RAPPORT VAN BEVINDINGEN
ONDERZOEK BIJ
STIP DALTON LEIDSCHENDAM
Plaats: Leidschendam BRIN-nummer: 00XK-6 Onderzoeksnummer: 2791011 Onderzoek uitgevoerd op: 23 juni 2009 Conceptrapport verzonden op: 15 juli 2009 Rapport vastgesteld te Zoetermeer: 2 oktober 2009 Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
H2742986/4
Documentnummer: H2832050 Pagina 2 van 11
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 25 mei 2009 een onderzoek uitgevoerd op Stip Dalton Leidschendam (kaderberoepsgerichte en theoretische leerweg van het vmbo) om na te gaan of er sprake is van een werkelijke verbetering van de kwaliteit van het onderwijs in de periode van geïntensiveerd toezicht. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Tijdens het periodiek kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 30 mei en 1 juni 2006 zijn tekortkomingen vastgesteld in de opbrengsten, het onderwijsleerproces en de naleving van wettelijke voorschriften op Stip Dalton Leidschendam. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op15 februari 2007. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zeer zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. In het kader hiervan voert de inspectie nu een onderzoek uit om na te gaan in hoeverre enkele van de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven. Toezichthistorie In de periode voordat de inspectie de school als zeer zwak beoordeelde tijdens het periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) in 2006, heeft de inspectie de opbrengsten van de school niet beoordeeld bij gebrek aan voldoende gegevens. Dit had te maken met complexe leerlingstromen tussen verschillende locaties. Bij het PKO in 2006 is voor het eerst gebleken dat de opbrengsten structureel onvoldoende waren, met name in de bovenbouw. Tijdens de periode van geïntensiveerd toezicht, hebben drie voortgangsgesprekken plaatsgevonden (16 oktober 2007, 18 maart 2008 en 30 september 2008). In vergelijking met andere zeer zwakke scholen duurt het verbetertraject uitzonderlijk lang. Meerdere malen heeft het bestuur om uitstel gevraagd, onder meer een verzoek tot uitstel om te kunnen reageren op het rapport van bevindingen naar aanleiding van het PKO. Verderop in het traject is een verzoek ingediend tot uitstel van het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (OKV). Het bestuur constateerde dat het verbetertraject vertraging opliep en besloot tijdelijk een verandermanager aan te stellen. Deze verandermanager kreeg onder meer als taak om de invoering van een nieuw onderwijsconcept (Dalton) in te voeren. De inspectie is aan het verzoek tot uitstel van het OKV tegemoet gekomen maar heeft wel een tussentijds kwaliteitsonderzoek ingelast om de ‘vinger aan de pols’ te kunnen houden. Al met al betekent dit dat het OKV plaatsvindt 3.5 jaar nadat de kwaliteit van de school als zeer zwak is beoordeeld. Onderzoeksopzet Bij dit tussentijds kwaliteitsonderzoek is de inspectie het volgende nagegaan: • realiseert de school de voorgenomen verbeteringen uit haar verbeterplan daadwerkelijk in de praktijk? • in hoeverre heeft de school voortgang geboekt in de kwaliteitsverbetering van haar onderwijs dat betrekking heeft op de indicatoren uit het toezichtkader die bij het periodiek kwaliteitsonderzoek van mei 2006 als onvoldoende werden beoordeeld? Daartoe heeft de inspectie de actuele voortgangsrapportage bestudeerd, gesproken met de bestuurder, de schoolleiding, de zorgcoördinator en enkele zorgfunctionarissen, een afvaardiging van het lerarenteam en een aantal leerlingen. . Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader Voortgezet Onderwijs 2006. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
H2742986/4
Documentnummer: H2832050 Pagina 4 van 11
2. BEVINDINGEN Stip Dalton Leidschendam 2.1 Kwaliteitsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. 2. 3. 4. 5.
slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Kwaliteitszorg 1
2
3 • •
4
1
2
3 •
4
1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.5 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
Voorwaarden voor kwaliteitszorg 2.2. De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan 2.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken.
•
Begeleiding 1 9.2 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures. voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
2
3
4
•
2.2. Context - De verandermanager heeft tot de zomervakantie van 2009 een contract. Vanaf dat moment gaat een lid van het College van Bestuur deze taak overnemen in de functie van directeur. De taakverdeling tussen deze toekomstig directeur en de waarnemend directeur moet nog worden vastgesteld. - Onder meer vanwege terugloop van het aantal leerlingen in de afgelopen jaren, gaat de school vanaf komend schooljaar onderwijs in de basisberoepsgerichte leerweg aanbieden, ook aan leerlingen die recht hebben op leerwegondersteuning. Komend jaar zijn er vijftien eerstejaars leerlingen met een advies voor de kaderberoepsgerichte leerweg en elf leerlingen met een advies voor de basisberoepsgerichte leerweg. De helft van deze zesentwintig leerlingen komt in aanmerking voor leerwegondersteuning. - Het totaal leerlingenaantal blijft daarmee stabiel (ongeveer honderd). - Er loopt een rechtszaak van de buurtbewoners tegen de nieuwbouwplannen. Omstreeks juli 2009 wordt een rechterlijke uitspraak verwacht. - Met ingang van 1-8-2009 is de school formeel een nevenvestiging geworden.
H2742986/4
Documentnummer: H2832050 Pagina 5 van 11
2.3 Beschouwing Algemeen beeld In het afgelopen half jaar heeft het verbeteringstraject een extra impuls gekregen onder leiding van de verandermanager. Dit was ook nodig want de schoolontwikkeling verliep niet naar wens, zoals ook het bestuur zelf concludeerde in haar aanvraag om het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uit te stellen. De extra impuls is voornamelijk terug te voeren op een kritisch rapport van een proefvisitatiecommissie die het ‘Dalton-gehalte ‘ van de school scherp in beeld bracht. Deze proefvisitatie was aangevraagd omdat de school zich tot Daltonschool wil ontwikkelen. De commissie concludeerde dat de school op het pedagogisch vlak al veel Daltonkenmerken vertoonde maar op het didactische vlak (waaronder de commissie met name het leerstofaanbod verstaat) moest er nog het nodige gebeuren om aan het Daltonkeurmerk te voldoen. Sleutelwoorden daarbij waren: meer structuur, kaders, regels, afspraken over het leerstofaanbod en de toetsen. Deze kritische kanttekeningen sloten geheel aan bij de tekortkomingen die de inspectie vaststelde in het inspectierapport van het periodiek kwaliteitsonderzoek in 2006. Aanvankelijk was er bij de komst van de verandermanager weerstand vanuit het team. De omschakeling van klassikaal onderwijs, daarna natuurlijk leren en nu Dalton, ging voor sommige teamleden te snel. Uiteindelijk heeft het management besloten weer een lessentabel in te voeren en leerboeken aan te schaffen (voorheen ontwikkelde het team veel leermateriaal zelf). Op basis van gesprekken met schoolleiding en het team concludeert de inspectie dat structurering van het leerstofaanbod door middel van een lessentabel en het gebruik van leerboeken, nu geen discussiepunt meer is. Wegens omstandigheden kreeg de verandermanager vanaf begin 2009 ook een deel van de dagelijkse leiding als taak. De verandermanager kreeg hierdoor goed zicht op de uitvoering in de praktijk en kon zodoende gerichter sturing geven aan het verbetertraject. De leerlingen zijn ronduit positief over de veranderingen. De sfeer van vrijblijvendheid is omgezet in een leeromgeving waarbij de verwachtingen van leerlingen duidelijk zijn en waarbij zij ook worden aangesproken als zij daar niet naar handelen. Ondanks de forse verbeteringen die in enkele maanden tijd tot stand zijn gebracht, is het verbetertraject nog niet afgerond. Krachtige sturing en voeling met de uitvoering in de praktijk zijn belangrijke voorwaarden om het verbetertraject naar behoren te kunnen afronden. Toelichting De inspectie heeft vijf indicatoren die bij het periodiek kwaliteitsonderzoek van mei 2006 als onvoldoende werden beoordeeld, bij dit tussentijds kwaliteitsonderzoek als voldoende beoordeeld. Het betreft de indicatoren 1.3. (De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten), 1.5. (De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten), 2.2. (De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan), 2.4. (Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken) en 9.2. (De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen).
H2742986/4
Documentnummer: H2832050 Pagina 6 van 11
De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten Na een periode waarin schoolleiding en team zich geleidelijk aan bewust werden van de onvoldoende opbrengsten op de school en het belang om deze weer naar een voldoende niveau te brengen, constateert de inspectie nu dat dit bewustzijn heeft geresulteerd in analyses en maatregelen. Opbrengsten worden systematisch besproken in de algemene vergadering en in individuele gesprekken met teamleden (onder meer tijdens functioneringsgesprekken). Hierbij maakt de inspectie wel de kritische kanttekening dat met name de verandermanager de motor is achter deze cultuuromslag. Bij het OKV zal de inspectie onderzoeken in hoeverre er structureel sprake is van een opbrengstgerichte cultuur. De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten Het verbetertraject is gebaseerd op ‘smarte’ plannen. Met name in het laatste halfjaar, waarin er gericht is gewerkt aan het omvormen van de school tot Daltonschool, is er schot gekomen in het verbeteringsproces. Dit was ook nodig (zie onder toezichthistorie). Het vigerende schoolplan (2007-2012) waarin het concept van natuurlijk leren is uitgewerkt, is niet meer actueel en wordt niet meer gebruikt als planningsdocument. Er wordt momenteel gewerkt aan een nieuw schoolplan gericht op het Dalton-onderwijs. De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan De huidige schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg krachtig aan. Er worden functionerings- en beoordelingsgesprekken gevoerd met teamleden, er is aandacht voor evaluatie en teamleden worden aangesproken wanneer ze zich niet houden aan gemaakte afspraken. De inspectie constateert dat de verandermanager hierin een doorslaggevende rol heeft gespeeld. Bij het OKV zal worden onderzocht in hoeverre deze aansturing van het management structureel is. Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken De school betrekt belanghebbenden op systematische wijze bij de schoolontwikkeling. Er worden enquêtes afgenomen en leerlingen en ouders worden ook op andere wijzen bevraagd (panels). Sinds het moment dat de school als zeer zwak is beoordeeld door de inspectie, is ook het bestuur meer dan in het verleden betrokken bij de zorg voor kwaliteit op de school. In een strategisch beleidsplan (weliswaar nog concept) geeft het bestuur aan dat deze betrokkenheid bij de scholen, dus ook Stip Dalton Leidschendam, een structurele basis krijgt. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen De school heeft een leerlingvolgsysteem ingevoerd. De gegevens over de leerlingen zijn hiermee beter inzichtelijk. De invoering van gegevens ging overigens met enige vertraging gepaard vanwege ict-problemen. Op dit moment zijn de cijfers en notities van diverse gesprekken (onder meer reflectiegesprekken) hierin opgenomen. Ook incidenten worden in het leerlingvolgsysteem geregistreerd. Van de leerlingen die volgend cursusjaar instromen, zijn nu ook relevante gegevens van de basisschool ingevoerd (in het kwadrantenmodel). Van de ouderejaars zijn de gegevens uit het onderwijskundig rapport wel beschikbaar, alleen zijn ze verspreid over diverse informatiebronnen (leerlingendossier, map werkmeester, leermeester) en niet digitaal beschikbaar. De school neemt bij leerlingen bij wie sociaal-emotionele problemen worden vermoed, de schoolvragenlijst af. De toepasssing van methode-onafhankelijke toetsen is in ontwikkeling.
H2742986/4
Documentnummer: H2832050 Pagina 7 van 11
Overige indicatoren Ten aanzien van de overige indicatoren die bij het periodiek kwaliteitsonderzoek van mei 2006 als onvoldoende werden beoordeeld, heeft de inspectie duidelijk positieve ontwikkelingen (conform de voortgangsrapportage) waargenomen. Deze ontwikkelingen verkeren evenwel in een zodanige fase dat zij nu nog niet het niveau hebben bereikt waarop een kwaliteitsoordeel gerechtvaardigd is. Op enkele van deze indicatoren gaat de inspectie nader in. Opbrengsten De school heeft voor 2005/2006, 2006/2007, 2007/2008 en 2008/2009 de cijfers voor het eindexamen en het schoolexamen van de leerlingen in beeld gebracht. De opbrengstgegevens van de eerstgenoemde drie schooljaren waren (niet herleidbaar) weergegeven op opbrengstenkaarten van twee andere locaties (Veurs Voorburg voor de kaderberoepsgerichte leerweg en Veurs Lyceum Kolfschotenlaan voor de theoretische leerweg). Om een betrouwbaar oordeel uit te kunnen spreken over deze opbrengstgegevens is een nadere berekening door de inspectie noodzakelijk. Dit zal voorafgaand aan het OKV plaatsvinden. Tijdens het tussentijds kwaliteitsonderzoek bleek in het gesprek met het bestuur en de schoolleiding, dat er onduidelijkheid was over het aantal leerlingen dat genoemd is bij het examenjaar 2006. Dit betreft met name de theoretische leerweg maar mogelijk ook de kaderberoepsgerichte leerweg. Een check hierop door het bestuur is noodzakelijk. De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten (1.7.) Parallel aan de invoering van leerboeken heeft de schoolleiding besloten dat voor alle vakken in eerste instantie gebruik gemaakt wordt van de methodegebonden toetsen, inclusief normering. Vanuit die gemeenschappelijke basis kunnen secties hun eigen inkleuring aan de toetsing geven. De schoolleiding en leraren geven aan dat toetsen niet meer door individuele leraren vastgesteld worden, maar in gezamenlijkheid tot stand komen. Er zijn drie ‘vakgroepen’ gevormd waarin leraren van aanverwante vakken met elkaar overleggen (onder meer over toetsing). In scholing en contacten met andere scholen komt de toetsing expliciet aan de orde. Op een aantal punten dient het toetsbeleid nog verder uitgewerkt te worden: - Voor de eerste en tweede periode van het schooljaar moeten de toetsen nog vastgesteld worden, inclusief afspraken over normering. De toetsen voor de derde en vierde periode (vanaf januari 2009) zijn al wel verzameld en staan per vak gerubriceerd op het intranet. - Tot nu toe is niet veel aandacht besteed aan toetsen op niveau/ het determinerende effect van toetsen. Zeker gezien het feit dat met ingang van volgend schooljaar ook leerlingen met een advies voor de basisberoepsgerichte leerweg onderwijs krijgen (inclusief leerwegondersteuning) is dit een noodzakelijke uitwerking van het toetsbeleid. De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving (1.10.) Tijdens het periodiek kwaliteitsonderzoek uit 2006 is deze indicator niet onderzocht omdat deze toen nog geen deel uitmaakte van het instrumentarium van de inspectie. Deze indicator zal wel aan de orde komen tijdens het kwaliteitsonderzoek in november 2009.
H2742986/4
Documentnummer: H2832050 Pagina 8 van 11
De wetgever vraagt van scholen zelf te bepalen hoe burgerschap wordt ingevuld en daarin transparant te zijn in schoolplan (of een addendum daarbij) en schoolgids. Noodzakelijke voorwaarden hierbij zijn een expliciete visie op burgerschap, een planmatige uitwerking hiervan, evaluatie van de beoogde doelstellingen en verantwoording over de bereikte resultaten. Het leerstofaanbod in de onderbouw voldoet aan de wettelijke vereisten (3.1.) Het leerstofaanbod is voor ieder vak voor de derde en vierde periode vastgelegd in de daltonwijzers. De uitwerking naar de twee eerste periodes van het schooljaar en naar diverse opleidingsniveaus (basisberoepsgerichte leerweg, kaderberoepsgerichte leerweg en theoretische leerweg) moet nog plaatsvinden. Zeker gezien de toenemende heterogeniteit van de leerlingenpopulatie, is dit een noodzakelijke verbetering. Leraren en schoolleiding geven aan dat in de Daltonwijzers het gemiddelde opleidingsniveau wordt aangehouden. Zeker in een school die in haar onderwijskundig concept aangeeft rekening te houden met individuele verschillen, is differentiatie in het leerstofaanbod een belangrijk onderdeel van de kwaliteit van het onderwijs. Met de invoering van de lessentabel heeft ieder vak één lesuur instructie toebedeeld gekregen. Evaluatie van leerprestaties en ervaringen van leerlingen en leraren zullen moeten uitwijzen in hoeverre dit voldoende is. De effectiviteit van de Daltonuren zal hierbij ook een rol spelen. Op grond van de eerste ervaringen is voor de vakken Nederlands en wiskunde één extra uur toegevoegd aan de lessentabel voor 2009/2010. Het leerstofaanbod in de bovenbouw is dekkend voor de examenprogramma’s (3.2.) Uitwerking van de Daltonwijzers voor de eerste twee periodes van het schooljaar en afstemming met de programma’s van toetsing en afsluiting moeten nog plaatsvinden. De leerstof voor de derde en vierde periode van elk leerjaar in de bovenbouw is al wel vastgelegd in Daltonwijzers. Afspraken over differentiatie in het leerstofaanbod per opleidingsniveau is ook hier een aandachtspunt. Het leerstofaanbod voor de basisberoepsgerichte leerweg in de bovenbouw moet nog vastgesteld worden. De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een leerstofaanbod dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen (3.8.) De school is bezig taalbeleid op te zetten maar een aantal zaken moet nog worden uitgewerkt. Er ligt nog geen vastgesteld taalbeleidsplan met vakoverstijgende afspraken gericht op taalbevordering en duidelijke afspraken wanneer leerlingen in aanmerking komen voor remediëring op het gebied van taalonderwijs. De school voert de zorg planmatig uit (10.3) Met het opstellen van een zorgplan en de scholing van de zorgcoördinator beoogt de school de zorg te professionaliseren. Daarmee kan de ingezette verbetering van de analyse van leerachterstanden (kwadrantenformulier) en aanbod van adequate hulp (onder meer in de Dalton-uren) worden voortgezet. Voorwaardelijk hiervoor is de verdere ontwikkeling van het leerlingvolgsysteem, het gebruik van objectieve toetsen en de professionalisering van de handelingsplannen. Wat betreft de handelingsplannen voor (lwoo-)leerlingen is het van belang dat deze worden ondertekend door ouders, dat er een concrete hulpvraag in wordt geformuleerd, dat duidelijk wordt aangegeven per wanneer een hulpaanbod wordt aangeboden (datering) en dat het hulpaanbod vervolgens wordt geëvalueerd.
H2742986/4
Documentnummer: H2832050 Pagina 9 van 11
2.4. Afspraken Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering (OKV) zal plaatsvinden in november 2009. Dit vormt in beginsel de afsluiting van de periode van geïntensiveerd toezicht in zijn huidige vorm. Met het bestuur zijn hiervoor de volgende afspraken gemaakt: - Het bestuur stuurt twee weken voorafgaand aan het OKV een voortgangsrapportage naar de inspectie waarin de kwaliteit van het onderwijs wordt verantwoord. De in het PKO van 2006 als onvoldoende beoordeelde indicatoren komen hierbij expliciet aan de orde. - Een inhoudelijke analyse van de meest recente eindexamencijfers en schoolonderzoekcijfers per vak maakt deel uit van de in te sturen documenten. Het gaat hierbij om de vraag waarom er bij bepaalde vakken sprake is van lage eindexamencijfers en grote verschillen tussen de cijfers voor het centraal examen en het schoolexamen. De inspectie verwacht hierbij ook een overzicht van eventueel te nemen verbetermaatregelen per vak. - Met het bestuur is de afspraak gemaakt dat het geleverde cijferoverzicht dat betrekking heeft op examenjaar 2006 alsnog gecheckt wordt op eventuele onjuistheden. Het gaat hierbij in ieder geval om de aantallen leerlingen die zijn genoemd (deze zijn erg hoog gezien de omvang van de school). Indien bijstelling van de aantallen leerlingen noodzakelijk blijkt, dan checkt het bestuur alsnog de juistheid van genoemde cijfers voor het centraal examen en het schoolexamen. Het bestuur informeert de inspectie hierover uiterlijk 1 oktober 2009. - Het bestuur levert uiterlijk 1 oktober 2009 een overzicht van de actuele eindexamencijfers over 2009 waarbij rekening is gehouden met de resultaten uit het tweede tijdvak. In het overzicht dat is uitgereikt tijdens het tussentijds kwaliteitsonderzoek mei 2009 zijn alleen de gegevens van het eerste tijdvak meegenomen. - Het bestuur stuurt uiterlijk 1 oktober 2009 de schoolgids 2009/2010 en uiterlijk 15 oktober 2009 het nieuwe schoolplan aan de inspectie. - Het bestuur stuurt twee weken voorafgaand aan het OKV een document in waarin verantwoording wordt afgelegd van de geplande onderwijstijd voor het schooljaar 2009/2010. Als onderliggend document wordt de jaarplanner toegevoegd. - Naar aanleiding van de visitatie van de Daltonvisitatie-commissie stuurt het bestuur voorafgaand aan het OKV de (concept)rapportage van deze commissie naar de inspectie.
H2742986/4
Documentnummer: H2832050 Pagina 10 van 11
3. TOEZICHTARRANGEMENT Tussentijds kwaliteitsonderzoek Op 12 februari 2007 heeft de inspectie aan Stip Dalton Leidschendam een aangepast arrangement toegekend. De kwaliteit van het onderwijs werd als zeer zwak beoordeeld. De inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd en volgt de voortgang van het verbetertraject. Dit tussentijds kwaliteitsonderzoek maakt daar onderdeel van uit. Het eerder toegekende toezichtarrangement blijft gehandhaafd.
H2742986/4
Documentnummer: H2832050 Pagina 11 van 11