ontwerpbestemmingsplan Warande-Oost gemeente Bergen op Zoom
INHOUD
toelichting inleiding actualiseringsopgave doel van het plan ligging en karakter plangebied opzet plantoelichting
1 1 1 1 2
2 2.1 2.2
inventarisatie vigerende bestemmingsplannen beleidsaspecten
3 3 3
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
ruimtelijke en functionele planbeschrijving typering plangebied wonen voorzieningen groenstructuur verkeer en ontsluiting milieuaspecten water archeologie en cultuurhistorie flora en fauna
6 6 7 10 11 12 14 23 27 27
4 4.1 4.2
beleidsvisie doelstellingen en uitgangspunten ontwikkelingen
29 29 30
5 5.1 5.2 5.3
juridische planbeschrijving inleiding kaart voorschriften
35 35 35 35
6 6.1 6.2
realiseringsaspecten economische uitvoerbaarheid handhaving
42 42 42
7
overleg en inspraak
44
bijlagen Overzicht van bedrijven in en om Warande-Oost Geluidkaarten
I sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
1 1.1 1.2 1.3 1.4
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
II
INLEIDING
1.1 actualiseringsopgave Op basis van het Plan van Aanpak “actualisering bestemmingsplannen” is de gemeente Bergen op Zoom in 2001 gestart met een grootschalige actualiseringsopgave van de vigerende bestemmingsplannen binnen de gemeente. Het sterk verouderde en gefragmenteerde bestemmingsplannenbestand alsmede de op handen zijnde fundamentele wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zijn hiertoe de aanleiding. Doel van de actualiseringsopgave is het tot stand brengen van nieuwe, qua opzet en bestemmingsmethodiek actuele en uniforme bestemmingsplannen voor ruimtelijk/functioneel samenhangende plangebieden. Dit betekent dat het huidige bestand van circa 150 verouderde bestemmingsregelingen wordt teruggebracht naar circa 28 nieuwe bestemmingsplannen. Inmiddels is in het kader van het actualiseringsproject reeds een aantal bestemmingsplannen opgesteld. Voorbeelden van bestemmingsplannen waarvoor reeds met een herziening is gestart, zijn “Het Fort/ Zeekant”, “Vestinggronden-Noord” en “Gageldonk West”.
1.2 doel van het plan Het doel van het bestemmingsplan “Warande-Oost” is te komen tot een actualisering van de geldende bestemmingsplannen, op basis van een actueel en uniform planologisch beleid, met als resultaat een juridische regeling toegesneden op actuele functies, gebruik en ontwikkelingen.
1.3 ligging en karakter plangebied Het plangebied is gelegen in de gemeente Bergen op Zoom, ten westen van de rijksweg A58/A4 (zie figuur 1). Het plangebied wordt globaal begrensd door: • Rooseveltlaan aan de noordzijde; • Randweg-Oost (A4/A58) aan de oostzijde; • Churchilllaan, Kardinaal de Jonglaan, Guido Gezellelaan en de Beukenlaan aan de westzijde; • Van Heelulaan, Beukenlaan, Jupiterweg, Argolaan, Dokter de Ramlaan, Olympiaplein en de Huijbergsebaan aan de zuidzijde.
1 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
1
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
2
figuur 1: Ligging plangebied
1.4 opzet plantoelichting De opzet van de toelichting is als volgt. In hoofdstuk 2 Inventarisatie wordt een overzicht gegeven van de voor het plangebied vigerende bestemmingsplannen. Ook het beleid van de hogere overheden, alsmede het gemeentelijk beleid komen, voor zover relevant voor het bestemmingsplan, aan de orde. De ruimtelijke en functionele beschrijving van het plangebied wordt gegeven in hoofdstuk 3. Daarnaast worden in hoofdstuk 3 de belangrijkste ruimtelijke aspecten (verkeer, milieu, archeologie) beschreven. Voorafgegaan door een algemene beschrijving van de doelstellingen van onderhavig bestemmingsplan en bijbehorende beleidsuitgangspunten, wordt in hoofdstuk 4 voor het plangebied een beleidsrichting aangegeven. Ook komen de in het plangebied voorgestane ontwikkelingen aan de orde. Hoofdstuk 5 bevat een beschrijving van de juridische regeling. In hoofdstuk 6 komen de realiseringsaspecten maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid en handhaving aan de orde. In hoofdstuk 7 worden de resultaten van het overleg ex artikel 10 Bro en de inspraak weergegeven.
I N V E N TA R I S AT I E
2.1 vigerende bestemmingsplannen Voor het onderhavige plangebied gelden de volgende bestemmingsplannen: • Warande; vastgesteld bij raadsbesluit van 24-04-1970, no. 81; goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 30-12-1970, G. nr. 27060; • Woonwagenstandplaats Van Heelulaan; vastgesteld bij raadsbesluit van 28-041993, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 21-07-1993, G.nr. 105249; • Warande 1978; vastgesteld bij raadsbesluit van 29-9-1979, no. 248, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 22-4-1980, G.nr. 246474; • Warande 1978, 1e herziening; vastgesteld bij raadsbesluit van 26-11-1981, no. 255, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 18-5-1982, G.nr. 90842; • Warande 1978, 2e herziening; vastgesteld bij raadsbesluit van 23-2-1995, no. 8, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 15-5-1995, G.nr. 138475/141495; • Warande 1978, 3e herziening; vastgesteld bij raadsbesluit van 26-6-1997, no. 38, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 29-10-1997, G.nr. 182708/187337; • Buitengebied, vastgesteld bij raadsbesluit van 27-4-1979, no. 100, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 17-6-1980, G.nr. 244433 (ged.).
2.2 beleidsaspecten 2.2.1
provinciaal beleid Het provinciaal beleid is neergelegd in het streekplan en in diverse nota’s. In het streekplan “Brabant in Balans” van de provincie Noord-Brabant (22 februari 2002) is de stad Bergen op Zoom aangewezen als stedelijk gebied (groeiklasse 5). Samen met Roosendaal vormt Bergen op Zoom een stedelijke regio. Het provinciaal beleid is gericht op de structuurverbetering van stedelijke gebieden en de aanwezige verzorgingsstructuur. In de in het streekplan van Noord-Brabant opgenomen lagenbenadering is het aspect “water en bodem” relevant, gezien de ligging van het plangebied in het zgn. grondwaterbeschermingsgebied (zie ook hierna). In de beschermingszones van een dergelijk gebied geldt als algemenen beleidslijn dat bij nieuwbouw, vervangende nieuwbouw en uitbreiding van bestaande bebouwing, zowel op stedelijke inbreidings- en uitbreidingslocaties als in het buitengebied, de risico’s voor de kwaliteit van het grondwater zo klein mogelijk dienen te blijven en dat er indien nodig aanvullende, beschermende maatregelen worden getroffen, die redelijkerwijs nodig zijn om grondwatervervuiling te voorkomen. Een en ander moet blijken uit een watertoets, waarbij het waterwinbedrijf wordt betrokken. Provinciaal beleidsplan “Bescherming van grondwater voor de drinkwatervoorziening” In genoemd beleidsplan uit september 2002 is opgenomen dat het ruimtelijk beleid voor grondwaterbeschermingsgebieden is vastgelegd in het streekplan en nader zal uitgewerkt worden in een Uitwerkingsplan Grondwaterbeschermingsgebieden. Het Uitwerkingsplan Grondwaterbeschermingsgebieden 1995 is inmiddels niet meer van toepassing. Momenteel geldt de Provinciale Milieuverordening (PMV) de laatstelijk is vastgesteld in 2001.
3 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
2
Thans is een nieuwe PMV in voorbereiding waarin het onlangs vastgesteld grondwaterbeschermingsbeleid en de regels uit het streekplan 2002 worden doorvertaald. Verdere vertaling van het grondwaterbeschermingsbeleid via de ruimtelijke ordening dient plaats te vinden in gemeentelijke bestemmingsplannen. Als richtlijn hiervoor heeft de Provinciale Planologische Commissie (PPC) begin 1997 de notitie “Bestemmingsplannen en grondwaterbeschermingsgebied” vastgesteld.
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
4
2.2.2
regionaal beleid StructuurvisiePlus Bergen op Zoom/Roosendaal De StructuurvisiePlus voor de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal is in januari 2001 door beide gemeenteraden vastgesteld. De visie is in samenwerking met de provincie opgesteld als bouwsteen voor het streekplan met de daarbij behorende uitvoeringsafspraken. In de StructuurvisiePlus zijn de contouren aangegeven waarbinnen de verstedelijkingsopgave de komende 30 jaar primair moet worden gerealiseerd. Een accent wordt daarbij gelegd op intensiveren en herstructureren van het binnen deze contouren gelegen gebied.
2.2.3
gemeentelijk beleid Het gemeentelijk beleid is neergelegd in een veelheid aan (structuur)plannen, stedenbouwkundige plannen, beleidsnotities en andere beleidsstukken. In de onderstaande tekst wordt ingegaan op de voor het plangebied meest relevante beleidsdocumenten. Structuurvisie Bergen op Zoom 2030 De in 2000 door de gemeenteraad vastgestelde Structuurvisie voor het grondgebied van de gemeente levert een integrale samenhangende ruimtelijke visie voor de stad Bergen op Zoom en de kernen Halsteren, Lepelstraat, Heimolen, Klutsdorp en Kladde. In de Structuurvisie wordt gekozen voor compacte ontwikkeling, met als uitgangspunt het inzetten op herstructurering en stedelijke vernieuwing van bestaand stedelijk gebied, inclusief de kernen. De inzet op stedelijke vernieuwing, gekoppeld aan het ontwikkelen van uitleggebieden in een verspreid verstedelijkingspatroon, resulteert in een veelheid van werk- en woonmilieu’s die voorzien in de toenemende differentiatie aan woonwensen. Een van de genoemde ontwikkelingsgebieden in de Structuurvisie is de Warandezone. Onder de Warandezone wordt het (overwegend) groene gebied tussen de wijken Warande-Oost en Warande-West verstaan. Met betrekking tot de Warandezone bestaat het voornemen om deze zone gedeeltelijk te verdichten. In de periode tot 2030 wordt uitgegaan van de bouw van 250 woningen. Uitgangspunt hierbij is het benutten van de kwaliteiten van wonen in en aan een park. De ontwikkeling van de Warandezone kan tevens ingezet worden bij de (integrale) herstructurering van de wijk Warande-Oost en op wat langere termijn de wijk Warande-West. Groenstructuurplan Het Groenstructuurplan (1995) geeft het groenbeleid van de gemeente Bergen op Zoom voor een langere termijn weer en bestaat uit een beleidsplan en een uitvoeringsplan. Het plan is een “groene” aanvulling van de uitwerking van de in 1993 door de gemeenteraad vastgestelde stadsstructuurschets. Het is een stimulerend plan dat op stadsniveau aangeeft welk soort groen gewenst is.
Verkeersveiligheidsplan De gemeente Bergen op Zoom is al geruime tijd actief op het terrein van de verkeersveiligheid. Het verkeersveiligheidsplan (1998) geeft vanuit het aspect verkeersveiligheid een toekomstige wegenstructuur aan (conform de Duurzaam Veilig optiek). In het verkeersveiligheidsplan is onder meer het toekomstige fietsnetwerk opgenomen. In het verkeersveiligheidsplan is het hele plangebied, met uitzondering van de gebiedsontsluitingswegen, aangegeven als 30 km-zone binnen de bebouwde kom. De wegen Olympiaplein, Dr. de Ramlaan, Mathijsenstraat en Sterrelaan maken deel uit van het primaire fietsroutenetwerk van Bergen op Zoom.
5 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
Het vormt de basis voor het groenbeheer, mede in het kader van wijk- en buurtbeheer. Bovendien kan het groenstructuurplan dienen als bouwsteen voor bestemmingsplannen. Voor het plangebied Warande-Oost streeft het Groenstructuurplan naar een overgang van een cultuurlijk karakter in de kern van de buurt naar een lossere, meer natuurlijke groenbehandeling aan de randen. Daarbij staat het boomrijk maken van de buurt voorop, als voortzetting van het wonen in het bos in het zuidoostelijk deel. Ook zal de route naar het buitengebied langs de Balsedreef benadrukt moeten worden.
3
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
6
RUIMTELIJKE EN FUNCTIONELE PLANBESCHRIJVING
3.1 typering plangebied 3.1.1
Algemeen Het plangebied maakt deel uit van de na-oorlogse stedenbouwkundige uitbreiding van Bergen op Zoom aan de oostkant van de spoorlijn. De wijk Warande-Oost heeft haar eigen karakteristieke stedelijke structuur. Kenmerkend is de orthogonale structuur van de wijk. De eengezinswoningen zijn volgens het zogenaamde stempeldoosprincipe (gelijkende vierkante blokken) in dit orthogonale patroon geprojecteerd. De overige stedelijke gebieden zijn ingevuld met solitaire gebouwen met een eigen status en uitstraling. Dit wordt vaak versterkt door de aswerking die veel van deze gebouwen hebben, evenwijdig aan het orthogonale patroon. Een mooi voorbeeld hiervan is het verzorgingstehuis aan de Argolaan. De solitaire gebouwen zijn veelal georiënteerd op buurtpleinen zoals het Zonneplein en Mathijssenplantsoen. Aan de achterzijde liggen veelal parkeervoorzieningen en verblijfsgebieden. Horizontale gevelgeleding, ritmiek en herhaling is beeldbepalend in deze wijken, zowel bij de geschakelde eengezinswoningen als bij hoogbouw.
3.1.2
Welstandsnota In de Welstandsnota van de gemeente Bergen op Zoom (april 2003) is het volgende beschreven over de planmatige woningbouw en de wijk Warande-Oost. In de jaren ’60 en ’70 zijn woongebieden gerealiseerd met een duidelijke functiescheiding in de opbouw tussen wonen, werken, winkelen, groen en verkeer. In het verkeerssysteem is een duidelijke hiërarchie aanwezig in ontsluitingswegen, woonstraten en autovrije zones. Vaak worden er experimentele verkavelingsvormen aangetroffen, als strokenverkaveling en hofverkaveling, waarbij parkeren wordt geconcentreerd en autovrije straten ontstaan. De gebouwen en gebouwcomplexen bestaan uit eenvoudige, rechthoekige bouwblokken die als abstracte composities in de open ruimte zijn geplaatst. Herhalingen van gelijke complexen, ook wel “stempels” genoemd, treden op. Stempels zijn veelal opgebouwd uit een mix van bungalows, rijenhuizen en flatgebouwen waarbij de hogere bouwmassa’s aan de randen zijn geplaatst met laagbouwcomplexen daartussen. Wijkvoorzieningen zijn geaccentueerd door middel van hoogbouw. In de gebieden is veel open ruimte voor verkeer, groen en waterpartijen. De wijk Warande-Oost behoort tot de gebiedscategorie planmatige woningbouw in de gemeente Bergen op Zoom. De stedenbouwkundige structuur van Warande-Oost is rationeel en wordt gekenmerkt door rechte straten, veel openbaar groen en gestempelde gesloten blokverkaveling met geschakelde bebouwing. Daarnaast zijn er in het midden van de wijk een aantal grootschalige flats van 11 verdiepingen gesitueerd. Verspreid zijn solitaire voorzieningen geplaatst, zoals een basisschool, een bibliotheek en een ziekenhuis.
De waarde van de wijk schuilt voornamelijk in de stedenbouwkundige opzet; de ruime, groene aanleg en de compositie van bouwmassa’s in de doorlopende open ruimten. Binnenstedelijke groenzone Een gedeelte van het plangebied maakt onderdeel uit van één van de binnenstedelijke groenzones. Binnen de kern Bergen op Zoom worden drie binnenstedelijke groenzones onderscheiden; het gebied rondom de Mondaf en sportpark Rozenoord, de “Kijk in de Pot” en het gebied “Klein Melanen/Meilustbos”. Door middel van binnenstedelijke groenzones dringt het omringende landschap de kern binnen, waardoor er geleding in het stadsbeeld en groene buffers tussen de planmatige woonwijken ontstaan. De binnenstedelijke groenzones worden gekenmerkt door veel openbaar groen, weinig bebouwing en hebben vooral een recreatieve functie. Het A.M. de Jongpark in het plangebied maakt onderdeel uit van de binnenstedelijke groenzone Mondaf/Rozenoord. Deze groene buffer bestaat uit het A.M. de Jongpark, De Cort. Heijligerskazerne, sportpark Rozenoord en Mondaf. De bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit het kazernecomplex en verder verspreid een aantal solitaire bebouwingselementen. De kerk in het A.M. de Jongpark vormt een oriëntatiepunt voor de omgeving. De morfologie binnen de stedelijke groenzone is wisselend. Het A.M. de Jongpark heeft door de opgaande en dichte begroeiing een besloten karakteristiek.
3.2 wonen 3.2.1
Woningvoorraad en bevolking Ten behoeve van analyse, onderzoek en beleidsvorming als grondlegger voor ruimtelijke planvorming (zoals volkshuisvestingsplannen en bestemmingsplannen) worden de statistische gegevens van woonwijken en woonbuurten verzameld. Hiervoor worden door de Eenheid Onderzoek en Statistiek van de gemeente buurttyperingen opgesteld. Voor onderhavig plangebied kan worden opgemerkt, dat de statistische grenzen van de buurt Warande-Oost niet overeenkomen met die van het plangebied. De statistische buurt Warande-Oost is ruimer dan het plangebied en omvat naast het plangebied nog de gebieden Sportpark Rozenoord en Cort Heijligerskazerne. Zowel het Sportpark Rozenoord als de Cort Heijligerskazerne hebben echter (thans) geen woonfunctie, hetgeen impliceert dat wonen en bevolking in het plangebied Warande-Oost zich laten beschrijven op basis van gegevens van de statistische buurt Warande-Oost. Warande-Oost telde op 1 januari 2003 3.131 inwoners. Op 1 januari 1997 woonden er 3.207 personen in Warande-Oost. Op 1 januari 1987 woonden er nog 3.586 inwoners in de buurt. Geconstateerd kan worden dat het inwonertal van Warande-Oost de afgelopen jaren geleidelijk is afgenomen. In Warande-Oost staan 1.495 woningen die grotendeels zijn gerealiseerd in de tweede helft van de jaren zestig. Dat was de tijd van de kwantitatieve woningnood met de nadruk op hoogbouw en op huurwoningen. Dit gegeven vinden we terug in de samenstelling van de woningvoorraad in het plangebied.
7 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
3.1.3
Driekwart van de woningvoorraad in Warande-Oost bestaat uit huurwoningen, waarvan tweederde in de sociale sector. De helft van de woningen in het gebied betreft meergezinswoningen die grotendeels zijn ondergebracht in hoogbouw. De eigen woningen in het gebied zijn vrijwel uitsluitend eengezinswoningen, die voornamelijk zijn gesitueerd in het oostelijk deel van het plangebied. Wat betreft de huurwoningen in de particuliere sector, gaat het vooral om seniorenwoningen die zijn ondergebracht in Serviceflat De Warande. De Serviceflat De Warande is gesitueerd in het zuidelijk deel van het plangebied grenzend aan Sportpark Rozenoord. In de westelijke uitloper van het plangebied bevindt zich een viertal woonwagenstandplaatsen.
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
8
Doordat de woningvoorraad in het plangebied de laatste jaren nauwelijks wijzigingen heeft ondergaan, is met de bevolking ook de gemiddelde woningbezetting in het gebied afgenomen. In 1987 bedroeg de gemiddelde woningbezetting 2,54 personen, in 2003 woonden er gemiddeld nog maar 2,09 personen per woning in Warande-Oost. De verwachting is dat de komende jaren zowel de bevolking als de gemiddelde bezetting per woning langzaam verder zal afnemen. Gegevens over de woningvoorraad in het plangebied staan vermeld in tabel 1. onderwerp eigendomsverhouding
bouwperiode
bouwwijze
huurwoning (woningcorporatie) huurwoning (particulier) eigen woning < 1945 1945 – 1970 1971 – heden onbekend eengezins meergezins
absoluut 756
% 51
359
24
380 4 1.160 326 5 743 752 1495
25 0 78 22 0 50 50 100
totaal Tabel 1: Woningvoorraad Warande-Oost (peiljaar 2001) 3.2.2
Bevolking Kenmerkend voor de bevolking van de buurt Warande-Oost is enerzijds de aanwezigheid van een relatief grote groep senioren, anderzijds de aanwezigheid van een relatief grote groep niet-westerse allochtonen. Tabel 2 laat zien dat bijna 35% van de bevolking van de buurt Warande-Oost bestaat uit 65-plussers, een hoog percentage vergeleken met het aandeel 65-jarigen en ouder in Bergen op Zoom als geheel (14%). De buurt telt (keerzijde van de medaille) relatief weinig jongeren. De “scheve” leeftijdsopbouw van de buurt Warande-Oost wordt verklaard door onder meer de aanwezigheid van een serviceflat (De Warande) en een woonzorgcentrum (Jacqueline) in de buurt, in combinatie met een vrij recent gerealiseerd steunpunt voor ouderen aan het Zonneplein, in een omgeving waarvan een deel van de beschikbare huurwoningen wordt bestemd voor ouderen.
Warande-Oost 2,6% 7,7% 7,7% 6,0% 11,2% 15,4% 14,4% 34,9% 100% 4.028
Bergen op Zoom 7,7% 13,7% 8,1% 7,7% 21,9% 22,4% 11,8% 14,3% 100% 66.011
Tabel 2:Leeftijdsopbouw bevolking Warande-Oost en Bergen op Zoom per 1 januari 2003
Naast relatief veel oudere inwoners, telt de buurt Warande-Oost relatief veel allochtone inwoners van niet-westerse afkomst. Bijna 14% van de inwoners van de buurt WarandeOost is van Marokkaanse afkomst (Bergen op Zoom als geheel 4%). Daarmee is Warande-Oost in Bergen op Zoom de buurt met relatief de meeste inwoners van Marokkaanse afkomst. Van de totale bevolking van Warande-Oost is 22% van niet-westerse afkomst. In Bergen op Zoom als geheel gaat het om een percentage van 12%. 3.2.3
Woonomgeving De waardering van de bewoners in de buurt Warande-Oost ten aanzien van woning en woonomgeving is weergegeven in tabel 3. De gegevens dateren van 1998 maar er zijn geen redenen om aan te nemen dat de cijfers de laatste jaren veel zijn veranderd. Het overzicht laat zien dat gemiddeld zowel de woonsituatie als de woning en de woonomgeving in de buurt Warande-Oost als ruim voldoende worden beoordeeld. De waarderingen wijken over het algemeen genomen nauwelijks af van het gemeentelijk gemiddelde, hoewel de bewoners van huurwoningen in de sociale sector hun situatie gemiddeld iets hoger waarderen dan in Bergen op Zoom gemiddeld.
bewoners eigen woningen Warande-Oost Bergen op Zoom bewoners sociale huursector Warande-Oost Bergen op Zoom bewoners totaal Warande-Oost Bergen op Zoom
gehele woonsituatie
woning
woonomgeving
7,6 7,5
7,8 7,7
7,7 7,4
6,8 6,5
6,9 6,4
6,7 6,5
7,1 7,1
6,9 7,1
6,9 7,0
Tabel 3: Waardering woning en woonomgeving Bron:
Stichting Interface – Woningmarktonderzoek
9 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
leeftijdcategorie 0-3 4-11 12-17 18-24 25-39 40-54 55-64 64 jaar en ouder totaal absoluut
3.3 voorzieningen Voor wat betreft de in het gebied aanwezige voorzieningen, kan onderscheid worden aangebracht in maatschappelijke voorzieningen (scholen, kerken, e.d.) en andere voorzieningen met een commerciële achtergrond (winkels, kantoren).
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
10
3.3.1
maatschappelijke voorzieningen Onderwijsvoorzieningen In het gebied bevinden zich 2 scholen: basisschool De Verrekijker (Galenuslaan 1) en de praktijkschool (speciaal voortgezet onderwijs) Het Kwadrant (Oberonstraat 2). Volgens de prognoses zullen deze scholen vanaf 2004 geen uitbreiding krijgen. Bij Het Kwadrant wordt nu gewerkt aan uitbreiding tot totaal 10 lokalen. Tevens is in het plangebied een peuterspeelzaal gevestigd. Kerken Aan de Van Heelulaan in het A.M. de Jongpark is een rooms-katholieke kerk gevestigd. Naast de kerk wordt binnenkort op de hoek van de Van Heelulaan en de Rigelstraat een moskee gerealiseerd. Culturele voorzieningen Daarnaast herbergt de buurt voorzieningen, gericht op de buurtbevolking, zoals een buurthuis en een bibliotheek. Voorzieningen voor ouderen Aan de zuidrand van het plangebied, aan de Jupiterweg en de Argolaan, bevinden zich een serviceflat en een woonzorgcentrum voor ouderen. Eveneens is een steunpunt voor ouderen in de wijk aanwezig. Ziekenhuis Aan de oostkant van het plangebied bevindt zich, overheersend aanwezig door de vele bezoekers en het daarmee gepaard gaande verkeer dat het aantrekt, het ziekenhuis Lievensberg aan het Boerhaaveplein. Naast de algemene ziekenhuisfunctie kent het ziekenhuis nog een aantal specifieke functies. Het betreft de functies: • psychiatrische afdeling algemeen ziekenhuis (PAAZ) voor het gehele verzorgingsgebied van het streekgewest West-Brabant (dit is inclusief het verzorgingsgebied van het Fransiscusziekenhuis te Roosendaal) met 24 bedden en 8 deeltijdbehandelplaatsen; • de revalidatiedagbehandeling die uitgevoerd wordt in maatschapverband met het Revalidatiecentrum Breda en het Fransiscusziekenhuis te Roosendaal; • geriatrische afdeling algemeen ziekenhuis (GAAZ), waarbij Lievensberg de klinische (16 bedden) en vooralsnog ook de poliklinische functie uitoefent voor het gehele verzorgingsgebied van het streekgewest West-Brabant; • daarnaast heeft de Stichting Savelanden een erkende verpleeghuisafdeling met 10 bedden annex het ziekenhuis, welke op korte termijn uitgebreid kan worden tot 15 bedden (VAAZ). Op het voorterrein van het ziekenhuis is onder meer een dependance van de Bloedbank, een prothesewerkplaats en het audiologisch centrum van de Ammanstichting ondergebracht.
commerciële voorzieningen Winkelcentrum In het centrum van het plangebied is een wijkwinkelcentrum gesitueerd met winkels voor de belangrijkste dagelijkse levensbehoeften. Winkelcentrum Zonneplein vervult een krachtige wijkverzorgende functie. Deze functie is voor een belangrijk deel te danken aan de aantrekkingskracht van de supermarkt (AH5). Achter deze supermarkt gaat een redelijk compleet aanbod op buurtniveau schuil (o.a. Vershof). De toekomstige positie van winkelcentrum Zonneplein zou versterkt kunnen worden door completering van het aanbod (bijvoorbeeld toevoeging discountsupermarkt, huishoudelijke artikelenzaak). Een verdere uitbreiding is, mede gelet op de positie van de omliggende centra niet gewenst. De gemeente Bergen op Zoom heeft sinds de Nota Detailhandel Wijk- en buurtcentra 1992 en de Nota Perifere Detailhandel 1996 het ingezette beleid gestaag uitgevoerd. Particuliere partijen hebben daarbij eveneens een grote rol gespeeld. Een ontwikkeling die daarin wordt genoemd is upgrading van het winkelcentrum. Daarnaast zijn met name aan de randen van het plangebied een aantal (kleinschalige) bedrijven gevestigd. Aan de westkant gaat het om een garagebedrijf (met showroom) en enkele kantoren. Aan de noordkant bevindt zich een (tweede) garagebedrijf (met showroom), een benzineservicestation en een kantoorgebouw. Aan de noordoostzijde van het gebied zijn enkele bedrijven met kantoor en werkplaats gevestigd. Aan het Boerhaaveplein 7 is een inrichting voor het leveren van laboratoriumapparatuur annex cursus- en trainingscentrum voor laboratoriumapparaten gevestigd. In de gebouwen tussen de Marslaan en de Pegasuslaan zijn de kantoren van de Stichting Dienstverlening Akros, Assurantie Adviesgroep Quatro en de Sociaal Pedagogische Dienst en een tandarts gehuisvest.
3.4 groenstructuur De wijk Warande-Oost heeft 21,5 m² groen per inwoner. Het aantal m² groen ligt hiermee boven het gemiddelde van Bergen op Zoom van 10,5 m² groen per inwoner. Het groen bestaat uit een stelsel van strakke gazons, vakken met sierheesters en bomen, met name langs de ontsluitingswegen en rond de flatbebouwing. Aan de randen van de buurt zijn meer natuurlijke groenelementen (restanten bos, bosplantsoen) aanwezig. Binnen de bebouwing heerst een formele groenstructuur, rond de flats bepaald door gebruiksgroen, in de omgeving van de rijtjeshuizen bepaald door voornamelijk straatbomen en voortuinen. Ten oosten van de Dr. de Ramlaan kan het karakter worden omschreven als “wonen in het bos”, restanten van het bos zijn geïntegreerd in de bebouwing. Soms wordt het groen in de woonomgeving niet als optimaal onderhouden ervaren. De kwaliteit voldoet in het algemeen, met uitzondering van de hiërarchie van de secundaire ontsluitingsstructuur die niet altijd duidelijk is. Vanuit de kern van de buurt met een cultuurlijk karakter wordt overgaan naar een lossere, meer natuurlijke groenbehandeling aan de randen, waarbij het boomrijk maken van de buurt vooropstaat als doorzetting van het wonen in het bos in het zuidoostelijk deel.
11 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
3.3.2
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
12
Figuur 2:
Groenstructuur in Warande-Oost (Bron: groenstructuurplan Bergen op Zoom)
3.5 verkeer en ontsluiting 3.5.1
ontsluiting en bereikbaarheid autoverkeer De straten Sterrelaan, Mathijsenstraat, Dr. de Ramstraat, Olympiaplein en Huijbergsebaan hebben een ontsluitingsfunctie voor het plangebied. Op de Huijbergsebaan is een aansluiting op de rijksweg A4/A58. De rotonde aan de Huijbergsebaan/ Olympialaan is de belangrijkste toegang tot de stad vanuit het zuiden. Direct ten noorden van het plangebied is de Rooseveltlaan gesitueerd. Dit is de belangrijkste stadsentree van Bergen op Zoom vanaf de rijksweg A4/A58 tot het stadscentrum. Alle andere straten in het plangebied kennen uitsluitend bestemmingsverkeer. fietsverkeer Voor de gemeente Bergen op Zoom is door Goudappel Coffeng een verkeersveiligheidsplan opgesteld (1998). Ten behoeve van dit plan zijn voor een aantal locaties tellingen verricht. In tabel 4 is het aantal fietsers per 12-uursperiode weergegeven voor de straten die liggen in het plangebied Warande-Oost of de grens vormen van onderhavig plangebied. locatie Balsedreef Huijbersebaan
fietsers per 12 uursperiode 64 286
Tabel 4: Fietsers per 12-uursperiode (werkdag 7.00-19.00 uur, najaar 1996).
parkeren In het plangebied zijn aan het Boerhaaveplein, het Zonneplein en de Plejadenlaan parkeerterreinen gesitueerd. Daarnaast zijn verspreid over het plangebied tussen de woonbebouwing parkeerplaatsen aanwezig. 3.5.2
duurzaam veilig/ categorisering wegen Het belangrijkste doel van het reeds genoemde verkeersveiligheidsplan is het terugdringen van het aantal verkeersongevallen en slachtoffers in de gemeente. Met behulp van de verkeersongevalcijfers over de periode 1993-1997 en een computermodel is een verkeersveiligheidsanalyse voor Bergen op Zoom opgesteld. Naar aanleiding van deze analyse is een prioriteitsstelling gemaakt. Aan het gebied Warande-Oost is prioriteit II toegekend. Om een gewenste duurzaam veilige verkeersstructuur te kunnen realiseren, zijn verschillende maatregelen nodig om een maximaal reducerend effect op het aantal verkeersslachtoffers te kunnen bereiken. Te denken valt aan maatregelen op het gebied van infrastructuur, mobiliteit, ruimtelijke ordening en menselijk gedrag (de vier invalshoeken van Duurzaam Veilig). In het verkeersveiligheidsplan is voor het plangebied de volgende wegencategorisering aangegeven. Gebiedsontsluitingswegen Een gebiedsontsluitingsweg wikkelt het verkeer af van en naar het verblijfsgebied. Gebiedsontsluitingswegen komen uit op stroomwegen. Stroomwegen vormen verbindingen tussen regio’s. Het Olympiaplein, de Dr. de Ramlaan, Mathijsenstraat en Sterrelaan maken onderdeel uit van de categorie gebiedsontsluitingswegen type 3 binnen de bebouwde kom. De Huijbergsebaan maakt onderdeel uit van de categorie gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom. De A4/A58 behoort tot de categorie stroomweg buiten de bebouwde kom. Verblijfsgebied Gemeenten hebben zich verplicht om in 2001 50% van de verblijfsgebieden (gedeeltelijk) ingericht te hebben als 30 km-zone. Het gebied Warande-Oost is één van de gebieden die in het uitvoeringsprogramma is aangewezen om gedeeltelijk als 30 km/uur in te richten. Het 30 km/uur -regime zal niet gaan gelden voor de in het plangebied gelegen gebiedsontsluitings- en stroomwegen.
13 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
De straten Huijbergsebaan, Olympiaplein, Dr. de Ramlaan, Mathijsenstraat en Sterrelaan maken deel uit van het primaire fietsroutenetwerk van Bergen op Zoom. Voor de wegen Dr. de Ramlaan, Mathijsenstraat en Sterrelaan is de aanleg van fietsvoorzieningen (aparte fietsstroken) in het uitvoeringsprogramma van het verkeersveiligheidsprogramma opgenomen. De straten Beukenlaan en Van Heelulaan maken deel uit van het secundaire fietsroutenetwerk van Bergen op Zoom.
3.6 milieuaspecten 3.6.1 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
14
bedrijven en milieuzonering
3.6.1.1
Algemeen Milieuzonering is in de ruimtelijke ordening het rekening houden met milieuhinder van bedrijven ten opzichte van milieugevoelige functies. Om de gemeenten een handreiking te bieden voor een verantwoord inpassen van bedrijvigheid in haar fysieke omgeving of van gevoelige functies nabij bedrijven, is door de VNG de publicatie “Bedrijven en milieuzonering” (geheel herziene uitgave juli 1999, verbeterd en herdrukt in 2001) opgesteld. In die publicatie is een basiszoneringslijst opgenomen. In deze lijst zijn bedrijven op grond van hun potentiële milieubelasting ingedeeld in zes categorieën. Categorie 1 staat voor de laagste potentiële milieubelastingen en categorie 6 staat voor de hoogste potentiële milieubelasting. De basis zoneringslijst inclusief categorie-indeling en afstandscriteria zijn voor dit bestemmingsplan als uitgangspunt gehanteerd.
3.6.1.2
Bestaande bedrijven De bestaande bedrijven in het plangebied “Warande-Oost”, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze toelichting, zijn zeer verschillend van aard en omvang en vallen alle in de categorieën 1 en 2. Ten tijde van de verlening van de milieuvergunning of de behandeling van de melding voor de bestaande bedrijven is er getoetst aan de fysieke bestaande situatie waarbij per milieuaspect een afweging is gemaakt met het oog op de omgeving. Bij vergunningplichtige bedrijven is de milieubelasting op basis daarvan door middel van voorschriften begrensd. Bij meldingsplichtige bedrijven zijn eventueel, naast de algemeen geldende voorschriften, nadere eisen gesteld.
3.6.1.3
Nieuwe bedrijven Ten tijde van dit onderzoek (juni 2003) is er geen sprake van procedures in het kader van de Wet milieubeheer ten behoeve van de vestiging van nieuwe bedrijven in het plangebied.
3.6.2
geluid
3.6.2.1
Inleiding In de Wet geluidhinder is bepaald dat voor locaties in het bestemmingsplan waar woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen kunnen worden gerealiseerd, de geluidbelasting wordt onderzocht binnen de zones behorende bij verkeerswegen, spoorwegen en industrieterreinen. Het plangebied ligt noch binnen de zone van een spoorweg noch binnen de zone van een ingevolge de Wet geluidhinder gezoneerd industrieterrein. Op deze zaken wordt derhalve niet ingegaan.
3.6.2.2
Wegverkeerslawaai In het kader van dit bestemmingsplan is de invloed van het wegverkeer van belang voor de projecties van het appartementencomplex aan de Saturnuslaan en het ziekenhuis. Voor de al aanwezige geluidgevoelige functies is, omdat voor deze functies de situatie namelijk niet gewijzigd is, het bestemmingsplan conserverend. In dit bestemmingsplan wordt alleen de huidige situatie vastgelegd.
De gevolgen van de invloed van het wegverkeer met betrekking tot de realisatie van het appartementencomplex aan de Saturnuslaan, zijn reeds in een artikel 19 lid 1 procedure van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan de orde geweest. Met betrekking tot het ziekenhuis Lievensberg, zijn in het bestemmingsplan “Warande 1978, 4e herziening” reeds de gevolgen van de invloed van het wegverkeer behandeld. Het uitbreiden van het ziekenhuis Lievensberg op het perceel Boerhaaveplein 7 behoort op grond van onderhavig bestemmingsplan tot de mogelijkheden. Tevens zijn om een indruk te krijgen van de toekomstige geluidsbelasting in het plangebied voor het peiljaar 2015 diverse geluidkaarten opgesteld. In bijlage 2 zijn de resultaten weergegeven voor respectievelijk de situatie conform nieuw beleid en de situatie waarbij de verkeerscijfers voor het jaar 2001 met een groeipercentage van 1,5% per jaar opgehoogd zijn naar het jaar 2015. Per weg die een doorstroomfunctie heeft (niet zijnde 30 km/uur gebieden) is door middel van kleurvakken de geluidbelasting in het betreffende woongebied aangeduid. 3.6.2.3
Bedrijven Voor de inrichtingen (bedrijven) in de zin van de Wet milieubeheer gelden de geluidsvoorschriften, verbonden aan de milieuvergunning of de algemene maatregel van bestuur ingevolge artikel 8.40 Wet milieubeheer. In deze voorschriften worden maxima gesteld aan de geluidsniveaus die de inrichting mag veroorzaken, gemeten ter plaatse van de gevel van woningen van derden. Zo wordt geluidhinder voorkomen. Op basis van het dossieronderzoek kan worden geconcludeerd dat zich in het plangebied geen bedrijven bevinden die geluidhinder in de omgeving veroorzaken.
15 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
Ten behoeve van de projecties van het appartementencomplex aan de Saturnuslaan en het ziekenhuis zijn drie onderzoeken uitgevoerd. De resultaten van deze onderzoeken zijn gepresenteerd in de memo van de Regionale Milieudienst West-Brabant (RMD) d.d. 25 juni 2002, gericht aan de gemeente Bergen op Zoom, het “Akoestisch onderzoek bestemmingsmogelijkheden ziekenhuisterrein te Bergen op Zoom”, d.d. juni 2003 met projectnummer 10204711.G1/RV en het advies “Milieuaspecten uitbreiding ziekenhuis Lievensberg”, d.d. oktober 2004. De conclusies uit de onderzoeken luiden: • Appartementencomplex Saturnuslaan Er hoeft op grond van artikel 82a dan wel op grond van 83 van de Wet geluidhinder, geen verzoek om hogere grenswaarde bij Gedeputeerde Staten ingediend te worden. • Ziekenhuis Door het toepassen van zogenoemde “dove gevels” bestaat voor het ziekenhuis in principe de mogelijkheid om elke bouwblok waar dan ook op het terrein van het ziekenhuis, waarin geluidgevoelige ruimten zijn opgenomen, te realiseren. Deze gebouwen kunnen tevens dienen als afscherming voor de achterliggende gebouwen. Indien de gevels van de nieuwbouw uitgevoerd worden als “dove gevels” dan hoeft er geen ontheffingsverzoek ingediend te worden. • Ziekenhuis De noord-, oost- en zuidgevels van het pand Boerhaaveplein 7 dienen geluiddicht te worden uitgevoerd, zodat toetsing aan de in de Wet geluidhinder genoemde grenswaarden niet hoeft plaats te vinden. Wel dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan het gestelde in het Bouwbesluit.
3.6.2.4
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
16
3.6.3
Realisatie van een Moskee aan de Rigelstraat. Op verzoek van de gemeente Bergen op Zoom is door de RMD een onderzoek verricht naar de te verwachten geluidbelasting vanwege de activiteiten behorende bij de Moskee, die geprojecteerd is op de hoek van de Van Heelulaan/Rigelstraat. De resultaten van dit onderzoek zijn weergegeven in de notitie van 21 maart 2003 van de RMD, gericht aan de gemeente Bergen op Zoom. De conclusie uit het onderzoek luidt: Ondanks dat de Moskee binnen een afstand van 30 meter van geluidgevoelige bestemmingen gesitueerd is, kan aan de streefwaarde, die ingevolge de VNG-publicatie geldt voldaan worden. Indien de Moskee onder het Besluit woon- en verblijfsgebouwen valt, dan kan door middel van een nadere eis het gebruik van het minaret vastgelegd worden. Indien de Moskee niet onder het Besluit valt, dan dient het bevoegd gezag in het kader van de APV het gebruik van het minaret vast te leggen. Een en ander is reeds in het kader van een artikel 19 lid 1 procedure van de Wet op de Ruimtelijke Ordening geregeld. geur en luchtkwaliteit
3.6.3.1
Bedrijven Voor de bestaande bedrijven is ten aanzien van de milieuaspecten luchtkwaliteit en geur een dossieronderzoek (onder andere milieuvergunningen, controlerapporten, klachtenoverzichten) uitgevoerd. Op basis van het dossieronderzoek kan, uitgaande van de geldende wet- en regelgeving, worden geconcludeerd dat er zich in en rond het plangebied een aantal bedrijven bevindt dat ten aanzien van de milieuaspecten luchtkwaliteit en geur, bedrijfsactiviteiten uitvoeren die een beperkt negatieve invloed hebben op de omgeving. De invloed van deze activiteiten wordt op grond van bestaande (woon)bebouwing reeds in het kader van de Wet milieubeheer, door middel van de een vergunning of Algemene Maatregel van Bestuur, voldoende beperkt. Buiten het plangebied zijn geen bedrijven gelegen die een substantiële geuremissie veroorzaken waarvan de invloed tot in het plangebied reikt. Met betrekking tot de luchtkwaliteit en geur veroorzaakt door bedrijven zijn er geen belemmeringen voor eventuele nieuwe ontwikkelingen in het plangebied.
3.6.3.2
Luchtkwaliteit wegverkeer en de bijdrage van bedrijven Industrie en wegverkeer zijn de twee belangrijkste bronnen van de uitstoot van schadelijke stoffen. Het Besluit luchtkwaliteit (inwerking getreden op 19 juli 2001), dat betrekking heeft op beide bronnen, bevat voor gemeenten een rapportageplicht richting provincie. De gemeente Bergen op Zoom heeft in dit kader een concentratieberekening en een inventarisatie uitgevoerd. Daarbij zijn ook gegevens van de provincie (m.b.t. industrie) en rijkswaterstaat (m.b.t. snelwegen) gehanteerd. Het resultaat is opgenomen in een rapport d.d. 2 juli 2002. In de inventarisatie zijn 3 wegen opgenomen die in het plangebied zijn gelegen: de Rooseveltlaan, het Boerhaaveplein en de A58/A4. Uit de rapportage is gebleken dat er voor de stoffen benzeen, koolmonoxide, lood en zwaveldioxide geen overschrijdingen van de grenswaarden optreden. Voor stikstofdioxide en fijn stof (PM10) treedt nergens een overschrijding van de plandrempels op. Bovenstaande betekent dat er geen overschrijding is van de wettelijke normen.
Met betrekking tot de luchtkwaliteit veroorzaakt door het wegverkeer (in combinatie met de bijdrage van de industrie) is de verwachting dat er geen overschrijding van de grenswaarden optreedt. 3.6.4 3.6.4.1
Externe veiligheid Bedrijven In februari 2002 is het "Ontwerp-besluit kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen milieubeheer" in de staatscourant gepubliceerd. Op 10 juni 2004 is de definitieve versie van het Besluit gepubliceerd in het Staatsblad. Het besluit treedt vanaf 1 juli 2004 gefaseerd in werking. Het besluit is gericht aan het bevoegd gezag inzake de Wet milieubeheer en de WRO en heeft onder meer tot doel dat bestaande situaties waarbij op grond van de huidige inzichten bepaalde risiconormen worden overschreden, gesaneerd worden. In de directe omgeving van het plangebied zijn geen bedrijven gelegen waarop het 'ontwerpbesluit Kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen milieubeheer' van toepassing is. Derhalve is toetsing aan risico's veroorzaakt door bedrijvigheid niet aan de orde. In de directe omgeving van het plangebied bevindt zich een LPG-tankstation, gelegen aan de Gagelboslaan 161. De plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar, evenals de 1% letaliteitafstand reikt niet tot in het plangebied.
3.6.4.2
Wegverkeer De risicocontour van de rijksweg is gebaseerd op de vijfjaarlijkse inventarisatie door de provincie Noord-Brabant van de door het verkeer veroorzaakte risico's op doorgaande wegen, uitgevoerd in 1997. De prognose voor de situatie in 2010 geeft als resultaat een risicocontour van 50 meter, gemeten vanaf het hart van de rijksweg A58/A4. De voorgestane uitbreidingsplannen en het mede daarop gebaseerde nieuwe bebouwingsvlak liggen ruim buiten genoemde risicocontour. Het groepsrisico veroorzaakt door het wegverkeer is ruim onder de oriënterende waarde gelegen en zal door de uitbreidingsplannen niet wijzigen.
17 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
Toelichting: plandrempel en grenswaarde In het Besluit luchtkwaliteit worden grenswaarden en plandrempels gegeven voor verschillende luchtverontreinigende stoffen. Een grenswaarde geeft een niveau van luchtkwaliteit aan dat voor de stoffen benzeen, zwaveldioxide, koolmonoxide en lood reeds moet zijn bereikt. Voor stikstofdioxide en fijn stof (PM10) geven de grenswaarden een niveau aan dat in de toekomst moet worden bereikt. Voor fijn stof geldt dit voor 2005 voor stikstofdioxide geldt dit voor 2010. Een plandrempel kan worden beschouwd als een tijdelijk verhoogde grenswaarde die elk jaar iets wordt aangescherpt totdat in 2005 c.q. 2010 de plandrempel overeenkomt met de grenswaarde. Indien men onder de plandrempel blijft dan is de verwachting dat, door generiek (nationaal) beleid en verbetering en toepassing van de stand der techniek, in de toekomst de grenswaarde niet zal worden overschreden.
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
18
Het verschijnen van de 'Risicoatlas wegtransport gevaarlijke stoffen' (Adviesgroep AVIV BV, i.o.v. het ministerie van Verkeer en Waterstaat) in maart 2003 is aanleiding geweest om de risicoanalyse externe veiligheid te actualiseren. Sinds het verschijnen van de risicoatlas 1997 zijn door vrijwel alle provincies hernieuwde waarnemingen van het transport van gevaarlijke stoffen uitgevoerd. Tevens is - gebaseerd op deze waarnemingen en recente gegevens voor de bebouwing langs de wegen de berekening van het risiconiveau geactualiseerd. De risicoatlas kan door gemeenten en provincies worden gebruikt om na te gaan waar er aandachtspunten voor de externe veiligheid zijn, die bij lokale planontwikkeling gedetailleerd moeten worden beoordeeld. De risicobenadering externe veiligheid kent twee begrippen om het risiconiveau voor activiteiten met gevaarlijke stoffen in relatie tot de omgeving aan te geven. Deze begrippen zijn het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Toelichting plaatsgebonden risico: Het plaatsgebonden risico is een maat voor het overlijdensrisico op een bepaalde plaats. Hierbij is het niet van belang of op die plaats daadwerkelijk een persoon aanwezig is, zoals het voorheen gebruikte begrip individueel risico suggereert. Bij het plaatsgebonden risico gaat het om de kans per jaar dat een gemiddelde persoon op een bepaalde geografische plaats in de omgeving van een transportroute overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen op die route, ervan uitgaande dat die persoon onbeschermd en permanent op die plaats aanwezig is. Anders gezegd, het plaatsgebonden risico is een rekenkundig begrip. Het plaatsgebonden risico kan worden weergegeven door een lijn op een kaart die de punten met een gelijk risico met elkaar verbindt (zogeheten risicocontour). Een contour is parallel aan het weg-, spoor-, water of leidingtraject gelegen. Bij gelijkblijvende intensiteiten (geen splitsing of samenkomen van vervoersstromen) blijft ook de contour op dezelfde afstand van het traject. Dergelijke contouren zijn van belang bij de beoordeling of een risicovolle activiteit of een risicogevoelige bestemming op een bepaalde plaats kan worden toegestaan. De huidige norm voor bestaande situaties is een kans van 10 -5/jaar. Voor nieuwe situaties is dit 10 6/jaar. Toelichting groepsrisico: Het groepsrisico (GR) is de kans per jaar, per kilometertraject, dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van één ongeval op een transportroute waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. Dit risico laat zich niet in de vorm van een risicocontour op een kaart weergeven, maar kan wel worden vertaald in een dichtheid van personen per hectare. Hoe meer personen per hectare in het schadegebied van een hier bedoeld ongeval aanwezig zijn, hoe groter het aantal (potentiële) slachtoffers is. Het groepsrisico kan worden weergegeven in een grafiek met op de horizontale as het aantal dodelijke slachtoffers en op de verticale as de cumulatieve kansen per jaar op ten minste dat aantal slachtoffers. Het groepsrisico is vooralsnog een buitenwettelijke oriëntatienorm. Voor een ongeval met 10 doden geldt een kans van 10 -4/jaar, voor 100 doden is die 10 –6/jaar enz.
Mede naar aanleiding van het verschijnen van de nieuwe Risicoatlas heeft Rijkswaterstaat directie Noord-Brabant bij het bestemmingsplan “Warande 1978, 4e herziening” geadviseerd een aanvullend onderzoek uit te voeren om aan te tonen dat voldaan wordt aan de wettelijke normstelling Externe Veiligheid. De gemeente heeft dienaangaande bureau AVIV (tevens opsteller van de risicoatlas) verzocht dit onderzoek uit te voeren. Conclusie AVIV-onderzoek: Het risico van wegtransport is door bureau AVIV berekend doormiddel van de IPO-RBMmethodiek, waarbij de volgende aspecten worden bekeken: 1) de transportintensiteit van gevaarlijke stoffen; 2) de uitstromingsfrequentie (de kans per voertuigkilometer dat een tankauto met gevaarlijke stoffen betrokken raakt bij een ongeval zodanig dat er uitstroming van de stof optreedt); 3) het aantal personen dat langs de route blootgesteld wordt aan de gevolgen van een ongeval. Het externe veiligheidsrisico voor de A58/A4 is berekend voor verschillende veronderstellingen voor de transportintensiteit GF3 (brandbaar gas) en de uitstromingsfrequentie. Het is aannemelijk gemaakt dat de transportintensiteit GF3 blijvend later is dan voorheen, omdat een exportstroom tussen Rotterdam en Antwerpen thans per schip wordt afgehandeld. De afstand tot de grenswaarde van het PR is dan voor de standaard uitstromingsfrequentie minder dan 50 m. Deze afstand vormt geen belemmering voor de wijziging van het bestemmingsplan. Voor wat betreft een beoordeling van een relevant hogere of lagere uitstromingsfrequentie kan gebruik worden gemaakt van de letselongevalfrequentie. Als de letselongevalfrequentie hoger is dan gemiddeld wordt verondersteld dat ook de uitstromingsfrequentie hoger zal zijn dan gemiddeld. Voor de in het onderzoek beschouwde wegdelen lijkt de letselongevalfrequentie 1.8 keer zo groot te zijn als voor een gemiddelde autosnelweg. Dit wordt wellicht veroorzaakt doordat twee aansluitingen relatief dicht op elkaar gesitueerd zijn en de frequentie dus bepaald wordt voor een wegvak met een geringe lengte. Vier van de zes letselongevallen hebben plaatsgevonden op de hoofdrijbaan bij de op- en afritten. De afleiding is echter gebaseerd op het geringe aantal van de de zes letselongevallen in een periode van vijf jaar. De statistische onbetrouwbaarheid van de afgeleid letselongevalsfrequentie is daarom groot. Het aantal ongevallen (zowel letsel als uitsluitend materiële schade) is op dit weggedeelte lager dan het landelijk gemiddelde.
1
ziekenhuizen zijn als kwetsbare bestemming/gevoeligheid gelijk te stellen met woonbebouwing.
19 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
De risicoatlas 2003 geeft aan dat de A58/A4 voor het wegvak knooppunt Zoomland knooppunt Markiezaat een PR-contour als mogelijk knelpunt geldt (een locatie met aaneengesloten woonbebouwing1 binnen de 10-6/jr contour). Voor dit wegvak geldt als aan te houden afstand tussen de as van de A58/A4 en nieuwe kwetsbare bestemmingen een afstand van 80 meter. Deze afstand vormde mogelijk een probleem, omdat de uitbreiding van het ziekenhuis, zoals opgenomen in het bestemmingsplan “Warande 1978, 4e herziening” gedeeltelijk was voorzien binnen de contour van 80 m. Voor wat betreft het GR geldt dat de A58/A4 tussen het knooppunt Zoomland en knooppunt Markiezaat op twee locaties een GR heeft dat groter is dan de oriënterende waarde (resp. een rang van 0.47 en 0.23, inhoudende dat het GR ter plaatse 4,7 en 2,3 keer zo groot is dan de oriënterende waarde).
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
20
Deze analyse van de plaatsgevonden (letsel)ongevallen leidt niet tot een eenduidig oordeel dat de standaard uitstromingsfrequentie voor dit weggedeelte dient te worden opgehoogd. In de huidige situatie wordt de oriënterende waarde van het GR overschreden, ongeacht de verschillende veronderstellingen voor de transportintensiteit GF2 en de uitstromingsfrequentie. Door de nieuwbouwplannen neemt het GR mogelijk in beperkte mate toe, omdat er nu wellicht net wat meer personen zich relatief dicht op de as van de weg bevinden. De toenamen wordt als gering beoordeeld vergeleken met de reeds bestaande overschrijding. Uitbreiding ziekenhuis perceel Boerhaaveplein 7 Voor het doorgaand verkeer is gebruik gemaakt van de “Risicoatlas wegtransport gevaarlijke stoffen, Rijkswaterstaat 2003”. In de omgeving van de locatie zijn de globale bevolkingsdichtheden vervangen door gedetailleerde gegevens. Hiertoe zijn onder meer gegevens uit het rapport Externe veiligheid A4/A58 Bergen op Zoom locatie Ziekenhuis Lievensberg, AVIV 2003” gebruikt. Voor een berekening van de risico’s veroorzaakt door het doorgaand verkeer is de IPO-RBM software gebruikt. Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico van 10 -6/jaar is gelegen op een afstand van 45 meter vanaf de as van de weg. De locatie is gelegen op 70 meter vanaf de as van de weg. De uitbreiding kan op grond van de norm voor het plaatsgebonden risico worden gerealiseerd. Groepsrisico De uitbreiding is voorzien ter plaatse van bestaande bedrijvigheid. In eerder genoemde risicoberekening van AVIV is reeds een aantal van 106 werkenden voorzien. In die risicoberekening is geen onderscheid gemaakt in verblijftijd van personen vanwege het feit dat het vervoer gevaarlijke stoffen voor 80% overdag, enkel op werkdagen, plaatsvindt. Dit betekent dat werkenden en bewoners globaal aan dezelfde risico’s worden blootgesteld. Op basis van de “Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen” is vervangende nieuwbouw toegestaan en hoeft een “bestemmingswijziging” waarbij er maximaal 106 personen zullen verblijven niet getoetst te worden. Het maximaal berekende groepsrisico voor de huidige situatie geeft een overschrijding van de oriënterende waarde met ruim een factor 4. Na realisatie van de uitbreiding waarbij 200 personen zullen verblijven neemt het groepsrisico marginaal toe maar de maximale overschrijding blijft gelijk. Overleg/Vrijwaringszone A58/A4 In het Nationale Verkeers- en Vervoersplan is het begrip “vrijwaringszone” geïntroduceerd. Rondom het hoofdwegennet, het hoofdspoorwegennet en het hoofdvaarwegennet worden vrijwaringszones gerealiseerd, welke dienen om oplossingen voor mogelijke toekomstige knelpunten in de infrastructuur niet te belemmeren. Daarbij wordt ernaar gestreefd de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren en mogelijkheden open te houden voor bundeling van functies die met infrastructuur kunnen worden gecombineerd. Het Streekplan 2002 heeft deze vrijwaringszone overgenomen (echter onder de benaming “overlegzone”). Met het oog op bovenstaande uitgangspunten dient een restrictief bouwbeleid te worden gevoerd rondom belangrijke bestaande en nieuw aan te leggen infrastructuur. De bepaling van de omvang van het niet of beperkt te bebouwen gebied is maatwerk.
3.6.4.3
3.6.5
Railverkeer De meest westelijke grens van plangebied is op 400 meter vanaf het doorgaand spoor Roosendaal-Vlissingen gelegen. Dit is ruim buiten de toetsingszone van 200 meter. Er heeft derhalve geen toetsing plaatsgevonden. Bodem
3.6.5.1
Historie ontwikkeling Warande-Oost Tot eind jaren zestig werd het bestemmingsplangebied gebruik voor agrarische doeleinden. De eerste (lint)bebouwing in de wijk dateert van eind jaren zestig. Op dat moment was de Cort Heijligerskazerne al aanwezig (1939). Het gebied transformeerde vervolgens langzaam in een volledige woonwijk. Rond 1980 wordt het huidige stratenpatroon definitief vastgesteld.
3.6.5.2
Bodemopbouw In tabel 5 is weergegeven hoe de regionale bodemopbouw van de diepere ondergrond er globaal uitziet. laagdikte in m t.o.v NAP + 10 tot – 60 - 60
classificatie
formatie/ groep
afzetting
eerste watervoerende pakket scheidende laag
formatie van Tegelen
fijne tot grove zanden klei en sterk slib houdend zand
formatie van Oosterhout
Tabel 5: Regionale bodemopbouw van de diepere ondergrond
In tabel 6 is weergegeven hoe de ondiepe bodemopbouw er globaal uitziet. diepte grondsoort kleur 0 - 2 m -mv matig fijn zand bruin 2 - 4 m -mv leem/ bruingrijs leemlaagjes afgewisseld met zandlaagjes > 4 m -mv onbekend onbekend Tabel 6: Ondiepe bodemopbouw
21 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
In overleg tussen beheerder van de betreffende infrastructuur en de betrokken gemeente(n) moet dit worden uitgewerkt. Binnen de overlegzones worden vastgestelde en vigerende ruimtelijke plannen overigens gerespecteerd. In paragraaf 3.6.1. van het in 2002 vastgestelde streekplan “Brabant in Balans” wordt aangegeven dat het beleid ten aanzien van overlegzones nog nader dient te worden uitgewerkt. In voornoemde paragraaf 3.6.1. wordt echter al een duidelijke basis neergelegd, waar aan voldoen moet worden. In het kader van de opstelling van het bestemmingsplan “Warande 1978, 4e herziening” heeft overleg plaatsgevonden tussen de gemeente Bergen op Zoom, ziekenhuis Lievensberg en Rijkswaterstaat directie Noord-Brabant (beheerder A58/A4). Naar aanleiding daarvan is een zone van 50 meter gerekend vanaf de wegkant van de rijksweg als grens van het nieuwe bebouwingsvlak afgesproken. Bestaande bebouwing binnen deze zone wordt gerespecteerd. Opgemerkt wordt dat de uitbreiding van het ziekenhuis op het perceel Boerhaaveplein 7 is gelegen buiten de op de plankaart opgenomen vrijwaringszone/overlegzone.
In algemene zin is er sprake van een infiltratiegebied. De infiltrerende werking van de bodem is echter beperkt.
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
22
3.6.5.3
Historische bodemverontreinigingen Het huidige stratenpatroon van de wijk Warande Oost dateert van eind jaren ’80. Tot deze tijd was het niet ongebruikelijk wegen aan te leggen, te herstellen of te verhogen met (afval)materiaal die de bodem kunnen verontreinigingen. Hierbij moet met name gedacht worden aan puin en verontreinigde grond. Men dient er derhalve vanuit te gaan dat de bodemkwaliteit ter plaatse van de wegen niet overeenkomt met de algemene bodemkwaliteit van de wijk. Bij een eventuele reconstructie van een weg dient men bedacht te zijn op eventuele aanwezigheid van verschillende soorten bodemverontreiniging. Aangezien de meeste bebouwing in de woonwijk dateert van na 1966 komen er in de woonwijk nagenoeg geen (ondergrondse) brandstoftanks voor. Voor zover bekend zijn er in het bestemmingsplangebied nog maar weinig bodemonderzoeksresultaten bekend. Uit de beschikbare bodemonderzoeken kan worden opgemaakt dat de bodem licht is verontreinigd met PAK en in mindere mate met zware metalen.
3.6.5.4
Wbb-locatie Locaties waar een vermoeden bestaat van een ernstige bodemverontreiniging zijn opgenomen in het provinciale bodemsaneringsprogramma. In het definitieve Programma Bodemsanering 2001 wordt melding gemaakt van vijf Wbb-locaties binnen de wijk Warande Oost. In tabel 7 zijn deze Wbb-locaties opgenomen. adres Van Heelulaan 81
Wbb-code 045/0017
Beukenlaan 21 Saturnuslaan 75
045/0040 045/0057
Rooseveltlaan 194
045/0112
Saturnuslaan 79
045/0054
(voormalige) activiteit benzineservicestation (niet verontreinigd) Cort Heyligerskazerne benzineservicestation (gesaneerd) benzineservicestation (gesaneerd) benzineservicestation (gesaneerd)
Tabel 7: Wbb-locaties
Ten behoeve van de bovenstaande informatie zijn de volgende bronnen geraadpleegd: archief Bergen op Zoom, grondwaterkaart van Nederland (Dienst Grondwaterverkenning TNO, Delft, 1985), bodemdossiers wijk en het tankarchief Bergen op Zoom.
3.7 water 3.7.1
Vigerend beleid en algemene uitgangspunten
3.7.1.1
Provincie De provincie verzorgt de planvorming voor het beleidsveld water op regionaal niveau. In de partiële herziening van het Waterhuishoudingsplan 2 van Noord-Brabant (beleid voor de periode 2003- 2006) is de deelfunctie “water in bebouwd gebied” toegekend aan het plangebied en omgeving voor de huidige situatie. In het waterhuishoudingsplan zijn enkele algemene uitgangspunten genoemd waarmee bij de inrichting van het plangebied rekening moet worden gehouden: • scheiding van relatief schone en vuile waterstromen binnen het rioolwatersysteem realiseren; • zoeken naar mogelijkheden voor infiltratie en/of conservering van hemelwater teneinde de verdrogingsproblematiek tegen te gaan; • in vroegtijdig stadium de mogelijkheden van afkoppelen en het opnemen van retentiebekkens bezien.
3.7.1.2
Waterschap Waterschap Brabantse Delta is belast met het beheer van het oppervlaktewater. Het beheer betreft zowel het waterkwaliteits- als het waterkwantiteitsbeheer. Het beleid van deze waterbeheerder is verwoord in het Integraal Waterbeheersplan West-Brabant (IWWB-2) dat in 2001 is vastgesteld. Voor het waterschap vormen de nieuwste inzichten gericht op duurzaam stedelijk waterbeheer het uitgangspunt voor de inrichting en het beheer van stedelijk water. Het plan valt volgens de “Keur” van het waterschap binnen de aangewezen “Bijzondere Beheersgebieden” (BB gebieden). Voor BB gebieden wordt gestreefd naar minimaal een standstill van de hydrologische situatie en maximaal naar volledig herstel van grondwaterstanden en kwelsituaties. Alle afvoer, aanvoer, lozing en onttrekking van water op of uit oppervlaktewater is vergunningsplichtig bij het waterschap. Dit wil zeggen dat ook voor alle lozingen door middel van drainage en onderbemaling een vergunning vereist is.
3.7.1.3
Gemeente De gemeente dient zorg te dragen voor een doelmatige inzameling en transport van het afvalwater dat binnen haar grondgebied vrijkomt (zorgplicht). Als middel voor de inzameling en het transport van afvalwater wordt in het algemeen de riolering aangewend. Het ingezamelde afvalwater al dan niet vermengd met regenwater verlaat de riolering via bijvoorbeeld het overnamepunt naar de rioolwaterzuiveringsinrichting, via de overstorten of via de nooduitlaten. In alle gevallen is (zijn) de waterkwaliteitsbeheerder(s) de ontvangende partij(en). Voor dit plangebied is dat het waterschap Brabantse Delta. Op waterhuishoudkundig gebied zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het bouwrijp maken, woonrijp houden en de ontwatering van het stedelijk gebied. De gemeente zorgt verder voor de ruimtelijke inpassing van diverse voorzieningen voor het waterbeheer, zoals retentievijvers. Bij het opstellen van bestemmingsplannen wordt rekening gehouden met integraal waterbeleid en rioleringsplannen.
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
23
Voor de gemeente Bergen op Zoom is in 2001 een Waterplan opgesteld waarin alle verschijningsvormen van water in samenhang zijn bekeken. De hoofddoelstelling van dit Waterplan is als volgt geformuleerd: Herstel van veilige, gezonde, duurzame en veerkrachtige watersystemen en een waterketen die tot een samenhangend geheel gesmeed moet worden, waarbij de verbetering van het leefmilieu van mens, plant en dier centraal staat. Daarnaast moeten economische en ecologische ontwikkeling zoveel mogelijk met elkaar in evenwicht zijn.
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
24
De opstelling van dit plan is gebeurd in samenwerking met het hoogheemraadschap van West-Brabant, het waterschap Het Scheldekwartier (welke allebei begin 2004 zijn opgegaan in het waterschap Brabantse Delta), het waterleidingbedrijf WNWB (inmiddels opgegaan in Brabant Water), de provincie Noord-Brabant en Rijkswaterstaat NoordBrabant. Het Waterplan is eind februari 2002 door de gemeenteraad vastgesteld. Het vigerende Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) van Bergen op Zoom is onlangs geactualiseerd op basis van de uitgangspunten zoals verwoord in het Waterplan en in 2003 vastgesteld. 3.7.2
huidige situatie
3.7.2.1
Oppervlaktewater Het plangebied ligt in het stroomgebied De Zoom. In het gebied is momenteel nauwelijks oppervlaktewater (meer) aanwezig. De sloten langs de rijksweg vormen nog het enige zichtbare oppervlaktewater. De afwatering van het gebied gebeurt dus nauwelijks meer door oppervlaktewater. Voor het merendeel vindt de afwatering met name plaats via de aanwezige gemengde riolering (zie regen- en afvalwatersysteem).
3.7.2.2
Grondwater In algemene zin is in het gebied sprake van inzijging en voor een klein gedeelte van (lokale) kwel. Het freatisch grondwaterniveau binnen het plangebied bevindt zich op ca. 1 tot 3 meter onder maaiveld afhankelijk van het seizoen. In het laag gelegen deel van het gebied oostelijk van het A.M. De Jong park, de zogenaamde “Sterrebuurt” en ook wel bekend als de kuil, is in natte perioden als gevolg van ondiep aanwezige slecht doorlatende leemlagen in de bodem sprake van grondwateroverlast bij de laagst gelegen woningen.
3.7.2.3
Grondwaterbeschermingsgebied Het plangebied ligt min of meer geheel in het grondwaterbeschermingsgebied behorende bij waterwingebied Bergen op Zoom (Mondaf). In de Provinciale Milieuverordening (2001 e.v.) zijn beschermingszones en boringsvrije zones aangewezen rond waterwingebieden, en regels gesteld voor activiteiten in deze zones die de kwaliteit van het grondwater kunnen bedreigen. In de beschermingszone van het grondwaterbeschermingsgebied geldt als algemene beleidslijn dat bij nieuwbouw, vervangende nieuwbouw en uitbreiding van bestaande bebouwing, de risico's voor de kwaliteit van het grondwater zo klein mogelijk dienen te blijven en dat er indien nodig aanvullende, beschermende maatregelen worden getroffen, die redelijkerwijs nodig zijn om grondwatervervuiling te voorkomen.
Naar aanleiding van de aanwezigheid van het grondwaterbeschermingsgebied heeft op 17 juli 2003 een overleg plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van de gemeente, ziekenhuis Lievensberg, Regionale Milieudienst, provincie Noord-Brabant en Brabant Water. Het besprekingsverslag is opgenomen als bijlage. De resultaten van dit overleg zijn in dit bestemmingsplan verwerkt. 3.7.2.4
3.7.3
Regen- en afvalwatersysteem Het regen- en afvalwater wordt voor het grootste deel van het gebied middels een gemengd (riool)stelsel ingezameld en afgevoerd. De afvoer betreft riooldistrict 2 van het hoofdgemaalgebied. nieuwe situatie
3.7.3.1
Oppervlaktewater Algemeen Het is verboden zonder vergunning van het waterschap water te lozen in, te onttrekken aan, aan te voeren uit of af te voeren naar oppervlaktewateren volgens artikel 3 van de “Keur” van het waterschap Brabantse Delta. Om te voorkomen dat water vanwege toenemende mate van verharding in het gebied voor overlast kan zorgen in lager gelegen gebieden is infiltratie en/of voldoende mate van buffering in oppervlaktewater noodzakelijk. Het bestemmingsplan voorziet aan de randen in groen met (voldoende) ruimte voor infiltratie ten behoeve van opvang van regenwater uit het gebied. Indien nodig zal aanvullend moeten worden voorzien in de aanleg van infiltratievoorzieningen en/of berging in oppervlaktewater (zie verder hemelwaterafvoer).
3.7.3.2
Riolering Algemeen De gemeente Bergen op Zoom wenst gebiedsgericht, duurzaam stedelijk waterbeheer te bevorderen. Dit houdt in dat water dat binnen een betreffend plangebied vrijkomt, zoveel mogelijk binnen dit plangebied wordt gehouden door middel van infiltratie in de bodem of door afvoer naar oppervlaktewater binnen dit gebied. Daarnaast houdt dit in, dat de diverse waterstromen zodanig gescheiden worden dat schoon water niet wordt verontreinigd en de hoeveelheid verontreinigd water zoveel mogelijk wordt beperkt. Alle nieuwe bebouwing, zowel woningen als bedrijven, instellingen en dergelijke moeten overtollig water aanbieden door middel van gescheiden (huis)aansluiting-en. De (huis)aansluitingen uit te voeren in groene PVC voor schoon hemelwater en bruine PVC voor afvalwater. Voor bedrijven en instellingen kan vereist worden dat een derde aansluiting wordt aangelegd (uitgevoerd in grijze PVC) voor afvoer van verontreinigd hemelwater van terreinen. Aansluiting hiervan geschiedt op een verbeterd gescheiden rioolstelsel.
25 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
De regeling voor waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden vindt zoals opgemerkt plaats in de Provinciale Milieuverordening. Een regeling opnemen in het bestemmingsplan is dus niet nodig. Wel is het gewenst om het bestemmingsplan een signalerende functie te geven (nl. het signaal dat daar de Provinciale Milieuverordening van kracht is). Daarom is het grondwaterbeschermingsgebied op de plankaart als aanduiding opgenomen.
3.7.3.3
Vuilwaterriolering De vuilwaterriolering (DWA) is bedoeld voor de inzameling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater van woningen en vrijkomend afvalwater van bedrijven en instellingen. Voor afvalwater van die plandelen waar bedrijven zijn voorzien, wordt per bedrijf een maximale afvoercapaciteit van 0,5 m³/uur*ha toegelaten. Voor woningen wordt gerekend op een afvoer van maximaal 120 l/pers*etmaal. Bij gestapelde woningbouw dienen door de (vereniging van) eigenaren centrale autowasplaatsen te worden aangelegd voorzien van een olieafscheider van voldoende capaciteit. Lozing vanuit de olieafscheider vindt plaats op het DWA-stelsel. Het te gebruiken waswater voor deze inrichtingen wordt betrokken uit de hemelwateropvang van de betreffende panden. (zie hemelwaterafvoer)
3.7.3.4
Hemelwaterafvoer Hemelwaterafvoer van wegen en parkeervoorzieningen moet zoveel mogelijk op het al aanwezige of in een later stadium aan te leggen hemelwaterstelsel (HWA) worden geloosd. Dit HWA stelsel voert het water af naar oppervlaktewater en/of infiltratievoorzieningen binnen of buiten het plangebied. Indien echter dusdanige risico’s bestaan dat hemelwater te zeer vervuild wordt en het daardoor niet wenselijk is om op het HWA-stelsel aan te sluiten, dan kan in bijzondere gevallen aangesloten worden op een aan te leggen verbeterd gescheiden rioolstelsel (VGS) dat de first flush afpompt op het vuilwaterstelsel (DWA). Er dient in het VGS een berging van 2 mm aanwezig te zijn gerelateerd aan het aan te sluiten verhard oppervlak. De pompcapaciteit in het VGS bedraagt 0,2 mm/uur. Rechtstreekse aansluitingen van hemelwater op het vuilwaterstelsel zijn vanwege de beheersbaarheid van kwaliteit en kwantiteit niet toegestaan voor nieuwe ontwikkelingsplannen binnen het gebied.
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
26
Aangezien het gehele terrein van ziekenhuis Lievensberg binnen de inrichting in het kader van de Wet Milieubeheer valt , is geen ontheffing van de Provinciale Milieuverordening (PMV) benodigd. De PMV-instructiebepalingen krijgen via de af te geven milieuvergunning een plaats. In geval van nieuwbouw is het wenselijk dat voor zowel de grondgebonden woningen, gestapelde woningen en voor de bedrijfspanden door de eigenaren een regenwateropvang worden gerealiseerd ten behoeve van toiletspoelingen en beregening van tuinen. Als buffercapaciteit van de voorziening is tenminste 3,0 m³ per wooneenheid redelijk. In suppletie van water in de buffers kan worden voorzien door middel van leidingwater. De installatie voor suppletie dient de goedkeuring te hebben van het waterleverend bedrijf. De overloop van de buffers kunnen op het HWA-stelsel worden aangesloten. Om verontreiniging van hemelwater te voorkomen is toepassing van uitlogende materialen zoals zink, lood of koper voor dakgoten of -bedekkingen ongewenst. Dit geldt ook voor loden dakloketten. Uitlogende bouwmaterialen zijn eveneens niet gewenst voor overige constructies die in aanraking komen met regen- en/ of oppervlaktewater (o.a. beschoeiing en betuining). Gebruikmaking van genoemde schadelijke stoffen is slechts mogelijk indien het hemelwater wordt afgevoerd via de riolering naar buiten het grondwaterbeschermingsgebied. Bij infiltratie van hemelwater in de bodem wordt niet ingestemd met het gebruik van dergelijke schadelijke stoffen.
Om ten behoeve van infiltratie en opvang van regenwater de toepassing van uitlogende materialen te beperken zal met name voorlichting als instrument worden ingezet om te komen tot een bereidwillige medewerking van betrokkenen. Infiltratie in relatie tot grondwaterbeschermingsgebied Aangezien het gebied grotendeels behoort tot het grondwaterbeschermingsgebied van het waterwingebied Bergen op Zoom (Mondaf) zal infiltratie alleen mogelijk zijn bij het verkrijgen van een ontheffing ingevolge de Provinciale Milieuverordening. Hetzelfde geldt voor aspecten waarbij in combinatie met infiltratievoorzieningen ongewenste risico’s voor het grondwater kunnen ontstaan. Deze risico’s dienen daarom nadrukkelijk in beeld te zijn gebracht.
3.8 archeologie en cultuurhistorie De ondergrond bestaat uit pleistoceen dekzand met een komvormige laagte, waarin de “Sterrebuurt” centraal ligt als diepste gedeelte. De hoogten zijn overdekt met holoceen stuifzand. Aanvankelijk was het een heidegebied met drassige laagten. Tegelijk met Gageldonk-Oost zijn ook hier akkerpercelen tot ontwikkeling gekomen, zij het in veel beperkter mate. Op de 18de eeuwse kaarten staan enkele boerderijen weergegeven langs de Balse Dreef. De Balse Dreef is het enige relict van een oude weg in het plangebied. Ze liep van het tunneltje bij het ziekenhuis in westelijke richting door de “Sterrebuurt” in de richting van de rotonde op de Rooseveltlaan. Uit het plangebied zijn geen vondstmeldingen bekend. Ook is het gebied niet vermeld op de IKAW. De archeologische verwachting in het plangebied is laag. Archeologische resten zouden in theorie te verwachten zijn op de percelen aan de verdwenen Balse Dreef. De grootschalige nieuwbouw heeft hier waarschijnlijk weinig van overgelaten. De terreinen ten oosten en zuiden van het huidige ziekenhuis Lievensberg grenzen aan een ander terrein ten oosten van de A4/A58, dat wel een mogelijke archeologische waarde vertegenwoordigt.
3.9 flora en fauna Het plangebied bevindt zich niet in of in de buurt van een speciale beschermingszone als bedoeld in de Vogel- en/of Habitatrichtlijn of in de buurt van de ecologische hoofdstructuur of andere natuurgebieden. Gebiedsbescherming is daarom niet aan de orde. Wat betreft soortsbescherming is de Flora- en Faunawet van toepassing. Hierin wordt onder andere de bescherming van dier- en plantensoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige beschermde soorten. Als hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden aangevraagd. Omdat het voorliggende bestemmingsplan conserverend van aard is, er sprake is van een intensief gebruik en het bestaande groen ter plaatse niet wordt aangetast, kan er geen sprake zijn van negatieve effecten op leefgebieden en daarmee op eventueel voorkomende soorten. Noodzaak tot een nader ecologisch onderzoek is hier dan ook niet aan de orde.
27 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
3.7.3.5
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
28
BELEIDSVISIE
4.1 doelstellingen en uitgangspunten Centrale doelstelling voor het plangebied is, behoud en versterking van de ruimtelijke en stedenbouwkundige karakteristiek. Naast de aangegeven centrale doelstelling worden de volgende afgeleide doelstellingen gehanteerd: • behoud en versterking van de woonfunctie; • waarborgen van de milieukwaliteit. Behoud en versterking van de ruimtelijke en stedenbouwkundige karakteristiek Het plangebied maakt deel uit van de na-oorlogse planmatige uitbreidingen van Bergen op Zoom. Het karakter, dan wel de identiteit van het plangebied zijn samen te vatten in de volgende kenmerken: • de orthogonale structuur van de wijk; • het karakteristieke bebouwingspatroon (gestempelde gesloten blokverkaveling); • veel openbaar groen; • functiescheiding. Met betrekking tot de beleidsdoelstellingen ten aanzien van het behoud en de versterking van de groen- en de verkeersstructuur wordt verwezen naar paragrafen 3.4 en 3.5. Behoud en versterking woonfunctie Wonen is de belangrijkste functie in het plangebied. Behoud van de woonfunctie is het uitgangspunt. Dit betekent dat er nadrukkelijk randvoorwaarden dienen te worden gesteld aan de ruimtelijke en milieukwaliteit in het plangebied. Voorkomen moet worden dat de woonfunctie onder druk komt te staan door de vestiging van niet-woonfuncties. Waarborgen milieukwaliteit Mede in relatie tot behoud en versterking van de woonfunctie is het beleid gericht op het waarborgen van een goede milieukwaliteit. Met name in gebieden met een menging van functies betekent dit, dat randvoorwaarden moeten worden gesteld met betrekking tot de ontwikkelingsruimte voor andere dan woonfuncties. Het streven naar een duurzame ruimtelijke en milieukwaliteit betekent dat in het bestemmingsplan terughoudendheid noodzakelijk is ten aanzien van de ontwikkelingsruimte voor functies die het woon- en leefklimaat ongunstig kunnen beïnvloeden. Het algemene uitgangspunt is, dat bestaande niet-woonfuncties gehandhaafd blijven met inbegrip van een redelijke uitbreidingsmogelijkheid. In het plangebied kunnen om milieuhygiënische redenen niet overal en alle denkbare niet-woonfuncties worden toegelaten.
29 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
4
Ter voorkoming van hinder voor de omgeving dient een goede afstemming plaats te vinden tussen niet-woonfuncties en de milieugevoelige functies (met name wonen). De toelaatbaarheid van andere functies dan wonen dient hierbij nadrukkelijk te worden gerelateerd aan de aanwezigheid c.q. de afstand tot woonbebouwing. Met behulp van een milieuzonering (de Staat van Bedrijfsactiviteiten) kan worden aangegeven welke functies, respectievelijk bedrijfsactiviteiten uit milieuoogpunt toelaatbaar zijn.
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
30
Met betrekking tot de beleidsdoelstellingen ten aanzien van de aspecten geluid, externe veiligheid, bodem, geur, luchtkwaliteit en water wordt verwezen naar paragrafen 3.6 en 3.7 en bijlage 2.
4.2 ontwikkelingen Naast een beleid gericht op het behoud van de aanwezige kwaliteiten, kan op een aantal onderdelen een ontwikkelingsgericht beleid worden ingezet om gewenste ontwikkelingen te realiseren. Ontwikkelingen die gedurende de planperiode binnen het plangebied worden voorgestaan, hebben betrekking op: • een herinrichting en herontwikkeling van de Rooseveltlaan en omgeving; • de oprichting van een sporthal aan de Burgemeester Blomstraat; • een completering van het aanbod van winkelcentrum Zonneplein; • de ontwikkeling van woningbouw aan de Saturnuslaan; • de oprichting van een Moskee aan de Rigelstraat; • de uitbreiding van ziekenhuis Lievensberg. 4.2.1
Rooseveltlaan
4.2.1.1
Algemeen De Rooseveltlaan vormt gezien de verkeersintensiteit en het brede profiel de belangrijkste toegangsweg van de stad. Het heeft tevens een ontsluitingsfunctie voor het centrum (toekomstige parkeergarage Paradeproject) en het stationsgebied (toekomstige kantoorlocatie). De Rooseveltlaan en aanliggende bebouwing zijn daarom van grote betekenis voor de beeldvorming van de gehele stad. Het vormt voor bezoekers van buiten de stad een eerste kennismaking met de stad. Daarnaast kan de weg een voorwaardenscheppende betekenis krijgen voor de ontwikkeling van het stationsgebied en het economisch functioneren van de binnenstad.
4.2.1.2
Huidige situatie De Rooseveltlaan is in tegenstelling tot de oude, historisch gegroeide stadsradialen (o.a. de Antwerpsestraatweg) een planmatig gerealiseerde invalsweg, die zich van de overige oude invalswegen onderscheid door zijn relatief brede profiel. Wat betreft de ruimtelijke verschijningsvorm heeft de Rooseveltlaan in vergelijking met de oude stadsradialen evenwel een weinig coherent beeld. De weg wordt op een steeds andere manier ‘ begeleid’ door bebouwing. Het gevolg is een rommelige indruk. Zo is er in het stuk tussen de rotonde bij de Churchilllaan en het Kennedyviaduct bijvoorbeeld sprake van portieketageflats en 2/1kap-woningen, die met de voorzijde naar de weg zijn gekeerd, de strokenbouw van de Blokkendoos, die loodrecht op de weg zijn gesitueerd en de drive-in- woningen, die met de achterkanten door middel van rommelige erfafscheidingen langs de Rooseveltlaan zijn gelegen.
4.2.1.3
Planconcept voor een herinrichting en herontwikkeling van de Rooseveltlaan en omgeving. De Rooseveltlaan is de belangrijkste toegangsroute vanaf het landelijke autosnelwegennet naar de (binnen)stad van Bergen op Zoom. De hoofddoelstelling voor de herinrichting en herontwikkeling van de Rooseveltlaan is het bereiken van een algehele opwaardering van de ruimtelijke belevingswaarde van de stadsentree om hiermee een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan een verbetering van de beeldvorming van de totale stad. Uitgangspunt is, dat bij een herontwikkeling van de Rooseveltlaan c.a. van oost naar west de overgang kan worden ervaren van het 'landelijke' karakter aan de oostzijde van Bergen op Zoom naar een meer (binnen)stedelijk karakter in het hart van de stad. Het moet in de ruimtelijke beleving van de weg duidelijk zijn, dat de binnenstad wordt benaderd. Tevens is het van belang, dat in het ontwerpplan op een beeldende, suggestieve wijze tot uitdrukking komt de functie en betekenis van de weg als entree, “de poort” naar de stad. Het voorgestane planconcept voorziet in een gedifferentieerde aanpak van het westelijk en oostelijk deel van de Rooseveltlaan. Het deel tussen de afslag van de A4/A58 en de rotonde bij de Churchillaan krijgt het karakter van een parkway. De opzet behoort te voorzien in een weg, die op een meer informele wijze gelegen is een parkachtige strook. Kenmerken zijn een open ruimtelijk karakter met gazons, waarop quasi willekeurig verspreide boomgroepen zijn gesitueerd. Het bebouwingspatroon langs dit deel van de weg wordt gekenmerkt door losse, verspreid staande bouwvolumen, die vrij in de groene ruimte gepositioneerd worden. In de architectonische verschijningsvorm dient hierbij op een vrije, eigentijdse wijze de functie en betekenis van de weg als een stadsentree, “de poort” te worden gemarkeerd. Het oostelijke deel van de weg is gelegen in een stadsuitbreiding van begin jaren zeventig. In dit deel bevindt zich een aantal gebouwen van grote omvang zoals bijvoorbeeld de galerijflats. Om de stadsentree te markeren dienen de nieuwe bouwvolumen in dit deel van de Rooseveltlaan qua hoogte tenminste aan te sluiten bij de hoogte van de bestaande hoge bebouwing. Vanuit ruimtelijke overwegingen is hier een bebouwing van 10 tot 13 bouwlagen mogelijk. Om het groene karakter van de “parkwaystrook” te waarborgen, dient het parkeren onder het maaiveld plaats te vinden en moeten de gebouwen een ranke opbouw kennen. Gezien het mobiliteitsbeleid van de provincie zijn kantoren in dit deel langs de weg niet mogelijk. Uitgegaan wordt van een woonbestemming. Het gedeelte ten westen van de rotonde krijgt een meer formeel karakter. Geopteerd wordt hier voor een laanconcept, waarbij de bebouwing en de bomen zoveel mogelijk de weg begeleiden.
31 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
Een bijzonder pover beeld ontstaat ter hoogte van de versmalling van het wegprofiel bij het Kennedyviaduct. Hier zijn de aan de zuidzijde de relicten van een verkeersdoorbraak nog steeds zichtbaar in de vorm van de achterkanten van de oude bebouwing. Het deel oostelijk van de rotonde heeft een weidser profiel met een meer lommerrijk, groen karakter. Ook in dit deel is sprake van een weinig consequente wijze, waarop de bebouwing langs de weg is gepositioneerd.
Voorgesteld wordt de Rooseveltlaan na het Kennedyviaduct met een boog over te laten lopen in de Jacob Obrechtlaan tot aan de Zuidoostsingel en de Erasmuslaan hierop aan te sluiten door middel van een T-splitsing. De Rooseveltlaan wordt op deze wijze in een vloeiende doorgaande beweging gecontinueerd tot aan het centrum.
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
32
Op locaties langs de weg waar een herontwikkeling van de bebouwing mogelijk is, zoals ter plaatse van de Blokkendoos en de Walcherenstraat, dient uitgegaan te worden van nieuwbouw, die de weg begeleidt en in de rooilijn van de aanliggende bebouwing wordt gesitueerd. Wat betreft de bestemming zijn hier woningbouw en/of kantoren mogelijk. Langs de noordzijde van de Rooseveltlaan dient door middel van een nieuwe, meer uniforme erfafscheiding het ter plaatse aanwezige rommelige straatbeeld te worden verbeterd. Tevens is het voor de beeldvorming van de entree essentieel, dat de strook met de oudere woonbebouwing langs de zuidzijde van het spoorwegviaduct wordt herontwikkeld, om ter plaatse te komen tot een betere beeldvorming. Het is voor de algehele opwaardering van de Rooseveltlaan van belang, dat het gehele tracé op een integrale wijze binnen een nader te bepalen te overziene periode wordt opgepakt. Dit geldt zowel voor de herinrichting van de weg alsmede voor de bebouwing langs de Rooseveltlaan. Wanneer onderdelen van de beoogde verbetering achterwege blijven, bijvoorbeeld de verbetering ter hoogte van het Kennedyviaduct, dan leveren investeringen, die elders langs de Rooseveltlaan worden gedaan, per saldo weinig rendement op voor het bereiken van de hoofddoelstelling van de herontwikkeling; het verbeteren van de beeldvorming. 4.2.2
Sport Aan de Blomlaan ligt een gemeentelijk (wat gedateerd) gymnastieklokaal in gebruik voor schoolgymnastiek en verenigingsgebruik. Aan de overzijde van de straat, tegenover het gymnastieklokaal ligt een ingericht trapveld. Het terrein waarop het lokaal staat (met directe omgeving van o.a. het speelveldje) is genoemd als nieuwe locatie voor een volwaardige sporthal, eventueel met bijruimten voor ander of multifunctioneel gebruik, in de context van een verdere herontwikkeling van het gebied in de directe omgeving van sporthal Gageldonk en andere gebouwen en als logisch vervolg op de amovering van zwembad Gageldonk en de realisatie van een nieuwe woonwijk. Reeds bij het verdwijnen van het zwembad en vervolgens bij het bekend worden van de studies omtrent deze herbestemming en - ontwikkeling is stilgestaan bij de vraag op welke wijze de gevolgen van deze sportieve verarming van de wijk op sportief en maatschappelijk gebied zouden moeten worden verwerkt c.q. welke maatregelen in de plaats zouden moeten komen. In het geval van het zwembad zullen compensatiemaatregelen moeten volgen. Uitsluitend woningbouw is onvoldoende.
4.2.3
Winkelcentrum Zonneplein Met betrekking tot het winkelcentrum Zonneplein wordt op termijn gestreefd naar completering aanbod (toevoeging discountsupermarkt), waarbij aangetekend wordt dat fysieke mogelijkheden voor uitbreiding beperkt zijn. Daarnaast bestaat het voornemen om een zuil bij de entree van het winkelgebied te plaatsen, waarop het aanbod van het winkelcentrum staat vermeld.
4.2.4
Saturnuslaan Op de locatie van het voormalige verkooppunt voor motorbrandstoffen aan de Saturnuslaan bestaat het voornemen om een appartementencomplex voor twaalf woningen op te richten. Het gebouw bestaat uit drie woonlagen met daaronder een gedeeltelijk onder het maaiveld gelegen parkeerkelder. De realisatie van het appartementengebouw wordt mogelijk gemaakt middels een artikel 19 lid 1 procedure in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. In de nota “Wonen voor ouderen” is voor wat betreft nieuwbouw als beleidsdoelstelling vastgesteld het realiseren van 600 gelijkvloerse woningen tot het jaar 2010, waarvan 400 gestapelde woningen. De betreffende locatie is gelegen binnen de in de nota aangegeven verzorgingsgebieden met een maximale loopafstand van 500 m tot winkelvoorzieningen en ouderensteunpunt. Met dit plan wordt uitvoering gegeven aan het vastgestelde volkshuisvestingsbeleid.
4.2.5
ULU-Moskee Op de hoek van het perceel Van Heelulaan/Rigelstraat op de huidige locatie van een speelterrein wordt een nieuwbouw van een ULU-Moskee gerealiseerd. De huidige locatie van de Moskee aan de Bruinevisstraat 32 is te klein geworden. Daarnaast geeft de staat van het gebouw aan de Bruinevisstraat eveneens aanleiding te verhuizen naar een ander pand. De moskee bestaat uit twee bouwlagen met een koepel en een minaret. De oppervlakte van de moskee bedraagt circa 2.400 m 2 en de minaret wordt 25 m hoog. Het gebouw is functioneel onderverdeeld in diverse gebeds- en ontmoetingsruimten, een entreehal, een kantoor ten behoeve van het bestuur, een bibliotheek, een wasruimte, een verkooppunt voor leden en woonruimte voor de imam. De bouw van de ULU-Moskee is reeds mogelijk gemaakt middels een artikel 19 lid 1 procedure in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
4.2.6
Ziekenhuis Lievensberg Lange Termijn Huisvestingsplan 2003-2006 ziekenhuis Lievensberg Op 24 april 2003 is het Lange Termijn Huisvestingsplan 2003-2006 vastgesteld. Het belangrijkste uitgangspunt van dit LTHP blijft is dat ziekenhuis Lievensberg een zelfstandig ziekenhuis blijft, waarbij echter samenwerking met o.a. het Fransiscus ziekenhuis in Roosendaal uitdrukkelijk gezocht wordt.
33 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
In het geval van sporthal Gageldonk is bij verschillende gelegenheden uitgesproken en in verschillende beleidsstukken vastgelegd, dat bij een eventueel verdwijnen van de sporthal, vanwege een ontwikkeling op het gebied van kantoren en hoogwaardige bedrijvenvestiging, er in de wijk een nieuwe sporthal c.a. wordt gebouwd. Doordat, mede door economische malaise de kantoren- en bedrijvenmarkt fors is ingezakt, ligt de planvorming op dit moment stil.
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
34
In het LTHP richten de huisvestingswensen voor de eerstkomende jaren zich met name op de grootste knelpunten, te weten de afdeling PAAZ/VAAZ (psychiatrische afdeling/verpleegtehuisafdeling, het OK-complex en de poliklinieken. In het LTPH wordt teven een aantal minder urgente huisvestingsplannen genoemd, waaronder een uitbreiding van de Bloedbank op het voorterrein. Geplande gebouwing De uitbreidingsplannen van de afdeling PAAZ/VAAZ zullen plaatsvinden aan de zuidoostzijde van het terrein en betreffen een bebouwd oppervlak van enige honderden vierkante meters. Binnen de vrijwaringszone van 50 meter zullen alleen gedeeltelijk twee isoleerkamers met tussenruimte van de separeervoorzieningen van de PAAZ vallen. De buitengrenzen van het ontwerp zijn bepaald. De exacte indeling van de nieuwbouw op begane grond en eerste verdieping zal in de komende tijd bepaald worden, mede door de wens van de GGZ Westelijk Noord-Brabant om toch bij de nieuwbouw an de PAAZ aan te haken met circa 1000 m². Verkeer: ontsluiting en parkeren Ook inzake de ontsluiting en de parkeervoorzieningen rond het ziekenhuisgebouw zijn er nieuwe ontwikkelingen. Nu de contouren van de nieuwbouw van de afdeling PAAZ zijn vastgesteld is gelijktijdig een ontwerp gemaakt voor een aangepast parkeerterrein achter het ziekenhuisgebouw. Dit terrein bestaat uit 10 parkeerstroken van elk 22 plaatsen, plus circa 70 plaatsen voor de resterende groenstrook van circa 10 meter breedte langs de Paracelsuslaan. Het terrein is bestemd voor ziekenhuispersoneel en als overloop voor het gemeentelijk parkeerterrein nabij de hoofd- en polikliniekingang. Op het achterterrein staat het bouwdorp met eigen toegangsweg ten behoeve van de nieuwbouw- en verbouwplannen welke gerealiseerd worden, de helicopterlandingsplaats en noodvoorzieningen voor een 40-beds verpleegafdeling en de afdeling VAAZ van de Stichting Savelanden. Deze aanwezige voorzieningen zullen bij voortgang van de plannen gefaseerd verdwijnen. Uitbreiding van het reeds aanwezige parkeerterrein aan de achterzijde zal daarom gefaseerd worden uitgevoerd.
JURIDISCHE PLANBESCHRIJVING
5.1 inleiding In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke wijze de hiervoor beschreven, gewenste ontwikkelingen juridisch zijn vertaald. Ingegaan wordt op de juridische opzet van het bestemmingsplan (het karakter van het plan, de kaart en de voorschriften). Het bestemmingsplan heeft een overwegend beheersgericht karakter. Dat wil zeggen dat de bestaande ruimtelijke en functionele hoofdstructuur is bestemd en dat het plan erop is gericht deze hoofdstructuur te behouden. Daartoe is in het plan een gedetailleerde regeling van bestemmingen en bouw- en gebruiksvoorschriften opgenomen. Indien een bouwaanvraag past binnen de bestemming en de bijbehorende voorschriften, ontstaat een directe bouwtitel. Daarnaast kent het bestemmingsplan enige flexibiliteit, die het mogelijk maakt om in de planperiode in te spelen op ontwikkelingen, zonder dat de ruimtelijke en functionele hoofdstructuur wordt aangetast.
5.2 kaart De kaart bestaat uit 3 kaartbladen. Door middel van een combinatie van begrenzingen, coderingen, arceringen en kleuren is de verdeling aangegeven van de diverse binnen het plangebied onderscheiden bestemmingen. Bovendien bevat het kaartblad aanduidingen die gelezen moeten worden in samenhang met de bebouwingsbepalingen die voor de onderscheiden bestemmingen zijn gegeven. De materiële inhoud van de bestemmingen is weergegeven in hoofdstuk II van de voorschriften.
5.3 voorschriften De voorschriften bevatten bepalingen omtrent het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of nog op te richten bouwwerken. De voorschriften zijn onderverdeeld in vijf hoofdstukken, te weten: Hoofdstuk I Algemene en technische bepalingen; Hoofdstuk II Bestemmingsbepalingen; Hoofdstuk III Gebruiksbepalingen; Hoofdstuk IV Flexibiliteitsbepalingen; Hoofdstuk V Straf-, overgangs- en slotbepaling. Tot de voorschriften behoort één bijlage (de Staat van Bedrijfsactiviteiten).
35 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
5
5.3.1
Hoofdstuk I Algemene en technische bepalingen Dit hoofdstuk bevat vijf artikelen, welke van belang zijn voor een juiste toepassing van de voorschriften.
36
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
Begripsbepalingen Deze geven een nadere uitleg van een aantal in de voorschriften gehanteerde begrippen. Hierdoor wordt de eenduidigheid en daarmee de rechtszekerheid vergroot. Wijze van meten en berekenen Dit artikel bevat bepalingen die aangeven op welke wijze bepaalde zaken, zoals grondoppervlakte en inhoud van gebouwen, dienen te worden bepaald. Relatie bestemmingsplan en overige wetgeving Het artikel legt een relatie met bepalingen van de gemeentelijke bouwverordening die, door opname van het artikel, hun werking ook voor het plangebied blijven behouden. Procedureregels Het artikel procedureregels geeft aan welke procedure dient te worden gevolgd, indien burgemeester en wethouders de aan hen toegekende vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden (willen) effectueren. Het geeft belanghebbenden de mogelijkheid gedurende een bepaalde periode bij burgemeester en wethouders hun zienswijze of bedenkingen kenbaar te maken tegen een voornemen tot toepassing van bedoelde flexibiliteitsbepalingen. Voor zover de procedureregels van toepassing zijn, is er in de betreffende artikelen naar verwezen. Bescherming van het plan en bestaande afstanden en andere maten Het onderhavige artikel dient te voorkomen dat situaties ontstaan, welke niet in overeenstemming zijn met de bedoeling van het plan. Daarnaast beoogt dit artikel te voorkomen dat bouwwerken die groter of juist kleiner zijn dan in de bouwvoorschriften bij de diverse bestemmingen is toegestaan of voorgeschreven, onder het overgangsrecht komen te vallen. Voor deze bouwwerken gelden de bestaande grotere dan wel kleinere afmetingen als maximaal respectievelijk minimaal toegestaan. 5.3.2
Hoofdstuk II Bestemmingsbepalingen Dit hoofdstuk bevat voorschriften waarin bepalingen zijn opgenomen betreffende de op de kaart voorkomende bestemmingen en de op de kaart gegeven aanduidingen met betrekking tot de toegestane (hoofd)bebouwing. Bij de opzet van deze voorschriften is, voor zover voorkomend binnen de verschillende bestemmingen, de volgende vaste indeling aangehouden teneinde de duidelijkheid te bevorderen: • Doeleindenomschrijving In dit onderdeel wordt de materiële inhoud van de bestemming aangegeven, dit houdt in: de functies die binnen de bestemming “als recht” zijn toegestaan. De doeleindenomschrijving vormt de eerste “toetssteen” voor bouwactiviteiten en/of gebruiksvormen. Beide zijn slechts toegestaan, voor zover zij zullen plaatsvinden binnen de opgenomen omschrijving. • Hoofdlijnen van beleid Voor zover van toepassing zijn in dit onderdeel de bestemmingsspecifieke beleidsuitgangspunten opgenomen.
•
5.3.2.1
Bebouwingsbepalingen Dit onderdeel geeft aan welke bouwwerken mogen worden opgericht. Voorop staat dat slechts mag worden gebouwd ten behoeve van de voor de bestemming aangegeven doeleindenomschrijving. Vrijstellingsbevoegdheid In een aantal gevallen zijn voor de bestemming specifieke vrijstellingsbevoegdheden opgenomen. Met toepassing van een vrijstellingsbevoegdheid kunnen onder voorwaarden en binnen de betreffende bestemming gebruiksvormen of bouwactiviteiten worden toegelaten, welke niet als recht zijn toegestaan en waarvoor burgemeester en wethouders een nadere afweging dienen te maken.
Bestemmingen De in dit hoofdstuk opgenomen bestemmingen worden hieronder achtereenvolgens toegelicht. Woondoeleinden -WDe in het plangebied gelegen eengezinshuizen zijn ondergebracht in één bestemming. Als woningtypen zijn toegestaan: vrijstaande, halfvrijstaande woningen en blokken aaneengesloten woningen. Voor de bebouwing wordt uitgegaan van een situering binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsvlakken. Ieder bebouwingsvlak mag geheel worden bebouwd. Daarnaast zijn bepalingen opgenomen ten aanzien van de goothoogte of de bouwhoogte. Tevens is voor het perceelsgedeelte waaraan op de kaart de aanduiding “erf” is gegeven, de bouw van bijgebouwen in één laag toegestaan. Voor het perceelsgedeelte waaraan op de kaart de aanduiding “tuin” is gegeven, is het beleid, in verband met de ruimtelijke kwaliteit, gericht op het open en onbebouwd laten van deze perceelsgedeelten. Binnen dit perceelsgedeelte is in beginsel slechts de bouw van ondergeschikte andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen, toegestaan. Woondoeleinden, gestapelde woningen -WsVoor de in het plangebied gelegen meergezinswoningen (gestapelde woningen) is een aparte bestemming opgenomen. Voor de bebouwing wordt uitgegaan van een situering binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsvlakken. Ieder bebouwingsvlak mag geheel worden bebouwd. Daarnaast zijn bepalingen op genomen ten aanzien van de goothoogte of bouwhoogte. Omdat de bouw van bijgebouwen rondom gestapelde woningbouwcomplexen, zoals de Warandaflat, uit stedebouwkundig oogpunt niet wenselijk is, mogen op de perceelsgedeelten buiten het bebouwingsvlak geen gebouwen worden opgericht. Deze gronden hebben daarom de aanduiding “geen gebouwen toegestaan” of “tuin” gekregen. Op deze perceelsgedeelten is in beginsel slechts de bouw van ondergeschikte andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen, toegestaan. Teneinde medewerking te kunnen verlenen aan verzoeken met betrekking tot het verbouwen van meergezinswoningen naar ééngezinswoningen, in geval hiertoe de bouwtechnische mogelijkheden bestaan, is in de voorschriften hiervoor rechtstreeks de mogelijkheid geboden. Woondoeleinden, woonwagencentrum -WwHet woonwagenterrein aan de Van Heelulaan heeft deze bestemming gekregen. De regeling op de plankaart en in de voorschriften is grotendeels ontleend aan die van het voorheen geldende bestemmingsplan uit 1993 en afgestemd op de systematiek van het bestemmingsplan Warande-Oost. Op het terrein kunnen maximaal vier woonwagens worden geplaatst, waarbij de standplaatsen een oppervlakte van minimaal 150 m2 en maximaal
37 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
•
400 m2 dienen te hebben. Op het deel van de standplaatsen rondom de woonwagens mogen bijgebouwen worden opgericht, mits het betreffende deel van de standplaatsen voor niet meer dan 40% wordt bebouwd. Op elke standplaats moet bovendien voorzien worden in ruimte voor het parkeren van minimaal één personenauto. sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
38
Autoboxen -WabVoor de autoboxen in het plangebied is een aparte bestemming opgenomen. Dit om te verduidelijken dat het hier om autoboxen gaat die niet aan een specifieke woning gerelateerd zijn. Het op de kaart aangegeven bebouwingsvlak mag geheel worden bebouwd. Daarnaast is een bepaling opgenomen ten aanzien van de bouwhoogte. Het beleid ten aanzien van het gebruik van de autoboxen is gericht op het voorkomen van het ontplooien van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten ter plaatse. Maatschappelijke doeleinden -MDDe bestemming is specifiek opgenomen voor de in het plangebied aanwezige educatieve, medische, religieuze, sociale en culturele voorzieningen, waaronder het ziekenhuis Lievensberg. Binnen de gegeven doeleindenomschrijving is functiewisseling toegestaan. Voor de bebouwing wordt uitgegaan van een situering binnen het op de kaart aangegeven bebouwingsvlak. Voor het bebouwingsvlak zijn de bouwhoogte en een bebouwingspercentage aangegeven. Voor het perceelsgedeelte waaraan op de kaart de aanduiding “geen gebouwen toegestaan (z)” is gegeven, is het beleid, in verband met de ruimtelijke kwaliteit, gericht op het open en onbebouwd laten van deze perceelsgedeelten. Binnen dit perceelsgedeelte is in beginsel slechts de bouw van ondergeschikte andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen, toegestaan. Voor de te bouwen moskee aan de Van Heelulaan is specifiek geregeld dat een inpandige dienstwoning voor de Imam, alsmede een minaret met een hoogte van maximaal 25 m is toegestaan. Overeenkomstig de inpandige dienstwoning van de Imam is eenzelfde aanduiding (d) en bepaling opgenomen voor de woning behorende bij de tandartsenpraktijk aan de Marslaan 11 en de inpandige dienstwoning van de Kerk van de Goddelijke Voorzienigheid. Een onderdeel van de Kerk van de Goddelijke Voorzienigheid is een zaaltje waarin lezingen, bijeenkomsten en feesten worden gehouden. Hiertoe is een aanduiding op de kaart opgenomen en is een bepaling opgenomen in de voorschriften. Voor ziekenhuis Lievensberg is geregeld dat de gevels die geluidhinder ondervinden van de rijksweg A58/A4 uitgevoerd moeten worden als een dove gevel als bedoeld in de Wet geluidhinder. De betreffende gevels zijn op de plankaart aangeduid. Tevens is een bepaling opgenomen ten aanzien van op eigen terrein te realiseren parkeervoorzieningen. Voor de bestemming wordt uitgegaan van dekking van de parkeerbehoefte op eigen terrein. Dit beleid is verwoord in een afzonderlijk lid van de voorschriften. Tevens is een bepaling opgenomen als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, die het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid biedt nadere eisen te stellen ten aanzien van de parkeergelegenheid. Maatschappelijke doeleinden, bijzondere woonvormen -MWDeze bestemming is toegekend aan het complex voor begeleid wonen op de hoek van de Plejadenlaan en Pegasuslaan. Omdat daarbij sprake is van een maatschappelijke functie is gekozen voor een daarbij aansluitende bestemming en niet voor een bestemming “woondoeleinden”. De voorschriften sluiten aan bij die voor de ebstemming “Maatschappelijke doeleinden MD.
Nutsvoorzieningen -MnuDe bestemming is opgenomen voor de bestaande nutsgebouwtjes in het gebied.
Kantoren - KDeze bestemming is opgenomen voor panden waarbinnen een zelfstandige kantoorfunctie plaatsvindt. In combinatie met deze functie vindt geen wonen plaats. Voor de bebouwing wordt uitgegaan van behoud van het bestaande gebouw binnen het op de kaart aangegeven bebouwingsvlak. Voor het bebouwingsvlak zijn een bouwhoogte en een bebouwingspercentage aangegeven. Voor het perceelsgedeelte waaraan op de kaart de aanduiding “geen gebouwen toegestaan (z)” is gegeven, is het beleid, in verband met de ruimtelijke kwaliteit, gericht op het open en onbebouwd laten van deze perceelsgedeelten. Binnen dit perceelsgedeelte is in beginsel slechts de bouw van ondergeschikte andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen toegestaan. Bedrijfsdoeleinden -BDe in het plangebied gevestigde bedrijven hebben deze bestemming gekregen. In de doeleindenomschrijving is bepaald dat uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die behoren tot milieucategorie 1 of 2 volgens de als bijlage 1 bij de voorschriften gevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten. Aangezien alle bestaande bedrijven in het plangebied in deze milieucategorie vallen, zijn hiermee alle bedrijven positief bestemd. De Staat van bedrijfsactiviteiten bevat niet een uitputtende lijst met alle denkbare bedrijven en bedrijfstypen. Daarom is een vrijstellingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt bedrijven toe te laten die niet genoemd worden in de Staat van bedrijfsactiviteiten, maar die wel gelijkgesteld kunnen worden aan een categorie 1 of 2 bedrijf. Voor de bebouwing wordt uitgegaan van een situering binnen het op de kaart aangegeven bebouwingsvlak. Voor het bebouwingsvlak is de bouwhoogte en een bebouwingspercentage aangegeven. Voor het perceelsgedeelte waaraan op de kaart de aanduiding “geen gebouwen toegestaan (z)” is gegeven, is het beleid, in verband met de ruimtelijke kwaliteit, gericht op het open en onbebouwd laten van deze perceelsgedeelten. Binnen dit perceelsgedeelte is in beginsel slechts de bouw van ondergeschikte andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen, toegestaan. Verkeersdoeleinden -VDe bestemming is opgenomen voor wegen binnen het plangebied met een belangrijke stroomfunctie. Binnen de bestemming is het oprichten van straatmeubilair, waaronder kleinschalige nutsvoorzieningen en abri’s, toegestaan. Verblijfsdoeleinden, auto’s toegestaan -Vb(a)De bestemming is opgenomen voor verkeersgebieden waarbinnen de verblijfsfunctie primair staat. De bestemming heeft een globaal karakter. Binnen de bestemming is het oprichten van straatmeubilair, zoals nutsvoorzieningen en abri’s, toegestaan. Deze gebieden zullen worden aangewezen als 30 km-gebied.
39 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
Detailhandel -DDe Albert Heijn supermarkt in het Winkelcentrum Zonneplein is bestemd als “detailhandel”. Gebouwen zijn alleen toegestaan binnen het bebouwingsvlak, dat overigens samenvalt met het bestemmingsvlak. Om die reden zijn geen bebouwingsbepalingen opgenomen voor perceelsgedeelten buiten het bebouwingsvlak.
Groenvoorzieningen -GDe gronden met deze bestemming betreffen gebieden met (openbare) groenvoorzieningen, alsmede waterlopen en waterpartijen welke binnen de ruimtelijke hoofdopzet van het plan van belang zijn en om die reden behouden dienen te blijven. Binnen de bestemming groenvoorzieningen is uitsluitend de bouw van andere bouwwerken, zoals speelvoorzieningen ten behoeve van extensieve dagrecreatie, toegestaan. Een uitzondering geldt voor het A.M. de Jongpark, waar met toepassing van een vrijstellingsbevoegdheid de bouw van een gebouwtje ten behoeve van de opslag van speel- en onderhoudsmaterialen bij de daarheen te verplaatsen speelvoorziening kan worden toegestaan.
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
40
Sportterrein –RSPHet sportterrein op de hoek Van Heelulaan - Burgemeester Blomlaan is bestemd tot sportterrein. Ter plaatse zijn sport- en speelvelden, alsmede openbaar groen toegestaan. Bebouwing is uitsluitend toegestaan in de vorm van andere bouwwerken. 5.3.2.2
Bijzondere regelingen Beroeps- dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis/ Niet-woonfuncties Beroepsmatige activiteiten in het hoofdgebouw zijn binnen de bestemming Woondoeleinden, Woonwagencentrum en bij Gestapelde woningbouw op de begane grond, rechtstreeks toegestaan. Het betreft de zogenaamde “vrije beroepen aan huis”. Nieuwe bedrijfsmatige activiteiten in een woning, in gestapelde woningbouw op de begane grond of in een woonwagen, dan wel beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw zijn afhankelijk gesteld van een vrijstellingsbevoegdheid. De oppervlakte van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten (of deze nu plaatsvinden in het hoofdgebouw, dan wel in een bijgebouw) is begrensd op 30% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw van de woning of woonwagen tot een maximum van 50 m2. Deze oppervlaktemaat geldt ook indien de activiteit plaatsvindt in een bijgebouw. Bestaande niet-woonfuncties op de begane grond, waar boven wordt gewoond, zijn voorzien van de bestemming Woondoeleinden en een aanduiding afgestemd op de betreffende functie (detailhandel en kantoren). Het betreft de winkels aan het Zonneplein (uitgezonderd de supermarkt) en de nabijgelegen kantoren op de begane grond van de meergezinswoningen aan de Sterrelaan. Grondwaterbeschermingsgebied Bergen op Zoom Het grondwaterbeschermingsgebied is op de plankaart als een zone aangeduid. Tevens is de bescherming van het grondwaterbeschermingsgebied in de doeleindenomschrijving van de onderliggende bestemmingen genoemd. Voor het overige vindt bescherming plaats via de Provinciale Milieuverordening.
5.3.3
Hoofdstuk IV Gebruiksbepalingen Algemene gebruiksbepalingen De gebruiksbepalingen bevatten een algemeen verbod om de gronden anders te gebruiken dan overeenkomstig de gegeven bestemming. Ten behoeve van de flexibiliteit van het plan is vrijstelling van deze bepaling mogelijk. Dit houdt in dat burgemeester en wethouders vrijstelling moeten verlenen, indien strikte toepassing van de verbodsbepaling leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Het opnemen van
5.3.4
Hoofdstuk IV Flexibiliteitbepalingen Algemene vrijstellingsbepalingen Deze vrijstellingsmogelijkheden, gebaseerd op artikel 15, lid 1 onder a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, hebben tot doel flexibiliteit in het plan in te bouwen. Het afwijken van de bebouwingsbepalingen, ten behoeve van bijvoorbeeld het oprichten van nutsvoorzieningen en het in beperkte mate afwijken van de voorgeschreven maatvoeringen, kan in veel gevallen plaatsvinden zonder dat hierdoor het belang van een goede ruimtelijke ordening wordt geschaad. Voor dit soort gevallen is derhalve in het plan een vrijstellingsbevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen. Algemene wijzigingsbepalingen In dit artikel zijn voor burgemeester en wethouders enkele mogelijkheden gecreëerd om, via een voorgeschreven procedure, waarbij tevens de goedkeuring van Gedeputeerde Staten wordt vereist, in iets ruimere mate dan bij de “algemene vrijstellingen” af te wijken van de bestemmings- en bebouwingsbepalingen. De wijzigingsbevoegdheid, gebaseerd op artikel 11, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, draagt bij tot een meer flexibel plan.
5.3.5
Hoofdstuk V Straf-, Overgangs- en Slotbepaling Strafbepaling De voorschriften betreffende het gebruik van gronden en bouwwerken, alsmede betreffende de eis van een aanlegvergunning voor het uitvoeren van bepaalde werken en/of werkzaamheden, hebben alleen dan praktisch resultaat, wanneer tevens een bepaling is opgenomen die (ingevolge het bepaalde in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening) overtreding van deze voorschriften uitdrukkelijk strafbaar stelt. Opgemerkt kan worden, dat de strafmaat zelf in genoemd wetsartikel is geregeld. Overgangsbepalingen De overgangsbepalingen, geregeld in lid 1, hebben ten doel de rechtstoestand te begeleiden van bouwwerken welke op het tijdstip van het in ontwerp ter visie leggen van het plan gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden en welke afwijken van de bebouwingsbepalingen van het plan. Lid 2 betreft het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken in het plan, voor zover dit gebruik op het tijdstip van het rechtskracht verkrijgen van het plan (rechtens) afwijkt van de in het onderhavige plan gegeven bestemming. Slotbepaling Dit artikel tenslotte, geeft aan onder welke naam de voorschriften van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald (citeertitel).
41 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
deze vrijstelling (ook wel toverformule genoemd) is een eis van de Kroon en gebaseerd op een interpretatie van artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Mede gezien de jurisprudentie zal het andere gebruik moeten aansluiten bij de in de doeleindenomschrijving omschreven bestemming. Toepassing van de vrijstelling mag nimmer leiden tot een formele bestemmingswijziging.
6
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
42
REALISERINGSASPECTEN
6.1 economische uitvoerbaarheid Het onderhavige plan heeft een consoliderend karakter. Vooralsnog zijn in het plan geen directe ontwikkelingen opgenomen waaraan voor de gemeente kosten zijn verbonden. Alle bouw- en aanlegwerkzaamheden in verband met de uitbreiding van het ziekenhuis Lievensberg zullen gerealiseerd worden door de aanvragen. Er zijn geen openbare werken gepland, zodat het bestemmingsplan in financieel-economische zin haalbaar moet worden geacht.
6.2 handhaving Het bestemmingsplan is bindend voor zowel de (gemeentelijke) overheid als de burger. De primaire verantwoordelijkheid voor daadwerkelijke controle en handhaving ligt bij de gemeente, hoewel ook de Commissaris der Koningin, op basis van artikel 63 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, bevoegd is om provinciale ambtenaren aan te wijzen die belast worden met de opsporing van feiten die in het bestemmingsplan strafbaar zijn gesteld. De grondslag voor een goed werkend handhavingsbeleid wordt gevormd door een grondige inventarisatie van de feitelijke situatie (grondgebruik en bebouwing) van het plangebied tijdens de voorbereiding van het bestemmingsplan en een deugdelijk mutatiesysteem bij de uitvoering van het bestemmingsplan. Onderdeel van dit mutatiesysteem is een goede registratie van verleende vergunningen. Bij de voorbereiding van dit bestemmingsplan heeft een inventarisatie plaats gevonden van de feitelijke situatie. Daarnaast vindt registratie plaats van verleende vergunningen. Handhaving kan plaatsvinden via publiekrechtelijke, privaatrechtelijke en strafrechtelijke weg. Dit laatste is afhankelijk van het Openbaar Ministerie. In het ruimtelijk bestuursrecht is de gemeente op grond van de Gemeentewet bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang ten aanzien van ontwikkelingen die strijdig zijn met de bepalingen van het bestemmingsplan. Deze vormen van handhaving vallen onder de zogenoemde repressieve handhaving. Hiermee wordt gedoeld op de middelen en/of het instrumentarium waarmee de gemeente naleving kan afdwingen, dan wel tegen normafwijkend gedrag correctief kan optreden. Daarnaast wordt de preventieve handhaving onderscheiden. Deze komt voornamelijk tot uitdrukking in het toezicht op het gebruik van gronden en gebouwen. Preventieve handhaving geschiedt over het algemeen door informele middelen waaronder bijvoorbeeld informeel contact tussen de met handhaving belaste personen en de grondgebruikers. Hoewel het effect van dergelijke middelen niet goed meetbaar is, wordt aan deze middelen toch zekere betekenis toegekend. Daarnaast zijn in het bestemmingsplan instrumenten van toezicht opgenomen. Genoemd worden de vrijstellingsbevoegdheden, wijzigingsbevoegdheden, de bevoegdheid nadere eisen te stellen en de mogelijkheid aanlegvergunningen te verlenen. Deze instrumenten
maken een toetsing mogelijk, voordat met de beoogde activiteit (bouwen, gebruiken, het verrichten van werken en/of werkzaamheden) een aanvang wordt gemaakt. De te nemen besluiten op basis van de genoemde bevoegdheden dienen te berusten op een deugdelijke motivering. sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
43
7
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
44
OVERLEG EN INSPRAAK
1. Overleg In het kader van het vooroverleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening is het voorontwerp van het bestemmingsplan “Warande-Oost” toegezonden aan de volgende overlegpartners: 1. De Dienst REW van de Provincie Noord-Brabant; 2. De Provinciale Planologische Commissie; 3. Het Waterschap “Brabantse Delta” 4. Essent Netwerk Brabant BV, 5. Koninklijke KPN N.V., Operations Vaste Net; 6. Gastransport Services, District Zuid; 7. Rijkswaterstaat directie Noord-Brabant, afdeling Regionale Ontwikkeling 8. De Inspectie VROM, regio Zuid; 9. Kamer van Koophandel West-Brabant; 10. Ministerie van Economische Zaken, Regio Zuid; 11. GSV Westelijk Noord-Brabant en GHOR West-Brabant. Naar aanleiding hiervan zijn de navolgende reacties ingekomen. De reacties zijn puntsgewijs samengevat. Het antwoord van het gemeentebestuur is cursief weergegeven. 1. De Dienst REW van de Provincie Noord-Brabant De Dienst van de Provincie Noord-Brabant heeft op 12 en 25 maart 2004 onderstaande opmerkingen gemaakt over het voorontwerpbestemmingsplan “Warande-Oost”. Ontsluiting De ontsluiting per openbaar vervoer is nog in de toelichting te vermelden. Reactie gemeente: het vorenstaande heeft geleid tot het toevoegen van de ontsluiting per openbaar vervoer van het plangebied aan de toelichting. Waterparagraaf Gevraagd wordt de uitkomst van het overleg met het waterschap, het waterleidingbedrijf en de provincie nog bij het plan te voegen. Reactie gemeente: het vorenstaande heeft geleid tot het toevoegen van de uitkomst van het overleg met het waterschap, het waterleidingbedrijf en de provincie aan de toelichting. Externe veiligheid De uitkomst van het aangekondigde aanvullend onderzoek externe veiligheid ten aanzien van de rijksweg en de eventuele gevolgen ervan voor de uitbreiding van het ziekenhuis dienen nog te worden toegevoegd. Reactie gemeente: het vorenstaande heeft geleid tot het toevoegen aan de toelichting van de uitkomsten van het aanvullend onderzoek externe veiligheid en de maatregelen die daarvoor dienen te worden genomen voor de uitbreiding van het ziekenhuis. Geluidhinder De Dienst merkt op dat de onderzoekszone spoorweglawaai intussen 500-600 meter bedraagt in plaats van de in de toelichting aangegeven 200 meter. Verzocht wordt om aan te geven of dit gevolgen geeft voor de beperkte bouwmogelijkheden van het plan.
Reactie gemeente: de onderzoekszone spoorweglawaai heeft geen gevolgen voor de beperkte bouwmogelijkheden in onderhavig plan. Sporthal
Reactie gemeente: in het aangrenzende plangebied “Gageldonk-Oost” is sporthal Gageldonk gelegen. In dit plangebied is op de locatie van het voormalige zwembad op grond van het bestemmingsplan “Gageldonkterrein” woningbouw gepleegd. In verschillende beleidsstukken is vastgelegd dat bij het eventueel verdwijnen van de sporthal er in de wijk of in een aangrenzende wijk een nieuwe sporthal dient te worden gebouwd. Vooralsnog is dit niet aan de orde en ligt de planvorming op dit moment stil. In onderhavig plangebied is geen nieuwe sporthal, al dan niet, met een zwembad voorzien. Aan wonen ondergeschikte bedrijfsactiviteiten De Dienst vindt het vanuit rechtsgelijkheid vreemd dat in gestapelde woningen en bij het woonwagencentrum geen aan wonen ondergeschikte bedrijfsactiviteiten mogen worden uitgevoerd, terwijl dit bij grondgebonden woningen wel mogelijk is. Reactie gemeente: een combinatie van ondergeschikte bedrijfsactiviteiten bij grondgebonden woningen is goed te realiseren. De panden zijn over het algemeen ruimer van inhoud en wat belangrijk is direct vanaf de openbare ruimte te ontsluiten. De naastgelegen woningen ondervinden hierdoor geen noemenswaardige hinder van de activiteiten. Bij gestapelde woningbouw moeten bezoekers via een collectieve entree naar de woning c.q. appartement waar de nevenactiviteiten plaatsvinden. Hierdoor is duidelijk sprake van een andere situatie, die een combinatie van bedrijfsactiviteiten met gestapelde woningbouw ongewenst maakt. Daarentegen is situatie vergelijkbaar met grondgebonden woningen, indien op de begane grondlaag, commerciële activiteiten plaatsvinden die rechtstreeks vanaf de straat te bereiken zijn. Gelet op het vorenstaande zal, conform de mogelijkheid voor grondgebonden woningen, een vrijstellingsmogelijkheid voor de begane grondlaag bij gestapelde woningen, aan het plan worden toegevoegd. Gelet op het gelijkheidsbeginsel zal eveneens een vrijstellingsmogelijkheid worden opgenomen voor bedrijfsactiviteiten bij het woonwagencentrum Bouwhoogte minaret moskee Bij de minaret is op de plankaart wel een aanduiding opgenomen, maar geen hogere bouwhoogte ter plaatse, terwijl de toelichting aangeeft dat de minaret 24 meter hoog zal worden. Reactie gemeente: op de plankaart is door middel van een aanduiding de locatie van de minaret aangegeven. In voorschriften is daarbij een maximale hoogte van 25 meter opgenomen. De in de toelichting opgenomen hoogte van 24 meter zal worden aangepast. 2. De Provinciale Planologische Commissie De Provinciale Planologische Commissie is, bij schrijven van 16 april 2004, met de dienst van mening dat de in het dienstadvies genoemde aspecten, aanpassingen dan wel nadere toelichting behoeven. In aanvulling op hetgeen in het dienstadvies staat vermeld adviseert de commissie om alsnog een overlegzone in het plan op te nemen alsmede het plan aan te vullen met de bij de overlegzone behorende voorschriften. Reactie gemeente: conform vorenstaande opmerking zijn de plankaart en de voorschriften aangepast.
45 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
Onduidelijk is of er een nieuwe sporthal planologisch mogelijk wordt gemaakt, al dan niet met een zwembad. Verzocht wordt om hierover duidelijkheid te verschaffen.
3. Waterschap Brabantse Delta
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
46
Op 7 april 2004 is de reactie van het Waterschap Brabantse Delta ontvangen. Medegedeeld wordt dat akkoord wordt gegaan met de waterparagraaf onder voorbehoud van onderstaande opmerkingen. De afvoernorm bedrijfsafvalwater is in de toelichting als limitering vermeld. Het gaat echter om een algemene normatieve hoeveelheid: de toegestane bedrijvigheid zal circa 0,5 m3/h/ha afvalwater leveren. Reactie gemeente: vorenstaande opmerking heeft geleid tot het aanpassen van de in de toelichting opgenomen waterparagraaf. Regenwateropvang voor toiletspoeling e.d. wordt niet meer actief gepropageerd. De voordelen wegen namelijk niet op tegen de risico’s Openbare netten van “2e keus” water zijn inmiddels verboden. Reactie gemeente: vorenstaande opmerking heeft geleid tot het aanpassen van de in de toelichting opgenomen waterparagraaf. Verzocht wordt te vermelden hoe de beperkingen die gesteld worden aan het gebruik van uitlogende bouwmaterialen in gevallen waarin wordt afgekoppeld, juridisch worden ingekaderd. Reactie gemeente: vorenstaande opmerking heeft geleid tot het aanpassen van de in de toelichting opgenomen waterparagraaf. Daarbij wordt opgemerkt dat met name voorlichting zal worden ingezet als instrument om te komen tot een bereidwillige medewerking van de betrokkenen. Opgemerkt wordt dat afkoppeling met infiltratie van bestaand verhard oppervlak binnen grondwaterbeschermingsgebied dient te voldoen aan de criteria, gesteld in de Provinciale Milieu Verordening. Dit betekent dat daar waar (deels) uitlogende materialen zijn verwerkt, afkoppeling met infiltratie moeilijk haalbaar zal zijn. Reactie gemeente: vorenstaande opmerking heeft geleid tot het aanpassen van de in de toelichting opgenomen waterparagraaf. Verwijzend naar het door de gemeente medeondertekende Nationaal Bestuursakkoord Water wordt opgemerkt dat delen van het plangebied als gevolg van de lage ligging t.o.v. het omringende maaiveld gevoelig zijn voor wateroverlast en daardoor gestreefd zou moeten worden naar een beperking van de inundatiekansen. Dit houdt in feite een ruimteclaim in voor waterberging, bijvoorbeeld door gronden met de bestemming “groenvoorzieningen” na maaiveldverlaging te gebruiken als tijdelijke opvang voor water. Een medebestemming “ruimte voor waterberging” ligt daarom voor de hand. Reactie gemeente: vorenstaande opmerking heeft geleid tot het uitbreiden van de doeleindenomschrijving van de bestemming “groenvoorzieningen” met “ruimte voor waterberging”. 4. Essent Netwerk Brabant BV Op 13 januari 2004 werd de reactie van Essent Netwerk Brabant BV ontvangen. Opgemerkt wordt dat bij het plan geen 150 kV-transportverbindingen van Essent Netwerk Brabant BV zijn betrokken Reactie gemeente: de reactie is voor kennisgeving aangenomen.
5. Koninklijke KPN N.V., Operations Vaste Net
Reactie gemeente: de reactie is voor kennisgeving aangenomen. 6. Gastransport Services, District Zuid Op 22 december 2003 is de reactie van Gastransport Services, District Zuid ontvangen. Medegedeeld wordt dat binnen het plangebied geen belangen van de maatschappij aanwezig zijn. Reactie gemeente: de reactie is voor kennisgeving aangenomen. 7. Rijkswaterstaat directie Noord-Brabant, afdeling Regionale Ontwikkeling Rijkswaterstaat directie Noord-Brabant, afdeling Regionale Ontwikkeling heeft, bij schrijven van 24 december 2003, gereageerd. Opgemerkt wordt dat zij namens de Minister van Verkeer en Waterstaat lid zijn van de PPC. Via deze commissie draagt de dienst bij aan het beoordelen van ruimtelijke plannen. Beleidsmatige opmerkingen worden ingebracht via de PPC en de gemeente ontvangt hierover geen apart bericht. Reactie gemeente: de reactie is voor kennisgeving aangenomen. 8. Kamer van Koophandel West-Brabant De Kamer van Koophandel West-Brabant deelt, bij schrijven van 20 februari 2004, mede dat bedrijvigheid aan huis, onder voorwaarden van inpasbaarheid in de woonomgeving, zoveel mogelijk gestimuleerd dient te worden. In het plan is weliswaar de mogelijkheid opgenomen, maar uitsluitend na vrijstelling. Dit werkt onnodig vertragend. Ook dient het deel van de woning dat voor activiteiten wordt gebruikt procentueel en niet absoluut te worden vastgelegd. Reactie gemeente: De toenemende belangstelling voor zelfstandig ondernemerschap, telewerken en het hebben van een werkplek aan huis hebben, naast de dalende gemiddelde woningbezetting en andere gewijzigde woonwensen, geleid tot de behoefte aan vestigingsmogelijkheden van beroepen aan huis in woonwijken. Beroepen aan huis kunnen tot op zekere hoogte stedenbouwkundig worden ingepast. In bestaande woonwijken zal zorgvuldig met vestiging dienen te worden omgegaan om te voorkomen dat de vrijheid van een individu de overlast voor velen kan betekenen. Hieruit volgt dat aan bepaalde voorwaarden moet worden voldaan en dat uitsluitend na vrijstelling medewerking kan worden verleend.
47 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
Koninklijke KPN N.V. Operations Vaste Net heeft, bij schrijven van 20 januari 2004, gereageerd. Verzocht wordt bij de nadere uitwerking van het plan rekening te houden met de belangen van KPN.
Opgemerkt wordt dat onder “bedrijvigheid” zowel een beroep als bedrijf wordt verstaan. Voorgesteld wordt de in de reactie opgenomen definitie en bepaling in het plan op te nemen.
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
48
Reactie gemeente: Wij zijn van mening dat door het opnemen van de opgenomen begripsbepalingen duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten. Daarbij gelet op de bepalingen dat beroepsmatige activiteiten in tegenstelling tot bedrijfsmatige activiteiten rechtstreeks in de woning zijn toegestaan. Voor de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten in de woning en voor beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw geldt een vrijstellingsprocedure. Het vorenstaande heeft geleid tot het handhaven van de opgenomen definitie en bepaling in onderhavig plan. Bij de bestemmingen Detailhandels-, Horeca-, Kantoor- en Bedrijfsdoeleinden mag uitsluitend binnen het bebouwingsvlak worden gebouwd. Dit vlak beslaat vaak slechts een klein deel van het totale perceel. Voorgesteld wordt om geen maximum percentage op te nemen, maar slechts regels met betrekking tot de (brand)veiligheid bepalend te laten zijn voor de mate waarin bebouwing mogelijk is. Reactie gemeente: Omdat de functies gelegen zijn binnen een woonwijk en veelal grenzen aan woonpercelen is de huidige situatie op de plankaart opgenomen met slechts een geringe uitbreidingsmogelijkheid. Voorkomen dient te worden dat bij uitbreiding hinder ontstaat voor de omliggende woonbebouwing. Met het opnemen van het voorgestelde bebouwingspercentage kunnen ongewenste situaties ontstaan. De reactie heeft niet geleid tot het wijzigen van de opgenomen bebouwingsvlakken. 9. Ministerie van Economische Zaken, regio Zuid. Op 16 december 2003 werd de reactie van het Ministerie van Economische Zaken, regio Zuid, ontvangen. Opgemerkt wordt dat zijn in het vervolg slechts plannen wensen te ontvangen die betrekking hebben op economische activiteiten van enige omvang. Reactie gemeente: de reactie is voor kennisgeving aangenomen. 10. GSV Westelijk Noord-Brabant en GHOR West-Brabant. Het GSV Westelijk Noord-Brabant en de GHOR West-Brabant hebben bij schrijven van 6 februari 2004, gezamenlijk gereageerd. Zij merken op geen opmerkingen te hebben aangaande het plan. Reactie gemeente: de reactie is voor kennisgeving aangenomen. Van de overige overlegpartners zijn geen reacties ontvangen.
2. Inspraak
Burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom hebben, door middel van een publicatie in het weekblad "De Bergen op Zoomse Bode” van 18 januari 2004 bekend gemaakt dat met ingang van 19 januari 2004 gedurende vier weken op het stadskantoor het voorontwerpbestemmingsplan “Warande-Oost” ter inzage lag. Er heeft geen inspraakavond plaatsgevonden. Dit is ook in het weekblad gepubliceerd. Gedurende voornoemde termijn werd een ieder in de gelegenheid gesteld zowel mondeling als schriftelijk zijn reactie omtrent het concept van genoemd ontwerpbestemmingsplan bij het gemeentebestuur kenbaar te maken. Deze inspraakmogelijkheid heeft geleid tot 3 reacties. De reacties zijn puntsgewijs samengevat. Het antwoord van het gemeentebestuur is cursief weergegeven. 7.1.1
Inspraakreacties 1. Dhr. Bartels, eigenaar van Autobedrijf Centrum, Van Heelulaan 81 te Bergen op Zoom Dhr. Bartels is de mogelijkheden aan het bekijken om zijn bedrijf uit de wijk te plaatsen. Daarbij is hij stek afhankelijk van de mogelijkheden met het bestaande perceel. Verzocht wordt om de opgenomen bestemming te wijzigen in een detailhandelsbestemming, danwel een woonbestemming voor eengezinswoningen of appartementen. Reactie gemeente: burgemeester en wethouders zijn van mening dat het perceel zich niet goed leent voor herontwikkeling ten behoeve van woningbouw omdat de naastgelegen 10 bouwlagen hoge galerijflat, met bijbehorende grootschalig parkeerterrein geen condities, vormen om te kunnen komen tot een goed woonmilieu op de locatie van de garage. Bovendien zal aan de westzijde van de Rigelstraat de ULU-moskee worden gebouwd. De afstand van de moskee tot eventuele woningbouw of andere geluidsgevoelige bestemmingen dient daarbij minimaal 30 meter te bedragen. Detailhandel op deze locatie is strijdig met het detailhandelsbeleid van de gemeente, zoals neergelegd in de door de raad in oktober 2003 vastgestelde beleidsnota Detailhandel. Op grond van het vorenstaande wordt aan het
verzoek geen medewerking verleend. 2. Dhr. Ensing, directeur Beheer ziekenhuis Lievensberg Voor de uitbreidingswensen van het ziekenhuis Lievensberg aan de zuidkant van het terrein is het bestemmingsplan “Warande 1978, 4e herziening opgesteld. Geconstateerd dat voornoemd plan integraal onderdeel uitmaakt van onderhavig bestemmingsplan. Tijdens de inspraaktermijn is pand Boerhaaveplein 7 aan het ziekenhuis te koop aangeboden. Gelet op de beperkte uitbreidingsmogelijkheden, de geringe omvang van het huidige bedrijfspand (ongeveer 460 m²) en de toegestane hoogte verzoekt het ziekenhuis in zijn inspraakreactie om de bedrijfsbestemming aan te passen, de toegestane hoogte te verhogen tot 9 meter en het toegestane bebouwingspercentage tot 90 %.
49 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
Ingevolge artikel 4 van de Inspraakverordening van de gemeente Bergen op Zoom, maken burgemeester en wethouders ter afronding van de inspraakprocedure een eindverslag op. Dit verslag bevat een overzicht van de gevolgde procedure, een weergave van de meningen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht en de reactie op voornoemde meningen.
Reactie gemeente: het bestemmingsplan “Warande 1978, 4e herziening is door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant goedgekeurd op 26 april 2004 en sinds 22 juni 2004 onherroepelijk.
sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
50
Het perceel Boerhaaveplein 7 is, conform de huidige situatie, opgenomen met de bestemming “Bedrijfsdoeleinden”. Daarbij is voor de bedrijfspanden op de percelen Boerhaaveplein 7 en 9 een gezamenlijk bouwvlak opgenomen waarvoor een bebouwingspercentage geldt van maximaal 50%. Voor Boerhaaveplein 7 resteert op dit moment slechts een geringe uitbreiding omdat de bebouwing op het perceel Boerhaaveplein 9 de bebouwingsmogelijkheden nagenoeg heeft opgesoupeerd. De hoogte van de bedrijfsgebouwen mag daarbij niet meer bedragen dan 6 meter. Uit stedenbouwkundig oogpunt en gelet op de locatie aan de rand van de Randweg-Oost en op ruime afstand van woningbouw bestaat tegen het verhogen van het bebouwingspercentage en het verhogen van de toegestane hoogte geen bezwaar. In verband met de risicocontour van 50 meter van de Randweg-Oost, kan het opgenomen bouwvlak niet verder richting de RandwegOost worden verschoven en zal dien overeenkomstig het voorontwerpplan worden gehandhaafd. Voor wat betreft de waterhuishoudkundige aspecten zal rekening worden gehouden met de ligging van het perceel binnen het grondwaterbeschermingsgebied. Op grond van het vorenstaande is, conform de inspraakreactie, op de plankaart het bebouwingspercentage en de maximaal toegestane hoogte verhoogd. 3. Dhr. J. Leenaars, namens de Paulus Parochie, Van Heelulaan 73 te Bergen op Zoom Door het kerkbestuur van de Kerk van de Goddelijke Voorzienigheid is geconstateerd dat in het voorontwerpbestemmingsplan zowel de woonbestemming van de pastorie als het zaaltje zijn wegbestemd. Verzocht wordt de bestemming overeenkomstig de huidige situatie aan te passen. Door het Kerkbestuur is een overzicht verstrekt van het gebruik van het zaaltje. Reactie gemeente: uit onderzoek is gebleken dat al sinds lange tijd sprake is van een dienstwoning. Dien overeenkomstig is aan het pand Van Heelulaan 73 op de plankaart de aanduiding “dienstwoning” toegevoegd en is in de voorschriften een maximale woninginhoud van 500 m3 opgenomen.. Voor wat betreft het zaaltje wordt opgemerkt dat op grond van het vigerende bestemmingsplan ter plaatse geen horeca is toegestaan. Uit onderzoek is gebleken dat het zaaltje al jaren wordt gebruikt voor diverse activiteiten (feesten, bijeenkomsten) en dientengevolge fungeert als een soort wijkgebouw. Gelet op het vorenstaande wordt in onderhavig bestemmingsplan voor het zaaltje een beperkte vorm van horeca toegestaan, waardoor geen paracommerciële activiteiten kunnen ontstaan. 4. Familie Mulleman, Olympialaan-Oost 33 te Bergen op Zoom De familie Mulleman exploiteert in haar woonhuis aan de Olympialaan-Oost een pedicuresalon. Verzocht wordt de woonbestemming van het pand uit te breiden met de (neven)bestemming kapsalon aan huis. Reactie gemeente: de toenemende belangstelling voor zelfstandig ondernemerschap en het hebben van een werkplek aan huis hebben, naast de dalende gemiddelde woningbezetting en andere gewijzigde woonwensen, geleid tot de behoefte van vestigingsmogelijkheden van beroepen en kleinschalige bedrijfsactiviteiten aan huis in woonwijken. Het gaat hier niet om afzonderlijke, kleinschalige bedrijvigheid. Beroepen en voornoemde bedrijfsactiviteiten aan huis kunnen tot op zekere hoogte stedenbouwkundig worden ingepast en zorgen voor een
51 sab•eindhoven | voorontwerp-bestemmingsplan warande-oost |
verlevendiging van de woonwijk. Om te voorkomen dat er overlast voor omwonenden ontstaat dient aan enkele voorwaarden te worden voldaan, te weten: de gezamenlijke oppervlakte van de werkruimte mag niet meer bedragen dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning tot een maximum van 50 m²; de woonfunctie die in overwegende mate behouden te blijven; het gebruik mag geen onevenredige hinder opleveren voor het woonen leefmilieu en geen onevenredige afbreuk doen en het woonkarakter van de wijk of buurt, degene die de activiteiten in het hoofdgebouw of bijgebouw uitvoert is tevens de gebruiker van het hoofdgebouw. Indien aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan kan op grond van onderhavig bestemmingsplan vrijstelling worden verleend. Omdat het bestemmingsplan, via vrijstelling, voorziet in het exploiteren van een pedicure- en kapsalon aan huis is de woonbestemming niet uitgebreid met de verzochte (neven)bestemming.