Oan Provinsjale Steaten
Gearkomste Wurklistnûmer Beliedsprogramma Ôfdieling Behanneljend amtner Tastel Registraasjenûmer Primêr nûmer
: : : : : : : :
Ûnderwerp
: Spoorlijn Leeuwarden-Groningen
Taheakke
: Projectnota ‘Maatregelen en gezamenlijk aanpak voor de realisatie’; ‘Project Extra Sneltrein GroningenLeeuwarden’
Oanlieding / Beliedsramt
: In juni 2008 heeft u ingestemd met het ‘Convenant RegioSpecifiek Pakket Zuiderzeelijn’ (nr. 754649). Eén van de Concrete Projecten uit dit convenant is de uitbreiding van de infrastructuur van de spoorlijn Leeuwarden-Groningen. Dit is nodig om het mogelijk te maken dat er een extra sneltrein tussen Leeuwarden en Groningen kan gaan rijden. Bij brief van 27 januari 2012 met kenmerk 988700 hebben wij u tussentijds geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot het project. Voor de planuitwerkingsfase was het Ministerie van IenM opdrachtgever. De provincie Groningen en de provincie Fryslân waren de inhoudelijk opdrachtgevers. De Stuurgroep Leeuwarden-Groningen heeft aangegeven deze samenwerkingsvorm voor de realisatiefase te willen voortzetten. Zoals in het kader van het RSP-programma aan u is toegezegd, leggen wij het project aan u voor, voordat wordt gestart met de realisatiefase.
Koarte gearfetting
: De afgelopen periode is gewerkt aan de planuitwerkingsfase voor de benodigde extra infrastructuur op de spoorlijn Leeuwarden-Groningen ten behoeve van het rijden van een extra sneltrein. Deze is nu afgerond. Er kan nu worden begonnen met de realisatiefase van de benodigde maatregelen zoals aangegeven in bijgevoegd rapport.
2 Verkeer en Vervoer Complexe Infra Projecten Hans Offermans 06-55121250 1062319
1
Taljochting
: Organisatie en aansturing Het project wordt aangestuurd door de Stuurgroep Leeuwarden-Groningen. Hierin hebben zitting de Regiodirecteur ProRail Noordoost, Jan Mulder, Wethouder Thea Koster van de gemeente Leeuwarden, wethouder Jan Lammers, namens de gemeenten in Noordoost Fryslân (ANNO), burgemeester Bert Swart van de gemeente Zuidhorn, wethouder Joost van Keulen van de gemeente Groningen, gedeputeerde Mark Boumans van de provincie Groningen en gedeputeerde Johannes Kramer van de provincie Fryslân (voorzitter). De Stuurgroep functioneert onder het Bestuurlijk Overleg ‘ProRail – ministerie van IenM – SNN+Overijssel’. Tijdens de planuitwerkingsfase was het Ministerie van Infrastructuur en Milieu de formele opdrachtgever van ProRail. De provincie Fryslân en de provincie Groningen waren in deze fase de inhoudelijk opdrachtgevers. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling dat de provincies het formele opdrachtgeverschap, met de overgang van de planuitwerkingsfase naar de realisatiefase, van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu zou overnemen. Dit om voldoende sturing op het project te krijgen. De overdracht is als zodanig aan u gemeld in de ‘Begroting 2013’ en de ‘Berap 2012’. Echter tijdens de planuitwerkingsfase is gebleken dat inhoudelijke sturing door de provincie Groningen en de provincie Fryslân ook uitstekend mogelijk is als de provincies geen formele opdrachtgevers zijn. Er is dus geen reden meer om het Ministerie van Infrastructuur en Milieu te vragen het formele opdrachtgeverschap over te dragen. Voor het aanbesteden van het werk maakt het opdrachtgeverschap ook geen verschil. In beide gevallen worden de maatregelen door ProRail aanbesteed. De Stuurgroep Leeuwarden-Groningen heeft in haar vergadering van 24 mei 2013 aangegeven deze samenwerkingsvorm vooralsnog te willen voortzetten. Wij kunnen ons hier in vinden en hebben besloten om het formele opdrachtgeverschap vooralsnog bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu te laten. Praktisch betekent dit, dat ProRail niet bij de provincie Fryslân, maar rechtstreeks bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een verzoek indient om een financiële beschikking af te geven voor de realisatie van de maatregelen In hoofdstuk 6 en 7 van bijgevoegde projectnota 'Maatregelen en gezamenlijke aanpak voor de realisatie' is de organisatie en aansturing uitgewerkt.
Nut en noodzaak 2
De redenen voor het willen realiseren van het RSPproject Leeuwarden-Groningen zijn tweeledig. Deze komen enerzijds voort vanuit beleidsoverwegingen (het nut) als het geven van een impuls aan het openbaar vervoer en het verder versterken van de spoorlijn Groningen - Leeuwarden als belangrijke hoogwaardige openbaar vervoeras tussen de hoofdsteden en de aansluiting met het onderliggende gebied. Anderzijds komen de redenen ook voort uit de huidige capaciteitsproblemen in de spitsen op de spoorlijn Groningen - Leeuwarden (de noodzaak). Om de capaciteitsproblematiek te kunnen oplossen zijn in elk geval twee maatregelen nodig: - Inzet van een extra sneltrein per uur; - Inzet van langere treinen. De keuze voor een extra sneltrein per uur sluit het beste aan bij de beoogde hoge kwaliteit van de treinverbinding tussen de provinciale hoofdsteden en bij de groeiende omvang van het reizigersvervoer tussen Leeuwarden en Groningen. Een kwaliteitsniveau waardoor het openbaar vervoer kan concurreren met de auto. De grootste groei op de spoorlijn zat de afgelopen jaren ook in de huidige sneltreinen. De inzet van een extra sneltrein per uur zorgt er daarnaast ook voor dat er meer ruimte in de stoptreinen ontstaat. Nu rijdt een deel van de potentiële sneltreingebruikers namelijk nog met de stoptreinen, omdat de huidige, enkele sneltrein per uur niet goed aansluit bij hun vertrektijd of de gewenste aankomsttijd op hun eindbestemming. Met de extra sneltrein per uur verandert dit, waardoor ook in de stoptreinen de verwachte groei op een goede manier kan worden opgevangen. Aanvullend op de extra sneltrein is het toevoegen van extra capaciteit door het kunnen inzetten van langere treinen (tot maximaal 168 meter) voor zowel de stoptreinen als de sneltreinen de komende jaren noodzakelijk in elk geval in de spitsen. Om de capaciteitsproblematiek meteen toekomstvast op te lossen, hebben wij er daarom voor gekozen om de hiervoor benodigde maatregelen ook mee te nemen binnen het totale pakket aan maatregelen voor het project ESGL. Het nut en de noodzaak worden beschreven in hoofdstuk 2.1 van bijgevoegde projectnota 'Maatregelen en gezamenlijke aanpak voor de realisatie'.
Maatregelen project Om de bovengenoemde verbeteringen te kunnen realiseren, moet de spoorinfrastructuur tussen Leeuwarden en Groningen op verschillende plekken worden aangepast. Uitgangspunt is per uur in beide richtingen 2 stoptreinen en 2 sneltreinen tussen Leeuwarden en Groningen. De huidige sneltrein houdt zijn stop in Buitenpost en de nieuwe sneltrein stopt 3
onderweg alleen in Veenwouden. Met deze opzet wordt tegemoet gekomen aan de wens van de gemeenten in Noordoost Fryslân (ANNO). Momenteel ligt er alleen tussen Veenwouden en Grijpskerk dubbel spoor. Om de dienstregeling van 2 stoptreinen en 2 sneltreinen mogelijk te maken, moet er tussen Zuidhorn en Hoogkerk ook dubbel spoor worden aangelegd. In Leeuwarden moet het station aan de oostkant worden aangepast voor de extra sneltrein. Ook zijn er voor het kunnen rijden van deze dienstregeling snelheidsverhogingen nodig en een keervoorziening in Zuidhorn t.b.v. de pendel Groningen-Zuidhorn. Alle perrons zullen op 168 meter lengte worden gebracht zodat er langere treinen kunnen stoppen dan nu het geval is. Vooral in de spits is dat zeer wenselijk. Omdat er meer treinen gaan rijden is het nodig om de overwegen veiliger te maken. De twee grootste maatregelen betreffen een spoortunnel in Leeuwarden en een spoortunnel in Groningen. Ook zullen er compenserende maatregelen ten aanzien van geluid worden gerealiseerd. Op verzoek van de provincie Groningen wordt de te realiseren spoorverdubbeling tussen Zuidhorn en Hoogkerk met 2 kilometer extra verlengd voor een eventueel toekomstig station in Hoogkerk. Ook levert het verlengde dubbel spoor een bijdrage aan het nog beter op tijd kunnen rijden van de treinen (dienstregeling wordt nog robuuster). De extra kosten worden (voor een deel) door de provincie Groningen gefinancierd. In de volgende paragraaf over financiën wordt daar nader op ingegaan. Verder heeft de provincie Groningen aangegeven om de huidige overweg in de Paterswoldseweg te willen vervangen door een tunnel voor al het verkeer, terwijl een nieuwe onderdoorgang voor alleen fietsers vanuit spoorveiligheid ook voldoen was geweest. De meerkosten voor een tunnel voor al het verkeer ten opzichte van een fietstunnel wordt door de provincie Groningen gefinancierd. Alle maatregelen zijn uitgewerkt in hoofdstuk 2.4 van bijgevoegde projectnota 'Maatregelen en gezamenlijke aanpak voor de realisatie'.
Financiën. Voor het project is vanuit de RSP-middelen voor concrete projecten een bedrag beschikbaar van € 128,9 miljoen, inclusief BTW (prijspeil 1-1-2013). Exclusief BTW is dit € 106,5 miljoen. De bedragen die hieronder volgen, zijn ook exclusief BTW. De investeringskosten van de maatregelen zijn door ProRail berekend op € 103,2 miljoen. Dit bedrag is inclusief de reeds gemaakte kosten van € 3,9 miljoen in de planuitwerkingsfase. Naast de € 103,2 miljoen vanuit de RSP-middelen wordt door de provincie Groningen een extra bijdrage van € 16 miljoen ingebracht voor hun hiervoor genoemde 4
aanvullende wensen. Inclusief de bijdrage van Groningen voor het extra verlengde dubbel spoor en de meerkosten voor de tunnel voor al het verkeer komt het investeringsbedrag uit op € 119,2 miljoen. De meerkosten van € 16 miljoen komen uit een eigen bijdrage van de provincie Groningen. In hoofdstuk 5 van het bijgevoegde document 'Maatregelen en gezamenlijke aanpak voor de realisatie' zijn de kosten, risico’s en financiering uitgewerkt. Vooralsnog is er van uitgegaan dat voor dit project BTW moet worden betaald. Hier is in het budget ook dekking voor. Niet uitgesloten is dat het alsnog mogelijk is een deel van de BTW te compenseren. De exacte spelregels zijn momenteel nog niet geheel duidelijk. Indien er (een deel van) de BTW vrijvalt, dan kan dit conform de afspraken uit het RSP-convenant in overleg tussen rijk en regio weer aangewend worden voor nieuwe bestemmingen. Binnen het budget van het project ESGL zit in totaal vanuit het RSP € 22,4 miljoen (128,9-106,5) aan BTW. Naast de BTW zien wij ook binnen de huidige kostenraming nog wel wat ruimte voor aanscherping. In een aantal posten zit nu nog een vrij ruime risicoreservering, wat op zich verstandig en goed verklaarbaar is. We zijn namelijk relatief vroeg met het realisatiebesluit. Dit betekent dat een aantal risicoposten in de loop van de realisatiefase mogelijk verder naar beneden bijgesteld gaan worden. Met de provincie Groningen hebben wij afgesproken dat van de vrijvallende middelen maximaal de eerste € 3 miljoen naar het verlengd dubbelspoor bij Hoogkerk gaat. Dit bedrag is al opgenomen in het eerder genoemde door ProRail berekende bedrag van € 103,2 miljoen aan investeringskosten van de maatregelen. De overige vrijvallende middelen worden 50/50 verdeeld tussen de provincie Groningen en de provincie Fryslân.
Exploitatie Aan het laten rijden van een extra sneltrein per uur zijn extra kosten verbonden voor de huidige vervoerder Arriva ten opzichte van de huidige dienstregeling. De provincie Groningen heeft in een eerder stadium voor het Groningse deel van deze extra kosten al afspraken gemaakt met Arriva. Dat hebben zij gedaan in samenhang van de treinendiensten die op de gereactiveerde spoorlijn naar Veendam zijn gaan rijden. Wij zijn nog in overleg met Arriva voor het maken van afspraken over het Friese deel van exploitatiekosten voor de extra sneltrein voor de periode van 2018 t/m 2020. Wij verwachten voor het einde van het jaar met Arriva overeenstemming te hebben bereikt over de extra bijdrage. In het BDU-bestedingsplan is rekening gehouden met de extra exploitatiebijdrage voor de 2e sneltrein. Vanaf 2020 wordt de extra sneltrein opgenomen in de aanbesteding voor de nieuwe concessies van het 5
spoorvervoer in Fryslân en Groningen. Beheer en onderhoud Door de investering in spoorse maatregelen wordt nieuwe spoorinfrastructuur aan de bestaande spoorinfrastructuur toegevoegd. Dit heeft ook een toename van de beheeren instandhoudingkosten tot gevolg. De totale toename aan jaarlijkse onderhoudskosten bedraagt ongeveer € 4,3 miljoen. In overleg met het ministerie en conform de afspraken uit het RSP zijn wij overeengekomen dat deze kosten voor rekening van het Ministerie komen. ProRail zal dit verder dan ook samen met het Ministerie regelen.
Uitvoeringsovereenkomst In de Stuurgroep van 24 mei 2013 is afgesproken dat ProRail, het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, de provincie Groningen en de provincie Fryslân een overeenkomst opstellen waarin de rollen van de verschillende partijen met betrekking tot de realisatie en beheer & onderhoud zijn vastgelegd. De komende maanden zal met de betrokken partijen hier nader inhoud aan worden gegeven. Als de overeenkomst gereed is, zal deze u ter kennisneming worden toegestuurd. Omgeving Tracéwet procedure Voor de inpassing van de maatregelen voor het project Leeuwarden-Groningen wordt de Tracéwet/m.e.r.procedure gevolgd. Via de projectorganisatie zijn de provincies Groningen en Fryslân hier nauw bij betrokken. De eerste formele stap in de Tracéwetprocedure is op 14 december 2011 genomen door het publiceren van de Aanvangsbeslissing door de Minister van IenM. In het kader van de m.e.r.-procedure is de ontwerp Nota Reikwijdte en Detailniveau in december 2012 gepubliceerd door de Staatssecretaris voor Infrastructuur en Milieu. De definitieve nota Reikwijdte en Detailniveau is 21 mei 2013 goedgekeurd door de Staatssecretaris voor Infrastructuur en milieu. Communicatie Voorafgaand aan de publicatie van de ontwerp Nota Reikwijdte en detailniveau (onderdeel van de m.e.r. procedure) zijn in juni en juli 2012 een vijftal informatieavonden georganiseerd. Er zullen opnieuw informatieavonden worden georganiseerd in de periode voorafgaand aan de publicatie van het ontwerp Tracébesluit en het milieu effect rapport (voorjaar 2014). Hier zal een focus liggen op het onderwerp geluid. In de afgelopen periode zijn verschillende persberichten verstuurd en geplaatst over het project. Via o.a. de websites van Leeuwarden Vrij-Baan, provincie Groningen en ProRail wordt informatie over het project gegeven. Tevens kunnen geïnteresseerden persoonlijk contact opnemen met de projectsecretaris.
Grondverwerving 6
Een groot deel van de realisatie van het dubbel spoor tussen Zuidhorn en Hoogkerk kan plaatsvinden op grond van ProRail. Destijds is bij de aanleg van de spoorlijn Leeuwarden-Groningen reeds rekening gehouden met de mogelijke aanleg van een 2e spoor. Hier en daar moet door ProRail nog een paar stukjes particuliere grond worden aangekocht. Ook moet voor het keerspoor te Zuidhorn grond door ProRail worden aangekocht. Mogelijk moet er naast de overweg De Schrans in Leeuwarden door Prorail ook nog een stukje grond worden aangekocht. Dit hangt af van welke oplossing hier wordt gekozen. De grond die nodig is voor het spoorproject, wordt door ProRail verworven. Uitvoering Aanbestedingsstrategie en MKB Het project Leeuwarden-Groningen is van dien aard, dat deze in verschillende contracten op de markt wordt gezet. Dit heeft twee voordelen. Er kan tijd worden gewonnen in de doorlooptijd en er zijn meer kansen voor het Midden en Kleinbedrijf om inschrijvingen te doen. Met name in het grondwerk. Deze aanpak vraagt wel meer van de regie en coördinatie. Social Return en onderwijs. De uitvoerende partijen dienen een deel van de opdrachtwaarde te investeren in het creëren van extra werk(ervarings)plekken. Dit gebeurt door een deel van de opdracht uit te laten voeren door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en/of jongeren die werkervaringsplekken zoeken. Duurzaamheid De uitvoerende partijen die duurzame producten gebruiken en een duurzame bedrijfsvoering hebben krijgen via de systematiek van de CO2 Prestatieladder een (fictieve) korting op hun inschrijving bij de aanbesteding en maken zo meer kans om het werk gegund te krijgen. Planning realisatiefase De belangrijkste mijlpalen in de planning voor de realisatie zijn hieronder weergegeven: - Voorjaar 2014: Publicatie ontwerp-tracébesluit inclusief m.e.r.; - Voorjaar 2015: Publicatie Tracébesluit; - Eind 2015: Start werkzaamheden; - Eind 2017: Rijden extra sneltrein. Of het gaat lukken om de extra sneltrein daadwerkelijk eind 2017 te laten rijden, hangt onder meer af van de besluitvorming bij de betrokken overheden en de doorlooptijd van de planologische procedures.
7
Ljouwert, Deputearre Steaten fan Fryslân,
J.A. Jorritsma
, foarsitter
drs. A.J. van den Berg
, sekretaris
8
BESLÚT NR.
:
PROVINSJALE STEATEN fan FRYSLÂN
Nei it lêzen fan it útstel fan Deputearre Steaten fan Fryslân fan 18 juny 2013, nr. 1062319
• PS in juni 2008 hebben ingestemd met het ‘Convenant RegioSpecifiek Pakket Zuiderzeelijn’ (nr. 754649).; • een van de Concrete Projecten uit dit convenant de uitbreiding van de infrastructuur is voor de spoorlijn Leeuwarden-Groningen; • een 2e sneltrein per uur invulling geeft aan het gewenste hoogwaardig openbaar vervoer systeem en tevens voorziet in de groeiende vervoersbehoefte tussen de provinciale hoofdsteden; • de provincie Groningen en de provincie Fryslân, inhoudelijk opdrachtgever zijn; • de Minister van Infrastructuur en Milieu vooralsnog de formele opdrachtgever van ProRail blijft;
Oerwagende dat
:
Beslute
: 1. In te stemmen met de realisatie van de maatregelen op en om de spoorlijn Leeuwarden-Groningen die nodig zijn om de extra sneltrein te laten rijden; 2. In te stemmen met de aanvraag van ProRail aan de Minister van Infrastructuur en Milieu om de maatregelen te financieren uit het RSP-budget voor concrete projecten, onderdeel ‘Openbaar Vervoer’.
Sa feststeld troch Provinsjale Steaten 9
Fan Fryslan yn harren iepenbiere gearkomstefan ,
, foarsitter
, griffier
10