Pedagogisch werkplan peuteropvang. Christelijke Kinderopvang Noordoost Friesland Krummel Juli 2015
Voorwoord Voor u ligt het pedagogisch werkplan Peuteropvang van Christelijk kinderdagverblijf Krummel. Krummel is een kleinschalige, christelijke kinderopvang voor kinderen van 0-12 jaar. Vanaf september 2014 biedt Krummel ook VVE aan peuters van ouders met kinderopvangtoeslag en ouders die daar geen recht op hebben. De kosten voor de peuteropvang van deze peuters wordt mede betaald door de gemeente Achtkarspelen. Zij bepaalt de ouderbijdrage die ouders verschuldigd zijn berekend naar het inkomen van de ouders. Elke dag bieden wij vele verschillende activiteiten aan die aansluiten bij verschillende ontwikkelingsgebieden. Het uitgangspunt van Krummel is uw kind! Ouders kunnen in dit werkplan lezen hoe bij ons een peuterochtend eruit ziet en wat de kinderen allemaal beleven bij Krummel. Het plan vertoont sterke overeenkomsten met het werkplan KDV, omdat een aantal kinderen zowel deel uitmaakt van de peuteropvanggroep als het kinderdagverblijf. In dit werkplan is te lezen hoe we de opvoedingsdoelen terug laten komen in de dagelijkse praktijk. Onze opvoedingsdoelen zijn: • Een gevoel van emotionele veiligheid bieden. • Gelegenheid geven tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties. • Gelegenheid geven tot het ontwikkelen van sociale competenties. • De kans om zich waarden en normen eigen te maken, socialisatie. Wij willen in dit werkplan speciaal aandacht vragen voor het onderdeel VVE Doelgroeppeuters op blz. 5 en 6. Voor de pedagogisch medewerkers van Krummel is het werkplan een leidraad op de werkvloer. Voor invalkrachten en stagiaires is het een goede manier om ons kindercentrum en onze werkwijze goed te leren kennen. Pedagogisch beleid en dus ook de manier van pedagogisch werken staat nooit voor eeuwig vast, maar ontwikkelt zich voortdurend. Dit werkplan zal dan ook regelmatig worden geëvalueerd en aangepast aan de veranderende situaties. Dit werkplan geldt als een levendige leidraad voor het pedagogisch denken en doen op Krummel.
Doelstelling Onze doelstelling is het bieden van professionele kinder- en peuteropvang, waar kinderen ook mogen ontdekken dat God van hen houdt en hen wil laten zijn naar Zijn beeld. We willen voor kinderen 'een tweede thuis' zijn, waar ze zich geliefd en gezien weten, waar ze vrij kunnen spelen, elkaar kunnen ontmoeten en zich goed kunnen ontwikkelen. Voorwoord
--1
Inhoud
--2
Hoofdstuk 1 Visie en doelstelling
--4
Onze visie op de ontwikkeling van kinderen 1
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel juli 2015
Pedagogische doelstelling Visie op groepsindeling Visie op centrum gericht werken Voertaal VVE en doelgroeppeuters Hoofdstuk 2 Uitwerking van de opvoedingsdoelen
--8
Een gevoel van emotionele veiligheid bieden Gelegenheid geven tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties Gelegenheid geven tot het ontwikkelen van sociale competenties De kans om zich waarden en normen eigen te maken, socialisatie Hoofdstuk 3 Algemene middelen
--16
Groepsleiding Groepsindeling Brengen en halen Dagprogramma Wenprocedure Informatie en overleg Thema‟s Hoofdstuk 4 De zorg voor kinderen
--19
Voeding Voedingsschema‟s Trakteren op de peuteropvang Traktatielijst Slapen en rusten bij de peuters Hygiëne Een ziek kind op de opvang Veiligheid Hoofdstuk 5 Samenwerking met ouders Intake en wennen Doorstromingsgesprekken Mentorschap Oudercommissie Ouderavonden Vertrouwenspersoon Slotwoord 2
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel juli 2015
--24
Bijlage naar aanleiding van de wet Gunnink
3
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel juli 2015
--26
Hoofdstuk 1 Visie en doelstelling
Onze visie op de ontwikkeling van kinderen Onze visie is dat kinderen een natuurlijke aanleg hebben om zichzelf te ontwikkelen, ieder kind doet dit op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo. Ieder kind heeft eigen unieke talenten en dit mag gezien en ontwikkeld worden. De omgeving heeft echter grote invloed op de manier waarop het kind zich ontwikkeld. Als volwassenen hebben we de taak om voorwaarden te creëren waarbinnen een kind zich kan ontplooien. We werken vanuit een evenwichtige balans tussen het volgen en het inspireren/stimuleren van het kind. De basis hiervoor is een sfeer van veiligheid en wederzijds vertrouwen. Liefde, individuele aandacht, rust, ruimte, veiligheid en geborgenheid zijn essentiële uitgangspunten. Pedagogische doelstelling CKO Krummel heeft als pedagogische doelstelling dat een kind zich kan ontplooien tot een sociaal en zelfverzekerd mens, dat respect heeft voor zichzelf en voor anderen. We scheppen een sfeer waarin een kind zich veilig en geborgen kan voelen d.m.v. een liefdevolle benadering en een open en eerlijke relatie met de kinderen. Belangrijk hierin is dat wij kinderen op een positieve manier begeleiden bij hun ontdekkingsreis naar zelfstandigheid. We werken met 4 opvoedingsdoelen die de basis vormen voor ons pedagogisch handelen: • Een gevoel van emotionele veiligheid bieden • Gelegenheid geven tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties • Gelegenheid geven tot het ontwikkelen van sociale competenties • De kans om zich waarden en normen eigen te maken, socialisatie
Dit wordt o.a. bereikt door: • Het kind te waarderen en te accepteren zoals het is, ieder kind is uniek • Ten opzichte van het kind open en eerlijk te reageren • Door kinderen de ruimte te geven om fouten te maken • Het kind te stimuleren in het ontwikkelen van de zelfstandigheid • Door het individuele kind te helpen een weg te vinden in de groep
Visie op groepsindeling CKO Krummel werkt met 1 verticale groep met kinderen van 0 tot 4 jaar bij elkaar zijn. Dit lijkt op een gezin, waarin kinderen met elkaar opgroeien. Hier kunnen kinderen van elkaar leren, zich aan elkaar optrekken, samen spelen én rekening houden met elkaar. Kinderen van het KDV kunnen ook de kinderen van de BSO ontmoeten. Vaak zijn er oudere broertjes/zusjes. CKO Krummel beschikt over een knutselkamer, waar beide groepen vrij gebruik van kunnen maken. Wanneer er weinig kinderen zijn, kunnen beide groepen samengevoegd worden. Hierbij houden de oudere kinderen nadrukkelijk rekening met de jongere kinderen. Er wordt samen gespeeld en/of er wordt niet te wild gespeeld. 4
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel juli 2015
De kinderen van de peuteropvang zullen wanneer de activiteit daarom vraagt een aparte ruimte kunnen gebruiken. Tijdens de peuteropvangtijden is de BSO niet in gebruik en kunnen daar bepaalde activiteiten zoals taal-, spel- en muzikale ontwikkeling plaatsvinden. Voertaal De voertaal op het kinderdagverblijf is Nederlands en Fries. We vangen kinderen op in hun eigen moedertaal. Om tweetaligheid te stimuleren is de ideale situatie dat de ene medewerker consequent Nederlands spreekt en de andere consequent Fries. Meertaligheid Vanaf september 2014 zijn we bezig met het certificeringstraject om een tweetalig kinderdagverblijf te worden. We zijn bewust bezig met tweetaligheid met als doel kinderen spelenderwijs twee talen te leren, het Nederlands en het Fries. Dit doen we onder begeleiding van het SFBO (Sintrum Frysktaliche Berne-Opfang). Uit onderzoek blijkt dat een tweetalig kind er gemakkelijker meer talen bij leert. Ook bevordert het de cognitieve ontwikkeling van een kind. Om de voordelen van meertaligheid zoveel mogelijk te benutten, is het goed om als kinderdagverblijf volgens een doordacht taalbeleid te werken. Op deze manier willen we Friestalige kinderen een brede basis geven in hun moedertaal, hetgeen ook ten goede komt aan de ontwikkeling van het Nederlands. Nederlandstalige kinderen leren er spelenderwijs een tweede taal bij. Fan septimber 2014 ôf dogge wy mei oan in trajekt om in twatalich bernedeiferbliuw te wurden. Wy binne bewust dwaande mei twatalichens mei it doel bern boartsjendewei twa talen te learen, it Nederlânsk en it Frysk. Dit dogge wy ûnder begelieding fan it SFBO (Sintrum Frysktaliche BerneOpfang). Ut ûndersyk docht bliken dat in twatalich bern der makliker mear talen by leart. Ek befoarderet it de kognitieve ûntwikkeling fan in bern. Om de foardielen fan meartaligens sa foed mooglik ta harren rjocht komme te litten, is it goed om as bernedeiferbliuw mei in taalbelied te wurkjen. Sa wolle wy Frysktalige bern in brede basis yn harren memmetaal jaan, wat letter ek de ûntwikkeling fan harren Nederlânsk te goede komt. Nederlânsktalige bern leare der sa boartsjendewei in twadde taal by. VVE en doelgroeppeuters In dit werkplan willen we laten zien hoe wij de doelgroeppeuters een goed VVE programma aan willen bieden. Voor wat betreft : •
De doorgaande leerlijn willen we garanderen dat de kinderen zoveel mogelijk uitdagingen krijgen gericht op de diverse ontwikkelingsgebieden. Wij gebruiken hiervoor de methode Uk en Puk die zich speciaal richt op de leeftijdsgroep 0 4 jaar. Uk en Puk is een waardevolle voorbereiding als op een basisschool in de groepen 1 en 2 met Schatkist wordt gewerkt. De aansluiting op Schatkist ligt op de volgende ontwikkelaspecten spreken en luisteren, woordenschat, beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid (rekenontwikkeling) en sociaal-communicatieve vaardigheden. De thema‟s van Uk en Puk sluiten aan bij thema‟s van Schatkist. Omdat in Buitenpost drie verschillende basisscholen zijn waar de kinderen naar toe geleid kunnen worden met hun eigen ontwikkelingsprogramma in de onderbouw hebben wij gemeend voor Uk en Puk te kunnen kiezen omdat deze methode eenvoudig is in te passen in het dagritme van de kinderopvang. De activiteiten van Uk en Puk bevatten veel mogelijkheden voor interactie en communicatie tussen de pedagogisch medewerker en kinderen en tussen kinderen onderling. Omdat de kans op betekenisvolle interactie het
5
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel juli 2015
grootst is in kleine groepen doen de pedagogisch medewerkers de meeste activiteiten met de kinderen in een kleine groep. De pedagogisch medewerkers sluiten tijdens de activiteiten zoveel mogelijk aan bij de ontwikkeling van de kinderen. •
Kind – of ontwikkelvolgsysteem. De methode Uk en Puk gebruikt observatielijsten die zich richten op „Zo doe ik‟ , „Zo praat ik‟ en „Zo beweeg ik‟. Deze lijsten zijn ontwikkeld door de CED-groep. De CED-Groep adviseert, begeleidt, ondersteunt, traint en coacht professionals die in het onderwijs en kinderopvang werken. Dat gebeurt rond thema‟s als taal, rekenen, leerprestaties, sociale competentie en zorg. Met bovengenoemde observatielijsten observeren de pedagogisch medewerkers hoe de taal- sociaalemotionele en motorische ontwikkeling van een kind verloopt. Door de deellijst in te vullen die hoort bij de leeftijd van een kind, krijgen ze een score. Als de pedagogisch medewerkers deze score aftekenen in de grafiek zien ze hoe ene kind het „doet‟ op de ontwikkelingsgebieden. Ze zien zo in één oogopslag wat de sterke en minder sterke kanten van een kind zijn.
•
“Warme” overdracht naar het basisonderwijs. De warme overdracht gebeurt
•
-
tijdens georganiseerde bijeenkomsten met leerkrachten onderbouw van de diverse scholen en afgevaardigden van de bij de kinderen betrokken instanties zoals bijvoorbeeld CJG en Consultatiebureau.
-
tijdens een ontmoeting met de leerkracht van de school waar het kind naar toe zal gaan als het de 4 jarige leeftijd bereikt
-
tijdens een ontmoeting met lesgevende of leidinggevende van een andere instelling dan de basisschool in Buitenpost indien mogelijk en noodzakelijk.
Ouderbetrokkenheid Ouderbetrokkenheid wordt gestimuleerd door het organiseren van ouderbijeenkomsten waarbij te denken valt aan thematische bijeenkomsten en/of doe-activiteiten bij een bepaald thema. Ook wordt er bij de diverse thema‟s een nieuwsbrief aan ouders/verzorgers uitgereikt met bijzonderheden over het thema dat wordt behandeld en suggesties hoe ouders/verzorgers en kind thuis verder met het thema aan de slag kunnen. Tijdens het brengen en halen van de peuter is er een moment voor de pedagogisch medewerker om met ouders/verzorgers bepaalde zaken door te spreken. Tijdens het brengen is er gelegenheid voor ouder of verzorger om met hun kind even samen een spel of knutselwerkje te doen. Ouders/verzorgers kunnen voor meer informatie over de methode gebruik maken van de site http://www.pukenko.nl/Voor-ouders.htm Hierop staan ook suggesties voor thuis-activiteiten. Er zullen uitstapjes worden georganiseerd naar bijvoorbeeld park, boerderij of speeltuin waar ook ouders voor worden uitgenodigd voor begeleiding en gezelschap.
6
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel juli 2015
Hoofdstuk 2 Uitwerking van de opvoedingsdoelen
Een gevoel van emotionele veiligheid bieden. Een veilige en geborgen omgeving
Om kinderen de mogelijkheid te geven zich optimaal te ontwikkelen is het belangrijk dat zij zich op hun gemak voelen. Het aanbieden van een veilige omgeving doen we door er op toe te zien dat er geen gevaarlijke situaties ontstaan. Een gevoel van veiligheid bieden we ook door: • Een vast dagritme te volgen. Deze regelmaat biedt structuur en houvast. • Veel te praten tegen en met de kinderen. We proberen de emoties van de kinderen te verwoorden zodat ze zich begrepen voelen. • Als groepsleiding ervoor te zorgen dat we een klimaat creëren waarin het kind zich veilig en prettig voelt. • Naar kinderen toe duidelijke grenzen aan te geven, kinderen troosten als ze verdrietig zijn en empathisch en sensitief reageren. • Als we een kind aanspreken doen wij dit zoveel mogelijk op ooghoogte zodat er contact ontstaat en het kind zich in de positie voelt om te reageren. • Zoveel mogelijk vaste gezichten (pedagogisch medewerksters en vrijwilligers/stagiaires) op de groep. • Te zoeken naar een middenweg tussen streven naar zelfstandigheid en de mogelijkheid bieden tot afhankelijkheid. Een kind moet een besef ontwikkelen dat hij niet alles alleen hoeft te doen, maar dat er mensen zijn die hem willen helpen. • Een pedagogisch medewerkster moet rekening houden met de mogelijkheden van een kind en de situatie waarin het kind zich bevindt. • Aandachtig naar de kinderen te luisteren. • De groep door middel van versieringen een prettige uitstraling te geven. • Geduldig te zijn en de kinderen aandacht te geven Voorbeeld: Een kind dat nog moet wennen mag wanneer het daar behoefte aan heeft naast de leidster zitten of even rondlopen terwijl de rest aan tafel zit. Voorbeeld: Ron is erg boos en verdrietig omdat zijn moeder moet gaan werken. De pedagogisch medewerker erkent de emotie en zegt tegen het kind: “Ik zie dat je verdrietig bent. Je vindt het jammer dat mama niet hier kan blijven. Maar mama moet werken en komt jou vanmiddag weer ophalen. Zullen we met de trein gaan spelen?” Voorbeeld: We gaan fruit eten, maar voor dat we aan tafel gaan wordt er opgeruimd. We proberen van het opruimen ook een activiteit te maken. We vinden het belangrijk dat kinderen leren dat het normaal is dat je iets opruimt als je er mee gespeeld hebt en dat ze leren zuinig te zijn op het materiaal. Ook weten ze, als ze iets hebben opgeruimd, waar ze het speelgoed kunnen vinden als ze er later weer mee willen spelen. We proberen de kinderen op een speelse manier te stimuleren tot opruimen. Voorbeeld: Als er is opgeruimd gaan alle kinderen aan tafel zitten. Er worden liedjes gezongen. We praten met de kinderen, we vragen kinderen of ze nog iets leuks te vertellen hebben en schillen ondertussen het fruit. We benoemen het fruit en vragen aan de kinderen of ze weten wat het is. Aan tafel zitten is een belangrijk sociaal en gezellig moment. Meestal eten we appel, peer en banaan. 7
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel juli 2015
Maar we proberen daar ook altijd wat fruit van het seizoen aan toe te voegen zodat de kinderen ook andere smaken leren kennen.
Gelegenheid geven tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties Dit gaat over het vertrouwen in eigen kunnen: „wie ben ik en wat kan ik al?‟ Kinderen mogen zich ontwikkelen in hun eigen tempo; ze mogen zichzelf zijn. De ontwikkeling wordt stapje voor stapje gestimuleerd. • De zelfstandigheid stimuleren gebeurt door bijvoorbeeld het zelf vast laten houden van de fles of het zelf laten eten door de baby‟s en de peuters zelf hun brood laten smeren. • De kinderen worden gestimuleerd in het doen van activiteiten zoals omrollen, zitten, lopen, praten, zingen, puzzelen, tekenen en knutselen. Het wordt steeds een stapje moeilijker. Ze krijgen iedere keer complimenten, zodat ze trots zijn op zichzelf en zekerder worden. • Er worden nooit te hoge eisen gesteld. De stapjes worden aangepast aan de mogelijkheden van het individuele kind. Voor een gezonde ontwikkeling is het belangrijk dat een kind een positief zelfbeeld heeft. De pedagogisch medewerkers hebben hier een rol in. Zij helpen de kinderen te ontdekken wie ze zijn en wat ze al kunnen. De peuter ontwikkelt een goed zelfbeeld als het positieve ervaringen opdoet. Op de peutergroepen is dan ook veel gevarieerd en uitdagend speelmateriaal aanwezig waarmee het kind de wereld en zijn eigen talenten en belangstelling kan ontdekken. De pedagogisch medewerkers begeleiden de kinderen in hun ontwikkeling. Wanneer een peuter bijvoorbeeld knoeit met het drinken, wordt door de pedagogisch medewerker aangegeven dat het niet erg is en mag de peuter zelf een doekje pakken om het op te ruimen. Zo leert de peuter dat het iets zelf kan en dat het niet erg is als er iets mis gaat. Peuters vinden het geweldig om mee te helpen, zo voelen ze zich belangrijk. Ook bevorderen we zo de zelfredzaamheid. Op alle groepen houden de pedagogisch medewerkers rekening met de emoties van kinderen. We signaleren, benoemen en behandelen emoties. De pedagogisch medewerkers praten tegen de kinderen en benoemen wat in de omgeving het gedrag kan beïnvloeden. Op deze manier wordt het kind op zijn gemak gesteld, voelt het zich erkent en serieus genomen en leert het om met zijn gevoelens om te gaan. Voor het zelfbeeld van het kind is het essentieel dat het zich gewaardeerd voelt. De pedagogisch medewerkers van alle groepen doen dit door positieve individuele aandacht te geven aan elk kind. ‟s Ochtends bij het binnenkomen wordt elk kind begroet, tijdens het spelen worden complimentjes gegeven, kinderen worden af en toe lekker even geknuffeld, etc. Bij Krummel is spelen en leren erg belangrijk. Voor het ontwikkelen van de persoonlijke competenties is bewegen heel belangrijk, net als muziek maken en creatief bezig zijn. Dansen, zingen, fietsen, klimmen, voorlezen en creatieve activiteiten wisselen elkaar af. Kinderen leren door deze activiteiten hun eigen talenten kennen en ontwikkelen. Het aanleren van competenties gebeurt dus niet alleen verbaal maar vooral door dingen te doen en te ervaren. We bieden leeftijdsgerichte activiteiten waarbij de grenzen steeds verlegd worden. Wanneer het dan lukt, voelen kinderen zich trots en dit draagt bij aan een positief zelfbeeld. De ontdekkingstocht naar zelfstandigheid en autonomie
8
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel juli 2015
De reis die kinderen maken om zelfstandig te worden is spannend en lang. Wij als peuteropvang maken een belangrijk deel mee van deze reis. We stimuleren de zelfstandigheid zo veel mogelijk. Dit maakt de kinderen trots en geeft ze zelfvertrouwen. Met de start die we kinderen mee willen geven hopen we ze voor te bereiden op de basisschool en er mede voor te zorgen dat ze zich zeker voelen over hetgeen ze al kunnen. Het begeleiden van kinderen in hun ontdekkingstocht naar zelfstandigheid doen we op de volgende manieren: • In de peutergroep wordt er geoefend met het aantrekken van de schoenen en de jassen dicht maken. • We laten kinderen zelf speelgoed of boekjes uit de kast pakken of laten ze kiezen waar ze willen spelen. • We stimuleren de kinderen om mee te helpen met opruimen en klaarzetten van spullen.
De motorische ontwikkeling De hele dag door zijn kinderen bezig met het ontwikkelen van hun motoriek. Deze ontwikkeling zit in de gewone dagelijkse bezigheden maar wordt ook door de pedagogisch medewerksters extra gestimuleerd. Het stimuleren van de fijne motoriek gebeurt bijvoorbeeld tijdens creatieve en spelactiviteiten. Ook wordt er veel getekend. Het vasthouden van een krijtje of potlood helpt de kinderen met het ontwikkelen van de pengreep. Het ontwikkelen van de grove motoriek gebeurt voornamelijk door rennen, klimmen, springen, dansen en gymnastiek. Ook het buiten spelen met fietsen, auto‟s en tractoren stimuleert de grove motoriek. Als een pedagogisch medewerksters merkt dat de motorische ontwikkeling van een kind achter loopt bij andere kinderen, dan zal zij dit bespreken in een werkoverleg. De mentor van het kind zal dit ook met de ouders bespreken. De medewerkers zullen het kind gerichte activiteiten aanbieden om het kind te helpen om verder te komen. De verstandelijke/cognitieve ontwikkeling Het stimuleren van de verstandelijke ontwikkeling is een belangrijk onderdeel in de ontwikkeling van een kind. Bij Krummel besteden we hier dan ook veel aandacht aan. Dit doen we onder meer door ons activiteitenaanbod. Regelmatig kijken we kritisch naar de activiteiten en ons speelgoedaanbod en bespreken wat we willen veranderen en wat een nieuwe impuls nodig heeft. We stimuleren de verstandelijke ontwikkeling op de volgende manieren: • We bieden speelgoed aan dat uitdagend is en is afgestemd op de leeftijd van de kinderen. • We bieden veel verschillende soorten activiteiten aan.
We werken met thema’s die nauw aansluiten bij de belevingswereld van kinderen. • De pedagogisch medewerker verplaatst zich in de belevingswereld van het kind en gaat daar in mee. • De pedagogisch medewerksters stimuleert de taal ontwikkeling door te benoemen, vragen te stellen en antwoorden te geven. Met taal leert het kind inzicht te krijgen in de wereld.
9
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel juli 2015
Tempo Kinderen ontwikkelen zich in hun eigen tempo. De een is vooral gericht op zijn of haar motorische ontwikkeling, terwijl de ander een enorme taalontwikkeling doormaakt. We stimuleren kinderen zonder daarbij te hoge verwachtingen te hebben en respecteren het tempo dat door het kind wordt aangegeven.
Activiteiten Om kinderen te prikkelen de wereld te gaan ontdekken, bieden wij ze activiteiten aan en richten we de ruimtes zo in dat deze uitnodigen om te gaan spelen. Bij het organiseren van de activiteiten houden de pedagogisch medewerkers rekening met onze opvoedingsdoelen en laten ze de volgende aspecten aan bod komen om de ontwikkeling te prikkelen; • Taal • Fijne motoriek • Grove motoriek • Beweging/energie kwijt raken • Creativiteit • Fantasie/rollenspel • Muziek • Sociale vaardigheden
Er wordt aan de hand van de themajaarkalender gewerkt. We doen gevarieerde activiteiten in het teken van ons thema. Er worden leeftijds- en ontwikkelingsgericht activiteiten gedaan. ‘s Ochtends zijn er verschillende activiteiten die gericht zijn op de ontwikkelingsgebieden van de kinderen. De kinderen ontwikkelen door middel van de activiteiten elk ontwikkelingsgebied. Activiteiten duren meestal niet langer dan een half uur. Tussendoor wordt er ook veel vrij gespeeld en gaan we veel naar buiten. Voorbeeld: Wanneer de peuters met de trein spelen vertonen de jongere kinderen en oudere kinderen verschillende vaardigheden, maar ze spelen samen. Jongere peuters spelen vooral met de trein zelf en de oudere peuters zijn goed in het leggen van een mooie rails. De jongere peuters voelen zich gewaardeerd doordat ze met de ouderen mee kunnen spelen en de oudere peuters zijn trots omdat ze de jongere peuters kunnen helpen. Ze krijgen hierbij de mogelijkheid de gehele ruimte te ontdekken en de pedagogisch medewerkers stimuleren dit door complimenten te geven en eventueel te helpen als iets niet helemaal lukt.
Buiten spelen Er wordt zoveel mogelijk buiten gespeeld, ook in het najaar en in de winter. De peuters gaan in principe elke dag buiten spelen. De kinderen kunnen vrij spelen of er worden gerichte activiteiten georganiseerd door de pedagogisch medewerksters, bijvoorbeeld: verstoppertje, kringspelletjes of balspelen.
10
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel
juli 2015
Mediagebruik Er is een tv met dvd speler aanwezig. Deze wordt echter heel weinig gebruikt. Indien het een aanvulling op een thema is kunnen we een passende dvd vertonen. De radio/cd speler wordt gebruikt bij de activiteiten. Voor dans, muziek of andere activiteiten waar muziek voor nodig is. Uitstapjes Regelmatig maken we uitstapjes. We maken gebruik van een bakfiets of we gaan in auto’s. Tijdens uitstapjes vragen we vaak ouders mee om te helpen. Soms gaan we lekker wandelen en leren van de omgeving. Ook gaan we naar een speeltuintje of naar het park. Op alle groepen is een map met protocollen en werkafspraken aanwezig. Hierin zit ook het protocol voor uitstapjes.
Gelegenheid geven tot het ontwikkelen van sociale competenties Sociale vaardigheden zijn belangrijk. Kinderen die sociaal vaardig zijn zijn stabieler, voelen zich beter en hebben meer vriendjes. Bij Krummel leren de kinderen betrokken te zijn bij elkaar. Ze maken deel uit van een groep. De peuteropvang is een veilige omgeving om te leren hoe je omgaat met anderen. De kinderen zitten in een groep en ontwikkelen naast het sterke „ik‟-gevoel dat bij de leeftijd tot 4 jaar past, ook een sterk „wij‟- gevoel. Ook voor de sociale competentie is het belangrijk om te sport, muziek en creatieve activiteiten aan te bieden. Kinderen doen iets samen en maken plezier. Ze leren spelenderwijs (spel)regels en ondervinden dat het leuk is om samen te werken. Tijdens het fruit eten kijken we welke kinderen er zijn en gaan we met elkaar in gesprek. Zo komen alle kinderen aan de beurt en het bevordert de saamhorigheid. Wanneer een kindje ziek is praten we hier over met de kinderen. De meeste kinderen vinden de andere kinderen het allerleukste van Krummel. Ze komen om te spelen en samen op onderzoek te gaan. Al heel jong hebben kinderen met elkaar een sociaal leven, met leuke en minder plezierige kanten. Jonge kinderen zoeken elkaars gezelschap op, maken vrienden en hebben af en toe conflicten. Ze dagen elkaar uit en leren door naar elkaar te kijken en imiteren. Andere kinderen kunnen ook het spel blokkeren door speelgoed af te pakken, zo leren de kinderen conflicten op te lossen. Het stimuleren van de sociale ontwikkeling • Meerdere malen per dag gaan de kinderen samen met de pedagogisch medewerkers aan tafel. Pedagogisch medewerksters doen dan met de kinderen een gezamenlijke activiteit zoals zingen, voorlezen, spelletjes, puzzelen, knutselen of een groepsgesprek. • Tijdens de dagelijkse maaltijden vinden we het belangrijk om het sociale gevoelsleven van kinderen te helpen ontwikkelen door ze bewust te maken van de omgang met elkaar. Dit doen we door middel van het doorgeven van bijvoorbeeld de stukjes fruit en het aan elkaar vragen van de etenswaren die op tafel staan. Dit proces wordt waar nodig begeleid door de pedagogisch medewerksters . • We vinden het belangrijk dat er tijdens de maaltijd/ het fruit-eten een ontspannen en prettige sfeer is. We merken dat kinderen hierin contact zoeken met elkaar en dat er op informele wijze een groepsgesprek kan ontstaan. • We doen soms activiteiten met de hele groep maar er zijn ook momenten waarop we de groep opsplitsen in kleine groepjes. Op deze manier laten we de kinderen dan spelen of een activiteit doen. In kleiner groepsverband komen kinderen sneller aan de beurt en kunnen zichzelf makkelijker 11
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel
juli 2015
profileren. Deze groepjes kunnen bestaan uit vriendjes/vriendinnetjes maar ook uit kinderen die minder contact met elkaar hebben. Hiermee leren we kinderen met iedereen contact te hebben. Vaak verbetert hierdoor de omgang tussen kinderen en dat bevordert de algemene sfeer in de groep. • We leren de kinderen rekening met elkaar te houden en bijvoorbeeld op elkaar te wachten. Dit kan zijn voor het eten of bij het naar buiten te gaan. We eten pas als iedereen fruit heeft en gaan pas naar buiten als iedereen zijn jas en schoentjes aan heeft. Dit doen wij om het groepsgevoel te versterken en zo de sociale ontwikkeling te stimuleren. De kinderen voelen zich bij elkaar betrokken. • Door kinderen zelf hun conflicten op te laten lossen en onderling een compromis te laten sluiten proberen we de kinderen sociale vaardigheden te leren. Als de situatie er om vraagt wordt dit proces begeleidt door de pedagogisch medewerksters. Zij kan de kinderen helpen om het conflict op te lossen en hen daarmee de vaardigheden aanleren om dit in de toekomst makkelijke zelf te kunnen. • Als we merken dat een kind iets nog niet kan, vragen we de andere kinderen om te helpen. Bijvoorbeeld om een deur te openen, het pakken/aantrekken van kleding, het losmaken van knopen en het maken van puzzels. Door kinderen elkaar te laten helpen leren zij op een sociale manier de zelfstandigheid te ontwikkelen. Voorbeeld: Anna is niet lekker. Zij ligt op de bank. Haar vader is onderweg om haar op te halen. De andere kinderen zitten aan tafel om fruit te eten. De pedagogisch medewerker bespreekt met de andere kinderen dat Anna zich niet fijn voelt. Klaasje vind het zielig en wil een dekentje voor Anna pakken. Dit mag. Door dit met de andere kinderen te bespreken wordt de betrokkenheid en zorgzaamheid ten opzichte van elkaar bevorderd. Voorbeeld: Koos pakt de bal van Loekie af. Er ontstaat een conflict en beiden staan te schreeuwen en aan de bal te trekken. De leidster vraagt wat er gebeurd is en hoe we dat nu kunnen oplossen? Door met de kinderen te praten helpt de leidster de kinderen om zelf een oplossing te vinden. “Ik straks?” vraagt Koos. “Is dat goed Loekie?” “Goed”. Zo leren de kinderen zich in te leven in de ander en kunnen de kinderen de volgende keer makkelijker een conflict voorkomen.
De kans om zich waarden en normen eigen te maken, socialisatie
Waarden en normen, waardering en respect Alle pedagogisch medewerksters hebben hun eigen individuele waarden en normen, deze zijn op veel punten gelijk maar er zijn ook verschillen. Op de peuteropvang proberen we kinderen zoveel mogelijk gezamenlijke waarden en normen mee te geven. Deze zijn geformuleerd door gezamenlijk overleg en met elkaar te kijken welke waarden en normen algemeen geaccepteerd en belangrijk zijn. We zijn van mening dat het voor kinderen belangrijk is om het goede voorbeeld te krijgen, dit houdt in dat wij dat ook proberen te geven. Pedagogisch medewerksters hebben een belangrijke voorbeeldfunctie. • We vinden het belangrijk om bij binnenkomst en vertrek elkaar te groeten. • Wij wassen onze handen voor het eten, na het verschonen en na toiletbezoek. Ook de kinderen wassen hun handjes voor het eten, onder begeleiding van de pedagogisch medewerkers. • Regelmatig wordt de groep opgeruimd, meestal gebeurt dit voor het fruit eten. We betrekken de kinderen dagelijks bij het opruimen. 12
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel
juli 2015
• Aan tafel wordt er netjes gegeten en vertellen we kinderen dat het niet netjes is om met volle mond te praten, zodra je mond leeg is mag je wel praten aan tafel. • We leren kinderen een hand voor de mond te houden als ze niezen of hoesten. • Wanneer een kind iets wil, dan leren we het om daar rustig om te vragen • We leren kinderen om elkaar uit te laten praten en te luisteren naar wat de ander zegt. • We vieren verschillende (christelijke) feesten op een manier die past bij de leeftijd van de kinderen. • We leren kinderen dat ze geen spullen van elkaar mogen afpakken. Het kind wordt gestimuleerd om samen met de ander een oplossing te bedenken. • We leren de kinderen al van kleins af aan om behulpzaam naar elkaar toe te zijn. • De pedagogisch medewerkers van de peuteropvang straffen in principe niet; dat wil zeggen dat er geen methodes gebruikt worden om het kind een straf te geven. We gaan er van uit dat achter het gedrag van kinderen een oorzaak zit en die oorzaak kan meestal worden opgelost waardoor het kind weer positief verder kan. • We zijn van mening dat grenzen erg belangrijk zijn voor kinderen. Grenzen geven duidelijkheid en ook veiligheid. We benaderen kinderen zoveel mogelijk op dezelfde (natuurlijk op leeftijd gericht) manier. Zo spreken wij de jongste kinderen kort en duidelijk toe en gebruiken daarbij stem nuances en mimiek. We herhalen vaak dezelfde methode om een kind duidelijk te maken dat bepaald gedrag niet wenselijk is. Dit kan door een kind even apart te zetten en kort duidelijk toe te spreken, het hangt van de leeftijd af hoe lang dit duurt. We spreken kinderen altijd persoonlijk aan. Dit betekent dat we niet door de ruimte heen naar een kind roepen maar naar het kind toe lopen en zo veel mogelijk op ooghoogte met het kind communiceren. Goed gedrag wordt beloond en geprezen, minder wenselijk gedrag corrigeren we op een zo positief mogelijke manier. Soms kiezen we ervoor om niet wenselijk gedrag van kinderen te negeren, hierdoor is het soms mogelijk om een patroon te doorbreken. Mocht een kind in een bepaalde periode negatieve aandacht vragen dan leiden we het kind af met een activiteit of een stuk speelgoed en gaan niet steeds het negatieve gedrag benoemen. Door positieve dingen duidelijk te blijven benoemen hopen we het kind weer tot positief gedrag te kunnen aanzetten. • Door aan ouders te vragen een duidelijk afscheid te nemen en niet weg te gaan als het kind even de andere kant op kijkt geven we de kinderen gelegenheid tot afscheid nemen. Tijdens het afscheid vertellen we wat er gaat gebeuren en dat de ouder weer terug komt. Als het kind moet huilen wordt het door de groepsleiding getroost. Dit kan zijn door een knuffel, even op schoot, een speen of afgeleid worden met speelgoed. Tijdens het afscheid worden de gevoelens van het kind niet genegeerd en mag het kind best huilen. Door de gevoelens van het kind te benoemen en ze niet te negeren voelt het kind zich veilig en gewaardeerd. Voorbeeld: Jan van twee vindt het moeilijk om zich aan de regels van de groep te houden, en gaat steeds van tafel af. De pedagogisch medewerker probeert hem spelenderwijs duidelijk te maken hoe gezellig het aan tafel is en dat alle andere kindjes ook netjes aan tafel blijven zitten. Voorbeeld: Samen met de kinderen wordt er altijd weer opgeruimd. Respect voor het materiaal vinden we heel belangrijk. Er wordt dan een opdracht gegeven: “Wie weet waar de dieren horen?” of er wordt een “opruimlied” gezongen. Kinderen begrijpen dan heel goed dat alles terug moet op de eigen plek. Hoewel het natuurlijk ook kan dat een mooi bouwwerk de hele middag blijft staan.
13
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel
juli 2015
Hoofdstuk 3 Algemene middelen Groepsleiding De inzet van het aantal pedagogisch medewerk(st)ers wordt bepaald aan de hand van de leidster/kindratio. We werken met vaste leidsters op vaste dagen. De meeste pedagogisch medewerk(st)ers werken parttime. Alle pedagogisch medewerk(st)ers werkzaam bij Kinderdagverblijf CKO Krummel zijn in het bezit van een door de CAO Kinderopvang vastgestelde opleiding gericht op agogisch werk/kinderverzorging op MBO niveau (bijvoorbeeld SPW3-4). Verder zijn er dagelijks voldoende pedagogisch medewerk(st)ers aanwezig die in het bezit zijn van het EHBO diploma en een BHV (Bedrijfshulpverlening) opleiding waarvoor zij ieder jaar op herhaling gaan en opnieuw een examen afleggen. Om de kwaliteit van het ontwikkelingsgericht werken te waarborgen zijn er ook pedagogisch medewerkers met een hogere opleiding (HBO).Alle personeelsleden in dienst van CKO Krummel vallen onder de CAO kinderopvang. Daarnaast kan het zijn dat er stagiaires meewerken. Stagiaires die stage lopen bij ons verrichten alle handelingen onder begeleiding van de werkbegeleider op de groep en vallen onder de eindverantwoording van de gediplomeerde praktijkopleider. Stagiaires staan altijd boventallig. CKO Krummel heeft de intentie om ook de mogelijkheid te krijgen mensen op te leiden middels een BBL-traject. Deze medewerksters volgen een dag per week een opleiding en werken 3 dagen op de groep. Hierbij worden zij begeleid door een ervaren collega. De eerste periode staat de BBL‟er boventallig. Naar mate zij haar competenties bewijst zal zij steeds meer eigen verantwoordelijkheden krijgen, maar altijd onder toezicht van een gediplomeerde pedagogisch medewerker. Naast de vaste pedagogisch medewerksters worden indien nodig ook invalmedewerksters ingezet. Dit zijn gediplomeerde medewerkers. Hierbij proberen we altijd zoveel mogelijk dezelfde gezichten in te zetten. Naast de vaste pedagogisch medewerksters worden indien nodig (ziekte en verlof) ook invalmedewerksters ingezet. Hierbij proberen we altijd zoveel mogelijk dezelfde gezichten in te zetten. In de praktijk zijn dat nu de vaste vrijwilligers. Zij assisteren de vaste medewerker(s). Deze vrijwilligers zijn volledig bevoegd (MBO en HBO geschoold) en kunnen bij bijzondere omstandigheden ingezet worden. De vrijwilligers ondersteunen de pedagogisch medewerker met alle voorkomende werkzaamheden, ze verrichten hand- en spandiensten, helpen bij het inrichten van de ruimte(s) en zijn natuurlijk beschikbaar voor de kinderen. Ook vrijwilligers worden zo veel mogelijk ingezet op vaste dagen. Om het vier-ogenprincipe in de praktijk te kunnen brengen wordt gebruik gemaakt van vrijwilligers en/of stagiaires. De pedagogisch medewerker is in principe nooit alleen bij de peuteropvang.
Groepsindeling Krummel peuteropvang heeft 2 verticale groepen voor kinderen van 2 ½ – 4 jaar. Het is ons streven om een groep peuters samen te stellen die elkaar op maandag- en vrijdagmorgen ontmoeten en een groep voor de dinsdag- en donderdagmorgen. Indien noodzakelijk zal hier op verzoek van ouders of opvang van worden afgeweken. We streven naar vaste leidsters op vaste dagen, zodat kinderen zo veel mogelijk dezelfde leidsters hebben. In de vakantieperiode zijn er soms maar heel weinig kinderen. Ook pedagogisch medewerksters gaan in deze periode vaak op vakantie. Dan zullen er soms andere oplossingen gezocht worden. Ook wanneer er weinig kinderen zijn, kan het zijn dat de beide groepen worden samengevoegd. Te allen tijde moeten wij ons houden aan het kind- leidsterratio zoals beschreven in het convenant kinderopvang.
14
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel
juli 2015
Bij CKO Krummel is er een aparte knutselkamer die voor alle kinderen toegankelijk is (KDV , peuteropvang en BSO). Hier kunnen de kinderen elkaar ontmoeten en ook samen (creatief) bezig zijn. Wij vinden het belangrijk dat jongere en oudere kinderen (vaak broertjes/zusjes) elkaar tegen komen en met elkaar iets kunnen doen. Dit geeft een stukje veiligheid en vertrouwdheid binnen CKO Krummel. Extra VVE uren Mocht er extra opvanguren nodig zijn, dan kan bij de gemeente een beroep worden gedaan op vergoeding van de extra uren voor doelgroeppeuters. Binnenruimte De inrichting van de ruimte speelt een belangrijke rol in het stimuleren van de zelfstandigheid. Het kind moet uitgedaagd worden om op ontdekkingsreis te gaan. Er zijn verschillende hoekjes waar kinderen lekker kunnen spelen. Spelmateriaal wordt voor een deel op kindhoogte gezet. Ander speelgoed wat hoger staat mag altijd gevraagd worden. De pedagogisch medewerker biedt ook verschillend speelgoed aan. CKO Krummel heeft als extra speelruimte een grote hal. Deze worden voor bewegingsactiviteiten en verschillende speel- en spelmomenten gebruikt. Ook beschikt CKO Krummel over een aparte knutselkamer, waar kinderen vrij hun creatieve talenten kunnen ontwikkelen. Buitenruimte We maken gebruik van een ruime buitenruimte. Er is een zandbak en een glijbaan en een speelhuisje. Verder is er ruimte om lekker te fietsen, een spelletje te doen. Aan de muur hangt een krijtbord, zodat kinderen ook buiten creatief bezig kunnen zijn. In de buitenruimte willen we ook gebruik maken van natuurlijke materialen om kinderen uit te dagen creatief te zijn in hun spel. Denk hierbij aan een pad van boomstammen, een tunnel, maar ook een klein tuintje. Brengen en halen De kinderen kunnen worden gebracht tussen -- en -- uur en worden gehaald op de tijd die is afgesproken met de ouder(s). Ouders komen rustig binnen om de kinderen niet te storen in hun bezigheden. Omdat we een goede overdracht van het kind belangrijk vinden, willen we graag dat de kinderen ruim op tijd gebracht en gehaald worden, zodat de pedagogisch medewerkster (samen met het kind) verslag kan doen van de gebeurtenissen van de dag. Ouders kunnen rustig de overdracht naar de pedagogisch medewerkers doen, nog even voorlezen of een spelletje doen en afscheid nemen van hun kind. Als het kind speelgoed van thuis meeneemt kan de ouder dit samen met het kind in het eigen mandje leggen. Zo voorkomen we kleine onenigheden over speelgoed en kwijtraken van eigen speelgoed. Dagprogramma 2 ½ – 4 jaar 8.30 – 8.45 Brengmoment, tijd voor gesprek en spelen met peuter voor ouders/verzorgers. 8.45 – 8.50 Begroeting van alle kinderen en bidden 8.30-9.45 Vrij spelen. De kinderen mogen iets kiezen uit de kasten, spelen in de diverse hoeken of een knutselwerkje maken. 9.45-10.00 Tijd voor ontmoeting in de kring. We maken een kring en vertellen een( bijbel)verhaal of doen een thema-activiteit en zingen een liedje. 15
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel
juli 2015
10.00 - 10.15 Fruit eten en iets drinken 10.15-10.20 Verschoonronde en zindelijkheidstraining. 10.20-10.40 Activiteit n.a.v. het thema in de knutselruimte 10.40-11.15 Vrij spelen (binnen of buiten) 11.15-11.30 Samen opruimen en afscheid nemen
Wenprocedure Aan de basis van een goede ontwikkeling van een kind in de peuteropvang ligt de vertrouwensrelatie van het kind met de groep en de pedagogisch medewerkers. Het opbouwen van deze relatie kost tijd en energie. De rol van de ouders is hierin belangrijk omdat zij over de nodige informatie rondom hun kind beschikken. De eerste wendag vindt een week voor de plaatsingsdatum plaats. De eerste twee weken van de plaatsing moeten ouders beschikbaar zijn als hun kind aan het wennen is. De eerste dag zijn de ouders met hun kind in de groep, daarna is het belangrijk dat ouders indien nodig oproepbaar zijn. Hoewel de formele wenperiode twee weken duurt, is het uiteindelijke verloop van het wennen bij ieder kind verschillend. De pedagogisch medewerkers overleggen met de ouders en maken met hen individuele afspraken over het verloop van het wennen van hun kind. Zij houden hierbij rekening met de reacties van het kind en met de situatie van de ouders. Ouders worden voortdurend geïnformeerd over het verloop van de wenperiode van hun kind. Niet alleen als het goed gaat met een kind wordt dit aan de ouders verteld maar ook als een kind het moeilijk heeft gehad zullen de pedagogisch medewerkers dit open met de ouders bespreken. Samen met de ouders wordt bekeken hoe het kind zich veilig gaat voelen en hoe de wenperiode verloopt.
Thema’s Elk jaar wordt er een themajaarkalender gemaakt. In periodes van 4 á 5 weken worden allerlei activiteiten met de kinderen gedaan die hier verband mee houden. Een thema kan zijn Eet smakelijk, dit ben ik!, de jaargetijden en ook kerst, pasen en pinksteren. De thema‟s zijn een toevoeging op de dagelijkse activiteiten en zetten pedagogisch medewerkers en ouders aan tot het creatief nadenken en het verzinnen van niet alledaagse activiteiten. De kinderen beleven dit vaak als spannend en leren veel. De thema's sluiten aan bij de belevingswereld van kinderen. Ook wanneer er bijbelse thema's centraal staan sluiten deze aan bij de beleving en de leeftijd van kinderen. Overigens kunnen bijbelse (christelijke) aspecten ook binnen de algemene thema's naar voren komen.
Hoofdstuk 4 Het zorg dragen voor de kinderen
Voeding Voeding is een belangrijk onderdeel van de totale zorg voor het kind. Wij hebben op dit gebied een mede-opvoedende taak, daarom willen we gezonde en uitgebalanceerde voeding aanbieden. We vinden dit belangrijk omdat een kind in de groei is en omdat een goede maaltijd energie geeft en voor weerstand zorgt. 16
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel
juli 2015
Op de peuteropvang houden we rekening met speciale voedingswensen van ouders. Als een kind vanuit een levenswijze of wegens gezondheidsredenen bepaalde voeding niet eet, houden wij hier rekening mee. Uiteraard letten we ook op dat kinderen met een voedingsallergie de juiste voeding binnen krijgen. We vinden het belangrijk dat een kind ‘s morgens thuis ontbijt. Ook het drinken vinden we erg belangrijk. De kinderen van de peuteropvang nemen van huis fruit en drinken mee in een duidelijk van naam voorzien bakje of beker. We geven de kinderen van de kinderopvang melk, karnemelk, water, thee, roosvicee of diksap en fruit. Als wij of de ouders denken dat een kind onvoldoende voeding binnenkrijgt op een dag, overleggen pedagogisch medewerkers en ouders met elkaar en proberen zo te achterhalen wat de oorzaak hiervan kan zijn. Ook proberen we kinderen die slecht eten of drinken wat extra aandacht te geven tijdens het eten, of we bieden het kind op een later tijdstip nog iets aan. Eten kan een machtsmiddel worden voor een kind. Als het kind zich bewust is dat hij door middel van niet eten macht heeft over een pedagogisch medewerkster, proberen we dit patroon te doorbreken. Vaak kun je dit gedrag stoppen, juist door de strijd niet aan te gaan, maar voor afleiding te kiezen. Op feestdagen zoals Kerst, Pasen, Sinterklaas eten we iets extra feestelijks, bijv. pannenkoeken, poffertjes, krentenbolletjes of een cakeje.
Trakteren op de peuteropvang Trakteren mag bij feestelijke gelegenheden zoals bijv. een verjaardag, geboorte van een broertje of zusje of bij het afscheidsfeestje van een kind. Kinderen mogen zowel iets hartigs als iets zoets trakteren. We waarderen het als er op een feestelijke maar gezonde manier wordt getrakteerd. De traktatie mag niet te veel (een te grote hoeveelheid) zijn. Een grote hoeveelheid verhoogt de feestvreugde niet maar bederft wel de eetlust. Verder is het de bedoeling dat er alleen wordt getrakteerd op het dagverblijf en dat ouders geen zakjes snoep mee geven voor thuis. Kinderen die niet mogen snoepen (om welke reden dan ook) kunnen een trommeltje op het dagverblijf zetten, waarin iets zit dat het kind wel mag. Zo heeft het kind toch iets feestelijks en kan het ook meedoen in de feestvreugde. Traktatie voorbeeldlijst • Fruit • Worst of knakworstjes • Kaas • Rozijntjes • Cake je • Eierkoek • Popcorn • Ontbijtkoek / honingkoek • Speciale kinderkoekjes • Waterijsjes 17
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel
juli 2015
• Minikrentenbolletjes Let op kleurstoffen en E – toevoegingen
Hygiëne Waar kinderen samen komen vinden wij een goede hygiëne zeer belangrijk. Vooral zeer jonge kinderen zijn uiterst kwetsbaar voor besmettelijke virussen en bacteriële infecties. Het is niet mogelijk om besmettingen en epidemieën te voorkomen. Zowel een goede algemene als een persoonlijke hygiëne kan wel bijdragen aan het beperken hiervan. Dit houdt onder andere in dat de lichamelijke verzorging goed moet zijn. Vieze neuzen afvegen, op tijd verschonen en wassen. Niet alleen lichamelijke verzorging van de kinderen is belangrijk, ook de lichamelijke verzorging van de pedagogisch medewerkers. Na elke verschoning worden de handen goed gewassen. Daarnaast worden de groepen schoon gehouden. Dagelijks worden de ruimtes schoongemaakt en de medewerksters maken regelmatig de kasten, het speelgoed en het meubilair schoon. Daarnaast is het belangrijk dat de handen van de pedagogisch medewerkers worden gewassen met water en zeep: • voor het bereiden van voedsel • voor en na het eten • na gebruik van het toilet • na allerlei activiteiten zoals: buiten spelen, werken met zand, klei of verf • voor en na het verzorgen van wondjes Bij het verbinden van letsel wordt aangeraden door de GGD handschoenen te gebruiken. De kinderen moeten ook hun handen wassen (onder begeleiding) voor en na het eten, na het buiten spelen, na het toiletgebruik en na allerlei activiteiten. (zie protocollenmap)
Een ziek kind Het kan voorkomen dat uw kind ziek is en daardoor niet naar de opvang kan komen. Ook kan het gebeuren dat uw kind ziek wordt op de opvang. Hiervoor hebben wij een aantal regels. Als richtlijn voor deze regels hebben we gebruik gemaakt van de GGD-wijzer met kinderen, gezondheid en veiligheid voor kinderen van 0-4 jaar. Wij houden rekening met het belang van de kinderen, de ouders en de leidsters. Zieke kinderen vragen extra zorg en aandacht. Op een groep is dat niet altijd mogelijk. Bovendien zijn een aantal kinderziektes besmettelijk en kunnen hierdoor een risico vormen voor andere kinderen en de leidsters. Wanneer een kind in de groep ziek wordt en koorts (38 of hoger) heeft zal het een half uurtje erna nog een keer getemperatuurd worden. Blijkt het wederom te hoog dan neemt de leidster contact op met de ouders. Zij zal dan met u overleggen. De leidster kan vragen om uw kind op te halen. Besmettelijke ziektes (koorts, braken, diarree, of huiduitslag) moeten altijd aan de leidster door worden gegeven. Als een kind verhoging heeft mag het wel naar de opvang komen maar moeten de ouders er rekening mee houden dat ze gebeld kunnen worden om het kind toch weer op te komen halen. Er moet dus iemand bereikbaar zijn. Een kind moet opgehaald worden als de verzorging te intensief is of het kind niet deel kan nemen aan het dagprogramma. Als een kind de gezondheid van andere kinderen in gevaar brengt of hoge koorts heeft moet het kind ook opgehaald worden.
18
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel
juli 2015
De leidsters overleggen altijd met de ouder en houden de ouder op de hoogte van de gezondheid van het kind. Medicijngebruik Bij medicijngebruik altijd een medicijn verstrekkingsverklaring getekend worden. De verklaring is op de locatie aanwezig. Zorgkind Kinderen worden regelmatig geobserveerd en besproken. De leidsters kijken tijdens de gehele dag en bij de activiteiten goed naar de ontwikkeling van het kind. Bij een oudergesprek worden deze observaties met de ouder besproken, maar ook tijdens de overdracht aan het einde van de dag wordt er veel vertelt. Tijdens een peuteroverleg worden opvallende kinderen besproken. Bij zorgen over een ontwikkelingsachterstand hanteren wij een stappenplan opvallende kinderen. Alles gaat altijd in overleg met de ouder. Als een kind een beetje extra hulp nodig heeft kunnen wij, na toestemming van de ouders, hulp vragen aan externe hulporganisaties zoals bijvoorbeeld het JGZ. Scheiden Bij een scheiding kiezen wij geen partij maar gaan wij voor het belang van het kind. Overlijden Het overlijden van iemand, een kind, ouder, collega, broertje of zusje is altijd een heel ingrijpende gebeurtenis. Het protocol overlijden bevat richtlijnen hoe te handelen als wij een bericht van overlijden krijgen. Dit protocol is terug te vinden in de map op de groep. Veiligheid Jaarlijks vullen we bij CKO Krummel een risico-inventarisatie is. Deze ingevulde versie ligt ter inzage op kantoor. Uit een risico-inventarisatie komt een actieplan voort. Deze acties zullen wij zo spoedig mogelijk uitvoeren. Een keer per jaar volgt er een veiligheidsverslag. Hierin valt een samenvatting te lezen van alle acties die wij uitgevoerd hebben. Deze ligt ter inzage in de oudermap. Om de veiligheid van de kinderen te waarborgen gelden er voor dagverblijven verschillende regels. Naast het zelf nalopen van onveilige situaties worden de dagverblijven jaarlijks gecontroleerd door de inspectie. Zij kijken naar de staat van het dagverblijf maar letten ook op specifieke plekken en mogelijk gevaarlijke situaties. Het GGD verslag ligt ter inzage in de oudermap. Dagelijks is er voldoende gediplomeerd personeel aanwezig om de veiligheid van de kinderen te waarborgen. Met elkaar wordt erop gelet dat kinderen veilig kunnen spelen. De locaties voldoen aan verschillende veiligheidseisen zoals traphekjes, deurstrips, afgeschermde kachels en veilig speelgoed. Ook letten we erop dat er geen giftige planten in de tuin staan en dat de buitenspeelplaats geen gevaarlijke toestellen bevat. Al deze zaken dragen bij aan het vergroten van de veiligheid voor de kinderen. Iedereen bij Krummel zet zich in voor de veiligheid binnen het kinderdagverblijf. Toch moeten we reëel blijven, een ongelukje kan altijd gebeuren. Alle pedagogisch medewerk(st)ers weten hoe te handelen bij ongelukjes en er zijn dagelijks voldoende pedagogisch medewerk(st)ers aanwezig die in het bezit zijn van een EHBO diploma. Alle ongevallen worden geregistreerd. Ook zijn er gecertificeerde BHV‟ers op de locatie aanwezig. De brandweer helpt ons bij de controle van de brandveiligheid. De brandweer controleert ook of het pand brandveilig is, er genoeg vluchtwegen zijn en deze goed zijn aangegeven, er genoeg brandblusapparaten aanwezig zijn. De brandblusapparaten worden 1 x per jaar gecontroleerd.
19
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel
juli 2015
Ook controleren en testen zij de brandmeldinstallatie. Alle controles worden vastgelegd in het BMIlogboek wat voor de ouders inzichtelijk is in de gang. Van een ontruimingsoefening wordt een verslag gemaakt en deze is terug te vinden in het brandweerlogboek op de gang. In het brandweerlogboek is ook ons ontruimingsplan terug te vinden. In eerste instantie is de directeur van CKO Krummel altijd het eerste aanspreekpunt bij ongelukjes of calamiteiten. Mocht deze niet aanwezig zijn ivm bijvoorbeeld vakantie, dan is de aanwezige pedagogisch medewerker het aanspreekpunt. Bij calamiteiten kunnen we ook altijd terugvallen op de achterwacht. Hinke Minnema 0512-352571 (tevens pedagogisch medewerker) Jelly Bergsma 0511-542386 Boukje Rauwerda 0511-542889 Deze mensen wonen dichtbij CKO Krummel en kunnen in zeer korte tijd aanwezig zijn om de kinderen verder te begeleiden. Zo kan de pedagogisch medewerker de hulpdiensten opvangen.
Kindermishandeling Bij een vermoeden van kindermishandeling wordt het protocol “Meldcode Kindermishandeling” gevolgd. Deze ligt ter inzage in de protocollenmap.
Hoofdstuk 5 De samenwerking met ouders Aan de samenwerking tussen ouder en het dagverblijf hechten we veel waarde. We zorgen ervoor dat de informatiestroom naar de ouders toe helder is. Uitgangspunt hierbij is steeds een open houding. Gedurende een vast aantal dagen per week dragen ouders de zorg voor hun kind over aan de groepsleiding van CKO Krummel. We bieden de kinderen liefde en warmte net zoals ze die naar onze beleving thuis ook krijgen. Het is immers belangrijk voor kinderen dat ze voelen dat er van ze wordt gehouden, dat ze geknuffeld worden en dat er plezier met ze wordt gemaakt. De omgang met de kinderen thuis en op het dagverblijf moet vloeiend in elkaar kunnen overgaan zodat kinderen en ouders zich veilig en prettig voelen binnen de sfeer van het dagverblijf. We hebben vele manieren om ouders goed op de hoogte te houden van alle gebeurtenissen . Denk hier bij aan haal en brengmomenten, overdracht, oudergesprekken en de nieuwsbrief. Uiteraard houden wij altijd rekening met ieders privacy.
Intake en wennen Het eerste contact tussen de opvang en de ouders is meestal telefonisch of via de mail. Zodra een kind geplaatst wordt neemt de directeur contact op met de ouders om een intake-afspraak te maken. Het intakegesprek is er vooral op gericht om informatie te geven over de huisregels, protocollen, de groep en het wennen. Daarnaast wil de groepsleiding zoveel mogelijk informatie verzamelen over het nieuwe kind. Vooral eet en slaapgewoonte zijn belangrijk (bij kinderen van 0 tot 4 jaar), maar ook het karakter van het kind en de manier waarop ouders met het kind omgaan zijn belangrijk om het kind te helpen met wennen. In de wenweken is er veel contact tussen ouders en pedagogisch medewerkers. Dit is prettig omdat er op deze manier een band ontstaat en er informatie over het kind kan worden uitgewisseld. In deze periode raken het kind en de ouder langzaam vertrouwd met het dagverblijf en krijgt de ouder 20
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel
juli 2015
inzicht in de dagelijkse gang van zaken. De pedagogisch medewerkster is in de gelegenheid om de omgang met het kind af te stemmen met de ouder op de thuissituatie waardoor voor het kind de optimale voorwaarden worden geschapen om een plekje binnen de groep te vinden. Mentor Alle medewerksters op de groep kennen alle kinderen en zijn bij alle kinderen betrokken. Alle kinderen hebben een mentor. Dit zal vooral in het begin van het bestaan van de peuteropvang de directeur/houder zijn. De mentor doet de oudergesprekken en observeert haar mentorkinderen minimaal een keer per jaar zeer uitgebreid. Wanneer er een aanleiding voor is kan dit vaker gebeuren. Deze observaties worden gebruikt bij het voeren van een jaarlijks oudergesprek. De taken van de mentor zijn: • Het voeren van de oudergesprekken bij een intake • Het voeren van eindgesprek met de ouders • Het voeren van de jaarlijkse ontwikkelingsgesprekken • Eerste aanspreekpunt voor de ouders in verband met het kind (indien zij aanwezig is) • Eerste aanspreekpunt voor de ouders in verband met eventuele klachten • Houdt de mappen bij van de mentorkinderen • Maakt observaties en verslagen van het kind • Verzorgt de administratie van dit kind, formulier voor invallers e.d.
De oudercommissie CKO Krummel heeft een actieve oudercommissie. Zij behartigen de belangen van de ouders en hebben een adviserende rol. Het reglement Oudercommissie en het huishoudelijk reglement van de oudercommissie zijn terug te vinden in de oudermap. Ouderavonden Een tot twee keer per jaar wordt er een ouderavond georganiseerd. Dit kan door de oudercommissie gebeuren maar ook door de het team van CKO Krummel. De onderwerpen zijn uiteenlopend en spelen vaak in op de behoefte van de ouders op dat moment. Naast ouders zijn ook pedagogisch medewerkers en de leidinggevende aanwezig. Klachtenprocedure Het is voor ouders, maar ook voor CKO Krummel, belangrijk dat we allemaal tevreden zijn. Toch kan het gebeuren dat u het niet geheel eens bent met de gang van zaken. CKO Krummel is aangesloten bij de SKK: Stichting Klachtencommissie kinderopvang. Ouders kunnen ten allen tijde hun klacht met hen bespreken. Dit kan rechtstreeks, zonder tussenkomst van CKO Krummel. Zij zullen onafhankelijk naar de klacht kijken en samen tot een oplossing proberen te komen. Zie voor meer informatie en de adresgegevens op de website. CKO Krummel is nog bezig om een klachtenregeling op papier te zetten. Natuurlijk vinden wij het fijn dat een klacht eerst met ons besproken wordt, zodat we samen tot een oplossing kunnen komen.
21
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel
juli 2015
Vierogenprincipe Om de veiligheid van kinderen maar ook de kwaliteit van opvang te garanderen is het van belang dat pedagogisch medewerkers zo min mogelijk voorspelbaar lang met een kind alleen zijn. Om dit te voorkomen heeft de commissie Gunning de term ‟vierogenprincipe‟ geïntroduceerd. Hierbij gaat het er niet om om letterlijk altijd 2 paar ogen op de groep te hebben. Het gaat om een situatie waarin sprake is van optimale sociale controle en transparantie, zoals zien & horen vanuit een aanliggende groep door “open deuren”. In onze dagelijkse praktijk is dit mogelijk door het inzetten van stagiaires als extra medewerker op de groepen en doordat er altijd andere mensen in het gebouw aanwezig zijn. Er is zo ook altijd een achterwacht, mocht er een calamiteit zijn. Bijv. wanneer een leidster onverwacht met een kind naar de huisarts moet. We werken „open‟ dus collega‟s, kinderen en ouders kunnen elkaar zien en horen. Deze transparantie is belangrijk en zien we bijvoorbeeld ook terug in onze open cultuur. Wij hechten meer waarde aan onderlinge sociale controle en dat collega‟s elkaar aanspreken op gedrag. Open cultuur Bij Krummel is sprake van een open cultuur, medewerkers spreken elkaar aan en praten erover als ze bijvoorbeeld knelpunten signaleren, met elkaar of met de locatiemanager. Medewerkers kunnen altijd terecht bij de directeur met vragen en opmerkingen en als het nodig is wordt er een extra overleg ingepland. Bij jaargesprekken wordt er onder andere gepraat over de samenwerking, hoe gaat het tussen de collega‟s, geven ze elkaar feedback en waar kan het beter, zijn jullie tevreden over elkaar. Als voorbereiding op het jaargesprek vullen zij een competentie formulier in over elkaar. Er zijn gesprekken over de ontwikkeling van de kinderen, er is een overdracht en ouders kunnen altijd bij de medewerkers en locatiemanager terecht met vragen en opmerkingen. We houden door middel van een nieuwsbrief jullie op de hoogte van de ontwikkelingen op de locatie. Als jullie ongerust zijn over bijvoorbeeld signalen van hun kind, is dit altijd bespreekbaar. Op onze locatie wordt op de volgende manier aandacht besteed aan informeren van het team en signalen herkennen: opvallende kinderen worden besproken bij een werkoverleg. Waar nodig wordt een plan van aanpak gemaakt voor een opvallend kind. Inval Indien noodzakelijk wordt inval ingezet, maar er wordt eerst gekeken naar een interne oplossing. Eigen invalkrachten maken deel uit van team en worden als vaste medewerkers beschouwd. Uitzendkrachten en onbekende invalkrachten zijn niet alleen in het pand en worden niet alleen op een groep ingeroosterd. Bij pauzes en werkoverleg wordt gekeken naar de beste oplossing, bijv. samenvoegen van groepen, zodat de onbekende invaller/uitzendkracht niet alleen op de groep staat en regelmatig kijken/vragen of inval hulp nodig heeft. We informeren ouders als we weten dat er een invaller komt. Indien inval niet of minder lang nodig is, wordt de aanvraag één dag van tevoren aangepast. Indien dit onverwacht het geval is, wordt in het team gekeken wie kan compenseren of uitgeleend kan worden. De inval wordt altijd welkom geheten, voorzien van koffie/thee en een nieuwe inval krijgt een korte rondleiding en andere instructies (ontruimen, afsluiten, hygiëne, overdracht, voorstellen aan ouders, verschoon/eet en slaapmomenten en afspraken hierover, etc). BOL Stagiaires BOL Stagiaires staan in principe niet alleen op de groep. Op basis van hun beoordelingen en hun stage duur (bijv. 2 en 3 jaars) kunnen we besluiten om hen incidenteel in te zetten voor calamiteiten, werkoverleggen en vakanties. 22
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel
juli 2015
Slotwoord Wij hopen dat u door dit werkplan een goed beeld hebben gekregen van de manier waarop wij werken bij CKO Krummel en hoe wij de opvoedingsdoelen uit het pedagogisch beleid in de praktijk brengen. Het team van CKO Krummel staat iedere dag klaar voor alle kinderen en doet dit met veel plezier, inzet en betrokkenheid. Ons uitgangspunt is een positieve benadering van de kinderen. Zij moeten zich prettig voelen, plezier hebben en denken: „Hoera ik ga vandaag spelen bij Krummel!' Dit werkplan is een leidraad maar geen statisch plan. We zullen het regelmatig evalueren en zo nodig aanpassen.
23
Pedagogisch werkplan Peuteropvang CKO Krummel
juli 2015