Jaarverantwoording 2014
4 é
Gemeente
♦ ♦♦Almelo 4
Raadsvergadering: 16 juni 2015
Aan de raad Onderwerp: Jaarverantwoording 2014 Programma: Bestuurskracht en bestuurscultuur Portefeuillehouder: E.J. van Marie Auteur, sector/team/teamonderdeel: J. ten Broeke en E. Luttikhold - CCA Concerncontrol en Advies
Samenvatting raadsv oorstel Met de jaarverantwoording 2014 legt het college verantwoording af aan de raad over het gevoerde beleid en de besteding van de middelen. De jaarrekening 2014 sluit met een nadelig saldo van 51,9 min euro. Dit komt met name door het afwaarderen naar agrarische waarde van woningbouwlocaties Leemslagen en Noordflank. O p de reguliere bedrijfsvoering komen we uit op een positief saldo van 5,0 min euro.
1. Waarom naar de raad: De raad controleert de wijze waarop het college haar taken uitvoert. Beleidsdoelen en bijbehorende budgetten worden vastgelegd in de begroting, bijsturing vindt plaats via de bestuursrapportage. Via de jaarverantwoording legt het college verantwoording af. De jaarverantwoording geeft inzicht in de realisatie van het al vastgelegde beleid en de kosten die daarmee samenhangen. Per programma wordt aangegeven welke doelen u gesteld heeft, wat gedaan is om die doelen te bereiken, in hoeverre doelen bereikt zijn en wat dat gekost heeft. De jaarverantwoording is opgesteld conform de richtlijnen van het Besluit Begroting en Verantwoording en bestaat uit het jaarverslag (beleidsmatige gedeelte) inclusief het burgerjaarverslag en de jaarrekening (beheers- en cijfermatige gedeelte). 2. Argumentatie: Met het vaststellen van de jaarverantwoording neemt u kennis van de wijze waarop de gestelde doelen gerealiseerd zijn. De uitkomsten daarvan kunt u gebruiken bij het bepalen van uw politieke prioriteiten en het doen van voorstellen voor het bijstellen van doelstellingen. Expliciete besluiten neemt over de financiële consequenties van de jaarverantwoording. U stelt het definitieve rekeningresultaat vast en besluit wat u met het resultaat wenst te doen. Hoofdlijnen Raadsprogramma en Uitvoeringsprogramma Na de verkiezingen heeft u raad het Raadsprogramma 2014-2018 vastgesteld. U heeft daarin richting gegeven aan thema's als Binnenstad, Werk en economie, Bestuurscultuur, Financiën, Zorg, Vrije tijd, Duurzaamheid en Veiligheid. Dit Raadsprogramma werd unaniem aangenomen. Het raadsprogramma was de basis voor het Uitvoeringsprogramma 2014-2018. In het Uitvoeringsprogramma geeft het college aan welke accenten er worden gelegd. In maart 2015 heeft het college een bijbehorende investeringsagenda vastgesteld. Decentralisaties In 2014 zijn veel werkzaamheden verricht voor de invoering van de decentralisaties van de Jeugdwet, Wmo en Participatiewet. Dit is een enorme operatie, waarbij op het gebied van onder meer kadervorming en beleid, inrichten van de sturing en monitoring op de nieuwe terreinen, Pagina 1 van 5 Raad- 1502739 DCS- 1434644
subsidieverstrekking, inkoop, contractmanagement en uitwerken van werkafspraken, inrichten van de sociale wijkteams en backoffice, communicatie naar stakeholders en uitwerken van de samenwerking binnen de regio Twente met de vorming van de Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente en Veilig Thuis Twente, veel is gerealiseerd. De komende jaren wordt gewerkt aan de transitie van het zorglandschap om de noodzakelijke ombuigingen binnen het sociaal domein te kunnen realiseren. Van Katoen en Nu De gemeente Almelo en woningcorporatie Beter Wonen hebben vanwege hun honderd jarige bestaan in 2014 het Nederlands Symfonieorkest (Stichting Aurora Opera en Muziek) gevraagd met de Almelose bevolking een musical te maken die het verhaal van de stad vertelt. Hieruit is het idee van de stadsmusical Van Katoen en Nu geboren. De stadsmusical Van Katoen en Nu is een groot succes geworden, met als resultaat tien drukbezochte voorstellingen en veel betrokken vrijwilligers. Bezoekers en deelnemers geven Van Katoen een gemiddeld rapportcijfer van 8,9. Er is een onderzoek uitgevoerd om de effecten van de musical te meten. De resultaten en aanbevelingen van dit project nemen we mee in toekomstige initiatieven en worden betrokken bij de cultuurvisie. Voorbereidingen besluitvorming binnenstad In februari 2014 heeft het college besloten de overeenkomst Oostgevel 1 te accepteren en deze na een raadsbesluit te ondertekenen op het moment dat er ook een overeenkomst voorligt voor de herontwikkeling van Haven Zuid. Dat is nu het geval en de raad heeft dan ook op 17 februari 2015 een besluit genomen betreffende de herontwikkeling van deelgebied Haven Zuid. In maart 2015 wordt gestart met de eerste fase van de herontwikkeling van de binnenstad. Gestart wordt met de transformatie van de kantoren op de voormalige V&D locatie in 30 appartementen voor Beter Wonen. Vervolgens zal gestart worden met het naar voren brengen en vernieuwen van de gevel van de Galerij (ter hoogte van de Duthler). Grondbedrijf Op 10 februari 2015 heeft u besloten om wat betreft de woningbouwprognoses, niet meer uit te gaan van de mediaanvariant maar van het behoedzame Trendscenario. Dit vanwege tegenvallende gronduitgifte de afgelopen jaren en afspraken die in Netwerkstadverband zijn gemaakt. Door deze keuze heeft het grondbedrijf in 2014 een negatief resultaat behaald van 56,9 min euro. Het verlies hangt grotendeels samen met het uit exploitatie nemen van Leemslagen en Noordflank. De ten behoeve van deze projecten aangekochte gronden zijn afgewaardeerd naar agrarische waarde. Resultaatbestemming Het gerealiseerd resultaat van 2014 bedraagt 51,9 min euro nadelig. In onderstaande tabel presenteren wij u het resultaat per programma ( +lasten, -baten): Gerealiseerd resultaat per programma Bedragen x 1 min euro Programma Bestuurskracht en bestuurscultuur Programma Aantrekkelijke stad Programma Sociale agenda Programma Leefbaarheid en veiligheid Algemene dekkingsmiddelen Resultaat van baten en lasten Saldo mutaties in reserve Gerealiseerd resultaat
Pagina 2 van 5 Raad- 1502739 DCS- 1434644
Primaire begroting 2014 15,7
Begroting 2014 na wijziging 15,0
Rekening 2014
Afwijking 2014
17,8
-2,8
19,2 50,0 23,6 -113,2 -4,7 4,7 0
24,0 55,5 27,2 -118,2 3,5 -3,5 0
84,1 48,2 25,0 -118,4 56,7 -4,8 51,9
-60,1 7,3 2,2 0,2 -53,2 1,3 -51,9
De saldo mutaties in de reserve hebben betrekking op stortingen en onttrekkingen waarover u eerder al een besluit heeft genomen. Het financieel effect hiervan bedraagt 4,8 min euro voordelig. Per saldo betekent dit een gerealiseerd resultaat van 51,9 min euro nadelig. In grote lijnen is het nadelig resultaat Verschillen groter dan 1 min euro: 1. Resultaat grondbedrijf: 2. Saldi kostenplaatsen: 3. Sociale uitkeringsvoorziening: 4. Wmo: 5. Overige verschillen:
van 51,9 min euro als volgt te verklaren. 56,9 min euro nadeel 1,3 min euro nadeel 2,8 min euro voordeel 1,4 min euro voordeel 2,1 min euro voordeel
Als wij het negatieve resultaat van het grondbedrijf er buiten laten dan resteert een positief resultaat uit normale bedrijfsvoering van 5,0 min euro. Begroting 2 0 1 4 na I
I Resultaten I Bedragen x 1 min euro
wijziging
Gerealiseerd resultaat
51,9
nadeel
Resultaat grondbedrijf
56,9
nadeel
Gerealiseerd resultaat exclusief resultaat grondbedrijf
5,0 voordeel
Gelijktijdig met deze jaarverantwoording leggen wij u een voorstel voor, waarin wij u vragen in te stemmen met een aantal aanvullende resultaatbestemmingen voor een bedrag van per saldo 148.000 euro nadelig. In onderstaande tabel treft u aanvullende resultaatbestemmingen aan waarvoor wij uw instemming vragen. Aanvullende resultaatbestemmingen
Bedrag
Storten / Onttrekken
Bedragen x 1.000 euro Restantbudgetten 2014 Verrekening resultaat grondbedrijf Mobiele telefonie Voorziening lening Recon
1.186 -971 70 -273
Storten in reserve overlopende werken Onttrekken aan reserve algemeen grondbedrijf Storten in reserve automatisering Onttrekken aan reserve GSB
Dienstverlening ROZ
200
Storten in reserve re-integratie
Onderbesteding P-budset
308
Storten in reserve re-inteeratie
Plankosten Haven Zuid Totaal
-372 148
Onttrekken aan reserve centrumspaarfonds Te verrekenen met algemene reserve
Voor een nadere toelichting op deze aanvullende resultaatbestemmingen verwijzen wij u naar paragraaf 2.2 van de jaarverantwoording 2014. Na instemming van deze bestemmingsvoorstellen resteert nog een bedrag van 52,0 min negatief. Wij stellen u voor om dit bedrag ten laste van de algemene reserve te brengen. Verrekening met algemene reserve (bedragen x 1 min euro) Gerealiseerd resultaat Aanvullende resultaatbestemmingen Verrekening met algemene reserve
Pagina 3 van 5 Raad - 1502739 DCS- 1434644
Begroting 2 0 1 4 na wijziging
Rekening 2014
Afwijking 2014
0 -
51,9 0,1 52,0
-51,9 -0,1 -52,0
0
3. Middeleninzet: De lasten onderscheidenlijk de baten over het jaar 2014 bedragen afgerond 352,8 min euro respectievelijk 296,1 min euro. Het balanstotaal ultimo 2014 bedraagt 360,3 min euro. Het gerealiseerd resultaat, na verrekening van de mutaties op de reserves van 4,8 min euro voordelig, komt uit op afgerond 51,9 min euro nadelig. Voorgesteld wordt deze als volgt te bestemmen: a. een bedrag van 1.186.000 euro te storten in de reserve overlopende werken als restantbudgetten van 2014; b. een bedrag van 971.000 euro te onttrekken aan de reserve algemeen grondbedrijf ter gedeeltelijke dekking van het nadelig resultaat op de grondexploitaties conform de geldende beleidslijn; c. een bedrag van 70.000 euro te storten in de reserve automatisering voor de vervanging van investeringen in mobiele telefonie; d. een bedrag van 273.000 euro te onttrekken aan de reserve GSB voor het treffen van een voorziening op de lening aan Recon; e. een bedrag van 200.000 euro te storten in de reserve re-integratie in verband met de vrijval van bestedingen binnen het participatiewerk; f. een bedrag van 308.000 euro te storten in de reserve re-integratie in verband met de reservering van niet bestede middelen voor re-integratie uit het Participatiebudget; g. een bedrag van 372.000 euro te onttrekken aan de reserve centrumspaarfonds conform het raadsbesluit over de binnenstadsontwikkeling; h. het restantbedrag van 52,0 min euro te onttrekken aan de algemene reserve; Vervolgproces tot aan Perspectief nota 2015 Het resultaat 2014 valt fors negatief uit. Dit was verwacht gezien de besluitvorming over het grondbedrijf afgelopen februari. Verder is voor de komende jaren nog een bedrag nodig om de meerjarenbegroting sluitend te krijgen, om risico's in het sociale domein op te vangen en om investeringen te kunnen doen. De totale opgave bij de Perspectiefnota is 15 min euro structureel. Op 18 november 2014 is tussen raad en college afgesproken vanaf januari 2015 een kerntakendiscussie te voeren die zijn beslag krijgt in de Perspectiefnota 2015 met een meerjarig investerings- en bezuinigingsplan. Het college kreeg daarbij de opdracht om een pakket met ambtelijke bezuinigingsvoorstellen te ontwikkelen. In januari is een pakket met maatregelen aangeboden aan de raad voor een bedrag van 15 min euro. De komende maanden in de opmaat naar de Perspectiefnota 201 5 zijn er politieke beraden ingepland voor beeldvorming en oordeelsvorming. De integrale afweging en besluitvorming over de Perspectiefnota 201 5 vindt plaats op 2 juli 201 5. Risico's Door middel van maatregelen bij de Perspectiefnota 2015 en vervolgens in de Begroting 2016 willen we het financiële evenwicht herstellen. Lukt dit niet dan kan de Provincie Overijssel het toezicht verscherpen naar preventief toezioht, totdat de algemene reserve weer is aangevuld. Dit zou er toe kunnen leiden dat er minder prioriteit komt te liggen bij de Investeringsagenda die in maart naar de raad is gestuurd. Wij stellen u voor te besluiten conform het bijgevoegde ontwerp-raadsbesluit. Burgemeester en Wethouders van Almelo, de secretaris,
de burgemeester,
mr. G.A. de Haan
mr. W.P.M. Urlings
Bijlagen: - Samenvatting jaarverantwoording 2014 lntern-35078 - Concept Jaarverantwoording 2014 lntern-34328 - Accountantsrapport lnkomend-60214 Pagina 4 van 5 Raad- 1502739 CS- 1434 >44
___^_
De Raad van de Gemeente Almelo; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; besluit:
4.
de jaarverantwoording 2 0 1 4 van de gemeente Almelo vast te stellen en de daarin opgenomen toelichtingen, analyses, conclusies en aanbevelingen te aanvaarden als verantwoording van het college over het gevoerde beleid en beheer in 2 0 1 4 ; de lasten onderscheidenlijk de baten over het jaar 2 0 1 4 bedragen afgerond 3 5 2 , 8 min euro respectievelijk 2 9 6 , 1 min euro; het gerealiseerd resultaat, na verrekening van de mutaties op de reserves van 4 , 8 min euro voordelig, te bepalen op afgerond 51,9 min euro nadelig en deze als volgt te bestemmen: a. een bedrag van 1.186.000 euro te storten in de reserve overlopende werken als restantbudgetten van 2 0 1 4 ; b. een bedrag van 9 7 1 . 0 0 0 euro te onttrekken aan de reserve algemeen grondbedrijf ter gedeeltelijke dekking van het nadelig resultaat op de grondexploitaties conform de geldende beleidslijn; c. een bedrag van 7 0 . 0 0 0 euro te storten in de reserve automatisering voor de vervanging van investeringen in mobiele telefonie; d. een bedrag van 2 7 3 . 0 0 0 euro te onttrekken aan de reserve GSB voor het treffen van een voorziening op een lening; e. een bedrag van 2 0 0 . 0 0 0 euro te storten in de reserve re-integratie als gevolg van de vrijval van bestedingen binnen het participatiewerk; een bedrag van 3 0 8 . 0 0 0 euro te storten in de reserve re-integratie in verband met de reservering van niet bestede middelen voor re-integratie uit het Participatiebudget; een bedrag van 3 7 2 . 0 0 0 euro te onttrekken aan de reserve centrumspaarfonds conform het g raadsbesluit over de binnenstadsontwikkeling; het restantbedrag van 5 2 , 0 min euro te onttrekken aan de algemene reserve; het balanstotaal ultimo 2 0 1 4 vast te stellen op 3 6 0 , 3 min euro.
Gedaan ter openbare vergadering van 16 juni 2 0 1 5 , de griffier,
de burgemeester
drs. C.M. Steenbergen
J . H . M . Wermans-Vloedbékl
Pagina 5 van 5 Raad - 1502739 DCS- 1434644
Jaarverantwoording Gemeente Almelo
Vastgesteld in de raadsvergadering van 16 juni 2015
20 14
Intern - 34328
1
Inhoudsopgave 1. Inleiding................................................................................................................................................................ 4 Jaarverslag 2. Financieel resultaat .............................................................................................................................................. 8 2.1 Gerealiseerd resultaat ................................................................................................................................... 8 2.2 Aanvullende resultaatbestemmingen ........................................................................................................... 9 2.3 Consequenties voor algemene reserve ....................................................................................................... 12 3. Programmaverantwoording ............................................................................................................................... 13 3.1 Bestuurskracht en bestuurscultuur ............................................................................................................. 13 3.2 Aantrekkelijke stad ...................................................................................................................................... 20 3.3 Sociale Agenda ............................................................................................................................................ 33 3.4 Leefbaarheid en veiligheid .......................................................................................................................... 49 4. Burgerjaarverslag ............................................................................................................................................... 62 5. Paragrafen .......................................................................................................................................................... 80 5.1 Inleiding ....................................................................................................................................................... 80 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing................................................................................................. 81 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen ..................................................................................................................... 92 5.4 Financiering ................................................................................................................................................. 95 5.5 Bedrijfsvoering ............................................................................................................................................ 99 5.6 Verbonden partijen ................................................................................................................................... 105 5.7 Grondbeleid .............................................................................................................................................. 130 5.8 Lokale heffingen ........................................................................................................................................ 148 5.9 Grote projecten ......................................................................................................................................... 153 Jaarrekening 6. Balans ............................................................................................................................................................... 169 7. Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening............................................................................................ 171 8. Waarderingsgrondslagen ................................................................................................................................. 172 9. Toelichting op de balans .................................................................................................................................. 176 10. Toelichting op het overzicht van baten en lasten .......................................................................................... 191 10.1 Algemeen ................................................................................................................................................ 191 10.2 Bestuurskracht en bestuurscultuur ......................................................................................................... 192 10.3 Aantrekkelijke stad .................................................................................................................................. 196 10.4 Sociale Agenda ........................................................................................................................................ 201 10.5 Leefbaarheid en Veiligheid...................................................................................................................... 208 10.6 Algemene dekkingsmiddelen .................................................................................................................. 212 10.7 Onvoorziene uitgaven ............................................................................................................................. 215 10.8 Begrotingsrechtmatigheid....................................................................................................................... 216 11. Sisa bijlage en IMG bijlage.............................................................................................................................. 218 11.1 Sisa bijlage ............................................................................................................................................... 218 11.2 IMG bijlage .............................................................................................................................................. 223 Overige gegevens 12. Controleverklaring ......................................................................................................................................... 226 Bijlage 1 Kerngegevens ................................................................................................................................... 230 Bijlage 2 Bestuurlijke structuur en organisatiestructuur ................................................................................ 231 2
3
1. Inleiding Geachte raadsleden, Voor u ligt de Jaarverantwoording 2014 van de gemeente Almelo, waarin wij verantwoording afleggen over de beleidsmatige en financiële resultaten van 2014. Artikel 197 van de Gemeentewet schrijft voor dat verantwoording wordt afgelegd door middel van een jaarverslag en een jaarrekening. Het jaarverslag en de jaarrekening hebben wij ingericht volgens het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Door het vaststellen van deze jaarverantwoording neemt u kennis van de wijze waarop wij de gestelde doelen hebben gerealiseerd. Deze informatie kunt u gebruiken bij het bepalen van uw politieke prioriteiten en het doen van voorstellen voor het bijstellen van uw doelstellingen. Expliciete besluiten neemt u over de financiële consequenties van de jaarverantwoording. U stelt het definitieve rekeningresultaat vast en besluit wat u met het resultaat wenst te doen. De jaarstukken zijn tevens onderworpen aan een accountantscontrole dat heeft geleid tot een oordeel over de getrouwheid en over de rechtmatigheid van de jaarverantwoording. Voor de uitvoering van deze controle is het door u vastgestelde controleprotocol gehanteerd. De Jaarverantwoording 2014 is voorzien van een goedkeurende controleverklaring.
Hoogachtend, Burgemeester en Wethouders van Almelo, de secretaris, de burgemeester,
mr. G.A. de Haan
J.H.M. Hermans-Vloedbeld
4
Leeswijzer Voor u ligt de Jaarverantwoording 2014. Hierin kijken we terug op het jaar 2014 en leggen we verantwoording af over de gerealiseerde doelen en besteding van middelen. De jaarverantwoording is ingericht op basis van de uitgangspunten van de programmabegroting 2014, zodat de raad haar controlerende taak zo goed mogelijk kan uitvoeren. Opbouw Jaarverantwoording 2014 van de gemeente Almelo De jaarverantwoording bevat het raadsvoorstel, jaarverslag (beleidsdeel) en de jaarrekening (financieel deel). Hierna volgt per onderdeel een korte toelichting. Raadsvoorstel De belangrijkste beleidsmatige en financiële ontwikkelingen van 2014 zijn hierin weergegeven inclusief de besluiten die daar een gevolg van zijn. Dit onderdeel vormt hiermee tevens een samenvatting en een startpunt voor de lezer. Jaarverslag Het jaarverslag is opgebouwd uit de beleidsinhoudelijke programma’s en het programma bestuurskracht en bestuurscultuur. In elk programma wordt verantwoording afgelegd over wat wij hebben gedaan, wat wij hebben bereikt (indicatoren) en wat het ons heeft gekost. De (verplichte) paragrafen, zoals ook opgenomen in de programmabegroting, bevatten de beleidslijnen met betrekking tot een aantal programma-overstijgende onderwerpen. De lokale heffingen zijn daar een voorbeeld van. Met de onderwerpen die in de verschillende paragrafen aan bod komen zijn vaak aanzienlijke bedragen gemoeid, zodat hiermee tevens extra inzicht wordt verkregen in de financiële positie van de gemeente Almelo. Jaarrekening De jaarrekening bevat de financiële verantwoording over 2014 en bestaat uit een balans en een overzicht van baten en lasten. De balans verschaft inzicht in de vermogenspositie van de gemeente Almelo en mutaties die zich hierin hebben voorgedaan. In het overzicht van baten en lasten zijn de in het jaarverslag opgenomen cijfers verder in detail uitgewerkt en toegelicht. Per product wordt inzicht gegeven in de gerealiseerde baten en lasten. Afwijkingen ten opzichte van de begroting groter dan € 100.000 zijn voorzien van een toelichting. De accountantscontrole richt zich vooral op de jaarrekening. De controleverklaring van de accountant is opgenomen bij overige gegevens.
5
Jaarverslag
6
7
2. Financieel resultaat 2.1 Gerealiseerd resultaat Het jaar 2014 hebben wij afgesloten met een nadelig resultaat van € 51,9 miljoen. In onderstaande tabel presenteren wij u het gerealiseerd resultaat 2014 na verwerking van de afgesproken mutaties in de reserves. Gerealiseerd resultaat na bestemming (bedragen x € 1 miljoen)
Resultaat van saldo baten en lasten Saldo mutaties in reserve Gerealiseerd resultaat
Begroting 2014 na wijziging
Rekening 2014
Afwijking 2014
3,5 -3,5 0
56,7 -4,8 51,9
-53,2 1,3 -51,9
Het resultaat van saldo baten en lasten geeft het saldo weer van de baten (-) en lasten (+), zonder dat er rekening is gehouden met stortingen in en onttrekkingen aan reserves. Dit resultaat bedraagt over 2014 € 56,7 miljoen nadelig. Het gerealiseerd resultaat na bestemming is het resultaat waarin de effecten van stortingen in en onttrekkingen aan de reserves zijn verwerkt. Deze stortingen en onttrekkingen hebben plaatsgevonden conform de door u genomen raadsbesluiten. Het financieel effect van deze raadsbesluiten bedraagt € 4,8 miljoen voordelig. Per saldo betekent dit een gerealiseerd resultaat na bestemming van € 51,9 miljoen nadelig. Het nadelig resultaat na bestemming van € 51,9 miljoen is in grote lijnen als volgt te verklaren: Verschillen > € 1 miljoen: • Resultaat grondbedrijf: € 56,9 miljoen N • Saldi kostenplaatsen: € 1,3 miljoen N • Sociale uitkeringsvoorziening: € 2,8 miljoen V • Wmo: € 1,4 miljoen V • Overige verschillen: € 2,1 miljoen V Als wij het negatieve resultaat van het grondbedrijf er buiten laten dan resteert een positief resultaat van € 5,0 miljoen. Gerealiseerd resultaat excl. grondbedrijf (bedragen x € 1 miljoen)
Begroting 2014 na wijziging
Gerealiseerd resultaat Resultaat grondbedrijf Gerealiseerd resultaat exclusief resultaat grondbedrijf
51,9 56,9 5,0
Voordelig / nadelig
N N V
Gelijktijdig met deze jaarverantwoording leggen wij u een voorstel voor, waarin wij u vragen in te stemmen met een aantal aanvullende resultaatbestemmingen voor een bedrag van per saldo € 0,1 miljoen. Na instemming van deze bestemmingsvoorstellen resteert nog een bedrag van € 52,0 om te verrekenen met de algemene reserve. Verrekening met algemene reserve (bedragen x € 1 miljoen)
Gerealiseerd resultaat Aanvullende bestemmingsvoorstellen Verrekening met algemene reserve
Begroting 2014 na wijziging
Rekening 2014
0 0
51,9 0,1 52,0
Afwijking 2014
-51,9 -0,1 -52,0
In de volgende paragraaf treft u een uitgebreide toelichting op de aanvullende resultaatbestemmingen. 8
2.2 Aanvullende resultaatbestemmingen In onderstaande tabel treft u de resultaatbestemmingen aan waarvoor wij uw instemming vragen.
1 2 3 4 5 6 7
Voorstel resultaatbestemming (bedragen x € 1.000) Restantbudgetten 2014 Verrekening resultaat grondbedrijf Mobiele telefonie Voorziening lening Recon Dienstverlening ROZ Onderbesteding P-budget Plankosten Haven Zuid Totaal
Bedrag 1.186 -971 70 -273 200 308 -372 148
Storten / onttrekken Storten in reserve overlopende werken Onttrekken aan reserve algemeen grondbedrijf Storten in reserve automatisering Onttrekken aan reserve GSB Storten in reserve re-integratie Storten in reserve re-integratie Onttrekken aan reserve centrumspaarfonds Te verrekenen met algemene reserve
Indien u met alle voorstellen instemt wordt het saldo van € 148.000 euro onttrokken aan de algemene reserve. Toelichting op de resultaatbestemmingen Hierna volgt een toelichting op de voorstellen resultaatbestemming: 1. Restantbudgetten 2014 / storting in de reserve overlopende werken (€ 1.186.000) Wij stellen voor de volgende restantbudgetten van éénjarige projecten en producten over te hevelen: Project/ budget Begroot (bedragen x € 1.000) 1.1 Doorontwikkeling raad 30 1.2 Publieksdienstverlening 112 1.3 Loopbaancentrum 2014-2015 71 1.4 Ontwikkelcarrousel 30 1.5 Onderhoud kantoorruimte 274 1.6 Opstallen inrichten 320 1.7 Mobiliteitsvisie 35 1.8 Gezond in de stad 242 1.9 Naturaregeling armoedepact 75 1.10 Kunstwerken 1.005 Totale overheveling middels resultaatbestemming
Werkelijk 1 77 22 0 140 175 5 93 0 417
Vrije ruimte 29 35 49 30 134 145 30 149 75 588
Overheveling 29 27 49 30 68 145 30 145 75 588 1.186
Programma Raad/griffie B&B B&B B&B B&B AS AS SL SL L&V
Toelichting uit het collegevoorstel (BW – 1503972) 1.1 Doorontwikkeling raad (€ 29.000) Als gevolg van de gemeenteraadsverkiezingen en daardoor ontstane drukte rond personele wisselingen van gremia van de raad, is het in 2014 niet gelukt om volledig invulling te geven aan de afgesproken bijeenkomsten ten behoeve van de doorontwikkeling van de raad. Het gaat hierbij om het organiseren van bijeenkomsten over bijvoorbeeld de bestuurscultuur (doorontwikkelen van de rollen van de raad en politieke sturing), inzicht in de planning en controlcyclus, scenariodenken, integriteit, lobbyen en netwerken, debatvaardigheden en de inzet van sociale media. Een aantal van deze onderwerpen worden doorgeschoven naar 2015 en vragen om extra ondersteuning van de griffie. Voorgesteld wordt het niet bestede budget voor het functioneren van de raad in 2014 over te hevelen naar 2015.
9
1.2 Publieksdienstverlening (€ 27.000) Almelo is door de provinciale archiefinspecteur aangesproken op de kwaliteit van een aantal onderdelen van het historisch archief. Daarvoor is een verbeterplan opgesteld. In het licht van dit verbeterplan moet ook www.archiefalmelo.nl worden aangepakt. Door meer werk dan voorzien is het niet gelukt deze opdracht eind 2014 rond te krijgen. Als het plan van aanpak niet volledig wordt uitgevoerd lopen we het risico dat we weer terug gaan naar code oranje of misschien zelfs wel rood. Gezien de gemaakte afspraken met de provinciale archiefinspecteur en het belang dit onderdeel op korte termijn op orde te krijgen, wordt voorgesteld de restant middelen die hiervoor in 2014 gereserveerd zijn over te hevelen naar 2015. Opvang binnen het structurele budget voor 2015 is niet mogelijk vanwege de benodigde uitgaven voor de ontwikkeling van het nieuwe gemeentelijke programma dienstverlening 2020, waartoe het college op 18 november 2014 opdracht heeft verleend (BW-1403641). 1.3 Loopbaancentrum 2014-2015 (€ 49.000) Het loopbaancentrum binnen de gemeente Almelo is sinds 2011 actief en voor drie jaar gefinancierd. Na afloop van de financiering is besloten om het loopbaancentrum voor de duur van 18 maanden te verlengen tot in 2015. Dekking hiervoor is geregeld via het budget voor opleiding van het product bestuursondersteuning. Conform het besluit van het college (BW-1302611) wordt voorgesteld het restant budget van 2014 over te hevelen naar 2015. 1.4 Ontwikkelcarrousel (€ 30.000) De opleidingscarrousel voor KCC is een project om sectorbreed invulling te geven aan de gewenste transitie naar een integraal KCC. Hier horen andere rollen en werkwijzen bij. Houding en gedrag zijn hierbij cruciaal. Dit geldt niet alleen voor KCC maar voor alle medewerkers. Dit concept wordt daarom als voorportaal gezien en daarom gekoppeld aan het centraal opleidingsbudget 2014. Voorzien was om in 2014 een groot deel van de opleidingen te realiseren. Gelet op een aantal prioriteringen binnen sector B&O is het sectorbrede opleidingstraject later van start gegaan. De verplichtingen voor externe ondersteuning zijn inmiddels aangegaan, maar nog niet volledig gerealiseerd. Het opleidingstraject kent in ieder geval een doorloop naar 2015. Voor het centrale opleidingsbudget 2015 zijn andere opleidingen voorzien waardoor de overheveling van de gelden noodzakelijk is. 1.5 Onderhoud kantoorruimte (€ 68.000) Met het oog op de overgang naar het nieuwe stadhuis is het onderhoud op kantoorruimte van het stadhuis, De Schil, Magna Porta en JAVA toren in 2014 tot een minimum beperkt. Alleen het strikt noodzakelijk onderhoud is gedaan. Na oplevering van het nieuwe stadhuis in 2015 worden extra kosten verwacht in de exploitatie van het kantoorgebouw voor aanpassing en onderhoud van de kantoorruimten. Het project is uitgevoerd conform bestek. De ontwikkelingen gaan snel en daardoor kunnen aanpassingen op het kantoorconcept doorgevoerd worden. Deze extra kosten kunnen betrekking hebben op de veiligheid, het werkklimaat en de voorzieningen in het gebouw. Omdat deze kosten niet zijn meegenomen in het krediet van de nieuwbouw en uit het structurele onderhoudsbudget moeten worden betaald, wordt voorgesteld het niet bestede budget van 2014 voor kantoorruimten over te hevelen naar 2015. 1.6 Opstallen inrichten (€ 145.000) Medio 2014 is in lijn met de “projectofferte Inrichting Vastgoed en Exploitatie onderdeel Opstallen 2014” na besluitvorming het project verduurzamen maatschappelijk vastgoed opgestart. Een viertal deelprojecten hebben een directe relatie met deze verduurzaming. In lijn met deze besluitvorming is een business case uitgewerkt. Deze wordt samen met begeleidende nota in februari 2015 aangeboden ter (vervolg)besluitvorming. Gedurende deze periode, 2e helft 2014, is een drietal deelprojecten niet tot uitvoer gebracht. Hiermee gaat een bedrag van circa € 145.000 gemoeid. Na besluitvorming verduurzaming maatschappelijk vastgoed moet hier invulling aan worden gegeven. Om dit mogelijk te maken is het noodzakelijk dat de daarvoor in 2014 geoormerkte budgetten kunnen worden overgeheveld naar 2015. 10
1.7 Mobiliteitsvisie (€ 30.000) Als gevolg van de prioritering die gegeven is aan de beleidsevaluatie van het parkeerbeleidsplan en wisseling van personeel is de ontwikkeling van een mobiliteitsvisie nog niet uitgevoerd (BW-1402821). In 2015 zal hier als nog uitvoering aan worden gegeven. 1.8 Gezond in de stad (€ 145.000) Voor de periode 2014 tot en met 2017 zijn middelen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het project Gezond in de stad (BW-1403703). Het betreft de decentralisatie uitkering Gezond in de stad periode 20142017, waarbij de bedragen 2014 (€ 145.000) en 2015 (€ 245.000) reeds bekend zijn. 1.9 Naturaregeling armoedepact (€ 75.000) Als onderdeel van de armoedegelden is in 2014 gestart met het project naturaregeling armoedepact (BW1403721). De plannen voor armoedepact worden pas in 2015 geeffectueerd. 1.10 Kunstwerken (€ 588.000) De reden waarom voor kunstwerken niet het structurele budget is aangesproken heeft te maken met doelmatigheid. Het verhelpen of verzachten van schadebeelden zal slechts een pleister op de wond betekenen. Eerst moet samenhang worden aangebracht zodat er doelmatig én toekomstgericht de juiste maatregelen genomen kunnen worden. Daarvoor is eind 2014 aangevangen met aanvullend onderzoek. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek zal een analyse worden gemaakt, waarop op basis van veilig, bereikbaar en economisch verantwoord het geld beter besteed gaat worden. Ook wordt gekeken naar mogelijke oorzaken en schadeverhaal. De eerste inspectierapporten laten zien dat er al een investering van € 2,1 mln benodigd is voor schadeherstel en achterstallig onderhoud. Parallel hieraan is gestart met een impactvisie voor onderhoud en mobiliteit van kunstwerken. Op basis van het onderzoek zal inzicht worden verkregen in de benodigde middelen voor de komende jaren. De inzet van deze middelen zal in 2015 worden voorgelegd aan het bestuur voorzien van een dekkingsplan. Omdat de structurele middelen voor 2015 niet voorzien in vervanging of het opvangen van deformatie door achterstallig onderhoud, wordt voorgesteld om het niet bestede budget van 2014 over te hevelen naar 2015. 2. Verrekening resultaat grondbedrijf / onttrekking aan de reserve algemeen grondbedrijf (€ 971.000) Volgens de uitgangspunten van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is in 2014 een aantal voorzieningen getroffen voor verliesgevende grondexploitaties (zie paragraaf 5.7 Grondbeleid). Ter verrekening van het nadelig resultaat op de grondexploitaties wordt conform de geldende gedragslijn voorgesteld het saldo van de hiervoor bestemde reserve algemeen grondbedrijf aan te wenden. 3. Mobiele telefonie / storting in de reserve automatisering (€ 70.000) Voor de gemaakte kosten inzake mobiele telefonie heeft in december de doorbelasting naar de sectoren plaatsgevonden. Deze doorbelasting maakt het mogelijk om mobiele telefonie uit te leveren (personele component) en van onderhoud te voorzien. Tevens zijn bestaande smartphone’s vervangen. Deze kosten zijn verrekend met de reserve automatisering (I&A). Om in de toekomstig voldoende middelen beschikbaar te hebben voor vervanging van de smartphone’s wordt voorgesteld € 70.000 te storten in de reserve automatisering. 4. Voorziening lening Recon / onttrekking uit de reserve GSB (€ 273.000) Op 20-1-2015 heeft het college besloten om een bedrag van € 273.000 uit de reserve grotesteden beleid (GSB) vrij te laten vallen ter dekking van een voorziening voor de lening aan Recon (Twentex).
11
5. Dienstverlening ROZ / storting in de reserve re-integratie (€ 200.000) Doordat de dienstverlening Regionale Organisatie Zelfstandigen (ROZ) voor startersondersteuning in 2014 onderdeel heeft uitgemaakt van het participatiewerk is voor € 200.000 minder uitgegeven op het product dienstverlening ROZ. Om dit budget beschikbaar te houden voor re-integratiedoeleinden wordt voorgesteld dit bedrag te storten in de reserve re-integratie. 6. Onderbesteding P-budget / storting in de reserve re-integratie (€ 308.000) Van de re-integratiemiddelen is 308.000 euro niet besteed. Tot 2014 mochten de niet-bestede middelen voor re-integratie (tot een maximum van 25%) gereserveerd worden voor besteding binnen de wet Participatiebudget. Het college stelt voor om de onderbesteding van 2014, net als in voorgaande jaren, te reserveren voor re-integratiedoeleinden in 2015. 7. Plankosten Haven Zuid / onttrekking aan de reserve centrumspaarfonds (€ 372.000) Conform het raadsbesluit van 10 februari 2015 over de binnenstadsontwikkeling (Raad-1502613) wordt de overschrijding van het plankostenkrediet binnenstad Haven Zuid Oostwand fase I (Raad-1200472) verrekend met de reserve centrum spaarfonds.
2.3 Consequenties voor algemene reserve Het nadelige saldo van het gerealiseerde resultaat 2014 bedraagt na verrekening van de voorgestelde aanvullende resultaatbestemmingen € 52,0. Voorgesteld wordt deze conform de geldende gedragslijn te verrekenen met de algemene reserve. Ten aanzien van de hoogte van de algemene reserve hanteren wij een norm op basis van de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Op grond van de uitgangspunten van de nota weerstandsvermogen 2014 bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit € 29,6 miljoen, inclusief de benodigde weerstandscapaciteit voor het grondbedrijf. Na verrekening van het nadelige saldo en de verwerking van de voorgestelde resultaatbestemmingen bedraagt het saldo van de algemene reserve € 43,3 miljoen negatief. Daarmee is het saldo ontoereikend om toekomstige verliezen uit de exploitatie op te vangen. Bij de perspectiefnota 2015 zullen wij voorstellen doen voor herstel van de vermogenspositie en algemene reserve. Voor meer informatie over het weerstandsvermogen en risicobeheersing zie hoofdstuk 5 paragraaf 2.
12
3. Programmaverantwoording 3.1 Bestuurskracht en bestuurscultuur Bestuurskracht en bestuurscultuur Missie In Almelo werken de gemeente, inwoners en partners samen aan de maatschappelijke opgaven: sociale stijging en een aantrekkelijke stad. De gemeente is initiërend, ondersteunend en kaderstellend. Zij zoekt verbinding met iedereen die met Almelo betrokken is. Wat willen wij bereiken Bestuurlijke doelen en zorgvuldige besluiten haalbaar maken. Samen met inwoners en partners werken aan de oplossing van maatschappelijke en strategische opgaven van onze gemeenten. Een open bestuurscultuur: besluiten komen op een transparante wijze tot stand en worden waar nodig onafhankelijk getoetst. De bestuurlijke partnerschappen met provincie, regio en netwerkstad versterken en benutten om het sociaaleconomische gebied Twente en Almelo te versterken. Het nemen van eigen verantwoordelijkheid van inwoners, instellingen en bedrijven stimuleren door ondermeer de mogelijkheden tot burgerparticipatie en zeggenschap in de uitvoering van het beleid of deelbudgetten te vergroten. Wat hebben wij gedaan? Afdeling overstijgend beleid coördineren en het bestuur en de directie strategische adviseren
Onderzoek doen naar de gemeentelijke organisatie en de stad
Toelichting Strategisch sturing en agendering We stellen kaders en toetsen, monitoren collegebesluiten en leggen deze vast. In 2014 is bijgedragen aan de verdere implementatie van de sourcingsvisie middels de sourcingsleidraad. Evaluatie beleidsadviescommissies Almelo heeft drie beleidsadviescommissies. In 2014 is de werkwijze geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat met uitzondering van de beleidsadviescommissie Maatschappelijke Aangelegenheden en Volksgezondheid de andere commissies niet of nauwelijks bij elkaar zijn gekomen of om advies zijn gevraagd. Belangrijke beleidsnota’s kwamen bij die commissies niet op tafel. Dit is teleurstellend. Vooral omdat hiermee het draagvlak voor beleid en het vertrouwen in de lokale overheid bij de deelnemers aan die commissies een deuk heeft opgelopen. De commissie Maatschappelijke Aangelegenheden heeft wel naar behoren gefunctioneerd. Daarom is deze commissie in de evaluatie als casus centraal gesteld, om zo duidelijke verbeterpunten te kunnen benoemen. In 2015 nemen wij een definitief besluit over de toekomst van de beleidsadviescommissies. Risicomanagement Kadernota Weerstandsvermogen en risicobeheersing is in de eerste helft van 2014 voorbereid en op 16 september 2014 door de raad vastgesteld. De kadernota bevat het beleid, uitgangspunten en de gemeentelijke strategie betreffende risicomanagement. Met de gemeenten Enschede en Borne is bepaald hoe de gemeente inzicht krijgt in de risico-ontwikkeling bij Verbonden Partijen. Dit proces wordt in 2015 afgerond. 13
Onderzoeken 2014 1 januari 2014 is Kennispunt Twente van start gegaan. De medewerkers Onderzoek & Statistiek van Almelo en Hengelo hebben hun krachten gebundeld om een regionaal onderzoeksbureau op te zetten. Regio Twente is de gastheerorganisatie voor Kennispunt Twente. Door gedegen uitvoering van onderzoeksprojecten en (gecoördineerde) dataverzameling en -verspreiding is de kennispositie van de gemeenten en de regio versterkt. Daarbij is ingezet op meer synergie in onderzoek en statistiek en kritische doorlichting van de bestaande onderzoekspraktijken. Kennispunt Twente is sinds de start goed op de kaart gezet als belangrijk aanspreekpunt voor beleidsonderzoek en statistiek in Twente. De gemeenten weten Kennispunt al goed te vinden. Dit is onder meer merkbaar in een toenemend aantal informatievragen afkomstig van de gemeenten buiten de Netwerkstad Twente. Naast de afronding van de jaarprogramma's voor de gemeenten Hengelo en Almelo en het basisstatistiekprogramma voor de gemeente Enschede heeft Kennispunt Twente een groot aantal onderzoeksprojecten voor meerdere Twentse gemeenten en voor de regio uitgevoerd. De uitvoering van de onderzoeksagenda 2014 is in zijn algemeenheid conform planning verlopen. Dit ondanks de extra eindejaar werkzaamheden in het kader van de jaarrekeningcontrole door EY. Binnen de beschikbare onderzoekscapaciteit hebben de werkzaamheden voor de kadernota’s weerstandsvermogen en governance prioriteit gekregen. Daardoor konden de onderzoeken Projectevaluatie XL Businesspark en audit op de verbonden partij Twente Milieu nog niet worden uitgevoerd. Voorstel is deze alsnog in 2015 uit te voeren. Het bestuur en de directie ondersteunen bij financiële en organisatorische onderwerpen
Contractenbeheer In de eerste helft van 2014 is er binnen het huidige documentmanagementsysteem Decos een aparte module gerealiseerd voor contractbeheer. Vanaf 1 juli is dit systeem operationeel en worden nieuwe contracten hierin geregistreerd en gemonitord. In de tweede helft van 2014 heeft een inventarisatie plaatsgevonden in de gehele organisatie van contracten die vóór 1 juli 2014 zijn afgesloten. Deze contracten worden in de eerste helft van 2015 ingevoerd. Lerend vermogen - Risicomanagement: Zie eerdere tekst over risicomanagement. - Verbeteren projectsturing en – beheersing: Actualisatie handboek en voorbereidende B&W nota verwacht in 2015. - Lean & mean inrichten van de p&c-cyclus - Juridische Control: Er is een evaluatie uitgevoerd. Besluitvorming hierover vindt in 2015 plaats. Vergroten van (informele) conflictoplossing Afspraak is dat de (informele) conflictoplossing vergroot moet worden door de organisatie de mogelijkheid te bieden om mediation in te zetten. De eerste stap is dat bij bezwaren / klachten / conflicten wordt gebeld met de betrokkene. Vervolgens kan premediation (door de gemeente zelf uitgevoerd) worden ingezet en als laatste stap externe mediation. De eerste stap van meer actieve en persoonlijke aanpak slaat aan. Ook de vervolgstap van premediation heeft er toe geleid dat er in meerdere gevallen een oplossing is gekomen. Omdat op deze wijze geschillen 14
Woordvoeren voor bestuurders en interne en externe communicatie voeren
voortijdig worden opgelost en in een aantal andere gevallen betrokkenen toch de formele procedure wilden (blijven) volgen, is externe mediation in de afgelopen periode (2014) niet ingezet. Communicatieve kracht organisatie versterken Met het Factor C instrumentarium* wordt de organisatie verder bekwaamd in het omgevingsgericht werken. Hiermee is in 2014 gestart. Dit zal in 2015 een breder vervolg krijgen. * Factor C is een pakket van trainingen, bijeenkomsten, documentatie, modellen en tools. Het helpt overheidsprofessionals om beter samen te werken en in te spelen op wat leeft onder diverse doelgroepen. Met als doel: communicatie in het hart van beleid. Stelselherziening onderscheidingen Er is een nieuwe verordening vastgesteld waarin het stelsel geactualiseerd is en er nieuwe onderscheidingen zijn geïntroduceerd (Almelospeld en Stadsprijs junior).
De ambtelijke organisatie leiden (organisatieontwikkeling)
Andere invulling internationaal beleid / jumelage De raad heeft in 2010 het budget voor internationaal beleid wegbezuinigd; formeel is er geen budget en personele capaciteit voor internationale activiteiten. Aan de comités is aangegeven dat - een tot dan toe - informele ondersteuning is beëindigd; de comités ontvangen een prestatiesubsidie en moeten zich inhoudelijk en financieel zelf bedruipen. Organisatieverandering De eerste fase van de organisatieverandering is in 2013 afgerond. 2014 stond in het teken van de vervolmaking van de implementatie. Een aantal organisatieonderdelen was onderwerp van intensief sourcingsonderzoek. Zo is de oprichting van het (O&S) kennispunt Twente ook in personele zin afgerond en zijn er voorbereidingen getroffen voor het regionaal uitplaatsen van het Beheer Openbare Ruimte (BOR) en de vorming van een Intergemeentelijk Bedrijfsvoerings Organisatie (IBO). Aan de organisatie inrichting van de drie decentralisaties is vormgegeven, in het licht van onze organisatievisie. Compacte overheid Gedurende een aantal jaren werkt Almelo toe naar een compacte regisserende en meer samenwerkende organisatie. De organisatieontwikkeling van de afgelopen jaren draagt daaraan bij. Het college hanteert die koers bij het verder vormgeven van de op ons afkomend ontwikkelingen en de participerende gemeente.
De gemeenteraad ondersteunen (met Rekenkamercommissie en griffie)
IBO In dit samenwerkingsverband is samen met de partners Losser, Borne en Enschede vanaf maart 2014 gewerkt aan samenwerkingsplannen op de bedrijfsvoering domeinen. Die rapportages zijn in december 2014 afgerond en opgeleverd. Op grond van die negen plannen kan een totaalbeeld van IBO worden ontwikkeld, evenals een geconsolideerde begroting en een realisatieroute. Wisseling bestuur en verkiezingen Er is ondersteund bij de verkiezingen en de bestuurswisseling.
15
Bestuurlijke samenwerking in Regio Twente, Euregio, Netwerkstad Twente en VNG Financieren
Bestuurlijke partnerschap in regio In 2014 is de uitvoering van het werkprogramma van de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente begonnen. Deze Ontwikkelagenda is het ruimtelijkeconomische programma dat in 2013 is opgesteld door de vijf Netwerkstadgemeenten en de provincie. Voor Almelo betekende dit dat voor projecten in de binnenstad en in de stationsomgeving subsidieaanvragen zijn ingediend ter waarde van in totaal 5 miljoen euro. Samen met de andere Twentse gemeenten zijn in 2014 de voorbereidingen van de decentralisaties in het sociale domein voorbereid. Dit heeft onder andere geleid tot de oprichting van de Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente (OZJT), die de Twentse gemeenten bijvoorbeeld ondersteunt bij de inkoop van hulp en ondersteuning. Verder heeft de Eerste Kamer eind 2014 besloten om de plusstatus van Twente en andere Wgr-plusregio’s af te schaffen per januari 2015 (het eerste jaar is een overgangsjaar). Dit betekent dat Regio Twente niet langer verantwoordelijk is voor bijvoorbeeld regionaal verkeer en vervoer in Twente. De gevolgen van deze verandering voor de manier waarop Twentse gemeenten regionaal samenwerken, worden in 2015 uitgewerkt.
Indicatoren Burger als kiezer: Gemiddelde oordeel van burgers over de invloed van de kiezer en het waarmaken van beloften en plannen door het bestuur Bron: Waar staat je gemeente en Omnibuspanel Streefwaarde
2013
November 2014
6,0
5,7
5,4
Gemeenteklasse 50.000-100.000 inwoners scoorde in 2010 een 5,9
Burger als partner: Gemiddelde oordeel van burgers over de mate waarin de gemeente burgers betrekt bij de voorbereiding van beleid en bij de uitvoering van beleid Bron: Waar staat je gemeente en Omnibuspanel Streefwaarde 5,7
2013 5,5
November 2014 5,1
2013 65%
2014 65%
Gemeenteklasse ‘50.000-100.000 inwoners’ scoorde in 2010 een 5,7
Interbestuurlijk toezicht Bron: Provincie Streefwaarde 75%
16
Dienstverlening Missie Dienstverlening is een belangrijke basistaak van de gemeente. Dienstverlening wordt niet alleen aan de inwoners van Almelo geleverd, maar ook aan bedrijven organisaties en instellingen. Almelo wil hierbij structureel aangesloten blijven bij de verwachtingen van de afnemers van onze dienstverlening. Wat willen wij bereiken Wij willen onze dienstverlening zodanig inrichten, dat afnemers van deze dienstverlening de gemeente Almelo ervaren als betrouwbare en zorgvuldige overheid. Betrouwbaar in de zin dat de gemeente Almelo inwoners, bedrijven, organisaties en instellingen snel aan het juiste product helpt en helderheid verschaft wat wel en niet mogelijk is. Hierbij is onze dienstverlening intern efficiënt ingericht op basis van de faciliterende overheid waarbij dienstverlening via internet het voorkeurskanaal is. Wat hebben wij gedaan?
Toelichting
Opbouwen en realiseren van de sector KCC
2014 heeft voor de sector KCC vooral in het licht gestaan van het investeren in de basis en het rond krijgen van noodzakelijke randvoorwaarden, om verdere ontwikkelingen en het voeren van klantregie mogelijk te kunnen maken. Steeds meer klantcontacten worden in het KCC afgehandeld. Resultaten bijstandsverstrekking Bij de aanvraag bijzondere bijstand is de gemiddelde doorlooptijd in 2014 gedaald van 28 naar 17 dagen. Gestreefd wordt naar een doorlooptijd van enkele dagen. Bij de WWB is de gemiddelde doorlooptijd van de aanvraag in 2014 teruggebracht van 16 naar 13 dagen. Gestreefd wordt naar een doorlooptijd van een week.
Slimmer werken
Resultaten integrale vergunningverlening Hiervoor is het nieuwe procesmodel vastgesteld. In het 1e halfjaar 2015 zal het nieuwe generieke proces voor vergunningverlening worden geïmplementeerd. Gestreefd wordt naar een volledige digitalisering van het proces. Organisatie breed meer gaan gebruiken van de vastgestelde principes gemeentelijke dienstverlening 2012-2014
Gemeentelijke producten digitaal aanbieden via internet
Aandacht voor inwoners die minder digitaal vaardig zijn
De vastgestelde principes, zoals één ingang voor het publiek voor dienstverlening, sturen op in één keer goed, deregulering en zelfredzaamheid, etc., worden structureel gebruikt bij het herontwerpen van processen waaronder de 2 hoofdprocessen: vergunningverlening en bijstandsverstrekking. Ook bij kleinere procesherinrichting worden deze principes steeds vaker toegepast. In september 2014 is de nieuwe website www.almelo.nl ingevoerd. De website is hierbij omgevormd naar dienstverleningskanaal. Daardoor zijn producten veel makkelijker te vinden en te gebruiken. Dit heeft geleid tot meer bezoeken en meer gebruik van de aanwezige digitale producten. In de 2e helft 2014 heeft een eerste verkennend gesprek hierover plaatsgevonden met de bibliotheek en er wordt ook naar andere partijen gekeken die hierbij behulpzaam kunnen zijn, met als doel om in 2015 een samenwerking op te starten om digitaal minder vaardige inwoners te trainen en te begeleiden. Daarnaast komen in het nieuwe stadhuis 2 pc’s te staan waar inwoners actief hulp kunnen krijgen bij onze digitale dienstverlening.
17
Inrichten van het inschrijfloket RNI (Registratie Niet Ingezetenen) op basis van nieuwe wetgeving onder regie van het ministerie van BZK Verrichten pilot overbrengen front-office taken belastingen naar het GBT (Gemeentelijk Belastingkantoor Twente)
Het RNI loket is op 6 januari 2014 succesvol geopend. Almelo heeft in 2014 2161 inschrijvingen verricht. Dit is 5% lager dan de raming die door het rijk is opgesteld en in het convenant is opgenomen.
Ontwikkeling MGBA – Modernisering Gemeentelijke Basis Administratie
Het landelijke moderniseringstraject loopt door tot 2018. In 2014 is wetgeving door de 1e kamer aangenomen die de digitale afhandeling van producten mogelijk moet maken. Almelo loopt relatief voorop bij de implementatie van de modernisering. Op 9 december 2014 is in Almelo de digitale burgerlijke stand back-office actief geworden. Daarmee wordt het in 2015 voor inwoners mogelijk om digitaal een geboorteaangifte te kunnen doen en voor begrafenisondernemers om digitaal overlijdensaangiften te doen. In 2015 zullen meer burgerlijke stand producten hierop volgen.
Ontwikkelen stuur en managementinformatie op het gebied van gemeentelijke dienstverlening
Voor de sector KCC is binnen het jaarplan 2014 de eerste aanzet gegeven tot het ontwikkelen van de eerste succesbepalende factoren (SBF en) en prestatie indicatoren (PI’s) gericht op dienstverlening. In 2015 worden deze verder ontwikkeld. Gemeente brede stuur en managementinformatie op het gebied van dienstverlening is onderdeel van het in 2015 op te leveren programma dienstverlening. De selectie van hulpmiddelen om klantfeedback op alle klantkanalen (internet, balie, telefoon en post) te kunnen meten is afgerond en deze hulpmiddelen zijn eind 2014 definitief aangeschaft. De implementatie zal in 2015 fasegewijs en gemeentebreed plaatsvinden.
Structureel organiseren van afnemersfeedback
Verbeteren informatiehuishouding dienstverlening en sector KCC
De pilot overbrengen front-office taken naar GBT is stopgezet. Uit een eerste inventarisatie is gebleken dat het geen kans van slagen heeft omdat alle grote gemeentelijke afnemers van het GBT de frontoffice taken bij de eigen gemeente willen behouden vanuit het oogpunt van dienstverlening. Het GBT wil bovendien niet alle frontoffice taken overnemen waardoor er een versnippering ontstaat die vanuit het oogpunt van dienstverlening en kwaliteit niet wenselijk is.
De informatiebehoefte van het KCC is in beeld gebracht en er zijn belangrijke voorbereidende handelingen verricht, om in 2015 te kunnen komen tot de aanschaf en implementatie van een Klant Contact Systeem (KCS) en een kennissysteem. KCS is de kernapplicatie voor de registratie van en de regievoering op klantcontacten.
Indicatoren Een beller heeft bijna altijd en snel het eerste contact met de gemeente Almelo Bron: Managementinformatie telefonie Percentage succesvolle totstandkoming 1e contact Maximale wachtduur tot totstandkoming 1e contact
Streefwaarde 99%
2012 88%
2014 89%
90% korter dan 1 minuut 95% korter dan 3 minuten
50% korter dan 1 minuut 84% korter dan 3 minuten
44% korter dan 1 minuut 81% korter dan 3 minuten
18
Percentage telefoontjes dat binnen het KCC afgehandeld kan worden Bron: Managementinformatie telefonie Streefwaarde 2014 Meer dan 80%
Is nu nog niet te meten
Beschikbaarheid en gebruik digitaal kanaal Bron: Managementinformatie sector KCC Percentage van gemeentelijke producten die wettelijk digitaal kan worden aangeboden en ook daadwerkelijk digitaal beschikbaar is Percentage van totaal van de producten dat digitaal wordt aangeboden en waarbij het volume van dat product op het digitale kanaal meer is dan 50% is ten opzichte van de andere kanalen
Streefwaarde Meer dan 60%
2012 5 tot 10%
2014 5 tot 10%
Meer dan 40%
1 tot 2%
3 tot 4%
Maximale periode die een afnemer moet wachten bij het realiseren van een afspraak Bron: Managementinformatie G-BOS Streefwaarde 95% van de gevallen minder dan 5 werkdagen
2014 Is nu nog niet te meten
99% van de gevallen minder dan 10 werkdagen
Is nu nog niet te meten
Wat heeft het gekost? Bestuurskracht en bestuurscultuur (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat van saldo baten en lasten Storting in de reserves Onttrekking aan de reserves Gerealiseerd resultaat
Primaire begroting 2014 29.183 -13.460 15.723 2.844 -970 17.596
Begroting 2014 na wijziging 28.632 -13.580 15.052 5.604 -1.833 18.822
Rekening 2014 23.664 -5.780 17.884 5.596 -3.465 20.015
Afwijking 2014 4.968 -7.801 -2.832 8 1.632 -1.193
Voor een toelichting op de afwijkingen en de realisatie van de opgenomen bezuinigingstaakstellingen, wordt verwezen naar het betreffende programma in hoofdstuk 10.
19
3.2 Aantrekkelijke stad Economie Missie De gemeente Almelo maakt serieus deel uit van een keuzeproces die mensen doorlopen op zoek naar een nieuwe woonplaats, bedrijven naar een nieuwe vestigingsplaats en toeristen en recreanten voor hun vrijetijdsbesteding. Daartoe wil de gemeente een krachtige economie bezitten die een spil is voor zowel de lokale als (sub) regionale arbeidsmarkt en zodanige hoogwaardige mogelijkheden hebben dat de stad een grote aantrekkingskracht op bedrijven en werknemers uitoefent. Een ondernemende stad derhalve. Wat willen wij bereiken We willen bereiken dat vestigingsplaatsvoorwaarden zodanig zijn dat bedrijven en bewoners voldoende aanleiding hebben om zich aan Almelo te blijven binden en voorts dat nieuwe bedrijven, werknemers en potentiële bezoekers op basis daarvan besluiten in Almelo zich te vestigen respectievelijk te bezoeken. Wonen en werken in Almelo levert meerwaarde op. Wat hebben wij gedaan? Havenbeleid
Toelichting Almelo heeft conform het convenant Varen onder één Vlag bijgedragen aan de opzet van het Gemeenschappelijk Havenheer Twente (GHT). Het doel is een bundeling van activiteiten en het harmoniseren van regelgeving die van toepassing zijn in de havengemeenten Enschede, Hengelo, Almelo, Hof van Twente en Lochem. Per 1 januari 2015 is het GHT officieel van start gegaan.
Kantoren
Er zijn in netwerkstadverband beleidsafspraken gemaakt ten aanzien van de kantorenvisie. Zo wordt lokaal een vertaling gevonden in terugdringen van de plancapaciteit. Daarnaast nemen we deel aan een pilot kantorenleegstand met de netwerksteden, waarbij een instrument wordt ontwikkeld die het transformatieperspectief van kantoorpanden in beeld brengt.
Economische visie
We hebben afgezien van het voornemen om de economische visie te actualiseren. De economische visie 2009 – 2015 bood nog voldoende kader voor onderwerpen met een economische relevantie. Met Het Verschil Maken en het collegeprogramma Voortvarend te werk is terughoudendheid betracht in de opzet van een brede nota. De impulsen moeten uit de samenleving komen, we waken vooralsnog voor een te proactieve overheidsrol.
Deregulering
Het beleid is gericht op verdere digitalisering van de dienstverlening aan ondernemers, waarmee we tevens zorgen voor een stuk deregulering. Ontwikkelingen als e-herkenning en het ondernemersdossier worden gevolgd, maar staan in het digitaliseringsproces dat Almelo doorloopt in de wacht.
Toerisme
Met Stichting Almelo Promotie is in 2014 een Dienstverleningsovereenkomst en budgetsubsidieovereenkomst afgesloten. Verder is met SAP een budgetsubsidierelatie aangegaan voor de besteding van de toeristenbelasting. SAP organiseert diverse overlegvormen met ondernemers in de toeristische sector waar Almelo aan deelneemt. We zijn betrokken bij veel regelkwesties in de wereld van evenementen. Binnen de Regio Twente voeren we gezamenlijk het 20
Detailhandel
Bedrijventerreinen
Horecavisie
Innovatie
Uitvoeringsprogramma Vrije Tijd uit. Via Regio Twente dragen we bij aan de exploitatie van de vier Twentse recreatieparken en het Twents Bureau voor Toerisme (bekostigd via Agenda van Twente). In maart 2014 is de herziene detailhandelsstructuurvisie vastgesteld. In tegenstelling tot het besluit uit 2013, wordt grootschalige detailhandel bij het nieuwe Heracles stadion niet langer toegestaan. Daarnaast is in 2014 gestart met een project om de vastgoedeigenaren te betrekken bij de oplossingen voor de leegstandsproblematiek in het noordelijke en zuidelijke deel van het centrum van Almelo. Ook zijn er voorbereidingen getroffen voor een gebiedsgerichte aanpak van de binnenstad. Ten slotte is in oktober 2014 een nieuwe winkeltijdenverordening vastgesteld, waarbij de mogelijkheden voor zondagsopenstelling van winkels zijn verruimd. Er is in 2014 3.100 m2 bedrijfsgrond uitgegeven. De uitgifte van bedrijventerreinen blijft vanwege het economisch tij achter. We gaan nu uit van een gemiddeld uitgiftetempo van 2,7 hectare per jaar. Almelo is van mening dat de horeca haar visie moet aangeven voor de toekomstige binnenstad. Vanuit Almelo gaat de tijd en energie uit naar de binnenstadsvernieuwing, zoals de aanleg van de Waterboulevard, de passage en de binnenstadspleinen. De horeca mag aangeven hoe zij haar toekomstige rol in de vernieuwde stad ziet. De horeca neemt daartoe echter niet het initiatief, zodat er vooralsnog geen afzonderlijke horecavisie komt. Gemeentelijke zienswijze op de horeca nemen we als integraal onderdeel mee in de ontwikkelplannen voor de binnenstadsvernieuwing. Innovatie is in 2014 een speerpunt geweest voor de samenwerkende gemeenten binnen Regio Twente. Gelet op het breedschalige programma binnen Regio Twente is lokaal innovatiebeleid niet nodig en sluiten we aan bij de regionale initiatieven en projecten. Onder de noemer ‘Innovatiesprong Twente’ is er in Twente voor de periode 2012-2017 innovatiebeleid waarin Regio Twente, de provincie Overijssel, bedrijfsleven en kennisinstellingen nauw samenwerken. Regio Twente investeert via de Innovatiesprong in totaal €30 miljoen in de Twentse kenniseconomie. De Innovatiesprong geeft de komende jaren een sterke impuls aan de economische ontwikkeling en de werkgelegenheid. De Innovatiesprong kent vijf programma's: Innovatiefonds Twente, Innovatie in Gemeenten, Human Capital Agenda Twente, Twente Branding en Toeristische promotie. De vijf programma's sluiten aan bij het nationale Topsectorenbeleid (link naar Topsectorenbeleid). In de organisatie van de innovatiesprong fungeert Kennispark Twente als spin in het web.
Indicatoren Positie in ranglijst top 50 economisch best presterende gemeenten Bron: Louter Streefwaarde 2012
2013 (Elsevier mei 2014)
Plaats 50
Plaats 36
Plaats 52
21
Aantal part- en fulltime arbeidsplaatsen Bron: BIRO – Provincie Overijssel Streefwaarde 2012 40.200 40.184
2013 40.166
2014 38.892*
* Dit is een voorlopig cijfer. Later in het jaar komt BIRO altijd met een gecorrigeerd cijfer. Over het algemeen valt dit gecorrigeerde cijfer wat hoger uit. Aantal toeristische bezoekers aan Almelo Bron: NBTC / NIPO Streefwaarde 2013
2014
350.000
292.000
321.000
Leegstand kantoren Almelo Bron: Twentse vastgoedrapportage Juli 2012 33.000 m2
Juli 2013 35.500 m2
Juli 2014 44.700 m2
22
Wonen Missie De gemeente biedt haar burgers een hoogstaand en duurzaam woonmilieu. De ambitie voor wonen is aangegeven in de gemeentevisie 2015: “Het wonen in Almelo is van een hoog niveau, dankzij de kwaliteit van de bebouwing, de groene setting en de ligging in een fraai landschap. Er zijn allerhande voorzieningen binnen handbereik. Almelo heeft de mogelijkheid om mensen die hoge eisen stellen aan hun woonomgeving een plek te bieden waar aan deze eisen tegemoet wordt gekomen.” Hierbij wordt tevens een verbinding gelegd tussen wonen en zorg: het is de bedoeling dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Als het gaat om een “hoogstaand en duurzaam woonmilieu” wordt dat verder gepreciseerd door het wonen en de keuzevrijheid van de bewoners centraal te stellen. Het streven is erop gericht, dat ieder individu zal kunnen kiezen hoe hij/zij wil wonen (huur/koop, woningtype, prijsklasse, e.d.). In de Woonvisie Almelo 2020 is dit nader uitgewerkt in de veranderopgaven woonbeleid. Wat willen wij bereiken Het beleidsterrein wonen levert een belangrijke bijdrage aan het toekomstbeeld van “Almelo stad in balans” door: - mensen meer invloed te geven op hun woonsituatie. Almelo wil zich onderscheiden als dé stad waar de woonconsument zelf kan bepalen hoe hij wil wonen en ook de ruimte heeft om die gewenste woonsituatie vorm te geven - in te zetten op een toekomstbestendig aanbod van woningen en woonmilieus. Almelo wil zich onderscheiden als duurzame stad. Onder duurzaam verstaat Almelo niet alleen een schoon milieu maar ook een veilige, leefbare, toegankelijke en toekomstbestendige stad - een betere sociaal economische balans te faciliteren. Almelo streeft naar een betere sociaal economische balans dan nu het geval is, door perspectief te bieden aan de inwoners zelf en door het binden van middenen hogere inkomens Wat hebben wij gedaan? Uitvoeren Woonvisie Almelo 2020
Toelichting Het gaat om voortschrijdende activiteiten en input voor diverse interne, regionale en landelijk overleggen. De gemeente Almelo en de corporaties Almelose Woningstichting Beter Wonen, Mijande Wonen en Woningstichting St. Joseph hebben samen een prestatieovereenkomst opgesteld. Deze overeenkomst is vastgesteld.
Uitvoeren besluit VJN2012, Grondbedrijf / Woningen
De afspraak om geen nieuwe sociale woningbouw meer toe te voegen aan de woningvoorraad is uitgevoerd. In 2014 zijn in totaal 26 kavels verkocht. Het college heeft de raad een voorstel gedaan met betrekking tot de Woningbouwplanning en –programmering 2015 t/m 2024. De verantwoording over 2013 is door de provincie goedgekeurd. De afspraken betreffen zowel ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid & woonkwaliteit, wonen, zorg en welzijn, woningbouwprogramma en binnenstedelijke vernieuwing. Financieel heeft dit betrekking op de woonservice gebieden. Zij constateren dat wij voldoende voortgang hebben geboekt in de afgesproken activiteiten en dat 20% van de subsidie als voorschot wordt uitbetaald en daarmee 100% aan voorschot is uitbetaald. De gemeenten in Twente hebben ingestemd met de verlenging van de afspraakperiode tot en met 31 december 2015.
Uitvoeren Prestatieafspraken woningbouw met de provincie 2010 t/m 2014
Met provincie, regio en corporaties beleid en afspraken maken over wonen
De Regionale Woonvisie Twente 2015 – 2025 is in gezamenlijkheid, Twentse gemeenten, corporaties en provincie Overijssel, uitgewerkt. De 14 gemeenten in de regio Twente en de 18 woningcorporaties (verenigd in WoON Twente) gaan nauwer samenwerken op het terrein van het wonen. 23
De 14 colleges van burgemeester en wethouders en Gedeputeerde Staten hebben ingestemd met de regionale Twentse woonvisie. In 2015 wordt gewerkt aan nieuwe afspraken voor de periode 2016 t/m 2020.
Indicatoren Waardering van de fysieke kwaliteit van de woonomgeving (1=slecht en 10=goed) Bron: IVM Streefwaarde 2011 2014 Meer dan 5,6
5,6
In loop van 2015 wordt peiling uitgezet. De gegevens zijn volgend jaar beschikbaar.
Woningbouwproductie – percentage binnenstedelijk Bron: BAG/CBS Streefwaarde Minimaal 60% en streven 70% binnenstedelijk
2014 83%
Woningbouwproductie – aantal woningen waarvan de start bouw is gepland Bron: Grondexploitaties Streefwaarde 2013 2014 115
57
94
Rangorde woonklimaat Nederlands gemeenten Bron: Louter Streefwaarde
2013
2014
Lager dan plaats 380
Plaats 380
Plaats 376
24
Grondzaken Wat willen wij bereiken De verdere implementatie van het intern of extern verhuren van ons maatschappelijk vastgoed maakt onderdeel uit van het Project Inrichting Vastgoed. Dit project willen wij in 2015 afronden. Daarnaast willen wij, eveneens als onderdeel van bovengenoemd project, het beheer van Vastgoed verder professionaliseren. Uiteraard worden alleen die panden beheerd die op de langere termijn noodzakelijk zijn ten behoeve van het uit voeren beleid. Vastgoed zal dan ook, op basis van de ABC-lijst, nadrukkelijk verzoeken om helderheid ten aanzien van de planningshorizon van deze onderliggende panden. Deze ABC-lijst bevat alle panden in bezit van de gemeente. Per pand wordt een voorstel gedaan over wat ermee moet gebeuren, bijvoorbeeld ‘aanhouden voor lange termijn’ of ‘kan verkocht worden’. De raad stelt vervolgens deze ABC-lijst vast. Er wordt zoveel mogelijk ingezet op verkoop van panden en areaal krimp. Dan komen immers de onderhoudstaken te vervallen en kan er een besparing worden ingeboekt. Hierbij moeten wij ons wel realiseren dat verkoop, gezien de huidige marktsituatie, nog wel enige tijd kan duren. De panden die langdurig noodzakelijk zijn, worden conform de door de raad vastgestelde nota vastgoedbeleid “sober en doelmatig” onderhouden. In Netwerkstadverband is de afgelopen periode samengewerkt om na te gaan hoe gemeenschappelijk het beheer van vastgoed verder geprofessionaliseerd kan worden en/of er besparing kunnen worden gerealiseerd. Op korte termijn wordt onderzocht of er gemeenschappelijk een aantal werkzaamheden kan worden opgepakt. Daarop vooruitlopend heeft gemeente Enschede aangegeven gemeente Almelo te willen begeleiden bij de invoering van zogenoemde prestatiecontracten ten behoeve van vastgoedbeheer. Als onderdeel hiervan willen wij de installatieverantwoordelijkheid veilig en gestructureerd naar de markt brengen. Wat hebben wij gedaan?
Toelichting
Afsluiten huurovereenkomsten inclusief “kruisjeslijst” Inzetten op verkoop van panden, areaal krimp
Met de maatschappelijke partners die de meeste accommodaties huren is er sprake van huurovereenkomsten inclusief een kostprijsdekkende huur. Op basis van de ABC-lijst wordt ingezet op verkoop dan wel behoud van het vastgoed.
Uit de gerealiseerde verkoopopbrengst wordt een deel aangewend om andere panden op te waarderen met als doel winstmaximalisatie
Noodzakelijk bij dit onderdeel is dat er beleid wordt vastgesteld hoe en op welke wijze de gerealiseerde verkoopwinst wordt aangewend t.b.v. het ‘opwaarderen’ van de te verkopen panden. Niet in de laatste plaats moeten er ook structurele middelen worden gecreëerd t.b.v. meerjarenonderhoud. De komend 20 weken wordt er voor deze panden inclusief Complex Verspreide Bezittingen (CVB) een business-case uitgewerkt die resulteert in een nota t.b.v. besluitvorming. De invoering van prestatiecontracten waarin het beheer van deze panden wordt ondergebracht is gekoppeld aan de mogelijkheden van het verduurzamen door inzet van een Energy Service Companies (ESCo’s). Uiterlijk eind maart wordt de raad per brief geïnformeerd.
Gefaseerde invoeren Prestatiegericht onderhoud
Het uitstellen en of bundelen van onderhoud op basis van de herinspecties van de panden (conditiegericht onderhoud) en Vastgoed gaat invulling geven aan haar verantwoordelijkheid ten aanzien van duurzaamheid
De ambities van Vastgoed is het integraal verduurzamen van het maatschappelijk vastgoed. In de tweede helft van 2014 is een businesscase uitgewerkt. Deze toont aan dat integraal verduurzamen mogelijk is. Uiterlijk eind maart wordt de raad per brief geïnformeerd. Vervolgens worden de volgende drie deelprojecten gestart: - Gebruikersbeïnvloeding (bewustwordingssessies, optimalisatie van instellingen en gebruik slimme meters); - Pilot ‘Innovatief aanbesteden’. In de vorm van drie pilots, samen met de aannemers & installateurs en stichting Pioneering (innovatie in de bouwkolom), wordt een dito aantal panden integraal verduurzaamd; 25
-
Bezuiniging onderhoud accommodaties zelforganisaties
Uitvoeren maatregelen. De aanpak ten behoeve van het integraal verduurzamen wordt bij voorkeur binnen 5 jaar uitgevoerd vanaf derde kwartaal 2015. Deze bezuiniging is gerealiseerd.
Verder professionaliseren van beheer inclusief bijbehorende managementrapportages Inventarisatie buitensport fase 3
Om verdere professionalisering mogelijk te maken is een vastgoedbeheersysteem genaamd Planon aangeschaft. De eerste fase van de implementatie zal conform planning medio maart gereed zijn. Naast inventarisatie van alle accommodaties, inclusief het opstellen van een volledig en actueel meerjarenonderhoudsplan (MOP), moeten er rechten van opstallen worden gevestigd. Voor realisatie van dit laatste onderdeel is Vastgoed afhankelijk van de verenigingen.
Samenwerking met ‘Netwerkstad gemeenten’
Om mede invulling te geven aan de rol van installatiedeskundigheid wordt bijvoorbeeld collegiaal ingehuurd bij gemeente Enschede. Op basis van een notitie vindt er op korte termijn overleg plaats met Enschede hoe breder samen te werken.
26
Verkeer en vervoer Missie Een goed bereikbare stad voor alle vervoersmodaliteiten. De stad is duurzaam veilig ingericht, zodat het aantal verkeersslachtoffers tot een minimum is teruggebracht. Er wordt gebruikt gemaakt van duurzame vormen van verkeer waardoor de leefbaarheid van de stad sterk is verbeterd. In de binnenstad is de fiets een van de belangrijkste vervoersmiddelen. Voor de grote afstanden wordt het openbaar vervoer en de auto gebruikt. Wat willen wij bereiken Het faciliteren van de mobiliteit voor elke vervoerswijze, waarbij de leefbaarheid, verkeersveiligheid en het milieu zoveel mogelijk in stand worden gehouden c.q. worden verbeterd. Voor de binnenstad ligt daarbij het accent op het stimuleren van het openbaar vervoer en het fietsgebruik. - Duurzaam veilige inrichting van het wegennet bij zowel nieuwe werken als onderhoudswerk; - Toename van het fietsgebruik voor binnenstedelijke verplaatsingen; - Hoogwaardig openbaar vervoer, betrouwbare dienstregelingen en goede halteaccommodaties; - Via directe verbindingen met goede reis- en parkeerinformatie de binnenstad goed bereikbaar maken. Wat hebben wij gedaan?
Toelichting
Vaststellen aanpassingen Parkeerbeleidsplan/ uitvoeringsprogramma “Parkeren optimaliseren 2013-2018”
Begin 2014 is het parkeerbeleidsplan dat in 2013 is vastgesteld op onderdelen aangepast. Vervolgens heeft in verband met aanhoudende bezwaren en klachten een evaluatie van het parkeerbeleidsplan plaatsgevonden. Omdat het plan niet helemaal aan de doelstellingen voldeed is eind 2014 met de Raad afgesproken dat begin 2015 een business case parkeren zal worden opgesteld. Pilot loopt 1e evaluatie april mei 2015.
Verbeteren bekendbaarheid en vindbaarheid P+R in Almelo Verder werken aan de vervolmaking Fietsnelweg F35/ F36 (Fietsprojecten ISV3) Realiseren Burgemeester Schneiderssingel
F35 langs Haven NZ en Bug. Schneiderssingel gerealiseerd.
Burgemeester Schneidserssingel gerealiseerd en geopend in december 2014.
Indicatoren Aandeel bezoekers dat met fiets naar binnenstad komt Bron: Omnibuspanel Streefwaarde 2013
2014
60%
57%
55%
Waardering parkeermogelijkheden in de gemeente (0=slecht en 10=goed) Bron: Waar staat je gemeente (1 keer in de 2 jaar gemeten) Streefwaarde 7
2013 6,3
2014 *
Waardering parkeermogelijkheden in de buurt (0=slecht en 10=goed) Bron: Waar staat je gemeente (1 keer in de 2 jaar gemeten) Streefwaarde 2014
2014
7
*
6,6
27
Waardering openbaar vervoer in de gemeente (0=slecht en 10=goed) Bron: Waar staat je gemeente (1 keer in de 2 jaar gemeten) Streefwaarde 2014
2014
8
*
7,5
Waardering verkeersveiligheid gemeente (0=slecht en 10=goed) Bron: Waar staat je gemeente (1 keer in de 2 jaar gemeten) Streefwaarde 7
2014 6,8
2014 *
Waardering verkeersveiligheid buurt (0=slecht en 10=goed) Bron: Waar staat je gemeente (1 keer in de 2 jaar gemeten) Streefwaarde 2014
2014
7
*
6,4
* Meting is in mei 2015. Gegevens zijn in juni beschikbaar.
28
Sport Missie Inwoners van Almelo zijn gezond en doen mee doordat iedereen in Almelo, zowel actief als passief sport kan beoefenen als vrijetijdsbesteding. Wat willen wij bereiken Een gedegen sportklimaat, waarin het voor iedereen mogelijk is om te sporten en waarin een grote groep Almeloërs graag sport en beweegt. Dit willen we bereiken met: - kwalitatief goede sportaccommodaties; - levenslange sportparticipatie door een focus op jeugd en de sociaal kwetsbare groep; - sterke en vitale sportverenigingen; - kwalitatief hoogwaardige topsportvoorziening en topsportevenementen. Wat hebben wij gedaan?
Toelichting
Aanbieden van sportaccommodaties en voorzieningen voor breedtesport en topsport.
Verenigingen en inwoners sporten in Almelo in een schone en veilige accommodatie. Er is een verscheidenheid aan sporten die beoefend wordt. Verenigingen, inwoners en niet commerciële partners maakten gebruik van de accommodaties tegen een maatschappelijk tarief. De gemeente subsidieert het Sportbedrijf om: - Almeloërs de mogelijkheid te geven in het zwembad terecht te kunnen om te recreëren en te sporten; - Almeloërs te faciliteren om over een zodanige zwemvaardigheid te beschikken dat ze niet in gevaar komen als ze in het water terecht komen; - Gebruik te laten maken van het zwembad door verenigingen en niet commerciële partners tegen een ‘maatschappelijk tarief ‘. De gemeente faciliteert met de huidige buitensportaccommodaties actieve sportbeoefening en participatie. De gemeente streeft naar multifunctioneel en optimaal gebruik van bestaande sportvoorzieningen op wijkniveau en bevordert een goede spreiding daarvan over de stad. Waar mogelijk wordt synergie van gebruik van sportvoorzieningen met andere gemeentelijke (wijk)voorzieningen gerealiseerd. De kwaliteit van buitensportaccommodaties moet in overeenstemming met het gebruik zijn; daarbij worden voor sporten in competitieverband de landelijk geldende normen en/of richtlijnen van NOC/NSF en sportbonden gehanteerd; bij spel en vrij gebruik is vooral de veiligheid leidend. De gemeente streeft naar een zo hoog mogelijke bezettingsgraad en optimale flexibele benutting van buitensportaccommodaties; daarbij hoort ook het zo nodig en mogelijk delen van een accommodatie door verschillende verenigingen en het bevorderen van verschillende tijdstippen van sport. Voorkeuren van verenigingen of individuele sporters voor specifieke tijden mogen niet leiden tot vergroting van onvolledig benutte capaciteit. De gemeente subsidieert het Sportbedrijf om: - Minimaal drie talentcentra met erkende RTC-status in het IISPA te faciliteren;
Subsidie verstrekken aan Sportbedrijf Almelo voor de exploitatie van het binnen- en buitenzwembad
Buitensportcomplexen onderhouden
Subsidie verstrekken aan Sportbedrijf Almelo voor het binnenhalen van topsportevenementen en
29
ontwikkeling van toptalenten
-
Twentse samenwerking te verkennen en aan te jagen en te komen tot een betekenisvolle opvolger van TopsportTwente; De samenwerking met sportbonden, topsportorganisaties, breedtesportorganisaties met topsportambities, ondersteuningsorganisaties en onderwijs te continueren en/of uit te bouwen; Minimaal 4 topsportevenementen op nationaal of internationaal niveau in de IISPA Topsporthal te organiseren; Een structurele topsportaanbieder in de IISPA Topsporthal te faciliteren.
-
-
Indicatoren Deelname georganiseerde sport Bron: Sociale stijging in kaart Streefwaarde
2014
2015
32%
31%)
31% (Ongeorganiseerd 33%)
Aantal recreatieve bezoekers zwembad Bron: Sportbedrijf Almelo Streefwaarde 2013
2014
76.000
76.000
74.996
Streefwaarde
2013
2014
4
4
4
Aantal topsportevenementen Bron: Sportbedrijf Almelo
30
Cultuur Missie Stimuleren van cultuur als autonome maatschappelijke waarde. Via cultuur een bijdrage leveren aan de verbetering van het economische klimaat in de stad en de kwaliteit van de maatschappelijke ontwikkeling van de stad. Stimuleren van cultuur als bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit van de stad. Wat willen wij bereiken Talentontwikkeling, mogelijkheden creëren voor de optimale ontwikkeling van creatieve talenten met name bij jongeren tot 18 jaar. Het stimuleren en realiseren van een breed aanbod aan culturele activiteiten en initiatieven die bijdragen aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor hoger opgeleiden, hogere en middeninkomens en bedrijven. Wat hebben wij gedaan?
Toelichting
Theater Hof 88 exploiteren (uitbaten, personeel en huur betalen)
Het Theater Hof 88 is vanaf maart 2014 aan de Bibliotheek overgedragen. Tot die tijd werd het Theater door de gemeente bekostigd en geëxploiteerd. Met de overname van het Theater door de Bibliotheek, is het Theater verzelfstandigd en ontvangt dan ook subsidie. Het personeel van Theater Hof 88 is vooralsnog in dienst van de gemeente Almelo gebleven en wordt per maart 2014 gedetacheerd naar de Bibliotheek. De overdracht van het personeel wordt begin 2016 afgerond. Het verstrekken van subsidie aan Bibliotheek, Theater Hof 88, het Theaterhotel, Kaliber Kunstenschool, NAXT en het Stadsmuseum om hiermee een breed cultureel aanbod, programma en educatie in de stad beschikbaar te hebben. In lijn hiermee zijn subsidies verstrekt aan kleinere initiatieven en organisaties waarmee het aanbod verder is verbreed en verfijnd, bijvoorbeeld de exposities in het Torentje, Young at Art door de Stichting Nieuwe Twentse Kunst. Via de 1% regeling voor beeldende kunst zijn drie kunstopdrachten verstrekt voor het nieuwe stadhuis en de Burgemeester Schneiderssingel.
Subsidie verstrekken voor het culturele aanbod van het Theaterhotel (Kapitaallasten betalen voor gedane)investeringen in cultuuraccommodaties, met name Hof 88 en Naxt Kunstuitleen, aankoop en onderhoud van gemeentelijke kunst en kunst in de openbare ruimte financieren Musical van Katoen en Nu
De gemeente Almelo en woningcorporatie Beter Wonen hebben vanwege hun honderd jarige bestaan in 2014 het Nederlands Symfonieorkest (Stichting Aurora Opera en Muziek) gevraagd met de Almelose bevolking een musical te maken die het verhaal van de stad vertelt. Hieruit is het idee van de stadsmusical Van Katoen en Nu geboren. De stadsmusical Van Katoen en Nu is een groot succes geworden, met als resultaat tien drukbezochte voorstellingen en veel betrokken vrijwilligers. Bezoekers en deelnemers geven Van Katoen een gemiddeld rapportcijfer van 8,9. Er is een onderzoek uitgevoerd om de effecten van de musical te meten. De uitkomsten zijn afzonderlijk ook aangeboden aan u. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat de Stadsmusical een divers publiek heeft getrokken (ook mensen die anders nooit deelnemen aan culturele activiteiten) en het sociaal kapitaal van deelnemers is gegroeid. Jammer is dat het onvoldoende gelukt is om Almeloërs van alloctone afkomst te bereiken. De resultaten en aanbevelingen van dit project nemen we mee in toekomstige initiatieven en worden betrokken bij de cultuurvisie.
31
Indicatoren Bezoekers Hof88: voorstellingen, filmhuis, amateurvoorstellingen, SKA, amateurs repetitie, Kaliber Kunstenschool, Indigo tentoonstellingen, Kepa Bron: Hof88 2013 2014 32.010
36.450
Podiumbezoek Theaterhotel Bron: Theaterhotel Streefwaarde 2011/2012
2012/2013
2013/2014
50.000
46.000
44.000
47.000
Wat heeft het gekost? Aantrekkelijke stad (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat van saldo baten en lasten Storting in de reserves Onttrekking aan de reserves Gerealiseerd resultaat
Primaire begroting 2014 69.888 -50.692 19.196 693 -341 19.548
Begroting 2014 na wijziging 67.532 -43.471 24.061 3.287 -7.916 19.432
Rekening 2014 170.465 -86.343 84.121 2.324 -8.916 77.529
Afwijking 2014 -102.933 42.872 -60.060 963 1.000 -58.097
Voor een toelichting op de afwijkingen en de realisatie van de opgenomen bezuinigingstaakstellingen, wordt verwezen naar het betreffende programma in hoofdstuk 10.
32
3.3 Sociale Agenda Algemeen Implementatie decentralisaties van Jeugdwet, Wmo en Participatiewet In 2014 zijn veel werkzaamheden verricht voor de invoering van de decentralisaties van de Jeugdwet, Wmo en Participatiewet. Dit is een enorme operatie, waarbij op het gebied van onder meer kadervorming en beleid, inrichten van de sturing en monitoring op de nieuwe terreinen, subsidieverstrekking, inkoop, contractmanagement en uitwerken van werkafspraken, inrichten van de sociale wijkteams en backoffice, communicatie naar stakeholders en uitwerken van de samenwerking binnen de regio Twente met de vorming van de Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente en Veilig Thuis Twente, veel is gerealiseerd. De komende jaren wordt gewerkt aan de transitie van het zorglandschap om de noodzakelijke ombuigingen binnen het sociaal domein te kunnen realiseren. MAU De Meerjarige aanvullende uitkering heeft een looptijd van 2012 tot en met 2014. Met het Rijk is afgesproken dat het tekort in 2014 op de BUIG maximaal tussen de 1% en 3% bedraagt. In de loop van 2014 verlaagde het Rijk de BUIG met 8%, waardoor die doelstelling extra spannend werd. Daarnaast is met het Rijk een inhoudelijk maatregelenpakket vastgesteld met bijbehorende targets. Denk aan instroom- en uitstroomdoelen. Door de bijzonder slechte arbeidsmarktontwikkelingen in Twente kwamen die tussendoelen ook flink onder druk te staan. Hierdoor was het nodig om extra maatregelen te nemen, bestaande aanpakken aan te scherpen, en extra te investeren in ons personeel. Een grote uitdaging was om een aanpak te ontwikkelen die nog nadrukkelijker dan voorheen de menselijke maat voorop stelt. Dat is gelukt. Het aantal klachten is fors gedaald in 2014 en ook belangenorganisaties geven aan dat zij zien dat we in onze klantrelatie de menselijke maat tot uiting komt. Alle inspanning hebben er uiteindelijk toe geleid dat het geheel aan maatregelen iets meer heeft opgebracht dan afgesproken en dat het tekort op 1,3% van de BUIG is uitgekomen. Daarmee is de doelstelling gehaald. Subsidieproces In december is de Raad via een raadsbrief geïnformeerd over de voortgang van het plan van aanpak subsidieverleningsproces Sociaal Domein gebaseerd op de aanbevelingen uit het rapport van de Rekenkamercommissie. Dit plan van aanpak heeft grote raakvlakken met het traject systeeminnovatie/wijkagenda’s en de lopende kerntakendiscussie 2015 waarbij sprake is van herijking van subsidies. Bij deze herijking van subsidies is het uitgangspunt dat de beschikbare subsidiebudgetten zullen worden gekoppeld aan de realisaties van de doelstellingen van de decentralisaties (met als basis het beleidsplan 5 D’s en de sociale agenda). De mogelijkheid bestaat dat het plan van aanpak subsidieverleningsproces op voorgenoemde trajecten (in planning) moet worden aangepast. Als dit het geval is wordt de raad hierover te zijner tijd geïnformeerd.
33
Werken en participatie Missie Voor mensen die arbeidspotentieel hebben zetten wij volop in op werk. Banen bij werkgevers zijn het uitgangspunt. We benaderen mensen vanuit wat ze kunnen. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt moeten de kans krijgen hun talenten en mogelijkheden optimaal te benutten, zodat zij op hun niveau (naar vermogen) kunnen deelnemen aan het reguliere arbeidsproces of op een andere manier participeren. De focus van de investeringen ligt bij die groep mensen waarvan verwacht wordt dat zij met begeleiding (belemmeringen wegnemen, vakgerichte training, verplichte activiteiten) aan het werk komen en hiermee in ieder geval hun loonwaarde of meer kunnen verdienen. We zetten in op het zoveel mogelijk verzilveren van de loonwaarde. Als er te weinig mogelijkheden zijn bij reguliere werkgevers verwachten we dat mensen actief meedoen in de samenleving en komt maatschappelijke participatie in beeld. Voor de groep met sociaal sterken die hun baan verliezen, interveniëren wij alleen als dat strikt noodzakelijk is. Om de doelen te realiseren is partnerschap met werkgevers en ook onderwijs essentieel. De gemeente neemt het initiatief om de belangrijkste spelers uit het veld bij elkaar te brengen en na te gaan welke bijdrage vitale partners kunnen leveren om mensen weer aan het werk te krijgen. Wat willen wij bereiken Stimuleren dat mensen participeren in de vorm van werk of maatschappelijke inzet. Verminderen van (langdurige) werkloosheid. Wat hebben wij gedaan?
Toelichting
Coaching, begeleiding en bemiddeling inkopen en uitvoeren voor bijstandsgerechtigden en
In 2014 is het volgende gerealiseerd: - er is 162 keer bemiddeling ingekocht; - 190 cliënten hebben deelgenomen aan een reintegratietraject in de vorm van deelname aan een basisvoorziening of beweegprogramma; - 347 cliënten hebben deelgenomen aan een participatietraject; - 783 cliënten hebben één van de 213 algemene workshops gevolgd; - daarnaast zijn 12 workshops op maat aangeboden, waaraan 103 kandidaten hebben deelgenomen.
Workshops, participatietrajecten en re-integratietrajecten voor bijstandsgerechtigden uitvoeren en inkopen Loonkostensubsidies verstrekken aan werkgevers om de lage productiviteit van bijstandsgerechtigden te compenseren Dienstverbanden inkopen bij Soweco voor mensen met een indicatie sociale werkvoorziening
Bemiddelingsvergoeding In 2014 is 47 keer een bemiddelingsvergoeding toegekend voor een totaalbedrag van 95.100 euro Ontbrekende loonwaarde In 2014 is 44 keer een ontbrekende loonwaarde toegekend voor een totaalbedrag van 154.888 euro. Soweco voert namens de gemeente de wettelijke taak uit met betrekking tot de Wet Sociale Werkvoorziening. Samen met het bestuur van de GR SOWECO en de Raad van Commissarissen van SOWECO NV werken wij aan de herstructurering van de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening. Met het project Voorbereiden Op GarantieBanen (VOGB) hebben we WSW-geïndiceerden klaargemaakt voor de invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015. Middels dit project hebben 76 personen die op de WSW-wachtlijst stonden in de tweede helft van 2014 een tijdelijk dienstverband gehad bij Soweco. In deze periode zijn hun mogelijkheden en vaardigheden in beeld gebracht. Voor 15 personen bleek werken bij een reguliere werkgever niet mogelijk. Voor de overige personen is het traject succesvol verlopen; 5 van hen kregen een arbeidsovereenkomst bij een werkgever via WSW Begeleid Werken, de overige zijn klaar zijn om in 2015 34
Subsidie verstrekken aan werkgevers voor mensen met een indicatie sociale werkvoorziening en hun begeleiding
Werkplekken financieren voor Almeloërs die beschut werken bij een ander bedrijf dan Soweco
Taal- en rekencursussen inkopen voor laaggeletterden en inburgeraars
en 2016 bemiddeld te worden naar een Garantiebaan. Met dit project zijn 24,5 extra arbeidsjaren gerealiseerd, wat voor de komende jaren een positief effect heeft op het subsidieresultaat voor de Participatiewet. Om de financiële tekorten bij de sociale werkvoorziening op te lossen heeft de raad besloten de doelgroep zo regulier mogelijk te plaatsen bij gewone werkgevers en Soweco de komende jaren om te vormen tot een voorziening voor uitsluitend de meest kwetsbare groep arbeidsgehandicapten. In dit kader voert de gemeente sinds 2013 WSW Begeleid Werken in eigen beheer uit. Het aantal personen dat sindsdien van deze regeling gebruik maakt is toegenomen; in 2014 van 49 naar 57 personen. De werkgevers waar deze personen in dienst zijn worden via subsidies gestimuleerd en gecompenseerd voor de lagere productiviteit. Vanaf 1 januari 2015 is instroom in de formatie van de Wet Sociale Werkvoorziening niet meer mogelijk. Personen met een WSW-indicatie zijn vanaf deze datum automatisch opgenomen in het doelgroepregister en komen in aanmerking voor de banenafspraak (Garantiebanen). Soweco voert namens de gemeente de wettelijke taak uit met betrekking tot de Wet Sociale Werkvoorziening. Er zijn nog geen beschutte arbeidsplaatsen gerealiseerd bij andere werkgevers dan het SW-bedrijf. Tot nu toe werken enkele mensen die hier mogelijk voor in aanmerking komen met behoud van uitkering bij externe partijen (zoals Stichting Voor Elkaar) in het kader van participatie. Aan de invulling van ‘Nieuw Beschut’ moet in 2015 verder vorm worden gegeven. Laaggeletterden In 2014 heeft het ROC van Twente op basis van verplichte winkelnering 108 volwasseneneducatietrajecten verzorgd voor de gemeente Almelo. Van de 108 trajecten zijn er 31 (succesvol) afgerond, 12 uitgevallen en waren er nog 65 actief per 31 december 2014. Inburgeraars Conform wettelijke verplichtingen handhaven we de lopende trajecten. Dit blijven we doen totdat er geen gemeentelijke inburgeraars meer zijn.
Indicatoren Tekort op het BUIG budget (middelen om WWB uitkeringen te verstrekken) Bron: Samenleving Streefwaarde
2012
2014
Maximaal 3%
11%
1,3%
Streefwaarde
2012
2014
Minder dan 2.522
2.430
2.542
Gemiddeld aantal WWB uitkeringen Bron: Samenleving
Aantal inwoners met een WWB uitkering dat een actief traject heeft gekregen gericht op werk, re-integratie, participatie of leveren van een tegenprestatie Bron: Samenleving Streefwaarde 2012 2014 85%
51%
80% 35
Leren Missie Wij willen de talenten van alle Almeloërs optimaal benutten. De focus van de gemeente ligt bij jeugd. Kerngedachte is dat iedereen talenten heeft en dat het effectief is om ruimte te bieden aan kinderen om veel te oefenen met vaardigheden. De belemmeringen op het thuisfront die een succesvolle schoolcarrière in de weg staan, worden weggenomen. Ouders moeten gebruik kunnen maken van steun dichtbij om problemen zoveel mogelijk zelf aan te pakken. Professionals in de directe omgeving worden getraind in het vinden van oplossingen dichtbij. Blijvende aandacht is nodig om terugval te voorkomen. Almelo wil met scholen zich inzetten voor het optimaliseren van een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn (van kinderdagverblijf tot diploma). Het versterken van de beroepskolom (vmbo- mbo-hbo) biedt voor Almelo misschien wel de meeste aanknopingspunten voor sociale stijging. Wat willen wij bereiken Versterken van menselijk kapitaal door in te zetten op talentontwikkeling Vergroten van het opleidingsniveau met oog voor een goede aansluiting op de arbeidsmarkt. Voorkomen dat mensen onvoldoende gekwalificeerd zijn. Wat hebben wij gedaan?
Toelichting
Onderwijsachterstanden beperken via financiering van brede- buurtscholen en peuterprogramma’s, Ontwikkeling Integrale Kindcentra (IKC)
We hebben in samenspraak met organisaties in de stad in 2014 activiteiten gefinancierd met als doel: - Verbetering toeleiding van peuters naar VVE (voor- en vroegschoolse educatie): door alle peuters via consultatiebureau te laten screenen op daadwerkelijke taalachterstand en ze, indien nodig, via samenwerking tussen consultatiebureau en peuterspeelzaalwerk actief te begeleiden naar een VVE-plek. - Verbetering kwaliteit voor- en vroegschoolse educatie (VVE): door inzet van gekwalificeerde (HBO-geschoolde) medewerkers in de VVE, trainingen van personeel en aanschaf materialen. - Verbetering inhoudelijke samenwerking tussen professionals die werken aan vve: door inzet van gekwalificeerde (HBO-geschoolde) medewerkers op samenwerking en de trainingen gezamenlijk door voor- en vroegschools personeel te laten volgen. Resultaten: organisaties werken actief aan kwaliteit VVE, er wordt meer samengewerkt door peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en basisscholen aan de doorgaande lijn in hun aanbod, er worden meer peuters toegeleid naar voorschoolse VVE-plekken. De visie Integrale Kindcentra Almelo (IKC) is in 2013 door de gemeenteraad vastgesteld, waarna we in 2014 aan de slag zijn gegaan met een extra impuls aan de concretisering van deze visie. Het doel is dat er in 2015, verdeeld over de hele stad, elf IKC’s in oprichting zijn en dat er voor elk IKC een ontwikkelingsplan wordt opgesteld waarin de leer-, zorg-, en ontwikkellijnen zijn uitgewerkt. In november 2014 is het basisonderwijs, de kinderopvang, de JGZ, Scoop Welzijn en het peuterspeelzaalwerk bij elkaar geweest voor een inventarisatie van de huidige stand van zaken waarbij is gebleken dat: - De 4 Brede Buurtscholen en Aadorp al een stap verder zijn in de realisatiefase en concrete plannen aan het uitwerken zijn; - De overige 6 IKC’s nog in de initiatieffase verkeren en de eerste stappen aan het zetten zijn voor samenwerking. 36
Onderhoud, nieuwbouw en exploitatie financieren van gebouwen voor primair en voortgezet onderwijs
De plannen zullen aansluiten bij de harmonisatie van het peuterspeelzaalwerk, de krimp van het aantal leerlingen en het vraagstuk rondom accommodaties. Vanuit de wettelijke taak en zorgplicht voor de nieuwbouw, verbouw, uitbreiding en 1e inrichting met onderwijsleerpakket en/of meubilair van de schoolgebouwen voor Primair onderwijs (PO), (Voortgezet) Speciaal onderwijs (V)SO en Voortgezet onderwijs (VO) en het onderhoud/aanpassing van de schoolgebouwen voor PO en (V)SO hebben we in 2014 voor een totaalbedrag van ongeveer 1,7 miljoen euro geïnvesteerd. Voor onderhoud een bedrag van 1,1 miljoen euro, voor aanpassingen 450.000 euro en voor 1e inrichting onderwijs leerpakket/meubilair zo’n 150.000 euro.
Beleid maken voor individueel en groepsleerlingenvervoer, aanvragen toetsen en vervoer inkopen
Het leerlingenvervoer is conform wetgeving en verordening uitgevoerd in 2014. Voor het schooljaar 2013-2014 hebben in totaal 306 leerlingen gebruik gemaakt van leerlingenvervoer (taxivervoer 180, openbaar vervoer 51 en eigen vervoer 75). In 2014 heeft een nieuwe aanbesteding van het leerlingenvervoer plaatsgevonden. Deze aanbesteding gaat in per schooljaar 2014-2015. In verband met deze aanbesteding en de afloop van de overgangsregeling waardoor minder leerlingen aanspraak konden maken op aangepast vervoer heeft een onderschrijding van ongeveer 300.000 euro op het budget leerlingenvervoer veroorzaakt.
Beleid maken voor onderwijs en een integraal huisvestingsplan opstellen met schoolbesturen
De 3 grootste schoolbesturen voor PO in Almelo (PCO Noord Twente, OPOA en St QuoVadis) hebben medio 2014 hun visie op toekomstbestendig basisonderwijs gepresenteerd aan hun raden van toezicht en de portefeuillehouder onderwijs. Belangrijke onderdelen van hun visie zijn dat de schoolbesturen: - Hun scholen meer willen laten samenwerken met elkaar èn met vooren buitenschoolse voorzieningen op wijkniveau (IKC); - In samenspraak keuzes willen maken voor het saneren van het scholenbestand en hiermee in willen spelen op de terugloop van het aantal basisschoolleerlingen. Deze visie wordt i.s.m. de gemeente vertaald naar een integraal huisvestingsplan (IHP). De bestuurlijke overleggen hiervoor zijn in volle gang. Dit resulteert in het 1e kwartaal van 2015 tot een soort van globaal stappenplan, dat per wijk verder uitgewerkt wordt, om uiteindelijk te komen tot een IHP.
De leerplicht controleren en voortijdige schooluitval voorkomen, inclusief regionaal meld- coördinatiepunt (RMC)
Bij het team Leerplicht is het aantal meldingen van schoolverzuim in de afgelopen drie jaar licht gedaald, van 561 meldingen in het schooljaar 2011-2012 naar 493 meldingen in 2013-2014. Opvallend is dat het aantal meldingen vanuit het speciaal onderwijs met 30 meldingen is afgenomen. Nog opvallender is dat het aantal verzuimmeldingen in dit schooljaar (2014-2015) weer sterk aan het stijgen is. In december 2014 zijn er 280 schoolverzuimmeldingen geregistreerd bij het team Leerplicht Almelo. Als deze trend zich doorzet, ziet het er naar uit dat het aantal meldingen boven de afgelopen drie jaar uit gaan komen. Onderzocht moet worden of deze stijging te maken heeft met het invoeren van passend onderwijs. Elk jaar heeft het team Leerplicht te maken met circa veertig recidive gevallen. De RMC coördinator ontwikkelt samen met de uitvoering een verbeterde aanpak in het project Jongerenaanpak. 37
Begeleiding van voortijdig schoolverlaters (18 tot 23 jaar) bij het vinden van een juiste studie of werk (in subregionaal verband). Afgelopen jaar is extra inzet gepleegd op voorlichting op het VMBO over het belang van een goede studiekeuze. Tevens vind op regionaal niveau afstemming plaats met de andere subregio’s en het MBO, bijvoorbeeld over het Vroegtijdig schoolverlaters(VSV)-convenant en de voortgang daarvan. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan de kwalificatieplicht voor jongeren op het MBO van 16 en 17 jaar. Het aantal meldingen is de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen, door inzet van de regionale leerplichtambtenaar en meer aandacht voor verzuim op het MBO. Hieronder een overzicht van de RMC-cijfers:
Voortijdig schoolverlaters totaal Uitstroom naar opleiding BOL (full-time naar school) en/of BBL (combineren school en werken) Uitstroom naar Werk Uitstroom zorg/hulpverlening: Uitstroom naar Sociale dienst / UWV. In 2015 alleen Sociale dienst en geen UWV meer. Uitstroom overig (verhuisd; detentie; ziekte etc.) Nog in behandeling
2013-2014 meldingen
2013-2014 trajecten
169*
80
25
25
34 25
24 6
15 (is allemaal WAJONG) 38
9 (2 WAJONG)
32
8
7
* Iets meer dan de helft van de gemelde voortijdig schoolverlaters hebben werk of starten in een nieuw schooljaar met een andere opleiding, hierdoor lopen niet alle meldingen door naar een trajectbegeleiding. In 2014 heeft een evaluatie plaatsgevonden over de RMC samenwerking in de subregio. N.a.v. deze evaluatie gaan we in 2015 aan de slag met het vergroten van de zichtbaarheid van de RMC functie bij het onderwijs en overige partners. Geld beschikbaar stellen aan scholen om de huur van sporthallen te betalen
Vanuit de zorgplicht heeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor het bewegingsonderwijs voor scholen van PO, (V)SO en VO. De scholen ontvangen voor het gebruik van gymlokalen en sporthallen een vergoeding van de gemeente. De vergoeding voor gymlokalen en sporthallen bedraagt in totaal ca € 400.000.
Subsidie verstrekken aan peuterspeelzalen en de kwaliteit van de kinderopvang controleren
Peuters vanaf 2 jaar kunnen naar de peuterspeelzaal om daar samen te spelen ter voorbereiding op naar school gaan. Kinderen met een taalachterstand kunnen vier i.p.v. de reguliere twee dagdelen naar de peuterspeelzaal. Op sommige plekken kunnen ook peuters van tweeverdieners een peuterspeelzaalplek inkopen met een kinderopvangtoeslag. In 2014 zijn er gemiddeld 516 peuters naar een peuterspeelzaal geweest. 203 regulier, 270 kinderen met een taalachterstand en 43 kinderen op basis van een Sociaal Medische Indicatie (SMI). 38
Het CJG financieren voor het (online) beantwoorden van opvoed- en opgroeivragen
De GGD voert voor de gemeente jaarlijkse inspecties uit op de kwaliteit van de kinderopvang en de gemeente handhaaft. In 2014 zijn er 53 inspecties geweest bij de buitenschoolse opvang, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, en gastouderbureaus. Vervolgens heeft de GGD 30 keer het advies gegeven voor een herhalingsonderzoek. De website loes.nl is in 2014 7.507 maal bezocht door mensen in Almelo. Er zijn 1.003 Almeloërs geabonneerd op de digitale nieuwsbrief van Loes. Dat is een stijging van 3% t.o.v. 2013 en bovendien het hoogste aantal abonnees van alle deelnemende Twentse gemeenten. Met ingang van 2015 is de LOES functie anders georganiseerd en is het informatiecentrum in de bibliotheek gesloten. Het aantal vragen dat via de diverse kanalen is binnengekomen bij het infocentrum op een vergelijkbaar niveau als in 2013 (bijna 1.400).
Indicatoren Aandeel laagopgeleiden van de beroepsbevolking Bron: CBS Streefwaarde 2010/2012
2011/2013
*
27%
27%
*De streefwaarde zal bij de begroting 2016 opnieuw bepaald moeten worden. In het verleden gingen we uit van cijfers uit de telefonische Omnibusenquete, nu gebruiken we gevens van het CBS. Percentage doelgroepkinderen dat vier dagdelen voorschoolse piramide-onderwijs bezoekt Bron: SKA Streefwaarde 2013 2014 Doel is de totale doelgroep in beeld te krijgen en 100% van de doelgroep door te verwijzen naar en op te vangen in de voorschoolse educatie
Omvang doelgroep nog niet volledig in beeld door wijziging doelgroepdefinitie en nieuwe manier van indiceren en doorverwijzen
100% van de geïndiceerde peuters wordt geplaatst op een VVEplek. In 2014 waren dat gemiddeld 273 peuters.
Aantal ouders dat deelneemt aan onderwijsondersteuningsprogramma bij het ontwikkelings/onderwijsprogramma dat hun peuter of kleuter volgt Bron: Scoop Welzijn Streefwaarde 2013 2014 135
110
170
39
Vrije tijd Missie Wij bieden een gevarieerd en attractief aanbod dat mogelijkheden biedt voor talentontwikkeling. Wij bieden goede uitgangspunten voor jongeren en kwetsbare inwoners. Onder deze uitgangspunten valt ook het met elkaar in contact komen van sociaal sterke en kwetsbare inwoners. Wij zorgen voor nieuwe perspectieven, vergroting van de leefwereld en meer onderling begrip. Almelo wil een aanbod creëren dat gericht is op de jeugd. Waarbij we jongeren in staat stellen om zelf activiteiten te organiseren in plaats van voor de jongeren activiteiten te organiseren. Structurele inzet van activiteiten gericht op jongeren worden omgebouwd. De activiteiten zijn daarbij niet langer afzonderlijk beschikbaar maar worden rechtstreeks ingezet in bijvoorbeeld het onderwijs en/of brede buurtscholen. De focus binnen het sportbeleid is gericht op jonge jeugd (jonger dan 13 jaar), omdat de positieve effecten van meer sporten en bewegen bij deze doelgroepen het grootst en meest blijvend van aard zijn. Om deze opdrachten te kunnen zorgen wij voor basisvoorwaarden en –voorzieningen, zodat organisaties en inwoners een gevarieerd en attractief activiteitenaanbod van cultuur, sport en andere vrijetijdsbesteding kunnen organiseren. Wat willen wij bereiken Vergroten van maatschappelijke participatie. Bevorderen van een gezonde en actieve leefstijl van mensen door deelneming aan sport, cultuur en maatschappelijke activiteiten. Wat hebben wij gedaan?
Toelichting
Subsidie verstrekken voor sporten buurtwerkers die sportactiviteiten stimuleren op scholen en in de wijk. Subsidie verstrekken aan Sportbedrijf Almelo voor de inzet van combinatiefunctionarissen
Door het Sportbedrijf Almelo worden combinatiefunctionarissen/ sportbuurtcoaches ingezet. Dit gebeurt op allerlei gebied en met diverse partners in de sport en het onderwijs, zoals: topsport, talentontwikkeling, aangepast sporten, bewegingsonderwijs, buurtsport, Verlengde Schooldag.
en Vastgoed gaat invulling geven aan haar verantwoordelijkheid ten aanzien van duurzaamheid Subsidie verstrekken aan de bibliotheek
Subsidie verstrekken aan Kaliber (de muziekschool)
Ook op het gebied van Verenigingsondersteuning (generiek) en het project “Actief Betrokken Club” worden combinatiefunctionarissen sport ingezet. Hier worden de mogelijkheden van de sportvereniging verkend om haar maatschappelijke rol verder uit te bouwen. Zo vinden er na de eerste leerfase van de afgelopen 8 maanden vele WMO-gerelateerde activiteiten op de sportparken plaats, wordt er dagbesteding gefaciliteerd en wordt ondersteund in de interne organisatie van de sportverenigingen. Bibliotheek ontvangt subsidie voor een hoofdvestiging in het stadscentrum. Jeugd tot 18 jaar kan gratis lid zijn van de bibliotheek. Naast vaste collectie (digitale) boeken, is er een breed aanbod van activiteiten en cursussen op het gebied van kunst en cultuur en verbetering van taal- en digitale vaardigheden. Alles met het oog op “ een leven lang leren”. Met name voor jeugd wordt in samenwerking met onder andere scholen aanbod en activiteiten uitgewerkt ter verbetering van taalvaardigheid en het opheffen van taalachterstanden. Ook het Taalpunt draagt hier aan bij. Kaliber kunstschool krijgt subsidie voor aanbod cursus en lesactiviteiten in Almelo op het gebied van muziek, dans, theater en beeldende kunst. Het accent ligt op de jeugd tot 18 jaar en het bereiken van een breed publiek. Over diversiteit in het aanbod (samenstelling, vorm) maar ook aanbod van korter lopende projecten en activiteiten in de wijk en in samenwerking met organisaties in de stad worden hiertoe afspraken vastgelegd in de jaarlijkse overeenkomst met Kaliber Kunstenschool. Vanzelfsprekend voor een educatieve instelling wordt cultuureducatie in de overeenkomst met Kaliber Kunstenschool vastgelegd. 40
Subsidie verstrekken aan amateurverenigingen, cursussen voor jeugdigen en cultuureducatie op scholen (Kepa) Subsidie verstrekken voor tentoonstellingen in het stadsmuseum en de lokale omroep
Aanbod voor alle basisschoolleerlingen is gerealiseerd met nieuwe doorgaande leerlijnen voor muziek en dans. Er is gewerkt aan kennisdeling en –vergroting binnen scholen via Cultuur met Kwaliteit-pilots en het Netwerk voor Interne Cultuur Coördinatoren. Er is gewerkt aan buitenschools aanbod op scholen door Kaliberkunstenschool. Een vrijwilliger onderhoudt de inhoud van de website. Het Stadsmuseum ontvangt van de gemeente een jaarlijkse subsidie ter uitvoering van een tentoonstellings- en cursus programma op het gebied van beeldende kunst en (kunst) historie. Met het educatief aanbod worden scholen in Almelo breed bereikt.
Indicatoren Deelname vrijwilligerswerk Bron: Sociale stijging in kaart Streefwaarde
2012
2014
40%
43%
48% (inclusief mantelzorg)
Leden van de bibliotheek Bron: Statistisch overzicht Streefwaarde
2013
2014
15.000
18.411
Bereik Kaliber kunstenschool Bron: Statistisch overzicht 2012
2013
2014
13.678
12.977
16.943
14.000* * Verklaring van deze daling is de sluiting van het filiaal Heracles. Uit landelijke cijfers blijkt dat sluiting van een filiaal kan leiden tot een daling van het aantal leden met 25%.
Bereik NAXT stage Bron: Statistisch overzicht 2013 8.532
2014 7.908
Percentage dat sociale contacten heeft in de vrije tijd (exclusief met huisgenoten) Bron: Omnibuspanel Streefwaarde 73%
2012 69%
2014 68%
41
Vangnet en ondersteuning Missie Wij willen de eigen kracht van mensen en het oplossend vermogen van de samenleving versterken. Niet voor iedereen is zelfstandigheid een vanzelfsprekendheid. Sommige mensen hebben tijdelijk of langdurig ondersteuning nodig. Wij zorgen voor toegang tot zorg en ondersteuning voor alle Almeloërs ongeacht de positie op de maatschappelijke ladder. We maken een omslag door meer aan te sluiten bij de eigen mogelijkheden en talenten die mensen bezitten. Indien de directe sociale omgeving hulp kan bieden gaat dat vóór het inzetten van duurdere professionele ondersteuning/zorg. Voor zover mogelijk wordt ondersteuning georganiseerd in een aanbod van algemene/collectieve voorzieningen zo dicht mogelijk bij de burgers. Uitkeringsvoorzieningen en minimaregelingen worden omgebouwd of uitgebreid tot een aanmoedigend instrumentarium richting werk en meedoen. Van de gemeente wordt verwacht dat zij regie voert ten aanzien van de aanpak van huishoudens met meervoudige problematiek. De gemeente is verantwoordelijk voor het opzetten en onderhouden van een zorgstructuur die maatschappelijke organisaties in staat stelt om hulpverlening in samenhang en sneller in te zetten bij de huishoudens die het nodig hebben. We willen bereiken dat de gemeente en externe partners bevorderen dat kwetsbare huishoudens zo ondersteund kunnen worden dat zij weer stappen vooruit kunnen zetten. Wat willen wij bereiken Vergroten van welbevinden. Toename en versterken deelname aan de Samenleving (participatie). Verminderen van de afhankelijkheid van de overheid (toename van zelfredzaamheid). Bevorderen van gemengde participatie en wederzijds begrip. Wat hebben wij gedaan?
Toelichting
Bijstand en andere uitkeringen verstrekken aan oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen en zelfstandigen
Het gemiddeld aantal uitkeringen in 2014 is 2.542, waarbij de totaaluitgave voor het inkomensdeel 36.577.295 euro is.
Uitkeringen verzorgen en administreren en evt. geld terugvorderen Bijzondere bijstand verstrekken aan huishoudens met een laag inkomen en specifieke uitgaven Schuldregelingen opstellen, budgetten beheren en krediet verstrekken voor mensen met schulden O.a. bijstandsgerechtigden zorg verlenen die nodig is voor het vinden van werk Langdurigheidstoeslagen verstrekken aan mensen die langer dan 3 jaar bijstand ontvangen
Totaal is er in 2014 1.698.950 euro aan bijzondere bijstand verstrekt. In dit bedrag is een bedrag van 266.540 euro koopkrachttegemoetkoming, 119.700 euro internetvergoeding en 60.800 euro eenmalige uitkering opgenomen. De gemeente Almelo heeft in 2014 vanuit haar positie als lid van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) Stadsbank Oost Nederland (SON) een subsidie verstrekt aan de SON om deze taken uit te voeren. Er waren in 2014 946 cliënten die, wegens belemmeringen, niet voor een traject naar werk in aanmerking kwamen. Met 276 van hen is een actief zorgtraject ingezet. Op de overige cliënten vindt regievoering plaats. In 2014 is er aan 1285 personen in totaal 524.300 euro betaald aan langdurigheidstoeslagen.
42
Kinderopvang vergoeden voor kinderen met een sociaalmedische indicatie in gezinnen met een laag inkomen Vergoedingen verstrekken voor culturele en sportactiviteiten aan huishoudens met een laag inkomen
In 2014 hebben 30 personen gebruik gemaakt van opvang voor kinderen met een sociaal-medische indicatie. Daarbij ging het om een totaal bedrag van 179.470 euro aan opvangkosten.
Fraude met uitkeringen en WMO voorzieningen, met name die in de vorm van een persoonsgebonden budget worden verstrekt, tegengaan, en leerplichtovertredingen tegengaan met de sociale recherche
Fraude uitkeringen De maatregelen in het kader van handhaving hebben in 2014 ruimschoots bijgedragen aan de beoogde besparingsdoelstelling zoals genoemd in de MAU. De hoogte van het aantal opgelegde vorderingen als gevolg van de themacontroles, waaronder onderzoeken naar vermogen in het buitenland, ligt op ruim 1 miljoen euro. Ten opzichte van 2013 is dit een stap voorwaarts, omdat in veel zaken de bewijslast inmiddels rond is. Het zal echter nog de nodige tijd duren voordat alle vorderingen daadwerkelijk geïnd zijn, omdat de gemeente hiervoor deels afhankelijk is van partijen in het buitenland. Dit betekent concreet dat de sociale recherche 75 onderzoeken heeft uitgevoerd, variërend van WWB, GBA en DUO onderzoeken. De onderzoeken hebben 11 beëindigingen (resultaat 157.300 euro) en 12 terugvorderingen (resultaat 1.374.035 euro). Bij het team Preventie van Almelo hebben naast de 2 vaste medewerkers ook nog 2 SRT medewerkers het hele jaar mee gedraaid bij preventie onderzoeken en onderzoeken naar de zgn lopende uitkeringen. Het resultaat van deze onderzoeken is het navolgende: Totale fraude opgespoord in 2014: 94.827 euro en uitkering bespaard in 2014: 532.000 euro (38 uitkeringen). In totaal zijn 144 gevallen onderzocht. Totale besparing op uitkeringen is 689.300 euro en op terugvorderingen 1.468.862 euro.
Huishoudelijke hulp financieren voor mensen met een beperking en die geen beroep kunnen doen op een partner of sociale omgeving Vervoerspassen verstrekken aan mensen met een beperking en die geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer
Via Almelo Doet Mee is aan volwassenen met een laag inkomen in 2014 circa 2.600 maal een voucher verstrekt om deel te kunnen nemen aan sportieve en sociaal- culturele activiteiten. Het Jeugdfonds ondersteunde in 2014 631 kinderen om te kunnen sporten en 90 kinderen om culturele activiteiten te kunnen ontplooien.
Fraude WMO In 2013 is een verantwoordingssysteem ingevoerd voor budgethouders waarbij elke 4 weken verantwoording moet worden afgelegd over de besteding van het persoonsgebonden budget. Dit systeem is in 2014 voortgezet. Door deze wijziging wordt jaarlijks bij een inzet van 1 fte voor de controle van de verantwoordingsformulieren ongeveer 200.000 euro bespaard op de uitgaven voor persoonsgebonden budgetten. Inzet van de SRT voor WMO staat nog in de kinderschoenen. In 2014 is op beperkte schaal en vaak bij proef de SRT verzocht om WMO onderzoek te doen. Het aantal cliënten met hulp bij het huishouden is in 2014 stabiel gebleven (ongeveer 2.900). De hulp bij het huishouden is in 2014 opnieuw aanbesteed. Om de hulp te mogen leveren in 2015 zijn 10 aanbieders gecontracteerd die zorg in natura mogen leveren. Het aantal actieve pashouders (burgers die gebruik maken van het collectieve vervoer) is ongeveer 6.000. Het aantal pashouders lijkt, na jaren van groei, nu te stabiliseren.
43
Rolstoelen en andere vervoersmiddelen financieren voor mensen met een beperking Baliewerkzaamheden verrichten, onder meer om hulpmiddelen te verstrekken
Het aantal cliënten met vervoermiddelen (aangepaste tweewielers en scootmobielen) en rolstoelen is in 2014 met zo’n 10% gestegen. De financiële gevolgen van deze stijging zijn beperkt als gevolg van de gekozen fixed-price constructie met de aanbieder van deze hulpmiddelen De toeleiding en toegang tot Wmo-voorzieningen vindt plaats binnen het KCC team Inwoners en Zorg. De medewerkers van het team zijn betrokken bij de totstandkoming van de nieuwe Verordening en Beleidsregels die op 1 januari 2015 in werking zijn getreden. Om de nieuwe wet- en regelgeving uit te kunnen voeren zijn de medewerkers geschoold op onder andere een nieuwe gespreksmethodiek.
Aanpassingen in en aan woningen financieren voor mensen met een beperking
Het aantal burgers dat een beroep doet op woonvoorzieningen (woningaanpassingen en tegemoetkoming in de verhuiskosten) is stabiel gebleven. Bij de totstandkoming van de nieuwe verordening en beleidsregels is kritisch gekeken naar de aard van de voorzieningen die worden aangevraagd. Geconcludeerd werd dat een aantal kleine woningaanpassingen moet worden aangemerkt als een algemeen gebruikelijk voorziening die niet voor een vergoeding op grond van de Wmo in aanmerking zou moeten komen. In de beleidsregels is dit uitgangspunt nader uitgewerkt.
Beleid maken voor de WMO, aanvragen beoordelen, bezwaar en beroep behandelen en diensten inkopen
2014 heeft in het teken gestaan van de decentralisatie van Awbz-functies naar de gemeente. Eind oktober is de nieuwe Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp door de Raad vastgesteld en begin december zijn de Beleidsregels vastgesteld door het College. Daarnaast is in 2014 de hulp bij het huishouden opnieuw aanbesteed in verband met een gewijzigde systematiek van financieren van de hulp bij het huishouden in 2015 (invoering resultaatfinanciering).
Subsidie verstrekken voor inspraak en participatie van WMO-en bijstandsgerechtigden
Aan Almelo Sociaal is een subsidie verstrekt voor de collectieve en individuele belangenbehartiging van cliënten die zijn aangewezen op ondersteuning via de gemeente (doelgroepen Wwb en Wmo). De adviesorganen Wmo-adviesraad en KRA maken deel uit van Almelo Sociaal; deze adviesraden en de BACMA hebben in 2014 gevraagd en ongevraagd geadviseerd, onder andere over het 5d beleidsplan, de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp en het uitvoeringsprogramma en verschillende verordeningen in het kader van de Participatiewet.
Openbare gezondheidszorg, zoals vaccinatie en de jeugdgezondheidszorg (JGZ) financieren via de Regio Twente
De GGD voert de publieke gezondheid uit door o.m. jeugdgezondheidszorg (incl. het rijksvaccinatieprogramma), Inspectie en Hygiëne, Epidemiologie, infectieziektebestrijding, tuberculosebestrijding en sexuele gezondheid (SOA). Dit zijn wettelijke taken. Als individueel maatwerk leverden zij in 2014: groepsvoorlichtingen, allochtone praktijkondersteuner Loes, licht pedagogische hulpverlening en deelname aan zorg gebonden netwerken. Vanwege bezuinigingen is besloten om het consultatiebureau te verhuizen van de Bellavistastraat naar Eninver.
44
Subsidie verstrekken voor hulp aan multi- probleemhuishoudens en ander maatschappelijk werk
In 2014 is Maatschappelijk Werk Noord West Twente onderdeel geworden van de koepelorganisatie De Nieuwe Organisatie (DNO). Rondom de programmabegroting heeft de raad in november 2014 besloten in 2015 schoolgericht maatschappelijk werk onderdeel te laten uitmaken van een ander onderdeel van DNO, te weten de Sociale Wijkteams. Daarnaast is besloten toe te werken naar het onderbrengen van de functie maatschappelijk werk binnen de Sociale Wijkteams met ingang van 2016 en hiermee een efficiencykorting van 30% per 2016 te realiseren. Met DNO wordt gewerkt aan een voorstel ter uitwerking van dit besluit.
Subsidie verstrekken voor sociale verslavingszorg, zoals dagopvang en een alcoholgebruikersruimte
Aan Tactus is subsidie verstrekt voor het verlenen van sociale verslavingszorg. Als centrumgemeente zorgt de gemeente Almelo dat voor de subregio Almelo mensen met een verslaving hulpverlening ontvangen. Het gaat om methadonverstrekking, bemoeizorg, een inloop en begeleiding.
Subsidie verstrekken en regie voeren voor opvangplekken en begeleiding van dak- en thuislozen
Aan Humanitas onder dak is subsidie verstrekt voor de nachtopvang aan de Westerstraat, de 24-uursopvang aan de Adastraat, de opvang voor jongeren in Enschede en het project KamerRaad aan de Bornerbroekstraat. Humanitas onder dak verzorgt beheer van de opvang en de begeleiding van de dak- en thuislozen.
Subsidie verstrekken voor het toeleiden van daklozen, verslaafden en/of cliënten met een psychiatrische aandoening naar zorg, danwel het voorkomen van huisuitzettingen (“bemoeizorg”)
Aan Dimence is subsidie verstrekt voor outreachende hulpverlening aan cliënten met meervoudige sociale problematiek, waarbij tevens sprake is van psychiatrische problematiek.
Subsidie verstrekken voor gezondheidsactiviteiten voor kinderen, en om depressie, roken en alcoholgebruik te beperken
Subsidie is verstrekt voor de volgende onderdelen: - “Mindfit” (AWBZ collectieve preventie geestelijke gezondheid). “En nu ik” (in het kader van huiselijk geweld). - Sociaal vaardigheid trainingen. - Cool2bfit (overgewicht kinderen). - Happy Fris (alcoholpreventie). - Pilot samen gezond. In het kader van het project “Gezond in de Stad” (GIDS) is in 2014 een start gemaakt met het uitvoeren van wijkscans (zgn gezondheidsscan) in de wijken Schelfhorst, Sluitersveld, Kerkelanden/Aalderinkshoek, De Riet Nieuwland, Ossenkoppelerhoek Nieuwstraatkwartier en Windmolenbroek. O.b.v. deze wijkscans worden uitvoeringsplannen gemaakt . Dit is een onderdeel van de nog op te stellen wijkplannen. Financiering vindt plaats vanuit de hiervoor bestemde rijksmiddelen (GIDS-gelden).
45
Subsidie verstrekken voor integratie en tegen discriminatie en voor opvang van vluchtelingen
In 2014 is er subsidie verstrekt aan Vluchtelingenwerk Oost Nederland (VWON) voor integratie en begeleiding van vluchtelingen. Het streven is dat vluchtelingen zo snel mogelijk de weg vinden naar reguliere voorzieningen en activiteiten en daardoor stijgen op de participatieladder. Daarbij horen de volgende activiteiten: - Informatie en advies - Ondersteuning asielprocedure - Gezinshereniging - Coaching Vestiging Daarnaast is er subsidie verstrekt aan Artikel 1 Overijssel. Deze stichting voert de Wet op de Gemeentelijke Anti Discriminatie Voorzieningen (WGA) uit. De gemeentelijke Anti Discriminatie voorziening voert twee wettelijke taken uit; - onafhankelijke bijstand verlenen bij discriminatieklachten - de registratie van discriminatieklachten Ook voert Artikel 1 preventieactiviteiten uit ten aanzien van vooroordelen, pesten en ongelijke behandeling.
Zorg coördineren vanuit het CJG en de openbare geestelijke gezondheidszorg ten behoeve van multi- probleemhuishoudens en complexe vastgelopen cliënt(systemen) Subsidie verstrekken voor het stimuleren van vrijwilligerswerk en ondersteunen bij mantelzorg
In 2014 is in 83 gevallen zorgcoördinatie ingezet voor deze doelgroep. Daarnaast is zorgcoördinatie in 41 gevallen ingezet rondom tijdelijk huisverbod. Procesmanagement is verder onder meer ingezet ten behoeve van groepsaanpak criminele jeugd, vorming en uitvoering van stedelijk jeugdoverleg naar aanleiding van de Jeugdwet, de doorontwikkeling van de (regionale) aanpak huiselijk geweld en de implementatie van de sociale wijkteams. De gemeente Almelo heeft in 2014 een subsidie verstrekt aan Scoop om de netwerkregie- en makelaarsfunctie vrijwilligerswerk uit te voeren. Daarnaast is voor de ondersteuning van mantelzorgers een subsidie verstrekt aan het Steunpunt Informele zorg. Daarvoor zijn ongeveer 600 ingeschreven overbelaste mantelzorgers ondersteund en diverse activiteiten georganiseerd ter ontlasting van mantelzorgers.
Indicatoren Gebruik minimaregelingen Bron: Jeugdfonds / Naturaregeling / Sociale medische indicatie kinderopvang Streefwaarde 2013 2014 Jeugdfonds
600
379
721
Naturaregeling Sociale medische indicatie kinderopvang (gemiddelde duur)
1900 6 maanden
1805 6 maanden
2600 30 x gebruik van gemaakt, met een gemiddelde duur van 6 maanden (5,73)
46
Gebruik individuele voorzieningen WMO Bron: Gemeente Vervoerskosten
Streefwaarde 15
2013 15
2014 16
5.500 950 400 66 990 1.700 400 775 50
5.876 965 402 66 990 1.643 455 759 68
5751 1030 454 81 1.031 1.778 384 679 44
Vervoerspas Scootmobiel Aangepast fietsen Rolstoel elektrisch Rolstoel handbewogen Zorg in natura HH1 Zorg in natura HH2 PGB HH1 PGB HH2
Feitelijke bezettingsgraad in de 24-uursopvang gebaseerd op 20 plaatsen / 2 crisisplaatsen Bron: Humanitas Streefwaarde 95%
2013 95%
2014 95%
Feitelijke bezettingsgraad in de nachtopvang gebaseerd op 5 tot 7 opvangbedden Bron: Humanitas Streefwaarde 90%
2013 90%
2014 90%
Gemiddelde toegestane verblijfsduur maatschappelijke opvang tot doorstroming naar begeleid of zelfstandig wonen Bron: Gemeente / Humanitas Streefwaarde 2013 2014 7 maanden
7 maanden
9 maanden
Ambulante verslavingszorg – aantal cliënten dat jaarlijks feitelijk behandeld wordt Bron: Tactus Streefwaarde 2013 2014 390
344
398
Ambulante verslavingszorg – aantal cliënten dat jaarlijks de inloop/dagopvang bezoekt Bron: Tactus Streefwaarde 2013 2014 43 per dag 13.000 per jaar
43 per dag 13.000 per jaar (omvang doelgroep is 60 personen)
37 per dag 11.000 per jaar
Aantal cliënten dat jaarlijks een bemoeizorgtraject doorloopt of ambulante begeleiding ontvangt gericht het voorkomen van huisuitzetting Bron: Tactus, Humanitas, Dimence, GGZ, Maatschappelijk werk Streefwaarde 200 (groei verwacht vanwege crisis, bezuinigingen in de zorgzwaartepakketten 1 tm 3 en decentralisaties)
2013 185
2014 185
47
Wat heeft het gekost? Sociale agenda (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat van saldo baten en lasten Storting in de reserves Onttrekking aan de reserves Gerealiseerd resultaat
Primaire begroting 2014 110.055 -60.058 49.997 1731 -5 51.723
Begroting 2014 na wijziging 115.145 -59.572 55.573 4.969 -5.358 55.183
Rekening 2014 113.725 -65.470 48.255 4.768 -3.935 49.088
Afwijking 2014 1.420 5.898 7.318 200 -1.424 6.095
Voor een toelichting op de afwijkingen en de realisatie van de opgenomen bezuinigingstaakstellingen, wordt verwezen naar het betreffende programma in hoofdstuk 10.
48
3.4 Leefbaarheid en veiligheid Openbare ruimte Wat willen wij bereiken De gebruiker van de openbare ruimte behoort tevreden te zijn over de openbare ruimte. Een goede klanttevredenheid is het te bereiken beheerresultaat. In de geest van de bezuinigingen zal dit resultaat onder druk komen te staan doordat wij het verzorgen van de openbare ruimte versoberen. Op de schoonheidsaspecten is de kwaliteit overwegend “basis” met in het stadshart en hoofdstructuur “hoog”. Voor de aspecten zwerfvuil, graffiti en hondenpoep is een kwaliteitsniveau “hoog” in de hele stad wenselijk. Voor de overige aspecten is een kwaliteitsniveau “basis” voldoende. Wat hebben wij gedaan?
Toelichting
Openbare ruimte en groen onderhouden
Het onderhouden van de fysieke woon- en leefomgeving op basis van het afgesproken beeldkwaliteitsniveau en budgetten. In 2014 is gewerkt aan het Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) ten behoeve van implementatie in 2015. Hiertoe is ook samenwerking gezocht met verschillende partners in de stad.
Riool onderhouden
Zorgdragen voor een goed functionerend rioolstelsel een en ander conform de afspraken zoals vastgelegd in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2011 – 2015. Uitvoering verloopt volgens planning.
Buitengebied
Het sober en doelmatig onderhouden van de wegen, bomen, bermen en sloten die onder het beheer van de gemeente vallen, overeenkomstig het uitvoeringsplan.
Indicatoren Oordeel burger directe woonomgeving Bron: Waar staat je gemeente Streefwaarde 2013
2015
7,4
7,5
*
2013 6,7
2015 *
Oordeel burger wegen, paden en pleinen Bron: Waar staat je gemeente Streefwaarde 2013
2015
6,5
6,6
*
2013 6,5
2015 *
Oordeel burger speelmogelijkheden Bron: Waar staat je gemeente Streefwaarde 6,7
Oordeel burger onderhoud buurt Bron: Waar staat je gemeente Streefwaarde 6,4
* Meting is in mei 2015. Gegevens zijn in juni beschikbaar.
49
Aantal Green Flags Bron: Gemeente Streefwaarde
2013
2015
0
3
4
50
Wijkgericht werken Missie Wij vragen inwoners, bedrijven en instellingen, maar ook buurten, wijken en dorpen om waar mogelijk zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de ontwikkeling van stad en samenleving, waaronder de leefbaarheid van de eigen wijk. De eigen kracht van inwoners wordt aangesproken, de gemeente faciliteert en bekijkt waar zeggenschap van burgers over budgetten mogelijk is. Wat willen wij bereiken We willen de kloof tussen burger en bestuur verkleinen. Het gemeentebestuur wil op de hoogte zijn van wat er leeft in wijken en buurten en handhaaft daarom de vijf stadsdelen en het wijkwethouderschap. Wijken moeten aantrekkelijk zijn om in te wonen, te werken en te recreëren. We willen de betrokkenheid bij de buurt en de eigen verantwoordelijkheid stimuleren. Dit doen we samen met de betrokken partners in de wijk: bewoners en professionals. Wat hebben wij gedaan?
Toelichting
Inzet van stadsdeelcoördinatoren in de wijken in combinatie met wijkondersteuners en andere partners in de stad
In alle stadsdelen zijn een stadsdeel coördinator en een wijkondersteuner actief. Via het wijkfunctionarissenoverleg vindt afstemming plaats met alle relevante partijen voor het wijkgerichte werken. In het kader van de sociale agenda is een start gemaakt met een analyse voor de opstelling van de wijkagenda voor de wijken het centrum, Aalderinkshoek, Sluitersveld, De Riet, Nieuwstraatkwartier en Ossenkoppelerhoek. In 2014 zijn diverse bewonersorganisaties gesubsidieerd voor de door hen gemaakte organisatiekosten.
Inzet van subsidies voor wijkplatforms Investeringen en subsidies in wijkaccommodaties
De fusie tussen De Kolk en ’t Dok is gerealiseerd. Wijkgebouw ’t Dok is uitgebreid en aangepast. De totale investering bedraagt: 650.000 euro. Het gebouw De Kolk is als gevolg van deze fusie vrijgekomen. De MFA’s t Dok, De Trefhoek en Het Ahoes ontvangen subsidie voor de exploitatie en beheer van de accommodaties om wijkactiviteiten mogelijk te maken. Accres BV beheert en exploiteert wijkaccommodaties t.b.v. activiteiten in de wijkcentra met een contractduur van vier jaar. Dit contract loopt door tot 31 december 2016. In totaal is met de exploitatie en beheer van wijkcentra een bedrag gemoeid van 1.862.424 euro. Vastgoed van de gemeente Almelo verhuurt aan Accres B.V. en ’t Dok en ontvangt hiervoor 1.016.195 euro aan huur.
Indicatoren Sociale Atlas 2013
2014
In de sociale atlas zijn ongeveer 35 indicatoren opgenomen, waarbij uitgewerkt naar wijk- en buurtniveau kan worden gevolgd wat de ontwikkelingen zijn in wijken en buurten. In 2014 gaan wij de sociale atlas door ontwikkelen zodat ook informatie rondom voorzieningengebruik op het gebied van vangnet en ondersteuning en op het gebied van nieuwe taken rondom de decentralisaties WMO/AWBZ en Jeugdzorg wordt opgenomen. Deze informatie wordt gebruikt om in de op te stellen wijkagenda’s samen met wijkbewoners en partners te komen tot streefwaarden.
Sociale Atlas is op dit moment nog in ontwikkeling en bevindt zich nu in de testfase.
51
Duurzaamheid Missie Almelo wil een duurzame stad zijn voor haar burgers, een stad die aan onze huidige behoeften voldoet zonder de behoeften van toekomstige generaties hier of elders te beperken. Het gaat naast het verbeteren van de milieu- en leefkwaliteit ook om het waarborgen van economische, maatschappelijke en sociale belangen. Duurzame ontwikkeling is geen eindstation maar een doorlopend maatschappelijk integraal proces. De gemeente Almelo neemt hierin haar verantwoordelijkheid maar is voor het bereiken van een optimaal resultaat mede afhankelijk van externe partners. De gemeente Almelo stelt zich ten doel de randvoorwaarden voor een duurzame ontwikkeling te scheppen en initiatieven te ontwikkelen. Initiatieven vanuit de particuliere sector worden sterk aangemoedigd. Wat willen wij bereiken Het doel van het Duurzaamheidsplan is het stimuleren en scheppen van een prettige, gezonde en veilige leefomgeving, voor nu én voor de toekomst op basis van duurzaam denken en handelen. Duurzaam denken en -gedrag kan op verschillende manieren worden gestimuleerd, onder andere door financiële prikkels, regelgeving en strategische kaders. Daadwerkelijk duurzaam gedrag wordt echter bereikt door bewustwording en mentaliteitsverandering als gevolg van opvoeding, onderwijs en diverse sociale prikkels. Met ander woorden duurzaam gedrag zal “tussen de oren” moeten zitten, het moet een natuurlijk onderdeel van ons denkproces en handelen worden en blijven. De rol van de gemeente wordt minder die van uitvoerder en meer die van initiatiefnemer, aanjager, ondersteuner en schepper van randvoorwaarden en kaders voor maatschappelijke participatie om duurzaam denken en handelen verder te stimuleren en daarmee een duurzame stedelijke ontwikkeling mogelijk te maken. Wat hebben wij gedaan? Beleid maken voor en adviezen opstellen over ruimtelijke ordening, milieu en duurzaamheid
Onderzoeken voor bodem- en grondwaterkwaliteit initiëren, beoordelen, vastleggen en ontsluiten
Grondsanering laten uitvoeren en de vergunningen hiervoor verstrekken
Toelichting - Stedelijk Waterplan Binnenstad Almelo - Klimaat Actieve Stad - Q-impuls - Afvalinzameling - Aanbesteding Lake Source Cooling Leemslagenplas - Ontwikkeling Natuurhus - Nieuw stadhuis - Duurzaam inkopen - Ontwikkeling Nieuwe Natuur en Stadslandbouw - Voorbereiding op opstellen Omgevingsvisie in 2015 - Duurzame mobiliteit - Groen en landschap -
16 procedures Wet Bodembescherming (inc. eigen beheer) 99 bodemonderzoeken beoordeeld (SaneringsPlannen / Saneringsvergunningen/monitoring/OriënterendeOnderzoeken/ NadereOnderzoeken /eind en nulsituaties/ PlanvanAanpak - Invoer data in Bodeminformatiesysteem - 70 meldingen in kader Bodemkwaliteit Bodemsaneringen in eigen beheer – zijn lopende en nieuw opgestarte (zie bodemprogramma) – 8 saneringen (plus vergunning)
52
De normen voor geluid en trillingen handhaven en overlast verhelpen Grote veiligheidsrisico’s met industrie en transport in kaart brengen en oplossingen aandragen
Trillingen/geluid Swanehof/Ambtstraat 137 Diverse metingen en onderzoek naar aanleiding van klachten. Invulling van de adviesfunctie naar handhaving en bijzondere wetten In kaart gebracht – gegevens Risicokaart zijn up to date. Externe Veiligheidsbeleid is dit jaar vastgesteld.
Uitvoering van deelprojecten in het kader van Almelo Centrum voor Duurzaamheid en innovatie (ACDI) Beleid ontwikkelen zonebeheer geluid
-
Leemslagenplas (LakeSourceCooling) aanbesteding is succesvol verlopen – contract ondertekent - Overijsselse aanpak 2.0 –energieloket burgers/bedrijven - Energieakkoord Er is geen specifiek beleid ontwikkeld – wel toevoeging in geluidbeleid. Er zijn industrieterreinen gedezoneerd en geluidzones verlegd. Dit is geregeld in bestemmingsplannen.
Evaluatie van het geluidbeleid
2014 zijn de stukken gereed – bestuurlijke vaststelling 1e kwartaal 2015
Uitvoering geven aan de EUrichtlijn Omgevingslawaai
Afgelopen jaar is initiatief genomen om subsidie aan te vragen voor stil asfalt Nachtegaalstraat (hotspot actieplan)
Saneren van de resterende A-lijst woningen (ivm geluidoverlast)
Nog 2 woningen te saneren – opdracht is verstrekt in september 2014 Daarna is project gereed.
Actualiseren verkeersmilieukaart
Wordt in 2015 geactualiseerd (opdracht is gegeven)
Vervanging blokcontainers door ondergrondse containers met controletoegang
In de periode 2012 – 2014 zijn de meeste containers vervangen – er zijn nog enkele locaties die nader onderzocht moeten worden.
Voorstel om het afvalinzamelsysteem te wijzigen Beleid ontwikkelen voor gebiedsgericht grondwaterbeheer
Is in januari 2014 aan de orde geweest. Vooralsnog “on hold”gezet. Zal in februari 2015 aan de raad worden aangeboden. Doorlopend – op 4 maart 2014 heeft de raad het beleidsplan – een nieuwe aanpak voor bodemverontreiniging – vastgesteld Uitvoering wordt op dit moment vorm gegeven.
Regie op het gebruik van bodemenergie (wettelijke taak sinds 1-7-2013 voor gesloten systemen)
Beleid is in voorbereiding. Beoordelingen meldingen bodemenergiesystemen 12 stuks
Versterking communicatie m.b.t. risico’s en calamiteiten
Deels gerealiseerd – groot deel van de communicatie ligt bij de Veiligheidsregio.
Aanpassing bestemmingsplannen v.w.b. externe veiligheid (BEVI)
95 % gereed
Actualiseren vergunningen LPGtankstations Verduurzaming openbare verlichting
Gereed
Natuur- en Milieueducatie
Per 1 januari 2014 heeft de Stichting Natuurhus formeel de natuur- en milieueducatieve taken van de gemeente overgenomen op basis van een afgesloten dienstverleningsovereenkomst. De Stichting Natuurhus ontvangt hiervoor een jaarlijkse vergoeding op basis van de geleverde
in 2014 is een begin gemaakt met de aanleg van dynamische verlichting langs de singels. Voorts is met behulp van financiele middelen uit het project Twente Bewust Verlicht een vervolg gegeven aan de Light Challenge 2013 om innovatieve, duurzame en dynamische verlichting te plaatsen in het Hagenpark als kwaliteitsimpuls voor het park en als aanvulling op de voorgenomen bouw van het Natuurhus (realisatie in 2015).
53
prestaties. Afkoppelen hemelwater
We zitten op schema volgens het GRP (gemeentelijk rioleringsplan) 20112015. In het nieuwe GRP 2016-2020 zal een actueel overzicht opgenomen worden.
Indicatoren Reductie van CO2 uitstoot (o.a. huishoudelijk afval, duurzaam inkopen, openbare verlichting, nieuwbouw stadhuis) Bron: Gemeente / Twente Milieu Streefwaarde 2015
2013
2014
Meer dan 10 miljoen kilo
10 miljoen kilo
Meer dan 10 miljoen kilo
Duurzaam inkopen Bron: Gemeente Streefwaarde 2015
2012
2014
100%
91%
Meer dan 91%
54
Omgevingsvergunning en handhaving Missie Bij de uitvoering van onze VTH-taken: - Focussen wij op risico’s - Handelen wij professioneel - Werken wij samen - En leggen wij de verantwoordelijkheden waar deze horen Wat willen wij bereiken Wij willen de leefomgeving veilig, leefbaar en aantrekkelijk houden. We focussen op risicobeheersing en richten ons op doelen in plaats van middelen. We verkiezen preventie boven repressie en bepreken de overlast voor burgers en bedrijven tot een minimum. We beschikken over de juiste kennis en deskundigheid en werken hiervoor samen met onze ketenpartners.
Wat hebben wij gedaan?
Toelichting
Omgevingsvergunningen verstrekken voor bouwen en milieu, afwijken van het bestemmingsplan, aanleggen, brandveilig gebruiken en het wijzigen van een monument. Daarnaast meldingen van activiteiten beoordelen en leges innen
De opzet van het VTH-programma 2014 (Vergunningverlening Toezicht en Handhaving) is sterk gewijzigd ten opzichte van de jaren daarvoor. Het programma geeft een overzicht van de uitvoering van lokale VTH-taken en van de samenwerking binnen de RUD Twente. Dit laatste is gebeurd door de uitkomsten van de planningstool RUD te verwerken in het jaarprogramma. Daarnaast is de inzet geprogrammeerd van de verschillende adviseurs in het VTH-proces (zoals bodem en geluid). Deze kwaliteitsverbetering heeft ertoe geleid dat het VTH programma 2014 begin maart 2014 is vastgesteld. Naast het VTH-programma wordt jaarlijks een jaarverslag VTH opgesteld. Het verslag bevat een evaluatie van de activiteiten die in het programma zijn opgenomen. Aangegeven is in hoeverre deze activiteiten hebben bijgedragen aan het bereiken van de gestelde doelen. Het Jaarverslag VTH 2013 is op 25 maart 2014 vastgesteld.
Binnen de kaders van de omgevingsvergunning de fysieke leefomgeving controleren op veiligheid en leefbaarheid
De kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving borgen
Op basis van het VTH-programma is uitvoering gegeven aan de toezichthoudende taken. Net als voorgaande jaren hebben ook in 2014 onaangekondigde controles plaatsgevonden. Het doel is om inzicht te krijgen in het (spontane) naleefgedrag van bedrijven. Daarom zijn steekproefsgewijze onaangekondigde controles uitgevoerd op de gedragsvoorschriften van de milieuwetgeving. De geconstateerde overtredingen zijn direct tijdens de controle beëindigd of waren na een hercontrole beëindigd. In 2014 is deelgenomen aan het benchmarkonderzoek Wabo. Het uitvoeren van dit onderzoek past binnen de in 2012 vastgestelde VTH-visie om te ‘professionaliseren door te leren’. De benchmark is ook als zodanig opgezet. De benchmark maakt onderscheid tussen de fasen ‘voorlichting en vergunningverlening’ en ‘toezicht en handhaving’. De algehele conclusie is dat onze gemeente het beste presteert vanuit de invalshoek bestuur. Dit betekent dat onze gemeente vanuit het perspectief van de benchmark effectief opereert in het beheersen van risico’s als gevolg van het gebruik van de fysieke ruimte door burgers en bedrijven. 55
De uitkomsten van de benchmark worden gericht ingezet voor het verder professionaliseren van de VTH-uitvoering op basis van de Wabo. Daarnaast worden de resultaten gebruikt binnen het project ‘procesgerichte vergunningverlening’ dat thans in uitvoering is. Het juridische handhavingsproces is in 2014 nader bekeken. Om het proces efficiënter te laten verlopen is vervolgens de mandatering aangepast. Ook zijn er afspraken gemaakt over een zo efficiënte mogelijke manier van informatie voorziening. De normen voor de welstandstoets opstellen en verzoeken voorleggen aan de externe welstandscommissie
In 2013 zijn de welstandsvrije gebieden vastgesteld door de gemeenteraad. Grote delen van Almelo zijn welstandsvrij. Voor de nietwelstandsvrije gebieden zijn normen opgenomen in de welstandsnota. Waar nodig worden verzoeken voorgelegd aan de externe welstandscommissie.
Indicatoren Tijdige behandeling vergunningaanvragen (doorlooptijd behandeling aanvraag omgevingsvergunning waarvoor een wettelijke termijn geldt) Bron: Managementinformatie Streefwaarde 2014 98% binnen wettelijke termijn
2013 96% binnen wettelijke termijn
2014 98% binnen wettelijke termijn
Extern oordeel voor beleidscyclus WABO in het kader van Interbestuurlijk Toezicht (IBT) Bron: Provincie Overijssel Streefwaarde 2014 2013 2014 Groen
Groen
Oranje
56
Veiligheid Missie Almelo is een gemeente waar het veilig wonen, werken en leven is. Spelregels en grenzen zijn helder. Er wordt snel en merkbaar opgetreden tegen overlast en criminaliteit. We stimuleren de Almeloërs, bezoekers, ondernemers en veiligheidspartners om vanuit hun eigen verantwoordelijkheid bij te dragen aan de veiligheid binnen de gemeente. Wat willen wij bereiken Almelo moet de veiligste stad van Twente zijn en dat moet niet alleen terug te vinden zijn in de cijfers maar ook in de beleving van de inwoners. Almelo kan mensen alleen aan zich binden als die zich er veilig voelen. Ze kunnen zich vrij bewegen, omdat ze zich veilig weten in hun huis, in hun directe omgeving en in de gemeente als geheel. Bezoekers moeten Almelo ervaren als gastvrij en ontspannen. Veiligheid is nodig om Almelo in balans te krijgen en te houden. (On)veiligheid heeft niet alleen betrekking op wat er werkelijk mis gaat (objectieve veiligheid), maar evenzeer op wat er mis kan gaan (risico’s) en op wat mensen als veilig of onveilig ervaren (subjectieve onveiligheid). Wij dragen bij aan de veiligheid van de Almelose samenleving. Om dat te bereiken moet kwaliteit worden geleverd, o.a. afgemeten aan de actuele leefbaar- en veiligheidscijfers. Veiligheid kan worden bereikt door middel van een constructieve samenwerking tussen lokale overheid, partners, maatschappelijke instellingen en de burger, uitgaande van een open communicatie. Aan de basis van deze Almelose veiligheidsaanpak voor de komende jaren liggen onze ervaringen en resultaten, cijfermatige onderbouwingen (Integrale veiligheidsmonitor en de gebiedsscans van de politie), evenals de kennis en inzichten van onze partners. Er is veel samenwerking en informatie-uitwisseling in de ‘veiligheidsketen’. Er zijn diverse projecten en initiatieven die onwenselijke situaties voorkomen en bestrijden (integrale aanpak jongerenoverlast, horecaplus- project, ondersteuning probleemhuishoudens, aanpak huiselijk geweld, etc.). De gebouwde omgeving is op verschillende plaatsen aan verbetering toe. Er zijn te veel ongedefinieerde openbare ruimtes. Dit maakt dat mensen zich minder veilig voelen dan objectief nodig is. Er worden betrekkelijk veel geweldsmisdrijven en vandalisme in Almelo gepleegd. Het zijn relatief veel jongeren die zich hieraan schuldig maken. De harde kern van veelplegers is relatief omvangrijk. Het vervoer van gevaarlijke stoffen verdient aandacht. Wat hebben wij gedaan? De brandweer financieren (samen met dertien andere gemeenten)
Toelichting De brandweer is in 2014 voor verschillende incidenten uitgerukt om hulpverlening te bieden. In totaal is brandweer in Almelo 683 keer gealarmeerd. Het betreft 391 automatische meldingen, 144 branden (woningen, containers, buitengebied, industrie etc.) en 148 overige incidenten (zoals ongevallen en dienstverlening). Daarnaast heeft de brandweer circa 400 adviezen uitgebracht voor vergunningen, evenementen, bestemmingsplannen etc. en is circa 200 keer toezicht gehouden bij de realisatie van een bouwwerk, controle veiligheid bewoning etc. Tot slot heeft het team brandveilig leven een aantal activiteiten ontplooid, zoals lesprogramma en voorlichtingsbijeenkomsten aan senioren. Daarbij worden inwoners van Almelo geïnformeerd over een brandveilige leefomgeving.
Toezicht en handhaving in de openbare ruimte inkopen bij Stadstoezicht
De algemene doelstelling is een veilige woon- en leefomgeving met de beschikbare inzet van de gemeente. Aan een haalbare handhavingsopgave ligt een kosten-batenanalyse ten grondslag. De kostenkant bestaat uit de toezichtcapaciteit. Dat is de menskracht die wij willen en kunnen inzetten om de handhavingsopgave op effectieve en efficiënte wijze te kunnen invullen. Eind 2014 is het totaal aantal fte bepaald op 10,5 fte. 57
Beleid maken, vergunningen verstrekken en handhaven rondom horeca, uitgaan en evenementen
Wij gaan bij de afname van diensten uit van: - Voldoende capaciteit voor wettelijke taken die verricht moeten worden; - Kwalitatief goed toezicht en handhaving gericht op de veiligheid van de samenleving; - Aansluiting van de reguliere politiezorg, onder meer op het terrein van wijkveiligheid. - Voldoende capaciteit voor overig toezicht en handhaving zoals bij evenementen, hondenoverlast, cameratoezicht, gevonden voorwerpen, incidenten, verkeersgeleiding, afhandeling van klachten, APV-taken, fietsen- en scooteroverlast, e.d. Er is veel variatie in handhavingsopgave en het ambitieniveau speelt ook een rol. Er is een duidelijk profiel waarmee Stadstoezicht identiteit weet te positioneren als een handhavende instantie, aanvullend op de politie. De positionering van Stadstoezicht ten opzichte van de politie en de goede samenwerking tussen beide is voor de handhaving van groot belang. In 2014 zijn vier daartoe opgeleide en bevoegde buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) van Stadstoezicht begonnen met het toezicht en handhaving (gezamenlijk 1 fte) van de vernieuwde Drank- en Horecawet. Een taak die voorheen bij de Voedsel- en Warenautoriteit lag. In oktober 2014 heeft de gemeenteraad het Preventie- en Handhavingsplan Drank- en Horecawet vastgesteld. Het plan bevat de hoofdzaken van het beleid met betrekking tot de preventie van alcoholgebruik door jongeren en de handhaving van de wet.
De burgemeester ondersteunen bij wettelijke taken rond openbare orde en integrale veiligheid
De bevoegdheden van de burgemeester zijn geen statisch gegeven. De burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid. Om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, staan de burgemeester tal van bevoegdheden ter beschikking. Maatschappelijke omstandigheden wijzigen, jurisprudentie vormt zich en met regelmaat verandert de wetgeving. De huidige bevoegdheden zijn te onderscheiden in algemene bevoegdheden en noodbevoegdheden enerzijds en specifieke bevoegdheden anderzijds. De algemene bevoegdheden vloeien voort uit de Gemeentewet (bijvoorbeeld noodverordening en noodbevel). De specifieke bevoegdheden vloeien voort uit specifieke wetten, zoals bijvoorbeeld het tijdelijk huisverbod bij huiselijk geweld en het sluiten van drugspanden op basis van de Opiumwet. Voor een deel van de specifieke bevoegdheden geldt dat de burgemeester verplicht is tot samenspraak en/of samenwerking met het Openbaar Ministerie (bijv. preventief fouilleren en cameratoezicht).Daarnaast zijn Politiewet, de Wet Veiligheidsregio's en de Algemene Plaatselijke Verordening bronnen voor handhaving en wetgeving op het gebied van de openbare orde en veiligheid.
Noodopvang van dieren en de destructie van dode dieren financieren
De wettelijke taken voor de gemeente Almelo worden uitgevoerd door Het Noordbroek. Deze taken hebben onder meer betrekking op het opvangen en verzorgen van dieren waarvan de eigenaar niet direct is te achterhalen.
Acute veiligheidsmaatregelen opleggen en uitvoeren tegen individuen, en crisisbeheersing bij rampen
Maatregelen kunnen en worden ingezet als sprake is van oproer, wanordelijkheden, rampen of zware ongevallen of de vrees daartoe. Dat kan onder meer op basis van een noodverordening. Een algemeen verbindend voorschrift voor een onbepaald aantal personen ("een ieder") in buitengewone omstandigheden. Daarnaast de kan de burgemeester bevelen opleggen ter bestrijding van ernstige overlast. De burgemeester heeft bevelsbevoegdheid om op te kunnen treden tegen mensen die 58
herhaaldelijk individueel of groepsgewijs de openbare orde verstoren. Het afgelopen jaar is één pand gesloten op basis van Damocles. De burgemeester heeft de bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen en woningen of voor het publiek toegankelijke gebouwen te sluiten als daar sprake is van drugshandel. Diverse keren is uitvoering gegeven aan de Wet BOPZ . Deze wet heeft betrekking op het gedwongen opnemen van personen in psychiatrische ziekenhuizen. Het afgelopen jaar is de gemeente meerdere malen betrokken bij verwarde personen die (stelselmatig) ernstige overlast veroorzaken, of een gevaar waren voor zichzelf of voor de omgeving. Reduceren aantal woninginbraken en overvallen
Bestrijden van criminele activiteiten en bevorderen van ambtelijke en bestuurlijke integriteit
De daling van het aantal woninginbraken die zich in het laatste kwartaal van 2013 aankondigde heeft zich in 2014 doorgezet. Het aantal woninginbraken in Almelo is in totaal van 412 naar 264 gedaald, dat is een daling van ruim 35 %. Landelijk is het aantal woninginbraken ook gedaald, maar niet zo sterk als in Twente. Almelo heeft stevig geïnvesteerd in voorlichting en preventie op dit gebied. Deze activiteiten zetten gemeente en politie ook in 2015 voort. Consequent wordt uitvoering gegeven aan de wet BIBOB. De wet bevordert de integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur en geeft instrumenten die inmenging van georganiseerde criminaliteit moet verhinderen. De burgemeester heeft een wekelijks overleg met de politie om de veiligheidssituatie in de gemeente Almelo te bespreken ten aanzien van personen en omstandigheden, waaronder het uitgaansgebied, geweldssituaties, e.d. Daarnaast is er een periodiek strategisch politieoverleg waarbij de gemeenschappelijke inzet van de gemeente en politie wordt bepaald. In het driehoeksoverleg worden afspraken gemaakt over de inzet op de lokale prioriteiten en de bestrijding van de criminaliteit. De driehoek bestaat uit de burgemeester, de officier van justitie en het hoofd van de politie. Gezien de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de aansturing van de politie zijn de burgemeester en het OM betrokken bij de wederzijdse veiligheidsplannen en dat er gezamenlijk gesproken wordt over criminaliteitsanalyses en veiligheidsscans e.d. In het Districtelijke Veiligheidsoverleg worden door de Twentse burgemeesters, de Politie en het Openbaar Ministerie gemeentegrensoverschrijdende veiligheidsplannen en –afspraken gemaakt. In de loop van 2014 is het project ‘aanpak zware criminaliteit’ omgezet in een structurele inzet. In nauwe samenwerking met de partners in de veiligheidsketen zoals de Nationale Politie, het Openbaar Ministerie en het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum Oost Nederland (RIEC ON) wordt robuust ingezet op het voorkomen en aanpakken van (zware) criminaliteit. De gemeente voert daarin de regie en zet in op vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het tegengaan van criminele elementen in onze samenleving verdient blijvende aandacht zeker in die gevallen waarbij gebruik wordt gemaakt van gemeentelijke voorzieningen zoals vergunningen en subsidies. Dit vraagt om blijvende aanscherping van het gemeentelijk beleid op grond van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet Bibob). In regionaal verband is een ketenaanpak mensenhandel vastgesteld. Naast 59
het organiseren van bewustwordingsbijeenkomsten op het gebied van mensenhandel voorziet de ketenaanpak ook in integraal en concreet casusoverleg. Nauw hiermee verbonden is de bestuurlijke aanpak van illegale prostitutie. Ook de aanpak van illegale gokactiviteiten in onze gemeente krijgt prioriteit. Niet alleen omdat deze activiteiten veelal gepaard gaan met criminaliteit, maar ook om kansspelverslaving tegen te gaan. Wij worden daarin ondersteund door de Kansspelautoriteit. De criminele jeugdgroep in Almelo is in 2014 met succes ontwricht. Het blijft echter een hardnekkige groep waarop wij ons de komende periode blijven richten. Met de vaststelling van het veiligheidsbeleid 2014 – 2017 “Almelo staat op veilig” worden veiligheidsvraagstukken integraal benaderd, in samenwerking met externe partners en ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. Het voorkomen en bestrijden van criminele activiteiten draagt bij aan een veilige gemeente. Daarbij gaat het om een veilig gevoel in de woon-, werk- en leefomgeving
Indicatoren Oordeel inwoners over leefbaarheid in de buurt Bron: Waar staat je gemeente Streefwaarde 2014
2013
2014
7,4 7,4 * Meting is in mei 2015. Gegevens zijn in juni beschikbaar.
*
Oordeel inwoners over leefbaarheid in de buurt Bron: Waar staat je gemeente Streefwaarde 2014 7,4
2013 7,4
2014 *
* Meting is in mei 2015. Gegevens zijn in juni beschikbaar. Oordeel van de burger over de mate waarin zij betrokken wordt bij aanpak sociale veiligheid Bron: Waar staat je gemeente Streefwaarde 2014
2012
2014
5,8 5,5 * * Deze indicator wordt elke drie jaar uitgevraagd binnen de context van Waar Staat Je Gemeente. In 2014 hebben we dezelfde vraag uitgezet in de context van ons eigen Omnibuspanel. De score was toen 5,1. In mei volgt opnieuw de peiling van Waar Staat Je Gemeente. Die gegevens zijn in juni beschikbaar en beter vergelijkbaar met de meting in 2012. Oordeel inwoners over veiligheid in de buurt Bron: Waar staat je gemeente Streefwaarde 2014 2013
2014
7,1
*
7,1
* Meting is in mei 2015. Gegevens zijn in juni beschikbaar. Percentage inwoners dat zich vaak onveilig voelt in eigen buurt Bron: Waar staat je gemeente Streefwaarde 2014 1,8
2013 1,8
2014 *
* Meting is in mei 2015. Gegevens zijn in juni beschikbaar. 60
Percentage ondernemers dat deelneemt aan het Keurmerk Veilig Ondernemen Bron: Projectgroep Keurmerk Veilig Ondernemen Streefwaarde 2014 2013 2014 60%
40%
40%
Percentage horecaondernemers dat deelneemt aan de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan Bron: Projectgroep Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan Streefwaarde 2014 95%
2013 90%
2014 96%
Aantal woninginbraken Bron: Cijfers Politie Twente (peiljaar 2012) Streefwaarde 2014 2012 250 375
2013 412
2014 Nog niet beschikbaar, volgt in loop van het jaar
Wat heeft het gekost? Leefbaarheid en veiligheid (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat van saldo baten en lasten Storting in de reserves Onttrekking aan de reserves Gerealiseerd resultaat
Primaire begroting 2014 43.630 -20.019 23.611 1884 -1003 24.493
Begroting 2014 na wijziging 46.392 -19.179 27.213 3.491 -5.975 24.728
Rekening 2014 43.686 -18.651 25.035 3.778 -5.200 23.614
Afwijking 2014 2.705 -528 2.177 -288 -776 1.114
Voor een toelichting op de afwijkingen en de realisatie van de opgenomen bezuinigingstaakstellingen, wordt verwezen naar het betreffende programma in hoofdstuk 10.
61
4. Burgerjaarverslag Eén van de taken van de burgemeester is om jaarlijks te rapporteren over de kwaliteit van de dienstverlening en de kwaliteit van procedures op het vlak van burgerparticipatie (art. 170 Gemeentewet). In Almelo is gekozen voor een uitgebreide rapportage, met aandacht voor allerlei facetten van dienstverlening, participatie, klachten en bezwaren, en de bijzondere bevoegdheden van de burgemeester. 1. Dienstverlening Inleiding Almelo werkt er al langere tijd aan, om de gemeentelijke dienstverlening structureel te ontwikkelen. Veelal vanuit de gedachte beter tegen lagere kosten. Er gaat heel veel goed. Er zijn bovendien nog voldoende kansen om de gemeentelijke dienstverlening nog verder te verbeteren. Soms missen we nu nog voldoende “harde” feitinformatie, om deze verbetering mogelijk te maken. Dat is een van de zaken waaraan we in 2015 verder werken. Deze informatie moet vooral verder worden ontwikkeld op de gebieden: - zicht op de werkelijke kosten van de dienstverlening; - het hebben van structurele meetcijfers m.b.t. de waardering van onze klanten van onze dienstverlening en; – het hebben van voldoende meetbare normen & afspraken over de te leveren kwaliteit. Klanttevredenheid en benchmarking Het structureel meten van klanttevredenheid (klantfeedback) is een belangrijk hulpmiddel voor het krijgen van inzicht in de geleverde kwaliteit van onze dienstverlening. Dit gaat over alle zogenaamde klantkanalen, waarop de gemeente Almelo haar diensten aanbiedt. Wij leveren onze dienstverlening via bijvoorbeeld www.almelo.nl, elektronische formulieren, e-mail, telefoon, baliebezoeken en persoonlijke gesprekken. Met het door klantfeedback verkregen inzicht, kan de dienstverlening veel actiever worden afgestemd op de verwachting van onze inwoners, bedrijven en instellingen. In 2015 gaan we na elk klantcontact structureel de klanttevredenheid meten. Dit zal gefaseerd worden ingevoerd. Deze manier van het meten van klanttevredenheid komt in de plaats van de traditionele jaarlijkse benchmark publieksdienstverlening. Het meten van klantfeedback na elk klantcontact is voor de klant minder belastend en levert betere informatie voor ons als gemeente op. 1.1 Telefonie, digitale dienstverlening en baliebezoeken Telefonische bereikbaarheid Uit landelijk onderzoek is gebleken dat er vanuit klantperspectief drie belangrijke factoren zijn die de klanttevredenheid van een telefoniegesprek bepalen: 1. of men contact kan krijgen (wordt er opgenomen of niet); 2. de wachttijd totdat er wordt opgenomen (hoe lang duurt het voordat er wordt opgenomen); 3. de kwaliteit van het gevoerde gesprek en het gekregen antwoord. De norm voor de maximale wachttijden zijn in Almelo: 90% opgenomen binnen 1 minuut en 95% opgenomen binnen 3 minuten. Landelijke normen (waaronder de VNG) geven aan dat 90% van de telefoontjes binnen 30 seconden of binnen 1 minuut opgenomen dient te worden. Onze huidige telefooncentrale kan alleen meten volgens de 1-,3- en 5-minutennorm. In 2014 werd in het callcenter van het klantcontactcentrum (0546-541111) in: • 44 % van de gevallen de binnenkomende telefoontjes opgenomen binnen 1 minuut; • 37 % van de gevallen tussen de 1 en 3 minuten; • 11 % van de gevallen tussen de 3 en 5 minuten; • 8% van de gevallen moest men langer wachten dan 5 minuten. 62
Almelo scoort daarmee onder de eigen en de landelijke norm. Deze situatie is al enkele jaren relatief stabiel. Dit doel kan alleen gehaald worden als bijvoorbeeld het aantal telefoontjes met globaal 40% kan worden vermindert, of door meer personele capaciteit voor de telefonie te realiseren. Als dit niet lukt kan ook de norm worden verlaagd. Daarbij dienen de metingen met betrekking tot de klanttevredenheid natuurlijk goed worden betrokken. Mogelijk zijn de technische problemen de oorzaak van de slechtere score. Het totaal aantal telefoontjes is in 2014 nauwelijks meer gedaald (zie tabel 1). Door de drie decentralisaties binnen het sociaal domein (zorg voor langdurig zieken en ouderen, jeugdzorg en hulp bij het vinden van werk of het verstrekken van een uitkering) en de overdracht van deze taken naar de gemeente zal het aantal telefoontjes in 2015 naar verwachting weer stijgen. In 2014 zijn de openingstijden elke dag met 30 minuten verruimd door vroegere opening. We zijn op dit moment elke dag van 08.30 tot 17.00 uur telefonisch bereikbaar. Figuur 1. Wachttijden telefonie 0546-541111 callcenter
Tabel 1. Totaal aantal binnengekomen telefoontjes callcenter 2014 Sector Klantcontactcentrum 99.500 Sector Samenleving, Team Contact & Informatie 33.500 Totaal 133.000
2013 102.000 niet gemeten n.v.t.
2012 111.500 niet gemeten n.v.t.
Digitale dienstverlening Er is in 2014 structureel gewerkt om de digitale dienstverlening verder te ontwikkelen. Daarbij is het doel om het gehele proces van aanvraag, behandeling en beoordeling tot de uiteindelijke levering digitaal te laten plaatsvinden. Voor de aanvraag en uitgifte van bv. een paspoort zullen onze inwoners vanwege wettelijke plicht, nog altijd naar de balie moeten komen. In veel gevallen kan de volledige digitalisering niet in een keer worden gerealiseerd. Er wordt dan eerst gestart met het digitaal kunnen aanvragen van het product, terwijl de behandeling en levering nog niet digitaal, maar op papier plaatsvindt. In 2014 zijn de volgende stappen gezet op het gebied van het uitbreiden en verbeteren van de digitale dienstverlening: • Het volledig kunnen aanvragen, beoordelen en leveren van parkeervergunningen en –ontheffingen; • Het digitaal kunnen aanvragen en afhandelen (verantwoorden) van subsidies binnen het sociaal domein; • Voorbereidingen voor het digitaal kunnen aanvragen, behandelen en uitleveren van vergunningen door een volledig herontworpen integraal vergunningverleningsproces;
63
• Een cliëntenportaal (burgerportaal) voor cliënten binnen het sociaal domein, waarin digitaal de maandelijkse uitkeringsspecificatie en de jaaropgave van de uitkering opgezocht kunnen worden, waar de zogenaamde maandelijkse uitkeringsbriefjes digitaal kunnen worden ingeleverd en waar andere interactie tussen cliënten en gemeente kan plaatsvinden; • De in september 2014 opgeleverde nieuwe website www.almelo.nl (zie hiervoor paragraaf 1.3); • Het inrichten van de i-burgerlijke stand, een applicatie die het mogelijk maakt voor inwoners de geboorteaangifte, de huwelijksaangifte en voor begrafenisondernemers de overlijdensaangifte, voortaan online te doen; • Het kunnen verrichten van meldingen openbare ruimte via www.almelo.nl. Ook het aantal digitaal afgenomen standaardproducten kent een stijgende lijn, zie tabel 2. Tabel 2. Voorbeeld enkele digitaal afgenomen standaardproducten Product 2014 2013 2012 2011 Verhuizing 1.053 927 663 67 Uittreksel GBA (nu BRP) 540 619 549 472 Parkeervergunning / 710 240 n.v.t. n.v.t. Baliebezoeken In 2014 was de gemeente Almelo elke ochtend van 09.00 – 12.00 geopend op basis van vrije inloop, van 13.00 – 16.00 uur op basis van afspraak en op donderdagavond van 16.00 – 19.00 uur op basis van afspraak. Enkele specifieke en specialistische producten, zoals naturalisatie, zijn alleen maar op afspraak te verkrijgen. Al jaren is bij de balies de trend te zien dat er langzaamaan minder baliebezoeken plaatvinden. De beperkte stijging in 2014 wordt veroorzaakt door 1.600 baliebezoeken voor het nieuwe product inschrijving RNI (Registratie Niet-Ingezetenen) vanaf begin 2014. Dit is een landelijke voorziening voor niet-ingezetenen, die nodig is om bijvoorbeeld in Nederland te mogen werken. Deze inschrijving kan bij 18 gemeenten in Nederland plaatsvinden, waaronder Almelo. De inschrijving RNI kan vanwege wettelijke plicht alleen via de balie worden afgenomen. Over 5 jaar zal het aantal baliebezoeken door de verlengde geldigheid van het paspoort en de IDkaart van 5 naar 10 jaar, voor personen vanaf 18 jaar, naar verwachting verder gaan afnemen. Een groot deel van de huidige baliebezoeken betreft de aanvraag van reisdocumenten en rijbewijzen. Tabel 3. Aantal baliebezoeken vrije inloop, volgens afspraak overdag, volgens afspraak donderdagavond 2014 2013 2012 2011 2010 vrije inloop 30.190 31.298 37.127 42.179 38.646 Afspraken ’s middags 11.035 9.266 11.142 11.282 10.485 Afspraken donderdagavond 1.796 1.586 1.961 3.555 3.639 Totaal 43.021 42.150 50.230 57.016 52.770 Figuur 2. Verhouding vrije inloop, volgens afspraak overdag, volgens afspraak donderdagavond
64
Het aantal bezoekers dat kiest voor de vrije inloop is nog erg hoog (circa 69%) ten opzichte van de mogelijkheid om een afspraak te maken (circa 26%), waarbij men niet of nauwelijks hoeft te wachten (zie figuur 2). We zien voor 2014 een lichte stijging van het aantal afspraken ten opzichte van de vrije inloop. Er is een duidelijke trend waarneembaar bij het maken van afspraken: bezoekers kiezen steeds vaker voor het maken van een afspraak via internet (via www.almelo.nl) dan via de telefoon of de balie (zie figuur 3). Tabel 4. Totaal aantal gemaakte afspraken 2010 t/m 2014 2014 7.430 8.113 15.543
Afspraken gemaakt via internet Afspraken gemaakt via de telefoon of via de balie Totaal
2013 5.585 6.440 12.026
2012 5.956 7.707 13.663
2011 5.932 9.629 15.563
2010 5.128 9.217 14.351
Figuur 3. Percentage afspraken t.o.v. totaal aantal bezoeken & percentage afspraken internet/telefoon
Wacht- en afhandeltijden bij baliebezoeken Als bezoekers kiezen voor de vrije inloop, dan worden ze geconfronteerd met soms lange wachttijden (zie figuur 4). Met name voor de vakantieperioden waarin veel paspoorten en ID-kaarten verlengd moeten worden, is deze wachttijd soms fors. Op enkele extreme dagen in 2014 liep de wachttijd op tot bijna 1 uur. In de brief die elke inwoner ontvangt voor de verlenging van zijn paspoort of ID-kaart, wijzen wij op het kunnen maken van een afspraak, om wachten te voorkomen. Figuur 4. Gemiddelde wachttijden in minuten tijdens de vrije inloop op de ochtenden (09.00 – 12.00)
Een gemiddeld baliebezoek duurt ongeveer tussen de 8 en 9 minuten. Per soort dienst/product zijn hierbij echter grote verschillen te onderscheiden. Daarbij vergen de eenvoudige en snelle producten nauwelijks 2 minuten en vergen complexe producten en producten met veel handelingen en controle zoals RNI, naturalisatie, inzage stukken en bouwadviezen ongeveer 30 minuten. In 2014 is een duidelijke stijging in de gemiddelde afhandeltijd te zien. Dit wordt veroorzaakt door de nieuwe inschrijving RNI. 65
Figuur 5. Gemiddelde afhandeltijd voor een baliebezoek
1.2 Afhandeling van de post Binnenkomende post wordt gelijk bij binnenkomst gescand en digitaal binnen de organisatie verspreid. Het aantal binnengekomen en geregistreerde poststukken is ten opzichte van 2013 met 1.500 stuks gedaald. Veel uitgaande post wordt nu nog fysiek verzonden, maar door het cliëntportaal binnen het sociaal domein en door de in 2015 geplande aansluiting op www.mijnoverheid.nl zal de fysieke poststroom steeds meer door een digitale stroom worden vervangen. Tabel 5. Binnengekomen en afgehandelde geregistreerde poststukken Maand Nieuw Afgerond Januari 517 664 Februari 518 471 Maart 631 544 April 772 589 Mei 608 571 Juni 545 545 Juli 538 596 Augustus 353 430 September 460 480 Oktober 549 516 November 449 446 December 506 489 Totaal 6.446 6.341 1.3 Website In 2014 is de strategie voor online dienstverlening bepaald en de nieuwe toptakenwebsite www.almelo.nl is volgens planning ingevoerd op 1 september 2014. Hierbij is onze website omgevormd van een gemeentelijk informatie “zendkanaal” tot een klantgericht dienstverleningskanaal. Er wordt geen informatie geplaatst waar onze inwoners geen behoefte aan hebben, oftewel informatie die niet met enige frequentie door onze klanten wordt gebruikt (of gelezen). Een toptakenwebsite heeft als doel om de taken die het meest door de klant worden gebruikt, met de kwaliteit “10 met een griffel” uit te voeren (duidelijk, eenvoudig en goed vinden). Onze website heeft een 8e plek behaald op de lijst van de honderd grootste gemeenten (www.100gemeenten.nl). Dit is een resultaat waar we trots op zijn. De belangrijkste verbeteringen van de nieuwe website: • de website voldoet aan standaarden voor vindbaarheid, toegankelijkheid, gebruiksvriendelijkheid en begrijpelijkheid; • de website is open source, volgens aanbeveling van de rijksoverheid; • er is gebruikgemaakt van de beschikbare, gratis download van de gemeente Vught;
66
•
• •
•
• •
•
• • •
om de website klantvriendelijk en voor bijvoorbeeld kleurenblinden leesbaar te maken, voldoen we aan bijna alle webrichtlijnen 1. De webrichtlijnen zijn landelijk vastgestelde overheidsregels. Een onafhankelijke toets in februari 2015 zal aangeven op welke onderdelen verbetering nodig is; de website is responsive (zij heeft een goede weergave op zowel smartphones, tablets als vaste computers); de website is erg gebruiksvriendelijk. Naar aanleiding van het gebruikersonderzoek van begin 2014 is de structuur van de website volgens de toptakenmethode opgebouwd. De informatie die inwoners van Almelo het meest raadplegen zijn leidend in de structuur van de website; de informatie is bondig, en actueel. De toptakenmethode heeft ertoe geleid dat het aanbod van informatie op de site kleiner is en daardoor beter beheersbaar en actueler. We zijn van 3.000 naar 200 pagina’s gegaan. De website wordt onderhouden door een klein, maar professioneel webteam dat volgens standaarden werkt; de website is begrijpelijk. Alle teksten zijn herschreven om teksten begrijpelijker te maken; soms bellen i.p.v. informatie op de site. Rekening houdend met de Wmo-cliënten is besloten om geen online formulier aan te bieden, maar een telefonische intake mogelijk te maken. Dit zodat eventuele vragen direct beantwoord kunnen worden en de gang naar het stadhuis voor deze doelgroep niet nodig is. Het proces is nu te complex voor de website; voor een aantal producten en diensten wordt gebruikt gemaakt van andere websites. Vanuit www.almelo.nl linken we naar de sites. Eind 2014 zijn bijvoorbeeld de bestemmingsplannen en wegafsluitingen op deze manier aangeboden; de website is goed beveiligd en alle formulieren hebben een privacy-/veiligheidscheck ondergaan; zelf online een afspraak wijzigen of af te zeggen, is vanaf nu aan mogelijk; om de website continue op peil te houden, monitoren we het gebruik van de website structureel.
Ambities voor 2015 De basis voor de toptakenwebsite is in 2014 gezet. In 2015 ligt de focus op het doorontwikkelen van de website om de online dienstverlening nog verder te verbeteren. Verschillende online toepassingen, waaronder webcare via social media, worden verder onderzocht en waar mogelijk al ingezet voor betere digitale dienstverlening. 1.4 Wmo – Wet maatschappelijke ondersteuning In de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) zijn onder meer de voormalige welzijnswet, de Wvg (Wet voorziening gehandicapten) en delen van de AWBZ (huishoudelijke hulp, vervoersvoorzieningen, lichte begeleiding) opgenomen. De hoofddoelstelling van de Wmo is het bevorderen van participatie en zelfredzaamheid. We willen dat alle mensen de kans krijgen om mee te doen aan het sociaal-maatschappelijke leven. Als er beperkingen zijn dan heeft de gemeente de plicht deze beperkingen te compenseren door het verstrekken van algemene of individuele voorzieningen. De Wmo is de wet die hiervoor de kaders geeft. In de Wmo staan naast de voorzieningen voor mensen met beperkingen ook het ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers en enkele kwetsbare groepen van mensen en aandachtsgebieden (onder andere openbare geestelijke gezondheidszorg) centraal. Om de doelstellingen van de Wmo te realiseren is samenwerking en afstemming tussen beleid, voorzieningen en organisaties in de stad cruciaal. Vanaf 1 januari 2015 treedt de nieuwe Wmo in werking. Verschillende onderdelen die nu nog onder de Awbz vallen worden naar de gemeenten gedecentraliseerd. In 2014 heeft de focus gelegen op de voorbereiding van deze grote veranderingen en het zorgen voor continueren van de zorg voor mensen die hierop zijn aangewezen.
1
Zie https://www.almelo.nl/proclaimer voor die webrichtlijnen waar www.almelo.nl op dit moment niet aan voldoet. De webrichtlijnen zijn soms erg technisch van aard. 67
Wmo-benchmark Jaarlijks worden de resultaten van de Wmo over het voorgaande jaar gemeten en vergeleken met andere gemeenten in Nederland. In 2014 deden 87 gemeenten mee aan de benchmark. Almelo scoort gemiddeld in vergelijking met gemeenten in dezelfde grootteklasse en in vergelijking met alle gemeenten die deelnemen aan de benchmark. In totaal worden acht onderdelen gemeten en alle onderdelen samen geven deze score. Als we kijken naar de afzonderlijke onderdelen, dan geeft dat het volgende beeld: • ten opzichte van vergelijkbare gemeenten is de score gemiddeld op de onderdelen leefbaarheid, mantelzorg, jeugd, vrijwilligers en opvang; • iets onder het gemiddelde wordt gescoord op toegang en oplossingen voor Wmo-ondersteuningsvragen; • Almelo scoort bovengemiddeld op de onderdelen beleidsparticipatie en wonen, zorg en toegankelijkheid. 1.5 Verantwoording burgerjaarverslag 2013 Negatieve score landelijke benchmark publiekszaken, onderdeel wachttijden: Almelo heeft voor de totale benchmark in 2013 een 7.8 gescoord, maar de soms lange wachttijden vielen hierbij in negatieve zin op. In 2015 wordt bekeken hoe dit kan worden opgelost en of het volledig werken op afspraak hiervoor de oplossing is. Daarnaast is voor de kerntakendiscussie een bezuinigingsvoorstel aangereikt om volledig op afspraak te gaan werken. Telefonische bereikbaarheid: ondanks extra verrichte activiteiten, om de telefonische bereikbaarheid in 2014 te verbeteren, is deze in 2014 nog niet verbeterd, maar helaas nog enigszins verslechterd. In 2015 dient of de norm naar beneden te worden bijgesteld, of het aantal telefoontjes met 40% te worden verminderd, of extra capaciteit te worden toegevoegd om dit onderdeel te kunnen behalen. Daarbij is het betrekken van de gemeten klanttevredenheid bij het kanaal telefonie natuurlijk ook van belang. Opleveren nieuwe website www.almelo.nl: is conform gerealiseerd. Daarmee voldoen we ook aan bijna alle normen van de webrichtlijnen 2. Kanaalsturing en verleiding: Dit onderdeel wordt opgepakt binnen het in 2015 te ontwikkelen gemeentebrede programma dienstverlening. Vergunningen: Voor de verbetering van dit onderdeel loopt het project integrale vergunningverlening, waarbij het gehele vergunningverleningsproces via een nieuw integraal proces wordt uitgevoerd. Dit proces wordt in 2015 geïmplementeerd. 2. Participatie 2.1 Participatie van de wijkbewoners: wijkgericht werken in 2014 Participatie Er waren in 2014 weer veel bewoners actief in de wijken. Bewoners zijn actief geweest in wijkcommissies, in een aantal wijken in het groenbeheer en in wijkcentra, sport- en andere verenigingen. Op die manier dragen vele vrijwilligers bij aan de leefbaarheid van de wijken in Almelo. Wijkgericht werken De gemeente is in de gehele stad in alle wijken actief geweest. Netwerken in de wijken worden zoveel mogelijk in stand gehouden, onder andere via de overleggen met de wijkfunctionarissen. Steeds meer gemeentelijke activiteiten worden wijkgericht ingezet. De bredebuurtscholen en het integraal kindcentrum vormen voor veel wijken een ankerpunt, waaromheen zich meerdere wijkgerichte activiteiten afspelen. In 2014 heeft de gemeente GIDS-gelden (Gezond In De Stad) verworven, gericht op het verbeteren van de gezondheidssituatie van kinderen die wonen in achterstandsbuurten. De activiteiten hierbij zullen in 2015 vorm krijgen.
2
Zie https://www.almelo.nl/proclaimer voor die webrichtlijnen waar www.almelo.nl op dit moment niet aan voldoet. De webrichtlijnen zijn soms behoorlijk technisch van aard. 68
Met de transities in zicht is in 2014 gewerkt aan de inrichting van sociale wijkteams. In de wijken de Riet, Ossenkoppelerhoek, Sluitersveld, Kerkelanden en Nieuwstraatkwartier zullen coaches van het sociale wijkteam de hulpverlening rondom jeugdzorg en complexe vragen over de maatschappelijke ondersteuning op gezinsniveaus coördineren en regisseren. Inwoners uit de overige wijken kunnen met hun hulpvragen terecht bij een stedelijk werkend sociaal team. In 2014 is de nieuwe visie op wijkgericht werken in uitvoering genomen. Dit houdt in dat we in de aandachtswijken de uitvoering van de sociale agenda ter hand nemen, door samen met inwoners en professionals een wijkagenda op te stellen. In 2014 zijn er zo voor de wijken Sluitersveld, de Riet, Ossenkoppelerhoek, Kerkelanden en enkele buurten uit Aalderinkshoek en Nieuwstraatkwartier samen met de betrokkenen kwantitatieve en kwalitatieve beelden van de wijk opgesteld op het terrein van leren, werken, opvang en ondersteuning, vrije tijd en veiligheid. Deze beelden van de wijken zullen de basis zijn van de wijkagenda’s en de uitvoeringsagenda’s die hierbij horen. Het beeld van het centrum zal in 2015 opgesteld worden. 2.2 Formele participatie Beleidsadviescommissies Bij de totstandkoming van gemeentelijk beleid kan het college van b en w adviezen van de beleidsadviescommissies krijgen. Deze commissies bestaan uit inwoners met een actieve belangstelling voor en (vaak professionele) deskundigheid op de verschillende vakgebieden. Hieronder komen de drie beleidsadviescommissies aan de orde. Beleidsadviescommissie Gezondheidszorg & Maatschappelijke Aangelegenheden De beleidsadviescommissie Volksgezondheid en maatschappelijke aangelegenheden (Bacma) is in 2014 5 keer bijeen gekomen. De Bacma bestond tot en met 3 februari uit 9 leden; daarna is 1 lid afgetreden. Vanwege een heroriëntatie en wisselingen in de ambtelijke ondersteuning is nog geen nieuwe werving gestart. De Bacma adviseert gevraagd en ongevraagd. Er is bijvoorbeeld advies uitgebracht over het beleidsplan en over de aanpak van de sociale wijkteams. De constructieve en brede blik van de Bacma wordt als zeer waardevol ervaren voor het ontwikkelen van beleid. De leden adviseren zonder last of ruggespraak. De samenstelling eind 2014 is: Chris ’t Mannetje (vz. Bacma), Kadir Biçici, Sandra Maneschijn, Ton Ravers, Cor Niens, André Witvers, Hans Plas, Harrie Bijker en Joop Israël. Tabel 6 Vergaderingen Beleidsadviescommissie Gezondheidszorg en Maatschappelijke aangelegenheden Datum Onderwerp Opmerking 3 februari • Integrale aanpak sociaal domein 14 april
• Beleidsplan van 5 decentralisaties naar 1 transitie • Strategische inkoop wmo / jeugdzorg
2 juni
• Beleidsplan Samen mee(r) doen
15 september
• Concept verordening WMO – Jeugdzorg • Armoedemonitor • Effectiviteit van het re-integratiebeleid
10 november
• Procesplanning beleidskader buitensportaccommodaties • Communicatie over de decentralisaties • De participatiesamenleving in Almelo
Samen met de KRA Wethouder Timmer te gast
Beleidsadviescommissie Economie & Werkgelegenheid De beleidsadviescommissie Economie en Werkgelegenheid heeft in 2014 geadviseerd over de nieuwe winkeltijdenverordening. De commissie heeft het college geadviseerd het aantal koopzondagen in Almelo uit te breiden naar 26 en voor een aantal branches uit te breiden naar 52.
69
Beleidsadviescommissie Wonen en Woonomgeving De beleidsadviescommissie Wonen en Woonomgeving heeft in 2014 niet vergaderd. Wmo-adviesraad Almelo De Wmo-adviesraad bestaat uit een aantal afgevaardigden van belangenorganisaties en een aantal vertegenwoordigers van groepen mensen in Almelo. De WMO-adviesraad is een onafhankelijk adviesorgaan. Zij geeft namens belangenorganisaties en gebruikers van Wmo-voorzieningen gevraagd en ongevraagd advies aan het college van b en w van Almelo over Wmo-zaken. Het was voor de Wmo-adviesraad een druk jaar: • Deelname aan de week van de participatie, waarbij een door de Wmo-adviesraad ontworpen rode en groene kaart werden uitgereikt voor zover de gemeente de burger centraal zette of niet. • De Wmo-adviesraad werd betrokken bij en heeft advies gegeven over zowel het Beleidsplan 5D, de daarbij behorende verordening en de Beleidsregels Wmo-Jeugdzorg. • Het politiek beraad is regelmatig bezocht en een keer hebben een aantal gebruikers hun zegje in het politiek beraad gedaan. Ook is gebruik gemaakt van het inspreekrecht. Alhoewel de Wmo-adviesraad aan het college van b en w adviseert, wordt de samenwerking met de raad ook op prijs gesteld. • Er werd afscheid genomen van wethouder Kuik en kennisgemaakt met wethouder Timmer. Natuurlijk kwamen daarbij de transities en de werkwijze van de wijkgerichte aanpak aan de orde. De Wmo-adviesraad heeft aan het einde van het jaar een brief aan de wethouder geschreven met zorgen over de wijkgerichte aanpak en de voorlichting daarover. • Het werken met werkgroepen gaat verder; het is daarbij van belang dat elk lid van de Wmo-adviesraad een groep gebruikers om zich heen verzamelt en dat daardoor een wisselwerking ontstaat tussen de Wmoadviesraad, de gemeente en de achterban. • Naast een aantal algemene ledenvergaderingen zijn de leden van de Wmo-adviesraad regelmatig extra bijeengekomen, bijvoorbeeld om over de verschillende onderwerpen van het komende beleid te praten. Een enkele keer was dat samen met de Beleidsadviescommissie Gezondheidszorg & maatschappelijke aangelegenheden. Inspraak Een traditionele en wettelijke manier waarop de gemeente burgers bij de voorbereiding van beleid betrekt, is vastgelegd in de inspraakverordening. Het informeren van buurtbewoners bij het wijzigen van het bestemmingplan vindt plaats via vaste vormen van publicatie en publicatie op de website. Op www.ruimtelijkeplannen.nl zijn bestemmingsplannen ook digitaal raadpleegbaar. Tabel 7. Inspraakprocedures/ontwerpprocedures van bestemmingsplannen in 2014 Naam Hoe Bezoekers inloop Almelo Noord Oost_Bakhuijs Roozeboomlaan (ontwerp) terinzagelegging n.v.t. Wierdensestraat 157H_Uitbreiding Mosterdpot terinzagelegging n.v.t. Bornsestraat 271-275 terinzagelegging n.v.t. Bavinckel terinzagelegging n.v.t. Pepershaar 2-2a terinzagelegging n.v.t. Haven Noordzijde 37 terinzagelegging n.v.t. Heracles terinzagelegging n.v.t. Castello locatie terinzagelegging n.v.t. Kanaalweg 9 terinzagelegging n.v.t. Breesegge 3 terinzagelegging n.v.t. Robbenhaarsweg tussen 2 en 4 terinzagelegging n.v.t. Grote Bavenkelsweg 15 terinzagelegging n.v.t. Paraplubestemmingsplan geluidszone Industrieterreinen terinzagelegging n.v.t. Dollegoor -Slachthuiskade terinzagelegging n.v.t. 70
Inspraakreacties / zienswijzen geen geen 1 4 geen geen 2 5 geen geen geen geen geen 1
2.3 Onderzoek: informatie ophalen om te leren In 2014 is het gemeentelijke onderzoeksbureau gefuseerd met het onderzoeksbureau van de gemeente Hengelo. Zij vormen nu het Kennispunt Twente en voeren onderzoek uit voor de gemeenten van Netwerkstad Twente en Regio Twente. Via het Omnibuspanel laat de gemeente Almelo onderzoeken hoe inwoners aankijken tegen het gemeentelijk beleid en de ontwikkelingen in Almelo, Aadorp en Bornerbroek. De resultaten van de verschillende onderzoeken gebruikt de gemeente als informatiebron bij het maken van beleid en plannen. Het Omnibuspanel Het aantal leden van het digitale Omnibuspanel Almelo is licht gedaald van 2.885 in 2013 (peildatum 10-22014) naar 2.816 (peildatum 1-1-2015). Hiervan vullen 78 deelnemers (was 88) schriftelijk vragenlijsten in (niet via internet). In 2015 vervalt de mogelijkheid om de vragenlijsten schriftelijk in te vullen. In 2014 is het panel opgeschoond en bijgewerkt (o.a. verhuizingen binnen de stad) en zijn er gericht nieuwe leden geworven onder de 18-jarigen om de representativiteit te verbeteren. Het doel is een zo representatief mogelijk panel van actieve leden te hebben. In 2014 werden vijf burgerpeilingen in het panel gehouden (2013: 6). Uit de peilingen blijkt onder andere dat: • 80 tot 90 procent voldoende sociale steun ervaart uit zijn omgeving; • een kwart van de panelleden mantelzorg verricht en doet dat gemiddeld 13 uur per week; • in de loop der jaren is het gemiddelde cijfer voor de binnenstad gedaald. In 2000 was het cijfer nog een 6,9 en in 2014 6,1. Tabel 8. Omnibuspanel 2014 Datum Onderwerp 01-2014 20e burgerpeiling: wonen, ijking achtergrondvariabelen 03-2014 21e burgerpeiling: kerntakendiscussie, economisch vertrouwen 06-2014 22e burgerpeiling: participatie, financiële situatie 09-2014 23e burgerpeiling: detailhandel (winkelgedrag), gemeenteadvertentie 11-2014 24e burgerpeiling: uitgaansgebied Almelo centrum, leefbaarheid en veiligheid, mantelzorg, woon-werkverkeer, economisch vertrouwen Naast de kernresultaten van de burgerpeilingen zijn onderzoeksrapporten uitgebracht over armoede, een onderwijsmonitor en tweemaal een trendmonitor over de lokale economische ontwikkeling. Ook is gewerkt aan een update van de sociale atlas van Almelo. In februari 2015 zal deze online worden geplaatst, waarbij de wijken op vijf thema’s kunnen worden bekeken. De thema’s zijn: leren, werken, vrije tijd, wonen en vangnet & ondersteuning. 2.4 Politieke participatie Politieke Participatie 2014 De gemeenteraad vervult verschillende rollen: de volksvertegenwoordigende, de controlerende en kaderstellende rol. De raad heeft een werkgroep Politieke Participatie ingesteld, die zich vooral bezighoudt met de volksvertegenwoordigende rol. De werkgroep heeft als doelstellingen geformuleerd: a. Het vergroten van de zichtbaarheid en bereikbaarheid van de raad; b. Het bevorderen van het contact met de inwoners c.q. het verkleinen van de afstand tussen inwoners en de raad; c. Het betrekken van jongeren bij de politiek en het betrekken van de politiek bij de jongeren. Andere wegen om de beleidsvorming en -uitvoering door inwoners te laten beïnvloeden zijn het burgerinitiatief, het spreekrecht en discussie en meningsvorming tijdens het politiek beraad. Ook 71
kunnen inwoners een onderwerp laten agenderen voor het politiek beraad of een petitie aanbieden. Inwoners, sociale partners en betrokkenen worden actief uitgenodigd voor het politiek beraad en het bijwonen van raadsvergaderingen. Werkbezoeken en Stadsdeelbezoeken Ook buiten de raadzaal willen raadsleden weten wat er leeft in de samenleving. Die informatie krijgen ze op verschillende manieren. Raadsleden houden contact met hun achterban, bewoners van buurten en wijken en medewerkers van bedrijven. Ook worden raadsleden regelmatig uitgenodigd door organisaties, bedrijven, belangenverenigingen en cliëntenraden. Daarnaast worden voor raadsleden gesprekken georganiseerd op verzoek van belanghebbenden en bezoeken raadsleden allerlei bijeenkomsten en activiteiten in de stad om te weten wat er speelt. Al die informatie helpt de raad om een zo goed mogelijk beeld te vormen van bepaalde situaties. Dat is belangrijk voor hun uiteindelijke oordeelsvorming. In 2014 bezochten raadsleden onder andere Almelo Sociaal, de brandweer, stadspromotie, de binnenstad en de Wmo-adviesraad. Er zijn daarnaast vier stadsdeelbezoeken afgelegd, waarvan een op de dag van de lokale democratie heeft plaatsgevonden in de binnenstad. Raadsleden krijgen zo een totaalbeeld van wat er gaande is in de stadsdelen. De week van de lokale democratie Dit jaar viel de week van de lokale democratie in het herfstreces. Daarom is gekozen om aan de dag van de democratie aandacht te besteden. Conform het raadsprogramma 2014-2018 wil de gemeenteraad meer naar de samenleving toe. Dit betekent dat de raadsleden een stadsdeel hebben bezocht op de dag van de democratie en zo extra aandacht hebben kunnen besteden aan de democratie. De raadsleden hebben de dag van de democratie benut om met zoveel mogelijk bewoners van de binnenstad in gesprek te gaan. Gesproken is ook met de jeugd over jeugdoverlast en met zwervers over zwerversproblematiek. De raad op straat stond in 2014 in het teken van de gemeenteraadsverkiezingen. Een jaarlijks terugkerende activiteit die in 2014 niet heeft plaatsgevonden op de markt, maar in de raadzaal en op scholen met als thema de gemeenteraadsverkiezingen. In maart hebben raadsleden in het stadhuis met derde- en vierdeklassers van Het Noordik gesprekken gevoerd over de gemeenteraadsverkiezingen. Daarnaast heeft de school gemeenteraadsverkiezingen in de school gehouden. Ouders en geïnteresseerden zijn samen met de raadsleden uitgenodigd om de resultaten van de leerlingen te aanschouwen. Hierbij mochten raadsleden op de “zeepkist” om in 1 minuut hun politieke verhaal te houden voor de aanwezigen. Vanuit verschillende basisscholen kwamen verzoeken of leerlingen met raadsleden in gesprek konden gaan over de gemeenteraadsverkiezingen. Deze gesprekken hebben in de raadzaal plaatsgevonden. Twee klassen hebben de raadzaal bezocht, waarbij ook raadsleden aanwezig waren. Ze hadden vragen voorbereid over de verkiezingen. Daarnaast hebben de leerlingen zelf vier partijen opgericht en werd door de leerlingen gestemd over de voorstellen. Bij de vorige verkiezingen waren studenten van het ROC gastheer/gastvrouw. En dit jaar waren ze voor het eerst met ongeveer veertig ROC studenten lid van een stembureau. Er hebben ook andere activiteiten plaatsgevonden tussen de raad en de jeugd in het onderwijs. Het doel is jongeren kennis te laten maken met de lokale politiek. Een voorbeeld zijn de jaarlijks terugkerende debatwedstrijden in de raadzaal met basisschoolleerlingen van OPOA (openbaar onderwijs). De jury bestaat uit een schoolbestuurslid, een raadslid en de griffier. Wellicht sluiten in 2015 andere basisscholen aan bij de debatwedstrijden. In 2014 zijn diverse klassen van basisscholen, middelbare scholen en het ROC van Twente op bezoek geweest in de raadzaal. Daarnaast hebben raadsleden gastlessen verzorgd op scholen. Het thema was gemeentepolitiek: waar gaat de raad over en wat doet een raadslid?
72
Democratiespelen In samenwerking met ProDemos en de Provincie Overijssel hebben er democratiespelen in de raadzaal plaats gevonden. Leerlingen van het havo en vwo hebben het democratiespel gespeeld. Een raadslid kruipt in de rol van een wethouder en de leerlingen zijn raadsleden. Het thema was openbaar vervoer. Senioren In januari 2014 hebben een aantal 65+-leden van het huiskamerproject Windmolenbroek in de raadzaal met een raadslid gediscussieerd over de rol van raadsleden, democratie, invloed uitoefenen en hoe je de raad kunt volgen. Inspraak en meepraten Tijdens het politiek beraad in 2014 is ingezet op het zoveel mogelijk betrekken van inwoners en betrokkenen bij de oriënterende discussies over agendapunten. Aansluiten bij een geagendeerd onderwerp en meediscussiëren levert meer betrokkenheid op. Sinds de gemeenteraads-verkiezingen op 19 maart 2014 zijn in de politieke beraden 38 onderwerpen aan de orde geweest. Bij 17 onderwerpen hebben belangstellenden mee gediscussieerd in het politiek beraad. Spreekrecht in 2014 We leven in een democratisch land. Inwoners van een gemeente kunnen altijd hun mening geven over besluiten die door de raad genomen worden. De gemeente Almelo heeft daarvoor diverse mogelijkheden gecreëerd. Een formeel instrument daarbij is het spreekrecht tijdens het politiek beraad of de raadsvergadering. Als men zich aanmeldt, kan het woord gevoerd worden over een eigen onderwerp bij een politiek beraad of over agendaonderwerpen bij raadsvergaderingen. In 2014 hebben twee personen gebruikgemaakt van het spreekrecht tijdens een raadsvergadering en waren er vier insprekers voor het politiek beraad. Raadsexcursie In 2014 ging de nieuw gekozen gemeenteraad op 12 en 13 juni op een tweedaagse raadsexcursie. De raadsexcursie was gericht op het versterken van de verbinding tussen raad en samenleving, de beeldvorming over de gemeenteraad in de samenleving en integriteit. Daarnaast heeft de nieuwe gemeenteraad aandacht besteed aan de instrumenten die raadsleden hebben om invloed uit te oefenen op het beleid van de gemeente. Right to challenge Op 13 november 2014 heeft de raad een motie aangenomen over “The right to challenge”, een nieuwe manier voor inwoners om burgerinitiatieven te nemen en te participeren. Inwoners moeten volgens dit principe de gemeente kunnen uitdagen om (een deel van) de taken die door de gemeente worden geleverd, beter uit te voeren dan de gemeente dat doet. De raad heeft het college van b en w opgeroepen te onderzoeken hoe dit in Almelo vormgegeven kan worden.
3.Meldingen, klachten en bezwaren 3.1 Meldingen openbare ruimte Een kapot speeltoestel, niet werkende straatverlichting, losse stoeptegels, vernieling of rondslingerend afval: bewoners kunnen meldingen telefonisch, aan de balie op het stadhuis, via het e-loket op de website of via de stadsdeelbeheerder doorgeven. In de volgende twee tabellen zijn de tien meest voorkomende meldingen en de verdeling van meldingen per wijk opgenomen. Het totale aantal meldingen is ten opzichte van 2013 met ruimt 5% gestegen.
73
Tabel 9. Top 10 van meldingen openbare ruimte Onderwerp 2014 2013
2012
2011
1.155 1.239 706 649 447 404 448 206 139 80
1.194 1.292 677 721 438 559 403 215 183 91
1.347 1.360 604 517 237 407 499 201 174 89
Tabel 10. Verdeling van meldingen over de wijken Wijk 2014 2013 Windmolenbroek 1.262 1.123 Binnenstad 889 826 Schelfhorst 758 770 Wierdensehoek 547 490 Noorderkwartier 490 419 Sluitersveld 446 461 De Riet 361 396 Hofkamp 359 336 Ossenkoppelerhoek 338 358 Nieuwstraatkwartier 209 196 Aadorp 178 152 Bornerbroek 98 96 Totaal 5.935 5.623
2012 1.197 922 781 532 470 452 441 333 327 193 196 112 5.956
2011 1.220 766 702 446 421 484 470 282 373 189 133 122 5.608
Openbare verlichting Reparatieverzoek trottoir, weg, plein Groenvoorziening Wegmeubilair Afval Bomen Riolering Dieren/plaagdieren Verkeer Handhaving/controle
1.194 1.093 783 663 594 559 557 160 149 74
3.2 Klachten Inwoners van Almelo kunnen bij de gemeente een klacht indienen als zij niet tevreden zijn over de manier van werken. De klacht wordt afgehandeld volgens de gemeentelijke klachtenregeling. In onderstaande tabel staat een overzicht van de klachten. Het totale aantal is vrijwel gelijk gebleven. Tabel 11. Overzicht van de klachten (algemeen) van 2011 t/m 2014 Soort klacht 2014 2013 2012 2011 Bejegening 17 10 14 9 Werkwijze 9 15 13 17 Niet nakomen van afspraken 0 0 0 2 Informatieverstrekking 5 5 12 6 Niet ontvankelijk 3 3 1 2 Totaal 34 33 40 36 Klachten beoordeeld door de Overijsselse ombudsman Als de interne klachtenprocedure is afgerond, maar de klager is niet tevreden over de afhandeling van de klacht, dan kan gebruik worden gemaakt van de externe klachtenregeling. De gemeente is hiervoor aangesloten bij de Overijsselse Ombudsman. In 2014 zijn zes klachten door de Overijsselse Ombudsman in behandeling genomen en vier beoordeeld. Eén klacht is zonder hoorzitting afgedaan en er is een herzieningsverzoek ingediend, dat geen aanleiding gaf om een onderzoek in te stellen. Ook is er nog een klacht in behandeling die zonder hoorzitting zal worden afgedaan.
74
Daarnaast is een oordeel in 2014 binnengekomen over een klacht die in 2013 door de Overijsselse Ombudsman is behandeld. Deze klacht is ook zonder hoorzitting afgedaan. In drie gevallen werden de klachten gegrond geacht. De redenen daarvoor waren dat het handelen van de gemeente onvoldoende gemotiveerd of onvoldoende transparant was, er sprake was van onzorgvuldige informatieverstrekking of dat de klager onvoldoende respectvol bejegend was. Klachten sociale zaken en Wmo Klachten over de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) worden apart geregistreerd en behandeld. Het aantal Wwb-klachten in 2014 (44) is gedaald ten opzichte van 2013 (51). Het aantal (deels) terecht verklaarde Wwb-klachten in 2014 (7) is gedaald ten opzichte van 2013(26). Het aantal Wwb-bemiddelingscontacten in 2014 (77) is gestegen ten opzichte van 2013 (54). Het aantal Wmo-klachten in 2014(2) is gelijk gebleven ten op zichte van 2013 (2). Het aantal (deels) terecht verklaarde Wmo-klachten in 2014 (1) is gestegen ten opzichte van 2013 (0). Het aantal Wmo-bemiddelingscontacten in 2014 (5) is licht gestegen ten opzichte van 2013(0) maar is relatief laag gebleven. Tabel 12. Overzicht klachten sociale zaken en Wmo 2014 Wwb* 44 7 • Als (deels) terecht beoordeelde klachten 14 • Als onterecht beoordeelde klachten • Niet in behandeling genomen klachten 2 • Niet-ontvankelijk 4 • Ingetrokken • Wijziging contactpersoon 9 • Mediation 2 • Doorgezonden 6 • Nog in behandeling
**
Wmo • Als (deels) terecht beoordeelde klachten • Als onterecht beoordeelde klachten • Niet in behandeling genomen • Nog in behandeling • Aantal bemiddelingscontacten *
**
2014 2 1
1 5
2013 51 26 10 6 6 2 1
2012 38 15 10 7 1
2011 34 10
5
n.v.t.
2013 3
2012 1 1
2011 1 1
1
6
2 1 0
1 onterecht verklaarde klacht is aangemeld en behandeld door de Overijsselse Ombudsman. 1 onterecht verklaarde klacht is aangemeld en nog in behandeling bij de Overijsselse Ombudsman. 1 terecht verklaarde klacht is aangemeld en behandeld door de Overijsselse Ombudsman.
3.3 Bezwaren Tegen een besluit van de gemeente kan schriftelijk bezwaar worden gemaakt. Voor de afhandeling van bezwaarschriften kent de gemeente drie categorieën: 1. bezwaren volgens de Algemene wet bestuursrecht (zoals omgevingsvergunningen, verkeersbesluiten, subsidies); 2. sociale zekerheid: de Wet werk en bijstand en de Wet maatschappelijke ondersteuning; 3. gemeentelijke belastingen en de Wet waardering onroerende zaken.
75
Tabel 13. Overzicht van de bezwaarschriften (algemene zaken) van 2011 t/m 2014 Jaar Ongegrond Gegrond Gedeeltelijk Niet Ingetrokken Totaal gegrond/onge-grond ontvankelijk 2011 72 38* 2 14 21 147 2012 62 9 1 15 7 94 2013 57 9 1 15 9 91 2014 40 15 1 10 16 82 * inclusief 26 gegronde bezwaarschriften, die tegen dezelfde omgevingsvergunning waren gericht. De termijn waarbinnen ingevolge de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op bezwaarschriften moet worden beslist is verruimd door de komst van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. De termijn begint pas te lopen nadat de bezwarentermijn is verstreken. Hiermee is een belangrijke reden van termijnoverschrijding komen te vervallen. De afhandeltermijn van bezwaarschriften is nu in totaal 18 weken (inclusief verdaging). In 2014 werd bij 34% (2013: 30%) van de bezwaarschriften de beslissing op bezwaar genomen binnen de termijn van 12 weken. Bij nog eens 53% (2013: 58%) werd de beslissing binnen 18 weken genomen. In totaal wordt dus bij 87% (2013: 88%) van de bezwaarschriften de beslissing binnen de wettelijke termijn van 12 weken + 6 weken verdaging genomen. In 13% (2013: 12%) van de gevallen is er sprake van overschrijding van de wettelijke termijn waarbinnen een beslissing op bezwaar moet worden genomen. In dit overzicht zijn de bezwaarschriften waarbij geen hoorzitting is gehouden, niet meegeteld. Bezwaarschriften sociale zekerheid Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bezwaren tegen besluiten in het kader van de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Tabel 14. Overzicht bezwaarschriften sociale zekerheid 2014 2013 2012 Aantal bezwaren 313 353 233 % (deels) gegrond 4,8% 4,8% 7,7%
2011 294 5,0%
Het stabiele percentage (geheel en gedeeltelijk) gegronde bezwaren houdt verband met een nieuwe werkwijze, die medio 2013 is ingezet. Door deze werkwijze herstellen we, indien nodig, besluiten reeds in de beginfase van de bezwaarschriftprocedure. Cliënten zien daardoor regelmatig aanleiding om de bezwaren in te trekken, waardoor het niet nodig is om een beslissing op de bezwaren zelf te nemen. Hierdoor neemt het aantal (geheel en gedeeltelijk) gegronde bezwaren af en neemt het aantal ingetrokken bezwaren toe. Bezwaren belastingen Tabel 15. Overzicht bezwaarschriften en beroepszaken belastingen Aantal Gegrond 2014 2013 2012 2011 2014 2013 2012 Heffingen 917 754 500 456 564 WOZ 415 1083 548 658 196 719 248 Totaal 1.332 1.837 1.048 1.114 760 Beroepszaken Hoger beroepszaken
23 4
23 5
39 1
26 1
11 2
4
2011 379
10
2014 339 198 537 5 1
Ongegrond 2013 2012 364
2011
290
279
1
8 1
14
De stijging van het aantal heffingsbezwaren is vooral te wijten aan de bezwaren afvalstoffenheffing die we hebben ontvangen, in totaal waren dat er 357. Gelet op het feit dat er op dit beleidsterrein ook enkele wijzigingen zijn doorgevoerd, is het niet heel vreemd dat dit tot wat meer bezwaren leidt. 76
Bij de afweging om al dan niet bezwaar te maken tegen de WOZ-waarde wordt, zeker wanneer het om woningen gaat, vooral ingegegeven door de mate waarin de vastgestelde WOZ-waarde “herkenbaar” is. In de onderstaande grafiek is duidelijk zichtbaar dat de waarde die werd vastgesteld voor belastingjaar 2013 door belastingplichtigen logischerwijs als “te hoog” werd ervaren, de vastegstelde waarde lag immers zeker 10% hoger dan het prijspeil op het moment dat men de beschikking ontving. Voor belastingjaar 2014 geldt dat de waarde op waardepeildatum en beschikkingsdatum redelijk in lijn liggen, dit zien we meteen terug in de sterk afgenomen hoeveelheid bezwaarschriften. Figuur 6. Prijsindex woningen (landelijk)
4. De burgemeester legt verantwoording af De burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde. In de afgelopen jaren hebben burgemeesters extra bevoegdheden gekregen, op basis waarvan aan personen die ernstige overlast veroorzaken door hinderlijk of zelfs crimineel gedrag een maatregel opgelegd kan worden. De burgemeester maakt terughoudend gebruik van deze bevoegdheden en stemt inzet ervan af met politie en openbaar ministerie in de lokale driehoek. 4.1 Toepassing van de bijzondere bevoegdheden van de burgemeester In de tabel is weergegeven hoe vaak de burgemeester in 2014 van een bevoegdheid gebruik heeft gemaakt. Het afgelopen jaar hebben vier personen een gebiedsverbod gekregen op basis van de Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast. Deze verboden zijn uitgereikt aan daklozen die voor ernstige overlast in het centrum zorgden. De waarschuwingen op basis van het Damoclesbeleid worden verstuurd nadat de politie een hennepkwekerij heeft ontmanteld. De burgemeester wordt daarvan door de politie in kennis gesteld, zodat ter voorkoming van een nieuwe overtreding een waarschuwing tot sluiting van de woning bij herhaling verstuurd kan worden. Het aantal opgelegde huisverboden is de afgelopen jaren redelijk gelijk gebleven. Tabel 16. Overzicht gebruik bevoegdheden burgemeester Bevoegdheid Waarschuwing o.b.v. het Damoclesbeleid in verband met ontmanteling hennepkwekerijen Huisverboden bij huiselijk geweld Waarvan verlengd Waarvan ingetrokken IBS (inbewaringstelling psychiatrische patiënt) Wet maatregelen voetbalvandalisme en ernstige overlast
77
2014 16 41 6 1 68 4
2013 19 29 8 1 59 0
4.2 Terugblik op 2014 in hoofdlijnen Project Woninginbraken en Stop Heling! De daling van het aantal woninginbraken die zich in het laatste kwartaal van 2013 aankondigde, heeft zich in 2014 doorgezet. Het aantal woninginbraken in Almelo is in totaal van 412 naar 264 gedaald, een daling van ruim 35 %. Landelijk is het aantal woninginbraken ook gedaald, maar niet zo sterk als in Twente. Almelo heeft stevig geïnvesteerd in voorlichting en preventie op dit gebied. Deze activiteiten zetten gemeente en politie ook in 2015 voort. Om heling tegen te gaan heeft de burgemeester het Digitale Opkopers Register in oktober aangewezen als het register waarin de aankoop en verkoop van goederen geregistreerd moet worden door de opkopers. Alle goudopkopers, pandjeshuizen en bedrijven die in goederen handelen zijn in het vierde kwartaal van 2014 door de politie bezocht met het dringende verzoek om zich in te schrijven. Daarnaast sluit de gemeente Almelo aan bij de landelijke campagne Stop Heling! Voetbalzaken Het convenant voor het speelseizoen 2014-2015 is vastgesteld door alle betrokken partijen bij de organisatie van het evenement betaald voetbal in Almelo. Dit zijn de Betaald Voetbal Organisatie (BVO) Heracles Almelo, de gemeente Almelo, politie Twente en het Openbaar Ministerie (OM). In tegenstelling tot voorgaande seizoenen hebben de supportersverenigingen het convenant niet ondertekend. Rondom de wedstrijd Heracles - Ajax op 27 april 2014 heeft de burgemeester een veiligheidsrisicogebied aangewezen. De officier van justitie heeft van haar bevoegdheid gebruik gemaakt om binnen dat gebied preventief te laten fouilleren omdat er vermoedelijk wapens en vuurwerk aanwezig zouden zijn. Na afloop van deze wedstrijd was Ajax landskampioen. De feestelijkheden na de wedstrijd zijn ordelijk verlopen. Aanpak criminaliteit In de loop van 2014 is het project ‘aanpak zware criminaliteit’ omgezet in een structurele inzet. In nauwe samenwerking met de partners in de veiligheidsketen zoals de Nationale Politie, het Openbaar Ministerie en het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum Oost-Nederland (RIEC ON) wordt robuust ingezet op het voorkomen en aanpakken van (zware) criminaliteit. De gemeente voert daarin de regie en zet in op vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het tegengaan van criminele elementen in onze samenleving verdient blijvende aandacht, zeker in die gevallen waarbij gebruik wordt gemaakt van gemeentelijke voorzieningen zoals vergunningen en subsidies. Dit vraagt om blijvende aanscherping van het gemeentelijk beleid op grond van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob). In regionaal verband is een ketenaanpak mensenhandel vastgesteld. Naast het organiseren van bewustwordingsbijeenkomsten op het gebied van mensenhandel voorziet de ketenaanpak ook in integraal en concreet casusoverleg. Nauw hiermee verbonden is de bestuurlijke aanpak van illegale prostitutie. Ook de aanpak van illegale gokactiviteiten in onze gemeente krijgt prioriteit. Niet alleen omdat deze activiteiten veelal gepaard gaan met criminaliteit, maar ook om kansspelverslaving tegen te gaan. Wij worden daarin ondersteund door de Kansspelautoriteit. De criminele jeugdgroep in Almelo is in 2014 met succes ontwricht. Het blijft echter een hardnekkige groep waarop wij ons de komende periode blijven richten. Met de vaststelling van het veiligheidsbeleid 2014 – 2017 “Almelo staat op veilig” worden veiligheidsvraagstukken integraal benaderd, in samenwerking met externe partners en ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. Het voorkomen en bestrijden van criminele activiteiten draagt bij aan een veilige gemeente. Daarbij gaat het om een veilig gevoel in de woon-, werk- en leefomgeving.
78
Brandweerzaken Naast mijn functie als portefeuillehouder openbare orde en veiligheid ben ik bestuurlijk ook verantwoordelijk voor brandweerzaken. De brandweer is in 2014 voor verschillende incidenten uitgerukt om hulpverlening te bieden. In totaal is brandweer Almelo 683 keer gealarmeerd. Het betreft 391 automatische meldingen, 144 branden (woningen, containers, buitengebied, industrie, et cetera) en 148 overige incidenten (zoals ongevallen en dienstverlening). Rampenbestrijding en crisisbeheersing Samen met Veiligheidsregio Twente heeft de gemeentelijke organisatie zich vooral beziggehouden met de doorontwikkeling van de crisisorganisatie. De voorbereiding, coördinatie en afhandeling van crises en rampen wordt vanuit deze organisatie geregeld. Dat betekent ook dat lokale mensen een rol hebben in de regionale crisisorganisatie. Zo zijn bij het monstertruckincident in de gemeente Haaksbergen ambtenaren van bijna alle Twentse gemeenten actief geweest tijdens het incident en in de weken erna voor het nazorgtraject. Op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing hebben zich in Almelo verder geen incidenten voorgedaan waarbij de burgemeester gebruik heeft gemaakt van noodbevoegdheden. Handhaving Drank- en Horecawet In de Drank- en Horecawet is in de afgelopen jaren een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Zo is de burgemeester vanaf 2013 verantwoordelijk geworden voor het toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet. Een taak die voorheen bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit lag. Daarnaast is per 1 januari 2014 de leeftijd waarop alcoholische drank aan jongeren verstrekt mag worden, verhoogd van 16 naar 18 jaar. Ook is in de wet de verplichting opgenomen om op gemeentelijk niveau een vierjarig Preventie- en Handhavingsplan vast te stellen. In oktober 2014 heeft de gemeenteraad van Almelo dit plan vastgesteld. Het plan bevat de hoofdzaken van het beleid met betrekking tot de preventie van alcoholgebruik door jongeren en de handhaving van de wet. Het toezicht en de handhaving worden in de praktijk uitgevoerd door buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) van Stadstoezicht Almelo.
79
5. Paragrafen 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal deelaspecten die in verband staan met de bedrijfsvoering. Denk hierbij aan het gevoerde grondbeleid, verbonden partijen, financieringsrisico’s of onderhoud van kapitaalgoederen. Leeswijzer In de eerstvolgende paragraaf 5.2 staat het weerstandsvermogen en risicobeheersing centraal. Hierbij zal worden ingegaan op de middelen waarover de gemeente beschikt om (grote) onverwachte kosten af te dekken. In paragraaf 5.3 wordt ingegaan op het onderhoud van de kapitaalsgoederen. Het gaat hierbij vooral om de onderhoudstoestand en de onderhoudskosten van wegen, openbaar groen, riolering, gebouwen en kunstwerken. Paragraaf 5.4 is de zogenaamde financieringsparagraaf. Deze paragraaf wordt ook wel de treasuryparagraaf genoemd en is bij invoering van de wet Fido (1 janauri 2001) verplicht. Het doel van deze paragraaf is om de raad (beter) te informeren omtrent het treasurybeleid en de beheersing van financiële risico’s. In paragraaf 5.5 wordt stilgestaan bij de bedrijfsvoering. Deze bestaat uit de onderdelen kwaliteitszorg en control, bestuursondersteuning en beleidscoördinatie, financiën, documentaire informatievoorziening, facilitaire dienstverlening, informatisering en automatisering en personeel en organisatie. Paragraaf 5.6 handelt over de zogenaamde verbonden partijen. Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk- en een financieel belang heeft. De gemeente Almelo heeft bestuurlijke en financiële belangen in diverse verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen. Deze verbonden partijen voeren beleid uit voor de gemeente. In paragraaf 5.7 zal worden ingegaan op het gevoerde grondbeleid in 2014, waarbij we specifiek stilstaan bij de vermogenspositie van “het Grondbedrijf”. In paragraaf 5.8 staan de lokale heffingen (belastingen, rechten en retributies) centraal. U kunt in deze paragraaf onder meer lezen welke tarieven er in 2014 gehanteerd zijn en wat de opbrengsten zijn geweest uit de verschillende heffingen. De laatste paragraaf 5.9 is de paragraaf grote projecten. Deze paragraaf bevat informatie over de voortgang en risico’s van een aantal projecten, te weten: Transitiestrategie Noordflank, de binnenstad, de waterboulevard en het nieuwe stadhuis.
80
5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 1. Actuele ontwikkelingen Ondanks het verscherpte risicomanagement is door incidentele tegenvallers in 2013 de beschikbare weerstandscapaciteit in 2014 afgenomen en de benodigde capaciteit niet significant gedaald. Dit is zorgelijk omdat de mogelijkheid om tegenvallers en verliezen op te vangen zeer beperkt is en deze ontwikkeling indruist tegen het beleid om het weerstandsvermogen te vergroten. Doordat de beschikbare weerstandscapaciteit ruim onvoldoende is bestaat het reële risico dat we als organisatie niet in staat zijn om tegenvallers op te vangen. Consequentie hiervan is het ontstaan van een acuut tekort in de meerjarenbegroting of een tijdelijk negatieve algemene reserve. Het grootste financieel risico van de afgelopen jaren was de overprogrammering van woningbouw- en bedrijventerreinlocaties. Dit risico leidt in deze jaarrekening tot een fors te nemen verlies ten gevolge van de afwaarderingen op de grondexploitaties. In de programmabegroting 2014 is voor de periode 2014 – 2017 3,6 miljoen euro incidenteel beschikbaar gesteld om te kunnen voorzien in afdekking van het negatief effect van een tijdelijk tegenvallende gronduitgifte binnen de bestaande programmering. Met de fundamentele bijstelling van het bouwprogramma is, zoals in de voorgaande paragrafen aangegeven, geen rekening gehouden en met deze jaarrekening worden ten gevolge hiervan forse verliezen genomen. Opvallend in de risico-ontwikkeling is verder het samenstel van risico’s samenhangend met de nieuwe taken in het sociaal domein die per 1 januari 2015 naar de gemeente zijn overgegaan. Deze decentralisatie is ook een bezuinigingsoperatie van het rijk en het risico op financiële tekorten is ondanks een stevige sturing op risicoreductie reëel, temeer daar een deel van de regelingen voor Jeugdzorg en Wmo-zorg een open-eind karakter hebben. Daarnaast vallen de landelijke verdeelmodellen voor de middelenverdeling Wmo en Jeugdzorg vooralsnog ongunstig uit voor Almelo. Om incidentele middelen vrij te spelen worden alle bestemmingsreserves en voorzieningen doorgelicht met als doel de vrijvallende middelen te gebruiken om de beschikbare weerstandscapaciteit te verhogen (algemene reserve) dan wel deze te betrekken bij de integrale afweging bij de perspectiefnota 2015. In de voorbereiding op dit jaarverslag zijn alle risico’s en beheersmaatregelen in het risicomanagementsysteem beoordeeld en waar nodig geactualiseerd. In paragraaf 4 is de risicotabel opgenomen. Deze paragraaf bevat een toelichting op de substantiële wijzigingen. 2. Beleid risicomanagement Het kader voor deze paragraaf wordt gegeven door artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De begroting en het jaarverslag bevatten een paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing, waarin opgenomen: - een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; - een inventarisatie van de risico’s; - het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s. Op 16 september 2014 is de kadernota Weerstandsvermogen en risicobeheersing (Raad-1402107) door de raad vastgesteld. In deze nota zijn de beleidsdoelstellingen, uitgangspunten en strategie verwoord. In de bijlage van deze nota staan de begrippen toegelicht die in deze paragraaf gebruikt worden. In deze paragraaf beperken wij ons tot het benoemen van de beleidsmatige uitgangspunten. Deze zijn: 1. De gemeente streeft naar een ratio weerstandsvermogen van 1.0. 2. Tegenvallers gedurende het jaar worden opgevangen door bijsturing binnen het programma. Gedurende het jaar wordt geen tussentijds beroep gedaan op de algemene reserve. 3. Incidentele meevallers vloeien bij de bestemming van het jaarresultaat naar de algemene reserve. Tussentijds kunnen deze worden aangewend voor bijsturing binnen de programma’s. Dit betekent dat 81
4.
deze middelen niet worden geheralloceerd voor beleidsintensiveringen, nieuwe activiteiten of projecten maar uitsluitend voor het afdekken van incidentele knelpunten. Voor investeringen geldt dat kosten en opbrengsten realistisch en met toereikende buffers voor onvoorzien worden geraamd en het opstarten van risicovolle projecten wordt vermeden. Dit vermindert de kans op tegenvallers en vergroot de kans op meevallers.
Doelstelling weerstandsvermogen 2015 - 2018 In de kadernota Weerstandsvermogen en risicobeheersing is de verplichting voor het college opgenomen om naast de lange-termijndoelstelling van een ratio weerstandsvermogen van 1.0, een realistische korte-termijn doelstelling op te nemen. De korte-termijn doelstelling moet in het licht worden gezien van de moeilijke financiële positie van de gemeente Almelo die ondanks een fragiel economisch herstel ook de komende jaren zal voortduren. Het beleid om incidentele meevallers toe te voegen aan de algemene reserve en jaarlijks bij de perspectiefnota en programmabegroting te bezien of en in welke mate er spaarmogelijkheden zijn om de algemene reserve te versterken wordt toegepast. Het weerstandsvermogen zal hierdoor echter niet toenemen, omdat aanvullende verliezen op de grondexploitaties moeten worden genomen en de kans op tegenvallers groot is omdat er geen ruimte meer is in de exploitatiebegroting. Daarnaast is het al een forse opgave om voor 2015 en verder een sluitende begroting te blijven presenteren. Hiertoe wordt momenteel een kerntakendiscussie gevoerd, waarvan de consequenties bij de besluitvorming over de perspectiefnota bekend zullen worden. Bij de perspectiefnota 2015 ontvangt u ook voorstellen om financieel de balans te herstellen voor wat betreft het aanvullen van de reserves. Op grond van het bovenstaand concluderen wij dat de financiële armslag zodanig beperkt is dat voor de korte termijn gekoerst moet worden op instandhouding van de huidige ratio weerstandsvermogen (0,30) voor de periode 2015 – 2018, waarbij er een reële kans is dat het weerstandsvermogen tijdelijk verder afneemt. 3. Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen of mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om onverwachte, niet-begrote kosten die substantieel zijn te dekken. De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit structurele en incidentele weerstandscapaciteit. De structurele weerstandcapaciteit is het vermogen om onverwachte tegenvallers in de begroting op te kunnen vangen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de voortzetting van gemeentelijke taken. Wanneer zich een structurele tegenvaller voordoet, dan zal in het volgende begrotingsjaar naar dekking voor dit structurele probleem moeten worden gezocht. Tot de structurele weerstandscapaciteit worden de volgende onderdelen gerekend: - de onbenutte belastingcapaciteit; - de structurele post onvoorzien voor kleine kapitaalwerken. De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de mogelijkheid om tarieven van belastingen en heffingen te verhogen. Wij gaan uit van kostendekkende tarieven voor retributies en heffingen waardoor op deze onderdelen geen capaciteit aanwezig is. Omdat in de besluitvorming over de programmabegroting 2013 is besloten tot een jaarlijkse stijging, exclusief de reguliere indicatie, van de OZB-tarieven met 5%, is de resterende capaciteit op 0 gesteld. De structurele post onvoorzien bestaat uit het structurele budget dat in de begroting is opgenomen voor onvoorziene investeringen en/of knelpunten met beperkte kapitaallasten. Opgenomen is de vrije ruimte in dit budget.
82
De incidentele weerstandscapaciteit is de ruimte om eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de uitvoering van het bestaande beleid of het voorzieningenniveau. De onderdelen die hiertoe worden gerekend zijn: - het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve en - het vrij aanwendbare deel van de reserve grondexploitatie. Reserve grondbedrijf / Reserve bedrijventerreinen De reserve grondbedrijf en de reserve bedrijventerreinen dienen ter afdekking van eventuele (toekomstige) verliesgevende exploitaties waarvoor geen specifieke reserve of voorziening is gevormd. De algemene reserve grondbedrijf en de reserve bedrijventerreinen worden samen met de toekomstige resultaten van het grondbedrijf tot de weerstandscapaciteit gerekend. In de paragraaf Grondbedrijf zijn de aanwezige risico’s gespecificeerd. Bestemmingsreserves De bestemmingsreserves rekent de gemeente Almelo niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit. Deze reserves zijn ofwel geoormerkt qua bestemming door de raad dan wel geblokkeerd zodat de rente over deze reserves ten bate van de begroting van baten en lasten kan komen. Dit betekent in het eerste geval dat de reserves niet kunnen worden aangewend zonder dat dit ten koste gaat van het vastgestelde beleid. In het tweede geval is de aanwending van de reserve niet mogelijk, want dan vervalt een belangrijk deel van de structurele financiële dekking. Bovendien wordt de omvang van deze reserves jaarlijks beoordeeld en afgeroomd voor zover dit verantwoord is. Overigens rekenen de meeste gemeenten de bestemmingsreserves wel tot de beschikbare capaciteit omdat de gemeenteraad per direct de bestemming van de reserves kan veranderen om daarmee tegenvallers elders op de begroting op te vangen. Stille reserves Stille reserves zijn de meer-waarden van activa die laag of op nihil zijn gewaardeerd doch direct verkoopbaar zijn indien men dat zou willen. De stille reserves worden in principe niet gerekend tot de beschikbare weerstandscapaciteit omdat het verkopen van deze activa tot problemen zou leiden, bijv. noodzakelijke herhuisvesting, indruist tegen het gemeentelijk beleid of de hoogte van het voorzieningenniveau raakt. Uitzondering hierop vormt de voorraad panden binnen het grondbedrijf, die kunnen worden verkocht, zonder dat dit effect heeft op het vastgestelde beleid. De voorraad wordt jaarlijks getaxeerd. Indien de economische waarde hoger is dan de balanswaarde, kan bij verkoop een boekwinst worden gerealiseerd. Ingezet wordt op de verkoop van dit vastgoed om de weerstandscapaciteit van het grondbedrijf te versterken. Tabel beschikbare weerstandscapaciteit vóór resultaatbestemming 2014 Bestanddeel Stand per 31-12-2014 (bedragen x 1.000)
Structureel Onbenutte belastingcapaciteit Post Onvoorzien structureel begroting komend jaar Incidenteel Algemene reserve Stille reserves vastgoed grondbedrijf Reserve grondbedrijf / Bedrijventerreinen Post onvoorzien incidenteel begroting komend jaar Totaal incidenteel beschikbaar
0 52 8.761 1.000 971 216 11.000
83
4.
Risico’s en benodigde weerstandscapaciteit
4.1 Risico’s Voor deze paragraaf zijn alle risico’s, waarvan dat mogelijk is, in mogelijke financiële gevolgen uitgedrukt. Nietfinanciële risico’s bestaan voornamelijk uit risico’s ten aanzien van doelbereiking, kwaliteit, planning en imago. Wij presenteren in deze paragraaf de top 15 van financiële risico’s met peildatum maart 2015. Aansluitend op de tabel wordt inzicht gegeven in de belangrijkste overige risico’s. Toelichting bij de risico-tabel • Risico’s met een zeer kleine kans, maar met mogelijk grote impact zoals rampen zijn buiten beschouwing gelaten. • Autonome maatschappelijke ontwikkelingen en trends, zoals mogelijke bevolkingskrimp of de effecten van een lagere welvaart zijn geen onderdeel van de risico-database en deze paragraaf. • De kans en het financieel gevolg zijn geraamd inclusief de operationele beheersmaatregelen. Het betreft dus een netto-risico-inschatting. • De genoemde bedragen betreffen de mogelijke impact voor één jaar. Structurele tegenvallers worden via in de volgende jaarbegroting opgenomen en van structurele dekking voorzien indien andersoortige bijsturing niet mogelijk is. Voor projecten geldt dat deze voor de looptijd van het project zijn opgenomen. Per definitie kennen projecten immers geen structureel karakter. • Met het oog op de overzichtelijkheid en de inhoudelijke overeenkomsten geldt voor enkele risico’s dat deze geconsolideerd zijn opgenomen. Deze zijn in het achterliggende risicomanagementsysteem individueel per budgetverantwoordelijke benoemd. • Voor de risico’s inzake grondexploitaties en het Complex Verspreide Bezittingen (CVB) wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid in dit jaarverslag. • In 2014 is een analyse uitgevoerd op de lange-termijn behoefteprognoses woningbouw. Dit betekent een hertaxatie van de bij de voorjaarsnota 2012 gehanteerde “mediaanvariant”. Het risico van overprogrammering in relatie tot de prognoses uit de mediaanvariant is geanalyseerd en van voorstellen voor besluitvorming voorzien. Het risico op over-programmering (hoeveelheid en lange-termijn uitgiftetempo van woningbouw en bedrijventerreinen) is niet in het risicomanagementsysteem gekwantificeerd. Het risico op vertraagde uitgifte (tempo) wordt standaard wel in het risicomanagementsysteem meegenomen. • Stijgende en dalende risico’s zijn met een pijl aangegeven. Voor de duidelijkheid: stijging wil zeggen dat het risico zelf in kans en/of gevolg in omvang is toegenomen. Het zegt niet iets over verandering in de rangschikking op de lijst. Nr
Programma
Risico-omschrijving
Beheersmaatregelen
1
Sociale agenda
Lager budget Wmo vanwege het nadelig uitvallende landelijke verdeelmodel
2
Sociale agenda
Cliënten Jeugdzorg, Wmo en beschermd wonen zijn nog niet beeld wat tot hogere zorgkosten kan leiden
Er is in G32-verband een lobby opgezet Gewerkt wordt aan implementatie van de beheersmaatregelen uit de business-case Wmo/Jeugd wet Agendering maatregelen via kerntakendiscussie bij perspectiefnota 2015 Monitoren feitelijke zorgvraag. Verwacht wordt dat dit risico in de loop van 2015 en in 2016 snel zal afnemen.
84
Kans optre den risico 50%
Financieel gevolg
90%
min. 0 max.1.250.000
min. 0 max. 3.600.000
Nr
Programma
Risico-omschrijving
Beheersmaatregelen
3
Sociale agenda
Autonome stijging zorgkosten Beschermd Wonen doordat feitelijke zorgvraag niet aansluit op de historische aannames van het rijksbudget
4
Aantrekkelijke stad
5
Sociale agenda
Staat van onderhoud van enkele CT kunstwerken bruggen, tunnels en viaducten is onvoldoende, waardoor de gemeente mogelijk voor schadeclaims komt te staan. Omvorming Soweco duurt langer dan gepland waardoor het tekort langer blijft bestaan
Lobby via VNG en G32. Prestatieafspraken met zorgaanbieders Versterken 0e en 1e-lijn zorg, verminderen doorstroom naar 2e lijn zorg. Er wordt gestuurd op risicobeperking, verlenging van levensduur en vervanging van kunstwerken. Herziening van verkeerskundige uitgangspunten wordt momenteel verkend. Prestatieafspraken met Soweco over kosten en doorlooptijd omvorming
6
Sociale agenda
Lager rijksbudget voor Jeugdzorg i.v.m. verdeelmodel en rijks’ bezuinigingen
7
Aantrekkelijke stad
Schadeclaims van derden door het niet nakomen van (contractuele) verplichtingen door de gemeente.
8
Autonome stijging kosten Jeugdzorg
9
Aantrekkelijke stad
10
Sociale agenda
11
Sociale agenda
Bouwclaims van ontwikkelaars door het niet nakomen van contractuele verplichtingen door de gemeente o.a. door het uit exploitatie halen van projecten. Faillissement zorgaanbieders
Mede door woonplaatsbeginsel is het aantal cliënten nog niet helder met als gevolg hogere zorgkosten
Kans optre den risico 50%
Financieel gevolg
10%
min. 0 max.15.000.000
60%
min. 0 max.1.500.000
Er is in G32-verband een lobby opgezet. Gewerkt wordt aan implementatie van de beheersmaatregelen uit de business-case Wmo/Jeugd wet Agendering maatregelen via kerntakendiscussie bij perspectiefnota 2015 Contractbeheer. Onderhandelingen met betreffende partij(en).
50%
min. 800.000 max.1.700.000
60%
min. 0 max. 1.500.000
Budgetbeheer op basis van monitoring feitelijke zorgvraag en communicatie met zorgaanbieders over verleende zorg. Versterken 0elijn en 1e lijn zorg, verminderen doorstroom naar 2e lijn zorg Er wordt gestuurd op afbouw. De huidige marktsituatie leidt ertoe dat partijen afzien van de mogelijkheid gebruik te maken van claims. Eventueel kunnen claims in andere plannen aangeboden worden. Monitoren feitelijke zorgvraag
30%
min. 0 max. 4.000.000
30%
min. 0 max.4.000.000
90%
min.100.000 max.1.000.000
Monitoren feitelijke zorgvraag
90%
min. 0 max.500.000
85
min. 0 max. 2.550.000
Nr
Programma
Risico-omschrijving
Beheersmaatregelen
12
Sociale agenda
Autonome stijging kosten Wmo
Sociale agenda
Lager BUIG-budget in relatie tot areaal bijstandsontwikkeling in Almelo waardoor hogere uitkeringslasten ontstaan
Budgetbeheer op basis van monitoring feitelijke zorgvraag en communicatie met zorgaanbieders over verleende zorg. Versterken 0elijn en 1e lijn zorg, verminderen doorstroom naar 2e lijn zorg Bij een tekort > 10% kan de gemeente een beroep doen op de Vangnetuitkering in 2016.
13
Bestuurskracht en bestuurscultuur
14
Aantrekkelijke stad
Exploitatieverliezen of faillissement van een verbonden partij waar de gemeente vanwege risicodragerschap verplicht is financieel ondersteuning te verlenen. Mogelijke gevolgen hiervan zijn het verlies van ingebracht kapitaal en/of garantstellingen, lagere (dividend)uitkering of bijbetalen in afwijking van de begroting. Taakstelling Sport (ca. 0,5 miljoen euro) wordt niet gehaald, waardoor een extra tekort bij de jaarverantwoording ontstaat.
Kans optre den risico
Financieel gevolg
min. 0 max. 3.500.000
20%
min. 0 max.1.600.000
Regulier toezicht via de aandeelhouders- vergadering of dagelijks- of algemeen bestuur. Dividenduitkering onder voorwaarde van afdoende solvabiliteit. Jaarlijkse toets op en goedkeuring van jaarrekening. Periodieke audit op relatie verbonden partij - gemeente. Versterking risico-inzicht bij verbonden partijen.
10%
min. 0 max.6.750.000
Op 16 december 2014 heeft de raad besloten deze tweede taakstellende bezuiniging van € 500.000 op sport bij de perspectiefnota 2015 te heroverwegen.
70%
min. 0 max.500.000
Toelichting op significante wijzigingen in de tabel Als gevolg van een hernieuwde risico- inschatting is de top 15 van risico’s drastisch gewijzigd ten opzichte van de laatste versie in de programmabegroting 2015. De belangrijkste wijzigingen zijn: • De risico’s voortvloeiend uit de decentralisaties konden door meer duidelijkheid over de effecten nauwkeuriger in kaart worden gebracht. Dit heeft een sterk opwaarts effect op de bij de begroting 2015 gekwantificeerde risico’s. Hierna volgt een nadere toelichting. • Het risico op claims (nr. 9) is toegenomen vanwege het uit exploitatie nemen van gronden / projecten. • Het financieel gevolg van het risico op lagere jaarresultaten bij verbonden partijen is lager ingeschat en dit risico komt niet meer in de top 15 voor. Dit geldt ook voor de risico’s met betrekking tot het niet voldoen aan subsidieverplichtingen, het risico op aanvullende rijks’ bezuinigingen en het restrisico op nietverzekerde schade. Decentralisaties Wmo/AWBZ, Participatiewet en Jeugdhulp Met ingang van 2015 is de gemeente de eerstverantwoordelijke overheid voor de onderwerpen werk, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp. De gemeenten krijgen per 1 januari 2015 op grond van de nieuwe Wmo, Jeugd wet en Participatiewet een brede integrale verantwoordelijkheid voor het sociale domein De implementatie van de Jeugd wet en de nieuwe taken in het kader van de Wmo vormt een grote opgave. In 2014 is voorrang gegeven aan het gereed zijn per 1 januari 2015 om inwoners met vragen op het gebied van de nieuwe taken adequate ondersteuningsvormen te kunnen bieden. De transformatie en cultuuromslag zijn niet gereed en zullen de komende jaren nog veel energie vergen. 86
Om de risico’s te verminderen wordt regionaal samengewerkt en is in de programmabegroting voor 2015 en verder jaarlijks 1,5 miljoen euro gereserveerd om de gewenste omslag te bewerkstelligen en de doelstellingen van de Sociale Agenda te realiseren. Op basis van de Sociale Agenda wordt systeeminnovatie ingevoerd met als doel de kosten te beperken en de kwaliteit van de ondersteuning op peil te houden. Gemeenten krijgen op basis van de Participatiewet fors minder middelen om een groeiende groep mensen aan het werk te helpen. Uitgangspunt is dat we de ambities zoals verwoord in het Uitvoeringsprogramma Participatiewet afstemmen op de gegeven financiële kaders. De risico’s, die de gemeente loopt, zijn met name: • de korting op het WSW-budget in combinatie met de toename en complexer wordende doelgroep. • de kortingen op het Participatie-budget, terwijl meer mensen moeten worden begeleid. Er zijn zorgen rondom de informatieoverdracht (krijgen wij tijdig de benodigde informatie van huidige financiers om de taken uit te kunnen voeren?) en over de financiële middelen. Rondom de financiën gaat het hierbij om onder meer de volgende punten: - Voor alle decentralisaties geldt dat van een historisch verdeelmodel voor 2015 wordt toegewerkt naar een objectief verdeelmodel voor de jaren vanaf 2016. Op basis van de voorlopige uitkomsten pakt dit model nadelig uit voor Almelo. - Voor Jeugdhulp en Wmo worden forse kortingen doorgevoerd (van 15% tot 40%). Deze kortingen vertalen naar individuele aanvragen is een risicovolle opgave. - De overgangsregelingen maken dat er in ieder geval in 2015 weinig ruimte is voor her-indicaties waardoor huidige aanspraken door ons moeten worden gerespecteerd. Gelet op deze risico’s wordt onder meer door de ontwikkeling van een transformatieagenda gewerkt aan verschillende beheersmaatregelen, zoals samenwerking met andere Twentse gemeenten (Samen14), overdracht van informatie van organisaties die nu de zorg en ondersteuning uitvoeren en bewoners tijdig en goed informeren. De Raad krijgt via kwartaalrapportages telkens een geactualiseerd beeld van en inzicht in ontwikkelingen en eventuele te nemen bijsturingsmaatregelen. Onderhoud en vervanging civieltechnische kunstwerken De uitgevoerde inspecties op onze bruggen en viaducten hebben een flink aantal schades aan het licht gebracht. Hierbij zijn op de brugdelen tijdelijke as-lastbeperkingen ingesteld. Het aanpakken van de kunstwerken is urgent om meerdere redenen: • als wegbeheerder is de gemeente aansprakelijk voor eventuele schades die ontstaan door achterstallig onderhoud aan de kunstwerken. • het uitstellen van noodzakelijk onderhoud kan leiden tot een zich versnellende achteruitgang van de onderhoudsstaat, waardoor de restlevensduur terugloopt. Nader constructief onderzoek heeft tot de conclusie geleid dat, eerder dan gepland, vijf kunstwerken de eerstkomende 10 jaar vervangen moeten worden. Dit is financieel afgedekt doordat vanaf 2016 in de begroting structureel 1,6 miljoen euro beschikbaar is. Recent onderzoek laat een zware deformatie zien aan meerdere tunnels. Ook bij enkele kunstwerken is onverwacht snelle veroudering geconstateerd. De oorzaak hiervan wordt nader onderzocht. Dit vraagt mogelijk om aanvullende maatregelen. Ruim 50% van de alle kunstwerken verkeert momenteel in matige tot slechte staat van onderhoud. Verbonden partijen Het overzicht van verbonden partijen is opgenomen in de programmabegroting en jaarverslag. Dit zijn partijen waarin de gemeente zowel een financieel als bestuurlijk belang heeft. In de risicotabel in deze paragraaf hebben wij één geconsolideerd risico opgenomen. Het risico inzake de exploitatie van de verbonden partij SOWECO is vanwege de transitieproblematiek en de daaraan verbonden risico’s separaat in het risicomanagementsysteem opgenomen. 87
Door vertegenwoordiging in aandeelhoudersvergadering of bestuur heeft de gemeente invloed op strategische beslissingen en de bestemming van het jaarresultaat. De financiële situatie van verbonden partijen wordt structureel gemonitord. Op verzoek van de gemeenteraad heeft accountant EY in 2013 de beheersing van verbonden partijen beoordeeld. EY is van oordeel dat in het algemeen is de beheersing afgestemd op de risico’s en het toezicht en de informatievoorziening toereikend. De informatievoorziening over de gemeenschappelijke regeling XLBusinesspark Twente dient te worden verbeterd. Ook in de boardletter 2014 heeft EY enkele verbeterpunten benoemd. Eind 2013 is met gebruikmaking van het risicomanagementsysteem Naris een pilot uitgevoerd om een scherper beeld te krijgen van de risicoprofielen van verbonden partijen. De ontwikkeling hiervan loopt door in 2015 en is verbreed met de gemeenten Enschede en Borne. Jaarlijks voert de gemeente op basis van een risico-analyse, op minimaal één verbonden partij een audit en/of evaluatie uit. Vanwege het toenemend aantal verbonden partijen waarbij de gemeente een (eind)verantwoordelijkheid houdt en risicodrager blijft, is besloten een kadernota Governance Verbonden partijen op te stellen. In deze nota wordt vooral aangegeven hoe we vanuit de gemeente toezicht, sturing en verantwoording willen en kunnen borgen. Verbetering van de informatievoorziening over verbonden partijen is onderdeel van de implementatie van deze nota. Gemeenten ontvangen voor de uitvoering van de sociale werkvoorziening (WSW) een bijdrage van het Rijk. Op basis van de jaarrekening beoordeelt het Ministerie van SZW of aan de taakstellingen is voldaan en stelt op basis hiervan een definitieve beschikking vast. Voor 2011 is de situatie ontstaan waar de jaarrekening van Soweco voor alle GR gemeenten de taakstelling foutief (te laag) weergaf. Voor Almelo vertaalt deze fout zich in een lagere vaststelling van de rijksvergoeding wsw 2011 voor eenn bedrag van afgerond € 1,3 miljoen. Het college heeft stappen ondernomen om dit bedrag te verhalen op het Ministerie van SZW. Schadeclaims / bezwaar- en beroepsprocedures Het risico bestaat dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor het niet juist toepassen of handhaven van de regels en procedures opgenomen in interne (bijv. de eigen verordeningen) en externe regelgeving. Ook kan de gemeente aansprakelijk worden gesteld voor het niet (tijdig) nakomen van contractuele verplichtingen jegens derden. Binnenstad Het project Binnenstad is een complex, veelzijdig project met een groot aantal actoren. Aan een dergelijk project kleven risico’s en onzekerheden. In het raadsvoorstel van februari 2015 is een aantal risico’s benoemd. Deze staan hierna samengevat. In dit jaarverslag zijn deze nog niet gekwantificeerd en maken dus geen onderdeel uit van de geraamde benodigde weerstandscapaciteit. Waar mogelijk worden de risico’s de komende tijd gekwantificeerd en wordt de werking van de beheersmaatregelen gevolgd. De herontwikkeling van de binnenstad is mede afhankelijk van provinciale subsidie van 8,9 miljoen euro waarvoor het definitieve besluit door GS nog moet worden genomen. De herontwikkeling van vastgoed valt of staat met de bereidheid van huurders om huurovereenkomsten te sluiten. Urban Interest heeft nog niet met alle huurders overeenkomsten gesloten. Om risico’s te minimaliseren wordt pas gestart met de renovatie van het Albert Heijn blok als huurovereenkomsten zijn ondertekend. Het risico bestaat dat onvoldoende huurders kunnen worden aangetrokken. In dat geval kan de renovatie van dit blok niet van start gaan en moet worden gezocht naar alternatieven. Desalniettemin zijn financiële risico’s teruggebracht, omdat dit blok nu wordt afgewaardeerd naar grondwaarde. Doordat met Urban Interest overeenstemming is bereikt over de grondwaarde, bestaat hierover zekerheid. Tegenvallers in de bouw- en verhuiskosten, of een dalende beleggingswaarde, is voor rekening van Urban Interest. Omdat Urban Interest ook de sloopwerkzaamheden zal uitvoeren en de sloopkosten op een maximum zijn begrensd, bestaat hierover ook geen risico meer.
88
Toelichting overige risico’s Strategische risico’s 1. Voor de gemeente kunnen nieuwe afspraken tussen overheidsorganisaties en bestuurslagen, Europese regelgeving, wetten en wetswijzigingen gevolgen hebben met een grote impact. Al genoemd zijn de decentralisaties in het sociaal domein. Aanvullend hierop zijn bijvoorbeeld te noemen de kwaliteitseisen voortvloeiend uit de vorming van de Regionale Uitvoeringsdiensten en de positie van de gemeente in de regio en de relatie met belangrijke partners, zoals de provincie Overijssel. 2. Het ontstaan van een grote diversiteit aan samenwerkingsrelaties op verschillende vlakken en op verschillende schalen levert risico’s op. Risico’s op dit vlak zijn niet “in euro’s voor de dag van morgen” uit te drukken, maar kunnen invloed hebben op de autonomie van de gemeente, de sturingsmogelijkheden en de middelen van de gemeente om efficiënt en effectief beleid te kunnen voeren. Als beheersmaatregel is een Kadernota Governance en een Uitvoeringsnota Verbonden Partijen opgesteld. Deze nota’s gaat in op de sturings- en toezichtmogelijkheden in samenwerkingsrelaties, de ambtelijke en bestuurlijke verankering hiervan en bieden een handvat voor het vormgeven en onderhouden van het toenemend aantal samenwerkingsrelaties. 3. Daarnaast doen zich strategische risico’s voor op ontwikkelingen waarop de gemeente geen directe invloed heeft. Denk hierbij aan demografische ontwikkelingen (omvang en samenstelling bevolking, waaronder krimp en vergrijzing), sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen en economische conjunctuur. 4. In 2014 is bij de start van de nieuwe gemeenteraad en het college van B en W, de ambitie en de richting voor de komende jaren vastgelegd in het raadsprogramma en uitvoeringsprogramma “Voortvarend te Werk”. De beleidswensen hierin dienen op onderdelen nog vertaald te worden in bestuursopdrachten en besluiten van de gemeenteraad. Met name door de financiële krapte is het onzeker of de ambities in volle omvang gerealiseerd kunnen worden. Met de perspectiefnota 2015 worden hierover besluiten verwacht. Risico’s Personeel en Organisatie De gemeente loopt, net als elk ander bedrijf dat personeel in dienst heeft, een aantal personeel gerelateerde risico’s: Aantrekkelijkheid als werkgever Integriteit en fraude Gezondheid en ziekteverzuim Veiligheid en arbeidsomstandigheden van medewerkers Welzijn, kwaliteit en motivatie Naleven wet en regelgeving (rechtmatigheid) Doelmatigheid. Deze risico’s zijn zeer divers en worden met een mix aan maatregelen zo veel mogelijk beperkt. Hierbij kan gedacht worden aan procedures, interne voorschriften en controles, Arbo-voorzieningen voor medewerkers, adequaat management, personeelsbeleid en open communicatie. Actuele personeel-organisatierisico’s betreffen: • Frictiekosten ten gevolge van de reorganisatie van het ambtelijk apparaat in 2013 en invulling van de meerjarige taakstelling uit de operatie Het Verschil Maken. Een aantal medewerkers is door de reorganisatie en de operatie Het Verschil Maken boventallig geworden, waardoor structurele formatie dekking voor deze groep ontbreekt. Door teammanagers en sectordirecteuren wordt erop gestuurd om de betreffende medewerkers aan ander werk te helpen. Het geringe aantal externe vacatures en de beperkte interne herplaatsingsmogelijkheden vergroten het risico op overschrijding van het personeelsbudget. Voor 2015 zijn incidentele middelen beschikbaar gesteld. Wanneer bij de perspectiefnota 2015 nieuwe taakstellingen op de ambtelijke organisatie worden gelegd zal het risico op frictiekosten toenemen.
89
•
•
Informatiebeveiliging. Om de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van de (geautomatiseerde) informatievoorziening te waarborgen moet er een samenhangend pakket maatregelen getroffen en onderhouden worden. Risico’s zijn dat medewerkers uit systemen meer informatie kunnen halen dan nodig is voor functievervulling en beveiliging van gegevens is mogelijk onvoldoende gewaarborgd door ontwikkelingen in het kader van Het Nieuwe Werken (HNW). Van medewerkers wordt gevraagd om alert te zijn op risico’s m.b.t. de (blijvende) toegankelijkheid van informatie (bewustwording) en deze te beperken of te vermijden. Op basis van de reeds vastgestelde kaders zal in 2015 inzet worden geleverd om de informatiebeveiliging goed en ook in praktische zin op orde te krijgen. De maatregelen die in eerste instantie minimaal geïmplementeerd dienen te worden zijn opgenomen in het geactualiseerde informatiebeveiligingsplan 2014 – 2015. De inhuizing van het ambtelijk personeel in het nieuwe stadhuis leidt in 2015 tot enig productiviteitsverlies doordat het niet alleen gaat om de fysieke verhuizing, maar ook om de introductie van “Het Nieuwe Werken” en ingebruikname van andere apparatuur en werkplekken. Aanloopproblemen en noodzakelijke tijd voor gewenning zijn ondanks de zorgvuldige voorbereiding onvermijdelijk. Deze laten zich vooraf echter lastig (financieel) kwantificeren. Daarnaast moet rekening gehouden worden met instandhoudingskosten van het oude stadhuis. Het in eigendom houden hiervan levert een financieel risico op vanwege beheer en onderhoud.
Schaderisico’s De volgende schaderisico’s zijn onderkend: 1. Op roerende zaken loopt de gemeente risico’s van diefstal, tenietgaan van het middel enz. Organisatorisch zijn voorzorgsmaatregelen getroffen en verzekeringen afgesloten, doch uitsluiten van een (eigen) risico is niet mogelijk. 2. Gevaarlijke stoffen die door onbekenden op gemeentegrond worden gestort, zullen moeten worden opgeruimd. De kosten hiervan moeten door de gemeente worden gedragen als de eigenaar niet te achterhalen is. Voor de eventuele kosten is geen voorziening aanwezig. Bij calamiteiten waarbij gevaarlijke situaties ontstaan, is de gemeente verplicht deze op te heffen, ook indien geen verhaalsmogelijkheden aanwezig zijn. 3. De gemeente kan zich niet indekken tegen het risico van bedrijfsschade, omdat zij door verzekeringsmaatschappijen niet als bedrijf gekenmerkt wordt. De gemeente heeft zich tegen wettelijke aansprakelijkheden ingedekt door middel van een Algemeen Aansprakelijkheidsverzekering. Hierbij zijn niet de totale schades gedekt en geldt een eigen risico van 2.500 euro voor zaak-, persoons- of vermogensschade per aanspraak. Het verzekerd bedrag is 2.500.000 euro per aanspraak, gelimiteerd tot 5.000.000 euro per verzekeringsjaar. In 2014 hebben zich geen noemenswaarde incidenten of claims voorgedaan. 4.2 Benodigde weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen Door risico-simulatie met het risicomanagementsysteem Naris wordt het bedrag berekend dat benodigd is om de risico’s in financiële zin af te dekken. De risico-simulatie wordt uitgevoerd op gekwantificeerde risico’s van 50.000 euro of meer. Uitgaande van een mate van zekerheid van 90% leidt dit voor de risico’s, niet zijnde grondexploitaties, tot een benodigde capaciteit van 14,9 miljoen euro. (peilmoment 23 maart 2015). De benodigde weerstandscapaciteit voor het Grondbedrijf is per 31-12-2014 becijferd op 12,8 miljoen euro, op basis van een vergelijkbare systematiek, maar met verwerking van de te nemen verliezen bij deze jaarrekening. Het uit exploitatie nemen en afwaarderen van grondexploitaties verlaagt de financiële risico’s substantieel. Hiermee komt de totaal benodigde capaciteit uit op 27,7 miljoen euro. Hiertegenover staat een beschikbare weerstandscapaciteit van 11,0 miljoen euro. Dit is de stand voor bestemming van het jaarresultaat 2014. De ratio voor het weerstandsvermogen wordt vervolgens bepaald door beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde capaciteit. In tabelvorm ziet deze ratio er als volgt uit (in miljoen euro):
90
(bedrag x € 1 mln) Grondbedrijf Overige exploitatie Totaal
Weerstandscapaciteit Benodigd Beschikbaar 12,8 1,971 14,9 9,029 27,7 11,000
In de programmabegroting 2015 was de situatie als volgt: (bedrag x € 1 mln) Weerstandscapaciteit Benodigd Beschikbaar Grondbedrijf 23,000 1,350 Overige exploitatie 12,825 8,816 Totaal 35,825 10,166
Ratio > 0 0,15 0,61 0,40
Ratio > 0 0,06 0,69 0,28
Indien de gemeenteraad instemt met de voorgestelde resultaatbestemming in de jaarrekening 2014 wordt het weerstandsbeeld als volgt: (bedrag x € 1 mln) Weerstandscapaciteit Ratio > 0 Benodigd Beschikbaar Grondbedrijf 12,8 1,971 0,15 Overige exploitatie 14,9 9,029 0,61 Onttrekking - 52,0 jaarresultaat 2014 Totaal 27,7 -41,0 0 De beschikbare weerstandscapaciteit is niet toereikend om de verliezen op de grondexploitaties die bij deze jaarrekening zullen moeten worden genomen op te vangen. Bij de perspectiefnota 2015 ontvangt u voorstellen om financieel de balans te herstellen.
91
5.3 Onderhoud kapitaalgoederen Deze paragraaf onderhoud kapitaalgoederen bevat tenminste de volgende kapitaalgoederen; a. wegen; b. riolering 3; c. water; d. groen; e. gebouwen; f. buitensportaccommodaties. Om helder te krijgen waar het in deze paragraaf over gaat worden eerst een aantal van belang zijnde begrippen gedefinieerd. Kapitaalgoederen Kapitaalgoederen zijn duurzame goederen met maatschappelijk of economisch nut, geïnvesteerd in de (semi-) openbare ruimte ter verkrijging van een langdurig gewenst voorzieningenniveau (asset). Kapitaalgoederen hebben veelal veel waarde en gaan meerdere jaren mee. De kapitaalgoederen zijn voornamelijk gecategoriseerd op vlakniveau; er worden diverse typen ruimten onderscheiden (groen, grijs, blauw) en een type massa (rood). Op lijnniveau wordt riolering onderscheiden. Op puntniveau worden diverse terreinelementen nog niet expliciet als kapitaalgoed geduid, maar impliciet als onderdeel van het vlakniveau; denk hierbij aan openbare verlichting, verkeersregelinstallaties, afvalcontainers of speeltoestellen. Onderhoud en vervanging Bij onderhoud en vervanging staat de instandhouding van de kapitaalgoederen centraal, dat wil zeggen met dezelfde (technische) functionaliteit en esthetische voorwaarden op een bepaald kwaliteitsniveau houden van het kapitaalgoed. Het aanschaffen of realiseren van nieuwe voorzieningen in de sfeer van grote kapitaalgoederen zijn over het algemeen investeringen die in het investeringsplan thuis horen. De gemeentelijke kapitaalgoederen bestaan uit veel uiteenlopende onderdelen, zoals groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, gebouwen voor uiteenlopende functies, bestratingen wegen, rioleringen, waterwegen, civieltechnische kunstwerken, diverse verkeerstechnische elementen, sportterreinen, afvalcontainers, e.d. De onderhoudsbehoefte is grofweg onder te verdelen in 3 soorten: 1. Het klein (gewoon) onderhoud/onvoorzien De jaarlijks terugkerende vaste onderhoudsbehoefte, het zgn. verzorgings- en klein technisch onderhoud. Planmatig, kort cyclisch zowel preventief evenals correctief onderhoud. Voor de werkelijk hiermede gemoeid zijnde kosten wordt verwezen naar de diverse programma’s. Voor niet planmatige/voorspelbare en toch jaarlijks ad hoc voorkomende kleinere werkzaamheden (hoofdzakelijk herstelwerkzaamheden, niet voorspelbare kleine schades, meldingen en niet te voorziene externe invloeden) wordt een op ervaring gebaseerd jaarlijks bedrag in de begroting georganiseerd. Via adaptief en curatief onderhoud worden deze werkzaamheden tot uitvoering gebracht. Voor de werkelijk hiermede gemoeid zijnde kosten wordt verwezen naar de diverse programma’s. 2. Het Groot (buitengewoon) onderhoud Planmatig, lang cyclisch onderhoud dat met tussenposen van meerdere jaren plaats vindt. Voor al deze onderdelen wordt de planmatige onderhoudsbehoefte op verschillende manieren bepaald. 3
Riolering: aangezien het verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan via een afzonderlijke nota aan het bestuur is aangeboden maakt het kapitaalgoed riolering geen deel uit van deze paragraaf. Het beleid is conform deze nota uitgevoerd. Het verschil in het ontvangen rioolrecht en de te betalen goot onderhoud cq vervanging van rioleringssystemen is aangewend dan wel toegevoegd aan de tariefsegalisatie reserve riolering.
92
Deels gebeurt dit middels een redelijk objectieve basis; preventief en correctief onderhoud. Dit leidt per kapitaalgoed tot een meerjaren onderhoudsplan (MOP). Door alle MOP’s naast elkaar te leggen kan er integraal vooruit geschakeld worden, zodat er een IMOP (Integraal Meerjaren onderhouds en vervangings Perspectief) ontstaat. De Staat van de Openbare Ruimte komt hierdoor strategisch in beeld, waardoor wij vroegtijdig de veiligheid en continuïteit van de openbare ruimte kunnen borgen. Op onderdelen zijn deze meerjaren onderhoudsplannen nog niet compleet, onder meer voor het cultuurtechnische en civieltechnische kunstwerken (bruggen, viaducten, tunnels en oevervoorzieningen) en voor een aantal kleinere kapitaalgoederen als straatmeubilair en afvalcontainers. De totale onderhoudsbehoefte die voortvloeit uit IMOP wordt elk jaar tactisch opnieuw bepaald door middel van inspecties door de betrokken medewerkers of externen vooral financieel technisch gestuurd. Jaarlijks leiden de diverse MOP’s tot een Integraal Groot Onderhouds en vervangings Programma (IGOP) voor het komende jaar met operationele projecten. Deze projecten hebben gemiddeld een doorlooptijd van 1 a 2 jaar. Door het team Vastgoed worden jaarlijks onderhoudsinspecties ten behoeve van gebouwen uitgevoerd. Op basis van deze inspecties zijn prioriteiten gesteld die zijn weerslag hebben gekregen in de begroting. Jaarlijks stelt het college een programma vast voor groot onderhoud van diverse kapitaalgoederen zoals verhardingen en rioleringen. Dit programma gaat uit van het op het product beschikbare bedrag in de programmabegroting. Om de beschikbare budgeten zo efficiënt mogelijk in te zetten wordt een integraal programma opgesteld. De gegevens uit de beheersystemen zijn gebruikt om een integraal programma op te stellen. 3. Vervangingen Voor een kleiner deel van de kapitaalgoederen gaat het niet om onderhoud in de zin van kwalitatieve instandhouding, maar betreft het hoofdzakelijk volledige vervanging, zoals bijvoorbeeld verkeersregelinstallaties, lichtmasten, afvalcontainers, etc. Hiervoor zijn inventarisaties en gedegen vervangingsschema’s een goede basis voor het bepalen van een meerjaren vervangingsbehoefte. Volledig ingevoerde beheerplannen en vervangingsschema’s van kapitaalgoederen genereren de benodigde financiële middelen voor de cyclische onderhoudsbehoefte. Areaaluitbreidingen Als gevolg van fysieke (in/)uitbreidingen (beleidsintensiveringen, vervangingen, investeringsplan) in de stad ontstaan meerkosten, zoals hogere onderhoudskosten door uitbreiding van groenstroken of meer onderhoud aan wegen door stadsuitbreiding. Voor areaaluitbreiding, in zowel fysiek, sociaal en demografisch opzicht, werd voorheen een stelpost beschikbaar gesteld (2011: € 225.000). Met ingang van 2012 is deze stelpost in het kader van bezuinigingen tijdelijk komen te vervallen. Wat de consequenties zijn en wat dit concreet gaat betekenen is op dit moment nog niet duidelijk. Wel wordt nu per initiatief projectmatig, niet alleen gekeken naar het incidentele krediet voor de aanlegkosten van deze ontwikkeling, maar wordt hierbij ook structureel de beheerexploitatie inzichtelijk gemaakt voor de duur van de afschrijvingstermijn. Dit spanningsveld tussen ontwikkeling en exploitatie is nog niet geslecht. Wanneer dit niet tot stand komt is er impliciet sprake van beleidsextensivering op het kapitaalgoed. De volgende producten vanuit de kapitaalgoederen komen in aanmerking voor structureel onderhoud en vervangen: Verharding, wegmarkering, wegmeubilair, straatnaamborden en verkeersborden Voor verharding zijn meerjaren onderhoudsprogramma’s beschikbaar. Het meerjaren onderhoudsprogramma wordt vastgesteld o.b.v. inspecties die plaats vinden gebaseerd op CROW eisen. (CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. CROW is de afkorting van Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Wateren Wegenbouw en de Verkeerstechniek). 93
Voor de komende vier jaren is een inschatting gemaakt van het noodzakelijke groot onderhoud. Dit puur op basis van de inspectiegegevens en zonder rekening te houden met andere disciplines en (stads)ontwikkelingen. Bij vervanging van verharding worden automatisch ook de randvoorzieningen vervangen. Voor deze randvoorzieningen zijn geen specifieke beheerplannen en/of budgeten beschikbaar. Ontwikkeling is dat de kwaliteit van het gehele wegennet onder druk staat. Met name in het buitengebied. Dit wordt vooral veroorzaakt door intensief gebruik en zwaardere aslasten als waar het wegennet toentertijd op is berekend. Openbare verlichting Het huidige budget voor openbare verlichting is toereikend voor de dagelijkse kosten, te weten het onderhoud en de energiekosten. Er wordt gebruik gemaakt van het beheerssysteem waaruit meerjaren onderhoudsprogramma’s worden vastgesteld. Civieltechnische Kunstwerken Budget in de onderhoudsbegroting is toereikend voor curatief onderhoud. Groot onderhoud en vervanging zijn hierin niet meegenomen en worden onderzocht. Onderzoek heeft al geleid tot het afsluiten of instellen van een aslast-beperking op bruggen. In 2013 en 2014 heeft er een budgetuitbreiding plaatsgevonden. Enkele projecten zijn opgestart en enkele reeds uitgevoerd (o.a. Nachtegaalstraat). Het totale budget is echter nog steeds niet toereikend. Kanalen, havens en kademuren Budget in de onderhoudsbegroting is toereikend voor curatief onderhoud. Groot onderhoud en vervanging zijn hierin niet meegenomen en worden onderzocht. De eerste resultaten zijn in 2014 binnen gekomen. Resultaat is dat de insteekhaven bij Van Merksteijn onderhoud behoeft. En enkele kades die in erfpacht zijn gegeven bij bedrijven. In 2014 is besloten om een regionaal havenbedrijf in te stellen inclusief de intentie om de coördinatie van het fysieke onderhoud hier neer te leggen. Dit wordt op dit moment nog onderzocht. Openbaar groen Al het openbaar groen wordt geregistreerd in het beheerssysteem. Van daaruit worden aan diverse beheertype werkpakketten gekoppeld. Dit leidt tot een bestek dat omschrijft welk preventief onderhoud per beheertype moet worden uitgevoerd. Voor bomen is een specifiek beheerssysteem waarmee we de registratie van de VTA inspectie aantoonbaar maken en daarmee voldoen aan de wettelijke onderhoudsplicht. De inspecties kunnen leiden tot correctief onderhoud. Speelvoorzieningen Alle speelvoorzieningen worden geregistreerd in het beheerssysteem. Voor speelvoorzieningen is een specifiek beheerssysteem waarmee we met de registratie van de kleine en grote inspecties aantoonbaar maken en daarmee voldoen aan de wettelijke onderhoudsplicht. De inspecties kunnen leiden tot correctief onderhoud. Verkeerstechnische installaties Voor VRI's zijn geen onderhoudsprogramma's aanwezig. Installaties worden vervangen op basis van incidenteel beschikbaar gestelde projectgelden. Er is een intentie uitgesproken om samen met Enschede het beheer van VRI’s op te pakken. Gebouwen Middels een meerjaren onderhoudsplanning welke periodiek wordt geactualiseerd zijn de gegeven van onderhoud en vervanging in beeld. Buitensportaccommodaties Op basis van jaarlijkse inspecties wordt een programma buitengewoon onderhoud opgesteld.
94
5.4 Financiering De financieringsparagraaf (ook wel de treasuryparagraaf genoemd) is samen met het treasurystatuut bij de invoering van de wet Fido per 1 januari 2001 verplicht gesteld. Het doel is om de raad op deze wijze beter te informeren omtrent het treasurybeleid en de beheersing van financiële risico’s. In het treasurystatuut zijn eenduidige bepalingen opgenomen omtrent het toegestane risicoprofiel van de leningen en uitzettingen, het gebruik van financiële derivaten, geldstromenbeheer, administratieve organisatie en interne controle. Het algemene beleidsuitgangspunt van het treasurybeleid van de gemeente Almelo is als volgt omschreven: “De gemeente voert – gelet op haar publiekrechtelijke taak om maatschappelijk kapitaal te beheren – op centraal niveau een risicomijdend treasurybeleid. Binnen dit risicomijdend beleid stelt de gemeente zich ten doel een zo hoog mogelijk rendement over het belegd vermogen en/of zo laag mogelijke kosten over leningen te realiseren, binnen duidelijk geformuleerde randvoorwaarden, ter beperking van risico’s.” Risicobeheer Dit onderdeel geeft een samenvatting van het risicoprofiel en is het kernonderdeel van de treasuryparagraaf. Onder risico’s worden hier verstaan zowel renterisico’s als krediet-risico’s. De volgende onderdelen illustreren hoe de diverse risico’s gecomprimeerd in beeld kunnen worden gebracht. Renterisico’s vlottende schuld Als grondslag van de wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet wordt aangehouden de omvang van de jaarbegroting per 1 januari voor het gehele begrotingsjaar. Berekening kasgeldlimiet De kasgeldlimiet moet berekend worden bij de aanvang van elk kalenderjaar en bij wijziging van elk percentage Begrotingstotaal 2014 € 256.000.000 Het bij ministeriele regeling vastgestelde percentage 8,5 % Kasgeldlimiet
€ 21.760.000
De kasgeldlimiet stelt een grens aan de omvang van de korte schuld waarover de gemeente renterisico mag lopen. Dit houdt in dat kapitaalwerken eerst kunnen worden gefinancierd tot maximaal het bovengenoemde bedrag, alvorens een vaste geldlening, langer dan 1 jaar, afgesloten dient te worden. Tot maximaal het bedrag van de kasgeldlimiet loopt de gemeente renterisico, gebaseerd op leningen over een termijn van korter dan 1 jaar. Het verloop van de kasgeldlimiet over het jaar 2014 is opgenomen in de volgende tabel: Kasgeldlimiet (gemiddeld per kwartaal) Bedragen x € 1.000 Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Omvang begroting jaar 2014 256.000 256.000 256.000 1. Toegestane kasgeldlimiet (8,5%) 21.760 21.760 21.760 2. Omvang vlottende korte schuld - opgenomen gelden < 1 jaar 15.000 32.667 0 - schuld in rekening-courant 16.445 20.538 14.123 - gestorte geleden door derden - overige geldleningen (niet vast) 3. Vlottende middelen - contante gelden in kas 0 0 0 - tegoeden in rekening courant 5.510 5.366 2.248 - overige uitstaande gelden (niet vast) 4. Totaal netto vlottende schuld (2 -/- 3) 25.934 47.569 11.876 Ruimte (+) Overschrijding (-) (1 -/- 4)
-4.174 95
-25.899
9.884
Kwartaal 4 256.000 21.760 0 17.125
0 701 16.425 5.335
Per kwartaal moet aan de provincie gerapporteerd worden als de kasgeldlimiet wordt overschreden. Het gaat hier om het gemiddelde van de saldi per de eerste van de maand. Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemeente de kasgeldlimiet in het eerste en het tweede kwartaal heeft overschreden. De provincie is hiervan op de hoogte gesteld. Overigens tolereert de provincie het twee keer overschrijden van de kasgeldlimiet per jaar. Renterisico’s vaste schuld De renterisico’s op de vaste schuld worden ingekaderd middels de renterisiconorm. Als lange financiering wordt volgens de Wet Fido aangemerkt, alle financieringsvormen met een rentetypische looptijd langer dan 1 jaar. Vanaf 2009 is de nieuwe renterisiconorm van kracht. De nieuwe renterisiconorm is eenvoudig, ziet vooruit en is direct gerelateerd aan het budgettaire risico. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De nieuwe renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Het begrotingstotaal komt daarbij in de plaats van de totale vaste schuld. Dit sluit ook beter aan bij de berekening van de kasgeldlimiet, want deze limiet is ook gekoppeld aan het begrotingstotaal (zie hierboven). Jaarlijks mogen de renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal zijn. Onderstaande tabel geeft de renterisiconorm voor het jaar 2014 weer: Stap Variabelen renterisico(norm) Werkelijk 2014 (bedrag in €) 1 Renteherzieningen 0 2 Aflossingen 38.955.000 3 Renterisico (1+2) 38.955.000 4 Renterisiconorm 51.200.000 5a Ruimte onder renterisiconorm (4>3) 12.245.000 5b Overschrijding renterisiconorm (3>4) Berekening renterisiconorm 4a Begrotingstotaal 256.000.000 4b Percentage regeling 20% Renterisiconorm (van alleen jaar t) (4a*4b) 51.200.000
Begroot 2014 (bedrag in €)
0 38.734.000 38.734.000 51.200.000 12.466.000
256.000.000 20% 51.200.000
In de bovenstaande tabel wordt weergegeven dat de Gemeente Almelo voldoet aan de gestelde renterisiconorm van maximaal 20% van de vaste schuld voor het jaar 2014. De doelstelling hiervan is dat bij een gelijkmatige opbouw van de leningenportefeuille, waarbij niet in enig jaar een onevenredig deel van de leningenportefeuille geherfinancierd behoeft te worden, het renterisico op de vaste schuld gespreid wordt over de jaren. Financiering Dit onderdeel geeft inzicht in de ontwikkeling van de financieringspositie van de gemeente en de daarbij horende financieringsbehoefte, rekening houdend met (geplande) investeringen en beschikbare interne en externe middelen. De ontwikkeling van de financieringspositie is bepalend voor de leningenportefeuille. Mutaties vaste schuld in 2014 Stand per 01-01-2014 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Renteaanpassing (oud percentage) Renteaanpassing (nieuw percentage) Totaal
Bedrag (in €) 252.516.721 +/+ 58.200.000 -/- 38.955.671
271.761.050
96
Gemiddelde rente 3,22% 1,41%
2,83%
Invloed op de gemiddelde rente -/- 0,39%
In 2014 zijn de volgende langlopende geldleningen opgenomen: Bedrag in € Opgenomen bij Looptijd/vorm 15.000.000 Nederlandse Waterschapsbank 7 jr./Fixe 15.000.000 Nederlandse Waterschapsbank 8 jr./Fixe 15.000.000 Bank Nederlandse Gemeenten 4 jr./Fixe 5.000.000 Bank Nederlandse Gemeenten 5jr./Fixe 8.200.000
Nederlandse Waterschapsbank
15 jr./Lineair
58.200.000
Rente 1,469% 1,669% 0,735% 1,279% 1,940%
Opmerkingen Consolidatie Consolidatie Consolidatie Lening tbv van de IGM Lening tbv sc Heracles *
* De lening is opgenomen ten behoeve van de uitbreiding van het stadion van BVO SC Heracles. Deze lening is met een opslag van 1,5% doorverstrekt aan BVO Sc Heracles. En in 2014 zijn de volgende kortlopende geldleningen opgenomen: Bedrag in € Naam geldgever Looptijd 15.000.000 AFS 01-01 tm 06-01-2014 15.000.000 BNG 06-01 tm 06-02-2014 15.000.000 Intercessie 06-02 tm 06-03-2014 18.000.000 NWB 06-03 tm 06-04-2014 40.000.000 Wallich 06-04 tm 06-05-2014 40.000.000 NWB 06-05 tm 05-06-2014 40.000.000 AFS 06-06 tm 19-06-2014 20.000.000 AFS 19-12 tm 21-01-2015
Rente 0,14% 0,14% 0,22% 0,19% 0,22% 0,237% 0,160% 0,150%
Betaalde rente 291,67 1.808,33 2.566,67 2.945,00 7.822,22 7.900,00 2.488,89 2.750,00 28.572,78
Renteverdeeldienst De rente verdeeldienst is een kostenplaats waarop de betaalde rente (uitgaven) en de ontvangen rente (inkomsten) wordt verantwoord. Het verschil tussen de betaalde en ontvangen rente is het renteresultaat (ook wel saldo financieringsfunctie genoemd). Renteontvangsten en –uitgaven 2014 Langlopende geldleningen Kortlopende geldleningen Eigen financieringsmiddelen Door derden belegde reserves Provisie geldleningen Overige renteopbrengsten Producten gewone dienst Kapitaal grondbedrijf Totaal
Ontvangsten (in €) 8.906.552 6.245.822 15.152.384
Uitgaven (in €) 9.408.084 104.440 3.391.894 2.126 12.906.544
Het voordelig saldo ad € 2.245.840 is ten gunste van het product algemene dekkingsmiddelen gebracht. Kredietrisico’s op verstrekte gelden Ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak kunnen gemeenten leningen verstrekken. De publieke taak zelf wordt door de wetgever niet nader omschreven. In het gemeentelijk treasury-statuut is hieromtrent het volgende uitgangspunt opgenomen: “Het aangaan van geldleningen, het uitzetten van middelen en het verlenen van garanties mag uitsluitend uit hoofde van de publieke taak”.
97
Per 31 december 2014 zijn de volgende geldleningen verstrekt: Verstrekte leningen c.q. te verstrekken leningen ultimo 2014 Woningcorporaties met garantie WSW Leningen t.b.v. de Industriegebouwen Maatschappij (IGM) Project Twentex Diverse sportverenigingen Essent Vitens Lening aankoop grond Waterrijk Bruglening Enexis Lening sfeerverlichting binnenstad Lening lokale omroep Almelo Lening BVO sc Heracles Lening Pooksbelten Totaal
Bedrag in € 10.643.898 13.152.057 272.269 1.456.885 453.780 1.278.804 8.500.000 1.836.003 29.808 23.334 8.200.000 7.490 45.854.328
Schatkistbankieren Eén van de maatregelen uit het Begrotingsakkoord 2013 om de overheidsfinanciën op orde te brengen is de Wet Schatkistbankieren. Deze wet is op 14 december 2013 in werking getreden. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen. Het verplicht schatkistbankieren is ingevoerd voor gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen. Ook bij de schatkist kunnen overtollige middelen tijdelijk op deposito worden weggezet. Decentrale overheden krijgen op de deposito’s een rente vergoed die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die ze op de markt aangaat. Een leenfaciliteit, namelijk dat er ook via de schatkist geleend kan worden, is niet aan de orde. Het wetsvoorstel verplicht alle decentrale overheden om hun overtollige (liquide) middelen aan te houden in de schatkist. Het woord ‘overtollig’ verwijst naar alle middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak. Het is toegestaan om een relatief klein bedrag aan overtollige middelen buiten de schatkist te houden. De hoogte van het drempelbedrag is afhankelijk van de begrotingsomvang, namelijk 0,75% daarvan. Een decentrale overheid behoudt, op basis van de wet Fido, de mogelijkheid om leningen te verstrekken en uitzettingen te verrichten uit hoofde van de publieke taak. Deelname aan schatkistbankieren verandert daar niets aan. Vanaf begrotingsjaar 2014 is er een rapportageverplichting en is alleen van toepassing op de middelen die vanwege het drempelbedrag uitgezonderd zijn van verplicht schatkistbankieren. Bij de gemeente Almelo is er geen sprake van overtollige middelen.
98
5.5 Bedrijfsvoering Deze paragraaf gaat over de inzet van het afgelopen jaar op het gebied van bedrijfsvoering. Dit omvat de onderwerpen personeel & organisatie, facilitaire zaken, informatisering & automatisering, inkoop, financiën, sourcing, kwaliteitszorg & auditing en de maatregelen uit het verbeterprogramma. In algemene zin valt te constateren dat op het gebied van bedrijfsvoering sprake is van een hoge dynamiek. Zowel interne als externe ontwikkelingen vragen extra inzet en zetten druk op de kwaliteit. Aan de andere kant krimpt de personele formatie als gevolg van bezuinigingstaakstellingen. Deze ontwikkelingen zorgen voor een hoge werkdruk en dwingen ons tot selectiviteit en het verbeteren van de werkprocessen (“slimmer werken”). Naast “slimmer werken” wordt ook met externe samenwerking en sourcing gestreefd om (ondanks financiële en personele taakstellingen) toch de gewenste kwaliteit te realiseren. De belangrijkste externe ontwikkelingen die gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering zijn de decentralisaties van het rijksbeleid (met name gevolgen voor ICT en werkprocessen in het sociale domein), de doorontwikkeling van regionale samenwerking (met name IBO en SSNT) en sourcing (zoals stadsbeheer, ingenieursbureau, vastgoedbeheer). Daarnaast werken de bezuinigingstaakstellingen van het rijk door in de bedrijfsvoering. Ook interne ontwikkelingen vragen extra inzet in het afgelopen jaar. De nieuwe organisatiestructuur moet vertaald worden in aangepaste ondersteunende processen. De bezuinigingen zorgen voor verdere krimp van de personele formatie; deze moet vanuit de personeelsfunctie en het management begeleid worden. De interne organisatie blijft zich door ontwikkelen: management development, de bedrijfscultuur, slimmer werken en de invoering van Het Nieuwe Werken vergen aandacht. Planning en control blijven ook in 2014 belangrijk, zoals ook het verbeteren van het risicomanagement, inkoop en archivering. Tot slot vraagt de bouw en verhuizing naar het nieuwe stadhuis extra inzet. Personeel en organisatie en facilitaire zaken (HRM en FZ) Wat willen wij bereiken Het vormen van een visie op de ontwikkeling van de organisatie en om het uitdragen en implementeren daarvan. De uitwerking en het realiseren van goed werkgeverschap door het ontwikkelen van een breed personeelsinstrumentarium, gericht op de ontwikkeling en het binden van de medewerkers met aandacht voor integriteit en arbo. Het bieden van een zo prettig mogelijke werkomgeving en de hierbij behorende facilitaire diensten (zoals catering, schoonmaak, bodes, veiligheid, etc). Het Nieuwe Werken vertalen naar de ondersteuning op personeelsgebied en op het faciliteren van de juiste fysieke werkomgeving voor de uitvoering van werkzaamheden. Personeel en organisatie Onderdeel Invulling geven aan compacte overheid
Realisatie 100%
FUWA / HR 21 - Verbinden loongebouw aan organisatieontwikkeling
100%
- Online beheer
100%
- Reductie functieprofielen
100%
Toelichting Voor 2014 is een verdere krimp van de organisatie van circa 29 fte gerealiseerd waarvan 6 fte als gevolg van sourcing. Het loongebouw is nu verbonden aan de organisatieontwikkeling en het HR-beleid zoals vastgelegd binnen het project Mens en Organisatie. HR21 maakt het mogelijk om het beheer van functiebeschrijvingen, waarderingen, salarisstructuur en beloningsverhoudingen, resultaatafspraken en competenties, volledig online uit te voeren. Met de aanschaf van de eerste modules van HR 21 is een aanzienlijke reductie van functieprofielen bereikt van 375 99
Onderdeel - Implementatie HR21
Mens en Organisatie
Realisatie 90%
100%
Resultaatgericht werken
50%
Strategische personeelsplanning
90%
Mobiliteit / loopbaancentrum: - Financieel knelpunt € 150.000 - Project loopbaancentrum
100% 100%
- Ontwikkeling strategisch
40%
Management Development: - MD-programma - ‘Het verschil maken’
100% 95%
Talent Development
50%
Het Nieuwe Werken (HNW)
100%
Binden en boeien medewerkers
100%
Werkkostenregeling
100%
Toelichting naar ca. 60 beschrijvingen. In 2014 is door de OR en het GO in december een positief besluit genomen op de invoering van HR21. Hierdoor is de uitrol van HR21 gestart vanaf januari 2015. De definitieve afronding vindt plaats in Q2 2015. Het project is ingebed in bestaande HR-processen zoals HRM cyclus, HR beleid en HR instrumentaria die de organisatiedoelstellingen ondersteunen. De evaluatie van de organisatiewijziging is door interne prioritering verschoven naar 2015. Resultaatgericht sturing is een onderdeel van deze evaluatie. Vooruitlopend op het HNW is wel invulling gegeven aan resultaat gericht werken en sturing hierop. Dit is geborgd in de HRM cyclus van planningsgesprekken en beoordelingsgesprekken. De personeelsschouw is in 2014 afgerond. De borging in HRM cyclus en beleidsmatige vertaling vindt in Q2 2015 plaats. Is afgedekt uit budgetten. Het project is met 1,5 jaar verlengd als opmaat naar een regionaal loopbaancentrum binnen SSNT verband. In 2015 zal de beleidsmatige inbedding van het strategisch personeelsbeleid en hieraan gekoppeld de rol van het loopbaancentrum worden uitgewerkt. Het LBC is een onderdeel uit het sociaal flankerend beleid om de taakstelling en mobiliteit op gang te brengen. De taakstelling op personeel heeft door de mix aan maatregelen uit het sociaal flankerend beleid zonder gedwongen ontslagen kunnen plaats vinden. Daarnaast heeft het LBC een belangrijke rol vervuld in de begeleiding van VWNWC en (oud) medewerkers met een WW uitkering. De volgende fase is daadwerkelijk mobiliteit op gang brengen op basis van de koers van de organisatie en de beschikbare talenten van onze medewerkers zodat de organisatie flexibeler wordt bij de uitvoering van haar wettelijke en maatschappelijke taken en de hieraan gekoppelde bedrijfsvoering. Zie onderstaande tekst ‘het verschil maken’. Het MD kader wordt door het GMT gelijktijdig vastgesteld met het lopende kernwaardentraject van het GMT. Op onderdelen zijn al concrete acties uitgezet: arbeidsrecht en dossieropbouw, regiemodel ziekteverzuim. Talentmanagement is een onderdeel van het strategisch personeelsbeleid. Vooruitlopend op daadwerkelijk talentmanagement is in 2014 een personeelsschouw uitgevoerd waarin de aanwezige talenten en kwaliteiten van medewerkers in beeld zijn gebracht. De organisatie er klaar voor om in het nieuwe stadhuis daadwerkelijk plaats en tijdonafhankelijk te werken volgens de kaders die vanuit de organisatie zijn gesteld. Er is ingespeeld op de veranderende arbeidsmarkt, ons arbeidsmarktimago en de wens van de organisatie om als aantrekkelijk werkgever te boek te staan. De werkkostenregeling is verplicht gesteld door de fiscus en is nu in werking.. 100
Werken voor de Twentse overheid: - Opleidingsprogramma
100%
- Arbeidsvoorwaardenmodel
80%
- Regionalisering instrumenten en advies loopbaanontwikkeling
10%
facilitaire zaken (HRM en FZ) Onderdeel Verhuizing naar nieuw stadhuis
Realisatie 100%
Facilitaire aspecten nieuw stadhuis
100%
Schoonmaak
100%
Catering
100%
Drukwerk
Afval
0%
80%
Bedrijfshulpverlening
100%
Kantoorartikelen
100%
Het opleidingsprogramma voor alle twentse ambtenaren is gerealiseerd. De onderhandelingen om te komen tot 1 Twents model van arbeidsvoorwaarden worden op dit moment gevoerd. Doorlooptijd is sterk afhankelijk van besluitvorming op regionaal niveau. In 2015 wordt een voorstel ontwikkeld waarin de scope van een mogelijk regionaal centrum voor mobiliteit en ontwikkeling wordt uitgewerkt.
Toelichting indien niet volledig gerealiseerd Verhuizing medewerkers naar het nieuwe stadhuis ligt op koers. Ligt op koers. Alle facilitaire aspecten: veiligheid, catering, schoonmaak, beheer, werkplekinrichting, werkklimaat, zijn tot eind 2014 naar verwachting goed gerealiseerd in het nieuwe stadhuis conform het daarvoor geldende beleidskader. In 2014 is in regionaal verband de aanbesteding voor schoonmaak geëvalueerd en een nieuw aanbestedingstraject gelopen. De aanbesteding voor catering is in 2014 voorbereid en er is een nieuw aanbestedingstraject gelopen De evaluatie van het drukwerk vindt plaats in 2015 na de verhuizing naar het nieuwe stadhuis. Dit is het moment dat de gehele organisatie gebruikt maakt van mobiele devices, is verdergaande digitalisering doorgevoerd. Er kan dan een representatief beeld worden geschetst van de behoefte aan aanvullend drukwerk. De aanbesteding afval zal niet zoals vermeld in de planning in 2014 plaatsvinden maar begin 2016. In het kader van een nieuw en duurzaam stadhuis is de verwachting dat de hoeveelheid afval gereduceerd wordt en de ervaringen meegenomen kunnen worden bij de nieuwe aanbesteding. In 2014 is de huidige aanbesteding geëvalueerd en de voorbereiding voor een nieuwe aanbesteding of verlenging ingezet. In 2014 is in regionaal verband de aanbesteding voor kantoorartikelen geëvalueerd en opnieuw aanbesteed c.q. verlengd.
Contracten, Subsidies, Verbonden partijen en Inkoop (CSVI) Wat willen wij bereiken De regie- en controlfunctie op samenwerkingsrelaties verbeteren. Een gedegen toepassing en implementatie van het sourcingsbeleid binnen de ambtelijke organisatie. Professionele relaties met (externe) partners, specifiek op het gebied van inkoop, contracten, subsidies en verbonden partijen
101
Onderdeel Regionale ondernemers kansen bieden
Realisatie 100%
Toelichting Naast het bepaalde in het inkoopbeleid, worden conform de nieuwe nationale Aanbestedingswet nadrukkelijk kansen geboden aan regionale (MKB) ondernemers.
Duurzaam inkopen verder uitdragen
100%
In het inkoopbeleid wordt de norm van 75% voor duurzaam inkopen nadrukkelijk meegenomen.
Social Return On Investment verder uitdragen
100%
Nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen en nieuwe Nationale Aanbestedingswet implementeren Inkoopsamenwerking intensiveren in regionaal verband
100%
In het inkoopbeleid wordt SROI nadrukkelijk meegenomen. Er worden arbeids-, leerwerk- en stageplaatsen gerealiseerd voor gemeentelijke doelgroepen als onderdeel van de totale opdrachten. Het inkoopbeleid wordt uitgevoerd conform de nieuwe aanbestedingswet en de actuele Europese aanbestedingsrichtlijnen.
Contractbeheer inrichten
100%
Elektronisch aanbesteden
75%
90%
Er is een gezamenlijk regionaal inkoopbeleid. Om gezamenlijke inkoopscans en inkoopkalenders te realiseren wordt regionaal gestreefd naar uniforme inzichten op deze thema’s. Het contractbeheer als onderdeel van het verbeterprogramma is nu georganiseerd als standaard vastleggingsproces. Openbare aanbestedingen worden elektronisch aanbesteedt via negometrix. De uitrol van elektronische aanbestedingen van meervoudig onderhandse aanbestedingen wordt afgestemd met het inkoopplatform van de sectoren en de teams.
Informatisering en automatisering Wat willen wij bereiken Informatisering/Automatisering ondersteunt de ambities en opgaven voor onze organisatie met onze informatievoorziening. Uitgangspunt is dat de bedrijfsprocessen leidend zijn, hierbij kiezen we passende oplossingen voor software en hardware passend binnen de MOVIP. Goede sturing op de rol en inzet van Informatiserings en Automatiseringsmiddelen. Het instrument hiervoor is de Meerjaren Onderhoud Vervanging en Innovatie Planning (MOVIP). Dit is het werkplan voor het lopende jaar en de planning voor de komende jaren. De MOVIP is opgebouwd uit de volgende onderdelen: Onderdeel Realisatie Toelichting 100% De huidige omgeving wordt proactief onderhouden en Onderhoud beheerd. De afgesproken servicenormen worden gerealiseerd. 100% Onderdelen zijn tijdig en doelmatig, De continuïteit is en Vervanging blijft gegarandeerd. 100% Diverse nieuwe ontwikkelingen en behoeften van de Innovatie gebruikersorganisatie zijn proactief afgestemd, opgestart en doorgevoerd. In de MOVIP zijn de actuele ontwikkelingen geclusterd in de volgende thema’s: Onderdeel Realisatie Toelichting 100% Het thema Gegevens is als bedrijfsmiddel is gerealiseerd Gegevens door het beschikbaar krijgen van betrouwbare gegevens in de bedrijfsprocessen. Betrouwbare informatie is geborgd door ontwikkeling en actualisatie van de basisvoorzieningen, kernregistraties en de basisregistraties. 102
Onderdeel Zaakgericht werken Doorontwikkeling informatievoorziening
Realisatie 100% 100%
Toelichting Mede dankzij het digitaal vergaderen voor raad, college en management is de papierstroom sterk afgenomen. Er is sterk ingespeeld op de huidige mogelijkheden in informatievoorziening. Werken op afstand en digitaal vergaderen zijn voorbeelden hiervan, Dit bevordert tevens de mogelijkheden tot samenwerking met externe partijen.
Financiën Wat willen wij bereiken Een gezonde financiële huishouding als middel om de doelstellingen van de gemeente te verwezenlijken. Het voeren van een verantwoord financieel beleid waarbij structurele lasten worden gedekt door structurele baten met een structureel sluitende meerjarenbegroting. Een verantwoorde inschatting van risico’s en afstemming van het weerstandsvermogen met de reserves en voorzieningen. Een kwalitatief goede financiële informatievoorziening naar de gemeenteraad zodat de raad in staat is haar kaderstellende en controlerende taak uit te oefenen. Goede administratie met managementinformatie. Onderdeel Monitoring bezuinigingen
Realisatie 100%
Toelichting De raad, college en GMT zijn in 2014 juist, tijdig en volledig geïnformeerd conform de planning en control-cyclus. De bezuinigingen zijn ook opgenomen in de P&C-cyclus.
Opstellen Programmabegroting 2015 Jaarverantwoording 2013, Berap 2014 en Voorjaarsnota 2014 Innovatie
100%
De raad, college en GMT hebben de en heeft de producten uit de Planning & Control cyclus in 2014 conform planning ontvangen.
100%
Versterken risicomanagement/ weerstandsvermogen
100%
Informatievoorziening (verder) verbeteren
100%
De nieuwe ontwikkelingen zijn proactief afgestemd met de behoeften van de gebruiksorganisatie. Daarna opgestart en doorgevoerd. Bij de jaarverantwoording en begroting zijn de risico’s geactualiseerd en vastgelegd in het risicomanagementsysteem NARIS. De ontwikkelingen van de informatievoorziening zijn ook in 2014 nauwlettend gevolgd en toegepast. Voorbeelden hiervan zijn het werken op afstand en digitaal vergaderen. Daarnaast ook verdere verbeteringen in de processen, zoals de digitale handtekening en meer maatwerk en standaardisering van managementrapportages.
Sourcing Wat willen wij bereiken De gemeente Almelo wil zich ontwikkelen tot een regieorganisatie. Een organisatie die kaders stelt, verbindt en faciliteert en zelf zo min mogelijk taken uitvoert. Vanuit die strategie heeft de raad op 13 maart 2012 een sourcingskader vastgesteld, waarmee de basis is gelegd voor een aantal sourcingstrajecten. Dit kunnen nieuwe (voornemen), maar ook lopende (nog niet afgeronde) sourcingstrajecten zijn waarvoor in 2014 een beroep wordt gedaan op de bedrijfsvoering van de gemeente Almelo.
103
Onderdeel Lopende en nieuwe sourcingstrajecten afhandelen
Regionale onderzoeken
Realisatie 100%
100%
Toelichting Onderstaande planning ligt op schema en is grotendeels al uitgevoerd. • Stedelijk beheer • Uitvoering Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen, gemeentelijke samenwerking • Toeleiden ‘begeleiding’, decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ. • Onderzoek en statistiek. Gezamenlijk regionale uitvoering. • Verzelfstandiging Hof ’88 • Groen en beheerwerkzaamheden. Onderzoek van mogelijkheden is in voorbereiding. Onderstaande planning ligt op schema en is grotendeels al uitgevoerd. • Ingenieursbureau • Acquisitie en accountmanagement • Vastgoedbeheer • Back office werkzaamheden AWBZ.
Kwaliteitszorg en auditing Wat willen wij bereiken Bij audits en adviesopdrachten staat het organiseren van (intern) lerend vermogen en kwaliteitsverbetering en borging centraal. Door een onafhankelijke opstelling van de auditors dragen de audits bij aan de checks en balances in onze organisatie. De accountant gebruikt de uitkomsten van de audits en Interne Controle als belangrijkste informatiebron voor de interimcontrole (managementletter en boardletter) en voor oordeelsvorming over de jaarrekening. Rechtmatigheidsaudits worden geprioriteerd op basis van risico en vooraf afgestemd met de accountant. In 2015 wordt verder uitvoering gegeven aan het door de raad in 2013 vastgestelde plan van aanpak voor versterking van het gemeentelijk weerstandsvermogen. Onderdeel Control- en auditplan 2014 en uitvoering audits
Realisatie 100%
Normenkader
100%
Versterken risicomanagement/ weerstandsvermogen
100%
Project Slimmer werken
100%
Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid (artikel 213a)
0%
Toelichting Het uitvoeren van audits en quick-scans conform het Control- en auditplan 2014 is uitgevoerd en ter vaststelling aan het College voorgelegd. Het normenkader ten behoeve van de rechtmatigheidscontrole is vastgesteld door het college en ter kennisname aan de raad voorgelegd. Bij de jaarverantwoording en begroting zijn de risico’s geactualiseerd en vastgelegd in het risicomanagementsysteem NARIS. Het team heeft met het project lean maken van deP&Ccyclus een bijdrage geleverd aan het project Slimmer Werken. Met dit project wordt beoogd de doelmatigheid in de procesuitvoering te verbeteren. In het kader van personele reductie is een vacature, die in hoofdzaak gericht was op doelmatigheid en doeltreffendheid, ingeleverd.
104
5.6 Verbonden partijen Deze paragraaf verschaft inzicht in de beleidsmatige en financiële betrokkenheid van de gemeente bij verbonden partijen. Verbonden partijen zijn een middel om gemeentelijk beleid uit te voeren en doelen te realiseren. Het zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente een bestuurlijke én een financieel belang heeft. Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordigingen in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Over het algemeen gaat het bij verbonden partijen om publieke instellingen, zoals die van gemeenschappelijke regelingen, maar ook private instellingen waar de gemeente aandelen in heeft. Beleid op verbonden partijen Het beleid van de gemeente is gebaseerd op het uitgangspunt dat alleen verbonden partijen worden aangehouden waarmee een expliciet publiek belang wordt gediend. Het verwerven van inkomsten alleen is onvoldoende reden. Van een aantal verbonden partijen hebben wij geconstateerd dat zij in principe niet meer onder het publieke belang vallen. Dit zijn Twence, Crematoria Twente, Twente Milieu, Kabelbedrijf Cogas en de Bank Nederlandse Gemeenten. Bij deze deelnemingen wordt blijvend onderzoek gedaan naar mogelijkheden van afstoting. Kadernota verbonden partijen In 2014 is gewerkt aan een kadernota governance verbonden partijen. Met deze nota willen we de sturing op samenwerkingsrelaties in de praktijk een nadrukkelijkere plek geven. De nota dient als kader voor zowel de gemeenteraad, het college als de ambtelijke organisatie. Het geeft een handvat om effectief sturing te geven aan, en toezicht te houden op verbonden partijen. Een kader voor deelname aan, het oprichten van en het sturen op de verbonden partijen van de gemeente, om zo te komen tot verbonden partijen die een maximale bijdrage leveren aan de lokale bestuurlijke ambities. Met dit beleidskader beogen wij bovendien helderheid te bieden over interne rollen, taken en verantwoordelijkheden. Op 3 maart 2015 is de kadernota governance verbonden partijen door de raad vastgesteld (Raad-1402536) en zal voor het eerst zijn beslag krijgen in de jaarverantwoording 2015. Verplichte onderdelen BBV De paragraaf verbonden partijen is een verplichte paragraaf en kent een aantal vaste onderdelen. Deze staan voorgeschreven in artikel 15 van het BBV. Per 16 juli 2014 is het BBV aangepast op de verplichte onderdelen van de verbonden partijen. Het gaat om de informatie over de omvang van het eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat aan het begin en het einde van het rapportagejaar. Omdat bij de opmaak van onze jaarverantwoording de jaarrekeningen van de verbonden partijen nog niet beschikbaar zijn, wordt volstaan met het opnemen van de meest actuele informatie. Dit kan zijn op basis van concept jaarstukken of tussentijdse rapportages. Wijzigingen in de samenstelling van deze paragraaf Wegens de verkoop van alle aandelen Attero Holding n.v. in 2014 is deze verbonden partij uit de paragraaf gehaald. Ook is de RUD uit de paragraaf gehaald omdat het feitelijk geen verbonden partij is. De bestuursovereenkomst van de RUD is gebaseerd op een gering financieel belang en risico.
105
De volgende verbonden partijen komen in deze paragraaf aan de orde: - Twente Milieu n.v. - Waterleiding Maatschappij Vitens n.v. - Regio Twente - Openbaar Lichaam Crematoria Twente - Veiligheidsregio Twente - Enexis Holding n.v. - Gemeentelijk Belastingkantoor Twente - NV Bank Nederlandse Gemeenten - Twence Holding b.v. - Stadsbank Oost Nederland - Soweco n.v. - NV Industriegebouwmaatschappij - Stadstoezicht Almelo b.v. - Regionaal Bedrijventerrein Twente - Sportaccommodaties Almelo b.v. - Overige niet actieve verbonden partijen - Cogas n.v. Twente Milieu nv a. Vestigingsplaats Enschede b. Openbaar belang Ja, er is een openbaar belang, maar dit kan inmiddels ook door het particuliere bedrijfsleven worden gewaarborgd. Het is daarom geen echt publieke taak meer. Taken: afvalinzameling/ reiniging/ onderhoud openbare ruimte c. Eigen vermogen en vreemd vermogen Eigen vermogen per ultimo 2013 bedroeg 8,0 miljoen euro (beginstand: 7,9 miljoen euro). Vreemd vermogen (incl. voorzieningen) per ultimo 2013 14,6 miljoen euro (beginstand: 15,5 miljoen euro). d. Resultaat van de verbonden partij In 2013 bedroeg het netto resultaat 0,1 miljoen euro (2012: 0,8 miljoen euro). Deze is gedaald doordat de stijging van de kosten niet is doorberekend in de tarieven, zoals overeengekomen met de aandeelhouders. Per ultimo 2013 kwam de solvabiliteit uit op 35%, ruim boven de bandbreedte die is afgesproken met de aandeelhouders. Deze bandbreedte bedraagt tussen de 25 en 30 procent solvabiliteit. Hier hebben zowel de behaalde winst als de daling van het balanstotaal aan bijgedragen. e. Ontwikkelingen in het afgelopen jaar Twente Milieu is een overheids N.V. die in 1997 is ontstaan door de samenvoeging van de reinigingsdiensten van 5 gemeenten (Enschede, Hengelo, Oldenzaal, Hof van Twente en Almelo). Daar is in de loop der jaren de gemeente Losser en per 1-1-2014 de gemeente Borne aan toegevoegd. De gemeenten zijn aandeelhouder en opdrachtgever. Met de toetreding van Borne als aandeelhouder is naast afvalinzameling ook de gehele buitendienst en het onderhoud van openbaar gebied van Borne overgenomen. De gemeenten bepalen afzonderlijk het beleid m.b.t. de gescheiden inzameling en verwerking van afvalstoffen. Dit beleid is in het afgelopen jaar door de Raad gewijzigd en wordt door Twente Milieu nu verder uitgevoerd. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? De gemeente Almelo heeft de wettelijke zorgplichttaak op het gebied van afval en reiniging. Voor de uitvoering van de afvalinzameling en een aantal andere nevenwerkzaamheden, zoals gladheidbestrijding, wordt de uitvoering gedaan door Twente Milieu. Doelstelling van Twente Milieu is zo efficiënt mogelijk op verantwoorde manier afval inzamelen c.a. tegen maatschappelijk verantwoord zo laag mogelijke kosten. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Een jaarlijkse financiële bijdrage wordt niet gevraagd, de exploitatiekosten lopen via de vennootschap. Wel is ambtelijke inzet nodig voor regievoering van de verbonden partij. h. Welke risico’s loopt de gemeente? Het opereren in de afvalmarkt is met tal van risico’s omgeven. Het valt zelfs te betwijfelen of een relatief kleine onderneming als Twente Milieu nv in staat zal blijven zelfstandig te opereren in een markt die steeds meer gedomineerd dreigt te worden door een aantal grote (markt)partijen. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks wordt het jaarverslag van de nv ter vaststelling voorgelegd aan de Algemene Vergadering van 106
Twente Milieu nv Aandeelhouders (AvA). j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Van Marle is namens de gemeente vertegenwoordigd in de AvA. De gemeente is niet vertegenwoordigd in de directie en Raad van commissarissen (RvC) van Twente Milieu nv. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Cornelissen (afval) l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Gezien de oorspronkelijk beoogde doelen van de deelneming in Twente Milieu nv kan in principe worden gesteld dat deze beoogde doelen met de oprichting van Twente Milieu nv en de deelneming daarin grotendeels zijn gerealiseerd. De huidige beïnvloedingsmogelijkheden van een individuele gemeente vallen het beste als controlerend en in zekere zin sturend te bestempelen. Dit geldt ook voor de inhoudelijke en financiële beïnvloeding. De werkelijke invloed van de gemeenten moet vooral worden gezocht in de contracten die worden gesloten met Twente Milieu over het niveau van de dienstverlening (frequentie, aard, wijze waarop, enzovoort). m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? In ieder geval jaarlijks wordt in de paragraaf ‘verbonden partijen’ van de programmabegroting en jaarverantwoording aandacht besteed aan de verbonden partij.
Regio Twente a. Vestigingsplaats Enschede b. Openbaar belang Regio Twente is het samenwerkingsverband van de veertien Twentse gemeenten. Regio Twente voert taken uit op het gebied van GGD/gezondheid, verkeer en vervoer, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit, economische zaken, recreatie en toerisme en milieu. Enkele taken zijn gebaseerd op een wettelijke verplichting (bijv. het regionale openbaar vervoer); andere taken zijn gebaseerd op vrijwillige samenwerking. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen Op basis van de concept jaarrekening komt het eigen vermogen van Regio Twente per ultimo 2014 uit op 7,5 miljoen euro (beginstand: 8,4 miljoen euro) en het vreemd vermogen 13,1 miljoen euro (beginstand: 19,1 miljoen euro). d. Resultaat van de verbonden partij Regio Twente verwacht in 2014 uit te komen op een resultaat uit reguliere bedrijfsvoering van 1,2 miljoen euro (2013: 1,0 miljoen euro). Het rekeningresultaat 2014 is aanmerkelijk positiever dan de Berap over 2014 deed vermoeden waarin nog een exploitatieoverschot werd voorzien van ca. 359.000 euro. De voornaamste oorzaken hiervoor zijn een aantal positieve incidentele meevallers, zoals lagere huisvestingslasten als gevolg van de herziening van het huurderscontract, een eenmalige afkoopsom voor WGA premie en hogere doorbelasting voor ICT diensten. Daarnaast krijgen de gemeenten nog een deel van de geraamde looncompensatie terug. In de begroting 2014 is uitgegaan van een loonstijging van 2%. De cao die in 2014 is geaccordeerd heeft geleid tot een salarisverhoging van 1% per 1 oktober 2014 en een eenmalige uitkering van € 350,- per FTE. De resultaten op de loonsom worden separaat met gemeenten verrekend, daarom ontvangen gemeenten los van het jaarrekeningresultaat een bedrag van € 230.000 extra uitgekeerd. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar Het jaar 2014 was het jaar van gemeenteraadsverkiezingen, afschaffing Wgr-plus, kwartier maken voor de Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente (OZJT), inrichten Kennispunt Twente, vaststellen Ontwikkelagenda Netwerkstad, start Twentse School, installatie van de Twente Board, het visitatierapport van de commissie Draijer en concretiseren bezuinigingen. Met aandacht voor de gewenste vormen van samenwerking in Twente is gewerkt aan de realisatie van de begroting. 107
Regio Twente Met het wegvallen van de Wgr-plusstatus vervalt ook (een deel van) de verplichte samenwerking met de Regio Twente. Nagedacht wordt over de nieuwe rol van Regio Twente als faciliterende en uitvoeringsorganisatie van en voor de Twentse gemeenten. De regioraad heeft opdracht gegeven om de discussie met de gemeenten aan te gaan over de wensen tot samenwerking. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? De gemeente participeert in -en conformeert zich aan- de besluitvorming in de regioraad over de doelstellingen van de Regio Twente. Deze zijn: - een samenwerkingspartner zijn voor de gemeenten, de provincie, het maatschappelijk middenveld, bedrijfsleven en onderwijs- en onderzoeksinstellingen; - als GGD in de voorste gelederen opereren en inzetten op het bevorderen van de gezondheid van alle inwoners van Twente; - blijven investeren in het sociaal economisch klimaat van Twente en daartoe de Agenda van Twente, inclusief de Innovatieroute (het meerjarig ontwikkelingsprogramma 2007-2017) uitvoeren; - in het verlengde daarvan de Internationale Agenda van Twente uitvoeren om daarmee de internationale oriëntatie van Twente te versterken en de projecten uit de Agenda van Twente te faciliteren (in kennis, netwerken, geld en beleidsbeïnvloeding); - samen met het bedrijfsleven en de kennisinstellingen Twente zowel nationaal als internationaal sterker profileren en positioneren als kennis en innovatieve regio op meerdere terreinen; - de belangen en doelstellingen van het stedelijk gebied (Netwerkstad als economische motor) en het landelijk gebied in Twente evenwichtig met elkaar in balans brengen en houden ter versterking van het sociaal economisch klimaat in Twente; - het voorbereiden van een duurzaamheidsagenda Twente om zodoende met alle Twentse gemeenten, externe partners en maatschappelijk middenveld de Europese en nationale doelstellingen in het kader van duurzaamheid eerder te bereiken. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Voor 2014 bedroeg de bijdrage van Almelo aan Regio Twente 2,8 miljoen euro (2013: 2,7 miljoen euro). h. Welke risico’s loopt de gemeente? Omdat het bestuur van de Wgr niet rechtstreeks door de bevolking wordt gekozen, ontbreekt het aan democratische legitimiteit. Financieel risico wordt gelopen op de realisering van de bezuinigingstaakstelling van 1,6 miljoen euro over de periode 2014-2017. In de regioraad van 12 november 2014 is de procesgang geschetst met betrekking tot de concretisering van de ombuigingstaakstelling en is er een fasering aangebracht. Van het bedrag moet voor de jaren 2014 - 2017 per eind 2017 nog een restanttaakstelling worden gerealiseerd van € 0,6 miljoen. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? De gemeentelijke deelname wordt tenminste jaarlijks, bij de vaststelling van de programmabegroting en verantwoording in de regioraad, geëvalueerd. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Timmer en raadslid Hümmels zijn namens de gemeente vertegenwoordigd in de regioraad. Als lid van de euregioraad zijn benoemd wethouder Bruggink en raadslid Stam. Burgemeester HermansVloedbeld is benoemd als lid van de bestuurscommissie Netwerkstad Twente, vanaf 1-11-2014 waargenomen door burgemeester Urlings. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Op basis van verlengd lokaal bestuur nemen alle collegeleden in de hoedanigheid van portefeuillehouder ook deel aan de portefeuillehoudersoverleggen van Regio Twente. l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is mogelijk via een stem in de regioraad (naar inwonertal), vertegenwoordiging in diverse portefeuillehoudersoverleggen. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Alle regioraadvoorstellen worden voor besproken in de raad (politiek beraad). 108
Veiligheidsregio Twente a. Vestigingsplaats Enschede b. Openbaar belang Veiligheidsregio Twente (VRT) is opgericht per 1 januari 2011 en is het samenwerkingsverband van hulpverleningsdiensten en de veertien Twentse gemeenten. Met ingang van 1 januari 2013 is daar de brandweer Twente bijgekomen. De samenwerking is gestoeld op de Wgr. De VRT voert de bij wet opgedragen taken uit op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en handhaving van de openbare orde en veiligheid. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen Volgens de concept jaarrekening bedraagt het eigen vermogen van de VRT per ultimo 2014 1,5 miljoen euro (beginstand: 4,9 miljoen euro) en het vreemd vermogen 52,8 miljoen euro (beginstand: 49,8 miljoen euro). d. Resultaat van de verbonden partij De VRT verwacht in 2014 uit te komen op een resultaat van 306.000 euro voordelig (2013: 4,2 miljoen euro). e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar Nadat in 2013 de Veiligheidsregio is uitgebreid met de brandweer naar zo’n 1.100 personeelsleden, is in 2014 verder gewerkt aan de organisatie. De financien zijn op orde. Ondanks de bezuinigingsopgaven zijn de ambities zoals die verwoord zijn in de programmabegroting 2014 van de VRT grotendeels gerealiseerd. Voor 2015 staan belangrijke thema’s op de agenda. Enkele voorbeelden daarvan zijn het doorontwikkelen van de crisisorganisatie in Twente, projecten die de zelfredzaamheid van mensen in Twente vergroten, bij brand maar ook in andere situaties, het werken aan veiligheidsinnovaties, bijvoorbeeld op de Twente Safety Campus en ook terugkerende onderwerpen zoals de actualisatie van het risicoprofiel en beleidsplan in afstemming met de veertien Twentse gemeenten. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Hoofddoel is samenwerken aan een veilig Twente. Hierbij staat een gezamenlijke aanpak centraal. Niet alleen tussen de sterke kolommen (brandweer, GHOR, politie, gemeenten), maar ook met andere partners in veiligheid, zoals Waterschap, Defensie, Openbaar Ministerie en Provincie. Gestreefd wordt naar een efficiënte, duurzame en innovatieve samenwerkingsvorm. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? De bijdrage van Almelo voor 2014 bedroeg 4,7 miljoen euro. h. Welke risico’s loopt de gemeente? Bestuurlijk risico van een gemeenschappelijke regeling is het ontbreken van democratische legitimiteit. Een financieel risico is dat er met betrekking tot de regionalisering van de brandweer Twente vanaf 2016 onzekerheid bestaat over de hoogte van de bijdrage omdat dan wordt overgegaan op een nieuwe financieringssystematiek. Voor de interne risicobeheersing maakt Veiligheidsregio Twente gebruik van een beleidskader “Risicomanagement en weerstandsvermogen”. Dit beleidskader voorziet in een methodiek, waarmee permanent inzicht in de ontwikkelingen rond risico’s en het daarvoor beschikbare weerstandsvermogen wordt gegeven. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? De gemeentelijke deelname wordt tenminste jaarlijks, bij de vaststelling van de programmabegroting en – verantwoording in het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Twente geëvalueerd. Met de programmabegroting wordt tevens de bijdrage van de individuele gemeenten vastgesteld voor het begrotingsjaar. Eens per vier jaar wordt een regionaal risicoprofiel vastgesteld dat als kader geldt voor het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Twente. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Twente is samengesteld uit alle burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Het dagelijks bestuur bestaat uit de vijf burgemeesters die een cluster vertegenwoordigen. Burgemeester Hermans-Vloedbeld is lid van zowel het dagelijks als het algemeen 109
Veiligheidsregio Twente bestuur van de Veiligheidsregio Twente, vanaf 1-11-2014 waargenomen door burgemeester Urlings. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Burgemeester Hermans-Vloedbeld (openbare orde en veiligheid) l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is mogelijk via een stem in het algemeen en dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Twente. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Jaarlijks wordt de programmaverantwoording en –rekening ter kennisname aangeboden. Eens per vier jaar wordt het regionaal risicoprofiel ter vaststelling voorgelegd aan de raad.
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente a. Vestigingsplaats Hengelo b. Openbaar belang Het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT) is een samenwerkingsverband van de gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser en Oldenzaal, die taken uitvoert op het gebied van heffing en inning van gemeentelijke belastingen. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen Volgens de concept jaarrekening van het GBT kwam het eigen vermogen per ultimo 2014 uit op 1, 0 miljoen euro (beginstand: 693.000 euro) en het vreemd vermogen 3,6 miljoen euro (beginstand: 3,2 miljoen euro). d. Resultaat van de verbonden partij Het netto resultaat van 2014 bedraagt 546.000 euro voordelig (2013: 334.000 miljoen euro voordelig). e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar Het GBT heeft de ambitie om voor meer Twentse gemeenten belastingwerkzaamheden uit te voeren. Om dit te realiseren wordt er met de nog niet aangesloten Twentse gemeenten nauw contact onderhouden. Een begin is gemaakt met het formuleren van een nieuwe visie voor het GBT. Hierin wordt tevens verkend of er mogelijkheden zijn om in de toekomst niet alleen belastingtaken uit te voeren, maar ook bijvoorbeeld taken op het gebied van financiën en Vastgoed. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? De gemeenschappelijke regeling voert taken uit op het gebied van heffing en inning van gemeentelijke belastingen, door: heffing en invordering van belastingen en rechten; uitvoering van kwijtschelding; uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken, waaronder tevens wordt begrepen de administratie van vastgoedgegevens en het verstrekken van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? De bijdrage van Almelo voor 2014 bedroeg 1,2 miljoen euro. h. Welke risico’s loopt de gemeente? In algemene zin heeft gemeentelijke samenwerking de voordelen van schaalvergroting (o.a. grotere efficiëntie en effectiviteit, kwaliteitsverbetering) en (regionale) afstemming zonder dat de gemeente zijn politiek-bestuurlijke autonomie verliest. Op deze manier kan onder andere de maatschappelijke betrokkenheid op peil blijven. Een nadeel van gemeentelijke samenwerking is de beperkte democratische legitimatie. Het bestuur van een gemeenschappelijke regeling wordt niet rechtstreeks door de burger gekozen. Ten aanzien van de bedrijfsvoeringsrisico’s zijn door het GBT maatregelen getroffen om deze zoveel mogelijk te beperken. Jaarlijks wordt een sluitende begroting vastgesteld, waarop gedurende het boekjaar wordt bijgestuurd. Het GBT heeft een weerstandsvermogen waarmee incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering kunnen worden opgevangen. Alle processen zijn beschreven conform ISO-certificering en worden jaarlijks geactualiseerd. Het GBT heeft een Intern Controleplan dat als leidraad dient voor het 110
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente waarborgen van een betrouwbare gegevensverwerking door de daartoe aangewezen personen in de primaire en ondersteunende processen. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? De gemeentelijke deelname wordt ten minste jaarlijks, bij de vaststelling van de begroting en jaarverslag in het algemeen bestuur, geëvalueerd. Met de begroting wordt tevens de bijdrage van de individuele gemeenten vastgesteld voor het begrotingsjaar. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder van Marle vertegenwoordigt Almelo in het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van het GBT. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder van Marle (belastingen) l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is mogelijk via een stem in het algemeen bestuur van het GBT. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Jaarlijks wordt de begroting en het jaarverslag ter kennisname aangeboden. Twence Holding b.v. a. Vestigingsplaats Enschede b. Openbaar belang Terugwinning van grondstoffen en energie uit afval door duurzame en betaalbare verwerking van afval en bevordering van de samenwerking op het gebied van innovatief afvalbeleid (circulaire economie). c. Eigen vermogen en vreemd vermogen Op basis van de concept jaarrekening heeft Twence per ultimo 2014 een eigen vermogen van 122,6 miljoen euro (beginstand: 122,6 miljoen euro) en een vreemd vermogen van 198,9 miljoen euro (beginstand: 213,2 miljoen euro). d. Resultaat van de verbonden partij Volgens de concept jaarrekening behaalde Twence in 2014 een netto resultaat van 9,8 miljoen euro (2013: 11,9 miljoen euro). Dankzij dit resultaat kan Twence, naast de basisuitkering van 2,5 miljoen euro aan de gewone aandeelhouders, wederom uit de agioreserve een extra winstuitkering doen van 8 miljoen euro ten gunste van de Agenda van Twente. De Agenda van Twente is een regionaal fonds met als doel: ondersteuning/ontwikkeling innovatie en kenniseconomie in Twente. Van de 80 miljoen euro die in totaal is toegezegd aan de Agenda van Twente, is medio 2014 reeds 48 miljoen euro voldaan. Inclusief de uitkering over boekjaar 2014 zou deze dan uitkomen op 56 miljoen euro, zodat een verplichting resteert van 24 miljoen euro. Twence verwacht in de periode tot en met 2016 een stabiel resultaat. Dit is wel afhankelijk van de marktprijzen voor energie en grondstoffen. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar Vanwege de verkoop van medeaandeelhouder Attero B.V. aan een private partij is ervoor gekozen om de aanbestedingsrechtelijke grondslag voor het blijven inbesteden van (rest)afval bij Twence, voor de achterblijvende aandeelhouders te borgen. In verband hiermee is per 1 januari 2014 Twence Tweede Lijn B.V. opgericht. Het aanbod van afval, vooral brandbaar restafval, loopt in Nederland gestaag terug. Dit wordt mede veroorzaakt door de economische ontwikkelingen en intensivering van rijksbeleid op het gebied van hergebruik van afval. Vanwege een tekort aan verbrandingscapaciteit in het buitenland en door Europese regelgeving, is de afvalmarkt voor Twence geïnternationaliseerd. De markt voor terugwinning van (secundaire) grondstoffen en productie duurzame energie uit afval is ook sterk in beweging. Na de zomervakantie is een installatie in gebruik genomen die uit de bodemassen van de afvalenergiecentrales nog meer metalen terug wint. Dit kan worden aangemerkt als scheiding die bijdraagt aan de gemeentelijke doelstellingen. Vanaf 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk worden voor het zelf (laten) sorteren van het 111
Twence Holding b.v. gescheiden ingezameld kunststofverpakkingsmateriaal (KVM). Twence heeft het initiatief genomen om een scheidingsinstallatie voor KVM te bouwen en te realiseren indien daarvoor voldoende langjarig KVM gecontracteerd kan worden. Er heeft een haalbaarheidsonderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheden van de realisatie van een nascheidingsinstallatie voor de sortering van huishoudelijk afval vanuit huishoudens waarbij bronscheiding lastig is. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Het beheren en exploiteren van milieuvoorzieningen en verlening van diensten op het gebied van milieubeheersing in het algemeen en het bewerken en verwerken van huishoudelijk afval en bedrijfsafval; het produceren en leveren van (duurzame) energie en secundaire grondstoffen. g. Wat kost de verbonden partij de gemeente jaarlijks? Bij de oprichting van Twence (voorheen AVI Twente) hebben de gemeenten gezamenlijk een vermogen ingebracht van 60 miljoen euro in de vorm van een achtergestelde renteloze lening. Hierover wordt aan de gewone aandeelhouders jaarlijks een basisuitkering van 2,5 miljoen euro uitgekeerd. Daarnaast hebben de gemeenten zich garant gesteld voor het aantrekken van een geldlening van 170 miljoen euro. Van deze garantstelling resteert ultimo 2013 nog een bedrag van bijna 19,2 miljoen euro. Dit is tevens het bedrag waarvoor de gewone aandeelhouders gezamenlijk maximaal aansprakelijk gesteld kunnen worden bij een eventueel faillissement van Twence. Daarnaast hebben de gemeenten zich verplicht, voor de duur van 25 jaar, jaarlijks 220.000 ton brandbaar huishoudelijk restafval aan te leveren. Deze verplichting loopt nog tot 2022. Twence gaat er van uit dat de aandeelhoudende gemeenten al het huishoudelijk afval bij Twence aanleveren, maar spreekt de gemeenten niet aan op deze leverplicht. Een jaarlijkse financiële bijdrage wordt niet gevraagd, de exploitatiekosten lopen via de vennootschap. h. Welke risico’s loopt de gemeente? Van belang is dat Twence zich stevig positioneert in de Europese afvalmarkt, o.a. door slagvaardig optreden en intensief samenwerken met partners. Doordat Europese landen met gebrek aan Afvalenergiecentrales, het Europees beleid (lees de reduceerverplichting van het storten van brandbaar afval) implementeren, ontstaat een toenemende vraag naar verbrandingscapaciteit wat een gunstige werking op het afvalverwerkingstarief kan hebben. Anderzijds kan wijziging van Europese wetgeving ook leiden tot een negatief effect op het resultaat van Twence. Op dit moment zijn er op Europees geen bijzondere maatregelen bekend. De door het rijk voorgenomen invoering van belasting op verbranden huishoudelijk afval heeft mogelijk een versterkend effect op de afname van het aanbod van brandbaar afval vanuit Nederland. De gemeente is zowel aandeelhouder als klant van Twence. Enerzijds heeft de gemeente als aandeelhouder belang bij een passend rendement en anderzijds belang bij een marktconforme prijs voor de verwerking van het afval. Dit kan er bijvoorbeeld toe leiden dat de gemeente als klant behoefte heeft om de markt op te gaan, in tegenstelling tot het rendementsbelang van de gewone aandeelhouder. De ava stelt de tarieven vast voor de verwerking van het huishoudelijk afval van aandeelhouders (al dan niet marktconform) waardoor de ava het rendement beïnvloedt en daarmee de continuïteit van de onderneming. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? In de (half)jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders wordt het jaarverslag van de bv behandeld en de jaarrekening met winstbestemming ter vaststelling voorgelegd. Periodiek (4 jaar) wordt het strategisch beleidsplan vastgesteld. Voor het laatst is dat gebeurd in april 2012. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Van Marle is vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Cornelissen (afval), wethouder Van Marle (financiën). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Door de omzetting van collectief naar individueel aandeelhouderschap (eind 2011), heeft het college meer directe relatie gekregen met Twence. De verantwoordelijkheid is daardoor duidelijker geworden. 112
Twence Holding b.v. Gemeente Almelo bezit 95.000 aandelen Twence en heeft een zeggenschap in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (ava) van 9,5%. Naast het vaststellen van de jaarrekening, winstbestemming en verlenen van kwijting aan bestuurders en commissarissen voor het gevoerde bestuur c.q. gehouden toezicht, stellen de aandeelhouders (periodiek) het strategisch meerjarenbeleidsplan vast. Verder zijn de aandeelhouders bevoegd tot het verlenen van goedkeuring aan bestuursbesluiten, zoals vaststelling van de tarieven verwerking huishoudelijk afval voor gewone aandeelhouders, aangaan van grote investeringen, wijziging van de statuten of andersoortige ingrijpende voorstellen. Hiermee wordt invulling gegeven aan het actief aandeelhouderschap. Door een regelmatige informatievoorziening over de ontwikkelingen van het bedrijf, wordt de gemeente formeel, (maar ook informeel) de mogelijkheid geboden om invloed uit te oefenen op de onderneming. Mede vanwege het aantal stemmen in de ava is de invloed van onze gemeente beperkt en licht sturend te noemen. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Jaarlijks wordt het jaarverslag/-rekening van Twence bv ter kennisname aangeboden. Periodiek (4 jaar) wordt het strategisch beleidsplan ter raadpleging voorgelegd aan de raad. Soweco a. Vestigingsplaats Almelo b. Openbaar belang Soweco N.V. is in het bezit van de gemeenschappelijke regeling SOWECO waarin de gemeenten Almelo, Hellendoorn, Twenterand, Tubbergen, Wierden en Rijssen-Holten deelnemen. Soweco NV is primair opgericht om taken die voortvloeien uit de Wet sociale werkvoorziening te vervullen. De gemeenten hebben zich verplicht om de taken Beschut Werken en Detacheringen door SOWECO NV uit te laten voeren. Andere taken uit de Wsw kunnen de gemeenten bij SOWECO beleggen, maar dat valt niet onder de GR en is niet verplicht. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen Omdat de jaarrekening 2014 van Soweco nog niet beschikbaar is zijn hier de meest actuele gegevens van de jaarrekening 2013 opgenomen. Bedragen x 1 miljoen. Jaarrekening Stand per Stand per 311-1-2013 12-2013 Eigen Vermogen 1,43 1,58 Vreemd vermogen 12,58 11,27 Balanstotaal 14,01 12,85 d. Resultaat van de verbonden partij Voor 2014 bedraagt het begrote exploitatieresultaat van Soweco 3.401.000 euro negatief. Dat is het resultaat vóór extra bijdragen van gemeenten in het exploitatietekort. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar De financiële druk op de uitvoering van de Wsw is enorm. De kosten zijn hoger dan de inkomsten en de gemeente Almelo moet ook in 2015 een bijdrage leveren ter dekking van het exploitatietekort van Soweco. Deze bijdrage is begroot op 1.553.396 euro. In 2014 is de focus gericht geweest op de strategische discussie omtrent de toekomst en de gewenste ontwikkelrichting van Soweco. De noodzaak om te komen tot structurele maatregelen is alleen maar groter geworden door de invoering van de nieuwe Participatiewet per 1-1-2015. Invoering van deze wet leidt tot minder budget voor de uitvoering van de WSW (oude stijl). forse bezuinigingen. In maart 2014 heeft de raad daarom besloten om Soweco te zien als preferred supplier als het gaat om de arbeidstoeleiding van arbeidsgehandicapten, en Soweco de kans te geven om te groeien tot een breed maatschappelijk bedrijf. De resultaten van dit bedrijf moeten het tekort op de uitvoering van de WSW zoveel mogelijk opvangen. 113
Soweco De portefeuillehouders sociale werkvoorziening bepalen samen met de Raad van Commissarissen en directie van Soweco de koers van Soweco binnen de nieuwe Participatiewet. In het najaar 2014 is door de betrokkenen bij de GR besloten om, in lijn met het besluit van de raad van Almelo, Soweco om te bouwen naar een brede organisatie die binnen het sociale domein diensten en producten kan leveren voor gemeenten en derden. Aan de hand van dit principebesluit is er een start gemaakt met de uitwerking hiervan. Naar verwachting zal het DB van de GR Soweco in april 2015 hierover een nader besluit nemen. De besluitvorming hierover zal naar verwachting door het DB van de GR Soweco in april 2015 plaatsvinden. Daarna zal elke deelnemende gemeente een eigen besluit moeten nemen. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? - Wsw-medewerkers naar een zo regulier mogelijke, betaalde baan begeleiden. - Mensen die op basis van noodzakelijke begeleiding en beperkte loonwaarde niet naar een reguliere werkplek kunnen, passende arbeid aanbieden. - Uitvoering binnen de sociale en financiële kaders. g. Wat kost de verbonden partij de gemeente Almelo? In de jaarrekening 2014 is rekening gehouden met een subsidie aan Soweco van 15,1 miljoen euro en een bijdrage in het exploitatieresultaat van 1,6 miljoen euro. Daarnaast heeft de gemeente Almelo in 2014 1,152 miljoen euro aan Soweco verstrekt voor de vorming van een voorziening met betrekking tot de afvloeiingskosten, welke het gevolg zijn van de eerste aanzet tot omvorming van Soweco. h. Welke risico’s loopt de gemeente Almelo? Het risico voor de Gemeente Almelo is dat de gemeente moet bijdragen aan het nadelig saldo van de gemeenschappelijke regeling (voor het aandeel dat de gemeente deelneemt in deze regeling; voor Almelo 46%). Een nadelig exploitatieresultaat zal in eerste instantie worden opgevangen door het eigen vermogen. Indien het eigen vermogen ontoereikend is zal het (resterende) tekort door de deelnemende gemeenten moeten worden aangezuiverd. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Bij vaststelling van de jaarverantwoording (inclusief jaarverslag). j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Cornelissen k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Cornelissen l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is mogelijk via onze stem in de gemeenschappelijke regeling en indirect – via de gemeenschappelijke regeling - in de aandeelhoudersvergadering van Soweco. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Voor 1 mei ontvangt de raad een ontwerpbegroting en een meerjarenraming. Voor 1 juni kan de raad reageren op deze stukken. Bovendien wordt jaarlijks de jaarrekening aan de raad voorgelegd. Daarnaast wordt de uitvoering van de Wsw meegenomen in de reguliere planning & control cyclus. Stadstoezicht Almelo bv a. Vestigingsplaats Almelo b. Openbaar belang Toezicht in de openbare ruimte en exploitatie van het betaald parkeren in Almelo c. Eigen vermogen en vreemd vermogen Een voorlopige balans van 2014 is nog niet beschikbaar. Het eigen vermogen per ultimo 2013 bedroeg 3,4 miljoen euro (beginstand: 3,2 miljoen euro) en vreemd vermogen 1,2 miljoen euro (beginstand: 1,7 miljoen euro). d. Resultaat van de verbonden partij. Het voorlopig resultaat uit gewone bedrijfsvoering van 2014 bedraagd 429.000 euro (2013: 488.000 euro). 114
Stadstoezicht Almelo bv Hiervan wordt mogelijk 416.000 euro uitgekeerd als dividend (2013: 423.000 euro). e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Bestaande kernactiviteiten zijn aangevuld met nieuwe, zoals controle op de Drank- en Horecawet, handhaving bij evenementen en een nieuw camerasysteem in de openbare ruimte van het centrum van Almelo. In maart 2014 heeft het college het besluit genomen een Marktconsultatie uit te voeren naar de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van de uitbesteding van gemeentelijke parkeertaken. Dit komt voort uit het besluit van de raad over sourcing. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? De doelen zijn parkeerexploitatie, handhaving en toezicht openbare ruimte en werkgelegenheid/ arbeidsparticipatie. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Voor de taken die men uitvoert (toezicht en parkeerexploitatie; veiligheid) betaalt de gemeente ongeveer 2,4 miljoen euro. h. Welke risico’s loopt de gemeente? De financiële positie is gunstig. Op dit vlak loopt de gemeente op korte en middellange termijn geen risico. Wel is er een structureel budgettair probleem vanuit het opdrachtgeverschap Veiligheid. Hierop wordt actie ondernomen. Krimpende omvang kan daarbij niet worden uitgesloten en de vraag is of de organisatie voldoende in staat is om “mee te veren”. Met de vermindering van het opdrachtvolume wordt de dekking voor de overhead verhoudingsgewijs ook minder. Onderzocht wordt hoe de knelpunten van toezicht op korte termijn opgelost kunnen worden. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? In 2013 is een audit uitgevoerd naar de relatie tussen Stadstoezicht en de gemeente. Hieruit is o.a. naar voren gekomen dat de gemeente voldoende in control is in relatie tot deze verbonden partij, maar dat de contractafspraken niet meer actueel zijn. Op basis van deze audit zijn vervolgacties in gang gezet. Jaarlijks legt het bestuur verantwoording af aan algemene vergadering van aandeelhouders Stadstoezicht over het gevoerde beleid van het afgelopen jaar. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Van Marle is vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. De directie en raad van commissarissen zijn niet gerelateerd aan de gemeente. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Burgemeester Hermans-Vloedbeld (openbare orde en veiligheid), vanaf 1-11-2014 waargenomen door burgemeester Urlings, en wethouder Ten Seldam (parkeren). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Als opdrachtgever en als enig aandeelhouder heeft de gemeente zeer grote sturingskracht. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? De jaarrekening van de bv is jaarlijks voor de raad beschikbaar. Sportaccommodaties Almelo bv a. Vestigingsplaats Almelo b. Openbaar belang De gemeente Almelo vindt het van belang zoveel mogelijk mensen binnen de gemeente te stimuleren om deel te nemen aan sportief bewegen en hen in de gelegenheid te stellen dit te doen in adequate sportaccommodaties. Vanaf 1999 heeft de gemeente door een verzelfstandiging haar verantwoordelijkheid voor de exploitatie en het beheer van diverse sportaccommodaties overgedragen aan Sportaccommodaties Almelo BV. De gemeente Almelo is enig aandeelhouder van het sportbedrijf. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Volgens de concept jaarstukken 2014 van het sportbedrijf bedraagt het Eigen Vermogen per ultimo 2014 115
Sportaccommodaties Almelo bv 819.047 euro (beginstand: 309.294 euro) en Vreemd Vermogen per ultimo 2014 3,3 miljoen euro (beginstand: 3,9 miljoen euro). Het Eigen Vermogen is inclusief het netto resultaat van 2014. Over de bestemming hiervan vindt nog besluitvorming plaats. d. Resultaat van de verbonden partij. Het verwachte netto resultaat uit bedrijfsoefening van 2014 komt uit op 509.753 euro positief (2013: 231.000 euro positief). e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten gefaseerd te komen tot de oprichting van een gemeentelijk sportbedrijf. Hierbij is als uitgangspunt gehanteerd dat één organisatie (één loket) verantwoordelijk wordt voor de uitvoerende taken op het gebied van sport. De gemeente behoudt de beleidsbepalende bevoegdheden en de regierol. Besloten is de bestaande Sportaccommodaties Almelo BV, waarvan de Gemeente Almelo enig aandeelhouder is, hiertoe in te richten. Het gefaseerd invoeren wordt vorm gegeven door in stappen gemeentelijke taken over te dragen aan Sportbedrijf Almelo. 1. het overdragen van het beheer en de exploitatie van de gemeentelijke binnensportaccommodaties 2. het overdragen van de uitvoering van het sportstimuleringsbeleid 3. het overdragen van de exploitatie, het beheer en onderhoud van de gemeentelijke buitensportaccommodaties De gemeente is gestart met fase 3 van de verzelfstandiging van het Sportbedrijf Almelo: het overdragen van de exploitatie, het beheer en onderhoud van gemeentelijke buitensportaccommodaties aan Sportbedrijf Almelo. De ondernemingsraad en het georganiseerd overleg is hierover om advies gevraagd. Verder zijn de mogelijkheden verkend om Sportbedrijf Almelo meer ruimte te geven voor ondernemerschap. In verband met wet- en regelgeving op het gebied van aanbesteding en fiscale aspecten kunnen de kaders voor ondernemersvrijheid niet zonder juridische en fiscale risico’s worden vergroot. Sportbedrijf Almelo mag maximaal 10% van haar omzet behalen buiten de gemeentelijke opdracht. Het college zal samen met Sportbedrijf Almelo de toekomstige mogelijkheden voor meer ondernemersvrijheid onderzoeken. Het komende jaar hoopt de gemeente fase 3 af te ronden. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? De gemeente Almelo vindt het van belang zoveel mogelijk mensen binnen de gemeente te stimuleren om deel te nemen aan sportief bewegen en hen in de gelegenheid te stellen dit te doen in adequate sportaccommodaties. Hierbij wordt een eenvoudige en doelmatige organisatie van de sportinfrastructuur in Almelo nagestreefd door de verantwoordelijkheid voor het beheer en de exploitatie van binnen- en buitensport accommodaties te verzelfstandigen en daarnaast de uitvoering van sportstimulering over te dragen. Uitgangspunt hierbij is dat één organisatie (één loket) verantwoordelijk wordt voor uitvoerende taken op het gebied van sport. De gemeente behoudt de beleidsbepalende bevoegdheden en de regierol, mede om integrale beleidsvorming te kunnen waarborgen. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? In 2013 bedroeg de begrote bijdrage 3,7 miljoen euro ten behoeve voor de exploitatie van gemeentelijke binnensportaccommodaties, topsportontwikkeling en de uitvoering van ons sportstimuleringsbeleid. h. Welke risico’s loopt de gemeente? De gemeente heeft een dubbelrol richting het sportbedrijf. Dit kan de relatie tussen eigenaar en opdrachtgever/subsidieverstrekker op gespannen zetten. Een zuivere rolscheiding op zowel bestuurs- als ambtelijk niveau moet voorkomen dat er rolvermenging ontstaat. De aan Sportbedrijf Almelo opgelegde bezuinigingen kunnen, op dit moment, niet “makkelijker” behaald worden door de kaderstelling voor ondernemersvrijheid te verruimen. Hierdoor kan de haalbaarheid van de beoogde bezuinigingen onder druk komen te staan. De opgave voor het Sportbedrijf blijft om binnen de gestelde financiële kaders de taakstellingen te realiseren. Samen met het Sportbedrijf zal verder onderzocht worden onder welke voorwaarden een verruiming van de kaders voor ondernemersvrijheid wel mogelijk is. Specifiek voor fase 3 bestaat er voor de gemeente een risico ten aanzien van het vastgoed. Besloten is om 116
Sportaccommodaties Almelo bv voor “alle niet gemeentelijke opstallen en voorzieningen op of in de gemeentelijke sportaccommodaties een recht van opstal te vestigen”. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Conform de subsidievoorwaarden vindt de verantwoording jaarlijks plaats. De BV dient te verantwoorden dat de subsidie is besteed aan het doel waarvoor zij was bestemd. De verantwoording vindt plaats door een inhoudelijke rapportage. Ook wordt jaarlijks een door de accountant goedgekeurd financieel verslag overlegd. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Bruggink is namens de gemeente vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Van Marle (sport). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Het college oefent invloed uit door een subsidieovereenkomst/prestatiecontract, en als aandeelhouder via de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? De raad wordt jaarlijks geïnformeerd via de jaarrekening van de bv. De jaarrekening wordt aan de raad ter info aangeboden. Cogas nv a. Vestigingsplaats Almelo b. Openbaar belang Cogas Energie levert gas, elektriciteit en kabeldiensten aan consumenten en zakelijke klanten. Cogas is als netbeheerder voor elektriciteit en gas verantwoordelijk voor een ononderbroken levering. Ook is Cogas een belangrijke werkgever in de gemeente Almelo. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Op basis van de voorlopige cijfers 2014 heeft Cogas per ultimo 2014 een eigen vermogen van 185 miljoen euro (beginstand: 182 miljoen euro) en een vreemd vermogen van 41,8 miljoen euro (beginstand: 46,7 miljoen euro). d. Resultaat van de verbonden partij. Over 2014 heeft Cogas een resultaat voor belastingen behaald van circa 16,1 miljoen euro ten opzichte van begroot 15,9 miljoen euro. Ondanks dit kleine verschil zijn er op een aantal posten grote verschillen geweest in zowel positieve als negatieve zin. Deze verschillen worden voornamelijk veroorzaakt door reguliere operationele gebeurtenissen en enkele incidentele bijzondere posten. Van het resultaat wordt 10 miljoen euro uitgekeerd als gegarandeerd dividend aan de aandeelhouders. Het overige deel wotrdt conform de bestendige gedragslijn toegevoegd aan de algemene reserve. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Cogas wil maatschappelijk verantwoord ondernemen nadrukkelijker integreren in de bedrijfsvoering, met als doel het tot een structureel onderdeel te maken van alles wat Cogas doet en onderneemt. De recente splitsing van Netbeheer (beleid) en Infra (uitvoering) vraagt om een formalisering van de rolverdeling tussen beide. Met het oog daarop zullen formele dienstverleningsovereenkomsten worden opgesteld. Als volgende stap in het realiseren van een grootschalige proeftuin voor Smart Grids in Nederland zal Cogas nadrukkelijk aanhaken bij Netbeheer Nederland en haar leden en diverse subsidieaanvragen en projecten mede begeleiden. Het concept Het Groene Oosten heeft in 2014 vervolg gekregen en zal daarbij uitgroeien tot een veelomvattend kennisplatform voor duurzaamheid. Naast een nieuwe tv-serie en een voortzetting van de interactieve website worden ook andere communicatie-instrumenten overwogen, zoals regionale 117
Cogas nv evenementen rondom duurzaamheid. Op basis van zogenaamde dienstverleningsovereenkomsten verzorgt Cogas voor haar joint venture Cogas Kabel Infra B.V. het projectmanagement van de uitrol van het glasvezelnetwerk in grote delen van Twente. Tevens verzorgt Cogas het beheer en onderhoud van de coax- en glasvezelnetwerken van deze joint venture. De netwerken zelf zijn eigendom van de joint venture. Cogas is tevens betrokken bij de voorbereiding van de beoogde verglazing van de buitengebieden in Twente. In 2014 zijn de aandelen van Cogas Kabeltelevisie B.V. overgegaan naar CAIW. Vanaf dat moment is CAIW verantwoordelijk voor de levering van kabeldiensten in het Cogas werkgebied. Omdat het Cogas niet gelukt is om met Ziggo nieuwe contractafspraken te maken, is het contract met Ziggo per 1 januari 2015 beëindigd. Dit betekende een verplichte overstap van Ziggo klanten naar een andere leverancier. Dit heeft onder de kabelklanten tot veel commotie geleid. Mede door betrokkenheid van de gemeenten uit het Cogas werkgebied is meer aandacht besteed aan de communicatie en zijn de voorwaarden voor de overdracht verbeterd. Vanaf 2014 wil Cogas zich vooral richten op duurzame projecten in de regio. Belangrijke pijlers hierbij zijn biomassaverbranding en biomassavergisting. Het doel is om een regionale energiekringloop te realiseren en daarmee dus decentraal duurzaam in energie te voorzien. Samen met gemeenten, (regionale) marktpartijen en lokale duurzame initiatieven wil Cogas het aandeel van duurzame energie binnen de regio structureel verhogen. Hierbij speelt innovatie een belangrijke rol. De technieken op het gebied van duurzame energie ontwikkelen zich snel en Cogas zal zich hierbij samen met (regionale) partijen richten op nieuwe innovatieve concepten. Per 1 januari 2014 is de Warmtewet in Nederland ingevoerd. Voor zover nodig heeft Cogas haar tarieven aangepast conform de Warmtewet. De impact op de tarieven van Cogas, de omzet en de resultaten was gering. Voor het jaar 2014 is een investeringsbedrag van 12,4 miljoen euro begroot. Uitgangspunt voor het doen van investeringen is het handhaven van een betrouwbaar en veilig elektriciteit- en gasnetwerk. Cogas scoort landelijk zeer goed op deze aspecten. Voor het jaar 2014 is gekozen voor een enigszins gematigd investeringplan. Dit geldt specifiek voor de investeringen in het elektriciteitsnetwerk. Hierin hebben de laatste jaren relatief veel vervangings- en vernieuwingsinvesteringen plaatsgevonden. Daarentegen gaan de vervangingsinvesteringen in het gasnetwerk vrijwel onverminderd door. Door het toepassen van een adequaat systeem van zowel risicomanagement als asset management probeert Cogas een optimale en verantwoorde balans te vinden tussen betrouwbaarheid, veiligheid, investeringsomvang en kostenefficiency. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Oorspronkelijk doel was het voorzien in een dekkende en betrouwbare energie- en kabelinfrastructuur op het grondgebied van de deelnemende gemeenten. Momenteel zijn optimale instandhouding, netbeheer en leveringszekerheid belangrijke pijlers. Maar ook het realiseren van duurzame en innovatieve energieoplossingen zijn belangrijke doelen geworden. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Er zijn geen jaarlijkse kosten. Het aandelenbezit is niet veranderd ten opzichte van vorig jaar: de Gemeente Almelo bezit 1.161 aandelen in de onderneming (oorspronkelijke investering: 527.094 euro). h. Welke risico’s loopt de Gemeente Almelo? De operationele winst voor belastingen van Cogas zal naar verwachting de komende jaren lager uitkomen. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de substantiële daling van de gereguleerde tarieven over de reguleringsperiode 2014 tot en met 2016. Door het verhogen van de efficiency en daarmee samenhangende structurele kostenbesparingen kan deze tariefdaling deels worden gecompenseerd, maar niet volledig. Acties hiertoe zijn in ook 2014 opgepakt en uitgebreid. Ondanks de noodzakelijke besparingen reserveert Cogas ook middelen voor business development gericht op het actief inspelen op de Nederlandse ontwikkelingen die voortkomen uit de maatschappelijke thema's als energietransitie, smart grids en verduurzaming. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? 118
Cogas nv In de (half)jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders wordt het jaarverslag van de nv behandeld en de jaarrekening met winstbestemming ter vaststelling voorgelegd. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Het bestuursmodel van Cogas (directie + raad van commissarissen) voorziet niet in vertegenwoordigers van gemeenten in het bestuur van Cogas. Indirect is invloed mogelijk door voordracht van één lid van de Raad van Commissarissen. Wethouder Van Marle is namens de gemeente vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Cornelissen (duurzaamheid). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? De huidige beïnvloedingsmogelijkheden van een individuele gemeente lopen via het aandeelhouderschap in Cogas nv en vallen het best als controlerend en in lichte mate sturend te bestempelen. Van inhoudelijke of financiële beïnvloeding is nagenoeg geen sprake. Inhoudelijke beïnvloeding lijkt gezien het zeer specifieke karakter van de materie ook uitgesloten. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? In ieder geval jaarlijks wordt in de paragraaf ‘verbonden partijen’ van de programmabegroting en jaarverantwoording aandacht besteed aan de verbonden partijen. Daarnaast geldt dat bij veranderingen in de deelneming de raad vooraf wordt geïnformeerd en gevraagd zienswijzen kenbaar te maken. Waterleiding Maatschappij Vitens nv a. Vestigingsplaats Utrecht b. Openbaar belang In het belang van de volksgezondheid hebben van een kwalitatief goede drinkwatervoorziening in het verzorgingsgebied (Overijssel, Gelderland, Friesland, Utrecht en Flevoland). c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Per ultimo 2014 wordt een eigen vermogen verwacht van 421,2 miljoen euro (beginstand: 438,3 miljoen euro) en een vreemd vermogen per ultimo 2014 van 1.292,5 miljoen euro (beginstand 1.273,5 miljoen euro) De solvabiliteit (eigen vermogen) komt dan per ultimo 2014 uit op 24,6% (2012: 25,6%) en ligt volledig in lijn met het financiële beleid van Vitens. d. Resultaat van de verbonden partij. Het verwachte bedrijfsresultaat over 2014 bedraagt 77,6 miljoen euro (2013: 80,4 miljoen euro). Almelo heeft in 2014 een dividend ontvangen van 113.000 euro. Het dividend is gerelateerd aan het netto resultaat en bedraagt minimaal 40% en maximaal 75% van het netto resultaat. Voor het dividend in de jaren 2014 t/m 2017 wordt uitgegaan van de minimale uitkering van 40% (en minimaal gelijkblijvend dividendbedrag per aandeel; basisjaar 2012 € 2,57), zodat het eigen vermogen (solvabiliteit) de komende jaren wordt versterkt. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Vitens zal continu streven naar verdere efficiency en effectiviteit. Dit wordt versterkt door de druk vanuit overheden om bezuinigingen te realiseren. Vitens zal de komende jaren haar processen verder optimaliseren en klantgericht en efficiënt inrichten om de drinkwatertarieven laag te houden. In het jaarplan 2014-2016 was de ambitie uitgesproken om de drinkwatertarieven voor deze periode niet te verhogen onder voorwaarde dat aan de continuïteitsdoelstelling wordt voldaan. Vitens verwacht voor de periode 2015-2018 eenzelfde hoog investeringsniveau van jaarlijks 125 miljoen euro. Als gevolg van het hoge investeringsniveau van Vitens en herfinanciering van aflopende leningsovereenkomsten is de komende jaren sprake van een blijvend hoge financieringsbehoefte. Een belangrijk deel hiervan zal moeten worden ingevuld met het aantrekken van vreemd vermogen. In het huidige economisch klimaat is het aantrekken van nieuwe financieringen niet langer een vanzelfsprekendheid. 119
Waterleiding Maatschappij Vitens nv Bij de herijking van de strategie heeft Vitens geconcludeerd dat de organisatie klantgerichter moet worden. Daarom transformeert Vitens de focus van Operational Excellence naar Customer Excellence: een excellente dienstverlening voor haar klanten. Dit is een van de twee strategische doelen. Het andere doel richt zich op een duurzame inzet van bronnen en middelen, zodat Vitens ook op de lange termijn kan zorgen voor betrouwbaar en goed drinkwater. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Borgen van kwaliteit van drinkwater in het kader van de volksgezondheid. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Naast ambtelijke inzet is een andere kostenpost de kapitaalrente over de achtergestelde rente. h. Welke risico’s loopt de gemeente? De risico’s van de deelneming in Vitens zijn gezien het vaststaande verzorgingsgebied en de noodzaak van drinkwater voor iedereen niet al te groot. Tarieven, inkomsten en rendementen zijn immers stabiel; onzekerheid en risico met betrekking tot rendement is laag. Financiële risico’s kunnen optreden bij de verkoop van de aandelen, waardoor een structureel dividend wegvalt. Bij de verkoop van de aandelen zal een deel gereserveerd moeten worden of anderszins worden ingezet om het structureel wegvallende dividend goed te maken. Voor Vitens is het van belang om de marktontwikkelingen nauwlettend te volgen en de consequenties hiervan naar de eigen onderneming te vertalen. Belangrijke aandachtsgebieden daarbij zijn het beschikbaarheids-, liquiditeits- en tegenpartijrisico en kijken naar alternatieve manieren van financiering. Voor de komende jaren heeft Vitens voldoende kredietfaciliteiten om aan de verwachte financieringsbehoefte te voldoen. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Bij vaststelling van het jaarverslag door de algemene vergadering van aandeelhouders. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Van Marle is namens de gemeente vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Ten Seldam (water). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? De raad wordt geïnformeerd via de paragraaf verbonden partijen bij de jaarverantwoording en de begroting en de afzonderlijke aandeelhoudersvergaderingen. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? In ieder geval jaarlijks wordt via de paragraaf ‘verbonden partijen’ aandacht besteed aan de jaarverantwoording van Vitens. Openbaar Lichaam Crematoria Twente a. Vestigingsplaats Enschede b. Openbaar belang Het Openbaar Lichaam Crematoria Twente (OLCT) is een gemeenschappelijke regeling waaraan 13 gemeenten in Twente en de Achterhoek deelnemen. De gemeenten hebben elk een financieel en bestuurlijk belang in het OLCT. Het OLCT is opgericht om de inwoners een keuzemogelijkheid te bieden tussen begraven en cremeren. Wettelijk gezien is cremeren geen publieke taak, maar er zijn gronden om cremeren als activiteit in het kader van publiek belang te beschouwen. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Per ultimo 2014 bedroeg het eigen vermogen van OLCT 1,6 miljoen euro en was er geen sprake van vreemd vermogen. Dochteronderneming Crematoria Twente B.V. had per ultimo 2014 een eigen vermogen van 5,4 miljoen euro (beginstand: 5,1 miljoen euro) en een vreemd vermogen incl. voorzieningen, van 2,3 miljoen euro (beginstand: 2,0 miljoen euro). De solvabiliteit van CT kwam uit op 70,4%. 120
Openbaar Lichaam Crematoria Twente d. Resultaat van de verbonden partij. OLCT heeft over 2014 een resultaat behaald van 908.983 euro (2013: 791.353 euro). Almelo heeft in 2014 een dividend ontvangen van 117.000 euro (2013: 119.954 euro). De uitkering van dividend wordt jaarlijks gebaseerd op het aantal gecremeerde ingezetenen van de gemeente. In verband met de benodigde investeringen voor realisering van het strategisch plan Crematoria Twente heeft het Algemeen bestuur van OLCT op 27 februari 2014 ingestemd met het voorstel om tijdelijk geen dividend meer uit te keren. Hierdoor kan de financiering deels met eigen middelen worden gedaan waardoor de rentelasten lager zijn en het mogelijk is om versneld af te lossen. Dit heeft tevens een gunstig effect op de solvabiliteitspositie van Crematoria Twente. Afgesproken is dat de deelnemende gemeenten over de jaren 2015 en 2016 geen dividend ontvangen. Daarna wordt weer structureel dividend uitgekeerd. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling OLCT heeft als aandeelhouder ingestemd met een nieuwe strategie voor CTON. In deze strategie wordt uitgegaan van een betere spreiding van de crematievoorzieningen in het verzorgingsgebied, renovatie van bestaande voorzieningen in Almelo en Usselo en voortzetting en verbetering van de bestaande dienstverlening. Eén van die ontwikkelingen betreft de realisatie en exploitatie van een crematieruimte in Oldenzaal. Naast de ontwikkeling in Oldenzaal is besloten tot het realiseren van een nieuwe vestiging in de subregio Hengelo. Een geschikte locatie is gevonden in Borne. Na een haalbaarheidsonderzoek te hebben gedaan is inmiddels al het stadium bereikt van een ontwikkelovereenkomst. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Zorgdragen voor continuïteit van een crematoriumvoorziening in het verzorgingsgebied; het waarborgen van een kwalitatief hoogwaardige voorziening tegen een aanvaardbare prijs. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Een jaarlijkse bijdrage in de kosten wordt niet gevraagd. De secretariaats- en advieskosten bedroegen in 2014 18.829 euro en zijn in mindering gebracht op het jaarresultaat van de gemeenschappelijke regeling. De exploitatiekosten van de crematoria worden ten laste van de bv. gebracht. h. Welke risico’s loopt de gemeente? De deelnemende gemeenten zijn gezamenlijk aansprakelijk voor het resultaat van OLCT. Het risico van de deelneming is zeer beperkt; tarieven, inkomsten en rendementen zijn stabiel. Het resultaat van de bv wordt, met inachtneming van een minimale solvabiliteit van 30% (eigen vermogen gedeeld door balanstotaal), volledig uitgekeerd aan het openbaar lichaam. Daarnaast wordt als voorwaarde gesteld dat het eigen vermogen van de vennootschap groter is dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de verplichte reserves. Vanuit oogpunt van behoedzaamheid is ervoor gekozen om het dividendbeleid af te stemmen op de financiële ontwikkeling van Crematoria Twente, met als gevolg dat de eerste twee jaar van de investeringen (vooralsnog 2014 en 2015) geen dividend wordt uitgekeerd en daarna minimaal 375.000 euro structureel (aandeel Almelo 39.000 euro). i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks wordt de begroting en jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling en de jaarrekening van de bv ter vaststelling voorgelegd aan het algemeen bestuur c.q. de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Timmer is zowel lid van het dagelijks als het algemeen bestuur van OLCT. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Timmer (stadsbeheer) en wethouder Van Marle (financiën). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is mogelijk via onze stem in het algemeen bestuur en Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het aantal stemmen wordt bepaald door het aantal inwoners te delen door 20.000. Almelo heeft drie stemmen, dat is goed voor een aandeel van ongeveer 11%. 121
Openbaar Lichaam Crematoria Twente m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Jaarlijks wordt de jaarrekening en de ontwerp-begroting van de gemeenschappelijke regeling ter kennisname aangeboden. Enexis Holding nv a. Vestigingsplaats Rosmalen b. Openbaar belang Een veilige, betrouwbare en duurzame energievoorziening. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Per ultimo 2014 bedroeg het eigen vermogen van Enexis 3,5 miljard euro (beginstand 3,4 miljard euro) en het vreemd vermogen 2,9 miljard euro (beginstand 2,9 miljard euro). d. Resultaat van de verbonden partij. In 2014 heeft Enexis een resultaat na belasting behaald van 265,5 miljoen (2013: 239,1 miljoen euro). De bedrijfskosten zijn lager uitgevallen dan gepland als gevolg van een hogere productiviteit en een aantal meevallers. Deels is dit voordeel opgeheven doordat de omzetgroei lager uitviel dan gepland. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Enexis innoveert, met als doel de energiedistributie te verduurzamen. Speerpunten daarbij zijn: inzicht krijgen in energieverbruik en duurzame slimme netten. In de afgelopen periode heeft Enexis een aantal initiatieven rond duurzaamheid, innovatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen ingevuld. Smart Grid-pilots en afvalmanagement zijn daar exponenten van. In de komende periode wil Enexis verder werken aan een betrouwbare, betaalbare, duurzame en publiekgerichte energievoorziening in haar verzorgingsgebied. Daarbij streeft Enexis ernaar dat klanten in één provincie slechts met één netbeheerder te maken hebben (sectorordening), zodat maatschappij, klanten en aandeelhouders van de hieruit voortvloeiende synergie kunnen profiteren. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Enexis heeft geen netwerk binnen onze gemeentegrenzen liggen zodat het publiek belang zich beperkt tot de lokale levering van diensten. De vennootschap heeft ten doel: - het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water; - het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten in relatie tot energie; - het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld; - het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Een jaarlijkse bijdrage wordt niet gevraagd, de exploitatiekosten lopen via de vennootschap. h. Welke risico’s loopt de gemeente? Het risico is relatief gering in relatie tot de waarde van het netwerkbedrijf en beperkt zich tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van 1 euro per aandeel. Almelo bezit 323.314 aandelen, wat overeenkomt met een risico van maximaal 323.314 euro. Daarmee zijn op grond van de wet (art 2:81 BW) de verplichtingen en aansprakelijkheid van de aandeelhouders ook beperkt tot dit bedrag. Enexis Holding nv opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de Energiekamer. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks wordt de jaarrekening van Enexis ter vaststelling voorgelegd aan de Algemene vergadering van Aandeelhouders van Enexis. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Van Marle is namens de gemeente vertegenwoordigd in de algemene vergadering van 122
Enexis Holding nv aandeelhouders. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Cornelissen (duurzaamheid). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is marginaal, en mogelijk via onze stem in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Enexis. Almelo heeft zeggenschap voor slechts 0,2%. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Jaarlijks wordt de jaarrekening van Enexis ter kennisname aangeboden aan de raad. NV Bank Nederlandse Gemeenten a. Vestigingsplaats Den Haag b. Openbaar belang De BNG, opgericht in 1914, is de bank van de overheid en voor het maatschappelijk belang. De BNG voorziet in zo goedkoop mogelijke financiële dienstverlening en biedt zo toegevoegde waarde aan haar aandeelhouders en de Nederlandse publieke sector. De BNG is de 'bankier ten dienste van overheden', zoals gemeenten, provincies, gemeenschappelijke regelingen, politieregio's en met overheden verbonden instellingen en bedrijven op het terrein van volkshuisvesting, openbaar nut, onderwijs en gezondheidszorg. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. De BNG Bank is gehouden aan de regels die de Autoriteit Financiële Markten stelt aan het verstrekken van mogelijk koersgevoelige informatie. Het verstrekken van cijfers en verwachtingen over eigen vermogen en netto resultaat valt daar uitdrukkelijk onder. BNG Bank gaat pas tot publicatie van de gerealiseerde resultaten over na behandeling van de door de externe accountant goedgekeurde jaarrekening en het voorstel tot winstuitkering door de Raad van Commissarissen. De omvang van de balans, het eigen en vreemd vermogen en het resultaat is niet alleen afhankelijk van de economische prestaties die BNG Bank levert. Door de voorgeschreven wijze van verantwoording werken externe factoren, bijvoorbeeld economische ontwikkelingen en renteontwikkelingen, sterk in deze cijfers door. BNG Bank kan op deze ontwikkelingen geen invloed uitoefenen. Dit vormt een van de redenen waarom BNG Bank in het jaarverslag geen concrete uitspraken doet over de verwachte resultaten over het lopende boekjaar. BNG Bank zal in de jaarlijkse guidance voor het BBV die zij geeft voor het invullen van de relevante gegevens hierover een passage opnemen. De concept jaarrekening 2014 van de BNG is nog niet beschikbaar. Per ultimo 2013 bedroeg het eigen vermogen 3.430 miljoen euro (beginstand: 2.752 miljoen euro). De hoogte van het vreemd vermogen is niet gegeven omdat deze geen onderdeel uitmaakt van de solvabiliteitsberekening van de bank. d. Resultaat van de verbonden partij. Zie eveneens de toelichting onder eigen vermogen en vreemd vermogen. Almelo heeft in 2014 over 2013 een dividend ontvangen van 221.646,75 euro. In 2015 wordt een dividend over 2014 verwacht van 99.500 euro. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. De BNG Bank noemt zich de bank voor het maatschappelijk belang en biedt gespecialiseerde dienstverlening aan tegen zo laag mogelijke kosten. Het streven van de bank is om een betrouwbare partner te zijn, de sterke marktpositie te behouden en de relatie met de klanten te bestendigen en waar mogelijk te verbeteren. De bank heeft haar doelstellingen in 2013 volledig gerealiseerd. Naast zeer hoge marktaandelen in de kernklantsectoren heeft de bank een goed rendement voor de aandeelhouders behaald. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? De BNG voorziet in zo goedkoop mogelijke financiële dienstverlening, waarbij de rentelasten voor de 123
NV Bank Nederlandse Gemeenten gemeente zo laag mogelijk zijn. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Een jaarlijkse bijdrage wordt niet gevraagd. h. Welke risico’s loopt de gemeente? Het risico en daarmee aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt zich tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal. Voor Almelo komt dat neer op een risico van maximaal 436.313 euro (art 2:81 BW). i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks wordt de jaarrekening ter vaststelling voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Bruggink is namens de gemeente vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Van Marle (financiën). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is marginaal, en mogelijk via onze stem in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Almelo heeft zeggenschap voor slechts 0,3%. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? In ieder geval jaarlijks wordt in de paragraaf ‘verbonden partijen’ van de programmabegroting en jaarverantwoording aandacht besteed aan de verbonden partij. Stadsbank Oost Nederland a. Vestigingsplaats Enschede, met nevenvestigingen in Hengelo en Almelo b. Openbaar belang De Stadsbank is een gemeentelijke kredietbank als bedoeld in de Wet op het consumenten krediet. Zowel vanuit een bedrijfseconomische als een maatschappelijke optiek bezien biedt de Stadsbank een verantwoord pakket van, al dan niet, financiële dienstverlening aan de ingezetenen in haar rechtsgebied. Met als doel de financiële weerbaarheid en redzaamheid en van huishoudens te bevorderen. Hiermee ondersteunt de Stadsbank Oost Nederland de aangesloten gemeenten bij haar gemeentelijke armoede- en minimabeleid. Dit doet zij door middel van het aanbieden van: • kredieten tegen (met het oog op de Fido-doelgroep) verantwoorde rentepercentages; • budgetbeheer ter ondersteuning van de stabiliteit van de financiële huishouding, zodat (verdere) verschulding kan worden voorkomen; • minnelijke schuldhulpverlening ter voorkoming van maatschappelijke uitval en ter ondersteuning van de re-integratie op de arbeidsmarkt; • bewindvoering in het kader van de Faillissementswet als verlengstuk van de minnelijke schuldhulpregeling; • preventie- en voorlichtingsactiviteiten gericht op het voorkomen van financiële instabiliteit en verschulding bij risicogroepen (met name jongeren en huishoudens met een laag inkomen). c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Eigen vermogen per ultimo 2014: 1,7 miljoen euro (beginstand: 3,0 miljoen euro) Vreemd vermogen per ultimo 2014: 18,0 miljoen euro (beginstand: 16,0 miljoen euro) d. Resultaat van de verbonden partij. Het aanbod schuldhulpverlening bevordert de financiële zelfredzaamheid van huishoudens. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Ten opzichte van 2013 is het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening met 14 % gedaald (2014: 3.117 124
Stadsbank Oost Nederland aanmeldingen; 2013: 3.612 aanmeldingen). Het aantal daadwerkelijke indicatiestellingen is met 2% gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar (2014: 3.027 indicatiestellingen; 2013: 3.097 indicatiestellingen). Het aantal geopende rekeningen is ten opzichte van 2013 met 5% gestegen. Het aantal verstrekte kredieten is met 4% gestegen. Het aantal huishoudens waarvoor de Stadsbank een traject van schulden oplossen start is gedaald met 6 %. Er is sprake van een toeloop op beschermingsbewind (actief 2014: 870; actief 2013: 554; actief 2012: 273). f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Schulden belemmeren burgers te participeren. De gemeente zet schuldhulpverlening in om belemmeringen weg te nemen. Met als uiteindelijk doel het bevorderen van de arbeidsparticipatie. h. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? In 2014 bedroeg de bijdrage voor zowel de standaard als de additionele dienstverlening 778.000 euro. i. Welke risico’s loopt de gemeente? Het is een openeindregeling. De laatste jaren nemen de kosten sterk toe. j. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks bij de begroting en jaarverantwoording. k. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Cornelissen is lid van het dagelijks bestuur en algemeen bestuur van Stadsbank Oost Nederland. l. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Cornelissen (sociale zaken) en wethouder Van Marle (financiën). m. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Op grond van de wet gemeentelijke schuldhulpverlening, die begin 1 juli 2012 van kracht is, heeft de raad een beleidsplan vastgesteld. NV Industriegebouwenmaatschappij (IGM) a. Vestigingsplaats Almelo b. Openbaar belang Het stimuleren van de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in Almelo. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen Per ultimo 2014 bedroeg het eigen vermogen 739.000 euro (beginstand: 686.000 euro) en vreemd vermogen: 14,3 miljoen euro (beginstand: 14,1 miljoen euro). d. Resultaat van de verbonden partij Uitgangspunt in de begroting is een budgettair-neutraal resultaat. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar In 2014 hebben zich een aantal nieuwe aanvragen voorgedaan. Naast het aangaan van nieuwe relaties speelden problemen met bestaande bancaire relaties een rol. Tevens valt te constateren dat door nog steeds aanwezige moeilijke marktomstandigheden toenemende eisen worden gesteld aan de bedrijfsvoering. Gestreefd is en wordt naar een hoger activiteitenniveau van de IGM om daarmee substantieel te kunnen bijdragen aan de werkgelegenheid in de gemeente. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij Het stimuleren van de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in Almelo. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? De gemeente stelt IGM ambtelijke capaciteit beschikbaar, maar deze wordt niet doorberekend. h. Welke risico’s loopt de gemeente? Bij het verstrekken van leningen door IGM loopt de gemeente als enig aandeelhouder risico. Maar omdat de leningen worden verstrekt met onderpand of hypothecaire zekerheid is het risico voor de gemeente beperkt. Voor de financiering van de activiteiten van de IGM heeft de gemeente in 2014 een lening verstrekt van € 5 miljoen. Daarmee komt de totale financiering van de gemeente aan de IGM per ultimo 2014 uit op € 13,2 125
NV Industriegebouwenmaatschappij (IGM) miljoen. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks bij de begroting en jaarverantwoording. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Bruggink is namens de gemeente vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Van Marle is vertegenwoordigd als adviseur in alle vergaderingen van de Raad van Commissarissen. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Van Marle (economie) en wethouder Cornelissen (werkgelegenheid). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Het college kan invloed uitoefenen via de aandeelhoudersvergadering. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd Jaarlijks wordt in de paragraaf ‘verbonden partijen’ van de programmabegroting en jaarverantwoording aandacht besteed aan deze verbonden partij. Regionaal Bedrijventerrein Twente (XL Businesspark Twente) a. Vestigingsplaats Almelo b. Openbaar belang Voorzien in de behoefte, ruimtevraag van grote bedrijven naar kavels van 2 hectare en meer. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen Per ultimo 2014 is voor ca. 95 miljoen euro geïnvesteerd (vreemd vermogen, tevens balanstotaal). Er is geen sprake van eigen vermogen. d. Resultaat van de verbonden partij XL businesspark is een grondexploitatie en kent geen jaarlijkse resultaatbepaling. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar Uit de concept jaarrekening van XL businesspark blijkt dat er In 2014 sprake was van een toename in belangstelling voor vestiging op het XL Businesspark. Desondanks heeft dat in 20014 niet geresulteerd in transacties. Ondernemers wijzen op een voorzichtig economisch herstel en oriënteren zich op de mogelijkheden. Daarbij gaat het om zowel logistieke als industriële bedrijven. De aanwezigheid van een laad- en loskade en de geplande opening van de Combiterminal Twente (C.T.T.) speelt daarbij een belangrijke rol. In de grondexploitatie wordt rekening gehouden met een jaarlijkse gronduitgifte van 6 ha per jaar. De uitgifte van grond beef achter op de begroting, maar zal naar verwachting door de aanleg van een laad- en loskade op het XL Businesspark Twente weer toenemen. Levering aan een tweetal bedrijven (in totaal zeven hectare) vond bijvoorbeeld nog niet plaats, omdat de omgevingsvergunning nog niet kon worden afgegeven. In de jaarrekening 2014 van de gemeente Almelo is rekening gehouden met een aanvullende verliesvoorziening van 0,9 miljoen euro. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij Bevorderen van regionale economie, bedrijvigheid en werkgelegenheid in meest ruime zin. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? In geval er sprake is van een geprognosticeerd verlies wordt er een voorziening getroffen. h. Welke risico’s loopt de Gemeente Almelo De mogelijke risico’s worden door het openbaar lichaam RBT via een verdeelsleutel verdeeld over de deelnemende partijen aan de regeling. De gemeente Almelo participeert voor 23% risicodragend in de grondexploitatie van het XL Businesspark. Voor het gemeentelijk aandeel in het huidige voorziene tekort is een voorziening gevormd. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd Als alle kavels op het XL park zijn uitgegeven en tussentijds. 126
Regionaal Bedrijventerrein Twente (XL Businesspark Twente) j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij Wethouder Van Marle en wethouder Bruggink zijn namens de gemeente vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. Wethouder Van Marle is tevens lid van het dagelijks bestuur. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder Wethouder van Marle l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college Via de gemeenschappelijke regeling is het XL park voorzien van een bestuur en directie. De directie is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en huurt voor die dagelijkse gang van zaken functionarissen in. Het college is via een wethouder vertegenwoordigd in het DB en via een tweetal wethouders in het AB. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd Jaarlijks, via het toezenden van de begroting en de jaarrekening.
Overige verbonden partijen Een aantal verbonden partijen onderscheidt zich door een beperkt bestuurlijk en/of financieel belang. Deze zijn voortgekomen uit de verkoop van aandelen Essent aan RWE en betreffen de volgende B.V.’s: - Vordering Enexis B.V. - Verkoop Vennootschap B.V. - CBL Vennootschap B.V. - CSV Amsterdam B.V. (voorheen Claim Staat Vennootschap B.V.) - Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Omdat de concept jaarstukken 2014 van deze B.V.’s niet op tijd beschikbaar zijn voor verwerking in deze paragraaf, wordt volstaan met het opnemen van de werkelijke gegevens van 2013 en/of begroting 2014. Vordering op Enexis B.V. Deze vennootschap is in het leven geroepen om de Aandeelhouderslening aan Enexis doelmatig en efficiënt te kunnen beheren. Deze lening aan het netwerkbedrijf Enexis is in het kader van de Splitsing en de verkoop van aandelen Essent aan RWE door de Verkopende Aandeelhouders van Essent overgenomen. De lening is, kort gezegd, ontstaan bij de interne verkoop van de gas- en elektriciteitsdistributienetwerken van Essent. De primaire taken van Vordering op Enexis B.V. zijn: - Het beheer van de Aandeelhoudersleningen, zoals het naleven van rechten en verplichtingen, het incasseren van rente en aflossingen van Enexis Holding etcetera. - Het beheer van het naleven van rechten en verplichtingen, het betalen van rente en aflossingen aan de Aandeelhouders etcetera. - Begeleiding van de conversie van Aandeelhouderslening en de daaraan verbonden overdracht van aandelen in Vordering op Enexis B.V. aan mede Aandeelhouders. Begin 2012 heeft Enexis een beroep gedaan op de mogelijkheid, conform art. 4.2 van de aandeelhoudersleningsovereenkomst, om een deel van de lening vervroegd af te lossen. Enexis mag in de periode gelegen tussen één jaar vóór het einde van de looptijd en einde looptijd geheel of gedeeltelijk vervroegd aflossen. De lening van Enexis bedraagt in totaal 1,8 miljard euro. Hiervan heeft Enexis in 2012 een eerste tranche van 450 miljoen euro vervroegd afgelost. De tweede tranche van 500 miljoen euro is in 2013 uitgevoerd. De overige tranches van 500 miljoen euro en 350 miljoen euro zullen respectievelijk in 2016 en 2019 worden afgelost. Jaarrekeningresultaat 2014 (concept) De omvang van het Eigen Vermogen begin 2014 (werkelijk) eind 2014 (verwacht)
16.621 euro verlies 82.250 euro 65.628 euro 127
De omvang van het Vreemd Vermogen begin 2014 (werkelijk) eind 2014 (verwacht)
862 miljoen euro 862 miljoen euro
Verkoop Vennootschap B.V. Deze vennootschap is in het leven geroepen voor een efficiënte afwikkeling van de rechten en verplichtingen van de Verkopende Aandeelhouders. Bij overdracht van de aandelen heeft Verkoop Vennootschap daartoe alle rechten en verplichtingen overgenomen van de Verkopende Aandeelhouders. Voor RWE is deze vennootschap het centrale aanspreekpunt voor het benaderen van de Aandeelhouders. Verkoop Vennootschap heeft toegang tot alle transactiedocumentatie, om zo haar taken adequaat te vervullen. Expliciet in de statuten staat dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vooraf toestemming moet geven aan de bestuurders om claims onder de Koopovereenkomst af te wikkelen. De primaire taken van Verkoop Vennootschap zijn de volgende: - Beheer en afwikkeling van claims van RWE (inclusief CBL-claims) onder de garanties en vrijwaringen als gevolg van de Koopovereenkomst. - Beheer van overige rechten en verplichtingen als gevolg van de Koopovereenkomst. - Beheer van de General Escrow Agreement. Het Escrow Bedrag is een gedeelte van de Koopprijs (initieel ter hoogte van EUR 800 miljoen). Dit bedrag dient tot zekerheid van verhaal voor RWE, ingeval van bepaalde betalingsverplichtingen van Verkoop Vennootschap als gevolg van de Koopovereenkomst. In 2011 is 50% van deze escrow vrijgevallen onder aftrek van de ingediende claims van RWE. Naar verwachting zal de overige 50% op 30 september 2015 vrijvallen. - Het functioneren als een van de twee bestuurders (de andere is RWE) van de Stichting Beheer Maastricht Escrow Fondsen. Deze stichting is juridisch eigenaar van het General Escrow Fonds. - Het toezien op de naleving van de Development Plan Agreement. Hierin staat beschreven hoe RWE en Essent uitvoering geven aan de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen van Essent. Het gaat daarbij om de ontwikkeling van energiebronnen, energieopwekking en energie-voorziening. Aandachtspunten zijn de levenszekerheid, duurzaamheid en beheersing van tarieven. - Het voeren van de huidige procedure tegen de Staat der Nederlanden over de vraag of delen van de splitsingswetgeving (WON) onverbindend zijn. Jaarrekeningresultaat 2014 (concept) De omvang van het Eigen Vermogen begin 2014 (werkelijk) eind 2014 (verwacht) De omvang van het Vreemd Vermogen begin 2014 (werkelijk) eind 2014 (verwacht)
17,3 miljoen euro winst 347 miljoen euro 363 miljoen euro 98,1 miljoen euro 80,0 miljoen euro
CBL Vennootschap B.V. CBL Vennootschap heeft de Verkopende Aandeelhouders vertegenwoordigd als medebeheerder van het cross border lease Fonds, naast RWE, Enexis en Essent. Zij vertegenwoordigde de Aandeelhouders in relevante Cross Border Leases aangelegenheden en fondsen zoals het ASA Risico Fonds. Ook was zij doorgeefluik voor betalingen namens Aandeelhouders in en uit het CBL Fonds. Nadat in 2011 de laatste cross border leases zijn beëindigd, heeft de Algemene vergadering van Aandeelhouders op 28 september 2011 besloten het CBL-fonds vrijwel volledig te laten vrijvallen. Jaarrekeningresultaat 2013 (werkelijk) De omvang van het Eigen Vermogen begin 2014 (werkelijk) eind 2014 (begroot)
$ 9,88 miljoen winst $ 9,8 miljoen $ 9,8 miljoen 128
De omvang van het Vreemd Vermogen begin 2014 (werkelijk) eind 2014 (begroot)
$ 103.000 $ 103.000
CSV Amsterdam B.V. (voorheen Claim Staat Vennootschap B.V.) In februari 2008 zijn Essent en Essent Nederland B.V., met toestemming van de Aandeelhouders, een procedure begonnen tegen de Staat der Nederlanden. Hierin vragen zij ‘een verklaring voor recht’ dat bepaalde bepalingen van de WON onverbindend zijn. Essent is van mening dat de Aandeelhouders schade lijden als gevolg van de splitsing. Eenzelfde procedure wordt gevoerd door de andere grote energiebedrijven (Delta, Nuon en Eneco). Inmiddels heeft de Rechtbank in ‘s-Gravenhage de vordering van Essent en Essent Nederland B.V. afgewezen. Essent en Essent Nederland B.V. hebben echter hoger beroep tegen deze uitspraak ingesteld. De juridische procedure valt buiten de verkoop van Essent en is niet door RWE overgenomen. Afhankelijk van deze definitieve uitspraak wordt bepaald of de Verkopende Aandeelhouders een nieuwe procedure starten voor een vergoeding van de geleden schade als gevolg van de splitsingwet. De eventuele procedure voor de vordering op de staat is gebundeld via Claim Staat Vennootschap B.V. Totdat de rechter uitspraak doet in hoger beroep is deze B.V. een slapende vennootschap. De primaire taak van Claim Staat Vennootschap is het voeren van een schadevergoedingsprocedure tegen de Staat der Nederlanden namens de Aandeelhouders. Jaarrekeningresultaat 2014 (concept) De omvang van het Eigen Vermogen begin 2014 (werkelijk) eind 2014 (verwacht) De omvang van het Vreemd Vermogen begin 2014 (werkelijk) eind 2014 (verwacht)
43.846 euro verlies 52.387 euro (incl. voorziening escrow Attero) 8.541 euro
12.484 euro 36.057 euro
Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Deze vennootschap was oorspronkelijk opgericht om de verkoop van aandelen EPZ (o.a. eigenaar van kerncentrale Borssele) te faciliteren en het toezicht op het openbaar belang te borgen door naleving van publiek- en privaatrechtelijke regelgeving, zoals de Kernenergiewet, diverse vergunningen en het Borsseleconvenant van 2006 tussen Staat, Essent en Delta. Op 30 september 2011 heeft de levering van aandelen EPZ aan RWE plaatsgevonden. Daarmee is een einde gekomen aan de primaire opdracht van PBE en zal deze vennootschap tijdelijk (maximaal 8 jaar) de resterende rechten en verplichtingen afwikkelen in het bijzonder, die voortvloeien uit het Borssele-convenant. Jaarrekeningresultaat 2014 (concept) De omvang van het Eigen Vermogen begin 2014 (werkelijk) eind 2014 (verwacht) De omvang van het Vreemd Vermogen begin 2014 (werkelijk) eind 2014 (verwacht)
18,5 miljoen euro verlies 1,6 miljoen euro 1,6 miljoen euro 111.272 euro 107.847 euro
129
5.7 Grondbeleid Sinds de invoering van het dualisme ligt het primaat voor het uitvoeren van het gemeentelijk grondbeleid bij het college van B&W. Het college heeft daarbij een actieve informatieplicht richting de gemeenteraad. Jaarlijks wordt in het jaarverslag verantwoording afgelegd over het gemeentelijk grondbeleid, de financiële gevolgen van dit beleid en de daarbij voorkomende risico’s. In deze paragraaf komen de volgende onderwerpen aan de orde: - Het grondbeleid van de gemeente Almelo; - De uitgangspunten die zijn gehanteerd bij actualisatie van de grondexploitaties; - De actuele prognose van de verwachten resultaten; - De financiële risico’s en de benodigde weerstandscapaciteit; - De gerealiseerde grondverkopen in 2014, afgezet tegen de begroting. De volgende stukken zijn als bijlage toegevoegd aan deze paragraaf: 1. Een overzicht van de boekwaarde(ontwikkeling) en de balanswaarde per complex; 2. Een overzicht van de verkoopprognoses voor woningbouw, bedrijven en kantoren; 3. Een toelichting op de uitgevoerde risicoanalyse. Daarnaast is er een uitgebreide cijfermatige toelichting met als titel “specificatie Grondbedrijf Jaarrekening 2014”. Deze toelichting is niet opgenomen in de jaarverantwoording omdat deze niet openbaar is. Het grondbeleid van de gemeente Almelo Grondbeleid is geen doel maar een middel dat wordt ingezet als instrument om verschillende beleidsdoelen te realiseren, zoals het voorzien in behoefte aan bouwgrond voor woningbouw, bedrijven, kantoren, winkels, horeca en overige bestemmingen. Het grondbeleid heeft een faciliterend karakter. In beginsel neemt de gemeenteraad per project een besluit over de wijze (door middel van welk grondbeleid) waarop de geformuleerde beleidsdoelen het beste kunnen worden gerealiseerd. In de keuzes die daarbij kunnen worden gemaakt, worden twee hoofdrichtingen onderscheiden: A. Actief grondbeleid: (de gemeente verwerft dan zelf ruwe bouwgrond, transformeert deze tot bouwrijpe grond en geeft de kavels uit aan particulieren of projectontwikkelaars / bouwbedrijven); B. Faciliterend grondbeleid: (de gemeente laat de bouwgrondproductie (inkoop, transformatie en verkoop) dan over aan grondeigenaren / ontwikkelaars. De voor- en nadelen van beide hoofdrichtingen worden uitvoerig beschreven in de discussienota inzake actieve en/of faciliterend grondpolitiek, die op 8 maart 2011 is behandeld in de gemeenteraad (Reg.nr 2011/2775). Op basis van deze nota heeft de raad een beleidsmatig standpunt ingenomen met betrekking tot het te voeren grondbeleid. Besloten is dat voor nieuwe projecten in beginsel wordt gekozen voor “faciliterend grondbeleid, tenzij ……”. Daarbij wordt per (nieuw) project beargumenteerd welk grondbeleid wordt voorgesteld en welke (publiekrechtelijke) instrumenten daarbij worden gehanteerd. In de nota grondpolitiek werd geconcludeerd dat voor de meeste bestaande projecten het kunnen kiezen voor een actief dan wel faciliterend grondbeleid een gepasseerd station is, omdat deze keuze vaak al in het verleden is gemaakt. Dit onder andere bij vaststelling van de grondexploitatie, waarna is overgegaan tot de aankoop van ruwe bouwgrond. Alleen bij nieuwe projecten, waar de gemeente nog geen of weinig gronden heeft verworven, zijn er keuzemogelijkheden. Ongeacht welk grondbeleid de voorkeur geniet, bepaalt de raad altijd (en per project) het te voeren beleid. Er zijn diverse momenten in het planproces, waarop de raad besluiten neemt (en heeft genomen) over het ‘doorgaan’ naar de volgende fase en tevens over de wijze waarop het project gerealiseerd gaat worden. De raad stelt immers de (financiële) kaders vast waarbinnen het college aankopen kan verrichten en andere 130
privaatrechtelijke verplichtingen kan aangaan. Het college is bevoegd tot het uitvoeren van privaatrechtelijke rechtshandelingen (= sluiten van overeenkomsten inzake aankopen, exploitatie-overeenkomsten, verhuringen, verkopen, etc.) maar het budgetrecht ligt bij de raad en vanuit die verantwoordelijkheid dient de raad ter dekking van o.a. de verwervingskosten een krediet beschikbaar te stellen. In het kader van de vaststelling van de jaarrekening kan nooit besluitvorming plaatsvinden over een planinhoudelijke koerswijziging met betrekking tot grondexploitaties. Dergelijke besluitvorming vindt plaats op een ander moment (en meestal per project of ‘gebundeld’). De jaarlijkse actualisatie van de grondexploitatiebegrotingen, in het kader van de jaarrekening, heeft alleen betrekking op aanpassing van begrote eenheidsprijzen e.d., op basis van voortschrijdend inzicht. Dit is noodzakelijk omdat de waarde van het onderhanden werk jaarlijks opnieuw dient te worden bepaald en grondexploitaties dienen als ‘taxatie’ van deze waarde. Uitgangspunt bij actualisatie grondexploitatie Het BBV (Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies) schrijft voor dat de jaarrekening een reëel beeld moet schetsen van de financiële positie van de gemeente, wat onder andere betekent dat het onderhanden werk reëel gewaardeerd moet worden. Dat houdt in dat de grondexploitaties moeten worden begroot op basis van reële uitgangspunten. Het realiteitsgehalte van een grondexploitatiebegroting wordt bepaald door de (combinatie van de) volgende begrotingselementen: - nominaal begrote kosten (hoeveelheden x eenheidsprijzen ) - nominaal begrote opbrengsten (hoeveelheden x eenheidsprijzen ) - kostenstijging (% en fasering) - opbrengstenstijging (% en fasering) - rentelasten en rentebaten (% en fasering) De raad heeft op 10 februari 2015 de uitgangspunten vastgesteld voor actualisatie van de grondexploitaties. Hierna wordt een toelichting gegeven op de gehanteerde uitgangspunten en de daarbij gemaakte keuzes. De parameters voor prijsontwikkeling en rente Om reële uitgangspunten te kunnen bepalen voor verwachte prijsontwikkelingen en renteontwikkelingen, is onderzoek gedaan naar hoe in het verleden de prijsstijgingen werden begroot en hoe de grondprijzen en de kostprijs van bouwgrond zich in werkelijkheid hebben ontwikkeld. Het College heeft op basis van dit onderzoek besloten om de grondexploitaties door te rekenen met de volgende parameters: jaar/ parameter
kosten-
opbrengsten-
stijging
stijging
rente
2015
0,00%
0,00%
3,50%
2016
1,00%
0,00%
3,50%
2017
1,00%
2,00%
4,00%
2018
2,00%
2,00%
4,00%
2019 e.v.
2,00%
2,00%
4,50%
De fasering van het programma Het eindproduct van grondexploitaties is bouwrijpe grond voor woningbouw, bedrijven, kantoren en overige voorzieningen. Het ‘bouwprogramma’ vormt derhalve een belangrijk kader voor de grondexploitatie. Op basis van behoefteprognoses wordt het bouwprogramma in de tijd gezet (gefaseerd), ten behoeve van het kunnen begroten van rentekosten en prijsontwikkelingen.
131
De behoefteprognoses voor woningbouw zijn op 10 februari 2015 door de raad vastgesteld (Raad-1402472). Daarbij is er voor gekozen om de zogenaamde “trend variant” als uitgangspunt te hanteren. Deze variant gaat uit van een uitgifteprognose van gemiddeld 50 woningen per jaar. De gemeenteraad heeft 17 december 2013 de Herijking Visie Bedrijventerreinen Netwerkstad vastgesteld en besloten om in de grondexploitaties uit te gaan van een gemiddeld uitgiftetempo van 3 hectare per jaar (Raad-1301551). Voor een overzicht van de productieprogramma’s en de fasering op lange termijn verwijzen wij naar bijlage 2 van deze paragraaf en de (niet openbare) rapportage 'specificaties Grondbedrijf Jaarrekening 2014’. Actuele prognose van de te verwachten resultaten Het grondbedrijf is een financieel administratief onderdeel van de gemeentelijke administratie waarbinnen de (projectgebonden) complexen van de grondexploitatie-begrotingen worden geadministreerd evenals enkele functionele complexen zoals complex verspreide bezittingen (CVB) waar de strategische voorraad van het grondbedrijf is ondergebracht. Hierna wordt behandeld: a. Resultaat grondbedrijf 2014 b. Resultaatbestemming (voorstel) c. De vermogenspositie van het grondbedrijf per 31-12-2014 d. De voor het grondbedrijf vereiste weerstandscapaciteit e. Het resultaat van de lopende grondexploitaties f. De dit jaar afgesloten grondexploitaties g. Uit exploitatie genomen gronden h. De nog uit te voeren werken (van afgesloten grondexploitaties) i. Deelneming XL Businesspark j. De waardering van de voorraad en het exploitatieresultaat (CVB) k. Gronduitgifte 2014 Ad a. Resultaat grondbedrijf 2014 Het resultaat grondbedrijf 2014 ziet er als volgt uit: A. Resultaat grondbedrijf jaarrekening 2014 (bedrag in €) Afsluiten Dimence en deel Hedeman Boekwinst inzake verkoop objecten Bijdrage AD in rentekosten CVB Winst Verslechtering lopende grondexploitaties Aanvullende voorziening tbv XL businesspark Afwaardering Noordflank Afwaardering Leemslagen Overhead kosten Herwaardering CVB Exploitatiesaldo CVB 2014 (rente, huurinkomsten, e.d.) Verlies Resultaat grondbedrijf 2014
16.777 486.855 400.000 -4.705.773 -900.000 -43.522.332 -7.096.129 -335.083 -1.004.500 -214.724
903.632
-57.778.541 -56.874.909
Het grondbedrijf heeft in 2014 een negatief resultaat behaald van € 56,9 miljoen. Het verlies hangt grotendeels samen met het uit exploitatie nemen van Leemslagen en Noordflank, waartoe de gemeenteraad op 10 februari 2015 heeft besloten (Raad-1402472). De ten behoeve van deze projecten aangekochte gronden zijn afgewaardeerd naar agrarische waarde en tevens zijn de gemaakte plankosten e.d. afgeboekt.
132
Ad b. Resultaatbestemming Per 1 januari 2014 bedroeg de reserve grondbedrijf nul euro. In de loop van het jaar zijn er dotaties aan de reserve grondbedrijf gedaan waardoor op 31 december 2014 het saldo van de algemene reserve grondbedrijf € 971.600 bedraagt. Over 2014 is een negatief resultaat behaald van € 56,9 miljoen. Omdat de stand van de algemene reserve grondbedrijf onvoldoende is om het verlies volledig op te vangen, wordt voorgesteld het restant van € 55,9 miljoen ten laste van de algemene reserve te brengen (zie ook hoofdstuk 2). B. Resultaatbestemming Ten laste van de reserve grondbedrijf Ten laste van algemene reserve Totaal te verrekenen verlies grondbedrijf
0,971 55,904 -56,875
Ad c. De vermogenspositie van het grondbedrijf per 31-12-2014 na resultaatbestemming In onderstaand overzicht wordt de vermogenspositie van het grondbedrijf na resultaatbestemming weergegeven in de vorm van een balans.
Boekwaarde OHW-grex bij: tussentijdse winstneming af: afwaardering d.m.v. voorziening Balanswaarde OHW lopende grex
97.313.726 0 28.430.146
Boekwaarde complex NUTVW af: afwaardering d.m.v. voorziening Balanswaarde OHW NUTVW
0 698.207
Boekwaarde complex CVB af: afwaardering d.m.v. voorziening Balanswaarde OHW CVB
122.683.207 78.944.815
Balanswaarde erfpachtgronden Vreemd vermogen (netto financieringsbehoefte) Voorzieningen t.b.v. verplichtingen Eigen vermogen / algemene reserve grondbedrijf Totaal
Activa
Passiva
68.883.580
-698.207
43.738.392 2.701.263
114.625.027
101.811.533 12.813.494 0 114.625.027
Uit het overzicht blijkt dat de investeringen in de grond- en vastgoedvoorraad en het onderhanden werk (= lopende grondexploitaties) nagenoeg volledig zijn gefinancierd met vreemd vermogen (= geleend geld). Het grondbedrijf beschikt niet langer over reserves of eigen vermogen. Voor een uitgebreidere cijfermatige toelichting op de ontwikkeling van de vermogenspositie van het grondbedrijf wordt verwezen naar de “Specificaties Grondbedrijf, jaarrekening 2014”. Ad d. De voor het grondbedrijf vereiste weerstandscapaciteit In de paragraaf weerstandsvermogen (5.2) van deze jaarverantwoording, wordt een toelichting gegeven op de mate waarin het vermogen van de gemeente Almelo toereikend is om financiële tegenvallers op te (kunnen) vangen. In de nu voorliggende paragraaf wordt ingezoomd op de financiële risico’s van het grondbedrijf en het vermogen dat minimaal beschikbaar moet zijn, om deze risico’s op te kunnen vangen. Om de vereiste weerstandscapaciteit te kunnen bepalen, vond een uitgebreide risicoanalyse plaats. De resultaten en uitgangspunten van deze analyse worden beschreven in bijlage 3 van deze paragraaf. In dit kader zijn alle denkbare risico’s en kansen per project en per begrotingspost benoemd en gekwantificeerd. Daarbij is 133
per begrotingspost de meest optimistische en de meest pessimistische afwijking van de begroting in beeld gebracht. De vereiste weerstandscapaciteit is vervolgens bepaald aan de hand van financiële scenarioanalyses (op basis van Monte Carlo techniek). Daarbij is als uitgangspunt gehanteerd dat 90% van alle denkbare scenario’s (variërend van best case tot worst case) ‘gedekt’ moeten kunnen worden en dus 10% restrisico wordt geaccepteerd. Dit houdt in dat ‘extreme scenario’s’ buiten beschouwing zijn gelaten. In de risicoanalyse is geen rekening gehouden met een structurele uitval van vraag. Het neerwaarts risico van de lopende grondexploitaties wordt gekwantificeerd op € 12,8 miljoen. Het grondbedrijf heeft geen reserves c.q. geen eigen vermogen en is voor wat betreft tegenvallers volledig afhankelijk van het concern. In paragraaf 5.2 van deze jaarrekening wordt ingegaan op de weerstandscapaciteit van de gemeente en de maatregelen die worden getroffen om te komen tot een gezonde weerstandspositie, ook voor het grondbedrijf. Ad e. Resultaten lopende grondexploitaties Per 1-1-2014 kende het Grondbedrijf 21 lopende grondexploitaties. In 2014 is van twee grondexploitaties (Dimence en het deel Hedeman van het geconsolideerde complex Hedeman/Kerkhofsweg) een slotcalculatie opgesteld. Daarnaast zijn twee exploitaties beëindigd, in overeenstemming met de besluitvorming van de gemeenteraad inzake de woningbouw-programmering (Noordflank en Leemslagen). Per 31-12-2014 kent het Grondbedrijf derhalve nog 18 grondexploitaties. Dat zijn ruimtelijke projecten, met bouwgrondproductie als hoofdmoot, waarvan de raad de (tentatieve) grondexploitatie-begroting heeft vastgesteld. Vanaf dat moment staan de in het project gedane investeringen als ‘onderhanden werk’ op de balans. Deze door de raad vastgestelde grondexploitatiebegrotingen fungeren als financieel en inhoudelijk kader voor het college van B&W, waarbinnen zij verder gaat met de realisatie van een project. Tevens fungeert de grondexploitatiebegroting als ‘voorspelling’ van de te verwachten kosten en opbrengsten en het begrote financiële eindresultaat. Als er een tekort wordt begroot dient er ter dekking van dit tekort een voorziening getroffen te worden. Indien er winst wordt begroot, mag deze pas genomen worden als de winst gerealiseerd is. Dat is pas het geval als de realisatie van het project al zover gevorderd is dat een deel van de begrote winst als ‘gerealiseerd’ beschouwd mag worden en de risico’s beperkt zijn. De spelregels op dat gebied zijn beschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en is in 2012 door de BBV- commissie in een notitie verder uitgewerkt en toegespitst op de bedrijfsvoering van een Grondbedrijf. Deze spelregels zijn in acht genomen bij de uitwerking van deze paragraaf. Er zijn 17 verlieslatende en 1 (minimaal) winstgevende grondexploitatie. Te samen kennen deze per saldo een begroot tekort van € 28,4 mln. op NCW per 1 januari 2015. Hiervoor is een voorziening getroffen van € 28,4 mln. waardoor de boekwaarde verlaagd is tot een reële balanswaarde. De geconsolideerde (samengevoegde) begroting van de 18 lopende grondexploitaties ziet er als volgt uit. - Boekwaarde (geïnvesteerd vermogen) € 97,3 mln - Nog te realiseren opbrengsten op NCW € 107,6 mln - Nog te maken kosten op NCW € 38,7 mln - Economische waarde € 68,9 mln Begroot resultaat op NCW (= tekort) € -/- 28,4 mln Op basis van de begrote nog te maken kosten en opbrengsten wordt verwacht dat, van het tot op heden geïnvesteerde vermogen ter grootte van € 97,3 mln, circa € 68,9 mln wordt ‘terugverdiend’ met de bouwgrondproductie, waardoor er per saldo een tekort resteert van € 28,4 mln.
Verschillen t.o.v. vorig jaar 134
De resultaten van de lopende grondexploitaties zijn ten opzichte van vorig jaar € 4,7 mln. verslechterd op NCW per 1 januari 2015. Het project Weggeler, is omgeslagen van een winstgevende grondexploitatie naar een verlieslatende grondexploitatie. Door de afsluiting van het deel Hedeman, van het geconsolideerde complex 43 (C43 Hedeman en C33 Kerkhofsweg) blijft complex Kerkhofsweg over met een marginale geprognosticeerde winst. In het volgende overzicht wordt per project weergegeven hoe de begrote resultaten van de verlieslatende grondexploitaties zich hebben ontwikkeld.
Per saldo verslechteren de grondexploitaties met € 4,7 miljoen. Deze verslechtering wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door een bijstelling van programmatische kaders in het project Weggeler en de hiermee samenhangende verlaging van de grondprijs (€ 2,3 mln.) Daarnaast had de bijstelling van de parameters en de tegenvallende uitgiftecijfers een negatief effect. Overige verslechteringen worden (op hoofdlijnen) als volgt verklaard: - De uitvoeringsfasering van het project Noordoost is bijgesteld; - Grondverkopen in Pooksbelten en Bedrijvenpark Twente Noord vonden tegen een lagere prijs plaats dan (op basis van het grondprijsbeleid) was begroot; - In de projecten Ossenkoppelerhoek en Maatkampslanden zijn de plankostenbegrotingen naar boven bijgesteld. Ad f. Afgesloten grondexploitaties In 2014 is van de grondexploitatie Dimence een slotcalculatie opgesteld, met een positief resultaat van € 24.137. Daarnaast is het deel Hedeman van het geconsolideerde complex Hedeman/Kerkhofsweg afgesloten. Dit plandeel is afgesloten met een winst van € 1.604.640. In de afgelopen jaren was tussentijds al € 1.612.000 winst genomen waardoor het afsluiten dit jaar een negatief effect heeft van € 7.360.
135
Ad g. Uit exploitatie genomen gronden Als gevolg van het raadsbesluit dd. 10 februari 2015 ten aanzien van de woningbouw-programmering (Raad1402472) zijn per 31-12-2014 de projecten Noordflank en Leemslagen uit exploitatie genomen en de gronden voor de verkrijgingsprijs overgeboekt naar het complex verspreide bezittingen. Dit had een negatief effect van € 28,2 miljoen. Daarnaast zijn binnen CVB deze gronden afgewaardeerd naar agrarische waarde. Deze afwaardering had een effect van € 22,4 miljoen waardoor het uit exploitatie halen van deze 2 projecten een totaal effect had van € 50,6 mln. Het uit exploitatie halen van Noorflank en Leemslagen heeft een negatief effect van respectievelijk € 43,5 mln. en € 7,1 miljoen.
Ad h. Nog uit te voeren werken Het afgelopen jaar zijn alle begrotingen met betrekking tot de resterende werkzaamheden van al afgesloten complexen geactualiseerd. Ter dekking van deze werkzaamheden was per 1-1-2014 een voorziening getroffen van circa € 0,3 miljoen. De nog te realiseren kosten in het voormalige complex Kerkelanden hebben betrekking op de nazorg voor een bodemsanering. Voor uitvoering van de laatste werkzaamheden van de in 2014 afgesloten complexen Dimence, Hedeman (deel), Noordflank en Leemslagen is aanvullend een bedrag van € 391.000 opgenomen. Per 01-01-2015 bedraagt de voorziening ten behoeve nog uit te voeren werken circa 7 ton.
136
Voorziening per 1-1-2014
vml. omschrijving complex 41 xx
Kerkelanden Peilbuizen grondwater
314.622,06
Voorziening per 1-1-2014
bij: rente bijschrijving
af: gemaakte kosten
af: nog benodigd per 1-1-2015
verrekening met reserve
Voorziening per 1-1-2015
260.001,02 54.621,04
10.400,04 2.184,84
0,00 20.000,00
270.401,06 36.805,88
0,00 0,00
270.401,06 36.805,88
314.622,06
12.584,88
20.000,00
307.206,94
0,00
307.206,94
Toevoeging per 1-1-2015 Noordflank 19 Hedeman 43 61 Dimence Leemslagen 81
51.000,00 40.000,00 50.000,00 250.000,00
Voorziening per 1-1-2015
698.206,94
Ad i. Deelneming XL Businesspark De gemeente Almelo participeert voor 23% risicodragend in de grondexploitatie van het XL Businesspark, dat word geëxploiteerd door de gemeenschappelijke regeling Regionaal Bedrijventerrein Twente. In de ontwikkeling van het XL Businesspark is t/m 31-12-2014 circa € 95 miljoen geïnvesteerd. Het Dagelijks Bestuur van het Regionaal Bedrijventerrein heeft op 19 februari 2015 een geactualiseerde grondexploitatie vastgesteld. Deze grondexploitatie resulteert in een tekort van € 19,3 miljoen, netto contant per 1-1-2015. Dit op basis van een berekening van (op netto contante waarde) € 52 miljoen aan nog te maken kosten en € 128 miljoen aan nog te realiseren opbrengsten. Uitgangspunt in de berekening is een jaarlijkse uitgifte van zes hectare per jaar. Voor wat betreft 2015 wordt uitgegaan van de verkoop van 13 hectare. Dit vanwege een vertraagde uitgifte aan twee partijen van respectievelijk 4 en 3 hectare (waarover al overeenkomsten zijn gesloten). In de berekening wordt uitgegaan van 2% kostenstijging (1% in 2015 en 2016), 2% opbrengstenstijging (0% in 2015 en 2016) en gemiddeld 3,5% rente (3,25% t/m 2016, 3,25% t/m 2025 en daarna 4,0%). De uitgifteprijs is vastgesteld op gemiddeld € 125 per m2 uitgeefbaar terrein (prijspeil 1-1- 2015). De grondexploitatie van vorig jaar sloot op een tekort van € 15,5 miljoen per 01-01-2015. De grondexploitatie per 1-1-2015 laat derhalve een verslechtering zien van € 3,8 miljoen (netto contant per 11-2015), ten opzichte van vorig jaar. Belangrijkste wijzigingen zijn als volgt:
• In de eerder vastgestelde grondexploitatie werd verondersteld dat de grondprijs van gemiddeld € 125 per m2 in 2014 wordt opgehoogd. Omdat de inflatiecijfers op dit moment historisch laag zijn en ingegeven door de huidige marktontwikkelingen, vond deze ophoging niet plaats. Dit heeft een negatief effect van € 2 miljoen, netto contant per 1-1-2015;
• De begroting van plankosten is bijgesteld. Dit naar aanleiding van een plankosten-onderzoek. Daarbij is rekening gehouden met een taakstellende bezuiniging van € 2 miljoen, die wordt ingevuld bij uitwerking van de organisatiestructuur. De bijstelling van de plankostenbegroting heeft een negatief effect van € 1,8 miljoen, netto contant per 1-1-2015. De Gemeente Almelo participeert voor 23% in het tekort en dient op basis hiervan een aanvullende verliesvoorziening te treffen van € 0,9 miljoen. Ad j. De waardering van de voorraad en het exploitatieresultaat De door de gemeente aangekochte objecten, die op korte of langere termijn ontwikkeld (kunnen) worden, maken deel uit van het Complex Verspreide Bezittingen (CVB). Het gaat om circa 275 hectare aan agrarische gronden, 80 woningen, 20 kantoorunits, 35 winkelunits en 6 hectare bedrijventerrein. Dit vastgoed is in categorieën verdeeld. Onder de categorie ‘voorraad toekomstige projecten’ is het vastgoed opgenomen dat uiteindelijk benodigd is voor de binnenstadontwikkeling. Het gaat om panden die nodig zijn voor de realisatie van de stedenbouwkundige visie ‘Almelo vaart er wel bij’. De categorie ‘strategische voorraad’ betreft de 137
voorraad van de complexen die eerder uit exploitatie zijn genomen en die op korte termijn niet worden ontwikkeld. Het gaat onder andere om het voormalige project Waterrijk/Noorflank, Leemslagen, Aadijk Noord, Buitenhaven West en de Almeline-locatie. De categorie “te verkopen / af te stoten” bevat o.a. de objecten die ten behoeve van het binnenstadplan zijn aangekocht, maar die buiten de stedenbouwkundige visie vallen. Het gaat bijvoorbeeld om het RMD gebouw, het Scheepvaarthuis, de Wierdensestraat 24-26 en het voormalige informatiecentrum aan het Kolkje. Ook is een aantal bouwkavels opgenomen onder deze categorie.
De gemeente heeft t/m 2014 in totaal € 122,7 miljoen in het complex verspreide bezittingen geïnvesteerd door middel van de aankoop van gronden en objecten (o.a. voor voormalige projecten). Daarnaast is de gemeente enkele verplichtingen aangegaan ter grootte van € 9,6 mln.. Hier staat, na effectuering van de verplichtingen, een waarde bij huidige bestemming van € 1,3 mln. tegenover. Daarom is er een voorziening van € 8,3 mln. getroffen. Het betreft een grondaankoopverplichting in het voormalige project Waterrijk en te betalen sleutelgeld en sloopkosten in het project Almeline Het Complex Verspreide Bezittingen kent geen begroting met bijbehorend eindresultaat. Elk jaar worden de objecten gewaardeerd tegen de economische waarde op basis van de huidige bestemming / huidig gebruik. In deze taxaties is achterstallig onderhoud en bijvoorbeeld leegstand verdisconteerd. De waarde van de voorraad is per 31-12-2014 vastgesteld op circa € 43,7 miljoen. Om die reden is € 78,9 miljoen op het geïnvesteerd vermogen afgewaardeerd, door middel van het treffen van een verliesvoorziening.
De voorziening CVG is met € 22,3 miljoen toegenomen. Dit komt grotendeels door het uit exploitatie halen van van de projecten Noordflank en Leemslagen. Het afwaarderen op de boekwaarde van de voorraad van deze 2 projecten is meegenomen in de verschillenanalyse van “ad g. uit exploitatie genomen gronden”. Het effect van de herwaardering is € 1,0 miljoen negatief. Deze extra afwaardering op panden is noodzakelijk omdat, als gevolg van de huidige economische omstandigheden, de waarde van een aantal panden lager wordt geschat dan vorig jaar. Hieraan liggen externe taxatierapporten ten grondslag. In de aparte bijlage ‘specificaties grondbedrijf’ is een overzicht opgenomen van de afwaarderingen per object. Deze bijlage is niet openbaar omdat het vertrouwelijke informatie bevat en de onderhandelingspositie van de gemeente kan schaden. Ontwikkeling van de voorraad Het College spant zich in om vastgoed te verkopen en daarmee boekwinsten te genereren, waardoor het weerstandsvermogen van het grondbedrijf wordt versterkt. In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van de voorraad over het afgelopen jaar.
138
In 2014 vonden drie verkopen plaats. Bij verkoop is een boekwinst gerealiseerd van totaal € 0,5 mln. Daarnaast zijn twee aankopen gedaan. Deze twee aankopen maken deel uit van de stille reserve van het CVB. Exploitatieresultaat CVB De jaarlijkse lasten en baten op het Complex Verspreide Bezittingen worden jaarlijks via de resultaatbestemming verrekend met de reserve Grondbedrijf. Aangezien de lasten hoger zijn dat de huurinkomsten bedraagt het verlies dit jaar ruim € 0,2 miljoen.
De rentekosten betreffen de financieringskosten over de balanswaarde per 31-12-2013. De som van lasten en baten is het saldo van huurinkomsten en onderhoudsuitgaven over het afgelopen jaar. De rentekosten en exploitatielasten werden grotendeels uit de huurinkomsten gedekt. Ter dekking van de rente- en de overige kosten krijgt het grondbedrijf jaarlijks een bijdrage van € 0,4 miljoen van het concern, waartoe in het kader van de voorjaarsnota 2012 is besloten. Daarnaast fungeerde de rentebijschrijving op de verliesvoorziening die is getroffen in verband met een nog niet geëffectueerde aankoopverplichting, als dekkingsbron. Op de voorraad vastgoed in het centrumgebied is een winst gerealiseerd van € 0,2 miljoen. Dit voornamelijk omdat gepland onderhoud aan vastgoed in het centrumgebied niet heeft plaatsgevonden, in afwachting van herontwikkeling. De kosten van beheer worden uit dit resultaat gedekt. Ad k. Gronduitgifteresultaten 2014 (werkelijk versus begroot) In voorgaande paragrafen is in beeld gebracht hoe de resultaten van de grondbedrijf-complexen en de vermogenspositie van het grondbedrijf zich het laatste jaar hebben ontwikkeld. In onderstaande tabel wordt de voor 2014 geprognosticeerde uitgifte (begroting) afgezet tegen de werkelijk gerealiseerde verkopen. Daarbij zijn alleen projecten opgenomen waarvoor voor wat betreft 2014 een gronduitgifte werd voorzien of waarbij een uitgifte is gerealiseerd.
139
Gronduitgifte 2014 Grondbedrijf uitgifte prognose 2014 Woningbouw 17 19 23 43 53 54 60 89 91 totaal
verschil
B
A-B
A
Nijrees Zuid Noordflank Nijrees Noord Hedeman/Kerkhofsweg Almelo Noord Oost Pooksbelten Ossenkoppelerhoek c.a. Weggeler Maatkampslanden
Bedrijventerreinen 04 Bedrijvenpark Twente 08 Dollegoor 18 Rhijnbeek 22 Bedrijvenpark Twente Noord (part) 25 Bleskolk, De totaal Overige functies 11 Kollenveld 13 Rohof 54 Pooksbelten totaal
*
gerealiseerd 2014
12 47 9 8 10 1 6 29 1 123
won. won. won. won. won. won. won. won. won. won.
3 17 5 1 26
won. 9 won. 47 won. - 8 won. 8 won. 5 won. 1 won. 5 won. 29 won. 1 won. 97
won. won. won. won. won. won. won. won. won. won.
0,3 -
0,3 5,7
ha ha ha ha ha ha
0,3
ha ha ha ha ha ha
0,6 - 0,3 4,3 0,5 0,3 5,4
ha ha ha ha ha ha
0,2 0,2 5,5 5,9
ha ha ha ha
-
ha ha ha ha
0,2 0,2 5,5 5,9
ha ha ha ha
0,6 4,3 0,5
-
*
contract is rond, akte moet nog gepasseerd worden
Uit de tabel wordt duidelijk dat de uitgifte van bouwrijpe grond voor woningbouw in 2014 wederom sterk is achtergebleven bij de prognose. In plaats van een gronduitgifte voor 123 woningen, vonden er gronduitgiften plaats ten behoeve van de bouw van 26 woningen. Dit was mede aanleiding voor bijstelling van de woningbouwprogrammering. Ook de uitgifte van bedrijfskavels bleef achter bij de prognose. Er werd slechts 1 bedrijfskavel verkocht (van 0,3 hectare) op bedrijventerrein Dollegoor. De financiële gevolgen van de afwijkingen tussen de prognose en werkelijke voortgang in 2014, zijn in de geactualiseerde grondexploitatiebegrotingen verdisconteerd. In het complex Rhijnbeek is een perceel verkocht ten behoeve van de realisatie van Rhijnbeek. Hiervoor geldt dat het contract wel is ondertekent. Levering is echter uitgesteld in afwachting van de bestemmingsplanprocedure.
140
Bijlage 1a: Boekwaardeontwikkeling complexen grondbedrijf
141
Bijlage 1b: boekwaarde en balanswaarde per complex
142
Bijlage 2: Uitgifteprognose per categorie voor de komende 10 jaar 2a: uitgifteprognose woningbouw
2b: uitgifteprognose bedrijventerrein
aantal m2 bouwgrond
bedrijventerreinen m2
bedrijven; 2015 ; 46.017
bedrijven; 2017 ; 26.779
bedrijven; 2018 ; 27.178
bedrijven; 2016 ; 20.268
2015
2016
bedrijven; 2021 ; 23.524 bedrijven; 2019 ; 18.403
2017
2018
bedrijven; 2022 ; 16.441
bedrijven; 2020 ; 16.353
2019
2020
143
2021
2022
2023
bedrijven; 2023 ; 16.995
2024
bedrijven; 2024 ; 16.010
2c: uitgifteprognose kantoren
144
Bijlage 3:
Risicoanalyse
1. Algemeen In de paragraaf grondbeleid is de vermogenspositie van het grondbedrijf in beeld gebracht. Deze bijlage gaat over de kansen en bedreigingen waardoor de vermogenspositie kan verbeteren of verslechteren. Het maken van een risicoanalyse heeft meerdere doelen. De (financiële) risicoanalyse plaatst het begrote eindresultaat van een project in een breder perspectief. Het risicoprofiel geeft inzicht in het realiteitsgehalte van de grondexploitatiebegroting (zie grafiek 1 verderop in deze bijlage). De risicoanalyse vormt de basis voor risicomanagement. De financiële risicoanalyse vormt de basis voor het kwantificeren van het neerwaarts risico (= vereiste weerstandscapaciteit). De gemeente moet beschikken over voldoende buffer (=weerstandsvermogen) ter dekking van mogelijke financiële tegenvallers c.q. financieel negatieve scenario’s. Per project en per item zijn er financiële verkenningen en risicoanalyses uitgevoerd. Het resultaat van deze analyse geeft antwoord op oa de volgende twee vragen. - Zijn de grondexploitatiebegrotingen (per saldo) reëel begroot? - Hoe groot is het neerwaartse risico t.o.v. de begrote resultaten en de begrote reserves? Ad a Indien de grondexploitaties (per saldo) niet reëel zijn begroot, zijn er ter dekking van de ‘voorziene’ tekorten te hoge of te lage voorzieningen getroffen waardoor de hoogte van de reserve geen goede afspiegeling is van de financiële positie van het Grondbedrijf. Daarom dienen grondexploitaties in beginsel reëel begroot te worden. Voor alle duidelijkheid: een financieel risico is niet het zelfde als een ‘voorzien’ tekort op een grondexploitatiebegroting. Een begroot tekort op een lopende grondexploitatie is geen financieel risico maar een ‘voorzien’ verlies dat moet worden afgedekt met een voorziening ter grootte van het verwachte tekort. Ad b. Inherent aan reëel begroten is dat er circa 50% kans is op een beter resultaat en 50% kans is op een slechter resultaat dan begroot. Ten behoeve van het bepalen van de minimaal vereiste weerstandscapaciteit dient het neerwaartse risico financieel gekwantificeerd te worden. Vervolgens wordt de vereiste weerstandscapaciteit afgezet tegen de aanwezige weerstandscapaciteit. 2. Risicoprofiel Grondbedrijf In deze paragraaf wordt het risicoprofiel van het Grondbedrijf op hoofdlijnen weergegeven. Dit risicoprofiel is samengesteld uit de afzonderlijke risicoanalyses en profielen die per project zijn opgesteld. Het netto neerwaarts risico is gekwantificeerd op circa 13 mln. indien 10% restrisico wordt geaccepteerd. Ter dekking van dit neerwaarts risico dient een risicobuffer aanwezig te zijn in de vorm van bijv. reserves.
145
Grafiek 1: Kansdichtheid van financiële scenario’s, gerangschikt van bestcase tot worstcase
Op basis van de bevindingen zijn de volgende conclusies getrokken. De grondexploitaties zijn begroot conform de door de raad vastgestelde kaders. Over het algemeen zijn de grondexploitaties reëel begroot. De ramingen m.b.t. de nog te maken kosten en opbrengsten zijn reëel. Op basis van nog te maken kosten en opbrengsten wordt verwacht dat van het tot op heden geïnvesteerde vermogen ter grootte van € 97,3 mln., circa € 68,9 mln. ‘terugverdiend’ met de bouwgrondproductie, waardoor er per saldo een tekort resteert van € 28,4 mln. Dat betekent dat de getroffen voorzieningen à € 28,4 mln. ter dekking van de begrote tekorten op de grondexploitaties het juiste niveau hebben. •
Desondanks laat het risicoprofiel zien dat de kans op een slechter resultaat groter is dan de kans op een beter resultaat dan begroot: Respectievelijk bijna 60 % kans en ruim 40% kans. Deze onbalans heeft twee oorzaken. Ten eerste omdat er enkele zogenaamde ‘onzekere gebeurtenissen’ zijn met mogelijk een negatief effect van een bepaalde omvang. Dergelijke mogelijke tegenvallers worden meestal niet begroot. Ten tweede is het faseringsrisico niet in balans. Het negatieve effect van vertraging in de gronduitgifte (van bijv. 25%) is groter dan het positieve effect bij 25% snellere gronduitgifte.
•
De ramingsrisico’s zijn over het algemeen het grootst bij projecten met veel nog te maken kosten en opbrengsten. Het risico betreft wijzigingen in eenheidsprijzen, hoeveelheden en veronderstelt percentage kostenstijging. Dit is bijvoorbeeld het project Almelo Noord Oost en Bedrijvenpark Twente Noord.
•
De afzetmogelijkheden m.b.t. de omvang van het totale bouwprogramma (“hoeveel”), zoals dat in de 18 grondexploitaties zit, zijn een risicofactor. De fasering van de grondopbrengsten (sec gemeentelijk programma) is begroot conform op basis van de verkoop van bouwgrond t.b.v. circa: circa 670 woningen; 38 ha bedrijventerreinen (exclusief XL Businesspark); 5.000 m2 BVO kantoren; circa 15 ha overige bestemmingen zoals bijv. detailhandel, niet commerciële voorzieningen, recreatie ed.
•
Naast het bovengenoemde aspect (‘hoeveel’) is het begrote uitgiftetempo (‘wanneer’) van het bouwprogramma een risicofactor. De fasering van de reguliere bouwgrondproductiekosten en de begrote rentekosten en prijsstijgingen zijn gebaseerd op het de uitgifteprognoses in bijlage 2 van deze paragraaf.
146
•
Of er behoefte is aan het totale geprognosticeerde programma (“hoeveel”) is niet meegenomen bij de kwantificering van het neerwaarts risico, er is bij de risicoanalyse wel rekening gehouden met het negatieve effect van vertraging in uitgifte (“wanneer”).
Grafiek 2: De bandbreedtes m.b.t. de begrote eindresultaten van de projecten en gevoeligheden van parameters
147
5.8 Lokale heffingen De paragraaf Lokale Heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en de consequenties daarvan voor de inwoners van Almelo. Hieronder worden in hoofdlijnen de belangrijkste ontwikkelingen voor 2014 benoemd op lokaal fiscaal gebied voor 2014 en de belastingdruk. Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt voor haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen dient door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening te geschieden. De vaststelling van de verordeningen en tarieven door de gemeenteraad heeft plaatsgevonden op 3 en 17 december 2013. Lokale heffingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op beide. Ongebonden lokale heffingen, zoals OZB- en hondenbelasting, worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. 1. Ontwikkelingen Hieronder worden in hoofdlijnen de belangrijkste ontwikkelingen uit 2014 weergegeven. 1.1 Macronorm Hiermee wordt de grens bedoeld van de jaarlijkse stijging van de totale OZB-opbrengst voor alle gemeenten bij elkaar. Ter voorkoming van een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk is een macronorm ingesteld. Het schrappen van de limitering van de OZB mag niet leiden tot een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk. Op basis van de macronorm moet een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk worden voorkomen en zo nodig gecorrigeerd. De macronorm is een landelijke norm en niet een norm voor individuele gemeenten. Met de areaalontwikkeling wordt dan ook niet op individuele basis rekening gehouden. Deze wordt landelijk benaderd en wel doordat de economische groei wordt meegenomen in de macronorm. De macronorm voor het jaar 2014 was 2,45%. De in het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen afgesproken evaluatie van de systematiek van de macronorm is nog niet afgerond. Ook voor 2015 wordt de macronorm nog gehandhaafd. Het kabinet is voornemens om te komen tot een woonlastennorm. Daartoe zal de variant van de woonlastennorm verder worden uitgewerkt ten behoeve van besluitvorming in het voorjaar van 2015. 1.2 Bedrijfsinvesteringszone De Experimentenwet BI-zones (hierna BIZ) is per 1 januari 2009 in werking getreden en is een instrument op het stimuleren van het ondernemingsklimaat op bedrijventerreinen en in winkelgebieden. De wet bepaalt dat de bijdrage mag worden geheven voor activiteiten op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang bij de openbare ruimte. De BIZ kon tot 1 januari 2012 worden ingevoerd en heeft een tijdelijk karakter. In onze gemeente is geen verzoek ingediend om tot een BIZ-heffing te komen. Inmiddels is de experimentenwet BIZ omgezet in definitieve wetgeving, die op 1 januari 2015 in werking is getreden. De BIZ maakt het mogelijk dat ondernemers gezamenlijk kunnen investeren in een veilige en aantrekkelijke bedrijfsomgeving, waarbij alle ondernemers meebetalen. Het instrument dat hiervoor wordt ingezet, is een gebiedsgerichte heffing die door de gemeente op verzoek van de ondernemers kan worden ingesteld, indien bij hen aantoonbaar voldoende draagvlak aanwezig is.
148
1.3 Samenwerking In 2014 zijn besluiten genomen met vier andere gemeenten om samen te werken voor wat betreft het beheer van gemeentelijke havens gelegen aan de Twentekanalen. Dit heeft onder meer geresulteerd in een Havengeldverordening, die in alle gemeenten nagenoeg identiek is met in elk geval dezelfde tarieven. Daarnaast zijn in 2014 stappen gezet om het beheer van de markt over te dragen aan een private partij. De verwachting is dat dit per 1 april 2015 zijn beslag krijgt. 2. Tariefsaanpassingen Voor 2014 is voor de tariefsstijgingen uitgegaan van een inflatiepercentage van 2,8%. Uitzondering hierop waren de begraafplaatsrechten (plus 5,5%), onroerende-zaakbelastingen (plus 8,93% voor woningen en plus 7,8% voor niet-woningen) en de afvalstoffenheffing (min 3,75%). Tabel: Tarieven onroerende zaakbelastingen (in percentage) OZB-belasting 2012 2013 2014 Gebruikers - niet woningen 0,2055% 0,2217% 0,2527% Eigenaren - woningen 0,1219% 0,1362% 0,1570% - niet woningen 0,2587% 0,2791% 0,3181% Een tweede uitgangspunt was dat de tarieven voor afvalstoffenheffing en rioolheffing kostendekkend zijn. Voor de afvalstoffenheffing betekent dit dat het tarief in 2014 € 273,60 (min 3,75%) werd. Tabel: Tarieven afvalstoffenheffing per huishouden (in €) Afvalstoffenheffing 2012 2013 2014 Basistarief 289,20 284,28 273,60 Ten opzichte van 2013 werd voor de rioolheffing de heffingsgrondslag gewijzigd van ‘100% eigenaar’ naar ‘40% eigenaar en 60% gebruiker’. Het heffingsbedrag per object werd voor 2014 enkel verhoogd met de gebruikelijke indexatie. Het eigenarentarief werd bepaald op € 78,00 en voor de gebruiker op € 117,00. Tabel: Tarieven rioolheffing (in €) Rioolheffing 2012 Gebruikers t/m 250m3 183,60 Eigenaren Totaal tarief 183,60
2013 189,60 189,60
2014 117,00 78,00 195,00
149
3.
Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten en heffingen
Tabel: Opbrengst van de lokale belastingen en heffingen (excl. kwijtschelding) Opbrengst van de lokale belastingen en heffingen (x 1.000 euro) Begroting Herz.begr Rekening Soort heffing
Dekkingspercentage
2014
2014
2014
Onroerende–zaakbelastingen Afvalstoffenheffing Rioolheffing* Omgevingsvergunning Hondenbelasting Parkeerbelasting Graf- en begraafrechten Marktgelden Precariobelasting Haven- en opslaggeld Leges Publiekszaken** Toeristenbelasting Reclamebelasting
17.149 8.724 7.103 2.141 500 2.178 390 201 51 76 1.311 262 129
17.149 8.724 5.481 1.504 500 2.060 300 140 51 76 1.264 262 129
16.918 8.382 5.361 1.548 463 2.053 289 142 49 55 1.178 266 127
99% 96% 98% 103% 93% 100% 96% 101% 96% 72% 93% 102% 98%
Totaal opbrengst
40.215
37.640
36.831
98%
*begroting is gewijzigd als gevolg van de aangepaste heffingsgrondslag eigenaar/gebruiker **incl. overige (secretarie)leges begroot ad. € 17.000
Het merendeel van de lokale inkomsten in 2014 bestond uit de onroerende-zaakbelastingen (46%), afvalstoffenheffing (23%) en rioolheffing (15%). 4. Woonlastenontwikkeling De hoogte van de gemeentelijke woonlasten krijgt regelmatig aandacht in de media. Onder woonlasten verstaan we: onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn belastingen en tarieven waarmee ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt. Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert jaarlijks de Atlas van lokale lasten. Men vergelijkt daarin per gemeente de woonlasten van een woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde. Corrigeren voor extra geld van het Rijk ter compensatie van lage belastingcapaciteit? De COELO-atlas maakt onderscheid tussen het perspectief van de belastingbetaler en dat van de gemeente(financiën). Bij het eerste perspectief gaat het erom hoeveel een huishouden in Almelo moet betalen aan belasting. In het tweede perspectief worden de woonlasten gecorrigeerd voor het feit dat gemeenten extra geld uit het gemeentefonds krijgen als ze een relatief lage waarde aan onroerende zaken hebben waarover ze belasting kan heffen. Welke typen huishoudens? Het COELO gaat in de belangrijkste vergelijkingen uit van meerpersoonshuishoudens. Bij gemeenten met tariefsdifferentiatie tussen eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens kan het beeld daardoor afwijken ten opzichte van gemeenten die dat niet hebben. Almelo kent geen goedkoper tarief voor eenpersoonshuishoudens bij de afvalstoffenheffing of rioolheffing. Ook zijn er belangrijke verschillen, doordat er huishoudens zijn met een goedkope of dure eigen woning en huishoudens die hun woning huren. Die laatste betalen sinds 2006 geen OZB meer.
150
Woonlastenontwikkeling in Almelo Als gevolg van voorgaande uitgangspunten ontstonden de volgende gemeentelijke woonlasten bij een woning met een gemiddelde woningwaarde (exclusief garages en woningen in aanbouw) in 2014 van € 155.000. Ontwikkeling lokale lasten totaal (in €) 2012 2013 OZB 211,00 224,00 Afvalstoffenheffing 289,20 284,28 Rioolheffing 183,60 189,60 Totaal 683,80 697,88
2014 243,32 273,60 194,91 711,83
Uitkomsten vergelijking 2014
Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden Overijssel Nederland
Bruto woonlasten (in €) stijging in % t.o.v. 2013 Eénpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden 1-persoons meerpersoons 2013 2014 2013 2014 698 712 698 712 2,0% 2,0% 745 762 745 762 2,3% 2,3% 677 699 737 759 3,2% 3,0% 707 725 741 758 2,5% 2,3% 681 715 730 764 5,0% 4,7% 635 652 742 758 2,7% 2,2% 617 615 694 699 -0,3% 0,7% 727 738 778 787 1,5% 1,2% 705 742 705 742 5,2% 5,2% 613 620 674 680 1,1% 0,9% 557 592 632 648 6,3% 2,5% 649 669 693 713 3,1% 2,9% 588 601 689 687 2,2% -0,3% 672 680 725 733 1,2% 1,1% 643 653 700 710 1,6% 1,4% 630 636 697 704 1,0% 1,0%
Almelo iets boven landelijk gemiddelde Uitgaande van gemiddelde waarden van woningen en van een meerpersoonshuishouden liggen de gemiddelde woonlasten landelijk op € 704 en in Almelo op € 712. Almelo zit zo dus iets boven het landelijke gemiddelde aan woonlasten. Als rekening gehouden wordt met de compensatie van het Rijk voor de belastingcapaciteit, bedragen de gemiddelde woonlasten landelijk € 696 en in Almelo op € 763. Almelo zit op deze manier bijna 10% boven het landelijke gemiddelde aan woonlasten. Rangordenummer Het COELO heeft een rangorde gemaakt voor alle 417 gemeenten en deelgemeenten. Nummer 1 heeft de laagste woonlasten en nummer 417 de hoogste.
151
Vergelijking: Rangorde van Twentse gemeenten naar hoogte van de gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden in 2014 2013 2014 Almelo 192 200 Borne 285 296 Dinkelland 273 290 Enschede 278 289 Haaksbergen 266 302 Hellendoorn 281 287 Hengelo 183 169 Hof van Twente 335 330 Losser 204 263 Oldenzaal 144 130 Rijssen-Holten 72 87 Tubbergen 179 204 Twenterand 169 143 Wierden 250 241 Overijssel 192 200 Nederland 285 296 Uitgaande van gemiddelde waarden van woningen en van een meerpersoonshuishouden heeft de gemeente Almelo rangordecijfer 200 (was in 2013 nummer 192). Als rekening gehouden wordt met de compensatie van het Rijk voor de belastingcapaciteit is het rangordecijfer hoger: 293 (2013 = 282). 5. Kwijtschelding Huishoudens met een inkomen op minimumniveau komen in aanmerking voor kwijtschelding van de onroerende-zaakbelastingen, hondenbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Kwijtschelding wordt verleend op basis van 100% van de bijstandsnorm, waarbij tevens een vermogenstoets plaats vindt. Afhankelijk van de inkomens- en vermogenstoets worden de woonlasten voor deze categorie geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden. Tabel: Kwijtschelding per belasting (in €) (x 1.000 euro) Rekening Begroting Rekening 2013 2014 2014 OZB 7 0 24 Afvalstoffenheffing 923 895 895 Rioolheffing 583 410 417 Hondenbelasting 35 15 44 Totaal 1.548 1.320 1.380
t van de lokale belastingen en heffingen (x 1.000 euro)g 2012 2013 mutatie
2013
152
5.9 Grote projecten Transitiestrategie Noordflank Bestuurlijk opdrachtgever: wethouder Bruggink Kaderstelling Welk probleem wordt met dit project aan gepakt en waarom zou dit werken? De perspectieven voor een ontwikkeling van de uit de woningbouwplanning genomen gronden van het voormalige Waterrijk aan de Noordflank zijn in beeld gebracht. In haar vergadering van 11 februari 2014 heeft de raad besloten om: 1. Kennis te nemen van de uitkomst van het rapport Verkenning transitiestrategie Noordflank Almelo. 2. Een nadere uitwerking van de perspectieven van een dorpslandgoed of een andere duurzame ontwikkeling, waarbij een agropark en/of intensieve veehouderij wordt uitgesloten, tegemoet te zien. Op basis van dit besluit is een ambtelijk overleg met de initiatiefnemer van het dorpslandgoed gestart om een vervolg te geven aan dit besluit. Aan de initiatiefnemer is de opdracht gegeven om voor 1 maart 2015 een haalbaarheidsstudie voor te leggen. Mede om recht te doen aan het besluit van de raad zullen er in de periode van de haalbaarheidsstudie geen overige ontwikkelingen in het voorliggende plangebied plaatsvinden en is het toestaan van intensieve veehouderij op dit moment uitgesloten. Outcome doelstellingen: wat is het beoogde maatschappelijk effect en hoe kan dit getoetst worden? Hoofddoelstelling van de transitiestrategie is de ambitie voor een duurzame gebiedsontwikkeling en de verhoging van de grondopbrengsten te faciliteren. Toetsing vindt plaats aan de in een eerder voorliggend besluit van de raad is aangegeven. Deze zijn in hoofdlijnen: - een hogere grondopbrengst dan de huidige agrarische waarde - een duurzame ontwikkeling met versterking van de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid - een innovatieve en energie-technologische ontwikkeling - een duurzaam productieproces - beperkte transportbewegingen Output: wat is de beoogde prestatie/resultaten en hoe kan dit getoetst worden? In de door de initiatiefnemer opgestelde haalbaarheidsstudie willen wij inzicht verkrijgen in de volgende onderwerpen: • De grond- en opstalexploitatie • Overnamewaarde van de gronden/opbrengst gemeente • Tijdspad/fasering • Financiering/partners • Voldoende belangstelling (marktonderzoek) • Juridische verhoudingen • Vervolgstappen Het inpassen van het aantal woningen (ca 265) voor een andere doelgroep dan de huidige in de woningbouwplannen voorkomende doelgroepen wordt op basis van een positief beoordeelde haalbaarheidsstudie mogelijk geacht. Wat is de doelgroep en wat zijn hun belangen en wensen? Door de initiatiefnemer wordt de doelgroep omschreven als “cultural creatives”. Mensen die zich verbonden voelen met hun leefomgeving en daaraan gerelateerde keuzes maken met betrekking tot onder andere energie, 153
voedsel, nabuurschap, milieu en natuur. Een doelgroep die binnen het huidige woningbouwprogramma (nog) niet is opgenomen. Wie zijn derden (marktpartijen en belangenorganisaties) en wat zijn hun belangen en wensen? Aan de gesprekken hebben naast initiatiefnemer Sant Ruyter (2Open Designers) ook twee andere partijen uit het gevormde consortium deelgenomen zijnde het InnovatieNetwerk en het bureau WING. De rol van de gemeente beperkt zich tot: • Er voor zorgen dat de initiatiefnemer de gemeente kan vinden; • Er sprake is van één aanspreekpunt; • Luisteren en vragen wat er nodig is om het initiatief te begeleiden; • Regelmatig contact, overleg en advies op maat en inbreng deskundigheid. Reikwijdte (scope) Projectdefinitie: wat valt er wel en valt er niet onder het project? Kaders voor het project zijn vastgelegd in de besluitvorming van de raad en zullen worden meegenomen in de vervolgaanpak. Is er ruimte om de scope te wijzigingen en wie besluit daarover? Wijzigingen zijn op dit moment (nog) niet aan de orde. Het college en de raad besluiten over wijzigingen van de scope. Flexibiliteit: wat zijn de mogelijkheden om te schuiven in kosten, opbrengsten en kwaliteit? Binnen de huidige kaders en randvoorwaarden zijn de mogelijkheden marginaal. Sturing Beslispunt
Op koers? Groen/Oranje/Rood
Opmerkingen
Tijd
Groen
Begin maart 2015 vindt er een 1e overleg plaats over het haalbaarheidsplan .
Geld
Rood
Kwaliteit
Groen
Informatie
Groen
Organisatie
Groen
Voor een nader uitwerking zal (nog) een budget beschikbaar moeten worden gesteld. In nauw overleg en samenwerking met alle stakeholders zal de kwaliteit worden uitgewerkt. Geborgd middels planning- en controlcyclus.
De projecteider Noordflank voert de gesprekken en koppelt de voortgang terug naar het bestuur en management. Communicatie Groen Door de initiatiefnemer zal via een marktonderzoek moeten worden aangetoond dat er voldoende belangstelling is voor een dergelijke ontwikkeling. Geborgd middels planning- en controlecyclus. Wanneer er sprake is van PPS: wat is de bevoegdheidsverdeling tussen gemeente en marktpartijen? Op dit moment is er (nog) geen sprake van een PPS. Ten aanzien van de rol van de gemeente en marktpartijen wordt verwezen naar wat hiervoor is aangegeven. Planning en voortgang De planning was om voor 1 maart 2015 een haalbaarheidsstudie ter beoordeling aan het college voor te leggen. Een 1e overleg over dit haalbaarheidsplan zal begin maar 2015 plaatsvinden. p basis van het besluit van het college zal de raad een voorstel worden voorgelegd, waar zover mogelijk ook alternatieve duurzame ontwikkelingen in beeld worden gebracht. De projectleider neemt hiertoe het initiatief.
154
Financiën Wat is de raming van kosten per fase en opbrengsten? Een nadere raming van kosten en opbrengsten maakt deel uit van de haalbaarheidsstudie. Hoe is de raming tot stand gekomen en is deze intern/extern getoetst? Idem Als er sprake is van PPS: hoe is de PPS constructie ingevuld? (nog) Niet van toepassing. Risico´s Omschrijving
Kans hoog/midden/laag
Maatschappelijke impact Lagere opbrengst gronden
Laag Hoog
Kwantificering risico
Beheersmaatregel
Businessplan en grondexploitatie
155
Binnenstad Bestuurlijk opdrachtgever: wethouder Bruggink Kaderstelling Welk probleem wordt met dit project aan gepakt en waarom zou dit werken? De gemeente wil de binnenstad als brandpunt herstellen. Bij een gezonde stad hoort een levendige binnenstad, waar alles samenkomt. Dit wordt bereikt door de ruimtelijke structuur van de binnenstad te vernieuwen en de kwaliteit van de functies en voorzieningen te verhogen. Verandering wordt gecombineerd met herstel van oorspronkelijke kwaliteiten. Om de concurrentie aan te kunnen moet de binnenstad een beter aanbod hebben en moet de omgeving aantrekkelijker worden. Dit wordt verwoord in de stedenbouwkundige visie ‘Almelo Vaart er wel bij’. Met de op dit moment gereserveerde middelen wordt gefocust op de realisatie van een eerste fase van de stedenbouwkundige visie. Outcome doelstellingen: wat is het beoogde maatschappelijk effect en hoe kan dit getoetst worden? Realiseren van een duurzame stadsreparatie met herstel van ruimtelijke structuren, waarbij aandacht is geschonken aan de functionaliteit en waarbij de regiofunctie van Almelo wordt hersteld. Dit door het uit de markt nemen van leegstaande winkelmetrages, het reconstrueren van de openbare ruimte (waaronder een havenkom) en het opknappen van gevels. Uitgangspunt daarbij is dat risico’s voor de gemeente worden beperkt, ondermeer door het terugbrengen van de vastgoedportefeuille in het centrumgebied. Daarnaast vormt de invulling van de in 2010 met Beter Wonen gesloten overeenkomst een belangrijke doelstelling. Output: wat is de beoogde prestatie/resultaten en hoe kan dit getoetst worden? In februari 2014 heeft het college besloten de overeenkomst Oostgevel 1 te accepteren en deze na een raadsbesluit te ondertekenen op het moment er ook een overeenkomst voorligt voor de herontwikkeling van Haven Zuid. Dat is nu het geval en de raad heeft dan ook op 17 februari 2015 een besluit genomen betreffende de herontwikkeling van deelgebied Haven Zuid. Beter Wonen, Urban Interest en de gemeente Almelo hebben overeenstemming bereikt over zowel de woonopgave als de commerciële invulling van deelgebied Haven Zuid. De afspraken betreffen: • De bouw van 30 sociale huurappartementen in de Galerij (ter vervanging van leegstaande kantoorruimten boven de voormalige V&D). • Het naar voren brengen en vernieuwen van de gevel van de Galerij (ter plaatse van Duthler en aan het Waagplein) • De realisatie van de Waagstraat, de hiervoor vereiste sloop van Waagplein 1 (Mc Donalds) en de realisatie van kunst in de openbare ruimte • De bouw van 39 nieuwe huurappartementen in het sociale segment. • Renovatie van het bewoonde deel van de Kloosterhofflat. De bestaande 63 appartementen worden vervangen door 24 geheel vernieuwde (sociale) huurappartementen en algemene ruimtes. • De aanleg van een semi- openbare stadstuin aan de Wierdensestraat (die uiteindelijk door Beter Wonen wordt onderhouden). • Het renoveren en her-ontwikkelen van winkels in de Havenpassage (conform scenario drie), waarbij het winkeloppervlak met circa 2.000 m2 afneemt. • Het her-ontwikkelen van de voormalige Scheer & Foppen locatie • De aanleg van de Rosa Luxemburgstraat, de havenkom en het Marktplein (conform scenario drie) • De omvorming van de parkeerkelder tot stallingsgarage, waarbij 76 parkeerplaatsen worden verkocht aan Beter Wonen. • Het renoveren van het parkeerdek van de Havenpassage • De realisatie van nieuwe parkeervoorzieningen boven de winkels (een netto toevoeging van 75 parkeerplaatsen) • Het schrappen van het horecapaviljoen op het Marktplein. Met Urban Interest is afgesproken dat dit paviljoen aan de kop van de haven de komende vijftien jaar niet wordt gerealiseerd en ook van de tekeningen wordt geschrapt. Dit in verband met afspraken die Urban Interest hierover met huurders heeft gemaakt (o.a. C&A). Dit hangt samen met de zichtbaarheid van deze winkels voor het publiek. Urban Interest krijgt, tegen de dan geldende marktwaarde, een recht van eerste koop van dit perceel, indien later (na 15 jaar) alsnog tot ontwikkeling wordt overgegaan. 156
Kaderstelling In maart 2015 wordt gestart met de eerste fase van herontwikkeling van de binnenstad. Gestart wordt met de transformatie van de kantoren op de voormalige V&D locatie in 30 appartementen voor Beter Wonen. Vervolgens zal gestart worden met het naar voren brengen en vernieuwen van de gevel van de Galerij (ter hoogte van de Duthler). De Waagstraat wordt gerealiseerd, Waagplein 1 (MacDonalds) wordt gesloopt de openbare ruimte wordt gerealiseerd. Ook wordt gestart met de herontwikkeling van Haven Zuid. Tenslotte zullen de Rosa Luxemburgstraat, de Havenkom en het Marktplein (conform scenario) worden gerealiseerd. Wat is de doelgroep en wat zijn hun belangen en wensen? Inwoners (w.o. ouderen en jongeren) van Almelo e.o.; ondernemers; marktbond; horeca; stichting evenementen; bewonerscommissie binnenstad. De stad moet in ieder geval goed bereikbaar zijn en aantrekkelijk zijn voor alle doelgroepen. Geïnventariseerd moet worden welke de verschillende belangen en wensen zijn. Een stakeholdersanalyse en een inventarisatie van belangen en standpunten is dan ook van groot belang (omgevingsanalyse). Wie zijn derden (martkpartijen en belangenorganisaties) en wat zijn hun belangen en wensen? De volgende partijen en belangenorganisaties zijn betrokken bij (de uitvoering van) het centrumplan. Urban Interest Ontwikkelingscombinatie Almelo 2010 Centrum Almelo Aktief (ondernemersvereniging) Woningcorporatie Beter Wonen Woningcorporatie St. Joseph Provincie Overijssel Marktbond Horeca Stichting Evenementen Wijkcommissie Wijkplatform Almelo Centrum Historische Kring Stichting Stadsherstel Eigenaren panden detailhandel Huurders detailhandel NVM Waterschap MKB KvK Architectuur centrum/Oversticht
157
Reikwijdte (scope) Projectdefinitie: wat valt er wel en valt er niet onder het project? Wel onderdeel van het project - Onderhandelen met marktpartijen - Sluiten overeenkomsten; - Fasering opstellen - Stakeholdersanalyse / Communicatie stakeholders - Begeleiden plannen van derden - Vaststellen bestemmingsplan voor de binnenstad - Vaststellen beeldkwaliteitplan - Realisatie openbare ruimte - Realisatie fase 1 - Aanleg havenkom Geen onderdeel van het project - Aanleg Waterboulevard tot aan vijver Kreta - Herinrichten Waagplein (Verbindende Pleinen) - Herontwikkeling van het Kolkje - Q-impuls Grotestraat Is er ruimte om de scope te wijzigingen en wie besluit daarover? Wanneer de (financiële) consequenties en risico’s aanvaardbaar zijn is het mogelijk de scope te wijzigen. De raad zal hier een besluit over moeten nemen. Flexibiliteit: wat zijn de mogelijkheden om te schuiven in kosten, opbrengsten en kwaliteit? Bijvoorbeeld een optimalisatie van het plan kan leiden tot een verschuiving in kosten, opbrengsten en kwaliteit. Sturing Beslispunt Tijd Geld
Op koers? Groen/Oranje/Rood oranje oranje
Opmerkingen
groen
Uit de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente is een bijdrage beschikbaar gesteld ten behoeve van de verbinding Waagplein met het nieuwe Stadsplein (3,1 miljoen euro). De uitvoering ervan is gestart. De stedenbouwkundige visie is vastgesteld door de raad. Deze visie is het uitgangspunt. Verder blijft de kadernota beeldkwaliteit van kracht. Op dit moment wordt een bestemmingsplan en een beeldkwaliteitplan voor deelgebied Haven Zuid voorbereid. de raad wordt met grote regelmaat geïnformeerd er is een onderhandelingsteam geformeerd. Verder zal er een projectorganisatie tot stand worden gebracht ten behoeve van de aansturing en begeleiding van de uitvoering van het project. communicatie met stakeholders vindt plaats.
Kwaliteit
groen
Informatie Organisatie
groen groen
Communicatie
oranje
De raad heeft, onder voorbehoud van de door de provincie Overijssel beschikbaar te stellen subsidie van € 8,9 mln, op 17 februari 2015 besloten tot herontwikkeling van een deel van deelgebied Oostgevel en van deelgebied Haven Zuid en heeft daarbij de benodigde kredieten beschikbaar gesteld.
Wanneer er sprake is van PPS: wat is de bevoegdheidsverdeling tussen gemeente en marktpartijen? Urban Interest 158
Sturing is verantwoordelijk voor de vastgoedontwikkeling. Beter Wonen richt zich op het (door-)exploiteren van sociale huurwoningen en de gemeente is verantwoordelijk voor de reconstructie van de openbare ruimte. Deze bevoegdheid en rolverdeling wordt vastgelegd in de aan de raad voor te leggen overeenkomsten over de eerste fase. Planning en voortgang Fase Start datum
Datum gereed
Verkenning
April 2014
Juli 2012
Besluitvorming
Uitvoering
Evaluatie
Wat zijn de relevante beslisdocumenten? Wat is voortgang tov van vorige rapportage? Is er sprake van wijzigingen Er zijn principeafspraken gemaakt over de realisatie van Oostgevel 1 en deel 1 van Haven Zuid.
1e kwartaal 2015
De raad heeft, onder voorbehouden van de door de provincie beschikbaar te stellen subsidie van € 8,9 mln op 17 februari 2015 besloten tot herontwikkeling van de deelgebieden Oostgevel en Haven Zuid. Tevens heeft de raad, zonder wensen en bedenkingen kennis genomen van de voorliggende overeenkomsten.
1e kwartaal 2014
3e kwartaal 2015
1e kwartaal 2015
2e kwartaal 2016
Besluitvorming over koop of verkoop van parkeerplaatsen op het parkeerdek en de omvorming van de parkeerkelde tot een stallingsgarage voor bewoners. Bouw van appartementen in de voormalige V&D. De bouwvergunning is reeds aangevraagd door Urban Interest. Planning is om deze appartementen eind 2015 aan Beter Wonen op te leveren.
3e kwartaal 2015
2e kwartaal 2016
Naar voren brengen en vernieuwen gevel Galerij (Duthler)
2e kwartaal 2016
4e kwartaal 2017
Haven Zuid: commercieel + appartementen
4e kwartaal 2016
3e kwartaal 2017
Renovatie Kloosterhofflat
2017
Voorbereiding aanleg havenkom
2018
Aanleg havenkom
gedurende het gehele proces zal geëvalueerd worden
159
Financiën Wat is de raming van kosten per fase en opbrengsten?
De raad heeft op 17 februari 2015 als volgt besloten: Investeringen Nu ter beschikking te stellen kredieten Overeenkomst Oostgevel a. Waagstraat/stadstuin c.a. € 3,7 mln b. Overeenkomst Kloosterhofflat € 2,4 mln --------------€ 6,1 mln Overeenkomst Haven Zuid c. Kanaal, havenkom en Marktplein € 5,4 mln d. Planbegeleiding 2015 t/m 2018 € 1,2 mln e. Grondexploitatie € 12,2 mln
---------------Totaal € 24,9 mln Aandeel provincie Aandeel gemeente
€ 12,0 mln € 12,9 mln
Later te realiseren investeringen Besluitvorming a. Renovatie Albert Heijn blok € 7,0 mln na het sluiten huurcontracten b. Parkeerkelder/stallingsgarage € 0,6 mln in het kader van MJOP Vastgoed c. Aankoop/huur parkeerplaatsen€ 3,0 mln besluitvorming uiterlijk 2 juli 2015 ---------------Totaal € 10,6 mln Hoe is de raming tot stand gekomen en is deze intern/extern getoetst? De ramingen zijn getoetst door externe taxateurs. Hoe wordt het project gefinancierd en ingepast in de gemeentebegroting?
Aandeel provincie Aandeel gemeente
€ 12,0 mln € 12,9 mln
Als er sprake is van PPS: hoe is de PPS constructie ingevuld? Afgesproken is dat Urban Interest verantwoordelijk is voor de vastgoedontwikkeling. Beter Wonen richt zich op het (door-)exploiteren van sociale huurwoningen en de gemeente is verantwoordelijk voor de reconstructie van de openbare ruimte.
160
Risico´s Omschrijving
Kans hoog/midden/laag
Kwantificering risico
Beheersmaatregel
Provinciale subsidie
hoog
laag
Realisatie van deelgebied Haven Zuid door ontwikkelaar
Hoog
laag
Bestemmingsplan
midden
midden
GS hebben de provinciale bijdrage van 8,9 miljoen euro afhankelijk gesteld van het standpunt van de gemeente ten aanzien van de detailhandel bij het nieuw te bouwen stadion en de Woonboulevard. Op 11 maart 2014 heeft de raad een besluit heeft genomen over de detailhandelsvisie cfm het provinciaal besluit en op 17 februari 2015 om kredieten beschikbaar te stellen tbv de herontwikkeling van de binnenstad, lijkt de uitkering van de provinciale bijdrage realistisch. De realisatie van dit deelplan is afhankelijk van de bereidheid van huurders om zich (opnieuw) te vestigen. Urban Interest heeft aangegeven te zullen starten met de heronwikkeling. Het betreft geen onaanvaardbaar risico. Er is een mogelijkheid dat stakeholders/belanghebbenden gebruik gaan maken van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen en gebruik maken van de beroepsmogelijkheid.
161
Waterboulevard Bestuurlijk opdrachtgever: wethouder Bruggink Kaderstelling Welk probleem wordt met dit project aan gepakt en waarom zou dit werken? Het project draagt bij aan een verbetering van de oriëntatie door het terugbrengen van lange, historische structuurlijnen. Het terugbrengen van het water is een essentieel onderdeel van het Masterplan Almelo waarin de waterstad als een van de identiteitsdragers van Almelo is benoemd. Almelo is van oudsher een confluentiepunt van waterlopen waardoor het terugbrengen van het water bijdraagt aan de deels verloren eigenheid van de stad. Juist door het water weer in het centrum terug te brengen, wordt de eigenheid hersteld en draagt het bij aan de aantrekkingskracht van de stad zowel voor de eigen bewoners als bezoekers en investeerders. Outcome- doelstellingen: wat is het beoogde maatschappelijk effect en hoe kan dit getoetst worden? Het verbeteren van de oriëntatie door het terugbrengen van lange, historische structuurlijnen. Het terugbrengen van het water is een essentieel onderdeel omdat de waterstad als een van de identiteitsdragers van Almelo is benoemd. Een bijdrage leveren aan de bereikbaarheid van de binnenstad en het stationsgebied. Output: wat is de beoogde prestatie/resultaten en hoe kan dit getoetst worden? Een doorgetrokken kanaal De Haandrik dat eindigt in een haven in het stadscentrum Wat is de doelgroep en wat zijn hun belangen en wensen? Inwoners (w.o. ouderen en jongeren) van Almelo e.o.; ondernemers; marktbond; horeca; stichting evenementen. De stad moet in ieder geval goed bereikbaar zijn en aantrekkelijk zijn voor alle doelgroepen. Wie zijn derden (marktpartijen en belangenorganisaties) en wat zijn hun belangen en wensen? Urban Interest Ontwikkelingscombinatie Almelo 2010 Centrum Almelo Aktief (ondernemersvereniging) Marktbond / Stichting Weekmarkten Almelo Horeca Stichting Almelose Havendagen Stichting Almelo Promotion Wijkcommissie Wijkplatform Almelo Centrum Historische Kring Stichting Stadsherstel Eigenaren detailhandel NVM Waterschap MKB KvK Architectuur centrum/Oversticht Woningstichting St. Joseph Voor belangen en wensen zie opmerking doelgroep
162
Reikwijdte (scope) Projectdefinitie: wat valt er wel en valt er niet onder het project? Wel onderdeel van het project Aanleg oevers stationsgebied. Hierbij is inbegrepen: verwerving gronden t.b.v. oevers (stationsgebied) aanpassing oevers inpassing langzaam verkeersroutes van/naar de binnenstad en stationsgebied, voorzover dit valt binnen het projectgebied. onderzoek naar het doorzetten van de beeldenrij langs de Waterboulevard. Brug Indië - uitgesteld Doortrekken kanaal. Hierbij is inbegrepen: doortrekken kanaal vanaf Egbert Gorterstraat tot vijver verwerving grond oevers stadhuislocatie aanpassing oevers stadhuislocatie = parkeerkuil brug Egbert Gorterstraat – voorbereid om op termijn beweegbaar te maken vaste langzaamverkeerbrug voor stadhuis inpassing langzaam verkeersroutes van/naar binnenstad en stationsgebied, voorzover dit valt binnen het projectgebied. Plaatsen (2) kunstwerken voor het nieuwe stadhuis Inrichten voorplein stadhuis Geen onderdeel van het project aanleg haven herinrichting overige openbare ruimte stadhuis aanschaf en plaatsen beeldenrij langs de Waterboulevard. Is er ruimte om de scope te wijzigingen en wie besluit daarover? In principe kan de raad op ieder moment de scope veranderen, uiteraard slechts wanneer de financiële consequenties en risico’s hiervan in beeld zijn gebracht. Flexibiliteit: wat zijn de mogelijkheden om te schuiven in kosten, opbrengsten en kwaliteit? Bijvoorbeeld een optimalisatie van het plan kan leiden tot een verschuiving in kosten, opbrengsten en kwaliteit. Sturing Beslispunt
Op koers? Groen/Oranje/Rood
Opmerkingen
Tijd
groen
In de subsidiebeschikking wordt een looptijd tot 1-1-2017 genoemd. Uitvoering loopt volgens planning.
Geld
groen
Kwaliteit
groen
De middelen zijn beschikbaar om het water (incl. een vatste brug E. Gorterstraat en een vaste fiets-/voetgangersbrug voor het Stadhous te realiseren. Uitvoering verloopt binnen budget. Er is sprake van een versoberder uitvoering
Informatie Organisatie
groen groen
De raad wordt geïnformeerd over de voortgang projectorganisatie
Communicatie groen De raad stuurt op financiën, kwaliteit, programma, fasering. Wanneer er sprake is van PPS: wat is de bevoegdheidverdeling tussen gemeente en marktpartijen? Planning en voortgang Fase
Start datum
Datum gereed
Wat zijn de relevante beslisdocumenten? 163
Wat is voortgang tov van vorige rapportage? Is er sprake van wijzigingen Verkenning Besluitvorming Uitvoering Evaluatie Financiën Wat is de raming van kosten per fase en opbrengsten? De raad heeft bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2012 besloten 5 miljoen euro uit het krediet voor de Waterboulevard te reserveren voor de realisatie van de 1e fase van de binnenstad. De provincie heeft de subsidiebeschikking voor de Waterboulevard tot aan de vijver Kreta aangepast. De kosten van de aanleg van het water tot aan Kreta bedragen 6,8 miljoen euro. De provincie draagt hier 3,4 miljoen euro aan bij. Onderdelen van de Waterboulevard worden uitgesteld. Hoe is de raming tot stand gekomen en is deze intern/extern getoetst? Is door het Ingenieursbureau van SB opgesteld. Een extern bureau is betrokken geweest bij de raming voor het realiseren van een (vooralsnog) vaste brug E. Gorterstraat. Hoe wordt het project gefinancierd en ingepast in de gemeentebegroting? Is door middel van een verleend (deel)krediet ingepast in de gemeentebegroting met financiering vanuit de Provincie voor 50% en een claim op de reserve co-financiering voor 50%. Voor de brug E. Gorterstraat heeft de raad op 17 februari 2015 een krediet van € 2,6 mln beschikbaar gesteld. Als er sprake is van PPS: hoe is de PPS constructie ingevuld? Risico´s Omschrijving Provinciale subsidie
Kans hoog/midden/laag hoog
Kwantificering risico laag
Beheersmaatregel Eind 2013 is begonnen met de werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van het water tot aan de vijver Kreta. Werkzaamheden zijn januari 2015 gereed onder normale weersomstandigheden.
164
Stadhuis Bestuurlijk opdrachtgever: wethouder Timmer Kaderstelling Welk probleem wordt met dit project aan gepakt en waarom zou dit werken? De huidige huisvesting van het ambtelijk apparaat. Medewerkers zitten verspreid over verschillende locaties, dat is niet wenselijk. Daarnaast is de staat van onderhoud van het huidige stadhuis van dusdanig niveau dat daar een oplossing voor moet komen. Een nieuw Stadhuis verhelpt beide problemen. Outcome doelstellingen: wat is het beoogde maatschappelijk effect en hoe kan dit getoetst worden? Een Stadhuis waar de klant centraal staat. Een omgeving waarin de publieksdienstverlening een centrale plek heeft, toegankelijk is voor iedereen. Daarnaast is het Stadhuis een transparante werkomgeving waar alle medewerkers op een efficiënte en effectieve manier met elkaar kunnen samenwerken, kennis delen om een zo optimaal mogelijk resultaat te behalen. Output: wat is de beoogde prestatie/resultaten en hoe kan dit getoetst worden? Bouw van het Stadhuis aan de hand van het door de Raad vastgestelde PvE Stadhuis. De prestaties/resultaten zijn getoetst aan de hand van het VO en DO en bestek. De uitvoering wordt getoetst aan de hand van het ontwerp en bestek. Wat is de doelgroep en wat zijn hun belangen en wensen? Inwoners van Almelo; een stadhuis waarbij de publieksdienstverlening op een meer heldere manier georganiseerd is en de klant efficiënter geholpen kan worden. Bestuurders en medewerkers van Almelo: een aangename, arbo-conforme werkomgeving waar je goed kunt (samen)werken, in een geheel nieuw flexibel kantoorconcept. Wie zijn derden (marktpartijen en belangenorganisaties) en wat zijn hun belangen en wensen? Het project is zo goed als afgerond. Eind maart 2015 wordt het in gebruik genomen. In de realisatiefase zijn er veel marktpartijen bij betrokken geweest. Naast de hoofdaannemer met zijn onderaannemers , ook veel leveranciers van inrichtingsonderdelen als keuken, audio-visuele middelen, meubilair etc. Het project heeft een aanzienlijke impuls gegeven aan de lokale en regionale werkgelegenheid.
Reikwijdte (scope) Projectdefinitie: wat valt er wel en valt er niet onder het project? Bouw van een nieuw Stadhuis op de locatie hoek Egbert Gorterstraat / Haven Noordzijde. Aanleg waterboulevard is een afzonderlijk project. Inrichting openbaar gebied om het pand heen (tot aan grens plangebied) valt wel onder het project. Is er ruimte om de scope te wijzigingen en wie besluit daarover? In de fase van afronding van het project is een wijziging van de scope niet meer opportuun. Indien er al sprake van een wijziging zou zijn, besluit de gemeenteraad daarover. Flexibiliteit: wat zijn de mogelijkheden om te schuiven in kosten, opbrengsten en kwaliteit? Project heeft een taakstellend budget. Binnen de posten van het totale budget is een mogelijkheid om te schuiven als dat de kwaliteit van het project ten goede komt. De aanneemsom is bekend en ligt vast. Meerwerk dient in principe gecompenseerd te worden met minder werk. Aan alle posten hangt een budget en hooguit is er de mogelijkheid van overheveling van de ene post naar de andere. In het budget is rekening gehouden met een post onvoorzien.
165
Sturing Beslispunt Tijd
Op koers? Groen/Oranje/Rood Rood
Opmerkingen
De realisatie van de bouw is in juli 2013 gestart en de opleverdatum van de bouwkundige werkzaamheden was op basis van het aannemingscontract met de aannemer 1 oktober 2014. Inmiddels heeft de oplevering plaatsgevonden op 6 februari 2015. In de periode tot eind maart 2015 worden alle inrichtingsonderdelen geplaatst. Geld Groen Het investering- en exploitatiebudget is beschikbaar. Er zijn op dit moment geen signalen of ontwikkelen die zouden kunnen leiden tot tekorten op het investeringsbudget. Aanbestedingen hebben tot dusverre een positieve uitkomst. Kwaliteit Groen In het vastgesteld ontwerp en bestek zijn de kwaliteiten van het PvE geborgd. Informatie Groen Conform communicatieplan vindt interne en externe informatie plaats. Intern via intranet en extern met name via een maandelijkse Nieuwsbrief. Organisatie Groen In een Project Kwaliteit Plan uitvoering ligt de organisatie van werkgroepen, overlegvormen en afspraken met de aannemer vast. Communicatie Groen Zwaarte punt ligt hierbij op digitale informatievoorziening via nieuwsbrieven en internetsite. Wanneer er sprake is van PPS: wat is de bevoegdheidsverdeling tussen gemeente en marktpartijen? Het Stadhuis wordt in eigen beheer gerealiseerd. Planning en voortgang Fase Start datum
Datum gereed
Realisatie
6 februari 2015
Besluitvorming Uitvoering
Evaluatie
1 juli 2013
Wat zijn de relevante beslisdocumenten? Wat is voortgang t.o.v. van vorige rapportage? Is er sprake van wijzigingen Collegevoorstel B & W - 1301853, 13 maart 2013. Aannemingsovereenkomst 22 april 2013. De oplevering heeft t.o.v. de afspraken in de aannemingsovereenkomst ongeveer 4 maanden later plaatsgevonden. Tot eind maart vinden werkzaamheden plaats in de sfeer van de losse inrichting. In de loop van 2015 zal het project volledig worden afgerond. Vindt overdracht aan de beheersorganisatie plaats en zal een eindverantwoording worden opgesteld.
Financiën Wat is de raming van kosten per fase en opbrengsten? Wat is de raming van kosten en opbrengsten? a. In het besluit van 13 maart 2013 is het definitieve investeringsbudget voor de nieuwbouw vastgesteld op 58.765.578 euro b. Er staan geen directe inkomsten tegenover, anders dan dat een subsidie is toegekend voor het aanbrengen van een groen dak. Hiermee is een bedrag gemoeid van 19.350 euro.
166
Hoe is de raming tot stand gekomen en is deze intern/extern getoetst? De raming is tot stand gekomen door vaststellen PvE en daar de bouwkosten op afstemmen. De raming is extern getoetst door de bouwmanager van het Stadhuis. Na aanbesteding zijn de werkelijk bouwkosten opgenomen en zijn de uitkomsten verwerkt in zowel het investeringsbudget als het exploitatiebudget. Hoe wordt het project gefinancierd en ingepast in de gemeentebegroting? Het project is volledig gedekt binnen de algemene dienst van de begroting. Uitgangspunt zijn de huidige exploitatielasten van de kantoorhuisvesting. Voor de meerdere exploitatielasten a.g.v. de nieuwbouw is via een spaarsysteem voorzien. Als er sprake is van PPS: hoe is de PPS constructie ingevuld? Niet van toepassing Risico´s Omschrijving
Politiek en bestuurlijke risico’s Organisatorische risico’s Maatschappelijke risico’s Juridische en wettelijke risico’s
Kans hoog/midden/laag
Kwantificering risico
Beheersmaatregel
laag laag laag laag
167
Jaarrekening
168
6. Balans ACTIVA (bedrag x € 1.000) Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa - Investeringen met economisch nut: Gronden uitgegeven in erfpacht Overige investeringen met economisch nut - Investeringen economisch nut met heffing - Investeringen openbare ruimte met maatschappelijk nut Financiële vaste activa - Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen - Leningen aan : woningbouwcorporaties openbare lichamen cf art 1a wet FIDO deelnemingen overige verbonden partijen - Overige langlopende leningen u/g - Uitzettingen Rijks schatkist van één jaar of langer - Uitzettingen Nederlands schuldpapier van één jaar of - Overige uitzettingen met rentetypische looptijd > één jaar - Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden - Grond- en hulpstoffen: Niet in exploitatie genomen bouwgronden Overige grond- en hulpstoffen - Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie - Gereed product en handelsgoederen - Vooruitbetalingen Uitzettingen met rentetypische looptijd korter dan één - Vorderingen op openbare lichamen - Verstrekte kasgeldleningen cf art 1a wet FIDO - Overige verstrekte kasgeldleningen - Uitzettingen Rijks schatkist < één jaar - Rekening-courantverhouding met het Rijk - Rekening-courantverhoudingen niet financiële instellingen - Uitzettingen Nederlands schuldpapier < één jaar - Overige vorderingen - Overige uitzettingen Liquide middelen - Kassaldi - Bank- en girosaldi Overlopende activa
Ultimo 2013
Ultimo 2014 0
0
149.881
164.731
2.701 120.157 15.740 11.283 848 27.554 0 0 0 22.556 0 0 920 5.740
2.701 135.256 15.713 11.061 57.618
207.499
848 10.644 0 0 0 34.936 0 0 920 5.341
156.836 18.700 10.774 127.329 33 0 19.115 0 0 0 0 9.635 0 6.165 0 29 607
52.689
217.420 104.316
18.064 17.343 68.885 24 0 34.915
636
16.769 0 0 0 0 1.872 0 5.910 0 32 180
24.551
212
13.263
13.800
Totaal vlottende activa
205.650
142.879
TOTAAL ACTIVA
413.149
360.299
169
PASSIVA (bedrag x € 1.000) Vaste passiva Eigen vermogen - Algemene reserve - Bestemmingsreserves - Nog te bestemmen resultaat Voorzieningen - Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s - Onderhoudsegalisatievoorzieningen - Door derden beklemde middelen voor specifieke aanwending Vaste schulden met rentetypische looptijd langer dan één jaar - Onderhandse leningen van: Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen Binnenlandse banken en overige financiële instellingen Overige binnenlandse sectoren Binnenlandse bedrijven openbare lichamen cf art 1a wet FIDO - Waarborgsommen - Door derden belegde gelden
Ultimo 2013 12.448 47.641 -2.689
9.733 37.270 - 51.915
13.176 3.759 7.674 1.743
- 4.912
19.885 10.775 7.807 1.303
280.572 1.133 278.992 4 0 0 358 85
Totaal vaste passiva Vlottende passiva Netto vlottende schulden met rentetypische looptijd < jaar - Kasgeldleningen openbare lichamen cf art 1a wet FIDO - Kasgeldleningen - Bank- en girosaldi - Overige schulden
57.400
Ultimo 2014
282.907 908 281.550 4 0 0 358 87
351.148
297.880
37.925 0 15.000 13.771 9.154
38.633 0 20.000 8.430 10.203
Overlopende passiva
24.076
23.786
Totaal vlottende passiva
62.001
62.419
TOTAAL PASSIVA
413.149
360.299
Gewaarborgde geldleningen
37.215
31.021 170
7. Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening (bedrag in €)
Lasten
- Programma Bestuurskracht en bestuurscultuur - Programma Aantrekkelijke stad - Programma Sociale agenda - Programma Leefbaarheid en veiligheid
Primaire begroting 2014
Begroting 2014 na wijziging
29.182.611
Rekening 2014
28.631.998
69.887.829
67.531.763
110.055.311
115.145.040
23.663.535 170.464.618 113.725.065
Incidenteel
Afwijking begroting /- rekening
4.499.554
4.968.463
-94.949.715
-102.932.855
6.946.950
1.419.975
43.630.382
46.391.520
43.686.279
2.347.226
2.705.241
252.756.133
257.700.321
351.539.497
-81.155.985
-93.839.176
1.306.396
1.312.023
1.283.343
0
28.680
254.062.529
259.012.344
352.822.840
-81.155.985
-93.810.496
-13.459.646
-13.580.412
-5.779.505
-222.089
-7.800.907
-50.691.668
-43.470.832
-86.343.303
42.678.949
42.872.471
-60.057.912
-59.571.908
-65.469.879
-3.059.083
5.897.971
-20.019.386
-19.178.710
-18.650.846
40.849
-527.864
-144.228.612
-135.801.862
-176.243.533
39.438.626
40.441.671
-18.082.777
-18.067.777
-17.755.527
0
-312.250
-88.760.394
-89.054.394
-89.436.181
0
381.787
-3.344.160
-4.035.160
-4.076.175
0
41.015
-700.000
-4.869.268
-4.947.942
0
78.674
-3.678.634
-3.699.329
-3.647.825
0
-51.504
-258.794.577
-255.527.790
-296.107.183
39.438.626
40.579.393
15.722.965
15.051.586
17.884.030
4.277.465
-2.832.444
19.196.161
24.060.931
84.121.315
-52.270.766
-60.060.384
49.997.399
55.573.132
48.255.186
3.887.867
7.317.946
23.610.996
27.212.810
25.035.433
2.388.075
2.177.377
Subtotaal saldo programma’s
108.527.521
121.898.459
175.295.964
-41.717.359
-53.397.505
- Algemene dekkingsmiddelen
-113.259.569
-118.413.905
-118.580.307
0
166.402
-4.732.048
3.484.554
56.715.657
-41.717.359
-53.231.103
Subtotaal lasten programma’s - Algemene dekkingsmiddelen
Totaal lasten Baten
- Programma Bestuurskracht en bestuurscultuur - Programma Aantrekkelijke stad - Programma Sociale agenda - Programma Leefbaarheid en veiligheid
Subtotaal baten programma’s - Algemene dekkingsmiddelen: Lokale heffingen Algemene uitkering Dividend Saldo financieringsfunctie Overige algemene dekkingsmiddelen
Totaal baten Saldo
- Programma Bestuurskracht en bestuurscultuur - Programma Aantrekkelijke stad - Programma Sociale agenda - Programma Leefbaarheid en veiligheid
Totaal gerealiseerd resultaat van saldo baten en lasten Mutaties in de reserves
- Toevoegingen aan reserves - Onttrekkingen aan reserves
-7.151.449
26.237.086
25.353.857
1.318.966
883.229
2.419.401
-29.721.640
-30.154.519
-13.754.516
432.879
Totaal mutaties in de reserves
4.732.048
-3.484.554
-4.800.662
-12.435.550
1.316.108
0
0
51.914.995
-54.152.909
-51.914.995
Gerealiseerd resultaat Nog te bestemmen resultaat
-51.914.995
171
8. Waarderingsgrondslagen De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening Algemeen De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende balanspost anders is vermeld; worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. Grondslagen resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voorzover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van het stelsel van baten en lasten, met uitzondering van de stortingen en onttrekkingen aan reserves gedurende het boekjaar overeenkomstig raadsbesluiten. De invloed hiervan op de het rekeningresultaat is verder in de jaarrekening nader toegelicht. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen.
Balans Vaste activa Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden met ingang van het boekjaar 2004 in vijf jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief. De gevolgde afschrijvingswijze geschied volgens de afschrijvingssystematiek en begroting van de gemeente; waarbij lineaire en annuitaïre afschrijvingsmethoden zijn toegepast. De specifieke methode die per activum is gehanteerd, is opgenomen in de nota activabeleid. Materiële vaste activa In erfpacht uitgegeven gronden De erfpachtgronden zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs. De erfpachtgronden die de afgelopen jaren zijn uitgegeven zijn gewaardeerd tegen gekapitaliseerde opbrengstwaarde.
172
Overige investeringen met economisch nut Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Investeringen economisch nut met heffing Op grond van artikel 35 BBV worden investeringen voor riolering of het inzamelen van huishoudelijk afval, voortaan op de balans opgenomen als investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. Het uitgangspunt is dat heffingen (riool/afval) worden besteed aan de betreffende investeringen. Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut Infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals b.v. wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken worden geactiveerd en gemiddeld afgeschreven in 30 jaar. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en dus ook afgeschreven). Voor zover in voorkomende gevallen een snellere budgettaire dekking mogelijk is, wordt op dergelijke activa overigens (resultaatafhankelijk) extra afgeschreven. De boekwaarden moeten dus nadrukkelijk als nog te dekken investeringsrestanten worden gezien. Ook hier geld dat de gevolgde afschrijvingswijze is geschied volgens de afschrijvingssystematiek en begroting van de gemeente; momenteel worden nagenoeg alle activa lineair afgeschreven. De specifieke methode die per activum is gehanteerd, is opgenomen in de nota activabeleid. Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Waar nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs. Bijdragen aan activa van derden worden geactiveerd. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak. De aan derden verstrekte geldleningen zijn opgenomen tegen het overdrachtsbedrag verminderd met de ontvangen aflossingen. Aandelen Het huidige aandelenbezit is voor de nominale waarde op de balans opgenomen. Vlottende activa Voorraden Onderhanden werken en niet in bouwexploitatie genomen gronden Deze zijn opgenomen tegen vervaardigingkosten inclusief de bijgeschreven rente en vermindert met de opbrengst wegen gerealiseerd verkopen c.q. bijdragen, dan wel tegen lagere markt-waarde. Vanaf 1999 vindt tussentijdse winstneming plaats en worden voor onontkoombare verliezen voorzieningen gevormd. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: (voorwaarde zijn recente kostprijscalculaties) 173
Verliezen: Winsten:
Zodra een verwacht resultaat negatief is wordt hiervoor een voorziening gevormd. Uitstel wordt op grond van het voorzichtigheidsprincipe niet toegestaan. Winsten worden eerst uitgenomen als het saldo van de boekwaarde en de nog te maken kosten negatief is. Vanuit voorzichtigheidbeginselen neemt de gemeente Almelo tussentijds 85% van de begrote winst, als het project meer dan 90% gerealiseerd is.
Verspreide percelen van diverse bijzondere complexen De voorraad is getaxeerd op basis van de economische waarde bij huidige bestemming en/of huidig gebruik. Indien de boekwaarde (historische verwervingskosten) hoger is dan de taxatiewaarde is het verschil door middel van het treffen van een voorziening afgewaardeerd. Indien de boekwaarde lager is dan de taxatiewaarde is het object gewaardeerd voor de historische verwervingsprijs. De lasten en baten (waaronder rentekosten en huurinkomsten) worden jaarlijks ten laste of ten gunste van het resultaat grondbedrijf gebracht. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Waardering bijstandsvorderingen Als gevolg van de invoering van de Wet Werk en Bijstand zijn gemeenten eigen-risicodrager geworden ten aanzien van de bijstandsverlening. Een gevolg van de invoering van deze wet is dat de toekomstige ontvangsten op resterende bijstandsvorderingen geheel ten gunste van de gemeenten komen. Bij de waardering van de vorderingen per 31 december is het gemeentelijk beleid t.a.v. terugvordering, verhaal en debiteuren richtinggevend. De gemeentelijke vorderingen dienen naar reële waarden gewaardeerd te worden. Jaarlijks dienen de bijstandsvorderingen te worden geherwaardeerd. Eventuele voor- of nadelen dienen niet te worden verrekend met een reserve maar komen ten laste of ten gunste van de gewone dienst. Per 31 december heeft de herwaardering plaatsgevonden van de bijstandsvorderingen, hetgeen een voordeel oplevert van € 150.000. Liquide middelen en overlopende activa Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. Vaste passiva Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die terzake geformuleerd zijn. In de paragraaf “onderhoud kapitaalgoederen” die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid terzake nader uiteengezet. “Stelselwijziging” De gemeente Almelo kent per 31 december 2013 een bestemmingsreserve (of voorziening) riolering en afval. De commissie BBV beveelt stellig aan deze reserve te analyseren en via een directe balansmutatie om te zetten naar de van toepassing zijnde voorziening(en), op basis van de oorzaak waarvoor de bestemmingsreserve in de afgelopen jaren overwegend is gevormd. Bij de bepaling welk type voorziening moet worden gevormd vanuit de huidige bestemmingsreserve, kan als uitgangspunt worden genomen dat die voorziening wordt gevormd, die past bij de bron waaruit de bestemmingsreserve overwegend is ontstaan: 1. Indien de reserve overwegend is ontstaan vanuit spaarcomponenten voor toekomstige investeringen dan omzetting naar voorziening Artikel 44 lid 2 BBV.
174
2.
3.
Indien de reserve overwegend is ontstaan vanuit efficiencyresultaten dan blijven de middelen in de bestemmingsreserve, of mag vrijval aan de algemene reserve plaatsvinden. Voor deze omzetting is een tijdig raadsbesluit nodig. Indien de reserve overwegend is ontstaan vanuit egalisatie groot onderhoud (en er is geen geactualiseerd plan) dan omzetting naar voorziening Artikel 44 lid 2 (door derden beklemde middelen).
Vaste schulden met rentetypische looptijd langer dan één jaar Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Netto vlottende schulden met rentetypische looptijd < jaar Waardering WMO/WVG-middelen: De lasten met betrekking tot de WMO/WVG-voorzieningen worden op het moment van afgeven van de voorlopige beschikkingen verantwoord op de balans. Borg- en Garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen.
175
9. Toelichting op de balans ACTIVA Vaste activa Voor het overzicht van de mutaties van de vaste activa wordt verwezen naar de staat van geactiveerde kapitaaluitgaven. Deze specificatie is niet opgenomen in deze jaarrekening maar wordt apart opgeleverd. Immateriële vaste activa Dit betreft activa die niet stoffelijk zijn en evenmin als financiële vaste activa kunnen worden aangemerkt. (x € 1.000)
Kosten onderzoek en ontwikkeling
31-12-2013
Vermeerderingen
0 0
Verminderingen
Bijdragen van derden
0 0
0 0
Afschrijving
0 0
31-12-2014
0 0
0 0
Materiële vaste activa (x € 1.000)
De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen: - In erfpacht uitgegeven gronden - Overige investeringen met economisch nut - Investeringen economisch nut met een heffing - Investeringen openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
(x € 1.000)
31-12-2013 2.701 120.155 15.739 11.283 149.881
31-12-2014 2.701 135.256 15.713 11.061 164.731
Onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarden weer. (x € 1.000)
Verloopoverzicht boekwaarden
- Erfpachtgronden - Gronden en terreinen - Woonruimten - Bedrijfsgebouwen - Investeringen met een heffing tegenover kan staan - Schoolgebouwen - Gymnastieklokalen - Vervoermiddelen - Machines, apparaten en installaties - Overige materiële vaste activa - Maatschappelijk nut
31-12-2013
2.701 8.296 9 57.781
Investering
Vermindering
Bijdragen van derden
T.l.v. reserves
23.787
1.345
710
1.997
15.739 48.102 75 1.506
1.831 467
15
79
877
1.605
142
21
2.784 11.283 149.881
1.051 8.498 36.434
660 2.041
658
120 1.109 2.018
6.411 9.285
Afschrijving
31-12-2014
887 2.802 23 483
2.701 8.296 7 75.376 0 15.713 45.767 52 1.681
535
1.191
830 540 8.243
2.886 11.061 164.731
2 2.141
Financiële vaste activa Hieronder worden voornamelijk de verstrekte geldleningen verantwoord. Voor de kapitaalverstrekkingen wordt verwezen naar de paragraaf Verbonden partijen.
176
(x € 1.000)
Kapitaalverstrekkingen: - Aandelenkapitaal WMO/Vitens - Aandelenkapitaal Twente Milieu - Aandelenkapitaal BV Sportaccommodaties - Aandelenkapitaal COGAS - Aandelenkapitaal BV Stadstoezicht - Aandelenkapitaal BNG - Aandelenkapitaal Enexis B.V. Totaal kapitaalverstrekkingen Leningen aan woningbouwcorporaties
31-12-2013
Verstrekt in 2014
Aflossing
Afschrijving
31-12-2014
10 127 18 132 18 396 147 848
0
0
0
10 127 18 132 18 396 147 848
27.554
0
16.910
0
10.644
5.000
314 183 109 199
0
454 13.152 1.278 272 1.457 1.836 8.200 8.500 59 -272 34.936
- Lening Enexis - Leningen Industriegebouwenmaatschappij - Lening Vitens achtergesteld - Lening Twentex - Leningen sportverenigingen - Lening Vitens (bruglening) - Lening Heracles - Lening aankoop grond Waterrijk - Overige leningen stichtingen - Af: voorziening langlopende leningen Totaal overige langlopende leningen
8.500 73 0 22.556
- Vordering verkoop vennootschap (Essent) - Stimuleringsfonds volkshuisvesting - Startersleningen - Af: voorziening vordering Escrow/Essent Totaal vorderingen langer dan 1 jaar
864 620 300 -864 920
0
0
0
864 620 300 -864 920
5.740 57.618
0 13.207
0 17.736
399 399
5.341 52.689
Bijdragen in activa van derden
454 8.466 1.461 109 1.656 1.836
272 8.200 7 -272 13.207
21 826
Toelichting Lening Twentex In 2014 is de nog te ontvangen vordering weer teruggeboekt naar de lening. In voorgaande jaren werd het leningbedrag verlaagd met de aflossing en voor hetzelfde bedrag weer opgeboekt als vordering (nog te ontvangen bedragen). Per saldo geen verschil in de totale schuld. Vlottende activa Voorraden De voorraden betreffen voornamelijk bouwgronden en magazijngoederen. De voorraden bestaan uit de volgende onderdelen: - Magazijngoederen - Bouwgronden in exploitatie - Bouwgronden niet in exploitatie - Voorraad grond- en hulpstoffen
(x € 1.000)
31-12-2013 33 127.329 18.700 10.774 156.836
(x € 1.000)
31-12-2014 24 68.885 18.064 17.343 104.316
De waardering van de gronden in exploitatie per 31 december 2014 is gebaseerd op de geactualiseerde grondexploitaties per 1 januari 2015 en de uitkomsten van de door de gemeente uitgevoerde risicoanalyses ter zake. Dit betreft de beste inschatting op dit moment die omgeven is door de nodige risico’s, aannames en veronderstellingen die periodiek (jaarlijks) zullen worden herzien. Deze periodieke herziening kan - mede gezien de huidige onzekere marktomstandigheden - leiden tot een aangepaste waardering van de gronden in exploitatie en de hiermee samenhangende voorziening voor negatieve grondexploitaties. Voor een gedetailleerde 177
toelichting van de gehanteerde uitgangspunten alsmede de risico’s en onzekerheden van de grondexploitaties (en niet in exploitatie genomen gronden) verwijzen wij naar de paragraaf grondbeleid. (x € 1.000) Verloopoverzicht boekwaarden
04 Bedrijvenpark Twente 08 Dollegoor 11 Kollenveld 13 Rohof 15 Indië 17 Nijrees midden 18 Rhijnbeek 19 Noordflank 22 Bedrijvenpark Twente Noord 23 Nijrees-Noord 25 Bieskolk 32 Chiel Dethmerstraat 43 Hedeman terrein 53 Almelo Noord Oost 54 Pooksbelten 60 Ossenkoppelerhoek 61 Dimence 74 Hagedoornschool 81 Leemslagen 89 Weggeler 91 Maatkampshoek Mutaties sleutelgeld: - Waterrijk - Aadijk - Dollegoor Subtotaal OHW in exploitatie - NIEGG - Overige gronden Subtotaal voorraad bouwgrond Totaal bouwgrondexploitatie
Boekwaarde 31-12-2013
3.692 831 -571 8.744 643 926 9.535 48.238 12.677 3.480 2.776 1.571 -1.588 39.313 2.560 2.031 634 539 8.258 5.245 925
Vermeerderingen
170 919 204 409 112 110 517 -24.462 531 443 137 97 10 2.126 128 383 146 42 -1.993 500 71
Verminderingen
0 520 6 0 826 310 647 23.776 4 822 0 0 -1.602 644 3 710 779 0 6.264 33 0
Boekwaarde 31-12-2014
Verliesvoorziening
3.862 1.229 -373 9.153 -72 726 9.405 0 13.205 3.102 2.913 1.667 24 40.794 2.685 1.703 0 581 0 5.712 996
612 21 442 9.204 14 284 4.863 0 1.994 1.635 887 1.022 0 1.311 2.359 530 0 589 0 2.297 366
Winstneming
31-12-2014
3.250 1.208 -815 -51 -85 443 4.542 0 11.211 1.467 2.026 645 24 39.483 326 1.173 0 -8 0 3.415 630
150.456
-19.401
33.742
97.314
28.430
68.885
31.950 62.457 94.407
0 30.180 30.180
0 1.904 1.904
31.950 90.733 122.683
13.886 73.390 87.276
18.064 17.343 35.407
244.863
10.779
35.646
219.997
115.706
104.292
Boekwaarde per m2 De boekwaarde 31-12-2014 van de niet in exploitatie genomen voorraad bouwgrond: € 41,83 per m2 (x € 1.000) Lopende exploitaties verliesvoorzieningen 04 Bedrijvenpark Twente 08 Dollegoor 11 Kollenveld 13 Rohof 15 Indië 17 Nijrees midden 18 Rhijnbeek 19 Noordflank 22 Bedrijvenpark Twente Noord 23 Nijrees-Noord 25 Bieskolk 32 Chiel Dethmerstraat 53 Almelo Noord Oost 54 Pooksbelten 60 Ossenkoppelerhoek 61 Dimence 74 Hagedoornschool 81 Leemslagen 89 Weggeler 91 Maatkampshoek Subtotaal verliesvoorzieningen lopende exploitaties - NIEGG - Overige gronden Subtotaal verliesvoorzieningen verspreide bezittingen
31-12-2013 529 189 429 8.951 15 253 4.246 964 1.362 1.524 801 890 546 2.038 433 753 511 806 0 93 25.335
Rente 2014 21 8 17 358 1 10 170 39 54 61 32 36 22 82 17 30 20 32 0 3 1.014
Mutaties 2014 61 -176 -4 -106 -2 21 448 -1.002 577 50 53 97 743 239 79 -783 58 -838 2.297 270 2.082
31-12-2014 612 21 442 9.204 14 284 4.863 0 1.994 1.635 887 1.022 1.311 2.359 530 0 589 0 2.297 366 28.430
13.250 51.683 64.933
530 2.067 2.597
106 19.640 19.746
13.886 73.390 87.276
90.268
3.611
21.138
115.706
178
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar De vorderingen kunnen als volgt worden gespecificeerd: (x € 1.000)
- Vorderingen op openbare lichamen - Af: voorziening vordering IAU Subtotaal vorderingen op openbare lichamen - Rekening courant GBT - Rekening courant IGM Subtotaal rekening-courant niet financiële instellingen - Rijksvergoeding BBZ - Waarborgsommen - Overige volkshuisvesting - Vordering WWB - Overige vorderingen - Af: voorziening debiteuren - Af: voorziening WWB Subtotaal overige vorderingen
31-12-2013
19.115 0 19.115
(x € 1.000)
31-12-2014
19.645 -2.876 16.769
4.567 5.068 9.635
1.872 0 1.872
1.761 13 53 14.910 3.544 -2.956 -11.160 6.165
1.398 13 53 15.996 2.234 -1.688 -12.096 5.910
34.915
24.551
Vorderingen op openbare lichamen Onder de vorderingen op openbare lichamen heeft een bedrag van € 12.586.000 (2013: € 9.265.000) betrekking op het BTW compensatiefonds. Voorziening vordering IAU Voor het boekjaar 2010 heeft de gemeente Almelo destijds een aanvraag voor een Incidenteel Aanvullende Uitkering (IAU) ingediend ad. € 2.631.104. Deze aanvraag is door de Staatssecretaris van SZW afgewezen. Hiertegen heeft de gemeente Almelo beroep aangetekend. In december 2014 heeft de Rechtbank hier uitspraak over gedaan in het voordeel van de gemeente Almelo. Vermeerderd met interest en een vergoeding voor de proceskosten bedraagt het totaal te ontvangen bedrag € 2.875.647. Tegen de uitspraak van de Rechtbank heeft de Staatssecretaris van SZW hoger beroep ingesteld, zodat het nog niet zeker is dat de gemeente de vordering van € 2.875.647 zal ontvangen. Ter afdekking van het risico van oninbaarheid is voor de totale vordering een voorziening getroffen. Oninbare vorderingen Van de nog openstaande vorderingen kan op grond van analyse een bedrag van € 1.688.000 (2013: € 2.956.000) als dubieus worden aangemerkt. In 2014 is een bedrag van € 1.315.000 (2013: € 764.000) als oninbaar afgeboekt.
179
Drempelbedrag schatkistbankieren: Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000) Verslagjaar (1)
Drempelbedrag
1920 Kwartaal 1
Kwartaal 2
Kwartaal 3
Kwartaal 4
-
-
-
(3a) = (1) > (2)
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen Ruimte onder het drempelbedrag
1.920
1.920
1.920
1.870
(3b) = (2) > (1)
Overschrijding van het drempelbedrag
-
-
-
-
(2)
50
(1) Berekening drempelbedrag Verslagjaar (4a) (4b) (4c)
Begrotingstotaal verslagjaar Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat
256.000 256.000 -
(1) = (4b)*0,0075 + Drempelbedrag (4c)*0,002 met een minimum van €250.000
1920
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen Kwartaal 1 (5a) (5b) (2) - (5a) / (5b)
Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) Dagen in het kwartaal Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen
Kwartaal 2 -
Kwartaal 3 -
90 -
Kwartaal 4 -
91
4.587 92
-
92
-
50
Liquide middelen De liquide middelen kunnen als volgt worden gespecificeerd: (x € 1.000)
- Kas - Bank - Giro
31-12-2013
29 520 87 636
(x € 1.000)
31-12-2014
32 89 91 212
Het kassaldo per 31 december 2014 is in overeenstemming met de op dat moment aanwezige contanten. De saldi van de bank- en girorekeningen zijn in overeenstemming met de desbetreffende dagafschriften per 31 december 2014. Overlopende activa Op deze balanspost worden de vooruitbetaalde en de nog te ontvangen bedragen verantwoord. De overlopende activa kunnen als volgt worden gespecificeerd: (x € 1.000)
- Nog te ontvangen BTW - Nog te ontvangen EU - Nog te ontvangen Rijk - Nog te ontvangen overige overheid - Nog te ontvangen overig - Nog te ontvangen erfpachten - Vooruitbetaald algemeen - Onderhanden werk - Nog te verantwoorden algemeen - Kruisposten algemeen
31-12-2013
525 0 0 5.706 4.996 111 1.202 548 182 -7 13.263
(x € 1.000)
31-12-2014
-10 207 219 5.303 6.575 83 1.236 168 -26 45 13.800 180
Bij nog te ontvangen overig is een bedrag opgenomen van € 1.314.000 waarvoor de gemeente een bestuursrechtelijk traject heeft lopen bij het Ministerie van SZW in verband met de korting van dit bedrag op de uitkering wsw 2011 van de gemeente. PASSIVA Vaste passiva Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen wordt onderstaand weergegeven. (x € 1.000)
Resultaatbestemming voorgaand jaar 31-12-2013
- Algemeen reserve - Reserves grondbedrijf Subtotaal Algemene Reserves
11.930 518 12.448
- Bestemmingsreserves - Nog te bestemmen resultaat
47.641 -2.689 57.400
Dotatie
Onttrekking
6.526 6.526
3.837 3.837
Via resultaatbestemming programmarekening Onttrekking
31-12-2014
1.634 970 2.604
4.802 517 5.319
8.762 971 9.733
16.223
26.594 51.915 83.828
37.270 -51.915 -4.912
Dotatie
18.827
Voor een nadere toelichting van het rekeningresultaat wordt verwezen naar het hoofdstuk resultaatbestemming. Onderstaand wordt het verloop van de algemene- en bestemmingsreserves inclusief doel van de betreffende reserve weergegeven. Verloopoverzicht reserves (x € 1.000)
51001 Algemene reserve
31-12-2013
Dotatie
Onttrekking
31-12-2014
Doel van de reserve
11.930
1.634
4.802
8.762
Buffer om eventuele (toekomstige) verliezen te kunnen dekken.
518
970
517
971
Dekking van mogelijke tekorten op de grondexploitaties. De mutaties vloeien voort uit het treffen van verliesvoorzieningen, winstnemingen en afsluitingen van grondexploitaties.
12.448
2.604
5.319
9.733
53002 Schoolgebouwen
504
362
0
866
53004 Verkiezingen
100
85
167
18
77
0
0
77
Financiering inzake het besluit woninggebonden subsidies dat bijdraagt aan een goede woningbouw en –verbetering
53009 Overlopende werken
5.146
4.774
4.017
5.903
Financiering van meerjarige incidentele projecten
53011 Grote investeringen
3.049
0
1.768
1.281
Financiering van grote investeringen/ projecten
183
0
100
83
Het opvangen van fluctuaties in de te compenseren BTW
6
1
0
7
Financiering van uitloop projecten in het kader van de eerste periode van het MOP – grote steden beleid
51002 Algemeen grondbedrijf
Subtotaal algemene reserves
53007 BWS
53012 BTW compensatie 53013 GSB I
Egalisatiereserve voor de jaarlijkse budgetten vanuit het Integraal Huisvestingsplan Financiering van de kosten van verkiezingen
181
Verloopoverzicht reserves (x € 1.000)
31-12-2013
Dotatie
Onttrekking
31-12-2014
Doel van de reserve
53014 GSB II
193
0
0
193
Financiering van uitloop projecten in het kader van de eerste periode van het MOP – grote steden beleid II – BDU sociaal
53017 GSB III
2.133
0
497
1.636
Financiering van uitloop projecten in het kader van de eerste periode van het MOP – grote steden beleid III – BDU sociaal, fysiek, economie
53019 Verontreiniging bodem
2.016
317
58
2.275
Buffer voor aanspraken bodemverontreiniging inzake Decompgelden
53020 Accommodaties parkeren
245
45
290
0
Reserve ter dekking van de (eventuele) verbetering en realisatie van de parkeeraccommodaties in relatie met de verhoging van de kwaliteit van het centrum
53026 Stadsvernieuwing
128
8
20
116
Financiering van stadsvernieuwingsprojecten
53028 Bovo
0
744
736
8
Financiering van projecten die indirect voortvloeien uit de ontwikkeling van stadsuitleg locaties
53029 Kunst
50
0
50
0
Aankopen en onderhoud gemeentelijk kunstbezit voor openbare ruimten
0
0
0
0
Aanschaf en onderhoud muziekinstrumenten voor amateurmuziekverenigingen
53031 Wijkbudgetten
113
0
19
94
Reserve ter egalisatie van de jaarlijkse kosten van de door de wijkverenigingen gewenste activiteiten en voorzieningen
53033 Sportstimulering
329
0
297
32
Bevordering van sportdeelname door jeugdigen en een stimulerend beleid dat achterstanden in sportparticipatie moet opheffen
53036 Accommodaties welzijn
6
0
0
6
Financiering van voorbereidingskosten die te maken hebben met de uitvoering “kadernota welzijnsaccommodaties”
53042 Afkoop Soweco
29
0
5
24
Financiering van de gemeentelijke aanvullende bijdrage over de jaren 1995 tm 2015 als gevolg van het gezond maken en implementatie van de organisatiestructuur
53050 Bedrijfsvoering
86
0
37
49
Opvang van knelpunten die ontstaan in de bedrijfsvoering die de continuïteit van de bedrijfsvoering in gevaar kunnen brengen
53053 Co-financiering
3.933
102
1.077
2.958
Het financieren van de gemeentelijke bijdrage bij projecten waarbij de subsidiegever om een gemeentelijke bijdrage vraagt
144
0
0
144
Reserve ter egalisatie van de jaarlijkse resultaten van het ingenieursbureau m.b.t. het XL Businesspark Twente
53030 Instrumenten
53054 Ingenieursbureau
182
Verloopoverzicht reserves (x € 1.000)
31-12-2013
Dotatie
Onttrekking
31-12-2014
Doel van de reserve
53056 Wegen
1.116
1.365
1.383
1.098
Financiering van onderhoud van de gemeentelijke infrastructuur en een geregelde uitvoering van kwalitatief goede onderhoudsprogramma’s
53057 Riolering
5.428
0
5.428
0
Opvang van grote fluctuaties in de hoogte van het jaarlijks te betalen rioolrecht
22
0
0
22
Financiering van het zogenaamde technische onderhoud
2.416
493
2.909
0
Saldoregulering van de opbrengsten en lasten van afvalinzameling
61
0
0
61
Financiering voor aanschaf en vervanging van noodzakelijk materiaal en onderhoud t.b.v. gemeentelijke sportaccommodaties
53061 Takenanalyse
256
0
0
256
Reserve voor financiering frictiekosten die te maken hebben met de takenanalyse
53062 Wijkwaardebon
150
0
120
30
Via deze reserve lopen de uitgaven voor de wijkwaardebonnen
2.516
4
668
1.852
Buffer om negatieve gevolgen door de afname van de Rijksmiddelen voor reintegratie op te kunnen vangen, zodat het ingezette re-integratiebeleid op een verantwoorden manier tot uitvoer van worden gebracht
0
0
0
0
Het egaliseren van fluctuaties in de exploitatie van de grondbank
53066 BLS
600
0
0
600
Stimulering van woningbouw op specifieke locaties
53067 Nieuwkomers
128
0
0
128
Financiering van inburgeringsvoorzieningen en realisatie van inburgeringstrajecten
53069 ISV tm 2014
906
1.846
1.106
1.646
Financiering projecten in het kader van het programma ISV3
53070 MAU
2.809
0
1.137
1.672
Financiering van de uitvoering van het Plan van Aanpak MAU
53071 Centrumspaarfonds
4.883
695
2.159
3.419
Financiering van kosten van eerste fase binnenstad
53072 Kunstwerken
0
148
0
148
Financiering van kosten kunstwerken
53073 RUD
0
226
79
147
Egalisatie resultaten RUD
53074 Transitie sociale agenda 53005 Automatisering
0
1.300
0
1.300
419
-53
85
281
Financiering van de jaarlijkse kapitaallasten horende bij investeringen op automatiseringsgebied
5.786
2.671
2.265
6.192
Reservering voor nieuwbouw stadhuis
53058 Bibliotheek 53059 Heffing afvalstoffen 53060 Sportraad
53063 Re-integratie
53065 Grondbank
53051 Huisvesting stadhuis 54001 Resultaatbestemming
0
Jaarresultaat
183
Verloopoverzicht reserves (x € 1.000)
55010 Iispa
31-12-2013
Dotatie
Onttrekking
31-12-2014
Doel van de reserve
29
10
39
0
Financiering van het project bouwschade – juridische procedures (124125)
550xx Economisch nut
1.647
1.081
79
2.649
Subtotaal bestemmingsreserves
47.641
16.223
26.594
37.270
Reserves ter dekking kapitaallasten investeringen met economisch nut
-2.689
6.526
3.837
57.400
25.354
35.750
0 -51.915 -4.912
Nog te bestemmen voorgaand jaar resultaat dit jaar
Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen wordt onderstaand weergegeven.
Onttrekking
(x € 1.000) 31-12-2014
20 3.387 1.362 4.768
10.775 7.807 1.303 19.885
programmarekening 31-12-2013
- Verplichtingen, risico’s en verliezen - Onderhoudsegalisatievoorzieningen - Door derden beklemde middelen
Dotatie
3.759 7.674 1.743 13.176
7.036 3.520 922 11.478
Onderstaand wordt het verloop van de voorzieningen inclusief doel van de betreffende voorziening weergegeven. Verloopoverzicht voorzieningen 61015 XL businesspark Twente
31-12-2013
Dotatie
Onttrekking
(x € 1.000) 31-12-2014
Doel van de voorziening
3.444
1.038
0
4.482
Dekking van het aandeel van de gemeente Almelo in het verwachte tekort op de grondexploitatie XL Businesspark Twente
315
403
20
698
Dekking van de nakomende kosten van afgesloten grondexploitaties
61035 riolering egalisatie
0
3.547
0
3.547
61036 afval egalisatie
0
2.048
0
2.048
Dekking van kosten uitgestelde rioleringswerkzaamheden Dekking van kosten uitgestelde afvalinzamelingswerkzaamheden
Subtotaal voorzieningen verplichtingen
3.759
7.037
20
10.775
61005 Riolering vervanging
1.426
2.010
1.499
1.937
Spaarbedragen vervangingsinvesteringen riolering conform vGRP 2011-2015
62001 Stadhuis onderhoud
112
0
7
105
Onderhoud van het stadhuis
62002 Onderhoud en vervanging
4.106
1.044
1.354
3.796
Onderhoud en vervanging van gemeentelijke eigendommen met uitzondering van het stadhuis
62005 Onderhoud sportaccommodaties Subtotaal egalisatievoorzieningen
2.029
465
526
1.968
Onderhoud van sportaccommodaties
7.674
3.520
3.387
7.807
1.324
830
1.344
810
610xx Voorziening nutw
63022 Huisvesting
Onderhoudsvoorziening voor
184
Verloopoverzicht voorzieningen onderwijs
31-12-2013
Dotatie
Onttrekking
(x € 1.000) 31-12-2014
Doel van de voorziening schoolgebouwen die zowel juridisch als economisch eigendom zijn van de gemeente
63033 Sociale recherche
108
92
0
200
Financiering van exploitatielasten betreffende het SRT (samenwerkingsverband van 13 gemeenten)
63049 Voorziening wijkcentra 63050 Voorziening inventaris wijkcentra
111
0
0
111
Dekking onderhoud wijkcentra
45
0
0
45
Dekking van de uitgaven aan het inventaris van de wijkcentra
63051 Voorziening zittend vervoer
155
0
17
138
De Regio Twente vervult voor het voormalig zittend vervoerspersoneel de werkgeversrol. De afwikkeling loopt tm 2021.
1.743
922
1.361
1.303
13.176
11.478
4.768
19.885
Subtotaal voorzieningen derden
Vaste schulden met een rentetypische looptijd langer dan één jaar Op deze balanspost worden de langlopende geldleningen, waarborgsommen en belegde gelden verantwoord. De vaste schulden kunnen als volgt worden gespecificeerd: (x € 1.000)
- Langlopende geldleningen - Geldleningen woningbouw Subtotaal onderhandse leningen - Waarborgsommen i.v.m. grondverkopen - Belegde reserve Stichting Personeelfonds
31-12-2013
252.517 27.612 280.129
358 85 280.572
(x € 1.000)
31-12-2014
271.761 10.701 282.462
358 87 282.907
De woningbouwleningen zijn budgettair neutraal verwerkt in de balans. Het ogenschijnlijke verschil tussen de verstrekte woningbouwleningen (activa) en opgenomen woningbouwleningen (passiva) wordt veroorzaakt doordat voor een deel van deze leningen geen partiële financiering aanwezig is, en hierdoor de één op één relatie ontbreekt. Het verloop van de onderhandse leningen is als volgt (bedragen x € 1.000): Saldo 31 december 2013 Opgenomen leningen: - Leningen t.b.v. consolidatie - Leningen t.b.v. bvo sc Heracles - Leningen t.b.v. de IGM Aflossingen: Eigen financiering reguliere aflossing Eigen financiering extra aflossing Financiering woningbouw Financiering woningbouw extra aflossingen Saldo 31 december 2014
280.129 45.000 8.200 5.000
58.200
38.956 16.911 55.867 282.462
De totaal betaalde rente over 2014 bedroeg € 9.408.085. 185
Onderverdeling onderhandse leningen naar sectoren (x € 1.000)
- Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - Binnenlandse banken en overige financiële instellingen - Overige binnenlandse sectoren
31-12-2013
1.133 278.992 4 280.129
(x € 1.000)
31-12-2014
908 281.550 4 282.462
Voor een nadere specificatie van de mutaties wordt verwezen naar de staat van opgenomen geldleningen. Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Het saldo op deze balanspost geeft het totaal aan van de te betalen bedragen per 31 december 2014 vermeerderd met de daarna nog geboekte te betalen posten aan derden met betrekking tot het boekjaar 2014. De kortlopende schulden kunnen als volgt worden gespecificeerd: (x € 1.000)
- Crediteuren - Rekening-courant BNG - Kasgeld o/g - Rekening-courant raadsleden - Rekening-courant Stadstoezicht - Overige kortlopende schulden
31-12-2013
9.095 13.771 15.000 7 51 1 37.925
(x € 1.000)
31-12-2014
10.143 8.430 20.000 7 51 2 38.633
De saldi van de bank- en girorekeningen zijn in overeenstemming met de desbetreffende dagafschriften per 31 december 2014. Overigens kent de afloop van deze posten een normaal verloop. Overlopende passiva Op deze balanspost worden de vooruitontvangen en nog te betalen bedragen verantwoord. De overlopende passiva kunnen als volgt worden gespecificeerd: (x € 1.000)
- Vooruitontvangen bedragen door derden beklemd - Nog te betalen bedragen - Rijksvergoeding BBZ - Nog te betalen loonheffing - Nog te betalen bijstandsuitkeringen - Betalingen onderweg - Vooruitontvangen bedragen Rijk - Vooruitontvangen bedragen overige overheid - Vooruitontvangen bedragen overig
31-12-2013
7.947 9.121 1.761 1.912 -165 0 2.414 80 1.006 24.076
(x € 1.000)
31-12-2014
4.195 12.306 1.398 1.890 -46 541 2.432 216 854 23.786
186
Onderverdeling vooruit ontvangen bedragen door derden beklemd (x € 1.000) - Gebiedsmakelaar - Ruimtelijke ordening en milieu algemeen - Sez algemeen - Samenleving algemeen - Bestuurscoördinatie & control algemeen - Woon zorg service - Onderwijsachterstandenbeleid - Stationsomgeving - Waterboulevard - Registratie niet ingezetenen - Weteringshoek Senter Novem - Sluiskade ZZ stimuleringsbijdrage
31-12-2013 32 417 1.548 1.634 58 71 1.833 863 1.233 108 87 63
Toevoeging 2014 0 0 0 484 0 0 2.974 0 0 0 0 0
Onttrekking 2014 32 203 1.423 903 43 13 2.815 863 657 108 87 63
31-12-2014 0 214 125 1.215 15 58 1.992 0 576 0 0 0
7.947
3.458
7.209
4.195
Gewaarborgde geldleningen (x € 1.000)
- Garanties t.b.v. stichtingen en verenigingen - Garanties t.b.v. woningstichtingen - Garanties t.b.v. particulieren inzake eigen woningbezit (het betreft hier 821 verleende garanties per ultimo 2014)
31-12-2013
9.019 3.462
24.734 37.215
(x € 1.000)
31-12-2014
8.415 0
22.606 31.021
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Garanties Twence Met de aandelenoverdracht Twence in 2012 van Regio Twente naar de individuele gemeenten is ook de borgstelling van een tweetal geldleningen overgegaan naar gemeenten. Het betreft de volgende leningen en restant schuld: NWB 6,97% stand per 31-12-2014: € 13.996.000 BNG 7% stand per 31-12-2014: € 1.702.000 Het aandeel van Almelo in deze borgstelling is € 1.756.000 en is gelijk aan het percentage dat de gemeente bezit in Twence. De kans dat Almelo voor deze borgstelling wordt aangesproken is te verwaarlozen. Behoudens de genoemde garantstelling staat de gemeente niet garant voor het nakomen van verplichtingen aan derden, niet anders dan reeds in de begroting van de lopende exploitatie is afgedekt. Wachtgelden en IZA-premies gepensioneerden Voor toekomstige wachtgeldverplichtingen voortvloeiende uit bovenvermelde regelingen zijn in 2001 gedeeltelijk voorzieningen opgebouwd. Voortzetting van de in 2001 opgestarte opbouw van voorzieningen voor arbeid gerelateerde verplichtingen is volgens de BBV-voorschriften niet meer toegestaan. De aan deze verplichtingen verbonden kosten worden in de jaarlijkse gemeentebegroting opgenomen. Vakantiegelden Deze verplichtingen van circa € 2,8 miljoen worden voor een vol jaar opgenomen in de jaarlijkse gemeentebegroting. Aankoop perceel Waterrijk De gemeente is op basis van de Wet voorkeursrecht gemeenten gehouden tot koop van percelen (206.896 m2) aan de Schout Doddestraat. De akte is gepasseerd in 2011 en de koopsom bedraagt € 9.443.432. Met deze kosten is rekening gehouden in de grondexploitatie Waterrijk. Het is een koopovereenkomst waarbij de gronden 187
niet direct worden geleverd. De gemeente verkrijgt een onherroepelijke koopoptie en de verkoper een afroeprecht ten aanzien van de levering van de percelen. Om verzekerd te zijn van een tijdige beschikbaarheid van de gronden is op de uitgestelde levering een lening verstrekt voor een bedrag van € 8,5 miljoen. Belangrijke financiële verplichtingen In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste financiële verplichtingen (> € 100.000) weergegeven per 31-12-2014. Tevens kan worden opgemerkt dat in het kader van de decentralisaties in regionaal verband diverse contracten zijn aangegaan. Naam leverancier
Jaarbedrag (in €) 4.722.309 3.592.374 3.460.964 2.959.180 2.887.729
Afloopdatum
Soweco NV
3.001.488
Doorlopend
Stadstoezicht Almelo bv Avi Twente Reef Infra BV
2.466.676 2.579.791 2.200.000
Doorlopend Doorlopend 01-01-2017
Tzorg BV
1.695.540
31-12-2015
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente Brookhuis personenvervoer ROC van Twente Stadsbank Oost Nederland Twence Energie Imtech Twente Milieu NV P/flex Randstad Contracting bv Zorggroep Manna
1.325.009 708.732 125.000 600.000 710.000 417.000 219.000 778.989 651.667
Doorlopend 01-07-2016 Doorlopend Doorlopend 01-01-2016 01-01-2017 01-01-2016 01-06-2016 31-12-2015
Taxi Vervoerscentrale Almelo bv Algemene Thuiszorg Combinatie
550.000 609.395
01-08-2017 31-12-2015
Maassaete Rotterdam BV Tempo-Team Uitzenden Greenchoice Damste Advocaten Stichting Almelo Promotie
595.088 363.000 500.650 402.000 661.750
01-01-2016 01-06-2016 01-01-2016 01-01-2016 Doorlopend
Hago Bv Cogas Infra & Beheer BV
298.000 500.000
31-01-2017 Doorlopend
Otto Ooms Snippe Almelo BV.
652.000
01-01-2016 31-12-2021
PinkRoccade
350.000
Doorlopend
Capabel Taal BV Regio Twente Noord-Nederl. Assurantiemakelaars bv
404.388 248.685 317.290
Doorlopend Doorlopend 01-01-2016
Veiligheidsregio Twente Twente Milieu NV TSN Thuiszorg Regio Twente Sportbedrijf Almelo
Doorlopend Doorlopend 31-12-2015 Doorlopend Doorlopend
Betreft Brandweer Twente Afvalinzameling Hulp bij het huishouden Algemene bijdrage Exploitatie sportaccommodaties en -terreinen o.a. groenvoorziening en reintegratie o.a. Parkeerbeheer + Veiligheid Afvalverwerking Raamovereenkomst verhardingen en riolering Maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning Heffen en innen belastingen Regiotaxi CVV reintegratie Schuldhulpverlening Elektriciteit Openbare verlichting Verkeerslichten onderhoud Uitzendkrachten Maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning Leerlingenvervoer Maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning Huren (huur Java toren) Uitzendkrachten Levering gas Stadsadvocaat Centrummanagement en culturele activiteiten Schoonmaak Transport gas en elektriciteit / aanleggen infratructuur Trapliften Twentheplein + parkeerplekken huur Software divers: o.a. belastingsoftware, SAP beheer enz Inburgeringstrajecten Regionale samenwerking Verzekering eigendommen 188
Kersten Weghorst-Oliko Retail bv Eurest Microsoft Ireland VialisTraffic bv Ivio Integratie Almere Vitens NV SCIO Consult BV PQR Computer Products BV Gemeente Enschede, Adm.kantoor
900.000 238.014 386.739 160.000 150.000 191.400 109.000 187.345 182.000
01-01-2018 01-09-2016 01-06-2016 Doorlopend 01-01-2016 Doorlopend Doorlopend 01-06-2016 01-03-2014 31-08-2015
Twence Bioconversie bv Centric IT Solutions Centrum Alm Aktief St. GeoTax Vastgoedinformatie BV Arbo Unie Oost-Nederland Vest.Almelo Canon Nederland NV UWV Gak
360.000 134.784 124.132 120.237 124.000 102.135 198.000
Doorlopend Doorlopend Doorlopend Doorlopend 01-01-2019 01-02-2017 Doorlopend
Wmo hulpmiddelen Brandstof Catering Windows en Office Verkeerslichten aanschaf Inburgeringstrajecten Water Medische advisering Hardware servers Kluwer Portal / Inhuur RBT / Brandweer Energie Afvalverwerking GWS4ALL / DDS4ALL / enz Ondernemersfonds Inhuur / Juridisch advies Arbo dienstverlening Multifunctionals Inhuur deskundigen
Rechtsgeschillen waaruit eventueel een verplichting kan ontstaan - De claim op van de Looy inzake het geschil over de hoogte van de bouwleges; - Het project Chiel Dethmersstraat zal (mogelijk) geen doorgang vinden vanwege een juridisch twistpunt en dat er in recht zal worden bepaald wie hiervoor aansprakelijk is, waarbij tevens zal worden bepaald wie de schade als gevolg hiervan (al dan niet voor een deel) zal moeten dragen; - De ingezette verhaalsprocedure met betrekking tot de Iispa, vanwege geleden schade door vertraagde oplevering. Gebeurtenissen na balansdatum Op grond van artikel 29 BBV dient de programmarekening te worden vastgesteld met inachtneming van hetgeen omtrent de financiële positie op de balansdatum is gebleken tussen het moment van opmaken van de programmarekening en het tijdstip van vaststelling daarvan. Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voor gedaan.
189
Gewaarborgde geldleningen
Nr
Oorspronkelijk opgenomen bedrag
Doel van de lening
Naam van de geldgever
23 53
3.176.462 819.981
Stichting Verzorging- tehuis "Friso" Stichting Kruiswerk Almelo
R+A R+A
82
102.101
Bouw verzorgingstehuis Verbouw wijkgebouw Hanzelaan Financiering gebouwencomplex
St. Wijk- en Jeugdcentrum
Bouw en inr.dep. SEZ-terrein Nieuwbouw kinderdagopvangcentrum Verbouw/uitbreiding accomodatie Renovatie tennispark nieuwbouw stadion Heracles Uitbreiding en aanpassing van de schietaccommodatie Afronding privatiseringsproces Nieuw-/verbouw accomodatie Nieuwbouw clubgebouw Geldlening Tennisvereniging Bornerbroek Uitbreiding multifunctioneel stadion Heracles Uitbreiding Bussinesclub stadion Heracles Clubgebouw MHC Almelo Bouwkundige aanpassingen Sportpark en gymnastieklokalen Clubgebouw ASV ‘57
131 143
4.537.802 453.780
148
661.112
150 151 152
104.369 4.537.802 124.790
153 155 156 159
63.529 907.560 58.991 90.000
160
1.000.000
161
500.000
162 163
250.000 300.000
164
62.500
Wat wordt gewaarborgd (rente, aflossing of beide)
Grondslag of % waarborg gemeente
Rente%
Restant van de lening 31-12-2013 Totaal Waarborg gemeente
Restant van de lening 31-12-2014 Totaal Waarborg gemeente
Aflossing
4,39 8,375
912.198 326.992
912.198 18.096
160.082 40.742
752.116 286.250
752.116 15.841
R+A
100 100.000/18 07.000 100
8
6.807
6.807
3.403
3.403
3.403
St. Financieel Beheer "de Koppel" Stichting Kinderdagopvang Hengelo Dimence
R+A R+A
100 100
3,93 7,6
3.053.136 91.118
3.053.136 91.118
147.746 15.111
2.905.660 76.007
2.905.660 76.007
R+A
100
6.34
231.932
231.932
19.327
212.604
212.604
A.T.C. De Veenhorst St. Stadion Heracles S.D.V.V.
R+A R+A R+A
100 100 100
4,07 6 6,3
20.874 2.617.963 62.395
20.874 2.617.963 62.395
5.219 174.531 4.159
15.655 2.443.432 58.236
15.655 2.443.432 58.236
St. " 't Hinseveld" Dimence A.T.V. De Molenhoek “t Brook
R+A R+A R +A R+A
100 100 100 100
4,75 6,15 5,75 5,0
4.235 490.083 5.871 54.000
4.235 490.083 5.871 54.000
4.235 18.151 652 4.500
0 471.932 5.219 49.500
0 471.932 5.219 49.500
St. Stadion Heracles
R+A
100
4,4
466.666
466.666
66.667
399.999
399.999
St. Stadion Heracles
R+A
100
433.334
433.334
0
433.334
433.334
MHC Almelo St. Sportaccommodaties
R+A R+A
100 100
250.000 300.000
250.000 300.000
25.000 15.000
225.000 285.000
225.000 285.000
ASV ‘57 Totaal
R+A
100
9.327.604
9.018.708
704.525
62.500 8.685.847
62.500 8.415.438
5,5 3,35
190
10. Toelichting op het overzicht van baten en lasten 10.1 Algemeen Analyse kapitaallasten (bedrag in €)
Begroting 2014 na wijziging
Rekening 2014
Saldo
- Rente - Afschrijving
8.563.275 9.166.686 17.819.961
7.227.271 8.640.109 15.867.380
1.426.004 V 526.577 V 1.952.581 V 416.000 1.497.509 39.072 V
Subtotaal Af: reeds opgenomen stelpost onderuitputting Af: door reserves/voorzieningen gedekte kapitaallasten Totaal
Bovenstaand voordeel met betrekking tot de kapitaallasten is opgenomen in de kolom niet nader te verklaren bij de betreffende programma’s. Algemene opmerking ten aanzien van de meerjarige incidentele projecten. De meerjarige incidentele projecten zijn jaaroverstijgende projecten die gefinancierd worden via incidentele middelen. Over de jaren bezien zijn deze projecten budgettair neutraal en worden verrekend met de daarvoor bestemde reserves. In de jaarverantwoording 2014 zijn deze projecten opgenomen in de kolom incidentele baten en lasten (incidenteel gerealiseerd) en gezien hun budgettaire neutrale karakter ook niet opgenomen in het te analyseren saldo. Algemene opmerking ten aanzien van de financiële analyses bij de programma’s. Hieronder zijn de financiële analyses per programma gegroepeerd weergegeven waarbij een grensbedrag van € 100.000 per product is gehanteerd. Dat wil zeggen dat afwijkingen van baten of lasten per product ten opzichte van de begroting van minimaal € 100.000 voorzien zijn van een toelichting.
191
10.2 Bestuurskracht en bestuurscultuur (bedrag in €)
Begroting 2014 na wijziging
Rekening 2014
Waarvan Incidenteel
Niet nader te verklaren verschil
Te analyseren verschil
Lasten - Publiekszaken - Saldi kostenplaats - Onvoorzien/nog niet toe te rekenen - Bestuursorgaan/regionale samenwerking - Bestuursondersteuning - Raad en griffie - Rekenkamer Totaal lasten
3.571.389 13.793.810 499.498 1.473.873 7.634.258 1.545.215 113.955 28.631.998
3.449.801 9.263.590 0 1.702.952 7.702.211 1.449.536 95.445 23.663.535
226.649 3.287.349 0 33.518 873.139 78.899 0 4.499.554
98.351 -1.292.347 0 13.982 -253.139 23.601 0 -1.409.552
23.237 5.822.567 499.498 -243.061 185.186 72.078 18.510 6.378.015
Baten - Publiekszaken - Saldi kostenplaats - Onvoorzien/nog niet toe te rekenen - Bestuursorgaan/regionale samenwerking - Bestuursondersteuning - Raad en griffie - Rekenkamer Totaal baten
-1.421.042 -11.703.037 -416.000 -733 -39.600 0 0 -13.580.412
-1.406.580 -4.305.682 0 -35.653 -27.698 -3.892 0 -5.779.505
-222.089 0 0 0 0 0 0 -222.089
72.089 0 -416.000 0 0 0 0 -343.911
-86.551 -7.397.355 0 34.920 -11.902 3.892 0 -7.456.996
2.150.347 2.090.773 83.498 1.473.140 7.594.658 1.545.215 113.955 15.051.586
2.043.221 4.957.908 0 1.667.299 7.674.513 1.445.644 95.445 17.884.030
4.560 3.287.349 0 33.518 873.139 78.899 0 4.277.465
170.440 -1.292.347 -416.000 13.982 -253.139 23.601 0 -1.753.463
-63.314 -1.574.788 499.498 -208.141 173.284 75.970 18.510 -1.078.981
5.603.738 -1.833.421 3.770.497
5.596.066 -3.465.345 2.130.721
222.089 -3.301.554 -3.079.465
-72.089 1.550.634 1.478.545
79.761 81.470 161.231
18.822.083
20.014.751
1.198.000
-274.918
-917.750
Saldo - Publiekszaken - Saldi kostenplaats - Onvoorzien/nog niet toe te rekenen - Bestuursorgaan/regionale samenwerking - Bestuursondersteuning - Raad en griffie - Rekenkamer Gerealiseerd resultaat van saldo baten en lasten bestuurskracht en -cultuur Mutaties in de reserves - Toevoegingen aan reserves - Onttrekkingen aan reserves Saldo mutaties in de reserves Gerealiseerd resultaat bestuurskracht en cultuur
10.2.1 Analyse van de verschillen op de baten en lasten > € 100.000 (bedrag in €)
Lasten - Saldi kostenplaats - Onvoorzien/nog niet toe te rekenen - Bestuursorgaan/regionale samenwerking - Bestuursondersteuning Baten - Saldi kostenplaats
Toelichting
Te analyseren verschil
Voordeel / nadeel
(1) (2) (3) (4)
5.822.567 499.498 243.061 185.186
V V N V
(1)
7.397.355
N
192
(1) Saldi kostenplaats Voordeel op de lasten (€ 5.822.000 V) / nadeel op de baten (€ 7.397.000 N) In tegenstelling tot de andere analyses is het onderdeel saldi kostenplaats gesaldeerd opgenomen in de jaarverantwoording. Het saldo van baten en lasten van de saldi kostenplaats bedraagt € 1.575.000 N. Saldi kostenplaats € 1.575.000 N Het geen als volgt gespecificeerd kan worden: • Aanvulling saldo van voorziening oninbaarheid • Diversen saldo’s van de hulpkostenplaatsen en afdelingen/sectoren
€ 318.000 N € 1.257.000 N
Aanvulling saldo van voorziening oninbaarheid Er is een bedrag van € 1.315.000 afgeboekt op diverse oude (belasting)debiteuren. Dit bedrag is onttrokken uit de voorziening dubieuze debiteuren. Analyse van de dubieuze debiteuren en overige vorderingen ultimo verslagjaar resulteert in een dotatie in de voorziening oninbaarheid van € 318.000 waarbij een stand wordt bereikt die € 997.000 lager ligt dan vorig jaar. Totaal leidt dit tot een saldo van de voorziening dubieuze debiteuren ultimo 2014 van € 1.688.000. Diverse saldo’s van hulpkostenplaatsen en afdelingen/sectoren Hulpkostenplaats/afdeling/sectoren - Informatietechnologie € - Communicatie technologie - Kantoorruimten - Magazijn - Tractie - Voormalig personeel - Opstallen - Regionale uitvoeringsdienst - Diversen Subtotaal hulpkostenplaatsen -
Directie Concerncontrol en advies Stad en economie Samenleving Klantcontact centrum Bestuur en organisatie Intergemeentelijk ingenieursbureau Subtotaal afdelingen/sectoren Totaal generaal
€ -
140.000 21.000 12.000 1.000 25.000 18.000 83.000 81.000 34.000
10.000 67.000 1.198.000 176.000 3.000 123.000 37.000
V N N N V N V N V 149.000
V
1.406.000 1.257.000
N N
N V N N N N V
Hieronder worden de afwijkingen van de diverse saldo’s > € 100.000 toegelicht: Informatietechnologie (€ 140.000 V) Het voordeel op informatietechnologie heeft te maken met het nieuwe stadhuis. Hier is sprake van uitstel van werkzaamheden door de aanstaande verhuizing. De aanschaf van divers materieel is voorzien in 2015. Van het voordeel van € 140.000 wordt voor € 70.000 voorgesteld om middels resultaatbestemming te storten in de I&Areserve, ter dekking van toekomstige vervangingen.
193
Stad en economie (€ 1.198.000 N) Het nadeel op sector stad en economie wordt door de individuele teams bepaald. Belangrijkste reden is een verminderde productiviteit dan begroot. De oorzaken hiervoor zijn divers. Specifiek de teams regelgeving en handhaving (€ 180.000 N) en vastgoed en exploitatie (€ 258.000 N) hebben een verminderde productiviteit door langdurige ziekte van enkele medewerkers. Team groenuitvoering (€ 645.000 N) heeft naast een hoog ziektepercentage vooral een mindere productiviteit door het niet invullen van vrije vacatureruimte. Door wijzigingen in het functieboek is dit in de begroting van 2015 verholpen. Team beheer (€ 130.000 N) heeft een mindere productiviteit door het opleidingstraject van herplaatste medewerkers bij gegevensbeheer. Daarnaast is een voordeel op project opstallen inrichten van € 145.000, ontstaan door het aanhouden van het project verduurzamen maatschappelijk vastgoed, welke in 2015 wordt opgestart. Dit voordeel wordt betrokken bij de zogenaamde over te hevelen budgetruimte. Samenleving (€ 176.000 N) Het nadelig saldo betreft een overschrijding op de formatie en is ontstaan door een combinatie van factoren. Als gevolg van de reorganisatie zijn frictiekosten ontstaan. Daarnaast is extra inzet noodzakelijk geweest als gevolg van stijging van klantenaantallen en het doorvoeren van wijzigingen in wet- en regelgeving. Bestuur en organisatie (€ 123.000 N) Het nadeel op sector Bestuur en Organisatie wordt hoofdzakelijk veroorzaakt bij het produceren van grootschalige basiskaarten. Oorzaken hiervoor zijn een afnemend gefinancierde opdrachtenstroom en een toenemende inzet op wettelijke taken (basisregistraties). Het tekort op het urenbudget heeft een structureel financieel effect. Vanaf 2015 is hiervoor een structurele oplossing gevonden door nieuwe afspraken te maken met de afnemers. (2) Onvoorzien/nog niet toe te rekenen Voordeel op de lasten (€ 499.000 V) Per einde van het boekjaar staan nog enkele stelposten in de begroting die gezamenlijk voor een positief saldo van € 499.000 zorgen. Dit voordeel heeft voor € 223.000 betrekking op middelen voor overheveling van taken “veiligheid, toezicht en handhaving” van provincie naar gemeente. Deze lasten zijn in 2014 nog verantwoord op een ander product, zodat deze tegen elkaar wegvallen. Een ander voordeel van € 151.000 betreft een niet ingezette correctie van de accresraming. Vervolgens is er nog een voordeel van € 42.000 dat betrekking heeft op het nationaal uitvoeringsprogramma en enkele kleine overige voordelen. (3) Bestuursorgaan/regionale samenwerking Nadeel op de lasten (€ 243.000 N) Na de gemeenteraadsverkiezingen is het aantal wethouders op het oude aantal gebleven. Het nadeel wordt met name veroorzaakt, doordat in de begroting 2014 nog is uitgegaan van een college met vier wethouders in plaats van vijf (€ 151.000). In de begroting 2015 is dit hersteld. Tevens is er sprake van een per abuis dubbele financiële verwerking van de stelpost ombuigingstaakstelling van Regio Twente op de gemeentelijke bijdrage (€ 90.000). De ombuiging is in 2014 gerealiseerd onder de post Bestuurlijke samenwerking. De dubbele financiële verwerking is in de begroting 2015 hersteld. (4) Bestuursondersteuning Voordeel op de lasten (€ 185.000 V) Er is een voordeel van € 144.000 op diverse incidentele projecten. Voornamelijk is het voordeel toe te rekenen aan lagere uitgaven voor de ontwikkelcarrousel van het KCC en het loopbaancentrum. Bij resultaatbestemming wordt voorgesteld € 79.000 over te hevelen naar 2015.
194
10.2.2 Analyse van de verschillen op de mutaties in de reserves > € 100.000 Totaal voordeel op de mutaties in de reserves bedraagt € 161.000. De toerekening van de bespaarde rente aan de reserve huisvesting stadhuis vindt plaats op basis van de stand van de reserve per 1 januari. Deze stand was lager dan begroot, vandaar dat de toegerekende rente ook minder is dan begroot. Ten opzichte van de begroting leidt dit tot een lagere baat en een lagere storting in de reserve van € 80.000. Daarnaast een voordeel van € 81.000 door de onttrekking uit de reserve van het negatieve jaarresultaat regionale uitvoeringsdienst.
10.2.3 Realisering van de bezuinigingstaakstellingen Bezuinigingstaakstelling
Bedrag (in €) 18.000
Sluiten geboorteloket ziekenhuis (VJN 2012) Belasting maatregelen (VJN 2012) Papierloos werken Verminderen politieke ambtsdragers college en ondersteuning (VJN 2011) Deregulering en zaak- en procesgericht werken (VJN 2011)
700.000 25.000 151.000 500.000
Sourcing belastingen naar GBT Verlagen bouwkrediet Totaal
88.000 100.000
Realisering Loket is gesloten. Bezuiniging is via personele invulling gerealiseerd. Tarieven OZB zijn verhoogd Budget is verminderd Bezuiniging is niet gerealiseerd Vermindering van formatie is gerealiseerd via doorvoering van reorganisatie per 1-7-2013 en 1-3-2014 Maatregel is doorgevoerd. Er zijn diverse maatregelen in het bouwproject doorgevoerd.
1.482.000
10.2.4 Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke sector In verband met de ‘’Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke Sector (hierna :WNT) dient de beloning van de topfunctionarissen in de jaarrekening openbaar te worden gemaakt. Als topfunctionarissen worden bij de gemeente in het kader van de WNT aangemerkt de gemeentesecretaris en griffier. Het bezoldigingsmaximum in 2014 voor topfunctionarissen van de gemeente Almelo bedraagt € 230.474. Bezoldiging topfunctionarissen Functie bij Gemeente Almelo
Naam
Algemeen directeur/ gemeentesecretaris Raadsgriffier
G.A. de Haan C.M. Steenbergen
Beloning 2014
Omvang dienstverband (in FTE)
Interim
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding
Werkgeversdeel van voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn
Totaal bezoldiging
€ 114.470
€ 8.442
€ 19.053
€ 141.965
1 fte
Nee
€ 86.906
€0
€ 14.123
€ 101.029
1 fte
Nee
Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2014 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2014 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd. 195
10.3 Aantrekkelijke stad (bedrag in €)
Begroting 2014 na wijziging
Rekening 2014
Waarvan Incidenteel
Niet nader te verklaren
Te analyseren verschil
Lasten - Havens en waterwegen - Recreatieve voorziening en - Markten en evenementen - Verkeer en vervoer - Parkeerbeheer - Bouwtoezicht - Ruimtelijke ordening - Monumentenzorg - Economische zaken - Grootschalige recreatie - Belastingen - Geo-informatie - Grondzaken - Grondbedrijf exploitatie - Eigendommen niet voor de openbare - Volkshuisvesting/stedelijke vernieuwing - Besluit woninggebonden subsidie - Sport - Creatieve en culturele vorming - Cultuurbeleving - Beeldende kunst Totaal lasten
216.628 681.869 413.269 3.026.494 2.609.219 0 1.926.610 30.250 2.360.596 140.552 1.681.803 932.836 463.379 39.567.957 638.708 244.909 20.000 6.904.225 4.356.487 1.089.160 226.812 67.531.763
209.400 621.480 369.043 3.967.119 2.908.547 0 3.490.785 22.949 2.253.433 220.552 1.494.602 958.532 581.751 139.956.458 637.915 268.703 0 6.566.126 4.476.688 1.151.088 309.447 170.464.618
0 0 0 2.218.180 8.511 0 1.913.679 0 56.500 0 9.442 79.926 0 -100.388.501 0 0 0 892.054 176.522 0 83.972 -94.949.715
0 0 0 -604.109 2.980 0 -686.679 0 -49.313 0 -9.442 -79.926 11.480 0 793 -1 0 373.151 -101.522 1.555 -83.972 -1.225.005
7.228 60.389 44.226 -336.516 -302.308 0 -877.496 7.301 156.476 -80.000 196.643 54.230 -129.852 -100.388.501 0 -23.793 20.000 -35.052 -18.679 -63.483 1.337 -101.707.850
Baten - Havens en waterwegen - Recreatieve voorziening en - Markten en evenementen - Verkeer en vervoer - Parkeerbeheer - Bouwtoezicht - Ruimtelijke ordening - Monumentenzorg - Economische zaken - Grootschalige recreatie - Belastingen - Geo-informatie - Grondzaken - Grondbedrijf exploitatie - Eigendommen niet voor de openbare - Volkshuisvesting/stedelijke vernieuwing - Besluit woninggebonden subsidie - Sport - Creatieve en culturele vorming - Cultuurbeleving - Beeldende kunst Totaal baten
-76.400 -9.000 -269.507 -552.903 -2.206.949 0 -247.800 0 -353.666 0 -235.000 -46.903 -327.900 -38.780.503 0 -18.972 -20.000 -286.995 0 -38.334 0 -43.470.832
-58.923 -1.111 -258.707 -450.297 -2.430.201 0 -323.357 0 -333.720 0 -234.844 -38.191 -398.428 -81.459.452 0 -11.201 0 -302.351 0 -42.520 0 -86.343.303
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 42.678.949 0 0 0 0 0 0 0 42.678.949
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
-17.477 -7.889 -10.800 -102.606 223.252 0 75.557 0 -19.946 0 -156 -8.712 70.528 42.678.949 0 -7.771 -20.000 15.356 0 4.186 0 42.872.471
196
(bedrag in €)
Saldo - Havens en waterwegen - Recreatieve voorziening en - Markten en evenementen - Verkeer en vervoer - Parkeerbeheer - Bouwtoezicht - Ruimtelijke ordening - Monumentenzorg - Economische zaken - Grootschalige recreatie - Belastingen - Geo-informatie - Grondzaken - Grondbedrijf exploitatie - Eigendommen niet voor de openbare - Volkshuisvesting/stedelijke vernieuwing - Besluit woninggebonden subsidie - Sport - Creatieve en culturele vorming - Cultuurbeleving - Beeldende kunst Gerealiseerd saldo van baten en lasten Aantrekkelijke stad
Begroting 2014 na wijziging
Rekening 2014
Waarvan Inciden-teel
Niet nader te verklaren
Te analyseren verschil
140.228 672.869 143.762 2.473.591 402.270 0 1.678.810 30.250 2.006.930 140.552 1.446.803 885.933 135.479 787.454 638.708 225.937 0 6.617.230 4.356.487 1.050.826 226.812 24.060.931
150.477 620.369 110.336 3.516.822 478.346 0 3.167.428 22.949 1.919.713 220.552 1.259.758 920.341 183.323 58.497.006 637.915 257.502 0 6.263.775 4.476.688 1.108.568 309.447 84.121.315
0 0 0 2.218.180 8.511 0 1.913.679 0 56.500 0 9.442 79.926 0 -57.709.552 0 0 0 892.054 176.522 0 83.972 -52.270.766
0 0 0 -604.109 2.980 0 -686.679 0 -49.313 0 -9.442 -79.926 11.480 0 793 -1 0 373.151 -101.522 1.555 -83.972 -1.225.005
-10.249 52.500 33.426 -439.122 -79.056 0 -801.939 7.301 136.530 -80.000 196.487 45.518 -59.324 -57.709.552 0 -31.564 0 -19.696 -18.679 -59.297 1.337 -58.835.379
Mutaties in de reserves - Toevoegingen aan reserves - Onttrekkingen aan reserves Saldo mutaties in de reserves
3.286.748 -7.915.677 -4.628.929
2.323.980 -8.915.796 -6.591.816
954.643 -5.186.786 -4.232.143
0 1.106.690 1.106.690
962.768 -106.571 856.197
Gerealiseerd resultaat Aantrekkelijke stad
19.432.002
77.529.499
-56.502.909
-118.315
-57.979.182
10.3.1 Analyse van de verschillen op de baten en lasten > € 100.000 (bedrag in €)
Lasten - Verkeer en vervoer - Parkeerbeheer - Ruimtelijke ordening - Economische zaken - Belastingen - Grondzaken - Grondbedrijf exploitatie Baten - Verkeer en vervoer - Parkeerbeheer - Grondbedrijf exploitatie
Toelichting
Te analyseren verschil
Voordeel / nadeel
(1) (2) (3) (4) (5) (6) (7)
336.516 302.308 877.496 156.476 196.643 129.852 100.388.501
N N N V V N N
(1) (2) (7)
102.606 223.252 42.678.949
N V V
(1) Verkeer en vervoer Nadeel op de lasten (€ 336.000 N) / Nadeel op de baten (€ 103.000 N) Extra inzet ten behoeve van het parkeerbeleidsplan (uitvoering van besluitvorming door de raad), waaronder de implementatie, uitvoeren van de evaluatie en de voorbereiding van de business case, nadeel € 65.000. Daarnaast is er een inhaalslag geweest met het verantwoorden van subsidies. Dit heeft tot extra kosten van de accountant 197
geleid en tevens tot extra inzet van medewerkers ter afronding van deze verantwoordingen, nadeel € 30.000. Het niet dekkend zijn van de eigen bijdrage voor de subsidieregeling van verkeerseducatie leidt tot een nadeel van € 25.000. De functie van applicatiebeheerder verkeersregel installaties is vervallen met bijbehorend budget (€ 120.000). In 2014 is het nog niet gelukt de taken op een kostenneutrale manier te verdelen. De taken hiervoor moeten (deels) echter nog wel worden uitgevoerd. Hierdoor ontstaat ook een nadeel van € 30.000. Daarnaast is extra ingezet op regionale samenwerking verkeersregel installaties (o.a. via een gezamenlijke aanbesteding). Dit verklaart een nadeel van € 30.000. Deze extra inzet is mogelijk geweest doordat er minder inzet is gevraagd op projecten. Daarnaast diverse oorzaken: schade aan beweegbare paal in Aadorp (€ 20.000), dekking van sommige kosten zitten op ander product (€ 65.000), kosten fietsenstalling markt is hoger dan budget (€ 15.000) en kosten reorganisatie (€ 25.000). Nadeel van € 90.000 als gevolg van minder reclameopbrengsten op lichtmasten en abri’s, door de aanhoudende recessie nemen bedrijven minder af. De geraamde baat van verkeerseducatie is gebaseerd op de maximum subsidie die kan worden gekregen van de Regio Twente. Er zijn echter minder kosten gemaakt en daardoor is de subsidie, als percentage daarvan, ook lager (verklaart € 15.000). (2) Parkeerbeheer Nadeel op de lasten (€ 302.000 N) / voordeel op de baten (€ 223.000 V) Door een verbeterde overhead doorrekening bij Stadstoezicht BV worden meer kosten toegerekend aan het onderdeel parkeerbeheer. Tevens is in de gemeentebegroting geen rekening gehouden met de afgesproken kostenindexatie. Daarnaast is sprake van onvoorziene uitgaven wacht en storingsdiensten. In 2015 zal een business case uitgewerkt worden om de toekomst van parkeerbeheer / -beleid te onderzoeken. (3) Ruimtelijke ordening Nadeel op de lasten (€ 877.000 N) Betreft ten eerste een nadeel op advies van € 253.000. Er worden diverse ruimtelijke vraagstukken door de ambtelijke organisatie behandeld. Veel van deze vraagstukken dienen vanuit de wettelijke verplichting te worden uitgevoerd. In het kader van digitalisering en opschonen zijn diverse uren geboekt op ruimtelijke ordening. Daarnaast heeft € 372.000 betrekking op overschrijding van het krediet binnenstad. Middels raadsbesluit (Raad1502613) is besloten dat deze overschrijding bij resultaatbestemming jaarverantwoording 2014 gedekt wordt uit de reserve centrum spaarfonds. Product bestemmingsplannen geeft een nadeel van € 143.000. Dit zijn de wettelijk verplichte activiteiten van de voorbereiding, het opstellen en procedureel begeleiden van bestemmingsplannen (interpretatie en analyse van bestemmingsplannen, voorlichting en uitleg). Bij het product bestemmingsplannen is onderscheid te maken tussen actualisatieplannen en ontwikkelplannen. Bij de ontwikkelplannen worden leges in rekening gebracht. De leges bestemmingsplannen zijn gecombineerd met de leges omgevingsvergunning. De leges opbrengsten bestemmingsplannen (€ 45.000) zijn bij de omgevingsvergunning verantwoord, zodat de lasten drukken op het produkt Ruimtelijke Ordening. Problematiek bij leges bestemmingsplannen is tweeledig: 1. van projecten met een lange doorlooptijd worden de kosten in een bepaald jaar geboekt terwijl de legesopbrengsten in een ander jaar terecht komen; 2. de ontwikkeling in de laatste jaren is, dat er veel langlopende, complexe procedures zijn, waar veel ambtelijke inzet voor nodig is (in 2014 o.a. Hornbach, Violierstraat/Bornsestraat, De Bavinkel). De leges zijn een vastgesteld bedrag (9.000 euro per aanvraag) en waren in deze gevallen niet toereikend. Voor 2016 zal de legesverordening worden aangepast. Ook komen er meer dan in het verleden herzieningsverzoeken binnen, die we vanuit wettelijke verplichtingen moeten behandelen, maar die niet daadwerkelijk leiden tot een procedure (en dus geen leges). Voor actualisaties is een zeer beperkt budget beschikbaar. In de praktijk blijkt dat niet toereikend, omdat bewoners en bedrijven hun wensen tijdens deze procedure inbrengen. Die moeten beoordeeld worden en eventueel meegenomen. Hier staan geen legesopbrengsten tegenover.
198
(4) Economische zaken Voordeel op de lasten (€ 156.000 V) Betreft voordeel op startersondersteuning. Doordat de dienstverlening ROZ voor startersondersteuning in 2014 onderdeel heeft uitgemaakt van het participatiewerk is voor € 200.000 minder uitgegeven op het product dienstverlening ROZ. Bij resultaatbestemming wordt voorgesteld om € 200.000 te storten in de reserve reintegratie. (5) Belastingen Voordeel op de lasten (€ 197.000 V) Het voordeel heeft voornamelijk betrekking op de post aanloop-, frictie- en desïntegratiekosten met betrekking tot de overdracht naar het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT). Van deze post is in 2013 budget gestort in een project. In 2014 heeft het project voldoende budget om de nog doorlopende kosten te betalen. (6) Grondzaken Nadeel op de lasten (€ 130.000 N) Betreft nadeel als gevolg van werkzaamheden snippergroen en gemaakte kosten voor incidentele grondverkopen. (7) Grondbedrijf exploitatie Nadeel op de lasten (€ 100 mln N) / Voordeel op de baten (€ 43 mln) Voor de analyse van het resultaat van de grondexploitaties wordt verwezen naar paragraaf 5.7 Grondbeleid.
10.3.2 Analyse van de verschillen op de mutaties in de reserves > € 100.000 (bedrag in €)
Mutaties in de reserves - Toevoegingen aan reserves - Onttrekkingen aan reserves
Te analyseren verschil
Voordeel / nadeel
962.768 106.571
V N
Totaal voordeel op de mutaties in de reserves bedraagt € 856.000. Door tegenvallende grondverkopen wordt er € 975.000 minder in de reserve bovenwijkse voorzieningen gestort. Door uitputting van de reserve bovenwijkse voorzieningen als gevolg van deze tegenvallende verkopen is er € 120.000 minder onttrokken als bijdrage aan grondcomplex Ossenkoppelerhoek. Deze bijdrage zal in 2015 alsnog geschieden.
10.3.3 Realisering van de bezuinigingstaakstellingen Bezuinigingstaakstelling Verhogen tarief bewonersvergunning (VJN 2011) Parkeergarage Oosterborgh (VJN 2011) Reclame in parkeergarage (VJN 2011) Regio Twente recreatieparken (VJN 2011) Sport (VJN 2011)
Bedrag (in €) 20.000 50.000 30.000 165.000 300.000
Realisering Verhoging tarief is doorgevoerd. Bezuiniging is niet gerealiseerd Bezuiniging is niet gerealiseerd € 85.000 gerealiseerd. Restant zal op andere wijze worden ingevuld. Realisatie door verhoging van inkomsten en verlaging van uitgaven. Een deel van de bezuiniging € 98.000 is niet 199
Beheer digitale borden bushaltes anders organiseren( VJN 2013)
25.000
Aantal verkeersborden beperken (VJN 2013)
50.000
Minder onderhoud gemeentelijk vastgoed (VJN 2013)
250.000
Totaal
890.000
gerealiseerd Door vervanging van hardware en software kan goedkoper gewerkt worden. Budget is verlaagd. Er is een meldpunt opgestart waar burgers melding kunnen maken van overbodige borden. Hiervan is € 150.000 incidenteel voor het jaar 2014. De bezuiniging is gerealiseerd.
200
10.4 Sociale Agenda (bedrag in €)
Begroting 2014 na wijziging
Rekening 2014
Lasten - Sociale uitkeringsvoorzieningen - Werkgelegenheid - Sociale werkvoorziening - Lokaal onderwijsbeleid - Educatie - Wmo - Mediabeleid - Volksgezondheid - Welzijn Totaal lasten
48.682.084 2.420.837 20.185.502 13.701.224 397.671 15.243.298 44.913 6.979.789 7.489.722 115.145.040
51.415.404 1.786.137 19.241.580 13.174.315 365.656 14.366.815 45.667 6.691.833 6.637.658 113.725.065
2.896.456 1.257.300 1.152.000 163.016 0 0 0 51.731 1.426.447 6.946.950
-178.975 751.700 210.000 157.647 0 0 -1.167 172.400 657.783 1.769.388
-2.554.345 -117.000 733.922 369.262 32.015 876.483 413 115.556 194.281 -349.413
Baten - Sociale uitkeringsvoorzieningen - Werkgelegenheid - Sociale werkvoorziening - Lokaal onderwijsbeleid - Educatie - Mediabeleid - Wmo - Volksgezondheid - Welzijn Totaal baten
-36.929.170 0 -17.107.264 -3.459.993 -275.679 -1.575 -1.575.000 -120.219 -103.008 -59.571.908
-42.044.158 -311.319 -16.950.854 -3.521.414 -243.664 -1.313 -2.048.473 -204.566 -144.118 -65.469.879
-3.055.764 -3.319 0 0 0 0 0 0 0 -3.059.083
-211.483 3.319 0 0 0 0 0 0 0 -208.164
5.326.471 308.000 -156.410 61.421 -32.015 -262 473.473 84.347 41.110 6.106.135
11.752.914 2.420.837 3.078.238 10.241.231 121.992 13.668.298 43.338 6.859.570 7.386.714 55.573.132
9.371.246 1.474.818 2.290.726 9.652.901 121.992 12.318.342 44.354 6.487.267 6.493.540 48.255.186
--159.308 1.253.981 1.152.000 163.016 0 0 0 51.731 1.426.447 3.887.867
-390.458 755.019 210.000 157.647 0 0 -1.167 172.400 657.783 1.561.224
2.772.126 191.000 577.512 430.683 0 1.349.956 151 199.903 235.391 5.756.722
Mutaties in de reserves - Toevoegingen aan reserves - Onttrekkingen aan reserves Saldo mutaties in de reserves
4.968.577 -5.358.401 -389.824
4.768.214 -3.934.874 833.340
183.083 -2.918.950 -2.735.867
208.164 -1.449.772 -1.241.608
-7.801 26.245 18.444
Gerealiseerd resultaat Sociale Agenda
55.183.308
49.088.526
1.152.000
319.616
5.775.166
Saldo - Sociale uitkeringsvoorzieningen - Werkgelegenheid - Sociale werkvoorziening - Lokaal onderwijsbeleid - Educatie - Mediabeleid - Wmo - Volksgezondheid - Welzijn Gerealiseerd saldo van baten en lasten Sociale Agenda
Waarvan Incidenteel
Niet nader te verklaren
Te analyseren verschil
10.4.1 Analyse van de verschillen op de baten en lasten > € 100.000 (bedrag in €) Lasten - Sociale uitkeringsvoorzieningen - Werkgelegenheid - Sociale werkvoorziening - Lokaal onderwijsbeleid - Wmo - Volksgezondheid
toelichting
(1) (2) (3) (4) (5) (6)
Te analyseren verschil 2.554.345 117.000 733.922 369.262 876.483 115.556
Voordelig / nadelig N N V V V V
201
- Welzijn Baten - Sociale uitkeringsvoorzieningen - Werkgelegenheid - Sociale werkvoorziening - Wmo
(7)
194.281
V
(1) (2) (3) (5)
5.326.471 308.000 156.410 473.473
V V N V
(1) Sociale uitkeringsvoorzieningen Nadeel op de lasten (€ 2,5 mln N) / Voordeel op de baten (€ 5,3 mln V) In de begroting worden de uitkeringen netto geraamd op basis van de gemiddelde uitkering per uitkeringsgerechtigde. Dat wil zeggen: de verstrekte uitkeringen minus de ontvangsten van de uitkeringsgerechtigden. In de rekening worden de verstrekte uitkeringen minus de ontvangsten van de klanten afzonderlijk verantwoord. Er is sprake van een nadeel van € 2.444.000 op de lasten en een voordeel van € 4.742.000 op de baten, per saldo een voordeel van € 2.298.000. Een onderbouwing van dit saldo wordt hieronder weergegeven (x € 1):
Uitkeringen WWB/I-deel Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Totaal uitkeringen I-deel Gebundelde rijksvergoeding Saldo uitkeringen I-deel (excl. MAU) Saldo in procenten van Gebundelde rijksvergoeding Aanvullende uitkering 2014 (MAU) Saldo uitkeringen I-deel (incl. MAU) Aanvullende uitkering (IAU/MAU) voorgaande jaren Besluit zelfstandigen Herwaardering bijstandsvordering Saldo overig Saldo totaal uitkeringen bijstand Reservering voor Plan van aanpak MAU Storting in voorziening IAU Saldo na storting in reserve/voorz. IAU/MAU
Begroting Rekening
Gemiddelde uitkering (x € 1) 14.583 14.387
Begroot 36.802.000 1.159.000 37.961.000 35.636.000 2.325.000 N 6%
Werkelijk 34.941.000 1.631.000 36.572.000 36.092.000 480.000 N 1%
Afwijking begroting 1.861.000 V 472.000 N 1.389.000 V 456.000 V 1.845.000 V
0 2.325.000 N
0 480.000 N
0 1.845.000 V
0
2.875.000
2.875.000 V
0 0 0
303.000 150.000 3.328.000 V
303.000 V 150.000 V 3.328.000 V
2.325.000 N 0
2.848.000 V 0
5.173.000 V 0
0 2.325.000 N
2.875.000 27.000 N
2.875.000 N 2.298.000 V
Gemiddeld aantal klanten (x €1) 2.603 2.542
Toelichting Saldo uitkeringen I-deel (excl. MAU) Het voordeel inzake de verstrekte uitkeringen van € 1.389.000 ten opzichte van de begroting kan als volgt worden verklaard: € 878.000 minder uitkeringen als gevolg van een lager gemiddeld aantal klanten 202
€ 511.000 minder uitkeringen als gevolg van een lager gemiddelde uitkering per klant Het voordeel inzake de gebundelde rijksvergoeding van € 456.000 wordt veroorzaakt doordat het begroot bedrag is gebaseerd op de voorlopige rijksvergoeding 2014, zoals bekend gemaakt in juli 2014. Toelichting Aanvullende uitkering 2014 (MAU) In 2012 heeft de Minister de aanvraag voor een Meerjarig Aanvullende Uitkering (MAU) gehonoreerd voor de periode 2012-2014. Dit betekent dat binnen deze periode het tekort boven 7,5% van de gebundelde rijksvergoeding wordt aangevuld door het Rijk. Hierbij geldt wel de voorwaarde dat de Gemeente Almelo haar tekort op de bijstandsuitgaven, conform de maatregelen in het Plan van Aanpak MAU, terugdringt. Bij de BERAP 2014 werd een tekort op de gebundelde rijksvergoeding 2014 verwacht van € 2.325.000, zijnde 6,5 % van de gebundelde rijksvergoeding 2014. Dit is minder dan 7,5%, waardoor er voor 2014 geen MAU begroot is. Het gerealiseerde tekort op de gebundelde rijksvergoeding 2014 bedraagt € 480.000, zijnde 1% van de gebundelde rijksvergoeding. Dit betekent dat er geen MAU uitkering over 2014 plaatsvindt en de doelstelling uit het Plan van Aanpak MAU is gehaald. De uiteindelijke vaststelling van de MAU-uitkering over de periode 2012-2014 zal na 2014 plaatsvinden op basis van de verantwoording aan de Inspectie SZW. Conform het besluit van de Raad in november 2012 zou het positieve saldo op de algemene middelen ten gevolge van de uitvoering van het Plan van Aanpak MAU, gereserveerd worden voor de uitvoering van dit Plan van Aanpak. Voor 2014 bedraagt het positieve saldo € 1.845.000. Bij de kwartaalrapportage MAU is echter al aangeven dat de extra, bij de BERAP beschikbaar gestelde middelen, ad. € 275.000 niet nodig zijn. Resteert derhalve € 1.570.000. De middelen voor het Plan van Aanpak MAU zijn beschikbaar tot het einde van de looptijd van dit plan, zijnde ultimo 2014. Het saldo van € 1.570.000 is niet meer nodig om de uitgaven in deze periode te dekken. Derhalve zijn deze niet gestort in de reserve Plan van Aanpak MAU. Aanvullende uitkering (IAU/MAU) voorgaande jaren Voor het boekjaar 2010 heeft de gemeente Almelo destijds een aanvraag voor een Incidenteel Aanvullende Uitkering (IAU) ingediend ad. € 2.631.104. Deze aanvraag is door de Staatssecretaris van SZW afgewezen. Hiertegen heeft de gemeente Almelo beroep aangetekend. In december heeft de Rechtbank hier uitspraak over gedaan in het voordeel van de gemeente Almelo. Vermeerderd met interest en een vergoeding voor de proceskosten bedraagt het totaal te ontvangen bedrag € 2.875.647. Tegen de uitspraak van de Rechtbank heeft de Staatssecretaris van SZW hoger beroep ingesteld, zodat het nog niet zeker is dat de gemeente de vordering van € 2.875.647 zal ontvangen. De gemeente zal hierin tegen beroep gaan. Ter afdekking van het risico van oninbaarheid wordt voor de totale vordering een voorziening getroffen. Besluit zelfstandigen (€ 303.000 V) In 2014 zijn fors minder bedrijfskapitaalskredieten verstrekt dan verwacht. Dit resulteert in een positief saldo van € 303.000. Herwaardering bijstandsvordering (€ 150.000 V) Als gevolg van de invoering van de Wet Werk en Bijstand zijn gemeenten eigen-risicodrager geworden ten aanzien van de bijstandsverlening. Een gevolg van de invoering van deze wet is dat de toekomstige ontvangsten op resterende bijstandsvorderingen geheel ten gunste van de gemeenten komen. Bij de waardering van de vorderingen per 31 december is het gemeentelijk beleid t.a.v. terugvordering, verhaal en debiteuren richtinggevend. De gemeentelijke vorderingen dienen naar reële waarden gewaardeerd te worden. Jaarlijks dienen de bijstandsvorderingen te worden geherwaardeerd. Eventuele voor- of nadelen dienen niet te worden verrekend met een reserve maar komen ten laste of ten gunste van de gewone dienst. Per 31 december heeft de herwaardering plaatsgevonden van de bijstandsvorderingen, hetgeen een voordeel oplevert van € 150.000. Minimabeleid Nadeel op de Lasten (€ 329.000 N) / voordeel op de baten (€ 601.000 V) 203
De baten en lasten zijn bij het minimabeleid niet afzonderlijk begroot. Per saldo is er een voordeel van € 272.000. Daarnaast is er een voordelig saldo op het project “Almelo doet mee” behaald van € 135.000 en op de beleidsregel eenmalige koopkrachttegemoetkoming van € 123.000 . Beide laatst genoemde saldi worden verantwoord onder “Niet beïnvloedbaar”. Hierdoor bedraagt het totale saldo op het Minimabeleid € 530.000 voordelig. Van dit saldo heeft € 75.000 betrekking op de armoedegelden. In 2014 is met dit project gestart. De plannen voor het armoedepact worden pas in 2015 geeffectueerd. Derhalve wordt middels nota over te hevelen budget verzocht om dit bedrag over te hevelen naar 2015. Eind 2011 is de beleidsmaatregel minimabeleid versoberd. Gevolg is dat sinds 2012 een aanzienlijke afname van de uitgaven minimabeleid wordt gerealiseerd. Voor 2014 is € 173.000 minder uitgegeven op de bijzondere bijstand dan begroot en is op de langdurigheidstoeslag een voordeel van € 76.000 gerealiseerd. Op het budget voor de overige minimaregelingen is een positief saldo van € 66.000 gerealiseerd. Uitzondering op de voordelen betreffen de kosten voor Kinderopvang Sociaal Medisch. Hierop is een nadeel gerealiseerd van € 43.000. Daarnaast voordeel door het positieve saldo op het project “Almelo doet mee” ad. € 135.000 en op de beleidsregel eenmalige koopkrachttegemoetkoming ad. € 123.000. Ten aanzien van de beleidsregel eenmalige koopkrachttegemoetkoming wordt het voordeel verklaard doordat er minder mensen een aanvraag hebben ingediend dan verwacht. (2) Werkgelegenheid Nadeel op de lasten (€ 117.000 N) / voordeel op de baten (€ 308.000 V) Het nadeel van € 117.000 betreft de taakstelling kinderopvangtoeslag, die is voortgekomen uit een wetswijziging waardoor rijksbudget is weggevallen, maar de taken zijn gebleven. De uitvoering van deze regeling was bedoeld voor de lagere inkomens en is daarmee verwant aan het minimabeleid. Tegenover het nadeel van € 117.000 staat een voordeel binnen het minimabeleid van € 530.000. Zie voor een nadere toelichting van dit saldo product sociale uitkeringsvoorziening onderdeel minimabeleid. Het voordeel van € 308.000 heeft betrekking op de onderbesteding van de re-integratiemiddelen. Bij het opstellen van het re-integratieplan 2014 is al rekening gehouden met deze onderbesteding en reservering ervan naar volgend jaar, met het oog op de verlaging van het participatiebudget 2015 door het rijk. (3) Sociale werkvoorziening Voordeel op de lasten (€ 733.000 V) / nadeel op de baten (€ 156.000 N) In de begroting 2014 gingen wij uit van een positief saldo op begeleid werken ad. € 325.000. Uit voorzichtigheidsoogpunt is destijds dit positieve saldo niet ten gunste van de algemene middelen geraamd, maar is hiertegenover een stelpost voor hetzelfde bedrag begroot. Over 2014 is op begeleid werken een positief saldo gerealiseerd van € 599.000. Dit is dus een voordeel dat € 274.000 hoger is dan verwacht. Hiertegenover staat een nadeel van € 21.000 welke grotendeels wordt veroorzaakt doordat de bijdrage in het exploitatietekort Soweco in 2014 hoger zal zijn dan begroot. Dit komt door een hoger aantal gerealiseerde SW-plaatsen, welke voor de gemeente Almelo een nadelig effect op de verdeelsleutel van het exploitatietekort Soweco heeft.. De baten en lasten zijn bij de sociale werkvoorziening nieuw niet afzonderlijk begroot. Per saldo is er sprake van een voordeel van € 274.000. Het begrote voordeel was namelijk € 325.000, het gereailseerde voordeel is € 599.000. Dit voordeel kan als volgt gespecificeerd worden: Begroot Werkelijk Afwijking begroting Beschut werken lasten 15.895.000 15.411.000 484.000 V Beschut werken Rijksbijdrage 15.921.000 15.467.000 454.000 N Saldo beschut werken V 26.000 V 56.000 30.000 V Begeleid werken lasten 860.000 698.000 162.000 V Begeleid werken Rijksbijdrage 1.159.000 1.241.000 82.000 V Saldo begeleid werken V 299.000 V 543.000 243.000 V Saldo sociale werkvoorziening nieuw
V 325.000
V 599.000
274.000 V 204
(4) Lokaal onderwijsbeleid Voordeel op de lasten (€ 369.000 V) Schoolbesturen kunnen jaarlijks voor 1 februari aanvragen indienen voor bekostiging van voorzieningen in onderwijshuisvesting. Deze aanvragen kunnen betrekking hebben op uitbreiding van het schoolgebouw, uitbreiding eerste inrichting onderwijsleerpakket en aanpassing aan en onderhoud van schoolgebouwen. Op basis van deze aanvragen wordt het Integraal Huisvestingplan opgesteld en door ons college vastgesteld. In 2014 waren niet alle middelen benodigd om de gehonoreerde investeringen te realiseren. Dit resulteert in een voordeel van circa € 154.000 In de bestuursrapportage 2014 is door ons college gemeld dat door het aangescherpte beleid het aantal leerlingen dat gebruik maakt van het leerlingenvervoer is verminderd. Deze daling heeft zich doorgezet in het schooljaar 2014-2015. Ten opzichte van het schooljaar 2013-2014 maken 25 leerlingen minder gebruik van het leerlingenvervoer. Daarnaast is gebleken dat de invoering van de Wet op het passend onderwijs vooralsnog geen invloed heeft gehad op het gebruik van de regeling leerlingenvervoer. Dit heeft geresulteerd in een voordeel van circa € 310.000. (5) Wmo Voordeel op de lasten (€ 876.000 V) / voordeel op de baten (€ 473.000 V) Door de financiële meevallers bij de WMO was inzet van een stelpost ad. € 557.000 vanuit de hogere integratieuitkering niet nodig. Het voordeel in de huishoudelijke hulp van € 330.000 wordt met name veroorzaakt door een grotere verschuiving van huishoudelijke hulp hh2 (duurdere vorm) naar huishoudelijke hulp hh1 (goedkopere vorm). De inkomsten van de eigen bijdragen aan huishoudelijke hulp vallen € 469.000 hoger uit dan begroot. Algemene opmerking ten aanzien van de WMO; in casu onzekerheid inzake de WMO Een aanvrager van een voorziening (voorheen WVG), hulp in de huishouding of een financiële tegemoetkoming (persoonsgebonden budget) is op grond van de WMO een bijdrage verschuldigd. Deze bijdrage is op basis van de gemeentelijke verordening WMO qua hoogte afhankelijk van de aard en de duur van de verstrekking en daarnaast van de inkomensgegevens van de aanvrager. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK(Centraal Administratie Kantoor). Het CAK verstrekt een totaaloverzicht waarbij maandelijks afstorting aan de gemeente plaatsvindt van de geïncasseerde bijdragen. Probleempunt hierbij is dat gemeenten niet direct inzicht hebben in de individueel door het CAK berekende eigen bijdrage van de cliënt en dat gemeenten de eigen bijdrage, met uitzondering van de personen die een financiële tegemoetkoming (PGB, persoonsgebonden budget) hebben gekregen, niet direct kunnen berekenen en controleren. Om privacyredenen staan de inkomensgegevens niet op het overzicht van het CAK, ondanks dat die wel nodig zijn om definitief de juistheid en de volledigheid van de eigen bijdragen te kunnen bepalen. De huidige informatie over de eigen bijdrage van het CAK is derhalve ontoereikend om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Hoewel de gemeenten wel de aantallen personen kan beoordelen (aantallen personen waarvoor eigen bijdrage ontvangen wordt vergelijken met de gefactureerde aantallen personen) hebben zij beperkt inzicht in de volledigheid, juistheid en rechtmatigheid van de eigen bijdragen. Het CAK heeft aan haar accountant overigens wel gevraagd om een oordeel te geven over de opzet en het bestaan van beheersmaatregelen binnen het uitvoeringsproces van de eigen bijdragen WMO die de volledigheid, juistheid en tijdigheid van de eigen bijdragen moeten waarborgen. Hierbij maken de volledigheid, juistheid en tijdigheid van de gegevens van de Belastingdienst, GBA, de gemeenten en de zorgaanbieders geen onderdeel uit van het onderzoek. In de mededeling van de accountant van het CAK is alleen de opzet en het bestaan vastgesteld per 31 december 2014. Dit is dus vooral van belang voor het vaststellen of sprake is van voldoende functiescheidingen en dus sprake is van een controleerbare situatie. De werking van het proces gedurende het gehele jaar is niet beoordeeld. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de 205
verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden omtrent omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen. (6) Volksgezondheid Voordeel op de lasten (€ 116.000 V) Gezond in de Stad is het stimuleringsprogramma vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om gemeenten te helpen bij het versterken van de lokale aanpak van gezondheidsachterstanden. Het programma duurt vier jaar (2014-2017). De gemeenten krijgen de ruimte om de aanpak zelf in te vullen en te laten aansluiten bij de lokale situatie en de decentralisaties. Almelo heeft in 2014 € 145.000 ontvangen, maar deze middelen zijn nog niet ingezet. Om het stimuleringsprogramma volledig uit te kunnen voeren zijn de restantmiddelen opgenomen in de Nota overheveling budgetruimte van 2014 naar 2015. In 2015 zal eerst een plan van aanpak worden opgesteld met de nadere uitwerking van de inzet van de middelen. (7) Welzijn Voordeel op de lasten (€ 194.000 V) In 2014 is de subsidie aan Vluchtelingenwerk Oost Nederland verlaagd. Daarnaast is er geen subsidie verleend aan Stichting Noodfonds vluchtelingen Almelo. Dit levert een voordeel op van € 54.000. Ten slotte is in 2014 gestart met het opstellen van de wijkagenda's conform de sociale agenda. De analyse van de wijkagenda’s vergt meer tijd dan was voorzien. De planning is om in 2015 de concept-wijkagenda's vast te stellen en daarna de uitvoeringsplannen. De langere doorlooptijd heeft geresulteerd in een voordeel van € 60.000.
10.4.2 Analyse van de verschillen op de mutaties in de reserves > € 100.000 Er zijn geen verschillen > € 100.000 op de mutaties in de reserves van programma Sociale Agenda.
10.4.3 Realisering van de bezuinigingstaakstellingen Bezuinigingstaakstelling Huurcontract Magna Porta (VJN 2011)
Bedrag (in €) 18.000
Taakstelling kindertoeslag vervallen (meicirculaire 2013) WMO loket (VJN 2011) Exploitatietekort Hof’88 (Begr. 2012)
242.000
Stadsdeel coördinatie( VJN 2011)
107.000
Taakstelling Scoop structureel (VJN 2013)
175.000
Taakstelling Scoop incidenteel (VJN 2013)
125.000
Integraal Huisvesting Programma Onderwijs (VJN 2013)
350.000
74.000 81.000
Realisering Besparing via verhuizing naar nieuwe stadhuis. In 2014 incidenteel ingevuld door dit te betrekken bij minimabeleid. Realisatie m.i.v. 2015. € 29.327 gerealiseerd bij overdacht Hof’88 naar bibliotheek. Restant taakstelling zal worden ingevuld bij samenvoeging van cultuurorganisaties. Vermindering van formatie is gerealiseerd via doorvoering van organisatiekrimp per 1-7-2013 en 1-32014. Structurele bezuiniging op peuterspeelzaalwerk. Invulling na overleg met de betrokken organisatie Realisatie door een incidentele investeringsstop van 1 jaar. Het IHP is 206
Structureel inboeken van meeropbrengsten van eerder genomen bezuinigingen (VJN 2013) Vermindering onderhoudskosten cultuuren welzijnsaccommodaties doelgroepen (VJN 2011) Verzelfstandiging stedelijk beheer (VJN 2011) Totaal
500.000
70.000
200.000
bijgesteld. De bezuiniging was al gerealiseerd en is structureel doorgevoerd. Bezuiniging is gerealiseerd middels een verlaging van de storting in de voorziening onderhoud en vervanging. Bezuiniging is gerealiseerd door een structurele verlaging van het product cultuur- en welzijnsaccommodaties.
1.942.000
207
10.5 Leefbaarheid en Veiligheid (bedrag in €)
Begroting 2014 na wijziging
Rekening 2014
Waarvan Incidenteel
Niet nader te verklaren
Te analyseren verschil
Lasten - Omgevingsvergunning - Grondbank - Wegen, straten en pleinen - Rioolstelsel - Openbaar groen - Begraafplaats - Milieu - Afval inzamelen - Integrale veiligheidszorg - Cultuur-/welzijnsaccommodaties Totaal lasten
2.104.246 495.680 8.226.522 8.000.389 5.224.392 713.895 3.503.632 9.712.686 5.801.180 2.608.898 46.391.520
2.031.501 656.148 7.512.151 7.559.431 4.953.502 705.823 3.797.767 8.401.912 5.725.334 2.342.710 43.686.279
0 0 1.271.275 235.179 0 44.610 701.677 25.427 0 69.058 2.347.226
70.000 0 -164.345 179.572 4.452 -43.640 -209.723 99.165 0 71.662 7.143
2.745 -160.468 878.716 261.386 266.438 51.712 -84.412 1.211.609 75.846 194.526 2.698.098
Baten - Omgevingsvergunning - Grondbank - Wegen, straten en pleinen - Rioolstelsel - Openbaar groen - Begraafplaats - Milieu - Afval inzamelen - Integrale veiligheidszorg - Cultuur-/welzijnsaccommodaties Totaal baten
-1.504.246 -495.680 -273.400 -6.866.952 -35.000 -300.000 -145.000 -9.473.399 -85.033 0 -19.178.710
-1.508.222 -672.798 -254.194 -6.776.930 -53.860 -301.532 -126.650 -8.847.800 -108.860 0 -18.650.846
0 0 0 0 0 0 40.849 0 0 0 40.849
0 0 0 0 0 0 -40.849 0 0 0 -40.849
3.976 177.118 -19.206 -90.022 18.860 1.532 22.499 -625.599 23.827 0 -487.015
600.000 0 7.953.122 1.133.437 5.189.392 413.895 3.358.632 239.287 5.716.147 2.608.898 27.212.810
523.279 -16.650 7.257.957 782.501 4.899.642 404.291 3.671.117 -445.888 5.616.474 2.342.710 25.035.433
0 0 1.271.275 235.179 0 44.610 742.526 25.427 0 69.058 2.388.075
70.000 0 -164.345 179.572 4.452 -43.640 -250.572 99.165 0 71.662 -33.706
6.721 16.650 859.510 171.364 285.298 53.244 -61.913 586.010 99.673 194.526 2.211.083
3.490.565 -5.975.321 -2.484.756
3.778.139 -5.199.690 -1.421.551
-40.849 -2.347.226 -2.388.075
40.849 74.384 115.233
-328.423 -850.015 -1.178.438
24.728.054
23.613.882
0
81.527
1.032.645
Saldo - Omgevingsvergunning - Grondbank - Wegen, straten en pleinen - Rioolstelsel - Openbaar groen - Begraafplaats - Milieu - Afval inzamelen - Integrale veiligheidszorg - Cultuur-/welzijnsaccommodaties Gerealiseerd saldo van baten en lasten Leefbaarheid en Veiligheid Mutaties in de reserves - Toevoegingen aan reserves - Onttrekkingen aan reserves Saldo mutaties in de reserves Gerealiseerd resultaat Leefbaarheid en Veiligheid
208
10.5.1 Analyse van de verschillen op de baten en lasten > € 100.000 (bedrag in €)
Lasten - Grondbank - Wegen, straten en pleinen - Rioolstelsel - Openbaar groen - Afval inzamelen - Cultuur-/welzijnsaccommodaties Baten - Grondbank - Afval inzamelen
Toelichting
Te analyseren verschil
(1) (2) (3) (4) (5) (6)
160.468 878.716 261.386 266.438 1.211.609 194.526
N V V V V V
(1) (5)
177.118 625.599
V N
Voordeel / nadeel
(1) Grondbank Nadeel op de lasten (€ 160.000 N) / voordeel op de baten (€ 177.000 V) Betreft meer afzet- en keuringskosten door meer inname grond. Hierdoor ook hogere opbrengsten . Verhoogde omzet door het intensiveren van de regiofunctie van de grondbank. (2) Wegen, straten en pleinen Voordeel op de lasten (€ 879.000 V) Er is een voordeel op gladheidsbestrijding van € 196.000. Door de zachte winter in 2014 met weinig nachten vorst en weinig neerslag is er minder personele inzet geweest en minder zout gestrooid. Daarnaast op kunstwerken een voordeel van € 588.000. De reden waarom voor kunstwerken niet het structurele budget is aangesproken heeft te maken met doelmatigheid. Het verhelpen of verzachten van schadebeelden zal slechts een pleister op de wond betekenen. Eerst moet samenhang worden aangebracht zodat er doelmatig én toekomstgericht de juiste maatregelen genomen kunnen worden. Daarvoor is eind 2014 aangevangen met aanvullend onderzoek. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek zal een analyse worden gemaakt, waarop op basis van veilig, bereikbaar en economisch verantwoord het geld beter besteed gaat worden. Ook wordt gekeken naar mogelijke oorzaken en schadeverhaal. De eerste inspectierapporten laten zien dat er al een investering van € 2,1 mln benodigd is voor schadeherstel en achterstallig onderhoud. Parallel hieraan is gestart met een impactvisie voor onderhoud en mobiliteit van kunstwerken. Op basis van het onderzoek zal inzicht worden verkregen in de benodigde middelen voor de komende jaren. De inzet van deze middelen zal in 2015 worden voorgelegd aan het bestuur voorzien van een dekkingsplan. Omdat de structurele middelen voor 2015 niet voorzien in vervanging of het opvangen van deformatie door achterstallig onderhoud, is voorgesteld om het niet bestede budget van 2014 over te hevelen naar 2015. (3) Rioolstelsel Voordeel op de lasten (€ 261.000 V) Betreft ten eerste een voordeel op vervanging riool van € 111.000 die is ontstaan door achterstand in projecten. Opdrachten zijn alsnog eind 2014 verstrekt en zullen in 2015 worden uitgevoerd. Tweede voordeel van € 129.000 is ontstaan door het niet uitvoeren van baggerwerkzaamheden omdat de baggerstrategie nieuw moet worden vastgesteld en het niet uitvoeren van project verbeteren besturing riool door gebrek aan capaciteit. Beide worden in het nieuwe vGRP 2016 t/m 2020 opnieuw ingepland. (4) Openbaar groen Voordeel op de lasten (€ 266.000 V) Voordeel van € 100.000 a.g.v. de niet ingezette stelpost overheveling taken groen naar grondbank. Verder een voordeel op integraal beheer van € 159.000 door minder uren dan begroot, door niet inzetten vacatureruimte beheerders en door extra improductiviteit van de nieuwe gegevensbeheerders, welke hiervoor nog in opleiding 209
zijn. Deze improductiviteit is ook terug te zien in het nadelig sectorresultaat. Daarnaast heeft van het voordeel op openbaar groen € 30.000 betrekking op de zogenaamde over te hevelen budgetruimte. In de nota over te hevelen budgetruimte is dan ook voorgesteld om € 30.000 van het restantbudget mee te nemen naar 2015. Budget wordt ingezet voor achterstallige werkzaamheden mobiliteitsvisie. (5) Afval inzamelen Voordeel op de lasten (€ 1,2 mln V) / nadeel op de baten (€ 626.000 N) Er is 250 ton minder restafval aangeboden, voordeel € 268.000. Voordeel op grof vuil, Twente milieu brengt de gemeente het saldo in rekening. In de begroting is de eigen bijdrage apart geraamd. Dit verklaart grotendeels het voor deel bij de lasten van € 269.000 en het nadeel bij de baten van € 259.000 op dit onderdeel. De marktprijs van oud papier was beter dan waar rekening mee gehouden was, voordeel € 263.000. Daarnaast is er minder klandestien afval weggehaald dan verwacht. Dit resulteerde in een voordeel van € 159.000. Voordeel op afvalbrengpunt van € 162.000 en vervolgens een voordeel op de baten. Verschil wordt veroorzaakt door wijze van boeken. Lasten en baten heffen elkaar op. Nadeel op grofvuil van € 259.000, zie hierboven. Voordeel op diverse fracties van € 104.000 door waardestijging grondstoffen. Nadeel op afvalbrengpunt van € 150.000, zie hierboven. Daarnaast een nadeel op de afvalstoffenheffing door niet geraamde verminderingen € 268.000 en oninbare posten € 75.000. (6) Cultuur-/welzijnsaccommodaties Voordeel op de lasten (€ 195.000 V) In de voorjaarsnota 2009 is een structurele stelpost opgenomen voor de uitvoering van de kadernota welzijnsaccommodaties. Uit de stelpost kunnen de verbouwingen en renovaties aan de accommodaties worden gedekt. In 2014 zijn investeringen aan ’t Dok en Het Veurbrook gerealiseerd. Ondanks deze investeringen is niet de gehele stelpost ingezet, waardoor een voordeel wordt behaald van € 160.000.
10.5.2 Analyse van de verschillen op de mutaties in de reserves > € 100.000 (bedrag in €)
Mutaties in de reserves - Toevoegingen aan reserves - Onttrekkingen aan reserves
Te analyseren verschil 328.423 850.015
Voordeel / nadeel N N
Door uitputting reserve Bovenwijkse Voorzieningen is er geen ruimte om de kapitaallasten Nijreessingel te onttrekken, nadeel van € 421.000. Product rioolstelsel dient budgettair neutraal in de begroting en de jaarrekening verwerkt te worden. Het voordeel op de bedrijfsvoering wordt gecompenseerd door een lagere onttrekking uit de reserve riolering tarief egalisatie wat resulteert in een nadeel van € 171.000. Product afval inzamelen dient budgettair neutraal in de begroting en de jaarrekening verwerkt te worden. Het voordeel op de bedrijfsvoering wordt gecompenseerd door een lagere onttrekking uit de reserve afvalstoffenheffing wat resulteert in een nadeel van € 584.000
210
10.5.3 Realisering van de bezuinigingstaakstellingen Bezuinigingstaakstelling Efficiënter werken en samenwerken met buurgemeenten (VJN 2011) Minder ad hoc service verlening openbare ruimte (VJN 2011) Verkeersmaatregelen (VJN 2012)
Stadsdeelonderhoud (VJN 2011)
Bedrag (in €) 20.000 50.000 15.000
175.000
Bestrijding boomziekten (VJN 2011)
15.000
Markt (VJN 2011)
21.000
Oud papier niet meer zelf ophalen (VJN 2011) Kosten ten laste van riolering (VJN 2013)
80.000 250.000
Fasegewijs verhogen grafrechten (VJN 2013) Kosten ten laste van afval (VJN 2013)
10.000 250.000
Regionalisering brandweer naar VRT Totaal
102.000 988.000
Realisering Diverse samenwerkingsacties zijn in uitvoering. Meldingen worden anders ingepland en opgelost. Budget is geschrapt in de begroting. Bij overdracht taken aan stichting Almelo Promotion zijn afspraken gemaakt. Budget is geschrapt in de begroting. Het heeft met name consequenties voor het onderhoud van het gemeentelijk groen. We zijn gestopt met de bestrijding van iepenziekte en bacterievuur. Nieuw bedrijfsplan en overdracht taken aan marktbond Bezuinigingen zijn gerealiseerd. De volgende kosten zijn ondergebracht in de rioolheffing: GBT € 95.000; water gerelateerd groenwerk € 80.000; Overhead werkzaamheden € 75.000 Is doorgevoerd. De volgende kosten zijn ondergebracht in de afvalstoffenheffing: € 30.000 huur; € 140.000 GBT; inkomsten afvalfonds € 80.000 Maatregel is doorgevoerd
211
10.6 Algemene dekkingsmiddelen Inleiding Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording mogen de zogenaamde algemene dekkingsmiddelen niet als bate in de diverse programma’s worden opgenomen. Daarom zijn de programma’s geschoond van deze algemene dekkingsmiddelen en opgenomen in een afzonderlijk onderdeel van de programmarekening. In deze paragraaf wordt dieper ingegaan op de algemene dekkingsmiddelen. De voornaamste algemene dekkingsmiddelen zijn de uitkeringen uit het gemeentefonds en de belastingopbrengsten. Deze middelen kennen in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht of de afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de algemene dekkingsmiddelen. In de daarop volgende paragrafen worden allereerst de onderdelen (grijs gearceerd) toegelicht. (De baten hieronder zijn negatief weergegeven). Aan einde van deze paragraaf vindt u een analyse van de overige onderdelen. (bedrag in €) Lasten Deelnemingen - Geldlening - Overige ontvangsten Niet beïnvloedbaar Totaal lasten Baten Deelnemingen - Geldlening - Dividenden - Overige ontvangsten Belastingen - Onroerende zaakbelasting - Hondenbelasting - Reclamebelasting - Toeristenbelasting - Overige vergunningen/leges Algemene uitkering - Algemene uitkering - Specifieke uitkeringen Grond pacht/verhuur Saldo financieringsfunctie (Incl. rente reserves/voorzieningen) BCF riolering / afval Totaal baten Gerealiseerd saldo van baten en lasten Algemene dekkingsmiddelen Mutaties in de reserves - Toevoegingen aan reserves - Onttrekkingen aan reserves Saldo mutaties in de reserves Gerealiseerd resultaat Algemene dekkingsmiddelen
Begroting 2014 na wijziging
Rekening 2014
Niet nader te verklaren verschil
Te analyseren verschil
1.176.278
1.111.776
64.502
0
135.745 1.312.023
171.567 1.283.343
-35.822 28.680
0 0
-1.429.876 -4.035.160 -625
-1.339.954 -4.076.175 -52.354
-89.922 41.015 51.729
-17.148.892 -471.885 -125.000 -255.000 -67.000
-16.894.076 -419.268 -127.251 -265.761 -49.171
-254.816 -52.617 2.251 10.761 -17.829
-89.004.394 -50.000 -165.180 -4.869.268
-89.436.181 0 -151.869 -4.947.942
431.787 -50.000 -13.311 78.674
-2.103.648 -119.725.928
-2.103.648 -119.863.650
0
0 137.722
-118.413.905
-118.580.307
28.680
137.722
8.887.458 -8.639.000 248.458
8.887.458 -8.638.814 248.644
0 0 0
0 -186 -186
-118.165.447
-118.331.663
28.680
137.536
212
Specificatie van de dividenden De gemeente ontvangt jaarlijks dividenduitkeringen uit hoofde van haar aandelenbezit, alsmede rente over achtergestelde leningen. Over het jaar 2014 zien de geraamde en werkelijke ontvangsten er als volgt uit: (bedragen x € 1.000) - Bank Nederlandse Gemeenten - Cogas - Vitens - Twence - Crematorium - Enexis - Attero - Publiek belang Elektriciteitsproductie B.V. - Stadstoezicht Totaal dividend
Begroting 2014 175 2.322 110 275 85 247 17 10 103 3.344
Herz.begr 2014 221 2.322 110 275 85 247 342 10 423 4.035
Verschil
Rekening 2014 222 2.322 113 278 117 258 342 0 423 4.075
1 0 3 3 32 11 0 -10 0 40
V/N V V V V V N V
Hoewel de gemeenten werken volgens het stelstel van baten en lasten moet volgens het BBV voor het onderdeel dividenden worden gewerkt volgens het kasstelsel. Dit betekent dat het dividend moet worden verantwoord in het jaar waarin het recht op het ontvangen van het dividend ontstaat. Omdat de algemene vergadering van aandeelhouders pas in het jaar t+1 beslist over het dividend van jaar t, moet het dividend over jaar t worden verantwoord in de jaarverantwoording van het jaar t+1. Slechts gegarandeerd dividend mag vooruitlopend op de hiervoor beschreven besluitvorming door de algemene vergadering van aandeelhouders worden verwerkt in het jaar waarop dit dividend betrekking heeft. Voor het bovenstaande overzicht geldt dit voor het dividend van Twence en de Cogas.
10.6.1 Analyse van de verschillen op de baten en lasten > € 100.000 (bedrag in €) Baten - Onroerende zaakbelasting - Algemene uitkering
Toelichting
(1) (2)
Te analyseren verschil 254.816 431.787
Voordeel / nadeel N V
(1) Onroerende zaakbelasting Nadeel op de baten (€ 255.000 N) Het nadeel op de OZB is een gevolg van hogere waardeverminderingen op de WOZ dan waarmee is gerekend bij de vaststelling van het OZB-tarief. Het gaat hierbij voornamelijk om waardeverminderingen als gevolg van de toepassing van vrijstellingen op woondelen bij zorgobjecten. (2) Algemene uitkering Voordeel op de baten (€ 432.000 V) Sinds 1997 functioneert de Financiële-verhoudingswet (Fvw). In deze wet is onder meer geregeld hoe de verdeling van de middelen uit het gemeentefonds over de gemeenten plaatsvindt. De verdeelsystematiek is gebaseerd op een onderzoek naar de daadwerkelijke kosten in gemeenten. Hierdoor is een verdeelsystematiek ontstaan met de volgende belangrijke principes: kosten georiënteerd (gebaseerd op kostenonderzoek), globaal en rekening houdend met de eigen inkomstencapaciteit (onroerende-zaak belastingen).
213
Sinds 1995 is de normeringssystematiek van kracht. Deze systematiek houdt in dat de ontwikkeling van de omvang van het gemeentefonds is gekoppeld aan de ontwikkeling van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven. Ombuigingen, beleidsintensiveringen, mee- en tegenvallers en nominale ontwikkelingen op de Rijksbegroting hebben dus direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De normeringssystematiek heeft als voordeel dat niet steeds per mee- of tegenvaller hoeft te worden bezien of het gevolgen heeft voor het gemeentefonds. Aan de andere kant werken ombuigingen door het Rijk echter direct door in het gemeentefonds en dus op de hoogte van de algemene uitkering. Over het jaar 2014 zien de geraamde en werkelijke ontvangsten er als volgt uit: (bedragen x 1.000 euro) Algemene uitkering
Begroting 2014 89.004
Rekening 2014 89.436
Saldo 432
V/N V
Het voordeel op de algemene uitkering heeft te maken met afrekeningen uit voorgaande jaren. Het gaat hierbij om verrekeningen van de algemene uitkering uit 2012 en 2013.
10.6.2 Realisering van de bezuinigingstaakstellingen Bezuinigingstaakstelling Verlagen stelpost nieuw beleid (VJN 2011) Verlagen stelpost areaaluitbreiding (VJN 2011) Stelpost prijscompensatie (VJN 2012) Totaal
Bedrag (in €) 190.000 225.000 750.000 1.165.000
Realisering Verlaging stelpost is doorgevoerd Verlaging stelpost is doorgevoerd Verlaging stelpost is doorgevoerd
214
10.7 Onvoorziene uitgaven In de gemeentebegroting wordt van jaar tot jaar rekening gehouden met een tweetal posten voor onvoorziene uitgaven. Het betreft hier de volgende twee posten: 1. Onvoorzien incidenteel; 2. Kleine kapitaalwerken – onvoorzien structureel Onvoorzien incidenteel In de gemeentebegroting 2014 is een raming opgenomen voor het doen van onvoorziene incidentele uitgaven ten bedrage van € 216.000. Het verloop van de post onvoorzien is als volgt (bedragen x € 1): Begroting 2014 - Onderzoek takananalyse Hiemstra & de Vries - Opruimwerkzaamheden Schout Doddestraat 17
-60.000 -154.000
Overschot onvoorzien 2014 incidenteel
216.000 -214.000 2.000
Kleine kapitaalwerken - onvoorzien structureel In de gemeentebegroting 2014 is een raming opgenomen voor het doen van onvoorziene structurele uitgaven onder de naam kleine kapitaalwerken ten bedrage van € 72.600. Hieruit zijn de volgende kapitaallasten gedekt (bedragen x € 1): Begroting 2014 - Herstel schade topsportvloer IISPA (kapitaallasten) - Aanleg kunstgrasveld SV Almelo (bijdrage in de kapitaallasten) Overschot onvoorzien 2014 structureel
-45.300 -6.500
72.600 -51.800 20.800
De werkelijke uitgaven met betrekking tot bovenbedoelde door de gemeenteraad genomen besluiten zijn verwerkt in de jaarverantwoording 2014 en maken onderdeel uit van het rekeningresultaat.
215
10.8 Begrotingsrechtmatigheid Indien op product-niveau de gerealiseerde lasten hoger zijn dan de begrote lasten of, in enkele gevallen, de gerealiseerde baten lager zijn dan de begrote baten, is er sprake een begrotingsafwijking. De begrotingsafwijkingen van minimaal € 100.000 worden toegelicht. Begrotingsonrechtmatigheid kan deels worden veroorzaakt door onjuiste begrotingswijzigingen, deels door niet eerder gemelde lasten. Een voorbeeld van een onjuiste begrotingswijziging is dat de begrote baten zijn verlaagd in plaats van de lasten verhoogd. Voor het resultaat heeft dit dus geen gevolgen. Overige overschrijdingen kunnen wel effect hebben op het resultaat. De volgende ‘soorten’ begrotingsoverschrijdingen worden onderkend. Code
Bij de toetsing van begrotingsafwijkingen kunnen tenminste de volgende “soorten” begrotingsafwijkingen worden onderkend:
1
Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde inkomsten, bijvoorbeeld via subsidies of kostendekkende omzet. Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar die niet tijdig konden worden gesignaleerd. Bijvoorbeeld vanwege een open einde (subsidie)regeling. Vaak blijken dergelijke zaken pas in het kader van het opmaken van de jaarrekening. Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten welke achteraf als onrechtmatig moeten worden beschouwd, omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder blijkt (bijvoorbeeld een belastingnaheffing). Het zal hier in de praktijk vaak gaan om interpretatieverschillen bij de uitleg van weten regelgeving die na het verantwoordingsjaar aan het licht komen. Er zijn dan geen rechtmatigheid gevolgen voor dat verantwoordingsjaar. Wel zal de gemeente er voor moeten zorgen dat de overschrijdingen getrouw in de jaarrekening worden weergegeven. a. geconstateerd tijdens het verantwoordingsjaar b. geconstateerd na het verantwoordingsjaar
2
3
Onrechtmatig, maar telt niet mee voor het oordeel van de accountant X
Onrechtmatig, en telt mee voor het oordeel van de accountant
X
X X 4
Kostenoverschrijdingen op activeerbare activiteiten (investeringen) waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvings- en financieringslasten in het jaar zelf of pas in de volgende jaren. 216
5
6
7
a. jaar van investeren b. afschrijvings- en financieringslasten in latere jaren Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar waarbij de accountant ondubbelzinnig vaststelt dat die ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd. Bijvoorbeeld: de verwachte kostenoverschrijding op jaarbasis was via tussentijdse informatie al wel bekend, maar men heeft geen voorstel tot begrotingsaanpassing ingediend en dit is in strijd met de budgetregels zoals afgesproken met de Raad. Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten die niet passen binnen het bestaande beleid en waarvoor men tegen beter weten in geen voorstel tot begrotingsaanpassing heeft ingediend. Bijvoorbeeld de doelgroep c.q. de activiteiten zijn in de praktijk aantoonbaar ruimer geïnterpreteerd dan in regelgeving (subsidieregeling, -verordening) was gedefinieerd. Kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door extra inkomsten die niet direct gerelateerd zijn. Over de aanwending van deze extra inkomsten heeft de raad nog geen besluit genomen.
X X X
X
X
Overige begrotingsafwijkingen in exploitatie zijn (bedragen x € 1.000): Programma
Product
Bestuurskracht en
Saldi kostenplaats Bestuursorgaan/regionale
Aantrekkelijke stad
Verkeer en vervoer Parkeerbeheer Ruimtelijke ordening Grondzaken Mutaties in de reserves
Sociale agenda
Leefbaarheid en Veiligheid
Afwijking
Code
1.575 208
2 2
439 302 877 130 856
2 1/2 2 2 2
Sociale uitkeringsvoorzieningen Werkgelegenheid
2.554 117
2 2
Grondbank Mutaties in de reserves
160 1.178
1/2 2
217
11. Sisa bijlage en IMG bijlage 11.1 Sisa bijlage
218
OCW
D9
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 2 januari 2015 Onderwijsachterstandenb Besteding (jaar T) aan Besteding (jaar T) aan overige Besteding (jaar T) aan Opgebouwde reserve ultimo eleid 2011-2015 (OAB) voorzieningen voor activiteiten (naast VVE) voor afspraken over voor- en (jaar T-1) voorschoolse educatie die leerlingen met een grote vroegschoolse educatie met voldoen aan de wettelijke achterstand in de Nederlandse bevoegde gezagsorganen van Deze indicator is bedoeld voor kwaliteitseisen (conform artikel taal (conform artikel 165 WPO) scholen, houders van de tussentijdse afstemming van Gemeenten 166, eerste lid WPO) kindcentra en peuterspeelzalen de juistheid en volledigheid van (conform artikel 167 WPO) de verantwoordingsinformatie Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01
I&M
E3
Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (inclusief bestrijding spoorweglawaai)
€ 1.603.603 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 02
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 03
€ 874.625 € 336.373 Besteding (jaar T) ten laste van Overige bestedingen (jaar T) rijksmiddelen
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 04
€ 1.790.275 Eindverantwoording Ja/Nee
Kosten ProRail (jaar T) als bedoeld in artikel 25 lid 4 van deze regeling ten laste van rijksmiddelen
Subsidieregeling sanering verkeerslawaai Provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E3 / 01
1 IenM/BSK-2014/199118 2 IenM/BSK-2014/210047 Kopie beschikkingsnummer
Aard controle R Indicatornummer: E3 / 02
€0 €0 Cumulatieve bestedingen ten laste van rijksmiddelen tot en met (jaar T)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E3 / 04
Aard controle R Indicatornummer: E3 / 05
Nee €0 Nee €0 Cumulatieve Kosten ProRail tot en met (jaar T) als bedoeld in artikel 25 lid 4 van deze Deze indicator is bedoeld voor regeling ten laste van Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van rijksmiddelen de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie Deze indicator is bedoeld voor de verantwoordingsinformatie de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E3 / 06
1 IenM/BSK-2014/199118 2 IenM/BSK-2014/210047
Aard controle R Indicatornummer: E3 / 03
€0 €0 Cumulatieve overige bestedingen tot en met (jaar T)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E3 / 07
€0 €0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E3 / 08
€0 €0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E3 / 09
€0 €0
219
SZW
G1
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_gemeente 2014 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of er in (jaar T) geen, enkele of alle inwoners werkzaam waren bij een Openbaar lichaam o.g.v. de Wgr.
SZW
G1A
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_totaal 2013 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1) na controle door de gemeente
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 2 januari 2015 Het totaal aantal geïndiceerde Volledig zelfstandige uitvoering inwoners van uw gemeente dat Ja/Nee een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T) Aard controle R Indicatornummer: G1 / 01
211,50 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1 / 02
Nee Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1A / 01
1 60141 Almelo
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 02
654,56
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 03
57,86
220
SZW
G2
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 2 januari 2015 Gebundelde uitkering op Besteding (jaar T) algemene Baten (jaar T) algemene Besteding (jaar T) IOAW Baten (jaar T) IOAW (exclusief Besteding (jaar T) IOAZ grond van artikel 69 bijstand (exclusief Rijk) bijstand Rijk) WWB_gemeente 2014 Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Alle gemeenten verantwoorden hier het I.1 Wet werk en bijstand I.1 Wet werk en bijstand I.2 Wet inkomensvoorziening I.2 Wet inkomensvoorziening I.3 Wet inkomensvoorziening gemeentedeel over (jaar (WWB) oudere en gedeeltelijk (WWB) oudere en gedeeltelijk oudere en gedeeltelijk T), ongeacht of de arbeidsongeschikte werkloze arbeidsongeschikte werkloze arbeidsongeschikte gewezen gemeente in (jaar T) werknemers (IOAW) werknemers (IOAW) zelfstandigen (IOAZ) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R opgericht op grond van Indicatornummer: G2 / 05 Indicatornummer: G2 / 03 Indicatornummer: G2 / 04 Indicatornummer: G2 / 01 Indicatornummer: G2 / 02 de Wgr. € 18.120 € 167.209 € 1.326.315 € 1.413.574 € 36.013.065 Besteding (jaar T) Bbz 2004 Baten (jaar T) Bbz 2004 Baten (jaar T) WWIK Volledig zelfstandige uitvoering levensonderhoud beginnende Ja/Nee levensonderhoud beginnende (exclusief Rijk) zelfstandigen zelfstandigen Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07
SZW
G3
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeente 2014
€ 66.225 Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
€0 Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01
€ 139.322 Baten (jaar T) Bob (exclusief Besluit bijstandverlening Rijk) zelfstandigen (Bbz) 2004
€0 Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02
€ 59.650 Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07
€0
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 09
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 08
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03
Gemeente I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Aard controle R Indicatornummer: G2 / 06
-€ 480
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 10
Ja Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04
€ 27.400 € 241.255 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Besteding (jaar T) aan Besteding (jaar T) Bob onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob) Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05
€ 59.158
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 06
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3 / 09
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08
€0
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Ja
221
SZW
G5
Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2014 Wet participatiebudget (WPB) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 2 januari 2015 Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/07 Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01
1.740 Besteding (jaar T) participatiebudget
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 02
€ 6.598.884
Waarvan besteding (jaar T) van educatie bij roc's
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 03
€ 262.382
Baten (jaar T) (niet-Rijk) participatiebudget
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 04
€ 511.854
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 05
€0
Reservering besteding van educatie bij roc’s in jaar T voor volgend kalenderjaar (jaar T+1 )
Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/02 tot en met G5/06
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 06
€ 28.384
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5 / 07
Ja
222
11.2 IMG FORMAT IMG verantwoording volgens SISA systematiek Beschikkingsnummer provincie
Aard controle
D1
Project afgerond / eindverantwoording Ja-nee
D1
In de verleningsbeschikking opgenomen subsidie voor dit project R
Werkelijk besteed tlv provinciale middelen jaar X (conform baten/ lastenstelsel) R
Woonzorgzones
2010/0074784
Ja
550.000
Externe Veiligheid Overijssel
2011/0098075
Ja
Externe Veiligheid Overijssel
2014/0042919
Ja
Jong en Kansrijk
2011/0085456 2012/0194512 2014/0019750
Waterboulevard Verbindende pleinen
Werkelijk besteed tlv gemeentelijke middelen jaar X (conform baten/ lastenstelsel)
Werkelijk besteed tlv middelen derden jaar X (conform baten/ lastenstelsel)
Cumulatief besteed tlv provinciale middelen t/m jaar X (conform baten/ lastenstelsel)
R
R
R
Cumulatief besteed tlv gemeentelijke middelen t/m jaar X (conform baten/ lastenstelsel) R
Cumulatief besteed Geplande tlv middelen derden einddatum t/m jaar X (conform baten/ lastenstelsel)
R
D1
Optionele toelichting op één van de voorgaande kolommen
D1
31-12-2013 Na overleg met u wordt de gemeentelijke cofinanciering vanaf april 2013 opgevoerd in cumlatief besteed tlv gemeentelijke middelen
0
0
0
217.086
106.808
135.053
825
0
0
135.053
0
0
31-12-2014
33.772
33.772
0
0
33.772
0
0
31-12-2014
Nee
435.000
0
0
0
435.000
204.101
0
01-10-2014 Eindverantwoording zal worden ingediend bij de jaarrekening 2015. Zie onze brief van 27 oktober 2014 met kenmerk UIT-1450969
2012/0245063
Nee
3.400.000
645.240
522.240
123.000
1.445.723
1.322.723
123.000
31-12-2015
2012/0245063
Nee
850.000
11.950
12.654
0
638.503
676.063
0
31-12-2015
223
Overige gegevens
224
225
12. Controleverklaring
226
227
Bijlagen
228
229
Bijlage 1 Kerngegevens Werkelijk 2014 SOCIALE STRUCTUUR A. Bevolking 0 t/m 3 jaar 4 tm 16 jaar 17 t/m 64 jaar 65 jaar en ouder Totaal inwoners per 31 december B.
Sociale uitkeringen WWB (incl. Besluit Zelfstandigen) IOAW IOAZ Totaal aantal klanten per 31 december
C.
Onderwijs (per 1 oktober) Basisonderwijs Speciaal basisonderwijs Voortgezet onderwijs Speciaal voortgezet onderwijs Speciaal onderwijs Voortgezet speciaal onderwijs Totaal aantal leerlingen
FYSIEKE STRUCTUUR D. Oppervlakte (bron: kadaster) Totaal oppervlakte land en water (ha) Aantal historische kernen
Werkelijk 2013
Werkelijk 2012
2.945 11.659 44.594 13.112 72.310
3.089 11.733 44.922 12.761 72.505
3.172 11.815 45.404 12.407 72.798
2.441 92 9 2.542
2.326 68 9 2.403
2.264 65 12 2.341
6.423 299 6.204 252 331 592 14.101
6.553 321 6.022 239 370 561 14.066
6.721 354 6.024 229 356 589 14.273
6.940 12
6.940 12
6.940 12
32.281
32.159
31.610
E.
Woningvoorraad Totaal per 31 december
F.
Wegen (in km) Totaal lengte wegennet Recreatieve paden/routes Lengte waterwegen Lengte rioleringsnet
526 39 37 426
525 39 37 425
524 39 37 404
G.
Openbaar groen (ha) Bossen-gemeentelijk bezit Stedelijk groen Bomen (aantal)
4,9 439,7 46.208
4,9 409,0 45.606
4,9 409,0 41.654
352.823 296.107 36.831 89.436 360.553 -4.912 272.206
305.355 302.665 37.895 86.221 413.149 57.400 252.517
344.830 357.215 35.487 87.707 429.577 56.852 261.428
4.879 4.095 509 1.237 4.986 -68 3.764
4.212 4.174 523 1.189 5.698 809 3.483
4.737 4.907 487 1.205 5.901 781 3.591
FINANCIELE STRUCTUUR H. Totaal (x € 1.000) Uitgaven Inkomsten Opbrengsten heffingen Algemene uitkering Balanstotaal Eigen vermogen (exclusief voorzieningen) Vaste schuld (exclusief woningbouw) I.
Totaal per inwoner (x € 1.000) Uitgaven Inkomsten Opbrengsten heffingen Algemene uitkering Balanstotaal Eigen vermogen (exclusief voorzieningen) Vaste schuld (exclusief woningbouw)
230
Bijlage 2 Bestuurlijke structuur en organisatiestructuur Gemeenteraad Almelo Voorzitter Burgemeester mevr. J.H.M. Hermans-Vloedbeld Vanaf 1-11-2014 wnd Burgemeester dhr. W.P.M. Urlings Raadsgriffier Mw. Drs. C.M. Steenbergen Raadsleden zetelverdeling Politieke partij
Aantal zetels 7 7 4 4 3 3 2 1 1 1 1 1 35
LAS CDA D66 PVDA SP VVD ChristenUnie Lijst Çete PVA Almelo Centraal Leefbaar Almelo GroenLinks Totaal
Mutaties raadsleden in 2014 26 maart 2014
Afscheid oude gemeenteraad
27 maart 2014
Installatie nieuwe gemeenteraad
3 april 2014
Ontslag de heer H.H.J. Holterman (CDA)
15 april 2014
Benoeming de heer F.E. van der Horst (CDA)
4 juni 2014
Ontslag i.v.m. benoeming tot wethouder de heer C.F.M. Bruggink (D66), de heer F.J. Cornelissen (SP), de heer E.J. van Marle (CDA), mevrouw I.A.M. ten Seldam (CDA) en mevrouw A.J. Timmer (PvdA)
4 juni 2014
Benoeming mevrouw L. Bolhuis (PvdA), de heer B. Rol (SP) en de heer G.P. Vos (CDA)
24 juni 2014
Benoeming de heer H.J. van der Veen (CDA) en de heer J.B.W. Wiertz (D66)
27 oktober 2014
Tijdelijk ontslag in verband met ziekte de heer M. Bout (D66)
28 oktober 2014
Benoeming de heer A.G. de Bruijn (D66) als tijdelijk vervanger van de heer M. Bout (D66)
Partij PVDA PVDA PVDA PVDA SP SP SP VVD VVD VVD ChristenUnie ChristenUnie Lijst Çete PVA Almelo Centraal Leefbaar Almelo GroenLinks
Voorl. L. W.J. J.J. F. F. H.J. B. E. A. J. M.J. W.B. U. H.G. A. A.G.P. J.
Raadsleden (per 31 december 2014) Partij LAS LAS LAS LAS LAS LAS LAS CDA CDA CDA CDA CDA CDA CDA D66 D66 D66 D66
Voorl. M.J.C. J.J.H. J.L.R. J.J.G. S.A.M. G. G.W.L. R.H. F.E. L. E.J.F.M. H.J. G.P. M. A.G. F.J. H.C. J.B.W.
Naam Marike Jan Louis Johan Sandra Gerrit Gijs Robin Fred Leidy Eugene Harm Jan Peter Marcel Ton Fred Huub Jeroen
Achternaam van Doorn Hammink Kampman van Loon Spanjer Stam Stork Gelici van der Horst Meijer van Mierlo Van der Veen Vos Zielman de Bruijn Gerritsen Isendoorn Wiertz
Naam Lieneke Willem Jaap Fulya Frits Mineke Bas Edith Arjen Jemy Michiel Wouter Uğur Harry Israa Bert Hans
Achternaam Bolhuis Loupattij Stapel Uysal Akse Heitink Rol van den Ham Maathuis Pauwels van Heek Teeuw
Çete
de Olde Abdullatif Hümmels Buitenweg
231
College van Burgemeester en Wethouders Burgemeester mevr. J.H.M. Hermans-Vloedbeld Vanaf 1-11-2014 wnd Burgemeester dhr. W.P.M. Urlings Algemeen bestuurlijke zaken Openbare orde en veiligheid Externe betrekkingen Bestuurscultuur, communicatie en integriteit (BCI) Coördinatie van beleid (inclusief Governance)
Wethouder C.F.M. Bruggink Stedelijke en ruimtelijke ordening Wonen Onderwijs Kunst en Cultuur Euregiozaken
Wethouder mevr. A.J. Timmer Jeugdhulp en zorg Stadsbeheer en openbare ruimte Wijkgericht werken, wijkagenda’s en sociale wijkteams Regiozaken Personeel en organisatie, nieuw stadhuis
Wethouder E.J. van Marle Financiën en grondbedrijf Vastgoed en belastingen Economische zaken Middenstand, markt en haven Recreatie en toerisme Sport
Wethouder F.J. Cornelissen Sociale zaken (inclusief decentralisaties Participatiewet) Werkgelegenheid en arbeidsmarkt Duurzaamheid, milieu en afval ICT, facilitaire zaken en archief
Wethouder mevr. I.A.M. ten Seldam Dienstverlening en publiekscommunicatie Mobiliteit (verkeer en vervoer inclusief parkeren) Water en riolering Vergunningverlening en handhaving Welzijn Dierenwelzijn Openbare volksgezondheid Plattelandsontwikkeling
Stadsdeelportefeuilles Wethouder Bruggink: Wethouder Timmer: Wethouder Cornelissen: Wethouder Van Marle: Wethouder Ten Seldam:
Centrum Ossenkoppelerhoek, Nieuwstraatkwartier, De Riet/Nieuwland Aalderinkshoek, Haghoek, Kerkelanden, Aadorp Schelfhorst, Sluitersveld Bornerbroek, Nijrees, Kollenveld, Windmolenbroek
232
Organisatiestructuur Gemeentesecretaris en algemeen directeur van de organisatie Mr. G.A. de Haan Organisatiestructuur gemeente Almelo
233