rode zAAL groTe PodiA
Peeping Tom
A Louer
do 25, vr 26, za 27 apr 2013
2012-2013 dans Sidi Larbi Cherkaoui & Eastman Di 18, woe 19, do 20, vr 21 sep 2012 mamaza & Ensemble Nikel Vr 28, za 29 sep 2012 Wim Vandekeybus & Ultima Vez Do 18, vr 19, za 20 okt 2012 Artiste Associé / Daniel Linehan Vr 19, za 20 okt 2012 Pina Bausch & Tanztheater Wuppertal Do 15, vr 16, za 17, zo 18 nov 2012 BOUGE B Vr 23, za 24, vr 30 nov, za 1 dec 2012 Anne Teresa De Keersmaeker & Rosas & Ictus Do 20, vr 21, za 22 dec 2012 Artiste Associé / Daniel Linehan za 12 jan 2013 William Forsythe & The Forsythe Company Do 24, vr 25, za 26 jan 2013 Sounds of Movement Vr 25 jan, wo 30, do 31 jan, za 2, zo 3 feb 2013 Artiste Associé / Daniel Linehan Do 7 feb 2013 Artiste Associé / Daniel Linehan Vr 8, za 9 feb 2013 Christian Rizzo & L’Association Fragile Wo 27, do 28 feb 2013 Philippe Decouflé & Compagnie DCA Wo 20, do 21, vr 22, za 23 mrt 2013 Peeping Tom Do 25, vr 26, za 27 apr 2013 Meg Stuart & Damaged Goods Do 2, vr 3, za 4 mei 2013 Sidi Larbi Cherkaoui & Eastman Wo 22, do 23, vr 24, za 25 mei 2013 Sidi Larbi Cherkaoui & Sadler’s Wells Do 20, vr 21, za 22, di 25, wo 26, do 27, vr 28, za 29 jun 2013
Peeping Tom
A Louer concept en regie Gabriela Carrizo, Franck Chartier creatie en dans Jos Baker, Eurudike De Beul, Leo De Beul, Marie Gyselbrecht, Hun-Mok Jung, SeolJin Kim, Simon Versnel regie-assistentie Diane Fourdrignier kostuums Diane Fourdrignier, HyoJung Jang lichtontwerp Ralf Nonn geluidsontwerp Raphaëlle Latini, Juan Carlos Tolosa, Eurudike De Beul, Yannick Willox decorontwerp Peeping Tom, Frederik Liekens, Amber Vandenhoeck constructie decor KVS atelier (Marcel Thumas, Jan Beeck, Patrick Nys, Roger Campens) technische leiding Filip Timmerman techniek Marjolein Demey, Joëlle Reyns, Hjorvar Rognvaldsson, Amber Vandenhoeck, Wout Rous tourmanagement en promotie Frans Brood Productions / Gie Baguet productie Peeping Tom en KVS
gelieve uw GSM uit te schakelen
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.
reageer & win
coproductie Théâtre de l’Archipel (Perpignan), El Canal Centre d’Arts Escèniques (Salt/Girona), Cankarjev Dom (Ljubljana), La Filature (Mulhouse), Le Rive Gauche (Saint-Etienne-du-Rouvray) Hellerau European Center for the Arts (Dresden), Guimarães European Cultural Capital 2012, Festival International Madrid en Danza 2012, Festival de Marseille 2012 met de steun van de Vlaamse overheid met dank aan Samuel Lefeuvre, Louis-Clément Da Costa, Clément Michaux, Fien Troch, Nico Leunen, André en Christophe De Tremerie, Alexandre Obolensky, Capucine Simonis, Eugénie Obolensky, Vicky Bogaert, Glenn Vervliet, Thomas Jorion
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen
De voorstelling duurt ongeveer 1 uur en 15 minuten zonder pauze. redactie deSingel en Remke van Estlande
“De plaats is opnieuw de dramaturgische motor van het stuk. Ze is hier het labyrint dat de personages opsluit in de wirwar van hun gedachten. We worden dus toeschouwers van twee parallelle werkelijkheden die aan het wankelen worden gebracht door herinneringen, hallucinaties en nachtmerries. ‘A louer’ licht het doek van de creatie op. Het podium is een plaats die ons niet toebehoort, die we tijdelijk huren, maar die we elke keer naar believen kunnen transformeren. Een plek die dankzij het stuk voortdurend opnieuw wordt geboren. Waar de artiest afstand neemt van anderen en zijn innerlijke beelden zo in een eindeloze lus temt, opnieuw uitvindt en ontlaadt.”
Gabriela Carrizo & Franck Chartier
© Herman Sorgeloos
© Herman Sorgeloos
Alles staat te huur In 2000 werd de Brusselse succesformatie Peeping Tom opgericht door Gabriela Carrizo en Franck Chartier. Ze oogstten lof met de tegelijk spectaculaire en poëtische choreografieën ‘Le Jardin’, ‘Le Salon’ en ‘Le Sous Sol’ en ‘32 Rue Vandenbranden’. In de nieuwe productie ‘À Louer' exploreren ze de mogelijkheden en de onzekerheden van wat tijdelijk, voorlopig en inwisselbaar is. In ‘À Louer’ danst Franck Chartier niet meer zelf. Hij vindt het verstandig dat aan de jongeren over te laten, en heeft misschien wel gelijk, want de veeleisende choreografieën hebben in de voorbereidingen alweer tot kwetsuren geleid. Hij en Carrizo bedachten wel het materiaal waaruit ‘À Louer’ is opgebouwd. “We zijn vertrokken van de situatie waarin een persoon je iets aan het vertellen is terwijl je wegdroomt en aan iets anders begint te denken,” zegt Franck Chartier. “Je luistert dan niet langer en vertoeft in een parallelle wereld. Die wereld proberen we te exploreren in ‘À Louer’.” Hoe doe je dat in de taal van de dans? Franck Chartier: “De tijd in zo’n parallelle wereld verloopt helemaal anders. Als die persoon drie minuten tegen je aan het spreken is, kan het aanvoelen alsof de gedachten die jou in beslag nemen wel tien minuten duren. Die decalage is interessant voor een dansvoorstelling. Voor iemand die in zijn gedachtewereld vertoeft kunnen de mensen in de reële wereld plots heel traag bewegen of juist snel. We spelen dan ook met versnelling en vertraging. Ook het oprekken van de tijd heeft ons geïnspireerd. In onaangename situaties proberen we de tijd snel te laten voorbijgaan, bij aangename gebeurtenissen proberen we elke minuut drie minuten te laten duren. Daarnaast hebben we ook veel met ontdubbeling gewerkt. In gedachten lijkt het alsof we ons kunnen opsplitsen en onszelf van buitenaf gadeslaan. Met deze ingrediënten verkennen we de cinematografische kant van het werk van Peeping Tom verder. Via je gedachten aan de werkelijkheid ontsnappen heeft iets heel filmisch. Geluid en belichting spelen een heel belangrijke rol als je het gevoel probeert te creëren dat je in de hoofden van de personages kunt kijken.” Op welke manier sluit de titel ‘À Louer’ bij dit alles aan? Chartier: “We creëren een wereld waarin alles te huur is en niets kan worden gekapitaliseerd. Materiële dingen, personen, maar ook een situatie, of de tijd: alles is te huur. Zelfs God kun je in zekere zin huren, want je gaat er bij te rade op de momenten dat je hem nodig hebt. Maar op die
manier is ook alles tijdelijk en inwisselbaar. Van de ene dag op de andere kan iets verdwijnen. Door de dood, door de tijd, maar ook door andere onvoorziene gebeurtenissen, zoals door brand. Ons decor zal een afgebrand theater zijn. Dat idee kregen we toen we een vrouwtje bezig hoorden op de rommelmarkt. Toen iemand haar iets probeerde te verkopen, antwoordde ze dat het haar niet interesseerde omdat ze alles al eens had verloren op het moment dat haar huis afbrandde.” Jullie hebben van dat huis een theater gemaakt. Chartier: “Dat sluit aan bij een gebeurtenis in Argentinië, waar Gabriela Carrizo vandaan komt. In 2001 heerste daar een grote crisis, en stond er ook een theater in Buenos Aires te koop. Het afgebrande theater symboliseert dus ook de kwetsbaarheid van theater en kunst.”
Bron: Michaël Bellon, Brussel Deze Week, 12/10/2011
© Herman Sorgeloos
De geniale tweedehandsverkopers De naam van het gezelschap is hun programma, ze zien alles door de ogen van de angst, want onder die titel kwam in de bioscopen in 1960 de Engelse film ‘Peeping Tom’ van Michael Powel uit, gevolgd door een heus schandaal. Vandaag is het bon ton om op het theater met gluurdersogen in de afgronden van de ziel te blikken, om alle mogelijke soorten lust en angst, eenzaamheid, geweld, vernedering, identiteitsverlies, nu eens als horrortrip dan eens als comedy ten tonele te voeren. Niets nieuws onder de zon, allemaal al eens gedaan, zeggen de lui van Peeping Tom, we verkopen jullie nog eens wat jullie eigenlijk al kennen uit de cinema, uit de muziek, uit de zoekplaatjes van surrealistische kunst, uit de geheimzinnige toverspiegeltekeningen van M.C. Escher, of zelfs altijd opnieuw uit de griezelfilm, de goede oude Britse krimi, de erotische maatschappijanalyses van een Pier Paolo Pasolini, gemixt met mysterie en horrorelementen van David Lynch. En, ook dat is een leuke tweedehandsverkoopstechniek van de geniale Belgen, wij maken opnieuw echt theater. Wij verkopen opnieuw illusies: rode pluche, een geheimzinnige ruimte van onbestemde diepte en hoogte, een doorgangsstation tussen operafoyer en spookkasteel met vele deuren en trappen die nergens naartoe leiden, en een zwart-wit betegelde vloer waarnaar je niet te lang mag kijken of alle contouren lopen door elkaar. Wat is er nog ongewoons aan, wanneer iemand door een deur verdwijnt, en tegelijk aan het andere eind van de ruimte uit een andere weer tevoorschijn komt? Wanneer een lustobject zomaar onder de grijpgrage vingers van zijn gebieder tot materie wordt, en zich heel en al onzichtbaar maakt door zich te verenigen met de bekledingstof van een sofa om zo elke andere mogelijke vereniging te ontlopen, of zelfs op het eind verschrompelt tot compleet zuigelingformaat? In ‘A Louer’ is een zonderling gezelschap verzameld, klonen en zombies, vierbenigen en tweebenigen, die hun benen op een hoogst artistieke manier wegslaan en die anderen overtuigen hun loopwijze over te nemen, iets wat niet goed kan aflopen. Hier stort iemand van grote hoogte uit het raam, hier vergrijpt de meesteres zich aan het personeel. En een goedgebouwde knaap gehuld in alleen maar een slipje, dat gemaakt is uit niets verhullend delicaat materiaal, trekt de aandacht van een oudere heer, die © Herman Sorgeloos
duidelijk volgens de burgerlijke regels te doen heeft met een zangeres. Deze laatste is al lang over haar hoogtepunt – zo ze er ooit al een heeft gehad. Gestoken in een min of meer conventionele avondjurk, ijlt ze nog steeds van concert naar concert, van de ene zangpartij naar de andere. Een spookkasteel met zwijgzame gasten en een haast verstomd personeel, met een spookfiguur als een bejaard spiegelbeeld van de jongeman in slip, die echter de vleugelpiano een jonge, nieuwe geest inblaast, dat alles als in een eindeloze loop. En ook dat beheersen de Belgische surrealisten van dit fantastische danstheater, waarvan zowel de halsbrekende als de artistieke technieken verbluffen als is het de doodnormaalste zaak: ze kennen maat. Anders dan veel van hun collega’s overdrijven ze niet, na vijfenzeventig minuten gaat het licht uit. Uitgerekend op het moment dat je zegt, jammer, het had nog een tijdje mogen voortspoken. Nee, maat en ritme zijn eigen aan dit danstheater. De droom is aangewakkerd, wij moeten verder dromen, graag!
Bron: Boris Michael Gruhl, www.tanznetz.de, 13.03.2012 (vertaling Frans Redant)
Alle macht aan de emotie. Een portret van Peeping Tom Ergens begin 2002. Een caravan staat een beetje verloren in de grote parkeergarages van de Bottelarij. Het is er vuil en koud. Maar dat belet twee danseressen niet om in badpak uit de caravan te stormen en vrolijk een ijskoude douche te nemen onder een tuinslang. De scène vormt een onderdeel van Caravana, een project dat zich afspeelt in en rond een campingcar, opgezet door een aantal performers die elkaar ontmoetten in producties van Alain Platel (bij Les Ballets C de la B). De producties die hen samenbrachten zijn uitgetoerd, maar de performers delen eenvoudigweg de nood om opnieuw samen te werken, zonder zich te bekommeren om subsidies of andere ondersteuning. Caravana vormde de springplank voor dit ‘gezellen-schap’. De kern van Peeping Tom wordt gevormd door Gabriela Carrizo en Franck Chartier. Zij komt uit Argentinië en werkte mee aan de creatie van ‘La Tristeza Complice’. Hij komt uit Frankrijk en kwam in ‘La Tristeza’ terecht tijdens de tournee. Vervolgens werkten ze beiden mee aan de creatie van ‘Iets op Bach’. Voor Wolf assisteerde zij Alain Platel en was hij één van de hondenmannen. Hij werkte mee aan producties bij Needcompany vóór Platel; zij achteraf. Hun wegen kruisen zich voorgoed in hun dochter Uma, die als peuter meespeelde in ‘Le Salon’, tot ze daar geen zin meer in had en vervangen werd door een pop. Rond deze kern cirkelen verschillende performers in wisselende constellaties. De Vlaamse mezzosopraan Eurudike De Beul was er al vroeg bij, leende vervolgens haar stem aan ‘Le Salon’ (o.m. in die onvergetelijke scène waarin ze toets voor toets de piano sloopt) en zit mee aan het roer van ‘Le Sous Sol’. Acteur Simon Versnel, oudgediende van Needcompany, bracht zijn jarenlange ervaring bij Jan Lauwers en Grace Ellen Barkey mee voor de creatie van ‘Le Jardin’ en ‘Le Salon’. Samuel Lefeuvre creëerde mee ‘Le Salon’ en ‘Le Sous Sol’. Hij is een verbluffende danser, een zeldzame combinatie van elastisch en atletisch, en als benjamin van de compagnie de wissel op de dansante toekomst van Peeping Tom. Belangrijker dan de vraag wie nu precies de dienst uitmaakt binnen het gezelschap is de rigoureuze wijze waarop Peeping Tom kiest voor collectieve creatie. Elke productie bouwt weliswaar voort op de vorige, maar tegelijkertijd vertrekt iedereen samen aan de meet vanaf nul. Binnen een
breed uitgezet kader wordt ieder voorstel uitgeprobeerd en vervolgens door de anderen gewikt en gewogen. Tot een gezamenlijke vertelling komen vergt dan stevig onderhandelen, maar eens het resultaat er staat, wordt het dan ook door iedereen gedragen. Nu zijn er wel meer dansers die zich gestimuleerd en uitgedaagd weten door de manier van werken van choreografen die appel doen aan de creativiteit van hun dansers. Waarom niet een eigen project opstarten, denken nogal wat dansers vervolgens. Veel van die initiatieven overleven niet, omdat ze schatplichtig blijven aan hun mentor, en gedoemd zijn tot epigonisme. Peeping Tom blijkt uit steviger hout gesneden. (...) Peeping Tom is eigenlijk de Pedro Almodóvar van het danstheater. Vreemde personages passeren de revue, figuren die hun wortels hebben in circus en music hall en kermis. Ze worden getekend met veel liefde en ontregelende humor. Peeping Tom laat het publiek kennismaken met een travestiet, een dwerg-vrouw, een lyrische sopraan die niet bang is voor een rondje worstelen, een kleuter, of een stokoude breekbare danseres. Verhalen over verval en verlies en menselijke verwarring rond seksualiteit worden moeiteloos gekoppeld aan fysieke virtuositeit en geraffineerde beeldpoëzie. Maar de meest voor de hand liggende link met het werk van filmmaker Almodóvar is de nadruk op emotie en melodrama. Verdriet, tederheid en schoonheid halen de bovenhand, zelfs in de wreedste verhalen.
Bron: Hildegard De Vuyst, dossier KVS
© Herman Sorgeloos
het creatieproces bij Peeping Tom Laboratoriet, een Deens platform voor onderzoek en ontwikkeling van de podiumkunsten, interviewde sinds 2008 kunstenaars uit heel Europa, die actief zijn op uiteenlopende domeinen van theater en dans, in verschillende fasen van hun loopbaan. De focus lag daarbij telkens op het repetitieproces. Welke problemen en obstakels ontmoetten zij en wat waren hun oplossingen? Voor Peeping Tom polste Isabelle Reynaud naar de tot standkoming van een voorstelling. Peeping Tom is een collectief. Dat is het basisprincipe. Dat betekent dat het creatieproces veel tijd in beslag neemt, gemiddeld vijf maanden. Regisseurs Gabriela Carrizo en Franck Chartier vertrekken vanuit het principe dat elke persoon van bij het begin werkt met materiaal dat hij of zij interessant vindt. “Op die manier geloven we dat het resultaat veel rijker is,” zegt Frank Chartier. Het idee voor de voorstelling wordt meestal wel aangereikt door Chartier en Carizzo. Het meestal realistische decor is daarbij een belangrijk, zo niet het belangrijkste, basiselement. Zo moest bijvoorbeeld in ‘Le Salon’ het hoofdpersonage omgaan met verval. Op scène zie je een familie in een zitkamer die ooit prachtig moet geweest zijn, maar nu volledig is uitgewoond door financiële en andere crisissen. De scenografie dient als vertrekpunt. Daarna pas begint het collectief met het assembleren van scènes. Gabriela Carizzo: “Bijvoorbeeld, we zeggen de spelers: hier is een topic, jullie kunnen hierop werken gedurende 15 à 30 minuten. Dan komen we terug samen en tonen aan de anderen wat we gevonden hebben. Dat doen we zo de hele dag: we wisselen voortdurend ideeën en stukjes scènes uit. Hoewel we de focus richten op een bepaald thema, blijven we openstaan voor allerhande voorstellen. We onderzoeken bij voorkeur minder evidente pistes. Stap voor stap komen we zo dichter bij de kern van het materiaal.” “Als collectief is iedereen verantwoordelijk voor zijn eigen materiaal en zijn eigen beslissingen. We zijn verplicht om telkens opnieuw materiaal aan elkaar te tonen en we onthullen veel, zowel intieme als familiegerelateerde dingen. Dat kan je van je stuk brengen. Omdat we een heel lang repetitieproces hebben en we veel onder woorden moeten brengen, zijn we onderling overeengekomen dat niemand de ander vertelt wat hij of zij niet leuk vindt,” aldus Chartier. Op het einde moet iedereen tevreden zijn over wat hij of zij presenteert op het podium. Carizzo: “Want hoewel je elkaar in een bepaalde richting kan duwen, maakt ieder zijn eigen keuzes.”
Elke performer is aldus schepper van ‘zijn’ personage. Pas na vijf maanden wordt alle materiaal, dat puur instinctief verzameld werd, samengebracht. Chartier: “We stellen een tijdlijn op en kijken welke stukken dramaturgisch goed zouden werken. Daarna wordt daar solo of in groep op verder gewerkt. Na dat punt begint alles een betekenis te krijgen en rolt het verhaal er haast vanzelf uit.” Chartier en Carizzo benadrukken in hun werkproces ook het verschil tussen creëren als collectief of voor een choreograaf. Carizzo: “Wanneer je voor een choreograaf werkt, creëer je materiaal, maar weet je niet wat er daarna mee gebeurt. Wat fijn is aan onze manier van werken, is dat we te werk gaan in het volle bewustzijn dat we samen ergens naartoe gaan. Dat vloeit als een rode draad door ons werk. Op het einde kloppen alle stukken.”
Bron: Isabelle Reynaud, www.rehearsalmatters.org/artist/peeping-tom, 28/01/2009 (fragmenten uit interview/vertaling Remke van Estlande)
Scenografie en Merleau-Ponty Een tekst over fenomenologie, die theaterwetenschappers en liefhebbers van performance sterk heeft geïnteresseerd, is die van Merleau-Ponty (1908-1961). Voor Merleau-Ponty gaat fenomenologie over pogingen om een ervaring te bevatten, in haar directe en ‘primitieve’ essentie, en in een stadium nog vòòr een intellectuele analyse haar klasseert, voorstelt en bestempelt als een kunstmatige ‘reconstructie’. Hij benadrukt hoe confrontaties met de wereld tot stand komen vanuit diverse perspectieven, afhankelijk van wat wordt gezien, gehoord, gevoeld, aangevoeld, ingebeeld, voorvoeld, herinnerd. Deze verschillende perspectieven werken op elkaar in. Waarneming wordt gezien als een synesthetisch proces, waarbij de zintuigen met elkaar communiceren: “De vorm van objecten is niet hun geometrische verschijning: hij staat in een bepaalde relatie met hun specifieke aard, en hij doet, naast het zicht, een beroep op al onze andere zintuigen. De vorm van een kreuk in linnen of katoen toont ons de weerstand of droogte van het weefsel, de frisheid of warmte van het materiaal… men ziet het gewicht van een blok gietijzer wanneer hij in het zand zinkt, de vloeibaarheid van water en de kleverigheid van stroop. Op dezelfde manier hoor ik de hardheid en hobbeligheid van straatstenen in het geratel van een koets, en spreken we in dat verband over een ‘zacht’, ‘dof’ of ‘scherp’ geluid. Merleau-Ponty’s stelling dat “er een direct verband is tussen de oriëntatie van het visuele terrein en het aanvoelen dat je eigen lichaam potentieel tot dat terrein behoort”, kan doorgetrokken worden naar hoe we scenografie ervaren. Om te beginnen zegt Merleau-Ponty dat onze fysiek beleefde ervaring ons informeert over hoe we de wereld percipiëren: “Ervaring onthult wat achter de objectieve ruimte ligt waarin het lichaam eventueel zijn plaats vindt, een primitieve ruimtelijkheid waarvan de ervaring slechts het uiterlijke omhulsel is, en die samenvloeit met wat het lichaam echt is. Een lichaam zijn betekent gebonden zijn aan een bepaalde wereld… ons lichaam is in eerste instantie niet ‘in’ de ruimte: het is er een deel van.” Dit heeft belangrijke implicaties voor scenografie, omdat het aangeeft dat het publiek wat het op het toneel ziet, kan ervaren op manieren die verpersoonlijkt en precognitief zijn. Merleau-Ponty’s verklaring van de perceptie van een object is niet gewoon hoe we naar een plat oppervlak zoals een schilderij kijken, maar zij
wordt gevoed door onze reeds ervaren kennis van hoe het object vanuit diverse gezichtspunten en perspectieven verschijnt, en door onze beoordeling van de werking van tijd en herinnering op dat object. Deze diverse perspectieven vloeien samen om de totaliteit van onze perceptie te vormen: “Mijn perceptieveld wordt constant gevuld met een spel van kleuren, geluiden en vluchtige tactiele gewaarwordingen, die ik niet haarfijn kan verbinden met de context van mijn duidelijk waargenomen wereld, maar die ik toch onmiddellijk in die wereld ‘plaats’, zonder ze ooit te verwarren met mijn dagdromen. Tegelijk weef ik constant dromen rondom dingen. Ik verbeeld me mensen en dingen waarvan de aanwezigheid niet incompatibel is met de context, en die er toch niet werkelijk in betrokken zijn: ze staan nog vòòr de realiteit, in het rijk van de verbeelding.” Het bekijken van een object is dus niet alleen wat geboden wordt vanuit één vast gezichtspunt. Ook wanneer een toeschouwer in het theater naar een voorstelling zit te kijken, wordt zijn individuele perceptie van de objecten die hij ziet, gevoed door zijn of haar fysieke ervaring. Het vermogen tot waarneming heeft te maken met de manier waarop we de wereld begrijpen zoals dat ontwikkeld is via het fysieke lichaam in zijn totaliteit. Op het toneel iets zien wordt onvermijdelijk verbonden met verwerkt inzicht of met herinneringen aan een werkelijk lichamelijke ervaring. De verschijning van een lange fluwelen mantel kan dus een idee oproepen van hoe het voelt om hem aan te raken, of hoe het voelt om hem te dragen en erin te bewegen.
Bron: Joslin McKinney en Philip Butterworth, The Cambridge Introduction to Scenography. Cambridge, 2010, p. 166-170 (vertaling Frans Redant)
Peeping Tom is een danstheatercollectief met als artistieke leiders Gabriela Carrizo en Franck Chartier. Andere vaste leden zijn Simon Versnel, Jos Baker, Maria Carolina Vieira, de Zuid-Koreanen SeolJin Kim en Hun-Mok Jung en de Belgen Marie Gyselbrecht, Eurudike De Beul en Leo De Beul. Een zeer bont, internationaal gezelschap dus. Vooral Carrizo en Chartier, maar ook Versnel, tekenen de lijnen uit. Ze zijn alledrie expats die sinds het midden van de jaren 1990 actief zijn in de Vlaamse dansen theaterwereld. Versnel, klassieke zanger van opleiding, acteerde in verschillende Needcompany-producties onder leiding van Jan Lauwers en Grace Ellen Barkey. Chartier begon zijn professionele carrière in Brussel bij Béjart en verhuisde met hem mee naar Lausanne. Hij werkte ook nog met Angelin Preljocaj voor hij naar België terugkeerde, waar hij betrokken was in producties van Needcompany en Les Ballets C de la B (Alain Platel). Ook Carrizo werkte mee aan verschillende Platel-producties, en aan ‘Images of affection’ van Jan Lauwers/Needcompany. In 1999 creëerden Chartier en Carrizo in Zürich hun eerste productie, ‘Caravane’, die de toeschouwers letterlijk meenam in het benauwde leven van een mobilhome. De respons op die voorstelling inspireerde hen tot de oprichting van het gezelschap Peeping Tom. In 2000 maakten ze een vervolg op hun eerste voorstelling, Une vie inutile, waarmee ze ook in de theaters terechtkonden. In 2001 vervoegde Simon Versnel de kern van het collectief. Samen maakten ze ‘Le Jardin’, waarin ze film, dans en theater samenvoegden. ‘Le Jardin’ was de opmaat voor wat een trilogie zou worden: in 2004 creëerden ze’ Le Salon’, in 2007 ‘Le Sous Sol’ en in 2009 ’32 Rue Vandenbranden’. Al deze voorstellingen werden internationaal gecoproduceerd. ‘A Louer’ (2011) werd geselecteerd voor Het Theaterfestival 2012. Het werk van Peeping Tom is een kruispunt tussen dans en theater, tussen het banale en het mysterieuze. Het blijkt telkens weer onmogelijk om een grens te trekken tussen het ‘normale' en het ‘abnormale' in het menselijke gedrag, en dat wordt weerspiegeld in het vormelijke van de producties. Er is een narratief kader, hoewel dat zeker niet prioritair is, en de plaats van handeling wordt steevast vorm gegeven en gekleurd door de decors, die tegelijk realistisch en grotesk kunnen zijn. Theater, dans of muziek zijn afwisselend het dragende medium, maar altijd met ruimte voor andere media.
LEESZAAL kunstcampus uw plek van verdieping en exploratie in desingel
Nog snel even wat extra informatie opdoen over een concert dat u die avond bijwoont? Of gewoon rustig een uurtje of meer de tijd nemen om u te verdiepen in uw geliefde choreograaf of regisseur? Het kan allemaal in onze Leeszaal kunstcampus.
Hier vindt u achtergrondinformatie bij onze voorstellingen, concerten en tentoonstellingen. Maar ook algemene naslagwerken, tijdschriften en een enorme waaier aan boeken over theater, dans, muziek en architectuur. Op vier avonden blijven we open tot 20 uur, zodat u zich vooraleer naar een voorstelling te gaan nog even kan verdiepen in het concert of theaterstuk dat u gaat bijwonen. Voor zowel muziek, drama, dans als architectuur wil de leeszaal een sti-
mulerende kennisomgeving zijn, een informatie- en documentatiecentrum, waar zowel de (pre)professioneel als de liefhebber zijn gading vindt. Een plek van studie en onderwijs, onderzoek en ontmoeting, creatieve zelfontplooiing en rustige contemplatie. Basis voor de collectie is de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium, een verzameling van internationaal belang die zo’n 600.000 publicaties omvat. Een samenwerking van deSingel internationale kunstcampus, Koninklijk Conservatorium Antwerpen, Vlaams Architectuurinstituut openingsuren ma > di 10 > 16 uur WO > vr 10 > 20 uur Za 14 > 20 uur ZO 14 > 18 uur gratis
© Frank Ostyn
Nog dans in deSingel Vijf performers geven uitdrukking aan het verlangen naar een betere toekomst
Meg Stuart Damaged Goods & Münchner Kammerspiele Built to Last
© Tine Declerck
do 2, vr 3, za 4 mei 2013 20 uur / theaterstudio € 22 basis / 18 -25/65+ € 8 -19 jaar
architectuur theater dans muziek
www.desingeL.Be
t +32 (0)3 248 28 28 deSGuinLei 25 / b-2018 antwerpen
word FAn van deSinGeL op FACeBooK
deSingel is een kunstinstelling van de vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor
mediasponsors