theater tentoonstelling rode zaal grote podia
Jan Decorte B’Rock & Bloet
The Indian Queen van Henry Purcell wo 18, do 19 jan 2012
© Danny Willems
Jan Decorte B’Rock & Bloet
The Indian Queen van Henry Purcell regie Jan Decorte muzikale leiding Frank Agsteribbe dans en spel Sigrid Vinks zang Hanna Bayodi (sopraan) Risto Joost(contratenor) Reinoud Van Mechelen (tenor) Håvard Stensvold (bariton) muzikale uitvoering B’Rock Meret Lüthi concertmeester, Sara DeCorso 1ste viool, Varoujan Doneyan 1ste viool, Jivka Kaltcheva 2de viool, Liesbeth Nijs 2de viool, Dirk Vandaele 2de viool, Luc Gysbregts altviool, Manuela Bucher altviool, Rebecca Rosen cello, Tom Devaere violone, Katelijne Lanneau blokfluit, Dimos De Beun blokfluit, Jean-François Madeuf trompet, Frank Agsteribbe klavecimbel, Wim Maeseele luit kostuums Jan Decorte, Sigrid Vinks, Sofie D’Hoore decor Jan Decorte, Johan Daenen licht Jan Decorte, Luc Schaltin
gelieve uw GSM uit te schakelen
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.
reageer & win
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen
coproductie Kaaitheater (Brussel), Kunstenfestivaldesarts (Brussel), deSingel (Antwerpen), Concertgebouw (Brugge) in opdracht van Kaaitheater (Brussel), Kunstenfestivaldesarts (Brussel) productie B’Rock & Bloet www.b-rock.org de voorstelling duurt ongeveer 1 uur 15 minuten er is geen pauze
The Indian Queen Na hun succesvolle productie ‘Dido & Aeneas’ in 2006 nemen theatermaker Jan Decorte en barokorkest B’Rock opnieuw een werk van de Engelse componist Henry Purcell ter hand. Jan Decorte creëert een hedendaagse muziektheatervoorstelling op de muziek van deze barokke semiopera. ‘The Indian Queen’ (1695) speelt zich af in Peru en Mexico net voor de Spaanse invasie. De ‘Indian’ koningin in het verhaal is in feite Zempoalla, heerseres over Mexico. Het libretto is een kluwen van hofintriges, oorlogen en rivaliteiten in de liefde waarin de Azteekse held generaal Montezuma een centrale rol vervult. De thematiek van oorlog en liefde, rivaliteit en genegenheid staat dan ook centraal in de voorstelling. Naast de inhoud, is ook de vorm van Purcells ‘The Indian Queen’ een goed vertrekpunt in het hedendaags muziektheaterlandschap. In het zeventiende-eeuwse Engeland kwamen de pogingen om volledig gezongen opera’s op de planken te brengen maar niet van de grond, en kan men in het geval van ‘The Indian Queen’ dus enkel spreken van een ‘semiopera’: muzikale stukken afgewisseld met gesproken en gedanste passages. Deze gesproken passages zijn in de loop van de uitvoeringsgeschiedenis meer en meer verdwenen. Hierdoor wordt de muziek soeverein en valt het libretto uit elkaar in fragmenten zonder een direct verklaarbare samenhang. Dat duwt Jan Decorte als vanzelf naar meer abstractie. In zijn enscenering kiest Decorte dan ook voor beelden die de muzikale ervaring versterken. In vergelijking met zijn ‘Dido & Aeneas’ uit 2006 wordt het een ‘wildere’ bewerking. Zo zal het orkest ook als koor fungeren en dus een instrumentale én vocale ondersteuning aanreiken aan de vier zangers-solisten. Decortes hang naar een bijna primitieve eenvoud sluit hier wonderwel aan bij het nog prille, onrijpe van die vroege Engelse nog-niet-opera.
Musicologische toelichting bij het stuk door Diederik Verstraete In tegenstelling tot in andere Europese landen, konden pogingen om volledig gezongen opera’s op de planken te brengen, in het laat 17deeeuwse Engeland niet op veel succes rekenen. Het gros van Purcells dramatische muziek was dan ook bedoeld voor gesproken toneelstukken, waarvoor hij zowel orkestrale stukken (ouvertures en tussenspelen) als liederen leverde. De gezongen scènes bevonden zich op die plekken © Danny Willems
in het toneelstuk waar ze het meest verwacht werden: bij drink- of verleidingsscènes, bij serenades of slaapliedjes, om veldslagen te bezingen of overlijdens te bewenen, of simpelweg om de karakters op het toneel - en dus het publiek - te vermaken. Naast een grote hoeveelheid kortere muzikale bijvoegsels voor diverse toneelstukken, leverde Purcell vooral met zijn vier ‘semiopera’s’ (‘The Prophetess, or the History of Dioclesian’ (1690), ‘King Arthur’ (1691), ‘The Fairy Queen’ (1692) en ‘The Indian Queen’) een essentiële bijdrage tot de Engelse theatermuziek. ‘The Indian Queen’ dateert uit 1695, Purcells laatste levensjaar, en geraakte niet meer voltooid voor zijn veel te vroegtijdig overlijden op 21 november van dat jaar. Purcell startte het werk aan ‘The Indian Queen’ wellicht in de winter van 1695 in nauwe samenwerking met Thomas Betterton, die als producer, regisseur en acteur een belangrijke rol had gespeeld in de drie eerste semiopera’s voor het Theatre Royal. Betterton was in de lente van 1695 bezig met de oprichting van een nieuw theatergezelschap in Lincoln’s Inn Fields, en verloor na enige tijd zijn interesse in het nieuwe stuk. Wie uiteindelijk de tekst schreef weten we niet, maar het libretto is behoorlijk bombastisch en sterk anachronistisch. Toch wist Purcell het onwaarschijnlijke verhaal te voorzien van bijzonder sterke muziek, al liet hij het vijfde bedrijf onvolledig achter. Zijn jongere broer, Daniel Purcell, voegde een afsluitende masque aan het geheel toe, zodat ‘The Indian Queen’ in het voorjaar van 1696 toch in première kon gaan. Purcells eigen muziek bevat sommige van zijn meest donkere en meest gesofisticeerde bladzijden, en de vrolijke masque ter ere van een huwelijk die Daniel hieraan toevoegde, staat hiermee in schril contrast. Toch wist Daniel Purcell zichzelf te overtreffen en leverde hij een treffend slot af voor de zwanenzang van zijn betreurde broer. In deze voorstelling wordt enkel de muziek van Henry Purcell gebracht. ‘The Indian Queen’ is in feite Zempoalla, heerseres over Mexico. Zij wordt tegengewerkt door de Inca’s van Peru en hun generaal Montezuma, die na een tijd van kamp wisselt en waarop Zempoalla verliefd wordt. Het exotische kader van de Nieuwe Wereld vormt niet meer dan een laagje vernis – het drama zou zich evengoed in het antieke Griekenland of Rome kunnen afspelen. Alleen in de laatste scène die Purcell op muziek zette - waarin Zempoalla vernederd zelfmoord pleegt - komt het verhaal echt van de grond. Purcell maakte een correcte beslissing om zich bij het op muziek zetten van dit verhaal te focussen op de figuur van Zempoalla: de ‘Masque of Fame’ in het tweede bedrijf licht door middel van een allegorie haar complexe persoonlijkheid toe; en de beroemde scène in de grot van de samenzweerders (“Ye twice ten hundred deities”) is een
uitgebreide droominterpretatie. Deze scènes bevatten sommige van Purcells meest sterke dramatische muziek, die op directe wijze de situatie schetst. Daarnaast bevat ‘The Indian Queen’ ook enkele van Purcells meest memorabele liederen: “I attempt from love’s sickness to fly”, een heerlijk rondeau met perfecte woordzetting, en “They tell us that you mighty powers above”: een majestueuze melodie die Purcell bijzonder subtiel harmoniseerde. ‘The Indian Queen’ is een van Purcells sterkste werken, die een nieuwe richting in zijn compositorisch denken lijkt aan te kondigen: weg van de Italiaanse invloed, meer in de richting van de Franse ‘tragédie lyrique’, met als extra kruidend element het traditionele Engelse contrapunt. Het is dan ook doodjammer dat Purcell niet meer tijd gegund was om deze nieuwe synthese van Europese barokstijlen verder uit te werken. bron: programmaboekje Kunstenfestivaldesarts, www.kfda.be
© Danny Willems
Libretto Act I
Act II
jongen Ontwaak, Quivera, ontwaak, onze zachte rust moet eindigen, En samen met de vrede van ons land vlieden; Niet langer slapen in weegbree’s schaduw, Waar noch hitte, noch koude vat op had; Waar de overvloedige natuur geen verval kent, En openbloeiende bloesems vallend fruit wegduwen.
Faam en koor Ik kom om Zempoalla’s verhaal te zingen Wiens charmant helder en schoon aanzicht Meer straalt dan de glans van glorie. We komen om het prachtige verhaal van Zempoalla te zingen Wiens charmant helder en schoon aanzicht Meer straalt dan de glans van glorie.
meisje Waarom zou men ruzie maken, als iedereen door succes zoveel bezit als men maar kan hopen? Niemand kan het meeste hebben als de natuur zo vrijgevig is Dat ze ‘s mans noden overtreft, maar niet zijn verstand.
Afgunst en twee volgelingen Wat voor flatterend geluid is dit, Dat al mijn slangen laat sissen? Ik haat het te zien hoe gretige tongen oprukken De slaven van het toeval even hoog als de Goden. Wat voor flatterend geluid is dit, Dat al mijn slangen laat sissen?
jongen De oude profetie heeft het ons voorspeld, Ons land zal onderdrukt worden door een ouder, En zie, die tijd is nu al gekomen. meisje, jongen Als het zo is, verwelkomen we ons noodlot. jongen Het ziet ernaar uit dat genade van hier wegstroomt, Zachter dan onze aangeboren onschuld; Laat ons onder hun bescherming smeken om te mogen leven: Ze komen hier niet om te overwinnen maar om te vergeven. meisje, jongen Indien zo, moge je goedheid jouw kracht uitdrukken, En we zullen beide beoordelen op basis van ons succes.
Roem Geminachte afgunst, hier is niets dat je kan doen: Haar glorie is te helder om te overschaduwen. Afgunst Ik vlucht van de plaats waar vleierij heerst, Zie, zie de dingen die ooit zulke slaven als goden aanbaden Veroordeeld en niet betreurd in ketens. Ik vlucht van de plaats waar vleierij heerst, Ik haat het te zien hoe gretige tongen oprukken De slaven van het toeval even hoog als de Goden. Wat voor flatterend geluid is dit, Dat al mijn slangen laat sissen?
Roem Ga weg, vervloekte duivels van de Hel, Zink weg naar waar walgelijke dampen hangen, Terwijl ik haar triomf laat klinken, En het universum ermee vul. Roem en koor Ik kom om Zempoalla’s verhaal te zingen Wiens charmant helder en schoon aanzicht Meer straalt dan de glans van glorie. We komen om het prachtige verhaal van Zempoalla te zingen Wiens charmant helder en schoon aanzicht Meer straalt dan de glans van glorie.
Act III Ismeron Gij tweeduizend goden Aan wie we dagelijks offeren, Uw krachten die inwerken op het lot van de mens beneden En zien wat hij gedoemd is te doen, Waar de elementen in onmin strijden: Gij god van de slaap sta op en vertel Grote Zempoalla wat voor eigenaardig lot Wacht haar sombere visie. Door het kwaken van de pad, In de grotten waar ze huizen, Aards naar adem snakkend grauw Met van dood gezwollen zijkanten, Door de helmbosdragende adders fierheid Die langs de rotsen glijden, Door jouw woest en zwart gezicht, Door het doodshoofd op uw rug, Door de verstrengelde slangen als Een gordel rond uw middel, Door de gouden harten die Uw borst, schouders en nek bedekken, Sta op uit uw slaapplaats En open uw onwillige ogen, Terwijl borrelende bronnen hun muziek voor zich houden, Die u gewoonlijk in slaap wiegden.
God van de dromen Tracht niet te weten wat niet onthuld moet worden, Vreugde is er enkel als de haat verborgen blijft. De te bezige man zou zijn smarten beter vinden Als hij zijn toekomstig geluk op voorhand zou kennen; Maar mocht hij zijn lot kennen Hij zou niet leven maar altijd sterven. Vraag dus niet wie van ketens bevrijd zal zijn, Wie een kroon zal dragen en wie zal bloeden. Ieder moet zijn toegewezen noodlot ondergaan, Het lot en ongeluk zullen te snel komen. Laat me niet meer met krachtige toverspreuken onderdrukt worden Het noodlot verbiedt me de rest te vertellen. Hemelse geesten Ah, hoe gelukkig zijn wij! Vrij van menselijke passies. Ah, hoe gelukkig zijn wij! Die wilde inwoners van de borst, Kunnen nooit onze rust verstoren. Ah, hoe gelukkig zijn wij! Toch hebben we medelijden met de gevoelige zielen Door de tiran van de liefde gecontroleerd, Ah, hoe gelukkig zijn wij, Vrij van menselijke passie! Wij de geesten van de hemelen Die ons om de menselijke dingen bekommeren, Dalen nu uit medelijden neder Om te waarschuwen voor de aanstaande ellende. Met minachting verstopte grootsheid vergaat, Een keizerrijk met slaven blijft niet bestaan. Wij de geesten van de hemelen Die ons om de menselijke dingen bekommeren, Dalen nu uit medelijden neder Om te waarschuwen voor de aanstaande ellende. Laat de tevergeefs wachtenden ophouden met smachten Want nooit zullen ze nog bemind worden. Wij de geesten van de hemelen Die ons om de menselijke dingen bekommeren, Dalen nu uit medelijden neder Om te waarschuwen voor de aanstaande ellende.
Sopraan solo Tevergeefs tracht ik voor de ziekte van de liefde te vluchten, Want ik ben mijn eigen koorts en pijn. Niet langer zal mijn liefdevol hart van trots zwellen; Men kan geen kracht genoeg opbrengen om te rebelleren. Tevergeefs tracht ik voor de ziekte van de liefde te vluchten, Want ik ben mijn eigen koorts en pijn. Liefde heeft meer kracht en minder medelijden dan het noodlot, Ze drijft ons de vernieling in en maakt van ons mensen die haten. Tevergeefs tracht ik voor de ziekte van de liefde te vluchten, Want ik ben mijn eigen koorts en pijn. Wij de geesten van de hemelen Die ons om de menselijke dingen bekommeren, Dalen nu uit medelijden neder Om te waarschuwen voor de aanstaande ellende. Met minachting verstopte grootsheid vergaat, Een keizerrijk met slaven blijft niet bestaan. Wij de geesten van de hemelen Die ons om de menselijke dingen bekommeren, Dalen nu uit medelijden neder Om te waarschuwen voor de aanstaande ellende. Laat de tevergeefs wachtenden ophouden met smachten Want nooit zullen ze nog bemind worden.
Act IV Orazia Ze zeggen dat uw macht boven alles staat Toon uw vreugde en liefdeszegeningen, Ah! Waarom lijdt u aan de zegening die een arme beminde zo een getormenteerde beproevingen geeft? Al moet ik voor mijn passie zo een verdriet doorstaan, Toch zal mijn liefde net als die van u standvastig en puur zijn. Voor hem afzien, verzacht mijn pijn; Er is vreugde in mijn verdriet en vrijheid in het geketend zijn. Indien ik goddelijk zou zijn, zou hij niet van me kunnen houden, En ik in ruil mijn aanbidder aanbidden, O, laat zijn lieve leven, beste goden, jullie zorg zijn, Want in uw zegeningen heb ik geen deel.
Act V Koor We buigen dus voor uw schrijn, Zodat u grote goddelijke krachten moge horen, Alle levende dingen zullen u loven. Hogepriester U die aan het altaar staat Wachtend op het gevreesde bevel Het fatale woord zal weldra gehoord worden, Antwoord dan, is alles voorbereid? Koor Alles is voorbereid. Hogepriester Laat alle niet toegestane zielen verdwijnen Voor onze heilige riten beginnen. Zorg ervoor dat dit ook gedaan is. Koor Alles is gedaan. Hogepriester Loop nu in processie langs En begin dan uw plechtig lied. Koor Alle sombere geluiden wachten dus op deze offers, Uw kracht blijkt uit uw ontijdig lot; Door zulke verschillende lotsbestemmingen leren we, Dat er niets, nee niets is hier beneden dat vertrouwd kan worden
© Danny Willems
Jan Decorte Acteur en regisseur voor zowel theater, film als televisie, schrijver, scenograaf, docent, parlementslid, grondlegger van het Centrum tegen Racisme en voor gelijkheid van kansen - kortom duizendpoot - Jan Decorte wordt in 1950 geboren in Wilrijk. Hij studeert aan het RITS in Brussel en begint al snel eigen teksten te schrijven. Zijn loopbaan als regisseur begint in 1978 met in het begin enkel ‘klassieke’ ensceneringen van o.a. Ibsen, Shakespeare, Goethe en Tsjechov. In 1982 wordt Jan Decorte artistiek leider van Het Trojaanse Paard, voorheen het politieke theatercollectief rond Marianne Van Kerckhoven. Het gezelschap wordt herdoopt tot HTP en later vanaf 1987 tot Jan Decorte + Cie. Vanaf 1985 brengt Jan Decorte voornamelijk eigen materiaal. Hij blijft zich inspireren op bestaande teksten, maar deze worden dermate ‘herdicht’ en ‘verdicht’ totdat enkel de essentie - of de abstractie - overblijft. De periode die volgt kan naar inhoud en stijl ingedeeld worden in aparte clusters. Eerst komen zijn slapstickkomedies waarin hij de seksualiteit ontleedt. Daarop volgt de even humoristische trilogie ‘petits classiques’, bewerkingen van klassieke stukken van Büchner en Shakespeare. Na ‘Bloetwollefduivel’ (1994) waaraan de compagnie een nieuwe naamsverandering dankt: voortaan is het Bloet - verdwijnt Jan Decorte geruime tijd van het toneel. De jaren daarop zijn moeilijk maar met de steun van zijn eeuwige rechterhand Sigrid Vinks en een kleine maar trouwe aanhang komt hij terug. De laatste jaren zijn vruchtbaar: hij schrijft drie stukken (‘&’, ‘Birgaudine en Dieu’ et ‘les esprits vivants’), herwerkt ‘Dido and Aeneas’ en schrijft drie kinderboekjes - dit alles gebundeld onder de noemer ‘Zeldzame Werken’. B’Rock Barokorkest B’Rock werd opgericht in 2005 op initiatief van klavecinist, componist, dirigent Frank Agsteribbe en contrabassist Tom Devaere. Het orkest is gehuisvest in Gent. B’Rock is ontstaan uit zin voor vernieuwing en verjonging in de wereld van de oude muziek. De vaste kern bestaat uit een twintigtal musici uit binnen- en buitenland, gespecialiseerd in de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk. Barokorkest B’Rock onderscheidt zich door een uitvoeringsgerichte en stijlbewuste manier van spelen waarbij expressie en intensiteit centraal staan. In zijn programmakeuze verbindt het orkest vaste waarden uit de barokliteratuur met minder gekend repertoire uit de 17de en 18de eeuw. Daarnaast schenkt het orkest bijzondere aandacht aan de uitvoering en creatie van hedendaagse muziek op maat van zijn historisch instrumentarium. Onder de noemer B’Rock XS ontwikkelt het orkest grensoverschrijdende programma’s in kamermuziekbezetting. B’Rock doet regelmatig een beroep op toonaangevende solisten en gastdirigenten zoals Eduardo Lopèz Banzo, Gary Cooper, Christopher Moulds, Richard Egarr of Skip Sempé. Als artistiek leider van het orkest staat ook Frank Agsteribbe
regelmatig aan het hoofd van het orkest. Barokorkest B’Rock speelt een dertigtal concerten per seizoen in binnen- en buitenland. Het orkest is zowel aanwezig op de Vlaamse podia van Gent (Muziekcentrum de Bijloke, Festival van Vlaanderen Gent), Brussel (Bozar, Kaaitheater, Klarafestival), Antwerpen (deSingel, Amuz), Brugge (Concertgebouw, MAfestival) als internationaal: Concertgebouw Amsterdam, Festival Oude Muziek Utrecht, Vredenburg Utrecht, De Doelen Rotterdam, Tage alter Musik Regensburg, de Innsbrucker Festwochen, Styriarte Festival in Graz of Wigmore Hall Londen. Opera en avontuurlijk muziektheater vormen een belangrijk onderdeel van de artistieke werking. In samenwerking met Belgische productiehuizen als Muziektheater Transparant en LOD creëert B’Rock regelmatig nieuwe producties. Daarnaast wordt B’Rock dikwijls uitgenodigd door internationale operafestivals zoals Operadagen Rotterdam, KunstenfestivaldesArts of Musikfestspiele Potsdam Sanssouci. In 2012 debuteert B’Rock in de Munt olv. René Jacobs. B’Rock werd sinds zijn start unaniem lovend onthaald door zowel de nationale als de internationale pers en geniet de structurele steun van de Vlaamse Gemeenschap, de Stad Gent en de Provincie Oost-Vlaanderen. B’Rock is tevens trajectpartner van deSingel. Frank Agsteribbe Frank Agsteribbe (°1968) is een veelzijdig musicus die zich profileert als dirigent, klavierspeler en componist. Binnen al zijn activiteiten zoekt hij naar een directe expressie, plasticiteit en levendige kleurrijkheid, dit zowel in opera - als dirigent en continuo - als in barok- of hedendaagse muziek. Vooral de raakvlakken tussen muziek uit de 17de of 18de eeuw met de muziek van vandaag genieten zijn bijzondere interesse. Als continuospeler werkte hij bij de meest vooraanstaande Vlaamse barokensembles (La Petite Bande, Collegium Vocale, Huelgas Ensemble, Anima Eterna) waarmee hij wereldwijd concerteerde. Samen met contrabassist Tom Devaere richtte hij in 2005 een nieuw, jong en dynamisch barokorkest op: B’Rock, waarbij hij zowel klavecinist als (gast)dirigent is. Ter gelegenheid van het Haydnjaar 2009 bracht Frank Agsteribbe een CD uit met vroege klaviermuziek van Joseph Haydn. Als dirigent is Frank Agsteribbe actief in verschillende domeinen: opera, oude muziek en hedendaagse muziek. Hij dirigeerde Mozarts ‘Zauberflöte’, ‘The Rake’s Progress’ van Stravinsky, ‘Orontea’ van Marc’ Antonio Cesti, ‘La Dafne’ van Marco da Gagliano en ‘Orfeo’ van Ferdinando Bertoni. Met het Teatro Sao Carlos uit Lissabon dirigeerde hij in november 2008 ‘L’Italiana in Algeri’ van G. Rossini. Hij werkte als assistent mee aan ‘Le Vin Herbé’ van Frank Martin (Ruhrtriënnale 2007), ‘Le Nozze di Figaro’, ‘Jenufa’, ‘Prova d’Orchestra’ van Giorgio Battistelli, ‘L’Italiana in Algeri’ van Rossini en ‘Dido and Aeneas’ van Purcell. Hij dirigeerde tevens werk van Mahler (Symfonie 4), Britten (Spring Symphony), Schoenberg, Haydn (Nelson Mass), Puccini (La Boheme),
Beethoven (symfonieën 5 en 6) en Brahms (symfonie 1). Hij leidde B’Rock in werk van John Cage, Arvo Pärt en Frank Nuyts, alsook in Vivaldi en Händel. Hij leidde B’Rock en het Collegium Vocale in de creatie van ‘De Judaspassie’ van Dominique Pauwels. Frank Agsteribbe is eerste dirigent bij het vocaal ensemble Canto LX in Luxemburg. Daarnaast zet hij zich bijzonder in voor oude muziek uit Vlaanderen: zo hercreëerde hij muziek van Fiocco, Brehy, Vanden Gheyn, di Martinelli, ... Frank Agsteribbe heeft inmiddels meer dan 80 composities op zijn naam staan, waarvan het grootste gedeelte geschreven werd in opdracht, ondermeer van Radio 3/Klara, Transparant, Vlaams Radio Orkest, Concertgebouw Brugge, de Bijloke, Koninklijk Conservatorium Antwerpen, November Music, Il Gardellino ... Meer dan 40 van zijn composities werden opgenomen op CD of radio, en werden over de hele wereld uitgezonden (USA, Canada). Belangrijke creaties vonden plaats in Brazilië, Berlijn (Konzerthaus en Deutsche Oper) en het Gaudeamus Festival in Amsterdam. Sinds 1989 is Frank Agsteribbe docent aan het Koninklijk Conservatorium van de Artesis Hogeschool Antwerpen, waar hij ook als dirigent en projectleider voor oude muziek werkt en er de academisering mee uitbouwt.
volgde hij masterclasses bij Neeme Järvi, Esa-Pekka Salonen, Eri Klas, Paul Mägi en op het gebied van de oude muziek bij Paul Hillier en Nigel North. Risto Joost heeft naast het dirigeren ook een actieve carrière als contratenor. Zijn solorepertoire bevat werken uit de renaissance- en barokperiode alsook het moderne repertoire. Hij trad op bij festivals als het Steve Reich Festival in Groot Brittannië, het Musica Antiqua Festival in Brugge, het Stockholm Oude Muziekfestival en het Vantaa Oude Muziekfestival in Finland, waar hij samenwerkte met diverse orkesten zoals Concerto Copenhagen, het Belgische oudemuziekensemble B’Rock, het Schotse Kamerorkest en de ensembles Phantasm (GB) en het Kronos Quartet (VS). Van 2003 tot 2009 zong hij regelmatig bij Paul Hilliers Theatre of Voices. In 2009 was hij ‘Conductor of the Year’ in Estland, als dirigent en oprichter van Tallinn Sinfonietta. Sindsdien dirigeert hij ook regelmatig in de Nationale Opera en het Nationaal Orkest van Estland. Hij dirigeerde er ondermeer Erkki-Sven Tüür’s opera ‘Wallenberg’ en ‘La FInta Giardiniera’ van Mozart. Als dirigent werd hij uitgenodigd door orkesten in Estland, Zweden, Letland, Nederland en Lithouwen. www.erpmusic.com/p_RistoJoost.htm
Hanna Bayodi De Franse sopraan Hanna Bayodi studeerde zang bij Glenn Chambers en Christiane Patard aan het Conservatoire National Supérieur de Musique in Parijs. In 2003 won ze de International Oratorio Competition in ClermontFerrand. In juni van dat jaar debuteerde ze met een rol in Rameau’s ‘Les Boréades’ in New York en Londen olv. William Christie. Daarna vertolkte ze nog rollen in Charpentiers ‘La Pastorale de Noël’ in het Théâtre des Champs-Elysées, in Purcells ‘King Arthur’ in het Concertgebouw in Amsterdam en in het Arsenal in Metz naast Véronique Gens en in Charpentiers ‘Médea’ in Versailles en Lyon olv. Hervé Niquet. Bovendien gaf ze concerten op het Festival d’Art Sacré in Parijs en op festivals in Ambronay en in Utrecht. Bayodi verleent regelmatig haar medewerking aan producties van Le Concert Spirituel en Folies Françoises. Tijdens het seizoen 2007-2008 is onder meer een concerttournee gepland met Hervé Niquet, een Haydnconcert in het Châtelet in Parijs, een nieuwe productie van ‘Orfeo’ (Monteverdi) olv. William Christie in het Teatro Real in Madrid en een nieuwe productie van ‘Le Nozze di Figaro’ met Emanuelle Haïm in Lille. www.myspace.com/hannabayodihirt
Reinoud Van Mechelen Reinoud Van Mechelen (°1987) begon op jonge leeftijd te zingen in het kinderkoor Clari Cantuli en het jeugdkoor Clari Cantus, met als dirigente Ria Vanwing. Tijdens deze periode vertolkte hij ook de knapensolo in 'Artesia' van Dirk Brossé (onder leiding van de componist). Op 18-jarige leeftijd startte hij met zanglessen bij Anne Mertens in het Stedelijk Conservatorium van Leuven. Het jaar nadien begon hij met bachelorstudies aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel in de klas van Lena Lootens. Momenteel volgt hij aan hetzelfde conservatorium een Masteropleiding bij Dina Grossberger. Om zich verder te vervolmaken volgde Reinoud stages en masterclasses bij onder andere Greta de Reyghere, Isabelle Desrochers, Frédérick Haas, Claire Lefilliâtre, Alain Buet, Jean-Paul Fouchécourt en François-Nicolas Geslot. Gelijklopend met zijn studies deed hij ook eerste ervaringen op met optredens als solist en ensemblezanger. Hij zong 'Plutus' in 'le Carnaval et la Folie' van André Cardinal Destouches (in het kader van 'l’Académie Baroque Européenne d’Ambronnay'), vertolkte de rol van 'Adone' in 'la Catena d’Adone' van Domenico Mazzochi (in de operastudio Vlaanderen) en de rol van 'Platée' in de gelijknamige opera van Jean-Philippe Rameau (in het kader van een zomeroperastage voor jonge zangers van Transparant). Hij trad op met de ensembles l’Arpeggiata, Capilla Flamenca, Ex Tempore en Ricercar Consort. Regelmatig is hij te gast bij Scherzi Musicali, het ensemble van Nicolas Achten. Zo werkte hij mee aan de opnames van 'l’Euridice' van Giulio Caccini en aan 'Dulcis amor Jesu', een verzameling van sacrale werken van Giovanni Felice Sances.
Risto Joost Dirigent en zanger Risto Joost (°1980) studeerde zang en koor- en orkestdirectie aan de Estse Muziek- en Theateracademie, en volgde verdere studies aan de Universität für Musik und darstellende Kunst in Wenen. In 2008 voltooide Joost zijn studie orkestdirectie aan de Koninklijke Hogeschool voor Muziek in Stockholm bij professor Jorma Panula. Verder
Håvard Stensvold De bariton Håvard Stensvold is geboren in Oslo en studeerde aan de Koninklijke Opera Academie in Kopenhagen bij Susanna Eken en aan het Koninklijk Deens Muziekconservatorium. Recente operarollen waren ondermeer Papageno in ‘Die Zauberflöte’, Guglielmo in ‘Cosi fan tutte’, Masetto in ‘Don Giovanni’ en Malatesta in ‘Don Pasquale’ voor de Nationale Opera Noorwegen. In de Koninklijke Deense Opera zong in ‘Don Giovanni’ en ‘L’incoronazione di Poppea’. In de rol van Polyphemos was hij ondermeer te gast op de Innsbrucker Festwochen der alten Musik en op het MaFestival Brugge. Verder zong hij o.a. met Bergen Philharmonic Orchestra, Fynske Opera Odense en op het Nordland Music Festival (Noorwegen). Hij werkte met dirigenten als Francesco Corti, Fabio Biondi, Roland Böer, Patrick Fournillier, Paul Goodwin, Andrew Litton, Nicholas McGegan, Lars Ulrik Mortensen, Michel Plasson, Lawrence Renes, Andreas Spering, Mark Tatlow, Robin Ticciati and Bruno Weil. Håvard Stensvold is een veelgevraagde concert-, oratorium- en liedzanger en heeft een breed repertoire met een bijzondere aandacht voor hedendaagse muziek. In barokrepertoire zong hij recent met Andrew Manze en Sigiswald Kuijken. In de zomer van 2011 zong hij Il Commendatore en Masetto in ‘Don Giovanni’.
SaloN
anne tereSa de keerSMaeker In aanwezigheid van de choreografe gaat curator elke Van campenhout in gesprek met een aantal gasten. Voor de één gaat het over de dramaturgie van muziek en dans, voor de ander over oosterse invloeden in het oeuvre. op basis van een zelfgekozen fragment uit de voorstellingen praat elke gast over zijn/haar specifieke interesse in het werk en gaat de dialoog aan met een specialist uit een ander terrein. Medewerkers van het eerste uur worden geconfronteerd met de toekomstvisie van de nieuwe garde. opinies van de theaterwetenschapper staan naast de ervaring van de performer. In deze gesprekken opent zich niet enkel een veelvoud aan perspectieven op het werk, maar wordt ook de beweeglijke context van de dansscène zichtbaar. Van de beginjaren in de hitte van de Vlaamse Golf, over de actuele vraagstellingen rond het kunstenaarschap in onzekere tijden. een verschuiving in de positie van de choreograaf, de kunstenaar, en de wereld die hem/haar omringt. de scenografie van die dag wordt verzorgd door Jan Joris lamers. Iedereen welkom! 11.00 uur 11.10 uur 11.50 uur 12.30 uur 12.50 uur
14.00 uur 14.40 uur 15.20 uur 16.00 uur 16.20 uur 17.00 uur 17.40 uur
Zo 29 Jan 2012 11 > 18 uur Blauwe Foyer gratiS inschrijven gewenst vóór 20 jan 2012 via
[email protected] spreektaal engels macrobiotische lunch € 10
Bartók/ inleiding door gesprekleidster elke Van campenhout Mikrokosmos rudi laermans en Bojana cvejic 20 uur rosas vroeger en nu rode zaal alain Franco en Björn Schmelzer muzikale dramaturgie muzikale interventie door alain Franco (piano) et ontMo lezing door alex Jack (deskundige macrobiotiek anne en oosterse filosofie, Massachusetts) gevolgd door tereSa eker macrobiotische lunch erSMa e Bernard Foccroulle en guy gypens k e d de blik van de programmator muzikale interventie door george van dam (viool) Vincent dunoyer en cynthia loemij de blik van de danser muzikale interventie door graindelavoix (solo zang) paul robbrecht de blik van de architect sluitstuk anne teresa de keersmaeker einde
www.deSingel.Be / t + 32 (0)3 248 28 28 / deSguinlei 25 / B-2018 antwerpen deSingelartcity
#dsngl
deSingel internationale kunstcampus is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor
mediasponsors
hoofdsponsor
mediasponsors