QRVA 50 148
QRVA 50 148
BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE
————
————
Schriftelijke vragen en antwoorden
Questions et réponses écrites
09 - 12 - 2002
2392 KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18696
AGALEV-ECOLO CD&V FN MR PS cdH sp•a VLAAMS BLOK VLD VU&ID
: : : : : : : : : :
Anders gaan leven / E´cologistes (confédérés pour l’organisation de luttes originales) Christen-Democratisch & Vlaams Front National Mouvement Réformateur Parti socialiste centre démocrate Humaniste socialistische partij anders Vlaams Blok Vlaamse Liberalen en Democraten Volksunie&ID21 (Integrale Democratie voor de 21e eeuw)
Afkortingen bij de nummering van de publicaties : DOC 50 0000/000 : Parlementair document van de 50e zittingsperiode + het nummer en het volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden HA : Handelingen (Integraal Verslag) BV : Beknopt Verslag PLEN : Plenum COM : Commissievergadering
Abréviations dans la numérotation des publications : DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e législature, suivi du no et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites HA : Annales (Compte Rendu Intégral) CRA : Compte rendu analytique PLEN : Séance plénière COM : Réunion de commission
Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail :
[email protected]
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18697
INHOUD
SOMMAIRE
II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1999. II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1999. Blz./Page 18701 II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre).
Blz./Page 18711
Blz. Pages Eerste minister
—
Premier ministre
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
—
Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
—
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
—
Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Vice-premier ministre 18711 et ministre de la Mobilité et des Transports
Minister van Binnenlandse Zaken
18716 Ministre de l’Intérieur
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
Ministre des Affaires sociales 18721 et des Pensions
Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen
—
Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration
Minister van Landsverdediging
18724 Ministre de la Défense
Minister van Justitie
18724 Ministre de la Justice
Minister van Financie¨n
18728 Ministre des Finances
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand
Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, 18731 chargé des Classes moyennes
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, 18733 chargé de la Politique des grandes villes
Minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw
—
Ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de l’Agriculture
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
—
Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
—
Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling
—
Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18699
III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.
Blz./Page 18735
Blz. Pages Eerste minister
—
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
Premier ministre
Vice-premier ministre 18735 et ministre de l’Emploi
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
—
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale 18737 et de l’E´conomie sociale
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Vice-premier ministre 18741 et ministre de la Mobilité et des Transports
Minister van Binnenlandse Zaken
—
Ministre de l’Intérieur
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
—
Ministre des Affaires sociales et des Pensions
Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen
—
Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration
Minister van Landsverdediging
18746 Ministre de la Défense
Minister van Justitie
18747 Ministre de la Justice
Minister van Financie¨n
18758 Ministre des Finances
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand
Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, 18788 chargé des Classes moyennes
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, 18799 chargé de la Politique des grandes villes
Minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw
—
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
Ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de l’Agriculture
Ministre de la Protection de la consommation, 18801 de la Santé publique et de l’Environnement
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
—
Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement
Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie 18805 et au Développement durable
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden
—
In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp. IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
Blz./Page 18809
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18701
I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1999. * I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1999. * Datum Date
Vraag nr. Question no
Auteur
Blz. Page
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi 4- 4-2000 30- 5-2000 19- 1-2001 13- 2-2001 14- 2-2001 29- 3-2001 4-12-2001 4-12-2001 28-12-2001 15- 2-2002 24- 4-2002 27- 6-2002 24- 7-2002 3- 9-2002 3- 9-2002 27- 9-2002 30- 9-2002 15-10-2002
86 106 168 177 178 191 305 306 313 330 354 370 373 377 379 384 385 393
Francis Van den Eynde Yves Leterme Mme Muriel Gerkens Guido Tastenhoye Jan Mortelmans Gerolf Annemans Filip Anthuenis Filip Anthuenis Filip Anthuenis Servais Verherstraeten Karel Van Hoorebeke Yves Leterme Mw. Greta D’Hondt Filip Anthuenis Filip Anthuenis Hubert Brouns André Frédéric Olivier Maingain
3467 4359 7219 7533 7533 8389 12234 12235 12695 14083 15399 16541 17219 17500 17500 18171 18172 18431
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères 7-2001 4-2002 6-2002 6-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002
166 243 248 257 258 260 261 264
Mme Claudine Drion Mw. Leen Laenens Guy D’haeseleer Yves Leterme Francis Van den Eynde Vincent Decroly Francis Van den Eynde Dirk Van der Maelen
181818181818191926-
Vraag nr. Question no
7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002
265 266 267 268 269 271 272 274 275
3- 9-2002 27- 9-2002 1-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 21-10-2002 21-10-2002 21-10-2002 21-10-2002
279 282 284 286 287 288 289 290 291 292 293 294 295 296 297
Auteur Dirk Van der Maelen Mw. Leen Laenens Peter Vanhoutte Peter Vanhoutte Francis Van den Eynde Vincent Decroly Vincent Decroly Vincent Decroly Mw. Kristien Grauwels Vincent Decroly Hubert Brouns Francis Van den Eynde Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans
Blz. Page 16880 16880 16881 16882 16883 16886 16888 16891 17219 17502 18173 18174 18591 18592 18592 18592 18593 18593 18593 18594 18594 18595 18595 18596
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
232642716171718-
Datum Date
10669 15539 16023 16542 16761 16762 16763 16879
Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale Begroting — Budget
19- 9-2002
102
Mw. Els Van Weert
17931
Maatschappelijke Integratie — Intégration sociale
11- 3-2002
119
Daan Schalck
14553
* Lijst afgesloten op 6 december 2002 * Liste cloˆturée le 6 decembre 2002
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18702
Datum Date
Vraag nr. Question no
23- 4-2002 31- 7-2002
125 140
22-10-2002
150
Auteur
Guido Tastenhoye Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck
Blz. Page 15402 17504 18596
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 24-11-2000 26- 1-2001 18- 7-2001 3-12-2001 19-12-2001 11- 1-2002 11- 1-2002 15- 1-2002 15- 1-2002 15- 1-2002 28- 1-2002 15- 2-2002 27- 2-2002 1- 3-2002 16- 5-2002 27- 5-2002 10- 6-2002 10- 6-2002 14- 6-2002 27- 6-2002 2- 7-2002
316 352 459 535 551 562 564 566 568 569 588 610 618 619 663 664 672 678 691 699 701
9- 7-2002
705
15- 7-2002 15- 7-2002 17- 7-2002
707 708 711
17232326-
7-2002 7-2002 7-2002 7-2002
712 716 718 725
3192626-
7-2002 8-2002 8-2002 8-2002
729 731 735 736
Bart Somers Mw. Els Van Weert Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Jan Eeman Joos Wauters Joos Wauters Yves Leterme Yves Leterme Jozef Van Eetvelt François Bellot Mw. Frieda Brepoels Luc Sevenhans Yves Leterme Raymond Langendries Mw. Frieda Brepoels Daan Schalck Jan Mortelmans Guy Larcier Yves Leterme Mme Marie-Thérèse Coenen Ludo Van Campenhout Jan Mortelmans Jan Mortelmans Mw. Yolande Avontroodt Olivier Chastel Mw. Frieda Brepoels Yves Leterme Mw. Kristien Grauwels Jan Mortelmans Willy Cortois Hubert Brouns Francis Van den Eynde
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
6540 7374 10043 12242 12589 12839 12840 12841 12843 12844 13132 14087 14284 14426 15911 16026 16208 16211 16326 16544 16545 16652 16767 16768 16769 16770 17222 17224 17224 17227 17228 17230 17231
2002
Datum Date
Vraag nr. Question no
27346-
8-2002 9-2002 9-2002 9-2002
738 746 747 750
16161618182323232427-
9-2002 9-2002 9-2002 9-2002 9-2002 9-2002 9-2002 9-2002 9-2002 9-2002
753 755 757 759 760 763 764 765 766 767
27- 9-2002 30- 9-2002 30- 9-2002 1-10-2002 1-10-2002 1-10-2002 3-10-2002 3-10-2002 8-10-2002 9-10-2002 9-10-2002 9-10-2002 10-10-2002 15-10-2002 15-10-2002 17-10-2002 18-10-2002 23-10-2002 28-10-2002 28-10-2002 28-10-2002 28-10-2002 28-10-2002 29-10-2002 29-10-2002 29-10-2002 29-10-2002
769 774 775 777 778 780 781 782 783 787 788 789 791 792 793 796 797 798 799 800 801 802 803 804 805 806 807
2003
Auteur
Bart Laeremans Martial Lahaye Martial Lahaye Mme Marie-Thérèse Coenen Martial Lahaye Bert Schoofs Lode Vanoost Mw. Frieda Brepoels Mw. Frieda Brepoels Martial Lahaye Martial Lahaye Jos Ansoms Francis Van den Eynde Mw. Yolande Avontroodt Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Frieda Brepoels Karel Van Hoorebeke Bart Laeremans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Yves Leterme Francis Van den Eynde Jan Eeman Mw. Frieda Brepoels Mw. Frieda Brepoels Tony Smets Jan Eeman Bart Laeremans Olivier Maingain Roel Deseyn Mw. Frieda Brepoels Mw. Frieda Brepoels Mw. Frieda Brepoels Mw. Frieda Brepoels Jan Mortelmans Daan Schalck Olivier Maingain
Blz. Page 17232 17506 17506 17654 17772 17773 17774 17775 17776 17932 17933 17933 17934 18174 18175 18175 18176 18176 18177 18178 18297 18298 18299 18302 18303 18303 18432 18433 18433 18597 18597 18598 18711 18711 18712 18713 18714 18714 18715 18716 18716
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002 Datum Date
18703
Vraag nr. Question no
Auteur
Blz. Page
Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l’Intérieur 18-10-2000
252
9-11-2000 23-11-2000 9- 1-2001 15- 1-2001 16- 2-2001 16- 2-2001 20- 2-2001 28- 2-2001 5- 3-2001 6- 3-2001 20- 4-2001 14- 5-2001 15- 5-2001 29- 5-2001 5- 6-2001 6- 6-2001 12- 6-2001 18- 6-2001 2- 7-2001 20- 7-2001 23- 7-2001 24- 7-2001 8- 8-2001 5- 9-2001 10- 9-2001 10- 9-2001 19- 9-2001 21- 9-2001 1-10-2001
257 260 276 278 302 303 307 311 312 313 341 353 354 361 365 367 371 377 385 394 395 397 407 416 417 419 424 427 436
4-10-2001 22-10-2001 30-10-2001 5-11-2001 5-11-2001 19-11-2001 20-11-2001 22-11-2001 23-11-2001 10-12-2001
438 443 447 448 449 454 456 458 460 472
18-12-2001
477
Mw. Annemie Van de Casteele Peter Vanvelthoven Jozef Van Eetvelt Fred Erdman Guido Tastenhoye Guy Larcier Guy Larcier Danie¨l Vanpoucke Martial Lahaye Jan Peeters Gerolf Annemans Alfons Borginon Bart Somers Maurice Dehu Patrick Moriau Martial Lahaye Geert Bourgeois Willy Cortois John Spinnewyn Mw. Frieda Brepoels Jos Ansoms Mw. Simonne Creyf Willy Cortois Filip De Man Danie¨l Vanpoucke Martial Lahaye Martial Lahaye Danie¨l Vanpoucke Jef Valkeniers Mw. Yolande Avontroodt Fred Erdman Fred Erdman Karel Van Hoorebeke Alfons Borginon Jef Valkeniers Dirk Van der Maelen Jan Peeters Bart Somers Bart Somers Mme Géraldine PelzerSalandra Bart Somers
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
6105 6367 6551 7028 7127 7703 7704 7708 7860 7972 7973 8734 9118 9119 9454 9554 9555 9676 9681 9945 10702 10702 10703 10708 10712 10882 10883 11026 11149 11255 11415 11629 11631 11777 11778 12087 12088 12246 12247 12504 12590
2002
Datum Date
Vraag nr. Question no
18-12-2001 18-12-2001 21-12-2001 3- 1-2002 15- 1-2002 16- 1-2002 16- 1-2002
478 479 480 483 489 490 491
2323242525291315281458131419212627810121924817232427-
1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 2-2002 2-2002 2-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002
497 498 500 502 503 506 524 526 537 538 539 541 543 545 546 549 551 553 554 559 563 566 567 572 577 584 585 588 589
277181919-
5-2002 6-2002 6-2002 6-2002 6-2002
590 595 601 602 603
21- 6-2002 28- 6-2002
604 609
2003
Auteur
Georges Lenssen Bart Somers Jan Eeman Dirk Van der Maelen John Spinnewyn Martial Lahaye Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Els Van Weert Mw. Els Van Weert Mw. Els Van Weert Martial Lahaye Guy Larcier Gerolf Annemans Hagen Goyvaerts Bart Laeremans Bart Somers Francis Van den Eynde Martial Lahaye Yves Leterme Mw. Els Van Weert Jozef Van Eetvelt Olivier Maingain Yves Leterme Jo Vandeurzen Jan Eeman Jo Vandeurzen Guy Larcier Martial Lahaye Jo Vandeurzen Karel Van Hoorebeke Guido Tastenhoye Jozef Van Eetvelt Martial Lahaye François Bellot Mme Claudine Drion Mme Marie-Thérèse Coenen Paul Tant Mme Zoé Genot Jozef Van Eetvelt Bert Schoofs Mw. Fauzaya Talhaoui Yves Leterme Bart Laeremans
Blz. Page 12591 12592 12696 12759 12851 12851 12852 12996 12996 13135 13137 13137 13139 13761 14091 14430 14431 14432 14433 14555 14557 14782 14784 15090 15090 15091 15266 15268 15269 15406 15410 15629 15915 16029 16033 16033 16034 16215 16330 16331 16332 16430 16548
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2393
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18704
Datum Date
Vraag nr. Question no
28- 6-2002
610
2- 7-2002 3- 7-2002 588910-
7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002
16- 7-2002 17- 7-2002 20- 7-2002 22- 7-2002 23- 7-2002 24- 7-2002 24- 7-2002 9- 8-2002 13- 8-2002 14- 8-2002 26- 8-2002 27- 8-2002 27- 8-2002 3- 9-2002 5- 9-2002 6- 9-2002 10- 9-2002 16- 9-2002 16- 9-2002 16- 9-2002 16- 9-2002 19- 9-2002 19- 9-2002 19- 9-2002 23- 9-2002 27- 9-2002 27- 9-2002 30- 9-2002 2-10-2002 2-10-2002 2-10-2002 4-10-2002 8-10-2002 9-10-2002
612 614 615 616 617 618 619 623 624 625 626 627 628 629 632 633 635 636 638 639 640 644 645 646 647 649 650 651 653 654 655 656 658 660 662 664 665 666 667 668 669
Auteur
Mme Pierrette CahayAndré Jan Mortelmans Mw. Yolande Avontroodt Martial Lahaye Martial Lahaye Peter Vanvelthoven Martial Lahaye Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Yolande Avontroodt Guido Tastenhoye Mme Michèle Gilkinet Jos Ansoms Daan Schalck Martial Lahaye Francis Van den Eynde Danie¨l Vanpoucke Dirk Van der Maelen Bart Laeremans Francis Van den Eynde Ludwig Vandenhove Francis Van den Eynde Jean-Pierre Grafé Patrick Moriau Servais Verherstraeten Mw. Frieda Brepoels Jan Eeman Martial Lahaye Martial Lahaye Martial Lahaye Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Daan Schalck Claude Eerdekens Willy Cortois Jan Eeman Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Bart Laeremans Mw. Fauzaya Talhaoui Filip De Man
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Blz. Page 16548 16549 16550 16654 16655 16655 16656 16656 16772 16773 16894 17235 17237 17237 17238 17239 17240 17241 17242 17243 17244 17507 17654 17655 17657 17777 17777 17778 17778 17934 17935 17935 17936 18178 18179 18180 18181 18182 18182 18305 18305 18307
2002
Datum Date
Vraag nr. Question no
9-10-2002 10-10-2002 10-10-2002 10-10-2002 14-10-2002 14-10-2002 15-10-2002 15-10-2002 15-10-2002 17-10-2002 17-10-2002
670 672 673 674 675 676 677 678 679 681 682
17-10-2002 22-10-2002 23-10-2002 24-10-2002 25-10-2002 28-10-2002 29-10-2002 29-10-2002 30-10-2002
683 684 685 686 687 688 689 690 691
Auteur
Mme Colette Burgeon Martial Lahaye Jo Vandeurzen Martial Lahaye Yves Leterme Jean-Jacques Viseur Dirk Van der Maelen Francis Van den Eynde Olivier Maingain Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Hagen Goyvaerts Francis Van den Eynde Bart Laeremans Mw. Alexandra Colen Alfons Borginon Bart Laeremans Filip De Man Richard Fournaux Willy Cortois
Blz. Page 18307 18435 18435 18436 18437 18438 18438 18439 18439 18599 18600 18601 18602 18602 18716 18717 18718 18718 18719 18720
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions Sociale Zaken — Affaires sociales
3018232627313-
5-2000 7-2000 1-2001 4-2001 4-2001 5-2001 7-2001
16- 7-2001
143 176 237 276 288 296 359 362
9- 8-2001 21- 9-2001 19-12-2001
373 393 428
8- 1-2002 10- 1-2002 19- 2-2002
431 433 455
2003
Yves Leterme Koen Bultinck Mme Colette Burgeon Jef Valkeniers Jef Valkeniers Jef Valkeniers Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Servais Verherstraeten Willy Cortois Mw. Yolande Avontroodt Daan Schalck Mw. Trees Pieters Jozef Van Eetvelt
4375 5358 7228 8849 8853 8941 10052 10053 10715 11156 12593 12853 12854 14096
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18705
Datum Date
Vraag nr. Question no
25- 2-2002
457
111172819-
3-2002 3-2002 5-2002 5-2002 6-2002
459 461 486 491 497
1018208-
7-2002 7-2002 7-2002 8-2002
510 515 516 524
19- 8-2002
527
21- 8-2002
528
4161616-
530 532 533 535
9-2002 9-2002 9-2002 9-2002
24- 9-2002
536
27- 9-2002 30- 9-2002 30- 9-2002
538 539 540
3-10-2002 4-10-2002 8-10-2002 9-10-2002 9-10-2002 15-10-2002 16-10-2002 17-10-2002 22-10-2002 22-10-2002 22-10-2002 23-10-2002
541 542 543 544 545 547 548 549 550 551 552 553
25-10-2002 28-10-2002 28-10-2002
554 555 556
28-10-2002 30-10-2002
557 558
Auteur
Mw. Anne-Mie Descheemaeker Jozef Van Eetvelt Jacques Germeaux Jef Valkeniers André Frédéric Bruno Van Grootenbrulle Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jean-Jacques Viseur Mw. Yolande Avontroodt Mw. Anne-Mie Descheemaeker Mw. Annemie Van de Casteele Martial Lahaye Willy Cortois Jo Vandeurzen Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Hubert Brouns Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Claude Eerdekens Yves Leterme Mw. Trees Pieters Yves Leterme Willy Cortois Mw. Trees Pieters Mw. Greta D’Hondt Mw. Maggie De Block Gérard Gobert Koen Bultinck Francis Van den Eynde Mw. Annemie Van de Casteele Claude Eerdekens Jo Vandeurzen Mw. Annemie Van de Casteele Koen Bultinck Mw. Annemie Van de Casteele
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Blz. Page
Datum Date
Vraag nr. Question no
Auteur
Blz. Page
Pensioenen — Pensions
14288 14434 14558 15916 16038 16333 16660 16895 16896
30- 5-2000 13- 6-2002 16- 9-2002 27- 9-2002 16-10-2002
25 119 127 128 132
Yves Leterme Mme Michèle Gilkinet Jan Mortelmans Hubert Brouns Olivier Maingain
Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen
17246
Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration
17249
Ambtenarenzaken — Fonction publique
17249 17512 17779 17780
16-10-2002
18184 18308 18309 18309 18310 18311 18440 18441 18603 18604 18604 18605 18605 18721 18721 18722 18723 18723
2002
169
Yves Leterme
18443
Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense
17781 17937 18183 18184
4376 16334 17782 18185 18442
30- 1-2002 27- 9-2002 27- 9-2002 8-10-2002 9-10-2002 29-10-2002
229 328 329 333 334 342
Yves Leterme Hubert Brouns Hubert Brouns Stef Goris Mme Michèle Gilkinet Martial Lahaye
13147 18186 18187 18313 18314 18724
Minister van Justitie Ministre de la Justice 1-10-1999 19-11-1999 22-11-1999 11- 2-2000 21- 2-2000 28- 3-2000 15- 9-2000 5-12-2000 22- 1-2001 13- 2-2001 25- 4-2001 11- 6-2001 15- 6-2001 27- 6-2001
2003
61 106 108 160 164 188 261 293 312 319 360 392 400 407
Geert Bourgeois Fred Erdman Bert Schoofs Bart Laeremans Hubert Brouns Fred Erdman Fred Erdman Gerolf Annemans Fred Erdman Mw. Els Van Weert Jo Vandeurzen Jef Valkeniers Yves Leterme Yves Leterme
424 1160 1162 2504 2658 3366 5750 6613 7232 7546 8747 9697 9698 9952
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18706
Datum Date
Vraag nr. Question no
6- 7-2001
409
16- 7-2001 9- 8-2001 21- 9-2001 22-10-2001 26-10-2001 20-11-2001 29-11-2001 10-12-2001 14-12-2001 6- 3-2002 12- 3-2002 19- 3-2002 27- 3-2002 27- 3-2002 29- 3-2002 19- 4-2002 19- 4-2002 19- 4-2002 23- 4-2002 26- 4-2002 8- 5-2002 16- 5-2002 23- 5-2002 30- 5-2002 12- 6-2002 12- 6-2002 12- 6-2002 14- 6-2002 18- 6-2002 27- 6-2002 27- 6-2002 2- 7-2002 3- 7-2002
418 433 452 471 474 487 493 502 507 571 576 583 588 590 593 599 600 609 613 615 621 630 634 640 648 649 650 651 657 662 663 667 674
4121617171819222324-
675 679 680 683 684 685 687 688 690 692
7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002
Auteur
Mw. Yolande Avontroodt Filip De Man Servais Verherstraeten Richard Fournaux Fred Erdman Danny Pieters Daan Schalck Servais Verherstraeten Lode Vanoost Mw. Trees Pieters Jan Mortelmans Geert Bourgeois Francis Van den Eynde Yves Leterme Yves Leterme Mw. Els Van Weert Bart Laeremans Mw. Joke Schauvliege Daan Schalck Willy Cortois Mw. Magda De Meyer Mw. Maggie De Block Raymond Langendries Jan Eeman Bart Laeremans Geert Bourgeois Bart Laeremans Mw. Els Van Weert Geert Bourgeois Geert Bourgeois Geert Bourgeois Yves Leterme Hugo Coveliers Mw. Yolande Avontroodt Lode Vanoost Jozef Van Eetvelt Mme Zoé Genot Geert Bourgeois Martial Lahaye Jef Valkeniers Francis Van den Eynde Mw. Trees Pieters Daan Schalck Hagen Goyvaerts
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Blz. Page 9953 10057 10734 11160 11640 11642 12091 12262 12512 12595 14441 16698 14790 15095 15097 15099 15418 15419 15425 15428 15548 15633 15920 16044 16046 16224 16225 16225 16334 16338 16557 16557 16558 16563 16662 16779 16780 16782 16783 16898 16899 17256 17258 17259
2002
Datum Date
Vraag nr. Question no
26- 7-2002
694
26- 7-2002
695
5- 8-2002 13- 8-2002 13- 8-2002 14- 8-2002 14- 8-2002 5- 9-2002 6- 9-2002 10- 9-2002 16- 9-2002 16- 9-2002 16- 9-2002 16- 9-2002 16- 9-2002 23- 9-2002 27- 9-2002 27- 9-2002 27- 9-2002 4-10-2002 8-10-2002 8-10-2002 8-10-2002 9-10-2002 14-10-2002 16-10-2002 16-10-2002 16-10-2002 17-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 21-10-2002 23-10-2002 24-10-2002 24-10-2002 25-10-2002 25-10-2002 28-10-2002 28-10-2002 30-10-2002 30-10-2002
697 698 699 700 702 705 706 707 708 711 712 713 716 718 721 722 723 725 728 729 730 731 733 734 735 736 737 739 740 742 743 744 745 746 747 748 750 751 752
Auteur
Mw. Kristien Grauwels Mw. Kristien Grauwels Martial Lahaye Gerolf Annemans Koen Bultinck Bart Laeremans Bart Laeremans Fred Erdman Servais Verherstraeten Filip De Man Willy Cortois Dirk Pieters Geert Versnick Hugo Philtjens Guido Tastenhoye Martial Lahaye Mw. Els Van Weert Hubert Brouns Francis Van den Eynde Yves Leterme Raymond Langendries Mw. Els Van Weert Fred Erdman Geert Bourgeois Olivier Chastel Jo Vandeurzen Martial Lahaye Martial Lahaye Martial Lahaye Martial Lahaye Gerolf Annemans Joseph Arens André Frédéric Jan Mortelmans Yves Leterme Mw. Alexandra Colen Mw. Alexandra Colen Jo Vandeurzen Mw. Frieda Brepoels Francis Van den Eynde Martial Lahaye
Blz. Page 17260 17261 17262 17262 17264 17264 17265 17659 17660 17660 17784 17786 17786 17787 17789 17939 18190 18191 18192 18314 18317 18318 18319 18320 18445 18446 18446 18447 18606 18607 18607 18607 18608 18724 18725 18725 18726 18726 18727 18727 18728
Minister van Financie¨n Ministre des Finances 8- 9-1999 2003
22
Marcel Hendrickx
130
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18707
Datum Date
Vraag nr. Question no
8- 9-1999 9- 9-1999 15- 9-1999 13-10-1999 13-10-1999 18-10-1999 22-10-1999 22-10-1999 27-10-1999 16-11-1999 22-11-1999 24-11-1999 24-11-1999 25-11-1999 3-12-1999 3-12-1999 17-12-1999
24 26 50 76 77 83 93 97 104 115 124 131 132 136 142 143 164
17-12-1999
165
20-12-1999 21-12-1999
167 171
23-12-1999 10- 1-2000 25- 1-2000 9- 2-2000 18- 2-2000 28- 2-2000 7- 3-2000 8- 3-2000 13- 3-2000 7- 4-2000 14- 4-2000 28- 4-2000 2- 5-2000
176 184 210 221 233 243 258 259 265 306 307 315 318
410303116271017193-
321 329 375 381 398 408 422 432 435 438
5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 6-2000 6-2000 7-2000 7-2000 7-2000 8-2000
Auteur
Jo Vandeurzen Jan Mortelmans Mw. Trees Pieters Guy D’haeseleer Eric van Weddingen Bart Laeremans Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Mw. Alexandra Colen Daniel Bacquelaine Lode Vanoost Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Dirk Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Dirk Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Claude Eerdekens Yves Leterme Claude Eerdekens Olivier Maingain Jacques Lefevre Mw. Trees Pieters Luc Goutry Yves Leterme Yves Leterme Dirk Pieters Koen Bultinck Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Danny Pieters Robert Denis Jef Valkeniers Jean-Pol Poncelet Geert Bourgeois Claude Eerdekens Jo Vandeurzen Luc Goutry Pierre Lano Olivier Maingain
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Blz. Page
Datum Date
Vraag nr. Question no
31- 8-2000 10-10-2000 13-10-2000 30-10-2000 13-11-2000 17-11-2000 21-11-2000 20-12-2000 11- 1-2001 12- 1-2001 15- 1-2001 17- 1-2001 17- 1-2001 16- 2-2001
442 476 478 490 505 509 511 545 557 559 563 567 568 597
232857232912171818182025252911-
2-2001 2-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 5-2001 5-2001 5-2001
603 610 613 619 635 640 649 654 655 658 660 665 670 671 676 687 688
3888 4016 4020 4390 4393 4750 4879 4987 5378 5380 5385
151621111781515231230-
5-2001 5-2001 5-2001 6-2001 6-2001 6-2001 6-2001 6-2001 6-2001 6-2001 7-2001 7-2001 7-2001 7-2001
691 698 701 707 708 709 715 717 723 724 740 744 751 769
2002
2003
222 225 245 647 648 743 865 867 871 1082 1173 1182 1186 1340 1456 1456 1717 1717 1718 1722 1725 1924 2206 2441 2661 2805 2938 2938 3115 3589 3706 3884
Auteur
Olivier Maingain Olivier Maingain Fred Erdman Georges Lenssen Lode Vanoost Mw. Fientje Moerman Claude Eerdekens Mw. Trees Pieters Pierre Lano Claude Eerdekens Pierre Lano Servais Verherstraeten Dirk Pieters Ludo Van Campenhout Claude Eerdekens Mw. Frieda Brepoels Bart Laeremans Yves Leterme Hugo Philtjens Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Guy Larcier Georges Lenssen Martial Lahaye Claude Eerdekens Martial Lahaye Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Marcel Hendrickx Dirk Pieters Mme Corinne de Permentier Mw. Magda De Meyer Martial Lahaye Mw. Trees Pieters Gérard Gobert Martial Lahaye Mw. Trees Pieters Yves Leterme Geert Bourgeois Claude Eerdekens Denis D’hondt Karel Van Hoorebeke Mw. Trees Pieters Claude Eerdekens Mw. Frieda Brepoels
Blz. Page 5388 6036 6110 6202 6377 6453 6454 6819 7142 7143 7146 7149 7150 7715 7861 7865 7991 7994 8317 8403 8641 8645 8646 8648 8649 8751 8756 8757 8862 8966 9141 9143 9149 9383 9561 9562 9563 9702 9703 9708 9709 9964 9966 10060 10744
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18708
Datum Date
Vraag nr. Question no
10- 8-2001 31- 8-2001 3- 9-2001 4- 9-2001 18- 9-2001 20- 9-2001 2-10-2001 17-10-2001 23-10-2001 25-10-2001 26-10-2001 5-11-2001 6-11-2001 20-11-2001 5-12-2001 12-12-2001 14-12-2001 21-12-2001
773 774 775 776 788 793 799 807 809 812 814 822 827 833 840 843 844 853
3101116161821-
857 864 865 870 871 876 881
2351519202020202527451922251515151515-
1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002
890 898 921 924 926 927 928 929 932 940 944 949 957 958 959 965 966 967 969 970
Auteur
Koen Bultinck Geert Bourgeois Geert Bourgeois Yves Leterme Richard Fournaux Francis Van den Eynde Dirk Pieters Claude Eerdekens Peter Vanvelthoven Claude Eerdekens Claude Eerdekens Alfons Borginon Guido Tastenhoye Claude Eerdekens Jan Eeman Claude Eerdekens Jean-Jacques Viseur Ludo Van Campenhout Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Fred Erdman Claude Eerdekens Mw. Trees Pieters Ludo Van Campenhout Martial Lahaye Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Yves Leterme Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Lode Vanoost Luc Sevenhans Dirk Pieters Martial Lahaye Yves Leterme Jos Ansoms Mw. Els Van Weert Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Blz. Page 10746 10747 10748 10750 11038 11163 11265 11541 11645 11648 11649 11784 11788 12093 12268 12515 12599 12703 12760 12875 12877 12881 12882 13013 13017 13027 13384 14100 14103 14105 14107 14108 14110 14299 14304 14442 14445 14794 15100 15100 15275 15276 15277 15277 15278
2002
Datum Date
Vraag nr. Question no
16161616233021727282828282829421212728891515161617-
4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 6-2002 6-2002 6-2002 6-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002
971 973 974 975 988 992 993 1004 1011 1014 1017 1018 1019 1020 1024 1027 1036 1037 1038 1042 1050 1051 1055 1062 1065 1066 1068 1070
19202022222324308-
7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 8-2002
1072 1073 1074 1075 1076 1081 1084 1088 1089
821262626293-
8-2002 8-2002 8-2002 8-2002 8-2002 8-2002 9-2002
2003
1090 1091 1092 1093 1094 1097 1098
Auteur
Eric van Weddingen Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Martial Lahaye Willy Cortois Yves Leterme Jef Valkeniers Philippe Collard Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Jean-Jacques Viseur Daniel Bacquelaine Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Martial Lahaye Mw. Trees Pieters Jacques Chabot Tony Van Parys Mw. Trees Pieters Jo Vandeurzen Alfons Borginon Yves Leterme Mw. Yolande Avontroodt Jean-Jacques Viseur Yves Leterme Martial Lahaye Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Jean-Marc Delizée Martial Lahaye Yves Leterme Mw. Yolande Avontroodt Willy Cortois Jean-Pierre Grafé Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Jan Mortelmans Ludo Van Campenhout
Blz. Page 15279 15282 15283 15284 15431 15554 15633 15924 16048 16050 16053 16053 16054 16054 16058 16062 16440 16441 16563 16566 16670 16671 16674 16785 16787 16787 16789 16790 16900 16900 16901 17266 17268 17271 17274 17277 17277 17278 17279 17279 17280 17280 17514 17514
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18709
Datum Date
Vraag nr. Question no
3- 9-2002 3- 9-2002
1099 1100
4- 9-2002 4- 9-2002 23- 9-2002 23- 9-2002 27- 9-2002 4-10-2002 9-10-2002 9-10-2002 9-10-2002 10-10-2002 15-10-2002 16-10-2002 16-10-2002 16-10-2002 16-10-2002 24-10-2002 28-10-2002 30-10-2002
1101 1102 1108 1109 1110 1115 1116 1117 1118 1119 1121 1122 1123 1124 1125 1128 1129 1131
Auteur
Martial Lahaye Ludo Van Campenhout Martial Lahaye Mw. Trees Pieters Yves Leterme Francis Van den Eynde Dirk Pieters Peter Vanhoutte Mw. Trees Pieters Yves Leterme Hagen Goyvaerts Jef Valkeniers Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Olivier Maingain Fred Erdman Yves Leterme Mw. Alexandra Colen Olivier Maingain Mw. Trees Pieters
Blz. Page
Datum Date
Vraag nr. Question no
17515
28-10-2002
357
17516 17517 17517 17940 17942 18192 18321 18322 18323 18324 18448 18448 18450 18450 18450 18451 18728 18729 18729
Auteur
Roel Deseyn
Blz. Page 18732
Overheidsbedrijven en Participaties — Entreprises et Participations publiques
1292526-
3-2002 4-2002 6-2002 7-2002
153 159 172 178
5161630-
8-2002 9-2002 9-2002 9-2002
179 185 186 190
4-10-2002 15-10-2003 21-10-2002
192 193 195
23-10-2002
196
Yves Leterme Mw. Frieda Brepoels Martial Lahaye Mw. Kristien Grauwels Jean-Pierre Grafé Servais Verherstraeten Olivier Chastel Mw. Annemie Van de Casteele Yves Leterme Mw. Els Van Weert Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele
14573 15303 16445 17291 17292 17796 17797 18197 18327 18452 18614 18614
Middenstand — Classes moyennes
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand
4- 6-2002 26- 7-2002
Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes
15-10-2002
239 311 318 322
16- 9-2002 16- 9-2002 30- 9-2002 2-10-2002 17-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 22-10-2002 24-10-2002 25-10-2002
335 337 344 345 351 352 353 354 355 356
Jozef Van Eetvelt Daan Schalck Mw. Frieda Brepoels Mw. Kristien Grauwels Willy Cortois Jo Vandeurzen Willy Cortois Karel Van Hoorebeke Bart Laeremans Yves Leterme Yves Leterme Jean-Pol Henry Yves Leterme Olivier Maingain
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
12280 16444 16794 17285 17792 17793 18195 18196 18611 18612 18613 18613 18731 18732
2002
104
Guy D’haeseleer Mw. Kristien Grauwels Danny Pieters
16067 17294 18454
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes
Telecommunicatie — Télécommunications
30-11-2001 26- 6-2002 17- 7-2002 26- 7-2002
96 100
Economie — E´conomie
12- 1-2001 21- 6-2001 25- 6-2001 29- 8-2001 12-11-2001 15- 5-2002 28- 5-2002 5- 7-2002 16- 9-2002
2003
116 200 203 211 234 284 290 302 319
Mme Claudine Drion Patrick Moriau Yves Leterme Jean-Jacques Viseur Alfons Borginon Willy Cortois Willy Cortois Mw. Trees Pieters Yves Leterme
7155 9842 9844 10769 12021 15819 16067 16678 17800
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18710
Datum Date
Vraag nr. Question no
1-10-2002
322
Yves Leterme
1-10-2002
323
Karel Van Hoorebeke 18199
9-10-2002
327
Mw. Trees Pieters
18331
21-10-2002
329
Henk Verlinde
18615
22-10-2002
330
Lode Vanoost
18617
23-10-2002
331
Jean-Pierre Grafé
18618
28-10-2002
332
Olivier Maingain
18733
29-10-2002
333
Martial Lahaye
18734
Auteur
Blz. Page 18199
Wetenschappelijk Onderzoek — Recherche scientifique
25-11-1999
26
Jean-Pol Poncelet
1349
18-10-2000
53
Yves Leterme
6117
26- 1-2001
76
Mw. Annemie Van de Casteele
7391
1- 8-2001
92
Yves Leterme
10772
24- 1-2002
98
Mw. Yolande Avontroodt
13158
27- 6-2002
115
Yves Leterme
16578
8- 7-2002
117
Mw. Frieda Brepoels
16682
16- 7-2002
120
Mw. Frieda Brepoels
16796
22- 7-2002
121
Mw. Frieda Brepoels
17299
23- 7-2002
122
Mw. Frieda Brepoels
17300
23- 7-2002
123
Mw. Frieda Brepoels
17300
26- 7-2002
124
Mw. Kristien Grauwels
17301
Mw. Simonne Creyf
18332
9-10-2002
127
Datum Date
Vraag nr. Question no
Auteur
Blz. Page
Minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw Ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de l’Agriculture
Buitenlandse Zaken — Affaires étrangères
161717191926-
5-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002
18-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 21-10-2002
51 53 54 57 59 60 63 64 65 66
Raymond Langendries Vincent Decroly Guido Tastenhoye Vincent Decroly Vincent Decroly Mw. Kristien Grauwels Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans
15930 16798 16799 16908 16911 17303 18618 18619 18619 18620
Landbouw — Agriculture
12- 4-2001
85
Bart Laeremans
8638
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement
Grootstedenbeleid — Politique des grandes villes
16- 6-2000
3
Geert Bourgeois
28-11-2001
15
Francis Van den Eynde 12286
4- 6-2002
29
Guy D’haeseleer
16071
27- 9-2002
32
Hubert Brouns
18201
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
4754
2002
Volksgezondheid — Santé publique
4-10-2002
2003
522
Bart Laeremans
18333
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18711
(Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. (Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre).
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports
DO 2002200300144
DO 2002200300144
Vraag nr. 799 van de heer Olivier Maingain van 28 oktober 2002 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :
Question no 799 de M. Olivier Maingain du 28 octobre 2002 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :
NMBS. — Centrale administratie. — Aantal personeelsleden per taalrol.
SNCB. — Administration centrale. — Répartition linguistique du personnel.
Hoeveel personeelsleden van elke taalrol telde de centrale administratie van de NMBS (Frankrijkstraat 85, 1060 Brussel) op 1 januari 2002 per dienst, per niveau en per graad ?
Quelle est la répartition linguistique du personnel, au 1er janvier 2002, au sein de l’administration centrale de la SNCB (85, rue de France à 1060 Bruxelles), et ce service par service, niveau par niveau, degré par degré ?
DO 2002200300147
DO 2002200300147
Vraag nr. 800 van de heer Roel Deseyn van 28 oktober 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :
Question no 800 de M. Roel Deseyn du 28 octobre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :
Haven van Zeebrugge. — Hinderpalen op het vlak van transport en vervoer.
Port de Zeebruges. — Handicaps sur le plan des transports.
Belgie¨ is het doorvoerland bij uitstek. Onze grote havens spelen hierbij een heel belangrijke rol. Zo ook de haven van Zeebrugge. Deze haven kampt echter met enkele belangrijke hinderpalen op het vlak van transport en vervoer. De provincieraad van WestVlaanderen nam hierover unaniem een motie aan op 17 oktober 2002. De problematiek is de volgende. Het wegverkeer is voor de haven van Zeebrugge en haar goederentrafiek van groot belang. Doch deze trafiek zorgt voor ernstige verkeersproblemen in de regio,
La Belgique est le pays de transit par excellence. Nos grands ports, et notamment celui de Zeebruges, jouent un roˆle important sur ce plan. Le port de Zeebruges est toutefois confronté à un certain nombre de handicaps importants sur le plan du transport. Le 17 octobre 2002, le conseil provincial de Flandre occidentale a adopté à l’unanimité une motion à cet égard. La problématique est la suivante. Le trafic routier revêt une importance capitale pour le port de Zeebruges et ses activités en matière de transport de marchan-
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2394
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18712
waardoor zowel de verkeersveiligheid als de leefbaarheid in de regio in het gedrang komen, alsook de bereikbaarheid van de haven. Daarnaast is ook de maritieme toegang tot de haven onvoldoende en zou deze verdiept moeten worden om tij-ongebonden vaart tot 46 voet diepgang mogelijk te maken. Om aan de verkeersproblemen het hoofd te bieden rijzen volgende vragen.
dises. Or, ce trafic engendre d’importants embarras de circulation dans la région, menaçant la sécurité routière et la qualité de vie dans la région ainsi que l’accessibilité du port. Par ailleurs, l’accès maritime au port n’est pas davantage satisfaisant. Il conviendrait de creuser le chenal d’accès pour permettre le passage des navires avec un tirant d’eau jusqu’à 46 pieds, quel que soit l’état de la marée. Les questions suivantes peuvent dès lors être posées dans ce cadre :
1. Is het mogelijk de maritieme toegang tot de haven te verdiepen om tij-ongebonden vaart tot 46 voet diepgang mogelijk te maken ?
1. Est-il possible de creuser le chenal d’accès au port pour permettre le passage des navires avec un tirant d’eau jusqu’à 46 pieds, quel que soit l’état de la marée ?
2. Kan de geplande ontsluiting van de haven van Zeebrugge via de weg versneld worden doorgevoerd ? Dit behelst het wegwerken van kruispunten op de N31, omvormen van de N49 tot autosnelweg, de aanleg van de geplande Ax tussen de N31 en de N49 en het omvormen van de N44 tussen de E40 en de N49 tot een volwaardige primaire I-weg.
2. Est-il possible d’accélérer le désenclavement routier du port de Zeebruges ? Les travaux comprennent la suppression des carrefours sur la N31, la transformation de la N49 en autoroute, la construction de l’axe prévu entre la N31 et la N49 et la transformation de la E44 entre les E40 et N49 en route principale.
3. Is het mogelijk op korte termijn te investeren in de modernisering van het vormingsstation in Zeebrugge en in de aanleg van de spoorbocht aan de vertakking Ter Doest ? Hierbij moet natuurlijk maximaal rekening gehouden worden met de bestaande landbouw- en natuurwaarden en met een zo minimaal mogelijk ruimtegebruik.
3. Est-il possible d’investir à court terme dans la modernisation de la gare de formation de Zeebruges et dans l’aménagement de la courbe à hauteur de l’embranchement Ter Doest ? Il conviendra en premier lieu de tenir compte des valeurs agricoles et naturelles existantes et viser une occupation de l’espace aussi réduite possible.
4. Is het mogelijk, op middellange termijn, om werk te maken van een veel grotere ontsluitingscapaciteit via het spoor ?
4. Est-il possible, à moyen terme, d’augmenter sensiblement la capacité de transport par le biais des chemins de fer ?
5. Overweegt u dringende maatregelen te nemen om de ontsluiting via de estuaire vaart en de binnenscheepvaart infrastructureel te optimaliseren en hiervoor de nodige middelen vrij te maken ?
5. Envisagez-vous de prendre des mesures urgentes pour optimaliser le désenclavement par la navigation sur l’estuaire et la navigation intérieure et de libérer les moyens nécessaires à cet effet ?
DO 2002200300155
DO 2002200300155
Vraag nr. 801 van mevrouw Frieda Brepoels van 28 oktober 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :
Question no 801 de Mme Frieda Brepoels du 28 octobre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :
Treinkaarten met een gecombineerd traject van de NMBS en de regionale vervoermaatschappijen.
Billets de train combinant un trajet sur le réseau SNCB et un trajet sur le réseau d’une société régionale de transports en commun.
De NMBS biedt haar klanten de mogelijkheid om een gecombineerde treinkaart aan te schaffen voor een traject dat gedeeltelijk op haar net en gedeeltelijk op het net van een regionale vervoersmaatschappij afgelegd wordt.
La SNCB offre à ses clients la possibilité d’acheter un billet de train combinant un trajet sur le réseau SNCB avec un trajet sur le réseau d’une société de transport régionale.
1. Hoeveel % korting kent de NMBS op haar gedeelte van het traject toe, in combinatie met een traject op het net van De Lijn ? Graag een antwoord voor een weekkaart, een maandkaart en een jaarkaart.
` combien s’élève le taux de la réduction accor1. A dée par la SNCB pour un voyage en train combiné avec un trajet sur le réseau De Lijn, respectivement pour une carte hebdomadaire, mensuelle et annuelle ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18713
2. a) Hoeveel % korting kent de NMBS op haar gedeelte van het traject toe, in combinatie met een traject op het net van de TEC ? Graag een antwoord voor een weekkaart, een maandkaart en een jaarkaart ?
2. ` combien s’élève le taux de la réduction accordée a) A par la SNCB pour un voyage en train combiné avec un trajet sur le réseau du TEC, respectivement pour une carte hebdomadaire, mensuelle et annuelle ?
b) Hoeveel kost het vervoer van 1 ton post per dag met een posttrein ?
b) Combien couˆte le transport d’une tonne de courrier par jour par train postal ?
3. a) Hoeveel % korting kent de NMBS op haar gedeelte van het traject toe, in combinatie met een traject op het net van de MIVB, De Lijn en/of de TEC binnen het Brussels Gewest ? Graag een antwoord voor een weekkaart, een maandkaart en een jaarkaart.
3. ` combien s’élève le taux de la réduction accordée a) A par la SNCB pour un voyage en train combiné avec un trajet sur le réseau de la STIB, De Lijn et/ ou du TEC en Région bruxelloise, respectivement pour une carte hebdomadaire, mensuelle et annuelle ?
b) Welke stappen heeft de NMBS ondernomen om De Post als klant te behouden ?
b) Quelles démarches la SNCB a-t-elle entreprises pour conserver la clientèle de La Poste ?
DO 2002200300156
DO 2002200300156
Vraag nr. 802 van mevrouw Frieda Brepoels van 28 oktober 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :
Question no 802 de Mme Frieda Brepoels du 28 octobre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports : Formations ADR. — E´valuation des exercices pratiques.
ADR-opleidingen. — Evaluatie van de praktische oefeningen. Ongeveer een jaar geleden werden voor de ADRopleidingen bijkomende praktische oefeningen verplicht. Ik verneem nu van de opleidingsinstituten dat de integratie of het in samenhang brengen van de praktische oefening in het theoretisch gedeelte van de opleiding, voor een pedagogische meerwaarde zou zorgen. Dit is ook wat het ADR voorschrijft in punt 8.2.2.4.5. Heden is het zo dat volgens de bestaande dienstnota’s eerst het theoretische gedeelte dient te worden gegeven en dan op een ander ogenblik de praktische oefeningen, met alle verwarring vandien voor de deelnemers. Volgens de instructies van de administratie mogen op dat ogenblik ook maar 20 cursisten deelnemen aan de oefeningen daar waar het ministerieel besluit voorschrijft dat er 30 aanwezig mogen zijn. 1. Bent u op de hoogte van deze zeer verwarrende situatie ?
Il y a un an environ, des exercices pratiques supplémentaires ont été imposés dans le cadre des formations ADR. Il me revient aujourd’hui par l’entremise des instituts de formation ADR que l’incorporation de la partie pratique dans la partie théorique ou l’harmonisation de ces deux parties générerait une plus-value pédagogique. Cette intégration est également prescrite par l’accord ADR en son point 8.2.2.4.5. Actuellement, les notes de service existantes stipulent que la partie théorique doit précéder les exercices pratiques qui suivront à un autre moment, ce qui est source de confusion pour les personnes qui participent aux formations ADR. Par ailleurs, selon les instructions de l’administration, 20 élèves seulement peuvent prendre part aux exercices alors que l’arrêté ministériel prévoit la participation de 30 personnes. 1. Eˆtes-vous au courant de cette situation très troublante pour les participants ?
2. Waarom gaat uw administratie tot op heden niet in op een voorstel van een aantal erkende instellingen om die regel van 20 af te schaffen ?
2. Pourquoi votre administration n’a-t-elle pas accepté jusqu’ici la proposition, formulée par une série d’institutions agréées, de supprimer la règle n’autorisant que 20 participants ?
Uiteindelijk wordt er geen afbreuk gedaan aan het aantal voorziene lesuren, enkel de structuur en de sfeer van de opleiding wordt verbeterd in het belang van de cursist. Ook het ADR legt immers geen beperking van
Cette proposition n’entraıˆnerait pas la réduction du nombre d’heures de cours prévues et ne ferait qu’améliorer la structure et le climat de la formation, au bénéfice des élèves. Par ailleurs, l’accord ADR
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18714
het aantal deelnemers op tijdens de praktische oefeningen.
n’impose pas de limitation du nombre de participants aux exercices pratiques.
DO 2002200300157
DO 2002200300157
Vraag nr. 803 van mevrouw Frieda Brepoels van 28 oktober 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :
Question no 803 de Mme Frieda Brepoels du 28 octobre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :
Organisatie van ADR-opleidingen.
Organisation de formations ADR.
Ik verneem van een werkgever dat er ernstige onregelmatigheden werden vastgesteld bij het organiseren van ADR-opleidingen bij de erkende organisatie FOREM. Op 12 en 19 oktober 2002 werd daar immers een herhalingscursus stukgoed georganiseerd. Op 12 oktober 2002 zou er geen erkende lesgever zijn komen opdagen en heeft een snel opgetrommelde vervanger, die echter niet over de nodige erkenning beschikt, les gegeven. Op 19 oktober 2002 welke voorzien was als tweede lesdag en voor het examen zou de oorspronkelijk aangeduide lesgever zijn komen opdagen en de eerste lesdag integraal hebben herhaald. De cursisten werd meegedeeld dat ze op 26 oktober 2002 terug moesten komen om dan de tweede lesdag te genieten en het examen af te leggen. Of en hoe uiteindelijk deze gang van zaken administratief werd afgehandeld is nog niet duidelijk. Een zaak staat vast, de werkgevers en de aanwezige deelnemers hebben hier een ernstig probleem wegens de grove nalatigheid vanwege de erkende instelling. De werkgevers moeten hun chauffeurs een extra dag loon betalen en de deelnemer zelf is een onnodige extra dag kwijt van zijn eigen tijdsbesteding.
Il me revient de la part d’un employeur que des irrégularités graves ont été constatées lors de l’organisation de formations ADR par l’institution agréée à cet effet, le FOREM. Des cours de rattrapage y ont été organisés les 12 et 19 octobre 2002. Le 12 octobre, comme aucun formateur agréé ne s’était présenté, un remplaçant a été mobilisé à la haˆte pour donner cours. Ce remplaçant ne disposait toutefois pas de l’agréation requise. Le 19 octobre, qui avait été prévu pour la deuxième journée de cours et pour l’organisation de l’examen, le formateur initialement désigné se serait présenté et aurait répété dans son intégralité la première journée de cours. Les participants à la formation ont appris qu’ils devaient revenir le 26 octobre 2002 pour suivre la deuxième journée de cours et venir présenter l’examen. J’ignore comment la situation a finalement été réglée du point de vue administratif. Une chose est suˆre : les employeurs et les participants à ces formations sont confrontés à un sérieux problème en raison de la négligence grave de l’institution agréée. Les employeurs doivent payer une journée de salaire supplémentaire à leurs chauffeurs et le participant luimême perd inutilement un jour au niveau de son emploi du temps. 1. Eˆtes-vous au courant de cette situation ?
1. Bent u op de hoogte van deze situatie ? 2. Zo neen, bent u bereid hierrond een onderzoek in te stellen en de resultaten mee te delen ?
2. Dans la négative, êtes-vous disposé à mener une enquête à ce sujet et à communiquer les résultats de celle-ci ?
3. Op welke wijze denkt u als toezichthoudende overheid deze situatie voor de deelnemers te kunnen regulariseren ?
3. En tant qu’autorité de tutelle, comment pensezvous pouvoir régulariser cette situation pour les participants ?
DO 2002200300159
DO 2002200300159
Vraag nr. 804 van mevrouw Frieda Brepoels van 29 oktober 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :
Question no 804 de Mme Frieda Brepoels du 29 octobre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :
NMBS. — Tevredenheidsonderzoek.
SNCB. — Enquête de satisfaction.
Op 23 oktober 2002 gaf de NMBS een zegebulletin uit over het tevredenheidsonderzoek dat ze in juli en
Le 23 octobre 2002, la SNCB a poussé un cocorico à la suite de l’enquête de satisfaction qu’elle avait menée
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18715
augustus van dit jaar liet uitvoeren. Voor de derde keer op rij, aldus het persbericht, stijgen de scores.
en juillet et en aouˆt de cette année. Selon le communiqué de presse, les résultats seraient en hausse pour la troisième fois consécutive.
1. Welke scores haalt de NMBS, opgedeeld per provincie ?
1. Quels résultats, province par province, la SNCB a-t-elle obtenus ?
2. a) Heeft men onderzocht of er een verschil in beoordeling is, afhankelijk van het feit of de ondervraagde spoorklanten in stedelijke gebieden dan wel landelijke gebieden reizen ?
2. a) Des divergences d’appréciation éventuelles entre les voyageurs interrogés des zones urbaines et ceux des zones rurales ont-elles été analysées ?
b) Wat is het resultaat van dat onderzoek ?
b) Avec quel résultat ?
DO 2002200300160
DO 2002200300160
Vraag nr. 805 van de heer Jan Mortelmans van 29 oktober 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :
Question no 805 de M. Jan Mortelmans du 29 octobre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :
Uitgewezen asielzoekers. — Gratis treinbiljetten.
Demandeurs d’asile déboutés. — Billets de train gratuits.
Naar verluidt kunnen uitgewezen asielzoekers die niet over een geldig vervoerbewijs beschikken, gebruik maken van een gratis treinbiljet dat hen tot een grensstation brengt op voorlegging van enig document dat een uitwijzing voorschrijft. Dit document mag niet meer dan twee maanden oud zijn. Deze werkwijze zal uiteraard tot misbruiken leiden. Er wordt namelijk vaak gebruik gemaakt van kopiee¨n van documenten. Dit kan er ook toe leiden dat men in de toekomst de reis kan onderbreken in elk station.
Il me revient que les demandeurs d’asile déboutés ne disposant pas d’un titre de transport valable peuvent obtenir un billet de train gratuit à destination d’une gare frontalière, sur simple présentation d’un document ordonnant leur éloignement. Ce document ne peut remonter à plus de deux mois. E´tant donné qu’il est fréquemment fait usage de copies de documents, cette procédure entraıˆnera inévitablement des abus. Il n’est par ailleurs pas exclu que le voyage soit interrompu dans une quelconque gare intermédiaire.
1. a) Bent u van deze werkwijze op de hoogte ?
1. a) Eˆtes-vous au courant de cette procédure ?
b) Klopt deze ?
b) Est-elle valable ?
2. Een uitwijzingsbevel dient binnen de vijf dagen te worden opgevolgd. Hoe komt het dat gebruik kan gemaakt worden van een uitwijzingsbevel dat twee maanden oud is ?
2. Un ordre de quitter le territoire doit être mis en œuvre dans les cinq jours. Comment se fait-il qu’il est permis de produire un ordre de quitter le territoire remontant à deux mois ?
3. Bent u het met mij eens dat deze werkwijze tot misbruiken kan leiden ?
3. Partagez-vous mon analyse que cette procédure peut donner lieu à des abus ?
4. Uiteindelijk draait natuurlijk de belastingbetaler op. Op welke manier worden deze sommen gerecupereerd ?
4. En fin de compte, c’est le contribuable qui paie. Comment ces sommes sont-elles récupérées ?
5. Welke maatregelen heeft u getroffen opdat deze maatregel zo spoedig mogelijk wordt ingetrokken ?
5. Quelles mesures avez-vous prises pour mettre au plus vite fin à cette possibilité ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18716
DO 2002200300161
DO 2002200300161
Vraag nr. 806 van de heer Daan Schalck van 29 oktober 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer : Systemen die ongevallen tussen fietsers en vrachtwagens kunnen voorkomen. De problematiek van fietsers die gegrepen worden door afslaande vrachtwagens houdt ons reeds lang bezig. De installatie van dodehoekspiegels of camera’s is alvast een verbetering. Toch is het met de installatie van dergelijke systemen nog steeds onmogelijk voor de fietser, om het manoeuver van de vrachtwagen op voorhand voldoende in te schatten. Eens de fietser zich naast de vrachtwagen bevindt, is het immers niet steeds mogelijk de richtingaanwijzers te zien. Vrachtwagens zijn nu reeds uitgerust met een geluidssignaal als ze achteruit rijden. De vraag rijst of een gelijkaardig geluidssignaal kan gebruikt worden bij het afslaan van de vrachtwagens.
Question no 806 de M. Daan Schalck du 29 octobre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports : Systèmes pouvant prévenir les accidents entre cyclistes et camions. Le problème des cyclistes fauchés par des camions changeant de direction nous préoccupe depuis longtemps. L’installation de rétroviseurs anti-angle mort ou de caméras constitue déjà un progrès. Cependant, l’installation de tels systèmes ne permet toujours pas au cycliste d’anticiper suffisamment la manœuvre du camion. Une fois que le cycliste se trouve à coˆté du camion, il ne lui est en effet pas toujours possible de voir les clignotants du camion.
1. Werd reeds onderzoek verricht in welke mate een dergelijk geluidssignaal, bij het veranderen van richting, ongevallen kan vermijden ? 2. Zijn er wettelijke bezwaren om dergelijk systeem toe te passen ?
Actuellement, les camions sont déjà équipés d’un système émettant un signal sonore lorsqu’ils font marche arrière. La question se pose dès lors de savoir si un tel signal sonore pourrait être utilisé lorsque les camions effectuent un changement de direction. 1. A-t-on déjà étudié dans quelle mesure un signal sonore de ce type pourrait prévenir les accidents qui surviennent lorsqu’un camion change de direction ? 2. L’application d’un tel système rencontre-t-elle des obstacles légaux ?
DO 2002200300162
DO 2002200300162
Vraag nr. 807 van de heer Olivier Maingain van 29 oktober 2002 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer : NMBS. — Brusselse stations. — Taalindeling van het personeel. Wat was, op 1 januari 2002, de taalindeling van het statutair en van het contractueel personeel in de stations van de Brusselse agglomeratie, per graad, per dienst en per niveau ?
Question no 807 de M. Olivier Maingain du 29 octobre 2002 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports : SNCB. — Gares bruxelloises. — Répartition linguistique du personnel. Quelle est la répartition linguistique du personnel statutaire et contractuel, au 1er janvier 2002, au sein des gares situées dans l’agglomération bruxelloise, et ce gare par gare, service par service, niveau par niveau ?
Minister van Binnenlandse Zaken
Ministre de l’Intérieur
DO 2002200300134
DO 2002200300134
Vraag nr. 686 van mevrouw Alexandra Colen van 24 oktober 2002 (N.) aan de minister van Binnenlandse Zaken : Vakantie van asielzoekers in eigen land.
Question no 686 de Mme Alexandra Colen du 24 octobre 2002 (N.) au ministre de l’Intérieur :
Ik vernam dat het voorkomt dat mensen die in ons land asiel kregen (bijvoorbeeld Somalie¨rs, Libanezen,
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
Vacances des demandeurs d’asile dans leur pays d’origine. Il me revient que certaines personnes ayant obtenu l’asile politique dans notre pays (par exemple des
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18717
Kongolezen enz.) soms naar hun eigen land met vakantie of op familie- en vriendenbezoek gaan. Men kan zich afvragen of deze mensen in dergelijk geval nog langer als asielzoekers erkend moeten worden aangezien hun leven in eigen land kennelijk niet langer in gevaar is.
Somaliens, Libanais, Congolais, etc.) vont parfois passer leurs vacances ou rendre visite à leur famille ou leurs amis dans leur pays d’origine. Sachant cela, on est en droit de se demander si ces personnes doivent encore être considérées comme demandeurs d’asile puisque leur vie n’est manifestement plus en danger dans leur pays.
1. Kan u bevestigen of dergelijke bezoeken door asielzoekers aan hun land van herkomst werkelijk plaatsvinden ?
1. Pouvez-vous confirmer que de telles visites de demandeurs d’asile dans leur pays d’origine ont effectivement eu lieu ?
2. Zo ja, heeft u dan gegevens over hoeveel asielzoekers er vorig jaar voor een tijd naar hun eigen vaderland terugkeerden, en om welke landen het ging ?
2. Dans l’affirmative, disposez-vous de données sur le nombre de demandeurs d’asile qui sont retournés quelque temps dans leur pays d’origine l’an passé et pouvez-vous nous dire de quels pays il s’agissait ?
DO 2002200300140
DO 2002200300140
Vraag nr. 687 van de heer Alfons Borginon van 25 oktober 2002 (N.) aan de minister van Binnenlandse Zaken :
Question no 687 de M. Alfons Borginon du 25 octobre 2002 (N.) au ministre de l’Intérieur :
Rijksregister. — Opzoeking historiek van individuele adressen. — Interne migraties.
Registre national. — Recherche de l’historique des adresses des individus. — Migrations internes.
Het rijksregister bevat ook de mogelijkheid om een historiek van adressen op te zoeken van een ingezetene. Deze historiek van individuele adressen kan — als ze tenminste gegroepeerd kan worden — een zeer waardevolle bron van informatie bevatten met betrekking tot interne migraties in Belgie¨. Dat kan bijvoorbeeld waardevol zijn voor het in kaart brengen van de stadsvlucht.
Le registre national offre notamment la possibilité de rechercher l’historique des adresses des individus. Cet historique des adresses — si toutefois celles-ci peuvent être regroupées — peut constituer une source précieuse d’informations sur les migrations internes en Belgique. Ces données peuvent par exemple s’avérer utiles pour l’évaluation de l’exode urbain.
1. Tot welk jaar kan men — zonder speciale manuele opzoekingen — de historiek van een individueel adres (tot op het niveau van de gemeente, niet van de straat of het huisnummer) opzoeken ?
1. Jusqu’à quelle année est-il possible — sans manipulations manuelles particulières — d’effectuer des recherches relatives à l’historique des adresses des individus (en limitant la recherche à la commune, à l’exclusion du nom de la rue ou du numéro de la maison) ?
2. a) Is het — in principe — mogelijk deze individuele historieken te combineren tot cijfers met betrekking tot interne migratie binnen Belgie¨ ?
2. a) Est-il — en principe — possible de combiner ces historiques individuels à des chiffres relatifs aux migrations internes en Belgique ?
b) Tot welk jaartal ?
b) Jusqu’à quelle année est-il possible de remonter ?
c) Wat zijn eventueel de moeilijkheden om deze bewerking van de gegevens uit te voeren ?
c) De quelles possibilités dispose-t-on pour éventuellement procéder à un tel traitement des données ?
3. Kan dit antwoord opgesplitst worden naar gelang het al dan niet hebben van de Belgische nationaliteit op het tijdstip van de interne migratie ?
3. Pouvez-vous nuancer votre réponse en fonction de la nationalité — belge ou étrangère — des individus au moment de la migration interne ?
4. Idem naargelang de leeftijd op het ogenblik van de interne migratie ?
4. Pouvez-vous faire de même en fonction de l’aˆge des individus au moment de la migration interne ?
5. Is het mogelijk zulke gegevens ter beschikking te stellen van de parlementsleden, als de concrete vraag voldoende duidelijk wordt gesteld ?
5. Est-il possible de mettre ces données à la disposition des membres de la Chambre, s’ils en font clairement et concrètement la demande ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18718
DO 2002200300148
DO 2002200300148
Vraag nr. 688 van de heer Bart Laeremans van 28 oktober 2002 (N.) aan de minister van Binnenlandse Zaken :
Question no 688 de M. Bart Laeremans du 28 octobre 2002 (N.) au ministre de l’Intérieur :
Federale politie. — Communautaire verdeling van de betrekkingen.
Police fédérale. — Répartition communautaire des emplois.
Uit de door u verstrekte cijfers betreffende de geografische en taalkundige verdeling van de betrekkingen blijkt dat deze hoegenaamd niet in verhouding staat tot de bevolkingscijfers. Het operationele kader is op taalkundig vlak ongeveer in een verhouding van 55 Nederlandstaligen en 45 Franstaligen verdeeld.
Les chiffres que vous avez fournis concernant la répartition géographique et linguistique des emplois démontrent que cette répartition n’est pas du tout proportionnelle au chiffre de la population. En effet, le rapport linguistique entre néerlandophones et francophones dans le cadre opérationnel est d’environ 55-45.
1. Is er een objectieve reden aan te wijzen die verduidelijkt waarom die betrekkingen niet overeenkomstig de bevolkingscijfers zijn verdeeld ?
1. Peut-on expliquer de manière objective cette répartition linguistique non-proportionnelle au chiffre de la population ?
2. Bij het administratief en logistiek kader is deze verhouding nog op een opvallender wijze scheefgetrokken. Daar weerspiegelt de verdeelsleutel een verhouding van 45 Nederlandstaligen en 55 Franstaligen.
2. Dans le cadre administratif et logistique, la disproportion est encore plus frappante, la clé de répartition y établissant un rapport de 45 néerlandophones pour 55 francophones.
Hoe is een dergelijke verhouding, als die bovendien nog wordt vergeleken met deze van het operationele kader, toch te rechtvaardigen ?
Comment ce rapport linguistique, encore plus disproportionné par rapport à celui du cadre opérationnel, peut-il se justifier ?
3. Voor de diensten waarvan de werkkring het ganse land bestrijkt, zegt u een wetsontwerp van taalkaderbesluit te hebben voorgelegd aan de Vaste Commissie voor taaltoezicht.
3. Pour les services dont l’activité s’étend à l’ensemble du territoire, vous affirmez avoir soumis un projet d’arrêté fixant le cadre linguistique à la Commission permanente de controˆle linguistique.
a) Hoeveel betrekkingen omvatten deze taalkaders ?
a) Combien d’emplois sont-ils prévus dans ces cadres linguistiques ?
b) Hoeveel betrekkingen worden, per taaltrap, voorbehouden respectievelijk aan het Nederlandse en aan het Franse taalkader ?
b) Combien d’emplois, par degré linguistique, sontils réservés respectivement au cadre linguistique néerlandophone et au cadre francophone ?
DO 2002200300163
DO 2002200300163
Vraag nr. 689 van de heer Filip De Man van 29 oktober 2002 (N.) aan de minister van Binnenlandse Zaken :
Question no 689 de M. Filip De Man du 29 octobre 2002 (N.) au ministre de l’Intérieur :
Politie in Sint-Gillis (Brussel). — Patrouilles.
Police à Saint-Gilles (Bruxelles). — Patrouilles.
Eind oktober 2002 betrapte een inspecteur tijdens zijn vrije uren enkele jongeren bij een handtassendiefstal in Sint-Gillis (Brussel). Toen de agent in een risicowijk de achtervolging inzette en de 101-centrale om hulp belde, kreeg hij te horen dat er geen versterking werd geleverd voor dergelijk « kleine misdrijven » (pers van 24 en 25 october 2002).
Fin octobre 2002, alors qu’il n’était pas de service, un inspecteur de police a pris quelques jeunes en flagrant délit de vol de sac à main à Saint-Gilles (Bruxelles). S’étant lancé à leur poursuite dans un quartier à risque et ayant contacté le central 101 pour qu’on lui envoie des renforts, il lui a été répondu qu’il n’en était pas question pour de si « petits délits ». (La presse des 24 et des 25 octobre 2002).
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18719
1. a) Heeft u contact opgenomen met de zonechef om te weten of inderdaad bij handtassendiefstal en gelijkaardige misdrijven geen patrouilles meer uitgezonden worden ?
1. a) Avez-vous pris contact avec le chef de zone pour vérifier s’il est exact qu’on n’envoie plus de renforts pour des vols de sac à main et autres délits comparables ?
b) Zo ja, op welk document of welke beslissing is deze politiek gebaseerd ?
b) Dans l’affirmative, sur quel document ou sur quelle décision cette politique se fonde-t-elle ?
2. a) Hoe groot is het voorziene operationele kader in de bewuste zone ?
2. a) Quel est le cadre opérationnel prévu dans cette zone ?
b) Hoeveel posten zijn niet ingevuld ?
b) Combien de postes ne sont-ils pas pourvus ?
c) Is het waar dat er slechts twee patrouilles actief zijn, terwijl er vijf zijn voorzien ?
c) Est-il exact que, sur cinq patrouilles prévues, deux seulement sont opérationnelles ?
DO 2002200300164
DO 2002200300164
Vraag nr. 690 van de heer Richard Fournaux van 29 oktober 2002 (Fr.) aan de minister van Binnenlandse Zaken :
Question no 690 de M. Richard Fournaux du 29 octobre 2002 (Fr.) au ministre de l’Intérieur :
Afwezigheid van een permanentiearts in de medische dienst van de federale politie.
Absence de médecin de permanence au service médical de la police fédérale.
De erkende artsen, die de leden van onze politiediensten verplicht moeten raadplegen wanneer ze ziek zijn of slachtoffer zijn van een ongeval en daardoor niet in staat om te werken, hebben hun praktijk binnen de medische dienst (DPMS) van de directie Sociale Aangelegenheden (DPW) van de algemene directie Personeel (DGP).
C’est au sein du service médical (DPMS) de la direction des Matières sociales (DPW) de la direction générale des Ressources humaines (DGP) qu’exercent les médecins agréés que doivent obligatoirement consulter les membres de nos services de police en cas de maladie et/ou d’accident entraıˆnant un arrêt de travail.
Maandelijks betalen onze politiemannen 73,53 euro om een beroep te kunnen doen op de medische zorg van die dienst.
Pour bénéficier des soins médicaux de ce service, nos policiers acquittent mensuellement la somme de 73,53 euros.
Op 11 oktober 2002 hebben verscheidene leden van onze politiediensten zich tot die dienst gewend, meer bepaald politiemensen die waren vrijgesteld ingevolge ziekte of ongeval en die volgens hun behandelende arts-specialist in aanmerking kwamen voor een verlenging van de periode van arbeidsongeschiktheid. Tot hun grote verbazing werd die politiemensen geantwoord dat geen enkele dokter hen kon ontvangen : de volledige dienst volgde een seminarie en men had niet gezorgd voor een permanentiearts, zelfs niet voor de spoedgevallen.
En date du 11 octobre 2002, plusieurs membres de nos services de police ont sollicité ce service, et notamment les policiers dont l’exemption pour raisons de maladie et/ou d’accident expirait mais pour lesquels des spécialistes extérieurs, auprès desquels ils étaient en traitement, souhaitaient obtenir de leurs confrères une prolongation d’arrêt de travail pour les intéressés. Ces policiers ont été particulièrement surpris de se voir répondre qu’aucun médecin ne pouvait les recevoir car l’ensemble du personnel de ce service était en séminaire et qu’aucun médecin de permanence, même pour les cas urgents, n’avait été prévu.
Onze politiemensen betalen maandelijks een bijdrage om een beroep te kunnen doen op die dienst en die dienstverlening komt hun dan ook toe. Kan u verder ook meedelen :
Au-delà du fait que nos policiers paient mensuellement pour bénéficier des prestations de ce service et y ont donc droit, pourriez-vous communiquer :
1. Waarom er op 11 oktober 2002 in de medische dienst van de federale politie niet was gezorgd voor een permanentiearts ?
1. Pourquoi aucun médecin de permanence n’était prévu en date du 11 octobre 2002 au service médical de la police fédérale ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2395
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18720
2. Hoe het mogelijk is dat het voltallige personeel van een dienst van onze politie, gestructureerd op twee niveaus, de toelating krijgt op éénzelfde dag en tijdstip deel te nemen aan een seminarie en dat die dienst dus gedurende een volledige dag niet operationeel is ?
2. Comment il se fait que tout le personnel d’un service de notre police structurée à deux niveaux se voit accorder l’autorisation de participer en même temps et le même jour à un séminaire et de laisser ce service totalement inopérant pour une journée entière ?
3. Welke maatregelen u overweegt om ervoor te zorgen dat dergelijke nalatigheid zich niet meer voordoet ?
3. Quelles mesures vous envisagez de prendre pour éviter, à l’avenir, pareille carence ?
DO 2002200300168
DO 2002200300168
Vraag nr. 691 van de heer Willy Cortois van 30 oktober 2002 (N.) aan de minister van Binnenlandse Zaken :
Question no 691 de M. Willy Cortois du 30 octobre 2002 (N.) au ministre de l’Intérieur :
« Leesstrips » op internationale reispassen. — Aankoop van dergelijke toestellen voor de federale politie.
« Bandes de lecture » sur les passeports internationaux. — Achat des appareils adéquats pour la police fédérale.
De meeste internationale reispassen werden recentelijk voorzien van een « leesstrip » die toestaat aan de hand van een geschikt toestel, in één klap de persoonlijke gegevens te lezen. Dit schakelt voor de controlerende politiebeambte het tijdrovend werk uit om alle gegevens van het paspoort te moeten intikken om deze nadien aan het controlesysteem te kunnen onderwerpen.
La plupart des passeports internationaux ont été récemment munis d’une « bande de lecture » qui permet, au moyen d’un appareil adéquat, de lire d’un seul coup les données à caractère personnel. Ce nouveau système permet aux policiers controˆleurs de gagner énormément de temps puisqu’ils ne doivent plus copier en les dactylographiant toutes les données du passeport afin de pouvoir ensuite les soumettre au système de controˆle.
1. Is de federale politie van plan dergelijke toestellen aan te kopen ?
1. La police fédérale a-t-elle l’intention d’acheter ces appareils ?
2. Weet men nu al waar deze toestellen zouden moeten geplaatst worden en welk het aantal is, nodig om gans de grenscontrole uit te rusten ?
2. Sait-on d’ores et déjà ou` ces appareils devraient être placés et combien d’appareils seraient nécessaires pour assurer tous les controˆles frontaliers ?
3. Welke budgettaire middelen zijn hiervoor nodig ?
3. Quels moyens budgétaires devrait-on dégager à cette fin ?
4. Er zouden nu ook betrouwbare toestellen op de markt zijn die op basis van de opgeslagen kenmerken, eigen aan de internationale paspoorten in ieder land, meteen kunnen vaststellen of het al dan niet om een vals paspoort gaat. Ik verwijs naar gelijkaardige toestellen voor het detecteren van valse bankbiljetten.
4. Actuellement seraient aussi commercialisés des appareils fiables qui, sur la base des caractéristiques propres aux passeports internationaux de tous les pays, peuvent déterminer immédiatement si le passeport controˆlé est authentique ou faux. Je rappelle qu’il existe des appareils analogues permettant la détection de faux billets de banque.
Is de federale politie van plan dergelijke toestellen aan te kopen ?
La police fédérale envisage-t-elle d’acheter des appareils de ce type ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18721
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
Ministre des Affaires sociales et des Pensions
Sociale Zaken
Affaires sociales
DO 2002200300141
DO 2002200300141
Vraag nr. 554 van de heer Claude Eerdekens van 25 oktober 2002 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen :
Question no 554 de M. Claude Eerdekens du 25 octobre 2002 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et des Pensions :
Transparantie inzake medische tarieven.
Transparence en matière de tarifs médicaux.
Test Gezondheid (nr. 51 van oktober-november 2002) pleit voor een betere informatieverstrekking inzake medische tarieven. In de wachtzaal, maar ook buiten het dokterskabinet, zou steeds duidelijk moeten worden vermeld of de arts al dan niet supplementen mag aanrekenen. Op een doorzichtige manier, zodat de consument weet welke rekening hem boven het hoofd hangt.
Test Santé (no 51 d’octobre-novembre 2002) plaide pour une meilleure information en matière de tarifs médicaux. « Il devrait toujours être clairement indiqué si le médecin peut ou non réclamer des suppléments. Dans la salle d’attente mais aussi à l’extérieur du cabinet médical. D’une manière limpide, pour que le consommateur puisse savoir ce qu’il risque de devoir payer ».
Test Gezondheid klaagt aan dat de consumentpatie¨nt onvoldoende wordt geı¨nformeerd over dergelijke objectieve en nuttige gegevens. In de loop der jaren zijn er zelfs heel wat artsen veroordeeld voor wat de Orde als onaanvaardbare reclame beschouwt.
Test Santé dénonce le manque d’information sur de telles données objectives et utiles pour le consommateur-patient. Au contraire : au fil des ans, nombre de médecins se sont fait sanctionner pour ce que l’Ordre considérait comme de la publicité inacceptable.
1. Wat is uw standpunt in deze ?
1. Quelle est votre position sur ce sujet ?
2. Welke maatregelen heeft u al genomen met het oog op meer transparantie inzake medische tarieven ?
2. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour accroıˆtre la transparence en matière de tarifs médicaux ?
DO 2002200300145
DO 2002200300145
Vraag nr. 555 van de heer Jo Vandeurzen van 28 oktober 2002 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen :
Question no 555 de M. Jo Vandeurzen du 28 octobre 2002 (N.) au ministre des Affaires sociales et des Pensions :
Verzorging van epidermolysis bullosa patie¨nten in de thuissituatie. — Financiering.
Soins dispensés à domicile aux personnes atteintes d’épidermolyse bulleuse. — Financement.
Enige tijd geleden ondervroeg ik u in verband met de terugbetaling van bijzondere behandelingen, met name voor patie¨nten die lijden aan epidermolysis bullosa (EB) (vraag nr. 271 van 20 april 2001, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 80, blz. 9018). U heeft toen geantwoord dat in geval van epidermolysis bullosa mag worden verondersteld dat de zwaarste gevallen thuis in aanmerking komen voor « specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen » waarvoor het in de overeenkomst vastgesteld forfaitair honorarium per verzorgingsdag kon worden aangerekend.
Il y a quelque temps, j’avais interrogé l’honorable ministre à propos du remboursement de traitements particuliers, à savoir ceux administrés aux patients atteints d’épidermolyse bulleuse (EB) (Question no 271 du 20 avril 2001, Questions et Réponses, Chambre, ` l’époque, il m’a répondu 2000-2001, no 80, p. 9018). A que dans le cas de l’épidermolyse bulleuse, on peut supposer que les cas les plus graves à domicile bénéficieront de « prestations techniques spécifiques de soins infirmiers » pour lesquelles des honoraires forfaitaires conventionnels par journée de soins seront facturés.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18722
Navraag leert dat deze specifieke verstrekkingen niet kunnen worden toegepast op de woonzorg bij EBpatie¨nten.
Renseignements pris, il s’avère que ces « prestations spécifiques » ne peuvent s’appliquer aux soins à domicile dispensés aux patients atteints d’EB.
Eigenlijk bestaat de beste oplossing erin om een bijzonder soort forfait overeen te komen in de bevoegde overeenkomstencommissie.
En fait, la meilleure solution consisterait à se mettre d’accord sur l’instauration d’une sorte de forfait spécifique au sein de la commission des conventions compétente.
1. Hoe denkt u dat de verzorging van EB-patie¨nten in de thuissituatie op een behoorlijke manier kan gefinancierd worden ?
1. Comment pensez-vous pouvoir assurer un financement correct des soins administrés à domicile aux patients atteints d’EB ?
2. Bevestigt u dat de beste oplossing erin bestaat een bijzonder forfait te bepalen voor de verzorging van EB-patie¨nten ?
2. Confirmez-vous que la meilleure solution consisterait à fixer un forfait spécifique pour les soins administrés aux patients atteints d’EB ?
DO 2002200300146
DO 2002200300146
Vraag nr. 556 van mevrouw Annemie Van de Casteele van 28 oktober 2002 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen :
Question no 556 de Mme Annemie Van de Casteele du 28 octobre 2002 (N.) au ministre des Affaires sociales et des Pensions :
Artikel 25 van de wet van 14 januari 2002 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg. — Vernietiging.
Article 25 de la loi du 14 janvier 2002 portant des mesures en matière de soins de santé. — Annulation.
Het arrest nr. 138/2002 van 2 oktober 2002 (Belgisch Staatsblad, 8 oktober 2002) van het Arbitragehof vernietigde artikel 25 van de wet van 14 januari 2002 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg.
L’arrêt no 138/2002 du 2 octobre 2002 (Moniteur belge, 8 octobre 2002) de la Cour d’arbitrage annule l’article 25 de la loi du 14 janvier 2002 portant des mesures en matière de soins de santé.
Het Arbitragehof had daarbij felle kritiek op het Parlement dat geen redenen van algemeen belang had gegeven voor de wijziging van de toegankelijkheid tot de betrekking van inspecteur-directeur.
En l’espèce, la Cour d’arbitrage a vivement critiqué le Parlement qui n’a invoqué aucune raison d’intérêt général justifiant la modification des conditions d’accès à la fonction d’inspecteur social-directeur.
Bij de bespreking van het ontwerp kunnen de parlementsleden alleen voortgaan op de memorie van toelichting en de uitleg die de minister geeft bij de bespreking van het ontwerp.
Lors de l’examen du projet, les parlementaires ne peuvent se fonder que sur l’exposé des motifs et les explications fournies par le ministre dans ce cadre.
Wie de interne keuken van de administratie niet kent kan daaruit niet opmaken dat het bewuste artikel als doel had de Raad van State te verhinderen zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van de bepaling met het statuut van ambtenaren.
Qui ne connaıˆt pas l’administration ignore peut-être que l’article incriminé avait pour but d’empêcher le Conseil d’E´tat de se prononcer sur la compatibilité de la disposition avec le statut des fonctionnaires.
1. Heeft de minister het Parlement hierin niet misleid ?
1. L’honorable ministre a-t-il abusé le Parlement dans ce dossier ?
2. Had hij de historiek van deze bepaling niet moeten uiteenzetten ?
2. N’aurait-il pas duˆ exposer le genèse de cette disposition ?
3. Hoe zal hij de vacante betrekking van sociaal inspecteur-directeur nu invullen ?
` présent, comment compe-t-il pourvoir au poste 3. A vacant d’inspecteur social-directeur ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18723
DO 2002200300150
DO 2002200300150
Vraag nr. 557 van de heer Koen Bultinck van 28 oktober 2002 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen :
Question no 557 de M. Koen Bultinck du 28 octobre 2002 (N.) au ministre des Affaires sociales et des Pensions :
Schrijven bankinstelling met betrekking tot circulaire cheques van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie.
Courrier d’une banque concernant les chèques circulaires de l’Office national des vacances annuelles.
Blijkbaar schrijft een bepaalde bankinstelling alle mensen aan die op dit ogenblik hun vakantiegeld van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie nog ontvangen door middel van een circulaire cheque.
Apparemment, une banque déterminée a adressé un courrier à toutes les personnes qui perçoivent toujours leur pécule de vacances versé par l’Office national des vacances annuelles par le biais d’un chèque circulaire.
In de betrokken brief wordt hen aangeraden om in de toekomst dat vakantiegeld te laten overschrijven op een bankrekening. Op de keerzijde staat een officieel formulier van de Rijksdienst voor jaarlijks vakantie afgedrukt.
Ce courrier recommande aux personnes de demander que leur pécule de vacances soit à l’avenir versé sur un compte bancaire. Un formulaire officiel de l’Office national des vacances a été imprimé au verso de cette lettre.
1. Vindt u niet dat hierdoor verkeerdelijk de indruk kan ontstaan dat een Rijksdienst mensen een rekening aanraadt bij een bepaalde bankinstelling ?
1. Ne pensez-vous pas que ce procédé peut donner faussement l’impression qu’un office national recommande l’ouverture d’un compte auprès d’une banque déterminée ?
2. Hoe komt een bepaalde bankinstelling aan de gegevens van mensen die hun vakantiegeld door middel van een circulaire cheque ontvangen ?
2. Comment cette banque a-t-elle réussi à obtenir des données sur des personnes qui perçoivent leur pécule de vacances par le biais d’un chèque circulaire ?
3. Denkt u dat hier sprake kan zijn van een schending van de wetgeving op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ?
3. En l’occurrence, pensez-vous qu’il puisse être question d’une violation de la législation sur la protection de la vie privée ?
4. Welke maatregelen heeft u reeds genomen om dergelijke praktijken in de toekomst onmogelijk te maken ?
4. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour éviter que ce type de pratiques se reproduise ?
DO 2002200300170
DO 2002200300170
Vraag nr. 558 van mevrouw Annemie Van de Casteele van 30 oktober 2002 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen :
Question no 558 de Mme Annemie Van de Casteele du 30 octobre 2002 (N.) au ministre des Affaires sociales et des Pensions :
Administratiekosten voor de verzekeringsinstellingen voor het jaar 2002.
Frais d’administration des organismes assureurs pour l’année 2002.
Het koninklijk besluit van 26 juni 2002 legt het bedrag vast van de administratiekosten die voor het jaar 2002 aan de verzekeringsinstellingen worden toegekend.
L’arrêté royal du 26 juin 2002 détermine le montant des frais d’administration attribués aux organismes assureurs pour l’année 2002.
Dat bedrag stijgt met 5,05 % ten opzichte van het jaar 2001.
Ce montant augmente de 5,05 % par rapport à l’année 2001.
Krachtens artikel 195, § 1, 2o, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoo¨rdineerd op 14 juli 1994, kan het bedrag van de administratiekosten jaarlijks aangepast worden, rekening houdend met de
Conformément à l’article 195, § 1, 2o, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994, le montant des frais d’administration peut être adapté annuellement, compte tenu de l’évolution de l’indice des prix, de
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18724
evolutie van het indexcijfer, de evolutie van de lonen en de wettelijke opdrachten van de verzekeringsinstellingen.
l’évolution des salaires et des missions légales dont sont chargés les organismes assureurs.
Kan u meedelen hoe de berekeningen voor 2002 gebeurden ?
Sur quelle base ont été effectués les calculs pour 2002 ?
Minister van Landsverdediging
Ministre de la Défense
DO 2002200300166
DO 2002200300166
Vraag nr. 342 van de heer Martial Lahaye van 29 oktober 2002 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Question no 342 de M. Martial Lahaye du 29 octobre 2002 (N.) au ministre de la Défense :
Krijgsmacht. — Dienst netwerkbeheer en beheer van de datacommunicatiesystemen. — Reorganisatie.
Forces armées. — Service gestion du réseau et gestion des systèmes de communication de données. — Réorganisation.
De dienst netwerkbeheer en beheer van de datacommunicatiesystemen van de Krijgsmacht wordt blijkbaar gereorganiseerd. Net zoals de dienst gebouwenbeheer 5KDR, zou de dienst gedecentraliseerd werken per provincie. Wellicht komt dit de efficie¨ntie ten goede en zullen de informatici en medewerkers van de dienst dichter bij huis aan de slag kunnen, wat uiteraard ook positief is voor het rendement van dit personeel.
Les Forces armées envisageraient la réorganisation du service chargé de la gestion du réseau et des systèmes de communication de données. Tout comme pour le service de la gestion des baˆtiments 5KDR, l’on procéderait à une décentralisation provinciale. Les informaticiens et le personnel de ce service auront donc la chance de se rapprocher de leur domicile et l’efficacité et le rendement du personnel s’en trouveront renforcés.
1. Wat is de stand van zaken betreffende deze reorganisatie ?
1. Quel est l’état d’avancement de cette réorganisation ?
2. Welke timing wordt vooropgesteld ?
2. Quel calendrier est-il prévu ?
Minister van Justitie
Ministre de la Justice
DO 2002200300131
DO 2002200300131
Vraag nr. 744 van de heer Jan Mortelmans van 24 oktober 2002 (N.) aan de minister van Justitie :
Question no 744 de M. Jan Mortelmans du 24 octobre 2002 (N.) au ministre de la Justice :
Opvang van jonge criminelen in instellingen.
Accueil de jeunes délinquants dans des institutions.
De Mechelse politie heeft afgelopen weekeinde twee tienerjongens van allochtone afkomst aangehouden. Ze zouden op een half jaar tijd niet minder dan 27 diefstallen (van handtassen, autoradio’s en dergelijke) in het Mechelse hebben gepleegd.
Le week-end dernier, la police malinoise a arrêté deux adolescents d’origine étrangère. En six mois, ils auraient commis pas moins de 27 vols (de sacs à main, d’autoradios, etc.) dans la région de Malines.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18725
Naar verluidt werden de jongeren naar huis gestuurd bij gebrek aan plaats in een instelling. 1. Bent u hiervan op de hoogte ?
Il me revient que les jeunes auraient été renvoyés chez eux, faute de place dans une institution. 1. Eˆtes-vous au fait de cette situation ?
2. Werden er door uzelf of de eerste minister initiatieven genomen om deze jongeren alsnog over te brengen naar een instelling ?
2. Des initiatives ont-elles été prises par vous ou par le premier ministre afin de que ces jeunes soient tout de même placés dans une institution ?
3. Welke maatregelen in het algemeen heeft u getroffen zodat er genoeg plaatsen in instellingen voorzien zijn voor de opvang van jonge criminelen ?
3. Quelles mesures avez-vous prises d’une manière plus générale afin que les institutions disposent de suffisamment de place pour accueillir les jeunes délinquants ?
DO 2002200300132
DO 2002200300132
Vraag nr. 745 van de heer Yves Leterme van 24 oktober 2002 (N.) aan de minister van Justitie :
Question no 745 de M. Yves Leterme du 24 octobre 2002 (N.) au ministre de la Justice :
Interpretatie van artikel 2ter van de nieuwe VZW-wet.
Interprétation de l’article 2ter de la nouvelle loi sur les ASBL.
Vanuit het werkveld komen er signalen dat artikel 2ter van de nieuwe VZW-wet (wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen) niet voldoende duidelijk zou zijn.
Les acteurs de terrain attirent l’attention sur le fait que l’article 2ter de la nouvelle loi sur les ASBL (loi du 2 mai 2002 sur les associations sans but lucratif, les associations internationales sans but lucratif et les fondations) manque de clarté.
Concreet gaat het over het woord « hun » in de laatste zin van het artikel : « hun rechten en plichten worden bepaald door de statuten ».
Le problème provient plus précisément du pronom « leurs » dans la dernière phrase de l’article : « Leurs droits et obligations sont fixés par les statuts ».
De vraag rijst naar wie het woord « hun » verwijst.
La question se pose de savoir à qui le mot « leurs » renvoie.
Verwijst « hun » naar de toegetreden leden of naar de effectieve leden ?
S’agit-il des membres adhérents ou des membres effectifs ?
DO 2002200300137
DO 2002200300137
Vraag nr. 746 van mevrouw Alexandra Colen van 25 oktober 2002 (N.) aan de minister van Justitie :
Question no 746 de Mme Alexandra Colen du 25 octobre 2002 (N.) au ministre de la Justice :
Spionage en verraad ten gunste van het voormalige Oostblok.
Espionnage et trahison au profit de l’ancien bloc de l’Est.
Na de implosie van de Sovjet-Unie en het voormalige Oostblok, hebben een groot aantal voormalige Russische en Oost-Europese diplomaten en geheime agenten inlichtingen verschaft aan de Westerse autoriteiten over spionageactiviteiten die destijds werden uitgevoerd voor de communistische landen.
Après l’implosion de l’Union soviétique et de l’ancien bloc de l’Est, de nombreux anciens diplomates et agents secrets originaires de Russie et des pays de l’Est ont fourni des renseignements aux autorités occidentales à propos des activités d’espionnage auxquelles se livraient à l’époque les pays communistes.
1. Kan u meedelen of er ten laste van Belgische staatsburgers door de Belgische autoriteiten onderzoeken lopen of gelopen hebben sinds 1980 ?
1. Pouvez-vous communiquer si les autorités belges procèdent ou ont procédé à des enquêtes à propos de citoyens belges, depuis 1980 ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18726
2. Zo ja, om hoeveel gevallen gaat het en wat was het gevolg ?
2. Dans l’affirmative, de combien de cas s’agit-il et quel a été le résultat de ces enquêtes ?
3. Werden er straffen uitgesproken ?
3. Des sanctions ont-elles été prises ?
4. Zijn de zaken geseponeerd ?
4. Les dossiers ont-ils été classés sans suite ?
5. a) Zijn de onderzoeken nog steeds gaande ?
5. a) Les enquêtes sont-elles encore en cours ?
b) Zo ja, wanneer is er verjaring ?
b) Dans l’affirmative, quand y aura-t-il prescription ?
DO 2002200300138
DO 2002200300138
Vraag nr. 747 van mevrouw Alexandra Colen van 25 oktober 2002 (N.) aan de minister van Justitie :
Question no 747 de Mme Alexandra Colen du 25 octobre 2002 (N.) au ministre de la Justice :
Ontnemen van de Belgische nationaliteit of het kiesrecht.
Déchéance de la nationalité belge ou du droit de vote.
Steeds wordt gesteld dat het volgens ons recht onmogelijk is om recent tot Belg genaturaliseerde personen de Belgische nationaliteit opnieuw te ontnemen indien zij deze nationaliteit verwierven door bedrog, zware misdrijven plegen of zich deloyaal jegens ons land gedragen.
D’aucuns affirment toujours que le droit n’autorise pas de déchoir de la nationalité belge des personnes récemment naturalisées dans notre pays si elles ont acquis frauduleusement cette nationalité, si elles ont commis des délits graves ou si elles font preuve de déloyauté envers notre pays.
Niettemin werd na de Tweede Wereldoorlog aan ettelijke geboren Belgische staatsburgers de nationaliteit ontnomen. Tevens verloren vele Belgen hun kiesrecht.
Après la Deuxième Guerre mondiale, bon nombre de citoyens, nés Belges, se sont toutefois vu privés de la nationalité. De nombreux Belges ont également été déchus du droit de vote.
Kan u meedelen hoeveel voormalige Belgen aan wie de nationaliteit ontnomen werd er thans (of indien dit cijfer nog niet beschikbaar is : op het einde van het jaar 2000) nog waren, alsook hoeveel Belgische staatsburgers er momenteel verstoken zijn van hun kiesrecht ?
Combien de personnes, autrefois titulaires de la nationalité belge, sont-elles actuellement déchues de cette nationalité (ou, si les chiffres ne sont pas encore disponibles, quel était leur nombre fin 2000) ? Combien de citoyens belges sont-ils actuellement déchus de leur droit de vote ?
DO 2002200300151
DO 2002200300151
Vraag nr. 748 van de heer Jo Vandeurzen van 28 oktober 2002 (N.) aan de minister van Justitie :
Question no 748 de M. Jo Vandeurzen du 28 octobre 2002 (N.) au ministre de la Justice :
Mogelijke afschaffing van een aantal afdelingen van politierechtbanken in de arrondissementen Tongeren en Hasselt.
Suppression éventuelle de plusieurs sections des tribunaux de police dans les arrondissements de Tongres et de Hasselt.
Naar verluidt zou de geachte minister de intentie hebben om een aantal afdelingen van politierechtbanken in de arrondissementen Tongeren en Hasselt af te schaffen.
Il me revient que l’honorable ministre envisage la suppression d’un certain nombre de sections des tribunaux de police dans les arrondissements de Tongres et de Hasselt.
1. Is dit correct ?
1. Cette information correspond-elle à la réalité ?
2. Waarop is het initiatief van de minister gebaseerd ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2. Sur quelles considérations l’initiative l’honorable ministre est-elle fondée ?
2003
de
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18727
DO 2002200300158
DO 2002200300158
Vraag nr. 750 van mevrouw Frieda Brepoels van 28 oktober 2002 (N.) aan de minister van Justitie :
Question no 750 de Mme Frieda Brepoels du 28 octobre 2002 (N.) au ministre de la Justice :
Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. — Klachten. — Misdrijven. — Aangiften bij de procureur des Konings.
Commission de la protection de la vie privée. — Plaintes. — Délits. — Saisine du procureur du Roi.
Ik verneem dat de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, na het bee¨indigen van haar onderzoeksfase en wanneer het voor haar op basis van alle onderzochte elementen duidelijk is dat een misdrijf werd gepleegd, niet steeds de klacht doorstuurt naar het gerecht voor vervolging. Nochtans beschikt de commissie over de mogelijkheid, op basis van artikel 32, § 2 van de privacywet, hiervan aangifte te doen bij de procureur des Konings.
Il me revient que la Commission de la protection de la vie privée ne transmet pas systématiquement les plaintes au parquet en vue de poursuites, lorsqu’au terme de la phase d’enquête, il est établi sur la base des éléments du dossier que la loi a été enfreinte. L’article 32, §2 de la loi sur la protection de la vie privée lui confère pourtant la possibilité de dénoncer au procureur du Roi une infraction dont elle a connaissance.
1. Hoeveel klachten onderzocht de commissie in 2001 en 2002 ?
1. Combien de plaintes la commission a-t-elle examinées en 2001 et en 2002 ?
2. In hoeveel gevallen werd er door de commissie een misdrijf vastgesteld ?
2. Dans combien de cas la commission a-t-elle constaté l’existence d’un délit ?
3. In hoeveel van deze gevallen heeft de commissie aangifte gedaan bij de procureur des Konings ?
3. Dans combien de cas a-t-elle saisi le procureur du Roi du dossier ?
4. Vindt u het niet aangewezen dat deze commissie in overleg of op eenvoudig verzoek van het slachtoffer per definitie aangifte doet bij de procureur des Konings teneinde de beginselen van behoorlijk en zorgvuldig bestuur te respecteren ?
4. Ne serait-il pas indiqué que la commission, en concertation avec ou sur simple demande de cette dernière, la victime transmette d’office le dossier au procureur du Roi, afin de garantir le respect des principes de bonne administration et de diligence.
DO 2002200300171
DO 2002200300171
Vraag nr. 751 van de heer Francis Van den Eynde van 30 oktober 2002 (N.) aan de minister van Justitie :
Question no 751 de M. Francis Van den Eynde du 30 octobre 2002 (N.) au ministre de la Justice :
Gevangenissen. — Bekering moslimfundamentalisten. — « Missionarissen » uit Saudi-Arabie¨.
Prisons. — Conversion de fondamentalistes musulmans. — «Missionnaires» en provenance d’Arabie Saoudite.
Eind oktober 2002 bevestigde de minister van Justitie in de Senaat dat vanuit Saudi-Arabie¨ missionarissen naar Belgie¨ zouden worden gestuurd om hier in de gevangenissen moslimfundamentalisten te bekeren. De Veiligheid van de Staat zou van een en ander op de hoogte zijn en probeert in samenwerking met het bestuur der Strafinrichtingen de invloed van de radicale islamstromingen in de gevangenissen in kaart te brengen.
Fin octobre 2002, le ministre de la Justice confirmait au Sénat que des missionnaires originaires d’Arabie Saoudite seraient envoyés en Belgique pour y convertir des fondamentalistes musulmans dans les prisons. La Suˆreté de l’E´tat serait au courant de la situation et tente, en collaboration avec l’administration des E´tablissements pénitentiaires, d’évaluer l’influence exercée par les courants islamistes radicaux dans les prisons.
1. Kan u meedelen over hoeveel « missionarissen » het gaat ?
1. Pouvez-vous préciser de combien de « missionnaires » il s’agit ?
2. Op welke wijze werden ze in de gevangenissen geaccrediteerd ?
2. De quelle manière sont-ils admis dans les prisons ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2396
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18728
3. Welke maatregelen werden er getroffen om een eind aan de fundamentalistische beı¨nvloeding toe te roepen ?
3. Quelles mesures ont-elles été prises afin de mettre fin à cette emprise du fondamentalisme ?
DO 2001200211727
DO 2001200211727
Vraag nr. 752 van de heer Martial Lahaye van 30 oktober 2002 (N.) aan de minister van Justitie :
Question no 752 de M. Martial Lahaye du 30 octobre 2002 (N.) au ministre de la Justice :
Webstekken. — Privacy.
Sites web. — Vie privée.
Uit het e-privacyonderzoek van het departement Communicatiewetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven blijkt dat slechts 55 % van de Belgische commercie¨le websites die personen-gegevens verzamelen een privacystatement voeren. 45 % van de sites lappen de vigerende wettelijke regeling ter zake aan hun laars. Bovendien blijkt bij controle dat de privacyverklaringen vaak niet conform de privacywet zijn en meestal heel moeilijk te vinden zijn.
L’enquête sur la protection de la vie privée électronique, menée par le département des Sciences de la communication de la KUL, a révélé que 55 % seulement de tous les sites web commerciaux belges qui collectent des données personnelles comportent une déclaration relative à la vie privée. 45 % des sites se moquent éperdument de la réglementation légale en vigueur en la matière. En outre d’après les controˆles, les déclarations sur la vie privée ne correspondent souvent pas à la loi sur la vie privée et elles sont en général très difficiles à trouver.
1. Voert uw departement regelmatig controles uit naar het respecteren van de privacywet op commercie¨le sites ?
1. Votre département controˆle-t-il régulièrement les sites commerciaux en ce qui concerne le respect de la loi sur la vie privée ?
2. Werden ter zake reeds overtredingen gesanctioneerd ?
2. Des infractions ont-elles déjà été sanctionnées ?
3. Wat houden de eigenlijke sancties in ?
3. En quoi les sanctions consistent-elles précisément ?
4. Zijn er plannen om de controles op te voeren en te systematiseren ?
4. Envisagez-vous l’intensification et la systématisation des controˆles ?
Minister van Financie¨n
Ministre des Finances
DO 2002200300135
DO 2002200300135
Vraag nr. 1128 van mevrouw Alexandra Colen van 24 oktober 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 1128 de Mme Alexandra Colen du 24 octobre 2002 (N.) au ministre des Finances :
Belastbaarheid van opties.
Taxation des options.
Na de zogenaamde « bubble » van de « nieuwe economie » is gebleken dat op grote schaal fraude in de boekhouding van grote internationale, maar ook Belgische, vennootschappen was gepleegd.
Au lendemain de l’éclatement de la « bulle » de la « nouvelle économie », des fraudes à grande échelle ont été mises au jour dans la comptabilité de grandes entreprises internationales mais aussi de sociétés belges.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18729
Toen het met deze vennootschappen nog goed ging, werden werknemers aangetrokken met extra-boni in de vorm van opties op aandelen van de vennootschappen waarvoor ze werkten en die ze beneden de toenmalige marktprijs konden « kopen » of als bonus ontvangen. Uw bestuur heeft deze opties steeds als belastbaar beschouwd. Thans is het zo dat een aantal soms zeer aanzienlijke vennootschappen (Enron, Worldcom, in eigen land Lernout & Hauspie, enzovoort) failliet zijn gegaan. Men kan stellen dat betrokkenen een risico namen waar ze nu de prijs voor moeten betalen. Dit zou het geval zijn indien er geen bedrog mee was gemoeid geweest. Hierdoor heeft een aantal vennootschappen met terugwerkende kracht de jaarrekeningen en balansen moeten herzien zodat de opties reeds bij uitgifte nagenoeg waardeloos waren. Het ging hier dus niet om risicokapitaal maar om fraude die onder meer in de VS terecht streng wordt aangepakt. 1. Als achteraf blijkt dat de opties reeds van bij de uitgifte nagenoeg waardeloos waren, kan de bedrogen werknemer de teveel betaalde belastingen dan recupereren ? In feite werd immers een waarde belast die er nooit was, hetgeen iets totaal anders is dan het belasten van een waarde die er vroeger was maar thans niet meer, zoals met risicokapitaal het geval zou zijn geweest. 2. Wie door zijn werkgever frauduleus werd bedrogen met waardeloze opties, moet die op de vroegere putatieve waarde inkomstenbelastingen betalen ?
Au moment ou` elles avaient encore le vent en poupe, ces sociétés ont proposé à leurs travailleurs des primes supplémentaires sous la forme d’options sur des actions de l’entreprise employeuse et qu’ils pouvaient recevoir en prime ou acquérir pour un prix inférieur au cours du marché. Votre administration a toujours considéré que ces options étaient imposables. Toujours est-il qu’un certain nombre d’entreprises de taille très importante (Enron, Worldcom et, dans notre pays, Lernout & Hauspie, etc.) ont fait faillite. On pourrait alléguer que les intéressés ont pris des risques, dont ils payent aujourd’hui le prix. Il en serait effectivement ainsi si aucune fraude n’avait été commise. Certaines entreprises ont ainsi duˆ revoir leurs comptes et bilans annuels avec effet rétroactif, de sorte que les options, dès leur émission, avaient une valeur quasiment nulle. Il ne s’agissait donc pas, en l’espèce, de capital à risque mais de fraude, celle-ci étant à juste titre sévèrement réprimée, notamment aux E´tats-Unis. 1. S’il apparaıˆt rétrospectivement que la valeur des options était déjà quasiment nulle lors de leur émission, le travailleur lésé peut-il récupérer le surplus d’impoˆts payés ? En effet, la valeur imposée n’a en réalité jamais existé, ce qui est totalement différent de l’imposition d’une valeur qui a existé mais qui n’existe plus, comme cela serait le cas pour du capital à risque. 2. Un travailleur lésé par une fraude de son employeur avec des options sans valeur doit-il être imposé en fonction de l’ancienne valeur présumée ?
DO 2002200300149
DO 2002200300149
Vraag nr. 1129 van de heer Olivier Maingain van 28 oktober 2002 (Fr.) aan de minister van Financie¨n : Administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen. — Directies van de Registratie van Brussel. — Verdeling naar taalrol van het personeel. Wat was, op 1 januari 2002, de verdeling naar taalrol van het statutair en contractueel personeel bij voornoemde directies, uitgesplitst per dienst en per niveau ?
Question no 1129 de M. Olivier Maingain du 28 octobre 2002 (Fr.) au ministre des Finances :
DO 2002200300173
DO 2002200300173
Vraag nr. 1131 van mevrouw Trees Pieters van 30 oktober 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n : Lidmaatschap van serviceclubs. — Kosten van reclame, sponsoring en publiciteit. — Fiscale aftrekbaarheid. In haar arrest van 18 januari 2002 heeft het hof van beroep te Bergen geoordeeld dat de lidgelden betaald
Question no 1131 de Mme Trees Pieters du 30 octobre 2002 (N.) au ministre des Finances :
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
Administration du Cadastre, de l’Enregistrement et des Domaines. — Directions de l’Enregistrement de Bruxelles. — Répartition linguistique du personnel. Quelle était la répartition linguistique du personnel statutaire et contractuel, au 1er janvier 2002, au sein de ces directions dont question et ce, service par service, niveau par niveau ?
Adhésion à un club de service. — Frais de publicité et de parrainage. — Déductibilité fiscale. Dans son arrêt du 18 janvier 2002, la cour d’appel de Mons a estimé que les cotisations payées aux clubs
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18730
aan serviceclubs wel degelijk gedeeltelijk aftrekbaar zijn als beroepskosten.
de service étaient partiellement déductibles au titre de frais professionnels.
Net zoals andere bijdragen en sommen gestort aan diverse beroepsverenigingen en/of aan kamers of tuchtordes bij vrije beroepen kunnen dergelijke lidgelden immers geheel of gedeeltelijk worden aangemerkt als aftrekbare beroepsuitgaven in de zin van artikel 49 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Tout comme d’autres cotisations et contributions financières versées à diverses organisations professionnelles et/ou à des chambres ou à des ordres disciplinaires dans le cas de professions libérales, de telles cotisations peuvent en effet entrer en ligne de compte, entièrement ou partiellement, pour une déduction d’impoˆts au titre de frais professionnels au sens de l’article 49 du Code des impoˆts sur les revenus 1992.
Het kan inderdaad niet worden ontkend dat naar aanleiding van de aanwezigheid op vergaderingen, bijeenkomsten en evenementen georganiseerd door dergelijke verenigingen en clubs telkens tal van ernstige commercie¨le contacten kunnen worden gelegd met potentie¨le vooraanstaande klanten en leveranciers.
En effet, il ne fait aucun doute que la présence à des réunions, à des assemblées et à des événements organisés par ces organisations ou par ces clubs sont autant d’occasions d’établir une multitude de contacts commerciaux avec des clients et des fournisseurs notables potentiels.
Nochtans wordt in het nr. 53/41 van het huidig administratief commentaar nog steeds voorgehouden dat het lidmaatschap geen beroepsuitgave kan vormen. Velen zijn thans evenwel stellig van oordeel dat deze visie achterhaald is en voortaan niet meer in rechte kan worden verdedigd.
Toutefois, le no 53/41 du commentaire administratif actuel stipule toujours que l’adhésion ne peut être considérée comme une dépense professionnelle. Or, nombreux sont ceux qui considèrent aujourd’hui que cette vision est dépassée et n’est plus défendable sur le plan juridique.
Door hun redeneringen voegen de belastingadministraties immers zelf een voorwaarde toe aan artikel 49 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Zelfs het verwijzen door de administraties naar het statutair hoofddoel van die verenigingen of serviceclubs is uiteraard volkomen irrelevant om die uitgaven fiscaal te gaan verwerpen.
En effet, en raisonnant de la sorte, les administrations fiscales imposent une condition supplémentaire à l’article 49 du Code des impoˆts sur les revenus 1992. Même l’objectif principal des statuts de ces organisations ou clubs de service, auquel se réfèrent les administrations, ne peut évidemment pas être invoqué pour refuser la déductibilité fiscale de ces dépenses.
Overeenkomstig dit laatste artikel is het noodzakelijk maar tevens « voldoende » dat er een causaal verband bestaat tussen de beroepsinkomsten en de beroepsuitgaven. In onderhavig geval is het oorzakelijk verband onbetwistbaar sterk aanwezig. Bovendien maken de aan serviceclubs betaalde sommen, bijdragen of lidgelden tezelfdertijd ook een belangrijke vorm uit van sponsoring, reclame of van publiciteit.
En vertu de ce dernier article, un lien de causalité entre les revenus professionnels et les dépenses professionnelles est nécessaire et « suffisant ». En l’occurrence, force est de constater que le lien de causalité est très présent. Les contributions financières et les cotisations versées aux clubs de service constituent de surcroıˆt une forme non négligeable de parrainage ou de publicité.
Kan u uw geactualiseerde en klantvriendelijke ziensen handelwijze meedelen in het licht van eerstgenoemde rechtspraak en van de aanbevelingen tot soepelheid en doorzicht zoals in herinnering gebracht bij circulaire nr. Directie II/I, Ci.RH.81/548.628 van 29 juli 2002 (AOIF nr. 21/2002 — zie : Fisconet) ?
Pouvez-vous faire part de vos conceptions et méthodes de travail actualisées et prenant en compte les intérêts du contribuable, à la lumière de la jurisprudence précitée et des recommandations en matière de souplesse et de transparence, telles que les rappelle la circulaire no Direction II/I, Ci.RH.81/548.628 du 29 juillet 2002 (AFER no 21/2002 — voir : Fisconet) ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18731
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand
Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes
Telecommunicatie
Télécommunications
DO 2002200300133
DO 2002200300133
Vraag nr. 355 van de heer Yves Leterme van 24 oktober 2002 (N.) aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand :
Question no 355 de M. Yves Leterme du 24 octobre 2002 (N.) au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes :
De Post. — Naleving van de taalwetgeving.
La Poste. — Respect de la législation linguistique.
Op 26 maart 2002 stelde ik u een vraag over het respect voor de taalwetgeving door De Post (vraag nr. 289, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2001-2002, nr. 121, blz. 15191). Concreet stelde ik deze vraag naar aanleiding van een langdurige afwezigheid wegens ziekte van een Nederlandstalig personeelslid van de Sociale Dienst, die niet vervangen werd, doch wiens werk tijdelijk overgenomen werd door drie andere collega’s, van wie twee Franstaligen.
Le 26 mars 2002, je vous avais posé une question concernant le respect de la législation linguistique à La Poste (question no 289, Questions et réponses, Chambre, 2001-2002, no 121, p. 15191). J’avais formulé cette question en réaction à un cas concret : un membre du personnel néerlandophone du Service social était en effet absent pour une longue durée pour cause de maladie, et n’avait pas été remplacé; son travail avait toutefois été repris par trois de ses collègues, dont deux étaient francophones.
In het antwoord is er sprake van budgettaire beperkingen, die niet toelaten externe vervangers aan te stellen. Tevens wordt er verwezen naar een tekort aan tweetalig personeel. Er rijzen echter volgende bijkomende vragen.
Votre réponse fait état de limites budgétaires, qui ne permettent pas d’engager des remplaçants externes. Vous avez également mentionné le manque de personnel bilingue. Les questions complémentaires suivantes se posent toutefois.
1. Op grond van welke beslissing werd er bepaald dat er geen externe vervangers meer aangesteld mogen worden ?
1. Quelle décision a-t-elle motivé le refus d’autoriser le recrutement de remplaçants externes ?
2. Mag er ook niet in een tijdelijke vervanging voorzien worden, indien het niet-vervangen zou impliceren dat de taalwet hiermee overtreden wordt ?
2. N’est-il pas possible de procéder à un remplacement temporaire lorsque le non-remplacement d’un travailleur absent entraıˆne une infraction à la législation linguistique ?
3. Hoe kan er een tekort aan tweetaligen zijn, indien er geen tweetaligheidsvereiste bestaat voor het personeel op directieniveau ?
3. Comment peut-il être question d’une pénurie de personnel bilingue, alors qu’il n’existe aucune exigence de bilinguisme pour le personnel au niveau de la direction ?
4. Naar aanleiding van welke overtreding van de taalwet is de regeringscommissaris tussengekomen, zoals gesuggereerd in het antwoord op mijn vraag ?
4. Quelle infraction à la législation linguistique a-telle donné lieu à l’intervention du commissaire du gouvernement, qu’évoque la réponse à ma question ?
5. Is het gebruik van uitgebreide Engelse terminologie en verengelsing van de functienamen in overeenstemming met de taalwet ?
5. La législation linguistique permet-elle l’emploi généralisé de la terminologie anglaise et l’anglicisation des noms de fonctions ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18732
DO 2002200300139
DO 2002200300139
Vraag nr. 356 van de heer Olivier Maingain van 25 oktober 2002 (Fr.) aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand :
Question no 356 de M. Olivier Maingain du 25 octobre 2002 (Fr.) au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes :
De Post. — Brusselse verkooppunten. — Opsplitsing naar taalrol van het personeel.
La Poste. — Points de vente bruxellois. — Répartition linguistique du personnel.
Op mijn schriftelijke vraag nr. 129 van 18 september 2000 over bovenstaande problematiek hebt u geantwoord dat het opzoeken en opnieuw samenstellen van de gedetailleerde toestand op 1 januari 2000 een tijdrovend rekenwerk vormde dat in de gegeven context geen waarde meer had, gezien de herstructurering van De Post met het oog op de liberalisering van de markt (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 51, p. 5992).
En réponse à ma question écrite no 129 du 18 septembre 2000 relative à la problématique, dont question sous objet, vous m’aviez répondu que la recherche et la recomposition des données détaillées au 1er janvier 2000 constituait un travail chiffré qui exigeait beaucoup de temps et qui dans le contexte actuel avait peu de valeur, eu égard à la restructuration de La Poste dans la perspective de la libéralisation du marché (Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 51, p. 5992).
Omdat we ondertussen een paar jaar verder zijn, kan dit antwoord wellicht worden aangepast en gepreciseerd.
Une telle réponse doit cependant pouvoir être réactualisée et précisée eu égard au délai écoulé depuis lors.
Dus, graag de opsplitsing naar taalrol van het statutair en contractueel personeel op 1 januari 2002 bij de verkooppunten van De Post in de negentien gemeenten van de Brusselse agglomeratie, per verkooppunt en per gemeente.
En conséquence, pourriez-vous communiquer la répartition linguistique du personnel statutaire et contractuel, au 1er janvier 2002, au sein des points de vente de La Poste situés dans les dix-neuf communes de l’agglomération bruxelloise, et ce point de vente par point de vente, commune par commune ?
DO 2002200300153
DO 2002200300153
Vraag nr. 357 van de heer Roel Deseyn van 28 oktober 2002 (N.) aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand :
Question no 357 de M. Roel Deseyn du 28 octobre 2002 (N.) au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes :
De Post. — Verspreiding van door politieke partijen uitgegeven informatieblaadjes.
La Poste. — Distribution de brochures d’information éditées par des partis politiques.
Bij de verspreiding van door politieke partijen uitgegeven informatieblaadjes wordt een zekere willekeur vastgesteld. In sommige steden en gemeenten beschouwt de postmeester deze als informatief drukwerk, in andere als reclamedrukwerk. Op die plaatsen waar de uitgaven als reclamedrukwerk beschouwd worden, vallen deze niet in iedere bus. Immers, niet iedereen wenst reclamedrukwerk in de bus. Men kan dit dan kenbaar maken door op de brievenbus een sticker te kleven.
Une certaine part d’arbitraire a été constatée dans la distribution de brochures d’information éditées par des partis politiques. Dans certaines villes et communes, le percepteur considère ces brochures comme des imprimés à caractère informatif et dans d’autres, le percepteur les considère comme des imprimés publicitaires. Dans les zones ou` elles sont considérées comme des publicités, les brochures ne sont pas distribuées dans toutes les boıˆtes. En effet, certaines personnes expriment le souhait de ne pas recevoir de publicités. Pour ce faire, il suffit d’apposer un autocollant sur la boıˆte aux lettres.
Deze situatie is heel vervelend voor de uitgevers van dergelijke publicaties, daar zij niet vooraf kunnen inschatten hoe de postmeester hun publicatie zal inschat-
Cette situation est particulièrement faˆcheuse pour les éditeurs de telles publications dans la mesure ou` ils n’ont aucun moyen de savoir comment le percepteur
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18733
ten. Een min of meer correcte inschatting van de oplage en de daarmee gepaard gaande kosten wordt heel moeilijk daardoor. Bovendien wordt de vrijheid van meningsuiting hierdoor ook gedeeltelijk beperkt. Immers de partijen die de burger trachten te informeren, worden hiertoe belemmerd door de willekeur van de beslissingen van de postmeester.
considérera leur publication. Dans ces conditions, il est très difficile de procéder à une évaluation du tirage à réaliser et dès lors des couˆts qui y sont liés. En outre, on limite ainsi en partie la liberté d’expression. En effet, les partis qui tentent d’informer le citoyen sont entravés dans leur démarche en raison de décisions à caractère arbitraire prises par le percepteur.
1. Overweegt u een initiatief te nemen om tot een eenvormige interpretatie door de postmeesters van dergelijke uitgaven te komen ?
1. Envisagez-vous de prendre une initiative pour que les percepteurs traitent de façon uniforme ce type de publications ?
2. Door ze als informatieve publicatie te beschouwen, kan er een verspreiding in alle bussen gegarandeerd worden, mits natuurlijk de betaling door de uitgever van de verschuldigde tarieven aan De Post. Wat is uw mening hieromtrent ?
2. La classification de ces brochures parmi les publications à caractère informatif garantirait leur distribution dans toutes les boıˆtes, à condition évidemment que l’éditeur se soit acquitté des montants dus à La Poste. Quel est votre point de vue à ce propos ?
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes
Economie
E´conomie
DO 2002200300154
DO 2002200300154
Vraag nr. 332 van de heer Olivier Maingain van 28 oktober 2002 (Fr.) aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid :
Question no 332 de M. Olivier Maingain du 28 octobre 2002 (Fr.) au ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes :
Administratie van de Economische Inspectie. — Algemene Directie en Directie van het Brussels Gewest. — Taalonevenwicht.
Administration de l’Inspection économique. — Direction générale et Direction de la Région bruxelloise. — Déséquilibre linguistique.
Naar verluidt zou er bij voornoemde administratie, en meer bepaald bij de twee bovenvermelde directies, duidelijk sprake zijn van taalonevenwichten ten nadele van de Franstalige ambtenaren.
Il me revient que des déséquilibres linguistiques au détriment des agents francophones seraient patents au sein de cette administration dont question sous objet, et plus particulièrement au niveau des deux directions précitées.
Kan u bijgevolg de verdeling naar taalrol van het statutair en contractueel personeel bij de twee voornoemde directies van die administratie meedelen, uitgesplitst per dienst en per niveau ?
En conséquence, pourriez-vous communiquer la répartition linguistique du personnel statutaire et contractuel au sein des deux directions précitées de cette administration, et ce service par service, et niveau par niveau ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18734
DO 2002200300167
DO 2002200300167
Vraag nr. 333 van de heer Martial Lahaye van 29 oktober 2002 (N.) aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid :
Question no 333 de M. Martial Lahaye du 29 octobre 2002 (N.) au ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes :
Economische Inspectie. — Opvoering controles tegen bedrieglijke financie¨le publiciteit.
Inspection économique. — Renforcement des controˆles en matière de publicités financières mensongères.
Sinds begin 2002 voerde de Economische Inspectie de controles tegen bedrieglijke financie¨le publiciteit op.
Depuis le début de 2002, l’Inspection économique a renforcé les controˆles en matière de publicités financières mensongères.
1. Hoeveel controles werden dit jaar uitgevoerd ?
1. Combien de controˆles ont été réalisés cette année ?
2. Wat is de precieze toedracht voor het opvoeren van dergelijke controles ?
2. Quelle est la raison précise de ce renforcement des controˆles ?
3. Hoeveel inbreuken werden vastgesteld en wat is de aard van de diverse inbreuken ?
3. Combien d’infractions ont été constatées et quelle est la nature de celles-ci ?
4. Hoe werden de vastgestelde inbreuken gesanctioneerd ?
4. Comment les infractions constatées ont-elles été sanctionnées ?
5. Bestaan terzake wettelijke bepalingen en moeten die aan de hand van hetgeen de Economische Inspectie vaststelde bijgestuurd worden ?
5. Existe-t-il des dispositions légales en la matière et doivent-elles être adaptées en fonction des constatations faites par l’Inspection économique ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18735
III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi
DO 2002200300178
DO 2002200300178
Vraag nr. 396 van mevrouw Trees Pieters van 5 november 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid :
Question no 396 de Mme Trees Pieters du 5 novembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Emploi :
Fiscaal en sociaal regime van opleidingscheques. — Boekhoudkundige verwerking.
Régime fiscal et social des chèques formation. — Traitement comptable.
Op 14 december 2001 heeft de Vlaamse Regering het besluit betreffende de opleidingscheques goedgekeurd.
Le 14 décembre 2001, le gouvernement flamand a approuvé l’arrêté relatif aux chèques formation.
De uitvoeringsmodaliteiten werden blijkbaar geregeld in het ministerieel besluit van 21 december 2001.
L’arrêté ministériel du 21 décembre 2001 en fixerait les modalités d’exécution.
Een opleidingscheque heeft een waarde van 30 euro, waarvan 50 % door de onderneming wordt betaald en 50 % door de Vlaamse overheid. Met deze cheque kan de onderneming een opleiding, gevolgd door een werkende uit de onderneming, bij een erkend opleidingsverstrekker betalen.
Un chèque formation a une valeur de 30 euros, dont 50 % sont payés par l’entreprise et 50 % par l’autorité flamande. Graˆce à ce chèque, l’entreprise peut offrir à l’un de ses travailleurs, une formation dispensée par un opérateur de formations agréé.
Per kalenderjaar kan een onderneming maximaal 200 opleidingscheques aankopen.
Par année civile, une entreprise peut acheter 200 chèques formation au maximum.
Na tijdige betaling door de onderneming van haar aandeel, namelijk de helft van de zichtwaarde van de bestelde cheques, worden de cheques door de emittent aangemaakt en verstuurd naar de onderneming.
Une fois que l’entreprise a acquitté sa part, à savoir la moitié de la valeur des chèques commandés, les chèques sont confectionnés par l’émetteur et envoyés à l’entreprise.
Vervolgens moet een werknemer uit die onderneming een opleiding volgen bij een erkend opleidingsverstrekker. Deze opleidingsverstrekker levert een vormingsattest af en factureert de verleende diensten aan de onderneming die op haar beurt, geheel of gedeeltelijk, de factuur (exclusief BTW) met opleidingscheques kan betalen.
Un travailleur de cette entreprise doit ensuite suivre une formation auprès d’un opérateur de formations agréé. Celui-ci délivre un certificat de formation et facture à l’entreprise les services fournis; celle-ci peut, à son tour régler, en tout ou en partie, la facture (hors TVA) au moyen de chèques formation.
Uiteindelijk worden de opleidingscheques samen met een kopie van de factuur en de nodige statistische informatie (evaluatieformulier), door de opleidings-
Enfin, les chèques formation sont présentés pour encaissement à l’émetteur, en même temps qu’une copie de la facture et que les informations statistiques
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2397
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18736
verstrekker ter incasso aangeboden aan de emittent. Na controle van de geldigheid van de cheques betaalt de emittent de cheques uit aan de opleidingsverstrekker.
requises (formulaire d’évaluation). Après controˆle de la validité des chèques, l’émetteur règle l’opérateur de formations.
Het lijdt geen twijfel dat dergelijke opleidingsacties zowel de ondernemingen als de werknemers sociaal ten goede komen en een blijvende tewerkstelling stimuleren.
Il ne fait aucun doute que de telles actions de formations profitent aussi bien aux entreprises qu’aux travailleurs et qu’elles constituent un stimulant à l’emploi.
In de huidige stand van zaken rijzen dienaangaande echter wel de volgende algemene praktische fiscale en sociale vragen.
Dans l’état actuel des choses, se posent toutefois les questions pratiques générales suivantes en matière fiscale et sociale.
1. a) Welke fiscale en parafiscale taxatie- en vrijstellingsregimes dienen deze opleidingscheques respectievelijk te ondergaan zowel in hoofde van de betrokken werknemers en bedrijfsleiders als in hoofde van de verlenende vennootschappenwerkgeefsters of ondernemingen ?
1. ` quels régimes de taxation fiscale et parafiscale et a) A à quel régime d’exonération ces chèques formation sont-ils assujettis, tant pour les travailleurs et les chefs d’entreprise concernés que pour les sociétés ou entreprises qui distribuent les chèques formation ?
b) Gaat het hier geheel of gedeeltelijk om vrijgestelde sociale voordelen ? Zo neen, waarom telkens niet ?
b) S’agit-il ici, en tout ou en partie, d’avantages sociaux exonérés ? Si non, et dans chaque cas, pourquoi pas ?
c) Welke andere fiscale en sociale verplichtingen dienen er terzake door de werkgevers (nog) periodiek te worden nageleefd ?
` quelles autres obligations fiscales et sociales les c) A employeurs sont-ils (encore) tenus de satisfaire périodiquement ?
2. Op grond van welke fiscale en sociale wettelijke en reglementaire bepalingen en in welke mate kunnen er op die voordelen belastingvrijstellingen (directe belastingen en BTW) en RSZ-vrijstellingen worden verleend ?
2. Sur la base de quelles dispositions fiscales et sociales légales et réglementaires et dans quelle mesure ces avantages peuvent-ils faire l’objet d’exonérations d’impoˆts (impoˆts directs et TVA) et d’exonérations à l’ONSS ?
3. Onder al welke rubrieken en/of (tussentijdse) rekeningen van de balans en resultatenrekening of de jaarrekening dienen de bestelde en de aangekochte cheques, de genoten subsidies en de ontvangen facturen van de opleidingsverstrekkers telkens te worden geboekt, gecatalogeerd, verwerkt en/of toegelicht ?
3. Sous quel(le)s rubriques et/ou comptes (partiels) du bilan et du compte de résultats ou du compte annuel les entreprises doivent-elles enregistrer, cataloguer, traiter et/ou commenter les chèques commandés et achetés, les subsides perçus et les factures reçues des opérateurs de formations ?
4. Welke belastingregimes moeten de ontvangen of toegekende subsidies en voordelen inzake personenbelasting en inzake vennootschapsbelasting ondergaan en op welk tijdstip of ogenblik ontstaat hierbij telkens hun eventuele belastbaarheid ?
` quels régimes fiscaux doivent être soumis les 4. A subsides et avantages perçus ou octroyés en matière d’impoˆts des personnes et des sociétés et à quel moment une imposition éventuelle apparaıˆt-elle ?
5. a) Zijn dergelijke onderwijs- en opleidingsacties geheel of gedeeltelijk vrijgesteld van BTW ? Zo neen, waarom niet en welke BTW-percentages moeten er dan eventueel wel worden gehanteerd door de erkende opleidingscentra ?
5. a) De telles actions d’éducation et de formation sontelles totalement ou partiellement exonérées de TVA ? Dans la négative, pourquoi pas et quels taux de TVA les centres de formation agréés doivent-ils éventuellement appliquer ?
b) Vormt inzake indirecte belastingen de gebeurlijk betaalde BTW een aftrekbaar bestanddeel bij de betalende onderneming ?
b) L’entreprise peut-elle déduire de sa déclaration d’impoˆts la TVA qu’elle aurait éventuellement payée ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18737
6. a) Kunnen alle werknemers en bedrijfsleiders dergelijke opleidingsacties volgen en inzonderheid genieten van alle daaraan verbonden fiscale en/of parafiscale voordelen ?
6. a) Tous les travailleurs et chefs d’entreprise peuventils suivre de telles actions et formations et bénéficier, en particulier, de tous les avantages fiscaux et/ou parafiscaux qui y sont liés ?
b) Zo neen, waarom niet en op grond van welke wettelijke of reglementaire bepalingen zijn sommige werknemers of bedrijfsleiders hiervan geheel of gedeeltelijk uitgesloten ?
b) Dans la négative, pourquoi et sur la base de quelles dispositions légales ou réglementaires certains travailleurs ou chefs d’entreprise en sont-ils totalement ou partiellement exclus ?
7. Kunt u uw algemene ziens- en handelwijze meedelen in het licht van alle bestaande wettelijke en reglementaire bepalingen zowel inzake directe belastingen, inzake BTW, als inzake RSZ en/of andere wetgevingen en collectieve arbeidsovereenkomsten ?
7. Pouvez-vous me faire connaıˆtre votre point de vue, compte tenu de toutes les dispositions légales et réglementaires existantes, tant en matière d’impoˆts directs, de TVA, d’ONSS et/ou d’autres législations et conventions collectives de travail ?
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid van 3 december 2002, op de vraag nr. 396 van mevrouw Trees Pieters van 5 november 2002 (N.) :
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Emploi du 3 décembre 2002, à la question no 396 de Mme Trees Pieters du 5 novembre 2002 (N.) :
Gelieve hierna het antwoord op de gestelde vraag te vinden.
Vous trouverez, ci-dessous, la réponse à la question posée.
De materie inzake opleidingscheques behoort niet tot mijn bevoegdheid maar tot de bevoegdheid van de gemeenschappen.
La matière concernant les chèques-formation ne relève pas de ma compétence mais de la compétence des communautés.
Wat het zevende onderdeel van uw vraag betreft kan ik u meedelen dat er, tot op heden, geen bepalingen inzake opleidingscheques voorkomen in collectieve arbeidsovereenkomsten.
En ce qui concerne la septième partie de votre question, je peux vous communiquer qu’il n’y a, jusqu’à présent, pas de dispositions concernant les chèquesformation dans des conventions collectives de travail.
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale
Maatschappelijke Integratie
Intégration sociale
DO 2002200300013
DO 2002200300013
Vraag nr. 148 van de heer Guy D’haeseleer van 8 oktober 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie :
Question no 148 de M. Guy D’haeseleer du 8 octobre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale :
Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers.
Initiatives locales d’accueil pour les demandeurs d’asile.
1. Kan u meedelen welke steden en gemeenten een lokaal opvanginitiatief voor asielzoekers hebben opgezet ?
1. Pouvez-vous nous transmettre les noms des villes et communes qui ont mis sur pied une initiative locale d’accueil pour les demandeurs d’asile ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18738
2. Kan u het aantal plaatsen per gemeente meedelen alsmede de bezettingsgraad ?
2. Pouvez-vous nous communiquer le nombre de centres d’accueil par commune ainsi que le taux d’occupation de ces centres ?
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie van 4 december 2002, op de vraag nr. 148 van de heer Guy D’haeseleer van 8 oktober 2002 (N.) :
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale du 4 décembre 2002, à la question no 148 de M. Guy D’haeseleer du 8 octobre 2002 (N.) :
In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
Op 22 oktober 2002, hebben 312 OCMW’s en de Belgische Staat een conventie ondertekend om een Lokaal Opvanginitiatief te cree¨ren.
Le 22 octobre 2002, 312 CPAS ont passé une convention avec l’E´tat belge créant une Initiative locale d’accueil.
Het LOI netwerk telt 6 177 opvangplaatsen :
Le réseau ILA compte 6 177 places d’accueil, soit :
Vlaanderen : 4 231
Flandre : 4 231
Wallonie¨ : 1 849
Wallonie : 1 849
Brussel : 59
Bruxelles : 59
Wat betreft de bezettingsgraad beschikken we over statistieken op regionaal niveau :
En ce qui concerne le taux d’occupation, nous disposons de statistiques au niveau régional soit :
Wallonie¨ : 83,34 %
Wallonie : 83,34 %
Vlaanderen : 89,13 %
Flandre : 89,13 %
Brussel : 98 %
Bruxelles : 98 %
Totaal : 87,6 %
Total : 87,6 %
Gelieve in bijlage de gegevens te vinden van de gemeenten waar een OCMW op hun grondgebied een LOI heeft gecree¨erd met de vermelding van de geconventioneerde opvangplaatsen. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
Vous trouverez ci-joint les données relatives aux communes dont le CPAS a créé une ILA sur leur territoire avec mention du nombre de places d’accueil conventionnées. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).
DO 2002200300054
DO 2002200300054
Vraag nr. 149 van de heer Koen Bultinck van 14 oktober 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie :
Question no 149 de M. Koen Bultinck du 14 octobre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale :
Verdwijningen van asielzoekers uit open asielcentra.
Disparitions de demandeurs d’asile des centres ouverts.
In Het Nieuwsblad van 8 oktober 2002 doet de directrice van het open asielcentrum « De Passage » — het vroegere « Zon en Zee » — te Westende merkwaardige uitspraken over verdwijningen uit haar centrum. Hieruit zou blijken dat gemiddeld één asielzoeker om de twee dagen spoorloos in de anonimiteit verdwijnt.
Dans le journal « Het Nieuwsblad » du 8 octobre 2002, la directrice du centre d’accueil ouvert pour demandeurs d’asile « De Passage » — l’ancien « Zon en Zee » — à Westende se livre à des déclarations surprenantes sur des disparitions de personnes de son centre. Il en ressortirait que, tous les deux jours en moyenne un demandeur d’asile disparaıˆt dans la nature.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18739
In de open centra worden blijkbaar geen statistieken bijgehouden rond die verdwijningen, maar wordt wel de politie verwittigd.
Les centres ouverts ne tiennent manifestement pas de statistiques de ces disparitions mais en informent les services de police.
1. Kan u bevestigen of al dan niet statistische gegevens worden bijgehouden over verdwijningen uit open asielcentra ?
1. Pouvez-vous nous dire si des statistiques des disparitions de demandeurs d’asile de centres ouverts sont dressées ?
2. Via de melding van verdwijningen bij de lokale politie is het mogelijk zicht te krijgen op het aantal verdwijningen uit open asielcentra. Graag kregen we dan ook per open centrum correcte gegevens wat betreft de verdwijningen voor de voorbije jaren.
2. La communication à la police locale des disparitions permet de se faire une idée du nombre de disparitions des centres ouverts. Nous aimerions donc obtenir, pour chaque centre ouvert, des données exactes relatives aux disparitions au cours des dernières années.
3. Welke maatregelen heeft u reeds genomen om ervoor te zorgen dat de open centra over betere statistische gegevens over de verdwijningen zouden beschikken ?
3. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour veiller à ce que les centres ouverts disposent de données statistiques de meilleure qualité sur les disparitions ?
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie van 4 december 2002, op de vraag nr. 149 van de heer Koen Bultinck van 14 oktober 2002 (N.) :
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale du 4 décembre 2002, à la question no 149 de M. Koen Bultinck du 14 octobre 2002 (N.) :
In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
Iedere persoon die in Belgie¨ een asielaanvraag indient zal worden verwezen naar een open opvangcentrum, hetwelk bevoegd is voor het toekennen van maatschappelijke hulp. Deze toewijzing is geen verblijfstoewijzing.
Chaque personne introduisant une demande d’asile en Belgique se voit désigner un centre d’accueil ouvert, lequel est compétent pour l’octroi de l’aide sociale. Cette désignation n’est pas une assignation à résidence.
Het is mogelijk dat de asielaanvrager op dat ogenblik of gedurende het gehele verloop van zijn asielprocedure van deze mogelijkheid geen gebruik maakt.
Il peut arriver qu’un demandeur d’asile n’use pas de cette possibilité momentanément ou tout au long de l’examen de sa demande d’asile.
De assielzoeker is vrij om het opvangcentrum waar hij verblijft te verlaten. In dit geval, indien zijn afwezigheid langer bedraagt dan drie dagen, zal hij uit het centrum worden uitgeschreven. Indien hij later verklaart sociale hulp nodig te hebben, zal hem een ander opvangcentrum worden uitgeschreven.
Le demandeur d’asile est libre de quitter le centre d’accueil dans lequel il réside. Dans ce cas, si son absence est supérieure à trois jours, il sera désinscrit de ce centre. Si par la suite il déclare avoir besoin d’une aide sociale, un autre centre d’accueil lui sera désigné.
Het Federaal Agentschap voor de opvang van vluchtelingen beschikt over statistieken betreffende de vertrekken uit de centra. Het geheel van deze gegevens laat het Federaal Agentschap voor de opvang van vluchtelingen toe de opvang te organiseren rekening houdend met de flux en specifieke noden van de op te vangen personen.
L’AFA disposes de statistiques générales relatives aux départs des centres d’accueil. L’ensemble de ces données permet à l’AFA d’organiser l’accueil en tenant compte notammnet des flux et des spécificités du public accueilli.
Conform aan de missie van de sociale hulp verzekeren de opvangcentra een opvolging van de verdwijningen van uiterst kwetsbare personen, zoals de nietbegeleide minderjarigen.
Conformément à leur mission d’aide sociale, les centre d’accueil, assurent un suivi pour les disparitions des personnes extrêmement vulnérables, comme les mineurs d’aˆge non accompagnés.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18740
E´conomie sociale
Sociale Economie
DO 2000200111079
DO 2000200111079
Vraag nr. 27 van mevrouw Marie-Thérèse Coenen van 7 januari 2002 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie :
Question no 27 de Mme Marie-Thérèse Coenen du 7 janvier 2002 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale :
Terugbetaling van de zwangerschapsonderbrekingen met toediening van myfegine.
Remboursement des IVG avec myfégine.
In januari 2000 stemde de regering in met de invoering van myfegine, dat in juni 2000 in de handel is gebracht. Om het product te kunnen gebruiken moest het personeel van de centra voor gezinsplanning waar vrijwillige zwangerschapsonderbrekingen worden uitgevoerd, informatievergaderingen bijwonen en een opleiding volgen in Belgie¨ en in het buitenland. De centra voor gezinsplanning die ermee instemden de medicamenteuze behandeling toe te passen stelden samen een behandelingsprotocol op. In samenspraak met de andere centra en de « Groupe d’action des centres extra-hospitaliers pratiquant l’avortement » (Gacepha) worden voor de medicamenteuze zwangerschapsonderbreking en de zwangerschapsonderbreking via aspiratie dezelfde tarieven aangerekend.
En janvier 2000, le gouvernement a accepté l’introduction de la myfégine. Elle a été commercialisée en juin 2000. Son utilisation a nécessité pour les centres de planning familial pratiquant les interruptions volontaires de grossesse, des séances d’information et une formation, en Belgique et à l’étranger. Un protocole d’intervention a été réfléchi entre centres de planning familial, acceptant de mettre en œuvre l’intervention médicamenteuse. En concertation avec les autres centres et le Gacepha, les mêmes tarifs sont demandés pour les IVG qu’elles se fassent par aspiration ou par voie médicamenteuse.
Vier maanden na de invoering van de medicamenteuze zwangerschapsonderbreking moet echter worden vastgesteld dat de gelijkschakeling van de tarieven ongelijkheden voor de patie¨nten met zich brengt. Het RIZIV voorziet momenteel in geen enkele vorm van terugbetaling voor de medicamenteuze zwangerschapsonderbreking, die geheel ten laste van de patie¨nte blijft. Als de vrouw maatschappelijke bijstand of dringende medische bijstand geniet, wordt de zwangerschapsonderbreking door het OCMW bekostigd en is er geen prijsverschil. De kostprijs van de zwangerschapsonderbreking verschilt echter wel naargelang de patie¨nte al dan niet door het ziekenfonds is gedekt en OCMW-steun geniet.
Or après quatre mois d’IVG médicamenteuses, un constat s’impose. Cet alignement des tarifs amène des inégalités pour les patientes. L’INAMI ne prévoit actuellement aucun remboursement pour l’IVG médicamenteuse. Elle reste entièrement à charge de la patiente. Lorsque l’IVG est prise en charge financièrement par le CPAS, ce qui arrive pour les personnes relevant de l’aide sociale ou de l’aide médicale urgente, il n’y a pas de différence. Selon que la patiente est couverte ou non par la mutuelle, selon qu’elle bénéficie d’une aide du CPAS, le couˆt de l’interruption de grossesse sera variable.
Wanneer geen ziekenfonds, OCMW of gelijkaardig orgaan bijspringt, en de patie¨nte de behandeling zelf niet kan financieren — een situatie die gelet op het aantal personen die in de « grijze zone » van de clandestiniteit leven, alsmaar vaker voorkomt — blijven de kosten ten laste van de centra voor gezinsplanning die bereid zijn die personen in nood te helpen.
Dans le cas de non-intervention d’un organisme tel que mutualité ou CPAS, si la patiente n’a pas les moyens financiers pour intervenir, et cette situation devient de plus en plus fréquente vu le nombre de personnes vivant dans « la zone grise » de la clandestinité, les couˆts restent à charge des centres de planning familial qui acceptent de venir en aide à ces personnes en détresse.
Wanneer de centra voor gezinsplanning optreden, zorgen zij altijd voor een gesprek met de patie¨nte, een medisch onderzoek door een arts-gynaecoloog en psychologische begeleiding. De behandeling van een vraag tot zwangerschapsonderbreking vergt tijd, luisterbereidheid en voortgang. De medische handelingen
Les centres de planning familial agissent toujours avec entretien avec la patiente, examen médical par un médecin gynécologue et un accompagnement psychologique. Prendre en charge une demande d’interruption de grossesse demande du temps, de l’écoute et un suivi. Dans les plannings, les actes médicaux ne
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18741
die in centra voor gezinsplanning worden verricht, zijn niet gesubsidieerd. Die kosten zijn echter hoger bij medicamenteuze zwangerschapsonderbreking. Bepaalde centra weigeren zich over minderbedeelde vrouwen te ontfermen en hen door te verwijzen naar centra die de naam hebben « betalingsfaciliteiten » toe te staan. De alarmbel dient te worden geluid. Het gevaar bestaat immers dat de medicamenteuze zwangerschapsonderbreking, die een ware stap vooruit betekent, voorbehouden blijft aan hen die het zich financieel kunnen veroorloven. De vele personen die van elk recht verstoken zijn, vormen een actueel maatschappelijk probleem waarvan de oplossing aan de goede wil van de centra en het verzorgend personeel wordt overgelaten. Het gaat hier om mensen die het recht hebben uit de nood te worden geholpen. Mijns inziens is het helpen van deze « clandestienen » een kwestie van volksgezondheid en van menselijkheid. Het betreft een collectieve verantwoordelijkheid en in dat opzicht moet de overheid haar verantwoordelijkheid op zich nemen. Kan niet worden overwogen steun toe te kennen voor medicamenteuze zwangerschapsonderbrekingen of zwangerschapsonderbrekingen via aspiratie, die in centra voor gezinsplanning of in ziekenhuiscentra worden uitgevoerd, om aldus de verzorging te dekken van « clandestiene » vrouwen die geen enkel recht, sociale dekking of tegemoetkoming genieten ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie van 6 december 2002, op de vraag nr. 27 van mevrouw Marie-Thérèse Coenen van 7 januari 2002 (Fr.) : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geacht lid het volgende mede te delen. Ik wens het geachte lid te verwijzen naar het antwoord van mijn collega Aelvoet dat gegeven werd op vraag nr. 0282 van 2 mei 2001, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 79, blz. 8893.
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
sont pas subventionnés. Or ces couˆts sont plus élevés en cas d’IVG médicamenteuse. On assiste à des refus de certains centres de prendre en charge ces personnes défavorisées et de les renvoyer vers les centres qui ont une réputation d’accepter « des facilités de paiement ». La sonnette d’alarme doit être tirée. Alors que l’IVG médicamenteuse représente un véritable progrès, elle risque de n’être réservée qu’aux personnes qui savent la prendre en charge financièrement. On reporte sur la bonne volonté des centres et des équipes soignantes, une problématique sociale actuelle : de nombreuses personnes vivent sans aucun droit. Ce sont des personnes humaines et elles ont droit à ce qu’on prenne en considération leur détresse. De mon point de vue, il s’agit d’une question de santé publique, il s’agit d’une question d’humanité, que de venir en aide à ces « clandestines ». C’est une responsabilité collective et à ce titre, l’E´tat doit prendre ses responsabilités. N’est-il pas envisageable que les IVG médicamenteuses ou par aspiration, réalisées dans les plannings ou dans un centre hospitalier, bénéficient d’une aide pour couvrir la prise en charge des personnes « clandestines » qui ne bénéficient d’aucun droit, d’aucune couverture sociale ni d’intervention quelconque ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale du 6 décembre 2002, à la question no 27 de Mme Marie-Thérèse Coenen du 7 janvier 2002 (Fr.) : En réponse aux questions posées, j’ai l’honneur de répondre ce qui suit à l’honorable membre. Je souhaite renvoyer l’honorable membre à la réponse de ma collègue Aelvoet, donnée à la question no 0282 du 2 mai 2001, Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 79, p. 8893.
Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports
DO 2001200201510
DO 2001200201510
Vraag nr. 715 van de heer Hugo Philtjens van 22 juli 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer : Toename aantal spookrijders. Het probleem van het spookrijden neemt de jongste jaren angstaanjagende proporties aan. Het aantal
Question no 715 de M. Hugo Philtjens du 22 juillet 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports : Augmentation du nombre de conducteurs fantoˆmes. Ces dernières années, le problème des conducteurs fantoˆmes a pris des proportions pour le moins inquié-
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18742
gemelde spookrijders op de VRT-verkeersredactie steeg vorig jaar van 156 naar 191. De Vlaamse Overheid neemt dan ook nieuwe maatregelen tegen het spookrijden, zij gaf aan alle provincies de dienstorder om maatregelen te nemen die het spookrijden verder moeten beteugelen. Sommige voorstellen moeten meteen uitgevoerd worden, andere worden eerst getest.
1. Wat zijn het aantal spookrijders per gewest ? 2. a) Op dit moment worden er dus in Vlaanderen initiatieven genomen, is dit ook het geval in Wallonie¨ ? b) Zo ja, welke ? 3. Overweegt u in de toekomst nog initiatieven te nemen die voor gans Belgie¨ gelden ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 2 december 2002, op de vraag nr. 715 van de heer Hugo Philtjens van 22 juli 2002 (N.) : De gegevens voor beantwoording van de vragen 1 en 2, zijn opgevraagd aan de federale politie en de gewesten. In afwachting hiervan kan ik het geachte lid meedelen dat de initiatieven waarover hij het heeft, betrekking hebben op de weguitrusting, nader bepaald op aanpassing van de uit- en opritten van de autosnelwegen, die de plaatsen bij uitstek zijn waar spookrijden voorkomt. Deze aanpassingen komen neer, zowel op technisch- materie¨le inrichting of herinrichting, als op bijkomende signalisatie. Dergelijke initiatieven behoren in voorkomend geval te worden genomen door de gewesten die de autosnelwegen op hun grondgebied beheren. Het Belgisch Instituut voor de verkeersveiligheid heeft anderzijds gegevens ter beschikking gesteld wat de ongevallen met spookrijders betreft, voor het jaar 2000; hierna volgt een overzicht :
tantes. Le nombre de conducteurs fantoˆmes signalés l’année passée auprès de la rédaction des infos trafic de la VRT est passé de 156 à 191. Le gouvernement flamand prend dès lors de nouvelles mesures contre les conducteurs fantoˆmes et a donné pour instruction à toutes les provinces de prendre des dispositions pour juguler ce phénomène. Certaines propositions doivent être immédiatement mises en œuvre, d’autres feront d’abord l’objet de tests. 1. Quel est le nombre de conducteurs fantoˆmes par région ? 2. a) Des initiatives sont donc prises à l’heure actuelle en Flandre. Est-ce également le cas en Wallonie ? b) Dans l’affirmative, quelles sont ces mesures ? 3. Envisagez-vous à l’avenir de prendre d’autres initiatives, valables pour toute la Belgique ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 2 décembre 2002, à la question no 715 de M. Hugo Philtjens du 22 juillet 2002 (N.) : Les renseignements pour répondre aux questions 1 et 2 ont été demandés à la police fédérale et aux régions. Dans l’attente de ceux-ci, je peux communiquer à l’honorable membre que des initiatives auxquelles il fait allusion concernent l’aménagement de la voirie, plus spécialement les entrées et sorties d’autoroutes qui sont par excellence les places par où les « conducteurs fantoˆmes » arrivent. Ces adaptations consistent tant en des aménagements techniques ou pré-signalisation que dans la signalisation complémentaire. Semblables initiatives doivent eˆtre prises, le cas échéant, par les régions qui gèrent les autoroutes sur leur territoire. L’Institut belge pour la sécurité routière dispose, d’autre part, de données qui concernent les accidents avec « conducteurs fantoˆmes » pour l’année 2000; vous trouverez, ci-après, un aperçu :
Brussels Hoofdstedelijk Vlaams gewest gewest — — Région flamande Région de Bruxelles-Capitale Aantal letselongevallen in 2000. — Nombre d’accidents avec lésions en 2000 ....................... Aantal doden in deze ongevallen in 2000. — Nombre d’accidents avec morts en 2000 ......................... Aantal ernstig gewonden in 2000. — Nombre d’accidents avec blessés graves en 2000 .............
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
Waals gewest — Région wallonne
Totaal — Total
6
5
11
2
0
2
7
2
9
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18743
Brussels Hoofdstedelijk Vlaams gewest gewest — — Région flamande Région de Bruxelles-Capitale Aantal licht gewonden in 2000. — Nombre d’accidents avec blessés légers en 2000 .............. Totaal aantal slachtoffers in deze ongevallen in 2000. — Nombre total des victimes dans ces accidents en 2000 ....
Waals gewest — Région wallonne
Totaal — Total
7
6
13
16
8
24
Ik deel het geachte lid mee dat spookrijden op mijn niveau zal worden behandeld overeenkomstig de ernst van deze overtreding in het kader van de nieuwe classificatie van de overtredingen.
` mon niveau, j’informe l’honorable membre que le A fait de rouler à contre-sens sur l’autoroute fera l’objet d’un traitement en rapport avec la gravité de cette infraction dans le cadre de la nouvelle catégorisation des infractions.
DO 2001200211724
DO 2001200211724
Vraag nr. 752 van de heer Willy Cortois van 16 september 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :
Question no 752 de M. Willy Cortois du 16 septembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :
Viaduct Vilvoorde. — Controle snelheid en lading. Na de grondige opknapbeurt van het viaduct op de ring 0 te Vilvoorde, werden automobilisten door een reeks borden opmerkzaam gemaakt op de nieuwe snelheidsbeperkingen, zijnde 90 km/uur voor de auto’s en 70 km/uur voor de vrachtvoertuigen. Ook zetten andere waarschuwingsborden weggebruikers ertoe aan deze snelheden in acht te nemen omdat radarcontrole wordt uitgeoefend.
Viaduc de Vilvorde. — Controˆle de la vitesse et du chargement. ` la suite de la réfection en profondeur du viaduc du A ring 0 à Vilvorde, les automobilistes ont été informés, par le biais d’une série de panneaux, des nouvelles limitations de vitesse, à savoir 90 km/h pour les automobiles et 70 km/h pour les poids lourds. D’autres panneaux invitent également les usagers à respecter ces vitesses en les prévenant que des controˆles radars sont effectués.
1. a) Wordt er werkelijk radarcontrole gehouden op het viaduct van Vilvoorde ?
1. a) Procède-t-on véritablement à des controˆles radars sur le viaduc de Vilvorde ?
b) Gebeurt dit dagelijks of sporadisch ?
b) Ces controˆles sont-ils quotidiens ou sporadiques ?
2. Hoeveel overtredingen werden er vastgesteld sedert het einde van de werken van half-augustus 2001, dit zowel wat betreft de auto’s als de vrachtwagens ?
2. Combien d’infractions ont été constatées depuis la fin des travaux, à la mi-aouˆt 2001, tant en ce qui concerne les automobiles que les poids lourds ?
3. Heeft men enig idee van de gemiddelde snelheid die op het viaduct wordt gehaald ?
3. A-t-on une idée de la vitesse moyenne des véhicules qui empruntent le viaduc ?
4. Wordt ook op dit viaduct aandacht geschonken aan het gewicht van de lading van de vrachtauto’s ?
4. La police vérifie-t-elle également le poids du chargement des camions ?
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 3 december 2002, op de vraag nr. 752 van de heer Willy Cortois van 16 september 2002 (N.) :
Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 3 décembre 2002, à la question no 752 de M. Willy Cortois du 16 septembre 2002 (N.) : 1. E´tant donné que cette matière relève de la compétence de mon collègue M. A. Duquesne, mi-
1. Aangezien deze materie onder de bevoegdheid valt van mijn collega de heer A. Duquesne, minister
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2398
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18744
van Binnenlandse Zaken, zal ik niet nalaten hem uw verzoek om informatie over te maken betreffende de precieze gegevens die door het geachte lid worden gevraagd. (Vraag nr. 702 van 6 december 2002.) De verhoging van de snelheidscontroles op de Brusselse ring vloeit voort uit de verbintenissen die in februari 2002 in het kader van de Staten-Generaal voor de Verkeersveiligheid door mijn collega de heer A. Duquesne werden aangegaan en die met name de verhoging van het aantal verkeerscontroles beogen.
nistre de l’Intérieur, je ne manque pas de lui faire suivre votre demande d’information en ce qui concerne les données précises demandées par l’honorable membre. (Question no 702 du 6 décembre 2002.) L’augmentation des controˆles vitesse sur le ring de Bruxelles résulte des engagements pris par mon collègue M. A. Duquesne dans le cadre des E´tats généraux de la sécurité routière en février 2002, engagement visant notamment à augmenter le nombre de controˆles sur les routes.
DO 2002200300010
DO 2002200300010
Vraag nr. 784 van de heer Claude Eerdekens van 8 oktober 2002 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :
Question no 784 de M. Claude Eerdekens du 8 octobre 2002 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :
Parkeerplaatsen voor gehandicapten.
Places destinées au stationnement pour personnes handicapées.
De parkeerkaarten voor gehandicapten bieden gehandicapten de mogelijkheid zonder tijdsbeperking te parkeren in de blauwe zone en gratis te parkeren op parkeerplaatsen met parkeermeter, op de door de NMBS voorbehouden plaatsen en op de plaatsen aangeduid met een blauw bord. Op dit ogenblik zouden er onvoldoende plaatsen voorbehouden zijn aan gehandicapten. Volgens het tijdschrift Test-Aankoop (nr. 428) zou slechts 12 % van de gehandicapten altijd of vaak een geschikte parkeerplaats vinden. 60 % van de gehandicapten zou zelden of nooit een parkeerplaats vinden.
Les cartes de stationnement pour personnes handicapées permettent à ces derniers de se garer sans limite de temps en zone bleue et gratuitement dans les places avec parcmètre et aux emplacements réservés par la SNCB, ainsi qu’aux emplacements signalés par un panneau bleu. Il semblerait qu’actuellement, les emplacements réservés aux personnes handicapées soient insuffisants. Ainsi, le magazine Test-Achats (no 428) révèle que seuls 12 % des personnes handicapées trouveraient toujours ou souvent un emplacement de parking adapté. 60 % des personnes handicapées ne trouveraient une place que rarement ou jamais.
We moeten daarbij toegeven dat niet altijd het aantal of het gebrek aan voorbehouden plaatsen de oorzaak zijn, maar ook het feit dat die plaatsen vaak worden ingenomen door wagens die er niet horen te staan.
Dans ce cadre, il faut bien reconnaıˆtre que ce ne sont pas toujours le nombre ou l’absence d’emplacements réservés qui est en cause, mais aussi le fait qu’ils soient souvent squattés par des voitures qui n’ont strictement rien à y faire.
1. Denkt u niet dat het nuttig zou zijn het aantal parkeerplaatsen voor gehandicapten op te trekken ?
1. Ne pensez-vous pas qu’il serait utile d’augmenter le nombre de places destinées au stationnement pour personnes handicapées ?
2. Zou het mogelijk zijn harder op te treden tegen bestuurders die op onrechtmatige wijze parkeerplaatsen voor gehandicapten innemen ?
2. Serait-il possible d’intensifier la lutte contre l’occupation des emplacements destinés au stationnement pour personnes handicapées par des voitures qui n’y ont pas accès ?
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 2 december 2002, op de vraag nr. 784 van de heer Claude Eerdekens van 8 oktober 2002 (Fr.) :
Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 2 décembre 2002, à la question no 784 de M. Claude Eerdekens du 8 octobre 2002 (Fr.) :
De vraag die door het geachte lid is gesteld, heeft reeds vroeger mijn aandacht gaande gehouden.
La question posée par l’honorable membre a déjà retenu toute mon attention.
Il heb namelijk op 3 april 2001, via een omzendbrief, de voorwaarden versoepeld betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een
En effet, en date du 3 avril 2001, j’ai pris une circulaire assouplissant les conditions de réservation d’emplacement de stationnement pour les personnes
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18745
handicap. Bovendien werden de maatregelen die door de gewesten zijn genomen met betrekking tot gemeenschappelijke woonruimtes, in herinnering gebracht.
handicapées et rappelant, en outre, les mesures prises par les régions s’agissant des immeubles collectifs.
Net als het geachte lid ben ik van oordeel dat er op dit gebied een dynamisch beleid gevoerd moet worden en dit is de reden waarom ik die omzendbrief gemaakt heb.
J’estime, tout comme l’honorable membre, qu’il convient de mener en l’espèce une politique dynamique en la matière et c’est le pourquoi de la circulaire que j’ai prise.
De wegbeheerders, in ’t bijzonder de lokale besturen, dienen zich sterk in te zetten op dit gebied.
Il appartient aux gestionnaires de voirie et en particulier aux collectivités locales d’être particulièrement entreprenants en ce domaine.
In de omzendbrief wordt tevens ingegaan op het aspect « controle ». Het niet vrij laten van de parkeerplaatsen die voorbehouden zijn voor de personen met een handicap, zou, mijns inziens, tot de prioriteiten moeten behoren in de politie¨le aanpak, vooral op het lokale niveau.
S’agissant des aspects relatifs aux controˆles, la même circulaire insiste sur ce point. Le non-respect des réservations d’emplacements de stationnement pour les personnes handicapées devrait, à mon estime, être parmi les priorités des services de police et tout particulièrement sur le plan local.
DO 2002200300011
DO 2002200300011
Vraag nr. 785 van de heer Willy Cortois van 8 oktober 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :
Question no 785 de M. Willy Cortois du 8 octobre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :
Chauffeurs zonder wettelijk voorziene documenten.
Conducteurs circulant sans les documents requis par la loi.
De diensten van de Technische Controle van de voertuigen lijken blijkbaar door een aantal eigenaars niet bijzonder op prijs te worden gesteld. Een onverwachte controle uitgevoerd door de politie van Brussel aan één van de toegangswegen naar de hoofdstad, heeft immers uitgewezen dat een aantal chauffeurs niet in het bezit waren van de documenten waaruit moet blijken dat het voertuig beantwoordt aan de vereiste voorwaarden om tot het verkeer te worden toegelaten.
Il semble que des propriétaires de véhicules n’apprécient guère les services du Controˆle technique des véhicules. Un controˆle imprévu effectué par les services de police de Bruxelles sur l’une des voies d’accès à la capitale a en effet démontré que de nombreux conducteurs ne sont pas en possession des documents prouvant que leur véhicule répond aux normes obligatoires pour la circulation des véhicules sur la voie publique.
Deze steekproef die nauwelijks anderhalf uur duurde was in dit opzicht verhelderend. Buiten het bewijs afgeleverd door de Technische Controle, bleken ook de verzekeringspapieren te ontbreken en zelfs een rijbewijs.
Ce controˆle, qui a duré une heure et demie à peine, a produit à cet égard des résultats édifiants. Outre le certificat délivré par le Controˆle technique, plusieurs conducteurs n’étaient pas non plus en possession des documents relatifs à l’assurance des véhicules; dans un cas extrême, le conducteur s’est même avéré incapable de produire un permis de conduire.
Dit lokt wel een aantal vragen op over het aantal chauffeurs die dagelijks op weg zijn zonder in het bezit te zijn van de wettelijk voorziene documenten.
Ces constatations suscitent de nombreuses questions sur le nombre de conducteurs qui circulent quotidiennement sur la voie publique sans être munis des documents requis par la loi.
1. a) Hoeveel dergelijke controles werden er in de jaren 2000 en 2001, alsmede gedurende de eerste zes maanden van 2002 verricht ?
1. a) Combien de controˆles similaires ont-ils été effectués en 2000 et 2001 et durant le premier semestre de l’année 2002 ?
b) Welke conclusies heeft men hieruit kunnen trekken ?
b) Quelles conclusions a-t-on pu tirer de ces controˆles ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18746
2. Heeft men een idee van het totaal processenverbaal die werden opgesteld en met welk gevolg ?
2. Dispose-t-on d’une estimation du nombre total de procès-verbaux établis et des suites qui y ont été réservées ?
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 3 december 2002, op de vraag nr. 785 van de heer Willy Cortois van 8 oktober 2002 (N.) :
Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 3 décembre 2002, à la question no 785 de M. Willy Cortois du 8 octobre 2002 (N.) :
1. Deze materie valt onder de bevoegdheid van mijn collega’s de heer A. Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken (vraag nr. 703 van 6 december 2002) en de heer M. Verwilghen, minister van Justitie (vraag nr. 772 van 6 december 2002). Ik zal niet nalaten hen uw vraag naar informatie over te maken.
1. Cette matière relève de la compétence de mes collègues M. A. Duquesne, ministre de l’Intérieur (question no 703 du 6 décembre 2002.) et M. M. Verwilghen, ministre de la Justice (question no 772 du 6 décembre 2002). Je ne manque pas de leur faire suivre votre demande d’information.
Minister van Landsverdediging
Ministre de la Défense
DO 2002200300165
DO 2002200300165
Vraag nr. 341 van de heer Martial Lahaye van 29 oktober 2002 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Question no 341 de M. Martial Lahaye du 29 octobre 2002 (N.) au ministre de la Défense :
Luchtvaarttoelagen. — Onderscheid.
Allocations aéronautiques. — Distinction.
Het tijdelijk varend personeel van de Luchtmacht, de loadmasters-stewards en de redder-duikers ontvangen een luchtvaarttoelage van 26 092 oude BEF per kwartaal, terwijl voor boordmecaniciens en SARoperators die toelage bepaald werd op 42 887 oude BEF per kwartaal.
Le personnel navigant temporaire des forces aériennes, les loadmasters-stewards et les plongeurssauveteurs perçoivent une allocation aéronautique de 26 092 anciens francs belges par trimestre, alors que pour les mécaniciens de bord et les opérateurs SAR, cette allocation s’élève à 42 887 anciens francs belges par trimestre.
Bovendien ontvangen deze laatsten ook nog een loopbaanpremie, terwijl de loadmasters-stewards en de redder-duikers deze niet ontvangen.
Les mécaniciens de bord et les opérateurs SAR bénéficient, en outre, d’une prime de carrière, ce qui n’est pas le cas des loadmasters-stewards et des plongeurssauveteurs.
1. Vanwaar dit onderscheid ?
1. Comment cette distinction se justifie-t-elle ?
2. Mogen bijsturingen worden verwacht ?
2. Pouvons-nous nous attendre à des adaptations en cette matière ?
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 3 december 2002, op de vraag nr. 341 van de heer Martial Lahaye van 29 oktober 2002 (N.) :
Réponse du ministre de la Défense du 3 décembre 2002, à la question no 341 de M. Martial Lahaye du 29 octobre 2002 (N.) :
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.
1. De search and rescue operators en de boordmecaniciens komen actief tussen bij de werking van het toestel. Zij beschikken daartoe over een specifiek brevet.
1. Les opérateurs search and rescue et les mécaniciens de bord interviennent de manière active dans le fonctionnement de l’aéronef. Ils disposent dans ce but d’un brevet spécifique.
Daarentegen komen de loadmasters en de duikers hierin niet actief tussen en beschikken zij over andere
Par contre, les loadmasters et les plongeurs n’y interviennent pas de manière active et disposent
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18747
brevetten, zonder daarom het belang van hun functie in twijfel te willen trekken.
d’autres brevets, sans pour autant vouloir mettre en doute l’importance de leur fonction.
In functie van deze verschillende brevetten wordt hen een andere toelage toegekend. Dit onderscheid wordt eveneens gemaakt bij de burgerluchtvaart.
En fonction de ces brevets différents, une allocation différente leur est octroyée. Cette meˆme distinction se fait également à l’aviation civile.
2. Gelet op het antwoord op vraag 1 is deze vraag zonder onderwerp.
2. Vu la réponse à la question 1, cette question est sans objet.
Minister van Justitie
Ministre de la Justice
DO 2001200200718
DO 2001200200718
Vraag nr. 592 van de heer Francis Van den Eynde van 28 maart 2002 (N.) aan de minister van Justitie :
Question no 592 de M. Francis Van den Eynde du 28 mars 2002 (N.) au ministre de la Justice :
Telefoonoperators. — Gemeenschappelijke dienst voor opstellen zwarte lijst van wanbetalers. — VZW.
Opérateurs téléphoniques. — Service commun pour l’élaboration d’une liste noire des mauvais payeurs. — ASBL.
De telefoonoperators in dit land zouden via een VZW een gemeenschappelijke dienst voor het opstellen van een zwarte lijst van wanbetalers oprichten.
Les opérateurs téléphoniques auraient créé, dans le cadre d’une ASBL, un service commun chargé d’élaborer une liste noire des mauvais payeurs.
1. Is een en ander in overeenstemming met de wetgeving op de privacy ?
1. Une telle pratique est-elle conforme à la législation sur la protection de la vie privée ?
2. Is het bovendien niet zo dat dit gezamenlijk initiatief als neveneffect heeft dat bedrijven die later op de markt zouden komen en dus niet bij de VZW betrokken zijn, hierdoor van concurrentievervalsing het slachtoffer kunnen zijn ?
2. De plus, cette initiative commune ne risque-t-elle pas d’avoir pour effet que les sociétés faisant ultérieurement leur apparition sur le marché, et qui ne feraient donc pas partie de l’ASBL, pourraient être victimes d’une concurrence déloyale ?
Zij zouden immers niet kunnen beschikken over de informatie die door de VZW werd ingezameld.
Les sociétés en question ne pourraient en effet pas disposer des informations récoltées par l’ASBL.
Antwoord van de minister van Justitie van 5 december 2002, op de vraag nr. 592 van de heer Francis Van den Eynde van 28 maart 2002 (N.) :
Réponse du ministre de la Justice du 5 décembre 2002, à la question no 592 de M. Francis Van den Eynde du 28 mars 2002 (N.) :
Het is niet aan mij om na te gaan of de feiten die het geachte lid als vaststaand beschouwt zich werkelijk hebben voorgedaan.
Ce n’est pas à moi qu’il revient de vérifier si les faits que l’honorable membre considère comme établis se sont réellement produits.
Mijn antwoord beperkt zich derhalve tot het in herinnering brengen van de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn, en dit in de materies die tot mijn bevoegdheid behoren.
Ma réponse se limite par conséquent à rappeler les dispositions légales qui sont d’application, et ce dans les matières qui relèvent de mes compétences.
Luidens artikel 5, f), van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, gewijzigd bij de wet van 11 december 1998, hierna de wet genoemd, kunnen persoonsgegevens enkel worden verwerkt indien de verwerking noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de
Conformément à l’article 5, f), de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard du traitement de données à caractère personnel, modifiée par la loi du 11 décembre 1998, ciaprès dénommée la loi, les données à caractère personnel ne peuvent être traitées que si le traitement est nécessaire à la réalisation de l’intérêt légitime pour-
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18748
verantwoordelijke van de verwerking of van de derden aan wie de gegevens worden verstrekt, mits het belang of fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene die aanspraak maakt op bescherming uit hoofde van deze wet, niet zwaarder doorwegen.
suivi par le responsable du traitement ou le tiers auquel les données sont communiquées, à condition que ne prévalent pas l’intérêt ou les droits et libertés fondamentaux de la personne concernée, qui appelle une protection au titre de la loi.
Overeenkomstig artikel 9 van de wet moet de verantwoordelijke voor de verwerking of diens vertegenwoordiger uiterlijk op het moment dat de gegevens worden verkregen, de betrokkene op de hoogte stellen van de doeleinden van de verwerking, behalve indien de betrokkene daarvan reeds op de hoogte is.
Conformément à l’article 9 de la loi, le responsable du traitement ou son représentant doit, au plus tard au moment où les données sont obtenues, informer la personne concernée des finalités du traitement, sauf si cette dernière en est déjà informée.
Artikel 12, eerste paragraaf, voorziet dat eenieder gerechtigd is om zich te verzetten tegen de verwerking van hem betreffende gegevens en dit wegens zwaarwegende en gerechtvaardigde redenen die verband houden met zijn bijzondere situatie.
L’article 12, § 1er, dispose que toute personne a le droit de s’opposer, pour des raisons sérieuses et légitimes tenant à sa situation particulière, au traitement de données la concernant.
De tekst van artikel 12bis voorziet dat een besluit waaraan voor een persoon rechtsgevolgen verbonden zijn of dat hem in aanmerkelijke mate treft, niet louter genomen mag worden op grond van een geautomatiseerde gegevensverwerking die is bestemd om bepaalde aspecten van zijn persoonlijkheid, betrouwbaarheid of gedrag, enz., te evalueren. Het verbod geldt echter niet indien de beslissing is genomen in het kader van het sluiten of het uitvoeren van een contract of zijn grondslag vindt in een bepaling voorgeschreven door of krachtens een wet, een decreet of ordonnantie.
L’article 12bis prévoit qu’une décision produisant des effets juridiques à l’égard d’une personne ou l’affectant de manière significative ne peut être prise sur le seul fondement d’un traitement automatisé de données destiné à évaluer certains aspects de sa personnalité, comme sa prestation professionnelle, sa solvabilité, sa fiabilité ou son comportement, etc. L’interdiction ne s’applique toutefois pas lorsque la décision est prise dans le cadre de la conclusion ou de l’exécution d’un contrat ou est fondée sur une disposition prévue par ou en vertu d’une loi, d’un décret ou d’une ordonnance.
De interpretatie die aan bovengenoemde wetsbepalingen wordt gegeven behoort toe aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de hoven en rechtbanken.
Il appartient à la Commission de la protection de la vie privée ainsi qu’aux cours et aux tribunaux d’établir l’interprétation qu’il y a lieu de donner aux dispositions légales citées ci-dessus.
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer heeft in een gelijkaardige zaak een advies verleend (advies nr. 21/2000 van 28 juni 2000 in verband met het RSR-bestand). Dit is een bestand dat tot doel heeft tussen verzekeringsmaatschappijen de speciale risico’s inzake verzekeringen voor brand, ongevallen en diverse risico’s te signaleren. Volgens de commissie kwam het wettigheids- en het proportionaliteitsbeginsel in gevaar. De verzekeringsmaatschappijen die toegang hebben tot dit bestand kunnen immers uit deze registratie besluiten trekken die zware gevolgen kunnen hebben voor de betrokkene, bovendien is het overmatig om een klant te registreren op een zwarte lijst die ook ter inzage staat van andere verzekeraars, en dit enkel omwille van het feit dat de betrokkene niet rendabel is.
La Commission de la protection de la vie privée a émis un avis dans une affaire similaire. Il s’agit de l’avis no 21/2000 du 28 juin 2000 relatif au fichier RSR, fichier ayant pour but le signalement, entre compagnies d’assurance, des risques spéciaux en assurances incendie, accidents et risques divers. La commission y estimait que les principes de légalité et de proportionnalité étaient menacés. En effet, les compagnies d’assurances ayant accès à ce fichier peuvent tirer de ce fichage des effets qui peuvent avoir de lourdes conséquences pour la personne concernée; de plus, il est excessif d’enregistrer un client, du simple fait qu’il ne soit pas rentable, sur une liste noire qui peut également être consultée par d’autres assureurs.
De commissie is van oordeel dat de bepalingen van de wet van 8 december 1992 de oprichting van een centrale met informatie over het te verzekeren risico niet noodzakelijk in de weg staan, maar legt er de nadruk wel op dat de gerechtvaardigde belangen van deze registraties dienen te worden afgewogen tegen het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer
La commission estimait que les dispositions de la loi du 8 décembre 1992 n’interdisent pas forcément la constitution d’une mutuelle d’information sur le risque à assurer, mais insistait sur le fait que les intérêts légitimes poursuivis par ces enregistrements doivent être évalués en fonction du droit à la protection de la vie privée de l’intéressé. L’enregistrement des données doit
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18749
van de betrokkene. De registratie van de gegevens dient te gebeuren voor gerechtvaardigde doeleinden en met duidelijke toestemming van de betrokkene. Bovendien kan de betrokkene zich wegens zwaarwegende en gerechtvaardigde redenen die verband houden met zijn bijzondere situatie verzetten tegen een verwerking van hem betreffende gegevens. Zo dienen in de overeenkomsten die het RSR-bestand oprichten, in de handleidingen en in het reglement van inwendige orde van de dienst, passende maatregelen te worden opgenomen ter bescherming van de gerechtvaardigde belangen van de betrokkenen. De commissie legt er bovendien de nadruk op dat de gegevens dienen te worden gewist vanaf de storting van de veschuldigde sommen door de betrokkene.
se faire à des fins légitimes et avec l’accord explicite de la personne concernée. La personne concernée a en outre le droit de s’opposer, pour des raisons sérieuses et légitimes tenant à une situation particulière, à ce que des données la concernant fassent l’objet d’un traitement. C’est pourquoi, il y a lieu de prévoir dans les conventions portant création du fichier RSR, ainsi que dans les instructions et le règlement d’ordre intérieur du service, des mesures appropriées en vue de protéger les intérêts légitimes des personnes concernées. La commission insistait en outre sur le fait que les données doivent être effacées dès que la personne concernée a versé les sommes dues.
DO 2001200201302
DO 2001200201302
Vraag nr. 656 van de heer Geert Bourgeois van 17 juni 2002 (N.) aan de minister van Justitie :
Question no 656 de M. Geert Bourgeois du 17 juin 2002 (N.) au ministre de la Justice :
Toepasselijkheid van het koninklijk besluit van 27 maart 2001 op de magistraten.
Application de l’arrêté royal du 27 mars 2001 aux magistrats.
Het koninklijk besluit van 27 maart 2001 houdende wijziging van diverse geldelijke bepalingen wijzigt de bezoldigingsregeling van de ministeries.
L’arrêté royal du 27 mars 2001 portant modification de diverses dispositions pécuniaires redéfinit le statut pécuniaire du personnel des ministères.
Artikel 1, 5o, dat voorstelt een § 3 in te lassen, bepaalt dat voor het bepalen van de weddenancie¨nniteit van de ambtenaren rekening wordt gehouden met « de diensten die in de privé-sector of als zelfstandige verricht zijn eveneens voor de toekenning van de verhogingen in weddenschaal in aanmerking worden genomen, voorzover het bericht tot aankondiging van de selectieprocedure uitdrukkelijk het bezit van een nuttige vroegere ervaring vereist en de kandidaten de nuttige vroegere ervaring met elk rechtsmiddel kunnen bewijzen ».
L’article 1er, 5o, proposant d’insérer un § 3, précise ce qui suit en ce qui concerne la fixation de l’ancienneté de traitement des fonctionnaires : « Les services accomplis dans le secteur privé ou en qualité d’indépendant peuvent également être pris en considération pour l’octroi des augmentations dans l’échelle de traitement, pour autant que l’avis annonçant la procédure de sélection requière expressément la possession d’une expérience antérieure utile et que les candidats puissent prouver par tout moyen de droit l’expérience antérieure utile. »
Dit koninklijk besluit wijzigt het koninklijk besluit van 29 juni 1973, en is derhalve van toepassing op de magistraten.
Cet arrêté royal modifie l’arrêté royal du 29 juin 1973 et s’applique par conséquent aux magistrats.
Hieruit volgt dat voor de berekening van de wedde van de magistraten rekening moet worden gehouden met hun ervaring aan de balie én in de privé-sector.
Il ressort de ce qui précède qu’il convient de tenir compte, pour le calcul de leur traitement, de l’expérience acquise par les magistrats au barreau et dans le secteur privé.
Ik verneem dat het ministerie van Justitie, hoewel daartoe reeds verzocht, tot op heden niet ingaat op de vraag om de weddentoeslag te betalen aan de magistraten die daarvoor in aanmerking komen.
Il me revient que le ministère de la Justice a jusqu’à présent refusé, alors qu’il y a été invité, de payer un supplément de traitement aux magistrats y ayant droit.
1. a) Deelt u mijn mening dat het voornoemde koninklijk besluit van 27 maart 2001 van toepassing is op de magistraten die nuttige ervaring kunnen aantonen ?
1. a) Partagez-vous mon opinion selon laquelle l’arrêté royal du 27 mars 2001 susmentionné s’applique aux magistrats qui sont en mesure de prouver cette expérience utile ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18750
b) Indien niet, waarom niet ?
b) Dans la négative, pour quelles raisons ?
2. Waarom werd het koninklijk besluit nog niet uitgevoerd wat de magistraten betreft ?
2. Pourquoi cet arrêté royal n’a-t-il pas encore été appliqué aux magistrats ?
3. a) Wanneer worden ?
uitbetaald
3. a) Quand les suppléments de traitement seront-ils versés ?
b) Zijn hiervoor kredieten uitgetrokken in de begroting 2002 of de begrotingscontrole 2002 ?
b) Des crédits ont-ils été dégagés à cet effet dans le budget 2002 ou lors du controˆle budgétaire 2002 ?
4. Klopt het dat het ministerie van Justitie geen antwoord geeft op de vragen van betrokken magistraten ?
4. Est-il exact que le ministère de la Justice ne réponde pas aux questions posées par les magistrats concernés ?
Antwoord van de minister van Justitie van 5 december 2002, op de vraag nr. 656 van de heer Geert Bourgeois van 17 juni 2002 (N.) :
Réponse du ministre de la Justice du 5 décembre 2002, à la question no 656 de M. Geert Bourgeois du 17 juin 2002 (N.) : ` la suite de l’arreˆté royal du 27 mars 2001, par A lequel certaines prestations dans le secteur privé sont prises en ligne de compte pour l’ancienneté pécuniaire au sein de la fonction publique, le Conseil des ministres a décidé en date du 19 juin 2002 d’élaborer en la matière un régime spécifique pour les magistrats.
kan
de
weddentoeslag
Naar aanleiding van het koninklijk besluit van 27 maart 2001, waardoor bepaalde privé-prestaties in rekening worden gebracht voor het vaststellen van de geldelijke ancie¨nniteit binnen het openbaar ambt, besliste de Ministerraad op 19 juni 2002 om terzake voor de magistraten een specifieke regeling uit te werken. De Ministerraad besliste dat voor magistraten maximaal zes jaar relevante privé-prestaties in aanmerking komen voor het bepalen van hun geldelijke ancie¨nniteit met ingang van 1 januari 2003.
Le Conseil des ministres a décidé que pour les magistrats, à partir du 1er janvier 2003, un maximum six années de prestations utiles dans le secteur privé entrent en ligne de compte pour le calcul de l’ancienneté pécuniaire.
Een amendement conform deze beslissing van de Ministerraad werd op 12 november 2003 ingediend op het wetsontwerp tot wijziging, wat de wedden van de magistraten van de rechterlijke orde betreft, van het Gerechtelijk wetboek. Het aldus geamendeerd wetsontwerp werd goedgekeurd in de commissie Justitie.
Un amendement au projet de loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne les traitements des magistrats, conforme à la décision du Conseil des ministres, a été déposé le 12 novembre 2003. Le projet ainsi amendé a été adopté en commission de la Justice.
Van zodra dit wetsontwerp gestemd is in beide kamers zullen de privé-prestaties met ingang van 1 januari 2003 in rekening gebracht worden. De nodige kredieten werden daartoe in de begroting 2003 ingeschreven.
Dès l’adoption du projet dans les deux chambres, les prestations fournies dans le secteur privé seront valorisées à partir du 1er janvier 2003. Les crédits nécessaires ont été inscrits dans le budget 2003.
Zolang de problematiek van de privé-prestaties op regeringsniveau niet opgelost was, was het voor mijn diensten niet mogelijk om op punctuele vragen terzake te antwoorden.
Tant que la problématique des prestations effectuées dans le privé n’avait pas été réglée, il n’était pas possible pour mes services de répondre à des questions ponctuelles en la matière.
DO 2001200211801
DO 2001200211801
Vraag nr. 720 van de heer Fred Erdman van 26 september 2002 (N.) aan de minister van Justitie :
Question no 720 de M. Fred Erdman du 26 septembre 2002 (N.) au ministre de la Justice :
Vervroegde vrijlating van veroordeelden wegens medische redenen.
Libération anticipée de condamnés pour des raisons médicales.
De beslissing van het hof van beroep van Parijs om Maurice Papon, veroordeeld wegens inbreuken op de
La décision de la cour d’appel de Paris de remettre en liberté Maurice Papon, condamné à une peine
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18751
menselijkheid tot een gevangenisstraf van tien jaar, vrij te laten nadat hij drie jaar heeft uitgeboet, en dit om medische redenen, heeft wel beroering gebracht en in het bijzonder hebben bepaalde Franse politici zich desbetreffend uitgesproken.
d’emprisonnement de dix ans pour crimes contre l’humanité, après avoir purgé trois ans de sa peine, et ce pour des raisons médicales, a suscité l’émoi, en particulier dans le chef de certains politiciens français qui se sont exprimés sur le sujet.
Het Franse wetboek van strafvordering voorziet in artikel 720-1 : « En matière correctionnelle, lorsqu’il reste à subir par la personne condamnée une peine d’emprisonnement inférieure ou égale à un an, cette peine peut, pour motif grave d’ordre médical, familial, professionnel ou social et pendant une période n’excédant pas trois ans, être suspendue ou exécutée par fractions, aucune de ces fractions ne pouvant être inférieure à deux jours. »
Le code d’instruction criminelle français prévoit ce qui suit en son article 720-1 : « En matière correctionnelle, lorsqu’il reste à subir par la personne condamnée une peine d’emprisonnement inférieure ou égale à un an, cette peine peut, pour motif grave d’ordre médical, familial, professionnel ou social et pendant une période n’excédant pas trois ans, être suspendue ou exécutée par fractions, aucune de ces fractions ne pouvant être inférieure à deux jours. »
Ingevolge de wet van 4 maart 2002 betreffende de rechten van de zieken en de kwaliteit van het gezondheidssysteem werd artikel 720-1-1 in het Franse wetboek van strafvordering ingevoegd : « La suspension peut également être ordonnée, quelle que soit la nature de la peine ou de la durée de la peine restant à subir, et pour une durée qui n’a pas été déterminée, pour les condamnés dont il est établi qu’ils sont atteints d’une pathologie engageant le pronostic vital ou que leur état de santé est durablement incompatible avec le maintien en détention, hors les cas d’hospitalisation des personnes détenues en établissement de santé pour troubles mentaux. La suspension ne peut être ordonnée que si deux expertises médicales distinctives établissent de manière concordante que le condamné se trouve dans l’une des situations énoncées à l’alinéa précédent. »
En vertu de la loi du 4 mars 2002 sur les droits des malades et la qualité du système de soins de santé, un article 720-1-1, libellé comme suit, a été inséré dans le code d’instruction criminelle français : « La suspension peut également être ordonnée, quelle que soit la nature de la peine ou de la durée de la peine restant à subir, et pour une durée qui n’a pas été déterminée, pour les condamnés dont il est établi qu’ils sont atteints d’une pathologie engageant le pronostic vital ou que leur état de santé est durablement incompatible avec le maintien en détention, hors les cas d’hospitalisation des personnes détenues en établissement de santé pour troubles mentaux. La suspension ne peut être ordonnée que si deux expertises médicales distinctives établissent de manière concordante que le condamné se trouve dans l’une des situations énoncées à l’alinéa précédent. »
Ongeacht eventuele discriminatie tussen bepaalde gedetineerden die al of niet kunnen genieten van deze maatregel mag niet uit het oog worden verloren dat de betrokkene op een bepaalde leeftijd, in een bepaalde gezondheidstoestand, door het assisenhof veroordeeld is geworden met kennis van zaken over deze gegevens.
Indépendamment d’une éventuelle discrimination entre certains détenus qui peuvent ou non bénéficier de cette mesure, il convient de ne pas perdre de vue que l’intéressé a été condamné à un certain aˆge dans un certain état de santé, connus de la cour d’assises.
Het is vooral omdat de bedoelde veroordeling uitgesproken werd wegens misdaden tegen de menselijkheid dat protest werd geuit.
C’est principalement parce que la condamnation avait été prononcée pour crimes contre l’humanité que des protestations ont été formulées.
Sinds de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling werden de commissies die bevoegd zijn om tot invrijheidstelling van een veroordeelde over te gaan, ingesteld en werden ook de voorwaarden bepaald in algemene zin door het artikel 2 van bedoelde wet. Een bepaling analoog aan deze van de Franse wetgeving wordt in deze voorwaarden niet opgenomen.
Depuis l’entrée en vigueur de la loi du 5 mars 1998 relative à la libération conditionnelle, les commissions compétentes pour procéder à la libération d’un condamné ont été mises en place et les conditions ont également été fixées en termes généraux par l’article 2 de cette loi. Ces conditions ne mentionnent pas de disposition analogue à celle de la législation française.
In het licht van het protest en de vragen die in Frankrijk worden gesteld, vraag ik u :
` la lumière des protestations et des interrogations A qui ont été exprimées en France, pourriez-vous me fournir les précisions suivantes :
1. Is het duidelijk dat met betrekking tot de gezondheidstoestand van de betrokkene de commissies geen
1. Concernant l’état de santé de l’intéressé, est-il clair que les commissions ne peuvent tenir compte
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2399
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18752
uitzondering op de door de wet bepaalde voorwaarden kunnen in acht nemen om een beslissing te motiveren ? 2. Zijn u bepaalde gevallen bekend waar de bevoegde commissies toch zouden beslist hebben tot invrijheidstelling enkel op grond van de medische toestand van de veroordeelde, zonder dat de wettelijk voorziene voorwaarden qua termijnen voldaan werden ?
d’aucune exception aux conditions établies par la loi pour motiver une décision ? 2. Eˆtes-vous au courant de cas spécifiques dans lesquels les commissions compétentes auraient malgré tout décidé de procéder à une libération uniquement sur la base de l’état de santé du condamné, sans que les conditions prévues par la loi en matière de délais ne soient respectées ?
3. a) Kan u meedelen of in de penitentiaire ziekenafdelingen op dit ogenblik gevangenen opgenomen zijn die (om de tekst van de Franse wet te hernemen) lijden aan een pathologie die onomkeerbaar het leven in gevaar brengt of bij wie een gezondheidstoestand werd vastgesteld die onverenigbaar is met het behoud in de gevangenis ?
3. a) Pouvez-vous indiquer si des détenus sont actuellement internés dans des infirmeries pénitentiaires, détenus qui (pour reprendre les termes de la loi française) sont atteints d’une pathologie engageant le pronostic vital ou dont l’état de santé est durablement incompatible avec le maintien en détention ?
b) Kan u anderzijds het aantal opgeven van de in de penitentiaire instellingen opgesloten gedetineerden die zich in de leeftijdscategorie 60 tot 65, 65 tot 70, 70 tot 75, 75 en ouder bevinden ?
b) Par ailleurs, pouvez-vous indiquer le nombre de détenus dans les établissements pénitentiaires qui appartiennent aux catégories d’aˆge 60 à 65 ans, 65 à 70 ans, 70 à 75 ans, 75 ans et plus ?
4. Onverminderd de mogelijkheden die nog steeds bestaan met betrekking tot voorlopige invrijheidstelling met het oog op voorwaardelijke invrijheidstelling of genademaatregelen, kan u bevestigen dat met betrekking tot deze materie geen richtlijnen noch omzendbrieven werden opgesteld ?
4. Sous réserve des possibilités qui subsistent en matière de libération provisoire en vue d’une libération conditionnelle ou d’une mesure de graˆce, pouvezvous confirmer qu’aucune directive ni circulaire n’a été élaborée en la matière ?
5. Rekening houdend met de mogelijkheden van voorlopige invrijheidstelling met het oog op voorwaardelijke invrijheidstelling of genademaatregelen, kan u mij het aantal beslissingen meedelen met betrekking tot de bedoelde materie die over de twee laatste jaren in dit kader getroffen zouden zijn geweest en gemotiveerd waren op de gezondheidstoestand van de gevangene ?
5. Compte tenu des possibilités de libération provisoire en vue d’une libération conditionnelle ou d’une mesure de graˆce, pouvez-vous me communiquer le nombre de décisions en rapport avec la matière visée qui auraient été prises au cours des deux dernières années et qui ont été motivées par l’état de santé du détenu ?
6. Kan u toelichten of in de statuten van het Internationaal Tribunaal voor het voormalige Joegoslavie¨, het Internationaal Tribunaal voor Rwanda of het Internationaal Strafgerechtshof bepalingen terug te vinden zijn met betrekking tot de uitvoering van de straf, die rekening houden met de ouderdom of gezondheidstoestand van de gedetineerde ?
6. Pouvez-vous indiquer si les statuts du Tribunal international pour l’ex-Yougoslavie, du Tribunal international pour le Rwanda ou de la Cour pénale internationale mentionnent des dispositions sur l’exécution d’une peine qui prennent en compte l’aˆge ou l’état de santé du détenu ?
Antwoord van de minister van Justitie van 5 december 2002, op de vraag nr. 720 van de heer Fred Erdman van 26 september 2002 (N.) :
Réponse du ministre de la Justice du 5 décembre 2002, à la question no 720 de M. Fred Erdman du 26 septembre 2002 (N.) :
3. b) Op 19 september 2002 waren er 203 gedetineerden 60 jaar of ouder in de Belgische penitentiaire inrichtingen :
3. b) Le 19 septembre 2002, on comptait 203 détenus aˆgés de 60 ans ou plus dans les établissements pénitentiaires belges :
60 tot 64 jaar : 85
60 à 64 ans : 85
65 tot 69 jaar : 69
65 à 69 ans : 69
70 tot 74 jaar : 31
70 à 74 ans : 31
75 en ouder : 18
75 et plus : 18
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18753
6. Artikel 110 van het statuut van het Internationaal Strafgerechtshof voorziet dat enkel het hof de opgelegde straf kan verminderen. Hiervoor dienen de drie rechters van de Kamer van Beroep een aantal criteria in acht te nemen die men terugvindt onder alinea a) en b) van punt 4 (artikel 110 van het statuut), evenals de criteria die men terugvindt onder regel 223 van het reglement voor procedure en bewijs. De criteria van het reglement voorzien onder meer in een mogelijke strafvermindering omwille van een verslechtering van de fysieke of mentale toestand van de gedetineerde, evenals omwille van zijn hoge leeftijd.
6. L’article 110 du statut de la Cour pénale internationale prévoit que seule la cour peut réduire la peine ` cet effet, les trois juges de la Chambre prononcée. A d’appel doivent prendre en considération un certain nombre de critères que l’on retrouve aux alinéas a) et b) du point 4 (article 110 du statut), ainsi que les critères repris à la règle 223 du règlement de procédure et de preuve. Les critères du règlement prévoient entre autres la possibilité d’une réduction de la peine en raison de l’aggravation de l’état de santé physique ou mentale du détenu, ou à cause de son aˆge avancé.
Wat betreft de statuten van het Internationaal Tribunaal voor het voormalig Joegoslavie¨ en van het Internationaal Tribunaal voor Rwanda, zijn er geen specifieke bepalingen voorzien met betrekking tot de uitvoering van de straf, die rekening houden met de ouderdom of de gezondheidstoestand van de gedetineerde. Het reglement voor procedure en bewijs voorziet er evenmin in.
En ce qui concerne les statuts du Tribunal international pour l’ex-Yougoslavie et du Tribunal international pour le Rwanda, aucune disposition spécifique qui tienne compte du grand aˆge ou de l’état de santé du détenu n’a été prévue relativement à l’exécution de la peine. Le règlement de procédure et de preuve n’en prévoit pas davantage.
De straffen worden uitgevoerd overeenkomstig de nationale wetten van de Staat waar de veroordeelden worden opgenomen en dit onder toezicht van het tribunaal (artikel 26 van het statuut van het Internationaal Tribunaal voor Rwanda en artikel 26 van het statuut van het Internationaal Tribunaal voor het voormalig Joegoslavie¨).
Les peines sont exécutées conformément aux lois nationales de l’E´tat où sont détenus les condamnés, et ceci sous la supervision du tribunal (article 26 du statut du Tribunal international pour le Rwanda et article 26 du statut du Tribunal international pour l’ex-Yougoslavie).
Ik zal binnenkort antwoorden op de andere punten van de vraag van het geachte lid.
Je répondrai sous peu aux autres points de la question de l’honorable membre.
DO 2001200211865
DO 2001200211865
Vraag nr. 727 van de heer Yves Leterme van 4 oktober 2002 (N.) aan de minister van Justitie :
Question no 727 de M. Yves Leterme du 4 octobre 2002 (N.) au ministre de la Justice :
Aanstelling van een referendaris voor de rechtbank van eerste aanleg te Ieper.
Désignation d’un référendaire au tribunal de première instance d’Ypres.
Bij wet van 24 maart 1999 werd artikel 156ter ingevoegd in het Gerechtelijk Wetboek, waarbij aan de hoven en rechtbanken de mogelijkheid werd geboden zich te laten bijstaan door referendarissen. Het aantal referendarissen mag niet meer bedragen dan 25 % van het kader van de rechtbank.
L’article 156ter, inséré dans le Code judiciaire par la loi du 24 mars 1999, permet aux cours et tribunaux de se faire assister par des référendaires. Le nombre de référendaires ne peut excéder 25 % du cadre du tribunal.
Ik heb vernomen dat de rechtbank van eerste aanleg te Ieper in algemene vergadering bijeen op 17 december 1999 besliste een aanvraag te doen tot het bekomen van een referendaris. Niettegenstaande diverse adviezen en briefwisseling terzake, kwam er tot op heden geen positief bericht.
Il me revient que le tribunal de première instance d’Ypres, réuni en assemblée générale le 17 décembre 1999, a formulé une demande visant à obtenir un référendaire. En dépit de divers avis et d’un échange de correspondance à ce propos, il n’a pas encore été donné suite à cette demande.
Er zijn evenwel diverse argumenten op grond waarvan de vraag van de rechtbank mij redelijk overkomt.
Divers arguments me donnent toutefois à penser que la demande du tribunal est raisonnable.
Het is u bekend dat de rechtbank van eerste aanleg van Ieper een kleine rechtbank is. Dit heeft zijn gevol-
Vous n’ignorez certainement pas que le tribunal de première instance d’Ypres est de petite taille, ce qui
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18754
gen op de organisatie van de werking van de rechtbank. Gezien het beperkte kader is elke magistraat er enigszins toe gehouden omnipracticus te zijn. Specialisatie is gedurende het gerechtelijk jaar slechts in beperkte mate mogelijk en tijdens de gerechtelijke vakantie al volledig onmogelijk. Enkele specialisaties zijn daarenboven ingegeven door de wettelijke organisatie.
n’est pas sans conséquence pour l’organisation du fonctionnement du tribunal. E´tant donné la taille restreinte du cadre, chaque magistrat est tenu d’être un tant soit peu polyvalent. La spécialisation n’est possible que dans une faible mesure au cours de l’année judiciaire et totalement impossible pendant les vacances judiciaires. En outre, quelques spécialisations sont imposées par l’organisation légale.
Dit houdt voor elke magistraat in dat men ertoe gehouden is een breed gamma van het recht op te volgen. De evolutie van de wetgeving en de ontwikkeling op het vlak van rechtspraak en rechtsleer zijn dermate dat dit geen eenvoudige opgave meer is. Gecombineerd met het werkvolume is het dan ook moeilijk om naast het opvolgen van rechtsleer en rechtspraak zich ook nog voortdurend bij te scholen.
Cela implique pour chaque magistrat l’obligation de suivre l’évolution du droit dans de très nombreux domaines. L’évolution de la législation et les développements au niveau de la jurisprudence et de la doctrine sont tels que la taˆche devient particulièrement ardue. Si l’on ajoute à cela le volume de travail, il devient donc difficile, en plus de suivre l’évolution de la doctrine et de la jurisprudence, de se recycler continuellement.
Gezien de veelheid van rechtstakken die in een kleine rechtbank door elke magistraat opgevolgd moeten worden, zou een referendaris een bijzonder nuttige ondersteuning kunnen bieden naar voorbereidend werk en inhoudelijke ondersteuning toe. Dit valt te vergelijken met de opdracht van een parketjurist, die wel toegewezen werd aan het parket in Ieper.
Compte tenu de la multitude des branches du droit qui doivent être suivies par tous les magistrats dans un petit tribunal, un référendaire pourrait constituer un soutien particulièrement utile dans le cadre du travail préparatoire et du travail de fond. La taˆche est comparable à la mission qui incombe à un juriste du parquet, dont le parquet d’Ypres a pu bénéficier.
1. Heeft u de aanvraag van de rechtbank van eerste aanleg te Ieper tot aanstelling van een referendaris ontvangen ?
1. Avez-vous reçu la demande de désignation d’un référendaire du tribunal de première instance d’Ypres ?
2. Waarom is er tot op heden aan het herhaald verzoek van de rechtbank van eerste aanleg van Ieper geen gevolg gegeven ?
2. Pourquoi aucune suite n’a-t-elle été donnée jusqu’à présent à la requête répétée du tribunal de première instance d’Ypres ?
3. Bestaat er niettegenstaande het feit dat er geen reserve is voor statutaire aanstellingen, geen mogelijkheid om over te gaan tot een contractuele aanstelling ?
3. En l’absence d’une réserve pour les désignations statutaires, ne serait-il pas possible de procéder à une désignation contractuelle ?
4. Zijn er referendarissen aan het werk in Veurne, Tongeren, Doornik, Dendermonde en Neufchaˆteau en zo ja, hoeveel en op welke grondslag werden zij aangesteld ?
4. Des référendaires sont-ils en fonction à Furnes, Tongres, Tournai, Termonde et Neufchaˆteau et, dans l’affirmative, combien, et sur quelle base ont-ils été désignés ?
Antwoord van de minister van Justitie van 5 december 2002, op de vraag nr. 727 van de heer Yves Leterme van 4 oktober 2002 (N.) :
Réponse du ministre de la Justice du 5 décembre 2002, à la question no 727 de M. Yves Leterme du 4 octobre 2002 (N.) :
Overeenkomstig artikel 156ter van het Gerechtelijk Wetboek wordt het aantal parketjuristen en referendarissen bepaald volgens de behoeften van de dienst. Deze behoeften moeten blijken uit een gemotiveerd verslag opgesteld door de korpschef ter attentie van de minister. De minister wint over de behoeften van de dienst ook het gemotiveerd advies in van de eerste voorzitter en van de procureur-generaal. Het aantal parketjuristen en referendarissen samen per rechtsgebied, kan echter niet meer bedragen dan 25 % van het totaal aantal magistraten van de zetel van het hof van beroep, de zetel van de rechtbanken van eerste aanleg en de parketten van de procureurs des Konings in dat rechtsgebied van het hof van beroep.
Conformément à l’article 156ter du Code judiciaire, le nombre de juristes de parquet et de référendaires est fixé en fonction des nécessités du service. Ces nécessités doivent ressortir d’un rapport motivé rédigé par le chef de corps à l’intention du ministre. Le ministre prend également, sur les nécessités du service, les avis motivés du premier président et du procureur général. Le nombre global, par ressort, de juristes de parquet et de référendaires ne peut néanmoins excéder 25 % du nombre total de magistrats du siège de la cour d’appel, du siège des tribunaux de première instance et des parquets du procureur du Roi dans le ressort de la cour d’appel.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18755
De gehanteerde norm (25 %) verhoudt zich bijgevolg niet tot het kader van één betrokken rechtbank, maar wel tot de totaliteit van alle magistraten binnen het rechtsgebied.
La norme utilisée (25 %) ne se rapporte pas au cadre d’un tribunal particulier, mais bien à la totalité de tous les magistrats du ressort.
De parketjuristen en referendarissen worden trouwens benoemd per rechtsgebied van een hof van beroep (artikel 206ter van het Gerechtelijk Wetboek).
Les juristes de parquet et les référendaires sont d’ailleurs nommés par ressort de cour d’appel (article 206ter du Code judiciaire).
1. Het is u bekend dat de eerste statutaire benoemingen van parketjuristen en referendarissen in de maand juli 2002 werden afgerond. In het kader van deze benoemingsprocedure werden de wettelijk voorziene adviezen ingewonnen van alle korpsoversten.
1. Vous n’eˆtes pas sans savoir que les premières nominations statutaires des juristes de parquet et des référendaires ont été cloˆturées au mois de juillet 2002. Dans le cadre de ces procédures de nomination, les avis prévus par la loi ont été recueillis auprès de tous les chefs de corps.
Het verzoek vanwege de rechtbank van eerste aanleg te Ieper tot de aanstelling van een referendaris werd goed ontvangen.
La demande du tribunal de première instance d’Ypres d’affecter un référendaire a bien été reçue.
2. Bij de verdeling van het budgettair toegekende contingent werd prioriteit gegeven aan de versterking van de parketten. Meermaals werden dossiers ingediend ter uitbreiding van dit contingent, onder meer om een verdere spreiding van het aantal referendarissen mogelijk te maken. De bevoegde begrotingsoverheden verklaarden zich evenwel steeds niet akkoord met de ingediende voorstellen.
2. Au moment de la répartition du contingent budgétairement attribué, priorité a été donnée au ` plusieurs reprises, des renforcement des parquets. A demandes d’extension de ce contingent ont été présentées, notamment pour assurer un nouveau déploiement du nombre de référendaires. Les autorités budgétaires compétentes se sont cependant toujours opposées aux propositions présentées.
Een herverdeling van het aantal plaatsen, kan dan ook slechts via verschuivingen binnen het huidige contingent. In dit verband komt het (conform artikel 156ter van het Gerechtelijk Wetboek) de respectievelijke eerste voorzitters en procureurs-generaal toe om de nodige voorstellen te doen in functie van de prioriteiten die zij stellen en van de behoeften van de dienst in de verschillende rechtbanken die onder hun bevoegdheid ressorteren.
Une redistribution du nombre de places ne peut se faire que par des déplacements au sein de l’actuel contingent. Dans ce cadre, il appartient aux premiers présidents et procureurs généraux respectifs (conformément à l’article 156ter du Code judiciaire) de faire les propositions nécessaires en fonction des priorités qu’ils établissent et des nécessités du service dans les différents tribunaux qui ressortent de leur compétence.
3. De aanwerving van parketjuristen en referendarissen (statutaire en contractuele werving samen), wordt beperkt door één globale begrotingsenveloppe.
3. Le recrutement des juristes de parquet et des référendaires (statutaires et contractuels confondus) est limité par une enveloppe budgétaire globale.
4. Er is één referendaris te Veurne;
4. Il y a un référendaire à Furnes;
er is geen referendaris te Tongeren;
il n’y a pas de référendaire à Tongres;
er is geen referendaris te Doornik;
il n’y a pas de référendaire à Tournai;
er zijn drie referendarissen te Dendermonde;
il n’y a pas de référendaire à Termonde;
er is geen referendaris te Neufchaˆteau.
il n’y a pas de référendaire à Neufchaˆteau.
De referendaris te Veurne werd aangesteld door mijn voorganger. De precieze reden hiervan is mij niet bekend.
Le référendaire de Furnes a été désigné par mon prédécesseur. La raison précise ne m’est pas connue.
De aanstelling van drie referendarissen te Dendermonde volgde na een onderzoek van de werking van de rechtbank door de Hoge Raad voor de justitie en de eerste voorzitter van het hof van beroep te Gent.
Trois référendaires ont été affectés à Termonde suite à l’étude du fonctionnement du tribunal par le Conseil supérieur de la justice et par le premier président de la cour d’appel de Gand.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18756
DO 2002200300152
DO 2002200300152
Vraag nr. 749 van mevrouw Frieda Brepoels van 28 oktober 2002 (N.) aan de minister van Justitie :
Question no 749 de Mme Frieda Brepoels du 28 octobre 2002 (N.) au ministre de la Justice :
Elektronische uitgave van het Belgisch Staatsblad. — Auteursrechten.
E´dition électronique du Moniteur belge. — Droits d’auteurs. ` compter du 1er janvier 2003, la version papier du A Moniteur belge disparaıˆtra. Certains citoyens souhaiteront évidemment consulter les éditions électroniques sur le site internet pour ensuite les imprimer. En effet, on peut penser que la version papier conservera la préférence des lecteurs. Mais si l’on ne dispose pas d’un matériel d’impression à haut débit, cela peut poser problème dans la mesure ou` de nombreux textes et arrêtés comportent des dizaines, voire des centaines de pages.
Vanaf 1 januari 2003 zal de papieren versie van het Belgisch Staatsblad verdwijnen. Vanzelfsprekend zullen er burgers zijn die via het internet de digitale publicaties willen raadplegen om deze vervolgens af te drukken. We mogen er immers vanuit gaan dat de papieren versie in bepaalde gevallen de voorkeur blijft genieten. Wanneer men echter niet in het bezit is van de benodigde hoge-capaciteitsafdrukapparatuur kan dit een probleem vormen, aangezien vele teksten en besluiten vaak uit tientallen en zelfs honderden bladzijden kunnen bestaan. Overeenkomstig de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, bepaalt de wetgever in artikel 8, § 2 dat er geen auteursrecht bestaat op officie¨le akten van de overheid. Met andere woorden, de inhoud van de berichten, zowel in tekstvorm als in beeldvorm, is vrij van auteursrechten. De vraag rijst of dit ook zo is wat betreft de opmaak.
Dans la loi du 30 juin 1994 relative aux droits d’auteurs et aux droits voisins, le législateur dispose, à l’article 8, § 2 que les actes officiels de l’autorité ne donnent pas lieu aux droits d’auteurs. En d’autres termes, le contenu des avis, tant sous forme de texte que d’image, est exonéré de droits d’auteurs. La question est de savoir si cette disposition s’applique également à la mise en page.
1. a) Is er sprake van een inbreuk op de auteurswetgeving wanneer een burger of een bedrijf de elektronische versie van het Belgisch Staatsblad tegen betaling afdrukt ?
1. a) Une entreprise ou un citoyen enfreignent-ils la législation sur les droits d’auteurs lorsqu’ils impriment, contre paiement, la version électronique du Moniteur belge ?
b) Of valt dit eveneens en integraal onder de vrijstelling zoals bepaald in artikel 8, § 2, van de voornoemde wet van 30 juni 1994 ?
b) Ou cette pratique bénéficie-t-elle également et intégralement de l’exonération visée à l’article 8, § 2, de la loi du 30 juin 1994 susmentionnée ?
2. Indien dit niet het geval is, kan u dan meedelen hoe men dit binnen het wettelijke kader zal oplossen vo´o´r de definitieve afschaffing van de papieren versie van het Belgisch Staatsblad in voege treedt ?
2. Dans la négative, pourriez-vous m’indiquer comment ce problème sera résolu dans le respect du cadre légal avant que la suppression définitive de la version papier du Moniteur belge ne soit effective ?
Antwoord van de minister van Justitie van 5 december 2002, op de vraag nr. 749 van mevrouw Frieda Brepoels van 28 oktober 2002 (N.) :
Réponse du ministre de la Justice du 5 décembre 2002, à la question no 749 de Mme Frieda Brepoels du 28 octobre 2002 (N.) :
In antwoord op haar vraag kan ik het geachte lid meedelen dat ik in mijn ingediende ontwerptekst betreffende de vastlegging van de publicatieprocedure in het Belgisch Staatsblad een tekst die deel zal uitmaken van de programmawet — uitdrukkelijk een artikel heb opgenomen dat het gebruik van de door het Belgisch Staatsblad ter beschikking gestelde beeldbestanden vrijstelt van om het even welke vergoeding, zowel voor persoonlijk als commercieel gebruik.
En réponse à sa question, je peux porter à la connaissance de l’honorable membre que le projet de texte établissant la procédure de publication au Moniteur belge, tel que je l’ai déposé et qui fera partie de la loi-programme, contient explicitement un article aux termes duquel l’utilisation des fichiers images mis à la disposition par le Moniteur belge, que ce soit pour usage commercial ou privé, est exemptée de toute rémunération.
Het zou immers ongepast zijn om het drukken van het Belgisch Staatsblad in grotere oplage af te schaffen
En effet, il ne siérait pas de supprimer l’impression du Moniteur belge à grand tirage et de mettre les
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18757
en de bestanden enkel via het internet ter beschikking te stellen om nadien auteursrechten te gaan opeisen van diegenen die de teksten zouden gaan afprinten of verder verwerken.
fichiers uniquement à la disposition sur internet pour ensuite réclamer des droits d’auteur à ceux qui impriment les textes ou les utilisent pour un traitement ultérieur.
Indien het geachte lid, naast deze uitleg, nog bijkomende informatie wenst omtrent haar vragen 1.a) en 1.b) dan moet ik haar doorverwijzen naar mijn collega van Economische Zaken. De dienst Auteursrechten maakt immers nu deel uit van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie.
Si l’honorable membre souhaite que la présente réponse soit complétée par de plus amples informations concernant ses questions 1.a) et 1.b), je dois la renvoyer à mon collègue des Affaires économiques. Le service Droits d’auteur fait en effet désormais partie du SPF Economie, PME, Classes moyennes et E´nergie.
DO 2002200300205
DO 2002200300205
Vraag nr. 757 van de heer John Spinnewyn van 12 november 2002 (N.) aan de minister van Justitie :
Question no 757 de M. John Spinnewyn du 12 novembre 2002 (N.) au ministre de la Justice :
Gevangenis van Turnhout. — Onderhouds- en herstellingswerken.
Prison de Turnhout. — Travaux d’entretien et de réfection.
Volgens tal van personeelsleden uit de gevangenis van Turnhout worden de nodige onderhouds- en herstellingswerken niet of niet grondig uitgevoerd. Ook na de storm van zondag 27 oktober 2002, waarbij een dak werd beschadigd, was het volgens hen behelpen met het meest noodzakelijke, zonder dat er werk gemaakt werd van een degelijke en efficie¨nte herstelling. Naar verluidt zouden er geen middelen zijn om een en ander te bekostigen. Het personeel is van mening dat de nodige gelden prioritair anders en elders aangewend worden.
De nombreux membres du personnel de la prison de Turnhout se plaignent de ce que les travaux d’entretien et de réfection indispensables ne sont pas effectués ou en tout cas pas comme il sied. Ainsi, après la tempête du dimanche 27 octobre 2002, qui a endommagé une toiture, on aurait paré au plus pressé sans véritablement procéder à une réparation sérieuse et efficace. Il semble que les moyens manquent pour supporter ces couˆts. Le personnel est d’avis que l’argent doit prioritairement être affecté autrement et à d’autres fins.
1. Zijn deze opmerkingen van de Turnhoutse cipiers terecht ?
1. Les observations des gardiens de la prison de Turnhout sont-elles fondées ?
2. Zo ja, welke initiatieven zijn er reeds genomen om deze toestand te verhelpen ?
2. Dans l’affirmative, quelles initiatives ont-elles déjà été prises pour remédier à cette situation ?
3. Welke diensten worden ingezet om binnen de gevangenissen onderhouds- en herstellingswerken uit te voeren ?
` quels services fait-on appel pour réaliser les 3. A travaux d’entretien et de réfection dans les prisons ?
4. Hoe groot is de getalsterkte van het onderhoudspersoneel in de gevangenis van Turnhout ?
4. Quel est le cadre du personnel d’entretien à la prison de Turnhout ?
5. Kunnen zij zich laten bijstaan door externe diensten om schade te herstellen ?
5. Peut-il demander l’assistance de services extérieurs pour procéder à la réparation des dégaˆts ?
6. Is er een afgelijnd budget voorzien per gevangenis om onderhouds- en herstellingswerken te kunnen uitvoeren ?
6. Y a-t-il, par prison, un budget spécifique permettant de réaliser les travaux d’entretien et de réfection ?
7. Zijn er prioritaire onderhouds- en herstellingswerken en, zo ja, welke ?
7. Des travaux d’entretien et de réfection sont-ils jugés prioritaires et, dans l’affirmative, lesquels ?
8. Welke procedure wordt gevolgd na vaststelling van schade teneinde de nodige werken te kunnen uitvoeren ?
8. Quelle est, après constatation de dégaˆts, la procédure suivie pour faire procéder aux travaux nécessaires ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18758
Antwoord van de minister van Justitie van 5 december 2002, op de vraag nr. 757 van de heer John Spinnewyn van 12 november 2002 (N.) :
Réponse du ministre de la Justice du 5 décembre 2002, à la question no 757 de M. John Spinnewyn du 12 novembre 2002 (N.) :
1 tot 3. Ik herinner het geachte lid eraan dat in haar hoedanigheid van eigenaar, de Regie der Gebouwen de enige bevoegde instantie is om onderhouds- en herstellingswerken van een bepaalde omvang uit te voeren. In dringende gevallen zoals tijdens de storm van 27 oktober 2002 trachten de technici van de strafinrichtingen het probleem voorlopig op te lossen in afwachting van de tussenkomst van de Regie der Gebouwen, die onmiddellijk verwittigd wordt.
1 à 3. Je rappelle à l’honorable membre que la Régie des Baˆtiments, en sa qualité de propriétaire, est seule compétente pour exécuter les travaux de réparation et d’entretien d’une certaine ampleur. En cas d’urgence, comme cela a été le cas lors à la tempeˆte du 27 octobre 2002, les techniciens des établissements pénitentiaires s’efforcent de remédier provisoirement au problème en attendant l’intervention de la Régie des Baˆtiments, qui est immédiatement avertie.
4. De technische ploeg van Turnhout bestaat uit vijf beambten (drie voor het onderhoud en twee voor de keuken).
4. L’équipe de techniciens de Turnhout comprend cinq agents (trois pour l’entretien et deux pour la cuisine);
5 en 6. Gezien de exclusieve bevoegdheid van de Regie der Gebouwen is het antwoord negatief.
5 et 6. La réponse est négative vu la compétence exclusive de la Régie des Baˆtiments.
7. Het bepalen van de prioriteiten houdt rechtstreeks verband met de mogelijkheden tot tussenkomst die de Regie heeft zowel op het vlak van de middelen als op het vlak van de planning. Het spreekt uiteraard voor zich dat het dagelijkse leven en de veiligheid van de strafinrichting absolute voorrang hebben.
7. La définition des priorités est directement liée aux possibilités d’intervention de la Régie tant en termes de moyens qu’en termes de délais. Il va de soi évidemment que le fonctionnement normal et en particulier la sécurité des établissements pénitentiaires constituent une priorité absolue.
8. Zoals hoger bepaald wordt de Regie der Gebouwen onmiddellijk verwittigd en trachten de technici de dringende problemen voorlopig op te lossen.
8. Comme expliqué avant, la Régie des Baˆtiments est immédiatement avertie en cas de dégaˆts et les techniciens s’efforcent de remédier provisoirement aux problèmes urgents.
Minister van Financie¨n
Ministre des Finances
DO 1999200000558
DO 1999200000558
Vraag nr. 198 van mevrouw Trees Pieters van 10 januari 2000 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 198 de Mme Trees Pieters du 10 janvier 2000 (N.) au ministre des Finances :
Inkomstenbelastingen. — Arrest van het Arbitragehof. — Arbeidsongeval of beroepsziekte. — Vergoedingen. — Belastbaarheid.
Impoˆts sur les revenus. — Arrêt de la Cour d’arbitrage. — Accident de travail ou maladie professionnelle. — Indemnités. — Imposition.
Bij arrest nr. 132/98 van 9 december 1998 van het Arbitragehof (Belgisch Staatsblad van 19 maart 1999) werd gesteld dat artikel 32bis van het WIB 64, thans artikel 34, § 1, 1o, WIB 92 een schending vormde van artikel 10 van de gecoo¨rdineerde Grondwet. De vergoedingen gestort met toepassing van de « arbeidsongevallenwetgeving » tot herstel van een blijvende ongeschiktheid, zonder dat er voor het slachtoffer van een arbeidsongeval of een beroepsziekte sprake was van een inkomstenderving, zijn immers niet meer belastbaar.
Dans son arrêt no 132/98 du 9 décembre 1998 (Moniteur belge du 19 mars 1999), la Cour d’arbitrage dit pour droit que l’article 32bis du CIR 64, actuellement l’article 34, § 1er, 1o, du CIR 92, viole l’article 10 de la Constitution. Les indemnités versées dans le cadre de la législation sur les accidents de travail en réparation d’une incapacité permanente, sans qu’il y ait perte de revenus dans le chef de la victime d’un accident de travail ou d’une maladie professionnelle, ne sont en effet plus imposables.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18759
Uit een recente publicatie in het Belgisch Staatsblad van 1 januari 2000 (blz. 76) blijkt dat twee belastingadministraties zich bij dit arrest inmiddels hebben aangesloten.
Il ressort d’un avis publié au Moniteur belge du 1er janvier 2000 (p. 76) que deux administrations fiscales se sont entre-temps ralliées à l’arrêt en question.
In de praktijk rijzen evenwel de volgende pertinente vragen voor de getroffen belastingplichtigen die in het verleden ten onrechte bedoelde sommen als een belastbaar beroepsinkomen hebben aangegeven.
Dans la pratique, toutefois, il se pose un certain nombre de problèmes pour les contribuables qui, par le passé, ont déclaré induˆment les sommes en question comme revenus professionnels imposables.
1. Geldt de inhoud van dit Arbitragearrest voor :
1. L’arrêt de la Cour d’arbitrage s’applique-t-il :
a) zowel alle Belgische arbeiders als voor alle bedienden in de private sector;
a) à tous les travailleurs et employés belges du secteur privé;
b) alle federale ambtenaren;
b) à tous les fonctionnaires fédéraux;
c) alle ambtenaren van de communautaire gemeenschappen ?
c) à tous les fonctionnaires des communautés ?
2. Vanaf welke precieze datum zullen de buitendiensten van alle betrokken belastingadministraties dit arrest in de praktijk concreet omzetten ten behoeve van de vele loontrekkers ?
` partir de quelle date exactement les services 2. A extérieurs de l’ensemble des administrations fiscales concernées tiendront-ils compte, dans la pratique, du contenu de cet arrêt ?
3. Heeft de in het arrest beoogde belastingvrijstelling inderdaad tegelijkertijd betrekking op :
3. L’exonération d’impoˆt visée dans l’arrêt portet-elle effectivement en même temps sur :
a) een integrale vrijstelling inzake personenbelasting en aanvullende gemeentebelastingen;
a) une exonération intégrale en matière d’impoˆt des personnes physiques et de taxe communale additionnelle;
b) het niet meer verschuldigd zijn van de voorheen ingehouden bedrijfsvoorheffing ?
b) la suppression des retenues en matière de précompte professionnel ?
4. A. Is dit arrest van het Arbitragehof van toepassing op alle schadevergoedingen toegekend als :
4. A. Cet arrêt de la Cour d’arbitrage s’applique-t-il à toutes les indemnités accordées en tant que :
a) een eenmalig kapitaal;
a) capital unique;
b) een jaarlijkse rente;
b) rente annuelle;
c) een « volledig » herstel;
c) réparation totale;
d) een « gedeeltelijk » herstel;
d) réparation partielle;
e) een pensioen ?
e) pension ?
B. Zal de nieuwe toelichtingbrochure bij de aangifte in de personenbelasting (aanslagjaar 2000) en het bericht aan de werkgevers daarbij eveneens in de vereiste zin worden aangepast ?
B. La nouvelle brochure explicative qui accompagne la déclaration à l’impoˆt des personnes physiques (exercice d’imposition 2000) et l’avis destiné aux employeurs seront-ils également adaptés ?
5. Welke concrete verantwoordingsstukken dienen de schadelijders voortaan eventueel aan de onderzoekende belastingambtenaren voor te leggen tot staving van het definitief bekomen van de hen toekomende bronvrijstelling en de vrijstelling van personenbelasting ?
5. Quelles pièces justificatives les personnes concernées doivent-elles soumettre aux fonctionnaires fiscaux pour justifier l’obtention de l’exonération du précompte et de l’impoˆt des personnes physiques ?
6. Om welke gegronde, zorgvuldige en wettige redenen werd de beslissing van de fiscale administraties blijkbaar voor het eerst slechts bekendgemaakt op 1 januari 2000, terwijl op die datum in principe nu net weer een verjaringstermijn inzake personenbelasting en bedrijfsvoorheffing was verstreken ?
6. Pour quels motifs légaux et justifiés la décision des administrations fiscales n’a-t-elle été rendue publique que le 1er janvier 2000, précisément à l’échéance d’un délai de prescription en matière d’impoˆt des personnes physiques et de précompte professionnel ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2400
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18760
7. a) Binnen welke termijnen en bij welke fiscale of gerechtelijke instanties, federale ombuds- en informatieambtenaren kunnen de talrijk geraakte loontrekkers zich rechtstreeks richten om de onmiddellijke terugvordering te bekomen van :
7. a) Dans quels délais et à quelles autorités fiscales et judiciaires, médiateurs fédéraux ou autres fonctionnaires les nombreux salariés concernés peuvent-ils s’adresser directement pour obtenir la récupération immédiate :
— het marginaal bedrag en tarief aan gevorderde personenbelasting;
— des montants versés à l’impoˆt des personnes physiques;
— de ingehouden bedrijfsvoorheffing ?
— du précompte professionnel retenu ?
b) Kan ook de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing (de werkgever en/of de verzekeringsmaatschappij) een bezwaarschrift of een verzoekschrift inzake bedrijfsvoorheffing indienen bij de Documentatiecentra voor bedrijfsvoorheffing of bij de bevoegde gewestelijke directeurs ?
b) Le débiteur du précompte professionnel (l’employeur et/ou la compagnie d’assurances) peut-il également introduire une réclamation ou une pétition auprès du centre de documentation du précompte professionnel ou auprès des directeurs régionaux compétents ?
8. In welke vorm (bezwaarschrift, verzoekschrift tot ambtshalve ontheffing of klaagschrift), voor welke precieze aanslagjaren zowel inzake personenbelasting als inzake bedrijfsvoorheffing en bij toepassing van welke wetsbepalingen kunnen al deze loontrekkers en/ of schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing hun reclamatierecht uitoefenen, in acht genomen het feit dat dit arrest reeds geveld werd op datum van 9 december 1998 en de op die laatste datum nog bestaande onderzoeks-, aanslag- en bezwaartermijnen ?
8. Sous quelle forme (réclamation, requête de dégrèvement d’office, cahier de doléances), pour quels exercices d’imposition tant en matière d’impoˆt des personnes physiques qu’en matière de précompte professionnel et en application de quelles dispositions légales les salariés et/ou débiteurs du précompte professionnel peuvent-ils exercer leur doit de réclamation, compte tenu notamment du fait que l’arrêt en question a été rendu le 9 décembre 1998 et des délais d’examen, d’imposition et de réclamation en cours à cette date ?
9. Voor het vellen van bedoeld arrest had de belastbaarheid onmiskenbaar ernstige financie¨le gevolgen voor vele loontrekkers met een gering inkomen.
9. Avant que l’arrêt en question ne soit rendu, la taxation des indemnités en question a eu incontestablement de graves conséquences financières pour de nombreux salariés au faible revenu.
Welke « positieve » maatregelen zullen de belastingadministraties nemen ten aanzien van die categorie van belastingplichtigen die helaas geen bezwaarschrift (meer) kan indienen ? De beoogde nietigverklaring van artikel 32bis WIB 64 zou immers geen afbreuk mogen doen aan de essentie¨le beginselen van de rechterlijke organisatie en daarmee samenhangend aan de jurisdictionele waarborgen die elke burger moet toekomen.
Quelles mesures « positives » les administrations fiscales ont-elles l’intention de prendre en faveur des contribuables qui n’ont malheureusement plus la possibilité d’introduire une réclamation ? L’annulation de l’article 32bis du CIR 64 ne doit en effet pas porter préjudice aux principes essentiels de l’organisation judiciaire, et, dès lors, aux garanties juridictionnelles dont bénéficie tout citoyen.
10. Kan u, puntsgewijze, uw algemene ziens- en handelwijze weergeven in het licht van alle bestaande wettelijke en reglementaire bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en in het licht van een klantvriendelijk, zorgvuldig en behoorlijk fiscaal beleid ?
10. Pourriez-vous, point par point, indiquer votre position générale à la lumière des dispositions légales et réglementaires du Code des impoˆts sur les revenus 1992 et dans le cadre d’une bonne politique fiscale ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 4 december 2002, op de vraag nr. 198 van mevrouw Trees Pieters van 10 januari 2000 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 4 décembre 2002, à la question no 198 de Mme Trees Pieters du 10 janvier 2000 (N.) :
Naar aanleiding van het arrest nr. 132/98 van 9 december 1998 van het Arbitragehof heeft het Parlement op mijn initiatief een wet gestemd waarbij het belastingstelsel werd gewijzigd van de vergoedingen wegens blijvende ongeschriktheid die worden toegekend in het kader van de wetgeving op de arbeidsonge-
Suite à l’arreˆt no 132/98 rendu le 9 décembre 1998 par la Cour d’arbitrage, le Parlement a voté, sur ma proposition, une loi modifiant le régime fiscal des indemnités pour incapacité permanente octroyées dans le cadre de la législation sur les accidents du travail et ` ce propos, je renvoie à les maladies professionnelles. A
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18761
vallen en beroepsziekten. Terzake verwijs ik naar de wet van 19 juli 2000 tot wijziging van de artikelen 34, § 1, en 39, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (Belgisch Staatblad van 4 augustus 2000).
la loi du 19 juillet 2000 visant à modifier les articles 34, § 1er, et 39, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (Moniteur belge du 4 aouˆt 2000).
Om de burgers zo goed mogelijk te informeren, heb ik het initiatief genomen om een informatiebrochure (300 000 exemplaren) aan de verkrijgers van dergelijke vergoedingen toe te sturen, waarin de nieuwe vrijstellingsregeling, evenals de procedures tot rechtzetting werden uiteengezet. Een exemplaar van deze brochure zal rechtstreeks aan het geacht lid worden toegezonden waarin hij het antwoord op de gestelde vragen gelieve te willen vinden. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
Avec le souci d’une meilleure information des citoyens, j’ai pris l’initiative d’adresser aux bénéficiaires de telles indemnités une brochure d’information (300 000 exemplaires) dans laquelle la nouvelle réglementation en matière d’exonération ainsi que les procédures de rectification ont été explicitées. Un exemplaire de cette brochure sera adressé directement à l’honorable membre dans lequel il voudra bien trouver les réponses aux questions posées. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut eˆtre consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).
DO 2000200110333
DO 2000200110333
Vraag nr. 539 van de heer Alfons Borginon van 15 december 2000 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 539 de M. Alfons Borginon du 15 décembre 2000 (N.) au ministre des Finances :
Kadastraal inkomen. — Gebouwen met een historische hoge economische waarde.
Revenu cadastral. — Immeubles possédant une grande valeur économique historique.
In sommige verouderde en vervallen winkelstraten ligt het kadastraal inkomen van gebouwen zeer hoog omwille van de historische hoge economische waarde van de straat.
Dans certaines rues commerçantes vétustes, le revenu cadastral des immeubles est très élevé en raison de la grande valeur économique historique de la rue.
Dit maakt het voor potentie¨le middenstanders zeer onaantrekkelijk om zich te vestigen of zelfs om er te blijven en het heeft tot gevolg dat een herwaardering en een heropbloei van deze straten zeer moeilijk is.
Cette situation est de nature à refroidir l’enthousiasme des commerçants qui voudraient s’y établir ou même y demeurer, ce qui entrave considérablement la revalorisation et le renouveau de ces rues.
1. Is het zo dat het kadastraal inkomen op gebouwen met een hoge historische economische waarde relatief hoger ligt ?
1. Est-il exact que le revenu cadastral des immeubles possédant une haute valeur économique historique est relativement plus élevé que celui d’autres immeubles ?
2. Welke maatregelen overweegt u hiervoor te treffen ?
2. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour remédier à ce problème ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 4 december 2002, op de vraag nr. 539 van de heer Alfons Borginon van 15 december 2000 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 4 décembre 2002, à la question no 539 de M. Alfons Borginon du 15 décembre 2000 (N.) :
Het kadastraal inkomen van gebouwde percelen wordt door het Kadaster vastgesteld met toepassing van de artikelen 471, § 2 en 477, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 op grond van de gemiddelde nettohuurwaarden op het referentietijdstip bepaald door artikel 486 van hetzelfde wetboek, namelijk 1 januari 1975.
Le revenu cadastral des parcelles baˆties est déterminé par le Cadastre, en application des articles 471, § 2 et 477, du Code des impoˆts sur les revenus 1992, sur base des valeurs locatives moyennes normales nettes à l’époque de référence définie à l’article 486 du meˆme code, à savoir le 1er janvier 1975.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18762
De uitvoering van een algemene perequatie laat een herziening toe van alle in Belgie¨ gelegen onroerende goederen met het oog op de opname van hun precieze fysische toestand, teneinde de harmonie te verwezenlijken tussen de kadastrale inkomens van onroerende goederen met verschillende ligging, aard en ouderdom.
L’exécution d’une péréquation générale permet un réexamen de tout le parc immobilier belge en vue de relever son état physique exact afin d’obtenir l’harmonisation des revenus cadastraux entre des immeubles de situations, de genres et d’aˆges différents.
De uitvoering en de toepassing van de resultaten van een algemene perequatie, moeten begeleid worden door wettelijke beschikkingen waarbij de federale en regionale overheden betrokken zijn.
La réalisation et l’application des résultats d’une péréquation générale, doivent s’accompagner d’un dispositif légal associant les pouvoirs fédéral et régionaux.
Niettemin vereist het opzet van een algemene perequatie bepaalde middelen, zowel inzake personeel als inzake materieel, die toelaten over te gaan tot het systematisch bezoek van de onroerende goederen, de opname van de huurprijzen, de studie van de huurmarkt, de schatting van elk goed op grond van de bekomen inlichtingen, enzovoort.
Cependant, la mise en œuvre d’une péréquation générale des revenus cadastraux nécessite certains moyens, tant en personnel qu’en matériel, permettant la visite systématique des immeubles, le relevé des loyers, l’étude du marché locatif, l’expertise de chaque bien sur base des informations obtenues, etc.
Bovendien bestaat er, in de gegeven omstandigheden, op heden geen ontwerp van algemene perequatie van de kadastrale inkomens.
Aussi, compte tenu des circonstances, il n’existe pas, à ce jour, de projet de péréquation générale des revenus cadastraux.
DO 2000200110383
DO 2000200110383
Vraag nr. 549 van mevrouw Maggie De Block van 22 december 2000 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 549 de Mme Maggie De Block du 22 décembre 2000 (N.) au ministre des Finances :
Bedrijfsvoorheffing. — Niet-belastbare arbeidsongevallen- en beroepsziektevergoedingen. — Verzoek tot ambtshalve ontheffing.
Précompte professionnel. — Indemnités non imposables pour accidents du travail et maladies professionnelles. — Demande de dégrèvement d’office.
De belasting van een arbeidsongevallenvergoeding die uitbetaald wordt wegens een blijvende arbeidsongeschiktheid, terwijl er geen inkomensderving is, is volgens het Arbitragehof strijdig met het grondwettelijk gewaarborgd gelijkheidsbeginsel (Arbitragehof, 9 december 1998, Belgisch Staatsblad van 19 maart 1999).
L’imposition d’une indemnité versée en réparation d’une incapacité de travail permanente sans qu’il y ait perte de revenus est, selon la Cour d’arbitrage, contraire au principe d’égalité garanti par la Constitution (Cour d’arbitrage, 9 décembre 1998, Moniteur belge du 19 mars 1999).
De administratie heeft dit beginsel uitgebreid tot de vergoedingen wegens beroepsziekte (Ci. RH. 241/ 532.384 van 10 januari 2000).
L’administration a élargi le champ d’application de ce principe aux indemnités versées en réparation de maladies professionnelles (Ci. RH. 241/532.384 du 10 janvier 2000).
In de brochure die werd toegezonden aan de genieters van bedoelde inkomsten staat te lezen dat voor de aanslagen gevestigd in 1998 en 1999 (dus hoofdzakelijk aanslagjaar 1998) geen ontheffing van ambtswege mogelijk is. Zowel de administratieve commentaar (Com. IB 376/20 tot 22) als de antwoorden van de minister van Financie¨n op verschillende parlementaire vragen bevestigen nochtans dat de administratie in bedoeld geval ambtshalve ontheffing verleent. Wanneer de administratie nu plots haar interpretatie van artikel 376, § 3, WIB 1992 herziet na het verstrijken van de bezwaartermijn voor aanslagen met betrek-
Dans la brochure envoyée aux bénéficiaires des revenus visés, on peut lire que pour les impositions établies en 1998 et 1999 (donc, principalement, au cours de l’exercice d’imposition 1998), aucun dégrèvement d’office ne peut être accordé. Tant les commentaires administratifs (Com. IR 376/20 à 22) que les réponses du ministre des Finances à différentes questions parlementaires confirment néanmoins que l’administration accorde un dégrèvement d’office dans le cas visé. Si l’administration revoyait tout à coup son interprétation de l’article 376, § 3, CIR 1992, après l’expiration du délai de réclamation pour les imposi-
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18763
king tot het aanslagjaar 1998 gevestigd in 1998 of 1999, schendt zij de beginselen van behoorlijk bestuur, meer bepaald het rechtszekerheidsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel.
tions se rapportant à l’exercice d’imposition 1998 et établies en 1998 et 1999, elle enfreindrait les principes de bonne administration, plus particulièrement le principe de sécurité juridique et celui d’administration consciencieuse.
Het hof van beroep te Antwerpen oordeelde immers op 16 januari 1995 (FJF 95/147) dat de miskenning van de inhoud van een door de administratie zelf uitgevaardigde circulaire die pas verschenen is na het verstrijken van de bezwaartermijn strijdig is met de beginselen van behoorlijk bestuur, meer bepaald het zorgvuldigheidsbeginsel. Ook het Hof van Cassatie besliste « dat het recht op rechtszekerheid onder meer inhoudt dat de burger moet kunnen vertrouwen op wat door hem niet anders kan worden opgevat als een vaste gedrags- of beleidsregel van de overheid; dat bijgevolg de openbare diensten in beginsel de gewettigde verwachtingen die zij bij de burger hebben gewekt, dienen in te lossen » (Cass. 13 februari 1997, RW 1997-1998, 400).
La cour d’appel d’Anvers a en effet estimé le 16 janvier 1995 (FJF, 95/147) que la méconnaissance du contenu d’une circulaire prise par l’administration elle-même et n’ayant été publiée qu’après l’expiration du délai de réclamation était contraire aux principes de bonne administration, plus particulièrement à celui d’administration consciencieuse. De même, la Cour de cassation a estimé que le droit à la sécurité juridique implique notamment que le citoyen doit pouvoir se fier à ce qu’il ne peut interpréter que comme une règle de conduite ou de politique constante de l’autorité publique; que par conséquent les services publics sont en principe tenus de répondre aux attentes légitimes qu’ils ont suscitées ches les citoyens (Cass. 13 février 1997, RW 1997-1998, 400).
Naar verluidt wisselt de administratie het geweer van schouder op basis van de rechtspraak van einde jaren 80. Het huidige wetboek is nochtans gecoo¨rdineerd in 1992. De nieuwe administratieve commentaar is nog van latere datum. Bovendien is er rechtspraak te vinden van latere datum die zegt dat een ontheffing van ambtswege in een dergelijk geval wel degelijk mogelijk is (zie hiervoor Antwerpen, 17 december 1990, FJF 91/129).
Il me revient que l’administration changerait son fusil d’épaule sur la base de la jurisprudence de la fin des années 80. Or, le code actuel a été coordonné en 1992 et les nouveaux commentaires administratifs sont encore plus récents. En outre, il existe une jurisprudence récente qui dispose qu’un dégrèvement d’office peut bel et bien être accordé dans un tel cas (cf. ciavant Anvers, 17 décembre 1990, FJF 91/129).
Het overschot van voorheffingen moet door de administratie zijn vastgesteld of aan de administratie worden meegedeeld binnen drie jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar waartoe de belasting behoort waarmede deze voorheffingen worden verrekend. Belastingplichtigen die een ambtshalve ontheffing vragen voor aanslagjaar 1998 (aanslagen gevestigd in 1998 of 1999) kunnen dus teruggave van voorheffingen krijgen wanneer zij dit vragen uiterlijk op 31 december 2000.
L’excédent des précomptes doit avoir été établi par l’administration ou avoir été communiqué à l’administration dans les trois ans à compter du 1er janvier de l’exercice d’imposition dont relève l’imposition avec laquelle ces précomptes sont imputés. Les contribuables qui demandent un dégrèvement d’office pour l’exercice d’imposition 1998 (impositions établies en 1998 ou 1999) peuvent donc obtenir une restitution de précomptes s’ils en font la demande au plus tard le 31 décembre 2000.
1. a) Bent u het met dit standpunt eens ?
1. a) Souscrivez-vous à ce point de vue ?
b) Zo neen, waarom niet ?
b) Dans la négative, pourquoi pas ?
2. Welke maatregelen overweegt u te nemen om de bedrijfsvoorheffing die ingehouden werd op de nietbelastbare arbeidsongevallen- en beroepsziektevergoedingen die belast werden in 1998 of 1999 terug te betalen indien er tijdig een verzoek tot ambtshalve ontheffing werd ingediend ?
2. Quelles mesures envisagez-vous pour rembourser le précompte professionnel retenu sur les indemnités non imposables versées en réparation d’accidents du travail ou de maladies professionnelles qui ont été imposées en 1998 ou 1999 si une demande de dégrèvement d’office a été introduite en temps opportun ?
3. Artikel 376, § 3, WIB 1992 staat ook een ambtshalve ontheffing toe wanneer het overschot van voorheffingen is vastgesteld door de administratie. Vermits de administratie alle betrokkenen een brochure heeft toegezonden, was zij inderdaad op de hoogte van het overschot van voorheffingen in al deze dossiers.
3. L’article 376, § 3, CIR 1992 autorise également un dégrèvement d’office si l’excédent de précomptes a été établi par l’administration. Celle-ci ayant envoyé une brochure à tous les intéressés, elle était effectivement au courant de l’excédent de précomptes dans tous ces dossiers.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18764
Welke maatregelen overweegt u te treffen om de bedrijfsvoorheffing die ingehouden werd op de nietbelastbare arbeidsongevallen- en beroepsziektevergoedingen die belast werden in 1998 of 1999 terug te betalen indien er geen tijdig verzoek tot ambtshalve ontheffing werd ingediend ?
Quelles mesures envisagez-vous pour rembourser le précompte professionnel retenu sur les indemnités non imposables versées en réparation d’accidents du travail ou de maladies professionnelles qui ont été imposées en 1998 ou 1999 si aucune demande de dégrèvement d’office n’a été introduite en temps opportun ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 2 december 2002, op de vraag nr. 549 van mevrouw Maggie De Block van 22 december 2000 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 2 décembre 2002, à la question no 549 de Mme Maggie De Block du 22 décembre 2000 (N.) :
Ik wil het geachte lid verwijzen naar het antwoord op de parlementaire vraag nr. 445 van volksvertegenwoordiger Jo Vandeurzen van 5 september 2000 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 61 van 29 januari 2001, blz. 6885) evenals het antwoord op de parlementaire vraag nr. 486 van volksvertegenwoordigster Trees Pieters van 23 oktober 2000 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 62 van 5 februari 2001, blz. 6994).
Je renvoie l’honorable membre à la réponse apportée à la question parlementaire no 445 du représentant Jo Vandeurzen du 5 septembre 2000 (Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 61 du 29 janvier 2001, p. 6885) ainsi qu’à celle apportée à la question parlementaire no 486 de la députée Trees Pieters du 23 octobre 2000 (Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 62, du 5 février 2001, p. 6994).
Voor de aanslagjaren 1998 en vorige is een ontheffing van ambtswege overeenkomstig artikel 376 WIB 1992, slechts mogelijk indien op 19 maart 1999, dat wil zeggen op de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad van het arrest nr. 132/98 van 9 december 1998 van het Arbitragehof, de bezwaartermijn voor die aanslagjaren verstreken was.
Pour les exercices d’imposition 1998 et antérieurs, un dégrèvement d’office conformément à l’article 376 CIR 1992, n’est possible que si au 19 mars 1999, soit à la date de publication au Moniteur belge de l’arrêté de la Cour d’arbitrage no 132/98 du 9 décembre 1998, le délai de réclamation pour ces exercices d’imposition était expiré.
Was de bezwaartermijn op 19 maart 1999 niet verstreken dan diende herziening van de aanslag te worden gevraagd via een bezwaarschrift. De bezwaarprocedure is immers de algemene regel en de ontheffing van ambtswege slechts een uitzonderingsprocedure zodat de mogelijkheden tot toepassing van die laatste procedure van strikte interpretatie zijn. Na de publicatie van het arrest van het Arbitragehof van 9 december 1998 in het Belgisch Staatsblad van 19 maart 1999 heeft de belastingplichtige geen wettige reden meer om na de bezwaartermijn het nieuwe feit aan te voeren.
Si le délai de réclamation n’était pas expiré au 19 mars 1999, il convenait alors de demander la révision de l’imposition par le biais d’une réclamation. La procédure de réclamation est la règle générale et le dégrèvement d’office n’est qu’une procédure exceptionnelle, de sorte que les possibilités d’application de cette dernière procédure sont de stricte interprétation. Après la publication de l’arrêt de la Cour d’arbitrage du 9 décembre 1998 au Moniteur belge du 19 mars 1999, le contribuable n’a aucun motif légal pour alléguer le fait nouveau au-delà du délai de réclamation.
Voornoemd arrest van het Arbitragehof is immers te beschouwen als een nieuw feit in de zin van artikel 376, § 1, WIB 1992 maar voor de toepassing van dit artikel, wordt alleen als een nieuw feit aangemerkt, dat welk een bewijs kan opleveren dat voordien niet kon worden geleverd en dat door de belastingplichtige voor het verstrijken van de bezwaartermijn niet kon worden overgelegd of aangevoerd (Cass. van 2 december 1999, AC 1999, deel 9, nr. 652, blz. 1549). Bijgevolg geldt het arrest van het Arbitragehof alleen als een nieuw feit als de belastingplichtige dat arrest niet kon overleggen of aanvoeren voordat de bezwaartermijn was verstreken.
L’arrêt précité de la Cour d’arbitrage est à considérer comme un fait nouveau au sens de l’article 376, § 1er, CIR 1992 mais, pour l’application de cet article, est seul nouveau, le fait qui est de nature à faire une preuve qui n’avait pu être apportée antérieurement et que le contribuable n’était pas en mesure de produire ou alléguer avant l’expiration du délai de réclamation (Cass., 2 décembre 1999, AC 1999, partie 9, no 652, p. 1549). Par conséquent, l’arrêt de la Cour d’Arbitrage a valeur de fait nouveau seulement si le contribuable ne pouvait le produire ou l’invoquer avant l’expiration du délai de réclamation.
Terzake gaat het ook niet om een overschot van voorheffingen in de zin van artikel 376, § 3, 1o, WIB 1992. Uit een vaste cassatierechtspraak volgt dat als de belasting wordt ingekohierd en verrekend met de voorheffingen en voorafbetalingen in die mate de aard
En l’occurrence, il ne s’agit pas d’un excédent de précompte au sens de l’article 376, § 3, 1o, CIR 1992. Il découle d’une nombreuse jurisprudence de cassation que lorsque l’impoˆt calculé en fonction des précomptes et versements anticipés est enroˆlé, ces précomptes et
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18765
krijgen van belastingen (zie in die zin, Cass., 7 december 1972, Bulletin nr. 514, blz. 111; Cass., 4 mei 1995, AC 1995, deel 4, nr. 225, blz. 455; Cass., 26 maart 1998, AC 1998, deel 3, nr. 170, blz. 374).
versements anticipés obtiennent dans cette mesure le caractère d’impoˆts (voyez en ce sens Cass., 7 décembre 1972, Bulletin no 514, p. 111; Cass., 4 mai 1995, AC 1995, partie 4, no 225, p. 455; Cass., 26 mars 1998, AC 1998, partie 3, no 170, p. 374).
DO 2000200110396
DO 2000200110396
Vraag nr. 552 van de heer Yves Leterme van 5 januari 2001 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 552 de M. Yves Leterme du 5 janvier 2001 (N.) au ministre des Finances :
Fiscaal regime maaltijdtickets en maaltijdcheques.
Régime fiscal des tickets-repas et des chèques-repas.
Twee recente arresten van het hof van beroep te Antwerpen hebben het fiscaal statuut van maaltijdcheques en maaltijdtickets inzake kostenaftrek, verwerping van kosten en belastbaarheid nader bepaald.
Deux arrêts récents de la cour d’appel d’Anvers ont clarifié le statut fiscal des chèques-repas et des ticketsrepas en matière de déduction des frais, de couˆts rejetés et d’imposition.
Gevolg is onder meer dat volgens voormelde jurisprudentie de waarde van een maaltijd in termen van een belastbaar voordeel van alle aard bepaald wordt en gelijk is onafgezien of de maaltijd de vorm aanneemt van een zogenaamde sociale maaltijd of een maaltijdcheque.
Cette jurisprudence stipule ainsi que la valeur d’un repas est fixée en termes d’avantage imposable de toute nature, et reste identique que ce repas ait la forme d’un repas social ou d’un chèque-repas.
1. Tekent de Belgische Staat een voorziening in Cassatie aan tegen de bedoelde arresten van het hof van beroep te Antwerpen ?
1. L’E´tat belge se pourvoit-il en cassation contre les arrêts en question ?
2. Wat zijn naar schatting de budgettaire kosten van de consequente toepassing van de door de bedoelde arresten gegeven kwalificatie van de kosten voor het verstrekken van een maaltijd aan personeel bij wege van een maaltijdticket of een maaltijdcheque ?
` combien évalue-t-on le couˆt budgétaire de 2. A l’application de la qualification donnée dans les arrêts en question pour les frais relatifs à l’octroi d’un repas au personnel sous forme de ticket-repas ou de chèquerepas ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 4 december 2002, op de vraag nr. 552 van de heer Yves Leterme van 5 januari 2001 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 4 décembre 2002, à la question no 552 de M. Yves Leterme du 5 janvier 2001 (N.) :
1. De aftrekbaarheid als beroepskost bij de werkgever van de kosten verbonden aan het verstrekken van maaltijdcheques aan het personeel heeft de rechtspraak verdeeld.
1. La déductibilité en charges professionnelles de l’employeur des frais liés à l’attribution de chèquesrepas à son personnel a divisé la jurisprudence.
Op 6 oktober 1998 velde het hof van beroep te Antwerpen een voor de Staat gunstig arrest (zaak 1996/FR/91). Tegen dat arrest heeft appellante een voorziening in cassatie ingediend. Het Hof van Cassatie verwierp op 28 september 2001 die voorziening (zaak nr. F990010N).
Le 6 octobre 1998, la cour d’appel d’Anvers a rendu un arrêté favorable à l’E´tat (affaire 1996/FR/91). L’appelant s’est pourvu en cassation contre cet arrêt. La Cour de cassation a rejeté ce pourvoi en date du 28 septembre 2001 (affaire no F990010N).
Tegen twee arresten van het hof van beroep te Antwerpen heeft de administratie geen voorziening in cassatie ingediend gelet op de feitelijke beoordeling van de concrete toestand die aan het hof werd voorgelegd (zaak 1997/FR/217 van 1 februari 2000 en zaak 1993/FR/254 van 27 juni 2000).
L’administration s’est abstenue d’introduire un pourvoi en cassation contre deux arrêts de la cour d’appel d’Anvers (affaire 1997/FR/217 du 1er février 2000 et affaire 1993/FR/254 du 27 juin 2000) en raison de l’appréciation en fait des circonstances concrètes qui avaient été soumises à la cour.
Tegen het arrest van het hof van beroep van Antwerpen van 16 mei 2000 (zaak nr. 1997/FR/302)
L’administration a toutefois introduit un pourvoi en cassation contre l’arrêt de la cour d’appel d’Anvers du
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18766
heeft de administratie wel een voorziening in cassatie ingediend. Het Hof van Cassatie vernietigde op 28 september 2001 het bestreden arrest (zaak nr. F000082/N).
16 mai 2000 (affaire no 1997/FR/302). La Cour de cassation a cassé l’arrêt entrepris en date du 28 septembre 2001 (affaire no F000082/N).
Tot slot velde het hof van beroep te Brussel op 7 maart 2001 een voor de Staat gunstig arrest (zaak nr. 1993/FR/197). Hiertegen werd door appellante een voorziening in cassatie ingediend maar het Hof van Cassatie deed in deze zaak nog geen uitspraak.
Enfin, la cour d’appel de Bruxelles a rendu le 7 mars 2001 un arrêt favorable à l’E´tat (affaire no 1993/FR/ 197). La redevable s’est pourvue en cassation contre cet arrêt, mais la Cour de cassation ne s’est pas encore prononcée en cette affaire.
2. Het belastingbestuur beschikt terzake niet over statistische gegevens.
2. L’administration ne dispose pas de données statistiques en la matière.
DO 2001200200833
DO 2001200200833
Vraag nr. 953 van mevrouw Trees Pieters van 12 maart 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 953 de Mme Trees Pieters du 12 mars 2002 (N.) au ministre des Finances :
Inkomstenbelastingen. — Bericht van wijziging van aangifte. — Onjuiste motivering.
Impoˆts sur les revenus. — Avis de rectification de la déclaration. — Motivation incorrecte.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 346, eerste lid, WIB 1992 moet een bericht van wijziging van aangifte worden gemotiveerd.
Conformément aux dispositions de l’article 346, alinéa premier, du CIR 1992, un avis de rectification de la déclaration doit être motivé.
De verzending van een gemotiveerd bericht van wijziging van aangifte maakt immers een substantie¨le formaliteit uit waarvan de schending de onwettigheid van de aanslagprocedure oplevert. Bijgevolg is de daaropvolgende administratieve rechtshandeling, namelijk de aanslag die daarvan het resultaat vormt, in principe nietig.
L’envoi d’un avis motivé de rectification de la déclaration constitue en effet une formalité importante dont le non-respect entraıˆne la nullité de la procédure d’imposition. Il en résulte que l’acte administratif qui s’en suit, à savoir l’imposition qui en est le résultat, est en principe entaché de nullité.
Door loutere vergetelheid, door onwetendheid, omwille van tijdsgebrek en/of omwille van enige onzorgvuldigheid komt het echter af en toe wel eens ongewild voor dat die motivering verkeerd of onjuist is doordat er meestal wetsbepalingen werden ingeroepen of aangehaald die helemaal niet en/of niet meer van toepassing zijn.
Par simple omission, par ignorance, par manque de temps et/ou en raison d’une négligence quelconque, il arrive de temps à autre, involontairement sans doute, que cette motivation soit incorrecte, dans la mesure ou`, dans la plupart des cas, les dispositions légales invoquées ne sont pas ou plus du tout d’application.
Daarenboven moet vanaf 1 januari 1994 elke akte of document uitgaande van de belastingadministratie uitdrukkelijk verwijzen naar de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ongeacht het aanslagjaar waarop zij betrekking hebben (cf. artikel 46 van de wet van 28 juli 1992 en artikel 90 van de wet van 6 juli 1994).
En outre, depuis le 1er janvier 1994, tout acte ou document émanant de l’administration fiscale doit faire expressément référence aux dispositions du Code des impoˆts sur les revenus 1992, quelle que soit l’année d’imposition concernée (cf. l’article 46 de la loi du 28 juillet 1992 et l’article 90 de la loi du 6 juillet 1994).
Terzake rijzen dan ook de drie onderstaande algemene praktische vragen.
Trois questions générales d’ordre pratique se posent donc :
1. a) Zijn dergelijke « foutief » gemotiveerde berichten van wijziging volgens uw huidige administratieve normen rechtsgeldig ?
1. a) Selon vos normes administratives actuelles, de tels avis de rectification erronément motivés sont -ils valables ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18767
b) Zijn de daaruit voorvloeiende aanslagen in de personenbelasting en/of in de vennootschapsbelasting volgens uw zelfde normen « nietig » ? Zo neen, waarom niet ?
b) Les impositions en matière d’impoˆt des personnes physiques et/ou d’impoˆt des sociétés qui en résultent sont-elles « nulles », selon ces mêmes normes ? Dans la négative, pourquoi ?
2. Is het zo dat een bericht van wijziging dat naar een onjuist, naar een onbestaand en/of naar een oud wetsartikel refereert, onvoldoende gemotiveerd is in de zin van artikel 346 WIB 1992 ?
2. Est-il exact qu’un avis de rectification qui fait référence à un article de loi inexact, inexistant et/ou ancien est insuffisamment motivé, au sens de l’article 346 du CIR 1992 ?
3. Mag van alle belastingadministraties terzake voortaan alle precisie of maximale nauwkeurigheid verwacht worden ?
3. Peut-on attendre désormais une précision maximale de la part de toutes les administrations fiscales ?
4. Kan u uw algemene praktische ziens- en handelwijze meedelen zowel in het licht van de bepalingen van de voornoemde wetsbepalingen die van openbare orde zijn als van alle algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder inzonderheid het zorgvuldigheidsbeginsel en het legaliteitsbeginsel ?
4. Pouvez-vous me faire part de vos conceptions et manière de procéder générales, à la lumière des dispositions légales précitées, qui sont d’ordre public ainsi que des principes généraux de bonne administration, dont le principe de précaution et le principe de légalité ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 2 december 2002, op de vraag nr. 953 van mevrouw Trees Pieters van 12 maart 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 2 décembre 2002, à la question no 953 de Mme Trees Pieters du 12 mars 2002 (N.) :
Met betrekking tot de motivering van het bericht van wijziging blijkt uit de cassatierechtspraak dat :
En ce qui concerne la motivation de l’avis de rectificatif, il ressort de la jurisprudence de cassation :
— het niet vereist is dat het bericht van wijziging melding maakt van de wettelijke bepalingen waarvan de toepassing wordt beoogd door de aanslagambtenaar (Cass., 25 juni 1990, FJF, 1990, nr. 90/ 175, blz. 370);
— qu’il n’est pas requis que l’avis de rectification fasse référence aux dispositions légales dont l’application est envisagée par le taxateur (Cass., 25 juin 1990, FJF, 1990, no 90/175, p. 370);
— het bericht van wijziging beantwoordt aan de motiveringsplicht, zelfs wanneer het een vergissing bevat, voor zover het de belastingplichtige in staat stelt de gegrondheid van de wijziging te beoordelen (Cass., 26 mei 1995, Bull. 360, blz. 112).
— que l’avis de rectification répond aux exigences de motivation, même s’il comporte une erreur, pour autant qu’il permette au contribuable d’apprécier le fondement du redressement (Cass., 26 mai 1995, Bull. 360, p. 103).
Het spreekt voor zich dat de taxatieambtenaar steeds de nodige zorgvuldigheid in acht dient te nemen om als in de vraag bedoelde vergissingen te voorkomen.
Il va de soi que le taxateur doit toujours apporter l’attention nécessaire afin d’éviter des erreurs comme celles visées dans la question.
DO 2001200200970
DO 2001200200970
Vraag nr. 964 van de heer Marcel Hendrickx van 15 april 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 964 de M. Marcel Hendrickx du 15 avril 2002 (N.) au ministre des Finances :
Belastingen algemeen. — Hof van beroep. — Herberekening aanslag. — Hoofdcontroleur.
Impoˆts en général. — Cour d’appel. — Nouveau calcul de l’impoˆt. — Controˆleur en chef.
Het ligt niet in mijn bedoeling een bijzonder geval op te lossen, maar een principe, dat werd vastgesteld om de burger te beschermen, te doen naleven. Dit principe kan als volgt worden omschreven « judex non calculat ».
Mon intention n’est pas de résoudre un cas particulier mais de faire respecter un principe destiné à protéger le citoyen. Ce principe pourrait se résumer par l’adage « judex non calculat ».
Herhaaldelijk wordt mijn aandacht gevestigd op het feit dat antwoorden op onze vragen zeer onduidelijk
J’observe que les réponses fournies par le ministre à nos questions manquent souvent singulièrement de
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2401
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18768
en juridisch dubbelzinnig, zelfs opportunistisch of dubbelzinnig worden opgesteld. Nochtans betekent « in dubio contra fiscum » dat de wetgevende twijfel de belastingplichtige tot voordeel strekt.
clarté, sont juridiquement ambigue¨s et traduisent un opportunisme flagrant. L’adage latin « in dubio contra fiscum » signifie pourtant que les contribuables ont le bénéfice du doute.
Laten wij, om het principe te verduidelijken, uitgaan van de volgende veronderstelling. In een arrest beveelt het hof van beroep de herberekening. Deze herberekening wordt niet uitgevoerd door het hof van beroep.
Pour illustrer ce principe, imaginons la situation suivante. Dans un arrêt, la cour d’appel ordonne de recalculer l’imposition. Ce nouveau calcul n’est pas effectué par la cour d’appel.
1. Bent u de mening toegedaan dat, wanneer het hof van beroep de herberekening van de aanslag beveelt, en noch de belastingplichtige, noch de Belgische Staat een voorziening in cassatie tegen het arrest indienen, dan de administratie der Directe Belastingen spontaan de betwiste aanslag aan de hand van het dispositief van het arrest verbetert en zij de belastingplichtige in kennis stelt van het resultaat van die herberekening ?
1. Estimez-vous que, lorsque la cour d’appel ordonne un nouveau calcul de l’imposition et que ni le contribuable, ni l’E´tat belge n’introduisent de pourvoi en cassation contre l’arrêt, l’administration des Contributions directes devrait corriger spontanément l’imposition contestée sur la base du dispositif de l’arrêt et porter à la connaissance du contribuable le résultat de ce nouveau calcul ?
2. Bent u de mening toegedaan dat deze herberekening dient te gebeuren door de hoofdcontroleur van het gebied waaronder de belastingplichtige ressorteert ?
2. Estimez-vous que ce nouveau calcul doit être effectué par le controˆleur en chef du ressort du contribuable ?
3. Hoe kan de belastingplichtige deze verbeterde inkohiering terugvinden indien deze een kopie vraagt van zijn inkohiering ?
3. Comment le contribuable peut-il retrouver cet enroˆlement corrigé s’il demande une copie de l’enroˆlement ?
4. Bent u de mening toegedaan dat het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 van openbare orde is ?
4. Estimez-vous que le Code des impoˆts sur les revenus 1992 est d’ordre public ?
5. Vanaf welk tijdstip heeft de ontvanger het recht om de herberekende aanslag op te vorderen ?
5. Dans quel délai le receveur est-il en droit de réclamer le paiement de l’imposition fixée selon le nouveau calcul ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 2 december 2002, op de vraag nr. 964 van de heer Marcel Hendrickx van 15 april 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 2 décembre 2002, à la question no 964 de M. Marcel Hendrickx du 15 avril 2002 (N.) :
1 tot 3. Ik ben zo vrij het geachte lid te verwijzen naar de antwoorden op de parlementaire vragen nr. 1373 van 12 mei 1998 van de heer Didden (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1997-1998, nr. 142, blz. 19550) en nr. 503 van 13 november 2000 van de heer Leterme (Vragen en Antwoorden, Kamer, 20002001, nr. 69, blz. 7789).
1 à 3. Je me permets de renvoyer l’honorable membre à la réponse aux questions parlementaires no 1373 du 12 mai 1998 de M. Didden (Questions et Réponses, Chambre, 1997-1998, no 142, p. 19550) et no 503 du 13 novembre 2000 de M. Leterme (Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 69, p. 7789).
4. De belastingwetten zijn van openbare orde.
4. Les lois fiscales sont d’ordre public.
5. Zodra hij in kennis is gesteld van de directoriale beslissing waaruit de vermindering van de oorspronkelijke aanslag blijkt, kan de ontvanger der directe belastingen het verschuldigd blijvend saldo van die aanslag lastens de belastingplichtige invorderen.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
5. Aussitoˆt qu’il a connaissance de la décision directoriale dans laquelle apparaıˆt une diminution de l’imposition initiale, le receveur des contributions directes peut recouvrer le solde restant dû à charge du redevable.
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18769
DO 2001200200974
DO 2001200200974
Vraag nr. 968 van de heer Marcel Hendrickx van 15 april 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 968 de M. Marcel Hendrickx du 15 avril 2002 (N.) au ministre des Finances :
Belastingen algemeen. — Hof van beroep. — Herberekening aanslag. — Verantwoordelijkheid van de ontvanger.
Impoˆts en général. — Cour d’appel. — Nouveau calcul de l’imposition. — Responsabilité du receveur.
1. Bent u de mening toegedaan dat, wanneer het hof van beroep de herberekening van de aanslag beveelt, en noch de belastingplichtige, noch de Belgische Staat een voorziening in cassatie tegen het arrest indienen, dan de administratie der Directe Belastingen spontaan de betwiste aanslag aan de hand van het dispositief van het arrest verbetert en zij de belastingplichtige in kennis stelt van het resultaat van die herberekening ? 2. Vanaf welk tijdstip mag de ontvanger de belastingplichtige aanschrijven van de nieuwe aanslag ?
1. Lorsque la cour d’appel ordonne un nouveau calcul de l’imposition et que ni le contribuable, ni l’E´tat belge n’introduisent de pourvoi en cassation contre cet arrêt, estimez-vous que l’administration des Contributions directes doit alors spontanément corriger l’imposition contestée sur la base du dispositif de l’arrêt et porter à la connaissance du contribuable le résultat de ce nouveau calcul ? ` partir de quand le receveur peut-il notifier au 2. A contribuable la nouvelle imposition ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 2 december 2002, op de vraag nr. 968 van de heer Marcel Hendrickx van 15 april 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 2 décembre 2002, à la question no 968 de M. Marcel Hendrickx du 15 avril 2002 (N.) :
Ik verwijs het geachte lid naar mijn antwoord verstrekt op zijn vraag nr. 964, punten 1 tot 3 en 5, van dezelfde datum. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2002-2003, nr. 148, blz. 18767).
Je renvoie l’honorable membre à la réponse que j’ai fournie à sa question no 964, points 1 à 3 et 5, posée à la même date. (Questions et Réponses, Chambre, 2002-2003, no 148, p. 18767).
DO 2001200201188
DO 2001200201188
Vraag nr. 1015 van de heer Marcel Hendrickx van 28 mei 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 1015 de M. Marcel Hendrickx du 28 mai 2002 (N.) au ministre des Finances :
Inkomstenbelastingen. — Bezwaarprocedure. — Rol van de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar. — Onpartijdigheid.
Impoˆts sur les revenus. — Procédure de réclamation. — Roˆle du directeur régional ou du fonctionnaire délégué par lui. — Impartialité.
1. Bent u van mening dat de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar optredende in bezwaaraangelegenheden nooit de onafhankelijkheidskwalificatie had van een rechter die per definitie onafhankelijk en onpartijdig is (Arbitragehof van 10 juni 1998) ?
1. Estimez-vous que le directeur régional ou le fonctionnaire délégué par lui, intervenant dans le cadre de réclamations, n’a jamais bénéficié de la qualité d’indépendance d’un juge qui est, par définition, indépendant et impartial (Cour d’arbitrage du 10 juin 1998) ?
2. a) Indien u de mening is toegedaan dat de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar wel optrad als rechter, kan u verklaren waarom de belastingplichtige nooit door de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar opgeroepen werd om verhoord te worden tenzij hij dit schriftelijk en uitdrukkelijk aanvroeg ?
2. a) Si vous estimez que le directeur régional ou le fonctionnaire délégué par lui est en effet intervenu comme juge, pouvez-vous expliquer pourquoi le contribuable n’a jamais été appelé par le directeur régional ou le fonctionnaire délégué pour être entendu, à moins d’en avoir fait lui-même la demande expresse et par écrit ?
b) Is dit te verklaren door het feit dat de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar zich nooit als rechter achtte ?
b) Cela s’explique-t-il par le fait que le directeur régional ou le fonctionnaire délégué par lui ne s’est jamais considéré comme juge ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18770
3. Indien u toch de mening toegedaan is dat de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar wel optrad als rechter, kan u mij in een democratisch land een rechtsinstantie aanduiden waarbij de partijen niet opgeroepen worden tot verhoor in persoon of door een vertegenwoordiger ?
3. Si vous estimez malgré tout que le directeur régional ou le fonctionnaire délégué par lui est en effet intervenu comme juge, pouvez-vous m’indiquer, dans un pays démocratique, une instance judiciaire qui ne convoque pas les parties en personne ou leur représentant pour les entendre ?
4. Bent u de mening toegedaan dat in ons fiscaal rechtstelsel rechterlijke instanties bestaan die niet onderhevig zijn aan de bepalingen van de Grondwet ?
4. Estimez-vous qu’il existe dans notre système de droit fiscal des instances judiciaires qui ne sont pas soumises aux dispositions constitutionnelles ?
5. Bent u de mening toegedaan dat de artikelen van de Grondwet de fiscale wetten overstijgen ?
5. Estimez-vous que les articles de la Constitution priment la législation fiscale ?
6. Bent u de mening toegedaan dat overtredingen van de Grondwet door de administratie een eeuwigdurend misdrijf is en dat de wetten die de fiscaliteit betreffen van openbare orde zijn ?
6. Estimez-vous que les infractions à la Constitution commises par l’administration constituent un délit permanent et que la législation fiscale est d’ordre public ?
7. Bent u de mening toegedaan dat de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar als ambtenaar in de behandeling van bezwaarschriften die artikel 374 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 overtreedt onderhevig is niet alleen aan zware administratieve sancties maar ook aan de artikelen 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek en aan artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?
7. Estimez-vous que le directeur régional ou le fonctionnaire délégué par lui qui enfreint l’article 374 du Code des impoˆts sur les revenus en tant que fonctionnaire dans le cadre du traitement de réclamations s’expose à de lourdes sanctions administratives et que les articles 1382 et suivants du Code civil ainsi que les articles 10 et 11 de la Constitution lui sont applicables ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 2 december 2002, op de vraag nr. 1015 van de heer Marcel Hendrickx van 28 mei 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 2 décembre 2002, à la question no 1015 de M. Marcel Hendrickx du 28 mai 2002 (N.) :
Het arrest van het Arbitragehof van 10 juni 1998 heeft voor recht gezegd dat in de interpretatie volgens welke artikel 366, WIB 1992 aan de directeur der belastingen een rechtsprekende opdracht toevertrouwt, de artikelen 366 tot 377 WIB 1992, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden terwijl in de interpretatie volgens welke voornoemd artikel 366 een administratief beroep voor de administratieve overheid instelt, die bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schenden.
L’arreˆt de la Cour d’Arbitrage du 10 juin 1998 a dit pour droit que dans l’interprétation selon laquelle l’article 366 CIR 1992 confie au directeur des contributions une mission juridictionnelle, les articles 366 à 377 CIR 1992, violent les articles 10 et 11 de la Constitution, tandis que dans l’interprétation selon laquelle l’article 366 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 organise un recours administratif devant une autorité administrative, ces dispositions ne violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution.
De regering, die gevolgen wilde verbinden aan voormeld arrest, heeft naar aanleiding van de behandeling van het wetsontwerp dat de wet van 15 maart 1999 zou worden, twee amendementen ingediend waaruit respectievelijk de artikelen 32 en 98 van die wet zijn voortgekomen.
Le gouvernement, soucieux de tirer les conséquences de l’arreˆt précité, a, lors de l’examen du projet de loi qui allait donner naissance à la loi du 15 mars 1999, introduit deux amendements dont sont issus respectivement les articles 32 et 98 de cette loi.
Artikel 32 van de wet van 15 maart 1999 (thans artikel 375, WIB 1992) bepaalt dat de directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar als administratieve overheid bij met reden omklede beslissing uitspraak doet nopens de bezwaren aangevoerd door de belastingschuldige. Die wetsbepaling is krachtens artikel 97, eerste lid van die wet in werking getreden vanaf het aanslagjaar 1999.
L’article 32 de la loi du 15 mars 1999 (à présent article 375, CIR 1992) dispose que le directeur des contributions ou le fonctionnaire délégué par lui, statue, en tant qu’autorité administrative, par décision motivée sur les griefs formulés par le redevable. Cette disposition légale est entrée en vigueur, en vertu de l’article 97, alinéa 1er, de cette loi, à partir de l’exercice d’imposition 1999.
Artikel 98 van de wet van 15 maart 1999, dat eveneens bepaalt dat de directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar over bezwaarschrif-
L’article 98 de la loi du 15 mars 1999, qui dispose également que le directeur des contributions ou le fonctionnaire délégué par lui statue sur les réclama-
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18771
ten beslist in zijn hoedanigheid van administratieve overheid, is bij ontstentenis van een bijzondere overgangsbepaling bindend geworden op 6 april 1999 (publicatie van de wet van 15 maart 1999 in het Belgisch Staatsblad van 27 maart 1999).
tions en tant qu’autorité administrative, est quant à lui, en l’absence d’une disposition transitoire spéciale de cette loi, devenu obligatoire le 6 avril 1999 (publication de la loi du 15 mars 1999 dans le Moniteur belge du 27 mars 1999).
Deze laatste bepaling is bedoeld om te voorkomen dat, indien de opdracht van de directeurs als een rechtsprekende opdracht zou worden aangemerkt, tegen de beslissingen van de directeurs van de belastingen en de door hen gedelegeerde ambtenaren over de geschillen betreffende de aanslagjaren vo´o´r 1999 bezwaren zouden worden ingediend waarin de door het Arbitragehof vastgestelde schending van de Grondwet zou worden aangevoerd.
Cette dernière disposition tend, en ce qui concerne les litiges relatifs aux exercices d’imposition antérieurs à celui de 1999, à prévenir les griefs déduits de la violation de la Constitution constatée par l’arreˆt de la Cour d’Arbitrage qui pourraient eˆtre dirigés contre les décisions des directeurs des contributions et de leurs délégués si la mission de ceux-ci était qualifiée de juridictionnelle.
Het Hof van Cassatie heeft in zijn arresten van 28 februari 2000 en 27 juni 2002 gesteld dat zowel uit de opzet van artikel 98 van de wet van 15 maart 1999 als uit de parlementaire voorbereiding van die bepaling volgt dat de wetgever dat artikel als een uitleggingwet heeft opgevat.
La Cour de Cassation a décidé, dans ses arreˆts des 28 février 2000 et 27 juin 2002, qu’il ressort tant de l’objectif de l’article 98 de la loi du 15 mars 1999 que des travaux préparatoires de cette disposition que le législateur a entendu conférer à celle-ci une portée interprétative.
Daarenboven moet men, geplaatst voor de mogelijkheid om wetsartikelen een interpretatie te geven die conform is aan de Grondwet, steeds die interpretatie kiezen op straffe van de Grondwet te schenden.
En outre, lorsqu’on se trouve devant la possibilité de donner à des dispositions légales une interprétation conforme à la Constitution, on doit toujours choisir cette interprétation sous peine de violer la Constitution.
Beslissingen genomen vo´o´r 6 april 1999 zijn dus eveneens te interpreteren als administratieve beslissingen.
Les décisions prises avant le 6 avril 1999 doivent donc également eˆtre considérées comme des décisions administratives.
Gelet op wat voorafgaat zijn de verschillende vragen die blijkbaar uitgaan van het idee dat de directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaren een rechtsprekende functie zouden uitoefenen, zonder voorwerp.
Au vu de ce qui précède, les différentes questions qui découlent manifestement de l’idée que le directeur des contributions ou les fonctionnaires délégués par lui exerceraient une fonction juridictionnelle sont sans objet.
DO 2001200201189
DO 2001200201189
Vraag nr. 1016 van de heer Marcel Hendrickx van 28 mei 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 1016 de M. Marcel Hendrickx du 28 mai 2002 (N.) au ministre des Finances :
Inkomstenbelastingen. — Bezwaarprocedure. — Gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar. — Klachten.
Impoˆts sur les revenus. — Procédure de réclamation. — Directeur régional ou fonctionnaire délégué par lui. — Plaintes.
De gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar is in overtreding met de Grondwet indien hij optrad of optreedt als rechter in bezwaarschriften. Bij de behandeling van bezwaarschriften treedt de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar op als gewoon ambtenaar die onafhankelijk en objectief dient te zijn.
Lorsqu’il statue ou a statué sur des réclamations en qualité de juge, le directeur régional ou le fonctionnaire délégué par lui enfreint la Constitution. Pour l’instruction des réclamations, le directeur régional ou le fonctionnaire délégué par lui interviendra en effet en tant que fonctionnaire ordinaire et, de ce fait, indépendant et impartial.
1. Welke administratieve hie¨rarchische instantie behandelt de klachten van belastingplichtigen ingediend tegen de gewestelijk directeur of de door hem
1. Quelle est l’instance administrative hiérarchique qui statue sur les plaintes déposées par un contribuable contre une décision du directeur régional ou des fonc-
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18772
gedelegeerde ambtenaars optredende in bezwaarschriften ?
tionnaires délégués par lui à propos d’une réclamation ?
2. Kan deze klachteninstantie bestaan uit leden van de administratie die lager in rang zijn dan de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar ?
2. Cette instance d’appel peut-elle être composée de fonctionnaires de l’administration d’un rang inférieur au directeur régional ou au fonctionnaire délégué par ce dernier ?
3. Kan een lagere ambtenaar aan een hogere ambtenaar delegatie verlenen ?
3. Un fonctionnaire subalterne peut-il donner une délégation à un fonctionnaire supérieur ?
4. Indien een lagere ambtenaar delegatie aan een hoger ambtenaar kan verlenen volgens de fiscale wetten, hoe kan deze lagere ambtenaar deze hogere ambtenaar in rang afdwingend sanctioneren ?
4. Si les lois fiscales permettent à un fonctionnaire subalterne de donner une délégation à un fonctionnaire supérieur, comment le premier pourrait-il sanctionner le second de façon contraignante ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 2 december 2002, op de vraag nr. 1016 van de heer Marcel Hendrickx van 28 mei 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 2 décembre 2002, à la question no 1016 de M. Marcel Hendrickx du 28 mai 2002 (N.) :
1 en 2. Klachten tegen de wijze waarop een directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaren zich van hun taak kwijten bij de behandeling van bezwaarschriften, worden steeds onderzocht door de hie¨rarchische meerderen van de betrokken ambtenaren.
1 et 2. Les plaintes relatives à la manière dont un directeur des contributions ou un fonctionnaire délégué par lui s’acquitte de sa taˆche lors du traitement des réclamations, sont toujours examinées par les supérieurs hiérarchiques des fonctionnaires concernés.
3 en 4. De ambtenaren die bevoegd zijn om beslissingen over bezwaarschriften te nemen worden limitatief in het Wetboek van de inkomstenbelastingen opgesomd. Artikel 375, § 1, eerste lid, WIB 1992, spreekt van de directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar.
3 et 4. Les fonctionnaires habilités à prendre des décisions relatives à des réclamations sont énumérés limitativement par le Code des impoˆts sur les revenus. L’article 375, § 1er, alinéa 1er du CIR 1992, parle du directeur des contributions ou du fonctionnaire délégué par lui.
Het is dus duidelijk alleen de directeur der belastingen die bevoegd is om zijn beslissingsmacht te delegeren.
Il est donc clair que seul le directeur des contributions est compétent pour déléguer son pouvoir de décision.
DO 2001200201214
DO 2001200201214
Vraag nr. 1026 van de heer Ludo Van Campenhout van 31 mei 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 1026 de M. Ludo Van Campenhout du 31 mai 2002 (N.) au ministre des Finances :
Inkomstenbelastingen. — Vennootschapsbelastingen. — Winstgevende activiteit. — Belastbaarheid. — Vennoten of leden.
Impoˆts sur les revenus. — Impoˆts des sociétés. — Activité lucrative. — Imposabilité. — Associés ou membres.
De Comm.IB 179/28 stelt dat : « Wanneer vennootschappen, verenigingen enz., zonder rechtspersoonlijkheid noch enige nijverheids-, handels- of landbouwonderneming exploiteren, noch zich aan een winstgevende bezigheid wijden — dit wil zeggen wanneer ze geen winsten of baten als bedoeld in artikel 23, § 1, 1o of 2o, WIB 1992, behalen — zijn de inkomsten van onroerende goederen of van roerende goederen en kapitalen die zij (zonder in rechte eigenaar ervan te zijn) voor rekening of ten voordele van hun vennoten of leden beheren, in beginsel inkomsten van die vennoten of leden en als onroerend of roerend inkomen
Le Com. IR 179/28 dispose que quand « les sociétés, associations, etc. qui ne possèdent pas la personnalité juridique (...) ne se livrent ni à une exploitation industrielle, commerciale ou agricole quelconque, ni à une occupation lucrative — c’est-à-dire quand elles ne bénéficient pas de bénéfices ou profits visés à l’article 23, § 1er, 1o ou 2o, CIR 1992 — les revenus des biens immobiliers ou des capitaux et biens mobiliers qu’elles gèrent ou administrent (sans en avoir juridiquement la propriété) pour le compte et au profit de leurs associés ou membres constituent des revenus imposables, en principe, dans le chef de ces associés ou
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18773
belastbaar. Als die vennootschappen, verenigingen enz. daarentegen enige nijverheids-, handels- of landbouwonderneming exploiteren of zich aan een winstgevende bezigheid wijden, worden de winsten of baten van die beroepswerkzaamheid — met inbegrip van de inkomsten van onroerende goederen en van roerende goederen en kapitalen die voor die onderneming worden gebruikt — aan de vennoten of leden uitgedeeld en zijn deze als zodanig te hunnen name belastbaar (zie artikel 29, WIB 1992) hetzij in de PB, hetzij in de Ven.B, hetzij in de BNI, naar gelang van de belasting waaraan de vennoten of leden zelf onderworpen zijn. »
membres, au titre de revenus immobiliers ou mobiliers. Par contre, quand ces sociétés, associations, etc. se livrent à une exploitation industrielle, commerciale ou agricole quelconque ou à une occupation lucrative, les bénéfices ou profits résultant de cette activité professionnelle — y compris les revenus des biens immobiliers et des capitaux et biens mobiliers affectés à l’exercice de cette activité — sont répartis entre les associés ou membres et constituent des bénéfices ou profits imposables dans leur chef (voir article 29, CIR 1992), soit à l’IPP, soit à l’ISoc., soit à l’INR, suivant l’impoˆt auquel les associés ou membres sont euxmêmes assujettis ».
Samen met diverse rechtsleer (bijvoorbeeld Deschrijver D., in Fiscaal Vermogensbeheer, Kluwer, Antwerpen, Algemeen Hoofdstuk II, 2-3210; Moreau, M. en Vanoverbeke, J., De familiale burgerlijke vennootschap, de vernieuwende oplossing voor familiale vermogensplanning, Diegem, Ced Samson, 1997) neemt de belastingadministratie dus aan dat roerende (interesten, dividenden enz.) en onroerende (huurgeld) inkomsten behaald middels een Belgische burgerlijke vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, bijvoorbeeld voortkomend van roerende of onroerende beheers- en beleggingsverrichtingen binnen het kader van de maatschappelijke werkzaamheid, in hoofde van de vennoten/deelnemers worden aangemerkt als roerende en onroerende inkomsten, en dus dat er geen inkomstenconversie naar de deelnemers toe is (ervan uitgaand dat er onverdeelde mede-eigendom is tussen de deelnemers; we laten situaties waar de onderlinge juridische relaties complexer zijn, buiten beschouwing).
Conformément à une certaine doctrine (par exemple Deschrijver D. dans « Fiscaal Vermogensbeheer », Kluwer, Anvers, Chapitre Général II, 2-2310; Moreau, M. et Vanoverbeke, J., « De familiale burgerlijke vennootschap, de vernieuwende oplossing voor familiale vermogensplanning », Diegem, Ced Samson, 1997), l’administration des impoˆts considère donc les revenus mobiliers (intérêts, dividendes, etc.) et immobiliers (loyer) générés par une société civile belge sans personnalité juridique, provenant par exemple d’opérations mobilières ou immobilières de gestion ou de placement dans le cadre de l’activité sociale, dans le chef des associés/participants, comme revenus mobiliers ou immobiliers, estimant qu’il n’y a pas lieu de procéder à la conversion des revenus en ce qui concerne les participants (en considérant que ceux-ci sont en copropriété indivise. Ne sont pas prises en considération en l’espèce les cas de relations juridiques mutuelles plus complexes).
Daaruit kunnen de volgende conclusies getrokken worden, met name :
Il est permis de tirer de ces considérations les conclusions suivantes :
A. Dat de zogenaamde automatische « professionaliseringsregel » voor inkomsten behaald of verkregen door vennootschappen met rechtspersoonlijkheid, zoals neergelegd in de rechtspraak van het Hof van Cassatie (bijvoorbeeld Cass., 20 februari 1962, Pas., 1962, I, 706) en aanvaard door de administratie (Comm.IB 197/16), niet geldt voor vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid (ook bevestigd door Lagae, J.P., Personenvennootschappen en maatschappen in het Belgische Internationaal Belastingrecht, in Liber Amicorum Van Houtte, Elsevier-Sequoia, 1975, 582 en 584).
A. La « règle de professionnalisation » appliquée automatiquement aux revenus produits ou recueillis par des associations dotées de la personnalité juridique, telle qu’elle est fixée par la jurisprudence de la Cour de cassation (par exemple Cass., 20 février 1962, Pas., 1962, I, 706) et acceptée par l’administration (Com. IR 197/16), ne s’applique pas aux associations sans personnalité juridique (ce que confirme également Lagae, J.P., « Personenvennootschappen en maatschappen in het Belgische Internationaal Belastingrecht », dans Liber Amicorum Van Houtte, ElsevierSequoia, 1975, 582 et 584).
B. Dat, zoals ook uit de formulering van Comm.IB 179/28 kan afgeleid worden, de beoordeling of zulke Belgische burgerlijke vennootschap (zonder rechtspersoonlijkheid) roerende of onroerende inkomsten verkrijgt (passieve inkomsten) moet plaatsvinden op het niveau van de Belgische vennootschap zelf (consistent met het voorschrift neergelegd in artikel 29 WIB 1992), ongeacht de hoedanigheid van de achterliggende deelnemers (individuen, vennootschappen met rechtsper-
B. Ainsi qu’il ressort également de la formulation du Com.IR 179/28, c’est au niveau de l’association belge elle-même qu’il faut juger (dans le respect du prescrit de l’article 29 CIR 1992) si une telle association civile belge (sans personnalité juridique) recueille des revenus mobiliers ou immobiliers (revenus passifs), quelle que soit la qualité des participants concernés (individus, sociétés dotées de la personnalité juridique, personnes morales, etc.). E´tant entendu que
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18774
soonlijkheid, rechtspersonen. enz.). Met dien verstande dat dit « opwaartse kwalificatiebeginsel » uiteraard onverlet laat dat indien een vennootschap met rechtspersoonlijkheid deelneemt in zulke Belgische burgerlijke vennootschap, uiteraard de bovengenoemde automatische professionaliseringsregel op het deelnemersniveau toepasselijk zou kunnen zijn.
ce « principe de qualification ascendante » n’influe, bien entendu, en rien sur l’application éventuelle, en ce qui concerne les participants, de la règle de professionnalisation automatique susmentionnée dans l’hypothèse de la participation d’une association dotée de la personnalité juridique dans une telle société civile de ce type.
C. Dat een zogenaamd « neerwaartse kwalificatiebeginsel » afgewezen wordt. Met andere woorden indien een Belgische commercie¨le vennootschap met rechtspersoonlijkheid, al dan niet samen met particulieren, deelneemt in een Belgische burgerlijke vennootschap met bijvoorbeeld als activiteit het geven van een lening in onverdeeldheid of het aanhouden van een deelneming in onverdeeldheid, dan kan op grond van de zelfstandige kwalificatie op het ondernemingsniveau besloten worden dat deze activiteit een normale beheersverrichting van een privé-vermogen is (aanleiding gevend tot passieve inkomsten, niet tot winsten of baten).
C. Un « principe de qualification descendante » est rejeté. En d’autres termes, si une association commerciale belge dotée de la personnalité juridique et comprenant ou non des particuliers, détient une participation dans une société civile belge dont l’activité consiste par exemple à accorder un prêt en indivision ou à maintenir une participation en indivision, il peut alors être décidé au niveau de l’entreprise, sur la base de la qualification autonome, que cette activité constitue une opération de gestion normale de patrimoine privé (générant des revenus passifs, et non pas des bénéfices ou profits).
D. Dat de deelname door een buitenlandse commercie¨le vennootschap in zulke Belgische passieve burgerlijke vennootschap (met normale beheersverrichtingen van een privé-vermogen) op zichzelf niet kan leiden tot een herkwalificatie tot winsten of baten op het niveau van de burgerlijke vennootschap noch tot de vaststelling van een Belgische inrichting in de zin van artikel 229, § 3, WIB 1992 ten name van de buitenlandse commercie¨le vennootschap.
D. La participation d’une société commerciale étrangère dans une société civile passive belge (effectuant des opérations normales de gestion de patrimoine privé) ne peut en soi donner lieu à une requalification en bénéfices ou profits au niveau de la société civile ni à l’existence d’un établissement belge au sens de l’article 229, § 3, CIR 1992 au nom de la société commerciale étrangère.
Kan u het bovenstaande bevestigen dan wel op gemotiveerde wijze becommentarie¨ren ?
Pouvez-vous confirmer ce qui précède au moyen d’un commentaire motivé ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 4 december 2002, op de vraag nr. 1026 van de heer Ludo Van Campenhout van 31 mei 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 4 décembre 2002, à la question no 1026 de M. Ludo Van Campenhout du 31 mai 2002 (N.) :
De fiscale gevolgen van de door het geachte lid in zijn vraag omschreven verrichtingen kunnen slechts beoordeeld worden na een grondig onderzoek van het geheel van de juridische en feitelijke gegevens die blijken uit de door de betrokken partijen opgestelde akten en uit de tussen hen gesloten overeenkomsten.
Les conséquences fiscales des opérations décrites par l’honorable membre dans sa question ne peuvent eˆtre appréciées qu’après un examen approfondi de l’ensemble des éléments de droit et de fait ressortant des actes posés par les parties concernées et des conventions conclues entre elles.
Evenwel kan op het algemene vlak worden meegedeeld dat de beoordeling van de inkomsten afhankelijk is van de activiteiten van de vennootschap, vereniging enz., zonder rechtspersoonlijkheid. Het hangt bijgevolg van de feitelijke omstandigheden en inzonderheid van de beheersvoorwaarden en -modaliteiten af om te onderzoeken of een vennootschap, vereniging, enz., zonder rechtspersoonlijkheid noch enige nijverheidshandels- of landbouwonderneming exploiteert, noch zich aan een winstgevende bezigheid wijdt. De vaststelling van de normale activiteiten van de vennoten of leden en de relatieve aanwezigheid van nietparticulieren als vennoten of leden kunnen desgevallend in overweging worden genomen bij die feitelijke beoordeling.
Sur le plan général, je peux néanmoins vous faire part de ce que l’appréciation de la nature des revenus dépend des activités de la société, association, etc., qui ne possède pas la personnalité juridique. Par conséquent, le fait de déterminer si une société, association, etc., sans personnalité juridique se livre à une exploitation industrielle, commerciale ou agricole ou à une occupation lucrative dépend des circonstances de fait et notamment des conditions et modalités de gestion. La détermination des activités normales des associés ou membres et la relative présence de non-particuliers en qualité d’associés ou membres, peuvent, le cas échéant, eˆtre prises en considération dans l’appréciation des circonstances de fait.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18775
Wanneer het geachte lid evenwel een concreet geval beoogt, ben ik bereid een onderzoek te laten instellen indien mij de naam en het adres van de betrokken partijen, alsmede de nodige beoordelingselementen die vervat zijn in de tussen die partijen gesloten akten of overeenkomsten worden meegedeeld.
Toutefois, si l’honorable membre vise un cas particulier, je suis disposé à faire procéder à son examen pour autant que les nom et adresse des parties concernées ainsi que les autres éléments d’appréciation nécessaires, figurant dans les actes ou conventions conclus entre les parties, me soient communiqués.
DO 2001200201521
DO 2001200201521
Vraag nr. 1079 van mevrouw Frieda Brepoels van 23 juli 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 1079 de Mme Frieda Brepoels du 23 juillet 2002 (N.) au ministre des Finances :
Behandeling van fiscale dossiers van grensarbeiders in één enkele belastingdienst.
Traitement des dossiers fiscaux des travailleurs frontaliers par un seul service des contributions.
De belastingdossiers van grensoverschrijdende werknemers, inwoners van Belgie¨, worden momenteel behandeld in verschillende over het ganse land verspreide lokale belastingdiensten.
Les dossiers fiscaux des travailleurs frontaliers résidant en Belgique sont actuellement traités par différents services des contributions locaux, répartis sur l’ensemble du pays.
Het is wellicht wenselijk om, in het kader van het moderniseringsproces van het ministerie van Financie¨n binnen het Copernicusplan, deze fiscale dossiers onder te brengen in één enkele belastingdienst. Dit teneinde de beperkte middelen doelmatig aan te wenden en een eenvormige behandeling te waarborgen. Ook de « Commissie grensarbeiders » is vragende partij voor een centralisatie van deze diensten.
Dans le cadre du processus de modernisation du ministère des Finances qui s’inscrit dans le plan Copernic, il serait probablement opportun de centraliser ces dossiers fiscaux au sein d’un même service des contributions. Le but de cette opération serait d’utiliser avec un maximum d’efficacité les moyens limités disponibles et de garantir un traitement uniforme. La « Commission travailleurs frontaliers » préconise également une centralisation de ces services.
1. Wenst men in de toekomst inderdaad over te gaan op een centralisatie van de diensten ?
1. Prévoit-on effectivement une centralisation de ces services ?
2. Zo ja, hoe ziet men dit concreet en op welke termijn ?
2. Dans l’affirmative, quelles en seront les modalités concrètes et quel est le calendrier ?
3. a) Zo neen, waarom niet ?
3. a) Dans la négative, pourquoi ?
b) Zijn er nog alternatieven waarmee een degelijke dienstverlening gegarandeerd kan worden ?
b) D’autres solutions permettraient-elles de garantir un service de qualité ?
c) Welke ?
c) Lesquelles ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 2 december 2002, op de vraag nr. 1079 van mevrouw Frieda Brepoels van 23 juli 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 2 décembre 2002, à la question no 1079 de Mme Frieda Brepoels du 23 juillet 2002 (N.) :
De « Commissie grensarbeiders » heeft in haar verslag inderdaad aangeraden om, in het kader van het « Coperfin » project ter modernisering van het ministerie van Financie¨n, de opportuniteit te onderzoeken om de behandeling van de belastingdossiers van Belgische grensarbeiders in Nederland of van grensoverschrijdende werknemers te centraliseren.
La « Commission travailleurs frontaliers » a effectivement recommandé dans son rapport d’évaluer, dans le cadre du projet « Coperfin » visant à moderniser le ministère des Finances, l’opportunité d’une centralisation du traitement des dossiers fiscaux des travailleurs frontaliers belges occupés aux Pays-Bas et des travailleurs transfrontaliers.
De wenselijkheid van een dergelijke centralisatie wordt momenteel onderzocht door de bevoegde BPR (Business Process Reengineering)-werkgroep.
L’opportunité d’une telle centralisation fait actuellement l’objet d’une étude au sein du groupe de travail BPR (Business Process Reengineering) compétent.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2402
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18776
DO 2001200201535
DO 2001200201535
Vraag nr. 1083 van mevrouw Trees Pieters van 24 juli 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 1083 de Mme Trees Pieters du 24 juillet 2002 (N.) au ministre des Finances :
Globale inkohiering van bedrijfsvoorheffing met minimale belastingverhoging. — Fiscale aftrekbaarheid in hoofde van een vennootschap-werkgeefster van de hoofdsom en van de bijhorigheden.
Enroˆlement global du précompte professionnel avec une majoration fiscale minimale. — Déductibilité fiscale pour une société-employeuse du principal et de l’accessoire.
In het kader van een « globaal akkoord » of « minnelijke schikking » inzake directe belastingen wordt zowel door de administratie van de Ondernemings- en Inkomenfiscaliteit als door de administratie van de Bijzondere Belastinginspectie in sommige gevallen bij grotere ondernemingen overgegaan tot een globale inkohiering van een forfaitair bedrag aan bedrijfsvoorheffing meestal varie¨rend tussen 50 en 65 %.
Dans le cadre d’un « accord global » ou d’une « transaction » en matière de contributions directes, tant l’administration de la Fiscalité des entreprises et des revenus que l’administration de l’Inspection spéciale des impoˆts procèdent dans certains cas, pour des entreprises de grande taille, à un enroˆlement global d’un montant forfaitaire de précompte professionnel se situant généralement entre 50 et 65 %.
Die globaal ingekohierde en forfaitair berekende bedrijfsvoorheffing waarop bovendien veelal ook een minimale belastingverhoging van 10 % wordt toegepast, omvat in feite het hoogst verschuldigd tarief van de personenbelasting, de gemeentebelasting en de aanvullende crisisbijdrage die gezamenlijk verband houdt met vele kleine supplementaire voordelen van alle aard van honderden verschillende genieters.
Ce précompte professionnel enroˆlé globalement et calculé forfaitairement auquel on applique en outre généralement une majoration minimale de 10 %, comprend en fait le taux maximum de l’impoˆt des personnes physiques, de l’impoˆt communal et de la cotisation complémentaire de crise qui est liée à d’innombrables menus avantages supplémentaires de toute nature de centaines de bénéficiaires différents.
Normaliter zijn dergelijke kleine aanvullende voordelen nochtans wel individueel belastbaar in hoofde van die vele werknemers.
Normalement, ces menus avantages supplémentaires sont pourtant imposables individuellement dans le chef de ces nombreux travailleurs.
Door deze constructieve en globale administratieve aanpak, getuigend van om- en doorzicht en van een dosis « gezond verstand » wordt met andere woorden de belastingtoestand van vele loontrekkers in eenmaal definitief geregulariseerd in hoofde van de vennootschap-werkgeefster en worden de financie¨le rechten van de Schatkist zeker nooit benadeeld.
Graˆce à cette approche administrative qui est à la fois constructive et globale et qui témoigne de prudence et de clairvoyance et d’une bonne dose de « bon sens », la situation fiscale de nombreux salariés est régularisée définitivement en une seule fois dans le chef de la société-employeuse et les droits financiers du Trésor ne sont certainement jamais lésés.
Deze pragmatische handelwijze bespaart inderdaad zowel de taxatiediensten van de controles natuurlijke personen als de ontvangkantoren heel wat materieel werk en kostbare tijd en energie, terwijl de Schatkist nagenoeg 100 % zeker is van een volledige en onmiddellijke inning. Door deze eenmalige regularisatie worden heel veel oeverloze discussies, niet-akkoorden en bezwaarschriften inzake personenbelasting vermeden. Aanvullende en/of verbeterende individuele loonfiches nr. 281.10 hoeven daarbij ook niet meer te worden opgesteld en sociale conflicten worden eveneens uit de weg gegaan.
Cette méthode pragmatique épargne effectivement beaucoup de travail, de temps précieux et d’énergie tant aux services de taxation du controˆle des personnes physiques qu’aux bureaux de perception alors que le Trésor est à peu près certain à 100 % d’une perception complète et immédiate. Cette régularisation unique permet d’éviter beaucoup de discussions, de désaccords et de réclamations inévitables en matière d’impoˆt des personnes physiques. Il n’est par ailleurs plus nécessaire d’établir des fiches salariales individuelles complémentaires et/ou correctrices no281.10 et les conflits sociaux peuvent de la sorte également être évités.
In het kader van het streven naar de nieuwe administratieve cultuur met een ruimere responsabilisering van de taxatieambtenaar, staan voortaan trouwens steeds de optimale kwaliteit van de aanslagen, hun verdedigbaarheid en vooral de grote zorg voor de daadwerkelijke inning van de gee¨iste directe belastingen volledig voorop.
Dans le cadre de la volonté de mettre en place une nouvelle culture administrative impliquant une plus grande responsabilisation du fonctionnaire taxateur, on accorde dorénavant toujours la priorité à la qualité optimale des taxations, à la possibilité de les défendre et surtout au grand soin apporté à la perception réelle des contributions directes exigées.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18777
1. a) Kan u evenwel ook die algemene zienswijze bijtreden dat de globaal ingekohierde bedragen aan bedrijfsvoorheffing, met inbegrip van zowel de belastingverhogingen als de nalatigheidsintresten in hoofde van de vennootschap-werkgeefster een integraal aftrekbare beroepsuitgave vormen in de zin van de artikelen 49, 183 en 185 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 tijdens het boekjaar waarin ze werden betaald en/of als een zekere en vaststaande schuld werden geboekt, wetende dat die bedrijfsvoorheffing uiteraard nooit met de vennootschapsbelasting kan worden verrekend ?
1. a) Pouvez-vous adhérer à cette vision générale selon laquelle les montants de précompte professionnel enroˆlés globalement, y compris les majorations d’impoˆt et les intérêts de retard dans le chef de la société-employeuse, constituent une dépense professionnelle intégralement déductible au sens des articles 49, 183 et 185 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 pendant l’exercice au cours duquel ils ont été payés et/ou ont été comptabilisés comme une dette certaine et liquide, sachant que ce précompte professionnel ne peut évidemment jamais être comptabilisé avec l’impoˆt des sociétés ?
b) Zo neen, om welke gegronde of gemotiveerde redenen eventueel niet ?
b) Dans la négative, pour quelles raisons justifiées ou motivées n’est-ce pas le cas ?
2. Kan u uw algemene ziens- en handelwijze meedelen in het licht van de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van de moderne fiscale cultuur alsmede in het kader van een klantvriendelijk fiscaal beleid ?
2. Pouvez-vous communiquer votre conception générale et votre attitude actuelles à la lumière des dispositions du Code des impoˆts sur les revenus 1992 et de la culture fiscale moderne ainsi que dans le cadre d’une politique fiscale conviviale ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 2 december 2002, op de vraag nr. 1083 van mevrouw Trees Pieters van 24 juli 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 2 décembre 2002, à la question no 1083 de Mme Trees Pieters du 24 juillet 2002 (N.) :
Mijn administratie is niet op de hoogte van het bestaan van de door het geachte lid beschreven praktijk.
Mon administration n’a pas connaissance de l’existence de la pratique décrite par l’honorable membre.
Ik zou haar daarom willen uitnodigen de identiteit van de betrokken onderneming(en) kenbaar te maken, zodat mijn administratie hierover met kennis van zaken kan oordelen.
C’est pourquoi, je voudrais l’inviter à me faire connaıˆtre l’identité des sociétés concernées, de sorte que mon administration puisse se prononcer en la matière en connaissance de cause.
DO 2001200201629
DO 2001200201629
Vraag nr. 1095 van de heer Yves Leterme van 26 augustus 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 1095 de M. Yves Leterme du 26 août 2002 (N.) au ministre des Finances :
BTW-vrijstelling. — Publicitaire sponsoring door VZW’s.
Exonération de la TVA. — Parrainage publicitaire par des ASBL.
Heel wat VZW’s financieren hun activiteiten niet enkel en alleen uit subsidies maar worden vaak gesponsord door ondernemingen. Deze sponsoring kan bestaan uit het verkrijgen van geldsommen zonder enige tegenprestatie in hoofde van de VZW. Zij kunnen zich ook verbinden om de naam of het logo van de sponsor bekend te maken in het kader van hun activiteiten, die vrijgesteld zijn van de BTW krachtens artikel 44 BTW-wetboek.
De nombreuses ASBL financent leurs activités par des subventions mais souvent aussi par des parrainages d’entreprises. Le parrainage peut consister en des sommes d’argent sans la moindre contrepartie de la part de l’ASBL. Elles peuvent également s’engager à faire connaıˆtre le nom ou le logo du sponsor dans le cadre de leurs activités, qui sont exonérées de la TVA en vertu de l’article 44 du code de la TVA.
1. Kan deze verbintenis waarvoor de VZW gelden ontvangt aanzien worden als een overeenkomstig artikel 44, § 2, 12o BTW-wetboek vrijgestelde dienst ter
1. Cet engagement en contrepartie duquel lequel l’ASBL reçoit de l’argent peut-il être considéré, au sens de l’article 44, § 2, 12o du code de la TVA, comme un
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18778
verkrijging van financie¨le steun die samenhangt met hun van de BTW vrijgestelde werkzaamheden (Deze publicitaire diensten worden georganiseerd door en uitsluitend ten bate van dezelfde VZW) ?
service exonéré visant à obtenir un soutien financier lié à ses activités exonérées de la TVA (ces services publicitaires sont organisés par la même ASBL et à son seul profit) ?
2. Dient bij de beoordeling van deze vraag een onderscheid te worden gemaakt tussen publiciteit die bestaat uit het vermelden van een logo of naam van sponsor op briefpapier, in een programmaboekje, in een tijdschrift of op T-shirts van de leden van de VZW, op lidkaarten, op publiciteitspanelen rondom de terreinen van de VZW, in kranten of op TV ter bekendmaking van hun activiteiten, enz. ?
2. Pour répondre à cette question, convient-il de faire une distinction entre la publicité qui consiste à afficher le logo ou le nom d’un sponsor sur du papier à lettre, un programme, un périodique ou des tee-shirts portés par des membres de l’ASBL, des cartes de membre, des panneaux publicitaires bordant le terrain de l’ASBL, des journaux ou à la télévision dans le but d’en faire connaıˆtre les activités, etc. ?
3. Maakt het een verschil of deze publiciteit wordt gemaakt tijdens het jaarlijks bal, een Vlaamse kermis of opendeurdag georganiseerd ter verkrijging van financie¨le steun dan wel tijdens of naar aanleiding van de normale van BTW vrijgestelde activiteiten van de VZW ?
3. Cela fait-il une différence si cette publicité est faite à l’occasion du bal annuel, d’une kermesse ou de journées portes ouvertes organisés pour obtenir un soutien financier ou si elle l’est dans le cadre des activités normales de l’ASBL qui sont exonérées de la TVA ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 2 december 2002, op de vraag nr. 1095 van de heer Yves Leterme van 26 augustus 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 2 décembre 2002, à la question no 1095 de M. Yves Leterme du 26 août 2002 (N.) :
Het door een VZW vermelden van een logo of naam van een sponsor op haar briefpapier, in een programmaboekje, in een tijdschrift, op T-shirts van de leden van de VZW, op lidkaarten, enz. met de bedoeling de betreffende onderneming naambekendheid te geven, is een vorm van publiciteit. Deze reclamedienst is ongeacht de vorm bedoeld door artikel 18, § 1, tweede lid, 1o, van het BTW-wetboek en overeenkomstig artikel 2 van voormeld wetboek aan de BTW onderworpen wanneer ze door een als zodanig handelende belastingplichtige onder bezwarende titel in Belgie¨ wordt verricht.
L’apposition par une ASBL du logo ou du nom d’un sponsor sur son papier à lettre, dans un programme, dans une revue, sur les T-shirts des membres de l’ASBL, sur les cartes de membres, etc., en vue de donner de la notoriété à l’entreprise concernée, constitue une forme de publicité. Cette prestation de publicité est, indépendamment de la forme sous laquelle elle est réalisée, visée à l’article 18, § 1er, alinéa 2, 1o, du code de la TVA et est soumise à la taxe, conformément à l’article 2 dudit code, lorsqu’elle est effectué en Belgique et à titre onéreux par un assujetti agissant en tant que tel.
Overeenkomstig artikel 4, § 1, van het BTWwetboek is belastingplichtige eenieder die in de uitoefening van een economische activiteit geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen of diensten verricht die in dit wetboek zijn omschreven, ongeacht op welke plaats de economische activiteit wordt uitgeoefend.
Conformément à l’article 4, § 1er, du code de la TVA, est un assujetti quiconque effectue, dans l’exercice d’une activité économique, d’une manière habituelle et indépendante, à titre principal ou à titre d’appoint, avec ou sans esprit de lucre, des livraisons de biens ou de prestations de services visées par ledit code, quel que soit le lieu où s’exerce l’activité économique.
Uit de samenlezing van voorgaande alinea’s kan worden afgeleid dat de door een VZW, die eventueel voor bepaalde andere handelingen toepassing kan maken van een vrijstelling bepaald in artikel 44 van het BTW-wetboek, onder de voorwaarden van voornoemde artikelen verstrekte reclamediensten onderworpen zijn aan de BTW.
Il résulte de la combinaison des alinéas précédents, que les prestations de publicité effectuées dans les conditions des articles précités par une ASBL, qui éventuellement, pour d’autres opérations déterminées peut appliquer une exemption visée à l’article 44 du code de la TVA, sont soumises à la TVA.
Met betrekking tot de betreffende diensten inzake reclame is geen vrijstelling voorzien in voormeld artikel 44. In het bijzonder is terzake in principe artikel 44, § 2, 12o, niet van toepassing. Dit artikel stelt de leveringen van goederen en de diensten vrij die verricht worden in samenhang met werkzaamheden die ter ver-
L’article 44 susmentionné ne prévoit aucune exemption pour les prestations de publicité dont il s’agit. Plus particulièrement, l’article 44, § 2, 12o, n’est, en principe, pas applicable en la matière. Cet article exempte les livraisons de biens et les prestations de services qui sont effectuées à l’occasion de manifestations destinées
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18779
krijging van financie¨le steun met betrekking tot in artikel 44, § 2, 1o tot 4o, 7o en 11o genoemde handelingen zijn georganiseerd door en uitsluitend ten bate van diegene die handelingen verrichten. De in dit artikel beoogde werkzaamheden betreffen activiteiten zoals Vlaamse kermissen, liefdadigheidsfeesten, jaarlijkse bals, en dergelijke.
à leur apporter un soutien financier et qu’ils organisent à leur profit exclusif, par les organismes dont les opérations sont exonérées en vertu de l’article 44, § 2, 1o à 4o, 7o et 11o. Les manifestations visées par cet article concernent des activités comme les fancy-fair, les fêtes de bienfaisance, les bals annuels et les autres activités similaires.
Diensten van reclame die uitsluitend ter gelegenheid van voormelde activiteiten worden verstrekt, kunnen in het kader van de organisatie van betreffende activiteiten uitzonderlijk de vrijstelling van voormeld artikel 44, § 2, 12o, genieten.
Les prestations de publicité qui sont effectuées exclusivement à l’occasion desdites activités peuvent, dans le cadre de l’organisation des activités concernées, bénéficier exceptionnellement de l’exemption de l’article 44, § 2, 12o, précité.
DO 2001200211705
DO 2001200211705
Vraag nr. 1104 van de heer Hagen Goyvaerts van 6 september 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 1104 de M. Hagen Goyvaerts du 6 septembre 2002 (N.) au ministre des Finances :
BTW-invorderingskantoren. — Personeelsbezetting.
Bureaux de recouvrement de la TVA. — Cadre du personnel.
Teneinde een beter inzicht te krijgen in de personeelsbezetting van BTW-invorderingskantoren, rijzen volgende vragen.
Les questions suivantes devraient permettre de se faire une idée plus précise du cadre du personnel des bureaux de recouvrement de la TVA.
1. Hoeveel BTW-invorderingskantoren zijn er in Belgie¨ ?
1. Combien y a-t-il de bureaux de recouvrement de la TVA en Belgique ?
2. Wat is de verdeling per gewest ? 3. Hoeveel van deze invorderingskantoren worden geleid door een statutaire chef ?
2. Quelle en est la répartition par région ? 3. Parmi ces bureaux de recouvrement, combien sont-ils dirigés par un chef statutaire ?
4. Hoeveel van deze invorderingskantoren worden geleid door tijdelijk personeel ?
4. Combien sont-ils dirigés par du personnel temporaire ?
5. Hoeveel van deze invorderingskantoren hebben geen leidinggevend personeel ? 6. Hoeveel BTW-invorderingskantoren zijn er in Brussel, respectievelijk Antwerpen, Luik en Charleroi ?
5. Combien fonctionnent-ils sans personnel dirigeant ? 6. Combien de bureaux de recouvrement de la TVA comptent les villes de Bruxelles, Anvers, Liège et Charleroi ? 7. Combien y a-t-il de chefs statutaires à Bruxelles, Anvers, Liège et Charleroi ? Réponse du ministre des Finances du 2 décembre 2002, à la question no 1104 de M. Hagen Goyvaerts du 6 septembre 2002 (N.) : L’honorable membre trouvera ci-dessous la réponse aux questions posées. 1. Il y a 40 bureaux de recette TVA en Belgique. 2. Parmi les 40 bureaux de recette TVA, 22 sont situés en Région flamande, 12 en Région wallonne et 6 en Région de Bruxelles-Capitale. 3. 13 parmi les 40 bureaux de recette sont dirigés par un titulaire, en l’occurrence un agent statutaire nommé à cette résidence (2 de ces titulaires n’exercent toutefois pas actuellement ces fonctions).
7. Hoeveel statutaire chefs zijn er in Brussel, respectievelijk Antwerpen, Luik en Charleroi ? Antwoord van de minister van Financie¨n van 2 december 2002, op de vraag nr. 1104 van de heer Hagen Goyvaerts van 6 september 2002 (N.) : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op de gestelde vragen te vinden. 1. Er zijn 40 BTW-ontvangkantoren in Belgie¨. 2. Van de 40 BTW-ontvangkantoren bevinden er zich 22 in het Vlaams Gewest, 12 in het Waals Gewest en 6 in Brussel-Hoofdstad. 3. Van de 40 ontvangkantoren worden er 13 beheerd door een titularis, namelijk een statutair personeelslid dat benoemd is in deze betrekking (2 van deze titularissen oefenen thans hun functie niet uit).
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18780
4. Van de 40 ontvangkantoren worden er 29 beheerd door een interimaris, namelijk een statutair personeelslid met een lagere graad die de hogere functies uitoefent, hetzij omdat de betrekking vacant is, hetzij omdat de betrekking tijdelijk niet waargenomen wordt.
4. 29 des bureaux de recette sont dirigés par un intérimaire, en l’occurrence un agent statutaire possédant un grade inférieur qui exerce des fonctions supérieures, soit parce que l’emploi est vacant, soit parce que l’emploi est momentanément inoccupé.
5. Gelet op de rekenplichtigheid en krachtens het algemene principe van de continuı¨teit van de openbare dienst, wordt elk kantoor noodzakelijkerwijze beheerd ofwel door een titularis, ofwel door een interimaris.
5. Compte tenu de la responsabilité des comptables et en vertu du principe général de la continuité du service public, chaque bureau de recette est obligatoirement dirigé par un titulaire, soit par un intermédiaire.
6. Brussel : 6 kantoren Antwerpen : 3 kantoren Luik : 3 kantoren Charleroi : 2 kantoren
6. Bruxelles : 6 bureaux Anvers : 3 bureaux Liège : 3 bureaux Charleroi : 2 bureaux
7. Brussel en Antwerpen beschikken over geen enkele titularis. Twee van de drie ontvangkantoren te Luik worden thans beheerd door een titularis. E´én van de twee ontvangkantoren te Charleroi wordt thans beheerd door een titularis.
7. Bruxelles et Anvers ne disposent d’aucun titulaire. Deux des trois bureaux de recette de Liège sont actuellement dirigés par un titulaire. Un des deux bureaux de recette de Charleroi est actuellement dirigé par un titulaire.
DO 2001200211768
DO 2001200211768
Vraag nr. 1107 van de heer Martial Lahaye van 16 september 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 1107 de M. Martial Lahaye du 16 septembre 2002 (N.) au ministre des Finances :
Statuut van hypotheekbewaarder-bediende. — Inlijving bij het ambtenarenkorps.
Statut d’employé des conservateurs des hypothèques. — Fonctionnarisation.
Verwijzend naar uw antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 919 van 13 februari 2002 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2001-2002, nr. 133, blz. 16724) betreffende het statuut van hypotheekbewaarderbediende, waarin u zich uitspreekt voor de inlijving van de betrekkingen in de hypotheekbewaringen bij het ambtenarenkorps, had ik graag van u vernomen wat de voorlegging aan de administratieve en begrotingscontrole opleverden en tegen wanneer wij de effectieve inlijving in het ambtenarenkorps mogen verwachten ?
Me référant à votre réponse à ma question écrite no 919 du 13 février 2002 (Questions et Réponses, Chambre, 2001-2002, no 133, p. 16724) concernant le statut d’employé des conservateurs des hypothèques, dans laquelle vous vous prononciez en faveur de la fonctionnarisation des emplois au sein des conservations des hypothèques, je vous saurais gré de m’indiquer ce qu’il est advenu de cette proposition soumise au controˆle administratif et budgétaire et quand peut être envisagée la fonctionnarisation effective.
Antwoord van de minister van Financie¨n van 2 december 2002, op de vraag nr. 1107 van de heer Martial Lahaye van 16 september 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 2 décembre 2002, à la question no 1107 de M. Martial Lahaye du 16 septembre 2002 (N.) :
In antwoord op zijn vraag kan ik aan het geachte lid meedelen dat aan de minister van Ambtenarenzaken op 1 oktober 2002 werd gevraagd om zich uit te spreken omtrent de gelijkstelling van de examens, afgelegd door de bedienden van de hypotheekbewaarders, met de gangbare statutaire wervings- en loopbaanexamens.
En réponse à sa question, je peux communiquer à l’honorable membre que j’ai demandé au ministre de la Fonction publique, le 1er octobre 2002, de se prononcer sur l’assimilation des examens passés par les employés des conservateurs des hypothèques, avec les examens statutaires de recrutement et de carrière usuels.
Zodra het principieel akkoord van mijn collega is verkregen, kan de administratieve en begrotingscontrole worden opgestart.
Dès réception de l’accord de principe de mon collègue, la procédure du controˆle administratif et budgétaire pourra démarrer.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18781
DO 2001200211811
DO 2001200211811
Vraag nr. 1111 van de heer Hubert Brouns van 27 september 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 1111 de M. Hubert Brouns du 27 septembre 2002 (N.) au ministre des Finances :
Zendingen. — Toestellen van het Belgisch leger. — Normale lijnvluchten. — Privé-vliegtuigen.
Missions. — Appareils de l’armée belge. — Vols réguliers. — Avions privés.
Kan u meedelen voor respectievelijk 1999, 2000 en 2001 :
Pourriez-vous me fournir les informations suivantes, respectivement pour les années 1999, 2000 et 2001 :
1. Hoeveel keer u tijdens elk jaar een beroep heeft gedaan op een toestel van het Belgisch leger voor dienstverplaatsingen, hoeveel keer u een beroep heeft gedaan op een normale lijnvlucht, hoeveel keer u eventueel een privé-vliegtuig heeft gecharterd ?
1. Combien de fois avez-vous utilisé un appareil de l’armée belge pour des déplacements de service ? Combien de fois avez-vous utilisé un vol régulier ? Le cas échéant, combien de fois avez-vous affrété un avion privé ?
2. Per zending : de duur van de zending in dagen, hoeveel passagiers u vergezelden opgesplitst over de volgende categoriee¨n : kabinetsleden, leden administratie, journalisten (inclusief hun medewerkers zoals cameramensen), familieleden, andere ?
2. Par mission : quelle a été la durée de la mission en nombre de jours ? Combien de passagers vous accompagnaient, répartis en fonction des catégories suivantes : membres du cabinet, membres de l’administration, journalistes (y compris leurs collaborateurs tels que les cameramen), membres de votre famille ou autres ?
3. De kostprijs voor deze verplaatsingen opgedeeld in 3 categoriee¨n : betaald aan het Belgisch leger (vliegtuigkosten en cateringkosten apart vermeld), betaalde tickets aan vliegtuigmaatschappijen, betaalde bedragen voor privé-vliegtuigen ? 4. Het begrotingsartikel (eventueel de begrotingsartikelen) waarop deze kosten werden aangerekend ?
3. Quel est le couˆt de ces déplacements, pour les trois catégories suivantes : payé à l’armée belge (mentionner séparément les frais d’avion et de catering), billets payés à des compagnies aériennes, montants payés pour l’utilisation d’avions privés ? ` quel article budgétaire (éventuellement à quels 4. A articles budgétaires) ces frais ont-ils été imputés ?
5. In voorkomend geval, het bedrag dat door deelnemers aan de Schatkist werd gestort ?
5. Le cas échéant, quel montant a été versé au Trésor par des participants à ces vols ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 2 december 2002, op de vraag nr. 1111 van de heer Hubert Brouns van 27 september 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 2 décembre 2002, à la question no 1111 de M. Hubert Brouns du 27 septembre 2002 (N.) :
Ik verwijs naar het antwoord dat de eerste minister heeft verstrekt op uw vraag nr. 187 van 27 september 2002 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2002-2003, nr. 140, blz. 17669).
Je vous renvoie à la réponse que le premier ministre a donné à votre question no 187 du 27 septembre 2002 (Questions et Réponses, Chambre, 2002-2003, no 140, p. 17669).
DO 2001200211826
DO 2001200211826
Vraag nr. 1112 van de heer Jan Peeters van 30 september 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 1112 de M. Jan Peeters du 30 septembre 2002 (N.) au ministre des Finances :
Nieuwbouwproject voor het ministerie van Financie¨n te Herentals.
Projet de construction d’un nouveau baˆtiment pour le ministère des Finances à Herentals.
De Regie der Gebouwen voorziet in een nieuwbouwproject voor de diensten van de belastingen te Herentals, Belgie¨laan. Ongeveer anderhalf jaar geleden heeft de stad Herentals de principie¨le aanvraag voor een stedebouwkundige vergunning daartoe gunstig geadviseerd.
La Régie des Baˆtiments a élaboré un projet pour la construction à la Belgie¨laan à Herentals d’un nouveau baˆtiment devant abriter les services des contributions. Il y a environ un an et demi, la ville de Herentals a émis un avis positif sur la demande de principe en vue de l’obtention d’un permis d’urbanisme.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18782
1. Kan u mij de stand van zaken van het dossier meedelen ?
1. Qu’en est-il de ce dossier ?
2. Heeft u hiervoor reeds de nodige kredieten vrijgemaakt ?
2. Avez-vous déjà dégagé les crédits nécessaires ?
3. Wat is de precieze timing voor het project ?
3. Quel est le calendrier précis du projet ?
4. Is er reeds een architect aangeduid ?
4. Un architecte a-t-il déjà été désigné ?
5. Wanneer voorziet u in de ingebruikname van het bouwproject ?
5. Quand le nouveau baˆtiment pourra-t-il être occupé ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 5 december 2002, op de vraag nr. 1112 van de heer Jan Peeters van 30 september 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 5 décembre 2002, à la question no 1112 de M. Jan Peeters du 30 septembre 2002 (N.) :
Ik signaleer aan het geachte lid dat deze vraag niet onmiddellijk mijn departement aangaat. De aangehaalde punten behoren tot de bevoegheid van mijn collega, minister van Telecommunicatie, Overheidsbedrijven en Participaties en bevoegd voor de Regie der Gebouwen (vraag nr. 203 van 5 december 2002).
Je signale à l’honorable membre que cette question ne concerne pas directement mon département. Les points relevés sont de la compétence de mon collègue, ministre des Télécommunications, des Entreprises et des Participations publiques et qui est compétent pour la Régie des Baˆtiments (question no 203 du 5 décembre 2002).
DO 2001200211854
DO 2001200211854
Vraag nr. 1113 van mevrouw Marie-Thérèse Coenen van 3 oktober 2002 (Fr.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 1113 de Mme Marie-Thérèse Coenen du 3 octobre 2002 (Fr.) au ministre des Finances :
Accijnzen op de verschillende soorten brandstof.
Accises sur les différents types de carburant.
Brandstofgebruik wordt belast via het stelsel van de accijnzen, in de categorie van de producten op basis van minerale olie. De inning van die accijnzen kan ook inlichtingen verschaffen over het gebruik van de verschillende soorten brandstof.
L’utilisation des carburants fait l’objet d’une taxation sous forme d’accises, catégorie des produits à base d’huile minérale. La perception de ces accises peut ainsi donner accès aux données d’utilisation des différents carburants.
1. Kan u me, op basis van de inning van de accijnzen op die brandstoffen, cijfers verschaffen over het verbruik in Belgie¨ in 1999, 2000 en 2001 van de belangrijkste drie brandstofsoorten die onderworpen zijn aan de accijnzen, namelijk diesel, benzine en LPG ?
1. Sur base de la perception des accises sur ces carburants, pouvez-vous communiquer les chiffres de la consommation en Belgique des trois principaux types de carburant soumis aux accises, à savoir le diesel, l’essence et le LPG pendant les années 1999, 2000 et 2001 ?
2. a) Zijn die gegevens al beschikbaar voor de eerste zes maanden van 2002 ?
2. a) Ces données sont-elles déjà disponibles pour les six premiers mois de 2002 ?
b) Zo ja, kan u deze meedelen ?
b) Dans l’affirmative, pouvez-vous les communiquer ?
3. a) Bestaan er ook streekgebonden gegevens over het verbruik van de verschillende brandstoffen ?
3. a) Une répartition régionale de ces différentes consommations de carburants est-elle également disponible ?
b) Zo ja, kan u die bezorgen ?
b) Dans l’affirmative, pouvez-vous la communiquer ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18783
Antwoord van de minister van Financie¨n van 2 december 2002, op de vraag nr. 1113 van mevrouw Marie-Thérèse Coenen van 3 oktober 2002 (Fr.) :
Réponse du ministre des Finances du 2 décembre 2002, à la question no 1113 de Mme Marie-Thérèse Coenen du 3 octobre 2002 (Fr.) :
Het geachte lid vindt hierna de antwoorden die mij verschaft werden door de administratie der Douane en Accijnzen.
L’honorable membre trouvera ci-après les réponses qui m’ont été fournies par l’administration des Douanes et Accises.
1. Verbruik van brandstoffen (vragen 1 en 2).
1. Consommation de carburants (questions 1 et 2).
De beschikbare gegevens met betrekking tot het verbruik van brandstoffen voor de jaren 1999, 2000, 2001 en voor de periode van januari 2002 tot juni 2002, zijn als volgt : Producten — Produits
Les données disponibles relatives à la consommation de carburants pour les années 1999, 2000, 2001 et de janvier à juin 2002, sont les suivantes :
1999
2000
1 000 l tot 15˚C. — 1 000 l à 15˚C Benzine met lood. — Essence au plomb 158 002 Benzine zonder lood. — Essence sans plomb 3 127 929 Gasoil. — Diesel 5 930 019
5 688 3 113 423 6 353 678
2001
5 572 2 945 496 6 632 119
2002 (januari-juni) — (janvier-juin)
2 258 1 446 480 3 349 861
Deze gegevens werden berekend aan de hand van de accijnsontvangsten op deze producten.
Ces données ont été calculées sur base des recettes de l’accise sur ces produits.
Deze gegevens hebben betrekking op het gebruik als brandstof voor motoren die dienen tot aan- of voortdrijving van voertuigen, met uitzondering van brandstof bestemd voor industrie¨le of commercie¨le toepassingen (bijvoorbeeld, machinemotoren, enz.).
Ces données concernent l’usage comme carburant pour l’alimentation des moteurs servant à la traction ou à la propulsion des véhicules, à l’exception du carburant destiné à des usages industriels et commerciaux (ex : moteurs de machines, etc.).
De gegevens met betrekking tot benzine met en zonder lood, omvatten noodzakelijk ook de brandstof bestemd voor bepaalde watervoertuigen en luchtvaartuigen.
Pour l’essence au plomb et l’essence sans plomb, ces données comprennent nécessairement le carburant destiné à certains véhicules automobiles navals ou aériens.
De administratie der Douane en Accijnzen beschikt niet over gegevens met betrekking tot het verbruik van LPG en methaan bestemd voor hierboven vernoemd gebruik. Deze worden immers belast aan het nultarief.
L’administration des Douanes et Accises ne dispose pas de données relatives à la consommation de LPG et de méthane destinés à cet usage, taxés au taux 0.
2. Regionale verdeling van het verbruik van brandstoffen (vraag 3).
2. Répartition régionale de la consommation de carburants (question 3).
De beschikbare gegevens met betrekking tot de regionale verdeling van het verbruik van brandstoffen voor de jaren 2000, 2001 en voor de periode van januari tot juni 2002, zijn als volgt :
Les données disponibles relatives à la répartition régionale de la consommation de carburants pour les années 2000, 2001 et de janvier à juin 2002, sont les suivantes :
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2403
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18784
Producten — Produits
2000
Benzine met lood. — Essence au plomb
Gasoil.
—
Diesel
2001
1 000 l aan 15˚C. — 1 000 l à 15˚C 5 688
Benzine zonder lood. — Essence sans plomb
2002 (januari-juni) — (janvier-juin)
5 572
Gewest — Région
2 258
0,00
0,00
16,57
4 987,29 701,03 3 113 423
5 443,60 128,79 2 945 496
2 180,50 61,10 1 446 480
199 821,20
180 294,79
98 773,48
2 048 435,49 865 165,91 6 353 678 230 592,71
2 009 145,93 756 055,72 6 632 119 247 662,64
949 442,23 398 264,50 3 349 861 146 575,03
4 502 462,59 1 620 622,98
4 858 883,40 1 525 573,34
2 380 109,81 823 175,86
Brussels Gewest. — Région BruxellesCapitale Vlaams Gewest. — Région flamande Waals Gewest. — Région wallonne
Brussels Gewest. — Région BruxellesCapitale Vlaams Gewest. — Région flamande Waals Gewest. — Région wallonne Brussels Gewest. — Région BruxellesCapitale Vlaams Gewest. — Région flamande Waals Gewest. — Région wallonne
De administratie der Douane en Accijnzen beschikt niet over gegevens met betrekking tot de regionale verdeling van brandstof voor het jaar 1999.
L’administration des Douanes et Accises ne dispose pas de données relatives à la consommation régionale en carburant pour l’année 1999.
Het betreft hier de hoeveelheden brandstof die in verbruik werden gesteld bij het verlaten van infrastructuren gelegen in het grondgebied van een bepaald gewest en niet de hoeveelheden van effectief verbruikte producten.
Il s’agit ici des volumes de carburant mis à la consommation à la sortie d’infrastructures situées dans le territoire de l’une ou l’autre région et non des volumes de produits qui y sont effectivement consommés.
DO 2002200300102
DO 2002200300102
Vraag nr. 1126 van de heer Willy Cortois van 18 oktober 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 1126 de M. Willy Cortois du 18 octobre 2002 (N.) au ministre des Finances :
Personenbelasting. — Woningen. — Energiebesparende werken.
Impoˆt des personnes physiques. — Habitations. — Travaux permettant de réaliser des économies d’énergie.
Artikel 33 van de wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting omvat een maatregel met betrekking tot uitgaven die de belastingplichtige op zich heeft genomen in het kader van de energiebesparing. Deze kan een belastingvermindering genieten die 15 % bedraagt voor een reeks werken zoals de vervanging van oude ketels, installatie van zonnepanelen voor een verwarmingssysteem van sanitair water, en zelfs 40 % voor het plaatsen van dubbele beglazing en isolatie van het dak, alsmede onder meer een energie-audit van de woning.
L’article 33 de la loi du 10 aouˆt 2001 portant réforme de l’impoˆt des personnes physiques contient une mesure relative aux dépenses consenties par le contribuable en vue d’économiser l’énergie. Celui-ci peut bénéficier d’une réduction d’impoˆt de 15 % pour une série de travaux tels que le remplacement des anciennes chaudières et l’installation d’un système de chauffage de l’eau sanitaire par le recours à l’énergie solaire, et même d’une réduction atteignant 40 % pour l’installation de double vitrage, l’isolation du toit et la réalisation d’un audit énergétique de l’habitation.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18785
Dit voordeel wordt slechts eenmaal per dienstjaar toegekend voor de woning waarvan de belastingbetaler eigenaar, erfpachter of vruchtgebruiker is. Daartoe wordt een jaarlijkse begroting van 38 miljoen euro uitgetrokken. Voor sommige belastingbetalers die deze werken in de loop van 2002 lieten uitvoeren, heeft deze gunstmaatregel een bittere nasmaak, aangezien zij, ondanks de zware financie¨le inspanning die ze zich getroost hebben, niet de maatregelen zullen kunnen genieten van bovenvermeld artikel 33 van voornoemde wet van 10 augustus 2001, aangezien de Ministerraad in de loop van de maand september 2002 de maatregel goedkeurde en deze pas van toepassing zal worden voor het dienstjaar 2004, zijnde de inkomsten van het jaar 2003. Op die manier worden een aantal categoriee¨n belastingbetalers die energiebesparende werken in de loop van 2002, dus dit jaar, lieten uitvoeren benadeeld hoewel zij zeer vroeg een concrete gestalte gaven aan hun bezorgdheid voor energiebesparende maatregelen door zonder verder dralen de nodige schikkingen te treffen. Waarom werd bij het treffen van de maatregel pas rekening gehouden met de inkomsten van het jaar 2003 en niet met deze van het lopende jaar 2002 ? Antwoord van de minister van Financie¨n van 4 december 2002, op de vraag nr. 1126 van de heer Willy Cortois van 18 oktober 2002 (N.) : De maatregel die het geachte lid beoogt is waarschijnlijk het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 1992 inzake de belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven in een woning. Dit besluit geeft uitvoering aan artikel 14524 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij artikel 33, A, van de wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting, en werd goedgekeurd in de Ministerraad van 16 oktober 2002. Aangezien artikel 33, A, van voormelde wet pas in werking treedt vanaf aanslagjaar 2004, en zoals het geachte lid wel weet, er geen uitvoering kan worden gegeven aan een wet die nog niet in werking is getreden, is het dan ook volkomen normaal dat het uitvoeringsbelsuit dan ook pas in werking treedt vanaf aanslagjaar 2004.
Cet avantage n’est accordé qu’une seule fois par exercice pour l’habitation dont le contribuable est propriétaire, emphytéote ou usufruitier. Un budget annuel de 38 millions d’euros a été prévu à cet effet.
DO 2002200300111
DO 2002200300111
Vraag nr. 1127 van de heer Jean-Jacques Viseur van 21 oktober 2002 (Fr.) aan de minister van Financie¨n : Wetboek der registratierechten. — Het begrip « overmacht ». Om bij de aankoop van een bescheiden woning een vermindering van de registratierechten van 12,5 % tot
Question no 1127 de M. Jean-Jacques Viseur du 21 octobre 2002 (Fr.) au ministre des Finances :
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
Cette mesure laisse un gouˆt amer à certains contribuables qui ont effectué de tels travaux au cours de l’année 2002, car malgré les dépenses importantes qu’ils ont consenties, ils ne pourront bénéficier des mesures prévues à l’article 33 de ladite loi du 10 aouˆt 2001; le Conseil des ministres a en effet adopté cette mesure au cours du mois de septembre 2002, et celle-ci n’entrera en vigueur qu’à partir de l’exercice 2004, c’est-à-dire pour les revenus de l’année 2003. Ainsi, certaines catégories de contribuables ayant réalisé des travaux d’économie d’énergie dans le courant de l’année 2002 seront défavorisées, et ce malgré le fait que les contribuables en question ont traduit concrètement leur volonté d’économiser l’énergie en prenant sans tarder les initiatives nécessaires à cet effet. Pourquoi ne tient-on compte pour l’application de cette mesure que des revenus de l’année 2003, et non des revenus de l’année 2002 en cours ? Réponse du ministre des Finances du 4 décembre 2002, à la question no 1126 de M. Willy Cortois du 18 octobre 2002 (N.) : L’honorable membre vise probablement le projet d’arrêté royal modifiant l’AR/CIR 1992 en matière de réduction d’impoˆt pour les dépenses faites en vue d’économiser l’énergie dans une habitation. Cet arrêté exécute l’article 14524 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 inséré par l’article 33, A, de la loi du 10 aouˆt 2001 portant réforme de l’impoˆt des personnes physiques et a été approuvé par le Conseil des ministres du 16 octobre 2002. Compte tenu de ce que l’article 33, A, de la loi précitée n’entrera en vigueur qu’à partir de l’exercice d’imposition 2004, il ne peut être, comme l’honorable membre n’est pas sans le savoir, donné exécution d’une loi qui n’est pas encore entrée en vigueur. Il est dès lors tout à fait normal que l’arrêté d’exécution n’entrera lui aussi en vigueur qu’à partir de l’exercice d’imposition 2004.
Code des droits d’enregistrement. — La notion de « force majeure ». Pour pouvoir bénéficier d’une réduction des droits d’enregistrement de 12,5 % à 6 % lors de l’achat d’une
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18786
6 % te kunnen genieten, moet de verkrijger of zijn echtgenoot volgens artikel 60 van het Wetboek der registratierechten ingeschreven zijn in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op het adres van het verkregen onroerende goed gedurende een ononderbroken periode van ten minste drie jaar.
habitation modeste, l’article 60 du Code des droits d’enregistrement impose à l’acquéreur ou à son conjoint d’être inscrit à l’adresse de l’immeuble acquis, dans le registre de la population ou des étrangers, pendant une durée ininterrompue de trois ans au moins.
De vermindering blijft wel geldig als deze voorwaarde wegens overmacht niet kan worden vervuld.
Toutefois, la réduction reste acquise si le défaut d’exécution de cette condition est la conséquence d’une force majeure.
Kan het begrip « overmacht » volgens uw administratie worden aangevoerd door een rechthebbende wiens echtgenoot niet in het bevolkingsregister kan worden ingeschreven omdat de gemeentelijke administratie de woning onbewoonbaar heeft verklaard, waardoor de rechthebbende gedurende de werkzaamheden genoodzaakt is zich tijdelijk op een ander adres in te schrijven om de verplichting tot samenwoning ingevoerd door artikel 213 van het Burgerlijk Wetboek na te komen ?
Votre administration considère-t-elle que la notion de « force majeure » peut être invoquée par tout bénéficiaire dont le conjoint se voit refuser l’inscription au registre de la population par une administration communale au motif que cette dernière juge l’immeuble inhabitable obligeant ainsi le bénéficiaire à se domicilier temporairement à une autre adresse durant les travaux afin de respecter le devoir de cohabitation instaurée par l’article 213 du Code civil ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 2 december 2002, op de vraag nr. 1127 van de heer Jean-Jacques Viseur van 21 oktober 2002 (Fr.) :
Réponse du ministre des Finances du 2 décembre 2002, à la question no 1127 de M. Jean-Jacques Viseur du 21 octobre 2002 (Fr.) :
1. Artikel 55 van het Wetboek der registratierechten beschrijft de voorwaarden waaraan de verkrijger of zijn echtgenote dient te voldoen om de vermindering van registratierechten te kunnen genieten bij de aankoop van een bescheiden woning, onder andere de inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister op het adres van het verkregen onroerend goed. Artikel 60 van hetzelfde wetboek bepaalt dat deze vermindering slechts behouden blijft indien deze inschrijving geschiedt binnen een termijn van drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van verkrijging en ten minste drie jaar zonder onderbreking behouden blijft.
1. Pour pouvoir bénéficier de la réduction des droits d’enregistrement à l’achat d’une habitation modeste, l’article 55 du Code des droits d’enregistrement énonce les conditions auxquelles doit satisfaire l’acquéreur ou son conjoint, parmi lesquelles l’inscription dans le registre de la population ou dans le registre des étrangers à l’adresse de l’immeuble acquis. L’article 60 du même code prescrit que cette réduction n’est maintenue que si cette inscription se fait dans un délai de trois ans prenant cours à la date de l’acte authentique d’acquisition et est maintenue pendant une durée ininterrompue de trois ans au moins.
2. Indien op het moment van de verkrijging de essentie¨le kenmerken van gezondheid of bewoonbaarheid niet voldaan zijn, kan het verkregen goed in principe niet gebruikt worden voor bewoning en kan bijgevolg het gunstregime bepaald in artikel 53, 2o van voormeld wetboek niet genoten worden. Het regime van artikel 57 van het wetboek (bouwgronden) dient alsdan ingeroepen te worden.
2. Lorsqu’au moment de l’acquisition, les caractéristiques essentielles de salubrité ou d’habitabilité ne sont pas rencontrées, le bien acquis ne peut, en principe, servir d’habitation et, par conséquent, ne peut pas bénéficier du régime de faveur visé par l’article 53, 2o du code précité. Le régime de l’article 57 (terrains à baˆtir) du code doit alors être invoqué.
3. In het geval dat de woning onbewoonbaar wordt verklaard door een besluit van de burgemeester beschikt belanghebbende toch over een termijn van drie jaar voor zijn inschrijving in het bevolkingregister of het vreemdelingenregister, wat er dus op neer komt dat de renovatiewerken opgelegd door het gemeentebestuur moeten gerealiseerd zijn binnen een termijn van drie jaar te rekenen van de authentieke akte. Het is slechts in het geval dat de belanghebbende zijn inschrijving niet verkrijgt tegen het einde van de termijn van drie jaar dat de aanvullende rechten van hem gevorderd zullen worden; in principe kan overmacht
3. Dans le cas où l’immeuble est effectivement déclaré inhabitable suite à un arrêté du bourgmestre l’intéressé bénéficie malgré tout du délai de trois ans pour son inscription effective au registre de la population ou au registre des étrangers, ce qui revient à dire que les travaux de réhabilitation imposés par l’administration communale doivent être réalisés dans le délai de trois ans à compter de l’acte authentique. Ce n’est que dans le cas où l’intéressé n’obtient pas son inscription au bout du délai de trois ans que le droit complémentaire lui est réclamé; la force majeure ne peut alors en principe pas être invoquée puisque le
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18787
niet ingeroepen worden omdat de slechte staat van het huis gekend was en de werken bijgevolg voorzienbaar waren.
mauvais état de la maison était connu et que les travaux étaient, dès lors, prévisibles.
DO 2002200300169
DO 2002200300169
Vraag nr. 1130 van de heer Francis Van den Eynde van 30 oktober 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Question no 1130 de M. Francis Van den Eynde du 30 octobre 2002 (N.) au ministre des Finances :
Gemeente Schelle. — Verkeerde berekening gemeentelijke belastingen.
Commune de Schelle. — Calcul erroné des impoˆts communaux.
In de gemeente Schelle (provincie Antwerpen) zou er een fout gebeurd zijn bij de berekening van de gemeentelijke belastingen voor het aanslagjaar 2001. Voor het belastingbiljet, aanslagjaar 2001, inkomsten 2000, werd de gemeentelijke belastingvoet van 2001, namelijk 6,4 % gemeentelijke opcentiemen op de personenbelasting, toegepast in plaats van de gemeentelijke belastingvoet van 2000, namelijk 5 % gemeentelijke opcentiemen op de personenbelasting.
Une erreur aurait été commise lors du calcul des impoˆts communaux pour l’exercice 2001 dans la commune de Schelle (province d’Anvers). Pour la déclaration d’impoˆts pour l’exercice 2001 (revenus de 2000), c’est en effet le taux d’imposition communal de 2001, c’est-à-dire 6,4 % de centimes additionnels communaux à l’impoˆt des personnes physiques, qui aurait été appliqué, et non le taux d’imposition communal de 2000, c’est-à-dire 5 % de centimes additionnels communaux à l’impoˆt des personnes physiques.
1. a) Bent u hiervan op de hoogte ?
1. a) Avez-vous connaissance de cette erreur ?
b) Hoe is deze fout te verklaren ?
b) Quelle en est l’origine ?
c) Zijn er gemeenten met gelijkaardige problemen ?
c) D’autres communes sont-elles confrontées à des problèmes analogues ?
2. Heel wat bezwaarschriften van inwoners van Schelle tegen bovenvermelde verkeerde toepassing van de gemeentelijke aanslagvoet zouden onontvankelijk worden verklaard omdat ze te laat werden ingediend en er in de bezwaarschriften gewag gemaakt wordt van gemeentelijke opcentiemen in plaats van gemeentelijke opcentiemen op de personenbelasting.
2. Il me revient que de nombreuses réclamations introduites par les habitants de Schelle contre cette application erronée du taux d’imposition communal auraient été déclarées irrecevables, car elles auraient été envoyées tardivement et feraient mention de centimes additionnels communaux, et non de centimes additionnels communaux à l’impoˆt des personnes physiques.
a) Kan u dit bevestigen ?
a) Pouvez-vous confirmer cela ?
b) Vindt u dit billijk ten overstaan van de belastingbetaler ?
b) Estimez-vous cette réaction équitable à l’égard du contribuable ?
c) Welke maatregelen heeft u getroffen om de ten onrechte betaalde gemeentelijke belastingen aan de burger terug te geven ?
c) Quelles mesures avez-vous prises en vue de restituer aux citoyens les impoˆts communaux perçus induˆment ?
Antwoord van de minister van Financie¨n van 4 december 2002, op de vraag nr. 1130 van de heer Francis Van den Eynde van 30 oktober 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Finances du 4 décembre 2002, à la question no 1130 de M. Francis Van den Eynde du 30 octobre 2002 (N.) :
De adminsitratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit heeft op 23 februari 2001 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Provinciaal Gouvernement Antwerpen een kennisgeving ontvangen waarin voor het aanslagjaar 2001 voor de
L’administratin de la Fiscalité des entreprises et des Revenus a reçu, le 23 février 2001, une notification du ministère de la Communauté flamande, section Gouvernement provincial d’Anvers, faisant mention, pour l’exercice d’imposition 2001, d’une taxe commu-
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18788
gemeente Schelle een aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting van 6,4 % wordt gemeld.
nale additionnelle à l’impoˆt des personnes physiques de 6,4 % pour la commune de Schelle.
Inzake personenbelasting begint het aanslagjaar 2001 op 1 januari 2001 en eindigt op 31 december 2001. De belasting verschuldigd voor dat aanslagjaar kan wettelijk tot 30 juni 2002 worden gevestigd. De belasting verschuldigd voor het aanslagjaar 2001 wordt gevestigd op basis van de inkomsten die de belastingplichtige heeft verkregen gedurende de belastbare periode, dit wil zeggen de inkomsten van het jaar 2000. Indien de inkohiering plaats heeft gedurende het jaar 2001, dan is de belasting verbonden aan het begrotingsjaar 2001, indien zij plaats heeft gedurende het jaar 2002, is zij verbonden aan het begrotingsjaar 2002.
En matière d’impoˆt des personnes physiques, l’exercice d’imposition 2001 commence le 1er janvier et finit le 31 décembre 2001. L’impoˆt duˆ pour cet exercice d’impoesition peut être valablement établi jusqu’au 30 juin 2002. L’impoˆt duˆ pour l’exercice d’imposition 2001 est établi sur les revenus que le contribuable a recueillis pendant la période imposable, c’est-à-dire les revenus de l’année 2000. Si l’enroˆlement a lieu pendant l’année 2001, l’impoˆt est rattaché à l’année budgétaire 2001, s’il a lieu pendant l’année 2002, il est alors rattaché à l’année budgétaire 2002.
De beslissing die de gemeenteraad van Schelle inzake personenbelasting heeft genomen voor het aanslagjaar 2001, en die door de voogdijoverheid is goedgekeurd, heeft bijgevolg betrekking op het inkomstenjaar 2000.
En conséquence, la décision prise par le conseil communal de Schelle en matière d’impoˆt des personnes physiques et approuvée par le pouvoir de tutelle, relativement à l’exercice d’imposition 2001, porte sur les revenus de l’année 2000.
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand
Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes
Telecommunicatie
Télécommunications
DO 2001200201115
DO 2001200201115
Vraag nr. 297 van de heer Guido Tastenhoye van 15 mei 2002 (N.) aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand :
Question no 297 de M. Guido Tastenhoye du 15 mai 2002 (N.) au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes :
De Post. — Lange wachttijden in het hoofdpostkantoor van Deurne.
La Poste. — Files d’attente dans le bureau de poste principal de Deurne.
Sedert maanden wordt er door de gebruikers geklaagd over de lange wachttijden aan de loketten van het hoofdpostkantoor in Deurne, gelegen aan de Gallifortlei. Een wachttijd van meer dan een uur aan het loket is niet ongewoon.
Depuis des mois, les usagers du bureau de poste principal de Deurne, sis « Gallifortlei », se plaignent de temps d’attente très longs aux guichets. Un temps d’attente de plus d’une heure n’y est pas inhabituel.
De minister beloofde eerder, in een brief gericht aan een VLD-districtsraadslid uit Deurne, namelijk Joke Van der Meulen, dat hij aandacht zou vragen voor dit probleem. Tot nu toe is er echter nog geen beterschap.
Dans une lettre adressée à un membre VLD du conseil de district de Deurne, Joke Van der Meulen, le ministre avait promis qu’il demanderait que ce problème soit examiné avec attention. Aucune amélioration n’a toutefois été constatée.
1. Wat zijn de oorzaken van de lange wachttijden aan de loketten van het hoofdpostkantoor van Deurne ?
1. Pour quelles raisons les temps d’attente aux guichets du bureau de poste principal de Deurne sontils aussi longs ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18789
2. Welke maatregelen werden er genomen om deze klantonvriendelijke aanpak om te buigen in een klantgerichte benadering ?
2. Quelles mesures ont été prises pour améliorer le service à la clientèle ?
Antwoord van de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand van 2 december 2002, op de vraag nr. 297 van de heer Guido Tastenhoye van 15 mei 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes du 2 décembre 2002, à la question no 297 de M. Guido Tastenhoye du 15 mai 2002 (N.) :
Het autonoom overheidsbedrijf De Post deelt me mee dat er steeds wordt getracht om de openingsuren van de kantoren af te stemmen op de wensen van de klanten. Het beleid heeft er steeds in bestaan permanent de evolutie van de behoeften van de clie¨nteel te volgen en haar dienstverlening daaraan aan te passen.
L’entreprise publique autonome La Poste me communique qu’elle met déjà tout en œuvre pour faire correspondre les délais d’ouverture de ses bureaux ` cet effet, elle suit en avec les souhaits de la clientèle. A permanence l’évolution des besoins locaux et adapte en conséquence le service à la clientèle.
Ook in het kantoor Deurne 1 worden aldus, rekening houdende met de behoeften van de klanten, al naargelang het tijdstip van de dag drie tot vijf loketten beschikbaar gesteld. Het postkantoor is doorlopend opengesteld van 8.30 uur tot 18 uur. Tevens is er in het kantoor een Postshop waar de klant terecht kan voor papierwaren, mobilofonie, postwaarden en andere ingericht. Al deze maatregelen moeten een bezoek aan dit postkantoor zo aangenaam mogelijk maken.
Cette règle vaut également pour le bureau de Deurne 1, où trois à cinq guichets sont accessibles selon le moment et en fonction des nécessités. Ce bureau de poste est ouvert sans interruption de 8 h 30 à 18 heures. Il est en outre doté d’un Postshop où le client peut trouver divers produits de papeterie, mobilophonie, valeurs postales et autres. Toutes ces mesures doivent rendre une visite à ce bureau de poste aussi agréable que possible.
Volgens De Post, is het wel mogelijk dat er soms, meestal na een feestdag of een brugdag, meer klanten in het kantoor aanwezig zijn dan normaal. Op deze tijdstippen zal er in de mate van het mogelijke en in functie van het beschikbare personeel een supplementair loket worden geı¨nstalleerd om de wachttijden te verminderen.
Selon La Poste, il se peut toutefois, qu’après un jour de pont ou de fête, que le flux de clients soit plus important que d’habitude et occasionne des files d’attente plus longues. Dans la mesure du possible et en fonction du personnel disponible, un guichet supplémentaire pourra être aligné pour réduire les délais d’attente.
DO 2001200201568
DO 2001200201568
Vraag nr. 328 van de heer Jan Mortelmans van 30 juli 2002 (N.) aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand :
Question no 328 de M. Jan Mortelmans du 30 juillet 2002 (N.) au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes :
De Post. — Kantoren. — Onthaal.
La Poste. — Bureaux. — Accueil.
Verschillende postkantoren bevinden zich in slechte staat en zijn te klein. Mechelen 1 en Antwerpen X zijn daarvan een mooi ( ?) bewijs. De publieksruimte bedraagt in Mechelen ongeveer 6 m2. Voor een grote afgifte moet men er ook aanschuiven achter mensen die één postzegel komen kopen. De wachttijden zouden tot 15 minuten bedragen.
Plusieurs bureaux de poste sont délabrés et trop exigus. Les bureaux de Malines 1 et Anvers X en sont ` Malines, l’espace réservé au un bel ( ?) exemple. A public atteint environ 6 m2. Pour les dépoˆts importants, il faut malgré tout se glisser dans la file des clients qui viennent acheter un timbre. Les temps d’attente peuvent atteindre 15 minutes.
1. Welke postkantoren komen de volgende jaren in aanmerking voor renovatie, herinrichting of vernieuwing ?
1. Quels bureaux de poste prévoit-on de rénover ou de réaménager dans les prochaines années ?
2. Welke maatregelen heeft De Post getroffen om de wachttijden tot een minimum te beperken ?
2. Quelles mesures La Poste a-t-elle prises afin de limiter au maximum les temps d’attente ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18790
3. Worden er maatregelen getroffen om grote en kleine klanten in de toekomst te scheiden ?
3. Des mesures ont-elles été prises en vue de séparer les gros et les petits clients à l’avenir ?
Antwoord van de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand van 2 december 2002, op de vraag nr. 328 van de heer Jan Mortelmans van 30 juli 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes du 2 décembre 2002, à la question no 328 de M. Jan Mortelmans du 30 juillet 2002 (N.) :
De NV van publiek recht De Post deelt mij terzake de volgende gegevens mee.
La SA de droit public La Poste me communique les informations suivantes en la matière.
1. De planning voor de postkantoren die de volgende jaren in aanmerking komen voor de renovatie, herinrichting of vernieuwing is ter interne discussie van de opmaak van de budgetten 2003.
1. Le planning relatif aux bureaux de poste qui entrent en ligne de compte pour une rénovation, un réaménagement ou une restauration est en discussion interne relative à la rédaction des budgets 2003.
2. Maatregelen om de wachttijden te minimaliseren :
2. Mesures en vue de minimaliser les temps d’attente :
— Specialisatie van de loketten scheidt de klanten met langdurige bewerkingen van klanten met « snelle » bewerkingen;
— Spécialisation des guichets, qui sépare les clients demandant des opérations de longue main des clients demandant des opérations « rapides »;
— Elektronisch filebeheersysteem optimaliseert de loket-allocatie;
— Système de gestion des fichiers électroniques, qui optimalise l’allocation de guichet;
— Zelfbediening en snelkassa;
— Libre-service et caisse exprès;
— Adviesruimte waar klanten afzonderlijk geholpen kunnen worden.
— Local séparé en vue de conseiller les clients.
3. Wat de dienstverlening in de postkantoren betreft, zijn voor De Post al haar klanten even belangrijk. Buiten de hoger genoemde maatregelen om de wachttijden in te korten wordt dan ook geen onderscheid in behandeling voor de klanten voorzien.
3. En ce qui concerne le service dans les bureaux de poste, tous les clients sont égaux pour La Poste. Outre les mesures susmentionnées en vue de minimaliser les temps d’attente, aucune distinction au niveau de traitement n’est donc prévue pour les clients.
DO 2002200300014
DO 2002200300014
Vraag nr. 346 van de heer Karel Van Hoorebeke van 8 oktober 2002 (N.) aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand :
Question no 346 de M. Karel Van Hoorebeke du 8 octobre 2002 (N.) au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes :
De Post. — Waalse sorteercentra.
La Poste. — Centres de tri wallons.
Volgens de vroegere topman van De Post, de heer Rombouts, dienden er slechts drie nieuwe sorteercentra te komen.
Selon l’ancien administrateur délégué de La Poste, M. Rombouts, il était prévu de ne créer que trois nouveaux centres de tri.
Onder politieke druk werd uiteindelijk beslist tot oprichting van vijf nieuwe sorteercentra, waarvan er twee in Wallonie¨ zullen liggen.
Sous la pression politique, il a finalement été décidé de créer cinq nouveaux centres, dont deux seront situés en Wallonie.
Thans zou gebleken zijn dat er niet voldoende werk voorhanden is om de twee Waalse sorteercentra behoorlijk te doen functioneren, reden waarom er sorteerwerk vanuit Vlaanderen en Brussel zou worden overgebracht naar die twee Waalse sorteercentra.
Il apparaıˆt aujourd’hui que la quantité de travail ne serait pas suffisante pour permettre aux deux centres de tri wallons de fonctionner convenablement; c’est la raison pour laquelle du travail serait transféré de Flandre et de Bruxelles vers ces deux centres de tri.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18791
1. Is het juist dat er geen voldoende sorteerwerk is voor de twee geplande Waalse sorteercentra, wanneer enkel het sorteerwerk voor Wallonie¨ in aanmerking wordt genomen ?
1. Est-il exact que la quantité de travail sera insuffisante pour les deux futurs centres de tri wallons, si l’on ne tient compte que du travail de tri propre à la Wallonie ?
2. Is het juist dat er, om dit tekort aan werk te verhelpen, sorteerwerk vanuit Vlaanderen en Brussel zal overgebracht worden naar de twee Waalse sorteercentra ?
2. Est-il exact que du travail sera transféré de Flandre et de Bruxelles vers les deux centres de tri wallons pour remédier à cette pénurie de travail ?
3. Zal een dergelijke werkwijze geen bijkomende en nutteloze kosten met zich brengen ?
3. Une telle méthode de travail n’entraıˆnera-t-elle pas des frais supplémentaires inutiles ?
4. Zal deze werkwijze ook niet een efficie¨nte en snelle postbedeling in de weg staan ?
4. N’entravera-t-elle pas la distribution efficace et rapide du courrier ?
Antwoord van de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand van 2 december 2002, op de vraag nr. 346 van de heer Karel Van Hoorebeke van 8 oktober 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes du 2 décembre 2002, à la question no 346 de M. Karel Van Hoorebeke du 8 octobre 2002 (N.) :
De NV van publiek recht De Post deelt mij terzake het volgende mee.
La SA de droit public La Poste me communique ce qui suit.
Het is niet juist dat er geen voldoende sorteerwerk is voor de geplande Waalse sorteercentra, als men enkel het sorteerwerk voor Wallonie¨ in aanmerking neemt. Het is ook onjuist dat er sorteerwerk vanuit Vlaanderen wordt overgebracht om dit tekort aan werk te verhelpen.
Il n’est pas correct qu’il n’y a pas assez de travail au niveau du tri pour les centres de tri wallons projetés si l’on ne prend en compte que le travail de tri pour la Wallonie. Il est également incorrect que des activités de tri sont transférées de la Flandre afin de combler ce manque de travail.
Het activiteitsniveau in de sorteercentra wordt bepaald door het volume dat door elk sorteercentrum moet verwerkt worden. De omvang van elk sorteercentrum wordt dan ook bepaald op basis van het te verwerken volume. Dit volume wordt bepaald door de optelling van de twee volgende stromen :
Le niveau d’activités dans les centres de tri est déterminé par le volume devant être traité par chaque centre de tri. L’importance de chaque centre de tri est donc déterminée sur base du volume à traiter. Ce volume est déterminé en totalisant les deux flux suivants :
1. Volume dat rechtstreeks in het sorteercentrum terecht komt via de « collect-activiteiten » van de betreffende regio, namelijk het leeg maken van de rode brievenbussen en het afhalen van briefwisseling bij de klanten, evenals het volume van de massale uitgiften (klanten die rechtstreeks in het sorteercentrum afgeven).
1. Le volume qui arrive directement dans le centre de tri via des « activités collect » de la région en question, à savoir lever les boıˆtes postales rouges et collecter le courrier chez des clients, ainsi que le volume de dépoˆt en masse (clients qui remettent leur courrier directement dans le centre de tri).
2. Het importvolume, namelijk het volume dat vanuit de vier andere sorteercentra wordt toegestuurd naar het sorteercentrum waaronder de regio van de uitreiking ressorteert.
2. Le volume « import », à savoir le volume envoyé des quatre autres centres de tri au centre de tri duquel la région de distribution ressort.
Daarom gebeurt er iedere nacht een vrij belangrijke uitwisseling van volume tussen de vijf sorteercentra, hetgeen uitsluitend te maken heeft met de afkomst en de bestemming van de briefwisseling. Het is uitgesloten dat zendingen, afkomstig van en bestemd voor het Vlaamse landsgedeelte, verwerkt zouden worden in Wallonie¨, om aldaar de arbeidsactiviteit te bevorderen.
Pour cette raison, il y a chaque nuit un transfert assez important de volume entre les cinq centres de tri, ce qui est uniquement dû à la provenance et la destination du courrier. Il est exclu que des envois postaux en provenance et à destination de la partie flamande seraient traités en Wallonie afin d’y stimuler les activités de travail.
Het is trouwens ook zo dat het te verwerken volume varieert van regio tot regio, afhankelijk van het aantal
Il peut d’ailleurs être affirmé que le volume à traiter varie selon la région et dépend du nombre d’habitants,
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2404
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18792
bewoners, het algemene economische activiteitsniveau en het soort economische actor die zich in deze regio bevindt.
du niveau d’activité économique général et de la nature de l’acteur qui se trouve dans cette région.
Momenteel wordt het totale volume van de vijf sorteercentra ongeveer als volgt verdeeld tussen Wallonie¨, Brussel en Vlaanderen :
` l’heure actuelle, le volume total des cinq centres A de tri est plus ou moins réparti comme suit entre la Wallonie, Bruxelles et la Flandre :
Wallonie¨ : Brussel : Vlaanderen :
Wallonie : Bruxelles : Flandre :
27,5 % 33 % 39,5 %
27,5 % 33 % 39,5 %
Er zijn geen indicatoren die, voor de toekomst, op een wijziging dienaangaande zouden wijzen.
Il n’y a pas d’indicateurs qui indiqueraient un changement à ce sujet dans le futur.
DO 2002200300025
DO 2002200300025
Vraag nr. 348 van de heer Claude Eerdekens van 9 oktober 2002 (Fr.) aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand :
Question no 348 de M. Claude Eerdekens du 9 octobre 2002 (Fr.) au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes :
De Post. — « Prior »-zendingen.
La Poste. — Les envois « Prior ».
De nieuwe tarieven die De Post voorstelt voor de zogeheten « Prior »-zendingen, dit zijn brieven die prioritair worden behandeld mits betaling van een supplement, doen bij mij heel wat vragen rijzen. De overige zendingen, « non Prior », zouden bovendien slechts binnen drie dagen moeten worden uitgereikt.
Les nouvelles propositions tarifaires proposées par La Poste qui créent des envois « Prior », soit du courrier traité de manière prioritaire moyennant un supplément de prix, m’interpellent. De plus, il semblerait que les autres envois, dits « non Prior », ne devraient plus être acheminés que dans les trois jours.
Die nieuwe maatregelen brengen volgens mij de openbare dienstverlening in het gedrang. Volgens de beheersovereenkomst van De Post dient de brievenpost immers te worden besteld de dag nadat zij op de bus werd gedaan.
Ces nouvelles dispositions engendrent, à mon sens, une dégradation du service public. En effet, le contrat de gestion de La Poste prévoit que le courrier doit être distribué dès le lendemain de son dépoˆt dans une boıˆte aux lettres.
1. Bevestigt u dat die tariefmaatregelen zullen worden doorgevoerd ? 2. Meent u dat ze stroken met de beheersovereenkomst die De Post moet naleven ?
1. Confirmez-vous l’instauration de ces dispositions tarifaires ? 2. Eˆtes-vous d’avis qu’elles sont conformes au contrat de gestion auquel La Poste est tenue ?
3. Op welke manier zal de consument een mogelijk laattijdige bestelling van zijn post kunnen doen vaststellen en zich daarvoor laten vergoeden ?
3. Comment un consommateur pourra-t-il faire constater et indemniser le non respect éventuel du délai d’acheminement de son courrier ?
4. Hoe zal een buitenlandse afzender een onderscheid kunnen maken tussen een prioritaire en een niet-prioritaire zending ?
4. Comment un expéditeur situé à l’étranger pourra-t-il faire la distinction entre un envoi prioritaire ou non prioritaire ?
Antwoord van de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand van 2 december 2002, op de vraag nr. 348 van de heer Claude Eerdekens van 9 oktober 2002 (Fr.) :
Réponse du ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes du 2 décembre 2002, à la question no 348 de M. Claude Eerdekens du 9 octobre 2002 (Fr.) :
De NV van publiek recht De Post deelt ter zake het volgende mee :
La SA de droit public La Poste me communique en réponse ce qui suit :
1. De Post bevestigt de invoering van deze tariefbepalingen.
1. Effectivement La Poste confirme l’instauration de ces dispositions tarifaires.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18793
De filosofie achter het nieuwe systeem is de klant de keuze aan te bieden tussen een prioritaire of niet-prioritaire zending in functie van zijn specifieke behoeften en niet langer in functie van de inhoud van zijn boodschap.
La philosophie du nouveau système étant d’offrir au client le choix entre une expédition prioritaire ou non prioritaire en fonction de ses besoins spécifiques et non plus en fonction du contenu de son message.
Tot op heden werd het verschil in verwerkingstijd voornamelijk bepaald op basis van de aard van de zending (brief of drukwerk). De toegang tot het minst hoge tarief (drukwerk) was daarenboven nog afhankelijk van de bijkomende voorwaarden.
En effet, jusqu’à présent, la différence dans le délai de traitement était opérée essentiellement sur base de la nature de l’envoi (lettre ou imprimé), l’accès au tarif le moins élevé (imprimé) étant de surcroıˆt subordonné au respect de conditions supplémentaires.
2. De Post bevestigt dat deze bepalingen conform zijn met het beheerscontract aangezien dit enkel voor de prioritaire zendingen objectieven vastlegt inzake uitreikingstermijn.
2. La Poste confirme que ces dispositions sont conformes au contrat de gestion étant donné que celui-ci ne fixe des objectifs en matière de délais de distribution que pour les envois prioritaires.
Ik deel u echter mee dat, in het kader van haar nieuwe tarievenpolitiek, De Post het initiatief genomen heeft de te respecteren kwaliteitsnormen voor de niet-prioritaire zendingen in het beheerscontract te introduceren.
Je vous informe toutefois que dans le cadre de sa nouvelle politique tarifaire, La Poste a pris l’initiative de proposer l’introduction dans le contrat de gestion de normes de qualité à respecter pour les envois non prioritaires.
3. De verbintenissen van De Post inzake schadevergoedingen worden beheerd door de Algemene Voorwaarden inzake dienstenaanbod van De Post.
3. Les engagements de La Poste en matière d’indemnisation sont régis par les Conditions générales en matière d’offre des services de La Poste.
Conform het gemene recht voorzien deze dat de klager het bewijs moet leveren dat De Post in gebreke is. Zich wel bewust van het feit dat deze ingebrekestelling in sommige gevallen moeilijk te bewijzen valt, voornamelijk indien het handelt over geı¨soleerde zendingen, past De Post vanuit commercieel oogpunt, deze bepalingen met grote soepelheid toe.
Conformément au droit commun, celles-ci prévoient que le plaignant doit apporter la preuve de la faute de La Poste. Cependant, bien consciente des difficultés d’apporter ces preuves dans certains cas, notamment s’il s’agit d’envois isolés, La Poste, dans un esprit commercial applique, dès lors, ces dispositions avec beaucoup de souplesse.
4. Wat betreft de briefwisseling verzonden vanuit het buitenland, past de verzender de in het land van herkomst van kracht zijnde reglementen toe.
4. En ce qui concerne le courrier expédié de l’étranger, il est fait application par l’expéditeur des règles en vigueur dans le pays d’origine. ` cet égard, il y a lieu d’observer que de nombreux A pays ont déjà opté pour un système prioritaire/non prioritaire et que le contrat de gestion de La Poste prévoit expressément que pour les envois internationaux prioritaires, les délais d’acheminement sont identiques sur le territoire belge à ceux des envois nationaux.
In dit opzicht valt op te merken dat talrijke landen reeds geopteerd hebben voor een prior/niet prior systeem en dat het beheerscontract van De Post opzettelijk voorziet dat de voor de internationale prioritaire zendingen de verzendingstermijnen op het Belgisch grondgebied identiek zijn aan deze van de nationale zendingen.
DO 2002200300037
DO 2002200300037
Vraag nr. 349 van de heer Francis Van den Eynde van 9 oktober 2002 (N.) aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand :
Question no 349 de M. Francis Van den Eynde du 9 octobre 2002 (N.) au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes :
De Post. — Gent. — Klacht. — Taalgebruik.
La Poste. — Gand. — Plainte. — Emploi des langues.
De Nederlandstalige afdeling van de Vaste Commissie voor taaltoezicht (VCT) heeft in haar zitting van
En sa réunion du 12 juillet 2002, la section néerlandophone de la Commission permanente de controˆle
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18794
12 juli 2002 een klacht onderzocht omtrent het afgeven door De Post van Gent van een tweetalig voorgedrukt stuk aan een particulier met betrekking tot de verkoop van postwaarden.
linguistique (CPCL) a examiné une plainte émanant d’un particulier qui avait reçu des services de La Poste un document préimprimé bilingue attestant la vente de valeurs postales.
De commissie is van mening dat het document dat door het postkantoor afgeleverd werd, geldt als bewijs van betaling en moet worden beschouwd als een getuigschrift uitgaande van een plaatselijke dienst in de zin van de bij koninklijk besluit van 18 juli 1966 gecoo¨rdineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken (SWT).
La commission estime que le document délivré par le bureau de poste équivaut à un récépissé et doit dès lors être considéré comme un certificat émanant d’un service local au sens des lois sur l’emploi des langues en matière administrative, coordonnées par arrêté royal du 18 juillet 1966.
Overeenkomstig artikel 14, § 1, SWT, stellen de plaatselijke diensten, gevestigd in het homogene Nederlandse taalgebied, de aan particulieren uit te reiken getuigschriften in de taal van het gebied. De VCT is dus ook van mening dat het bedoelde document derhalve uitsluitend in het Nederlands had moeten gesteld zijn.
Conformément à l’article 14, § 1er, des lois coordonnées, tout service local établi dans la région de langue néerlandaise rédige dans la langue de sa région les certificats qu’il délivre aux particuliers. La CPCL considère dès lors que le dit document aurait duˆ être rédigé exclusivement en néerlandais.
De klacht werd bijgevolg ontvankelijk en gegrond verklaard.
La plainte a donc été déclarée recevable et fondée.
Welk gevolg werd door De Post aan een en ander gegeven ?
Quelle suite La Poste a-t-elle réservée à l’avis de la commission ?
Antwoord van de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand van 2 december 2002, op de vraag nr. 349 van de heer Francis Van den Eynde van 9 oktober 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes du 2 décembre 2002, à la question no 349 de M. Francis Van den Eynde du 9 octobre 2002 (N.) :
De Post deelt me mee dat de aflevering van een tweetalig document in Gent op een onachtzaamheid berust. Het bedrijf verzekert mij dat het nodige werd gedaan om in de toekomst dergelijke onvolkomenheid te vermijden.
La SA de droit public La Poste me communique que la remise d’un document bilingue à Gand repose sur une inattention. L’entreprise assure que le nécessaire a été fait pour éviter de telles imperfections à l’avenir.
DO 2002200300068
DO 2002200300068
Vraag nr. 350 van de heer Jan Mortelmans van 15 oktober 2002 (N.) aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand :
Question no 350 de M. Jan Mortelmans du 15 octobre 2002 (N.) au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes :
West-Vlaanderen. — Problemen met GSM’s te Beauvoorde.
Flandre occidentale. — Problèmes de GSM à Beauvoorde.
In Beauvoorde, West-Vlaanderen, is het bijzonder moeilijk om via Proximus te telefoneren. De GSM’s schakelen automatisch over naar Itineris, het Franse netwerk, wat zowel bij de ontvangst van telefoontjes als bij het bellen zelf een extra kost met zich meebrengt. Volgens onze informatie komt het omgekeerde nooit voor dat je een Belgische operator kon ontvangen in het buitenland ...
Il est particulièrement difficile de téléphoner par l’intermédiaire de Proximus dans la commune de Beauvoorde, en Flandre occidentale. Les GSM passent automatiquement sur le réseau français Itineris, ce qui entraıˆne des frais de communication supplémentaires. Selon nos informations, il n’arrive toutefois jamais que l’on puisse téléphoner par le biais d’un opérateur belge à l’étranger ...
1. Bent u op de hoogte van deze problematiek ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
1. Avez-vous connaissance de ce problème ?
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18795
2. Zo ja, welke maatregelen zijn reeds genomen om deze toestand te verhelpen ?
2. Dans l’affirmative, quelles mesures ont-elles déjà été prises afin de régler le problème ?
3. Zo neen, binnen welk tijdsbestek en hoe kunnen initiatieven genomen worden om zich te vergewissen van deze problematiek ?
3. Dans la négative, dans quel délai cela sera-t-il le cas et quelles initiatives pourraient-elles être prises pour bien se rendre compte de l’ampleur du problème ?
4. Heeft u reeds een maatregel genomen om de mensen in Beauvoorde te vergoeden voor de extra kosten die zij buiten hun wil om moeten dragen ?
4. Avez-vous déjà pris des mesures visant à indemniser les habitants de Beauvoorde pour les frais supplémentaires qu’ils doivent supporter contre leur gré ?
Antwoord van de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand van 2 december 2002, op de vraag nr. 350 van de heer Jan Mortelmans van 15 oktober 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes du 2 décembre 2002, à la question no 350 de M. Jan Mortelmans du 15 octobre 2002 (N.) :
De vennootschap Belgacom Mobile deelt mij, als antwoord op de door het geachte lid gestelde vragen, het volgende mee.
En réponse aux questions posées par l’honorable membre, la société Belgacom Mobile me communique ce qui suit.
1. Volgens de Europese roamingakkoorden mag een operator tot 15 kilometer landinwaarts GSMbedekking leveren op het grondgebied van de naburige landen.
1. Selon les accords de roaming européens, un opérateur peut fournir une couverture GSM jusqu’à 15 km à l’intérieur du territoire des pays voisins.
Omringd door de buurlanden Frankrijk, Nederland, Duitsland en Luxemburg heeft Belgie¨ een groot aantal kilometers aan grensgebied. Dat gebied wordt dus gekenmerkt door de overlapping tussen een bedekking door zowel het Proximus-netwerk als door naburige GSM-operatoren.
Entourée par la France, les Pays-Bas, l’Allemagne et le Grand Duché de Luxembourg, la Belgique possède une superficie de zone frontalière importante. Cette zone peut donc eˆtre caractérisée par des chevauchements de couverture tant par le réseau de Proximus que par le réseau d’opérateurs étrangers.
Dit impliceert uiteraard ook dat Proximus in de buurlanden Frankrijk, Nederland, Duitsland en Luxemburg GSM-bedekking mag leveren in de grensgebieden.
Ceci implique, bien évidemment, que Proximus peut également offrir une couverture GSM dans les zones frontalières de la France, des Pays Bas, de l’Allemagne et du Grand Duché de Luxembourg.
De gemeente Beauvoorde ligt op een afstand van 6 à 8 kilometer van de grens met ons buurland Frankrijk, hetgeen tot gevolg heeft dat de Franse netwerkoperator Itineris het recht heeft GSM-bedekking te leveren in die gemeente.
La commune de Beauvoorde se situe à une distance de 6 à 8 kilomètres de la frontière avec la France, ce qui implique que l’opérateur français Itineris a le droit d’y assurer une couverture GSM.
De buitenhuisbedekking in Beauvoorde wordt geleverd door één van de Proximus masten, gelegen tussen de gemeenten Houtem en Leisele op 2,5 kilometer van de Franse grens. De afstand in vogelvlucht tussen de bovenvermelde mast en de gemeente Beauvoorde is te groot om binnenhuisbedekking te kunnen aanbieden aan de Proximus-klanten die in de gemeente Beauvoorde wonen.
La couverture GSM extérieure à Beauvoorde est assurée par une des antennes de Proximus située entre Houtem et Leisele, à 2,5 kilomètres de la frontière française. La distance à vol d’oiseau entre l’antenne susmentionnée et la commune de Beauvoorde est trop importante pour permettre d’offrir une couverture intérieure aux clients de Proximus qui y résident.
2. Proximus heeft momenteel geen nieuwe bijkomende mast voorzien om de actuele GSM-bedekking te optimaliseren in de gemeente Beauvoorde.
2. Pour le moment, Proximus n’a pas prévu d’antenne supplémentaire afin d’optimaliser la couverture GSM actuelle à Beauvoorde.
3. Proximus biedt een buitenhuisbedekking aan in Beauvoorde maar uiteraard zijn er ook signalen aanwezig van de Franse operator Itineris. Naargelang de sterkte van het uitgezonden radiosignaal zal het GSMtoestel automatisch de beste ontvangst kiezen, hetgeen
3. Proximus offre une couverture extérieure à Beauvoorde, mais, bien évidemment, la couverture de l’opérateur français Itineris est également assurée. En fonction de la puissance du signal émis, le terminal GSM choisira automatiquement la meilleure qualité
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18796
soms tot gevolg heeft dat het GSM-toestel van netwerkoperator verandert.
de réception, ce qui peut parfois avoir pour conséquence que le GSM change d’opérateur.
Om steeds het Proximusnetwerk te behouden op het GSM-toestel, wanneer er voldoende bedekking aanwezig is, moet de klant via het instelmenu van het GSMtoestel de selectie van instellen op « manuele selectie van het netwerk » in plaats van « automatische selectie ». Eenmaal die instelling ingevoerd (eenmalige handeling) zal het GSM-toestel enkel nog via het Proximus-signaal kunnen bellen, tenzij de klant manueel een ander netwerk selecteert.
Afin de toujours garder le réseau Proximus sur le terminal GSM, à condition que la couverture s’avère suffisante, le client doit programmer, dans le menu de son GSM, la « sélection manuelle du réseau » au lieu de la « sélection automatique ». Une fois cette programmation effectuée (une seule manipulation est nécessaire), le terminal GSM ne pourra plus appeler que via le signal du réseau de Proximus sauf si le client choisit manuellement un autre réseau.
Op deze wijze is het mogelijk om te verhinderen dat er oproepen ontvangen en/of gemaakt worden via de signalen van de Franse operator Itineris.
De cette manière, il est possible d’éviter de recevoir et/ou d’émettre des appels via le signal émis par l’opérateur française Itineris.
4. Gezien het voorgaande kan Proximus geen enkele vergoeding in overweging nemen, voor de gesprekken die gevoerd en/of ontvangen worden via het GSM-netwerk van de Franse operator Itineris.
4. Au vu de ce qui précède, Proximus ne peut envisager un crédit pour les appels exécutés et/ou reçus sur le réseau GSM de l’opérateur français Itineris.
Overheidsbedrijven en Participaties
Entreprises et Participations publiques
DO 2001200201434
DO 2001200201434
Vraag nr. 174 van de heer Jean-Pierre Grafé van 15 juli 2002 (Fr.) aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand :
Question no 174 de M. Jean-Pierre Grafé du 15 juillet 2002 (Fr.) au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes :
Subsidies van de Nationale Loterij aan de podiumkunsten.
Subventions octroyées par la Loterie nationale aux arts de la scène.
Een aantal beroepstheaters die een overeenkomst hebben gesloten met de Franse Gemeenschap en ook een aantal toneelgezelschappen krijgen subsidies van de Nationale Loterij.
Des théaˆtres professionnels conventionnés avec la Communauté française, ainsi que certaines compagnies théaˆtrales, bénéficient de subsides de la part de la Loterie nationale.
Kan u een volledige lijst bezorgen van de instellingen — in het specifieke domein van de podiumkunsten en binnen de Franse Gemeenschap — die een dotatie krijgen van de Nationale Loterij, met voor elk van die instellingen de evolutie van de middelen die de Nationale Loterij hun de voorbije zeven jaren heeft toegekend ?
Pouvez-vous communiquer la liste exhaustive des opérateurs qui, dans le domaine bien spécifique des arts de la scène et en Communauté française, perçoivent une dotation de la Loterie nationale, et pour chacune de ces institutions, l’évolution des crédits que la Loterie nationale leur a affectés au cours de ces sept dernières années ?
Antwoord van de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand van 2 december 2002, op de vraag nr. 174 van de heer Jean-Pierre Grafé van 15 juli 2002 (Fr.) :
Réponse du ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes du 2 décembre 2002, à la question no 174 de M. Jean-Pierre Grafé du 15 juillet 2002 (Fr.) :
Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter
La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18797
inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
elle peut eˆtre consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Qestions parlementaires).
DO 2001200211847
DO 2001200211847
Vraag nr. 191 van de heer Jean-Pierre Grafé van 2 oktober 2002 (Fr.) aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand :
Question no 191 de M. Jean-Pierre Grafé du 2 octobre 2002 (Fr.) au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes :
Financie¨le steun van de Nationale Loterij aan culturele instellingen in de Franse Gemeenschap.
Subventions octroyées par la Loterie nationale au secteur culturel de la Communauté française.
Gelieve mij, ter aanvulling van mijn schriftelijke vraag nr. 174 van 15 juli 2002, de volledige lijst te bezorgen van orkesten, opera’s, culturele centra, dansgezelschappen en dergelijke in de Franse Gemeenschap die financie¨le steun van de Nationale Loterij ontvangen, evenals voor elk van die instellingen of verenigingen het verloop van de kredieten die de Nationale Loterij in de loop van de voorbije zeven jaar voor hen heeft bestemd.
Complémentairement à ma question écrite no 174 du 15 juillet 2002, pourriez-vous me communiquer la liste exhaustive des opérateurs qui, dans le domaine des orchestres, opéras, centres culturels, arts choréographiques situés en Communauté française, perçoivent une dotation de la Loterie nationale et, pour chacune de ces institutions ou associations, l’évolution des crédits que la Loterie nationale leur a affectés au cours des sept dernières années ?
Antwoord van de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand van 2 december 2002, op de vraag nr. 191 van de heer Jean-Pierre Grafé van 2 oktober 2002 (Fr.) :
Réponse du ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes du 2 décembre 2002, à la question no 191 de M. Jean-Pierre Grafé du 2 octobre 2002 (Fr.) :
Het antwoord op deze vraag is het geachte kamerlid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut eˆtre consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).
DO 2002200300062
DO 2002200300062
Vraag nr. 194 van de heer Jan Mortelmans van 15 oktober 2002 (N.) aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand :
Question no 194 de M. Jan Mortelmans du 15 octobre 2002 (N.) au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes :
Inschrijving van kinderen van buiten de faciliteitengemeenten. — Taalinspectie.
Inscriptions d’enfants résidant en dehors des communes à facilités. — Inspection linguistique. ` la suite de l’adoption de la résolution « Nabholz » A par le Conseil de l’Europe, la presse francophone a annoncé qu’un nouveau dossier serait déposé sous peu au Conseil de l’Europe, dans le but de permettre aux enfants résidant en dehors des communes à facilités de s’inscrire néanmoins dans des écoles à facilités. La législation linguistique établit clairement que ceci n’est pas permis. Il est fort probable que, par provocation, des enfants vont déjà être inscrits illégalement dans certaines écoles. Le bourgmestre de Linkebeek avait
Naar aanleiding van de goedkeuring van de resolutie « Nabholz » door de Raad van Europa, vernemen we in de Franstalige pers dat er binnen vrij korte termijn een nieuw dossier zou worden ingediend bij de Raad van Europa, met de bedoeling dat voortaan ook kinderen van buiten de faciliteitengemeenten kunnen worden ingeschreven in de faciliteitenscholen. De taalwetgeving stelt duidelijk dat dit niet kan. De kans is groot dat bij wijze van provocatie nu al kinderen op een onwettige wijze worden ingeschreven in bepaalde
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18798
scholen. De burgemeester van Linkebeek had dit overigens al in het begin van dit jaar aangekondigd in een vraaggesprek met « Le Soir ».
par ailleurs déjà signalé cet état de fait au début de cette année dans un entretien accordé au journal Le Soir.
Heeft u opdracht gegeven aan de taalinspectie om extra aandacht te besteden aan de inschrijving van kinderen van buiten de faciliteitengemeenten ?
Avez-vous demandé à l’inspection linguistique de renforcer sa vigilance quant à l’inscription d’enfants résidant en dehors des communes à facilités ?
Antwoord van de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand van 2 december 2002, op de vraag nr. 194 van de heer Jan Mortelmans van 15 oktober 2002 (N.) :
Réponse du ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes du 2 décembre 2002, à la question no 194 de M. Jan Mortelmans du 15 octobre 2002 (N.) :
In antwoord op de door het geachte lid gestelde vragen heb ik de eer hem volgende informatie te verstrekken.
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les éléments suivants.
De taalinspectie is inzonderheid belast met de doorlopende controle van de toepassing van de bepalingen van de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs en van de wet van 2 augustus 1963 op het gebruik van de talen in bestuurszaken.
L’inspection linguistique est spécialement chargée du controˆle permanent de l’application des dispositions de la loi du 30 juillet 1963 concernant le régime linguistique dans l’enseignement et de la loi du 2 aouˆt 1963 sur l’emploi des langues en matière administrative.
Het optreden van de taalinspectie bestaat in het nazicht van de eerste inschrijving van de leerling in een school gevestigd in een gemeente begiftigd met een speciale regeling met het oog op de bescherming van de minderheden.
L’intervention de l’inspection linguistique consiste en la vérification de la première inscription de l’enfant dans une école située dans une commune dotée d’un régime spécial en vue de la protection des minorités.
Het onderwijs mag verstrekt worden in een andere landstaal, indien deze taal de moedertaal of gebruikelijke taal is van het kind en indien het gezinshoofd in een van de voornoemde gemeenten verblijft. De verblijfplaats wordt vastgesteld aan de hand van identiteitskaart of van ieder ander officieel document en wordt gestaafd door een attest afgeleverd door het betrokken gemeentebestuur.
L’enseignement peut eˆtre dispensé dans une autre langue nationale, si cette langue est la langue maternelle ou usuelle de l’enfant et si le chef de famille réside dans une des communes précitées. Le lieu de résidence est déterminé d’après la carte d’identité ou d’après tout autre document officiel, délivré et certifié conforme par l’administration communale concernée.
De inspecteurs behorende tot de ene en tot de andere taalrol kijken per school systematisch de lijsten van de nieuwe inschrijvingen en de taalverklaringen van het gezinshoofd na.
Les inspecteurs appartenant à l’un et à l’autre roˆle linguistique controˆlent systématiquement par école les listes des nouvelles inscriptions et les déclarations linguistiques des chefs de famille.
Tot op vandaag werd de taalwetgeving correct nageleefd door de onderwijsinrichtingen. In geval van onjuiste inlichtingen hebben de leerlingen steeds de school moeten verlaten. Tegen deze beslissingen hebben de gezinshoofden geen gebruik gemaakt van de beroepsprocedure bij de Jury inzake taalinspectie.
Jusqu’à ce jour, les établissements d’enseignement ont correctement suivi la législation linguistique. En cas d’informations inexactes, les élèves ont toujours duˆ quitter l’école. Contre ces décisions, les chefs de famille n’ont pas fait usage de la procédure d’appel auprès du Jury en matière d’inspection linguistique.
De dossiers van het lopende schooljaar zijn evenwel nog in behandeling. Tot op heden zijn er geen aanwijzingen dat bepaalde inschrijvingen onwettig zouden zijn. Bijgevolg heb ik geen extra instructies gegeven aan de taalinspectie.
Les dossiers de l’année en cours sont toutefois encore en traitement. Jusqu’à présent, rien n’indique que certaines inscriptions seraient illicites. Par conséquent, je n’ai pas donné d’instructions particulières à l’inspection linguistique.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18799
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes
Economie
E´conomie
DO 2001200211856
DO 2001200211856
Vraag nr. 325 van de heer Marcel Hendrickx van 3 oktober 2002 (N.) aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid :
Question no 325 de M. Marcel Hendrickx du 3 octobre 2002 (N.) au ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes :
Wettelijk kader van hypothecaire kredietovereenkomsten, gesloten in de periode 1992-1998 en waarin een veranderlijke rentevoet bedongen is.
Cadre légal des contrats de crédit hypothécaire conclus au cours de la période 1992-1998 et prévoyant un taux d’intérêt variable.
Bij kennisname van een bestaande kredietovereenkomst is het mij opgevallen dat de opeenvolgende wijzigingen aan de wetgeving van het hypothecair krediet in bepaalde gevallen aanleiding zouden kunnen geven tot verschil in interpretatie, wat betreft de wettelijkheid der toe te passen voorwaarden.
En prenant connaissance d’un contrat de crédit existant, j’ai été frappé de constater que les modifications successives apportées à la législation en matière de crédit hypothécaire pourraient, dans des cas spécifiques, donner lieu à des interprétations divergentes en ce qui concerne la légalité des conditions à appliquer.
1. Geeft de opsomming van de toepasselijke wetteksten en de daaraan verbonden gevolgtrekking een voldoende synthese ?
1. L’énumération des textes légaux applicables et les conclusions qui y sont liées constituent-ils une synthèse suffisante ?
2. Bevestigt de wetgever dat het wel degelijk de oorspronkelijke teksten van artikel 9 van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet zijn, zoals verschenen in het Belgisch Staatsblad van 19 augustus 1992, die als basis moesten dienen voor de hypothecaire kredietovereenkomsten waarin een veranderlijke rentevoet bedongen is, en die werden gesloten zowel in de periode 1992-1995 als in de periode 1995-1998 ?
2. Le législateur confirme-t-il que ce sont effectivement les textes originaux de l’article 9 de la loi du 4 aouˆt 1992 relative au crédit hypothécaire, tels que publiés au Moniteur belge du 19 aouˆt 1992, qui doivent servir de base aux contrats de crédit hypothécaire prévoyant un taux d’intérêt variable et qui ont été conclus aussi bien au cours de la période 1992-1995 qu’au cours de la période 1995-1998 ?
3. Welke elementen hebben ertoe bijgedragen om het koninklijk besluit betreffende artikel 1 van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecaire krediet slechts uit te vaardigen op 20 april 1999 ? Het viel mij op dat in 1992 en in 1998-1999 er slechts sprake is van « één veranderlijke rentevoet », terwijl in 1995 « één of meer veranderlijke rentevoeten » konden voorzien worden.
3. Pourquoi l’arrêté royal concernant l’article 1er de la loi du 13 avril 1995 modifiant la loi du 4 aouˆt 1992 sur le crédit hypothécaire n’a-t-il été promulgué que le 20 avril 1999 ? Je m’étonne qu’il soit uniquement question d’« un seul taux d’intérêt variable » en 1992 et en 1998-1999 alors qu’en 1995, il était possible de prévoir « un ou plusieurs taux d’intérêt variables ».
4. In het kader van het algemeen belang, zou het niet wenselijk zijn wetgevende maatregelen uit te vaardigen, die de kredietgevers zouden verplichten eenzijdig de nodige wijzigingen voor te stellen in lopende overeenkomsten :
4. Eu égard à l’intérêt général, ne serait-il pas souhaitable de prendre des mesures législatives qui contraindraient les prêteurs à proposer unilatéralement les modifications indispensables dans les contrats en cours :
a) waarvan sommige clausules niet volledig beantwoorden aan het wettelijk kader dat moet gelden volgens het antwoord op vraag 2 hierboven;
a) dont certaines clauses ne respectent pas intégralement le cadre légal applicable conformément à la réponse à la question no 2 ci-dessus;
en/of
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
et/ou
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2405
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18800
b) waarvan de oude contractuele toepassingsmodaliteiten bij renteherziening een resultaat geven dat voor de kredietnemer minder voordelig uitvalt dan de toepassing van de nieuwe voorschriften ? Antwoord van de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid van 4 december 2002, op de vraag nr. 325 van de heer Marcel Hendrickx van 3 oktober 2002 (N.) :
b) dont les anciennes modalités d’application contractuelles en cas d’ajustement du taux résultent en une situation moins favorable à l’emprunteur que l’application des nouvelles règles ? Réponse du ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes du 4 décembre 2002, à la question no 325 de M. Marcel Hendrickx du 3 octobre 2002 (N.) :
In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
1. De verschillende toepasselijke wetteksten die hierbij van belang zijn, zijn de volgende :
1. Les différents textes légaux d’application qui sont à prendre en considération sont les suivants :
— Koninklijk besluit nr. 225 van 7 januari 1936 tot reglementering van de hypothecaire leningen en tot inrichting van de controle op de ondernemingen van hypothecaire leningen (Belgisch Staatblad van 7 januari 1936).
— Arreˆté royal no 225 du 7 janvier 1936 réglementant les preˆts hypothécaires et organisant le controˆle des entreprises de preˆts hypothécaires (Moniteur belge du 7 janvier 1936).
— Wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet (Belgisch Staatblad van 19 augustus 1992).
— Loi du 4 aouˆt 1992 relative au crédit hypothécaire (Moniteur belge du 19 aouˆt 1992).
— Wet van 13 april 1995 tot wijziging van de wet van 4 augustus 1992 (Belgisch Staatblad van 7 juni 1995).
— Loi du 13 avril 1995 modifiant la loi du 4 aouˆt 1992 (Moniteur belge du 7 juin 1995).
— Wet van 13 maart 1998 tot wijziging van de wet van 4 augustus 1992 en de wet van 13 april 1995 (Belgisch Staatblad van 9 april 1998).
— Loi du 13 mars 1998 modifiant la loi du 4 aouˆt 1992 et la loi du 13 avril 1998 (Moniteur belge du 9 avril 1998).
— Koninkrijk besluit van 11 januari 1993 tot vaststelling van de referte-indexen voor de veranderlijke rentevoeten inzake hypothecaire kredieten (Belgisch Staatblad van 9 februari 1993).
— Arreˆté royal du 11 janvier 1993 fixant les indices de référence pour les taux d’intéreˆt variables en matière de crédits hypothécaires (Moniteur belge du 9 février 1993).
— Koninklijk besluit van 20 april 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 1993 (Belgisch Staatblad van 8 juli 1999).
— Arreˆté royal du 20 avril 1999 modifiant l’arreˆté royal du 11 janvier 1993 (Moniteur belge du 8 juillet 1999).
2. Hierbij dient aangestipt dat de wet van 4 augustus 1992 in voege is getreden op 1 januari 1993 met daarbij een overgangsperiode tot 31 december 1994, gedurende dewelke de hypotheekondernemingen zich bij de Controledienst voor de verzekeringen opnieuw dienden te laten inschrijven.
2. Il convient d’attirer l’attention sur le fait que la loi du 4 aouˆt 1992 est entrée en vigueur le 1er janvier 1993 en octroyant une période transitoire jusqu’au 31 décembre 1994, période durant laquelle les entreprises hypothécaires devaient à nouveau se faire inscrire auprès de l’Office de controˆle des assurances.
Pas vanaf deze inschrijving was de wet van 4 augustus 1992 op de kredietovereenkomsten van toepassing. In de praktijk was dit voor de overgrote meerderheid van de kredietgevers pas vanaf 1 januari 1995.
Ce n’était qu’à partir de cette inscription que la loi du 4 aouˆt 1992 était d’application pour les conventions de crédit. En pratique, pour la plus grande majorité des créanciers, la loi ne fut d’application qu’à partir du 1er janvier 1995.
Gedurende deze overgangsperiode moest de kredietovereenkomst duidelijk voorzien of zij onder de wet van 4 augustus 1992 of onder het oude koninklijk besluit nr. 225 van 7 januari 1936 ressorteerde.
Durant cette période de transition, la convention de crédit devait prévoir explicitement si elle tombait sous l’empire de la loi du 4 aouˆt 1992 ou de l’arreˆté royal no 225 du 7 janvier 1936.
Artikel 1 van de wet van 13 april 1995, dat het oorspronkelijk artikel 9 wijzigt, is nooit in werking getreden omdat hiervoor nooit een uitvoeringsbesluit
L’article 1er de la loi du 13 avril 1995, qui modifiait l’article 9 initial, n’est jamais entré en vigueur car cela nécessitait la mise en application d’un arreˆté
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18801
werd uitgevaardigd (hetgeen noodzakelijk was overeenkomstig artikel 10 van deze wet).
d’exécution (ceci conformément à l’article 10 de la meˆme loi).
Het oorspronkelijk artikel 9 werd later wel gewijzigd bij artikel 3 van de wet van 13 maart 1998. Deze trad in werking op 1 september 1998. In het kader van deze wetswijziging werd het koninklijk besluit van 11 januari 1993 aangepast het koninklijk besluit van 20 april 1999.
L’article 9 initial a été modifié par l’article 3 de la loi du 13 mars 1998. Celui-ci est entré en vigueur le 1er septembre 1998. Dans le cadre de cette modification de la loi, l’arreˆté royal du 11 janvier 1993 a été adapté par l’arreˆté royal du 20 avril 1999.
Afhankelijk van de datum van het sluiten van de overeenkomst komt het voor de hypothecaire kredieten met variabele rentevoet samengevat dus op het volgende neer :
En fonction de la date de la conclusion de la convention, les modalités d’application des crédits hypothécaires à taux variable peuvent se résumer comme suit :
— tussen 1 januari 1993 en 31 december 1994 : de oorspronkelijke versie van de wet van 4 augustus 1992 of het oude koninklijke besluit nr. 225, is van toepassing naargelang de bepaling in het contract;
— entre le 1er janvier 1993 et le 31 décembre 1994, la version initiale de la loi du 4 aouˆt 1992 ou l’arreˆté royal no 225, est d’application en fonction des dispositions du contrat;
— tussen 1 januari 1995 en 31 augustus 1998 is de oorspronkelijke versie van artikel 9 van de wet van 1992 van toepassing;
— entre le 1er janvier 1995 et le 31 aouˆt 1998, la version originale de l’article 9 de la loi du 4 aouˆt 1992 est d’application;
— vanaf 1 september 1998 is het nieuwe artikel 9 (wet van 13 maart 1998) van toepassing.
— à partir du 1er septembre 1998, c’est le nouvel article 9 (loi du 13 mars 1998) qui est d’application.
3. Het is correct dat vanaf 1 september 1998 slechts één variabele rentevoet per kredietovereenkomst mag worden overeengekomen. Dit komt de duidelijkheid van het contract ten goede en tevens wordt het hierdoor onmogelijk nog tijdelijke kortingen toe te staan.
3. Il est exact qu’à partir du 1er septembre 1998, un seul taux variable par convention de crédit peut eˆtre convenu. Ceci afin de clarifier le contrat et de rendre impossible l’octroi de réductions temporaires.
4. De wetgever heeft geen retroactieve werking van de verschillende voormelde wetswijzigingen voorzien en dit zou ook niet wenselijk zijn met het oog op de rechtszekerheid. Met andere woorden, de bestaande overeenkomsten blijven onderworpen aan de wetgeving die van kracht was op het moment dat het contract werd gesloten.
4. Le législateur n’a pas prévu de mesures rétroactives relatives aux différentes modifications de la loi et ceci n’aurait pas été souhaitable du point de vue de la sécurité juridique. En d’autres mots, les conventions passées restent soumises à la réglementation d’application au moment de la conclusion du contrat.
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement
Volksgezondheid
Santé publique
DO 2002200300143
DO 2002200300143
Vraag nr. 529 van de heer Claude Eerdekens van 25 oktober 2002 (Fr.) aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu :
Question no 529 de M. Claude Eerdekens du 25 octobre 2002 (Fr.) au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement :
Producten op plantaardige basis. — Notificatienummer. Volgens Test-Gezondheid (nr. 51 van oktobernovember 2002) mogen producten op plantaardige
Produits à base de plantes. — Numéro de notification.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
Selon Test-Santé (no 51 d’octobre-novembre 2002), les produits à base de plantes, contenant des vitamines
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18802
basis die vitaminen of oligo-elementen bevatten niet zonder vergunning op de markt worden gebracht.
ou des oligoéléments etc. ne peuvent être mis sur le marché sans autorisation.
Er moeten een aanvraag en een dossier worden ingediend bij de Eetwareninspectie. Het product krijgt dan een notificatienummer (NUT). Dat NUT-nummer wordt soms op de verpakking vermeld, maar dat is niet verplicht. Dat NUT-nummer geeft wel een aantal minimale waarborgen inzake de veiligheid van het product, maar niet wat de werkzaamheid ervan betreft.
Il faut introduire une demande et un dossier auprès de l’Inspection des denrées alimentaires. Le produit se voit alors attribuer un « numéro de notification » (NUT). Ce numéro « NUT » est parfois indiqué sur les emballages mais ce n’est pas obligatoire. Toutefois, si le numéro « NUT » donne un minimum de garanties en matière de sécurité du produit, il ne garantit en rien l’efficacité du produit.
Het Europese Hof van Justitie heeft Belgie¨ al veroordeeld omdat, voor de verkoop in Belgie¨, het notificatienummer verplicht op het etiket moet worden vermeld. Die verplichting zou mogelijk de handelsactiviteiten belemmeren.
La Cour de justice de l’Union européenne a déjà condamné la Belgique parce qu’elle obligeait d’indiquer, pour la vente en Belgique, le numéro de notification sur les étiquettes. Ce serait une contrainte pouvant entraver les activités commerciales.
1. Vindt u het normaal dat de handelsbelangen van enkele bedrijven voorgaan op de volksgezondheid ?
1. Trouvez-vous normal que les intérêts commerciaux de quelques firmes priment sur la santé publique ?
2. Dient dit dossier niet op het Europese niveau te worden behandeld ?
2. N’y a-t-il pas lieu de porter ce dossier au niveau européen ?
3. Heeft u in dat verband al maatregelen gepland ?
3. Avez-vous déjà envisagé des mesures à cet égard ?
Antwoord van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu van 2 december 2002, op de vraag nr. 529 van de heer Claude Eerdekens van 25 oktober 2002 (Fr.) :
Réponse du ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement du 2 décembre 2002, à la question no 529 de M. Claude Eerdekens du 25 octobre 2002 (Fr.) :
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
1. Het Hof van Luxemburg heeft in de zaak met betrekking tot de vermelding van het notificatienummer in de etikettering van voedingssupplementen op 16 november 2000 een arrest geveld waarbij zij Belgie¨ in het ongelijk heeft gesteld.
1. Dans l’affaire relative à la mention du numéro de notification dans l’étiquetage des compléments alimentaires, la Cour de Luxembourg a prononcé, le 16 novembre 2000, un arreˆt dans lequel elle donne tort à la Belgique.
Het Hof was van mening dat het notificatienummer aan de consumenten enkel de garantie biedt dat een dossier bij de bevoegde overheid is aangemeld. Het Hof was tevens van oordeel, dat de vermelding van een notificatienummer in de etikettering van voedingssupplementen handelsbelemmeringen veroorzaakt aangezien deze omstreden maatregel extra verpakkingskosten voor deze waren meebrengt.
La Cour était d’avis que le numéro de notification ne présente au consommateur que la seule garantie de l’introduction d’un dossier auprès de l’autorité compétente. Elle estimait, en outre, que la mention d’un numéro de notification dans l’étiquetage des compléments alimentaires constitue une entrave aux échanges étant donné que cette mesure contestée entraıˆne des frais supplémentaires d’emballage des denrées alimentaires visées.
Wij moeten bijgevolg vaststellen dat het Hof in deze zaak zich inderdaad vooral door economische factoren heeft laten leiden.
Nous devons par conséquent constater que, dans cette affaire, l’arreˆt de la Cour s’inspirait principalement de facteurs économiques.
De gevolgen voor de consumenten zijn echter beperkt gebleven. De overheid heeft zijn controlebeleid niet gewijzigd.
Les conséquences pour les consommateurs sont cependant restées limitées. L’autorité n’a pas modifié sa politique de controˆle.
2 en 3. Bij de recente harmonisatiebesprekingen van de Europese richtlijn 200/46/EG van 10 juli 2002 inzake voedingssupplementen waren de lidstaten en de Europese Commissie er trouwens van overtuigd dat
2 et 3. Lors des récentes discussions en matière d’harmonisation de la directive européenne 200/46/CE du 10 juillet 2002 concernant les compléments alimentaires, les E´tats membres et la Commission étaient
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18803
het Belgisch kwaliteitssysteem (notificatieprocedure) voldoende waarborgen voor de consumenten biedt. Dit heeft ertoe geleid dat ons kwaliteitssysteem in de richtlijn werd opgenomen.
d’ailleurs convaincus du fait que le système de qualité belge (procédure de notification) présente des garanties suffisantes pour les consommateurs. Notre système de qualité a d’ailleurs été repris dans la directive.
Bij de harmonisatiebesprekingen van deze kaderrichtlijn hebben onze experten het principe verdedigd om in de etikettering het notificatienummer of een mededeling, dat het product genotificeerd werd, verplicht aan te brengen. Evenwel was hiervoor geen gekwalificeerde meerderheid.
Au cours des discussions d’harmonisation de cette directive-cadre, nos experts ont également défendu le principe de la mention obligatoire dans l’étiquetage d’un numéro de notification ou d’une référence à la notification du produit. Ce point de vue n’a toutefois pas obtenu la majorité qualifiée requise.
DO 2002200300172
DO 2002200300172
Vraag nr. 530 van de heer Francis Van den Eynde van 30 oktober 2002 (N.) aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu :
Question no 530 de M. Francis Van den Eynde du 30 octobre 2002 (N.) au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement :
Islamitische rituele slachtingen.
Abattages rituels prescrits par la religion islamique.
Volgens de pers was de minister van Volksgezondheid, de heer Tavernier, aanwezig op de viering van 10 jaar GAIA in Antwerpen.
Selon la presse, le ministre de la Santé publique, M. Tavernier, était présent lors des festivités organisées à Anvers à l’occasion des 10 années d’existence de GAIA.
Na jarenlange aarzeling is GAIA eindelijk ook in het verweer gegaan tegen de Islamitische rituele slachtingen.
Après avoir hésité durant plusieurs années, GAIA s’est finalement décidée à mener campagne contre les abattages rituels pratiqués en vertu de la religion islamique.
Mag ik uit de aanwezigheid van een lid van de regering op die viering afleiden dat de regering voortaan ook gekant is tegen de Islamitische rituele slachtingen en dus maatregelen zal treffen zodat het voortaan onmogelijk is dat gemeentebesturen tegen de wet in meewerken aan rituele slachtingen door ze als thuisslachtingen te bestempelen ?
M’est-il permis de déduire de la présence d’un membre du gouvernement à cet événement que le gouvernement s’oppose désormais aussi aux abattages rituels prescrits par la religion islamique et qu’il va donc prendre des mesures afin que les administrations communales ne puissent plus, en infraction avec la loi, donner leur aval à ces abattages rituels en les considérant comme des abattages à domicile ?
Antwoord van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu van 2 december 2002, op de vraag nr. 530 van de heer Francis Van den Eynde van 30 oktober 2002 (N.) :
Réponse du ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement du 2 décembre 2002, à la question no 530 de M. Francis Van den Eynde du 30 octobre 2002 (N.) :
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
Het slachten zonder voorafgaande verdoving wordt geregeld op Europees en nationaal vlak.
L’abattage sans anesthésie préalable est réglementé tant au niveau européen que national.
1. De Europese wetgeving
1. La législation européenne
a) Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en van de fundamentele vrijheden (EVRM).
a) La Convention de sauvegarde des droits de l’homme et des libertés fondamentales (CEDH).
Artikel 9 garandeert iedereen het onbetwistbare recht op de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst.
L’article 9 garantit à tous le droit incontestable à la liberté de penser, de conscience et de religion.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18804
b) Europese richtlijn 93/119 van 22 december 1993 over de bescherming van slachtdieren.
b) La directive européenne 93/119 du 22 décembre 1993 relative à la protection des animaux destinés à l’abattage.
Voorziet in de mogelijkheid voor de nationale autoriteiten om af te zien van de verplichting tot bedwelming voor het slachten indien dit gebeurt volgens een religieuze ritus.
Prévoit la possibilité, pour les autorités nationales, de renoncer à l’obligation d’étourdir avant l’abattage si celui-ci se déroule selon un rite religieux.
2. De Belgische wetgeving met betrekking op het ritueel slachten van dieren
2. La législation belge relative à l’abattage rituel des animaux
a) Grondwet
a) La Constitution
Garandeert aan elke burger vrijheid van godsdienstbeleving ... b) Wet van 14 augustus 1986 gewijzigd op 4 mei 1995
Garantit à tout citoyen la liberté de culte ... b) La loi du 14 août 1986 modifiée le 4 mai 1995
Art. 5. Eenhoevigen, herkauwers ... om er te worden geslacht moeten
Art. 5. Les solipèdes, les ruminants, ... destinés à l’abattage
§ 1, 3o, worden bedwelmd voor het slachten ...
§ 1er, 3o, sont étourdis avant l’abattage
§ 2 : artikel 5, § 1, 3o, geldt niet voor dieren die geslacht worden volgens speciale methodes die vereist zijn voor bepaalde religieuze riten.
§ 2 : l’article 5, § 1er, 3o, ne s’applique pas aux animaux abattus selon des méthodes spéciales imposées pour certains rites religieux.
Art. 13, § 2. De Koning kan bepalen dat sommige slachtingen voorgeschreven door de ritus van een eredienst kunnen worden uitgevoerd in erkende slachthuizen of in inrichtingen erkend door de minister tot wiens bevoegdheid de Landbouw behoort na overleg met de minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort door offeraars die daartoe zijn gemachtigd door de vertegenwoordigers van de eredienst.
Art. 13, § 2. Le Roi peut stipuler que certains abattages prescrits par le rite d’un culte peuvent être effectués dans des abattoirs agréés ou dans des établissements agréés par le ministre qui a l’Agriculture dans ses attributions après concertation avec le ministre qui a la Santé publique dans ses attributions et cela par des personnes habilitées à cet effet par les représentants d’un culte.
c) Koninklijk besluit van 22 februari 2001, art. 20. 005 ... door de minister tot wiens bevoegdheid dierenwelzijn behoort na advies van het Federaal Agentschap van de voedselveiligheid van de voedselketen.
c) Arrêté royal du 22 février 2001, art. 20. 005 ... par le ministre qui a le bien-être animal dans ses attributions après avis de l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire.
Art. 16, § 1. Het slachten mag slechts na bedwelming van het dier...
Art. 16, § 1er. L’abattage n’est autorisé qu’après l’étourdissement de l’animal ...
(de bepalingen ... zijn evenwel niet van toepassing op slachtingen voorgeschreven door de ritus van een eredienst).
(les dispositions ... ne s’appliquent pas non plus aux abattages prescrits par le rite d’un culte).
d) Koninklijk besluit van 16 januari 1998 op de bescherming van dieren bij het slachten of doden.
d) Arrêté royal du 16 janvier 1998 relatif à la protection des animaux pendant l’abattage ou la mise à mort.
e) Koninklijk besluit van 4 juli 1996 : Erkenningsvoorwaarden voor slachthuizen
e) Arrêté royal du 4 juillet 1996 : Conditions d’agrément des abattoirs
Art. 15. Dieren die de slachtlokalen worden binnen gebracht moeten onmiddellijk worden bedwelmd tenzij daarvan mag worden afgeweken en gedood door volledige verbloeding tenzij daarvan mag worden afgeweken. Van de verplichting tot bedwelming mag worden afgezien indien de slachting wordt uitgevoerd volgens een godsdienstige ritus die zich tegen bedwelming verzet.
Art. 15. Les animaux introduits dans les locaux d’abattage doivent être immédiatement étourdis, sauf en cas de dérogations, et sacrifiés par saignée complète, sauf en cas de dérogations. Il peut être renoncé à l’étourdissement en cas d’abattage exécuté selon un rite religieux qui s’oppose à l’étourdissement.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18805
Ik zal erop toe zien dat deze wetgeving zal worden nageleefd. Een omzendbrief hierover wordt kortelings, zoals trouwens elk jaar, via de gouverneurs aan de gemeentebesturen bezorgd.
Je veillerai à ce que cette législation soit respectée. Une circulaire sera très prochainement transmise à cet effet aux administrations communales et cela, comme chaque année.
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling
Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable
Energie
E´nergie
DO 2001200201351
DO 2001200201351
Vraag nr. 74 van de heer Willy Cortois van 4 november 2002 (N.) aan de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling :
Question no 74 de M. Willy Cortois du 4 novembre 2002 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable :
Europese Commissie. — Kernonderzoek. — « ITER »programma.
Commission européenne. — Recherche nucléaire. — Programme «ITER».
De Europese Commissie heeft besloten tussen 2002 en 2006 circa 1,23 miljard euro te investeren in kernonderzoek. Het grootste gedeelte zal daaraan besteed worden, maar het overschot zal dienen om onderzoek te verrichten naar de behandeling van het kernafval.
La Commission européenne a décidé d’investir quelque 1,23 milliard d’euros dans la recherche nucléaire entre 2002 et 2006. La plus grande partie de cette somme sera consacrée à la recherche nucléaire, mais le surplus servira à financer la recherche dans le domaine du traitement des déchets nucléaires.
De nadruk zal worden gelegd op de kernfusie, in het kader van het « ITER » (International thermonuclear experimental reactor) programma, dat sedert 1985 loopt. De conceptfase heeft in juli 2001 een einde genomen, en onderhandelingen, waarvan het einde wordt verwacht tegen 2003, moeten toelaten een akkoord te bereiken over de plaats waar de « Tomamak » — om de reacties van de kernfusie te meten — zal worden gevestigd.
Dans le cadre du programme « ITER » (Réacteur thermonucléaire expérimental international), en cours depuis 1985, l’accent sera mis sur la fusion nucléaire. La phase conceptuelle a pris fin en juillet 2001 et les négociations, dont l’issue est prévue pour 2003, devront déboucher sur un accord relatif à l’emplacement du « Tomamak », qui servira à mesurer les réactions de la fusion nucléaire.
De start van de exploitatie wordt verwacht tegen 2013.
Le début de l’exploitation est prévu pour 2013.
1. a) Hoe staat de Belgische regering ten opzichte van het « ITER »-programma ?
1. a) Quelle attitude la Belgique adopte-t-elle par rapport au programme «ITER» ?
b) Op welke manier neemt ons land eraan deel ?
b) Quelle est la contribution de notre pays à ce programme ?
c) Wordt het centrum voor kernonderzoek van Mol erbij betrokken en op welke manier ?
c) Le centre de recherche nucléaire de Mol est-il associé à ce programme et de quelle manière ?
2. Wordt door de Europese Commissie een financie¨le bijdrage van ons land verwacht in dit project ?
2. La Commission européenne escompte-t-elle une contribution financière de notre pays dans le cadre de ce projet ?
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18806
3. a) Welke impact zal dit programma hebben op het Belgisch beleid ten overstaan van het gebruik van de kernenergie ?
3. a) Quelle incidence ce programme aura-t-il sur la politique belge d’utilisation de l’énergie nucléaire ?
b) Houdt Belgie¨ zich momenteel op de vlakte ?
b) La Belgique l’expectative ?
4. De Belgische Europese Commissaris speciaal belast met het Wetenschappelijk Onderzoek heeft te kennen gegeven dat een veilige en zuivere kernenergie een prioriteit vormt voor een duurzame ontwikkeling, die kan bijdragen tot het bereiken van de te Kyoto vastgelegde doelstellingen.
4. Le commissaire européen belge spécialement chargé de la Recherche scientifique a indiqué qu’une énergie nucléaire suˆre et propre constitue pour un développement durable une priorité, qui pourra contribuer à la réalisation des objectifs définis par le protocole de Kyoto.
Kan de regering deze onderschrijven, in het licht van de voorziene sluiting van de in ons land bestaande kerncentrales ?
Le gouvernement souscrit-il à cette déclaration à la lumière de la fermeture prévue des centrales nucléaires de notre pays ?
Antwoord van de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling van 4 december 2002, op de vraag nr. 74 van de heer Willy Cortois van 4 november 2002 (N.) :
Réponse du secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable du 4 décembre 2002, à la question no 74 de M. Willy Cortois du 4 novembre 2002 (N.) :
De bovenstaande vraag werd mij overgemaakt door mijn collega bevoegd voor het wetenschappelijk onderzoek, met het verzoek te antwoorden. Ik ben daartoe gaarne bereid.
La question ci-dessus m’a été transmise par mon collègue qui a la Recherche scientifique dans ses attributions, m’invitant à répondre. Je suis volontiers disposé à le faire.
1. a) Belgie¨ heeft het 6e kaderprogramma onderzoek op Europees niveau, inclusief het fusiebudget met het ITER project, goedgekeurd.
1. a) La Belgique a approuvé le 6e programme-cadre de recherche au niveau européen, y-compris le budget fusion avec le projet ITER.
b) Het fusie-onderzoek maakt deel uit van het Europees kaderprogramma. Het fusie-onderzoek kan onderverdeeld worden in twee grote rubrieken, de plasmafysica en de technologie. Het fusie-onderzoek wordt uitgevoerd door gespecialiseerde instellingen in de lidstaten die daartoe zogenaamde associatiecontracten hebben afgesloten met de Europese Commissie. Een beperkt deel van het werk wordt toevertrouwd aan de industrie (levering van uitrustingen, deelname aan het ontwerp van ITER). Verder houden speciale groepen en eenheden zich bezig met de coo¨rdinatie van de Europese bijdrage aan ITER, van het technologieonderzoek en van de experimenten op JET.
b) La recherche sur la fusion fait partie du programme cadre européen. La recherche de fusion peut eˆtre subdivisée en deux grandes rubriques, la physique du plasma et la technologie. La recherche de fusion est réalisée par des établissements spécialisés situés dans les états membres, qui ont conclu à ce sujet des contrats dits d’association avec la Commission européenne. Une partie limitée du travail est confiée à l’industrie (fourniture d’équipements, participation au projet d’ITER). En plus, des groupes et unités spéciaux s’occupent de la coordination de la coopération européenne à ITER, de la recherche technologique et des expériences sur JET.
c) Al het fusie-onderzoek in de lidstaten van de Europese Unie en de met het fusieprogramma geassocieerde landen wordt gecoo¨rdineerd in één enkel programma.
c) Toute la recherche sur la fusion dans les états membres de l’Union européenne et les pays associés au programme de fusion est coordonnée dans un seul programme.
De associatie-contracten bepalen welk deel van het fusieprogramma elke onderzoeksinstelling zal uitvoeren. De Belgische Staat heeft met de Commissie een dergelijk associatiecontract gesloten. De Staat treedt daarbij op in naam van de drie volgende voornaamste onderzoeksinstellingen betrokken bij het fusie-onderzoek :
Les contrats d’association fixent la partie du programme de fusion que chaque établissement de recherche effectuera. L’E´tat belge a conclu avec la ` ce Commission un tel contrat d’association. A sujet, l’E´tat intervient au nom des trois principaux établissements de recherche suivants qui sont impliqués dans la recherche sur la fusion :
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
reste-t-elle
actuellement
dans
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18807
de ULB, die theoretische onderzoekingen (modelleringswerk en dergelijke) uitvoert voor fusie;
l’ULB, qui effectue des recherches théoriques (travail de modélisation et semblable) pour la fusion;
het Laboratorium voor Plasmafysica van de Koninklijke Militaire School, dat onderzoek verricht op de verhitting van het plasma en op de wisselwerking tussen het plasma en de wanden van de magnetische opsluitingsmachine, alsook modelleringswerk op dit vlak. Dit werk wordt vooral uitgevoerd op JET en op Textor te Ju¨lich;
le Laboratoire de physique des plasmas de l’E´cole royale militaire, qui exécute la recherche sur le chauffage du plasma et sur l’interaction entre le plasma et la machine à confinement magnétique, ainsi que du travail de modélisation à ce sujet. Ce travail est surtour effectué sur JET et sur Textor à Ju¨lich;
het SCK.CEN, dat werk verricht op de technologie-aspecten van fusie. Het betreft in ’t bijzonder : onderzoek van materialen en uitrustingen onder straling (materialen van de eerste wand, van de torus van de magnetische opsluitingsmachine en van de tritiumkweek-mantel, meettoestellen en afstandsbedieningsapparatuur). Aandacht wordt ook besteed aan milieu- en socio-economische aspecten.
le CEN.SCK, qui exécute du travail sur les aspects technologiques de la fusion. Il s’agit en particulier de l’examen de matériaux et d’équipements sous irradiation (matériaux de la première paroi, du torus de la machine à confinement magnétique et du manteau de production de tritium, appareils de mesures et appareillage de commande à distance). Une attention est également preˆtée aux aspects environnementaux et socio-économiques.
Voor bepaalde taken doen de drie bovengenoemde instellingen beroep op de UCL en de KUL.
Pour certaines taˆches les trois établissement mentionnés ci-dessus font appel à l’UCL et à la KUL.
De fusie-activiteiten van het Groot-Hertogdom Luxemburg worden gekanaliseerd via de Belgische associatie.
Les activités du Grand-Duché de Luxembourg sont canalisées par l’association belge.
2. Voor de financiering van de bouw van ITER (kost geraamd op 4 570 miljoen euro in de economische voorwaarden van 2000) wordt de machine ingedeeld in :
2. Pour le financement de la construction d’ITER (couˆt estimé à 4 570 millions d’euros aux conditions économiques de 2000) la machine est divisée en :
— een gemeenschappelijk deel dat de sleuteltechnologiee¨n van ITER zal bevatten en ongeveer 80 % van de kostprijs uitmaakt;
— une partie commune qui incorporera les technologies clés d’ITER et qui constitue environ 80 % du prix de revient;
— een niet-gemeenschappelijk deel dat klassieke onderdelen van ITER zal bevatten (bijvoorbeeld gebouwen) en dat gemakkelijk kan geleverd worden door de lokale industrie.
— une partie non commune qui incorporera des parties classiques d’ITER (par exemple des baˆtiments) et qui peut eˆtre fournie facilement par l’industrie locale.
Voor het niet-gemeenschappelijk deel zal een speciefieke financieringsregeling uitgewerkt worden met het gastland.
Pour la partie non commune un arrangement financier spécifique sera élaboré avec le pays hoˆte.
Voor het gemeenschappelijk deel zal een verdeling afgesproken worden tussen de partners. Voorlopig zijn dit de Europese Unie, Japan en de Russische Federatie. Het is mogelijk dat de Verenigde Staten eveneens zullen toetreden tot ITER en ook China en ZuidKorea zijn mogelijke partners. Het is daarom moeilijk nu te zeggen welk aandeel van de kostprijs van ITER zal ten laste gelegd worden van de Europese Unie. Het is voorlopig voorzien dat de Europese Commissie 90 % zal dragen van dit aandeel en dat de overige 10 % zal verdeeld worden onder de lidstaten. Deze verdeling moet nog vastgelegd worden, maar zal vermoedelijk gebaseerd worden op de verhouding van de fusieactiviteiten in de lidstaten.
Pour la partie commune une répartition sera convenue entre les partenaires. Provisoirement, ceux-ci sont l’Union européenne, le Japon et la Fédération russe. Il est possible que les E´tats-Unis s’associent également à ITER, et la Chine et la Corée du Sud sont également des partenaires possibles. Actuellement il est dès lors difficile de dire quelle quote-part du prix de revient d’ITER sera mise à charge de l’Union européenne. Provisoirement, il est prévu que la Commission européenne supportera 90 % de cette quote-part et que les 10 % restants seront répartis parmi les états membres. Cette répartition doit encore eˆtre fixée, mais sera probablement basée sur la proportion des activités de fusion dans les états membres.
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2406
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18808
Aan Belgie¨ zal bijgevolg een beperkte financie¨le bijdrage gevraagd worden voor ITER. De grootte van deze bijdrage zal afhangen van het aantal partners in ITER.
Par conséquent, une contribution financière limitée sera demandée à la Belgique pour l’ITER. La taille de cette contribution dépendra du nombre de partenaires pour ITER.
3. Fusie maakt geen onderwerp uit van het wetsvoorstel inzake de kernuitstap.
3. La fusion ne fait pas l’objet de la proposition de loi en matière de sortie du nucléaire.
4. De regeringsverklaring voorziet het volgende :
4. La déclaration gouvernementale prévoit ce qui suit :
« De regering wil zich bovendien op termijn geleidelijk terugtrekken uit de sector van de nucleaire energie met eerbiediging van de doelstellingen vooropgezet door de conferentie van Rio en het protocol van Kyoto inzake de uitstoot van CO2. Teneinde de wetenschappers voldoende tijd te verlenen om nieuwe alternatieve hernieuwbare en zuivere energiebronnen op grote schaal op punt te stellen, zal Belgie¨ zich inschrijven in een scenario waarbij de desactivering van de nucleaire centrales van zodra ze veertig jaar oud zijn, wordt aangevat. Daartoe zal de regering het Europees MilieuAgentschap consulteren en een commissie van internationaal erkende experten ondervragen over de haalbaarheid en uitvoering van dit scenario. »
« Le gouvernement est preˆt à s’engager dans la sortie progressive de l’énergie nucléaire à terme et ce, en respectant les objectifs fixés par la conférence de Rio et le protocole de Kyoto quant aux émissions de CO2. Afin de laisser aux scientifiques le temps nécessaire à la mise au point de nouvelles sources massives d’énergie, alternatives, renouvelables et propres, la Belgique s’inscrit dans un scénatio au terme duquel la désactivation des centrales nucléaires sera entamée dès qu’elles auront atteint l’aˆge de 40 ans. Le gouvernement consultera l’Agence européenne pour l’environnement et interrogera une commission d’experts internationaux désignés par lui sur la faisabilité et la mise en œuvre du scénario. »
Dit heeft de regering ertoe gebracht om een wetsontwerp houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industrie¨le elektriciteitsproductie goed te keuren. Dit wetsontwerp wordt momenteel besproken in het Parlement. (Parl. St., Kamer, 2001-2002, nrs. 1910/1 tot 6 en Senaat, 2002-2003, nr. 1376/1).
Ceci a amené le gouvernement à adopter un projet de loi sur la sortie progressive de l’énergie nucléaire à des fins de production industrielle d’électricité. Ce texte est en discussion au Parlement. (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, nos 1910/1 à 6 et Sénat, 20022003, no 1376/1).
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
18809
IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi 1
2002200300178
5-11-2002
396
Mw. Trees Pieters
Fiscaal en sociaal regime van opleidingscheques. — Boekhoudkundige verwerking. Régime fiscal et social des chèques formation. — Traitement comptable.
18735
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale Maatschappelijke Integratie — Intégration sociale 1
2002200300013
8-10-2002
148
Guy D’haeseleer
Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers. Initiatives locales d’accueil pour les demandeurs d’asile.
18737
1
2002200300054 14-10-2002
149
Koen Bultinck
Verdwijningen van asielzoekers uit open asielcentra. Disparitions de demandeurs d’asile des centres ouverts.
18738
Sociale Economie — E´conomie sociale 1
2000200111079
7- 1-2002
27
Mme Marie-Thérèse Coenen
Terugbetaling van de zwangerschapsonderbrekingen met toediening van myfegine. Remboursement des IVG avec myfégine.
18740
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 1
2001200201510 22- 7-2002
715
Hugo Philtjens
Toename aantal spookrijders. Augmentation du nombre de conducteurs fantoˆmes.
18741
6
2001200211724 16- 9-2002
752
Willy Cortois
Viaduct Vilvoorde. — Controle snelheid en lading. Viaduc de Vilvorde. — Controˆle de la vitesse et du chargement.
18743
1
2002200300010
8-10-2002
784
Claude Eerdekens
Parkeerplaatsen voor gehandicapten. Places destinées au stationnement pour personnes handicapées.
18744
6
2002200300011
8-10-2002
785
Willy Cortois
Chauffeurs zonder wettelijk voorziene documenten. Conducteurs circulant sans les documents requis par la loi.
18745
8
2002200300144 28-10-2002
799
Olivier Maingain
* NMBS. — Centrale administratie. — Aantal personeelsleden per taalrol. SNCB. — Administration centrale. — Répartition linguistique du personnel.
18711
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18810
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
8
2002200300147 28-10-2002
800
Roel Deseyn
* Haven van Zeebrugge. — Hinderpalen op het vlak van transport en vervoer. Port de Zeebruges. — Handicaps sur le plan des transports.
18711
8
2002200300155 28-10-2002
801
Mw. Frieda Brepoels * Treinkaarten met een gecombineerd traject van de NMBS en de regionale vervoermaatschappijen. Billets de train combinant un trajet sur le réseau SNCB et un trajet sur le réseau d’une société régionale de transports en commun.
18712
8
2002200300156 28-10-2002
802
Mw. Frieda Brepoels * ADR-opleidingen. — Evaluatie van de praktische oefeningen. Formations ADR. — E´valuation des exercices pratiques.
18713
8
2002200300157 28-10-2002
803
Mw. Frieda Brepoels * Organisatie van ADR-opleidingen. Organisation de formations ADR.
18714
8
2002200300159 29-10-2002
804
Mw. Frieda Brepoels * NMBS. — Tevredenheidsonderzoek. SNCB. — Enquête de satisfaction.
18714
8
2002200300160 29-10-2002
805
Jan Mortelmans
* Uitgewezen asielzoekers. — Gratis treinbiljetten. Demandeurs d’asile déboutés. — Billets de train gratuits.
18715
8
2002200300161 29-10-2002
806
Daan Schalck
* Systemen die ongevallen tussen fietsers en vrachtwagens kunnen voorkomen. Systèmes pouvant prévenir les accidents entre cyclistes et camions.
18716
8
2002200300162 29-10-2002
807
Olivier Maingain
* NMBS. — Brusselse stations. — Taalindeling van het personeel. SNCB. — Gares bruxelloises. — Répartition linguistique du personnel.
18716
Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l’Intérieur 8
2002200300134 24-10-2002
686
Mw. Alexandra Colen
* Vakantie van asielzoekers in eigen land. Vacances des demandeurs d’asile dans leur pays d’origine.
18716
8
2002200300140 25-10-2002
687
Alfons Borginon
* Rijksregister. — Opzoeking historiek van individuele adressen. — Interne migraties. Registre national. — Recherche de l’historique des adresses des individus. — Migrations internes.
18717
8
2002200300148 28-10-2002
688
Bart Laeremans
* Federale politie. — Communautaire verdeling van de betrekkingen. Police fédérale. — Répartition communautaire des emplois.
18718
8
2002200300163 29-10-2002
689
Filip De Man
* Politie in Sint-Gillis (Brussel). — Patrouilles. Police à Saint-Gilles (Bruxelles). — Patrouilles.
18718
8
2002200300164 29-10-2002
690
Richard Fournaux
* Afwezigheid van een permanentiearts in de medische dienst van de federale politie. Absence de médecin de permanence au service médical de la police fédérale.
18719
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
CA
DO
Datum Date
18811
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord 8
2002200300168 30-10-2002
Blz. Page
* Question sans réponse 691
Willy Cortois
* « Leesstrips » op internationale reispassen. — Aankoop van dergelijke toestellen voor de federale politie. « Bandes de lecture » sur les passeports internationaux. — Achat des appareils adéquats pour la police fédérale.
18720
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions
Sociale Zaken — Affaires sociales 8
2002200300141 25-10-2002
554
Claude Eerdekens
* Transparantie inzake medische tarieven. Transparence en matière de tarifs médicaux.
18721
8
2002200300145 28-10-2002
555
Jo Vandeurzen
* Verzorging van epidermolysis bullosa patie¨nten in de thuissituatie. — Financiering. Soins dispensés à domicile aux personnes atteintes d’épidermolyse bulleuse. — Financement.
18721
8
2002200300146 28-10-2002
556
Mw. Annemie Van * Artikel 25 van de wet van 14 januari 2002 houdende de Casteele maatregelen inzake gezondheidszorg. — Vernietiging. Article 25 de la loi du 14 janvier 2002 portant des mesures en matière de soins de santé. — Annulation.
18722
8
2002200300150 28-10-2002
557
Koen Bultinck
* Schrijven bankinstelling met betrekking tot circulaire cheques van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie. Courrier d’une banque concernant les chèques circulaires de l’Office national des vacances annuelles.
18723
8
2002200300170 30-10-2002
558
Mw. Annemie Van * Administratiekosten voor de verzekeringsinde Casteele stellingen voor het jaar 2002. Frais d’administration des organismes assureurs pour l’année 2002.
18723
Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 1
2002200300165 29-10-2002
341
Martial Lahaye
8
2002200300166 29-10-2002
342
Martial Lahaye
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
Luchtvaarttoelagen. — Onderscheid. Allocations aéronautiques. — Distinction. * Krijgsmacht. — Dienst netwerkbeheer en beheer van de datacommunicatiesystemen. — Reorganisatie. Forces armées. — Service gestion du réseau et gestion des systèmes de communication de données. — Réorganisation.
2003
18746 18724
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18812
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
Minister van Justitie — Ministre de la Justice 1
2001200200718 28- 3-2002
592
Francis Van den Eynde
Telefoonoperators. — Gemeenschappelijke dienst voor opstellen zwarte lijst van wanbetalers. — VZW. Opérateurs téléphoniques. — Service commun pour l’élaboration d’une liste noire des mauvais payeurs. — ASBL.
18747
1
2001200201302 17- 6-2002
656
Geert Bourgeois
Toepasselijkheid van het koninklijk besluit van 27 maart 2001 op de magistraten. Application de l’arrêté royal du 27 mars 2001 aux magistrats.
18749
1
2001200211801 26- 9-2002
720
Fred Erdman
Vervroegde vrijlating van veroordeelden wegens medische redenen. Libération anticipée de condamnés pour des raisons médicales.
18750
1
2001200211865
4-10-2002
727
Yves Leterme
Aanstelling van een referendaris voor de rechtbank van eerste aanleg te Ieper. Désignation d’un référendaire au tribunal de première instance d’Ypres.
18753
8
2002200300131 24-10-2002
744
Jan Mortelmans
* Opvang van jonge criminelen in instellingen. Accueil de jeunes délinquants dans des institutions.
18724
8
2002200300132 24-10-2002
745
Yves Leterme
* Interpretatie van artikel 2ter van de nieuwe VZWwet. Interprétation de l’article 2ter de la nouvelle loi sur les ASBL.
18725
8
2002200300137 25-10-2002
746
Mw. Alexandra Colen
* Spionage en verraad ten gunste van het voormalige Oostblok. Espionnage et trahison au profit de l’ancien bloc de l’Est.
18725
8
2002200300138 25-10-2002
747
Mw. Alexandra Colen
* Ontnemen van de Belgische nationaliteit of het kiesrecht. Déchéance de la nationalité belge ou du droit de vote.
18726
8
2002200300151 28-10-2002
748
Jo Vandeurzen
* Mogelijke afschaffing van een aantal afdelingen van politierechtbanken in de arrondissementen Tongeren en Hasselt. Suppression éventuelle de plusieurs sections des tribunaux de police dans les arrondissements de Tongres et de Hasselt.
18726
1
2002200300152 28-10-2002
749
Mw. Frieda Brepoels Elektronische uitgave van het Belgisch Staatsblad. — Auteursrechten. E´dition électronique du Moniteur belge. — Droits d’auteurs.
18756
8
2002200300158 28-10-2002
750
Mw. Frieda Brepoels * Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. — Klachten. — Misdrijven. — Aangiften bij de procureur des Konings. Commission de la protection de la vie privée. — Plaintes. — Délits. — Saisine du procureur du Roi.
18727
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
CA
DO
18813
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
8
2002200300171 30-10-2002
751
Francis Van den Eynde
* Gevangenissen. — Bekering moslimfundamentalisten. — « Missionarissen » uit Saudi-Arabie¨. Prisons. — Conversion de fondamentalistes musulmans. — «Missionnaires» en provenance d’Arabie Saoudite.
18727
8
2001200211727 30-10-2002
752
Martial Lahaye
* Webstekken. — Privacy. Sites web. — Vie privée.
18728
1
2002200300205 12-11-2002
757
John Spinnewyn
Gevangenis van Turnhout. — Onderhouds- en herstellingswerken. Prison de Turnhout. — Travaux d’entretien et de réfection.
18757
Minister van Financie¨n Ministre des Finances 1
1999200000558 10- 1-2000
198
Mw. Trees Pieters
Inkomstenbelastingen. — Arrest van het Arbitragehof. — Arbeidsongeval of beroepsziekte. — Vergoedingen. — Belastbaarheid. Impoˆts sur les revenus. — Arrêt de la Cour d’arbitrage. — Accident de travail ou maladie professionnelle. — Indemnités. — Imposition.
18758
1
2000200110333 15-12-2000
539
Alfons Borginon
Kadastraal inkomen. — Gebouwen met een historische hoge economische waarde. Revenu cadastral. — Immeubles possédant une grande valeur économique historique.
18761
1
2000200110383 22-12-2000
549
Mw. Maggie De Block
Bedrijfsvoorheffing. — Niet-belastbare arbeidsongevallen- en beroepsziektevergoedingen. — Verzoek tot ambtshalve ontheffing. Précompte professionnel. — Indemnités non imposables pour accidents du travail et maladies professionnelles. — Demande de dégrèvement d’office.
18762
1
2000200110396
5- 1-2001
552
Yves Leterme
Fiscaal regime maaltijdtickets en maaltijdcheques. Régime fiscal des tickets-repas et des chèques-repas.
18765
1
2001200200833 12- 3-2002
953
Mw. Trees Pieters
Inkomstenbelastingen. — Bericht van wijziging van aangifte. — Onjuiste motivering. Impoˆts sur les revenus. — Avis de rectification de la déclaration. — Motivation incorrecte.
18766
1
2001200200970 15- 4-2002
964
Marcel Hendrickx
Belastingen algemeen. — Hof van beroep. — Herberekening aanslag. — Hoofdcontroleur. Impoˆts en général. — Cour d’appel. — Nouveau calcul de l’impoˆt. — Controˆleur en chef.
18767
1
2001200200974 15- 4-2002
968
Marcel Hendrickx
Belastingen algemeen. — Hof van beroep. — Herberekening aanslag. — Verantwoordelijkheid van de ontvanger. Impoˆts en général. — Cour d’appel. — Nouveau calcul de l’imposition. — Responsabilité du receveur.
18769
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18814
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
1
2001200201188 28- 5-2002
1015
Marcel Hendrickx
Inkomstenbelastingen. — Bezwaarprocedure. — Rol van de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar. — Onpartijdigheid. Impoˆts sur les revenus. — Procédure de réclamation. — Roˆle du directeur régional ou du fonctionnaire délégué par lui. — Impartialité.
18769
1
2001200201189 28- 5-2002
1016
Marcel Hendrickx
Inkomstenbelastingen. — Bezwaarprocedure. — Gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar. — Klachten. Impoˆts sur les revenus. — Procédure de réclamation. — Directeur régional ou fonctionnaire délégué par lui. — Plaintes.
18771
1
2001200201214 31- 5-2002
1026
Ludo Van Campenhout
Inkomstenbelastingen. — Vennootschapsbelastingen. — Winstgevende activiteit. — Belastbaarheid. — Vennoten of leden. Impoˆts sur les revenus. — Impoˆts des sociétés. — Activité lucrative. — Imposabilité. — Associés ou membres.
18772
1
2001200201521 23- 7-2002
1079
Mw. Frieda Brepoels Behandeling van fiscale dossiers van grensarbeiders in één enkele belastingdienst. Traitement des dossiers fiscaux des travailleurs frontaliers par un seul service des contributions.
18775
1
2001200201535 24- 7-2002
1083
Mw. Trees Pieters
Globale inkohiering van bedrijfsvoorheffing met minimale belastingverhoging. — Fiscale aftrekbaarheid in hoofde van een vennootschapwerkgeefster van de hoofdsom en van de bijhorigheden. Enroˆlement global du précompte professionnel avec une majoration fiscale minimale. — Déductibilité fiscale pour une société-employeuse du principal et de l’accessoire.
18776
1
2001200201629 26- 8-2002
1095
Yves Leterme
BTW-vrijstelling. — Publicitaire sponsoring door VZW’s. Exonération de la TVA. — Parrainage publicitaire par des ASBL.
18777
1
2001200211705
6- 9-2002
1104
Hagen Goyvaerts
BTW-invorderingskantoren. — Personeelsbezetting. Bureaux de recouvrement de la TVA. — Cadre du personnel.
18779
1
2001200211768 16- 9-2002
1107
Martial Lahaye
Statuut van hypotheekbewaarder-bediende. — Inlijving bij het ambtenarenkorps. Statut d’employé des conservateurs des hypothèques. — Fonctionnarisation.
18780
1
2001200211811 27- 9-2002
1111
Hubert Brouns
Zendingen. — Toestellen van het Belgisch leger. — Normale lijnvluchten. — Privé-vliegtuigen. Missions. — Appareils de l’armée belge. — Vols réguliers. — Avions privés.
18781
6
2001200211826 30- 9-2002
1112
Jan Peeters
Nieuwbouwproject voor het ministerie van Financie¨n te Herentals. Projet de construction d’un nouveau baˆtiment pour le ministère des Finances à Herentals.
18781
1
2001200211854
1113
Mme Marie-Thérèse Coenen
Accijnzen op de verschillende soorten brandstof. Accises sur les différents types de carburant.
18782
3-10-2002
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
CA
DO
18815
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
1
2002200300102 18-10-2002
1126
Willy Cortois
Personenbelasting. — Woningen. — Energiebesparende werken. Impoˆt des personnes physiques. — Habitations. — Travaux permettant de réaliser des économies d’énergie.
18784
1
2002200300111 21-10-2002
1127
Jean-Jacques Viseur
Wetboek der registratierechten. — Het begrip « overmacht ». Code des droits d’enregistrement. — La notion de « force majeure ».
18785
8
2002200300135 24-10-2002
1128
Mw. Alexandra Colen
* Belastbaarheid van opties. Taxation des options.
18728
8
2002200300149 28-10-2002
1129
Olivier Maingain
* Administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen. — Directies van de Registratie van Brussel. — Verdeling naar taalrol van het personeel. Administration du Cadastre, de l’Enregistrement et des Domaines. — Directions de l’Enregistrement de Bruxelles. — Répartition linguistique du personnel.
18729
1
2002200300169 30-10-2002
1130
Francis Van den Eynde
Gemeente Schelle. — Verkeerde berekening gemeentelijke belastingen. Commune de Schelle. — Calcul erroné des impoˆts communaux.
18787
8
2002200300173 30-10-2002
1131
Mw. Trees Pieters
* Lidmaatschap van serviceclubs. — Kosten van reclame, sponsoring en publiciteit. — Fiscale aftrekbaarheid. Adhésion à un club de service. — Frais de publicité et de parrainage. — Déductibilité fiscale.
18729
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes Telecommunicatie — Télécommunications 1
2001200201115 15- 5-2002
297
Guido Tastenhoye
De Post. — Lange wachttijden in het hoofdpostkantoor van Deurne. La Poste. — Files d’attente dans le bureau de poste principal de Deurne.
18788
1
2001200201568 30- 7-2002
328
Jan Mortelmans
De Post. — Kantoren. — Onthaal. La Poste. — Bureaux. — Accueil.
18789
1
2002200300014
8-10-2002
346
Karel Van Hoorebeke
De Post. — Waalse sorteercentra. La Poste. — Centres de tri wallons.
18790
1
2002200300025
9-10-2002
348
Claude Eerdekens
De Post. — « Prior »-zendingen. La Poste. — Les envois « Prior ».
18792
1
2002200300037
9-10-2002
349
Francis Van den Eynde
De Post. — Gent. — Klacht. — Taalgebruik. La Poste. — Gand. — Plainte. — Emploi des langues.
18793
1
2002200300068 15-10-2002
350
Jan Mortelmans
West-Vlaanderen. — Problemen met GSM’s te Beauvoorde. Flandre occidentale. — Problèmes de GSM à Beauvoorde.
18794
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2407
QRVA 50 148 9 - 12 - 2002
18816
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
8
2002200300133 24-10-2002
355
Yves Leterme
* De Post. — Naleving van de taalwetgeving. La Poste. — Respect de la législation linguistique.
18731
8
2002200300139 25-10-2002
356
Olivier Maingain
* De Post. — Brusselse verkooppunten. — Opsplitsing naar taalrol van het personeel. La Poste. — Points de vente bruxellois. — Répartition linguistique du personnel.
18732
8
2002200300153 28-10-2002
357
Roel Deseyn
* De Post. — Verspreiding van door politieke partijen uitgegeven informatieblaadjes. La Poste. — Distribution de brochures d’information éditées par des partis politiques.
18732
Overheidsbedrijven en Participaties — Entreprises et Participations publiques 4
2001200201434 15- 7-2002
174
Jean-Pierre Grafé
Subsidies van de Nationale Loterij aan de podiumkunsten. Subventions octroyées par la Loterie nationale aux arts de la scène.
18796
4
2001200211847
2-10-2002
191
Jean-Pierre Grafé
Financie¨le steun van de Nationale Loterij aan culturele instellingen in de Franse Gemeenschap. Subventions octroyées par la Loterie nationale au secteur culturel de la Communauté française.
18797
1
2002200300062 15-10-2002
194
Jan Mortelmans
Inschrijving van kinderen van buiten de faciliteitengemeenten. — Taalinspectie. Inscriptions d’enfants résidant en dehors des communes à facilités. — Inspection linguistique.
18797
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Economie — E´conomie Wettelijk kader van hypothecaire kredietovereenkomsten, gesloten in de periode 1992-1998 en waarin een veranderlijke rentevoet bedongen is. Cadre légal des contrats de crédit hypothécaire conclus au cours de la période 1992-1998 et prévoyant un taux d’intérêt variable.
18799
Olivier Maingain
* Administratie van de Economische Inspectie. — Algemene Directie en Directie van het Brussels Gewest. — Taalonevenwicht. Administration de l’Inspection économique. — Direction générale et Direction de la Région bruxelloise. — Déséquilibre linguistique.
18733
Martial Lahaye
* Economische Inspectie. — Opvoering controles tegen bedrieglijke financie¨le publiciteit. Inspection économique. — Renforcement des controˆles en matière de publicités financières mensongères.
18734
1
2001200211856
3-10-2002
325
Marcel Hendrickx
8
2002200300154 28-10-2002
332
8
2002200300167 29-10-2002
333
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 148 09 - 12 - 2002
CA
DO
18817
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement
Volksgezondheid — Santé publique 1
2002200300143 25-10-2002
529
Claude Eerdekens
Producten op plantaardige basis. — Notificatienummer. Produits à base de plantes. — Numéro de notification.
18801
1
2002200300172 30-10-2002
530
Francis Van den Eynde
Islamitische rituele slachtingen. Abattages rituels prescrits par la religion islamique.
18803
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable
Energie — E´nergie 1
2001200201351
4-11-2002
74
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Willy Cortois
2002
Europese Commissie. — Kernonderzoek. — « ITER »-programma. Commission européenne. — Recherche nucléaire. — Programme «ITER».
2003
18805
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE