MALARIA
Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt
COLOFON Tekst: Herman Bosman Illustraties: CMO en zijn licentiegevers, Flickr, Photoshare, Malaria no more, Gatesfoundation, Lumc
De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met ons op te nemen via
[email protected].
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl
U kunt op de website http://www.cmo.nl terecht voor aanvullende informatie bij dit scriptiepakket. U vindt daar ondermeer voor gebruik in de klas: een onderzoeksopdracht gebaseerd op de inhoud van het scriptiepakket met een overzicht van de competenties die daarbij worden aangesproken. De gebruikersnaam is: malaria Het wachtwoord is: project055
De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de commissie PIN.
© Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2009
II
INHOUD Een ziekte die we niet meer kennen
pag. 1
Vraatzuchtige gasten Hoe herken je malaria? Hoe krijgen mensen malaria? Levenscyclus van de parasiet
pag. 2 pag. 2 pag. 4 pag. 4
Malaria op de wereldkaart
pag. 5
Je hebt de ziekte malaria (gehad), en dan? Het ziekenhuis in Kalene Dorpsgekken in Oeganda
pag. 6 pag. 6 pag. 9
Malaria door armoede, armoede door malaria Armoede maakt gevaar van malaria groter Geneesmiddelen tegen malaria voor meer mensen betaalbaar Malaria houdt mensen arm
pag. 10 pag. 10 pag. 11 pag. 12
De mens vecht terug tegen malaria Klamboes en beschermende kleding Geen ruimte meer voor malariamuggen Gif tegen parasiet Geneesmiddelen tegen malaria Tegenslagen Op zoek naar een malariavaccin De VN leiden het gevecht Afrika Malaria Dag
pag. 14 pag. 14 pag. 15 pag. 15 pag. 16 pag. 17 pag. 19 pag. 20 pag. 20
Naar een wereld zonder malaria? Nog lang niet in zicht Het succesverhaal Marokko
pag. 21 pag. 21 pag. 22
Aantekeningen
pag. 25
Meer op internet
pag. 27
III
IV
EEN ZIEKTE DIE WE NIET MEER KENNEN Misschien heb je wel eens de bof gehad of waterpokken. Griep heb je zeker wel eens gehad. Dat zijn van die ziekten die in Nederland soms de kop op steken. Tot aan het begin van de 20e eeuw kon je in Nederland ook anderdaagse koorts krijgen. Je kreeg dan hoge koorts en voelde je beroerd. De volgende dag voelde je je weer lekker. De dag daarop kreeg je weer hoge koorts en voelde je je beroerd. Daarna was het over. Deze ziekte had en heeft ook een andere naam, malaria. Nu komt die ziekte niet meer in Nederland voor. In veel andere landen is dat nog wel zo. Bovendien is malaria daar soms zó erg dat er mensen aan doodgaan. Als je van plan bent naar zo’n land te gaan, krijg je te horen hoe je kunt voorkomen dat je malaria krijgt. Je moet bijvoorbeeld tijdens de reis tabletten tegen malaria slikken. En je moet daar vier weken mee doorgaan nadat je terug bent gekeerd in Nederland. Waarom dan een informatiepakket over een ziekte waar je hier niet bang voor hoeft te zijn? Malariatabletten
Een muskietennet beschermt tegen malaria
Dat leggen we je uit. Voor zover we weten is malaria altijd een wijdverbreide plaag geweest. Alleen in de poolgebieden hadden mensen er nooit last van. Sinds men weet hoe mensen malaria krijgen, is er van alles aan gedaan om die uit te roeien. In Europa en andere gematigde streken is dat al gelukt. Daarom komt malaria in Nederland niet meer voor. Zal het ooit lukken om malaria helemáál de wereld uit te helpen? En waarom wil men dat? Dat ga je lezen. Eerst vertellen we wat malaria is en hoe mensen dat krijgen (pag. 2-4). Dan laten we zien waar malaria voorkomt en leggen we uit waarom (pag. 5). Je woont in een land waar malaria voorkomt en je krijgt zelf malaria. Krijg je dan net zo makkelijk goede doktershulp als in Nederland? En wat gebeurt er als je het zó zwaar te pakken hebt gehad dat je er iets aan overgehouden hebt (pag. 6-9)? Door armoede krijgen mensen vaker malaria, en malaria houdt mensen arm. Hoe komt dat (pag. 10-13)? Hulpverleners en wetenschappers gaan malaria op allerlei manieren te lijf. Daar spelen de Verenigde Naties een grote rol in. Makkelijk is de strijd niet (pag. 14-19). Hoewel malaria nog steeds een wijdverspreide plaag is, kan de strijd hiertegen nog steeds gewonnen worden. Dat laat bijvoorbeeld Marokko zien (pag. 20-24).
Malariatabletten
1
VRAATZUCHTIGE GASTEN Het woord malaria is afgeleid van de Italiaanse woorden mala aria. Dat betekent slechte lucht. Die slechte lucht hangt boven moerassen. In Rome dacht men dat mensen daar malaria van krijgen. We weten nu dat een parasiet* die ziekte verwekt. * parasiet = dier dat op een gastdier leeft
Hoe herken je malaria? Een aanval van malaria begint met hoofd- en spierpijn. Dat wordt gevolgd door koude rillingen, hoge koorts en flink zweten. Bij anderdaagse koorts komt de aanval om de twee dagen terug, bij derdedaagse koorts om de drie dagen. Mensen de anderdaagse of vierdedaagse koorts krijgen, worden meestal vanzelf beter. Bij een derde soort malaria die hersenmalaria heet, is dat vaak niet zo. Mensen die dat krijgen, krijgen zuurstofgebrek en hun hersenen zwellen op. Ze raken buiten bewustzijn en gaan soms dood. Soms sterft iemand binnen een dag aan hersenmalaria nadat hij zich niet lekker begint te voelen. Echt onschuldig zijn anderdaagse en derdedaagse koorts niet. Niet alleen kun je daar flink ziek van worden. Ook kun je dat meermalen en met korte tussenpozen krijgen als je in een gebied woont waar malaria voorkomt. Je krijgt na een aanval weinig tijd om aan te sterken. Na elke volgende aanval wordt je zwakker, vooral als je niet genoeg kunt eten om gezond te blijven. Dat is vaak het geval met mensen die af en toe malaria hebben. Hoe dat komt, leggen we op pagina 10-13 uit. Malaria wordt verwekt door een parasiet, de Plasmodium. Hij is zó klein dat hij alleen onder een microscoop te zien is. Het is een ééncellige beestje. Eerst komen enkele parasieten in je lichaam in de bloedbaan terecht. Als ze bij je lever aankomen, zoekt iedere parasiet een levercel uit en gaat erin zitten. Hij begint zich te vermenigvuldigen. Hij en zijn nakomelingen vreten de cel van binnen op. Na één of twee weken barsten de cellen open en komen de parasieten de bloedbaan weer in. Het zijn er inmiddels tienduizenden. Witte bloedcellen, soldaten die ziektekiemen opsporen en doden, proberen de parasieten op te ruimten. Dat lukt ze niet want de parasieten zoeken elk een rode bloedcel op en gaan erin zitten. 2
Hier wordt bloed afgenomen voor een test op malaria
Bescherm je familie tegen malaria. Slaap onder een met bestrijdingsmiddel behandeld muskietennet
Een malariaparasiet
Openbarstende rode bloedcellen
Logeerbed met muskietennet erboven
Plasmodium falciparum parasiet
Kind met hersenmalaria
De parasieten blijven zich vermenigvuldigen. Dan komt de milt in actie. Die ruimt kapotte bloedcellen op, dus ook bloedcellen met parasieten erin. De besmette rode bloedcellen die overblijven, barsten na twee dagen. Er komen nu zoveel parasieten in de bloedbaan, dat je voor het eerst echt ziek wordt. Je lichaam probeert de parasieten te smoren door meer warmte op te wekken. Eerst doet het dat door rillingen, spiertrekkingen waar warmte bij ontstaat. Daarna zet het zijn thermostaat flink hoger. Je krijgt hoge koorts en je gaat flink zweten. Dat gaat na een dag over. De parasieten zoeken elk weer een rode bloedcel op, enzovoort. Ook dan ruimt de milt rode bloedcellen met parasieten op. Dit alles herhaalt zich enkele malen tot je lichaam de parasieten eronder weet te krijgen. Althans als je anderdaagse of vierdedaagse koorts hebt. Maar als je hersenmalaria hebt, gaat het vaak mis, vooral als je daar geen geneesmiddelen tegen kunt krijgen. De parasieten zetten de bloedcellen waar ze in zitten aan om uitsteeksels aan de buitenkant te maken. Daarmee klampen de cellen zich vast aan wanden van haarvaatjes in de hersenen. Daardoor kunnen ze niet in de milt komen en komen er steeds meer parasieten bij. Je hersenen beginnen op te zwellen. Bovendien hebben rode bloedcellen de taak om zuurstof voor je lichaam op te nemen. Op den duur gaan er zo veel rode bloedcellen kapot dat er te weinig overblijft om voldoende zuurstof voor je lichaam op te nemen. Je loopt dan grote kans te sterven door zuurstofgebrek. Er zijn vier soorten parasieten die mensen aansteken. Anderdaagse koorts wordt verwekt door Plasmodium ovale en Plasmodium vivax; vierdedaagse koorts door Plasmodium malariae en hersenmalaria door Plasmodium falciparum. Deze laatste parasiet veroorzaakt de helft van alle gevallen van malaria. Van elke 100 doden door malaria komen er 95 voor rekening van deze parasiet. De meeste mensen die doodgaan aan malaria zijn kinderen onder de vijf jaar. Die hebben nog weinig weerstand tegen de parasiet. Naarmate ze er vaker mee te maken krijgen, kunnen ze er beter tegen. Als ze volwassen zijn geworden, lopen ze minder kans om malaria te krijgen. Die weerstand verdwijnt echter weer als ze lange tijd niet worden besmet. Ook onder zwangere vrouwen maakt malaria veel slachtoffers. Bovendien lopen zwangere vrouwen grote kans op een miskraam als ze malaria hebben. 3
Hoe krijgen mensen malaria? Parasieten die bij mensen malaria verwekken, worden overgebracht door muggen. Hoe dat in zijn werk gaat, kun je in onderstaand schema zien. Niet alle muggen kunnen dat, alleen een bepaald soort dat Anopheles heet. Bovendien doen alleen wijfjes dat. Die wijfjes drinken bloed van mensen omdat daar eiwit in zit. Dat eiwit hebben ze nodig om eitjes in hun lichaam te maken. De Anopheles leeft in en rond moerassen en plassen met stilstaand water. Levenscyclus van de parasiet Hoe plant de parasiet zich voort in de mens en de mug? 1. Een vrouwelijke Anophelesmug, die parasieten bij zich draagt, injecteert malariaparasieten in het bloed van een mens tijdens een steek. 2. Deze parasieten verdwijnen snel in de lever. De parasieten vermenigvuldigen zich in de cellen van de lever gedurende een periode van 5-16 dagen. Mensen worden hier nog niet ziek van. 3. Parasieten komen vrij uit de lever in het bloed en dringen rode bloedcellen binnen en gaan zich hierin weer vermenigvuldigen. Na rijping barsten de rode bloedcellen open en de jonge parasieten dringen weer nieuwe bloedcellen binnen. Deze cyclus in het bloed blijft zich herhalen en resulteert in een snelle toename van het aantal parasieten in het bloed. Je krijgt nu zoveel parasieten dat je ziek wordt van malaria. 4. Wanneer een Anophelesmug een bloedmaal neemt, vermenigvuldigen de parasieten zich verder in de mug. Duizenden parasieten komen in de speekselklieren van de mug terecht waar zij wachten om opnieuw geïnjecteerd te worden in het bloed van een mens bij een volgende steek.
Een mug
Sommige deskundigen menen dat zwangere vrouwen vaker door besmette muggen worden gebeten dan andere mensen omdat hun lichaam warmer is en omdat ze harder ademen. Muggen hebben orgaantjes waarmee ze warmte en geurstoffen kunnen waarnemen. Met die orgaantjes zoeken ze naar mensen om te bijten. Zwangere vrouwen zijn voor hen het makkelijkst te vinden omdat hun lichaam warmer is en omdat ze meer kooldioxide uitademen. 4
MALARIA OP DE WERELDKAART De mug die mensen met malariaparasieten besmet, leeft in gebieden waar het een groot deel van het jaar of het hele jaar door erg warm is. Bovendien moet het daar het hele jaar door of gedurende een deel van het jaar vaak regenen. De mug leeft vooral op hoogtes tot 1500 meter boven de zeespiegel. Boven de 2000 meter is hij zeldzaam maar hij kan voorkomen tot op wel 3000 meter.
Wereldkaart van de besmettingsgraad van malaria
De gebieden waar de mug leeft, liggen voornamelijk in de tropen. Daar liggen ook de meeste ontwikkelingslanden. Dat zijn landen waar veel armoede voorkomt. Dat wil zeggen dat een deel van de bevolking van die landen niet genoeg verdient om van rond te komen. Dat dit geen toeval is, leggen we op pagina 10-13 uit.
Muskietennet in de winkel (zie pag, 10)
Demonstratie gebruik muskietennet
5
JE HEBT MALARIA (GEHAD), EN DAN? Als je in Nederland ziek wordt, kun je altijd naar een dokter. Als die het nodig vindt, ga je naar een specialist of naar een ziekenhuis. Als je geneesmiddelen moet gebruiken, kun je die in een apotheek vlakbij krijgen. In Nederland is een ziekenhuis nooit ver weg. Bovendien kun je er makkelijk naartoe omdat er goede wegen en spoorlijnen zijn aangelegd. Als er haast bij is, kun je altijd terecht bij de eerste-hulpafdeling van een ziekenhuis. Is er iets ergs met je aan de hand en kun je niet op eigen kracht naar een ziekenhuis, dan kan een ambulance je binnen een kwartier ophalen. In ontwikkelingslanden ligt het vaak niet zo simpel, ook niet als je malaria hebt gekregen en snel een dokter en geneesmiddelen nodig hebt. Dat is bijvoorbeeld te zien in Zambia. Het ziekenhuis in Kalene Zambia ligt in zuidelijk Afrika. Het is zó groot dat Nederland er 22 maal in past. Toch wonen er maar 11,6 miljoen mensen. In Nederland zijn het er ruim 16 miljoen. Mensen wonen daar dus gemiddeld véél verder van elkaar af dan in Nederland. Het platteland is enorm uitgestrekt. Dorpen liggen daar vaak ver uit elkaar en ver van de dichtstbijzijnde stad. Alleen al daarom kun je daar vaak niet zomaar naar een dokter of een ziekenhuis. Je moet er ver voor reizen. In Zambia is het altijd warm. Ieder jaar valt er van oktober tot april veel regen. De bodem is vruchtbaar. Dankzij het klimaat en de boden is Zambia groen. Je vindt er overal bossen, plantages (vooral met bananen) en grasvlakten.
Kaart van Zambia
Maar het klimaat is ook ideaal voor de malariamug en de malariaparasiet. Daardoor is Zambia één van de landen die het meest door malaria worden geplaagd. In sommige delen van het land heeft niet minder dan éénderde van de kinderen malaria. Bovendien gaat het dikwijls om de gevaarlijkste soort, hersenmalaria.
6
We gaan naar de North-Western Province. Die provincie ligt in het noorden van het land en grenst aan Angola en de Democratische Republiek Congo. Er zijn nauwelijks wegen waar je met een auto kunt rijden. Veel dorpen zijn alleen te bereiken via voetpaden die door talloze voetstappen zijn uitgesleten in de bodem. Hier komt malaria veel voor. Sommige kinderen krijgen tweemaal per jaar malaria of zelfs vaker.
Een moeder in Zambia die haar kind een malariatablet toedient
Het Kalene Missieziekenhuis
In het noorden van de provincie ligt een gebied met oerwoud dat half zo groot is als Gelderland, de grootste provincie van Nederland. In dit hele gebied is maar één ziekenhuis te vinden, en het is niet echt groot. Het heet Kalene Missieziekenhuis. Het bestaat sinds 1906. Het is gehuisvest in een klein, vervallen gebouw met een metalen dak. Daar werken twee gediplomeerde verpleegsters en af en toe is er ook een dokter. Het ziekenhuis krijgt af en toe stroom van een generator die op diesel loopt. Er is één microscoop in het gebouw. Daar onderzoeken medewerkers van het ziekenhuis bloedmonsters van patiënten mee. Je kunt niet bepaald zeggen dat het ziekenhuis goed bedeeld is met personeel en spullen. Maar aan één ding is géén gebrek: goede geneesmiddelen tegen malaria. Voor de bewoners van de streek die naar het ziekenhuis komen is dat een geluk want aan goede geneesmiddelen tegen malaria is vaak niet makkelijk te komen. Niet omdat er weinig van zijn want de regering van Zambia voert veel van die geneesmiddelen in. Het probleem is dat je naar een ziekenhuis moet om aan zulke geneesmiddelen te komen. Zoals gezegd, moeten vooral op het platteland veel mensen ver reizen als ze naar een ziekenhuis willen. Dus kopen ze hun geneesmiddelen in stalletjes langs de weg. In het ziekenhuis lopen ze tegen een ander probleem aan waar het hele land mee kampt: goede geneesmiddelen tegen malaria zijn duur. Een dosis van een geneesmiddel dat ACT heet kost één euro. In 2007 moet van alle mensen in Zambia ruim 70% zien rond te komen van minder dan één euro per dag. Veel Zambianen die malaria krijgen, kunnen dat geneesmiddel niet betalen. In plaats daarvan kopen ze in die stalletjes middeltjes die maar 12 eurocent per dosis kosten. Die zorgen ervoor dat ze zich prettiger voelen en dat de koorts zakt, maar de parasieten in hun lichaam gaan ze niet te lijf. 7
Het is oktober 2006. Donkere regenwolken komen aandrijven boven de North-Western Province. Al snel valt de regen met bakken uit de lucht. De regentijd is begonnen. De verpleegsters, de dokter en de andere medewerkers van het Kalene Missieziekenhuis zetten zich schrap. Ze weten uit ervaring wat er gaat gebeuren. Een onderzoek
Microscopisch onderzoek naar malariaparasieten
Overal ontstaan er door de regen plassen stilstaand water. Malariamuggen leggen daar hun eitjes in. Daar komen larven uit en die veranderen in muggen. Het aantal muggen neemt enorm toe. ’s Avonds als het donker is geworden, zoeken ze naar mensen die een stuk van hun huid onbedekt laten. Vinden ze zo iemand, dan slaan ze toe om hun portie bloed te drinken. Daarbij besmetten ze in korte tijd talloze mensen met malariaparasieten. Daardoor wordt het ziekenhuis niet alleen overspoeld door regenwater, maar op den duur ook door mensen die malaria hebben. Het zijn vooral kinderen. Die worden door hun ouders of andere familieleden naar het ziekenhuis gebracht. Ze zijn uren of zelfs dagen onderweg, te voet, door kreupelhout, door rivieren en ’s nachts door het pikkedonker want de maan gaat schuil achter dikke wolken. Ze zijn wanhopig, want hun kinderen zijn erg ziek en hebben snel een dokter en goede geneesmiddelen nodig. De kinderen krijgen een bed in het kinderverblijf van het ziekenhuis. Al snel zijn alle bedden bezet. Kinderen krijgen een plaats op de vloer of op de binnenplaats. Niet alle kinderen verlaten levend het ziekenhuis. Bijna dagelijks sterft er een kind aan malaria.
Één van de zieke kinderen die naar het ziekenhuis worden gebracht is Methyline, een meisje van drie jaar. Ze is door haar oma daar naartoe gebracht. Ze moesten van hun dorp naar het ziekenhuis zestien kilometer lopen. Bij aankomst schrijft een medewerker van het ziekenhuis haar naam op een kaartje. Dat kaartje stopt hij in een oude houten kist die in de verpleegsterskamer staat. Iedere ochtend schrijft een medewerker in zijn nachtverslag op hoe het met Methyline gaat. Helemaal niet goed want haar hersenen zijn al door de parasieten aangetast. De aantekeningen laten niets aan duidelijkheid te wensen over. “Koorts en aanvallen. Malaria.” “Buiten bewustzijn. Nog steeds kinine intraveneus” (kinine is een anti-malariamiddel en dat krijgt ze rechtstreeks in een ader gespoten). “Nog steeds buiten bewustzijn, maar geen aanvallen.” “Nog steeds buiten bewustzijn.” 8
Een malariapatiëntje op het ziekbed
Bijna een week lang is Methyline in coma. Ze ligt met een kromme rug, stijve armen, verwrongen handen en gestrekte tenen. Dan krijgt ze weer aanvallen. Één van de verpleegsters geeft haar het kalmeringsmiddel valium. Dan gaat het eindelijk de goede kant op: “Doet haar ogen open, maar de hersenen zijn ziek.” “Drinkt weer, eet pap.” “Bij bewustzijn, en praat!” Drie dagen later mag Methyline weer naar huis. “Ziet er goed uit. Maar loopt nog moeilijk.”
Onderzoek naar malaria
Methyline heeft het overleefd, maar haar hersenen worden niet helemaal beter. Daardoor blijft ze misschien gehandicapt, zegt Robert Gwadz nadat die haar ziekteverloop heeft bestudeerd. Hij kent malaria en de verwekkers ervan als weinig anderen. Daarom weet hij dat veel mensen in Zambia die hersenmalaria krijgen en dat overleven, daardoor gehandicapt raken. Dan hebben hun hersenen blijvende schade opgelopen. Hij vermoedt dat ook mensen in andere landen op die manier gehandicapt raken. Zelfs denkt hij dat bijna alle kinderen in Afrika wel eens hersenmalaria krijgen en daardoor min of meer gehandicapt raken. Dorpsgekken in Oeganda In Nederland is een handicap hebben vervelend, maar je kunt hulpmiddelen krijgen van het ziekenfonds, een kruk, een rolstoel of iets anders dat je goed kunt gebruiken. Ook kunnen ze iemand laten komen die klusjes in huis doet zoals schoonmaken. In ontwikkelingslanden is dat vaak niet zo. Bovendien denken gezonde mensen daar vaak dat mensen met een handicap gek zijn. Soms worden mensen met een handicap door hun familie verstoten. Dan moeten ze zich in hun eentje zien te redden.
Kaart van Oeganda
In Oeganda bijvoorbeeld, een land in OostAfrika, hebben sommige dorpen een dorpsgek. Dat is een man of vrouw die wat verward rondloopt, vaak armoedig gekleed is, zomaar mensen aanspreekt zonder eerst na te gaan of die wel met hem willen praten of zomaar loopt te brallen. Veel van die dorpsgekken zijn mensen die hersenmalaria hebben gehad. 9
MALARIA DOOR ARMOEDE, ARMOEDE DOOR MALARIA Dat de meeste landen waar malaria voorkomt ontwikkelingslanden zijn (zie kaart op pagina 5) is géén toeval. We laten zien waarom. Armoede maakt gevaar van malaria groter Veel mensen in ontwikkelingslanden kunnen niet rondkomen met wat ze verdienen. Ze leven in armoede. Ze kunnen niet genoeg eten om gezond te blijven, want ze hebben te weinig geld om voldoende eten te kopen. Of ze kunnen alleen het goedkoopste voedsel kopen en eten. Daardoor krijgen ze niet van alle voedingsstoffen (eiwitten, vitaminen enzovoort) voldoende binnen om gezond te blijven. Ze zijn ondervoed en worden daardoor vatbaarder voor ziekten als malaria. Als ze malaria krijgen (of een andere ziekte), moeten ze geneesmiddelen, doktershulp en andere kosten van doktershulp zelf betalen. Ze zijn niet verzekerd tegen ziektekosten. Dat kunnen ze niet betalen of er bestaan helemaal geen ziektekostenverzekeringen (in Nederland is vrijwel iedereen verzekerd tegen ziektekosten). Een groot deel van hun inkomen gaat aan ziektekosten op. Of ze hebben er helemáál geen geld voor. Denk maar aan de arme malariapatiënten in Zambia die geen goede geneesmiddelen kunnen betalen. Ook wonen arme mensen in een gammele woning. Die hebben gaten en kieren waar malariamuggen makkelijk binnen kunnen komen. Geld voor een goede woning hebben ze niet. Voor klamboes, netten die hen tegen malariamuggen beschermen hebben ze geen geld, en zeker niet voor klamboes waar een bestrijdingsmiddel tegen muggen op zit. Die beschermen beter tegen muggen, maar zijn ook een stuk duurder dan klamboes waar géén bestrijdingsmiddel op zit. Daardoor krijgen veel arme mensen malaria. Naarmate meer mensen malaria hebben, wordt de kans groter dat een malariamug die nog geen parasieten heeft er alsnog mee besmet raakt omdat zij iemand bijt die parasieten in zijn lichaam heeft. 10
Ook ontwikkelingslanden als geheel zijn soms arm. Dan kan de landsregering weinig geld uitgeven om wegen, spoorlijnen en dergelijke aan te leggen. Daardoor blijven sommige gebieden in het land moeilijk toegankelijk. Dat is niet alleen lastig voor mensen die naar een ziekenhuis willen, zoals we in het vorige hoofdstuk gezien hebben. Ook voor mensen van buitenaf die malaria helpen bestrijden is het een probleem. Ook moeten de burgers van het land het met weinig dokters, ziekenhuizen en geneesmiddelen doen omdat de regering daar weinig aan kan uitgeven. Ten slotte willen ontwikkelingslanden malaria bestrijden door moerassen droog te leggen, moerassen en plassen te bespuiten met bestrijdingsmiddelen, klamboes uit te delen aan burgers die gevaar lopen enzovoort. Maar dat kost handenvol geld. Vaak kan de regering van een ontwikkelingsland dat niet allemaal zelf bekostigen. In rijke landen als de VS en Italië kwam vroeger ook malaria voor. Die waren toen rijk genoeg om alles te kunnen doen om de ziekte uitgeroeid te krijgen. In het volgende hoofdstuk lees je meer over bestrijding van malaria.
Portret van een arm meisje uit een ontwikkelingsland
Geneesmiddelen tegen malaria voor meer mensen betaalbaar Geneesmiddelen worden gemaakt door bedrijven. Om nieuwe geneesmiddelen te maken, moeten ze eerst veel geld uitgeven aan onderzoek. Dat willen ze terugverdienen door hoge prijzen voor hun nieuwe producten te vragen. Daarom zijn ook geneesmiddelen tegen malaria vaak duur. Soms te duur, vindt minister Bert Koenders voor Ontwikkelingssamenwerking. Dat zegt hij op 25 april 2007. Dan wordt in Nederland voor het eerst de Malaria Awareness Day gehouden (zie ook pagina 20). In Afrikaanse landen zijn die geneesmiddelen voor veel mensen niet te betalen. De prijzen moeten daar dus omlaag.
Bert Koenders
Dure geneesmiddelen tegen malaria zijn ook niet te betalen voor veel mensen in Azië, LatijnsAmerika en het Caraïbisch gebied. Bovendien schieten de prijzen van geneesmiddelen soms omhoog, dan weer dalen ze pijlsnel. Dat geldt vooral voor geneesmiddelen waar artemisinine in zit. Dat is een stof die uit zoete alsem wordt gehaald. Het ene jaar komt er veel artemisinine beschikbaar en is het goedkoop, het andere jaar komt er vrijwel geen artemisinine beschikbaar en is het duur. 11
Maar daar wordt aan gewerkt. In 2002 richt Bill Clinton (president van de VS van 1993 tot 2001) een hiv/aidsfonds op. Dat fonds helpt niet alleen aids te bestrijden, maar praat ook met bedrijven die geneesmiddelen tegen deze ziekte maken. Hij hoopt de bedrijven zover te krijgen dat ze die in ontwikkelingslanden tegen lagere prijzen verkopen. Later onderhandelt het fonds ook met bedrijven die geneesmiddelen tegen malaria maken over lagere prijzen voor die producten. Dat heeft succes.
Bill Clinton
In juli 2008 spreekt het fonds met zes Indiase en Chinese bedrijven af dat die hun geneesmiddelen tegen malaria goedkoper maken. De prijzen voor die geneesmiddelen gaan omlaag in landen in Azië, Afrika, Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Bovendien beloven de bedrijven ervoor te zorgen dat prijzen van hun geneesmiddelen waar artemisinine in zit, minder sterk stijgen of dalen.
Arme straatkinderen in India
Malaria houdt mensen arm Ook blijkt malaria mensen arm te houden of ze zelfs dieper in de armoede te helpen. Daar kan de familie Sangha over meepraten. Sindi en haar man wonen in Dumka, een klein dorp in India. Op een dag krijgt haar man malaria. Daarna kan hij niet meer werken. Daardoor kan hij niets meer verdienen. In Nederland krijg je bij ziekte een uitkering waar je van rond kunt komen tot je weer beter bent. In India en veel andere ontwikkelingslanden krijg je een heel lage uitkering of helemaal niets. Sindi moet aan geneesmiddelen zien te komen voor haar man, maar die kan ze niet zelf betalen. Ze leent daar geld voor bij een geldhandelaar. Ze hebben een stuk grond met een moestuin. Van de opbrengst kan de familie leven. De grond geeft ze als onderpand aan de geldhandelaar. Vervolgens moet ze maandelijks tientallen procenten rente betalen aan de geldhandelaar. Die rente kan ze niet opbrengen en ze raakt het stuk grond kwijt, dus ook de moestuin. Dan komen de andere vrouwen uit het dorp haar en haar man te hulp. Ze richten een zelfhulpgroep op. Die gaat als volgt te werk: elk gezin doet elke maand wat geld in een pot. Als iemand uit het dorp iets ergs overkomt, hij krijgt bijvoorbeeld malaria terwijl hij arm is, dan krijgt hij een lening die uit deze pot betaald wordt. Hij hoeft er geen hoge rente over te betalen. De zelfhulpgroep schiet de Sangha’s met een lening te hulp zodat die een nieuw bestaan op kunnen bouwen. 12
De familie Sangha heeft nog geluk gehad. Dat geldt niet voor veel andere mensen die malaria krijgen en daardoor geen inkomsten meer hebben. Ze worden of blijven arm of raken nog dieper in de armoede.
Wassen in een sloppenwijk in India
Armoede in India
Een vrouw in Oeganda met een behandeld muskietennet in haar handen
Malaria houdt armoede ook op een andere manier in stand. Kinderen die malaria krijgen, kunnen niet naar school. Daar blijft het niet bij. Ze krijgen herhaaldelijk malaria en hebben tussendoor niet voldoende tijd om aan te sterken. Hun gezondheid wordt zó slecht dat ze moeite hebben met leren. Daardoor wordt het moeilijker om hun school af te maken. Maken ze de school niet af of steken te ze weinig op, dan hebben ze later meer moeite om een goedbetaalde baan te vinden. Daardoor lopen ze meer kans om later in armoede te leven. Ook als ze net als Methyline (zie pagina 8 en 9) een handicap krijgen, hebben ze later meer moeite om een goedbetaalde baan te vinden. Malaria houdt ook landen als geheel arm. In Oeganda en Zambia bijvoorbeeld hebben veel mensen malaria. Ook gaan er veel mensen dood aan malaria of houden ze er een handicap aan over. Daardoor zijn veel mensen tijdelijk of helemaal niet in staat om te werken. Niet alleen leven ze in armoede, ook komen landbouwbedrijven en fabrieken vaak arbeiders te kort. Bovendien kunnen arme mensen weinig producten kopen. Daardoor kunnen bedrijven weinig producten verkopen. Dat alles zorgt ervoor dat de economie van het land op een laag pitje blijft draaien en veel mensen niet (goed) aan de kost kunnen komen. Daarmee is de cirkel rond: armoede vergroot het gevaar van malaria. Malaria werkt armoede in de hand (samen met allerlei andere zaken*). Bestrijding van malaria is dus een goede manier om mensen uit de armoede te halen en te houden. Dat beseft de regering van Zambia terdege. Ze wil ervoor zorgen dat het jaarlijkse aantal doden door malaria in 2011 nog maar een kwart is van dat in 2007. Pas als mensen lichamelijk sterker worden en daardoor meer of harder kunnen werken, kan de economie van het land goed op gang komen. *Hoe armoede ontstaat, in stand blijft en bestreden wordt kun je lezen in het informatiepakket Armoede.
13
DE MENS VECHT TERUG TEGEN MALARIA Malaria wordt van mens op mens overgedragen via enkele schakels (zie pagina 4). Bestrijding ervan komt hierop neer dat tenminste één schakel wordt weggehaald. Daar zijn hulpverleners wereldwijd mee bezig. Bij hun gevecht tegen de ziekte kampen ze soms met problemen en tegenslagen. Bij het gevecht spelen de Verenigde Naties een leidende rol.
Klamboes en beschermende kleding Één schakel haal je weg als je ervoor zorgt dat malariamuggen je niet kunnen bijten. Zolang dat niet gebeurt, krijg je geen malaria. Een hulpmiddel hierbij is de klamboe, een net dat je rond je bed ophangt en zo je lichaam beschermt. Er mogen geen scheuren in zitten, want dan kunnen malariamuggen je tóch bijten. In Oeganda zorgt de overheid ervoor dat mensen een klamboe tegen een lage prijs kunnen kopen of zelfs gratis kunnen krijgen. Bovendien kunnen mensen een bestrijdingsmiddel tegen muggen op hun klamboe laten doen. De klamboe gaat in een zak en dan giet iemand een bekertje bestrijdingsmiddel in de zak. Dat middel werkt echter maar een half jaar. Daarna moet er weer van dat bestrijdingsmiddel op worden gedaan. Dat is niet zo handig want mensen moeten vaak een verre reis maken door het platteland om dat te laten doen. Daarom komen er in 2003 klamboes beschikbaar met een bestrijdingsmiddel erop dat twee tot drie jaar werkt. In Zambia helpt de overheid mensen aan klamboes waar een bestrijdingsmiddel aan zit. Maar niet iedereen die er een krijgt, is er van overtuigd dat je hem ook echt moet gebruiken. Het is vaak broeierig warm in Zambia. Vooral dan is het niet prettig om onder een klamboe te slapen. Je krijgt het nóg benauwder en warmer. Ook gebruiken mensen klamboes voor iets anders dan waar ze bedoeld voor zijn, als visnet bijvoorbeeld. Daarom trekken toneelgroepen door het platteland om mensen duidelijk te maken dat je klamboes moet gebruiken en hoe die te gebruiken. Daartoe voeren ze toneelstukjes op die daar speciaal voor zijn gemaakt. Die toneelgroepen slaan ook de kleinste dorpen niet over. 14
Lekker veilig onder de klamboe
Vrouw met haar kind en met een met bestrijdingsmiddel behandelde klamboe
Je kunt je ook tegen malariamuggen beschermen door kleding te dragen die je lichaam bedekt. Verder kun je je gezicht insmeren met een middel dat muggen op afstand houdt. Ten slotte: houd muggen na zonsondergang als het donker wordt buiten door ramen en deuren van je huis goed af te sluiten. Geen ruimte meer voor malariamuggen Een andere schakel is plekken waar malariamuggen leven. Die schakel is weg te halen door deze plekken met bestrijdingsmiddelen te bespuiten. Maar die middelen raken na verloop van tijd uitgewerkt en dan moet het opnieuw gebeuren. Daarom leggen mensen moerassen en plassen met stilstaand water waar muggen zitten droog. Daardoor zijn ze voorgoed van de muggen af.
Man aan het werk met bestrijdingsmiddelen in Tanzania
Klamboes te koop
Rond de stad Rome bijvoorbeeld lagen moerassen. Bewoners van de Italiaanse hoofdstad hadden vaak last van malaria. Daar kwam een eind aan toen de moerassen werden drooggelegd. In Kolkata en andere Indiase steden is het nog niet zover. Ieder jaar tijdens de regentijd (juni tot oktober) ontstaan er plassen op straat, vooral waar geen goede riolering is om het regenwater af te voeren. Bovendien vangen bewoners van Kolkata regenwater op in tonnen die niet zijn afgedekt. Daardoor vinden malariamuggen makkelijk een plek met stilstaand water om hun eitjes in te leggen. Tijdens de regentijd neemt het aantal muggen toe en krijgen steeds meer mensen malaria. Gif tegen parasiet Vaak is het onbegonnen werk om in een gebied alle moerassen en plassen met stilstaand water droog te leggen want het zijn er teveel. Ook gaan er soms natuurgebieden verloren als dat gebeurt. Als het donker geworden is, blijven malariamuggen niet in moerassen en plassen zitten. Ze trekken erop uit op zoek naar mensen (en ook dieren) om te bijten en hun bloed te drinken. Ze dringen in huizen binnen. Daarom bespuiten bestrijders van malaria plekken waar muggen leven tóch met bestrijdingsmiddelen. Ook spuiten ze bestrijdingsmiddelen in huizen om ook daar de muggen te bestrijden.
15
Bestrijdingsmiddelen komen uit fabrieken. Één van de bekendste is DDT. Deze stof is vanaf 1874 bekend. In 1939 ontdekt de Zwitserse scheikundige Paul Müller dat DDT insecten doodt, ook als je er maar uiterst kleine hoeveelheden van gebruikt. Ook vinden insecten voorwerpen waar DDT aan zit onaangenaam en blijven ze daar vandaan. Het middel werkt maandenlang. Het is goedkoper dan andere bestrijdingsmiddelen. Omdat het in kleine hoeveelheden werkt, hoef je er niet zo veel van te gebruiken. Dat maakt het geschikt om in huizen en andere gebouwen te gebruiken. Dit alles maakt DDT uitermate geschikt om malariamuggen te bestrijden. Maar deze bestrijdingsmiddelen zijn slecht voor het milieu. Ze maken ook andere dieren ziek en doden ook andere dieren dan de dieren die men kwijt wil. Bestrijdingsmiddelen gaan in de bodem zitten en in water van plassen en rivieren zitten. Dat water is dan niet veilig meer om te drinken. Daarom gebruiken bestrijders van malaria ook middelen tegen de malariamug die in de natuur te vinden zijn en niet slecht zijn voor het milieu. Een voorbeeld hiervan is het muskietenvisje. Deze vis leeft in gebieden rond de Golf van Mexico. Hij eet larven van malariamuggen. Bestrijders van malaria in bijvoorbeeld Marokko zetten het muskietenvisje uit in moerassen en plassen stilstaand water. Een ander voorbeeld is poeder uit de zaden van de neemboom. Deze boom groeit in droge bossen in India en Sri Lanka. Het poeder wordt in moerassen en plassen gestrooid waar malariamuggen in leven en doodt ruim de helft van de muggen.
Paul Müller
Vruchten van de neemboom
Geneesmiddelen tegen malaria Krijg je tóch malaria, dan kun je daar geneesmiddelen tegen krijgen. Er zijn verschillende middelen tegen malaria. We noemen er drie.
Kinaboomscheut
Kinine. Deze stof wordt gewonnen uit de schors van de kinaboom. Die boom groeit in Peru en Ecuador. Zeevaarders brengen in de 17e eeuw schors van de kinaboom naar Europa. Het wordt een gewild product want er komt dan nog malaria voor in Europa. Maar het is schaars en duur want alle schors moet uit Peru of Ecuador komen. Pas in de 18e eeuw lukt het voor het eerst om zaden en plantjes van de kinaboom uit Peru en Ecuador te halen en kinabomen te kweken in India, Java en Sri Lanka. 16
Kinine werkt door parasieten te verhinderen zich voort te planten. Het werkt maar kort en moet vaak worden ingenomen. Dat is weer slecht voor je gezondheid. Je kunt er bijvoorbeeld doof van worden. Chloroquine. In de jaren ’40 van de 20e eeuw wordt ontdekt dat ook deze stof helpt tegen malaria. Het werkt op dezelfde wijze als kinine, alleen veel langer. Ook is het niet ongezond om dit middel vaak in te nemen. Bovendien is het goedkoper dan kinine. De ontdekking van dit geneesmiddel is dus een grote stap voorwaarts bij de bestrijding van malaria. Artemisinine. Deze stof komt uit zoete alsem (Artemisia annua). Reeds in de 4e eeuw na Christus gebruiken de Chinezen deze plant om mensen van malaria af te helpen. Het werkt op dezelfde manier als kinine en chloroquine.
Artemisia annua
Tegenslagen De bestrijding van malaria wordt gehinderd door problemen en tegenslagen. Om te beginnen raken steeds meer malariamuggen bestand tegen bestrijdingsmiddelen als DDT. Je kunt dan met een bepaald middel niet meer alle muggen doden. Dan moet je een ander gebruiken dat nog wél met alle muggen afrekent. Geneesmiddelen
Steeds meer parasieten raken bestand tegen kinine en chloroquine. Daarom proberen geleerden steeds nieuwe geneesmiddelen tegen de parasiet uit. Dokters geven malariapatiënten tegenwoordig artemisinine. Het is nu het betrouwbaarste middel tegen de malariaparasiet want er zijn (nog) geen parasieten gevonden die daartegen bestand zijn. Malariapatiënten krijgen het toegediend samen met andere geneesmiddelen want als één van de toegediende stoffen de parasieten niet doodt, doet een andere het wel. Bovendien hoopt men zo te voorkomen dat steeds meer parasieten bestand worden tegen artemisinine. Geneesmiddelen die onder meer artemisinine bevatten heten Artemisinine Combinatie Therapie of ACT. Ten derde kunnen bestrijders van malaria een tijd lang geen DDT gebruiken. Vanaf 1962 raakt het in opspraak. Niet alleen bestrijders van malaria gebruiken het, ook landbouwers. Die besproeien daar hun akkers mee om dieren te doden die hun gewassen aanvreten. Ze gebruiken daar grote hoeveelheden van. Dat blijkt slecht te zijn voor het milieu. Men beweert dat dit ook ongezond is voor mensen. 17
In steeds meer landen wordt het verboden om akkers met DDT te bespuiten. Het blijft toegestaan om DDT te gebruiken tegen de malariamug, maar in landen als Zuid-Afrika wordt dat niet meer gedaan. Dus kunnen bedrijven die DDT maken, dit product nauwelijks meer verkopen. Ze besluiten het niet meer te maken. Daardoor kunnen bestrijders van malaria nauwelijks meer aan DDT komen. Ze stappen over op andere bestrijdingsmiddelen. Die blijken minder goed te werken dan DDT. Naarmate malaria weer oprukt en meer mensen eraan sterven, krijgt men weer meer waardering voor DDT. Zuid-Afrika bijvoorbeeld besluit weer DDT te gebruiken tegen de malariamug. Op 15 september 2006 maakt de WHO, de Wereldgezondheidsorganisatie van de VN bekend dat het voor mensen geen kwaad kan om overal in huis een klein beetje DDT te spuiten tegen de malariamug. De WHO raadt mensen zelfs aan dit te doen als ze in een gebied wonen waar een grote epidemie van malaria aan de gang is of waar altijd veel malaria voorkomt. Zo krijgen mensen in heel Afrika de raad dit te doen.
De paranootpalm
Man met bestrijdingsmiddel DDT
Mug
Ten slotte is malaria moeilijk te bestrijden omdat voortdurend mensen van het ene gebied of land naar het andere reizen. Ieder jaar trekken in Bolivia tienduizenden arbeiders uit hun stad of dorp weg. Ze gaan werken in het deel van het land waar de Amazone door stroomt. Zo trekken van december tot februari arbeiders de bossen in dit gebied in om paranoten te plukken. Daar kunnen ze geld mee verdienen want paranoten zijn een belangrijk uitvoerproduct van Bolivia. Maar hun werk is gevaarlijk. Arbeiders lopen de kans te sterven door de beet van een giftige slang of omdat ze een vrucht met paranoten op hun hoofd krijgen. Die vruchten vallen van een hoogte van 50 meter of meer uit paranootpalmen. De meeste slachtoffers onder de arbeiders maakt echter de malaria. Een ander voorbeeld: We hebben op pagina 1 gezegd dat malaria niet meer voorkomt in Nederland. Dat is niet helemaal waar. Nederlanders gaan naar landen waar malaria voorkomt en lopen daar soms zélf malaria op. Meestal komt het omdat ze geen of te weinig geneesmiddelen tegen malaria hebben ingenomen tijdens de reis. En af en toe blijkt een vluchteling of arbeidsmigrant die Nederland binnenkomt malaria te hebben. 18
Op zoek naar een malariavaccin Je kunt je laten inenten tegen allerlei ziekten. Je krijgt dan een vaccin toegediend dat je levenslang beschermt tegen de verwekkers ervan. Zo zijn er vaccins tegen polio (kinderverlamming) en pokken. Na de uitvinding van deze vaccins zijn polio en pokken vrijwel overal ter wereld uitgeroeid. Andere ziekten als mazelen waar vaccins tegen bestaan, komen nog wél voor, maar niet in gebieden waar iedereen daartegen is ingeënt. Er is nog geen vaccin tegen malaria dat je levenslang tegen de verwekker ervan beschermt. Wetenschappers over de hele wereld proberen zo’n vaccin te maken. Maar het blijkt niet mee te vallen. Polio, pokken, mazelen en veel andere ziekten worden verwekt door een virus of bacterie. De verwekker van malaria is een parasiet. Een vaccin maken tegen een parasiet is moeilijker dan een vaccin maken tegen een virus of bacterie. Wetenschappers willen geen genoegen nemen met een vaccin dat niet levenslang werkt, maar slechts enkele jaren. Wie zo’n korter werkend vaccin krijgt, zal gedurende die tijd geen malaria krijgen. Maar hij raakt tegelijkertijd zijn weerstand tegen de ziekte kwijt (als hij die al heeft). Krijgt hij na die tijd weer malaria, dan kan hij er erg ziek van worden en er zelfs dood aan gaan.
Een medewerker van Sanaria
De muggen
Één van die wetenschappers is de Amerikaan Stephen Hoffman. Hij heeft een bedrijf met dertig medewerkers dat Sanaria (= Gezonde lucht) heet. In dat bedrijf doet hij proeven met de Plasmodium falciparum. Muggen krijgen bloed te drinken waar deze parasiet in zit. De parasieten krijgen twee weken de tijd om zich te vermenigvuldigen in het lichaam van de muggen en naar de speekselklieren van de muggen te gaan. De muggen worden bestraald in een apparaat dat op een magnetron lijkt. Medewerkers van Sanaria halen de speekselklieren uit de muggen. Die zitten vol parasieten, maar die zijn door de straling zó zwak geworden dat ze mensen niet ziek kunnen maken. Althans dat hoopt Hoffman. De parasieten worden in een injectiespuit gedaan. Dan is het vaccin klaar. Het blijkt goed te werken bij muizen (ook muizen kunnen malaria krijgen). Werkt het ook zo goed bij mensen? Hoffman gelooft van wel. 90% Van alle baby’s die het vaccin krijgen toegediend, zal later geen malaria meer krijgen, denkt hij. Of hij gelijk heeft, valt nog niet te zeggen. Het vaccin zal niet eerder dan in 2010 op mensen worden uitgeprobeerd. 19
De VN leiden het gevecht Het is in de VS en andere rijke landen en ook in Brazilië gelukt malaria de kop in te drukken. Dat is mede te danken aan DDT en chloroquine. Begin jaren ’50 gelooft de WHO dat malaria helemaal de wereld uit geholpen kan worden. In 1955 begint de WHO een wereldwijde campagne om dit doel te bereiken. Uiterlijk in 1965 zou malaria overal ter wereld zijn uitgebannen. Inderdaad lukt het om malaria terug te dringen. De Balkan en Taiwan worden malariavrij. In India en Sri Lanka daalt het aantal mensen met malaria en het aantal mensen dat eraan sterft enorm. Maar gaandeweg wordt duidelijk dat het doel in 1965 niet gehaald wordt. In Afrika ten zuiden van de Sahara en andere tropische gebieden laat malaria zich niet verslaan. De campagne wordt verlengd tot 1969, maar ook in dat jaar is malaria de wereld nog niet uit. Sterker nog, door de problemen en tegenslagen die we op pagina 17 en 18 hebben genoemd, begint malaria weer terrein te winnen. Daarom begint de WHO in 1999 met een nieuwe campagne om de ziekte te bestrijden, Roll Back Malaria (= Dring Malaria Terug). Daar blijft het niet bij. In september 2000 stellen de landen van de VN een verklaring op, de Millenniumverklaring. Hierin beloven ze samen problemen in ontwikkelingslanden aan te pakken zoals armoede en ondervoeding. In de verklaring staan acht doelen die uiterlijk in 2015 moeten zijn bereikt. Deze doelen heten Millenniumdoelen. Één van die doelen is: aan aids, malaria en andere gevaarlijke ziekten moet in 2015 een halt zijn toegeroepen. Hiermee laten de VN zien dat ze bestrijding van malaria hoogst belangrijk vinden. Afrika Malaria Dag Oeganda en andere landen in Afrika houden op 25 april 2000 een vergadering in Abuja, de hoofdstad van Nigeria. Ze besluiten samen malaria te bestrijden. Ook roepen ze 25 april uit tot Afrika Malaria Dag. Daar sluiten later andere landen zich bij aan, waaronder Nederland. Deze dag wordt nu ook Malaria Awareness Day genoemd. Een onderdeel van hun strijdplan is dat in ieder dorp en iedere stad een vrijwilliger zich bezighoudt met bestrijding van malaria. Hij is dag en dacht bereikbaar voor andere mensen in zijn woonplaats. Hij is getraind om te zien of iemand malaria heeft. Hij heeft altijd goede geneesmiddelen tegen malaria in huis. 20
Logo van de WHO
Malaria Awareness Day
NAAR EEN WERELD ZONDER MALARIA? Zal het alsnog lukken om malaria de wereld uit te helpen? Deskundigen hebben daar hun twijfels over. Maar de praktijk laat zien dat het wel degelijk kan. Dat heeft Marokko, niet een van de rijke landen maar een ontwikkelingsland, laten zien.
Nog lang niet in zicht Malaria is nog steeds een wereldwijde plaag. De ziekte komt in ruim honderd landen voor. Ongeveer de helft van de wereldbevolking loopt kans om malaria te krijgen. Jaarlijks krijgt een half miljard mensen malaria en gaan er ruim één miljoen mensen aan dood. Zal het ooit lukken om deze plaag uit te roeien?
Een huis in Zambia dat wordt behandeld met bestrijdingsmiddel
De temperatuur van de koorts wordt opgenomen
Klamboes die worden herbehandeld in Zambia
Deskundigen betwijfelen dat. Ze zijn bang dat malariaparasieten op den duur ook bestand worden tegen ACT’s en dat malariamuggen steeds meer bestand worden tegen bestrijdingsmiddelen als DDT. Ook wijzen ze erop dat het op aarde warmer wordt. Dat zou de komende jaren doorgaan. Hierdoor zullen parasiet en mug kunnen leven in gebieden waar het nu nog te koud voor ze is. Je zou ze dan op hogere breedtegraden treffen, verder van de tropen af dus, en ook op grotere hoogten boven de zeespiegel. Ten slotte menen deskundigen dat malaria alleen kan worden uitgeroeid als er een vaccin komt dat mensen levenslang tegen de ziekte beschermt. Het is nog maar de vraag, zeggen ze, of dat vaccin er wel komt. Ervaringen uit de praktijk geven echter reden tot hoop. In rijke landen is de ziekte al uitgeroeid. In ontwikkelingslanden slaagt men er soms in malaria terug te dringen. In Zambia bijvoorbeeld slaapt in 2000 2% van de kinderen onder de 5 jaar onder een klamboe, in 2006 23%. In dezelfde periode zorgt de regering van Zambia ervoor dat iedere burger een ACT kan krijgen als hij het nodig heeft. Het aantal kinderen dat jaarlijks aan malaria sterft daalt van 50.000 naar 15.000. Marokko krijgt het zelfs voor elkaar om malaria helemaal uit te roeien. Bij dit alles is géén vaccin te pas gekomen dat mensen levenslang tegen de ziekte beschermt. 21
Het succesverhaal Marokko Dit verhaal begint in 1912. Marokko komt onder Frans bestuur (al maken in enkele delen ervan de Spanjaarden de dienst uit). In grote delen van het land komt malaria voor. Die ziekte wordt verwekt door de Plasmodium vivax of de gevaarlijke Plasmodium falciparum. Malaria komt vooral voor in gebieden waar veel mensen dicht op elkaar wonen of waar het grootste gebrek aan water is. Het aantal mensen met malaria is het grootst tijdens de zomer en de herfst. Eerst laten de Franse bestuurders uitzoeken waarom zoveel Marokkanen malaria krijgen. Daarna beginnen ze de ziekte daadwerkelijk te bestrijden. In 1919 richten ze daar een speciaal bureau voor op. Dat heeft succes. In stedelijke gebieden wordt malaria een halt toegeroepen. Maar de parasieten slaan terug; in 1928 breekt er een grote malaria-epidemie uit. Er krijgen zóveel mensen malaria en er gaan zóveel mensen aan dood dat het binnenhalen van de oogst in 1929 er sterk door wordt gehinderd. Er zijn eenvoudigweg te weinig gezonde arbeidskrachten beschikbaar om de hele oogst binnen te halen. De Franse bestuurders laten zich niet uit het veld slaan. Vanaf 1930 spannen ze zich nog harder in om de ziekte te bestrijden. Ze leggen zich toe op de bestrijding van malariamuggen. Ze laten onder meer moerassen droogleggen en muskietenvisjes uitzetten in plassen met stilstaand water. Eerst halen de inspanningen niet veel uit. Malaria blijft grote delen van het land teisteren. In 1945 komt de ziekte vooral voor in de kuststrook aan de Atlantische Oceaan. Daar zijn in die tijd nog veel moerassen waar malariamuggen en malariaparasieten leven. Ook rondom berggebieden in het binnenland krijgen nog veel mensen malaria. Daar zitten in veel bronnen en stukken stilstaand water malariamuggen en -parasieten. Daartussenin liggen enkele kleinere gebieden waar malaria voorkomt. Daar zijn door de aanleg van irrigatiewerken plekken met stilstaand water ontstaan waar malariamuggen en -parasieten in voorkomen. Vanaf eind jaren ’40 heeft de overheid meer succes bij de strijd tegen malaria. De mensen die hieraan meewerken krijgen twee krachtige wapens in handen: DDT en chloroquine. Later komen daar de ACT’s bij. 22
Twee berbermeisjes in Marokko
Een verpleegster spuit een bed met DDT in. De gevaren van DDT voor het milieu waren toen nog niet bekend.
Het muskietenvisje
Het afnemen van een bloedtest om malaria op te sporen
De rode zone in het midden van Marokko waar de ziekte de kop weer opsteekt
Malariamug
De bestrijders gebruiken DDT op twee manieren. Ze bespuiten er plekken mee waar malariamuggen leven en ze spuiten het in steeds meer huizen tegen de malariamug. In 1970 gebeurt dat bij 600.000 mensen in huis, drie jaar later bij 1,3 miljoen mensen. Wel blijft de overheid het muskietenvisje inzetten tegen de malariamug, vooral als blijkt dat DDT en andere bestrijdingsmiddelen slecht zijn voor het milieu. Zo verdwijnen er steeds meer plekken waar malariamuggen kunnen leven. Daardoor krijgen steeds minder mensen malaria en zijn er steeds minder gebieden in Marokko waar mensen malaria kunnen krijgen. In 1956 wordt Marokko een zelfstandig land met een eigen regering. De nieuwe bestuurders van het land zetten het gevecht tegen malaria voort. Ook zij laten onder meer moerassen droogleggen. Vanaf 1960 proberen ze vooral te voorkomen dat mensen werkelijk ziek worden door de malariaparasiet. Tot dan toe wordt je pas als malariapatiënt aangemerkt als je ook werkelijk ziek bent door de parasiet. Nu krijgen steeds meer mensen de kans om hun bloed te laten onderzoeken. Als er parasieten in blijken te zitten, kunnen ze worden behandeld vóórdat ze werkelijk ziek worden. Ook zorgen de bestuurders ervoor dat steeds meer mensen goede wc’s, wastafels en dergelijke in huis krijgen zodat ze zich beter schoon kunnen houden. Daardoor lopen ze minder kans om malaria te krijgen. Bovendien begint Marokko samen te werken met de WHO om de ziekte helemaal het land uit te helpen. In 1965 beginnen ze daarmee. Doktoren en verplegers nemen bij steeds meer mensen bloed af om na te gaan of ze besmet zijn. Andere bestrijders van malaria spuiten DDT op plekken waar mensen komen of wonen. Het werk van Marokko en de WHO heeft succes. Vanaf 1974 krijgt niemand in Marokko (en in de Westelijke Sahara, vanaf 1975 onder Marokkaans bestuur) malaria door Plasmodium Falciparum. Het aantal mensen met parasieten in hun bloed neemt sterk af. Vanaf 1979 gaat het echter weer mis. In steeds meer gebieden in het land waar malaria was uitgeroeid, steekt de ziekte de kop weer op. Jaarlijks worden honderden Marokkanen aangestoken. Maar opnieuw lukt het de overheid om de ziekte een halt toe te roepen. Uiteindelijk blijft er maar één gebied over waar mensen malaria kunnen krijgen. Het ligt in het midden van het land. 23
In 1999 begint de WHO met de campagne Roll Back Malaria (zie pagina 20). Daar doet ook Marokko aan mee met een eigen programma. Dat moet ervoor zorgen dat niemand in Marokko meer aangestoken kan worden door muggen met malariaparasieten die in Marokko zelf voorkomen. In gebieden waar mensen kans lopen om besmet te raken houden medewerkers van het programma plekken met stilstaand water goed in de gaten. Ze houden bij of daar (larven van) malariamuggen leven en zo ja, van welke soort. Als er gevaar dreigt, leggen ze die plekken droog of spuiten er bestrijdingsmiddelen op. Andere medewerkers onderzoeken regelmatig mensen in die gebieden om na te gaan of misschien iemand malaria heeft. Ook krijgen mensen in die gebieden cursussen om aan deze activiteiten mee te kunnen doen. Ze leren onder meer te zoeken naar parasieten met behulp van een microscoop. Of ze leren (larven van) malariamuggen te herkennen. Het programma richt zich ook op mensen die landen bezoeken waar malaria voorkomt. Die krijgen van medewerkers van het programma te horen wat ze moeten doen om te voorkomen dat ze zelf malaria krijgen. Huisartsen leren de ziekte te herkennen bij mensen die hem hebben opgelopen. De overheid krijgt bij de bestrijding van malaria bij mensen die naar het buitenland gaan hulp van Marokkaanse reisbureaus en luchtvaartbedrijven. Die vertellen hun klanten die naar het buitenland gaan wat ze moeten doen om geen malaria te krijgen. Toch komt het voor dat een Marokkaanse burger tijdens een reis naar het buitenland besmet raakt. Die persoon moet zich laten onderzoeken zodra hij terug is in Marokko. Daarvoor moet bij naar een van de bureaus die de overheid hiervoor heeft ingericht. Die bureaus zijn in havens en op vliegvelden in Marokko te vinden. In 1999 wil de overheid dat Marokko in 2002 helemaal van de malaria af die door parasieten in het land zelf wordt verwekt. Dat streefjaar wordt niet gehaald. De overheid neemt als streefjaar 2006 aan. En inderdaad: vanaf dat jaar is malaria helemaal uitgebannen in Marokko. Dat is het resultaat van meer dan 90 jaar hard werken. Het Marokkaanse plan sluit aan bij een wereldwijd plan om malaria uit te roeien, het plan Strategique Mondial 2005-2015
24
AANTEKENINGEN
25
26
MEER OP INTERNET Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer informatie die je kan helpen bij je werkstuk of spreekbeurt. Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je het beste je spreekbeurt kunt inkleden. Ook vind je daar een website met nuttige links die horen bij dit scriptiepakket. Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.
27
SCRIPTIESERVICE De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu en Mensenrechten. Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons. Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/ werkstuk en bij dit pakket is er een website met aanvullende informatie, nuttige links en voor de leerkrachten een (groeps-)opdracht voor in de klas.
De versie op papier is te bestellen bij: Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl Schoolmediatheken, (jeugd)bibliotheken en documentatiecentra kunnen een abonnement op de scriptieservice nemen en ontvangen dan per jaar vijf pakketten.