Investment Outlook
KBC Institutional Asset Management
September 2012 •
Een parcours door Nevelland
•
Wereldeconomie verliest stoom
•
Geen hefboom meer voor olieprijzen
•
Inflatie, een zorg voor later
•
“In Draghi We Trust”
•
Hoe de droogte in de VS de rente in China impacteert
•
Het zwarte gat van de Amerikaanse Schatkist
•
Naar een referendum over de euro in Duitsland?
•
Voorzichtigheid is troef
•
Een pleidooi voor het dividend
•
Groei zit in Azië en in Technologie
•
Gespreid beleggen in hoogrentende munten
@
De hier voorgestelde beleggingsstrategie richt zich op een specifiek beleggersprofiel, namelijk dat van een dynamische belegger met belangstelling voor een sterk gedifferentieerde portefeuille. Naar gelang van het risicoprofiel en de beleggingsvoorkeuren van de cliënt kan KBC de belegger een afwijkende portefeuillesamenstelling adviseren.
macro-economisch scenario
Economische cijfers vallen tegen Overal in de wereld blijven de economische cijfers beneden de verwachtingen. In Amerika vertraagt de groei van het bruto binnenlands product aanzienlijk. Vooral de consumptie groeide minder fors dan in het recente verleden. Het gezinsinkomen steeg nog vrij sterk. Maar de gezinnen spaarden daarvan een groter deel dan in
het verleden. De index van het producenten vertrouwen in de industrie noteert al twee maanden onder de kritische drempel van 50, die de grens tussen economische groei en krimp aanduidt. Eenzelfde ontwik keling zien we overal in de wereld. Zeer uitgesproken in de Oude Wereld. Vooral in de eurozone blijven de cijfers slecht. Op het vlak van groei is Europa duidelijk de zwakste regio in de wereld.
Deze publicatie is online beschikbaar. Op de website www.kbcam.be/investmentoutlook vindt u een uitgebreid, actueel en vlot toegankelijk overzicht van de wereldwijde economische ontwikkelingen en van onze vooruitzichten. Een onderneming van de KBC-groep
Stijgende olieprijzen In de eerste maanden van 2011 stegen de olieprijzen vrij dramatisch. Onder meer de Arabische Lente stuwde de olieprijs tussen augustus 2010 en april 2011 de hoogte in. Nadien bewoog de olieprijs lange tijd zijwaarts. Vanaf eind maart van dit jaar was er door de tegenvallende economische groei een aanbodoverschot op de oliemarkt. Tot voor kort veronderstelden we dat dit tot een daling van de olieprijzen zou leiden. Een daling van de benzine- en olieprijzen is altijd een opsteker voor het consumenten- en producenten vertrouwen. Dat had tegenwind kun nen bieden aan de groeiende onzeker heid.
Centrale Banken in westerse landen staan klaar Ondanks de stijgende olieprijzen blijft inflatie een zorg voor later. De centrale banken zetten nu duidelijk in op groei. Fed-voorzitter Bernanke heeft publie kelijk verklaard zeker tot midden 2013 te zullen wachten met het optrekken van de rente. Ook de ECB onder lei ding van Mario Draghi trekt nu volop de kaart van monetaire versoepeling.
Op 5 juli heeft ze haar belangrijkste rentetarieven met 0,25% verlaagd. De depositorente in de eurozone is nu de allerlaagste ter wereld. Een verdere verlaging van de basisrente wordt volop verwacht. Zelfs Duitsland lijkt zich niet langer te verzetten tegen een rentepolitiek die voor de Duitse eco nomische situatie te genereus is en inflatierisico’s inhoudt.
Voedingsprijzen als spelbreker? Azië blijft de onbetwistbare groeipool van de wereld, maar de hoogconjunc tuur boet ook daar aan kracht in. Daarom heeft de Chinese centrale bank voor het eerst in vier jaar de beleidsrente tot twee keer toe verlaagd en de kredietvoorwaarden versoepeld. Dat was mogelijk omdat de inflatie gevoelig was gedaald (tot 1,8% op jaarbasis in juli van dit jaar). Maar de stijgende voedselprijzen dreigen roet in het eten te gooien. Stijgende voe dingsprijzen hebben in de Nieuwe Wereld namelijk een grotere invloed op de inflatie en op het consumenten vertrouwen dan in het Westen. Een verdere versoepeling van het monetair beleid is dan ook minder voor de hand
liggend. Al verwachten we dat China nog wel stappen in die richting zal zetten.
Het Zwarte Gat in de Amerikaanse Schatkist De bewindslieden in Washington zijn het koppig oneens over de richting van het begrotingsbeleid in de VS. Door hun hardnekkige onwil om een com promis te bereiken hebben ze alle begrotingskwesties voor zich uitge schoven. Op 31 december komen voor in totaal 560 miljard USD aan “tijdelij ke” budgettaire stimuli te vervallen. Als er geen beslissing wordt genomen, wordt eensklaps het massieve begro tingstekort gehalveerd. Het negatieve effect op de bbp-groei wordt geschat op 2,5 à 3,5%. Dat is zo dramatisch dat niemand in Washington die verantwoor delijkheid durft te dragen. Ongetwijfeld zal men op het allerlaatste moment een oplossing vinden. De vraag is alleen hoe die eruit zal zien. Dat zal onder meer afhankelijk zijn van het oordeel van de kiezer. Ondertussen blijft elke Amerikaan, rijk of arm, consument of investeerder, particulier of bedrijf, in het ongewisse over zijn inkomenssituatie in 2013 en de jaren daarna.
Inflatie en olieprijs 150
5 4
125 3 2
100
1 75 0 -1 50 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Inflatie EMU (in %) Olieprijs (Brent, in USA) – rechterschaal
Returns aandelen en obligaties in 2012 (Return 22-08-2010 tot 22-08-2012) 115 110 105 100 95 90 85 80 08-2010 11-2010 02-2011 05-2011 08-2011 11-2011 02-2012 05-2012 08-2012 MSCI AC World EMU overheidsobligaties EMU bedrijfsobligaties
KBC Institutional Asset Management Investment Outlook
2
GLOBALE ALLOCATIE Beleggers die waarde zoeken, komen bij aandelen uit. In vergelijking met de bedrijfswinsten en de waarde van de bedrijfsactiva noteerden aandelen zel den goedkoper dan vandaag. In ver gelijking met dure overheidsobligaties is de risicopremie (lees: de extra opbrengst) die men vandaag met aan delenbeleggingen kan opstrijken, ongekend hoog. Het dividendrende ment alleen ligt al flink hoger dan de rente op overheidspapier. Deze waarderingskloof is een gevolg van de heel lage risicobereidheid van de meeste beleggers. Die houdt nu al geruime tijd aan. Vandaag heeft die risicoafkeer te maken met de vrees dat de wereldeconomie voor een nieuwe recessie staat, al dan niet aangevoerd door de EMU (waar de bedrijven sterk onder zullen lijden) en dat het finan cieel systeem kan imploderen door de problemen in de eurozone. We gaan ervan uit dat deze vrees zo niet onte recht, dan toch fel overdreven is. Naarmate de problemen in de euro zone onder controle komen en de politieke leiders in de VS een uitweg
vinden uit het Amerikaanse begro tingsmoeras, kunnen de fundamenten opnieuw in de schijnwerpers treden. Het zwaartepunt van de wereldecono mie is namelijk al lang verschoven naar de opkomende markten. Daar zorgen gunstige demografische factoren voor een sterke binnenlandse vraag. Het proces van schuldafbouw in de klas sieke landen staat bovendien niet gelijk aan een eeuwigdurende recessie, maar wel aan een wat tragere groei. Dat is een visie op middellange termijn. Op korte termijn zijn er heel wat mij nen, die golven van paniek naar de financiële markten kunnen sturen, zon der het basisscenario uit balans te brengen. We denken aan een kort sluiting in het begrotingsdebat in de VS, aan nieuwe hinderpalen voor het opstarten van het ESM en de bank unie, na een positieve uitspraak van het Duits Grondwettelijk Hof, aan de grote kans dat Spanje moet gaan schuilen onder de Europese paraplu(‘s), aan te hoge olieprijzen voor het wan kele consumentenvertrouwen en aan te fors stijgende voedingsprijzen en hun gevolgen voor de groei in de Nieuwe Wereld.
Na de sterke performance van de aan delenmarkten in de voorbije drie maan den, hebben we daarom een wat defensievere houding aangenomen. We hebben onze overwogen positie in aandelen teruggeschroefd naar neu traal en meteen de aandelenporte feuille defensiever ingevuld. We blijven stevig onderwogen in obligaties. Ver der houden we een stevige cashpositie (+3% tegenover de benchmark) aan. De rendementen zijn uiteraard heel laag, maar we houden deze middelen achter de hand om onze aandelenpo sitie opnieuw uit te bouwen als de marktomstandigheden het toelaten.
Globale portefeuillespreiding (Actieve posities, in %)
Aandelen
Obligaties
Cash
-6%
-4%
-2%
+0%
+2%
+4%
+6%
KBC Institutional Asset Management Investment Outlook
3
OBLIGATIEPORTEFEUILLE In de obligatieportefeuille houden we de ‘modified duration’ onder die van de referentie-index. Na aftrek van de inflatie is de Duitse obligatierente ondertussen negatief geworden. Het risico van een rentestijging is reëel, al hoeft zich dat in ons scenario niet op korte termijn voor te doen. De centrale banken houden het korte eind van de rentecurve hardnekkig laag en in de huidige economische omgeving valt een substantieel steilere curve niet te verwachten. We gaan ervan uit dat de ECB haar referentieta rief in de komende maanden nog zal verlagen. De afkoelende inflatie en de vertragende groei in de eurozone (ook in Duitsland) wettigen zo’n stap. Ook de Amerikaanse centrale bank (Fed) zal een forse stijging van de obligatierente bestrijden door rechtstreekse ingrepen in de markt. Ze is bang dat een moge lijke rentestijging een einde kan maken aan de conjunctuurherleving. We behouden de sterke positie in bedrijfsobligaties. De rentevergoeding voor Europese bedrijven van goede kwaliteit is in de loop van 2012 al met 220 basispunten ingekrompen. Voor niet-financiële bedrijven bedraagt ze nu gemiddeld 2,20% en voor de financiële 3,30%, nog altijd behoorlijk meer dan voor Duits overheidspapier met verge lijkbare looptijd. De wisselende stem
ming over de problemen van de over heidsschulden in de eurozone blijft zich uiten in hoge rentepremies op schuld papier van Europese bedrijven, vooral dan van de financiële bedrijven. Die hebben van nature veel staatsobligaties in portefeuille. Het netwerk van de inter bancaire relaties binnen de eurozone is zodanig hecht, dat het overstag gaan van zelfs een kleine overheid niet alleen de nationale banksector in zijn val dreigt mee te sleuren, maar voor een hele ket tingreactie in de unie kan zorgen. Hoe dan ook weerspiegelt een premie van gemiddeld 1,05 procentpunt voor Europese niet-financiële debiteuren de verwachting dat over een tijdspanne van vijf jaar 15% van de investment grade debiteuren failliet zou gaan. Zoiets heeft zich in de voorbije veertig jaar nooit voorgedaan. Concreet: vanaf 1971 bedroeg het hoogste falingspercentage 2,4% en 4,8% voor een volledige vijf jaarsperiode voor debiteuren met res pectievelijk een rating AAA en BBB. In de voorbije vijf jaar, toch gekenmerkt door een diepe recessie, zijn de verlie zen op bedrijfskredieten zelfs uitzonder lijk laag gebleven. Dat valt wel te verkla ren door de ijzersterke solvabiliteit van de meeste niet-financiële ondernemin gen. Kleinere renteverschillen hadden daar ook een logisch gevolg van moe ten zijn.
In een omgeving van lage nominale ren dementen is elk extraatje meegenomen, indien daardoor geen overdreven risi co’s worden genomen. Bedrijfsobligaties bieden ook een bescherming tegen het opwaartse renterisico op overheids papier. Als die rentestijging de weer spiegeling is van een betere conjunc tuur, mag men aannemen dat hoe sterker de rente op overheidspapier stijgt, hoe sterker de renteverschillen ook gaan dalen. We houden de rente gevoeligheid van de portefeuille bedrijfs obligaties wel beperkt. Bijkomend rendement kan ook gezocht worden door het opzoeken van munt risico. Liever dan een specifieke munt op te zoeken, kiezen we voor een sprei ding met accenten in diverse regio’s. Zo’n spreiding beperkt ook het opwaart se renterisico, want dat risico concen treert zich vooral in de kernlanden Duitsland en de VS. Vandaag gaat onze voorkeur uit naar de Aziatische munten. Heel wat Aziatische landen hebben een lage schuldgraad en gezonde macroeconomisch structuren. In veel landen heeft de centrale bank in 2011 de beleidsrente opgetrokken, een groot contrast met het beleid in de VS en in Europa. De relatief hoge rentestand kan een aantal van deze munten doen verstevigen, zeker als de Chinese munt verder apprecieert tegenover de Ameri kaanse dollar.
Renteverloop in euro 5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
0
Beleidsrente ECB Tienjaarsrente (Duitsland)
Beleidsrente ECB
Tienjaarsrente (Duitsland)
Renteverschil t.o.v. Duitsland (in %) 7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1 0 06-2011
08-2011
10-2011
12-2011
02-2012
04-2012
0
Spanje Italië België
KBC Institutional Asset Management Investment Outlook
4
AANDELENPORTEFEUILLE We houden het conjunctuurgevoelige karakter van de aandelenportefeuille beperkt. We doen dit in de eerste plaats door de stijlfactor “waarde” te blijven benadrukken. Dat gebeurt door vooral rendementsaandelen op te pik ken, dus door bedrijven op te zoeken die in vergelijking met de sectorgeno ten een riant dividend uitkeren en daardoor hun overtollige cash door storten aan de aandeelhouders. Het zijn ook bedrijven die gemakkelijk inkoopprogramma’s van eigen aande len lanceren of ten prooi vallen van overnames. De opkomende markten blijven het groeiaccent in onze aandelenporte feuille. De Aziatische beurzen bijvoor beeld gaven in 2011 en in de eerste maanden van 2012 (tot eind april) ter rein prijs. Beleggers vreesden dat oplopende voedingsprijzen de inflatie al te fel zouden aanwakkeren en de centrale banken zouden inspireren tot een al te strak monetair beleid. Die vrees bleek onterecht; de voorbije maanden koelde de inflatie af (zo daal de de Chinese inflatie van 6,5% in september 2011 tot 1,8% in juli 2012) en werd de geldpolitiek opnieuw ver soepeld (de Chinese centrale bank verlaagde de voorbije twee maanden haar beleidsrente van 6,51% naar
6,00%). De vrees voor een te sterke vertraging van de Chinese economie lijkt ons daarom overtrokken. De over heid heeft alle instrumenten in handen om de groei te ondersteunen. Zeker in een jaar van machtswissel kan ze zich geen groei-uitschuiver veroorloven. De koers-winstverhouding ligt in de opkomende markten een stuk lager dan in de klassieke aandelenmarkten. Omdat ze betere economische funda menten hebben (hogere groei, gezon de publieke financiën, geen krediet problemen, grote spaaroverschotten, meestal een overschot op de beta lingsbalans, niet afhankelijk van bui tenlandse financiering) zou eigenlijk veeleer een hogere dan een lagere koers-winstverhouding te verantwoor den zijn. We vullen dit groei-accent aan met het sectoraccent “Technologie”. In het tweede kwartaal van 2012 boekten de Amerikaanse technologiebedrijven een winstgroei van 9,4%, dubbel zo hoog als verwacht, terwijl voor de gehele markt slechts een nulgroei bereikt werd (er was een lichte krimp van 2% verwacht). Ondanks deze meevaller blijven de winstverwachtingen van de analisten voor de komende twaalf maanden heel gematigd: de verwachte winstgroei van 14% voor de globale technologiesector ligt nauwelijks hoger
dan die van de totale markt (dat is 12,3%). In historisch opzicht noteert de sector heel goedkoop. De koerswinstverhouding ligt lager dan die van de wereldindex, terwijl de premie in het verleden gemiddeld zo’n 35% bedroeg.
Schuldgraad VS nadert wettelijk plafond (in ‘000 miljard USD)
18 16 14 12
Het groeipotentieel van de sector wordt onderschat. Vier grote ontwik kelingen zorgen voor een sterke struc turele groei. Mobility vuurt de ontwik keling en verkoop van smartphones en tablet-pc’s aan, de Digital living room brengt heel wat nieuwe toepassingen in de huiskamer, met Cloud computing kunnen consumenten altijd en overal op hun eigen en hun sociale netwerk. Deze factoren zorgen voor een expo nentiële groei van de Data mobility. Kortom, de sector zal profiteren van een voortdurende productvernieuwing, van investeringen in capaciteitsuit bouw en van een snelle vervangings vraag. We hebben afscheid genomen van ons accent in de Energiesector. Via de kern blijven we een neutrale positie in deze sector aanhouden, maar extra-perfor mance verwachten we niet langer. Aandelen van oliebedrijven hebben de neiging de fluctuaties in de olieprijzen te volgen. De recente prijsontwikkeling staat haaks op de fundamentele vraagaanbodverhoudingen, die een prijs
10 8 6 4 2 0 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 Uitstaande schuld Wettelijk schuldplafond
Ontwikkeling aandelenmarkten (in euro) Index 100 = -6 maanden
120
120
110
110
100
100
90
90
80
80
70
70
08-2010 11-2010 02-2011 05-2011 08-2011 11-2011 02-2012 05-2012 08-2012
MSCI AC World MSCI Europe MSCI USA
KBC Institutional Asset Management Investment Outlook
5
daling zouden ondersteunen. De wereldvraag is immers zwak, het voor radenpeil hoog, het aanbod onver wacht ruim nu de Libische leveringen sneller hervatten dan oorspronkelijk ingecalculeerd en de Saoedische pro ductieverhoging meer olie op de markt brengt dan ontbeerd wordt door de boycot van Iran. In onze portefeuille willen we geen actieve positie innemen die gebaseerd is op een hoge premie voor een onvoorspelbaar politiek risico. Integendeel, we verkiezen onze aan delenportefeuille defensiever te struc tureren. We ruilen onze positie in Energie in voor een belegging in een korf aandelen met lage koersvolatiliteit (“Minimum Variance”). Die aandelen selecteren we niet op basis van hun (verwacht) rendement maar op basis van de geringere schommelingsgraad
van hun koersen. Daardoor bieden ze een betere bescherming tegen even tuele neerwaartse marktbewegingen dan klassieke aandelen. We blijven participeren in koerswinsten op lange termijn van de aandelenmarkten, maar door de kleinere schommelingsgraad heeft de korf een risicoprofiel dat over eenstemt met dat van een gemengd fonds met 60% aandelen en 40% obli gaties. Het rendement ligt in principe evenwel hoger dan op basis van deze verhouding zou kunnen worden ver wacht, onder meer omdat het divi dendrendement bij deze aandelen doorgaans hoger ligt dan het gangbare in de brede markt. De aandelenselectie wordt door een wiskundig algoritme gegenereerd. Het algoritme mijdt extreme concentratie van regionale, sectorale, stijl- en liquiditeitsgebonden risico’s.
KBC Institutional Asset Management Investment Outlook
6
Een referendum over de euro in Duitsland? In Duitsland worden proefballonnetjes opgelaten omtrent een referendum over de euro. Mocht dat er komen, het zal niet voor de nationale verkiezingen van september 2013 zijn. Misschien voorbarig, toch even kaderen. De geschiedenis van de eurocrisis heeft immers geleerd dat de financiële markten zich gemakkelijk verslikken in wilde geruchten.
Het orakel van Karlsrühe Op 1 juli had het ESM (“European Stability Mechanism”) in werking moeten treden als een permanent orgaan om de Europese steun aan noodlijdende overheden (en banken) te organiseren. In tegenstelling tot de bestaande structuur van het EFSF, dat in wezen een bilaterale steun organiseert en coördineert, wordt het ESM een onafhankelijk supra-nationaal orgaan met rechtpersoonlijkheid. Haar oprichting was slechts mogelijk mits een amendement van vier regels aan de Europese Verdragen wordt geratificeerd door een meerderheid van eurolanden, die samen 90% van de quota aanbren gen. Reeds 15 van de 17 eurolanden hebben de procedure afgerond (72,6% van de quota). Typisch voor de stemming makerij rond de eurocrisis: meestal ging de ratificatie zonder veel ophef door, ook al schreeuwden eurosceptici destijds dat het ESM een brug te ver was en nooit een democratisch fiat zou krijgen. Twee landen moeten nog ratificeren: het onbeduidende Estland en het onontbeerlijke Duitsland, dat 27,1% van de fondsen aanlevert. Het Duits parlement heeft de ratificatie afhankelijk gemaakt van een positief advies van het Grondwettelijk Hof van Karlsrühe. In essentie gaat het hierom: het Duits parlement (Bundestag) is soeverein (in de betekenis van het laatste woord hebben en die bevoegdheid niet mogen overdragen) over materies die aan Duitsland financiële verplichtingen oplegt. Het parlement heeft de Duitse engagementen binnen het ESM geplafonneerd tot 190 miljard EUR. In de voorlig gende statuten zijn evenwel procedures voorzien die Duitsland tot verplichtingen kunnen dwingen buiten de goedkeu ring van het Parlement om en boven die limiet (bv. als het Directiecomité van het ESM tot bepaalde operaties beslist met een gewone (quotum-gewogen) meerderheid van 50% i.p.v. de gekwalificeerde meerderheid van 80% of een ander euroland zijn engagementen niet kan honoreren en Duitsland die engagementen in surplus op zijn eigen verplichtingen moet overnemen). Juist om dit constitutioneel bezwaar te omzeilen moet elke operatie binnen het EFSF door de Bundestag worden goedgekeurd. Het Hof heeft beloofd op 12 september een advies uit te brengen. Niemand die eraan twijfelt dat het positief zal uitval len. Dat hebben een aantal rechters overigens al laten uitschijnen. In een tussenvonnis heeft het Hof echter op 10 juli wel geoordeeld dat het ingediende verzoek zwaarder weegt dan voorgaande dergelijke aanvechtingen en dat de limiet van het grondwettelijk aanvaardbare benaderd wordt. Hoofdrechter Andreas Voßkuhle greep die gelegenheid aan om te pleiten voor een herziening van de grondwet, te bekrachtigen in een referendum. Het idee vond gehoor bij de socialis tische en pro-Europese SPD. Volgens SPD-partijleider S. Gabriel zou dat na de parlementsverkiezingen van september 2013 kunnen gebeuren.
KBC Institutional Asset Management Investment Outlook
7
Slechte ervaringen Europa heeft geen goede ervaringen met referenda over méér Europa en minder natie. De Deense verwerping van het Verdrag van Maastricht (1992) en de Franse en de Nederlandse afwijzingen van de Europese Grondwet (2005) waren de meest traumatische. Het voortslepen van de eurocrisis heeft het europroject niet populairder gemaakt. Buiten Duitsland leeft de overtuiging dat de weigering van het land om voor groeimachine en OCMW te spelen, de oplossing van de eurocrisis in de weg staat. Het zou bovendien hun morele plicht zijn zo’n gecombineerde actie te ondernemen, want halen zij niet het meeste voordeel uit het voortbestaan van de euro? Niet alleen als uitvoernatie by excellence, maar ook omdat de crisis de Duitse rente zo absurd laag houdt. Ook in Duitsland is de euro echter niet populair. Een referendum dreigt op een “nein” uit te draaien als protest tegen de bodemloze putten in de periferie, uit een diepgewortelde infla tiefobie en uit frustratie dat de vruchten niet geplukt raken van het zware saneringsbeleid dat in 2003 werd gelanceerd onder oud-kanselier G. Schröder (“Agenda 2010”). De regerende CDU van kanselier Angela Merkel is tegen. Niet zozeer omdat zij een afwijzing vreest, dan omdat een euroreferendum een diepe wig kan drijven in de CDU/CSU-FDP alliantie, waar het euroscepticisme welig tiert. De SPD heeft daar veel minder last van en hoopt uit een referendum politieke munt te kunnen slaan, ook al is er een risico van afwijzing (en dus gezichtsverlies). Mits een goede vraagstelling is dat risico sterk in te dammen. Duitsland mist nog altijd een echte grondwet. De huidige werd in 1949 geïntroduceerd bij de oprichting van de Bondsrepubliek. Om zijn voorlopig karakter te benadrukken, in afwachting van de hereniging met de DDR, werd die “Grundgesetz” en niet “Verfassung” gedoopt. In Artikel 146 werd overigens een definitieve “Verfassung” voor het gehele vrije Duitse volk in het vooruitzicht gesteld. Die belofte werd nog niet ingelost. Welke Duitser zal in een referendum tegen de invoering van een “Verfassung” stemmen, ook al zijn een aantal bepalingen anders dan in de huidige “Grundgesetz” en geactualiseerd aan de nieuwe omstandigheden?
KBC Institutional Asset Management Investment Outlook
8
30-08-12
ECONOMISCHE VOORUITZICHTEN
Reële BBP-groei
Inflatie
EMU VS Japan
2011 +1,6 +1,8 -0,7
(in %, jaargemiddeld) 2012 -0,5 +2,0 +2,2
2013 +0,4 +1,9 +1,4
VK
+0,8
-0,5
+0,9
(jaargemiddelde verandering consumptieprijzen, in %) 2011 2012 2013 +2,7 +2,3 +1,5 +3,1 +2,1 +2,0 -0,2 +0,1 +0,1 +4,5
+2,6
Commerciële contactpersonen: Patrick Grauwels, Head Institutional Asset Management
[email protected] Tom Feys, Head Institutional Business Development
[email protected] Geert Rosiers, Head Institutional Clients
[email protected]
+1,9 Redactie Investment Outlook: Verantwoordelijke uitgever:
Luc Van Heden,
[email protected] Dirk Thiels, Havenlaan 6, B-1080 Brussel
Correspondentieadres: KBC Asset Management NV, AVI-Investment Outlook, Havenlaan 6, 1080 Brussel. Tel. +32 (0)2/429 00 20, Fax +32 (0)2/429 61 94, E-mail:
[email protected]
30-08-12 EUR USD JPY GBP
RENTE- & WISSELKOERSVOORUITZICHTEN
Officiële rente Tienjaarsrente Officiële rente Tienjaarsrente USD per EUR Officiële rente Tienjaarsrente JPY per EUR Officiële rente Tienjaarsrente GBP per EUR
08-2012
11-2012
02-2013
08-2013
0,75 1,35 0,25 1,64 1,25 0,10 0,81 98,66 0,50 1,50 0,79
0,50 1,25 0,25 1,75 1,20 0,10 0,90 94,20 0,50 1,50 0,78
0,50 1,75 0,25 2,00 1,20 0,10 0,95 93,60 0,50 1,90 0,77
0,50 2,00 0,25 2,25 1,25 0,10 0,95 96,88 0,50 2,25 0,77
Deze publicatie komt tot stand op de afdeling Strategie van KBC Asset Management NV (KBC AM) en valt onder de wettelijke omschrijving van publicitaire mededeling. Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De prognoses zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. KBC AM en KBC Bank kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan. Niets in deze publicatie mag worden beschouwd als beleggingsadvies, noch als beleggingsaanbeveling in de zin van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. Gebruikte foto’s: www.shutterstock.com Alle historische koersen, statistieken en grafieken zijn actueel tot en met 22 augustus 2012 tenzij anders vermeld. De beschreven meningen en strategieën zijn die zoals ze gelden op 22 augustus 2012.
KBC Institutional Asset Management Investment Outlook