Jaarverslag 2005 Stichting Pensioenfonds SNT
Datum rapport Auteur
20 juni 2006 Bestuur
Nummer/versie Telefoon
DEFINITIEF
Profielschets Stichting Pensioenfonds SNT is een ondernemingspensioenfonds. Het pensioenfonds voert de pensioenregeling uit voor het personeel met een arbeidsovereenkomst van KPN Telecommerce B.V. (voorheen SNT Group N.V.). Als deelnemer wordt in het fonds opgenomen, tenzij in de arbeidsovereenkomst anders is bepaald, de werknemer van 22 jaar en ouder met wie een arbeidsovereenkomst is gesloten en de werknemer die door het bestuur als deelnemer in het fonds is toegelaten. Het beleid van het pensioenfonds wordt bepaald door het bestuur. De uitvoering van de pensioenregeling en het vermogensbeheer heeft het bestuur uitbesteed aan TKP Pensioen BV. Daarnaast wordt het bestuur ondersteund door de externe actuaris en accountant. Het pensioenfonds wordt bestuurd door zes bestuursleden. Drie bestuursleden (werkgeversleden) worden benoemd door de vennootschap. Drie bestuursleden (werknemersleden) worden benoemd door de Ondernemingsraad. Vanuit de werkgeversleden wordt de voorzitter benoemd. Vanuit de bestuursleden namens de deelnemers wordt de secretaris benoemd. De bestuursleden werken onafhankelijk van de benoemende partijen en zijn collectief verantwoordelijk. Er is sprake van een paritaire stemmenverhouding. Stichting Pensioenfonds SNT heeft een beschikbare premie regeling. De premie voor deze regeling wordt ingebracht door de werkgever en de deelnemers. De doelstelling van het pensioenfonds is het bieden van meerdere kostenefficiënte beleggingsmogelijkheden voor het DC-vermogen, alsmede het streven (voorwaardelijk: voor zover de middelen van het fonds het toelaten en afhankelijk van de dekkingsgraad) naar het gedurig waardevast houden van ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken. Om deze doelstelling te bereiken, wordt op zo’n manier belegd dat een optimaal rendement wordt behaald tegen aanvaardbare risico’s.
1
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.1.6 4.1.7 4.1.8 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.4.1 4.4.4.2 4.4.4.3 4.5 5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.4.1 5.4.1.1 5.4.1.2 5.4.1.3 5.4.1.4 5.4.1.5 5.4.2 5.4.3 5.4.4 5.5 6.
Kerncijfers Personalia Voorwoord Bestuursverslag Organisatie Algemeen Goed Pensioenfonds Bestuur Bestuursaangelegenheden Risicobeheer Deskundigheids- en integriteitstoets en opleiding Gedragscode Organisatie en uitvoering Aanpassing statuten Financiering Financieel Toetsingskader Huidig financieringssysteem Premies en grensbedragen Ontwikkeling vermogenspositie Pensioenen Externe ontwikkelingen Pensioenregeling Dienstverlening aan deelnemers Bestandsontwikkeling Beleggingen Algemeen Beschikbare premieregeling Regulier vermogen Beleggingscategorieën Algemeen Aandelen Vastrentende waarden Verwachte gang van zaken Jaarrekening Balans Rekening van baten en lasten Kasstroomoverzicht Toelichting op de jaarrekening Algemeen Herrubricering Wettelijke bepalingen Risicoparagraaf Netto-omzet Bestemming resultaat Waarderings- en berekeningsgrondslagen Specificaties van de posten van de jaarrekening Specificaties van de posten van de Rekening van baten en lasten Actuariële analyse Overige gegevens
2
4 5 6 7 7 7 7 7 8 8 9 9 10 11 11 11 11 12 13 13 13 15 15 16 16 16 16 17 17 17 18 19 20 20 21 22 23 23 23 23 23 24 24 25 28 31 33 34
6.1 6.2 6.3 6.4 7.
Concept Accountantsverklaring Concept Actuariële verklaring Informatie over de financieringsovereenkomst Bijzondere statutaire zeggenschapsrechten Begrippenlijst
3
34 35 37 38 39
1.
Kerncijfers
Bedragen x € 1.000
2005
Aantal verzekerden Deelnemers, actief en voortgezet
2004*
30-09-2002 31-12-2003*
Gewezen deelnemers Ingegane pensioenen Totaal aantal verzekerden
2.998 839 23 3.860
3.492 349 2 3.843
1.430 79 0 1.509
Premie
7.333
5.240
2.263
94
10
10
1,18%
n.v.t.
n.v.t.
13.369 12.684 788
6.051 5.310 199
1.638 1.449 18
372
338
50
13.318
5.704
1.503
501
294
29
133
100
0
12.684
5.310
1.474
174%
215%
272%
Uitkeringen, afkoop pensioen en premierestitutie Indexatie Betreft ingegane pensioenen en premievrije rechten Beleggingen Balanswaarde waarvan uit hoofde van BPR-regeling Beleggingsopbrengsten Vermogenspositie Eigen vermogen (vpv rekenrente 4%) Pensioenverplichtingen VPV (rekenrente 4%) waarvan: VPV risico pensioenfonds VPV herverzekerd VPV risico deelnemers
Dekkingsgraad (rekenrente 4%) Eigen vermogen (vpv op marktwaarde)
350
Pensioenverplichtingen VPV (marktwaarde)
13.340
waarvan: VPV risico pensioenfonds
522
VPV herverzekerd
134
VPV risico deelnemers
12.684
Dekkingsgraad (marktwaarde) * aangepast voor vergelijking
167%
4
2.
Personalia
Bestuur Benoemd namens de werkgever: Naam
Functie in bestuur
drs. ir. M.
Bestuurslid vanaf
Bestuurslid tot en met
Functie/in dienst van
20-01-2006
30-09-2008
Manager ICT &
30-09-2002
09-12-2005
Manager Corporate
01-01-2005
30-09-2008
Manager Financiën
07-02-2003
01-07-2005
Managing Director
Aarnoudse
Portfolio
mr. drs. G.T. de Boer
Legal Affairs
drs. C.J. van Kempen Ir. C.F.M. Stokx
voorzitter tot 01-07-05
drs. J.G.A. Visser
voorzitter
Interview-NSS 01-07-2005
30-09-2008
Manager Operations
Bestuurslid vanaf
Bestuurslid tot en met
Functie/in dienst van
mr. E.J.J. de Jong
30-09-2002
30-09-2008
Manager Training &
drs. A.C. Knibbe
30-09-2002
09-12-2005
ICT Engineer A
M.R. Patijn
20-01-2006
30-09-2008
HR Beleidsadviseur
30-09-2002
30-09-2008
Scripting
vanaf 01-0705
Benoemd namens de deelnemers: Naam
Functie in bestuur
Scripting
M.T. Roorda Van
secretaris
Eijsinga
Management Het beheer van het fonds is opgedragen aan TKP Pensioen BV, waarvan het managementteam op 31 december 2005 als volgt is samengesteld: drs. J.W. Baan, directeur beleggingen E.J.W. de Bie RA, directeur pensioenen mr. H.P. Breuker, hoofd beleid mr. J.C. Hokke, algemeen directeur drs. A. Laning RA RC, financieel directeur mw. K. Zunneberg-Veerkamp, directiesecretaris Beleggingscommissie De beleggingscommissie van TKP Investments bestaat uit: prof. dr. J.J. van Duijn, voorzitter prof. dr. R.A.H. van der Meer drs. J. Mensonides Adviseurs PricewaterhouseCoopers Accountants NV, extern accountant Watson Wyatt Brans & Co, extern actuaris
5
3.
Voorwoord
De pensioenwereld is volop in beweging. De wet VUT, prepensioen en levensloop (VPL) is inmiddels ingevoerd en na een jaar uitstel wordt het Financieel Toetsingskader (FTK) verplicht gesteld vanaf 1 januari 2007. Naar verwachting zal per deze datum tevens de nieuwe Pensioenwet worden ingevoerd. In 2005 heeft de Stichting van de Arbeid advies uitgebracht aan de Minister van Sociale Zaken over goed pensioenfonds bestuur. Belangrijk kenmerk van deze ontwikkelingen is toenemende eisen aan communicatie en transparantie. Het vermogen uit hoofde van de beschikbare premieregeling is in 2005 toegenomen met € 7,4 miljoen van € 5,3 miljoen ultimo 2004 tot € 12,7 miljoen ultimo 2005. Het regulier vermogen van het fonds is eveneens in 2005 toegenomen, van € 338.000 ultimo 2004 naar € 350.000 ultimo 2005. De rentetermijnstructuur behorend bij de looptijd van de verplichtingen van het fonds was op 31 december 2005 beneden de 4% gedaald tot (gemiddeld) 3,75%. Om die reden is de voorziening pensioenverplichtingen op jaareinde verdisconteerd tegen de rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB. Hierdoor is de voorziening op jaareinde op marktwaarde gewaardeerd. Deze jaarverslagwaardering heeft geen gevolgen voor het indexeringsbeleid. Op 28 mei is de juridische fusie tussen SNT Group N.V., KPN Telecommerce B.V. en Koninklijke KPN N.V. geëffectueerd. Deze fusie heeft voor het fonds qua aantallen deelnemers nauwelijks effect, de onderdelen KPN Contact en SNT Nederland BV blijven deelnemen in de pensioenregeling. Het onderdeel Connect/Conferencing Services is per 1 augustus 2005 met circa 180 medewerkers overgegaan naar de pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds KPN. In september heeft een extern onderzoeksbureau een klanttevredenheidsonderzoek gehouden over de dienstverlening aan de actieve en inactieve deelnemers. Het algemene tevredenheidspercentage bedraagt 69%. Heldere communicatie aan belanghebbenden vindt het bestuur van groot belang. Omdat in een jaarverslag toch diverse vaktechnische begrippen gebruikt worden, is een begrippenlijst opgenomen in hoofdstuk 7. Hoewel er steeds grotere eisen worden gesteld aan het bestuur van een pensioenfonds, zijn wij van mening over voldoende deskundigheid en draagvlak te beschikken voor het adequaat besturen van het fonds.
Zoetermeer, 20 juni 2006
drs. J.G.A. Visser, voorzitter
M.T. Roorda van Eijsinga, secretaris
6
4.
Bestuursverslag
4.1
Organisatie
4.1.1
Algemeen
Het fonds draagt de verantwoording voor een goede uitvoering van de pensioenregeling voor (gewezen) deelnemers en gepensioneerden, in overeenstemming met wet- en regelgeving. De inhoud van de pensioenregeling is het resultaat van het overleg tussen CAO-partijen. Als bestuur zijn wij verantwoordelijk voor de verwezenlijking van de doelstelling van het pensioenfonds, de strategie, het beleid en de uitvoering hiervan.
4.1.2
Goed Pensioenfonds Bestuur
Goed Pensioenfonds Bestuur behelst het integer en transparant handelen, waarbij een belangrijke plaats is ingeruimd voor het afleggen van verantwoording over het uitgeoefende toezicht. Wij zijn ons bewust van onze verantwoordelijkheid voor het goed besturen van het pensioenfonds en zullen alles doen wat nodig is voor het handhaven van het vertrouwen in het pensioenfonds en de pensioensector. Ontwikkelingen op dit terrein worden nauwlettend gevolgd. Vanuit diverse geledingen zijn aanbevelingen gedaan om te komen tot een invulling van het thema Goed Pensioenfonds Bestuur. De Stichting van de Arbeid heeft in 2005 een advies uitgebracht aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over dit onderwerp. Meest in het oog springende elementen daaruit zijn het voorstel om te komen tot een intern toezichthoudend orgaan en een orgaan waaraan het bestuur verantwoording af dient te leggen. Wettelijke verankering van de principes zal plaatsvinden in de Pensioenwet. Het onderwerp heeft onze bijzondere aandacht gehad in 2005.
4.1.3
Bestuursaangelegenheden
In 2005 heeft de samenstelling van het bestuur een wijziging ondergaan. De heer Stokx is per 1 juli afgetreden als bestuurslid in zijn functie als voorzitter. Mevrouw De Boer en de heer Knibbe zijn per 9 december 2005 afgetreden als bestuursleden. Wij zijn hen zeer erkentelijk voor hun inzet. De heer Visser is per 1 juli 2005 tot het bestuur toegetreden in de functie van voorzitter en mevrouw Aarnoudse en de heer Patijn zijn per 20 januari 2006 toegetreden tot het bestuur.
7
In het kader van goed pensioenfondsbestuur is nu statutair geregeld dat bestuursleden een zittingstermijn van 3 jaar hebben. Na afloop van een zittingstermijn is er de mogelijkheid tot herbenoeming. De maximale totale zittingstermijn bedraagt 12 jaar. Om automatische herbenoemingen te voorkomen vindt voordat een bestuurslid wordt voorgedragen voor herbenoeming een evaluatie van het functioneren plaats door het bestuur. Voor de huidige bestuursleden is in de statuten een overgangsregeling afgesproken. De eerste zittingstermijn is voor alle reeds benoemde bestuursleden aangevangen op 30 september 2005 en eindigt op 30 september 2008. Na deze periode kunnen de huidige bestuursleden nog maximaal één keer worden herbenoemd. De statuten van het fonds zijn op dit onderdeel aangepast. Wij achten ons onafhankelijk in de uitoefening van onze functie en zorgen ervoor dat alle belanghebbenden zich op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen. Wij vinden het belangrijk om inzicht te hebben in ons eigen functioneren en beleid evenals in de uitvoering van het reglement en het beleid van de uitvoeringsorganisatie. Om de twee jaar zal het pensioenfonds een klanttevredenheidsonderzoek houden onder de deelnemers en gepensioneerden. In het verslagjaar hebben wij drie keer vergaderd. Op de gebruikelijke pensioenen beleggingsonderwerpen die in deze vergaderingen aan de orde zijn geweest, wordt nader ingegaan in de paragrafen Pensioenen en Beleggingen. Participatie van bestuursleden bij de vergaderingen was van een goed niveau, per bestuursvergadering waren gemiddeld 5 van de 6 bestuursleden aanwezig. In alle vergaderingen is het voor besluitvorming noodzakelijk quorum aanwezig geweest.
4.1.4
Risicobeheer
Een belangrijke taak van ons is het beheersen van de risico’s die ons fonds loopt, te onderscheiden in beleggingsrisico’s, verzekeringsrisico’s (waaronder financiering en actuarieel) en operationele risico’s. In de paragrafen Beleggingen en Financiering wordt nader verantwoording afgelegd over het beleid van het bestuur in deze. In de jaarrekening is een afzonderlijke risicoparagraaf opgenomen waarin diverse risico’s nader worden beschreven. Tevens is in de jaarrekening de actuariële analyse opgenomen.
4.1.5
Deskundigheids- en integriteitstoets en opleiding
Wij zijn van mening dat wij als bestuursleden over voldoende deskundigheid beschikken om onze taken adequaat uit te voeren. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft regels vastgesteld om besturen en directies van pensioenfondsen te toetsen. Zo worden bestuurders en directieleden van pensioenfondsen, voordat zij worden benoemd, getoetst op integriteit en deskundigheid door DNB. Onze bestuursleden zijn door DNB getoetst en DNB heeft met de benoeming van alle bestuursleden ingestemd. Het op peil houden van deskundigheid heeft een hoge prioriteit, mede gezien de ontwikkelingen op pensioen- en beleggingsgebied. Wij volgen hiertoe actief de voor het fonds relevante pensioenontwikkelingen en worden in de gelegenheid gesteld (vervolg)cursussen, seminars, regio- en themabijeenkomsten bij te wonen.
8
Daarnaast wordt er jaarlijks door de uitvoeringsorganisatie een bestuurdersdag georganiseerd. In het afgelopen jaar heeft deze dag in het teken gestaan van de Pensioenwet, de wet VPL, Goed Pensioenfonds Bestuur en de veranderingen bij het beleggingsproces en het risicobeheer.
4.1.6
Gedragscode
Het pensioenfonds beschikt over een gedragscode. Het doel van de gedragscode is het bijdragen aan het transparant en integer handelen van bestuurders ten behoeve van alle belanghebbenden en tot het waarborgen van de goede naam en reputatie van het pensioenfonds als marktpartij. De gedragscode bevat onder meer regels over hoe een bestuurslid moet omgaan met vertrouwelijke informatie, voorwetenschap, relatiegeschenken en het vervullen van nevenfuncties bij andere ondernemingen en instellingen. De voorzitter van het bestuur is belast met het toezicht op de naleving van de op grond van de gedragscode geldende bepalingen. De uitvoeringsorganisatie hanteert een gedragscode die gelijkwaardig is.
4.1.7
Organisatie en uitvoering
De uitvoering van het pensioenfonds is uitbesteed aan TKP Pensioen en TKP Investments, onderdelen van AEGON NV. Deze uitvoering behelst het administreren van pensioenen, vermogensbeheer en de integrale advisering van het pensioenfonds inzake het beleid op communicatie-, juridisch-, fiscaal-, actuarieel en beleggingsterrein. Besluitvorming over het beleid vindt plaats door het bestuur. De netto beheerskosten over 2005 bedroegen € 679.000 tegenover € 582.000 over 2004, een stijging van 16,7%. De vergoeding voor TKP Pensioen is mede gebaseerd op aantallen deelnemers en aantallen verrichtingen. De gemiddelde kosten per deelnemer bedragen in 2005 € 176 ten opzichte van 2004 € 217, een daling van 19%. In september heeft een extern onderzoeksbureau een klanttevredenheidsonderzoek gehouden over de dienstverlening aan de actieve en inactieve deelnemers. Het algemene tevredenheidspercentage bedraagt 69%. De verbeterpunten die voortkomen uit het onderzoek, zoals het direct herstellen van fouten, eenvoudiger taalgebruik in diverse communicatie-uitingen en het vermijden van jargon zijn opgenomen in het jaarplan 2006. In dit kader zal ook de jaarlijkse opgave van pensioenaanspraken worden aangepast. Hierbij zal ook rekening worden gehouden met het Uniforme pensioenoverzicht zoals dat door de pensioenkoepels wordt voorgesteld. Over 2005 is van TKP Pensioen een SAS70-rapport ontvangen met betrekking tot alle aan TKP Pensioen uitbestede pensioen- en vermogensbeheerprocessen. Dit rapport bevat een gedetailleerde beschrijving van de wijze waarop TKP Pensioen de kwaliteit van de dienstverlening waarborgt overeenkomstig de Amerikaanse norm voor de certificering van de interne beheersing ‘Statement on Auditing Standards number 70’. Op grond van dit rapport zijn wij van oordeel dat de kwaliteit van de procesvoering bij TKP Pensioen van hoog niveau is.
9
4.1.8
Aanpassing statuten
Tijdens de bestuursvergaderingen van 23 november 2004 en 15 maart 2005 hebben wij besloten de statuten te wijzigen. De statutenwijziging is op 19 juli 2005 verleden. In de statuten zijn een aantal bepalingen van de Pensioen- en Spaarfondsenwet (PSW) letterlijk opgenomen op aangeven van de Nederlandsche Bank. De belangrijkste wijziging is dat, ondanks dat het fonds geen deelnemersraad heeft, toch bepalingen met betrekking tot een deelnemersraad zijn opgenomen in de statuten. Daarnaast hebben wij in maart onder andere een wijziging aangebracht in de zittingstermijn van de bestuursleden, zoals reeds aangegeven in het bestuursverslag.
10
4.2
Financiering
4.2.1
Financieel Toetsingskader
In 2005 hebben zich opnieuw de nodige ontwikkelingen met betrekking tot de (invoering van) het Financieel Toetsingskader (FTK) voorgedaan. Was de oorspronkelijke doelstelling nog een uiterste invoerdatum van 1 januari 2006 aan te houden, inmiddels is dit met een jaar uitgesteld. Dit betekent dat thans geldt dat het fonds uiterlijk per 1 januari 2007 over moeten zijn gegaan op waardering van hun verplichtingen op basis van FTK-regelgeving. Reden voor het nieuwe toezichtregime is het verschaffen van meer inzicht in de financiële positie van instellingen. Met name de relatie tussen de beschikbare middelen en aangegane verplichtingen kan volgens DNB met het FTK transparanter en beter vergelijkbaar worden gemaakt dan met veel van de thans gangbare methodieken. Het voor het fonds meest relevante onderdeel van het FTK is het waarderen van de pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds op marktwaarde. Dit aspect van het FTK zorgt ervoor dat deze voorziening gaat fluctueren door renteveranderingen. Gelet de aard van de regeling van STPS, zijn de gevolgen voor het fonds relatief gering, omdat het bovenstaande niet van toepassing is op verplichtingen uit hoofde van een beschikbare premieregeling, die het grootste deel van de verplichtingen van dit fonds vormen. Wij hebben besloten om in 2005 en 2006 niet reeds vrijwillig vooruit te lopen op het FTK.
4.2.2
Huidig financieringssysteem
De premie voor de basisregeling bestaat uit een beschikbare premie die gebaseerd wordt op een leeftijdsafhankelijke staffel en een premie voor het partnerpensioen die per individu wordt bepaald. De premies voor de aanvullende modules worden per individu bepaald. Zowel het overlijdensrisico als het arbeidsongeschiktheidsrisico wordt volledig herverzekerd. Financieringsovereenkomst en ABTN Bij het oprichten van het pensioenfonds is overeengekomen dat de werkgever geen aanvullende betalingsverplichtingen ten aanzien van toegekende periodieke uitkeringen heeft wanneer de middelen van het fonds ontoereikend zijn ten opzichte van de verplichtingen.
4.2.3
Premies en grensbedragen
Voor 2005 golden de volgende premies en grensbedragen: - franchise van € 12.500; - de premie voor de beschikbare premieregeling wordt aan de hand van een leeftijdsafhankelijke staffel bepaald. Voor het partnerpensioen wordt separaat een premie in rekening gebracht; - de premie voor de aanvullende modules WAO-aanvulling, WAO-excedent en ANWaanvulling worden per individu bepaald.
11
4.2.4
Ontwikkeling vermogenspositie
De samenstelling van het resultaat over het boekjaar 2005 kan als volgt worden weergegeven: Bedragen * € 1.000
31-12-2005
31-12-2004
55 3
136 -15
0 0 7
63 27
-10 -21
0 77
-22
0
12
288
31-12-2005
31-12-2004
338
50
12 350
288 338
Resultaat op premie Resultaat op beleggingen Resultaat op bestandsontwikkeling Resultaat op ontslag Resultaat op herverzekering Aanpassing actuariële grondslagen Overige resultaten Overgang van rekenrente 4% naar rentetermijnstructuur Resultaat boekjaar
Verloop eigen vermogen Bedragen * € 1.000
Stand begin boekjaar Mutatie: Resultaat boekjaar Stand einde boekjaar
De voorziening pensioenverplichtingen risico pensioenfonds (marktwaarde, maximaal 4%) bedraagt ultimo 2005 € 522.000 (2004: € 294.000). De dekkingsgraad (eigen vermogen + voorziening pensioenverplichtingen risico pensioenfonds) / (voorziening pensioenverplichtingen risico pensioenfonds) komt ultimo 2005 uit op 167% (2004: 215%). Volgens de regels van de DNB dient een deel van het eigen vermogen (23,53% van de voorziening risico pensioenfonds, 2004: 16,67%) te worden 'beklemd' als reserve algemene risico's (5%) en als buffervermogen (18,53%, 2004: 11,67%).
12
4.3
Pensioenen
4.3.1
Externe ontwikkelingen
Pensioenwet Per 1 januari 2007 zal, naar verwachting, de Pensioen- en spaarfondswet (PSW) vervangen worden door de Pensioenwet. Het wetsvoorstel daartoe is in december 2005 bij de Tweede Kamer ingediend. De herziening van de PSW wordt noodzakelijk geacht vanwege de vele ontwikkelingen die zich sinds de invoering van de PSW (1953) op pensioenterrein hebben voorgedaan. De Pensioenwet heeft tot doel de waarborgen te verschaffen voor financiële zekerheid, individuele zekerheid en uitvoeringszekerheid. In de Pensioenwet zal het aantal informatievoorschriften drastisch worden uitgebreid. Het wetsvoorstel heeft onze bijzondere aandacht. Wet VUT, prepensioen en levensloop (VPL) De wet Aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling is in december 2005 door de Eerste Kamer aangenomen en op 1 januari 2006 in werking getreden. Met deze wetgeving wordt de fiscale begeleiding van VUT-regelingen en pensioenregelingen met een eerdere ingangsdatum voor ouderdomspensioen dan de 65-jarige leeftijd, beperkt. Achterliggende gedachte daarbij is het vergroten van de arbeidsparticipatie van voornamelijk oudere werknemers. De wetgeving zal ingrijpende gevolgen hebben voor VUT- en (pre-)pensioenregelingen. De pensioenregeling van het pensioenfonds zal naar aanleiding van de VPL-wetgeving per 1 januari 2006 worden aangepast. Wet WIA Om het groeiende aantal arbeidsongeschikten te beperken is de WAO met ingang van 1 januari 2006 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). In de WIA staat het activeren van arbeidsgeschiktheid centraal. De WIA zal leiden tot aanpassingen in de arbeidsongeschiktheidspensioenen en regelingen van premievrijstelling. Voor het fonds heeft de invoering van WIA tot gevolg dat het WAOaanvullingspensioen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2004 niet meer van toepassing is. Het pensioenreglement zal aangepast worden op de invoering van de WIA.
4.3.2
Pensioenregeling
De pensioenregeling is van kracht sinds 1 januari 2003 en vastgelegd in het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds SNT. De belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling zijn: •
Basisregeling: • Beschikbare premieregeling met een leeftijdsafhankelijke premiestaffel. De standaard pensioendatum is 65 jaar. Het is mogelijk de pensioendatum te vervroegen (tussen 60 en 65 jaar); • In de beschikbare premie staffel is inbegrepen een opslag van 9% (2006: 5%) voor premievrijstelling bij invaliditeit;
13
•
•
•
De BPR-premie moet worden ingelegd in één van de zeven beleggingsdepots van pensioenfonds STPS met verschillende risicoprofielen. Het beleggingsrisico is voor rekening van de deelnemer; • Op de pensioendatum wordt het BPR-saldo omgezet in een pensioenaanspraak tegen de dan geldende actuariële grondslagen; • Partnerpensioen op basis van 1,25% van de pensioengrondslag per deelnemersjaar, verzekerd op risicobasis. Aanvullende regelingen: De onderstaande regelingen zijn optioneel en de premies voor deze regelingen komen volledig voor rekening van de deelnemer: • Aanvullende regeling WAO-aanvulling voor de dekking van het WAO-hiaat; • Aanvullende regeling WAO-excedent voor de arbeidsongeschiktheidsdekking voorzover het salaris hoger is dan de WAO-loongrens; • Aanvullende regeling ANW-aanvulling voor de dekking van het ANW-hiaat; • Aanvullende regeling prepensioen voor de periode tussen 62 jaar en 65 jaar en aanvullende regeling partnerpensioen op basis van een leeftijdsafhankelijke premiestaffel; • De premies moeten worden ingelegd in één van de zeven beleggingsdepots van pensioenfonds STPS met verschillende risicoprofielen. Het beleggingsrisico is voor rekening van de deelnemer; • Op de pensioendatum worden de saldi omgezet in een pensioenaanspraak tegen de dan geldende actuariële grondslagen. Ingegane pensioenen kunnen per 1 januari worden herzien. Deze herziening is afhankelijk van de voorziening pensioenverplichtingen die behoort tot de ingegane pensioenen, en wel op de volgende wijze: • Indien de voorziening pensioenverplichtingen lager is dan het minimumniveau zal het bestuur besluiten tot vermindering van de ingegane pensioenen; • Indien de voorziening pensioenverplichtingen hoger is dan de minimale reservegrens kan het bestuur besluiten tot verhoging van de ingegane pensioenen. Deze verhoging zal niet uitgaan boven de ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud over het voorafgaande jaar uitgaande van het consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens (CPI huishoudens).
Aanpassing ingegane pensioenen De ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken zijn per 1 januari 2005 aangepast, overeenkomstig het indexatiebeleid van het pensioenfonds. Kern van dit beleid is de voorwaardelijkheid van de indexatie. Dit betekent dat er geen recht op indexatie is en het ook op lange termijn niet zeker of en in welke mate indexatie zal plaatsvinden. Omdat de dekkingsgraad per 1 januari 2005 hoger is dan het streefniveau, hebben wij besloten de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken per 1 januari 2005 te verhogen met de consumentenprijsindex ‘alle huishoudens’ (1,18%).
14
4.3.3
Dienstverlening aan deelnemers
De actieve en voortzettende deelnemers hebben in juni een opgave van hun opgebouwde en te bereiken pensioenaanspraken ontvangen. Gelijktijdig is een pensioenplanner, op een beveiligd deel van de website van het fonds, beschikbaar gesteld die gevuld wordt met individuele gegevens. Deelnemers kunnen op maandbasis het verloop van de waarde van hun eigen beleggingsrekening volgen. Het is dit jaar voor deze deelnemers mogelijk gemaakt om via het Internet rechtstreeks bij het pensioenfonds depotwijzigingen aan te geven. Het grote voordeel van deze werkwijze is een aanzienlijke verkorting tussen het moment van aangeven van de wijziging en het moment van verwerken van deze wijziging. De gegevensaanlevering vanuit de werkgever was goed in 2005. Iedere maand zijn de gegevens tijdig geleverd en was de uitval beperkt. Als resultaat is de dienstverlening voor processen die (indirect) voortvloeien uit deze gegevensaanlevering, zoals het verwerken van waardeoverdrachten en premievrije polissen, conform de SLA met de uitvoeringsorganisatie. Dit betekent dat in gevallen waarbij een wijziging van een persoonlijke situatie leidt tot een wijziging van de pensioensituatie, de betrokkenen hiervan tijdig schriftelijk op de hoogte zijn gesteld. Zo zijn er het gehele jaar door premievrije polissen verstuurd naar mensen die uitdienst zijn getreden en zijn er offertes gemaakt voor waardeoverdrachten. Ook zijn bij (echt-)scheidingen de betrokkenen op de hoogte gesteld van de pensioenconsequenties. In de nieuwskrant is aandacht besteed aan de invoering van wettelijke maatregelen die de regering getroffen heeft op het gebied van pensioen en de sociale zekerheid. Zo zijn per 1 januari 2006 de Wet aanpassing fiscale behandeling Vut/Prepensioen en introductie Levensloopregeling en de Zorgverzekeringswet (de nieuwe zorgverzekering) ingevoerd.
4.3.4
Bestandsontwikkeling Stand ultimo vorig verslagjaar
Actieven
Bij
Stand ultimo verslagjaar
Af
3.462
226
759
Vutters
30
40
1
69
Slapers
349
610
120
839
2
21
0
23
ouderdomspensioen (incl TOP)
0
18
0
18
arbeidsongeschiktheidspensioen
2
0
0
2
partnerpensioen
0
3
0
3
wezenpensioen
0
0
0
0
3.843
897
880
3.860
Gepensioneerden
2.929
waarvan:
Totaal:
15
4.4
Beleggingen
4.4.1
Algemeen
Voor de beleggingen van het fonds kan een onderscheid worden gemaakt tussen het vermogen uit hoofde van de beschikbare premieregeling en het reguliere belegd vermogen.
4.4.2
Beschikbare premieregeling
Het vermogen uit hoofde van de beschikbare premieregeling wordt naar keuze van de deelnemer belegd in één van de door het fonds beheerde beleggingsdepots, met verschillende risicoprofielen. Zolang er nog geen omzetting in pensioen of premievrije aanspraken heeft plaatsgevonden loopt het pensioenfonds geen risico ten aanzien van de tegenover dit vermogen staande verplichtingen. Over het gehele jaar bezien werd het hoogste rendement in depot A gerealiseerd. Per ultimo 2005 was in totaal circa € 12,7 miljoen belegd via de beschikbare premieregeling. Omvang Rendement 2005 (bedrag in € 1.000) A 100% aandelen, 0% obligaties 430 23,8% B 75% aandelen, 25% obligaties 561 19,2% C 50% aandelen, 50% obligaties 2.651 14,9% D 25% aandelen, 75% obligaties 2.389 10,0% E 0% aandelen, 100% obligaties 3.401 5,4% F 50% aandelen*, 50% obligaties 262 14,5% G 100% Money market fund (MMF) 2.990 2,0% *) betreft aandelen die voldoen aan sociaal verantwoorde criteria. Depot
4.4.3
Samenstelling
Regulier vermogen
Het bestuur van het pensioenfonds stelt, voor het vermogen uit hoofde van het ‘defined benefit’ gedeelte van de pensioenregeling, het strategische beleggingsbeleid vast. Vaststelling van het strategisch beleggingsbeleid vindt in beginsel telkens voor een periode van één jaar plaats. Het voor beleggingen beschikbare deel van het reguliere pensioenvermogen is tot en met het vierde kwartaal belegd in het door TKP Investments beheerde Money Market Fund. Het Money Market Fund heeft een zeer laag risicoprofiel en kan worden vergeleken met een spaarrekening. In het vierde kwartaal heeft het regulier belegd vermogen een underperformance behaald ten opzichte van de benchmark. Hiervoor kunnen twee oorzaken worden genoemd. Ten eerste heeft de FGR MMF in 2005 een underperformance laten zien ten opzichte van de benchmark. Een tweede oorzaak van de underperformance is het besluit van het bestuur de strategische benchmark in 2006 te veranderen in 33,3% Money Market Fund, 33,3% in vastrentende waarden en 33,4% in aandelen. Dit besluit is 30 december 2005 uitgevoerd. De hiermee gepaard gaande transactiekosten zijn ten laste gekomen van het behaalde rendement in het vierde kwartaal.
16
4.4.4
Beleggingscategorieën
4.4.4.1 Algemeen Het pensioenfonds zal, in afwijking van de aanbeveling van de Nederlandse Corporate Governance Code (Code Tabaksblat), in zijn jaarverslag geen verslag uitbrengen van het stemgedrag op de algemene vergadering van aandeelhouders gezien de grootte en de samenstelling van het belegd vermogen. Wij hebben besloten dat de code Tabaksblat wel zal worden geëerbiedigd. 4.4.4.2
Aandelen
Algemeen De aandelenbeleggingen van het fonds vinden plaats via een vijftal zogenaamde multi-manager fondsen die beheerd worden door TKP Investments. Deze fondsen maken voor de aandelenselectie gebruik van gespecialiseerde externe vermogensbeheerders. Deze hebben veelal een regionale expertise. Er wordt gestuurd op een evenwichtige verdeling van mandaten, zodat een gematigd risicoprofiel ontstaat. De aandelenportefeuille van het pensioenfonds heeft in het verslagjaar hoge rendementen laten zien en beter gepresteerd dan de benchmark. Dit was te danken aan goede aandelenselectie van de externe managers en de per saldo goede regioallocatie door TKP Investments. Het jaar 2005 werd begonnen met overwogen posities in Azië en Oost Europa. De portefeuille was onderwogen in Australië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Aan het einde van 2005 had het fonds overwogen posities in Azië, Oost Europa en de landen in de Eurozone. Onderwogen posities waren te vinden in Australië, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Hong Kong. Gedurende het jaar is een aantal managers ontslagen. Hiervoor zijn andere mandaten in de plaats gekomen. De aanleiding voor ontslag was een achterblijvende performance, vaak in combinatie met een verslechtering van kwalitatieve factoren waar TKP Investments op let bij de regelmatige beoordeling. Aan het einde van het vorige verslagjaar is een risicomeetsysteem in gebruik genomen. Hiermee is de beheerder beter in staat een analyse van de portefeuille te maken. Gedurende het verslagjaar is het risicoprofiel van het World Equity Fund stabiel gebleken. De ex ante tracking error van het Fonds bewoog zich gedurende 2005 rond de 1%. De tracking error van het fonds is daarmee vrij laag ten opzichte van de tracking error waarop gestuurd wordt. Dit wordt vooral veroorzaakt door de lage dispersie op de aandelenmarkten. Marktontwikkelingen In 2005 was wereldwijd sprake van aanzienlijke koersstijgingen op de aandelenmarkten. De reden hiervan was vooral gelegen in een behoorlijke economische groei, de relatief lage inflatie, de lage renteniveaus en de goede bedrijfswinsten. Wereldwijd kenmerkten aandelenmarkten zich door een lage volatiliteit.
17
Vanwege de op mondiaal niveau sterke economische groei, en daarmee een mogelijke opwaartse druk op de inflatie, verhoogde de Fed de rente in 2005 met 200 basispunten tot 4,25%. In Euroland was de economische groei nog vrij zwak en daarom verhoogde de ECB pas in december de rente met slechts 25 basispunten tot 2,25%. In het Verenigd Koninkrijk verlaagde de Bank of England de rente met 25 basispunten tot 4,5%. Ondanks het grote begrotingstekort en het tekort op de lopende rekening in de Verenigde Staten steeg de Amerikaanse dollar in 2005 met 15% t.o.v. de euro en ook tegenover andere belangrijke valuta werd de dollar sterker. De euro verloor ook aan waarde t.o.v. het Britse pond, terwijl de koers tegenover de Japanse yen nagenoeg onveranderd bleef. Onder invloed van geopolitieke spanningen, natuurrampen en een grote groei van de vraag uit China en India stegen de prijzen van grondstoffen in 2005 wederom fors. 4.4.4.3
Vastrentende waarden
Algemeen Alle vastrentende beleggingen vinden plaats via een tweetal door TKP Investments beheerde fondsen. Naast het passieve fonds (staatleningen binnen Euroland) is er een zogenaamd “plus” fonds dat actief van aard is. Dit fonds heeft een multimanager aanpak en streeft outperformance na met behulp van thema’s die in de verslagperiode inhielden: obligaties in Euroland, Amerikaanse bedrijfsobligaties, bedrijfsobligaties in Euroland, EMU convergentie landen en wereldwijde emerging markets. De verdeling in het verslagjaar tussen het actief beheerde vermogen en het passief beheerde vermogen was 50-50. In 2005 bedroeg het rendement op vastrentende waarden 5,4%, hetgeen 0,1% onder het rendement van de benchmark ligt. Marktontwikkelingen De kapitaalmarktrente (10-jaarsrente) in Euroland was in 2005 behoorlijk volatiel met een maximum van circa 3,8% en een minimum van circa 3,1%. Dergelijke lage renteniveaus zijn sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw niet meer voorgekomen. Per saldo daalde de kapitaalmarktrente in 2005 met 35 basispunten, terwijl de algemeen geldende verwachting van de markt bij aanvang van het jaar een stijgende rente was.
18
4.5
Verwachte gang van zaken
De CAO-partijen zijn in het kader van VPL overeengekomen de pensioentoezegging aan te passen. De aanpassingen hebben betrekking op de bepalingen in het overgangsreglement ‘voorheen KPN’ en geldt voor deelnemers die geboren zijn op of na 1 januari 1950. Voor deze deelnemers wordt de pensioenleeftijd verhoogd van 62 naar 65 jaar. In januari 2006 is het pensioenreglement aangepast naar aanleiding van het CAOakkoord en de Wet Werk naar Inkomen en Arbeid (WIA). Tevens is de opslag voor premievrijstelling bij invaliditeit verlaagd van 9% naar 5%. De ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken zijn per 1 januari 2006 aangepast, overeenkomstig het indexatiebeleid van het pensioenfonds. Kern van dit beleid is de voorwaardelijkheid van de indexatie. Dit betekent dat er geen recht op indexatie is en het ook op lange termijn niet zeker of en in welke mate indexatie zal plaatsvinden. Omdat de dekkingsgraad per 1 januari 2006 hoger is dan het streefniveau, hebben wij besloten de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken per 1 januari 2006 te verhogen met de consumentenprijsindex ‘alle huishoudens’ (1,71%).
Zoetermeer, 20 juni 2006 drs. ir. M. Aarnoudse mr. E.J.J. de Jong drs. C.J. van Kempen M.R. Patijn mevr. M.T. Roorda Van Eijsinga, secretaris drs. J.G.A. Visser, voorzitter
19
5.
Jaarrekening
5.1
Balans 2005
2004*
[1] [2] [3]
3.160 6.534 2.990 12.684
1.096 3.039 1.175 5.310
[4]
685
741
13.369
6.051
Bedragen x € 1.000 ACTIVA Beleggingen voor risico deelnemers Aandelen Vastrentende waarden Liquide middelen Totaal beleggingen voor risico deelnemers Beleggingen voor risico pensioenfonds Totaal beleggingen Herverzekerde rechten
[5]
134
100
Vorderingen en overige activa
[6]
600
362
14.103
6.513
350
338
TOTAAL ACTIVA
PASSIVA Eigen vermogen
[7]
Voorziening pensioenverplichtingen: voor risico deelnemers herverzekerd voor risico pensioenfonds Totaal voorziening pensioenverplichtingen
[8] [9] [10]
12.684 134 522 13.340
5.310 100 294 5.704
Schulden en overige passiva
[11]
413
471
14.103
6.513
TOTAAL PASSIVA
[] de tussen haken vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op de balans op vanaf pagina 29.
20
5.2
Rekening van baten en lasten
REKENING VAN BATEN EN LASTEN Bedragen x € 1.000 BATEN Premie-inkomsten Beleggingsresultaten Waardeovernames
[12] [13] [14]
Totaal baten
2005
2004
7.333 788 1.365
5.240 199 23
9.486
5.462
7.636 94 576 471 18 679
4.201 10 0 370 11 582
9.474
5.174
12
288
LASTEN Mutatie voorziening pensioenverplichtingen Pensioenuitkeringen Waardeoverdrachten Herverzekeringscontract Overige lasten Uitvoeringskosten
[15] [16] [17] [18] [19] [20]
Totaal lasten Resultaat
[] de tussen haken vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op de Rekening van Baten en lasten vanaf pagina 32.
21
5.3
Kasstroomoverzicht 2005
Bedragen x € 1.000 Pensioenactiviteiten Ontvangsten Premies en koopsommen Waardeovernames
Uitgaven Pensioenuitkeringen Waardeoverdrachten Herverzekering Uitvoeringskosten en overige lasten
7.924 1.365 9.289
5.040 22 5.062
84 576 1.411 689 2.760
8 0 382 459 849
Totale kasstroom uit pensioenactiviteiten Beleggingsactiviteiten Ontvangsten Directe beleggingsopbrengsten Verkopen (marktwaarde) resp. aflossingen beleggingen: Aandelen Vastrentende waarden Overig
Uitgaven Aankopen beleggingen: Aandelen Vastrentende waarden Toe- en uittredingskosten Totale kasstroom uit beleggingsactiviteiten Saldo van ontvangsten en uitgaven Liquide middelen primo boekjaar Liquide middelen ultimo boekjaar waarvan: voor risico deelnemers voor risico pensioenfonds
22
2004
6.529
4.213
31
17
811 634 36 1.512
38 266 0 321
2.532 4.065 12 6.609
812 2.192 6 3.010 -5.097
-2.689
1.432 1.916 3.348
1.524 392 1.916
2.990 358
1.175 741
5.4
Toelichting op de jaarrekening
5.4.1
Algemeen
5.4.1.1 Herrubricering De indeling van de balans en rekening van baten en lasten, kent vanaf 2005 een andere rubricering teneinde de transparantie te verhogen. De voorziening pensioenverplichtingen is gesplitst in pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds, voor risico deelnemers en een deel herverzekerd. De post Beleggingen is gesplist in een deel voor risico pensioenfonds en een deel voor risico deelnemers. De vergelijkende cijfers over 2004 zijn aangepast aan deze wijziging. 5.4.1.2 Wettelijke bepalingen De jaarrekening is opgesteld volgens de voorschriften die zijn vastgelegd in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 610 Pensioenfondsen. Op een aantal punten maakt het fonds op grond van artikel 362 lid 4 gebruik van de mogelijkheid om af te wijken van de voorschriften, omdat dit vereist is voor het verschaffen van een juist inzicht. Overigens is dit in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving. Dit betreft de volgende punten: • Beleggingen worden gerangschikt naar het onderliggende opbrengsten- en risicoprofiel, ongeacht de juridische vorm waarin de belegging plaatsvindt. • Voor de indeling van het kasstroomoverzicht is niet gekozen voor de standaard indeling naar kasstromen voortvloeiend uit operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. In plaats daarvan wordt onderscheid gemaakt naar kasstromen die voortvloeien uit de uitvoering van het pensioenreglement en die welke samenhangen met de beleggingsactiviteiten. 5.4.1.3
Risicoparagraaf
Beleggingen voor risico pensioenfonds De beleggingen worden beleidsmatig ingedeeld naar de aard van de beleggingsmandaten, waarbij overeenkomstig de vastgestelde strategische beleggingsmix drie categorieën worden gehanteerd, namelijk aandelen, vastrentende waarden en liquide middelen. Renterisico Renterisico is het risico wat optreedt bij wijzigingen in de beleggingen als gevolg van de wijziging van de marktrente. Kredietrisico Het kredietrisico dat wordt gelopen op de verschillende beleggingsmarkten waarin het pensioenfonds actief is, is beperkt, omdat weinig wordt belegd in schuldtitels van ondernemingen. Het tegenpartijrisico verbonden aan de inzet van afgeleide financiële instrumenten wordt op marktconforme wijze beheerst.
23
Marktrisico Marktrisico wordt gelopen op de verschillende beleggingsmarkten waarin het pensioenfonds op basis van het vastgestelde ALM-beleid actief is. De beheersing van het risico is geïntegreerd in het beleggingsproces. Valutarisico Van het totaal van de beleggingen voor risico pensioenfonds luidt omgerekend per saldo € 49.244 (ultimo 2004: € 50.610) in een andere valuta dan de euro. Bij beleggingen in aandelen wordt de Amerikaanse dollar strategisch afgedekt naar de euro. Bij beleggingen in vastrentende waarden worden nagenoeg alle valuta strategisch afgedekt naar de euro. Verzekeringsrisico Verzekeringsrisico is het risico wat voortvloeit uit de mogelijke afwijkingen van actuariële inschattingen. In de actuariële analyse worden de afwijkingen geanalyseerd. Operationeel risico Operationeel risico is het risico wat optreedt bij de uitvoering van de pensioen- en beleggingsactiviteiten. Dit risico wordt afgedekt door het SAS70rapport dat het fonds van de uitvoerder TKP Pensioen ontvangt.
5.4.1.4 Netto-omzet De netto-omzet kan als volgt worden berekend (x € 1.000): 2005 7.333 18 7.351
Premie-inkomsten Directe beleggingsopbrengsten Totaal netto-omzet
2004 5.240 11 5.251
5.4.1.5 Bestemming resultaat Er zijn geen statutaire bepalingen betreffende de bestemming van het resultaat. Conform de bepalingen in de financieringsovereenkomst is het saldo van de rekening van baten en lasten over 2005 toegevoegd aan de algemene reserve.
24
5.4.2
Waarderings- en berekeningsgrondslagen
Algemeen De grondslagen zijn gericht op het weergeven van de economische posities. Belangen in door de uitvoerder van het fonds beheerde beleggingsfondsen worden naar rato van het belang hierin gewaardeerd op hun onderliggende marktwaarde en geclassificeerd bij de betreffende beleggingscategorie. De liquide middelen die deel uitmaken van portefeuilles in aandelen, vastrentende waarden en onroerend goed zijn bij de betreffende beleggingscategorie vermeld. Conform de aanbeveling van de Raad voor de Jaarverslaggeving worden participaties met een beleggingskarakter niet aangemerkt als een groepsmaatschappij en/of deelneming. Voorzover niet anders vermeldt, worden de jaarrekeningposten gewaardeerd op nominale waarde. Valuta De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Alle balansposten in vreemde valuta (inclusief valutatermijntransacties en currency futures) zijn in de jaarrekening omgerekend naar euro’s met de valutakoers ultimo het jaar. Mutaties in de loop van een jaar zijn omgerekend tegen de dagkoersen. De koersverschillen worden verwerkt onder de opbrengsten uit beleggingen. Aandelen De in de onderliggende fondsen begrepen aandelen, opties op aandelen en converteerbare obligaties zijn gewaardeerd tegen de beurswaarde per balansdatum. Tevens zijn hier, omgerekend tegen beurswaarde, opgenomen uitgeleende aandelen en shortposities in aandelen. Vastrentende waarden De in de onderliggende fondsen begrepen obligaties worden gewaardeerd tegen beurswaarde per balansdatum. Leningen op schuldbekentenis worden gewaardeerd tegen marktwaarde, berekend op de contante waarde van de toekomstige kasstromen volgens de actuele rentetermijnstructuur, rekening houdend met het risicoprofiel van de leningen. Herverzekerde rechten Dit betreft de vordering op de herverzekeraar inzake de herverzekerde pensioenaanspraken uit hoofde van arbeidsongeschiktheid, berekend op dezelfde grondslagen als de voorziening pensioenverplichtingen. Liquide middelen Dit betreft uitgezette en opgenomen deposito's en callgeld, alsmede direct opeisbare tegoeden in rekening-courant bij banken, inclusief de lopende interest per balansdatum. De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Vorderingen en kortlopende schulden Deze zijn gewaardeerd tegen nominale waarde verminderd met de noodzakelijk geachte voorziening voor oninbaarheid.
25
Eigen vermogen Algemene reserve Voor de algemene reserve is het weerstandsvermogen, zoals gedefinieerd in de ABTN, van belang. Nagestreefd wordt een eigen vermogen van 23,53% van de technische voorziening. Dit percentage is afhankelijk van de strategische assetmix. Voorziening pensioenverplichtingen Voor risico pensioenfonds Er wordt een voorziening aangehouden voor de pensioenverplichtingen als gevolg van pensionering, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Tevens is er een voorziening gevormd voor latent partnerpensioen en extra pensioenopbouw. Aan de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen en te hanteren premies en koopsommen liggen de volgende actuariële grondslagen en onderstellingen ten grondslag: • •
•
•
•
•
• •
Een rekenrente van 4%, tenzij (vanuit prudentie) de relevante lange rente per balansdatum (2005: 3,75%) lager is dan 4%. Sterftekansen, voor mannen en vrouwen ontleend aan de meest recente overlevingstafel zoals deze is gepubliceerd door het Actuarieel Genootschap, toegepast met in beginsel 2 jaar leeftijdsterugstelling. Voor kinderen worden de sterftekansen verwaarloosd. Jaarlijks wordt vooruitlopend op de nieuwe overlevingstafel, een opslag op de voorziening berekend van 0,5% per verstreken jaar, sinds de laatste publicatie van de overlevingstafel. Zolang nog geen pensioenuitkering is ingegaan, wordt de voorziening voor partnerpensioen berekend met het onbepaalde partner systeem met een partnerfrequentie van 100%, voor gepensioneerden wordt de voorziening berekend m.b.v. het bepaalde partner systeem. Verder wordt verondersteld dat de man drie jaar ouder is dan de vrouw. Alleen voor ingegane wezenpensioenuitkeringen wordt een voorziening aangehouden. Voor wezen jonger dan 18 jaar wordt aangenomen dat het wezenpensioen voortduurt tot de 18-jarige leeftijd, voor wezen van 18 jaar of ouder tot de 27-jarige leeftijd. Voor arbeidsongeschikte deelnemers voor wie de pensioenopbouw zonder verdere betaling van bijdragen wordt voortgezet, wordt de voorziening pensioenverplichtingen gelijk gesteld aan de contante waarde van de in totaal bereikbare aanspraken. Aanspraken op arbeidsongeschiktheidspensioen en /of de WAO aanvulling worden niet in aanmerking genomen zolang het pensioen niet is ingegaan. Voor Excasso-kosten wordt een opslag van 1% op de koopsom en premie respectievelijk de voorziening pensioenverplichtingen gelegd, ter dekking van toekomstige administratiekosten wordt de voorziening pensioenverplichtingen met 2% verhoogd. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige toetredingen en uittredingen en met hertrouwkansen. Voor de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen wordt ervan uitgegaan dat de pensioenen op continue wijze worden uitbetaald. De leeftijd per berekeningsdatum wordt vastgesteld in jaren en maanden nauwkeurig.
26
Voor risico deelnemers Betreft de verplichtingen jegens verzekerden op grond van de regeling BPR, voortvloeiend uit de ingelegde premies en het hierop behaalde beleggingsrendement. Herverzekerde deel Dit betreft de contante waarde van de herverzekerde pensioenaanspraken uit hoofde van arbeidsongeschiktheid, berekend op dezelfde grondslagen als de voorziening pensioenverplichtingen en van de toekomstige premievrije inleg. Opbrengsten uit beleggingen Dit betreft de indirecte beleggingsopbrengsten uit hoofde van herwaardering van de beleggingsfondsen waarin geparticipeerd wordt en de directe beleggingsopbrengsten uit hoofde van inkomsten uit interest, onder aftrek van de beleggingskosten. Deze opbrengsten worden verwerkt in de periode waarop zij betrekking hebben. Het beleggingsrendement is de time weighted return berekend op dagbasis. Kosten Kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Overige baten en lasten Overige baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd.
27
5.4.3
Specificaties van de posten van de jaarrekening
Bedragen x € 1.000 [1] Aandelen Stand begin boekjaar Aankopen Boekwaarde verkopen Beurs- en valutakoersverschillen Stand einde boekjaar Gemiddelde omloopsnelheid aandelen
2005
2004
1.096 2.464 -823 423 3.160
266 812 -34 52 1.096
0,78
De verkrijgingsprijs van de aandelen per balansdatum is totaal € 2.826.
Bedragen x € 1.000 [2] Vastrentende waarden Stand begin boekjaar Aankopen Boekwaarde verkopen en aflossingen Beurs- en valutakoersverschillen Stand einde boekjaar Gemiddelde omloopsnelheid Vastrentende waarden
2005
2004
3.039 3.997 -611 109 6.534
980 2.192 -255 122 3.039
0,45
De verkrijgingsprijs van de vastrentende waarden per balansdatum is totaal € 6.526.
Bedragen x € 1.000 [3] Liquide middelen Participaties Money Market Fund Totaal beleggingen voor risico deelnemers Bedragen x € 1.000 [4] Beleggingen voor risico pensioenfonds: Aandelen Vastrentende waarden Participaties Money Market Fund Banken, rekening-courant Totaal De tegoeden bij banken staan ter vrije beschikking van het fonds.
28
2005
2004
2.990
1.175
12.684
5.310
2005
2004
157 170 72 286 685
0 0 77 664 741
2005 134
Bedragen x € 1.000 [5] Herverzekerde rechten
2004 100
Het aandeel van de herverzekeraar inzake arbeidsongeschiktheid heeft het karakter van een langlopende lening en wordt voldaan door een jaarrente tot de pensioendatum van de betrokken deelnemers.
2005
2004
0
252
285 315 600
110 0 362
Bedragen x € 1.000 [7] Eigen vermogen ALGEMENE RESERVE Stand begin boekjaar Mutatie: Resultaat boekjaar Stand einde boekjaar
2005
2004
338
50
12 350
288 338
Bedragen x € 1.000 [8] Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers Stand begin boekjaar Toevoeging boekjaar Stand einde boekjaar
2005
2004
5.310 7.374 12.684
1.474 3.836 5.310
5.310 7.265 752 -585 -58 12.684
1.474 3.705 204 -9 -64 5.310
Bedragen x € 1.000 [6] Vorderingen en overige activa Premies en koopsommen Herverzekeraar, claims overlijden en arbeidsongeschiktheid 2004 en 2005 Herverzekeraar, afrekening 2005 Totaal einde boekjaar
Verloop voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers Stand begin boekjaar Inleg en waardeovernames Beleggingsresultaten Uitkeringen/afkopen/waardeoverdrachten Overige oorzaken Stand einde boekjaar
29
Bedragen x € 1.000 [9] Voorziening pensioenverplichtingen herverzekerd Stand begin boekjaar Overgang rentetermijnstructuur Toevoeging boekjaar Stand einde boekjaar
2005
2004
100 1 33 134
0 0 100 100
Bedragen x € 1.000 [10] Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Stand begin boekjaar Toevoeging boekjaar Stand einde boekjaar
2005
2004
294 228 522
29 265 294
Stand begin boekjaar Inkoop Benodigde intrest Uitkeringen/Afkopen Overgang rentetermijnstructuur Overige oorzaken Stand einde boekjaar
294 314 19 -15 21 -111 522
29 276 10 -1 0 -20 294
Bedragen x € 1.000 [11] Schulden en overige passiva Betreft: Premie herverzekering, inclusief rente
2005
2004
0
408
339
0
0 50 24 413
10 42 11 471
Verloop voorziening voor risico pensioenfonds
Restitutie werkgever premie WAOaanvulling 2004/2005 minus afrekening premie 2005 Premierestitutie 2003 deelnemers i.v.m. uitdiensttreding binnen 1 jaar Kosten externe dienstverleners Overige schulden Totaal einde boekjaar
30
5.4.4
Specificaties van de posten van de Rekening van baten en lasten
Bedragen x € 1.000 [12] Premie-inkomsten Premie en koopsommen Inleg premie (BPR, prepensioen e.d.) Restitutie premie WAO-aanvulling 2004 Opslag voor uitvoeringskosten Totaal Premie-inkomsten Bedragen x € 1.000 [13] Beleggingsresultaten Indirecte opbrengsten aandelen Indirecte opbrengsten vastrentende waarden Indirecte opbrengsten liquide middelen Directe opbrengsten liquide middelen Toe- en uittredingskosten Totaal waarvan: Directe opbrengsten Indirecte opbrengsten Bedragen x € 1.000 [14] Waardeovernames
2005
2004
6.794 -140 679 7.333
4.658 0 582 5.240
2005
2004
500 234 36 30 -12 788
55 133 0 17 -6 199
18 770
11 188
2005 1.365
2004 23
Betreft ontvangen koopsommen inzake waardeoverdrachten inclusief interest, waarvan in totaal ontvangen van Stichting Pensioenfonds KPN rond € 1.316.000.
Bedragen x € 1.000 [15] Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers herverzekerd voor risico pensioenfonds Totaal mutatie voorziening pensioenverplichtingen Bedragen x € 1.000 [16] Pensioenuitkeringen Ouderdomspensioen Partnerpensioen Anw-aanvulling Afkoop pensioenen Premierestitutie Totaal
31
2005
2004
7.374 34 228
3.836 100 265
7.636
4.201
2005
2004
2 2 9 75 6 94
0 0 1 9 0 10
2005 576
Bedragen x € 1.000 [17] Waardeoverdrachten
2004 0
Betreft betaalde koopsommen inzake waardeoverdrachten inclusief interest, waarvan in totaal betaald aan Stichting Pensioenfonds KPN rond € 494.000.
Bedragen x € 1.000 [18] Herverzekeringscontract Premie herverzekering 2005 Afrekening premie 2004 Restitutie premie WAO-hiaat 2004 Claim inzake overlijden Claim inzake arbeidsongeschiktheid Mutatie herverzekerde rechten Totaal
2005
2004
792 3 -115 -162 -13 -34 471
580 0 0 -110 0 -100 370
Het pensioenfonds heeft de overlijdensrisico's op kapitaalbasis en de arbeidsongeschiktheidsrisico's op rentebasis volledig herverzekerd bij Zwitserleven te Amstelveen.
Bedragen x € 1.000 [19] Overige lasten Interest rekening-courant herverzekeraar Totaal
2005
2004
18 18
11 11
Bedragen x € 1.000 [20] Uitvoeringskosten Door TKP Pensioen in rekening gebrachte tarieven inzake: Pensioenbeheer-activiteiten Vermogensbeheer
2005
2004
588 57 645 34 679
474 57 531 51 582
Overige kosten Totaal
De statutaire bestuurders van het fonds ontvangen geen bezoldigingen van het fonds voor de uitvoering van de functie als bestuurslid.
32
5.5
Actuariële analyse
Bedragen x € 1.000 Resultaat op premie Resultaat op beleggingen Resultaat op bestandsontwikkeling Resultaat op ontslag Resultaat op herverzekering Aanpassing actuariële grondslagen Overige resultaten Overgang naar rentetermijnstructuur Totaal resultaat
2005
2004
55 3 0 0 7 -10 -21 -22
136 -15 63 27 0 0 77 0
12
288
Het resultaat op premie is positief. Dit wordt veroorzaakt door onder andere uitdiensttredingen binnen 1 jaar. Het resultaat op herverzekering wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de opslag in de premie voor premievrijstelling groter is dan de verschuldigde premie aan de herverzekeraar. Het negatieve resultaat op aanpassing actuariële grondslagen bestaat uit de jaarlijkse toevoeging vooruitlopend op de nieuwe sterftetafel. Per ultimo 2005 is in totaal 2% (0,5% per jaar sinds het uitbrengen van de nieuwe sterftetabel) van de risicodragende elementen aan de VPV toegevoegd. De post overige resultaten bestaat onder andere uit correcties en overige baten en lasten. Het negatieve resultaat € 22.000,- inzake overgang naar rentetermijnstructuur bestaat uit de mutatie in de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds € 21.000,- en voorziening pensioenverplichtingen herverzekerd € 1.000,-.
Zoetermeer, 20 juni 2006 drs. ir. M. Aarnoudse mr. E.J.J. de Jong drs. C.J. van Kempen M.R. Patijn mevr. M.T. Roorda Van Eijsinga, secretaris drs. J.G.A. Visser, voorzitter
33
6.
Overige gegevens
6.1
Accountantsverklaring
Aan het bestuur van Stichting Pensioenfonds SNT Opdracht Ingevolge uw opdracht hebben wij de jaarrekening 2005 van Stichting Pensioenfonds SNT te Groningen gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken. Werkzaamheden Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het bestuur van het pensioenfonds daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Oordeel Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het eigen vermogen op 31 december 2005 en van het resultaat over 2005 in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag voorzover wij deze kunnen beoordelen verenigbaar is met de jaarrekening. Amsterdam, 20 juni 2006
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. M. van Ginkel RA
34
6.2
Actuariële verklaring
Opdracht Ingevolge de mij door het bestuur van Stichting Pensioenfonds SNT te Zoetermeer toevertrouwde opdracht tot certificering is de financiële positie per 31 december 2005 van het fonds door mij beoordeeld, en zijn de overige taken, voor de certificerend actuaris voortvloeiend uit de wet, door mij vervuld. Gegevens De gegevens, waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door het pensioenfonds. De administratieve basisgegevens, die aan de vaststelling van de verzekeringstechnische voorzieningen ten grondslag liggen, waaronder begrepen de opgebouwde pensioenrechten, zijn door de accountant van het pensioenfonds, in het kader van diens controle van de jaarrekening, gecontroleerd. Bij de bedoelde basisgegevens is een accountantsverklaring verstrekt Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de financiële positie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens uit de jaarrekening, waarbij een accountantsverklaring is verstrekt. Werkzaamheden Bij de beoordeling van de financiële positie zijn conform artikel 10b van de Pensioen- en Spaarfondsenwet expliciet de aangehouden voorziening pensioenverplichtingen (VPV) en de overige verzekeringstechnische voorzieningen gecontroleerd. Voorts zijn de uitgangspunten, grondslagen en methoden, die zijn toegepast bij de vaststelling van de verzekeringstechnische voorzieningen, respectievelijk bij de voorbereiding van de uitgevoerde toetsen van de toereikendheid van de fondsmiddelen, beoordeeld. De berekeningen voor de vaststelling van de voorzieningen en die voor de uitgevoerde toetsen zijn zowel globaal als steekproefsgewijs door mij beoordeeld. Deze controles zijn zodanig gepland en uitgevoerd, dat met een redelijke mate van zekerheid kan worden gesteld dat de betreffende berekeningsresultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Daarnaast heb ik de financiële opzet van het pensioenfonds beoordeeld. De mate van zekerheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum opgebouwde pensioenverplichtingen zal kunnen nakomen is door mij geëvalueerd. Naar mijn mening vormen de beschreven controles en toetsen een deugdelijke grondslag voor het hierna te geven oordeel. Oordeel De strekking van de accountantsverklaring, afgegeven bij de algemene basisgegevens, is zodanig dat die gegevens door mij als uitgangspunt van de daarop voortbouwende en door mij beoordeelde berekeningen zijn aanvaard.
35
Voorzieningen Hiermede verklaar ik mij te kunnen verenigen met de in de jaarrekening vermelde methoden en grondslagen voor de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen en de overige verzekeringstechnische voorzieningen. Deze voorzieningen zijn getoetst uitgaande van door mij realistisch geachte grondslagen. Naar mijn oordeel is de hoogte van de in de jaarrekening genoemde en de overige verzekeringstechnische voorzieningen, als geheel bezien, per balansdatum afdoende. Toetsing van de fondsmiddelen aan criteria van DNB De toets conform de richtlijnen van DNB wijst uit dat de op balansdatum aanwezige middelen van het pensioenfonds ten minste gelijk zijn aan de voor de ondergrens gestelde norm. Gemeten naar deze maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, dus sprake van dekking. De totale reserves bij het pensioenfonds zijn per balansdatum ten minste gelijk aan de daartoe door DNB gestelde norm. Jaarlijkse affinanciering van tijdsevenredige aanspraken Aan artikel 9a lid 1 van de Pensioen- en Spaarfondsenwet is naar mijn oordeel voldaan. Financiële positie van het pensioenfonds De financiële positie van Stichting Pensioenfonds SNT is naar mijn mening goed. Bij handhaving van het tot dusverre gevoerde beleid zal het pensioenfonds waarschijnlijk – uitgaande van de door mij op het beoordelingsmoment relevant en realistisch geachte veronderstellingen – kunnen voldoen aan de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum. Daarbij is in aanmerking genomen dat indexatie voorwaardelijk is.
Nieuwegein, 20 juni 2006
ir. drs. G. Veluwenkamp AAG Watson Wyatt Brans & Co.
36
6.3
Informatie over de financieringsovereenkomst
Bij het oprichten van het pensioenfonds is overeengekomen dat de werkgever geen aanvullende betalingsverplichtingen ten aanzien van toegekende periodieke uitkeringen heeft wanneer de middelen van het fonds ontoereikend zijn ten opzichte van de verplichtingen. In 2004 heeft dit gevolgen gehad voor zowel de financieringsovereenkomst als de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Dit betrof ondermeer de indexatiebepaling, de wijze waarop het weerstandvermogen wordt opgebouwd en beschrijving van de sturingsmiddelen.
37
6.4
Bijzondere statutaire zeggenschapsrechten
Het bestuur bestaat uit een even aantal, maar tenminste uit vier personen. KPN Telecommerce BV (voorheen SNT Group NV) heeft statutair het recht om tenminste twee bestuursleden, waaronder de voorzitter, te benoemen. De Ondernemingsraad van KPN Telecommerce BV heeft statutair het recht om tenminste twee bestuursleden, waaronder de secretaris, te benoemen.
38
7.
Begrippenlijst
ABTN Afkorting voor Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. In deze, door de wet verplicht gestelde nota, wordt het beleid van het fonds beschreven op het gebied van financiering, beleggingen, pensioenen en indexering. Actuariële analyse In deze analyse wordt de invloed verklaard van opgetreden verschillen tussen de actuariële grondslagen en werkelijke ontwikkelingen. Asset Liability Management (ALM) Het in kaart brengen van de onderlinge samenhang van pensioenverplichtingen, premiebeleid en beleggingsmix. Met behulp van ALM-simulatiemodellen worden beelden geschetst van de kansen en bedreigingen voor het pensioenfonds in diverse economische scenario’s. Beleggingsdepot Ten behoeve van de beschikbare premieregeling en/of de regeling individueel pensioensparen heeft een deelnemer de keuze uit diverse beleggingsdepots. Elk beleggingsdepot heeft een bepaald risicoprofiel en daarbij behorende samenstelling van aandelen, obligaties en geldmarktinstrumenten. Beleggingsfonds Instelling die geld van derden belegt in aandelen of andere beleggingssoorten. Beleggingsmix De verdeling van beleggingen over verschillende beleggingscategorieën, zoals bijvoorbeeld aandelen, vastrentende waarden, alternatieve beleggingen en overlay strategieën. Ook wel beleggingsportefeuille. Beleggingshorizon Periode waarover wordt belegd. Benchmark Representatieve herbeleggingsindex waartegen de prestaties van de beleggingsportefeuille worden afgezet. Beschikbare premie regeling (BPR) Deelnemers bouwen pensioen op in de beschikbare premieregeling. De premie wordt gestort in een beleggingsdepot van eigen keuze. Code Tabaksblat De Nederlandse Corporate governance code. Dekkingsgraad De dekkingsgraad is de verhouding tussen de netto activa en de voorziening pensioenverplichtingen, uitgedrukt in een percentage. Dit verhoudingsgetal geeft aan in hoeverre op lange termijn de pensioenverplichtingen kunnen worden nagekomen. De netto activa zijn het saldo van het belegd vermogen, de andere activa en de schulden.
39
DNB De Nederlandsche Bank. Eigen vermogen Buffer om mogelijke waardedalingen van de in het fonds aanwezige middelen op te vangen. Pensioenfondsen zijn verplicht om te beschikken over een voldoende grote buffer. Met een toereikendheidstoets kan jaarlijks worden vastgesteld of het eigen vermogen groot genoeg is. Financieel Toetsingskader (FTK) De door de Nederlandsche Bank uitgevoerde methodiek voor toetsing van de financiële opzet en toestand van pensioenfondsen die vanaf 1 januari 2007 verplicht worden. Franchise Het deel van het salaris dat niet wordt meegenomen bij het berekenen van de pensioengrondslag. GBM/V Zie Overlevingstafels. Gemiddelde omloopsnelheid De gemiddelde omloopsnelheid wordt gedefinieerd als het gemiddelde van aankopen en verkopen gedeeld door het gemiddeld vermogen. Liquide markten Een markt waar altijd veel vraag en aanbod is, en waar dus veel wordt gehandeld, bijvoorbeeld in aandelen. Marktwaarde De marktwaarde is het bedrag waarvoor recht of een verplichting kan worden afgewikkeld tussen terzake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn. Outperformance/underperformance Het rendement dat een vermogensbeheerder heeft behaald over een door hem beheerde portefeuille ten opzichte van het rendement van de benchmark. Overlevingstafels Overlevingstafels geven de gemiddelde overlevings- en sterftefrequenties binnen de Nederlandse bevolking weer en worden gebruikt bij het berekenen van pensioenpremies. Er zijn voor mannen en vrouwen aparte overlevingstafels afgeleid: GBM en GBV. De overlevingstafels worden aangevuld met jaartallen welke de waarnemingsperiode aangeven. Pensioenplanner Een internettoepassing waarmee deelnemers inzicht hebben in hun opgebouwde pensioenrechten en berekeningen kunnen maken op basis van (mogelijke) veranderingen in persoonlijke en/of werksituatie.
40
Pensioenwet Naar verwachting zal de huidige PSW op 1 januari 2007 worden vervangen door de Pensioenwet. De Pensioenwet heeft tot doel de waarborgen te verschaffen voor financiële zekerheid, individuele zekerheid en uitvoeringszekerheid. Pension fund Governance Goed pensioenfonds bestuur, waarbij integer en transparant handelen door het bestuur en het toezicht daarop zijn inbegrepen. Daarbij legt het bestuur verantwoording af over het gevoerde beleid. Quorum Het quorum is het aantal leden dat aanwezig moet zijn in een vergadering om geldige besluiten te kunnen nemen Tracking error Maatstaf voor het risico dat een fondsmanager mag lopen met zijn beleggingsbeleid. Geeft de (theoretische) maximale afwijking aan van het rendement van de beleggingen ten opzichte van een benchmark. Waardeoverdracht(en) Het naar een andere pensioenregeling overdragen van de waarde van het opgebouwde pensioenrecht. Zero coupon lening Bij een zero coupon lening wordt geen tussentijdse rente ontvangen waardoor de duration nagenoeg overeen komt met de looptijd van de lening.
41
Colofon Uitgegeven door Stichting Pensioenfonds SNT Stationsplein 9, Groningen Correspondentieadres: Postbus 501 9700 AM GRONINGEN Telefoon 050 582 19 90 Fax 050 313 82 01 website www.stps.nl
[email protected] emailadres
Realisatie TKP Pensioen BV Postbus 501 9700 AM GRONINGEN
42