Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
Inhoudsopgave Inleiding............................................................................................................................. 3 Kerncijfers .......................................................................................................................... 4 1 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland ......................................................................... 6 1.1. Karakterisering ...................................................................................................... 6 1.2. Leerlingen op de scholen van Marenland ................................................................... 7 1.3. Samenwerking gemeenten ...................................................................................... 9 1.4. Communicatie en verantwoording naar belanghebbenden ........................................... 9 1.5. Bestuur, directie en onderwijsbureau ....................................................................... 9 2 Strategisch beleid ........................................................................................................ 11 2.1. Visie en ambitie .................................................................................................... 11 2.2. Structuur van het strategisch beleid ........................................................................ 12 3 Onderwijs en organisatie .............................................................................................. 13 3.1. Algemeen ............................................................................................................ 13 3.2. Goed onderwijs (kwaliteit) ..................................................................................... 14 3.3. Sterke positie in het centrum van de samenleving .................................................... 22 4 Personeel ................................................................................................................... 23 4.1. Goed werkgeverschap ........................................................................................... 23 4.2. Onze medewerkers in cijfers .................................................................................. 24 4.3. Arbeidsomstandigheden......................................................................................... 25 4.4. Opleiding en scholing ............................................................................................ 26 4.5. Werkgelegenheid, mobiliteit en verlof ...................................................................... 27 5 Financiën en Huisvesting .............................................................................................. 28 5.1. Gevoerde financiële beleid ..................................................................................... 28 5.2. Administratieve organisatie .................................................................................... 28 5.3. Huisvesting .......................................................................................................... 29 5.4. Over de jaarrekening 2013 .................................................................................... 29 5.5. Kengetallen per balansdatum ................................................................................. 35 5.6. Treasuryverslag .................................................................................................... 36 6 Continuïteitsparagraaf .................................................................................................. 38 6.1 . Meerjarenbalans ................................................................................................. 38 6.2. Meerjaren exploitatiebegroting .............................................................................. 39 6.3. Risicomanagement .............................................................................................. 41 6.4. Toekomstige ontwikkelingen ................................................................................. 43 Bijlage I: Definities kengetallen........................................................................................ 46
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
2|Pagina
Inleiding
Het bestuur en de algemene directie van de Stichting Openbaar Onderwijs Marenland presenteren met genoegen het jaarverslag over het jaar 2013. Met dit jaarverslag informeren we de betrokkenen en de belanghebbenden bij de Stichting Openbaar Onderwijs Marenland over het openbaar onderwijs in de gemeenten Appingedam, Bedum, Delfzijl, Loppersum en Ten Boer. In dit uitgebreide jaarverslag zijn een algemeen bestuurlijk gedeelte, een verslag over het strategisch beleid, een verslag over ons personeel en het financieel jaarverslag opgenomen. Naast deze uitgebreide versie stellen we ook een samenvatting van het jaarverslag op. Deze samenvatting, het populaire jaarverslag, wordt naar alle ouders, personeelsleden en andere belanghebbenden gestuurd.
15 april 2014
Dick Henderikse, Algemeen directeur
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
3|Pagina
Kerncijfers
2013
2012
2011
2010
1351 1589 2940 52,2%
1380 1635 3015 51,7%
1433 1666 3099 51,5%
1480 1676 3156 50,3%
249 42 291 43,46
275 28 303 43,25
286 21 307 43,21
305 305 43,13
3 37 56 63 59 31
6 55 56 75 60 23
6 56 57 84 55 28
9 60 57 91 57 31
26,57 162,99 10,16 6,57
26,92 182,79 6,25 6,84
27,81 188,94 2,69 7,14
31,41 207,53
111 17 448 14
112 16 441 14
111 16 434 14
100 15 388 13
% Directie % OP + Payroll % OOP
12,9% 83,9% 3,2%
12,1% 84,8% 3,1%
12,3% 84,6% 3,2%
12,7% 84,0% 3,3%
% Voltijd (ex payroll) % Deeltijd (ex pauroll)
37,3% 62,7%
38,8% 61,2%
41,3% 58,7%
42,3% 57,7%
20% 80%
19,3% 80,7%
20,3% 79,7%
22,3% 77,7%
6,07%
7,13%
9,04%
10,07%
Leerlingen Ingeschreven per 1 oktober: Onderbouw Bovenbouw Totaal aantal leerlingen Belangstelling (%)
Eindresultaten bedrijfsvoering Personeel (peildatum 31 dec)
Aantal personeelsleden (in dienst) Aantal payrollers Totaal Gewogen gemiddelde leeftijd Leeftijden (excl payroll) t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 t/m 59 jaar 60 jaar en ouder Aantal Aantal Aantal Aantal Ratio Ratio Ratio Ratio
FTE FTE FTE FTE
directie OP Payroll OOP
aantal aantal aantal aantal
leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen
per per per per
FTE FTE FTE FTE
directie OP + Payroll OOP totaal
% Mannen (ex payroll) % Vrouwen (ex payroll)
8,14
Ziekteverzuim ZV (ziekteverzuim incl langer dan 1 jaar)
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
4|Pagina
2013
2012
2011
2010
0 780
0 165
-195 -270
9 -337
Solvabiliteit 1 (eigen verm/tot. verm) Solvabiliteit 2 (e.v. + voorz/tot.verm) Liquiditeit (current ratio) Rentabiliteit Kapitalisatiefactor Weerstandsvermogen 1 (incl. MVA) Weerstandsvermogen 2 (excl. MVA)
0,59 0,69 2,44 4,35% 44,44% 26,43% 16,80%
0,59 0,70 2,36 0,95% 38,05% 22,83% 11,92%
0,60 0,71 2,23 -1,56% 35,92% 22,01% 9,41%
0,61 0,70 2,16 -1,90% 36,86% 22,92% 9,99%
Personele lasten van totale lasten Afschrijvingslasten van totale lasten Huisvestingslasten van totale lasten Ov. Instellinglasten van totale lasten
82,78% 2,44% 7,12% 7,65%
83,20% 2,76% 7,00% 7,05%
82,48% 3,22% 7,02% 7,29%
84,04% 2,53% 6,37% 7,06%
Personele lasten van totale baten Afschrijvingslasten van totale baten Huisvestingslasten van totale baten Ov. Instellinglasten van totale baten
79,36% 2,34% 6,83% 7,34%
82,63% 2,74% 6,95% 7,00%
83,98% 3,28% 7,15% 7,42%
85,88% 2,58% 6,51% 7,22%
Financieel (per 31 december) Begroting (x 1.000,-) Exploitatieresultaat (x 1.000,-)
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
5|Pagina
1
Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
1.1.
Karakterisering
De Stichting Openbaar Onderwijs Marenland (Marenland) werd op 24 december 2005 opgericht onder de officiële naam: ‘Stichting openbaar primair onderwijs in Appingedam, Bedum, Delfzijl, Loppersum en Ten Boer’. In 2013 vormt Marenland het bestuur van 26 scholen, verspreid over 28 locaties in genoemde gemeenten. Marenland wordt bestuurd door een vrijwilligersbestuur, dat momenteel bestaat uit zeven personen. Het bestuur onderschrijft de branchecode voor goed bestuur. De inrichting van scheiding tussen bestuur en toezicht wordt ingevoerd tijdens de voorgenomen fusie met Stichting Noordkwartier. De dagelijkse leiding ligt in handen van een tweehoofdige algemene directie. De algemene directie wordt in haar beheerstaken ondersteund door vijf medewerkers, die samen vier volledige arbeidsplaatsen invullen. De algemene directie en de ondersteuners vormen samen het onderwijsbureau van Marenland. Het onderwijsbureau is gehuisvest in Loppersum. De administratie wordt verzorgd door een externe organisatie, OSGMetrium.
Voor de 26 scholen heeft Marenland twintig directeuren in dienst. Zij zijn integrale schoolleiders. Naast hun onderwijskundig leiderschap en de zorg voor de schoolopbrengsten, zijn de directeuren verantwoordelijk voor hun budgetten, hun personeel en het gebruik van de gebouwen. Naast de schoolleiders voert een aantal locatieleiders directietaken uit.
Overleg- en Toezicht Orgaan gemeenten
Onderwijs bureau
Bestuur
Bestuur
Algemene Directie Directeur
Marenland heeft een aantal bovenschoolse medewerkers die parttime beschikbaar zijn voor taken op het gebied van zorg, bewegingsonderwijs, stages en kwaliteitsprojecten.
GMR
MR
In bijgevoegd figuur is het organogram van Marenland weergegeven.
School Directeuren
Figuur 1: Organogram Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
6|Pagina
1.2.
Leerlingen op de scholen van Marenland
Het aantal leerlingen op de scholen van Marenland is ten opzichte van 2012 gedaald met 75. Dit betekent een daling van 2,49%.
Leerlingenaantal
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2940
3015
3099
3156
3253
3320
3417
3451
Tabel 1: Ontwikkeling leerlingenaantal
Leerlingen
3600 3400 3200 3000
Leerlingen
2800 2600 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Grafiek 1: Leerlingen 2006-2013
Prognose leerlingenaantal We moeten er rekening mee houden dat ons leerlingenaantal in de periode 2010-2030 in totaliteit met ongeveer een derde vermindert. De grootste daling vindt plaats in de periode tot 2020. Aantal leerlingen Appingedam
2010
2015
2020
2025
2030
575
529
517
535
540
Bedum
387
310
259
232
244
Delfzijl
1337
1136
989
896
869
Loppersum
504
444
393
358
323
Ten Boer
353
318
297
297
293
3156
2737
2455
2318
2269
Totaal
Tabel 2: Overzicht geprognosticeerde leerlingendaling (PRIMOS 2011, provincie Groningen)
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
7|Pagina
Leerlingentelling 2013 In onderstaande tabel zijn de leerlingenaantallen op de teldatum per school opgenomen. School
Plaats
Iemekörf
Appingedam
124
Jan Ligthart
Appingedam
357
Jan Nieuwenhuyzen
Appingedam
119
Totaal gemeente Appingedam
Leerlingen 1 okt. 2013
600
RA Venhuisschool
Zuidwolde
Togtemaarschool
Bedum
Totaal gemeente Bedum
60 275 335
Noorderbreedte
Delfzijl
230
Jan Ligthartschool
Delfzijl
103
Tasveld
Delfzijl
109
Ripperdaborg
Delfzijl
46
Garven
Delfzijl
136
’t Zigt
Delfzijl
120
Meedhuizen
Meedhuizen
61
Hiliglo
Holwierde
81
Fiepko Coolman
Spijk
66
Woldrakkers
Woldendorp
62
Waarborg
Wagenborgen
97
De Munte
Termunterzijl
Totaal gemeente Delfzijl
66 1177
De Wilster
Middelstum
Abt Emo
Westeremden
27
Wirdumerklimmer
Wirdum
47
De Zandplaat
’t Zandt
32
Prinses Beatrixschool
Loppersum
84
De Wilgenstee
Zeerijp
88
De Bongerd
Stedum
Totaal gemeente Loppersum
128
59 465
De Huifkar
Ten Boer
De Huifkar nevenvestiging
Woltersum
48
Garmerwolde
Garmerwolde
37
De Lessenaar
Ten Post
Totaal gemeente Ten Boer Totaal
250
28 363 2940
Tabel 3: Leerlingenaantallen op teldatum 1 oktober 2013 per school
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
8|Pagina
1.3.
Samenwerking gemeenten
Marenland werkt intensief samen met de vijf gemeenten in de regio. Bij een stichting voor openbaar onderwijs hebben gemeenten een toezichthoudende taak. Daarnaast hebben de gemeenten, op grond van de Wet op het Primair Onderwijs, een beperkt aantal beslissende taken, voornamelijk ten aanzien van de instandhouding van het onderwijs (scholen). Bij Marenland is de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de wettelijke taken in handen gelegd van het gemeenschappelijk overleg- en toezichtorgaan (OTO). Dit orgaan bestaat uit de portefeuillehouders onderwijs van de vijf gemeenten en de voorzitter van het bestuur van Marenland. Het OTO is een bestuursorgaan in de zin van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. In 2013 is het OTO driemaal bijeen geweest. Het ingezette beleid is voortgezet. Daarnaast ontwikkelden gemeenten en schoolbesturen plannen voor de toekomst door intensief samen te werken en goed te overleggen, met respect voor ieders eigen rol. De stichting Marenland ziet zich als een uitvoeringsorganisatie voor het openbaar onderwijs van de gemeenten. Plannen van de gemeenten en de stichting Marenland moeten op elkaar aansluiten. Ook is in onze regio belangrijk dat goed wordt samengewerkt en gecommuniceerd met ouders en belanghebbenden uit de dorpen en wijken. Er is geen eenduidige oplossing voor de toekomst. Per wijk en per dorp moet worden gezocht naar de juiste oplossingen en een goed plan van aanpak. Het ontwikkelen van de toekomstplannen heeft in alle gemeenten verreweg de meeste aandacht gekregen. Daarnaast hebben bestaande overleggen plaatsgevonden, zoals het regulier besturenoverleg (OOGO), het overleg rond de Lokale Educatieve Agenda’s (LEA), overleg over de zorg voor jeugd en de invoering van passend onderwijs. 1.4.
Communicatie en verantwoording naar belanghebbenden
Voor de interne en externe belanghebbenden van Marenland is het van belang dat zij geïnformeerd worden over wat de huidige activiteiten en toekomstplannen zijn van de organisatie. Aan de hand van deze informatie kunnen zij inschatten wat voor invloed deze activiteiten en plannen op henzelf en/of op hun organisatie kunnen hebben. Belanghebbenden hoeven niet per se als individuen te worden benaderd. Zij kunnen zich ook gezamenlijk opstellen in een bestuursorgaan, zoals een medezeggenschapsraad (MR). De verantwoording vanuit stichting Marenland naar interne en externe belanghebbenden wordt in de eerste plaats gedaan door middel van officiële documenten, zoals strategische plannen, jaarverslagen, jaarplannen en nieuwsbrieven. Ook leggen we in velerlei overlegvormen verantwoording af. In 2013 heeft Marenland zijn communicatieplan uitgevoerd, daarin ondersteund door een communicatiebureau. In het afgelopen jaar waren de meest zichtbare communicatiemiddelen de website, het wekelijkse infobulletin voor de schooldirecties, het periodiek verschijnend Marenland Bulletin voor alle personeelsleden, het populaire jaarverslag en het Marenland Magazine voor alle ouders. Voor incidentele communicatie hebben we passende activiteiten ondernomen.
1.5.
Bestuur, directie en onderwijsbureau
In deze paragraaf geven we inzicht in de samenstelling van de centrale organen van Marenland (per 31 december 2013). Het gaat om het bestuur, de algemene directie en de medewerkers van het onderwijsbureau.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
9|Pagina
Samenstelling bestuur Arie Moerman Ciska van Aken Yvonne Beishuizen Siem Braakman Ali Flikkema Janke Poortvliet Ab Reitsma
Voorzitter lid lid lid lid lid lid
Algemene directie Dick Henderikse Leonie Korteweg
Algemeen directeur Algemeen adjunct directeur
Medewerkers onderwijsbureau Edward van der Beek Theda Copinga Arjan Metz Jos Sligter José van Zuylen
Algemeen en financieel beleid Financiële zaken Huisvesting Secretariaat Personeelsconsulent
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
10 | P a g i n a
2
Strategisch beleid
2.1.
Visie en ambitie
Dé basis voor ontwikkeling De keuze voor een basisschool is heel persoonlijk. Onze scholen verschillen in onderwijsaanpak, sfeer en grootte. Over een aantal punten zijn de scholen van Marenland het eens: Veilige omgeving Een kind moet zich vertrouwd en begrepen voelen om zich te kunnen ontwikkelen. Het bieden een veilige basis is bij Marenland daarom een voorwaarde waar al onze scholen veel belang hechten. Een school moet ook passen bij het karakter en de interesses van een kind. onderwijsaanbod van Marenland is daarom gevarieerd: van traditioneel onderwijs Jenaplanonderwijs, van techniekscholen tot scholen met de nadruk op creativiteit of sport.
van aan Het tot
Goed onderwijs We besteden veel aandacht aan taal en rekenen. Met deze vakken leggen we de basis van waaruit leerlingen verder kunnen leren. Ons onderwijs stemmen we af op de talenten en mogelijkheden van ieder kind. Met ons Zorgkantoor hebben we de expertise in huis om kinderen te ondersteunen bij specifieke onderwijsbehoeften. Trainingen op het gebied van dyslexie en weerbaarheid en de Junior Masterclass zijn hier voorbeelden van. Professionele groei Ook de ontwikkeling van onze leerkrachten doet ertoe. Aandacht voor persoonlijke en professionele groei is een belangrijke randvoorwaarde om je werk goed te kunnen doen. Medewerkers krijgen ondersteuning in de vorm van coaching en persoonlijke ontwikkelingsplannen. Daarnaast kunnen zij via de Marenlandacademie en persoonlijke arrangementen nascholing volgen. Pabostudenten, startende leerkrachten en invallers worden vanuit ons Stagebureau intensief begeleid en opgeleid. Samenwerking Kinderen groeien niet alleen door de kennis die ze opdoen op school, maar ook door de interactie met hun omgeving. Met de daling van het aantal inwoners op het platteland van NoordoostGroningen is er heel wat aan het veranderen in onze omgeving. Dit heeft ook invloed op het aantal kinderen dat naar de basisschool gaat. Stichting Marenland werkt daarom actief samen met andere kindorganisaties uit de regio om goed onderwijs te kunnen blijven bieden.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
11 | P a g i n a
2.2.
Structuur van het strategisch beleid
In onderstaand figuur is de structuur van het strategisch beleid van Marenland weergegeven. Visie en ambitie ‘Marenland biedt basis’
KERNDOELEN Het kind staat centraal Goed onderwijs Goed werkgeverschap Goed beheer Goed bestuur en management Sterke positie in de samenleving Goede voorzieningen voor de kleine dorpen
Beleidsterreinen Onderwijs
Organisatie
Bestuur en Management
Personeel
Doelstellingen Onderwijs - Hoogwaardige onderwijskwaliteit - Passend onderwijs - Optimale overdracht tussen scholen - Aandacht voor rekenen, taal/lezen en bewegingsonderwijs
Doelstellingen Bestuur en Management - Heldere organisatiestructuur - Scheiding tussen bestuur en toezicht - Advies en instemming - Het bestuur informeert zijn omgeving
Doelstellingen Marenland Organisatie - Professionele organisatie - ‘Marenland’ een merk - Samenwerking op het Groninger platteland - Verantwoording aan de omgeving - Tevredenheidsonderzoek
Doelstellingen Personeelsbeleid - Doorlopende ontwikkeling integraal personeelsbeleid - Invoering functiemix - Taakbelasting - Goed werkgeverschap - Beleid voor de krimp
Huisvesting
-
Financiën
Doelstellingen Huisvesting - Aantrekkelijke schoolgebouwen - Schoolgebouwen horen bij een integrale kindvoorziening
Doelstellingen Financiën
- Transparante planning en control - Sluitende begroting - Jaarlijkse risicoanalyse
Figuur 2: Structuur strategisch beleid 2010-2015
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
12 | P a g i n a
3
Onderwijs en organisatie
3.1.
Algemeen
2013 was wederom een jaar waarin hard werd gewerkt aan de toekomst. De kwaliteit, de leerlingendaling, de kleine scholen en de ontwikkeling van de kindvoorziening vormden nog steeds een belangrijk thema. Ook de invoering van passend onderwijs en de stelselwijziging op het gebied van zorg voor de jeugd vroegen dit jaar veel aandacht. Op het gebied van samenwerking werd een grote stap gezet in de richting van een besturenfusie met Noordkwartier. In het voorjaar is gestart met een fusieonderzoek, waarbij veel geledingen van de organisatie waren betrokken. Na het opstellen van het onderzoeksrapport en de hoofdlijnen voor de toekomstige organisatie, heeft het bestuur in december een voorgenomen besluit tot fusie genomen. De plannen voor de kleine scholen en de kindvoorzieningen worden steeds verder uitgewerkt en krijgen op veel plaatsen al vorm. De Wirdumerklimmer is de eerste na een scholenfusie tot stand gekomen samenwerkingsschool. Nieuwe fusieprocessen werden opgestart in bijvoorbeeld Farmsum en Zuidwolde. Voor de school in Ten Post en de scholen in het gebied Loppersum Oost zijn plannen op maat ontwikkeld. De ontwikkeling van kindvoorzieningen werd projectmatig aangepakt bij bijvoorbeeld de scholen in Appingedam en in de wijk Tuikwerd van Delfzijl. Onverwacht was, na een keuze van de ouders, de sluiting van De Dieftil in Oosterwijtwerd. Het allerbelangrijkste voor de organisatie was dat we na vijf jaar voor het eerst geen zwakke scholen meer kennen. Na het inspectiebezoek aan De Wilster, die een positieve beoordeling kreeg, hebben alle scholen van Marenland een voldoende of goede beoordeling. Ook op andere kwaliteitsterreinen zien we een stijging van de resultaten. Ten aanzien van de financiën is 2013 een jaar geweest waarin Marenland de inkomsten en uitgaven goed in de vingers had. Het hele jaar door werden de financiële uitgangspunten uit de begroting goed gevolgd. Door maatregelen van de rijksoverheid, die budgetten voor jong personeel eerder beschikbaar stelde, en het vooruit betalen van de bijdrage voor 2014 uit het zogenoemde ‘herfstakkoord’, heeft de organisatie ogenschijnlijk een groot positief resultaat. Voor de besteding in 2014 zijn de eerste plannen opgesteld. Toch kan er niet achterover geleund worden. Voor de toekomst is ‘niets doen’ geen optie. De extra bijdrages zijn incidenteel. De organisatie moet ervoor waken ook in de volgende jaren financieel gezond, kwalitatief goed en toekomstbestendig te blijven.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
13 | P a g i n a
3.2.
Goed onderwijs (kwaliteit)
De visie en ambities dienen in de eerste plaats tot uiting te komen in het onderwijsbeleid. Voor alles gaat het om de kwaliteit van het onderwijs dat de kinderen in de klas wordt geboden. Alle andere beleidsonderdelen zijn daaraan ondergeschikt. Externe ontwikkelingen staan niet op zichzelf. Indirect spelen zij mee bij het bepalen van het beleid. Voor zover ze van invloed zijn op de kwaliteit van het onderwijs, proberen we het beleid erop af te stemmen. Marenland staat voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs en richt zich op de optimale ontwikkeling van leerlingen. Ieder kind kan zich binnen Marenland veelzijdig ontwikkelen in een veilige en uitdagende omgeving. Met als basis respect en aandacht voor elkaar, worden de zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van ieder kind gestimuleerd. Marenland heeft in de afgelopen jaren hard gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit. Op een breed terrein, maar zeker ook in de beoordelingen van de onderwijsinspectie, bleek een paar jaar geleden de kwaliteit van de Marenlandscholen gemiddeld genomen niet voldoende te zijn. Door goede analyses en evaluaties van de resultaten en door te sturen op verbetering, hebben alle scholen een nieuwe aanpak gekozen. Deze aanpak werpt zijn vruchten af. Elke school ontwikkelt zich. We kunnen concluderen dat de inspanningen om de onderwijskwaliteit te verbeteren in 2013 tot resultaat hebben geleid. Gemiddeld genomen zijn alle resultaten bij de kennisgebieden taal, lezen en rekenen boven de ondergrens van de inspectie en op, of boven, het landelijk gemiddelde. In 2013 is de laatste zwakke basisschool in Marenland onderzocht door de Inspectie van het Onderwijs. Ook deze school heeft het basisarrangement ontvangen. Hiermee heeft Marenland alle scholen op het basisniveau. We zijn trots op deze prestatie. Marenland werkt doorlopend aan de kwaliteit van het onderwijs. De inzet is gericht op goede prestaties bij de basisvaardigheden lezen, rekenen en begrijpend lezen. Met de inrichting van het Marenland auditteam zorgen we voor de kritische vriend voor elke school. Het team gebruikt een of twee dagen om alle processen in de school te bekijken en te observeren. Op basis van de uitkomsten beschrijven ze wat goed gaat en geven ze verbeteractiviteiten. Het auditteam bezocht in 2013 vijf scholen. Evalueren van het onderwijs is een belangrijk onderwerp op de scholen. Twee keer in het schooljaar werd, op basis van gegevens, teruggekeken en werden aanpassingen gedaan op gewenste gebieden. In de groep of op individueel niveau van een leerling. Tien scholen werkten aan het project School aan Zet. De begeleiding vanuit dit project was concreet gericht op een onderwerp van de school dat verbetering behoeft. School aan Zet is een initiatief van het Ministerie van Onderwijs en de PO-Raad.
3.2.1. Het volgen van de kwaliteit De leeropbrengsten vormen een belangrijke indicator voor de kwaliteit van het onderwijs in Marenland. Alle scholen meten de opbrengsten of resultaten met het CITO-leerlingvolgsysteem. Op twee momenten in het schooljaar worden bij alle leerlingen dezelfde toetsen afgenomen. Zo volgen we hoe een leerling zich ontwikkelt, hoe de groep zich ontwikkelt en hoe de school er op het gebied van de resultaten voor staat. De resultaten van alle toetsen staan in een centraal administratie- en registratiesysteem (Parnassys). Elke school heeft dit administratieprogramma en vult dit met de toetsgegevens. De algemeen adjunct directeur en de coördinator zorg kunnen op ieder gewenst moment in Parnassys kijken om de resultaten van elke school te zien. Twee keer per jaar worden
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
14 | P a g i n a
de resultaten van de school verbeterplannen opgezet.
met
de
schooldirecteur
besproken.
Waar
nodig
worden
Een tweede indicator voor kwaliteit zijn de tevredenheidsonderzoeken. In 2013 zijn geen peilingen uitgevoerd onder ouders, leerlingen en personeel. Marenland onderzoekt een keer per twee jaar de tevredenheid. In 2014 is het weer zover. De onderzoeken worden uitgevoerd door het Bureau voor Praktijkgericht Onderzoek uit Groningen. Elke school ontvangt een rapport over de bevindingen op de eigen school. Het bestuur ontvangt de rapportage van de gezamenlijke scholen. Op basis van deze uitkomsten worden voor het nieuwe (school)jaar verbeteringen ingevoerd en aandachtsgebieden versterkt. Aandachtgebieden zijn: - De omgang van leerlingen onderling. - De ondersteuning van de individuele leerling door de leerkracht. - Het schoolgebouw en de hygiëne. - De veilige weg naar school. De derde indicator voor goede kwaliteit zijn de inspectiebezoeken, de bevindingen en de rapportage (zie paragraaf 3.2.2). De verslagen van de schoolbezoeken, meestal eens in de vier jaar, geven op 23 indicatoren van de dagelijkse lespraktijk een rapportage. In 2013 zijn op elke school ontwikkelgesprekken gevoerd met de schooldirecteur, soms aangevuld met de intern begeleider. Deze gesprekken vinden twee keer per jaar plaats, rond november en in mei. In deze gesprekken zijn de kwaliteitsindicatoren van de inspectie leidend, aangevuld met de beleidsonderwerpen van Marenland. Tot slot. De medewerkers in Marenland realiseren zich dat het ontwikkelen van goed onderwijs een continu en intensief traject is. Kwaliteitszorg en kwaliteitsontwikkeling vragen een voortdurende aandacht binnen de organisatie. 3.2.2. De onderwijsinspectie over Marenland Basis, zwak en zeer zwak Het toezicht van de inspectie is de laatste vijf jaar veranderd. Sinds drie jaar zijn er kernindicatoren vastgesteld. Deze indicatoren moeten voldoende zijn en bepalen welk toezichtarrangement de school krijgt: - Basisarrangement: Er worden geen problemen gezien in de kern van het onderwijs. De school wordt elke vier jaar bezocht. - Het arrangement zwak: Op de kernindicatoren worden risico’s gezien en de school maakt een plan van aanpak om de indicatoren te verbeteren. - Het arrangement zeer zwak: De school komt onder verzwaard toezicht. Elk half jaar wordt een voortgangsgesprek met de inspectie gevoerd of een voortgangsverslag gemaakt. Na twee jaar dient de school haar onderwijs op de kernindicatoren voldoende te hebben. In 2013 heeft de inspectie acht scholen bezocht. Onder deze acht scholen was ook de laatste zwakke school van Marenland. Na een intensief bezoek met twee inspecteurs heeft de inspectie vastgesteld dat ook deze school voldoet aan de basisnormen voor goed onderwijs. De andere zeven bezoeken zijn conform verwachting verlopen. Twee scholen hebben voor het eerst op enkele indicatoren het oordeel ‘goed’ gekregen. 2013
2012
2011
2010
2009
Zwak
0
1
1
1
3
Zeer Zwak
0
0
0
1
1
Totaal
0
1
1
2
4
Tabel 4: Zwakke en zeer zwakke scholen per 31-12 van elk jaar
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
15 | P a g i n a
Inspectieoordeel op de acht scholen die in 2013 bezocht zijn 1 = slecht 4 = goed 2 = onvoldoende 5 = niet te beoordelen 3 = voldoende 1
Resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
1.2
De resultaten van de leerlingen voor Nederlands taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
1.5
De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
7
1
8
Leerstofaanbod Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.
8
2.2
De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.
8
2.3
De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan.
8
2.4
De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
8
3
5
1
7
2.1
3.1
4 5
Opbrengsten
1.1
2
1 2 3
Tijd De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.
8
Didactisch handelen
5.1
De leraren geven duidelijk uitleg van de leerstof.
5.2
De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
1
7
5.3
De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
1
7
1
6
1
7
1
1
6
1
1
6
1
6
Afstemming
6.1
De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkelingen tussen kinderen.
6.2
De leerkrachten stemmen hun instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
6.3
De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
6.4
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
7
Begeleiding
7.1
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
7.2
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
8 8.1
8
8
8
Zorg De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
8
16 | P a g i n a
8.2
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
3
5
8.3
De school voert de zorg planmatig uit.
3
5
8.4
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
3
5
9
Kwaliteitszorg
9.1
De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
8
9.2
De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten.
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
7
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
8
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
1
6
9.6
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
1
7
2
6 1 1
Tabel 5: Beoordeling kernindicatoren door inspectie
Analyse beoordeling kernindicatoren De inspectie legde in 2013 de nadruk op: De opbrengsten: kernindicator 1.1 en 1.2. Het aanbod taal, lezen en rekenen: kernindicator 1.2, 2.1 en 2.2. De didactische vaardigheden van de leerkracht: kernindicator 3.1, 5.1, 5.2 en 5.3. De school toetst de leerlingen met onafhankelijke toetsen: kernindicator 7.1 en 7.2. De zorg wordt planmatig uitgevoerd, tijdige herkenning van zorgleerlingen, analyseren van gegevens: kernindicator 8.3. De kwaliteitszorg: kernindicator 9.1, 9.2, 9.3, 9.4 en 9.5. Nieuwe indicator is 9.6, de verantwoording naar externen over de kwaliteit van de school. Naleving wet en regelgeving: kernindicator N. Bestudering van de inspectierapporten geeft een beeld van de scholen binnen de organisatie. Het valt op dat vrijwel alle scholen voldoen aan: Voldoende opbrengsten. De kwaliteitszorg is inzichtelijk en voldoet aan de voorwaarden. De onderwijstijd wordt goed benut. Het schoolklimaat, de veiligheid op elke school is op orde. Verbeteringen zijn op enkele scholen mogelijk op het gebied van: Het afstemmen van de instructie en leerstof op verschillen in ontwikkeling van leerlingen. De analyse van gegevens over leerlingen en de aard van de zorg die moet worden geboden. De schriftelijke evaluatie rond zorgtrajecten.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
17 | P a g i n a
3.2.3. De Cito-eindtoets in Marenland Binnen Marenland doen twintig scholen mee aan de landelijke Cito-eindtoets. Dit is 75% van de scholen. De toets wordt landelijk door 80% van de scholen gemaakt. In voorbereiding bij het Ministerie van Onderwijs ligt een verplichte eindtoets die vanaf 2015 moet worden afgenomen op alle basisscholen in Nederland. De scores van de Marenlandscholen over de laatste vier jaar staan in onderstaand overzicht. De scores liggen tussen de 525 en 550. De gekleurde vakken zonder score geven de eindresultaten die met andere toetsen zijn gemeten. In 2013 hebben veel leerlingen in Marenland een minder goede Cito-eindtoets gemaakt. In 2013 lag de gemiddelde score van de Marenlandscholen onder het landelijk gemiddelde, maar nog wel boven de ondergrens. Elke school heeft een analyse gemaakt van deze resultaten en er zijn conclusies getrokken. Van drie scholen hebben we moeten vaststellen dat er een lagere score is behaald dan was verwacht. Op deze scholen zijn gesprekken gevoerd en zijn verbeterplannen opgezet. Naam school
2010
2011
2012
2013
Jan Ligthart Appingedam
533,4
536,6
536
532,2
Fiepko Coolman
537,4
538,6
532,4
527,8
Obs Hiliglo
534,3
531,7
540,6
533,7
Obs de Viking
530,2
535,4
Obs de Brandaris
535,5
536,4 530,5
532,7
Obs de Garven
534,7
533.3
535,9
538,1
Odbs Ripperdaborg
536,6
534,1
531,2
533,4
Obs Meedhuizen
527,5
534,9
539
537,1
Obs de Munte
535,5
533,2
538,6
544
Togtemaarschool
534,3
537,6
537,6
532,7
Venhuisschool
537,4
535,4
538,4
539,3
Abt Emo school
539,2
533,7 (<5)
537,6
539,4
Pr. Beatrixschool
534,6
537,1
539,5
534,9
De Bongerd
536,3
537,7
536,9
529,0
Geen groep 8
534,5 (<5)
535,7
536,3
537
537,2
537,8
528,0
Iemekorf Jan Nieuwenhuyzen
Noorderbreedte
Obs de Waarborg Obs de Woldrakkers Obs Jan Ligthart D Obs de Tasveld Obs t Zigt
De Dieftil De Wilster De Zandplaat Wirdumerklimmer
530,6
De Huifkar
532,4
534,6
539
541,3
Woltersum
535,9
(bij huifkar)
(bij huifkar)
Garmerwolde
540,1
542
527 (1 lln)
535,0
De Lessenaar
535,8
539,3
541,5
542,5
Landelijk gemiddeld
535,2
535,2
535,4
535,3
Inspectie ondergrens
533,8
533,8
533,8
533,8
Marenland gemiddeld
535,4
536,2
537,2
535,1
Tabel 6: Cito-eindtoets voor de periode 2010-2013
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
18 | P a g i n a
3.2.4. Achterstanden en de gewichtenregeling Een lang bestaande indicator voor achterstanden in het basisonderwijs is de gewichtenregeling. De indicator 0 wordt toegekend aan leerlingen van wie een van de ouders of beide ouders een opleiding hebben gehad in het voortgezet onderwijs en hoger. De indicator gewicht 0,3 wordt toegekend aan leerlingen van wie beide ouders, of één ouder die belast is met de dagelijkse verzorging, alleen lbo/vbo, praktijkonderwijs of vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg heeft gevolgd. De indicator gewicht 1,2 wordt toegekend aan leerlingen van wie één van de ouders alleen basisonderwijs of (v)so-zmlk heeft gevolgd. Heeft een leerling gewicht 0,3 of 1,2 gekregen, dan krijgt de school extra geld voor het onderwijs. Dit geld wordt niet rechtstreeks toegekend aan een kind, maar is onderdeel van het totaalbedrag dat de school ontvangt voor het verzorgen van onderwijs (de lumpsum). Bij Marenland nam in 2013 het aantal leerlingen met een weging af. De voornaamste reden is de strengere eisen voor het opleidingsniveau van de ouders. Dit zegt dus niets over de dalende zorgbehoefte van deze leerlingen. In Delfzijl en Appingedam was het aantal leerlingen met een weging het hoogst. In Delfzijl was dit voornamelijk op de scholen Noorderbreedte en De Garven. In Appingedam hadden de Jan Ligthartschool en De Iemekörf de meeste leerlingen met een minder kansvolle uitgangspositie. 2009
2010
2011
2012
2013
0.3
118
103
125
140
137
1.2
60
64
75
72
73
0.3
48
56
71
53
40
1.2
14
14
22
33
22
0.3
18
19
11
25
22
1.2
6
5
3
6
4
0.3
1
1
13
19
19
1.2
0
0
4
4
4
0.3
7
8
7
10
10
1.2
4
4
2
9
10
Totaal
276
274
333
371
341
Delfzijl
Appingedam
Loppersum
Ten Boer
Bedum
Tabel 7: Aantal leerlingen met weging 2009-2013 per gemeente
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
19 | P a g i n a
3.2.5. Verwijzingen naar speciaal (basis)onderwijs en Leerlinggebonden Financiering Een klein percentage van onze leerlingen gaat naar het Speciaal Onderwijs (SO). Deze leerlingen hebben vaak een ernstig gedragsprobleem, een aandachtstoornis of een handicap die boven de mogelijkheden van onze scholen ligt. Het aantal verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs (SBO) is procentueel gezien ten opzichte van het vorig jaar iets gestegen. Deze tendens is ook landelijk geconstateerd en heeft vermoedelijk een relatie met de komst van passend onderwijs. Met de invoering van de Wet op Passend Onderwijs in 2014 wordt verwijzen naar een speciale school moeilijker. Leerlingen met een handicap die op de scholen kunnen worden opgevangen, krijgen vaak een Leerlinggebonden Financiering (LGF), ook wel rugzak genoemd. Wanneer leerlingen door onze scholen verwezen worden, gaan zij meestal naar SBO De Delta. Deze speciale basisschool werkt met een langzaam leerprogramma, heeft kleine groepen en veel aandacht voor de sociale competenties van leerlingen. SBO
SO
SBO
SO
SBO
SO
SBO
SO
2010
2010
2011
2011
2012
2012
2013
2013
Iemekörf
0
0
0
0
1
1
2
0
Jan Ligthart Appingedam
1
0
1
0
2
1
2
0
Jan Nieuwenhuyzen
0
0
1
0
0
0
3
0
RA Venhuisschool
0
0
0
0
0
0
0
0
Togtemaarschool
2
1
2
0
2
1
0
0
Fiepko Coolman
0
0
1
0
0
0
0
0
Hiliglo
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
Noorderbreedte Jan Ligthart Delfzijl
1
0
0
0
0
1
2
0
Tasveld
0
0
0
0
0
0
0
1
’t Zigt
1
0
1
0
0
0
0
0
Garven
1
1
0
1
0
0
0
0
Ripperdaborg
1
0
0
1
1
0
0
0
Waarborg
1
0
0
0
0
0
1
0
Munte
1
0
2
0
2
0
0
0
Woldrakkers
2
0
1
0
0
0
0
0
Wilster
0
0
0
0
0
0
0
0
Abt Emo
0
0
0
0
0
0
0
0
Wirdumerdraai
0
0
0
0
0
0
0
0
Zandplaat
0
0
1
0
0
0
0
0
Dieftil
0
0
0
0
0
0
0
0
Beatrixschool en Wilgenstee
0
0
0
0
0
0
0
0
Bongerd
0
0
0
0
0
0
0
0
Huifkar
0
0
0
0
0
0
0
0
Woltersum
0
0
0
0
0
0
0
0
Garmerwolde
1
0
0
0
0
0
0
0
Lessenaar
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal
15
2
10
2
8
3
11
2
Marenland (in procenten)
0,48
0,06
0.32
0,06
0,26
0,10
0,37
0.06
Landelijk (in procenten)
0,58
0,32
0,64
0,32
0,60
0,30
0.65
0.30
Tabel 8: Verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs (SBO) en het speciaal onderwijs (SO)
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
20 | P a g i n a
3.2.6. Verwijzingen naar het voortgezet onderwijs In 2013 werden ruim 400 leerlingen verwezen naar het voortgezet onderwijs. De meeste leerlingen gingen naar het Eemsdeltacollege, met vestigingen in Appingedam en Delfzijl. Vanuit de westelijker gelegen basisscholen werd verwezen naar de stad Groningen en Het Hogeland College in Warffum. Ten opzichte van 2012 zagen we een doorzettende daling in de verwijzing naar het gymnasium, het vwo en de havo, en gingen meer leerlingen naar een vorm van vmbo-onderwijs. In 2013 hebben de eerste basisscholen van Marenland gewerkt met de plaatsingswijzer. Deze wijzer geeft op basis van de resultaten van de leerling in de laatste drie basisschooljaren een VOadvies. Hiermee wordt recht gedaan aan de waarde van het leerlingvolgsysteem en krijgt de Citoeindtoets een iets minder prominente plek in de verwijzingsprocedure naar het voortgezet onderwijs.
Iemekorf
%
%
%
%
%
aantal
Gymn
VWO
HAVO
VMBO
PRO
9
0,0
0,0
11,1
77,8
11,1
Jan Ligthart App.
41
0,0
14,6
29,3
56,1
0,0
J. Nieuwenhuyzen
25
0,0
0,0
12,0
84,0
4,0
RA Venhuisschool
11
9,1
27,3
18,2
36,3
9,1
Togtemaarschool
39
12,8
7,7
15,4
59,0
5,1 0,0
Fiepko Coolman
8
0,0
0,0
12,5
87,5
Hiliglo
17
0,0
0,0
41,2
58,8
0,0
Noorderbreedte
29
0,0
20,7
0,0
62,1
17,2
Jan Ligthart
16
0,0
6,3
43,7
43,7
6,3
9
0,0
22,2
0,0
77,7
0,0
t Zigt
19
5,3
0.0
52,6
42,1
0,0
Garven
11
0,0
9,1
27,3
63,3
0,0
Ripperdaborg
10
0,0
0,0
20,0
70,0
10,0
Meedhuizen
10
0,0
20,0
20,0
60,0
0,0
Waarborg
13
0,0
0,0
46,2
53,8
0,0
5
0,0
60,0
0,0
40,0
0,0
Woldrakkers
15
0,0
26,7
6,7
66,6
0,0
Wilster
27
18,5
14,8
3,7
55,6
7,4
3
0,0
33,3
33,3
33,3
0,0
Wirdumerklimmer
10
0,0
10,0
50,0
40,0
0,0
Zandplaat
11
0,0
18,2
45,5
36,3
0,0
5
0,0
20,0
40,0
40,0
0,0
13
7,7
30,8
15,4
46,1
0,0
Bongerd
5
0,0
0,0
20,0
60,0
20,0
Huifkar
Tasveld
Munte
Abt Emo
Dieftil Beatrixschool
22
22,7
4,5
31,8
36,4
4,4
Woltersum
7
0,0
28,6
57,1
14,3
0,0
Garmerwolde
8
12,5
12,5
0,0
75,0
0,0
Lessenaar
2
0,0
50,0
50,0
0,0
0,0
Totaal 2013
410
40,0%
60,0%
Totaal 2009
49,7 %
50,3 %
Totaal 2010
46,7 %
53,3 %
Totaal 2011
49,0 %
51,0 %
Totaal 2012
44,8%
55,2%
Tabel 9: Verwijzingen naar het voortgezet onderwijs in 2011 en vergelijking totalen 2009-2013
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
21 | P a g i n a
3.3.
Sterke positie in het centrum van de samenleving
Belangstelling Onze doelstelling is dat Marenland een stabiel of groeiend marktaandeel heeft. In 2013 is het belangstellingspercentage ten opzichte van 2012 gestegen met 0,5% (van 51,7% in 2012 naar 52,2% in 2013). Wanneer we vanaf 2006 kijken naar het belangstellingspercentage dan zien we dat deze een stijgende lijn vertoont (van 46,4% in 2006 naar 52,2% in 2013).
Belangstelling (%)
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2006
52,2
51,7
51,5
50,3
50,0
49,0
46,4
Tabel 10: Belangstellingspercentage 2006-2013
Belangstelling
54 52 50 48
Belangstelling
46 44 42 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Grafiek 2: Belangstellingspercentage 2006-2013
Tevredenheid van ouders De uitkomsten van de tevredenheidsmetingen leveren belangrijke informatie op voor de verdere kwaliteitsverbetering van de school. Naar aanleiding van de resultaten worden zaken gesignaleerd waar men ontevreden over is en waarvan men wil dat er verandering in gebracht wordt. De tevredenheid van ouders meten we op schoolniveau in een cyclus van twee jaar. In maart 2014 vindt voor alle scholen van Marenland de volgende meting plaats. Uit de laatste cyclus van tevredenheidsonderzoeken onder ouders, gehouden in 2012, blijkt dat ouders de school gemiddeld het cijfer 7,6 toekenden. Het gemiddelde cijfer in Nederland (gemeten met hetzelfde onderzoeksinstrument) is een 7,5. 2012
2011
2010
2009
7.6
7,6
7,2
7,5
7,5
7,5
7,5
7,4
Tevredenheid Ouders Landelijk Gemiddelde
Tabel 11: Tevredenheid ouders en landelijk gemiddelde van het onderzoeksinstrument
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
22 | P a g i n a
4
Personeel
4.1.
Goed werkgeverschap
Het personeelsbeleid is een van de belangrijkste beleidsactiviteiten. De projectgroep personeel, waarin de algemene directie en schooldirecteuren plaats hebben genomen, heeft een route uitgestippeld om het personeelsbeleid doorlopend te verbeteren. De kwaliteit van medewerkers is een centrale voorwaarde voor het realiseren van de beoogde onderwijskwaliteit. Belangrijke instrumenten daarbij zijn de functionerings-, loopbaan- en beoordelingsgesprekken, het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) en het portfolio voor iedere medewerker.
Cijfers > Aantal personeelsleden: > Aantal Payroll: > Aantal FTE (incl payroll): > Gewogen Gemiddelde Leeftijd
249 42 206 43,46
> Percentages Vrouwen Mannen
80% 20%
Directie OP OOP
13% 84% 3%
We kunnen concluderen dat de gesprekkencyclus functioneert op alle scholen. In drie jaar tijd voeren we minstens vijf officiële functioneringsgesprekken, loopbaangesprekken en beoordelingsgesprekken. Alle personeelsleden hebben een Persoonlijk Ontwikkelingsplan. In het kader van de Wet Beroepen In het Onderwijs (Wet BIO) heeft ieder personeelslid een Marenlandportfolio aangelegd om de eigen ontwikkeling in beeld te brengen. In deze map moeten leerkrachten materiaal behorend bij hun persoonlijke ontwikkeling bewaren. In 2013 is de gesprekkencyclus uitgebreid geëvalueerd, onder andere door enquêtes en interviews onder personeelsleden en schooldirecteuren. Naast een geconstateerde tevredenheid over de gesprekkencyclus, gaven de uitkomsten van de evaluatie aanleiding om de instrumenten te actualiseren en aan te passen. Het beleid voor de ontwikkeling van de kwaliteit van de medewerkers werd gesteund door het rijksbeleid. Via de zogenaamde ‘prestatiebox’ werden extra middelen beschikbaar gesteld. Scholen, en de organisatie, konden daardoor meer geld investeren in ontwikkeling en opleidingen. Schooldirecteuren krijgen uit de prestatiebox een eigen budget, wat ze verplicht moeten inzetten voor hun persoonlijke ontwikkeling. In 2013 zijn de afspraken uit het ‘Actieplan Leerkracht van Nederland’ verder uitgewerkt en ingevoerd. Het gebruik van de lerarenbeurs is gestimuleerd en de functie van de LB leerkracht is verder ingevoerd binnen Marenland. De zogeheten functiemix wordt als een goed instrument voor de ontwikkeling van leerkrachten ervaren. Op de peildatum van 1 augustus 2013 voldeed onze organisatie aan de afspraken die zijn vastgelegd in de geldende CAO. Aan de lerarenbeurs namen in 2013 twee personeelsleden deel. Zij ontvingen een bedrag van € 3500 van het Ministerie van Onderwijs en volgen een gecertificeerde hbo-master of wetenschappelijke studie. Twee leerkrachten rondden de opleiding voor schoolleider af. In 2013 zijn documenten voor het personeelsbeleid in de toekomstige kindvoorzieningen vastgesteld. Bestaande functieprofielen zijn uitgebreid met meerdere competenties voor de kindvoorziening.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
23 | P a g i n a
4.2.
Onze medewerkers in cijfers
Op 31 december 2013 had Marenland 249 medewerkers in dienst. Ten opzichte van 2012 betekent dit een daling van 16 medewerkers (15 leraren en 1 onderwijsondersteunend personeelslid). Het personeelsbestand, gerekend in volledige banen, telde op 31 december 2013 196 fte. In 2012 was dat nog 217 fte. In onderstaande grafieken en tabellen is de beschikbare informatie verwerkt. Van de 249 medewerkers waren in 2013 213 werkzaam in de categorie onderwijzend personeel, 9 in de categorie onderwijsondersteunend personeel en 27 in de categorie directie. Van onze medewerkers was 20% man en 80% vrouw. 62,7% van het personeel was deeltijder en 37,3% werkte voltijd.
Personeelsleden 400
275
249
286
305
316
200 0 2013 2012 2011 2010 2009 Grafiek 3: Aantal personeelsleden op 31-12-2013
In 2013 was de gemiddelde gewogen leeftijd van het personeel 43,46 jaar. Van onze medewerkers was 61,4% 45 jaar of ouder. 16,1% was jonger dan 35 jaar. De gemiddelde diensttijd van alle personeelsleden, bepaald op basis van diensttijd in het onderwijs, bedroeg op 31 december 2013 21,60 jaar. In 2013 vierden 7 medewerkers hun jubileum: 3 waren 25 jaar in dienst en 4 medewerkers vierden het veertigjarig jubileum.
Leeftijdsopbouw 60 40
Dir
20
Oop Op
0 0 - 25 25 35
35 45
45 55
55 60
60 >
Grafiek 4: Leeftijdsopbouw op 31-12-2013
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
24 | P a g i n a
Peildatum 31-12-2013 Fte’s Aantal Percentage personen 26,5710 27 13,55% 6,5653 9 3,35% 162,9898 213 83,10% 196,1261 249 100,00%
Directie Onderwijs ondersteunend personeel Onderwijzend personeel Totaal
Peildatum 31-12-2013 Voltijd Deeltijd 25 2 5 4 63 150 93 156
Directie Onderwijs ondersteunend personeel Onderwijzend personeel Totaal
Totaal 27 9 213 249
Tabel 12: Personeelsgegevens 31-12-2013 stichting Marenland
Payroll Naast de personeelsleden in dienst, werken we ook met payrollers. In 2013 zijn 42 payrollers met een aanstelling voor een bepaalde tijd werkzaam geweest, met een totale werktijdfactor van 10,16. In 2012 waren dit 28 met een totale werktijdfactor van 6,25. 4.3.
Arbeidsomstandigheden
Ziekteverzuim Marenland besteedt veel aandacht aan het ziekteverzuim. In 2010 kende de organisatie een hoog verzuimpercentage van 10,07%. Na een onderzoek naar achterliggende oorzaken is het beleid ingrijpend gewijzigd. Op het onderwijsbureau wordt het verzuim doorlopend cijfermatig geanalyseerd. De scholen ontvangen iedere maand overzichten van hun school en van de gehele organisatie. Directeuren worden aangestuurd door de personeelsadviseur om op hun eigen school het ziekteverzuimbeleid uit te voeren. Coaches worden bovenschools ingezet voor preventieve werkzaamheden en om langdurig zieken actief te begeleiden. Marenland heeft vanaf begin 2012 een eigen arboarts en arbeidsdeskundige in dienst. De effecten van het beleid zijn duidelijk waarneembaar. In 2011 daalde het verzuim naar 9,04% en in 2012 naar 7,13%. Het afgelopen jaar kwamen we uit op 6,07%, een percentage onder het landelijk gemiddelde en ruim onder de regionale verzuimcijfers. Ziekteverzuim blijft een aandachtspunt. Ons streven is uit te komen op een verzuim van 5%. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de ziekteverzuimcijfers terug te vinden.
Percentage
Beginsituatie 2013 6,07%
2012 7,13%
2011 9,04%
2010 10,07%
2009 7,82%
2008 5,30%
2005 8,30%
Tabel 13: Ontwikkeling ziekteverzuimcijfers Marenland
Ongewenste omgang Er is in 2013 geen aangifte van ongewenste omgang gedaan bij de vertrouwenspersoon. Klachtenprocedures In 2013 is het aantal klachten sterk verminderd. Ouders met klachten konden in bijna alle gevallen worden terugverwezen naar de leerkracht of de directeur van hun school, waar hun klacht verder is behandeld. Na een jarenlange stijging van het aantal klachten bij het bestuur, is dit aantal in 2013 fors teruggelopen. Bij klachten die bij het bestuur werden ingediend volgens de klachtenprocedure, zijn dit jaar twee nieuwe klachten ingediend door ouders. Een lopende procedure is begin 2013 afgerond. De nieuwe klachten van de ouders zijn in onderling overleg afgehandeld. Bij onze
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
25 | P a g i n a
externe beroep- en bezwarencommissie voor CAO-klachten werden in 2013 geen klachten ingediend. 2013
2012
2011
2010
Aangemelde klachten
2
9
8
6
Procedures
0
1
6
3
Tabel 14: Aantal klachtenprocedures
4.4.
Opleiding en scholing
Personeel Door iedere school is een eigen opleidingsplan gemaakt. De investering bedroeg € 85.000. Individueel konden leerkrachten via het schoolbudget of via de Marenlandacademie scholing volgen. De investering via de Marenlandacademie bedroeg € 108.000. De kosten van overige cursussen en opleidingen bedroegen € 57.000. De totale investering in opleiding en scholing bedroeg € 250.000, een lichte stijging ten opzichte van 2012. In tabel 15 is de ontwikkeling in investeringen inzichtelijk gemaakt.
Investering Opleiding en Scholing
2013
2012
2011
2010
2009
250.000
240.000
234.000
219.000
440.000
Tabel 15: Investering opleidingen en schoolbegeleiding
De Marenlandacademie Via de Marenlandacademie bieden we scholing aan alle personeelsleden. Het aanbod is zo goed mogelijk afgestemd op de vraag en behoefte vanuit de scholen en de doelstellingen van de organisatie. In 2013 waren dat de cursussen: Ambassadeur Kindvoorziening Basiscursus MFA (Medical First Aid) Verdiepingscursus MFA Leergemeenschap groep 6 leerkrachten Middenmanagementtraining Woordenschatontwikkeling De Elektronische Leeromgeving Leerkrachtgedrag vanuit de roos van Leary Effectief werken aan begrijpend lezen Leerstofplanning Zo kun je me bereiken, PMC communicatiemodel Ik kan al lezen Het Marenland Onderwijs Koor ICT Opleiding op schoolniveau Elke school heeft een eigen opleidingsplan. Schoolteams volgen scholing of krijgen begeleiding bij de schoolontwikkeling. Vast onderdeel van de scholing zijn twee bijeenkomsten met activiteiten rond het kwaliteitsontwikkeling- en borgingsinstrument ‘Kwintoo’.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
26 | P a g i n a
4.5.
Werkgelegenheid, mobiliteit en verlof
Instroom In 2013 zijn 2 vaste dienstverbanden bij het onderwijsondersteunend personeel uitgebreid. Uitstroom In 2013 zijn 7 vaste dienstverbanden beëindigd. Detachering In 2013 zijn 8 personeelsleden gedetacheerd. Mobiliteit In het afgelopen schooljaar zijn 25 personeelsleden van school gewisseld. Dat waren er precies evenveel als in 2012. Verlof In 2013 genoten 38 medewerkers ouderschap- en/of zwangerschapsverlof. Hiervan hadden 15 medewerkers zwangerschapsverlof en 23 medewerkers betaald of onbetaald ouderschapsverlof. Het aantal zwangerschapsverloven is hiermee verdubbeld ten opzichte van 2012. Het aantal ouderschapsverloven bleef nagenoeg gelijk.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
27 | P a g i n a
5
Financiën en Huisvesting
In dit hoofdstuk worden allereerst het gevoerde financiële beleid van Marenland en de gewijzigde regelgeving behandeld. Vervolgens zijn de exploitatierekening 2013 en de bijbehorende balanssituatie van Marenland opgenomen. Noodzakelijke toelichtingen bij de diverse onderdelen zijn bijgevoegd. Daarnaast worden de kengetallen en kerncijfers van 2010, 2011 en 2012 genoemd om inzichtelijk te maken hoe de situatie bij Marenland is gewijzigd ten opzichte van de voorgaande jaren. 5.1.
Cijfers > > > > >
Exploitatieresultaat Exploitatieresultaat Exploitatieresultaat Exploitatieresultaat Exploitatieresultaat
2008 € 25.932 2009 - € 385.459 2010 - € 337.492 2011 - € 269.320 2012 € 164.789
> Begroting 2013 > Exploitatieresultaat 2013 > Weerstandsvermogen
€ 0.000 € 784.484 16,97%
Gevoerde financiële beleid
Het financiële beleid van Marenland is onder te verdelen in twee categorieën: de financiële planning en het beheer van de financiële planning. De financiële planning wordt vormgegeven door het opstellen van een begroting voor het komende kalenderjaar. Binnen de begroting worden de beschikbare budgetten vraaggestuurd ingezet, gericht op het verhogen van de onderwijskwaliteit. Scholen maken voor hun deel een schoolbegroting en controleren regelmatig hun budgetten. Scholen mogen niet meer geld uitgeven dan de inkomsten voor het betreffende jaar. Daarnaast wordt een meerjarenbegroting gemaakt om voor de langere termijn de ontwikkeling van de financiële positie in beeld te brengen. De meerjarenbegroting verschaft informatie om beslissingen te kunnen nemen die financiële consequenties hebben. Het financiële beheer vindt plaats door middel van twee tussentijdse rapportages (integrale management rapportages), die de gehele planning- en controlcyclus binnen Marenland ondersteunen. Met deze rapportages wordt in de gaten gehouden in hoeverre de realisatie afwijkt van de begroting. Tevens wordt in de rapportages een prognose gemaakt voor het hele kalenderjaar. Op basis van deze prognose kan beslist worden of er gedurende het jaar reden is tot bijsturing van het financiële beleid. Uiteindelijk wordt een jaarrekening opgesteld. De doelstelling is dat tijdig de jaarlijkse begroting en rekening opgemaakt zijn en duidelijke tussentijdse rapportages opgesteld zijn over onder- en overschrijdingen. De verplichting is ingevoerd dat de geldstromen in de scholen worden meegenomen in de verantwoording. Onder andere ouderfondsen, oudpapieropbrengsten en schoolreisfondsen vallen onder deze verplichting. In 2013 is een start gemaakt met het oprichten van afzonderlijke stichtingen voor het beheren van deze geldstromen in de scholen, zodat dit geen onderdeel meer uitmaakt van het eigen vermogen van de organisatie. 5.2.
Administratieve organisatie
Om alle processen binnen Marenland, met name de risicovolle en kwetsbare processen, goed te kunnen uitvoeren, is een goede administratieve organisatie vereist. Om de administratieve organisatie van Marenland goed in beeld te brengen, is in 2010 het proceshandboek opgesteld. In 2013 is het proceshandboek geactualiseerd. De uitvoering van de plannen is vastgelegd in een financieel beleidsplan. Jaarlijks wordt getoetst of de processen werken zoals afgesproken. De controller geeft hier invulling aan.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
28 | P a g i n a
5.3.
Huisvesting
In 2013 is veel aandacht uitgegaan naar de ontwikkeling van de nieuwe gebouwen voor de kindvoorzieningen in de gemeente Appingedam. In de wijk Opwierde wordt een nieuwe kindvoorziening gerealiseerd, waarin onze dan gefuseerde scholen Iemekörf en Jan Nieuwenhuyzenschool een plaats krijgen. In de wijk Oling wordt het bestaande gebouw, met daarin de Jan Ligthartschool, uitgebreid en omgevormd tot een moderne kindvoorziening. Met de gemeenten Loppersum en Delfzijl zijn de plannen voor de toekomstige kindvoorzieningen uitgewerkt en in een overeenkomst vastgelegd. In de gemeente Loppersum wordt voor de kindvoorziening in Stedum gekeken naar de voorbereidingen voor de realisatie. Het regulier geplande onderhoud is niet in alle gevallen uitgevoerd. Overleg met de gemeenten over de uitvoering en de bekostiging leidde in sommige gevallen tot het vooruitschuiven van de werkzaamheden. 5.4.
Over de jaarrekening 2013
In deze paragraaf wordt specifiek ingegaan op de jaarrekening 2013. Hierbij gaat het onder andere om de exploitatie, de balans en diverse kengetallen. 5.4.1. Exploitatierekening De exploitatierekening van Marenland, waarin de baten en lasten van het kalenderjaar 2013 zijn opgenomen, laat een positief resultaat zien van € 780.484. Het exploitatieresultaat 2013 is daarmee hetzelfde bedrag positiever uitgevallen dan begroot. Dit grote positieve resultaat is te danken aan onverwachte baten vanuit het Nationaal Onderwijs Akkoord, een onverwachte premieteruggaaf van het UWV, aan meevallende kosten op afschrijvingen en huisvesting, en aan lager dan begrote overige lasten. Vanwege ontwikkelingen rond de rijksbegroting is voor 2013 een aanzienlijk bedrag aan rijksmiddelen toegekend aan het onderwijs. Het bedrag is in november bekend gemaakt en in december gestort. Voor Marenland ging het om een bedrag van € 560.000. Eigenlijk is dit bedrag voor 2014 bedoeld, maar het ministerie heeft expliciet aangegeven dat het bedrag niet in 2014 geboekt mag worden. Daarmee heeft het onderwijs in Nederland in 2013 een meevaller gekregen. Zodra deze gelden in 2014 worden ingezet, is daarmee voor 2014 een tegenvaller van vergelijkbare omvang gecreëerd. Nog een onverwachte meevaller ontvingen we van het UWV. Het betreft een premieteruggaaf van premies voor de WIA/WAO voor een bedrag van ongeveer € 56.000. In de loop van de tijd zal dit mogelijk weer opgesoupeerd worden, doordat de premies voor de WGA gaan stijgen. Het betreft in feite een verschuiving van premies voor volledige arbeidsongeschiktheid naar premies voor gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. De meevallende kosten op afschrijvingen kennen twee belangrijke oorzaken: 1. Het in de loop van 2013 geplande uitstel van een deel van de ICT-investeringen naar begin 2014. 2. Het lang niet volledig uitvoeren van de investeringsprogramma’s door de meeste scholen. De huisvestingskosten zijn, naast het niet volledig uitvoeren van de onderhoudsplanning, vooral lager vanwege strakkere afspraken met het schoonmaakbedrijf.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
29 | P a g i n a
De overige lasten waren aanzienlijk lager, doordat de budgetten voor leermiddelen en ICT op schoolniveau niet volledig zijn ingezet. Verder waren de kosten van het administratiekantoor en de accountant beduidend lager dan begroot. Deze meevallers werden voor een flink bedrag gecompenseerd door de extra uitgaven die van de schoolbankrekeningen zijn gedaan. Die uitgaven onttrekken zich aan de budgettering van Marenland. Per saldo dus een heel fors positief resultaat. Los van de onverwachte meevallers is er nog steeds sprake van een flink positief resultaat. En dat vooral dankzij goed budgetbeheer en strakke inkoop. De realisatie van 2013, de begroting van 2013 en de realisatie van 2012 zijn opgenomen in onderstaand overzicht. Diverse specificaties en toelichtingen volgen na de exploitatierekening.
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
Realisatie
Begroting
2013
2013
Realisatie
2012
17.251.760 424.555 253.455 17.929.770
16.667.034 358.606 275.413 17.301.053
16.768.974 355.547 214.231 17.338.752
14.229.422 419.535 1.224.374 1.315.377 17.188.708
14.183.095 468.072 1.295.933 1.387.453 17.334.553
14.326.197 474.926 1.205.485 1.213.261 17.219.869
Lasten
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten
Financiële baten en lasten Resultaat Totaal resultaat
741.062 39.422
33.50033.500
780.484 780.484
-
118.883 45.905 164.788 164.788
Tabel 16: Exploitatierekening Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
Realisatie
Begroting
2013
2013
Realisatie
2012
Personele baten Personele lasten
15.414.048 14.229.422
14.692.574 14.183.095
14.489.385 14.326.197
Personeel resultaat
1.184.626
509.479
163.190
2.515.722 2.959.286
2.608.479 3.151.458
2.849.367 2.893.672
Materiële baten Materiële lasten Materieel resultaat
443.564-
542.979-
44.305-
Tabel 17: Resultaten op personeel en materieel
Uit tabel 17 blijkt een behoorlijk positief resultaat bij personeel. Het negatieve resultaat voor materieel wordt hiermee ruimschoots gedekt. Hieronder wordt hier specifiek op ingegaan.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
30 | P a g i n a
Baten Ten opzichte van de begroting zijn de totale baten € 629.000 hoger. Hiervan vormen de personele baten met € 721.000 het grootste deel. Daarnaast komen de materiële baten € 93.000 lager uit dan begroot. De financiële baten (rente) zijn € 6.000 hoger dan begroot. Rijksbijdragen De rijksbijdragen OCW laten een stijging zien van € 585.000. De stijging van de rijksbijdragen zijn deels ontstaan door een verhoging van de personele lumpsumbekostiging. Deze verhoging wordt veroorzaakt door aanpassing in verband met de afspraken over de verdere professionalisering van de schoolleiding, en door het resterende deel van het budget voor 2013 en de eerste zeven maanden van 2014 ten aanzien van het actieplan leerkracht vrij te geven. De genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren zijn gestegen met 0,095% ten opzichte van 2012-2013. Het grootste gedeelte van de stijging van de rijksbijdragen OCW komt door het Nationaal Onderwijs Akkoord. Een gedeelte hiervan ( € 52,85 per leerling) is beschikbaar gesteld om jonge leerkrachten in dienst te houden. Door het gesloten herfstakkoord is tevens € 183,90 per leerling beschikbaar gesteld als extra baten ten behoeve van de stijgende kosten in het primair onderwijs. Dit bedrag van € 559.600 is per december 2013 beschikbaar gekomen. Het is eigenlijk bedoeld voor 2014, maar vanwege politieke redenen moet het in 2013 worden geregistreerd. Dit bedrag is de belangrijkste oorzaak van het positieve resultaat. Omdat het in 2014 voor het grootste deel besteed zal gaan worden, zal het dan de belangrijkste reden zijn voor het negatieve resultaat. Overige overheidsbijdragen De overige overheidsbijdragen laten een stijging zien van € 66.000. Dit wordt met name veroorzaakt door de teruggave van de WAO/WIA-premie. Verder waren er hogere baten van het samenwerkingsverband in verband met de invoering van het passend onderwijs en een bonus van het vervangingsfonds. Overige baten De overige baten laten een daling van ongeveer € 22.000 zien. Deze daling wordt veroorzaakt door lagere detacheringsbaten.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
31 | P a g i n a
Lasten Personele lasten De personeelslasten over 2013 vallen € 46.000 hoger uit dan begroot. De stijging wordt onderverdeeld in een stijging van de lonen en salarissen van het in dienst zijnde personeel (€ 353.000), en een daling van de overige personele lasten (€ 307.000). Overige personele lasten De overige personele lasten laten een daling zien van € 307.000 ten opzichte van de begroting. In onderstaande tabel is zichtbaar op welke onderdelen deze daling ontstaat. Realisatie
Begroting
Verschil
2013
2013
2013
13.355.942
13.003.047
-352.895
Cursuskosten Extern personeel Werving en selectie Reis- en verblijfkosten Bedrijfsgezondheidszorg Toeslag VVF Schoonmaakpersoneel Loonkosten detachering Overige personele kosten Mutatie voorziening jubilea Uitkering, anders dan vervanging
167.932 224.849 5.554 32.790 72.633 0 33.229 77.428 330.935 24.414 -96.283
227.900 273.183 5.000 43.126 80.000 25.000 40.442 0 470.397 15.000 0
59.968 48.334 -554 10.336 7.367 25.000 7.213 -77.428 139.462 -9.414 96.283
Overige personele lasten
873.481
1.180.048
306.567
Lonen en salarissen excl. VF
Totaal personele lasten
14.229.423
14.183.095
46.328-
Tabel 18: Personele lasten 2013
De opvallendste verschillen ten opzichte van de begroting zitten in de volgende posten: De cursuskosten vallen lager uit, doordat een aantal cursussen is verplaatst naar 2014. De lasten voor bedrijfsgezondheidszorg zijn lager uitgevallen dan begroot. Dat is het gevolg van een lager ziekteverzuim. Marenland heeft het ziekteverzuim zodanig succesvol aangepakt, dat dit heeft geresulteerd in een bonus en het vermijden van de begrote malus van € 25.000. Bij het opstellen van de begroting was nog niet gerekend op het kunnen dekken van loonkosten door detachering. Overige personele kosten zijn lager door het uitstellen van een aantal geplande uitgaven voor de prestatiebox. Hier staan ook lagere baten tegenover.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
32 | P a g i n a
Materiële lasten Afschrijvingen De afschrijvingslasten vallen in 2013 € 49.000 lager uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat er minder is geïnvesteerd dan in de investeringsbegroting is opgenomen. De belangrijkste reden om minder te investeren is, dat de investeringen in de ICT gedeeltelijk in 2014 zullen worden uitgevoerd. Huisvestingslasten De huisvestingslasten zijn € 72.000 lager dan begroot. Dit komt door lagere schoonmaaklasten en lagere lasten voor klein onderhoud. Overige instellingslasten De overige instellingslasten zijn € 72.000 lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door lagere administratiekosten, lagere lasten leermiddelen en lagere ICT-lasten. De lasten voor reproductie, cultuur en de uitgaven op de schoolbankrekeningen zijn hoger dan begroot. Financiële baten en lasten De rentebaten zijn voor € 35.000 begroot en de werkelijke rentebaten zijn € 41.000. Het saldo financiële baten en lasten valt daarmee € 6.000 hoger uit dan begroot. Dit komt door de voorzichtige prognose van de rentebaten in de begroting, door de toegenomen liquide middelen en de strakke beheersing van de liquiditeit. Een negatief effect ging uit van de lagere rente.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
33 | P a g i n a
5.4.2. Balans Waar de exploitatierekening de baten en lasten van een kalenderjaar laat zien, geeft de balans aan welke waarden aan het begin en aan het eind van een kalenderjaar in een organisatie aanwezig zijn. In onderstaande tabel is de balans van Marenland opgenomen. Overeenkomstig de wettelijke bepalingen is de winst van € 780.484 over 2013 toegevoegd aan de reserves. Het positieve exploitatieresultaat is verwerkt in de algemene reserve (€ 728.402), bestuursreserve (€ 125.884) en overige bestemmingsreserves (- € 73.827). Activa
31-dec-13
31-dec-12
Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Leermiddelen
Passiva Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves
Liquide middelen
3.387.612 571.505 3.959.117
531.312 251.724 783.036
495.297 251.780 747.077
597.550
274.249 543.001 191.957 724.131 281.231 2.014.569
6.720.763
122.074 1.135.659 702.586 1.960.319
262.949 850.050 182.267 52.633 1.347.899
142.728 878.801 222.358 31.548 1.275.435
4.893.922
3.485.009
556.566 216.076 584.849 605.650 2.560.691
8.083.328
6.720.763
8.083.328
Voorzieningen Voorziening huisvesting Personeelsvoorzieningen
Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
31-dec-12
4.116.039 623.562 4.739.601
114.444 1.105.479 621.584 1.841.507
Vlottende activa Vorderingen Debiteuren Ministerie van OCW Overige vorderingen Overlopende activa
31-dec-13
Tabel 19: Balans
Een vergelijking met de balans van het voorgaande kalenderjaar laat zien dat de totale waarde van activa en passiva is gestegen met € 134.000. De belangrijkste ontwikkelingen zijn: De materiële vaste activa is met € 119.000 afgenomen. Er is voor ruim € 297.000 geïnvesteerd, en voor € 369.000 afgeschreven. De oorzaak van deze daling ligt voornamelijk in het uitstellen van de ICT-investeringen, en de afboeking van de activa van de opgeheven Dieftil voor een bedrag van € 47.000. De vorderingen zijn met € 72.000 toegenomen. Dit wordt veroorzaakt door de debiteuren en de vooruitbetaalde bedragen. De liquide middelen zijn met € 1.409.000 toegenomen. Voor een onderbouwing van deze toename wordt verwezen naar het kasstroomoverzicht in de jaarrekening. Het eigen vermogen is met € 780.000 toegenomen, vanwege het positieve exploitatieresultaat. De voorzieningen zijn met € 36.000 toegenomen. De voorziening huisvesting is hierbij met € 36.000 toegenomen, vanwege het feit dat er dit jaar meer is gedoteerd dan onttrokken aan de voorziening. De personeelsvoorzieningen zijn gelijk gebleven. De kortlopende schulden zijn toegenomen met € 546.000 door de stijging van de crediteuren en door subsidies die in 2014 verder zullen worden besteed.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
34 | P a g i n a
Vrije reserves Financiële middelen die voor de invoering van de lumpsum (1 januari 2006) in het bezit waren van het schoolbestuur, mogen vrij worden besteed (= € 2.921.831). Vrij houdt in dat deze middelen niet aan de rechtmatigheideisen zijn onderworpen die gelden voor de publieke middelen die na 31 december 2005 zijn of worden ontvangen. Het saldo van de vrije reserve per 31-12-2013 bedraagt € 2.769.759. Saldo reserves voor 01-01-2006
2.921.831
Uitgaven De Wilster
78.984
Uitgaven Jan Ligthart
53.092
Uitgaven De Bongerd
19.996
Saldo vrije reserves per 31-12-2013
2.769.759
Tabel 20: Saldo vrije reserves
5.5.
Kengetallen per balansdatum
Uit de jaarrekening 2013 kunnen een aantal belangrijke kengetallen worden gehaald. Deze kengetallen zijn indicatoren van de financiële positie van Marenland. De kengetallen van de afgelopen twee kalenderjaren zijn in onderstaande tabel opgenomen. Bijbehorende definities zijn opgenomen in bijlage II. Financieel (per 31 december)
Marenland 2013
Begroot resultaat (x € 1000,-) Exploitatieresultaat (x € 1000,-)
0 780
Landelijk 2012
Marenland 2012
Landelijk 2011
0 165
Solvabiliteit 1 (eigen verm/tot. verm) Solvabiliteit 2 (e.v. + voorz/tot.verm) Liquiditeit (current ratio) Rentabiliteit Kapitalisatiefactor Weerstandsvermogen 1 (incl. MVA) Weerstandsvermogen 2 (excl. MVA)
0,59 0,68 2,44 4,35% 44,44% 26,43% 16,80%
0,54 0,64 1,61 -0,40% 39,22% 23,10% 9,60%
0,59 0,70 2,36 0,95% 38,05% 22,83% 11,92%
0,55 0,64 1,59 -1,40% 39,76% 23,50% 10,90%
Personele lasten van totale lasten Personele lasten van rijksbijdragen Rijksbijdragen van totale baten
82,78% 82,48% 96,22%
81,90% 91,00% 90,70%
83,20% 85,43% 96,71%
81,60% 92,30% 89,80%
Tabel 21: Kengetallen Marenland en landelijk
Een vergelijking met landelijke kengetallen van vergelijkbare besturen laat een gemiddeld tot positief beeld zien voor Marenland op de solvabiliteit en liquiditeit. Een van de belangrijkste graadmeters in deze vergelijking is het weerstandsvermogen 2 (eigen vermogen minus materiële vaste activa ten opzichte van de rijksbijdragen). We zien dat het weerstandsvermogen boven het landelijk gemiddelde ligt.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
35 | P a g i n a
In bovenstaande tabel is ook de kapitalisatiefactor opgenomen. De kapitalisatiefactor wordt berekend door het balanstotaal (activa) minus de boekwaarde van gebouwen en terreinen, te delen door de totale baten. De signaleringsgrens van de kapitalisatiefactor voor grote instellingen (vanaf € 8 miljoen aan baten) is 35%. Besturen met een hogere waarde moeten deze verantwoorden. De kapitalisatiefactor van Marenland betrof in het boekjaar 2012 38% en in 2011 36%. In 2013 is deze factor gestegen naar 44%. Dit betekent dat Marenland dicht op de signaleringsgrens zit van 35%. Een kapitalisatiefactor ver boven de bovengrens kan, volgens de commissie, duiden op het niet of niet efficiënt benutten van het kapitaal van de stichting in het vervullen van haar taken. 5.6.
Treasuryverslag
Stichting Openbaar Onderwijs Marenland heeft op 19 april 2010 het aangepaste treasurystatuut vastgesteld. In 2013 is uitvoering gegeven aan het in het treasurystatuut beschreven beleid ten aanzien van sparen en beleggen. Gezien de negatieve renteontwikkeling van de laatste jaren, wordt al meerdere jaren geen geld meer gestort in termijndeposito’s. In verband met genoemde renteontwikkeling is in 2009 een ExtraBonus Zakenrekening geopend om de vrijvallende deposito’s in onder te brengen. In 2011 is deze rekening overgegaan in de Bedrijfsbonusspaarrekening. De hoogte van de stortingen was afhankelijk van de liquiditeitsbehoefte van Marenland. Vanaf 2012 is er geen geld meer in termijndeposito’s belegd.
Financieel overzicht Rabobank:
Rekeningnr. NL64RABO 0116 0417 49
Saldo 01-01-2013 :
€
31.804,03
Saldo 31-12-2013 :
€
27.252,75
Rekeningnr. NL20RABO 3180.493.895
Saldo 01-01-2013 :
€ 938.769,88
Saldo 31-12-2013 :
€ 951.899,86
Financieel overzicht ING:
Rekeningnr. NL05INGB 0658 6503 00
Saldo 01-01-2013 :
€
498.552,81
Saldo 31-12-2013 :
€ 1.039.601,94
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
36 | P a g i n a
Rekeningnr. NL13INGB 0650 7073 11
Saldo 01-01-2013 :
€ 1.734.280,28
Saldo 31-12-2013 :
€ 2.668.318,75
Financieel overzicht SNS-Bank (kasgeldrekening)
Rekeningnr. NL26SNSB 0904 2253 48
Saldo 01-01-2013
: € 1.005,39
Saldo 31-12-2013
:
€
190,99
Totaal ontvangen bedrag aan rente in 2013: € 41.032,89.
In 2006 was het saldo tussen financiële baten en lasten € 31.000. In 2007 was het saldo tussen financiële baten en lasten € 141.045. In 2008 was het saldo tussen financiële baten en lasten € 168.805. In 2009 was het saldo tussen financiële baten en lasten €
49.749.
In 2010 was het saldo tussen financiële baten en lasten €
49.719.
In 2011 was het saldo tussen financiële baten en lasten €
44.267.
In 2012 was het saldo tussen financiële baten en lasten €
45.906.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
37 | P a g i n a
6
Continuïteitsparagraaf
Stichting Marenland heeft een helder en ambitieus strategisch beleidsplan opgesteld voor haar openbare scholen. Het bestuur verwoordt wat haar opbrengstverwachtingen zijn en streeft er naar dat hiermee de kwaliteit van de gehele organisatie een krachtige impuls krijgt. In de komende planperiode krijgen we te maken met externe ontwikkelingen die van grote invloed zijn op Marenland. De krimp van de bevolking en het uitvoeren van passend onderwijs zijn daar voorbeelden van. Uitgangspunt voor ons onderwijs is de kwaliteit. Kleine of grote scholen, autochtone of multiculturele scholen, bijzondere schoolconcepten of traditioneel onderwijs: allen zorgen voor onderwijs dat aansluit en past bij de leerlingen en de wensen van ouders. En vooral onderwijs dat toekomst biedt voor elk kind. Kwalitatief goed onderwijs stelt hoge eisen aan organisatie, financiën, bestuur en management, personeelsbeleid, huisvesting en de contacten met onze omgeving. Hieronder geven we het financiële meerjarenperspectief en de verwachte financiële toekomst weer. 6.1 .
Meerjarenbalans
Bedragen per 31/12
2013
2014
2015
2016
Vaste activa Materiële vaste activa
1.841.507
2.291.823
2.419.042
2.558.190
Vlottende activa Vorderingen * Liquide middelen
1.347.899 4.893.922
1.347.899 3.947.412
1.347.899 3.806.089
1.347.899 3.610.485
8.083.328
7.587.134
7.573.030
7.516.574
4.739.601
4.739.601
4.739.601
4.739.601
783.036
286.842
272.738
216.282
2.560.691
2.560.691
2.560.691
2.560.691
8.083.328
7.587.134
7.573.030
7.516.574
Activa
Totaal activa
Passiva Eigen vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden * Totaal passiva Tabel 22: Meerjarenbalans
Op grond van de beschikbare cijfers ten aanzien van leerlingenaantallen, investeringsplannen en meerjarenonderhoudsplannen, en andere feiten en veronderstellingen, is bovenstaande balans opgesteld. De posten vorderingen en kortlopende schulden zijn voor de komende jaren constant weergegeven. De post materiële vaste activa is op basis van de meerjaren investeringsplannen weergegeven. De post voorzieningen is gebaseerd op de huidige stand per eind 2013, plus de begrote dotaties, minus de onttrekkingen.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
38 | P a g i n a
Kengetallen balans 2013
2014
2015
2016
244
207
201
194
Solvabiliteit Eigen vermogen x 100% Totaal passiva
58,63
62,47
62,59
63,06
W eerstandsvermogen PO Eigen vermogen - MVA x 100% Rijksbijdragen
16,80
14,46
14,39
13,85
0,04
0,00
0,00
0,00
26,43
27,11
28,49
29,15
Kapitalisatiefactor Totaal vermogen minus gebouw en en terreinen 44,40
42,83
44,98
45,73
Liquiditeit Vlottende activa Kortlopende schulden
Rentabiliteit Exploitatieresultaat x 100% Totale baten (excl.fin.baten) W eerstandsvermogen VO Eigen vermogen Totale baten incl. financiele baten
Totale baten Tabel 23: Kengetallen meerjarenbalans
6.2.
Meerjaren exploitatiebegroting
Meerjaren exploitatiebegroting Baten
Realisatie 2013
(Rijks)bijdragen OCW
17.251.760
Begroting
Begroting
Begroting
2014
2015
2016
16.925.365 16.127.307 15.754.849
Overige overheidsbijdragen
424.555
308.606
273.432
268.869
Overige baten
253.455
214.034
199.034
199.034
Totaal baten
Lasten Personele lasten
17.929.770
2013 14.229.422
17.448.005 16.599.773 16.222.752
2014
2015
2016
14.331.023 13.504.907 13.139.130
Afschrijvingslasten
419.535
462.405
471.442
480.927
Huisvestingslasten
1.224.374
1.275.952
1.265.952
1.265.952
1.412.125
1.390.972
1.370.242
Overige instellingslasten Totaal lasten
Saldo baten en lasten
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat
1.315.377 17.188.708
17.481.505 16.633.273 16.256.252
741.062
-33.500
-33.500
-33.500
39.422
33.500
33.500
33.500
780.484
0
0
0
Tabel 24: Meerjaren exploitatiebegroting
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
39 | P a g i n a
Stichting Marenland streeft er naar om de komende jaren een sluitende begroting te realiseren, daarbij rekening houdend met bedragen die in een ander jaar binnenkomen dan waarvoor ze bedoeld zijn. In 2014 hebben we een bezuinigingsvrije begroting kunnen opstellen maar voor de jaren 2015-2017 wordt rekening gehouden met een jaarlijkse bezuinigingsopdracht. Die bezuinigingsopdracht zal jaarlijks wisselen van omvang en is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de rijksbaten. Deze bezuinigingsopdracht zal, evenals voorgaande jaren, worden gerealiseerd door scherpe focus op de beheersing van de personeelskosten en formatie. Hierbij houden we rekening met de dalende leerlingenaantallen. Verder is de koers voor brede scholen, kindvoorzieningen, schoolgrootte en samenwerking met andere schoolbesturen duidelijk ingezet. Kengetallen exploitatie Verhouding baten/lasten
2013
2014
2015
2016
(Rijks)bijdragen OC W / tot. baten Ov. overheidsbijdragen / tot. baten Ov. baten / tot. baten
96,22 2,37 1,41
97,00 1,77 1,23
97,15 1,65 1,20
97,12 1,66 1,23
Personele lasten / totale lasten Afschrijvingslasten / totale lasten Huisvestingslasten / totale lasten Ov.instellingslasten / totale lasten
82,78 2,44 7,12 7,65
81,98 2,65 7,30 8,08
81,19 2,83 7,61 8,36
80,83 2,96 7,79 8,43
Personele lasten / totale lasten Materiële lasten / totale lasten
82,78 17,22
81,98 18,02
81,19 18,81
80,83 19,17
Baten / lasten per leerling
2013
2014
2015
2016
(Rijks)bijdragen OC W / ll. Overige overheidsbijdragen / ll. Overige baten / ll.
5.783 143 85
5.806 106 73
5.645 96 70
5.627 96 71
Personele lasten / ll. Afschrijvingslasten / ll. Huisvestingslasten / ll. Ov.instellingslasten / ll.
25.025 24.578 22.696 21.644 739 792 792 792 2.153 2.188 2.128 2.086 2.313 2.422 2.338 2.257
Personele lasten / ll. Materiële lasten / ll. Tabel 25: Kengetallen exploitatie
25.025 24.578 22.696 21.644 5.204 5.402 5.257 5.135
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
40 | P a g i n a
6.3.
Risicomanagement
Aandachtspunten in de risicoanalyse 2013 Als gevolg van de risicoanalyse benoemen we een aantal aandachtspunten die terug zullen keren in het jaarplan, IMR’s en jaarverslag. Hiervoor zijn de aspecten gekozen waarop een gemiddeld, bovengemiddeld of hoog risico aanwezig wordt geacht. In de onderstaande opsomming ontbreken de aandachtspunten ‘Onderwijsprocessen’, ‘Tevredenheid kinderen/ouders’ en ‘Tevredenheid medewerkers’. Als onderdelen van de kerntaak van de organisatie worden deze drie aspecten, bijna per definitie, goed gevolgd en is het gemiddelde risico een standaardrisico dat niet verder verlaagd kan worden. Aandachtspunt 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Ziekteverzuim Competenties medewerkers Personele kosten Huisvesting Leermiddelen Ontwikkeling leerlingenaantal Bekostiging bijzondere subsidiënten Bekostiging gemeenten Bekostiging Rijksoverheid
Reeds specifiek benoemd in jaarplan? Ja Ja (Marenland Academie, opleidingsplannen) Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee
Ad 1) Geen nadere toelichting nodig. Ad 2) Een vergelijk met enkele andere besturen leert dat bij Marenland relatief weinig mensen uitstromen op basis van een beoordelingstraject/verbeteringstraject met een negatieve uitkomst. De beoordeling van leerkrachten gebeurt op schoolniveau door de directeur, en alleen op diens aangeven of bij een signalering door de arbeidsdeskundige komen leerkrachten in een beoordelingstraject. Met de beoordelingen in 2014 zullen de competenties van medewerkers opnieuw over het voetlicht komen. Ad 3) Er vindt al een strakke monitoring plaats bij de formatieplanning, de IMR en uitputtingsoverzichten. Er is geen grotere aandacht nodig. Ad 4) Huisvesting wordt breed uitgemeten in de plannen voor integrale kindvoorzieningen. Ten aanzien van de beleids- en beheerskracht van Marenland zou aandacht kunnen worden besteed aan de overheveling per 1-1-2015 van de gemeentelijke onderhoudstaken naar het schoolbestuur. Ad 5) De leermiddelen maken deel uit van de exploitatiebegroting en investeringsbegroting, en worden als zodanig binnen de planning en beheercyclus gemonitord. Lag de aandacht in het verleden bij het gevaar van te hoge investeringen, inmiddels is de focus gewijzigd naar het gevaar van te lage investeringen. Veel meer specifieke aandacht is alleen nodig wanneer er als gevolg van de huidige aandacht geen verbetering optreedt. Ad 6) De ontwikkeling van het leerlingenaantal wordt uitgebreid gemonitord en er zijn procedures voor prognosticering en meerjarenbegroting. Hiervoor is geen grotere aandacht nodig. Ad 7) De bekostiging door bijzondere subsidiënten is de laatste jaren geslonken. Substantieel, en daarom belangrijk in dit verband, zijn de samenwerkingsverbanden en het passend onderwijs. Welke financiële consequenties gaat dit hebben? En parallel daaraan (maar dan vallend onder het
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
41 | P a g i n a
kopje ‘Onderwijsprocessen’) is de invloed die het passend onderwijs kan of zal hebben op de onderwijsprocessen binnen de Marenlandscholen. Ad 8) De bekostiging door gemeenten is voor een groot deel afgebouwd. Het lokaal onderwijsbeleid is niet meer dan het nakomen van de verplichtingen op het gebied van huisvesting. Nu staat er per 1 januari 2015 een overheveling van taken en bekostiging van het buitenonderhoud aan de schoolgebouwen op de planning. Hierbij neemt het schoolbestuur de onderhoudstaak over van de gemeenten. Het schoolbestuur ontvangt ook bekostiging daarvoor, maar geen overheveling van de fondsen. Als er op korte termijn veel buitenonderhoud op het programma staat, is dat een probleem. Want dan moet het voorgefinancierd worden door het schoolbestuur. Dat heeft een effect op de liquiditeit. Voorbeschouwing via opname in het meerjarenonderhoudsplan is wenselijk. Ad 9) De bekostiging van de rijksoverheid en de wijze waarop die wordt berekend, dekt veel risico’s af. Maar als er een wijziging komt in de subsidieberekeningswijze, dan gaan er nieuwe risico’s ontstaan. Mogelijk gaat een nieuwe berekeningswijze vergezeld van nieuwe kansen, maar dat is in dit verband een neveneffect. Het rijk heeft aangegeven dat de kleinescholentoeslag aandacht krijgt. Deze toeslag zal minder gebruikt worden om kleine scholen te stimuleren, maar meer om grotere eenheden te creëren. Onderwijs in grotere eenheden dan tachtig of honderd leerlingen is efficiënter en effectiever, is het credo. Marenland ontvangt bijna 1,4 miljoen aan kleinescholentoeslag. Dat is bijna 10% van de totale bekostiging. Deze aspecten zullen worden gevolgd in de risicobeschouwingen in jaarplan/begroting en jaarverslag/jaarrekening, en worden eventueel aangevuld met andere/nieuwe relevante risico´s. Krimp Speciaal thema in het risicomanagement is de krimp. De reguliere bedrijfsvoering voorziet in een aanpak, dan wel in een reactie op de krimp die in principe afdoende is. Maar toch is een blik voorbij de komende paar jaren goed voor de ontwikkeling van een brede visie. De prognose In het grootste gedeelte van Nederland zal de bevolking de komende jaren in omvang afnemen. Wij noemen dat ‘de krimp van de bevolking’. In de Marenlandregio gaat deze bevolkingskrimp gepaard met vergrijzing en ontgroening. Vooral het vertrek van jongeren (ontgroening) leidt tot een bovengemiddeld snelle afname van het aantal 0- tot 12-jarigen. In onze regio is sprake van een extreem grote bevolkingsafname. In onderstaand overzicht is een prognose van de daling van leerlingenaantallen opgenomen. Aantal leerlingen Appingedam
2010
2015
2020
2025
2030
575
529
517
535
540
Bedum
387
310
259
232
244
Delfzijl
1337
1136
989
896
869
504
444
393
358
323
Loppersum Ten Boer Totaal
353
318
297
297
293
3156
2737
2455
2318
2269
Tabel 26: Overzicht geprognosticeerde leerlingendaling (prognose 2011, provincie Groningen)
Een toekomstig leerlingenaantal van ongeveer 2200 zou betekenen dat Marenland krimpt tot onder de grens van een gezonde onderwijsorganisatie. Veel scholen zullen beduidend minder leerlingen hebben, een aantal zal ophouden te bestaan.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
42 | P a g i n a
Het meerjarig beeld van de personele inzet is weergegeven in onderstaande tabel. Kengetal (stand 31/12)
2013
2014
2015
2016
Personele bezetting in FTE 196,13 - Directie 26,57 - Onderwijzend personeel 162,99 - Onderwijsondersteunend personeel 6,57 Leerlingaantallen 2940 Tabel 27: Overzicht geprognosticeerde bezetting
188,13 25,49 156,34 6,30 2814
179,86 24,37 149,47 6,02 2757
173,86 23,55 144,49 5,82 2702
De kansen Marenland beschouwt de krimp van de bevolking als een kans om het onderwijs in onze regio opnieuw vorm te geven. Marenland streeft ernaar brede scholen of kindvoorzieningen te realiseren, die een passende grootte hebben om voldoende kwaliteit te waarborgen. Een gezonde grootte betekent een omvang van minimaal vier leerlingengroepen in de school. Hiermee wordt voorkomen dat leerkrachten aan teveel verschillende leeftijdsgroepen les moeten geven. De brede scholen en kindvoorzieningen worden opgezet door de bestaande scholen uit te breiden en door de bouw van nieuwe gebouwen. Door intensief samen te werken met andere schoolbesturen en kindorganisaties, en met verbeterde en moderne huisvesting, kan Marenland besparen op de exploitatiekosten van haar gebouwen. Bovendien wordt het door meer samenwerking mogelijk om onderwijs, kinderopvang en buitenschoolse activiteiten aan te bieden op een centrale plek. De risico’s Naast bovengenoemde kansen vormt de krimp ook een risico. De financiële positie van Marenland is dusdanig, dat er weinig middelen aanwezig zijn om te investeren in de inrichting van (nieuwe) gebouwen. Een leerlingendaling van 30% betekent tussen 2010 en 2030 een bijna gelijke procentuele daling van het aantal leerkrachten. Dit kan op middellange termijn nog door natuurlijk verloop worden opgevangen. Voor de toekomst is het beeld nog onduidelijk. 6.4.
Toekomstige ontwikkelingen
De toekomstplannen van de organisatie zijn vastgelegd in het strategisch beleidsplan 2010-2015. Voor een aantal thema’s wordt hierbij de toekomstige doelstelling aangegeven. Er wordt gewerkt aan de volgende doelen: Iedere school levert hoogwaardig onderwijs. De kerndoelen voor het primair onderwijs, door het ministerie geformuleerd, worden optimaal gerealiseerd. De onderwijsinspectie houdt toezicht en rapporteert aan het bestuur over het kwaliteitsniveau van de school. Marenland streeft er minimaal naar geen zwakke of zeer zwakke scholen te hebben. De lat wordt ook hoger gelegd. Naast de waardering ‘voldoende’ willen we ook dat scholen de norm ‘goed’ bereiken. Scholen mogen, naast de kerndoelen, ook uitblinken op andere onderdelen van hun lesprogramma. Ze moeten er naar streven een ‘excellente school’ te zijn. Marenland heeft een optimaal ontwikkelde zorgstructuur die passend onderwijs biedt aan haar zorgleerlingen. Ieder kind ontvangt het onderwijszorgtraject, nodig voor een optimale onderwijsontwikkeling. De scholen zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling en vormgeving van hun zorgtaak. Ter ondersteuning van de zorg op de scholen, participeert Marenland in het regionale onderwijszorgcentrum. In 2014 moet de Wet Passend Onderwijs worden ingevoerd. In het voorjaar van 2012 heeft de regering de Wet Passend Onderwijs vastgesteld en forse bezuinigingen aangekondigd. De structuur van de zorg voor de leerlingen en de toekomstige bekostiging (het huidige budget van Marenland is € 700.000) is onduidelijk. De visie op passend onderwijs in de regio is vastgesteld en blijft overeind.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
43 | P a g i n a
De scholen van Marenland werken aan nieuwe onderwijsconcepten als een antwoord op de leerlingendaling in de komende jaren. De scholen van Marenland maken in de toekomst deel uit van kindvoorzieningen. De scholen zijn in de meeste situaties gekoppeld aan kinderopvang, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang. Deze voorzieningen kunnen worden uitgebreid met buurt- en sportactiviteiten, zorgvoorzieningen en culturele activiteiten. Een bijzondere plaats wordt ingeruimd voor de dorpsscholen. Rekening houdend met de krimp van het leerlingenaantal, zullen voor de dorpen gezamenlijke voorzieningen worden gerealiseerd. Voor de scholen in de grote kernen zullen ook grotere eenheden worden gevormd en kan de samenwerking plaatsvinden in brede scholen. Marenland wil fuseren met Noordkwartier. Eind 2013 heeft het bestuur van Marenland na een fusieonderzoek het voorgenomen besluit genomen met de Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Noordkwartier te fuseren. De schoolbesturen hebben als voornaamste doel voor de samenwerking het behoud van de scholen in de regio en het borgen van de onderwijskwaliteit. Gezamenlijk worden de nieuwe onderwijsconcepten voor de kindvoorziening uitgewerkt. Het nieuwe samenwerkingsbestuur moet onderdak bieden aan openbare scholen, christelijke scholen en samenwerkingsscholen. De plannen en het besluit worden nu voorgelegd aan andere instanties, als eerste aan de Gemeenschappelijk Medezeggenschaps Raad (GMR). Marenland werkt intensief samen. In het kader van de ontwikkeling van de kindvoorziening en de ontwikkeling van nieuwe projecten als het gaat om de bevolkingsdaling (krimp), werkt Marenland samen met velerlei organisaties. In de eerste plaats is dat de kinderopvangorganisatie Kids2B, waarmee op basis van een bestuurlijk convenant intensief wordt samengewerkt. Ook met andere schoolbesturen in Noord-Groningen is er inhoudelijke samenwerking. Het integraal personeelsbeleid wordt doorlopend ontwikkeld. Op het gebied van integraal personeelsbeleid heeft Marenland een aantal regelingen vastgelegd. Documenten voor personeelsbeleid zijn levende documenten, die regelmatig aan de actualiteit moeten worden aangepast. Nieuwe regelingen die worden ontwikkeld zijn gericht op de kindvoorziening. De functiemix wordt verder ingevoerd. Het nieuwe begrip ‘functiemix’ impliceert dat op scholen, op verschillende niveaus, meerdere leraarsfuncties worden ingevoerd. Voor de meeste scholen gaat het om twee niveaus. In de CAO is opgenomen dat de functiemix in de periode 2010-2014 wordt ingevoerd. Een functiemix die daadwerkelijk bijdraagt aan de verbetering van de onderwijskwaliteit. Meer verantwoording voor het onderhoud van de scholen. In 2015 zullen de gelden voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen rechtstreeks aan de schoolbesturen, via een uitbreiding van de lumpsumbekostiging, beschikbaar komen. Naast de verantwoording voor de kwaliteit, zullen de schoolbesturen ook de verantwoording voor de betreffende financiën krijgen. Marenland moet haar budget verstandig inzetten. De komende jaren zal Marenland te maken krijgen met teruglopende inkomsten. Dit vanwege het snel dalende leerlingenaantal. Ook voor de komende jaren is het heel moeilijk begrotingen en meerjarenbegrotingen sluitend te krijgen. Om tekorten te voorkomen, zal
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
44 | P a g i n a
er zuinig aan gedaan moeten worden. De bezuinigingen stellen de organisatie doorlopend voor lastige financiële keuzes.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
45 | P a g i n a
Bijlage I:
Definities kengetallen
Financieel Liquiditeit
Verhouding vlottende activa en liquide middelen ten opzichte van de kortlopende schulden
Solvabiliteit 1
Eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen
Solvabiliteit 2
Eigen vermogen inclusief de voorzieningen ten opzichte van het totale vermogen
Weerstandsvermogen 1
Eigen vermogen ten opzichte van de totale baten
Weerstandsvermogen 2
Eigen vermogen minus materiële vaste activa ten opzichte van de rijksbijdragen
Rentabiliteit
Exploitatieresultaat ten opzichte van de totale baten
Kapitalisatiefactor
Verhouding balanstotaal exclusief gebouwen en terreinen ten opzichte van de totale baten
Verzuim
Ziekteverzuim
Ziekteverzuimpercentage (totaal van langdurig en kortdurig ziekteverzuim)
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
46 | P a g i n a