Pedagogisch werkplan 2015
BSO Maan
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
-1-
Inhoudsopgave Voorwoord Bladwijzer niet gedefinieerd. Pedagogische doelen en uitgangspunten
Fout! 4
1. Pedagogisch doelen en uitgangspunten 2. Pedagogisch handelen 2.1. Met elkaar
6
2.2.
Communicatie
11
2.3.
Het spelende kind
14
3. Samenwerken met ouders
18
Bijlage 1 Basisgroepen en Dagindeling BSO Maan
20
Bijlage 2 Rituelen en feesten
22
Bijlage 3 Ondersteuning voor beroepskrachten
23
Bijlage 4 Omgaan met bijzondere gebeurtenissen
24
Bijlage 5- Omgaan met het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagen en ruildagen 25 Bijlage 6 Omgaan met samenvoegen van groepen
26
Bijlage 7 Sexuele ontwikkeling van kinderen
27
Bijlage 8 Maatregelen inzake het vierogenprincipe
28
Bijlage 9 8+ contract
29
Bijlage 10 ontwikkelingsgericht werken
30
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
-2-
Voorwoord Dit is het pedagogisch werkplan van BSO Maan. Met dit plan presenteren wij ons naar ouders, nieuwe medewerkers en andere geïnteresseerden. Het biedt ons houvast en ondersteuning in het omgaan met de kinderen op BSO Maan. Het plan dient als uitgangspunt voor de manier waarop wij met de kinderen omgaan. Dit plan is gebaseerd op het algemeen pedagogisch beleidsplan van Ludens en de bijbehorende Groeimeter. Ook onze eigen opvoeding en werk- en levenservaring hebben een belangrijke rol gespeeld bij het tot stand komen van het pedagogisch werkplan. Het is een levend plan: wij gaan ervan uit dat dit plan uitnodigt tot verdere gesprekken en discussies. Ieder jaar wordt het pedagogisch werkplan geëvalueerd en zullen we dit, waar nodig, bijstellen. Wij hanteren hierbij de evaluatiekalender van ons Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ) kwaliteitssysteem. De organisatie BSO Maan maakt deel uit van Ludens, een organisatie met al meer dan 30 jaar ervaring in de kinderopvang. Ludens heeft ongeveer 55 locaties, zowel kinderdagverblijven als buitenschoolse opvang, verspreid over bijna alle Utrechtse wijken. Ludens is geworteld in de wijk en betrokken bij de leefomgeving van de kinderen. We werken samen met o.a. basisscholen, sportclubs en welzijnswerk. Iedere dag verblijven ongeveer 2.500 kinderen bij ons in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar. De werkwijze Dit pedagogisch werkplan is tot stand gekomen door evaluatie van het bestaande werkplan . Samen met het team en de oudercommissie is het pedagogisch werkplan besproken. De gesprekken zijn in een open en persoonlijke sfeer gevoerd. Het werkplan is bijgesteld in het managementteam vastgesteld en verspreid onder de ouders.
* In dit werkplan wordt pedagogisch medewerkers afgekort met pm-ers.
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
-3-
Inleiding BSO Maan is gevestigd in de wijk Lunetten, in speeltuin Fort Luna op Oude Liesbosweg 40, 3524 SB Utrecht. Het gebied bestaat verder uit BSO Ay, BSO Luna, BSO Fort Kakola en KDV Lunetten. Buitenschoolse opvang Maan heeft zijn bestaan te danken aan de oprichters van Stichting Kinderdagverblijven “Utrecht-Zuid”. In deze kinderrijke buurt was er behoefte aan opvang. In de tussenliggende jaren is deze stichting verschillende keren gefuseerd met andere partners. De laatste fusie was vanuit de welzijnsorganisatie ‘Portes’ naar Ludens. Algemeen Het gebouw BSO Maan Op de begane grond hebben we twee eigen groepsruimtes en twee speelkamers, grenzend aan de speeltuin en groepsruimte Vooruit. We hebben één ruimte met keuken ingericht voor de bewegingsactiviteiten en één groepsruimte voor de knutselactiviteiten. Er is een speelkamer om te kunnen bouwen en een kamer om te relaxen en te lezen. De ruimtes zijn ingericht met diverse hoeken, een bouw-, huishoud- en knutselhoek. BSO Maan heeft buiten de beschikking over een speeltuin. Openingstijden BSO Maan is geopend in schoolweken van 14.30 tot 18.00 uur. De kinderen worden opgehaald van de drie scholen in Lunetten. Basisschool de Klim, Baanbreker en de Spits. Tussen 18.00 en 18.30 uur kan er (tegen extra betaling) gebruik gemaakt worden van verlengde opvang. In de vakantieweken en studiedagen van de scholen is BSO Maan geopend vanaf 8.00 tot 18.00 uur. Het afnemen van extra dagen of ruildagen kunt u met pm-ers van de groep regelen.
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
-4-
1.
Pedagogische doelen en uitgangspunten
Ludens biedt verantwoorde opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving. Wij stellen ons ten doel om kinderen emotionele veiligheid te bieden, ze mogelijkheden te geven tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competenties en de kans om zich de waarden en normen van onze samenleving eigen te maken. Door middel van de groeimeter verwoorden we wat onze pedagogische uitgangspunten zijn: Bij Ludens kijken we naar de kinderen die voor ons staan Ludens ziet kinderen als uniek, competent, krachtig en creatief: kinderen hebben van oorsprong al heel veel in huis! Onze pedagogiek gaat uit van wat een kind allemaal al is en kan, rijk aan mogelijkheden om zichzelf uit te drukken. Wij bieden de kinderen een veilige omgeving waarin zij zelf, in hun eigen tempo, de wereld kunnen ontdekken. Een plek om te kijken naar die wereld, hierover na te denken en zelf te komen tot oplossingen voor problemen die zich in hun wereld voordoen. Wij denken dat het heerlijk is voor een kind om te experimenteren, te ervaren, te spelen, te onderzoeken en vooral ook om te doen. Om te merken dat je als kind gezien wordt en dat er echt naar je geluisterd wordt. Dat er veel positieve aandacht voor je is en dat er ook duidelijke grenzen worden gesteld. En dat we steeds zoeken naar win-win-oplossingen. Wij bieden een plek waarin kinderen met elkaar zijn, waarin ze leren om samen besluiten te nemen en respect te hebben voor iedereen die anders is. Waarin ze verantwoordelijkheid leren nemen en zich verbonden voelen met elkaar. Een omgeving waarin kinderen begeleid worden door pedagogisch medewerkers die vertrouwen in hen hebben en een voorbeeld zijn waar ze van kunnen leren en die hun werk doen met hart en ziel. En die de kinderen iedere dag weer stimuleren: ‘Probeer het maar, jullie kunnen het best!
2. Pedagogisch handelen Op de voorkant van de Groeimeter hebben we in 12 items samengevat hoe wij willen werken aan onze pedagogische doelen en uitgangspunten: 1. Samen kun je meer: Je doet het samen, verbondenheid, “the village” 2. Je vliegt!: Met plezier 3. Bij ons mag je vies worden: Ruimte geven, kinderen zelf laten ontdekken 4. Goed gedaan!: Positieve aandacht 5. Probeer het maar!: Vertrouwen hebben in kinderen 6. Zo kan het ook!: Aandacht voor ieders eigen wijze, diversiteit 7. Fijn dat je vertelt wat er is: Respectvolle communicatie 8. Wij lossen het samen wel op!: Zoeken naar win- win oplossingen 9. Mmm, lekker appeltje!: Het goede voorbeeld geven 10. Spring maar, ik vang je op!: Uitdaging bieden 11. Wat heb je gevonden?: Goed kijken en luisteren naar wat kinderen bezig houdt 12. Wat vinden jullie ervan?: Kinderen een stem geven, hen serieus nemen.
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
-5-
Deze items worden hieronder beschreven met concreet waarneembaar gedrag en/of voorbeelden uit onze praktijk. Deze zijn onderverdeeld in drie sub-hoofdstukken: ‘Met elkaar’, ‘Communicatie’ en ‘Het spelende kind’. 2.1 Met elkaar Wij willen graag dat een ieder zich thuis voelt op de bso. We willen een sfeer neer zetten die ontspannen is, geborgenheid biedt, warmte uitstraalt en ongedwongen is. Ieder kind moet zich welkom kunnen voelen, de ruimte krijgen om zich sociaal, sportief, creatief te kunnen ontwikkelen. Dit willen we voor elkaar krijgen door in de ruimte herkenning te geven. Herkenning door werkjes van de kinderen, foto’s van belevenissen en van activiteiten. Samen met de kinderen stellen we omgangsregels op, we zien de gelijkenissen en de verschillen. We leren de kinderen hiermee om te gaan en met een positieve nieuwsgierige blik de wereld (bso) te ontdekken. Wij zien onze bso als een democratische samenleving in het klein en vinden het belangrijk om een sfeer van verbondenheid te creëren: kinderen samen in een groep, ouders en pm-ers die samen werken, contacten in de wijk en samenwerking met scholen. 2.1.1. ‘Samen kun je meer’
Basisgroepen en pedagogisch medewerkers BSO Maan biedt opvang voor maximaal 40 kinderen per dag. De opvang is verdeeld over twee basisgroepen: Eerste BSO lokaal, één basisgroep van kinderen met een maximum van 20 kinderen van 5 tot en met 6 jaar met 2 pm-ers. Tweede BSO lokaal, één basisgroep met een maximum van 20 kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 6 jaar met 2 pm-ers. Alle basisgroepen worden begeleidt door een vaste pm-ers. Op woens- en vrijdag worden alle kinderen opgevangen bij BSO Maan en vormen 2 basisgroepen. Naast de gediplomeerde medewerkers werken er soms ook stagiaires van de beroepsopleidingen. Als een medewerker een vrije dag heeft of ziek is, komt er een pm-er van een andere BSO of een invalkracht werken. Ludens heeft een vaste invalpoule met gediplomeerde pm-ers. Wij zorgen dat er altijd een bekend gezicht op de groep aanwezig is. In vakantieperiodes wordt er samengewerkt met alle BSO groepen van Lunetten.
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
-6-
Wanneer gaan de kinderen uit hun basisgroep Eerst gaan kinderen met elkaar iets eten en drinken in hun eigen basisgroep. Na het tafelmoment kiest iedereen een activiteit om te spelen. Ze kiezen de ruimte waar de activiteit plaats vindt en met wie ze daar gaan spelen. Geven dit aan de pm-er van de groep door. Wanneer gaan de kinderen weer terug naar hun basisgroep Gedurende de hele middag maken kinderen en pm-ers afspraken waar kinderen spelen. Pm-ers zorgen dat er toezicht is in zowel de binnen- als buitenruimte. Kinderen mogen niet zelfstandig de buitenruimte van de BSO verlaten. Naar welke basisgroepen gaan de kinderen in de vakanties Tijdens de vakanties wordt geïnventariseerd hoeveel kinderen er komen. Afhankelijk hoeveel kinderen er zijn verdelen we de groep in op leeftijd. Eén basisgroep van 4 – 8 jaar en één basisgroep van 8 – 12 jaar. Het personeelsrooster stemmen we af volgens het kind-leidster-ratio principe: 1 pm-er met 10 kinderen. BSO Ay, BSO Maan, Luna en Kakola werken in de vakanties samen en zijn in de speeltuin. Dit wordt gecommuniceerd naar ouders via de nieuwsbrief of met een A4 opgehangen in de BSO ruimte. Hoe verdelen de pm-ers zich over de ruimte als er open deuren zijn BSO Maan: pm-ers verdelen zich in 1 pm-er binnen en 1 pm-er buiten. 1 pm-er blijft binnen en biedt creatieve activiteiten aan. Kinderen verdelen zich in de groepsruimte of in de hal. Samen spreken ze een tijd af hoelang de pm-er met de creatieve activiteit bezig is. Kinderen die buiten willen spelen melden dit bij de pm-er die het toezicht buiten heeft. Als kinderen buiten het hek naar een veldje in de buurt willen is daar altijd begeleiding bij. Er zijn afspraken met de kinderen gemaakt waar zelfstandig gespeeld mag worden en waar niet. Als BSO Ay kinderen komen spelen weten zij waar ze zelfstandig mogen spelen en waar niet. Hoe weten kinderen en ouders in welke basisgroep ze zitten Als kinderen nieuw op de BSO komen hebben ouders een kennismakingsgesprek en wordt uitgelegd in welke groep het kind zit met welke pm-ers. Kinderen komen meestal met hun ouders mee om te kijken. Over het wennen worden afspraken gemaakt. Zodra kinderen doorstromen naar een nieuwe basisgroep wordt dit overlegt met de ouder en een datum afgesproken wanneer dit start. Kinderen worden voorbereid op deze nieuwe groep door een keertje te gaan kijken. Kennis te maken met de andere kinderen en pm-ers van die groep. Omgaan met vervanging We hebben zo veel mogelijk vaste pm-ers op de groep. Als er invallers nodig zijn, streven we ernaar, dat er tenminste één vaste pm-er op de groep aanwezig is. De inval pm-er introduceren we aan tafel, zodat alle kinderen weten wie ‘de juf’ is. Als het niet mogelijk is om een vaste pm-er te laten invallen, maken we bij voorkeur gebruik van vaste invallers uit de invalpool van Ludens, zodat kinderen met deze pm-er bekend kunnen raken. Intake en wennen Voor nieuwe kinderen geldt dat we de ouders/verzorgers ongeveer drie weken van te voren (tenzij later aangemeld) bellen voor een intakegesprek. In dit gesprek maakt de ouder en kind kennis met de pedagogisch medewerker en de locatie. We wisselen informatie uit over de dagelijkse gang van zaken op de BSO. Ook vragen we naar bijzonderheden van het kind. We maken meteen ook een afspraak wanneer het kind
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
-7-
komt wennen en de ‘wenevaluatie’.Tijdens de eerste drie BSO- dagen vragen we de ouder om het kind wat eerder te komen halen. Vaak is het kind erg moe na een lange dag school en moet het ook nog bij de BSO wennen. Een ouder kan de eerste keer meelopen uit school naar de BSO zodat ouder en kind weten hoe dat verloopt. Kinderen die doorstromen naar de volgende groep gaan voorafgaand een keer kijken op de nieuwe groep. Ouders en pm-ers maken een afspraak voor de definitieve overstap. Ophalen bij de scholen Kinderen worden door pm-ers bij de drie basisscholen opgehaald. Bij basisschool de Baanbreker, de Klim en de Spits worden de kinderen op het schoolplein opgehaald. Elk kind trekt een hesje aan van Ludens zodat zij herkenbaar zijn. Elk kind heeft een fiets mee en gezamenlijk vertrekken de kinderen vanaf Goeree naar BSO Maan. Met de kinderen wordt afgesproken welke route er gefietst wordt en waar de wachtplekken zijn. bv om samen over te steken. Voorop rijdt een pm-er en de rij wordt gesloten door een pm-er zo leren kinderen om in groepsverband met elkaar te fietsen. Groepsactiviteiten Iedere dag doen we bij BSO Maan activiteiten. Deze vinden plaats in de basisgroep, hal, creatieve ruimte en buiten. Soms organiseren we groepsactiviteiten buitenshuis, bv voetballen op het veldje of uitje bij het Fort. Op de BSO mogen kinderen kiezen of ze meedoen aan een activiteit maar we stimuleren de kinderen om mee te doen. Kinderen die vaak niet mee willen doen, proberen we op een andere manier bij de groepsactiviteit te betrekken. Dat het kind helpt met het klaar zetten of scheidsrechter is bij een spel. Een activiteit kan ook zijn om samen te koken of te eten. We vinden het belangrijk om regelmatig met een groep een activiteit te doen. Kinderen leren van elkaar. Omgaan met je verlies, verschillen in ervaring, samen regels maken, overleggen en vriendschappen sluiten hoort er allemaal bij. De pedagogisch medewerker zal de activiteit in goede banen leiden, waarbij we proberen de activiteit te begeleiden in plaats van te leiden. Regelmatig zijn er tentoonstellingen van gemaakte werkjes waar ouders naar toe kunnen om dit te bezichtigen. Vakantieprogramma’s worden door pm-ers bedacht en plaatsen die op de website van Ludens zodat ouders weten wat er gaat gebeuren in de vakantie. Ouders worden op de hoogte gebracht van uitjes in de vakantie. Vriendschappen Op onze Bso kunnen de kinderen heel veel samen spelen waardoor er regelmatig vriendschappen ontstaan. Kinderen mogen bij ons zelf kiezen met wie ze spelen, we gaan uit van het eigen initiatief van het kind. In de speeltuin kunnen kinderen ook met elkaar afspreken ook al zit een kind niet op de BSO. Door het regelmatig organiseren van groepsactiviteiten stimuleren we het samen dingen doen, ook in wisselende samenstellingen. Dit kan ook een kleinere groep kinderen zijn die een gezelschapsspelletje spelen. Daarnaast hebben we een eetmoment waarbij de kinderen met elkaar aan tafel zitten. Ook hebben we een vast momenten op een middag dat de kinderen met elkaar aan tafel zitten in hun eigen basisgroep. Sommige kinderen willen graag bij een vriendje of vriendinnetje spelen op een BSO-middag. Dit is mogelijk, mits ouders hier toestemming voor hebben gegeven.
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
-8-
Samenwerken Wij laten de kinderen regelmatig taakjes doen ten behoeve van de hele groep. Ook stimuleren wij de kinderen elkaar te helpen, bv. dat de oudste kinderen de jongere kinderen helpen met schoenen aan doen als we gaan buiten spelen. Samen met de kinderen hebben we de regels opgesteld over hoe we met elkaar en de groepsruimtes omgaan en deze regels hangen op iedere groep zodat alle kinderen, pm-ers en ouders ze kunnen lezen. Samenwerken met Vooruit De speeltuin delen we met welzijnsorganisatie Vooruit. Gezamenlijk met de buurt en gemeente onderhouden we de speeltuin en maken afspraken over het gebruik. Soms worden er gezamenlijke kinderactiviteiten georganiseerd. Tijdens school- en vakantieweken komen er naast de BSO kinderen ook andere kinderen uit de wijk spelen in de speeltuin. Vaak onderbegeleiding van ouders of verzorgers. 2.1.2 ‘Zo kan het ook!’
Diversiteit Wij zijn ons bewust van de verschillen tussen de kinderen en ouders. Wij accepteren de verschillen en zullen ze benoemen en bespreken met de kinderen. Wij willen de kinderen bewust maken van de verschillen. We worden zonder vooroordelen geboren, deze vormen in de loop van de jaren. Wij proberen de overeenkomsten te benadrukken en de verschillen te verkleinen. Iedereen is anders er toch zijn we allemaal gelijk. Elk kind mag zich zelf zijn. Wij zien het als een verrijking om meer van de ander te weten. De meest voorkomende verschillen zijn; jongen, meisje, uiterlijk, geloof, cultuur, leeftijd en karakter. Ook stimuleren we kinderen om zelf ideeën te bedenken en uit te voeren. Dit kan een oplossing voor een probleem zijn, maar ook spelregels bij een spel. We volgen zo veel mogelijk de oplossing van het kind en waarderen de inzet en inbreng van ieder kind. Op deze manier willen we het kind de ruimte geven om zich te ontwikkelen; eigenwaarde te vergroten, zelfvertrouwen op te bouwen. Zindelijkheid Als kinderen naar school gaan zijn ze bijna altijd zindelijk. Toch kan er altijd een keer een ‘ongelukje’ gebeuren, dit is geen probleem. Mocht het regelmatig gebeuren, vragen we de ouder om wat reserve kleding achter te laten. Ook leren we de kinderen om op tijd naar de wc te gaan. We helpen ze herinneren en zorgen dat ze de weg weten naar de wc en richten ons op zelfstandigheid. Mocht het toch nog regelmatig gebeuren dat het mis gaat dan overleggen we met de ouders hoe we het beste het kind kunnen helpen om zindelijk te worden. Jongens en meisjes Op de BSO zijn we ons ervan bewust dat er verschillen zijn tussen jongens en meisjes. Deze verschillen kunnen zich uiten in spel maar ook in ontwikkelingsgebieden,
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
-9-
emoties, enzovoorts. Wij zien kinderen echter als een uniek mens, en kijken dan ook naar de initiatieven van het kind, ongeacht het geslacht van het kind. Wij erkennen en waarderen de verschillen tussen jongens en meisjes en benadrukken die iedereen zich zelf mag zijn. Seksualiteit Seksualiteit is een onderdeel van de ontwikkeling van kinderen. Kinderen zijn nieuwsgierig. Ze zijn bezig om de omgeving te ontdekken en grenzen te verkennen, ook op het gebied van seksualiteit. Op alle leeftijden zijn kinderen over het algemeen open en vragen van alles. Op school en thuis krijgen kinderen seksuele voorlichting, dit is geen primaire taak van de BSO. Wanneer seksualiteit te sprake komt, vragen we wat het kind zelf al weet of heeft geleerd van de ouders. We gaan het onderwerp niet uit te weg maar laten het zoveel mogelijk bij het kind zelf. Door een wedervraag te stellen op hun vragen: “wat denk je zelf?” “of hoe zou dat zijn” gaan we in op de belevingswereld van het kind. We besteden op onze BSO’s, in teamoverleg, werkoverleg, kindbespreking of intervisie met enige regelmaat aandacht aan thema’s als intimiteit en seksualiteit. Op deze manier dragen we bij aan de ontwikkeling van kinderen maar ook aan het voorkomen van grensoverschrijdende seksuele incidenten. We signaleren grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling. Wij baseren ons daarbij op drie criteria: toestemming, vrijwilligheid en gelijkwaardigheid. Als aan een van deze criteria niet is voldaan, is er mogelijk sprake van seksueel grensoverschrijdend gedrag en gaan wij het stappenplan ‘Grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling’ hanteren uit onze Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. 2.1.3 ‘Wij lossen het samen wel op!’
Omgaan met conflicten Zoals overal komen ook op de BSO conflicten voor. Een conflict is niet erg als het maar op een goede manier wordt opgelost. We leren de kinderen om conflicten zoveel mogelijk zelf op te lossen. Dit doen we volgens de zes stappen van de Gordonmethode, een methode om een conflict zo op te lossen waarbij iedereen wint en niemand verliest. We leren de kinderen om goed na te denken over hun eigen gevoelens en behoeften en om goed te kijken en te luisteren naar de gevoelens en behoeften van de ander. Ook gebruiken wij deze overlegmethode om te bemiddelen bij ruzies tussen kinderen. (‘mediatie’) Wij denken dat opkomen voor jezelf en tegelijk rekening houden met de belangen van anderen belangrijke democratische vaardigheden. Deze overlegmethode komt overeen met de manier van conflictoplossen in de Vreedzame School. Bij een conflict tussen kinderen helpen regelmatig kinderen om te bemiddelen (‘mediatoren’ ) Stappenplan: 1. STOP, hou op! Afkoelen -we benaderen de kinderen rustig en stoppen het gedrag dat evt. pijn veroorzaakt
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 10 -
-we vragen/bekijken of de kinderen hulp nodig hebben bij het oplossen van het probleem -we zoeken een rustige plek om te praten 2. Praat en luister: wat willen jullie allebei -we bevestigen en benomen de gevoelens van de kinderen -we verzamelen informatie over wat er gebeurd is -we formuleren het probleem in termen van behoeften en checken of dat klopt 3. Bedenk zoveel mogelijk oplossingen voor het probleem -we constateren: dus jullie hebben een probleem, hoe kun je dit oplossen -we geven de kinderen tijd om zelf oplossingen te bedenken -we geven eventueel zelf ook suggesties voor mogelijke oplossingen 4. Kies een win-win-oplossing. Maak een plan en voer het uit -we bespreken de uitwerking van de aangedragen oplossingen -we laten de kinderen uiteindelijk samen een oplossing kiezen en steunen hen hierbij 5. We vatten de oplossing zo samen dat deze concreet en uitvoerbaar is voor de kinderen 6. We feliciteren de kinderen met de oplossing en laten ze elkaar een hand geven 2.1.4. ‘Wat vinden jullie ervan?’
Kinderinspraak Op BSO Maan vinden we het belangrijk dat kinderen meedenken. Dit doen we door te kijken en luisteren naar de behoeftes van de kinderen. Ze kunnen de ideeën van kinderen uitgewerkt in een thema. Ook worden ze betrokken bij de voorbereidingen van activiteiten en eetmomenten. Zo kunnen ze kiezen welke activiteit ze willen doen tijdens de BSO. Ook vragen we regelmatig aan de kinderen wat zij willen doen op de BSO en hebben ze geholpen met het opstellen van de huisregels. Wanneer er nieuw speelgoed besteld mag worden, wordt dit in de basisgroep besproken en mogen de kinderen hierover meebeslissen. We vinden het belangrijk dat kinderen hierin betrokken worden zodat ze met plezier naar de BSO komen en zich medeverantwoordelijk voelen voor de spullen, omgeving en elkaar. Zo leren we de kinderen om hun ‘steentje bij te dragen’. Te zorgen voor elkaar en elkaar te helpen.
2.2
Communicatie
Wij vinden het belangrijk om op een respectvolle manier te communiceren. Dat houdt in dat we naar elkaar luisteren, elkaar laten uitpraten. We hebben tijd en aandacht voor het gesprek. We willen de ander het gevoel geven gehoord te worden. We vinden het belangrijk om het goede voorbeeld te geven en om te checken of de boodschap goed is aangekomen. Wij denken dat goede communicatie bijdraagt aan het versterken van een band met elkaar.
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 11 -
2.2.1 ‘Fijn dat je vertelt wat er is.’
Op BSO Maan werken we zoveel mogelijk met een vast team van medewerkers. Hiermee zorgen we ervoor dat er een veilige, warme groep is waar de kinderen zichzelf kunnen zijn. Daarnaast communiceren we respectvol met de kinderen volgens de Gordon-methode. We luisteren naar de behoeften van de kinderen en vertellen ook duidelijk wat onze behoeften en grenzen zijn. We spreken zoveel mogelijk in de ik-vorm en luisteren actief naar de kinderen door hun emoties te bevestigen en te respecteren. Zo mag een kind verdrietig zijn als het voor het eerst bij de bso is. Of mogen kinderen uitgelaten blij zijn als ze uit school komen. Ook benaderen we de kinderen positief en geven we veel complimentjes. Wij vinden het leuk als kinderen vertellen wat hen bezig houdt of vol trots hun werkje komen laten zien. We zullen ingaan op de interesses van het kind en hen stimuleren hierover te vertellen. Ook als kinderen minder leuke dingen mee maken, zijn we graag op de hoogte. We willen het kind het gevoel geven er te mogen zijn en als ze behoefte hebben om er over te praten, die mogelijkheid te bieden. Ingaan op emoties Wij communiceren op een respectvolle manier met elkaar. We gaan uit van ‘ik ben belangrijk, jij bent belangrijk en onze relatie is belangrijk’. Hiervoor is het nodig om gericht aandacht te besteden aan zowel onze eigen behoeften en gevoelens als aan die van de kinderen. Deze aandacht geven we door onze manier van praten en onze manier van luisteren. Als we praten met de kinderen praten we zoveel mogelijk vanuit onze eigen gevoelens en behoeften ( ik-boodschappen) en als we luisteren naar de kinderen luisteren we ook naar de (achterliggende) gevoelens en behoeften (actief luisteren) Vragen altijd beantwoorden Kinderen stellen veel vragen, dit is uit interesse of uit onduidelijkheid. Als het voor een kind niet duidelijk is, wordt de situatie onveilig. Wij proberen met de kinderen in gesprek te blijven en dingen uit te leggen. Hierdoor weten de kinderen waarom iets is zoals het is en kunnen ze het accepteren. Wij zijn zo duidelijk en eerlijk mogelijk naar kinderen toe. Daarom letten we op onze lichaamshouding of taal. We vinden het belangrijk dat deze overeenkomt met wat we willen zeggen.
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 12 -
2.2.2. ‘Goed gedaan!’
Wij spreken onze waardering uit naar de kinderen en naar elkaar. Vanuit de hierboven genoemde positieve benadering zorgen we ervoor dat er een fijne sfeer is op de groep. Als kinderen iets goed doen benadrukken we dit en we bevestigen gedrag en emoties. Hierdoor voelt het kind zich begrepen en prettig bij de pm’ers. Ook moedigen we kinderen aan om iets te gaan doen of juist door te gaan. We komen terug op eerder besproken onderwerpen met de kinderen. We geven kinderen complimenten en aandacht op momenten waarop het kind het niet vraagt. We laten zien dat we interesse hebben in het kind en gaan in op wat het kind bezig houdt. Werkjes die gemaakt worden, worden met veel zorg opgehangen in de ruimte, zodat we er met z’n allen nog naar kunnen kijken. 2.2.3. ‘Je vliegt!’
Op de BSO organiseren we regelmatig activiteiten voor de kinderen. Wij doen mee met de kinderen, wij hebben een actieve rol. We maken zoveel mogelijk plezier met de kinderen en gaan mee in hun enthousiasme en creativiteit. Zo gaan we in op hun belevingswereld en spreken we de kinderen aan in voor hen begrijpbaar nederlands. Wij kiezen op BSO Maan bewust voor een positieve houding door het plezier met de kinderen en met elkaar in het team voorop te zetten. Ook vinden we het leuk om foto’s van het moment te maken, dan kunnen we ze op een later moment nog een keer bekijken en het erover hebben. 2.2.4 ‘Mmm, lekker appeltje!’
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 13 -
We geven op onze BSO´s bewust het goede voorbeeld en staan model ten aanzien van gewenst gedrag. Wij zijn ons bewust van onze waarden en normen en praten hierover met de kinderen, geven informatie, leggen uit en handelen daarnaar. Wij zeggen wat we doen en doen wat we zeggen ! Dit laten wij zien door: Het gedrag te vertonen dat wij graag bij de kinderen willen zien, bijvoorbeeld aan tafel blijven zitten tijdens het eten, we eten hetzelfde met de kinderen mee en we gebruiken geen woorden waarvan we niet willen dat de kinderen die gebruiken. We laten bij ongewenst gedrag zien hoe het ook anders kan en de regels zijn er voor de kinderen en ook voor de pm-ers. Omgaan met hygiëne Wij vinden het belangrijk dat we hygiënisch werken. Vanuit de inspectie en het kwaliteitskeurmerk wordt regelmatig geïnspecteerd op hygiëne en hygiënisch werken. Bij BSO Maan hebben we met elkaar afgesproken dat we gedrag stimuleren dat te maken heeft met hygiëne. We leren bv kinderen om handen te wassen na bezoek aan de wc en na het eten, buitenspelen en knutselen. Normen en waarden Wij vinden het belangrijk dat we samen met de kinderen waarden en normen vaststellen voor onze basisgroep. Dit zorg voor duidelijke omgangsregels en geeft de kinderen veiligheid. Belangrijke waarden bij ons zijn respect voor jezelf, voor anderen en voor alle vormen van leven. Een regel die hieruit voortvloeit is bv. dat we elkaar geen pijn doen en geen dingen kapot maken. De regels zijn voor alle kinderen duidelijk en hangen op een ook voor ouders zichtbare plek. Aan het begin van het schooljaar bekijken en bespreken we de regels weer met elkaar en stellen ze evt. bij. Voedingsbeleid Ludens heeft een voedingsbeleid Hierin staat uitvoerig beschreven ) wat wij belangrijk vinden m.b.t. voeding en hoe we daarin keuzes in maken. Voor onze BSO betekent dit in een notendop: Iedere dag fruit en groente, afgestemd op wat er per seizoen verkrijgbaar is - Tussendoor eten we bijvoorbeeld een rijstwafel, tarmebiscuit of cracker; - Water kan altijd gedronken worden; We drinken een glas limonade en een glas thee op de BSO-middag; - Suiker, zout en vetten beperken we waar mogelijk; - Als er tussen de middag opvang is, verzorgen we een broodmaaltijd met volkoren brood, verschillend beleg, thee en melk; Trakteren mag: graag een gezonde traktatie. De pm-ers zitten samen met de kinderen aan tafel en eten gezellig mee met de kinderen. 2.3.1. ‘Bij ons mag je vies worden’
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 14 -
Kinderen ruimte geven Een van de belangrijkste uitgangspunten van ons pedagogisch werkplan is dat kinderen zoveel mogelijk mogen experimenteren en zelf laten ontdekken. Wij kijken naar wat een kind kan, leuk vindt, waar het in geïnteresseerd is en we stimuleren ze om hier iets mee te doen. Kinderen spelen bv graag toneel en willen verkleden terwijl anderen graag knutselen of willen zagen. Er zijn kinderen die buiten willen sporten en er zijn kinderen die in bomen willen klimmen. We gaan uit van de nieuwsgierig- en leergierigheid van het kind waarbij de omgeving uitnodigend is. Inrichting ruimtes De ruimte heeft bij ons een belangrijke opvoedkundige functie. Een goed ingerichte ruimte draagt bij aan de ontwikkeling en het speelplezier van de kinderen. Onze groepsruimte van BSO Maan is ingedeeld met verschillende hoeken, bedoeld voor bepaald soort spel. We hebben een fantasiehoek, een bouwhoek, een keuken om gerechten te bereiden, een knutselhoek en een plek om te lezen. Natuurbeleving BSO Maan hechten veel waarde aan natuurbeleving. Vanuit de overtuiging dat natuurbeleving essentieel is voor een gezonde, evenwichtige ontwikkeling van kinderen beschikken we over een uitdagende, natuurrijke buitenruimte en kunnen we gebruik maken van een sportveld. Pmers volgen de kinderen in hun ontdekkingstochten in de buitenruimte, vanuit een open en positieve houding. Kinderen krijgen ruimte en vrijheid. Er is variatie in maten (hoog-laag, breed-smal). De beplanting zorgt ervoor dat de zintuigen worden geprikkeld: ruisende bladeren, ruw versus glad, geurende planten en kleurige bloemen. In de tuin zijn droge en natte plekken, zodat kinderen met water en zand kunnen spelen. Vies worden mag. We hebben buitenspeelkleden, reservekleding, broeken en laarzen. Ook medewerkers beschikken over goede buitenkleding. De buitenruimte verandert met de tijd en door het spel van de kinderen. Natuurlijke processen krijgen de ruimte: vallende bladeren en rottend hout. Door betreding ontstaan paadjes, andere plekken groeien dicht tot spannende bosjes. We betrekken kinderen bij de natuur door samen planten en dieren te bewonderen. Ook hebben we een kleine moestuin die samen met de kinderen wordt ingericht en onderhouden. Aanvaardbare risico’s Onze tuin kent een aantal risico’s voor de kinderen. Kinderen kunnen vallen, zich prikken, er is water in de tuin. Wij halen bewust niet alle risico’s weg. Wij denken dat kinderen veiliger in het leven komen te staan door te leren omgaan met risico’s. Wij werken met het uitgangspunt aanvaardbaar risico. Kinderen mogen alleen risico’s lopen die we aanvaardbaar vinden. Wij bewaken de grenzen. Zo staan er bijvoorbeeld geen giftige planten in de tuin. Door kinderen te observeren, te begeleiden en de activiteiten te structureren kan het buiten spelen een heuse uitdaging worden. 2.3.2. ‘Spring maar, ik vang je op!’
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 15 -
Dagstructuur Bij de BSO maken we onderscheid in schoolweken en vakantieweken. Studiedagen van school worden door de scholen jaarlijks vastgelegd en doorgegeven aan de BSO. Op die dagen zijn wij geopend. In schoolweken halen we kinderen op bij de scholen.Daarna wordt er gezamenlijk iets gegeten en gedronken in de eigen stamgroep. Afhankelijk van de behoefte van kinderen worden activiteiten afgesproken en uitgevoerd. Rond 17.00 uur krijgt iedereen een tussendoortje en komen ouders de kinderen van de locatie ophalen. Om 18.00 uur sluit de BSO. Op de woens- en vrijdagen spelen alle kinderen bij BSO Maan. In vakantieweken starten we vanaf 8.00 uur. We werken dan samen met BSO Maan, Luna en Kakola op locatie de speeltuin. In de vakantie worden regelmatig uitstapjes georganiseerd waarvan ouders op de hoogte worden gesteld.Vanaf 17.00 uur is iedereen weer bij BSO Maan en halen ouders hun kinderen op. In bijlage 1 is de dagindeling in detail beschreven. Omgaan met bewegen Bewegen is een manier van (emoties) uiten en wij vinden bewegen bij alle leeftijden erg belangrijk. Bij kinderen is er verschil in behoefte aan bewegen. We proberen bewegen op een speelse manier te brengen door uitdagend materiaal aan te bieden en veel persoonlijk contact te maken in bewegen. In principe gaan we elke dag naar buiten met de kinderen, zodat ze kunnen rennen, voetballen, klimmen, sporten of met water en zand spelen. Veiligheid en duidelijkheid Kinderen stellen veel vragen, dit is uit interesse of uit onduidelijkheid. Als het voor een kind niet duidelijk is, wordt de situatie onveilig. Wij proberen met de kinderen in gesprek te blijven en dingen uit te leggen. Ook leren we kinderen elkaar te begrijpen of te helpen als dat nodig is. Activiteiten We streven ernaar om elke dag buiten te spelen omdat kinderen een andere ervaring opdoen in de buitenruimte. We organiseren regelmatig een activiteit rondom een natuurthema. Zo hebben kinderen nestkastjes gemaakt en opgehangen. Er heeft een dierenhotel op de groep gestaan met wormen en konden kinderen elke kijken welke gangen die bouwen. Er worden gerichte activiteiten aangeboden door pm-ers of op wensen van kinderen een activiteit samen uitgewerkt. Regels Regels geven houvast. Wij vinden het belangrijk dat ze er zijn, maar de regels zijn er voor de kinderen en niet andersom. Regels moeten iets bijdragen, daarom betrekken we de kinderen bij het vaststellen van de regels.. Het gaat om regels hoe we prettig met elkaar omgaan en niet slaan, schoppen of knijpen. Regels die gaan om respect voor elkaar, dieren en materialen. 2.3.3. ‘Wat heb je gevonden?’
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 16 -
Aandacht, luisteren en reageren Op de BSO wordt vooral in groepen gewerkt maar krijgt ieder kind individuele aandacht en wordt benoemd. Kinderen worden bij binnenkomst gezien en begroet. Aan tafel kijken we met elkaar of iedereen aanwezig is. We voeren regelmatig gespekjes met de kinderen. Dat kan individueel of in groepsverband. We spelen met de kinderen mee of komen kijken bij hun spel. Kinderen die wat vertellen, nemen we de tijd voor en zorgen dat we het gesprek goed afronden, zodat het kind weer verder kan met zijn spel. Welbevinden Jaarlijks wordt ieder kind geobserveerd door de pm-ers. We kijken dan naar het welbevinden van het kind op de groep. Dit bespreken we desgewenst met de ouder tijdens een tien-minutengesprek. Gedurende het jaar hebben we om de zes weken kindgroepsbespreking waarin ook het welbevinden van alle kinderen aan de orde komt. Als er bijvoorbeeld bijzonderheden of signalen zijn, worden deze met de teamleider en de pmers besproken. Evt. kunnen we de pedagoog van Ludens ook inschakelen voor een extra gesprek of observatie. In de Gordon-methode komt het aandachtig luisteren naar kinderen duidelijk naar voren. Het hebben en maken van tijd voor elk kind hoort bij het werk van de pm’er. Er is op een BSO overwegend aandacht voor activiteiten en groepsdynamiek naast de individuele aandacht voor ieder kind. Doordat de kinderen vrijheid hebben in wat ze willen gaan doen, kunnen ze ook kiezen om iets voor zichzelf te gaan doen als ze daar meer behoefte aan hebben. 2.3.4. ‘Probeer het maar!’
Op BSO Maan laten we kinderen in hun waarde. Hierbij hoort ook dat we een beroep doen op de zelfstandigheid van kinderen. De pmers spreken kinderen aan op hun verantwoordelijkheid. Dit kan zijn met het houden aan regels zoals deze gelden op de BSO, maar ook bijvoorbeeld wanneer kinderen een conflict hebben. We sturen er dan altijd op aan dat kinderen het zelf oplossen, met elkaar of zelf waar dat kan. Het geven van verantwoordelijkheid en de positieve, ondersteunende benadering die daarbij hoort dragen bij aan een positief zelfbeeld van het kind. Zelfstandigheid stimuleren kan hetzelfde effect hebben. Kinderen mogen zelf experimenteren of oplossingen uitzoeken: Probeer het maar!
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 17 -
3.
Samenwerken met ouders
Ouderbeleid BSO Maan willen voor ouders een plek zijn waar zij hun kinderen in goede handen weten, zodat zij zich met een gerust hart aan andere taken kunnen wijden. Wij vinden dat ouders en pm-ers ieder een eigen verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van de opvoeding van de kinderen: de opvoeding wordt gedeeld. Vanwege de gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid is het belangrijk om goed samen te werken. Informatie Een goede uitwisseling van informatie is belangrijk om een goed contact tot stand te brengen en wederzijds vertrouwen te creëren. Ouders nemen contact op met de afdeling Informatie en Plaatsing om een contract af te spreken. Als het kind geplaatst is neemt de pm-er contact op met de ouders en wordt er een plaatsingsgesprek gepland. Het kennismakingsgesprek, waarin ouders kunnen vertellen over hun kind en de pedagogisch medewerker over de opvang is erg belangrijk. Er wordt informatie uitgewisseld die belangrijk is voor een goede opvang van het kind. Er worden afspraken gemaakt voor de eerste dag. Ouders kunnen de eerste dag eventueel meelopen bij het ophalen van school naar de opvang. Overdracht De dagelijkse overdracht bij het halen en brengen van de kinderen vinden we heel belangrijk. Voor de pm-ers en kinderen is het van belang dat zij een goede overdracht krijgen van de ouders over hun kind. Wij vinden dat de overdracht een wisselwerking is tussen ouders en pm-ers en de verantwoordelijkheid van beiden. Als er in de groep even geen tijd is om een gesprek te voeren, kan er een afspraak gemaakt worden om op een ander tijdstip te praten. Op vaste momenten in het jaar wordt een digitale nieuwsbrief gestuurd met actuele informatie over gebeurtenissen van het KDV en BSO. Gesprekken met ouders Als het kind gewend is, wordt deze periode geëvalueerd en als het gewenst is, vindt er een gesprekje plaats. Elk jaar observeren wij alle kinderen bespreken wij deze observatie in de kindbespreking en met de ouders. Is er tussentijds behoefte aan een gesprekje, dan kan dit zowel door de ouder als de pm-er worden aangevraagd. Als kinderen overgaan naar een andere groep, maakt de pm-er van de basisgroep afspraken met de ouders hoe dit gaat plaats vinden. Als wij ons zorgen maken over een kind, praten wij daar in eerste instantie altijd over met de ouders. In overleg bekijken we of het wellicht een idee is om de pedagoog van Ludens een keer te laten mee kijken. Als er zaken zijn waar ouders ontevreden over zijn, kunnen zij terecht bij de pm-er van de groep of bij de teamleider van de locatie. Wij horen graag van de ouders hoe zij de opvang ervaren. Hiervoor hebben wij ook klacht- en complimentenformulieren. Op deze manier kunnen wij ons kwaliteit verbeteren. Ons streven is om twee keer per jaar avond voor ouders te organiseren. Dit kan een informeel samenzijn zijn of informatie over de BSO zaken.
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 18 -
Oudercommissie De ouders van BSO Maan worden vertegenwoordigd in een oudercommissie. (OC). De OC geeft advies over de algemene gang van zaken, bijvoorbeeld over dit pedagogisch werkplan en denkt mee over het reilen en zeilen van het kindercentrum. De OC fungeert als aanspreekpunt voor de ouders. De OC komt elke zes weken bij elkaar en eens in de twaalf weken is de leidinggevende daarbij aanwezig. De werkzaamheden van de oudercommissie zijn: • Het behartigen van de belangen van de kinderen en ouders • Het gevraagd en ongevraagd adviseren over de werkwijze van BSO • Het bevorderen van de communicatie tussen oudercommissie en ouders • Het organiseren van festiviteiten of ouderavond Centrale Oudercommissie Ouders, als belangenbehartigers van hun kind, hebben ook organisatiebreed een plaats bij Ludens. Hiertoe is de Centrale Oudercommissie. Het doel van de Centrale OC is gemeenschappelijke belangenbehartiging op centraal niveau. Daarnaast is de Centrale OC klankbord, stimulans, aanspreekpunt en signaleerder. Klanttevredenheidsonderzoek en Exitgesprek Omdat Ludens steeds verbeteringen nastreeft in de kwaliteit van de diensten en activiteiten houden we regelmatig klanttevredenheidsmetingen. Als kinderen de BSO verlaten, vragen wij ouders een exitformulier in te vullen. Ouders zijn dan in de gelegenheid eventuele op- en aanmerkingen alsnog te plaatsen. Wij krijgen zo feedback over ons eigen functioneren en kunnen daar vervolgens verbeteringen in aanbrengen.
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 19 -
Bijlage 1: Dagindeling BSO Maan Globale dagindeling BSO Maan (schooldagen maandag, dinsdag en donderdag) 15.00 uur
15.15 uur
15.30 uur
15.45 uur 17.00 uur 18:00 uur 18.30 uur
De kinderen worden door de pm-er opgehaald bij de Baanbreker en de Klim buiten op het schoolplein. De medewerkers hanteren een checklist waarop staat welke kinderen die dag worden opgevangen op de BSO. Deze lijst heeft de juf van school ook. Elk kind pakt zijn eigen fiets en stelt zich op in een rij van twee bij Goeree. De kinderen worden door de pm-er opgehaald bij de Spits buiten op het schoolplein. De medewerkers hanteren een checklist waarop staat welke kinderen die dag worden opgevangen op de BSO. Deze lijst heeft de juf van school ook. Elk kind pakt zijn eigen fiets en stelt zich op in een rij van twee bij Goeree. Er wordt gezamenlijk in de stamgroep gegeten en gedronken. We beginnen de middag door alle namen op te noemen en iedereen welkom te heten. Deze worden geregistreerd. De kinderen kunnen mee doen met een activiteit of zelf iets kiezen om te gaan doen; binnen of buiten op het plein . Er wordt een tussendoortje uitgedeeld De reguliere opvang sluit. De verlengde opvang gaat in Opvang sluit
Globale dagindeling BSO Maan (schooldagen woensdag en vrijdag) Woensdag 12.15 uur Vrijdag 12.00 uur
15.00 uur
15.20 uur 17.00 uur 18:00 uur 18.30 uur
De kinderen worden door de pm-er opgehaald bij de Baanbreker en de Klim buiten op het schoolplein. De medewerkers hanteren een checklist waarop staat welke kinderen die dag worden opgevangen op de BSO. Deze lijst heeft de juf van school ook. Elk kind pakt zijn eigen fiets en stelt zich op in een rij van twee bij Goeree. Er wordt een broodmaaltijd gegeten met alle aanwezige kinderen. Aan tafels gezeten helpen de kinderen mee om de tafel gezellig te dekken. Er wordt gezamenlijk in de stamgroep gegeten en gedronken. We beginnen de middag door alle namen op te noemen en iedereen welkom te heten. Deze worden geregistreerd. De kinderen van 6 – 12 jaar mogen zelf drinken inschenken. De kinderen kunnen mee doen met een activiteit of zelf iets kiezen om te gaan doen; binnen of buiten op het plein . Er wordt een tussendoortje uitgedeeld De reguliere opvang sluit. De verlengde opvang gaat in Opvang sluit.
Globale dagindeling BSO Maan (vakantiedagen en studiedagen van school) Kinderen van BSO Ay, Maan, Luna en Kakola spelen samen op speeltuin Fort Luna. 08:00 - 10:00 uur 10:00 uur 10.00-12.00 12:00 uur 13:00 – 15:00 uur 15.30 uur 16.00 uur
De BSO opent haar deuren. De kinderen worden gebracht. De kinderen hebben een gezamenlijk eetmoment Er wordt een activiteit aangeboden Er wordt gezamenlijk geluncht op de BSO of bij een uitje op locatie Er wordt een activiteit aangeboden Er wordt gezamenlijk gegeten De activiteit of het uitstapje wordt afgerond
17.15 uur 17.30 uur
Er wordt gezamenlijk nog wat gegeten en gedronken De kinderen kunnen nog even ‘vrij’ spelen
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 20 -
18:00 uur 18.30 uur
De reguliere opvang sluit. De verlengde opvang gaat in De opvang sluit.
In de vakantie worden er op de BSO regelmatig uitstapjes gemaakt. Het activiteitenprsogramma voor de vakantie hangt op het informatiebord in de groepsruimte op de BSO. Ook kunt u het vakantieprogramma vinden op de website www.ludens.nl. Ouders kunnen ook altijd ‘s ochtends bij een pm’er informeren wat er die vakantiedag op het programma staat. De uitstapjes vinden over het algemeen plaats tussen 10:00 en 17:00 uur. Wij vragen de ouders dan ook vriendelijk om hun kind te brengen vóór 10:00 uur en pas op te halen na 17:00 uur. Mocht dit om wat voor reden dan ook niet uitkomen, kunnen ouders dit altijd aangeven bij de pedagogisch medewerker en zal er worden gezocht naar een geschikte oplossing.
Bijlage 2: Rituelen en feesten In verband met emotionele veiligheid is het belangrijk dat er herkenningspunten zitten voor een kind in de structuur van een dag, een maand, een jaar en rituelen bij o.a. eten, verjaardag, afscheid etc. Op BSO Maan hanteren wij de volgende rituelen: • Verjaardag Wij vieren de verjaardagen van de kinderen die aangeven het te willen vieren op de BSO. We maken er een feestelijk moment van. Er wordt gezongen en de jarige mag een meegenomen, gezonde traktatie uitdelen. • Sinterklaas Wij vieren elk jaar het feest van Sinterklaas. Wij bereiden de kinderen voor op de komst van Sinterklaas door activiteiten te bedenken rondom dit thema, verhaaltjes te lezen, liedjes te zingen, etc. • Kerstmis en Pasen We brengen de groep gezellig in kerst- of paassfeer met een kerstboom of een paastak of andere versieringen. In de aanloop naar het kerst en paasfeest worden er activiteiten georganiseerd op de BSO waar kinderen aan mee kunnen doen. • Afscheid van de BSO Wij nemen afscheid van kinderen als ze de BSO verlaten. Met de andere kinderen wordt er een werkje gemaakt voor het vertrekkende kind. Het kind mag trakteren en we staan stil bij het vertrek van het kind. • Thema’s en seizoenen Op BSO Ay werken we met thema’s. Deze komen zowel in de inrichting van de ruimte als in de activiteiten voor. De seizoenen komen ieder jaar terug, maar ook thema`s als ‘IK’ of ‘Vakantie’ zijn hier voorbeelden van. Bijlage 3: Ondersteuning voor beroepskrachten Bij BSO Maan werken we met gediplomeerde pm-ers. Op elke groep staan pm-ers die in het bezit zijn van minimaal een MBO diploma. De omvang van de groepen ligt vast in de CAO en Ludens hanteert deze norm. Bij het uitvoeren van de werkzaamheden worden beroepskrachten ondersteund door andere volwassenen. Het gaat hierbij om ondersteuning door:
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 21 -
• • • • • •
• •
Teamleider voor de aansturing, voorbereiding en coördinatie i.v.m. het uit te voeren beleid en de dagelijkse gang van zaken Administratief personeel van de overkoepelende stichting ter ondersteuning van de eigen administratie en voor zaken als planning, plaatsing, aanname personeel e.d. Gebiedsmanager voor aansturing en begeleiding op managementniveau Facilitaire Zaken voor het uitvoeren van onderhoud e.d. binnen het pand en op het buitenterrein van het pand Diverse schoonmaakdiensten voor reinigingswerkzaamheden Pedagoog en pedagogisch specialist voor advies en ondersteuning van pm-ers en indien dit noodzakelijk is advies voor een kind en dit gaat altijd in overleg met de ouders. Oudercommissie voor advies GGD voor toezicht houden en controleren op uitvoering van wettelijk vastgesteld beleid
Brandweer, voor controle van het pand Extern audit bureau voor controle op wettelijk vastgesteld beleid i.v.m. certificering van de betreffende opvang. Naast de beroepskrachten zoals hierboven beschreven, leidt Ludens ook eigen mensen op. Dit doen we via het leerlingwezen. Dit betekent dat er soms leerlingen in de BSO werken die in opleiding zijn. Zij worden begeleid in de groep en daarbuiten door een praktijkopleider Ook werken er bij ons stagiaires die de traditionele MBO opleiding doen en bij ons stage lopen. Deze mensen zijn niet in dienst van Ludens maar hebben een leerovereenkomst. Bijlage 4: Omgaan met bijzondere gebeurtenissen Ieder kind kan in aanraking komen met gebeurtenissen die van invloed zijn op het functioneren of op de ontwikkeling van het kind. Wij vinden het belangrijk hier aandacht aan te geven. Dit kunnen leuke, vrolijke gebeurtenissen zijn zoals de geboorte van een broertje of zusje, een verjaardag van oma, een trouwerij etc. Maar een kind kan helaas ook ernstig ziek worden, er kunnen problemen in de gezinssituatie zijn, er kan sprake zijn van een stoornis of achterstand in de ontwikkeling of lastig gedrag. Deze gebeurtenissen kunnen klein van aard zijn en met wat extra zorg en aandacht of wat kleine aanpassingen kan het kind geholpen worden. Echter, er komen ook situaties voor die de pedagogisch medewerkers en/of ouders niet eenvoudig opmerken of die ernstiger van aard zijn zodat professionele hulp en zorg van buiten de BSO noodzakelijk zijn. Dit geschiedt altijd in overleg met de ouders van het kind. Vastlegging van beleid Ludens heeft beleid vastgelegd conform de Wet BIG, het signaleren en begeleiden van problemen ten aanzien van kinderen met opvallend gedrag, hoe te handelen bij vermoeden van kindermishandeling, hoe te handelen in geval van overlijden en hoe te handelen bij ziekte en ongevallen. Dit beleid is terug te vinden in ons kwaliteitshandboek. Protocollen beschrijven welke stappen wij kunnen zetten als er iets bijzonders is met een kind. We kunnen onze eigen Ludens pedagoog inschakelen om de pm-ers te ondersteunen en te adviseren bij hun omgang met de kinderen met gedrags- of
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 22 -
ontwikkelingsproblematiek. De pedagoog kan gevraagd worden daartoe een kind op de groep te observeren, dit wordt alleen gedaan na toestemming van de ouders. Contact met ouders Wanneer wij ons zorgen maken over het functioneren of de ontwikkeling van een kind, dan delen wij de bezorgdheid met de ouders. Ouders kunnen ook met vragen ten aanzien van de ontwikkeling van hun kind bij de pm-er of de leidinggevende terecht. Samen met de ouders en eventueel in samenwerking met andere instanties kan de bso mee werken aan een oplossing van het probleem. Bijlage 5: Omgaan met het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen Plaatsen op twee groepen In principe wordt een kind op één groep geplaatst, maar wanneer het niet anders kan wordt hier tijdelijk van afgeweken.( Regeling Kwaliteit Kinderopvang en Peuterspeelzalen art.6 lid 13: een kind kan tijdelijk worden opgevangen in één andere stamgroep dan de stamgroep, dat wil zeggen de stamgroep waarin het kind is opgenomen. De ouder van het kind moet hiervoor vooraf schriftelijke toestemming geven.) Structurele mutatie samenstelling groepen Wanneer door herschikken van de groepen een kind in twee stamgroepen wordt geplaatst zal de teamleider schriftelijk met de ouders overeenkomen dat het kind in 2 groepen is geplaatst. Hiervoor wordt een speciaal formulier ondertekend door ouders en teamleider. Dit formulier wordt in het begin van ieder schooljaar aan ouders gegeven om te laten ondertekenen en in het dossier van het kind bewaard. Samenvoegen/samenwerken van groepen Wanneer de groep in zijn geheel wordt samengevoegd met een andere groep hoeft er niets geregeld te worden op voorwaarde dat van iedere groep een vaste pedagogisch medewerkers aanwezig is. De teamleider zorgt voor informatie aan ouders. Op de BSO vragen we ouders vooraf al toestemming te geven voor het samenvoegen van groepen op school vrije dagen. Dit doen we omdat niet vooraf voorzien kan worden dat er samengevoegd moeten worden. Bijlagen: de formulieren - Formulier ouders opvang in twee stamgroepen voor een bepaalde periode - Toestemmingsformulier groep incidentele opvang in twee stamgroepen Samenvoegen/ samenwerken van groepen Wanneer de groep in zijn geheel wordt samengevoegd met een andere groep hoeft er niets geregeld te worden op voorwaarde dat van iedere groep een vaste pedagogisch medewerker aanwezig is. - De teamleider zorgt voor informatie aan ouders en aanpassing van het pedagogisch werkplan. Bijlagen: de formulieren - Formulier ouders opvang in twee stamgroepen voor een bepaalde periode - Toestemmingsformulier groep incidentele opvang in twee stamgroepen
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 23 -
Bijlage 6: Omgaan met samenvoegen van groepen Het uitgangspunt van de wet is dat kinderen in een vaste groep opgevangen worden in de BSO, de basisgroep. De regelgeving biedt in bepaalde situaties echter wel mogelijkheden om hiervan af te wijken. Woens- en vrijdagen: In 2015 zijn het aantal kindplaatsen rond de 20. Dat betekent dat er twee pedagogisch medewerkers op de groep werken met kinderen in de leeftijd van 4 – 12 jaar. BSO Ay speelt op woens- en vrijdag samen met BSO Maan, Luna en Kakola. Ouders geven hier schriftelijk toestemming voor. Vakantieperiode en studiedagen van scholen: In de vakantieperiode en studiedagen van scholen vangen we alle kinderen op bij BSO Maan. Documenten K1 Plaatsing in 2 stamgroepen F K1 Formulier 2 stamgroepen F K1 Toestemmingsformulier voor opvang op 2 stamgroepen Bijlage 7: Seksuele ontwikkeling van kinderen Seksualiteit is een wezenlijk onderdeel van de ontwikkeling van een kind naar volwassenheid. Daarom besteden we op ons kindercentrum in teamoverleg, werkoverleg, kindbespreking of intervisie met enig regelmaat aandacht aan thema’s als intimiteit en seksualiteit. Op deze manier dragen we bij aan de ontwikkeling van kinderen, maar ook aan het voorkómen van grensoverschrijdende seksuele incidenten. Wij bieden de kinderen op ons kindercentrum een plek waar ze fysiek veilig zijn en zich ook zo voelen, ook op het gebied van seksualiteit. Daarnaast ondersteunen wij kinderen, afhankelijk van hun leeftijd en situatie, bij hun ontwikkeling op het gebied van intimiteit en seksualiteit. Seksualiteit is een onderdeel van de ontwikkeling van kinderen. Kinderen zijn nieuwsgierig en ze zijn bezig om de omgeving te ontdekken en grenzen te verkennen, ook op het gebied van seksualiteit. Op alle leeftijden zijn kinderen nieuwsgierig en vragen dan ook van alles. Op school en thuis krijgen kinderen seksuele voorlichting, dit is geen primaire taak van de BSO. Wanneer seksualiteit ter sprake komt, vragen we wat het kind zelf al weet of thuis geleerd heeft. We gaan het onderwerp niet uit te weg, maar laten het zoveel mogelijk bij het kind zelf. Een goede methode is om het kind een wedervraag te stellen: “wat denk je zelf?” of “hoe zou dat zijn”. Op die manier gaan we in op de belevingswereld van het kind. Wij signaleren grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling. Wij baseren ons daarbij op drie criteria: - toestemming - vrijwilligheid - gelijkwaardigheid Als aan één van deze criteria niet voldaan is, is er mogelijk sprake van seksueel grensoverschrijdend gedrag en gaan wij het stappenplan “Grensoverschrijdend gedrag
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 24 -
tussen kinderen onderling” hanteren uit onze Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Bijlage 8: Omgaan met het vier-ogen principe De volgende maatregelen hebben wij op onze BSO genomen in het kader van het vierogenprincipe. Deze maatregelen hebben het team en de oudercommissie samen opgesteld. Het vierogenprincipe houdt in dat er altijd een volwassene kan meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Dit hoeft niet altijd een andere beroepskracht te zijn. Een beroepskracht kan nog steeds alleen op de groep staan zolang er een andere volwassene kan meekijken of meeluisteren. Stagiaires en invalkrachten Stagiaires zijn altijd onder toezicht. Bij gevorderde stagiaires kan het voorkomen dat zij ingezet worden, maar dan zijn ze al langere tijd (maanden) bij ons in dienst. Invalkrachten zijn net als vaste medewerkers tijdens pauzes e.d. alleen op de groep. Wij werken echter veel met vaste invalkrachten, mensen die al jaren bij ons werken. Daarbij hebben we een cultuur waarbij we geregeld bij elkaar binnenlopen en tussen deuren openstaan. Extra afspraken pauzes Als we wel werken met een onbekende invaller nemen we als extra maatregel dat de vaste medewerker in haar pauze even op een onverwacht maar wel aangekondigd moment de groep opgaat (of dit vraagt aan een collega). Open ruimten, glazen wanden, enz. Onze toiletten bevinden zich in open verbinding met de hal of groepsruimtes. We hebben vaste momenten waarop kinderen gebruik maken van toilet en handen wassen daar is begeleiding bij. Als jonge kinderen niet gewend zijn om hun wc deur dicht te houden is er een ander ouder kind of volwassene bij. Deuren staan heel vaak open en er is een inloopcultuur. Als we elkaar iets willen vragen lopen we naar elkaar toe en gebruiken we niet de telefoon, dit geldt voor pedagogisch medewerkers en voor leidinggevenden. We werken met een vast team, dat elkaar goed kent en open en eerlijk is naar elkaar. Veiligheid rondom panden De voordeur is beveiligd met intercom, pedagogisch medewerkers weten wie ze binnenlaten en zijn alert op ‘vreemden’. Het speelplein heeft een open karakter maar is met hekwerk en beukenhaag afgesloten van de straat. Er is altijd BSO begeleiding buiten. In de middag gaan de oudste kinderen nog wel eens op sportveld (Kooi) van de Ridderlaan voetballen. Uitstapjes Soms maken we uitstapjes met de kinderen, als er minimaal twee pedagogisch medewerkers meegaan is dat geen probleem. Het komt af en toe voor dat pedagogisch medewerkers met enkele kinderen een boodschap gaat doen, we spreken af dat ze minimaal twee kinderen meenemen. We hebben afgesproken dat je altijd even meldt aan de collega van de andere groep dat je weggaat en je een andere collega alleen achterlaat.
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 25 -
Bijlage 9: 8+ contract Het 8+ Contract is voor kinderen in de leeftijd van 8 - 12 jaar die gebruik maken van de buitenschoolse opvang. Dit contract wordt door ouder(s) / verzorger(s), het kind en de pedagogisch medewerker samen ingevuld en ondertekend. Hiermee wordt vastgelegd wat het kind zelfstandig mag ondernemen zonder toezicht van pm-ers en onder verantwoordelijkheid van de ouder(s) / verzorger(s). Jaarlijks kijken de 3 partijen opnieuw naar dit contract. Ludens kan wel aansprakelijk gesteld worden bij schade. Verantwoordelijkheid: de verplichting om ervoor te zorgen dat iets goed verloopt. Aansprakelijkheid: Wettelijke verantwoordelijkheid voor schade, een ongeval, foutieve constructie of andere nalatigheid. Afspraken zelfstandigheid gaan over: - Van school naar BSO (lopend / fietsend) - Tijdstip waarop kinderen zelfstandig weg mogen - Deelname activiteit elders - Uit het zicht van pmer buiten spelen - Uit het zicht van pmer naar afspraken Kinderen houden zich aan de volgende regels: Je vertrekt na overleg en toestemming van de leiding. Je bent uiterlijk een half uur na sluiting school op de BSO als je van school naar de BSO gaat. Je meldt jezelf bij de leiding als je bij de BSO komt en als je weggaat zeg je gedag. (meld je af). Je neemt geen kinderen achterop de fiets. Je houdt je aan de verkeersregels. Alle drie de ondertekenaars mogen dit contract opzeggen. Na opzegging van dit contract gelden de algemene groepsregels weer.
Bijlage 10: Achterwachtregeling Op dagen dat er minder beroepskrachten aanwezig zijn, hebben we afspraken met KDV Lunetten die als achterwacht fungeert. Het kdv is alle dagen geopend van 07.30 uur tot 18.30 uur. Telefoonnummer staat in de agenda. Bijlage 11 Ontwikkelingsgericht werken ONTWIKKELINGSGERICHT WERKEN BIJ LUDENS 1. Sensitieve responsiviteit Dit gaat om ‘warme en ondersteunende aanwezigheid’ en past bij het Groeimeter item ‘Fijn dat je vertelt wat er is’ (respectvolle communicatie). Pmers tonen een warme belangstelling voor de kinderen en geven hun emotionele steun wanneer zij die nodig hebben. Zij reageren tijdig en adequaat op de signalen van de kinderen en fungeren daardoor als een ‘veilige haven’. 2. Respect voor autonomie Dit gaat om het Groeimeter-item ‘Zo kan het ook’(omgaan met verschillen, diversiteit). Pm-ers erkennen en waarderen de kinderen als individuen met hun eigen ideeën en perspectieven. Een pm-er laat deze erkenning en waardering expliciet blijken door de kinderen te stimuleren om ze veel mogelijk zelf te doen
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 26 -
en zelf keuzes te maken, door het perspectief van het kind te verwoorden en waardering uit te spreken voor hun ideeën 3. Structureren en grenzen stellen Pm-ers maken de kinderen duidelijk wat er van hen verwacht wordt en zorgen ervoor dat zij zich daar ook aan houden. ‘Spring maar, ik vang je op’ (uitdaging en houvast bieden) Een pm-er structureert situaties, activiteiten en taken voor de kinderen zodanig dat zij ze kunnen overzien en met succes kunnen voltooien. Zij stelt voldoende grenzen en doet dat ook tijdig 4. Praten en Uitleggen Pm-ers praten veel en leggen vaak uit aan kinderen. ‘mmmm, lekker appeltje’ (het goede voorbeeld geven) Een pm-er begeleidt op een ‘vanzelfsprekende’ manier haar interacties met de kinderen met taal. Zij legt bv. steeds uit wat er gaat gebeuren en wat zij doet, luistert naar en reageert op vragen van kinderen en verwoordt hun intenties en gevoelens als zij dat zelf (nog) niet kunnen. 5. Ontwikkelingsstimulering Pm-ers ZIEN dat elk moment van de dag een ontwikkelingskans biedt ‘Wat heb je gevonden’ (goed kijken en luisteren naar wat kinderen bezig houdt) Pm-ers stimuleren de persoonlijke competentie van kinderen ‘bij ons mag je vies worden’ (ruimte geven, kinderen zelf laten ontdekken). Een pm-er biedt niet alleen veel ‘extra’ stimulering maar stemt die stimulering ook goed af op de aandacht, het ontwikkelingsniveau en de toestand van de kinderen waardoor zij de interesse van de kinderen prikkelt terwijl ze overstimulering voorkomt Pm-ers GRIJPEN KANSEN door op veel momenten van de dag kinderen te stimuleren in hun actieve, nieuwsgierige, onderzoekende houding. Zij spelen in op de grote hoeveelheid initiatieven die de kinderen laten zien binnen en buiten en gebruiken de verzorgingsmomenten als ‘gouden ontwikkelingsmoment’. Pm-ers CREEREN KANSEN door te zorgen voor een verzorgde, rijke, stimulerende omgeving waarin veel te ontdekken en te experimenteren valt voor de kinderen zodat de kinderen zich al spelend kunnen ontwikkelen. Kinderen mogen veel aanraken, voelen en concreet ervaren. 6. Begeleiden van Sociale Interacties De pm-er besteedt aandacht aan positieve interacties tussen kinderen en probeert deze te bevorderen. ‘Samen kun je meer’ (Je doet het samen, verbondenheid) Pm-ers reageren positief op positieve interacties tussen kinderen die zich spontaan voordoen en bevorderen zelf actief positieve interacties tussen kinderen door situaties te creëren die de kans op deze interacties tussen kinderen vergroot, ofwel door kinderen actief op elkaar te richten en hen aan te moedigen tot positieve interacties wanneer zich daar een positieve gelegenheid voordoet.
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 27 -
BSO Maan Oude Liesbosweg 40 3524 SB Utrecht M: 030 287 02 38 / 06 41 78 42 64 E:
[email protected]
Pedagogisch werkplan BSO Maan, 2015
- 28 -