OPLEIDING VERZORGENDE-IG OPDRACHTENBOEK Fase: Startbekwaam KD 2009-2010
Beroepstaak B Startbekwaam Beroepstaak C Startbekwaam Beroepstaak D Startbekwaam Beroepstaak E Startbekwaam
Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2011-2012 Versie 2 Naam student: ……………………
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
2
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Inhoudsopgave Blz. 5
Inleiding Instructie feedbackformulier
7
Begrippenlijst
8
Leerlijn
10
Beroepstaak B Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg -Startbekwaam Beroepsopdracht (praktijk) Feedbackformulier Ondersteuningsmagazijn school/praktijk
13 15 25
Beroepstaak C Begeleiden - Startbekwaam Beroepsopdracht (praktijk) Feedbackformulier Ondersteuningsmagazijn school/praktijk
47 49 57
Beroepstaak D Verpleegtechnische vaardigheden - Startbekwaam Beroepsopdracht (praktijk) Feedbackformulier Ondersteuningsmagazijn school/praktijk Ondersteuningsmagazijn praktijk en praktijkactiviteiten Beoordelingsformulier en overzichtslijsten
81 83 87 117 135
Beroepstaak E Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken -Startbekwaam Beroepsopdracht (praktijk) Feedbackformulier Ondersteuningsmagazijn school Ondersteuningsmagazijn praktijk en praktijkactiviteiten
143 145 149 167
Toetsen
Albeda College Branche Gezondheidszorg
3
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
4
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Inleiding In deze inleiding krijg je uitleg over de beroepsopdrachten in de startbekwame fase. Na de inleiding vind je een begrippenlijst met de woorden die misschien nog onbekend voor je zijn en die voorkomen in dit opdrachtenboek. In dit opdrachtenboek zijn de beroepsopdrachten met de beoordelingscriteria opgenomen die je gaat doen in de startbekwame fase: De beroepsopdrachten zijn toetsen die bepalen of je de werkprocessen en de competenties die behoren bij het beroep van verzorgende op startbekwaam kunt uitvoeren. De beroepsopdrachten voer je uit in de praktijk. Je kunt de beroepsopdrachten uitvoeren wanneer je voldoende kennis, vaardigheden en houdingaspecten bezit. Bepaalde kennis, vaardigheden of houdingaspecten heb je misschien al, maar je zult ook onderdelen moeten leren. Dit kunnen onderdelen zijn die je op school leert, maar ook onderdelen die je je in de praktijk eigen moet maken. De activiteiten die je kunt doen staan in het ondersteuningsmagazijn. De activiteiten zijn zowel op school als in de praktijk De activiteiten zijn terug te vinden op het Albeda Portaal en ze staan in dit opdrachtenboek. Je plant de activiteiten door vooraf een PAP te maken. Met je docent bespreek je welke activiteiten je op school gaat doen en met je praktijkopleider of werkbegeleider bespreek je welke activiteiten je in de praktijk gaat doen. Tijdens het maken van de activiteiten op school ben je in de gelegenheid vragen te stellen aan de docent over het thema waar je mee bezig bent. De uitgevoerde activiteiten teken je af in het ondersteuningsmagazijn bij het thema door de datum in te vullen waarop je de activiteit hebt gedaan. Als je het minimale aantal activiteiten hebt gedaan en je vindt dat je de doelstelling van het thema hebt behaald kun je naar je docent gaan. Laat je bewijslast zien en je kunt een paraaf van je docent vragen voor de activiteiten op school en van je werkbegeleider voor de activiteiten in de praktijk. Met je docent spreek je van te voren af of dit voor jou verplicht is of niet. In het toetsmagazijn staan testen, waarmee je kunt testen of je voldoende kennis, vaardigheden en houdingsaspecten bezit om de beroepsopdracht uit te voeren. Welke testen je doet bepaal je met je docent. De bewijzen van wat je hebt gedaan bewaar je in je portfolio. Je portfolio begint met je POP/PAP. In je POP maak je een beschrijving voor een langere periode, waarin je beschrijft waaraan je de komende periode gaat werken. (beroepstaken, Nederlands, rekenen, burgerschap). Daarnaast beschrijf je aan welke beroepscompetenties je wilt gaan werken en welke persoonlijke leerdoelen je daarbij hebt geformuleerd. Je POP ontwikkelt zich gedurende de opleiding, het is een groeidocument. In je PAP beschrijf je concreet welke activiteiten (activiteiten, workshops, praktijkactiviteiten enz.) je gaat ondernemen om aan de beroepsopdrachten te kunnen voldoen. De SLB-er begeleid je onder andere bij het leerproces en het samenstellen van je portfolio. In het begin zal de SLB-er je hierbij meer ondersteunen dan later in de opleiding. De SLB-er heeft regelmatig een gesprek met je om de voortgang van de opleiding te bespreken.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
5
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
De assessor waardeert op de ijkmomenten je portfolio en geeft advies aan de subexamencommissie of je je voldoende hebt ontwikkeld om verder te mogen gaan met de opleiding. Het ijkmoment is een belangrijk moment in de opleiding. Het is een go/ no go moment. Voor jou is het dan ook van groot belang dat je weet wat er van je verwacht wordt. Een volledig overzicht van de ijkmomenten en de eisen waaraan je op dat moment moet voldoen, vind je in de studiehandleiding en in het onderdeel portfolio. Per ijkmoment wordt er een uitgebreid overzicht gegeven van de onderdelen waarop de assessor je waardeert. Gebruik dit dus bij het verzamelen van je bewijzen. Achter in het opdrachtenboek vind je het onderdeel toetsen. Hierin staan de beroepsopdrachten met een instructie voor jou en voor je beoordelaar. Verder bevat dit onderdeel een planningsformulier en het beoordelingsformulier. Als laatste zit de proeve van bekwaamheid in dit opdrachtenboek. In overleg met je docent bepaal je wanneer je de casustoets maakt en met je SLB-er, werkbegeleider of praktijkopleider bepaal je wanneer je de beroepsopdracht van de andere beroepstaken uit kan gaan voeren. De tijd die je nodig hebt om aan deze beroepstaken op het niveau van de startbekwame student te werken is afhankelijk van je eigen studietempo. De richtlijn voor deze opdrachten is een schooljaar (5 tot 8 school terug kom weken) Wanneer je de casustoetsen en de beroepsopdrachten hebt afgerond doe je de proeve van bekwaamheid. Dit is de afronding van je opleiding tot verzorgende.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
6
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
INSTRUCTIE FEEDBACKFORMULIER INLEIDING Tijdens het leren kun je een beroepsopdracht, of onderdelen daarvan, meerdere keren uitvoeren. Op die manier kun je feedback verzamelen, zodat je het uitvoeren van de opdracht steeds verder kunt verbeteren. Instructie voor de student Er zijn verschillende mogelijkheden om het feedbackformulier te gebruiken. Enkele suggesties: - Probeer een goed beeld te krijgen van de competenties en werkprocessen waarvan men verwacht dat je die laat zien. Praat erover met collega’s, met je werkbegeleider enz. Let op hoe anderen het werk uitvoeren en wat jij daarvan kan leren. - Ga na welke competenties je al goed beheerst en met welke competenties je nog moeite hebt. Vraag werkbegeleiders om je op die onderdelen waar je nog moeite mee hebt (competenties/prestatie-indicatoren), feedback te geven. Dit kan door middel van een gesprek, een gerichte observatie enz. - Voer de opdracht meerdere keren uit en vraag verschillende werkbegeleiders het feedbackformulier in te vullen. Bespreek de uitkomsten met je eigen werkbegeleider. - Kruis een paar competenties/werkprocessen aan waar je extra aandacht aan wil schenken. Beschrijf zelf hoe je vindt dat je deze uitvoert en vergelijk je eigen mening met die van collega’s. - Zorg ervoor dat je voldoende feedback hebt verzameld en voeg de formulieren als bewijslast toe aan je portfolio. Gebruik de formulieren in gesprekken met je SLB-er. Zorg er wel steeds voor dat datum, naam en paraaf van de werkbegeleider op het formulier staan. Instructie voor de werkbegeleider Er zijn verschillende mogelijkheden om het feedbackformulier te gebruiken. Enkele suggesties: - Samen met de student bekijkt u de inhoud van de opdracht en neemt u de werkprocessen, de competenties en prestatie-indicatoren door. Samen vormt u zich een beeld van wat er verwacht wordt van de student en de betekenis daarvan voor uw praktijksituatie. - Samen met de student neemt u het feedbackformulier door. De student vertelt wat zij/hij daarin moeilijk vindt en wat juist goed gaat. U vertelt de student wat uw bevindingen zijn. Dit gesprek levert informatie op voor het leren en begeleiden van de student. Er kan een keuze gemaakt worden om de komende tijd extra aandacht te besteden aan bepaalde werkprocessen/competenties. - U vindt dat de student al veel heeft geoefend met onderdelen van de beroepstaak. Volgens u is de student in staat de totale zorg voor bijv. één zorgvrager uit te voeren. U gebruikt het feedbackformulier om de student van informatie te voorzien over haar/zijn handelen - U vindt dat de student voldoende heeft geleerd om de opdracht uit te voeren en met behulp van feedback haar/zijn handelen te verbeteren. U maakt een planning met de student welke zorgvragers zij/hij gaat verzorgen en wanneer. U gebruikt het feedbackformulier om de student van feedback te voorzien. NB: Bij het geven van feedback is het van belang dat u het gedrag van de student altijd bekijkt in het totaal van de opdracht en de werkprocessen. Gebruik hiervoor naast de opdracht altijd het overzicht van de werkprocessen, competenties en prestatie-indicatoren
Albeda College Branche Gezondheidszorg
7
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Begrippenlijst Om dit opdrachtenboek goed te kunnen lezen worden eerst begrippen uitgelegd die gebruikt worden. Begrip Assessor
Uitleg Waardeert op de ijkmomenten het portfolio en geeft advies aan de subexamencommissie of de student verder mag gaan met de opleiding.
Beroepsopdracht
Een beroepstaak die een student uitvoert op het niveau van beginner, gevorderd en/of startbekwaam niveau. Deze opdracht meet het niveau van de student en kan in de praktijk of op school worden afgenomen. Dit staat omschreven in de opdracht.
Beroepsproduct
Een door de beroepsbeoefenaar te leveren dienst (immaterieel) of product (materieel) in de context van het beroep.
Beroepstaak
Een beroepstaak is herkenbare taak / onderdeel in het werk (beroep) en bevat een cluster van werkprocessen uit het kwalificatiedossier.
BPV
Beroepspraktijkvorming (praktijk/stage)
Casustoets
Een toets waarmee gemeten wordt of studenten in staat zijn om voor de beroepstaak specifieke kennis en inzicht in te zetten om specifieke problemen binnen die beroepstaak te analyseren en op te lossen.
Competentie
Een vermogen dat kennis (wat je moet weten), houding (gedrag) en vaardigheden (wat je moet kunnen uitvoeren) omvat, om in een concrete beroepssituatie doelen te kunnen bereiken.
Feedbackinstrumenten
Instrumenten die vanuit verschillende invalshoeken feedback geven aan de student zoals een zelftest of observatielijst.
IJkmoment
Moment waarop vastgesteld wordt waar de student zich bevindt in het leerproces en of hij/zij verder mag gaan: go/no go.
Kwalificatiedossier
Beschrijft wat de student aan het einde van de opleiding moet kennen en kunnen.
Laagcomplexe zorgvrager
Een zorgvrager die eenvoudige persoonlijke basiszorg nodig heeft (indicatie zorgzwaartepakket 4-5)
Albeda College Branche Gezondheidszorg
8
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Begrip Ondersteuningsmagazijn
Uitleg Een gestructureerde verzameling van middelen om het leren van de student te ondersteunen zowel op school als in de praktijk.
PAP
Persoonlijk Activiteiten Plan
POP
Persoonlijk Ontwikkel Plan
Portfolio
Een map met bewijzen die laat zien hoe ver de student is in de opleiding
Prestatie-indicatoren
Indicatie om te bepalen of het gewenste resultaat van de opdracht is behaald. Deze zijn beschreven in het kwalificatiedossier.
Studieloopbaanbegeleider (SLB-er)
De student krijgt tijdens zijn opleiding begeleiding van een SLB-er. Deze begeleiding betreft het leerproces en de loopbaan van de student.
Thema
Een onderdeel van het ondersteuningsmagazijn.
Toetsmagazijn
Een gestructureerde verzameling van feedback instrumenten. Is bedoeld als evaluatie-instrument om te kunnen bekijken hoe ver iemand op een bepaald moment is.
Werkproces
Beschrijving van activiteiten die van een beroepsbeoefenaar verwacht worden. Deze zijn beschreven in het kwalificatiedossier.
Zorgsetting
Een organisatie waar zorg wordt verleend: verpleeghuis/verzorgingshuis/thuiszorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en kraamzorg
Albeda College Branche Gezondheidszorg
9
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Overzicht periodes en ijkmomenten Verzorgende-IG Startbekwame fase Periode 1
Periode 2
Beroepstaken Kennis/vaardigheden/houding B: Verpleegkundige basiszorg B1: Plannen van zorg B1: Plannen van zorg B2: Basiszorg B2: Basiszorg B3: Crisissituaties B3: Crisissituaties C1: Voorlichting, advies en instructie C1: Voorlichting, advies en instructie C: Begeleiding C2: Psychosociale begeleiding C2: Psychosociale begeleiding C3: Groepsbegeleiding C3: Groepsbegeleiding
D: Verpleegtechnische handelingen
E: Organisatie en beroepsgebonden taken
Werkprocessen
Competenties Toetsing
Periode 4
B1: Plannen van zorg B2: Basiszorg B3: Crisissituaties C1: Voorlichting, advies en instructie C2: Psychosociale begeleiding C3: Groepsbegeleiding
Proeve van bekwaamheid
D1: Voorbehouden handelingen D1: Voorbehouden handelingen D1: Voorbehouden handelingen D2: Verpleegtechnische handelingen D2: Verpleegtechnische handelingen D2: Verpleegtechnische handelingen D3: Verpleegtechnische handelingen D3: Verpleegtechnische handelingen D3: Verpleegtechnische handelingen met keuze met keuze met keuze E1-3: Opname, ontslag en overdrachtE1-3: Opname, ontslag en overdracht E1-3: Opname, ontslag en overdracht E4: Werkbegeleiding E4: Werkbegeleiding E4: Werkbegeleiding E5: Klinische les E5: Klinische les E5: Klinische les E6: Overleg E6: Overleg E6: Overleg E7: Kwaliteitszorg E7: Kwaliteitszorg E7: Kwaliteitszorg 1.1,1.2,1.3,1.5,1.6,1.7,1.8,1.9 1.1,1.2,1.3,1.5,1.6,1.7,1.8,1.9 1.1,1.2,1.3,1.5,1.6,1.7,1.8,1.9 2.1,2.2,2.3,2.4,2.5 2.1,2.2,2.3,2.4,2.5 2.1,2.2,2.3,2.4,2.5 3.1,3.2,3.3,3.4 3.1,3.2,3.3,3.4 3.1,3.2,3.3,3.4 A,B,C,D,E,F,G,H,I,J,K,L,M,N,P,Q, A,B,C,D,E,F,G,H,I,J,K,L,M,N,P,Q, A,B,C,D,E,F,G,H,I,J,K,L,M,N,P,Q, S,T,U,V,X, S,T,U,V,X, S,T,U,V,X, Beroepsopdracht E gevorderd Beroepsopdracht B startbekwaam Beroepsopdracht C startbekwaam Beroepsopdracht D startbekwaam Beroepsopdracht E startbekwaam Casustoets E gevorderd
IJkmoment
Periode 3
Beroepstaak A Beroepstaak B Beroepstaak C Beroepstaak D Beroepstaak E
1.1,1.9 2.5 3.2, 3.3 A,D,H,G,H,I,J,K,MR,S,T,V,X
Casustoets D startbekwaam Casustoets E startbekwaam
Casustoets B startbekwaam Casustoets C startbekwaam
Eindtoets Engels Taal niveau toets (TNT) Reken niveau toets (RNT) 6: 74-114 weken
Eindtoets Nederlands 2F/3F Eindtoets Rekenen 2F/3F 7: 86-130
Instellingsexamen Nederlands
Kun je de opleiding vervolgen? Aanwezigheid Beroepshouding Beroepsopdrachten Casustoetsen Competentiegroei Nederlands/Rekenen Beoordeling werkgever (indien aanwezig)
Kun je de proeve uitvoeren? Aanwezigheid Beroepshouding Beroepsopdrachten Casustoetsen Competentiegroei Nederlands/Rekenen Beoordeling werkgever (indien aanwezig)
Ben je geslaagd? Afronding proeve
Albeda College Branche Gezondheidszorg
8: 90-140
10
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Verzorgende-IG Startbekwaam Beroepstaak B Let op: Volgorde en inhoud van onderwerp kan Oudere zorgvrager kan wisselend zijn Ondervoeding (zie inleiding) Preventie
Palliatieve zorg Complementaire zorg Keuze
Verstandelijk gehandicapte zorgvrager Medicatieverstrekking Verschilllende disciplines
Keuze
Thuis blijven wonen ZZP Keuze
Chronisch zieke, revaliderende en lichamelijk gehandicapte zorgvrager: Medicatieverstrekking Verschilllende disciplines
Thuis blijven wonen ZZP Keuze Beroepstaak C Let op: Volgorde en inhoud van onderwerp kan Oudere zorgvrager wisselend zijn Authenciteit binnen de zorg (zie inleiding) Invloeden van ouderdomsgebreken Omgaan met macht
Omgaan met probleemgedrag Ouderenmishandeling Keuze
Psychiatrische en psychogeriatrische zorgvrager Kraamzorg Middelen en maatregelen Borstvoeding Probleemgedrag Kraamvrouw thuis na keizersnee Keuze Keuze
Chronisch zieke, revaliderende en lichamelijk gehandicapte zorgvrager: De mens achter de ziekte Je thuis voelen Therapietrouw Zinvolle dagbesteding Palliatieve zorg Mantelzorg
Psychiatrische en psychogeriatrische zv Communiseren met psychogeriatrische zorgvragers Sociale contacten onderhouden Analyseren van communicatie Verstandelijk gehandicapte zorgvrager Je thuis voelen Sociale contacten onderhouden Seksuele voorlichting
D: Verpleegtechnische vaardigheden
D1: Voorbehouden handelingen D2: Verpleegtechnische handelingen D3: Verpleegtechnische handelingen met keuze
E: Organisatie en professie gebonden taken: E1: Opname E2: Ontslag E3: Overplaatsing E4: Werkbegeleiding E5: Klinische les E6: Overleg E7: Kwaliteitsverbeterlan Nederlands Rekenen Engels Studieloopbaan
Praktijk
D1 Injecteren (subcutaan en intramusculair) Maagsonde inbrengen Katheteriseren van de blaas bij vrouwen Kateteriseren van de blaas bij mannen
Zorgleefplan
D2 D3 Medicijnen checken,registreren en distribueren Verzorgen zwarte wonden Medicijnen toedienen (oraal,rectaal,vaginaal,via de Zuurstof toedienen huid, luchtwegen en slijmvliezen Toedienen van sondevoeding en voedingspomp Verzorgen van rode en gele wonden Verzorgen van een stoma Zwachteltechnieken toepassen Tracheacanule en tracheastoma verzorgen EHBO Maag-en darmspoeling uitvoeren Een suprapubisch Katheter verzorgen Vagina en stoma irrigeren Blaaskatheter en maagsonde observeren/controlerenMond-en keelholte uitzuigen Monsters verzamelen tbv diagnostiek Partusassisentie verlenen (verplicht in kraam) Blaasspoeling uitvoeren Lichaamstemperatuur regelen dmv warmte/koude
Leefstijlen
Werkbegeleiding geven Klinische les
Werken aan beroepsspecifieke taal- en rekentaken Werken aan beroepsgenerieke taal-en rekentaken (Indien nodig) Pop/Pap Individuele coaching Voortgang praktijk Activiteiten ter voorbereiding op de startbekwame beroepsopdrachten
Samenwerken Kwaliteitverpleterplan Werken aan beroepsspecifieke taal- en rekentaken Werken aan beroepsgenerieke taal-en rekentaken (Indien nodig) Pop/Pap Individuele coaching Voortgang praktijk Activiteiten ter voorbereiding op de startbekwame beroepsopdrachten
Albeda College Branche Gezondheidszorg
PCDA Werken aan beroepsspecifieke taal- en rekentaken Werken aan beroepsgenerieke taal-en rekentaken (Indien nodig) Pop/Pap Individuele coaching Voortgang praktijk Activiteiten ter voorbereiding op de startbekwame beroepsopdrachten Proeve
11
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
12
Opdrachtenboek Startbekwaam
Beroepsopdracht
Cohort 2011-2012
Beroepstaak B
Verzorgende-IG
Startbekwaam niveau
Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. Geheel zelfstandig de ondersteuning geven bij de persoonlijke basiszorg in het verzorgingshuis, verpleeghuis ,kraamzorg of de thuiszorg
Beroepsopdracht:
Ondersteun zelfstandig gedurende 5 werkdagen 3-5 zorgvragers bij de persoonlijke basiszorg. Dit kunnen zijn: oudere zorgvragers, psychiatrische en psychogeriatrische zorgvragers, chronische zieken en/of revaliderende of kraamvrouwen Je werkbegeleider/ praktijkopleider mag hierbij het volgende van je verwachten:
Je verzamelt systematisch de gegevens door het voeren van een anamnesegesprek en stelt zelfstandig een zorgplan op. Je bespreekt het zorgplan met de betrokkenen Je ondersteunt de kraamvrouw bij de gehele persoonlijke basiszorg Je biedt palliatieve- terminale zorg. Je geeft somatische en psychosociale hulp bij pijnbestrijding en ongemak en signaleert mogelijke complicaties. Je neemt hierop de juiste actie Bij een onvoorziene situatie reageer je adequaat en je past de middelen en maatregelen volgens afspraak toe. Je begeleidt de kraamvrouw bij de zelfredzaamheid door geen handelingen over te nemen die de kraamvrouw nog kan en stimuleert de kraamvrouw zelf keuzes te maken bij de persoonlijke basiszorg en dagindeling Je ondersteunt de kraamvrouw en/ of mantelzorgers op psychosociaal gebieden en ondersteunt bij verwerking van verlies Je stemt zelfstandig de werkzaamheden af met collega’s en maakt afspraken met collega’s en andere betrokkenen. Je neemt actief deel in overlegvormen Je evalueert de totale zorgverlening en periodiek aan het einde van een uitvoeringstraject. Je verzamelt hiervoor de relevante gegevens en voert zo nodig veranderingen door. Je houdt het zorgdossier bij.
Taaltaken
Zorgplan opstellen werkplanning maken voor de uitvoering van de zorg Systematisch gegevens verzamelen Werkzaamheden mondeling overdragen Rekentaken Interpreteren van een vochtlijst/ voedingslijst en vochtbalans
Albeda College Branche Gezondheidszorg
13
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
14
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht B Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg Naam student:
Datum:
Werkprocessen Beroepstaak B Startbekwaam Niveau
Opleiding: Verzorgende IG
Niveau: Startbekwaam
Feedback
1.1 De student heeft zelfstandig een anamnesegesprek gevoerd, heeft een zorgplan opgesteld en het zorgplan besproken met de betrokkenen. (D-H-J-K-M) 1.2 De student heeft de zorgvragers ondersteund bij de gehele persoonlijke basiszorg (F-K-R) 1.3 De student heeft palliatieveterminale zorg geboden en somatische en psychosociale hulp gegeven bij pijnbestrijding en ongemak en heeft mogelijke complicaties gesignaleerd en hierop de juiste actie ondernomen (E-F-V) 1.8 De student heeft bij een onvoorziene situatie adequaat gereageerd en je de middelen en maatregelen volgens afspraak toegepast. (A-T-V) 1.9 Bij de uitvoering van de zorg is gebruik gemaakt van de kennis over stoornissen, beperkingen en functioneringsproblemen en ziektebeelden bij de oudere zorgvrager, psychiatrische en psychogeriatrische zorgvrager, chronische zieken revaliderenden en de kraamvrouw. (B-I-K-R-V-X) 2.1 De student heeft de kraamvrouw begeleidt in de zelfredzaamheid de door geen handelingen over te nemen die de kraamvrouw nog kan en zelf keuzes te maken bij de persoonlijke basiszorg en dagindeling (C-D) 2.2 De kraamvrouw en/ of mantelzorgers zijn ondersteunt op psychosociaal gebieden en ondersteunt bij verwerking van verlies. (D)
Albeda College Branche Gezondheidszorg
15
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Werkprocessen Beroepstaak B Startbekwaam Niveau
Verzorgende-IG
Feedback
2.5 De begeleiding is gericht op de zorgvragers uit de specifieke branche. (D-G) 3.3 De werkzaamheden zijn afgestemd met collega’s en naasten en/ of andere betrokkenen. De student neemt actief deel aan overleg (B-E-Q-U) 3.4 De totale zorgverlening is geëvalueerd en periodiek aan het einde van een uitvoeringstraject. De relevante gegevens zijn hiervoor verzameld en veranderingen zijn doorgevoerd. Je houdt het zorgdossier (D-J-M) Argumentatie Feedback (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: ………………………………… Naam werkbegeleider/praktijkopleider:
Naam student:
………………………………………………
………………………………………………
Paraaf: ……………………………………
Paraaf: ……………………………………
Albeda College Branche Gezondheidszorg
16
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Overzicht Beroepstaak B Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak B Startbekwaam Beroepsproducten Werkprocessen Ondersteunen bij de persoonlijke B1 Zorgplan 1.1, 1.9, 2.5, 3.4 basiszorg B2 Basiszorg 1.2, 1.3, 1.9, 2.1, 2.2, 3.3 B3 Crisissituaties 1.8, 1.9, 2.5 Competenties: A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, M, Q, R, T, U, V, X Competenties in de werkprocessen A. Beslissingen en activiteiten initiëren
Prestatie-indicatoren
B. Aansturen C. Begeleiden
D. Aandacht en begrip tonen
Neemt in onvoorziene situaties en crisissituaties op tijd de nodige beslissingen. Leidt de ontstane situatie snel in goede banen en voorkomt escalatie. Realiseert weloverwogen verbeteringen. Neemt bij het uitvoeren van de zorg zelfstandig beslissingen t.a.v. veranderingen. Neemt tijdig beslissingen bij verward of agressief gedrag. Zorgt ervoor dat veiligheid en gezondheid van de zorgvrager en anderen niet in gevaar komen. Neemt bij afwijkingen van lichamelijke functies en het gedrag van de zorgvrager tijdig beslissingen om zo nodig deskundige hulp in te schakelen. Zorgt er met behulp van duidelijke aanwijzingen voor dat de afstemming van de zorgverlening goed verloopt. Stimuleert de zelfredzaamheid van de zorgvrager en benadrukt het belang hiervan. Adviseert de mantelzorger/naasten over draagkracht en draaglast. Toont interesse in de gezondheidssituatie en leefomstandigheden van de zorgvrager en zijn naasten/ mantelzorgers. Past diverse vormen van gesprekstechnieken toe. Doet moeite om gevoelens en problemen te begrijpen. Behandelt de zorgvrager met respect en geduld. Let op het psychosomatisch welbevinden van mantelzorg en naasten en stimuleert hen om overbelasting te voorkomen Biedt zelfstandig de nodige ondersteuning aan de zorgvrager en naasten/ mantelzorger. Toont betrokkenheid bij problemen en vragen. Biedt de zorgvrager zelfstandig steun bij het ontwikkelen van zelfredzaamheid en de regie voeren over het eigen leven. Stimuleert de zorgvrager om over zijn klachten en problemen te praten. Luistert aandachtig wanneer bij de evaluatie zaken naar voren worden gebracht. Neemt de benodigde tijd om over de verkregen informatie na te denken zodat deze op de juiste wijze kan worden verwerkt.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
17
Opdrachtenboek Startbekwaam
Competenties in de werkprocessen E. Samenwerken en overleggen
F. Ethisch en integer handelen
Cohort 2011-2012
Prestatie-indicatoren
G. Relaties bouwen en netwerken
H. Overtuigen en beïnvloeden
I. Presenteren
J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen
M. Analyseren
Verzorgende-IG
Schakelt zo nodig andere zorgverleners in. Informeert en overlegt met alle betrokkenen. Meldt tijdig belangrijk zaken. Vraagt in het kader van de afstemming van de zorgverlening de mening van betrokkenen. Overlegt regelmatig en tijdig met andere zorgverleners. Handelt volgens de ethische maatstaven van de beroepsgroep (beroepscode). Toont zich eerlijk en betrouwbaar. Gaat discreet met gevoelige zaken om. Accepteert en respecteert verschillen in zorgvragers in normen en waarden, seksuele voorkeur, culturele achtergrond en levensbeschouwing Handelt volgens de ethische maatstaven van de organisatie en de beroepsgroep. Communiceert open en duidelijk. Gaat discreet met gevoelige zaken om. Legt actief contact met sociaal netwerk van de zorgvrager. Legt actief contact met sociaal netwerk van de zorgvrager. Stimuleert zelfredzaamheid van de zorgvrager om eigen netwerk te onderhouden. Leidt het anamnesegesprek met de zorgvrager aan de hand van een standaard vragenlijst in goede banen. Kijkt naar de verschillende belangen en mogelijkheden, probeert eruit te halen wat realistisch mogelijk is. Streeft overeenstemming na door te zoeken naar duidelijke winwin situatie Leidt het anamnesegesprek met de zorgvrager aan de hand van een standaard vragenlijst in goede banen. Kijkt naar de verschillende belangen en mogelijkheden, probeert eruit te halen wat realistisch mogelijk is. Streeft overeenstemming na door te zoeken naar duidelijke winwin situatie Verwerkt gegevens nauwkeurig en volledig. Formuleert op correcte wijze kernachtig de doelen en activiteiten in een zorgplan. Formuleert vlot en bondig in correct Nederlands Past haar kennis over stoornissen, beperkingen ziektebeelden van verschillende zorgcategorieën toe. Gebruikt de beperkingen en mogelijkheden van de zorgvrager bij het opstellen van de zorgdoelen. Werkt en handelt doelgericht en accuraat. Werkt ergonomisch. Analyseert grondig verkregen gegevens. Legt juiste verbanden. Trekt logische conclusies uit verkregen gegevens. Haalt belangrijkste informatie uit de evaluatiegegevens en trekt logische conclusies. Lost problemen op en stelt het zorgplan bij
Albeda College Branche Gezondheidszorg
18
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Competenties in de werkprocessen Q. Plannen en organiseren
Prestatie-indicatoren
R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
T. Instructies en procedures volgen U. Omgaan met veranderingen en aanpassen V. Met druk en tegenslag omgaan
X Ondernemend en commercieel handelen
Verzorgende-IG
Bepaalt in overleg welke werkzaamheden en activiteiten prioriteit hebben. Stemt activiteiten goed op elkaar af. Plant werkzaamheden in een logische volgorde met realistische tijdsplanning Geeft de zorgvrager op maat ondersteuning bij de persoonlijke basiszorg. Voorkomt verwaarlozing. Zorgt ervoor dat de zorgvrager voldoende eet en drinkt. Houd zich aan gemaakte afspraken. Checkt regelmatig of de zorgvrager nog tevreden is. Houdt zich aan de voorgeschreven (werk) procedures. Volgt de veiligheidregels en voorschriften op. Kent de wettelijke richtlijnen en past deze toe.
Past eigen gedrag en/of eigen aanpak snel en gemakkelijk aan, aan de nieuwe, veranderde eisen.
Hanteert eigen gevoelens. Kent eigen grenzen. Is tijdens stressvolle situaties gericht op het werk en zaken die gedaan moeten worden. Hanteert eigen gevoelens en grenzen. Handelt effectief en professioneel. Maakt de zorgvrager attent op mogelijkheden en regelingen die de zorg kunnen ondersteunen. Bespreekt en motiveert mogelijke alternatieven die een verbetering zijn voor de kwaliteit van zorg voor de zorgvrager.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
19
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
20
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Handleiding startbekwame activiteiten en casustoetsen B en C startbekwaam. Inleiding De activiteiten voor beroepstaak B en C bestaan uit twee delen: een theoretisch en een praktisch deel. In het theoretische deel wordt ten aanzien van het onderwerp een onderzoek gedaan waarbij boeken, tijdschriften en internet gebruikt worden. Dit theorieonderzoek wordt als leidraad gebruikt voor een onderzoek in de praktijk waarbij zorgvragers, collega’s en/of mantelzorgers worden betrokken. Zo wordt de bestudeerde theorie meteen toegepast in de praktijk. Verzin een eigen onderwerp wat je wilt onderzoeken en wat past bij jouw praktijksituatie. Overleg met de docent en de begeleider in de praktijk of dit onderwerp geschikt is. Kijk voor inspiratie en verdere uitleg over de uitvoering van deze activiteit bij de activiteiten van beroepstaak B en C startbekwaam. Uiteraard kun je ook een activiteit kiezen die al is uitgewerkt. Voor beroepstaak B worden 2 onderwerpen gekozen die passen bij jouw praktijksituatie. Ditzelfde geldt voor beroepstaak C. Uiteindelijk komt dit erop neer dat er 4 onderwerpen uitgewerkt worden voor beroepstaak B en C samen. Wanneer je de onderwerpen die je wilt onderzoeken uitgekozen hebt, ga je in overleg met je begeleider in de praktijk over de uitvoering daarvan. Maak voor dit overleg een plan van aanpak waarin je beschrijft wat je precies wilt onderzoeken en hoe je dit gaat doen. De activiteit wordt afgerond op school door te refereren over je onderzoek met vier klasgenoten en de docent. Eventueel kun je hier je begeleider uit de praktijk voor uitnodigen. Om beroepstaak B en C in theorie af te sluiten behoor je een casustoets startbekwaam te maken. Hiervoor gebruik je eigen gemaakte casus die je aan de hand van je onderzochte onderwerp schrijft. Dit betekent dat je een casus schrijft ter voorbereiding van casustoets B startbekwaam en een casus schrijft ter voorbereiding van casustoets C startbekwaam. Zie voor gedetailleerde uitleg verderop in deze handleiding. Als je de toets onvoldoende maakt dien je deze te herkansen. Hiervoor schrijf je een nieuwe casus aan de hand van je tweede uitgewerkte activiteit volgens de geldende criteria en procedure. Maken van de activiteit Het verslag moet bestaan uit minimaal 5 en maximaal 7 A4. Lettertype Arial 11, regelafstand 1.0. Maak bij het maken van het theoriegedeelte van de activiteit gebruik van boeken, tijdschriften en/of internet. Wat je hebt gebruikt moet duidelijk in je verslag naar voren komen. Benoem de boeken, tijdschriften en internetsites als volgt: 1. Boek: schrijver, boek benoemen, druk, jaartal, uitgever (eventueel de bladzijdennummers waar je een citaat vandaan hebt gehaald). 2. Tijdschrift: Schrijver artikel, naam tijdschrift, naam artikel, nummer tijdschrift met jaartal, uitgever tijdschrift. 3. Internetsites: Titel internetsite, link naar de site, eventuele koppen die gekozen zijn om bij de gebruikte literatuur te komen. Geef je theoriegedeelte ter correctie aan de docent voordat je het praktijk onderzoek gaat uitvoeren. Stel eventueel je observatiepunten, enquête- of interview vragen bij naar aanleiding van de feedback van de docent. Voer nu het praktijkgedeelte van de activiteit uit. Overleg met je werkbegeleider van te voren wanneer het uitgevoerd kan worden en met welke zorgvrager/mantelzorger en/of collega’s. Albeda College Branche Gezondheidszorg
21
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Nu ga je het verslag schrijven naar aanleiding van de volgende criteria: 1. Het verslag heeft een voorwoord waarin je je keuze voor dit onderwerp motiveert en beschrijft wat je bent gaan onderzoeken. Overleg van te voren met de docent of dit goed is. 2. Het verslag eindigt met een conclusie waarin je beschrijft hoe je theorieonderzoek aansluit bij je praktijkonderzoek. Hier kun je de verbeterpunten ten aanzien van je onderwerp vermelden. 3. Daarna ga je in je nawoord beschrijven wat je hebt geleerd van het maken van deze activiteit. 4. Laat het verslag lezen door de begeleider in de praktijk en de docent. 5. Verwerk eventuele feedback en maak het verslag af. Activiteit afronden De activiteit wordt afgerond op school door te refereren over je onderzoek. In een gesprek met vier medestudenten en je docent laat je zien dat je kennis hebt over het onderwerp waarin je je hebt verdiept. Eventueel kan je je begeleider uit de praktijk ook uitnodigen voor dit gesprek. Het gesprek bereid je als volgt voor: Kopieer je verslag voor de docent en vier medestudenten (en eventueel je begeleider uit de praktijk). Geef hen een week de tijd dit te lezen en vragen te formuleren over jouw onderzoek. Plan 20 minuten tijd in om met hen te refereren over je onderzoek. Aandachtspunten voor een referaat: Het referaat is een voorbereiding voor het bewust bekwaam gesprek van de proeve. Het is van belang dat je minimaal 1 referaat houdt. Naar aanleiding van de gekregen feedback plan je meerdere referaten zodat je goed kunt oefenen. De student presenteert zijn onderzoek in 5 minuten. In deze 5 minuten komt aan de orde; onderwerp, motivatie, opzet theorie met reflectie op de theorie en het praktijkonderzoek met reflectie. De student start de discussie op. Dit kan door middel van vragen stellen aan de medestudenten, hen stelling voorleggen en/of te anticiperen op hoe de groep reageert op de presentatie van het onderzoek. De medestudenten stellen open vragen. De student geeft antwoord en kan dit motiveren en beargumenteren. De student houdt de discussie gaande door zijwegen aan te boren, door te vragen op hetgeen medestudenten zeggen of bijvoorbeeld een actuele visie op het onderwerp in te brengen. De docent bewaakt de tijd en geeft tijdig aan wanneer de discussie afgerond moet worden. De docent neemt de leiding over de evaluatie. De student reflecteert op eigen inbreng tijdens de discussie. De student noteert leerdoelen naar aanleiding van de gekregen feedback. Zo nodig oefent de student meerdere malen voor het bewust bekwaam gesprek
Albeda College Branche Gezondheidszorg
22
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
De casustoets Je kunt 1 onderzoek van beroepstaak B en 1 onderzoek van beroepstaak C gebruiken voor de casustoets startbekwaam B en C. Procedure: 1. De student levert minimaal 2 weken voorafgaand aan de casustoets B of C startbekwaam, de casus in bij de begeleidend docent. 2. De docent kijkt deze casus na en geeft feedback. 3. De student kan casustoets B en C startbekwaam maken indien zij/hij voldoet aan de beschreven voorwaarden en zij/hij de casus toevoegt aan de toets. Criteria voor de casus van beroepstaak B en C 1
De casus bestaat uit minimaal 1 en maximaal 2 A4. Op de casus staat de naam van de student, de groep, de datum en het gekozen onderwerp.
2
Beschrijving van de zorgvrager (geanonimiseerd). Deze heeft minimaal 2 aandoeningen en/of handicaps, gebruikt medicatie, heeft een ernstige beperking in de ADL en er zijn meerdere disciplines bij betrokken. De zorgvrager heeft familie en/of mantelzorgers die betrokken zijn bij de zorg.
3
In de casus moet worden beschreven: Op welk verstandelijk niveau de zorgvrager functioneert; Welke levensovertuiging deze zorgvrager heeft; Welke handicaps, ziekten en/of beperkingen een rol spelen in het dagelijks leven van de zorgvrager; Welke disciplines bij de zorgvrager betrokken zijn; Welke problemen de zorgvrager heeft ten aanzien van de zelfredzaamheid.
4
Beschrijving welke zorg er geboden wordt aan de zorgvrager.
5
Beschrijving welke knelpunten er zijn wat betreft de zorg aan de desbetreffende zorgvrager. Beschrijf minimaal 2 knelpunten.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
23
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
24
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Ondersteuningsmagazijn School / Praktijk
Beroepstaak B
Startbewaam
Oudere zorgvrager Workshop Oriëntatie op de activiteiten Activiteit Ondervoeding Preventie Keuze: Keuze:
datum
paraaf
datum
paraaf
datum
paraaf
datum
paraaf
Akkoord docent Chronische zieke zorgvrager Workshop Oriëntatie op de activiteiten Activiteit Medicatieverstrekking Verschillende disciplines Zelfstandig thuis wonen ZZP Keuze: Keuze: Akkoord docent Palliatieve zorg Workshop Oriëntatie op de activiteit Activiteit Complementaire zorg Keuze: Keuze: Akkoord docent Psychiatrische en psychogeriatrische zorgvrager Workshop Oriëntatie op de activiteiten Activiteit Middelen en maatregelen Probleemgedrag kraambed psychose verslavingzorg keuze keuze Akkoord docent
Albeda College Branche Gezondheidszorg
25
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Ondersteuningsmagazijn School / Praktijk
Beroepstaak B
Startbewaam
Verstandelijk gehandicapte zorgvrager Workshop Oriëntatie op de activiteiten Activiteit Medicatieverstrekking Verschillende disciplines Zelfstandig thuis wonen ZZP Keuze: Keuze:
datum
paraaf
datum
paraaf
Akkoord docent Kraamzorg Workshop Oriëntatie op de activiteiten Activiteit Borstvoeding Kraamvrouw thuis na keizersnee aangeboren afwijking bij het kind pedagogie complicatie tijdens de bevalling keuze keuze Akkoord docent
Albeda College Branche Gezondheidszorg
26
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.oudere zv.start.Ondervoeding Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student herkent voedingsproblemen bij zorgvragers en kan hierop actie ondernemen. Alle competenties van beroepstaak B op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt welke voedingsproblemen bij ouderen voorkomen en hoe je deze kunt herkennen bij zorgvragers. Ook geef je aan hoe je deze problemen kunt voorkomen en kunt aanpakken. Inleiding Door allerlei oorzaken eten ouderen minder en minder gevarieerd. Daardoor ontstaat problemen bij ouderen. Zij voelen zich minder goed en functioneren minder, zowel lichamelijk als geestelijk. Het is daarom van belang goed te letten op voeding. Maar hoe doe je dat als je het druk hebt en hoe stimuleer je iemand te eten die aangeeft het echt niet te willen. En als iemand echt te weinig eet wat doe je dan? Hoever mag je gaan in iemand dwingen te eten? Onderdelen School activiteit Heb je zelf wel eens een periode minder goed gegeten? Waardoor kwam dat? Heb je zelf gemerkt wat het effect is op je geestelijke en lichamelijk functioneren? Als je het zelf nooit hebt meegemaakt beschrijf dan wat jij uit de literatuur kunt vinden over het effect van niet goed eten op het geestelijk en lichamelijk gebied. Noteer waardoor ouderen minder goed en gevarieerd eten. Noteer deze punten (minimaal 10) onder elkaar en noteer erachter hoe je deze punten bij ouderen kunt herkennen, want niet iedere oudere kan jou vertellen wat het probleem is. Je maakt hierdoor een observatiepuntenlijst. Zoek daarna voor alle punten hoe je daar als verzorgende op een professionele manier op kunt reageren zodat ondervoeding niet optreed. Zoek daarna uit wat de criteria zijn om bijvoeding te geven en noteer hoe deze bijvoeding gegeven moet worden. Onderdelen Praktijk activiteit Observeer in de praktijk 5 zorgvragers waarbij je vermoedt dat zij een eetprobleem hebben. Gebruik hiervoor je gemaakte observatielijst. Noteer wat zij eten en drinken. Welke voedingsproducten missen zij? Heb jij de oorzaak van het probleem gevonden? Ga, als het mogelijk is, met 3 zorgvragers, diegene met het grootste voedingsprobleem, in gesprek. Vraag hen naar het waarom van het probleem en wat zij zelf ervaren. Ga samen met je zorgvrager op zoek naar een oplossing voor het probleem. Als dit niet samen met je zorgvrager kan overleg dan met een collega of mantelzorger. Maak een actieplan om deze drie zorgvragers beter te laten eten en drinken. Zoek daarna een zorgvrager die bijvoeding krijgt. Wordt deze bijvoeding gebruikt op de voorgeschreven manier? Als dat niet zo is, waarom gebeurd dat niet? Is er een protocol voor het gebruiken van bijvoeding? Als dit er niet is, maak dan een formulier met richtlijnen voor het gebruik van bijvoeding.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
27
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.oudere zv.start.Preventie Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student geeft aan welke preventie ouderen kunnen toepassen om problemen op lichamelijk- en geestelijk gebied te voorkomen. Alle competenties van beroepstaak B op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt de verschillende preventie mogelijkheden voor de oudere zorgvragers om problemen op geestelijk- en lichamelijk gebied te voorkomen. Inleiding Ouderen krijgen op geestelijk- en lichamelijk gebied vaak problemen. Zij kunnen minder goed feiten onthouden en worden strammer in het bewegen. Hierdoor kunnen zij zich terug trekken uit hun sociale omgeving en kunnen zij bepaalde handelingen zelf niet meer uitvoeren of worden zij bang om te bewegen. Om dit te voorkomen kan preventie worden toegepast. Deze preventiemogelijkheden worden door jou nu onderzocht. Onderdelen School activiteit Zoek op internet naar mogelijke preventiemogelijkheden voor ouderen. Noteer deze mogelijkheden en noteer het doel van de preventie erachter. Noteer wie de preventie organiseert en welke kosten eraan verbonden zijn. Als een preventie mogelijkheid niet door iemand wordt georganiseerd noteer dan alleen wat er aan inzet van de zorgvrager wordt verwacht en welke kosten er voor een zorgvrager aan vast zitten. Wie vergoedt de kosten voor deze preventiemogelijkheden? Verdiep je nu in twee preventiemogelijkheden die je eventueel met zorgvragers van jouw praktijk kunt gaan doen. Neem een preventie die gericht is op het geestelijk vlak en een preventie die gericht is op het lichamelijk vlak. Je kunt onderzoeken of je deze preventie zelf kunt toepassen of dat je iemand daarbij nodig hebt. Misschien bestaat de preventie al bij jou in de instelling, kijk dan hoe deze ten uitvoer wordt gebracht en noteer belangrijke aspecten. Deze aspecten zijn belangrijk om te delen met de zorgvragers van jouw afdeling die nog niet aan deze preventie deelnemen. Noteer het doel wat je met deze preventie wil halen en maak een plan om het te gaan toepassen. Of maak een plan hoe je zorgvragers tijdens de preventie kunt begeleiden. Onderdelen Praktijk activiteit Observeer in de praktijk of je zorgvragers herkent die een probleem hebben op geestelijk of lichamelijk gebied die met preventie dit probleem zouden kunnen oplossen. Kijk of je zorgvragers herkent die dan met jouw onderzochte preventie geholpen zouden zijn. Bespreek met 2 zorgvragers je observatie en biedt hen de preventiemogelijkheid aan. Praat met hen over het doel van de preventie en hoe deze in zijn werk gaat. Begeleid je zorgvragers bij het aanvragen van de preventie en het toepassen daarvan. Evalueer met je zorgvragers de preventie. Is het doel gehaald? Hoe vonden zij het om deze preventiemogelijkheid te doen?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
28
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.chronisch zieke zv.start.Medicatieverstrekking Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student kan vertellen hoe de medicatieverstrekking van zijn afdeling is geregeld en motiveren of dit volgens protocol gebeurt. Alle competenties van beroepstaak B op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt wat de richtlijnen ten aanzien van medicatievertrekking zijn, hoe deze worden nageleefd binnen jouw instelling en hoe dit praktisch wordt uitgevoerd bij de zorgvragers. Inleiding Veel zorgvragers gebruiken medicatie. Soms hebben zij deze medicatie in eigen beheer maar vaak worden zij door verzorgenden geholpen met de medicatie inname. De medicatie komt van de apotheek naar de afdeling en jij geeft deze medicatie dan aan de zorgvrager. Hiervoor zijn richtlijnen geformuleerd. Maar hoe worden deze nageleefd en nemen zorgvragers trouw de medicatie in? Onderdelen School activiteit Als jij medicijnen krijgt van de apotheek, lees jij dan altijd de bijsluiter? Neem je de medicatie in zoals het is voorgeschreven in de bijsluiter? Noteer hoe jij in het algemeen met medicatie omgaat. Motiveer waarom je je ten aanzien van medicatie zo gedraagt. Zoek nu naar de algemene richtlijnen ten aanzien van het medicatieverstrekking op de site: http://www.zorgprotocollen.nl/docs/medicatieverstrekking.pdf. Beschrijf per richtlijn waarom de werkwijze juist op DIE manier moet worden uitgevoerd. Bv. Waarom is het belangrijk dat je medicatie met een ruime hoeveelheid water geeft. Vraag desnoods informatie bij de apotheek. Maak nu van deze antwoorden toets vragen die je aan je collega’s gaat stellen. Maak er minimaal 10. Stel nu minimaal 5 interviewvragen op om zorgvragers te bevragen hoe medicatieverstrekking wordt toegepast door verzorgenden en of zij daar tevreden over zijn. Onderdelen Praktijk activiteit Leg de richtlijnen van medicatieverstrekking naast het protocol van jouw instelling. Noteer de overeenkomsten en verschillen. Waardoor worden met name de verschillen veroorzaakt? Deel nu aan 5 collega’s de toets uit en laat hen deze maken. Bespreek de uitkomsten van de toets met hen na. Welke leerpunten komen uit de uitslag naar voren? Wat valt je op aan de antwoorden van je collega’s? Welke kennis ontbreekt ten aanzien van medicijnverstrekking? Hoe kan je dit hiaat in kennis oplossen? Stel het protocol van de afdeling naar aanleiding van de antwoorden bij en geef tips hoe de richtlijnen voor medicatieverstrekking beter kunnen worden nageleefd. Bevraag nu 3 zorgvragers over medicijnverstrekking op jouw afdeling aan de hand van je vragen. Noteer de antwoorden en analyseer verbeterpunten. Reflecteer nu op de activiteit: wat heb je ervan geleerd.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
29
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.chonisch zieke zv.start.Verschillende disciplines Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student benoemt de verschillende disciplines waar een zorgvrager mee te maken kan krijgen en wat deze disciplines voor deze zorgvrager doen. Alle competenties van beroepstaak B op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt verschillende disciplines die betrokken kunnen zijn bij de zorg rondom zorgvragers. Inleiding Een zorgvrager wordt vaak omringd door meerder disciplines dan alleen het verzorgende personeel. Tijdens de opleiding is al gekeken naar de discipline fysiotherapie, logopedie en activiteitenbegeleiding. Maar er bestaan nog meer disciplines die jouw zorgvrager kan treffen. Zo kan de zorgvrager voor een operatie naar het ziekenhuis moeten worden overgeplaatst. Wie komt deze zorgvrager dan allemaal tegen? Als de zorgvrager weer thuis komt is wellicht de diëtiste in consult geroepen. En wat doet een muziektherapeut eigenlijk? Onderdelen School activiteit Ben je zelf wel eens onder behandeling geweest van een fysiotherapeut, logopedist, haptonoom, mensendiecktherapeut, podotherapeut, maatschappelijk werker, psycholoog of andere zorgverlener? Beschrijf je ervaring met 2 van deze disciplines. Werd het doel bereikt waarom je deze discipline nodig had? Stel je moet voor een blindedarmoperatie naar het ziekenhuis. Zoek eens op welke disciplines je binnen het ziekenhuis allemaal tegen komt als je een operatie moet ondergaan. Noteer welke opleiding zij hebben gevolgd en wat hun taak is in het ziekenhuis. Welk doel hebben zij als zij jou tegenkomen in het ziekenhuis? Maak hiervan een lijstje. Zoek daarna informatie over de disciplines die jij kunt tegenkomen in de praktijk van jouw uitstroomrichting. Zoek ook van hen op welke opleiding zij hebben gedaan en met welk doel zij zorgvragers bezoeken. Maak hiervan een lijstje. Maak nu een vragenlijst met 5 vragen voor zorgvragers in de praktijk. Je wilt hen gaan vragen naar hun ervaring met verschillende disciplines die bij de zorg betrokken zijn. Onderdelen Praktijk activiteit Lees het zorgplan van twee zorgvragers waarbij meerdere disciplines zijn betrokken. Waarom zijn deze disciplines bij deze zorgvrager betrokken? Wat waren de problemen rondom deze zorgvrager waarom zij in consult moesten komen? Wat is het resultaat van dit consult? Bevraag in de praktijk twee zorgvragers over de disciplines die hen ondersteunen met behulp van je vragenlijst. Bezoek twee disciplines die je nog niet eerder in je opleiding hebt gesproken. Vraag naar de ervaring van deze disciplines: hoe zijn zij opgeleid, wat vinden zij leuk aan hun vak, hoe is hun werkschema en alles wat je verder nog wilt weten in het algemeen. Vraag hen dan in bijzonder naar hun werkzaamheden bij de door jou uitgekozen zorgvragers voor deze activiteit. Wat is het doel van hun aanwezigheid? Hoe vinden zij het gaan? Maak een samenvatting van de vier gesprekken en reflecteer wat je ervan hebt geleerd.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
30
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.chronisch zieke zv.start.Thuis blijven wonen Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student beschrijft op welke manier een zorgvrager met aanpassingen zelfstandig thuis kan blijven wonen. Alle competenties van beroepstaak B op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt hoe een zorgvrager met een beperking op lichamelijk en/of geestelijk gebied met aanpassingen en ondersteuning zelfstandig thuis kan blijven wonen. Inleiding Een zorgvrager met een beperking kan in veel gevallen thuis blijven wonen mits er gezorgd wordt voor aanpassingen aan de woning of ondersteunende diensten worden ingeschakeld. Zo kan een zorgvrager met dwarslaesie die gebruikt maakt van een rolstoel in de eigen woning blijven door aanpassingen aan de keuken aan te brengen: een laag aanrecht en de kraan op een zodanige plek dat deze zorgvrager erbij kan. Ook wordt voor deze zorgvrager thuiszorg geregeld voor ondersteuning bij de ADL zorg. Onderdelen School activiteit Stel dat jij ineens in een rolstoel zou belanden door een dwarslaesie met niet alleen een functiestoornis in je benen maar ook minder kracht in je armen. Kijk eens rond in je eigen huis en beschrijf welke aanpassingen jij graag in jouw huis zou willen laten doen om goed met je rolstoel in het dagelijks leven te kunnen functioneren. Maak hiervan een lijstje. Zoek daarna informatie over de aanpassingen die gedaan kunnen worden in je huis ter ondersteuning. (Kijk op www.regelhulp.nl ). Kun je er ook bij vinden hoe duur het is om het te laten doen? Zoek nu naar hulpmiddelen die jij zou willen gebruiken in het dagelijks leven. Kijk bijvoorbeeld op www.zorghulpmiddelenwinkel.nl . Hoe duur zijn de hulpmiddelen die jij zou willen gebruiken? En bedenk nu welke ondersteunende diensten je wilt inschakelen. Wil je tafeltje dek je? Zoek dan eens op hoe duur het is. Wil je thuiszorg? Hoe regel je dit? Maak van je bevindingen een samenvatting. Stel nu een observatielijst op met mogelijke aanpassingen en hulpmiddelen. Zet onder deze lijst welke ondersteunende diensten kunnen worden ingeschakeld. Onderdelen Praktijk activiteit Observeer in praktijk het huis van twee zorgvragers op aanpassingen, hulpmiddelen en ondersteunende diensten met behulp van je observatielijst. Noteer wat deze twee zorgvragers inzetten om zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen. Bevraag nu de zorgvragers (of eventueel mantelzorgers) over deze aanpassingen, hulpmiddelen en ondersteunende diensten. Vraag in ieder geval naar: wanneer zij het hebben ingezet, hoe zij het hebben geregeld en betaald en of zij tevreden zijn met de aanpassingen, hulpmiddelen en ondersteuning. Hebben zij nog meer nodig? Maak een samenvatting van deze gesprekken en geef je mening over de aanpassingen, hulpmiddelen en ondersteuning.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
31
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.chronisch zieke zv.start.ZZP Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student kan het zorgzwaartepakket van zorgvragers analyseren en op juistheid controleren. De student kan een zorgzwaartepakket aanpassen. Alle competenties van beroepstaak B op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt zorgzwaarte pakketten van zorgvragers, analyseert of deze voldoen en stelt deze eventueel bij. Inleiding Een zorgvrager krijgt zorg volgens een zorgzwaartepakket. Dit pakket is heel persoonlijk voor de zorgvrager samengesteld. Het CIZ bepaalt welk pakket de zorgvrager krijgt. Soms past het pakket heel goed bij een zorgvrager, soms ook niet. En wat moet je doen als de zorgvrager ineens de griep krijgt en meer zorg nodig heeft? Deze activiteit laat je verschillende facetten van het zorgzwaartepakket bekijken. Onderdelen School activiteit Je hebt in de gevorderde fase een activiteit gedaan over ZZP. Deze activiteit mag je erbij nemen. Stel dat jij een dwarslaesie oploopt, dan heb je zorg nodig. Zou jij kunnen achterhalen welk zorgzwaartepakket jij dan krijgt? Motiveer waarom je kiest voor een bepaald pakket. Beantwoord de volgende vragen: Waarom zijn de zorgzwaarte pakketten ingevoerd? Wat heeft dit voor de zorg veranderd? Wat is het CIZ? Wat doet het CIZ nog meer behalve indicatiestelling? Waarop baseert het CIZ de indicatie? Wat heeft het CIZ nodig om een indicatie aan te passen? Stel nu een vragenlijst op met minimaal 5 vragen. Je wilt in de praktijk zorgvragers/mantelzorgers gaan bevragen over hun zorgzwaartepakket. Bijvoorbeeld, of zij het als voldoende ervaren. Stel ook een vragenlijst op voor je collega’s die vroeger met het AWBZ hebben gewerkt en nu met ZZP’s te maken hebben. Vraag naar de verschillen tussen vroeger en nu. Onderdelen Praktijk activiteit Observeer in de praktijk twee zorgzwaartepakketten van twee zorgvragers. Kijk of deze pakketten voldoende zijn voor deze zorgvragers. Motiveer waarom je deze mening hebt. Vraag dan deze zorgvragers/mantelzorgers je vragen van de lijst. Maak een samenvatting van deze gesprekken. Kijk dan naar de rapportage van jouw geobserveerde zorgvragers. Stel dat je een ander pakket zou willen aanvragen. Welke rapportages zijn van belang voor het CIZ om een indicatie bij te stellen? Waar moeten jullie als verzorgenden op letten ten aanzien van deze rapportage? Bekijk of de rapportage van jouw geobserveerde zorgvragers voldoende is ingevuld om een ander zorgzwaartepakket te kunnen aanvragen. Motiveer je mening. Wat doe je met het ZZP als je zorgvrager de griep krijgt? Stel je deze dan tijdelijk bij of verleen je tijdelijk meer zorg? Wie betaalt dan die tijdelijke extra zorg? Als je echt een pakket zou moeten bijstellen: Doe dat dan samen met je begeleider. Bevraag daarna twee collega’s die vroeger met de AWBZ hebben gewerkt naar hun ervaringen. Vergelijk vroeger met nu. Maar ook van deze gesprekken een samenvatting. Reflecteer hierna op deze activiteit. Wat heb je geleerd? Albeda College Branche Gezondheidszorg
32
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.palliatieve zorg.start.Complementaire zorg Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student begeleidt een zorgvrager tijdens zijn of haar laatste levensfase en past complementaire zorg toe. Alle competenties van beroepstaak B op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt verschillende aspecten van de complementaire zorg en palliatieve zorg en past deze toe. Inleiding Tijden de laatste levensfase van een zorgvrager wordt vaak besloten palliatieve zorg te gaan toepassen. Hierbij komt vaak complementaire zorg ook aan de orde. Waaruit bestaat palliatieve zorg en wie besluit dat een zorgvrager daarvoor in aanmerking komt? Wat zijn aspecten van complementaire zorg en in hoeverre moet jij als verzorgende deze kunnen toepassen? En waaruit bestaat de zorg als een zorgvrager besluit te stoppen met eten en drinken om zelfeuthanasie toe te passen? Onderdelen School activiteit Verdiep je nogmaals in palliatieve zorg. Wat maakt palliatieve zorg nou anders dan gewone zorg? Noteer de zorgaspecten van palliatieve zorg onder elkaar. Gebruik hiervoor de zorgcategorieën van Gordon. Noteer per zorgcategorie waar jij als verzorgende op moet letten als je palliatieve zorg toepast. Zo maak je een observatielijst. Bezoek eventueel een Hospice om je nog verder te verdiepen in het onderwerp. Doe daar navraag hoe zij de zorgvrager in hun laatste levensfase begeleiden. Maak een verslag van je bezoek. Je kunt ook artikelen in vakbladen lezen over dit onderwerp (minimaal 3) en daar een samenvatting van maken. Welke punten waren voor jou nieuw? Zoek daarna op internet naar zelfeuthanasie door het stoppen met eten en drinken. Waaruit bestaat de zorg als een zorgvrager dit besluit? Is deze zorg hetzelfde als palliatieve zorg toepassen? (site: www.nzco.nl, downloads: zelfstudiepakket bij zelfeuthanasie) Noteer daarna verschillende complementaire zorgaspecten. Verdiep je in twee aspecten die jij zou willen toepassen. Ook dit zou je kunnen vragen in een Hospice. Hoe passen zij de door jou gekozen aspecten toe? Misschien kunnen zij het voordoen? Wat is het beoogde effect van de twee aspecten die jij gekozen hebt? Onderdelen Praktijk activiteit Observeer in de praktijk bij twee zorgvragers die palliatieve zorg krijgen of zij de zorg krijgen die jij hebt gevonden in theorie. Krijgen alle aspecten van de palliatieve zorg evenveel aandacht? Wat zou volgens jou anders kunnen waardoor de kwaliteit van zorg nog beter wordt? Bespreek deze punten met je begeleider. Pas daarna twee dagen de palliatieve zorg toe en noteer je ervaringen. Kun je de zorg toepassen zoals je in theorie geleerd hebt? Waarom wel/niet? Bespreek daarna met de zorgvrager of hij/zij de complementaire zorg die jij hebt uitgekozen wil ontvangen. Als de zorgvrager instemt ga dit dan doen en evalueer je handelingen. Is het effect van de twee aspecten gehaald zoals in theorie stond vermeld?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
33
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.psychiatrie.start.Middelen en maatregelen Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student geeft aan hoe M&M maatregelen worden toegepast volgens richtlijnen en welke vervangende maatregelen kunnen worden ingezet om een M&M maatregel te voorkomen. Alle competenties van beroepstaak B op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt de M&M maatregelen en het effect ervan op een zorgvrager. Ook verdiep je je in preventieve en vervangende maatregelen om het gebruik van M&M maatregelen te voorkomen. Inleiding In de psychiatrie en psychogeriatrie worden middelen en maatregelen ingezet om zorgvragers richting te geven in hun gedrag. Deze M&M moeten zo min mogelijk worden toegepast. Je moet als verzorgende heel creatief zijn om te voorkomen dat bij een zorgvrager een M&M maatregel moet worden toegepast. Maar soms werken deze preventieve en vervangende maatregelen heel erg goed. Onderdelen School activiteit Er wordt gewerkt aan een wet Zorg en Dwang. Deze wet gaat de BOPZ vervangen. Onderzoek de verschillen tussen deze twee wetten en noteer welke consequenties deze wet heeft op de zorgverlening. Noteer het effect van een M&M op een zorgvrager. Wat staat er in de literatuur over geschreven? Kijk op sites of in vakbladen. Noteer hierna welke vervangende maatregelen er zijn om te voorkomen dat een BOPZ maatregel nodig is. Wat is het effect van deze vervangende maatregel? Je kunt bij psychogeriatrische zorgvragers onrust voorkomen als je als team heel creatief bent in het inzetten van preventieve maatregelen. Hiermee voorkom je niet alleen onrust maar ook het toepassen van M&M maatregelen. Onderzoek welke preventieve maatregelen er bekend zijn. Zoek op internet naar al toegepaste preventieve maatregelen. Zoek er minimaal 3. Wat was de achterliggende gedachte van deze preventieve maatregel? Zou je deze maatregel ook bij jou in de instelling kunnen toepassen? Onderdelen Praktijk activiteit Vergelijk de procedure voor het toepassen van M&M maatregelen van jouw instelling met die uit de theorie. Welke verschillen zie je? Waardoor worden die veroorzaakt? Observeer nu twee zorgvragers waarbij M & M maatregelen worden toegepast. Zie je tekenen van het effect wat jij in theorie hebt onderzocht. Waarom treedt dit effect wel of niet op? Welke vervangende maatregel zou kunnen worden toegepast bij deze 2 zorgvragers. Waarom wordt het niet al gedaan? Wat zou je nodig hebben om dit te kunnen doen? Welke preventieve maatregelen om onrust te voorkomen zie je bij jou op de afdeling? Hebben deze maatregelen het gewenste effect? Welke van de door jouw onderzochte preventieve maatregelen zou je kunnen toepassen op de afdeling? Onderzoek wat je nodig zou hebben om deze maatregel te kunnen toepassen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
34
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.psychiatrie.start.Probleemgedrag Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student geeft aan hoe professioneel gereageerd wordt op probleemgedrag en kan dit relateren aan het ziektebeeld van de zorgvrager. Alle competenties van beroepstaak B op startbekwaam niveau (zie opdrachtenboek).
Activiteit Je onderzoekt de reactie op probleemgedrag aan de hand van de meest voorkomende ziektebeelden binnen de psychiatrie. Inleiding Binnen de psychiatrie komen veel vormen van probleemgedrag voor. Per ziektebeeld is het probleemgedrag vaak te herkennen. Zo vertoont een zorgvrager met anorexia probleemgedrag op het gebied van eten, maar kan iemand met een angststoornis dwangmatige handelingen uitvoeren. Per ziektebeeld wordt de behandeling aangepast op het probleemgedrag. Maar is deze behandeling hetzelfde voor iemand die vrijwillig of verplicht wordt opgenomen? En als de zorgvrager een behandeling weigert, maakt het dan uit hoe je bent opgenomen? Onderdelen schoolactiviteit Onderzoek van vijf ziektebeelden het probleemgedrag dat daarbij hoort. Dit kunnen meerdere gedragingen zijn. Noteer hoe met dit probleemgedrag wordt omgegaan. Welke mogelijkheden bestaan er? Denk aan medicatie, therapie, gesprekken, dagbehandeling enz. Maakt het voor de behandeling uit of je vrijwillig of verplicht bent opgenomen? Noteer aandachtspunten die je als verzorgende in de gaten moet houden tijdens het toepassen van de behandeling. Kijk nu eens naar de ziektebeelden die je hebt uitgewerkt. Hoe vaak komt het voor dat een zorgvrager de behandeling weigert? Wat zouden bij deze ziektebeelden de oorzaken kunnen zijn voor deze weigering? Hoe moet je bij deze ziektebeelden omgaan met de weigering van de behandeling? Aan welke richtlijnen moet je je als verzorgende houden als een zorgvrager een behandeling weigert (BOPZ-WGBO)? En is er een verschil in omgaan met deze weigering als iemand vrijwillig of verplicht is opgenomen? Onderdelen praktijkactiviteit Observeer in de praktijk twee zorgvragers met probleemgedrag. Past dit gedrag bij het ziektebeeld zoals je dat in de theorie hebt gevonden? Past de behandeling voor dit probleem gedrag bij het ziektebeeld? Wordt in de praktijk gedaan wat je in theorie hebt gevonden? Motiveer de overeenkomsten en de verschillen. Welke richtlijnen heeft jouw instelling genoteerd over hoe je met zorgvragers moet omgaan die een behandeling weigeren? Als deze richtlijnen er zijn, worden deze dan nagekomen? Als deze richtlijnen er niet zijn, hoe weet je dan wat je moet doen als een zorgvrager een behandeling weigert? Maak eventueel met je begeleider een richtlijn voor het omgaan met een zorgvrager die een behandeling weigert.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
35
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.psychiatrie.start.Psychose leerdoel
Ondersteuning voor de competenties
Student kan adequaat en professioneel reageren in een thuis situatie waarbij een kraamvrouw verschijnselen vertoont van een psychose of depressie Alle competentie van B en C op startbekwaam niveau
Inleiding In de thuissituatie kan een kraamvrouw of haar man probleemgedrag vertonen. Bij dit probleemgedrag horen bijpassende maatregelen, zodat de kraamvrouw en/of haar man of zijn/haar omgeving geen gevaar lopen. Een adequate en aangepaste benadering in deze situatie moet voor de veiligheid van moeder en kind onmiskenbaar aanwezig zijn. Hiervoor is kennis van een kraambedpsychose en/of depressie nodig. Activiteit Je toont aan dat je voldoende kennis en vaardigheden hebt om een kraamgezin te begeleiden waarbij probleemgedrag voorkomt.
Schoolactiviteit Bekijk verschillend beeldmateriaal van de ziektebeelden: kraambedpsychose en depressie. Zoek van beide ziektebeelden uit wat de medische term is en zoek uit wat de oorzaak, verschijnselen en behandeling zijn. Bekijk de protocollen van je werkgever en bestudeer deze, zodat je adequaat kunt handelen. Met welke wetgeving heb je te maken? Wanneer er sprake is van een niet vrijwillige opname? Laat je voorlichten op een PAAZ of psychiatrisch ziekenhuis over de ziektebeelden en geef aan wat het verschil is tussen de verschillende ziekenhuizen.
Praktijkactiviteit Observeer een kraamvrouw waarbij gedragsproblemen voorkomen en observeer haar kraambegeleider. Maak voor de kraamvrouw en de begeleider een aparte lijst met observatiepunten. Welke verschijnselen herken je bij de kraamvrouw? Werd er gehandeld volgens de theorie die je hebt geleerd? Herken je in het handelen dat de protocollen van de werkgever zijn gevolgd? Benoem bij je begeleider de verschillende observatiepunten en vertel wat je ervan hebt geleerd. Eindproduct Laat je competenties zien in een rollenspel op school. Maak hiervoor een afspraak met de docent. Beschrijf het feedback over het rollenspel van de begeleidende docent.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
36
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.psychiatrie.Verslavingszorg Leerdoel
Ondersteuning voor de competentie
Student herkent de verschijnselen van verslaving en kan handelen volgens het protocol van het kraamcentrum Alle competentie van B en C op startbekwaam niveau
Inleiding Verslaving komt voor in alle lagen van de bevolking. Sociale acceptatie is afhankelijk van overlast en gedrag passend bij de verslaving. Verslaving en opvoeding vraagt emotioneel en sociaal veel van de ouders. Passend gedrag als ouders wordt gevraagd door de maatschappij voor de opvoeding van kinderen, omdat ouders een voorbeeld functie hebben ten opzichte van hun kinderen. Bij afwijkend gedrag waarbij kinderen misschien wel in gevaar komen zal er ingegrepen worden door de verschillende instanties. Schoolactiviteit Om tot een juist handelen over te gaan moet je verslaving in alle vormen kunnen herkennen. Alleen een onderbuik gevoel is daarbij niet voldoende. Je zult hiervoor gedrag moeten kunnen beschrijven. Zoek in de boeken en op internet informatie over verslaving en verslavingszorg. Zoek van vijf verslavingen uit wat de verslaving inhoud, welk gedrag zichtbaar is en welke verslavingszorg gepast zou zijn. Beschrijf per verslaving wat het effect is op de foetus. Praktijkactiviteit Neem contact op met een verpleegkundige en/of verslavingsvereniging en probeer antwoord te krijgen op de volgende vragen: 1. Welke verschijnselen heeft een pasgeborene als een moeder te maken heeft met een verslaving? 2. Welke zorginstellingen hebben te maken met verslavingszorg? 3. Hoe is de zorg en/of begeleiding geregeld van een gezin waarin een verslaving bekend is? 4. Wat zijn de rechten van een kind en/of ouder? 5. Welke materialen/middelen kunnen worden ingezet in een gezin waarin een verslaving voorkomt? 6. Wat beschrijven de protocollen van de kraaminstellingen over een vermoedelijke verslaving in een kraamgezin? Einddoel Maak een spel met de kennis die je hebt opgedaan vanuit de theorie- en praktijkactiviteiten. Speel dit spel uit in de groep. Reflecteer mondeling met de docent. Beschrijf de feedback in een verslag.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
37
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.verstandelijk gehandicapte zv.start.Medicatieverstrekking Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student kan vertellen hoe de medicatieverstrekking van zijn afdeling is geregeld en motiveren of dit volgens protocol gebeurt. Alle competenties van beroepstaak B op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt wat de richtlijnen ten aanzien van medicatievertrekking zijn, hoe deze worden nageleefd binnen jouw instelling en hoe dit praktisch wordt uitgevoerd bij de zorgvragers. Inleiding Veel zorgvragers gebruiken medicatie. Soms hebben zij deze medicatie in eigen beheer maar vaak worden zij door verzorgenden geholpen met de medicatie inname. De medicatie komt van de apotheek naar de afdeling en jij geeft deze medicatie dan aan de zorgvrager. Hiervoor zijn richtlijnen geformuleerd. Maar hoe worden deze nageleefd en nemen zorgvragers trouw de medicatie in? Onderdelen School activiteit Als jij medicijnen krijgt van de apotheek, lees jij dan altijd de bijsluiter? Neem je de medicatie in zoals het is voorgeschreven in de bijsluiter? Noteer hoe jij in het algemeen met medicatie omgaat. Motiveer waarom je je ten aanzien van medicatie zo gedraagt. Zoek nu naar de algemene richtlijnen ten aanzien van het medicatieverstrekking op de site: http://www.zorgprotocollen.nl/docs/medicatieverstrekking.pdf. Beschrijf per richtlijn waarom de werkwijze juist op DIE manier moet worden uitgevoerd. Bv. Waarom is het belangrijk dat je medicatie met een ruime hoeveelheid water geeft. Vraag desnoods informatie bij de apotheek. Maak nu van deze antwoorden toets vragen die je aan je collega’s gaat stellen. Maak er minimaal 10. Maak nu een lijst met observatiepunten om in de praktijk zorgvragers te observeren op het gebruik van medicatie volgens de richtlijnen. Maak een ruimte op je blad om te noteren waarom soms van een richtlijn wordt afgeweken. Onderdelen Praktijk activiteit Leg de richtlijnen van medicatieverstrekking naast het protocol van jouw instelling. Noteer de overeenkomsten en verschillen. Waardoor worden met name de verschillen veroorzaakt? Deel nu aan 5 collega’s de toets uit en laat hen deze maken. Bespreek de uitkomsten van de toets met hen na. Welke leerpunten komen uit de uitslag naar voren? Wat valt je op aan de antwoorden van je collega’s? Welke kennis ontbreekt ten aanzien van medicijnverstrekking? Hoe kan je dit hiaat in kennis oplossen? Stel het protocol van de afdeling naar aanleiding van de antwoorden bij en geef tips hoe de richtlijnen voor medicatieverstrekking beter kunnen worden nageleefd. Observeer nu vijf zorgvragers tijdens de medicijn verstrekking aan de hand van je observatieschema. Wat zijn je conclusies na je observatie? Formuleer eventueel verbeterpunten. Bespreek je observatie met je begeleider. Reflecteer nu op de activiteit: wat heb je ervan geleerd.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
38
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.verstandelijk gehandicaptezv.start.Verschillende disciplines Leerdoel
De student benoemt de verschillende disciplines waar een zorgvrager mee te maken kan krijgen en wat deze disciplines voor deze zorgvrager doen.
Ondersteuning voor de competitie
Alle competenties van beroepstaak B op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt verschillende disciplines die betrokken kunnen zijn bij de zorg rondom zorgvragers. Inleiding Een zorgvrager wordt vaak omringd door meerder disciplines dan alleen het verzorgende personeel. Tijdens de opleiding is al gekeken naar de discipline fysiotherapie, logopedie en activiteitenbegeleiding. Maar er bestaan nog meer disciplines die jouw zorgvrager kan treffen. Zo kan de zorgvrager voor een operatie naar het ziekenhuis moeten worden overgeplaatst. Wie komt deze zorgvrager dan allemaal tegen? Als de zorgvrager weer thuis komt is wellicht de diëtiste in consult geroepen. En wat doet een muziektherapeut eigenlijk? Onderdelen School activiteit Ben je zelf wel eens onder behandeling geweest van een fysiotherapeut, logopedist, haptonoom, mensendiecktherapeut, podotherapeut, maatschappelijk werker, psycholoog of andere zorgverlener? Beschrijf je ervaring met 2 van deze disciplines. Werd het doel bereikt waarom je deze discipline nodig had? Stel je moet voor een blindedarmoperatie naar het ziekenhuis. Zoek eens op welke disciplines je binnen het ziekenhuis allemaal tegen komt als je een operatie moet ondergaan. Noteer welke opleiding zij hebben gevolgd en wat hun taak is in het ziekenhuis. Welk doel hebben zij als zij jou tegenkomen in het ziekenhuis? Maak hiervan een lijstje. Zoek daarna informatie over de disciplines die jij kunt tegenkomen in de praktijk van jouw uitstroomrichting. Zoek ook van hen op welke opleiding zij hebben gedaan en met welk doel zij zorgvragers bezoeken. Maak hiervan een lijstje. Maak nu een vragenlijst met 5 vragen voor zorgvragers in de praktijk. Je wilt hen gaan vragen naar hun ervaring met verschillende disciplines die bij de zorg betrokken zijn. Onderdelen Praktijk activiteit Lees het zorgplan van twee zorgvragers waarbij meerdere disciplines zijn betrokken. Waarom zijn deze disciplines bij deze zorgvrager betrokken? Wat waren de problemen rondom deze zorgvrager waarom zij in consult moesten komen? Wat is het resultaat van dit consult? Bevraag in de praktijk twee zorgvragers over de disciplines die hen ondersteunen met behulp van je vragenlijst. Bezoek twee disciplines die je nog niet eerder in je opleiding hebt gesproken. Vraag naar de ervaring van deze disciplines: hoe zijn zij opgeleid, wat vinden zij leuk aan hun vak, hoe is hun werkschema en alles wat je verder nog wilt weten in het algemeen. Vraag hen dan in bijzonder naar hun werkzaamheden bij de door jou uitgekozen zorgvragers voor deze activiteit. Wat is het doel van hun aanwezigheid? Hoe vinden zij het gaan?Maak een samenvatting van de vier gesprekken en reflecteer wat je ervan hebt geleerd.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
39
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.verstandelijk gehandicapte zv.start.Thuis blijven wonen Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student beschrijft op welke manier een zorgvrager met aanpassingen zelfstandig thuis kan blijven wonen. Alle competenties van beroepstaak B op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt hoe een zorgvrager met een beperking op lichamelijk en/of geestelijk gebied met aanpassingen en ondersteuning zelfstandig thuis kan blijven wonen. Inleiding Een zorgvrager met een beperking kan in veel gevallen thuis blijven wonen mits er gezorgd wordt voor aanpassingen aan de woning of ondersteunende diensten worden ingeschakeld. Zo kan een zorgvrager met dwarslaesie die gebruikt maakt van een rolstoel in de eigen woning blijven door aanpassingen aan de keuken aan te brengen: een laag aanrecht en de kraan op een zodanige plek dat deze zorgvrager erbij kan. Ook wordt voor deze zorgvrager thuiszorg geregeld voor ondersteuning bij de ADL zorg. Onderdelen School activiteit Stel dat jij ineens in een rolstoel zou belanden door een dwarslaesie met niet alleen functiestoornis in je benen maar ook minder kracht in je armen. Kijk eens rond in je eigen huis en beschrijf welke aanpassingen jij graag in jouw huis zou willen laten doen om goed met je rolstoel in het dagelijks leven te kunnen functioneren. Maak hiervan een lijstje. Zoek daarna informatie over de aanpassingen die gedaan kunnen worden in je huis ter ondersteuning. (Kijk op www.regelhulp.nl ). Kun je er ook bij vinden hoe duur het is om het te laten doen? Zoek nu naar hulpmiddelen die jij zou willen gebruiken in het dagelijks leven. Kijk bijvoorbeeld op www.zorghulpmiddelenwinkel.nl . Hoe duur zijn de hulpmiddelen die jij zou willen gebruiken? En bedenk nu welke ondersteunende diensten je wilt inschakelen. Wil je tafeltje dek je? Zoek dan eens op hoe duur het is. Wil je thuiszorg? Hoe regel je dit? Maak van je bevindingen een samenvatting. Stel nu een observatielijst op met mogelijke aanpassingen en hulpmiddelen. Zet onder deze lijst welke ondersteunende diensten kunnen worden ingeschakeld. Onderdelen Praktijk activiteit Observeer in praktijk het huis van twee zorgvragers op aanpassingen, hulpmiddelen en ondersteunende diensten met behulp van je observatielijst. Noteer wat deze twee zorgvragers inzetten om zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen. Bevraag nu de zorgvragers (of eventueel mantelzorgers) over deze aanpassingen, hulpmiddelen en ondersteunende diensten. Vraag in ieder geval naar: wanneer zij het hebben ingezet, hoe zij het hebben geregeld en betaald en of zij tevreden zijn met de aanpassingen, hulpmiddelen en ondersteuning. Hebben zij nog meer nodig? Maak een samenvatting van deze gesprekken en geef je mening over de aanpassingen, hulpmiddelen en ondersteuning.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
40
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.verstandelijk gehandicapte zv.start.ZZP Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student kan het zorgzwaartepakket van zorgvragers analyseren en op juistheid controleren. De student kan een zorgzwaartepakket aanpassen. Alle competenties van beroepstaak B op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt zorgzwaarte pakketten van zorgvragers, analyseert of deze voldoen en stelt deze eventueel bij. Inleiding Een zorgvrager krijgt zorg volgens een zorgzwaartepakket. Dit pakket is heel persoonlijk voor de zorgvrager samengesteld. Het CIZ bepaalt welk pakket de zorgvrager krijgt. Soms past het pakket heel goed bij een zorgvrager, soms ook niet. En wat moet je doen als de zorgvrager ineens de griep krijgt en meer zorg nodig heeft? Deze activiteit laat je verschillende facetten van het zorgzwaartepakket bekijken. Onderdelen School activiteit Je hebt in de gevorderde fase een activiteit gedaan over ZZP. Deze activiteit mag je erbij nemen. Stel dat jij een dwarslaesie oploopt, dan heb je zorg nodig. Zou jij kunnen achterhalen welk zorgzwaartepakket jij dan krijgt? Motiveer waarom je kiest voor een bepaald pakket. Beantwoord de volgende vragen: Waarom zijn de zorgzwaarte pakketten ingevoerd? Wat heeft dit voor de zorg veranderd? Wat is het CIZ? Wat doet het CIZ nog meer behalve indicatiestelling? Waarop baseert het CIZ de indicatie? Wat heeft het CIZ nodig om een indicatie aan te passen? Stel nu een vragenlijst op met minimaal 5 vragen. Je wilt in de praktijk zorgvragers/mantelzorgers gaan bevragen over het zorgzwaartepakket. Bijvoorbeeld, of zij het als voldoende ervaren. Stel ook een vragenlijst op voor je collega’s die vroeger met het AWBZ hebben gewerkt en nu met ZZP’s te maken hebben. Vraag naar de verschillen tussen vroeger en nu. Onderdelen Praktijk activiteit Observeer in de praktijk twee zorgzwaartepakketten van twee zorgvragers. Kijk of deze pakketten voldoende zijn voor deze zorgvragers. Motiveer waarom je deze mening hebt. Vraag dan deze zorgvragers/mantelzorgers je vragen van de lijst. Maak een samenvatting van deze gesprekken. Kijk dan naar de rapportage van jouw geobserveerde zorgvragers. Stel dat je een ander pakket zou willen aanvragen. Welke rapportages zijn van belang voor het CIZ om een indicatie bij te stellen? Waar moeten jullie als verzorgenden op letten ten aanzien van deze rapportage? Bekijk of de rapportage van jouw geobserveerde zorgvragers voldoende is ingevuld om een ander zorgzwaartepakket te kunnen aanvragen. Motiveer je mening. Wat doe je met het ZZP als je zorgvrager de griep krijgt? Stel je deze dan tijdelijk bij of verleen je tijdelijk meer zorg? Wie betaalt dan die tijdelijke extra zorg? Als je echt een pakket zou moeten bijstellen: Doe dat dan samen met je begeleider. Bevraag daarna twee collega’s die vroeger met de AWBZ hebben gewerkt naar hun ervaringen. Vergelijk vroeger met nu. Maar ook van deze gesprekken een samenvatting. Reflecteer hierna op deze activiteit. Wat heb je geleerd? Albeda College Branche Gezondheidszorg
41
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.kraam.start.Borstvoeding Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student kan vertellen hoe wordt gehandeld bij problemen met borstvoeding in een kraamgezin en motiveren of dit volgens protocol gebeurt Alle competenties van beroepstaak B op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt wat de richtlijnen zijn ten aanzien van problemen bij borstvoeding: stuwing, vlakke of ingetrokken tepels, tepelkloven, te veel melk, te weinig melk, borstontsteking en spruw. Je vergelijkt de richtlijnen met die van de kraamzorginstelling en je onderzoekt of en hoe de richtlijnen worden nageleefd. Je beschrijft verbeterpunten. Inleiding Borstvoeding is de beste voeding voor een baby. Toch kunnen er problemen optreden tijdens het geven van borstvoeding. Dan komt er altijd wel bezoek die weet wat je moet doen: gekneusde koolbladeren bij stuwing, of een tepelhoedje bij vlakke tepels. Maar is dat ook de juiste oplossing? En zijn er richtlijnen ten aanzien van bovenstaande problemen bij het kraamcentrum waar je stage loopt? Onderdelen School activiteit Wat weet je zelf al ten aanzien van het oplossen van problemen bij borstvoeding? Schrijf dat kort en puntsgewijs op. Zoek op internet naar algemene richtlijnen ten aanzien van problemen bij borstvoeding. Je kunt bijvoorbeeld kijken bij het Kenniscentrum Borstvoeding www.borstvoeding.com of bij de Samenwerkende Borstvoeding Organisatie www.borstvoeding.nl Beschrijf de richtlijnen bij: 1. Stuwing 2. Vlakke of ingetrokken tepels 3. Tepelkloven 4. Te veel melk 5. Te weinig melk 6. Borstontsteking 7. Spruw Onderdelen Praktijk activiteit Vraag naar de richtlijnen van de kraamzorginstelling waar je stage loopt, ten aanzien van bovengenoemde problemen bij borstvoeding. 1. Zijn er richtlijnen voor alle bovengenoemde problemen? 2. Vergelijk de richtlijn van de kraamzorginstelling met de richtlijnen die je op internet hebt gevonden. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? 3. Interview twee kraamverzorgenden. Volgen zij de richtlijnen van de kraamzorginstelling bij bovengenoemde problemen bij borstvoeding? Waarom wel/niet? Is er bijscholing geweest bij de kraamzorginstelling m.b.t. het omgaan met problemen bij borstvoeding? Zo ja: waaruit bestond die bijscholing? Zo niet: is er behoefte aan bijscholing en waarover? 4. Beschrijf de verbeterpunten voor de kraamzorginstelling ten aanzien van het omgaan met problemen bij borstvoeding. 5. Bespreek je bevindingen met je begeleidster. Reflecteer nu op de activiteit: wat heb je ervan geleerd.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
42
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.kraam.start.Kraamvrouw thuis na keizersnee Leerdoel Ondersteuning voor de competitie
De student kan vertellen hoe wordt gehandeld bij een kraamvrouw thuis die via een keizersnee is bevallen Alle competenties van beroepstaak B op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt de theorie met betrekking tot de keizersnee en je informeert je over de zorg die verleend moet worden aan een kraamvrouw na een keizersnee in de thuissituatie. Inleiding Een keizersnee kan gepland zijn, de zwangere en haar partner worden dan vooraf geïnformeerd over wat er staat te gebeuren, Maar vaak komt een keizersnee onverwacht. De vrouw en haar partner zijn er niet op voorbereid en alles gaat heel snel. Achteraf kunnen er dan veel vragen komen. Daarom is het belangrijk dat je als kraamverzorgende goed geïnformeerd bent. Onderdelen School activiteit Zoek naar literatuur en beeldmateriaal over een keizersnee. Bekijk minsten twee DVD’s of uitzendingen op internet over bevallen via een keizersnee. Zoek naar literatuur over bevallen via een keizersnee. Beantwoord de volgende vragen: 1. Wat is de medische naam voor een keizersnee? 2. Wat zijn redenen om een keizersnee uit te voeren? Noem er minstens zes. 3. Op welke twee manieren kan de zwangere verdoofd worden tijdens de operatie? 4. Wie zijn er bij de keizersnee op de operatiekamer aanwezig? 5. Welke specifieke zorg heeft een kraamvrouw nodig na een keizersnee als ze weer thuis is? 6. Beschrijf de antwoorden op de vragen in een kort verslag. Onderdelen Praktijk activiteit Interview een ervaren kraamverzorgende die meerder keren een kraamvrouw na een keizersnee heeft verzorgd. Bedenk welke vragen je haar wilt stellen. Beschrijf na afloop wat specifiek is in de zorg voor een kraamvrouw die een keizersnee heeft gehad. Komt de informatie die je uit de theorie hebt gehaald overeen met de informatie van de kraamverzorgende? Beschrijf de overeenkomsten en verschillen. Voeg het verslag met de informatie uit de theorie samen met de informatie uit het interview. Geef je verslag over dit onderwerp minimaal een week voorafgaand aan de presentatie aan drie medestudenten en de docent zodat zij vragen over dit onderwerp kunnen bedenken. Bespreek met je medestudenten de inhoud van het verslag en reageer op de vragen van je medestudenten en de docent. Reflecteer nu op de activiteit: wat heb je ervan geleerd.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
43
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.kraamstart. pedagogie Leerdoel
Ondersteuning voor de competenties
Student kan GVO geven over de opvoeding van de aanwezige kinderen in het gezin en waarbij eventuele problemen worden gesignaleerd. Alle competenties van B en C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek
Activiteit Je onderzoekt de theorie van opvoedstromingen en leeftijdsfases en maakt naar aanleiding van een interview met een verpleegkundige op een consultatiebureau een verslag. Naar aanleiding van dit verslag bereid je een discussie voor. Inleiding In de gezinnen waar je komt te werken, loopt de opvoeding en de communicatie tussen de ouders en de kinderen niet altijd goed. Het is wettelijk je taak om vroeg te signaleren en de problemen die zich in het gezin voor (kunnen) doen te stroomlijnen. Hiervoor moet je GVO kunnen geven en gesprekken kunnen voeren met het gezin en met de verschillende disciplines. Onderdelen schoolactiviteit Lees verschillende boeken en tijdschriften en bekijk verschillend beeldmateriaal over opvoeding van kinderen in verschillende leeftijdsgroepen. En beantwoord de volgende vragen: 1. Welke lichamelijke, sociale en psychische kenmerken zijn er in de verschillende leeftijdsfases? 2. Welke verschillende opvoedstijlen zijn er? Zoek hierbij tenminste drie kenmerken die jou helpen om de opvoedstijlen te herkennen in een gezin. 3. Naar welke opvoedstijlen zou jij persoonlijk de voorkeur uit laten gaan? 4. Zoek zes tijdschriften uit die met opvoeding te maken hebben en deel de tijdschriften in per leeftijdsgroep. 5. Geef per leeftijdsfase aan welke tijdschriften je zou aanbevelen.
Praktijkactiviteiten Maak een afspraak met een verpleegkundige die werkzaam is op een
consultatiebureau voor het afnemen van een interview. Maak vragen voor het interview over de begeleiding van opgroeiende kinderen. Beschrijf specifiek waar je als kraamverzorgende op moet letten als je in een gezin bent met opgroeiende kinderen. Bedenk drie ethische vragen naar aanleiding van theoretisch onderzoek en je interview bij de verpleegkundige.
Einddoel Bereid een discussie voor met een groep van tenminste vijf medestudenten en de docent over de drie ethische vragen, waarbij de deelnemende leden aan de discussie minimaal een week van tevoren het materiaal over de ethische vraagstukken aangeboden krijgen. Voer de discussie uit en reflecteer mondeling met de docent na afloop van de discussie. Geef in een reflectieverslag aan wat je geleerd hebt en of je het leerdoel bereikt hebt.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
44
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.kraamstart.complicatie bij een bevalling leerdoel
Ondersteuning voor de competenties
Student kan een gezin begeleiden, in samenwerking met een verloskundige, waarbij zich complicaties voordoen tijdens een partus Alle competenties die geschreven staan bij B en C op startbekaam niveau
Activiteiten Je onderzoekt welke complicaties zich voor kunnen doen tijdens een partus en onderzoekt welke specifieke begeleiding er nodig is tijdens deze gecompliceerde partus. Inleiding Tijdens het werken in de kraamzorg kom je ook partussen tegen ,die niet verlopen zoals gepland. De zorg die dan geleverd moet worden is dan heel specifiek en moet afgestemd zijn op de verloskundige en de situatie. Adequaat handelen kan hierbij van levensbelang zijn voor de moeder en de pasgeborene. Samenwerken met een verloskundige vraagt in deze situaties om doortastendheid en alertheid om de situatie zo gunstig mogelijk te laten verlopen. Schoolactiviteiten Zoek informatie in verschillende boeken en op beeldmateriaal over de complicaties die zich voor kunnen doen tijdens een partus. Lees ook in je boeken na wat er belangrijk is als je gaat samenwerken en begeleiden. 1. Zoek uit en beschrijf van ten minste 10 complicatie uit wat de oorzaak is en wat de gevolgen kunnen zijn en hoe je moet handelen 2. Zoek uit en beschrijf wat belangrijk is bij de samenwerking met een verloskundige bij iedere complicatie die jij hebt onderzocht. 3. Zoek uit en beschrijf de begeleiding van een gezin per complicatie die jij hebt onderzocht.
Praktijkactiviteiten Woon een bijeenkomst bij of bereidt een interview voor dat je antwoord geeft op de volgende vragen. Welke complicatie kunnen zich voordoen in welke fase van de partus. Wat zeggen de protocollen van mijn werkgever over de verschillende complicaties en wat is mijn rol als kraamverzorgende daarin. Wat verwacht een verloskundige van mij bij een gecompliceerde partus. Beschrijf een gecompliceerde partus die jij hebt bijgewoond waarin je laat zien hoe jij hebt gehandeld. Gebruik hierbij het feedback van de verloskundige/werkbegeleider. Einddoel Maak een spel van de informatie die hebt gekregen en speel dit uit met een groepje op school. Vraag feedback van de docent en medestudenten
Albeda College Branche Gezondheidszorg
45
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
B.startkraam. aangeboren afwijking leerdoel
Ondersteuning voor de competenties
Student kan zorg leveren in een gezin waarbij de pasgeboren een aangeboren afwijking heeft en/of overlijd Alle competenties die beschreven staan bij B en C op startbewaamniveau
. Inleiding Een erfelijke en/of aangeboren afwijking bij een pasgeboren is een zware emotionele belasting voor het gezin maar ook voor jouw als kraamverzorgende. Hierbij zie je verschillende emotionele reacties in een wisselend patroon bij iedereen die bij het gezin betrokken is .Afhankelijk van de afwijking en wat dit voor gevolgen heeft voor het dagelijks leven en in welke mate de afwijking zichtbaar is zullen de ouders en familie met situatie moeten leren omgaan. Schoolactiviteiten Zoek in de boeken en/of bladen en kijk naar beeldend materiaal over de verschillende erfelijke en aangeboren afwijkingen op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied. Zoek ook uit welke emotionele reacties er zouden kunnen voordoen .Bekijk hoe de maatschappij hulp bied op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied, Hierbij kun je denken aan zelfhulpgroepen, professionele instellingen, verenigingen enz….maar ook aan wetgeving. Beantwoord hierna de volgende vragen: 1. Kun je aangeven van tenminste tien erfelijke en/of aangeboren afwijkingen wat de oorzaak en de verschijnselen zijn en hoe ga je handelen . 2. Kun je vertellen aan de ouders welke hulp de maatschappij aanbied bij de tien verschillende uitgezochte erfelijk en /of aangeboren afwijkingen. 3. Hoe komen ouders emotioneel tot acceptatie van de pasgeboren met een erfelijke en/of aangeboren afwijking 4. Hoe worden deze gezinnen financieel geholpen , welke rechten en plichten geeft/heeft de maatschappij ten opzichte van deze gezinnen. 5. Wat is de regelgeving in Nederland bij het beëindigen van de zwangerschap en/of beëindiging van het leven bij een pasgeboren wanneer er spaken is van een ernstige afwijking. Wanneer er spraken is van een ernstige aangeboren afwijking kan een gezin te maken krijgen met het overlijden van de pasgeborene. Hoe is dan zorg geregeld en waar kan jij jouw emoties kwijt. Praktijkactiviteiten Maak contact met een begrafenis ondernemer en zoek uit wat er aan materialen en mogelijkheden zijn als het gaat om de begrafenis van een pasgeboren. Bekijk de protocollen van de werkgever die gaan over erfelijke en /of aangeboren afwijkingen bij een pasgeboren en bij het eventuele overlijden van een pasgeboren. En zoek de antwoorden op de volgende vragen. Bij welke leeftijd moet een pasgeboren begraven worden volgens de wet Wat zijn de kosten van een begrafenis van een pasgeboren Wie betaald de begrafenis. Wat zegt het protocol bij de werkgever als de pasgeboren is overleden over jouw begeleiding in het kraambed en eventuele begrafenis Hoe is de zorg voor jouw als professional geregeld bij het kraamcentrum Reflecteer door het maken van foto’s of film waarin je laat zien wat je hebt geleerd of maak een afspraak met de docent om jouw vaardigheid te laten zien tijdens een acteersituatie .
Albeda College Branche Gezondheidszorg
46
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Beroepsopdracht
Beroepstaak C
Verzorgende-IG
Startbekwaam niveau
Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier Zelfstandig begeleiding geven aan een (groep) zorgvragers in het verzorgingshuis, verpleeghuis, kraamzorg of de thuiszorg, dat kan jij!
Beroepsopdracht: Je werkt als leerling verzorgende op een kleinschalige woongroep, verzorgingshuis, verpleeghuis, kraamzorg of in de thuiszorg. Je hebt, gedurende 5 diensten, de verantwoordelijkheid voor de begeleiding en het geven van voorlichting, advies en instructie van 5 tot 8 zorgvrager, zodat de begeleiding is afgestemd op de specifieke wensen en behoeften van de zorgvrager.
Je werkbegeleidster mag hierbij het volgende van je verwachten: Je verleent de begeleiding volgens het opgestelde zorgplan, je bent zelf verantwoordelijk voor de planning, de uitvoering en de afstemming. Je biedt palliatief- terminale zorg en hierbij voer je de begeleiding zelfstandig uit. Je evalueert de begeleiding met de zorgvrager en collega’s, rapporteert en stelt, in overleg, het zorgplan eventueel bij. Bij het geven van voorlichting, advies en instructie maak je gebruik van de kennis die je hebt van stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en ziektebeelden bij de oudere zorgvrager, psychiatrische en psychogeriatrische zorgvrager, chronische zieken, lichamelijk gehandicapten, kraamvrouwen en revaliderenden. Je stimuleert de zorgvrager de regie te houden over zijn eigen leven. Je toont betrokkenheid bij de zorgvrager en familie/ mantelzorgers door ze de gelegenheid te geven om over problemen en gevoelens te praten en je geeft voorlichting waar mogelijk. In een onvoorziene situatie of een crisissituatie houd je je aan de procedures. Je blijft gericht op het werk dat gedaan moet worden. Je bespreekt hierbij je eigen grenzen en gevoelens Taaltaken
Zorgvrager motiveren tot deelname (stimuleren) Gesprekken voeren en overleggen Voorlichting geven bij stoornissen, beperkingen en handicaps Instructie geven
Albeda College Branche Gezondheidszorg
47
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
48
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht C Begeleiden Naam student:
Datum:
Werkprocessen Beroepstaak C Startbekwaam Niveau
Opleiding: Verzorgende IG
Niveau: Startbekwaam
Feedback
1.1 De student heeft zelfstandig een anamnesegesprek gevoerd, heeft een zorgplan opgesteld en het zorgplan besproken met de betrokkenen. (D-H-J-K-M) 1.3 De student heeft de zorgvragers ondersteunt bij de palliatief-terminale zorg (E-F-V) 1.6 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied (J-N) 1.7 Geeft voorlichting, advies en instructie (I-L)
1.8 De student heeft bij een onvoorziene situatie adequaat gereageerd en je de middelen en maatregelen volgens afspraak toegepast. (A-T-V) 1.9 Bij de uitvoering van de zorg is gebruik gemaakt van de kennis over stoornissen, beperkingen en functioneringsproblemen en ziektebeelden bij de oudere zorgvrager, psychiatrische en psychogeriatrische zorgvrager, chronische zieken en revaliderenden. (B-I-K-R-V-X) 2.1 De student heeft de zorgvrager begeleidt in de zelfredzaamheid de door geen handelingen over te nemen die de zorgvrager nog kan en zelf keuzes te maken bij de persoonlijke basiszorg en dagindeling (C-D) 2.2 De zorgvragers en/ of mantelzorgers zijn ondersteunt op psychosociaal gebied en en ondersteunt bij verwerking van verlies. (D)
Albeda College Branche Gezondheidszorg
49
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Werkprocessen Beroepstaak C Gevorderd Niveau 2.3 Begeleidt een zorgvrager op sociaal-maatschappelijk gebied
Verzorgende-IG
Feedback
2.4 Begeleidt een groep zorgvragers op sociaal-maatschappelijk gebied 2.5 De begeleiding is gericht op de zorgvragers uit de specifieke branche. (D-G) 3.4 De totale zorgverlening is geëvalueerd en periodiek aan het einde van een uitvoeringstraject. De relevante gegevens zijn hiervoor verzameld en veranderingen zijn doorgevoerd. Je houdt het zorgdossier (D-J-M) Argumentatie Feedback (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: ………………………………… Naam werkbegeleider/praktijkopleider:
Naam student:
………………………………………………
………………………………………………
Paraaf: ……………………………………
Paraaf: ……………………………………
Albeda College Branche Gezondheidszorg
50
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Overzicht Beroepstaak C Begeleiden Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak C Startbekwaam Beroepsproducten Werkprocessen Begeleiden C1 Voorlichting, advies 1.1, 1.7, 1.9, 2.3, 2.5, en instructie 3.4 C2 Psychosociale 1.1, 1.3, 1.6, 1.8, 2.1, begeleiding 2.2, 2.3, 2.5, 3.4 C3 Groepsbegeleiding 1.4, 1.9, 2.4, 2.5, 3.4 Competenties: A, C, D, E, G, H, I, J, K, L, M, N, R, T, U, V, X Competenties in de werkprocessen A. Beslissingen en activiteiten initiëren
Prestatie-indicatoren
C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen
E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen G. Relaties bouwen en netwerken H. Overtuigen en beïnvloeden
Neemt bij het uitvoeren van palliatieve/terminale zorg zelfstandig beslissingen t.a.v. veranderingen. Neemt tijdig beslissingen bij verward of agressief gedrag. Zorgt ervoor dat veiligheid en gezondheid van de zorgvrager en anderen niet in gevaar komen. Neemt bij afwijkingen van lichamelijke functies en het gedrag van de zorgvrager tijdig beslissingen om zo nodig deskundige hulp in te schakelen. Stimuleert de zelfredzaamheid van de zorgvrager en benadrukt het belang hiervan. Adviseert de mantelzorger/naasten over draagkracht en draaglast. Behandelt de zorgvrager met respect en geduld. Let op het psychosomatisch welbevinden van mantelzorg en naasten en stimuleert hen om overbelasting te voorkomen. Toont betrokkenheid bij de problemen en vragen van de zorgvrager en zijn naasten/mantelzorgers. Leeft zich in de situatie van de ander in en helpt hen door moeilijke periodes heen. Beseft dat eigen gevoelens en gedrag van invloed kunnen zijn op de situatie. Schakelt zo nodig andere zorgverleners in. Informeert en overlegt met alle betrokkenen. Meldt tijdig belangrijk zaken. Handelt volgens de ethische maatstaven van de organisatie, de beroepsgroep en de maatschappij. Communiceert open en duidelijk. Gaat discreet met gevoelige zaken om. Legt actief contact met sociaal netwerk van de zorgvrager.
Leidt het anamnesegesprek met de zorgvrager aan de hand van een standaard vragenlijst in goede banen. Kijkt naar de verschillende belangen en mogelijkheden, probeert eruit te halen wat realistisch mogelijk is. Streeft overeenstemming na door te zoeken naar duidelijke winwin situatie.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
51
Opdrachtenboek Startbekwaam
Competenties in de werkprocessen I. Presenteren
J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen
Cohort 2011-2012
Prestatie-indicatoren
Geeft duidelijk informatie aan een groep zorgvragers. Houdt rekening met de doelgroep en stemt hierop af. Straalt deskundigheid en betrouwbaarheid uit. Controleert regelmatig of de informatie duidelijk is overgekomen Verwerkt gegevens nauwkeurig en volledig. Formuleert op correcte wijze kernachtig de doelen en activiteiten in een zorgplan. Formuleert vlot en bondig. Past haar kennis over stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen, en ziektebeelden van verschillende zorgcategorieën toe. Gebruikt de beperkingen en mogelijkheden van de zorgvrager voor het opstellen van de zorgdoelen. Kiest en gebruikt gericht de voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen. Houdt rekening met mogelijkheden, beschikbaarheid en bijbehorende kosten. Zet op juiste wijze materialen en middelen in om voorlichting en advies aan zorgvrager te verhelderen Analyseert grondig verkregen gegevens. Legt juiste verbanden. Trekt logische conclusies uit verkregen gegevens. Haalt belangrijkste informatie uit de evaluatiegegevens en trekt logische conclusies. Lost problemen op en stelt het zorgplan bij. Signaleert snel veranderingen in de gezondheidstoestand. Interpreteert deze en bespreekt dit. Onderneemt actie om vervolgstappen ingang te zetten. Ondersteunt de zorgvrager op het gebied van praktische zaken en dagbesteding. Sluit zoveel als mogelijk aan bij de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager. Checkt regelmatig of de begeleiding (nog) voldoet aan de verwachtingen en wensen. Houdt zich aan voorgeschreven procedures. Kent de wettelijke richtlijnen en past deze toe. Volgt de aanwijzingen van leidinggevende/organisatie op. Begeleidt op professionele wijze een groep met verschillende achtergronden, sekse, cultuur en gezindheid. Past haar communicatie, gedrag en begeleidingsvormen aan op de groepsleden. Hanteert eigen gevoelens. Kent eigen grenzen. Is tijdens stressvolle situaties gericht op het werk en zaken die gedaan moeten worden. Handelt effectief en professioneel
De zorgvrager attent maken op de mogelijkheden en kansen.
L. Materialen en middelen inzetten
M. Analyseren
N. Onderzoeken R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
T. Instructies en procedures volgen U. Omgaan met veranderingen en aanpassen V. Met druk en tegenslag omgaan
X Ondernemend en commercieel handelen
Verzorgende-IG
Albeda College Branche Gezondheidszorg
52
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Handleiding startbekwame activiteiten en casustoetsen B en C startbekwaam. Inleiding De activiteiten voor beroepstaak B en C bestaan uit twee delen: een theoretisch en een praktisch deel. In het theoretische deel wordt ten aanzien van het onderwerp een onderzoek gedaan waarbij boeken, tijdschriften en internet gebruikt worden. Dit theorieonderzoek wordt als leidraad gebruikt voor een onderzoek in de praktijk waarbij zorgvragers, collega’s en/of mantelzorgers worden betrokken. Zo wordt de bestudeerde theorie meteen toegepast in de praktijk. Verzin een eigen onderwerp wat je wilt onderzoeken en wat past bij jouw praktijksituatie. Overleg met de docent en de begeleider in de praktijk of dit onderwerp geschikt is. Kijk voor inspiratie en verdere uitleg over de uitvoering van deze activiteit bij de activiteiten van beroepstaak B en C startbekwaam. Uiteraard kun je ook een activiteit kiezen die al is uitgewerkt. Voor beroepstaak B worden 2 onderwerpen gekozen die passen bij jouw praktijksituatie. Ditzelfde geldt voor beroepstaak C. Uiteindelijk komt dit erop neer dat er 4 onderwerpen uitgewerkt worden voor beroepstaak B en C samen. Wanneer je de onderwerpen die je wilt onderzoeken uitgekozen hebt, ga je in overleg met je begeleider in de praktijk over de uitvoering daarvan. Maak voor dit overleg een plan van aanpak waarin je beschrijft wat je precies wilt onderzoeken en hoe je dit gaat doen. De activiteit wordt afgerond op school door te refereren over je onderzoek met 4 klasgenoten en de docent. Eventueel kun je hier je begeleider uit de praktijk voor uitnodigen. Om beroepstaak B en C in theorie af te sluiten behoor je een casustoets startbekwaam te maken. Hiervoor gebruik je een eigen gemaakte casus die je aan de hand van je onderzochte onderwerp schrijft. Dit betekent dat je een casus schrijft ter voorbereiding van casustoets B startbekwaam en een casus schrijft ter voorbereiding van casustoets C startbekwaam. Zie voor gedetailleerde uitleg verderop in deze handleiding. Als je de toets onvoldoende maakt dien je deze te herkansen. Hiervoor schrijf je een nieuwe casus aan de hand van je tweede uitgewerkte activiteit volgens de geldende criteria en procedure. Maken van de activiteit Het verslag moet bestaan uit minimaal 5 en maximaal 7 A-viertjes. Lettertype Arial 11, regelafstand 1.0. Maak bij het maken van het theoriegedeelte van de activiteit gebruik van boeken, tijdschriften en/of internet. Wat je hebt gebruikt moet duidelijk in je verslag naar voren komen. Benoem de boeken, tijdschriften en internetsites als volgt: 1. Boek: schrijver, boek benoemen, druk, jaartal, uitgever. (eventueel de bladzijdennummers waar je een citaat vandaan hebt gehaald) 2. Tijdschrift: Schrijver artikel, naam tijdschrift, naam artikel, nummer tijdschrift met jaartal, uitgever tijdschrift. 3. Internetsites: Titel internetsite, link naar de site, eventuele koppen die gekozen zijn om bij de gebruikte literatuur te komen. Geef je theoriegedeelte ter correctie aan de docent voordat je het praktijk onderzoek gaat uitvoeren. Stel eventueel je observatiepunten, enquête- of interview vragen bij naar aanleiding van de feedback van de docent. Voer nu het praktijkgedeelte van de activiteit uit. Overleg met je werkbegeleider van te voren wanneer het uitgevoerd kan worden en met welke zorgvrager/mantelzorger en/of collega’s. Albeda College Branche Gezondheidszorg
53
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Nu ga je het verslag schrijven naar aanleiding van de volgende criteria: 1. Het verslag heeft een voorwoord waarin je je keuze voor dit onderwerp motiveert en beschrijft wat je bent gaan onderzoeken. Overleg van te voren met de docent of dit goed is. 2. Het verslag eindigt met een conclusie waarin je beschrijft hoe je theorieonderzoek aansluit bij je praktijkonderzoek. Hier kun je de verbeterpunten ten aanzien van je onderwerp vermelden. 3. Daarna ga je in je nawoord beschrijven wat je hebt geleerd van het maken van deze activiteit. 4. Laat het verslag lezen door de begeleider in de praktijk en de docent. Verwerk eventuele feedback en maak het verslag af. Activiteit afronden De activiteit wordt afgerond op school door te refereren over je onderzoek. In een gesprek met 4 medestudenten en je docent laat je zien dat je kennis hebt over het onderwerp waarin je je hebt verdiept. Eventueel kan je je begeleider uit de praktijk ook uitnodigen voor dit gesprek. Het gesprek bereid je als volgt voor: Kopieer je verslag voor de docent en 4 medestudenten (en eventueel je begeleider uit de praktijk). Geef hen een week de tijd dit te lezen en vragen te formuleren over jouw onderzoek. Plan 20 minuten tijd in om met hen te refereren over je onderzoek. Aandachtspunten voor een referaat: Het referaat is een voorbereiding voor het bewust bekwaam gesprek van de proeve. Het is van belang dat je minimaal 1 referaat houdt. Naar aanleiding van de gekregen feedback plan je meerdere referaten zodat je goed kunt oefenen. De student presenteert zijn onderzoek in 5 minuten. In deze 5 minuten komt aan de orde; onderwerp, motivatie, opzet theorie met reflectie op de theorie en het praktijkonderzoek met reflectie. De student start de discussie op. Dit kan door middel van vragen stellen aan de medestudenten, hen stelling voorleggen en/of te anticiperen op hoe de groep reageert op de presentatie van het onderzoek. De medestudenten stellen open vragen. De student geeft antwoord en kan dit motiveren en beargumenteren. De student houdt de discussie gaande door zijwegen aan te boren, door te vragen op hetgeen medestudenten zeggen of bijvoorbeeld een actuele visie op het onderwerp in te brengen. De docent bewaakt de tijd en geeft tijdig aan wanneer de discussie afgerond moet worden. De docent neemt de leiding over de evaluatie. De student reflecteert op eigen inbreng tijdens de discussie. De student noteert leerdoelen naar aanleiding van de gekregen feedback. Zo nodig oefent de student meerdere malen voor het bewust bekwaam gesprek
Albeda College Branche Gezondheidszorg
54
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
De casustoets Je kunt 1 onderzoek van beroepstaak B en 1 onderzoek van beroepstaak C gebruiken voor de casustoets startbekwaam B en C. Procedure: De student levert minimaal 2 weken voorafgaand aan de casustoets B of C startbekwaam, de casus in bij de begeleidend docent. De docent kijkt deze casus na en geeft feedback. De student kan casustoets B en C startbekwaam maken indien zij/hij voldoet aan de beschreven voorwaarden en zij/hij de casus toevoegt aan de toets. Criteria voor de casus van beroepstaak C 1
De casus bestaat uit minimaal 1 en maximaal 2 A4-tjes. Op de casus staat de naam van de student en het gekozen onderwerp.
2
Beschrijving van de zorgvrager (geanonimiseerd). De zorgvrager heeft 1 of meerdere problemen op het psychosociale gebied. Er zijn meerdere disciplines betrokken bij de zorg voor deze zorgvrager. De zorgvrager heeft familie en/of mantelzorgers die betrokken zijn bij de zorg.
3
In de casus moet worden beschreven: Op welk verstandelijk niveau de zorgvrager functioneert; In welk sociaal netwerk de zorgvrager zich bevindt (familie, vrienden, mantelzorgers, andere zorgvragers) Welk gedrag de zorgvrager vertoont in en naar dit sociale netwerk. Welke handicaps, ziekten en/of beperkingen een rol spelen in het dagelijks leven van de zorgvrager.
4
Beschrijving welke begeleiding er geboden wordt aan de zorgvrager. Noem minimaal 2 punten. Beschrijf daarbij de knelpunten.
5
Beschrijf op welke punten de zorgvrager en/of mantelzorger voorlichting nodig hebben. Noem minimaal 2 punten.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
55
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
56
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak C School / Praktijk
Verzorgende-IG
Startbewaam
Oudere zorgvrager Workshop Oriëntatie op de activiteiten Activiteit Authenticiteit binnen de zorg Invloed van ouderdomsgebreken Omgaan met macht Omgaan met probleemgedrag Ouderenmishandeling Keuze:
datum
paraaf
datum
paraaf
datum
paraaf
datum
paraaf
Akkoord docent Chronisch zieke zorgvrager Workshop Oriëntatie op de activiteiten Activiteit De mens achter de ziekte Je thuis voelen Therapietrouw Zinvolle dagbesteding Keuze: Akkoord docent Palliatieve zorg Workshop Oriëntatie op de activiteiten Activiteit Mantelzorgers Keuze: Akkoord docent Psychiatrische en psychogeriatrische zorgvrager Workshop Oriëntatie op de activiteiten Activiteit Analyseren van communicatie Communiceren met psychogeriatrische zorgvragers Sociale contacten onderhouden Keuze: Akkoord docent
Albeda College Branche Gezondheidszorg
57
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak C School / Praktijk
Verzorgende-IG
Startbewaam
Verstandelijk gehandicapte zorgvrager Workshop Oriëntatie op de activiteiten Activiteit Je thuis voelen Seksuele voorlichting Sociale contacten onderhouden Keuze:
datum
paraaf
datum
paraaf
Akkoord docent
Kraamzorg Workshop Oriëntatie op de activiteiten Activiteit Kraamzorg in een gezin met meerdere kinderen Multiculturele kraamzorg Vroegsignalering Vrouwenverminking Kan een tiener een goede moeder zijn? keuze keuze Akkoord docent
Albeda College Branche Gezondheidszorg
58
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.oudere zv.start.Authenticiteit binnen de zorg Leerdoel
Competenties
De student kan het begrip authenticiteit herkennen en een leefklimaat op de afdeling scheppen waarbij de authenticiteit van de zorgvrager geborgd is. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je gaat met behulp van interviewvragen onderzoeken hoe belangrijk authenticiteit is voor de zorgvragers. Daarnaast onderzoek je hoe je als verzorgende de authenticiteit in het leefklimaat van de zorgvragers kunt borgen, zodat deze behouden blijft. Inleiding Zodra een zorgvrager in een instelling verblijft verandert er veel in zijn/ haar leven. De zorgvrager wordt gevraagd zich aan te passen aan de regels, gewoontes op een afdeling. Ook het ouder worden en het hebben van een chronische ziekte heeft invloed op de authenticiteit van de zorgvrager. Jij kunt als verzorgende veel doen om de authenticiteit van de zorgvrager te behouden. Onderdelen School activiteit Onderzoek: wat is authenticiteit? Gebruik bij de beschrijving hiervan de begrippen geestelijk, lichamelijk, sociaal en spiritueel. Hoe geef je het zelf vorm in je eigen leven. Hoe bewaak jij je eigen authenticiteit? Observeer je familie en vrienden. Hoe herken je in hen hun authenticiteit? Hoe geven zij dit vorm in hen leven? Hoe bewaren zorgvragers / mantelzorgers hun authenticiteit binnen de zorg? Hoe helpen verzorgenden hen om deze authenticiteit te behouden? Maak een kort verslag van je onderzochte vragen. Maak een aantal interviewvragen voor zorgvragers over authenticiteit. Maak een lijst met acties die een zorgvrager kan inzetten om te zorgen dat zijn/haar authenticiteit bewaakt blijft. Onderdelen Praktijk activiteit Beantwoord de volgende vragen: Wat is de visie van de instelling en hoe wordt die nageleefd door de zorgverleners ( m.b.t. de authenticiteit van de zorgvrager)? Wat zie je van deze visie terug op de werkvloer bij de zorgvrager/ mantelzorger? Bevraag 2 zorgvragers of mantelzorgers over de ruimte voor authenticiteit. Gebruik hierbij je interviewvragen en je lijst met acties. Welke acties hebben deze zorgvragers ingezet om hun authenticiteit te bewaken? Wat doe jij om de authenticiteit van de zorgvrager te bewaken? Wat kun jij verbeteren om de authenticiteit van zorgvragers nog beter te waarborgen. Gebruik hierbij de gegevens die je hebt gekregen uit het gesprek met je zorgvrager/ mantelzorgers en de theorie die je had opgezocht. Maak een verslag van dit onderzoek. Minimaal 2-/maximaal 5 A-viertjes.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
59
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.oudere zv.start.Invloed van ouderdomsgebreken Leerdoel Ondersteuning voor de competitie
De student kan bij de zorgvrager verschillende coping stijlen herkennen. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt hoe de zorgvrager reageert op de ouderdomsgebreken die de zorgvrager in het dagelijks leven belemmeren. Inleiding Coping is het omgaan met problemen die je in het dagelijks leven kunt tegen komen. Mensen reageren verschillend als zij met problematische gebeurtenissen te maken krijgen. Hoe men op zo’n situatie reageert, hangt sterk af van de aard en de ernst van het probleem en de situatie waarin men zich bevindt. Toch reageren mensen over het algemeen vaak op een eigen specifieke wijze. Deze reacties noemt men coping stijlen. Bij ouderen, die te maken krijgen met ouderdomsgebreken, zie je deze copings stijlen terug. Elke oudere reageert op eigen specifieke wijze op de gebreken. Onderdelen School activiteit Noteer de antwoorden op de volgende vragen: Hoe reageer je als je zelf ineens iets niet meer kan? Bijvoorbeeld bij een gebroken arm, been, als je griep hebt of kiespijn. Hoe ben je dan voor je omgeving, hoeveel kan je verdragen? Een beperking heeft invloed op lichamelijk, geestelijk, sociaal en spiritueel gebied. Wat heeft dit voor gevolgen voor jouw dagelijkse leven. Zoek in de literatuur welke coping stijlen er zijn. Welke hanteer je zelf het meeste en waarom kies je voor deze stijl? Maak een observatielijst van de coping stijlen en de kenmerken per stijl. Kies nu 5 ouderdomsgebreken en beschrijf de invloed van deze gebreken op jouw eigen dagelijks leven. Hoe zou jij omgaan met deze gebreken? Onderdelen Praktijk activiteit Kies twee zorgvragers uit om te observeren en kijk welke coping stijl(en) de zorgvragers hanteren ten aanzien van hun ouderdomsgebreken met behulp van je observatielijst. Ga een gesprek aan met een van deze zorgvragers om te achterhalen waarom deze coping stijl wordt gehanteerd. Welke gedachten zitten daarachter? Vraag ook naar de invloed van de ouderdomsgebreken op het dagelijks leven van de zorgvrager. Indien de zorgvrager niet tot een gesprek in staat is, vraag dit dan aan de mantelzorger van de zorgvrager. Noteer nu de verschillen tussen jouw eigen coping stijl en die van je zorgvragers.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
60
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.oudere zv.start.Omgaan met macht Leerdoel
Competenties
De student kan verschillende vormen van macht en machtsmisbruik, herkennen, benoemen en op correcte wijze macht hanteren. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt verschillende vormen van macht en machtsmisbruik met als resultaat dat je macht leert hanteren op correcte wijze. Inleiding In de praktijk kom je verschillende vormen van macht tegen. Ook de zorgvrager heeft met machtsvormen te maken. Doordat zij afhankelijk zijn ze kwetsbaarder voor de negatieve uitingen van macht. De vormen waarop macht zich uit breng je in beeld door het doen van deze opdracht. Onderdelen School activiteit Zoek in studieboeken of op internet naar het begrip macht. Maak een verslag wat onder dit begrip wordt verstaan. Noteer concreet hoe macht zich uit en hoe je kunt zien dat iemand macht heeft. Verwerk de volgende begrippen in het verslag; formele macht, informele macht, sociale status,functiegebonden status, interactie status, machtsmisbruik. Noem een voorbeeld waarbij je observeerde dat de macht werd weggegeven ( status verlagen) Aan wie werd de macht weggegeven en waarom? Beantwoord de volgende vragen: wanneer heb jij macht?hoe komt dit tot uiting? Welke positie heb je op dat moment?Om welke vorm van macht gaat het? Hoe kan deze macht beïnvloed worden? Welke ervaring heb je zelf t.a.v. machtsmisbruik binnen de werksituatie als leerling? In de zorg speelt macht ook een belangrijke rol in de relatie zorgvrager- zorgverlener. Maak een observatielijstje hoe je op de afdeling voorbeelden kunt zien van machtsgebruik en misbruik binnen de relatie zorgvrager- zorgverlener en welk gedrag de situatie beïnvloedt. Onderdelen Praktijk activiteit Observeer minimaal 3 zorgvragers - zorgverleners met behulp van je begrippenlijst. Noteer hoe deze personen macht hebben of gebruiken. Let vooral op de interactie status die macht in gedrag laat zien. Wanneer was er sprake van machtsgebruik en wanneer van machtsmisbruik? Wat is het verschil? Zijn er gedragscodes waar de zorgvrager-zorgverlener zich aan dienen te houden? Hoe zou jij met deze geobserveerde personen omgaan? Hoe kun je een zorgvrager steunen bij machtsmisbruik? Hoe kun je een collega steunen bij machtsmisbruik? Maak een verslag van deze observatie.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
61
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.oudere zv.start.Omgaan met probleem gedrag Leerdoel Ondersteuning voor de competitie
De student kan de basis interactieprincipes toepassen bij een zorgvrager met probleem gedrag. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je gaat in deze activiteit je eigen gedrag/ benadering bij een zorgvrager met probleem gedrag onderzoeken en analyseren aan de hand van een observatieformulier met behulp van de basis interactieprincipes. Inleiding Verzorgenden worden geconfronteerd met schreeuwen, slaan, knijpen, vloeken, schoppen en spugen en ander probleem gedrag van zorgvragers. De zorgvragers kunnen dit gedrag naar zichzelf, medebewoners en de verzorgenden uiten. Verzorgenden reageren hier heel verschillend op. De een kiest voor zo rustig mogelijk blijven en de bewoner proberen af te leiden. Een ander kiest voor het uitpraten van de situatie, of het bepraten van de bewoner. Of de reactie is het vermijden van de bewoner en/of weglopen. De onvoorspelbaarheid van probleem gedrag van bewoners maakt verzorgenden onzeker en angstig. Gevoelens van machteloosheid spelen op. Het niet goed weten hoe er mee om te gaan of juist te reageren, frustreert. Verzorgenden vinden zichzelf vaak tekort schieten, nemen dergelijke situaties dan 'mee naar huis', worden prikkelbaar en raken snel(ler) geïrriteerd, zowel naar bewoners als collega's toe. Onderdelen School Activiteit Noem 4 verschillende soorten probleem gedrag die jij in je werk tot nu toe bent tegengekomen. Beschrijf van deze vormen van probleem gedrag de volgende punten: Waaruit bestaat het probleem gedrag? Voor wie is het gedrag een probleem en waarom? Waardoor wordt of werd het gedrag veroorzaakt? Wat doet dit gedrag met jou? Bekijk daarna de DVD “goed bekeken` (VIB 605.93.) en noteer de basis interactieprincipes. Welke van deze interactieprincipes zouden in de door jou beschreven probleem gedrag situaties kunnen worden toegepast? Maak een observatie lijst voor het observeren van een collega die met een zorgvrager omgaat die regelmatig probleemgedrag vertoont. Verwerk daarin de volgende punten: Observeer verbaal gedrag: snelheid van praten, intonatie, woordkeus. Observeer non-verbaal gedrag: houding van je collega: dichtbij of veraf, handelingsnelheid, het aankijken, het luisteren, het aanraken. Betrek bij deze observatielijst ook de interactieprincipes uit de film. Onderdelen Praktijk activiteit Kies uit de praktijk één of twee zorgvragers die probleemgedrag kunnen vertonen tijdens de zorgverlening. Observeer tijdens de ADL een collega aan de hand van de opgestelde observatielijst en noteer de benadering/het gedrag van je collega. Noteer hoe de geobserveerde zorgvrager reageert op het gedrag van je collega. Kijk daarnaast naar het probleem gedrag van je zorgvrager. Kwam het voor? Waarom ontstond het wel of niet? Bevraag je collega na de ADL zorg over haar gevoelens tijdens het verzorgen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
62
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Maak een verslag van je analyse. Betrek hierin ook je eigen gedrag ten aanzien van deze zorgvragers: wat heb je geleerd van dit onderzoek? Welke interventies zou je adviseren in beide situaties om het probleem gedrag te voorkomen? En als het gedrag niet te voorkomen valt, hoe moeten jullie, verzorgenden, dan reageren op dit probleem gedrag?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
63
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.oudere zv.start.Ouderenmishandeling Leerdoel Ondersteuning voor de competitie
De student kan ouderenmishandeling signaleren en herkennen. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je gaat in deze activiteit onderzoeken hoe je ouderenmishandeling kunt signaleren en herkennen. Inleiding Een kleinkind zegt tegen zijn oma dat hij niet meer langskomt als hij geen honderd euro van haar krijgt. Oma is eenzaam en zo afhankelijk van haar kleinkind, dat zij hem het geld geeft. Een week later komt hij weer langs en dwingt haar hetzelfde te geven. Een mantelzorger bindt zijn dementerende moeder ten einde raad vast omdat zij steeds de straat oploopt. Het zijn slechts twee schrijnende voorbeelden van ouderenmishandeling en het komt vaker voor dan we denken. Onderdelen School activiteit Zoek informatie over ouderenmishandeling (www.movisie.nl. kijk bij ouderenmishandeling) en maak hier een samenvatting van aan de hand van de volgende vragen: Wat versta je onder ouderenmishandeling? Wie zijn de slachtoffers? Wie is de dader? Kijk hierbij ook naar pestgedrag bij Ouderen. Waar kan het plaats vinden? Welke vormen zijn er? Waaraan herken je ouderenmishandeling? Waar kan je het melden? Wat zou jij en jouw team kunnen doen om het te stoppen? Wat zegt de beroepscode hierover? Maak een informatiefolder over ouderenmishandeling voor vrijwilligers die bij jou op de afdeling komen helpen. Maak een observatielijst voor je praktijkonderzoek aan de hand van de gelezen literatuur. Kijk vooral bij het punt ‘waaraan herken je ouderenmishandeling’ en betrek bij deze observatielijst ook het pestgedrag van ouderen onderling. Dit pesten valt ook onder ouderenmishandeling. Onderdelen Praktijk activiteit Observeer in praktijk één of twee zorgvragers met behulp van je observatielijst waarvan je het vermoeden hebt dat er dat er ouderenmishandeling plaats vindt. Schrijf hierover een verslag en beschrijf daarin de volgende punten: 1. de achtergrond/ oorzaak van de mishandeling, 2. Welke vorm van mishandeling er plaats vindt, 3. Welke risicofactoren aanwezig zijn die bijdragen aan het ontstaan van mishandeling, 4. Welke gedragssignalen wijzen op ouderenmishandeling, 5. Waar het vermoeden op gebaseerd is, 6. Hoe je dit wil gaan melden en bij wie je daarvoor terecht kan, 7. Welke verantwoordelijkheid je hierin hebt als verzorgende. (zie beroepscode) Bespreek je verslag met je begeleider.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
64
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.chronisch zieke zv.start.De mens achter de ziekte Leerdoel Competenties
De student kan een zorgvrager met een chronische ziekte ondersteunen en begeleiden op het psychosociale vlak. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt wat de chronische ziekte voor de zorgvrager betekent op het psychosociale vlak. Inleiding Een zorgvrager met een chronische ziekte verandert als mens. Dit hoor je vaak van zorgvrager terug. Soms vinden zij het een verandering ten goede, soms vinden zij de verandering niet fijn. Dit heeft invloed op de zorg die jij biedt. Onderdelen School activiteit Beschrijf wat er met jouw functioneren gebeurd als je eens goed de griep hebt met hoge koorts. Wat gebeurt er op het geestelijk vlak met jou en wat op het sociale vlak? Zoek in de literatuur wat het inhoudt om te leven met een chronische ziekte. Wat heeft het voor effect op je functioneren op psychisch en psychosociaal gebied? Maak een overzicht met kenmerken in gedrag die herkend kunnen worden bij mensen met een chronische ziekte. Denk vooral aan angst, onzekerheid, overgevoeligheid enz. Maak nu een lijst met vragen om zorgvragers te interviewen over de impact van de chronische ziekte op hun leven. Stel minimaal 10 vragen op die gericht zijn op het psychische en psychosociaal gebied. Vraag hen ook heel gericht naar de begeleiding die zij willen ontvangen van verzorgenden om te leren omgaan met de ziekte. Onderdelen Praktijk activiteit Vraag aan 3 zorgvragers of je hen mag interviewen over de impact van de chronische ziekte op hun leven. Gebruik hiervoor je vragenlijst. Maak van deze drie interviews een verslag. Leg daarna de theorie naast deze interviewverslagen. Klopt de theorie met de praktijk? Zijn er overeenkomsten of ook verschillen op te merken. Waardoor worden die verschillen of overeenkomsten veroorzaakt? Welke punten hebben de zorgvragers naar voren gebracht voor de verzorgenden? Is de begeleiding die jullie nu geven voor zorgvragers voldoende of kun je nog verbeteringen in de begeleiding aanbrengen? Noteer je bevindingen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
65
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.chronisch zieke zv.start.Je ‘thuis’ voelen Leerdoel
Competenties
De student kan de zorgvrager begeleiden en ondersteunen in zijn/ haar gevoelens na plaatsing binnen de instelling. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Een zorgvrager wordt opgenomen in een instelling of gaat naar de dagopvang. Onderzoek hoe verzorgenden ervoor kunnen zorgen dat deze zorgvrager/ cliënt zich gaat ‘thuis’ voelen op deze plek? Inleiding Een zorgvrager die uit zijn vertrouwde omgeving in een instelling of dagopvang wordt gehaald heeft het moeilijk. Het wennen aan een nieuwe omgeving gaat hen vaak niet makkelijk af. Je kunt als verzorgende veel doen om de nieuwe zorgvrager zich op zijn gemak te laten voelen. Onderdelen School activiteit Beantwoord de volgende vragen: Op welke manier voel je je snel thuis of op gemak binnen een nieuwe omgeving (opleiding, sportclub, cursus)? Wat is daarin belangrijk voor je zelf en welk gedrag laat jij zien waar andere mensen in herkennen dat jij je daar thuis voelt? Wat verwacht jij van bijv. de docenten, de groepsleden, cursusleider om je thuis te gaan voelen? Zoek op internet richtlijnen over hoe je mensen thuis kan laten voelen binnen een instelling of dagopvang. Maak een lijst met observatiepunten over gedrag van mensen die zich thuis voelen op een afdeling. Hoe zie je dat? Of maak interview vragen voor zorgvragers om hen te bevragen over wat er is gedaan om hen zich thuis te laten voelen op een afdeling of dagopvang. Deze kun je gebruiken in je praktijkonderzoek. Stel tevens 5 vragen op om 2 collega’s te bevragen over hoe zij zorgvragers zich thuis laten voelen binnen de instelling of dagopvang. Onderdelen Praktijk activiteit Observeer 3 zorgvragers met behulp van je observatielijst. Hoe zie je dat zij zich thuis voelen op de afdeling of dagopvang? Noteer je bevindingen en analyseer hoe het komt dat zij dit gedrag laten zien. Of bevraag 3 zorgvragers wat er gedaan is door de zorgverleners om het zich thuis te laten voelen. Was het genoeg, wat hadden zij anders willen zien? Betrek in dit gesprek eventueel ook mantelzorgers. Bevraag daarna 2 collega’s met behulp van je vragenlijst. Wat hebben zij gedaan om zorgvragers zich zo snel mogelijk thuis te laten voelen op de afdeling. Heeft de instelling een beleid voor deze situatie?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
66
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.chronisch zieke zv.start.Therapietrouw Leerdoel Competenties
De student kan een zorgvrager begeleiden bij het trouw opvolgen van een behandeling of therapie. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt hoe wat therapietrouw is en hoe een zorgvrager begeleid kan worden in het opvolgen van een behandeling of therapie Inleiding Een therapie of behandeling trouw opvolgen is niet altijd makkelijk. Denk maar eens aan oefeningen die je voorgeschreven krijgt van de fysiotherapie om thuis te doen. Hoe vaak houden mensen zich hieraan? Ook zorgvragers kunnen het soms niet opbrengen zich aan een therapie te houden. Verzorgenden hebben daarin een begeleidende taak. Onderdelen School activiteit Heb jij zelf wel eens een behandeling voorgeschreven gekregen waarbij je moest oefenen of iets moest doorzetten? Denk hierbij aan logopedie, fysiotherapie of stoppen met roken? Maar ook het afvallen in gewicht dus het minder eten valt hieronder. Hoe goed ben jij in het opvolgen van de voorschriften van de behandeling? Motiveer waarom jij de behandeling goed of slecht opvolgde. Geef vooral aan wat je dacht als je de behandeling goed of slecht opvolgde. Want vaak zijn deze gedachten bepalend voor wat je doet. Zoek in theorie op wat er wordt verstaan onder therapietrouw en hoe het komt dat zorgvragers de voorgeschreven behandeling niet naleven. Welke interventies zijn nodig om zorgvragers therapietrouw te houden? Stel een lijst op met aandachtspunten aan de hand van de gelezen theorie en stel tevens vragen op voor een interview aan zorgvragers voor je praktijkonderzoek. Je wilt vragen stellen over het wel of niet aan de therapie kunnen houden maar ook over welke begeleiding zij hiervoor nodig hebben van de verzorgenden. Onderdelen Praktijk activiteit Bespreek de lijst met aandachtspunten met 3 collega’s of in een werkbespreking en kijk met elkaar hoe je therapietrouw kunt bevorderen bij een zorgvrager. Bespreek welke rol je hebt als verzorgende in het begeleiden en bewaken van de therapietrouw. Onderzoek waar de grens ligt waar het voor jullie ophoudt. Maak van dit gesprek een samenvatting en noteer de punten die jullie met elkaar bedacht hebben. Ga nu met 3 zorgvragers in gesprek over therapietrouw met behulp van je interviewvragen. Leg de uitkomsten van de interviews naast je theoretisch onderzoek en bekijk of het overeenkomt met wat de zorgvragers jou vertellen. Leg de punten die jij en je collega’s bedacht hebben ook naast wat de zorgvragers gezegd hebben. Worden zij door jullie op een goede manier begeleidt? Wat zou er beter kunnen?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
67
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.chronisch zieke zv.start.Zinvolle dagbesteding Leerdoel Competenties
De student kan een zorgvrager begeleiden bij het vinden van een zinvolle dagbesteding. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je onderzoekt wat een zinvolle dagbesteding voor zorgvragers betekent en begeleidt een zorgvrager bij deze dagbesteding. Inleiding Voor zorgvragers is een zinvolle dagbesteding heel belangrijk. Maar waarom eigenlijk? En wat is nu een zinvolle dagbesteding? Het is heel moeilijk dat aan te geven omdat iedereen anders is en dus iets anders zinvol vindt. Daarom is het belangrijk als verzorgende daar op een goede manier mee om te gaan. Onderdelen School activiteit Stel je mag een week alleen op vakantie. Waar ga je dan naar toe en welke dagbesteding zoek jij dan voor jezelf uit? Geef aan waarom jij deze dagbesteding hebt gekozen. Waarom is het voor jou belangrijk? Stel je nu eens voor dat je je been hebt gebroken. Je hebt geen loopgips maar zit in een rolstoel. Je gaat weer naar dezelfde vakantieplek. Hoe ziet dan nu je dagbesteding eruit? Hoe voelt het om ineens iets anders te moeten kiezen? En die dagbesteding die je nu hebt gekozen…voelt die voor jou aan als zinvol? Geef aan waarom wel of niet. Als je nu ondersteuning zou kunnen krijgen van een vriendin…welke dagbesteding zou je dan kiezen en waarom? Leg deze vraag nu eens aan familie, vrienden of collega’s voor. Vraag vooral naar waarom de gekozen dagbesteding voor hen zinvol is. Waarom is het voor hen belangrijk? Vergelijk de antwoorden van minimaal 4 mensen met elkaar. Wat valt je op? Waardoor denk jij dat de verschillen of overeenkomsten worden veroorzaakt? Stel nu aan de hand van de analyse vragen op om zorgvragers te bevragen over hun dagbestedingspatroon en de beleving daarvan. Onderdelen Praktijk activiteit Gebruik je vragenlijst om 3 zorgvragers te interviewen over hun dagbestedingspatroon en de beleving daarvan. Maak van de interviews een samenvatting. Noteer de verschillen en overeenkomsten tussen de antwoorden. Kun jij deze verklaren? Welke conclusie kun jij trekken over het ondersteunen bij een zinvolle dagbesteding? Stel samen met 1 van de zorgvragers een weekprogramma op voor een zinvolle dagbesteding.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
68
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.palliatieve zorg.start.Mantelzorgers Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student kan tijdens palliatieve zorg de mantelzorg begeleiden bij praktische, sociale en emotionele zaken. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je gaat in deze activiteit onderzoeken hoe mantelzorg bij de palliatieve zorg wordt betrokken en hoe zij worden begeleid bij praktische, sociale en emotionele zaken. Inleiding Partners, volwassen kinderen, andere familieleden en vrienden spelen een cruciale rol in de palliatieve zorgverlening; zonder mantelzorg is palliatieve zorg thuis vrijwel onmogelijk. Voor de mantelzorgers echter zijn de omstandigheden vaak erg zwaar. Factoren die hun kwetsbaarheid bepalen zijn, naast de belasting die de zorg zelf op hen legt, angst en onzekerheid, de dreigende dood van de patiënt, beperking van de mogelijkheden om zelf (sociale) activiteiten te kunnen ontplooien en een gebrek aan informatie en praktische en emotionele ondersteuning. Omdat mantelzorgers vaak terughoudend zijn met het presenteren van hun problemen, moet de huisarts actief die problemen inventariseren en daarop inspelen. Mantelzorgers waarderen het als de professionele zorgverlener een positieve houding tentoonspreidt en hen helpt hoop te houden. Onderdelen School activiteit Zoek in de literatuur naar informatie over de begeleiding van mantelzorgers binnen de palliatieve zorg. Beschrijf 5 punten die daarbij belangrijk zijn. Zoek in de literatuur naar hoe mantelzorgers op een zo goed mogelijke manier bij de zorg van hun naaste betrokken kunnen worden. Noteer hiervan ook 5 punten. Wat mag er gevraagd worden aan de mantelzorger (grenzen)? Benoem minimaal 2 punten die je bent tegengekomen in de literatuur. Stel een vragenlijst op aan de hand van de genoteerde punten om te achterhalen bij mantelzorgers hoe zij de begeleiding en betrokkenheid hebben ervaren. Onderdelen Praktijk activiteit Hoe wordt de mantelzorg bij de zorg betrokken binnen jouw instelling/thuiszorg. Zijn daar afspraken over gemaakt, zo ja, welke, zo nee, wat voor afspraken zouden er opgesteld kunnen worden? Beschrijf de situatie van twee zorgvragers die palliatieve zorg ontvangen. Noteer daarbij de geboden zorg en hoe aandacht wordt besteed door verzorgenden aan mantelzorgers en hoe zij bij de zorg betrokken zijn. Bevraag 2 mantelzorgers aan de hand van je opgestelde vragenlijst. Maak een samenvatting van het gesprek en noteer verbeterpunten ten aanzien van de begeleiding en betrokkenheid van mantelzorgers.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
69
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.psychiatrie.start.Analyseren communicatie Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student kan door middel van een observatielijst zijn eigen communicatie gedrag met psychiatrische zorgvragers analyseren en zijn communicatie gedrag aanpassen naar aanleiding van de analyse. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je gaat in deze activiteit aan de hand van een observatielijst onderzoeken hoe jij communiceert met psychiatrische zorgvragers en wat het effect daarvan is. Je maakt een analyse van je eigen gedrag in een praktijksituatie. Inleiding Vaak is er een opeenstapeling van kleine incidenten, bv communicatie die niet goed verloopt, waardoor probleemgedrag bij psychiatrische patiënten verder ontwikkelt en escaleert. Als verzorgende ben je altijd een onderdeel van de situatie en daardoor is het nodig dat je goed in de gaten hebt wat jouw invloed is op het verder ontwikkelen en escaleren van probleem gedrag. Hiervoor is het analyseren van communicatie een belangrijk middel. Onderdelen Schoolactiviteit Welke problemen kom jij tegen in het communiceren met anderen bv je partner, familieleden, vrienden of collega’s. Kies drie situaties uit waarbij duidelijk een probleem in de communicatie is ontstaan die je verder gaat onderzoeken. Beschrijf deze situaties kort. Bekijk per situatie welke rol jij hebt gehad en hoe je hebt gecommuniceerd. Om dit goed te kunnen uitwerken kun je de test van de Roos van Leary erbij pakken. Onderzoek nu of er tekenen waren bij je gesprekspartner waaraan je had kunnen opmerken dat er problemen zouden kunnen ontstaan. (Bv is de ander heel moe geweest tijdens het gesprek of is het onderwerp voor hem of haar beladen geweest) Onderzoek nu ook of er iets buiten de communicatie mis ging.( Bv Er was te veel omgevingsruis of de ruimte was voor het gesprek niet oké.) Noteer per gesprek wat je over jezelf en de ander hebt ontdekt en betrek hierbij de Roos van Leary. Maak nu een observatie lijst aan de hand van de Roos van Leary om in de praktijk gesprekken tussen een zorgvrager en collega of mantelzorger te observeren. Je wilt aan de hand van die lijst onderzoeken wat de rollen van beide gesprekspartners zijn. Onderdelen Praktijkactiviteit Observeer in de praktijk 3 gesprekken tussen een zorgvrager en collega of mantelzorger. Gebruik hierbij de observatielijst. Noteer wat je hebt gezien over de rollen die beide gesprekspartners aan hebben genomen en wat het effect daarvan was. Analyseer wat de aanleiding was voor beide partners om de rol aan te nemen die zij hebben aangenomen in het gesprek. Je kunt dit ook aan hen vragen. Noteer dit erbij. Laat jezelf nu in een gesprek observeren aan de hand van je observatielijst door je begeleider. Bespreek je communicatiegedrag en het effect ervan met je observator en schrijf een reflectie.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
70
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.psychiatrie.start.Communiceren met psychogeriatrische zorgvragers Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student kan door middel van een observatielijst zijn eigen communicatie gedrag met psychogeriatrische zorgvragers analyseren en zijn communicatie gedrag aanpassen naar aanleiding van de analyse. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je gaat in deze activiteit aan de hand van een observatielijst onderzoeken hoe jij communiceert met psychogeriatrische zorgvragers. Je maakt een analyse van je eigen gedrag in een praktijksituatie. Inleiding Familieleden en verzorgers vragen zich dikwijls af hoe ze moeten praten met een demente persoon. Hoe moeten ze die verwarde, dikwijls onverstaanbare uitleg begrijpen? Is een gesprek nog wel mogelijk? Beseft die starende vrouw of man nog wel dat wij er zijn, dat we met hem/haar bezig zijn? Het gaat over contact maken met dementerenden. En dit betekent veel meer dan praten. We gaan proberen langs allerlei kanalen de gedachten en gevoelens van de betrokkene te weten komen. Tezelfdertijd gaan we proberen de persoon te laten merken dat we hem horen, begrijpen en vooral, dat we er zijn. Het probleem waar we voor staan is in feite een dubbel probleem. Ten eerste raken de communicatiekanalen, waar we als gezond persoon probleemloos over beschikken, geblokkeerd. Maar daarnaast wordt ook de gedachtenstroom steeds chaotischer. Gedachten en gevoelens zonder enige samenhang overspoelen de dementerende. Deze begrijpt ze zelf niet. Probeer maar eens te praten met iemand die zichzelf niet begrijpt en bij wie bovendien de gewone taal afbrokkelt. Dat is de dubbele uitdaging waarvoor familieleden en verzorgenden geplaatst worden. Onderdelen Schoolactiviteit Maak de tests op: http://www.lichaamstaal.nl/ Deze tests gaan voornamelijk over het herkennen van visuele non-verbale kenmerken van communicatie. Naast lichaamshouding, aanraken en gezichtsuitdrukking zijn intonatie, articulatie, taalgebruik, snelheid, volume, luisteren ook belangrijke aspecten van de communicatie. Benoem per punt wat in de literatuur belangrijk wordt geacht in de communicatie met (psycho-)geriatrische zorgvragers. Bijvoorbeeld: Als het gaat om snelheid, waar moet je als verzorgende op letten ten aanzien van snel of langzaam praten? Maak nu een observatielijst van deze punten om dit te gebruiken in je praktijk onderzoek. Onderdelen Praktijkactiviteit Observeer 3 collega’s/mantelzorgers in hun communicatie met de zorgvrager met behulp van je observatielijst. Noteer wat je opvalt aan gedrag en leg dit naast de punten die jij vanuit de literatuur hebt beschreven. Geef je mening over je observaties. Laat je in 3 gesprekssituaties met een zorgvrager observeren door je begeleider. Geef deze begeleider je observatielijst. (Laat je begeleider deze gesprekken eventueel opnemen op video). Analyseer hoe je communiceert aan de hand van je observatielijst. Schrijf een reflectieverslag over één praktijksituatie en formuleer leerdoelen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
71
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.psychiatrie.start.Sociale contacten onderhouden Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student kan de psychiatrische en psychogeriatrische zorgvrager ondersteuning bieden in het houden van sociale contacten. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je gaat in deze activiteit onderzoeken hoe zorgvragers hun sociale contacten onderhouden en hoe jij als verzorgende deze zorgvragers kunt ondersteuning in het onderhouden van sociale contacten. Inleiding Uit onderzoek van Actiz blijkt dat zorgvragers hun leven fijner vinden als zij sociale contacten binnen en buiten hun woonvorm onderhouden. Maar niet elke zorgvrager kan deze sociale contacten zelf onderhouden. Je zult hen daarbij moeten helpen. Onderdelen Schoolactiviteit Zoek in de literatuur waarom het hebben van sociale contacten belangrijk is voor het welzijn van mensen. Maak daarvoor gebruik van de volgende website: http://www.bouwenaanleefbaarheid.nl/index.php/Sociale_netwerken. Noteer de punten. Maak de test op: http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/leven/8131-test-zijn-relaties-belangrijk-voor-jou.html. Noteer daarna 5 punten die je inzet om je sociale contacten te onderhouden. Beschrijf hoe jij anderen kunt helpen hun sociale contacten te onderhouden. Noteer minimaal 5 punten. Maak een vragenlijst voor zorgvragers waarin je vragen stelt hoe zij hun sociale contacten onderhouden en of zij tevreden zijn over hun sociale leven. Stel ook vragen naar de manier waarop de zorgvrager eventueel begeleid zou willen worden in het onderhouden van sociale contacten binnen en buiten de instelling. Onderdelen Praktijkactiviteit Bevraag 3 zorgvragers met behulp van je vragenlijst. Maak een samenvatting van de gesprekken en noteer hoe jij als verzorgende deze zorgvragers kunt ondersteunen bij het onderhouden van hun sociale contacten. Welke taak en rol is daar voor jou weggelegd? Welke grenzen hanteer jij daarbij?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
72
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.verstandelijk gehandicapte zv.start.Je ‘thuis’ voelen Leerdoel
Competenties
De student kan de zorgvrager begeleiden en ondersteunen in zijn/ haar gevoelens na plaatsing binnen de instelling. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Een zorgvrager wordt opgenomen in een instelling of gaat naar de dagopvang. Onderzoek hoe verzorgenden ervoor kunnen zorgen dat deze zorgvrager/ cliënt zich gaat ‘thuis’ voelen op deze plek? Inleiding Een zorgvrager die uit zijn vertrouwde omgeving in een instelling of dagopvang wordt gehaald heeft het moeilijk. Het wennen aan een nieuwe omgeving gaat hen vaak niet makkelijk af. Je kunt als verzorgende veel doen om de nieuwe zorgvrager zich op zijn gemak te laten voelen. Onderdelen School activiteit Beantwoord de volgende vragen: Op welke manier voel je je snel thuis of op gemak binnen een nieuwe omgeving (opleiding, sportclub, cursus)? Wat is daarin belangrijk voor je zelf en welk gedrag laat jij zien waar andere mensen in herkennen dat jij je daar thuis voelt? Wat verwacht jij van bijv. de docenten, de groepsleden, cursusleider om je thuis te gaan voelen? Zoek op internet richtlijnen over hoe je mensen thuis kan laten voelen binnen een instelling of dagopvang. Maak een lijst met observatiepunten over gedrag van mensen die zich thuis voelen op een afdeling. Hoe zie je dat? Of maak interview vragen voor zorgvragers om hen te bevragen over wat er is gedaan om hen zich thuis te laten voelen op een afdeling of dagopvang. Deze kun je gebruiken in je praktijkonderzoek. Stel tevens 5 vragen op om 2 collega’s te bevragen over hoe zij zorgvragers zich thuis laten voelen binnen de instelling of dagopvang. Onderdelen Praktijk activiteit Observeer 3 zorgvragers met behulp van je observatielijst. Hoe zie je dat zij zich thuis voelen op de afdeling of dagopvang? Noteer je bevindingen en analyseer hoe het komt dat zij dit gedrag laten zien. Of bevraag 3 zorgvragers wat er gedaan is door de zorgverleners om het zich thuis te laten voelen. Was het genoeg, wat hadden zij anders willen zien? Betrek in dit gesprek eventueel ook mantelzorgers. Bevraag daarna 2 collega’s met behulp van je vragenlijst. Wat hebben zij gedaan om zorgvragers zich zo snel mogelijk thuis te laten voelen op de afdeling. Heeft de instelling een beleid voor deze situatie?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
73
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.verstandelijk gehandicapte zv.start.Seksuele voorlichting Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student kan de verstandelijk beperkte zorgvrager seksuele voorlichting geven aangepast aan zijn/haar functioneringsniveau. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je gaat in deze activiteit onderzoeken hoe verstandelijk beperkte zorgvragers seksuele voorlichting krijgen aangepast aan hun functioneringsniveau. Inleiding Verstandelijk beperkte zorgvragers ontwikkelen langzamer dan mensen zonder beperking. Dit geldt ook voor hun ontwikkeling op het gebied van seksualiteit. Om dit op te vangen is seksuele voorlichting noodzakelijk. Maar deze voorlichting moet worden aangepast aan het verstandelijke niveau van de zorgvrager en de eventuele lichamelijk beperkingen die op het gebied van de seksualiteit belangrijk zijn. Onderdelen Schoolactiviteit Hoe heb jij seksuele voorlichting gekregen? Beschrijf hoe dit heeft plaatsgevonden en wat je er nu achteraf van vindt. Bestudeer de tekst op de volgende site: http://mens-en-samenleving.infonu.nl/pedagogiek/16537-seksuele-voorlichting-aanverstandelijk-gehandicapten.html. Schrijf de fases van seksuele ontwikkeling van Freud op, noteer de normale seksuele ontwikkeling bij kinderen. Beschrijf per leeftijdscategorie een voorbeeld van het seksuele gedrag. Waaraan herken je deze ontwikkeling? Zoek uit hoe de seksuele ontwikkeling verloopt van verstandelijk beperkten. Maak hiervan een beknopt verslag. Geef voorbeelden van beperkingen die zij op geestelijk en lichamelijk gebied ondervinden waardoor hun seksuele ontwikkeling anders verloopt dan bij mensen die deze beperkingen niet ondervinden. Bijvoorbeeld: iemand kan zich niet goed uitdrukken en weet niet te vertellen wat hij wil of iemand is ook lichamelijk beperkt en kan de vaardigheid masturberen niet toepassen. Ook de omgeving legt soms beperkingen op door er niet over te kunnen praten omdat het in de taboesfeer zit. Maak een lijst van deze beperkingen om straks zorgvragers te kunnen observeren. Onderdelen Praktijkactiviteit Zoek uit binnen de instelling hoe seksuele voorlichting wordt gegeven en door wie. Vraag dit na bij collega’s en noteer dit. Vraag tevens hoe rekening gehouden wordt met de ontwikkelingsfase van de zorgvrager bij het geven van de voorlichting. Observeer aan de hand van de lijst van beperkingen 3 zorgvragers en beantwoord de volgende vragen: In welke ontwikkelingsfase zitten zij op het gebied van seksualiteit? Welke beperkingen herken jij uit je lijst en in wat voor soort gedrag zie jij dat terug met betrekking tot seksualiteit? Hoe wordt met het gedrag omgegaan door zorgverleners? Geef hierover je mening Onderzoek hoe de door jou geobserveerde zorgvragers ondersteund kunnen worden in het beleven van hun seksualiteit binnen de instelling. Beschrijf dit en pas eventueel toe.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
74
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.verstandelijk gehandicapte zv.start.Sociale contacten onderhouden Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student kan de verstandelijk gehandicapte zorgvrager ondersteuning bieden in het houden van sociale contacten. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je gaat in deze activiteit onderzoeken hoe zorgvragers hun sociale contacten onderhouden en hoe jij als verzorgende deze zorgvragers kunt ondersteuning in het onderhouden van sociale contacten. Inleiding Uit onderzoek van Actiz blijkt dat zorgvragers hun leven fijner vinden als zij sociale contacten binnen en buiten hun woonvorm onderhouden. Maar niet elke zorgvrager kan deze sociale contacten zelf onderhouden. Je zult hen daarbij moeten helpen. Onderdelen Schoolactiviteit Zoek in de literatuur waarom het hebben van sociale contacten belangrijk is voor het welzijn van mensen. Maak daarvoor gebruik van de volgende website: http://www.bouwenaanleefbaarheid.nl/index.php/Sociale_netwerken. Noteer de punten. Maak de test op: http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/leven/8131-test-zijn-relaties-belangrijkvoor-jou.html. Noteer daarna 5 punten die je inzet om je sociale contacten te onderhouden. Beschrijf hoe jij anderen kunt helpen hun sociale contacten te onderhouden. Noteer minimaal 5 punten. Maak een vragenlijst voor zorgvragers waarin je vragen stelt hoe zij hun sociale contacten onderhouden en of zij tevreden zijn over hun sociale leven. Stel ook vragen naar de manier waarop de zorgvrager eventueel begeleid zou willen worden in het onderhouden van sociale contacten binnen en buiten de instelling. Onderdelen Praktijkactiviteit Bevraag 3 zorgvragers met behulp van je vragenlijst. Maak een samenvatting van de gesprekken en noteer hoe jij als verzorgende deze zorgvragers kunt ondersteunen bij het onderhouden van hun sociale contacten. Welke taak en rol is daar voor jou weggelegd? Welke grenzen hanteer jij daarbij?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
75
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.kraam.start.Kraamzorg in gezin met meerdere kinderen Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student kan globaal beschrijven hoe de ontwikkeling verloopt bij peuters, kleuters en kinderen en welke zorg zij nodig hebben. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je gaat op zoek naar informatie over de ontwikkeling van peuters, kleuters en kinderen. Je vergelijkt de gevonden informatie met de ontwikkeling van het kind/de kinderen in een kraamgezin waar je stage loopt. Inleiding Wanneer in een gezin een baby wordt geboren en er zijn ook andere kinderen, zal de kraamverzorgende mogelijk ook enkele verzorgende taken overnemen ten aanzien van de andere kinderen in het gezin. Dan is het van belang dat je iets weet over de ontwikkeling van peuters, kleuters en schoolgaande kinderen. Onderdelen School activiteit Zoek informatie over de ontwikkeling van peuters (1-4 jaar), kleuters (4-6 jaar) en kinderen (6-12 jaar). De ontwikkeling bestaat uit verschillende aspecten: lichamelijk aspect (groei, motorische en zintuiglijke ontwikkeling), cognitieve aspect (verstandelijke ontwikkeling en taalontwikkeling), en het sociaal aspect (omgang met anderen). Beschrijf kort deze drie aspecten van de ontwikkeling bij peuters, kleuters en kinderen in een verslag. Onderdelen Praktijk activiteit Vraag of je stage kunt lopen in een gezin waar al één of meerdere kinderen zijn. Observeer de kinderen tijdens de kraamweek. Beschrijf kort in een verslag: Welke zorg heeft het kind nodig? Welke activiteiten onderneemt het kind? Past de ontwikkeling van het kind (de kinderen) bij de leeftijd volgens de theorie? Waarom wel/niet? Voeg het verslag over theorie en praktijk samen.
Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek. Het mag een les zijn, of een discussiebijeenkomst. Geef je verslag over dit onderwerp minimaal een week voorafgaand aan de presentatie aan drie medestudenten en de docent zodat zij vragen over dit onderwerp kunnen bedenken. Geef de presentatie en reageer op de vragen van je medestudenten en de docent.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
76
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.kraam.start.Multiculturele kraamzorg Leerdoel
Ondersteuning voor de competitie
De student kan beschrijven welke aandachtspunten er zijn voor een kraamverzorgende in een gezin met een andere culturele achtergrond dan die van haarzelf. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je gaat informatie opzoeken over twee voor jouw onbekende culturele achtergronden en/of religies. Vervolgens interview je een kraamverzorgende over dit onderwerp. Inleiding In de kraamzorg ben je als kraamverzorgende te gast in het gezin waar een baby is geboren. Daarbij kan het zo zijn dat je terecht komt in een gezin met een andere culturele (of religieuze) achtergrond dan die van jezelf. Het is goed als je dan iets meer weet van de achtergrond van het kraamgezin, welke rituelen zijn belangrijk en hoe kun je als kraamverzorgende handelen passend binnen de normen en waarden van het gezin. Onderdelen School activiteit Wat weet je zelf al over kraamzorg in andere culturen en/of religies? Benoem om welke cultuur/religie het gaat en schrijf kort en puntsgewijs op wat je al weet. Zoek naar informatie (internet, literatuur) over twee verschillende culturen/religies (bijv. Surinaams, Nederlands, Turks, Marokkaans, Christendom, Islam, Hindoeïsme, Boeddhisme, Jodendom). Beschrijf per cultuur/religie het volgende: Wat zijn specifieke gebruiken rondom de bevalling? Wat zijn specifieke gebruiken rondom de zorg voor de kraamvrouw/ Wat zijn specifieke gebruiken rondom de zorg voor de baby? Welke rituelen zijn in deze cultuur / bij deze religie van belang? Wat wordt er verwacht van de kraamverzorgende in een gezin met deze culturele achtergrond/religie? Onderdelen Praktijk activiteit Interview een kraamverzorgende over de gebruiken in de cultuur/religie die je hebt beschreven? Is zij op de hoogte van de gebruiken in deze cultuur/religie? Heeft ze ervaring in een gezin met deze culturele achtergrond/ religie? Zo ja, heeft ze problemen ondervond, zo ja, welke) Hoe vindt ze het om in een gezin met een andere culturele achtergrond/religie te werken? Vindt ze zichzelf voldoende deskundig om te werken in een gezin met een andere culturele achtergrond/religie? Waarom wel/niet? Vat de antwoorden op de vragen samen in een kort verslag. Geef je verslag over dit onderwerp minimaal een week voorafgaand aan de presentatie aan drie medestudenten en de docent zodat zij vragen over dit onderwerp kunnen bedenken. Bespreek met je medestudenten de inhoud van het verslag en reageer op de vragen van je medestudenten en de docent. Wat heb je van deze opdracht geleerd?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
77
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.kraam.start.Vroegsignalering Leerdoel Ondersteuning voor de competitie
De student kan beschrijven wat vroegsignalering is en welke rol de kraamverzorgende daarin heeft. Alle competenties van beroepstaak C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek.
Activiteit Je gaat op zoek naar literatuur over vroegsignalering in de kraamzorg. Je beschrijft mogelijke probleemsituaties en de rol van de kraamverzorgende daarbij. Inleiding Regelmatig lezen we over ernstige situaties in gezinnen waar kinderen verwaarloosd en/of misbruikt worden. Meestal blijkt dan achteraf dat er wel “signalen” kwamen, maar dat daarop niet of onvoldoende kon worden geanticipeerd. Deze kinderen had veel leed bespaard kunnen blijven wanneer e.e.a. eerder was onderkend en gemeld. In Nederland is het niemand toegestaan achter de voordeur van onze huishoudens te kijken zonder toestemming van de bewoner(s). Eén discipline echter maakt daarop een uitzondering: de kraamverzorgende. De verloskundige verwacht namelijk dat er minimaal drie uur per etmaal een professionele kraamverzorgende de zorg voor kraamvrouw en pasgeborene gedurende acht dagen coördineert. Als geen ander heeft de kraamverzorgende de kans om het gezin te observeren en zodoende tijdig te kunnen signaleren waar zich eventuele problemen zouden kunnen gaan voordoen of mogelijk al bestaan. De kraamverzorgende dient ervoor te zorgen dat mogelijke problematiek adequaat wordt gerapporteerd; de overdracht naar het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is hierbij een goed bruikbaar instrument. Op deze manier kunnen zorgelijke gezinssituaties in kaart gebracht worden zodat hulp en advies geboden kunnen worden. Hierbij is een gezond leefklimaat voor ouders en hun kinderen het uiteindelijke doel. Onderdelen School activiteit Verdiep je in de literatuur over vroegsignalering. Verdiep je in de literatuur over communicatie, observatie en signalering. Benoem de competenties van de kraamverzorgende die in deze zorgsetting belangrijk zijn. Beschrijf op welke specifieke signalen zij alert dient te zijn. Wat is nodig voor het functioneren van een gezin in de maatschappij (netwerk, communicatie)? Vat de theorie die je hebt gevonden samen in een kort verslag. Onderdelen Praktijk activiteit Beschrijf drie situaties waarin sprake zou kunnen zijn van mogelijke dreigende problematiek, zowel voor het kind als zijn omgeving. Voer een gesprek/interview met een jeugdverpleegkundige of/en kraamverzorgende. Stel vragen waardoor je een goed beeld krijgt van de waarde van een juiste overdracht naar het CJG. Beschrijf waaraan een dergelijke overdracht dient te voldoen. Voeg het verslag over theorie en praktijk samen. Maak drie stellingen ter bespreking in je subgroepje. Geef je verslag over dit onderwerp minimaal een week voorafgaand aan de presentatie aan drie medestudenten en de docent zodat zij vragen over dit onderwerp kunnen bedenken. Discussieer met je medestudenten over de stellingen en reageer op de vragen van je medestudenten en de docent. Evalueer tenslotte met elkaar en beschrijf wat je ervan geleerd hebt. Lever je evaluatieverslag in bij je docent.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
78
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.kraam.start.Vrouwenverminking leerdoel
Ondersteuning van de competenties
Student kan een vrouw begeleiden tijdens de bevalling en kraamtijd waarbij ooit een besnijdenis heeft plaats gevonden Alle competenties van beroepstaak B en C op startbekwaam niveau. Zie opdrachtenboek
Inleiding Nederland is een maatschappij die meerdere culturen kent. Al die culturen hebben hun eigen achtergronden en tradities. Een van die tradities is het besnijden van zowel jongens als meisjes .Nederland heeft een duidelijk wet waarbij het besnijden van meisjes is verboden. Dit neemt niet weg dat er veel vrouwen te maken hebben met de gevolgen van een besnijdenis uit het verleden, wat ondergaan is in het land van herkomst. WWW.no-game.nl
[email protected] boek :”mijn woestijn” schrijfster Waris Dirie Schoolactiviteit Zoek uit op internet, vakbladen, beeldmateriaal wat er is geschreven over besnijdenis van zowel jongens als van meisjes.en beantwoord de volgende vragen: 1. In welke landen vind de uitvoering plaats van de besnijdenis 2. Waarom vindt er een besnijdenis plaats 3. Hoe vind de besnijdenis uit 4. Wat zijn de gevolgen van de besnijdenis voor de man en/of de vrouw op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied 5. Wat kan de medische wereld betekenen voor deze groep 6. Wat zegt de Wet ,wat kan er wel/niet in Nederland Praktijkactiviteit Bereid een gesprek voor met een verloskundige Kijk of je antwoord kan krijgen op de volgende vragen 1. Wie begeleid de kraamvrouw lichamelijk, psychisch, sociaal als er sprake is van een besneden kraamvrouw 2. Wat verwacht een verloskundige van jouw met betrekking tot begeleiding van een kraamvrouw die besneden is 3. Wie is er verantwoordelijk voor de zorg van de kraamvrouw en haar familie als het gaat over het opnieuw dicht maken van de vagina 4. Wat is jouw taak wanneer je er achter komt dat een kraamvrouw in Nederland een besnijdenis wil ondergaan. Einddoel: Maak na de voorbereiding een afspraak met de docent over het organiseren van een bijeenkomst met een groep van tenminste vier studenten. Bereid een discussie voor over drie ethische dilemma’s die voortkomen uit de bestudeerde stof. Bereid de studenten tenminste een week van te voren voor met de nodige theorie. Voer de discussie uit. Reflecteer met de docent over de opdracht. Beschrijf hierover een verslag.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
79
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
C.kraam.start.Is een tiener een goede moeder leerdoel
competenties
Student kan een tienermoeder begeleiden zodat deze na de kraamtijd zelfstandig de zorg van het kind kan uitvoeren Alle competenties in beroepstaak B en C op startbekwaamniveau. Zie opdrachtenboek
Inleiding De pubertijd is een turbulente tijd voor een gezin. De puber kan niet de gevolgen zien van het eigen handelen. Een zwangerschap is meestal niet gepland en overkomt een heel gezin. Er spelen dan veel verschillende emoties mee bij een ieder die met dit gezin te maken heeft. De kraamverzorgende zal met deze emoties moeten kunnen omgaan . Verder heeft zij de taak de tienermoeder te begeleiden naar zelfredzaamheid op zowel lichamelijk, psychisch als sociaal gebied. Schoolopdracht Zoek informatie over tienerzwangerschap op internet, beeldmateriaal en in boeken en beantwoord de volgende vragen: 1. Wanneer wordt er gesproken over een tienerzwangerschap 2. Wat zijn de reden dat een tiener zwanger wordt 3. Wat zijn de lichamelijke ,psychische en sociale gevolgen voor de tiener 4. Wat zijn de regels omtrent het aangeven van het kind 5. Welke hulp instanties kunnen de puber helpen en geef aan waar de hulp op gericht is 6. Wat is de rol van de vader voor de wet. Praktijkopdrachten Bereid een interview voor door het maken van een vragen. Neem contact op met een hulpinstantie (bijvoorbeeld de Fiom) en stel je vragen. Vraag aan de werkgever of stage adres of je mee mag lopen met een collega die zorg levert in een gezin waarbij de moeder een tiener is .Maak een observatielijst van de punten die jij wil observeren. Beschrijf nu een verslag over de begeleiding van een tiener die moeder wordt. Presenteer dit onderwerp in de groep op school en vraag feedback van de docent. Schrijf over de presentatie en het daarbij horende feedback een reflectie. Lever je reflectie in bij de docent.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
80
Opdrachtenboek Startbekwaam
Beroepsopdracht
Cohort 2011-2012
Beroepstaak D
Verzorgende-IG
Startbekwaam
Kun jij de verpleegtechnische handelingen zelfstandig uitvoeren? In de afgelopen periode heb je op school alle verplichte verpleegtechnische handelingen en alle verpleegtechnische handelingen met keuze uitgevoerd. Je hebt deze verpleegtechnische handelingen getoetst op school en/of in de Praktijk en de verpleegtechnische handelingen zijn afgetekend op de overzichtslijsten. Misschien heb je in de praktijk niet alle verpleegtechnische handelingen kunnen aftoetsen en aftekenen. Voor het behalen van je diploma moet je alle verplichte verpleegtechnische handelingen en de voor de setting bepaalde verpleegtechnische handelingen met keuze hebben afgetekend. De verpleegtechnische handelingen die je niet hebt kunnen aftekenen in de praktijk kun je op school in een simulatie in het vaardigheidslokaal alsnog aftoetsen. De startbekwame beroepsopdracht luidt dan ook: Laat in de Praktijk zien dat je de verpleegtechnische handelingen zelfstandig kunt uitvoeren Mocht dit niet mogelijk zijn dan luidt de startbekwame opdracht: Laat je SLB’er zien dat je verpleegtechnische handelingen in een simulatie in het skillslab kunt uitvoeren Je SLB’er mag hierbij het volgende van je verwachten aan bewijslast:
Alle verplichte verpleegtechnische vaardigheden zijn afgetekend op de overzichtslijst door de docent op school Alle verpleegtechnische vaardigheden naar keuze zijn afgetekend op de overzichtslijst door de docent op school. De getoetste vaardigheden in de praktijk zijn afgetekend op de overzichtslijsten door je begeleider in de praktijk. Je hebt alle beoordelingsformulieren van de getoetste vaardigheden in de praktijk verzameld.
Criteria: Alle verplichte verpleegtechnische vaardigheden en 4 vaardigheden naar keuze (en voorkomen in de setting, zijn getoetst in de praktijk. Als dat niet het geval is, dan worden de ontbrekende vaardigheden in het vaardigheidslokaal met een simulatie afgetoetst. Rekentaken
Sondevoeding berekenen en bereiden Berekenen zuurstof Recept berekenen/ aanpassen voor aantal personen Voorgeschreven medicatie hoeveelheden berekenen en bereiden
Albeda College Branche Gezondheidszorg
81
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
82
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht D Ondersteunen bij verpleegtechnische vaardigheden Naam student:
Datum:
Werkprocessen Beroepstaak D Startbekwaam Niveau
Opleiding: Verzorgende IG Feedback
Niveau Startbekwaam
1.1 De student heeft systematisch gegevens verzameld en geanalyseerd om de verpleegtechnische vaardigheid te kunnen uitvoeren, stelt het zorgplan waar nodig bij (D-H-J-K-M) 1.5 De verpleegtechnische vaardigheden zijn volgens protocol uitgevoerd, op deskundige en zorgvuldige wijze (K-L-T) 1.6 De veranderingen in de gezondheidstoestand zijn geobserveerd, gesignaleerd en gerapporteerd. De student zet zo nodig vervolgstappen in gang (J-N) 1.7 Er is voorlichting, advies en instructie gegeven over de uitvoering van de vaardigheid (I-L) 1.9 Bij de uitvoering van de zorg is gebruik gemaakt van de kennis over stoornissen, beperkingen en functioneringsproblemen en ziektebeelden bij de oudere zorgvrager, psychiatrische en psychogeriatrische zorgvrager, chronische zieken en revaliderenden (A-B-I-K-R-V-X) 2.1 De zorgvrager is gestimuleerd om de regie te houden over zijn eigen leven (C-D) 3.3 De werkzaamheden zijn afgestemd met collega’s en naasten en/ of andere betrokkenen.(B-E-Q-U) 3.4 De totale zorgverlening is geëvalueerd met de zorgvrager en collega’s en relevante gegevens voor de evaluatie van het zorgplan zijn verzameld. De veranderingen zijn indien nodig ingevoerd. (D-J-M)
Albeda College Branche Gezondheidszorg
83
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Argumentatie Feedback (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: ………………………………… Naam werkbegeleider/praktijkopleider:
Naam student:
………………………………………………
………………………………………………
Paraaf: ……………………………………
Paraaf: ……………………………………
Albeda College Branche Gezondheidszorg
84
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Overzicht Beroepstaak D Ondersteunen bij verpleegtechnische vaardigheden Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak D Gevorderd Beroepsproducten Werkprocessen D1: Voorbehouden 1.1, 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9, handelingen 2.1, 3.3, 3.4 D3: 1.1, 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9 2.1, Verpleegtechnische 3.3, 3.4 handelingen Competenties: A, B, C, D, E, H, I, J, K, L, M, N, Q, R, T, U, V, X Competenties in de werkprocessen A. Beslissingen en activiteiten initiëren
Prestatie-indicatoren
B. Aansturen C. Begeleiden
D. Aandacht en begrip tonen
E. Samenwerken en overleggen H. Overtuigen en beïnvloeden
I. Presenteren
J. Formuleren en rapporteren
Neemt bij het uitvoeren van de zorg zelfstandig beslissingen t.a.v. veranderingen. Neemt tijdig beslissingen bij verward of agressief gedrag. Zorgt ervoor dat veiligheid en gezondheid van de zorgvrager en anderen niet in gevaar komen. Neemt bij afwijkingen van lichamelijke functies en het gedrag van de zorgvrager tijdig beslissingen om zo nodig deskundige hulp in te schakelen. Zorgt er met behulp van duidelijke aanwijzingen voor dat de afstemming van de zorgverlening goed verloopt Stimuleert de zelfredzaamheid van de zorgvrager en benadrukt het belang hiervan. Adviseert de mantelzorger/naasten over draagkracht en draaglast. Toont interesse in de gezondheidssituatie en leefomstandigheden van de zorgvrager en zijn naasten/ mantelzorgers. Past diverse vormen van gesprekstechnieken toe. Doet moeite om gevoelens en problemen te begrijpen. Behandelt de zorgvrager met respect en geduld. Let op het psychosomatisch welbevinden van mantelzorg en naasten en stimuleert hen om overbelasting te voorkomen Vraagt in het kader van de afstemming van de zorgverlening de mening van betrokkenen. Overlegt regelmatig en tijdig met andere zorgverleners. Leidt het anamnesegesprek met de zorgvrager aan de hand van een standaard vragenlijst in goede banen. Kijkt naar de verschillende belangen en mogelijkheden, probeert eruit te halen wat realistisch mogelijk is. Streeft overeenstemming na door te zoeken naar duidelijke winwin situatie. Geeft duidelijk informatie aan een groep zorgvragers. Houdt rekening met de doelgroep en stemt hierop af. Straalt deskundigheid en betrouwbaarheid uit. Controleert regelmatig of de informatie duidelijk is overgekomen. Verwerkt gegevens nauwkeurig en volledig. Formuleert op correcte wijze kernachtig de doelen en activiteiten in een zorgplan. Formuleert vlot en bondig in correct Nederlands
Albeda College Branche Gezondheidszorg
85
Opdrachtenboek Startbekwaam
Competenties in de werkprocessen K. Vakdeskundigheid toepassen
Cohort 2011-2012
Prestatie-indicatoren
L. Materialen en middelen inzetten
M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren
R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
T. Instructies en procedures volgen U. Omgaan met veranderingen en aanpassen V. Met druk en tegenslag omgaan X Ondernemend en commercieel handelen
Verzorgende-IG
Past haar kennis over stoornissen, beperkingen ziektebeelden van verschillende zorgcategorieën toe. Gebruikt de beperkingen en mogelijkheden van de zorgvrager bij het opstellen van de zorgdoelen Werkt precies op bekwame wijze handelingen uit en verantwoordt dit. Rekent vlot en accuraat uit en laat dit controleren. Kiest passende materialen en middelen. Werkt efficiënt en kostenbewust. Gebruikt materialen en middelen gericht. Zorgt voor onderhoud van materialen en laat voorbeeldrol bij zorgvrager zien. Waarborgt juiste inzet van materialen en middelen. Analyseert grondig verkregen gegevens. Legt juiste verbanden. Trekt logische conclusies uit verkregen gegevens. Signaleert snel veranderingen in de gezondheidstoestand. Interpreteert deze op juiste wijze. Zet actuele informatie om in gerichte vervolgstappen. Bepaalt in overleg welke werkzaamheden en activiteiten prioriteit hebben. Stemt activiteiten goed op elkaar af. Plant werkzaamheden in een logische volgorde met realistische tijdsplanning Ondersteunt de zorgvrager op het gebied van praktische zaken en dagbesteding. Sluit zoveel als mogelijk aan bij de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager. Checkt regelmatig of de begeleiding (nog) voldoet aan de verwachtingen en wensen Houdt zich aan de voorgeschreven (werk) procedures. Volgt de veiligheidregels en voorschriften op. Kent de wettelijke richtlijnen en past deze toe. Past eigen gedrag en/of eigen aanpak snel en gemakkelijk aan, aan de nieuwe, veranderde eisen.
Kan eigen gevoelens goed hanteren Kent haar eigen grenzen
Maakt de zorgvrager attent op mogelijkheden en regelingen die de zorg kunnen ondersteunen. Bespreekt en motiveert mogelijke alternatieven die een verbetering zijn voor de kwaliteit van zorg voor de zorgvrager.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
86
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Kies uit de onderstaande activiteiten bij D1, D2 en D3 twee onderwerpen uit waar je onderzoek naar wilt doen . Overleg je keuze met je docent. Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak D School / praktijk D1: Voorbehouden handelingen
Startbekwaam
Boek: Verpleegtechnische handelingen Workshop datum Voorbehouden handelingen Activiteit Kennis Voorbehouden handelingen en de wet BIG in de praktijk Maagsonde inbrengen Injecteren Katheteriseren Akkoord docent
Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak D School / praktijk D2 Verpleegtechnische vaardigheden Boek: Verpleegtechnische handelingen Workshop Verpleegtechnische vaardigheden Activiteit Kennis Maagsonde verzorgen Het toedienen van anticoagulantia Medicijnen toedienen Medicijnfouten Richtlijnen voor opiaten Rode en gele wonden Zwachteltechnieken toepassen Blaaskatheter observeren en verzorgen Blaasspoeling uitvoeren Suprapubische katheter Koude- warmtebehandeling Verzamelen van monsters t.b.v. diagnostiek Reanimatiebeleid Reanimatie bij een pasgeborene
paraaf
Startbekwaam
datum
paraaf
Akkoord docent
Albeda College Branche Gezondheidszorg
87
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak D School / praktijk D3: Verpleegtechnische vaardigheden met keuze Boek: Verpleegtechnische handelingen Workshop Verpleegtechnische handelingen met keuze Activiteit Kennis (minimaal 4) Maagspoelen Toedienen van sondevoeding Darmspoelen Verzorgen van een stoma Verzorgen van zwarte wonden Mond- en keelholte uitzuigen Tracheacanule- en tracheastoma verzorgen Zuurstof toedienen Assistentie verlenen bij een afwijkende partus
Startbekwaam
datum
paraaf
Akkoord docent
Toetsmagazijn
Beroepstaak D
Zelftesten
Startbekwaam
Datum Paraaf
Albeda College Branche Gezondheidszorg
88
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D1.T1.KP.start. Voorbehouden handelingen en de wet BIG in de praktijk Leerdoel
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan verwoorden onder welke voorwaarden voorbehouden (en risicovolle) handelingen volgens de wet BIG in de praktijk moeten worden uitgevoerd Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 1 De gevolgen van de wet BIG voor de verzorgende praktijk Hoofdstuk 1 t/m 3 Leslokaal, thuis, praktijk Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider A. Beslissen en activiteiten initiëren E. Samenwerken en overleggen H. Overtuigen en beïnvloeden I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart op welke manier in jouw beroepspraktijk wordt omgegaan met de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om voorbehouden (en risicovolle) handelingen in de praktijk te mogen uitvoeren. 1. Stel je op de hoogte van de voorwaarden waaraan in de praktijk moet worden voldaan om voorbehouden (en risicovolle) handelingen te mogen uitvoeren. Gebruikt hiervoor je boek. 1. De voorwaarden waaronder voorbehouden handelingen mogen worden uitgevoerd staan beschreven in de wet BIG. Bepaal met welke voorbehouden handelingen jij in de praktijk te maken hebt. 2. Zoek een voorbeeld op internet of in een vakblad, waarin een praktijksituatie wordt beschreven waarin een fout is gemaakt rondom de uitvoering van een voorbehouden (of risicovolle) handeling. Beschrijf het voorbeeld (wat is er fout gegaan, wat was de oorzaak, wat waren de gevolgen, hoe had het kunnen worden voorkomen). 3. Onderzoek in je beroepspraktijk of er wel eens fouten worden gemaakt met voorbehouden of risicovolle handelingen. Je kunt dit doen door te observeren, of door collega’s te vragen of ze weleens fouten hebben gemaakt of gezien bij anderen. Beschrijf om welke fouten het gaat (wat is er fout gegaan, wat was de oorzaak, wat waren de gevolgen, hoe had het kunnen worden voorkomen). 4. Geef je mening over de fouten die je hebt gevonden in de literatuur (op internet) en in de praktijk. Beschrijf hoe je zelf wilt voorkomen dat je fouten maakt met de uitvoering van voorbehouden en risicovolle handelingen. 5. Schrijf een verslag over punt 2, 3, 4 en 5 (max. 4 A4) 6. Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek. Het mag een les zijn, of een discussiebijeenkomst. 7. Geef je verslag over dit onderwerp minimaal een week voorafgaand aan de presentatie aan drie medestudenten en de docent zodat zij vragen over dit onderwerp kunnen bedenken. 8. Geef de presentatie en reageer op de vragen van je medestudenten en de docent. 9. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
89
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D1.T2.KP.start. Maagsonde inbrengen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven en verwoorden welke maagsondes er worden gebruikt in de praktijk. Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 2 De zorgvrager met een maagsonde Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T. Instructies en procedures toepassen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart welke maagsondes worden gebruikt in de praktijk. 1. Stel je op de hoogte van de theorie van het inbrengen van een maagsonde. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek welke maagsondes er worden gebruikt: -welke soorten maagsondes worden er gebruikt? -van welk materiaal zijn de maagsondes? -wat zijn de kosten van de verschillende maagsondes? -hoe vaak moeten de verschillende maagsondes worden verwisseld? -wat is de reden van dat voor deze maagsonde wordt gekozen? 3. Schrijf een verslag over punt 2 4. Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek. 5. Geef je verslag over dit onderwerp minimaal een week voorafgaand aan de presentatie aan drie medestudenten en de docent. 6. Geef de presentatie en reageer op de vragen van je medestudenten en de docent 7. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
90
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D1.T4.KP.start. Injecteren Leerdoel
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven en verwoorden welke injecties worden gegeven in de praktijk, wat de reden is dat deze injecties worden gegeven en welke complicaties mogelijk kunnen optreden Boek Verpleegtechnische handelingen Thema Medicijnen toedienen Hoofdstuk 6 Medicijnen toedienen per injectie Leslokaal, thuis, praktijk Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen toepassen M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T. Instructies en procedures toepassen.
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart welke injecties worden gegeven in jouw beroepspraktijk, wat de reden is dat deze injecties worden gegeven en welke complicaties kunnen optreden. 1. Stel je op de hoogte van de theorie van medicijnen toedienen per injectie. Gebruikt hiervoor je boek. 2. Onderzoek welke injecties worden toegediend in jouw beroepspraktijk: -wat is de reden dat deze injecties worden gegeven -hoe wordt de injectie toegediend (frequentie, toedieningswijze) -welke complicaties kunnen optreden bij het toedienen van deze injecties (maak onderscheid tussen complicaties door het injecteren en complicaties door het medicijn) - zijn er andere manieren om het medicijn toe te dienen? Zo ja, waarom wordt daar in dit geval niet voor gekozen? 3. Schrijf een verslag over punt 2 4. Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek. 5. Geef je verslag over dit onderwerp minimaal een week voorafgaand aan de presentatie aan drie medestudenten en de docent zodat zij vragen over dit onderwerp kunnen bedenken. 6. Geef de presentatie en reageer op de vragen van je medestudenten en de docent. 7. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
91
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D1.T7.KP.start. Katheteriseren Leerdoel
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan verwoorden en beschrijven welke katheters er worden gebruikt in de praktijk, wat de reden is voor het katheteriseren en wat de indicatie voor het katheteriseren is. Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 7 De zorgvrager met een blaaskatheter Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart bij verschillende zorgvragers welke katheters er worden gebruikt in jouw beroepspraktijk. 1. Stel je op de hoogte van de theorie van het inbrengen en verzorgen van een katheter. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek bij verschillende zorgvragers: -wat de indicatie is voor het gebruik van een katheter - gaat het over een eenmalige katheter of een verblijfskatheter - zijn de benodigde protocollen aanwezig in de beroepspraktijk -welke complicaties kunnen er optreden 3. Schrijf een verslag over punt 2 4. Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek. 5. Geef je verslag over dit onderwerp minimaal een week voorafgaand aan de presentatie aan drie medestudenten en de docent. 6. Geef de presentatie en reageer op de vragen van je medestudenten en de docent 7. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
92
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D2.T2.KP.start. Maagsonde verzorgen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven wat de voorlichting is die gegeven wordt aan een zorgvrager met een maagsonde Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 2 Hoofdstuk 2 De verzorging van een maagsonde Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een evaluatie met medestudenten en de docent I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T Instructies en procedures toepassen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart dat je voorlichting kunt geven aan een zorgvrager met een maagsonde 1. Stel je op de hoogte van de theorie van een maagsonde verzorgen. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek in de praktijk of er zorgvragers zijn met een maagsonde: a. -wat is de reden van de maagsonde b. -wat zijn de verzorgingsaandachtspunten c. -wat is de voorlichting die gegeven wordt aan een zorgvrager met een maagsonde 3. Maak een voorlichtingsfolder voor een zorgvrager met een maagsonde. Neem daarin de punten uit vraag 2 op. 4. Bespreek je folder met medestudenten en beantwoord hun vragen
Albeda College Branche Gezondheidszorg
93
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D2.T4.KP.start Het toedienen van anticoagulantia Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven wat te doen bij het gebruik van anticoagulantia en kan het recept van de arts verwerken Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 4 Medicijnen toedienen Hoofdstuk 1 t/m 4 Praktijk, leslokaal, thuis Met je docent of praktijkopleider J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T Instructies en procedures opvolgen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart waarop je moet letten bij het toedienen van anticoagulantia en weet het recept van de arts te verwerken. 1. Stel je op de hoogte van de theorie van anticoagulantia. Gebruik hiervoor je boek. Zoek ook specifieke informatie op over het toedienen van anticoagulantia, in de praktijk of op internet. 2. Onderzoek wat te doen bij het krijgen van het recept: -Wat is de reden dat de zorgvrager anticoagulantia krijgt? -Welke handelingen worden er verricht voordat de zorgvrager de medicatie krijgt? -Wat zijn de evt. bijwerkingen? -Wat zij de speciale aandachtspunten bij dit medicijn? 3. Maak een informatiefolder over anticoagulantia. 4. Bespreek de folder met je docent of praktijkopleider.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
94
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D2.T4.KP.start. Medicijnen toedienen Leerdoel
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan verwoorden en beschrijven welke medicatie er wordt gegeven, wat de reden is dat deze medicatie wordt voorgeschreven, wat is de werking en de bijwerkingen van deze medicijnen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 4 Medicijnen toedienen Hoofdstuk 1 t/m 5 Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T. Instructies en procedures toepassen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart welke medicijnen worden gegeven bij 5 zorgvragers in de praktijk. Wat is de reden dat deze medicatie wordt voorgeschreven, wat is de werking en bijwerkingen van deze medicatie. 1. Stel je op de hoogte van de theorie van medicijnen. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek welke medicatie er wordt gebruikt bij de 5 zorgvragers: -wat is de reden dat deze medicatie wordt voorgeschreven -wat is de werking van deze medicijnen -hoe worden deze medicijnen toegediend -wat zijn de evt. bijwerkingen van deze medicijnen 3. Schrijf een verslag over punt 2 4. Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek. 5. Geef je verslag over dit onderwerp minimaal een week voorafgaand aan de presentatie aan drie medestudenten en de docent. 6. Geef de presentatie en reageer op de vragen van je medestudenten en de docent 7. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
95
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D2.T4.KP.start. Medicijnfouten Leerdoel
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven en verwoorden welke medicijnfouten gemaakt kunnen worden en weergeven welke medicijnfouten in de praktijk gemaakt worden en hoe daarmee wordt omgegaan Studieboek Verpleegtechnische handelingen Thema 4: Medicijnen toedienen Leslokaal, thuis, praktijk Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider A. Beslissen en activiteiten initiëren E. Samenwerken en overleggen H. Overtuigen en beïnvloeden I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen, M. Analyseren N. Onderzoeken, plannen en organiseren T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart welke medicijnfouten gemaakt kunnen worden en op welke manier in jouw beroepspraktijk wordt omgegaan met (het voorkomen van) medicijnfouten 1. Stel je op de hoogte van de voorwaarden waaraan in de praktijk moet worden voldaan om medicijnen te checken, registreren en distribueren. Gebruikt hiervoor je boek. 2. Zoek minstens drie voorbeelden op internet of in een vakblad, waarin een praktijksituatie wordt beschreven waarin een fout is gemaakt rondom het checken, registreren en distribueren van medicijnen. Beschrijf de voorbeelden (wat is er fout gegaan, wat was de oorzaak, wat waren de gevolgen, hoe had het kunnen worden voorkomen). 3. Onderzoek in je beroepspraktijk of er wel eens fouten worden gemaakt met het checken, registreren en distribueren van medicijnen. Je kunt dit doen door te observeren, of door collega’s te vragen of ze weleens fouten hebben gemaakt of gezien bij anderen. Beschrijf om welke fouten het gaat (wat is er fout gegaan, wat was de oorzaak, wat waren de gevolgen, hoe had het kunnen worden voorkomen). 4. Geef je mening over de fouten die je hebt gevonden in de literatuur (op internet) en in de praktijk. Beschrijf hoe je zelf wilt voorkomen dat je fouten maakt met het checken, registreren en distribueren van medicijnen. 5. Schrijf een verslag over punt 2, 3 en 4 (max. 4 A4). 6. Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek. Het mag een les zijn, of een discussiebijeenkomst. 7. Geef je verslag over dit onderwerp minimaal een week voorafgaand aan de presentatie aan drie medestudenten en de docent zodat zij vragen over dit onderwerp kunnen bedenken. 8. Geef de presentatie en reageer op de vragen van je medestudenten en de docent. 9. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
96
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D2.T4.KP.start. Richtlijnen voor opiaten Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan verwoorden en beschrijven wat de richtlijnen zijn voor het toedienen van opiaten Internet Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T Instructies en procedures opvolgen
Activiteit In deze activiteit beschrijf je hoe te handelen bij het toedienen van opiaten 1. Stel je op de hoogte van de richtlijnen. 2. Onderzoek wat de specifieke toediening is bij het gebruik van opiaten: a. Om welke medicatie gaat het b. Beschrijf de werking en de bijwerking c. Is er een protocol toediening opiaten d. Werken je collegae volgens protocol e. Welke handelingen moeten er extra gedaan worden f. Mag jij als leerling deze medicatie toedienen g. Maak een PowerPoint over dit onderwerp 3. Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek. 4. Geef de presentatie en reageer op de vragen van je medestudenten en werkbegeleider 5. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
97
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D2.T5.KP.start. Rode en gele wonden Leerdoel
Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan verwoorden en beschrijven welke rode en gele wonden er zijn in de praktijk, wat het behandelingsplan is en of deskundige hulp ingeschakeld moet worden Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 1 Thema 9 wonden verzorgen en verpleegtechnische handelingen Thema 5 Wondverzorging Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door klasgenoten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren L. Materialen en middelen inzetten N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart welke rode en gele wonden er zijn in jouw beroepspraktijk. 1. Stel je op de hoogte van de theorie van het verzorgen van rode en gele wonden. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek welke rode en gele wonden er zijn: - fotografeer de rode en gele wonden - beschrijf het behandelingsplan bij de rode en gele wonden - is er in de praktijk een decubitusspecialist, wondverpleegkundige of WISverpleegkundige en stel je op de hoogte van de inhoud van zijn/haar functie 3. Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek. Gebruik daarbij de foto’s 4. Geef de presentatie en reageer op de vragen van je klasgenoten en de docent 5. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
98
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D2.T5.KP.start. Zwachteltechniek toepassen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan verwoorden en beschrijven welke zwachtel technieken er worden toegepast in de praktijk Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 5 Hoofdstuk 4 Zwachteltechnieken als compressietherapie Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door klasgenoten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren L. Materialen en middelen inzetten N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart dat je op de hoogte bent van de zwachteltechniek in de praktijk. 1. Stel je op de hoogte van de theorie van het toepassen van zwachteltechniek. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek het doel van het zwachtelen: - bij welke zorgvragers worden er zwachteltechnieken toegepast - beschrijf het soort zwachtel wat is gebruikt t- beschrijf de werkwijze bij het zwachtelen 3. Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek. 4. Geef de presentatie en reageer op de vragen van je medestudenten en de docent 5. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
99
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D2.T7.KP.start. Blaaskatheter observeren en verzorgen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven wat de verzorgings- en de observatiepunten zijn bij een zorgvrager met een blaaskatheter Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 6 Hoofdstuk 2 De zorg voor een blaaskatheter Praktijk, leslokaal, thuis Evaluatie met werkbegeleider of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T Instructies en procedures toepassen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart dat je op de hoogte bent van de verzorging van een blaaskatheter 1. Stel je op de hoogte van de theorie van een blaaskatheter. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek in de praktijk of er zorgvragers zijn met een blaas katheter: -welke blaaskatheters worden er gebruikt -is er een protocol verzorgen en observeren blaaskatheter -zijn er verschillen met het protocol van het Albeda -beschrijf de verschillen van deze protocollen 3. Schrijf een verslag over punt 2 4. Bespreek het verslag met collegae in de praktijk 5. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht
Albeda College Branche Gezondheidszorg
100
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D2.T7.KP.start. Blaasspoeling uitvoeren Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan verwoorden en beschrijven wanneer er een blaasspoeling word gegeven in de praktijk Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 7 Hoofdstuk 4 Het spoelen van de blaas Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren L. Materialen en middelen inzetten N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart dat je op de hoogte bent van het uitvoeren van een blaasspoeling. 1. Stel je op de hoogte van de theorie van het uitvoeren van een blaasspoeling. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek in de beroepspraktijk of er zorgvragers zijn met een blaas katheter en blaasspoeling: -wat is de reden van het uitvoeren van een blaasspoeling -beschrijf of het een gesloten, open of een langdurige spoeling betreft -vergelijk het Albedaprotocol en de protocollen van de praktijk -wat valt je op, zijn er verschillen en welke. 3. Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek. 4. Geef de presentatie en reageer op de vragen van je klasgenoten en de docent 5. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
101
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D2.T7.KP.start. Suprapubische katheter verzorgen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven wat de verzorgingsaandachtspunten zijn bij een zorgvrager met een suprapubische katheter Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 7 Hoofdstuk 3 De verzorging van een suprapubische katheter Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T Instructies en procedures toepassen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart dat je op de hoogte bent van de verzorgingsaandachtspunten bij een zorgvrager met een suprapubische katheter 1. Stel je op de hoogte van de theorie van een suprapubische katheter. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek in de praktijk of er zorgvragers zijn met een suprapubische katheter: -wat is de reden van de suprapubische katheter -wat zijn de verzorgingsaandachtspunten -wordt er gebruik gemaakt van het protocol en hier naar gehandeld. 3. Schrijf een verslag over punt 2 4. Bespreek je verslag met 4 medestudenten en beantwoord hun vragen 5. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
102
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D2.T9.KP.start. Koude- en warmtebehandeling Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan verwoorden en beschrijven welke warmte of koude behandeling er wordt gegeven in de praktijk. Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 9 Hoofdstuk 1 Warmte- of koudebehandeling Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren L. Materialen en middelen inzetten N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart dat je op de hoogte bent van lichaamstemperatuur regelen door middel van koude- en warmtebehandeling. 1. Stel je op de hoogte van de theorie lichaamstemperatuur regelen door middel van koude- en warmtebehandeling. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek in de beroepspraktijk of er zorgvragers zijn met een koude of warmte behandeling: -beschrijf of het gaat om een koude of warmte behandeling -beschrijf hoe de koude- of warmtebehandeling wordt toegepast -wat is de reden dat de koude- of warmtebehandeling bij deze zorgvrager wordt toegepast? -hoe ervaart de zorgvrager deze koude/ of warmtebehandeling? 3. Schrijf een verslag over punt 2 4. Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek. 5. Geef je verslag over dit onderwerp minimaal een week voorafgaand aan de presentatie aan drie medestudenten en de docent. 6. Geef de presentatie en reageer op de vragen van je medestudenten en de docent 7. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
103
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D2.T10.KP.start. Verzamelen van monsters t.b.v. diagnostiek Leerdoel
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven welke monsters t.b.v. diagnostiek (steriel en niet-steriel) er worden verzameld in de praktijk en uitleg geven over het doel hiervan Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 10 Hoofdstuk 1 Monsters voor diagnostiek Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van evaluatie met de docent en/of praktijkopleider J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten M. Analyseren N. Onderzoeken
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart welke steriele en niet steriel monster er worden verzameld in jouw beroepspraktijk 1. Stel je op de hoogte van de theorie van het verzamelen van monster t.b.v. diagnostiek. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek diverse monsters t.b.v. diagnostiek: - beschrijf om welk monster het gaat - beschrijf het doel -gaat het om steriel of niet steriel materiaal -beschrijf de werkwijze van het opvangen 3. Schrijf een verslag over punt 2 4. Bespreek het verslag met de docent of praktijkbegeleider
Albeda College Branche Gezondheidszorg
104
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D2.T11.KP.start. Reanimatiebeleid Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan verwoorden en beschrijven wat het reanimatiebeleid is in de praktijk Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 11 Reanimeren Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T Instructies en procedures toepassen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart hoe de eerst hulp wordt verleend bij jou in de praktijk 1. Stel je op de hoogte van het reanimatiebeleid in de instelling waar je stage loopt 2. Onderzoek: - is er een reanimatiebeleid? -hoe ziet dit beleid er uit in de praktijk? -hoe worden zorgvragers voorgelicht over dit beleid? 3. Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek 4. Geef de presentatie en reageer op de vragen van medestudenten en de docent
Albeda College Branche Gezondheidszorg
105
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D.2 t.12.KP start .Reanimatie bij een pasgeborene leerdoel
theorie locatie Evaluatie Ondersteuning van de competenties
De student beschrijft het beleid van de stage/werkplek omtrent de reanimatie van pasgeborene Internet, bijwonen van een workshop school presentatie v. vakdeskundigheid bevordering:; N. Onderzoeken ; T. instructies en procedures toepassen
Schoolactiviteit Student geeft een presentatie over reanimatie van een pasgeborene in het kraamtijd 1. Zoek uit in welke situatie er gereanimeerd wordt bij een pasgeborene in de thuissituatie 2. Beschrijf per reanimatiesituatie wat hiervan de onderliggende oorzaak is 3. Beschrijf gedetailleerd hoe de reanimatie wordt uitgevoerd 4. Beschrijf welke disciplines er bij betrokken zijn 5. Beschrijf welke materialen er gebruikt kunnen worden 6. Beschrijf welke materialen een verloskundige bij zich heeft 7. Maak van de verkregen gegevens een presentatie 8. Presenteer voor een groep van tenminste vijf personen
Albeda College Branche Gezondheidszorg
106
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D3.T1.KP.start. Maagspoelen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven wat de indicatie is voor een maagspoeling en hoe deze moet worden uitgevoerd Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 2 Hoofdstuk 4 Maagspoelen Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T Instructies en procedures toepassen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart dat je op de hoogte bent van de indicatie en de uitvoering van een maagspoeling 1. Stel je op de hoogte van de theorie van maagspoelen. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek: -wat is de indicatie voor een maagspoeling? - welke materialen zijn nodig om een maagspoeling te kunnen uitvoeren? -hoe moet een maagspoeling worden uitgevoerd? -welke begeleiding geef je de zorgvrager die een maagspoeling moet ondergaan? 3. Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek, maak gebruik van powerpoint. 4. Geef de presentatie en reageer op de vragen van je medestudenten en de docent
Albeda College Branche Gezondheidszorg
107
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D3.T2.KP.start. Toedienen van sondevoeding Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven hoe de toediening van sondevoeding gaat via de voedingspomp, druppelregelaar en per portie Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 2 Hoofdstuk 3 het toedienen van sondevoeding Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T Instructies en procedures toepassen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart dat je op de hoogte bent van de toedieningwijzen bij het geven van sondevoeding 1. Stel je op de hoogte van de theorie, het toedienen van sondevoeding en voedingspomp. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek of er zorgvragers zijn die sondevoeding krijgen via een voedingspomp, per portie of continue via druppelregelaar: -welke indicatie heeft de zorgvrager voor de sondevoeding -beschrijf welke sondevoeding de zorgvrager krijgt -beschrijf de wijze van toediening, portie, pomp of druppelregelaar en waarom wordt gekozen voor deze toedieningwijze 3. Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek. 4. Geef de presentatie en reageer op de vragen van je medestudenten en de docent
Albeda College Branche Gezondheidszorg
108
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D3.T3.KP.start. Darmspoelen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan beschrijven wat de indicatie is voor een darmspoeling en hoe deze moet worden uitgevoerd Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 3 Hoofdstuk 2 het spoelen van de darm of de stoma Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren T Instructies en procedures toepassen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart dat je op de hoogte bent van de indicatie en de uitvoering van een darmspoeling 1. Stel je op de hoogte van de theorie, het uitvoeren van een darmspoeling. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek of er zorgvragers zijn waarbij je een darmspoeling kan uitvoeren: welke indicatie heeft de zorgvrager voor een darmspoeling beschrijf de werkwijze van het uitvoeren van de darmspoeling beschrijf de beleving van de zorgvrager 3 Schrijf een verslag over punt 2 4 Bespreek het verslag met je docent/praktijkopleider en medestudenten
Albeda College Branche Gezondheidszorg
109
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D3.T4.KP.start. Verzorgen van een stoma Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan verwoorden en beschrijven hoe je een stoma moet verzorgen in de praktijk. Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 3 Hoofdstuk 1 Een stoma verzorgen Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten, M. Analyseren N. Onderzoeken, plannen en organiseren en instructies en procedures toepassen.
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart dat je op de hoogte bent van het verzorgen van een stoma.
Stel je op de hoogte van de theorie. Gebruik hiervoor je boek. Onderzoek of er zorgvragers zijn met een stoma: welke stoma’s zijn theoretisch behandeld -welke stoma kom je tegen op je stageplek -welke indicatie heeft de zorgvrager voor de stoma -beschrijf de verzorging van de stoma, welk materiaal wordt gebruikt (een- of tweedelig -waarom is gekozen voor dit materiaal Bereid een korte presentatie voor over dit onderzoek. Geef de presentatie en reageer op de vragen van je klasgenoten en de docent Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
110
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D3.T5.KP.start.Verzorgen van zwarte wonden Leerdoel
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan de verzorging van een zwarte wond verwoorden en beschrijven. Hij of zij is op de hoogte van het behandelingsplan en kan hier naar handelen. Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 5 Hoofdstuk 3 de verzorging van zwarte wonden Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten, M. Analyseren N. Onderzoeken, plannen en organiseren en instructies en procedures toepassen.
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart dat je op de hoogte bent van het verzorgen van zwarte wonden. 1. Stel je op de hoogte van de theorie, het verzorgen van zwarte wonden. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek of er zwarte wonden zijn: -beschrijf de zwarte wond -beschrijf het behandelingsplan van de zwarte wond. Wat is het zorgdoel Welke activiteiten worden er ondernomen Door wie worden deze activiteiten ondernomen Zijn er alternatieven voor de behandeling 3. Schrijf een verslag over punt 2 4. Bespreek het onderzoek en verslag met je docent en medestudenten. 5. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
111
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D3.T6.KP.start. Mond en keelholte uitzuigen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan het uitzuigen van mond en keelholte verwoorden en beschrijven. Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 6 Hoofdstuk 2 De mond- en keelholte uitzuigen Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten, M. Analyseren N. Onderzoeken, plannen en organiseren en instructies en procedures toepassen
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart dat je op de hoogte bent van het uitzuigen van mond en keelholte. 1. Stel je op de hoogte van de theorie, mond- en keelholte uitzuigen. Gebruik hiervoor je boek. 2. Begeleid een leerling bij het uitzuigen van mond en keelholte: -verwoord en beschrijf het uitzuigen van mond en keelholte -verwoord en beschrijf de complicaties en de nazorg - Stel een GVO plan op volgens de stappen 3. Schrijf een verslag over punt 2 4. Bespreek je bevindingen met je werkbegeleider en de leerling 5. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
112
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D3.T7.KP.start. Tracheacanule en tracheastoma verzorgen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan verwoorden en beschrijven hoe hij/zij een tracheacanule en tracheastoma moet verzorgen in de praktijk. Boek Verpleegtechnische handelingen thema 6 Hoofdstuk 1 De tracheastoma en tracheacanule verzorgen Praktijk Evalueer met je werkbegeleider/praktijkopleider of docent I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten, M. Analyseren N. Onderzoeken, plannen en organiseren en instructies en procedures toepassen.
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart dat je op de hoogte bent van het verzorgen van een tracheacanule en tracheastoma. 1. Stel je op de hoogte van de theorie, het verzorgen van een tracheacanule en tracheastoma. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek of er zorgvragers zijn die je kunt begeleiden bij het verzorgen van een tracheacanule of tracheastoma: -welke indicatie heeft de zorgvrager voor een tracheacanule of tracheastoma -beschrijf de verzorging van een tracheacanule of tracheastoma -beschrijf of de verzorging klopt met het daarvoor bestaande protocol 3. Bespreek je bevindingen met je werkbegeleider
Albeda College Branche Gezondheidszorg
113
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D3.T8.KP.start. Zuurstof toedienen Leerdoel Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan verwoorden en beschrijven de toediening van zuurstof in de praktijk. Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 8 Het toedienen van zuurstof Praktijk, leslokaal, thuis Door middel van een interview door medestudenten en docent en/of praktijkopleider I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten, M. Analyseren N. Onderzoeken, plannen en organiseren en instructies en procedures toepassen.
Activiteit In deze activiteit breng je in kaart dat je op de hoogte bent van het toedienen van zuurstof. 1. Stel je op de hoogte van de theorie,het toedienen van zuurstof. Gebruik hiervoor je boek. 2. Onderzoek of er zorgvragers zijn bij wie zuurstof toegediend worden: -beschrijf de manier van zuurstof toedienen -beschrijf het toedieningsysteem -beschrijf of er rekening is gehouden met de gevaren van het toedienen van zuurstof 3. Schrijf een verslag over punt 2 4. Bespreek je verslag met je praktijkopleider/docent 5. Schrijf een reflectieverslag over deze opdracht.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
114
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D3.T9.kp.start Assistentie verlenen bij een afwijkende partus leerdoel
theorie Locatie evaluatie Ondersteuning voor de competenties
Student kan verwoorden en beschrijven welke begeleiding wordt gegeven bij een afwijkende partus . Boek: beeldmateriaal, internet Praktijk, school, thuis Bespreking van de casus met de medestudenten en docent a.Beslissingen nemen ; k.Vakdeskundigheid bevordering; E. Samenwerken ; M. Analyseren
Activiteit Student bespreekt een uitgewerkte casus uit de praktijk in een groepje van vijf studenten en de docent, hij/zij heeft daarbij een keuze gemaakt uit drie afwijkende partussen die hij/zij heeft bijgewoond Schoolactiviteit 1. Bestudeer de theorie over een afwijkende partus, doe dit met de boeken en met beeldmateriaal of maak gebruik van internet 2. Bestudeer hoe je een casus schrijf 3. Bestudeer de incidentmethode bij het houden van een intervisie overleg 4. Bestudeer hoe je een afwijkende partus begeleidt, hoe ga je handelen
Praktijkactiviteit 1. Woon tenminste drie partussen bij met een afwijkend verloop 2. Beschrijf het verloop van deze partussen in een verslag, laat dit verslag op waarheid ondertekenen door de begeleider 3. Maak een keuze welke partus je wilt gebruiken en schrijf hiervan een casus 4. Bespreek deze casus in een groepje van vijf studenten doormiddel van intervisiebijeenkomst, waarbij je de incidentmethode gebruikt 5. Reflecteer met de docent mondeling de uitkomst van de intervisie bijeenkomst
Albeda College Branche Gezondheidszorg
115
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
116
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Ondersteuningsmagazijn Praktijk
Beroepstaak D D1 Voorbehouden handelingen
Activiteiten (minimaal 4 totaal D1 en D3) Maagsonde inbrengen Blaaskatheter inbrengen bij een man Blaaskatheter inbrengen bij en vrouw Eenmalig katheteriseren van de blaas
Verzorgende-IG
Startbekwaam
datum
paraaf
Akkoord begeleider praktijk
Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak D Praktijk D3 Verpleegtechnische handelingen met keuze
Startbekwaam
Activiteiten (minimaal 4 totaal D1 en D3) datum Maagspoelen Toedienen van sondevoeding per portie (verplicht GZ) Toedienen van sondevoeding zonder voedingspomp (verplicht GZ) Toedienen van sondevoeding en voedingspomp (verplicht GZ) Darmspoelen Stoma spoelen Stoma verzorgen Vagina irrigeren Zwarte wonden verzorgen Mond- en keelholte uitzuigen Trachea en tracheastoma verzorgen (verplicht GZ) Zuurstof toedienen Partusassistentie verlenen (alleen kraam) Akkoord begeleider praktijk
Albeda College Branche Gezondheidszorg
paraaf
117
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
118
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
D1.T2.VH. Maagsonde inbrengen Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij een maagsonde in kan brengen Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 2 De zorgvrager met een maagsonde Hoofdstuk 1 Het inbrengen van een maagsonde Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Breng een maagsonde in volgens protocol
Albeda College Branche Gezondheidszorg
119
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.D1.T7.VH. Blaaskatheter inbrengen bij een man Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij een blaaskatheter kan inbrengen bij een man Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema De zorgvrager met een blaaskatheter Hoofdstuk 1 Katheteriseren van de blaas Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Breng een blaaskatheter in bij een man volgens protocol
Albeda College Branche Gezondheidszorg
120
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.D1.T7.VH. Blaaskatheter inbrengen bij een vrouw Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij een blaaskatheter kan inbrengen bij een vrouw Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema De zorgvrager met een blaaskatheter Hoofdstuk 1 Katheteriseren van de blaas Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Breng een blaaskatheter in bij een vrouw volgens protocol
Albeda College Branche Gezondheidszorg
121
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.D1.T7.VH. Eenmalig katheteriseren van de blaas Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij een eenmalige blaaskatheter kan inbrengen bij een vrouw/man Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 7 De zorgvrager met een blaaskatheter Hoofdstuk 1 Katheteriseren van de blaas Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Breng een eenmalige blaaskatheter in bij een vrouw/man volgens protocol
Albeda College Branche Gezondheidszorg
122
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.D3.T2.VH. Maagspoelen Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij een maagspoeling kan uitvoeren volgens protocol Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 2 Hoofdstuk 4 Maagspoelen Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Voer een maagspoeling uit volgens protocol
Albeda College Branche Gezondheidszorg
123
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.D3.T2.VH. Toedienen van sondevoeding per portie Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij sondevoeding kan toedienen per portie Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 2 Hoofdstuk 3 Het toedienen van sondevoeding Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Geef sondevoeding per portie volgens protocol
Albeda College Branche Gezondheidszorg
124
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.D3.T2.VH. Toedienen van sondevoeding zonder voedingspomp Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij sondevoeding kan toedienen zonder voedingspomp Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 2 Hoofdstuk 3 Het toedienen van sondevoeding Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Geef sondevoeding zonder voedingspomp, bereken zelf de druppelsnelheid, volgens protocol
Albeda College Branche Gezondheidszorg
125
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.D3.T2.VH. Toedienen van sondevoeding via voedingspomp Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij sondevoeding kan toedienen via voedingspomp Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 2 Hoofdstuk 3 Het toedienen van sondevoeding. Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Geef sondevoeding via de voedingspomp volgens protocol
Albeda College Branche Gezondheidszorg
126
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.D3.T3.VH. Darmspoelen Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij een darmspoeling kan uitvoeren volgens protocol Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 3 Hoofdstuk 2 Het spoelen van de darm of de stoma Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Voer een darmspoeling uit volgens protocol
Albeda College Branche Gezondheidszorg
127
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.D3.T3.VH. Stoma spoelen Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij een stoma kan spoelen volgens protocol Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 3 Hoofdstuk 2 Het spoelen van de darm of de stoma Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Voer een stoma spoeling uit volgens protocol
Albeda College Branche Gezondheidszorg
128
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.D3.T3.VH. Stoma verzorgen Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij een stoma kan verzorgen met eenen/of tweedelig systeem Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 3 Hoofdstuk 1 Een stoma verzorgen Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Verzorg een stoma, met een- en/of tweedelig systeem, volgens protocol
Albeda College Branche Gezondheidszorg
129
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.D3.T3.VH. Vagina irrigeren Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij een vagina kan irrigeren volgens protocol Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Internet Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Irrigeer de vagina van een zorgvrager volgens protocol
Albeda College Branche Gezondheidszorg
130
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.D3.T5.VH. Zwarte wonden verzorgen Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij zwarte wonden kan verzorgen volgens protocol Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 5 Hoofdstuk 3 Verzorging van zwarte wonden Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Verzorg een zwarte wond volgens protocol
Albeda College Branche Gezondheidszorg
131
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.D3.T6.VH. Mond- en keelholte uitzuigen Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij mond- en keelholte kan uitzuigen volgens protocol Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 6 Hoofdstuk 2 De mond- en keelholte uitzuigen Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Zuig mond- en keelholte uit volgens protocol
Albeda College Branche Gezondheidszorg
132
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.D3.T6.VH. Tracheacanule en tracheastoma verzorgen Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij een tracheacanule en tracheastoma kan verzorgen Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 6 Hoofdstuk 1 De tracheastoma en tracheacanule verzorgen Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Verzorg een tracheacanule en tracheastoma, volgens protocol
Albeda College Branche Gezondheidszorg
133
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.D3.T8.VH. Zuurstof toedienen Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student laat zien dat hij/zij een zuurstof kan toedienen. Maak een keuze uit cilinder ambilox of concentrator Zorg dat je de beschikking hebt over de protocollen en de juiste materialen Boek Verpleegtechnische handelingen Thema 8 Het toedienen van zuurstof Praktijk Reflecteer op je eigen handelen volgens de criteria op het feedbackformulier K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen
Activiteit Dien zuurstof toe volgens protocol: Cilinder Ambilox Concentrator
Albeda College Branche Gezondheidszorg
134
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht D Naam student: Datum: Opleiding: VERZORGENDE-IG Werkprocessen Beroepstaak D Startbekwaam Niveau
Niveau: Startbekwaam O
V
1.1 De student heeft systematisch gegevens verzameld en geanalyseerd om de verpleegtechnische vaardigheid te kunnen uitvoeren, stelt het zorgplan waar nodig bij (D-H-J-K1.5 De verpleegtechnische vaardigheden zijn volgens protocol uitgevoerd, op deskundige en zorgvuldige wijze (K-L-T) 1.6 De veranderingen in de gezondheidstoestand zijn geobserveerd, gesignaleerd en gerapporteerd. De student zet zo nodig vervolgstappen in gang (J-N) 1.7 Er is voorlichting, advies en instructie gegeven over de uitvoering van de vaardigheid (I-L) 1.9 Bij de uitvoering van de zorg is gebruik gemaakt van de kennis over stoornissen, beperkingen en functioneringsproblemen en ziektebeelden bij de oudere zorgvrager, psychiatrische en psychogeriatrische zorgvrager, chronische zieken en revaliderenden (A-B-I-K-R-V-X) 2.1 De zorgvrager is gestimuleerd om de regie te houden over zijn eigen leven (C-D) 3.3 De werkzaamheden zijn afgestemd met collega’s en naasten en/ of andere betrokkenen.(B-E-Q-U) 3.4 De totale zorgverlening is geëvalueerd met de zorgvrager en collega’s en relevante gegevens voor de evaluatie van het zorgplan zijn verzameld. De veranderingen zijn indien nodig ingevoerd. (D-J-M) Totaal Oordeel Beroepsopdracht D
Onvoldoende
Voldoende
Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) (Maak bij de argumentaties van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde)
Albeda College Branche Gezondheidszorg
135
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Afspraak:
Naam beoordelaar:
Paraaf beoordelaar:
Paraaf student:
Stempel praktijkorganisatie
Albeda College Branche Gezondheidszorg
136
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Overzicht Beroepstaak D Ondersteunen bij verpleegtechnische vaardigheden Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak D Beroepsproducten Werkprocessen D1: Voorbehouden 1.1, 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9, handelingen 2.1, 3.3, 3.4 D3: 1.1, 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9 2.1, Verpleegtechnische 3.3, 3.4 handelingen Competenties: A, B, C, D, E, H, I, J, K, L, M, N, Q, R, T, U, V, X Competenties in de werkprocessen A. Beslissingen en activiteiten initiëren
Prestatie-indicatoren
B. Aansturen C. Begeleiden
D. Aandacht en begrip tonen
E. Samenwerken en overleggen H. Overtuigen en beïnvloeden
I. Presenteren
J. Formuleren en rapporteren
Neemt bij het uitvoeren van de zorg zelfstandig beslissingen t.a.v. veranderingen. Neemt tijdig beslissingen bij verward of agressief gedrag. Zorgt ervoor dat veiligheid en gezondheid van de zorgvrager en anderen niet in gevaar komen. Neemt bij afwijkingen van lichamelijke functies en het gedrag van de zorgvrager tijdig beslissingen om zo nodig deskundige hulp in te schakelen. Zorgt er met behulp van duidelijke aanwijzingen voor dat de afstemming van de zorgverlening goed verloopt Stimuleert de zelfredzaamheid van de zorgvrager en benadrukt het belang hiervan. Adviseert de mantelzorger/naasten over draagkracht en draaglast. Toont interesse in de gezondheidssituatie en leefomstandigheden van de zorgvrager en zijn naasten/ mantelzorgers. Past diverse vormen van gesprekstechnieken toe. Doet moeite om gevoelens en problemen te begrijpen. Behandelt de zorgvrager met respect en geduld. Let op het psychosomatisch welbevinden van mantelzorg en naasten en stimuleert hen om overbelasting te voorkomen Vraagt in het kader van de afstemming van de zorgverlening de mening van betrokkenen. Overlegt regelmatig en tijdig met andere zorgverleners. Leidt het anamnesegesprek met de zorgvrager aan de hand van een standaard vragenlijst in goede banen. Kijkt naar de verschillende belangen en mogelijkheden, probeert eruit te halen wat realistisch mogelijk is. Streeft overeenstemming na door te zoeken naar duidelijke winwin situatie. Geeft duidelijk informatie aan een groep zorgvragers. Houdt rekening met de doelgroep en stemt hierop af. Straalt deskundigheid en betrouwbaarheid uit. Controleert regelmatig of de informatie duidelijk is overgekomen. Verwerkt gegevens nauwkeurig en volledig. Formuleert op correcte wijze kernachtig de doelen en activiteiten in een zorgplan. Formuleert vlot en bondig in correct Nederlands
Albeda College Branche Gezondheidszorg
137
Opdrachtenboek Startbekwaam
Competenties in de werkprocessen K. Vakdeskundigheid toepassen
Cohort 2011-2012
Prestatie-indicatoren
L. Materialen en middelen inzetten
M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren
R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
T. Instructies en procedures volgen U. Omgaan met veranderingen en aanpassen V. Met druk en tegenslag omgaan X Ondernemend en commercieel handelen
Verzorgende-IG
Past haar kennis over stoornissen, beperkingen ziektebeelden van verschillende zorgcategorieën toe. Gebruikt de beperkingen en mogelijkheden van de zorgvrager bij het opstellen van de zorgdoelen Werkt precies op bekwame wijze handelingen uit en verantwoordt dit. Rekent vlot en accuraat uit en laat dit controleren. Kiest passende materialen en middelen. Werkt efficiënt en kostenbewust. Gebruikt materialen en middelen gericht. Zorgt voor onderhoud van materialen en laat voorbeeldrol bij zorgvrager zien. Waarborgt juiste inzet van materialen en middelen. Analyseert grondig verkregen gegevens. Legt juiste verbanden. Trekt logische conclusies uit verkregen gegevens. Signaleert snel veranderingen in de gezondheidstoestand. Interpreteert deze op juiste wijze. Zet actuele informatie om in gerichte vervolgstappen. Bepaalt in overleg welke werkzaamheden en activiteiten prioriteit hebben. Stemt activiteiten goed op elkaar af. Plant werkzaamheden in een logische volgorde met realistische tijdsplanning Ondersteunt de zorgvrager op het gebied van praktische zaken en dagbesteding. Sluit zoveel als mogelijk aan bij de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager. Checkt regelmatig of de begeleiding (nog) voldoet aan de verwachtingen en wensen Houdt zich aan de voorgeschreven (werk) procedures. Volgt de veiligheidregels en voorschriften op. Kent de wettelijke richtlijnen en past deze toe. Past eigen gedrag en/of eigen aanpak snel en gemakkelijk aan, aan de nieuwe, veranderde eisen.
Kan eigen gevoelens goed hanteren Kent haar eigen grenzen
Maakt de zorgvrager attent op mogelijkheden en regelingen die de zorg kunnen ondersteunen. Bespreekt en motiveert mogelijke alternatieven die een verbetering zijn voor de kwaliteit van zorg voor de zorgvrager.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
138
Opdrachtenboek Startbekwaam
Beroepstaak D
Cohort 2011-2012
Overzichtslijst
Vaardigheden
Paraaf docent
Verzorgende-IG
Verplichte vaardigheden
Datum
Paraaf begeleider praktijk
Datum
D1: Voorbehouden handelingen Injecteren subcutaan Injecteren intramusculair D2: Verpleegtechnische vaardigheden Medicijnen checken, registeren, distribueren Medicijnen toedienen: Oraal Rectaal/ vaginaal Via de huid Via de luchtwegen Via de slijmvliezen Verzorgen rode wond Verzorgen gele wond Toepassen van zwachteltechnieken Verzamelen van monsters t.b.v. diagnostiek: Steriel Niet-steriel EHBO, crisisinterventie Een suprapubische katheter verzorgen Blaaskatheter en maagsonde observeren en controleren Blaasspoeling uitvoeren Lichaamstemperatuur regelen d.m.v. warmte- en koude Partusassistentie verlenen
Albeda College Branche Gezondheidszorg
139
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
140
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Beroepstaak D
Overzichtslijst
Vaardigheden (minimaal 4)
Paraaf docent
Verzorgende-IG
Vaardigheden met keuze
Datum
Paraaf begeleider praktijk
Datum
D1: Voorbehouden handelingen Maagsonde inbrengen Katheteriseren van de blaas bij de vrouw Katheteriseren van de blaas bij de man D3: Verpleegtechnische vaardigheden met keuze Verzorgen van zwarte wonden Zuurstof toedienen Toedienen van sondevoeding en voedingspomp (Verplicht GZ) Verzorgen van een stoma Tracheacanule- en stoma verzorgen (Verplicht GZ) Maag- en darmspoeling uitvoeren Vagina en stoma irrigeren Mond- en keelholte uitzuigen Partusassistentie verlenen (Verplicht in de kraam)
Albeda College Branche Gezondheidszorg
141
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
142
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Beroepsopdracht
Beroepstaak E
Verzorgende-IG
Startbekwaam niveau
Toelichting; Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier
Beroepsopdracht: Laat zien dat jij in staat bent, gedurende drie weken, een actieve bijdrage te leveren aan de organisatie gebonden taken van de afdeling of het team. Ook het bevorderen van de kwaliteit van de zorgverlening hoort bij deze opdracht. Kijk aan welke van de volgende taken jij een actieve bijdrage kunt leveren. Per beroepstaak is een voorbeeld beschreven van wat je zou kunnen doen ten aanzien van deze taak. In de praktijkactiviteiten staan deze voorbeelden nogmaals aangegeven. Je kunt samen met de werkbegeleider wellicht nog andere dingen bedenken: Opname, overplaatsing en ontslag: je voert de gesprekken aan de hand van standaard formulieren voor het uitvoeren van deze taken. Je verwerkt de gegevens in het zorgdossier en stelt een zorgplan op. Overleggen: Je levert een actieve bijdrage in de overlegvormen die op de afdeling of binnen het team voorkomen. Dit kunnen ook overleggesprekken met zorgvragers en/of mantelzorgers zijn over de zorg. Je verwerkt de gegevens in notulen of zorgdossiers. Klinische les: Je geeft een klinische les of zit een thema bijeenkomst voor. Werkbegeleiding: Je begeleidt nieuwe medewerkers gericht op een goede afstemming van de zorg. Je geeft feedback over het uitvoeren van de taken, voert gesprekken over de voortgang van het leerproces en beoordeeld de werkwijze. Kwaliteitsverbeterplannen: Je bevordert en bewaakt de kwaliteit van zorg door verbetertrajecten op te zetten en deel te nemen aan intervisiegroepen of onderzoeken die binnen de instelling zijn gestart. Voor het maken van deze opdracht mag de werkbegeleider van jou het volgende verwachten: Je voert een opnamegesprek aan de hand van een gestandaardiseerde vragenlijst, stelt een zorgplan op en bespreekt dit met de zorgvrager en/of mantelzorgers of Je verzorgt het ontslag of de overplaatsing van een zorgvrager. Je vraagt feedback over je eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Je neemt deel aan inhoudelijke discussies over het beroep en draagt je visie over het beroep uit. Je leest vakliteratuur, volgt bijscholingen en past de geleerde kennis toe. Je bevordert de kwaliteit van de zorg door actief te participeren in ontwikkelgroepen of intervisiegroepen en (een) verbetertraject(en) op te zetten. Je stemt je werkzaamheden af met collega’s onderling en met andere disciplines. Je neemt actief deel aan overlegsituaties voor afstemming van de zorg. Je begeleidt nieuwe collega’s of stagiaires. Je evalueert de zorg en verwerkt de gegevens in het zorgplan of rapporteert volgens bestaande richtlijnen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
143
Opdrachtenboek Startbekwaam
Taaltaken
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Klinische les geven Deelnemen aan besprekingen Notuleren werkoverleg Schriftelijk reageren op brieven, beoordelingen Verslag maken
Albeda College Branche Gezondheidszorg
144
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht E Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Naam student:
Datum:
Werkprocessen Beroepstaak E Startbekwaam Niveau
Opleiding: Verzorgende IG
Niveau Startbekwaam
Feedback
1.1 De student heeft systematisch gegevens verzameld om de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de zorgvrager en de mantelzorger/naasten in de kaart te brengen. Zij heeft een anamnesegesprek gevoerd met de zorgvrager, eventueel met naasten, aan de hand van een standaard vragenlijst. De student heeft de verzamelde gegevens geanalyseerd, heeft zorg- en ondersteuningsdoelen en passende activiteiten geformuleerd en het zorgplan opgesteld. Zij heeft het zorgplan met de zorgvrager en betrokkenen besproken.(D-H-J-K-M) 3.1 De student leest vakliteratuur, volgt bijscholingen en voert haar werkzaamheden uit volgens de daar geleerde kennis en vaardigheden. Ze vraagt feedback over haar eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Ze heeft samen met haar leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan opgesteld en voert dit uit. Ze neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega’s en anderen over het beroep en levert zo een bijdrage aan visieontwikkeling van het beroep en de beroepsuitoefening en draagt deze visie ook uit aan anderen. (K-P) 3.2 De student werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen en door haar kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. Ze neemt deel aan onderzoeken die binnen de instelling verricht worden, gebruikt waar mogelijk informatie uit (wetenschappelijk) onderzoek en werkt mee aan standaard- en/of protocolontwikkeling. De student werkt met kwaliteitszorgsystemen. Ze ziet toe op naleving van protocollen en richtlijnen van de organisatie (S-T) Albeda College Branche Gezondheidszorg
145
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
3.3 De student stemt de werkzaamheden af met collega’s onderling en met collega’s van andere disciplines; maakt afspraken met collega’s over de manier waarop zij zorg verlenen en hoe ze dit organiseren en draagt indien nodig werkzaamheden over. De student stemt de zorg zo nodig af met naasten of met andere betrokkenen. Zij neemt deel aan voor afstemming relevante overlegvormen en collegiale consultaties. Ze begeleidt nieuwe collega’s, studenten en stagiaires en geeft hen aanwijzingen, gericht op een goede afstemming van de zorgverlening. (B-E-Q-U) 3.4 De student evalueert de (totale) zorgverlening. Zij evalueert periodiek en aan het einde van het uitvoeringstraject van de zorgverlening met alle betrokkenen. Ze verzamelt relevante gegevens voor de evaluatie en analyseert deze. Zij bespreekt de gegevens uit de evaluatie met betrokkenen. Zij voert, indien daartoe aanleiding is, in overleg veranderingen door in het zorgplan of schrijft een rapportage ten behoeve van ontslag of overdracht van de zorgvrager naar een andere zorgsetting dan wel voor de beëindiging van haar eigen werkzaamheden. Zij houdt het zorgdossier bij. (D-J-M) Argumentatie Feedback (verplicht invullen) (Maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende pagina)
Datum: ………………………………… Naam werkbegeleider/praktijkopleider:
Naam student:
………………………………………………
………………………………………………
Paraaf: ……………………………………
Paraaf: ……………………………………
Albeda College Branche Gezondheidszorg
146
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Overzicht Beroepstaak E Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak E Startbekwaam Beroepsproducten Werkprocessen Uitvoeren van organisatie en E1, E2, E3 Opname, 1.1, 3.3, 3.4 professiegebonden taken ontslag en overplaatsing E4. Werkbegeleiding 3.1, 3.3 E5 Klinische les 3.1, 3.2, 3.3 E6 Overleggen 1.1, 3.2, 3.3 E7 3.1, 3.2 Kwaliteitsverbeterplan Competenties: B, D, E, H, J, K, M, P, Q, S, T, U Competenties in de werkprocessen B. Aansturen D. Aandacht en begrip tonen
Prestatie-indicatoren
E. Samenwerken en overleggen H. Overtuigen en beïnvloeden
J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen
Zorgt er met behulp van duidelijke aanwijzingen voor dat de afstemming van de zorgverlening goed verloopt. Toont interesse in de gezondheidssituatie en leefomstandigheden van de zorgvrager en zijn naasten/ mantelzorgers. Past diverse vormen van gesprekstechnieken toe. Doet moeite om gevoelens te begrijpen. Luistert aandachtig wanneer bij de evaluatie zaken naar voren worden gebracht. Neemt de benodigde tijd om over de verkregen informatie na te denken zodat deze op de juiste wijze kan worden verwerkt. Vraagt in het kader van de afstemming van de zorgverlening de mening van betrokkenen. Overlegt regelmatig en tijdig met andere zorgverleners. Leidt het anamnesegesprek met de zorgvrager aan de hand van een standaard vragenlijst in goede banen. Kijkt naar de verschillende belangen en mogelijkheden, probeert eruit te halen wat realistisch mogelijk is. Streeft overeenstemming na door te zoeken naar duidelijke winwin situatie. Verwerkt gegevens nauwkeurig en volledig. Formuleert op correcte wijze kernachtig de doelen en activiteiten in een zorgplan. Formuleert vlot en bondig. Past haar kennis over stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen, en ziektebeelden van verschillende zorgcategorieën toe. Gebruikt de beperkingen en mogelijkheden van de zorgvrager voor het opstellen van de zorgdoelen. Draagt vakkennis in duidelijke taal over aan collega’s en andere deskundigen. Hanteert een actieve houding in vakinhoudelijke discussies. Levert bijdrage aan de ontwikkeling van het vak Verzorgende-IG.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
147
Opdrachtenboek Startbekwaam
Competenties in de werkprocessen M. Analyseren
P. Leren
Q. Plannen en organiseren
S. Kwaliteit leveren
Cohort 2011-2012
Prestatie-indicatoren
T. Instructies en procedures volgen U. Omgaan met veranderingen en aanpassen
Verzorgende-IG
Analyseert grondig verkregen gegevens. Legt juiste verbanden. Trekt logische conclusies uit verkregen gegevens. Haalt belangrijkste informatie uit de evaluatiegegevens en trekt logische conclusies. Lost problemen op en stelt het zorgplan bij. Gebruikt feedback om te leren. Houdt vakkennis en vaardigheden bij. Stelt persoonlijke concrete doelen op t.a.v. persoonlijke ontwikkeling. Verwoord haar visie op verzorging. Bepaalt in overleg welke werkzaamheden en activiteiten prioriteit hebben. Stemt activiteiten goed op elkaar af. Plant werkzaamheden in een logische volgorde met realistische tijdsplanning. Bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden op systematische wijze. De uit te voeren werkzaamheden voldoen aan de kwaliteitseisen die de organisatie stelt. Gebruikt eigen deskundigheid om de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren. Handelt volgens de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering. Past eigen gedrag en/of eigen aanpak snel en gemakkelijk aan, aan de nieuwe, veranderde eisen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
148
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak E School E1-3 Opname, ontslag en overplaatsing
Startbekwaam
Workshop Opname, ontslag en overplaatsing Activiteit (minimaal 2) Foto/film sessie over leefstijlen Zorgleefplan Onderzoek consultatiebureau
datum
paraaf
Akkoord docent Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak E School E4 Werkbegeleiding
Startbekwaam
Workshop Werkbegeleiding Activiteit (minimaal 2) Werkbegeleiding slechtnieuwsgesprek werkbegeleidingsonderzoek
datum
paraaf
Akkoord docent Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak E School E6 Overleggen
Startbekwaam
Workshop datum Overleggen Activiteit (minimaal 2) Notuleren van een vergadering Onderzoek naar de werkoverlegvormen bij het kraamcentrum Akkoord docent
paraaf
Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak E School E7 Kwaliteitsverbeterplan
Startbekwaam
Workshop Kwaliteitsverbeterplan Activiteit (minimaal 2) PDCA cyclus Hoe wordt er gewerkt aan kwaliteitsverbetering
datum
paraaf
Akkoord docent
Albeda College Branche Gezondheidszorg
149
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
150
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
E1-3.VH.start.Leefstijlen Leerdoel Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student bepaalt haar/zijn eigen leefstijl en die van anderen. Reader Leefstijlen en ondersteunend materiaal C3 beginner: leefstijlvoorkeur en leefstijlgroepen. Je bespreekt je bevindingen met een medestudent en je reflectie met de docent. M Analyseren
Activiteit Bepaal je eigen leefstijl en de zaken die jij belangrijk vindt om deze stijl tot uiting te laten komen. School activiteit Lees de reader Leefstijlen. Maak individueel een lijstje met onderwerpen die jij belangrijk vindt en in grote mate jou leefstijl bepalen (normen, waarden, leefomgeving, materie, comfort, vrienden etc.) Bepaal met behulp van het WIN model binnen welke leefstijlgroep jij het meest past. Of doe een van de “leefstijlen testen” op internet. Ga naar de zoekmachine, typ in het balkje “leefstijlen test”. Klik “ONOR” aan. Onder aan de pagina kun je één van de leefstijl testen aan klikken en vervolgens maken.
Praktijkactiviteit Bepaal in een gezin waar je werkzaam bent ,wat daar de leefstijl is Wat is het verschil in leefstijl met die van jouw? Zou jij in deze leefstijl kunnen leven?( waarom wel/niet) Reflecteren Maak als presentatie een filmpje- of fotosessie waarbij duidelijk wordt: Waarom het belangrijk is dat jouw eigen leefstijl gerespecteerd wordt? Motiveer je antwoord. Waarom het belangrijk is dat je een andermans leefstijl leert kennen? Motiveer je antwoord. Waarom je jezelf makkelijk of moeilijk kon indelen in de leefstijl groepen? Motiveer je antwoord. Nodig een groep van tenminste vijf studenten en een docent uit en toont je foto/film sesie zonder hierbij iets te zeggen Vraag feedback van de groep over de getoonde leefstijl en gebruik hiervoor de volgende vragen: 1. Wat wordt er getoond 2. Wat zien jullie over mijn leefstijl en die van een ander 3. Kunnen jullie aangeven wat deze film/fotosessie aangeeft over respect voor jezelf- en een ander zijn leefstijl. 4. Vond ik het moeilijk of makkelijk om mijzelf in een leefstijl in te delen reflecteer mondeling met de docent wat je ervan geleerd hebt.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
151
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
E1-3.VH.start.zorgleefplan Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student is in staat een leefplan op te stellen voor een medestudent. Regel een medestudent die je kunt bevragen Reader Zorgleefplan, vragenlijst 2 en profielposter School Bespreek je zorgleefplan met een mede student en daarna met de docent. Beantwoord de reflectievragen. Aandacht en begrip tonen, analyseren,
Activiteit Maak een zorgleefplan voor een medestudent Werkwijze: Lees de reader zorgleefplan. Bekijk eventueel de DVD ‘wat spreken we af’. Je kunt deze halen in de mediatheek. Gebruik vragenlijst 2 Stel de vragen aan een medestudent die simuleert een zorgvrager te zijn.( verzin je rol van te voren) Werk de antwoorden uit in een zorgleefplan voor deze medestudent en maak er een profielposter bij op een flap. Bespreek je bevindingen met de medestudent aan de hand van de reflectievragen Reflecteren: Is het zorgleefplan iets wat jouw medestudent prettig zou vinden? Motiveer waarom wel of niet. Op welke punten wil je medestudent dat je het leefplan bijstelt en waarom?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
152
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
E1-3.VHstart.onderzoek consultatiebureau leerdoel Student kan een discussie organiseren over een stelling die te maken heeft met de organisatie van het consultatiebureau theorie Internet / boeken locatie School/ praktijk evaluatie Feedback van de docent Ondersteuning van de competenties M. Analyseren ; E. Samenwerken en overleggen; H. overtuigen en beïnvloeden Inleiding Aan het einde van de kraamzorg vindt er een overdracht plaats met een formulier naar het consultatie bureau. Wat is er belangrijk om te melden op dit formulier en hoe is de zorg van dit gezin georganiseerd bij dit consultatie bureau. Schoolactiviteit Hoe en wanneer is het consultatie bureau ontstaan Wat is het doel/functie van het consultatiebureau Hoe is de zorg wettelijk geregeld met het consultatie bureau Wie werken er bij het consultatiebureau en wat is hun functie en opleiding Praktijk • • • •
Zoek uit wat er op het overdracht formulier van het kraamcentrum voor het consultatie bureau staat Wat mag/moet er op het formulier worden gemeld en wat mag er absoluut niet in vermeld worden volgens jou Maak een afspraak met het consultatiebureau en bereid een interview voor. Houd je interview met een medewerker van het consultatiebureau en probeer door middel van het stellen van vragen er achter te komen, hoe het consultatiebureau is georganiseerd en met wie zij samenwerken en/of hoe zij doorverwijzen
Reflecteren Organiseer een debat in een groepje van tenminste zes personen, waarbij de ene groep voorstander, en de ander een tegenstander is van een door jouw gemaakte stelling. De stelling moet te maken hebben met je opdracht over het consultatie bureau Zelf leid je het debat. Docent geeft feedback op de activiteit in de reflectie
Albeda College Branche Gezondheidszorg
153
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
E4.VH.start.werkbegeleiding slechtnieuwsgesprek Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student voert een slechtnieuwsgesprek aan de hand van criteria in een oefensituatie. Zoek twee medestudenten die in het rollenspel mee willen doen. Lees de reader ‘werkbegeleiding slechtnieuwsgesprek.’ school Met elkaar doornemen van de feedback van de observator en de leerling die het slechte nieuws krijgt. Laat je reflectieverslag lezen aan de docent. Aansturen, aandacht en begrip tonen, overtuigen en beïnvloeden, leren (feedback ontvangen)
Activiteit Voer een slechtnieuwsgesprek aan de hand van de casus met medestudenten. Werkwijze: Maak een drietal. Er gaat een slechtnieuws gesprek gevoerd worden aan de hand van de hieronder beschreven casus. Eén persoon speelt de slechtnieuws brenger, de ander de ontvanger van het slechte nieuws en de derde observeert wat er gebeurt aan de hand van onderstaande observatielijst. Degene die het slechte nieuws brengt speelt geen rol, degene die Margriet/Mark speelt kan vooraf besluiten met welke emotie zij/hij zal reageren. Dit kan je bespreken met de slechtnieuws brenger of juist niet zeggen. Bespreek dit even met elkaar. (Als je vooraf met de slechtnieuws brenger bespreekt welke emotie voor hem of haar het moeilijkst is kan diegene daar mee oefenen). Voer het gesprek en bespreek het gesprek na met de vragenlijst en schrijf een zelfreflectieverslag over het gesprek. Laat dit verslag lezen aan de docent. Casus: Margriet/Mark is tweedejaars student in de opleiding tot verzorgende. Voor het volgende ijkmoment heeft zij/hij haar doelen nog steeds niet behaald, zij/hij maakt geen afspraken en zegt iedere keer als je ernaar vraagt:’Oh, dat lukt me wel hoor, ik ben net bij de praktijkopleider geweest en alles gaat goed.’ De deadline van het volgende ijkmoment is over een week en de doelen kunnen niet meer behaald worden, het zijn te veel activiteiten in een te korte tijd. Dit betekent “einde opleiding” voor Marieke/Mark. Het is namelijk niet de eerste keer dat dit voorkomt. Het vorige ijkmoment is ook niet goed afgerond. Zij/hij had daar ook nog opdrachten voor moeten aanleveren. Je gaat met Marieke/Mark praten over het feit dat de doelen niet meer gehaald kunnen worden en vertelt daarbij dat er nu een einde komt aan de opleiding tot verzorgende. Checklist nabespreking slechtnieuws gesprek; Hoe wordt de boodschap gebracht? Direct, indirect of nauwelijks? Hoe worden de emoties opgevangen? Wel, niet, gaat de boodschapper troosten? Wat doet de boodschapper? Wordt er concreet gecommuniceerd of de boodschap helder en duidelijk is overgekomen en begrepen? Wordt er concreet afgesproken of benoemd wat de vervolgstappen zijn? Hoe wordt het gesprek afgerond? Bekijk de competenties van deze activiteit. Wat heb je geleerd?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
154
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
E4 .VH. start.werkbegeleidingsonderzoek leerdoel
theorie locatie evaluatie Ondersteuning met de competenties
Verzorgende-IG
Student kan na het onderzoek aangeven of hij/zij begeleiding kan geven aan een medestudent Zie boek Praktijk/school Feedback op een zelfgeschreven casus B .aansturen; D. aandacht en begrip tonen; H. overtuigen; J. formuleren en rapporteren; M. analyseren: S. kwaliteit leveren
Inleiding Om werkbegeleiding te kunnen geven heb je veel competenties nodig. Je bent het werk en je moet er staan voor je werkgever maar ook voor je student. Kort om, je staat overal tussen en moet goed kunnen manoeuvreren , tevens moet de kwaliteit van zorg behouden blijven. Schoolactiviteit Zoek uit welke kwaliteiten (competenties) je nodig hebt om werkbegeleiding te kunnen geven. Zoek uit welke soort begeleidingsstijlen er zijn. Zoek uit wat coaching inhoudt
Praktijkactiviteit Welke competenties bezit je al om werkbegeleiding te kunnen geven Welke stijl van begeleiden heb jij en wat zou je anders willen Welke coachtechnieken vind je handig bij de begeleiding van studenten Maak een observatielijst over de competenties ;stijlen en coaching voor een werkbegeleider Loop mee met een werkbegeleider en observeer de werkbegeleider met jouw observatielijst Reflecteer Maak een casus over werkbegeleiding waarbij je laat lezen hoe jij in die situatie zou handelen en begeleiden. Laat deze casus lezen door tenminste vijf ander studenten en de docent en vraag om schriftelijke feedback op de competenties die je zelf aan hebt gegeven.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
155
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
E6.VH.notuleren van een vergadering (taaltaak) Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student kan een vergadering notuleren. Pen en papier om te notuleren, groepje maken van 5 personen Reader Notuleren School Met elkaar beslissen of de notulen goed weergeeft wat is besproken in de vergadering. De notulen van de eerste vergadering wordt doorgenomen met de docent. Vakdeskundigheid toepassen, Analyseren, presenteren
Activiteit Ga met elkaar vergaderen aan de hand van onderstaande gegevens. Het gaat om het notuleren van de vergadering dus wijs 2 personen aan die dat gaan doen. Werkwijze: Maak een groepje van plusminus 6 mensen. Beleg een vergadering. Bespreek met elkaar het onderwerp van de vergadering. Kies uit de volgende onderwerpen: Het programma van de volgende schooldag: welke wensen heeft iedereen en hoe ga je de dag samenstellen? Regels die gehanteerd worden op school bv niet eten en drinken in de lokalen, op tijd komen in de lessen: hoe worden de regels gehanteerd en welke acties kun je inzetten om dat te verbeteren? Jullie ervaringen in de praktijk met begeleid worden. Hoe gaat dat? Ben je tevreden? Wat wil je verbeteren? Overleg met elkaar wie de rol van voorzitter en notulist heeft. De notulist doet niet mee aan de vergadering zodat deze zo objectief mogelijk kan notuleren. Nodig de docent bij de eerste vergadering uit om mee te luisteren zodat er later feedback gegeven kan worden op de notulen. Ga nu de vergadering starten. Vergader ongeveer 10 minuten. Daarna gaan twee anderen notuleren en start je weer een vergadering maar dan met een ander punt van discussie. Dit herhaal je voor een derde keer zodat iedereen een keer een vergadering heeft kunnen notuleren. Evaluatie: Een week later heeft iedereen de notulen uitgewerkt. Neem deze mee naar school en kopieer deze zodat iedereen het kan lezen. Kijk de notulen na en geef feedback aan elkaar. Laat de notulen van de eerste vergadering lezen aan de docent en vraag feedback. Reflectie op competentie analyseren: Wat vond je moeilijk wat betreft het analyseren van de gegevens? Vond je het moeilijk te bepalen wat in de notulen beschreven moest worden? Motiveer je antwoord. Wat vond je makkelijk wat betreft analyseren? Waardoor werd dat veroorzaakt? Motiveer je antwoord. Wat heb je geleerd met betrekking tot de competenties? Wat zou je nog meer willen leren?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
156
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
E6.VH.start.samenwerkingsopdracht Tandem Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
Studenten komen doormiddel van samenwerken tot een gezamenlijk product. Lokalen (2) reserveren en een klein kamertje voor overleg, Flappen met hokjes, Stiften/kleurpotloden,Tijdschriften, Lijm Scharen, Liniaal en potloden, 6 blanco A4 vellen 3 uur de tijd hebben voor deze activiteit. Reader samenwerken en overleggen 2 klaslokalen Aan het einde worden de twee tekenhelften aan elkaar gekoppeld en vindt de bespreking over het samenwerken plaats. Samenwerken en overleggen, leren, analyseren, overtuigen en beïnvloeden, plannen en organiseren, omgaan met verandering en aanpassen.
Activiteit 2 groepen tekenen onafhankelijk van elkaar de helft van een tandem op een flap. Na afloop van de oefening worden de beide flappen naast elkaar gehangen en is het een complete tekening met een tandem geworden. Werkwijze: Iedere groep kiest een vertegenwoordiger, die het woord voert voor de groep De groepen mogen zelf geen contact met elkaar hebben De groepsvertegenwoordiger mag 3 maal 10 minuten overleggen met de andere groepsvertegenwoordiger (tijdens dit overleg is de docent aanwezig om te observeren hoe het proces verloopt) Dit overleg gebeurt op een andere plek dan waar de 2 groepen zitten. De groepsvertegenwoordiger is dus 3 maal een tijdje weg uit de groep voor overleg. De tekening mag niet meegenomen worden voor het overleg. Wel mogen er op een blaadje aantekeningen worden gemaakt die mee terug gaan naar de groep, en de groepsvertegenwoordiger mag op dat blaadje ook de vragen van de groep opschrijven die van belang zijn tijdens het overleg. De groepsvertegenwoordigers hebben beide het recht om een overleg aan te vragen bij de ander. Dit verzoek verloopt via de docent. De docent loopt steeds heen en weer tussen de 2 groepen en bewaakt het proces en zorgt dat het overleg tussen de groepsvertegenwoordigers tot stand komt. Groep 1: Tekent de voorkant van de tandem Met vader aan het stuur Met achtergrond, dus het landschap waarin de familie fietst, moet ingevuld worden Groep 2: Tekent de achterkant van de tandem Met moeder op de fiets en een kind op de bagagedrager, Ook deze groep tekent of plakt het landschap in de achtergrond
Aan het einde worden de twee tekenhelften aan elkaar gekoppeld en vindt de bespreking over het samenwerken plaats.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
157
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
Als laatste wordt er door iedereen een reflectie geschreven over het proces van samenwerken tijdens deze opdracht. Daarin dienen de volgende vragen beantwoord te worden:
Hoe dacht je vooraf dat de samenwerking zou verlopen toen het groepje gevormd was? Wie nam de leiding en hoe vond je dat die persoon dat deed? Kun je dat ook uit de theorie beargumenteren? Hebben anderen jou kunnen overtuigen of beïnvloeden in je keuzes of andersom? In hoeverre moest je je aanpassen aan de wensen van anderen? Welk gevoel riep dat bij je op? Wat heb je met dat gevoel gedaan? Wat leert dat jou? Wat heb je van deze opdracht geleerd, met andere woorden, wat is er aan je eigen gedrag en gevoel opgevallen wat je nog niet wist?
Deze reflectie laat je lezen aan de docent. De docent voorziet je reflectie van feedback of bespreekt de reflectie met je.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
158
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
E6.VH.start.samenwerkinsopdracht rietjes Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De studenten komen doormiddel van samenwerken tot een gezamenlijk product. Lokaal reserveren, plakband, scharen, 100 rietjes per groep, nietmachine, kartonnen plaat van 50 bij 50 cm. 2 uur de tijd hebben voor deze activiteit. 2 of 3 groepen van 6 tot 8 personen in dezelfde ruimte. Reader samenwerken en overleggen klaslokaal Aan het eind worden het proces en product besproken samen met de docent en observatoren. Samenwerken en overleggen, leren, analyseren, overtuigen en beïnvloeden, plannen en organiseren, omgaan met verandering en aanpassen.
Activiteit De groepen bouwen in een uur tijd een toren van rietjes waarbij zij zich aan criteria moeten houden: Het bouwwerk moet mooi, hoog en stevig zijn. Ook moet iedereen van de groep het idee hebben bouwer te zijn van de toren. Werkwijze: Formeer 2 of 3 groepen van 6 tot 8 personen. 4 tot 6 personen uit de groep gaan aan de slag met de rietjes, de andere twee zijn observanten. Maak de ruimte klaar om de activiteit uit te voeren: twee of drie groepen van 4 tafels en 4/6 stoelen creëren. Twee stoelen voor de observanten staan erbuiten. Pak alle benodigde spullen: een karton, 100 rietjes in verschillende kleuren, plakband en nietmachine en een schaar. Beide groepen starten tegelijk met het bouwen van de toren. Schrijf de criteria op het bord: de toren moet mooi zijn, hoog en stevig. Iedereen van de groep moet het idee hebben dat zij bouwer zijn van de toren. Na een uur moet het bouwen stoppen. De docent waarschuwt een kwartier voor tijd en daarna elke vijf minuten dat de tijd bijna om is. Bespreek daarna het proces en het product na aan de hand van de observaties en onderstaande vragen: Welke toren is het mooist, hoogst of stevigst? (iedereen) Wat viel op tijdens het proces ten aanzien van de rol die de iedereen speelde. (observanten) Wat dacht en voelde je tijdens het bouwen? (bouwers) Welk effect heeft dat gehad op je gedrag? (bouwers) Wat is belangrijk om te komen tot een goed product? (iedereen) Maak van het laatste antwoord een lijstje. Als laatste wordt er door iedereen een reflectie geschreven over het proces van samenwerken tijdens deze opdracht. Daarin dienen de volgende vragen beantwoord te worden: 1. Hoe dacht je vooraf dat de samenwerking zou verlopen toen het groepje gevormd was? 2. Wie nam de leiding en hoe vond je dat die persoon dat deed? Kun je dat ook uit de theorie beargumenteren? 3. Hebben anderen jou kunnen overtuigen of beïnvloeden in je keuzes of andersom?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
159
Opdrachtenboek Startbekwaam
4. 5. 6. 7. 8.
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
In hoeverre moest je je aanpassen aan de wensen van anderen? Welk gevoel riep dat bij je op? Wat heb je met dat gevoel gedaan? Wat leert dat jou? Wat heb je van deze opdracht geleerd, met andere woorden, wat is er aan je eigen gedrag en gevoel opgevallen wat je nog niet wist?
Deze reflectie laat je lezen aan de docent. De docent voorziet je reflectie van feedback of bespreekt de reflectie met je.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
160
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
E6 VH.start. Onderzoek naar overlegvormen bij het kraamcentrum leerdoel
theorie locatie evaluatie Ondersteuning van de competenties
Student kan na het houden van een onderzoek verbeterpunten aangeven over de kwaliteit en kwantiteit van de verschillende overlegvormen bij zijn/haar werkgever Boek:de zorgverlening afstemmen en evalueren School/praktijk Overhandigen en presenteren van het onderzoek J. formuleren en rapporteren ; M. analyseren S; kwaliteit leveren
Inleiding “Een goede vergadering duurt niet langer dan een uur “ is een uitspraak van mensen die veel vergaderen. In de praktijk ziet dit er wel eens heel anders uit! De tijd die gebruikt wordt voor een vergadering is vaak meer dan dat ene uur . Bedenk maar eens wat er aan voorbereiding aan vooraf gaat en het uitwerken van de notulen geeft ook behoorlijk wat werk. Vaak is een vergadering niet voldoende om de afstemming van het zorgproduct goed te coördineren. En zo ontstaat er een scala aan vergaderingen die elkaar onderling beïnvloeden. Theorie Zoek met gebruik van verschillend materiaal uit hoe een vergadering is georganiseerd. Zoek welke kenmerken bij de verschillende soorten vergaderingen benoemd worden. Zoek uit welke vergadertechnieken bestaan en zoek uit welke rollen er bestaan van de verschillende deelnemers tijdens een vergadering Praktijk Onderzoek in de praktijk de kwaliteit en kwantiteit van de verschillende overleggen. Gebruik hiervoor een enquête of interview Maak van je onderzoek en de verbeterpunten een presentatie met ondersteuning van een powerpoint. Reflectie Presentatie
Albeda College Branche Gezondheidszorg
161
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
E7.K.start.nieuwsberichten (Taaltaak niveau 3F) Leerdoel Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan vragen beantwoorden over een tekst. De student kan tekst verklaren. VIA werkboek B2 BBL, blz 139. Dit boek is te krijgen in de mediatheek of vraag aan je docent. Door middel van het antwoordmodel en de reflectie vragen. Formuleren en rapporteren
Activiteit Lees de nieuwsberichten op blz 139 en 140 van het VIA werkboek en maak de vragen onder de nieuwsberichten.
Reflectie op competentie Formuleren en rapporteren: 1 Wat vond je moeilijk aan deze activiteit? Motiveer je antwoord. 2 Wat vond je makkelijk aan deze activiteit? Motiveer je antwoord. 3 Wat heb je geleerd met betrekking tot de competentie? 4 Wat zou je nog meer willen leren?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
162
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
E7.K.start.rapportage schrijven BOL Leerdoel Theorie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan vragen beantwoorden over een tekst. De student kan tekst verklaren en een samenvatting maken VIA werkboek B2 zorg en welzijn, blz 48. Dit boek heb je zelf of je kunt het vinden in de mediatheek. Door middel van het antwoordmodel en de reflectie vragen. Formuleren en rapporteren
Activiteit Lees de tekst op blz 48 en 49 van het VIA werkboek B2 zorg en welzijn en maak de vragen bij de tekst ‘laaggeletterdheid in Nederland’. Maak nu een samenvatting van de tekst. Werkwijze: Lees de tekst goed door en beantwoord de vragen Maak een samenvatting van de tekst. Let erop dat je de samenvatting uit minimaal 5 kernzinnen bestaat. Maak de samenvatting niet groter dan 10 zinnen. Lees de samenvatting voor aan een mede student. Vraag nu of zij/hij in eigen woorden wil vertellen waar de tekst over ging. Evaluatie vragen: Klopte het verhaal wat je medeleerling jou vertelde? Wat klopte wel en wat klopte niet? Wat kun je aan de samenvatting veranderen zodat de tekst klopt met de hoofdtekst?
Reflectie op competentie Formuleren en rapporteren: Wat vond je moeilijk aan deze activiteit? Motiveer je antwoord. Wat vond je makkelijk aan deze activiteit? Motiveer je antwoord. Wat heb je geleerd met betrekking tot de competentie? Wat zou je nog meer willen leren?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
163
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
E7.start.bijsluiter lezen. (Taaltaak niveau 3F) Leerdoel
De student kan een bijsluiter lezen en daar vragen over beantwoorden. De student kan de tekst verklaren op het 3F niveau.
Theorie
VIA werkboek BBL cursorische deel, opdracht 1.8. Dit boek staat in de mediatheek of is op te vragen bij je docent. Door middel van het antwoord model en reflectie vragen Formuleren en rapporteren
Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
Activiteit Lees de bijsluiter op bladzijde 155 van het VIA werkboek BBL over Paracetamol en beantwoord de vragen.
Reflectie op competentie kwaliteit leveren: 1 Wat vond je moeilijk aan deze activiteit? Motiveer je antwoord. 2 Wat vond je makkelijk aan deze activiteit? Motiveer je antwoord. 3 Wat heb je geleerd met betrekking tot de competenties? 4 Wat zou je nog meer willen leren?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
164
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
E7.VH.start.PDCA cyclus Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student gebruikt de PDCA cyclus voor het verbeteren van een situatie in de school Onderwerp kiezen samen met medestudent De PDCA-reader De school Na een week bespreek je met elkaar of je plan gewerkt heeft. Bij BBL: na drie weken bespreken Vakdeskundigheid toepassen, plannen en organiseren, kwaliteit leveren.
Activiteit Gebruik de PDCA-cyclus voor een verbetering op school Werkwijze: Lees de PDCA-reader. Maak een twee of drietal Inventariseer samen welk punt op school te verbeteren valt. Dit kan bijvoorbeeld zijn: de manier waarop met materialen en tafels en stoelen wordt omgegaan. Indeling of sfeer in de klaslokalen of het achterlaten van rommel. Eventueel regels naleven. Inventariseer eerst de gewenste situatie. Wat is je doel? Schrijf dit op. Doel: Maak daarna een plan hoe je dit doel wilt gaan halen. Werk dit plan uit op papier: Plan:............................................................................................................... Ga daarna uitvoering geven aan je plan, een week lang. Hiervoor moet je je medestudenten gaan vertellen wat je plan is. Zij moeten eraan meewerken. Gebruik je creativiteit; hoe kun je hen het beste bij je plan betrekken? Do:............................................................................... Controleer of alles volgens plan is verlopen (proces) en wat het resultaat is (product). Check:.............................................................................................................. Stel het plan bij aan de hand van het verkregen resultaat. Is dat ook het resultaat dat bedoeld werd? Act:.................................................................................................................. Reflectie op competentie kwaliteit leveren: Wat vond je moeilijk aan het maken en uitvoeren van het plan? Vond je het moeilijk aan anderen duidelijk te maken wat je plan was en hen te motiveren het vol te houden? Motiveer je antwoord. Wat vond je makkelijk aan deze activiteit? Waardoor werd dat veroorzaakt? Motiveer je antwoord. Wat heb je geleerd met betrekking tot de competenties? Wat zou je nog meer willen leren?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
165
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
166
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak E Praktijk
Verzorgende-IG
Startbekwaam
Activiteiten (minimaal 7) datum Gesprek opname overplaatsing of ontslag Zorgleefplan Werkbegeleiding geven Werkbegeleiding voortgangsgesprek Klinische les geven MDO overleg Notuleren van een vergadering Samenwerken en geleerde kennis toepassen Verantwoording dragen PDCA cyclus onderzoeksplan PDCA cyclus Akkoord begeleider praktijk
Albeda College Branche Gezondheidszorg
paraaf
167
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Albeda College Branche Gezondheidszorg
Verzorgende-IG
168
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.E1-3.start.gesprek opname, overplaatsing of ontslag Leerdoel Praktische voorbereiding
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties:
De student voert een opname-, overplaatsings- of ontslag gesprek en verwerkt gegevens uit dit gesprek. Bereid het gesprek voor met de gestandaardiseerde vragenlijsten. Zoek de gegevens van de zorgvrager en plan het gesprek in. Praktijk Aan de hand van de evaluatievragen. D: Aandacht en begrip tonen, H: overtuigen en beïnvloeden, M:analyseren, T: instructies en procedures volgen.
Activiteit Voer een opname-, overplaatsings- of ontslaggesprek. Werkwijze Geef aan bij je werkbegeleider dat je deze activiteit wil gaan doen. Bereid het gesprek goed voor door de onderwerpen die je wilt bespreken voor jezelf te noteren en de vragenlijsten te bestuderen. Maak een afspraak met de zorgvrager en vraag deze zich voor te bereiden door vragen die er nog zijn te noteren. Ga na of er nog familie of mantelzorgers bij het gesprek aanwezig willen zijn. Reserveer een ruimte om het gesprek in te voeren en zorg voor koffie en/of thee. Voer het gesprek Noteer gegevens die je wilt opschrijven in het zorgplan of door wilt geven aan de andere afdeling of thuiszorg. Vul het zorgplan of formulieren voor overplaatsing of ontslag in. Reflecteer aan de hand van de volgende vragen: 1. Hoe is het gesprek verlopen, wat ging goed en wat ging minder goed? Gebruik hiervoor onderstaande observatielijst. Deze kun je zelf invullen en/of laten invullen door je begeleider 2. Waarom ging het wel of niet goed? 3. Hoe zou je het een volgende keer doen? 4. Formuleer voor jezelf een leerdoel (zie competenties) en herhaal deze activiteit. observatielijst V O n.v.t. O O O Bereidt het gesprek goed voor. O O O Heeft de te bespreken onderwerpen genoteerd. O O O Heeft een afspraak gemaakt met de zorgvrager. O O O Vraagt de zorgvrager zich voor te bereiden door vragen te noteren. O O O Gaat na of er familie/relatie bij aanwezig kan zijn. O O O Neemt de tijd voor het gesprek. O O O Zorgt voor een rustige omgeving. O O O Bespreekt alle onderwerpen. O O O Heeft aandacht voor de gevoelens van de zorgvrager. O O O Gaat in op vragen van de zorgvrager. O O O Reageert op non-verbale signalen van de zorgvrager. O O O Gaat na of de zorgvrager het begrijpt. O O O Vat het gesprek samen. O O O Vraagt de zorgvrager of er nog vragen zijn.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
169
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.E1-3.start.zorgleefplan Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student is in staat een leefplan op te stellen voor een zorgvrager. Bespreek met je werkbegeleider welke zorgvrager of mantelzorger je gaat bevragen. Print de vragenlijst uit Reader Zorgleefplan, vragenlijst 2 Praktijk Bespreek je zorgleefplan met je werkbegeleider en eventueel zorgvrager en/of mantelzorger. Beantwoord de reflectievragen. D Aandacht en begrip tonen, M analyseren.
Activiteit Maak een zorgleefplan voor een zorgvrager Werkwijze: Lees de reader zorgleefplan. Gebruik vragenlijst 2 Stel de vragen aan een zorgvrager en/of mantelzorger Werk de antwoorden uit in een zorgleefplan voor deze zorgvrager. Bespreek je bevindingen met de werkbegeleider aan de hand van de vragen: Is het zorgleefplan iets wat de zorgvrager prettig zou vinden? Motiveer waarom wel of niet. Op welke punten moet je het leefplan bijstellen en waarom? Reflectie: Vond je het makkelijk of moeilijk de vragen te stellen? Motiveer je antwoord. Wat heb je geleerd ten aanzien van de competentie: analyseren van gegevens? Geef het verschil aan tussen het zorgplan van deze zorgvrager en het zorgleefplan wat jij hebt gemaakt. Waardoor is het verschil ontstaan? Geef je mening over de volgende stelling: Het maakt niet uit of voor een bewoner een zorgplan of zorgleefplan wordt gemaakt.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
170
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.E4.start.Werkbegeleiding geven Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student begeleidt een leerling/stagiair op de werkvloer Kies een leerling uit, in overleg met de praktijkopleider, die je een aantal dagen gaat begeleiden. Zoek een ruimte waar je het introductiegesprek kunt doen. Reader werkbegeleiden Praktijk Met je praktijkopleider aan de hand van een checklist B aansturen, D aandacht en begrip tonen, H overtuigen en beïnvloeden, K vakdeskundigheid toepassen, M analyseren, P leren, Q plannen en organiseren, U omgaan met veranderingen en aanpassingen
Activiteit Begeleid een leerling in het eerste leerjaar gedurende 4 dagen of 8 dagdelen en schrijf daar een reflectieverslag over. (hooguit 2 A4tjes) Werkwijze: Lees eerst de hele opdracht door alvorens te starten met het eerste aandachtsbolletje
Bespreek met je praktijkopleider welke leerling je kunt gaan begeleiden. Maak een planning hoe je dat gaat doen Maak gebruik van de bijgevoegde checklist Licht de betreffende leerling in over je opdracht en de formaliteiten die daarbij horen Voer de opdracht uit In aansluiting bij deze opdracht kun je hierna de opdracht”voortgangsgesprek voeren” uitvoeren
Checklist werkbegeleiden; Is de leerling gekozen i.o.m. de praktijkopleider? Is de betreffende leerling ingelicht omtrent de opdracht die jij uit gaat voeren? Heb je een planning gemaakt hoe je deze opdracht uit gaat voeren? Is er een introductiegesprek gepland met de leerling? Is de doelstelling van het introductiegesprek geformuleerd? Is de doelstelling van het introductiegesprek aan de orde gekomen tijdens het introductiegesprek? Is er een planning gemaakt m.b.t. de werkbegeleiding i.o. met de leerling? Worden er afspraken gemaakt? Worden de afspraken nagekomen? Zo niet, wordt er dan over gecommuniceerd? Hoe wordt er dan gecommuniceerd? Wordt er iedere dag geëvalueerd hoe de werkbegeleiding door de leerling en de student wordt ervaren? Wordt er regelmatig contact gehouden tussen de student en de praktijkopleider over de stand van zaken? Is je reflectieverslag geschreven? Is er na de afronding van de opdracht een evaluatiegesprek met je praktijkopleider geweest? Welke leerpunten heb je hieruit meegenomen?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
171
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.E4.start.werkbegeleiding voortgangsgesprek Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
Ondersteuning voor de competentie
De student voert een voortgangsgesprek. Begeleid een leerling en bereid dit voortgangsgesprek voor met je eigen begeleider. Lees de reader ‘werkbegeleiding slechtnieuwsgesprek’ en kijk bij E gevorderd: reader werkbegeleiding. Praktijk Met elkaar doornemen van de feedback die je krijgt van jouw begeleider en de leerling Bespreek het reflectieverslag met je werkbegeleider B Aansturen, D aandacht en begrip tonen, H overtuigen en beïnvloeden, P leren (feedback ontvangen)
Activiteit Voer een voortgangsgesprek met een leerling onder begeleiding van jouw eigen werkbegeleider Werkwijze: Maak vooraf een planning hoe je het gesprek gaat voeren, welke zaken je wilt bespreken. Bespreek dit vooraf met je werkbegeleider. Daarna voer je het gesprek uit. Jij voert het gesprek en de werkbegeleider observeert aan de hand van een feedbackformulier die achter de beroepsopdracht E startbekwaam in je opdrachtenboek zit. Na het gesprek bespreek je samen met de werkbegeleider aan de hand van het feedbackformulier hoe je het gesprek hebt gedaan. Let vooral op de competenties die voor deze activiteit van belang zijn. Maak hierna een reflectieverslag over het gevoerde gesprek met de student waarbij je ingaat op de competenties en het verloop van het gesprek beschrijft. Gebruik hierbij de stappen van Korthage(zie E gevorderd)
Albeda College Branche Gezondheidszorg
172
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.E5.start.klinische les geven Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties:
De student geeft een klinische les over een zelfgekozen onderwerp. Bereid de les voor. Studieboek deskundigheid, professionalisering en kwaliteitszorg hoofdstuk “Een presentatie geven” en reader klinische les Praktijk Aan de hand van de evaluatievragen met de begeleider. B Aansturen H Overtuigen en beïnvloeden K Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Geef een klinische les over een zelfgekozen onderwerp. Werkwijze Kies een onderwerp waarover je je collega’s iets zou willen vertellen. Beslis welke werkvorm je wilt gebruiken: Een klassikale les of Een discussiemoment in een teamvergadering waarbij jij het onderwerp inbrengt en inleidt door kort iets over het onderwerp te vertellen. Jij bereidt ook de vragen voor die je aan de deelnemers van de vergadering wilt stellen en leidt de discussie. Voer de les uit Evalueer de les met de deelnemers door hen onderstaande vragen te stellen. Evalueer de les met je begeleider aan de hand van de observatielijst. Schrijf een reflectie over het geven van de les aan de hand van de observatielijst. Evaluatie vragen voor de deelnemers: Wat vond u aan deze les goed wat betreft inhoud en de manier van presenteren? Wat vond u aan deze les minder goed wat betreft inhoud en de manier van presenteren? Welke tips kunt u mij geven om de les te verbeteren? Observatielijst: V O n.v.t. O O O Bereidt de les goed voor. O O O Gebruikt het onderwijsmateriaal op een goede manier en heeft daarin een juiste keuze gemaakt. O O O Heeft de doelstelling van de les duidelijk weergegeven. O O O Heeft de juiste werkvorm gebruikt om het onderwerp te bespreken. O O O Houdt rekening met de beginsituatie van de toehoorders. O O O Gaat na of het onderwerp voor de toehoorders duidelijk is. O O O Houdt zich aan de tijd voor de les O O O Zorgt voor een rustige omgeving om de les te geven. O O O Bespreekt het onderwerp en geeft ruimte om vragen te stellen. O O O Spreekt op verstaanbare toon en kijkt toehoorders aan. O O O Gaat in op vragen van de toehoorders en beantwoord deze. O O O Reageert op non-verbale signalen van de toehoorders. O O O Gaat na of de toehoorders het onderwerp begrijpen O O O Vat de les samen. O O O Vraagt de toehoorders of er nog vragen zijn. O O O Evalueert met de toehoorders de les.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
173
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.E6.start.MDO overleg Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties:
De student levert een actieve bijdrage aan een M.D.O overleg en verwerkt de gegevens in het zorgplan. Noteer welke zorgvrager je in het MDO wilt bespreken en welke punten je aan de orde wilt stellen. Reader samenwerken Praktijk Aan de hand van de observatiepunten voer je een gesprek met je begeleider E: Samenwerken en overleggen, H:Overtuigen en beïnvloeden, J: Formuleren en rapporteren, K: Vakdeskundigheid toepassen, M: Analyseren, Q: Plannen en organiseren.
Activiteit Lever een actieve bijdrage aan het MDO overleg en verwerkt de gegevens in het zorgplan van de besproken zorgvrager. Werkwijze Overleg met je begeleider welke zorgvrager voor het MDO overleg in aanmerking komt. Raadpleeg de gegevens van de vorige bespreking Bespreek met de zorgvrager het overleg voor. (Indien mogelijk) Bereid het MDO overleg voor volgens de in jouw instelling geldende criteria. Voer het MDO overleg en breng jouw zorgvrager naar voren. Verwerk de gegevens uit het overleg Reflecteer op deze activiteit aan de hand van de volgende vragen en besluit of je deze activiteit wilt herhalen. 1. Hoe is jouw inbreng verlopen, wat ging goed en wat ging minder goed? Gebruik hiervoor onderstaande observatielijst. Deze kun je zelf invullen en/of laten invullen door je begeleider 2. Waarom ging het wel of niet goed? 3. Hoe zou je het een volgende keer doen? 4. Formuleer voor jezelf een leerdoel (zie competenties) en herhaal deze activiteit. Bespreek deze activiteit na met je begeleider aan de hand van onderstaande observatielijst en je reflectieverslag. Alle punten op de observatielijst moet je goed hebben uitgevoerd. Observatie lijst Voorbereiding Heeft de gegevens of het zorgplan van de vorige bespreking geraadpleegd. Heeft met de zorgvrager een voorbespreking gehouden. Heeft het MDO voorbereid volgens de criteria van de instelling. Uitvoering Luistert en beantwoordt vragen op basis van deskundigheid. Kan zich mondeling duidelijk uitdrukken. Stelt vragen en/of draagt voorbeelden aan, aangaande het onderwerp of probleem. Er is sprake van inzicht in de zorgbehoefte van de zorgvrager. Nazorg Heeft de afspraken van het MDO verwerkt in het zorgplan van de zorgvrager. Heeft de afspraken in de overdracht besproken. (indien nodig) Heeft een gesprek geplant met de zorgvrager voor een nabespreking.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
174
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.E6.start.notuleren van een vergadering (taaltaak) Leerdoel Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student kan een vergadering notuleren. Pen en papier om te notuleren, afspraak maken met de ‘echte’ notulist dat je mee gaat notuleren en feedback wil ontvangen Reader Notuleren Praktijk Leg de notulen die jij gemaakt hebt naast die van de andere notulist. K Vakdeskundigheid toepassen, M Analyseren
Activiteit Maak notulen van een vergadering. Werkwijze: Zoek een vergadering uit die jij zou willen notuleren Spreek met de ‘echte’ notulist af dat jij mee notuleert. Meld in de vergadering dat jij notuleert. Notuleer de vergadering. Maak binnen een week het verslag van de vergadering Spreek af met de ‘echte’ notulist dat je zijn/haar notulen ook binnen een week krijgt. Leg beide notulen naast elkaar en onderstreep de verschillen met een blauwe pen en de overeenkomsten met een rode pen. Bespreek met de ‘echte’ notulist de verschillen en bepaal waardoor deze verschillen zijn ontstaan. Werk eventueel je verslag bij. Reflectie op competentie analyseren: Wat vond je moeilijk wat betreft het analyseren van de gegevens? Vond je het moeilijk te bepalen wat in de notulen beschreven moest worden? Motiveer je antwoord. Wat vond je makkelijk wat betreft analyseren? Waardoor werd dat veroorzaakt? Motiveer je antwoord. Wat heb je geleerd door het naast elkaar leggen van de notulen? Wat zou je nog meer willen leren wat betreft notuleren?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
175
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.E6.start.samenwerken en geleerde kennis toepassen Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student brengt de theorie met betrekking tot samenwerken in de praktijk. Aanwezig zijn bij de overdracht in de morgen. Reader samenwerken en overleggen. Praktijk Bespreek het verslag van deze activiteit met de werkbegeleider en met de docent. Vakdeskundigheid toepassen, samenwerken en overleggen, overtuigen en beïnvloeden, analyseren, plannen en organiseren
Activiteit Woon het overleg bij aan de start van de dag en maak een verslag waarbij je laat zien dat je de theorie over samenwerken kan koppelen aan een praktijksituatie
Werkwijze. Plan je aanwezigheid bij de overdracht in de morgen. Observeer de overdracht met de theorie in je achterhoofd. Noteer: - Hoe worden de taken verdeeld? Wie doet dat? Waarom is deze persoon degene die de taken verdeeld? - Zijn de taken evenredig verdeeld? Hoe kun je dit observeren? - Hoe reageren de collega’s op de taakverdeling. Welke rollen spelen zij: communicator, samenwerker, werknemer, regisseur, professional? Hoe zie je dat? - Wordt er rekening gehouden met elkaar? Hoe zag je dat?
Maak een verslag van bovenstaande punten. Maak gebruik van het theoriemodel m.b.t. samenwerken en leg per punt uit waar jij het verband ziet tussen de theorie en de praktijk.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
176
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.E6.start.verantwoording dragen Leerdoel
Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competenties:
De student draagt de verantwoording tijdens een dienst voor de unit/afdelingsgedeelte of woongroep. (oudste dienst draaien) Overleg met de begeleider wanneer je de verantwoording voor de unit/afdelingsgedeelte of woongroep gaat dragen. Geef door aan de eindverantwoordelijke van die dag wanneer je de verantwoording op je gaat nemen. Reader samenwerken Praktijk Aan de hand van de observatiepunten en reflectieverslag voer je een gesprek met je begeleider E: Samenwerken en overleggen, H: Overtuigen en beïnvloeden, J: Formuleren en rapporteren, K: Vakdeskundigheid toepassen, M: Analyseren, Q: Plannen en organiseren.
Activiteit Draag de verantwoording voor de uit te voeren werkzaamheden op een unit/afdelingsgedeelte of woongroep tijdens je dienst. (Oudste dienst draaien) Werkwijze Spreek ruim van tevoren met je begeleider af wanneer je de verantwoording draagt voor de uit te voeren werkzaamheden op de unit/afdelingsgedeelte of woongroep. Waarschuw de eindverantwoordelijke van die dag dat je aan deze activiteit gaat werken. Zij/hij kan altijd geraadpleegd worden voor overleg. Verzamel informatie die je nodig hebt om een aandachtspuntenlijst te maken die je die dienst als leidraad kunt gebruiken. (bv taken, personeelsleden, bijzonderheden van zorgvragers) Bespreek deze lijst met je begeleider voordat je de ‘oudste dienst’ gaat draaien. Ga nu de dienst draaien. Rapporteer bijzonderheden van je dienst en draag deze over aan je collega’s. Reflecteer op deze activiteit aan de hand van de volgende vragen en besluit of je deze activiteit wilt herhalen. Hoe de activiteit verlopen, wat ging goed en wat ging minder goed? Gebruik hiervoor onderstaande observatielijst. Deze kun je zelf invullen en/of laten invullen door je begeleider Waarom ging het wel of niet goed? Hoe zou je het een volgende keer doen? Formuleer voor jezelf een leerdoel (zie competenties) en herhaal deze activiteit. Bespreek deze activiteit na met je begeleider aan de hand van onderstaande observatielijst en je reflectieverslag. Alle punten op de observatielijst moet je goed hebben uitgevoerd. Observatielijst Voorbereiding Verzamelt relevante informatie die nodig is om een aandachtspuntenlijst te maken. Maakt een aandachtspuntenlijst en bespreekt deze met de begeleider. Uitvoering Gaat bij aanvang van de verantwoordelijke dienst na of de aandachtspuntenlijst klopt en stelt deze zo nodig bij.
Albeda College Branche Gezondheidszorg
177
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
-
Informeert collega's en delegeert zo nodig taken. Gaat na of de werkzaamheden volgens planning verlopen en grijpt zo nodig in. Geeft daar waar nodig ondersteuning aan collega's. Treedt handelend op tijdens onverwachte/acute situaties, raadpleegt daarbij de eindverantwoordelijke. Schakelt, in overleg met de eindverantwoordelijke zo nodig andere disciplines in. Staat familie en bezoekers te woord. Informeert collega's over veranderingen en bijzonderheden. Nazorg Bijzonderheden zijn gerapporteerd en/of overgedragen.
Toets verantwoording dragen Punten die van belang zijn bij het verantwoording dragen zijn: o Een actieve rol tijdens de overdracht (schrijft bijzonderheden op, cliëntenagenda)
o Draagt er zorg voor dat er op tijd gestart wordt op de gang met de dagelijkse verzorging van de zorgvragers. o Maakt werkverdeling, wie doet wat etc.(‘delegeert’ taken zoals medicatie delen, bloedsuikercontroles etc.) o Houdt gedurende de ochtend contact met collega’s over de werkzaamheden o Houdt pauzes in de gaten o Overlegt met collega’s over de werkzaamheden die nog gedaan moeten worden. o ‘Checkt’ of dingen gedaan zijn o Loopt mee met arts of andere discipline (of zorgt er voor dat het gedaan wordt) o Houdt communicatie in stand binnen het team tijdens de dienst o Is op de hoogte van bijzonderheden
o Is verantwoordelijk voor de rapportage (zowel mondeling als schriftelijk) en de agenda. o Is verantwoordelijk voor de overdracht
Albeda College Branche Gezondheidszorg
178
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.E7.start.PDCA cyclus onderzoeksplan Leerdoel
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student gebruikt de PDCA cyclus voor het onderzoeken van een mogelijk verbeterpunt in de praktijk op meso niveau. Onderwerp kiezen samen met praktijkopleider De PDCA-reader De praktijk Je bepreekt je onderzoek met je praktijkopleider. Vakdeskundigheid toepassen, plannen en organiseren, kwaliteit leveren.
Activiteit Gebruik de PDCA-cyclus voor het onderzoeken van een mogelijk verbeterpunt in de praktijk. Werkwijze: Inventariseer samen met je praktijkopleider welk punt je graag zou willen onderzoeken en in kaart zou willen brengen omdat er mogelijk iets te verbeteren valt. Dit kan bijvoorbeeld zijn: de manier waarop met protocollen wordt omgegaan. In het voorbeeld hieronder wordt dit onderwerp uitgewerkt. Maak een plan hoe je wilt gaan onderzoeken hoe er met protocollen wordt omgegaan. Dit kan bijvoorbeeld door je collega’s vragen te gaan stellen, te interviewen of een enquête te houden. Werk dit plan uit op papier: Plan:............................................................................................................... Ga daarna uitvoering geven aan je plan. Je gaat bijvoorbeeld de enquête maken en uitdelen. En verwerkt de gegevens uit deze enquête in een kort verslag. Do:............................................................................... Controleer of alles volgens plan is verlopen (proces) en wat het resultaat is (product). Is het plan verlopen zoals je je dat had voorgesteld? Heeft iedereen meegewerkt aan de enquête zoals je had gewild? Heb je inderdaad antwoord op je vraag hoe er met protocollen wordt omgegaan? Check:.............................................................................................................. Stel het plan bij aan de hand van het verkregen resultaat. Is dat ook het resultaat dat bedoeld werd? Als je geen antwoord hebt gekregen op hoe er met protocollen wordt omgegaan, start dan opnieuw de PDCA cyclus. Act:.................................................................................................................. Reflectie op competentie kwaliteit leveren: Wat vond je moeilijk aan het maken en uitvoeren van het plan? Motiveer je antwoord. Wat vond je makkelijk aan deze activiteit? Waardoor werd dat veroorzaakt? Motiveer je antwoord. Wat heb je geleerd met betrekking tot de competenties? Wat zou je nog meer willen leren?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
179
Opdrachtenboek Startbekwaam
Cohort 2011-2012
Verzorgende-IG
P.E7.start.PDCA cyclus verbeterplan Leerdoel Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Ondersteuning voor de competentie
De student gebruikt de PDCA cyclus voor het verbeteren van een situatie in de praktijk op microniveau. Onderwerp kiezen samen met praktijkopleider De PDCA-reader De praktijk Na een week bespreek je met elkaar of je plan gewerkt heeft Vakdeskundigheid toepassen, plannen en organiseren, kwaliteit leveren.
Activiteit Gebruik de PDCA-cyclus voor een verbetering in de praktijk. Werkwijze: Inventariseer samen met je praktijkopleider welk punt in de praktijk te verbeteren valt. Dit kan bijvoorbeeld zijn: de manier waarop met protocollen wordt omgaan, de manier waarop met materialen wordt omgegaan, werkwijze ten aanzien van hygiëne, hoe er met medicatie wordt omgegaan, mondverzorging en tandenborstels, hoe er wordt omgegaan met zalven enz. Neem niet een te groot onderwerp. Het moet wel uit te voeren zijn in de praktijk. Inventariseer eerst de gewenste situatie. Wat is je doel? Schrijf dit op. Doel: Maak daarna een plan hoe je dit doel wilt gaan halen. Werk dit plan uit op papier: Plan:............................................................................................................... Ga daarna uitvoering geven aan je plan, een week lang. Hiervoor moet je je collega’s gaan vertellen wat je plan is. Zij moeten eraan meewerken. Gebruik je creativiteit; hoe kun je hen het beste bij je plan betrekken? Do:............................................................................... Controleer of alles volgens plan is verlopen (proces) en wat het resultaat is (product). Check:.............................................................................................................. Stel het plan bij aan de hand van het verkregen resultaat. Is dat ook het resultaat dat bedoeld werd? Act:.................................................................................................................. Reflectie op competentie kwaliteit leveren: Wat vond je moeilijk aan het maken en uitvoeren van het plan? Hoe vond je het aan anderen duidelijk te maken wat je plan was en hen te motiveren het vol te houden? Motiveer je antwoord. Wat vond je makkelijk aan deze activiteit? Waardoor werd dat veroorzaakt? Motiveer je antwoord. Wat heb je geleerd met betrekking tot de competenties? Wat zou je nog meer willen leren?
Albeda College Branche Gezondheidszorg
180