Jaarverantwoording Stichting Alkcare 2014
Inhoudsopgave I Directieverslag
4
1
Inleiding
5
2 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.4
Profiel van de organisatie Algemene identificatiegegevens De structuur van de organisatie Kerngegevens Onze activiteiten Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten Het werkgebied Samenwerkingsrelaties
6 6 6 7 7 7 9 9
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Bestuur, Toezicht en Medezeggenschap Normen voor goed bestuur De Raad van Bestuur De Raad van Toezicht De Cliëntenraad De Ondernemingsraad De Klachtencommissie en de Vertrouwenspersoon
11 11 11 11 12 13 13
4 4.1 4.2
Beleid en prestaties Het financieel beleid De bedrijfsvoering
15 15 16
5
Kwaliteit en veiligheid
17
6
Het meerjarenbeleid
19
Tot slot
20
Afkortingenlijst
21
II Jaarrekening 2014 Jaarrekening Balans per 31 december 2014 Resultatenrekening over 2014 Kasstroomoverzicht per 2014 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december 2014 Mutatieoverzicht materiële vaste activa / financiële vaste activa Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 Toelichting op de resultatenrekening over 2014
22
7.1 7.1.1 7.1.2 7.1.3 7.1. 4 7.1. 5 7.1. 6 7.1.7 7.1.8 7.1.9
7.2
Overige gegevens
2
23 24 25 26 31 37 41 42 43
7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.2.4 7.2.5
Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Ondertekening door bestuurders en toezichthouders Controleverklaring
3
50 51 51 51 52
1 Directieverslag 2014
4
1 Ter inleiding Directieverslagen zijn doorgaans geen boeiende lectuur. Kijkt u ter toetsing van deze stelling op www.jaarverslagenzorg.nl, beschouw de verslagen van opeenvolgende jaren van een instelling en u ziet vaak meer (of ietsje anders) van hetzelfde. Navraag bij collega’s leert dat de verwachtingen over het aantal lezers laag tot zeer laag zijn. De noodzaak om er iets van te maken dat zich laat lezen als een roman, lijkt dan ook niet hoog. U begrijpt dat ik met deze inleiding u erop wil voorbereiden dat ik mij in deze versie van een iets andere opzet wil bedienen. Het lijkt me niet zinvol om van jaar tot jaar dezelfde thema’s te herhalen met doorgaans dezelfde uitkomsten. Hoewel ik me realiseer dat de eerste aandacht uit zal gaan naar het financiële resultaat van de onderneming, is het idee het bij dit onderdeel te laten verleidelijk, maar dit gaat namelijk over geld, terwijl het bij Alkcare over de uitgangspunten en de organisatie van zorg gaat. Dit verslag gaat in op de organisatie en de ‘highlights’ van het afgelopen jaar in de stichting. Ik benoem slechts die zaken die ons in het bijzonder bezig hielden. ‘In der beschränkung, zeigt sich erst der Meister’. Maar toch iets over het geld: de financiële verslaglegging zoals deze te vinden is in hoofdstuk 7 is verzorgd door Patrick L’ami van de ‘SDB’ in Leidschendam. De externe controle op de verslaglegging is in handen van accountantskantoor ‘Deloitte’ in Alkmaar. P.C. Verhagen
5
2 Het profiel van de organisatie 2.1 De algemene identificatiegegevens ‘Alkcare’ (u mag Alkaare zeggen) is een zorgorganisatie met twee zorgcentra in eigendom. Daarnaast werken we nog in ‘de Hofstaete’ in de wijk ´Daalmeer´ en in ‘Zonnehof’ in de wijk Koedijk. De Oldeburgh en ’t Rekerheem zijn onze twee intramurale voorzieningen. Ze zijn gebouwd als wat toen nog bejaardenhuis werd genoemd mocht maar nu ‘zorgcentrum’ heet. In Koedijk huren we en ruimte waarin we twee dagen per week dagverzorging voor ouderen aanbieden. De overige dagen wordt de ruimte benut door de bewoners van het complex of wordt deze onderverhuurd aan belangstellenden uit de wijk. In de Hofstaete in Daalmeer zijn we actiever. Daar zijn we eigenlijk zeven dagen per week aanwezig om onder professionele leiding allerlei activiteiten op touw te zetten. Verder vindt een deel van ons thuiszorgteam daar onderdak. In deze eerste tabel vindt als het ware de NAW gegevens van de organisatie. Stichting ‘Alkcare’ Adres
Herenweg 91
Postcode
1829AC
Plaats
Alkmaar
Telefoonnummer
072-5191655
Identificatienummer Kamer van Koophandel
41239364
Oe-code de Oldeburgh
6109
Oe-code ‘t Rekerheem
6198
Emailadres
[email protected]
Internetpagina
www.alkcare.nl
Tabel 1
2.2 De structuur van deorganisatie Alkcare is een stichting die wordt geleid door een eenhoofdige Raad van Bestuur. De bestuurder legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De locaties worden geleid door een locatiemanager. In de Oldeburgh is dit Mark Prinsen en Mark wordt op zijn beurt weer ondersteund door teamleiders. Gerda Kuiper is de locatiemanager van ’t Rekerheem. Gerda heeft, bijgestaan door de Teamleider Thuiszorg ook ons extramurale werk onder haar hoede. Wat Alkcare kenmerkt is dat het een platte organisatie is. We hebben ten opzichte van andere organisaties heel weinig stafmedewerkers. Dit ‘doe-het-zelf-karakter’ maakt dat medewerkers vooral generalist moeten zijn. Benodigde specialistische kennis wordt ingehuurd. De ondersteunende diensten of (solo-)medewerkers binnen Alkcare zoals de zorgbemiddeling, de kwaliteitsfunctionaris en de administratie, worden aangestuurd door de directeur. Onze organisatie wordt gerekend tot de ´Instellingen zonder de functie behandeling´. Voor de leek: een verpleeghuis is een instelling ‘met de functie behandeling’. Dat laatste heeft als voordeel dat de tarieven per ZZP hoger zijn, maar daar staat weer tegenover dat je er ook het behandelende personeel voor in dienst moet hebben. Alkcare voorziet in die specialistische kennis (artsen, psychologen enz.) gewoon door de huisarts te bellen of een fysiotherapeut uit de wijk laten komen. Toch is, op aanvraag van Alkcare, in 2011 is door het ministerie van VWS een toelating voor 24 bedden verleend voor het leveren van de functie ‘behandeling’. We hebben deze toezegging echter nog niet kunnen verzilveren. Wettelijk is de medezeggenschap in zorgorganisaties geregeld. Wij hebben voor beide locaties en de thuiszorg één ondernemingsraad (OR), waarin zoveel mogelijk verschillende dienstonderdelen en disciplines van de organisatie zijn vertegenwoordigd. De Oldeburgh heeft vier, en de combinatie ´t Rekerheem en het Thuiszorgteam vijf zetels.
6
Alkcare heeft een centrale cliëntenraad (CR) die is samengesteld uit afgevaardigden van zowel intraals extramurale cliënten. Omdat de zaken die op de agenda staan doorgaans de gang van zaken in de locaties betreft, hebben we twee lokale raden. De gezamenlijke raad overlegt tweemaal per jaar met de bestuurder.
2.3 Kerngegevens 2.3.1 Onze activiteiten De doelstelling van de stichting is vastgelegd in de statuten van Alkcare. In het wat stoffige jargon dat dergelijke documenten vaak kenmerkt beschouwt de stichting het bieden van zorg, welzijn en huisvesting aan ouderen als haar kerntaak. exploiteert de stichting daartoe twee zorgcentra in de gemeente Alkmaar. beheert de stichting een wijksteunpunt en huurt een ruimte in Koedijk ten behoeve van de dagverzorging. werkt zij samen met andere organisaties, welke zich huisvesting en verzorging van ouderen ten doel stellen. past zij andere wettige middelen toe, welke aan het doel bevorderlijk kunnen zijn. Aanvankelijk was sprake van twee stichtingen voor bejaardenzorg. Stichting ’t Rekerheem en Stichting de Oldeburgh. Na een fusie in 2008 is Alkcare uitgegroeid tot een organisatie die ook buiten de muren van de locaties zorg verleent. Aangezet door het overheidsbeleid, ligt de nadruk op het streven naar een situatie waarin verhuizing naar een zorgcentrum of verpleeghuis zo lang mogelijk wordt uitgesteld. Hoewel dit uitgangspunt eigenlijk vanzelfsprekend is, zijn we in het verslagjaar echter ook al cases tegengekomen waarbij de verhuizing naar ons zorgcentrum te lang is uitgesteld; de keerzijde van de medaille. Voor de goede orde moeten we nog vermelden dat we naast persoonlijke verpleging en verzorging ook nog huishoudelijke hulp verlenen in het kader van de WMO. Dat is een bewuste keuze. In onze visie kunnen een georganiseerd huishouden, welzijn en persoonlijke verzorging namelijk niet los van elkaar gezien worden. Maar er speelt in 2014 nog een effect mee. We nemen bij Alkcare ook onze verantwoordelijkheid voor de zorg van ouderen in de omgeving van de locaties. Ze nemen deel aan welzijnsactiviteiten bij Alkcare of men gebruikt bij ons de warme maaltijd. Ook dit helpt het streven om verhuizing zo lang mogelijk uit te stellen. Medewerkers van onze locaties worden daardoor wel geconfronteerd met de gevolgen van de populatie binnen de muren. De gemiddelde leeftijd van nieuwe bewoners komt geleidelijk aan steeds hoger te liggen en de zorgvraag waarmee we geconfronteerd worden is aanmerkelijk zwaarder. We volgen de toename van zorgzwaarte, uitgedrukt in ZZP’s die in maat en getal in beeld wordt gebracht. In het jaar 2014 stond binnen de hele sector het preluderen op de transitie van intramuraal naar extramuraal centraal en op de overgang van de financiering vanuit de AWBZ naar financiering vanuit respectievelijk de ZVw, de WLZ en de WMO. Die gang van zaken heeft bij ons naast de hierboven genoemde effecten ook tot gevolg dat de administratieve lastendruk sterk is toegenomen, zonder dat hier uitbreiding van personeel tegenover heeft gestaan. De vraag is of dat niet ten koste is gegaan van andere zaken en taken die ook bij ons werk horen? 2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten Het hoofdbestanddeel van de inkomsten van Alkcare komt uit het verlenen van intramurale zorg. In samenwerking met ‘Stichting MagentaZorg’ levert Alkcare verzorging in een gesloten verpleegunit binnen locatie ’t Rekerheem en verzorgt Alkcare dagbehandeling voor cliënten met een psychogeriatrische aandoening in locatie de Oldeburgh; ‘de Torenburcht’. Dit betekent dat Alkcare het personeel en de huisvesting levert en MagentaZorg het behandeldeel. Deze afspraken tussen beide instellingen vertekenen altijd de financiële gegevens voor wat betreft de verhouding personeel productie. De 24 bewoners worden immers toegerekend aan MagentaZorg en tellen niet mee in onze tabellen maar het aantal, dat Alkcare in dienst heeft voor de bewoners van het Rekerhof en de
7
bezoekers van de Torenburcht wel. Niet dat wij ervan wakker liggen, maar in elke benchmark komt naar voren dat wij per bewoner meer personeelskosten hebben dan vergelijkbare instellingen. Over onze ambitie: Alkcare levert thuiszorg in de wijken Oudorp, de Mare en Daalmeer en incidenteel daarbuiten. Dat willen we graag zo houden. We hebben niet de intentie om in heel Alkmaar cliënten te verzorgen. Wij gaan er vanuit dat het niet efficiënt is, wanneer al die aanbieders kriskras door de stad rijden om in heel de gemeente te werken en aangezien ook duurzaamheid bij ons een thema is, stellen we de vraag of de belasting voor het milieu al eens berekend is als gevolg van marktwerking en keuzevrijheid in de zorg. De inzet van medewerkers in de extramurale zorg volgt de vraag in de omliggende seniorencomplexen. In 2014 is de extramurale dienstverlening licht toegenomen. De huishoudelijke hulp is nagenoeg gelijk gebleven. De komende jaren wil Alkcare zich blijven richten op groei van de thuiszorg om aan de vraag vanuit de gemeenschap te voldoen. Vanwege de verschuiving van intramurale zorg naar thuiszorg is de verwachting dat deze vraag zal toenemen. De vraag of we op den duur nog huishoudelijk hulp leveren hangt af van ‘of’ en ‘hoe’ er door de gemeente aanbesteed wordt in 2015. Het aantal cliënten voor de dagverzorging bleef tegen de verwachting in, stabiel. Er waren voldoende cliënten die gebaat zijn bij deze vorm van begeleiding. Met de aan de gemeente opgelegde bezuiniging is te voorzien dat in 2015 indicaties achterwege zullen blijven. In 2014 hebben we in locatie ’t Rekerheem onderdak geboden aan een aantal bewoners van zorgcentrum Horizon in verband met een verbouwing van die locatie. Na hun verhuizing zijn de vrijkomende kamers weer herbezet. In tegenstelling tot de afspraken die met het zorgkantoor gemaakt zijn, is bij de productieafspraken voor 2015 geen rekening gehouden met het effect dat deze logees hadden op onze productiecijfers over 2014. Omdat productie op deze kamers ten goede kwam aan Horizon en niet aan Alkcare, is het gevolg dat wij voor 2015 een lagere productie toebedeeld kregen. In tabel 2 zijn de kengetallen voor onze organisatie samengevat. Overzicht kengetallen per 31 december 2014
Kerngegeven Cliënten Aantal intramurale cliënten per einde verslagjaar Aantal cliënten dagverzorging per einde verslagjaar Aantal extramurale cliënten (AWBZ) exclusief cliënten dagactiviteiten per 31/12/14 Aantal cliënten Hulp bij Huishouden (WMO) Capaciteit Aantal beschikbare plaatsen met AWBZ-verblijf per einde verslagjaar Aantal beschikbare plaatsen voor kortdurend verblijf Productie Aantal intramurale verzorgingsdagen in verslagjaar Aantal dagdelen dagactiviteiten in verslagjaar Aantal dagen kortdurend verblijf Aantal uren extramurale productie AWBZ in verslagjaar (exclusief dagactiviteiten) Aantal uren extramurale productie WMO in verslagjaar Personeel Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Waarvan overige bedrijfsopbrengsten Tabel 2
8
Aantal Bedrag 149 15 90 49 149 4 53.965 2.446 728 15.229 10.338 317 156,67 € 11.301.871 € 8.987.358 € 2.314.526
2.3.3 Het werkgebied Het werkgebied van Alkcare bestaat, voor wat betreft de thuiszorg, voornamelijk uit Oudorp, de Mare, Vronermeer, Daalmeer en Koedijk. Alkcare richt zich voor wat haar extramurale activiteiten betreft op de directe omgeving van de hoofdlocaties. Het voornemen is de beperkte cirkel die rondom de locaties gehanteerd werd, los te laten en ons te richten op de wijken. Alkcare is als kleine organisatie uitsluitend werkzaam in de zorgkantoorregio Noord-Holland-Noord. Dat wil niet zeggen dat onze bewoners ook allemaal uit dit gebied afkomstig zijn. Onze huidige bewoners komen voor het overgrote deel wel uit Alkmaar, maar bewoners of wachtenden uit andere gemeenten zijn ook welkom. Zij hebben vaak als motief voor hun keuze dat ze dicht bij hun kind(eren) willen wonen.
2.4
Samenwerkingsrelaties
Alkcare staat als organisatie midden in de maatschappij. Er zijn met veel belanghebbenden contacten. In de organisatie is een omgeving gecreëerd waar ontmoeting, sociaal-culturele activiteiten en ondersteunende activiteiten plaatsvinden; dit vaak met een preventieve functie. Onze belanghebbenden zijn dan ook in de eerste plaats onze cliënten. In 2014 is gepreludeerd op de gevolgen van de nieuwe wetgeving. Het aantal partners met wie intensiever samengewerkt moet worden, verandert. Was nog in dit verslagjaar het Zorgkantoor het adres tot wie de organisatie zich kon wenden wanneer het om afspraken, regelgeving en financiering ging; vanaf 2015 is dat anders. Allereerst is er veelvuldig overleg geweest met de gemeente in voorbereiding op de overgang van onderdelen van de AWBZ naar de WMO. Daarnaast worden contact met het zorgkantoor vervangen door contacten met zorgverzekeraars. VGZ zal als dominante verzekeraar in de regio ons aanspreekpunt zijn voor de WLZ en de ZVw. Daarnaast is er uiteraard een keur aan instanties met wie de organisatie veelvuldig te maken heeft en waarin wij ongetwijfeld niet afwijken van andere organisaties. Daarbij valt te denken aan de IGZ, de Voedsel- en Warenautoriteit, de Arbodienst, het Zorgkantoor, huisartsen, de Rabobank, de BNG, het WFz, Brandweer, het Liftinstituut, ‘CGD’ enz. enz. Voor wat ‘samenwerking’ betreft is bijzondere vermelding van enkele organisaties op zijn plaats. In de eerste plaats betreft dit MagentaZorg. Voor MagentaZorg wordt op de vierde verdieping van ’t Rekerheem een gesloten verpleegunit zorg geboden in onderaanneming. In de Oldeburgh wordt voor MagentaZorg in een soortgelijke constructie dagbehandeling geboden aan dementerende cliënten die nog thuis wonen. Voor wat dit laatste betreft heeft MagentaZorg aangegeven dat, nu de overgang naar de WMO aanstaande is, men mede om budgettaire redenen van dit product af wil zien en dit zorgaanbod over wil laten aan Alkcare. Deze overname gaat in per 1 januari 2015. Voor wat betreft de zorgverlening bestaat voor de nachtzorg in de thuissituaties een overeenkomst met de monopoliehouder Evean. Zij verlenen deze zorg in de hele regio. Als laatste in deze rij moet Zorgcentrum Horizon in Broek op Langedijk genoemd worden Met dit zorgcentrum bestaat sinds jaar en dag een overeenkomst over de interne controle in het kader van de AO/IC. Met de woningbouwcorporaties ‘Woonwaard’, ‘KennemerWonen’ en ‘Ymere’ wordt samengewerkt in complexen waar ‘wonen’ en ‘zorg’ gescheiden zijn. Met de eigenaren van de seniorencomplexen in de directe omgeving van de zorgcentra bestaat een samenwerking op het gebied van huismeesterschap en terreinonderhoud. Als laatste dienen de scholen voor voortgezet onderwijs in Alkmaar te worden genoemd. Leerlingen van verschillende opleidingen doen via een stage werkervaring op bij Alkcare om zich te bekwamen in het vak waarvoor men gekozen heeft. Het VMBO en de MBO-opleidingen kunnen hier als voornaamste belanghebbenden genoemd worden. 2014 was het jaar waarin de term ’participatiemaatschappij’ zijn opgang maakte. Onze binding met de maatschappij blijkt uit het gegeven dat ruim 165 vrijwilligers uit het werkgebied van Alkcare zich betrokken voelen bij de diverse activiteiten die in onze huizen en in de Hofstaete georganiseerd worden. Daarnaast zijn binnen de organisatie gesprekken opgang gekomen met familieleden over hoe
9
men binnen de muren van het verzorgingshuis bij kan dragen aan de zorg. Gebleken is dat de wederzijdse verwachtingen niet altijd afgestemd zijn. Ten slotte was 2014 het jaar waarin we ons meer en meer richtten op de wijk. In de Oldeburgh en ’t Rekerheem hebben we met een bijzondere bijeenkomst de professionals en vrijwilligers op het terrein van zorg en welzijn uitgenodigd om met ons en met elkaar nader kennis te maken.
10
3 Bestuur, toezicht en medezeggenschap 3.1 Normen voor goed bestuur De Raad van Toezicht van Stichting Alkcare bestaat uit 6 leden waarvan 1 lid benoemd is op voordracht van de ondernemingsraad en 1 lid op voordracht van de cliëntenraad. Er zijn in het jaar 2014 geen wisselingen geweest in de samenstelling van de Raad van Toezicht. Wel zijn er voorbereidingen getroffen op de veranderende samenstelling per 1 januari 2015. De Zorgbrede Governance Code is een bundeling van breed gedragen algemene opvattingen over goed bestuur, toezicht en verantwoording. Een belangrijk element van het model is een strikte scheiding tussen de uitvoerende en toezichthoudende functies. Alkcare onderschrijft deze principes en voldoet daar ook aan.
3.2 De Raad van Bestuur Binnen Alkcare zijn de verantwoordelijkheden van de Raad van Toezicht en de Bestuurder vastgelegd in de statuten. De taken en functies zijn vervolgens beschreven in reglementen waarmee de in bovenstaande genoemde scheiding tussen het houden van toezicht en de beleidsontwikkeling geborgd is. Het functioneren van de bestuurder is door de Raad van Toezicht geëvalueerd, waarbij geconstateerd is dat hij op goede wijze, volgens het reglement dat voor hem van toepassing is, heeft gewerkt. Er is in de Raad van Toezicht niet gebleken dat er sprake is van enige belangenverstrengeling tussen de Raad van Bestuur en de instelling. Het salaris van de bestuurder en de opbouw hiervan volgt (en is gemaximeerd binnen) de inpassingstabel van de CAO VVT. De hoogte van de bezoldiging valt binnen de financiële kaders van deze CAO en vanzelfsprekend binnen de zogenaamde Balkenendenorm. De Raad van Toezicht zal de bezoldiging van de bestuurder voorafgaand aan de goedkeuring voor de jaarrekening toetsen aan de vigerende wetgeving voor bestuurders in de zorgsector en deze toets laten beoordelen door de accountant. Samenstelling Raad van Bestuur per 31 december 2014
Naam P.C. Verhagen
Bestuursfunctie Raad van Bestuur
Nevenfuncties n.v.t.
Tabel 3
3.3 De Raad van Toezicht De Raad van Toezicht (RvT) is samengesteld conform de daartoe opgestelde profielen. Er is een schema van aan- en aftreden. De Raad van Toezicht evalueerde zoals gebruikelijk in het verslagjaar ook haar eigen functioneren en oordeelde dat geen van de toezichthouders direct of indirect zakelijke banden met de stichting heeft of functies vervult die hem of haar confronteert met conflicterende belangen. De Raad is aangesloten bij de NVTZ. Men houdt zich op de hoogte van ontwikkelingen in de zorgsector, door middel van het lezen van relevante publicaties. Het bezoeken van symposia of andere voor Raden van Toezicht bestemde bijeenkomsten bleef dit jaar achterwege. De Raad van Toezicht heeft in het verslagjaar 2014 negen maal met de bestuurder vergaderd. De raad wordt conform het vastgestelde informatiestatuut geïnformeerd over de gang van zaken. Het jaarverslag en de begroting 2014 zijn een vanzelfsprekend onderdeel. Onderwerpen van gesprek waren daarnaast onder meer de kwetsbaarheid van een kleine organisatie, de positie van de Hofstaete, planvorming bouw ’t Wuijver, de ingezette transitie en de bespreking van de beleidsvoornemens van Alkcare in relatie tot de kabinetsbesluiten. Om zich ook door anderen in de organisatie te laten informeren, sprak de Raad van Toezicht afgelopen verslagjaar ook met de financieel adviseur, de locatiemanagers en een vertegenwoordiging van de Raad van Toezicht heeft het gebruikelijke overleg gehad met de ondernemingsraad van Alkcare en de voorzitters van de lokale cliëntenraden.
11
De Raad van Toezicht heeft eenmaal per jaar ter toelichting van de jaarrekening en het accountantsverslag een overleg met de accountant. Dit jaar was dat voor het laatst met PwC. In het najaar werd Deloitte aangesteld als nieuw accountantskantoor. Vooruitlopend op het vertrek van de heren Vleugel en Van der Molen per 31 december 2014, werd een sollicitatieprocedure opgestart. Er werden per 1 januari 2015 twee nieuwe leden benoemd. Ten slotte kan worden vermeld dat de leden van de Raad van Toezicht zichzelf zien als vrijwilligers en voor hun werkzaamheden een symbolische vergoeding ontvangen. Samenstelling Raad van Toezicht per 31 december 2014
Naam Dhr. W.F. Peters
Positie Voorzitter
Nevenfuncties n.v.t
Dhr. F.H.M. Vleugel
Secretaris tot en met 31-12-2014 Vicevoorzitter
n.v.t.
n.v.t.
Mw. T. Winkelman
Penningmeester tot en met 31-12-2014 Lid op voordracht van de OR
Mw. S. Sep
Lid op voordracht van de CR
n.v.t.
Dhr. H. Breebaart Dhr. W. van der Molen
n.v.t.
n.v.t.
Tabel 4
3.4 De Cliëntenraad De overeenkomst tussen de cliëntenraad (CR) en Stichting Alkcare en de richtlijnen van het LOC vormen de uitgangspunten in de samenwerking tussen de CR en de organisatie. De cliëntenraad heeft in elke locatie een vertegenwoordiging. De keuze hiervoor is ingegeven door pragmatische overwegingen. De vertegenwoordiging van de Oldeburgh heeft zes maal vergaderd met de locatiemanager; in ’t Rekerheem was dat vijf maal. De gezamenlijke vertegenwoordigingen van beide locaties kwamen tweemaal bijeen voor overleg met de bestuurder. De lopende zaken die o.a. werden besproken zijn; het jaarverslag over 2013, de begroting, de ontwikkelingen ten aanzien van huiskamerprojecten, de onvoldoende functionerende dectapparatuur, de zittingstermijn van de CR, de resultaten van de CQ index. de vervanging van de telefooncentrale in de Oldeburgh en de activiteiten in de wijk. In 2014 zijn er weer enkele wisselingen geweest in de CR. De reden hiervan was dat door het verloop onder cliënten er ook verloop onder hun vertegenwoordigers in de CR ontstond. Een bijzondere vermelding waard is het aftreden van het oudste lid: de 101 jarige heer J. Beekhuis. De aanwezigheid van CR-leden in het voor- en najaarsoverleg bij het zorgkantoor is door het zorgkantoor vervangen door een afzonderlijk gesprek met de leden van de Cliëntenraad. Samenstelling Cliëntenraad per 31 december 2014
Naam Mw. J. Hendriks Dhr. R. Engelsma Mw. E. Lurvink-Jongenelen Vacature
Locatie De Oldeburgh De Oldeburgh De Oldeburgh De Oldeburgh
Voorzitter de Oldeburgh Secretaris Lid Lid
Dhr. A. Coenen Mw. J.M.Bommezij - Burkels Mw. W. Meijll Mw. T. Bosman - Schavinga Mw. Noordegraaf - Esmeijer
’t Rekerheem ‘t Rekerheem ’t Rekerheem ’t Rekerheem ’t Rekerheem
Voorzitter ‘t Rekerheem Lid Lid Lid Lid
Tabel 5
12
3.5
De Ondernemingsraad
De Raad van Bestuur heeft in het afgelopen jaar 9 maal overleg gehad met de ondernemingsraad. De ondernemingsraad heeft hiernaast overleg gehad met de Raad van Toezicht en de bedrijfsgeneeskundige. De Raad van Bestuur heeft over een aantal zaken in het afgelopen jaar de OR formeel om advies gevraagd of om instemming verzocht. De onderwerpen betroffen vooral wijzigingen in de dienstenstructuur van afdelingen en een aantal procedures, dat direct het personeel aanging. De ondernemingsraad heeft in 2014 afgezien van de gebruikelijke scholing. In plaats hiervan zijn gezamenlijk met de directie de ontwikkelingen in de sector en de mogelijke gevolgen voor Alkcare besproken. De ondernemingsraad kende per 31 december 2014 twee vacatures. Hoewel het belang van een kwalitatief sterke ondernemingsraad, zeker in tijden van verandering steeds benadrukt wordt, is de animo om zitting te nemen in de raad laag. De wens is dat omwille van een evenredige vertegenwoordiging de vacatures bij voorkeur ingevuld worden door een werknemer uit de verzorging van locatie ’t Rekerheem en een werknemer van de Oldeburgh uit de Facilitaire Dienst. Samenstelling Ondernemingsraad per 31 december 2014
Naam Mw. I. Hansen Mw. D. Mozes Mw. T. Smit Vacature Mw. B. Zunic
Locatie ’t Rekerheem Thuiszorgteam ’t Rekerheem ’t Rekerheem Thuiszorgteam
Voorzitter Vicevoorzitter Lid Lid Lid
Mw. M. Leppink Mw. M. de Ruiter Mw. N. Frühling Vacature
De Oldeburgh De Oldeburgh De Oldeburgh De Oldeburgh
Lid Lid Lid Lid
Mw. Y. van Buren
Secretaris
Tabel 6
3.6 De Klachtencommissie en de Vertrouwenspersoon Het uitgangspunt voor het behandelen van klachten is dat deze bij voorkeur daar opgelost moeten worden waar ze ontstaan. De klachtenregeling is vastgelegd in een reglement en in de brochure ‘Klagen mag’. Lukt afhandeling van klachten niet naar tevredenheid bij de aangeklaagde zelf of de naasthogere leidinggevende, dan kan men zich ten slotte wenden tot een ‘externe klachtencommissie’. Deze onafhankelijke klachtencommissie behandelt klachten uit Zorgcentrum Horizon in Broek op Langedijk en Alkcare. Deze klachtencommissie heeft in 2014 geen enkele klacht in behandeling hoeven nemen. De externe klachtencommissie is in het verslagjaar overigens niet van samenstelling gewijzigd. De leden van de externe klachtencommissie per 31 december 2014
Naam Mw. I. Verweel – Stokman Dhr. K. van der Lijn Dhr. H. Hoeve
Functie Juriste en voorzitter Arts Lid
Tabel 7
Alkcare heeft gezamenlijk met Stichting Zorgcentrum Horizon in Broek op Langedijk mevrouw Juul Priester aangesteld als vertrouwenspersoon. De toegang tot de vertrouwenspersoon is laagdrempelig.
13
Bij de vertrouwenspersoon kan men te rade gaan voor die situaties of omstandigheden die men als personeelslid niet kan of wil bespreken in de organisatie en die in vertrouwelijkheid dienen te worden behandeld. De vertrouwenspersoon heeft het afgelopen jaar geen enkele maal hoeven te bemiddelen in een (dreigend) conflict. Vertrouwenspersoon per 31 december 2014
Naam Mw. J. Priester
Organisaties Stichting Alkcare
Tabel 8
14
Stichting Zorgcentrum Horizon
4 Beleid en prestaties 4.1
Het financieel beleid
Het uitgangspunt voor het financieel beleid in Alkcare is dat efficiënt en doelmatig met alle middelen wordt omgegaan. Om daar inzicht in te geven is de administratie zodanig ingericht, dat deze voldoet aan de voorschriften die gesteld worden in de regeling AO/IC. Het eenvoudige principe dat we niet meer geld kunnen uitgeven dan ontvangen wordt, is de leidraad binnen Alkcare. Er wordt dan ook gestreefd naar een sluitende begroting. 2014 leek aanvankelijk een financieel spannend jaar te worden. Cliënten die voorheen nog konden rekenen op een laag ZZP, werden in 2014 niet meer geïndiceerd voor de functie verblijf en aangezien inkomsten gerelateerd zijn aan zorgzwaartepakketten, heeft dit uiteraard gevolgen voor onze bedrijfsvoering. Daarnaast speelt mee dat het zorgkantoor ons de opdracht gaf om gemiddeld 6,5 kamer leeg te houden. Dit bezorgde ons een dilemma. Immers; er waren voldoende gegadigden met een rechtsgeldige indicatie die graag willen wonen bij Alkcare en toch moeten we de toegang weigeren. De leegstand die ontstond is grotendeels opgevuld door tijdelijke bewoning door bewoners van Horizon in Broek op Langedijk. Ondanks de leegstand waren er dus toch inkomsten. Het bedrijfsresultaat van het afgelopen jaar bedraagt € 1.121.927,-. Voor dit gunstige resultaat zijn een aantal redenen aan te geven. Allereerst is er het gegeven dat we in 2014 opnieuw een laag ziekteverzuim kenden. Met een hoger percentage is in de begroting en exploitatie rekening gehouden. De accountant van PWC heeft bij de presentatie van de jaarrekening 2013 opgemerkt, dat de afwaardering van de gebouwen aan de zeer lage kant was. Op grond van deze uitspraak is rekening gehouden met forse effecten van een impairment, op het resultaat over 2014. Op grond van het berekeningsmodel van PWC bleek echter dat noch bij de Oldeburgh, noch bij ’t Rekerheem verdere afwaardering aan de orde is. Het resultaat wordt verder blijvend positief beïnvloed door de lage overhead waarmee binnen Alkcare gewerkt wordt. Ten slotte wordt het resultaat beïnvloed door ‘de onzekerheid’ van het beleid dat ten aanzien van de totale bedrijfsvoering gevoerd wordt. Alkcare maakt voorafgaand aan het jaar productieafspraken die ons dwingen tot voorzichtigheid. In de loop van het jaar worden we doorgaans geconfronteerd met de zogenaamde herschikking van afspraken met de zorgaanbieders die, in ons geval ruimte gaven en een royaler personeelsbeleid ten aanzien van de bedrijfsvoering rechtvaardigden.. De conclusie die ook in vorig jaren te lezen valt en dus enigszins clichématig wordt, is dat de financiële positie van Alkcare nu dan wel goed mag zijn, maar de toekomst ongewis blijft. Voor wat betreft onze productieafspraken leven we helaas van jaar tot jaar en, scherp geformuleerd, (financieel) beleid valt eigenlijk slechts te maken tot 31 december 24.00 uur van het lopend jaar. We blijven behoedzaam opereren. Om te zorgen voor een adequaat intern beheersing- en risicosysteem heeft de Raad van Bestuur na afloop van iedere maand de beschikking over een overzicht van de personeelsinzet van de afgelopen periode op afdelingsniveau. Dit overzicht geeft voor de extramurale activiteiten ook aan hoe de inzet zich verhoudt tot de gerealiseerde productie. Verder wordt maandelijks in beeld gebracht hoe de inzet aan personeel is ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. Voor wat betreft de financiële resultaten wordt vanaf de maand april tweemaandelijks een exploitatieoverzicht opgesteld. Maandelijks wordt de liquiditeitsprognose geactualiseerd. Naast de financiële overzichten worden er maandelijks overzichten gemaakt van de gerealiseerde productie. Omdat deze productiviteit is uitgesplitst in ‘zorgproducten’, kan worden nagegaan hoe de realisatie zich verhoudt tot de door het zorgkantoor toegewezen productiecapaciteit. In hetzelfde overzicht wordt aangegeven hoe de vergoeding van de kapitaalslasten zich ontwikkelt en hoe, op basis van de dan aanwezige bezetting, de prognose voor de NHC op de lange termijn zal zijn. In andere woorden: blijft de vergoeding aan kapitaalslasten dekkend voor de daadwerkelijke te betalen lasten.
15
In het jaar 2012 is een bestemmingsreserve opgenomen voor wijksteunpunt ‘de Hofstaete’ en voor de extramuralisering van de zorg. Op grond van de resultaten van voorgaande jaren en ook weer dit jaar, is aan deze reservering niets onttrokken. Medewerkers en andere betrokkenen van de Hofstaete zullen echter in 2015 geïnformeerd worden over de eindigheid van onze betrokkenheid bij dit wijksteunpunt. Ten slotte is er nog een financieel resultaat te melden. 2014 eindigde met een lichte overproductie van ruim € 16.000,-. Dat is minder dan in voorgaande jaren en dat resultaat werd bereikt door ‘contre coeur’ te sturen op de bezetting van de kamers
4.2
De bedrijfsvoering
De dagelijkse gang van zaken is gebaseerd op de door ons gehanteerde zorgvisie. In kort bestek komt deze hierop neer: wij zijn er voor de cliënten, of deze nu thuis wonen of in één van onze locaties. Binnen de mogelijkheden die ons geboden worden, zijn hun wensen het uitgangspunt voor onze zorgen dienstverlening. De klant heeft de regie. Uit ervaring weten wij dat de intramurale cliënt en diens familie de wens hebben dat wanneer men eenmaal bij ons woont, men hier wil blijven wonen; ongeacht hoe de zorgvraag zich ook ontwikkelt. Dat de gemiddelde zorgzwaarte zich ontwikkelt, is in maat en getal aan te tonen. In het afgelopen jaar hebben we dan ook veel tijd en geld kunnen investeren in scholing van medewerkers om aan de vraag naar passende deskundigheden te kunnen voldoen. Naast het reguliere scholingsbudget werden opnieuw de zogenaamde intensiveringsgelden aan opleidingen besteed en werden extra BBL-leerlingen aangesteld. Alkcare heeft een toelating voor zorgverlening ‘met ‘verblijf zonder behandeling’ en heeft in samenwerking met MagentaZorg de mogelijkheid tot ‘verblijf met behandeling’ voor 24 psychogeriatrische cliënten binnen een gesloten verpleegunit. Alkcare beschikt sinds 2011 echter zelf ook over de toelating voor 24 cliënten met de functie ‘behandeling’. Deze 24 plaatsen zijn opnieuw, maar vergeefs met het zorgkantoor in gesprek gebracht. Het streven om cliënten wanneer ze eenmaal intramuraal wonen bij ons blijvend te laten wonen, leidt in verband met de toenemende PGproblematiek uiteindelijk en onvermijdelijk opnieuw tot de vraag naar een tweede gesloten afdeling. We herhalen onze poging in 2015. Ons beleid is er mede op gericht om het zelfstandig wonen van ouderen in de wijk te bevorderen. Ouderen die rond de zorgcentra wonen, kunnen van de alarmering bij Alkcare gebruik maken. De thuiszorg in het kader van de AWBZ is in het verslagjaar slechts matig gegroeid. Ook aan deze zorg is een productieplafond gesteld. De zorg gefinancierd vanuit de WMO is in omvang nagenoeg gelijk gebleven. Voor het VPT bestond weinig animo. Hoewel wij de geïndiceerden voor een intramurale plaats die in de onmiddellijke nabijheid van het zorgcentrum wonen, dit arrangement consequent aanbieden, bleek er nauwelijks belangstelling te bestaan voor dit product. De reden daarvoor is o.i. dat de combinatie van thuiszorg, mantelzorg met daarbij de lagere eigen bijdrage, voor potentiële cliënten financieel aantrekkelijker is. Daarnaast wil men domweg in de beschutte veilige omgeving van een zorgcentrum wonen.
16
5
Kwaliteit en veiligheid
De begrippen ‘kwaliteit en ‘veiligheid’ zijn op tal van terreinen en in samenhang toe te passen. Medewerkers van Alkcare streven met de middelen die hiervoor beschikbaar gesteld worden naar de best mogelijke kwaliteit. We onderkennen twee sporen. Het eerste spoor is ‘de structuur en het proces’. Het tweede spoor is ‘de cultuur en het gedrag van medewerkers’. We kunnen volgens het eerste spoor een systeem hebben dat doorlopend geëvalueerd wordt, maar het gaat om het mensenwerk en bewustwording in de organisatie. 100% Veiligheid kan niet worden gegarandeerd, ook niet als kwaliteitseisen en andere regels maar streng genoeg en op papier in orde zijn. Aandacht voor regels en risico’s is uiteraard aanwezig maar regels en voorschriften kunnen ook contraproductief werken. Veiligheid, het optimaal verminderen van risico’s op schade aan mensen en materialen, dient een onderdeel te zijn van het dagelijks werk en is een zaak van iedereen. De huidige regeldichtheid reduceert o.i. echter veiligheid tot administratieve verplichtingen waaraan voldaan moet worden en niet tot een houding die geïnternaliseerd moet zijn. Eind 2014 hebben we het proces in gang gezet om weer te komen tot hercertificering in het kader van de HKZ. Terugkijkend moeten we concluderen dat we het afgelopen jaar veel aandacht hebben besteed aan het actualiseren van allerlei procedures, maar dat we in de werking van de kwaliteitssystematiek als zodanig, tekort zijn geschoten. Dit leidt als vanzelf tot de vraag of tijdgebrek zowel op de werkvloer als bij de leidinggevenden ons hier geen parten heeft gespeeld. Er is namelijk veel aandacht uitgegaan naar scholing van medewerkers en indirect naar vervanging van medewerkers die geschoold worden. Daarbij komt dat de kwaliteitsmedewerkster op haar eigen verzoek uren ingeleverd heeft, die niet zijn vervangen. Twee zaken dienen nog in dit verband genoemd worden. ArboNed heeft voor de organisatie de wettelijk verplichte RI&E geactualiseerd. Met twee leden vanuit de OR en twee ergocoaches worden alle opmerking nu systematisch besproken en aangepakt. Een punt van aandacht waren de Meldingen Incidenten Cliënten (MIC). Deze meldingen worden nu gedaan door gebruik te maken van de software in Residentweb. Echter om alle meldingen zodanig te ordenen dat deze zich gemakkelijk laten analyseren, vergt nadere afspraken met de leverancier van de software. Verder was 2014 weer het jaar waarin we door bureau Facit een cliënttevredenheidsonderzoek lieten uitvoeren. Hoewel de uitslag hiervan niets zegt over de manier waarop wij een kwaliteitssysteem draaiend houden, geeft dit toch een indicatie. We scoren goed op de CQ-index. Alkcare heeft ter verbetering van de kwaliteit de methodiek van interne audits opnieuw toegepast. Er zijn opnieuw acht procedures kritisch bekeken en de resultaten van de audits zijn omgezet in verbeteractiviteiten. Daarnaast hebben we dit jaar voor het eerst enige ervaring opgedaan met de methode van de zogenaamde Pri’s; risico-inschattingen op onderdelen van de bedrijfsvoering. Kwaliteit van zorg heeft uiteraard alles te maken met kwaliteit van medewerkers. Er is, conform het opleidingsplan veel en intensief geschoold: niet alleen vakinhoudelijk maar bijvoorbeeld ook op het terrein van de bedrijfshulpverlening. Alkcare kende het afgelopen verslagjaar meer personeelsverloop dan gebruikelijk. De voornaamste reden is pensionering van medewerkers. De aankondiging dat mogelijk tijdelijke contracten niet verlengd worden, heeft ongetwijfeld ook bijgedragen tot vertrek. Een dienstverband elders geeft soms langer zekerheid op werk. De vacatures die ontstonden, waren overigens snel in te vullen. Van een personeelstekort is alleen iets te merken wanneer er sprake is van een specifieke vraag, zoals naar EVV-ers. Het ziekteverzuimpercentage is het afgelopen jaar gestegen. Van 2,96% in 2013 naar 3,65% (cijfers Provar) in 2014. Dit is overigens exclusief verzuim als gevolg van zwangerschappen. Ten aanzien van preventie is in 2014 slechts een gegeven te vermelden. We zijn gestopt met het aanbieden van de griepvaccinatie aan personeelsleden. Er bleek zo weinig animo voor, dat we dit niet meer zinvol vonden.
17
Hoewel het indirect te maken heeft met kwaliteit en veiligheid mag in dit verband nog de vervanging van de telefonie in de Oldeburgh worden genoemd. De vervanging is in 2014 geregeld maar de koppeling van de centrales in de avonduren nog niet. Deze wens, in combinatie met uitbreiding van de bezetting van de receptie in ‘t Rekerheem in de avonduren, vermindert de werkdruk voor de verzorgenden en verhoogt de veiligheid voor (dwalende) bewoners.
18
6 Het meerjarenbeleid Voor wat betreft het meerjarenbeleid zijn er in het vorige directieverslag ontwikkelingen te voorzien die hun invloed zullen hebben op ons beleid. Opeenvolgend waren dit de volgende vijf onderwerpen. 1 Er is sprake van krimp van de intramurale AWBZ-gefinancierde zorg. In 2014 zijn de financiële effecten hiervan nog niet echt merkbaar geworden voor onze organisatie. Aantoonbaar nam wel het aantal lage ZZP’s af, maar daartegenover stond de toename van vraag van cliënten met een hoge ZZP en met doorgaans ook nog eens een zeer hoge leeftijd. Op verzoek van de zorgaanbieders is het zorgkantoor gevraagd op lokaal niveau het initiatief te nemen in een discussie over gereguleerde krimp. Niet alleen het gewijzigde overheidsbeleid maar ook het hierop gebaseerde beleid van de instellingen rondom ons, bepalen onze positie in het speelveld van zorg en welzijn. De aanbieders in Alkmaar zijn elkaars concurrenten en de gerechtvaardigde verwachting is dan ook dat slechts in gezamenlijkheid verstandige en door alle partijen gedragen keuzen te maken zijn. Het zorgkantoor heeft dit aanvankelijk toegezegd, maar heeft zich naderhand beroepen op de Autoriteit Consument en Markt. Wij blijven op het standpunt staan dat regie van zorgkantoor of lokale overheid meer dan wenselijk is om verspilling van kapitaal, menskracht en menselijk leed te voorkomen. 2 Er komt als gevolg van het gevoerde overheidsbeleid groei van de door de ZVW en WMO gefinancierde thuiszorg, was de tweede opmerking. Die vraag is inderdaad toegenomen, maar zoals hierboven gesteld: ook hierin worden we belemmerd door productieplafonds. Onze insteek is echter ons te blijven inzetten voor thuiszorg in de wijken waarin we onze locaties hebben. We zijn in 2014 gestart met een pilot met het elektronisch zorgdossier (RW-mobiel) en we willen dit verder implementeren in 2015. Zowel vanuit de indicaties voor zorg vanuit de WLZ, de ZVw of vanuit de WMO, zal van de burger gevraagd worden allereerst een beroep te doen op het eigen netwerk. Daar waar dit niet aanwezig is, zal de zorg uit eigen middelen betaald moeten worden. Wanneer de middelen ontoereikend zijn, is er tot slot het collectief gefinancierde vangnet. Extramuraliseren vergt dan ook intensiever samenwerken in de wijken met partners die zich hier maatschappelijk verdienstelijk maken. Voor de goede orde: de insteek zich te richten op de wijken is voor Alkcare niet nieuw. De locaties de Oldeburgh, ’t Rekerheem en de Hofstaete functioneren als centra voor ouderen in de wijk. In het kader van het wijkgerichte werken hebben we in 2014 een gelaagde en een minder geslaagde poging gedaan professionele krachten en vrijwilligers uit de wijk met elkaar in verbinding te brengen. In Oudorp leidde dit tot een succes; in de Mare en Daalmeer kregen we zo’n bijeenkomst niet van de grond. We blijven ons uiteraard richten op het versterken van contacten in de wijk. 3 Er komt een markt voor cliënten die zelf hun zorg zullen (moeten) gaan betalen. Die markt is er al maar betreft, wat in vaktermen ‘het hogere segment’ genoemd wordt. We zijn eind 2014 voor het eerst benaderd door een cliënt die geen indicatie voor verblijf heeft maar wel in ’t Rekerheem wil wonen. Men moet niet betalen; men wil soms betalen. De SDB is in 2013 gevraagd te berekenen wat aan huur, zorg- en servicekosten aan potentiële ‘huurders met een indicatie voor extramurale zorg’ gevraagd kan worden. Prijzen en contracten liggen klaar voor als de vraag actueel wordt. 4 De mantelzorg zal (wellicht beperkt verplicht) meer ingezet worden bij het zorgaanbod. Er zijn in de organisaties familieavonden gehouden waarin verwachtingen over en weer gedeeld zijn. Van verplichting is in ons geval nog geen sprake. We hebben overigens nog een andere insteek voor inzet van mantelzorgers; en die heet ‘scholing’. Mantelzorgers en vrijwilligers worden bij Alkcare geschoold in omgang met dementerenden. Begrip krijgen voor gedrag en dit mogelijk vanuit het verleden kunnen verklaren, bevordert o.i. de bereidheid om zich ook binnen de muren in te zetten. 5 Personeel vormt de hoogste kostenpost: slimme inzet van techniek zal dit gegeven gaan beïnvloeden, was de laatste opmerking in deze rij. Zonder hierover al een standpunt in te nemen: de robotisering van de zorg doemt op. We hebben ons in beperkte mate georiënteerd op domotica zoals
19
beeldbellen. Dit krijgt in 2015 een vervolg. We constateren ook dat domotica soms haaks kunnen staan op de nieuwste trend: bewegingsgerichte zorg. Niet alles moet je uit handen van bewoners willen nemen. Echter: domotica (en zorg op afstand) kunnen ook zorgen voor meer verbinding met de wijk. Wij willen nadrukkelijk een centrale positie hierbij innemen. In 2013 zijn we dan ook gesprekken aangegaan met een particuliere investeerder, die een kleinschalige woonvoorziening wil bouwen voor de doelgroep die door Alkcare ook verzorgd kan worden. Deze zorg zal in eerste instantie op basis van thuiszorg zijn. Alkcare heeft in 2010 in samenwerking met Hevo haar strategisch huisvestingsbeleid bepaald en op grond daarvan de veronderstelde levensduur van de gebouwen bijgesteld. De Oldeburgh gaat nog 20 jaar mee; de afschrijvingstermijn van ’t Rekerheem is tot 30 jaar teruggebracht en die termijn is in 2022 afgelopen, waarna we graag op dezelfde locatie een kleinere voorziening, gebaseerd op het scheiden van wonen en zorg willen bouwen. Het plan moet ons echter ook gegund worden. Ons beleid is er mede op gericht om eventuele leegstand door het uitblijven van de vraag te compenseren met aanbod op de particuliere markt. Onze vooronderstelling is dat de vraag naar zorg in een beschermde leefomgeving niet zal verdwijnen. Onze doelstelling is uiteraard dat de organisatie kan blijven voldoen aan haar financiële verplichtingen. Het beleid was de afgelopen jaren gericht op het integreren van de Oldeburgh en ´t Rekerheem. We zijn uit blijven gaan van onze eigen kracht en tot nu toe zijn we er in geslaagd de organisatie in alle opzichten gezond te houden. De risico´s voor kleine ondernemingen zoals Alkcare nemen toe en de vraag is of we koste wat kost onze zelfstandigheid kunnen of moeten willen behouden. De laatste jaren zijn zorgorganisaties met de omvang van de voormalige stichtingen ‘de Oldeburgh’ en ’t Rekerheem’ nagenoeg uit de regio verdwenen doordat zij opgingen in grotere samenwerkingsverbanden. Alkcare wordt, enkele uitzonderingen daargelaten, nu omringd door organisaties die in omvang vele malen groter zijn. Alle instellingen richten op dezelfde doelgroep; de zwaardere zorg. De concurrentie zal toenemen en prijs en kwaliteit van zorg en huisvesting zullen de bepalende factoren zijn bij de keuze van mogelijke cliënten. De meest vergaande conclusie uit het overheidsbeleid voor Alkcare is sluiting van de locaties. Op grond van de huidige aannames is voor beide locaties de bedrijfswaarde in relatie tot de boekwaarde opnieuw bekeken. Dat leidt over 2014 niet tot een verdere afboeking.
Tot slot Hoewel er eind 2014 positieve geluiden te horen zijn, verkeert Nederland nog steeds in een crisis. De overheid kiest met haar beleid een weg waarvan de consequenties de instellingen voor zorg in het algemeen en kleine organisaties in het bijzonder bedreigen in hun voortbestaan. Het sleutelwoord om uit crisis te geraken is ‘vertrouwen’. Die eigenschap is ook nodig voor medewerkers om zich blijvend in te zetten voor kwetsbare ouderen; hetzij intramuraal, hetzij in hun eigen woning. De vraag die gesteld zal worden is of Alkcare voldoende kracht heeft om te overleven bij het nu voorgenomen beleid. Hoewel de financiële ratio’s nu uitstekend zijn, zegt dit weinig over de mate waarin we al onze belanghebbenden op lange termijn zekerheid kunnen bieden. We zijn in hoge mate afhankelijk; van de overheden, van het zorgkantoor, van de stappen van onze collega-instellingen maar ook van de kracht, professionaliteit, flexibiliteit en inzet van onze eigen medewerkers.
20
Gebruikte afkortingen AO/IC AWBZ CAO VVT CGD CR CQ HKZ MBO MIC NHC NVTZ OR PwC RI&E RW RvB RvT SDB VGZ VMBO VPT VWS WLZ WMO ZZP ZVW
Administratieve Organisatie / Interne Controle Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Collectieve Arbeidsovereenkomst Verpleging, Verzorging en Thuiszorg Certificatie Groothandel en Dienstverlenende bedrijven Cliëntenraad Consumers Quality Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector Middelbaar Beroepsonderwijs Melding Incidenten Cliënten Normatieve Huisvestingscomponent Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in de Zorgsector. Ondernemingsraad PricewaterhouseCoopers Risico Inventarisatie en Evaluatie Residentweb Raad van Bestuur Raad van Toezicht Stichting Dienstverlening Bejaardenoorden Zorgverzekeraar Voortgezet Middelbaar Beroepsonderwijs Volledig Pakket Thuis Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wet Langdurige Zorg Wet Maatschappelijke Ondersteuning Zorgzwaartepakket Zorgverzekeringswet
21
11 Jaarrekening 2014
22