Bevorderingscriteria Mondial College (Leuvensbroek) Inleiding

Bevorderingscriteria Mondial College (Leuvensbroek) Inleiding Bevorderingscriteria zijn normen die een school hanteert om te bepalen of een leerling door kan naar een hoger leerjaar of niet. Bij de totstandkoming van deze criteria wordt gekeken naar de uiteindelijke slaag/zak-regeling bij het eindexamen. Het is belangrijk om duidelijke overgangsnormen te hanteren, hoewel er altijd een bespreekmarge is waarbij de beslissing zowel ‘bevorderen’ of ‘doubleren’ kan zijn. De betrokken docenten kijken naar het belang van de individuele leerling en maken gezamenlijk een afweging over de groeimogelijkheden en kansen van de leerling in kwestie. Het Mondial College gelooft in groei. Dat is een wezenlijk uitgangspunt van de bevorderingscriteria in het algemeen en de individuele leerlingbespreking in het bijzonder. Begripsbepalingen en algemene regels Verlengde brugperiode Het Mondial College heeft op locatie Leuvensbroek een verlengde brugperiode. Een leerling zit in principe twee schooljaren in dezelfde groep, met dezelfde mentor. Zo heeft hij twee jaar de tijd om te groeien op (dan wel: naar) het schooltype dat het beste bij hem past: atheneum, technasium, havo of de theoretische leerweg van het vmbo. Dakpanklas In de onderbouw op locatie Leuvensbroek zijn er ‘dakpanklassen’ op havo/vmbo-tl- en athneum/havo-niveau. De meeste vakken in die klassen werken en toetsen op twee niveaus, zodat in de loop van de tijd duidelijk wordt wat het meest geschikte schooltype voor de leerling is. Daarnaast zijn er atheneumklassen, waarin op vwo-niveau gewerkt en getoetst wordt. De vakken die werken en toetsen op twee niveaus en als sector- c.q. profielkeuzevakken gelden en derhalve een doorlopende leerlijn naar het eindexamen hebben, worden gerekend tot groep I, de overige vakken tot groep II. Binnen groep I wordt nog een onderscheid gemaakt tussen de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde en de rest, omdat genoemde vakken verzwaard zijn in de slaag/zak-regeling (eindexamen). Technasium Leerlingen met tenminste een havo-advies van hun basisschool kunnen toegelaten worden op het technasium. In het technasium wordt op atheneum/havo-niveau gewerkt. Voor de atheneum-technasiumklas geldt, dat op vwo-niveau gewerkt en getoetst wordt. Voortschrijdend jaargemiddelde Er wordt gewerkt met een voortschrijdend jaargemiddelde. In het eindcijfer tellen alle resultaten van het schooljaar mee.

Rapportage Op de tussenrapporten staan de gemiddelde jaarcijfers van dat moment per vak. In een dakpanklas worden dus twee niveaus naast elkaar gepubliceerd. Iedere docent geeft, voor zijn vak een niveauadvies. Op een eindrapport worden de gewogen gemiddeldes afgerond tot gehele cijfers. Op basis van die resultaten wordt over de overgang beslist. Puntentotaal Het puntentotaal wordt berekend op basis van het onafgeronde gemiddelde van de vakken uit groep 1. Daarna wordt de som van de behaalde cijfers afgerond. Rapportvergadering Een paar keer per schooljaar komen de docenten, die aan dezelfde klas lesgeven, bijeen om over de individuele leerlingen van die klas te spreken. Hoewel de cijferrapportage daarbij de leidraad is, wordt over het totaalbeeld gesproken. Werkhouding, inzicht, inzet, zelfstandigheid en sociaal-emotionele aspecten kunnen aan de orde komen. De afdelingsleider zit de vergadering voor; de mentor leidt de bespreking. Aan het einde van een schooljaar neemt de rapportvergadering de beslissing over de bevordering. Niveaukeuze Op basis van de prestaties van een leerling en de ervaringen met deze leerling spreekt de rapportvergadering na periode 2a (ongeveer ¾ van het schooljaar) van leerjaar 2 de verwachting van de niveaukeuze voor de derde klas uit. Op het eindrapport van klas 2 komen de (afgeronde) cijfers op één niveau. Op basis daarvan wordt beslist over de overgang. Bevorderen Een leerling, die aan de overgangsnormen voldoet, wordt bevorderd en daardoor toegelaten tot het volgende (een hoger) leerjaar. Bespreken Een leerling, die niet aan de overgangsnormen voldoet, wordt besproken door het docententeam, dat hem lesgeeft. De uitkomst van die vergadering is, dat de leerling alsnog bevorderd wordt of, dat hij doubleert (‘blijft zitten’). Doubleren Een leerling, die niet wordt bevorderd, doubleert. Doubleren op hetzelfde schooltype is niet mogelijk als de leerling:  de vorige klas ook gedoubleerd heeft;  voor de tweede keer in hetzelfde leerjaar doubleert; Dit geldt ook voor een leerling, bij wie onderzoek (bv. NIO) uitwijst dat ander onderwijs meer geschikt is en wanneer de vergadering dit advies ondersteunt. Voldoende, onvoldoende / defecten en compensatie Voldoende zijn de (afgeronde) cijfers 6 en hoger. Onvoldoende zijn de (afgeronde) cijfers 5 en lager. Bij de onvoldoendes geldt het cijfer:  5 als één defect;

 

4 als twee defecten; 3 als drie defecten.

Een docent kan besluiten tot toekenning van een eindrapportcijfer 3, nadat hij de betreffende leerling een herstelprogramma opgelegd heeft en de leerling dit niet naar behoren heeft volbracht naar het oordeel van de desbetreffende docent en de afdelingsleider. Het mogelijke eindcijfer 3 moet uiterlijk in de voorlaatste rapportvergadering aangekondigd worden. Het herstelprogramma moet bekend zijn bij ouders/verzorgers, mentor en afdelingsleider en in de laatste periode (2B) zijn beslag krijgen. Een cijfer lager dan een 3 is op het eindrapport in leerjaar 1 en 2 niet toegestaan. Het is voor een leerling, die één of meerdere defecten heeft belangrijk, dat hij (zij) bij andere vakken compensatie heeft. Vakken, die op twee niveaus werken en toetsen (groep I), genereren compensatiepunten:  één punt bij een (afgeronde) 7;  twee punten bij een (afgeronde) 8;  drie punten bij een (afgeronde) 9. Stemming en beslissing bij bespreekgeval Alle docenten van een klas dienen bij de eindrapportvergadering aanwezig te zijn. Er kan over de bevordering gestemd worden. Iedere, aanwezige, leraar heeft één stem ( ook als een docent 2 of meerdere vakken geeft). Een voorstel wordt altijd positief geformuleerd en is aangenomen als tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen vóór is. Stemming geschiedt door het gelijktijdig opsteken van de stemkaart (voor of tegen). Onthouding van stemming is niet toegestaan. De stemverhouding wordt genotuleerd. Aantal uitgebrachte stemmen 7 8 of 9 10 11 of 12 13 14

Aantal benodigde ‘vóór’-stemmen voor de tweederde meerderheid 5 6 7 8 9 10

Revisievergadering Ouders/verzorgers kunnen, als zij het niet eens zijn met de beslissing van de rapportvergadering, schriftelijk een formeel verzoek tot revisie indienen. Dat verzoek dient (per mail of brief) uiterlijk op de dag van de revisievergadering om 09.00 uur bij de afdelingsleider binnen te zijn. Een leerling komt alleen in aanmerking om besproken te worden in een revisievergadering als:  er sprake is van één of meer nieuwe relevante feiten, die in de eindrapportvergadering niet bekend waren dan wel bekend konden zijn en derhalve niet zijn meegewogen. Het verloop van de revisievergadering is gelijk aan de gang van zaken in de eindrapportvergadering. De vergadering stelt echter vóórdat de leerling weer in bespreking komt, vast of de aanvullende feiten daadwerkelijk nieuwe informatie bevatten.

Tot slot Indien deze bevorderingscriteria tot kennelijke onbillijkheid of onuitvoerbaarheid leiden, een en ander ter beoordeling aan de locatiedirecteur, kan deze besluiten af te wijken van deze criteria.

Bevorderingscriteria van klas 1TH naar klas 2T (Meeuwse Acker) Groep I Groep II

Ne, En, gs, ak, wi, bi, sc, te Fa, ha, pk, lo (genereren géén compensatiepunten, wel defecten)

Het vak rekenen heeft een aparte status. Bij een defect op de eindlijst kan de leerling voor dit vak een herstelprogramma worden opgelegd.

8 vakken puntentotaal groep I *totaa l

47 of meer 46 of minder

2 of meer bij Ne*, En, wi B -

defecten 3 of minder

4

5 of meer

+

B

-

-

-

-

+ bevorderen B bespreken - doubleren

Een leerling wordt bevorderd indien de rapportlijst het volgende beeld laat zien:  * bij het vak Nederlands staat minimaal een 5.  puntentotaal vakken in groep I is minimaal 47;  aantal defecten bij alle vakken is ten hoogste drie; Bespreekgeval:  bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde staat meer dan één defect  aantal defecten bij alle vakken is vier, maar het puntentotaal van groep I is wel minimaal 47. Wanneer een leerling niet aan bovenstaande criteria voldoet, doubleert hij/zij. *Indien een leerling in het bezit is van een ontheffing voor één van de vakken uit groep I, dan mag het totaal van de vakken met 6 punten worden verminderd.

Bevorderingscriteria van klas 1 THA(t) naar klas 2THA(t) Groep I Groep II

Ne, Fa, En, gs, ak, wi, bi, sc (of O&O), te ha, pk, lo (genereren géén compensatiepunten, wel defecten)

Het vak rekenen heeft een aparte status. Bij een defect op de eindlijst kan de leerling voor dit vak een herstelprogramma worden opgelegd.

9 vakken puntentotaal groep I *totaal


2 of meer bij Ne, En, wi B -


4

5 of meer

+

B

-

-

-

-


Een leerling wordt bevorderd indien de rapportlijst het volgende beeld laat zien:  bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde staat maximaal één 5.  puntentotaal vakken in groep I is minimaal 53;  aantal defecten bij alle vakken is ten hoogste drie; Bespreekgeval:  bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde staat meer dan één defect  aantal defecten bij alle vakken is vier, maar het puntentotaal van groep I is wel minimaal 53. Wanneer een leerling niet aan bovenstaande criteria voldoet, doubleert hij/zij. *Indien een leerling in het bezit is van een ontheffing voor één van de vakken uit groep I, dan mag het totaal van de vakken met 6 punten worden verminderd.

Bevorderingscriteria van klas 2HT naar klas 3T (Meeuwse Acker) HT-klassen: Groep I Groep II

Ne, Du, En, gs, ak, wi, bgm, ec, sc , te Fa, lo (genereren géén compensatiepunten, wel defecten)

Het vak rekenen heeft een aparte status. Bij een defect op de eindlijst kan de leerling voor dit vak een herstelprogramma worden opgelegd. Bij de overgangsbeslissing wordt eerst naar het hoogst mogelijke niveau (havo in 2HT; atheneum in 2AH) gekeken. Is bevordering naar dat niveau niet mogelijk, wordt het lagere niveau (vmbo-tl in 2HT; havo in 2AH) besproken. In beginsel wordt de leerling niet meer dan één schooltype lager geplaatst. 10 vakken puntentotaal groep I *totaal


2 of meer bij Ne*, En, wi B -


4

5 of meer

+

B

-

-

-

-


Een leerling wordt bevorderd indien de rapportlijst het volgende beeld laat zien:  * bij het vak Nederlands staat minimaal een 5.  puntentotaal vakken in groep I is minimaal 59;  aantal defecten bij alle vakken is ten hoogste drie; Bespreekgeval:  bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde staat meer dan één defect  aantal defecten bij alle vakken is vier, maar het puntentotaal van groep I is wel minimaal 59. Wanneer een leerling niet aan bovenstaande criteria voldoet, doubleert hij/zij. *Indien een leerling in het bezit is van een ontheffing voor één van de vakken uit groep I, dan mag het totaal van de vakken met 6 punten worden verminderd.

Bevorderingscriteria van klas 2HT/2AH naar klas 3H/3A HT- en AH-klassen: Groep I Ne, Fa, Du, En, gs, ak, wi, bgm, ec, sc , te Groep II lo (genereert géén compensatiepunten, wel defecten) Het vak rekenen heeft een aparte status. Bij een defect op de eindlijst kan de leerling voor dit vak een herstelprogramma worden opgelegd.

11 vakken puntentotaal groep I *totaal




4

5 of meer

+

B

-

-

-

-


Een leerling wordt bevorderd indien de rapportlijst het volgende beeld laat zien:  puntentotaal vakken in groep I is minimaal 65;  aantal defecten bij alle vakken is ten hoogste drie; Bespreekgeval:  bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde staat één defect of meer  aantal defecten bij alle vakken is vier, maar het puntentotaal van groep I is wel minimaal 65. Wanneer een leerling niet aan bovenstaande criteria voldoet, doubleert hij/zij. *Indien een leerling in het bezit is van een ontheffing voor één van de vakken uit groep I, dan mag het totaal van de vakken met 6 punten worden verminderd.

Bevorderingscriteria van klas 2A/2AH-Technasium naar klas 3 Technasium-klassen: Groep I Ne, Fa, Du, En, gs, ak, wi, bgm, ec, o&o , na, te Groep II lo (genereert géén compensatiepunten, wel defecten) Het vak rekenen heeft een aparte status. Bij een defect op de eindlijst kan de leerling voor dit vak een herstelprogramma worden opgelegd. Bij de overgangsbeslissing wordt eerst naar het hoogst mogelijke niveau ( atheneum in 2AH) gekeken. Is bevordering naar dat niveau niet mogelijk, wordt het lagere niveau ( havo in 2AH) besproken. In beginsel wordt de leerling niet meer dan één schooltype lager geplaatst. 12 vakken puntentotaal groep I *totaal




4

5 of meer

+

B

-

-

-

-


Een leerling wordt bevorderd indien de rapportlijst het volgende beeld laat zien:  puntentotaal vakken in groep I is minimaal 71;  aantal defecten bij alle vakken is ten hoogste drie; Bespreekgeval:  bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde staat één defect of meer  aantal defecten bij alle vakken is vier, maar het puntentotaal van groep I is wel minimaal 71. Wanneer een leerling niet aan bovenstaande criteria voldoet, doubleert hij/zij. *Indien een leerling in het bezit is van een ontheffing voor één van de vakken uit groep I, dan mag het totaal van de vakken met 6 punten worden verminderd.

Niveau- en cijfergeving in de verlengde brugperiode Bijlage bij de bevorderingscriteria Toetsbeleid    

Iedere sectie heeft toetsbeleid. Er is uniformiteit qua toetsen, antwoordenmodellen en normering. Het havo-niveau in een HT-klas is gelijkwaardig aan het havo-niveau in een AHklas. Secties en schoolleiding zien erop toe dat bij de ‘staat van lessenverdeling’ docenten over beide afdelingen verdeeld worden, zodat de gelijkwaardigheid van het niveau goed bewaakt wordt. De sectie stelt vóór aanvang van een schooljaar het programma van toetsing en overgang (PTO) vast. Daarin staan alle toetsen en hun onderlinge weging op basis waarvan het rapportcijfer wordt samengesteld.

Cijfergeving en niveau-advies  

   

De docent kent het cijfer toe en rondt het voortschrijdend jaargemiddelde op het eindrapport af. Iedere leerling wordt vanaf zijn start in de brugklas op twee niveaus becijferd. Het is mogelijk dat hiervan afgezien wordt na periode 2a in klas 2. Leerlingen krijgen voor toetsen cijfers op twee niveaus, ook al is niet de hele toets gemaakt. Vragen/opdrachten op het hoogste niveau van de dakplanklas, die niet worden gemaakt, worden fout gerekend en als zodanig in het cijfer verdisconteerd. Vakken, die niet op twee niveaus toetsen (groep II, zie bevorderingscriteria), zijn van het bovenstaande vrijgesteld. Vanaf de eerste rapportage in klas 1 tot en met het laatste tussenrapport van klas 2 (na periode 2a) worden de gemiddelden op twee niveaus op het rapport gepubliceerd. Slechts in de atheneumklas en de atheneum/technasiumklas wordt één niveau op het rapport aangeduid. De docent geeft op ieder rapport een advies aangaande het niveau. Daarbij wordt gekeken naar de resultaten, inzicht, inzet en zelfstandigheid. De vakdocent drukt met zijn (haar) advies een toekomstverwachting uit.

Overplaatsing naar een andere onderbouwafdeling na leerjaar 1 of 2 Een leerling, die in een HT-klas bovenmatig goed presteert en derhalve hoge havo-cijfers haalt, kan extra stof aangeboden krijgen. Uiterlijk na de tussenrapportage van periode 2a kan de vergadering de verwachting uitspreken, dat de leerling over vwo-capaciteiten beschikt en het in zijn belang is te kiezen voor overplaatsing naar de AH-afdeling. Hierbij weegt het totaalbeeld zwaar: Naast de benodigde inzet, inzicht en zelfstandigheid is minimaal een puntentotaal van 68 (klas 1) of 83 (klas 2) in groep I vereist. In uitzonderlijke gevallen kan een leerling, die bij alle vakken niet in staat is om op het minimale H-niveau te presteren, aan het einde van klas 1 worden overgeplaatst van een AH- naar een HT-klas. Ook hierbij weegt het totaalbeeld m.b.t. inzet, inzicht en zelfstandigheid.

Bevorderingscriteria Mondial College (Leuvensbroek) Inleiding

Recommend Documents