Rapporttitel
Zwerfafvalbakkenbeleidsplan
Gemeente Bergen op Zoom
De Jonge Milieu Advies Versie 1.1 Zeist, mei 2015
De Jonge Milieu Advies Utrechtseweg 9, 3704 HA Zeist T. 030-6991599 E.
[email protected]
Versie 1.1
I. www.dejongemilieuadvies.nl
Zeist, mei 2015
Zwerfafvalbakkenbeleidsplan Bergen op Zoom
Inhoudsopgave 1
Inleiding
5
1.1
Leeswijzer
5
2
Inventarisatie
6
2.1
Vastleggen van de uitgangssituatie
6
2.1.1
Kosten van de lediging
6
2.1.2
IBOR
7
3
Plaatsingsrichtlijnen
10
3.1.1
Sturen van gedrag door mensgerichte aanpak
10
3.1.2
Sturen door omgevingsgerichte aanpak
11
3.1.3
Plaatsingsbeleid
13
3.2
Schouwronde
16
3.2.1
Technische- en verzorgingsstaat
17
3.2.2
Gebruik
19
3.3
Toepassing van beslismodel
20
3.4
Conclusie
21
Bijlage 1 Monitoringsformulier
22
Bijlage 2 Monitoringslocaties
23
Bijlage 3 Beslismodel
24
Zwerfafvalbakkenbeleidsplan Bergen op Zoom
1
Inleiding
Met het nieuwe zwerfafvalbakkenbeleidsplan actualiseert de gemeente Bergen op Zoom de uitgangspunten voor het plaatsen van zwerfafvalbakken. De afvalbakken zijn in het verleden vaak geplaatst op verzoek van bewoners. Gemiddeld heeft de gemeente Bergen op Zoom 16,6 afvalbakken per 1000 inwoners. Het landelijk gemiddelde is 10 tot 14 bakken per 1000 inwoners. Het aantal afvalbakken in de gemeente Bergen op Zoom is daarmee hoog. De afvalbakken worden in 21 routes elk in principe minimaal één keer per week geledigd, de binnenstad wordt dagelijks geledigd. Enkele bakken worden naar inzicht vaker of minder vaak geledigd. Hiervoor worden 3 inzamelauto’s met in totaal 4 personen een volle week ingezet. Het is niet bekend wat de vullingsgraden van de afvalbakken zijn, maar het is de medewerkers van de handveegdienst wel opgevallen dat na de invoer van diftar, sommige bakken nu overstromen met huishoudelijk afval. Ook een handhavingsactie heeft al grote resultaten gehad. In een motie vanuit de Raad is gevraagd om het plaatsen van 200 extra bakken. Hier is op gereageerd met de belofte een doordacht plan aan te leveren dat zich richt op het gebruik van de ruimte en het aantal afvalbakken daarop af te stemmen. Met een beleid op de plaatsing van afvalbakken kan tevens bespaard worden op de inzet van reiniging en kan misbruik als gevolg van diftar aangepakt worden.
1.1
Leeswijzer
Als eerste zal de huidige situatie met betrekking tot reiniging, de staat en het gebruik van de zwerfafvalbakken in de gemeente Bergen op Zoom geïnventariseerd worden. Om tot een plaatsingsbeleid voor de gemeente te komen wordt vervolgens een overzicht gegeven van factoren die het gebruik van zwerfafvalbakken beïnvloeden. Op basis hiervan en het huidige IBOR-plan wordt een plaatsingsbeleid voor de gemeente opgezet. Uiteindelijk wordt dit samengevat in een praktisch beslismodel. Dit beslismodel kan dan als leidraad gebruikt worden om te beslissen of huidige zwerfafvalbakken verwijderd of verplaatst moeten worden. Tevens kan het ook helpen plaatsen te bepalen voor toekomstige zwerfafvalbakken.
5
2
Inventarisatie
2.1
Vastleggen van de uitgangssituatie
2.1.1
Kosten van de lediging
Op dit moment staan in Bergen op Zoom zijn ruim 1.151 afvalbakken. Dit is inclusief de bovengrondse
hondenpoepcontainers.
Daarnaast
is
een
aantal
ondergrondse
hondenpoepcontainers aanwezig. In 2013 waren dat er 33. De gemeente heeft 66.287 inwoners (in 2013). Dat betekent dat per 1000 inwoners 17,4 afvalbakken geplaatst zijn. Het landelijk gemiddelde is 11 afvalbakken per 1000 inwoners, voor diftar gemeenten geldt zelfs een gemiddelde van 6,7 afvalbakken per 1000 inwoners. De lediging van de afvalbakken is uitbesteed aan de sociale werkvoorziening, WVS. Voor de lediging worden 4 medewerkers ingezet, die op 3 wagens rijden. In één voertuig gaan twee medewerkers mee, waarvan er een helpt de obstakels in de route weg te halen. In 2013 hebben zij 6.981 uur besteed aan het ledigen van de bakken. Het uurtarief is € 50,- . De totale kosten van de manuren waren € 349.050,- in 2013. De inzet van de voertuigen kost €5,- per uur per voertuig. De totale kosten van de voertuigen komt daarmee uit op € 104.715,In de tabel hieronder zijn de hoeveelheiden per maand in tonnen voor de jaren 2012 en 2013 weergegeven.
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sept
okt
nov
dec
TOT
2012
19,0
12,5
25,6
16,4
22,2
20,3
23,7
22,3
21,2
23,9
20,4
21,6
249
2013
25,1
25,8
23,9
27,0
26,6
25,0
34,0
26,3
30,5
26,2
25,3
19,7
315
In de tabel hieronder zijn de kosten van de afvalbakken weergegeven.
Kosten afvalbakken per jaar
6
Totale kosten per jaar
Kosten per inwoner
Kosten per bak
per jaar
per jaar
Afschrijving alle bakken
€ 33.724,30
€ 0,51
€ 29,30
Totale kosten inzet uren lediging
€ 349.050,00
€ 5,27
€ 303,26
Totale kosten inzet voertuigen
€ 104.715,00
€ 1,58
€ 90,98
Totale kosten verwerking
€ 25.221,95
€ 0,38
€ 21,91
Totale kosten per jaar
€ 512.711,25
€ 7,73
€ 445,45
2.1.2
IBOR
In 2012 is het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte opgesteld. Hierin is het kwaliteitsniveau vastgelegd voor de gehele zichtbare openbare ruimte. Onder de openbare ruimte worden 5 thema’s verstaan in de ‘zichtbare’ openbare ruimte. Concreet gaat het dan om de kwaliteit van wegen, openbaar groen, straatmeubilair, straatreiniging en water. In het IBOR wordt gesproken over vier gradaties van onderhoud, te weten: klein onderhoud, groot onderhoud, rehabilitaties en reconstructies. Het
gemeentelijk
grondgebied
wordt
ingedeeld
in
functionele
gebieden.
Hierbij
wordt
onderscheid gemaakt in functies zoals woongebieden, invalswegen, bijzondere gebieden en het stadscentrum.
Deze
verdeling
biedt
de
mogelijkheid
om
te
kunnen
differentiëren
in
kwaliteitsniveaus van de openbare ruimte. Beheer en onderhoud kunnen daarmee worden afgestemd op de functie van de gebieden. De functionele gebieden worden als volgt ingedeeld: -
Stadscentrum Bergen op Zoom: hieronder valt de historische binnenstad binnen de singelring. Een groot gedeelte van dit gebied is ook wel bekend als het HORB-gebied (Herinrichting Openbare Ruimte Binnenstad). De gebruiksintensiteit van dit gebied is hoog.
-
Bijzondere gebieden en station: de overige (winkel)centra vallen binnen deze categorie inclusief de stationsomgeving. De gebruiksintensiteit van deze gebieden is hoog.
-
Invalswegen: de invalswegen hebben een verkeersfunctie volgens het Verkeers Structuur Plan (VSP) en een ontsluitingsfunctie op gemeentelijk en wijkoverstijgend niveau. Het netwerk van invalswegen koppelt wijken en kernen aan elkaar. Dit netwerk is van belang als het gaat om de verkeersoriëntatie binnen de gemeente. De invalswegen worden intensief gebruikt. De gebruiksintensiteit hiervan is derhalve hoog.
-
Woongebied: alle woongebieden binnen de bebouwde kom zijn onder één noemer gebracht.
Binnen
de
woongebieden
bevinden
zich
ook
de
speelplaatsjes.
De
gebruiksintensiteit van de thema’s is gemiddeld. -
Parken/recreatiegebied: onder deze categorie vallen de parken, grote groenobjecten en recreatiegebieden. De gebruiksintensiteit is gemiddeld tot laag.
-
Industrie/bedrijventerreinen: bedrijventerreinen
bestaan
de uit
functie industrie,
werken
staat
handelsbedrijven
hier
centraal.
De
en
kantoren.
De
gebruiksintensiteit is gemiddeld tot laag. -
Buitengebied/bossen: het landelijk gebied buiten de bebouwde kom wordt aangeduid met deze categorie. Het kenmerkend karakter van dit gebied is overwegend agrarisch of natuurlijk karakter. De gebruiksintensiteit van deze gebieden is laag.
De integrale benadering binnen functionele gebieden verbindt de kwaliteitsniveaus en thema’s aan elkaar. Het streven is er op gericht voor alle thema’s binnen een functioneel gebied een zelfde kwaliteitsniveau te hanteren. De kwaliteitsbeelden zijn gekoppeld aan beheerniveaus. In het IBOR-plan is gesteld dat men de onderhoudsintensiteit dusdanig afstemt dat geen kapitaalsvernietiging en achterstallig onderhoud ontstaan. In termen gesproken, die in de 7
CROW Kwaliteitscatalogus openbare ruimte gebruikt worden, betekent dat, dat beeldkwaliteit D zoveel als mogelijk voorkomen dient te worden (dat is kapitaalvernietiging), maar dat men niet preventief gaat werken en zo boven beeldkwaliteit B uit komt. Op basis van CROW systematiek is de volgende relatiematrix functionele gebieden – ambitieniveaus opgesteld. Thema
Centrum
Bijzondere
Invals-
Woon-
Industrie-
parken en
Bossen en
HORB
gebieden
wegen
gebied
gebied/
recreatiege-
buiten-
Bedrijven-
bieden
gebied
/station
terrein
Groen
R-
R-
R-
R-
R --
R --
R --
Meubilair
R-
R-
R-
R-
R --
R --
R --
Reiniging
R-
R-
R --
R --
R --
R --
R --
Verharding
R-
R-
R-
R-
R --
R --
R --
Water
R-
R-
R-
R-
R --
R --
R --
Onder het thema ‘Reiniging’ vallen straatreiniging, waarvan afvalbakken weer onderdeel zijn, en zwerfvuil. De thema’s worden gewaardeerd op ‘technische staat’ en op ‘verzorgingsstaat’. In onderstaande grafiek is weergegeven wat de beeldkwaliteit van de technische en onderhoudsstaat mogen zijn voor de ambitieniveaus R- en R--. Voor beide schaalbalken geldt een ingrijpmoment op de overgang van beeldkwaliteit C naar D. Voor de gebieden met een ambitieniveau R- moet in 40% van de gevallen de beeldkwaliteit A + B zijn. In 55% van de gevallen mag de beeldkwaliteit C zijn. Het wordt dus pas problematisch als er vaker C en D gescoord wordt dan de gemeente ambieert. Bij het ambitieniveau R-- liggen de ambities iets lager. Hier geldt dat wanneer er vaker dan 80% C en 10% D gescoord wordt er ingegrepen moet worden. In mei 2014 is een motie aangenomen in Bergen op Zoom voor het onderwerp reiniging. Hierbij is er voor gekozen de kwaliteit van de openbare ruimte voor het onderwerp reiniging met één stap te verhogen (dus R- - wordt R-, R- wordt R, etc.). Dit is voor de rest van het jaar 2014.
8
9
3
Plaatsingsrichtlijnen
Zwerfafval is klein afval dat is weggegooid, achtergelaten of door andere oorzaken terecht is gekomen op plaatsen die daar niet voor bestemd zijn. Het kan met opzet of per ongeluk op de grond zijn achtergelaten, uit een bak gewaaid zijn of eruit gehaald. Zwerfafval kan ook ontstaan door het verkeerd aanbieden en inzamelen van huishoudelijk afval. Verminderen van zwerfafval dat veroorzaakt is door bezoekers of passanten, betekent voornamelijk dat voorkomen moet worden dat mensen hun afval op een plaats achterlaten waar het niet hoort. Dat betekent dat het gedrag van de mensen dusdanig gestuurd moet worden dat zij dit ongewenste gedrag niet vertonen. Het beïnvloeden van het gedrag kan op twee manieren, namelijk de mensgerichte aanpak en de omgevingsgerichte aanpak. 3.1.1
Sturen van gedrag door mensgerichte aanpak
De mensgerichte aanpak heeft betrekking op vormgeving en plaatsing van afvalbakken. De strategieën voor een mensgerichte aanpak hebben betrekking op de vormgeving en plaatsing van afvalbakken. Het gedrag van mensen, om goed gebruik te maken van de afvalbakken, is te sturen door: 1. Vindbaarheid 2. Gebruiksgemak 3. Aantrekkelijkheid 4. Bewustwording. 1. Vindbaarheid Voordat mensen een afvalbak gebruiken, moet deze vindbaar en herkenbaar zijn. Vindbaarheid is dus een noodzakelijke voorwaarde en wordt bepaald door de omgeving van de afvalbak, als door de plaats waar deze staat. De vindbaarheid van afvalbakken wordt qua vormgeving bepaald door de herkenbaarheid en opvallendheid. De herkenbaarheid van een afvalbak is doorgaans geen probleem, ook wanneer de vormgeving erg bijzonder of afwijkend is. De opvallendheid kan met allerlei eigenschappen van de afvalbak vergroot worden. Voorbeelden zijn: -
Kleur (contrasterend met de omgeving);
-
Grootte;
-
Vorm (afwijkend van de vormen die verder in de omgeving aanwezig zijn);
-
Extra signalen (beweging, knipperende lichten, geluid).
Opvallendheid is echter een middel dat niet te extreem mag worden toegepast, omdat dit vaak in strijd is met de aantrekkelijkheid van de omgeving als geheel. Een ander krachtig middel om afvalbakken door vormgeving vindbaar te maken, is uniformiteit. Wanneer alle afvalbakken in een omgeving dezelfde vorm, kleur of opschrift hebben, dan zijn ze
10
met groter gemak te vinden voor mensen die er eenmaal één gezien hebben. Een uniforme afvalbak is snel te vinden, zelfs in een omgeving war hij naadloos inpast en als individuele bak dus nauwelijks opvalt. De plaatsing van de afvalbak draagt ook sterk bij aan de vindbaarheid ervan. De optimale locatie van een bak wordt bepaald door de factoren die onder de ‘omgevingsgerichte aanpak’ vallen. 2. Gebruiksgemak De belangrijkste vormgevingsaspecten die van invloed zijn op het gebruiksgemak zijn de grootte en de plaats van de inwerpopening, de aan- of afwezigheid van een klep of andere afsluiting en de bediening daarvan. In principe vermindert een afsluiting altijd het gemak waarmee afval kan worden weggegooid. Toch kan een afsluiting nodig zijn, om bijvoorbeeld stank of oneigenlijk gebruik tegen te gaan. 3. Aantrekkelijkheid Een
aantrekkelijke
afvalbak
bevordert
dat
mensen
hun
afval
netjes
weggooien.
Met
aantrekkelijk wordt bijvoorbeeld een bijzondere vormgeving bedoeld, maar bovenal houdt het in dat de afvalbak schoon en heel is. 4. Bewustwording Zwerfafval ontstaat vaak omdat mensen die in principe goede bedoelingen hebben, soms toch vergeten dat hun afval meegenomen moet worden of in een afvalbak moet worden gegooid. Mensen zijn gehaast, afgeleid of gewoon even gemakzuchtig. Ondanks goede voornemens wordt afval toch op de grond gegooid. Een kenmerk van deze groep ‘overtreders’ is dat deze aanspreekbaar is. Het is een kwestie van herinnerd worden aan de eigen regels en normen. Deze eigen normen moeten als het ware weer even geactiveerd worden. Door de juiste boodschap op of rond afvalbakken aan te brengen, worden mensen weer herinnerd aan die norm en gaan ze hem ook toepassen. 3.1.2
Sturen door omgevingsgerichte aanpak
In dit document staat de omgevingsgerichte aanpak centraal, waarbij het gedrag gestuurd zal worden door een optimale plaatsing van afvalbakken1. Het bepalen van de locaties waar afvalbakken gewenst zijn hangt af van een aantal factoren: 1. De schaal van de omgeving 2. De uitstraling van de omgeving 3. Het type gebruikers en hun gedrag 4. Het type afval 1
11
Weggooi gedrag is te sturen door de zichtbaarheid van afvalbakken, het gebruiksgemak, de aantrekkelijkheid en bewustwording. De vormgeving van de bakken staat momenteel niet ter discussie in de gemeente Bergen op Zoom, dus deze zal hier dan ook buiten beschouwing gelaten worden.
5. De hoeveelheid afval 1. Schaal Met de schaal wordt de grootte van de omgeving en het aantal mensen dat er tegelijkertijd aanwezig is bedoeld. De schaal van een omgeving is erg bepalend voor het weggooigedrag van mensen. De drukte in grootschalige omgevingen maakt het lastiger bakken te vinden en ze te bereiken. Dat brengt ook met zich mee dat mensen meestal geen sterke band hebben met de locatie, waardoor ze wat onverschilliger zijn. In grootschalige omgevingen is het gebruiksgemak erg belangrijk. Loopafstanden moeten zo kort mogelijk zijn en ze moeten zo dicht mogelijk langs looproutes geplaatst worden. 2. Uitstraling Op locaties met een bijzondere en/of positieve uitstraling vinden mensen zwerfafval vaak extra storend. De meeste mensen gedragen zich daar ook netter en zijn bereid wat meer moeite te doen om afval netjes weg te werpen. Afvalbakken in dit type omgevingen mogen vooral de uitstraling van de locatie niet schaden en kunnen daar dan wat minder opvallend maar wel vindbaar geplaatst worden. In het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2013-2017 wordt de gemeente Bergen op Zoom reeds onderverdeeld in gebieden gekenmerkt op deze factoren. Toch kan de beschrijving van een locatie verder verfijnd worden door te kijken naar het type gebruik van de omgeving. Zo kan in een woongebied een parkeerplaats of een speelplaatsje liggen die anders gebruikt wordt dan een doorgaande route. Dit laatste heeft namelijk te maken met het type gebruikers en hun gedrag. Er wordt dan meer op locatieniveau gekeken, dan op omgevingsniveau. 3. Type gebruikers en gedrag Het type gebruiker van een locatie kan een rol spelen in de keuze van de optimale plaatsing. Het gaat dan vooral over de leeftijd van de gebruikers en de frequentie van het bezoek. Regelmatige gebruikers zijn in de regel bereid wat meer moeite te doen dan een eenmalige gebruiker. Loopafstanden mogen daardoor net wat langer zijn. Natuurlijk moeten alle gebruikers de bakken makkelijk kunnen bereiken. De acceptabele loopafstand naar een afvalbak is afhankelijk van de beweeglijkheid (gedrag) van de bezoekers. Mensen die al in beweging zijn (winkelstraat etc.), zijn bereid verder te lopen naar een afvalbak dan mensen die stil staan (bushalte, perron), zitten (bankje in het park, perron), of zelfs liggen (strand). Als mensen bewegen langs vaste looproutes kunnen bakken het beste daar direct langs geplaatst worden. Die looproutes gaan vaak via kruispunten en in-, op- en uitgangen, waardoor dat extra goede plekken zijn om bakken te plaatsen. Ook de mate waarin mensen druk, gehaast of op een andere manier afgeleid zijn, is van belang voor hun weggooigedrag. Wanneer mensen ergens voor hun plezier een dagje verblijven,
12
nemen zij meer de tijd om hun afval netjes weg te werpen en zullen ze het ook minder makkelijk vergeten in tegenstelling tot mensen die gehaast zijn. 4&5 Type en hoeveelheid afval Type en hoeveelheid afval zijn vooral van belang bij het bepalen van de capaciteit en de ledigingsfrequentie. Op locaties waar de hoeveelheid zwerfafval sterk kan variëren, zoals op stranden of bij evenementen kan daarom naar gelang van de behoefte bakken bijgeplaatst of tijdelijk verwijderd worden. Maar deze factoren zeggen ook wat over het eigenlijk gebruik van de bakken: wordt een bak op een locatie namelijk wel gebruikt waar hij voor bedoeld is, namelijk voor zwerfafval van passanten, of daagt hij uit voor gebruik van huishoudelijk afval? 3.1.3
Plaatsingsbeleid
Met in acht neming van bovenstaande factoren, de leidraad van het CROW en het IBOR-plan en het gemeentelijk beleid van Bergen op Zoom wordt een op maat gemaakt plaatsingsmodel opgesteld voor het plaatsen, verplaatsen of eventueel verwijderen van bakken. In het plaatsingsmodel heeft de vorm van een stroomdiagram waarin enkele keuzen gemaakt moeten worden. Dat betekent dat per functioneel gebied een beleid opgesteld moet worden over de plaatsing van bakken om vervolgens te bepalen op welke locatie wel en geen bakken hoeven te staan. In relatie tot het gebruik van de functionele gebieden is het volgende beleid voor de gebieden van toepassing. -
Stadscentrum Bergen op Zoom: In dit gebied wordt een ambitieniveau van R- nagestreefd. De gebruiksintensiteit is hoog, evenals de verblijfstijd in dit gebied. Echter, de binding die de meeste gebruikers met dit gebied hebben is laag. De vele bezoekers van dit gebied moeten daarom makkelijk van hun afval af kunnen, zonder daarin belemmerd te worden. o
Publiek dat in beweging is moet makkelijk van hun afval af kunnen. De maximale loopafstand tussen 2 bakken is 50 meter2.
o
Op plekken waar mensen zich kunnen ophouden, bij bankjes, opstapplaatsen van openbaar vervoer etc. moet een bak staan.
o
Winkeliers, uitbaters van horeca en snackverkopers zijn verantwoordelijk voor het afval dat door hun activiteiten veroorzaakt wordt. Binnen een straal van 10 meter vanaf de ingang van deze bedrijven wordt geen afvalbak in het beheer van de gemeente geplaatst, maar dient het bedrijf hier zelf zorg voor te dragen.
o
2
13
De bakken moeten de doorgang niet belemmeren.
Bron: CROW publicatie 209 ‘Afvalbakken in de openbare ruimte’, pagina 27, Stedelijk gebied: Winkelpromenade. Referentie: ‘Plaats afvalbakken langs een looproute. Op passieve looproute 30 tot 70 meter. Op actieve looproute(men moet van looproute afwijken) <25 meter’
Bijzondere gebieden en station: In dit gebied wordt een ambitieniveau van Rnagestreefd. De vele bezoekers van dit gebied moeten daarom makkelijk van hun afval af kunnen. De verblijfstijd van de mensen in dit gebied is hoog, maar de binding die de mensen met het gebied hebben is laag. o
Publiek dat in beweging moet makkelijk van hun afval af kunnen. De maximale loopafstand tussen 2 bakken is 50 meter.
o
Op plekken waar mensen zich kunnen ophouden, bij bankjes, opstapplaatsen van openbaar vervoer etc. moet een bak staan.
o
Winkeliers, uitbaters van horeca en snackverkopers zijn verantwoordelijk voor het afval dat door hun activiteiten veroorzaakt wordt. Binnen een straal van 10 meter vanaf de ingang van deze bedrijven wordt geen afvalbak in het beheer van de gemeente geplaatst, maar dient het bedrijf hier zelf zorg voor te dragen.
o -
De bakken moeten de doorgang niet belemmeren.
Invalswegen: In dit gebied wordt een ambitieniveau van R-- nagestreefd. De gebruiksintensiteit hiervan is hoog, maar de verblijfstijd van de mensen in dit gebied is laag. De binding die mensen met deze gebieden hebben is zeer laag. o
Afvalbakken langs looproutes moeten langs passieve routes geplaatst worden waar meerdere routes elkaar kruisen. Daar tussen is de maximale loopafstand 300 meter. Dat betekent dat mensen sowieso langs deze bakken komen en er niet voor om hoeven lopen.
o
Afvalbakken langs fietsroutes zijn niet gewenst, omdat consumptie op de fiets minimaal wordt geacht. Ook plaatsing op knooppunten van fietsroutes heeft niet de voorkeur. Wanneer mensen gebruik willen maken van de zwerfafvalbakken heeft dit opstopping tot gevolg.
o
Afvalbakken/blikvangers bij kruispunten zijn ongewenst. Deze voorzieningen faciliteren het weggooien van afval, maar ook van huishoudelijk afval.
-
Woongebied: In dit gebied wordt een ambitieniveau van R-- nagestreefd. Het aantal mensen dat gebruik maakt van deze gebieden is gemiddeld. De verblijfstijd van de mensen in dit gebied is ook gemiddeld. De binding die mensen met deze gebieden hebben is relatief hoog: het betreft namelijk hun directe eigen leefomgeving. o
Mensen die in deze gebieden in beweging zijn, wonen hoogstwaarschijnlijk ook in deze gebieden. Op doorgaande wegen, zoals stoepen, worden geen bakken geplaatst. Van de mensen wordt verwacht dat zij hun afval mee naar huis nemen.
o
Op locaties waar oponthoud van mensen te verwachten is, worden bakken geplaatst, afhankelijk van de intensiteit dat gebruik gemaakt wordt van een locatie. Zo is de ingang van een school, of de opstapplaats voor openbaar vervoer, dagelijks druk, maar bijvoorbeeld bij speeltuinen verschilt het gebruik onderling en per seizoen. Dit moet per geval beoordeeld worden door de medewerkers van de handveegdienst.
14
o
Bij inzamelplekken van restafval worden geen zwerfafvalbakken geplaatst. Dit lokt oneigenlijk gebruik uit omdat mensen deze bakken gebruiken om het betalen voor restafval te ontduiken.
o
In eerste instantie worden zwerfafvalbakken wel bij milieuparkjes geplaatst, onder voorwaarde dat geen misbruik gemaakt wordt van deze bakken. Dit zal regelmatig gemonitord moeten worden.
o
Bij ingangen van wooncomplexen worden geen zwerfafvalbakken geplaatst. Bij aanvang van de uitvoering van dit plan worden bij alle adressen een ja/nee en een nee/nee sticker bezorgd die de mensen op hun brievenbus kunnen plakken om de hoeveelheid ongewenste post te minimaliseren. Met wooncorporaties worden
afspraken
gemaakt
deze
stickers
toe
te
voegen
aan
de
welkomstpakketten voor nieuwe bewoners. -
Parken/recreatiegebied: In dit gebied wordt een ambitieniveau van R-- nagestreefd. De gebruiksintensiteit is gemiddeld tot laag, deze is met name seizoensgebonden. Wel is de verblijfstijd van de bezoekers hoog. De binding van de mensen met het gebied is gemiddeld. Er zijn namelijk mensen die er wel om geven, maar er zijn ook mensen die er helemaal niets om geven omdat het niet hun eigen buurt is. o
Het publiek van deze locaties wordt gezien als de categorie recreanten. Zij die in beweging zijn, zullen eerder de moeite nemen een kleine tijd met het afval te lopen. Bakken op looproutes zijn daarom niet nodig. Bij de ingangen van de parken daarentegen wel.
o
Op plekken waar mensen langere tijd op één plek of in de buurt van een plek blijven moet de afstand tot een bak niet te groot zijn. Het mag andere recreanten ook weer niet hinderen en moet voor de reinigers makkelijk bereikbaar zijn. Een geschikte afstand is 50 meter tussen de bakken aan de rand van het recreatiegebied (zoals het strand).
o
Op plekken waar mensen zich kunnen ophouden, zoals bij bankjes, moet een bak staan.
o
Winkeliers, uitbaters van horeca en snackverkopers zijn verantwoordelijk voor het afval dat door hun activiteiten veroorzaakt wordt. Binnen een straal van 10 meter vanaf de ingang van deze bedrijven wordt geen afvalbak in het beheer van de gemeente geplaatst, maar dient het bedrijf hier zelf zorg voor te dragen. De gemeente zal aandacht in het handhavingsplan dienen te schenken om er voor te zorgen dat uitbaters ook werkelijk hun eigen voorzieningen treffen en de omgeving van hun winkel schoonhouden.
-
Industrie/bedrijventerreinen:
In
dit
gebied
wordt
een
ambitieniveau
van
R--
nagestreefd. De functie “werken” staat hier centraal. De gebruiksintensiteit is gemiddeld tot laag en de verblijfstijd van de bezoekers in de openbare ruimte is zeer laag. Ook is de binding van de mensen met de omgeving laag. De omgeving daagt in principe niet uit tot consumptie en dus ook niet tot zwerfafval. Mochten er uitbaters van eetgelegenheden zich bevinden (zoals McDonalds etc.), dan zijn zij verantwoordelijk 15
voor het afval dat door hun activiteiten veroorzaakt wordt. Plaatsing van bakken door de gemeente is hier in principe niet gewenst. -
Buitengebied/bossen: In dit gebied wordt een ambitieniveau van R-- nagestreefd. De gebruiksintensiteit is gemiddeld tot laag maar de verblijfstijd van de bezoekers in de openbare ruimte is gemiddeld tot hoog. De binding van de mensen met het gebied is gemiddeld. Er zijn namelijk mensen die er wel om geven, maar er zijn ook mensen die er helemaal niets om geven omdat het niet hun eigen buurt is. Toch kan aangenomen worden dat over het algemeen mensen gebruik maken van deze gebieden genieten van de omgeving en deze ook zo netjes mogelijk willen houden. o
Het publiek van deze locaties wordt gezien als de categorie recreanten. Zij die in beweging zijn, zullen eerder de moeite nemen een kleine tijd met het afval te lopen. Bakken op looproutes zijn daarom niet nodig. Bij de ingangen van de bossen daarentegen wel.
o
Op plekken waar mensen zich kunnen ophouden, zoals bij bankjes, moet een bak staan.
Evenementen: Als in de gemeente evenementen worden georganiseerd waarbij grote aantallen bezoekers verwacht worden, is de kans ook groot dat meer zwerfafval veroorzaakt wordt. De ondernemers
die
profiteren
van
evenementen
en
de
organisatoren
daarvan
dienen
verantwoordelijk gehouden te worden voor het afval dat wegens evenementen veroorzaakt wordt. Bij het aanvragen van een vergunning moeten zij een inzamelcontract kunnen overleggen. Indien zij dit niet hebben, zorgt de gemeente tegen betaling voor het opruimen van het afval. In het geval dat de organisatoren de reiniging uitbesteed hebben aan een derde, en de ruimte wordt niet schoon opgeleverd conform beeldkwaliteit, zullen opruimkosten van de gemeente worden doorbelast, eventueel verhoogd met een sanctie. In bijlage 3 is een beslisboom weergegeven waar aan de hand van afgewogen kan worden of een afvalbak geplaatst moet worden of niet.
3.2
Schouwronde
Op verschillende dagen is een adviseur meegereden op een route in woonwijken, in het centrum en verscheidene diverse locaties buiten de routes om de afvalbakken te monitoren. Tijdens de schouw is de technische staat van de bakken beoordeeld, als ook het gebruik van de bakken. Hiervoor is het monitoringsformulier in bijlage 1 voor gebruikt. In totaal zijn er 176 bakken gemonitord. Dit aantal is representatief voor alle bakken bij een betrouwbaarheidsniveau van 95%. De fout marge is dan 6,7%. In bijlage 2 is een kaart weergegeven met de monitoringspunten. In de tabel hieronder staat hoeveel bakken per functioneel gebied gemonitord zijn.
16
Functioneel gebied
Aantal bakken gemonitord
Stadscentrum
44
Bijzondere gebieden/station
22
Invalswegen
13
Woongebied
75
Parken/recreatiegebied
18
Industrie-/bedrijventerrein
2
Buitengebied/bossen
2
Totaal
176
3.2.1
Technische- en verzorgingsstaat
Uit de monitoring blijkt dat de bakken in de verschillende functionele gebieden ruim boven hun ambitieniveaus met betrekking tot de technische staat scoren. Deze hoge score is te danken aan het feit dat bijna alle bakken netjes recht staan, weinig sporen van deuken en gaten vertonen, kleurecht zijn en dat de coating nog goed dekt.
De bakken scoren minder hoog op de criteria die de verzorgingsstaat van de bakken aantonen, namelijk ‘beplakking’ en ‘besmeuring’, maar ze voldoen nog wel aan de ambitieniveaus.
17
18
3.2.2
Gebruik
In de tabel hieronder is weergegeven wat voor een soort afval in de afvalbakken in de diverse functionele gebieden aangetroffen was.
Functioneel gebied
Aantal
bakken
Zwerfafval
gemonitord
Huishoudelijk
Honden
zwerf +
afval
poep
hha
Stadscentrum
44
44
2
0
2
Bijzondere
22
14
9
0
1
Invalswegen
13
11
2
0
0
Woongebied
75
40
45
1
11
Parken/recreatiegebied
18
14
5
2
3
Industrie-
2
1
0
0
0
2
1
1
0
0
gebieden/station
/bedrijventerrein Buitengebied/bossen
Op basis van deze data kan gesteld worden dat met name in de woonwijken de afvalbakken voor meer dan de helft van de gevallen gebruikt worden om afval in te dumpen. Vervolgens is geregistreerd op wat voor een soort locatie de bakken geplaatst waren en wat in relatie daartoe het gebruik van de bakken was. In de tabel hieronder is weergegeven waarvoor de bakken op die locaties gebruikt werden. De belangrijkste conclusies die hieruit te trekken zijn, geven aan dat bakken bij de ingang van hoogbouw en bij afvalinzamelplaatsen het meest misbruikt worden.
19
Zwerfafval
gebundeld klein HHA
opstap openbaar vervoer
73%
27%
bij parkeerplaats
67%
33%
op routes van jeugd
40%
60%
op fietsroutes
63%
25%
banken, zitelementen binnen BBK
73%
27%
bij speelplaats
82%
18%
bij in/uitgang parken
67%
33%
bij natuur en recreatie terrein
82%
18%
bij stranden
80%
0%
bij scholen
100%
0%
in omgeving van horeca
50%
50%
in winkelcentra
89%
11%
bij uitgang supermarkt
86%
14%
bij snackverkopers/ijskramen
92%
8%
kaartautomaten
100%
0%
bijzondere gebouwen
89%
11%
bij afvalinzamelingsplek
13%
88%
op passieve looproutes (men komt er langs)
54%
46%
ingang hoogbouw
9%
91%
In de tabel hieronder is weergegeven wat de vullingsgraad van de bakken binnen de verschillende functionele gebieden is. In het stadscentrum worden de bakken dagelijks geledigd, in de woonwijken 3 keer per week. De medewerkers van de handveegdienst hebben aangegeven dat de hoeveelheid afval na het weekend vele malen hoger is`, dan gemonitord is tijdens de schouw.
3.3
Toepassing van beslismodel
Op basis van het plaatsingsbeleid is een beslismodel opgesteld. Dit is weergegeven in bijlage 3. Wanneer het nieuwe beslismodel wordt toegepast op de zwerfafvalbakken die voor dit onderzoek gemonitord zijn, kan dit leiden tot een reductie van het aantal bakken met 33 %. Daarmee komt de gemeente uit op een resterend aantal van 771 afvalbakken. Per 1000 inwoners is dat 11,7 zwerfafvalbakken. Dit is een benadering van het landelijk gemiddelde van 11 bakken per 1000 inwoners, echter ten opzichte van diftar gemeenten is dit nog vrij hoog (6,7 bakken per 1000 inwoners). In werkelijkheid zal ook per bak gekeken moeten worden of tevens ook aan de maximale loopafstand voldaan wordt. Daarnaast zal ook op basis van ervaring van de medewerkers van de handveegdienst bepaald moeten worden of een afvalbak 20
wel functioneel is op een locatie. Ook kan er voor gekozen worden om op bepaalde locaties waar sprake is van variatie in gebruiksintensiteit afhankelijk van het seizoen, bakken tijdelijk weg te halen. In de tabel hieronder is weergegeven hoeveel zwerfafvalbakken per functioneel gebied gemonitord zijn, en hoeveel op basis van het beslismodel minimaal verwijderd zouden kunnen worden.
Functioneel gebied
Aantal bakken
Aantal te verwijderen
Percentage bakken
gemonitord
bakken
dat o.b.v. monitoring verwijderd mag
Stadscentrum
44
18
41%
Bijzondere
22
5
23%
Invalswegen
13
1
8%
Woongebied
75
21
28%
Parken/recreatiegebi
18
1
6%
2
2
100%
2
0
0%
176
48
27%
gebieden/station
ed Industrie/bedrijventerrein Buitengebied/bossen
3.4
Conclusie
De gemeente Bergen op Zoom heeft relatief veel zwerfafvalbakken in haar gemeente staan. Veel bakken worden gebruikt voor het dumpen van huishoudelijk afval. De technische en onderhoudsstaat van de zwerfafvalbakken is goed te noemen en voldoet ruim aan de gestelde eisen in het IBOR-plan. De gemeente kan het zwerfafvalbakken bestand af laten nemen door gebruik te maken van het beslismodel. Het streven is om uiteindelijk op een aantal zwerfafvalbakken uit te komen dat acceptabel en gewoonlijk is in een diftar gemeente. Met het hanteren van het beslismodel kan de gemeente al een heel eind in de goede richting komen. Daarbovenop zal aan de hand van de ervaringen van de medewerkers van de handveegdienst bepaald moeten worden op welke locaties bakken functioneel zijn en waar niet. Dit zal ook regelmatig gemonitord moeten worden. Bovendien, zal de beslisboom aangepast moeten worden als dat nodig blijkt, en plaatsingscriteria verscherpt moeten worden.
21
Bijlage 1 Monitoringsformulier Beoordelingsformulier Kwaliteitsniveau Afvalbak Nummer afvalbak (kaart) Locatie (straatnaam) Type afvalbak Kleur
Bammens Capitole Geel
Portello Groen
Zeer hoog Algemene indruk afvalbakken Beplakkingen- en graffiti Besmeuring Dekking van de coating/folie en krassen Deuken en gaten Kleurechtheid Natuurlijke aanslag Scheefstand
5 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0 graden
Blikvanger Blauw
Afvalbakken technische staat hoog 4 < 2% < 5% > 98% < 2% < 10% < 5% < 1 graad
Foto nummer Datum Overig Grijs
Basis
3
< 5% < 10% > 95% < 5% < 20% < 10% < 5 graden
Laag < 10% < 20% > 80% < 10% < 50% < 20% < 10 graden
Anders
2
Zeer laag > 10% > 20% < 80% > 10% > 50% > 20% > 10 graden
Afvalbakken inrichting en gebruik Functioneel gebied
Plaatsing
Stadscentrum Bergen op Zoom Bijzondere gebieden en Station Invalswegen Woongebied Parken/recreatiegebied Industrie/bedrijventerrein Buitengebied/bossen Ondernemers/horeca/ve rkooppunten
Algemeen
opstap openbaar vervoer
banken/zitelementen binnen bebouwde kom
bij scholen
bij retourette
bij parkeerplaats
bij picknickbank binnen de bebouwde kom
in omgeving van horeca
bij glasbak
bij afrit snelweg
bij fietsknooppunten met een picknichplek of bankjes
in winkelcentra
bij afvalinzamelingsplek
bij fietsenstalling
bij speelplaats
evenementen
op actieve/open looproutes: men moet er speciaal naartoe
op routes van jeugd
bij in/uitgang parken
bij uitgang supermarkt
op passieve/vaste loproutes: men komt er automatisch langs
op fietsroutes
bij natuur en recreatie terrein
bij snackverkopers/ijskraam
op bedrijfsterrein
bij verkeerslichten
bij sportvelden
pinautomaten
Op industrieterrein
bij tankstations
bij stranden, recrecatiestranden
kaartautomaten
Op kantoor parken
bij informatiepaneel
vislocaties/vissteigers
mobiele verkooppunten snacks/drank
ingang hoogbouw
bijzondere gebouwen
gewenste hangplek (zelf gecreeerd)
Verkeer en openbaar vervoer
Onspanning/recreatie
Carpool
gemeente huis
bioscopen
biobliotheek
museum
Vullingsgraad Type afval
22
afvalbak is leeg Verpakkingsafval
minder dan de helft vol, geen uitstekend afval gebundeld klein huishoudelijk afval
niet vol, geen afval dat uitsteekt
afvalbak is nagenoeg vol, geen afval dat uitsteekt
luiers
anders, namelijk:
vol en afval dat uitsteekt.
1
Bijlage 2 Monitoringslocaties
23
Bijlage 3 Beslismodel
24