PEDAGOGISCH WERKPLAN
SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus
juli 2015 Blz. 1
Pedagogisch werkplan BSO Octopus In ons dagelijks handelen en gedrag is het pedagogisch beleidsplan van de SKPC leidend. Zie ook het pedagogisch beleidsplan “Dit is het kader, jij maakt het verschil” . Als uitwerking van dit beleidsplan hebben we dit pedagogisch werkplan opgesteld. Dit werkplan bestaat uit locatiegegevens en informatie over de algemene werkwijze bij de SKPC en de specifieke werkwijze op deze locatie buitenschoolse opvang. Zo worden bijvoorbeeld beschreven de groepsregels BSO, de locatie-afspraken, de dagindeling, het wenbeleid, de inzet van pedagogisch medewerkers, etc. Indien dit werkplan op de website wordt gelezen, kan op de onderstreepte items worden doorgeklikt direct naar de paragrafen in dit werkplan en naar verdere informatie.
Inhoudsopgave 1. Locatiegegevens BSO Octopus 1.1 Samenstelling groepen 1.2 Aanwezige medewerkers, achterwacht, (3 –uursnorm) 1.3 Thema’s 2. Werkwijze Octopus 2.1 Samenvoegen van groepen 2.2 Activiteiten buiten de basisgroep 2.3 Verlaten terrein en uitstapjes 2.4 Kennismaken en wennen 2.5 Extra dagen, ruildagen en tegoeduren 2.6 Veiligheid en gezondheid, omgaan met calamiteiten 2.7 Zorgen om een kind, meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2.8 Verloop van een middag op Octopus 3. Groepsregels 3.1 Algemene afspraken voor buitenschoolse opvanggroepen 3.2 Locatie-afspraken Octopus 4. Verwijzing naar overige informatie 4.1 Pedagogisch beleidsplan ‘Dit is het kader, jij maakt het verschil’ 4.2 Informatieboekje buitenschoolse opvang 4.3 Veiligheids- en gezondheidsverslag (incl. afspraken m.b.t. veilig en hygiënisch handelen) 4.4 Beleid medisch handelen, weren zieke kinderen (incl. verklaringen) 4.5 Protocol kinderen in de zon 4.6 Protocol verlaten terrein voor BSO-activiteiten en uitstapjes 4.7 Dagelijks voedingsaanbod BSO 4.8 Bedrijfsnoodplan en ontruimingsplan 4.9 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus
juli 2015 Blz. 2
1.
Locatiegegevens BSO Octopus Octopus is gehuisvest in basisschool: Koning Willen Alexander (KWA) en maakt gebruik van 1 groepsruimte, de hal, speellokaal, de ruimte van psz Bolleboos en de toiletten (bij de hal en bij kleuters, deze laatste worden gebruikt tijdens het buitenspelen). Ook de kinderen van RK basisschool de Palster worden op Octopus opgevangen. Tijdens schoolweken is Octopus open op maandag, dinsdag en donderdag middag van 15.00 -18.30 uur .Tijdens de kleine vakanties en studie dagen worden de kinderen op deze dagen vaak opgevangen op BSO Octopus. Ook kinderen van bso Rataplan zijn dan op BSO Octopus. Op woensdag en vrijdag is BSO Robbedoes geopend.
1.1
Samenstelling groepen Beleid Bij de SKPC behoort ieder kind bij een basisgroep. Waar mogelijk vangen we de jongste kinderen op in aparte groepen voor kinderen in de leeftijd van 4- 7 jaar en groepen voor de oudste kinderen vanaf 8 jaar; ook in de schoolvakanties. Op sommige locaties werken we met gemengde groepen voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Sommige locaties bestaan uit meer dan één basisgroep. In de taakverdeling van de pedagogisch medewerkers is een herkenbare structuur gemaakt met betrekking tot welke medewerker kinderen ophaalt op school en dat een vaste medewerker beschikbaar is voor de kinderen bij binnenkomst op de BSO-locatie. Door deze werkwijze is de aandacht voor de basisgroep geborgd. Als een kind (tijdelijk) in twee basisgroepen is geplaatst, is vooraf schriftelijk instemming van de ouders gevraagd. De einddatum van deze situatie wordt schriftelijk vastgelegd. Octopus Bij Octopus worden er maximaal 20 kinderen opgevangen in de leeftijd van 4 t/m 7 jaar van de KWA en de Palster.
1.2
Inzet medewerkers Aanwezige medewerkers Beleid In alle opvangvormen van de SKPC werken alleen professionele krachten. Er worden geen vrijwilligers ingezet. Op alle groepen wordt de pedagogisch medewerker-kind ratio aangehouden conform de wettelijke richtlijnen. Er werken altijd twee pedagogisch medewerkers in een groep, bij een bezetting van meer dan 50%. In de buitenschoolse opvang hebben 2 pedagogisch medewerkers de verantwoordelijkheid over een groep van maximaal 20 kinderen van 4-7 jaar en 3 pedagogisch medewerkers voor een groep van maximaal 30 kinderen van 8-12 jaar. De PM-er-kind ratio van één pedagogisch medewerker op 10 kinderen wordt aangehouden. Behalve pedagogisch medewerkers zijn stagiaires werkzaam (boventallig) en medewerkers in opleiding/ontwikkeling. Tijdens het halen van kinderen van school worden de kinderen door een medewerker begeleid. Doordat sommige kinderen zelfstandig naar de BSO-locatie komen, kan het zijn dat – tijdens het halen van kinderen door de ene PM-er – de andere PM-er met meer dan 10 kinderen op de BSOlocatie is; dit is het geval gedurende maximaal een half uur Tijdens vakantie-of studiedagen wordt het werkrooster zodanig gemaakt dat voldaan wordt aan de 3-uursnorm, dat wil zeggen gedurende maximaal 3 uur per dag kan worden afgeweken van de vereiste beroepskracht-kind-ratio. Dit is het geval aan het begin en einde van de dag, tussen de middag blijven de medewerkers op de groep. SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus
juli 2015 Blz. 3
Octopus Elke dag zijn er 1 of 2 PM-ers aanwezig op Octopus, afhankelijk van het aantal aanwezige kinderen. Achterwacht Beleid Op locaties waar de buitenschoolse opvang de enige activiteit is of als minder dan 10 kinderen aanwezig zijn en de pedagogisch medewerker alleen voor de groep staat, zorgen wij ervoor dat er altijd een andere volwassene beschikbaar is voor het geval zich een calamiteit voordoet. Vaak is er een (volwassen) stagiaire aan deze groep toegevoegd. En soms is dit een medewerker die ook op betreffende locatie werkt, zoals een conciërge van een school of een leerkracht die in het gebouw aanwezig is, als de opvang plaats vindt. Als op de groep één pedagogisch medewerker aan het einde van de (vakantie)dag overblijft, is er achterwacht geregeld voor het geval zich bijzonderheden voordoen. Het service bureau van de SKPC is telefonisch bereikbaar tot 17.00 uur, daarna is een andere volwassene bereikbaar waarop de medewerkers een beroep kunnen doen in geval van een calamiteit. Deze persoon kan indien nodig binnen 15 minuten op de betreffende locatie zijn of een andere volwassene sturen. Octopus In geval van calamiteit dat een PM-er met een kind mee gaat, dan wordt er tussen 15.00-17.00 contact opgenomen met Service bureau of de clustermanager. Een medewerker van CB of de clustermanager komt dan naar Octopus. Tussen 17.00 en 18.30 wordt er contact opgenomen met de clustermanager of een andere BSOlocatie (BSO Rataplan).
1.3
Thema’s en activiteiten Beleid Het activiteitenaanbod vindt regelmatig plaats buiten de eigen groepsruimte, of in samenwerking met kinderen van andere groepen (bijv. workshop-aanbod). Soms gaan kinderen vanuit hun vaste locatie voor een bepaalde activiteit (brede school) naar een andere locatie. Kinderen verlaten dan tijdelijk hun basisgroep om mee te kunnen doen aan bijzondere activiteiten. Daarbij is een bekende pedagogisch medewerker aanwezig voor de begeleiding van de kinderen. Deze werkwijze zorgt ervoor dat kinderen kunnen deelnemen aan activiteiten die aansluiten bij hun talenten en interesses. Ook worden kinderen zo gestimuleerd om hun ‘horizon’ te verbreden, hun zelfstandigheid te ontwikkelen en andere vriendjes en vriendinnetjes te ontmoeten. Incidenteel zijn er activiteiten of uitstapjes voor groepen groter dan de basisgroep. In dat geval worden vooraf duidelijke afspraken met de kinderen gemaakt, bijvoorbeeld over verzamelpunten of over de gedragsregels. De kinderen worden voorafgaand aan de activiteit in groepen verdeeld waarbij zoveel mogelijk de kinderen uit dezelfde basisgroep bij elkaar blijven.. De 4-7-jarigen en de begeleidende pedagogisch medewerker krijgen gekleurde hesjes of T-shirts aan, zodat herkenbaar is tot welke groep zij behoren. De 8+ kinderen krijgen vooraf eveneens een duidelijke instructie over de groep waartoe zij behoren en welke pedagogisch medewerker hun groep begeleidt. Voor de veiligheid dragen ook de 8+ kinderen een gekleurd hesje (bijv. tijdens fietstochten). NB: Bij de bepaling van de groepsgrootte en het aantal pedagogisch medewerkers in een groep/op een locatie wordt uitgegaan van de vastgestelde kwaliteitsregels van de Wet Kinderopvang (Pedagogisch medewerker – Kind – Ratio = PKR). Bij bovenstaande afspraken wordt uitgegaan van de regelgeving zoals omschreven in het convenant kwaliteit kinderopvang. Het volledige convenant vindt u op de website. SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus
juli 2015 Blz. 4
Octopus Octopus streeft er naar een divers activiteitenaanbod te organiseren. Daarbij wordt rekening gehouden met de wensen en behoeften van de kinderen. Het activiteitenprogramma op Octopus bestaat uit vrij spel en een gerichte (thema-) activiteit per middag (per week). Incidenteel worden workshops aangeboden vanuit de brede school. Bij deze activiteiten is altijd een PM-er van een van de locaties aanwezig waarvan de kinderen deelnemen. We stimuleren de kinderen om aan deze georganiseerde activiteiten deel te nemen. Georganiseerde activiteiten vinden plaats tussen 15.45 -16.45 uur.
2.
Werkwijze Octopus
2.1
Samenvoegen van groepen Beleid Het samenvoegen van groepen kan structureel zijn op een specifieke dag van de week en in vakantieperioden, of incidenteel tijdens studiedagen. Op woensdag en vrijdag en in (kleine) schoolvakanties worden kinderen van diverse locaties gezamenlijk in één groep geplaatst. Dit doen wij zo om de personeelskosten in evenwicht te houden met het aantal kinderen. Door deze samenvoeging hebben de kinderen meer speelkameraadjes en kunnen meer specifieke activiteiten worden georganiseerd. De kinderen worden de hele dag in deze samengestelde groep opgevangen door een (of meer) vaste pedagogisch medewerker(s). De ouders worden hierover ingelicht voordat zij de plaatsingsovereenkomst aangaan en stemmen hiermee in. Tijdens vakanties Voor aanvang van de kleine schoolvakantie wordt een overzicht op de website van de SKPC gepubliceerd waarin staat welke groepen open zijn tijdens de vakantie. Dit overzicht wordt tevens zichtbaar opgehangen op iedere BSO-locatie. Ouders worden per email verwezen naar het overzicht op de website of daarover geïnformeerd door de medewerkers op de groep. Of een locaties wel of niet open is wordt bepaald door het aantal aangemelde kinderen en de geplande activiteiten. In de zomervakantie zijn niet alle BSO-locaties open. Ouders schrijven zich apart in voor de opvang tijdens de zomervakantie. Op basis van het aantal kinderen wordt bekeken hoeveel en welke locaties open gaan. Ouders krijgen een bevestiging van inschrijving voor de afgesproken dagen. Voordat de zomervakantie begint, informeren wij de kinderen en ouders via een brief op welke locatie hun kind(eren) geplaatst is in de zomervakantie. Ook op de website van de SKPC is zichtbaar welke locaties open zijn en welke activiteiten waar worden georganiseerd. Octopus Tijdens de kleine vakanties en studie dagen worden de kinderen vaak opgevangen op BSO Octopus. Ook kinderen van BSO Rataplan zijn dan op BSO Octopus. Op woensdag en vrijdag is BSO Robbedoes geopend.
2.2
Activiteiten buiten de basisgroep en uitstapjes Beleid Het activiteitenaanbod vindt regelmatig plaats buiten de eigen groepsruimte, of in samenwerking met kinderen van andere groepen (bijv. workshop-aanbod). Kinderen verlaten dan tijdelijk hun basisgroep om mee te kunnen doen aan activiteiten. Dit aanbod zorgt ervoor dat kinderen kunnen deelnemen aan activiteiten die aansluiten bij hun talenten en interesses. Ook worden kinderen zo gestimuleerd om hun ‘horizon’ te verbreden, hun zelfstandigheid te ontwikkelen en andere vriendjes en vriendinnetjes te ontmoeten. SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus
juli 2015 Blz. 5
Incidenteel worden activiteiten of uitstapjes georganiseerd voor groepen groter dan de basisgroep. Bijvoorbeeld een uitstapje naar de kinderboerderij of een speeltuin in de buurt. Dit kan zowel tijdens de schoolweken als tijdens vakantieweken zijn. Op enkele locaties worden activiteiten georganiseerd voor groepen groter dan 30 kinderen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij uitstapjes tijdens de vakantie. In al deze situaties worden vooraf duidelijke afspraken met de kinderen gemaakt, bijvoorbeeld over verzamelpunten en over de gedragsregels. De kinderen worden in groepen verdeeld onder begeleiding van een pedagogisch medewerker, waarbij zoveel mogelijk kinderen uit dezelfde basisgroep worden samengevoegd. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de persoonlijke voorkeur van de kinderen. Bij activiteiten voor groepen groter dan de basisgroep krijgen de 4-7-jarigen en de begeleidende pedagogisch medewerker gekleurde hesjes of T-shirts aan, zodat herkenbaar is tot welke groep zij behoren. De 8+ers krijgen vooraf eveneens een duidelijke instructie over de groep waartoe zij behoren en welke pedagogisch medewerker hun groep begeleidt. Indien nodig voor de veiligheid dragen ook de 8+-kinderen een gekleurd hesje (bijv. tijdens fietstochten). Bij uitstapjes met meer dan 30 kinderen is er een duidelijke taakverdeling tussen de pedagogisch medewerkers, zodat vertrouwdheid en veiligheid voor de kinderen is geborgd. Bijvoorbeeld tijdens in- en uitstappen in de bus worden de kinderen uit een basisgroep samengevoegd. Ook de eet- en rustmomenten worden samen met de basisgroep kinderen georganiseerd. Afspraken over het vervoer van kinderen tijdens uitstapjes zijn vastgelegd in het protocol Vervoer en verlaten terrein. Octopus De kinderen op Octopus kunnen deelnemen aan externe activiteiten of speciale uitstapjes die gezamenlijk met andere locaties plaatsvinden. Als dit zich voordoet gelden de algemene beleidsafspraken en werkinstructies die daar betrekking op hebben.
2.3
Verlaten terrein en zelfstandigheid van kinderen Beleid SKPC wil kinderen op de BSO letterlijk de ruimte bieden om hun zelfstandigheid te ontwikkelen. De omgeving, de buurt maakt daarom een wezenlijk onderdeel uit van de buitenschoolse opvang. We willen tegemoet komen aan de behoefte van ouder wordende kinderen om zelfstandig de buurt te verkennen. Door het geven van vrijheid bevorderen we de zelfstandigheid van de kinderen. In deze visie is het vanzelfsprekend dat kinderen zich ook buiten het hek van het eigen speelterrein begeven en bijvoorbeeld ook uitstapjes maken of meedoen aan activiteiten op andere locaties. Op iedere BSO-locatie worden – afhankelijk van de aard van de accommodatie en van de leeftijd van de kinderen – afspraken gemaakt over de zelfstandigheid van de kinderen. De basisafspraken hierover staan beschreven in de locatieregels. Dit wordt vooraf (tijdens het kennismakingsgesprek) met ouders besproken. Specifieke afspraken over het zelfstandig verlaten van het terrein per kind worden eveneens vooraf schriftelijk vastgelegd. De afspraken over zelfstandigheid hebben betrekking op de plekken (binnen of buiten het buitenterrein van de BSO) waar de kinderen zelfstandig mogen buitenspelen of naar toe mogen gaan. Soms wordt het eigen terrein verlaten voor een bezoek aan een andere locatie of gaan kinderen met de pedagogisch medewerkers op stap. Bijvoorbeeld als sportclinics zijn georganiseerd of andere activiteiten/workshops waar een deel van de kinderen of de hele groep naar toe kan gaan. Dit doen we zoveel mogelijk lopend of op de fiets en onder begeleiding van een pedagogisch medewerker. Alleen als ouders daarvoor vooraf toestemming hebben gegeven kan een kind zelfstandig binnen of buiten het eigen terrein spelen of zelfstandig naar een activiteit of naar huis SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus
juli 2015 Blz. 6
gaan. Op een 8+-locatie is de afspraak dat alle kinderen binnen het terrein zelfstandig buiten mogen spelen. Over het verlaten van de eigen locatie en over het vervoer bij uitstapjes zijn afspraken gemaakt die te vinden zijn in het protocol vervoer en verlaten terrein BSO. Dagelijks begeven de kinderen zich buiten het terrein van de BSO als zij zich van school naar de BSO gaan. Dit kan lopend, met de fiets, met de Stint, met de SKPC-bus of met een taxi zijn. In het protocol Vervoer en verlaten terrein BSO zijn de richtlijnen vastgelegd met betrekking tot de verschillende vormen van vervoer van school naar de BSO. Ook in de groepsregels BSO wordt hieraan aandacht besteed. In de locatieafspraken per BSO-locatie staat beschreven van welke scholen kinderen worden gehaald, hoe laat, met welk vervoersmiddel en waar de verzamelplaats is. Octopus Voor de afspraken bij Octopus over het halen en vervoeren van kinderen van school naar de BSO en over het (zelfstandig) buiten spelen: zie paragraaf 3.2 in dit werkplan.
2.4
Kennismaken en wennen Kinderen die nieuw instromen op een groep of locatie worden in de gelegenheid gesteld om voorafgaand aan de plaatsingsdatum te komen kennismaken en wennen op de groep. Ouders worden hiervan op de hoogte gebracht in het plaatsingscontract of in de brief ter bevestiging van doorstroom naar een 8+-groep. Enkele weken voor de plaatsingsdatum ontvangen de ouders een uitnodiging voor een kennismakingsgesprek op de groep. Tijdens het kennismakingsgesprek wordt informatie gegeven over de opvang en de organisatie als geheel. De pedagogisch medewerker geeft een toelichting op de uitvoering van het beleid van de SKPC en vertelt over de praktische gang van zaken. Tevens kunnen ouders aanwijzingen geven over het omgaan met hun kind en is er gelegenheid om vragen te stellen. Voor of tijdens het kennismakingsgesprek worden afspraken gemaakt over het komen wennen van het kind. Doel van de wenafspraken is om het kind en de ouders te laten kennismaken met de sfeer, de andere kinderen en de gang van zaken op de groep. Vanaf twee weken voor de plaatsingsdatum worden in overleg met de ouder twee afzonderlijke dagdelen gepland waarop het kind kan komen wennen. Deze dagdelen zijn bij voorkeur de plaatsingsdagen. Als een kind slecht één dag per week komt, kan het kind ook op andere dagen in de week voorafgaand aan de eerste plaatsing dag komen wennen. Tijdstippen van de wendagdelen wisselen per groep en worden in overleg met de ouders afgesproken. Het (wen)kind kan op deze twee dagdelen boventallig op de basisgroep aanwezig zijn. Het verblijf van de kinderen tijdens deze wenperiode wordt niet in rekening gebracht. Mocht tijdens de wen-dagdelen blijken dat het kind een langere wenperiode nodig heeft, dan bespreken de pedagogisch medewerkers met de ouders om - nadat het contract is ingegaan – een extra wenperiode te hanteren. In dat geval moet voldaan worden aan de PM-er kind ratio en zal het moment van wennen afhankelijk zijn van de bezetting op de groep. Laat de groepsgrootte wennen op andere dagen niet toe, dan komt het kind op de plaatsing dag een kortere dag, doordat het later wordt gebracht of eerder opgehaald.
2.5
Extra dagen, ruildagen en tegoeduren Ouders kunnen incidenteel een extra dag(deel) opvang voor hun kind afnemen, tegen vergoeding van het geldende tarief. Het verzoek daartoe kan worden gedaan aan de pedagogisch medewerker; toestemming is afhankelijk van de bezettingsgraad op de groep en evt. bijzonderheden. Opvang vindt bij voorkeur plaats in de eigen groep, maar indien daar geen plaats is kan de opvang ook op een
SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus
juli 2015 Blz. 7
andere groep worden geboden. Ouders worden hierover vooraf geïnformeerd en geven schriftelijke toestemming op het aanvraagformulier ‘Incidentele opvang’. Het is ook mogelijk om een opvang dag te ruilen. Dit moet tevens vooraf worden aangevraagd via het formulier ruildagen. Toezegging is in overleg met de pedagogisch medewerker van de groep. Een dag ruilen is mogelijk als de groepsbezetting het toelaat en binnen een periode van 2 weken voor en 2 weken na de te ruilen dag. Tegoed uren regeling Tijdens de feestdagen zijn alle locaties van de SKPC gesloten. Indien een feestdag valt op de vaste opvangdag van een kind ontvangt de ouder tegoeduren voor deze dag. Met de regeling tegoeduren is het mogelijk om niet genoten opvang op feestdagen, of opvang die tijdig (min. 72 uur van te voren) is afgemeld, op een later tijdstip alsnog in te plannen. Het inwisselen van de tegoeduren kan als de groepsbezetting het toelaat en binnen 1 jaar na uitgifte. Zie voor meer informatie op de website: www.skpc.nl/tegoeduren-bso. Verder informatie en voorwaarden zijn te vinden in het informatieboekje en op de website.
2.6
Veiligheid en gezondheid, omgaan met calamiteiten SKPC voert een beleid dat er toe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen in elke groep zo veel mogelijk is gewaarborgd. Wij verstaan hieronder het bieden van emotionele veiligheid aan de kinderen (zie pedagogisch beleidsplan), maar ook een veilige fysieke omgeving en het zorgvuldig en hygiënisch omgaan met materialen en met voeding. Op elke locatie worden de mogelijke risico’s geïnventariseerd. Op grond van de inventarisatie worden risico beperkende maatregelen genomen. Een plan van aanpak voor verbeteringen en de registratie van (bijna) ongevallen wordt aan de oudercommissie voorgelegd ter informatie en advies. De groepsregels en locatieafspraken zijn gericht op het waarborgen van veilige situaties in de groepsruimten of buiten. Want veiligheid wordt ook bepaald door gedrag – van kinderen en van pedagogisch medewerkers. Door alert te zijn op een goede hygiëne werken we aan een gezond leefklimaat en het bestrijden van ziektekiemen. Desondanks worden kinderen ziek, thuis of bij ons op de opvang. In dat geval moeten we bepalen of wij het zieke kind de zorg kunnen bieden die het nodig heeft. Voor pedagogisch medewerkers zijn werkinstructies opgesteld m.b.t. het hygiënisch werken en over het zorgvuldig omgaan met en aanbieden van voedingsproducten. Over hoe te handelen in het geval kinderen ziek zijn of worden zijn duidelijke afspraken gemaakt, ouders worden daarover geïnformeerd via de website/informatieboekje en tijdens het kennismakingsgesprek. Op elke groep zijn richtlijnen bekend over hoe te handelen in geval van calamiteiten. In de richtlijnen wordt aangegeven wie bij een ongeval of brand of andere calamiteit voor een bepaalde taak verantwoordelijk is. Elk jaar wordt op elke locatie van SKPC één of twee keer met de kinderen een ontruimingsoefening gedaan. Op elke locatie zijn één of meer personen bevoegd om op te treden als bedrijfshulpverlener (BHV) en bij een calamiteit de coördinatie op zich nemen, totdat professionele hulpverleners aanwezig zijn. Alle pedagogisch medewerkers hebben een EHBO-diploma en/of een certificaat voor EHBO voor kinderen. Het uitgebreide bedrijfsnoodplan is in te zien op de locatie.
2.7
Zorgen om een kind, meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus
juli 2015 Blz. 8
Kindercentra dragen een eigen verantwoordelijkheid voor het signaleren van kindermishandeling en voor het ondernemen van actie na het signaleren. De signalen moeten worden doorgegeven aan de instanties die hulp kunnen bieden aan het gezin. De pedagogisch medewerkers hebben hierin een duidelijke taak. Zij zien de kinderen regelmatig en kunnen opvallend of afwijkend gedrag signaleren. Nadat zij signalen hebben opgemerkt is het ook hun taak actie te ondernemen. De meldcode geeft via een stappenplan aan hoe te handelen wanneer er signalen zijn die kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling. Daarnaast zijn aan deze meldcode twee stappenplannen toegevoegd: een stappenplan hoe te handelen bij vermoedens van kindermishandeling gepleegd door een beroepskracht en een stappenplan hoe te handelen wanneer er sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling. Elke stap wordt afzonderlijk uitgebreid toegelicht. Binnen een SKPC is een aandachtfunctionaris aangesteld. De aandachtfunctionaris bewaakt het proces i.v.m. privacy van ouders en betrokkenen, zij verstrekt informatie (schriftelijk of mondeling) aan derden na overleg met ouders, beroepskrachten en/of leidinggevende. De aandachtfunctionaris is op de hoogte van de diverse signalen vanuit de SKPC . Zij heeft overleg en onderhoudt contacten met externe instanties zoals JGZ (Jeugdgezondheidszorg) en JPN (Jeugd preventie netwerk), AMK en Consultatiebureau. De medewerkers van de buitenschoolse opvanglocaties zijn geschoold in het handelen bij signalen of vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling: Bij een ‘niet pluis’ gevoel bespreekt de pedagogisch medewerker dit met de directe collega en leidinggevende. Bij vermoedens van kindermishandeling neemt de medewerker altijd contact op met de leidinggevende. Zijn er signalen, dan worden de signaallijsten gebruikt om observatiegegevens te verzamelen. Op basis van het stappenplan Meldcode en In overleg met de leidinggevende kan besloten worden om de aandachtfunctionaris in te schakelen ter ondersteuning, bemiddeling en voor vragen. Samen met de aandachtfunctionaris en leidinggevende wordt vervolgens het stappenplan uit de Meldcode gevolgd.
2.8
Verloop van een middag op Octopus 15.00 uur 15.30 – 17.00 uur 17.00 uur 17.00 – 18.30 uur 17.00 – 18.30 uur
3.
: : : : :
Binnenkomst kinderen en fruit Activiteiten en vrij spel zowel binnen als buiten Tussendoortje Vrij spel Ophalen kinderen, overdracht ouders, afsluiting van de middag
Groepsregels Onderstaande afspraken en richtlijnen geven houvast in de omgang met elkaar, de afspraken met de kinderen, over hoe omgegaan wordt met ons activiteitenaanbod en materialen. De afspraken vormen tevens de rode draad in het pedagogisch handelen, waarbij ook ruimte is voor de persoonlijke invulling van elke medewerker.
3.1
Algemene afspraken voor groepen buitenschoolse opvang 1. Omgaan met elkaar We gaan respectvol met elkaar om. We geven grenzen aan en overschrijden niet de grens van een ander. We luisteren naar elkaar en geven elkaar de ruimte om te vertellen. We geven elkaar de ruimte om zelfstandigheid te ontwikkelen. We stimuleren de samenwerking en bieden gelegenheid tot samenspel. SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus
juli 2015 Blz. 9
We zorgen voor elkaar en helpen elkaar. We zeggen wat we doen en we doen wat we zeggen (komen afspraken na). We begeleiden conflicten en zoeken samen naar oplossingen daarvoor. We zeggen elkaar gedag bij binnenkomst en bij vertrek naar huis.
2. Eetmomenten Pedagogisch medewerkers kiezen per eetmoment en per locatie of we gezamenlijk aan tafel zitten. De tafel voor de broodmaaltijd wordt gezellig gedekt, ook de kinderen kunnen daarbij helpen. Er wordt ruimte geboden om te bidden voorafgaand aan het eten. Kinderen worden gestimuleerd om zelfstandig brood te smeren. We hebben aandacht voor (tafel)manieren tijdens alle drink- en eetmomenten. Pedagogisch medewerkers stimuleren kinderen op een positieve manier om te eten en dagen uit om onbekende producten te proeven (maar we dwingen niet). De hoeveelheden voeding worden aangepast aan de behoefte van het kind (met een maximum). Pedagogisch medewerkers geven bewust aandacht aan het belang van gezonde voeding. Respect voor eigen keuzes blijft daarin overeind staan. Voor afspraken over de aard en hoeveelheid van voedingsproducten: zie ‘het dagelijks voedingsaanbod op de BSO’. Kinderen nuttigen geen eten of drinken van thuis tijdens de BSO-middag. Individueel kunnen met ouders uitzonderingen worden afgesproken (bijv. bij allergieën) . 3. Hygiëne en verzorging We wassen handen voorafgaand aan eetmomenten of kookactiviteiten. We wassen handen na toiletbezoek. We attenderen kinderen op hun lichamelijke verzorging en persoonlijke hygiëne, zoals neus snuiten en het afdekken van hoesten en niezen. We dragen zorg voor een hygiënische leefomgeving en een gezond leefklimaat. Als de zon feller wordt zorgen wij ervoor dat alle (!) kinderen zich voorafgaand aan het buitenspelen insmeren met zonnebrandmiddel van de SKPC , waar nodig helpen wij de kinderen daarbij (zie ook protocol kinderen in de zon) Tussen 12.00 en 15.00 uur blijven we zoveel mogelijk in de schaduw, of kiezen we er voor om binnen te blijven. 4. Omgaan met seksualiteit Pedagogisch medewerkers staan open voor vragen van kinderen en zullen deze, op hun eigen niveau, zo goed mogelijk kort beantwoorden We willen hierin open zijn en laten seksualiteit een bespreekbaar thema zijn. Pedagogisch medewerkers gaan zorgvuldig om met de inhoud en hoeveelheid informatie die we verstrekken, eventueel verwijzen we het kind door naar de ouders/verzorgers. ‘s Zomers dragen de kinderen bij waterspelen hun badkleding of ondergoed. 5. Omgaan met (georganiseerde) activiteiten: in het dagelijkse aanbod en via het “externe” aanbod In het aanbod letten pedagogisch medewerkers op een goede balans tussen georganiseerde en/ of begeleide activiteiten en mogelijkheid tot vrij spel. Met alle activiteiten wordt ingespeeld op de natuurlijke nieuwsgierigheid en behoefte aan ontwikkeling van de kinderen. In overleg met kinderen worden de wensen geïnventariseerd en verwerkt in het activiteitenaanbod. SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus
juli 2015 Blz. 10
Activiteiten kunnen ook worden georganiseerd in samenwerking met externe aanbieders of door collega- pedagogisch medewerkers. Deze activiteiten kunnen ook plaatsvinden op een andere accommodatie. Tijdens de activiteit is een bekende PM-er aanwezig voor de (pedagogische) begeleiding van de kinderen. Kinderen worden gestimuleerd om actief mee te doen met georganiseerde activiteiten. Soms worden activiteiten in groepsverband uitgevoerd, soms is er vrije keuze uit het activiteitenaanbod. Dit geldt ook voor activiteiten in vakanties. Pedagogisch medewerkers stimuleren kinderen die met een activiteit starten om de activiteit af te maken (ook als het een workshop van meerdere keren betreft).
6. Omgaan met materialen We gaan zorgvuldig om met onze materialen, zowel binnen als buiten, en gebruiken deze waarvoor ze bedoeld zijn. Dit geldt ook voor materialen die we samen met de vereniging, club of school gebruiken. We ruimen speelgoed, knutselmateriaal e.d. samen op en we zorgen er voor dat de spullen op de goede plek terecht komen. Als er (speel)materiaal of apparatuur kapot gaat of kapot is, dan geven de kinderen dat door aan de pedagogisch medewerkers, zodat zij daarop actie kunnen ondernemen. Kinderen mogen speelgoed o.i.d. van thuis meenemen; dan stimuleren we dat ook andere kinderen er samen mee mogen spelen. Anders kan het speelmateriaal beter in het eigen bakje of laadje worden bewaard, totdat het kind het weer mee naar huis kan nemen. Deze laadjes/bakjes zijn privé, andere kinderen blijven daar uit. Dit geldt ook voor kluisjes voor personeel van de SKPC. Voor gebruik van sommige materialen gelden bepaalde (locatie gebonden) afspraken voor gebruik. De betreffende afspraken zijn te vinden in de locatieregels. Sommige ruimtes, kasten e.d. zijn voor de pedagogisch medewerkers, hier mag pas na overleg met de pedagogisch medewerkers door de kinderen gebruik van worden gemaakt (zie locatieregels). 7. Gebruik van mobiele telefoons en (spel)computers Om de kinderen afwisseling te bieden en de mogelijkheid te creëren dat meerdere kinderen per dag gebruik kunnen maken van de computers zijn er per locatie afspraken over het gebruik op papier gezet (locatieregels). Daarin is ook opgenomen hoe lang een kind per keer gebruik maakt van de computer. Pedagogisch medewerkers stimuleren kinderen om klok te (leren) kijken en verantwoordelijkheid te dragen in de planning van de computertijden. De spelcomputers worden tactisch opgesteld om te voorkomen dat andere kinderen afgeleid worden in hun eigen activiteit. We stimuleren de samenwerking bij het maken van werkstukken of huiswerk op de computer en bieden gelegenheid tot samenspel op de spelcomputers. Wanneer er incidenteel spelcomputers van thuis worden meegebracht mag hier de vastgestelde tijd op gespeeld worden in plaats van op de aanwezige (spel)computers. Op iedere groep is een vaste en/ of mobiele telefoon aanwezig van de SKPC. Deze telefoon kan gebruikt worden voor alle groep gerelateerde zaken. Gebruik van eigen mobiele telefoon door kinderen wordt ontmoedigd. Kinderen gebruiken hun telefoon slechts incidenteel, om praktische redenen en in overleg met de pedagogisch medewerkers (bijv. kind dat ouders bericht stuurt over naar huis gaan). 8. Gedragsregels We lopen binnen rustig en praten op normale geluidssterkte. We spelen buiten en binnen op de afgesproken plekken (zie locatieregels). SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus
juli 2015 Blz. 11
Voorafgaand aan het buitenspelen controleren de pedagogisch medewerkers het plein en/of de omgeving en/of de zandbak op afval en gevaarlijke materialen (zie RI&E Veiligheid en Gezondheid) Per locatie worden afspraken gemaakt met ouders over het spelen op openbaar terrein, evt. met andere kinderen (locatieafspraken)
9. Ophalen en vervoer van kinderen In het protocol ‘Vervoer en Verlaten terrein bij BSO-activiteiten en uitstapjes’ zijn de specifieke afspraken beschreven voor het lopen van school naar de BSO, het fietsen van school naar de BSO en voor vervoer per SKPC-bus naar de BSO. Pedagogisch medewerkers zijn herkenbaar aan het SKPC-hesje. Per school/BSO-locatie is afgesproken met leerkrachten en met kinderen waar de kinderen verzamelen. Specifieke afspraken over verzamelpunt en het lopend, met de fiets of met de bus ophalen van kinderen bij school staan beschreven in de locatieregels. Kinderen mogen alleen bij een vriendje/vriendinnetje spelen als daarvoor vooraf door ouders toestemming is gegeven. Incidenteel mag een vriendje/vriendinnetje mee naar de BSO, mits de bezetting op de groep dit toelaat. Indien een kind onverwacht niet bij het verzamelpunt aanwezig is, dan vraagt de PM-er de leerkracht om informatie en/of belt naar de BSO-locatie. Als daarmee geen duidelijkheid wordt verkregen over de afwezigheid van het kind wordt bij terugkomst op de BSO-locatie contact opgenomen met de ouders (zie ook werkinstructie ophalen kinderen van kdv, psz en BSO). 10. Veiligheid In het veiligheidsverslag (onderdeel van het plan van aanpak RI&E Veiligheid en Gezondheid) staan de afspraken beschreven die de veiligheid op de groepen waarborgen (zie intranet). We leren kinderen alert te zijn op veiligheid in het gebruik van deuren Bij gebruik van elektrische apparaten wordt gelet op veiligheid: snoeren zijn zoveel
mogelijk opgeborgen en apparaten staan op een geschikte plaats . 11. Omgaan met calamiteiten In geval van calamiteiten wordt gehandeld conform het bedrijfsnoodplan, het protocol ‘Wat te doen bij calamiteiten’ en evt. het ontruimingsplan. Eén van de aanwezige BHV-ers neemt daarin de leiding.
3.2
Locatie-afspraken Octopus Afspraken over vervoer van school naar Octopus Alle kinderen van Octopus zitten op de KWA, deze school is om 15:00 uur uit. Een PM-er staat bij de ingang van groep 3 / 4. De kinderen van groep 3 en 4 melden zich en lopen dan door naar de groepsruimte. Deze PM-er haalt de kinderen van groep 1 en 2 uit de klas. Afspraken bij binnenkomst De jassen worden opgehangen en de tassen worden in een krat gedaan. De kinderen gaan plassen en handen wassen. Ze gaan daarna bij een PM-er aan tafel zitten en mogen fruit pakken. Met een “spelletje” worden de namen genoemd en gecontroleerd of iedereen er is. Limonade wordt ingeschonken en 1 kind mag de koekjes uitdelen. Er wordt verteld welke activiteiten er aangeboden worden die middag. SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus
juli 2015 Blz. 12
Daarna gaat 1 PM-er met de kinderen naar buiten (als het weer het toelaat ) en de ander ruimt op, na het opruimen gaat deze ook naar buiten. Om ongeveer 16.00 uur mogen de kinderen naar binnen met 1 PM-er nadat ze wat bij de schuur gebracht hebben . De andere PM-er blijft buiten met de kinderen die dat willen. Kinderen van 6 of 7 jaar mogen eventueel ook alleen buiten blijven spelen. Afspraken over activiteiten/ vrij spel en materialen Octopus streeft er naar een divers activiteitenaanbod te organiseren. Daarbij wordt rekening gehouden met de wensen en behoeften van de kinderen. Het activiteitenprogramma op Octopus bestaat uit vrij spel en een gerichte (thema-) activiteit per middag (per week). Per periode wordt een thema vastgesteld, daar worden de activiteiten aan gekoppeld. Incidenteel worden workshops aangeboden vanuit de brede school. Bij deze activiteiten is altijd een PM-er van een van de locaties aanwezig waarvan de kinderen deelnemen. We stimuleren de kinderen om aan deze georganiseerde activiteiten deel te nemen. Georganiseerde activiteiten vinden plaats tussen 15.45 -17.00 uur Ieder kind mag maximaal 20 min. op de WII /Playstation. Koken gebeurt altijd onder begeleiding van de PM-ers. De PM-ers bedienen de oven en het kookpitje tijdens het koken. Na de kookactiviteit worden de oven en het kookpitje weer opgeborgen in de kast. De kinderen worden begeleid in het snijden van de ingrediënten. Afspraken over (zelfstandig) buitenspelen Buiten spelen gebeurt onder toezicht van PM-ers. Er wordt gespeeld op het kleine plein. Er is een doorgang naar het grote plein, hier mogen de kinderen niet naartoe. Incidenteel wordt hier onder begeleiding gespeeld. De kinderen van 6 en 7 jaar mogen na schriftelijke toestemming van ouders op het grote plein spelen als er buiten gespeeld wordt en er begeleiding is van pm-ers op het kleine plein. De kinderen mogen om de schuur heen fietsen. Het hek (bij de kleuters ) is op slot. Als er een bal onder het hek door gaat vragen de kinderen even aan de PM-ers of ze hem mogen pakken. De kinderen mogen met de fietsen (kleine fietsen van school) niet naar de “vlindertuin”, dit is een gedeelte van de speelplaats. Als de kinderen naar het toilet gaan melden ze dit altijd, de kinderen van 4 en 5 jaar gebruiken de toiletten bij de peuters, de kinderen van 6 en 7 jaar gebruiken zelfstandig de toiletten in de groepsruimte. Als de kinderen binnen gaan spelen ruimen ze eerst iets op. Vanaf groep 3 mogen de kinderen op het huisje klimmen, er wordt op gelet dat de kinderen op een veilige wijze hierop klimmen . De kinderen mogen met de touwen spelen op het klimrek maar niet bij de opening van de glijbaan. Een aantal spijlen van het hek om de speelplaats zijn verbogen. Er kunnen kinderen doorheen, maar dat is uiteraard niet toegestaan. De kinderen mogen niet op of onder het hek klimmen. Als kinderen leren rolschaatsen en evt. skaten worden ze hierin begeleid door een van de PM-ers. Afspraken met betrekking tot de accommodatie Groepsruimte Octopus is gehuisvest in basisschool: Koning Willen Alexander (KWA) en maakt gebruik van 1 groepsruimte, de hal, speellokaal en de toiletten (bij de hal en bij kleuters, deze laatste worden gebruikt tijdens het buitenspelen) Er wordt gebruik gemaakt van 2 tafels en de ruimte in de hoek die is ingericht met hoeken.
SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus
juli 2015 Blz. 13
Van de andere materialen en het gedeelte van de hal waar het schoolbord wastafel en de tafel met de schroef aan zit, wordt geen gebruik gemaakt, deze zijn van school. Dit is o.a.: de werkbank, wastafels, schoolbord. Er staan twee kasten met daarop een snijmachine, hier mogen de kinderen niet aankomen, beide snijmachines hebben een kap ter bescherming. Deze kap zit er altijd op onder BSO tijd. Let er op dat de verwarming bij de speelplekken van de kinderen d.m.v. de knop zodanig afgeteld staat dat deze niet te heet is. Afspraak is dat alleen PM-ers de verwarming bedienen. Bij de entree is een plank met scherpe hoeken. Hierop zitten plastic beschermers. Als deze los zijn worden deze bevestigd door de PM-ers. Kinderen klimmen niet op de serveerwagen. Speelzaal regels Kinderen worden begeleid in hoe te spelen in de speelzaal en geleerd rekening te houden met elkaar. Kinderen mogen geen gebruik maken van de klimrekken aan de muur, banken en kasten. Kinderen spelen met hun schoenen aan in de speelzaal. Let er op dat er altijd banken voor de verwarming en de vensterbanken (deze heeft scherpe hoeken) staan als de kinderen hier gaan spelen. De punten van de hoeken zijn afgeschermd met plastic beschermers. Als deze los zijn worden deze bevestigd door de PM-ers. Bergruimte buiten Er is een bergruimte waar al het buitenspel materiaal staat van de KWA ,daar maken de kinderen van Octopus gebruik van . Schoonmaak De ruimtes en toiletten die worden gebruikt door Octopus worden elke dag schoongemaakt door een schoonmaakmedewerker van de KWA . Om 14:50 worden de toiletten en de deurklinken schoongemaakt door de pm-ers van Octopus. Overige locatieregels PM-ers maken gebruik van het toilet bij de garderobe . In de garderobe staan ook de kluisjes waar de PM-ers hun tassen in opbergen . Als er materialen van school beschadigd of kapot zijn, zowel binnen als buiten, wordt dit door de PMers doorgeven aan de conciërge van school. De strijkbout wordt gebruikt om strijkkralen te strijken. Dit gebeurt op de werkbank van school. Na gebruik wordt de tafel voor de werkbank gezet. De kinderen maken geen gebruik van de keuken en bergruimte van school, op de laatste zit een schuifje. Ramen worden alleen bediend door de PM-ers. Kinderen mogen zelfstandig gebruik maken van plakband. De niet machine wordt alleen onder begeleiding gebruikt. Afspraken over de afsluiting van de middag Er wordt gezamenlijk opgeruimd. De “werkjes” die gemaakt zijn en meegenomen kunnen worden liggen bij de vissenkom. De PM-ers proberen met elke ouder even een “praatje” te maken en te vertellen wat hun kind gedaan heeft .
4.
Verwijzing naar overige informatie 4.1 Pedagogisch beleidsplan ‘Dit is het kader, jij maakt het verschil’ 4.2 Informatieboekje buitenschoolse opvang SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus
juli 2015 Blz. 14
4.3 Veiligheids- en gezondheidsverslag (incl. afspraken m.b.t. veilig en hygiënisch handelen) 4.4 Beleid medisch handelen, weren zieke kinderen (incl. verklaringen) 4.5 Protocol kinderen in de zon 4.6 Protocol verlaten terrein voor BSO-activiteiten en uitstapjes 4.7 Dagelijks voedingsaanbod BSO 4.8 Bedrijfsnoodplan en ontruimingsplan 4.9 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus
juli 2015 Blz. 15