montant total de 22,2 millions d’euros, pour les trois premières phases. En ce qui concerne l’achat de l’ordinateur central, un ` la fin de la appel d’offre général a été lancé en 2003. A procédure, le gouvernement a toutefois décidé de ne pas attribuer le marché. Une nouvelle procédure a été lancée, mais, selon le dernier Cahier d’observations de la Cour des comptes, elle ne serait toutefois pas encore entièrement cloˆturée.
In 2001 kwam er een algemene offerteaanvraag voor de analyse en ontwikkeling van het nieuwe informaticasysteem. Deze omvatte vier fases. De opdracht werd eind 2001 gegund voor een totaalbedrag van 22,2 miljoen euro, voor de eerste drie fases. Voor de aankoop van de centrale uitrusting werd in 2003 een algemene offerteaanvraag gelanceerd. Op het einde van de procedure besliste de regering echter de opdracht niet te gunnen. Er werd een nieuwe procedure opgestart, die evenwel volgens het Rekenhof in zijn recente « Blunderboek » nog niet volledig doorlopen is.
La Cour des comptes souligne en outre que la phase d’analyse du projet Phénix, qui devait initialement se terminer en 2002, n’a été bouclée qu’en 2003. Le développement des applications dans les juridictions n’était pas encore prêt fin 2004. Il a donc été reporté à 2005, année au cours de laquelle les premiers tests devaient avoir lieu.
Het Rekenhof wijst er voorts op dat de analysefase van het Phenixplan, die oorspronkelijk in 2002, pas in 2003 is afgerond. Eind 2004 was de ontwikkeling van de applicaties in de jurisdicties niet klaar, zodat ze werd verschoven naar 2005, het jaar waarin de eerste tests moesten plaatsvinden.
1. Pourquoi le gouvernement a-t-il finalement décidé de ne pas attribuer le marché de l’achat de l’ordinateur central ?
1. Waarom besliste de regering de opdracht betreffende de aankoop van de centrale uitrusting uiteindelijk niet te gunnen ?
2. a) Ce marché a-t-il entre-temps déjà été attribué ?
2. a) Werd deze opdracht inmiddels reeds gegund ?
b) Dans l’affirmative, pour quel montant ?
b) Zo ja, voor welk bedrag ?
3. Quelles sont les raisons du retard considérable des différentes phases du projet Phénix ?
3. Wat zijn de redenen voor de aanzienlijke vertraging van de diverse onderdelen van het Phenixproject ?
4. Quand le système sera-t-il entièrement opérationnel ?
4. Wanneer zal het systeem volledig operationeel zijn ?
5. Quand les premiers tests ont-ils eu lieu ou auront-ils lieu ?
5. Wanneer vonden de eerste tests plaats of wanneer zullen deze plaatsvinden ?
6. Pourquoi les choix techniques ont-ils été modifiés à diverses reprises, entraıˆnant un couˆt supplémentaire de 1,3 million d’euros pour le développement du cadre technique ?
6. Waarom werden de technische keuzes verschillende malen gewijzigd met 1,3 miljoen euro extra kosten voor de ontwikkeling van het technisch kader tot gevolg ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20313
DO 2005200606920
DO 2005200606920
Question no 901 de M. Gerolf Annemans du 17 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 901 van de heer Gerolf Annemans van 17 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Controˆle de la Cour des comptes. — SPF Justice. — Retard dans la transmission des comptes.
Controle Rekenhof. — FOD Justitie. — Achterstallige rekeningen.
La Cour des comptes est chargée du controˆle des comptes des comptables de l’E´tat. Certains services accusent toutefois un retard important dans la transmission des comptes des comptables à la Cour. La Cour estime que l’arriéré important auprès du SPF Justice est révélateur de problèmes structurels. Malgré l’opération de rattrapage mise en œuvre dès 2004 et poursuivie en 2005 et malgré les lettres de rappel émanant de la Cour des comptes, de nombreux comptes afférents à 2003 et 2004 n’ont toujours pas été transmis.
Het Rekenhof controleert de rekeningen van de rekenplichtigen tegenover de staatskas. Bij sommige diensten bestaat echter een grote achterstand in het voorleggen van de rekeningen van de rekenplichtigen aan het Rekenhof. Volgens het Rekenhof wijst de aanzienlijke vertraging bij de FOD Justitie op structurele problemen. Ondanks het feit dat de inhaaloperatie die in 2004 werd aangevat, werd voortgezet in 2005 en ondanks herinneringsbrieven, ontbreken nog talrijke rekeningen over de jaren 2003 en 2004.
1. a) Des mesures structurelles ont-elles été prises afin que les comptes en retard soient transmis dans les meilleurs délais ?
1. a) Werden structurele maatregelen genomen opdat de achterstallige rekeningen zo vlug mogelijk zouden worden overgelegd ?
b) Dans l’affirmative, lesquelles ?
b) Zo ja, welke ?
c) Dans la négative, pour quel motif ?
c) Zo neen, wat is uw motivatie ?
2. a) Des mesures structurelles ont-elles été prises pour que les délais légaux soient rigoureusement respectés à l’avenir ?
2. a) Werden structurele maatregelen genomen opdat in de toekomst de wettelijke termijnen nauwgezet zouden worden gerespecteerd ?
b) Dans l’affirmative, lesquelles ?
b) Zo ja, welke ?
c) Dans la négative, pour quel motif ?
c) Zo neen, wat is uw motivatie ?
3. La transmission tardive de certains comptes est essentiellement imputable à l’arriéré au niveau du controˆle des comptes par les services centraux, qui s’expliquerait à son tour par une pénurie de personnel. Quelles initiatives ont été prises pour remédier à ce problème ?
3. De laattijdige toezending van een aantal rekeningen is vooral te wijten aan de achterstand in de controle van de rekeningen door de centrale diensten, waarvoor personeelsgebrek wordt ingeroepen. Welke maatregelen werden genomen om die situatie te verhelpen ?
DO 2005200606949
DO 2005200606949
Question no 903 de Mme Trees Pieters du 18 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 903 van mevrouw Trees Pieters van 18 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Non-réclamation d’envois recommandés. — Notification ou signification de documents fiscaux officiels aux personnes morales et physiques. — Non-distribution d’envois postaux.
Niet-afhaling van aangetekende zendingen. — Notificatie of betekening van officie¨le fiscale stukken aan rechtspersonen en aan natuurlijke personen. — Niet-bestelling van poststukken.
L’administration fiscale adresse aux contribuables de nombreux imprimés officiels en recommandé sous enveloppe RP.
De belastingadministratie zendt aan de belastingplichtigen tal van officie¨le drukwerken onder aangetekende RP-omslag.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20314
Il s’agit principalement des notifications ou avis suivants :
Het gaat hier voornamelijk om de volgende berichten of kennisgevingen :
— les avis de rectification de la déclaration (imprimé no 279);
— berichten van wijziging van aangifte (= drukwerk nr. 279);
— les notifications d’imposition d’office (imprimé no 279E);
— kennisgevingen van aanslag van ambtswege (= drukwerk nr. 279E);
— les notifications ou les répliques 279T;
— kennisgevingen of wederantwoorden 279T;
— les questionnaires 332 et 332ter;
— vragenlijsten 332 en 332ter;
— les décisions directoriales concernant des réclamations et des requêtes d’exonération d’office;
— directoriale beslissingen inzake bezwaarschriften en verzoekschriften tot ambtshalve ontheffing;
— les notifications 279F2 concernant l’imposition d’amendes administratives.
— kennisgevingen 279F2 inzake de oplegging van administratieve boeten.
Principalement pendant les périodes de vacances et en cas d’hospitalisation, il n’est pas rare que des contribuables se trouvent dans l’impossibilité matérielle d’enlever à La Poste les envois postaux recommandés qui leur sont destinés.
Vooral in vakantieperiodes en bij hospitalisatie komt het geregeld voor dat de belastingplichtigen in de materie¨le onmogelijkheid verkeren om de voor hen bestemde aangetekende postzendingen naderhand bij De Post te gaan afhalen.
D’autres contribuables omettent également, volontairement ou non, et pour des raisons non définies, d’enlever au bureau de poste local les envois recommandés qui leur sont adressés.
Omwille van andere onbekende redenen laten overige belastingplichtigen al dan niet moedwillig daarnaast eveneens na om de voor hen bedoelde aangetekende zendingen af te halen op het plaatselijk postkantoor.
En l’occurrence, les questions générales et pratiques suivantes se posent dès lors tant en ce qui concerne les personnes morales que les personnes physiques.
Terzake rijzen in dit verband dan ook zowel in hoofde van rechtspersonen als in hoofde van natuurlijke personen de volgende algemene praktijkgerichte vragen.
1. En cas de non-distribution d’envois postaux, quand et dans quelle mesure précise sera-t-il à chaque fois question, sur le plan juridique comme au regard de la réglementation postale, d’un « défaut de notification » ?
1. In welke gevallen van niet-bestelling van poststukken en in welke precieze mate is er zowel op juridisch vlak als op het vlak van de postreglementering telkens sprake van een « gebrek aan notificatie » ?
2. Quelle attitude les fonctionnaires taxateurs et les fonctionnaires du contentieux doivent-ils adopter par la suite, notamment lorsque les services postaux renvoient des envois recommandés à l’expéditeur avec une étiquette portant les mentions « Non délivré » et « Absent — Avis déposé dans la boıˆte aux lettres le ... » ?
2. Hoe moeten de taxatie- en geschillenambtenaren naderhand rechtmatig handelen, onder andere wanneer aangetekende zendingen door de postdiensten worden teruggezonden met het etiket « Niet afgehaald » en « Afwezig — Bericht in de bus gestoken op ... » ?
3. a) Les envois recommandés susmentionnés doiventils par la suite être renvoyés aux contribuables sous une enveloppe de service normale, accompagnés ou non d’un courrier administratif obligatoire ?
3. a) Moeten alle voornoemde aangetekende zendingen achteraf al dan niet met een administratief verplicht begeleidend schrijven onder gewone dienstomslag aan de belastingplichtigen worden teruggezonden ?
b) Dans la négative, quelle attitude doit être adoptée offiiciellement, à l’égard tant des personnes morales que des particuliers, pour que les contribuables soient duˆment informés en temps opportun du contenu de l’ensemble de ces notifications légales et pour assurer le respect des droits de la défense ?
b) Of, op al welke andere officie¨le wijzen mag of moet er zowel ten opzichte van rechtspersonen als ten opzichte van particulieren worden gehandeld opdat de belastingplichten op afdoende wijze van de inhoud van al die wettelijk voorgeschreven notificaties tijdig kennis zouden kunnen nemen en opdat de rechten van de verdediging niet zouden geschaad worden ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20315
c) Peut-il éventuellement être procédé parallèlement à une signification par courrier électronique avec accusé de réception et/ou par fax avec rapport de transmission aux contribuables et/ou à leurs mandataires et cette procédure électronique constitue-t-elle un début de preuve en justice ?
c) Mag er aan de belastingplichtigen en/of aan hun mandatarissen terzelfdertijd eventueel een betekening gebeuren door middel van een e-mail tegen ontvangstbevestiging en/of door middel van een faxbericht met transmissieverslag en vormt die elektronische handelwijze in rechte een begin van bewijs ?
d) Le courrier peut-il ou doit-il éventuellement être délivré personnellement au destinataire, à son domicile ou à son siège social ?
d) Moet of mag er eventueel ook een persoonlijke afgifte ten huize of ten maatschappelijke zetel gebeuren ?
e) Quelle est la jurisprudence récente en la matière ?
e) Wat zegt de recente rechtspraak omtrent dit alles ?
4. Les délais de réponse ou les délais de recours ou d’appel imposés initialement sont-ils systématiquement et automatiquement prolongés de ce fait ?
4. Worden de aanvankelijke opgelegde antwoordtermijnen of termijnen van verhaal of beroep daardoor telkens automatisch verlengd ?
5. a) Les contribuables peuvent-ils donner une procuration unique, écrite et gratuite à leurs conjoint, aux membres de leur famille, à leurs partenaires cohabitants et/ou à leur personnel pour les autoriser à enlever pour leur compte à La Poste tous les envois recommandés concernés, sur présentation des documents d’identité requis ? ` qui une personne morale peut-elle ou doit-elle b) A donner une telle procuration gratuite ?
5. a) Mogen de belastingplichtigen aan hun echtgenoten, hun familieleden, hun samenwonende partners en/of hun werknemers eenmalig een schriftelijke en kosteloze volmacht verlenen om alle beoogde aangetekende zendingen in hun plaats bij De Post af te halen op vertoon van de nodige identiteitspapieren ?
6. Pouvez-vous faire part, point par point, des méthode et conceptions générales respectueuses des intérêts de la clientèle qui sont les voˆtres actuellement, à la lumière des dispositions du Code des impoˆts sur les revenus 1992, du Code judiciaire et de la réglementation postale actuellement en vigueur en la matière ?
6. Kunt u punt per punt uw algemene huidige klantvriendelijke ziens- en handelwijze meedelen in het licht van de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het Gerechtelijk Wetboek en van de terzake thans vigerende postreglementering ?
DO 2005200606951
DO 2005200606951
Question no 904 de M. Koen Bultinck du 18 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 904 van de heer Koen Bultinck van 18 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Taux d’intérêt légal en matière civile et commerciale.
Wettelijke interestvoet voor burgerlijke en handelszaken.
Le taux d’intérêt légal en matière civile et commerciale est fixé depuis 1996 déjà à 7 %.
De wettelijke interest van burgerlijke en handelszaken ligt sinds 1996 nog altijd op 7 %.
Le groupement d’intérêts du secteur des assurances demande depuis longtemps aux autorités de ramener ce taux d’intérêt légal à un niveau correspondant à celui des taux d’intérêt usuels.
De belangenvereniging van de verzekeringssector vraagt al lang aan de overheid om die wettelijke interestvoet terug te brengen tot een niveau dat aansluit bij de normale rentevoeten.
M. Verwilghen, votre prédécesseur au département de la Justice, avait même déposé sous le gouvernement Verhofstadt I un avant-projet de loi qui n’a cependant jamais été approuvé par le Conseil des ministres.
Uw voorganger op Justitie, de heer Verwilghen, kwam in de regering Verhofstadt I zelfs met een voorontwerp van wet dat nooit werd goedgekeurd op de Ministerraad.
1. Quel est l’état d’avancement de ce dossier ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
b) Aan wie kan of mag een rechtspersoon een soortgelijk en kosteloos mandaat verstrekken ?
1. Kan u een stand van zaken geven met betrekking tot dit dossier ? 2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20316
2. Qu’en est-il de l’incidence budgétaire d’une réduction du taux d’intérêt légal ?
2. Is er ondertussen duidelijkheid over de mogelijke budgettaire gevolgen ?
Vice-premier ministre et ministre des Finances
Vice-eerste minister en minister van Financie¨n
DO 2005200606848
DO 2005200606848
Question no 1069 de M. Jacques Chabot du 12 janvier 2006 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1069 van de heer Jacques Chabot van 12 januari 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Création de sociétés informatiques en GrandeBretagne par des Belges. — Sort fiscal.
Oprichting van computerbedrijven in GrootBrittannie¨ door Belgen. — Fiscale behandeling.
Il me revient que de nombreux Belges créent des sociétés en Grande-Bretagne, et plus particulièrement dans le domaine informatique, et cela afin de bénéficier d’une exonération d’impoˆts sur une première tranche de revenus qui est assez conséquente.
Naar verluidt trekken veel Belgen naar GrootBrittannie¨ om er vennootschappen, meer bepaald computerbedrijven, op te richten. Ze hopen aldus een niet onaanzienlijke belastingvrijstelling op hun eerste inkomensschijf te genieten.
1. a) Votre département est-il informé de ces pratiques ?
1. a) Is uw departement op de hoogte van die praktijken ?
b) Disposez-vous de statistiques à cet égard pour mesurer l’ampleur de ce phénomène ?
b) Beschikt u over statistieken op grond waarvan u de omvang van dit verschijnsel kan inschatten ?
2. Par ailleurs, il semble que tant les revenus de la société que les revenus des dirigeants d’entreprise — pourtant domiciliés en Belgique — soient imposés uniquement en Grande-Bretagne. Cela est-il exact et sur quelles bases ?
2. Bovendien zouden zowel de inkomsten van de vennootschap als die van de bedrijfsleiders — die nochtans in Belgie¨ gedomicilieerd zijn — uitsluitend in Groot-Brittannie¨ worden belast. Is dat correct en zo ja, welke wettelijke bepalingen liggen daaraan ten grondslag ?
3. Existe-t-il des spécificités au niveau du droit fiscal dans la mesure ou` ces sociétés informatiques sont propriétaires de sites étrangers, belges, allemands, canadiens par exemple ?
3. Gelden er specifieke fiscale bepalingen voor dit soort vennootschappen, die vaak ook buitenlandse (bijvoorbeeld Belgische, Duitse of Canadese) websites exploiteren ?
4. Une réflexion est-elle ou sera-t-elle menée au sein de votre département pour analyser la création de sociétés dans l’Union européenne par des ressortissants belges ?
4. Buigt uw departement zich reeds over de oprichting van bedrijven in de Europese Unie door Belgische ingezetenen of zal het deze aangelegenheid in de toekomst aan een nader onderzoek onderwerpen ?
DO 2005200606853
DO 2005200606853
Question no 1071 de M. Dirk Van der Maelen du 12 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1071 van de heer Dirk Van der Maelen van 12 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Impoˆts sur les revenus. — Entreprises. — Commissions secrètes.
Inkomstenbelastingen. — Geheime commissielonen.
L’article 58 du CIR 1992 prévoit que les commissions secrètes versées par les entreprises peuvent être
Artikel 58 van het WIB 1992 bepaalt dat door de ondernemingen gestorte geheime commissielonen als
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
Ondernemingen.
—
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20317
fiscalement considérées comme des frais professionnels. Le contribuable est toutefois tenu de justifier la commission secrète. L’article en question stipule en effet que « dans le cas ou` l’octroi de commissions secrètes par les entreprises est reconnu de pratique courante, le ministère des Finances peut, à la demande du contribuable, autoriser que soient considérées comme frais professionnels, les sommes allouées, à condition que ces commissions n’excèdent pas les limites normales et que l’entreprise effectue le paiement des impoˆts y afférents, calculés aux taux fixés forfaitairement par le Ministre et qui ne peuvent être inférieurs à 20 %. ».
beroepskosten kunnen worden aangemerkt. De belastingplichtige moet het geheim commissieloon wel verantwoorden. Het artikel in kwestie bepaalt immers dat : « In geval het toekennen van geheime commissielonen bevonden wordt tot de dagelijkse praktijk van ondernemingen te behoren, kan de minister van Financie¨n op aanvraag van de belastingplichtige toestaan dat aldus toegekende sommen als beroepskosten worden aangemerkt, mits die commissielonen de normale grenzen niet overschrijden en de onderneming de desbetreffende belasting betaalt volgens een tarief dat de minister forfaitair bepaalt en dat niet lager dan 20 % mag zijn. ».
1. Votre administration pourrait-elle communiquer, pour les années 2000, 2001, 2002, 2003 et 2004, le nombre de décisions favorables prises dans le cadre de l’article 58 du CIR 1992 ainsi que le montant annuel total des commissions secrètes auxquelles a été appliqué le régime des frais professionnels ?
1. Kan uw administratie voor de jaren 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 meedelen hoeveel gunstige beslissingen met betrekking tot het artikel 58 WIB 1992 werden getroffen, en wat het totale jaarbedrag aan geheime commissielonen, waarop het stelsel van de beroepskosten werd toegepast, bedraagt ?
2. Les contribuables qui ont décidé de ne pas justifier certaines commissions peuvent également déclarer ces commissions à titre de frais professionnels, en vertu des articles 57, 219, 197 et 198 du CIR 1992.
2. Ook belastingplichtigen die ervoor gekozen hebben bepaalde commissies niet te verantwoorden, kunnen deze commissies als beroepskosten inbrengen. In dat geval moet men steunen op de artikelen 57, 219, 197 en 198 WIB 1992.
L’article 57 du CIR 1992 dispose que certaines dépenses, dont les commissions, ne sont considérées comme des frais professionnels que si elles sont justifiées. Si les dépenses visées à l’article 57 du CIR 1992 ne sont pas justifiées, l’article 219 du CIR 1992 est d’application. Celui-ci stipule qu’une cotisation distincte est établie à raison des dépenses visées à l’article 57, qui ne sont pas justifiées. L’article 197 du CIR 1992 précise toutefois que « les dépenses non justifiées (...) soumises à la cotisation distincte prévue à l’article 219 sont considérées comme des frais professionnels. ». En outre, la cotisation distincte due en vertu de l’article 219 du CIR 1992 est également considérée comme constitutive de frais professionnels en vertu de l’article 198, 1o, du CIR 1992 et peut être déduite à ce titre.
Artikel 57 WIB 1992 bepaalt dat een aantal kosten, waaronder commissies, slechts als beroepskosten worden aangenomen indien ze worden verantwoord. Zodra de kosten, opgenomen in artikel 57 WIB 1992, niet zijn verantwoord, vindt artikel 219 WIB 1992 toepassing. Dit artikel bepaalt dat een afzonderlijke aanslag wordt gevestigd op kosten, vermeld in artikel 57, die niet worden verantwoord. Artikel 197 WIB 1992 preciseert echter : « Niet-verantwoorde kosten (...), die ingevolge artikel 219 aan de afzonderlijke aanslag worden onderworpen, worden als beroepskosten aangemerkt. ». Bovendien wordt de ingevolge artikel 219 WIB 1992 verschuldigde afzonderlijke aanslag krachtens artikel 198, 1o, WIB 1992 ook als beroepskosten aangemerkt en kan als dusdanig worden afgetrokken.
a) Votre administration pourrait-elle indiquer, pour les années 2000, 2001, 2002, 2003 et 2004, combien de fois et pour quel montant total l’article 197 du CIR 1992 a été invoqué pour déclarer tout de même des dépenses non justifiées, telles que visées à l’article 57 du CIR 1992 ?
a) Kan uw administratie voor de jaren 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 meedelen hoeveel keer, en voor welk totaalbedrag, een beroep gedaan werd op artikel 197 WIB 1992 om kosten, die niet verantwoord werden, zoals beschreven in artikel 57 WIB 1992, toch als beroepskosten in te brengen ?
b) Dans combien de cas et pour quel montant total s’est-il agi de commissions non justifiées ?
b) In hoeveel gevallen en voor welk totaalbedrag had dit betrekking op niet verantwoorde commissies ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20318
DO 2005200606863
DO 2005200606863
Question no 1073 de M. Dirk Van der Maelen du 12 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : E´change d’informations avec des pays partenaires.
Vraag nr. 1073 van de heer Dirk Van der Maelen van 12 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
En réponse à ma question posée en commission des Finances du 22 février 2005, vous avez annoncé votre intention de vous informer auprès de l’administrateur général sur sa politique en matière de conclusion d’accords administratifs spécifiques, d’échange organisé d’informations avec les 21 autres E´tats de l’UE et -éventuellement — du calendrier des discussions avec les E´tats tiers.
In uw antwoord op een vraag die ik stelde in de commissie voor de Financie¨n van 22 februari 2005 deelde u mee dat u de administrateur-generaal ging vragen inlichtingen te geven over zijn beleid inzake het sluiten van specifieke administratieve overeenkomsten, de georganiseerde inlichtingenuitwisseling met de 21 andere staten van de EU en — eventueel — een discussieplanning met de andere staten.
1. a) Avez-vous déjà obtenu ces renseignements ?
1. a) Hebt u deze inlichtingen reeds gekregen ?
b) Dans l’affirmative, pourriez-vous nous les communiquer ?
b) Zo ja, kan u deze inlichtingen meedelen ?
2. Dans la même réponse, vous vous êtes engagé à renforcer les effectifs des services responsables de la mise en œuvre concrète de l’échange d’informations, telle qu’elle a été réglée dans les accords de coopération.
2. In datzelfde antwoord heeft u beloofd om het personeel uit te breiden in de diensten belast met de uitvoering van de informatie-uitwisseling, zoals die vastgelegd is in de samenwerkingsakkoorden.
Pourriez-vous m’informer de l’état de la situation ?
Informatie-uitwisseling met partnerlanden.
Kan u een stand van zaken meedelen ?
3. Enfin, vous avez annoncé que vous demanderiez aux autorités néerlandaises des renseignements sur la possession de biens immobiliers aux Pays-Bas par des contribuables belges.
3. Tenslotte deelde u mee dat u bij de Nederlandse overheid informatie zou opvragen over het bezit van onroerende goederen van Belgische belastingplichtigen in Nederland.
a) Avez-vous déjà obtenu ces renseignements ?
a) Is dit ondertussen gebeurd ?
b) Dans l’affirmative, combien de contribuables belges possèdent des propriétés aux Pays-Bas ?
b) Zo ja, hoeveel Belgische belastingplichtigen bezitten eigendom(men) in Nederland ?
DO 2005200606879
DO 2005200606879
Question no 1074 de M. Geert Lambert du 13 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1074 van de heer Geert Lambert van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Régie des Baˆtiments. — Projets relatifs aux palais de justice dans la province de Flandre occidentale. ` présent que la construction du nouveau palais de A justice d’Anvers s’achève et que les travaux relatifs au palais de justice de Gand progressent bien, la question se pose de savoir ce qu’il en est de la suite de la programmation pour la construction et la rénovation des palais de justice.
Regie der Gebouwen. — Plannen gerechtsgebouwen in de provincie West-Vlaanderen.
1. Quels sont les projets immédiats de la Régie des Baˆtiments concernant les palais de justice en Flandre occidentale ?
1. Welke directe plannen heeft de Regie der Gebouwen voor de gerechtsgebouwen in de provincie WestVlaanderen ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Met de voltooiing van het bouwwerk van het nieuw Justitiepaleis in Antwerpen en de vooruitgang van de werken van het Justitiepaleis in Gent, rijst vaak de vraag wat verder zal gebeuren in de programmatie van de bouw of de hernieuwing van Justitiegebouwen.
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20319
2. Pouvez-vous, dans la mesure du possible, indiquer le calendrier prévu pour chacun de ces projets ?
2. Kan u gedetailleerd weergeven, voor zover als mogelijk, welke timing op de geplande werkzaamheden voorzien is ?
DO 2005200606882
DO 2005200606882
Question no 1075 de M. Gerolf Annemans du 13 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1075 van de heer Gerolf Annemans van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
162e Cahier de la Cour des comptes. — Suivi de l’audit des prestations des Forces armées au profit de tiers.
162e Boek van het Rekenhof. — Opvolging audit van prestaties die het leger uitvoert voor derden.
Dans le 162e Cahier de la Cour des comptes — Observations et documents soumis à la Chambre des représentants — nous lisons en pages 104 à 118 relatives au suivi de l’audit des prestations de la défense au profit de tiers, que la Cour des comptes a mené une enquête sur le fond dès l’année 2000. Cette enquête insistait sur la nécessité d’une base légale et d’une procédure de recouvrement plus efficace. En ce qui concerne cette dernière, la Cour des comptes a toutefois constaté que, même après la réorganisation de la Défense en 2002, la procédure a peu évolué et reste lente.
In het 162e Boek van het Rekenhof — Opmerkingen en documenten aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd — lezen we op bladzijden 104-118 inzake de opvolging van de audit van de prestaties die het leger uitvoert voor derden, dat het Rekenhof reeds in 2000 een onderzoek terzake uitvoerde. Daarbij werd gewezen op de noodzaak aan een wettelijke regeling en een efficie¨ntere invorderingsprocedure.Wat die invorderingsprocedure betreft, stelde het Rekenhof niettemin vast dat — zelfs na de reorganisatie van Defensie in 2002 — de procedure nog weinig gee¨volueerd is en traag blijft.
En septembre 2005, le ministre de la Défense a néanmoins annoncé qu’avant la fin 2005, son administration donnerait suite aux recommandations de la Cour des comptes qui visent le recouvrement des créances et l’exploitation des données à des fins de gestion.
In september 2005 heeft de minister van Defensie evenwel laten weten dat zijn administratie voor eind 2005 gevolg zal geven aan de aanbevelingen van het Rekenhof met betrekking tot de inning van de schuldvorderingen en het gebruik van de gegevensbank vanuit beheersperspectief.
1. Avez-vous déjà été informé d’initiatives concrètes de la part du ministère de la Défense (SPF Défense) ?
1. Bent u reeds op de hoogte gebracht van concrete initiatieven vanuit het ministerie van Defensie (FOD Defensie) ?
2. Dans l’affirmative, celles-ci sont-elles suffisantes pour répondre aux recommandations de la Cour des comptes ?
2. Zo ja, volstaan deze om tegemoet te komen aan de aanbevelingen van het Rekenhof ?
DO 2005200606885
DO 2005200606885
Question no 1076 de M. Gerolf Annemans du 13 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1076 van de heer Gerolf Annemans van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
162e Cahier de la Cour des comptes. — Suivi de l’audit des prestations de la Défense au profit de tiers.
162e Boek van het Rekenhof. — Opvolging audit van prestaties die het leger uitvoert voor derden.
Nous pouvons lire dans le 162e Cahier de la Cour des comptes — Observations et documents soumis à la Chambre des représentants — (pages 104-118) que la Cour avait déjà réalisé un audit en 2000 en ce qui concerne les prestations de la Défense au profit de tiers. Elle avait notamment relevé la nécessité de légifé-
In het 162e Boek van het Rekenhof — Opmerkingen en documenten aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd — lezen we op bladzijden 104-118 inzake de opvolging van de audit van de prestaties die het leger uitvoert voor derden, dat het Rekenhof reeds in 2000 een onderzoek terzake uitvoerde. Daarbij werd
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20320
rer et l’intérêt d’améliorer l’efficience de la procédure de recouvrement. La Cour a néanmoins constaté que même après la réorganisation de la Défense en 2002, cette procédure a peu évolué et demeure longue. En septembre 2005, le ministre de la Défense a cependant annoncé que son administration donnera suite, avant la fin 2005, aux recommandations de la Cour des comptes qui visent le recouvrement des créances et l’exploitation des données à des fins de gestion.
gewezen op de noodzaak aan een wettelijke regeling en een efficie¨ntere invorderingsprocedure. Wat die invorderingsprocedure betreft, stelde het Rekenhof niettemin vast dat — zelfs na de reorganisatie van Defensie in 2002 — de procedure nog weinig gee¨volueerd is en traag blijft.In september 2005 heeft de minister van Defensie evenwel laten weten dat zijn administratie voor eind 2005 gevolg zal geven aan de aanbevelingen van het Rekenhof met betrekking tot de inning van de schuldvorderingen en het gebruik van de gegevensbank vanuit beheersperspectief.
1. Avez-vous déjà connaissance d’initiatives concrètes émanant du ministère de la Défense (SPF Défense) ?
1. Bent u reeds op de hoogte gebracht van concrete initiatieven vanuit het ministerie van Defensie (FOD Defensie) ?
2. Dans l’affirmative, suffisent-elles pour donner suite aux recommandations de la Cour des comptes ?
2. Zo ja, volstaan deze om tegemoet te komen aan de aanbevelingen van het Rekenhof ?
DO 2005200606888
DO 2005200606888
Question no 1077 de M. Pieter De Crem du 13 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : E´pargne-pension. — Augmentation. — Déduction valable pour un seul contrat.
Vraag nr. 1077 van de heer Pieter De Crem van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
L’épargne-pension reste le seul moyen d’échapper aux nouvelles taxes sur l’assurance-vie, mais elle connaıˆt toutefois des restrictions.
Het pensioensparen is nog de enige mogelijkheid om te ontsnappen aan de nieuwe verzekeringstaksen op levensverzekeringen. Het pensioensparen kent evenwel zijn beperkingen.
Ainsi, l’article 145/8, dernier alinéa, du CIR 1992, restreint la possibilité de déduire les montants versés pour l’épargne-pension aux paiements effectués pour une seule assurance-épargne. L’article 145/10 du CIR 1992 impose en outre aux institutions financières de n’ouvrir qu’un seul compte-épargne collectif ou individuel ou une seule assurance-épargne par contribuable.
Artikel 145/8, laatste lid, WIB 1992, beperkt de aftrekmogelijkheid van de bedragen gestort voor het pensioensparen tot betalingen verricht voor één enkele spaarverzekering. Artikel 145/10 WIB 1992 legt in hoofde van de financie¨le instelling nog bijkomend op dat zij slechts één enkele collectieve of één enkele individuele spaarrekening of één enkele spaarverzekering mogen openen per belastingplichtige.
Les contribuables qui ont conclu un contrat classique, ont contracté l’obligation de verser un montant fixe (indexé) à échéances fixes. Ces contrats ne tiennent pas compte de l’augmentation du montant pris en considération pour la réduction fiscale, lequel a été porté de 500 à 625 euros (non indexé). Compte tenu des restrictions ci-dessus, ils ne peuvent donc pas bénéficier de cette augmentation.
Belastingplichtigen die een klassiek contract sloten, hebben de verplichting aangegaan om op vaste vervaldagen een vast (geı¨ndexeerd) bedrag te storten. Deze contracten houden geen rekening met de verhoging van het fiscaal aftrekbaar bedrag van 500 euro naar 625 euro (niet-geı¨ndexeerd). Gelet op bovenvermelde beperkingen, kunnen zij dus deze verhoging niet genieten.
Le sens de cette restriction m’échappe puisque, par contre, le panier de l’épargne à long terme peut être alimenté par des versements effectués pour plusieurs contrats.
De betekenis van deze beperkingen ontgaat mij omdat de korf in het lange termijnsparen daarentegen wel kan gevuld worden door stortingen voor meerdere contracten.
1. Quel est l’objectif de la disposition qui restreint la possibilité de prendre des paiements en considéra-
1. Wat is de bedoeling van de beperking dat betalingen voor slechts één contract aan pensioensparen
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Pensioensparen. — Verhoging. — Aftrek slechts geldig voor één contract.
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20321
tion pour la réduction fiscale, à ceux effectués pour une seule épargne-pension, alors que cette exigence n’existe pas en matière d’épargne à long terme ?
voor de belastingvermindering in aanmerking komen, terwijl dit niet vereist is voor het lange termijnsparen ?
2. Les institutions financières et les contribuables peuvent-ils convenir de mettre un terme aux versements effectués dans le cadre d’anciens contrats et de les poursuivre dans le cadre d’un nouveau contrat, prévoyant le versement flexible des primes ?
2. Mogen financie¨le instellingen en belastingplichtigen overeenkomen de stortingen in de oude contracten stop te zetten en verder te zetten onder een nieuw contract met flexibele premiestortingen ?
3. Convient-il, en raison du principe d’annualité, de considérer par période imposable la restriction de l’article 145/10 du CIR 1992 selon lequel les institutions financières ne peuvent conclure qu’un seul contrat ?
3. Dient ingevolge het eenjarigheidsbeginsel de beperking van artikel 145/10 WIB 1992 dat financie¨le instellingen slechts één contract mogen sluiten, per belastbaar tijdperk te worden beoordeeld ?
4. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour lever ces restrictions de telle sorte que chaque contribuable puisse bénéficier de l’augmentation du montant maximum ?
4. Welke maatregelen overweegt u te nemen om deze beperkingen op te heffen zodat iedere belastingplichtige de verhoging van het maximumbedrag kan genieten ?
DO 2005200606893
DO 2005200606893
Question no 1078 de M. Gerolf Annemans du 13 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1078 van de heer Gerolf Annemans van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
162e Cahier de la Cour des comptes. — Montant non inscrit par un comptable ayant fait partie du département de l’Agriculture.
162e Boek van het Rekenhof. — Niet-inschrijving bedrag rekenplichtige die in het verleden behoorde tot het departement Landbouw.
Le 162e Cahier de la Cour des comptes — Observations et documents soumis à la Chambre des représentants comporte à la page 38 une observation relative à un montant non inscrit par un comptable ayant fait partie de l’ancien département de l’Agriculture.
In het 162e Boek van het Rekenhof — Opmerkingen en documenten aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd — wordt op bladzijde 38 een opmerking gemaakt inzake de niet-inschrijving van een bedrag van de rekenplichtige die in het verleden behoorde tot het departement Landbouw.
En conformité avec la loi du 29 octobre 1846 relative à l’organisation de la Cour des comptes, le forcement en recette implique l’inscription d’une recette aux voies et moyens, bien qu’elle ne corresponde pas à un encaissement. Provisoirement, la pièce constatant le déficit fait office de valeur pour un montant équivalent dans la caisse du comptable. Le montant non inscrit dont il est ici question est une conséquence de la régionalisation complète de l’Agriculture. Aucun budget n’était prévu en 2004 pour ce type de situation, et la recette n’a donc pas pu être compensée par une dépense équivalente. La Cour des comptes souligne qu’il appartient au ministre compétent pour les charges du passé de l’Agriculture de régler la situation.
Volgens de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof, met betrekking tot de inontvangstbezwaring, wordt een ontvangst ingeschreven in de rijksmiddelenbegroting, hoewel daar geen kasontvangst tegenover staat. Voorlopig geldt dat het stuk waarin het tekort wordt vastgesteld, als waarde voor een overeenkomstig bedrag in de kas van de rekenplichtige. De genoemde niet-inschrijving is het gevolg van de volledige regionalisering van Landbouw. In 2004 was er geen begroting die in een dergelijke situatie voorzag, zodat de ontvangst dus niet kon gecompenseerd worden door een gelijkwaardige uitgave. Het Rekenhof wijst er dan ook op dat de minister bevoegd voor de lasten van het verleden van Landbouw de toestand zal moeten regelen.
1. Jugez-vous opportun qu’on se base sur des excédents fictifs non compensés tant pour le compte des dépenses que pour celui des recettes ?
1. Bent u van oordeel dat het opportuun is op de rekening van de uitgaven en deze van de ontvangsten met niet-gecompenseerde fictieve excedenten te werken ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20322
2. Quelles mesures ont-elles été prises dans l’intervalle pour remédier à cette situation ?
2. Welke maatregelen zijn inmiddels getroffen om de toestand te regelen ?
DO 2005200606895
DO 2005200606895
Question no 1079 de M. Gerolf Annemans du 13 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1079 van de heer Gerolf Annemans van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
162e Cahier de la Cour des comptes. — Entreprises d’E´tat. — Monnaie royale de Belgique. — Non publication des comptes.
162e Boek van het Rekenhof. — Staatsbedrijven. — Koninklijke Munt van Belgie¨. — Niet-publiceren van de rekeningen.
Dans le 162e Cahier de la Cour des Comptes — Observations et documents soumis à la Chambre des représentants — on peut lire, à la page 56, en ce qui concerne le règlement définitif du compte d’exécution du budget relatif aux entreprises d’E´tat, que « l’unique entreprise d’E´tat est la Monnaie royale de Belgique. Aucun compte ne peut être publié pour l’instant ».
In het 162e Boek van het Rekenhof — Opmerkingen en documenten aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd — lezen we op bladzijde 56 met betrekking tot de eindregeling van de uitvoeringsrekening van de begroting inzake de staatsbedrijven : « De Koninklijke Munt van Belgie¨ is het enige staatsbedrijf. Er kan voor het ogenblik geen enkele rekening worden gepubliceerd ».
1. Quelles raisons justifient la non publication des comptes ?
1. Is er enige verklaring voor het niet-publiceren van de rekeningen ?
2. Quels sont les chiffres les plus récents disponibles ?
2. Wat zijn de laatst beschikbare cijfers terzake ?
DO 2005200606897
DO 2005200606897
Question no 1080 de M. Gerolf Annemans du 13 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1080 van de heer Gerolf Annemans van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
162e Cahier de la Cour des comptes. — Comptabilisation des droits constatés à titre de recettes.
162e Boek van het Rekenhof. — Boeking van de vastgestelde rechten als ontvangsten.
Dans le 162e Cahier de la Cour des comptes — Observations et documents soumis à la Chambre des représentants, on peut lire à la page 105 concernant la comptabilisation des droits constatés à titre de recettes que la qualité des états financiers produits par l’E´tat en matière de recettes dépend de la capacité des administrations d’enregistrer les droits constatés dans un délai aussi proche que possible de la naissance du droit. La pratique actuelle des administrations fiscales ne permet pas de répondre de façon satisfaisante à cette contrainte.
In het 162e Boek van het Rekenhof — Opmerkingen en documenten aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd — lezen we op bladzijde 104 met betrekking tot de boeking van de vastgestelde rechten als ontvangsten dat de kwaliteit van de financie¨le stukken die de Staat op het vlak van de ontvangsten opstelt, afhangt van de mogelijkheid van de administratie om de vastgestelde rechten zo snel mogelijk na het ontstaan van die rechten te boeken. In de huidige werkwijze van de fiscale besturen kan evenwel aan die eis onvoldoende tegemoet gekomen worden.
La Cour des comptes recommande dès lors qu’une approche nouvelle soit envisagée, pour chaque catégorie d’impoˆt, afin de comptabiliser les droits constatés dès que les conditions requises pour le faire sont réunies.
Daarom beveelt het Rekenhof aan dat een nieuwe benadering wordt overwogen, voor elke belastingcategorie, om de vastgestelde rechten te kunnen boeken zodra aan de voorwaarden daartoe is voldaan.
Dans ses réponses, l’administration précise à cet égard qu’elle dispose aujourd’hui des éléments permet-
Uit antwoorden van de administratie leren we evenwel dat ze op dit ogenblik over de elementen beschikt
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20323
tant une comptabilisation des droits constatés. La mise en œuvre d’une autre procédure n’est toutefois envisageable, selon l’administration, que dans le cadre de la concrétisation de Coperfin. 1. Partagez-vous l’analyse de l’administration ?
om de vastgestelde rechten te boeken. Zij is evenwel van mening dat de invoering van een nieuwe procedure slechts kan worden overwogen binnen de uitwerking van de Coperfin-hervorming. 1. Bent u het met de zienswijze van de administratie eens ?
2. Quels éléments vous donnent-ils à penser qu’il ressort à suffisance des points de vue et réponses de l’administration que celle-ci partage l’analyse de la Cour des comptes en la matière ?
2. Welke aanwijzingen heeft u die u overtuigen dat uit de standpunten en antwoorden van de administratie terzake voldoende blijkt dat zij de visie van het Rekenhof deelt ?
DO 2005200606898
DO 2005200606898
Question no 1081 de M. Gerolf Annemans du 13 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1081 van de heer Gerolf Annemans van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
162e Cahier de la Cour des comptes. — Comptes des organismes d’intérêt public. — Adaptation des dispositions légales, réglementaires et organisationnelles.
162e Boek van het Rekenhof. — Rekeningen van de instellingen van openbaar nut. — Aanpassing van de wettelijke, reglementaire en organisatorische bepalingen.
Dans le 162e Cahier de la Cour des comptes — Observations et documents soumis à la Chambre des représentants —, on peut lire ce qui suit à la page 17, en ce qui concerne les comptes des organismes d’intérêt public : « En ce qui concerne les organismes d’intérêt public, la Cour des comptes constate que la législation et la réglementation relatives au dépoˆt des comptes sont insuffisamment respectées. De nombreux comptes 2004 n’ont pas encore été transmis à la Cour des comptes, de même que des comptes des années précédentes. Globalement, la situation ne s’est pas améliorée au cours des dernières années. Il convient que les dispositions légales, réglementaires et organisationnelles existantes soient adaptées de manière à permettre à la Cour de disposer à temps des comptes des organismes d’intérêt public et d’être en mesure de faire duˆment rapport au Parlement. »
In het 162e Boek van het Rekenhof — Opmerkingen en documenten aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd — lezen we op bladzijde 16 inzake de rekeningen van de instellingen van openbaar nut : « Voor de instellingen van openbaar nut stelt het Rekenhof vast dat de wetgeving en de reglementering over de indiening van de rekeningen onvoldoende worden nageleefd. Heel wat rekeningen voor 2004 zijn nog niet aan het Rekenhof toegezonden; ook ontbreken nog rekeningen voor de voorgaande jaren. In het algemeen is de toestand de voorbije jaren niet verbeterd. De bestaande wettelijke, reglementaire en organisatorische bepalingen moeten worden aangepast, zodat het Rekenhof op tijd over de rekeningen van de instellingen van openbaar nut kan beschikken en daarover op gedegen wijze verslag kan uitbrengen aan het parlement. ».
Quelles initiatives avez-vous déjà prises pour réaliser l’adaptation, proˆnée par la Cour des comptes, de ces dispositions légales, réglementaires et organisationnelles ?
Welke initiatieven heeft u reeds ondernomen om de door het Rekenhof bepleite aanpassing van de wettelijke, reglementaire en organisatorische bepalingen te realiseren ?
DO 2005200606899
DO 2005200606899
Question no 1082 de M. Gerolf Annemans du 13 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1082 van de heer Gerolf Annemans van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
162e Cahier de la Cour des comptes. — Recettes relatives au compte d’exécution du budget.
162e Boek van het Rekenhof. — Ontvangsten betreffende de uitvoeringsrekening van de begroting.
Dans le 162e Cahier de la Cour des comptes — Observations et documents soumis à la Chambre des
In het 162e Boek van het Rekenhof — Opmerkingen en documenten aan de Kamer van volksvertegenwoor-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20324
représentants —, on peut lire ce qui suit à la page 19 au sujet des recettes relatives au compte d’exécution du budget : « La qualité des états financiers en matière de recettes dépend de la capacité des administrations d’enregistrer les droits constatés dans un délai aussi proche que possible de la naissance du droit. La pratique actuelle des administrations fiscales ne permet pas de répondre de façon satisfaisante à cette contrainte. La Cour des comptes a en effet constaté que, pour la majeure partie des recettes fiscales, les droits ne sont pas comptabilisés à leur naissance mais bien plus tard et, en général, seulement au moment de leur encaissement effectif. »
digers voorgelegd — lezen we op bladzijde 18 inzake de ontvangsten met betrekking tot de uitvoeringsrekening van de begroting : « De kwaliteit van de financie¨le stukken op het vlak van de ontvangsten, hangt af van de mogelijkheid van de administratie om de vastgestelde rechten zo snel mogelijk na het ontstaan van die rechten te boeken. De huidige werkwijze van de fiscale besturen kan aan die eis onvoldoende tegemoetkomen. Het Rekenhof heeft immers vastgesteld dat voor de meeste van die fiscale ontvangsten de rechten niet bij hun ontstaan worden geboekt, maar veel later en meestal wanneer ze effectief worden geı¨nd ».
La Cour des comptes recommande qu’une approche nouvelle soit envisagée, pour chaque catégorie d’impoˆt, afin de comptabiliser les droits constatés dès que les conditions requises pour le faire sont réunies.
Het Rekenhof is zo vrij aan te bevelen dat een nieuwe benadering wordt overwogen, voor elke belastingcategorie, om de vastgestelde rechten te kunnen boeken zodra aan de voorwaarden daartoe is voldaan.
1. Pouvez-vous comprendre cette demande de la Cour des comptes ?
1. Kan u begrip opbrengen voor de vraag van het Rekenhof ?
2. Dans l’affirmative, quelles initiatives avez-vous prises entre-temps pour donner corps à une nouvelle approche ?
2. Zo ja, welke initiatieven werden inmiddels genomen om een dergelijke nieuwe benadering gestalte te geven ?
DO 2005200606900
DO 2005200606900
Question no 1083 de M. Gerolf Annemans du 13 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1083 van de heer Gerolf Annemans van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
162e Cahier de la Cour des comptes. — Comptes des comptables. — Retards.
162e Boek van het Rekenhof. — Rekeningen van rekenplichtigen. — Vertragingen.
Dans le 162e Cahier de la Cour des comptes — Observations et documents soumis à la Chambre des représentants —, on peut lire ce qui suit à la page 19 en ce qui concerne les comptes des comptables : « En dépit de l’envoi régulier de lettres de rappel signalant aux administrations et aux ministres les comptes de comptables en retard, certains services accusent encore un arriéré considérable en matière de transmission des comptes. Pour l’année 2004 et les années précédentes, de nombreux comptes de comptables chargés de la perception des recettes non fiscales font encore défaut, de même que des comptes de comptables effectuant des opérations sur avances de fonds, ainsi que des comptes de comptables assurant la garde, la conservation et l’utilisation de matériel appartenant à l’E´tat. »
In het 162e Boek van het Rekenhof — Opmerkingen en documenten aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd — lezen we op bladzijde 18 inzake de rekeningen van rekenplichtigen : « Hoewel geregeld herinneringsbrieven worden verstuurd aan de administraties en de ministers waarin wordt aangegeven welke rekenplichtigen met vertraging hun rekeningen indienen, kijken sommige diensten nog altijd tegen een aanzienlijke achterstand aan. Voor 2004 en de voorgaande jaren ontbreken nog heel wat rekeningen van rekenplichtigen belast met de inning van de niet-fiscale ontvangsten, rekenplichtigen die verrichtingen op fondsenvoorschotten uitvoeren en rekenplichtigen die instaan voor het bewaken, bewaren en gebruiken van materieel van de Staat ».
1. Pourriez-vous préciser quelles mesures vous avez l’intention de prendre à court terme pour mettre fin aux retards évoqués ? 2. Eˆtes-vous en mesure de prendre encore des mesures administratives ou autres pour faire transmettre sans délai les comptes manquants ?
1. Kan u meedelen welke maatregelen op korte termijn worden genomen om aan de genoemde vertragingen een einde te maken ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2. Zijn er administratieve of andere maatregelen mogelijk om alsnog onverwijld de ontbrekende rekeningen te doen indienen ? 2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20325
DO 2005200606901
DO 2005200606901
Question no 1084 de M. Gerolf Annemans du 13 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1084 van de heer Gerolf Annemans van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
162e Cahier de la Cour des comptes. — Services de l’E´tat à gestion séparée. — Règlement définitif du compte d’exécution du budget.
162 Boek van het Rekenhof. — Staatsdiensten met afzonderlijk beheer. — Eindregeling uitvoeringsrekening begroting.
Dans le 162e Cahier de la Cour des comptes — Observations et documents soumis à la Chambre des représentants, on peut lire à la page 52 concernant le règlement définitif du compte d’exécution du budget relatif aux services de l’E´tat à gestion séparée (nouveau régime) que « des difficultés dans la mise en place effective des nouveaux statuts ont entraıˆné des délais dans la transmission des comptes des services organisés en vertu de l’article 140 des lois coordonnées sur la comptabilité de l’E´tat ».
In het 162e Boek van het Rekenhof — Opmerkingen en documenten aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd — lezen we op bladzijde 52 met betrekking tot de eindregeling van de uitvoeringsrekening van de begroting inzake de staatsdiensen met afzonderlijk beheer (nieuw regime) : « Moeilijkheden bij het effectief invoeren van de nieuwe statuten hebben tot vertraging geleid bij de overzending van de diensten georganiseerd overeenkomstig artikel 140 van de gecoo¨rdineerde wetten op de rijkscomptabiliteit. ».
1. Pourriez-vous préciser la nature de ces difficultés ?
1. Kan u preciseren over welke moeilijkheden het precies gaat ?
2. Les problèmes en la matière ont-ils été résolus dans l’intervalle ?
2. Zijn de problemen terzake inmiddels opgelost ?
DO 2005200606908
DO 2005200606908
Question no 1085 de M. Carl Devlies du 16 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1085 van de heer Carl Devlies van 16 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Visite sur place. — Absence. — Preuve de l’absence. — Devoir de rigueur. — Taxation abusive ou irrégulière.
Plaatsbezoek. — Afwezige. — Bewijs afwezigheid. — Zorgvuldigheidsplicht. — Onrechtmatige of onregelmatige belasting.
Mon intention n’est pas de résoudre un cas particulier mais de mieux définir les droits et les obligations des contribuables et des fonctionnaires du fisc dans leurs relations quotidiennes. C’est la raison pour laquelle je reviens sur la question que j’ai posée le 9 mai 2005, dans laquelle j’exposais le cas décrit cidessous en vue de mieux définir ces droits et obligations par rapport aux points de droit évoqués (question no 785 du 9 mai 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 92, p. 16444).
Het ligt niet in mijn bedoeling een bijzonder geval op te lossen maar om de rechten en plichten van de belastingplichtigen en fiscale ambtenaren in hun dagelijkse omgang nader af te bakenen. Vandaar dat ik terugkom op mijn vraagstelling van 9 mei 2005 om aan de hand van onderstaand geschetst geval deze rechten en plichten af te bakenen met betrekking tot onderstaande rechtspunten (vraag nr. 785 van 9 mei 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 92, blz. 16444).
Un contribuable est invité par un fonctionnaire des contributions directes à se rendre à son bureau à la date x et à l’heure y, muni des documents constituant son dossier. Pour favoriser les bons rapports avec le fonctionnaire concerné, le contribuable prend un demi-jour de congé. Il se rend en voiture au bureau du fonctionnaire à la date indiquée mais doit se garer à l’écart, étant donné qu’aucune place de parking n’est disponible à proximité de l’immeuble des contributions. Enfin arrivé à destination et après avoir traversé
Een belastingplichtige wordt door een ambtenaar van de directe belastingen opgeroepen om zich naar zijn kantoor te begeven op datum x en op tijdstip y met zijn documenten. Ter bevordering van de goede verstandhouding met zijn fiscale ambtenaar neemt hij een halve dag verlof. Op de aangeduide datum begeeft hij zich met zijn wagen naar het kantoor van de ambtenaar alwaar in de nabijheid hij geen parkeergelegenheid vindt. Na vele smalle gangen op verschillende verdiepingen te hebben doorlopen, vindt hij uiteindelijk
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20326
quantité de couloirs étroits à différents étages, il trouve le local ou` il est appelé à se présenter. Il frappe à la porte à l’heure convenue mais n’obtient pas de réponse. Il attend quelques minutes, frappe une nouvelle fois à la porte mais n’entend ou ne voit personne. Il rentre bredouille chez lui, sans avoir laissé d’avis ou de carte de visite indiquant sa venue. Il envoie une lettre par la suite pour préciser qu’il était présent au rendez-vous mais que le service concerné était désert.
de juiste deur van het lokaal waar hij zich dient aan te melden. Op het afgesproken uur klopt hij aan en vindt geen gehoor. Hij wacht enkele minuten, klopt nogmaals en ziet of hoort niemand. Hij vertrekt onverrichter zake terug naar huis zonder een briefje of naamkaartje achter te laten. Hij stuurt een brief na waarin hij meldt dat hij aanwezig was op de afgesproken datum en uur maar dat de dienst onbemand was.
Quelques semaines plus tard, il reçoit un courrier recommandé indiquant qu’il doit non seulement payer un impoˆt supplémentaire, mais qu’il est aussi soumis à un accroissement d’impoˆt.
Enkele weken later ontvangt hij een aangetekend schrijven met de melding dat hij niet alleen een aanvullende belasting moet betalen maar tevens een belastingverhoging.
Un inspecteur du SPF Finances adresse un courrier à un contribuable pour informer celui-ci qu’un controˆle en matière de contributions directes aura lieu chez lui à la date x et à l’heure y. Le contribuable prend un demi-jour de congé et confirme qu’il sera présent à son ` la date x et à l’heure y convenues, domicile. A personne ne se présente chez lui. Aucun avis, aucune carte de visite prouvant la visite de l’inspecteur n’ont été déposés dans la boıˆte aux lettres du contribuable.
Een inspecteur van de FOD Financie¨n schrijft een belastingplichtige aan met de melding dat op dag x en op tijdstip y een controle inzake directe belastingen zal plaatsvinden bij de belastingplichtige. Deze laatste neemt een halve dag verlof en bevestigt dat hij thuis zal zijn. Op de afgesproken datum x en tijdstip y meldt zich niemand. In zijn brievenbus vindt de belastingplichtige evenmin een briefje of naamkaartje waarin de inspecteur zijn aanwezigheid meldt.
Quelques semaines plus tard, celui-ci reçoit un recommandé l’informant d’une imposition d’office, assortie d’une amende administrative.
Enkele weken later ontvangt hij per aangetekend schrijven een ambtshalve aanslag met bijhorende administratieve boete.
` qui revient la charge de la preuve de la 1. A présence sur place, au bureau de l’inspecteur ou au domicile du contribuable ?
1. Wie draagt de bewijslast van de aanwezigheid ter plaatse bij de inspecteur dan wel bij de belastingplichtige thuis ?
` qui incombe le devoir de rigueur, au fonction2. A naire ou au contribuable ?
2. Wie draagt er een zorgvuldigheidsplicht, de ambtenaar of de belastingplichtige ?
3. Ce devoir de rigueur est-il réciproque et équivalent ?
3. Is deze zorgvuldigheidsplicht wederkerig en gelijkwaardig ?
4. Pouvez-vous préciser en quoi consiste exactement dans les deux cas le devoir de rigueur minimal ?
4. Kan u de minimale zorgvuldigheidsplicht in beide gevallen inhoudelijk toelichten ?
5. S’agit-il d’un principe de rigueur sur le plan de la procédure ou sur le plan matériel ?
5. Gaat het in casu om een procedurele of materie¨le zorgvuldigheidsnorm ?
6. L’administration est-elle tenue de recueillir toutes les informations nécessaires pour pouvoir établir une cotisation en connaissance de cause ?
6. Dient de administratie zich op voldoende wijze te informeren om met kennis van zaken een aanslag te vestigen ?
7. La cotisation établie dans ces deux cas de figure constitue-t-elle une taxation abusive ou irrégulière ?
7. Is de belasting die in beide situaties wordt gevestigd, een onrechtmatige of een onregelmatige belasting ?
8. S’il s’agit d’une taxation abusive, quelles règles de droit sont enfreintes ?
8. Indien het een onwettige belasting is, welke rechtsregels worden geschonden ?
9. L’E´tat est-il responsable de la manière dont la cotisation est établie dans les cas évoqués ci-dessus ?
9. Is de Staat aansprakelijk op de wijze waarop in de aangehaalde situatie een belasting wordt gevestigd ?
10. Quelle est la responsabilité du fonctionnaire ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
10. Wat is de aansprakelijkheid van de ambtenaar ? 2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20327
DO 2005200606211
DO 2005200606211
Question no 1087 de M. Koen Bultinck du 16 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1087 van de heer Koen Bultinck van 16 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
« Zeevisserijfonds ». — Charges sociales.
Zeevisserijfonds. — Sociale lasten.
Une proposition de loi portant réglementation du contrat d’engagement maritime pour la pêche maritime et améliorant le statut social du marin pêcheur a été adoptée sous la précédente législature.
Vorige legislatuur werd een wetsvoorstel tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser aangenomen.
Dans ce cadre a également été créé le « Zeevisserijfonds », afin de régler la sécurité sociale des marins pêcheurs et de soutenir les armateurs en cas de difficultés financières.
In datzelfde kader werd het Zeevisserijfonds opgestart om de sociale zekerheid van de vissers te regelen en de reders bij te staan bij financie¨le problemen.
Le précompte professionnel des armateurs est calculé sur la base du salaire minimum journalier garanti des pêcheurs. En réalité cependant, les pêcheurs sont payés sur la base du produit de la pêche. La différence du précompte est depuis lors versé au Zeevisserijfonds et à la « Stichting Duurzame Visserij ».
De bedrijfsheffing voor de reders wordt berekend op het gewaarborgde minimum dagloon van de vissers. Maar in werkelijkheid worden vissers betaald op de besomming van de gevangen vis. Het verschil van de heffing wordt sindsdien doorgestort aan het Zeevisserijfonds en aan de Stichting Duurzame Visserij.
Le « Zeevisserijfonds » dispose déjà d’une réserve non négligeable, mais pas un cent n’est ristourné aux armements, malgré des promesses antérieures. C’est pour cette raison que la majorité des armateurs refusent depuis quelque temps de verser deux tiers des charges sociales au « Zeevisserijfonds ».
Ondertussen heeft het Zeevisserijfonds een aardig spaarpotje, maar niets is daarvan teruggevloeid naar de reders ondanks eerdere beloften. Vandaar dat een meerderheid van de reders reeds enige tijd weigert tweederde van de sociale lasten door te storten aan het Zeevisserijfonds.
Entre-temps, tant les autorités européennes que les pouvoirs publics flamands s’efforcent d’élaborer des mesures d’aide au secteur de la pêche.
Inmiddels trachten zowel de Europese als de Vlaamse overheid steunmaatregelen te nemen voor de visserijsector.
1. Pouvez-vous fournir des précisions à propos de la situation financière du « Zeevisserijfonds » ?
1. Kan u duidelijkheid geven over de financie¨le situatie van het Zeevisserijfonds ?
2. Continue-t-on à verser des charges sociales au « Zeevisserijfonds » ?
2. Worden er op dit ogenblik nog sociale lasten doorgestort naar het Zeevisserijfonds ?
3. Quelle est votre position concernant l’action de désobéissance civile des armateurs ?
3. Wat is uw houding met betrekking tot de actie van burgerlijke ongehoorzaamheid van de reders ?
4. Comment pensez-vous débloquer ce dossier, en concertation avec les autorités européennes et les pouvoirs publics flamands ?
4. Hoe denkt u — in overleg met de Vlaamse en Europese overheden — dit dossier te deblokkeren ?
DO 2005200606915
DO 2005200606915
Question no 1088 de M. Gerolf Annemans du 16 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1088 van de heer Gerolf Annemans van 16 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Suivi de l’audit sur le rapport annuel de l’administration des impoˆts et du recouvrement. ` la page 81 du 162e Cahier de la Cour des comptes A — Observations et documents soumis à la Chambre
Opvolging audit jaarverslag van de administratie van de belastingen en de invordering.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
In het 162e Boek van het Rekenhof — Opmerkingen en documenten aan de Kamer van volksvertegenwoor2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20328
des représentants, on peut lire ce qui suit concernant le suivi de l’audit sur le rapport annuel de l’administration des impoˆts et du recouvrement : « L’administration générale des impoˆts et du recouvrement (AGIR) publie chaque année un rapport d’activité des administrations fiscales. En octobre 2003, une publication spéciale de la Cour des comptes préconisait d’avancer la date de ce rapport de plusieurs mois. (...) Pour s’assurer du suivi de ces recommandations, la Cour des comptes a examiné le dernier rapport annuel publié, relatif à l’année 2003. La publication de ce rapport reste très tardive et son analyse montre que les changements apportés ne répondent que très incomplètement aux recommandations formulées par la Cour en 2003. »
digers voorgelegd — lezen we op bladzijde 80 met betrekking tot de opvolging van de audit over het jaarverslag van de administratie van de belastingen en de invordering : « De Algemene administratie van de belastingen en de invordering (AABI) publiceert elk jaar een activiteitenverslag van de fiscale besturen. In een afzonderlijke publicatie van oktober 2003 pleitte het Rekenhof ervoor dat activiteitenverslag een aantal maanden vroeger te publiceren. (...) Om na te gaan welk gevolg aan zijn aanbevelingen werd gegeven, onderzocht het Rekenhof het laatst gepubliceerde jaarverslag, namelijk dat van 2003. De publicatie van dit verslag gebeurt nog steeds zeer laattijdig en het onderzoek toont aan dat de aangebrachte wijzigingen onvoldoende tegemoet komen aan de aanbevelingen die het Rekenhof in 2003 formuleerde. ».
La Cour des comptes recommande dès lors que les indicateurs qui permettraient de transformer ce rapport annuel en un véritable outil de gestion et d’information soient mis en place sans tarder. Elle insiste pour que, dans l’immédiat, la publication du rapport soit notablement accélérée.
Het Rekenhof formuleert daarom de aanbeveling dat de indicatoren, die van het jaarverslag een echt beheers- en informatie-instrument kunnen maken, zonder uitstel worden ingevoerd en vraagt met aandrang dat nu werk gemaakt wordt van een snellere publicatie van het verslag.
1. Par quelles mesures envisagez-vous d’appliquer les recommandations urgentes de la Cour des comptes ?
1. Op welke wijze heeft u inmiddels voorzien om aan de dringende aanbevelingen van het Rekenhof tegemoet te komen ?
2. Est-il encore opportun d’organiser un débat en commission des Finances et du Budget si ces retards restent monnaie courante ?
2. Is een debat in de commissie voor de Financie¨n en de Begroting nog opportuun indien dergelijke vertragingen schering en inslag blijven ?
3. Pouvez-vous prendre des initiatives visant à appliquer la recommandation de la Cour des comptes de publier le rapport annuel dans le courant du mois de juin de l’année qui suit celle à laquelle il se rapporte ?
3. Kan u initiatieven nemen om tegemoet te komen aan de aanbeveling van het Rekenhof om het jaarverslag te publiceren in de loop van de maand juni van het jaar dat volgt op dat waarop het betrekking heeft ?
DO 2005200606918
DO 2005200606918
Question no 1089 de M. Gerolf Annemans du 17 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1089 van de heer Gerolf Annemans van 17 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
162e Cahier de la Cour des comptes. — Régie des Baˆtiments. — Affectation du produit de la vente d’immeubles.
162e Boek van het Rekenhof. — Regie der Gebouwen. — Aanwending opbrengst verkoop van gebouwen.
Dans le 162e Cahier de la Cour des comptes — Remarques et documents soumis à la Chambre des représentants — nous lisons en pages 20 et 136-138 relatives à la Régie des Baˆtiments — Produit de la vente d’immeubles, que le produit de la vente d’immeubles par la Régie des Baˆtiments est affecté en partie à des dépenses qui ne figurent pas au budget général des dépenses. Selon la Cour des comptes, une
In het 162e Boek van het Rekenhof — Opmerkingen en documenten aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd — lezen we op bladzijden 20 en 136138 met betrekking tot de Regie der Gebouwen — Opbrengst van de verkoop van gebouwen, dat de opbrengst van de verkoop van gebouwen door de Regie der Gebouwen voor een deel wordt aangewend voor uitgaven die niet worden opgenomen in de algemene
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20329
part importante des dépenses est ainsi soustraite à l’approbation de la Chambre des représentants.
uitgavenbegroting. Het Rekenhof stelt dat een belangrijk deel van de uitgaven daardoor wordt onttrokken aan de goedkeuring van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
1. Estimez-vous qu’il est admissible de transférer ainsi des fonds lors des conclaves budgétaires sans que la Chambre des représentants ne puisse donner son approbation ?
1. Vindt u het geoorloofd om in die zin gelden te verschuiven tijdens begrotingsconclaven zonder dat de Kamer van volksvertegenwoordigers er zijn goedkeuring nog aan kan geven ?
2. Avez-vous interpellé le gouvernement à ce sujet afin que ces pratiques soient abandonnées à l’avenir ?
2. Heeft u de regering hierop aangesproken teneinde deze praktijken in de toekomst te verlaten ?
DO 2005200606601
DO 2005200606601
Question no 1090 de M. Bert Schoofs du 17 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1090 van de heer Bert Schoofs van 17 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Interception de marchandises provenant de militaires belges en mission à l’étranger.
Onderscheppen van goederen afkomstig van Belgische militairen op missie in het buitenland.
Je souhaiterais savoir quelle proportion des articles envoyés respectivement par et aux militaires belges qui s’investissent dans les diverses missions à l’étranger est interceptée et éventuellement confisquée par les services douaniers.
Met mijn vraag wens ik te vernemen hoeveel van de goederen die enerzijds worden verzonden door en anderzijds worden verzonden aan Belgische militairen die zich inzetten in de diverse missies in het buitenland, onderschept en eventueel geconfisqueerd worden door de douanediensten.
1. Pourriez-vous préciser, par mission à l’étranger, la quantité d’articles interceptée chaque année et la proportion de ces articles interceptés qui a effectivement été confisquée et non restituée, et cela respectivement pour les années 2000, 2001, 2002, 2003 et 2004 ?
1. Kan u een opgave geven per buitenlandse missie van het aantal goederen dat elk jaar werd onderschept en hoeveel van deze onderschepte goederen daadwerkelijk werden geconfisqueerd en niet teruggegeven, en zulks respectievelijk in de jaren 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 ?
2. Pourriez-vous préciser de quel type d’articles il s’agissait généralement ?
2. Kan u preciseren om welke goederen het doorgaans handelde ?
3. Des sanctions ont-elles parfois été prises à l’encontre de militaires en raison de la nature des articles qu’ils avaient eux-mêmes envoyés ?
3. Werden er in bepaalde gevallen sancties getroffen tegen militairen omwille van de aard van de voorwerpen die zij zelf hadden verstuurd ?
4. Des militaires ont-ils été licenciés en raison des faits mentionnés dans la question précédente ?
4. Werden er militairen ontslagen op basis van de in de vorige vraag voornoemde feiten ?
5. Des devoirs d’instruction ont-ils été accomplis à l’égard de certaines personnes qui ont envoyé certains articles à des militaires en mission à l’étranger ?
5. Werden er onderzoeksdaden gesteld ten aanzien van bepaalde personen die aan militairen op missie in het buitenland bepaalde goederen hadden verzonden ?
DO 2005200606930
DO 2005200606930
Question no 1092 de M. Carl Devlies du 17 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1092 van de heer Carl Devlies van 17 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Application des dates valeur. — Versement au comptant versus chèque bancaire. Dans le cadre de la lutte contre le blanchiment d’argent, les établissements financiers, notamment,
Valutering. — Storting in contanten versus bankcheque. In de strijd tegen het witwassen van geld, hebben onder andere de financie¨le instellingen de verplichting
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20330
sont tenus de signaler toute transaction suspecte à la Cellule de traitement des informations financières. Les versements au comptant sont, par nature, déjà plus suspects en raison de la plus grande difficulté à identifier l’origine des fonds par rapport aux opérations scripturales, dont le couˆt social est en outre inférieur à celui des transactions fiduciaires.
om verdachte transacties te melden aan de Cel voor Financie¨le Informatieverwerking. Contante stortingen zijn uit hun aard reeds meer verdacht doordat de oorsprong van de gelden moeilijker achterhaalbaar is, vergeleken met girale verrichtingen. De maatschappelijke kosten verbonden aan girale transacties zijn bovendien lager dan die van chartale transacties.
Force est toutefois de constater que pour les versements effectués par chèque bancaire, les banques appliquent des dates valeur moins avantageuses (Jour + 2) que pour les versements au comptant (Jour + 1).
Evenwel dienen wij vast te stellen dat banken een minder gunstige valutering hanteren voor stortingen via bankcheque (Dag + 2) dan voor contante stortingen (Dag + 1).
1. Estimez-vous que, dans le cadre de la lutte contre le blanchiment d’argent, il convient d’encourager le moins possible les opérations fiduciaires ?
1. Bent u van mening dat in de strijd tegen het witwassen van geld, chartale verrichtingen zo weinig mogelijk dienen te worden aangemoedigd ?
2. N’est-il pas contradictoire que, d’une part, les banques appliquent des dates valeur désavantageuses pour les chèques bancaires mais, d’autre part, se plaignent du couˆt élevé de la monnaie fiduciaire ?
2. Is het niet contradictorisch dat banken enerzijds een ongunstige valutering hanteren ten aanzien van bankcheques en anderzijds de hoge kostprijs van chartaal geld aanklagen ?
3. Quelles sont les directives de la Commission bancaire, financière et des assurances (CBFA) en matière de dates valeur, à la lumière de la législation en matière de blanchiment ?
3. Wat zijn de richtlijnen vanwege de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) ten aanzien van de valuteringsregels, in het licht van de witwaswetgeving ?
DO 2005200606942
DO 2005200606942
Question no 1093 de M. Carl Devlies du 18 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1093 van de heer Carl Devlies van 18 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Non-envoi de l’avis de rectification. — Opportunité de l’accroissement d’impoˆt.
Niet verzenden van bericht van wijziging. — Opportuniteit belastingverhoging.
La pratique qui consiste à modifier manuellement la déclaration à l’impoˆt des personnes physiques sans envoyer d’avis de rectification a été dénoncée à plusieurs reprises. Dans ce type de cas, le fonctionnaire taxateur n’impose normalement pas d’accroissement d’impoˆt.
Herhaaldelijk werd de praktijk aangeklaagd waarbij de aangifte van belastingplichtigen in de personenbelasting manueel worden gewijzigd zonder het versturen van een bericht van wijziging. In dergelijk geval legt de taxatieambtenaar normaal geen belastingverhoging op.
Après que le justiciable a obtenu par la voie judiciaire l’envoi d’un avis de modification, le fonctionnaire taxateur précise dans l’avis de modification, selon la formule standard, qu’ « un accroissement d’impoˆt à concurrence de x % peut être appliqué en vertu de l’article 444 CIR 1992. »
Nadat de rechtsonderhorige het versturen van een bericht van wijziging in rechte afdwingt, vermeldt de taxatieambtenaar in het bericht van wijziging volgens de standaardformule dat « een belastingverhoging ten bedrage van x % kan, krachtens artikel 444 WIB 1992, worden toegepast ».
1. Lorsque la législation relative aux accroissements d’impoˆts octroie une compétence discrétionnaire aux fonctionnaires taxateurs, ceux-ci doivent-ils motiver formellement non seulement la légalité mais aussi l’opportunité de l’accroissement d’impoˆt ?
1. Wanneer de wet inzake belastingverhogingen een discretionaire bevoegdheid toekent aan de taxatieambtenaren, dienen zij naast de legaliteit ook de opportuniteit van de belastingverhoging formeel te motiveren ?
2. Pensez-vous que le fonctionnaire taxateur outrepasse ses compétences lorsqu’il lie l’opportunité d’imposer un accroissement d’impoˆt à l’obligation obtenue en justice d’envoyer un avis de modification ?
2. Bent u van mening dat de taxatieambtenaar zijn bevoegdheid afwendt wanneer hij de opportuniteit van het opleggen van een belastingverhoging laat afhangen van het in rechte afdwingen van het verzenden van een bericht van wijziging ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20331
3. Le fait que l’accroissement d’impoˆt imposé dans une cotisation de remplacement, alors qu’il n’a pas été levé dans l’imposition annulée, constitue-t-il une présomption de fait de détournement de pouvoir ? 4. Alors que l’article 355 CIR 1992 stipule que la cotisation de remplacement doit être fondée sur les mêmes éléments d’imposition que l’imposition annulée, les éléments qui peuvent motiver un accroissement d’impoˆt sont-ils ainsi également visés ?
3. Vormt het feit dat de belastingverhoging die wordt opgelegd in een vervangende aanslag, terwijl die in de vernietigde aanslag niet werd geheven, een feitelijk vermoeden van machtsafwending ? 4. Wanneer artikel 355 WIB 1992 bepaalt dat de vervangende aanslag op dezelfde belastingelementen moet worden gevestigd als de vernietigde, wordt hiermede de elementen die een belastingverhoging kunnen motiveren eveneens bedoeld ?
DO 2005200606947
DO 2005200606947
Question no 1094 de M. Hendrik Bogaert du 18 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Droit de graˆce. — Remise d’amendes fiscales et de majorations d’impoˆt. — Arrêté du Régent du 18 mars 1831. 1. Pourriez-vous me préciser combien de demandes invoquant l’article 9 de l’arrêté du Régent du 18 mars 1831 ont été introduites auprès des directeurs régionaux depuis la réforme de la procédure fiscale en 1999 ? 2. Pourriez-vous ventiler ces chiffres par an et par direction régionale ? 3. Combien de ces demandes le ministre des Finances a-t-il approuvé annuellement ? 4. Quel montant représentent les remises de majorations d’impoˆt et d’amendes fiscales qui ont été accordées annuellement suite à ces décisions positives ? 5. Les directeurs régionaux décident-ils de façon autonome d’un éventuel refus ?
Vraag nr. 1094 van de heer Hendrik Bogaert van 18 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Genaderecht. — Kwijtschelding boeten en belastingverhogingen. — Regentsbesluit van 18 maart 1831.
6. Les directeurs régionaux décident-ils de façon autonome d’une éventuelle remise ou cela requiert-il une décision formelle du ministre des Finances ? 7. Comment veille-t-on à ce que l’article 9 de l’arrêté du Régent du 18 mars 1831 soit appliqué de façon uniforme dans l’ensemble du pays ? 8. Quelles directives relatives à l’application de ce droit de graˆce ont-elles été édictées ?
1. Kan u meedelen hoeveel aanvragen sinds de hervorming van de fiscale procedure in 1999 werden ingediend bij de gewestelijke directeurs, waarbij een beroep wordt gedaan op artikel 9 van het Regentsbesluit van 18 maart 1831 ? 2. Kan u deze cijfers uitsplitsen per jaar en gewestelijke directie ? 3. Hoeveel van deze aanvragen werden per jaar door de minister van Financie¨n goedgekeurd ? 4. Welk bedrag aan belastingverhogingen en administratieve boeten werd voor de diverse jaren door deze positieve beslissingen kwijtgescholden ? 5. Beslissen de gewestelijke directeurs autonoom over een weigering om belastingverhogingen of boeten kwijt te schelden ? 6. Beslissen de gewestelijke directeurs autonoom over een positieve beslissing of vereist dit steeds een formele beslissing vanwege de minister van Financie¨n ? 7. Hoe wordt het toezicht georganiseerd zodat artikel 9 van het Regentsbesluit van 18 maart 1831 op gelijke wijze wordt toegepast in het land ? 8. Welke richtlijnen werden uitgevaardigd over de toepassing van dit genaderecht ?
DO 2005200606949
DO 2005200606949
Question no 1095 de Mme Trees Pieters du 18 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Non-réclamation d’envois recommandés. — Notification ou signification de documents fiscaux officiels aux personnes morales et physiques. — Nondistribution d’envois postaux. L’administration fiscale adresse aux contribuables de nombreux imprimés officiels en recommandé sous enveloppe RP.
Vraag nr. 1095 van mevrouw Trees Pieters van 18 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Niet-afhaling van aangetekende zendingen. — Notificatie of betekening van officie¨le fiscale stukken aan rechtspersonen en aan natuurlijke personen. — Niet-bestelling van poststukken. De belastingadministratie zendt aan de belastingplichtigen tal van officie¨le drukwerken onder aangetekende RP-omslag.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20332
Il s’agit principalement des notifications ou avis suivants :
Het gaat hier voornamelijk om de volgende berichten of kennisgevingen :
— les avis de rectification de la déclaration (imprimé no 279);
— berichten van wijziging van aangifte (= drukwerk nr. 279);
— les notifications d’imposition d’office (imprimé no 279E);
— kennisgevingen van aanslag van ambtswege (= drukwerk nr. 279E);
— les notifications ou les répliques 279T;
— kennisgevingen of wederantwoorden 279T;
— les questionnaires 332 et 332ter;
— vragenlijsten 332 en 332ter;
— les décisions directoriales concernant des réclamations et des requêtes d’exonération d’office;
— directoriale beslissingen inzake bezwaarschriften en verzoekschriften tot ambtshalve ontheffing;
— les notifications 279F2 concernant l’imposition d’amendes administratives.
— kennisgevingen 279F2 inzake de oplegging van administratieve boeten.
Principalement pendant les périodes de vacances et en cas d’hospitalisation, il n’est pas rare que des contribuables se trouvent dans l’impossibilité matérielle d’enlever à La Poste les envois postaux recommandés qui leur sont destinés.
Vooral in vakantieperiodes en bij hospitalisatie komt het geregeld voor dat de belastingplichtigen in de materie¨le onmogelijkheid verkeren om de voor hen bestemde aangetekende postzendingen naderhand bij De Post te gaan afhalen.
D’autres contribuables omettent également, volontairement ou non, et pour des raisons non définies, d’enlever au bureau de poste local les envois recommandés qui leur sont adressés.
Omwille van andere onbekende redenen laten overige belastingplichtigen al dan niet moedwillig daarnaast eveneens na om de voor hen bedoelde aangetekende zendingen af te halen op het plaatselijk postkantoor.
En l’occurrence, les questions générales et pratiques suivantes se posent dès lors tant en ce qui concerne les personnes morales que les personnes physiques.
Terzake rijzen in dit verband dan ook zowel in hoofde van rechtspersonen als in hoofde van natuurlijke personen de volgende algemene praktijkgerichte vragen.
1. En cas de non-distribution d’envois postaux, quand et dans quelle mesure précise sera-t-il à chaque fois question, sur le plan juridique comme au regard de la réglementation postale, d’un « défaut de notification » ?
1. In welke gevallen van niet-bestelling van poststukken en in welke precieze mate is er zowel op juridisch vlak als op het vlak van de postreglementering telkens sprake van een « gebrek aan notificatie » ?
2. Quelle attitude les fonctionnaires taxateurs et les fonctionnaires du contentieux doivent-ils adopter par la suite, notamment lorsque les services postaux renvoient des envois recommandés à l’expéditeur avec une étiquette portant les mentions « Non délivré » et « Absent — Avis déposé dans la boıˆte aux lettres le ... » ?
2. Hoe moeten de taxatie- en geschillenambtenaren naderhand rechtmatig handelen, onder andere wanneer aangetekende zendingen door de postdiensten worden teruggezonden met het etiket « Niet afgehaald » en « Afwezig — Bericht in de bus gestoken op ... » ?
3. a) Les envois recommandés susmentionnés doiventils par la suite être renvoyés aux contribuables sous une enveloppe de service normale, accompagnés ou non d’un courrier administratif obligatoire ?
3. a) Moeten alle voornoemde aangetekende zendingen achteraf al dan niet met een administratief verplicht begeleidend schrijven onder gewone dienstomslag aan de belastingplichtigen worden teruggezonden ?
b) Dans la négative, quelle attitude doit être adoptée offiiciellement, à l’égard tant des personnes morales que des particuliers, pour que les contribuables soient duˆment informés en temps opportun du contenu de l’ensemble de ces notifications légales et pour assurer le respect des droits de la défense ?
b) Of, op al welke andere officie¨le wijzen mag of moet er zowel ten opzichte van rechtspersonen als ten opzichte van particulieren worden gehandeld opdat de belastingplichten op afdoende wijze van de inhoud van al die wettelijk voorgeschreven notificaties tijdig kennis zouden kunnen nemen en opdat de rechten van de verdediging niet zouden geschaad worden ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20333
c) Peut-il éventuellement être procédé parallèlement à une signification par courrier électronique avec accusé de réception et/ou par fax avec rapport de transmission aux contribuables et/ou à leurs mandataires et cette procédure électronique constitue-t-elle un début de preuve en justice ?
c) Mag er aan de belastingplichtigen en/of aan hun mandatarissen terzelfdertijd eventueel een betekening gebeuren door middel van een e-mail tegen ontvangstbevestiging en/of door middel van een faxbericht met transmissieverslag en vormt die elektronische handelwijze in rechte een begin van bewijs ?
d) Le courrier peut-il ou doit-il éventuellement être délivré personnellement au destinataire, à son domicile ou à son siège social ?
d) Moet of mag er eventueel ook een persoonlijke afgifte ten huize of ten maatschappelijke zetel gebeuren ?
e) Quelle est la jurisprudence récente en la matière ?
e) Wat zegt de recente rechtspraak omtrent dit alles ?
4. Les délais de réponse ou les délais de recours ou d’appel imposés initialement sont-ils systématiquement et automatiquement prolongés de ce fait ?
4. Worden de aanvankelijke opgelegde antwoordtermijnen of termijnen van verhaal of beroep daardoor telkens automatisch verlengd ?
5. a) Les contribuables peuvent-ils donner une procuration unique, écrite et gratuite à leurs conjoint, aux membres de leur famille, à leurs partenaires cohabitants et/ou à leur personnel pour les autoriser à enlever pour leur compte à La Poste tous les envois recommandés concernés, sur présentation des documents d’identité requis ? ` qui une personne morale peut-elle ou doit-elle b) A donner une telle procuration gratuite ?
5. a) Mogen de belastingplichtigen aan hun echtgenoten, hun familieleden, hun samenwonende partners en/of hun werknemers eenmalig een schriftelijke en kosteloze volmacht verlenen om alle beoogde aangetekende zendingen in hun plaats bij De Post af te halen op vertoon van de nodige identiteitspapieren ?
6. Pouvez-vous faire part, point par point, des méthode et conceptions générales respectueuses des intérêts de la clientèle qui sont les voˆtres actuellement, à la lumière des dispositions du Code des impoˆts sur les revenus 1992, du Code judiciaire et de la réglementation postale actuellement en vigueur en la matière ?
6. Kunt u punt per punt uw algemene huidige klantvriendelijke ziens- en handelwijze meedelen in het licht van de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het Gerechtelijk Wetboek en van de terzake thans vigerende postreglementering ?
DO 2005200606952
DO 2005200606952
Question no 1096 de Mme Trees Pieters du 18 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1096 van mevrouw Trees Pieters van 18 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Accords préalables avec les secteurs fiscal et parafiscal. — Remboursement des couˆts inhérents aux employeurs.
Voorafgaande akkoorden met de fiscale en parafiscale sector. — Terugbetaling van kosten eigen aan de werkgevers.
Conformément aux directives administratives promulguées par l’instruction no Ci.RH.421/456.942 du 3 décembre 1993 et l’instruction no Ci.RH.81/ 534.479 du 11 décembre 2000, les justiciables peuvent, sur le plan fiscal, conclure auprès des Inspecteurs A ou des Directeurs A, à tout le moins à l’échelon local, des « accords préalables » concernant le remboursement de couˆts non imposables inhérents à la société employeuse.
Overeenkomstig de administratieve richtlijnen uitgevaardigd bij de instructie nr. Ci.RH.421/456.942 van 3 december 1993 en de instructie nr. Ci.RH.81/ 534.479 van 11 december 2000 kunnen op belastingvlak de rechtsonderhorigen bij de Inspecteurs A of bij de Directeurs A blijkbaar op lokaal vlak « voorafgaande akkoorden » sluiten met betrekking tot de terugbetaling van niet-belastbare kosten eigen aan de vennootschap-werkgeefster.
Après les restructurations fiscales et d’autres réformes, les questions suivantes d’ordre général et de portée pratique se posent encore en la matière.
Na de fiscale herstructureringen en andere hervormingen rijzen terzake thans dan ook nog altijd de volgende algemene praktische vragen.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
b) Aan wie kan of mag een rechtspersoon een soortgelijk en kosteloos mandaat verstrekken ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20334
` quels fonctionnaires du fisc et du contentieux, 1. A ou à quels services consultatifs de l’Administration de la Fiscalité des Entreprises et des Revenus chargés des controˆles classiques des contributions directes ou chapeautant les centres de controˆle polyvalents (Sections V) les contribuables peuvent-ils s’adresser dorénavant par écrit ? 2. a) Les employeurs concernés peuvent-ils conclure également, et simultanément, des accords individuels similaires avec les services liés au SPF Sécurité sociale, au SPF Emploi, Travail et Concertation sociale, et avec l’ONSS ? b) Dans la négative, pourquoi ne le peuvent-ils toujours pas et quelles initiatives utiles ont déjà été prises à ce jour ou seront prises bientoˆt de manière à faire en sorte que tous les services fiscaux et sociaux concernés soient sur la même longueur d’onde ? ` quels services sociaux territorialement compéc) A tents les employeurs de toutes catégories peuventils s’adresser pour ces questions ? 3. Dans quels délais raisonnables les employeurscontribuables peuvent-ils escompter un tel accord préalable et raisonnable ? 4. Comment, à quel niveau hiérarchique et quand les services fiscaux et parafiscaux concernés peuventils, le cas échéant, échanger officiellement ce type d’informations ? ` quelles instances fiscales et sociales supérieures 5. A les contribuables peuvent-ils s’adresser lorsqu’ils ne peuvent se satisfaire de l’accord préalable proposé ?
1. Tot al welke belasting- en geschillenambtenaren of adviserende diensten van de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit van zowel de klassieke controles van de directe belastingen, als van de polyvalente controlecentra (Afdelingen V) kunnen de belastingplichtigen zich voortaan schriftelijk wenden ? 2. a) Kunnen de betrokken werkgevers eveneens gelijktijdig soortgeljke individuele akkoorden sluiten met de diensten verbonden aan de FOD Sociale Zekerheid, de FOD Werkgelegeneheid, Arbeid en Sociaal Overleg en met de RSZ ? b) Zo neen, waarom nog steeds niet en welke nuttige initiatieven werden er tot nu toe reeds ondernomen of zullen er weldra worden getroffen opdat alle betrokken fiscale en sociale diensten op eenzelfde golflengte zouden werken ? c) Tot welke territoriaal bevoegde sociale diensten kunnen de werkgevers zich dienaangaande dan ook respectievelijk allemaal richten ? 3. Binnen welke respectievelijke redelijke termijnen mogen de werkgevers-belastingplichtigen op een dergelijk voorafgaand en redelijk akkoord vertrouwen ? 4. Op welke wijze, op welk hie¨rarchisch niveau en wanneer moet al dergelijke informatie door de betrokken fiscale en parafiscale diensten desgevallend officieel en onderling worden uitgewisseld ? 5. Tot al welke hogere fiscale en sociale instanties kunnen de belastingplichtigen zich respectievelijk richten wanneer zij geen vrede kunnen nemen met het voorgesteld voorafgaand akkoord ?
Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken
Protection de la consommation
Consumentenzaken
DO 2005200606855
DO 2005200606855
Question no 171 de M. Roel Deseyn du 12 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation : Mesures auxquelles peuvent recourir les opérateurs en cas de non-paiement. En novembre 2005, j’ai attiré votre attention sur une étude menée par Test Achats au sujet des conditions
Vraag nr. 171 van de heer Roel Deseyn van 12 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken : Maatregelen die operatoren mogen nemen bij een onbetaalde rekening. In november 2005 wees ik u op de studie van TestAankoop naar de algemene voorwaarden van de
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20335
générales des opérateurs de téléphonie mobile. Cette étude soulignait certaines situations inadmissibles, telles que la demande d’un dédommagement excessif en cas de rupture, la cessation de la prestation de services sans avertissement lors d’un paiement tardif, la modification unilatérale de contrats de longue durée, des opérateurs qui se dégagent de leurs responsabilités, l’utilisation de données à caractère personnel sans autorisation du client, etc. Test Achats arrivait à la conclusion que d’une part, très souvent, les opérateurs ne respectent pas les conditions imposées par la loi sur les télécommunications et que d’autre part, les arrêtés d’exécution de ladite loi se font attendre.
GSM-operatoren waaruit tal van wantoestanden bleken, zoals het vragen van een schadevergoeding bij stopzetting die veel te hoog is, het zonder waarschuwing stopzetten van de dienst bij niet-tijdige betaling, eenzijdige wijziging van langlopende contracten, operatoren die zich aan hun aansprakelijkheid onttrekken, het gebruiken van persoonsgegevens zonder toelating van de klant, enzovoort. Test-Aankoop besloot dat de operatoren enerzijds in vele gevallen de voorwaarden uit de Telecomwet niet naleven, anderzijds dat het wachten blijft op uitvoeringsbesluiten van diezelfde wet.
Vous m’avez répondu à l’époque que vous demanderiez à l’Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT) de vous faire parvenir pour le 1er décembre 2005 un projet d’arrêté ministériel relatif aux mesures pouvant être prises par les opérateurs en cas de non-paiement.
U verklaarde toen dat u zou vragen aan het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) om, wat het ministerieel besluit inzake de te nemen maatregelen die de operatoren kunnen nemen ingeval van een onbetaalde rekening betreft, tegen 1 december 2005 een ontwerp te bezorgen.
1. Qu’en est-il de cet arrêté ministériel ?
1. Wat is de stand met betrekking tot dit ministerieel besluit ?
2. a) Quand sera-t-il disponible ?
2. a) Wanneer kunnen we het verwachten ?
b) Tous les opérateurs devront-ils s’y conformer à partir de cette date ?
b) Zal dit ook de datum zijn wanneer alle operatoren zich eraan moeten conformeren ?
3. Quelles seront les lignes de force de cet arrêté ministériel ?
3. Wat zullen de krachtlijnen zijn van het ministerieel besluit ?
DO 2005200606954
DO 2005200606954
Question no 172 de M. Roel Deseyn du 18 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 172 van de heer Roel Deseyn van 18 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken :
Numéro 0900 du helpdesk de Coditel.
0900-nummer van de Coditel-helpdesk.
Test Achats a fait état en décembre 2005 de l’existence du numéro 0900 du helpdesk de Coditel, ce qui à l’époque était contraire à l’article 116 de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques. Coditel a entre-temps remplacé ce numéro 0900 par un numéro géographique. Plusieurs mois, au cours desquels les clients de Coditel ont duˆ payer des sommes importantes pour l’assistance technique, se sont toutefois écoulés entre la publication de la nouvelle loi sur les télécommunications et le remplacement du numéro. La situation est d’autant plus grave que Test Achats avait déjà dénoncé cette pratique en mars 2005. Le controˆle de cet opérateur a été largement défaillant. ` quelle date l’onéreux numéro 0900 a-t-il été 1. A remplacé par un numéro géographique ?
In december 2005 maakte Test-Aankoop gewag van de 0900-helpdesk van Coditel die op dat moment tegen artikel 116 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie inging. Ondertussen heeft Coditel dit 0900-nummer vervangen door een geografisch nummer. Tussen de verschijning van de nieuwe telecomwet en de vervanging van het nummer gingen evenwel verschillende maanden waarin Coditelklanten zwaar moesten betalen voor technische assistentie. Dat is des te erger daar Test-Aankoop deze praktijk al in de maand maart 2005 had aangekaart. De controle op deze operator is ernstig in gebreke gebleven.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
1. Op welke datum werd het dure 0900-nummer vervangen door een geografisch nummer ? 2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20336
2. a) Quelle instance est compétente pour le controˆle de l’application de la disposition concernée de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques ?
2. a) Welke instantie is bevoegd voor de controle op de uitoefening van de betreffende bepaling in de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie ?
b) Pourquoi n’est-elle pas intervenue plus toˆt ?
b) Waarom heeft deze instantie niet vroeger ingegrepen ?
3. Comment Coditel explique-t-il le retard dans le remplacement du numéro ?
3. Hoe verklaart Coditel de vertraging in de aanpassing van het nummer ?
4. Quelles sanctions ont-elles été prises ou serontelles prises à l’égard de cet opérateur ?
4. Welke sancties werden of zullen genomen worden naar deze operator ?
5. a) Quel a été le couˆt supplémentaire total que les clients de Coditel ont payé entre la promulgation de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques et le remplacement du numéro 0900 par un numéro 02 ?
5. a) Hoeveel bedraagt de totale meerkost die klanten van Coditel betaalden tussen het moment van de afkondiging van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie en de aanpassing van het 0900-nummer naar een 02-nummer ?
b) Ces clients seront-ils indemnisés ?
b) Zullen deze klanten hiervoor vergoed worden ?
c) Dans l’affirmative, quand et de quelle façon y procédera-t-on ?
c) Zo ja, hoe en wanneer zal dit gebeuren ?
d) Dans la négative, pourquoi ?
d) Zo neen, hoe rechtvaardigt u dit ?
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2005200606858
DO 2005200606858
Question no 860 de M. Guido De Padt du 12 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 860 van de heer Guido De Padt van 12 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Agressions routières déclarées à la police.
Politionele aangiftes van verkeersagressie.
La société belge est une mosaı¨que de cultures et de convictions philosophiques. Dans ce contexte, force est de constater que le comportement de certains groupes de jeunes suscite un sentiment de malaise et d’insécurité auprès de leurs concitoyens. La circulation routière n’est pas non plus à l’abri de l’agression et de l’intolérance.
Ons land vertoont relatief veel verschillende culturen en gezindten. Tegen deze achtergrond, waarin met name bepaalde groepen jongeren zich zodanig gedragen dat zij een gevoel van onbehagen en onveiligheid bij burgers wekken, spelen zaken als agressie en intolerantie die ook in het verkeer waarneembaar zijn.
1. Combien d’agressions routières ont été signalées à la police en 2004 et en 2005 ?
1. Hoeveel politionele aangiftes van verkeersagressie gebeurden er in 2004 en 2005 ?
2. Combien de ces incidents concernaient des étrangers non ressortissants de l’Union européenne ?
2. Hoeveel van deze aangiftes hadden betrekking op incidenten met niet-EU-burgers ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20337
DO 2005200606869
DO 2005200606869
Question no 861 de M. Guido De Padt du 12 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 861 van de heer Guido De Padt van 12 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Actions coordonnées en matière de transports lourds en 2005.
Gecoo¨rdineerde acties inzake zwaar vervoer in 2005.
Le nombre d’actions coordonnées en matière de transports lourds a été systématiquement renforcé en 2003 et en 2004 dans les différentes régions de notre pays. Ces actions ont en premier lieu permis de constater une augmentation du nombre d’infractions aux règles relatives au temps de conduite et de repos en région flamande (voir votre réponse à la question écrite no 507 du 8 février 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 78 du 17 mai 2005, p. 13047).
Het aantal gecoo¨rdineerde acties inzake zwaar vervoer werd stelselmatig opgevoerd in 2003 en 2004 in de verschillende gewesten van ons land. Hierbij werd vooral een stijging van het aantal inbreuken op de rijen rusttijden in Vlaanderen vastgesteld. Dat alles blijkt uit een eerder gestelde schriftelijke vraag (vraag nr. 507 van 8 februari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 78 van 17 mei 2005, blz. 13047).
Il serait intéressant de disposer des chiffres relatifs à 2005, ce qui nous permettrait de suivre l’évolution des différentes infractions et d’adapter le cas échéant la politique en matière de transports lourds.
Het zou goed zijn over de cijfers van 2005 te beschikken om te zien welke evolutie het aantal verschillende inbreuken maakt en of het beleid verder dient te worden aangepast.
1. Combien d’actions coordonnées en matière de transports lourds ont été menées en 2005 (ventilation par région) ?
1. Hoeveel gecoo¨rdineerde acties inzake zwaar vervoer werden in 2005 uitgevoerd (opsplitsing per gewest) ?
2. Combien d’infractions ont été constatées lors de ces actions (ventilation selon la nature de l’infraction) ?
2. Hoeveel inbreuken werden daarbij vastgesteld (opsplisting per inbreuk) ?
3. a) Le respect de l’utilisation obligatoire du tachygraphe numérique est-il déjà controˆlé dans notre pays ?
3. a) Wordt er in ons land reeds gecontroleerd op het verplichte gebruik van de digitale tachograaf ?
b) Dans l’affirmative, des données chiffrées relatives à ces controˆles sont-elles disponibles ?
b) Zo ja, zijn hier reeds cijfergegevens over de controles beschikbaar ?
c) Dans la négative, comment expliquez-vous ce ` partir de quelle date les poids lourds retard ? A seront-ils soumis à ce type de controˆle ?
c) Zo neen, waar wacht men op en vanaf wanneer zullen ook deze controles worden uitgevoerd ?
DO 2005200606881
DO 2005200606881
Question no 862 de M. Gerolf Annemans du 13 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 862 van de heer Gerolf Annemans van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Contrats de prévention et de sécurité. — Financement. — Droit d’information et de consultation des parlementaires.
Preventie. — en veiligheidscontracten. — Financiering. — Informatieen inzagerecht voor parlementairen.
Le Secrétariat permanent à la Politique de Prévention (SPP) au sein du SPF Intérieur soutient et coordonne la politique de prévention de la criminalité en Belgique. Les contrats de sécurité et de prévention, véritable clef de vouˆte de la politique de prévention menée par le gouvernement, relèvent de la compétence du SPP.
Het Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid (VSP) binnen de FOD Binnenlandse Zaken ondersteunt en coo¨rdineert het beleid ter preventie van de criminaliteit in Belgie¨. De veiligheids- en preventiecontracten die de hoeksteen vormen van het preventiebeleid van de regering, vallen onder de bevoegdheid van het VSP.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20338
1. a) Les parlementaires ont-ils, dans le cadre de leur droit de controˆle, un droit d’information et de consultation en ce qui concerne les contrats de prévention et de sécurité ainsi que les autres documents relatifs à ces contrats ?
1. a) Hebben parlementairen in het kader van hun controlerecht informatie- en inzagerecht in de preventie- en veiligheidscontracten en overige documenten omtrent deze contracten ?
b) Les parlementaires peuvent-ils obtenir un exemplaire d’un contrat auprès du SPP ?
b) Kunnen parlementairen een exemplaar van een contract opvragen bij het VSP ?
2. Pouvez-vous fournir un récapitulatif du financement des contrats de prévention et de sécurité conclus par l’ensemble des villes et des communes au cours des cinq dernières années et, si possible, au cours de toutes les années concernées, c’est-à-dire de 1992-1993 jusqu’à ce jour ?
2. Kan u een overzicht geven van de financiering van de preventieen veiligheidscontracten van alle steden en gemeenten voor de jongste vijf jaar, indien mogelijk van alle jaren, dit wil zeggen van 1992-1993 tot nu ?
DO 2005200606892
DO 2005200606892
Question no 863 de M. Jean-Claude Maene du 13 janvier 2006 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 863 van de heer Jean-Claude Maene van 13 januari 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Ressortissants étrangers. — Projet d’une carte d’identité à données biométriques.
Buitenlandse onderdanen. — Plannen voor een identiteitskaart met biometrische gegevens.
Vos récentes déclarations rapportées par la « Gazet van Antwerpen », concernant l’instauration d’une carte d’identité électronique comprenant des données biométriques pour les « seuls » ressortissants étrangers (ceux dont la demande de séjour a été acceptée comme pour ceux dont la procédure est toujours en cours), provoque un large mouvement d’indignation parmi de nombreuses associations de défense des droits de l’homme et des libertés individuelles.
Uw recente uitlatingen in de Gazet van Antwerpen over de mogelijkheid uitsluitend voor de buitenlandse onderdanen (ongeacht of hun verblijfsaanvraag al werd goedgekeurd of nog hangende is) een elektronische identiteitskaart met biometrische gegevens in te voeren, veroorzaakten een golf van verontwaardiging bij heel wat mensenrechtenorganisaties.
Selon vos dires, le but de la carte d’identité avec données biométriques serait d’améliorer et de faciliter les controˆles des ressortissants étrangers de notre pays. Cela m’amène à effectuer un parallèle avec un autre fait d’actualité dont la presse s’est largement fait l’écho; le fichage des profils génétiques au RoyaumeUni.
U voert aan dat de identiteitskaart met biometrische gegevens het toezicht op de vreemdelingen in ons land zou verbeteren en vereenvoudigen. Ik zie gelijkenissen met de registratie van genetische profielen in GrootBrittannie¨, die recentelijk heel wat persaandacht kreeg.
Déjà largement à la pointe de la surveillance, les Britanniques font également figure de pionniers européens dans le domaine du fichage génétique.
Groot-Brittannie¨, dat al scherpe controlemaatregelen toepast, neemt in Europa nu ook het voortouw met de registratie van genetische profielen.
Votre idée va plus loin, puisque vous institutionnalisez ce fichage « spécifique » des étrangers. Imposer une carte d’identité à données biométriques est considéré par beaucoup de défenseurs des droits de l’homme et des libertés individuelles comme un acte de stigmatisation et d’humiliation pour les ressortissants étrangers. De plus, cela risque d’encourager les préjugés, l’ignorance et les clichés, soit tout ce qu’un état démocratique se doit de combattre.
U gaat echter nog verder, want u institutionaliseert die specifieke registratie van vreemdelingen. Heel wat verdedigers van de mensenrechten en de individuele vrijheden beschouwen een identiteitskaart met biometrische gegevens als stigmatiserend en vernederend voor de buitenlandse onderdanen. Bovendien dreigt zo’n maatregel de vooroordelen, de onwetendheid en de stereotypen, die een democratische staat juist met man en macht zou moeten bestrijden, nog in de hand te werken.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20339
Pourquoi un tel projet ?
Waarom kiest u voor een dergelijk project ?
DO 2005200606904
DO 2005200606904
Question no 864 de Mme Ingrid Meeus du 13 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 864 van mevrouw Ingrid Meeus van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Police fédérale. — Utilisation de chiens. — Formation.
Federale politie. — Inzet van honden. — Opleiding.
Depuis toujours, le chien est le meilleur ami de l’homme et son auxiliaire le plus précieux. Il garde les troupeaux, guide les aveugles, recherche des victimes et dépiste la drogue. Par le biais de l’Unité chenil interforces, la Défense en a fait le maillon le plus important de la chaıˆne de sécurité. Avec les maıˆtres-chien, il contribue à la sécurisation de quartiers militaires. Le département de la Défense l’utilise aussi pour la recherche d’explosifs.
Sinds mensenheugenis is de hond de trouwste vriend en toeverlaat van de mens. Hij bewaakt kuddes, begeleidt blinden, zoekt naar slachtoffers en spoort drugs op. Via de Intermachten Kenneleenheid heeft Defensie de hond ingeschakeld als belangrijke schakel in de veiligheidsketen. Samen met een hondenmeester nemen de honden een deel van de bewaking van bepaalde kazernes op zich. Naast bewaking staan de honden binnen Defensie ook in voor het opsporen van explosieven.
Tout comme la Défense, la police fédérale se sert fréquemment de chiens pour rechercher des personnes ou des drogues et pour protéger les agents.
Net zoals Defensie zet ook de federale politie regelmatig honden in bij opsporingszaken, drugsacties of ter bescherming van agenten.
1. Les chiens de la police fédérale sont-ils également entraıˆnés en formés par l’Unité chenil interforces de la Défense ?
1. Worden de honden van de federale politie eveneens getraind en opgeleid door de Intermachten Kenneleenheid van Defensie ?
2. Les missions des chiens au sein de la Défense et de la police fédérale étant comparables, la création d’un chenil commun est-elle envisagée ?
2. Wordt in de toekomst overwogen een gemeenschappelijke kennel met de federale politie op te richten, aangezien de doelstellingen op éénzelfde lijn liggen ?
DO 2005200606922
DO 2005200606922
Question no 865 de M. Gerolf Annemans du 17 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 865 van de heer Gerolf Annemans van 17 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Police fédérale. — Recrutement de membres du personnel pour le cadre administratif et logistique. — Dérogation aux dispositions légales et réglementaires par circulaire.
Federale politie. — Aanwerving personeelsleden voor het administratief en logistiek kader. — Afwijking van wettelijke en reglementaire bepalingen via omzendbrief.
Il ressort de l’enquête de la Cour des comptes sur le recrutement contractuel de membres du personnel pour le cadre administratif et logistique (CALog) de la police fédérale que cela fait trois ans qu’il est dérogé à une série de dispositions légales et réglementaires par circulaire. Dans votre réponse adressée par lettre à la Cour des comptes le 29 mars 2005, vous reconnaissez que la circulaire du 25 juin 2002, d’une durée de validité indéterminée, déroge à l’article 26 de la loi du 26 avril 2002 relative aux éléments essentiels du statut des membres du personnel des services de police et
Uit onderzoek van het Rekenhof naar de contractuele aanwerving van personeelsleden voor het administratief en logistiek kader (CALog) van de federale politie, blijkt dat hierbij sinds drie jaar bij omzendbrief wordt afgeweken van een aantal wettelijke en reglementaire bepalingen. In uw antwoord bij brief van 29 maart 2005 aan het Rekenhof erkent u dat de omzendbrief van 25 juni 2002, die voor onbepaalde duur geldig is, afwijkt van artikel 26 van de wet van 26 april 2002 houdende de essentie¨le elementen van het statuut van het personeel van de politiediensten en
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20340
portant diverses autres dispositions relatives aux services de police (loi Exodus). Des membres du personnel contractuel sont en effet systématiquement recrutés pour l’exercice de missions générales pemanentes alors que la loi Exodus stipule que les missions générales permanentes ne peuvent être effectuées que par du personnel statutaire.
houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten (Exoduswet). Er worden namelijk systematisch contractuele personeelsleden aangeworen voor de uitoefening van algemene permanente opdrachten, terwijl de Exoduswet bepaalt dat algemene permanente opdrachten slechts mogen ingevuld worden door statutair personeel.
1. Depuis votre réponse à la Cour des comptes du 29 mars 2005 des mesures ont-elles été prises pour mettre fin à cette aberration ?
1. Zijn er sinds uw antwoord aan het Rekenhof van 29 maart 2005 maatregelen genomen om een einde te maken aan deze mistoestand ?
2. a) Dans l’affirmative, quelles sont ces mesures ?
2. a) Zo ja, welke maatregelen ?
b) Dans la négative, pour quelle raison ?
b) Zo neen, wat is hiervoor uw motivatie ?
DO 2005200606924
DO 2005200606924
Question no 867 de M. Gerolf Annemans du 17 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 867 van de heer Gerolf Annemans van 17 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Services de police. — Absence de système informatique performant.
Politiediensten. — Gebrek aan een performant informaticasysteem.
Il ressort d’une étude de la Cour des comptes relative au recrutement de personnel contractuel pour le cadre administratif et logistique (CALog) de la police fédérale que l’absence de système informatique performant constitue un obstacle à la gestion efficace des données. Dans la réponse que vous avez adressée à la Cour des comptes par courrier du 29 mars 2005, vous avez reconnu cette situation et vous avez indiqué qu’un projet d’informatisation (projet EPIS) avait été lancé, mais que la procédure d’adjudication avait été reportée à la suite de contraintes budgétaires.
Uit onderzoek van het Rekenhof naar de contractuele aanwerving van personeelsleden voor het administratief en logistiek kader (CALog) van de federale politie, blijkt dat een efficie¨nt gegevensbeheer bemoeilijkt wordt aangezien de politiediensten vooralsnog niet beschikken over een performant informaticasysteem. In uw antwoord aan het Rekenhof bij brief van 29 maart 2005 beaamde u deze vaststelling en gaf u te kennen dat een aanvang werd genomen met de informatisering (EPIS-project), maar dat de aanbestedingsprocedure werd uitgesteld omwille van budgettaire beperkingen.
1. Quel est l’état d’avancement de ce projet d’informatisation ?
1. Wat is de huidige stand van zaken van dit informatiseringsproject ?
2. Quelles mesures ont été prises pour remédier aux problèmes budgétaires ?
2. Welke maatregelen werden genomen om tegemoet te komen aan de budgettaire problemen ?
3. Quand les services de police pourront-ils disposer d’un système informatique performant ?
3. Wanneer zullen de politiediensten kunnen beschikken over een performant informaticasysteem ?
DO 2005200606931
DO 2005200606931
Question no 868 de Mme Alisson De Clercq du 17 janvier 2006 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 868 van mevrouw Alisson De Clercq van 17 januari 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Avenir du personnel détaché auprès des pouvoirs locaux.
Toekomst van de personeelsleden die gedetacheerd zijn bij de plaatselijke overheden.
La mise en application du programme fédéral de la carte d’identité électronique est opérationnelle depuis
Met de uitvoering van het federaal programma voor de elektronische identiteitskaarten werd op 1 januari
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20341
le 1er janvier 2005. Celle-ci a requis la mise à disposition de personnel détaché des services publics fédéraux (SPF) au profit des pouvoirs locaux.
2005 begonnen. Daartoe werden personeelsleden van de Federale Overheidsdiensten bij de plaatselijke overheden gedetacheerd.
Dans ce contexte, pouvez-vous nous éclairer sur l’avenir de ces personnes attachées provisoirement aux communes ?
Kan u in dat verband meer toelichtingen geven over de toekomst van die personen die voorlopig bij de gemeenten zijn gedetacheerd ?
1. Une période de trois ans avait été évoquée pour ` l’heure le détachement dont il est question. A d’aujourd’hui, on entend parler de cinq ans. Mais qu’en est-il exactement ?
1. Voor de desbetreffende detachering werd gewag gemaakt van een periode van drie jaar. Vandaag heeft men het over vijf jaar. Hoe zit het daar nu precies mee ?
2. En effet, le renouvellement des cartes étant susceptible de ne pas être finalisé fin 2008, quelles mesures envisagez-vous à cet égard et ce d’autant plus que vous allez par ailleurs entamer la phase de numérisation des cartes d’identité des étrangers, ainsi que des passeports ? ` cet égard, envisagez-vous élargir ce 3. A programme aux autres documents d’identité des étrangers, je pense notamment au certificat d’inscription au registre des étrangers (CIRE) ?
2. De vernieuwing van de kaarten zal eind 2008 wellicht nog niet rond zijn; welke maatregelen overweegt u in dat verband, temeer daar ook met de digitalisering van de identiteitskaarten voor vreemdelingen en van de paspoorten zal worden gestart ?
DO 2005200606932
DO 2005200606932
Question no 869 de Mme Alisson De Clercq du 17 janvier 2006 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 869 van mevrouw Alisson De Clercq van 17 januari 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Agents des pouvoirs locaux chargés de la délivrance des cartes d’identité électroniques. — Carte de fonction.
Ambtenaren van de lokale besturen belast met de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten. — Dienstkaart.
L’introduction de la carte d’identité électronique est entrée dans sa phase opérationnelle en 2005.
In 2005 werd met de eigenlijke invoering van de elektronische identiteitskaart van start gegaan.
Il est en effet programmé que l’ensemble de la population de notre pays en soit doté de façon progressive.
De hele Belgische bevolking zal inderdaad geleidelijk in het bezit worden gesteld van zo’n kaart.
En ce sens, l’implémentation de la procédure a requis la désignation au sein de nos communes d’un certain nombre d’agents, notamment issus des services publics fédéraux (SPF) et autres para-publics.
Daartoe moesten in de gemeenten een aantal ambtenaren afkomstig van de Federale Overheidsdiensten (FOD’s) en van andere para-openbare instellingen worden aangewezen.
Je soulève quelques problèmes pratiques, corrélés à l’usage de la carte personnelle des agents administratifs chargés d’effectuer cette mission, à savoir :
De administratieve beambten die met die opdracht werden belast, ondervinden een aantal praktische problemen bij het gebruik van die persoonlijke kaart :
— l’usure prématurée de leur carte à puce qui, par ailleurs, leur a été tarifiée à titre personnel;
— de voortijdige slijtage van hun chipkaart, die ze overigens zelf hebben moeten betalen;
— la question relative à la responsabilité dérivée;
— de afgeleide aansprakelijkheid;
— le problème de l’accès des données à caractère personnel.
— de toegang tot persoonsgegevens.
Pourriez-vous nous informer des raisons pour lesquelles une carte de fonction distincte (ne comprenant aucune donnée personnelle) n’a pas été mise à la
Om welke redenen kregen de met de uitreiking van de elektronische identiteitskaart belaste beambten geen afzonderlijke dienstkaart (zonder persoonsgege-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
3. Overweegt u dat progamma uit te breiden tot andere identiteitsdocumenten voor vreemdelingen, zoals het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister (BIVR) ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20342
disposition des agents chargés de la délivrance des cartes d’identité éléctroniques en vue de faciliter notamment l’accès au système Belpic, comme cela se fait d’ailleurs dans le secteur privé ?
vens), waardoor ze makkelijker toegang zouden krijgen tot het Belpic-systeem ? Die procedure is trouwens ook gangbaar in de particuliere sector.
DO 2005200606936
DO 2005200606936
Question no 870 de Mme Jacqueline Galant du 18 janvier 2006 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 870 van mevrouw Jacqueline Galant van 18 januari 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Dispositif pour informer les populations par SMS en cas d’inondations imminentes.
Verklikkerinrichting om de bevolking in geval van dreigende watersnood per sms te verwittigen.
Récemment dans la presse, j’ai pris connaissance de ce que le conseil provincial du Hainaut comptait installer un dispositif permettant d’alerter les populations en cas d’inondations imminentes et cela à partir de l’année prochaine.
Ik las onlangs in de pers dat de provincieraad van Henegouwen van plan is een verklikkerinrichting te installeren waarmee de bevolking vanaf volgend jaar zou kunnen worden gewaarschuwd voor dreigende watersnood.
Des capteurs seront installés sur différents cours d’eau à risque. Selon le cabinet de Gérald Moortgat, député permanent en charge du service voyer, ces dispositifs permettront ainsi de mesurer le niveau d’eau et de transmettre ces données à une unité centrale, qui calculera quant à elle le risque d’inondation.
Op verschillende waterlopen met een overstromingsrisico zouden sensoren worden geplaatst. Volgens het kabinet van Gérald Moortgat, permanent afgevaardigde bevoegd voor de wegendienst, zou die inrichting het waterpeil meten en de gegevens doorsturen aan een centrale eenheid, die het risico zou berekenen dat zich daadwerkelijk een overstroming voordoet.
Si le risque est avéré, l’alerte sera alors donnée automatiquement, non seulement aux services spécialisés mais aussi aux populations concernées. Les capteurs transmettront leurs données par GSM. Ce service permettra de rendre des services considérables aux personnes installées le long des cours d’eau.
Wanneer vaststaat dat inderdaad zo’n risico bestaat, wordt automatisch alarm gegeven, niet alleen aan de gespecialiseerde diensten, maar ook aan de omwonenden. De sensoren geven hun informatie door per gsm. Op die manier wordt de dienstverlening aan de oeverbewoners beduidend verbeterd.
1. Eˆtes-vous au courant de la mise en place de ce dispositif ?
1. Bent u op de hoogte van de plaatsing van die inrichting ?
2. Le conseil provincial vous a-t-il contacté et informé ?
2. Heeft de provincieraad in dat verband contact met u opgenomen en u geı¨nformeerd ?
3. Néanmoins, le principal problème qui pourrait être rencontré serait le manque de couverture réseau dans certaines régions, notamment du Hainaut.
3. Die plannen zouden kunnen stranden op het gebrekkige bereik van het netwerk in bepaalde regio’s, meer bepaald in Henegouwen.
a) Avez-vous des renseignements quant au financement de ce système ?
a) Weet u hoe een en ander zal worden gefinancierd ?
b) Une concertation sur le sujet a-t-elle eu lieu entre le fédéral et la province ?
b) Werd in dat verband overleg gepleegd tussen het federale en het provinciale niveau ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20343
Ministre des Affaires étrangères
Minister van Buitenlandse Zaken
DO 2005200606877
DO 2005200606877
Question no 318 de M. Guido Tastenhoye du 13 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères : Concordat relatif à l’avortement conclu entre la Slovaquie et le Vatican. Nous apprenons par la presse que la Slovaquie est vivement critiquée par l’Union européenne à présent qu’il s’avère que ce pays a conclu en 2003 avec le Vatican un concordat visant à limiter les actes médicaux contestés par l’E´glise, comme l’avortement et la fécondation in vitro (FIV). Le concordat prévoit que le personnel d’hoˆpitaux catholiques peut refuser de prêter son concours à des avortements ou à des traitements de FIV. Selon le Réseau d’experts indépendants en matière de protection des droits fondamentaux, qui est un groupe d’analystes provenant d’E´tats membres et qui est lié à l’Union européenne, le personnel catholique peut certes avoir une bonne raison de refuser un traitement qui serait en contradiction avec sa foi, sans toutefois que cette attitude puisse porter préjudice à d’autres droits, « dont celui qu’ont toutes les femmes à recevoir des soins médicaux sans aucune forme de discrimination ». Le Réseau estime dès lors que le concordat peut miner les obligations de la Slovaquie en tant que membre de l’Union européenne. 1. Quel est votre avis sur ce dossier ?
Vraag nr. 318 van de heer Guido Tastenhoye van 13 januari 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Abortusverdrag tussen Slowakije en het Vaticaan.
2. a) Avez-vous déjà pris des initiatives, ou envisagezvous d’en prendre, pour demander la révision du concordat conclu entre la Slovaquie et le Vatican ? b) Dans la négative, pourquoi n’avez-vous pas pris d’initiative ? c) Dans l’affirmative, en qui consistent ces initiatives ?
Uit de pers vernemen we dat Slowakije onder vuur ligt bij de Europese Unie nu blijkt dat het land in 2003 met het Vaticaan overeengekomen is medische behandelingen die gevoelig liggen bij de Kerk, bijvoorbeeld abortus en in-vitrofertilisatie (IVF), te beperken. Het verdrag stelt dat personeel van katholieke ziekenhuizen hulp bij abortussen en IVF-behandelingen mag weigeren. Het Netwerk van Onafhankelijke experts inzake Fundamentele Rechten, een groep van analisten uit lidstaten die verbonden is aan de EU, stelt dat het katholiek personeel weliswaar een gegronde reden kan hebben als dat botst met hun geloof, maar dat deze houding andere rechten niet mag ondermijnen, en « daaronder valt ook het recht van alle vrouwen om medische zorgen te krijgen zonder enige vorm van discriminatie ». De overeenkomst kan bijgevolg de plichten van Slowakije als EU-lid ondermijnen, zo stelt het Netwerk. 1. Welk standpunt neemt u in met betrekking tot deze materie ? 2. a) Heeft u al pogingen ondernomen, of overweegt u dat te doen, om de overeenkomst tussen Slowakije en het Vaticaan te doen herzien ? b) Zo neen, waarom niet ? c) Zo ja, op welke wijze ?
DO 2005200606891
DO 2005200606891
Question no 319 de M. Miguel Chevalier du 13 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 319 van de heer Miguel Chevalier van 13 januari 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : « Lord Resistance Army » als destabiliserende factor in het gebied van de Grote Meren. De Oegandese regering wordt bedreigd door verschillende rebellengroepen. Op kerstdag zijn Congo-
Effet déstabilisateur de la « Lord Resistance Army » dans la région des Grands Lacs. Différents groupements rebelles menacent le gouvernement ougandais. Le jour de Noe¨l, les militaires
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20344
congolais et des soldats de l’ONU ont lancé une offensive contre les rebelles des « Allied Democratic Forces » (ADF), retranchés dans l’est du Congo, qui combattent déjà le gouvernement ougandais depuis sept ans. Outre l’ADF, un autre groupement rebelle est déjà actif depuis beaucoup plus longtemps dans la région, même si l’on n’en parle que fort peu : la « Lord Resistance Army » de Joseph Kony. Ce dernier était initialement un combattant de la liberté du peuple Acholi, dans le nord de l’Ouganda. Ayant perdu le soutien des Acholi à la suite du caractère prophétique dont il se sentait investi, il a créé, en réaction, sa propre bande dont la mission était d’épurer ce peuple. Pour Kony, il s’agissait là de la seule manière de chasser le président Musevini. Il a utilisé à ces fins les méthodes peut-être les plus cruelles de l’histoire récente. Nous pensons notamment à l’enlèvement d’enfants, à leur destruction psychologique et à la sommation de tuer leurs parents.
lese militairen en VN-soldaten in het offensief gegaan tegen de rebellengroep « Allied Democratic Forces » (ADF), die zich in het oosten van Congo verschanst en al zeven jaar vecht tegen de Oegandese regering. Naast de ADF is er nog een andere rebellengroep die al veel langer actief is in de regio maar waar weinig of niet over gesproken wordt, namelijk de « Lord Resistance Army » van Joseph Kony. Konu was aanvankelijk een vrijheidsstrijder van het Noord-Oegandese Acholi volk. Omwille van het profetisch karakter dat hij zichzelf toeschreef, verloor hij de steun van deze bevolkingsgroep en als tegenreactie richtte hij een eigen bende op die het Acholi volk moest zuiveren omdat dit de enige mogelijkheid was om president Musevini te verdrijven. De middelen die hij daarvoor gebruikte zijn misschien wel de gruwelijkste methodes die in de recente geschiedenis voorkomen. We denken hierbij aan het ontvoeren van kinderen, ze psycholigisch breken en eigenhandig hun ouders laten vermoorden.
Jusqu’à présent, la communauté internationale est restée passive face à ce conflit. S’ils sont louables, les efforts visant à soutenir financièrement des maisons d’accueil pour les victimes de Kony ne suffisent pas. En ces temps de lutte contre le terrorisme, il est incompréhensible que ce conflit, qui dure depuis plus de 20 ans, bénéficie d’aussi peu d’intérêt.
Tot op de dag van vandaag staat de internationale gemeenschap passief tegenover dit conflict. Financie¨le steun geven aan opvangtehuizen voor de slachtoffers van Kony is een nobele maar ontoereikende inspanning. In tijden van de « war on terror » is het onbegrijpelijk dat dit nu al meer dan 20 jaar durende conflict zo weinig aandacht krijgt.
1. Reconnaissez-vous les problèmes qui touchent le nord de l’Ouganda ?
1. Erkent u de probelemen in Noord-Oeganda ?
2. Quels efforts la Belgique a-t-elle mis en œuvre jusqu’à présent afin de venir en aide aux victimes de Kony ?
2. Welke inspanningen heeft Belgie¨ totnogtoe geleverd ten aanzien van de slachtoffers van Kony ?
3. Quels efforts la Belgique envisage-t-elle de déployer à l’avenir pour s’attaquer aux problèmes qui touchent le nord de l’Ouganda ?
3. Welke inspanningen zal Belgie¨ in de toekomst doen om de problemen in Noord-Oeganda aan te pakken ?
DO 2004200505120
DO 2004200505120
Question no 320 de M. Roel Deseyn du 16 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 320 van de heer Roel Deseyn van 16 januari 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Introduction de documents de voyage électroniques contenant des données biométriques.
Invoering van elektronische reisdocumenten met biometrische gegevens.
Aux Pays-Bas, une nouvelle génération de documents de voyage sera introduite à partir de l’année prochaine. Ces documents devraient contenir une puce électronique, une photo du visage et les empreintes digitales. Ces dernières ne sont pas encore utilisées en Belgique. Il me revient que les E´tats-Unis souhaiteraient que la Belgique soit prête à délivrer les passeports biométriques pour le 26 octobre 2005, mais à partir de cette date tous les ressortissants ne devraient pas encore être en possession d’un tel passeport pour pouvoir partir en voyage aux E´tats-Unis sans visa.
In Nederland wordt vanaf volgend jaar een nieuwe generatie reisdocumenten ingevoerd. De documenten zouden een chip, gezichtsopname en vingerafdrukken bevatten. In Belgie¨ gebruikt men nog geen vingerafdrukken. Er is gezegd dat tegen 26 oktober 2005 Belgie¨ van de VS klaar zou moeten zijn met het afgeven van biometrische paspoorten. Maar niet elke onderdaan moet dan reeds over een paspoort beschikken om visumvrij naar de VS te kunnen afreizen.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20345
1. Quelles données biométriques figureront-elles sur les nouveaux passeports ? 2. Quand seront-ils disponibles ? 3. a) Les E´tats-Unis maintiennent-ils le 26 octobre 2005 comme date butoir ? b) Quelles données les E´tats-Unis demandent-ils à voir figurer sur le passeport à partir de cette date ? c) Quelles seront les conséquences pour les Belges qui désireront se rendre aux E´tats-Unis après cette date ?
1. Welke biometrische gegevens zullen staan op de nieuwe paspoorten ? 2. Wanneer zullen deze nieuwe paspoorten er zijn ? 3. a) Blijft de VS bij 26 oktober 2005 als to-do datum ?
DO 2005200606919
DO 2005200606919
Question no 321 de M. Gerolf Annemans du 17 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 321 van de heer Gerolf Annemans van 17 januari 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : 162e Boek van het Rekenhof. — Diplomatieke en consulaire posten. — Aanstelling van ordonnateurs en rekenplichtigen. In 1999 besloten de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking tot een hervorming van het financieel beheer van de diplomatieke en consulaire posten. Het Rekenhof stelde vanaf het begin van deze hervorming dat in toepassing van de wetgeving rijkscomptabiliteit in alle buitenlandse posten ordonnateurs moeten worden aangesteld, evenals rekenplichtigen die hun financie¨le verrichtingen door middel van een beheersrekening moeten verantwoorden. In zijn 162e boek stelt het Rekenhof dat dit nog steeds niet is gebeurd, hetgeen de controle van het Rekenhof bemoeilijkt en dat de laatste brieven van het Rekenhof hierover, gedateerd 16 juni 2004 en 25 augustus 2005, onbeantwoord bleven. 1. Werd ondertussen vooruitgang geboekt inzake de aanstelling van ordonnateurs en rekenplichtigen ? 2. a) Zo ja, met welke maatregelen ? b) Zo neen, wat is hiervoor uw motivatie ?
162e Cahier de la Cour des comptes. — Postes diplomatiques et consulaires. — Nominations d’ordonnateurs et de comptables. Le SPF Affaires extérieures, Commerce extérieur et Coopération au développement a décidé en 1999 de procéder à une réforme de la gestion financière des postes consulaires et diplomatiques. La Cour des comptes a indiqué dès le début de cette réforme que des ordonnateurs ainsi que des comptables, tenus de justifier leurs opérations financières au moyen d’un compte de gestion, devaient être nommés au sein de tous les postes étrangers en vertu de la législation sur la comptabilité de l’E´tat. La Cour des comptes indique dans son 162e cahier que ces nominations n’ont toujours pas eu lieu, ce qui complique le controˆle de la Cour, et que les derniers courriers à ce propos, des 16 juin 2004 et 25 aouˆt 2005, sont restés sans réponse. 1. Le dossier de la nomination d’ordonnateurs et de comptables a-t-il progressé entre temps ? 2. a) Dans l’affirmative, quelles mesures ont été prises ? b) Dans la négative, comment s’explique cette situation ?
b) Welke gegevens vraagt de VS dan op het paspoort ? c) Welke consequenties heeft dit voor Belgen die na die datum naar de VS willen reizen ?
DO 2005200606946
DO 2005200606946
Question no 322 de M. Hagen Goyvaerts du 18 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 322 van de heer Hagen Goyvaerts van 18 januari 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Toetreding van Turkije tot de Europese Unie. — Problematiek van de godsdienstvrijheid. Uit recente informatie blijkt dat het Turkse parlement er maar niet in slaagt de wet op de eigendommen
Adhésion de la Turquie à l’Union européenne. — Problème de la liberté de religion. Il ressort d’informations récentes que le Parlement turc ne parvient pas à adapter la loi sur les propriétés
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20346
des communautés religieuses aux exigences de l’Union européenne. La loi turque sur les fondations joue un roˆle central dans la situation de la liberté de religion dans ce pays, car elle concerne directement la possibilité, pour les communautés religieuses, de posséder des biens.
van religieuze bewegingen aan de eisen van de Europese Unie aan te passen. De Turkse wet op de stichtingen speelt een centrale rol in de situatie van de godsdienstvrijheid in het land, omdat die rechtstreeks heeft te maken met de mogelijkheid voor religieuze groeperingen om eigendommen te bezitten.
Actuellement, la direction générale des fondations ne reconnaıˆt officiellement que 160 groupements. Parmi ceux-ci, aucun ne représente les églises catholique romaine ou protestante, ni les témoins de Jéhovah, ni d’autres communautés religieuses. La Turquie ne peut garantir la liberté d’une religion que si elle est inscrite dans la Constitution et qu’elle est prévue par un cadre légal qui décrit et garantit pleinement les droits individuels et communautaires à la liberté de religion. Ce n’est qu’à ces conditions que la Turquie garantit la liberté de changer de religion ou de créer une communauté religieuse et que le pays peut garantir à ces communautés une reconnaissance légale, le droit de se réunir librement et de posséder des biens et le droit de former leur propre clergé.
Momenteel erkent het directoraat-generaal voor de stichtingen maar 160 groeperingen. Daar is geen enkele bij van de rooms-katholieke of protestantse kerken, noch van de getuigen van Jehovah of andere religieuze groeperingen. Turkije kan alleen godsdienstvrijheid waarborgen, als het die in zijn grondwet inschrijft aangevuld met een wettelijk kader die ten volle de individuele en gemeenschappelijke rechten op godsdienstvrijheid omschrijft en waarborgt. Alleen dan is de vrijheid gegarandeerd om van godsdienst te veranderen of een religieuze gemeenschap te vormen en kan de wettelijke erkenning, het recht op vrije bijeenkomsten of op het bezit van eigendommen en het recht om eigen personeel op te leiden gewaarborgd worden.
En l’absence de reconnaissance légale d’un groupement religieux, la Turquie ne respecte pas l’article 9 de la Convention européenne des droits de l’homme qui garantit la liberté totale de religion. La Commission européenne l’a encore explicitement rappelé l’an passé dans sa proposition de pourparlers d’adhésion avec la Turquie.
Zoniet is er geen overeenstemming met artikel 9 van de Europese conventie voor de mensenrechten dat het recht op volledige godsdienstvrijheid waarborgt. De Europese Commissie heeft dat vorig jaar nog eens utdrukkelijk vermeld in haar voorstel vor toetredingsgesprekken met Turkije.
Le paragraphe consacré à la liberté de religion comporte quatre exigences : l’adoption d’un règlement légal pour les minorités religieuses non musulmanes, la suspension des ventes et confiscations de leur biens, la garantie de l’exercice de la liberté d’expression et de culte ainsi que l’instauration, pour les communautés religieuses, du droit d’initiative et de celui de former leur propre clergé.
In de paragraaf over godsdienstvrijheid komen vier eisen aan bod : een wettelijke regeling treffen voor niet-islamitische religieuze minderheden, de verkoop en verbeurdverklaring van hun eigendommen opheffen, de uitoefening van het recht op vrije meningsuiting en godsdienstbeleving in de praktijk waarborgen, en religieuze groepen het recht op eigen initiatieven en de vorming van eigen personeel geven.
1. Avez-vous été informé de l’évolution de cette question dans le cadre de la récente discussion de la loi turque sur les biens des communautés religieuses au Parlement ?
1. Bent u op de hoogte van de ontwikkelingen in het kader van de recente parlementaire behandeling van de Turkse wet op de eigendommen van religieuze groeperingen ?
2. Quelles initiatives votre département des Affaires étrangères a-t-il pris, en concertation ou non avec des collègues ministres des Affaires étrangères d’autres E´tats de l’UE, afin de souligner en permanence auprès de la Turquie toute l’importance du paragraphe relatif à la liberté de religion et des quatre exigences dont il s’assortit ?
2. Welke initiatieven werden er vanuit uw departement Buitenlandse Zaken, al dan niet in samenspraak met collega-ministers van Buitenlandse Zaken van andere EU lidstaten, genomen om Turkije blijvend te wijzen op het belang van de paragraaf inzake godsdienstvrijheid en de vier eisen die daaraan gekoppeld zijn ?
3. Estimez-vous que la Turquie va développer suffisamment d’efforts dans les mois à venir pour satisfaire aux conditions de l’article 9 de la Convention européenne des droits de l’homme ?
3. Bent u van oordeel dat Turkije in de komende maanden voldoende inspanningen zal leveren om te voldoen aan de voorwaarden van artikel 9 van de Europese conventie voor de mensenrechten ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20347
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
DO 2005200606873
DO 2005200606873
Question no 330 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 12 janvier 2006 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 330 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 12 januari 2006 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Forces armées. — Cure de rajeunissement.
Krijgsmacht. — Verjongingskuur.
Le ministre travaille à une cure de rajeunissement des Forces armées. Précédemment, le département de la Défense a été appelé à fournir des effectifs pour le corps de sécurité chargé du transfert des détenus et pour la prise en charge téléphonique dans les centres de communication du numéro d’urgence 101. Les militaires aˆgés de plus de quarante ans et dont le grade n’est pas supérieur à celui de sous-officier ont ainsi la possibilité d’effectuer cette transition, auquel cas ils conservent leur ancienneté mais acquièrent le statut d’agent administratif à l’issue d’une période d’essai fructueuse d’un an.
De minister werkt aan een verjongingskuur bij de Krijgsmacht. Eerder werd Landsverdediging aangesproken voor het leveren van personeel voor het veiligheidskorps dat gevangenen moet transporteren en voor het bemannen van de telefoonlijnen in de communicatiecentra van het noodnummer 101. Het laat militairen die ouder zijn dan veertig en geen graad hebben die hoger is dan onderofficier, toe deze overstap te maken. De militairen behouden hun ancie¨nniteit, maar worden na een gunstige proefperiode van een jaar administratief ambtenaar.
1. a) Combien de militaires « plus aˆgés » ont-ils, à ce jour, déjà effectué la transition dans le cadre de cette cure de rajeunissement ?
1. a) Hoeveel « oudere » militairen stapten op vandaag in het kader van de verjongingskuur al over ?
b) Ou` sont-ils employés ?
b) Waar zijn ze intussen aan de slag ?
2. Combien de recrutements a-t-on déjà effectué en remplacement de ces militaires « plus aˆgés » ?
2. Hoeveel aanwervingen zijn ter vervanging van deze « oudere » militairen reeds gebeurd ?
3. Il me revient que les militaires aˆgés de plus de quarante ans pourraient également être engagés dans les communes pour l’exécution de taˆches administratives.
3. Men zegt mij dat militairen die ouder dan veertig jaar zijn ook aan de slag zouden kunnen in gemeenten voor het uitvoeren van administratieve taken.
a) Est-ce exact ?
a) Klopt dit ?
b) Combien de militaires pourraient être engagés dans les communes ?
b) Hoeveel militairen zouden in gemeenten aan de slag kunnen ?
c) Dans quel délai le Selor procèdera-t-il à une sélection de candidats à cet effet ?
c) Vanaf wanneer zullen kandidaten hiervoor gescreend worden door Selor ?
DO 2005200606905
DO 2005200606905
Question no 331 de M. Gerolf Annemans du 13 janvier 2006 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 331 van de heer Gerolf Annemans van 13 januari 2006 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Sous-utilisation des crédits destinés au renouvellement des équipements militaires.
Onderbenutting van de kredieten bestemd voor de vernieuwing van de militaire uitrusting.
L’accord de gouvernement 2003 et le Plan directeur 2003 prévoient une augmentation des investissements en vue de la modernisation des équipements mili-
In het regeerakkoord 2003 en het Stuurplan 2003 wordt een toename van de investeringen voor de modernisering van de militaire uitrusting tot het Euro-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20348
taires à concurrence de la moyenne européenne (15 100 euros par militaire). Les moyens destinés au renouvellement des équipements et des infrastructures sont inscrits au programme 16.50.2. Les dépenses imputées sur les crédits de ce programme concernent principalement le Plan d’investissements pour la Défense et la Sécurité (PIDS) qui est revu chaque année. Tout comme les années précédentes, les crédits d’engagement affectés au programme 15.40.2. ont dans une large mesure été sous-utilisés en 2004. Ainsi, 32 % seulement des crédits d’engagement de ce programme ont été utilisés (ce qui représente 415,2 millions d’euros sur un total de dépenses estimé à 1 296,5 millions d’euros).
pese gemiddelde (15 100 euro per militair) voorzien. De middelen voor vernieuwing van uitrusting en infrastructuur zijn ingeschreven op programma 16.50.2. De uitgaven die worden aangerekend op de kredieten van dit programma hebben voornamelijk betrekking op het Programma voor Investering in Defensie en Veiligheid (PIDV), dat jaarlijks wordt bijgestuurd. Net zoals in vorige jaren bleken de vastleggingskredieten voor programma 15.40.2. in 2004 in sterke mate onderbenut te blijven. Slechts 32 % van de vastleggingskredieten van dit programma werden aangewend (415,2 miljoen euro op een totaal van geraamde uitgaven van 1 296,5 miljoen euro).
1. Partagez-vous l’avis de la Cour des comptes qui évoque une surbudgétisation systématique dans son récent « cahier d’observations » ?
1. Deelt u de mening van het Rekenhof in zijn recente « Blunderboek » dat er sprake is van een systematische overbudgettering ?
2. Comment expliquez-vous les d’utilisation des dernières années ?
taux
2. Hoe verklaart u de lage benuttingspercentages van de voorbije jaren ?
3. Prévoyez-vous une hausse du taux d’utilisation au cours des années à venir ?
3. Plant u een stijging van het benuttingspercentage tijdens de komende jaren ?
4. Dans quel délai peut-on raisonnablement escompter l’augmentation à 25 % de la part des dépenses d’investissement prévue dans le Plan directeur 2003 en vue de la modernisation des équipements militaires, et cela à concurrence de la moyenne européenne de 15 100 euros par militaire (ce chiffre s’élevait à 5 946 euros par militaire belge en 2004) ?
4. Wanneer zal naar redelijke verwachting de in het Stuurplan 2003 vooropgestelde stijging van het aandeel van de investeringsuitgaven tot 25 % vooropgestelde toename van de investeringen voor de modernisering van de militaire uitrusting tot het Europese gemiddelde van 15 100 euro per militair gerealiseerd worden (2004 : 5 946 euro per Belgische militair) ?
DO 2005200606914
DO 2005200606914
Question no 332 de Mme Ingrid Meeus du 16 janvier 2006 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 332 van mevrouw Ingrid Meeus van 16 januari 2006 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Casernes. — Chiens veilleurs.
Kazernes. — Waakhonden.
Avec l’Unité chenil interforces, la Défense a fait du chien un maillon important de la chaıˆne de sécurité. Deux principes clés justifient l’utilisation du chien :dissuasion et vigilance. Dans de nombreux quartiers militaires, le chien est déjà utilisé dans le cadre du système de surveillance. L’utilisation de chiens de garde améliore non seulement la qualité de la surveillance, mais permet également de faire des économies en matière de budget et de personnel.
Via de Intermachten Kenneleenheid heeft Defensie de hond ingeschakeld als belangrijke schakel in de veiligheidsketen. Hierbij staan twee sleutelwoorden centraal : afschrikking en waakzaamheid. In tal van militaire kwartieren wordt de hond reeds gebruikt ter ondersteuning van het wachtsysteem. Het inzetten van de bewakingshonden verbetert niet alleen de kwaliteit van de bewaking, maar levert tevens een besparing op het personeels- en bugettair vlak.
En plus d’une formation intensive aux rondes de garde, certains chiens sont également entraıˆnés pour rechercher des explosifs. Ces chiens très entraıˆnés et très convoités sont fréquemment demandés et envoyés à l’étranger. Les chiens mais aussi la formation qui leur est dispensée en Belgique jouissent d’une grande renommée. La Slovénie comme l’Italie envoient leurs
Naast extensieve training om wachtrondes te lopen, worden sommige honden ook extra getraind om explosieven op te sporen. Deze hooggetrainde en zeer gegeerde honden worden dan ook vaak gevraagd in het buitenland en op missie uitgestuurd. Niet alleen de honden, maar ook de gerenommeerde Belgische hondentraining is alom bekend. Zowel Slovenie¨ als
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
faibles
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20349
militaires en Belgique pour y suivre la formation d’entraıˆnement avec leur chien. 1. a) Dans quelles casernes ces maıˆtres-chiens et leurs chiens de garde sont-ils utilisés actuellement ? b) Quelles sont les perpectives d’avenir de cette forme de surveillance ? c) Ce système de surveillance sera-t-il étendu à d’autres casernes dans le futur ? d) Dans l’affirmative, de quelles casernes s’agit-il et quand le système sera-t-il étendu ? 2. a) A-t-on observé une diminution sensible du nombre d’effractions et d’intrusions depuis que le chien est utilisé pour la surveillance ? b) Comment cette amélioration peut-elle ête définie qualitativement et quantitativement ? c) A-t-on relevé des cas de blessures ? d) En pareil cas, qui assume les frais d’hoˆpital de la victime ou les frais vétérinaires pour le chien ? 3. a) Combien de chiens sont-ils formés chaque année pour la Défense et utilisés par l’Unité chenil interforces ? b) Quel est le couˆt de la formation complète d’un seul chien avec son maıˆtre-chien ? c) Combien de chiens ont-ils été rendus inaptes au service actif en raison blessures, de maladies, d’accidents de travail de 2000 à 2005 ? 4. La police fédérale utilise également régulièrement des chiens dans le cadre de controˆles anti-drogue, d’opérations de dépistage et de missions de protection. a) Ces chiens sont-ils également entraıˆnés par l’Unité chenil interforces de la Défense ? b) Envisage-t-on de créer dans l’avenir un chenil commun de la police fédérale ?
Italie¨ sturen hun militairen naar Belgie¨ om de trainingsopleiding met hun hond te volgen. 1. a) In welke kazernes worden dergelijke wakerhondenmeesters en waakhonden momenteel ingezet ? b) Wat is het toekomstperspectief van deze bewakingsvorm ? c) Wordt dit wachtsysteem naar de toekomst toe uitgebreid naar andere kazernes ? d) Zo ja, welke kazernes en wanneer ?
c) Combien de chiens la Défense a-t-elle déjà fournis à la police fédérale ?
2. a) Is er een zichtbare verbetering inzake indringing en intrusie sedert het inzetten van de hond in de bewaking ? b) Hoe wordt deze verbetering gekwalificeerd en gekwantificeerd ? c) Waren er verwondingen ? d) Wie neemt in dergelijke gevallen de ziekenhuiskosten van het slachtoffer of de hond op zich ? 3. a) Hoeveel honden worden er jaarlijks voor Defensie opgeleid en ingezet door de Intermachten Kenneleenheid ? b) Wat is de kostprijs van een volledige opleiding van één hond met zijn hondenmeester ? c) Hoeveel honden viel uit tijdens de actieve dienstperiode wegens verwondingen, ziekte, werkongeval voor de periode van 2000 tot 2005 ? 4. De federale politie gebruikt ook regelmatig honden bij drugscontroles, opsporingsoperaties en als bescherming. a) Worden deze honden eveneens getraind door de Intermachten Kenneleenheid van Defensie ? b) Wordt in de toekomst overwogen een gemeenschappelijke kennel van de federale politie op te richten ? c) Hoeveel honden leverde Defensie reeds aan de federale politie ?
DO 2005200606945
DO 2005200606945
Question no 333 de Mme Inga Verhaert du 18 janvier 2006 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 333 van mevrouw Inga Verhaert van 18 januari 2006 (N.) aan de minister van Landsverdediging : Studie over de toekomstige bestemming van het vliegveld Brasschaat-Noord. Uw antwoord op mijn vraag nummer 237 van 6 juni 2005 betreffende de toekomstige bestemming van het
E´tude relative à la destination future de l’aérodrome de Brasschaat-Noord. Votre réponse à ma question no 237 du 6 juin 2005 relative à la destination future de l’aérodrome de Bras-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20350
schaat-Noord suscite des questions supplémentaires (Questions et réponses, Chambre, 2004-2005, no 86, p. 15016).
vliegveld van Brasschaat, doet bijkomende vragen rijzen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 86, blz. 15016).
1. L’étude relative à la destination future des différents baˆtiments a-t-elle abouti et, le cas échéant, quelles sont les conclusions de cette étude ?
1. Is de studie over de toekomstige bestemming van de verschillende gebouwen afgerond en wat zijn in dat geval de resultaten van de studie ?
2. a) Sera-t-il procédé à l’aliénation de certains baˆtiments ?
2. a) Zal er worden overgegaan tot de vervreemding van een aantal gebouwen ?
b) Dans l’affirmative, lesquels et dans quels délais ?
b) Zo ja, welke en binnen welk tijdspad ?
Ministre de l’E´conomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
DO 2005200606859
DO 2005200606859
Question no 396 de M. Guido De Padt du 12 janvier 2006 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 396 van de heer Guido De Padt van 12 januari 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Bureau de tarification. — Demandes.
Tarieferingsbureau. — Tariferingsaanvragen.
Le Bureau de Tarification, qui a été créé dans le cadre du Fonds commun de garantie automobile, a pour mission de déterminer moyennant quelle prime et sous quelles conditions une entreprise d’assurances doit couvrir toute personne qui est soumise à l’assurance obligatoire découlant de l’utilisation de véhicules à moteur. Le Bureau de Tarification peut intervenir lorsque trois compagnies ont refusé d’assurer quelqu’un en RC-auto.
Het Tariferingsbureau is opgericht binnen het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds, heeft als opdracht vast te stellen tegen welke premie en onder welke voorwaarden een verzekeringsonderneming iedere persoon moet dekken die onderworpen is aan de verplichte verzekering die voortvloeit uit het gebruik van motorvoertuigen. Voormeld bureau kan ingeschakeld worden wanneer drie verzekeringsmaatschappijen geweigerd hebben om iemand in burgerlijke aansprakelijkheid — auto te verzekeren.
1. Combien de demandes de tarification ont été traitées en 2003, 2004 et 2005 (veuillez ventiler la réponse par catégorie et usage du véhicule) ?
1. Hoeveel tariferingsaanvragen werden in 2003, 2004 en 2005 behandeld, met opsplitsing volgens de categorie en het gebruik van het voertuig ?
2. Combien de ces demandes ont été refusées et pour quelles raisons ?
2. Hoeveel daarvan werden geweigerd en om welke redenen ?
3. Combien ont été renouvelées ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
3. Hoeveel daarvan werden hernieuwd ? 2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20351
Politique scientifique
Wetenschapsbeleid
DO 2005200606928
DO 2005200606928
Question no 93 de M. Gerolf Annemans du 17 janvier 2006 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Intégration du Centre d’E´tudes et de Documentation Guerre et Sociétés contemporaines comme département spécialisé dans les Archives générales du Royaume.
Vraag nr. 93 van de heer Gerolf Annemans van 17 januari 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
L’article 419 de la loi-programme du 24 décembre 2002 prévoit l’intégration du Centre d’E´tudes et de Documentation Guerre et Sociétés contemporaines (CEGES) comme département spécialisé dans les Archives générales du Royaume. L’arrêté royal réglant le transfert des biens, collections, droits et obligations du CEGES ainsi que des membres de son personnel n’a toujours pas été publié.
In artikel 419 van de programmawet van 24 december 2002 wordt de integratie gepland van het Studieen Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (SOMA) als gespecialiseerd departement bij het Algemeen Rijksarchief. Het koninklijk besluit dat de overdracht van de goederen, collecties, rechten en verplichtingen van het SOMA, alsook van de personeelsleden, moet regelen, werd nog altijd niet gepubliceerd.
1. Quelles sont les raisons de l’intégration du Centre d’E´tudes et de Documentation Guerre et Sociétés contemporaines en tant que département spécialisé au sein des Archives générales du Royaume ?
1. Wat is de reden voor de vertraging met betrekking tot de integratie van het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij als gespecialiseerd departement bij het Algemeen Rijksarchief ?
2. Dans quels délais raisonnables peut-on attendre cette intégration ?
2. Wanneer zal naar redelijke verwachting de integratie een feit zijn ?
DO 2005200606933
DO 2005200606933
Question no 94 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2006 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 94 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Inventaire physique établi par les établissements scientifiques, services de l’E´tat à gestion séparée.
Fysieke inventaris van de wetenschappelijke instellingen die staatsdiensten zijn met afzonderlijk beheer.
Dans son récent Cahier d’observations, la Cour des comptes indique que la mise à jour de l’inventaire physique laisse à désirer dans l’ensemble des services de l’E´tat. Ainsi, les biens acquis seraient portés à l’inventaire avec retard, des biens mis hors d’usage y resteraient parfois inscrits et la présence physique des biens ne ferait en aucun cas l’objet d’un controˆle régulier.
Het Rekenhof merkt in zijn recente « Blunderboek » op dat het bijhouden van de fysieke inventaris in alle staatsdiensten te wensen overlaat. Zo zouden aangekochte goederen met vertraging ingeschreven worden, zouden buiten gebruik gestelde goederen soms in de inventaris blijven staan en zou nergens de fysieke aanwezigheid van de goederen regelmatig gecontroleerd worden.
1. Pouvez-vous vous rallier à l’avis de la Cour des comptes concernant la mise à jour de l’inventaire physique par les établissements scientifiques, services de l’E´tat à gestion séparée ?
1. Kan u de zienswijze van het Rekenhof met betrekking tot het bijhouden van de fysieke inventaris door de wetenschappelijke instellingen die staatsdiensten met afzonderlijk beheer zijn, bijtreden ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Integratie van het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij als gespecialiseerd departement bij het Algemeen Rijksarchief.
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20352
2. Quelles mesures ont été prises pour répondre aux observations formulées par la Cour des comptes ?
2. Welke maatregelen worden er genomen om aan de opmerkingen van het Rekenhof tegemoet te komen ?
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 2005200606935
DO 2005200606935
Question no 406 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 18 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 406 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 18 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Maribel social. — Réduction des dotations.
Sociale Maribel. — Verminderde Dotaties.
Des menaces pèsent sur le Maribel social.
De Sociale Maribel staat onder druk.
Durant les années 1995-1997, les partenaires sociaux du secteur non marchand privé ont demandé au gouvernement de mettre au point des mesures de diminution des cotisations ONSS spécialement axées sur leur secteur, leur principale revendication étant l’obligation de créer des emplois. Ce système, connu sous le vocable de « Maribel social », fonctionne avec succès jusqu’à présent. Le Maribel social a permis la création de milliers de postes de travail dans l’ensemble du secteur non marchand.
In de jaren 1995-1997 vroegen de sociale partners van de private social profit sector aan de regering om een RSZ-bijdragevermindering te ontwerpen, specifiek voor de sector, met als basisvereiste : verplichte jobcreatie. Dit systeem, gekend onder de benaming « Sociale Maribel », heeft tot nu toe met succes gewerkt. De Sociale Maribel heeft de creatie van duizenden arbeidsplaatsen mogelijk gemaakt in de hele social profit sector.
Aujourd’hui, les perspectives ne sont guère encourageantes pour le Maribel social. On parle pour la première fois d’une diminution des dotations. Dans ce cas de figure, les partenaires sociaux qui gèrent actuellement le Maribel social privé risquent de baisser les bras.
Vandaag ziet het er voor de Sociale Maribel niet zo goed uit. Er is nu voor de eerste keer sprake van een vermindering van dotaties. Met deze gang van zaken ontstaat het risico dat de sociale partners, die nu de private Sociale Maribel beheren, het snel voor bekeken zullen houden.
Les partenaires sociaux continuent pourtant de croire à l’efficacité du système sur le plan de l’emploi.
De sociale partners blijven nochtans in de efficie¨ntie van het systeem op gebied van tewerkstelling geloven.
1. a) La menace de voir diminuer les dotations du Maribel social est-elle réelle dès 2006 ?
1. a) Is de dreiging tot verminderde dotaties voor de Sociale Maribel vanaf 2006 ree¨el ?
b) Pensez-vous que le gouvernement va persister dans cette voie ?
b) Denkt u dat de regering in haar voornemens zal volharden ?
c) Quelle en est la motivation ?
c) Wat is de motivatie hiertoe ?
2. a) Un entretien est-il prévu avec les partenaires sociaux qui gèrent actuellement le Maribel social ?
2. a) Werd met de sociale partners die nu de private Sociale Maribel beheren, een onderhoud gepland ?
b) Quelles explications allez-vous fournir aux partenaires sociaux ?
b) Wat zult u de sociale partners vertellen ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20353
3. Pensez-vous que le gouvernement va revenir aux règles et concepts qui ont présidé en son temps à la création du Maribel social en accord avec les partenaires sociaux ?
3. Denkt u dat de regering zal terugkeren naar de concepten en regels die destijds, in akkoord met de sociale partners, de basis hebben gevormd van de Sociale Maribel ?
4. Je voudrais évoquer l’exemple d’une maison de repos ou` travaillent 15 personnes ou 8 équivalents temps plein dans le cadre du Maribel social. Aujourd’hui, on y compte encore trois collaborateurs à mi-temps disposant d’une approbation jusqu’au 31 décembre 2005.
4. Ik haal het concreet voorbeeld aan van een rusthuis waar 15 personeelsleden of 8 FTE (voltijds equivalenten) in het kader van deze Sociale Maribel werken. Op vandaag zijn er nog drie medewerkers halftijds in dienst waarvoor er een goedkeuring is tot 31 december 2005.
Le directeur de cette maison de repos peut-il espérer une conversion de ces emplois temporaires en emplois définitifs ?
Mag en kan de directeur van dit rusthuis hopen op een omzetting van deze tijdelijke in defintieve tewerkstelling ?
DO 2005200606938
DO 2005200606938
Question no 407 de Mme Annemie Turtelboom du 18 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : E´valuation du statut social des gardiennes d’enfants.
Vraag nr. 407 van mevrouw Annemie Turtelboom van 18 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Le statut social des gardiennes d’enfants, en vigueur depuis le 1er avril 2003, devait être évalué avant fin 2005. L’introduction de ce statut s’est accompagnée d’une grande imprécision. Si, aujourd’hui, beaucoup de malentendus ont été dissipés, l’incertitude subsiste sur certains points.
Het sociaal statuut van de onthaalouder dat werd ingevoerd op 1 april 2003 moet voor eind 2005 worden gee¨valueerd. Bij de opstart werd het systeem geconfronteerd met heel wat onduidelijkheden. Vandaag is al veel opgehelderd, maar er blijven nog altijd onduidelijkheden.
1. Une évaluation a-t-elle eu lieu ?
Evaluatie van het sociaal statuut van de onthaalouder.
1. Is er een evaluatie gebeurd ?
2. Dans l’affirmative, quelles en sont les conclusions ?
2. Zo ja, wat waren de conclusies ?
3. Dans la négative, quand procédera-t-on à cette évaluation ?
3. Zo neen, wanneer mogen we de evaluatie verwachten ?
4. La création d’un statut social pour les gardiennes d’enfants a-t-elle atteint son but en rendant cette profession plus attrayante ?
4. Heeft het sociaal statuut zijn doel, namelijk het aantrekkelijk maken van het beroep van onthaalmoeder, bereikt ?
DO 2005200606952
DO 2005200606952
Question no 408 de Mme Trees Pieters du 18 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 408 van mevrouw Trees Pieters van 18 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Accords préalables avec les secteurs fiscal et parafiscal. — Remboursement des couˆts inhérents aux employeurs.
Voorafgaande akkoorden met de fiscale en parafiscale sector. — Terugbetaling van kosten eigen aan de werkgevers.
Conformément aux directives administratives promulguées par l’instruction no Ci.RH.421/456.942 du 3 décembre 1993 et l’instruction no Ci.RH.81/ 534.479 du 11 décembre 2000, les justiciables peuvent, sur le plan fiscal, conclure auprès des Inspecteurs A ou
Overeenkomstig de administratieve richtlijnen uitgevaardigd bij de instructie nr. Ci.RH.421/456.942 van 3 december 1993 en de instructie nr. Ci.RH.81/ 534.479 van 11 december 2000 kunnen op belastingvlak de rechtsonderhorigen bij de Inspecteurs A of bij
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20354
des Directeurs A, à tout le moins à l’échelon local, des « accords préalables » concernant le remboursement de couˆts non imposables inhérents à la société employeuse. Après les restructurations fiscales et d’autres réformes, les questions suivantes d’ordre général et de portée pratique se posent encore en la matière. ` quels fonctionnaires du fisc et du contentieux, 1. A ou à quels services consultatifs de l’administration de la Fiscalité des Entreprises et des Revenus chargés des controˆles classiques des contributions directes ou chapeautant les centres de controˆle polyvalents (Sections V) les contribuables peuvent-ils s’adresser dorénavant par écrit ? 2. a) Les employeurs concernés peuvent-ils conclure également, et simultanément, des accords individuels similaires avec les services liés au SPF Sécurité sociale, au SPF Emploi, Travail et Concertation sociale, et avec l’ONSS ? b) Dans la négative, pourquoi ne le peuvent-ils toujours pas et quelles initiatives utiles ont déjà été prises à ce jour ou seront prises bientoˆt de manière à faire en sorte que tous les services fiscaux et sociaux concernés soient sur la même longueur d’onde ? ` quels services sociaux territorialement compéc) A tents les employeurs de toutes catégories peuventils s’adresser pour ces questions ? 3. Dans quels délais raisonnables les employeurscontribuables peuvent-ils escompter un tel accord préalable et raisonnable ? 4. Comment, à quel niveau hiérarchique et quand les services fiscaux et parafiscaux concernés peuventils, le cas échéant, échanger officiellement ce type d’informations ? ` quelles instances fiscales et sociales supérieures 5. A les contribuables peuvent-ils s’adresser lorsqu’ils ne peuvent se satisfaire de l’accord préalable proposé ?
de Directeurs A blijkbaar op lokaal vlak « voorafgaande akkoorden » sluiten met betrekking tot de terugbetaling van niet-belastbare kosten eigen aan de vennootschap-werkgeefster. Na de fiscale herstructureringen en andere hervormingen rijzen terzake thans dan ook nog altijd de volgende algemene praktische vragen. 1. Tot al welke belasting- en geschillenambtenaren of adviserende diensten van de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit van zowel de klassieke controles van de directe belastingen, als van de polyvalente controlecentra (Afdelingen V) kunnen de belastingplichtigen zich voortaan schriftelijk wenden ? 2. a) Kunnen de betrokken werkgevers eveneens gelijktijdig soortgeljke individuele akkoorden sluiten met de diensten verbonden aan de FOD Sociale Zekerheid, de FOD Werkgelegeneheid, Arbeid en Sociaal Overleg en met de RSZ ? b) Zo neen, waarom nog steeds niet en welke nuttige initiatieven werden er tot nu toe reeds ondernomen of zullen er weldra worden getroffen opdat alle betrokken fiscale en sociale diensten op eenzelfde golflengte zouden werken ? c) Tot welke territoriaal bevoegde sociale diensten kunnen de werkgevers zich dienaangaande dan ook respectievelijk allemaal richten ? 3. Binnen welke respectievelijke redelijke termijnen mogen de werkgevers-belastingplichtigen op een dergelijk voorafgaand en redelijk akkoord vertrouwen ? 4. Op welke wijze, op welk hie¨rarchisch niveau en wanneer moet al dergelijke informatie door de betrokken fiscale en parafiscale diensten desgevallend officieel en onderling worden uitgewisseld ? 5. Tot al welke hogere fiscale en sociale instanties kunnen de belastingplichtigen zich respectievelijk richten wanneer zij geen vrede kunnen nemen met het voorgesteld voorafgaand akkoord ?
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2005200606845
DO 2005200606845
Question no 630 de Mme Nathalie Muylle du 12 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Nouvelles marques auriculaires pour les ovins. En vertu du règlement européen 21/2004, tous les ovins doivent être identifiés à l’aide d’une marque
Vraag nr. 630 van mevrouw Nathalie Muylle van 12 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Beschikbaarheid van nieuwe oormerken voor schapen. Volgens de Europese richtlijn (21/2004) dienen schapen geoormerkt te worden vo´o´r de leeftijd van zes
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20355
auriculaire avant l’aˆge de six mois. Ce règlement stipule en outre que les ovins nés après le 9 juillet 2005 doivent être munis de deux marques auriculaires en plastique, apposées dans chacune des oreilles.
maanden. Diezelfde richtlijn bepaalt ook dat schapen geboren vanaf 10 juli 2005 met twee plastieken oormerken moeten worden gemerkt, één in elk oor.
Le 10 janvier 2006, les agneaux nés le 10 juillet auront six mois. Les nouvelles marques auriculaires ne sont actuellement pas encore disponibles et la DGZ (Dierengezondheidszorg Vlaanderen) n’est pas en mesure de préciser quand elles le seront. Durant la période de Noe¨l-Nouvel An, de nombreux secteurs d’activité sont à l’arrêt. Les éleveurs de moutons seront-ils donc contraints de commettre une infraction malgré eux ?
De lammetjes die geboren werden op 10 juli bereiken op 10 januari de leeftijd van zes maanden. De nieuwe oormerken zijn op heden nog niet beschikbaar en men kan mij bij Dierengezondheidzorg (DGZ) ook nog niet vertellen wanneer deze beschikbaar zullen zijn. Tijdens de kerst- en nieuwjaarsperiode liggen er heel wat zaken stil. Zullen de schapenhouders dus noodgedwongen in de fout gaan ?
1. Quand les éleveurs de moutons disposeront-ils des marques auriculaires ?
1. Wanneer zullen de oormerken beschikbaar zijn voor de schapenhouder ?
2. Seront-ils contraints d’enfreindre la loi ?
2. Zullen de schapenhouders noodgedwongen de wet met de voeten moeten treden ?
3. Comment un éleveur de moutons peut-il vendre les agneaux de six mois en toute légalité (s’ils ne sont pas destinés à l’abattage dans un abattoir belge) ?
3. Hoe kan een schapenhouder legaal de zes maanden oude lammeren verhandelen (niet voor de slacht in een Belgisch slachthuis) ?
4. Une compensation est-elle prévue pour les couˆts éventuels liés à la non-disponibilité des marques auriculaires ?
4. Is er een compensatie voorhanden voor eventuele kosten die er niet zouden geweest zijn als de oormerken tijdig beschikbaar waren ?
DO 2005200606850
DO 2005200606850
Question no 631 de M. Jo Vandeurzen du 12 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 631 van de heer Jo Vandeurzen van 12 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Hoˆpitaux. — Transfert de lits d’hoˆpitaux.
Ziekenhuizen. — Overdracht ziekenhuisbedden.
1. Un hoˆpital peut-il, dans l’état actuel de la législation, transférer des lits d’hoˆpitaux dansun autre hoˆpital ?
1. Kan op dit ogenblik een ziekenhuis bedden overdragen aan een ander ziekenhuis ?
2. Dans l’affirmative, à quelles règles ce transfert est-il soumis ?
2. Zo ja, aan welke regels is deze overdracht onderworpen ?
DO 2005200606851
DO 2005200606851
Question no 632 de M. Jo Vandeurzen du 12 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 632 van de heer Jo Vandeurzen van 12 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Statuts MRS. — Lits d’hoˆpital. — Vente et transactions.
RVT-statuten. — Ziekenhuisbedden. — Verkoop en verhandeling.
Pourriez-vous me préciser si des statuts MRS ou des lits d’hoˆpital « sont dans le commerce », en d’autres termes s’il est permis de les vendre ou de réaliser des transactions à titre onéreux portant sur eux ?
Kan u meedelen of RVT-statuten of ziekenhuisbedden « in de handel zijn », met andere woorden of het toegelaten is deze onder bezwarende titel te verkopen of te verhandelen ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20356
DO 2005200606874
DO 2005200606874
Question no 633 de Mme Nathalie Muylle du 12 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 633 van mevrouw Nathalie Muylle van 12 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Conseil du Bien-être des animaux. — Composition.
Raad voor Dierenwelzijn. — Samenstelling.
L’arrêté royal du 7 octobre 2002 règle la composition et le fonctionnement du Conseil du Bien-être des animaux. Le Conseil a entamé ses activités le 1er janvier 2003 et ses membres ont été nommés pour un mandat de deux ans. Le Conseil a dès lors été dissous le 31 décembre 2004. En juin 2005, vous avez indiqué que vous n’étiez pas encore en possession des candidatures de l’ANSPA (Association nationale des Sociétés de Protection animale) et de la VDV (Vlaamse Dierenartsenvereniging — association flamande de vétérinaires) pour la composition du nouveau Conseil du Bien-être des animaux.
Het koninklijk besluit van 7 oktober 2002 regelt de samenstelling en de werking van de Raad voor Dierenwelzijn. De Raad ging van start op 1 januari 2003 en de leden werden benoemd voor een mandaat van twee jaar. Bijgevolg werd de Raad ontbonden op 31 december 2004. In juni 2005 zei u dat u nog wachtte op kandidaturen van de NAVED (Nationale Vereniging voor Dierenbescherming) en de VDV (Vlaamse Dierenartsenvereniging), voor de samenstelling van de nieuwe Raad voor Dierenwelzijn.
1. Le Conseil du Bien-être des animaux s’est-il réuni dans l’intervalle ou la procédure en vue de la composition de ce Conseil est-elle toujours en cours ?
1. Is de Raad van Dierenwelzijn al samengekomen of bent u nog bezig met de samenstelling van de Raad ?
2. Pourriez-vous, le cas échéant, me faire connaıˆtre la composition du Conseil ?
2. Zo ja, kan u de huidige samenstelling van de Raad voor Dierenwelzijn meedelen ?
DO 2005200606875
DO 2005200606875
Question no 634 de Mme Nathalie Muylle du 12 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 634 van mevrouw Nathalie Muylle van 12 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Fête islamique du sacrifice. — Abattages de moutons.
Islamitisch Offerfeest. — Slachtingen van schapen.
Les musulmans ont célébré la « Fête du sacrifice » à ` cette occasion, travers le monde, le 10 janvier 2005. A bon nombre d’entre eux ont abattu un mouton selon les méthodes rituelles. Des lieux d’abattage temporaires ont été mis en place dans l’ensemble du pays afin que tout se déroule légalement, hygiéniquement et proprement. Des abattages à domicile auraient toutefois encore eu lieu. Des controˆles ont été effectués afin d’éviter de telles pratiques, mais des conteneurs destinés à recueillir des déchets d’abattage ont également été installés, ce qui est en contradiction avec ces controˆles. Pour couronner le tout, une politique de tolérance est pratiquée à Hasselt et à Tongres, moyennant le paiement d’une amende.
Op 10 januari 2005 vierden de moslims over de hele wereld het « Offerfeest ». Daartoe slachtten velen een schaap volgens de rituele methodes. In heel het land werden tijdelijke slachtplaatsen ingericht om alles wettelijk, hygie¨nisch en netjes te laten verlopen. Toch zouden er nog thuisslachtingen plaatsvinden. Om dit te voorkomen zijn er vele controles uitgevoerd, maar hieraan tegengesteld worden er ook nog containers geplaatst om slachtafval in te dumpen. Als klap op de vuurpijl vindt er in Hasselt en Tongeren een gedoogbeleid plaats, mits een boete wordt betaald.
1. Combien d’abattages ont-ils été effectués dans les lieux d’abattage temporaires ?
1. Hoeveel slachtingen vonden plaats op de tijdelijke slachtvoeren ?
2. A-t-on pu garantir le bon déroulement des opérations dans les lieux d’abattage ?
2. Kon alles in goede orde worden gehouden op de slachtvloeren ?
3. Combien d’infractions a-t-on constatées ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
3. Hoeveel overtredingen werden vastgesteld ? 2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20357
4. a) Combien de conteneurs destinés à recueillir les déchets d’abattage a-t-on installés ?
4. a) Hoeveel containers voor slachtafval werden er geplaatst ?
b) Ont-ils tous été utilisés ?
b) Werden deze allemaal benut ?
5. Que pensez-vous de la circulaire des procureurs du Roi de Hasselt et de Tongres qui propose une transaction, moyennant le paiement d’une amende de 500 euros ?
5. Wat is uw mening over de rondzendbrief van de procureurs des Konings van Hasselt en Tongeren die een minnelijke schikking voorstelt, mits een boete van 500 euro wordt betaald ?
DO 2005200606886
DO 2005200606886
Question no 635 de Mme Nathalie Muylle du 13 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 635 van mevrouw Nathalie Muylle van 13 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Indemnisation des carcasses voisines des carcasses de bovins contaminés par l’ESB.
Vergoeding van de buurkarkassen van met BSE besmette runderen.
En septembre 2005, vous avez déclaré que les paiements des indemnisations des carcasses voisines des carcasses de bovins contaminés par l’ESB seraient effectués autant que possible simultanément avant le 31 décembre 2005.
In september 2005 stelde u dat de vergoeding van de buurkarkassen van met BSE besmette runderen zoveel mogelijk gelijktijdig en vo´o´r 31 december 2005 zouden uitgevoerd worden.
Le 31 décembre 2005, les éleveurs touchés n’avaient toujours pas été indemnisés.
Op 31 december 2005 hadden de gedupeerde veehouders hun geld nog niet ontvangen.
Quand les paiements seront-ils effectués ?
Wanneer zullen de uitbetalingen gebeuren ?
DO 2005200606902
DO 2005200606902
Question no 636 de M. Daniel Bacquelaine du 13 janvier 2006 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 636 van de heer Daniel Bacquelaine van 13 januari 2006 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Traitement du cancer du sein non métastasé. — Trastuzumab (Herceptin).
Behandeling van niet-uitgezaaide borstkanker. — Trastuzumab (Herceptin).
L’attention a été attirée dans la presse sur les résultats d’études publiées récemment avec le trastuzumab (Herceptin) dans le traitement du cancer du sein non métastasé.
In de pers werd onlangs aandacht besteed aan een aantal recent gepubliceerde studies over de resultaten van een behandeling met trastuzumab (Herceptin) bij patie¨nten met niet-uitgezaaide borstkanker.
HERA (pour Herceptin Adjuvant) est une vaste étude, qui a inclus 5 090 patientes avec cancer du sein de stade précoce mais invasif, avec présence de récepteurs HER-2, après avoir bénéficié d’un traitement optimal comprenant chirurgie, chimiothérapie et radiothérapie éventuelle. Cette étude a été coordonnée par la Belgique en la personne du docteur Martine Picart, responsable du Cancéropole de l’ULB et présidente du « Breast International Group ».
De HERA-studie (Herceptin Adjuvant Trial) is een grootschalig onderzoek van het gebruik van Herceptin bij 5 090 patie¨nten met HER2-positieve, invasieve borstkanker in een beginstadium, die reeds een optimale behandeling met chirurgie, chemotherapie en radiotherapie (indien van toepassing) gekregen hadden. De studie werd in Belgie¨ gecoo¨rdineerd, door Dr. Martine Piccart, hoofd van het departement Geneeskunde van het Jules Bordetinstituut (ULB) en voorzitster van de « Breast International Group ».
Comme les chercheurs ne connaissaient pas de manière précise la durée optimale du traitement par
Omdat de onderzoekers de optimale duur van een behandeling met Herceptin niet nauwkeurig kennen,
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20358
Herceptin, les patientes ont été réparties en trois bras : Herceptin durant 1 an, Herceptin durant 2 ans et placebo.
werden de patie¨nten ingedeeld in drie groepen : de eerste groep kreeg een jaar lang Herceptin toegediend, de tweede groep twee jaar lang, en de derde groep kreeg een placebo.
Les résultats préliminaires du premier groupe ont déjà été communiqués lors du congrès américain d’oncologie en mai 2005 et publiés tout récemment dans le « New England Journal of Medicine », et ils vont dans le sens attendu : une réduction de 46 % du risque de récidive après un an, tandis qu’un an après l’arrêt, l’avantage est tout aussi évident avec 86 % de femmes sans récidive contre 77 % chez les femmes qui avaient bénéficié du traitement optimal, mais sans Herceptin.
De eerste voorlopige resultaten voor de eerste groep werden intussen bekendgemaakt tijdens een belangrijk Amerikaanse oncologiecongres in mei 2005 en kort geleden gepubliceerd in de « New England Journal of Medicine ». Zoals verwacht zijn die resultaten positief : het recidiefrisico na een jaar is met 46 % gedaald, en een jaar na de stopzetting van de behandeling hebben de patie¨nten nog altijd duidelijk baat gehad bij het middel, want 86 % van de vrouwen is dan nog altijd in remissie, tegen 77 % van de vrouwen die de optimale behandeling gekregen hadden, maar dan zonder Herceptin.
Le problème est le couˆt du traitement : 36 000 euros par patiente pour une année de traitement (ce qui représenterait en Belgique un budget de 36 millions d’euros).
Het probleem is het kostenplaatje : een behandeling van een jaar kost 36 000 euro per patie¨nte. Voor Belgie¨ zou dat neerkomen op een budget van 36 miljoen euro.
Toutefois, dès la parution des résultats exceptionnels de cette étude, tous les gouvernements des pays qui nous sont proches ont trouvé une solution pour dégager de l’argent pour rembourser le traitement aux femmes qui en ont besoin. La France a ainsi libéré tout de suite 120 millions d’euros, déjà pour cette année.
Zodra de buitengewone resultaten van die studie bekendgemaakt werden, hebben de regeringen van alle ons omliggende landen evenwel een oplossing gevonden om het nodige geld uit te trekken voor de terugbetaling van de behandeling voor vrouwen die het middel nodig hebben. Zo heeft Frankrijk onmiddellijk 120 miljoen euro beschikbaar gesteld, geld dat dit jaar al kan worden besteed.
Quelles sont donc les initiatives prises en Belgique pour s’orienter vers le remboursement de ce produit « révolutionnaire » ?
Wat werd er in Belgie¨ gedaan om de terugbetaling van dat « revolutionaire » middel mogelijk te maken ?
DO 2005200606921
DO 2005200606921
Question no 637 de Mme Magda De Meyer du 17 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : E´coliers envoyés au service des urgences.
Vraag nr. 637 van mevrouw Magda De Meyer van 17 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Les écoles disposent en interne d’un service premiers secours qui est à même de déterminer rapidement si un élève qui se blesse ou tombe malade doit être ramené chez lui ou conduit aux urgences. En principe, c’est à un médecin généraliste qu’il appartient d’envoyer ou non aux urgences un enfant se trouvant dans cette situation. Cependant, la direction d’une école est quelquefois dans l’impossibilité de faire venir sur place le médecin généraliste lorsque ses élèves habitent à une certaine distance de l’établissement. Elle peut transporter l’enfant au domicile du médecin mais dans la plupart des cas cela est douloureux pour l’enfant et cela prend beaucoup de temps.
Scholen beschikken over een interne EHBO-dienst die snel kan beoordelen of een kind dat op school een letsel oploopt of ziek wordt, best naar huis of naar de spoedgevallendienst van het ziekenhuis wordt gebracht. In principe moet er voor de opname in de spoedgevallendienst eerst een verwijzing van de huisarts bekomen worden. Voor scholen waar leerlingen verder van de school af wonen is het niet steeds haalbaar voor de schooldirectie om de huisarts ter plaatse te krijgen. Zij kunnen het kind verplaatsen naar de woonplaats van de huisarts, maar dat brengt in de meeste gevallen veel pijn en verloren tijd met zich mee.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Doorverwijzing naar de spoedgevallendienst van scholieren.
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20359
Dans la réglementation actuelle, une contribution forfaitaire de 9,5 euros (4,75 euros d’intervention majorée) est demandée aux patients qui se présentent dans une unité d’urgences sans y avoir été préalablement envoyés par un médecin généraliste, et cela en vertu de l’article 107quater de la loi sur les hoˆpitaux, coordonnée le 7 aouˆt 1987. Ce montant n’est pas remboursé par la mutuelle et l’assurance en responsabilité civile de l’établissement scolaire n’intervient pas. Dans certains cas, les parents se tournent vers l’école pour récupérer les frais occasionnés.
In de huidige regeling op basis van artikel 107quater van de wet op de ziekenhuizen, gecoo¨rdineerd op 7 augustus 1987, wordt een forfaitaire bijdrage van 9,5 euro (4,75 euro verhoogde tegemoetkoming) gevorderd van patie¨nten die zich aanmelden in een eenheid voor spoedgevallenzorg zonder doorverwijzing van de huisarts. Dit bedrag wordt niet terugbetaald door het ziekenfonds. Ook de schoolverzekering burgerlijke aansprakelijkheid komt niet tussenbeide. In sommige gevallen wenden de ouders zich tot de school om de kosten te recupereren.
Les responsables premiers secours dans les écoles, qui reçoivent une formation spécifique et suivent régulièrement un recyclage, sont parfaitement à même de décider en leur aˆme et conscience s’il est opportun d’envoyer l’élève aux urgences.
De EHBO-verantwoordelijken in de scholen, die een specifieke vorming krijgen en regelmatig bijgeschoold worden, zijn zeker in staat om in eer en geweten te beslissen over de doorverwijzing naar de spoedgevallen.
Eˆtes-vous disposé à supprimer la contribution forfaitaire pour les enfants qui se trouvent à l’école et que les responsables premiers secours envoyent en aˆme et conscience aux urgences de l’hoˆpital ?
Bent u bereid om de forfaitaire bijdrage te schrappen voor kinderen die zich op school bevinden en door de EHBO-verantwoordelijken van de school in eer en geweten doorverwezen worden naar het ziekenhuis ?
DO 2005200606925
DO 2005200606925
Question no 638 de Mme Yolande Avontroodt du 17 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 638 van mevrouw Yolande Avontroodt van 17 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Reconnaissance de l’allergologie.
Erkenning van de allergologie.
L’Europe reconnaıˆt depuis longtemps l’importance de l’allergologie en tant que discipline distincte dans le cadre de la lutte contre le problème croissant des aller` la suite d’une initiative européenne récente, les gies. A ingrédients allergènes doivent désormais être indiqués sur les emballages des produits alimentaires.
Europa erkent reeds lang het belang van een aparte discipline allergologie in de strijd tegen het toenemend probleem van de allergiee¨n. Op initiatief van Europa moeten recentelijk allergieverwekkende ingredie¨nten op de verpakking van voedingsmiddelen vermeld staan.
En Belgique, l’allergologie n’est pas encore recon` ma quesnue comme une spécialité à part entière. A o tion orale n 7264 du 14 juin 2005 (Compte rendu intégral, Chambre, 2004-2005, commission de la Santé publique, 14 juin 2005, COM646, p. 22), vous avez répondu que vous attendiez une réponse du Conseil supérieur des médecins spécialistes et généralistes pour septembre ou octobre 2005.
In Belgie¨ wordt allergologie nog niet erkend als aparte discipline. Op mijn mondelinge vraag nr. 7264 van 14 juni 2005 (Integraal Verslag, Kamer, 20042005, commissie voor de Volksgezondheid, 14 juni 2005, COM646, blz. 22), antwoordde u dat u tegen september of oktober 2005 een antwoord verwachtte van de Hoge Raad voor Geneesheren-specialisten en Huisartsen.
1. Le Conseil s’est-il déjà exprimé à ce sujet ?
1. Heeft de Hoge Raad voor Geneesherenspecialisten en Huisartsen zich inmiddels uitgesproken ?
2. Dans l’affirmative, pourriez-vous commenter cet avis ? Dans quel délai peut-on s’attendre à la publication de l’arrêté royal relatif à cette matière ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2. Zo ja, kan u dit advies toelichten en binnen welke termijn mag het koninklijk besluit terzake verwacht worden ? 2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20360
DO 2005200606927
DO 2005200606927
Question no 639 de Mme Hilde Claes du 17 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 639 van mevrouw Hilde Claes van 17 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Responsabilité médicale. — Rapport annuel du service de médiation fédéral « droits du patient ».
Medische aansprakelijkheid. — Jaarrapport van de federale ombudsdienst « rechten van de patie¨nt ».
En ce qui concerne le problème de la responsabilité médicale, vous avez déclaré précédemment attendre l’étude du Centre fédéral d’expertise des soins de santé relative au couˆt d’une assurance « no-fault ». Cette étude a entre-temps été finalisée.
In verband met de problematiek van de medische aansprakelijkheid, zei u vroeger dat u de studie inzake het kostenplaatje van een no-fault verzekering van het Federaal Kenniscentrum Gezondheidszorg afwachtte. Deze studie is inmiddels voltooid.
Fin septembre 2005, vous avez déclaré dans plusieurs articles de presse être favorable à la création d’un fonds chargé d’indemniser plus rapidement les victimes d’erreurs médicales. Le délai de création de ce fonds n’était alors pas encore établi. Récemment, vous avez indiqué que les partenaires de la coalition menaient actuellement des discussions en vue d’aboutir à un concept porté par tous. Vous avez également mentionné des mesures qui n’existaient pas sous la précédente législature, telles que le versement d’une somme de huit millions d’euros à l’ensemble des hoˆpitaux pour permettre aux différents médecins de se couvrir.
Eind september 2005 verschenen in de pers verschillende berichten waarin u stelde dat u voorstander bent van de oprichting van een fonds dat slachtoffers van medische blunders sneller moet vergoeden. Wanneer het fonds er zal komen, was nog niet duidelijk. Onlangs deelde u mee dat er momenteel besprekingen plaatsvinden tussen de coalitiepartners om tot een gemeenschappelijk gedragen concept te komen. U verwees ook naar maatregelen die in de vorige legislatuur niet bestonden, zoals het uitbetalen van acht miljoen euro voor de verschillende ziekenhuizen, opdat de verschillende artsen zich kunnen dekken.
Le problème des droits du patient est fort similaire. En juin 2005, le service de médiation fédéral a présenté son rapport annuel « droits du patient » qui conclut principalement à l’existence d’un problème en ce qui concerne l’indépendance des médiateurs dans les hoˆpitaux et souligne la nécessité d’y être attentif. Sur les 167 médiateurs qui sont en fonction aujourd’hui, 117 exercent encore une autre fonction dans l’hoˆpital, une situation qui nuit à leur indépendance. En outre, des efforts restent encore à fournir pour faire connaıˆtre la loi relative aux droits du patient au grand public.
Nauw verwant met deze problematiek is die van de rechten van de patie¨nt. In juni 2005 stelde de federale ombudsdienst « rechten van de patie¨nt » zijn jaarrapport voor. Hieruit bleek dat het vooral met de onafhankelijkheid van de bemiddelaars in ziekenhuizen slecht gesteld is. De ombudsdienst vroeg ook aandacht voor het gebrek aan onafhankelijkheid van bemiddelaars. Van de 167 bemiddelaars die vandaag in functie zijn, oefenen er 117 nog een andere functie uit in het ziekenhuis. Deze situatie komt hun onafhankelijkheid niet ten goede. Daarnaast is gebleken dat er nog werk aan de winkel is om de patie¨ntenrechtenwet bij het breder publiek bekend te maken.
1. a) Dans le cadre de l’étude du Centre fédéral d’expertise, pourquoi n’a-t-on pas interrogé les médecins et les dentistes qui effectuent des prestations ambulatoires ?
1. a) Waarom werden voor het onderzoek van het Federaal Kenniscentrum de ambulant werkende artsen en de tandartsen niet ondervraagd ?
b) Estimez-vous les résultats de l’étude du Centre fédéral d’expertise suffisamment représentatifs sachant que toutes les catégories professionnelles n’y ont pas été associées ?
b) Acht u de resultaten van het onderzoek van het Federaal Kenniscentrum voldoende representatief, nu niet alle beroepsgroepen betrokken werden ?
2. a) Comment envisagez-vous de répartir concrètement les 8 millions d’euros destinés à couvrir les médecins dans les différents hoˆpitaux ?
2. a) Hoe overweegt u concreet de 8 miljoen euro voor de verschillende ziekenhuizen ter dekking van de artsen te verdelen ?
b) Selon quelle clé les fonds seront-ils répartis ?
b) Volgens welke sleutel wordt het geld verdeeld ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20361
c) Comment les hoˆpitaux doivent-ils affecter ces fonds ?
c) Hoe moeten de ziekenhuizen dit geld besteden ?
3. Quel calendrier prévoyez-vous pour l’élaboration du projet de loi relatif à la responsabilité médicale ?
3. Wat is uw timing inzake totstandkoming van het wetsontwerp medische aansprakelijkheid ?
4. a) Tiendrez-vous compte des observations formulées par le service de médiation fédéral dans son rapport annuel ?
4. a) Overweegt u rekening te houden met de bemerkingen die de federale ombudsdienst in zijn jaarrapport maakte ?
b) Dans l’affirmative, de quelles observations tiendrez-vous compte et comment ?
b) Zo ja, welke en op welke wijze ?
5. Quand prévoyez-vous la mise en place d’un fonds d’indemnisation des victimes d’erreurs médicales ?
5. Wanneer plant u de installatie van een fonds ter vergoeding van de slachtoffers van medische fouten ?
DO 2005200606934
DO 2005200606934
Question no 640 de Mme Magda De Meyer du 18 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : E´levages canins. — Controˆle de la vente de chiens.
Vraag nr. 640 van mevrouw Magda De Meyer van 18 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Sur le plan du controˆle de la vente de chiens, un rapport publié récemment aux Pays-Bas qualifie de dramatique la situation en Belgique.
Een recent Nederlands rapport noemt de situatie in Belgie¨ in verband met de controle op de hondenverkoop « dramatisch ».
Hondenfokkerijen. — Controles op hondenverkoop.
1. Combien compte-t-on d’élevages canins agréés en Belgique ?
1. Hoeveel erkende fokkers zijn er in Belgie¨ ?
2. Quelle est la fréquence des controˆles de ces élevages ?
2. Hoe dikwijls worden zij gecontroleerd ?
3. Combien de procès-verbaux a-t-on dressés en 2003, 2004 et 2005 ?
3. Hoeveel processen-verbaal werden er opgesteld in 2003, 2004 en 2005 ?
4. Des éleveurs se sont-ils déjà vu interdire la poursuite de leur activité ?
4. Zijn er fokkers die een verbod kregen om verder te fokken ?
5. En Belgique, les chiens sont toujours identifiés par une puce électronique ou par un tatouage. Le tatouage s’effaçant cependant généralement après six mois, cette méthode ne sera plus autorisée en Europe dès 2012. Dans la plupart de nos pays voisins, seule l’identification permanente par puce est encore admise.
5. De hondenidentificatie gebeurt in Belgie¨ nog altijd via chip ofwel via tatoeage. Het probleem met tatoeage is dat die meestal verdwijnt na een half jaar. Daarom wordt deze methode trouwens niet meer aanvaard in Europa vanaf 2012. In de meeste ons omliggende landen is daarom enkel de blijvende identificatie via chip nog toegelaten.
Ne serait-il pas indiqué d’en faire autant en Belgique ?
Zou het niet aangewezen zijn om dit ook in Belgie¨ te doen ?
6. Combien de chiens a-t-on abandonné dans des asiles en 2003, 2004 et 2005 ?
6. Hoeveel honden werden achtergelaten in asielen in 2003, 2004 en 2005 ?
7. Ne serait-il pas indiqué d’interdire la vente de chiots dans des magasins et autres centres d’élevage de chiots et de ne ne plus autoriser que la vente dans des élevages canins agréés et spécialisés dans un nombre limité de races ?
7. Zou het niet aangewezen zijn om de verkoop van puppy’s via winkels en zogenaamde puppyfarms te verbieden en enkel nog verkoop via erkende fokkers, met een beperkt aantal rassen, toe te staan ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20362
DO 2005200606939
DO 2005200606939
Question no 641 de Mme Magda De Meyer du 18 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 641 van mevrouw Magda De Meyer van 18 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Vente de produits amaigrissants inefficaces par le biais des pharmacies.
Verkoop van niet-efficie¨nte vermageringsproducten via de apotheken.
L’association belge de patients obèses BOLD lutte contre la stigmatisation des personnes corpulentes et rondelettes. Les personnes en réel surpoids doivent être aidées et ne peuvent être ridiculisées ou culpabilisées notamment par le biais de jeux télévisés.
De organisatie BOLD, de Belgische vereniging voor obese patie¨nten, vecht tegen de stigmatisering van dikke en mollige mensen. Mensen met echt overgewicht moeten geholpen worden. Ze mogen niet belachelijk gemaakt worden of beschuldigd worden via onder andere tv-spelletjes.
Il faut également cesser de promouvoir l’idéal de l’hyperminceur. Les personnes rondelettes ont du charme. C’est pourquoi je soutiens pleinement BOLD dans son combat contre la vente de faux produits amaigrissants inefficaces, certainement par le biais du circuit pharmaceutique officiel.
Ook het promoten van het al te hyperslanke ideaalbeeld moet stoppen. Mollige mensen zijn mooi. Daarom steun ik ten volle de BOLD-strijd tegen de verkoop van niet-efficie¨nte nepvermageringsproducten, zeker via het officie¨le apothekerscircuit.
Pourriez-vous prendre des mesures contre la vente de faux produits amaigrissants dans les pharmacies ?
Kan u optreden tegen de verkoop van nepvermageringsproducten in de apotheken ?
DO 2005200606943
DO 2005200606943
Question no 642 de Mme Yolande Avontroodt du 18 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 642 van mevrouw Yolande Avontroodt van 18 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Nouveau programme de soins en pédiatrie.
Nieuwe zorgprogramma pediatrie.
Un nouveau programme de soins entrera en vigueur en 2006 en pédiatrie. Ce programme prévoit que le nombre de pédiatres devra passer de trois à quatre équivalents temps plein par service de pédiatrie hospitalière.
In 2006 wordt een nieuw zorgprogramma pediatrie van kracht. Daarbij wordt gepland dat het aantal pediaters per dienst ziekenhuispediatrie wordt opgetrokken van drie naar vier full time equivalenten.
Le nouveau programme de soins élaboré par le ministre est basé sur l’étude des professeurs Cannoodt et Casaer.
Het nieuwe zorgprogramma dat de minister uitschreef is gebaseerd op de studie van de professoren Cannoodt en Casaer.
Les hoˆpitaux se demandent comment ils parviendront à engager ces équivalents temps plein supplémentaires en pédiatrie.
De ziekenhuizen stellen zich de vraag waar ze deze bijkomende full time equivalent pediaters moeten gaan halen.
Pour différentes raisons, les jeunes pédiatres sont en effet une denrée rare dans les cliniques.
De instroom van jonge pediaters in het ziekenhuis is beperkt omwille van verschillende redenen.
Tout d’abord, il faut citer le contingentement, qui engendre une baisse du nombre de jeunes diploˆmés en pédiatrie.
Ten eerste is er de contingentering waardoor minder pediaters afstuderen.
En deuxième lieu, les pédiatres préfèrent actuellement généralement créer leur propre cabinet plutoˆt que de travailler en hoˆpital, les rémunérations perçues en tant que pédiatre hospitalier étant moins intéressantes. Le ministre débloque des moyens supplémentaires
Ten tweede bestaat vandaag de tendens bij pediaters dat ze eerder verkiezen een eigen praktijk te starten dan te gaan werken in een ziekenhuis. De verloning als ziekenhuispediater is immers beperkt. De minister voorziet wel in bijkomende middelen en hoopt te
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20363
et espère pouvoir réaliser des économies, mais ces nouveaux budgets seront insuffisants pour proposer au pédiatre un travail attrayant dans un hoˆpital.
kunnen besparen, maar die bijkomende middelen zullen onvoldoende zijn om de pediater een aantrekkelijke job in het ziekenhuis aan te bieden.
Troisièmement, l’avènement de sous-spécialités ainsi que la féminisation de la profession signifient qu’il faut engager plusieurs pédiatres pour pourvoir à un seul poste d’équivalent temps plein.
Ten derde heeft de opmars van subspecialiteiten en de vervrouwelijking van het beroep tot gevolg dat meerdere pediaters moeten worden aangeworven om één full time equivalent te kunnen invullen.
Enfin, je voudrais souligner que l’étude des professeurs Cannoodt et Casaer était basée sur des données de disponibilité de diploˆmés qui ne répondent plus à la réalité actuelle.
Tenslotte wil ik er op wijzen dat de studie van de professoren Cannoodt en Casaer gebaseerd was op cijfers inzake instroom die vandaag niet meer beantwoorden aan de realiteit.
1. Avez-vous examiné la question de savoir si l’on dispose de pédiatres en nombre suffisant pour adjoindre un équivalent temps plein aux services de pédiatrie des hoˆpitaux ?
1. Heeft u onderzocht in welke mate er voldoende pediaters beschikbaar zijn om de ziekenhuisdiensten pediatrie uit te breiden met één full time equivalent ?
2. Comment pensez-vous financer cette extension des services de pédiatrie, vu que l’accroissement du budget prévu est destiné à mieux rémunérer les services de garde et que l’économie qui résultera de la fermeture de services de pédiatrie ne permettra probablement pas de générer suffisamment de moyens pour financer cet équivalent temps plein supplémentaire et rendre financièrement plus attrayant le statut de pédiatre d’hoˆpital ? 3. Eˆtes-vous disposé à mettre à jour l’étude des professeurs Cannoodt et Casaer de façon à disposer de statistiques réalistes ?
2. Hoe overweegt u deze uitbreiding te financieren, gelet op het feit dat de uitbreiding van het geplande budget gaat naar een betere verloning van de wachtdiensten en wellicht de besparing door sluiting van pediatriediensten onvoldoende middelen zal vrijmaken om deze extra full time equivalent te financieren en het statuut van de ziekenhuispediatrie financieel aantrekkelijker te maken ?
DO 2005200606948
DO 2005200606948
Question no 643 de Mme Nathalie Muylle du 18 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 643 van mevrouw Nathalie Muylle van 18 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Fonds européens destinés aux programmes de lutte contre les maladies des animaux.
Europees geld programma’s.
Fin novembre 2005, la Commission européenne a approuvé une série de mesures de cofinancement relatives aux programmes de lutte et de surveillance dans le cadre de la lutte contre les maladies des animaux. Pour 2006, 185 millions d’euros au total ont été réservés pour les E´tats membres. Lors de l’adoption des programmes introduits par les E´tats membres, la Commission a surtout pris en considération les maladies qui peuvent toucher non seulement la santé animale mais aussi la santé publique.
Eind november 2005 keurde de Europese Commissie het pakket aan co-financieringsmaatregelen voor bestrijdings- en bewakingsprogramma’s in de dierenziektebestrijding goed. Voor 2006 werd in totaal 185 miljoen euro gereserveerd voor de lidstaten. Bij de goedkeuring van de programa’s die de lidstaten indienden, hechtte de Commissie vooral belang aan ziekten die niet alleen de dierengezondheid, maar ook de volksgezondheid kunnen beı¨nvloeden.
1. Quels programmes ont été approuvés ?
3. Bent u bereid de studie van Cannoodt en Casaer up te daten teneinde te kunnen beschikken over realistische cijfers ?
voor
dierenziektebestrijdings-
1. Welke programma’s werden goedgekeurd ?
2. Quels montants ont été affectés à ces programmes ?
2. Welke bedragen worden gramma’s uitgetrokken ?
3. Quels montants la Belgique prévoit-elle pour les projets de cofinancement ?
3. Welke bedragen trekt Belgie¨ uit voor cofinancieringsprojecten ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
voor
deze
pro-
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20364
DO 2005200606953
DO 2005200606953
Question no 644 de Mme Magda De Meyer du 18 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Interception d’un transport de poules sur le ring de Bruxelles. La police de la circulation a arrêté récemment sur le ring de Bruxelles un camion chargé d’un nombre important de poules vivantes. L’Agence fédérale pour la sécurité alimentaire a envoyé deux inspecteurs sur place. La police a dressé un procès-verbal et a ensuite laissé le camion poursuivre sa route. Selon l’association de protection des animaux BLID, cette situation est intolérable. Le camion transportait plus de 6 400 poules entassées dans des cages beaucoup trop étroites. Selon un journaliste du quotidien « Het Laatste Nieuws », certains animaux dépassaient du camion et étaient couverts de sang. Plusieurs poules étaient mortes, piétinées par leurs congénères. L’association BLID estime scandaleux qu’un camion puisse poursuivre sa route dans de telles conditions sans ajuster son chargement. S’il s’avère lors de tels controˆles de transports de marchandises que le chargement n’est pas réglementaire, il peut être procédé au rechargement du véhicule. Des camions sont parfois immobilisés au bord de la route jusqu’à ce que tout soit en règle. 1. La police ou l’Agence fédérale de la sécurité alimentaire n’ont-elles pas estimé nécessaire en l’occurrence de donner davantage d’espace aux poules pour la suite du voyage qui devait d’ailleurs encore durer au moins une heure ? 2. Pourquoi les poules mortes n’ont-elles pas été évacuées ? Il s’agit bien ici d’infractions à la loi relative à la protection et au bien-être des animaux ! La législation relative aux transports des animaux stipule clairement que les animaux doivent disposer d’un espace suffisant.
Vraag nr. 644 van mevrouw Magda De Meyer van 18 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Onderschepping van een kippentransport op de Brusselse ring. Onlangs hield de verkeerspolitie op de Brusselse ring een vrachtwagen tegen die geladen was met een groot aantal levende kippen. Het Federaal Voedselagentschap stuurde twee inspecteurs ter plaatse. De politie stelde een proces-verbaal op, waarna de vrachtwagen zijn rit gewoon mocht verder zetten. Dit kan niet volgens dierenwelzijnsorganisatie BLID (Belgisch Landelijke Inspectiedienst voor Dierenwelzijn). In de vrachtwagen zaten wel 6 400 kippen opeengepakt in veel te kleine kooien. Volgens een journalist van de krant Het Laatste Nieuws lagen sommige dieren half uit de vrachtwagen en zaten onder het bloed. Verscheidene kippen waren doodgetrapt door hun soortgenoten. BLID vindt het schandalig dat een vrachtwagen in zulke toestand nog mag verder rijden zonder zijn lading te moeten herschikken. Als bij dergelijke controles op vrachtvervoer blijkt dat de lading niet in orde is, kan er worden overgegaan tot herlading van de vracht. Soms worden vrachtwagens uren aan de kant gehouden tot alles in orde is.
Ministre de la Coopération au Développement
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
1. Achtte de politie of het Federaal Voedselagentschap het in dit geval niet nodig om de kippen meer ruimte te geven tijdens de verdere reis, die trouwens nog minstens een uur zou duren ? 2. Waarom werden de dode kippen niet verwijderd ? Het gaat hier nochtans om inbreuken op de dierenwelzijnswet ! In de wetgeving betreffende het vervoer van dieren staat duidelijk dat dieren voldoende ruimte moeten hebben.
DO 2005200606917
DO 2005200606917
Question no 111 de M. Gerolf Annemans du 17 janvier 2006 (N.) au ministre de la Coopération au développement : Dépenses pour la coopération au développement. Dans la loi-programme du 24 décembre 2002, le gouvernement s’est engagé à affecter, au plus tard à
Vraag nr. 111 van de heer Gerolf Annemans van 17 januari 2006 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking : Uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking. In de programmawet van 24 december 2002 heeft de regering er zich toe verbonden om uiterlijk vanaf 2010
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20365
partir de 2010, 0,7 % du revenu national brut (RNB) à la coopération au développement. Afin d’atteindre cet objectif, une augmentation systématique des moyens destinés à la coopération au développement s’impose. En fonction du rythme de croissance prévu, 0,46 % du RNB devait être affecté à la coopération au développement en 2004. En réalité, seulement 0,41 % du RNB y a été affecté en 2004, ce qui représente une diminution de 0,19 % par rapport à 2003 et de 0,02 % par rapport à 2002. Même si le rythme de croissance annuel prévu de 0,04 % est respecté, la norme de 0,7 % ne sera pas atteinte en 2010.
0,7 % van het bruto nationaal inkomen (BNI) te besteden aan ontwikkelingssamenwerking. Om deze doelstelling te realiseren, is een stelselmatige verhoging van de middelen voor ontwikkelingssamenwerking nodig. In 2004 moest volgens het vooropgestelde groeipad 0,46 % van het BNI aan ontwikkelingssamenwerking besteed worden. In werkelijkheid werd in 2004 slechts 0,41 % van het BNI besteed aan ontwikkelingssamenwerking, een daling van 0,19 % ten opzichte van 2003 en van 0,02 % ten opzichte van 2002. Zelfs indien het vooropgesteld jaarlijks groeiritme van 0,04 % wordt aangehouden, zal de 0,7 % norm in 2010 niet gehaald worden.
1. Estimez-vous que la norme de 0,7 % du RNB sera atteinte en 2010 ?
1. Bent u van oordeel dat de norm van 0,7 % BNI tegen 2010 zal gehaald worden ?
2. Quels efforts devront être fournis pour atteindre cette norme ?
2. Welke inspanningen moeten er daartoe geleverd worden ?
Ministre de la Mobilité
Minister van Mobiliteit
DO 2005200606866
DO 2005200606866
Question no 418 de M. Guido De Padt du 12 janvier 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 418 van de heer Guido De Padt van 12 januari 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Véhicules immatriculés pour la première fois et pour une durée inférieure à un mois par la DIV.
Voertuigen die voor de eerste keer en voor minder dan één maand werden ingeschreven bij de DIV.
Si la taxe de circulation ne s’applique pas aux véhicules inscrits pour une durée inférieure à un mois, la taxe de mise en circulation (TMC) est due depuis le premier jour. Elle peut toutefois être restituée si le véhicule est immatriculé dans un E´tat membre de l’UE dans les six mois après son immatriculation initiale.
Voertuigen die minder dan één maand ingeschreven zijn, worden niet onderworpen aan verkeersbelasting. Anderzijds is de belasting op in verkeerstelling (BIV) vanaf de eerste dag verschuldigd, maar kan deze teruggevorderd worden wanneer het voertuig binnen de zes maanden na inschrijving, ingeschreven wordt in een EU-land.
1. Combien de nouveaux véhicules ont-ils été immatriculés pour la première fois et pour une durée inférieure à un mois par la Direction pour l’immatriculation des véhicules (DIV) au cours de 2004 et de 2005 (nombre ventilé par marque), de façon qu’ils soient exempts de la taxe de circulation après leur radiation du répertoire matricule ?
1. Hoeveel nieuwe voertuigen werden in 2004 en 2005, (opgedeeld per merk) voor de eerste keer en voor minder dan één maand ingeschreven bij de Dienst voor de inschrijving van voertuigen (DIV), derwijze dat er na schrapping geen verkeersbelasting verschuldigd was ?
2. Pendant la même période, combien de ces véhicules ont-ils été immatriculés dans un E´tat membre de l’UE dans les six mois après leur immatriculation initiale, permettant la restitution de la TMC ?
2. Hoeveel van voormelde voertuigen werden in 2004 en 2005, binnen de zes maanden na hun inschrijving, ingeschreven in een EU-land, zodat de BIV kon teruggevorderd worden ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20366
DO 2005200606896
DO 2005200606896
Question no 419 de M. Jef Van den Bergh du 13 janvier 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 419 van de heer Jef Van den Bergh van 13 januari 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Rétroviseur anti-angle mort pour les camions.
Dodehoekspiegel vrachtwagens.
1er
Depuis le janvier 2005, tous les camions à partir de 3,6 tonnes doivent être équipés d’un rétroviseur anti-angle mort. La présence de ce rétroviseur sur tout poids lourd doit être vérifiée lors du controˆle technique.
Sinds 1 januari 2005 is de dodehoekspiegel verplicht op elke vrachtwagen in ons land vanaf 3,6 ton. De controle moet uitgevoerd worden bij de technische keuring.
1. a) Combien de camions (+ 3,5 tonnes) ont été soumis au controˆle technique au cours du deuxième trimestre de 2005 ?
1. a) Hoeveel vrachtwagens (+ 3,5 ton) werden tijdens het tweede kwartaal van 2005 onderworpen aan de technische keuring ?
b) Tous ces camions étaient-ils équipés d’un rétroviseur anti-angle mort ?
b) Waren al deze vrachtwagens uitgerust met een dodehoekspiegel ?
c) Combien en étaient équipés ? Combien n’en étaient pas équipés ?
c) Hoeveel wel/niet ?
2. a) Combien de camions (+ 3,5 tonnes) ont été soumis au controˆle technique au cours du troisième trimestre de 2005 ?
2. a) Hoeveel vrachtwagens (+ 3,5 ton) werden tijdens het derde kwartaal van 2005 onderworpen aan de technische keuring ?
b) Tous ces camions étaient-ils équipés d’un rétroviseur anti-angle mort ?
b) Waren al deze vrachtwagens uitgerust met een dodehoekspiegel ?
c) Combien en étaient équipés ? Combien n’en étaient pas équipés ?
c) Hoeveel wel/niet ?
3. a) Combien de camions (+ 3,5 tonnes) ont été soumis au controˆle technique au cours du quatrième trimestre de 2005 ?
3. a) Hoeveel vrachtwagens (+ 3,5 ton) werden tijdens het vierde kwartaal van 2005 onderworpen aan de technische keuring ?
b) Tous ces camions étaient-ils équipés d’un rétroviseur anti-angle mort ?
b) Waren al deze vrachtwagens uitgerust met een dodehoekspiegel ?
c) Combien en étaient équipés ? Combien n’en étaient pas équipés ?
c) Hoeveel wel/niet ?
DO 2005200606906
DO 2005200606906
Question no 420 de M. Ludo Van Campenhout du 13 janvier 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 420 van de heer Ludo Van Campenhout van 13 januari 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Simplification de la loi sur la circulation routière pour les motos.
Vereenvoudigng van de verkeerswet voor de motorfiets.
Vous avez annoncé récemment qu’une simplification de la loi sur la circulation routière s’imposait. Il convient de mettre un terme aux situations kafkaı¨ennes et de clarifier le code de la route à l’intention de l’ensemble des usagers de la route. Des informations
Onlangs kondigde u aan dat een vereenvoudiging in de verkeerswetgeving zich opdringt. « Kafka » moet uit de regelgeving opdat deze terug duidelijker zou worden voor de gebruikers van de openbare weg. Te veel en onduidelijke informatie langs de rijbaan leidt
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20367
en trop grand nombre et imprécises au bord de la chaussée provoquent des situations de stress chez l’usager, le conducteur automobile, le motocycliste, le cycliste, etc.
bij de gebruiker, autobestuurder, motorrijder, fietser, enzovoort tot stresssituaties.
Les motocyclistes constituent incontestablement une catégorie d’usagers de la route méritant une attention toute particulière dans le cadre d’une simplification du code de la route. Les nombreuses propositions de loi visant à accroıˆtre la sécurité du motocycliste en attestent. De trop nombreuses règles ont été édictées sans tenir compte de la situation particulière des motocyclistes. L’abondance des dispositions en matière de stationnement en est un exemple. Il est ainsi interdit pour les motos de stationner dans de nombreuses zones bleues. Un panneau E9b y indique que les emplacements de stationnement sont réservés aux voitures, le but étant d’éviter que bus et camions n’encombrent les quartiers résidentiels. Or, ce panneau exclut également les motos, ce qui est illogique. Pourquoi une voiture peut-elle stationner au centre d’un village et non une moto ?
Een categorie weggebruikers die bij zo een vereenvoudiging extra aandacht verdient is ongetwijfeld de motorfiets. De vele wetsvoorstellen die de situatie van de motorrijder veiliger moeten maken, hebben dat uitgewezen. Te vaak werd in het verleden een regeling uitgewerkt waarbij de motorrijder over het hoofd werd gezien. De overvloedige bepalingen inzake parkeerzones zijn hiervan een voorbeeld. Zo mogen in tal van blauwe zones motorfietsen niet parkeren. De parkeerplaatsen worden voorbehouden aan auto’s door middel van bord E9b opdat bussen en vrachtwagens bewonerswijken niet zouden belasten. Tegelijkertijd sluit men hierdoor de motorfietsen uit. De logica is op die manier zoek. Waarom mag een auto parkeren in een dorpskern en een motorfiets niet ?
1. Estimez-vous comme moi que les motocyclistes, dont le nombre ne cesse de croıˆtre, méritent une attention toute particulière dans le cadre d’une telle opération de simplification ?
1. Bent u het met me eens dat de toenemende groep aan motorrijders bij zo een vereenvoudigingsoefenig bijzondere aandacht verdient ?
2. Envisagez-vous de vous concerter avec le secteur concerné à ce sujet ?
2. Overweegt u daartoe met de betrokken sector overleg te plegen ?
3. Avez-vous déjà réfléchi à un calendrier pour la mise en œuvre de cette simplification ?
3. Heeft u reeds een timing voor ogen hoe u deze vereenvoudiging zal doorvoeren ?
DO 2005200606909
DO 2005200606909
Question no 421 de M. Ludo Van Campenhout du 16 janvier 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 421 van de heer Ludo Van Campenhout van 16 januari 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Empavillonage des bateaux anciens.
Invlagging van de historische vloot.
En septembre 2005, le port d’Anvers a été le théaˆtre des journées de promotion connues sous le nom de « Waterkantwerpen ». Cette année, cette manifestation s’est surtout concentrée sur les bateaux anciens.
In september 2005 vonden de zogenaamde promotiedagen « Waterkantwerpen » plaats. Dit jaar richtte deze activiteit zijn focus onder meer op het belang van historische vaartuigen.
La majorité des navires présents battaient pavillon néerlandais.
Onder deze schepen was er een grote vertegenwoordiging die de Nederlandse vlag voerden.
Aujourd’hui, la Belgique compte plusieurs chantiers navals (sociaux) qui rénovent notamment des voiliers anciens qui naviguaient jadis sur les eaux territoriales belges. Mais l’enregistrement de tels navires, afin qu’ils puissent naviguer sous pavillon belge, pose problème. Généralement, il s’agit d’anciens navires de charge réaménagés pour le transport de passagers et la navigation de plaisance à des fins commerciales.
Heden bestaan in Belgie¨ een aantal (sociale) scheepswerven waar onder meer klassieke zeilschepen, die vroeger de Belgische territoriale water bevoeren, gerenoveerd worden. De registratie van dergelijke schepen, zodat ze onder Belgische vlag kunnen varen, vormt problemen. Meestal betreft het oude vrachtschepen die nu omgebouwd worden tot vaartuigen voor de commercie¨le pleziervaart van passagiers.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20368
En effet, les navires commerciaux de plaisance ne peuvent naviguer sans lettre de pavillon commerciale. Toutefois, ils ne peuvent transporter plus de 12 passagers et dépasser 24 mètres de long. Mais dans de nombreux cas, il s’agit de navires de plus de 24 mètres, qui peuvent aussi embarquer plus de 12 passagers et qui n’entrent donc pas en ligne de compte pour la délivrance d’une lettre de mer, puisqu’ils sont soumis au régime du certificat de jaugeage pour la navigation intérieure.
Voor commercie¨le pleziervaartuigen moet een commercie¨le vlaggenbrief afgeleverd worden. Het mag dan echter enkel gaan om een schip voor maximaal 12 passagiers of met een lengte korter dan 24 meter. In veel gevallen gaat het evenwel om vaartuigen groter dan 24 meter, welke ook meer dan 12 passagiers aankunnen. Daar zij niet in aanmerking komen voor een zeebrief, vallen zij terug op een meetbrief binnenvaart.
1. Estimez-vous, comme moi, que la terminologie non homogène dans les domaines de la navigation de plaisance, de la navigation maritime et de la navigation intérieure impose d’urgence un travail de révision et de simplification, dans la mesure ou` des termes comme bateau, embarcation, péniche, navire, etc. connaissent des emplois divers dans les textes de loi relatifs à la navigation ?
1. Bent u het met me eens dat de disparate terminologie inzake pleziervaart, zeevaart en binnenvaart, waarbij de omschrijving van een schip, vaartuig, binnenschip, zeeschip, enzovoort, doorheen de ganse scheepvaartwetgeving onvast is, dringend aan herziening en vereenvoudiging toe is ?
2. Pour quelles raisons précises le nombre d’immatriculations de bateaux anciens est-il beaucoup moins élevé en Belgique qu’aux Pays-Bas ?
2. Waar ligt de precieze oorzaak dat het aantal geregistreerde historische schepen in Belgie¨ significant lager is dan in Nederland ?
3. Estimez-vous, comme moi, que nous devons nous employer à faciliter l’immatriculation de bateaux anciens de valeur afin de les rendre plus accessibles ?
3. Bent u het met me eens dat we meer inspanningen moeten leveren om historisch waardevolle schepen mogelijk en aantrekkelijk te maken ?
4. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour que les navires anciens de valeur puissent plus facilement battre pavillon belge ? ` terme, serait-il possible de lever les restrictions 5. A auxquelles sont soumis les bateaux de plaisance pour ainsi dire jugés trop grands et qui, à défaut de lettre de mer, se voient délivrer un certificat de jaugeage avec restrictions au niveau des zones navigables (cf. Waddenzee, Pays-Bas) ?
4. Welke maatregelen overweegt u te nemen om het voeren van de Belgische vlag voor historisch waardevolle schepen mogelijk en aantrekkelijk te maken ?
6. Le « clearing fee » imposé à de tels navires étrangers sera-t-il bientoˆt supprimé pour qu’à terme, ils puissent naviguer librement sur nos voies navigables, avec toutes les retombées envisageables pour le tourisme et l’empavillonage dans les registres belges ?
6. Zal de « clearing fee » voor dergelijke buitenlandse schepen afgeschaft worden, zodat ze op termijn Belgie¨ vrij kunnen bezoeken met alle positieve gevolgen voor het toerisme en de invlagging in Belgische registers vandien ?
DO 2005200606910
DO 2005200606910
Question no 422 de M. Ludo Van Campenhout du 16 janvier 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 422 van de heer Ludo Van Campenhout van 16 januari 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Certificat de conformité des véhicules importés.
Gelijkvormigheidsattest van geı¨mporteerde voertuigen.
La délivrance de certificats de conformité européens pour des voitures américaines importées par le circuit parallèle (c’est-à-dire par des importateurs autres que les fabricants de ces voitures) accuse un retard considérable. Cette situation nuit aux revendeurs. Ils consta-
De aflevering van Europese gelijkvormigheidsattesten voor Amerikaanse wagens die geı¨mporteerd worden via het parallelle circuit (dit zijn importeurs die niet de producenten van die wagens betreffen) verloopt enorm traag. Dit heeft voor de handelaars
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
5. Kunnen op termijn aan de als het ware te groot uitgevallen pleziervaartuigen, die niet in aanmerking komen voor een zeebrief, maar waarvan dan een meetbrief met restricties inzake de vaargebieden wordt toegekend, deze beperkingen opgeheven worden (cf. Waddenzee, Nederland) ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20369
tent une diminution de leurs commandes parce qu’ils ont duˆ allonger leurs délais de livraison à cause des retards importants en ce qui concenre la délivrance des certificats de conformité. De ce fait, les clients ont plutoˆt tendance à se tourner vers les importateursdistributeurs du circuit non parallèle. En effet, cette dernière catégorie se charge elle-même d’obtenir, par les canaux internationaux conventionnels, les documents européens de manière correcte, officielle et surtout plus rapide.
nefaste gevolgen. Zij zien hun vraag dalen daar de leveringstermijnen door de vertraging in de aflevering van de attesten aansleept. Hierdoor zal de klant zich eerder richten tot importeurs-verdelers van het nietparallelle circuit. Deze laatste groep draagt immers, via de geijkte internationale kanalen, zelf zorg voor het correcte en officieel, maar belangrijker nog, snel bekomen van de Europese documenten.
Mais lorsque les importateurs importent les véhicules américains par l’Allemagne et les soumettent à l’inspection automobile dans ce pays, la procédure se déroule beaucoup plus rapidement. De plus, nous constatons que les voitures controˆlées en Allemagne passent ensuite avec brio les tests des centres d’inspection belges. Si en Allemagne, les voitures peuvent passer rapidement et efficacement le controˆle technique, cela devrait également être possible en Belgique.
Wanneer de importeurs echter de Amerikaanse voertuigen invoeren via Duitsland en ze daar laten keuren, verloopt de procedure veel sneller. Daarenboven merken we dat in Duitsland gekeurde wagens probleemloos slagen in de testen van de Belgische autokeuringscentra. Als de wagens in Duitsland snel en efficie¨nt gekeurd kunnen worden, moet dat in Belgie¨ ook kunnen.
1. Quel est le motif précis des retards si importants dans la délivrance des certificats de conformité européens aux importateurs du circuit parallèle ?
1. Wat is de werkelijke oorzaak dat de aflevering van de Europese eenvormigheidsattesten aan importeurs van het parallelle circuit zo lang aansleept ?
2. a) Considérez-vous que les voitures américaines sont moins suˆres que les véhicules européens (de même type) ?
2. a) Beschouwt u de Amerikaanse wagens als minder veilig dan de Europese (gelijkaardige) voertuigen ?
b) Disposez-vous d’indications en ce sens ?
b) Welke indicaties heeft u hiertoe ?
3. Quelles mesures envisagez-vous de prendre afin d’assurer une délivrance correcte mais surtout rapide des certificats de conformité européens ?
3. Welke maatregelen overweegt u te treffen opdat er een correcte, doch snelle, aflevering van Europese eenvormigheidsattesten verzekerd wordt ?
DO 2005200606940
DO 2005200606940
Question no 423 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 423 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Fonds de financement du roˆle international de Bruxelles. — Programmes d’investissement.
Fonds ter financiering van de internationale rol van Brussel. — Investeringsprogramma’s.
La loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions bruxelloises règle le statut de la région de Bruxelles-Capitale. En adoptant cette loi, le législateur a voulu, notamment, conférer à Bruxelles un statut qui tienne compte du fait qu’elle est à la fois la capitale de la Belgique et le siège de multiples institutions internationales. Une des initiatives les plus importantes a été la création d’une commission de coopération composée paritairement de membres du gouvernement fédéral et du gouvernement régional bruxellois. Cette commission est censée développer et promouvoir le roˆle de capitale belge et internationale joué par Bruxelles. Le financement de la mise en œuvre de ses décisions peut être imputé au budget de l’E´tat. En exécu-
De bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen regelt het statuut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De wetgever wilde onder andere rekening houden met de rol van Brussel als hoofdstad van het land en als zetel van diverse internationale instellingen. Een van de belangrijkste initiatieven was de oprichting van een samenwerkingscommissie, die paritair wordt samengesteld uit leden van de federale regering en de Brusselse gewestregering. Die commissie moet de internationale en hoofdstedelijke rol van Brussel uitwerken en bevorderen. De beslissingen van de commissie kunnen gefinancierd worden ten lasten van de staatsbegroting. Ter uitvoering van artikel 43 van de bijzondere wet van
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20370
tion de l’article 43 de la loi spéciale du 12 janvier 1989, un accord de coopération a été signé à ce sujet le 15 septembre 1993. Depuis 1993, les crédits destinés au financement de cet accord sont inscrits au département qui gère l’infrastructure; il s’agit aujourd’hui du SPF Mobilité et Transport. Les moyens permettant de l’exécuter sont versés dans un fonds budgétaire, inscrit au programme 33.56.2 — Direction Infrastructure de Transports. Ce Fonds de financement du roˆle international de Bruxelles et de la fonction de capitale de Bruxelles a été créé par loi du 10 aouˆt 2001 et permet notamment que, conformément à la technique des fonds budgétaires, les moyens non utilisés soient reportés automatiquement à l’année prochaine.
12 januari 1989 werd hierover op 15 september 1993 een samenwerkingsakkoord gesloten. Sinds 1993 worden de kredieten voor de financiering van het samenwerkingsakkoord ingeschreven op het departement dat de insfrastructuur beheert, thans de FOD Mobiliteit en Vervoer. De middelen om het samenwerkingsakkoord uit te voeren, worden opgenomen in een begrotingsfonds, ingeschreven op programma 33.56.2 — Directie Vervoersinfrastructuur. Dit Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel werd opgericht bij de wet van 10 augustus 2001 en laat onder meer toe dat, overeenkomstig de techniek van de begrotingsfondsen, de niet-gebruikte middelen automatisch worden overgedragen naar het volgende jaar.
Dans son dernier « Bêtisier », la Cour des comptes fait observer que les programmes d’investissement ne sont respectés qu’exceptionnellement. Il résulte du report automatique des moyens inutilisés que le solde d’engagement de ce fonds augmente en moyenne d’environ 42,3 millions d’euros par an.
Het Rekenhof wijst er in zijn laatste « Blunderboek » op dat de investeringsprogramma’s slechts uitzonderlijk worden nageleefd. Het gevolg van de automatische overdracht van de onbenutte middelen is dat het vastleggingssaldo van het fonds jaarlijks met gemiddeld ongeveer 42,3 miljoen euro stijgt.
1. Estimez-vous que le fonctionnement du Fonds de financement du roˆle international et de la fonction de capitale de Bruxelles répond à l’objectif de sa création ?
1. Beantwoordt de werking van het Fonds ter financiering van de internationale rol en hoofdstedelijke functie van Brussel naar uw oordeel aan het doel van zijn oprichting ?
2. Pour quelle raison les programmes d’investissement ne sont-ils pas concrétisés ?
2. Wat is de reden voor het feit dat de investeringsprogramma’s niet effectief worden verwezenlijkt ?
Ministre de l’Environnement et des Pensions
Minister van Leefmilieu en Pensioenen
Environnement
Leefmilieu
DO 2005200606913
DO 2005200606913
Question no 88 de Mme Yolande Avontroodt du 16 janvier 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 88 van mevrouw Yolande Avontroodt van 16 januari 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Conséquences du chauffage au mazout et au gaz naturel sur l’effet de serre.
Gevolgen van aardgas en stookolie op het broeikaseffect.
En 2004, j’ai déjà posé une question orale sur les conséquences du chauffage au mazout et au gaz naturel sur les émissions de gaz à effet de serre (question no 3407 du 13 juillet 2004, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de la Santé publique et de l’Environnement, CRIV 51, COM 329, p. 1-3). Cette question était motivée par les conclusions d’une étude selon lesquelles le remplacement du mazout par
In 2004 stelde ik reeds een mondelinge vraag over de gevolgen van de verwarming met stookolie en aardgas op de emissie van broeikasgassen (vraag nr. 3407 van 13 juli 2004, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie Volksgezondheid en Leefmilieu, CRIV 51 COM 329, blz. 1-3). Aanleiding voor deze vraag was een studie die tot het besluit kwam dat de vervanging van stookolie door aardgas voor de verwarming van
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20371
le gaz naturel pour le chauffage des habitations en Belgique ne permettra pas de réduire les émissions de gaz à effet de serre sur une période de 100 ans mais pourrait par contre entraıˆner une augmentation de 5 % de ces émissions sur cette même période.
woningen in Belgie¨ niet zal leiden tot een vermindering van de emissie van broeikasgassen over 100 jaar maar daarentegen een stijging van 5 % van de emissies van broeikasgassen tot gevolg zou kunnen hebben over deze periode.
Dans sa réponse, la ministre déclarait que son administration tiendrait compte de ces éléments dans son étude et qu’elle en tirerait ensuite des conclusions définitives.
In het antwoord stelde de minister dat haar administratie deze elementen aan haar onderzoek zou toevoegen, waarna definitieve conclusies getrokken worden.
L’Université de Liège a récemment mené une analyse critique sur une étude allemande relative à l’influence du gaz naturel russe sur l’effet de serre. Il a par ailleurs été examiné si les conclusions du rapport cité précédemment devaient être revues sur la base de l’étude allemande. Selon les conclusions de l’Université de Liège, les différences entre le gaz naturel et le mazout ne sont pas assez significatives pour favoriser un mode de chauffage par rapport à l’autre.
Recentelijk heeft de Universiteit van Luik een Duits onderzoek over de bijdrage van Russisch aardgas aan het broeikaseffect kritisch geanalyseerd. Tevens werd nagegaan of op basis van de Duitse studie de conclusies van het eerder vermelde rapport moeten aangepast worden. De Universiteit van Luik besluit dat de verschillen tussen aardgas en stookolie niet betekenisvol genoeg zijn om één van beide verwarmingsbronnen te bevoordelen.
Pouvez-vous commenter les conclusions que l’administration compétente a formulées en la matière ?
Kan u meer toelichting geven bij de conclusies de de bevoegde administratie terzake geformuleerd heeft ?
Pensions
Pensioenen
DO 2003200421856
DO 2003200421856
Question no 141 de M. Carl Devlies du 13 juillet 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 141 van de heer Carl Devlies van 13 juli 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Pensions. — Progressivité de l’impoˆt des personnes physiques.
Pensioenen. — Progressiviteit in de personenbelasting.
1. La progressivité est-t-elle un principe général en matière d’impoˆt des personnes physiques ?
1. Is de progressiviteit een algemeen beginsel in de personenbelasting ?
2. La notion de « progressivité » signifie-t-elle que la pression fiscale augmente avec le revenu mais qu’après impoˆt, le revenu plus élevé reste néanmoins plus élevé que le revenu moins élevé ?
2. Betekent « progressiviteit » dat de belastingdruk stijgt naarmate het inkomen stijgt maar niettemin het hogere inkomen na belastingen eveneens hoger is dan het lagere inkomen na belastingen ?
3. La notion de « progressivité » signifie-t-elle que la pression fiscale augmente avec le revenu et qu’après impoˆt, le revenu imposable plus élevé est inférieur au revenu imposable moins élevé ?
3. Betekent « progressiviteit » dat de belastingdruk stijgt naarmate het inkomen stijgt waardoor het hogere belastbaar inkomen na belastingen lager is dan een lager belastbaar inkomen na belastingen ?
4. Comment expliquez-vous que des pensionnés isolés dont la seule source de revenus est leur pension et qui ne bénéficient donc d’aucun autre revenu imposable (exercice 2003, 8 % d’additionnels communaux) :
4. Hoe verklaart u dat alleenstaande gepensioneerden die uitsluitend een pensioen als inkomen hebben en dus geen enkel ander belastbaar inkomen genieten (Aanslagjaar 2003, 8 % gemeentelijke opcentiemen) :
a) conservent, avec une pension imposable de 11 800 euros sur une base annuelle, un montant net identique;
a) met een belastbaar pensioen van 11 800 euro op jaarbasis hetzelfde bedrag netto overhouden;
b) ne conservent, avec une pension imposable de 12 500 euros sur une base annuelle, que 11 619,47 euros après impoˆt, c’est-à-dire moins
b) met een belastbaar pensioen van 12 500 euro op jaarbasis, na belastingen slechts netto 11 619,47 euro overhouden, met andere woorden
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20372
qu’une personne bénéficiant d’une pension imposable moins élevée;
minder dan iemand met een lager belastbaar pensioen;
c) ne conservent, avec une pension imposable de 12 800 euros sur une base annuelle, que 11 785,55 euros après impoˆt, c’est-à-dire moins qu’une personne bénéficiant d’une pension inférieure de 1 000 euros ?
c) met een belastbaar pensioen van 12 800 euro op jaarbasis, na belastingen slechts netto 11 785,55 euro overhouden, met andere woorden minder dan iemand die 1 000 euro minder pensioen ontvangt ?
5. La situation est-elle identique pour l’exercice 2004 ?
5. Doet zich hetzelfde fenomeen voor in het aanslagjaar 2004 ?
6. La réforme de l’impoˆt des personnes physiques de 2001 apporte-t-elle une solution à ce problème ?
6. Lost de hervorming van de personenbelasting in 2001 dit probleem op ?
7. Les contribuables confrontés à une telle situation peuvent-ils renoncer à une partie de leur pension afin de conserver un montant net supérieur après impoˆt ?
7. Kunnen belastingplichtigen die zich in zulke situatie bevinden, verzaken aan een gedeelte van hun pensioen, zodat zij netto na belastingen meer overhouden ?
8. Quelle solution proposez-vous pour rétablir la « progressivité » de sorte qu’après impoˆt, une pension imposable plus élevée reste plus élevée qu’une pension imposable moins élevée ?
8. Welke oplossing staat u voor om de « progressiviteit » te herstellen zodat een hoger belastbaar pensioen na belastingen nog steeds hoger is dan een lager belastbaar pensioen na belastingen ?
DO 2005200606878
DO 2005200606878
Question no 142 de M. Hendrik Bogaert du 13 janvier 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 142 van de heer Hendrik Bogaert van 13 januari 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Paiement des pensions. — Nouvelle réglementation.
Uitbetaling van pensioenen. — Nieuwe regelgeving.
Conformément à la nouvelle réglementation relative au paiement des pensions, celles-ci ne sont plus payées aux nouveaux pensionnés au début, mais à la fin du mois. Lors du décès d’un parent ou allié, les proches ne recevront dès lors plus de pension pour le mois en cours, alors qu’ils restent redevables du loyer, des frais d’énergie et d’autres frais fixes.
Volgens een nieuwe regelgeving krijgen de nieuwe gepensioneerden hun pensioen pas op het einde van de maand in plaats van aan het begin van de maand betaald. Hierdoor ontvangen nabestaanden bij het overlijden van een familielid of verwante geen pensioengeld meer van de overledene voor de lopende maand. Ondertussen moeten huurkosten, energie en andere vaste onkosten betaald worden.
Serait-il envisageable de payer pour le mois du décès un montant en fonction du nombre de jours précédant le décès de la personne pensionnée ?
Acht u het mogelijk om het pensioenbedrag verhoudingsgewijze volgens het aantal dagen in leven uit te keren ?
DO 2005200606912
DO 2005200606912
Question no 143 de M. Gerolf Annemans du 16 janvier 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 143 van de heer Gerolf Annemans van 16 januari 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Fonds des pensions de la police intégrée.
Fonds voor de Pensioenen van de Geı¨ntegreerde Politie.
` la suite à la réforme des polices, la loi du 6 mai A 2002 a créé un Fonds des pensions de la police intégrée, qui est assimilé à un service spécial de l’adminis-
Naar aanleiding van de politiehervorming werd door de wet van 6 mei 2002 een Fonds voor de Pensioenen van de Geı¨ntegreerde Politie opgericht als
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20373
tration des Pensions. Ce fonds finance les pensions de retraite accordées aux anciens membres du personnel des services de la police intégrée et les pensions de survie attribuées à leurs ayants droit. Tous les employeurs des fonctionnaires de police (tant de l’E´tat fédéral que des corps de police locaux) ont été affiliés d’office à ce fonds.
een bijzondere dienst van de administratie der Pensioenen. Dit fonds financiert de rustpensioenen toegekend aan de gewezen personeelsleden van de geı¨ntegreerde politiediensten en de overlevingspensioenen toegekend aan hun rechthebbenden. Alle werkgevers van politieambtenaren (zowel de federale Staat als de lokale politiekorpsen) werden ambtshalve bij het fonds aangesloten.
Avant la constitution dudit fonds, les différents services de police avaient leur propre régime de pension. E´tant donné que le fonds finance uniquement les nouvelles pensions (à partir du 1er avril 2001), il enregistre chaque année des excédents considérables. En 2004, ces excédents s’élevaient à 78,2 % des recettes totales. Ces excédents ou ristournes sont remboursés aux différentes caisses qui devaient auparavant supporter la charge des pensions de la police et qui devaient continuer à le faire pour les prestations de pension en cours au 1er avril 2001.
Vo´o´r de oprichting van het voormelde fonds hadden de verschillende politiediensten hun eigen pensioenstelsel. Aangezien het fonds enkel de nieuwe pensioenen (vanaf 1 april 2001) financiert, zijn er de eerste jaren telkens forse overschotten. In 2004 bedroegen die overschotten 78,2 % van de totale ontvangsten. Die overschotten of ristorno’s worden teruggestort aan de verschillende kassen die voordien de last van de politiepensioenen moesten dragen en dat verder moeten doen voor de op 1 april 2001 lopende pensioenuitkeringen.
Plus de quatre ans après l’entrée en vigueur du statut uniforme, les ristournes aux caisses de pension initiales sont toujours partagées sur la base des provisions calculées suivant des clés de répartition provisoires, en appliquant des méthodes différentes successives. D’après l’article 7 de la loi du 6 mai 2002, les ristournes doivent néanmoins être partagées sur la base d’une clé de répartition fixe, définie par arrêté royal. Cet arrêté doit être pris après avis de la Commission des pensions de la police intégrée créée par la loi précitée. Mais, dans la pratique, cet arrêté d’exécution n’a toujours pas été pris.
Meer dan vier jaar na de inwerkingstelling van het uniforme statuut, worden de ristorno’s aan de oorspronkelijke pensioenkassen nog altijd verdeeld op bais van voorschotten berekend volgens voorlopige verdeelsleutels, waarbij verschillende opeenvolgende methodes gehanteerd worden. Volgens artikel 7 van de wet van 6 mei 2002 moeten de ristorno’s evenwel op basis van een vaste verdeelsleutel, vastgelegd bij koninklijk besluit, verdeeld worden. Dit besluit moet worden genomen na advies van de door dezelfde wet opgerichte Commissie voor de Pensioenen van de Geı¨ntegreerde Politie. In de praktijk werd dit uitvoeringsbesluit echter nog altijd niet uitgevaardigd.
1. Quelle est la raison pour laquelle la clé de répartition provisoire est toujours utilisée ?
1. Wat is de reden voor het feit dat nog steeds wordt gewerkt met een voorlopige verdeelsleutel ?
2. Quand la clé de répartition définitive sera-t-elle fixée ?
2. Wanneer zal de definitieve verdeelsleutel vastgesteld worden ?
3. Pouvez-vous me communiquer l’évolution du pourcentage des ristournes attribuées aux différentes caisses de pension ?
3. Kan u de evolutie meedelen van het percentage van de ristorno’s dat aan de verschillende pensioenkassen wordt toegewezen ?
Ministre de l’Emploi
Minister van Werk
DO 2005200606847
DO 2005200606847
Question no 434 de M. Benoıˆt Drèze du 12 janvier 2006 (Fr.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 434 van de heer Benoıˆt Drèze van 12 januari 2006 (Fr.) aan de minister van Werk :
Conventions de premier emploi. — Statistiques régionales.
Startbaanovereenkomsten. — Regionale statistieken.
Le gouvernement fédéral a décidé, dans le cadre du « Contrat de solidarité entre les générations », de
De federale regering heeft beslist, in het kader van het Generatiepact, het aantal startbaanovereenkom-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20374
renforcer les conventions de premier emploi (CPE). Une analyse fine de l’utilisation des CPE ainsi que des résultats obtenus par ceux-ci sur l’emploi des jeunes me semble un instrument indispensable dans ce cadre.
sten op te trekken. In dat verband lijkt een grondige analyse van het gebruik dat tot nu toe van die overeenkomsten werd gemaakt en van de weerslag daarvan op de werkgelegenheid voor de jongeren een onmisbaar instrument.
Malheureusement, il apparaıˆt qu’il ne semble plus possible de bénéficier de statistiques régionalisées sur les bénéficiaires des contrats de première expérience professionnelle.
Spijtig genoeg zouden echter niet langer regionale statistieken voorhanden zijn betreffende jongeren die met een eerstewerkervaringscontract aan de slag kunnen.
1. Ne pensez-vous pas qu’il serait souhaitable de disposer de statistiques précises et régionales concernant les CPE ? Ces statistiques devraient mentionner :
1. Meent u ook niet dat we over precieze en regionale statistieken betreffende de startbaanovereenkomsten zouden moeten kunnen beschikken ? Die statistieken zouden de volgende gegevens moeten bevatten :
— le croisement entre le lieu de domicile et le lieu de travail des jeunes concernés (afin d’identifier d’ou` proviennent et ou` travaillent les bénéficiaires);
— gegevens betreffende de woon- en de werkplaats van de betrokken jongeren (zodat kan worden nagegaan waar de rechthebbenden vandaan komen en waar ze werken);
— le suivi des CPE (en bénéficiant également des indicateurs de lieu de domicile et de lieu de travail) : quelle a été l’évolution des travailleurs engagés sous CPE, combien ont connu une transition vers un emploi non-aidé, combien ont connu une transition vers un emploi subsidié, combien se sont retrouvés au choˆmage à la fin du CPE;
— de follow-up van de startbaanovereenkomsten (gekoppeld aan de gegevens betreffende de woonen werkplaats) : wat gebeurde achteraf met de jongeren die een startbaanovereenkomst kregen; hoeveel jongeren vonden een baan in het normale arbeidscircuit, hoeveel een baan met overheidssubsidie, hoeveel werden na afloop opnieuw werkloos ?
— les controˆles effectués sur le respect de l’obligation (à savoir 3 % des emplois dans le secteur privé; 1,5 % dans le secteur public) : de combien d’inspecteurs dispose-t-on, combien de controˆles sont effectués et dans quelle région, etc.
— het toezicht op de naleving van de verplichting (namelijk 3 % in de particuliere sector en 1,5 % in de openbare sector) : over hoeveel inspecteurs beschikt men, hoeveel controles worden uitgevoerd en in welke regio, enz. ?
2. Si vous disposez de telles statistiques, pouvezvous les transmettre aux membres de la Commission ?
2. Indien u over zulke statistieken beschikt, kan u ze aan de commissieleden bezorgen ?
3. a) Pourriez-vous indiquer dans quelle mesure le renforcement de la mesure décidée par le gouvernement permettra une augmentation du nombre de bénéficiaires, et à quelle hauteur est évaluée cette dernière ?
3. a) In hoeverre zal de regeringsbeslissing om de maatregel te versterken tot een stijging van het aantal rechthebbenden leiden ? Hoeveel méér jongeren zullen van de maatregel gebruik kunnen maken ?
b) Par ailleurs, quelle disposition est selon vous la meilleure pour augmenter le nombre de bénéficiaires (par exemple : augmentation de la réduction de charges; limitation des exemptions, etc.) ?
b) Welke maatregel draagt volgens u het meest bij tot het succes van de startbaanovereenkomsten (het optrekken van het bedrag van de lastenvermindering; de beperking van het aantal vrijstellingen, enzovoort) ?
DO 2005200606852
DO 2005200606852
Question no 435 de Mme Maggie De Block du 12 janvier 2006 (N.) au ministre de l’Emploi : E´valuation des demandeurs d’emploi. — Facilitateurs de l’ONEm et conseillers du VDAB. Il ressort de contacts pris avec le VDAB (office flamand de placement et de formation professionnelle)
Vraag nr. 435 van mevrouw Maggie De Block van 12 januari 2006 (N.) aan de minister van Werk :
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Beoordeling van werkzoekenden. — RVA-facilitatoren en VDAB-consulenten. Uit contacten met de VDAB (Vlaamse Dienst voor arbeidsvoorziening en beroepsopleiding) blijkt dat 2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20375
que ses responsables ont le sentiment que les facilitateurs de l’ONEm sont moins stricts que leurs conseillers sur le plan de l’activation des demandeurs d’emploi. Des situations embarrassantes en découlent parfois : le VDAB adresse certaines personnes à l’ONEm qui les renvoie en masse au VDAB. Une des difficultés évoquées pour expliquer les différences d’approche entre ces deux services est la définition de la notion d’emploi convenable. Par exemple, dans le contexte social actuel, il est permis de s’interroger sur le critère de la distance de 25 km étant donné qu’il date de 1963 et donc d’une époque ou` le concept de mobilité ne recouvrait pas du tout la même chose qu’aujourd’hui.
men daar ervaart dat de RVA-facilitatoren minder streng zijn dan de VDAB-consulenten ten aanzien van het activeren van werkzoekenden. Het leidt soms tot gênante situaties : de VDAB stuurt mensen door naar de RVA, waar ze massaal teruggestuurd worden naar de VDAB. Eén van de problemen die wordt aangestipt als bron van de verschillende benadering, is de definitie van het begrip « passende dienstbetrekking ». Zo kunnen vanuit de huidige maatschappelijke context vragen gesteld worden bij het afstandscriterium van 25 km. Dat dateert uit 1963 toen mobiliteit een heel ander begrip was dan vandaag.
1. Pourriez-vous fournir des chiffres à propos du nombre de demandeurs d’emploi renvoyés au VDAB par les facilitateurs de l’ONEm ?
1. Kan u aan de hand van cijfermateriaal aantonen dat de RVA-facilitatoren werkzoekenden die door de VDAB worden doorgestuurd als dan niet terugverwijzen naar de VDAB ?
2. Reconnaissez-vous que les facilitateurs de l’ONEm et les conseillers du VDAB ne font pas preuve de la même sévérité en matière d’évaluation des demandeurs d’emploi ? ` quoi sont dues ces différentes interprétations 3. A qui subsistent malgré qu’un accord de coopération a été conclu en la matière ?
2. Erkent u dat er een verschillende graad van gestrengheid bestaat inzake de beoordeling van werkzoekenden in hoofde van de RVA-facilitatoren en de VDAB-consulenten ?
4. Tentera-t-on de résoudre ce problème à court terme par la concertation ?
4. Zal voor dit probleem via overleg op korte termijn een oplossing worden gezocht ?
5. La teneur concrète de la notion d’emploi convenable est-elle encore suffisamment adaptée aux conditions de vie actuelles et aux évolutions sociales qui se sont accomplies depuis 1963 ?
5. Is de concrete inhoud van het begrip « passende dienstbetrekking » nog voldoende aangepast aan de actuele leefomstandigheden en maatschappelijke evoluties die zich sinds 1963 hebben voltrokken ?
6. Envisagez-vous de prendre une initiative à brève échéance afin d’actualiser les critères d’évaluation du concept d’emploi convenable ?
6. Overweegt u op korte termijn een initiatief te nemen om de beoordelingscriteria van het begrip « passende dienstbetrekking » te actualiseren ?
7. Est-il admissible que dans le contexte actuel, le critère de mobilité (selon lequel la distance entre le domicile et le lieu de travail ne peut excéder 25 km) puisse encore s’appliquer de façon généralisée ?
7. Kan het mobiliteitscriterium (maximaal 25 km afstand tussen werk en woonplaats) in de actuele context nog langer algemeen blijven gelden ?
DO 2005200606865
DO 2005200606865
Question no 436 de Mme Dalila Douifi du 12 janvier 2006 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 436 van mevrouw Dalila Douifi van 12 januari 2006 (N.) aan de minister van Werk :
Titres-services. — Couˆts facturés par Accor.
Dienstencheques. — Kosten aangerekend door Accor.
Ma question concerne les titres-services et, plus précisément, les couˆts facturés par Accor. Il arrive que des utilisateurs de titres-services souhaitent, alors qu’ils sont cohabitants, prendre en compte l’excédent de titres de l’un des partenaires au nom et sous le numéro d’utilisateur de l’autre partenaire.
Mijn vraag betreft de dienstencheques, meer bepaald de kosten die aangerekend worden door Accor. Het komt voor dat gebruikers van dienstencheques en het geval ze samenwonend zijn, een overschot van cheques van de ene partner wil overnemen op naam en op het gebruikersnummer van de andere partner.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
3. Wat zijn de oorzaken van deze verschillende interpretaties die ondanks een samenwerkingsakkoord terzake blijven bestaan ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20376
Accor facture 0,25 euro de frais (administratifs) par titre pour effectuer cette adaptation mineure.
Om dergelijke kleine aanpassing van dienstencheques uit te voeren, rekent Accor 0,25 euro (administratie)kosten aan per cheque.
La communauté paie 14,30 euros par titre et offre une ristourne supplémentaire de 30 % par la voie de la déduction fiscale.
De gemeenschap betaalt 14,30 euro per cheque bij en biedt via de fiscale aftrekbaarheid nog eens een korting van 30 %.
On peut dès lors se poser la question de savoir s’il est admissible qu’Accor facture des frais pour des opérations administratives mineures.
De vraag kan dus gesteld worden of het wel opgaat dat Accor kosten aanrekent voor kleinere administratieve verrichtingen.
1. Partagez-vous mon point de vue à ce sujet ?
1. Kan u mijn mening in deze delen ?
2. Dans l’affirmative, envisagez-vous de prendre des initiatives afin que les utilisateurs ne soient plus tenus de payer des frais supplémentaires pour de telles adaptations mineures des titres qu’ils ont achetés ?
2. Zo ja, overweegt u in deze initiatieven te nemen opdat de gebruiker voor dergelijke kleine aanpassingen van de aangekochte cheques geen bijkomende kosten meer moet betalen ?
DO 2005200606952
DO 2005200606952
Question no 438 de Mme Trees Pieters du 18 janvier 2006 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 438 van mevrouw Trees Pieters van 18 januari 2006 (N.) aan de minister van Werk :
Accords préalables avec les secteurs fiscal et parafiscal. — Remboursement des couˆts inhérents aux employeurs.
Voorafgaande akkoorden met de fiscale en parafiscale sector. — Terugbetaling van kosten eigen aan de werkgevers.
Conformément aux directives administratives promulguées par l’instruction no Ci.RH.421/456.942 du 3 décembre 1993 et l’instruction no Ci.RH.81/ 534.479 du 11 décembre 2000, les justiciables peuvent, sur le plan fiscal, conclure auprès des Inspecteurs A ou des Directeurs A, à tout le moins à l’échelon local, des « accords préalables » concernant le remboursement de couˆts non imposables inhérents à la société employeuse.
Overeenkomstig de administratieve richtlijnen uitgevaardigd bij de instructie nr. Ci.RH.421/456.942 van 3 december 1993 en de instructie nr. Ci.RH.81/ 534.479 van 11 december 2000 kunnen op belastingvlak de rechtsonderhorigen bij de Inspecteurs A of bij de Directeurs A blijkbaar op lokaal vlak « voorafgaande akkoorden » sluiten met betrekking tot de terugbetaling van niet-belastbare kosten eigen aan de vennootschap-werkgeefster.
Après les restructurations fiscales et d’autres réformes, les questions suivantes d’ordre général et de portée pratique se posent encore en la matière. ` quels fonctionnaires du fisc et du contentieux, 1. A ou à quels services consultatifs de l’administration de la Fiscalité des Entreprises et des Revenus chargés des controˆles classiques des contributions directes ou chapeautant les centres de controˆle polyvalents (Sections V) les contribuables peuvent-ils s’adresser dorénavant par écrit ?
Na de fiscale herstructureringen en andere hervormingen rijzen terzake thans dan ook nog altijd de volgende algemene praktische vragen.
2. a) Les employeurs concernés peuvent-ils conclure également, et simultanément, des accords individuels similaires avec les services liés au SPF Sécurité sociale, au SPF Emploi, Travail et Concertation sociale, et avec l’ONSS ?
2. a) Kunnen de betrokken werkgevers eveneens gelijktijdig soortgelijke individuele akkoorden sluiten met de diensten verbonden aan de FOD Sociale Zekerheid, de FOD Werkgelegeneheid, Arbeid en Sociaal Overleg en met de RSZ ?
b) Dans la négative, pourquoi ne le peuvent-ils toujours pas et quelles initiatives utiles ont déjà été prises à ce jour ou seront prises bientoˆt de manière
b) Zo neen, waarom nog steeds niet en welke nuttige initiatieven werden er tot nu toe reeds ondernomen of zullen er weldra worden getroffen opdat alle
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
1. Tot al welke belasting- en geschillenambtenaren of adviserende diensten van de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit van zowel de klassieke controles van de directe belastingen, als van de polyvalente controlecentra (Afdelingen V) kunnen de belastingplichtigen zich voortaan schriftelijk wenden ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20377
à faire en sorte que tous les services fiscaux et sociaux concernés soient sur la même longueur d’onde ? ` quels services sociaux territorialement compéc) A tents les employeurs de toutes catégories peuventils s’adresser pour ces questions ?
betrokken fiscale en sociale diensten op eenzelfde golflengte zouden werken ? c) Tot welke territoriaal bevoegde sociale diensten kunnen de werkgevers zich dienaangaande dan ook respectievelijk allemaal richten ?
3. Dans quels délais raisonnables les employeurscontribuables peuvent-ils escompter un tel accord préalable et raisonnable ?
3. Binnen welke respectievelijke redelijke termijnen mogen de werkgevers-belastingplichtigen op een dergelijk voorafgaand en redelijk akkoord vertrouwen ?
4. Comment, à quel niveau hiérarchique et quand les services fiscaux et parafiscaux concernés peuventils, le cas échéant, échanger officiellement ce type d’informations ? ` quelles instances fiscales et sociales supérieures 5. A les contribuables peuvent-ils s’adresser lorsqu’ils ne peuvent se satisfaire de l’accord préalable proposé ?
4. Op welke wijze, op welk hie¨rarchisch niveau en wanneer moet al dergelijke informatie door de betrokken fiscale en parafiscale diensten desgevallend officieel en onderling worden uitgewisseld ?
Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
5. Tot al welke hogere fiscale en sociale instanties kunnen de belastingplichtigen zich respectievelijk richten wanneer zij geen vrede kunnen nemen met het voorgesteld voorafgaand akkoord ?
DO 2005200606846
DO 2005200606846
Question no 817 de Mme Zoé Genot du 12 janvier 2006 (Fr.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 817 van mevrouw Zoé Genot van 12 januari 2006 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
SNCB. — Augmentation du prix des billets de train.
NMBS. — Prijsverhoging treinkaartjes.
En consultant le site web de la SNCB, je constate qu’à partir du 1er février 2006, le prix des billets de train va augmenter en moyenne de 3,85 % :
Op de website van de NMBS valt te lezen dat de prijs van de treinkaartjes vanaf 1 februari 2006 met gemiddeld 3,85 % wordt verhoogd :
A) Le prix d’un billet en seconde classe augmente de 4,25 % (le prix minimum étant de 1,60 euro).
A) De prijs van een kaartje voor een reis in tweede klas stijgt met 4,25 % (de minimumprijs van een treinkaartje komt daarmee op 1,60 euro).
B) Les « Cartes Train » domicile — travail seront plus chères en moyenne de 4,05 %.
B) De prijs van de « Trajecttreinkaart » voor het woon-werkverkeer stijgt met gemiddeld 4,05 %.
C) Les prix des formules Pass augmentent de 4,25 % : le prix du « Rail Pass » (10 trajets) sera fixé à 68,00 euros en seconde classe et 104,00 euros en première classe. Le « Go Pass » pour les jeunes sera vendu, quant à lui, à 45,00 euros (10 trajets en seconde classe).
C) De prijs van de Pass-formules stijgt met 4,25 % : een « Rail Pass » (tien enkele reizen) zal 68,00 euro kosten in tweede klas en 104,00 euro in eerste klas. De « Go Pass » voor jongeren zal 45,00 euro kosten (tien enkele reizen in tweede klas).
D) Le « Billet Seniors » couˆtera 4,00 euros au lieu de 3,00 euros, mais son utilisation est assouplie puisque le
D) Het « Seniorenbiljet » zal 4,00 in plaats van 3,00 euro kosten, maar het gebruik ervan wordt ver-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20378
retour de la coˆte avec ce billet sera autorisé quelle que soit l’heure (actuellement après 19 h 00 uniquement).
soepeld aangezien de tijdsbeperking bij de terugreis van de kust wegvalt (thans is die terugreis alleen na 19.00 uur toegelaten).
E) La « Key Card » pourra être utilisée sur une période de 6 mois au prix de 15,00 euros en seconde classe et 23,00 euros en première classe pour 10 trajets (actuellement 10,00 euros en seconde classe et 15,00 euros en première classe mais pour seulement 8 trajets).
E) De « Key Card » blijft voortaan zes maanden geldig. Voor tien enkele reizen betaalt men 15,00 euro in tweede klas en 23,00 euro in eerste klas (thans 10,00 euro in tweede klas en 15,00 euro in eerste klas, maar voor slechts acht enkele reizen).
F) La « Carte 50 % » a été fixée à 100,00 euros depuis le 1er octobre 2004. Ce prix restera inchangé au 1er février 2006.
F) De prijs van de « Kaart 50 % » werd vanaf 1 oktober 2004 op 100,00 euro gebracht. Die prijs blijft onveranderd na 1 februari 2006.
1. Pourquoi la SNCB procède-t-elle à de telles augmentations ?
1. Waarom voert de NMBS dergelijke prijsverhogingen door ?
2. De telles augmentations ne risquent-elles pas de réduire l’attractivité du train pour les voyageurs occasionnels ?
2. Maken dergelijke prijsverhogingen de trein niet minder aantrekkelijk voor occasionele reizigers ?
3. Des études ont-elles été réalisées sur l’influence du prix du train dans le choix de ces voyageurs occasionnels ?
3. Werd reeds onderzocht in hoeverre die occasionele reizigers bij hun keuze voor een welbepaald vervoermiddel rekening houden met de prijs van een treinkaartje ?
DO 2005200606861
DO 2005200606861
Question no 818 de M. Jef Van den Bergh du 12 janvier 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 818 van de heer Jef Van den Bergh van 12 januari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
SNCB. — Gare de Heide.
NMBS. — Station Heide.
Depuis quelques années déjà, la gare de Heide ferme à partir de 13 h 30 les jours ouvrables, bien que le poste de travail du service du soir n’ait toujours pas été supprimé. La raison invoquée pour la fermeture provisoire des gares de Heide et de Kapellen en 2002 était le manque de personnel. La gare de Kapellen a pu rouvrir ses portes dans le cadre du plan de réduction de nuisances sonores de la SNCB et des travaux aux Ring d’Anvers. Depuis, le nombre de voyageurs a sensiblement augmenté.
Reeds enkele jaren is het station Heide vanaf 13.30 uur gesloten op weekdagen alhoewel de post van de late dienst nog steeds niet is afgeschaft. De reden van voorlopige sluiting in 2002 was personeelstekort en hierdoor moesten de stations Heide en Kapellen de deuren sluiten. Kapellen mocht vanwege het minderhinderplan en de daaraan verbonden ringwerken de deuren terug openen met als gevolg een aanzienlijk stijgend stationsbezoek.
Beaucoup estiment que la gare de Heide pourrait atteindre une capacité comparable si elle était à nouveau accessible l’après-midi, d’autant que la SNCB se propose d’augmenter de 2 à 4 le nombre de navettes qui rouleront en direction d’Anvers sur la ligne 12 en 2007.
Velen zijn er van overtuigd dat het station Heide eenzelfde potentieel kan hebben indien dit opnieuw toegankelijk zou zijn in de namiddag, vooral aangezien de NMBS in 2007 op lijn 12 het aantal pendeltreinen naar Antwerpen zal opvoeren van twee naar vier treinen.
En outre, la commune a pris une option sur les terrains d’une entreprise de matériaux de construction, dans le but d’y aménager des places de stationnement supplémentaires dès que cette société aura déménagé.
Daarnaast heeft de gemeente een optie genomen op de gronden waar momenteel een bouwmaterialenfirma huist om hier na het verdwijnen van dit bedrijf extra parkeerplaatsen te voorzien.
1. La réouverture de la gare de Heide l’après-midi est-elle prévue ?
1. Zijn er plannen om het station Heide opnieuw te openen in de namiddag ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20379
2. a) Dans le cadre de l’augmentation du nombre de navettes en 2007, a-t-on étudié l’évolution du trafic de voyageurs à la gare de Heide ?
2. a) Is er in het kader van de opvoering van het aantal pendeltreinen in 2007 een onderzoek gebeurd van het reizigersverkeer in het station van Heide ?
b) Dans l’affirmative, quels étaient les résultats de cette étude ?
b) Zo ja, wat waren de resultaten van dit onderzoek ?
c) Dans la négative, sera-t-il procédé à une telle étude à l’avenir ?
c) Zo neen, is er een dergelijk onderzoek gepland ?
DO 2005200606862
DO 2005200606862
Question no 819 de M. Guido De Padt du 12 janvier 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 819 van de heer Guido De Padt van 12 januari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
SNCB. — Circulations des trains. — Perturbations dues à des facteurs extérieurs. — Accidents en 2005.
NMBS. — Belemmeringen door externe factoren tot vrije doorgang van treinen. — Ongevallen in 2005.
Il ressort de la réponse à une question précédente sur les perturbations dans la circulation des trains imputables à des facteurs extérieurs que le nombre d’incidents a augmenté au cours des dernières années (question no 434 du 15 février 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 84, p. 14473).
Uit het antwoord op een eerdere vraag over de belemmering tot vrije doorgang van treinen door externe factoren, bleek dat er de voorbije jaren een stijging van het aantal incidenten was (vraag nr. 434 van 15 februari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 84, blz. 14473).
Il serait intéressant de connaıˆtre les chiffres pour 2005 afin de pouvoir examiner l’évolution des différents types de perturbations et de définir le cas échéant les mesures à prendre. ` combien de reprises la circulation des trains a1. A t-elle été perturbée en 2005 pour les raisons suivantes :
Het zou goed zijn de cijfers van 2005 te ontvangen om de evolutie van de verschillende belemmeringen te bestuderen en zo nodig hieraan beleidsmaatregelen te koppelen.
a) collisions aux passages à niveau avec véhicule routier (hors suicides);
a) aanrijdingen op overwegen met wegvoertuig (niet zelfmoord);
b) heurt de piéton sur les passages à niveau (hors suicides);
b) aanrijding op overwegen met voetganger (niet zelfmoord);
c) collision avec obstacle fortuit (sans malveillance);
c) aanrijding met toevallige hinder (niet kwaadwillig);
d) collision avec des animaux;
d) aanrijding met dieren;
e) suicide;
e) zelfmoord;
f) tentative de suicide;
f) poging tot zelfmoord;
g) blocage de la voie à la suite d’un accident de la circulation;
g) versperring ten gevolge van een ongeval op de weg;
h) empiètement intempestif du gabarit d’espace libre par des piétons (sans malveillance);
h) ontijdig indringen in vrije ruimte door voetgangers (niet kwaadwillig);
i) animaux errants;
i) loslopende dieren;
j) objet étranger dans la caténaire (sans malveillance);
j) vreemd voorwerp in de bovenleiding (niet kwaawillig);
k) objet étranger sur les voies (sans malveillance);
k) vreemd voorwerp in de sporen (niet kwaadwillig);
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
1. Hoeveel keer werd in 2005 de vrije doorgang van een trein belet door :
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20380
l) restriction de trafic, mesures préventives à la suite d’un accident impliquant des tiers;
l) beperking verkeer, preventieve wegens een ongeval bij derden;
m) pose de matériaux sur les voies;
m) plaatsen van materie¨len op de sporen :
n) jet d’objets ou tirs en direction d’un train;
n) gooien van voorwerpen of schieten naar een trein;
o) occupation illégale des voies principales par des tiers;
o) onwettig verkeer in hoofdsporen door derden;
p) sabotage des dispositifs de sécurité ?
p) sabotage van veiligheidsinrichtingen ?
2. Combien de personnes ont trouvé la mort lors de ces différents incidents en 2005 ?
2. Hoeveel doden vielen bij elk van deze incidenten in 2005 ?
3. Des mesures supplémentaires de sécurité ou d’autres initiatives ont-elles entre-temps été prises vu, notamment, l’augmentation des cas de jets d’objets ou de tirs en direction d’un train ?
3. Heeft men ondertussen, gelet op, onder meer, de stijging van het aantal gevallen van gooien van voorwerpen of schieten naar een trein, extra beveiligingsmaatregelen of andere initiatieven, genomen ?
4. a) Existe-t-il des projets visant (dans un futur proche) à lutter plus efficacement ou différemment contre une ou plusieurs causes spécifiques des perturbations ?
4. a) Zijn er plannen om (in de nabije toekomst) één of meerdere van deze specifieke oorzaken tot versperring nog beter of anders aan te pakken ?
b) Dans l’affirmative, comment et quand ?
b) Zo ja, hoe en wanneer ?
DO 2005200606876
DO 2005200606876
Question no 821 de M. Patrick De Groote du 13 janvier 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 821 van de heer Patrick De Groote van 13 januari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
SNCB. — Horaires de l’omnibus Louvain-Bruxelles.
NMBS. — Dienstregeling van de stoptrein LeuvenBrussel.
la « courbe de Nossegem » a été mise en service le 11 décembre 2005 et les horaires du train omnibus Louvain-Bruxelles ont été modifiés le 12 décembre 2005. Contrairement aux annonces faites les jours précédents sur les quais de la gare, le nombre de rames a été réduit et le matériel remplacé par du matériel plus ancien et moins confortable.
Op 11 december 2005 werd de zogenaamde « bocht van Nossegem » in gebruik genomen. Op 12 december 2005 veranderde de dienstregeling van de stoptrein Leuven-Brussel. In tegenstelling tot wat er dagen daarvoor in het station op de perrons werd aangekondigd, werd het aantal treinstellen verminderd en vervangen door oudere, minder comfortabele treinstellen.
1. Pourquoi les rames initiales de l’omnibus de la ligne Louvain-Bruxelles ont-elles été remplacées par d’anciennes rames, moins confortables ?
1. Waarom werden er op de lijn Leuven-Brussel voor de stoptrein de oorspronkelijke treinstellen vervangen door oudere, minder comfortabele treinstellen ?
2. Ou` les précédentes rames sont-elles à présent en service ?
2. Waar worden de voormalige treinstellen nu ingezet ?
3. a) Un remplacement des rames actuelles est-il envisagé ?
3. a) Wordt er een vervanging van de huidige treinstellen overwogen ?
b) Dans l’affirmative, pour quelle date ?
b) Zo ja, wanneer ?
4. Pourquoi la capacité a-t-elle été réduite par la mise en service d’un nombre inférieur de voitures ?
4. Waarom werd de capaciteit verlaagd door een lager aantal wagons in te zetten ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
maatregelen
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20381
5. L’utilisation de la « courbe de Nossegem » permet de mettre davantage de trains en service sur cette ligne. La fréquence du train omnibus Bruxelles-Louvain sera-t-elle augmentée (prochainement) ?
5. Door de ingebruikname van de « bocht van Nossegem » is de mogelijkheid voor het inzetten van meer treinen mogelijk. Zal in de (nabije) toekomst de frequentie van de stoptrein Brussel-Leuven worden verhoogd ?
DO 2005200606880
DO 2005200606880
Question no 822 de M. Jef Van den Bergh du 13 janvier 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 822 van de heer Jef Van den Bergh van 13 januari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
Trains de voyageurs sur la ligne de transport de marchandises Maastricht-Lanaken.
Goederenspoor Maastricht-Lanaken voor reizigerstreinen.
En ce qui concerne l’ouverture future de la ligne de transport de marchandises Maastricht-Lanaken au trafic de voyageurs, vous avez déclaré qu’une étude à ce sujet était en cours de réalisation et que les résultats de cette étude seraient connus fin 2005.
In verband met het in de toekomst openstellen van de goederenspoorlijn Maastricht-Lanaken voor personenvervoer, zei u dat er een studie over eventueel reizigersverkeer over de lijn liep. De resultaten zouden eind 2005 bekendgemaakt worden.
1. Les résultats de cette étude sont-ils déjà connus ?
1. Zijn de resultaten van de studie reeds bekend ?
2. Dans la négative, quand seront-ils disponibles ?
2. Zo neen, wanneer kunnen wij deze verwachten ?
3. Dans l’affirmative, quelles sont les conclusions de l’étude menée ?
3. Zo ja, wat zijn de conclusies van de gevoerde studie ?
DO 2005200606883
DO 2005200606883
Question no 823 de M. Jef Van den Bergh du 13 janvier 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 823 van de heer Jef Van den Bergh van 13 januari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
SNCB. — Coopération culturelle.
NMBS. — Culturele samenwerking.
Jusqu’à la fin du mois d’avril 2005, les personnes qui achetaient un livre dans le cadre de l’action « Littéraire Lente » recevaient un billet gratuit d’une journée pour circuler sur les lignes de De Lijn. De Lijn mettait par ailleurs des espaces publicitaires à la disposition de l’action « Littéraire Lente » à bord de ses bus.
Tot einde april 2005 kreeg je bij de aankoop van een van de actieboeken van de Literaire Lente een dagpas van De Lijn cadeau. De Lijn stelde een 10 000-tal dagpassen ter beschikking. Ook kreeg de Literaire Lente advertentieruimte in de voertuigen van De Lijn.
Cette collaboration entre De Lijn et «Boek.be» partait du principe que le tram et le bus constituent les moyens de transport idéaux pour les amateurs de ` mon sens, le train convient encore mieux lecture. A étant donné que les usagers du rail parcourent en général des distances plus longues que les usagers des bus. De plus, pareille coopération s’inscrirait parfaitement dans le roˆle social au sens large qui revient à la SNCB en tant qu’entreprise publique.
De idee achter deze samenwerking tussen De Lijn en « Boek.be » is dat tram en bus ideale transportmiddelen zijn voor wie een boek wil lezen. Mijns inziens is de trein hiervoor nog beter geschikt. Treinreizigers leggen over het algemeen langere afstanden af dan de busgebruiker. Bovendien zou een dergelijke samenwerking mooi kaderen in de breedmaatschappelijke rol die de NMBS als overheidsbedrijf dient te spelen.
1. Existe-t-il des plans visant à organiser une telle collaboration avec le secteur culturel, et plus particu-
1. Zijn er plannen om een dergelijke samenwerking met de culturele sector en meer bepaald de literaire
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20382
lièrement le secteur littéraire, à l’échelon fédéral en collaboration avec la SNCB ? 2. Dans l’affirmative, dans le cadre de quels événements ou initiatives à l’échelon fédéral une collaboration est-elle possible ? 3. Quel budget est-il prévu pour un soutien de ce type aux initiatives culturelles ?
sector te organiseren op federaal niveau met de NMBS ? 2. Zo ja, met welke evenementen of initiatieven op federaal niveau is een samenwerking mogelijk ?
DO 2005200606944
DO 2005200606944
Question no 824 de M. Hagen Goyvaerts du 18 janvier 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : SNCB. — Liaison directe Louvain-Courtrai. Il n’existe actuellement aucune liaison ferroviaire directe entre Louvain et Courtrai. Cette liaison ferroviaire pourrait être mise en œuvre sans personnel ou matériel supplémentaire, en prolongeant la ligne IR Courtrai-Malines jusqu’à Louvain et inversement. Ce train stationne en effet à Malines pendant 56 minutes avant d’entamer son trajet retour vers Courtrai. La durée du voyage entre Courtrai et Malines pourrait ainsi également être réduite de 14 minutes. Par ailleurs, toutes les gares entre Malines et GandCourtrai pourraient également bénéficier d’une liaison directe avec Louvain. La correspondance à Malines est pour l’instant très mal assurée étant donné que le train IR vient alors de quitter Malines. Un autre avantage de cette prolongation serait de délester la jonction Nord-Midi à Bruxelles et de donner ainsi à la SNCB une marge de manœuvre sur cet axe fort fréquenté. 1. Que pense la SNCB de cette proposition et quelles sont ses objections éventuelles ? 2. Si la proposition est acceptée, dans quel délai ce nouveau service pourrait-il être instauré ?
Vraag nr. 824 van de heer Hagen Goyvaerts van 18 januari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : NMBS. — Rechtstreekse verbinding Leuven-Kortrijk. Tussen Leuven en Kortrijk bestaat er momenteel geen rechtstreekse treinverbinding. Deze treinverbinding zou, zonder in bijkomend personeel en materieel te voorzien, tot stand kunnen worden gebracht door de IR trein Kortrijk-Mechelen te laten doorrijden tot Leuven en omgekeerd. Deze trein blijft immers in Mechelen gedurende 56 minuten staan vooraleer de terugreis naar Kortrijk aan te vatten. De reisduur tussen Kortrijk en Mechelen zou meteen ook met 14 minuten kunnen worden ingekort. Bovendien zouden alle stations tussen Mechelen en Gent-Kortrijk eveneens een rechtstreekse verbinding met Leuven verkrijgen. Nu ligt de overstap in Mechelen bijzonder moeilijk daar de IR trein dan net uit Mechelen vertrokken is. En ander voordeel zou zijn dat een dergelijke regeling de overbelasting op de Brusselse Noord-Zuidverbinding verlicht en dus de NMBS op die drukke as wat speelruimte geeft. 1. Wat is het standpunt van de NMBS over dit voorstel en wat zijn haar mogelijke bezwaren ? 2. In het bevestigend geval, binnen welke termijn kan een dergelijke regeling ingevoerd worden ?
DO 2005200606949
DO 2005200606949
Question no 825 de Mme Trees Pieters du 18 janvier 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : Non-réclamation d’envois recommandés. — Notification ou signification de documents fiscaux officiels aux personnes morales et physiques. — Nondistribution d’envois postaux. L’administration fiscale adresse aux contribuables de nombreux imprimés officiels en recommandé sous enveloppe RP.
Vraag nr. 825 van mevrouw Trees Pieters van 18 januari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : Niet-afhaling van aangetekende zendingen. — Notificatie of betekening van officie¨le fiscale stukken aan rechtspersonen en aan natuurlijke personen. — Niet-bestelling van poststukken. De belastingadministratie zendt aan de belastingplichtigen tal van officie¨le drukwerken onder aangetekende RP-omslag.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
3. Welk budget is voorzien voor dergelijke steun aan culturele initiatieven ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20383
Il s’agit principalement des notifications ou avis suivants :
Het gaat hier voornamelijk om de volgende berichten of kennisgevingen :
— les avis de rectification de la déclaration (imprimé no 279);
— berichten van wijziging van aangifte (= drukwerk nr. 279);
— les notifications d’imposition d’office (imprimé no 279E);
— kennisgevingen van aanslag van ambtswege (= drukwerk nr. 279E);
— les notifications ou les répliques 279T;
— kennisgevingen of wederantwoorden 279T;
— les questionnaires 332 et 332ter;
— vragenlijsten 332 en 332ter;
— les décisions directoriales concernant des réclamations et des requêtes d’exonération d’office;
— directoriale beslissingen inzake bezwaarschriften en verzoekschriften tot ambtshalve ontheffing;
— les notifications 279F2 concernant l’imposition d’amendes administratives.
— kennisgevingen 279F2 inzake de oplegging van administratieve boeten.
Principalement pendant les périodes de vacances et en cas d’hospitalisation, il n’est pas rare que des contribuables se trouvent dans l’impossibilité matérielle d’enlever à La Poste les envois postaux recommandés qui leur sont destinés.
Vooral in vakantieperiodes en bij hospitalisatie komt het geregeld voor dat de belastingplichtigen in de materie¨le onmogelijkheid verkeren om de voor hen bestemde aangetekende postzendingen naderhand bij De Post te gaan afhalen.
D’autres contribuables omettent également, volontairement ou non, et pour des raisons non définies, d’enlever au bureau de poste local les envois recommandés qui leur sont adressés.
Omwille van andere onbekende redenen laten overige belastingplichtigen al dan niet moedwillig daarnaast eveneens na om de voor hen bedoelde aangetekende zendingen af te halen op het plaatselijk postkantoor.
En l’occurrence, les questions générales et pratiques suivantes se posent dès lors tant en ce qui concerne les personnes morales que les personnes physiques.
Terzake rijzen in dit verband dan ook zowel in hoofde van rechtspersonen als in hoofde van natuurlijke personen de volgende algemene praktijkgerichte vragen.
1. En cas de non-distribution d’envois postaux, quand et dans quelle mesure précise sera-t-il à chaque fois question, sur le plan juridique comme au regard de la réglementation postale, d’un « défaut de notification » ?
1. In welke gevallen van niet-bestelling van poststukken en in welke precieze mate is er zowel op juridisch vlak als op het vlak van de postreglementering telkens sprake van een « gebrek aan notificatie » ?
2. Quelle attitude les fonctionnaires taxateurs et les fonctionnaires du contentieux doivent-ils adopter par la suite, notamment lorsque les services postaux renvoient des envois recommandés à l’expéditeur avec une étiquette portant les mentions « Non délivré » et « Absent — Avis déposé dans la boıˆte aux lettres le ... » ?
2. Hoe moeten de taxatie- en geschillenambtenaren naderhand rechtmatig handelen, onder andere wanneer aangetekende zendingen door de postdiensten worden teruggezonden met het etiket « Niet afgehaald » en « Afwezig — Bericht in de bus gestoken op ... » ?
3. a) Les envois recommandés susmentionnés doiventils par la suite être renvoyés aux contribuables sous une enveloppe de service normale, accompagnés ou non d’un courrier administratif obligatoire ?
3. a) Moeten alle voornoemde aangetekende zendingen achteraf al dan niet met een administratief verplicht begeleidend schrijven onder gewone dienstomslag aan de belastingplichtigen worden teruggezonden ?
b) Dans la négative, quelle attitude doit être adoptée offiiciellement, à l’égard tant des personnes morales que des particuliers, pour que les contribuables soient duˆment informés en temps opportun du contenu de l’ensemble de ces notifications légales et pour assurer le respect des droits de la défense ?
b) Of, op al welke andere officie¨le wijzen mag of moet er zowel ten opzichte van rechtspersonen als ten opzichte van particulieren worden gehandeld opdat de belastingplichten op afdoende wijze van de inhoud van al die wettelijk voorgeschreven notificaties tijdig kennis zouden kunnen nemen en opdat de rechten van de verdediging niet zouden geschaad worden ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20384
c) Peut-il éventuellement être procédé parallèlement à une signification par courrier électronique avec accusé de réception et/ou par fax avec rapport de transmission aux contribuables et/ou à leurs mandataires et cette procédure électronique constitue-t-elle un début de preuve en justice ?
c) Mag er aan de belastingplichtigen en/of aan hun mandatarissen terzelfdertijd eventueel een betekening gebeuren door middel van een e-mail tegen ontvangstbevestiging en/of door middel van een faxbericht met transmissieverslag en vormt die elektronische handelwijze in rechte een begin van bewijs ?
d) Le courrier peut-il ou doit-il éventuellement être délivré personnellement au destinataire, à son domicile ou à son siège social ?
d) Moet of mag er eventueel ook een persoonlijke afgifte ten huize of ten maatschappelijke zetel gebeuren ?
e) Quelle est la jurisprudence récente en la matière ?
e) Wat zegt de recente rechtspraak omtrent dit alles ?
4. Les délais de réponse ou les délais de recours ou d’appel imposés initialement sont-ils systématiquement et automatiquement prolongés de ce fait ?
4. Worden de aanvankelijke opgelegde antwoordtermijnen of termijnen van verhaal of beroep daardoor telkens automatisch verlengd ?
5. a) Les contribuables peuvent-ils donner une procuration unique, écrite et gratuite à leurs conjoint, aux membres de leur famille, à leurs partenaires cohabitants et/ou à leur personnel pour les autoriser à enlever pour leur compte à La Poste tous les envois recommandés concernés, sur présentation des documents d’identité requis ? ` qui une personne morale peut-elle ou doit-elle b) A donner une telle procuration gratuite ?
5. a) Mogen de belastingplichtigen aan hun echtgenoten, hun familieleden, hun samenwonende partners en/of hun werknemers eenmalig een schriftelijke en kosteloze volmacht verlenen om alle beoogde aangetekende zendingen in hun plaats bij De Post af te halen op vertoon van de nodige identiteitspapieren ?
6. Pouvez-vous faire part, point par point, des méthode et conceptions générales respectueuses des intérêts de la clientèle qui sont les voˆtres actuellement, à la lumière des dispositions du Code des impoˆts sur les revenus 1992, du Code judiciaire et de la réglementation postale actuellement en vigueur en la matière ?
6. Kunt u punt per punt uw algemene huidige klantvriendelijke ziens- en handelwijze meedelen in het licht van de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het Gerechtelijk Wetboek en van de terzake thans vigerende postreglementering ?
DO 2005200606950
DO 2005200606950
Question no 826 de M. Stijn Bex du 18 janvier 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 826 van de heer Stijn Bex van 18 januari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
Langue des recommandations sur les enveloppes oblitérées à Bruxelles.
Taal van de aanbevelingen op briefomslagen die in Brussel afgestempeld worden.
J’ai été interpellé par des habitants de la ville de Louvain qui se sont plaints de ce que la recommandation apposée sur les envois postaux oblitérés à Bruxelles X n’est rédigé qu’en français (« Nouveau ! Achetez vos timbres sur www.laposte.be/eshop »).
Ik werd gecontacteerd door inwoners van de stad Leuven die hun beklag maakten over het feit dat de aanbeveling op poststukken die in Brussel X afgestempeld worden, enkel in het Frans opgesteld zijn. (« Nouveau ! Achetez vos timbres sur www.laposte.be/ eshop »).
1. Le bureau de Bruxelles X a-t-il le libre choix de la langue dans laquelle il rédige de tels messages commerciaux ? Ou ce choix est-il réglé par la loi et si tel est le cas, comment ? 2. L’emploi des langues pour de tels messages est-il réglé par des directives et, dans l’affirmative, que prévoient-elles exactement ?
1. Beschikt het kantoor Brussel X over een vrije taalkeuze voor dergelijke commercie¨le boodschappen, of is dit wettelijk geregeld, en zo ja, hoe ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
b) Aan wie kan of mag een rechtspersoon een soortgelijk en kosteloos mandaat verstrekken ?
2. Bestaan er richtlijnen voor het taalgebruik bij dergelijke boodschappen, en zo ja, wat houden deze richtlijnen precies in ? 2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20385
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eerste minister en minister van Justitie
DO 2004200504729
DO 2004200504729
Question no 737 de M. Walter Muls du 4 juillet 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 737 van de heer Walter Muls van 4 juli 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
E´tablissement de défense sociale de Tournai. — Accueil des internés. — Facturation des couˆts.
IBM te Doornik. — Opgevangen geı¨nterneerden. — Facturatiekosten.
L’EDS (établissement de défense sociale) de Tournai facture les couˆts relatifs à l’accueil des internés au SPF Justice.
De IBM (inrichting tot bescherming van de maatschappij) te Doornik factureert zijn kosten met betrekking tot de opgevangen geı¨nterneerden aan de FOD Justitie.
` combien s’élevait le montant de la facture pour 1. A l’année 2003 ?
1. Hoeveel bedroeg de facturatie voor het jaar 2003 ?
` combien s’élevait le montant de la facture pour 2. A l’année 2004 ?
2. Hoeveel bedroeg de facturatie voor het jaar 2004 ?
3. Combien de temps s’est-il écoulé entre la facturation et le paiement effectif pour les années susdites ?
3. Hoeveel tijd verstreek er tussen de facturatie en de effectieve betaling voor deze jaren ?
4. Quels montants n’ont-ils pas encore été acquittés ?
4. Welke bedragen zijn nog niet voldaan ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 14 février 2006, à la question no 737 de M. Walter Muls du 4 juillet 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 14 februari 2006, op de vraag nr. 737 van de heer Walter Muls van 4 juli 2005 (N.) :
1. Pour l’année 2003, 18 443 753,89 euro ont été facturés.
1. Voor 2003 werd 18 443 753,89 euro gefactureerd.
2. Pour 2004, la 21 607 909,95 euros.
facturation
s’élevait
à
2. Voor 2004 21 607 909,95 euro.
bedroeg
de
facturatie
3. Il s’est écoulé en moyenne quatre mois entre la facturation et le paiement effectif pour ces années.
3. Gemiddeld verstreken vier maanden tussen de facturatie en de effectieve betaling voor deze jaren.
4. Pour le moment, les factures pour les années 2003 et 2004 ont toutes été payées.
4. Voor 2003 en 2004 zijn momenteel alle facturen vereffend.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20386
DO 2005200606026
DO 2005200606026
Question no 808 de M. Bart Laeremans du 20 octobre 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 808 van de heer Bart Laeremans van 20 oktober 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Prison de Turnhout. — Service financier. — Exploitation partielle par les détenus.
Gevangenis van Turnhout. — Financie¨le dienst. — Gedeeltelijke exploitatie door gevangenen zelf.
Il me revient que le service financier de la prison de Turnhout serait partiellement géré par les détenus euxmêmes. Les détenus qui se sont vu confier cette responsabilité auraient accès à presque toutes les données financières concernant leurs codétenus. Les intéressés disposeraient même de toutes ces données dans leurs cellules.
Ik verneem dat de financie¨le dienst van de gevangenis van Turnhout gedeeltelijk zou gerund worden door de gevangenen zelf. De gevangenen die hiervoor de verantwoordelijkheid hebben gekregen, hebben toegang tot zowat alle financie¨le gegevens van de medegevangenen. De verantwoordelijken zouden zelfs op hun eigen cel beschikken over al deze gegevens.
De telles pratiques comportent évidemment des risques importants. Elles constituent en effet une atteinte à la vie privée par ailleurs, certains détenus pourraient ainsi exercer un chantage sur leurs codétenus.
Uiteraard houden dergelijke praktijken grote risico’s in. Niet alleen worden hiermee de regels van de privacy geschonden; bovendien zouden sommige gedetineerden hun medegevangenen via deze manier kunnen chanteren.
1. Ces informations sont-elles exactes ?
1. Kloppen deze berichten met de werkelijkheid ?
2. Que pensez-vous de l’attribution de responsabilités aussi importantes aux détenus ?
2. Wat is uw standpunt over de toewijzing van dergelijke belangrijke bevoegdheden aan de gevangenen ?
3. Cette situation se présente-t-elle uniquement à Turnhout ou également dans d’autres prisons ?
3. Doet deze situatie zich enkel voor in Turnhout of ook in de andere gevangenissen ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 15 février 2006, à la question no 808 de M. Bart Laeremans du 20 octobre 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 15 februari 2006, op de vraag nr. 808 van de heer Bart Laeremans van 20 oktober 2005 (N.) :
1. Ce n’est pas vrai que le service financier de la prison de Turnhout est géré par des détenus. Le service financier relève entièrement de la responsabilité de la comptabilité. Les services du fonds de soutien social qui aide les détenus les plus démunis pour pouvoir commander certains produits se trouve sous la responsabilité du directeur de la prison. Le directeur est assisté à cette fin par des détenus.
1. Het klopt niet dat de financie¨le dienst van de gevangenis te Turnhout gerund wordt door gedetineerden. De financie¨le dienst valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de boekhouding. De diensten voor het sociaal steunfonds, dat minder bedeelde gedetineerden helpt om bepaalde producten te kunnen bestellen, vallen onder de verantwoordelijkheid van de gevangenisdirecteur. De directeur wordt hierbij bijgestaan door gedetineerden.
Les détenus sont le plus possible mis au travail dans les prisons. Certaines fonctions ne sont données qu’à des « détenus de confiance ». La fonction « d’écrivain », quelqu’un qui aide administrativement, est une de ces fonctions.
Binnen gevangenissen worden gedetineerden zoveel mogelijk aan het werk gesteld. Bepaalde functies worden enkel gegeven aan « vertrouwensgedetineerden ». De functie van « schrijver », dit wil zeggen administratief helpen, is zo’n functie.
Ce détenu possède une liste avec la situation des comptes des détenus pour controˆler si les détenus qui commandent des produits de cantine peuvent effectivement les payer et pour prévenir que certains détenus dépensent plus d’argent que ce qu’il y a sur leur compte.
Deze gedetineerde is in het bezit van een lijst met de rekeningstand van de gedetineerden om te controleren of de gedetineerden die kantineproducten bestellen deze effectief kunnen betalen en zo te voorkomen dat bepaalde gedetineerden meer geld uitgeven dat wat er op hun rekening staat.
2. La fonction « d’écrivain », qui est le détenu qui aide à la commande de la cantine, est donnée à un détenu de confiance, à l’instar d’autres fonctions dans
2. De functie van « schrijver », dit is de gedetineerde die meehelpt met de kantinebestelling, wordt toebedeeld aan een vertrouwensgedetineerde, zoals er nog
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20387
la prison. Tout cela s’inscrit dans la responsabilisation et le reclassement des détenus. On attend du détenu de confiance le maximum de confidentialité.
functies bestaan in de gevangenis. Dit alles kadert in de responsabilisering en reclassering van gedetineerden. Er wordt van de vertrouwensgedetineerde maximale vertrouwelijkheid verwacht.
3. Dans toutes les prisons, certaines fonctions sont données à des détenus. L’objectif est de donner un sens à l’accomplissement de leur détention et de les préparer à leur reclassement.
3. In alle gevangenissen worden bepaalde functies toebedeeld aan gedetineerden. Dit met de bedoeling hem een zinvolle detentievervulling te geven en hem voor te bereiden om hun reclassering.
DO 2005200606138
DO 2005200606138
Question no 825 de M. Guido De Padt du 27 octobre 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 825 van de heer Guido De Padt van 27 oktober 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Faux agents.
Nepagenten.
De faux agents de police ont été récemment signalés dans les Ardennes flamandes. Ces individus se réclament de la police et sonnent sous de faux prétextes chez des habitants sans méfiance qui se font ensuite dévaliser. De faux agents ont également été signalés cette année à Gand, Anvers et Bruxelles.
Onlangs werden in de Vlaamse Ardennen nepagenten gesignaleerd. Deze personen, die zich uitgeven voor echte leden van de politie, belden bij argeloze bewoners aan om hen met een smoes te beroven. Eerder dit jaar zijn er ook al valse agenten gemeld in Gent, Antwerpen en Brussel.
Ces escrocs n’ont souvent aucune difficulté à berner et détrousser leurs victimes étant donné la confiance dont jouissent les policiers auprès de la population. Il semble toutefois que les personnes aˆgées et les touristes sont les principales victimes (parfois trop naı¨ves) de ces actes. Or, il n’est apparemment pas aisé de retrouver ces criminels ni de les poursuivre en justice.
Door het grote vertrouwen dat politiemensen bij de bevolking genieten, is het voor deze oplichters vaak gemakkelijk mensen om de tuin te leiden en zo hun slag te slaan. Toch lijken het vooral bejaarden en toeristen te zijn die (soms te gemakkelijk) worden misleid. Ageren en opsporen van dergelijke criminelen blijkt niet eenvoudig.
1. Combien de plaintes a-t-on recensées par zone de police pour les années 2002, 2003 et 2004 ainsi que durant le premier semestre de 2005 contre des personnes qui se sont faussement présentées comme membres de la police ?
1. Hoeveel klachten werden er per politiezone in de jaren 2002, 2003, 2004 en de eerste jaarhelft van 2005 ingediend tegen personen die zich valselijk voordeden als leden van de politie ?
2. Au cours des mêmes années, combien de suspects se faisant passer pour des policiers a-t-on :
2. Hoeveel personen die zich valselijk uitgaven als agent, werden in diezelfde jaren :
a) identifiés;
a) geı¨dentificeerd;
b) arrêtés;
b) gearresteerd;
c) poursuivis ?
c) vervolgd ?
3. a) Combien d’étrangers figuraient au nombre des faux agents identifiés ?
3. a) Hoeveel van de nepagenten wier identiteit werd achterhaald, waren buitenlanders ?
b) Quelle est leur nationalité ?
b) Welke nationaliteit hadden zij ?
4. a) A-t-on déjà mis sur pied des projets spécifiques (par exemple, des campagnes de sensibilisation à l’égard des citoyens) ou des structures de coopération pour lutter contre ce phénomène ?
4. a) Zijn er reeds speciale campagnes (bijvoorbeeld sensibiliseringscampagnes voor de burgers) of samenwerkingsverbanden op het getouw gezet om dit fenomeen te bestrijden ?
b) Dans l’affirmative, lesquels ?
b) Zo ja, welke ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20388
c) Dans la négative, de telles campagnes sont-elles prévues dans un avenir proche ?
c) Zo neen, kan men dit in de (nabije) toekomst verwachten ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 13 février 2006, à la question no 825 de M. Guido De Padt du 27 octobre 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 13 februari 2006, op de vraag nr. 825 van de heer Guido De Padt van 27 oktober 2005 (N.) :
1 à 3. Il n’existe pas dans les statistiques éditées au niveau national de catégorie particulière consacrée au phénomène des « faux agents ». Les statistiques sont en effet établies par catégories générales d’infraction. Les distinctions opérées dans la catégorie relative aux vols et extorsions dont relèvent généralement ce type de délit ne permettent pas de répondre aux questions détaillées qui sont posées. Les statistiques dans le cadre de ce phénomène sont communiquées de manière globale.
1 tot 3. Op nationaal vlak bestaan er geen gepubliceerde statistieken van een specifieke categorie die gewijd is aan het fenomeen van nepagenten. De statistieken worden immers per algemene misdrijfcategorie opgesteld. Het onderscheid in de categorie betreffende diefstal en afpersing, waartoe dit soort misdrijven meestal behoort, biedt geen antwoord op de gedetailleerde vragen. Er bestaan enkel algemene statistieken met betrekking tot dit fenomeen.
En tout état de cause une définition précise du phénomène doit être fixée. En effet, il ne concerne pas uniquement des faux policiers mais également des employés du gaz ou des eaux par exemple qui en général inspirent la confiance à leur victime et permettent un accès à leur domicile.
In ieder geval moet een duidelijke definitie van het fenomeen worden opgesteld. Het zijn immers niet alleen nepagenten, maar ook bedienden van de gas- en watermaatschappijen die in het algemeen het vertrouwen van slachtoffers weten te winnen waardoor ze in de woning kunnen binnengeraken.
Néanmoins en cas d’épidémie, ou dans le cadre de la préparation du plan zonal de sécurité, il se peut qu’une zone ou les carrefours d’information d’arrondissement de la police fédérale analysent plus précisément le phénomène des vols et relèvent le nombre de cas qui répondent à cette qualification qui implique par ailleurs des circonstances aggravantes. Ainsi, la zone de Geraardbergen/Lierde signale dans ses statistiques 3 cas de vols à la ruse commis par de faux agents pour le 1er trimestre 2005. Un des délits a été commis par des personnes parlant français. Par ailleurs, la police fédérale indique par voie de communiqué que 80 personnes ont été victimes de ce type de vols depuis le début de l’année.
Ingeval een golf uitbreekt of in het kader van de voorbereiding van het zonale veiligheidsplan, is het mogelijk dat een zone of de arrondissementele informatiekruispunten van de federale politie het fenomeen van diefstallen nauwkeuriger analyseren. Hierdoor stijgt het aantal gevallen die aan deze kwalificatie beantwoorden en die bovendien gepaard gaan met verzwarende omstandigheden. Zo worden in de statistieken van de zone Geraardsbergen/Lierde, voor het eerste kwartaal van 2005, 3 diefstallen door middel van list weergegeven die door nepagenten worden begaan. Een van de misdrijven werd door Franstalige personen gepleegd. Door middel van een communiqué deelt de federale politie bovendien mee dat, sinds het begin van het jaar, 80 personen het slachtoffer werden van dit soort diefstallen.
` l’initiative autorités judiciaires et des services 4. A de police, la presse se fait régulièrement l’écho de ces faits de sorte que la population est avertie et invitée à demeurer attentive à de tels actes.
4. Op initiatief van de gerechtelijke overheden en de politiediensten, worden deze feiten vaak door de pers verspreid, zodat de bevolking op de hoogte wordt gesteld en de aandacht op dergelijke daden blijft gevestigd.
Les réseaux d’information de quartier lorsqu’ils existent attirent également l’attention des citoyens et informent le public des nouvelles méthodes de ces délinquants, celles-ci évoluent en effet régulièrement.
Wanneer er buurtinformatienetwerken bestaan, wijzen deze tevens op de regelmatig evoluerende nieuwe methodes van de delinquenten en houden het publiek hiervan op de hoogte.
Certaines zones de police émettent des conseils de prévention à l’intention de la population.
Bepaalde politiezones formuleren preventieve adviezen ten behoeve van de bevolking.
La police fédérale aussi publie régulièrement des avis à ce sujet en rappelant notamment les précautions à prendre en termes d’identification des policiers. Une photo de la carte de légitimation est fournie sur le site internet de la police fédérale. Il est également demandé
Ook de federale politie formuleert hierover vaak adviezen waarin de te nemen voorzorgsmaatregelen in termen van identificatie van de politieagenten worden herhaald. Op de internetsite van de federale politie staat een afbeelding van de legitimatiekaart. Mensen
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20389
aux personnes victimes de vols par ruse de prendre contact immédiatement avec le 101.
die het slachtoffer zijn van diefstallen door middel van list wordt tevens gevraagd onmiddellijk contact op te nemen met het 101-nummer.
Les mises en garde sont donc nombreuses et une attention constante est donnée à l’information, il importe en effet que celle-ci soit donnée au moment où une épidémie se déclare et qu’elle soit actualisée en fonction du modus operandi utilisé et du public ciblé par les auteurs.
Er bestaan dus talrijke verwittigingen. Er gaat constant aandacht uit naar de informatie die inderdaad moet worden gegeven wanneer een golf uitbreekt. Deze aandacht dient te worden herhaald in functie van de toegepaste modus operandi en het doelpubliek van de actoren.
Très récemment enfin, les autorités judiciaires ont lancé une opération impliquant une centaine de policiers locaux et fédéraux sur plusieurs arrondissements judiciaires dans le Hainaut et le Brabant wallon afin de mettre fin à une épidémie de faits.
Ten slotte hebben de gerechtelijke overheden onlangs een operatie opgezet waarbij een honderdtal lokale en federale politieagenten in meerdere gerechtelijke arrondissementen in Henegouwen en WaalsBrabant worden betrokken om dergelijke golven te doen stoppen.
DO 2005200606304
DO 2005200606304
Question no 840 de M. Guido De Padt du 22 novembre 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 840 van de heer Guido De Padt van 22 november 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Incendies criminels.
Brandstichtingen.
Les actes de pyromanie sont des phénomènes hautement répréhensibles, particulièrement quand ils menacent la vie d’êtres humains.
Het aansteken van brand is een fenomeen dat sterk afkeurenswaardig is, temeer wanneer daarmee mensenlevens bedreigd zijn.
1. a) Combien de cas visés par l’article 510 du Code pénal (incendie criminel dans un baˆtiment quand l’auteur a duˆ présumer qu’il s’y trouvait une ou plusieurs personnes) a-t-on déclarés aux parquets en 2003, en 2004 et durant les six premiers mois de 2005 ?
1. a) Hoeveel gevallen van inbreuken (brand in gebouw met vermoeden van bewoning) op artikel 510 van het Strafwetboek werden in 2003, 2004 en eerste helft 2005 bij de parketten aangemeld ?
b) Combien de faits de ce genre n’a-t-on pas pu élucider ?
b) Hoeveel van deze feiten konden niet worden opgehelderd ?
2. a) Combien de cas visés par l’article 511 du Code pénal a-t-on déclarés aux parquets en 2003, en 2004 et durant les six premiers mois de 2005 ? Pouvez-vous mentionner explicitement s’il s’agissait ou non d’une propriété appartenant à l’incendiaire ?
2. a) Hoeveel gevallen van inbreuken op artikel 511 van het Strafwetboek werden in 2003, 2004 en eerste helft 2005 bij de parketten aangemeld, met afzonderlijke vermelding naargelang het om eigendommen gaat die aan de brandstichter toebehoren ?
b) Combien de faits de ce genre n’a-t-on pas pu élucider ?
b) Hoeveel van deze feiten konden niet worden opgehelderd ?
3. a) Combien de cas visés par l’article 512 du Code pénal (incendie criminel dans des propriétés mobilières) a-t-on déclarés aux parquets en 2003, en 2004 et durant les six premiers mois de 2005 ? Pouvez-vous mentionner explicitement s’il s’agissait ou non d’une propriété mobilière appartenant à l’incendiaire ?
3. a) Hoeveel gevallen van inbreuken (brandstichting roerende goederen) op artikel 512 van het Strafwetboek werden in 2003, 2004 en eerste helft 2005 bij de parketten aangemeld, met afzonderlijke vermelding naargelang het om goederen gaat die aan de brandstichten toebehoren ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20390
b) Combien de faits de ce genre n’a-t-on pas pu élucider ? 4. Dans combien de cas précités l’incendie s’est-il déclaré la nuit ? Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 17 février 2006, à la question no 840 de M. Guido De Padt du 22 novembre 2005 (N.) : Je peux communiquer à l’honorable membre que les données enregistrées dans les parquets ne permettent pas d’effectuer une sélection des délits tels qu’ils sont définis dans sa question. En revanche, je suis à même de vous fournir de plus amples informations, notamment les chiffres relatifs à l’inculpation « incendie volontaire ». Ces chiffres proviennent des bases de données alimentées par les enregistrements des sections correctionnelles des parquets près les tribunaux de première instance dans le système REA/TPI. Il est important de remarquer à cet égard qu’il s’agit ici de chiffres dépassant de loin le cadre spécifique de votre question. Pour l’interprétation de ces tableaux, il est à noter que le parquet d’Eupen, qui n’enregistre pas de donnée de dossier dans le système REA/TPI, n’a pas été pris en considération. En outre, il s’agit uniquement des infractions commises par des personnes majeures. De plus, vous devez savoir que dans de nombreux parquets, les procès-verbaux simplifiés dressés par les services de police ne sont pas enregistrès dans le système REA/TPI et qu’ils n’apparaissent donc pas dans ces statistiques. L’unité utilisée dans les tableaux est l’affaire pénale. Chaque affaire peut concerner un ou plusieurs suspects et un ou plusieurs délits. Enfin, il a été tenu compte du nombre d’inculpations primaires et secondaires d’incendie volontaire. Le tableau A vous donne un aperçu du nombre d’affaires entrées avec une inculpation « incendie volontaire », par parquet et par an (à partir de 2003 et jusqu’au 30 juin 2005). Tableau A — Nombre d’affaires d’« incendie volontaire » par parquet enregistrès entre le 1e janvier 2003 et le 30 juin 2005
b) Hoeveel van deze feiten konden niet worden opgehelderd ? 4. In hoeveel van voormelde gevallen gebeurde de brandstichting bij nacht ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 17 februari 2006, op de vraag nr. 840 van de heer Guido De Padt van 22 november 2005 (N.) : Ik kan het geachte lid meedelen dat het niet mogelijk is om een selectie te maken van de misdrijven zoals ze in zijn vraag worden omschreven op basis van de gegevens die bij de parketten worden geregistreerd. Ik kan u wel ruimere informatie geven, met name de cijfers met betrekking tot de tenlastelegging « opzettelijke brandstichting ». Het gaat dan om cijfers afkomstig uit de databanken gevoed door de registraties van de correctionele afdelingen van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg in het REA/TPI systeem. Een belangrijke opmerking hierbij is dat het hier gaat over cijfers die het specifieke kader van uw vraag ver overschrijden. Bij de interpretatie van deze tabellen dient de opmerking gemaakt te worden dat er geen rekening werd gehouden met het parket van Eupen, dat geen dossiergegevens in het REA/TPI systeem registreert. Ook betreft het hier enkel inbreuken gepleegd door meerderjarige personen. Voorts moet u weten dat in vele parketten de vereenvoudigde processen-verbaal die door de politiediensten worden opgesteld, niet geregistreerd worden in het REA/TPI systeem, en dat deze bijgevolg niet in deze statistieken verschijnen. De teleenheid in de tabellen is een strafzaak. Elke zaak kan betrekking hebben op één of meerdere verdachten en op één of meer misdrijven. Er werd ten slotte rekening gehouden met het aantal primaire en secundaire tenlasteleggingen van opzettelijke brandstichting. Tabel A geeft u een overzicht van het aantal binnengekomen zaken met een tenlastelegging « opzettelijke brandstichting » per parket en per jaar (vanaf 2003 tot 30 juni 2005). Tabel A — Aantal zaken « opzettelijke brandstichting » per parket binnengekomen van 1 januari 2003 tot en met 30 juni 2005
2003
Anvers. — Antwerpen Anvers. — Antwerpen .............. Malines. — Mechelen ...............
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Premier semestre 2005 — Eerste halfjaar 2005
2004
N
%
N
%
N
%
288 74
6,73 1,73
247 61
5,92 1,46
151 37
7,75 1,9
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20391
2003 N Turnhout .................................. Hasselt ..................................... Tongres. — Tongeren .............. Ressort. — Rechtsgebied ..........
Premier semestre 2005 — Eerste halfjaar 2005
2004 %
N
%
N
%
90 126 114 692
2,1 2,95 2,66 16,18
87 125 117 637
2,09 3 2,81 15,27
30 63 52 333
1,54 3,23 2,67 17,09
570 411 132 1 113
13,32 9,61 3,09 26,02
575 465 173 1 213
13,79 11,15 4,15 29,08
277 221 76 574
14,22 11,34 3,9 29,47
575 108 145 828
13,44 2,52 3,39 19,35
517 96 166 779
12,4 2,3 3,98 18,68
254 45 76 375
13,04 2,31 3,9 19,25
184 115 40 124 110 28 25 626
4,3 2,69 0,94 2,9 2,57 0,65 0,58 14,63
134 134 25 110 114 32 20 569
3,21 3,21 0,6 2,64 2,73 0,77 0,48 13,64
80 55 10 69 27 13 7 261
4,11 2,82 0,51 3,54 1,39 0,67 0,36 13,4
Liège. — Luik .......................... Huy. — Hoei ........................... Verviers .................................... Namur. — Namen ................... Dinant ...................................... Arlon. — Aarlen ...................... Neufchaˆteau ............................. Marche-en-Famenne ................. Ressort. — Rechtsgebied .......... Parquet fédéral. — Federaal parket .......................................
445 101 144 128 90 45 35 31 1 019
10,4 2,36 3,37 2,99 2,1 1,05 0,82 0,72 23,82
496 67 103 116 68 36 59 26 971
11,89 1,61 2,47 2,78 1,63 0,86 1,41 0,62 23,28
186 28 41 49 34 15 28 24 405
9,55 1,44 2,1 2,52 1,75 0,77 1,44 1,23 20,79
2
0,05
Belgique. — Belgı¨e ....................
4 278
4 171
100
1 948
100
Mons. — Bergen Charleroi .................................. Mons. — Bergen ...................... Tournai. — Doornik ................ Ressort. — Rechtsgebied .......... Bruxelles. — Brussel Bruxelles. — Brussel ................. Louvain. — Leuven .................. Nivelles. — Nijvel .................... Ressort. — Rechtsgebied .......... Gand. — Gent Gand. — Gent .......................... Termonde. — Dendermonde .... Audenarde. — Oudenaarde ...... Bruges. — Brugge ..................... Courtrai. — Kortrijk ................ Ypres. — Ieper ......................... Furnes. — Veurne .................... Ressort. — Rechtsgebied .......... Liège. — Luik
100
Source : base de données du Collège des procureurs généraux — les analystes statistiques.
Bron : gegevensbank van het College van procureurs-generaal — statistisch analisten.
La question relative au degré d’élucidation dans ces affaires est traduite dans la question de savoir si dans ces affaires, des suspects connus ou non étaient impliqués au moment de l’extraction des données (10 juillet 2005). Vous pouvez retrouver ces données dans le tableau B.
De vraag naar de ophelderinggraad in deze zaken is vertaald in de vraag of in deze zaken op het moment van de gegevensextractie (10 juli 2005) al dan niet gekende verdachten betrokken waren. U kan deze gegevens terugvinden in tabel B.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20392
Tableau B — Affaires d’« incendie volontaire » enregistrées entre le 1er janvier 2003 et le 30 juin 2005 : affaires dans lesquelles un suspect au moins est connu/ affaires dans lesquelles aucun suspect n’est connu. — Chiffres pour la Belgique.
Tabel B — Zaken « opzettelijke brandstichting » binnen gekomen van 1 januari 2003 tot en met 30 juni 2005 : zaken met minstens één gekend verdachte versus zaken waarin geen enkele verdachte gekend is. — Cijfers voor Belgie¨.
2003
Aucun suspect connu. — Geen gekende verdachte .................... Un ou plusieurs suspects connus. — E´én of meer gekende verdachten ................................ Total. — Totaal .......................
Premier semestre 2005 — Eerste halfjaar 2005
2004
N
%
N
%
N
%
3 398
79,43
3 274
78,49
1 530
78,54
880
20,57
897
21,51
418
21,46
4 278
100
4 171
100
1 948
100
Source : base de données du Collège des procureurs généraux — les analystes statistiques.
Bron : gegevensbank van het College van procureurs-generaal — statistisch analisten
En outre, le tableau C vous fournit des informations sur le dernier état d’avancement de ces affaires d’incendie volontaire au 10 juillet 2005, c’est-à-dire l’état de la décision du parquet dans ces dossiers.
Verder kan ik u, via tabel C, nog informatie geven over de laatste vooruitgangsstaat op 10 juli 2005 van deze zaken opzettelijke brandstichting, dit wil zeggen de stand van de beslissing van het parket in deze dossiers.
Tableau C — Dernier état d’avancement au 10 juillet 2005 des affaires d’« incendie volontaire » enregistrées entre le 1er janvier 2003 et le 30 juin 2005 — Chiffres pour la Belgique
Tabel C — Laatste vooruitgangsstaat op 10 juli 2005 van de zakken « opzettelijke brandstichting », binnengekomen van 1 januari 2003 tot en met 30 juni 2005 — Cijfers voor Belgie¨
2003
Instruction préparatoire. — Vooronderzoek ......................... Sans suite. — Zonder gevolg .... Mise à disposition. — Ter beschikking ............................... Jonction. — Voeging ................ Transaction. — Minnelijke schikking .................................. Médiation pénale. — Bemiddeling in strafzaken ...................... Instruction. — Onderzoek ........ Chambre du conseil. — Raadkamer ...........................................
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Premier semestre 2005 — Eerste halfjaar 2005
2004
N
%
N
%
N
%
154 3 331
3,6 77,86
406 3 008
9,73 72,12
544 1 103
27,93 56,62
172 356
4,02 8,32
113 390
2,71 9,35
47 136
2,41 6,98
3
0,07
1
0,02
1
0,05
17 40
0,4 0,94
16 64
0,38 1,53
6 69
0,31 3,54
38
0,89
46
1,1
14
0,72
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20393
2003 N
Premier semestre 2005 — Eerste halfjaar 2005
2004 %
N
%
N
%
Citation et autres — Dagvaarding en verder ..........................
167
3,9
127
3,04
28
1,44
Total. — Totaal .......................
4 278
100
4 171
100
1 948
100
Source : base de données du Collège des procureurs généraux — les analystes statistiques.
Bron : gegevensbank van het College van procureurs-generaal — statistisch analisten.
Enfin, le tableau D vous donne davantage de détails sur les motivations des classements sans suite. Tableau D — Motivations des classements sans suite dans les affaires d’« incendie volontaire », enregistrées entre le 1e janvier 2003 et le 30 juin 2005 — Chiffres pour la Belgique
Tabel D ten slotte geeft u meer details over de motieven van de zonder gevolgstellingen. Tabel D — Motieven van zonder gevolgstellingen in zaken « opzettelijke brandstichting », binnengekomen van 1 januari 2003 tot en met 30 juni 2005.
2003
Premier semestre 2005 — Eerste halfjaar 2005
2004
N
%
N
%
N
%
2 811
84,39
2 565
85,27
956
86,67
93
2,79
78
2,59
35
3,17
242
7,27
203 3
6,75 0,1
58
5,26
4
0,12
3
0,1
1
0,09
3
0,1
Technique. — Technisch Auteur inconnu. — Dader onbekend ......................................... Absence d’infraction. — Geen misdrijf ..................................... Charges insuffisantes. — Onvoldoende bewijzen ....................... Prescription. — Verjaring ......... Décès de l’auteur. — Overlijden van de dader ............................. Incompétences des organes de poursuite et des juridictions belges. — Onbevoegdheid nationale vervolgingsorganen en rechtsmachten ........................... Autorité de la chose jugée (en ce compris l’absorption). — Kracht van gewijsde (met opslorping) .. Cause d’excuse absolutoire. — Strafuitsluitende verschoningsgrond ........................................
2
0,06
4
0,13
1
0,09
1
0,03
4
0,13
2
0,18
16
0,48
9
0,3
5
0,45
9
0,27
7
0,23
1
0,09
13
0,39
5
0,17
2
0,18
Opportunité. — Opportuniteit Répercussion sociale limitée. — Beperkte maatschappelijke weerslag ........................................... Situation régularisée. — Toestand geregulariseerd ................ Infraction à caractère relationnel. — Misdrijf van relationele aard
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20394
2003 N
Premier semestre 2005 — Eerste halfjaar 2005
2004 %
N
%
N
%
Préjudice peu important. — Nadeel gering ...........................
12
0,36
10
0,33
6
0,54
Dépassement du délai raisonnable pour l’exercice des poursuites. — Redelijke termijn vervolging overschreden .....................
1
0,03
1
0,03
1
0,09
Absence d’antécédents. — Afwezigheid van voorgaanden ..........
9
0,27
9
0,3
4
0,36
Faits occasionnels découlant de circonstances spécifiques. — Toevallige feiten met oorzaak in specifieke omstandigheden ........
20
0,6
22
0,73
7
0,63
Jeunesse de l’auteur. — Jeugdige leeftijd ......................................
1
0,03
Conséquences disproportionnées des poursuites pénales — trouble social. — Wanverhouding gevolgen van strafvordering — maatschappelijke verstoring .............
18
0,54
13
0,43
6
0,54
Comportement de la victime. — Houding van het slachtoffer .....
1
0,03
2
0,07
Indemnisation de la victime. — vergoeding van het slachtoffer ..
4
0,12
7
0,23
Capacité d’enquête insuffisante — Te weinig recherche-capaciteit
6
0,18
3
0,1
2
0,18
Autres priorités de la politique en matière de politique de recherches et de poursuites. — Andere prioriteiten bij vervolgings- en opsporingsbeleid .......................
35
1,05
32
1,06
12
1,09
Signalement de l’auteur (sans suite provisoire). — Seining van de dader (voorlopig sepot) ........
29
0,87
22
0,73
4
0,36
Probation pretorienne. — Pretoriaanse probatie ........................
3
0,09
3
0,1
Transmission de l’affaire au fonctionnaire chargé d’infliger l’amende. — Overmaken van de zaak aan de ambtenaar belast met het opleggen van de administratieve geldboete .................
1
0,03
Total. — Totaal .......................
3 331
100
3 008
100
1 103
100
Autres. — Anderen
Source : base de données du Collège des procureurs généraux — les analystes statistiques.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Bron : gegevensbank van het College van procureurs-generaal — statistisch analisten.
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20395
DO 2005200606474
DO 2005200606474
Question no 856 de M. Bert Schoofs du 30 novembre 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 856 van de heer Bert Schoofs van 30 november 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Sanctions administratives communales. — Parquets de Tongres et de Hasselt.
Gemeentelijke administratieve sancties. — Parketten van Tongeren en Hasselt.
Dans le cadre de l’application de la législation relative aux sanctions administratives communales, les parquets de Tongres et de Hasselt auraient insisté auprès des communes de leur arrondissement pour que les affaires soient centralisées autant que possible auprès du parquet.
In het kader van de toepassing van de wetgeving op de gemeentelijke administratieve sancties zouden de parketten van Hasselt en Tongeren er bij de gemeenten van hun arrondissement op aangedrongen hebben om de zaken zoveel mogelijk te centraliseren bij het parket.
Des problèmes se poseraient également au niveau communal en ce qui concerne l’application concrète de la loi. Ainsi, une médiation obligatoire est prévue pour les mineurs, alors que dans certains cas, il n’y aurait pas de parties lésées.
Tevens zouden er zich op het niveau van de gemeenten problemen voordoen met de concrete toepassing van de wet. Zo is er een verplichte bemiddeling voorgeschreven in het geval van minderjarigen, terwijl er in bepaalde gevallen echter geen benadeelden of schadelijdende partijen aanwezig zijn.
Enfin, l’application d’une sanction administrative communale peut semble-t-il être unilatéralement bloquée par le parquet par l’envoi d’une simple lettre à l’administration communale indiquant qu’une information à charge de l’intéressé a été ouverte.
Tenslotte kan de toepassing van een gemeentelijke administratieve sanctie blijkbaar eenzijdig worden geblokkeerd door het parket bij eenvoudige melding per brief aan het gemeentebestuur dat ten laste van een bepaalde betrokkene een opsporingsonderzoek wordt geopend.
1. Est-il exact que, contrairement aux autres parquets du pays, les parquets de Tongres et de Hasselt jouent un roˆle dit proactif en ce qui concerne l’application des sanctions administratives communales ?
1. Klopt het dat de parketten van Tongeren en Hasselt, in tegenstelling tot andere parketten van het land, een zogenaamde proactieve rol spelen ten aanzien van de toepassing van gemeentelijke administratieve sancties ?
2. Quelles démarches le fonctionnaire chargé de l’application de la sanction administrative communale doit-il entreprendre lorsqu’il constate que la médiation pénale pour le mineur concerné est sans objet ?
2. Waaruit bestaat de concrete regeling voor de ambtenaar die de gemeentelijke administratieve sanctie moet toepassen van zodra hij vaststelt dat de verplichte bemiddeling zonder voorwerp is in het geval van een minderjarige ?
3. Comment percevez-vous le champ de tension entre l’information, d’une part, et la possibilité d’imposer une sanction administrative communale, d’autre part, sans compromettre le principe « non bis in idem » ?
3. Hoe ziet u het spanningsveld tussen enerzijds het opsporingsonderzoek en anderzijds de mogelijkheid tot het opleggen van een gemeentelijke administratieve sanctie, zonder dat het beginsel « non bis in idem » in het gedrang komt ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 15 février 2006, à la question no 856 de M. Bert Schoofs du 30 novembre 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 15 februari 2006, op de vraag nr. 856 van de heer Bert Schoofs van 30 november 2005 (N.) :
1. Les parquets de Tongres et d’Hasselt ont engagé une concertation avec les bourgmestres en vue d’assurer un partage de taˆches et de missions entre les autorités judiciaires et les autorités communales qui soit le plus harmonieux.
1. De parketten te Tongeren en te Hasselt zijn een overleg gestart met de burgemeesters teneinde taken en opdrachten op de meest harmonieuze wijze tussen de gerechtelijke en de gemeentelijke overheden te verdelen.
Ce faisant, ils ont appliqué les directives de politique criminelle diffusées par le Collège des procureurs généraux en vue de l’application la plus efficace de la
Hiertoe hebben zij de richtlijnen van het strafrechtelijk beleid toegepast die het College van procureursgeneraal heeft verspreid met het oog op de meest doel-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20396
loi sur les sanctions administratives dans les communes.
treffende toepassing van de wet tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties.
2. Lorsque le fonctionnaire chargé de l’application de la sanction constate, le cas échéant, que la tentative de médiation obligatoire est sans objet (en l’absence de personne lésée par exemple), il doit le mentionner dans le rapport de la tentative de médiation qui doit être rédigé conformément au considérant 33 de la circulaire 00P30bis du ministre de l’Intérieur.
2. Wanneer de sanctionerend ambtenaar in voorkomend geval vaststelt dat de verplichte bemiddelingspoging zonder voorwerp is (bijvoorbeeld omdat er geen benadeelden zijn), moet deze ambtenaar daarvan melding maken in de schriftelijke weerslag van de bemiddelingspoging die conform overweging 33 van omzendbrief 00P30bis van de minister van Binnenlandse Zaken moet worden opgemaakt.
3. Dans la réglementation actuelle des sanctions administratives communales, il n’y a en principe pas de zone de tension possible entre les poursuites pénales et les poursuites administratives. On a en effet choisi d’agir selon le principe « una via » en cas de concours. Il implique qu’un fait déterminé pour lequel tant des sanctions pénales que des amendes administratives communales peuvent être appliquées doit être poursuivi pénalement ou administrativement. Opter pour la procédure pénale revient à exclure la procédure administrative et inversement.
3. In de actuele regeling van de gemeentelijke administratieve sancties is er in principe geen spanningsveld mogelijk tussen de strafvervolging en de administratieve vervolging. Er werd immers gekozen om in geval van samenloop te handelen volgens het zogenaamde « una-via principe ». Dit houdt in dat een bepaald feit voor welk er zowel strafrechtelijke sancties als gemeentelijke administratieve boetes mogelijk zijn, ofwel strafrechtelijk ofwel administratiefrechtelijk moet worden vervolgd. Het kiezen voor de strafrechtelijke procedure sluit de administratiefrechtelijke procedure uit en omgekeerd.
DO 2005200606500
DO 2005200606500
Question no 861 de M. Alfons Borginon du 2 décembre 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 861 van de heer Alfons Borginon van 2 december 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Directive du Parlement européen et du Conseil sur certains aspects de la médiation en matière civile et commerciale. ` l’ordre du jour de la réunion du Conseil Justice et A Affaires intérieures (JAI) de l’Union européenne de début décembre 2005 figure notamment l’examen de la proposition de directive du Parlement européen et du Conseil sur certains aspects de la médiation en matière civile et commerciale.
Richtlijn betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling in burgerlijke en handelszaken.
1. Quelle est la position du gouvernement par rapport à cette directive ?
1. Wat is het standpunt van de regering inzake deze richtlijn ?
2. Comment cette directive se concilie-t-elle avec la loi belge récemment votée en la matière ?
2. Hoe verhoudt deze richtlijn zich tot de recent gestemde Belgische wet terzake ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 13 février 2006, à la question no 861 de M. Alfons Borginon du 2 décembre 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 13 februari 2006, op de vraag nr. 861 van de heer Alfons Borginon van 2 december 2005 (N.) :
Le gouvernement belge est persuadé du potentiel de la médiation en tant que mode alternatif de règlement des litiges. La nouvelle Directive contribuera à diffuser cet instrument au sein de l’Europe.
De Belgische regering is overtuigd van het potentieel van de bemiddeling als alternatieve wijze van geschillenbeslechting. De nieuwe Richtlijn zal bijdragen tot het verspreiden van dit instrument binnen Europa.
Le gouvernement belge appuie par conséquent pleinement cette initiative et participe activement aux négociations.
De Belgische regering steunt dit initiatief dan ook ten volle en neemt actief deel aan de onderhandelingen.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Op de agenda van de bijeenkomst van de Raad van de Europese Unie (Justitie en Binnenlandse Zaken) begin december 2005 staat onder andere de bespreking van de richtlijn (voorstel van het Europees Parlement en de Raad) betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling in burgerlijke en handelszaken.
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20397
Dans l’état actuel des négociations, il semble que la loi belge du 21 février 2005 modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne la médiation ne devra pas être adaptée, ou seulement dans une mesure très limitée, pour répondre aux exigences de la Directive.
Zoals de onderhandelingen er nu voorstaan, lijkt het er op dat de Belgische wet van 21 februari 2005 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek in verband met de bemiddeling niet of slecht in zeer beperkte mate aangepast zal moeten worden om te voldoen aan de vereisten van de Richtlijn.
DO 2005200606674
DO 2005200606674
Question no 877 de Mme Corinne De Permentier du 22 décembre 2005 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 877 van mevrouw Corinne De Permentier van 22 december 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Islamisme radical en prison.
Moslimfundamentalisme in de gevangenissen.
Le 5 décembre 2005, les titres de la presse francophone et néerlandophone étaient explicites : « La prison nourrit l’islamisme radical » — « Derrière les barreaux, les caı¨ds radicaux servent de modèles aux jeunes délinquants. Et font des émules » — « Gevangenissen vormen een heel geconcentreerd milieu, waar extreme figuren elkaar kunnen ontmoeten ».
De krantenkoppen logen er niet om op 5 december 2005, zowel in de Franstalige als in de Nederlandstalige pers : « La prison nourrit l’islamisme radical » — « Derrière les barreaux, les caı¨ds radicaux servent de modèles aux jeunes délinquants. Et font des émules » — « Gevangenissen vormen een heel geconcentreerd milieu, waar extreme figuren elkaar kunnen ontmoeten ».
Selon les informations publiées, certaines islamistes radicaux condamnés pour terrorisme continuent à poser des problèmes. En effet, ils jouissent d’un certain prestige auprès d’autres détenus, ils propagent leurs idées radicales. Le risque existe réellement qu’ils servent de modèles et qu’ils recrutent parmi des délinquants de droit commun.
Volgens de berichten blijven bepaalde wegens terreurdaden veroordeelde moslimfundamentalisten voor problemen zorgen. Ze genieten een zeker prestige bij andere gedetineerden, en verkondigen hun radicale opvattingen. Het risico dat anderen zich aan hen spiegelen en dat ze school maken onder gedetineerden die veroordeeld werden wegens misdrijven van gemeen recht, is dan ook ree¨el.
Le problème existe et est admis par les directions de divers établissements pénitentiaires. Plusieurs faits ont été évoqués : radicalisation, appels à la prière, formation de groupes religieux refusant tout contact avec les autres détenus, incidents survenus durant la période de ramadan, images de Ben Laden affichées dans les cellules, circulation de CD contenant des images de décapitation, création d’une hiérarchie parallèle, société occidentale rendue responsable de tous les maux, etc.
Er is dus onmiskenbaar een probleem, en dat geven de directies van verscheidene strafinrichtingen ook toe. Er werden diverse feiten gemeld : er is sprake van een radicalisering, er wordt opgeroepen tot het gebed, er worden religieuze groepen gevormd die geen contact willen met de andere gedetineerden, er waren incidenten tijdens de ramadan, in de cellen worden foto’s van Bin Laden opgehangen, er circuleren cd’s met beelden van onthoofdingen, er ontstaat een parallelle hie¨rarchie, de westerse samenleving wordt verantwoordelijk gesteld voor alle kwaad, enzovoort.
Consciente de la situation, l’administration pénitentiaire a envisagé deux options : le regroupement des détenus dits dangereux ou leur dispersion dans différents établissements pénitentiaires. Jusqu’à présent, c’est la deuxième option qui a été retenue. Dans certains cas, on a opté pour l’isolement.
De penitentiaire administratie is zich van de situatie bewust, en ziet twee mogelijkheden : ofwel worden de als gevaarlijk aangemerkte gedetineerden gegroepeerd opgesloten, ofwel gespreid over verscheidene strafinrichtingen. Tot nu toe werd voor de tweede mogelijkheid geopteerd. In sommige gevallen worden gedetineerden in afzondering geplaatst.
Le journal « De Morgen » évoque la préparation d’un plan visant à lutter contre l’islamisme radical en prison par l’administration pénitentiaire et la suˆreté de l’E´tat. Ce plan serait mis à exécution début 2006.
Volgens de krant De Morgen zouden de penitentiaire administratie en de Veiligheid van de Staat een plan uitwerken om het moslimfundamentalisme in de gevangenissen tegen te gaan. Dat plan zou begin 2006 handen en voeten krijgen.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20398
1. Les informations publiées par la presse sont-elles correctes ?
1. Kloppen die krantenberichten ?
2. Pourriez-vous nous informer des différents incidents de ce type qui se sont produits dans nos établissements pénitentaires et des sanctions qui ont été prises à l’égard des personnes responsables ?
2. Kan u meer informatie geven over de incidenten die zich in dat verband in onze gevangenissen hebben voorgedaan, en over de sancties waarmee de daders werden gestraft ?
3. Quelles sont les mesures qui seront prises pour éviter la propagation d’idées radicales dans nos prisons ?
3. Welke maatregelen zullen er getroffen worden om de verbreiding van radicale opvattingen in onze gevangenissen tegen te gaan ?
4. Comment concilier la liberté de culte reconnue par la « loi Dupont » et la sécurité ?
4. Op welke manier kan de in de wet-Dupont verankerde godsdienstvrijheid gewaarborgd worden zonder dat de veiligheid in het gedrang komt ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 16 février 2006, à la question no 877 de Mme Corinne De Permentier du 22 décembre 2005 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 16 februari 2006, op de vraag nr. 877 van mevrouw Corinne De Permentier van 22 december 2005 (Fr.) :
1. Quant à l’exactitude des informations diffusées :
1. Wat de juistheid van de verspreide informatie betreft :
a) le risque que les islamistes radicaux servent de modèle et recrutent parmi les délinquants de droit commun existe, comme il existe à l’extérieur des prisons, à l’égard de toute population vulnérable et influençable.
a) Het risico bestaat dat de radicale islamisten als model dienen en rekruteren onder delinquenten van het gemeen recht, zoals dat ook buiten de gevangenissen bestaat bij iedere kwetsbare en beı¨nvloedbare bevolkingsgroep.
b) les faits précis : certains incidents ont été portés à la connaissance de l’administration centrale, et notamment la tendance de certains détenus plus radicaux à rester entre-eux. Il faut cependant souligner que ce phénomène n’est pas propre aux musulmans mais se constate également auprès d’autres groupes. L’affichage de photos de Ben Laden n’est pas permis dans des espaces communs mais, dès lors que la presse diffuse largement de telles photos, rien n’empêche un détenu de les collectionner. La circulation de CD diffusant des images de décapitation n’a jamais été signalée. Des incidents durant le ramadan, peuvent effectivement survenir : cette période est, en soi, une période plus propice aux tensions personnelles. Le nombre de détenus musulmans est important et nous venons d’augmenter le cadre des conseillers musulmans dans les prisons afin de mieux encadrer l’assistance religieuse de ces détenus.
b) De precieze feiten : sommige incidenten zijn meegedeeld aan de centrale administratie, en met name de trend van sommige meer radicale gedetineerden om onder mekaar te blijven. Men moet echter onderstrepen dat dit fenomeen niet eigen is aan moslims maar ook vastgesteld wordt bij andere groepen. De affichering van foto’s van Bin Laden wordt in gemeenschappelijke ruimtes niet toegestaan maar aangezien de pers dergelijke foto’s in ruime mate verspreidt, kan men een gedetineerde niet beletten deze te verzamelen. Het circuleren van CD’s met de verspreiding van beelden van onthoofdingen werd nooit gesignaleerd. Incidenten tijdens de ramadan kunnen inderdaad plaatsgrijpen : op zich is dit reeds een periode waarin persoonlijke spanningen makkelijker de kop opsteken. Het aantal moslimgedetineerden is vrij groot en we hebben zopas het kader van de islamconsulenten in de gevangenissen verhoogd om de religieuze bijstand van die gedetineerden beter te omkaderen.
c) En ce qui concerne le « regroupement de détenus dangereux », il faut distinguer clairement détenus pour faits de terrorisme et les détenus « de droit commun » qui proˆneraient un islamisme radical. Il est exact que l’administration suit de près le régime applicable aux premiers mais n’a pas à prendre de mesures à l’égard des seconds, tant que l’exercice de leur liberté d’opinion ne les amènent pas à commettre des délits ou à perturber l’ordre et la
c) Wat « de hergroepering van de gevaarlijke gedetineerden betreft », moet men een duidelijk onderscheid maken tussen gedetineerden om terroristische feiten en gedetineerden van « gemeen recht » die een radicaal islamisme zouden aanhangen. Het is juist dat de administratie het regime dat op de eersten van toepassing is van nabij volgt doch zij kan geen maatregelen treffen ten aanzien van de tweede groep, zolang het beoefenen van hun vrij-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20399
sécurité dans la prison. Le choix a en effet été fait de disperser les détenus terroristes dans divers établissements et de leur appliquer un régime réduisant au maximum les contacts avec d’autres détenus.
heid van meningsuiting hen er niet toe aanzet de orde en de veiligheid in de gevangenissen te verstoren. Men heeft er inderdaad voor geopteerd de terroristische gedetineerden over verschillende gevangenissen te verspreiden en een regime op hen toe te passen dat contacten met andere gedetineerden zo veel mogelijk beperkt.
d) Le plan d’action radicalisme du Comité ministériel du renseignement et de la sécurité comporte différents axes prioritaires dont l’analyse du phénomène du radicalisme dans les prisons. Nous évaluons en ce moment quels sont les problèmes qui se posent et nous envisageons une collaboration étroite entre les établissements pénitentiaires et la Sûreté de l’E´tat.
d) Het actieplan radicalisme van het Ministerieel Comité inlichting en veiligheid bevat meerdere prioritaire hoofdlijnen waaronder de analyse van het fenomeen van het radicalisme in de gevangenissen. Op dit ogenblik evalueren we welke de problemen zijn die zich stellen en wij overwegen een nauwe samenwerking tussen de penitentiaire inrichtingen en de Veiligheid van de Staat.
2. En ce qui concerne les sanctions à l’égard des faits énumérés : pour sanctionner un fait, il faut qu’il constitue une infraction pénale, auquel cas il sera dénoncé aux autorités judiciaires. Un fait qui remet en cause la sécurité au sein d’une prison peut également donner lieu à des mesures disciplinaires. Ce n’est pas le cas des faits relevés jusqu’à présent.
2. Wat de sancties betreft voor de opgesomde feiten : om een feit te bestraffen moet het een strafrechtelijke inbreuk zijn die desgevallend zal worden aangegeven bij de gerechtelijke autoriteiten. Een feit dat de veiligheid binnen een gevangenis in het gedrang brengt kan ook tuchtmaatregelen tot gevolg hebben. Dit is niet het geval bij de feiten die totnogtoe aan het licht kwamen.
3. Les mesures prises pour éviter la diffusion d’idées radicales : il convient de rappeler d’emblée que les détenus gardent leur droit constitutionnel à la liberté de pensée et de religion. L’embrigadement et l’endoctrinement sont en contradiction avec les objectifs de la réhabilitation, de la réinsertion et de la réparation. De tels phénomènes ne sont donc pas tolérables au sein des prisons. C’est néanmoins par la voie d’un régime pénitentiaire marqué par le respect de l’individu et de ses droits, par le maintien de ses relations familiales et affectives, par le fait de mettre en place avec lui des actions de formation, au sens large (professionnelle, générale, culturelle), etc. que l’on peut, à long terme, espérer mettre un frein à la désinsertion et à l’isolement social, qui sont le terreau dans lequel se développent les idées extrémistes.
3. De maatregelen die genomen werden om de verspreiding van radicale ideee¨n te verhinderen : er moet onmiddellijk op gewezen worden dat de gedetineerden hun grondwettelijk recht behouden van vrijheid van meningsuiting en van godsdienst. Bendevorming en indoctrinatie zijn in tegenspraak met de doelstellingen van de rehabilitatie, reclassering en het herstel. Dergelijke fenomenen zijn niet aanvaardbaar binnen de gevangenissen. Het is evenwel door een penitentiair regime dat gericht is op de eerbied voor het individu en diens rechten, door het behoud van zijn familierelaties en zijn gevoelsrelaties, door — samen met hem — opleidingen in de ruime zin van het woord op touw te zetten (beroepsopleidingen, algemene, culturele opleidingen), enzovoort dat men op lange termijn kan hopen een halt toe te roepen aan de desintegratie en het sociale isolement die de voedingsbodem vormen voor de vorming van extremistische ideee¨n.
4. La loi de principes ne fait que confirmer un droit constitutionnel, celui de la liberté de religion, et ne changera donc rien à la sécurité des établissements sur ce point. L’arrêté royal du 25 octobre 2005, en vigueur depuis le 1er novembre 2005, en fixant le cadre des aumoˆniers des cultes reconnus et des conseillers moraux et musulmans dans les prisons, va rendre possible la nomination de représentants du culte musulman qui s’inscriront dans les objectifs de la loi de principes et répondront au manque criant de personnes de référence pour les détenus de religion musulmane.
4. De basiswet bevestigt slechts een grondwettelijk recht, het recht van vrijheid van godsdienst en deze zal op dit punt dus niets veranderen aan de veiligheid van de inrichtingen. Het koninklijk besluit van 25 oktober 2005 dat sinds 1 november 2005 van kracht is en dat het kader vaststelt voor aalmoezeniers van erkende erediensten en moreel consulenten en islamconsulenten in de gevangenissen, zal de aanwijzing mogelijk maken van vertegenwoordigers van de islamitische eredienst die in de lijn zullen liggen van de doelstellingen van de basiswet en die zullen tegemoet komen aan de noodkreet om referentiepersonen voor de gedetineerden van de islamitische eredienst.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20400
DO 2005200607065
DO 2005200607065
Question no 914 de M. Jean-Marc Nollet du 30 janvier 2006 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 914 van de heer Jean-Marc Nollet van 30 januari 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Entreprises publiques économiques, sociétés anonymes, parastatales et autres organismes. — Comptes de l’année 2004. — Remarques réviseur.
Economische overheidsbedrijven, naamloze vennootschappen, parastatalen en andere organen. — Rekeningen van het jaar 2004. — Opmerkingen van de revisoren.
1. Pourriez-vous communiquer pour les entreprises publiques économiques, les sociétés anonymes, parastatales et autres organismes qui relèvent de votre compétence et pour lesquels un réviseur se prononce sur les comptes, si le réviseur a émis des remarques sur les comptes de l’année 2004 ?
1. Hebben de bedrijfsrevisoren belast met de controle van de rekeningen 2004 van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastatalen en andere organen die onder uw bevoegdheid vallen, over die rekeningen opmerkingen gemaakt ?
2. Si oui, dans quel sens et quelles suites ont été données à ces remarques ?
2. Zo ja, wat is de inhoud van die opmerkingen en welk gevolg werd eraan gegeven ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 16 février 2006, à la question no 914 de M. Jean-Marc Nollet du 30 janvier 2006 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 16 februari 2006, op de vraag nr. 914 van de heer Jean-Marc Nollet van 30 januari 2006 (Fr.) :
1. Aucune entité soumise au controˆle d’un réviseur d’entreprise ne dépend du SPF Justice.
1. Geen enkele entiteit die onderworpen is aan de controle van een bedrijfsrevisor hangt af van de FOD justitie.
2. Sans objet.
2. Zonder voorwerp.
Vice-premier ministre et ministre des Finances
Vice-eerste minister en minister van Financie¨n
DO 2005200606403
DO 2005200606403
Question no 1015 de M. Carl Devlies du 25 novembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1015 van de heer Carl Devlies van 25 november 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Frais de représentation des managers du SPF Finances.
Representatiekosten van de managers bij de FOD Financie¨n.
1. Pourriez-vous communiquer le montant mensuel des indemnités de représentation pour chacune des fonctions de management des niveaux N, N-1 et N-2, et ce depuis l’introduction de ces fonctions ?
1. Kan u meedelen hoeveel de maandelijkse representatievergoedingen bedragen per managementfuntie van de niveau’s N, N-1 en N-2 sinds de invulling ervan ?
2. Comment ces frais sont-ils remboursés et justifiés ?
2. Hoe worden deze kosten betaald en verantwoord ?
3. Quel service assure le controˆle et l’approbation de ces frais ?
3. Welke dienst controleert deze uitgaven en keurt ze goed ?
4. Quelle politique menez-vous en la matière et quels critères appliquez-vous pour déterminer le budget mensuel des indemnités de représentation ?
4. Welk beleid voert u en welke criteria hanteert u bij de begroting van de maandelijkse representatievergoedingen ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20401
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 16 février 2006, à la question no 1015 de M. Carl Devlies du 25 novembre 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 16 februari 2006, op de vraag nr. 1015 van de heer Carl Devlies van 25 november 2005 (N.) :
` l’époque de la réforme Copernic, le ministre de la A Fonction publique et son collègue du Budget ont convenu que les détenteurs des fonctions en question pouvaient remettre des notes de frais personnelles pour un montant limité, préalablement fixé (maximum), pour autant qu’ils puissent prouver, à l’appui de pièces probantes ou de notes de frais, que ces frais et ces dépenses aient été effectivement payés et soient liés à la fonction qu’ils exercent.
Ten tijde van de Copernicushervorming zijn de minister van Ambtenarenzaken en zijn collega van Begroting overeengekomen dat de houders van de functies in kwestie nota’s van hun persoonlijke kosten mochten indienen voor een beperkt, vooraf vastgesteld (maximum) bedrag op voorwaarde dat ze aan de hand van overtuigingsstukken of kostennota’s kunnen aantonen dat de kosten of uitgaven daadwerkelijk zijn gemaakt en gekoppeld zijn aan de functie die ze uitoefenen.
Cette réglementation relative à l’indemnisation des frais ne sera pas rédigée sous forme de règlement, mais fera l’objet, sur la base d’accords internes au sein de chaque SPF, SPP, ... d’un règlement après concertation au Comité de direction et sous l’autorité de son président, qui veillera à cet effet plus précisément au respect des règles de conduite en matière de déontologie.
Deze reglementering met betrekking tot de kostenvergoeding zal niet in de vorm van een reglement worden opgesteld, maar zal het voorwerp zijn van een reglement op basis van interne akkoorden bij iedere FOD, POD, ... na overleg in het Directiecomité en onder het gezag van de voorzitter, die hiertoe meer bepaald zal waken over de naleving van de gedragsregels inzake deontologie..
En ce qui concerne l’importance de la partie des frais à prendre en considération pour le remboursement, il a été décidé que cela devait être fixé au sein de chaque SPF, SPP, ... après concertation au Comité de direction et sous l’autorité de son président.
Betreffende de omvang van het gedeelte van de kosten dat voor vergoeding in aanmerking komt, werd beslist dat dit moet worden vastgesteld binnen iedere FOD, POD, ... na overleg in het Directiecomité en onder het gezag van de voorzitter.
La réglementation repose sur les fondements de droit suivants :
De reglementering rechtsgronden :
1o l’arrêté royal du 29 octobre 2001 relatif à la désignation et à l’exercice des fonctions de management dans les services publics fédéraux, article 15 § 3;
1o het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten, artikel 15, § 3;
2o l’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à la désignation et à l’exercice des fonctions d’encadrement dans les services publics fédéraux, article 14 § 3.
2o het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties in de federale overheidsdiensten, artikel 14, § 3;
3o par extension : tous les arrêtés royaux relatifs au management ou aux fonctions d’encadrement concernant les services publics dont question à l’article 1er de la loi du 22 juillet 1993, pour autant que ces arrêtés contiennent des dispositions relatives à l’indemnisation de frais supportés par l’autorité administrative en personne (« indemnité forfaitaire ») et qu’aucune réglementation spécifique n’ait été prise (dérogeant aux arrêtés royaux précités).
3o bij uitbreiding : alle koninklijke besluiten houdende de management- of staffuncties in de overheidsdiensten waarvan sprake in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993, op voorwaarde dat deze besluiten bepalingen bevatten met betrekking tot de vergoeding van kosten die persoonlijk door de administratieve overheid worden gedragen (« forfaitaire vergoeding ») en dat er geen enkele specifieke reglementering is uitgevoerd (die afbreuk doet aan de bovenvermelde koninklijke besluiten).
Le 7 avril 2004, le Comité de direction a pris une décision en la matière. Dans le souci d’appliquer les mêmes règles dans les différents SPF, le Comité de direction a pris la même réglementation que celle précédemment arrêtée par le SPF P&O.
Op 7 april 2004 nam het directiecomité een beslissing ter zake. Teneinde dezelfde regels toe te passen in de verschillende FOD’s, heeft het directiecomité dezelfde reglementering uitgevoerd als diegene die de FOD P&O voordien had vastgelegd.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
berust
op
de
volgende
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20402
Les montants maximaux suivants ont été fixés :
De volgende maximumbedragen werden vastgesteld :
— pour l’indemnisation des frais des fonctions de management et d’encadrement au niveau N-2 (administrateurs), un montant maximal de 2 500 euros sur une base annuelle;
— voor de kostenvergoeding van de management- en staffuncties op niveau N-2 (administrateurs), een maximumbedrag van 2 500 euro op jaarbasis;
— pour l’indemnisation des frais des fonctions de management au niveau N-1 et des fonctions d’encadrement (directeurs généraux et directeurs des services d’encadrement), un montant maximal de 4 000 euros sur une base annuelle;
— voor de kostenvergoeding van de managementfuncties op niveau N-1 en van de staffuncties (directeuren-generaal en directeuren van de stafdiensten), een maximum-bedrag van 4 000 euro op jaarbasis;
— pour l’indemnisation des frais des fonctions de management au niveau N (les présidents des comités de direction des SPF), un montant maximal de 6 000 euros sur une base annuelle.
— voor de kostenvergoeding van de managementfuncties op niveau N (de voorzitters van de directiecomités van de FOD’s), een maximumbedrag van 6 000 euro op jaarbasis.
Il s’agit de montants maximaux qui ne sont pas automatiquement acquis.
Het gaat om maximumbedragen die niet automatisch worden verworven.
L’estimation des frais est soumise à l’approbation du supérieur hiérarchique par le biais d’un formulaire approprié et accompagné des pièces justificatives utiles, et ce, mensuellement ou sur une plus longue période, mais au moins une fois par an.
De kostenraming wordt ter goedkeuring aan de lijnmanager voorgelegd door middel van een aangepast formulier met de nodige bewijsstukken, en dit maandelijks of over een langere periode, maar minstens één keer per jaar.
Quelle que soit la manière dont le controˆle est organisé, le supérieur hiérarchique porte la responsabilité quant à d’éventuelles irrégularités.
Ongeacht de wijze waarop de controle wordt georganiseerd, draagt de lijnmanager de verantwoordelijkheid voor eventuele onregelmatigheden.
Les états de frais approuvés ainsi que les pièces justificatives sont ensuite transmis pour liquidation au service d’encadrement Budget et Controˆle de gestion.
De goedgekeurde kostenstaten en de bewijsstukken worden vervolgens ter vereffening aan de stafdienst Budget en Beheerscontrole doorgegeven.
Jusqu’à présent, au sein de mon département, les frais de représentation sont utilisés de manière parcimonieuse; les montants maximaux sont loin d’être atteints. Aucune mesure particulière n’est donc prévue.
Tot op heden wordt binnen mijn departement slechts in zeer kleine mate een beroep gedaan op representatiekosten; de maximumbedragen zijn verre van bereikt. Er is dus geen enkele specifieke maatregel gepland.
DO 2005200606842
DO 2005200606842 ERRATUM
ERRATUM
Dans le bulletin des Questions et Réponses, no 106, du 23 janvier 2006, page 19707, il y a lieu de lire la réponse comme suit :
In het bulletin van Vragen en Antwoorden, nr. 106 van 23 januari 2006, blz. 19707, het anwoord als volgt lezen :
Question no 1066 de M. Ludo Van Campenhout du 11 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1066 van de heer Ludo Van Campenhout van 11 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Dette douanière. — Roˆle de l’agent en douane.
Douaneschulden. — Rol van de douane-expediteur.
Les Pays-Bas ont récemment modifié le régime de l’agent en douane. Ce dernier ne doit plus payer la dette douanière de son donneur d’ordre en son propre nom et pour son propre compte et n’agit donc plus que
In Nederland werd onlangs gekomen tot een nieuwe invulling van het stelsel van de douane-expediteur. Hierin moet hij/zij niet langer in eigen naam en rekening de douaneschulden van zijn opdrachtgever beta-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20403
comme un représentant direct. Des controˆles de plus en plus tardifs sont à la base de cette réforme plutoˆt révolutionnaire. Si l’examen a posteriori permet un transit accéléré des marchandises au moment-même, cette procédure débouche souvent sur des situations ou` le déclarant est confronté avec une dette douanière plusieurs années après les faits. Le nouveau système néerlandais devrait réduire l’importance de ce problème à l’avenir.
len. Hierdoor treedt hij/zij nog louter op als vertegenwoordiger (directe vertegenwoordiging). Aanleiding tot deze revolutionaire hervorming is het steeds later uitoefenen van de controles. Een a posteriori onderzoek zorgt weliswaar voor een versnelde doorstroming van de goederen op het betrokken moment, maar leidt vaak tot situaties waarbij de aangever pas enkele jaren na de feiten met een douaneschuld wordt geconfronteerd. Met het nieuwe, Nederlandse systeem moet dit probleem in de toekomst afnemen.
Afin d’avoir la garantie que les dettes seront bien payées, les services de douane peuvent faire appel au crédit mensuel de l’agent en douane ou du déclarant. Même si l’agent en douane agit dans le premier cas comme débiteur, il ne sera pas pleinement responsable (cautionnement).
Opdat de douanediensten evenwel de zekerheid zouden hebben dat de uitstaande schulden alsnog betaald worden, kunnen zij een beroep doen op het maandkrediet van de douane-agent ofwel op het maandkrediet van de aangever. Ofschoon de douanaagent in het eerste geval optreedt als betaler, zal hij/zij toch niet de volle verantwoordelijkheid moeten dragen (borgtocht+).
L’autorisation délivrée dans le cadre de ce régime n’est en effet valable que jusqu’à la vérification. Il en résulte un système efficace garantissant la sincérité et la traçabilité du donneur d’ordre. L’agent en douane n’est tenu au payement des dettes douanières que jusqu’à la vérification. Passé ce délai, il ne peut donc plus être sollicité pour des recouvrements ou dettes douanières.
De hieraan gekoppelde machtiging strekt immers enkel tot en met de verificatie. Hierdoor onstaat een sluitend systeem inzake de echtheid en traceerbaarheid van de opdrachtgever. De douana-agent is slechts gehouden tot het betalen van de douaneschuld tot en met de verificatie. Hij/zij kan bijgevolg niet aangesproken worden voor de navorderingen en douaneschulden die achteraf worden gevraagd.
Il est clair que l’agent en douane néerlandais bénéficie d’un avantage concurrentiel considérable par rapport à son homologue belge.
Het is duidelijk dat de Nederlandse expediteur hiermee een enorm concurrentievoordeel bekomt ten opzichte van de Belgische.
1. Le système actuel donne-t-il lieu, en Belgique, à des problèmes au niveau de la répercussion de la dette douanière sur le déclarant, étant donné que les controˆles douaniers sont effectués de plus en plus tardivement ?
1. Geeft het huidige systeem, gegeven het steeds later uitvoeren van de douanecontroles, in Belgie¨ aanleiding tot problemen met het verhalen van de douaneschulden op de aangever ?
2. Dans quelle mesure ne pourrait-on pas instaurer la représentation directe dans le système belge ?
2. In welke mate is de implementatie van de directe vertegenwoordiging mogelijk in het Belgische systeem ?
3. a) Cette option a-t-elle été étudiée ?
3. a) Werd deze optie ooit bestudeerd ?
b) Dans l’affirmative, quelles sont les conclusions principales de cette étude ?
b) Zo ja, wat zijn hieruit de centrale conclusies ?
c) Dans la négative, une étude de ce type pourrait-elle voir le jour dans un avenir proche ?
c) Zo neen, behoort zulk onderzoek tot de mogelijkheden in de nabije toekomst ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 17 janvier 2006, à la question no 1066 de M. Ludo Van Campenhout du 11 janvier 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 17 januari 2006, op de vraag nr. 1066 van de heer Ludo Van Campenhout van 11 januari 2006 (N.) :
1. L’article 5 du Code des douanes communautaire prévoit le droit de représentation en matière de douane. Cet article dispose que toute personne peut se faire représenter auprès des autorités douanières pour l’accomplissement des actes et formalités prévus par la réglementation douanière.
1. Het recht van vertegenwoordiging inzake douane is bepaald in artikel 5 van het Communautair Douanewetboek. Dit artikel bepaalt dat iedere persoon zich voor het vervullen van de douaneformaliteiten kan doen vertegenwoordigen bij de douaneautoriteiten.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20404
D’après le Code des douanes communautaire, cette représentation peut être :
Volgens het Communautair Douanewetboek kan deze vertegenwoordiging :
— directe, dans ce cas, le représentant agit au nom et pour le compte d’autrui, ou
— direct zijn, wanneer de vertegenwoordiger in naam en voor rekening van een andere persoon handelt, dan wel,
— indirecte, dans ce cas, le représentant agit en son nom propre, mais pour le compte d’autrui.
— indirect zijn, wanneer de vertegenwoordiger in eigen naam, doch voor rekening van een ander persoon handelt.
Le Code des douanes communautaire habilite les E´tats membres à réserver le droit de représentation au commissaire en douane.
Het Communautair Douanewetboek machtigt de Lidstaten om het recht van vertegenwoordiging voor te behouden aan diegene die douanecommissionair is.
En exécution du Code des douanes communautaire et conformément à celui-ci, l’article 127 de la loi générale sur les douanes et accises prévoit que :
In uitvoering van én in overeenstemming met het Communautair Douanewetboek bepaalt artikel 127 van de algemene wet inzake douane en accijnzen dat :
1. le droit de représentation est réservé à celui qui est reconnu comme agent en douane par l’administration des douanes et accises,
1. het recht van vertegenwoordiging is voorbehouden aan degene die door de administratie der douane en accijnzen is erkend als douane-expediteur,
2. l’agent en douane agit en nom propre et pour le compte de tiers.
2. de douane-expediteur optreedt in eigen naam en voor rekening van derden.
En Belgique, les agents en douane représentent ainsi indirectement leurs clients devant l’administration des douanes et accises. En ce qui concerne la dette douanière, ceci implique, d’une part, que l’administration des douanes et accises dispose, conformément à la législation communautaire, de deux débiteurs qui sont solidairement tenus au paiement des droits dus à l’importation : l’agent en douane et son commanditaire. L’agent en douane est, d’autre part, responsabilisé pour les déclarations qu’il introduit. Les deux débiteurs sont cités en justice à défaut de paiement volontaire de la dette douanière. Le paiement d’un des deux débiteurs en décharge l’autre.
In Belgie¨ vertegenwoordigen de douane-expediteurs hun clie¨nten ten aanzien van de administratie der douane en accijnzen aldus indirect. Wat de douaneschuld betreft impliceert dit enerzijds dat de administratie der douane en accijnzen ingevolge de communautaire wetgeving beschikt over twee schuldenaars die hoofdelijk zijn gehouden tot de betaling van. de verschuldigde rechten bij invoer : de douaneexpediteur en diens opdrachtgever. Anderzijds wordt de douane-expediteur geresponsabiliseerd voor de aangiften die hij indient. In geval van niet vrijwillige betaling van de douaneschuld worden beiden aangesproken. De betaling door de één bevrijdt daarbij de ander.
Aux Pays-Bas, les agents en douane peuvent représenter leurs clients directement. Les Pays-Bas ont ainsi mis fin à la pratique professionnelle développée sur leur territoire, selon laquelle des agents en douane agissaient couramment en nom propre et pour leur compte propre. La situation aux Pays-Bas à l’égard de la position de l’agent en douane est donc visiblement moins avantageuse. Il convient également de signaler que la représentation directe aux Pays-Bas n’est plus réservée aux agents en douane mais que quiconque peut agir en tant que représentant direct. La taˆche des agents en douane aux Pays-Bas est donc partiellement assumée par les nombreux autres intermédiaires actifs dans les échanges commerciaux.
In Nederland kunnen de douane-expediteurs hun clie¨nten direct vertegenwoordigen. Nederland maakte daarmee een einde aan de aldaar gegroeide professionele praktijk dat douane-expediteurs er veelal optraden in eigen naam en voor eigen rekening. Ten aanzien van de positie van de douane-expediteur is deze Nederlandse situatie dus merkelijk nadeliger. Tevens dient, opgemerkt dat de directe vertegenwoordiging in Nederland niet meer wordt voorbehouden aan douane-expediteurs maar eenieder er kan optreden als directe vertegenwoordiger. De taak van de douaneexpediteurs in Nederland wordt dus deels overgenomen door de vele andere tussenpersonen in het handelsverkeer.
2. Attendu que la base légale de la représentation directe est reprise dans le Code des douanes communautaire, le système peut être mis en œuvre en Belgique. La représentation directe a toutefois des retombées : les applications informatiques utilisées par les entreprises devront ainsi être adaptées techniquement.
2. Aangezien de wettelijke basis voor de directe vertegenwoordiging wordt gevonden in het Communautair Douanewetboek kan het stelsel in Belgie¨ worden geı¨mplementeerd. Directe vertegenwoordiging heeft echter zijn gevolgen : zo zullen de informaticatoepassingen die worden aangewend door de bedrijven tech-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20405
En ce qui concerne l’Administration des douanes et accises, ni les systèmes automatisés actuels ni le « Paperless Douane & Accises » (PLDA), qui sera opérationnel dans le courant de l’année 2006, ne prévoient cette forme de représentation.
nisch moeten worden aangepast. Wat de administratie der douane en accijnzen betreft zijn noch de huidige geautomatiseerde systemen noch « Paperless Douane & Accijnzen » (PLDA) dat in de loop van 2006 operationeel zal worden voorzien op deze vorm van vertegenwoordiging.
La représentation directe nécessitera inévitablement de gros investissements aussi bien pour le secteur que pour les pouvoirs publics.
Directe vertegenwoordiging zal onvermijdelijk zware investeringen noodzaken en dit zowel voor de sector als voor de overheid.
3. Le 13 décembre 2005, des fonctionnaires de l’administration des douanes et accises et des membres de la Confédération des Expéditeurs de Belgique (CEB/ UEA) ont eu un premier entretien sur la possibilité de prévoir la représentation directe en Belgique. Cet entretien constructif a révélé que les deux parties sont conscientes des avantages et des inconvénients liés au système de la représentation directe.
3. Op 13 december 2005 had een eerste onderhoud plaats tussen ambtenaren van de administratie der douane en accijnzen en leden van de Confederatie der Expediteurs van Belgie¨ (CEB/VEA) omtrent de mogelijkheid tot het voorzien van directe vertegenwoordiging in Belgie¨. Tijdens het constructief onderhoud bleek dat beide partijen zich bewust zijn van de voordelen én de nadelen die verbonden zijn aan het stelsel van de directe vertegenwoordiging.
` la suite de cet entretien, il a été décidé que le A secteur analyserait s’il existe un réel besoin auprès des expéditeurs quant à l’instauration de la représentation directe et qu’une étude collective serait consacrée aux avantages, inconvénients et effets liés à cette forme de représentation.
In gevolge dat onderhoud werd besloten dat door de sector zou worden onderzocht of er een ree¨le noodzaak bestaat bij de expediteurs voor het invoeren van de directe vertegenwoordiging en dat een gezamelijke studie zou worden gewijd aan de voor- en nadelen en gevolgen verbonden aan deze vorm van vertegenwoordiging.
DO 2005200606849
DO 2005200606849
Question no 1070 de M. Dirk Van der Maelen du 12 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1070 van de heer Dirk Van der Maelen van 12 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Déclaration de revenus immobiliers provenant de biens immobiliers situés à l’étranger.
Aangifte van buitenlandse onroerende inkomsten.
En réponse à la question que j’ai posée en commission des Finances du 22 février 2005, vous avez indiqué qu’au total 12 447 contribuables belges ont déclaré leurs revenus immobiliers de propriétés situées à l’étranger en 2003. Dans votre réponse, vous avez opéré une distinction entre les déclarations de revenus immobiliers tirés de biens immobiliers situés dans les pays avec lesquels la Belgique a conclu une convention de double imposition (11 655) et les déclarations de revenus immobiliers tirés de biens immobiliers situés dans les pays avec lesquels la Belgique n’a pas conclu de convention (792). Pourriez-vous me fournir une ventilation plus précise des déclarations (2003) des revenus immobiliers étrangers par pays ?
In uw antwoord op de vraag die ik stelde in de commissie voor de Financie¨n van 22 februari 2005 deelde u mee dat in 2003 in totaal 12 447 Belgische belastingplichtigen onroerende inkomsten uit het buitenland hebben aangegeven. U maakte een onderscheid tussen aangiftes van onroerende inkomsten verdiend in landen waarmee Belgie¨ een dubbelbelastingverdrag heeft (11 655) en aangiftes van onroerende inkomsten verdiend in landen waarmee Belgie¨ geen verdrag heeft (792). Kan u een verdere opsplitsing van de aangiftes (2003) van buitenlandse onroerende inkomsten per land meedelen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 16 février 2006, à la question no 1070 de M. Dirk Van der Maelen du 12 janvier 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 16 februari 2006, op de vraag nr. 1070 van de heer Dirk Van der Maelen van 12 januari 2006 (N.) :
Je suis au regret de devoir informer l’honorable membre que l’Administration de la fiscalité des entre-
Ik betreur het geachte lid te moeten meedelen dat de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfis-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20406
prises et des revenus ne dispose pas de données chiffrées quant à une répartition, par pays, des revenus immobiliers d’origine étrangère déclarés à l’impoˆt des personnes physiques. Il convient de noter qu’une telle ventilation de revenus, par ailleurs mentionnés spontanément par les contribuables sur leur déclaration, ne présenterait qu’un intérêt purement statistique, sans réelle portée pratique.
caliteit niet beschikt over cijfergegevens betreffende een verdere opsplitsing, per land, van de onroerende inkomsten van buitenlandse oorsprong die aangegeven worden in de personenbelasting. Er dient opgemerkt te worden dat zulke uitsplitsing van de inkomsten, die overigens spontaan door de belastingplichtigen zijn meegedeeld in hun aangifte, slechts een louter statistisch belang zou hebben zonder echte praktische draagwijdte.
DO 2005200606854
DO 2005200606854
Question no 1072 de M. Dirk Van der Maelen du 12 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Déclaration de revenus immobiliers de propriétés situées à l’étranger. En réponse à la question que je vous ai posée en commission des Finances le 22 février 2005, vous avez indiqué qu’en 2003, 12 447 contribuables belges au total ont déclaré des revenus immobiliers de propriétés situées à l’étranger. 1. Combien de contribuables belges ont mentionné des revenus tirés de biens immeubles situés à l’étranger sur leur déclaration d’impoˆt 2004 ? 2. Pourriez-vous ventiler ce chiffre selon les différents pays ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 16 février 2006, à la question no 1072 de M. Dirk Van der Maelen du 12 janvier 2006 (N.) :
Vraag nr. 1072 van de heer Dirk Van der Maelen van 12 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Aangifte van buitenlandse onroerende inkomsten.
En ce qui concerne l’exercice d’imposition 2004 (revenus de l’année 2003), le nombre de déclarations à l’impoˆt des personnes physiques faisant état de revenus immobiliers d’origine étrangère s’élève à 13 989 pour un montant global de 146 299 962,00 euros (situation au 30 juin 2005), selon la situation suivante (voir tableau ci-dessous). Revenus en provenance de pays avec lesquels la Belgique n’a pas conclu une convention préventive de la double imposition (revenus bénéficiant d’une réduction d’impoˆt de 50 % en application de l’article 156 du Code des impoˆts sur les revenus 1992).
Nombre de déclarations
In uw antwoord op een vraag die ik stelde in de commissie voor de Financie¨n van 22 februari 2005 deelde u mee dat in 2003 in totaal 12 447 Belgische belastingplichtigen onroerende inkomsten uit het buitenland hebben aangegeven. 1. Hoeveel Belgische belastingplichtigen hebben buitenlandse onroerende inkomsten op hun aangifte 2004 vermeld ? 2. Kan u een opsplitsing van de aangiftes van buitenlandse onroerende inkomsten per land meedelen ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 16 februari 2006, op de vraag nr. 1072 van de heer Dirk Van der Maelen van 12 januari 2006 (N.) : Met betrekking tot aanslagjaar 2004 (inkomsten 2003) is het aantal aangiftes in de personenbelasting waarin buitenlandse onroerende inkomsten werden opgenomen, gestegen tot 13 989 voor een globaal bedrag van 146 299 962,00 euro (situatie op 30 juni 2005). De volgende onderverdeling werd toegepast : Inkomsten afkomstig uit een land waarmee Belgie¨ geen overeenkomst tot het vermnden van dubbele belasting heeft gesloten (deze inkomsten gemeten een belastingvermindering van 50 % in toepassing van artikel 156 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992).
Montants déclarés (euros)
Aantal aangiftes
Aangegeven bedragen (euro)
Baˆtis ....................... Non baˆtis ............... Emphytéose ............
663 97 22
2 240 103,00 155 345,00 53 500,00
Gebouwd ............... Ongebouwd ........... Erfpacht .................
663 97 22
2 240 103,00 155 345,00 53 500,00
Total ......................
782
2 448 948,00
Totaal ....................
782
2 448 948,00
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20407
Revenus en provenance de pays avec lesquels la Belgique a conclu une convention préventive de la double imposition (revenus exonérés en Belgique sous réserve d’application de la « réserve de progressivité » prévue à l’article 155 du Code des impoˆts sur les revenus 1992).
Inkomsten afkomstig uit een land waarmee Belgie¨ een verdrag tot het vermijden van dubbele belasting heeft gesloten (deze inkomsten zijn in Belgie¨ vrij gesteld met progressievoorbehoud zoals voorzien in artikel 155 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992).
Nombre de déclarations
Aantal aangiftes
Montants déclarés (euros)
Aangegeven bedragen (euro)
Baˆtis ....................... Non baˆtis ............... Emphytéose ............
12 027 1 120 60
138 927 223,00 4 495 876,00 427 915,00
Gebouwd ............... Ongebouwd ........... Erfpacht .................
12 027 1 120 60
138 927 223,00 4 495 876,00 427 915,00
Total ......................
13 207
143 851 014,00
Totaal ....................
13 207
143 851 014,00
Il importe de souligner que les chiffres dont il s’agit ne sont nullement révélateurs du nombre de propriétés foncières que possèdent les habitants du Royaume à l’étranger. Une même déclaration peut en effet regrou` l’inverse, un même immeuper plusieurs immeubles. A ble, acquis par exemple en copropriété, sera mentionné sur plusieurs déclarations à concurrence de la part de chaque copropriétaire.
Het is belangrijk om te vermelden dat de cijfers waarvan sprake geenszins een correcte weergave zijn van het aantal onroerende goederen die Rijksinwoners in het buitenland bezitten. Een aangifte kan meerdere onroerende goederen omvatten. Omgekeerd kan een zelfde onroerend goed, bijvoorbeeld verworven in mede-eigendom, vermeld worden in meerdere aangiftes ten bedrage van het deel van elke mede-eigenaar.
Dans le même ordre d’idées, je signalais précédemment à l’honorable membre (voir ma réponse à sa question orale no 7608 posée le 29 juin 2005, Compte rendu intégral, Chambre, 2004-2005, commission des Finances, C665, p. 1) que l’administration belge avait obtenu de son homologue française, sur support électronique, un relevé du patrimoine immobilier détenu en France par les résidents de la Belgique. Les 48 930 enregistrements figurant sur ce support ne sont cependant pas plus représentatifs du nombre des biens fonciers dont les résidents de la Belgique sont proprié` titre d’exemple, un bien en indivitaires en France. A sion peut faire l’objet de plusieurs enregistrements dont chacun correspond à l’un des indivisaires. De même, une part d’indivision peut le cas échéant se répartir entre nu-propriétaire et usufruitier, chacun de ceux-ci constituant un enregistrement, etc.
In dezelfde optiek vestigde ik vroeger reeds de aandacht van het geachte lid (zie mijn antwoord op zijn mondelinge vraag nr. 7608 van 29 juni 2005, Integraal Verslag, Kamer, 2004-2005, commissie van Financie¨n, C665, blz. 1) op het feit dat de Belgische administratie van haar Franse tegenhanger, via elektronische drager, een lijst met in Frankrijk gelegen onroerend vermogen op naam van inwoners van Belgie¨ verkregen heeft. De 48 930 inschrijvingen op deze drager zijn echter niet representatief voor het aantal onroerende goederen in Frankrijk waarvan inwoners van Belgie¨ eigenaar zijn. Bijvoorbeeld, een onroerend goed in medeeigendom kan onderhevig zijn aan meerdere inschrijvingen, waarvan elke inschrijving overeenkomt met het aandeel van één van de mede-eigenaars. Hetzelfde geldt eventueel voor een deel in mede-eigendom dat verdeeld wordt in naakte eigendom en vruchtgebruik, dewelke allebei aparte inschrijvingen inhouden, enzovoort.
Par ailleurs, en réponse à sa question no 1070 posée le 12 janvier 2006, j’ai informé l’honorable membre du manque de données chiffrées quant à une ventilation, par pays, des revenus immobiliers d’origine étrangère déclarés à l’impoˆt des personnes physiques (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 109, p. 20405).
Verder heb ik, in antwoord op zijn vraag nr. 1070 van 12 januari 2006, het geachte lid reeds ingelicht over het ontbreken van cijfergegevens wat betreft een uitsplitsing per land van de onroerende inkomsten van buitenlandse oorsprong die in de personenbelasting werden aangegeven (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 109, blz. 20405).
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20408
DO 2005200606911
DO 2005200606911
Question no 1086 de M. Gerolf Annemans du 16 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1086 van de heer Gerolf Annemans van 16 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
162e Cahier de la Cour des comptes. — Affectation des recettes non fiscales au Fonds de vieillissement.
162e Boek van het Rekenhof. — Toewijzing van nietfiscale ontvangen aan het Zilverfonds.
On peut lire ce qui suit aux pages 21 et 125 à 127 du 162e Cahier de la Cour des comptes — Observations et documents soumis à la Chambre des Représentants : « Le Fonds de vieillissement investit ces moyens dans des titres spécifiques de la dette publique, permettant ainsi à l’E´tat de rembourser des emprunts venant à échéance et, en conséquence, de diminuer la dette consolidée de l’ensemble des pouvoirs publics. Lorsqu’il sera fait appel au Fonds de vieillissement pour compenser le surcouˆt entraıˆné par le vieillissement, le remboursement des titres détenus par le Fonds s’opérera en ayant recours aux moyens de trésorerie de l’E´tat, c’est-à-dire par une diminution moins rapide de la dette consolidée de l’ensemble des administrations publiques. »
In het 162e Boek van het Rekenhof — Opmerkingen en documenten aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd — lezen we op bladzijden 20 en 124126 met betrekking tot toewijzing van niet-fiscale ontvangsten aan het Zilverfonds : « Het Zilverfonds belegt zijn middelen in speciaal hiervoor gecree¨erde effecten van de staatsschuld, waardoor de Staat aflopende leningen kan terugbetalen en dus een geconsolideerde overheidsschuld kan afbouwen. Op het moment dat het Zilverfonds zal worden gebruikt om de meerkosten ten gevolge van de vergrijzing op te vangen, zal de terugbetaling van deze effecten aan het fonds echter moeten gebeuren met de thesauriemiddelen van de Staat, waardoor de afbouw van de geconsolideerde overheidsschuld zal vertragen. ».
On lit également : « Les moyens versés au Fonds de vieillissement et destinés à financer les différents régimes légaux de pension sont donc actuellement utilisés notamment pour rembourser des emprunts de l’E´tat venant à échéance et ainsi diminuer la dette consolidée de l’ensemble des administrations publiques. Ces moyens seront restitués au Fonds de vieillissement au moment ou` la Trésorerie remboursera les bons du trésor spécifiques du Fonds de vieillissement lorsque ` ce ceux-ci arriveront à échéance, à partir de 2010. A moment, l’E´tat ne pourra financer ce remboursement qu’en puisant dans ses moyens de trésorerie, avec un effet sur la dette consolidée de l’ensemble des administrations publiques. »
En ook : « De middelen die in het Zilverfonds worden gestort om de diverse wettelijke pensioenstelsels te financieren, worden dus momenteel gebruikt om aflopende staatsleningen terug te betalen en om op die manier de geconsolideerde schuld van de overheidsbesturen af te bouwen. Deze middelen worden opnieuw ter beschikking gesteld van het Zilverfonds op het moment dat de « Schatkistbons-Zilverfonds » zullen worden terugebetaald, dat wil zeggen wanneer zij vanaf 2010 op eindvervaldag komen. Op dat ogenblik zal de Staat die terugbetaling enkel kunnen financieren door te putten in zijn thesauriemiddelen, met een weerslag op de geconsolidderde overheidsschuld. ».
1. La Cour des comptes affirme-t-elle ainsi sans ambages que le Fonds de vieillissement ne permettra pas de faire face aux couˆts du vieillissement ?
1. Mag hieruit afgeleid worden dat het Rekenhof in feite onomwonden schrijft dat het Zilverfonds geen oplossing is om de kosten van de vergrijzing op te vangen ?
2. Ces constatations permettent-elles encore de faire fi de l’impression générale qui prévaut au sein de la société et selon laquelle les efforts menés dans le cadre du Fonds de vieillissement ne suffiront pas à résoudre le problème du vieillissement ? ` votre avis, ne pourrait-on pas décrire la situa3. A tion en affirmant que pour combler un fossé on en creuse en fait un autre ?
2. Kan men met deze vaststellingen nog omheen de algemene indruk in de samenleving dat de inspanningen via het « Zilverfonds » onvoldoende zijn om de problematiek van de vergrijzing aan te pakken ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 16 février 2006, à la question no 1086 de M. Gerolf Annemans du 16 janvier 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 16 februari 2006, op de vraag nr. 1086 van de heer Gerolf Annemans van 16 januari 2006 (N.) :
` la suite de votre question, je peux porter à votre A connaissance les éléments d’informations suivants
Naar aanleiding van uw vraag kan ik u volgende informatieve gegevens meedelen wat de toelagen en de
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
3. Gaat volgens u de vergelijking op dat men om een put te dempen gewoon een andere graaft ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20409
pour ce qui regarde les allocations et indemnités dont peuvent bénéficier les agents de l’E´tat, dans le cadre de leurs fonctions.
vergoedingen betreft waarvan de rijksambtenaren kunnen genieten in de uitoefening van hun functie.
1. Dispositions réglementaires qui prévoient une allocation ou une indemnité dans l’octroi desquelles le domicile ou la résidence peuvent avoir un impact :
1. Reglementaire bepalingen die een toelage of een vergoeding voorzien waarbij voor de toekenning hiervan de woonplaats of de verblijfplaats een weerslag kan hebben :
— arrêté royal du 3 septembre 2000 réglant l’intervention de l’E´tat et de certains organismes publics dans les frais de transport des membres du personnel fédéral et portant modification de l’arrêté royal du 20 avril 1999 accordant une indemnité pour l’utilisation de la bicyclette aux membres du personnel de certains services publics fédéraux (déplacement de la résidence au lieu de travail; une dérogation peut être attribuée s’il y a deux résidences — non cumulatif, mais alternatif);
— koninklijk besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten (woonwerkverkeer vanaf de hoofdverblijfplaats; een afwijking kan toegekend worden bij twee verblijfplaatsen — nooit cumulatief, wel alternatief);
— arrêté royal du 20 avril 1999 accordant une indemnité pour l’utilisation de la bicyclette aux membres du personnel de certains services publics fédéraux (à partir de la résidence, peut éventuellement précéder ou suivre l’emploi des transports publics en commun; jamais cumulatif sur le même trajet);
— koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten (vanaf verblijfplaats, mag eventueel voorafgaan aan of volgen op het gebruik van het openbaar vervoer; nooit cumulatief op hetzelfde traject);
— arrêté royal du 18 janvier 1965 portant réglementation générale en matière de frais de parcours (éventuellement à partir de la résidence réelle si cela s’avère moins onéreux pour l’autorité);
— koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten (eventueel vanaf werkelijke verblijfplaats wanneer dit goedkoper komt voor de overheid);
— arrêté royal du 24 décembre 1964 fixant les indemnités pour frais de séjour des membres du personnel des services publics fédéraux (on tient compte du domicile pour constater s’il y a un droit à l’indemnité pour frais de séjour (dans l’agglomération ou sur une distance déterminée));
— koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten (er wordt rekening gehouden met de ligging van de woonplaats om te bepalen of er recht is op de vergoeding voor verblijfkosten) (binnen agglomeratie of op een welbepaalde afstand);
— arrêté royal du 26 novembre 1997 remplaçant, pour le personnel de certains services publics, l’arrêté royal du 30 janvier 1967 attribuant une allocation de foyer ou une allocation de résidence au personnel des ministères (formulaire à remplir pour l’allocation de foyer);
— koninklijk besluit van 26 november 1997 tot vervanging, voor het personeel van sommige overheidsdiensten, van het koninklijk besluit van 30 januari 1967 houdende toekenning van een haardtoelage of een standplaatstoelage aan het personeel der ministeries (formulier in te vullen voor haardtoelage);
— lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés (arrêté royal du 19 décembre 1939) (indication de la situation de ménage avec mention du domicile);
— samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (koninklijk besluit van 19 december 1939) (opgave van gezinstoestand met verblijfplaats);
— loi du 3 juillet 1967 sur la prévention ou la réparation des dommages résultant des accidents du travail, des accidents survenus sur le chemin du travail et des maladies professionnelles dans le secteur public (accidents sur le chemin du travail — importance de la résidence réelle).
— wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector (ongevallen op de weg naar en van het werk — belang van werkelijke verblijfplaats).
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20410
2. Chaque service d’encadrement Personnel et Organisation ou, à défaut, chaque service du personnel recueille auprès des agents les indications relatives à la composition de famille. Une preuve officielle est requise pour tout changement pouvant avoir un impact en matière d’allocations ou de précompte professionnel. Bien évidemment, il est exclu que les services exigent de manière continue la remise de tels tableaux de composition du ménage. En outre, si un agent n’informe pas sa commune de résidence d’un éventuel changement d’adresse, ce ne sont pas les services du personnel qui peuvent établir l’infraction. Ils n’y sont d’ailleurs pas habilités. 3 et 4. Pour le SPF Personnel et Organisation, durant les trois dernières années, aucune fraude liée à une fausse déclaration de domicile ou de résidence n’a été identifiée. 5. Toute déclaration mensongère est susceptible d’actions pénales et d’actions disciplinaires.
L’agent peut aussi être l’objet de sanctions disciplinaires, dont le fondement réside dans l’article 7 de l’arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de l’E´tat. Dans certains cas, par exemple l’allocation pour usage de la bicyclette, le rappel des dispositions réglementaires générales est fait de manière explicite. Cependant, même hors toute mention explicite, toute fraude doit être sanctionnée de la manière la plus adéquate. Le Service central des dépenses fixes de la Trésorerie vérifie de manière systématique, sur la base des données mises à sa disposition par les différents services, s’il n’y a pas de double paiement, notamment en matière d’allocations familiales. 6 à 8. Le SPF Personnel et Organisation n’est pas informé des éventuels manquements commis en matière de droits aux allocations et indemnités au sein des autres services publics.
2. Elke stafdienst Personeel en Organisatie of, in voorkomend geval, elke personeelsdienst zamelt bij zijn ambtenaren de gegevens in betreffende de samenstelling van de familie. Een officieel bewijsstuk is vereist voor elke wijziging die een weerslag kan hebben inzake vergoedingen of bedrijfsvoorheffing. Het is uiteraard uitgesloten dat de diensten permanent de neerlegging eisen van zulke tabellen van gezinssamenstelling. Daarbij komt dat wanneer een ambtenaar zijn gemeente van verblijf niet op de hoogte stelt van een eventuele adreswijziging, het niet de personeelsdiensten zijn die deze inbreuk mogen vaststellen. Zij zijn daarvoor trouwens niet bevoegd. 3 en 4. Voor de FOD Personeel en Organisatie werd gedurende de voorbije drie jaar geen enkele fraude vastgesteld die voortvloeit uit een valse verklaring inzake woon- of verblijfplaats. 5. Elke leugenachtige verklaring is vatbaar voor strafrechtelijke vervolgingen en disciplinaire maatregelen. De strafrechtelijke vervolgingen kunnen inzonderheid gesteund zijn op het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen af te leggen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen. Dit voorziet zeer zware straffen vermits deze kunnen gaan tot een gevangenisstraf van vijfjaar en een geldboete tot honderdduizend frank, deze straffen kunnen verdubbeld worden in sommige omstandigheden. De ambtenaar kan ook het voorwerp uitmaken van disciplinaire maatregelen die hun rechtsgrond vinden in artikel 7 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel. In sommige gevallen, bijvoorbeeld de vergoeding voor het gebruik van de fiets, is de verwijzing naar de algemene verordeningsbepalingen op expliciete manier gebeurd. Nochtans zelfs buiten elke expliciete verwijzing, dient elke fraude op de meest adequate manier gesanctioneerd te worden. De Centrale Dienst der Vaste Uitgaven bij de Thesaurie verifieert op systematische wijze, op basis van de gegevens ter beschikking gesteld door de onderscheiden diensten, of er geen dubbele betaling gebeurt, inzonderheid inzake kinderbijslag. 6 tot 8. De FOD Personeel en Organisatie wordt niet ingelicht over eventuele gebreken die zouden ontstaan zijn inzake de rechten op toelagen en vergoedingen binnen de andere openbare diensten.
DO 2005200606929
DO 2005200606929
Question no 1091 de M. Dirk Van der Maelen du 17 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : TVA. — Fiscalité des centres d’affaires. La circulaire AFER 39/2005 E.T.108.816 du 27 septembre 2005 règle, à compter du 1er janvier 2006,
Vraag nr. 1091 van de heer Dirk Van der Maelen van 17 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : BTW. — Fiscaliteit van bedrijvencentra. Aanschrijving AOIF 39/2005 E.R.108.816 van 27 september 2005 regelt vanaf 1 januari 2006 de
Les actions pénales peuvent notamment se fonder sur l’arrêté royal du 31 mai 1933 concernant les déclarations à faire en matière de subventions, indemnités et allocations. Celui-ci prévoit des peines très lourdes puisqu’elles peuvent aller jusqu’à cinq ans d’emprisonnement et une amende de cent mille francs, ces peines pouvant être doublées dans certaines circonstances.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20411
l’assujettissement à la TVA des centres d’affaires qui, jusqu’à présent, étaient considérés comme des assujettis mixtes à la TVA. E´tant donné que, de ce fait, les centres d’affaires existants ne pouvaient déduire d’importants montants de TVA, c’est sous leur pression et à leur demande que cette circulaire a vu le jour.
BTW-belastingplicht van de bedrijvencentra. Tot op heden waren zij gemengd BTW-plichtigen. Aangezien zij hierdoor dikwijls grote bedragen aan BTW niet konden aftrekken, kwam onder druk en op vraag van de bestaande bedrijvencentra deze aanschrijving tot stand.
Cette circulaire énumère les conditions auxquelles la location au sein des centres d’affaires doit satisfaire pour que ceux-ci puissent être considérés comme étant assujettis à 100 % à la TVA. La location de bureaux aménagés constitue l’une de ces conditions. E´tant donné que la plupart des centres d’affaires sont déjà opérationnels depuis des années, les contrats en cours n’ont pas été établis en ce sens et les locataires disposent déjà de leur propre mobilier. Cela signifierait donc que les centres d’affaires à l’instigation et à la demande desquels cette circulaire a vu le jour ne peuvent bénéficier du nouveau régime. Eˆtes-vous disposé à supprimer cette condition relative au mobilier, principalement pour les centres d’affaires existants ?
In de aanschrijving worden de voorwaarden opgesomd waaraan de verhuring binnen de bedrijvencentra dient te voldoen opdat zij voor 100 % BTW-plichtigen zouden worden aangezien. Een van de voorwaarden is dat er « ingerichte » kantoren dienen verhuurd te worden. Aangezien de meeste bedrijvencentra reeds jaren aan het werk zijn, zijn de lopende contracten niet in die zin opgemaakt en beschikken de huurders al over hun eigen meubilair. Dit zou dus betekenen dat de bedrijvencentra onder wier druk en vraag deze aanschrijving tot stand kwam, het nieuwe regime niet kunnen genieten.
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 16 février 2006, à la question no 1091 de M. Dirk Van der Maelen du 17 janvier 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 16 februari 2006, op de vraag nr. 1091 van de heer Dirk Van der Maelen van 17 januari 2006 (N.) :
Bien que le nouveau régime TVA applicable, depuis le 1er janvier 2006, aux centres d’affaires et de services ait été élaboré en concertation avec les représentants du secteur concerné, la modification de la position administrative se justifie en premier lieu par l’évolution de la jurisprudence nationale et européenne. La circulaire no 39/2005 qui a été publiée dans ce contexte par l’administration permet de faire la distinction entre, d’une part, les opérations réalisées par les centres d’affaires ou de services qui sont soumises à la taxe et, d’autre part, les opérations relatives à la location immobilière exemptée (accompagnée, le cas échéant, de prestations de services accessoires).
Hoewel het nieuwe BTW-stelsel dat sinds 1 januari 2006 van toepassing is op de bedrijven- en dienstencentra in overleg met vertegenwoordigers van de betrokken sector werd uitgewerkt, wordt de wijziging van het administratief standpunt in de eerste plaats verantwoord door de evolutie van de nationale en Europese rechtspraak. De circulaire nr. 39/2005 die in dat verband werd gepubliceerd door de fiscale administratie laat toe het onderscheid te maken tussen, enerzijds, de handelingen van bedrijven- of dienstencentra die worden belast en, anderzijds, de handelingen inzake de van de belasting vrijgestelde onroerende verhuur (in voorkomend geval met bijkomende diensten).
Afin que le prix forfaitaire puisse être soumis entièrement à la taxe, le centre d’affaires ou de services doit proposer un nombre minimal de services en contrepartie de ce prix. L’offre conjointe de tous ces services est absolument nécessaire pour que les prestations de services du centre de services puissent se distinguer d’une location immobilière exemptée.
Opdat de forfaitaire prijs voor het geheel zou worden belast, moet het bedrijven- of dienstencentrum een minimum aantal diensten als tegenprestatie voor deze prijs aanbieden. Het gezamenlijk aanbieden van al deze diensten is absoluut noodzakelijk opdat de prestaties van het dienstencentrum zich zouden onderscheiden van een vrijgestelde onroerende verhuur.
Je rappelle en outre que les prestations de services qui sont effectuées par des centres d’affaires ou de services sont considérées comme des prestations de services à caractère continu qui donnent lieu à des décomptes ou à des paiements successifs, rendant la taxe exigible à l’expiration de chaque période à laquelle se rapporte un décompte ou un paiement. Le nouveau régime est, par conséquent, applicable aux prestations de services effectuées par les centres
Ik herinner er bovendien aan dat de prestaties die worden verricht door bedrijven- en dienstencentra worden aangemerkt als doorlopende diensten, die aanleiding geven tot opeenvolgende afrekeningen of betalingen, waarvoor de belasting opeisbaar is bij het verstrijken van elke periode waarop een afrekening of betaling betrekking heeft. Het nieuwe stelsel is bijgevolg van toepassing op de diensten verstrekt door de bedrijven- en dienstencentra waarvoor vanaf 1 januari
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Bent u bereid om deze voorwaarde inzake meubilair te laten vallen, zeker wat betreft de reeds bestaande bedrijvencentra ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20412
d’affaires et de services pour lesquelles la taxe est exigible à partir du 1er janvier 2006, quelle que soit la date à laquelle le contrat a été conclu.
2006 de belasting opeisbaar is, ongeacht de datum waarop de overeenkomst werd gesloten.
Afin de garantir un traitement identique à toutes les personnes concernées et une application uniforme et transparente du nouveau régime TVA, je ne peux me rallier à la proposition émise par l’honorable membre, de déroger, pour ce qui concerne les centres d’affaires et de services existants, aux principes précités.
Om een gelijke behandeling van alle betrokkenen te waarborgen en met het oog op een uniforme en transparante toepassing van het nieuwe BTW-stelsel kan ik het voorstel van het geachte lid niet bijtreden om ten aanzien van de bestaande bedrijven- en dienstencentra af te wijken van voornoemde principes.
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2004200504557
DO 2004200504557
Question no 652 de M. Francis Van den Eynde du 14 juin 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 652 van de heer Francis Van den Eynde van 14 juni 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
SNCB. — Police des chemins de fer. — Baisse de la criminalité.
NMBS. — Spoorwegpolitie. — Daling misdaadcijfers.
Selon la SNCB, les chiffres de criminalité enregistrés par la police des chemins de fer seraient en baisse pour 2004.
Volgens de NMBS zou in 2004 een daling waargenomen geweest zijn wat de misdaadcijfers betreft die door de spoorwegpolitie werden geregistreerd.
Pouvez-vous confirmer cette information ?
Kan u dit bevestigen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 15 février 2006, à la question no 652 de M. Francis Van den Eynde du 14 juin 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 15 februari 2006, op de vraag nr. 652 van de heer Francis Van den Eynde van 14 juni 2005 (N.) :
L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid kan hierna het antwoord vinden op zijn vraag.
La question posée est relativement générale et ne précise pas à quels phénomènes criminels il est fait allusion. En matière de criminalité, il y a lieu de se montrer prudent dans l’interprétation des chiffres et de parler plutoˆt en termes de tendances qu’en valeurs absolues. Néanmoins, pour autant ques les phénomènes considérés concernent l’arrondissement judiciaire de Bruxelles-Halle-Vilvorde, je peux confirmer une amélioration de la situation pour certains phénomènes.
De gestelde vraag is vrij algemeen en preciseert niet op welke criminaliteitsfenomenen wordt gedoeld. Inzake criminaliteit moeten de statistieken met de nodige voorzichtigheid benaderd worden en kan beter over tendenzen dan over absolute waarden gesproken worden. Desalniettemin, voor zover deze fenomenen het gerechtelijk arrondissement Brussel-HalleVilvoorde betreffen, kan ik bevestigen dat de situatie met betrekking tot bepaalde fenomenen verbeterd is.
Les données prises en compte proviennent de la banque de données générale de la police (BDNG). Ceci concerne donc les faits judiciaires qui sont liés au transport en commun, enregistrès par l’ensemble des services de police sur le territoire de l’arrondissement judiciaire de Bruxelles-Halle-Vilvorde. Cette analyse a par ailleurs été présentée par la police fédérale des
De in overweging genomen gegevens zijn afkomstig van de algemene gegevensbank van de politie (ANG). Dit betreft dus de gerechtelijke feiten die verbonden zijn aan het openbaar vervoer, geregistreerd door alle politiediensten op het grondgebied van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Deze analyse werd overigens in de maand mei gepresenteerd door de
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20413
chemins de fer de Bruxelles au mois de mai, dans le cadre de la plate-forme « Transports en commun », coordonnée par le gouverneur de l’arrondissement de Bruxelles-Capitale.
federale spoorwegpolitie van Brussel in het kader van het platform « Openbaar vervoer », gecoo¨rdineerd door de gouverneur van het arrondissement BrusselHoofdstad.
Pour les vols avec violence, on relève en 2004 une diminution de 5,28 % par rapport à 2003 dans les gares et les trains; la tendance à la baisse est encore plus accentuée dans le métro et pré-métro.
Inzake diefstal met geweld kunnen we in 2004 een daling van 5,28 % ten opzichte van 2003 vaststellen in de stations en in de treinen; deze neerwaartse trend is nog sterker in de metro en premetro.
Pour les vols simples et vols à la tire, on relève une diminution de 14,2 % dans les gares et les trains, mais par contre une augmentation dans le métro. Pour les faits de violence, on enregistre également une diminution de 23 % dans les trains et les gares et de 16 % dans les métros et pré-métros.
Inzake eenvoudige diefstal en gauwdiefstal nemen we een daling van 14,2 % waar in de stations en in de treinen, maar daarentegen een toename in de metro. Wat betreft geweldsdelicten stellen we eveneens een daling van 23 % vast in de treinen en in de stations en een vermindering van 16 % in de metro en premetro.
Pour d’autres phénomènes, comme les faits de mœurs ou les stupéfiants par exemple, cette tendance ne peut être confirmée.
Voor andere fenomenen, zoals bijvoorbeeld de zedendelicten of verdovende middelen, kan deze tendens niet bevestigd worden.
Ces résultats encourageants peuvent être entre autres expliqués par les efforts entrepris par les services de police afin d’améliorer la sécurité générale des transports en commun à Bruxelles. C’est également le résultat de la collaboration entre police fédérale des chemins de fer et polices locales (dans le cadre de Full Integrated Police Action (FIPA’s) par exemple) ou lors d’actions ponctuelles plus ciblées. De même, l’échange d’information avec les services de sécurité des sociétés de transport concourt à une meilleure approche des phénomènes criminels.
Deze bemoedigende resultaten kunnen onder andere verklaard worden door de inspanningen van de politiediensten om de algemene veiligheid in het openbaar vervoer in Brussel te verbeteren. Dit is tevens het resultaat van de samenwerking tussen de federale spoorwegpolitie en de lokale politie (in het kader van de Full Integrated Police Action (FIPA’s) bijvoorbeeld) of tijdens meer gerichte, punctuele acties. Daarnaast draagt de informatie-uitwisseling met de veiligheidsdiensten van de openbare vervoersmaatschappijen bij tot een betere aanpak van de criminaliteitsfenomenen.
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
DO 2005200606634
DO 2005200606634
Question no 317 de M. Luc Sevenhans du 19 décembre 2005 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 317 van de heer Luc Sevenhans van 19 december 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Hoˆpital militaire. — Capacités d’admission des militaires malades ou blessés en opération.
Militair Hospitaal. — Capaciteiten inzake de opname van zieke of gekwetste militairen tijdens operaties.
Au cours de la réunion de la commission de la Défense du 5 octobre 2005, vous avez évoqué la capacité de l’Hoˆpital militaire en vue de l’admission de militaires malades ou blessés en opération. ` ce propos, vous avez laissé entendre que notre A pays pourrait assumer ses responsabilités sans devoir compter sur les capacités médicales des armées étrangères.
Tijdens de vergadering van de commissie voor de Landsverdediging op 5 oktober 2005 hebt u gesproken over de capaciteiten van het Militair Hospitaal, ingeval een militair in operatie ziek of gekwetst zou zijn.
Pouvez-vous préciser les points suivants ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
U hebt toen laten blijken dat ons land in staat zou zijn, zijn verantwoordelijkheden op te nemen zonder te moeten rekenen op medische capaciteiten van buitenlandse legers. Aansluitend op deze verklaring wens ik de volgende informatie te krijgen.
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20414
1. Quelles sont actuellement les capacités de l’armée belge sur le plan de l’évacuation médicale stratégique (équipes médicales, matériel, avions, autonomie) ?
1. Wat zijn de huidige Belgische militaire capaciteiten (medische teams, materiaal, luchtvaartuigen, autonomie) voor strategische medische evacuaties ?
2. Quelles sont les capacités quantitatives et qualitatives actuelles de l’Hoˆpital militaire en matière d’accueil et de traitement des patients pour chaque type de pathologie et pour les lits actifs comme pour les lits « catastrophe » ?
2. Wat zijn de huidige kwantitatieve en kwalitatieve capaciteiten van het Militair Hospitaal inzake ontvangst en behandeling van patie¨nten, voor elk type van pathologie en zowel voor de actie als voor de rampbedden ?
` supposer qu’une opération ait lieu 3. A aujourd’hui, pour quelles disciplines devriez-vous recourie à des capacités externes pour pouvoir traiter les patients admis à l’Hoˆpital militaire ?
3. Stel dat er vandaag een operatie zou plaatsvinden, voor welke geneeskundige disciplines zou u een beroep moeten doen op externe capaciteiten om de in het Militair Hospitaal opgenomen patie¨nten te kunnen behandelen ?
4. Quelles capacités quantitatives et qualitatives étaient prévues à l’Hoˆpital militaire pour l’accueil et le traitement des patients dans le projet d’optimisation de l’ancienne cellule de coordination de l’hoˆpital avant que vous je rejetiez ce projet, pour chaque type de pathologie et pour les lits actifs comme pour les lits « catastrope ?
4. Welke kwantitatieve en kwalitatieve capaciteiten van het Militair Hospitaal inzake ontvangst en behandeling van patie¨nten waren voorzien in het optimaliseringsproject van de vroegere Coo¨rdinatiecel van het hospitaal, voordat u dat project verwierp, en dit voor elk type pathologie en voor de actieve bedden en de rampbedden ?
5. Quelles capacités quantitatives et qualitatives sont prévues à l’Hoˆpital militaire pour l’accueil et le traitement des patients dans votre projet de partenariat avec l’Hoˆpital Brugmann sur le site de Neder-overHembeek, pour chaque type de pathologie et pour les lits actifs comme pour les lits « catastrope » ?
5. Welke kwantitatieve en kwalitatieve capaciteiten van het Militair Hospitaal inzake ontvangst en behandeling van patie¨nten worden in uw project van partnerschap met het Brugmann-ziekenhuis op de ligging van Neder-over-Heembeek voorzien, en dit voor elk type pathologie en voor de actieve bedden en de rampbedden ?
Réponse du ministre de la Défense du 15 février 2006, à la question no 317 de M. Luc Sevenhans du 19 décembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 15 februari 2006, op de vraag nr. 317 van de heer Luc Sevenhans van 19 december 2005 (N.) :
1. Les évacuations médicales peuvent être effectuées avec les avions C-130 et ERJ. Ces derniers sont équipés à cet effet avec un kit adapté. La composition des équipes médicales et le matériel emporté sont en fonction du type d’évacuation.
1. Medische evacuaties kunnen uitgevoerd worden met de C-130 en ERJ vliegtuigen. Deze laatste worden hiertoe uitgerust met een aangepaste kit. De samenstelling van de medische teams en het meegenomen materieel zijn functie van het soort evacuatie.
2. Comme prévu de par sa mission, l’Hoˆpital militaire dispose d’un tampon de 70 lits pour l’hospitalisation de patients, en cas de chirurgie abdominale, vasculaire et orthopédique, de thérapie hyperbare et des soins aux grands brûlés. L’infrastructure existante de l’Hoˆpital militaire offre l’espace nécessaire pour une capacité supplémentaire de lits catastrophe, dont l’ampleur utile est actuellement à l’étude en concertation avec la Santé publique.
2. Zoals bepaald in haar opdracht beschikt het Militair Hospitaal over een buffer van 70 bedden voor hospitalisatie van patie¨nten, in geval van abdominale, vasculaire en orthopedische chirurgie, hyperbare therapie en de verzorging van zware brandwonden. De bestaande infrastructuur van het Militair Hospitaal biedt de nodige ruimte voor een bijkomende capaciteit rampenbedden, waarvan de nuttige omvang actueel bestudeerd wordt in overleg met Volksgezondheid.
3. Le cas échéant, on ferait appel à des capacités externes, pour les spécialités médicales non reprises dans la réponse à la question 2.
3. In voorkomend geval zou er beroep gedaan worden op externe capaciteiten voor de geneeskundige disciplines die niet vermeld zijn in het antwoord op vraag 2.
4. L’étude effectuée par l’ancienne cellule de coordination prévoyait l’élaboration d’un hoˆpital général d’une capacité de 200 à 250 lits.
4. De studie uitgevoerd door de vroegere coo¨rdinatiecel voorzag in de uitbouw van een algemeen ziekenhuis met een capaciteit van 200 tot 250 bedden.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20415
5. Dans le cadre du partenariat envisagé avec le CHU Brugmann, une exploitation optimale de l’infrastructure disponible est recherchée. Le dimensionnement précis des capacités d’accueil et de soins pour les patients est déterminé en concertation avec le CHU Brugmann et la santé publique, de manière à assurer d’une part une complémentarité maximale, et de proposer d’autre part un service optimal à la société civile.
5. In het kader van het beoogde partnerschap met het UVC Brugmann, wordt een optimale uitbating van de beschikbare infrastructuur nagestreefd. De precieze dimensionering van de capaciteiten voor ontvangst en behandeling van patie¨nten wordt bepaald in overleg met UVC Brugmann en met Volksgezondheid, met het oog op een maximale complementariteit enerzijds, en een optimale dienstverlening aan de burgermaatschappij anderzijds.
DO 2005200606678
DO 2005200606678
Question no 323 de M. Luc Sevenhans du 22 décembre 2005 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 323 van de heer Luc Sevenhans van 22 december 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Hoˆpital militaire. — Centre des grands bruˆlés. — Directives de la European Burn Association.
Militair Hospitaal. — Brandwondencentrum. — Rchtlijnen van de European Burn Association.
Lors de la réunion de la commission de la Défense du 23 novembre 2005, vous avez déclaré que les méthodes et les procédures au sein du Centre des grands bruˆlés de l’Hoˆpital militaire étaient parfaitement conformes aux directives de la « European Burn Association ».
Tijdens de vergadering van de commissie voor de Landsverdediging op 23 november 2005 heeft u verklaard dat de werkwijzen en de procedures binnen het Brandwondencentrum van het Militair Hospitaal volledig in overeenstemming zijn met de richtlijnen van de « European Burn Association ».
1. Pouvez-vous nous faire parvenir une copie de ces directives ?
1. Kan u ons een afschrift van deze richtlijnen bezorgen ?
2. Quelle instance les a publiées ?
2. Welke instantie heeeft ze uitgegeven ?
3. Quand ont-elles été publiées ?
3. Wanneer werden ze gepubliceerd ?
4. a) Sont-elles encore appliquées dans leur version originale ?
4. a) Worden ze nog in hun oorspronkelijke versie toegepast ?
b) Dans la négative, pouvez-vous nous faire parvenir une copie des différentes modifications ?
b) Zo niet, kan u ons een afschrift van de verschillende wijzigingen bezorgen ?
5. Ces directives ont-elles un caractère contraignant ?
5. Hebben deze richtlijnen een dwingend karakter ?
6. Ont-elles été discutées avec la « Burn Association for Burn Injuries » ?
6. Werden ze met de « Burn Association for Burn Injuries » besproken ?
7. Devons-nous considérer que ces directives ont été transposées dans la législation belge et qu’elles annulent l’arrêté ministériel du 30 décembre 1993 ?
7. Moeten wij beschouwen dat deze richtlijnen in de Belgische wetgeving werden vertaald en dat ze de draagwijdte van het ministerieel besluit van 30 december 1993 teniet doen ?
8. Quelle instance est-elle chargée de veiller au respect de ces directives ?
8. Welke instantie is belast met het laten naleven van deze richtlijnen ?
9. Vous semblez dire que le Centre des grands bruˆlés respecte ces directives à tous les égards. Est-ce vraiment ce que vous avez voulu dire ?
9. U schijnt te zeggen dat het Brandwondencentrum op alle gebieden aan de inhoud van deze richtlijnen beantwoordt. Is dit hetgeen u echt hebt bedoeld ?
Réponse du ministre de la Défense du 15 février 2006, à la question no 323 de M. Luc Sevenhans du 22 décembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 15 februari 2006, op de vraag nr. 323 van de heer Luc Sevenhans van 22 december 2005 (N.) :
La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son carac-
Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documen-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20416
tère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des questions parlementaires).
taire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire vragen).
Ministre de l’E´conomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
DO 2005200606195
DO 2005200606195
Question no 374 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 374 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Commissaires et autres représentants du gouvernement.
Regeringscommissarissen en andere vertegenwoordigers van de regering.
1. Dans quels parastataux, organismes d’intérêt public, institutions de sécurité sociale ou autres institutions relevant du département dont vous êtes responsable le gouvernement a-t-il désigné un commissaire ou un autre représentant ?
1. In welke parastatalen, instellingen van openbaar nut, instellingen van sociale zekerheid, of andere instellingen die onder het departement vallen waarvoor u bevoegd bent, is de regering vertegenwoordigd door een regeringscommissaris of andere vertegenwoordiger ?
2. Qui est le représentant du gouvernement ?
2. Wie is de vertegenwoordiger van de regering ?
3. Quelle est la durée de son mandat ?
3. Wat is de duur van het mandaat ?
4. Quelle rémunération perçoit-il ?
4. Wat is de financie¨le verloning van de betrokkene ?
5. a) Des avantages supplémentaires financiers ou autres lui sont-ils accordés ?
5. a) Worden er nog bijkomende financie¨le of andere voordelen toegekend ?
b) Dans l’affirmative, lesquels ?
b) Zo ja, welke ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 15 février 2006, à la question no 374 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 15 februari 2006, op de vraag nr. 374 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2005 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de renvoyer l’honorable membre à ma réponse, en tant que ministre de l’E´nergie, à la question no 155 du 10 novembre 2005 concernant la même matière (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 109, p. 20419).
In antwoord op zijn gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid te verwijzen naar mijn antwoord, in mijn hoedanigheid van minister van Energie, op zijn vraag nr. 155 van 10 november 2005 betreffende dezelfde aangelegenheid (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 109, blz. 20419).
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20417
DO 2005200606596
DO 2005200606596
Question no 392 de Mme Colette Burgeon du 14 décembre 2005 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Lutte contre l’alcool au volant. — E´thylotests.
Vraag nr. 392 van mevrouw Colette Burgeon van 14 december 2005 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
L’alcool est en cause dans plus de 20 % des accidents mortels de la route.
Meer dan 20 % van de ongevallen met dodelijke afloop zijn te wijten aan alcoholgebruik.
Dans le cadre de la lutte contre l’alcool au volant, les éthylotests peuvent contribuer à la prise de conscience des risques, mais à condition que les fabricants mettent au point des appareils fiables.
In het kader van de strijd tegen het rijden onder invloed van alcohol, kunnen alcoholtesters ertoe bijdragen de chauffeurs bewust te maken van de gevaren, op voorwaarde echter dat de producenten betrouwbare toestellen op punt stellen.
Or, c’est rarement le cas (cf. Test Achats, no 493 de décembre 2005).
Dat is echter zelden het geval (cf. Test-Aankoop, nr. 493 van december 2005).
1. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour améliorer la qualité de ces éthylotests ?
1. Welke maatregelen heeft u al genomen om de kwaliteit van die alcoholtesters te verbeteren ?
2. a) Sont-ils controˆlés ?
2. a) Worden die testers gecontroleerd ?
b) Si oui, par quel organisme ?
b) Zo ja, door welke instelling ?
3. Les appareils électroniques couˆtant très cher et n’étant absolument pas fiables, n’y a-t-il pas lieu de les retirer du marché ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 15 février 2006, à la question no 392 de Mme Colette Burgeon du 14 décembre 2005 (Fr.) :
3. Zouden de peperdure en totaal onbetrouwbare elektronische toestellen niet beter uit de handel worden genomen ?
J’ai l’honneur de répondre ce qui suit à l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1. Fin 2005, une étude du marché a eu lieu, lors de laquelle 11 échantillons d’éthylotests ont été pris.
1. Er is eind 2005 een marktonderzoek gebeurd, waarbij er van 11 verschillende alcoholtesters stalen werden genomen.
2. Les échantillons seront examinés au cours des prochains mois par l’Institut Belge pour la sécurité routière (IBSR).
2. De stalen zullen tijdens de komende maanden door het Belgisch Instituut voor de verkeersveiligheid (BIVV) onderzocht worden.
3. En fonction des résultats de l’enquête, les mesures adéquates nécessaires seront prises.
3. In functie van de resultaten van het onderzoek, zullen de nodige maatregelen worden genomen.
DO 2005200606802
DO 2005200606802
Question no 393 de M. Servais Verherstraeten du 10 janvier 2006 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 393 van de heer Servais Verherstraeten van 10 januari 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Absence de campagne d’information concernant l’assurance des chaises roulantes électroniques.
Uitblijven van de informatiecampagne in verband met de verzekering van elektronische rolstoelen.
En ce qui concerne le problème de l’assurance des chaises roulantes électroniques, il a été indiqué, d’une
In verband met de problematiek rond de verzekering van elektronische rolstoelen werd enerzijds verklaard
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Strijd tegen rijden onder invloed. — Alcoholtesters.
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 15 februari 2006, op de vraag nr. 392 van mevrouw Colette Burgeon van 14 december 2005 (Fr.) :
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20418
part, qu’une deuxième tentative serait entreprise en vue de recueillir, par le biais d’un questionnaire, les réactions du Conseil supérieur national des personnes handicapées (pour septembre 2005) et d’autre part, qu’une campagne d’information serait organisée à l’intention des intéressés (pour fin juin 2005). Il s’est déjà avéré antérieurement que ces deux objectifs n’ont pas été atteints.
dat er een tweede poging zou worden ondernomen om via een vragenlijst reactie te ontvangen van de Hoge Nationale Raad voor Gehandicapten (voor september 2005) en anderzijds dat er een informatiecampagne zou opgestart worden naar de betrokkenen (tegen eind juni 2005). Beide intenties bleken eerder al niet te zijn gehaald.
1. a) La réponse du Conseil supérieur a-t-elle entretemps été obtenue ?
1. a) Werd het antwoord van de Hoge Raad ondertussen ontvangen ?
b) Dans la négative, comment l’expliquez-vous et combien de temps êtes-vous encore disposé à attendre ?
b) Zo neen, hoe verklaart u dit en hoe lang wenst u nog te wachten ?
c) Dans l’affirmative, pourriez-vous nous communiquer les résultats du questionnaire et nous en dresser un résumé ?
c) Zo ja, kan u ons de resultaten op de vragenlijst bezorgen en deze hier samenvatten ?
2. a) Quand la campagne d’information promise aura-telle lieu ?
2. a) Wanneer komt de beloofde informatiecampagne er ?
b) En quoi consistera-t-elle ?
b) Uit wat zal ze bestaan ?
3. a) Quelles seront les lignes de force du nouveau régime d’assurance ?
3. a) Wat zullen de hoofdlijnen zijn van de nieuwe verzekeringsregel ?
b) Quand entrera-t-il en vigueur et quelles en sont les implications pour les intéressés ?
b) Wanneer zal ze van kracht worden en wat is het belang ervan voor de betrokkenen ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 15 février 2006, à la question no 393 de M. Servais Verherstraeten du 10 janvier 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 15 februari 2006, op de vraag nr. 393 van de heer Servais Verherstraeten van 10 januari 2006 (N.) :
Par la présente, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les réponses suivantes.
Hierbij heb ik de eer het geachte lid de volgende antwoorden te verschaffen.
1. a) à c) Je me réfère à la réponse donnée à la question écrite no 316 du 13 juillet 2005 de l’honorable membre, que j’actualise dans la présente réponse (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 91, p. 16289).
1. a) tot c) Ik verwijs naar mijn antwoord op de schriftelijke vraag nr. 316 van 13 juli 2005 van het geachte lid, welk antwoord bij deze geactualiseerd wordt (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 91, blz. 16289).
Aucune réponse n’a été reçue du Conseil supérieur national des personnes handicapées. Malgré l’insistance du secrétaire d’E´tat à la Famille et aux Personnes handicapées, Gisèle Mandaila Malamba, le Conseil supérieur national a communiqué au cabinet de celleci qu’aucune réponse n’était parvenue des associations représentées au sein du Conseil. Je regrette que ces associations n’aient pas perçu l’importance de l’enquête.
Er werd geen antwoord ontvangen vanwege de Hoge Nationale Raad voor Gehandicapten. Ondanks aandringen van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een Handicap, Gisèle Mandaila Malamba, werd door de Hoge Nationale Raad aan haar Kabinet medegedeeld dat geen antwoorden bekomen konden worden vanwege de verenigingen die in de Raad vertegenwoordigd zijn. Ik betreur dat deze verenigingen het belang van de enquête niet hebben ingezien.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20419
2. ` défaut de données et d’informations concrèa) et b) A tes communiquées par les parties directement concernées, la campagne d’information a été reportée.
2. a) en b) Bij gebreke aan concrete gegevens en informatie vanwege de rechtstreeks betrokkenen is de informatiecampagne afgelast geworden.
Toutefois, une concertation entre les différents cabinets compétents a donné les résultats suivants :
Ik kan wel meedelen dat overleg tussen de verschillende bevoegde Kabinetten uitgemaakt heeft dat :
— la TVA sur les chaises roulantes est d’ores et déjà fixée au taux minimal de 6 %;
— de BTW op rolstoelen nu reeds vastgelegd is op de minimale voet van 6 %;
— aucune taxe de circulation n’est perçue auprès des utilisateurs de chaises roulantes électriques;
— er geen verkeersbelasting geheven wordt op de gebruikers van elektronische rolstoelen;
— les utilisateurs de chaises roulantes électriques ne sont soumis ni un aˆge minimum requis, ni à un permis de conduire, ni à une obligation de controˆle technique.
— elektronische rolstoelgebruikers niet onderworpen zijn aan een vereiste minimum leeftijd, aan een rijbewijsplicht noch aan een keuringsverplichting.
Il ressort des données communiquées par Assuralia que la prime de la plupart des polices oscille entre 18,75 euros et 60 euros par an. Les quatre primes les moins chères se situent entre 18,75 euros et 33 euros.
Uit de gegevens medegedeeld door Assuralia blijkt dat de premie van de meeste polissen varieert tussen 18,75 euro en 60 euro per jaar. De vier goedkoopste liggen tussen 18,75 euro en 33 euro.
3. Dans ces circonstances, aucune nouvelle règle en matière d’assurance ne s’impose.
3. In de gegeven omstandigheden dringt zich geen nieuwe verzekeringsregel op.
E´nergie
Energie
DO 2005200606195
DO 2005200606195
Question no 155 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 155 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Commissaires et autres représentants du gouvernement.
Regeringscommissarissen en andere vertegenwoordigers van de regering.
1. Dans quels parastataux, organismes d’intérêt public, institutions de sécurité sociale ou autres institutions relevant du département dont vous êtes responsable le gouvernement a-t-il désigné un commissaire ou un autre représentant ?
1. In welke parastatalen, instellingen van openbaar nut, instellingen van sociale zekerheid, of andere instellingen die onder het departement vallen waarvoor u bevoegd bent, is de regering vertegenwoordigd door een regeringscommissaris of andere vertegenwoordiger ?
2. Qui est le représentant du gouvernement ?
2. Wie is de vertegenwoordiger van de regering ?
3. Quelle est la durée de son mandat ?
3. Wat is de duur van het mandaat ?
4. Quelle rémunération perçoit-il ?
4. Wat is de financie¨le verloning van de betrokkene ?
5. a) Des avantages supplémentaires financiers ou autres lui sont-ils accordés ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
5. a) Worden er nog bijkomende financie¨le of andere voordelen toegekend ? 2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20420
b) Dans l’affirmative, lesquels ?
b) Zo ja, welke ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 15 février 2006, à la question no 155 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 15 februari 2006, op de vraag nr. 155 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2005 (N.) :
En réponse à ses questions, l’honorable membre trouvera un tableau ci-dessous reprenant les informations demandées.
Als antwoord op de vragen van het geachte lid gaat hierbij een tabel hieronder met de gevraagde informatie.
Certains parastataux n’ayant, à l’heure actuelle, pas encore répondu aux demandes de renseignements de mon service, je communiquerai à l’honorable membre les informations manquantes dès qu’elles seront en ma possession.
Daar sommige parastatale instellingen de vragen om inlichtingen van mijn dienst momenteel nog niet beantwoord hebben, zal ik het geachte lid de ontbrekende informatie meedelen zodra die in mijn bezit is.
Organisme — Orgaan
Département Représentant duquel l’organisme du gouvernement dépend — — RegeringsDepartement vertegenwaarvan het orgaan woordiger afhangt
Durée du mandat — Duur van het mandaat
Rémunération — Bezoldiging
Autres avantages Andere voordelen
Institut Belge de Normalisation. — E´conomie. — Belgisch Instituut voor Normalisatie Economie
M. Léopold Durée indéterminée. Lathuy, commissaire — Onbepaalde duur du gouvernement. — De heer Léopold Lathuy, regeringscommissaris M. Christian Deckers, suppléant. — De heer Christian Deckers, plaatsvervanger
— — — — — — — — — —
Office national du Ducroire. — Natio- E´conomie. — nale Delcrederedienst Economie
M. Lambert 5 ans. — 5 jaar Verjus, représentant du ministre de l’E´conomie. — De heer Lambert Verjus, vertegenwoordiger van de minister van Economie
195,76 euros par séance à Pas d’autre avantage laquelle le représentant pécuniaire. — Geen du ministre siège. — ander geldelijk voordeel 195,76 euro per zitting waarop de vertegenwoordiger van de minister zetelt
Conseil Central de l’E´conomie. — E´conomie. — Centrale Raad voor het Bedrijfsleven Economie
M. Lambert Verjus. — De heer Lambert Verjus
Information non communiquée. — Informatie niet meegedeeld
Information non communiquée. — Informatie niet meegedeeld
Bureau fédéral du Plan. — Federaal E´conomie. — Planbureau Economie
Pas de commissaire ou Sans objet. — de représentant du Niet van toepassing gouvernement. — Geen regeringscommissaris of -vertegenwoordiger
Sans objet. — Niet van toepassing
Sans objet. — Niet van toepassing
Institut Experts Comptables et des E´conomie. — conseils fiscaux. — Instituut van de Economie Accountants en de Belastingconsulenten
Pas de commissaire ou Sans objet. — de représentant du Niet van toepassing gouvernement. — Geen regeringscommissaris of -vertegenwoordiger
Sans objet. — Niet van toepassing
Sans objet. — Niet van toepassing
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
Information non communiquée. — Informatie niet meegedeeld
allocation forfaitaire Pas d’autre avantage annuelle de 1 487,40 pécuniaire. — Geen euros. — jaarlijkse ander geldelijk voordeel forfaitaire toelage van 1 487,40 euro allocation forfaitaire annuelle de 892,44 euros. — jaarlijkse forfaitaire toelage van 892,44 euro
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
Organisme — Orgaan
20421
Département Représentant duquel l’organisme du gouvernement dépend — — RegeringsDepartement vertegenwaarvan het orgaan woordiger afhangt
Durée du mandat — Duur van het mandaat
Rémunération — Bezoldiging
Autres avantages Andere voordelen
Institut des réviseurs d’entreprise. — E´conomie. — Instituut der bedrijfsrevisoren Economie
Pas de commissaire ou Sans objet. — de représentant du Niet van toepassing gouvernement. — Geen regeringscommissaris of -vertegenwoordiger
Sans objet. — Niet van toepassing
Sans objet. — Niet van toepassing
Banc d’E´preuves des armes à feu. — E´conomie. — Proefbank voor vuurwapens Economie
Pas de commissaire ou Sans objet. — de représentant du Niet van toepassing gouvernement. — Geen regeringscommissaris of -vertegenwoordiger
Sans objet. — Niet van toepassing
Sans objet. — Niet van toepassing
Organisme National des Déchets E´nergie. — radioactifs et des Matières fissiles enri- Energie chies. — Nationale Instelling voor radioactief Afval en Verrijkte Kernwetenschappen
M. Christophe Durée indéterminée. — 2 390,56 euros par Van Vaerenbergh. Onbepaalde duur trimestre. — 2 390,56 — De heer Christophe euro per kwartaal Van Vaerrenbergh Mme Marie-Pierre Fauconnier. — Mevrouw Marie-Pierre Fauconnier
Centre d’E´tude de l’E´nergie Nucléaire. E´nergie. — — Studiecentrum voor Kernenergie Energie
M. Karel Dieltjens. — Durée indéterminée. — 10 755 euros bruts, Pas d’autre avantage De heer Karel Onbepaalde duur indexés. — 10 755 euro pécuniaire. — Geen Dieltjens bruto, geı¨ndexed ander geldelijk voordeel Mme Nele Roodbrouck. — Mevrouw Nele Roodbrouck
Institut Interuniversitaire des Sciences E´nergie. — nucléaires. — Interuniversitair Instituut Energie voor Kernwetenschappen
M. A.C. De Mildt. — De Information heer A.C. De Mildt non communiquée. — Informatie niet meegedeeld
Institut National des Radios E´léments. E´nergie. — — Nationaal Instituut voor Radio- Energie Elementen
M. H. Autrique. — Durée indéterminée. — 203,30 euros par mois. Pas d’autre avantage De heer H. Autrique Onbepaalde duur — pécuniaire. — Geen M. F. Sonck. — De heer 203,30 euro per maand ander geldelijk voordeel F. Sonck
Bureau belge d’intervention et de restitu- Agriculture. — tion. — Belgisch interventie- en restitu- Landbouw tiebureau
M. Xavier Decuyper, commissaire du gouvernement. — De heer Xavier Decuyper, regeringscommissaris
Durée indéterminée. — Indemnité annuelle de Onbepaalde duur 2 475,73 euros. — Jaarvergoeding van 2 475,73 euro
Pas d’autre avantage pécuniaire. — Geen ander geldelijk voordeel
Conseil supérieur des indépendants et Classes Moyennes. — des petites et moyennes entreprises. — Middenstand Hoge Raad voor de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen
Information non communiquée. — Informatie niet meegedeeld
Information non communiquée. — Informatie niet meegedeeld
Information non communiquée. — Informatie niet meegedeeld
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
Information non communiquée. — Informatie niet meegedeeld
Information non communiquée. — Informatie niet meegedeeld
Pas d’autre avantage pécuniaire. — Geen ander geldelijk voordeel
Information non communiquée. — Informatie niet meegedeeld
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20422
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 2005200606661
DO 2005200606661
Question no 401 de Mme Annelies Storms du 21 décembre 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 401 van mevrouw Annelies Storms van 21 december 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Rééducation fonctionnelle. — Frais de déplacement. — Intervention de l’assurance obligatoire maladie et invalidité.
Revalidatie. — Reiskosten. — Tegemoetkoming van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.
L’article 4 de l’arrêté ministériel du 3 janvier 1991 fixant l’intervention de l’assurance obligatoire contre la maladie et l’invalidité dans les frais de déplacement exposés dans le cadre de la réadaptation fonctionnelle, abrogé par l’arrêté ministériel du 14 décembre 1995 fixant l’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités dans les frais de déplacement exposés dans le cadre de la rééducation fonctionnelle, prévoyait une indemnité de 8 francs belges par kilomètre pour les patients qui se rendaient de leur résidence effective vers le centre de rééducation fonctionnelle le plus proche avec un moyen de transport individuel. Cette indemnité était limitée à deux fois 30 km entre la résidence effective du bénéficiaire et le lieu de la rééducation fonctionnelle.
Artikel 4 van het ministerieel besluit van 3 januari 1991 tot vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering in de reiskosten in verband met de revalidatie, opgeheven door het ministerieel besluit van 14 december 1995 tot vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de reiskosten in verband met de revalidatie, voorzag in een vergoeding voor patie¨nten die met een individueel vervoermiddel van hun effectieve verblijfplaats naar het dichtstbijzijnde revalidatiecentrum reden, van 8 belgische frank per kilometer. Deze vergoeding was beperkt tot tweemaal 30 km tussen de effectieve verblijfplaats van de rechthebbende en de plaats waar de revalidatiebehandeling plaatsvindt.
Cependant, l’article 2 de l’arrêté ministériel du 14 décembre 1995 stipule que seuls les déplacements du bénéficiaire dans un véhicule adapté à son transport dans sa voiturette d’invalide effectués vers et depuis un centre de rééducation fonctionnelle peuvent être pris en considération, à condition que le Collège des médecins-directeurs ou le médecin-conseil ait reconnu qu’en raison de la nature et de la gravité de sa pathologie, le bénéficiaire ne peut effectuer les déplacements en direction et en provenance du centre que dans sa voiturette d’invalide.
Artikel 2 echter van het voornoemde ministerieel besluit van 14 december 1995, bepaalt dat alleen de reizen van de rechthebbende in een voertuig aangepast voor het vervoer in zijn invalidenwagentje, gedaan naar en van het revalidatiecentrum, in aanmerking genomen worden voor een tegemoetkoming, op voorwaarde dat het College van geneesheren-directeurs of de adviserend geneesheer heeft erkend dat wegens de aard en de ernst van zijn pathologie de rechthebbende enkel in zijn invalidenwagentje de reizen van en naar het revalidatiecentrum kan doen.
L’indemnité à laquelle pouvaient prétendre les patients qui ne se déplacent pas en voiturette en vertu de l’article 2, 1o de l’arrêté ministériel du 3 janvier 1991 n’est plus prévue par l’arrêté ministériel du 14 décembre 1995. Actuellement, seuls les déplacements du bénéficiaire dans un véhicule adapté à son transport dans sa voiturette d’invalide effectués vers et depuis un centre de rééducation fonctionnelle donnent droit à une intervention financière. Les autres patients qui ne se déplacent pas en voiturette et se font par exemple transporter vers et depuis un centre de rééducation fonctionnelle par un membre de leur famille ne peuvent y prétendre.
De vergoeding waar rolstoelonafhankelijke patie¨nten recht op hadden krachtens artikel 2, 1o van het ministerieel besluit van 3 januari 1991 is vervallen in het ministerieel besluit van 14 december 1995. Vandaag hebben dus enkel patie¨nten die van en naar een revalidatiecentrum reizen in een voertuig aangepast aan het vervoer in een rolstoelwagentje, recht op een financie¨le tegemoetkoming. Andere patie¨nten die niet in een rolstoel zitten en bijvoorbeeld door een familielid vervoerd worden naar het revalidatiecentrum, hebben hier geen recht op.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20423
1. Eˆtes-vous au courant de cette lacune de la législation ?
1. Bent u op de hoogte van deze lacune in de wetgeving ?
2. Pourquoi ne prévoit-on aucune intervention dans les frais de déplacement aller-retour des patients non chaisards qui se rendent au centre de rééducation fonctionnelle ?
2. Welke redenen zijn er om rolstoelonafhankelijke patie¨nten die zich verplaatsen van en naar het revalidatiecentrum geen tegemoetkoming toe te kennen voor hun verplaatsing ?
3. Combien de patients sont-ils concernés par cette situation ?
3. Hoeveel patie¨nten bevinden zich in deze situatie ?
4. Quel est le budget annuel de l’INAMI pour les interventions visées par l’arrêté ministériel du 14 décembre 1995 ?
4. Hoeveel bedraagt het jaarlijks budget van het RIZIV voor tegemoetkomingen zoals bepaald in het ministerieel beslkuit van 14 december 1995 ?
5. Quel serait le surcouˆt annuel à charge de l’INAMI si les patients chaisards pouvaient également prétendre à cette intervention ?
5. Hoeveel zou de bijkomende jaarlijkse kost voor het RIZIV bedragen indien ook rolstoelonafhankelijke patie¨nten recht zou hebben op deze tegemoetkoming ?
6. a) Envisagez-vous de prendre des mesures afin d’éliminer cette lacune de la législation ?
6. a) Overweegt u maatregelen te nemen om dit euvel in de wetgeving weg te werken ?
b) Dans l’affirmative, lesquelles ?
b) Zo ja, welke ?
c) Dans la négative, pourquoi ?
c) Zo neen, waarom niet ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 14 février 2006, à la question no 401 de Mme Annelies Storms du 21 décembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 14 februari 2006, op de vraag nr. 401 van mevrouw Annelies Storms van 21 december 2005 (N.) :
1 à 3. Comme vous le savez, la règle générale est que l’assurance soins de santé n’intervient pas dans les frais de déplacement des patients, que ceux-ci se rendent chez un prestataire de soins privé, ou dans tout établissement de soins, en ce compris les établissements de rééducation fonctionnelle.
1 tot 3. Zoals u weet, is het de algemene regel dat de verzekering voor geneeskundige verzorging niet tussenkomt in de verplaatsingskosten van de patie¨nten, of deze zich nu naar een private zorgverstrekker begeven of naar gelijk welke zorginstelling, waaronder ook de instellingen voor revalidatie.
Les seules exceptions qui ont été prévues concernent certains patients que leur maladie place dans une situation particulièrement difficile. Il s’agit, dans le cadre de la rééducation fonctionnelle, des patients qui ne peuvent se déplacer que dans leur voiturette d’invalide, exigeant ainsi des véhicules adaptés à leur transport et occasionnant des frais répétés très élevés.
Er werden alleen uitzonderingen voorzien voor bepaalde patie¨nten die zich wegens hun aandoening in een bijzonder moeilijke situatie bevinden. Het betreft, in het kader van de revalidatie, patie¨nten die zich enkel kunnen verplaatsen in hun wagentje, waardoor hun vervoer aangepaste voertuigen vereist, hetgeen herhaaldelijk zeer hoge kosten met zich meebrengt.
4. Les dépenses pour le remboursement des frais de déplacement dans le cadre de la rééducation fonctionnelle, en 2004, s’établissaient à 8 423 593 euros (augmentation par rapport à l’année précédente de 20,41 %, supérieure à la norme de croissance fixée par le gouvernement pour les soins de santé).
4. De uitgaven voor de terugbetaling van de verplaatsingskosten in het kader van de revalidatie bedroegen in 2004 8 423 593 euro (een verhoging van 20,41 % ten opzichte van het vorige jaar, die de door de regering vastgestelde groeinorm voor de gezondheidszorg overtreft).
5. Pour les raisons exposées aux points 1 à 3 cidessus, il n’est pas possible de chiffrer les dépenses supplémentaires à charge de l’assurance soins de santé — sans aucun doute considérables — qui seraient occasionnées par le remboursement systématique des frais de déplacement de tout patient se rendant, pour sa rééducation, chez un prestataire ou dans un établissement de soins.
5. Om de redenen die zijn uiteengezet in de punten 1 tot 3 hierboven, is het niet mogelijk om de — zonder twijfel aanzienlijke — bijkomende uitgaven die zouden veroorzaakt worden door de systematische terugbetaling van de verplaatsingskosten van iedere patie¨nt die zich, voor zijn revalidatie, naar een zorgverstrekker of een verzorgingsinrichting begeeft, ten laste van de verzekering voor geneeskundige verzorging te berekenen.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20424
6. Au vu de l’accroissement constant des dépenses en soins de santé et des mesures d’économies que je suis amené à prendre afin de maintenir une situation financière saine pour l’assurance soins de santé, il ne m’est pas possible, en l’état actuel, de prévoir un budget supplémentaire pour étendre le remboursement des frais de déplacement à d’autres catégories de patients.
6. Gezien de aanhoudende stijging van de uitgaven voor gezondheidszorg en de besparingsmaatregelen waartoe ik mij genoodzaakt zie ten einde de financie¨le toestand van de verzekering voor geneeskundige verzorging gezond te houden, is het mij onmogelijk, in de huidige stand van zaken, een bijkomend budget te voorzien om de terugbetaling van de verplaatsingskosten uit te breiden tot andere categoriee¨n van patie¨nten.
DO 2005200606679
DO 2005200606679
Question no 403 de M. Koen Bultinck du 22 décembre 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 403 van de heer Koen Bultinck van 22 december 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Utilisation des gammaglobulines et de l’alimentation parentérale dans le cadre du syndrome de fatigue chronique (SFC). — Circulaire INAMI. — Problèmes de remboursement.
Gebruik van gammaglobulinen en parenterale voeding bij het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS). — Omzendbrief RIZIV. — Problemen bij terugbetaling.
Dans sa circulaire VI no 2005/365 du 21 novembre 2005, l’INAMI a communiqué sa position sur l’utilisation des gammaglobulines et de l’alimentation parentérale dans le cadre du SFC.
Via de omzendbrief VI nr. 2005/365 van 21 november 2005 maakte het RIZIV zijn houding bekend met betrekking tot het gebruik van gammaglobulinen en parenterale voeding bij CVS.
Cette circulaire part du principe que les immunoglobulines ne sont pas recommandées dans le traitement du SFC.
In deze omzendbrief wordt veralgemeend gesteld dat immunoglobulinen niet worden aanbevolen bij behandeling van CVS.
Le groupe de travail « alimentation médicale » estime également d’une manière générale que le syndrome de fatigue chronique ne constitue pas une indication pour l’alimentation parentérale à domicile. 1. Eˆtes-vous au courant du fait que cette circulaire de l’INAMI pose des problèmes au niveau du remboursement de ces deux traitements chez les patients souffrant du SFC ?
Evenzo stelt het standpunt van de werkgroep « medische voeding » veralgemenend : « Chronisch vermoeidheidssyndroom is geen indicatie voor het gebruik van thuis parenterale voeding ».
2. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour remédier à ce problème ?
2. Welke maatregelen heeft u reeds genomen om dat te verhelpen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 14 février 2006, à la question no 403 de M. Koen Bultinck du 22 décembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 14 februari 2006, op de vraag nr. 403 van de heer Koen Bultinck van 22 december 2005 (N.) :
La circulaire ne comporte pas de nouveaux éléments concernant les conditions de remboursement en vigueur.
De omzendbrief bevat geen nieuwe elementen met betrekking tot de geldende vergoedingsvoorwaarden.
Les indications officielles des spécialités qui comportent des immunoglobulines ne mentionnent nulle part l’usage de ces médicaments dans le traitement du syndrome de fatigue chronique (SFC).
De officie¨le indicaties van de specialiteiten die immunoglobulinen bevatten, maken nergens melding van het gebruik van deze geneesmiddelen bij de behandeling van het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS).
L’usage de l’alimentation parentérale chez des patients qui souffrent de SFC n’est pas conseillé par le groupe de travail « alimentation médicale ». Ce groupe
Het gebruik van parenterale voeding bij patie¨nten die lijden aan CVS werd door de werkgroep « medische voeding » niet aangeraden. Deze werkgroep
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
1. Bent u op de hoogte van het feit dat deze omzendbrief van het RIZIV voor problemen zorgt bij de terugbetaling van deze beide therapiee¨n voor CVSpatie¨nten ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20425
de travail est constitué de professeurs avec une grande expérience clinique en alimentation médicale clinique.
bestaat uit professoren met een grote klinische ervaring op het gebied van medische en klinische voeding.
Les firmes pharmaceutiques qui mettent sur le marché ces spécialités comportant des immunoglobulines peuvent introduire une demande auprès de la Commission d’enregistrement du SPF Santé publique. Dès que l’indication est officielle pour l’usage dans le SFC, une demande peut être ensuite introduite pour un éventuel remboursement de ces médicaments pour le traitement du SFC.
De farmaceutische bedrijven die specialiteiten op de markt brengen die immunoglobulinen bevatten, kunnen een aanvraag indienen bij de registratiecommissie van de FOD Volksgezondheid. Zodra de indicatie voor het gebruik bij CVS officieel is, kan daarna een aanvraag ingediend worden tot een eventuele vergoeding van deze geneesmiddelen voor de behandeling van CVS.
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2004200505182
DO 2004200505182
Question no 551 de Mme Annelies Storms du 26 septembre 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 551 van mevrouw Annelies Storms van 26 september 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Plan fédéral de prévention du suicide.
Federaal plan rond zelfmoordpreventie.
Selon l’OMS (Organisation mondiale de la santé), quelque 873 000 personnes se sont suicidées l’an dernier dans le monde, dont 163 000 environ en eurospe. Les derniers chiffres concernant notre pays (« Centre de Prévention du Suicide » ou CPS) datent de 1997 et font état de 2 302 cas de suicide, ce chiffre étant en nette augmentation depuis. Le nombre de tentatives de suicide est estimé à 45 par jour. Selon le CPS, ces chiffres nous placent dans le peloton de tête en eurospe. ` l’occasion de la journée mondiale de la prévention A du suicide, le CPS a évoqué le besoin urgent d’un plan fédéral de prévention du suicide. Le ministre s’activerait actuellement à l’élaboration de ce plan.
Volgens de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) pleegden vorig jaar wereldwijd zowat 873 000 mensen zelfmoord, waarvan ongeveer 163 000 in europa. De meest recente cijfers voor ons land dateren van 1997 (« Centre de Prévention du Suicide » of CPS). Toen waren er 2 302 mensen die zelfmoord pleegden, de stijgende trend de afgelopen jaren is duidelijk. Het aantal pogingen tot zelfdoding wordt op 45 per dag geschat. Volgens het CPS zitten we met deze cijfers in de kopgroep van Europa.
Le besoin d’une approche ciblée se reflète également dans l’augmentation du nombre d’appels reçus par la « Vlaamse Zelfmoordlijn » durant la première moitié de cette année. Il s’agit de 5 520 appels, soit 70 % de plus qu’il y a quatre ans. Le fonctionnement de la « Zelfmoordlijn » nous apprend également que les jeunes femmes constituent le principal groupe à risque.
Dat er nood is aan een gerichte aanpak blijkt ook uit het stijgend aantal oproepen die de Vlaamse Zelfmoordlijn kreeg in de eerste helft van het jaar. Het gaat om 5 520 oproepen, 70 % meer dan vier jaar geleden. Uit de werking van de Zelfmoordlijn blijkt ook dat jonge vrouwen de belangrijkste risicogroep vormen.
1. a) Disposez-vous de chiffres récents concernant le nombre de suicides dans notre pays ?
1. a) Beschikt u over recente cijfers betreffende het aantal zelfdodingen in ons land ?
b) Qui collecte ces chiffres ? Je souhaiterais une réponse pour chacune des régions.
b) Wie verzamelt die cijfers ? Graag een opdeling per gewest.
2. Est-il exact que vous œuvrez actuellement à l’élaboration d’un plan fédéral de prévention du suicide ?
2. Klopt het dat u werkt aan een federaal plan voor de preventie van zelfmoord ?
3. ` quels points ce plan s’intéresse-t-il ? a) A
3. a) Welke aandachtspunten worden in dit plan behandeld ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Naar aanleiding van de werelddag voor zelfmoordpreventie meldde het CPS dat er dringend nood was aan een federaal plan rond zelfmoordpreventie. De minister zou volop werken aan dergelijk plan.
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20426
b) Des groupes à risque sont-ils définis ?
b) Worden er bepaalde risicogroepen afgebakend ?
4. Quelles actions envisagez-vous d’entreprendre pour réduire le nombre de suicides et de tentatives de suicide dans notre pays ?
4. Welke acties overweegt u om het aantal zelfdodingen en het aantal pogingen tot zelfdoding in ons land te verminderen ?
5. a) Vous êtes-vous déjà concerté avec vos collègues des Communautés ?
5. a) Heeft u hierover reeds overleg gepleegd met uw collega’s van de gemeenschappen ?
b) Dans l’affirmative, quelles sont les conclusions de ces concertations ?
b) Zo ja, wat kwam er uit dit overleg naar voren ?
c) Dans la négative, pourquoi et envisagez-vous de le faire rapidement ?
c) Zo neen, waarom en overweegt u spoedig een overleg ?
6. Quand ce plan sera-t-il présenté ?
6. Wanneer zal dit plan voorgesteld worden ?
7. a) Disposez-vous de moyens en vue de la mise en œuvre de ce plan ?
7. a) Zijn er middelen ter beschikking ter uitvoering van dit plan ?
b) De quelle budget s’agit-il ?
b) Over hoeveel geld gaat het ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 16 février 2006, à la question no 551 de Mme Annelies Storms du 26 septembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 16 februari 2006, op de vraag nr. 551 van mevrouw Annelies Storms van 26 september 2005 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
Premièrement je souhaite souligner que votre question pour obtenir des chiffres récents sur le nombre de suicides dans notre pays, dépasse mes compétences. L’enregistrement national du Résumé psychiatrique minimum (RPM), lequel est réalisé dans les équipements psychiatriques résidentiels dans notre pays (hoˆpitaux psychiatriques, sections psychiatriques d’hoˆpitaux généraux, maisons psychiatriques et initiatives d’habitation protégée), contient des données depuis 1997. Dans le RPM se trouve un item MD07 (mode de sortie) dans lequel les soignants peuvent enregistrer le suicide. Cela est décrit comme « l’origine du décès est un suicide; le patient avait l’intention de se blesser ou de se donner la mort par les actes qu’il a effectués, et/ou les situations qu’il a recherchées, qui ont précédé à son décès. » Il ressort d’une étude réalisée par mon administration que, pour la dernière période d’enregistrement traitée en 2003, le nombre de suicides pour l’année 2003 s’élevait, pour l’ensemble des équipements psychiatriques résidentiels, à 93 cas. La répartition régionale se fait comme suit : pour la Région flamande 76, pour la Région wallonne 15 et pour la Région Bruxelles-Capitale 2.
Vooreerst wens ik te stellen dat uw vraag naar recente cijfers betreffende het aantal zelfdodingen in ons land mijn bevoegdheid overschrijdt. In de nationale registratie Minimale Psychiatrische Gegevens (MPG), die wordt uitgevoerd in de residentie¨le psychiatrische voorzieningen in ons land (psychiatrische ziekenhuizen, psychiatrische afdelingen in algemene ziekenhuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen en initiatieven voor beschut wonen), beschikken we over gegevens vanaf 1997. Hierin is er een item MD07 (wijze van ontslag) waar zorgverleners zelfmoord kunnen registreren. Dit wordt omschreven als « de oorsprong van het overlijden is een zelfmoord; de patie¨nt had de bedoeling zich te kwetsen of zich van het leven te benemen met handelingen die hij uitgevoerd heeft, en/of die hij onderzocht heeft, voorafgaand aan het overlijden. » Na onderzoek door mijn administratie blijkt dat, voor de laatst verwerkte registratieperiode 2003, het aantal zelfmoorden voor het jaar 2003 voor de residentie¨le psychiatrische voorzieningen samen 93 gevallen bedroeg. Opgesplitst naar de gewesten is dit voor het Vlaams Gewest 76, voor het Waals Gewest 15 en voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2.
Dans l’enregistrement national du Résumé clinique minimum (RCM), lequel est réalisé dans les hoˆpitaux généraux, une sélection des séjours a été faite sur la base de du diagnostic « E95xx=suicide and selfinfected injury » de la classification ICD9CM. Pour l’année 2003, le nombre de séjours pour lesquels ce
In de nationale registratie Minimale Klinische Gegevens (MKG) die wordt uitgevoerd in de algemene Ziekenhuizen, werd een selectie gemaakt van de verblijven op basis van de diagnose « E95xx= suicide and self infected injury » in de ICD9CM. Voor het jaar 2003 bedroeg het aantal verblijven waarvoor deze
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20427
diagnostic a été enregistré, s’élevait à 12 515. La répartition régionale se fait comme suit : pour la Région flamande 5 265, pour la Région wallonne 5 763, pour la Région Bruxelles-Capitale 1 368 et pour « les domiciliés à l’étranger et sans-abri » 119. De ce nombre, 246 patients sont décèdes. Pour la Région flamande cela s’élève à 106, pour la Région wallonne 101, pour la Région Bruxelles-Capitale 31 et pour « les domiciliés à l’étranger et sans-abri » ensemble 8.
diagnose werd geregistreerd 12 515. Opgesplitst naar de gewesten is dit voor het Vlaams Gewest 5 265, voor het Waals Gewest 5 763, voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1 368 en voor « domicile¨ring in het buitenland en daklozen » samen 119. Van deze cijfers zijn er in totaal 246 patie¨nten overleden. Voor het Vlaams Gewest bedraagt dit 106, voor het Waals Gewest 101, voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 31 en voor domicile¨ring in het buitenland en daklozen samen 8.
Lors de la dernière réunion de l’OMS Région Europe au sujet de la santé mentale en Belgique (novembre 2004), il fut constaté que l’OMS ne disposait plus des chiffres belges coordonnés en matière de suicide depuis 1997. L’INS, de même, ne dispose pas de statistiques coordonnées. E´tant donné que le suicide est une préoccupation croissante dans notre pays, il convient d’exercer un meilleur controˆle épidémiologique afin d’apporter des réponses les plus adéquates possibles. Il est, dès lors, urgent de remédier à cette situation afin de combler le retard et de disposer de chiffres globalisés pour l’ensemble du territoire. J’ai rencontré les différents intervenants dans ce sens. Nous avons convenu ensemble que les chiffres belges coordonnés en matière de suicide pour l’année 2004 seraient traités en priorité pour être disponibles le plus rapidement possible. Les retards pour les années précédentes seront comblés petit à petit. Ceci permettra sans conteste de disposer à nouveau de chiffres actualisés pour l’ensemble de la Belgique.
Tijdens de laatste vergadering van de WGOEuropese regio inzake geestelijke gezondheid in Belgie¨ (november 2004), werd vastgesteld dat de WGO sinds 1997 niet meer over gecoo¨rdineerde Belgische cijfers inzake zelfmoord beschikte. Het NIS beschikt evenmin over gecoo¨rdineerde statistieken. Gezien zelfmoord een groeiend probleem vormt in ons land, is het aangewezen een betere epidemiologische controle uit te voeren zodat de meest geschikte oplossingen kunnen worden geboden. Deze situatie moet dus dringend opgelost worden, zodat we de achterstand kunnen inhalen en kunnen beschikken over de meest recente globale cijfers die het hele land dekken. Ik heb de verschillende actoren die hierbij betrokken zijn, ontmoet. Samen hebben we besloten een prioriteit te maken van de verwerking van de gecoo¨rdineerde Belgische cijfers rond zelfmoord voor het jaar 2004, zodat deze zo snel mogelijk beschikbaar zijn. De achterstand van de voorgaande jaren zal stap voor stap ingehaald worden. Op die manier zullen we ongetwijfeld opnieuw over geactualiseerde cijfers voor heel Belgie¨ beschikken.
Le suicide est une problématique très préoccupante et très sensible. Mettre en œuvre des actions adéquates et concrètes pour le combattre est une de mes priorités.
Zelfmoord is een zeer prangend en gevoelig probleem. E´én van mijn prioriteiten is het op touw zetten van adequate en concrete acties om zelfmoord te bestrijden.
Plusieurs jalons ont déjà été posés dans cette direction. La conférence interministérielle du 13 juin 2005 que je présidais a permis la création d’un sous-groupe de travail « suicide » au sein du groupe de travail « Taskforce Santé mentale ». Celui-ci réunit désormais tous les niveaux de pouvoirs compétents. Il permet dès lors d’assurer l’interaction et la cohérence mutuelle à chaque niveau de compétence.
Er werd reeds meermaals een koers in die richting uitgestippeld. Tijdens de Interministerie¨le Conferentie van 13 juni 2005 die ikheb voorgezeten, werd er een subwerkgroep « zelfmoord » in de werkgroep « Taskforce Geestelijke Gezondheid » opgericht. In deze subwerkgroep zijn voortaan alle bevoegde niveaus vertegenwoordigd. Hierdoor wordt de wederzijdse interactie en coherentie tussen elk bestuursniveau verzekert.
Jusqu’à présent, le sous-groupe de travail s’est réuni trois fois. Il s’est penché sur la description uniforme de sa mission mais il a aussi déjà pris les premières décisions concrètes.
Tot nog toe werd driemaal vergaderd door de subwerkgroep en werden naast de eenduidige omschrijving van de missie, de eerste concrete beslissingen genomen.
Le sous-groupe de travail estime qu’il faut (a) avoir des données statistiques et épidémiologiques pour l’ensemble du pays, (b) dresser un inventaire de tous les services et de toutes les initiatives axés sur la problématique du suicide, (c) dresser un inventaire des « good practices », (d) optimaliser l’échange des données, (e) concrétiser les recommandations de l’OMS en ce qui concerne l’image que donnent les
De subwerkgroep vindt dat er nood is aan (a) statistische en epidemiologische gegevens voor het hele land, (b) een inventaris van alle diensten en initiatieven die zich richten op de zelfmoordproblematiek, (c) een inventaris van « good practices », (d) optimalisering van gegevensuitwisseling, (e) de verwezenlijking van de WHO-aanbevelingen inzake beeldvorming door de media, (f) het oplossen van bestaande knelpunten in
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20428
médias du suicide, (f) résoudre les points problématiques existants dans l’offre de soins actuelle et, si nécessaire (f) rédiger un protocole entre l’E´tat fédéral et les entités fédérées afin de réduire le nombre de tentatives de suicide et de suicides et d’améliorer la prévention tertiaire.
het actuele zorgaanbod, en, indien nodig (f) het opstellen van een protocol tussen de federale staat en de deelstaten teneinde het aantal zelfmoordpogingen en zelfmoorden te doen dalen en de tertiaire preventie te verbeteren.
D’autre part, j’ai rédigé des propositions d’actions prioritaires, sur lesquelles le Conseil Supérieur d’Hygiène a émis un avis globalement très positif.
Anderzijds heb ik voorstellen voor prioritaire acties uitgewerkt. De Hoge Gezondheidsraad heeft hier een advies over uitgebracht dat globaal genomen zeer positief was.
Le plan fédéral contre le suicide poursuit un double objectif global : à la fois diminuer le nombre de suicides et le nombre de récidives suicidaires. Une approche triangulaire permet d’atteindre cet objectif global. Le premier axe concerne les spécialités pharmaceutiques. Il clarifie l’approche relative à l’usage et l’accès aux médicaments. Le second axe concerne l’accueil thérapeutique du suicidant. Il vise à améliorer les moyens d’accueil existants. Enfin, le troisième axe concerne le suivi thérapeutique. Il entend améliorer les méthodes de suivi existantes pour veiller à l’encadrement intensif du suicidant.
Het federaal plan streeft een dubbele doelstelling na : zowel het aantal zelfmoorden doen dalen als het aantal zelfmoordrecidivisten. Een driehoeksaanpak maakt het mogelijk deze globale doelstelling te bereiken. De eerste as betreft de farmaceutische specialiteiten. Hiermee wordt het gebruik van en de toegang tot geneesmiddelen verduidelijkt. De tweede as betreft de therapeutische opvang van zelfmoordpatie¨nten. Hiermee willen we de bestaande middelen voor de opvang verbeteren. De derde as betreft ten slotte de therapeutische opvolging. Hiermee willen we de bestaande methoden voor de opvang verbeteren om erop toe te zien dat de zelfmoordpatie¨nt intensief begeleid wordt.
La mise en œuvre du plan fédéral de lutte contre le suicide se basera sur les structures existantes et visera à les améliorer. Il fera ensuite l’objet d’une concertation avec les différentes entités fédérées dans l’optique d’un plan national.
Voor de invoering van het federaal plan ter bestrijding van zelfmoord, baseren we ons op de bestaande structuren en het is de bedoeling deze te verbeteren. Vervolgens zal er met de verschillende deelgebieden overleg gepleegd worden over het plan, wat uiteindelijk tot een nationaal plan zou moeten leiden.
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
Minister van Middenstand en Landbouw
Agriculture
Landbouw
DO 2005200607171
DO 2005200607171
Question no 86 de M. Patrick Cocriamont du 8 février 2006 (Fr.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 86 van de heer Patrick Cocriamont van 8 februari 2006 (Fr.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Abattage des moutons à l’occasion de l’Aı¨d el-kébir.
Slachting van schapen ter gelegenheid van Aı¨d el Kebir.
Comme le rappelle Pierre Cassart, porte-parole de l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA), dans La Dernière Heure du 5 janvier 2006, tout abattage pour usage privé nécessite une déclaration préalable auprès de l’administration communale. Cette dernière se doit de remettre aux
In « La Dernière Heure » van 5 januari herinnerde Pierre Cassart, de woordvoerder van het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV), aan het feit dat wie een dier wil slachten voor particulier gebruik hiervan vooraf aangifte moet doen bij het gemeentebestuur. Het bestuur moet de particulieren
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20429
particuliers une attestation via un système informatique particulier (Beltrace) nécessaire à l’exécution de ces abattages.
vervolgens via een welbepaald informaticasysteem (Beltrace) een attest bezorgen, dat nodig is om de slachting uit te voeren.
En 2005, pour la seule région de Bruxelles-capitale, 15 000 à 18 000 bêtes auraient été abattues lors de la fête musulmane (cf. Le Soir du 26 janvier 2006). Or, selon les marchands, ce chiffre pourrait s’élever à quelque 30 000, et seuls 1 291 moutons sont passés par les sites officiels obligatoires.
Tijdens het offerfeest van 2005 zouden enkel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tussen 15 000 en 18 000 dieren geslacht zijn (zie « Le Soir » van 26 januari 2006). Volgens de verkopers kan dit cijfer echter oplopen tot 30 000 dieren, hoewel op de officie¨le en verplichte slachtplaatsen slechts 1 291 schapen werden geteld.
Les abattages rituels à domicile sont pourtant interdits. Seuls sont autorisés les abattages non-rituels, à condition que les animaux soient étourdis auparavant et soient destinés à la consommation personnelle.
Nochtans zijn rituele thuisslachtingen verboden. Enkel de niet-rituele slachtingen zijn toegestaan, op voorwaarde dat de dieren op voorhand verdoofd worden en bestemd zijn voor persoonlijk gebruik.
Le Groupe d’Action dans l’Intérêt des Animaux (GAIA) a souligné dans plusieurs communiqués de presse que la réglementation interdisant l’abattage à domicile n’est guère respectée. Les autorités de certaines communes du pays ordonnent même le placement de containers, dans lesquels les musulmans peuvent déposer les déchets d’animaux abattus illicitement.
De organisatie Global Action in the Interest of Animals (GAIA) heeft er in verschillende persberichten op gewezen dat het verbod op thuisslachtingen nauwelijks wordt nageleefd. Sommige gemeentelijke overheden hebben zelfs containers laten plaatsen waarin de moslims het slachtafval van de illegaal geslachte dieren konden deponeren.
GAIA affirme recevoir chaque année des plaintes de personnes dont le voisin pratique un abattage rituel à domicile. Ces personnes préviennent la police qui se refuse généralement à intervenir.
GAIA beweert elk jaar klachten te ontvangen van mensen wier buren rituele thuisslachtingen uitvoeren. Wanneer die personen de politie waarschuwen, weigert deze doorgaans op te treden.
L’abattage rituel me semble devoir se faire uniquement dans un abattoir, et avec étourdissement préalable (ce qu’autorisent bon nombre d’imams).
Volgens mij zouden rituele slachtingen uitsluitend in slachthuizen mogen plaatsvinden en moeten de dieren op voorhand verdoofd worden (wat veel imams trouwens ook toestaan).
Ce qui éviterait les scènes d’horreur et de sauvagerie qui ont eu lieu sur le site d’abattage régional de Bruxelles ... On y a vu des moutons à moitié égorgés tentant désespérément de fuir. Les policiers ont duˆ prêter main forte aux sacrificateurs. Certains musulmans en sont venus à menacer d’un couteau agents et organisateurs, tandis que d’autres ont été vus égorgeant eux-mêmes un animal. Curieusement, ces incidents barbares ne donnèrent lieu ni à arrestation, ni même à procès-verbal !
Op die manier kan herhaling worden vermeden van de gruwelijke en barbaarse taferelen die zich hebben afgespeeld op de gewestelijke slachtplaats van Brussel ... Men zag er schapen met de keel half overgesneden, wanhopig op zoek naar een uitweg. Ook moesten de offeraars bijgestaan worden door politieagenten. Sommige moslims bedreigden de agenten en organisatoren met messen, terwijl anderen eigenhandig de dieren slachtten. Vreemd genoeg leidden die barbaarse taferelen tot geen enkele arrestatie; er werd zelfs geen proces-verbaal opgesteld !
Selon des sources autorisées, ce sont plus de 80 000 moutons qui, dans notre pays, sont sacrifiés chaque Aı¨d el-kébir. 1. Quand l’E´tat envisage-t-il donner des directives strictes aux communes afin d’empêcher l’installation de containers destinés à récupérer les carcasses d’animaux abattus illégalement ?
Uit betrouwbare bron hebben wij vernomen dat er in ons land bij elk offerfeest meer dan 80 000 schapen geslacht worden.
2. Ne serait-ce pas la moindre des choses dans un E´tat de droit ?
2. Is dat niet het minste wat men in een Rechtsstaat kan doen ?
3. Les normes d’hygiène sont-elles au moins respectées, après installation illégale des containers dans les communes ?
3. Worden na de illegale plaatsing van containers in de gemeenten op zijn minst de hygie¨nische normen gerespecteerd ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
1. Wanneer zal de overheid de gemeenten strikte richtlijnen geven om de plaatsing van containers voor illegaal slachtafval te voorkomen ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20430
4. a) Pourriez-vous confirmer le chiffre de 80 000 moutons égorgés chaque Aı¨d ?
4. a) Kunt u bevestigen dat bij elk offerfeest 80 000 schapen worden geslacht ?
b) Ce chiffre est-il en augmentation constante depuis 1998 ?
b) Klopt het dat dit cijfer sinds 1998 voortdurend stijgt ?
5. Pourquoi la justice ne sévit-elle pas contre ceux qui enfreignent les lois visant l’abattage rituel à domicile ?
5. Waarom onderneemt het gerecht niets tegen de personen die de wetgeving inzake rituele thuisslachtingen niet naleven ?
6. Une loi imposant l’étourdissement préalable ne serait-elle pas souhaitable face au comportement barbare de certains sacrificateurs ?
6. Is een wet over de verplichte voorafgaande verdoving niet wenselijk in het licht van het barbaarse gedrag van sommige offeraars ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 15 février 2006, à la question no 86 de M. Patrick Cocriamont du 8 février 2006 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 15 februari 2006, op de vraag nr. 86 van de heer Patrick Cocriamont van 8 februari 2006 (Fr.) :
J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Cette question est de la compétence de M. Demotte, ministre des Affaires sociales et de la Santé publique. (Question no 676 du 8 février 2006.)
Deze vraag valt onder de bevoegdheid van de heer Demotte, minister van Sociale zaken en van Volksgezondheid. (Vraag nr. 676 van 8 februari 20 februari 2006.)
Ministre de la Mobilité
Minister van Mobiliteit
DO 2004200505146
DO 2004200505146
Question no 361 de M. Guido De Padt du 21 septembre 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 361 van de heer Guido De Padt van 21 september 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Accidents de la route mortels. — Analyse.
Dodelijke verkeersongevallen. — Analyse.
Des chiffres montrent que 881 personnes ont été victimes d’un accident de la route mortel en 2004 aux Pays-Bas. D’après les statistiques, ces accidents se produisent manifestement en premier lieu les jours ouvrables, surtout pendant les heures de pointe du midi et du début de soirée et ensuite le week-end aux petites heures.
Uit cijfers blijkt dat in Nederland in 2004, 881 personen het slachtoffer geworden zijn van een dodelijk verkeersongeval. Blijkbaar gebeuren volgens de statistieken deze ongevallen ten eerste op werkdagen vooral tijdens de middag- en vroege avondspits en ten tweede tijdens het weekend in de kleine uurtjes.
1. Combien d’accidents de la route mortels ont-ils eu lieu en Belgique en 2001, 2002, 2003, 2004 et 2005 (à ce jour) ?
1. Hoeveel dodelijke verkeersongevallen zijn er in Belgie¨ gebeurd in de jaren 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 (tot op heden) ?
2. Combien de décés dus à un accident de roulage ont-ils été constatés en moyenne dans notre pays en fonction du jour de l’accident (lundi, mardi, mercredi, etc.) et pour chacune des années susdites ?
2. Hoeveel verkeersdoden waren er gemiddeld in ons land naar de dag van het ongeval (maandag, dinsdag, woensdag, enzovoort) en voor elk van vermelde jaren ?
3. Combien d’accidents de la route mortels ont-ils eu lieu en moyenne dans notre pays en fonction de
3. Hoeveel verkeersdoden waren er gemiddeld in ons land naar het tijdstip van het ongeval (0 tot 2 uur,
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20431
l’heure de l’accident (de 0 à 2 heures, de 2 à 4 heures, de 4 à 6 heures, etc.) pour chacune des années susdites ?
2 tot 4 uur, 4 tot 6 uur, enzovoort) voor elke van de voormelde jaren ?
4. Les chiffres des questions 1 à 3 peuvent-ils eˆtre combinés, de manière à déterminer le nombre moyen d’accidents mortels en fonction du moment de la journée pour les années susdites (en semaine, le samedi, le dimanche et chaque fois de 0 à 6 heures, de 6 à 12 heures, de 12 à 18 heures et de 18 à 24 heures) ?
4. Kunnen de cijfers van vragen 1 tot en met 3 gecombineerd worden waarbij het gemiddeld aantal verkeersdoden kan nagegaan worden naar het dagdeel van het ongeval voor de voormelde jaren (doordeweeks, zaterdag, zondag en telkens 0 tot 6 uur, 6 tot 12 uur, 12 tot 18 uur en 18 tot 24 uur) ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 14 février 2006, à la question no 361 de M. Guido De Padt du 21 septembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 14 februari 2006, op de vraag nr. 361 van de heer Guido De Padt van 21 september 2005 (N.) :
1. En 2001 et 2002, on déplorait respectivement 1 378 et 1 263 accidents mortels. L’INS (Institut national de statistique) ne peut encore présenter de chiffres pour l’année 2003 et les années suivantes.
1. In 2001 vielen er 1 378 dodelijke ongevallen te betreuren en in 2002 1 263. Het NIS (Nationaal Instituut voor de Statistiek) kan nog geen cijfers voorleggen voor de jaren 2003 en verder.
Toutefois, le baromètre mensuel de la sécurité routière nous fournit le nombre d’accidents avec tués. En 2003, le nombre d’accidents mortels devrait se situer aux alentours de 1 230. En 2004, ce chiffre devrait avoisiner les 1 200 et pour 2005, les chiffres les plus récents s’approchent de 1 170. La tendance reste donc à la baisse.
De maandelijkse verkeersveiligheidsbarometer levert ons echter het aantal ongevallen met dodelijke slachtoffers. In 2003, zou het aantal dodelijke ongevallen ongeveer 1 230 bedragen. In 2004, zou dit cijfer 1 200 benaderen en voor 2005, benaderen de recentste cijfers 1 170. De tendens blijft dus dalen.
2 à 4. De manière plus précise, voici le nombre de décédés 30 jours selon le jour de la semaine et l’heure de survenance de l’accident pour l’année 2002.
2 tot 4. Op een preciezere manier, is hier het aantal doden 30 dagen volgens de dag van de week en het uur van het ongeval voor het jaar 2002.
Nombre de décédés 30 jours selon le jour et l’heure — 2002
Aantal doden 30 dagen per dag en per uur — 2002
Heure — Uur
Dimanche — Zondag
Lundi — Maandag
Mardi — Dinsdag
Mercredi — Woensdag
Jeudi — Donderdag
Vendredi — Vrijdag
Samedi — Zaterdag
Total semaine — Totaal week
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
6
3 9 2 4 4 7 4 12 7 1 9 4 5 11 7 7 9 12
2 3 5 3 4 2 9 9 7 6 3 7 6 10 8 6 6 15
1 4 5 4 2 3 7 2 7 6 5 7 7 5 9 7 16 11
5 2 4 5 1 1 2 11 9 7 8 10 7 4 10 9 14 15
2 2 2 5 6 2 4 3 2 5 5 6 7 11 9 16 14 12
14 11 8 14 15 13 16 12 5 6 4 11 7 10 8 11 6 7
33 46 46 50 50 44 58 64 45 38 39 54 46 65 67 66 81 85
20 15 18 16 16 15 8 7 5 9 7 14 16 10 16 13
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20432
Heure — Uur
Dimanche — Zondag
Lundi — Maandag
Mardi — Dinsdag
Mercredi — Woensdag
Jeudi — Donderdag
Vendredi — Vrijdag
Samedi — Zaterdag
Total semaine — Totaal week
18 19 20 21 22 23 Inconnu. — Onbekend
10 22 9 10 11 9
7 17 6 9 5 5
16 13 7 2 9 3
4 6 6 6 7 9
9 10 7 5 15
17 9 8 10 13 11
7 9 18 6 3 9
70 86 61 48 63 46
2
2
Total. — Totaal ...
297
232
1353
166
161
146
Aucune donnée chiffrée n’est disponible pour les années ultérieures. Nombre de décédés 30 jours selon le moment de la semaine et la tranche horaire — 2002
Tranche-horaire — Uurperiode
170
181
Voor de andere jaren zijn er geen cijfergegevens beschikbaar. Aantal doden 30 dagen volgens het moment van de week en de uurperiode — 2002
Moment de la semaine — Moment van de week Lundi à vendredi — Maandag tot vrijdag
Samedi — Zaterdag
Dimanche — Zondag
104 184 285 251
75 54 49 62
90 60 76 71
0-6 6-12 12-18 18-24
Total week-end — Totaal week-end
165 114 125 133
Ministre de l’Environnement et des Pensions
Minister van Leefmilieu en Pensioenen
Environnement
Leefmilieu
DO 2005200606907
DO 2005200606907
Question no 87 de M. Koen T’Sijen du 13 janvier 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Notoriété du label écologique européen auprès du consommateur belge. La préoccupation croissante pour notre environnement a entraıˆné et continue d’entraıˆner une hausse de
Vraag nr. 87 van de heer Koen T’Sijen van 13 januari 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : Bekendheid van het Europese milieukeurmerk bij de Belgische consument. De toenemende bezorgdheid over onze leefwereld deed en doet de vraag naar milieuvriendelijke produc-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20433
la consommation de produits écologiques. Fabricants et annonceurs ne se font donc pas prier pour mettre en avant des caractéristiques et des arguments écologiques, dans leurs messages publicitaires comme sur les emballages de leurs produits. Conséquence : les labels verts prolifèrent.
ten bij de consumenten stijgen. Producenten en adverteerders spelen hier dan ook maar al te graag op in door zowel in hun reclameboodschappen als op de verpakkingen van hun producten ecologische eigenschappen en argumenten naar voren te schuiven. Gevolg : een wildgroei van groene labels.
Les résultats d’une enquête récente, publiée par Test Achats dans son no 485 de mars 2005, sont éloquents : dans l’esprit du consommateur, la confusion règne en maıˆtre.
De resultaten van een recent gevoerd onderzoek, die in Test-Aankoop nr. 485 van maart 2005 verschenen, spreken dan ook voor zich : verwarring is troef bij de consument.
Il existe un écart significatif entre le pourcentage de consommateurs qui ont déjà vu un label et le pourcentage de ceux qui en comprennent également la signification. De plus, ce ne sont pas toujours les labels les plus utiles qui sont les mieux compris. Le label écologique européen, symbolisé par une fleur, en est un parfait exemple. Bien qu’il s’agisse d’un label soutenu par un cahier des charges très précis et qui bénéficie du seul logo officiel attribué en Belgique (en dehors des labels officiels « régionaux » apposés sur certains produits importés), seulement 11 % des Belges connaissent le label écologique européen.
Er bestaat een veelbetekenend verschil tussen het percentage mensen dat een label reeds gezien heeft en het percentage dat de betekenis ook begrijpt. Bovendien zijn het niet steeds de nuttigste labels die de grootste bekendheid genieten en het meest begrepen worden. Het Europese milieukeurmerk, gesymboliseerd door een bloem, is hier een uitstekend voorbeeld van. Hoewel het een label is dat door een nauwkeurig bestek ondersteund wordt en het enige officie¨le logo in Belgie¨ is (naast de « plaatselijke » officie¨le labels die op sommige ingevoerde producten voorkomen), kent slechts 11 % van de Belgen het Europees milieukeurmerk.
1. Comment expliquez-vous ces piètres résultats de la « fleur européenne » ?
1. Hoe verklaart u de magere resulaten bij de « Europese Bloem » ?
2. a) Envisagez-vous d’entreprendre des actions pour augmenter la notoriété de ce label auprès du consommateur ?
2. a) Overweegt u acties te ondernemen om de bekendheid van dit label bij de consument te doen toenemen ?
b) Dans l’affirmative, lesquelles ?
b) Zo ja, welke ?
3. Il ne suffit pas de stimuler la demande, il faut également continuer à développer l’offre de produits répondant au label écologique. Alors que le Danemark (environ 5,4 millions d’habitants) a attribué 37 labels écologiques, la Grèce (environ 11 millions d’habitants) 14 et les Pays-Bas (environ 16,2 millions d’habitants) 10, au 21 septembre 2004, la Belgique (environ 10,4 millions d’habitants) n’avait attribué que 2 labels écologiques.
3. Naast het stimuleren van de vraag, dient ook het aanbod van producten met het milieukenmerk verder ontwikkeld te worden. Waar in Denemarken (ongeveer 5,4 miljoen inwoners) 37 milieukeurmerken toegekend zijn, in Griekenland (ongeveer 11 miljoen inwoners) 14 en in Nederland 10 (ongeveer 16,2 miljoen inwoners), waren er in Belgie¨ (ongeveer 10,4 miljoen inwoners) op 21 september 2004 slechts 2 milieukeurmerken toegekend.
A) Comment expliquez-vous ce phénomène ?
A) Hoe kan u dit verklaren ?
B) Une campagne de promotion du label écologique a déjà été menée en octobre 2004.
B) In oktober 2004 heeft u reeds een promotiecampagne ten voordele van het milieukeurmerk gevoerd.
a) Les efforts axés sur la sensibilisation des fabricants et des distributeurs ont-ils déjà porté leurs fruits ?
a) Hebben de inspanningen gericht op de sensibilisering van producenten en distributeurs hun vruchten afgeworpen ?
b) La Belgique a-t-elle à présent attribué davantage de labels écologiques par rapport à septembre 2004 ?
b) Zijn er ten opzichte van september 2004 al meer milieukeurmerken toegekend in Belgie¨ ?
c) Dans l’affirmative, pour quels produits ? C) Eˆtes-vous favorable à la mise sur pied de nouvelles actions afin d’augmenter le nombre de labels écologiques attribués en Belgique ? Dans l’affirmative, quelles actions envisagez-vous ?
c) Zo ja, voor welke producten ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
C) Bent u bereid verdere acties te ondernemen om het aantal toegekende milieukeurmerken in Belgie¨ te doen toenemen en zo ja, welke ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20434
4. Un fabricant qui introduit une demande de label doit également en supporter les frais, qu’il s’agisse des frais liés à la demande de label ou de ceux liés aux tests nécessaires pour prouver que son produit satisfait aux exigences du label. Ne pensez-vous pas que cela soit contraire au principe du pollueur-payeur ?
4. Een producent die een label aanvraagt, draait ook op voor de kosten ervan. Dit zowel voor de kosten voor de aanvraag van het label als voor de testen die nodig zijn om te bewijzen dat zijn product aan de vereisten van het label voldoet. Acht u dit niet in strijd met het principe dat de vervuiler betaalt ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 15 février 2006, à la question no 87 de M. Koen T’Sijen du 13 janvier 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 15 februari 2006, op de vraag nr. 87 van de heer Koen T’Sijen van 13 januari 2006 (N.) :
En réponse à la question de l’honorable membre concernant la notoriété du label écologique européen auprès du consommateur belge, j’ai l’honneur d’apporter l’information suivante.
In antwoord op de vraag van het geachte lid betreffende de bekendheid van het Europese milieukenmerk bij de Belgische consument, heb ik de eer de volgende informatie te verstrekken.
1. Pour pouvoir évaluer les résultats de la Fleur européenne, il est important d’en connaıˆtre le contexte.
1. Voor het evalueren van de resultaten van de Europese bloem is de volgende informatie betreffende de context belangrijk.
1.1. Le label écologique européen a été instauré en 1992. Dix ans plus tard, à peine 124 entreprises ont obtenu un écolabel européen. Trop peu de publicité, un système volontaire et la concurrence avec les labels nationaux n’ont pas incité le consommateur à s’habituer à ce concept, de sorte que la demande n’a pas stimulé l’offre.
1.1. Het Europese milieukeur werd in 1992 ingevoerd. Tien jaar later hadden amper 124 bedrijven een Europees milieukeurmerk ontvangen. Te weinig reclame, een systeem op vrijwillige basis en de concurrentie met nationale labels maakten dat de consument er niet mee vertrouwd was, zodat de vraag het aanbod niet stimuleerde.
1.2. Dans ce contexte européen, la Belgique occupe encore une position particulière. En effet :
1.2. Belgie¨ heeft in deze Europese context nog een specifieke positie doordat :
— Elle compte de nombreuses PME, qui sont moins intéressées par le label écologique en raison du coût élevé et de la longueur de la procédure;
— Belgie¨ vele KMO’s telt. Die hebben minder interesse voor het milieukeurmerk vanwege de hoge kosten en de lange procedure;
— Il y a, d’une façon générale, dans notre pays, moins de producteurs sur le marché que dans d’autres;
— Er in ons land in het algemeen minder producenten op de markt zijn dan in andere landen;
— Le label écologique n’est arrivé chez nous qu’en 1998, parce que les nécessaires préparatifs structurels (lancement du comité d’accompagnement, etc.) ont pris du temps.
— Het milieukeur bij ons pas in 1998 is aangekomen, omdat de nodige structurele voorbereidingen (opstarten begeleidend comité, enzovoort) enige tijd gevraagd hebben.
1.3. Devant le peu de retentissement au niveau européen et belge, il fut décidé il y a quelques années de mettre sur pied une vaste campagne paneuropéenne qui eut un effet positif sur l’évolution du label écologique en 2003 et 2004 : à l’issue de la campagne, le nombre d’entreprises qui avaient demandé un label européen en Europe avait augmenté de 80 % et la vente de produits écolabellisés avait plus que doublé. Pendant les deux années de cette campagne, le nombre d’entreprises possédant un label écologique est passé de 124 à 227. Actuellement, on dénombre en Europe 270 entreprises qui offrent une large gamme de produits.
1.3. Gezien de geringe impact op Europees en Belgisch — niveau, werd enkele jaren geleden beslist een grote pan-Europese campagne op het getouw te zetten. Deze heeft een positieve invloed gehad op de ontwikkeling van het mileukeurmerk in 2003 en 2004 : aan het einde van de campagne was het aantal bedrijven dat een Europees label had aangevraagd in Europa met 80 % gestegen en was de verkoop van producten met het milieukeurmerk meer dan verdubbeld. Gedurende de twee jaar van deze campagne, is het aantal ondernemingen met een milieukeurmerk toegenomen van 124 tot 227. Momenteel telt Europa 270 bedrijven die een breed gamma producten aanbieden.
1.4. La situation dans notre pays est donc plus positive que ne le laisse entrevoir l’honorable membre dans sa question :
1.4. De situatie in ons land is dan ook positiever dan het geachte lid aangeeft in zijn vraag :
— en Belgique, quelque 50 produits écolabellisés (importés) sont sur le marché à la disposition des consommateurs, ce qui est un bon résultat
— in Belgie¨ zijn (door invoer) zowat 50 producten met het milieukeurmerk op de consumentenmarkt, hetgeen een goed resultaat is in vergelijking met
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20435
comparé à d’autres marchés européens. Le succès ne se mesure pas toujours au nombre d’entreprises possédant le label écologique.
andere Europese markten. Succes wordt niet steeds afgemeten aan het aantal ondernemingen met een milieukeurmerk.
— Le secteur de la distribution prend progressivement conscience de l’importance des produits respectueux de l’environnement et de l’écolabel. Ainsi, Delhaize commercialise à ce jour une gamme complète de détergents (comprenant 9 produits) écolabellisés, ce qui à n’en point douter va donner un coup de fouet à la croissance du label écologique.
— De distributiesector wordt zich geleidelijk bewust van het belang van deze milieuvriendelijke producten en van het ecolabel. Zo brengt Delhaize vandaag een volledig gamma detergenten (met 9 producten) met een milieukeur op de markt, hetgeen de ontwikkeling van de milieukeur ongetwijfeld een duwtje in de rug zal geven.
2. S’agissant des actions pour accroıˆtre la notoriété du label auprès du consommateur, diverses campagnes de promotion ont déjà été mises sur pied en Belgique depuis 1998.
2. Betreffende de acties om de bekendheid van dit label bij de consument te doen toenemen, werden er sinds 1998 in Belgie¨ al verscheidene promotiecampagnes voor het milieukeur ontwikkeld.
En 2003 et 2004, nous avons connu la grande Semaine de la Fleur européenne (qui a nécessité de très gros moyens tant financiers — approximativement 500 000 euros — qu’en personnel). Les résultats de cette campagne seront analysés de manière plus détaillée.
In 2003 en 2004 hebben wij de grote EU Flower Week-campagne gehad, (die zowel financieel — ter waarde van ongeveer 500 000 euro — als qua personeel heel wat middelen gevraagd heeft). De resultaten van deze campagne worden verder uitgebreider toegelicht.
En 2005, nous avons poursuivi des actions de conscientisation auprès d’un certain nombre d’acteurs. Nous continuerons dans ce sens en 2006, en mettant l’accent sur :
In 2005 hebben wij bewustmakingsacties bij een aantal spelers voortgezet. Wij zullen dat ook in 2006 blijven doen, met aandacht voor :
— le consommateur : nous avons créé un site spécial www.ecolabel.be, nous participons également à des foires et salons et nous chercherons un appui auprès d’organisations issues de la société civile, parce qu’elles disposent d’un réseau de moyens de communication, graˆce auquel elles peuvent d’atteindre plus facilement le consommateur;
— de consumenten : wij hebben een speciale intemetsite www.ecolabel.be opgezet. Tevens wordt er deelgenomen aan beurzen en salons en zal er steun gezocht worden bij organisaties uit het middenveld omdat zij over een netwerk van communicatiemiddelen beschikken waarmee zij de verbruiker gemakkelijker kunnen bereiken;
— le producteur : nous ciblerons plus particulièrement le secteur du tourisme, car nous avons constaté que ce secteur réagit de manière très adulte aux problèmes d’environnement. Nous accentuerons les contacts avec les associations professionnelles régionales du tourisme et élaborerons ensemble un plan d’action;
— de producenten : wij zullen ons onder meer toeleggen op de sector van het toerisme omdat wij hebben geconstateerd dat zij zeer volwassen reageren waar het gaat om het milieu. Wij gaan de contacten met de gewestelijke beroepsverenigingen voor toerisme opvoeren en samen een actieplan uitwerken;
— le distributeur : nous voulons élaborer avec les distributeurs une espèce de charte pour soutenir leurs efforts en mettant à leur disposition du matériel promotionnel qui leur permettra de mieux dialoguer avec le consommateur.
— de distributeurs : met hen willen wij een soort handvest uitwerken om hun inspanningen te ondersteunen door hen promotiemateriaal ter beschikking te stellen dat hen in staat stelt beter met de consument in dialoog te gaan.
3. a) J’ai déjà expliqué dans la partie 1 la spécificité du contexte belge qui influence le succès de la Fleur européenne.
3. a) De specifieke Belgische context, die het succes van de Europese bloem beı¨nvloedt, heb ik reeds in deel 1 doorgelicht.
Il ne faut cependant pas perdre de vue que le marché belge est fortement influencé par le marché européen, où la vente de produits dotés du label écologique européen a plus que doublé ces dernières années.
Men mag echter niet vergeten dat de Belgische markt sterk beı¨nvloed wordt door de Europese, waar in de laatste jaren de verkoop van producten met een Europese milieukeur meer dan verdubbeld is.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20436
` la date du 21 septembre 2004, trois producteurs A en Belgique avaient obtenu l’écolabel. Ils sont quatre aujourd’hui, mais avec plusieurs contrats et pour plusieurs produits.
Op datum van 21 september 2004 waren er in Belgie¨ drie producenten die een milieukeurmerk hadden gehaald. Vandaag zijn er vier, maar met verschillende contracten en voor verschillende producten.
b) La semaine de la Fleur européenne a débouché en Belgique sur les points d’action suivants :
b) De EU Flower week-campagne heeft in Belgie¨ de volgende actiepunten opgeleverd :
— au cours de la première phase, nous avons dialogué avec plus de 100 producteurs issus de différents secteurs et avec leurs associations professionnelles. Tous les producteurs ont compris notre message, notre signal. La campagne fut donc fructueuse, car des réseaux ont été développés, des acteurs ont été mis en contact et chacun a appris à mieux connaıˆtre l’autre. L’entreprise ERC a décidé de demander l’écolabel et l’a obtenu en avril 2005 pour 3 produits de nettoyage. Voilà un résultat concret et immédiat de cette action. Actuellement, une petite dizaine de producteurs des secteurs du textile et des détergents ainsi que des exploitants d’infrastructures touristiques ont demandé au Comité belge des renseignements sur l’attribution d’un label écologique.
— tijdens de eerste fase spraken wij met meer dan 100 producenten uit verschillende sectoren en met hun beroepsverenigingen. Alle producenten hebben onze boodschap, ons signaal, begrepen. Dit was dan ook een vruchtbare campagne omdat er netwerken werden uitgebouwd, stakeholders met elkaar in contact werden gebracht en iedereen elkaar beter leerde kennen. Het bedrijf ERC besliste het ecolabel aan te vragen en kreeg het ook in april 2005 voor 3 reinigingsmiddelen. Een concreet en direct resultaat van die actie. Momenteel hebben een kleine tien producenten uit de sectoren textiel en detergenten, alsmede exploitanten van toeristische accommodatie, aan het Belgisch Comité inlichtingen gevraagd over het toekennen van een milieukeur.
— Nous avons également rencontré plusieurs distributeurs et la FEDIS, l’association professionnelle des distributeurs belges. Colruyt, Delhaize et Brico se sont engagés à participer activement à la campagne; d’autres entreprises ont été approchées et sensibilisées à l’importance de l’écolabel. Elles en ont également vu l’effet dans la presse (pas moins de 60 articles sont parus dans la presse nationale et régionale ou ont fait l’objet d’émissions de radio et de télévision).
— Wij zijn ook gaan samenzitten met verschillende distributeurs en met FEDIS, de beroepsvereniging van Belgische verdelers. Colruyt, Delhaize en Brico hebben toegezegd om actief deel te nemen aan de campagne; andere bedrijven werden benaderd en werden gewezen op het belang van het milieukeurmerk. Zij hebben ook de neerslag ervan in de pers kunnen zien (niet minder dan 60 artikels verschenen in de nationale en gewestelijke pers of werden besproken op radio en TV).
Quatre producteurs belges ont un label écologique :
Vier Belgische producenten hebben een milieukeurmerk :
Catégorie — Categorie Amendements pour sols et terreaux. — Bodemverbeteraars en groeimedia Produits textiles. — Textielproducten
Peintures et vernis pour l’intérieur. — Verf en vernis voor binnenshuis Détergents. — Detergenten
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Producteur — Producent Norland SA 5300 Seilles — Norland NV 5300 Seilles Bekaert Décoration Textiles, Div. Cyr Cambier 9700 Oudenaarde — Bekaert Décoration Textiles, Div. Cyr Cambier 9700 Oudenaarde Libert Paints 9000 Gand. — Libert Paints 9000 Gent ERC
2005
2006
Produit — Product Plantamix Tissus d’ameublement et de décoration 100 %Dralon. — Meubel- en decoratiestoffen in 100 % Draion Romacryl plafond Monoprix (France). — Monoprix (Frankrijk)
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20437
c) J’ai déjà répondu à cette question au point 2.
c) Op deze vraag heb ik reeds geantwoord onder punt 2.
4. En principe, le label écologique ne peut être contraire au principe du pollueur payeur. Il s’agit d’un instrument politique alternatif — et distinct — pour limiter l’impact des substances nocives. Cet objectif peut et doit être atteint par différentes voies. Plus nombreuses et variées seront les actions, mieux notre environnement se portera. Le label écologique est entièrement volontaire. Les producteurs qui veulent l’obtenir choisissent de se démarquer de leurs concurrents en faisant ou non payer le prix fort au consommateur.
4. Het milieukeurmerk moet in principe niet strijdig zijn met « de vervuiler betaalt ». Het is een — ervan los staand — alternatief beleidsinstrument om de impact van schadelijke stoffen op het milieu te beperken. Dit doel kan en moet via verschillende wegen worden bereikt. Hoe meer acties en hoe gevarieerder deze zijn, des te beter zal ons milieu erbij varen. Het milieukeur is volledig gebaseerd op vrijwilligheid. Producenten die het willen halen, kiezen ervoor om zich van de concurrentie te onderscheiden, en dit al dan niet door te rekenen aan de consument.
N’oublions pas que le coût lié à l’écolabel est fixé par un règlement européen et non par la Belgique.
Vergeten we niet dat de kosten die met het ecolabel gepaard gaan, geregeld zijn in een Europese verordening en dus niet op het Belgisch niveau.
Pensions
Pensioenen
DO 2005200606528
DO 2005200606528
Question no 136 de Mme Greet Van Gool du 5 décembre 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 136 van mevrouw Greet Van Gool van 5 december 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Calcul de la pension. — Travailleurs salariés et fonctionnaires.
Pensioenberekening. — Werknemers en ambtenaren.
Les trois régimes de pension, aussi bien celui des travailleurs salariés que celui des travailleurs indépendants et celui des fonctionnaires, prévoient qu’on ne peut bénéficier d’une pension de retraite et/ou de survie qu’à la condition de ne pas jouir d’une indemnité pour cause de maladie, d’invalidité ou de choˆmage involontaire par application d’une législation de sécurité sociale belge ou étrangère, ni d’une allocation pour cause d’interruption de carrière, de crédit-temps ou de réduction des prestations de travail, ni d’une indemnité complémentaire accordée dans le cadre d’une prépension conventionnelle.
In de drie pensioenregelingen, zowel die van de werknemers, die van de zelfstandigen als die van de ambtenaren, is het zo dat men enkel een rust- en/of overlevingspensioen kan ontvangen op voorwaarde dat men geen vergoeding ontvangt wegens ziekte, invaliditeit of onvrijwillige werkloosheid bij toepassing van een Belgische of buitenlandse wetgeving inzake sociale zekerheid noch een uitkering geniet wegens loopbaanonderbreking, wegens stijdskrediet of wegens het verminderen van de arbeidsprestaties, noch een aanvullende vergoeding, toegekend in het kader van een conventioneel brugpensioen.
Il est également interdit pour les bénéficiaires d’une pension de retraite et/ou de survie d’exercer une activité professionnelle, sauf s’ils respectent quelques conditions strictes. Outre la déclaration obligatoire, la condition principale est que les revenus de cette activité professionnelle ne peuvent pas dépasser certains plafonds.
Ook beroepsarbeid is voor gerechtigden op een rusten/of overlevingspensioen verboden, behalve onder enkele strikte voorwaarden. Naast de verplichte aangifte is de belangrijkste voorwaarde dat de opbrengst van die beroepsarbeid bepaalde grenzen niet mag overschrijden.
Lorsque, pour une année civile déterminée, ce plafond est dépassé de moins de 15 %, la pension est, pour cette même année, réduite à concurrence du pourcentage de dépassement des montants « autorisés ». Lorsque pour une année civile déterminée, les montants « autorisés » sont dépassés d’au moins 15 %,
Als de grens met minder dan 15 % wordt overschreden, wordt de uitbetaling van het pensioen voor het betrokken kalenderjaar geschorst naar rata van een percentage van het pensioenbedrag dat gelijk is aan het percentage waarmee de « toegelaten » bedragen worden overschreden. Indien voor een kalenderjaar de
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20438
le paiement de la pension est entièrement suspendu pour cette même année.
« toegelaten » bedragen met ten minste 15 % worden overschreden, wordt de betaling van het pensioen voor het betrokken kalenderjaar volledig geschorst.
Je souhaiterais poser une question spécifique au ministre concernant le calcul de la pension pour l’année au cours de laquelle la pension est suspendue. Je prends l’exemple d’une personne qui part à la retraite le 1er janvier 2002 et continue à exercer une activité professionnelle. Les revenus de cette activité ne dépassent pas le plafond pour l’année 2002, mais dépassent les plafonds pour l’année 2003 et les années suivantes. L’intéressé n’aura dès lors pas droit à sa pension pour ces années-là et il devra également payer les cotisations sociales normales.
Graag zou ik de minister een specifieke vraag willen stellen over de pensioenberekeing voor het jaar waarin het pensioen wordt geschorst. Neem bijvoorbeeld het geval van iemand die op 1 januari 2002 op pensioen gaat en nog verder een beroepsbezigheid uitoefent. De inkomsten uit die activiteit blijven onder de grens voor het jaar 2002, maar overstijgen de grenzen voor de jaren 2003 en volgende. De betrokkene zal voor die jaren dan ook geen recht hebben op zijn pensioen, en hij zal tevens de gewone sociale bijdragen moeten betalen.
1. Les années au cours desquelles des cotisations sont encore payées, sont-elles prises en compte pour le calcul de la pension, même si le bénéficiaire a dépassé l’aˆge légal de la retraite et qu’une pension lui a été versée pendant une ou plusieurs années ?
1. Komen die jaren waarvoor nog bijdragen worden betaald in aanmerking voor de berekening van het pensioen, ook al is men de wettelijke pensioenleeftijd al voorbij en ook al heeft men reeds gedurende één of meerdere jaren een pensioen ontvangen ?
2. Quelle est la réglementation en la matière dans le régime des travailleurs salariés et dans celui des fonctionnaires ?
2. Wat is de reglementering op dit vlak in het stelsel voor de werknemers en in dit voor de ambtenaren ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 15 février 2006, à la question no 136 de Mme Greet Van Gool du 5 décembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 15 februari 2006, op de vraag nr. 136 van mevrouw Greet Van Gool van 5 december 2005 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.
In antwoord op haar vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Pensions des travailleurs salariés
Werknemerspensioenen
En vertu de l’article 7, huitième alinéa de l’arrêté royal no 50 relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs salariés, les années durant lesquelles le pensionné a bénéficié d’une pension de retraite de travailleur salarié, ne peuvent pas être prises en considération pour l’attribution de périodes complémentaires.
Op basis van artikel 7, achtste lid van het koninklijk besluit nr. 50 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, kunnen de jaren tijdens dewelke de pensioengerechtigde een rustpensioen als werknemer heeft genoten, niet in aanmerking genomen worden voor de toekenning van bijkomende tijdvakken.
Lorsque toutefois une pension de retraite de travailleur salarié est intégralement suspendue en raison de l’exercice d’une activité professionnelle qui dépasse d’au moins 15 % les montants limites fixés, des droits de pension peuvent effectivement être constitués pour les années au cours desquelles l’activité professionnelle est exercée et ce, en vue de compléter une pension incomplète ou de remplacer des années moins avantageuses par des années plus avantageuses.
Wanneer evenwel een rustpensioen als werknemer volledig wordt geschorst wegens de uitoefening van een beroepsbezigheid die de vastgestelde grensbedragen met minstens 15 % overschrijdt, kunnen voor de jaren waarin de beroepsbezigheid wordt uitgeoefend, wel degelijk pensioenrechten opgebouwd worden, dit met het oog op de aanvulling van een onvolledig pensioen of de vervanging van minder voordelige door meer voordelige jaren.
C’est également le cas si la pension avait été attribuée et payée avant la suspension durant une ou plusieurs années ou si le pensionné a entre-temps atteint l’aˆge légal de la pension.
Dit is ook het geval indien het pensioen vo´o´r de schorsing reeds gedurende één of meerdere jaren was toegekend en uitbetaald, of indien de pensioengerechtigde ondertussen de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt.
Lorsque la pension n’a pas encore pris cours effectivement, l’article 3bis de l’arrêté royal no 50 susvisé
Wanneer het pensioen nog niet daadwerkelijk is ingegaan, laat artikel 3bis van het voormelde konink-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20439
permet que l’Office effectue un recalcul en appliquant la législation qui est en vigueur à la date du premier paiement.
lijk besluit nr. 50 toe dat de Rijksdienst een herberekening maakt met toepassing van de wetgeving die van kracht is op de datum van de eerste betaling.
Enfin, je me permets de signaler que la lecture conjointe des articles 3bis et 7, huitième alinéa, précités, n’empêche pas que des droits de pension soient constitués pour des années au cours desquelles aucune pension n’est payée.
Tot slot wil ik erop wijzen dat de samenlezing van de voormelde artikelen 3bis en 7, achtste lid, niet verhindert dat pensioenrechten worden opgebouwd voor jaren waarin geen pensioen wordt uitbetaald.
Pensions du secteur public
Overheidspensioenen
Les fonctionnaires pensionnés qui après la date de prise de cours de leur pension de retraite obtiennent une nouvelle nomination définitive ou y assimilée à titre de fonctionnaire, voient leur pension initiale revue avec prise en compte de la totalité de leurs services en tant que fonctionnaire et sur la base du nouveau traitement moyen des cinq dernières années de leur carrière.
Gepensioneerde ambtenaren die na de ingangsdatum van hun rustpensioen een nieuwe vaste of daarmee gelijkgestelde benoeming als ambtenaar verkrijgen, zien hun oorspronkelijk pensioen herzien met inachtneming van het geheel van hun diensten als ambtenaar en op grond van de nieuwe gemiddelde wedde van de laatste vijf jaar van hun loopbaan.
Si le traitement moyen qui a servi de base pour le calcul de leur pension initiale — transposé dans les échelles de traitement qui sont d’application au moment de la révision de cette pension — est plus élevé que le nouveau traitement de référence, la révision peut être faite sur la base du traitement de référence initial. Dans ce cas, la durée des services prestés dans la nouvelle fonction est toutefois réduite en proportion du rapport entre le nouveau traitement de référence et le traitement de référence initial.
Indien de gemiddelde wedde die als grondslag heeft gediend voor de berekening van hun oorspronkelijk pensioen — omgezet in de weddenschalen die van kracht zijn op het ogenblik van de herziening van dat pensioenhoger ligt dan de nieuwe referentiewedde, mag de herziening op basis van de oorspronkelijke referentiewedde gebeuren. In dat geval wordt de duur van de diensten die in het nieuwe ambt werden verstrekt evenwel ingekort in evenredigheid met de verhouding tussen de nieuwe en de oorspronkelijke referentiewedde.
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères
Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
DO 2005200607049
DO 2005200607049
Question no 50 de Mme Zoé Genot du 26 janvier 2006 (Fr.) au secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 50 van mevrouw Zoé Genot van 26 januari 2006 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Accessibilité des sites internet publics fédéraux aux personnes déficientes visuelles.
Toegankelijkheid van de internetsites van de federale overheid voor personen met een visuele handicap.
En février 2003, j’ai posé une question orale au ministre de la Fonction publique sur l’accessibilité des sites internet publics fédéraux aux personnes malvoyantes ainsi que sur le financement du projet « Blind Surfer ». M. Luc Van Den Bossche m’a répondu en commission le 26 février 2003 qu’il transmettait aux responsables des sites fédéraux les informations relati-
In februari 2003 heb ik een mondelinge vraag gesteld aan de minister van Ambtenarenzaken over de toegankelijkheid van de internetsites van de federale overheid voor personen met een visuele handicap en de financiering van het project Blind Surfer. Minister Luc Van den Bossche heeft me op 26 februari 2003 in de commissie geantwoord dat hij de informatie in ver-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20440
ves à l’attribution du label « Blind Surfer » (dont l’intérêt majeur est de signaler à une personne handicapée de la vue que le site auquel elle accède lui est accessible) et que la procédure relative à l’octroi de ce label est sous la responsabilité de chaque administration gérant un site web (question no B068, Compte Rendu Intégral, Chambre, 2002-2003, commission de l’Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction ` publique, 26 février 2003, COM 1006, p. 7). A l’époque il y avait 80 sites fédéraux ayant eu l’attribution d’une adresse « fgov » qui n’avaient encore entamé aucun travail en vue d’assurer leur accessibilité aux personnes handicapées de la vue. 1. a) Combien de sites web fédéraux relèvent-ils de vos compétences ? b) Quels sont-ils ? 2. Le portail de votre administration ainsi que les sites web fédéraux relevant de vos compétences ont-ils tous désormais le label « Blind Surfer » d’accessibilité aux personnes malvoyantes ? 3. Si non, quelle en est la raison ? a) Est-ce simplement une question de timing, auquel cas j’aimerais savoir si au moins une partie de vos sites web est déjà accessible aux malvoyants et lesquels, et dans quel délai l’ensemble de vos sites web auront-ils le label « Blind Surfer » ? b) Ou bien ce n’est pas simplement le timing, mais un autre problème qui bloque le processus d’attribution de ce label, auquel cas je voudrais savoir quel est ce problème ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères du 14 février 2006, à la question no 50 de Mme Zoé Genot du 26 janvier 2006 (Fr.) : Je tiens à référer l’honorable membre à la réponse à votre question no 323 qui sera communiquée par le ministre des Affaires étrangères à la Chambre des représentants.
band met de toekenning van het label Blind Surfer aan de federale webmasters zou bezorgen. Dankzij dat label weet de visueel gehandicapte dat hij een bepaalde site kan raadplegen. Voorts stelde hij dat iedere administratie die een website heeft, zelf instaat voor de procedure met het oog op de toekenning van dat label (vraag nr. B068, Integraal Verslag, Kamer, 2002-2003, commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algmene Zaken en het Openbaar Ambt, 26 februari 2003, COM 1006, blz. 7). Op dat ogenblik waren er 80 federale sites met de extensie « fgov » die nog niets hadden ondernomen om hun toegankelijkheid voor personen met een visuele handicap te verbeteren. 1. a) Hoeveel federale websites vallen onder uw bevoegdheid ? b) Welke zijn het ? 2. Hebben de portaalsite van uw administratie en alle federale websites die onder uw bevoegdheid vallen, ondertussen het label Blind Surfer dat aangeeft dat ze toegankelijk zijn voor slechtzienden, gekregen ? 3. Zo nee, waaraan is dat te wijten ? a) Is het gewoon een kwestie van timing ? In dat geval zou ik graag vernemen of tenminste enkele van uw websites reeds toegankelijk zijn voor slechtzienden en om welke websites het dan gaat. Voorts wens ik te vernemen wanneer al uw websites het label Blind Surfer zullen hebben. b) Of ligt het niet aan de timing maar aan een ander probleem dat dat label nog niet werd toegekend. In dat laatste geval wens ik te vernemen waar het schoentje knelt. Antwoord van de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken van 14 februari 2006, op de vraag nr. 50 van mevrouw Zoé Genot van 26 januari 2006 (Fr.) : Ik wens het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op uw vraag nr. 323 dat door de minister van Buitenlandse Zaken zal meegedeeld worden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.
DO 2005200607065
DO 2005200607065
Question no 51 de M. Jean-Marc Nollet du 30 janvier 2006 (Fr.) au secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères : Entreprises publiques économiques, sociétés anonymes, parastatales et autres organismes. — Comptes de l’année 2004. — Remarques réviseur.
Vraag nr. 51 van de heer Jean-Marc Nollet van 30 januari 2006 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken : Economische overheidsbedrijven, naamloze vennootschappen, parastatalen en andere organen. — Rekeningen van het jaar 2004. — Opmerkingen van de revisoren. 1. Hebben de bedrijfsrevisoren belast met de controle van de rekeningen 2004 van de economische
1. Pourriez-vous communiquer pour les entreprises publiques économiques, les sociétés anonymes, paras-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20441
tatales et autres organismes qui relèvent de votre compétence et pour lesquels un réviseur se prononce sur les comptes, si le réviseur a émis des remarques sur les comptes de l’année 2004 ?
overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastatalen en andere organen die onder uw bevoegdheid vallen, over die rekeningen opmerkingen gemaakt ?
2. Si oui, dans quel sens et quelles suites ont été données à ces remarques ?
2. Zo ja, wat is de inhoud van die opmerkingen en welk gevolg werd eraan gegeven ?
Réponse du secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères du 15 février 2006, à la question no 51 de M. Jean-Marc Nollet du 30 janvier 2006 (Fr.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken van 15 februari 2006, op de vraag nr. 51 van de heer Jean-Marc Nollet van 30 januari 2006 (Fr.) :
Cette question est sans objet en ce qui concerne les compétences dans mon ressort particulier.
Deze vraag is zonder voorwerp voor wat betreft mijn specifiek bevoegdheidsdomein.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20443
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 1
2004200504729
4- 7-2005
737
Walter Muls
E´tablissement de défense sociale de Tournai. — Accueil des internés. — Facturation des couˆts. IBM te Doornik. — Opgevangen geı¨nterneerden. — Facturatiekosten.
20385
1
2005200606026 20-10-2005
808
Bart Laeremans
Prison de Turnhout. — Service financier. — Exploitation partielle par les détenus. Gevangenis van Turnhout. — Financie¨le dienst. — Gedeeltelijke exploitatie door gevangenen zelf.
20386
1
2005200606138 27-10-2005
825
Guido De Padt
Faux agents. Nepagenten.
20387
1
2005200606304 22-11-2005
840
Guido De Padt
Incendies criminels. Brandstichtingen.
20389
1
2005200606474 30-11-2005
856
Bert Schoofs
Sanctions administratives communales. — Parquets de Tongres et de Hasselt. Gemeentelijke administratieve sancties. — Parketten van Tongeren en Hasselt.
20395
1
2005200606500
2-12-2005
861
Alfons Borginon
Directive du Parlement européen et du Conseil sur certains aspects de la médiation en matière civile et commerciale. Richtlijn betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling in burgerlijke en handelszaken.
20396
1
2005200606674 22-12-2005
877
Mme Corinne De Permentier
Islamisme radical en prison. Moslimfundamentalisme in de gevangenissen.
20397
8
2005200606856 12- 1-2006
888
Roel Deseyn
* Test d’un système mouchard sur le réseau ADSL de Belgacom. Test met een verklikkingssysteem op het netwerk van Belgacom.
20305
8
2005200606857 12- 1-2006
889
Bart Laeremans
* Prisons. — Proportion d’étrangers et de personnes de nationalité belge. — Nombre de cellules. Gevangenissen. — Aantal buitenlanders en aantal personen met Belgische nationaliteit. — Aantal cellen.
20306
8
2005200606867 12- 1-2006
891
Hendrik Bogaert
* Tableau des créances des sociétés anonymes faillies. Tabel van de schuldvorderingen van gefailleerde naamloze vennootschappen.
20306
8
2005200606870 12- 1-2006
892
Roel Deseyn
* Multiplication des sites web à caractère extrémiste et illégal. Oprukken van extremistische en illegale websites.
20307
8
2005200606871 12- 1-2006
893
Guido De Padt
* Federal Computer Crime Unit. — Informations présumées illicites sur l’internet. Federale Computer Crime Unit. — Ongeoorloofde veronderstelde informatie op internet.
20308
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20444
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2005200606872 12- 1-2006
894
Guido De Padt
8
2005200606894 13- 1-2006
898
Bart Laeremans
8
2005200606903 13- 1-2006
899
Gerolf Annemans
8
2005200606916 16- 1-2006
900
Gerolf Annemans
8
2005200606920 17- 1-2006
901
Gerolf Annemans
8
2005200606949 18- 1-2006
903
Mw. Trees Pieters
8
2005200606951 18- 1-2006
904
Koen Bultinck
1
2005200607065 30- 1-2006
914
Jean-Marc Nollet
8
2005200606058 12-15-2009
895
Mw. Martine Taelman
* Réseaux informatiques. — Notifications d’intrusion dans des serveurs. Computernetwerken. — Meldingen van inbraak in servers. * Nouveau phénomène criminel. — Utilisation de la méthode dite à frapper. Nieuw criminaliteitsfenomeen. — Gebruik van de klopsleutel. * SPF Justice à Bruxelles. — Direction générale Exécution des peines et mesures. — Deux catégories de membres de personnel bénéficiant de rémunérations différentes pour les mêmes taˆches. FOD Justitie te Brussel. — Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen. — Twee categoriee¨n personeelsleden met verschillende wedde voor zelfde taken. * Réalisation du projet Phénix. Realisatie van het Phenixproject. * Controˆle de la Cour des comptes. — SPF Justice. — Retard dans la transmission des comptes. Controle Rekenhof. — FOD Justitie. — Achterstallige rekeningen. * Non-réclamation d’envois recommandés. — Notification ou signification de documents fiscaux officiels aux personnes morales et physiques. — Non-distribution d’envois postaux. Niet-afhaling van aangetekende zendingen. — Notificatie of betekening van officie¨le fiscale stukken aan rechtspersonen en aan natuurlijke personen. — Niet-bestelling van poststukken. * Taux d’intérêt légal en matière civile et commerciale. Wettelijke interestvoet voor burgerlijke en handelszaken. Entreprises publiques économiques, sociétés anonymes, parastatales et autres organismes. — Comptes de l’année 2004. — Remarques réviseur. Economische overheidsbedrijven, naamloze vennootschappen, parastatalen en andere organen. — Rekeningen van het jaar 2004. — Opmerkingen van de revisoren. * Divorces pour faute. — Divorces pour cause de séparation de fait depuis deux ans. — Pension alimentaire. Echtscheidingen op basis van fout. — Echtscheidingen op basis van twee jaar feitelijke scheiding. — Onderhoudsgeld.
20309
20310
20311
20312 20313
20313
20315
20400
20310
Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 1
2005200606403 25-11-2005
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
1015
Carl Devlies
Frais de représentation des managers du SPF Finances. Representatiekosten van de managers bij de FOD Financie¨n.
2005
2006
20400
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006 CA
DO
Date Datum
20445
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2005200606842 11- 1-2006
1066
Ludo Van Campenhout
Dette douanière. — Roˆle de l’agent en douane. Douaneschulden. — Rol van de douane-expediteur.
20402
8
2005200606848 12- 1-2006
1069
Jacques Chabot
* Création de sociétés informatiques en GrandeBretagne par des Belges. — Sort fiscal. Oprichting van computerbedrijven in GrootBrittannie¨ door Belgen. — Fiscale behandeling.
20316
1
2005200606849 12- 1-2006
1070
Dirk Van der Maelen
Déclaration de revenus immobiliers provenant de biens immobiliers situés à l’étranger. Aangifte van buitenlandse onroerende inkomsten.
20405
8
2005200606853 12- 1-2006
1071
Dirk Van der Maelen
* Impoˆts sur les revenus. — Entreprises. — Commissions secrètes. Inkomstenbelastingen. — Ondernemingen. — Geheime commissielonen.
20316
1
2005200606854 12- 1-2006
1072
Dirk Van der Maelen
Déclaration de revenus immobiliers de propriétés situées à l’étranger. Aangifte van buitenlandse onroerende inkomsten.
20406
8
2005200606863 12- 1-2006
1073
Dirk Van der Maelen
* E´change d’informations avec des pays partenaires. Informatie-uitwisseling met partnerlanden.
20318
8
2005200606879 13- 1-2006
1074
Geert Lambert
* Régie des Baˆtiments. — Projets relatifs aux palais de justice dans la province de Flandre occidentale. Regie der Gebouwen. — Plannen gerechtsgebouwen in de provincie West-Vlaanderen.
20318
8
2005200606882 13- 1-2006
1075
Gerolf Annemans
* 162e Cahier de la Cour des comptes. — Suivi de l’audit des prestations des Forces armées au profit de tiers. 162e Boek van het Rekenhof. — Opvolging audit van prestaties die het leger uitvoert voor derden.
20319
8
2005200606885 13- 1-2006
1076
Gerolf Annemans
* 162e Cahier de la Cour des comptes. — Suivi de l’audit des prestations de la Défense au profit de tiers. 162e Boek van het Rekenhof. — Opvolging audit van prestaties die het leger uitvoert voor derden.
20319
8
2005200606888 13- 1-2006
1077
Pieter De Crem
* E´pargne-pension. — Augmentation. — Déduction valable pour un seul contrat. Pensioensparen. — Verhoging. — Aftrek slechts geldig voor één contract.
20320
8
2005200606893 13- 1-2006
1078
Gerolf Annemans
* 162e Cahier de la Cour des comptes. — Montant non inscrit par un comptable ayant fait partie du département de l’Agriculture. 162e Boek van het Rekenhof. — Niet-inschrijving bedrag rekenplichtige die in het verleden behoorde tot het departement Landbouw.
20321
8
2005200606895 13- 1-2006
1079
Gerolf Annemans
* 162e Cahier de la Cour des comptes. — Entreprises d’E´tat. — Monnaie royale de Belgique. — Non publication des comptes. 162e Boek van het Rekenhof. — Staatsbedrijven. — Koninklijke Munt van Belgie¨. — Niet-publiceren van de rekeningen.
20322
8
2005200606897 13- 1-2006
1080
Gerolf Annemans
* 162e Cahier de la Cour des comptes. — Comptabilisation des droits constatés à titre de recettes. 162e Boek van het Rekenhof. — Boeking van de vastgestelde rechten als ontvangsten.
20322
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20446
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2005200606898 13- 1-2006
1081
Gerolf Annemans
* 162e Cahier de la Cour des comptes. — Comptes des organismes d’intérêt public. — Adaptation des dispositions légales, réglementaires et organisationnelles. 162e Boek van het Rekenhof. — Rekeningen van de instellingen van openbaar nut. — Aanpassing van de wettelijke, reglementaire en organisatorische bepalingen.
20323
8
2005200606899 13- 1-2006
1082
Gerolf Annemans
* 162e Cahier de la Cour des comptes. — Recettes relatives au compte d’exécution du budget. 162e Boek van het Rekenhof. — Ontvangsten betreffende de uitvoeringsrekening van de begroting.
20323
8
2005200606900 13- 1-2006
1083
Gerolf Annemans
* 162e Cahier de la Cour des comptes. — Comptes des comptables. — Retards. 162e Boek van het Rekenhof. — Rekeningen van rekenplichtigen. — Vertragingen.
20324
8
2005200606901 13- 1-2006
1084
Gerolf Annemans
* 162e Cahier de la Cour des comptes. — Services de l’E´tat à gestion séparée. — Règlement définitif du compte d’exécution du budget. 162 Boek van het Rekenhof. — Staatsdiensten met afzonderlijk beheer. — Eindregeling uitvoeringsrekening begroting.
20325
8
2005200606908 16- 1-2006
1085
Carl Devlies
* Visite sur place. — Absence. — Preuve de l’absence. — Devoir de rigueur. — Taxation abusive ou irrégulière. Plaatsbezoek. — Afwezige. — Bewijs afwezigheid. — Zorgvuldigheidsplicht. — Onrechtmatige of onregelmatige belasting.
20325
1
2005200606911 16- 1-2006
1086
Gerolf Annemans
162e Cahier de la Cour des comptes. — Affectation des recettes non fiscales au Fonds de vieillissement. 162e Boek van het Rekenhof. — Toewijzing van niet-fiscale ontvangen aan het Zilverfonds.
20408
8
2005200606211 16- 1-2006
1087
Koen Bultinck
* « Zeevisserijfonds ». — Charges sociales. Zeevisserijfonds. — Sociale lasten.
20327
8
2005200606915 16- 1-2006
1088
Gerolf Annemans
* Suivi de l’audit sur le rapport annuel de l’administration des impoˆts et du recouvrement. Opvolging audit jaarverslag van de administratie van de belastingen en de invordering.
20327
8
2005200606918 17- 1-2006
1089
Gerolf Annemans
* 162e Cahier de la Cour des comptes. — Régie des Baˆtiments. — Affectation du produit de la vente d’immeubles. 162e Boek van het Rekenhof. — Regie der Gebouwen. — Aanwending opbrengst verkoop van gebouwen.
20328
8
2005200606601 17- 1-2006
1090
Bert Schoofs
* Interception de marchandises provenant de militaires belges en mission à l’étranger. Onderscheppen van goederen afkomstig van Belgische militairen op missie in het buitenland.
20329
1
2005200606929 17- 1-2006
1091
Dirk Van der Maelen
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
TVA. — Fiscalité des centres d’affaires. BTW. — Fiscaliteit van bedrijvencentra.
2006
20410
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006 CA
DO
20447
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2005200606930 17- 1-2006
1092
Carl Devlies
* Application des dates valeur. — Versement au comptant versus chèque bancaire. Valutering. — Storting in contanten versus bankcheque.
20329
8
2005200606942 18- 1-2006
1093
Carl Devlies
* Non-envoi de l’avis de rectification. — Opportunité de l’accroissement d’impoˆt. Niet verzenden van bericht van wijziging. — Opportuniteit belastingverhoging.
20330
8
2005200606947 18- 1-2006
1094
Hendrik Bogaert
* Droit de graˆce. — Remise d’amendes fiscales et de majorations d’impoˆt. — Arrêté du Régent du 18 mars 1831. Genaderecht. — Kwijtschelding boeten en belastingverhogingen. — Regentsbesluit van 18 maart 1831.
20331
8
2005200606949 18- 1-2006
1095
Mw. Trees Pieters
* Non-réclamation d’envois recommandés. — Notification ou signification de documents fiscaux officiels aux personnes morales et physiques. — Non-distribution d’envois postaux. Niet-afhaling van aangetekende zendingen. — Notificatie of betekening van officie¨le fiscale stukken aan rechtspersonen en aan natuurlijke personen. — Niet-bestelling van poststukken.
20331
8
2005200606952 18- 1-2006
1096
Mw. Trees Pieters
* Accords préalables avec les secteurs fiscal et parafiscal. — Remboursement des couˆts inhérents aux employeurs. Voorafgaande akkoorden met de fiscale en parafiscale sector. — Terugbetaling van kosten eigen aan de werkgevers.
20333
Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation Vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken Protection de la consommation — Consumentenzaken 8
2005200606855 12- 1-2006
171
Roel Deseyn
* Mesures auxquelles peuvent recourir les opérateurs en cas de non-paiement. Maatregelen die operatoren mogen nemen bij een onbetaalde rekening.
20334
8
2005200606954 18- 1-2006
172
Roel Deseyn
* Numéro 0900 du helpdesk de Coditel. 0900-nummer van de Coditel-helpdesk.
20335
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 1
2004200504557 14- 6-2005
652
Francis Van den Eynde
8
2005200606858 12- 1-2006
860
Guido De Padt
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
SNCB. — Police des chemins de fer. — Baisse de la criminalité. NMBS. — Spoorwegpolitie. — Daling misdaadcijfers. * Agressions routières déclarées à la police. Politionele aangiftes van verkeersagressie.
2006
20412
20336
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20448
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2005200606869 12- 1-2006
861
Guido De Padt
* Actions coordonnées en matière de transports lourds en 2005. Gecoo¨rdineerde acties inzake zwaar vervoer in 2005.
20337
8
2005200606881 13- 1-2006
862
Gerolf Annemans
* Contrats de prévention et de sécurité. — Financement. — Droit d’information et de consultation des parlementaires. Preventie. — en veiligheidscontracten. — Financiering. — Informatieen inzagerecht voor parlementairen.
20337
8
2005200606892 13- 1-2006
863
Jean-Claude Maene * Ressortissants étrangers. — Projet d’une carte d’identité à données biométriques. Buitenlandse onderdanen. — Plannen voor een identiteitskaart met biometrische gegevens.
20338
8
2005200606904 13- 1-2006
864
Mw. Ingrid Meeus
* Police fédérale. — Utilisation de chiens. — Formation. Federale politie. — Inzet van honden. — Opleiding.
20339
8
2005200606922 17- 1-2006
865
Gerolf Annemans
* Police fédérale. — Recrutement de membres du personnel pour le cadre administratif et logistique. — Dérogation aux dispositions légales et réglementaires par circulaire. Federale politie. — Aanwerving personeelsleden voor het administratief en logistiek kader. — Afwijking van wettelijke en reglementaire bepalingen via omzendbrief.
20339
8
2005200606924 17- 1-2006
867
Gerolf Annemans
* Services de police. — Absence de système informatique performant. Politiediensten. — Gebrek aan een performant informaticasysteem.
20340
8
2005200606931 17- 1-2006
868
Mme Alisson De Clercq
* Avenir du personnel détaché auprès des pouvoirs locaux. Toekomst van de personeelsleden die gedetacheerd zijn bij de plaatselijke overheden.
20340
8
2005200606932 17- 1-2006
869
Mme Alisson De Clercq
* Agents des pouvoirs locaux chargés de la délivrance des cartes d’identité électroniques. — Carte de fonction. Ambtenaren van de lokale besturen belast met de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten. — Dienstkaart.
20341
8
2005200606936 18- 1-2006
870
Mme Jacqueline Galant
* Dispositif pour informer les populations par SMS en cas d’inondations imminentes. Verklikkerinrichting om de bevolking in geval van dreigende watersnood per sms te verwittigen.
20342
Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 8
2005200606877 13- 1-2006
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
318
Guido Tastenhoye
2005
* Concordat relatif à l’avortement conclu entre la Slovaquie et le Vatican. Abortusverdrag tussen Slowakije en het Vaticaan.
2006
20343
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006 CA
DO
Date Datum
20449
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2005200606891 13- 1-2006
319
Miguel Chevalier
* Effet déstabilisateur de la « Lord Resistance Army » dans la région des Grands Lacs. « Lord Resistance Army » als destabiliserende factor in het gebied van de Grote Meren.
20343
8
2004200505120 16- 1-2006
320
Roel Deseyn
* Introduction de documents de voyage électroniques contenant des données biométriques. Invoering van elektronische reisdocumenten met biometrische gegevens.
20344
8
2005200606919 17- 1-2006
321
Gerolf Annemans
* 162e Cahier de la Cour des comptes. — Postes diplomatiques et consulaires. — Nominations d’ordonnateurs et de comptables. 162e Boek van het Rekenhof. — Diplomatieke en consulaire posten. — Aanstelling van ordonnateurs en rekenplichtigen.
20345
8
2005200606946 18- 1-2006
322
Hagen Goyvaerts
* Adhésion de la Turquie à l’Union européenne. — Problème de la liberté de religion. Toetreding van Turkije tot de Europese Unie. — Problematiek van de godsdienstvrijheid.
20345
Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 1
2005200606634 19-12-2005
317
Luc Sevenhans
Hoˆpital militaire. — Capacités d’admission des militaires malades ou blessés en opération. Militair Hospitaal. — Capaciteiten inzake de opname van zieke of gekwetste militairen tijdens operaties.
20413
4
2005200606678 22-12-2005
323
Luc Sevenhans
Hoˆpital militaire. — Centre des grands bruˆlés. — Directives de la European Burn Association. Militair Hospitaal. — Brandwondencentrum. — Rchtlijnen van de European Burn Association.
20415
8
2005200606873 12- 1-2006
330
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
* Forces armées. — Cure de rajeunissement. Krijgsmacht. — Verjongingskuur.
20347
8
2005200606905 13- 1-2006
331
Gerolf Annemans
* Sous-utilisation des crédits destinés au renouvellement des équipements militaires. Onderbenutting van de kredieten bestemd voor de vernieuwing van de militaire uitrusting.
20347
8
2005200606914 16- 1-2006
332
Mw. Ingrid Meeus
20348
8
2005200606945 18- 1-2006
333
* Casernes. — Chiens veilleurs. Kazernes. — Waakhonden. Mw. Inga Verhaert * E´tude relative à la destination future de l’aérodrome de Brasschaat-Noord. Studie over de toekomstige bestemming van het vliegveld Brasschaat-Noord.
20349
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid E´conomie — Economie 1
2005200606195 10-11-2005
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
374
Guy D’haeseleer
2005
Commissaires et autres représentants du gouvernement. Regeringscommissarissen en andere vertegenwoordigers van de regering.
2006
20416
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20450
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2005200606596 14-12-2005
392
Mme Colette Burgeon
Lutte contre l’alcool au volant. — E´thylotests. Strijd tegen rijden onder invloed. — Alcoholtesters.
20417
1
2005200606802 10- 1-2006
393
Servais Verherstraeten
Absence de campagne d’information concernant l’assurance des chaises roulantes électroniques. Uitblijven van de informatiecampagne in verband met de verzekering van elektronische rolstoelen.
20417
8
2005200606859 12- 1-2006
396
Guido De Padt
* Bureau de tarification. — Demandes. Tarieferingsbureau. — Tariferingsaanvragen.
20350
E´nergie — Energie 1
2005200606195 10-11-2005
155
Guy D’haeseleer
Commissaires et autres représentants du gouvernement. Regeringscommissarissen en andere vertegenwoordigers van de regering.
20419
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid 8
2005200606928 17- 1-2006
93
Gerolf Annemans
* Intégration du Centre d’E´tudes et de Documentation Guerre et Sociétés contemporaines comme département spécialisé dans les Archives générales du Royaume. Integratie van het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij als gespecialiseerd departement bij het Algemeen Rijksarchief.
20351
8
2005200606933 18- 1-2006
94
Gerolf Annemans
* Inventaire physique établi par les établissements scientifiques, services de l’E´tat à gestion séparée. Fysieke inventaris van de wetenschappelijke instellingen die staatsdiensten zijn met afzonderlijk beheer.
20351
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken 1
2005200606661 21-12-2005
401
Mw. Annelies Storms
Rééducation fonctionnelle. — Frais de déplacement. — Intervention de l’assurance obligatoire maladie et invalidité. Revalidatie. — Reiskosten. — Tegemoetkoming van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.
20422
1
2005200606679 22-12-2005
403
Koen Bultinck
Utilisation des gammaglobulines et de l’alimentation parentérale dans le cadre du syndrome de fatigue chronique (SFC). — Circulaire INAMI. — Problèmes de remboursement. Gebruik van gammaglobulinen en parenterale voeding bij het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS). — Omzendbrief RIZIV. — Problemen bij terugbetaling.
20424
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006 CA
DO
Date Datum
20451
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2005200606935 18- 1-2006
406
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
* Maribel social. — Réduction des dotations. Sociale Maribel. — Verminderde Dotaties.
20352
8
2005200606938 18- 1-2006
407
Mw. Annemie Turtelboom
* E´valuation du statut social des gardiennes d’enfants. Evaluatie van het sociaal statuut van de onthaalouder.
20353
8
2005200606952 18- 1-2006
408
Mw. Trees Pieters
* Accords préalables avec les secteurs fiscal et parafiscal. — Remboursement des couˆts inhérents aux employeurs. Voorafgaande akkoorden met de fiscale en parafiscale sector. — Terugbetaling van kosten eigen aan de werkgevers.
20353
Santé publique — Volksgezondheid 1
2004200505182 26- 9-2005
551
Mw. Annelies Storms
8
2005200606845 12- 1-2006
630
Mw. Nathalie Muylle
* Nouvelles marques auriculaires pour les ovins. Beschikbaarheid van nieuwe oormerken voor schapen.
20354
8
2005200606850 12- 1-2006
631
Jo Vandeurzen
* Hoˆpitaux. — Transfert de lits d’hoˆpitaux. Ziekenhuizen. — Overdracht ziekenhuisbedden.
20355
8
2005200606851 12- 1-2006
632
Jo Vandeurzen
* Statuts MRS. — Lits d’hoˆpital. — Vente et transactions. RVT-statuten. — Ziekenhuisbedden. — Verkoop en verhandeling.
20355
8
2005200606874 12- 1-2006
633
Mw. Nathalie Muylle
* Conseil du Bien-être des animaux. — Composition. Raad voor Dierenwelzijn. — Samenstelling.
20356
8
2005200606875 12- 1-2006
634
Mw. Nathalie Muylle
* Fête islamique du sacrifice. — Abattages de moutons. Islamitisch Offerfeest. — Slachtingen van schapen.
20356
8
2005200606886 13- 1-2006
635
Mw. Nathalie Muylle
* Indemnisation des carcasses voisines des carcasses de bovins contaminés par l’ESB. Vergoeding van de buurkarkassen van met BSE besmette runderen.
20357
8
2005200606902 13- 1-2006
636
Daniel Bacquelaine * Traitement du cancer du sein non métastasé. — Trastuzumab (Herceptin). Behandeling van niet-uitgezaaide borstkanker. — Trastuzumab (Herceptin).
20357
8
2005200606921 17- 1-2006
637
Mw. Magda De Meyer
* E´coliers envoyés au service des urgences. Doorverwijzing naar de spoedgevallendienst van scholieren.
20358
8
2005200606925 17- 1-2006
638
Mw. Yolande Avontroodt
* Reconnaissance de l’allergologie. Erkenning van de allergologie.
20359
8
2005200606927 17- 1-2006
639
Mw. Hilde Claes
* Responsabilité médicale. — Rapport annuel du service de médiation fédéral « droits du patient ». Medische aansprakelijkheid. — Jaarrapport van de federale ombudsdienst « rechten van de patie¨nt ».
20360
8
2005200606934 18- 1-2006
640
Mw. Magda De Meyer
* E´levages canins. — Controˆle de la vente de chiens. Hondenfokkerijen. — Controles op hondenverkoop.
20361
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Plan fédéral de prévention du suicide. Federaal plan rond zelfmoordpreventie.
2006
20425
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20452
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2005200606939 18- 1-2006
641
Mw. Magda De Meyer
* Vente de produits amaigrissants inefficaces par le biais des pharmacies. Verkoop van niet-efficie¨nte vermageringsproducten via de apotheken.
20362
8
2005200606943 18- 1-2006
642
Mw. Yolande Avontroodt
* Nouveau programme de soins en pédiatrie. Nieuwe zorgprogramma pediatrie.
20362
8
2005200606948 18- 1-2006
643
Mw. Nathalie Muylle
* Fonds européens destinés aux programmes de lutte contre les maladies des animaux. Europees geld voor dierenziektebestrijdingsprogramma’s.
20363
8
2005200606953 18- 1-2006
644
Mw. Magda De Meyer
* Interception d’un transport de poules sur le ring de Bruxelles. Onderschepping van een kippentransport op de Brusselse ring.
20364
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw Agriculture — Landbouw 1
2005200607171
8- 2-2006
86
Patrick Cocriamont
Abattage des moutons à l’occasion de l’Aı¨d el-kébir. Slachting van schapen ter gelegenheid van Aı¨d el Kebir.
20428
Ministre de la Coopération au Développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 8
2005200606917 17- 1-2006
111
Gerolf Annemans
* Dépenses pour la coopération au développement. Uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking.
20364
Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 1
2004200505146 21- 9-2005
361
Guido De Padt
8
2005200606866 12- 1-2006
418
Guido De Padt
* Véhicules immatriculés pour la première fois et pour une durée inférieure à un mois par la DIV. Voertuigen die voor de eerste keer en voor minder dan één maand werden ingeschreven bij de DIV.
20365
8
2005200606896 13- 1-2006
419
Jef Van den Bergh
* Rétroviseur anti-angle mort pour les camions. Dodehoekspiegel vrachtwagens.
20366
8
2005200606906 13- 1-2006
420
Ludo Van Campenhout
* Simplification de la loi sur la circulation routière pour les motos. Vereenvoudigng van de verkeerswet voor de motorfiets.
20366
8
2005200606909 16- 1-2006
421
Ludo Van Campenhout
* Empavillonage des bateaux anciens. Invlagging van de historische vloot.
20367
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Accidents de la route mortels. — Analyse. Dodelijke verkeersongevallen. — Analyse.
2006
20430
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006 CA
DO
20453
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2005200606910 16- 1-2006
422
Ludo Van Campenhout
* Certificat de conformité des véhicules importés. Gelijkvormigheidsattest van geı¨mporteerde voertuigen.
20368
8
2005200606940 18- 1-2006
423
Gerolf Annemans
* Fonds de financement du roˆle international de Bruxelles. — Programmes d’investissement. Fonds ter financiering van de internationale rol van Brussel. — Investeringsprogramma’s.
20369
Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en Pensioenen Environnement — Leefmilieu 1
2005200606907 13- 1-2006
87
Koen T’Sijen
8
2005200606913 16- 1-2006
88
Mw. Yolande Avontroodt
Notoriété du label écologique européen auprès du consommateur belge. Bekendheid van het Europese milieukeurmerk bij de Belgische consument.
20432
* Conséquences du chauffage au mazout et au gaz naturel sur l’effet de serre. Gevolgen van aardgas en stookolie op het broeikaseffect.
20370
Pensions — Pensioenen 8
2003200421856 13- 7-2004
141
Carl Devlies
* Pensions. — Progressivité de l’impoˆt des personnes physiques. Pensioenen. — Progressiviteit in de personenbelasting.
20371
1
2005200606528
5-12-2005
136
Mw. Greet Van Gool
Calcul de la pension. — Travailleurs salariés et fonctionnaires. Pensioenberekening. — Werknemers en ambtenaren.
20437
8
2005200606878 13- 1-2006
142
Hendrik Bogaert
* Paiement des pensions. — Nouvelle réglementation. Uitbetaling van pensioenen. — Nieuwe regelgeving.
20372
8
2005200606912 16- 1-2006
143
Gerolf Annemans
* Fonds des pensions de la police intégrée. Fonds voor de Pensioenen van de Geı¨ntegreerde Politie.
20372
Ministre de l’Emploi Minister van Werk 8
2005200606847 12- 1-2006
434
Benoıˆt Drèze
8
2005200606852 12- 1-2006
435
Mw. Maggie De Block
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
* Conventions de premier emploi. — Statistiques régionales. Startbaanovereenkomsten. — Regionale statistieken. * E´valuation des demandeurs d’emploi. — Facilitateurs de l’ONEm et conseillers du VDAB. Beoordeling van werkzoekenden. — RVA-facilitatoren en VDAB-consulenten.
2006
20373
20374
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006
20454
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2005200606865 12- 1-2006
436
Mw. Dalila Douifi
* Titres-services. — Couˆts facturés par Accor. Dienstencheques. — Kosten aangerekend door Accor.
20375
8
2005200606952 18- 1-2006
438
Mw. Trees Pieters
* Accords préalables avec les secteurs fiscal et parafiscal. — Remboursement des couˆts inhérents aux employeurs. Voorafgaande akkoorden met de fiscale en parafiscale sector. — Terugbetaling van kosten eigen aan de werkgevers.
20376
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 1
2005200607049 26- 1-2006
50
Mme Zoé Genot
Accessibilité des sites internet publics fédéraux aux personnes déficientes visuelles. Toegankelijkheid van de internetsites van de federale overheid voor personen met een visuele handicap.
20439
1
2005200607065 30- 1-2006
51
Jean-Marc Nollet
Entreprises publiques économiques, sociétés anonymes, parastatales et autres organismes. — Comptes de l’année 2004. — Remarques réviseur. Economische overheidsbedrijven, naamloze vennootschappen, parastatalen en andere organen. — Rekeningen van het jaar 2004. — Opmerkingen van de revisoren.
20440
Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken 8
2005200606846 12- 1-2006
817
Mme Zoé Genot
* SNCB. — Augmentation du prix des billets de train. NMBS. — Prijsverhoging treinkaartjes.
20377
8
2005200606861 12- 1-2006
818
Jef Van den Bergh
* SNCB. — Gare de Heide. NMBS. — Station Heide.
20378
8
2005200606862 12- 1-2006
819
Guido De Padt
* SNCB. — Circulations des trains. — Perturbations dues à des facteurs extérieurs. — Accidents en 2005. NMBS. — Belemmeringen door externe factoren tot vrije doorgang van treinen. — Ongevallen in 2005.
20379
8
2005200606876 13- 1-2006
821
Patrick De Groote
* SNCB. — Horaires de l’omnibus LouvainBruxelles. NMBS. — Dienstregeling van de stoptrein LeuvenBrussel.
20380
8
2005200606880 13- 1-2006
822
Jef Van den Bergh
* Trains de voyageurs sur la ligne de transport de marchandises Maastricht-Lanaken. Goederenspoor Maastricht-Lanaken voor reizigerstreinen.
20381
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 109 20 - 2 - 2006 CA
DO
Date Datum
20455
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2005200606883 13- 1-2006
823
Jef Van den Bergh
* SNCB. — Coopération culturelle. NMBS. — Culturele samenwerking.
20381
8
2005200606944 18- 1-2006
824
Hagen Goyvaerts
* SNCB. — Liaison directe Louvain-Courtrai. NMBS. — Rechtstreekse verbinding LeuvenKortrijk.
20382
8
2005200606949 18- 1-2006
825
Mw. Trees Pieters
* Non-réclamation d’envois recommandés. — Notification ou signification de documents fiscaux officiels aux personnes morales et physiques. — Non-distribution d’envois postaux. Niet-afhaling van aangetekende zendingen. — Notificatie of betekening van officie¨le fiscale stukken aan rechtspersonen en aan natuurlijke personen. — Niet-bestelling van poststukken.
20382
8
2005200606950 18- 1-2006
826
Stijn Bex
* Langue des recommandations sur les enveloppes oblitérées à Bruxelles. Taal van de aanbevelingen op briefomslagen die in Brussel afgestempeld worden.
20384
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Composition — Zetwerk: IPM S.A.
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51 ZITTINGSPERIODE
Impression — Drukwerk: Chambre des représentants — Kamer van volksvertegenwoordigers 1436