SCHOOLPLAN Mondial College Schooljaren 2013-2017
Vastgesteld door CMT: 21 oktober 2013 Met instemming MR: 11 november 2013
1
Inhoudsopgave: Een woord vooraf 1. De school 1.1 Naam en richting 1.2 Bestuurlijke setting 1.3 Situering van de school 1.4 Schoolgrootte 2. Het schoolplan 2.1 Waarom een schoolplan? 2.2 Hoe is het schoolplan tot stand gekomen? 3. De positionering van het Mondial College 3.1 Missie van de school 3.2 Kernwaarden van de school 3.3 Visie van de school 3.4 De identiteit van de school 3.5 Het imago van de school 4. De onderwijskundige vormgeving van het onderwijs 4.1 Locatiedoelen voor het vmbo 4.2 Locatiedoelen voor havo en atheneum 4.3 Toetsbeleid 4.4 ICT in het onderwijs 4.5 Leermiddelen 5. De organisatie van het Mondial College 5.1 Eén school, twee locaties 5.2 De centrale organisatie 5.3 De locatie ten opzichte van de school 5.4 Rol onderwijsteams en vaksecties 5.5 Rol teamleider 5.6 Rol beleidsmedewerker 5.7 Rol stafhoofd 5.8 Vrijwilligers 5.9 Effectiviteit en efficiëntie 6. Personeel 6.1 Personeelsbeleid 6.1.1 Formatie 6.1.2 Leeftijdsopbouw medewerkers 6.1.3 Functiemix 6.1.4 Gesprekkencyclus 6.1.5 Scholing en deskundigheidsbevordering 6.1.6 De Academische Opleidingsschool 6.1.7 Verzuimbeheersing 6.1.8 Introductie nieuwe medewerkers 7. Financiën 7.1 De financiële huishouding 7.2 De gevolgen van de verhuizing voor de financiën 7.3 Vrijwillige ouderbijdrage 7.4 Het financieel risicomanagement 8. Facilitair 8.1 Verhuizing en inrichting nieuwbouw 8.2 Organisatiestructuur Facilitaire Zaken 8.3 Bestek repro/printers 8.4 Spendanalyse 8.5 Uniformiteit in contractbeheer 8.6 Arbo 8.7 Schoolveiligheidsplan (SVP) 8.8 Bedrijfshulpverlening 8.9 RI&E 9. Pr en communicatie 10. Leerlingen 10.1 Passend onderwijs 10.2 Demografische ontwikkelingen 11. Kwaliteitszorg 11.1 Met elkaar kwaliteit maken en bewaken 11.2 Uitgangspunten kwaliteitszorg 11.3 De rol van het bestuur Bijlagen 2
pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.
3 4 4 4 5 6 7 7 7 9 9 9 9 11 11 12 12 14 16 18 19 20 20 20 20 20 21 21 21 21 22 23 23 24 24 24 25 25 25 25 25 27 27 27 28 28 29 29 29 29 29 30 30 30 30 30 32 33 33 33 34 34 34 36 38
Een woord vooraf Het Mondial College ontstond in 2007 uit het voormalige Lindenholt College, het vmbo aan de Streekweg dat van het Maaswaal College werd afgesplitst, het vmbo-t afkomstig van het Dominicus College en Technische School Jonkerbosch. Die laatste werd in 2008 opnieuw afgesplitst en ondergebracht in het Flex College Nijmegen. Het Flex College maakte nog tot en met 2012 deel uit van het Mondial College. Op 1 januari 2013 eindigde de formele betrokkenheid van het Mondial College bij het Flex College. Het onderwijs wordt nu nog verzorgd op de drie locaties zoals die per 2007 zijn samengebracht in het Mondial College. Een goed en eigentijds schoolgebouw verrijst momenteel aan de Meeuwse Acker. Dit biedt plaats aan maximaal 840 leerlingen van alle vier de leerwegen in het vmbo. Bij de ingebruikname van dit gebouw, op 1 augustus 2014, verlaat het Mondial College de schoolgebouwen aan de Streekweg en Energieweg in Nijmegen. Het Mondial College verricht flinke inspanningen om de integratie van de verschillende activiteiten in dit nieuwe gebouw tot een succes te maken. Daarnaast heeft het vertrek van de vmbo-t-afdeling uit het gebouw Leuvensbroek natuurlijk ook consequenties. De komende jaren vraagt deze herordening nog veel energie van de leiding en de medewerkers van de school.
3
1. De school 1.1 Naam en richting Het Mondial College is een openbare scholengemeenschap voor vmbo (alle vier de sectoren en in de beroepsgerichte leerwegen de sectoren techniek, zorg & welzijn, economie en intersectoraal), havo en atheneum. In augustus 2009 is het technasium van start gegaan. De school beschikt in het vmbo over een licentie voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). Het Mondial College heeft een openbaar karakter. Dit houdt in dat het onderwijs is ingericht volgens de doelstelling van het openbaar onderwijs, zoals die in de wet is vastgesteld. Bij het aannemen van leerlingen selecteren wij niet op levensbeschouwing, politieke overtuiging, etnische groep, geslacht, seksuele voorkeur of afkomst. Alle leerlingen die geschikt zijn om minimaal vmbo te volgen en zich (in de school maar ook daarbuiten) op een voor medewerkers en andere leerlingen acceptabele manier gedragen, zijn welkom én gelijkwaardig bij ons. Voor ouders mag er geen financiële drempel zijn om hun kind aan te melden. Bij leerlingen met een beperking gaan we een gesprek aan met de ouders/verzorgers, om de mogelijkheden van de school en de wensen van de ouders/verzorgers en leerling te verkennen. 1.2 Bestuurlijke setting Het Mondial College is sinds 2002 onderdeel van de Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het Land van Maas en Waal (Alliantie VO). In deze stichting zitten wij samen met zes andere scholen voor voortgezet onderwijs. Dit zijn:
Citadel College Maaswaal College Dominicus College Pax Christi College Stedelijk Gymnasium Nijmegen Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen
Conform de richtlijnen van ‘good governance’ (goed bestuur) kent de Alliantie VO een Raad van Toezicht, een (eenhoofdig) College van Bestuur en zeven rectoren/algemeen directeuren. De zeven rectoren/algemeen directeuren leiden elk hun eigen school en maken tevens deel uit van een raad van rectoren voor de vorming van het beleid van de Alliantie VO. Deze raad adviseert het College van Bestuur. De taken en bevoegdheden van de verschillende organen zijn uitgewerkt in de Statuten Alliantie VO en het directiestatuut. Binnen de Alliantie VO wordt gemeenschappelijk beleid ontwikkeld, uitgezet en deels ook uitgevoerd. Het gaat hierbij om de beleidsterreinen van personeel (waaronder opleiden in de school), financiën, kwaliteitszorg, huisvesting en gezamenlijke inkoop en distributie van schoolboeken. Steeds meer wordt ook samenwerking gezocht en gevonden op andere beleidsterreinen, waaronder ICT en bedrijfsvoering (onder andere gezamenlijke inkoop schoonmaak en kopieerfaciliteiten). Het Strategisch Beleidsplan van de Alliantie VO vormt het fundament voor de schoolplannen van de zeven scholen. Onze beleidsuitgangspunten en keuzes in dit schoolplan zijn gebaseerd op dit Strategisch Beleidsplan. Alle genoemde documenten vindt u op de website www.alliantievo.nl .
Definitieve versie schoolplan
Pagina 4
Gegevens bestuur: College van Bestuur: Dhr. drs. D. van Bennekom Scherpenkampweg 21, 6545 AK Nijmegen Postbus 6618, 6503 GC Nijmegen Tel. 024-3790158 Rector van het Mondial College: Dhr. ir. P. de Graaff Leuvensbroek 30-01, 6546 TD Nijmegen Postbus 6920, 6503 GK Nijmegen Tel. 024-3786993 De management- en organisatiestructuur van het Mondial College vindt u in de bijlage. 1.3 Situering van de school Op dit moment is het Mondial College gehuisvest op drie locaties: Leuvensbroek 3001, Streekweg 21 en Energieweg 35 in Nijmegen. Met ingang van het schooljaar 2014-2015 opent het vmbo op de nieuwe locatie aan de Meeuwse Acker 2020 in Lindenholt Noord zijn deuren. De locaties aan de Streekweg en Energieweg sluiten dan. De locaties van het Mondial College (tot 1 augustus 2014): ▪ Locatie Leuvensbroek (vmbo-t/havo/atheneum) Leuvensbroek 3001 6546 TD Nijmegen Tel. 024-3786993 Brin-nummer: 21SK00 ▪ Locatie Streekweg (vmbo-b, -k en -t, inclusief LWOO) Streekweg 21 6537 TR Nijmegen Tel. 024-3435120 Brin-nummer: 21SK01 ▪ Locatie Nijmegen-West (vmbo-t) Energieweg 35 6541 CW Nijmegen Tel. 024-3771653 Brin-nummer: 21SK03 De locaties van het Mondial College (na 1 augustus 2014): ▪ Locatie Leuvensbroek (havo/atheneum) Leuvensbroek 3001 6546 TD Nijmegen Tel. 024-3786993 Brin-nummer: 21SK00 ▪ Locatie Meeuwse Acker (vmbo-b, -k en -t, inclusief LWOO) Meeuwse Acker 2020 6546 DZ Nijmegen Tel. 024-8 200 400 Brin-nummer: 21SK01
Definitieve versie schoolplan
Pagina 5
1.4 Schoolgrootte Het Mondial College had op 1 oktober 2012 bijna 1600 leerlingen, verdeeld over vmbo, havo en atheneum. Hieronder vindt u een overzicht van het aantal leerlingen per locatie, leerjaar en leerroute. Nijmegen-West: Leerroute Leerjaar 1 Vmbo-t 30 Vavo Streekweg: Leerroute b/k/t bb/kb/tl Vmbo-b Vmbo-k Vmbo-lwt Vavo
Leerjaar 1 95
Leerjaar 2 39
Leerjaar 3 42
Leerjaar 4 52 2
Leerjaar 2 101
Leerjaar 3
Leerjaar 4
33 44 3
44 43 5 2
Leerjaar 3 63
Leerjaar 4 83
Leerjaar 5
65 24 13 23
115
100
36
42
52
11
2
153
54
Leuvensbroek: Vmbo-t Vmbo-t/havo Havo Havo/atheneum Atheneum Atheneum/t Vavo Totaal Mondial
Leerjaar 1 87 27 31 30 19
319
Definitieve versie schoolplan
Leerjaar 2 110 29 27 46 23
375
310
382
Leerjaar 6
Pagina 6
2. Het schoolplan 2.1 Waarom een schoolplan? Het schoolplan heeft een aantal functies. Ten eerste geeft het de gewenste koers aan voor de school, voor de komende jaren. Het Mondial College is een school met veel ambitie en in de praktijk is de werkdruk dan ook vaak hoog. Daardoor is het, in de alledaagse drukte, lastig om keuzes te maken en de juiste prioriteiten te stellen. Het schoolplan en de daaruit voortkomende team- en actieplannen helpen hierbij. Dit hangt samen met de tweede functie van het schoolplan: het ondersteunen van een professionele, resultaatgerichte werkwijze. Het schoolplan is de basis voor de teamplannen, die in individuele gesprekken worden omgezet in actieplannen. Alle actieplannen van de medewerkers samen beschrijven de concrete resultaten die wij als school de komende vier jaar willen bereiken. Door vanuit schoolbrede doelen via teamplannen naar individuele actieplannen te werken, zorgen we dat de school functioneert als een coherent geheel. Dit heeft te maken met het derde doel: het positioneren van het Mondial College. De samenvoeging van de verschillende schoolonderdelen zorgde voor een diversiteit aan visies en werkwijzen binnen het Mondial College. Het schoolplan moet de onderlinge samenhang naar voren brengen. Hierbij is er zowel ruimte voor diversiteit als aandacht voor samenhang om de school een duidelijk en sterk gezicht te geven in de regio. Ten slotte heeft het schoolplan de functie om aan de Inspectie van het Onderwijs (de overheid) te verantwoorden wat de onderwijskundige koers is en hoe de school deze gaat realiseren. Het schoolplan is geschreven voor een aantal doelgroepen. Dit zijn: De directie en het management: om de aansturing te baseren op een integraal en coherent plan van aanpak. De docententeams: om richting te geven aan de onderwijskundige ontwikkelingen in het team en hierin duidelijke keuzes te maken. De ondersteunende teams: om het onderwijs optimaal te ondersteunen door de taken aan te passen aan de onderwijskundige doelstellingen. De ouders: om duidelijk te maken op welke manier de school van hun kind zich ontwikkelt en hoe de school zich profileert. De leerlingen: om duidelijk te maken welke aanpak de school kiest voor het onderwijs en welke nieuwe ontwikkelingen op stapel staan. De Inspectie van het Onderwijs: om te verantwoorden welke keuzes de school maakt en welke resultaten er de komende jaren verwacht worden. 2.2 Hoe is het schoolplan tot stand gekomen? In het eerste schooljaar na het ontstaan van het Mondial College, heeft de school in een strategisch beleidsplan vastgelegd welke positie zij wil innemen in het scholenveld in Nijmegen en omgeving. In dit plan staat ook welke uitgangspunten de school wil hanteren bij de realisatie van de onderwijsopdracht. Ook de Alliantie VO formuleerde in oktober 2008 een beleidsplan voor de periode 20092013 met de naam ‘Scholen met toekomst’. Vervolgens heeft het Mondial College, met instemming van de MR, een schoolplan vastgesteld voor de jaren 2009-2013. Bij het formuleren van het schoolplan 2013-2017 is gekozen voor een combinatie van een top-down- en bottom-upbenadering. Dit betekent dat de schoolleiding de kaders aangaf, waarna de teams en de staf hier met hun commentaar en aanvullingen verder invulling aan gaven. Op deze manier kon iedereen zijn eigen ideeën en expertise inbrengen, met als resultaat een gezamenlijke visie. Vooral dat laatste is belangrijk voor de positionering van de school.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 7
Het centraal managementteam (CMT) gebruikte het najaar van 2012 om de eerste gedachten over het schoolplan op papier te zetten. In februari 2013 bespraken de teamleiders, stafhoofden en het CMT voor het eerst de gewenste koers. Tijdens deze bespreking maakten zij ook afspraken over het vervolgtraject en de terugkoppeling naar de teams. De afspraak was dat de teamleiders en stafhoofden het conceptschoolplan, na bijstelling op basis van de bespreking in februari, in april of mei met hun team zouden bespreken. De resultaten hiervan koppelden ze voor eind mei terug aan het CMT. Het CMT heeft deze reacties verwerkt en het plan vervolgens in juni ter bespreking aangeboden aan de MR. Na een eerste bespreking in de MR, deed het CMT een laatste aanpassing. Daarna is het plan vastgesteld en ter instemming aangeboden aan de MR. Het schoolplan heeft een looptijd van vier jaar. In die periode wordt het plan uitgevoerd. Tussentijds voeren teamleiders en teamleden gesprekken over de vorderingen op de activiteitenplannen, en op basis daarvan spreken het CMT en de teamleiders over de vorderingen op de teamplannen. Deze cyclus bestaat dus uit een reeks gesprekken per jaar en vormt een goede impuls voor de gewenste, meer resultaatgerichte werkwijze.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 8
3. De positionering van het Mondial College 3.1 Missie van de school Het Mondial College is een openbare school die een breed en kwalitatief goed onderwijspakket biedt aan jongeren aan de westkant van Nijmegen en de gemeenten grenzend hieraan. De school wil dit zodanig doen dat haar leerlingen na diplomering een goede start kunnen maken in het vervolgonderwijs en goed zijn toegerust voor een optimale deelname aan de samenleving. Onze school wil dit doen door: het creëren en voortzetten van een ambitieuze leercultuur, waarin mensen successen vieren; het scheppen van een veilig en sfeervol schoolklimaat; het signaleren van verschillen tussen leerlingen en hier adequaat mee omgaan, zodat leerlingen de kans krijgen om hun talenten volledig te ontplooien; het afstemmen van de onderwijsprogramma’s en de studiehouding van leerlingen op de normen en verwachtingen aan studenten in het vervolgonderwijs; het actief verbinding zoeken met de samenleving en de leerlingen zodanig voorbereiden dat zij hierin goed functioneren. 3.2 Kernwaarden van de school We vinden het belangrijk dat: wij in de schoolgemeenschap met respect met elkaar omgaan; wij elkaar en de leerlingen kennen en dat iedereen zich veilig en gekend voelt; iedereen de kans krijgt om te groeien, zijn of haar grenzen te verleggen en op het niveau te komen dat past bij de eigen kwaliteiten. Dit betekent ook dat wij ambities hebben en eisen stellen aan leerlingen, personeel en schoolleiding. 3.3 Visie van de school Hieronder leest u hoe wij onze missie – nu en in de toekomst – denken te realiseren. Locaties Meeuwse Acker en Leuvensbroek Onderwijssetting Verzorgen van onderwijs binnen een campusmodel, op twee locaties: een havo/atheneum-locatie en een integrale vmbo-locatie. Organiseren van een kleinschalige onderwijssetting binnen de verschillende leerwegen, op beide locaties. Leerling op de juiste plaats Ervoor zorgen dat iedere leerling terechtkomt in de leerroute die voor hem of haar het meest geschikt is en waar hij of zij de kans krijgt om uit te blinken. Realiseren van goede door- en instroommogelijkheden tussen de leerwegen en de beide locaties. Onderwijsaanbod Op iedere locatie zorgen voor een breed onderwijsaanbod, met herkenbare profielen in de verschillende leerroutes. Leeromgeving Zorgen voor een stimulerende en uitdagende leeromgeving: een prettige en opbrengstgerichte werksfeer;
Definitieve versie schoolplan
Pagina 9
medewerkers die op een stimulerende manier en volgens nieuwe onderwijskundig verantwoorde inzichten en werkwijzen omgaan met de leerlingen; huisvesting, inrichting en leermiddelen die passen bij de huidige tijd en gericht zijn op de toekomst. Ervoor zorgen dat we in het onderwijs verbindingen leggen met de wereld buiten de school. Bij het organiseren van het leren gebruikmaken van de context van de omgeving (betekenisvol en verbindend leren).
Leercultuur Het verder werken aan een ambitieuze en prestatiegerichte leercultuur. Zorg en begeleiding Het invoeren van het concept ‘passend onderwijs’ op onze school. Samenwerking Het verder ontwikkelen en onderhouden van duurzame samenwerkingsrelaties met zowel de andere Alliantie VO-scholen, het toeleverend en het vervolgonderwijs, als het bedrijfsleven en de non-profitorganisaties in onze omgeving. Personeel Opbrengstgericht werken volgens de PDCA-cyclus. Het verder stimuleren van de professionele ontwikkeling van alle medewerkers. Creëren van een schoolbreed imago waarin ‘(praktijkgericht) onderzoeken en ontwerpen’ en ‘ondernemerschap’ centraal staan. Trots zijn op je school. Medewerkers, ouders en leerlingen zijn ambassadeurs. Specifiek voor de locatie Meeuwse Acker Onderwijsaanbod Leerlingen binnen de theoretische vmbo-leerweg de mogelijkheid bieden van een doorstroomprogramma gericht op havo- of mbo-vervolgonderwijs. • Het aanbieden van beroepsgerichte programma’s in de vmbo-opleidingen, gericht op vervolgonderwijs. • Het onderzoeken en mogelijk aanbieden van nieuwe opleidingsvarianten binnen het vmbo. Specifiek voor de Locatie Leuvensbroek Onderwijsaanbod Het aanbieden van de keuzemogelijkheid van een technasium-programma, vanaf het eerste leerjaar in de havo- en atheneumopleidingen. Het onderzoeken en mogelijk aanbieden van nieuwe opleidingsvarianten binnen de havo- en atheneumopleidingen, zoals een ‘entrepenasium’ of ‘business school’. Onderwijssetting Het aanbieden van zogenaamde ‘dakpanklassen’ voor vmbo-t/havo in de brugperiode van de eerste twee leerjaren.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 10
3.4 De identiteit van de school Het Mondial College is een openbare school. Dit houdt voor ons in dat wij iedereen, ongeacht afkomst, geloof of geaardheid, zonder onderscheid onderwijs willen aanbieden. Dit komt duidelijk tot uiting in de omgang met elkaar. De identiteit van de school wordt daarnaast in belangrijke mate bepaald door de medewerkers. We willen de identiteit van het Mondial College in de toekomst verder ontwikkelen. De opdrachten/doelen voor de komende jaren zijn: Een veilige en warme school die midden in de samenleving staat: sfeervol en met oprechte zorg voor elkaar. Een school waarin het onderwijs kleinschalig is georganiseerd. Een toekomstgerichte school waarin ontwikkeling centraal staat. Belangrijk hierin is de inzet van nieuwe methoden en hulpmiddelen, afgestemd op de competenties die nodig zijn in de toekomstige samenleving. Een ondernemende school: we wachten niet af, maar nemen zelf initiatief. 3.5 Het imago van de school Het imago van een school wordt bepaald door het beeld dat de ‘buitenwacht’ van de school heeft. In 2012 is nog onderzoek gedaan naar het imago van onze school. Dit liet de volgende resultaten zien: Er wordt positief gesproken over de school. De school doet veel aan de begeleiding van de leerlingen. Het is een moderne school. De sfeer op de school is bijzonder prettig. Het is zonder meer een veilige school. De school geeft goede en duidelijke informatie en is transparant. Dit zijn de redenen waarom ouders en leerlingen voor onze school kiezen. Deze willen we borgen en waar mogelijk verbeteren. Volgens dit onderzoek legt de school vooral het accent op de sociale vorming (omgaan met elkaar, samenwerken, etc.) en begeleiding van het kind. Meer dan op de ontwikkeling van het kind (rekening houden met verschillen, maatschappelijke actualiteiten, culturele activiteiten) of op de resultaten (prestaties, zelfstandigheid, etc.). De komende periode willen we onze aandacht voor sociale vorming en begeleiding behouden en de ontwikkelings- en resultaatgerichte kant van onze aanpak versterken.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 11
4. De onderwijskundige vormgeving van het onderwijs 4.1 Locatiedoelen voor het vmbo Hieronder leest u hoe het vmbo de verschillende onderdelen uit de visie van de school wil realiseren. Verzorgen van onderwijs binnen een campusmodel, op twee locaties: een havo/atheneum-locatie en een integrale vmbo-locatie.
Het vmbo richt zich de komende jaren op de bouw en inrichting van de nieuwe locatie aan de Meeuwse Acker. De bouw is gestart in februari 2013 en de oplevering staat gepland in mei 2014. We betrekken het gebouw in augustus 2014. Organiseren van een kleinschalige onderwijssetting binnen de verschillende leerwegen, op beide locaties.
De huidige kleinschaligheid en overzichtelijkheid, zoals we die bijvoorbeeld in de Huiskamerklassen bieden, zetten we voort in het nieuwe gebouw. We willen de leerling het gevoel van eigenheid en veiligheid geven. Hiermee is dan ook rekening gehouden in het ontwerp van het nieuwe gebouw. Leerlingen krijgen onderwijs in hun eigen kleinschalige domein. Ervoor zorgen dat iedere leerling terechtkomt in de leerweg die voor hem of haar het meest geschikt is en waar hij of zij de kans krijgt om uit te blinken.
Om ervoor te zorgen dat elke leerling in de juiste leerweg komt, is er een Mondial-breed toelatings- en plaatsingsbeleid opgesteld. Voor de doorstroom binnen de school werken we met vastgestelde bevorderingscriteria. Een aanpassing van de leerroute tussen de locaties vindt altijd plaats in onderling overleg. Realiseren van goede door- en instroommogelijkheden tussen de leerwegen en de beide locaties.
Door samenwerking en goede afspraken willen we de instroom en doorstroom verbeteren. Met name de doorstroom van 2T/H naar 3T, en van 4T naar 4H krijgt extra aandacht. Op iedere locatie zorgen voor een breed onderwijsaanbod, met herkenbare profielen in de verschillende leerroutes.
Binnen het vmbo bieden wij, naast de theoretische leerweg, beroepsgericht onderwijs op basis- en kaderniveau. Met ingang van schooljaar 2013 doen wij dit in de vorm van intersectorale programma’s (ISP’s). In 2016 worden de nieuwe vmbo-profielen van kracht. Het Mondial College vmbo gaat deze ontwikkeling nauwgezet volgen en op basis hiervan de keuze voor de vorm van het beroepsgerichte onderwijs heroverwegen. Zorgen voor een stimulerende en uitdagende leeromgeving.
Het creëren van een prettige en opbrengstgerichte werksfeer is belangrijk voor ons. Dit betekent dat we leerlingen positief benaderen en opbouwende feedback geven op hun functioneren en prestaties. Medewerkers gaan op een stimulerende manier om met leerlingen, volgens moderne onderwijskundige inzichten en werkwijzen. Het Mondial College zet een direct instructiemodel in om de lessen gestructureerd te laten verlopen. Voor de docenten geldt dat we de overstap maken naar meer digitale leermiddelen. Deze verandering vraagt onderwijsinhoudelijk, maar zeker ook op didactisch gebied andere vaardigheden van medewerkers. Via scholing bereiden we de docenten hier goed op voor.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 12
Het is belangrijk dat onze huisvesting, inrichting en leermiddelen passen bij de huidige tijd en gericht zijn op de toekomst. De nieuwbouw speelt hierin een voorname rol. Hierdoor beschikt het vmbo over een modern en eigentijds gebouw. Het complete Mondial College steekt bovendien in op digitale leermiddelen. Ervoor zorgen dat we in het onderwijs verbindingen leggen met de wereld buiten de school.
Binnen het onderwijskundig concept van het vmbo leggen we de verbinding tussen de school en haar omgeving. De invulling hiervan werken we de komende jaren verder uit. Bij het organiseren van het leren gebruikmaken van de context van de omgeving (betekenisvol en verbindend leren).
Naast de projectweken en de simulaties in de praktijkafdelingen, willen we contextrijk onderwijs ook in de algemeen vormende vakken een duidelijke plaats geven. Het verder werken aan een ambitieuze en prestatiegerichte leercultuur.
In het vmbo houden we vast aan de maatregelen om het rendement in de bovenbouw te verhogen. De inzet is het verlagen van de afstroom van kader naar basis in de bovenbouw. Verder komt er meer aandacht voor het verbeteren van de prestaties van de leerlingen. Passend onderwijs bieden.
De locatie beschikt over een ondersteuningsplan (SOP), dat onlangs is ontwikkeld. De komende planperiode voeren we het ‘passend onderwijs’ in. Het schoolondersteuningsprofiel is in ontwikkeling. Het samenwerkingsverband waarvan wij deel uitmaken, heeft een gemeenschappelijke voorziening voor risicoleerlingen. Het Mondial College wil loyaal meewerken aan het ondersteuningsbeleid van ditzelfde samenwerkingsverband. Het verder ontwikkelen en onderhouden van duurzame samenwerkingsrelaties met zowel de andere Alliantie VO-scholen, het toeleverend en het vervolgonderwijs, als het bedrijfsleven en de nonprofitorganisaties in onze omgeving.
Een belangrijke samenwerkingspartner is het mbo. Via het LOB-programma brengen we leerlingen in contact met de vervolgopleidingen op het ROC. Intern zorgen we voor een goede doorstroming van leerlingen met een tl-diploma naar het havo-onderwijs. Met name voor het beroepsgerichte onderwijs zijn goede contacten met het bedrijfsleven en non-profitorganisaties in de regio van groot belang. Het Mondial College zal zich inspannen om de bestaande goede contacten in stand te houden en daarnaast nieuwe contacten te leggen. Bij de contacten met het bedrijfsleven en de non-profitorganisaties spelen stages en het ‘werkplek-leren’ voor onze leerlingen een belangrijke rol. Opbrengstgericht werken.
Onze school volgt systematisch de vorderingen van iedere leerling. Hiervoor werken we met een digitaal leerlingvolgsysteem. Ook hebben we een toetsbeleid, dat we de komende jaren verder implementeren. Aan het begin van de schoolcarrière op de vmbo-locatie wordt de individuele leer- en hulpbehoefte van de leerling in kaart gebracht en geanalyseerd. De resultaten van leerlingen evalueren we regelmatig via rapportages en voortgangsbesprekingen. Verder analyseren we elk jaar de eindexamenresultaten. Aan de uitkomsten van deze analyse koppelen we de komende jaren verbetertrajecten. Het verder stimuleren van de professionele ontwikkeling van alle medewerkers.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 13
Naast scholing van de medewerkers in het kader van het nieuwe onderwijsconcept, zorgen we ook voor scholing van het management. Dit is een belangrijke basis voor structuur- en cultuurverandering. Creëren van een schoolbreed imago waarin ‘(praktijkgericht) onderzoeken en ontwerpen’ en ‘ondernemerschap’ centraal staan.
In het vmbo zijn we bezig met de ontwikkeling van vaardigheden, de vier O’s: ondernemen, organiseren, onderzoeken en ontwerpen. Deze vaardigheden rollen we de komende jaren vmbo-breed uit, op een manier die aansluit bij het niveau van de leerlingen. Goed presteren op de kernvakken.
De prestaties in de vakken wiskunde en Engels liggen op dit moment boven het landelijk gemiddelde. Dit willen we vasthouden. Voor Nederlands geldt dat onze prestaties onder het landelijk gemiddelde liggen. We hebben al acties uitgezet om hier verbetering in te brengen. Deze zetten we de komende jaren voort, met als doel om in 2015 (minimaal) op het landelijk gemiddelde te zitten. Ambitieuze leercultuur.
In het vmbo vertalen we dit als volgt: de leerling op de juiste plaats en het juiste niveau zo goed mogelijk laten presteren. Van belang is niet zozeer het hoogst haalbare in absolute zin. Maar vooral het op de juiste plek de meest optimale prestatie bevorderen. Omgaan met verschillen tussen leerlingen.
De docenten gaan meer aandacht besteden aan de uitvoering van de handelingsplannen in de klas. Differentiatie qua aanbod en pedagogisch handelen liggen hieraan ten grondslag. Het onderzoeken en mogelijk aanbieden van nieuwe opleidingsvarianten binnen het vmbo.
We onderzoeken of de zogeheten Bèta Challenge Programma (BCP) binnen de tlopleiding mogelijkheden biedt voor een onderscheidend aanbod in Nijmegen en omgeving. 4.2 Locatiedoelen voor havo en atheneum Hieronder leest u hoe havo en atheneum de verschillende onderdelen uit de visie van de school willen realiseren. Verzorgen van onderwijs binnen een campusmodel, op twee locaties: een havo/atheneum-locatie en een integrale vmbo-locatie.
In de • • •
eerste twee tweejarige tweejarige tweejarige
leerjaren kent de locatie de volgende klassen: brugperiode in HT-dakpanklassen (*); brugperiode in AH-dakpanklassen (*); brugperiode in A-klassen.
* Wij kiezen voor zogeheten dakpanklassen omdat leerlingen hierdoor profiteren van een ontwikkelingsgericht programma en pas aan het einde van het tweede leerjaar de keuze hoeven te maken voor een tl-, havo- of atheneumprogramma. Ook ouders geven aan dat de dakpanklassen een belangrijke reden zijn om te kiezen voor het Mondial College. In het derde leerjaar de volgende klassen: 3 havo; 3 atheneum.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 14
In de bovenbouw kent de locatie de leerjaren 4 en 5 havo, evenals de leerjaren 4, 5 en 6 atheneum, waarin de 4 profielen worden aangeboden. In beide richtingen bieden we zowel in de onder- als de bovenbouw de technasium-opleiding aan. Organiseren van een kleinschalige onderwijssetting binnen de verschillende leerroutes, op beide locaties.
Kleinschaligheid realiseren we door de teams klein te houden. We streven naar afdelingen van maximaal tweehonderd leerlingen. Ervoor zorgen dat iedere leerling terechtkomt in de leerroute die voor hem of haar het meest geschikt is en waar hij of zij de kans krijgt om uit te blinken.
Om ervoor te zorgen dat elke leerling in de juiste leerroute komt, is er een Mondial-breed toelatings- en plaatsingsbeleid opgesteld. Voor de doorstroom binnen de school werken we met vastgestelde bevorderingscriteria. Een aanpassing van de leerroute tussen de locaties (sectorwisseling) vindt altijd plaats in onderling overleg. We gaan ons best doen om leerlingen nog beter op de juiste plek te krijgen dan nu het geval is. Maatregelen hiervoor zijn een betere voorselectie, een betere determinatie en een betere advisering voor het profiel. We zien nu dat de school enigszins uit balans is geraakt. Goede vmbo-leerlingen zitten op de havo en goede havoleerlingen op het atheneum. Dit heeft mogelijk een negatieve invloed op het gemiddelde niveau in de lesgroep. We zien ook dat de leerlingen profielen en vakken kiezen die niet altijd bij hun talent aansluiten. Een betere LOB-route is gewenst. De locatie stelt een nieuw LOB-beleid op. Realiseren van goede door- en instroommogelijkheden tussen de leerroutes en de beide locaties.
Door samenwerking en goede afspraken willen we de instroom en doorstroom verbeteren. Met name de doorstroom van 2T/H naar 3T, en van 4T naar 4H krijgt extra aandacht. Op iedere locatie zorgen voor een breed onderwijsaanbod, waarbij in de verschillende richtingen alle bestaande profielen worden aangeboden.
Hiervoor bieden we de zogeheten dakpanklassen aan in de brugperiode van de eerste twee leerjaren. We blijven de volgende dakpanklassen aanbieden: tweejarige brugperiode in HT-dakpanklassen; tweejarige brugperiode in AH-dakpanklassen; tweejarige brugperiode in A-klassen; Zorgen voor een stimulerende en uitdagende leeromgeving.
De komende jaren neemt het belang van ICT in ons onderwijs toe. De locatie wil hier expliciet op inspelen. Hiervoor is een projectplan geschreven. We zetten in op de verdere implementatie van het technasium. Het is de bedoeling dat er een verbinding tot stand komt tussen de techniekvakken en andere vakken. Ook gaat er de komende jaren aandacht uit naar de mogelijke ontwikkeling van een entreprenasium. Ervoor zorgen dat we in het onderwijs verbindingen leggen met de wereld buiten de school.
Binnen de technasium-opleiding halen we de wereld van buiten de school naar binnen. Ook zijn de leerlingen zelf vaak buiten de school te vinden in het kader van hun onderwijsprogramma. Opdrachten zijn contextrijk en worden vaak ingevuld samen met instellingen en bedrijven. In de toekomst willen we ook de maatschappelijke stages blijven aanbieden. Verder oriënteren we ons de komende jaren op de mogelijke ontwikkeling van een ‘entreprenasium’-opleiding op de locatie Leuvensbroek. Zo verbinden we school met ondernemerschap.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 15
Het verder werken aan een ambitieuze en prestatiegerichte leercultuur.
Van de huidige leerlingen wordt steeds meer gevraagd. Dat vergt een uitdagende leeromgeving voor leerlingen, maar vraagt ook steeds meer van docenten en management. Het verder ontwikkelen en onderhouden van duurzame samenwerkingsrelaties met zowel de andere Alliantie VO-scholen, het toeleverend en het vervolgonderwijs, als het bedrijfsleven en de nonprofitorganisaties in onze omgeving.
De belangrijkste samenwerkingsrelaties zijn de Radboud Universiteit Nijmegen, Hogeschool Arnhem Nijmegen, het Instituut voor Leraar en School en de stichting Technasium. Hieraan willen we mogelijk de Coöperatieve Vereniging Entreprenasium toevoegen. Opbrengstgericht werken.
Het is belangrijk dat de schoolleiding meer stuurt op opbrengst. Ook moeten de docenten binnen hun vakmanschap meer opbrengstgericht gaan werken. Naast de meerjarenopbrengsten en hinkelpaden vanuit de Inspectie voor Onderwijs, willen we meer inzicht krijgen in de prestaties van leerlingen in relatie tot hun niveau, vakken en docenten. Hiervoor hebben we een managementinformatiesysteem aangekocht. Dit gaan we structureel inzetten bij de monitoring van de opbrengsten. We streven naar een renderende onder- en bovenbouw, qua opbrengst vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde en een acceptabele discrepantie tussen SE en CE. Daarnaast streven we naar een slagingspercentage en CE-prestaties die op of boven het landelijk gemiddelde liggen. We zetten in op verbetering van de resultaten bij de vakken Engels en wiskunde. Hetzelfde geldt voor de vakken Duits (havo en atheneum), maatschappijwetenschappen (havo), natuurkunde en scheikunde (havo en atheneum) en wiskunde A (havo). Goed presteren op de kernvakken.
Ons streven is om de resultaten op de vakken Nederlands, Engels en wiskunde minimaal gelijk te krijgen aan de landelijke benchmark. Rekenen wordt meer geïntegreerd in reguliere vakken wiskunde, economie en natuurkunde en krijgt vooralsnog een structurele plek in de lessentabel. In de bovenbouw leveren we maatwerk door het aanbieden van modules. Omgaan met verschillen tussen leerlingen.
De locatie houdt vast aan de dakpanklassen waarin gedifferentieerd wordt op twee niveaus. Daarnaast willen we via doelgericht beleid de opstroom van 4T naar 4H optimaliseren. We stimuleren en faciliteren extra examenvakken. Het atheneum participeert in het talentenprogramma van de Radboud Universiteit Nijmegen. De technasium-opleiding speelt specifiek in op de talenten van de bètaleerlingen. Passend onderwijs bieden.
De locatie beschikt over een zorgplan, dat onlangs is ontwikkeld. In de komende planperiode voeren we het ‘passend onderwijs’ in. Het schoolondersteuningsprofiel is in ontwikkeling. 4.3 Toetsbeleid Het Mondial College heeft sinds een aantal jaren een toetsbeleid. De locatie Leuvensbroek is hiermee gestart en de locatie Streekweg is enkele jaren later hierbij
Definitieve versie schoolplan
Pagina 16
aangehaakt. Het toetsbeleid beschrijft het kader waarbinnen de docenten toetsen ontwikkelen en afnemen. Met het toetsbeleid willen we bereiken dat: duidelijk is op welk niveau en op welk terrein van de toetsing invloed kan worden uitgeoefend (in het beleidsplan is een beslistabel opgenomen); de teams en secties een kader hebben voor de toetsing en cijfergeving; de toetsen valide, betrouwbaar, transparant en organiseer- en beheersbaar zijn. Het uitgangspunt is dat de toetsing aansluit bij het gegeven onderwijs. Dit wil zeggen dat het schoolplan, de teamplannen en eventuele vakwerkplannen mede leidend zijn voor de invulling van het toetsbeleid op school-, locatie-, team- en sectieniveau. Daarnaast moet het toetsbeleid natuurlijk aansluiten bij wettelijke bepalingen. Het motto van onze school is het stimuleren en bevorderen van de groei van onze leerlingen. We toetsen om de voortgang van de leerlingen te volgen en om het leerproces van de leerling aan te sturen. Een andere reden om te toetsen, is het kunnen selecteren en determineren van de leerling. We willen nagaan of de leerling de op dat moment vereiste kennis, inzicht en vaardigheden beheerst. Daarnaast willen we weten welk onderwijsvervolg geschikt is voor de leerling. Het schoolexamen toetst een deel van het eindexamen. De functie van een afsluitend schoolexamen is van andere aard; het toetst een eindniveau. Een toets van goede kwaliteit voldoet aan de criteria van validiteit, betrouwbaarheid en transparantie. De toetsing moet ook beheersbaar en te organiseren zijn. Voor elke jaarlaag wordt een toetsplan (PTA/PTO) opgesteld door de betreffende secties en gecoördineerd door het betreffende team. Een toetsplan is gebaseerd op het toetsbeleid van de school. Het toetsplan geeft een systematische beschrijving van alle toetsen die in een bepaald leerjaar plaatsvinden. In het toetsplan is ook aandacht voor de bevorderingscriteria en de berekening van de eindcijfers. In het PTA staat ook het examenreglement. Teams stemmen hun toetsbeleid op elkaar af, zodat naast een doorlopende leerlijn ook sprake is van een doorlopende toetslijn. De sectie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de toetsing. De locatiedirecteur is verantwoordelijk voor het toezicht. Hij overlegt minimaal één keer per jaar met de sectie of sectievoorzitter over de kwaliteit van de toetsing. De opdrachten en doelen voor de komende jaren Locatie Streekweg: Zorgen voor een transparante beoordelingsmethodiek van vaardigheidstoetsen. Validiteit aanscherpen: elke toets is representatief voor het betreffende gedeelte van het leerstofgebied. Borgen kwaliteit schoolexamens: we hebben een partnerschool en wisselen schoolexamens uit om deze extern te evalueren. Borging van validiteit, betrouwbaarheid, transparantie en beheersbaarheid staan centraal. Checkfase: hebben we voldoende aandacht gegeven aan de doelstellingen in het toetsplan en is de kwaliteit toegenomen? Locatie Leuvensbroek: Evaluatie toetsbeleid.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 17
4.4 ICT in het onderwijs Wij zien het als onze maatschappelijke opdracht om individuele leerlingen de mogelijkheid te geven zichzelf te ontwikkelen en te ontplooien. Om het optimale uit leerlingen te halen, vinden wij het van belang zo veel mogelijk in te spelen op hun specifieke leerbehoeften en vormen van ‘gepersonaliseerd’ leren te bieden. Wij denken dat ICT hieraan een positieve bijdrage kan leveren en volgen de landelijke ontwikkelingen op dit gebied nauwlettend. Daarnaast denken wij dat we ons onderwijsprogramma met de inzet van ICT nog uitdagender, interactiever en interessanter kunnen maken. Daar waar mogelijk zoeken we de samenwerking met andere Alliantie VO-scholen om de krachten te bundelen en om van elkaar te leren. Wij vinden het ook van belang dat ons onderwijs aansluit bij de maatschappelijke ontwikkelingen. Daarom willen we leerlingen de vaardigheden laten ontwikkelen die mensen nodig hebben om volwaardig te functioneren in de 21e eeuw. ICT heeft een grote impact op de maatschappij van vandaag. Vooral het effect van sociale media is de afgelopen jaren fors toegenomen. Ook zien wij dat de veelheid aan beschikbare informatie, de aanwezige afleiding en de complexiteit van de beschikbare informatie regelmatig leiden tot misinterpretatie bij jongeren. Ook jongeren moeten leren en zelf ondervinden hoe ze slim en veilig omgaan met internet. Ook hieraan besteden wij aandacht. Wij vinden dat het ICT-leermiddelenbeleid een integraal onderdeel is van het totale schoolbeleid. Daarnaast zijn wij van mening dat het gebruik van digitale leermiddelen in ons onderwijs een middel is, en geen doel op zich. De schoolleiding en het middenmanagement stellen zich op als eigenaar van dit beleid, zowel in woord als in gedrag. Keuzes in ons algemene schoolbeleid zijn leidend voor de keuzes op ICT-gebied. Slechts in een enkel geval kan de situatie andersom zijn, als ICT(on)mogelijkheden de keuzes in het schoolbeleid beïnvloeden. De schoolleiding beseft dat de implementatie van ICT complexer wordt naarmate het ambitieniveau stijgt. Een ingrijpende verandering vraagt veel van de medewerkers. Ook (en vooral) leraren moeten voldoende ICT-vaardig zijn. Er wordt een stevig beroep gedaan op hun pedagogisch-didactische vaardigheden én hun bereidheid om met deze aanpassingen om te gaan. Niet de inzet van ICT verhoogt het leerrendement, maar de leraar die een bepaalde toepassing goed inzet. Deskundigheid is de basis. De schoolleiding geeft de leraren de ruimte om met ICT in het onderwijs te experimenteren en zorgt op basis daarvan voor de professionalisering. Van leraren verwachten we dat zij deze uitdaging aangaan binnen hun professionele ruimte. Het is onze stellige overtuiging dat de docenten, en de wijze waarop zij onderwijs verzorgen, de belangrijkste factoren zijn in het bijbrengen van kennis en vaardigheden aan de leerlingen.
De opdrachten en doelen voor de komende jaren •
Om het optimale uit leerlingen te halen, spelen wij zo veel mogelijk in op hun specifieke leerbehoeften. Wij willen ons onderwijs laten aansluiten bij de maatschappelijke ontwikkelingen. Leerlingen laten we daarom de vaardigheden trainen die zij nodig hebben om volwaardig te functioneren in de 21e eeuw. ICT levert hieraan een positieve bijdrage. Door de inzet van digitale middelen verwachten we flinke stappen vooruit te zetten.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 18
•
•
Het ICT-leermiddelenbeleid is een integraal onderdeel van het totale schoolbeleid. De schoolleiding en het middenmanagement stellen zich op als eigenaar van dit beleid, zowel in woord als gedrag. De schoolleiding geeft leraren de ruimte om met ICT in het onderwijs te experimenteren en zorgt op basis daarvan voor de professionalisering. Van leraren verwachten we dat ze deze uitdaging aangaan binnen hun professionele ruimte. Ook (en vooral) leraren moeten voldoende ICT-vaardig zijn. Er wordt een stevig beroep gedaan op hun pedagogisch-didactische vaardigheden én hun bereidheid om met deze aanpassingen om te gaan. Leerkrachten hebben hierbij intensieve training en begeleiding nodig. Professionalisering is essentieel om deze onderwijskundige ontwikkeling te laten slagen.
Het Mondial College zet in op de ontwikkeling van draagvlak onder de medewerkers, om het gebruik van ICT–hulpmiddelen in ons onderwijs op een goede manier te intensiveren. 4.5 Leermiddelen We kunnen onze visie op onderwijs alleen realiseren met een doordachte inzet van leermiddelen zoals methodes, instrumenten en apparaten. Het Mondial College hanteert de volgende uitgangspunten: We willen mogelijkheden bieden voor differentiatie op niveau, tempo, interesse en leerstijl. We willen dat leerlingen leren zelfstandig te werken. We willen een contextrijke leeromgeving. Het leermiddel plaatst leerstof in contexten die voor leerlingen relevant en herkenbaar zijn, zet aan tot toepassing van het geleerde in die contexten en laat leerlingen het nut van de leerstof in de ‘echte’ wereld zien. Samenwerking is een belangrijke werkvorm voor de leerlingen. We werken met projecten: het leermiddel moet de mogelijkheid bieden om vakoverstijgend en probleemgericht te werken. De leermiddelen laten de samenhang zien tussen verschillende vakken. Het onderwijs moet een hoog actualiteitsgehalte hebben. We werken met doorlopende leerlijnen: het leermiddel moet binnen een (bestaande) leerlijn passen. ICT krijgt een steeds prominentere rol binnen de leermiddelen. In het leermiddelenbeleidsplan zijn bovenstaande aspecten verder uitgewerkt en aangevuld. De opdrachten en doelen voor de komende jaren We stellen een leermiddelenbeleidsplan op, met het schoolplan als uitgangspunt, en voeren dit uit. Het plan zorgt voor samenhang tussen de beleidsterreinen onderwijs, ICT, financiën en personeel. Met name de essenties van het onderwijsbeleid moeten stroken met het leermiddelenbeleid.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 19
5. De organisatie van het Mondial College 5.1 Eén school, twee locaties Het Mondial College, nu nog een school met drie locaties, is met ingang van 2014 gevestigd op twee locaties. De school heeft dan een havo/atheneum-locatie, met ook een brede instroom van T/H-leerlingen in de brugklas, en een vmbo-locatie, met een instroom van tl- en beroepsgerichte basis- en kader-leerlingen. Hierbij is er op de vmbolocatie sprake van leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). Tussen de locaties zijn er verschillen die berusten op inhoudelijke en culturele gronden. Niettemin opereert het Mondial College op een groot aantal vlakken als één brede scholengemeenschap. Daarin ligt ook de kracht van de school: eenheid in verscheidenheid. In feite zien we het Mondial College als een schoolcampus met twee verschillende gebouwen die, weliswaar op enige afstand van elkaar, één geheel vormen. Per locatie kunnen we de Mondial-brede regels en afspraken soms anders uitwerken, maar alles gebeurt altijd binnen de Mondial-kaders. Iedere locatie wordt aangestuurd door een locatiedirecteur, die ruime bevoegdheden heeft en die verantwoording aflegt aan de rector. 5.2 De centrale organisatie Het Mondial College wordt centraal aangestuurd door een rector, die het algemene schoolbeleid bepaalt. De beide locatiedirecteuren hebben de ruimte om binnen dit algemene schoolbeleid, en na toestemming van de rector, specifiek invulling te geven aan hun eigen locatie. De rector en de locatiedirecteuren vormen samen het centraal managementteam (CMT). De ondersteunende diensten zijn centraal geregeld, met uitzondering van de directe onderwijsgebonden onderwijsondersteuning (zoals onderwijsassistenten, decanen, etc.). De dagelijkse aansturing van locatiegebonden ondersteuners kan bij de locatiedirecteuren liggen, maar de hiërarchische aansturing blijft de verantwoordelijkheid van het betreffende stafhoofd. De aansturing van de stafhoofden ligt bij de rector. Zie ook het organogram in de bijlage. Voor de afstemming tussen het centrale niveau, de ondersteunende diensten en het locatieniveau, is er het gemeenschappelijk managementoverleg (GMO). Dit is een overleg van de directie, de teamleiders en de stafhoofden.
5.3 De locatie ten opzichte van de school Zoals eerder aangegeven biedt het centrale schoolbeleid, ontwikkeld door het CMT en vastgesteld door de rector, de kaders voor het opereren van de locaties. Elke locatie heeft een locatiedirecteur, die verantwoordelijk is voor de locatie. 5.4 Rol onderwijsteams en vaksecties Het onderwijs op de locaties wordt verzorgd door de onderwijsteams. Een onderwijsteam is verantwoordelijk voor het verzorgen van het onderwijs en de begeleiding van een groep leerlingen in een aantal jaarlagen binnen een studieprogramma (brugklas, vmbo-tl, vmbo-beroepsgericht, havo, atheneum). Ieder onderwijsteam wordt aangestuurd door een teamleider. Docenten die onderwijs verzorgen in eenzelfde vakgebied zijn verenigd in vaksecties. Deze vaksecties zijn verantwoordelijk voor de inhoudelijke afstemming van het
Definitieve versie schoolplan
Pagina 20
vakonderwijs over de jaren heen (doorlopende leerlijnen). Iedere vaksectie heeft een voorzitter, die de vaksectie bijeenroept, de vergaderingen voorzit en die, daar waar nodig, eerste aanspreekpunt is voor het management (leden GMO). De aansturing van de vaksecties vraagt om verbetering. In de komende planperiode werken we hieraan. Het uitgangspunt hierbij is dat wij streven naar een aansturing van de vaksecties door de teamleiders, waarbij elke teamleider een aantal vaksecties onder zijn of haar hoede krijgt. Bij het vmbo is dat al in grote mate het geval. 5.5 Rol teamleider Een teamleider is verantwoordelijk voor de aansturing van de docenten en de onderwijsassistenten die werkzaamheden verrichten binnen zijn of haar team. Ook is de teamleider verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het onderwijs dat het team verzorgt en de manier waarop de docenten de leerlingen begeleiden. De teamleider hoort bovendien constructief mee te denken over de ontwikkeling van het Mondial College als geheel en van de locatie waaraan hij of zij is verbonden in het bijzonder. De komende planperiode zetten wij in op de professionalisering van deze leidinggevende functie. 5.6 Rol beleidsmedewerker Een beleidsmedewerker heeft de taak om het schoolbeleid voor te bereiden en in sommige gevallen mee te implementeren. Dit in samenwerking met en voor het CMT. Daarnaast kan een beleidsmedewerker het CMT zowel gevraagd als ongevraagd advies geven op zijn of haar aandachtsgebied. De meeste beleidsmedewerkers bij het Mondial College hebben naast hun beleidstaken ook een leidinggevende taak. Het betreft dan het aansturen van een stafdienst. In die hoedanigheid zijn zij dus stafhoofd. 5.7 Rol stafhoofd Stafhoofden kunnen een eigen afdelingsbeleid uitvoeren. De voornemens hiertoe leggen zij jaarlijks voor aan het CMT. Over het uitgevoerde afdelingsbeleid leggen zij jaarlijks verantwoording af aan hun leidinggevende. Het gaat hier dus om beleid met betrekking tot het functioneren van de eigen afdeling. Uiteraard moet dit afdelingsbeleid passen binnen het algemene schoolbeleid, zoals vastgesteld door het CMT. Ook voor deze leidinggevende functie geldt dat wij de komende planperiode extra insteken op de professionalisering. 5.8 Vrijwilligers Vrijwilligers zijn mensen die betrokken zijn bij onze school en hiervoor een vrijwilligersvergoeding ontvangen volgens de normen van de Belastingdienst. Zij zijn niet in dienst van onze school. De inzet van vrijwilligers heeft een duidelijk doel: het stimuleren van de betrokkenheid bij de school. Daarnaast kunnen vrijwilligers een welkome aanvulling betekenen op de personele inzet. Wij zetten ze echter nooit in op structurele activiteiten. Wel schakelen wij vrijwilligers bijvoorbeeld in voor hulp bij organisatorische en administratieve taken, ouderavonden en specifieke klussen.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 21
5.9 Effectiviteit en efficiëntie Het zijn moeilijke tijden voor de school. De vele bezuinigingen spelen hierin een belangrijke rol. Het is zaak om de tering zo veel mogelijk naar de nering te zetten, onder meer bij de inzet van personeel. Het personeel dat direct aan het onderwijs is gebonden, wordt hierbij zo veel mogelijk ontzien. In deze categorie vallen zowel de docenten als een aantal ondersteuners die rechtstreeks betrokken zijn bij de totstandkoming van het onderwijsproces. Het ziet er niet naar uit dat de omstandigheden de komende jaren gunstiger worden. Daarom onderzoeken we de mogelijkheden om de dienstverlening en processen efficiënter te organiseren. Het uitgangspunt hierbij is dat de effectiviteit zo veel mogelijk op peil blijft. De opdrachten en doelen voor de komende jaren
De komende planperiode zetten wij in op de verdere professionalisering van de leidinggevende functies van teamleider en stafhoofd. We onderzoeken de mogelijkheden om de effectiviteit en efficiëntie van het management en de ondersteunende diensten te verhogen. De uitkomsten van dit onderzoek worden doorvertaald naar de praktijk. We (her)structureren de aansturing van de vaksecties. Deze aansturing komt bij de teamleiders te liggen. Zo kan de gewenste opbrengstgerichte cultuur beter tot uiting komen. Uiterlijk een halfjaar na het betrekken van de nieuwbouw heeft het Mondial College nog maar één hoofd Facilitaire Zaken. Deze werkt Mondial-breed en wordt aangestuurd door de rector.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 22
6. Personeel
6.1 Personeelsbeleid De eigen onderwijsontwikkelingen, in combinatie met hoge verwachtingen vanuit de maatschappij, vragen om een professionele opstelling van onderwijsondersteunend en onderwijsgevend personeel. De komende jaren slaan we een weg in waar hoge prestaties, excellentie en professionalisering het credo zijn. Het voortgezet onderwijs heeft de opdracht leerlingen goed te laten presteren en waar mogelijk te laten excelleren. HRM-beleid vervult hierin een sleutelrol: leraren moeten opbrengstgericht werken, krijgen meer professionele ruimte en worden gemotiveerd om zich te scholen. Ook bij schoolleiders en middenkader ligt het accent op professionalisering. Om dit te bewerkstelligen, gaat de Inspectie van het Onderwijs strenger beoordelen. Voor ons is het de uitdaging om in deze cultuur van hoge verwachtingen en hoge ambities onze eigen koers te varen en de kansen die er liggen op te pakken. We vertrekken vanuit eigen kracht en geven vorm aan de eigen, unieke schoolontwikkeling. Een sterk HRM-beleid is hierbij nodig. Een beleid dat verwachtingen verheldert en medewerkers ondersteunt bij het loslaten van oude gewoontes, het experimenteren met nieuwe methoden en het aanwenden van nieuwe competenties. De volgende uitgangspunten zijn dan ook richtinggevend voor het HRM-beleid van de Alliantie VO en het Mondial College: 1. Personeelsbeleid maakt deel uit van het strategisch beleid. 2. Medewerkers vormen het belangrijkste kapitaal van de organisatie. 3. Als Academische Opleidingsschool (AOS) investeren we in permanent leren en ontwikkelen. 4. Moderne arbeidsvoorwaarden en personeelsinstrumenten zijn aanwezig en worden ontwikkeld. Het personeelsbeleid kent een belangrijke plaats in het strategisch beleid en de beleidscyclus op zowel school- als Alliantie VO-niveau. Het personeelsbeleid is een integraal onderdeel van het beleid van de school en dat van de Alliantie VO. Onder het motto ‘Het zijn de mensen die ertoe doen’, erkent het Mondial College het belang van zijn medewerkers. We verwachten veel van onze medewerkers. Medewerkers werken binnen de schoolontwikkeling actief aan hun professionele ontwikkeling en zijn regisseur van hun eigen loopbaan. Zij hebben hart voor leerlingen en leveren een bijdrage aan het realiseren van de schooldoelstellingen. Zij zetten zich in voor het behalen van deze doelen. Schoolleiders zijn regisseur van een cultuur van afstemming en communicatie binnen de school. Zij coachen, stimuleren en sturen. Schoolleiders investeren in faciliteiten en condities voor medewerkers om te leren en te ontwikkelen. Schoolleiders zijn de onderwijskundig leiders en hebben visie. Zij zorgen ervoor dat individuele ontwikkeling en schoolontwikkeling hand in hand gaan. Het Mondial College wil de komende jaren verder vorm geven aan de professionele cultuur. In deze cultuur verwachten wij het volgende van elkaar: Onderwijs is onze kernactiviteit. Het onderwijs staat dagelijks in de schijnwerpers. Positieve en kritische geluiden wisselen elkaar af. Medewerkers realiseren zich dat het onderwijs ertoe doet. Van conciërge tot docent: iedereen draagt uit hart te hebben voor leerlingen, is trots om op school te werken en is ambassadeur van de school. Medewerkers vinden hun basis in hun team en/of sectie. Dit is de plek voor ontwikkeling, onderzoek, klankbord en ondersteuning. We kunnen het niet alleen,
Definitieve versie schoolplan
Pagina 23
samen vormen we de school. Het team is van belang, want gezamenlijk bepalen we het resultaat. Leiderschap is stimulerend en resultaatgericht. Leidinggevenden vervullen een voorbeeldfunctie bij de uitvoering van het schoolbeleid. Zij dragen de gewenste cultuur uit, zetten de lijnen uit, geven betekenis en stimuleren samenwerking binnen de teams. Ze creëren voorwaarden, houden doelen in de gaten en hebben oog voor de lijn van de schoolontwikkeling. Medewerkers voeren de regie over hun eigen loopbaan. In de gesprekkencyclus is periodiek aandacht voor de loopbaanoriëntatie van medewerkers. Medewerkers worden actief begeleid en beoordeeld. Bij het werken aan kwaliteit hoort ook het aanspreken op resultaten, het verhelderen van verwachtingen en het nakomen van de kwaliteitsafspraken.
6.1.1 Formatie Het Mondial College streeft ernaar om de kosten van de personele formatie in evenwicht te brengen met de inkomsten die hiervoor worden verkregen. Daarbij moeten we onderscheid maken tussen de (structurele) inkomsten uit de bekostiging via de lumpsum en tijdelijke inkomsten bekostigd uit (doel)subsidies. In relatie tot deze laatste categorie inkomsten is het doel om hiervoor uitsluitend medewerkers met een (tijdelijke) projectaanstelling in te huren. Niettemin kunnen de werkzaamheden die voortvloeien uit de subsidie natuurlijk wel worden uitgevoerd door medewerkers op een vaste formatieplaats. Bij het opstellen van de formatie wordt in eerste instantie uitgegaan van de lessentabel en de direct daaraan gekoppelde leerlinggebonden taken. 6.1.2 Leeftijdsopbouw medewerkers Het Mondial College heeft, gezien de leeftijdsopbouw van het personeel, momenteel al te maken met een hoog percentage Bapo-gerechtigden (Bevordering arbeidsparticipatie ouderen). Als het cao-beleid niet wijzigt, neemt dit percentage de komende jaren nog fors toe. Vooral de kosten van de vervanging samenhangend met het Bapo-gebruik begint nu al een zware wissel te trekken op de organisatie. De mogelijkheden om als individuele school hierop in te spelen zijn zeer beperkt. We streven naar een evenwichtige leeftijdsopbouw binnen het medewerkersbestand. Ook moet er een goede balans zijn tussen ervaren en startende medewerkers. Bij de instroom van nieuwe medewerkers besteden we hier aandacht aan. Kwaliteit blijft echter voorop staan tijdens de werving. Het is de bedoeling om binnen het personeelsbeleid tools te ontwikkelen om in te spelen op de diverse leeftijdsfasen van medewerkers (leeftijdsfasebewust personeelsbeleid). De directie is van mening dat er in de praktijk een maatwerkbeleid van toepassing moet zijn. Het levensfasebewust personeelsbeleid wordt de komende jaren opgezet. 6.1.3 Functiemix Het is de bedoeling de invoering van de functiemix beleidsrijk uit te voeren. De vastgestelde functieprofielen vormen hiervoor het uitgangspunt. Het streven is om de in deze profielen opgenomen werkzaamheden zo goed mogelijk te laten corresponderen met de jaarlijkse takenplaatjes van de diverse functionarissen. Ook in de gesprekkencyclus is de kwaliteit van uitvoering van de aan de functie gerelateerde werkzaamheden onderwerp van gesprek (en beoordeling). De komende planperiode willen we de laatste fase van de functiemix uitvoeren. Hoewel we aardig op schema liggen moet het percentage LD-docenten verder omhoog. Er komt overleg met de PMR over het inzetten van de bandbreedte (binnen de randvoorwaarden van de cao) voor de uitruil tussen nog te benoemen LD-formatie en LC-formatie om de voorgeschreven streefwaarde te behalen.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 24
6.1.4 Gesprekkencyclus Het consequent uitvoeren van de gesprekkencyclus is een uiterst krachtig instrument om goed personeelsbeleid vorm te geven. De ontwikkeling van medewerkers of de stagnatie hierin horen regelmatig onderwerp van gesprek te zijn tussen leidinggevende en medewerker. Bij het juist uitvoeren van de gesprekkencyclus heeft zowel medewerker als leidinggevende de gelegenheid om afspraken te maken over de individuele ontwikkeling en het individuele functioneren in relatie tot de schoolontwikkeling en schoolresultaten. Het regelmatig houden van dergelijke gesprekken wordt dan ook krachtig gestimuleerd door de directie. Dit geldt ook voor het jaarlijks houden van minimaal één gesprek over de werkafspraken voor de komende periode en opbrengsten uit de afgelopen periode (taakgesprek). Bij al deze gesprekken is het van groot belang dat de afspraken eenduidig worden vastgelegd. 6.1.5 Scholing en deskundigheidsbevordering De komende jaren gaat er meer aandacht uit naar scholing en deskundigheidsbevordering voor leidinggevenden en medewerkers. Belangrijke input hiervoor vormen de functionerings- en voortgangsgesprekken en de taakgesprekken. Bij de invulling van de scholing leggen wij nadrukkelijk de relatie met de schoolontwikkeling. In het bij te stellen scholingsbeleidsplan en in de jaarlijkse scholingsplannen geven we hier nader invulling aan. Professionalisering begint bij een sterk management dat bijdraagt aan de kwaliteit van de medewerkers. In het leidinggevende aspect zal dit ook moeten blijken uit het situationeel leidinggeven en het inzetten van mensen op hun kwaliteiten. Daarnaast blijft er aandacht bestaan voor het individueel scholen om deskundigheid en kennis te vergroten. De professionalisering van de schoolleiding krijgt de komende periode dan ook nadrukkelijk aandacht. Er komt een ontwikkelingsprogramma voor het management om de ruggengraat van de school te versterken en van daaruit alle medewerkers verder te professionaliseren. 6.1.6 De Academische Opleidingsschool Het Mondial College neemt deel in de Academische Opleidingsschool (AOS). De komende jaren kiezen we hierbij nadrukkelijker de richting van een bijdrage aan de schoolontwikkeling naast een bijdrage aan de dagelijkse schoolpraktijk. Dit kunnen we vooral bereiken door het goed afstemmen van de inzet van stagiairs en leraren in opleiding (lio’s) en door het tijdig betrekken van de onderzoekscapaciteit in zowel het primaire proces als bij de schoolontwikkeling. Dit verhoogt het rendement van deelname aan de AOS. De locatiedirecteuren zullen hier nadrukkelijk op sturen. 6.1.7 Verzuimbeheersing Het Mondial College kende de afgelopen jaren een relatief hoog ziekteverzuim. Het ziekteverzuimpercentage is het laatste jaar echter wel gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. Ook de komende jaren gaat er extra aandacht uit naar dit ziekteverzuimpercentage en de inzet van medewerkers die langdurig en/of veelvuldig ziek zijn. De invulling van de rol van de leidinggevende is hierbij van groot belang. Ons personeelsbeleid is erop gericht om uitval van medewerkers te voorkomen en dit moet het ziekteverzuim terugdringen. Ook tijdens de overleggen van het Sociaal Medische Team (SMT) is er extra aandacht voor de noodzaak van preventief beleid. 6.1.8 Introductie nieuwe medewerkers Het Mondial College biedt nieuwe docenten een gedegen introductieprogramma. Ook hebben we een goed begeleidingsbeleid. Het Mondial College streeft dan ook naar weinig tot geen uitval van nieuwe docenten. Voor de andere functies (teamleiders, stafhoofden en OOP) komt er eveneens een vastgesteld introductiebeleid. In aansluiting op de verdere professionalisering die het Mondial College voorstaat, gaat hier de komende planperiode meer aandacht naar uit. Het doel is dat verwachtingen, rol en taken duidelijk in beeld zijn en in de
Definitieve versie schoolplan
Pagina 25
gesprekkencyclus beoordeeld en verder begeleid kunnen worden. Als we medewerkers op een juiste en effectieve manier inwerken, komt dit ook ten goede aan alle andere speerpunten, zoals verzuimbeheersing. De opdrachten en doelen voor de komende jaren 1. De komende periode is er aandacht voor het formuleren van een strategisch personeelsbeleid. Ons doel is dat het personeelsbeleid zodanig wordt ingezet dat het bijdraagt aan de korte- en langetermijndoelen van het Mondial College. 2. Het Mondial College streeft ernaar om de kosten van de personele formatie in evenwicht te brengen met de inkomsten die het hiervoor verkrijgt. 3. Het Mondial College heeft door de leeftijdsopbouw van het personeel nu al te maken met een hoog percentage Bapo-gerechtigden. De directie zal het probleem van de kosten van de Bapo aankaarten bij degenen die meer invloed hebben op het beleid. 4. We streven naar een evenwichtige leeftijdsopbouw binnen het medewerkersbestand. Belangrijk is een goede balans tussen ervaren en startende medewerkers. Bij de instroom van nieuwe medewerkers moet hier aandacht voor zijn. 5. Via de ontwikkeling van tools willen we toewerken naar een leeftijdsfasebewust personeelsbeleid. In de praktijk zal een maatwerkbeleid van toepassing zijn. Dit nemen we ook mee in de bestaande gesprekkencyclus. Het levensfasebewust personeelsbeleid wordt de komende jaren opgezet. 6. Het is de bedoeling om de invoering van de functiemix beleidsrijk uit te voeren. De vastgestelde functieprofielen vormen hiervoor het uitgangspunt. Het streven is om de in deze profielen opgenomen werkzaamheden zo goed mogelijk te laten corresponderen met de jaarlijkse takenplaatjes van de diverse functionarissen. 7. De komende planperiode willen we de laatste fase van de functiemix uitvoeren. Het percentage LD-docenten moet verder omhoog. Er komt overleg met de PMR over het inzetten van de bandbreedte voor de uitruil tussen nog te benoemen LDformatie en LC-formatie om de voorgeschreven streefwaarde te behalen. 8. De directie stimuleert het regelmatig houden van gesprekken met medewerkers. Belangrijk is ook dat er jaarlijks minimaal één gesprek is over werkafspraken voor de komende periode en opbrengsten uit de afgelopen periode. Ook in de gesprekkencyclus is de kwaliteit van uitvoering van de aan de functie gerelateerde werkzaamheden onderwerp van gesprek (en beoordeling). 9. In de komende jaren krijgen scholing en deskundigheidsbevordering voor leidinggevenden en medewerkers meer aandacht. Belangrijke input hiervoor vormen de functionerings- en voortgangsgesprekken. Ook leggen we nadrukkelijk de relatie met de schoolontwikkeling. In het bij te stellen scholingsbeleidsplan en in de jaarlijkse scholingsplannen wordt hieraan verder invulling gegeven. 10. De professionalisering van de schoolleiding krijgt de komende periode extra aandacht. Er komt een ontwikkelingsprogramma voor het management om de ruggengraat van de school te versterken en van daaruit alle medewerkers verder te professionaliseren. 11. Het Mondial College neemt deel in de Academische Opleidingsschool (AOS). De komende jaren kiezen we hierbij nadrukkelijker de richting van een bijdrage aan de schoolontwikkeling en/of een bijdrage aan de dagelijkse schoolpraktijk. 12. Ook de komende jaren houden we verhoogde aandacht voor het ziektepercentage en de inzet van medewerkers die langdurig en/of veelvuldig ziek zijn. Tijdens de SMT-overleggen komt er meer aandacht voor de noodzaak van preventief beleid. 13. Het Mondial College biedt nieuwe docenten een gedegen introductieprogramma. Ook hebben we een goed begeleidingsbeleid. Voor de andere functies (teamleiders, stafhoofden en OOP) komt er eveneens een introductiebeleid.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 26
7. Financiën 7.1 De financiële huishouding Een goede financiële huishouding vormt een noodzakelijke voorwaarde voor het voortbestaan van het Mondial College. Door diverse oorzaken, zoals de langdurige ongunstige huisvestingssituatie en een te grote personele inzet in relatie tot de inkomsten van de school, is die huishouding momenteel nog onvoldoende op orde. Inmiddels zijn er meerdere stappen ondernomen om de financiën weer op orde te krijgen. Vaak hebben deze stappen echter niet onmiddellijk effect, maar laat het rendement enige tijd op zich wachten. Aan de financiële nadelen van de ongunstige huisvestingssituatie komt in de loop van 2014 een einde. Zoals vermeld heeft het Mondial College te maken met relatief hoge personeelslasten. Naar verwachting stijgen deze in de nabije toekomst nog verder doordat de overheid heeft besloten dat alle werknemers langer moeten doorwerken. Hierdoor neemt de gemiddelde personeelslast nog verder toe. Door het oplopen van de gemiddelde leeftijd, neemt naar verwachting ook het Bapo-gebruik toe. Hierdoor daalt de netto inzetbaarheid van de medewerkers en stijgen de kosten per netto inzetbaar uur nog verder. Daarnaast heeft het Mondial College de laatste jaren het probleem dat inkomsten en uitgaven niet met elkaar in balans zijn. Dit komt door de wijze van uitvoering van het onderwijs en de mate van de ondersteuning ervan. Belangrijke oorzaak hiervan is het brede onderwijsaanbod, dat in sommige afdelingen zorgt voor relatief kleine klassengroepen. In de komende planperiode onderzoeken we of er werkbare alternatieven zijn – in de organisatie van zowel onderwijs als ondersteuning – die ertoe leiden dat personele inkomsten en uitgaven beter met elkaar in balans raken. Belangrijke aandachtspunten zijn verder: de planning-en-controlcyclus; het voortdurend blijven werken aan het kostenbewustzijn in alle lagen van de organisatie. 7.2 De gevolgen van de verhuizing voor de financiën In 2014 verlaat het Mondial College de huidige huisvesting aan de Streekweg en de Energieweg in Nijmegen. Alle vmbo-opleidingen, en dus ook de opleiding vmbo-t die nu nog wordt verzorgd op de locatie Leuvensbroek, worden dan gehuisvest in het gebouw aan de Meeuwse Acker, dat momenteel in aanbouw is. Het nieuwe gebouw is zodanig van kwaliteit dat de verwachting is dat de exploitatielasten voor de huisvesting van het vmbo aanzienlijk afnemen. De eerste jaren in het nieuwe gebouw gebruiken we om de mogelijkheden verder te verkennen en volledig te gaan benutten. Het vertrek van de vmbo-t-leerlingen uit het gebouw Leuvensbroek leidt tot een sterk verminderde gebruikslast op dit gebouw. In hoeverre dit zal leiden tot een gedeeltelijke herinrichting, valt nog te bezien en is zeker ook afhankelijk van de financiële situatie van het Mondial College. In ieder geval wordt de exploitatie van het gebouw Leuvensbroek minder gunstig, aangezien de lasten door aanmerkelijk minder leerlingen opgebracht moeten worden. De directie houdt de vinger aan de pols en onderzoekt in hoeverre er maatregelen nodig zijn (onderverhuur, gedeeltelijk afstoten). De opzet van het pand lijkt in elk geval weinig alternatieven te bieden. Dit is een beperkende factor.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 27
7.3 Vrijwillige ouderbijdrage Jaarlijks stelt het Mondial College, na instemming van de oudergeleding van de MR, de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage vast. Hierbij hanteren wij de ‘Gedragscode schoolkosten voortgezet onderwijs’. We opereren hierbij binnen de kaders die de overheid stelt (Inspectie voor het Onderwijs). 7.4 Het financieel risicomanagement Het Mondial College heeft een gemiddeld financieel risico. Doordat het weerstandsvermogen van de school te laag is, zijn er echter onvoldoende middelen om de financiële risico’s af te dekken. Dit lage weerstandsvermogen is veroorzaakt door te hoge formatielasten in het verleden (te veel en te duur personeel in dienst gehouden) en door de onvoorziene extra lasten die het Mondial College gedurende meerdere jaren moest accepteren vanwege het uitstel van de nieuwbouwplannen voor het vmbo. Door dit laatste ontstond een zeer onrendabele huisvestingssituatie. Ook de hoge Bapo-lasten zijn een grote aanslag op het budget. Landelijke aanpassingen van de Bapo-regeling of een aanmerkelijke verhoging van de Bapo-compensatie door de overheid kunnen uitkomst bieden. Het streven is om het weerstandsvermogen in de toekomst op peil te brengen. Dit doen we door de formatie verder in balans te brengen met het personele budget. Verder betrekken we op 1 augustus 2014 de vmbo-nieuwbouw. Ook deze stap helpt ons om het uitgavenpatroon te normaliseren. De opdrachten en doelen voor de komende jaren
Verder ontwikkelen van de planning-en-control cyclus. Voortdurend blijven werken aan het kostenbewustzijn in alle lagen van de organisatie. Invoering van het financieel risicomanagement. Het vertrek van de vmbo-tl-leerlingen uit het gebouw Leuvensbroek leidt tot een sterk verminderde gebruikslast op dit gebouw. De directie houdt de vinger aan de pols en onderzoekt of er maatregelen nodig zijn (onderverhuur, gedeeltelijk afstoten).
Definitieve versie schoolplan
Pagina 28
8. Facilitair 8.1 Verhuizing en inrichting nieuwbouw Een van de speerpunten binnen Facilitaire Zaken voor de komende tijd is de verhuizing naar, de inrichting van en de ingebruikname van de nieuwe vmbo-locatie aan de Meeuwse Acker. Dit gebeurt per 1 augustus 2014. De verhuizing en ingebruikname pakken we, in overleg met betrokken personeel, leerlingen en ouders, planmatig aan. In (augustus) 2014 verhuizen de tl-leerlingen van Leuvensbroek naar de Meeuwse Acker. Vanaf 2014 stromen nieuwe vmbo-tl-leerlingen rechtstreeks in op de Meeuwse Acker. Een groot gedeelte van de huidige (en dus oude) inventaris van de locaties Streekweg en Energieweg gaat mee naar de nieuwbouw, omdat er onvoldoende middelen zijn voor een volledig nieuwe inventaris. 8.2 Organisatiestructuur Facilitaire Zaken Een halfjaar na het betrekken van de nieuwbouw, heeft het Mondial College nog slechts één hoofd Facilitaire Zaken. Deze werkt dan Mondial-breed en valt onder de aansturing van de rector. De kantine wordt dan volledig verzorgd door een cateringbedrijf. De facilitair medewerkers (hoofdconciërge, (hulp)conciërge, telefonist, receptionist) richten zich op kwaliteit, efficiënt werken en kostenreductie. Zij worden allemaal op hetzelfde kennisniveau gebracht, met als einddoel: één team voor twee locaties. Zij zorgen voor maximale ondersteuning van het onderwijsproces, binnen de mogelijkheden van de organisatie. klant- en servicegerichtheid zijn daarbij wel altijd het uitgangspunt. 8.3 Bestek repro/printers Na afronding van het traject Europese aanbesteding schoonmaak in augustus 2012, maakt de Alliantie VO in nauwe samenwerking met de scholen medio 2014 een start met de Europese aanbesteding op het gebied van repro en printers. Voor die tijd wordt er intern een nieuw bestek geschreven voor het Mondial College. De centrale vraag hierbij is: op welke plaatsen in de twee gebouwen willen we welke repro- en printmogelijkheden? 8.4 Spendanalyse Op advies van de accountant heeft de Alliantie VO opdracht gegeven aan het Nederlands Inkoop Centrum (NIC) om een spendanalyse toe te passen op Alliantie VO- en op schoolniveau. De spendanalyse is een kwalitatief inkooponderzoek, waarbij het crediteurenbestand wordt geïnventariseerd en de belangrijkste analyses worden geselecteerd. Vanuit de Alliantie VO is een werkgroep gevormd die op termijn scholen gaat adviseren om bepaalde acties uit te zetten. Het doel: vermindering van facturen en besparing op inkoopkosten. Binnen het Mondial College stellen we een top 5 samen uit productgroepen waarop de belangrijkste analyses worden toegepast. Denk aan aanpassing van het contract, terugdringing van de facturen en efficiëntere inkoop.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 29
8.5 Uniformiteit in contractbeheer Het Mondial College gaat onderzoeken of er nog meer uniformiteit te behalen is op het gebied van contractbeheer. Daarbij ligt de nadruk op onder meer de volgende aandachtsgebieden: tuinonderhoud, ongediertebestrijding, repro, kantoormiddelen, beveiliging, liftonderhoud, inbraak- en brandbeveiligingsinstallaties, onderhoud van gebouwen, toilethygiëne, afvalverwerking en catering. De Alliantie VO onderzoekt of deze lijn daar kan worden doorgetrokken. 8.6 Arbo Op Alliantie VO-niveau worden afspraken gemaakt over de inhoud van een jaarlijks terugkerend arbo-jaarverslag en arbo-jaarplan. Op schoolniveau valt het realiseren van het arbo-jaarverslag en -jaarplan onder verantwoordelijkheid van de arbo-commissie. Deze bestaat uit medewerkers van beide locaties. 8.7 Schoolveiligheidsplan Leerlingen en medewerkers moeten binnen het Mondial College veilig kunnen leren en werken. Ouders moeten de school met een veilig gevoel bezoeken. Veiligheid is en blijft daarom prioriteit. Het (concept)schoolveiligheidsplan (SVP) is nu nog gericht op de locatie Leuvensbroek. Na 1 augustus 2014, als de locatie Meeuwse Acker in gebruik is genomen, maken we ook voor deze locatie een SVP. 8.8 Bedrijfshulpverlening De nu aanwezige bedrijfshulpverleningsplannen van locatie Streekweg en Energieweg, inclusief ontruimingsplannen, oefenplannen en actieplannen, worden herschreven naar één locatie, namelijk Meeuwse Acker. Het nu aanwezige bedrijfshulpverleningsplan van locatie Leuvensbroek houden we op dat moment ook kritisch tegen het licht en controleren we op zaken die vanaf dan mogelijk anders georganiseerd zijn. Dit vanwege het vertrek van de afdeling vmbo-t naar locatie Meeuwse Acker en een mogelijke herinrichting van het huidige gebouw. Om de veiligheid op beide locaties te borgen, moet het bedrijfshulpverleningsniveau op peil zijn én blijven. Dit organiseren we via jaarlijkse scholing van nieuwe medewerkers en herhalingsbijeenkomsten voor zittend personeel op het gebied van EHBO, BHV en AED. 8.9 RI&E RI&E staat voor Risico Inventarisatie en Evaluatie en is een vierjaarlijks terugkerend onderzoek naar veiligheids- en gezondheidsrisico’s in de school. Onderdeel van de RI&E is het opstellen van een Plan van Aanpak met daarin een omschrijving van de maatregelen die we hebben genomen om de risico’s te verminderen. De opdrachten en doelen voor de komende jaren
De facilitair medewerkers (hoofdconciërge, (hulp)conciërge, telefonist, receptionist) richten zich op kwaliteit, efficiënt werken en kostenreductie. Zij worden allemaal op hetzelfde kennisniveau gebracht, met als einddoel: één team voor twee locaties. Zij zorgen voor maximale ondersteuning van het
Definitieve versie schoolplan
Pagina 30
onderwijsproces, binnen de mogelijkheden van de organisatie. Klant- en servicegerichtheid blijven daarbij wel altijd het uitgangspunt. Na de afronding van de Europese aanbesteding schoonmaak in augustus 2012, start de Alliantie VO medio 2014 met het traject Europese aanbesteding op het gebied van repro en printers. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de scholen. Het Mondial College neemt actief deel aan de Alliantie VO-werkgroep die de scholen gaat adviseren over de vermindering van facturen en de besparing op inkoopkosten. We gaan onderzoeken of we meer uniformiteit kunnen bereiken op het gebied van contractbeheer. Ook wordt bekeken of het mogelijk is om deze lijn door te trekken op Alliantie VO-niveau. Veiligheid heeft prioriteit, ook in de toekomst. Voor de locatie Leuvensbroek is het schoolveiligheidsplan (SVP) al opgesteld. Na de ingebruikname van de locatie Meeuwse Acker, wordt ook hiervoor een SVP gemaakt. De bedrijfshulpverleningsplannen voor de locaties Streekweg en Energieweg worden herschreven naar de locatie Meeuwse Acker. Het nu aanwezige bedrijfshulpverleningsplan van locatie Leuvensbroek houden we kritisch tegen het licht en controleren we op veranderingen als gevolg van de verhuizing. Op het gebied van EHBO, BHV en AED blijven we scholing aanbieden voor nieuwe medewerkers en herhalingsbijeenkomsten voor zittend personeel. Het vertrek van de vmbo-t-leerlingen uit het gebouw Leuvensbroek leidt tot een sterk verminderde gebruikslast op dit gebouw. De directie houdt de vinger aan de pols en onderzoekt of er maatregelen nodig zijn (onderverhuur, gedeeltelijk afstoten).
Definitieve versie schoolplan
Pagina 31
9. Pr en communicatie Het Mondial College heeft een goede naam. Dit blijkt ook uit het Nijmegen-brede imagoonderzoek onder brugklasleerlingen, hun ouders en leerkrachten, dat gehouden is in 2012. Niettemin constateren wij dat lang niet alle leerlingen uit ons wervingsgebied kiezen voor het Mondial College. Soms heeft dat te maken met de, nog steeds, relatieve onbekendheid van de naam van de school in Nijmegen. Ondanks uitgebreide inspanningen op het gebied van pr en communicatie, associëren veel mensen het Mondial College nog met zijn ‘rechtsvoorgangers’: het Lindenholt College, de beroepsgerichte vmbo-opleidingen van het Maaswaal College en de t-opleiding van het Dominicus College. Dit blijkt een taai probleem. Zeker nu de demografische ontwikkelingen in ons wervingsgebied zullen leiden tot een terugloop van het aantal aanmeldingen, is het van groot belang om de naam van de school beter op de kaart te krijgen. Het nieuwbouwproject voor onze vmbo-afdelingen biedt ons die kans. Hier moeten we dus maximaal gebruik van maken, vooral via contacten met de plaatselijke pers. Onze leerlingen, hun ouders en onze medewerkers zijn onze beste ambassadeurs. In de toekomst gaan we, nog actiever dan nu, deze ambassadeurs gericht inzetten. Daarnaast verdienen het pr-materiaal en de presentaties op de scholingsmarkten onze voortdurende aandacht, evenals de overzichtelijkheid en het informatieve karakter van onze website. Ook de mogelijkheden voor de inzet van social media gaan we de komende periode verder verkennen en benutten. De school heeft een open karakter. Wij willen contact onderhouden met personen, bedrijven en instellingen in onze directe omgeving en het gehele wervingsgebied. Leerlingen willen wij in het kader van hun onderwijs, daar waar mogelijk, ook inzetten in onze omgeving. Eventueel kunnen wij onze faciliteiten ook voor deze relaties beschikbaar stellen. Een belangrijk bijeffect van dit alles is dat we zo de positieve bekendheid van de school bevorderen. Onderwijs is mensenwerk en in mensenwerk is communicatie erg belangrijk. Hierbij gaat het om zowel interne als externe communicatie. Goede communicatie is helder, eenduidig, tijdig en gericht op de juiste personen. Dit is ons doel. Te veel communicatie, onnodige communicatie of communicatie naar de verkeerde personen of instanties kan misverstanden veroorzaken. Bovendien leidt dit tot informatievervuiling, waarbij we door de bomen het bos niet meer zien. Dit moeten we zien te voorkomen. De school verwacht van haar medewerkers dat ze actief op zoek gaan naar de informatie die van belang is voor de uitoefening van hun functie. De opdrachten en doelen voor de komende jaren
Het is van groot belang om de naam van de school beter op de kaart te zetten. Het nieuwbouwproject voor onze vmbo-afdelingen biedt ons die kans. Hier moeten we maximaal gebruik van maken, vooral via contacten met de lokale pers. Onze leerlingen, hun ouders en onze medewerkers zijn onze beste ambassadeurs. We gaan deze ambassadeurs nog actiever en gerichter inzetten. De mogelijkheden voor de inzet van social media gaan we de komende jaren verder verkennen en benutten. Wij willen contact onderhouden met personen, bedrijven en instellingen in onze directe omgeving en ons gehele wervingsgebied. Leerlingen zullen wij in het kader van hun onderwijs, daar waar mogelijk, ook inzetten in onze omgeving. Eventueel kunnen wij onze faciliteiten ook voor deze relaties beschikbaar stellen.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 32
10. Leerlingen 10.1 Passend onderwijs In het kader van de invoering van ‘passend onderwijs’ in het voortgezet onderwijs, stelt het Mondial College een schoolontwikkelingsplan (SOP) op. Dit doen wij in overleg met het coördinerend samenwerkingsverband. In de komende planperiode gaan wij hier in de praktijk mee aan de slag. 10.2 Demografische ontwikkelingen In 2013 deed het Instituut voor Toegepaste Sociologie (ITS) van de Radboud Universiteit Nijmegen onderzoek naar demografische ontwikkelingen in onze omgeving. De conclusie was dat wij voor de prognoses van de leerlingenaantallen vanaf 2017 rekening moeten houden met een negatieve demografische ontwikkeling in onze belangrijkste wervingsgebieden. De vermindering van de instroom van leerlingen kan in 2030 zijn opgelopen tot 20% ten opzichte van het uitgangsjaar 2012. Voor de duur van de huidige planperiode (2013 – 2017) zijn er nog geen grote verschuivingen te verwachten. Niettemin moeten wij ons als school al gaan voorbereiden op de aanpak van de verwachte terugloop van leerlingen in de jaren daarna. Overigens ging het ITS bij de prognoses nog uit van de ‘oude’ huisvestingssituatie op drie locaties. Het effect van de vmbo-nieuwbouw kon hierin nog niet worden meegenomen. De verwachte ‘krimp’ krijgt ook volop aandacht binnen de Alliantie VO en het beleidsoverleg voortgezet onderwijs (BeVo). De opdrachten en doelen voor de komende jaren
De invoering van passend onderwijs. Anticiperen op de verwachte krimp in het leerlingenaanbod.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 33
11. Kwaliteitszorg
11.1 Met elkaar kwaliteit maken en bewaken Als school zijn wij verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs; goed onderwijs zoals geformuleerd in hoofdstuk 4. Daarvoor is het nodig dat onze school zich ontwikkelt tot een lerende organisatie met permanente verbetering als doel. Leren vraagt inzicht in het eigen functioneren en zicht op de eigen ontwikkel- en verbeterpunten. Een lerende organisatie zonder kwaliteitszorg is ondenkbaar. Kwaliteitsbeleid en –zorg zijn een middel om na te gaan én zichtbaar te maken of gestelde doelen worden bereikt. Wanneer we al onze inspanningen om het onderwijs goed te houden en te verbeteren zo cyclisch en systematisch mogelijk inzetten, profiteert ons onderwijs hiervan. Daar zijn wij van overtuigd. Ons kwaliteitszorgsysteem bestaat uit organisatorische aspecten, procedures, werkinstructies, meetinstrumenten en verbeterinstrumenten. Opbrengstgericht werken is volgens ons onlosmakelijk verbonden met het leveren van kwaliteit. Wij zien opbrengstgericht werken als gezamenlijk, systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties. Dat betekent duidelijke doelen stellen, en zorgen dat het onderwijs, de onderwijsomgeving en de ondersteuning afgestemd zijn op wat leerlingen nodig hebben om maximale prestaties te leveren. Monitoring van de opbrengsten is hierbij noodzakelijk, ook tussentijds. Planmatig werken hoort hier ook bij. Vierjaarlijks stelt de directie in overleg met de medewerkers een schoolplan op, dat wordt vertaald in een jaarlijks activiteitenplan. Zowel voor de gehele school als voor de locaties. Tussentijds en aan het einde van het schooljaar evalueren we de plannen. Wat is er terechtgekomen van de voornemens en wat betekent dit voor de plannen voor het jaar daarna?
11.2 Uitgangspunten kwaliteitszorg
De kern van kwaliteitszorg betreft het onderwijs; ofwel de leerprocessen en de opbrengst ervan.
Kwaliteitszorg is een gezamenlijk proces waarbij alle medewerkers daadwerkelijk betrokken zijn. Kwaliteitszorg draait om mensen en om wat zij doen in de praktijk van alledag. Dat betekent dat iedereen op zijn eigen manier bijdraagt aan kwaliteit en kwaliteitszorg. De rollen en verantwoordelijkheden van onze medewerkers staan in ons vierjaarlijkse kwaliteitsbeleidsplan ‘Kwaliteit maken en bewaken’.
Plannen, uitvoeren, evalueren en bijstellen moeten deel uitmaken van de gebruikelijke werkzaamheden van de medewerkers. Deze cyclus in vier fasen kennen we als de PDCA-cirkel van Deming (Plan-Do-Check-Act/Adapt). Dit is een beheers- en verbetercyclus. Het volgen van deze cyclus is volgens ons het belangrijkste van kwaliteitszorg. Met behulp van de PDCA-cyclus kunnen we onze school op een hoger beheers- én prestatieniveau brengen.
We passen de PDCA-cirkel toe op diverse niveaus (school-, locatie-, team-, sectieen individueel niveau) en terreinen (onderwijs, organisatie, personeel, facilitair, financieel). Afhankelijk van het beleidsterrein of onderdeel kan de doorlooptijd van de PDCA-cyclus verschillen. Voor ons kwaliteitsbeleidsplan hanteren we een cyclus van vier jaar. Ook voor een teamplan is een cyclus van vier jaar redelijk
Definitieve versie schoolplan
Pagina 34
omdat dit is afgeleid van het schoolplan. Voor verbeterplannen hanteren we vaak een cyclus van een of twee jaar, afhankelijk van het onderwerp.
Kwaliteitszorg is een middel om van en met elkaar te leren door regelmatig uit de bestaande routine te stappen, deze ter discussie te stellen en zo nodig bij te stellen. Hiervoor zijn data nodig met betrekking tot onderwijsopbrengsten en onderwijsleerprocessen. De meeste data verzamelen we via Magister, tevredenheidsmetingen, leerling-enquêtes, interviews en evaluaties. Onze school werkt samen met kwaliteitscholen.nl.
Voor kwaliteitszorg moet ruimte worden gemaakt. Het vraagt een investering in tijd en menskracht. De school heeft een beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteitszorg. Door mensen ook zelf te laten constateren op welke punten de kwaliteit beter kan, creëren we meer draagvlak en betrokkenheid ten aanzien van verbeterplannen. Veranderingen krijgen op deze manier ook meer betekenis en komen niet meer uit de lucht vallen. Bij de CMT- teamleiders en de kernteamvergaderingen komt de kwaliteit van het onderwijs periodiek aan de orde. Hiervoor worden data aangeleverd. De standaard kwaliteitsonderzoeken, overzichten van onderwijsopbrengsten en eigen onderzoeken/evaluaties zijn opgenomen in het jaarrooster en de agenda’s van het CMT, de teamleiders, de teams en de stafdiensten.
Integrale kwaliteitszorg: om goed onderwijs te kunnen verzorgen is het van belang dat alle aspecten eromheen goed geregeld en van goede kwaliteit zijn. Hierbij gaat het om het managen van de medewerkers, middelen en voorzieningen (de begeleiding en zorg, de faciliteiten, het beheer ervan, en de financiën). Kortom, ook de bedrijfsvoering moet van goede kwaliteit zijn omdat deze het onderwijsproces beïnvloedt. Ook de cultuur van de school is van belang voor de resultaten. Mensen vormen tenslotte de organisatie. In onze kwaliteitszorg is dus ook aandacht voor de bedrijfsvoering en de schoolcultuur.
Bij het opstellen van procedures betrekken we belanghebbenden. Procedures kunnen niet worden vastgesteld zonder dat degenen die ze uitvoeren eerst systematisch onderzoeken op welke wijze wordt gehandeld en waarom. Ook onderzoeken zij of de aanpak resulteert in het beoogde resultaat. Zo stimuleren we kritische reflectie op eigen handelen.
Onderzoek op school en kwaliteitszorg hangen nauw met elkaar samen. In het kader van de Academische Opleidingsschool (AOS) is op school een onderzoeksgroep actief. Activiteiten die in het kader van deze groep en in het kader van kwaliteitszorg plaatsvinden, worden op elkaar afgestemd.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 35
Heldere doelstellingen zijn een voorwaarde voor kwaliteitszorg. Alleen zo is te beoordelen of de doelen en datgene wat wordt gedaan, ook daadwerkelijk leiden tot de gewenste kwaliteit. Doen we de goede dingen en doen we die goed? Belangrijk hierbij is dat iedereen aan dezelfde doelen werkt.
Over onze inspanningen en behaalde prestaties leggen we verantwoording af aan betrokkenen, zoals leerlingen, ouders, medewerkers, toeleverende en afnemende scholen, bedrijven, instellingen en de overheid. Dit doen we onder meer via Vensters voor Verantwoording en Schoolkompas. In de contactgroepen en ouderraad wordt gesproken over de kwaliteit en de prestaties die wij als school leveren.
Elk jaar stellen we een kwaliteitsactiviteitenplan op. Hierin staat aangegeven welke activiteiten we jaarlijks organiseren om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen. Aan het einde van het schooljaar evalueren we dit plan. Wat is bereikt en wat niet, waarom niet en hoe gaan we verder?
11.3 De rol van het bestuur Het bestuur (bevoegd gezag) bewaakt de kwaliteit van het Mondial College door: ervoor te zorgen en erop toe te zien dat het Mondial College kwaliteitsbeleid ontwikkelt, vaststelt en uitvoert; de jaarlijkse analyse en bespreking van opbrengstenkaart en -oordeel van de inspectie van het voortgezet onderwijs, en het vastleggen van verbeterpunten in het managementcontract; het bespreken van de analyse van uitkomsten van het inspectiebezoek; toe te zien op deelname in kwaliteitsscholen.nl, vastgelegd in de meetkalender van de Alliantie VO; toe te zien op deelname in Vensters voor Verantwoording en Schoolkompas; de resultaten van opbrengstenkaart en -oordeel, inspectierapporten en het overzicht van Vensters voor Verantwoording ten minste één keer per jaar te agenderen voor de vergadering van de Raad van Toezicht; schoolbezoek en frequent overleg met de schoolleiding; het instellen van de beleidsgroep kwaliteit, waaraan leden van de schoolleiding van de bestuursscholen deelnemen; het organiseren van bijeenkomsten voor de medewerkers kwaliteitszorg van de Alliantie VO. De opdrachten en doelen voor de komende jaren
Onderwijs is niet alleen van de school; we gaan nog meer de dialoog aan met de stakeholders. In ouderraden en contactgroepen wordt hiervoor meer tijd vrijgemaakt. De contactpersonen van deze groepen nemen het initiatief hiervoor. De verzamelde data en de beschikbare databestanden geven ons inzicht in de resultaten van ons handelen. Ze geven vaak aanleiding tot verdere analyse. Op grond van de resultaten van de analyses worden verbeter- en actieplannen opgesteld. Vooral hier is de winst van kwaliteitszorg te behalen. De resultaten van verbeter- en actieplannen worden beter vastgelegd en gemonitord. Het Mondial College gaat de PDCA-cyclus nog nauwlettender volgen. Bedrijfsvoering beïnvloedt het onderwijsproces en moet daarom van goede kwaliteit zijn tegen een verantwoorde prijs. De kwaliteitszorg rondom de bedrijfsvoering krijgt de komende jaren extra aandacht. Ook hier volgen we de PDCA-cyclus. Om ervoor te zorgen dat een organisatie na het verbeteren niet terugvalt, maar de verbetering vasthoudt, zijn er zekerheden nodig: de borging. In de komende
Definitieve versie schoolplan
Pagina 36
planperiode verbetert het Mondial College de borging van eerder behaalde resultaten. In het kwaliteitsbeleidsplan staan de rollen van de medewerkers concreet beschreven, binnen de afspraken die hierover gemaakt zijn op Alliantie VOniveau. De verwachtingen ten aanzien van die rollen komen niet altijd overeen. Daarom checken we of de afgesproken rollen duidelijk zijn voor betrokkenen, of ze worden vervuld en of het überhaupt mogelijk is om ze te vervullen. Op grond hiervan formuleren we een plan van aanpak. Het doel: de verwachtingen en de werkelijkheid meer met elkaar in overeenstemming brengen. Leidinggevenden gaan een prominentere rol spelen in de kwaliteitszorg. Opbrengstgericht werken krijgt een prominentere plaats binnen de kwaliteitszorg. Het kwaliteitsbeleidsplan wordt in het schooljaar 2013-2014 geactualiseerd.
Definitieve versie schoolplan
Pagina 37
Bijlage I
Organogram Mondial College Bij 2 locaties
Rector Mondial College
Directiesecretariaat
OOP schoolbreed
Locatiedirecteur
Locatiedirecteur
Leuvensbroek
Meeuwse Acker
OOP Leuvensbroek
OOP
Directiesecretariaat
Meeuwse Acker
Directiesecretariaat
Team-
Team-
Team-
Team-
Team-
Team-
Team-
Team-
leider A
leider B
leider C
leider D
leider E
leider F
leider G
leider H
docenten/
docenten/
onderw. ass.
onderw. ass.
docenten/
docenten/
onderw. ass.
onderw. ass.
docenten/
docenten/
docenten/
docenten/
onderw. ass.
onderw. ass.
onderw. ass.
onderw. ass.
OOP schoolbreed
Rector
beleidsmedewerker Onderwijs en Kwaliteit
beleidsmedewerker P&O
medewerkers P&O
Definitieve versie schoolplan
beleidsmedewerker Financiën
beleidsmedewerker ICT
administratief
systeem- en
medewerkers
applicatiebeheer
beleidsmedewerkerFacilitair
conciërges, kantine en servicedesk
Pagina 38
OOP op de locaties
Locatiedirecteur
directiesecretaresse
Zorg
Definitieve versie schoolplan
Roosterbureau
Decanaat
Toa’s
Pagina 39
Bijlage II
Lijst met afkortingen:
CMT: Centraal Management Team (directie) vmbo: voorbereidende middelbaar beroepsonderwijs vmbo-b: basis vmbo-k: kader vmbo-g: gemengd vmbo-lwt: leer/werk traject vmbo-t: theoretisch LWOO: leerweg ondersteunend onderwijs Vavo: voortgezet algemeen volwassenen onderwijs PDCA-cyclus: Plan-Do-Check-Act/Adept mbo: middelbaar beroepsonderwijs ISP: Inter Sectoraal Programma SOP: School Ondersteunings Plan LOB: loopbaanoriëntatie en – begeleiding ROC: regionaal opleidingscentrum BCP: Bèta Challenge Programma SE: School Examen CE: Centraal Examen PTA: programma van toetsing en afsluiting PTO: programma van toetsing en overgang GMO: gemeenschappelijk management overleg HRM: human resources management AOS: academische opleidingsschool Bapo: bevordering arbeidsparticipatie ouderen lio: leraar in opleiding SMT: sociaal medisch team OOP: onderwijs ondersteunend personeel MR: medezeggenschapsraad NIC: Nederlands Inkoop Centrum Arbo: arbeidsomstandigheden SVP: schoolveiligheidsplan BHV: bedrijfshulpverlening AED: automatische externe defibrillator RI&E: Risico Inventarisatie en Evaluatie ITS: Instituut voor Toegepaste Sociologie BeVo: beleidsoverleg voortgezet onderwijs
Definitieve versie schoolplan
Pagina 40